Za 13 okt 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Strijkkwartetten
Artemis Quartett Haydn, Brahms en Bartรณk Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma
Serie Strijkkwartetten Za 13 okt 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.00 uur
Artemis Quartett Haydn, Brahms en Bartók Artemis Quartett: Vineta Sareika viool Anthea Kreston viool Gregor Sigl altviool Eckart Runge cello
ca. 50 minuten voor de pauze ca. 35 minuten na de pauze
Voorprogramma Entreehal 19.45 - 20.00 uur I.s.m. Conservatorium van Amsterdam
Joseph Haydn (1732 - 1809) Strijkkwartet op. 74 nr. 3 in g ‘Reiterquartett’ (1793) ·· Allegro ·· Largo assai ·· Minuet. Allegretto ·· Finale. Allegro con brio Béla Bartók (1881 - 1945) Strijkkwartet nr. 4 Sz. 91 (1928) ·· Allegro ·· Prestissimo, con sordino ·· Non troppo lento ·· Allegretto pizzicato ·· Allegro molto Pauze Johannes Brahms (1833 - 1897) Strijkkwartet nr. 2 op. 51 nr. 2 in a (1873) ·· Allegro non troppo ·· Andante moderato ·· Quasi minuetto, moderato ·· Finale. Allegro non assai
2
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
Toelichting Haydn beleefde het hoogtepunt van zijn roem tijdens twee concertreizen naar Engeland en schreef zes kwartetten, toegesneden op een menigte van zo’n duizend man. Vandaag horen we uit die serie het geraffineerd gecomponeerde ‘Reiterquartett’ met een zeer diepzinnig langzaam deel. Bartók had de volksmuziek van de Balkan zo diepgaand bestudeerd dat hij op den duur zelf in dat idioom kon componeren en zo een unieke muzikale taal ontwikkelde. Zijn vierde kwartet bevat sterk geconcentreerde, spannende muziek, vol onverwachte effecten. Voor Brahms was het genre strijkkwartet decennialang een angstgegner. Maar toen hij eenmaal zijn faalangst had overwonnen, ontstonden er twee doorwrochte meesterwerken, Opus 51 nrs. 1 en 2. Na de pauze klinkt nummer twee. Beurtelings lyrisch, zangerig, melancholisch en strijdlustig.
Joseph Haydn Strijkkwartet op. 74 nr. 3 ‘Reiterquartett’ Eind achttiende eeuw was Londen de muzikale hoofdstad van Europa. Daar gebeurde het allemaal. Haydn, die al decennialang in dienst was van het vorstenhuis Esterhazy, had door het overlijden van zijn werkgever en het opheffen van het geldverslindende orkest plotseling zijn handen vrij. Net op dat moment werd hij uitgenodigd om naar Londen te komen. Zijn honorarium was astronomisch. Minimaal 1200 pond. In die tijd vier keer het jaarinkomen van een
heer van stand. Hij was op dat moment al verreweg de beroemdste componist van Europa en werd in Londen op handen gedragen. Maar er waren wel een paar zaken waar hij erg aan moest wennen. Bijvoorbeeld dat concerten in Londen heel anders werden geprogrammeerd. Kamermuziek, liederen en symfonieën klonken op een en dezelfde avond. Veel van de concerten vonden plaats in The Hanover Square Rooms, bedoeld voor achthonderd man. Maar omdat Haydn zo’n trekpleister was, waren het er meestal wel duizend. Erg aangenaam was het daarbinnen niet. In die tijd gingen de mensen zelden in bad en dat had zo zijn gevolgen voor de atmosfeer. Daarbij kwam nog de hitte en de walm van honderden kaarsen. De heren kwamen steevast te laat na hun copieuze diner in de club en zaten al gauw te snurken. Verder was het heel gewoon dat het publiek al kletsend rondliep tijdens het concert. Vooral strijkkwartetten dreigden in het gedrang te komen in die omgeving. Haydn was gewend om ze te componeren voor kleine ruimtes en een select publiek dat bestond uit aristocraten met een verfijnde muzikale smaak. Maar hier in Londen was het publiek deels ook minder sophisticated. Dus waren er speciale maatregelen vereist om de aandacht van de massa te krijgen. 3
Toelichting
Dat Haydn, een echte aanpasser, daar wel raad mee wist, horen we in de barse, dwingende openingsmaten. Alle vier de instrumenten spelen unisono – dezelfde melodie, een uitgeklede versie van het hoofdthema – en lijken te zeggen: ‘Kom hier en luister, het kwartet begint!’ Dit startschot heeft het effect van het doek dat opgaat bij het begin van een toneelstuk. Daarna past Haydn een truc toe waar hij als het ware patent op had: een plotselinge dramatische stilte. Het publiek houdt even de adem in. En dan begint het eerste deel pas echt. Hoogtepunt van dit kwartet is volgens veel mensen het contemplatieve langzame deel. Ronduit meesterlijk is de kleine explosie in een totaal onverwacht forte akkoord in de achtste maat, waarbij iedereen rechtop gaat zitten. In dit deel gaat Haydn harmonisch erg ver. Beethoven zou zich hiervoor niet geschaamd hebben. Sterker nog: die had, toen Haydn dit kwartet schreef, les bij hem. Hij heeft het ongetwijfeld onder ogen gehad en er later zijn voordeel mee gedaan. Ook Haydns uitgever had goed door hoe speciaal dit langzame deel was, want hij publiceerde maar liefst vijf verschillende pianobewerkingen van dit stuk. Een musicoloog heeft ooit gezegd dat we hier getuige zijn van de dageraad van de romantiek. Het menuet lijkt wat conventioneler, maar Haydn werkt contrapuntisch ongelooflijk subtiel in deze makkelijk in het gehoor liggende muziek. Instrumenten nemen thema’s van elkaar over die ook weer 4
als elkaars begeleiding fungeren. Dat gebeurt ook in het vrij sombere mineur middendeeltje, het trio. Door het sterk galopperende ritme van de finale heeft iemand, en niet Haydn zelf, het kwartet de bijnaam ‘Reiterquartett’ gegeven.
Béla Bartók Strijkkwartet nr. 4 Eind negentiende eeuw begonnen componisten volksmuziek te incorporeren in hun werken. Voorbeelden daarvan zijn Bedřich Smetana en Antonín Dvořák. Begin twintigste eeuw waren er componisten die daadwerkelijk de boer op gingen en op het platteland volksmelodieën verzamelden. In Rusland gebeurde dat onder meer door Mili Balakirev, Sergej Ljapoenov en Anatoli Ljadov. Toen Bartók elf was gaf hij zijn eerste pianorecital. Op het programma stond een eigen compositie, getiteld De Donau. Daarin volgt hij de loop van de rivier door melodieën te gebruiken uit alle landen waar hij doorheen stroomt. In dit jeugdwerk zit in feite al de kiem van een project waar hij later een grote hoeveelheid energie en tijd in zou stoppen. Samen met zijn collega en vriend Zoltán Kodály, die hij op het conservatorium in Boedapest had ontmoet, reisde Bartók jarenlang naar de uithoeken van OostEuropa om volksliedjes vast te leggen op de wasrollen van zijn loodzware Edison fonograaf. Hun inspanningen resulteerden
Toelichting
in een van de allerrijkste verzamelingen volksmuziek die ooit bijeen zijn gebracht. Bartóks eigen klankidioom raakte helemaal doortrokken van de elementen die hij tijdens die reizen oppikte. Zelf geloofde Bartók dat componisten op drie manieren gebruik konden maken van volksmuziek. Je kon volksmelodieën opnemen in je muziek, eigen melodieën componeren in volksmuziekstijl, of de essentie van het volkse idioom in je opnemen en verwerken in je eigen composities. Bartók ging veel verder dan iemand als Dvořák, die de ruwe en hoekige aspecten van de volksmuziek gladstreek. Bartók schreef muziek waarbij de vertolkers zich moeten bedienen van speeltechnieken, toonladders en ritmes die werden gebruikt in de volksmuziek. Bovendien had Bartók zich het volkse idioom zo eigen gemaakt dat hij op den duur geen gebruik meer maakte van bestaande melodieën, maar zelf een soort gesublimeerde volksmuziek ging schrijven. Dat is goed te horen in het kwartet van vandaag. Er komen geluiden en effecten in voor die nog nooit uit een strijkkwartet tevoorschijn waren getoverd. In het spannende eerste deel maakt Bartók gebruik van de hele-toonstoonladder, die ook vaak in volksmuziek wordt gebruikt. Deel twee moet van a tot z met sordines (dempers) gespeeld worden. Er zit een enorme vaart in dit deel en de muziek klinkt gejaagd. Er wordt vaak getokkeld en we horen geregeld glissandi (glijdende noten). Het derde deel is totaal anders van sfeer. De cello opent met een volkse klaagzang, terwijl de andere drie instrumenten zorgen voor een nachtelijke
sfeer. Er zoemen insecten en zo nu en dan horen we een vogel fluiten. Soms moet er ‘sul ponticello’ gestreken worden, dat wil zeggen dicht bij de kam zodat er fluittonen ontstaan. Er staat dwingend voorgeschreven wanneer de strijkers mogen vibreren en wanneer niet. Boven het deel daarna staat ‘Allegretto pizzicato’ en dus blijven de strijkstokken werkeloos liggen. Vaak moet er zo hard aan de snaar getrokken worden dat hij tegen de toets slaat. Tegenwoordig noemen we dit percussie-effect Bartókpizzicato. Het slotdeel grijpt terug naar de thema’s van het openingsdeel. Er klinkt een wilde volksdans vol tegendraadse ritmiek. Soms staat er ‘col legno’ boven de partituur. Dan moet er met het hout van de strijkstok op de snaar geslagen worden.
Johannes Brahms Strijkkwartet nr. 2 Toen de twintigjarige Brahms bij Schumann op de stoep stond met het manuscript van een pianosonate onder de arm, was er nog nooit een noot van hem gepubliceerd. Dat belette Schumann niet om Brahms op grond van deze sonate de hemel in te prijzen, niet alleen mondeling maar ook schriftelijk in het Neue Zeitschrift für Musik. Brahms was de belofte, de man die Beethovens opvolger zou worden. Onbedoeld zadelde Schumann Brahms zo op met een gigantisch probleem. Brahms had geen idee 5
Toelichting
hoe hij dit allemaal ooit kon waarmaken. Hij zei eens: ‘Weet je wat het betekent om het geluid van zijn [Beethovens] voetstappen voortdurend achter je te horen?’ Speciaal bij het schrijven van symfonieën en strijkkwartetten, genres waarin Beethoven torenhoog boven iedereen uitstak, kreeg hij last van genadeloze zelfkritiek. Kamermuziek schreef hij volop: twee prachtige sextetten voor strijkers, een heerlijk pianokwintet, pianokwartetten en -trio’s. Maar het strijkkwartet, daar durfde hij zijn vingers niet aan te branden. Ontroostbare musicologen zijn erachter gekomen dat hij zo’n twintig strijkkwartetten in het haardvuur heeft gegooid, waaronder ongetwijfeld ook geniale scheppingen.
Brahms liet het strijkkwartet pas na drieëntwintig jaar publiceren Aan Opus 51 nr. 2, het kwartet van vandaag, was hij rond 1850 begonnen. Hij vroeg allerlei musici of ze de partituur wilden doorlezen of doorspelen. Maar ondanks hun vaak enthousiaste reacties durfde hij het toch niet aan om het naar een uitgever te sturen. Aan de echtheid van de volgende anekdote wordt getwijfeld, maar als hij is verzonnen dan komt hij wel uit de koker van iemand die goed op de hoogte was van Brahms’ moeizame wijze van componeren. Iemand vroeg hem een keer ’s avonds wat hij die dag had gedaan. Brahms antwoordde: ‘Ik ben een symfonie aan het schrijven. 6
’s Ochtends heb ik daar één achtste noot aan toegevoegd. En ’s middags heb ik die weer geschrapt.’ Pas drieëntwintig jaar nadat hij eraan was begonnen durfde hij het kwartet na eindeloos schaven en polijsten te laten publiceren. Een andere belemmering voor Brahms was het ontstaan van een nieuwe stroming in de muziek. Met de komst van Hector Berlioz, Franz Liszt en Richard Wagner was het mode geworden om programmatische muziek te schrijven, dus muziek waaraan een verhaal ten grondslag ligt. Daar tegenover stonden de componisten die zogenaamde absolute muziek schreven. Muziek die emoties vertolkt die voor zichzelf spreken, zonder verhaal. De absolute muziek werd gezien als reactionair, de programmatische als vooruitstrevend. Het publiek, altijd happig op een lekkere controverse, maakte er twee vijandige kampen van. Brahms werd geheel tegen zijn zin gezien als de aanvoerder van het absolute muziekkamp, Wagner leidde de tegenpartij. En deze controverse was vrij serieus. Tijdens de première van Brahms’ Derde symfonie kwam het tot handgemeen en moest de politie tussenbeide komen. Als er één medium geschikt is voor absolute muziek dan is het wel het strijkkwartet. Er zijn wel pogingen gedaan om programmatische kwartetten te schrijven, maar vaak met matig succes. Dus strijkkwartetten waren niet echt populair. Brahms’ Strijkkwartet nr. 2 opent met een motief dat hij vaker heeft gebruikt. Het gaat om de notenreeks F-A-E, ‘Frei aber einsam’,
Toelichting
de muzikale lijfspreuk van zijn vriend, de Hongaarse violist Joseph Joachim. Die verzorgde trouwens ook de première met zijn strijkkwartet in Berlijn in 1873. Aan het zangerige en verleidelijke tweede thema kunnen we horen hoe goed Brahms zich thuis voelde in Wenen en hoe goed hij had geluisterd naar de muziek in de cafés. Deel twee begint een beetje bars maar wordt al heel snel lyrisch. Verderop volgt een geagiteerd gedeelte dat aan Hongaarse muziek doet denken. Die muziek was diep doorgedrongen in zijn vezels sinds hij als piepjonge pianist een concertreis maakte met een andere Hongaarse violist, Eduard Reményi. Aan die reis hield hij onder meer zijn Hongaarse Dansen over. ‘Quasi minuetto’ is de tempoaanduiding van het derde deel, maar deze enigszins spookachtige muziek heeft, afgezien van de vorm, maar weinig met een menuet te maken. De opzwepende, strijdlustige finale heeft weer iets Hongaars, waarschijnlijk bedoeld als eerbetoon aan Joachim. Tekst toelichting: Thijs Bonger
7
Biografieën Componisten Joseph Haydn
Joseph Haydn (1732 - 1809) werd geboren in een arme Oostenrijkse familie. Op achtjarige leeftijd werd hij sopraan in het knapenkoor van de Stephansdom in Wenen. Omdat hij de baard in de keel kreeg en hij maar kattenkwaad bleef uithalen, werd hij door de dirigent uit het koor gezet. Haydn besloot componist te worden. Hij speelde mee in ensembles, gaf 8
muziekonderricht en begeleidde zangers als Nicola Porpora, die hem in contact bracht met bekende operacomponisten als Christoph Willibald Gluck en Karl Ditters von Dittersdorf. In 1755 kreeg Haydn een vaste betrekking als kapelmeester aan het hof van graaf von Morzin in Lukawitz. Toen dit orkest in 1761 werd opgeheven, trad Haydn in Eisenstadt in dienst van de familie Esterházy, waar hij tot 1790 zou blijven. Haydn kreeg er volop de gelegenheid muzikaal te experimenteren en stond aan de wieg van de sonatevorm, de klassieke symfonie en het strijkkwartet. Haydn liet een gigantisch oeuvre na, waaronder 104 symfonieën, 68 strijkkwartetten en 52 pianosonates. In de laatste jaren van zijn leven schreef hij vooral religieuze muziek, waaronder Die Schöpfung en Die Jahreszeiten.
Béla Bartók
Béla Bartók (1881 1945) werd geboren in het Hongaarse Nagyszentmiklós. Hij kreeg zijn eerste pianolessen van zijn moeder en in 1899 begon hij zijn studie compositie en piano aan de Muziekacademie van Boedapest. Bartók ontwikkelde zich in eerste instantie als begenadigd pianist en nam in 1907 de docentenpraktijk aan de Muziekacademie van zijn leraar István Thoman over. Als componist
Biografieën
begon zijn ontwikkeling pas echt toen hij in 1905 componist Zoltán Kodály ontmoette. De twee gingen op ontdekking naar de ware Hongaarse volksmuziek, maakten er een omvangrijke etnomusicologische studie van en de muzikale taal van Bartók veranderde snel. Met de eenakter Hertog Blauwbaards Burcht en het ballet De Houten Prins vestigde hij zijn naam in Hongarije en de rest van Europa. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog emigreerde Bartók naar de Verenigde Staten. Daar schreef hij ondanks een zware tijd – zowel financieel als fysiek – belangwekkende werken als het Concert voor Orkest, zijn Derde pianoconcert en het Altvioolconcert. In september 1945 stierf hij aan een vorm van leukemie.
Johannes Brahms
De Duitse componist, dirigent, organist en pianist Johannes Brahms (1833 1897) begon zijn leven in een sloppenwijk van Hamburg. Zijn muzikale kwaliteiten werden al snel onderkend door zijn vader die freelance musicus was.
Clara Schumann dat hem omarmde als de nieuwe stem van Duitsland. Met zijn hang naar de muziek van onder anderen Beethoven en Bach werd hij beschouwd als een conservatief componist en een tegenpool van de ‘nieuwlichters’ Liszt en Wagner. Niet alle werken van Brahms zijn bij hun eerste uitvoeringen goed ontvangen, maar uiteindelijk gold hij in zijn tijd zeker als een succesvol componist en raakte hij financieel in goede doen. Naast het componeren bleef Brahms actief als dirigent, als virtuoos pianist en uitvoerder van eigen en andermans werk. Ook heeft hij veel lesgegeven. Brahms legde de lat erg hoog voor zichzelf maar schreef toch een omvangrijk oeuvre bijeen met vier symfonieën, twee pianoconcerten, een vioolconcert, koorwerken, liederen, kamermuziek en werken voor piano solo.
Brahms ontwikkelde zich tot een begenadigd pianist en een hartstochtelijk verzamelaar van volksmuziek. Op zijn twintigste werd hij als componist ontdekt door het echtpaar Robert en 9
Biografieën
Uitvoerenden Artemis Quartett Het Artemis Quartett werd in 1989 opgericht in Lübeck en heeft Berlijn als thuisbasis. Het kwartet won in 1996 twee belangrijke prijzen: het concours van de ARD en de ‘Premio Borciani’. Het debuut in de Berlijnse Philharmonie in 1999 vormde de opmaat tot vele tournees binnen en buiten Europa. Bijzondere aandacht heeft het kwartet voor het werk van Beethoven en een aantal moderne componisten. De Verein des BeethovenHauses Bonn kende het Artemis Quartett in 2003 het erelidmaatschap van verdienste toe voor de interpretatie van de muziek van Beethoven. Een Beethoven-cyclus voerde langs talrijke concerthuizen en leidde tot een integrale cd-opname, die werd bekroond met de prestigieuze Grand Prix de l’Académie Charles Cros. Hun registratie van 10
de drie grote kwartetten van Schubert vormde aanleiding voor een reeks concerten rond deze werken in de Salle Pleyel in Parijs. Daarnaast heeft het Artemis Quartett eigen concertseries in Berlijn, Wenen en München. Vooraanstaande componisten als Mauricio Sotelo, Jörg Widmann en Thomas Larcher schreven speciaal voor het Artemis Kwartet. Opnames voor het label Warner/Erato (voorheen Virgin/EMI) vonden erkenning in belangrijke prijstoekenningen als de Gramophone Award, de ECHO-Klassik en de Diapason d’Or. Naast hun concertactiviteiten zijn de vier musici professor aan de Universität der Künste in Berlin en aan de Chapelle de la Reine Elisabeth in Brussel. Na de tragische dood van altviolist Friedemann Weigle in 2015 schoolde tweede violist Gregor Sigl zich om tot altviolist. Violiste Anthea Kreston nam zijn plek in.
BiografieĂŤn
foto: Nikolaj Lund
11
Verwacht
Serie Strijkkwartetten Za 24 nov 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Dudok Quartet Amsterdam Eerherstel voor componist Hans Pfitzner Voor het Nederlandse Dudok Quartet bestaat geen oude of nieuwe muziek: alle muziek is van nu. In combinatie met absolute meesterwerken van Beethoven en Janáček breekt het kwartet in dit concert een lans voor het Derde strijkkwartet van de vergeten Duitse componist Hans Pfitzner (1869 - 1949). Dagblad Die Presse sprak al van een ‘overweldigend eerherstel’. Volgens de recensent ‘bestaat er van dit veelbetekenende werk geen opname die ook maar in de buurt van de kwaliteit van deze interpretatie komt.’ Het Dudok Quartet Amsterdam is in de afgelopen tien jaar uitgegroeid tot een van de belangrijkste Nederlandse strijkkwartetten. Ook internationaal gooit het viertal hoge ogen door hun originele programmering en bevlogen spel. De cd’s van het kwartet krijgen veel waardering zoals een Editor’s choice van Gramophone en de maximale vijf sterren in BBC Music Magazine. Programma: Hans Pfitzner Strijkkwartet nr. 3 op. 36 / Ludwig van Beethoven Grosse Fuge op. 133 / Leoš Janáček Strijkkwartet nr. 1 ‘Kreutzer-Sonate’
12
Dudok Quartet Amsterdam foto: Feiko Koster
Steun het Muziekgebouw
Met een schenking of nalatenschap helpt u het Muziekgebouw bijzondere artistieke programma’s te realiseren én projecten mogelijk te maken op het gebied van educatie en talentontwikkeling.
foto: Adam Mork
Vriendschap Iedere bijdrage is van harte welkom; u kunt eenmalig doneren of structureel, door middel van een Vriendschap. Vanaf een jaarbijdrage van € 50,= bent u Vriend van het Muziekgebouw en ontvangt u verschillende tegenprestaties, zoals uitnodigingen voor speciale evenementen en de Vriendennieuwsbrief. Nalatenschap Het is ook mogelijk het Muziekgebouw op te nemen in uw testament. Dankzij de ANBI-status is het Muziekgebouw volledig vrijgesteld van erfbelasting, waardoor de schenking vanuit een erfenis volledig aan de doelstelling ten goede komt. Wilt u hierover meer weten, neem dan a.u.b. contact met ons op. Informatie? Meer informatie vindt u op www.muziekgebouw.nl/steunons. Neem voor vragen contact op met ons kantoor via vrienden@ muziekgebouw.nl of 020-7882010. 13
Verwacht
Oktober zo 14 okt / 14.00 uur Orkest van de 18e Eeuw + Cappella Amsterdam Haydns Jaargetijden wo 17 okt / 20.30 uur / Bimhuis Wacław Zimpel + Saagara Minimal music met Indiase en Europese invloeden
Cello Biënnale Amsterdam 18 t/m 27 okt
do 1 nov / 20.15 uur I SOLISTI Het Credo van Messiaen
za 10 nov / 20.15 uur Josef Špaček De uitdaging van Ysaÿe
vr 2 nov / 20.15 uur Master Drummers of Burundi Fascinerende drumshow
zo 11 nov / 11.00 uur / Kleine Zaal Ere Lievonen Het Euler-orgel van Fokker
za 3 nov / 20.15 uur Amsterdam Sinfonietta + Harriet Krijgh + Claron McFadden Andriessen & Moore
zo 11 nov / 15.00 uur Sweelinck Barokorkest De vroegklassieke symfonie
zo 4 nov / 15.00 uur Calefax Wat is het geheim van rietinstrumenten? (8+)
Zie het volledige programma op www.muziekgebouw.nl/ cellobiennale
wo 7 nov / 20.30 uur / Kleine Zaal Eartheater + Partners
zo 28 okt / 20.15 uur Gli Angeli Genève De Duitse cantate vóór Bach
do 8 nov / 20.15 uur Klangforum Wien Furie en stilte
wo 31 okt / 20.15 uur John Scofield Quartet
vr 9 nov / 19.00 uur college + 20.15 uur concert PRJCT Amsterdam Vergeten aria´
November do 1 nov / 12.30 uur Lunchconcert ism Conservatorium van Amsterdam 14
vr 9 nov / 20.30 uur / Bimhuis ICP Orkest + Nieuw Amsterdams Peil Patsboem!
zo 11 nov / 20.15 uur Ladysmith Black Mambazo Legendarische a capellagroep
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Foto: Erik van Gurp
Grand café 4’33 Kom voor het concert eten in Grand café 4’33. Reserveren: 020 788 2090 of 433grandcafe.nl.
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiënten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
15