3 minute read
Duinherstel zaak
De afgelopen twintig jaar namen onze boswachters veel maatregelen om de natuur in onze duingebieden te herstellen. Er is het nodige verbeterd. Tegelijkertijd is het herstel nog lang niet voltooid, blijkt uit een evaluatie. Zo is de neerslag van stikstof een hardnekkig probleem. TEKST: Frans Bosscher
Voor ons zijn duinen de gewoonste zaak van de wereld. Maar van de Atlantische kust in West-Europa (15.000 kilometer) bestaat maar een vijfde deel uit duinen. Van die drieduizend kilometer ligt 250 kilometer langs onze kust. In die strook langs zee, zijn de omstandigheden heel afwisselend. Er zijn heuvels en valleien, droge en natte gebieden, delen die vol in de zon liggen of juist veel schaduw hebben, op de ene plek waait het hard terwijl het even verderop luw is en je hebt bodems die veel of weinig kalk bevatten. Al die variatie maakt dat er in onze duinen 850 verschillende plantensoorten (twee derde van alle plantensoorten in Nederland) voorkomen, 140 vogelsoorten broeden en dat de helft van de dagvlindersoorten in Nederland er voorkomt.
Advertisement
Grote obstakels
Natuurmonumenten beheert zes gebieden in de duinen met een gezamenlijke oppervlakte van 7.600 hectare, ruim een zesde van het duinoppervlak in ons land: Nationaal Park Schiermonnikoog , Zwanenwater , Nationaal Park Zuid-Kennemerland , Voornes Duin , Duinen van Goeree en Zeepeduinen . Alle zes gebieden zijn internationaal beschermd door Natura 2000. De boswachters voelen zich verantwoordelijk voor de hoge natuurwaarden en doen er alles aan om
ze minimaal te behouden. Daarbij lopen ze tegen een paar grote obstakels aan. Weliswaar zijn de Nederlandse duingebieden in vergelijking met de rest van Europa nog redelijk ongeschonden. Dat neemt niet weg dat de natuurwaarden in de knel komen door het vastleggen van de duinen omwille van de veiligheid, de grote neerslag van stikstof, verdroging en het verdwijnen van konijnen door ziekten. De duinen groeien hierdoor snel dicht met bomen, struiken en hoge grassen. Bijzondere duinsoorten hebben het hierdoor moeilijk. De afgelopen twintig jaar zijn veel maatregelen genomen voor deze natuurwaarden. Bomen en struiken zijn verwijderd. De voedselrijke bovenlaag van de bodem is afgeplagd. Pony’s en runderen zijn ingezet om het grazen dat konijnen altijd deden, over te nemen. Het graaswerk wordt aangevuld met maaien in duinvalleien. Op enkele plekken is de waterhuishouding verbeterd en zijn meren uitgebaggerd.
Niet op peil
Is het streven naar natuurlijke, dynamische duinen daarmee dichterbij gekomen? In enkele gebieden is open duin met succes hersteld. Er vinden weer op kleine schaal zandverstuivingen plaats, wat positief uitpakt voor bloemen, insecten en konijnen. Door herstel van het watersysteem is de diversiteit aan bloemen en insecten in duinvalleien van drie gebieden sterk verbeterd. Hier en daar zijn ook prachtige, soortenrijke groene stranden ontstaan en vormen zich nieuwe duintjes. Desondanks is de achteruitgang van de planten en dieren die bedreigd zijn, niet gestopt. Het gaat dan vooral om reptielen, amfibieën, libellen, sprinkhanen en zoogdieren. Bij vlinders is het verlies zelfs dramatisch te noemen. Bij bedreigde broedvogels is bij de meeste soorten sprake van achteruitgang. Bij planten is het beeld wat positiever: in vier van de zes gebieden is sprake van vooruitgang, bij de overige twee blijft het aantal gelijk.
Meer nodig
Er is dus meer nodig om te komen tot een dynamisch duingebied met zandverstuivingen, duinvorming, erosie door water en wind, en doorbraken door duinen. Een duingebied waar in het open duin volop tapuit, wulp, paapje, roodborsttapuit en grauwe klauwier en zandhagedis voorkomen, en in vochtige, bloemrijke valleien rugstreeppadden, libellen en vlinders. Om dat dichterbij te brengen zet Natuurmonumenten ook de komende jaren in op vermindering van de stikstofneerslag, lokaal meer dynamiek door herstelprojecten, verder herstel van de waterhuishouding en vooral veel kleinschalige maatregelen om de schade door verdroging en vermesting tegen te gaan.