i c o n - A 21st Century Opera

Page 1

icon

A 21 CENTURY OPERA BY ATELIER BILDRAUM, FREDERIK NEYRINCK & SABRYNA PIERRE

EEN OPERA VOOR SOPRAAN, ACTEUR EN KWINTET 1

©Atelier Bildraum

ST


icon CREDITS

een 21ste-eeuwse opera van Atelier Bildraum, Frederik Neyrinck & Sabryna Pierre Gecreëerd door Atelier Bildraum, Frederik Neyrinck & Sabryna Pierre Compositie Frederik Neyrinck Libretto Sabryna Pierre Regie & scenografie Atelier Bildraum (Charlotte Bouckaert & Steve Salembier) Coach dramaturgie Bart Capelle Dirigent Joey Marijs Zang Lieselot De Wilde (sopraan) Spel Tibo Vandenborre Ensemble Asko|Schönberg

Klarinet David Kweksilber Trombone Koen Kaptijn Viool Marijke van Kooten Cello David Bordeleau Contrabas Quirijn van Regteren Altena Productie LOD muziektheater Coproductie Calouste Gulbenkian Foundation Lisbon, Asko|Schönberg Amsterdam, Théâtres de la Ville de Luxembourg, Vooruit, Snape Maltings Met de steun van de Tax Shelter maatregel podiumkunsten van de Belgische Federale Overheid, ENOA and Creative Europe Programme of the European Union, kunstencentrum BUDA/NEXT festival international

# YoungOperaMakers by

2


icon EEN MYTHISCHE SELFIE HERWERKT TOT OPERA. Na bijna anderhalve eeuw blijft het dodenmasker van L’Inconnue de la Seine ons fascineren. De mysterieuze glimlach op het gelaat van deze jonge, onbekende vrouw, die in de Seine zou zijn verdronken, verwierf ondertussen een cultstatus. i c o n verplaatst haar mythe naar de hedendaagse beeldcultuur en geeft net daarmee aanzetten tot een universeel verhaal over schoonheid, vergankelijkheid en dood. i c o n is een hybride mix van een fotoshoot, een filmset en een concert. Op scène wordt live geportretteerd en quasi ogenblikkelijk verschijnen foto en film op het witte doek. De opera werpt zo een licht op hoe wij vandaag, in de 21ste-eeuw, met het menselijk portret omgaan. Net als bij Andy Warhol en zijn Factory events vervaagt ook in i c o n de grens tussen de kunstenaar op scène en de toeschouwer in het publiek. Icoon wordt aanschouwer, model wordt fotograaf, man wordt vrouw en slachtoffer op zijn beurt dader.

© Kurt Van Der Elst

Atelier Bildraum, Frederik Neyrinck en Sabryna Pierre maken met i c o n een totaalervaring waarin droom en werkelijkheid inwisselbaar zijn.

3


icon EEN GESPREK MET STEVE SALEMBIER EN CHARLOTTE BOUCK AERT VAN ATELIER BILDRAUM In essentie is fotografie misschien een

medium dat heden in verleden verandert. En vandaag is het het medium bij uitstek om onze identiteit te communiceren, vooral via sociale media. Met een snelheid die volledig is ingebed in ons levensritme.

Hun eerste podiumcreatie heette Bildraum en sindsdien werken Charlotte Bouckaert en Steve Salembier als duo onder de naam Atelier Bildraum. In hun praktijk vertrekt Atelier Bildraum vanuit het stille, associatieve vermogen van beelden. In de voorstelling In between violet and green gingen ze de uitdaging aan om samen te werken met componist Thomas Smetryns en met live muzikanten. Met L’inconnue de la Seine wagen ze zich aan het medium opera, al zal dat opnieuw met een grote eigenheid zijn.

© Kurt Van Der Elst

Wat is het vertrekpunt voor i c o n? Insteek is de mythevorming rond een 19de-eeuws dodenmasker. Een jonge vrouw zou verdronken zijn in de Seine. In het mortuarium kon haar lichaam niet worden geïdentificeerd maar de pathologen merkten wel op dat ze een bijzonder mysterieuze glimlach op haar gezicht droeg. Een van hen beslist om een dodenmasker van haar te maken – misschien om latere identificatie nog mogelijk te maken; misschien gewoon om haar beeld te bewaren. Die mysterieuze glimlach maakt dat er een fascinatie voor het masker ontstaat. Want als je sterft, dan lach je niet. Er zit een gelukzaligheid in die glimlach, alsof zij iets heeft gezien aan de ‘andere kant’ van het leven. Dat is misschien wel een heel romantische opvatting over de dood – wat ook tekenend is voor die tijd. Waarom noemen jullie het verhaal een mythe? Het is niet eens zeker of het om een echt dodenmasker gaat. Er is kans dat het door een beeldhouwer werd gemaakt die er dan een verhaal rond heeft gecreëerd. Geleidelijk belanden afgietsels van het masker in de interieurs van laat-19de-eeuwse kunstenaars, componisten, filosofen. Het krijgt een soort culturele status en wordt een object van reflectie over vergankelijkheid, schoonheid en vrouwelijkheid. Begin 20ste eeuw duikt het ook op in de literatuur, bijvoorbeeld in het werk van Rainer Maria Rilke en Nabokov. Al die kunstenaars, filosofen en schrijvers zijn overigens mannen, die het afgietsel van een dode vrouw, zonder identiteit en zonder mening, aan hun muur hebben gehangen om te reflecteren over grote levensvragen. Als een soort ‘Tais-toi et soit belle.’ Dat heeft iets pervers. Er zijn ook een aantal vrouwen geweest die erdoor begeesterd werden, maar de positie van de vrouw in de 19de eeuw was toch helemaal anders dan vandaag. Zo’n mythe zou zich vandaag op die manier niet meer vormen. Waar ligt jullie fascinatie voor dat masker? We willen die mythe vooral benaderen binnen de wortels van onze beeldcultuur. Het ontstaan van de fotografie in de 19de eeuw is daarom een belangrijk aanknopingspunt. Ook een foto is een afgietsel; een mal. Het fotoportret raakt in die tijd meer en meer ingeburgerd. Onze verhouding met een beeld begint een heel andere dimensie te krijgen. In essentie is fotografie misschien een medium dat heden in verleden verandert. En vandaag is het het medium bij

...

4


icon ... uitstek om onze identiteit te communiceren, vooral via sociale media. Met een snelheid die volledig is ingebed in ons levensritme. Het verhaal van het dodenmasker is voor ons dus een aanleiding om na te denken over onze hedendaagse beeldcultuur, vanuit een tijd waarin de fundamenten van de moderniteit zijn gelegd.

© Kurt Van Der Elst

Pers en paparazzi proberen constant om idolen van hun sokkel te stoten door het mysterie te onthullen. Het is een constante beweging tussen mysterie en invulling van identiteit.

Het dodenmasker nodigt ertoe uit om het mysterie telkens opnieuw in te vullen met een specifiek verhaal. Waarom is ze verdronken? Heeft ze zelfmoord gepleegd? Heeft ze zich in de Seine geworpen omwille van een onbereikbare liefde? Het meest essentiële is misschien wel de verschillende projecties van mensen op dat witte blad, zonder eigen identiteit. Dat doet denken aan hoe we vandaag popidolen construeren. Daarvoor heb je mysterie nodig. Pers en paparazzi proberen constant om idolen van hun sokkel te stoten door het mysterie te onthullen. Het is een constante beweging tussen mysterie en invulling van identiteit. Opbouwen en afbreken. Er zit dus een kracht verscholen in het gebrek aan identiteit van die vrouw en die kracht heeft iets emancipatorisch. Mythevorming is heel interessant, als je dat inbedt in een soort alledaagsheid in plaats van een grote romantiek. Hoe willen jullie die alledaagsheid naar de scene vertalen? Via de dynamiek van de popcultuur bijvoorbeeld. Iemand als Andy Warhol is daarin erg inspirerend. In The Factory werden aan de lopende band mythes en popiconen gecreëerd. Dat was niet enkel een kunstenaarsatelier maar een soort van event-space. Er komen kunstenaars, maar ook travestieten, prostituees en andere outcasts over de vloer en ze worden tot sterren gebombardeerd: de Warhol Super Stars. Warhol brengt bijvoorbeeld ook The Velvet Undergound samen met zangeres Nico voor hun debuutalbum. Plots krijg je een ruimte waar dat soort van identiteitsproductie onverbloemd aan de gang is. Ook scenografisch biedt The Factory inspiratie: wanden bekleed met zilverpapier, die een soort schimmige spiegel vormen, af en onaf werk dat niet gepresenteerd wordt maar gewoon ergens in een hoek opgeslagen staat... Wij hebben sowieso een voorliefde voor het procesmatige, voor het ateliergevoel op scene. We vinden het heel moeilijk om ons voor deze voorstelling een zaal met een podium en een tribune in te beelden. Het liefst zouden we willen dat de ruimte één veld is, waarin er hier en daar toevallig een statief, een lamp of een projector staat. Dan krijg je al iets rauwer. Voor deze voorstelling werken jullie samen met een librettist, de Franse Sabryna Pierre. Hoe verloopt die samenwerking? Sabryna schreeft een eerste versie van het libretto die vrij narratief is. De vrouw die in de Seine verdronken is, komt toe in het dodenrijk en langzaam begint ze te reconstrueren wat haar overkomen is, tussen droom en realiteit. Rond de effectieve oorzaak van haar dood creëert het libretto een mysterie. Maar het verhaal concentreerde zich voornamelijk op het moment voor haar dood. In samenspraak met Sabryna hebben we de focus verlegd naar wat daarna komt: de emancipatie die begint wanneer ze l’Inconnue wordt, met een aantrekkingskracht die ze uitoefent op andere mensen, die hun eigen verlangens en tekorten op haar projecteren. Daardoor wordt dat dodenmasker eerder actief dan passief. Sabryna schrijft twee personages die zullen worden vertolkt door sopraan Lieselot De Wilde en acteur Tibo Vandenborre. Lie-

...

5


icon ...

© Kurt Van Der Elst

selot neemt de rol van l’Inconnue op zich; haar tegenspeler is een hedendaagse belichaming van de dood. Hier leggen we de parallel met de fotografie: de dood als fotograaf, degene die heden tot verleden maakt en stilstand creëert. Sinds we begonnen zijn met podiumcreaties, zetten we in op beeldtaal. Woorden zijn daarin niet prioritair. Het stille, associatieve vermogen van beelden spreekt ons meer aan. Werken met een libretto is dus een nieuwe uitdaging. Anders dan in klassieke opera, zien we het libretto vooral als een compagnon, maar niet als partituur voor de voorstelling. Vraagt dat ook om een andere manier van werken met de performers? We zullen met Lieselot en Tibo veel werken vanuit improvisatie. Afgelopen zomer hielden we een workshop met twee modellen rond (jezelf) fotograferen en in beeld brengen. Die piste willen we met de performers zeker verder bewandelen. Fotograferen gaat over controle en over het loslaten ervan. We vroegen een van de modellen om een lange reeks selfies te nemen. Wanneer dat echt lang duurde dan gaf ze het poseren en het nadenken op. Dan ontstond er een mooie openheid, iets intiems bijna. Het wordt een soort zelfreflectie, een onderzoek naar wie je bent. Eén beeld doet er niet meer toe, het is de reeks, de vloeibare identiteit die iets gaat betekenen. En we sluiten ook niet uit om ons tijdens de repetities echt onder te dompelen in de sfeer van The Factory. Zeker een iconisch figuur als model-actrice-zangeres Nico lijkt ons wel inspirerend. Uiteraard is het niet de bedoeling om Lieselot De Wilde te transformeren tot Nico. Maar door improvisatie en door samen te spreken over dat soort popiconen, kunnen we misschien wel een nieuwe Lieselot ontdekken. Jullie spreken over Nico en The Velvet Undergound. Zal die invloed ook voelbaar zijn in de muziek? Frederik Neyrinck schrijft muziek voor de voorstelling, uitgaande van het libretto. Wat we al hoorden is bijzonder mooi, bijna expressionistisch en sluit aan op de dramatische sfeer van het verhaal van l’Inconnue. Maar om de verbeelding van de toeschouwer ook op gang te brengen binnen een alledaagsere sfeer, willen we muzikaal af en toe een laagspanning opzoeken. Daarvoor schreef Frederik bijvoorbeeld al een serieel stuk van ongeveer een kwartier, dat uit één noot vertrekt. We bezorgden hem ook het materiaal dat we gebruikten tijdens de workshop met de modellen. Popnummers als Femme Fatale en Venus in Furs van The Velvet Underground, When doves cry in de versie van Patti Smith, The End van Jim Morrison in de versie van Nico... Misschien niet om letterlijk te gebruiken, maar als tegenkleur voor de romantiek van het verhaal. Wat bedoel je precies met romantiek? De 19de eeuw en de mythe van L’Inconnue worstelen met grote vragen rond leven, dood en vergankelijkheid. Er spreekt een soort nostalgie uit, een mijmeren naar een verleden dat er niet meer is. De culturele traditie rond l’Inconnue heeft ook iets symbolistisch, iets mystieks bijna, zoals een schilderij van Knopf of Klimt. Daar willen we graag een hedendaags denken naast plaatsen. Een eigentijdse benadering van de horror vacui. Als er na de dood niets is, hoe ga je dan om met die leegte? Hoe veel ruimte kan je laten voor een wit blad, een niet-identiteit? - Interview door Bart Capelle

6


icon BIOGRAFIEËN | FREDERIK NEYRINCK |

© Kurt Van Der Elst

De Belgische componist en pianist Frederik Neyrinck (°1985) is woonachtig in Wenen. Hij studeerde piano en compositie in Brussel, Stuttgart en Graz bij Piet Kuijken (piano), Jan Van Landeghem, Marco Stroppa en Clemens Gadenstätter (compositie). Daarnaast bezocht hij verschillende masterclasses en workshops, waaronder de Ferienkurse für Neue Musik (Darmstadt), Acanthes (Metz), Impuls (Graz), Festival d’Aix-en-Provence, Operadagen Rotterdam, ENOA,... Hij werkte samen met verschillende Belgische en internationale ensembles en solisten zoals Klangforum Wien, Asko|Schönberg, Nationaal Orkest van België, Ensemble L’Itinéraire, Nadar Ensemble, Bozzini Quartet, Neue Vocalsolisten, Gulbenkian Orchestra Lissabon, Schola Heidelberg, Oxalys Ensemble, Schallfeld Ensemble, Noise-Bridge, Symfonieorkest Vlaanderen, Teresa Doblinger en Jan Michiels. Zijn werken werden uitgevoerd binnen programma’s van festivals en organisaties zoals TRANSIT Leuven, November Music Den Bosch, Gaida Festival Vilnius, Festival Manca Nice, Concertgebouw Brugge, BOZAR Brussel, De Link Tilburg en Forme Uniche di Continuità nello Spazio Melbourne. Hij is de huiscomponist en één van de stichtende leden van het Odysseia Ensemble, een kamermuziekensemble uit Brussel, waarvoor hij al verschillende nieuwe werken schreef en bewerkingen maakte. Als pianist is hij sinds 2013 verbonden aan het Platypus Ensemble, een ensemble voor hedendaagse muziek uit Wenen. Met hen speelde hij onder andere in het Konzerthaus Wenen, tijdens de Gustav Mahler Musikwochen in Toblach, Wien Modern en het «Re:construction»-project in Tokio. Frederik Neyrinck is artist in residence bij LOD voor drie jaar. Hij volgde via LOD muziektheater een workshop bij enoa en componeert de muziek voor Zolang hij niet zichzelve kent, een nieuwe voorstelling van Josse De Pauw en Koenraad Tinel die op 27 april 2018 in première gaat in Concertgebouw Brugge. www.frederikneyrinck.be

...

7


icon

...

© Thibault Maurel de Maillé

| SABRYNA PIERRE | Sabryna Pierre studeerde literatuur en beeldende kunsten. Ze schreef STE (waarmee ze in 2011 finaliste werd voor de Grand prix de Littérature Dramatique), Personal Jesus ou la nuit où Richey disparut sans laisser de trace, Unity Walkyrie (bekroond op de Journées d’auteurs in 2010) en de jeugdtheatertekst Sara. In 2011 maakte ze een nieuwe vertaling van S.T. Coleridges The Rime of the Ancient Mariner voor Catherine Hargreaves’ enscenering (Théâtre de la Croix-Rousse, 2012). Ze ontving steun van het Centre National du Théâtre (2010) en het Centre National du Livre (2011 en 2016), en werd uitgenodigd in Montreal (festival Dramaturgies en Dialogue 2012) en voor residenties in La Chartreuse in Villeneuve-lès-Avignon (2015 en 2016). Ze nam deel aan verschillende ENOA-workshops: Opéra en Création (Aix-en-Provence 2015), Looking forward Looking back 1 & 2 (Gent 2015 en Brussel 2016) en Dramaturgie en Libretto (Amsterdam 2016). Éditions Théâtrales is de uitgever en agent van Sabryna Pierre. GEPUBLICEERDE WERKEN: Unity Walkyrie en STE (Théâtrales, 2010) Personal Jesus en Swan Song ou la Jeune Fille, la Machine et la Mort (Théâtrales, 2015) Sara (Théâtrales Jeunesse, 2012) Ballerines in Si j’étais Grand 3 (Théâtrales Jeunesse, 2013) Scandaleuse in De Bruit et de Fureur (l’Avant-scène Théâtre, 2013) Survivant in Nouvelles Mythologies de la Jeunesse (Théâtrales Jeunesse, 2017)

...

8


icon

...

© Atelier Bildraum

| ATELIER BILDRAUM | In Atelier Bildraum werken architect Steve Salembier en fotografe Charlotte Bouckaert samen aan performances, scenografie & installaties. Daarin staan ruimte, beeld en verbeelding centraal. Het fotografische beeld en het schaalmodel zijn sleutelfiguren in dit zoeken en bepalen de ambachtelijke aard van hun praktijk. Beide media zijn van natuur statisch en staan in scherp contrast met het bewegend continuum van de werkelijkheid op scène. Waar ruimtes het verhaal vertellen over de activiteiten en situaties die ze behuizen, isoleren het schaalmodel en het fotografische beeld dit verhaal tot een kernachtige en gerichte beleving van een geregistreerd moment. Het is de kijker en zijn inlevingsvermogen die tijdens dit proces en tussen de statische beelden door een verhaal construeert en associaties maakt. Naast het visuele speelt ook het auditieve een belangrijke rol in het werk van Atelier Bildraum. Geluid is immers een belangrijke drager van ruimtelijkheid en draagt essentieel bij tot het ruimtelijk voorstellingsvermogen van de toeschouwer. Parallel met het proces van live construeren, transformeren, registreren & representeren van ruimte worden geluid, klanken en muziek, al dan niet live, opgebouwd en ingezet als een beeldende lag. Hun eerste voorstelling Bildraum werd in 2015 op Theater aan Zee bekroond met de Big in Belgium – award en in 2016 met de Total Theatre Award op het Edinburg Fringe Festival. Sinds het seizoen 2016-2017 resideert Atelier Bildraum bij LOD muziektheater. De muziek van hun voorstelling In between violet and green werd door LODcomponist Thomas Smetryns gemaakt en ging in maart 2017 in première.

...

9


icon ...

© Gerrit Schreurs

| ASKO|SCHÖNBERG | Asko|Schönberg, toonaangevend ensemble voor nieuwe muziek, voert in verschillende bezettingen muziek van de 20ste- en 21ste-eeuw uit. Deze muziek is niet alleen van grote, gevestigde namen als Andriessen, Goebaidoelina, Boulez, Kurtág en Ligeti, maar ook werk van de huidige generatie als Michel van der Aa, Huang Ruo, Calliope Tsoupaki en Joey Roukens. Het ensemble biedt graag kansen aan jong talent door jaarlijks compositie-opdrachten te verlenen aan jonge makers. Daarnaast komen de grondleggers van de twintigste-eeuwse muziek ruimschoots aan bod: van Weill tot Schönberg en van Stravinsky tot Messiaen. Speciale aandacht is er voor langjarige relaties en samenwerking met grote, betekenisvolle componisten, voor onbekend en gloednieuw werk van hoge kwaliteit. Dankzij deze intensieve samenwerkingen zijn de musici zeer gespecialiseerd in het uitvoeren van nieuwe muziek. Er zijn samenwerkingsverbanden met (muziek)theatergezelschappen en operahuizen om juist de veelzijdigheid van het hedendaagse muziekpalet over het voetlicht te kunnen brengen. Interdisciplinaire projecten vormen een belangrijk onderdeel van de programmering. Uitvoeringen vinden plaats in de Donderdagavondserie in Muziekgebouw aan ‘t IJ, in gastoptredens in de NTR ZaterdagMatinee, het Holland Festival, met De Nationale Opera en in co-producties met Nederlandse en Europese organisaties en gezelschappen. Het ensemble treedt op in een keur aan concertzalen in binnen- en buitenland en speelt regelmatig op festivals in o.a. Keulen, Zagreb en Parijs. De afgelopen seizoenen waren er optredens in Melbourne, Londen, Parijs, Los Angeles, New York en Jakarta. Talentontwikkeling staat hoog in het vaandel. Asko|Schönberg is mede-initiatiefnemer van de in 2016 opgerichte Ensemble Academie, een educatietraject voor studenten waarin talentvolle aankomende musici en componisten zich kunnen ontwikkelen en voorbereiden op de veelzijdige, dynamische beroepspraktijk. Samen met professionals werken zij aan spel- en compositievaardigheden, presentatie, marketing, productie en programmering. Met ingang van 2017 komt er een tweede traject voor talentontwikkeling bij: K[h]AOS, waarin jonge musici en componisten uitgedaagd worden hun ideeën met behulp van de kennis en het netwerk van Asko|Schönberg te onderzoeken, ontwikkelen en presenteren. Naast dirigent Reinbert de Leeuw en vaste gastdirigent Etienne Siebens werkt Asko|Schönberg geregeld met Bas Wiegers, Clark Rundell en Christian Karlsen. Dit alles met een gedreven groep veelzijdige musici en solisten uit binnen- en buitenland. Asko|Schönberg is ensemble in residence bij Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam. Het ensemble wordt meerjarig gesubsidieerd door het Fonds Podiumkunsten en de Gemeente Amsterdam. Het ensemble werkte al samen met LOD voor de dansproductie House of the sleeping beauties (2008), die ook in Tokio in speelde, de productie The House Taken Over (2013) en de opera Bosch Beach (2016). 10


icon OVER...

Het enoa-netwerk, waartoe LOD muziektheater behoort, is ontstaan uit de wens van verschillende instellingen uit de operawereld om samen jonge kunstenaars te steunen, zodat ze als professionals aan de slag kunnen en hun artistieke ambities kunnen waarmaken. Met de steun van het Creative Europe-programma van de Europese Unie heeft enoa een nieuw project voor jonge makers en uitvoerders opgezet, Young Opera Makers. Dit programma is erop gericht jonge kunstenaars een uitstekend vormingsparcours aan te bieden dat berust op een multidisciplinaire en hedendaagse benadering van opera, en hen bovendien podiumervaring te laten opdoen. Het is ook de bedoeling de ontwikkeling en spreiding van nieuwe operaprojecten die tot publieksvernieuwing kunnen bijdragen te begeleiden.

Met de steun van Creative Europe Programme

11


icon OVER ONS

| LOD muziektheater | LOD muziektheater is een Gents productiehuis voor opera en muziektheater, een creatieve thuis voor artiesten. LOD engageert zich om trajecten uit te zetten op lange termijn; met componisten zoals Kris Defoort, Daan Janssens, Dominique Pauwels en Thomas Smetryns, en met regisseurs Josse De Pauw, Atelier Bildraum, Inne Goris en Fabrice Murgia. Daarnaast staan onze deuren open voor zij die ons artistieke pad kruisen, altijd verrassend maar nooit toevallig. Ons huis wil een overkoepelend platform zijn voor al deze kunstenaars, en wil hen de middelen bieden om hun ideeën uit te werken. Al 25 jaar creëren we producties die vaak toonaangevend bleken voor het hedendaagse landschap van opera en muziektheater. The Woman who Walked into Doors en House of the Sleeping Beauties (Kris Defoort, Guy Cassiers), De Helden (Josse De Pauw & Dominique Pauwels) en De Mensheid (Josse De Pauw & Arnon Grunberg & Kris Defoort & Claron McFadden), Zonder Bloed (Inne Goris, Dominique Pauwels), Ghost Road (Dominique Pauwels, Fabrice Murgia), An Old Monk (Josse De Pauw, Kris Defoort), zijn slechts enkele voorstellingen die onze brede visie belichamen. De resultaten die voortvloeien uit deze artistieke samenwerkingen, laten zich niet in hokjes plaatsen en blijven lang nazinderen. LOD richt de blik resoluut op wat komt, onder andere door ons engagement voor jong talent. Via het European Network of Opera Academies werken we mee aan de toekomst van muziektheater: enoa garandeert kwalitatieve workshops voor jonge artiesten en biedt de mogelijkheid tot duurzame uitwisselingen tussen internationale operahuizen. Gent is waar het allemaal begon, ooit, met Lunch Op Donderdag. Met de passie voor muziektheater. Daarnaast vormen internationale samenwerkingen van bij het begin een basis van ons werk. LOD muziektheater, een internationaal productiehuis en een creatieve thuis – blik op de wereld, Ghent Made.

12


icon CONTACT

| Hans Bruneel | Algemeen directeur hans@lod.be M +32 495 14 60 11

| Anne-Louise Cottet | Artistieke & internationale coรถrdinatie anne-louise@lod.be M +32 488 92 90 14

| Marieke Baele | Pers & communicatie marieke@lod.be T +32 473 94 27 13

| LOD muziektheater | Bijlokekaai 3 B-9000, Gent +32 9 266 11 33 www.lod.be

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.