Vr 16 nov 2018 Grote Zaal 20.15 uur
Serie Piano
David Kadouch RĂŠvolution
Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.
Programma
Serie Piano Vr 16 nov 2018 Grote Zaal 20.15 - 22.15 uur
David Kadouch RĂŠvolution
ca. 50 minuten voor de pauze ca. 50 minuten na de pauze
David Kadouch piano
Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.
2
Programma
Jan Ladislav Dussek (1760 - 1812) Les souffrances de la Reine Marie Antoinette op. 23 (1793) La Reine est emprisonnée – Elle réfléchit sur sa grandeur passée – Elle doit se séparér de ses enfants – La sentence de mort est prononcée contre elle – Sa résignation – Sa situation pendant la nuit qui précéda le jour de l’exécution – Elle entre dans la prison – On entend le tumulte d’une multitude furieuse – La Reine invoque le tout-puissant au moment où elle doit mourir – La guillotine tombe – Apothéose Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) Sonate nr. 26 op. 81a ‘Les adieux’ in Es (1809/1810) ·· Das Lebewohl. Adagio - Allegro ·· Abwesenheit. Andante espressivo ·· Das Wiedersehen. Vivacissimamente Frédéric Chopin (1810 - 1849) Etude op. 10 nr. 12 ‘La révolutionnaire’ in c (1829/1832) Scherzo nr. 1 op. 20 in b (1831/1832) Pauze Franz Liszt (1811 - 1886) Uit Harmonies poétiques et religieuses III S.173 (1848/1853) ·· Funérailles Leoš Janáček (1854-1928) Sonate 1.X.1905 (1905/1906) ·· Vorahnung (Con moto) ·· Tod (Adagio) Claude Debussy (1862 - 1918) Uit Préludes livre 2 (1912/1913) ·· Feux d’artifice Les soirs illuminés par l’ardeur du charbon (1917) Frederic Rzewski (1938) Winnsborro Cotton Mill Blues (1980) 3
Toelichting Het thema ‘opstand’ dat afgelopen oktober al het thema was tijdens de Maand van de Geschiedenis, klinkt door in alle werken die pianist David Kadouch vanavond ten gehore brengt: soms prominent op de voorgrond zoals in de ‘Revolutie-etude’ van Chopin of anders bescheiden op de achtergrond zoals in Feu d’artifice van Claude Debussy. Het vermogen van muziek om concrete zaken of gebeurtenissen uit te beelden, doet al eeuwen stof voor heftige discussies opdwarrelen. Toch is het zeker dat componisten het altijd hebben aangedurfd om ‘realistische’ klanken in hun muziek te laten doorschemeren en aan te knopen bij gebeurtenissen van alledag. Markt- en kermisscènes bijvoorbeeld, met door elkaar heen schreeuwende kooplieden, vinden we vanaf de middeleeuwen tot aan de veristische opera La Bohème van Giaccomo Puccini of bij het nog rauwere begin van Igor Stravinky’s Petroesjka, waarin een Russische jaarmarkt wordt uitgebeeld. Beethoven kende grote successen met Wellingtons Sieg, zijn orkestrale uitbeelding van de slag bij Vittoria. Een hoogtepunt bereikte de discussie in de late negentiende eeuw met volgelingen van recensent Eduard Hanslick die in muziek slechts ‘trillende lucht’ zonder verhaal wilden zien en aanhangers van de laat-romantische ‘Neudeutsche Schule’ – met Franz Liszt en Richard Wagner als voornaamste boegbeelden – die zich juist niét konden voorstellen dat muziek niet eigenlijk ergens over zou gaan. Kampioen-uitbeelder was natuurlijk de grote Richard Strauss die snoefde dat hij zelfs een glas bier in klanken kon schilderen. Deze drang naar ‘Tonmalerei’ werd natuurlijk terstond op de hak genomen door de cartoonisten uit die tijd. Een van hen tekende 4
een slager met een uitgebeend ossenkarkas die aan Richard Strauss het verzoek doet of hij die maar even op muziek wil zetten.
Jan Ladislav Dussek Les souffrances de la Reine Marie Antoinette De van oorsprong Tsjechische componist Jan Ladislav Dussek maakte revolutionaire tijden mee, maar eindigde zijn leven te dik op een bed in Parijs, dat hij nauwelijks meer verliet. Maar wat een avontuurlijk leven ging aan dit kwijnende einde vooraf! Nauwelijks jonger dan Wolfgang Amadeus Mozart bereisde ook hij heel Europa; hij diende zelfs in Nederland onder stadhouder Willem V. Daarna deed hij Hamburg, Petersburg en Litouwen aan, om vanaf 1786 – drie jaar voor de revolutie – in Parijs te gaan wonen waar hij niet alleen de jonge Napoleon ontmoette, maar ook de aandacht trok van koningin Marie Antoinette. Wegens zijn sympathie voor het ‘ancien régime’ verkoos Dussek na 1789 wijselijk Londen als zijn domicilie, waar hij trouwde. Hier ontmoette hij Haydn die zich in een brief aan Dusseks vader lovend over hem uitliet: ‘Ik houd net zoveel van hem als u, vanwege zijn karakter en talenten.’ Dat karakter stelde overigens wat teleur: tegen
Toelichting
de eeuwwisseling vluchtte Dussek weer naar Hamburg om schuldeisers te ontlopen. Zijn vrouw en kinderen liet hij achter in Engeland en zag hij niet terug. Met collega-componist Ludwig Spohr reisde hij in het gevolg van Prins Louis Ferdinand van Pruissen roekeloos van het ene slagveld naar het andere. De dood op het slagveld van ‘zijn’ prins memoreerde hij in een programmatisch pianostuk, zoals hij al eerder, in 1793, al de gang van ‘zijn’ Marie Antoinette naar het schavot tamelijk expliciet in pianoklanken had uitgebeeld. De vele korte scènes beschrijven onder meer het emotionele afscheid van haar kinderen, haar berusting, de gang naar het schavot en het geluid van de valbijl. De actie van de guillotine verklankte Dussek uit met een glissando over alle toetsen van hoog naar laag: een noviteit. Waardig besluit het stuk met een allegro maestoso als ‘apothéose’, wat letterlijk eigenlijk ‘bijzetting in de wereld der goden’ betekent – een hele troost.
Ludwig van Beethoven Sonate nr. 26 op. 81a ‘Les adieux’ Zoals Dusseks macabere sonate oorspronkelijk ‘Afscheid’ was gedoopt, staat ook Beethovens zesentwintigste pianosonate in het teken van het afscheid. We kunnen ons tegenwoordig nauwelijks nog voorstellen hoeveel belang in vroeger eeuwen de postkoets was. Het symbool van de Deutsche Post is nog steeds de hoorn,
het instrument waarmee de koetsiers van de firma Thurn und Taxis – de eerste grote internationale vervoerder, aan wie we ook het woord ‘taxi’ danken – hun vertrek of aankomst aankondigden. De hoorn behoorde dus tot het gereedschap van de postkoetsier en omdat de natuurhoorn zonder ventielen maar weinig tonen kende, leidde dat al gauw tot standaarddeuntjes zoals de ‘hoornkwinten’, waarmee Ludwig van Beethoven zijn sonate met de bijnaam ‘Les Adieux’, opent. Waarom hij dat deed? Ten gevolge van het beleg van Wenen in 1809 door de troepen van Napoleon moest aartshertog Rudolf, in die tijd Beethovens rijkste en machtigste vriend, de stad tijdelijk verlaten. Boven de eerste hoornklanken van het manuscript schreef de componist rond 1809-1810 dan ook eigenhandig de woorden ‘Le-be wohl’, zonder verdere duiding. Maar bij de eerste drukproeven van de sonate in 1811 staat het er in duidelijke letters bij: ‘Bij het vertrek van Zijne Keizerlijke Hoogheid Aartshertog Rudolf, in bewondering.’ Op die plechtstatige inleiding volgt een snel en wervelend Allegro in sonatevorm met twee thema’s. In beide kunnen we sporen van het ‘Lebewohl-thema’ terugvinden. In het Andante espressivo laat Beethoven ons het smartelijke gevoel van gemis ervaren: ‘Abwesenheit’ schreef hij er bij. Des te groter het feest van de terugkeer en het heugelijke weerzien dat het ‘Vivacissimamente’ (uiterst levendig) kenmerkt. Beethoven schreef hier dus bewust een heel programmatisch werk, dat de beroeringen van zijn tijd weerspiegelt. 5
Toelichting
Frédéric Chopin Etude op. 10 nr. 12 ‘La révolutionnaire’ Scherzo nr. 1 op. 20 Voordat hij zich in Parijs vestigde, probeerde Frédéric Chopin in Wenen voet aan de grond te krijgen. Hier maakte hij de eerste schetsen voor zijn eerste Scherzo nr. 1 op. 20 onder invloed van de Novemberopstand van 1830 die in Polen tegen de Russische tsaar Alexander was uitgebroken. Door het besef van deze gebeurtenissen werd zijn stijl allengs wilder en ernstiger. Vrienden van hem, onder wie Thomas Albrecht, aan wie hij dit eerste Scherzo opdroeg, probeerden hem over te halen in Wenen te blijven, maar gevluchte Polen waren daar niet uitzonderlijk geliefd en Chopins principiële weigering om zijn pas te verlengen als ‘Russisch onderdaan’ maakte een terugkeer naar Warschau onmogelijk – dus zocht Chopin het verderop. Op reis van Wenen naar Parijs deed hij in 1831 Stuttgart aan. Hier zou hij zijn ‘Revolutie-etude’ hebben gecomponeerd toen hem het nieuws van de Russische bezetting van Warschau bereikte. In een brief beklaagde Chopin zich in die tijd in heftige termen bij het Opperwezen over de Russische overweldiging van zijn vaderland. ‘Maar lieve God, wat klaag ik, waarschijnlijk bent U ook een Rus’, besloot hij zijn gejammer niet zonder gevoel voor (galgen) 6
humor. In ieder geval vormt deze Twaalfde etude in c een krachtig en virtuoos besluit van een reeks van twaalf stukken, waarin hij telkens een ander technisch aspect van het pianospel onder handen nam, maar ook – heel vernieuwend – de allure van een concertstuk meegaf. Hij droeg de eerste reeks Etudes op. 10 op aan zijn collegavirtuoos Franz Liszt, die op zijn beurt ook niet schuwde om met muziek op de grote gebeurtenissen van zijn tijd te reageren.
Franz Liszt Funérailles De revolutie van 1848 was weliswaar geen succes geworden, maar maakte veel los in heel Europa. In drie episodes haakte de van oorsprong Hongaarse Franz Liszt in ‘Funérailles’ – het zevende deel uit zijn bundel Harmonies poétiques et religieuses – in op de gebeurtenissen. ‘Oktober 1849’ noteerde hij onder aan de compositie. Met moeizaam geploeter aan het begin, uitzichtloze berusting in het midden en tot slot – heel Beethoveniaans – een triomfantelijke mars. Men ziet graag in dit derde thema een citaat van de Polonaise op. 53 als eerbetoon aan Chopin, die toen juist gestorven was. Liszt ontkende dit echter en verwees vooral naar de executie van een van de Hongaarse opstandelingen, Graaf Batthyány, op 6 oktober 1849.
Toelichting
Leoš Janáček
Claude Debussy
Sonate 1.X.1905
Feux d’artifice Les soirs illuminés par l’ardeur du charbon
Van de Tsjechische componist Leoš Janáček is bekend dat hij zich interesseerde voor de gesproken taal. Niet zelden had hij een notitieboekje bij zich, waarin hij bliksemsnel de melodische lijn noteerde van een paar woorden die hij bijvoorbeeld vrouwen bij een bushalte hoorde wisselen. Daarmee was hij dus geen componist die zich in een ivoren toren opsloot, maar een die zich wel degelijk bewust was van wat zich buiten op straat afspeelde. In 1905 brak een opstand uit in de straten van zijn woonplaats Brno: etnische Tsjechen kregen het aan de stok met de bovenlaag van Duitssprekende burgers. De arbeider Frantisek Pavlik kwam om het leven bij demonstraties om een Tsjechische universiteit van de grond te krijgen. Als reactie op deze gebeurtenissen schreef Janáček de Sonate Zulice (van de straat), die in première ging in 1906 en werd uitgevoerd door de pianiste Ludmila Tučková. Vlak voor de première had Janáček uit pure onzekerheid het derde deel al in de vlammen gegooid en later wierp hij de twee begindelen, ‘Voorgevoel’ en ‘Dood’, in de Moldau. Tučková had echter nog een kopie in haar bezit en in 1924 ging de sonate opnieuw in première met de titel 1.X.1905.
In zijn twee boeken Préludes vermengt Claude Debussy de rijke pianistiek van Franz Liszt met een volstrekt nieuw idioom van eigen vinding. Debussy was zijn eerste boek Préludes rond 1907 begonnen vanuit de gedachte aan een grootse serie met vierentwintig stukken voor het klavier, zoals voor hem Bach en Chopin hadden gedaan. Maar bij hem vormen niet de vierentwintig verschillende toonsoort het uitgangspunt van zijn streven. Veeleer zijn het korte, impressionistische notities uit het Parijse leven van alledag, die hij probeert te beschrijven. De klap op de vuurpijl vormt letterlijk de twaalfde etude van het Tweede boek met de titel Feu d’artifice. Debussy zou zich hiertoe hebben laten inspireren door een schilderij van Whistler: Nocturne in zwart en goud met vallende vuurpijl. Maar ook moet de jaarlijkse herdenking van de Franse revolutie, die in Parijs met het afsteken van vuurwerk boven de Seine gepaard ging, een rol hebben gespeeld. Net als zijn voorganger Dussek besluit Debussy met een spetterend glissando van hoog naar laag, maar nu nog gewaagder met zwarte en witte toetsen tegelijk, waarna flarden van het revolutielied par excellence, de Marseillaise nog doorklinken, als de resten van een feest dat ten einde is. 7
Toelichting
Debussy voltooide zijn tweede boek met Préludes in april 1913. In de daaropvolgende oorlogsjaren had Debussy het zwaar. Bij hem was reeds kanker geconstateerd die hem deed lijden en zijn scheppend vermogen hinderde. Ook klopte de armoede aan de deur. Een unicum is het korte Les soirs illuminés par l’ardeur du charbon dat hij in de oorlogswinter schreef om de kolenhandelaar mee te betalen. Het werkje werd pas in 2001 ontdekt en ontleent zijn titel aan het vers Le Balcon van Charles Baudelaire. Enkele melodische fragmenten zijn afkomstig uit de pianoprelude Les sons et les parfums waarvan de titel eveneens afkomstig is uit een gedicht van Baudelaire, namelijk Harmonie du soir.
Frederic Rzewski Winnsborro Cotton Mill Blues (1980) De in Massachusetts geboren Amerikaan Frederic Rzewski bracht het grootste deel van zijn leven in Europa door, waar hij zich in de jaren zestig spoedig aansloot bij de heersende avant-garde. Een goede pianist was natuurlijk altijd welkom en zeker als die zulke uitgesproken ideeën had, die ook naadloos bij de tijdgeest aansloten. Hoewel hij zich uitgebreid bezighield met elektronische muziek vond hij toch dat de pianomuziek die hij componeerde speelbaar moest zijn en een groot publiek moest kunnen aanspreken. Het was de tijd waarin Louis Andriessen met 8
zijn orkest de Volharding ook fabriekshallen opzocht om voor arbeiders te musiceren. De Winnsboro Cotton Mill Blues is gebaseerd op een folk-tune maar dat krijgt de argeloze luisteraar pas in de gaten, nadat hij het repetitieve geweld van de lagere pianotoetsen heeft doorstaan, die het machinale en wellicht ontmenselijkende karakter van de katoenfabriek weergeven. Veel blues-liederen zijn immers ontstaan als ‘worksongs’ die gemeenschapszin kweekten en het harde bestaan in de fabriek verzachtten. Anno 1930 was dit nog een reëel gegeven in South-Carolina waar de Winnsboro Mill gevestigd was. Volkszangers met een sociale missie als Pete Seeger zorgden voor verbreiding van dit pakkende wijsje. Rzewski bouwt het echter in een groter geheel, waarbij hij voor het imiteren van de industriële ambiance ook de hele onderarm inzet om zo clusters (toontrossen) te creëren. Winnsboro Cotton Mill Blues verscheen in 1979 als vierde en laatste deel van een serie North American Ballads voor piano solo, waarin het protestlied en de arbeidersbeweging Rzweski’s uitgangspunt vormden. Tekst toelichting: Kees Arntzen
Uitladen van balen ruw katoen bij de Winnsboro Cotton Mill. Foto gemaakt rond 1929. Courtesy of Uniroyal Goodrich Tire Manufacturing
9
Biografieën Componisten Jan Ladislav Dussek
Jan Ladislav Dussek (1760 1812) is een Tsjechisch componist en pianist. Aanvankelijk studeerde hij theologie in Praag, maar hij ontwikkelde zich tijdens de studie zeer snel op orgel en piano. Tussen 1779 en 1783 was Dussek organist in Mechelen en Bergen op Zoom en trad in Amsterdam en Den Haag op als pianist en pedagoog. In Den Haag gaf hij les aan 10
de kinderen van stadhouder Willem V. Daarna begon een leven van reizen. Hij trad op in Berlijn en St. Petersburg als piano- en glasharmonicavirtuoos en bracht vervolgens twee jaar door in Litouwen. Daarna verbleef hij in Italië en in 1786 verhuisde hij naar Parijs. Op vlucht voor de guillotine vertrok hij naar Londen, waar hij in 1792 een muziekuitgeverij begon. Toen de onderneming in 1799 failliet ging, vluchtte Dussek naar Hamburg om aan zijn schulden te ontkomen. Na een kort verblijf in Hamburg en Bohemen trad hij in 1804 in dienst van prins Louis Ferdinand van Pruisen. In 1807 keerde Dussek terug naar Parijs, waar hij de laatste jaren van zijn leven maître du chapelle (concertmeester) was van de vorst Charles Maurice de Talleyrand-Périgord.
Ludwig van Beethoven
Ludwig van Beethoven (1770 - 1827) kreeg als kleine jongen in Bonn pianoles van zijn vader en leerde daarnaast ook viool en altviool spelen. Zijn favoriete instrument bleef echter de piano. In Wenen werd hij vanaf 1792 allereerst beroemd als pianovirtuoos en improvisator. Een jaar lang kreeg hij compositieles van Joseph Haydn en veel in zijn vroege kamermuziek en zijn pianosonates wijst op de
Biografieën
invloed van Haydn. Al snel liet Beethoven de achttiende eeuw achter zich en begon zich te manifesteren als een vroege romanticus voor wie zijn eigen innerlijk de juiste koers was. Vanaf 1798 had Beethoven gehoorproblemen en in 1808 was zijn gehoor zo slecht geworden dat hij niet meer in het openbaar als pianist kon optreden. Dirigeren deed hij nog wel. Zijn laatste pianosonate (op. 111) dateert uit 1822, daarna schreef hij nog vijf strijkkwartetten die behoren tot de top van de hele strijkkwartetliteratuur.
Frédéric Chopin
als de mazurka, polonaise en nocturne en hij voegde het zijne toe aan de negentiendeeeuwse pianotechniek. Ook zijn liefdesleven en zijn gezondheid waren veelbesproken onderwerpen. Vooral zijn stormachtige relatie met de Franse schrijfster George Sand werd breed uitgemeten. Door zijn zwakke gestel werd hij niet ouder dan 39 jaar.
De van oorsprong Poolse componist Frédéric Chopin (1810 - 1849), kind van een Franse vader en een Poolse moeder, stond in zijn vaderland al snel bekend als een muzikaal genie. Toch kwam hij pas tot volledige wasdom nadat hij Polen in 1830 achter zich liet om zich uiteindelijk te vestigen in Parijs. Daar groeide hij uit tot een van de belangrijkste pianisten en componisten en verkeerde hij doorlopend in adellijke kringen. Hij verfijnde vormen 11
Biografieën
Franz Liszt
Franz Liszt (1811 - 1886) groeide in de eerste helft van de negentiende eeuw uit tot een van de grootste pianovirtuozen van zijn tijd. Liszt bracht de pianotechniek in de eerste helft van de negentiende eeuw tot grote virtuoze hoogten en was een van de eersten die het begrip pianorecital in het leven riep. Als componist staat hij te boek als de man die het symfonisch gedicht vorm en bestaansrecht gaf en als de avonturier die vooral in zijn laatste werken harmonisch 12
nog een paar stappen verder ging dan zijn goede vriend en schoonzoon Richard Wagner. Daarmee deed hij de romantische harmonie, en in het verlengde daarvan de tonaliteit, in zijn voegen kraken.
Leoš Janáček
De Tsjechische componist Leoš Janáček (1854-192) is internationaal beschouwd een laatbloeier. Lange tijd was hij slechts een plaatselijke grootheid in Brno die de regionale volksmuziek bestudeerde. Janáček maakte ook een gedegen studie van de klankrijkdom en inflecties van de Tsjechische taal en leverde af en toe een compositie af waarin deze zaken tot uiting kwamen. Ook had hij een orgelschool die snel uitgroeide tot een heus
Biografieën
conservatorium waar Janáček compositie doceerde. In 1904 schreef hij de opera Jenufa en na de uitvoering van dit werk in 1915 in Praag werd ook de rest van Europa wakker en groeide Janáček uit tot een van de belangrijkste componisten van zijn land. In 1916 kwam hij de veel jongere Kamila Stösslová tegen. Zij werd de laatste twaalf jaren van zijn leven zijn muze en vormde de inspiratie voor belangwekkende werken als Sinfonietta, de Glagolitische Mis en De Zaak Makropoulos.
Claude Debussy
met het impressionisme waren zijn vroegste inspiratiebronnen vooral de mystieke en mysterieuze literatuur. Om de sfeer van die werken te benaderen, schreef hij in een welhaast vrij improvisatorische vorm en bediende hij zich van een ‘zwevende’ tonaliteit. Met werken als Prélude à l’après-midi d’un faune, La Mer, Iberia, de opera Pelléas et Mélisande en pianowerken als de Préludes en de Études was en is hij van blijvende invloed op het westerse componeren.
Claude Debussy (1862 - 1918) kon mede dankzij de steun van de schoonmoeder van de dichter Paul Verlaine en later Tsjaikovski’s weldoenster Nadjezjda von Meck uitgroeien tot een uitstekend pianist en een vernieuwend componist. Debussy vond zijn taal en vorm vooral nadat hij tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1889 veel Spaanse muziek en de Javaanse gamelan had gehoord. Hoewel Debussy vanwege zijn suggestieve werk vaak in één adem genoemd wordt 13
Biografieën
Frederic Rzewski
Frederic Rzewski (1938) is een Amerikaans componist, muziekpedagoog en pianist. Hij studeerde eerst aan Harvard en Princeton University, daarna in 1960 in Italië bij Luigi Dallapiccola. Daar besloot Rzewski uitvoerende van moderne pianomuziek te worden. Hij raakte vertrouwd met onder meer de muziek van Pierre Boulez, Karlheinz Stockhausen, John Cage en anderen. Rzewski heeft een aantal pianowerken geschreven, die hij vaak zelf 14
uitvoert. Deze werken zijn opvallend toegankelijk en traditioneel van aard. Hij woonde in Brussel en was van 1977 tot 2003 docent aan het Conservatorium van Luik. Zijn pionierswerk op het vlak van vrije improvisatie en elektronische muziek geldt als inspiratiebron voor talloze andere componisten en improvisatiemuzikanten.
Uitvoerende David Kadouch Piano David Kadouch (1985) is een van de meest geprezen pianisten van zijn generatie. Zijn muzikale opleiding kreeg hij op het Conservatoire national supérieur de musique et de danse in Parijs en de Escuela Superior de Música Reina Sofía in Madrid. Kadouch had les van Jacques Rouvier en Dmitri Bashkirov en perfectioneerde zijn spel bij onder anderen Murray Perahia, Mauricio Pollini, Maria João Pires en Daniel Barenboim. Op 13-jarige leeftijd werd hij uitgenodigd door Itzak Perlman om onder zijn directie te spelen in het Metropolitan Museum of Art in New York. In 2008 nodigde Perlman hem opnieuw uit voor het spelen van Schumanns Pianokwintet in Carnegie Hall. Kadouch won in 2005 de Beethoven Bonn Competition en in 2009 de
Biografieën
Leeds International Piano Competition. Hij trad op op de grote festivals in Luzern, Verbier, Gstaad, Montreux en Schwetzingen. Kamermuziek maakte hij onder andere met violisten als Renaud Capuçon, Nikolaj Znaider, cellisten als Gautier Capuçon en Edgar Moreau en de strijkkwartetten Quiroga, Ebène en Ardeo. Hij werkte samen met diverse orkesten, waaronder het Tonhalle Orchester Zürich, Orchestre Philarmonique de Monte Carlo, Orchestre National de Lille en het Gulbenkian Foundation Orchestra. Met de Kölner Philharmonie nam hij Pianoconcert nr. 5 van Beethoven op. Daarnaast verscheen onder ander een cd met Russische muziek, een solorecital met werken van Janáček, Schumann en Bartók en onlangs een duorecital met Edgar Moreau met werken van Franck, Strohl en Poulenc.
foto: Marco Borggreve
15
Serie Piano
Verwacht
Zo 9 dec 2018 Grote Zaal 13.30 uur
Jean-Efflam Bavouzet Lecture-recital: Debussy verklaard ‘Dit is wat de componist bedoelde’, schreef de Financial Times enthousiast over de Debussy-vertolkingen van Jean-Efflam Bavouzet. Deze Franse meesterpianist geeft een heerlijke zondagmiddag lang een uniek, vier uur durend lecture-recital over Claude Debussy samen met musicoloog Michel Khalifa. Jean-Efflam Bavouzet is de aangewezen persoon om in Debussy’s 100e sterfjaar meer licht te werpen op diens muziek. Met een dwarsdoorsnede van zijn belangrijkste werk doorloopt hij samen met Khalifa het leven, de muziek en de betekenis van deze grote Franse componist, die de klank van de muziek werkelijk veranderde. ‘Bavouzet laat je naar Debussy luisteren alsof je het helemaal opnieuw ontdekt’, aldus diezelfde Financial Times.
Jean-Efflam Bavouzet foto: Paul Mitchell
Programma: Claude Debussy Deel 1: Ballade / Nocturne / Tarentelle styrienne (Danse) / Arabesque nr. 1 / Images oubliées / Clair de lune (uit Suite bergamasque) / L’isle joyeuse Deel 2: Images boek 1 / uit Preludes boek 1: La fille aux cheveux de lin, La cathédrale engloutie, Ce qu´a vu le vent d´Ouest Deel 3: Etudes: Pour les cinq doigts, Pour les tierces, Pour les sixtes, Pour les degrés chromatiques, Pour les sonorités opposées, Pour les arpèges composés, Pour les octaves Deel 4: Préludes boek 2 Let op: Dit lecture-recital duurt 4 uur incl. 2 pauzes. De voertaal is Engels.
16
Steun het Muziekgebouw
Met een schenking of nalatenschap helpt u het Muziekgebouw bijzondere artistieke programma’s te realiseren én projecten mogelijk te maken op het gebied van educatie en talentontwikkeling. foto: Adam Mork
Vriendschap Iedere bijdrage is van harte welkom; u kunt eenmalig doneren of structureel, door middel van een Vriendschap. Vanaf een jaarbijdrage van € 50 bent u Vriend van het Muziekgebouw en ontvangt u verschillende tegenprestaties, zoals uitnodigingen voor speciale evenementen en de Vriendennieuwsbrief. Nalatenschap Het is ook mogelijk het Muziekgebouw op te nemen in uw testament. Dankzij de ANBI-status is het Muziekgebouw volledig vrijgesteld van erfbelasting, waardoor de schenking vanuit een erfenis volledig aan de doelstelling ten goede komt. Wilt u hierover meer weten, neem dan a.u.b. contact met ons op. Informatie? Meer informatie vindt u op www.muziekgebouw.nl/ steunons. Neem voor vragen contact op met ons kantoor via vrienden@ muziekgebouw.nl of 020-7882010. 17
Verwacht
November za 17 nov / 14.15 uur De IJ-Salon Oostenwind za 17 nov / 20.15 uur Florian Boesch + Malcolm Martineau Boesch brengt Winterreise za 17 nov / 20.30 uur / Bimhuis FIRE! Orchestra The Rest is Noise @ Bimhuis
za 24 nov / 13.30 uur / Kleine Zaal Het Boompje (2-4) Try-out Alle hoeken van de Kamermuziek za 24 nov / 14.00 uur Nouamane Lahlou Marokkaanse & Arabische klassieke muziek
za 24 nov / 20.15 uur Dudok Quartet Amsterdam Eerherstel voor componist Hans Pfitzner
Kijk Muziek! zo 25 nov
zo 18 nov / 12.00 uur / Entreehal Muziekgebouw Park Picknick wo 21 nov / 20.15 uur Holland Baroque Molière et Moi, magnifique
13.30 uur + 15.30 uur / Kleine Zaal Het Boompje (2-4) Alle Hoeken van de Kamermuziek 13.30 uur Help een olifant! (6+) Wishful Singing
do 22 nov / 20.15 uur icon LOD muziektheater + Asko|Schönberg
di 27 nov / 20.15 uur VOCES8 + Rachel Podger Guardian Angel
vr 23 nov / 21.00 uur Alva Noto - UNIEQAV object blue + Valery Vermeulen
wo 28 nov / 20.30 uur / Bimhuis Diamanda Dramm Violin Spaces
18
do 29 nov / 20.15 uur Norrbotten NEO Lantern Lectures van Klas Torstensson vr 30 nov / 20.15 uur Psalm 151 Cappella Amsterdam
December za 1 dec / 20.15 uur Concertgebouw Kamerorkest + Bram van Sambeek Fagotconcerten do 6 dec / 12.30 uur CvA Brass Lunchconcert ism Conservatorium van Amsterdam
Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen
Foto: Erik van Gurp
Grand café 4’33 Kom voor het concert eten in Grand café 4’33. Reserveren: 020 788 2090 of 433grandcafe.nl.
Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl
Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.
Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons
Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiënten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.
Druk binnenwerk
19