Puur Natuur Lente 2023

Page 1

Het klungelke

De vroedmeesterpad is met 5,5 centimeter het kleinste padje in Nederland. Zoals de naam al suggereert zorgt het mannetje voor de eitjes. Het vrouwtje produceert een eisnoer dat het mannetje na bevruchting tussen z’n achterpoten wikkelt. De eitjes gaan zo mee op stap. Het mannetje zoekt een goede beschermde omgeving tot de embryo’s voldoende ontwikkeld zijn en brengt ze dan naar een waterpartij. Daar groeien de larven

uit tot kleine padjes. De vroedmeesterpad houdt van open terrein waar hij zich gemakkelijk kan ingraven of onder stenen kan wegkruipen. Een kaal stuk op een graft of een verlaten groeve met flinke stenen en mergelblokken is dan ook een ideaal leefgebied voor hem. De Limburgse dialectnaam klungelke heeft de vroedmeesterpad te danken aan het geluid dat hij maakt. Dit lijkt op het klingelen van een klokje in de verte.

BEELD: NATURE IN STOCK, PAUL VAN HOOF
Marina Fijten Boswachter ecologie Zuid-Limburg
facebook.com/geuldal

Jarenlang zijn de problemen vooruitgeschoven. Maar de tijd van geitenpaadjes en pleisters plakken lijkt voorbij. Om onze

leefomgeving op orde te brengen, gaat het land op de schop.

Dat gebeurt onder regie van provincies en waterschappen.

Jij kunt meebepalen hoe ze die regierol gaan invullen. Hoe?

Door op 15 maart met je groene hart te stemmen!

“Het landelijk gebied staat aan de vooravond van grote veranderingen. De natuur en waterkwaliteit staan onder druk en het klimaat verandert. We moeten de biodiversiteit herstellen en een balans bereiken tussen wat de natuur kan dragen en wat we als samenleving van haar vragen. Ook de draagkracht van ons bodem­ en watersysteem wordt op veel plekken overschreden.”

Zo kondigde het kabinet in juni aan dat het buitengebied de komende jaren op de schop gaat. Flink op de schop, want om én schade uit het verleden te herstellen én schade in de toekomst te voorkomen, is een ingrijpende herinrichting onontkoombaar.

Eigenlijks het is de kroniek van een aangekondigd einde. Decennialang waarschuwen wetenschappers al dat de economische groei te veel van onze natuurlijke omgeving vraagt. We staan nu op het punt dat de wal het schip keert en dat we ons zelfs zorgen moeten maken over ons eigen voortbestaan. De zeespiegel komt verder en verder omhoog, rivieren en beken kunnen hevige regenbuien niet meer opvangen, de luchtkwaliteit bij steden én op het platteland behoort tot de slechtste ter wereld, grondwater is in delen van het land zo vies dat drinkwaterbedrijven het niet meer kunnen gebruiken, natuurgebieden drogen uit omdat water niet wordt vastgehouden, dieren komen om in het verkeer door gebrek aan goede verbindingen, planten verdwijnen evenals de dieren die ervan afhankelijk zijn – aan het grote uitsterven komt geen eind.

Provincies

De lijst van overschreden grenzen wordt langer en langer. Dan kun je in een hoek gaan zitten kniezen, wachten op het einde. Je kunt het ook zien als een mooie gelegenheid om stil te staan bij de vraag in welk land

we willen leven. Hoe gaan we het land zo inrichten dat wij, onze kinderen en hun kinderen er veilig en gezond kunnen wonen en werken? Wat is er nodig om klimaatverandering op te vangen, biodiversiteit nieuw leven in te blazen, gezond en voldoende voedsel te produceren, in een fijn huis te kunnen wonen, schone energie te produceren en ruimte te maken waar we kunnen rusten, spelen, leren, mijmeren en elkaar ontmoeten? Hoe ziet ons land eruit als we aan al deze vragen tegemoet komen? Duidelijk is dat de antwoorden onze omgeving grondig van aanzien veranderen. Het kabinet wil dat provincies dat in gang zetten. Onder hun regie gaan betrokkenen overal in het land om tafel om te bekijken wat er nodig is om ons land mooi en gezond te maken. Dat wordt per regio ingevuld, omdat de problemen niet overal hetzelfde zijn. Het is vervolgens aan de provincies om de oplossingen uit deze regionale overleggen uit te voeren. Zij vervullen dus een cruciale rol in de aanstaande verbouwing van ons land. Dat geeft meteen ook het belang aan van de verkiezingen voor de provinciale staten op 15 maart. Natuurmonumenten roept haar achterban dan ook nadrukkelijk op om in het stemhokje nog eens te denken aan die vraag: in welk land wil leven? Om je een idee te geven waar het bij de ‘verbouwing van Nederland’ om gaat, maken we een rondje door het land. Want op tal van plekken zijn we alvast begonnen. Samen met boeren, waterschappen, gemeenten, bewoners en anderen maken we stukjes Nederland gezonder, biodiverser en mooier. De omvang van deze projecten is klein, maar ze laten wel zien hoe ons land er na de verbouwing uit kan zien. Voor het grote werk moeten provincies en waterschappen nu stappen zetten. Laten we ze daarbij helpen op 15 maart.

7
TEKST: Frans Bosscher BEELD: Roelof Bos
spelen een cruciale rol

Beekdal voor natuur, water en recreant

Duizenden jaren voerde de Ruiten Aa water af uit grote veengebieden naar de Waddenzee. Onderweg stroomde de beek door een afwisselend landschap. Na de Tweede Wereldoorlog maakten ruilverkavelingen hieraan een abrupt eind: de beek werd rechtgetrokken, het landschap geëgaliseerd. De afgelopen dertig jaar hebben bewoners, boeren, natuurorganisaties, waterschap en gemeenten het oorspronkelijke landschap in ere hersteld. Over een lengte van 30 kilometer, tussen Ter Apel en Bellingwolde, slingert de beek weer door het Westerwoldse landschap. Stuwen zijn verwijderd, zodat trekvissen vanuit zee weer ver landinwaarts kunnen komen. Aan weerszijden van de Ruiten Aa kreeg de natuur er 2.500 hectare bij. Daarmee is ook extra waterberging gecreëerd voor 1,3 miljoen kubieke meter water. Over het hele beektraject kun je met de kano varen. Door het dal zijn wandel­ en fietspaden aangelegd. Iets verder van de beek zijn de bolle vormen van essen weer herkenbaar, houtwallen en houtsingels geven het landschap beslotenheid.

2Mooi eiland en lekkere kaas

De zeven melkveehouders op waddeneiland Schiermonnikoog werken in en naast een groot natuurgebied. Dat hun bedrijven minder stikstof moesten uitstoten, was onvermijdelijk. Ze wilden allemaal verder boeren. Daarom gingen ze niet wachten tot de overheid een bedrijf zou uitkopen, maar namen het heft in eigen hand. Samen verkleinden ze het aantal koeien met een derde (van 650 naar 430). Het inkomensverlies vangen ze op met de productie van kaas: Van Schier (te koop in een eigen winkel op het eiland, bij diverse verkooppunten op het vasteland en online: vanschier.nl) en met natuurbeheer. Op hun bedrijven verhogen ze het waterpeil, waardoor de graslanden rijker worden aan bloemen en weidevogels. Hun koeien en schapen grazen ook op de kwelders in het nationaal park, waardoor het voor weidevogels aantrekkelijker wordt om ook daar te gaan broeden. Dat gebeurt in goede afstemming met de boswachters van Natuurmonumenten.

8
1
1 2 3 5 4 BEELD:
NATUURMONUMENTEN-MARTIN VAN LOKVEN, ILJA ZONNEVELD, PAUL VAN GALEN, GEURT BESSELINK, PETER LEENEN FOTOGRAFIE, GETTY IMAGES

3Weidevogels en klimaat profiteren

Vanaf de dijk tussen Zwartsluis en Vollenhove heb je een mooi uitzicht over de Barsbekerbinnenpolder. Acht jaar geleden begonnen Herman en Leanne Spans daar hun biologisch bedrijf Weidevol. De melkproductie staat centraal, maar je kunt er ook terecht voor bedrijfsuitjes en vergaderingen. De koeien grazen op eigen grond en in aangrenzende graslanden van Natuurmonumenten in De Wieden. In de polder broedden altijd veel weidevogels. Maar ook hier lopen de aantallen kieviten, grutto’s en tureluurs terug. Doordat er verschillende boeren in de polder werken, was het niet mogelijk om het waterpeil op het niveau te krijgen dat weidevogels nodig hebben. Door een ruilverkaveling komt daarin verandering. Er ligt in de polder nu een aaneengesloten gebied van 160 hectare waar het waterschap het peil met ingang van dit jaar gaat verhogen in de winter en het voorjaar. Met het hogere waterpeil worden in dit veengebied nog twee belangrijke verbeteringen gerealiseerd: de uitstoot van CO2 uit het (verdroogde) veen vermindert en de bodemdaling vertraagt. Half juni, als de broedtijd voorbij is, gaat het waterpeil weer naar beneden en kunnen boeren er gras maaien en koeien weiden. Behalve voor weidevogels wordt de polder aantrekkelijker voor bedreigde vogelsoorten, zoals zwarte stern, bruine kiekendief en purperreiger.

4 Oerlandschap voor water en natuur

Toen in 1998 een deel van de stad Groningen blank kwam te staan en er zelfs bewoners van enkele zorginstellingen geëvacueerd moesten worden, was de maat vol. In voor Nederlandse begrippen ongekend korte tijd is aan de zuidwestkant van de stad een gebied van zo’n 3.000 hectare ingericht om water te bergen en natuur te ontwikkelen. Ruim twintig jaar later is er een uitgestrekt natuurgebied, waar de biodiversiteit spectaculair is toegenomen met onder meer snor, waterral,

koekoek, baardmannetje, roerdomp en otter. De inrichting van De Onlanden sluit aan bij de opbouw van het oorspronkelijke landschap, waarbij water vanaf het Drentse Plateau via NoordDrenthe en het Reitdiep afgevoerd werd naar de Waddenzee.

5 Archipel in het hart van Nederland

Tussen Almere en Lelystad, in en langs het Markermeer, krijgt Nationaal Park Nieuw Land steeds meer vorm rondom drie natuurgebieden: Oostvaardersplassen, Lepelaarsplassen en Marker Wadden. Met de aanleg van de laatste, een archipel van natuureilanden in het Markermeer, is de kaart van Nederland veranderd. Met de eilanden heeft het meer nu op grote schaal oevergebieden met rietvelden en luwe gebieden met ondiep water. Wetenschappers volgen de ontwikkeling van de natuur op de voet. Zij stellen vast dat steeds meer vogels – in soorten en aantallen – Marker Wadden weten te vinden, dankzij het groeiende aanbod van vissen en insecten. De kwaliteit van het water in het meer, dat sterk vertroebeld was door een dikke slibdeken, verbetert rondom de natuureilanden. Met de archipel kwam er bovendien een bijzondere recreatiebestemming in het hart van Nederland.

9
De

Beken: ondieper en breder

Door de ligging op hoge zandgronden en de beperkte mogelijkheden voor extra watertoevoer heeft de Achterhoek meer dan elders last van de toenemende droogte en piekbuien. Daarom werken 19 partijen (overheden, landbouw­ en natuurorganisaties, drinkwaterbedrijf) samen aan oplossingen. Minder gebruiken en zoveel mogelijk vasthouden, zijn de sleutelwoorden. Dat laatste kan het beste in de lagere delen van het landschap, zoals de beekdalen. Langs de Baakse Beek is al te zien hoe dat uitpakt. De beek begint in het Korenburgerveen en stroomt via Ruurlo en Vorden naar de IJssel. Op enkele plaatsen is de beek ondieper en breder gemaakt, zijn sloten gedempt en stroomt het water af via slenken (natuurlijke laagtes in het landschap). Zo fungeert het beekdal meer en meer als een spons die in regenrijke periodes water vasthoudt. In droge periodes is het een bron waaruit geput kan worden.

7

Parklandschap naast de deur

In 2000 is Kasteel De Haar bij Utrecht overgedragen aan een stichting. Natuurmonumenten kon het bijbehorende landgoed kopen dankzij een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Op het landgoed van 300 hectare zijn

boomgaarden hersteld, wandelpaden aangelegd, is de eendenkooi opgeknapt, staan akkers weer vol bloemen en zijn steile oevers van sloten glooiend gemaakt. Samen met de inwoners van Leidsche Rijn is een parkbos ontworpen en aangelegd. Zo is het saaie en intensief gebruikte boerenland veranderd in een landschap met afwisseling tussen openheid en beslotenheid, tussen bosjes en bloemenweiden. Een landschap ook met bijzondere akkers, waar niet alleen korenbloem en klaproos het goed doen, maar ook zeldzame planten zoals kleine wolfsmelk en akkerboterbloem. Een landschap, kortom, waar natuurbehoud, geschiedenis en recreatie als vanzelf bij elkaar komen en waar de bewoners van Utrecht, Maarssen en Leidsche Rijn kunnen bijkomen van de drukte van alledag.

Van pachter naar partner

Sinds 2016 werken onze boswachters samen met acht boeren onder begeleiding van Wij.land, een organisatie die zich inzet voor herstel van het evenwicht tussen landbouw en natuur, in de Vechtplassen, een veenweidegebied op de grens van Utrecht en Noord­Holland. Uitgangspunt was een gezonde bodem, waardoor de biodiversiteit boven de grond verbeterde: meer bloemen, vlinders en vogels. Bovendien verbeterde de kwaliteit van het voer voor het vee (meer mineralen en vitaminen) en waren er minder problemen met droogte. Slootkanten zijn natuurvriendelijk gemaakt, op erven kwamen nestkasten, insectenhotels en beplanting. Vier boeren deden samen met boswachters mee aan de opleiding ‘Natuurbeheer & ondernemen’, vier zijn overgestapt op biologische bedrijfsvoering. Het project trok veel belangstelling. Wij.land werkt inmiddels samen met 160 boeren in West­Nederland om de lessen die in de Vechtplassen zijn geleerd, ook elders toe te passen.

10 6 7 8 9 10
8
6
BEELD: NATUURMONUMENTEN-LAURENCE DELDERFIELD, STEFAN CLAESSENS, MAARTEN VAN DE VEN, WUR-FOGELINA CUPERUS

9

Stedeling ontdekt boerenland

Burger en boer verbinden. Dat is de insteek van een groot project waarmee we twee jaar geleden begonnen in en om Rotterdam. Met 19 partners en financiële steun van de Nationale Postcode Loterij stimuleren we boeren natuurvriendelijk te produceren en tegelijkertijd zorgen we er met (online) supermarkten voor dat Rotterdammers dit lokaal geproduceerde voedsel kunnen kopen. Zo maken de stedelingen het de boeren mogelijk om zich in te zetten voor de kwaliteit van het cultuurhistorische landschap en z’n natuurwaarden. Met alle partijen willen we zo de afname van de biodiversiteit door intensivering van de landbouw een halt toeroepen. Dankzij de samenwerking tussen boeren en natuurbeschermers nemen de aantallen weidevogels in Schieveen en de Schiebroekse Polder weer toe. Inmiddels is ook de eerste Herenboerderij opgericht (zie pagina 41) en zijn in december 1.500 bomen geplant voor een voedselbos dat de stad van noten en vruchten gaat voorzien. Belevenisboerderij Schieveen groeide uit tot een prachtige locatie om het platteland in de Noordrand te ontdekken.

Innoveren voor biodiversiteit

Boeren en natuurorganisaties werken in het Zeeuwse samen in projecten die de biodiversiteit op het boerenland verbeteren. Onze boswachters maaien bijvoorbeeld twee keer per jaar de bloemdijken in Zuid­Beveland. De neerslag van stikstof stimuleert de groei van grassen, bramen en brandnetels, wat ten koste gaat van een bonte variatie aan soms zeldzame planten, zoals ruige anjer en moeslook. Het maaisel wordt verwerkt tot bokashi, gefermenteerd organisch materiaal. Boeren uit de omgeving gebruiken dat om de vruchtbaarheid van hun akkers te verbeteren. Verschillende akkerbouwers in de provincie doen daarnaast proeven

met strokenteelt. Daarbij verbouwen ze gewassen niet in grote blokken, maar in stroken van 6 tot 12 meter. Dat zorgt voor een diverser landschap, wat goed uitpakt voor bodemleven, insectenrijkdom en natuurwaarden, zoals vogels die in het boerenland broeden. Dat komt ook omdat de boeren minder of geen bestrijdingsmiddelen meer nodig hebben.

10

Mooie en gezonde leefomgeving

60 Brabantse organisaties willen in het hart van Brabant een landschap tot stand brengen met houtsingels, hagen, zandpaden en slingerende beken. In dit Nationaal Park Van Gogh, dat ongeveer een kwart van de provincie beslaat, zijn de grote natuurgebieden, waaronder Loonse en Drunense Duinen, Kampina, Oisterwijkse Bossen en Vennen, Vughtse Gement en Moerputten, met elkaar verbonden; daarvoor komen er acht passages over wegen en spoorlijnen. Vanuit dorpen en steden zijn deze gebieden bereikbaar via ‘groene vingers’. Uitgangspunt is het herstel van de biodiversiteit in de Natura 2000­gebieden. Dat betekent dat de neerslag van stikstof aanzienlijk moet verminderen en dat het watersysteem wordt hersteld. In het landschap tussen de natuurgebieden werken honderden melkveebedrijven aan een bedrijfsvoering die natuurvriendelijk is. Dat maakt dat landschap aantrekkelijk om te wandelen en te fietsen, waardoor de drukte in de natuurgebieden afneemt.

Veiligheid en natuur gaan hand in hand

Over een lengte van 43 kilometer is het stroombed van de Maas in Limburg verbreed, oevers zijn verlaagd en dijken versterkt.

Dat betekent veiligheid voor de inwoners bij grote waterafvoeren, maar ook versterking van de natuur. Langs de rivier kwam een natuurgebied van zo’n 1.000 hectare tot stand. Omdat ook België volop werk maakt van een natuurlijke Maas ontstaat er straks een aaneengesloten en grensoverschrijdend Maaspark van ruim 2.000 hectare. De rivier geeft het landschap vorm, samen met de konikpaarden en galloway­runderen die grazen op de oevers en de bevers die er burchten bouwen. In de geulen, steile oevers, grind­ en zandbanken die komen en gaan, vestigt zich een grote variatie aan planten en dieren. Tegelijkertijd zijn er voor recreanten volop mogelijkheden om te genieten van deze wilde riviernatuur.

Voor de verbouwing van ons land heeft het rijk het Nationaal Programma Landelijk Gebied in het leven geroepen: ruim 24 miljard euro om onze natuur te herstellen en de landbouw te vergroenen. Natuurmonumenten wil daarin vier zaken in samenhang aanpakken:

• Om natuurgebieden, de biodiversiteit en de bodemkwaliteit te beschermen gaat de stikstofuitstoot in landbouw en industrie omlaag.

• Boeren krijgen steun bij het aanpassen van hun bedrijfsvoering, die natuurvriendelijk is en een goed inkomen biedt.

• Om de gevolgen van droge en natte periodes op te vangen wordt de waterhuishouding verbeterd. Natuurgebieden fungeren daarbij als een buffer: bij veel neerslag houden ze water vast, bij droogte zijn ze een waterreservoir. Ook verbetert de waterkwaliteit, want schoon water is de basis voor planten, dieren en mensen.

• Er komen goede verbindingen tussen natuurgebieden, zodat dieren en planten zich gemakkelijk kunnen verplaatsen; dat geeft de natuur veerkracht, waardoor ze beter in staat is calamiteiten – van branden tot ziektes – op te vangen.

De ‘verbouwingsplannen’ moeten op 1 juli klaar zijn. Nú is het moment om in actie te komen. Met je stem bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten en waterschappen bepaal je mee hoe die plannen eruit gaan zien. Daarom: stem natuurlijk op 15 maart!

Teken ook de petitie!

Ook komen we in actie voor schoon én voldoende water in jouw provincie, een voorwaarde voor gezonde natuur. Teken de petitie op nm.nl/ petitiewater en roep jouw provincie op om werk te maken van waterkwaliteit.

11
12
11 12
BEELD: NATUURMONUMENTEN-MARTIN VAN LOKVEN, DE ANNAHOEVE /DE MOER

Deltanatuur herleeft

Vier jaar geleden was het zo ver: de deuren van de Haringvlietsluizen gingen op een kier. Zout water stroomde voor het eerst sinds 1970 weer het Haringvliet in. Het werkt! Tientallen miljoenen vissen pendelen heen en weer tussen zee en binnenwater, vooral haring en sprot, maar ook zeebaars en paling. Door een bijdrage van 13,5 miljoen euro uit het Droomfonds van de Nationale Postcode Loterij maakten Natuurmonumenten en vijf andere organisaties op verschillende manieren het Haringvliet weer een geschikt leefgebied voor vissen en vogels. Zo pasten we de Korendijkse Slikken aan op de dynamiek van het water en konden we vogelreservaat Scheelhoek flink uitbreiden. Ook bouwden we het spectaculaire Vogelobservatorium Tij; hier heb je een fantastisch uitzicht op de deltanatuur. En dat alles dankzij alle deelnemers van de Postcode Loterij.

BEELD: NATUURMONUMENTEN -
KOELINK
M.

Vragen

aan Frans

Frans Bosscher van Natuurmonumenten werkt al jaren als redacteur voor Puur Natuur en kent bijna alle natuurgebieden. Als hij het antwoord op je vraag niet weet, klopt hij aan bij onze boswachters.

Zijn dit mijten?

Margreet Wildeboer zag een hommel waar klonten beestjes op zaten. Of het misschien mijten zijn? Dat zijn het inderdaad. De mijten liften mee op de hommel. Die neemt ze mee naar het nest. Eenmaal daar aangekomen, houden de mijten het nest schoon door allerlei afval op te eten. Een win-winsituatie dus, zoals je veel tegenkomt in de natuur. De mijten zijn op zich niet schadelijk. Het komt wel eens voor dat er zó veel op een hommel zitten, dat die nauwelijks meer kan vliegen.

Zijn er meer molshopen in de winter?

Het viel Matthijs de la Rive Box op dat er ’s winters veel meer molshopen te zien zijn dan in andere seizoenen. Is dat een kwestie van meer activiteit bij de mollen of van betere zichtbaarheid omdat het landschap kaler is, vroeg hij zich af. Eigenlijk geen van beide. Mollen eten bodemdieren, het hele jaar door. Als de temperatuur daalt in de winter, kruipen bodemdieren dieper de grond in. Dus moet een mol nieuwe gangen graven om erbij te kunnen komen. Als het warmer wordt en bodemdieren weer naar boven komen, moet de mol weer aan de bak. Het zand dat hij daarbij verplaatst, duwt hij naar de oppervlakte. Daarbij ontstaan de zo bekende molshopen, die je ook nu in het vroege voorjaar overal ziet.

Ook een vraag?

Stuur die naar natuurvraag@ natuurmonumenten.nl.

Je krijgt altijd antwoord (ook al duurt het soms even).

De leukste vragen krijgen een plek in deze rubriek.

1
BEELD: GETTY IMAGES
2

WAT IS DIT?

Het is al weer enkele jaren geleden dat Hans Leijenaar tijdens een wandeling op de Veluwe een bijzonder houten object vond. Het lijkt wel handgemaakt, schrijft hij. Maar wat is dan de functie? Of is dit iets wat de natuur heeft voorgebracht? Maar wat is het dan? Of wij het raadsel kunnen oplossen. Welnu, het is het restant van een tak. Na een lang verteringsproces zijn alleen de hardste delen nog aanwezig, in een mooi laagjespatroon waar hard en minder hard elkaar afwisselen. De ‘vleugels’ zijn restanten van takaanzetten. Dit is een door de natuur gemaakt kunstwerk. Prachtig.

Waarom besnuffelen mieren elkaar?

Bij Lambert Schra lopen er in voorjaar, zomer en herfst mieren tussen z’n terras en een opstaande muur. Met verwondering slaat hij het gade. Ze komen van twee kanten, lijken elkaar even aan te raken en lopen verder. Waarom doen ze dit, vraagt hij? Het meest waarschijnlijke is dat ze bij de ontmoeting controleren of ze uit hetzelfde nest komen; ze tolereren geen

indringers. Het is echter goed mogelijk dat er meer gebeurd bij zo’n ontmoeting. Uit recent onderzoek blijkt dat sommige mierensoorten een soort speeksel uitwisselen – bij ons mensen heet dat zoenen. In dat speeksel zouden dan weer stofjes zitten die de groei van jonge mieren stimuleren. Ze zorgen er bovendien voor dat alle mieren binnen de kolonie dezelfde geur hebben.

Wat is er aan de hand met…

...de scholekster

Sovon en Vogelbescherming hebben 2023 uitgeroepen tot het Jaar van de Scholekster. Waarom?

De aantallen gaan al tientallen jaren achteruit. Veertig jaar geleden waren er zo’n 100.000 broedparen in ons land, nu zijn het er net 25.000. Daarom wordt de scholekster voor de tweede keer vogel van het jaar.

Waarom gaan de aantallen zo achteruit?

De scholekster is van oorsprong een kustvogel, maar de laatste tientallen jaren broedt hij ook in weidegebieden. En inmiddels zie je hem ook steeds vaker in de

stad, waar hij broedt op platte daken. Van de eerste twee – kust en weiland – is vrij goed bekend wat de bedreigingen zijn, zoals onvoldoende rust, voedselgebrek voor de kuikens en roofdieren. Over het broeden in de stad is veel minder bekend.

Wat gaat er dit jaar gebeuren?

Op verschillende manieren willen de vogelorganisaties maatregelen stimuleren om het broedsucces van scholeksters te vergroten. Want er zijn boerenbedrijven waar het scholeksters goed lukt om hun jongen groot te krijgen. Die kunnen een voorbeeld zijn voor andere boeren.

Ook het effect van broedpalen wordt onderzocht; dit zijn plateaus die een paar decimeter boven de grond staan, waardoor de nesten niet vertrapt worden door koeien of leeggegeten worden door kleine roofdieren. Daarnaast is het zaak dat de broedgebieden in het waddengebied en de delta beter beschermd worden. En de organisaties willen meer weten over broedende scholeksters in steden en dorpen.

Is er hulp nodig?

Alle hulp is welkom. Zo willen Sovon en Vogelbescherming graag weten waar scholeksters

broeden op bedrijventerreinen en in stadsranden, en hoeveel jongen het overleven. Van de scholeksters in het boerenland willen ze vooral meer weten over de aantallen kuikens die vliegvlug worden: waar was het nest en wat waren de omstandigheden.

Meer info vind je op: jaarvandescholekster.nl

15
? 3

Soms wordt een dier doelgericht ingezet in een poging een bouwproject tegen te houden. De das bijvoorbeeld, bij het plan voor een megasauna in recreatiegebied De Berendonck bij Nijmegen. Natuurorganisaties GNMF, IVN en Das & Boom procedeerden jarenlang tegen de komst van de sauna die in het leefgebied van de das was gepland. Er moest 6 hectare bos worden gekapt voor onder andere 500 parkeerplekken. Na een procedure die acht jaar duurde, oordeelde de Raad van State dat de sauna er mocht komen, mits er compensatiemaatregelen voor de das kwamen. Fruitboompjes op het terrein van de sauna moeten ervoor zorgen dat de das gemakkelijker eten kan vinden.

Kleine dieren. Ze worden nog wel eens lastig gevonden als ze opduiken bij bouwprojecten. Het leefgebied van bij wet beschermde dieren zoals korenwolf, rugstreeppad of gewone dwergvleermuis mag je nou eenmaal niet beschadigen. Maar als je er vooraf rekening mee houdt, zijn er meestal wel oplossingen te vinden. Dat is goed om te weten, nu er veel moet gebeuren om ons land de toekomst in te loodsen.

TEKST: Kirsten Dorrestijn
BEELD:
JELLE VAN DER LEIJ
BUITEN-BEELD-RUURD

Gierzwaluwen nestelen vaak onder dakpannen en keren elk jaar naar exact dezelfde plek terug om te broeden. Als er bij sloop of renovatie van tevoren niet aan gedacht is dit te controleren, moeten bouwvakkers en schilders hun werkzaamheden onmiddellijk staken zodra blijkt dat er gierzwaluwen broeden. Na de broedtijd kunnen de werkzaamheden vaak worden hervat, mits voor alternatieve nestplaatsen is gezorgd, bijvoorbeeld door neststenen in te metselen. Kasteel Waardenburg in de Betuwe kent een van de grootste gierzwaluwkolonies van Nederland. Meer dan honderd paren nestelen er. Eerst deden ze dat onder de dakpannen, maar bij een renovatie in 2007 heeft Geldersch Landschap en Kasteelen de dakpannen vervangen door leien. Tegelijkertijd zijn er in het nieuwe dak nestkasten gemaakt. De gierzwaluwen wisten deze direct te vinden en de populatie groeit gestaag.

17
BEELD: GETTY IMAGES

Niet alleen de vleermuis zelf is bij wet beschermd, ook zijn verblijfplaats is dat. Dat plaatste bestuurders in Heemskerk voor een dilemma. Want in flats aan de Deborah Bakelaan kwamen elk jaar duizenden gewone dwergvleermuizen uit de hele omgeving om er te overwinteren. De flats waren echter zwaar verouderd en moesten worden gesloopt. Wat te doen? Een flat die voorlopig bleef staan, is toegankelijk gemaakt voor vleermuizen. Om de dieren hiernaartoe te lokken zijn er audioboxjes opgehangen met het geluid van de sociale roep van de vleermuis. Daarna zijn de oude flats onaantrekkelijk gemaakt door tochtgaten in de verblijven te maken. In de schoorstenen zijn een soort kattenluikjes gezet waardoor de vleermuizen er wel uit konden, maar niet erin. In de nieuwe flats zijn speciaal voor de vleermuizen spouwmuren rondom het trappenhuis gemaakt, met een toegang via het dak.

18 BEELD: GETTY IMAGES

De korenwolf kreeg rond de eeuwwisseling landelijke bekendheid toen hij de aanleg van een bedrijventerrein in Heerlen stillegde. Stichting Das&Boom spande samen met vijf andere natuurorganisaties een procedure aan om de vernietiging van zijn leefgebied te voorkomen. De korenwolf is een ernstig bedreigde hamster waarvan het verspreidingsgebied erg klein is geworden. In Nederland komen alleen in Limburg korenwolven voor. In 1999 werd een fokprogramma gestart. Zelfs de laatste wilde korenwolven werden hiervoor ingezet. Intussen is een deel van het Limburgse land hamstervriendelijk gemaakt: landbouwgrond is omgezet in natuurgebied en sommige boeren laten speciaal voor de hamsters hun graan staan. Er zijn nu weer zo’n 300 burchten. Het bedrijventerrein in Heerlen kwam er uiteindelijk toch, maar wel met compensatieverplichtingen: de eigenaren moeten eeuwig het hamstervriendelijke beheer van een akker van enkele hectares betalen.

19
BEELD: BUITEN-BEELD-MISJA SMITS

Rugstreeppadden houden van vrij kale grond om zich voort te planten. Opgespoten zand op bouwterreinen bijvoorbeeld. In de poeltjes regenwater die ontstaan, zetten de padden hun eisnoeren af. Maar aannemers staan minder vrolijk te kijken als ze een rugstreeppad aantreffen: alle werkzaamheden moeten onmiddellijk worden stilgelegd. De rugstreeppad wordt in Europa namelijk met uitsterven bedreigd. In 2021 zagen inwoners van Monster, een kustdorp in Zuid-Holland, op een bouwterrein voor 500 woningen een rugstreeppad. Ze lichtten een lokale natuurvereniging in. De Omgevingsdienst kwam erbij en de bouw moest worden opgeschort. Ecologen kregen een ontheffing om de rugstreeppadden te vangen. Ze brachten er maar liefst duizend naar het naastgelegen natuurgebied. Tussen de nieuwe huizen worden paddenpoelen aangelegd, zodat de rugstreeppadden hier na de bouw kunnen terugkeren.

BEELD: GETTY IMAGES

Pim,

hoe zit dat?

Mij bekruipt weleens het gevoel dat Natuurmonumenten de neiging heeft om in te grijpen, terwijl dit meer aan de natuur kan worden overgelaten. De natuur heeft in veel gevallen de kracht om zonder menselijk ingrijpen te herstellen en ‘tot bloei’ te komen. Projecten als ‘rewilding’ bewijzen dat het kan.

J.W. van der Meer, Waddinxveen

“Allereerst: niets is zwartwit. In sommige gebieden beheren we intensief, in andere gebieden doen we vrijwel niets. Maar altijd en overal werken we naar een zo groot mogelijke biodiversiteit.

Om wat specifieker antwoord te geven, belde ik mijn collega Tim Kreetz, boswachter in het Harderbos (Fl.), over uw vraag.

Tim: ‘Het Harderbos is aangelegd als populierenakker en nog heel jong; de oudste gedeelten stammen uit 1962. Als je daar niets doet, blijft het een populierenakker terwijl het veel diverser kan. Daarom grijpen we in. Onderzoek laat zien dat de biodiversiteit in een gevarieerd bos groter is. Variatie is: dood en levend hout, oude en jonge bomen, donkere en lichte stukken, natte en droge gedeeltes. We proberen met onze ingrepen een natuurlijk proces na te bootsen of te versnellen. We zorgen daarmee voor meer dood hout, open plekken, een goed waterpeil. Uiteindelijk creëren we zo een natuurlijk(er) systeem dat zichzelf in stand houdt.

Doen we dit beheer dan overal? Nee, Nederland is uniek, juist doordat de mens zoveel eeuwen ingreep op het landschap. Een hooilandje met een bijzondere orchidee kan alleen blijven bestaan als dat gemaaid of begraasd blijft. Daar zullen we altijd vrij intensief blijven beheren. Als je niets doet, wordt alles bos.

En, inderdaad: soms doen we minder dan in het Harderbos. Bij dit zogenoemde ‘rewilding’ zorgen we ervoor dat basisvoorwaarden voor een gezond ecosysteem aanwezig zijn: ruimte, waterpeil op orde, grazers. Vervolgens laten we zoveel mogelijk los; natuurlijke processen zorgen voor evenwicht. In grote gebieden, bijvoorbeeld langs de Maas, werkt dit goed en is het beheer minimaal.”

Directeur Pim van der Feltz gaat in elke Puur Natuur in op een vraag van een lezer. Heb je ook een vraag? Stuur ‘m naar puurnatuur@natuurmonumenten.nl

kort

Versterking natuur

Witte Veen

Afgelopen winter zijn we begonnen met het herstel van het hoogveen in natuurgebied Witte Veen, op de grens van Twente en Duitsland. In het gebied ligt nog een restant van 30 hectare.

Hoogveen bedekte ooit de helft van ons land, de pakketten waren soms meters dik. Hiervan is nog maar een paar duizend hectare over en die verkeert vaak in slechte staat, vooral door verdroging en de neerslag van stikstof. De planten en dieren die van hoogveen afhankelijk zijn, zoals hoogglanslibel, heideblauwtje, nachtzwaluw, veenpluis en

eenarig wollegras, hebben het daardoor ook moeilijk. De werkzaamheden In het Witte Veen zijn er vooral op gericht om het water in het gebied vast te houden. Er komen damwanden, greppels gaan dicht en oude vennen worden hersteld. Boswachter Jeroen Waanders verwacht dat hiermee het hoogveen zich weer gaat uitbreiden. Dat is goed voor de natuur en het helpt om de klimaatverandering te dempen. Veen is namelijk zeer effectief in het opslaan van CO2. Het rijk, de provincie Overijssel, de gemeente Haaksbergen en Brussel zorgen voor de financiering.

vogelsoorten telden 8 vrijwilligers in 35 jaar in de Dintelse Gorzen. Dat is bijna de helft van alle vogelsoorten die in ons land zijn gezien. Elke maand maken de vogeltellers een ronde door het natuurgebied aan de rand van West-Brabant. Wilde zwanen, lepelaars, bokjes, rietganzen, kraanvogels, flamingo’s, klapeksters… Een keur aan vogels hebben ze in al die jaren gespot.

21
220
BEELD: NATUURMONUMENTEN-LIDA HELLINGMAN-SOETING, FERRY-SIEMENSMA, GETTY IMAGES

‘Meer met de natuur leven’

22

GROENE TOEKOMST

In de serie Groene Toekomst spreken we jonge mensen over natuur en klimaat. Wat vinden zij belangrijk? Hoe moeten we het land anders inrichten?

Arts Mitchell Evertsen (29) sloot zich aan bij Caring Doctors. ‘Het geeft hoop dat steeds meer mensen openstaan voor verandering en we ons samen inzetten voor een duurzame, plantaardige samenleving.’

Ik heb passie voor de natuur, zeg je. Wanneer begon dat? “Van jongs af aan was ik veel buiten en in de natuur te vinden. Ik was gek op dieren, in onze achtertuin keek ik eindeloos naar spinnenwebben en de vliegjes die erin zaten. De laatste jaren groeide mijn passie voor de natuur, daar begon ook mijn activisme. Aanleiding was een boek dat mijn vriendin las, ‘De onbewoonbare aarde’, over klimaatproblematiek. Dat maakte iets los.”

Wat precies? “Het opende mijn ogen, het was zoveel erger met de natuur gesteld dan ik dacht. Ik ging me verder verdiepen in klimaatverandering en de invloed van de mens, las stukken van wetenschappers, keek documentaires waaronder A Plastic Ocean Die raakte me zo, ik ben er een paar dagen somber van geweest. Als we zo doorgaan, wat een verdrietige toekomst gaan we dan tegemoet, dacht ik. Ik raakte het vertrouwen in de mensheid kwijt.”

Hoe kwam je uit dat gevoel? Kon je iets doen? “Precies dat: iets gaan doen, in actie komen en om te beginnen mijn eigen gedrag aanpassen. Ik begon met mijn voeding en voedselpatroon. Dat voelde niet eens meer als een keuze, eerder als een must. Mijn dieet is vrijwel volledig plantaardig. Ook ging ik me verdiepen in afvalstromen en plasticgebruik. Zodoende raakte ik betrokken bij een initiatief voor het stimuleren van een circulaire economie. Sinds kort ben ik betrokken bij de aanleg van een voedselbos. Een kennis kocht twee jaar geleden tien hectare land in Orvelte, Drenthe, om er een voedselbos aan te leggen. Ik help mee wanneer ik kan. Een

schuur bouwen, gaten graven waar we bomen planten. Het voelt goed om daar in de stilte te staan met mensen om me heen, fantaseren over de grote boom die dit ooit wordt.”

Hoe krijg jij anderen mee in het nadenken over onze planeet en de natuur? “In eerste instantie in mijn eigen omgeving en werk. Bij de GGZ Friesland mocht ik een praatje houden over klimaatverandering en het effect op de psychiatrie. Dat is iets dat totaal ondergesneeuwd is, terwijl uit onderzoek blijkt: als de temperatuur blijft stijgen, krijg je een toename van psychiatrische patiënten. Die stijging komt dan bovenop de toename van patiënten die we nu al zien. Ook zoiets als hittestress leidt tot stemmingswisselingen en andere psychische klachten. Klimaatverandering leidt bovendien tot voedselschaarste en klimaatvluchtelingen. Dat betekent dat meer mensen PTSS­klachten krijgen, en het leidt tot een hoger suïcidecijfer. Naast psychische gevolgen zal klimaatverandering ook leiden tot een flinke toename van lichamelijke klachten als luchtwegproblemen, infectieziekten, uitdroging en huidziekten.”

Wanneer kwam Caring Doctors in je leven?“Oprichter Patrick Deckers is orthopedisch chirurg, als collega’s raakten we in gesprek. Caring Doctors is, kort samengevat, een collectief van allerlei zorgprofessionals,

waaronder artsen, met als primair doel een verandering te creëren binnen ons huidige voedselsysteem. Steeds meer onderzoeken laten de positieve effecten zien van een vrijwel volledig plantaardig dieet, dat helpt om welvaartsziekten fors te verminderen. Om die transitie te realiseren is steun vanuit verschillende hoeken nodig. Al meer dan 700 mensen sloten zich inmiddels aan bij het manifest van Caring Doctors. Ik ben bestuurslid en zit bijvoorbeeld aan tafel bij ziekenhuizen om daar de menu’s aan te passen. Met Caring Doctors willen we druk zetten op dit soort systemen, zoals ook Caring Farmers en Caring Vets dit doen: samen druk zetten op het hele systeem.”

Even terug naar de natuur, hoe zie je Nederland en natuur in de toekomst?

“Voor het land hoop ik op een forse toename van groen: meer groen voor elk mens! Zoiets als de 3­30­300­norm geeft hoop: vanuit ieder huis moet zicht zijn op drie bomen; in elke wijk moet een bladerdek van tenminste dertig procent komen; binnen driehonderd meter van elke woning is een park of plantsoen met bomen. Bomen en groen om je heen zijn belangrijk, voor de wereld en voor je eigen gezondheid. Het leidt tot meer beweging, een lagere bloeddruk en betere stemming. Het geeft hoop dat steeds meer mensen openstaan voor verandering en dat ook zij deze ideeën verspreiden. Zo krijg je een steeds grotere beweging richting een duurzame, plantaardige samenleving. Wat zou het mooi zijn als we ons in de toekomst als mens minder superieur zouden voelen en meer samen met de natuur zouden leven.”

Mitchell Evertsen is anios, arts-niet-in-opleiding-tot-specialist. Hij werkte in de geestelijke gezondheidszorg in Friesland en sinds een half jaar in een verpleeghuis in Drenthe. Omdat hij de psychiatrie niet wil loslaten, doet Mitchell nog diensten bij de GGZ Drenthe. Hij denkt erover huisarts te worden, maar voordat hij die opleiding gaat doen, wil hij meer werkervaring opdoen.

23
TEKST: Caroline Togni BEELD: Erik Smits

Het eiland van de boommarters

Vrij toevallig kwam Sonja van der Wijk in het leven van een boommarterfamilie in het Friese Veen (Dr.). Regelmatig gaat ze er in een kano naartoe om de geheimen van het gezinsleven te ontrafelen.

DE VORSER
TEKST: Frans Bosscher BEELD: Kim Hunnersen

Op zoek naar otters in het Friese Veen bij Paterswolde (Dr.) zag Sonja van der Wijk een paar jaar geleden sporen van boommarters op een eilandje. Best gek, dacht ze. Want die dieren zitten toch vooral in bossen? De eerste cameravallen die ze plaatste, leverden nog niet veel duidelijkheid op. Dat veranderde toen ze met haar Canadese kano afging op luid gekrijs. Toen ze dichterbij kwam, zag ze wat bruins wegschieten. “Het volgende moment zag ik een jonge boommarter voor m’n neus. Waarom ze zo schreeuwden, werd me niet duidelijk. Maar ik was ineens wel bij een speelplaats, vlak bij de nestboom. Een fantastisch moment.”

Bijvangst

Sonja volgt al lange tijd dassen, bevers en otters met cameravallen in Noord-Drenthe. “De boommarters waren eigenlijk bijvangst. Maar inmiddels zijn ze wel m’n

favoriete dieren. Ze zijn stoer, sierlijk en ook veel socialer dan gedacht.”

Dat ontdekte ze toen ze de cameravallen verplaatste naar de locatie in het Friese

Veen waar ze de jonge marters had gezien. Een deel van het jaar vaart ze er elke week naartoe om het sd-kaartje te vervangen en om nieuwe pindakaas te smeren op een rekje dat voor de camera’s staat. “Bij de andere dieren die ik monitor, gebruik ik nooit lokmiddelen. Hier heb ik daar wel voor gekozen. Als een boommarter bij de pindakaas wil, moet hij zich strekken. Ik kan dan de bef, de witte vlek onder de keel, goed zien. Aan de bef kan ik een boommarter herkennen, ze hebben allemaal een unieke vorm.”

De beelden die ze maakt, gebruiken de boswachters bijvoorbeeld bij hun verzoeken aan overheden om betere beschermingsmaatregelen. Het heeft er onder meer toe geleid dat er op de weg die het Friese Veen scheidt van het Paterswoldse Meer borden

zijn geplaatst om automobilisten te waarschuwen voor overstekende otters. “Het is fijn om te merken dat ik met mijn vrijwilligerswerk argumenten kan aanleveren om gebieden en de dieren die er leven te behouden.”

Trieste dag

Dat heeft toch niet kunnen voorkomen dat vorig jaar op deze weg een boommarter is doodgereden. Het was het vrouwtje van het martergezin dat in het Friese Veen leefde. Sonja herkende het dier onmiddellijk aan de beftekening. Ze had een speciale band met deze boommarter, had haar ook een naam gegeven: Maisy. “Een trieste dag. Gelukkig waren de jongen al zelfstandig.”

Het betekende een voorlopig einde van haar onderzoek naar het sociale gedrag van deze marters. “In de literatuur zie je dat de jongen vrij snel uitwaaien en hun eigen territorium zoeken. Maar van anderen die boommarters volgen, hoorde ik dat ze lang in de buurt kunnen blijven. Dat ook de jongen van het jaar ervoor bij de moeder blijven. Ik hoopte dat hier ook te zien, maar dat is nu niet gelukt. Ik blijf het natuurlijk volgen. Waarschijnlijk komt er een nieuw vrouwtje en kan ik het onderzoek een vervolg geven.”

Omdat ze de boommarters individueel herkende, was ze al tot de conclusie gekomen dat er in het Friese Veen één stel leefde, dat elk jaar twee tot drie jongen kreeg. Wat verder opviel was dat steenmarters zich niet in de buurt van de nestboom wagen, terwijl ze op andere plekken wel veel aanwezig waren. De camera’s legden ook vast hoe de vader op een dag opdook en de jongen aanviel. “Het

ging er fel aan toe, maar hij verwondde ze niet. Het vrouwtje keek het een tijdje aan en joeg, hoewel ze een stuk kleiner is, toen het mannetje weg. Was dit alleen maar spelen? Of testte het mannetje mogelijke rivalen?”

Oranje poep

De vestiging van boommarters in het Friese Veen laat zien dat de dieren niet afhankelijk zijn van bossen. Het gebied is ontstaan door veenafgravingen. De legakkers die daarbij zijn gemaakt om veen te drogen, zijn grotendeels weggeslagen, waardoor er steeds meer open water kwam. De legakkers die zijn gebleven, zijn begroeid geraakt met bomen, zoals wilgen, esdoorns, berken, populieren en elzen. In een van de elzen hebben de

Sonja had een speciale band met boommarter Maisy

boommarters een nest gemaakt. “Het is niet eens zo’n dikke boom”, zegt Sonja. “Maar hij voldoet blijkbaar. Verder is er genoeg voedsel. Ik vind resten van vogels en muizen terug, en in de zomer ook veel fruit. De poep zit vaak vol pitten en is soms helemaal oranje van de prachtframbozen die ze eten.”

Het is waarschijnlijk dat de boommarters hier terecht zijn gekomen vanuit de landgoederen Vennebroek en De Braak, die aan het Friese Veen grenzen. Dat ze op eilandjes leven, wil niet zeggen dat ze ernaartoe zijn gezwommen. “Dat kunnen ze wel, hoor”, zegt Sonja. “Maar ik denk dat ze er via omgevallen bomen en boomtoppen zijn gekomen.”

Haakpatronen

Met haar onderzoek naar de boommarters geeft Sonja invulling aan haar liefde voor de natuur. Na de middelbare school had ze graag biologie willen studeren, maar ze was niet goed genoeg in de bètavakken. Het werd de kunstacademie. Ze ontwerpt nu haakpatronen van dieren, van bijen tot olifanten, en verkoopt die over de hele wereld. “Het ontwerpen van patronen is monnikenwerk en niet erg sociaal. Dankzij m’n werk in de natuur kom ik in contact met veel leuke mensen en ik vind er veel inspiratie voor m’n haakpatronen.”

26

‘ Water cruciaal voor aangroei veen’

Liesbeth

ACTIEF IN MIJN REGIO

Meijer is sinds 2013 actief in de ledencommissie Fryslân. Als secretaris betrekt ze leden in de provincie bij het werk van Natuurmonumenten.

“Vanaf de eettafel kan ik kilometers ver kijken. Over Engels raaigras, dat helaas wel. Je hebt veel lucht in Friesland, zowel in letterlijke als figuurlijke zin. Ik woon in het dorpje Spannum, niet ver van Franeker. Mijn hele leven werkte ik in de natuurbescherming in het

Waddengebied. Na mijn vervroegd pensioen ben ik actief geworden in de ledencommissie van Natuurmonumenten. Wij proberen zoveel mogelijk Friese leden te informeren wat er speelt in de gebieden van Natuurmonumenten in de provincie, en hen daarbij te betrekken. Vorig jaar organiseerden we rondom het thema water een excursie naar het Hegewiersterfjild, wat door klei af te graven nu veel drassiger en waterrijker is. In de zomer gaven we samen met de ledencommissies van Drenthe en Groningen een webinar en in

het najaar brachten we met de leden een bijbehorend veldbezoek aan het Fochteloërveen. We lieten zien waarom het zo belangrijk is om water vast te houden voor het groeien van veen. Vier à vijf keer per jaar sturen we een korte nieuwsbrief naar de Friese leden van wie Natuurmonumenten een mailadres heeft: de Nieuwsflits. Ik stel die op door aan de communicatieboswachters te vragen wat er gaande is. Van de bijeenkomsten die we organiseren, maak ik een verslagje, zodat ook mensen die niet mee zijn geweest erover kunnen lezen.”

DE VERENIGING, DAT BEN JIJ Natuurmonumenten is een vereniging van mensen die van de natuur houden. Regionale ledencommissies zetten zich actief in voor natuur, landschap en cultuurhistorie, voor en namens de leden. Is dat ook wat voor jou?

Ga dan naar de bijeenkomst van de ledencommissie in jouw regio. Een overzicht vind je op nm.nl/ledencommissies

TEKST: KIRSTEN DORRESTIJN BEELD: NATUURMONUMENTEN-GERARD ROOS
Liesbeth Meijer maakt nieuwsbrief voor Friese leden

Met onze stem laten we de natuur leven. Hang de poster op, roep zoveel mogelijk mensen in je omgeving op om te gaan stemmen en breng zelf natuurlijk ook je stem uit op 15 maart.

Stemmen?

Natuurlijk!

Op woensdag 15 maart kun je twee stemmen uitbrengen: één voor de provinciale staten en één voor de waterschappen. Beide overheden staan op het punt om grote keuzes te maken over hoe ons land eruit gaat zien de komende eeuw. Ze hebben een sleutelrol bij de veranderingen die nodig zijn om de natuur te herstellen, schoon en voldoende water te hebben, de omgeving aan te passen voor klimaatverandering en een omslag te maken naar een natuurvriendelijke landbouw. Als je weet wat provincies en waterschappen doen, is duidelijk hoe belangrijk ze zijn bij de veranderingen die nodig zijn in het landelijk gebied. Hoe groener ze straks na de verkiezingen zijn, hoe beter voor natuur, water- en luchtkwaliteit, landschap en recreatie.

De verkiezingen op 15 maart doen ertoe. Stem natuurlijk!

28

Regelt waterstanden met gemalen, sluizen en stuwen

Beheert natuur in en langs

waterlopen

Moet ervoor zorgen dat water schoon is voor

mens en natuur

Beheert dijken

Zuivert afvalwater

Laat je stem...

Ik stem 15 maart NATUUR lijk!

op 15 maart

Herstelt natuur in de Natura 2000-gebieden

Maakt eigen deel van het Natuur Netwerk

Nederland af

Zorgt dat uitstoot van stikstof (aanzienlijk) daalt

Is verantwoordelijk voor de inrichting van het buitengebied

Voert Europees en landelijk landbouwbeleid uit Is samen met waterschappen verantwoordelijk voor het waterbeheer

BEELD: NATUURMONUMENTENGEURT BESSELINK

NATUURMAKERS

Van schoonmaakacties tot het kopen van grond. Burgers nemen zelf het initiatief om de natuur in hun woonomgeving te beschermen.

Je eigen boerderij aan de stadsrand

Natuurbescherming neemt een belangrijke plek in voor Herenboerderij de Vlinderstrik, een initiatief van een groep omwonenden in de noordrand van Rotterdam. Ze hebben houtwallen aangeplant die bijen en andere insecten aantrekken en velden ingezaaid waar vogels volop voedsel vinden.

Hanneke de Man en Jan Noppers hadden een volkstuin, maar toen het werk te zwaar voor ze werd, stopten ze ermee. “Dat misten we erg”, zegt Hanneke. In die tijd – rond 2019 – waren herenboerderijen in opkomst en na een rondleiding werden Hanneke en Jan zo enthousiast dat ze besloten deelnemer te worden. Een herenboerderij is een kleinschalig, gemengd bedrijf, dat eigendom is van zo’n 150 tot 200 huishoudens. Ze hebben een boer in dienst om het bedrijf te runnen. Ze kunnen ook zelf aan de slag op hun boerderij. De Vlinderstrik was een stuk grasland dat in een paar jaar is omgetoverd tot herenboerderij. “In het begin oogsten we nog mondjesmaat, inmiddels voedt de boerderij vijfhonderd monden. Met groente en fruit, maar er lopen ook kippen, varkens en koeien rond.” Wil je ook herenboer worden? Hanneke en Jan geven tips.

TIP

1

Je moet het leuk vinden Niet alles gaat in een keer goed. Soms mislukt de oogst, pikken de kauwen alle mais weg of werk je in de regen. Maar het is heerlijk om in de natuur te werken en het gevoel van zelf oogsten is een heel prettige ervaring.

TIP

2

Wees ondernemer

Als herenboer ben je lid van de coöperatie, maar je bent ook ondernemer en onderdeel van het bedrijf. Stel je zo op en

draag je steentje bij. Samen met een professionele boer vorm je het bedrijf.

TIP 3

Goede vervanger van moestuin Het werk is niet minder zwaar, maar je kunt aangeven welke taken je wilt doen. Je werkt naar kracht: als je last van je rug hebt, doe je lichter of denkwerk. Zo was Jan betrokken bij de inrichting van de boomgaard. De een bedenkt het, de ander voert het uit.

TIP

Beweeg mee met het seizoen In de supermarkt kun je met Kerst aardbeien kopen, bij de herenboerderij krijg je wat er op dat moment groeit. Ook in de winter groeit er van alles: boerenkool, spruiten, winterpostelein.

TIP 5

Meld je aan Er zijn veel herenboerderijen in oprichting. Bekijk of er eentje bij jou in de buurt is. Op herenboeren.nl vind je alle informatie.

33
TEKST: MARCEL GANSEVOORT BEELD: SANDER DIKSTRA, PAULINE, MACHIEL DEN OUDE, MARJA BRAND
4

Gevorkte tong

Door zijn tong steeds naar buiten te steken, pikt de adder geurstofjes op. Met een speciaal zintuig, het orgaan van Jacobson, ruikt hij wat het is. Zelfs de richting kan hij bepalen, dankzij zijn gevorkt tong. Ook ogen, oren en warmtesensoren op de kop zijn belangrijk bij het opsporen van prooien.

Zonaanbidder

Tijdens een wandeling op de hei kun je er zomaar tegenaan lopen, een adder die ligt te zonnen in de eerste voorjaarszon. Dat moet hij wel, want hij heeft geen inwendig kacheltje. Maak kennis met de enige gifslang van Nederland.

TEKST: Astrid Schoenmaker BEELD: Inge van Noortwijk

Size matters

Addervrouwtjes zijn een stuk groter en dikker dan de mannetjes. Ze kunnen wel een meter lang worden. Bij de mannetjes is de zigzagstreep op de rug goed te zien. Al zie je ook heel donkere types, zelfs zwarte zonder duidelijk zigzagpatroon. Het vrouwtje is bruiner van kleur, waardoor ze minder opvalt.

34

Addergebroed

De vrouwtjes broeden de lichaam uit met zonnewarmte. In de nazomer komen de jongen levend ter wereld, 7 tot 20 per worp. De addertjes die tevoorschijn komen, zien er net zo uit als hun ouders. Maar dan een stuk kleiner: 14-18 cm. Ze gaan direct zelf op zoek naar kleine prooien of doen dat pas na hun winterslaap.

Opengesperde bek

Met een snelle beet pakt de adder een prooi (muis, konijn, hagedis, kikker). Met het gif uit zijn giftanden verlamt hij het slachtoffer en schrokt het dier in zijn geheel op. Doordat de onder- en bovenkaken apart van elkaar bewegen, kan hij zijn bek wijd opensperren en grote prooien naar binnen werken.

Gevaarlijk?

Een adder is een schuw dier en zal een mens niet zomaar aanvallen. Alleen dreiging bijt hij. Een beet is zelden dodelijk, maar schakel wel altijd direct medische hulp in.

Tijdens een gevecht in het voorjaar draaien de mannetjes hun lichamen om elkaar heen, waarbij ze hun kop oprichten. Al ‘dansend’ proberen ze de ander tegen de grond te drukken. De winnaar paart met het vrouwtje. Hij is echter niet de enige. Een vrouwtje paart vaak met meerdere

35

Scheppen naar bootsmannetjes

Jinte (4), Minck (7) en Lode (4) lopen de OERRR-buggyroute Ommetje De Marel in de polder Waalenburg op Texel.

Jinte duwt haar kinderwagentje het pad op, terwijl de jongens vooruitrennen. Samen met boswachter Jerome van Natuurcentrum De Marel gaan de kinderen op pad. “De weidsheid van Waalenburg vind ik zo mooi”, vertelt hij. “Je ziet hier Texelse schapen, kiekendieven, lepelaars en als je geluk hebt oeverzwaluwen. Het is hier nog een beetje zoals op de schoolplaten van vroeger.”

“Ik vind het vooral leuk dat je hier zo goed kunt vissen”, zegt Minck. “Ja!”, roept Lode. “Vooral de kikkers, omdat die springen en ontsnappen. Hé kijk! Een sprinkhaan!” Minck weet het beest te pakken en één voor een laten ze hem over hun hand lopen.

Zeepokken

“Zien jullie die giga stenen?”, vraagt Jerome terwijl ze over het paardenpaadje lopen. “Komen die uit de ruimte?” vraagt Minck. “Nee”, zegt Jerome, “een gletsjer heeft ze hier 240.000 jaar geleden naartoe geduwd. We vonden ze in de sloot toen we die gingen

uitgraven. Er zitten zeepokken op, daardoor weten we dat ze ooit diep in de zee lagen.”

Jinte plukt een plantje met witte bolletjes. “Hoe zou die heten, denk je?”, vraagt Jerome. Jinte: “Kriebelbloemen!” Jerome:

“Haha, had gekund. Dit is het hazenpootje, zie je dat die bloemetjes op pootjes lijken?”

Vangst

Nadat ze een lepelaar door de verrekijker gezien hebben, duiken Minck, Jinte en Lode met hun schepnet een slootje in. Minck heeft beet: “Dit piepkleine visje is een driedoornige stekelbaars, dat is een geelgerande waterkever.”

In Lodes emmer zwemmen veel kleine drukke beestjes rond.

“Bootsmannetjes”, weet hij.

“Wist je dat het eigenlijk onderwater pissebedden zijn?”, zegt Jerome lachend. “Ze eten alle kikkervisjes, insecten en visjes op in het water.” Even later klinkt een luide kreet van Minck uit het water: “Dit is echt de grootste groene kikker die ik ooit heb gevangen!”

TEKST EN BEELD: MARRIT SCHUDDEBEURS

IS JOUW (KLEIN)KIND

AL OERRR?

Voor € 2,25 per maand

krijg je:

• Een welkomstcadeau

• Elk seizoen post vol inspiratie en acties

• Kalender met de leukste buitentips

• Korting op activiteiten in de natuur

Meld je aan via OERRR.nl

37

kort

Vanaf april sturen we geen acceptgiro meer

Dit jaar verdwijnt dan echt de vertrouwde acceptgiro. De banken stoppen op 1 juni met het verwerken van dit betaalmiddel, omdat het gebruik ervan in de laatste jaren sterk is afgenomen. Andere betaalmethodes, zoals de QR-betaling, machtiging of online bankieren, worden steeds populairder. Om te voorkomen dat acceptgiro’s niet meer op tijd verwerkt kunnen worden, verstuurt Natuurmonumenten vanaf april geen acceptgiro’s meer. Gelukkig betalen al veel leden hun contributie per structurele incasso of extra giften via online bankieren. Uiteraard kijken we naar passende alternatieven voor leden of gevers die de acceptgiro nog gebruiken. Meer informatie hierover volgt. Heb je vragen over de acceptgiro, neem gerust contact op met onze Ledenservice via nm.nl/contact

Bijzondere aankoop: Loonse en Drunense Duinen

De geschiedenis van Natuurmonumenten samengevat in vijftig historische momenten, personen en gebeurtenissen. Aflevering 5: de verwerving van een groot stuifzandgebied.

Op 24 oktober 1931 was het feest. Natuurmonumenten vierde haar 25-jarig bestaan met een bijeenkomst in het Amsterdamse Tropeninstituut, waarbij onder anderen Prins Hendrik aanwezig was. Tijdens zijn toespraak maakte voorzitter Piet van Tienhoven een bijzondere aankoop bekend: de Loonse en Drunense Duinen.

In het geheim, om prijsopdrijving te voorkomen, was Natuurmonumenten al sinds 1921 actief in het Brabantse gebied. Het was niet eenvoudig: de eigendomssituatie was zeer versnipperd en door de geheimhouding was het ook niet mogelijk hulp van het publiek in te roepen. Het duurde dan ook zo’n tien jaar voordat het geregeld en gefinancierd was.

Secretaris Jac.P. Thijsse beschreef het als een gebied dat “op waarlijk grootsche wijze het verschijnsel van zandverstuiving te aanschouwen geeft”. Die woorden zijn dik een eeuw later nog altijd van toepassing.

Een van de vier vangpijpen van de eendenkooi op Schiermonnikoog is vorig jaar zwaar beschadigd tijdens de storm Eunice. De pijp moest volledig vervangen worden. Er zijn nieuwe rietmatten gemaakt van Makkums riet. Dankzij een traditionele bindmethode met staaldraad zijn ze steviger dan de kapotgewaaide matten. De palen van douglasen larikshout uit onze bossen zijn ook zwaarder, zodat ze een volgende storm kunnen doorstaan. De kooi op het Waddeneiland is zo’n 150 jaar oud. Toen we hem overnamen in 1989 is de kooi, die ernstig in verval was geraakt, volledig gerestaureerd. De vrijwillige kooikers Theun en Rutger Talsma ringen er in de trekperiodes eenden die op weg zijn van en naar Scandinavië. Op deze manier blijft het ambacht van kooiker behouden en krijgen wetenschappers waardevolle informatie over het trekgedrag van eenden.

BEELD: GETTY IMAGES
AC N ON VAN N ATUURMO N NETNEMU
Eendenkooi Schiermonnikoog hersteld

Graafland

Onbeschermde weelde

Weleda is gevestigd op een bedrijventerrein aan de rand van Zoetermeer. Destijds kocht de directie extra grond aan om rondom het gebouw een tuin aan te leggen met medicinale planten voor de productie van geneesmiddelen. Een tuin in dit gebied is uitzonderlijk. Onze tuin is een groene oase te midden van loodsen, magazijnen, werkplaatsen en veel asfalt. Dat maakt de tuin uniek, maar ook kwetsbaar. Het is bedrijventerrein. Er ligt geen groene bestemming op het gebied. Een volgende eigenaar zou de tuin zo vol kunnen plempen met gebouwen en parkeerplaatsen zonder daar problemen mee te krijgen. De tuin maakt geen deel uit van een nationaal, provinciaal of gemeentelijk plan op het gebied van natuur of landschap. Dat we tussen het riet van de vijver het gehoemp van een roerdomp zouden horen, hem daar in paalhouding zouden zien staan, hadden we nooit gedacht. Het scharrelen van de houtsnip bij de houtwal was niet voorzien. Niet gepland waren alle egels, konijnen, kikkers en merkwaardige insecten in de tuin. We trokken het aan. Met onze veldjes goudsbloemen en haver, hoekjes brandnetel, mei doorns, sleedoornstruiken en berken. We werken samen met de natuur. Bij Weleda vloeien bedrijfs voering en natuur rimpelloos in elkaar over. We téren niet op de natuur, we heb ben op een bedrijventerrein natuur gecreëerd! Dat zie ik als een van

Op de honingbijen na werken wij volledig plantaardig. En we werken met een kringloop. Het plantaardige afval van de productie keert terug in de tuin en wordt gecomposteerd. We voegen geen dierlijke mest toe. De compost dient behalve als meststof als grondstof voor onze eigengemaakte potgrond en zaai­ en stekgrond. Het zaaigoed oogsten we van planten uit eigen tuin. We hergebruiken al het organische restmateriaal. Gesnoeid wilgenhout wordt houtwal. Rijshout van hazelaar wordt hek.

Bezoekers van de tuin valt meestal meteen het contrast op met de omgeving. De vragen zijn steevast: Heb je geen last van die hoogspanningsmasten? En die windturbines? En al dat langsrazende verkeer?

Natuurlijk heb ik liever geen verkeerslawaai, erger ik mij aan alle zwerfvuil, verafschuw ik vandalisme. Maar het is de tijd. Wat doe je eraan? Niets. Ik focus liever op wat ik wel kan doen. Zo hebben we om de tuin, maar ook onszelf, te beschutten houtwallen en hagen aangeplant, een soort huid zeg maar. Zolang de zanglijster honderduit zingt, de honingbijen lustig zwermen, de oogstplanten door het laboratorium voor verwerking worden goedgekeurd, tuinieren we vrolijk verder.

Win!

Verzachtende gezichtsverzorging van Weleda

Biologische amandelolie kalmeert en stabiliseert de natuurlijke beschermlaag van de huid. Je kunt dit heerlijk gezichtsverzorgingspakket met Verzachtende Gezichtscrème, Gezichtsolie, Reinigingsmelk en Handcrème winnen. Stuur je naam en adres voor 25 maart naar weleda@natuurmonumenten.nl.

39

Hart verpand aan het beekdal

Terecht wordt de Kampina bij Boxtel (NB) bejubeld om z’n fraaie vennen en uitgestrekte heide. Mooi, vindt ook boswachter Irma de Potter. Maar in het zuiden laat het natuurgebied een andere kant zien die zeker zo verrassend is. In het beekdal van Beerze loop je langs moerasbossen, eeuwenoude beemden en bloeiende akkers, een waar vlinderparadijs.

40
TEKST: Wilco Meijers BEELD: Nelleke Cornips

Soms kom je op een plek waar alles samenvalt. Een plek met een oude eik, bloemrijk hooiland, een vervallen fruitboom en een bankje naast een verdwenen boerderij. Balsvoort is zo’n plek. Daar wil je even gaan zitten en het landschap op je laten inwerken. Het ademt natuur, het ademt historie. Precies de reden waarom boswachter Irma de Potter deze rand van de Kampina zo betoverend vindt. “Met een beetje fantasie waan ik me hier twee eeuwen terug. Het landschap oogt nog als vroeger en is de ruilverkavelingsdans ontsprongen. Balsvoort is van oudsher een landbouwenclave die erg afgelegen lag. Ver weg van de dorpen en omgeven door dichte moerasbossen

en woeste heide. Niet interessant genoeg voor schaalvergroting en uiteindelijk ook niet rendabel meer. De laatste boerderij is in 1986 afgebroken. De contouren van die hoeve heeft Natuurmonumenten later opgemetseld, als herinnering aan het Brabantse boerenleven van weleer.”

Herboren Beerze

Balsvoort ligt vlak bij de Beerze waar we het eerste deel van de wandeling langs wandelden. De beek oogt weer als een echte beek, tot vreugde van Irma die haar hart verpand heeft aan dit beekdal. “Voor de natuur is hier echt veel verbeterd. De beek heeft zijn sponsfunctie terug dankzij nieuwe meanders en plekken waar hij mag overstromen. De schrale graslandjes

41

langs de beek, de zogenoemde beemden, de moerasbossen en de planten en dieren die daarin thuishoren hebben er baat bij. Van de beemden zijn vooral de blauwgraslanden echte pareltjes, met zeldzame soorten die van kwelwater (water dat uit de grond opborrelt, red.) afhankelijk zijn. Daarvan resteert in heel Nederland nog maar circa dertig hectare, waarvan 2,5 hectare hier aan de rand van de Kampina.”

Bypass

Oud­voorzitter Pieter van Tienhoven van Natuurmonumenten besefte de natuurwaarde al vroeg. Het familielandgoed de Kampina, dat zijn vader in 1904 had aangekocht, verkocht hij in 1924 aan Natuurmonumenten. Inclusief de Smalbroeken met zijn blauwgraslanden. De Beerze bleef hierdoor ongedeerd, terwijl daarbuiten de beek in de jaren vijftig overal werd rechtgetrokken om water versneld af te voeren voor de landbouw. De Beerze kreeg toen ook een bypass, de Heiloop, om het door landbouwstoffen vervuilde water van de beek om de blauwgraslanden heen te leiden. Daarmee werd echter ook veel kwelwater uit het gebied afgevoerd dat

de blauwgraslanden voedde. De schrale graslandjes met soorten als blauwe zegge, blauwe knoop en Spaanse ruiter verloren steeds meer van hun glans. Dat leidde tot nieuwe ingrepen. Waterschap De Dommel maakte de Heiloop een flink stuk ondieper en gaf de Beerze nieuwe meanders. De Beerze kronkelt als vanouds en houdt veel meer water vast dan voorheen. De Heiloop functioneert alleen nog bij hevige wateroverlast, met behulp van nieuwe stuwen in beide waterlopen.

Kwabaal

De herboren Beerze schept ook nieuw leven. Voor vissen is de beek nu een veel beter leefgebied. “De kwabaal bijvoorbeeld, een soort die hier perfect past”, vertelt Irma. “Overdag houden ze zich schuil in holtes die in het nieuwe beekprofiel zijn gemaakt. ’s Nachts trekken ze eropuit. Dat bleek wel uit enkele exemplaren met een zendertje. Eentje passeerde het meetpunt elke nacht steevast tussen 2 uur en 7 uur in de ochtend. Paaien doen ze in de winter in nieuwe

zijbeekjes en overstromingsgebieden.” We wandelen verder, zien opkomend gras in de beemden dat ’s zomers tot heuphoogte reikt en opkomend gewas op zogeheten bolakkers. “Ontstaan door steevast perceelinwaarts te ploegen, zodat er een bolling ontstond. Handig voor de afwatering. Een biologische boer beheert voor ons de akkers en zorgt dat er altijd een zee van akkerflora bloeit. Samen met de zoemende insecten geniet je dan van zonnebloemen, korenbloemen, klaprozen en nog veel meer. Dit soort plekken vind ik heerlijk. Kleinschalig boerenland met zandwegen, paden en doorkijkjes die al eeuwen bestaan.”

Aan het eind duikt ook de uitgestrekte heide van de Kampina nog op, evenals een dennenbos en een van de mooiste Brabantse vennen: het Winkelsven. Ook al opgeknapt en van grote botanische waarde. Irma roemt de kruipende moerasweegbree en moerashertshooi die hier groeien en de vele bijzondere libellensoorten, maar ook het uitzicht vanaf het bankje. We zitten, eten, luisteren en kijken. Een vanzelfsprekende bezigheid op deze route die blijft verrassen.

42
BEELD: NATUURMONUMENTEN
-
RENE KOSTER, LUC HOOGENSTEIN, PAUL VAN GAALEN, GETTY IMAGES

Logtsevelden

6,4 km

Startpunt: parkeerplaats Logtsebaan, Logtsebaan 1, Oirschot. De route wordt aangegeven met gele pijltjes. De route staat ook op onze website en in onze route-app: NatuurRoutes

Kampina Balsvoort Dal van de Beerze Logtsevelden Logtsebaan De Logt DeLogt Winkelweg Logtsebaan Heybloemduk Fransebaan Melaniedreef Brinksdijk Beerze Beerze Winkelsven START P 6 8 9 10 11 12 7 5 1 4 3 2 KAART: CARTOGRAPHICS.NL Legenda Bos Bebouwing Heide Water Weide en akker Verharde weg Fietspad / Wandelpad Wandelroute Parkeerplaats P 0 400 m 200 © cartographics.nl
ROUTE

Routepunten onderweg

1

Aan de overkant van de weg zie je een omdijkte overstromingsvlakte. In natte tijden treedt de Beerze hier buiten haar oevers; een trekpleister voor watervogels.

2

Links van het pad liggen de Logtsevelden (lage velden). Ze bestaan uit hooilandjes die iedere winter overstromen. Om de bloemrijke beemden te behouden, worden ze net als vroeger eenmaal per jaar gehooid.

3

De grote weerschijnvlinder drinkt ‘s zomers langs het pad het vocht van bloedende bomen, rottend fruit of stilstaande plasjes, dat voedzame mineralen bevat.

4 Hier passeer je de Beerze die weer net als vroeger door het

landschap kronkelt. De nieuwe bochten zorgen voor afwisseling met licht en schaduw en stilstaand en stromend water. Dat water is koel en zuurstofrijk, goed voor vissoorten zoals de rivierdonderpad, serpeling en kwabaal.

5

Hier kun je de rondwandeling desgewenst inkorten. Houd dan links aan.

6

Dit verdwenen gehucht werd al vanaf 1482 bewoond en lag bij een doorwaadbare plek in de Beerze, een voord. De nederzetting telde zo’n vijf boerderijen en lag erg geïsoleerd.

7

De bloemen op de cultuurhistorische bolakkers zijn een walhalla voor insecten. Bij de oogst blijven er altijd stroken staan, zodat vogels in de winter van de zaden kunnen eten.

8

Hier is een geïsoleerd heideveld weer verbonden met de centrale heide. In het bos is een corridor gemaakt waar nu ook heide groeit. Vlinders, hagedissen en andere dieren maken er al gebruik van.

9 De zandpaden op de Kampina zijn voor veel dieren waardevol. De levendbarende hagedis warmt zich er graag op en de grijze zandbij graaft er broedgangen. Soms zie je tientallen van die gangen bij elkaar.

10

Dit ven was bijna dichtgegroeid en sterk verzuurd. Het is hersteld en wordt nu gevoed door regen- en kwelwater. Het behoort ot de meest waardevolle vennen van Nederland.

11

Hier loop je langs een moerasbos van boswilgen, zwarte elzen en populieren, waar bosrietzanger, grote karekiet en nachtegaal broeden.

12

Bij het bruggetje zie je de overstromingsvlakte waar de Beerze doorheen stroomt. Grote zilverreiger, zomer- en wintertaling zitten hier vaak. Ook de zwarte ooievaar is hier gespot.

10 11
BEELD: NATUURMONUMENTEN
-
PETER VOORN, PAUL COOLS, GETTY IMAGES

natuur sport

Hij won Olympisch goud in 1996 en werd tien keer Nederlands kampioen mountainbiken. Zijn topsportcarrière is achter de rug, maar stilzitten is nog steeds niks voor Bart Brentjens (54). Zo is hij ambassadeur voor de NTFU Wielersportbond waar hij meehelpt het imago van mtb’ers te verbeteren.

“Mijn hart ligt bij de natuur. Bij mijn huis heb ik een amfibieënpoel, katten, een hond, pony en diverse hoogstamfruitbomen. Ik ben het liefst buiten. Dan geniet ik echt van kleine dingen, zoals de kleuren van de lucht of alles wat groen wordt in het voorjaar. Als professioneel atleet ging ik altijd voor het hoogst haalbare. Dat heb ik bijna vijftien jaar gedaan. Nu mountainbike ik nog omdat het gewoon heerlijk is. Voor mij is het de energie die je kwijtraakt door de inspanning. Daardoor voel ik me echt beter en functioneer ik ook beter. Dat ik in de natuur kan sporten, is voor mij heel belangrijk. Ik kom in veel mooie gebieden in de wereld,

daar zie ik altijd weer hoe belangrijk natuur is. Het is een stukje van je gezondheid. Veel mountainbikeroutes in Nederland zijn mooi en goed onderhouden. Daar zijn buitenlandse rijders soms jaloers op. Een uitdaging is wel dat onze natuur vaak drukbezocht is. Dat geeft soms wrijving. Wederzijds begrip helpt. Kleine dingen kunnen grote verschillen maken. Zo adviseren we fietsers vanuit de NTFU, de organisatie voor sportfietsers, om even wat langzamer te gaan als je iemand passeert en de ander te groeten. En we vragen wandelaars om goed op te letten of ze niet per ongeluk op een mtbroute lopen, dat gebeurt best vaak.”

NATUURSUPPORTER Sport jij weleens in de natuur? Dan ben je een natuursporter! Wil je meer natuursportinspiratie en -informatie? Volg ons dan op facebook.com/natuursport en instagram.com/natuursport.

‘Dat ik in de natuur kan sporten, is voor mij heel belangrijk’
TEKST: PETRA STRIJDHORST

GULLE GEVER

Alex Oude Elferink en Annet Eggen uit Amersfoort doneren sinds twaalf jaar aan Natuurmonumenten. Als gezin ervaren ze de natuur met al hun zintuigen. ’We moeten de natuur voor onze kinderen en kleinkinderen beschermen.’

Alex: “Natuur in Nederland is heel belangrijk. Ik vind dat we de verplichting hebben de natuur te behouden. Mensen hebben er veel aan: het is waar je deel van uitmaakt, en

natuur heeft ook op zichzelf waarde.”

Annet: “In de natuur zijn wij als gezin op ons best. Al onze zintuigen gaan open. We ruiken aan het hars van een boom, we voelen het mos onder onze voeten, voelen de regendruppels op onze huid. Onze kinderen zijn altijd uitgelaten: ze zwemmen in het zand, maken wandelstokken van takken en verbazen zich over een konijnenhol.

Zo’n zes tot acht keer per jaar maken we uitstapjes naar speciale gebieden. Op Tiengemeten hebben we een nachtje in een hotel geslapen. De pont erheen is al leuk.

De kinderen vroegen: “Is dit echt alleen natuur, wonen er zo weinig mensen?” De Schotse hooglanders, de bevers die er een burcht bouwen, de roofvogels die er vliegen, ze roepen bij ons veel ‘gewow’ op. En dat krijg je allemaal gratis en voor niks. De natuur is er altijd en het kost niks.”

Alex: “Natuur biedt ons mensen veel. Wij moeten de verantwoordelijkheid nemen om de natuurwaarden voor onze kinderen en kleinkinderen te beschermen. Door te geven aan Natuurmonumenten investeren we in de toekomst.”

46
TEKST: KIRSTEN DORRESTIJN BEELD: ERIK BUIS
‘In de natuur zijn we  als gezin op ons best’

Overal in het land herstellen onze boswachters de natuur. Het geld voor deze kostbare projecten komt van overheden, bedrijven en van jullie, onze leden.

Schouder aan schouder in wegrestaurant Roggenplaat

In het voor- en najaar zit de Roggenplaat twee keer per dag vol met trekvogels. Om dat mogelijk te maken moest de zandplaat wel worden verhoogd. Dat ging niet zonder slag of stoot.

Vanaf de Plompe Toren aan de rand van de Oosterschelde zie je Roggenplaat in volle glorie liggen. Er liggen enkele tientallen zeehonden te rusten. Maar wat vooral opvalt is de spectaculaire vogeldrukte. Het is op de Roggenplaat het hele jaar druk met vogels die er bij laag water hun buiken vol eten, maar nu in het voorjaar staan ze bijna schouder aan

schouder in de zandbodem te prikken. Rosse grutto’s, kanoetstrandlopers, zilverplevieren, bontbekplevieren, strandplevieren, wulpen, zelfs lepelaars strijken er tijdens de trek naar het noorden neer om de magen te vullen. Wadpieren, zagers, zeeduizendpoten, kreeftjes, kokkels, nonnetjes en slijkgapers staan op het menu.

Vele tienduizenden vogels schuiven in de trekperiodes aan in dit wegrestaurant, drie keer zoveel als in de rest van het jaar. De vogels pendelen tussen hun overwinteringsgebieden in West­Afrika en broedgebieden in het hoge noorden van Scandinavië en Rusland. Precies halverwege ligt de Oosterschelde, een belangrijke plek om even bij te tanken.

Zandhonger

Het schouwspel bewijst nog maar eens hoe goed het is geweest dat de Roggenplaat in 2019 is opgehoogd. 1,4 miljoen kubieke meter zand (meer dan honderdduizend vrachtwagenladingen) uit een geul in de Oosterschelde is op zeven plekken op de plaat gespoten. Zonder ingrijpen zou de plaat – met

z’n bijna 1.500 hectare is de Roggenplaat de grootste en meest voedselrijke zandplaat – op den duur verdwijnen, net als de andere zandplaten in de Oosterschelde. In 2010 hadden de platen samen een oppervlakte van 11.000 hectare. Daarvan zou in 2075 nog 1.500 hectare over zijn, was de verwachting. Het afkalven van de zandplaten is het gevolg van de bouw van de Oosterscheldekering in de jaren tachtig. De kering is weliswaar halfopen, maar vermindert wel de kracht van het in­ en uitstromende water met eb en vloed. De stroming is niet meer sterk genoeg om zand dat tijdens stormen van de platen in de geulen terechtkomt, weer op de platen af te zetten. Zandhonger heet dit fenomeen. Het zou de Oosterschelde, het grootste nationale park van Nederland, veranderen in een grote bak water, die vogels nauwelijks nog wat te bieden heeft.

Puzzel

Eindelijk, was de reactie van Angelique Aerts toen de zandzuigers eind 2019 aan de slag gingen. Ze werkt nu als boswachter in het

TEKST: Frans Bosscher
MEDE MOGELIJK GEMAAKT

Naardermeer, maar was jarenlang als communicatie­adviseur betrokken bij de ophoging van de Roggenplaat. “Natuurmonumenten is geen beheerder van de plaat, maar wel van een deel van de Zuidkust van Schouwen, een groot binnendijks natuurgebied. De vogels die daar bij hoog water rusten, hebben de zandplaten nodig om aan voedsel te komen. Dus we voelen ons wel heel betrokken bij de natuur in de Oosterschelde, waarvan Rijkswaterstaat de beheerder is.”

Tien jaar geleden was duidelijk dat er wat gedaan moest worden. Over de noodzaak om de Roggenplaat op te hogen was iedereen het wel eens, aldus Angelique. Maar wie wat moest gaan betalen was een fikse puzzel. Ruim 12 miljoen euro moest het ophogen van de Roggenplaat kosten.

“Alle partijen trokken de portemonnee: de provincie, gemeenten, het ministerie van Economische Zaken, het Zeeuws Landschap. Natuurmonumenten droeg 3 ton bij. Alleen

het ministerie van Infrastructuur en Milieu stond op de rem. De minister wilde lokaal draagvlak zien.”

Huiswerk

Om de betrokkenheid van de regio zichtbaar te maken, zette Angelique samen met de boswachters in Zeeland een crowdfundingsactie op. 11.000 mensen brachten samen 13.500 euro in. Op de totale kosten een bescheiden bedrag, maar het trok de minister over de streep. Toen er ook nog een subsidie uit Brussel kwam, leek niks het project nog in de weg te staan.

Het duurde daarna echter nog twee jaar om tot afspraken over compensatie te komen met de mosselkwekers, die percelen hadden in de buurt van de Roggenplaat. Angelique: “Het was een lang en taai proces. Maar het huiswerk moest wel zorgvuldig gedaan worden, ook met het oog op eventuele bezwaarprocedures. Het ging mij allemaal niet snel genoeg,

maar projectleider Eric van Zanten van Rijkswaterstaat hield me bij de les.”

Ander landschap

Door de ophoging kan de Roggenplaat weer 25 jaar mee. Inmiddels is er ook overeenstemming over de ophoging van de Galgeplaat, die verder naar het oosten ligt. Dankzij de herstelde zandplaten blijft het dynamische karakter van de Oosterschelde behouden. Om de zes uur komt er een totaal ander landschap tevoorschijn.

Minstens zo belangrijk is dat wegrestaurant Roggenplaat openblijft. Het was nog wel even de vraag of het bodemleven zich zou herstellen. Onderzoekers zien inmiddels dat de zagers, pieren en kokkels terugkomen op de delen van de plaat waar een laag zand op is gelegd. De vogels hadden dat ook al snel in de gaten. Zij scharrelen weer in groten getale hun kostje bij elkaar in het wegrestaurant, zien we vanaf de Plompe Toren.

BEELD: NATUURMONUMENTENEDWIN PAREE, GETTY IMAGES

5 tips

Ontdek de natuur op de fiets

Ervaren fietsers weten het allang. Wie de pracht van het Nederlands landschap écht wil leren kennen neemt de fiets. Ervaren vakantiefietser Stefan Claessens geeft tips hoe je de mooiste meerdaagse fietstochten plant, mét of zonder kinderen.

TIP 1 Plan de route

Gebruik een goede fietsrouteplanner, zoals routeplanner.fietsersbond.nl. Als je kiest voor ‘Natuurroute’ dan kiest deze planner voor autoluwe routes waarbij je zoveel mogelijk door natuurgebieden fietst. In de kaart kun je natuurkampeerterreinen en trekkershutten zichtbaar maken. Zo plan je van de ene naar de andere overnachtingsplek midden in de natuur.

TIP 2 Pas je dagafstand aan

Hoe ver fietsen we? Afhankelijk van wat kinderen gewend zijn, kun je kleinere of grotere dagafstanden plannen. Wij begonnen met de jongste in de fietskar en het oudere kind op een aanhangfiets. Dan zijn dagafstanden van 50 km prima te

doen. Als ze voor het eerst helemaal zelf fietsen, is 30 tot 40 km ver genoeg.

TIP 3 Pak de trein terug

Je kunt een rondtocht plannen die start en eindigt in je woonplaats. Dan hoef je de fietsen niet te vervoeren per auto of trein. Alternatief is om met de trein naar een uithoek van het land te reizen en vanaf daar terug te fietsen via mooie routes door natuurgebieden.

TIP 4 Fiets door natuurmonumenten Op natuurmonumenten.nl/routes vind je routes door onze mooiste en grootste natuurgebieden. Gegarandeerd dat je dan mooie delen van het land bezoekt.

TIP 5 Fietskar voor bagage

Kamperen is het leukst, maar zeker met kinderen heb je dan best veel bagage. Gebruik je een fietskar, dan kan de kleinste hierin zitten en kan er daarnaast nog veel bagage mee. Als ze eenmaal zelf fietsen, is de fietskar handig voor (lichte) bagage als slaapmatjes, slaapzakken,

tent en boodschappen. Zwaardere bagage past in de fietstassen. Ga je niet kamperen, dan volstaan fietstassen. In trekkershutten moet je wel slaapzakken meenemen.

Kijk voor meer info en suggesties voor routes op: nm.nl/meerdaagse-fietstochten

TEKST EN BEELD:
STEFAN CLAESSENS

Met haar album Plant wil zangeres Nynke Laverman luisteraars aanzetten na te denken over hoe wij met de planeet omgaan. Ze bereidt nu een tour voor langs clubs en festivals, om er nog meer een muzikale trip van te maken.

“We wonen hier tussen de weilanden. Het is productielandschap, maar ik voel hier wel ruimte en rust. M’n zoons zijn ook graag buiten en ontdekken echt de natuur. Als ouder doet me dat goed. Met elkaar zijn we al zo vervreemd van de natuur en daar worden we niet gelukkiger van. Als ik liedteksten wil schrijven, trek ik me vaak terug in De Deelen, een veengebied bij Heerenveen. Dat mysterieuze landschap werkt goed voor me. Veel teksten voor Plant, m’n laatste album dat ik met m’n man Sytze Pruiksma maakte, zijn daar gemaakt. Vijftien jaar geleden heb ik lange tijd bij nomaden in Mongolië geleefd. Dat was voor mij een sleutelervaring. De nomaden hebben een heel directe band met hun omgeving. Het besef dat ze er volstrekt van afhankelijk zijn, is erg sterk. In hun beleving is alles leven en bezield, zelfs een steen. Dat heeft me enorm geraakt. Het opende ook m’n verbeelding. Een steen is volgens de nomaden drie maanden van slag als je ‘m verplaatst; zo heeft alles ineens een verhaal. Met Plant bekijk ik vanuit verschillende perspectieven onze relatie met de aarde. Hoe zou een boom naar ons kijken? Of een achterkleinkind? We zijn nu twee keer op tour geweest en ik ervaar een groeiende herkenning van mensen die zich ook zorgen maken. Hoe kunnen we een goede voorouder zijn, is een vraag die leeft. We staan op een punt dat allerlei systemen op instorten staan. Hoe houden we in de keuzes die we nu maken rekening met onze achterkleinkinderen die over honderd jaar leven? Ik heb het antwoord niet. Ik wil graag vertrouwen op het niet-weten. Dat is een bron van creativiteit. Belangrijk is dat we elkaar daarin vasthouden en erop vertrouwen dat er altijd weer iets nieuws ontstaat.”

Plant is te beluisteren en te bestellen op nynkelaverman.nl

56
‘Hoe zou een boom naar ons kijken?’
BEELD: MARLEEN ANNEMA Nynke Laverman

FOTO van de maand

Dit keer geven we tips om van je tuin een paradijs voor natuurfotografie te maken. Want het voordeel van fotografie zo dicht bij huis is dat je comfortabel en uitgebreid kunt oefenen op moeilijke onderwerpen zoals kleine, beweeglijke of schuwe dieren. Foto 1 is daar een goed voorbeeld van. Ilona Bos maakte een prachtige foto van een citroenvlinder zoals je hem niet vaak ziet.

Foto 2 ▯ Zelfs met een mobieltje kun je fantastische beelden maken, maar met een spiegelreflexcamera heb je wél meer controle over instellingen. Voor insecten is een macrolens handig, voor vogels een wat langere telelens (vanaf 400 mm). Voor foto’s laag bij

de grond zweer ik bij een hoekzoeker.

Foto 3 ▯ Hoe minder grasveld en verharding in je tuin, hoe meer dieren.

Liever een wilde haag en bloemenweide met inheemse planten dan een geschoren heg of gazon.

Zo lok je insecten, vogels

en andere dieren die jij kunt fotograferen.

Foto 4 ▯ Maak takkenhopen of houtrillen van snoeiafval, muurtjes van oude tegels en bakstenen. Al die structuren vormen prima schuilplaatsen voor dieren. Ook een vijver trekt veel dieren aan.

Ga je er regelmatig op uit om natuurfoto’s te maken? Dan vind je het misschien leuk om mee te doen aan onze fotowedstrijd: Foto van de Maand. De winnaar krijgt een uitvergroting van z’n ingezonden foto. Kijk voor meer info op: nm.nl/foto-van-de-maand

2 1 3 4
TEKST: STEFAN CLAESSENS BEELD: ILONA BOS, DARRYL CHAKAWRI, GOFFE FOTOGRAFIE, ARJAN VAN LOMWEL

Natuurgroeves

In het Geuldal in Zuid-Limburg vind je verschillende mergelgroeves. Hierin werden in het verleden mergelblokken gezaagd voor de bouw van monumentale gebouwen, maar mergel werd ook gebruikt om akkers te bekalken. Het winnen van mergel gebeurde via gangen onder de grond of via kuilen in het landschap. Verlaten groeves onder de grond zijn nu ideale winterverblijfplaatsen voor vleermuizen. De open groeves

in het landschap herbergen ook bijzondere plant- en diersoorten. De vroedmeesterpad bijvoorbeeld, en ook rotsplantjes, zoals het geel zonneroosje en tengere veldmuur, groeien op de mergelrotsen. Ook de oehoe vertoeft graag in dergelijke groeves. Omdat ze zulke belangrijke natuurwaarden hebben, houden we de groeves open. Veel werk, want ze groeien snel dicht met bomen en struiken.

BEELD: NATUURMONUMENTEN-BOB LUIJKS

Vereeuwig je natuur

In deze bijzondere natuurgebieden kun je nu al zelf, of samen met je partner, een plek vastleggen voor later. Natuurmonumenten en Natuurbegraven Nederland werken samen om natuur te behouden, te versterken én te ontwikkelen. Met een plek op een natuurbegraafplaats draag je hier aan bij.

Meer weten? Vraag gratis de brochure aan. www.natuurbegravennederland.nl/brochure

Of kom langs en ervaar zelf de kracht

EEN EEUWIGE PLEK IN DE NATUUR:

• Je kiest zelf de plek die bij jou past.

• Je kunt een natuur- of urnengraf nu al vastleggen voor later.

• Je betaalt eenmalig. Grafrechten zijn voor eeuwig.

• De natuur zorgt voor het natuurgraf, de natuurbeheerders zorgen voor de natuur.

• Juridisch goed gewaarborgd, voor nu en voor de toekomst.

Natuurbegraven Nederland is partner van Hengelo Enschede
Christinalust Natuurbegraafplaats Landgoed Christinalust
Ede Arnhem Hoenderloo Natuurbegraafplaats Heidepol Nijmegen De Sint-Jansberg & Mookerheide Molenhoek
Gennep Natuurbegraafplaats Landgoed Mookerheide
Eindhoven Weert Heeze Leende Strabrechtse heide Natuurbegraafplaats Schoorsveld Oss Uden Schaijk De Maashorst Natuurbegraafplaats Maashorst Kaatsheuvel Tilburg Waalwijk Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen De Moer Natuurbegraafplaats Huis ter Heide

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.