2018 12 19 Nikolai Lugansky

Page 1

Wo 19 dec 2018 Grote Zaal 20.15 uur

Serie Piano

Nikolai Lugansky Rusland versus Frankrijk

Het gratis beschikbaar stellen van dit digitale programmaboekje is een extra service ter voorbereiding op het concert. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling deze versie tijdens het concert te raadplegen via uw mobiele telefoon. Dit is namelijk zeer storend voor de andere concertbezoekers. Bij voorbaat dank.


Programma

Serie Piano Wo 19 dec 2018 Grote Zaal 20.15 - 21.55 uur

Nikolai Lugansky Rusland versus Frankrijk Nikolai Lugansky piano

ca. 40 minuten voor de pauze ca. 40 minuten na de pauze

Dit concert kwam tot stand in samenwerking met het festival Winteravonden aan de Amstel, dat dit jaar voor de zesde maal plaatsvindt, van 15 t/m 22 december 2018, op verschillende locaties in Amsterdam. Winteravonden aan de Amstel is een festival dat de beste Russische kamermuziek naar Amsterdam brengt. Meer informatie over het festival is te vinden op de website www.winteravondenaandeamstel.nl.

Bent u niet vergeten uw mobiele telefoon uit te zetten? Dank u wel.

2


Programma

Claude Debussy (1862 - 1918) Suite bergamasque (1890/1905) ·· Prélude ·· Menuet ·· Clair de lune ·· Passepied Images boek 2 (1907) ·· Cloches à travers les feuilles ·· Et la lune descend sur le temple qui fut ·· Poissons d’or L’isle joyeuse (1904) Pauze Aleksandr Skrjabin (1872 - 1915) Sonate nr. 3 in fis op. 23 (1897/98) ·· Drammatico ·· Allegretto ·· Andante ·· Presto con fuoco Sergej Rachmaninov (1873 - 1943) Uit Preludes op. 23 (1903) 1. Prelude in fis, Largo 3. Prelude in d, Tempo di minuetto 6. Prelude in Es, Andante 7. Prelude in c, Allegro Uit Preludes op. 32 (1910) 5. Prelude in G, Moderato 12. Prelude in gis, Allegro Uit Preludes op. 23 5. Prelude in g, Alla marcia

3


Toelichting 18 februari 1905, de Société Nationale in Parijs. ‘Dit 325e concert was een triomf voor Monsieur Debussy,’ aldus de journalist Julien Torchet die diezelfde avond nog zijn recensie voor de Guide musical neerpende. ‘De componist, die anders te midden van mistige wolken en artistieke vaagheid zweeft, presenteerde zich ditmaal met twee uiterst ritmische en karakteristieke stukken: Masques en L’isle joyeuse. Zij die Debussy bewonderen, verafgoden hem; zij die hem niet bewonderen, verafschuwen hem. Een jaar of tien geleden kon ik geen enkel van zijn werken verdragen. Vandaag de dag zijn ze uit gewoonte draaglijk geworden; in feite beluister ik ze steeds weer en ze trekken me aan als een geheim pleziertje, een zondige gewoonte. Ik ben bang dat ik de muziek van Monsieur Debussy mooi begin te vinden…’ Zo openhartig en eerlijk zijn recensenten niet altijd, dat ze hun twijfels beschrijven. Ze horen iets zeker te weten, toch? Maar beschrijft deze Torchet niet een proces dat veel luisteraars bekend voorkomt? En zal het niet veel grote componisten zo vergaan: aanvankelijk weerstand, en dan, schoorvoetend – de luisteraar móet gewoon wel – bewondering ervarend. Tot ze opeens tot de canon lijken te behoren. Je kunt de drie componisten, waarvan Lugansky vanavond werken speelt, mooi met elkaar vergelijken. Ze waren tijdgenoten en leefden binnen hetzelfde tijdsgewricht, zo rond 1900. Claude Debussy een Fransman, Sergej Rachmaninov een Rus, Aleksandr Skrjabin daar een beetje tussenin: een Rus met behoorlijk Franse trekjes; hij beweegt 4

zich niet ver van het impressionistische idioom van Debussy en – veelzeggend detail – componeerde zijn Derde sonate in Parijs. Zozeer tijdgenoten, dat Skrjabin en Rachmaninov op het conservatorium in dezelfde klas zaten. Alle noten op dit programma ontstonden binnen een periode van krap twintig jaar (ca. 1890 - 1910). Waardering Hun ‘acceptatie’ als componist verliep nogal verschillend. Wanneer de genoemde recensie over Debussy verschijnt, is de componist al 43 jaar. Hoewel hij successen kende, lijkt het er meer op dat men eindelijk eens een beetje aan hem begint te wennen. Het is ook nogal revolutionair, hetgeen dat hij de luisteraar voorzet. Zijn harmonieën, zijn gebruik van oude toonladders enerzijds en hele-toonsmelodieën anderzijds. Het roept die genoemde ‘vaagheid’ op – op zijn beurt een vage term, die echter op z’n minst duidt op aanvankelijk ongemak bij publiek en critici. Dan Skrjabin. Zijn vroege muziek is een schitterende appendix van Frédéric Chopin, gemakkelijk genoeg dus voor het oor, en daar hielden al die salondames om hem heen wel van. Ze vonden, eigenaardig genoeg, dat fatterige, dandyachtige kleine mannetje met zijn tot de in puntjes verzorgde, exorbitant grote opgedraaide snor héél boeiend en aantrekkelijk, en daarmee zijn muziek ook.


Toelichting

Uitgevers verwenden hem. Hoewel Skrjabin zich al snel ontwikkelde tot een bepaald niet ‘makkelijke’ componist, avant-gardistisch als Debussy – zelf had hij het over ‘impressionistische atonaliteit’ en ‘mystieke akkoorden’ – had hij zo zijn volgelingen. En Rachmaninov? Al zó vroeg succesvol dat het hem eigenlijk alleen maar last bezorgde. Hij was 19 jaar oud toen hij de Prelude in cis op. 3 nr. 2 schreef, die dermate populair werd, dat het Rachmaninovs weg bereidde in Amerika, waar de componist na de revolutie van 1917 dan ook naartoe emigreerde. De Prelude was echter weinig representatief voor hem: hij had veel subtielere kleuren op zijn palet. Niettemin was Rachmaninov, ook door de zegetocht van zijn Tweede pianoconcert, zijn carrière goed begonnen. Om tegen het eind van zijn leven te worden verguisd. Het was zogenaamd ouderwets wat hij deed. Niet met zijn tijd meegegaan, heette het, negentiende-eeuwse idealen. Maar dat was iets voor critici; men bleef zijn werk graag horen en zeker tegenwoordig doet het er bar weinig toe of je toen niet het allermodernste schreef. Belangrijker is, dat hij tot en met de Symfonische dansen uit 1940 domweg heel erg goed was.

Claude Debussy Waaruit putte Debussy zijn inspiratie? Niet uit traktaten, niet uit ‘praten over muziek’. Nee, zijn verbeelding kwam op gang door te luisteren naar ‘de dingen’. De componist Debussy: een en al oor, zoals voor ‘cloches

à travers les feuilles’ (vertaling ‘klokken door het gebladerte’ uit Images). En een en al ‘oog’, dat hij ook de kost gaf: ‘Et la lune descend sur le temple qui fut’ (‘En de maan daalt neer op de tempel die was’). Sfeer, stemming, klanken van ver, atmosfeer; wat beroert de mens?

Debussy kreeg inspiratie door te luisteren naar ‘de dingen’ Zo mocht Debussy graag dwalen. Door Parijs, of in de natuur. Ergens beschrijft Debussy hoe hij spijbelde bij een zondagconcert, waarover hij eigenlijk een recensie had moeten schrijven. Een wat langer citaat, de begaafde auteur Debussy waardig: ‘Ik had nog wat langer in het herfstige landschap vertoefd, betoverd door de oude bossen. Het gouden blad, zoals het van de gekwelde bomen viel, en het schrille klokje van het Angelus, dat de velden maande tot de slaap, deden een zachte, verleidelijke stem opklinken die je alles vergaf. Eenzaam ging de zon onder. Geen enkele boer om op de voorgrond zijn stereotype plaats in te nemen. Dieren en mensen gingen rustig huiswaarts, hun taak volbracht hebbend, waarvan de schoonheid het voordeel had dat het tot loftuiting noch beschuldiging uitnodigde. […] Hoe ver waren die discussies over kunst waarin de namen der groten soms net vloeken zijn! [...] Nooit, wellicht, hield ik méér van muziek dan in die tijd dat ik er niemand over hoorde praten.’ 5


Toelichting

Suite bergamasque Debussy’s droomwereld, op de grens van bewust en onbewust, van vage beelden en fantasie. In de Suite bergamasque, een van zijn vroegste pianowerken maakt hij een reis, niet in de ruimte maar in de tijd. Geïnspireerd door Verlaines gedichten Masques et bergamasques, reist hij terug naar de dagen van de commedia dell’arte. Het is de wereld van Harlekijn en Colombine, van Pierrot en Pulchinella; maar ook die van Lodewijk XIV (‘Le roi soleil’) en van de Franse klavecinisten Jean-Philippe Rameau en François Couperin. Met grote bewondering, soms door de betraande ogen van een clown, beziet hij ze. In het eerste deel Prélude komen die verre tijden nog het krachtigst tot leven, met allerlei ‘bijna-citaatjes’, voortdurend refererend aan toen. In het Menuet heeft de achttiende eeuw zich al veel verder teruggetrokken: dit stuk heeft nauwelijks nog iets van de hofdans die het menuet van oorsprong was, en met een glissando verdwijnt het stukje tenslotte helemaal in het duister van het verleden. Bijkans verdwenen is de achttiende-eeuwse atmosfeer in Clair de lune: een visioen van lang geleden gestorven dansers. Het is inderdaad alsof hier geesten ronddolen, gewekt door het maanlicht; alles is onwezenlijk. Verkende Debussy de oude meesters in de eerste twee delen – en vooral ook in het vierde deel, de Passepied – in Clair de lune ontstond zijn volstrekt eigen stijl. Images boek 2 Images – beelden, indrukken: een echte Debussy-titel – is van veel later. De tweede 6

bundel verscheen in 1907. Het was nog redelijk aan het begin van zijn explosie aan pianomuziek; gek genoeg begon Debussy pas goed en wel voor piano te schrijven toen hij al in de veertig was. En dat terwijl we hem toch in zo’n grote mate met zijn pianomuziek vereenzelvigen. Debussy noteerde deze stukken op drie balken om voor de speler het complexe lijnenspel te vergemakkelijken. Maat 3 van Cloches à travers les feuilles laat al meteen drie heletoonstoonladders horen die verschillende richtingen uit gaan. Het is verleidelijk dit stuk te horen als de muzikale equivalent van eerder genoemde lyrische natuurbeschrijving, compleet met (herfst)bladeren en klokken. Maar pas op; programmamuziek schreef Debussy niet, nooit. Zo is waarschijnlijk ook de titel Et la lune descend sur le temple qui fut pas achteraf toegevoegd, en niet eens door Debussy zelf; hij lijkt gamelanmuziek in gedachten te hebben gehad toen hij dit componeerde. De titel Poissons d’or is eveneens minder concreet dan hij lijkt. Hij is te vertalen als ‘goudvissen in een kom’, maar de bron schijnt een oriëntaals borduurwerk of een Japanse prent te zijn geweest; niks vis. L’isle joyeuse Er bestaat een aardig verband tussen L’isle joyeuse en de Suite bergamasque. Debussy speelde een tijd met het idee L’isle joyeuse op te nemen in de suite (pas gepubliceerd in 1905). Aanleiding tot het feestelijke werk was het schilderij van de rococoschilder Watteau L’embarquement pour Cythère. Een ware genieting, dit vrolijke eiland, en


Toelichting

daarmee is het ook een van Debussy’s meest uitbundige composities. Plus een van zijn meest karakteristieke, compleet met feesten (verwijzend naar de Trois nocturnes) en ‘ondoyant’ (golvende) passages (La Mer).

Aleksandr Skrjabin Sonate nr. 3 in fis In de tijd dat Skrjabin zijn Derde pianosonate schreef had hij het niet slecht. Een succesvolle jongeman, 26 jaar, pas getrouwd met de aantrekkelijke pianiste Vera Isakovitsj. In Odessa had hij de première gegeven van zijn Pianoconcert – in dezelfde toonsoort overigens als de Sonate in fis. En nu, 1898, zat hij in Parijs, de culturele wereldhoofdstad. Toen hij de sonate af had, wilde hij hem ‘Gotisch’ noemen, het beeld van een vervallen kasteel oproepend. Maar een paar jaar later besloot hij anders, héél anders. Het werd ‘De stadia van de ziel’. Hoe grillig kan het lopen met ‘programma’s’ achter muziek. ‘1. Drammàtico: De ziel, vrij en wild, die in de wirwar van strijd en lijden wordt gegooid. �. Allegretto: Ogenschijnlijk respijt; moe van het lijden wil de ziel vergeten en ondanks alles zingen en bloeien; het lichte ritme en de geurige harmonieën vormen slechts een dekkleed waar de rusteloze, kwijnende ziel doorheen blijft schemeren. 3. Andante: Een zee aan gevoelens, teer en lijdend: liefde, lijden, vage verlangens, onverklaarbare gedachten, illusies van delicate dromen. 4. Presto: Vanuit de diepte van het bestaan rijst de bange stem van de creatieve mens

wiens overwinningslied triomfeert. Maar te zwak nog om de top te bereiken valt hij, tijdelijk verslagen, terug in de afgrond van het ‘niet-zijn’.’ Dit ‘programma’ mag hyperromantisch zijn, de sonate is klassiek van vorm, met netjes vier delen (Skrjabin zou later kiezen voor eendelige sonates). In de finale wordt, kort voor het slot, teruggeblikt op het eerste deel en het Andante, alvorens het stuk – toch nog onverwachts donker – besluit.

Sergej Rachmaninov Preludes op. 23 ‘Hoe goed hoort hij de stilte.’ Het was de schrijver Maxim Gorki die het nieuwe opus van Rachmaninov het mooist onder woorden bracht. Het klinkt wat paradoxaal – muziek is immers geluid – maar het illustreert ook dat muziek kennelijk alles weet uit te drukken. De eerste prelude van Opus 23 is opmerkelijk ingetogen, zeker vergeleken met de prelude die elf jaar eerder was ontstaan: de roemruchte Prelude in cis op. 3 nr. 2 en zoals gezegd (helaas) Rachmaninovs visitekaartje. Een reactie op die luidruchtigheid, deze nieuwe serene schoonheid in fis klein? Misschien, maar het belang van het bewuste stuk ontkende Rachmaninov toch niet: beginnende met tien Preludes op. 23, zeven jaar later deze uitbreidend met nog dertien Preludes op. 32, nam hij die Prelude in cis óók op om tot het totaal van 24 in alle mineur- en majeurtoonsoorten te komen. 7


Toelichting

Ja, mineur én majeur. Rachmaninov moest nu wel. Dat wil zeggen: hij moest nu ook wel eens in majeur componeren. Hij deed dat van nature niet. Al zijn grote werken – de pianoconcerten, de symfonieën, Het Dodeneiland, de Paganini rapsodie, de sonates, het trio, enzovoort – zijn zijn allemaal in mineur geschreven. Je ziet zoiets bij geen enkele andere componist. En dat terwijl hij ook in majeur wonderwerkjes kon scheppen. In zoverre was het keurslijf van 24 preludes in alle toonsoorten een gelukkig keurslijf. Rachmaninov bouwde geen systematische reeks, zoals eerder Chopin en Skrjabin, volgens de kwintencirkel of ander systeem. Het is ook geen cyclus; je kunt er zelf uit selecteren, zoals Rachmaninov ook deed op zijn concerten.

Ook in majeur kon Rachmaninov wonderwerkjes scheppen De derde prelude uit Opus 23, in d, is de oudste van de set. Ontstond waarschijnlijk al in 1899, 4 februari om precies te zijn, de tijd dat Rachmaninov zijn compositorische wederopstanding beleefde en het Tweede pianoconcert schreef. Toen nog onderdeel van een niet afgemaakte fughetta en in menuetsfeer, heeft het iets van Bach. Het koppige motiefje in de linkerhand, steeds weer terugkerend, is haast komisch. De wereld van het Tweede pianoconcert vind je terug in de Prelude nr. 6 en nr. 7. Zo stralend en opwindend is de Prelude in Es (majeur!), dat de pianopedagoge Elena Gnesina opperde dat 8

Rachmaninov het op een bijzonder mooie dag moest hebben geschreven. ‘Ja, u heeft gelijk,’ antwoordde hij. ‘Het hele stuk ontstond op de dag dat mijn dochter werd geboren’ (14 mei 1903). Bars en rusteloos juist is Prelude nr. 7, in c klein – een ‘vervolg’ op Chopins Revolutieetude. Preludes op. 32 ‘Ik ben dan overgeleverd aan mijn thema’s, die zo precies mogelijk en zonder enige afleiding moeten worden vormgeven.’ Eigenlijk kostten Rachmaninov juist korte stukken de meeste moeite. Zijn Opus 32 schreef hij, zomer 1910, bijna met tegenzin, ‘Ik krijg haast geen lucht meer. Ik vind het niet leuk. Schoonheid noch vreugde.’ De luisteraar merkt er weinig van. De twee meest geliefde uit Opus 32, Prelude nr. 5 en nr. 12, waren al iets eerder ontstaan; hij speelde ze in april dat jaar als toegift na de Moskouse première van zijn Derde pianoconcert. Dat Rachmaninov in majeur tot iets prachtigs kon komen, bewijst Prelude nr. 5. Het simpele G groot klinkt Russischer dan ooit: een vlakte, een steppe, een groepje berkenbomen, drie zusters of een kersentuin van Tsjechov – werkelijk een verhaal, deze muziek. Meesterlijk ook is de linkerhandmelodie van Prelude nr. 12. Deze twee preludes behoren tot de paar die Rachmaninov zelf verreweg het vaakst uitvoerde. Prelude nr. 5 op. 23 Luganski spaart een van Rachmaninovs populairste pianostukken als het ware uit tot


Toelichting

het laatst: Alla marcia, Prelude nr. 5 uit Opus 23. Het stuk bewijst dat Rachmaninov iemand was die simpelweg ijzersterke ‘tunes’ kon schrijven; hoe vaak werd vroeger zijn muziek niet voor films en zelfs popliedjes gebruikt. Op zijn eigen opname uit 1920 speelt hij deze prelude opvallend stug, terughoudend, en plakt er nog twee maten aan vast die niet in de gedrukte versie staan. Tekst toelichting: Stephen Westra

9


Biografieën Componisten Claude Debussy

Claude Debussy (1862 - 1918) kon mede dankzij de steun van de schoonmoeder van de dichter Paul Verlaine en later Tsjaikovski’s weldoenster Nadjezjda von Meck uitgroeien tot een uitstekend pianist en een vernieuwend componist. Debussy vond zijn taal en vorm vooral nadat hij tijdens de Wereldtentoonstelling in Parijs in 1889 veel Spaanse muziek en de Javaanse gamelan had gehoord. 10

Hoewel Debussy vanwege zijn suggestieve werk vaak in één adem genoemd wordt met het impressionisme waren zijn vroegste inspiratiebronnen vooral de mystieke en mysterieuze literatuur. Om de sfeer van die werken te benaderen, schreef hij in een welhaast vrij improvisatorische vorm en bediende hij zich van een ‘zwevende’ tonaliteit. Met werken als Prélude á l’aprèsmidi d’un faune, La Mer, Iberia, de opera Pelléas et Mélisande en pianowerken als de Préludes en de Études was en is hij van blijvende invloed op het westerse componeren.

Aleksandr Skrjabin De Russische componist en pianist Aleksandr Skrjabin (1872 - 1915) werd geboren in een aristocratische familie. Al op vijfjarige leeftijd bleek hij een groot muzikaal talent te hebben, ook al kreeg hij pas vanaf zijn elfde serieus pianoles. Skrjabin studeerde piano en compositie aan het Conservatorium van Moskou. Toen hij in 1892 zou

afstuderen werd hij door een conflict niet toegelaten tot het compositie-examen en verliet hij het conservatorium zonder diploma. Hij bouwde een goede praktijk op als componist en concertpianist.

Hij was van 1892 tot 1902 pianodocent aan het Conservatorium van Moskou en leefde daarna als freelancecomponist en -pianist. Zijn composities lagen in eerste instantie in de lijn van Chopin, maar in het eerste decennium van de twintigste eeuw raakte hij in de ban van het mystieke gedachtengoed. Zijn composities werden atonaler en mysterieuzer. Zijn ‘Gesamtkunstwerk’ Mysterium


Biografieën

moest de kroon op zijn werk worden; door zijn dood door een bloedvergiftiging bleef het onvoltooid.

Sergej Rachmaninov

en won er de gouden medaille voor zijn opera Aleko uit 1892. Na de slechte ontvangst van zijn Eerste symfonie in 1895 belandde hij in een diepe depressie. Na de Revolutie van 1917 verliet Rachmaninov zijn vaderland om zich te vestigen in de Verenigde Staten. Hij werd geplaagd door heimwee en zijn compositorische arbeid nam zienderogen af, maar hij bleef wel concerten geven. Als pianist kreeg hij mede dankzij zijn fabelachtige techniek en de grote spanwijdte van zijn handen een legendarische status.

Uitvoerende Sergej Rachmaninov (1873 ‑ 1943) geldt als de laatste vertegenwoordiger van de laat-romantische Russische pianistiek en als de laatste componist die de romantisch WestersRussische stijl van componeren tot ver in de twintigste eeuw bracht. Rachmaninov kreeg zijn opleiding aan het Conservatorium van Moskou

Nikolai Lugansky Piano Nikolai Lugansky (1972) is een natuurtalent. Als vijfjarige speelde hij een complete Beethovensonate, die hij op het oor had ingestudeerd en zonder ooit les te hebben gehad. Hij werd in 1972 in Moskou geboren in een familie van wetenschappers. Al heel

jong werd hij leerling van de befaamde pianiste en pedagoge Tatiana Nikolaeva. Lugansky was de winnaar van grote concoursen zoals de All-Union Rachmaninov Competitie (1990), het Tsjaikovski Concours in Moskou (1994) en de Internationale Bach Wettbewerb in Leipzig (1998). In Nederland maakte de pianist in mei 1990 een bijzonder, sensationeel debuut. Zeventien jaar oud sprong hij in de Grote Zaal van Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht op het laatste moment in voor de ziek geworden Maria João Pires. Een paar maanden later gaf hij een recital in de Grote Zaal van Het Concertgebouw in Amsterdam. Lugansky trad op met de grote musici van nu, waaronder Vadim Repin, Anna Netrebko, Joshua Bell, Yuri Bashmet, Mischa Maisky en Leonidas Kavakos. Hij werkte met dirigenten als Riccardo Chailly, Christoph Eschenbach, Vladimir Fedoseyev, Valery Gergiev, Neeme Järvi, Kurt Masur, Gennady Rozhdestvensky, 11


Biografieën

foto: Jean-Baptiste Millot

Leonard Slatkin en Evgeny Svetlanov. De pianist neemt exclusief op voor het label Naïve-Ambroisie. In de herfst van 2013 verscheen zijn cd met pianoconcerten van Grieg en Prokofjev (nr. 3), samen met het DeutschesSymphonie Orchester Berlin en Kent Nagano; de Chopinconcerten met Sinfonia Varsovia en Alexander Vedernikov volgden in de zomer van 2014. Van zijn twee opnames met solowerk van Liszt en Rachmaninov won de laatste een ECHO 12

Klassik. Dit jaar verscheen een nieuwe solo-cd met werk van Debussy.

bezoekt Lugansky China en met de Philharmonie van St. Petersburg Taipei en Japan.

Tot de highlights van het seizoen 2018/19 behoren solo-optredens met het Minnesota Orchestra, het Tokyo Metropolitan Symphony Orchestra, het Orchestre de Paris, het Russisch Nationaal Orkest, Orquesta Nacional de España en de symfonieorkesten van IJsland en Bamberg. Tijdens een tournee met het Orchestre National de France

Nikolai Lugansky werd in april 2013 benoemd tot ‘Kunstenaar van het Russische Volk’.


Verwacht

Serie Piano Vr 25 jan 2019 Grote Zaal 20.15 uur

Elisabeth Leonskaja Beethovens laatste pianosonates Leonskaja en Beethovens laatste drie pianosonates; het is als een heilige eredienst voor de pianomuziek. De in Georgië geboren Elisabeth Leonskaja is al decennialang de grande dame van de Russische pianotraditie, een musicus van het kaliber Svjatoslav Richter en Emil Gilels. Beethovens laatste sonates zijn van een onmetelijke diepgang. Daarom een recital zonder pauze, om compleet weg te zinken in Leonskaja’s onvoorstelbare vergezichten op de late Beethoven. Leonskaja is altijd haar eigen gang gegaan. Daarbij was en is ze wars van media-aandacht. Ondertussen is haar spel en podiumpresence zodanig dat ze zich volgens de jury van Diapason onder de allergrootsten mag scharen ‘van een hele eeuw: de eeuw van Clara Haskil en Dinu Lipatti.’ Een ontmoeting die alleen maar een diepe indruk achter kan laten.

Elisabeth Leonskaja foto: Marco Borggreve

Programma: Ludwig van Beethoven Sonate nr. 30 op. 109 in E / Sonate nr. 31 op. 110 in As / Sonate nr. 32 op. 111 in c

13


Verwacht

December 2018 do 20 dec / 20.15 uur Stille Nacht am Silbersee Bezinning met Anna Enquist za 22 dec / 15.00 + 19.30 uur Nieuw Vocaal Amsterdam + Amsterdam Baroque Orchestra Kerstspel zo 23 dec / 10.30 + 13.30 uur Nieuw Vocaal Amsterdam + Amsterdam Baroque Orchestra Kerstspel zo 23 dec / 19.30 uur Nederlands Kamerkoor + Collegium 1704 Weihnachtsoratorium vr 28 dec / 19.30 uur PAN 2018 Calefax ma 31 dec / 20.30 uur / Bimhuis Oud & Nieuw met Martin Fondse Martin Fondse Orchestra, Marcellis & Darieaux, Kobra Ensemble, K.O. Brass en meer! 14

Januari 2019 vr 4 jan / 20.30 uur FIBER X The Rest is Noise Amnesia Scanner + Nikki Hock & Loma Doom + more t.b.a. za 5 jan / 20.15 uur Maria + Nathalia Milstein À la recherche du temps perdu

zo 6 jan / 15.00 uur Maria Milstein Wat is het geheim van de viool? (8+) do 10 jan / 20.15 uur Insomnio Industry and Idleness

vr 11 jan / 20.15 uur Dr. Jekyll and Mr. Hyde (1920) Cellokwartet Ferschtman za 12 jan / 20.15 uur Les Siècles Mozart meets Lachenmann

zo 13 jan / 11.00 uur / Kleine Zaal Vokalprojekt 31 Renaissance & de 21e eeuw

di 15 jan / 20.15 uur Bang on a Can All-Stars + Cappella Amsterdam Anthracite Fields wo 16 jan / 20.30 uur stargaze Debut van Björk do 17 jan / 12.30 uur Lunchconcert ism Nationaal Muziekinstrumenten Fonds do 17 jan / 20.15 uur Calefax Wind Waves

Huil van de Wolff Elke 22e van de maand klinkt om 20.00 uur het geluidsmonument Huil van de Wolff. Martijn Padding componeerde deze interactieve geluidsinstallatie ter herinnering aan oprichter van het Muziekgebouw Jan Wolff (1941 - 2012). Zie voor meer informatie muziekgebouw.nl/ huilvandewolff Geheimtips Bijzondere concerten die je niet mag missen


Foto: Erik van Gurp

Grand café 4’33 Kom voor het concert eten in Grand café 4’33. Reserveren: 020 788 2090 of 433grandcafe.nl.

Rondom het concert - Na aanvang van het concert heeft u geen toegang meer tot de zaal. - Zet uw mobiele telefoon uit voor aanvang van het concert. - Het maken van beeld- of geluidsopnamen in de zaal alleen met schriftelijke toestemming. - Algemene Bezoekersvoorwaarden zijn na te lezen op muziekgebouw.nl

Bij de prijs inbegrepen Reververingskosten en garderobe zijn bij de kaartprijs inbegrepen. Ook een pauzedrankje, tenzij anders vermeld op uw concertkaartje. Bij concerten zonder pauze staan drankjes klaar na afloop van het concert.

Steun het Muziekgebouw Inkomsten uit kaartverkoop dekken ten dele onze kosten. Word vriend of doneer: met uw extra steun kunnen we concerten op het hoogste niveau blijven organiseren. Meer informatie: muziekgebouw.nl/steunons

Op de hoogte blijven? Blijf op de hoogte van nieuw geboekte concerten of ander nieuws. Volg ons via onze e-nieuwsbrief (aanmelden op muziekgebouw.nl), Facebook, Twitter of Instagram. Dank! Wij kunnen niet zonder de steun van onze vaste subsidiënten en Vrienden van het Muziekgebouw. Wij zijn hen daarvoor zeer erkentelijk.

Druk binnenwerk

15



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.