BUNDELEN
ÉÉN MET DE LOCATIE
SAMENSPEL
MUZIEK
THOMAS LARICHELIÈRE-BANKEN (21)
Cello: Benjamin Banks, Salisbury, 1785
Strijkstok: W.E. Hill & Sons, Londen, bouwjaar onbekend
‘Ik ben zo blij dat dit instrument en ik samen aan een muzikale reis beginnen’
ADRIANA MENDEZ FERNANDEZ (23)
Basgamba: Prunier & Kraft, Parijs, 1980
‘Een voorrecht om elk moment van de dag op dit instrument te kunnen spelen’
KATIE YAO MORGAN (22)
Vleugel: Bechstein, Berlijn, 1904
‘Erg dankbaar voor dit fantastische instrument. Het brengt me dichter bij het publiek’
ANTON JAKIMENKO (32)
Basklarinet: Buffet Crampon, Parijs, 2003
QUINTIJN VAN HEEK (19)
Viool: Federico Goldnagl, Wenen, 1993
Strijkstok: Andreas Grütter, Amsterdam, 2013
‘Zoals de pen van een schrijver een verlenging is van zijn ziel, zo is mijn viool dat ook voor mij’
VIOLETTA ADAMOVA (26)
Viool: Gand & Bernardel, Parijs, 1891
‘Het is alsof ik een schilder ben die zoveel verschillende kleur nuances gebruikt, het voelt bovennatuurlijk’
‘Met deze cello en strijkstok kan ik de schoonheid en betekenis van muziek overbrengen’
ONSCHATBARE
waarde
We zijn in jubelstemming, want wat was dít een uniek jaar! De ene na de andere buitenkans diende zich aan. Met een betrokken achterban en onze florissante financiële positie konden we slag na slag slaan voor onze musici. Zij kunnen zich verder ontwikkelen met prachtige verwervingen waaronder maar liefst vijf vleugels! Verder een marimba, bassaxofoon, exceptionele strijkstok en ook het regiment strijkinstrumenten kreeg weer een flinke impuls.
INTENSIEF PROCES
Voor die solide fondsen zijn we u als gulle donateur van harte dankbaar. Van alle doelen kiest u bewust voor het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds en in het vertrouwen dat wij uw geld goed aanwenden. Goed betekent hier niet alleen zorgvuldig, maar ook binnen afzienbare tijd. Dat we er soms niet in slagen alle binnengekomen gelden direct te besteden, heeft een aantal oorzaken. Zo liggen instrumenten in het hogere segment niet voor het oprapen. Daardoor duurde het ook even voor violiste Carla Leurs haar droominstrument vond, een 18e-eeuwse Guadagnini. Mede dankzij een genereus legaat (zie pagina 21) konden we op het moment suprême toeslaan en dit topstuk aan onze collectie toevoegen.
KRACHTEN BUNDELEN
De zoektocht naar een instrument is sowieso een intensief proces. Kwaliteit, klank en herkomst moeten minutieus worden onderzocht. Daar nemen we de tijd voor! De match met de musicus moet natuurlijk perfect zijn, want dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait. Alle reden dus om krachten te bundelen. In de eerste plaats met onze musici, maar ook met anderen uit ons netwerk. Bouwers, docenten en experts zijn van onschatbare waarde bij die zoektocht en selectie.
DOORSPELEN
Dit jaar maakten we ons voor het eerst sterk voor vluchtelingen. Met het project Doorspelen zamelden we muziekinstrumenten voor hen in. Begonnen als een humanitaire actie voor Oekraïners die het oorlogsgeweld ontvluchtten, trokken we het initiatief al snel breder naar álle ontheemden. De naam ontleenden we aan een dichtregel van Shakespeare: If music be the food of love, play on. Spelen maar!
Manon Veenendaal
Directeur/bestuurder
Met veel plezier maakten we dit jaar De Instrumentenkamer, onze podcastserie die ook letterlijk in deze ruimte is opgenomen. Hoofd collectie Frits Schutte ontvangt hier musici, bouwers en partners. Drie kwartier passie en gedrevenheid!
Scan de QR-code voor de podcast
De Instrumentenkamer of ga naar muziekinstrumentenfonds.nl/ podcast
De match met de musicus moet natuurlijk perfect zijn, want dat is waar het uiteindelijk allemaal om draait’
62 VIOTTI, TOURTE EN DE
doorbraak
Een subliem huwelijk tussen Frans vakmanschap en Italiaanse virtuositeit.
56 muziek ALS MEDICIJN
Van kindergeneeskunde tot geriatrie: het heilzame effect van muziek in de gezondheidszorg.
48
bundelen
Samen sta je sterk en krijg je meer voor elkaar. Partners over hun synergie met het NMF.
37 LOCATIE, LOCATIE, locatie
Musici geportretteerd in hun favoriete speelruimte.
Violiste Elise Dupont: 'We konden meevaren op de akoestiek.'
COLOFON
Redactie
Contentdirector: Yolande Verheyen
Contentmanager: Wieke Ringeling Artdirector: Veronique van Campen
Namens het NMF
Directeur: Manon Veenendaal Marketing & fondsenwerving: Lennart van der Sman
Fotografie cover: Lars van den Brink Fotografie portretten achterzijde en binnencovers: Melle Meivogel
Aan dit nummer werkten mee: Marcel Bakker, Fleur Baxmeier, Jan Boekhout, Menno de Boer, Lars van den Brink, Ben Cartens, Jeroen Dietz, Annemarie van Dijk, Joost Galema, Annemiek de Gier, Marjory Haringa, Eva Hoeke, Friso Keuris, Cathy Levesque, Sevilay Maria, Melle Meivogel, Kim van der Meulen, Maarten Noordijk, Guido van Oorschot, Jannemieke Oostra, Elle van Rijn, Annelien Smet, Marc de Smit, João Tomé de Lima Neto, Vrouwkje Tuinman, Astrid Zuidema Drukwerk: Senefelder Misset
Heeft u vragen aan het NMF? Of vragen over dit magazine of uw donateurschap? Stichting Nationaal Muziekinstrumenten Fonds Postbus 11912, 1001 GX Amsterdam
Sint Annenstraat 12, 1012 HE Amsterdam 020 622 1255 info@muziekinstrumentenfonds.nl www.muziekinstrumentenfonds.nl
IBAN: NL58 ABNA 0555 0286 66
KVK: 41205257 RSIN: 009056002
Beschermheer: Z.K.H. Prins Constantijn
Erevoorzitter: prof. ir. W. Dik (1939-2022) Oprichters: Pieter Moerenhout (1930-2018) en Theo Olof (1924-2012)
Alle rechten voorbehouden. Alle musici die zijn afgebeeld in dit magazine hebben of hadden tot voor kort een instrument of strijkstok van het NMF in bruikleen, tenzij anders vermeld. Eenieder die meent rechten te kunnen ontlenen aan deze uitgave wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met het NMF.
Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds heeft een indrukwek kende collectie muziekinstrumenten opgebouwd. Ook afgelopen jaar kwamen daar weer bijzondere nieuwe exemplaren bij. En wat voor instrumenten! Frits Schutte, hoofd collectie, weet bijna niet waar hij moet beginnen.
Tekst: Menno de Boer Fotografie: Maarten Noordijk
‘Dankzij de muziekinstrumenten in onze collectie krijgen musici iets in handen waar ze heel gelukkig van worden. En als ik dan hun reactie zie, dan word ik daar zelf ook weer extra blij van,' zegt Frits, met een twinkeling in zijn ogen. ‘Achter elke nieuwe aanwinst zit een mooi en bijzonder verhaal. Wat dat betreft is ieder instrument en iedere strijkstok die wij in onze collectie opnemen het waard om genoemd te worden.’
TOVERSTOK
‘Is er echt alleen maar ruimte om het over een paar nieuwe aanwinsten te hebben?’ vraagt hij nog even voor de zekerheid. Daarna steekt Frits van wal: ‘Wat wel mooi is om te vertellen, is dat we eerder dit jaar voor Maria Milstein een strijkstok hebben aangekocht.’
En niet zomaar een, benadrukt hij. ‘Het gaat om een exemplaar dat rond 1790 in Parijs werd gemaakt door Léonard en François Xavier Tourte. Zo’n stok is van superdun hout gemaakt en daardoor zeer kwetsbaar. Er zijn dan ook niet veel Tourte-stokken meer over. We waren dus direct geïnteresseerd toen we hoorden dat er vanuit de VS een exemplaar te koop werd aangeboden. We hebben de strijkstok eerst naar
Nederland gehaald, zodat Maria hem kon uitproberen. Dat deed ze op haar Michelangelo Bergonzi-viool, die ze al sinds 2016 van het NMF in bruikleen heeft. En toen gebeurde er echt iets bijzonders: dankzij de Tourte-strijkstok klinkt Maria’s viool levendiger dan ooit, en al helemaal bij de laagste snaar. Het lijkt wel een toverstok!’ zegt Frits lachend. ‘Normaal gesproken voorziet het budget van het NMF niet in de aankoop van zo’n kostbare strijkstok. Maar dankzij een legaat konden we dit bijzondere exemplaar toch bemachtigen.’
BUITENKANS
‘Het voelt altijd ontzettend goed om musici van instrumenten te voorzien die ze in staat stellen om nieuwe klanken aan hun repertoire toe te voegen,’ vervolgt Frits. ‘En dat brengt me op Ties Mellema, een veelzijdige saxofonist. Hij was al een tijdje op zoek naar een bassaxofoon, maar die is kostbaar en ze worden slechts mondjesmaat gemaakt. Benedikt Eppelsheim in München is een bouwer die topkwaliteit levert. Ties kwam een tweedehands bassax van deze Duitse bouwer op het spoor. Het instrument uit 2009 was in nieuwstaat. Echt een buitenkans! Nadat Ties het geluid van de bewuste saxofoon in het atelier van Eppelsheim had vergeleken met een nieuw instrument, wist hij meteen dat het goed zat. Voorheen speelde hij zijn baslijnen altijd met een baritonsaxofoon, die toch wel zijn beperkingen heeft. Nu pakt hij voor de diepere tonen standaard de bassaxofoon erbij.’
CONCERTMARIMBA
Het NMF voegt niet alleen bestaande instrumenten aan de collectie toe, vertelt Frits. ‘Het gebeurt ook dat we een instrument speciaal voor een musicus laten maken. Zo deed Cheuk Hin Keith Ng, slagwerkstudent aan het Conservatorium van Amsterdam, vorig jaar een aanvraag voor een concertmarimba met vijf octaven. Het wereldwijd gerenommeerde Adams in Ittervoort tekende voor het ontwerp en de productie. Echt
bijzonder was dat Keith de mogelijkheid kreeg om zelf de toetsen van het instrument uit te kiezen. Die toetsen worden van Honduras rosewood gemaakt. Hout is een natuurproduct en elke staaf heeft daardoor een net iets andere resonantie en klankkleur. Met hulp van zijn docent heeft hij meer dan 1200 toetsen geprobeerd, net zolang tot hij de beste opties had gevonden. Let wel: in totaal gaat het om 61 toetsen. Daar waren ze dus uren zoet mee. Na die selectie gingen de stemmers van Adams vervolgens aan de slag om ervoor te zorgen dat elke toets echt loepzuiver klinkt. Keith heeft niet zomaar een marimba, maar een instrument dat qua klank volledig bij zijn voorkeuren aansluit. Dat is toch net even anders dan vanuit een folder een instrument bestellen. Geweldig natuurlijk dat dit soort maatwerk mogelijk is.’
HISTORISCH EXEMPLAAR
Opvallend aan het lijstje met nieuwe aanwinsten is de relatief grote hoeveelheid vleugels. ‘Afgelopen jaar kregen we diverse vleugels aangeboden. Vijf daarvan waren zo bijzonder of van uitmuntende kwaliteit, daar konden we geen nee tegen zeggen,’ licht Frits toe. ‘Het zijn stuk voor stuk vleugels waar we musici blij mee kunnen maken. Onder die vleugels bevindt zich bijvoorbeeld een historisch exemplaar van Erard. Dat is zeg maar de Stradivarius van de pianobouwers. Die vleugel is in 1858 in Londen gebouwd en dat bijzondere exemplaar met veel historische waarde staat momenteel bij een Nederlandse toppianist: Hannes Minnaar. Hij is er dolgelukkig mee. Zoals gezegd: elk instrument heeft zijn eigen verhaal.’
EN OOK NIEUW IN DE COLLECTIE...
(viool)
Anoniem, Italië, 18e eeuw (bruikleen) *
Giovanni Francesco Celoniato, Turijn, ± 1720 (bruikleen) *
Antonio Gragnani, Livorno, 1773 (bruikleen)
Giovanni Battista Guadagnini, Parma, 1770 (aankoop) **
Daniel Parker, Londen, ± 1715 (bruikleen) *
Lorenzo Ventapane, Napels, ± 1840 (bruikleen) *
Jean Baptiste Vuillaume, Parijs, ± 1845 (bruikleen)
Jean Baptiste Vuillaume, Parijs, ± 1850 (aankoop)
(barokstrijkstok)
André Klaassen, Zutphen, 21e eeuw (geschenk)
Louis Emilio Rodriguez Carrington, Den Haag, 2022 (aankoop)
(vioolstrijkstok)
Télesphore Amable Barbé, Parijs, 1890 (aankoop)
Conrad Gotz, Duitsland, 20e eeuw (geschenk)
François Lotte, Mirecourt, 20e eeuw (geschenk)
Karel van der Meer, Amsterdam, 20e eeuw (geschenk)
Franz Albert Nürnberger, Markneukirchen, 19e eeuw (geschenk)
François Peccatte, Parijs, 19e eeuw (geschenk)
Hermann Richard Pfretzschner, Markneukirchen, 20e eeuw (geschenk)
Hermann Wilhelm Prell, Markneukirchen, 20e eeuw (geschenk) Tourte ‘frères’, Parijs, ± 1790 (aankoop) ***
(cellostrijkstok)
W.E. Hill & Sons, Londen, bouwjaar onbekend (legaat)
(vleugel)
Bechstein, Berlijn, 1887 (geschenk)
Bösendorfer, Wenen, 1976 (legaat)
Sebastien Erard, Londen, 1858 (geschenk) **** Steinway & Sons, Hamburg, 1914 (geschenk)
* Collectie Jumpstart-Sparey: lees meer op pagina 51
Lees meer op pagina 21
Lees meer op pagina 62
Lees meer op pagina 30
De Zomer-viool
Frits: ‘Wat absoluut niet ongenoemd mag blijven, is de aankoop van de G.B. Guadagnini-viool die in bruikleen is gegeven aan Carla Leurs. Het is de meest kostbare viool die het NMF ooit heeft aangekocht. Deze aankoop is mogelijk gemaakt door de nalatenschap van Hans Zomer. We hebben deze Guadagniniviool daarom omgedoopt tot Zomer-viool.’
Het selectietraject van deze viool nam ruim een halfjaar in beslag. Benieuwd naar de zoektocht van Carla Leurs? Luister de podcast De Instrumentenkamer via de reguliere podcastplatforms of kijk op www.muziekinstrumentenfonds.nl.
Waarom zou je je als musicus houden bij klassieke muziek als er nog zo veel andere mooie disciplines zijn? Pieter, Merel en Job kijken graag verder dan het klassieke muziek genre, en met succes. ‘Het is leuk om dingen te bedenken die er nog niet waren.’
genresVERBINDEN
JOB GREUTER (25, CELLIST) BRENGT MUZIEK EN THEATER SAMEN.
greuter JOB
‘Ik ben niet zo goed in één ding perfect doen’
‘Ook al studeerde ik cello aan het conservatorium, ik zag mezelf eigenlijk nooit als klassiek musicus. Het was ook niet mijn doel om dat te worden. Dat was vrij vreemd in die omgeving, maar docenten vonden het ook leuk. Ik noem mezelf muziektheatermaker en performer. Als kind al had ik een fascinatie voor musical. Een verhaal vertellen aan een zaal vol mensen met beelden, dialogen, een lied, een choreografie of opzwepende muziek – dat vond ik magisch. Toen was die liefde nog gescheiden van mijn liefde voor de cello. Pas later besefte ik dat dit helemaal geen twee sporen hoeven te zijn.’
IDENTITEIT
‘Inmiddels heb ik mijn eerste eigen voorstelling, zonder cello, bij de Stichting MusicalMakers. A kind of Odyssey is een zoektocht naar identiteit. Een reis door mijn fantasie, geïnspireerd op het werk van mijn muzikale voorbeelden. Ook heb ik de arrange menten voor een muzikale familievoorstelling gemaakt, Het groene meisje. Daarin sta ik ook als performer en speel ik cello. Ik houd ervan om met verschillende disciplines bezig te zijn en te kijken hoe ik dingen kan verbinden. Ik ben niet zo goed in één ding perfect doen, ik wil altijd op zoek naar nieuwe mogelijkheden.’
PRIKKELARM
‘Op dit moment werk ik aan een nieuw project: een theatraal concert voor mensen met overgevoelig heid voor geluid, Metamoorfose. Mijn vader is pianist en heeft zowel tinnitus als hyperacusis (overgevoe ligheid voor geluid, red.). Daardoor kan hij niet meer spelen en zelfs muziek luisteren lukt niet meer.
Dat hij is afgesneden van zijn grote passie is zwaar voor hem en zo kwam ik op dit idee. Het wordt een prikkelarme voorstelling met monologen en een kamerkoor, op een heel lage geluidssterkte.
De muziek bevat minder lagen, maar is toch dynamisch. Of mijn vader komt kijken? Jazeker, hij heeft al een kaartje!’
MEREL VERCAMMEN (33, VIOLIST) BEDACHT EEN FESTIVAL OP HET SNIJVLAK
VAN MUZIEK EN WETENSCHAP.
Instrumenten van het NMF: viool (Jean Baptiste Vuillaume, 1845) en strijkstok (Nürnberger, 19e eeuw)
EN
WE OP EEN
vercammen MEREL
‘Het heeft meerwaarde over de muren van kunst heen te kijken’
‘Op de middelbare school twijfelde ik wat ik later wilde worden, musicus of wetenschapper. Ik kon niet kiezen, dus ging ik viool studeren aan het conservatorium en wiskunde aan de universiteit. Die twee studies bleken een sterke combinatie. Wetenschappers moeten een groot creatief vermogen hebben om op nieuwe ideeën te komen. En door het analytische van de wiskunde ging ik complexe muziek beter begrijpen.’
WILDE PLANNEN
‘Toen ik studeerde aan het Royal College of Music in Londen liep ik elke dag over Exhibition Road. Ik kwam langs het Natural History Museum, het Science Museum, een technische universiteit én langs de Royal Albert Hall, de beroemde muziekzaal. Ik dacht opeens: waarom doen die instituten nooit iets samen? Ik maakte wilde plannen, maar pas toen ik terug was in Nederland kregen die vorm. Dit jaar vond het eerste SNAAR Festival plaats dat muziek en wetenschap op een toegankelijke manier laat samensmelten. Zo was er een voorstelling rond muzikaliteit en erfelijkheid met popduo Clean Pete, de tweeling Loes en Renée Wijnhoven. Hoogleraar Henkjan Honing vertelde over muzikaliteit bij dieren. Verder waren veel voorstellingen interactief en bezoekers konden zelftesten en proefjes doen. Het artistieke hoogtepunt voor mijzelf was een miniopera van de jonge componist Mathilde Wantenaar over de invloed en het leven van Einstein, en waarin ik ook meespeelde.’
INSPIRATIEBRON
‘Het festival was een groot succes. Alle zalen zaten vol en ik zag alleen maar blije gezichten. Ik ben van plan om over twee jaar weer een SNAAR Festival te organiseren. Ik hoop dat het een inspiratiebron voor anderen kan zijn. Ik wil laten zien dat het meer waarde heeft om over de muren van de kunst heen te kijken. Voor mij kwam hier alles samen. Het was hartverwarmend te zien dat anderen het ook leuk vonden!’
de graaf
‘Ik begon al jong met piano. Ik ging op les en speelde vooral klassiek. Op mijn zestiende besloot ik dat ik jazz wilde gaan studeren aan het conservatorium. Daarnaast speelde ik in steeds meer bands en had een eigen jazztrio. Zo rolde ik vanzelf het professionele leven in. Ik belandde bij The Kyteman Orchestra en speelde bij Wouter Hamel. We toerden de hele wereld over en sliepen in de duurste hotels, toch was ik niet gelukkig. Ik miste het creatieve aspect, mijn leven draaide alleen maar om presteren. De noten die ik speelde zeiden me helemaal niets meer.’
BURN-OUT
‘Toen ik met Wouter Hamel in Japan was, viel opeens het kwartje: ik wilde dit niet meer en ben rigoureus gestopt. Door de spanning in mijn lijf had ik RSI ontwikkeld. Ik had altijd pijn in mijn nek, schouders en handen. Dat werd pas minder toen ik met alles stopte. Vanaf dat moment ben ik helemaal opnieuw begonnen. Ik had een soort muzikale burn-out en moest mezelf opnieuw uitvinden. Aan mijn piano speelde ik net zo lang losse noten tot ik ze echt voelde. Zo ontstonden uiteindelijk weer melodieën. Ik speel nu geen klassiek of jazz meer, maar ga alle kanten op. Van minimalistisch tot experimenteel en elektronisch. Dat ik niet meer in stijlen hoef te denken en onafhankelijk ben, maakt me ontzettend gelukkig.’
MENSEN RAKEN
‘Mijn muziek wordt neoklassiek genoemd. Prima, maar muziek is voor mij muziek. Het mooist is als ik mensen daarmee kan raken. Ik heb inmiddels twee platen uitgebracht en ben bezig met een nieuw album dat volgend jaar verschijnt. Ik kan alvast verklappen: daarop staat nog geen noot normale piano, het wordt iets heel anders. Daarna wil ik me meer gaan richten op componeren. Voor een klassiek orkest, maar dan wel op de grens van wat gebruikelijk is. Nieuwe dingen ontwikkelen, dat vind ik het allerleukst.’
NIEUWE DINGEN ONTWIKKELEN VIND IK HET
‘Ik denk niet meer in stijlen, dat maakt me ontzettend gelukkig’
PIETER DE GRAAF (41, PIANIST) LAAT ZICH NIET INPERKEN DOOR BEGRENZINGEN VAN EEN STIJL.
Instrument van het NMF: vleugel (Blüthner, 1971)
matangiEIGENZINNIG
Tekst: Kim van der Meulen Fotografie: Lars van den Brink Kunstwerk: Deltawerk // Locatie: Waterloopbos, Natuurmonumenten Kunstenaars: RAAAF | Atelier de Lyon Musici: Arno van der Vuurst, Karsten Kleijer, Maria-Paula Majoor en Daniel Torrico Menacho (v.l.n.r.)
HET KWARTET
Het Matangi Quartet werd opgericht in 1999 en staat bekend om zijn eigenzinnige repertoire. Het strijkkwartet speelt zowel klassiek als jazz en van pop tot dance. De musici werkten samen met klassieke topmusici Maarten Koningsberger en Paolo Giacometti, cabaretiers Herman van Veen en Youp van ’t Hek, jazztrompettist Eric Vloeimans en jazzvocalisten Mathilde Santing en Ruben Hein. Het ensemble speelde op uiteenlopende festivals waaronder het Orlando Festival en North Sea Jazz. Ze brengen hun eigen cd’s uit en organiseren jaarlijks hun eigen (Un)heard Festival in Den Haag.
De musici van het Matangi Quartet zijn goed op elkaar ingespeeld: al 23 jaar staan ze op concertpodia en festivals over de hele wereld. Wat is het geheim van hun harmonieuze samenwerking? ‘We wisten meteen: we hebben iets bijzonders te pakken.’
Altviolist Karsten Kleijer (45) kan zich de eerste keer dat hij samenspeelde met zijn kwartetgenoten – destijds ook studenten aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag – nog goed herinneren. Hij had er een hard hoofd in, tot de eerste noten klonken. ‘Maria-Paula, onze eerste violiste en inmiddels mijn vrouw, had mij en twee medestudenten gevraagd haar te begeleiden tijdens haar eindexamen aan het conservatorium,’ vertelt hij. ‘De anderen, Daniel en Nander, kende ik niet. Maar toen ik op de repetitie aankwam, herkende ik Daniel van een schnabbel. Ik vond hem echt een haantje. Dat gaat een korte samenwerking worden, dacht ik. Tot we gingen spelen. Er gebeurde iets wat ik nog niet bij andere ensembles had gevoeld. Ik wist meteen: we hebben iets bijzonders te pakken.’ Dat vonden de anderen gelukkig ook. ‘Het was meteen raak,’ herinnert Maria-Paula Majoor (44) zich.
‘Toen we het eerste deel van Beethovens Op. 18/4 hadden doorgeworsteld, keken we elkaar aan met het gevoel dat er iets moois was gebeurd.’
SAMENWONEN
Ze gaven zich meteen op voor een zomercursus door leden van het wereldberoemde Amadeus Quartet. ‘We moesten een cassettebandje opsturen zodat ze konden horen of we het juiste niveau hadden,’ zegt tweede violist Daniel Torrico Menacho (43). ‘Dat hadden we!’ Toen ze kort daarna gevraagd werden om auditie te doen voor de Nederlandse Strijkkwartet Academie besloten ze definitief te kiezen voor hun kwartet. ‘Dat was spannend,’ zegt Karsten, ‘want voor die intensieve tweejarige opleiding moesten we alle vier onze conservatoriumstudie stopzetten. De eerste grote beslissing die we samen namen.’ Daniel vult aan: ‘We zijn zelfs in één huis gaan wonen, vlak bij onze huidige studio in Den Haag. Daar hadden we een aparte repetitiekamer, waar we vaak al om zeven uur ’s ochtends of nog om elf uur ’s avonds zaten te repeteren. In die tijd hebben we elkaar heel goed leren kennen.’
ZIT EEN VANZELFSPREKENDHEID
ONZE RELATIE
Zolang we kunnen groeien, blijft het interessant’
OUD EN NIEUW
Drie instrumenten van het Matangi Quartet zijn eeuwen oud. Karsten Kleijer speelt op een 18e-eeuwse altviool. Daniel Torrico Menacho bespeelt een Rombouts-viool uit dezelfde tijd. De Hendrik Jacobs-viool die Maria-Paula Majoor in bruikleen heeft van het NMF dateert uit 1690. De cello van Arno van der Vuurst, ook ter beschikking gesteld door het NMF, is in 2005 gebouwd door Jaap Bolink. ‘Dat gaat prima samen,’ zegt Arno. ‘Deze cello kwam vrij en was precies wat ik nodig had: een mooi instrument met een goede bas.’
BLIJVEN VERRASSEN
Het kwartet, sinds 2006 met cellist Arno van der Vuurst (43) in plaats van Nander Cirkel, maakte sindsdien furore met een bewerking van Canto Ostinato voor strijkkwartet. De groep speelde op talloze festivals en won Edisons voor samenwerkingen met Ralph Rousseau, Tania Kross, Martin Fondse en Eric Vloeimans. Die afwisseling is een van de redenen dat het samenspelen nooit verveelt, verklaart Arno. ‘Laatst speelden we op zaterdagavond op het Scheveningse strand met Jungle by Night en op zondagochtend in een Gelders kerkje met Carel Kraayenhof. De energie van het ene concert neem je mee naar het andere. Je moet elkaar blijven verrassen. Zolang er mogelijkheden zijn om te groeien, blijft het interessant. Ik heb weleens gedacht: misschien moet ik wat anders gaan doen. Maar er zit nog steeds zoveel potentie in dat ik dit kwartet niet kan laten gaan.’
Na jaren samenspelen weet je precies wat je aan elkaar hebt, vult Karsten aan.
‘Over sommige technische dingen, zoals intonatie of naar een bepaald punt toe spelen, hoeven we het niet eens meer te hebben. Je kunt ons om vier uur ’s nachts wakker maken, dan spelen we zo een Beethovenkwartet.’
HET NMF EN NATUURMONUMENTEN
Natuurmonumenten en het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds werken al lange tijd samen. Om het jaar organise ren ze het NMF Kamermuziek festival bij Natuurmonumenten. Het Waterloopbos in Flevoland is sinds het begin een van de bijzondere locaties van dit festival. Vorig jaar liepen de bezoekers in de schemer langs de waterwerken met korte concerten. Op 6, 7 en 8 oktober 2023 vindt de vierde editie van het festival plaats.
BLIND VERTROUWEN
Een blik of beweging is vaak genoeg om elkaar te begrijpen, beaamt Arno. ‘In het begin bespraken we tijdens repetities nog precies wat we op welk moment gingen doen,’ zegt hij. ‘Nu zeggen we: zo gaan we het doen, we zien elkaar on stage. Dat vertrouwen is er. Ik hoef niet eens naar Karsten te kijken; ik vóél dat hij iets gaat doen. En als ik Maria-Paula iets naar voren zie leunen, weet ik dat er iets gaat gebeuren en we alert moeten zijn.’ Maria-Paula neemt graag het voortouw. ‘Ik loop altijd over van de ideeën en word gauw enthousiast om samen weer iets nieuws aan te pakken.’ Toch is niemand de baas, de meerderheid bepaalt. ‘Vroeger zeiden we nog weleens tegen elkaar: wat een belachelijk idee om die noot op een andere manier te spelen. Nu proberen we het gewoon,’ aldus Daniel. ‘Dat scheelt weer vijf minuten discussie en je hoort meteen of het werkt of niet.’ Arno valt hem bij: ‘We hebben geleerd elkaar positieve kritiek te geven, dat is enorm waardevol.’
180.000 UUR SAMEN
Het gevoel dat ze samen sterk staan, krijgt Arno vooral als er iets nieuws ontstaat op het podium. Als niet elke noot vooraf besproken is, maar er ruimte is voor verrassingen. ‘Op zulke momenten denk ik: dit doen we toch maar mooi met z’n vieren,’ zegt hij. Herkenbaar, vindt Daniel. ‘Het moment laten bepalen is veel spannender. Voor ons, maar ook voor het publiek. Dat durven we alleen dankzij die 180.000 uur die we met elkaar hebben gemaakt.’ De musici kunnen goed met elkaar opschieten, maar proberen werk en privé wel te scheiden. Voor zover dat lukt, natuurlijk. ‘Maria-Paula en ik praten thuis natuurlijk ook weleens over het kwartet,’ zegt Karsten. ‘Dat is niet erg, ik zou het missen als we er niet over zouden praten. Na een concert in het buitenland hangen ze graag een avondje met elkaar in de kroeg, zegt Karsten. ‘We kunnen samen echt tot tranen toe lachen.’ Heel erg belangrijk, vindt ook Maria-Paula: ‘Soms voel je je één omdat je tijdens het spelen helemaal opgaat in het geheel. Maar ook tijdens een gezellig kwartetetentje, als we zo ontzettend hard moeten lachen, kan ik die verbondenheid met elkaar enorm voelen.’
DROMEN
Ruziemaken kunnen ze ook, maar dat duurt nooit lang, zegt Arno: ‘Het is net als met een relatie. Eerst vind je elkaar helemaal geweldig, dan ontdek je ook dingen die je minder prettig vindt en dan besluit je die voor lief te nemen, omdat er zoveel moois is.’ Karsten: 'Er zit een vanzelfsprekendheid in onze relatie.’ Aan stoppen denken de musici nog lang niet: daarvoor zijn er nog te veel dromen. ‘We zijn eigen muziek aan het componeren voor ons 25-jarig jubileum, heel spannend,’ zegt Daniel. ‘We gaan liedjes schrijven met Ruben Hein en doen pogingen om zelf teksten te schrijven,’ licht Karsten toe. ‘Het zou leuk zijn als we ons daar nog comfortabeler in gaan voelen.’ Maria-Paula’s aanvankelijke droom om in alle grote zalen te spelen heeft plaatsgemaakt voor een andere: ‘Ik voel dat we ons na al die jaren nog steeds enorm kunnen ontwikkelen als kwartet,’ zegt ze. ‘Mijn droom is nu dat dat nooit zal ophouden.’
OP ZULKE MOMENTEN DENK IK: DIT DOEN WE TOCH MAAR MOOI MET Z'N VIEREN’
SNIJDER OVER DE NALATENSCHAP VAN ZIJN ECHTGENOOT HANS ZOMER
DONATEUR IN BEELD
Tekst: Wieke Ringeling
Fotografie: Jeroen Dietz
GERT SNIJDER
‘Dit schilderij heb ik ooit van Hans (bas-bariton- en oratoriumzanger Hans Zomer, red.) gemaakt. Al lang geleden hoor, toen was hij nog niet grijs, haha. Hij is altijd heel blij geweest met het schilderij omdat hij zichzelf er echt in herkende. Toen ik Hans ongeveer zestig jaar geleden leerde kennen, was hij nog geen zanger. Hij had allerlei baantjes, maar had zijn passie nog niet gevonden. Tot hij op een dag ineens de kamer binnenliep en zei: Ik weet het, ik word zanger. Hij nam zanglessen, rolde al snel het wereldje in en een prachtige carrière volgde. Hans kreeg van huis uit klassieke muziek met de paplepel ingegoten. Bij mij thuis was dat anders, ik heb het echt door Hans leren kennen. Klassieke muziek is onze gezamenlijke liefde geworden. Er was altijd muziek bij ons thuis, de platenspeler stond aan of we luisterden naar de radio en deden een wedstrijdje ‘‘componisten raden’’. Ook organiseerde Hans graag concerten bij ons thuis om jonge talentvolle musici een podium te bieden. We nodigden dan vrienden en kennissen uit en na afloop vroegen we iedereen te doneren. Hans vond het standaard te weinig en deed er dan nog iets extra’s in. Dat was Hans ten voeten uit, hij was ontzettend beminnelijk. Hij vond het heel belangrijk om jonge talenten een kans te geven zich te ontwikkelen. De keuze om een bedrag na te laten aan het Nationaal Muziek instrumenten Fonds was voor hem dan ook evident. Vorig jaar is Hans overleden en dankzij zijn nalatenschap heeft het NMF een bijzondere Guadagnini-viool kunnen aankopen voor Carla Leurs. Ter nagedachtenis aan Hans noemen ze die de Zomer-viool. Mooi hè?’ Lees meer over nalaten op pagina 74.
groothart’ MENSEN HEBBEN EEN
Onder de naam Doorspelen verzamelde het NMF muziekinstrumenten speciaal voor Oekraïense vluchtelingen. Inmiddels worden tientallen instrumenten bespeeld door gevluchte amateurmusici. Projectleider Ben Cartens: ‘Hun muziekhobby kan vluchtelingen helpen hun ervaringen te verwerken.’
Tekst: Yolande Verheyen Column: Elle van Rijn
OEKRAÏNE-ACTIE
ZIJ KUNNEN DOORSPELEN
De in Nederland woonachtige pianiste Anna Fedorova, zelf afkomstig uit Oekraïne, kwam op het idee voor een inzame lingsactie van instrumenten voor haar gevluchte landgeno ten. De actie kreeg direct steun van Podium Witteman (NTR), NPO Radio 4 en The Strad Magazine en Het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. Het Prins Bernhard Cultuur fonds schonk een geldbedrag.
• Anastasia (19) deed met de viool die ze via Margriet Vroomans kreeg auditie voor het conservatorium in Tilburg en begon in september haar studie.
• Maria (11) kreeg, na een oproep van het NMF in het radioprogramma De ochtend van 4, een bandura, een Oekraïense harp, in bruikleen van een dame uit Zwolle.
• Angelika (7) is blij dat ze nu naar school gaat want op de locatie waar ze verblijft, zijn helaas weinig voorzieningen voor kinderen. Ze is zielsgeluk kig met haar accordeon.
• Maria (47) kreeg een hobo die door een houtblaas specialist kosteloos voor het NMF werd gerepareerd. Haar instrument was achtergeble ven in de concertzaal waaraan zij was verbonden.
• Yuri (18) heeft autisme en had in zijn thuisland veel houvast aan het spelen op zijn saxofoon. Hij is ontzettend blij met de saxofoon die het NMF hem kon geven via Muziek vereniging Harmonie Amicitia uit IJsselstein.
en kleine 200 instrumenten ontving het Nationaal Muziek instrumenten Fonds na de eerste oproep. Voor het NMF, gespecialiseerd in hoogwaardige instrumenten voor professionele musici, reiken de ambities voor dit Oekraïne-project iets minder hoog. Desalniettemin wordt er kritisch gekeken naar de kwaliteit van gedoneerde instrumenten. ‘Instrumenten die misschien halfvergeten op zolder lagen, krijgen een tweede leven en schenken vluchtelingen geluk en bevrediging,’ ziet projectleider Ben Cartens. ‘Hun muziekhobby kan vluchtelingen helpen hun ervaringen te verwerken. Het heilzame effect van samen muziek maken is overduidelijk. Hun leven krijgt weer een doel en regelmaat, nieuwe vriendschappen groeien.’
OEKRAÏENSE VOLKSMUZIEK
Matches worden zorgvuldig tot stand gebracht. ‘Dat zijn we aan de genero siteit van onze schenkers verplicht,’ aldus Cartens. Hij brengt vaak zelf een instrument naar een nieuwe eigenaar. Taalproblemen, bureaucratische verwarring en logistieke puzzels maken een schijnbaar simpele overhandiging soms tot een onvoorspelbare ontdekkingsreis. Hij ziet blijdschap, verwon dering, ontroering, ongeloof en soms ook gêne over zo'n mooi geschenk waarvoor geen tegenprestatie wordt verwacht. Instrumenten, en vaak ook hijzelf, worden innig omhelsd. ‘Het moment dat een instrument voor het eerst ter hand wordt genomen, is emotioneel. Meestal wordt als eerste een Oekraïens stuk volksmuziek gespeeld, soms begeleid door zang en dans van andere Oekraïense vluchtelingen.’ De verhalen van de schenkers zijn van een andere orde, maar ook indrukwekkend. Bijzondere levensverhalen die draaien om de rol van muziek en dierbare instrumenten. ‘Wat zou mijn grootvader trots zijn geweest als hij hoorde dat zijn cello een tweede leven krijgt,’ hoorde Cartens. En: ‘Ik hoop dat de volgende bespeler er net zo gelukkig mee wordt als ik was.’
VOOR ALLE VLUCHTELINGEN
Aanleiding voor het project Doorspelen was de oorlog in Oekraïne. Inmiddels is het initiatief breder getrokken en met nadruk bedoeld voor álle vluchtelingen. Zo maakte het NMF onlangs een Syrische jongen blij met een darboeka, een Arabische trommel. Cartens deed een oproep op Radio 4 en een halfuur na de uitzending werd hij gemaild door iemand die een dergelijk slaginstrument graag wilde doneren. Ook zeggen donateurs spontaan dat het instrument wat hen betreft ook naar een Nederlandse muzikant mag gaan, die er het geld niet voor heeft. Cartens: ‘Sinds ik dit werk doe, is mijn mensbeeld er rooskleuriger op geworden. Schenkers willen vooral dat anderen heel gelukkig zijn met het instrument. Een mooi, helder criterium.’
• Luba (63) was accordeon docente aan een muziekschool in de Donbas. Toen ze een fraaie Italiaanse accordeon kreeg, begon Luba er direct op te spelen. Haar dochter zei dat ze haar moeder 'van voor de oorlog' weer terugzag.
• Varvara (10) zag haar hartenwens vervuld met de akoestische gitaar van schen ker Vincent. Hij kocht er nog een capo (snaarklem) bij en liet een kleine reparatie uitvoeren.
• Rostik (14) vluchtte met zijn moeder en oma naar Neder land. Met zijn Harvey Bentonelektrische gitaar speelt hij even de zorgen van zich af en droomt met zijn bandleden over betere tijden.
• Valerii (72) is dolgelukkig met zijn mooie Italiaanse accordeon. Met zijn familie leden ging hij speciaal in vol ornaat, in Oekraïense kleder dracht, op de foto.
• Natalia (47), altvioliste van het Kyiv Chamber Orchestra en het National Philharmonic of Ukraine, miste een goede strijkstok. Toen altvioliste Marie-Louise de Jong van het Dudok Quartet Amsterdam dat hoorde, gaf zij haar reserve stok aan Natalia in bruikleen.
• Zakhar (16) kreeg via het NMF een goede digitale piano waarmee hij zijn emoties nu kan uitdrukken in woeste improvisaties of nostalgische composities.
Het project Doorspelen is mede mogelijk gemaakt door:
DE TAAL DIE IEDEREEN SPREEKT
De oorlog in Oekraïne was uitgebroken en we wilden helpen. Natuurlijk wilden we helpen. Via via kwamen we in contact met een groep vrijwilligers en na een paar dagen belden ze: ‘We denken dat we mensen hebben gevonden die goed bij jullie passen. Een moeder en een dochter, beiden musicus. Jij hebt ook een creatief beroep, toch?’ Dat klopt, ik ben schrijver en acteur, en het voelde goed dat moeder Maria (47) en dochter Anastasia (19) uit Zaporizja ook creatieve mensen waren. Bij aankomst waren we bijna net zo zenuwachtig als zij. Moeder Maria sprak gebrekkig Engels, haar dochter geen woord. Gelukkig was Maria erg expressief, waardoor we toch aardig goed konden communiceren. Het klikte. Je denkt dan misschien: mooi, dat is gelukt. Maar dan begint het. Er moest van alles geregeld worden. Ook kwam ik erachter dat de bedoelingen in ons land weliswaar goed zijn, maar dat de bureaucratie het vreselijk complex maakt. Ondertussen kampten zij met zorgen over hun familie en vrienden, met verdriet en angst. Echter, steeds als het om muziek ging, ontmoetten we mensen met dezelfde passie, en verliep het allemaal gemakkelijker. Mensen werkten mee, boden spontaan aan te helpen en er gingen deuren open. Ze werden uitgenodigd voor klassieke concerten en Anastasia vond een dwarsfluitlerares die haar gratis lessen
gaf. Een docent aan het conservatorium in Tilburg zag haar talent en zette zich voor haar in. Ondertussen zochten we naar een hobo, omdat Maria haar instrument had moeten achterlaten in het theater waaraan ze was verbonden in Oekraïne. Iemand tipte me contact op te nemen met het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds. Binnen korte tijd regelde het fonds een hobo voor Maria en een piano voor een andere vluchteling. Aan een ander Oekraïens meisje bij ons in de buurt werd een viool geschonken. Met zijn allen hebben we een leuke benefietmiddag georganiseerd, waarin gespeeld en gezongen werd. De opbrengst was bestemd voor een intensieve Engelse cursus en een nieuwe dwarsfluit voor Anastasia, voor haar opleiding aan het conservatorium. Na drieënhalve maand vertrokken Maria en Anastasia naar Tilburg. Gemakkelijk is het niet: ze wonen in een vluchtelingencentrum en de toekomst is onzeker, maar de muziek geeft een doel en biedt troost. Het is een taal die iedereen spreekt, die voor verbinding en liefde zorgt.
Elle van Rijn
Elle van Rijn is auteur, actrice en columniste. In het voorjaar nam ze een Oekraïense moeder en dochter op in haar gezin.
Met zijn allen hebben we een leuke benefietmiddag georganiseerd, waarin werd gespeeld en gezongen’
‘
Een grote doelgroep van het NMF is daar mee de startende professionele musicus. De jonge talenten en ervaren professionals bedient het NMF ook. Bekijk alle NMF-musici op de website.
DONATEUR IN BEELD
PAUL OTTEN‘Mijn moeder speelde cello. Niet als professioneel musicus hoor, maar ze zat wel in orkesten en trad regelmatig op. Haar drie zussen speelden ook: dwarsfluit, viool en piano. Ze maakten vaak samen muziek. Mooie herinneringen zijn dat. Dat muzikale hadden ze van hun grootmoeder, die viool speelde. De vader van die grootmoeder was trouwens kunstschilder Menso Kamerlingh Onnes. Een artistieke familie dus. In de memoires van de grootmoeder van mijn moeder is te lezen dat ze meerdere keren samen met Albert Einstein en Paul Ehrenfest viool heeft gespeeld. Die waren toen op bezoek bij haar oom: Heike Kamerlingh Onnes, de natuurkundige die de Nobelprijs heeft gewonnen. Dat vind ik een mooie anekdote. Mijn moeder heeft die cello jarenlang gehad. Die was hier en daar al wat afgebladderd en niet bijzonder genoeg om aan het NMF te schenken. Maar ze liet wel een legaat aan het NMF na. Een flink bedrag. Toen ik werd gebeld met de vraag wat ik ervan vond dat het geld zou worden aangewend voor de aankoop van een strijkstok, was ik in eerste instantie een beetje verbaasd. Ik had verwacht dat het bedrag toch wel hoog genoeg zou zijn om er een volledig instrument van te kopen. Maar toen ik hoorde dat het om een uniek exemplaar van meer dan twee eeuwen oud ging en dat de bekende violiste Maria Milstein die in bruikleen zou krijgen, wist ik meteen dat mijn moeder daar ook heel blij mee zou zijn geweest.’ Lees meer over nalaten op pagina 74.
PAUL OTTEN OVER HET LEGAAT VAN ZIJN MOEDER
Tekst: Menno de Boer Fotografie: Jeroen DietzFrits Schutte, hoofd collectie: ‘Goede vraag! Het liefst besteden we elke binnengekomen euro natuurlijk zo snel mogelijk aan de doelstelling: de aankoop van instrumenten. Het lijkt misschien simpel, maar er komt aardig wat kijken bij de aankoop van een instrument. Het zoeken van het instrument dat écht bij een musicus past, kost nu eenmaal tijd en we bewandelen vaak meerdere wegen. Vanzelfsprekend kijken we altijd eerst of we een geschikt instrument in onze huidige collectie hebben. Soms kopen we een instrument aan voor een musicus en in bepaalde situaties laten we zelfs een exemplaar maken bij een gespecialiseerde instrumentenbouwer. Omdat het om aanzienlijke bedragen gaat, gaan we niet over één nacht ijs. We doen uitgebreide research naar de echtheid, herkomst en staat van het instrument voordat we iets aankopen. Ook laten we een musicus veel uitproberen en doen uitgebreide klanktesten onder leiding van het NMF met topmusici die ons adviseren over het beoogde instrument. Het is een delicaat proces dat veel tijd in beslag neemt, waarbij we zeker willen zijn van een perfecte match tussen musicus en het instrument. En als de perfecte match zich eenmaal heeft aangediend, is het noodzakelijk dat we genoeg reserves hebben om meteen te kunnen aankopen.’
INSTRUMENT OP MAAT
‘Ook als we een instrument op maat laten maken, pakken we dat zorgvuldig aan. Ik weet nog dat Remy van Kesteren op zoek was naar een harp met meer mogelijkheden. De harp die hij zocht bleek niet te bestaan. Na een uitgebreid voor traject gaven we de Italiaanse harpfabriek Salvi opdracht een totaal nieuw soort harp te ontwikkelen. Dat leidde tot de bouw van de grootste harp ter wereld, met twee extra snaren (49 in totaal). Bovendien is het een elektroakoestisch instru ment met een compleet nieuw ontwikkeld dempings systeem. Dat was echt een innovatief proces. Maar ook een proces dat veel tijd kostte. Zo’n vier jaar nadat Remy ons benaderde, konden we hem deze bijzondere harp over handigen. Hij moest even geduld hebben, maar hij heeft nu wel een uniek instrument waardoor hij zich muzikaal verder kan ontwikke len. En daar doen we het natuurlijk voor!’
GEEN GEMAKKELIJKE ZOEKTOCHT
‘Het gebeurt ook dat we jarenlang op zoek zijn naar een geschikt instrument. Een goed voorbeeld is de contrabas die Rick Stotijn nodig heeft. Hij voert regelmatig de bas groep aan in internationale top orkesten. Ook speelt hij met gerenommeerde kamermuziekensembles en treedt hij als solist op. Omdat hij de hele wereld rondreist, is hij op zoek naar een wat kleinere bas die echter ook in grote zalen goed tot zijn recht komt. Geen gemakkelijke zoektocht. Extra uitdaging is dat een contrabas heel groot, zwaar en kwetsbaar is, waardoor het vaak kostbaar is om hem vanuit het buitenland naar Nederland te krijgen alleen voor een luistertest. Op een gegeven moment hadden we dan toch een bas gevonden waar Rick meteen verliefd op werd. Toen we als NMF de vraagprijs boden, verhoogde de verkoper helaas de prijs ineens flink. Grote kans dat er een andere kaper op de kust was. Die aankoop ging dus niet door. Misschien vinden we morgen een vergelijkbare bas die Rick inspireert en naar nieuwe hoogten brengt, maar het zou ook nog jaren kunnen duren. Eén ding is zeker: onze zoektocht stopt pas als we een instrument vinden dat helemaal aansluit bij de wensen van Rick.’
‘HET KLINKT MEER ALS
plóng dan
Ook onder moderne pianisten groeit de belangstelling voor oude instrumenten. Hannes Minnaar bespeelt sinds kort een honderdzeventig jaar oude Erard. Met pianotechnicus Bart Houtgraaf gaat hij de komende jaren op zoek naar de geheimen die het instrument kan onthullen over de 19e-eeuwse klank. ‘Ik wil graag weten welke tonen Chopin, Brahms en Schumann in hun achterhoofd hoorden.’
Als yin en yang omhelzen beide vleugels elkaar in de studeerkamer van pianist Hannes Minnaar: kleinkind Yamaha vlijt zich zwartglanzend in de schoot van de ruim anderhalve eeuw oudere Erard. Woeste beginnoten uit Chopins Eerste Pianoconcert. ‘Het klinkt meer als plóng dan tàng,’ zegt Minnaar. Zo’n drie maanden staat de Erard hier nu. De wittebroodsweken zijn nog niet voorbij: instrument en musicus zijn elkaar nog volop aan het ontdekken. De eerste helft van het jaar stond voor Minnaar in het teken van zijn onlangs verschenen album met de Preludes en Fuga’s van Dmitri Sjostakovitsj en die vertolk je nu eenmaal op een moderne vleugel. Maar dit najaar buigt hij zich over de Préludes van Chopin, geschreven voor een 19e-eeuwse piano. ‘Chopin bespeelde zowel een Erard als een Pleyel,’ vertelt pianotechnicus en stemmer Bart Houtgraaf van het Haarlemse Andriessen, die de vleugel onderhoudt. ‘Wanneer Chopin zich niet lekker voelde, nam hij plaats achter een Erard, want die leverde altijd. Het mechaniek ervan werd niet voor niets de standaard voor de vleugels van nu.’
VERRIJKING
Minnaars fascinatie voor oude vleugels ontstond ruim tien jaar geleden toen hij de pianoconcerten van Chopin hoorde uitgevoerd op een Erard. ‘Hier moet ik meer van weten, dacht ik. Alleen was mijn ontwikkeling in een ander stadium: ik moest eerst ontdekken hoe zo’n moderne Steinway werkte. Dus hield ik het op afstand.’ Zijn belangstelling laaide weer op nadat pianist Daniel Barenboim een rechtsnarige vleugel liet ontwikkelen door bouwer Chris Maene. Dit principe uit de vroege pianobouw was verdrongen door Steinway, dat de snaren kruislings over elkaar heen spant binnen een gietijzeren frame. Minnaar laat op het oude instrument een passage horen. ‘Waar de Steinway
tàng’
HANNES MINNAAR (1984)
studeerde aan het Conservatorium in Amsterdam piano bij Jan Wijn en orgel bij Jacques van Oortmerssen. Zijn internationale doorbraak kwam twaalf jaar geleden met de derde prijs tijdens de Koningin Elisabeth Wedstrijd in Brussel. Samen met violiste Maria Milstein en cellist Gideon den Herder vormt Minnaar al achttien jaar het Van Baerle Trio.
wolkjes klank voortbrengt, doet het geluid van de Erard denken aan lijntjes. Maar dit was wel de toon die rondzong in de hoofden van componisten als Chopin, Brahms en Schumann. Dat vind ik belangrijk om te weten. Het fluisterzachte pianissimo van Steinway, die romigheid, ontbreekt. Dus dan wil ik ontdekken hoe je zulke passages hierop kunt vertolken.’ De Erard is niet beter of slechter dan een moderne vleugel, beaamt Houtgraaf, ‘maar gewoon anders. Dit instrument is een verrijking, een kans om een idee te krijgen van hoe de pianomuziek oorspronkelijk klonk in de 19e eeuw.’
ZWAARGEHAVEND
De vleugel waar Minnaar op speelt, werd gebouwd in Londen in 1858, het jaar waarin weduwe Camille Erard een concertvleugel schenkt aan de straatarme componist Richard Wagner. Hij noemt het instrument De Zwaan, vanwege de zachte en elegante toon. Wagner zal er zijn opera Tristan und Isolde op componeren. Minnaars vleugel belandt uiteindelijk bij het Nationaal Muziek instrumenten Fonds via de Enschedese restaurateur en verzamelaar Edwin Beunk, een pionier wiens grote collectie oude piano’s wereldwijd beroemd is. In 2004 koopt hij het instrument van fortepianist Stanley Hoogland voor zo’n vijfhonderd euro, want de vleugel is zwaargehavend en praktisch onbruikbaar. De zangbodem lag aan diggelen en er zaten scheuren in het stemblok. Beunk wist de vleugel weer tot leven te wekken en verkocht hem aan Nora Heilbron in Doetinchem, die hem onlangs aan het NMF schonk.
PERSOONLIJKHEID DOORGRONDEN
Pianist en stemmer maken zich nu op voor een zoektocht naar de klank en de geheimen van de vleugel. ‘Want elk instrument bezit een persoonlijkheid die je moet leren doorgronden,’ zegt Houtgraaf. ‘Ik kan me verliezen in dagdromen over wat zich rond zo’n klavier heeft afgespeeld. De oorlogen die het overleefde, de beroemdheden die het bespeelden en de historische figuren die ernaar luisterden. Maar het interesseert me vooral dat zo’n Erard zo ongelooflijk anders klinkt dan de piano’s van nu. De klank van een Erard is een soort levend erfgoed.’ Niet alleen oude exemplaren moet je leren kennen, beaamt Minnaar.
‘Als je een nieuwe Steinway mag uitzoeken, staat er een rij van zes die net uit de fabriek komen en ze klinken allemaal iets anders. Ik ken deze Erard nu al een stuk beter dan drie maanden terug, want toen was hij nog een vreemde voor me,’ vertelt de pianist. ‘Nu ga ik erachter zitten en voelt dat heel natuurlijk.’ Houtgraaf verheugt zich op de volgende stappen in het proces. ‘Straks kunnen we de diepte in gaan en kan ik de Erard aanpassen aan de wensen van Hannes. Soms vraagt een stuk om een ronder, warmer of helderder geluid. Dan kan ik de klank beïnvloeden door gaatjes te prikken in het vilt van de hamerkop, intoneren genoemd. Maar ook qua speelaard kan ik wat voor Hannes betekenen. Door de veren strakker te zetten bijvoorbeeld kan Hannes
Bart gebruikt voor het stemmen van de Erard speciaal gereedschap, zoals een stemkruk (linksboven) die is ontwikkeld voor oude vleugels. ‘Ik neem altijd deze koffer met al mijn gereedschap mee. Ik gebruik meestal maar 2%, maar ik ben graag voorbereid. Je weet nooit wat je tegenkomt en in wat voor een staat een instrument is.’
BART HOUTGRAAF (1991) is pianorestaurateur, stemmer en mede-eigenaar van Andriessen Piano’s en Vleugels in Haarlem. Hij ging naar de pianovakschool in Amsterdam en was daarna drie jaar lang elke maandag in de leer bij Edwin Beunk in Enschede. In die periode kwam Houtgraaf ook in het nieuws met de restauratie van een bijzondere Broadwoodtafelpiano uit het begin van de 19e eeuw.
gemakkelijker een toets snel achterelkaar spelen. Dus zowel op de klank als op het speelgevoel is veel invloed uit te oefenen. Om uit deze Erard te halen wat erin zit, moeten we het volmaakte mengsel zoeken van Hannes’ muzikaliteit en mijn technische kennis. Dan kunnen we de schoonheid van dit instrument ontsluieren.’
SAMENSPEL
Sommige pianisten en stemmers vormen een soort twee-eenheid. Dat geldt voor Minnaar in de meeste situaties niet. ‘Ik heb wel wat favorieten, maar er is bij concerten zelden budget voor een eigen stemmer. Zalen werken doorgaans met een plaatselijke stemmer, die het instrument ook in onderhoud heeft. Als dat vakkundig gebeurt, kan ik daar prima mee uit de voeten. Ik vraag ook nooit om al te extreme veranderingen, omdat ik weet dat een dag later een collega weer op de vleugel moet spelen.’ Bij cd-opnamen probeert Minnaar wel het uiterste uit een instrument te halen. ‘Niet alleen kan een opname oneindig vaak worden afgespeeld, ook staan de microfoons zo dichtbij dat je alles tot op microniveau hoort. De laatste jaren werk ik met opnames met Charles Rademaker, die ook mijn eigen Yamaha stemt. Dan speuren we samen naar de ideale klank. Bij de Preludes en fuga’s van Sjostakovitsj vroeg ik hem om een meer menselijke en minder afstandelijke klank. En dat lukt hem dan puur door zijn manier van stemmen. Ik vind het fantastisch hoe hij met minimale middelen zo’n groot effect kan bereiken. Te grote veranderingen vraag ik overi gens nooit: elk instrument bezit een eigen identiteit en die moet je respecteren.’
Dat geldt ook voor de Erard in zijn studeerkamer. ‘Ik wil vooral de eigenheid van het instrument leren kennen. Het moet een Erard blijven, geen Minnaar worden. Met Bart ga ik de komende maanden en jaren ontdekken wat er in de vleugel schuilgaat, wat het instrument ons kan vertellen. Aan een stemmer als Rademaker kan ik me overgeven. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit met Bart ook lukt.’
musiciSAMEN STERK VOOR
Onze musici zijn weer volop aan de slag en spelen graag voor u. Maar achter de schermen zijn ze door corona hard geraakt en hebben zij tijd nodig zich te herstellen. De financiële situatie van veel musici laat nog te wensen over.
IK HELP MUSICI IN HUN MUZIKALE ONTWIKKELING!
ik doneer aan het
per jaar
per maand
eenmalig
WILT U DONEREN, MAAR IS HET DONATIEKAARTJE AL WEG?
Gelukkig geeft het NMF Steunfonds hun een steuntje in de rug. Het biedt NMF-musici een tegemoetkoming in de vergoeding die zij betalen voor het gebruik van hun instrument.
Juist hun muziekinstrument inspireert en opent werelden. Een passend instrument geeft een impuls aan hun ontwikkeling en kan een springplank zijn naar een stralende toekomst. Het is belangrijk dat musici er zorgeloos op kunnen doorspelen.
Het NMF Steunfonds helpt ze op weg. Samen met u?
dhr. / mevr.
voorletters achternaam adres postcode woonplaats telefoon geboortedatum e-mailadres
WORD DONATEUR VAN HET NMF VIA: MUZIEKINSTRUMENTENFONDS.NL/ STEUNONS
ontvang graag de e-nieuwsbrief van het
IBAN datum plaats
Ze zijn als buitenlandse student in Nederland of hier komen wonen en werken: onder de NMF-musici zijn maar liefst 37 nationaliteiten! Na de Neder landse is de Spaanse nationaliteit het meest vertegenwoordigd. Bekijk alle NMF-musici op de website.
locatie!locatie, LOCATIE,
Of je nu speelt in een grote concertzaal, een intiem kerkje of een rokerige poolclub: de omgeving is van invloed op je beleving en dus ook op je spel. Op deze locatie klopte alles voor deze musici.
Musicus Celliste Quirine Viersen (1972) Instrument Joseph Guarne
rius Filius Andreae-cello (1715) en cellostrijkstok Pierre Simon (1855) Locatie De Philharmonie, Haarlem
‘Mijn cello, waar ik nu een kwarteeuw op speel, is een waanzinnig, maar geen makkelijk instrument. Hij heeft een enorme resonantie en die trillingen werken soms tegen je. Maar in de Grote Zaal in de Phil harmonie in Haarlem voelt mijn cello zich thuis. Tijdens de lockdown was de concertzaal veel vrij en kon ik er een cd opnemen met pianist Thomas Beijer. Ik vond het altijd al een fijne plek, als kind speelde ik er ook regelmatig solo. Wel was de Philharmonie inmiddels verbouwd, dus was het afwachten hoe mijn cello zou reageren. Maar de akoes tiek klopte helemaal. Daardoor kon ik heel extreem gaan spelen en de grenzen opzoeken, want de zaal ving het op. Ik kreeg er zo veel energie van dat we maar doorgingen zonder moe te worden. Ik heb ook weleens opnames gemaakt in kerken, maar die zijn vaak te vochtig voor mijn cello. Dit was mijn eerste opname waarbij ik geen problemen had met mijn instrument. Daardoor voelde ik me zeldzaam op mijn gemak. Echt een feest!’
HIER KAN IK DE GRENZEN OPZOEKEN
Musicus Cheuk Hin Keith Ng (2000)
Instrument Marimba (zie ook pagina 6) Locatie Koninklijk
Concertgebouw, Amsterdam
‘Dit is een onvergetelijk moment in mijn leven. Dat besefte ik tijdens mijn optreden in het Concertgebouw in Amsterdam. Als percussionist wist ik niet of ik ooit in een beroemd orkest zou spelen. En het Concert gebouw, de plek waar de groten der aarden spelen, leek me al helemaal
onbereikbaar. Maar toen er een per cussionist nodig was in het Jeugd orkest Nederland mocht ik invallen. Twee weken lang toerden we door Nederland. Ik spreek geen Neder lands, was bang niet in de groep te passen, maar iedereen was super aardig. Ons laatste concert was in de Grote Zaal van het Concertgebouw: het Pianoconcert van Ravel en Sheherazade van RimskyKorsakov. Ik was behoorlijk zenuw
achtig! Door de akoestiek in die zaal zit er een vertraging in het geluid.
De uitdaging was goed te reageren op de aanwijzingen van de dirigent.
Ik gaf 200 procent en het ging perfect! Als ik niet hoefde te spelen, voor een percussionist bijna twee derde deel, genoot ik bewust. Van de prachtige muziek, het publiek, de orkestleden en de expressie van de dirigent. Na een geweldige tour was dit de kers op de taart.’
ONVERGETELIJK MOMENT IN MIJN LEVEN
DE AKOESTIEK WAS ECHT EEN CADEAU
Musicus Violiste Elise Dupont (1992)
Instrument Barokviool van Willem van der Sijde (1691) en strijkstok Luis Emilio Rodriguez (2008)
Locatie Grote Kerk, Breda ‘Met mijn eigen groep, Castello Consort, speel ik regelmatig oude muziek in kerken. De Grote Kerk in Breda springt er voor mij uit. Het is zo’n mooie en fijne plek om te zijn. De kerk heeft een vrij sobere
sfeer, maar de details zijn prachtig. Overal waar je kijkt, zie je iets wat inspireert. Zoals de kunstwerken, de imposante pilaren en het plafond, dat op sommige plekken heel ge detailleerd is beschilderd. Ook qua klank is de Grote Kerk een fantas tische plek. Dat merkte ik al toen ik van tevoren mijn viool uitprobeerde. Tijdens het concert kwam alles samen: de inspirerende omgeving en
de galm. Onze instrumenten klonken geweldig. We konden meevaren op de akoestiek en dat is echt een cadeau. De klank in theaters is soms zo droog, het voelt dan bijna of iets tegen je werkt. Hier ging het vanzelf en daar kreeg ik energie van. Meest al wil ik na een concert meteen naar huis, maar in deze kerk in Breda wilde ik blijven. Nog even de schoon heid en de fijne sfeer proeven.’
CLUB 8 BRACHT ONS WAAR WE NU ZIJN
Musicus Jazzvioliste Julia Philippens (1984, linksboven op de foto)
Instrument Giuseppe Antonio Roccaviool (Turijn, 1844) en strijkstok Victor Fétique (Parijs, 1910)
Locatie Club 8, Amsterdam
‘We waren jonge honden die nog op het conservatorium zaten en net waren gestart met Fuse. Om dat we graag op onze eigen manier een reeks concerten wilden geven, traden we af en toe op in Club 8 in Amsterdam. Dat was een oude, rokerige poolclub met een lage zaal huur en helemaal bovenin een soort theatertje. Om bezoekers te lokken, moesten we er echt iets goeds van maken. Al vanaf de drempel van de club creëerden we een beleving. We hingen slingers en pijlen op in het trappenhuis, zodat bezoekers wisten welke kant ze op moesten. Elke avond hadden we een ander thema dat we helemaal uitwerkten qua aankleding en gasten. De ene keer hadden we tapdansers op het kleine podium, de andere keer een koor. Uiteraard stond de muziek ook toen al op de eerste plek. Onze zelfge maakte arrangementen klonken daar supertof, al zou je er nu misschien geen cd van maken. We spelen inmiddels in veel verschillende zalen, maar we verlangen altijd terug naar de tijd in Club 8, tien jaar geleden. Daar waren we extra creatief om er een onvergetelijke avond van te maken. Die club bracht ons waar we nu zijn.’
AUSDAUER
Ties
Mellema
Saxofonist Ties Mellema maakt al dertig jaar muziek die in geen enkel hokje past. Voor zijn nieuwste project haalt hij inspiratie uit techno, soul, Louis Andriessen, Bach en Fauré. ‘Die cd met PEAX had ik nooit kunnen maken zonder twee keer kanker. Bij tegenslag kijk ik altijd wat er nog wél mogelijk is.’
Tekst: Eva Hoeke Fotografie: Marcel Bakker‘We leven in rare tijden,’ zegt Ties Mellema (46) vanachter de bar van muziekcentrum Splendor. Hij heeft net de grote zaal laten zien, de kleine trouwens ook, en nu zet hij koffie want de maandagochtend is nog maar net begonnen. Buiten klinken de vegers van de gemeente, binnen het gepruttel van de koffiemachine. En wie heel goed luistert, hoort hoe het piept en kraakt in het hoofd van de saxofonist. Ties, lange vent, paardagenbaard, gympen onder een trainingsbroek: ‘Ik ben eigenlijk heel optimistisch van aard, en ik wil ook niet cynisch zijn, maar deze tijd doet wat met me. Neem de situatie met de boeren en de stikstof. Het is supervervelend dat ze moeten inleveren, maar de kunst wordt al dertig jáár afgeknepen.’ Wat hij maar zeggen wil: de kunst zit al heel lang opgescheept met kabinetten die vinden dat een dvd'tje ongeveer hetzelfde is als een concert.
Die uitspraak over dat dvd'tje, wat zegt dat over onze tijd? ‘Dat alles is geliberaliseerd, dat sowieso. Componist en columnist Willem Pijper schreef aan het begin van de twintigste eeuw al dat muziek in Nederland is bedoeld om psalmen te begeleiden. Dus niet om van te genieten. In 2010, toen drastische bezuinigingen werden aangekondigd door de toenmalig staatssecretaris voor cultuur heb ik in diezelfde maand de Nederlandse Muziekprijs ontvangen, nota bene uit handen van diezelfde Halbe Zijlstra. De organisatie was toen nog heel bang dat ik daar iets van zou zeggen tegen het publiek, haha. Wat er nu ook bij komt is dat alles om “ik” draait. Op het conservatorium bijvoorbeeld, wordt heel erg gehamerd op entrepeneurship. Al in het eerste jaar krijgen studenten les in commercieel denken. Dat is ook slim, maar niet meteen in het begin. Dan moet je vooral toonladders studeren. En dan nog, sommige stijlen zijn en blijven een niche. Dat is goed. Niet alles hoeft sexy te zijn.’
Rare tijden dus. Maar gelukkig is er Splendor. Zíjn Splendor, het voormalige badhuis aan de Amsterdamse Nieuwe Uilenburgerstraat, dat sinds 2008 in bruikleen is van 50 muzikanten. Om er te studeren, componeren en uitproberen. Want waar anders zie je Oekraïense oorlogsvluchtelingen achter de piano of maak je kennis met The Wittgenstein Project, gebaseerd op het werk van een pianist die in de Eerste Wereldoorlog zijn rechterhand verloor? Het maakt veel goed. Een collectief vol energie en betekenis, al zijn de kieren naar de onverschillige buiten wereld niet helemaal te dichten.
‘Ik ben eigenlijk heel optimistisch van aard, maar deze tijd doet wat met me’Eva Hoeke bewondert de bassaxofoon die het NMF afgelopen jaar voor Ties kon aankopen.
Ties Mellema wordt in 1976 geboren in het Zeeuwse Tholen waar zijn ouders een huisartspraktijk hebben. Ze hebben het standpunt dat bij de opvoeding drie dingen horen: zeilen, stijldansen en muziekles. Omdat Ties astma heeft denkt zijn vader dat het goed is een blaasinstrument te kiezen. Zo komt de achtjarige Ties, in het holst van het Candy Dulfer-tijdperk, in contact met de saxofoon. Ties oefent elke dag braaf een halfuur en blijkt talent te hebben. Al zegt hij dat hij toen ook al een enorme drammer was. ‘Mijn muzikale talent is niet meer dan gemiddeld, maar ik heb wel enorme liefde voor muziek: als ik die ene etude wil leren spelen, dan zál ik ‘m ook spelen.’
De muziek dient nog een ander doel. Ties is sociaal minder handig en wordt gepest op school; muziek vormde ook een uitweg. Op het gymnasium maakt hij kennis met het werk van de invloedrijke jazzsaxofonist en componist Michael Brecker. (Voor wie Michael Brecker niet kent: hij speelde mee op wel duizend platen, waaronder het nummer ‘Your Latest Trick’ van The Dire Straits, de saxofoonsolo hoort u nu in uw hoofd.) ‘Dat voelde als een openbaring.’ Hij gaat een jaar naar een high school in Amerika waar hij symfonieorkest, harmonieorkest en bigband als vakken heeft. De gedachte om van muziek zijn vak te maken komt niet in hem op. Pas als een medestudent denkt dat Mellema musicus is, is het besef daar. Hij ís musicus – rudimentair wellicht, en nog volop in ontwikkeling, maar onmiskenbaar. In 2010 ontving Mellema de Nederlandse Muziekprijs van het Fonds Podiumkunsten.
En dus doet hij dertig jaar later wat hij eigenlijk altijd al deed: muziek maken die in geen enkel hokje past, met invloeden uit elke denkbare hoek, waar vooral zijn nieuwste project PEAX een sublimatie van is. Ties: ‘We halen inspiratie uit avant-garde, uit techno, uit James Brown, Stevie Wonder, Louis Andriessen, Bach, Fauré – alles.’
De gedachte dat ik alles al heb gedaan, maakt me vrij van geest’
Ties: ‘Vijf jaar geleden heb ik mijn laatste behandeling gehad, maar ik merk dat ik sindsdien veel ontvankelijker ben voor dit soort gevoelens en gedachten.’
In 2015 was de musicus op vakantie toen hij ineens pijn op de borst kreeg. Een hartaanval, dacht hij, maar thuis bleek het hodgkin te zijn. ‘Ik heb nog aan mijn arts gevraagd of het kwaad kon de chemo een week uit te stellen, zodat ik mijn concertreeks kon afmaken.’ Want o ja, hij was nog bezig met de artistieke verwerking van de ramp die hem vóór hodgkin overkwam: een keukenongeluk waarbij zijn rechterhand gedeeltelijk verlamd raakte. Ties: ‘Inmiddels kan ik alles weer, maar je ziet het nog steeds.’ Hij steekt zijn hand uit. ‘Kijk, meer dan dit krijg ik mijn vingers niet gestrekt. En dan heb ik nog mazzel. De meeste mensen die zoiets overkomt, krijgen daarna klauwhanden. Misschien omdat ik gewend ben met mijn handen te werken, dat ik beter hersteld ben.’
Toch niet echt handig, voor een saxofonist. ‘In eerste instantie werd mij verteld dat ik waarschijnlijk nooit meer zou kunnen spelen. Dat was direct huilen natuurlijk. Maar bij tegenslag is mijn reflex altijd: kijken wat er nog wél mogelijk is. Hoe klein ook, er is altijd een lijntje waaraan ik mezelf kan optrekken.’
Waar haal je die ausdauer vandaan? ‘Weet ik niet. Die had ik als kind al. Ik ben gewoon een drammer, ben ik bang. Overigens werkt die ausdauer ook vaak tegen me, hoor. Voor mijn gezin kan ik soms best afwezig zijn. Ailed, mijn vrouw, ergert zich daar weleens aan. En mijn zoon Saul (13) en dochter Alicia (9) ook. Ik merk in die periode dat ze dan met alles naar Ailed toe gaan.’
Want je bent er wel, maar je bent er niet. ‘Daar komt het wel op neer, ja. Alles moet wijken. Ik zie het ook aan alle muzikanten hier in Splendor. Die zijn ook heel monomaan met hun eigen project bezig. En als een project eenmaal af is, dan ben ik er ineens juist weer heel erg wél.’
En dat moet iedereen dan zeker meteen leuk vinden...
Lachend: ‘Ja precies, dan ga ik ineens heel ijverig naar de cellolessen informeren waar ik drie maanden niet naar heb gevraagd. Dan zie ik ze met hun ogen rollen: krijgen we dit weer!’
Zou je jouw kinderen het vak van musicus aanbevelen?
‘Ik heb echt een beetje een gestoorde relatie met mijn zoon wat betreft muziek. Hij speelt jazzpiano en zit op de jongtalentopleding van de Muziekschool Amsterdam. Met zijn overgangsexamen in het Bimhuis was hij hartstikke nerveus. Dat je denkt: waarom doe je jezelf dit áán? Maar ja, dat doet hij denk ik ook wel een beetje voor mij. Want korfbal vindt hij veel leuker. Ik merk het ook als ik vraag of hij meegaat naar het North Sea Jazz Festival. Dan zie ik dat hij geen zin heeft, maar dan twijfelt-ie toch. Ik moet uitkijken dat ik hem niet te veel belast met mijn enthousiasme.’
Ik heb naar je muziek geluisterd en wist niet eens dat dit soort muziek bestond. ‘O, dat is mooi, want ik ben het gaan maken omdat ik het zelf ook niet kon vinden. Het is gewoon hoe ik muziek zie. Mijn moeder draaide op zondag Robert Long, vervolgens Joe Cocker of Händels Watermuziek, dan weer Louis Andriessen. Als twaalfjarige wist ik niet eens dat dit verschillende stijlen waren! Ik probeer mijn studenten (Mellema is docent aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg, red.) nu ook zo naar muziek te laten kijken, dat er oneindige mogelijkheden zijn.’
Over oneindige mogelijkheden gesproken: je bent 46. Wat wil je nog bereiken?
‘Toen ik in 2015 ziek werd, realiseerde ik me dat ik eigenlijk alles heb gedaan wat ik wilde doen. Ik heb gesoleerd met orkesten, internationaal getoerd met mijn saxofoonkwartet en stukken opgenomen waarvan ik weet dat ze wereldwijd als de standaard worden beschouwd. Bijvoorbeeld het stuk Xas van Iannis Xenakis, gemaakt voor een saxofoonkwartet – dat doet niemand ons na en dat gáát de komende twintig jaar ook niemand ons nadoen. De gedachte dat ik alles al heb gedaan, maakt me vrij van geest. Maar ja, toen werd ik in de zomer van 2017 weer ziek. Dezelfde kanker. Bij de eerste keer dacht ik: oké, 96% overleeft en pr-technisch kan ik hier nog wel wat uithalen. Maar die tweede keer hakte er écht in. Een stamceltransplantatie en zes weken in een isolatiecel waren gewoon superheftig. Voor het eerst in mijn leven gaf ik het een beetje op. Maar juist doordat ik dat deed, kwam er ruimte voor nieuwe gedachten. Toen zijn slagwerker Barry Jurjus en ik het duo PEAX gaan vormen.’
Een béétje een paardenmiddel, maar dat kan ziek zijn dus opleveren. ‘Fysiek heb ik natuurlijk wel moeten inleveren. Ik had altijd een ijzeren maag, kon er alles ingooien. Dat gaat niet meer, ik kan niet meer zoveel drinken. Ook heb ik een langzamer staccato gekregen, dus die t-t-t kan ik niet meer doen op de saxofoon.
Daar heb ik een trucje op gevonden. Ik doe nu t-k-t-k-t-k. Maar zeker, die cd met PEAX had ik nooit kunnen maken zonder twee keer kanker.’
DE BASSAXOFOON
Speciaal voor Ties kocht het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds begin dit jaar een bassaxofoon. Ties vroeg deze aan om baslijnen in zijn ensembles en composities te kunnen spelen zonder hulp van synthesizers. De bassaxofoon komt van bouwer Benedikt Eppelsheim in München, die het instrument volledig met de hand maakte. De hals is niet standaard, de kleppen zijn anders gepositioneerd en ook het verloop van de buis is afwijkend. Ties wilde juist dit instrument vanwege het geluid dat een terts lager is gestemd dan een baritonsaxofoon, maar vooral ook omdat de buis zoveel groter is – wat je hoort in de klank. Het instrument, dat meer dan 10 kilo weegt, wordt door het Amsterdamse saxofoonatelier Saxomania binnenkort aangepast aan Mellema's handen.
Sommige stijlen zijn en blijven een niche. Dat is goed. Niet alles hoeft sexy te zijn’
KRACHTEN
bundelen
Samenwerken. Het loont niet alleen in het dagelijks leven, ook als organisaties krachten bundelen werpt dat zijn vruchten af. Want samen sta je sterk en krijg je meer voor elkaar. Drie partners van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds over hun synergie.
MARJA VAN HEESE
Marja van Heese is senior inspecteur bij de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. De Inspectie houdt onder meer toezicht op een deel van het Nederlandse erfgoed en draagt zo bij aan het behoud daarvan.
BOUDEWIJN BERENTSEN
Boudewijn Berentsen is zakelijk directeur bij het Muziekgebouw aan ’t IJ. In de zomer van 2022 is hij toegetreden als toezichthouder bij het NMF.
ANNE PLAIZIER
Anne Plaizier is sinds de start in 2006 bij Jumpstart Jr. betrokken. Sinds 2015 is zij zakelijk directeur van de stichting.
ALIDA SCHAT
Alida Schat is afgestudeerd aan het Conservatorium Utrecht en speelde als violist in diverse orkesten. Sinds 2017 is zij artistiek directeur van Jumpstart Jr.
Tekst: Wieke Ringeling Fotografie: Sevilay MariaMARJA VAN HEESE van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed
‘Als een musicus op reis gaat, moet niet alleen zijn eigen documentatie in orde zijn, ook zijn instrument moet over de juiste papieren beschikken. Instrumenten die vijftig jaar of ouder zijn en een financiële waarde hebben van € 50.000 of hoger moeten een uitvoervergunning hebben, waarmee je onder andere de echtheid en de eigenaar van het instru ment aantoont. Zo zorgen we ervoor dat ons cultureel erfgoed, waartoe ook instrumenten behoren, wordt beschermd en gaan we illegale handel tegen. De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed houdt toezicht hierop. Ruim tien jaar geleden kwam het NMF bij ons met een vraag over een uitvoervergunning voor een muziekinstrument. Sinds die tijd is de samenwerking, ook met de Dienst voor In- en Uitvoer van de douane, steeds hechter. De lijnen zijn kort en we houden elkaar op de hoogte van ontwikkelingen. Wij adviseren het NMF bij complexe weten regelgeving die instrumenten kunnen raken. De samenwerking gaat beide kanten op. Zo is de douane op bezoek geweest bij het NMF om meer te leren over snaarinstrumenten en hoe je deze op echtheid beoordeelt. Hoe kun je de instrumenten het best controleren en hoe onderscheid je een professionele musicus van een handelaar? Ook kwam aan bod hoe je omgaat met ivoor dat in sommige oude instrumenten is verwerkt. Voor het reizen met zo’n instrument is een aanvullende CITES-vergunning nodig. Als overheid willen we het samen met het NMF zo gemakkelijk mogelijk maken voor musici. Je moet er niet aan denken dat een musicus vast komt te zitten aan een grens omdat zijn papieren niet in orde zijn. Of nog erger, dat zijn instrument in beslag wordt genomen. We willen ervoor zorgen dat instrumenten goed bewaard blijven en bespeeld kunnen worden. Dat zeg ik vanuit professioneel oogpunt, maar ook persoonlijk. Ik ben een ontzettende liefhebber van klassieke muziek dus voor het behoud van dit erfgoed maak ik me graag sterk.’
De samenwerking gaat twee kanten op’
‘
BOUDEWIJN BERENTSEN van het Muziekgebouw aan 't IJ
‘Ik werk al bijna 14 jaar bij het Muziekgebouw aan 't IJ en ik kan me niet anders heugen dan dat het NMF hier lunchconcerten organiseert. Die zijn inmiddels wel een begrip geworden. Bij deze lunchconcerten krijgen talenten, die aan het begin van hun carrière staan, de kans om op een podium te staan. Vaak spelen ze voor ruim 200 mensen. Dat is natuurlijk een heel leuke en spannende ervaring, maar het is ook ontzettend leerzaam om podiumervaring bij het Muziekgebouw aan 't IJ op te doen. Het publiek is altijd erg geëngageerd en de musici grijpen deze kans vol enthou siasme aan. Een NMF-lunchconcert kan echt een springplank zijn naar een nieuwe stap in hun carrière. Het Dudok Quartet en het Ragazze Quartet bijvoorbeeld speelden tijdens zo’n lunchconcert en zijn inmiddels vaste waardes in onze programmering. Het geven van kansen aan jong talent is precies wat we gemeenschappelijk hebben met het NMF. Een musicus kan zich alleen ontwikkelen met een passend instrument. Het NMF is daarom onmisbaar voor onze gehele sector. Ook omdat ze andere instrumenten aanbieden dan alleen strijkinstrumenten. Want hoe mooi ook, met alleen strijkinstrumenten kun je nooit een volwaardig orkest vormen. We moeten ons als sector blijven inzetten om ervoor te zorgen dat jonge talenten ook kiezen voor bijvoorbeeld een fagot, basklarinet of marimba. Sinds kort ben ik toegetreden tot de Raad van Toezicht van het NMF. Ik denk dat ik met mijn ervaring en contacten in de podiumwereld van toegevoegde waarde kan zijn voor het fonds. Ook hoop ik dat ik iets kan bijdragen aan de samenwerking met concertzalen. Wie weet kunnen we wel NMF-lunchconcerten op meerdere plekken in Nederland organiseren om zo een nog breder publiek te laten genieten van de magie van muziek. En nóg meer jonge talenten kansen te bieden.’
Samen kansen geven aan jongetalenten’
‘
ANNE PLAIZIER EN ALIDA SCHAT van Jumpstart Jr.
Anne (links): ‘Net als het NMF geeft ook Jumpstart Jr. muziekinstrumenten in bruikleen. Alleen is onze organisatie kleiner en ligt onze focus op strijkinstrumenten in barokke set-up uit de 17e en 18e eeuw. Hiervoor selecteren we tijdens audities jonge musici die zich specialiseren in de historische uitvoeringspraktijk. Enkele jaren geleden ontving Jumpstart Jr. een kleine collectie instrumenten van Jonathan Sparey. Deze violen en altviool hebben allemaal een moderne set-up. Daardoor zijn ze niet geschikt voor de jonge violisten die we selecteren uit de Jumpstart Jr. audities. We moesten dus op zoek naar moderne violisten. We hebben Manon (Veenendaal, red.) en Frits (Schutte, red.) van het NMF gevraagd mee te denken hoe we voor de instrumenten uit de Sparey Collection jonge, veelbelovende en moderne violisten konden vinden. In de gesprekken die we voerden bleek dat beide stichtingen gelijkgestemde waarden en uitgangspunten hanteren in de(zelfde) doelen die ze nastreven. Samenwerking leek dan ook een heel natuurlijke en logische stap.’ Alida: ‘Wij vinden het heel belangrijk dat een instrument bespeeld blijft! Daar wordt het instrument blij van, maar de musicus en zijn publiek nog veel blijer. Tijdens onze gesprekken met Manon en Frits voelden we direct dat we veel voor elkaar kunnen betekenen. Het NMF heeft een grote groep musici voor wie zij een geschikt instrument zoeken en wij hebben tien mooie instrumenten die bespeeld willen worden. We wisten meteen: dit is een perfecte match.’ Anne: ‘Sparey heeft deze instrumenten aan Jumpstart Jr. geschonken omdat hij gelooft in onze organisatie. We voelen vanzelfsprekend een ontzettend grote verantwoordelijkheid voor deze instrumenten. Bij het NMF zijn ze in heel goede handen!’
Bij het NMF zijn onze violen in goede handen’
‘
‘
EEN EN AL
oor
Ter leering ende vermaeck klinkt nou niet direct als een aanbeveling. Toch is dit precies wat podcasts doen. En daar is eigenlijk ook niks mis mee. Je hebt het naar je zin en steekt nog eens wat op. Podcasts nemen je mee in een andere wereld, voeren je even weg van de vluchtigheid van alledag.
Tekst: Yolande VerheyenDE INSTRUMENTENKAMER – DE PODCAST VAN HET NMF
De bel gaat bij het NMF. De bezoeker is een jong talent of gearriveerde musicus, een instrumentenbouwer, een expert of samenwerkingspartner. Frits Schutte, hoofd collectie, gaat met hen in gesprek. Met instrumenten als rode draad, maar ook muziek, ambities, groei en ontwikkeling komen aan bod. Zo praat hij met Carla Leurs over de zoektocht naar een nieuwe viool, vertelt Rick Stotijn over zijn internationale contrabas carrière, gaat vioolbouwer Hubert de Launay in op de Hollandse vioolbouw en vertelt panfluitist Matthijs Koene met milde zelfspot over zijn pogingen een metalen panfluit te maken.
EEN PODCAST LUISTER JE WANNEER JE MAAR WILT VIA JE FAVORIETE APP OF WEBSITE.
MAKING AN OPERA
De Nationale Opera
Inhoud Een serie over alles wat er komt kijken bij het maken van de opera Ritratto van Willem Jeths. Als in een realitysoap volgt de presentator het creatieve team en zeven jonge zangers die de kans van hun leven krijgen: een wereldpremière zingen bij De Nationale Opera. De podcast won de prestigieuze Prix Europa.
Presentatie Radiomaker Stef Visjager, operaliefhebber en initiator van Parel Radio
Waarom luisteren? Hoofdpersoon is een extravagante stijlicoon die zich liet portretteren door Man Ray en Kees van Dongen. De aflevering 'Alles behalve een gouden slipje' gaat over de kostuums van Jan Taminiau (die van de blauwe inhuldigingsjapon van koningin Máxima). Een heerlijk chaotische aflevering: een chagrijnige regisseur, gebakkelei over afmetingen van decorstukken en hoe onhandig het is dat er geen foto's van zangers naar de ontwerper mogen worden gestuurd, want ja, privacygevoelig.
Noot De cast is internationaal. De podcast bevat daardoor geregeld Engelstalige fragmenten, die misschien niet voor iedereen goed te volgen zijn.
Door de pandemie moest de première helaas worden afgelast. Ga naar youtube.com en zoek op Making an Opera.
De Guadagnini heeft een warme klank, als van pure chocolade van minstens 80 procent’
- De Instrumentenkamer
Ontroering
PAUZE
Het Radio Filharmonisch Orkest
Inhoud In PAUZE praten contrabassist Wilmar de Visser en fluitist Ingrid Geerlings van het Radio Filharmonisch Orkest met collega's, dirigenten en programmeurs in Nederland en daarbuiten. Het orkest is bekend van NTR ZaterdagMatinee, Het Zondagochtend Concert en het AVROTROS Vrijdagconcert
Presentatie Contrabassist Wilmar de Visser en fluitiste Ingrid Geerlings
Waarom luisteren? PAUZE is letterlijk opgenomen tijdens de pauzes tussen repetities in. De podcasts zijn pure, authentieke registraties van conversaties tussen professionals uit de wereld van de muziek. Eén lange opname, geroezemoes op de achtergrond, maar geen montage en muziek. PAUZE is juist charmant, omdat het is alsof je als muziekliefhebber toevallig een conversatie 'mee hoort'.
Noot Je bent óf verrukt van het format óf vindt het saai.
Hopelijk krijgt de serie, die werd gemaakt in de coronajaren 2020 en 2021 een vervolg.
DE ONTROERING
Cello Biënnale Amsterdam
Inhoud Geen instrument zingt zich zo direct je borst in als de cello. Maar hij kan evengoed swingen en dreunen en ook minimal zet hij de toon. De cello lijkt zowel verdriet op te roepen als te kunnen koesteren en troosten. Een podcastserie die het geheim van de cello wil doorgronden.
Presentatie Mirjam van Hengel (programmamaker en poëzieredacteur) en Frans van Deursen (zanger, componist, acteur)
Waarom luisteren? Een levendige en gevarieerde podcast in zowel gasten als onderwerpen. In Dik, lui en dom – niet zíjn woorden – schetst of nuanceert dirigent Jules van Hessen stereotiepe beelden van cellisten. Zo verwondert hij zich over een musicus van wereldformaat, die na een concert met de cello in zijn hand bescheiden de tram naar het hotel neemt. Ook vertelt hij met hoeveel meer emotie cellist Roeland Duijne Kol Nidrei speelde, nadat de dirigent hem had uitgenodigd het joodse gebed in een synagoge te komen beluisteren.
Noot Een podcast valt of staat met de gast. Zo komt de interessante Belgische psychiater en ‘verdrietprofessor‘ Dirk De Wachter, naar mijn smaak beter uit de verf op televisie.
De 9e Cello Biënnale Amsterdam vindt plaats van 20 t/m 29 oktober 2022.
KLASSIEKE KLETS
TivoliVredenburg
Inhoud Duizend jaar klassieke muziek, zie daar maar eens wegwijs in te worden. Twee gerenommeerde muziekjournalisten zijn je maandelijkse gids in Klassieke Klets. Ze praten en luisteren, met soms een gepeperde mening, dan weer een korrel zout. In hun eigen woorden: een oude rot en een jonge god bezorgen je graag rode oren.
Presentatie Guido van Oorschot (o.m. de Volkskrant) en Joris Heynen (Luister)
Waarom luisteren? Vlotte podcast van twee kenniskanonnen in klassieke muziek. Scherpe thema’s (‘Daarom bekoren koren’ en ‘Maken foute mensen ook foute muziek?’) worden uitgediept en met treffende muziekfragmen ten geïllustreerd. Eeuwenoude gebeurtenis sen – componist Carlo Gesualdo vermoordde zijn overspelige vrouw op gruwelijke wijze –worden op prikkelende wijze in de huidige, woke tijdgeest geplaatst. Soms worden denkbeeldige overtuigingen ontkracht. Zo wordt Wagner vanwege zijn antisemitisme wel de componist van Hitler genoemd. Maar de componist stierf in 1883 en de dictator werd geboren in 1889.
Noot Hoeveel eruditie kan een mens aan in krap drie kwartier?
De podcast is journalistiek onafhankelijk en niet gekoppeld aan de programmering van TivoliVredenburg.
Er is geen waarheid in muziek. Dat is het mooie van muziek’
SPROOKJE VAN ANNA
en de
harp
ANNA PETROVITSCH
Harp (Salvi, model Diana, Piasco, 1994)
Vier jaar was Anna Petrovitsch (15) toen ze voor het eerst een harp aanraakte. Magie!
Tot wanhoop van haar ouders. Tessa en Daniel – violiste bij het Nederlands Philharmonisch Orkest en cellist bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest –vinden het een prachtig instrument hoor, maar zó onpraktisch! Dus werden plannen gesmeed om de betovering te verbreken. Viool, piano, trompet... Maar de liefde overwon en Anna kreeg haar harp. Gelukkig kan zus Livia (12) met haar viool tenminste op de fiets. Als jong kind had Anna les op een klein formaat Keltische harp. Haar huidige pedaalharp kreeg ze van het NMF in bruikleen toen ze 11 was.
De Salvi Diana gaf haar vleugels. Een jaar later won ze al de eerste prijs op het prestigieuze Rosa Spier Harp Concours. Anna houdt van de Salvi Diana en alles wat daarbij hoort: het hemelse geluid, de sierlijke vorm, de verfijnde decoraties. De afgelopen zomer genoot ze, als jongste lid van het Jeugd Orkest Nederland, van het samenspelen op de internationale tournee van het gezelschap. Dagelijks oefent Anna op haar instrument. Toen ze trompet speelde, zei de buurvrouw: ‘Ach Anna, doe het raam maar dicht.’ Met de harp is het: ‘Och Anna, laat het raam toch open!’ Als ze een stuk instudeert, luistert Anna veel naar interpretaties van andere harpisten. Een echt voorbeeld heeft ze niet, ze wil vooral haar eigen stem vinden.
‘Alsof je de dekenvan dementie eraf trekt en weer zicht krijgt op de oorspronkelijke persoon’
muziek ALS MEDICIJN
Mezzosopraan Maartje de Lint begreep pas achteraf wat ze had meegemaakt. Zong ze te gast op een familiefeest het baroklied 'Amarilli, mia bella', stond opeens een oudere man op uit zijn rolstoel. Hij liep op haar af en zei: ‘Práchtig!’ Wat leuk, dacht De Lint, een reactie terwijl ik zing. Maar wat ze op dat moment niet wist – de man had alzheimer. Hij sprak nog maar zelden en was al maanden niet uit zijn rolstoel geweest. ‘De familie stond perplex,’ zegt De Lint. ‘Later hoorde ik dat ze het moment koesterden. Even vingen ze weer een glimp op van hun vader en grootvader.’ De ervaring zette haar aan het denken. Voor haar ogen had ze zien gebeuren dat muziek iemand met dementie weer in contact kan brengen met zichzelf en met de mensen om hem heen. ‘Ik dacht: wat waardevol, in welke vorm kan ik dit gieten? Ik heb een methodiek ontwikkeld en geef tegenwoordig leiding aan Zingen in de Zorg. Door mij opgeleide Zorg-Zangers trekken eropuit om te zingen met mensen met dementie.’ Muziek doet ook op andere plekken in de gezondheids zorg haar heilzame werk. Samen musiceren of luisteren naar muziek duikt op van ouderengeneeskunde tot zuigelingenzorg, bij traumaverwerking of in de GGZ, na een beroerte of in de operatiekamer. Hoe zet de zorg muziek in? Wat zijn de effecten? En valt de helende kracht wel te bewijzen?
HÄNDEL OF HAZES
‘Jazeker,’ zegt professor doctor Hans Jeekel. Als chirurg in het Erasmus MC, het universiteitsziekenhuis van Rotterdam, heeft hij het onderzoeksprogramma Muziek als medicijn op poten gezet. ‘Het was me opgevallen dat patiënten rondom een operatie vaak kampen met stress, angst, slapeloosheid en pijn. Oudere patiënten lopen bovendien het risico op een delier, een plotselinge verwardheid. Bij elkaar noemen we die complicaties The Big Five. Ik ben een groot klassiekemuziekliefhebber en dacht: kan muziek hier van waarde zijn?’
Twaalf jaar geleden ging Jeekel met een aantal promovendi aan de slag. Ze ontwikkelden een onderzoeksprogramma dat het effect van muziek onderzocht in zogenaamde randomized controlled trials Wat bleek: pijn, angst en stress verminderen significant wanneer patiënten voor, tijdens en na een operatie via een hoofdtelefoon naar muziek luisteren. Jeekel: ‘Inmiddels hebben we level 1-bewijs, het hoogste. Op basis van ons onderzoek werkt de Federatie van Medisch Specialisten nu aan een officiële richtlijn. Als die is gepubliceerd, kunnen we muziek structureel gaan inzetten in de zorg.’ Het maakt volgens Jeekel niet uit of een patiënt naar Händel of Hazes luistert. ‘ De voorkeursmuziek van een patiënt lijkt het effectiefst te zijn. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat muziek met sterke volumewisselingen minder goed werkt. En dat een constante puls van zestig tot tachtig slagen per minuut, het hartslagritme, het meest geschikt is.’
Van kindergeneeskunde tot chirurgie en geriatrie: in de gezondheidszorg speelt muziek een steeds grotere rol. Drie experts vertellen over de heilzame effecten van muziek in hun vakgebied. ‘Dat je muziek medisch kunt toepassen is zonneklaar.’Tekst:
MINDER STRESS BETEKENT EEN RUSTIGER HERSEN ACTIVITEIT EN DAT BEVORDERT GROEI EN HERSTEL’
STICHTING PAPAGENO
Samen met zijn vrouw Aaltje heeft violist en dirigent Jaap van Zweden in 1997 de Stichting Papageno opgericht. De ervaringen met hun zoon Benjamin, die als kind de diagnose autisme kreeg, vormden de aanleiding. Met steun van de stichting werd een muziektherapie ontwikkeld die draait om plezier en contact maken in een veilige sfeer. Tegenwoordig beschikt de stichting over ruim twintig gediplomeerde therapeuten in een landelijk netwerk. Ze bezoeken kinderen thuis of in het Papageno Huis in Laren. Ook stimuleert de stichting onderzoek naar vroegdiagnostiek. Hoe eerder een vermoeden van autisme wordt gesignaleerd, hoe adequater hulp aan kinderen en hun gezin kan worden geboden.
MONITOR
Dát muziek in de gezondheidszorg werkt, is in Rotterdam dus bewezen. Maar hoe precies, dat blijft vooralsnog een mysterie, zegt Artur Jaschke. Hij is lector aan de ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten in Enschede en onderzoeker aan het Universitair Medisch Centrum Groningen. Als neuromusicoloog houdt Jaschke zich bezig met het effect van muziek op de hersenen. In Groningen strekt zijn onderzoeksveld zich uit tot de afdeling Neonatale Intensive Care. Jaschke begeleidt er een muziektherapieprogramma voor baby’s die extreem te vroeg geboren zijn. ‘De jongsten zijn nog maar 25 weken. Ik onderzoek hoe we met muziek lichaamsfuncties kunnen beïnvloeden als hartslag, zuurstofinname, zuigreflex en hersenactiviteit – zodat een baby meer voeding inneemt of rustig in slaap valt. Overprikkeling is het grote gevaar. Daarom gebruiken onze therapeuten nooit opgenomen muziek, maar spelen ze altijd live. Als bijvoorbeeld de hartslag oploopt moet je je à la minute kunnen aanpassen.’ De muziek kan bestaan uit zachtjes neuriën. Of met een ocean drum het rustgevende geruis van de branding simuleren. Of de piep van de hartslagmonitor verwerken in een melodietje op de gitaar. ‘Stel,’ zegt Jaschke, ‘je speelt een akkoord van drie opeenvolgende tonen, en de vierde toon komt van de monitor. Dan krijg je pam pam pam piep, pam pam pam piep – bijna minimal music. Minder stress betekent een rustiger hersenactiviteit en dat bevordert de groei en het herstel.’
KLANKGEHEUGEN
Ook Maartje de Lint onderstreept het belang van minder stress. ‘Onze Zorg-Zangers zien veel spanning bij mensen met dementie. Begrijpelijk, want ze zijn vaak radeloos. Ze herkennen mensen niet meer, begrijpen situaties niet meer. Ze voelen zich een vreemde in hun eigen leven. Zingen kan die spanning verlichten, vergelijk het met een massage door een fysiotherapeut. Wie zingt, brengt zijn hele lichaam in trilling, inclusief de gebieden waar spanning is opgebouwd.’ Maar er komt nog iets bij, zegt De Lint. ‘Klankgeheugen zit diep gegroefd in ons oerbrein. Niet voor niets zingen mensen met dementie probleemloos liedjes uit hun verleden mee. Als ze daar destijds positieve emoties bij hebben gevoeld, komen die meteen weer boven. Het is alsof je de deken van dementie eraf trekt en zicht krijgt op de oorspronkelijke persoon.’ Alle reden, zegt De Lint, om zo snel mogelijk na de diagnose met een individuele zangsessie te beginnen. ‘Wij komen dan niet alleen
zingen, maar geven ook voorlichting over wat het betekent te leven met dementie. We geven mensen mee dat ze nog volop mogelijkheden hebben zich te blijven ontwikkelen en zingeving te ervaren. Tijdens het samen zingen kunnen mensen met dementie ontdekken welke gebieden wakker geschud en geactiveerd kunnen worden.’
LEVEND BEWIJS
Blijft de vraag of je muziek inderdaad moet beschou wen als een medicijn, als een stof die de genezing in gang zet. Naar de letter genomen niet, zegt Artur Jaschke. ‘Medicijnen werken op basis van chemische processen. Ze manipuleren ons mens-zijn en onze perceptie van de wereld. Met onze evolutie hebben ze niets van doen, terwijl muziek juist zo oud is als de mensheid zelf. Misschien zelfs ouder, denk ik weleens, en gaat ze terug tot aan de eerste trillingen na de oerknal. Maar dat je muziek medisch kunt toepassen is zonneklaar.’ Chirurg Hans Jeekel somt de voordelen op. ‘Muziek is breed toegankelijk, kent geen bijwerkingen en helpt complicaties bij opname in het ziekenhuis te voorkomen. Het draagt duurzaam bij aan de
MUZIEK AAN BED
Muziek aan Bed is een concertvorm die zich richt op volwassenen en kinderen in ziekenhuizen en zorginstellingen. Noem het een mobiele act: twee cellisten bespelen één cello, met vier handen en twee stokken. Judit Berendschot heeft een cello van het NMF in bruikleen en is sinds 2019 betrokken bij Muziek aan Bed. ‘Ik voel me bevoorrecht dat ik door Muziek aan Bed een muzikaal lichtpuntje mag geven aan patiënten en hun naasten. Verbinding kunnen maken door middel van muziek met mensen die kwetsbaar zijn, blijft iedere keer weer bijzonder. Het maakt grote indruk om te zien wat je met een klein optreden kunt betekenen. Wat een inspirerende, waardevolle, ontroerende en soms ook confronterende ervaringen!’
gezondheidszorg.’ ‘Mee eens,’ zegt Maartje de Lint. ‘Voor mensen met dementie biedt zingen perspectief voor meer kwaliteit van leven. Daarnaast kan het hun omgeving steunen tijdens de dagelijkse zorg.’ Hard bewijs alom? ‘Zo ver zijn we in mijn vakgebied helaas nog niet,’ zegt Artur Jaschke. ‘Maar als je hebt meegemaakt hoe een te vroeg geboren baby het hoofdje naar de muziek draait of naar meeneuriënde ouders, dan zie je het levende bewijs. Zoiets moois valt nooit in een wetenschappelijke tekst te vatten.’
Een constante puls van zestig tot tachtig slagen per minuut, het hartslagritme, is het meest geschikt’
klanktesten
IN DE BESTE AKOESTIEK
MARIE-THERESE
en
LENNART VAN DER SMAN
MANON VEENENDAALKLANKTEST
Tijdens een aankooptraject zijn klanktesten voor het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds onmisbaar. In een echte concertzaal komen de instrumenten het best tot hun recht. Experts, musici, commissieleden en het NMF-team verzamelen zich om de oren te spitsen. Wellicht was u er zelf ook wel eens (in concertvorm) bij? Af en toe maakt het NMF dankbaar gebruik van deze prachtige locatie: Felix Meritis in Amsterdam.
Fotografie: Lars van den Brink
IEFKE WANG Freelance projectmedewerker STEVEN HEYBROEK Financiën en database FRITS SCHUTTE Hoofd collectie GEERTJE VAN DER LINDEN Collectiebeheer KATRIEN KLOOS Assistent collectie Tekst: Jan Boekhout (NMF-huisbiograaf)VIOTTI, TOURTE EN DE
doorbraak
‘
Over zijn Stradivari was Viotti tevreden, maar de meeste strijkstokken voldeden niet’
Het debuut van de Italiaanse violist Giovanni Battista Viotti in Parijs was volgens zijn biograaf een eclatant succes. ‘Een explosie van talent,’ schreef hij. Twee jaar later kwam de virtuoze violist in dienst van koningin Marie Antoinette en daarna werd hij directeur van Franse en Italiaanse opera gezelschappen in Parijs en Londen. Viotti bleef altijd veel concerten geven. Over zijn Stradivari was hij tevreden, maar de meeste strijkstokken voldeden niet. Een standaard strijkstok bestond in die tijd nog niet. Afmetingen en model verschilden al naargelang de eisen die het repertoire aan de violist stelde. De Duitse violist Johann Wilhelm Cramer had echter samen met een strijkstokkenmaker uit Mannheim een meer universele stok bedacht en die in 1769 geïntroduceerd in Parijs. Viotti vond de Cramer-stok een vooruitgang, maar had ideeën om die nog verder te verbeteren.
VERNIEUWEND
Viotti had een onbegrensd verlangen naar alles dat nieuw was. Hij had veel schrijvers en kunstenaars als vrienden en was een graag geziene gast in kringen van de haute bourgeoisie. Ook strijkstokkenmaker Léonard Tourte had daar contacten. Zowel Léonard als zijn jongere broer François Xavier Tourte
hadden de reputatie uitzonderlijk begaafd, onderzoekend en innovatief te zijn. Viotti benaderde de Tourtes waarschijnlijk met de suggestie om de Cramer-stok verder te verbeteren. Het was François Xavier die het werk deed. Hij maakte de kop lichter, schaafde de stok op een meer gelijkmatige manier van dik naar dun en boog hem anders. Dat leverde een stuggere, maar toch ook responsieve strijkstok op. Ten slotte wilde Viotti dat het haarlint beter bij elkaar gehouden zou worden voor een meer stabiele streek. François Xavier Tourte maakte een zilveren ring om de voorkant van de slof en een wig om het haar daarmee vast te klemmen. Hierdoor was Viotti in staat het geluid gelijkmatiger over de hele lengte van de strijkstok te produceren.
OPTELSOM
Met zijn nieuwe stok veroverde Viotti in hoog tempo de andere Europese podia en de Tourte-stok werd door andere violisten aangeschaft. Het was de optelsom van de nieuwsgierigheden van beide talentvolle mannen die deze prachtige strijkstok opleverde. Jammer genoeg voor François Xavier kreeg zijn nieuwe model strijkstok niet de naam van de maker, maar van zijn virtuoze bespeler: Viotti.
De strijkstok zoals we die nu kennen, bestond in de 18e eeuw nog niet. Maar dankzij Italiaanse virtuosi teit en Frans vakmanschap kwam daar verandering in. Hoe violist Giovanni Battista Viotti en de broers Tourte de strijkstok naar een hoger niveau tilden.
IN BEELD
WILLEMIEN DE VLIEGER-MOLL
‘Hier in Den Haag heb ik zo’n tien jaar geleden samen met vier musea en het Haags Gemeentearchief een grote overzichtstentoonstelling over Isaac Israels georganiseerd. Ik heb toen ook een boek over de schilder en zijn oeuvre geschreven. Zowel de tentoonstelling als het boek waren een succes. Sindsdien doe ik kunsthistorisch onderzoek en schrijf ik boeken. Naast beeldende kunst houd ik veel van klassieke muziek. In de Nieuwe Kerk in Den Haag zijn er regelmatig concerten van het Ciconia Consort, waar ook musici spelen die een instrument van het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds in bruikleen hebben. Een deel van de kaarten gaat naar mensen die het financieel moeilijk hebben en die anders niet zo snel naar een klassiek orkest komen luisteren. Dat vind ik mooi, want klassieke muziek is er voor iedereen. Tot vijf jaar terug had ik nog nooit van het fonds gehoord. Het begon met een folder. Toen ik las wat het NMF allemaal doet, besloot ik meteen periodiek te doneren. Niet lang daarna kwam ik erachter dat mijn buurvrouw, Leontien Kröner, toevallig bij het NMF freelancet. Bij haar gaf ik aan dat ik naast een periodieke donatie graag een bijdrage zou doen om de musici ook op een ander vlak te ondersteunen, bijvoorbeeld voor professionele fotografie. Daarmee kunnen musici zich goed presenteren en dat is natuurlijk ontzettend belangrijk. Ik vind het mooi dat zij op deze manier worden geholpen. De uiteindelijke foto’s kunnen zowel de musici als het NMF gebruiken.’
WISSELING VAN DE WACHT
Afscheid nemen bestaat niet, maar toch zwaaien we enkele mensen uit die zich jarenlang toegewijd voor het fonds hebben ingezet, en verwelkomen we nieuwe gezichten. Francis Wammes (Instrumen tencommissie) en Suzanne Wolff en Simon Reinink (Raad van Toezicht) treden af. Hans Honig (CEO van Deloitte) en Boudewijn Berentsen (directeur Muziekgebouw aan ’t IJ)* zijn nu lid van de Raad van Toezicht. Veel dank aan allen! *Lees het interview op pagina 50.
NIEUWE geluiden
Voltooid: de panfluit COOSJE WIJZENBEEK
Een nauwe samenwerking van drie jaar tussen orgelbouwer Flentrop, ‘panfluiter des vader lands’ Matthijs Koene en het NMF heeft geleid tot een uniek nieuw instrument. Een revolutio naire panfluit is zojuist voltooid! En zo is de droom van Matthijs werkelijkheid geworden. Hiermee schudt de panfluit definitief het label van folklore-instrument van zich af, want het biedt Matthijs de mogelijkheid om het de verdiende positie als klassiek instrument te geven. Deze panfluit heeft een heel karakter volle, rijke klank, reageert snel en heeft een groot dynamisch bereik. Op de foto heeft Matthijs zojuist het voltooide instrument uitgepakt, nadat het een weekje in Duitsland was voor de allerlaatste stap: het lakken.
PRIJS & FILM
Voor de acht halvefinalisten van de Davina van Wely Prijs, onderdeel van het Nederlands Vioolconcours, hebben de Stichting Coosje Wijzenbeek, het Nationaal Vioolconcours en het NMF de Coosje Wijzenbeek Prijs in het leven geroepen. Dit ter nagedachtenis aan de in 2021 overleden internationaal vermaarde vioolpedagoge, de motor achter talloze violisten met een bloeiende carrière en tevens trouw lid van de Instrumentencommissie van het NMF.
De jonge violisten kregen een workshopdag over podiumpresentatie, fotografie en persoonlijk leiderschap. Ook kregen ze een individueel coachingsgesprek. Wat nog volgen zijn de opname van een podcast aflevering in de NMF-serie De Instrumentenkamer en een optreden in een grote zaal. Daarnaast initieerde het NMF een documentaireportret van Coosje, waarin leerlingen, collega’s en vrienden aan het woord zijn.
Scan de QR-code om de film De nationale viooljuf te bekijken of ga naar: muziekinstrumentenfonds.nl/ de-nationale-viooljuf
EERSTE INSTRUMENTEN VAN JUMPSTART JR. IN BRUIKLEEN
Tien bijzondere strijkinstrumenten van de Stichting Jumpstart Jr. te Amsterdam zijn ondergebracht in de collectie van het NMF. Het gaat om een deel van de Sparey-collectie, in 2016 geschonken aan Jumpstart Jr. door de Britse violist Jonathan Sparey. Door de moderne set-up sloot het tiental niet aan bij de doelgroep van de stichting Jumpstart Jr., namelijk musici die een carrière in de historische uitvoeringspraktijk navolgen. Samenwerking was dan ook een logische stap. Inmiddels hebben twee instrumenten via het NMF een bespeler gevonden: Anuschka Pedano bespeelt de Vuillaume-altviool (Parijs, 1864) en Quinten van Brummen een anonieme Italiaanse viool (begin 18e eeuw).
Lees meer over de samenwerking op pagina 51.
IN MEMORIAM: WIM DIK
Op 19 juni 2022 overleed de erevoorzitter van het Nationaal Muziek instrumenten Fonds, prof. ir. Wim Dik. Hij is 83 jaar geworden. Wim is van niet te onderschatten belang geweest voor het fonds. Hij heeft het NMF bijna 15 jaar als voorzitter van het bestuur met zijn hele hart bevlogen en kundig geleid. Wim was altijd goedgehumeurd en zeer slagvaardig. Hij straalde vertrouwen uit, ook naar ieder lid van het NMF-team. Kort voor zijn overlijden zijn we met enkele NMF-musici naar hem toe gegaan om een concert te geven. Op de uitvaart heeft celliste Nathalie Flintrop de ‘Wim Dik-cello’ (Kremeier, 2014) laten klinken. We missen zijn toewijding en warme persoonlijkheid enorm.
Lees het complete in memoriam op: muziekinstrumentenfonds.nl/wim-dik
NMF KAMERMUZIEKFESTIVAL
BIJ NATUURMONUMENTEN
Meer musici, meer feestvreugde, meer ontmoeting: het traditionele Presentatiefestival gaven we een ruimer jasje. Na de stilte van afgelopen jaren was een groter evenement op zijn plaats. We wilden u als donateur graag weer ontmoeten, bedanken voor uw betrokkenheid en laten genieten van een breed scala aan muziek. Op 16 september kwamen hon derden trouwe relaties naar Zaandam voor diverse optredens, presentaties, bijzondere instrumenten en spraakmakende musici.
Nagenieten? Scan de QR-code voor de foto’s en filmpjes of ga naar: muziekinstrumenten fonds.nl/presentatiefestival
Voor alweer de vierde keer slaan Natuurmonumenten en het NMF de handen ineen. In oktober 2023 komt het Kamermuziekfestival terug. Meer dan honderd musici geven concerten op de schitterende cultuurhistorische locaties van Natuurmonumenten, verspreid door het hele land. Aan het concert is vaak een rondleiding of wandeling verbon den. ’Een uniek evenement, lekker klein schalig en heel bijzonder. Ik zou het iedereen aanraden, echt een ontdek king!’ vertelde een bezoeker. www.natuurmonumenten.nl/ kamermuziekfestival
IN HET KORT
Tot z’n 33e was Frits Sissing (1963) marketingmanager bij verschillende bedrijven. Maar de tv-wereld lonkte. Hij werkte eerst achter de schermen, bij onder meer AT5, IDTV en later de AVRO, waar hij ook zijn eerste eigen programma kreeg: Opsporing Verzocht. Daar kwam al snel de musical Sing-a-long op de Uitmarkt bij, gevolgd door onder meer Op zoek naar Evita, het Televizier-Ring Gala en het Musical Awards Gala. Frits is ook al jaren de vaste presentator van Tussen Kunst en Kitsch en Maestro. Op NPO Radio 5 presenteert hij al bijna 15 jaar Musical Moods, waarin hij de mooiste muziek uit nationale en internationale musicals deelt. Frits is getrouwd met Willemijn, met wie hij twee volwassen dochters heeft.
Het grote publiek op een laagdrempelige manier kennis laten maken met kunst en cultuur. Dat streeft Frits Sissing in zijn televisieprogramma’s na. Bijvoorbeeld als boegbeeld van Maestro, waarin BN’ers als dirigent een orkest begeleiden. Daar steekt de presentator ook zelf veel van op, want de wereld van de klassieke muziek was voor hem in het begin nog onontgonnen terrein.
maestro MISTER
Als jouw moeder vroeger klassieke muziek opzette, rende je gillend de kamer uit. Waar kwam die aversie vandaan?
‘Uit onbegrip. Mijn moeder was al wat verder in haar ervaringen, dus ze luisterde niet naar instapmodelnummers. Ze zette wat moeilijkere stukken op. Mijn vader hield van jazzmuziek. Daar voelde ik me meer bij thuis.’
Hoe reageerde je toen juist jij werd gevraagd voor Maestro? ‘Mijn eerste spontane reactie was: o jee, programma’s met klassieke muziek hebben het op de Nederlandse televisie niet makkelijk. Mijn baas zag mijn twijfel en gaf me een stapel dvd’s van het Britse format van Maestro. Ik zag meteen potentie, want het programma laat op een laagdrempelige manier zien dat klassieke muziek niet alleen maar strak en netjes hoeft te zijn. Het kan ook ontspannen en vrolijk zijn.’
Hoe heb je jezelf de kunst van de klassieke muziek eigen gemaakt? ‘Om meer gevoel te krijgen bij de componisten ben ik een aantal biografieën gaan lezen. Onder meer van Tsjaikovski: wie was hij, wat was zijn drijfveer, was hij saai of leuk? Ook vond ik een website waar de verschillende periodes in de klassieke muziek helder stonden beschreven. Op zondagochtend heb ik tijdens het ontbijt een klassieke zender opgezet en ben ik gaan raden uit welke tijd de nummers kwamen. Samen met mijn vrouw, als een soort spelletje. Dat ging best goed, waardoor ik er lol in kreeg en elke week meer herkende. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment in de auto klassieke muziek ging opzetten. Niet omdat het moest, maar omdat ik er zin in had.’
IK MERK DAT IK MOZART GOED AANKAN
‘
WIL DE ECHTE MAESTRO NÚ OPSTAAN?
‘Opvallend aan de deelnemers van Maestro is dat zangers het vaak lastig hebben,’ aldus Frits Sissing. ‘Zij komen vaak binnen met een lichte air van: dit wordt appeltjeeitje, want we zijn de hele dag met muziek bezig. Hun valkuil is dat ze in de maat gaan dirigeren, omdat ze dat gewend zijn. Maar je moet juist voor de maat uit dirigeren. Dat valt dan toch tegen. Zo’n situatie is heel confronterend, ook voor het orkest. Wie mij in positieve zin erg is bijgebleven is Spike. Hij is zo rock-’n-roll dat je geen klassieke muziek bij hem verwacht, maar de kijkers en ook de orkestleden liepen met hem weg. Van hem heb ik enorm genoten.’
Wat trekt je aan in klassieke muziek?
‘De aantrekkingskracht begint met bewondering voor de passie van de makers. Ik vind het knap dat je iets uit het niets kunt bedenken, maken en uitwerken.
Dat je daar al je energie in stopt. Prachtig! Ik houd van mensen die hun hele ziel en zaligheid in een bepaald project stoppen. Er is niet één specifieke componist van wie ik kan zeggen dat hij de beste is. Ik ben zeker nog geen kenner, dus voordat je het weet ga ik de verkeerde dingen zeggen. Maar ik merk dat ik Mozart goed aankan.’
Jij bent er het levende voorbeeld van dat je klassieke muziek ook op latere leeftijd kunt leren waarderen. Zie je jezelf als een rolmodel?
‘Ja, want ik ben eigenlijk de doelgroep van Maestro. We maken het programma niet voor mensen die al helemaal into klassieke muziek zijn. Zij zijn eerder terughoudend en vinden dat we klassieke muziek niet met de juiste houding benaderen. Terwijl ik denk: als je voor het eerst koffie gaat drinken, dan begin je ook niet met de strafste espresso. Je neemt eerst rustig een cappuccino om aan de smaak te wennen en gaat na een tijdje eens kijken wat er nog meer is: een caffè macchiato, misschien een espresso. Zo doorloop je alle fases, waarbij ik nog redelijk in de cappuccinofase zit.’
Vind je het belangrijk dat een groot publiek kennismaakt met klassieke muziek, bijvoorbeeld door een programma als Maestro? ‘Zeker! Ik denk dat kunst en cultuur je leven verrijken, dus ik wil dat in al mijn programma’s overbrengen. Klassieke muziek en andere vormen van kunst helpen je om even te ontsnappen aan de werkelijkheid. Je bent uit de hectiek van alledag en kunt genieten van de schoonheid. Op drukke dagen zorgt dat voor balans en vreugde in je leven. Ik zie het als mijn taak, en die van de publieke omroep, om mensen in ieder geval te laten kennismaken met vormen van kunst en cultuur. Of ze er iets mee gaan doen, dat moeten ze zelf beslissen. Maar als het niet wordt aangereikt, dan is die kans sowieso klein.’
Wat doe je als je kinderen de benen nemen als je klassieke muziek opzet?
‘Inmiddels zijn ze het huis uit, maar we probeerden op zondag altijd gezamenlijk te ontbijten. Dat was toen ze pubers waren best lastig, maar dan kregen ze wel iets mee van de klassieke muziek die ik altijd opzet. We hebben ook ooit de afspraak gemaakt dat we elke vakantie minimaal naar één museum gaan met z’n vieren. Dat hebben we altijd gedaan, wat voor mijn gevoel toch wel z’n vruchten heeft afgeworpen. Soms moet je ergens bewust op worden geattendeerd om er een connectie mee te krijgen.’
Heb jij door Maestro ook meer gevoel gekregen bij de instrumenten van het orkest?
‘Ik vind het heel bijzonder dat sommige instrumenten eeuwenoud cultureel erfgoed zijn, wat dan ook weer een enorm effect heeft op het geluid dat ze maken. Zelf heb ik als kind slagwerk gespeeld, maar ik ben niet verder gekomen dan onder de trap een beetje meetikken op mijn drumstel. Het is voor mij dus een ver-van-mijn-bedshow, maar ik hoor Maestro-juryleden Isabelle van Keulen en Dominic Seldis vaak met zoveel liefde en vakmanschap over de instrumenten praten. Voor mij is een bas een bas, maar Dominic hoort iets heel anders dan wat ik hoor. Ik vind dat fascinerend.’
Als je voor het eerst koffie drinkt, begin je ook niet met de strafste espresso’
De collectie van het NMF bestaat groten deels uit strijkinstrumenten en -stokken. Niet gering is het aantal andersoortige instrumenten, zoals harpen, vleugels, fortepiano's, gitaren, marimba's, enkele blaasinstrumenten en een orgel. Maar liefst 76 musici spelen daarop.
test uw
MUZIEKKENNIS
Illustraties: Jannemieke OostraWilt u kans maken op mooie prijzen? Ga naar muziekinstrumentenfonds.nl/kennis en vul vóór 1 december 2022 de antwoorden in. Na deelname kunt u ook de juiste antwoorden bekijken.
4. De meeste (moderne) strijkstokken zijn gemaakt van pernambukhout. Maar het hout werd om een andere reden al vanaf de 16e eeuw geïmporteerd. Waar werd het veel voor gebruikt?
1. Het Matangi Quartet speelt al 23 jaar samen (zie pagina 16). Waar komt de naam ‘Matangi’ eigenlijk vandaan?
Het is…
A. een Indiase godin, het symbool van universele kennis.
B. een kleurrijke vogel die leeft in het Amazonegebied.
C. een onbewoond eiland in Fiji (Melanesië).
D. Arabisch voor ‘ontmoeting’.
2. In een vleugel zitten zo’n 230 gespannen snaren. Hoeveel kilo aan snaarspanning moet het frame dan wel niet opvangen?
A. 200 kg
B. 2.000 kg
C. 20.000 kg
3. Welke van de volgende rode kleurpigmenten werd níét gebruikt in vioollak?
A. Drakenbloed
B. Rode biet
C. Meekrapwortel
D. Cochenilleluis
A. Pijl-en-boog
B. Scheepsbouw
C. Heipalen
D. Kleurstof
5. Op een marimba (zie ook pagina 6 & 40) klinkt muziek van Bach fenomenaal. Maar welke grote componist heeft echt voor marimba gecomponeerd?
A. Benjamin Britten
B. Darius Milhaud
C. Mieczysław Weinberg
D. Béla Bartók
6. Het NMF heeft prachtige Salviharpen in de collectie (zie ook pagina 54). Welk harpenmerk heeft het NMF nog meer?
A. Killarney (Ierland)
B. Lyon & Healy (VS)
C. Weissgerber (Duitsland)
7. Wie van deze oud-Hollandse viool bouwers was de meest productieve in de Nederlandse geschiedenis?
A. Hendrik Jacobs
B. Pieter Rombouts
C. Johannes Theodorus Cuijpers
D. Willem van der Sijde
De slof van een strijkstok is het blokje dat de haren spant. Van welk materiaal wordt de slof níét gemaakt?
A. Walvisbalein
B. Mammoetivoor
C. Schildpad
D. Slangenhout
9. Het NMF heeft een bassaxofoon aangekocht voor Ties Mellema (zie pagina 44). Stelling: Adolphe Sax’ (1814-1894) eerst gebouwde saxofoon was een bassaxofoon.
A. Waar
B. Niet waar
DE PRIJZEN: 2x een privéconcert van een NMF-musicus bij u thuis! 10x een set met tien wenskaarten met oud-Hollandse vioolbouw
DONATEUR IN BEELD
Tekst: Menno de Boer
Fotografie: Jeroen Dietz
SOPHIE STEIJNS
‘Tijdens het studeren heb ik veel naar klassieke muziek geluisterd. Naar de cellosuites van Bach bijvoorbeeld. Die zijn lekker rustig. Daar heb ik veel aan gehad, vooral als er een tentamen aankwam en de stress toenam. Vorig jaar zomer ben ik afgestudeerd en daarna vond ik al snel werk in het vermogensbeheer.
Dat was ook het moment dat ik besloot enkele goede doelen te gaan steunen. Niet zozeer de bekende, grote organisaties, maar iets wat echt dicht bij mijn hart ligt. Op goededoelen.nl ben ik gaan zoeken op “klassieke muziek” en toen kwam ik al snel het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds tegen. Ik had er nog nooit van gehoord, maar vond het meteen een mooi idee dat het een fonds is dat muzikaal talent van de juiste instrumenten voorziet en ze zo aanmoedigt zich verder te ontwikkelen. Ik ga graag naar klassieke concerten en vooral ook opera’s. Ik merk dat ze daar steeds meer aandacht hebben voor een wat jonger publiek en dat zie je ook duidelijk in hun marketing terug. Meestal ga ik samen met mijn broertje, die vier jaar jonger is dan ik. Het grappige is dat hij nu ook regelmatig tips voor mij heeft. Hij luistert vaak via Spotify naar klassieke muziek. En laatst had hij van de oma van een vriend haar klassieke lp-collectie gekregen, met echte pareltjes ertussen. Er valt nog zoveel voor ons te ontdekken. Daarbij voelt het goed om een bijdrage te leveren aan een fonds dat de instrumenten beschikbaar stelt die nodig zijn voor die mooie muziek.’
SOPHIE STEIJNS IS DE JONGSTE PERIODIEKE SCHENKER VAN HET
ONMISBARE
schakels
Vrouwkje Tuinman (1974) schrijft romans, dichtbun dels en teksten voor muziek theater. Haar dichtbundel Lijfrente werd bekroond met De Grote Poëzieprijs 2020. Ook schrijft ze artikelen, columns en recensies voor onder meer Trouw, De Morgen en Preludium. In het seizoen 2022/2023 maakt ze met Martin Fondse, Margriet Sjoerdsma en het Matangi Quartet de voorstelling Stop de tijd!
Een concert zien is in mijn beleving vaak nog boeiender dan een concert horen. Er gebeurt zoveel meer dan het geluid. Het gezicht van de musicus, de motoriek. De band die hij of zij wel of niet aangaat met de zaal. En vooral: de interactie tussen musici. Die elkaar voortstuwen, helpen foutjes weg te werken, prijzen, plagen soms. Die samen tot iets komen dat anders is dan de avond ervoor.
Er is een zeer kleine beroepsgroep die zich voortbeweegt met een trommel op de rug, een gitaar in de hand, een fluit uit de neus stekend, met bellen en tamboerijnen aan de benen gebonden. De meeste musici hebben andere mensen nodig om hun vak uit te kunnen oefenen. Een componist bespeelt nu eenmaal niet alle instrumenten waarvoor hij schrijft. Van de hobopartij in een symfo nie blijft weinig over zonder de rest van het orkest. Als geluidsmensen en portiers staken, gebeurt er trouwens helemaal niks.
Dat is in mijn vak nogal anders. Schrijven doe je doorgaans zelf. Niet per se op een donkere zolderkamer, midden in de nacht, lurkend aan een pijp, maar toch: in je eentje.
Het verhaal komt uit jouw hoofd, jij noteert het en zet er strepen doorheen tot het af is. In het digitale tijdperk kun je bovendien je boek zelf vorm- en uitgeven. Echter: mocht je het geluk hebben een lezer te vinden, dan beleeft ook die persoon je boek doorgaans in zijn eentje. De meeste mensen kunnen le zen en zodoende enige chocola van je tekst maken. Of niet. Dan slaan ze het boek dicht.
Bij muziek is dat anders. Laat ik het bij mezelf houden: als ik een vioolconcert wil horen, is het een ontzettend goed idee als ik dat niet zelf uitvoer. Laatst interviewde ik een com ponist. Hij werkt vaak jaren aan een stuk. Al die tijd zingt het door zijn hoofd, bevindt het zich op proppen papier in zijn prullenbak, in notenbalken op zijn computerscherm. En al die tijd is het er niet, zei hij. ‘Mijn werk bestaat alleen op het moment dat ik in een zaal zit, musici het uitvoeren en publiek het ervaart. Van tevoren is het abstract, erna is er alleen nog stilte.’
Met zijn verhaal legde de componist de keten bloot waarvan hij weliswaar een heel belangrijke schakel is, maar toch, een scha kel. Onmisbaar tussen anderen. Een positie waar je als solistische schrijver alleen maar van kunt dromen.
meeste musici hebben andere mensen nodig om hun vak uit te kunnen oefenen’
De collectie, die een waarde van ruim 41 miljoen euro vertegenwoordigt, is opgebouwd door aankopen en schenkingen. Ook is een groot deel van de collectie door derden aan het NMF in bruikleen gegeven.
vreugde geven BLIJVEND
Voor het blijvend steunen van musici en de zorg voor de collectie is het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds afhankelijk van giften van particulieren en particuliere stichtingen. Nalatenschappen zijn bijzonder waardevol. Legaten en erfenissen stellen het fonds in staat de missie uit te voeren: musici helpen bij de zoektocht naar hun perfecte instrument en kostbaar erfgoed behouden voor volgende generaties.
Meer weten over nalaten aan het NMF? Vraag vrijblijvend een brochure aan! Scan daarvoor de code of ga naar muziekinstrumentenfonds.nl/vreugde