Voorjaarsprogrammering Achtergrond Het Nederlands Kamerkoor in coronatijd Interview Julienne Straatman Achtergrond Di Lasso's Tranen van Petrus
Nummer 13 2020
IN SAMENWERKING MET NEDERLANDS KAMERKOOR
EEN MOOIE
AANBIEDING VOOR U 4 0 J A A R R IC ER C A R › › › K L AV E C INIS T, DIR IGEN T ÉN GR A FDELV ER C HR IS TO P HE R O US S E T › › › DE E XC EN T R IEK E FA MIL IE L A BER G E - DR A MM
››› N O V E M B E R 2 0 2 0 ››› J A A R G A N G 6 8 ››› N R . 7 5 1
8X
N R . 7 5 1 › › › S I N D S 1 9 5 2 › › › N OV E M B E R 2 0 2 0 › › › PA S S I E VOOR K L A S S I E K › › › € 9 . 7 0
WIN
5 CD’S VAN
ELIˉNA ANC̆ A GARANC
András Schiff DE S CHR EEUW VAN EEN KL AVIER LEEUW
MINNA AR VAN DE MANE S CHIJN
Met Hannes de nacht door
S CHATGR AVEN IN DE MONUMENTALE ER FENIS VAN
‘Glorious’ John Barbirolli
€ 52,95 I.P.V. € 67,55
Spraakmakend en uitgesproken
ELIˉNA GARANC̆A ›››
Onsterfelijke muziek in roerige tijden W W W . L U I S T E R . N L
Neem een jaarabonnement op Luister en ontvang korting PLUS een tijdschrift naar keuze. www.luister.nl/nederlandskamerkoor ››› Gaomnaar gebruik te maken van de actie! Luister verschijnt acht keer per jaar en besteedt uitvoerig aandacht aan klassieke muziek in al haar facetten: interviews, recensies, beschouwingen en portretten van componisten en artiesten.
VOLG ONS OP
EN SCHRIJF JE IN VOOR DE NIEUWSBRIEF OP WWW.LUISTER.NL Deze actie geldt eenmalig per adres en is geldig tot 31 januari 2021
welkom Hoewel mijn bewondering en begrip groot is voor de wijze waarop de regering probeert het virus en de gevolgen voor de economie te beteugelen, zijn de misverstanden over het gevaar van koorzang hardnekkig. Ze nemen langzamerhand zelfs mythische proporties aan. De koorsector is – en dat is een van de mooie bijvangsten van deze crisis – inmiddels verenigd en overlegt op wekelijkse basis over de crisis. We vertrouwen bij de te varen koers op onderzoeken uit binnen- en buitenland. Deze tonen aan dat zingen geen verhoogd risico met zich meebrengt, mits we ons houden aan de door onszelf ontwikkelde protocollen. We lopen nu echter aan tegen een communicatieprobleem: het Outbreak Management Team (OMT) bracht begin november – zonder enig vooroverleg met de koorsector – naar buiten dat het verstandiger is zingen in koorverband geheel te verbieden. Op welke onderzoeken zij zich baseren blijft echter volstrekt onduidelijk. Ondertussen blijkt het onmogelijk om contact te krijgen met het OMT, en daar wringt de schoen. Deze beslissingen treffen niet alleen de professionele koren hard in hun activiteiten, maar trekken het hele sociale vangnet weg onder 1,7 miljoen actieve amateurzangers. Zowel professionele- als amateurkoren zetten alle zeilen bij om op een verantwoorde manier te blijven zingen, maar goede communicatie met het OMT is daarbij onontbeerlijk. We laten het er niet bij zitten.
Tido Visser artistiek en algemeen directeur
foto: Pierre Buet
inhoudsopgave
Voorjaarsprogrammering P2 Tranen van Petrus P6 Achtergrond: het Nederlands Kamerkoor in coronatijd P10 Interview: Julienne Straatman P16 Een wonder van klank, het vervolg: deel 3 P21 Relatiebeheer: Björn Oddens P26 Concert voor de Nobelkring P28 NKK NXT 20-21 P29
1
seizoensoverzicht
Voorjaarsprogrammering 2020-2021 Algemene informatie en maatregelen corona Voor u ligt het nieuwe magazine van het Nederlands Kamerkoor. Op het moment van schrijven hebben we weer een deel van onze concerten moeten annuleren vanwege de maatregelen rondom de tweede golf. Toch delen we graag onze plannen voor het komende voorjaar met u. Alles is onder voorbehoud, maar het zal nooit helemaal stil zijn rondom het Nederlands Kamerkoor. Als we niet meer in de zaal kunnen optreden vinden we onze weg naar uw huiskamer via het scherm, en blijven we u op die manier voorzien van de mooiste muziek en spraakmakende concerten tot we wél weer live kunnen optreden. In veel gevallen zullen er aangepaste regels gelden rondom concertbezoek, maar werken we ook met aangepaste bezoekerscapaciteit. Wilt u zeker zijn van een plek in de zaal? Bestel dan tijdig uw tickets. Twijfelt u om nu al concertkaarten aan te schaffen? De concertlocaties in Nederland doen mee aan de regeling Bewaar je ticket. Dat betekent dat u geen risico loopt met het aanschaffen, en in geval van annulering altijd recht hebt op een voucher of restitutie. Wilt u beter op de hoogte gehouden worden van actuele ontwikkelingen? Schrijf u dan in voor de digitale nieuwsbrief via www.nkk.nl/nieuwsbrief. We sturen u dan ongeveer 1 keer per maand per e-mail een update met de laatste ontwikkelingen, nieuwe concerten en andere mogelijkheden om toch van de muziek van het Nederlands Kamerkoor te blijven genieten. Bij alle informatie in dit magazine geldt: controleer altijd de actuele informatie op onze website (www.nkk.nl) of bij de concertlocatie zelf. De data, aanvangstijden of programma’s kunnen altijd wijzigen. De volgende concertreeksen zijn helaas geannuleerd: Weihnachts-Oratorium met Concerto Köln (12 t/m 23 december 2020), Bruckners Mis in e met Hartmut Haenchen (14 t/m 15 januari 2021), De Wonderbaarlijke Mandarijn met het Koninklijk Concertgebouworkest (21 en 22 januari 2021) en de Matthäus-Passion met het Residentie Orkest (1 t/m 3 april 2021).
2
seizoensoverzicht
In memoriam met Amsterdam Sinfonietta
Arvo Pärt Da pacem Domine Dimitri Sjostakovitsj Kammersinfonie op. 110a (arr. R. Barshai) Gabriel Fauré Requiem Nederlands Kamerkoor Amsterdam Sinfonietta Candida Thompson leiding en viool Mónica Monteiro sopraan Jasper Schweppe bariton
Taverner & Tavener met Peter Phillips
John Taverner (c.1490-1545) Missa Corona spinea John Tavener (1944-2013) o.a. Song for Athene, The Lamb, First Hymn to the Mother of God
Het Nederlands Kamerkoor en Amsterdam Sinfonietta hernemen samen in kleine bezetting In memoriam, waarmee ze in 2017 met groot succes door Nederland en Zuid-Amerika toerden. De muziek van In memoriam gaat niet alleen over rauwe pijn en intens verdriet, maar ook over het eeuwige leven en een hoopvolle blik vooruit. Zo schreef Arvo Pärt zijn bewogen vredesgebed Da pacem Domine ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de aanslagen in Madrid. Dmitri Sjostakovistsj, totaal gemangeld door het communistisch systeem, opgejaagd door Stalin en zwaar depressief, schreef een requiem voor zichzelf en alle andere slachtoffers van fascisme en oorlog wereldwijd. Fauré zag op zijn beurt in de dood geen einde, maar juist het begin van een nieuwe reis. Zijn ontroerende en intieme Requiem is bovenal een ode aan wat er nog komen gaat; ad vitam aeternam, voor het eeuwige leven.
Nederlands Kamerkoor Peter Phillips dirigent
Peter Phillips, oprichter en dirigent van de vermaarde Tallis Scholars, keert terug naar het Nederlands Kamerkoor voor een programma rondom de werken van twee grote Britse componisten: John Taverner (c.1490-1545) en John Tavener (1944-2013). Centraal staat Taverners imposante Missa Corona spinea – een persoonlijke wens van Peter Phillips waar hij het Nederlands Kamerkoor al lang vóór de uitbraak van Covid-19 deelgenoot van maakte. De mis van Taverner, gewijd aan de doornenkroon, blinkt uit in muzikale virtuositeit en staat bekend als een uitdaging voor zelfs de meest geoefende zangers. De etherische klanken van Taverners mis voor de doornenkroon worden door Peter Phillips gecontrasteerd met bekende én minder bekende motetten van bijna-naamgenoot John Tavener. Taverners Tudoriaanse meerstemmigheid en betoverende polyfonie zijn de perfecte aanvulling op de iconische klanken van Taveners a-capellawerken, in een ode aan twee van de grootste Engelse componisten van zowel vroeger als nu.
10 maart 2021 Amsterdam, Het Koninklijk Concertgebouw 12 maart 2021 Enschede, Muziekcentrum 15 maart 2021 Arnhem, Musis en Stadstheater 16 maart 2021 Zwolle, Theater de Spiegel 17 maart 2021 Tilburg, Theaters Tilburg 18 maart 2021 Utrecht, TivoliVredenburg # orkest
# baltisch
Bekijk actuele informatie op www.nkk.nl/memoriam
# a capella # oude muziek # engels
Bekijk actuele informatie op www.nkk.nl/taverner
foto: Marco Borggreve (
12 februari 2021 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ 13 februari 2021 Leeuwarden, Grote of Jacobijnerkerk 17 februari 2021 Enschede, Grote Kerk 19 februari 2021 Utrecht, Pieterskerk 20 februari 2021 Alkmaar, Grote Sint Laurenskerk 21 februari 2021 Den Haag, Nieuwe Kerk
3
seizoensoverzicht
Rautavaara’s Vespers van de toendra Einojuhani Rautavaara Vigilia
foto: Melle Meivogel
Nederlands Kamerkoor Peter Dijkstra chef-dirigent
Zowel doorgewinterde koorliefhebbers als nieuwe bezoekers kunnen hun hart ophalen bij dit Fins getinte programma van het Nederlands Kamerkoor. Het adembenemende Vigilia, gecomponeerd door de Fin Einojuhani Rautavaara, valt met zekerheid in de categorie ‘monumentale koorwerken’. Na de spraakmakende uitvoeringen van grote Russisch georiënteerde koorwerken als de Vespers van Rachmaninoff en het Concert voor Koor van Alfred Schnittke, zet chef-dirigent Peter Dijkstra nu alles op alles in een uitvoering van de Finse tegenhanger van de Vespers van Rachmaninoff.
Johannes-Passion Johann Sebastian Bach
Nederlands Kamerkoor Concerto Köln Peter Dijkstra chef-dirigent
Einojuhani Rautavaara (1928-2016) schreef zijn Vigilia voor de orthodoxe liturgie, geïnspireerd door een ervaring uit zijn jeugd, toen hij een orthodox klooster bezocht. De klanken van dit werk ademen de geur van door wierook benevelde gewelven van Byzantijnse kerken. Er klinkt onheilspellend gefluister, magisch gemompel en een donderende koorklank in dit onvergetelijke werk van een van de grootste Finse componisten van deze tijd.
Benedikt Kristjánsson Evangelist, tenor Konstantin Krimmel Christus Johanna Winkel sopraan Tilman Lichdi tenor* Benno Schachtner countertenor Tobias Berndt bas *alleen in Leipzig
29 april 2021 Enschede, Grote Kerk 30 april 2021 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ 1 mei 2021 Haarlem, Philharmonie 2 mei 2021 Den Haag, Nieuwe Kerk 5 mei 2021 Utrecht, TivoliVredenburg 7 mei 2021 Zwolle, Grote Kerk 9 mei 2021 Kerkrade, Parkstad Limburg Theaters
Bachs Johannes-Passion, voorloper van de legendarische Matthäus-Passion, groeit in Nederland in populariteit, en terecht. Waar Bachs MatthäusPassion vooral beschouwend en vertellend is, bevat zijn Johannes-Passion meer beweging en dramatiek. Het resulteert een concertervaring die meeslepender is en vooral focust op de rol van Jezus als verlosser van de mensheid. Chef-dirigent Peter Dijkstra, geprezen voor zijn visie op het repertoire van Bach, dirigeert zijn eigen Nederlands Kamerkoor en het barokensemble Concerto Köln in een kleine bezetting.
# groots # a capella
# baltisch
Bekijk actuele informatie op www.nkk.nl/toendra
# barok # pasen # orkest
Bekijk actuele informatie op www.nkk.nl/johannes
4
foto: Melle Meivogel
23 maart 2021 Utrecht, TivoliVredenburg 26 maart 2021 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ 18 juni 2021 Leipzig
4
seizoensoverzicht
seizoensoverzicht
#uncut Nederlands Kamerkoor Grete Pedersen dirigent Renske Vrolijk idee en compositie Annechien Koerselman concept en regie Wendela de Vos libretto ORBI – the Oscillating Revenge of the Background Instruments BL!NDMAN [sax] saxofoonkwartet Vivian was vroeger Victor, een vrouw gevangen in het lichaam van een jongen. Dit is haar verhaal. Onversneden. En ja, dat is de vraag die haar het meest wordt gesteld.
foto: G errit Schreurs
De keiharde én poëtische voorstelling #uncut vertelt het verhaal van Vivian, een trans vrouw. Ze kijkt terug op een transitie die niet alleen moedig was, maar haar ook voor problemen stelt. Na een langdurig traject van psychologisch onderzoek en medische ingrepen, is zij nu wie zij wilde zijn. Toch? Maar wat aan te vangen met haar verleden? Wat te doen met de oude foto’s? Wie was ze toen, en wie is ze nu? ‘Je bent nu toch wel blij?’, dat hoort ze maar al te vaak. Maar is ze dat ook? In een collage van flashbacks, afgezet tegen het hier en nu, dendert Vivian door de emotionele achtbaan van het voor en na van haar beslissing, die geen beslissing was. Geen beslissing kon zijn. Omdat het was zoals het was zoals het is zoals het moet zijn.
5
Renske Vrolijk componeerde de muziek voor deze muziektheatrale voorstelling met semiautobiografische elementen. Renskes muzikale taal is onweerstaanbaar en weerbarstig, en wordt uitgevoerd door twee van de hipste(r) ensembles van de Lage Landen: het ronkende ORBI (The Oscillating Revenge of the Background Instruments) en saxofoonkwartet BL!NDMAN [sax] onder leiding van dirigent Grete Pedersen, chef-dirigent van het Noors Solistenkoor. Het Nederlands Kamerkoor zingt en speelt de familie, de oordelende en veroordelende massa, de sensatiezoekers, het team van doktoren in een voorstelling die bij voorbaat al spraakmakend is.
première tijdens de Rotterdamse Operadagen 2021 15 mei 2021 Utrecht, Stadsschouwburg 20 mei 2021 Enschede, Muziekcentrum 21 mei 2021 Nijmegen, Concertgebouw De Vereeniging 22 mei 2021 Amsterdam, Muziekgebouw aan ’t IJ 23 mei 2021 Den Haag, Theater aan ‘t Spui # hedendaags
# maatschappelijk
# muziektheater
Bekijk actuele informatie op www.nkk.nl/uncut
5
Tranen van Petrus
Di Lasso’s Tranen van Petrus met
Marijn Rademaker Dance Company Nanine Linning Binnenkort online te
bekijken!
“De combinatie van pure stem, a capella gezongen, en dans krijgt in de voorstelling een zuivere, bijna onaardse uitbeelding.” (Theaterkrant) 6
foto: Onno van Ameijde
“Schoonheid in klank en beeld …. dat het Kamerkoor zo snel is ingehaakt op het isolement dat nu velen plaagt verdient extra lof.” (NRC - ★★★★)
Tranen van Petrus
Het was halverwege april 2020, het coronavirus woekerde, er heerste volstrekte onduidelijkheid over het antwoord op de vraag of het Nederlands Kamerkoor überhaupt nog wel mocht zingen, en onder welke condities. Tido Visser, directeur van het kamerkoor, werd – niet als enige – bevangen door angstvisioenen van zangers die werden weggestopt achter glas, als museumstukken. Koorzangers als artefacten van een voorbije tijd. Een verontrustend beeld, maar tegelijk ook theatraal prikkelend. Rond diezelfde tijd kwam chef-dirigent Peter Dijkstra met het idee om Orlando di Lasso’s madrigaalcyclus Lagrime di San Pietro uit te voeren. Het verhaal over Petrus, sleutelhouder van het hemelrijk en trouwste discipel van Jezus Christus. Zou een Petrus, dansend door een woud van zangers in glazen zuilen, niet treffend de toestand verbeelden waarin wij verkeren? Een idee was geboren: een voorstelling waarin koormuziek en dans samensmelten tot een meeslepende, poëtische én confronterende voorstelling. Een voorstelling over menselijkheid, over kwetsbaarheid en hoe die onder druk staan in een wereld waarin de oneliner het wint van de nuance.
lijke kerktoonladders, in een zevenstemmig werk. Het laatste madrigaal is niet in het Italiaans, maar in het Latijn: de woorden van Jezus, die Petrus toespreekt. Lasso belicht in elk van de zeven madrigalen een ander aspect van Petrus’ lijdensweg. In de eerste zeven madrigalen is het de blik van Christus die hem overvalt en hem ogenblikkelijk doet beseffen dat hij heeft gefaald tegenover zijn meester, zijn beste vriend. In de tweede zeven madrigalen voeren schaamte en woede de boventoon. Aan het slot van deze ‘acte’ vlucht Petrus, voor zijn meester én voor zichzelf. In de laatste zes madrigalen gaat het vooral over de tegenstelling tussen het leven op aarde en het ‘ware’ leven, het eeuwige leven. Petrus weet dat hij het leven op aarde zal moeten afmaken in de volle wetenschap van zijn zonde, en dat voelt als een zware straf voor Petrus. Maar hij lijkt ook een mate van afstand te nemen, hij berust in zijn lot. Het laatste deel is een motet, waarin Jezus Petrus op harde, maar tegelijk ook liefdevolle wijze toespreekt.
De enscenering van Visser en Linning volgt dit proces van Petrus als een catharsis. De koorleden slaan in het eerste deel – als waren zij de belichaming van Christus zelf – Petrus Het werk van Di Lasso, dat hij schreef op zijn sterfbed, is indringend gade. In het tweede deel volgen zij hem in zijn een van de hoogtepunten van de renaissancemuziek. Het momenten van wanhoop, bieden hem steun, leven met hem verhaal over de apostel Petrus die Jezus driemaal verloomee. In het derde deel herneemt Petrus zich, en loopt de chende is welbekend, en gaat over kwesties als menselijkheid, kruisgang van Christus als een vorm van boetedoening, als geloof in het goede, en schaamte. Wanneer Christus ontdekt eerbetoon misschien wel aan de man die hij zo bewondert. dat Petrus hem heeft verloochend, kijkt hij Petrus aan. VerIn deze enscenering staat het idealisme, het geloof in het oordelend, maar ook vol compassie. Petrus wordt overmand goede tegenover het cynisme in deze wereld. Er is – zo lijkt door schaamte en verdriet. Dát is het moment dat Lasso het het wel – geen ruimte meer voor kwetsbaarheid, voor menseverhaal laat beginnen. Het moment dat Petrus’ tranen van lijkheid, voor geloof in het goede. Waarheid staat onder druk, verdriet komen, wanneer hij tot het volle besef komt dat hij omdat we niet meer kunnen of durven vertrouwen op het zijn meester heeft verloochend. goede in de mens. Petrus is ontroostbaar. Hij is niet alleen vervuld van verdriet en schaamte, maar wordt tegelijk gewezen op zijn menselijkheid, zijn sterfelijkheid. Hij wordt zich ten volle bewust van het verschil tussen de meester en de discipel. Tussen het goddelijke en het menselijke. Wanneer Petrus – jaren na de kruisgang van Christus – zelf wordt veroordeeld tot kruisiging, weigert hij op dezelfde wijze te sterven als zijn meester. Hij vraagt omgekeerd te worden opgehangen aan het kruis. Een bekend en veel geschilderd beeld, dat tegelijk verwijst naar reiniging, naar wedergeboorte. Het werk van Di Lasso zit vol getallensymboliek: de compositie is opgebouwd uit drie keer zeven madrigalen, waarmee Di Lasso verwijst naar de Heilige Drie-eenheid, naar de Schepping, misschien ook wel naar de zeven hoofdzonden. Di Lasso gebruikt bovendien zeven van de acht oorspronke-
Vanwege de coronamaatregelen was het Nederlands Kamerkoor helaas genoodzaakt om deze spraakmakende tournee door Nederland grotendeels te annuleren. We hebben een prachtige videoregistratie gemaakt die u tegen een kleine vergoeding kunt bekijken op onze website! De videoregistratie wordt rond half december gepubliceerd. Kijk voor de meest actuele informatie op onze website: www.nederlandskamerkoor.nl. # cross-over
# oude muziek # dans # actueel
7
Tranen van Petrus
Tranen van Petrus Rondom deze tournee hebben we op onze website verdiepende informatie gepubliceerd. Ga naar www.nkk.nl/achtergrond om een registratie van onze Muziekproeverij i.sm. ZIMIHC theaters terug te kijken, of bekijk een korte video van de making-of van deze voorstelling, met interviews met Tido Visser en Nanine Linning! Hier in het magazine leest u een theologische bespiegeling over Petrus' tranen, geschreven door Nobelkringlid Arnold Schilder.
Petrus blijkt leergierig, wil alles begrijpen over Jezus, zijn roeping, het mysterie van zowel God als mens zijn. Op een dag vraag Jezus zijn leerlingen: “Wie zeggen jullie dat ik ben?” Petrus is er meteen als de kippen bij: “U bent de Messias, de Zoon van de levende God!” Dat is nogal wat. En Jezus reageert enthousiast: “Gelúkkig ben je Simon – jij bent nu Petrus (dat betekent: Rots) en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen. Ik zal je de sleutels van het koninkrijk van de hemel geven.” Petrus wordt hiermee door velen gezien als de allereerste paus. Is Petrus dan onfeilbaar? Geenszins. Kort hierna legt Jezus aan zijn leerlingen uit dat hij zal moeten lijden en ter
8
dood gebracht zal worden, waarop Petrus onmiddellijk fel reageert: “God verhoede het, Heer – zoiets mag U nooit overkomen!” Jezus geeft hem echter ongenadig op zijn kop: “ Ga weg, duivel – je zou me nog van de goede weg afbrengen. “ Kort voordat Jezus gevangengenomen wordt, waarschuwt hij zijn leerlingen voor de komende verschrikkingen en zegt: “Jullie zullen mij allemaal afvallen.” Maar Petrus roept meteen: “Anderen misschien – ík nooit!” Jezus antwoordt: “Nog deze nacht zul jíj mij, voordat de haan gekraaid heeft, driemaal verloochenen.” En dan treffen we deze hartstochtelijke volgeling en vriend aan op een binnenplaats – hij is de enige leerling die heimelijk de groep is gevolgd die Jezus heeft opgepakt om hem naar de kerkelijke rechters te brengen. Het is donker en kil, er brandt een vuurtje. Petrus staat er wat verscholen bij, in de schaduw. Hij kan zien en horen hoe het Jezus binnen bij zijn verhoor vergaat. Maar dan – o schrik: een dienstmeisje herkent Petrus en roept: “Jij hoorde ook bij die Jezus!” En er volgen twee andere aanwezigen die dat bevestigen. Wat gaat er op
foto: Onno van Ameijde
Simon Petrus: de eerstgeroepen leerling van Jezus. We leren hem in de evangelieverhalen kennen als gedreven, gepassioneerd voor Jezus en zijn missie, emotioneel, soms ook erg hard van stapel lopend en impulsief. Op een dag komt Jezus langs bij zijn vissersboot en zegt eenvoudigweg: “Kom, volg mij, ik zal je een visser van mensen maken.” Er springt een enorme vonk over en Petrus laat direct de visnetten liggen om Jezus te volgen, als eerste van de ‘kernploeg’ van twaalf.
Tranen van Petrus
dat moment door Petrus heen? Hij voelt zich betrapt, is vol angst om ook opgepakt en gestraft te worden. Hij kan niet goed meer nadenken – wil ontsnappen – is doodsbang. Dan volgt de ontkenning, driemaal: “Ik ken die man niet, het is een leugen!” Nu kraait de haan. Dan kijkt Jezus zijn kant op. Hun ogen kruisen elkaar. Petrus krimpt ineen en beseft: ik heb hem volledig laten vallen. Ik heb alles wat ik geloofde en waar ik voor stond tenietgedaan. Het echte leven is verdwenen – ik ben een lafaard en nietsnut. En dan komen die tranen – diep, intens, bitter.
Nobelkringlid Arnold Schilder ging in 2019 op 71-jarige leeftijd met pensioen, na een veelzijdige loopbaan in de accountancy, het bankentoezicht en internationale regelgeving. Hij studeerde theologie en accountancy – samen-
Herkennen we dit? Keuzes moeten maken maar ervoor terugdeinzen? Geloven in waarheid en echtheid, en in een toekomst voor mensen – maar opzien tegen het offer dat het kan vergen?
komend in een grote interesse in beroepsethiek en professioneel bestuur. Voor de tournee van Di Lasso’s Tranen van Petrus schreef hij een theologische bespiegeling over de apostel Petrus.
Verloochenen – het kan ons allemaal overkomen. We zijn gewaarschuwd… Arnold Schilder
9
Achtergrond:
Het Nederlands Kamerkoor in coronatijd Op 23 maart 2020, om tien over zeven ’s avonds, werd in de WhatsApp-groep van staf en zangers van het NKK onmiddelijk het definitieve bericht gedeeld: “Alle bijeenkomsten tot 1 juni: verboden.” Medewerkers die nog aanwezig waren op het kantoor in Utrecht staarden zichtbaar aangedaan naar een computerscherm waarop te zien was dat minister-president Rutte maatregelen aankondigde
NB: Vanwege de huidige situatie gaan de ontwikkelingen soms sneller dan de drukpers ze kan bijhouden. Bij het ter perse gaan van dit magazine hebben we de concertreeks Di Lasso’s Tranen van Petrus grotendeels moeten annuleren en vervangen door een online videoregistratie die later beschikbaar wordt. Over de nabije toekomst en de status van komende concerten valt nu nog niets te zeggen, maar dat kan in een kort tijdsbestek weer volledig veranderen. Ook dit artikel kan dus achterlopen op de laatste omstandigheden. Voor de meest actuele informatie verwijzen we u naar onze website: www.nederlandskamerkoor.nl.
10
voor een ‘intelligente lockdown’. Zangers en staf deelden vertwijfeld hun zorgen via de app. Het was het begin van een ogenschijnlijk uitzichtloze periode waarin het openbare leven tot stilstand kwam en culturele instellingen hun deuren sloten. Wat gebeurde er bij het Nederlands Kamerkoor, voor en achter de schermen? Wat maakten de zangers van het Nederlands Kamerkoor door? Hoe ging de staf om met de nieuwe situatie?
achtergrond
De eerste weken van de ‘intelligente lockdown’ werden bovenal gekenmerkt door onrust en onzekerheid. Niet alleen bij de concert- en theaterzalen werden overuren gedraaid om ticketkopers te informeren en voorstellingen te verplaatsen, ook aan de kant van bespelers als het Nederlands Kamerkoor liep de werkdruk hoog op. Zangers moesten worden geïnformeerd, contracten met zalen, solisten en dirigenten moesten worden herzien of ontbonden, en er moest zicht komen op de gevolgen die deze crisis zou kunnen hebben voor de korte én lange termijn. Over de veiligheid van zingen bleef lang veel onduidelijkheid bestaan: anderhalve meter afstand leek de norm, maar ook verschenen rapporten – hoofdzakelijk uit het buitenland – waarin werd geadviseerd bij zingen en blazen zes of zelfs twaalf meter als uitgangspunt te nemen. Samen met collega-koren en brancheorganisaties als de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten en Koornetwerk Nederland poogden we met initiatieven voor wetenschappelijk onderzoek duidelijkheid te creëren rondom aerosolen en veilige afstanden, want beslissingen maken op basis van anekdotische verslaggeving ging ons te ver. We stonden en staan voor gedegen onderzoek over de veiligheid van zingen.
Jasper Schweppe (1969) heeft de afgelopen maanden als heel dubbel ervaren. Naast een gevoel van paniek kwam er namelijk ook ruimte voor dingen die hij al lang niet had gedaan. “Een lange periode veel vrij zijn; ik vond het heerlijk. Ik heb in de rivier gezwommen, uitgebreid gekookt en ben weer gewend geraakt aan uitslapen. Wat ik sinds de komst van mijn kinderen, die al lang het huis uit zijn, was afgeleerd. Fysiek ben ik echt tot rust gekomen want als optredend musicus heb ik doorgaans een jachtig bestaan. Omdat ik graag ga vliegeren met grote stuntvliegers, kocht ik aan het begin van de lockdown een stapel vliegerpapier om vliegers te maken. Ik verwachtte namelijk dat ik me zou gaan vervelen. Maar ik heb er slechts één gemaakt en aan de muur gehangen. Het was fijn om tijd te hebben voor mijn eigen projecten, zoals de Stichting Schubertiade. Een omvangrijk project waarmee we in tien jaar tijd ruim 600 liederen van Schubert gaan opnemen.” Jasper is sinds 2005 kernlid. Daarnaast werkt hij als artistiek coördinator bij het Nederlands Kamerkoor en geeft hij les aan het Kampen Boys Choir. “Dat werk kon gewoon door gaan gelukkig, waardoor ik een deel van mijn inkomsten behield. Hierdoor viel ik echter wel net buiten de financiële steun van de overheid. Ik heb me prima gered, maar veel langer moet deze situatie niet duren.” Jasper raakt er inmiddels aan gewend dat dingen geannuleerd worden. Het raakt hem diep in zijn gevoel van bestaansrecht als musicus dat het bij wet verboden is om op de normale manier zijn werk uit te voeren. “Je wordt geconfronteerd met je kwetsbaarheid als kunstenaar. Ineens zie je je inkomen als een zeepbel in fases uiteenspatten. Daarnaast nog de beklemmende gedachte: ‘misschien blijft het wel zo’. Die onzekerheid en uitzichtloosheid vind ik erg zwaar.” Interview en fotografie Jasper WIEBRIG KRAKAU
11
achtergrond Björn Oddens, lid van de Nobelkring van het Nederlands Kamerkoor: “Mijn partner en ik maakten ons enorme zorgen om alle professionele kunstenaars die geen podium, geen repetities, geen tentoonstelling, helemaal niets meer hadden. Ook geen inkomen. De overheid ondersteunde bedrijven en instellingen, maar voor individuele kunstenaars kwam de geldstroom zeer laat en schandalig zuinigjes op gang. We beseften maar al te goed dat de zangers van het Nederlands Kamerkoor geen passies te zingen hadden – voor hen een wezenlijke inkomstenstroom. De culturele instelling waarvan ik toezichthouder ben, stevende af op een faillissement. De instelling werd tijdig, maar niet zonder ontslagen, door de gemeente aan het infuus gelegd. We belden met het Kamerkoorkantoor en verdubbelden onze gift voor de komende vijf jaar. Wat me vooral bijblijft van deze afgelopen maanden is dat er geen concerten waren. Nu gingen we niet heel vaak naar de concertzaal, vanwege al mijn gereis, maar in de afgelopen tijd kon het wel, want geen vluchten meer. Daar zaten we dan thuis, aan de keukentafel, met alleen Radio 4, die niets live uit te zenden had. Volop ingeblikte muziek, maar dat is echt anders. In Het Zondagochtend Concert ging Hans van den Boom steeds verder terug in de tijd. Aanvankelijk had hij concerten van vorig jaar klaarstaan, maar op een gegeven moment zeiden we tegen elkaar: “Is het archief bijna op? Dat was een concertregistratie uit 1994!” Radio 4 was alleen maar plaatjes aan het draaien; toch bleven de presentatoren de boel monter aan elkaar praten. Op een vrijdagavond kwam ik na lange telefonische vergaderingen met Amerika de woonkamer binnenstappen, waar Marnix een brede grijns op zijn gezicht had. “Ik heb net Choir of Chambers van het Nederlands Kamerkoor meegemaakt. Koorleden zongen ons vanuit hun huis toe.” Zijn avond kon niet meer stuk.” Lees het hele verhaal over de coronacrisis van Björn op pagina 26!
12
Parallel aan al deze werkzaamheden kwam steeds dringender het grootste vraagstuk naar boven: “En hoe nu verder?” De hoofdtaak van het Nederlands Kamerkoor blijft toch het uitvoeren van koormuziek op een podium, live voor publiek. Wat doet een koor in een tijd dat er niet live gezongen kan worden? Met uitval en uitstel van concerten in het voorjaar van 2020 werden in ieder geval twee dingen duidelijk: de culturele sector zou de culturele sector niet zijn als er niet creatief omgegaan werd met deze crisis. In moordend tempo werd een alternatieve programmering uit de grond gestampt en dat leidde tot verrassende resultaten. Helaas werd ook de kwetsbare positie van kunstenaars in Nederland pijnlijk duidelijk. Zo ook die van de zangers van het Nederlands Kamerkoor. De lockdown raakte om te beginnen het hart van de solistenpraktijk van talloze zangers: het passieseizoen is voor veel zangers de periode om als solist een aanzienlijk deel van het jaarinkomen mee te vergaren. Daarnaast zijn de zangers van het Nederlands Kamerkoor zzp’ers – een constructie waar talloze ensembles na de cultuurbezuinigingen in 2011 toe werden gedwongen. Musici vastleggen met vaste contracten, dat was niet meer op te brengen. In de huidige situatie zijn de effecten van die
achtergrond Choir of Chambers terugkijken? Ga naar www.nkk.nl/choirofchambers!
De lockdown raakte om te beginnen het hart van de solistenpraktijk van talloze zangers: het passieseizoen is voor veel zangers de periode om als solist een aanzienlijk deel van het jaarinkomen mee te vergaren.
kaalslag extra zwaar: inmiddels een paar maanden verder zijn de verhalen over musici die zich laten omscholen, emigreren of in de zorgsector of coronateststraat op een eigen manier bijdragen aan het verminderen van de werkdruk in de zorg geen uitzonderingen meer. Het Nederlands Kamerkoor werd gesterkt door spontane acties van koorliefhebbers, van jong tot oud en van trouwe fan tot nieuwe bezoeker. In de eerste maanden van de lockdown mochten we ons gelukkig prijzen met steunbetuigingen en substantiële donaties die bedoeld waren om de ergste klappen voor de zangers te helpen verzachten. Daarnaast weten we inmiddels dat we met behulp van die donaties en het eerste steunpakket voor de culturele sector een deel van de gederfde inkomsten van de zangers kunnen vergoeden. Toch blijven we voor de toekomst niet zonder zorgen: als organisatie draait het Nederlands Kamerkoor voor een deel op subsidiegelden, maar voor een nog belangrijker deel op de publieksinkomsten van concerten. Nu deze sterk teruglopen, en ook in de komende periode naar verwachting volledig wegvallen, staan we als organisatie voor nieuwe uitdagingen om koormuziek live te laten klinken – nu en in de toekomst. Toch was er in deze periode ook goed nieuws: in juni werden de subsidieadvie-
zen voor de Culturele Basisinfrastructuur (BIS) 2021-2024 bekend gemaakt. De Raad voor Cultuur oordeelde positief over de aanvraag van het Nederlands Kamerkoor. Na acht jaar weer terug mogen keren in de BIS voelde niet alleen als erkenning van het harde werk van de afgelopen jaren, maar betekende ook meer zekerheid voor de toekomst – met name op het gebied van fair practice en eerlijke arbeidsvoorwaarden voor de uitvoerende musici. Het feit dat onze collega’s bij Cappella Amsterdam ook op meerjarige subsidie mogen rekenen verhoogde onze feestvreugde en versterkt ook nog eens de slagkracht van de Nederlandse koorsector. De coronacrisis bleek – zo ontdekten we al snel – ook nieuwe mogelijkheden te creëren. In een sector waar normaal gesproken dirigenten twee of drie jaar van tevoren vastgelegd moeten worden en waar grote producties met gemak jaren aan voorbereidingstijd kennen, ontstond opeens bij iedereen een gat in de agenda. Het gaf ruimte om met nieuwe, creatieve ideeën en spannende samenwerkingen in te spelen op de actualiteit. Bij het Nederlands Kamerkoor ontstond, naast de wens om weer muziek te maken voor publiek, onmiddellijk de behoefte om de zangers weer een podium te bieden. Naast artistieke motivatie speelde werkgelegenheid voor de zangers hier natuurlijk ook een rol.
13
achtergrond Åsa Olsson (1963) heeft dit voorjaar vier maanden doorgebracht in Zweden, op de boerderij die zij en haar man in 2003 kochten. “Na onze tournee door Australië in maart zou mijn man me met de auto komen ophalen vanuit Zweden. Ik verbleef destijds in Amsterdam, waar we nog een kamer hebben in het huis waar onze zoons (26 en 28 jaar) wonen. In een paar dagen tijd kreeg Zweden echter code rood en ging Denemarken in lockdown, waardoor hij het land niet uit kon. Vijf weken langer dan gepland bleef ik in Amsterdam, voordat er eindelijk een mogelijkheid kwam om met het vliegtuig alsnog naar Zweden te gaan.” Alle projecten van het Nederlands Kamerkoor werden geannuleerd, tot het eind van het jaar. Åsa zat gelukkig niet helemaal zonder werk, omdat ze af en toe vertaalklussen doet voor de Nederlandse tv en sinds 10 jaar als tuinarchitect werkt met haar eigen bedrijf Åwesome Gardens. Ze heeft tuinklanten in Nederland en in Zweden. Bovendien kan ze aanspraak maken op de TOZO, de financiële steun vanuit de overheid. “We kunnen best goedkoop leven in Zweden. We hebben een enorme tuin dus we hebben veel onkruid gegeten, zoals brandnetels en paardenbloemen. Heel gezond en je kunt er gevarieerd mee koken. Dat doen we gewoonlijk ook, maar nu extra. Hierdoor hoefden we minder vaak boodschappen te doen.” Het werken in de tuinen gaat gewoon door en daarnaast zingt Åsa regelmatig solo en in andere koren. “Gelukkig kon ik blijven zingen tijdens de lockdown, onder andere door vanuit Zweden online solorecitals te geven en later in Nederland workshops te geven met een aangepaste hoeveelheid deelnemers. Ook voor het Kamerkoor heb ik enkele online projecten gedaan. Ik maak me weinig zorgen over de toekomst omdat ik divers werk heb. Er zijn dagen waarop ik ’s ochtends in de tuin aan het graven ben en daarna twee repetities heb met het Nederlands Kamerkoor. Die afwisseling vind ik heerlijk.” Interview en fotografie Åsa door WIEBRIG KRAKAU
14
Tido Visser, artistiek en algemeen directeur van het Nederlands Kamerkoor, ontwikkelde daarom een online kamerkoor-opera getiteld Choir of Chambers, en vond singer-songwriter Spinvis en componist Joost Kleppe onmiddellijk bereid zich over de teksten en de muziek te ontfermen. De video werd gepresenteerd op 19 juni als ‘een document van deze tijd’ en laat zich nu ook zo terugkijken: verwarrende zoom-gesprekken, zakendeals die niet doorgaan, en zorgen over kwetsbare naasten. Parallel aan het Choir of Chambers-project moesten er knopen worden doorgehakt over de programmering van het aankomende concertseizoen. De projecten die op de rol stonden waren even indrukwekkend als omvangrijk: Van Gogh in Me, een samenwerking met het Van Gogh Museum, het Belvedere Museum in Wenen en het Italiaanse audiovisuele collectief fuse* voorop. Met 32 zangers op het podium, een technisch team uit Noord-Italië en de coronasluiting van het Van Gogh Museum in Amsterdam was dit niet meer realistisch. De geplande seizoensopening, een reprise van de muziektheatervoorstelling Vergeten over mensen met dementie, was dat evenmin. Het Nederlands Kamerkoor is niet alleen in contact gebleven met het trouwe publiek, zoals met Choir of Chambers, maar
achtergrond
Als organisatie draait het Nederlands Kamerkoor voor een deel op subsidiegelden, maar voor een nog belangrijker deel op de publieksinkomsten van concerten. Nu deze sterk teruglopen, en ook in de komende periode naar verwachting volledig wegvallen, staan we als organisatie voor nieuwe uitdagingen om koormuziek live te laten klinken – nu en in de toekomst.
wilde ook de ruim anderhalf miljoen koorzangers die Nederland rijk is een hart onder de riem steken. De koorleden maakten online playlists met eigen muziekfavorieten aan, zangers en instrumentalisten uit heel Nederland stuurden muziekvideo’s in om te laten zien dat we onze ouderen #nietvergeten, en we streamden elke dag 1 nieuwe psalm uit onze monumentale ode aan koormuziek, 150 Psalms, openomen door cultuurzender Parmando 24Culture tijdens het Festival Oude Muziek 2017. Met dit laatste initiatief, mede met dank aan onze collega’s van Det Norske Solistkor, de Tallis Scholars en Choir of Trinity Wall Street, bereikten we meer dan 20.000 mensen over de hele wereld en stroomde de inbox van het Nederlands Kamerkoor vol met ontroerende en hartverwarmende verhalen. Inmiddels zijn we weer een aantal stappen verder, en wordt het ook steeds duidelijker dat plots aangekondigde periodes van lockdown voor nu de nieuwe realiteit zijn. Een realiteit waar we omheen zullen moeten werken. In de komende tijd kunt u bijvoorbeeld meer informatie verwachten over mogelijkheden om vanuit uw eigen huiskamer concerten te beleven, tegen een kleine vergoeding. Antwoorden op de uitdagingen van de eerste helft van dit nieuwe seizoen hebben we gevonden in producties met een beperkt aantal zangers
op het podium, die we waar mogelijk ook meerdere keren op een dag kunnen uitvoeren. Zo brachten we in september Lux in tenebris, met werken van o.a. De Victoria, Elgar, Poulenc en Pärt, en keerden zo terug naar de kern van het koorrepertoire met een kleine bezetting van solistische topzangers. Daarnaast heeft de coronacrisis geresulteerd in een spraakmakende nieuwe voorstelling van het Nederlands Kamerkoor: Di Lasso’s Tranen van Petrus. Op pagina 6 leest u meer over de achtergrond van deze voorstelling. Inmiddels hebben we ook deze concerttournee grotendeels moeten annuleren, maar we hebben alles op alles gezet om de magie, emotie en spanning van het podium te vangen in een adembenemende videoregistratie. Deze registratie zal in de loop van december te bestellen zijn via www.nederlandskamerkoor.nl. Ondertussen gaan we moedig voort. De coronacrisis lijkt helaas steeds vaker aanleiding te zijn voor polarisatie en snoeihard debat in onze samenleving. Als koorzang één ding kan doen, is het mensen weer met elkaar verbinden. Of het nu live is, op het podium of via een beeldscherm: het Nederlands Kamerkoor blijft die verbinding maken. Nu en in de toekomst.
15
Julienne Straatman
Het Nederlands Kamerkoor onderschrijft net als veel andere culturele instellingen de Governance Code Cultuur. Het NKK werkt daarom met een Raad van Toezicht, die toezicht houdt op het functioneren van de organisatie en onafhankelijk advies geeft over zaken als het meerjarige zakelijk en artistiek beleid. Julienne Straatman is sinds januari 2013 lid van de Raad van Toezicht, waarvan de laatste vier jaar als voorzitter. Begin 2021 zal haar tweede termijn aflopen en nemen we afscheid van een bevlogen toezichthouder. Samen met haar blikken we terug ĂŠn kijken we vooruit. 16
interview Julienne Straatman (73) noemt zichzelf een generalist en een pionier. Hoewel van oorsprong historica heeft zij zich, naast haar passie voor beeldende kunst en muziek, ook ontwikkeld als pionier op het gebied van strategische marketing, communicatie en fondsenwerving. Ze was onder andere directeur van Sonsbeek International Art Centre en heeft de (corporate) communicatieafdelingen van de NOS, de NS en de Universiteit van Amsterdam geleid. Haar grote maatschappelijke betrokkenheid komt vooral tot uitdrukking in toezichthoudende functies in kunst en wetenschap en in het begeleiden van jong talent. Zo was zij onder andere vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van Het Scheepvaartmuseum en is ze, naast het Nederlands Kamerkoor, nog actief betrokken als toezichthouder bij verschillende culturele organisaties, zoals Vocaal Talent Nederland, de Cellobiënnale Amsterdam, de Nederlandse Dansdagen en enkele door haarzelf opgerichte stichtingen.
beeld MELLE MEIVOGEL
Wanneer was je eerste contact met het Nederlands Kamerkoor? “Ik ken het Nederlands Kamerkoor eigenlijk al mijn hele leven en er was altijd bewondering en waardering. De belangstelling voor de organisatie achter het koor ontstond door mijn vriendschap met Irene Witmer, toen zij algemeen directeur van het NKK werd. Die belangstelling werd omgezet in echte verbondenheid toen de toenmalige voorzitter van de Raad van Toezicht, Huibrecht Bos, mij voordroeg als lid van de Raad van Toezicht.” Je bent benoemd tot lid van de RvT in 2013, geen makkelijke tijd voor het Nederlands Kamerkoor. Wat staat je nog het meeste bij uit die periode? “Ik had, zoals gezegd, het hele proces al vanaf de zijlijn meegemaakt. Het koor had artistiek aan kracht ingeboet, het verloor zijn plaats in de BIS (de culturele basisinfrastructuur, red.), en de organisatie raakte financieel in zwaar weer. Daarmee dreigde het koor wel echt een bepaalde positie kwijt te raken. De artistieke toppositie van het koor moest dus opnieuw worden bevochten. Het was bij mijn aantreden duidelijk dat alle betrokkenen gezamenlijk aan het werk moesten om het tij te doen keren. Het was voor musici, staf en management een loodzware tijd. De onvermijdelijke reorganisatie greep diep in en ik heb grote bewondering voor de moed van de toenmalige directeur die de noodzakelijke stappen
heeft genomen. De Raad, in het bijzonder de voorzitter, heeft dat proces intensief begeleid. De rol van de toezichthouder is dan cruciaal: door het serieus nemen van de specifieke verantwoordelijkheid en het aanbieden van eigen kennis en ervaring. Het moment waarop ik instapte viel ongeveer samen met het moment dat Irene besloot het stokje als directeur te willen overdragen. Onze zoektocht naar een opvolger resulteerde in de benoeming van Tido Visser. Tido kon weer gaan bouwen, want hoe onzeker de positie van de zangers ook was geworden, er was wel enorm veel energie en passie om terug te vechten naar de artistieke top”. Was er een moment waarop je echt een keerpunt zag? “Je kunt de geschiedenis van het NKK niet elimineren, en ook niet doen alsof dat allemaal weggevaagd is. We hebben Tido vooral aangetrokken vanwege zijn enorme potentie om, naast zijn zakelijke ervaring, het artistieke beleid opnieuw vorm te kunnen geven. De traditie in ere houden, het experiment aangaan en nieuwe wegen inslaan, dat waren wel echt de kenmerken van het koor en een periode niet meer zo hoorbaar en zichtbaar. Tido heeft, samen met de zangers en de door hem aangetrokken topdirigent Peter Dijkstra, heel systematisch en strategisch een koers ontwikkeld. Waar we nu staan wordt gezien, erkend en gewaardeerd. En de sluimerende verhuisplannen, ingezet door Irene, kregen vorm in de verhuizing naar Utrecht, een symbolisch keerpunt. We zijn daar met open armen ontvangen. Soms heb je dat soort momenten nodig om de weg omhoog te markeren. Het was ook een logische stap, Utrecht heeft immers de ambitie de koorstad van Nederland te zijn.”
17
interview
Wat zijn je mooiste herinneringen aan je tijd bij het Nederlands Kamerkoor? “Als toezichthouder ben je er vooral voor control & coaching. Je hebt natuurlijk regelmatig contact met de directie, staf en zeker ook met de musici. Ik ben altijd blij geweest na een gesprek met Tido. Ik bedoel niet dat het altijd gemakkelijk was: we kunnen allebei debatteren en we zijn allebei kritisch. Maar het gaat altijd om het belang van het koor, dus het blijft constructief en met wederzijds respect. Dat is wel een van de dingen waar ik met grote voldoening aan terug zal denken.
“Het klinkt flauw, maar ik kan geen concert noemen waar ik niet happy ben weggegaan. Er is echt een constante kwaliteit gecreëerd en dat heeft zeker invloed op je beleving. Het koor is gewoon onnavolgbaar groots geworden.” En, ja, waar doe je het voor? In de eerste plaats omdat er interessante, mooie, fantastische muziek gemaakt wordt. Er is echt een veelzijdig repertoire ontwikkeld. Daarnaast bevorder ik graag interdisciplinariteit en het samenbrengen van creatieve mensen. De verbindingen die tot stand kwamen door Tido te introduceren bij topwetenschappers als Robbert Dijkgraaf en Hans Jeekel, kunstenaars als Studio Drift of bij het van Gogh Museum hebben tot prachtige producties
18
geleid. Lef hebben is ook belangrijk: Tido’s initiatief om met de Utrechtse Spinvis te gaan samenwerken heeft grensverleggende interessante programma’s opgeleverd. Het klinkt flauw, maar ik kan geen concert noemen waar ik niet happy ben weggegaan. Er is echt een constante kwaliteit gecreëerd en dat heeft zeker invloed op je beleving. Het koor is gewoon onnavolgbaar groots geworden. Een derde punt waar ik echt blij mee ben, is dat er in de afgelopen jaren openheid ontstond om te onderzoeken wat het mecenaat voor het NKK kan betekenen. Zo zijn de Nobelkring en het NKK Fonds ontstaan, waar we vanuit de Raad van Toezicht dapper aan hebben meegewerkt. Liefhebbers kregen daarmee opeens extra verbondenheid, een ‘family-gevoel’. Dat bedoel ik niet klef, maar wel dat mensen zich nog meer betrokken voelen en dat ook tonen in woord en daad. Juist vanuit mijn eigen pionierswerk op dit gebied - ik ben medeoprichter en initiatiefnemer van de nieuwe leerstoel Mecenaatstudies, vanwege de stichting Geef om Cultuur aan de Universiteit Utrecht - ben ik daar heel blij mee. Het NKK is uitgegroeid tot een buitengewoon professionele organisatie. Die ontwikkeling gaat nog steeds door, maar de huidige, door Covid-19 gedomineerde omstandigheden, zullen zeker weer een keerpunt markeren. Dat wordt een belangrijke uitdaging voor mijn opvolger”.
interview Wat zou je je opvolger willen meegeven? “Mijn opvolger moet zich altijd realiseren dat een dergelijke functie, naast de vereiste profieleisen, veel tijd en aandacht vraagt. Je moet ook buiten de vergaderingen beschikbaar zijn, om te sparren, te overleggen, en vooral ook om naar concerten te gaan. Dan besef je echt waarvoor je het doet. Waar je dan vandaan komt, of welke positie je in de maatschappij bekleedt, interesseert me verder niet zoveel.
“Cultuur is geen liefdadigheid, helemaal niet zelfs. Het zegt iets over wie we zijn, onze identiteit, over wie we willen zijn. Het heeft economische, sociale en culturele returns on investment en daar is men zich, in politiek en samenleving, nog eigenlijk te weinig van bewust” Het belangrijkste is dat je bereid bent om te investeren in een kunstvorm die je leven mooier maakt. Dat geldt overigens ook op een breder vlak: cultuur is geen liefdadigheid, helemaal niet zelfs. Het zegt iets over wie we zijn, over onze identiteit, over wie we willen zijn. Het heeft economische, sociale en culturele returns on investment, en daar is men zich in de politiek en in de samenleving eigenlijk nog te weinig van bewust. Dat geldt overigens ook voor andere sectoren in het publieke domein, zoals onderwijs, zorg en wetenschap, waar waardering, erkenning en dus fair pay evenmin vanzelfsprekend zijn. Beroepen waar passie en volharding kenmerkend zijn. In deze coronatijd heeft de culturele sector zich toch echt van zijn beste kant laten zien. Hoe dat komt? Denk aan musici, die bij ieder concert als het ware opnieuw examen doen, dus ze hebben wel geleerd te incasseren. Ondanks alles gewoon doorgaan, met passie en overtuiging, dat is zeker een kenmerk van creatieve professionals. Dapper door dus. Als toezichthouder beteken je achter de schermen eigenlijk best veel voor een organisatie als het Nederlands Kamerkoor, als ik het zo hoor. “Nou, we doen het met elkaar, en dat zeg ik niet uit valse bescheidenheid. Zoals de directeur de hele organisatie moet weten te motiveren, heeft de Raad van Toezicht ook een verantwoordelijkheid mensen mee te krijgen, zowel intern als extern. Dat is het belangrijkste: een gezamenlijk gevoel van ‘hier gaan we voor’. De huidige Raad van Toezicht bestaat uit mensen,
die weliswaar ieder in hun rol gepaste afstand houden, maar wel die gezamenlijke betrokkenheid voelen. Dat motiveert en inspireert, dat is denk ik wel de grootste drijfveer die ‘mijn soort’ heeft. Ik zou doodongelukkig zijn als ik dat in mijn eentje zou moeten doen. Op reis gaan met het koor, of eens een koorlid bellen om even te sparren, dat zijn wel momenten die iets betekenen. Ik geloof heilig in een mecenaat waarin woord, daad en geld samenkomen – en dan in een evenwichtige en gelijkwaardige verhouding in publieke en private middelen. Als je alleen geld geeft is dat natuurlijk ook belangrijk. Maar als er geen betrokkenheid is, geen besef van waarom je het doet en je je hart niet openstelt, dat zou voor mij niet werken. En onderzoek geeft intussen aan dat dat voor heel veel mensen opgaat. Ervaren hoe gelukkig je anderen kunt maken zorgt ervoor dat je nog harder gaat rennen. Wat zie je als opgave voor de culturele sector in de komende tijd? “Ik ben historicus, dus als ik deze momentopname in een breder perspectief plaats, is het in de huidige context vooral een kwestie van overleven. Ik hoop echter dat men ook in staat zal zijn om over de lange termijn na te denken over wie je bent, wie je wilt zijn, en hoe je dat op lange termijn kunt realiseren: samen. We moeten van dat overleven weer leven maken, en kijken naar de wereld van morgen, naar de nieuwe generatie. Alle organisaties waar ik bij betrokken ben als bestuurder hebben allemaal vernieuwing in het DNA. Die bereidheid om te blijven innoveren is juist belangrijk in deze tijd. Openheid houden en niet verkrampt raken in de (begrijpelijke) struggle om te overleven.” Wat voor rol zie je voor het Nederlands Kamerkoor in de komende tijd? “Het is mooi als je kunt blijven doen wat je nu doet: Prachtige muziek maken, uitdagingen en nieuwe wegen zoeken. En zoveel gunfactor hebben, dat, als je eens experimenteert en niet iedereen het kan waarderen, mensen het toch belangrijk vinden dat het gebeurt. Draagvlak hebben in de samenleving, en anderen vanuit die kracht weten te inspireren. Als kunstinstelling moet je interdisciplinariteit inzetten, maar je core business mag je nooit verliezen. Als koor kun je echt wat betekenen als je anderen zó weet te inspireren, dat iemand zegt: “ik wil samen zingen”. Iedereen heeft helden nodig, en ik gun het Nederlands Kamerkoor die heldenrol.”
19
Verwen jezelf en iemand anders!
Neem een jaarabonnement op ZINGmagazine en je mag een jaarabonnement weggeven!
Pakjesavond of kadootjes onder de kerstboom, het zal dit jaar heel anders verlopen. Wil je ondanks alles er het beste van maken en de ander verrassen? Verwen jezelf met een jaarabonnement op ZINGmagazine en je mag een jaarabonnement t.w.v. 33,50 aan iemand kado geven!
Twee jaarabonnementen voor de prijs van 1 Ga naar www.zingmagazine/kado ZINGmagazine verschijnt 6 x per jaar | Voor iedereen die van zingen houdt Je kan ook een proefabonnement nemen: 12,50 voor 3 edities. www.zingmagazine.nl
Een Wonder van Klank het vervolg deel 3: 1999-2000
In het magazine van het Nederlands Kamerkoor besteden we telkens aandacht aan de historie van het Nederlands Kamerkoor. Gerard Maassen dook voor zijn boek Een wonder van klank al eerder in de archieven en rijke geschiedenis van het NKK. Voor het magazine schrijft hij nu een vervolg op zijn geschiedschrijving, beginnend bij het punt waar Een wonder ophield. We zijn inmiddels aanbeland bij deel 3 van dit vervolg: 1999-2000.
door GERARD MAASSEN
De zomer van 1999 Uwe Gronostay was dan wel geen chef-dirigent meer van het Nederlands Kamerkoor, zijn betrokkenheid bij het koor was zeker nog niet achter de rug. In Rotterdam, Drachten en Amsterdam dirigeerde hij het koor in een typisch Gronostay-programma: Mendelssohn en Davids psalmen. Het bevatte voornamelijk psalmen van de hand van Mendelssohn, verder twee werken van Schönberg en de wereldpremière van Psalm 139 door Jan Rokus van Roosendael. Laatstgenoemd werk werd door Ingrid Metz, die de uitvoering op 9 april in Drachten had bijgewoond, in de Leeuwarder Courant “de echte verrassing van de avond” genoemd. Gronostay en het koor namen het programma mee naar Zwitserland waar het ook nog in Bazel, Zürich en Luzern werd uitgevoerd. Op grond van hun reputatie waren koor en dirigent gevraagd om de Zwitserse tournee af te sluiten met drie dagen waarop vijf intensieve masterclasses in de Jesuitenkirche in Luzern werden gegeven. Cursisten en publiek waren studenten koordirectie aan de Akademie für Schul- und Kirchenmusik. In mei togen Gronostay en het NKK naar de Augustinuskerk in Amsterdam-Noord om opnamen te maken voor een cd die zou worden gevuld met de Mendelssohn-stukken
21
wonder van klank
die bij deze tournee op het programma stonden. Of deze cd ooit is uitgebracht moet ik betwijfelen, want ik heb er geen sporen van terug kunnen vinden. In elk geval werden wel uitgebracht de al eerder genoemde Tanejev-cd onder leiding van Kaljuste (zie deel 1 van deze serie), die ook in mei werd opgenomen, en een in juni opgenomen cd met werken van Ton de Leeuw. Na de succesvolle samenwerking bij de opname van werken van Rudolf Escher was de leiding weer in handen gelegd van Ed Spanjaard.
solisten die het werk van Jeths voorschreef te bekostigen. Als troost kreeg het koor nog wel een ‘uitgekleed’ middagconcert aangeboden, maar daar zag de koorleiding van af. In de zomer van 1996 had het NKK een tournee in kerken rondom het IJsselmeer gehouden. Die was succesvol geweest en niet minder spectaculair – het koor had veel aandacht getrokken door op een driemaststeven-aak de havens binnen te varen. In 1997 bezocht het koor voor de zomertournee alleen Friesland en nu was het idee ontstaan om een zomertournee te organiseren in de mooie Friese én Groningse kerken. Direct na het World Symposion was Parkman nog beschikbaar en zo werd in Leeuwarden op 15 juli het programma van het slotconcert uitgevoerd, waarbij het stuk van Werle was vervangen door Bachs motet Jesu, meine Freude. Daarop volgden nog uitverkochte concerten in Zeerijp, Groningen en in het beroemde gemaal van Lemmer. Paul Herruer besloot zijn recensie in het Nieuwsblad van het Noorden met: “Onder hoogspanning gezongen en gebracht werd Heppener de happening van de avond. Fantastisch.”
1999/2000
Het Nederlands Kamerkoor in het seizoen 1999/2000 (foto Marco Borggreve) Van 7 tot en met 14 juli werd in Rotterdam het Fifth World Symposium of Choral Music georganiseerd. Het symposium is een van de activiteiten van de International Federation for Choral Music (IFCM), waarbij dirigenten, koren en nationale organisaties uit 70 landen zijn aangesloten. Tijdens het symposium werden voordrachten en seminars gehouden, en werden concerten gegeven door een groot aantal vooraanstaande koren uit de hele wereld. Het Nederlands Kamerkoor kreeg de eer toebedeeld het slotconcert te mogen verzorgen op 14 juli in de Grote Zaal van de Doelen. Dirigent was de Zweed Stefan Parkman, met op het programma de Nautical Preludes van Werle, Songs of Ariel van Martin, Del jubilo del core van Heppener en een selectie van meerstemmige volksliederen uit verschillende landen. Oorspronkelijk zou het koor nog een tweede avondconcert geven onder leiding van Ed Spanjaard. Uitgevoerd zouden onder andere worden het nieuwe werk van Guo Wenjing en Crimes Glorieux, een nieuw werk van Willem Jeths. Het Artistieke Comité vreesde een overexposure van het Kamerkoor en de beschikbare financiële middelen waren niet toereikend om de
22
Hoe stond het Nederlands Kamerkoor er bij aanvang van het seizoen 1998/99 voor? Vergeleken met een jaar geleden was de koorsamenstelling ongewijzigd gebleven. Voor Michiel ten Houte de Lange was dit het laatste seizoen.
Ed Spanjaard, onder wiens leiding succesvolle cd’s met koorwerken van Nederlandse componisten werden uitgebracht (foto Marco Borggreve)
wonder van klank
De ‘gezichten’ achter het koor, dat wil zeggen de personen die het meest naar buiten traden, waren zakelijk leider Leontien Tiddens en productieleider Kristien Jansen. Verder noemen we nog artistiek leider Ivar Munk. De staf hield kantoor op de bovenste etages van het pand Paulus Potterstraat 16 in Amsterdam.
Productieleider Kristien Jansen, die er steeds nauwlettend op toezag dat de zangers in optimale omstandigheden konden optreden
De veelzijdige Kaljuste Tõnu Kaljuste begon aan zijn tweede seizoen als chef-dirigent. Samen met Ivar Munk, de artistiek directeur, was hij verantwoordelijk voor het artistieke beleid van het koor. Kaljuste stond bekend als specialist van Noord- en Oost-Europese muziek uit later eeuwen. Maar bij zijn aanstelling was bedongen dat hij ook aandacht zou besteden aan de andere stijlen waarin het Kamerkoor excelleert. Ivar Munk, die nauw met Kaljuste samenwerkte, beschreef hem als een “zeer complete dirigent” maar voegde daaraan toe: “Ik vind het wel terecht dat hij als vakkundig opgeleide dirigent en zeer groot musicus de oude muziek aandurft. Ik vind dat Kaljuste een goed instinct heeft voor deze muziek, maar hij moet het juiste werkproces met het Kamerkoor vinden en dat duurt even.” In september opende Kaljuste het seizoen met een inderdaad veelzijdig programma: The Western Wynd Mass van de renaissancemeester John Taverner en verder werken van Penderecki, Schat, Debussy en Poulenc. Een maand later brachten Kaljuste en het Kamerkoor een romantisch programma: Einde van een eeuw, bestaande uit werken die tezamen een eenheid vormden door de tijd waarin ze waren gecomponeerd (omstreeks 1900). Eks teie Tea van de Est Rudolf Tobias was typisch een inbreng van Kaljuste, die echter niet bijzonder gewaardeerd werd door de muziekpers. De recensenten werden meer getroffen door de Drei sechsstimmige Chöre van Max Reger en Otcenas van Janácek. Verder stonden nog werken van Julius Rönt-
gen, Grainger, Debussy, Grieg en Holst op het programma. Een van de kranten prees de prachtige solo van koorlid Robert Getchell in Otcenas.
De vroeg gestorven Huub Kerstens, die als dirigent en componist nauw met het Kamerkoor heeft samengewerkt Op 21 september had een bijzondere gebeurtenis plaats in de Grote Zaal van Het Concertgebouw: de eenmalige uitvoering in Nederland van de Scardinelli-cyclus van Heinz Holliger, de beroemde Zwitserse hoboïst, die nu niet alleen als componist naar voren trad maar ook als dirigent. Het concert zou oorspronkelijk worden gedirigeerd door Huub Kerstens, die het werk al eerder had uitgevoerd met zijn Kamerkoor Nieuwe Muziek, aangevuld met enkele zangers van het NKK, maar Kerstens was begin 1999 verongelukt in zijn woonboot. In een voorbeschouwing had Holliger verklaard “onbenaderbare in zichzelf gekeerde muziek” geschreven te hebben, in lijn met de onthechte teksten van de getroebleerde dichter Friedrich Hölderling. Geen wonder dat het project het lot trof van veel contemporaine muziek: minimale publieke belangstelling en botsende oordelen in de pers: van “tot oubolligheid verworden mediocriteit” (Volkskrant) tot “Holliger groots in Scardanelli-cyclus” (Trouw). Dat contemporaine muziek ook enthousiasme kan opwekken bewees het Schönberg Ensemble onder leiding van Reinbert de Leeuw, dat met twee concerten (Concertgebouw Amsterdam op 27 oktober en Vredenburg Utrecht op 31 oktober) zijn 25-jarig jubileum vierde. Het Kamerkoor was uitgenodigd om het jubileum luister bij te zetten. In het Algemeen Dagblad kwam ik voor het eerst de later zo populair geworden waardering in de vorm van sterren of ballen tegen; dit programma kreeg er vier van de vijf. Uitgevoerd werden een Nederlandse première van Sonnengesang van Goebaidoelina, Oktet van Oestvolskaja, Twee liederen van Webern en Liebeslied van Nono. In de IJmuider
23
wonder van klank
Courant liet Albert Brüggen de ”doodklappen” die de paukenist in Oktet op zijn instrumentarium had gegeven niet onvermeld, waarbij hij memoreerde dat de eigenzinnige Oestvolskaja door Elmer Schönberger al de vrouw met de hamer werd genoemd. Hij besloot zijn recensie met “Het [Kamerkoor] heeft zo’n groot aandeel in dit concert dat we bijna vergeten dat het Schönberg Ensemble de jubilaris is”. Het programma met Poulencs religieuze koormuziek onder leiding van Eric Ericson in februari van dit jaar was een eclatant succes geweest. In november kreeg het een vervolg door een programma van seculiere werken, dat op niet minder dan 10 podia te horen was. Het laatste concert was op 21 november in de Großer Tonhalle in Zürich. Uitgevoerd werden Chansons Françaises, Chanson à boire, Sept chansons, Un soir de neige en Figure humaine. In Nederland ondervond de tournee grote publieke belangstelling en lovende recensies in de pers. In Zwitserland waren de persverslagen niet minder positief, maar viel de publieke belangstelling helaas tegen. Volgens de Neuer Zürcher Zeitung hadden te veel “Zürcher Chormusikfreunde” de kans voorbij laten gaan om “ein Wunderapparat an Chorischer Perfection und Musizierfreude” te beluisteren. Op 24 november troffen Ericson en de zangers elkaar weer in de Oud-Katholieke Kerk in Den Haag, om op drie opeenvolgende dagen de tweede Poulenc-cd op te nemen, dit keer met de wereldlijke koorwerken. Op 8 december begonnen het Orkest van de Achttiende Eeuw en het Nederlands Kamerkoor onder leiding van Frans Brüggen in Tilburg aan hun zesde gezamenlijke internationale tournee. Na Bachs Hohe Messe (1989), Mozarts Krönungsmesse en Vesperae solennes de confessore (1991), Bachs Johannes-Passion (1992) en Matthäus-Passion (1996), en Mozarts Requiem (1998) stond nu het Weihnachtsoratorium (Cantates 1, 2, 4 en 6) op het programma. Solisten waren sopraan María Kiehr, mezzo-sopraan Wilke te Brummelstroete en de koorzangers Jelle Draijer (bas-bariton) en Marcel Beekman (tenor). Na Tilburg voerde de tournee de circa 60 musici naar Antwerpen, Parijs, Bethlehem, Bir Zeit (Palestina), La Coruña, Napels, Rome en Jerez de la Frontera. De tourneeduur was 11 dagen; om dat te realiseren was er ernstig beknibbeld op het aantal vrije dagen en overschreed de totale duur van de verplaatsingen duidelijk de afspraken die in het kader van de cao waren gemaakt. De tournee werd door de zangers als te zwaar ervaren. Aan de andere kant moest men vaststellen dat het Kamerkoor te duur zou worden voor het Orkest van de Achttiende Eeuw en dat een volgen-
24
de tournee niet meer mogelijk zou zijn als rigoureus zou worden vastgehouden aan de cao.
Grensoverschrijdingen Met het aanbreken van het nieuwe jaar werden verschillende grenzen overschreden. Om te beginnen natuurlijk de overgang naar het nieuwe millennium, mogelijk ook de inspiratiebron voor de titel van de volgende tournee: Over de grenzen. De directie was in handen van de Deense componist en koordirigent Bo Holten, onder wiens leiding ook een compositie van eigen hand werd uitgevoerd: First Snow, dat de overgang naar de winter verbeeldt. Andere overgangen in het programma: Gottwalds arrangement van Mahlers Ich bin der Welt abhanden gekommmen (van leven naar dood), Gabriel Jacksons A Vision of Aeroplanes (van aarde naar hemel), Ligeti’s Lux Aeterna (van donker naar licht). Maar de meest exotische grensoverschrijding was wel Asmarâ van de Fransman Jean-Louis Florentz. Florentz had zich ondergedompeld in de Ethiopische christelijke cultuur en zijn Asmarâ is een toonzetting van de oud-Abessijnse tekst van Psalm 8. Wat het van een koor vraagt om zo’n exclusief stuk te zingen, wordt enigszins geïllustreerd door de hierbij afgedrukte pagina. De uitvoering had een opmerkelijke voorgeschiedenis. Asmarâ had ook al op het programma gestaan van de tournee La France aux Pays-Bas in februari 1998. In deel 1 van deze serie is beschreven hoe toen de ene na de andere zanger ziek werd en bij het beschouwen van partituur en tekst komt men gemakkelijk op de gedachte op dat Asmarâ wellicht een van de ziekmakers is geweest. Maar de recensies waren destijds niet slecht; verschillende recensenten noemden het stuk zelfs het hoogtepunt van de avond. Dat het nu weer op het programma opdook is misschien toch te danken aan de kwaliteiten van het werk. Vanaf het schooljaar 1999/2000 was het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming (CKV) op de middelbare scholen ingevoerd. Tiddens wist een docent in Den Haag te interesseren om met zijn leerlingen een uitvoering van Over de grenzen in de Nieuwe Kerk te bezoeken, waar ook een inleiding door een deskundige werd gegeven. Op het kantoor zijn enkele verslagen van leerlingen binnengekomen, die veel weg hadden van een vriendelijke recensie, geformuleerd op een wijze die bij de schooolleeftijd past. Zo besloot een van de leerlingen met: “Ik vond het leuk om het een keer gehoord te hebben, want ik was nog nooit naar een concert van een koor geweest. Maar als het nog een keer komt, zou ik er niet weer heen gaan. Niet omdat het niet mooi was, maar gewoon omdat het mijn smaak niet is.”
wonder van klank
Tekst van Asmarâ van Florentz Het Schönberg Ensemble zette de viering van zijn jubileum voort met vijf concerten (waarvan één in Antwerpen) onder de titel Tijdgenoten. Reinbert de Leeuw wilde in dit programma het licht laten schijnen op een bijzondere tijdgenoot: zijn boezemvriend in de kunst Louis Andriessen. Van hem werd uitgevoerd De Tijd, vervolgens van Erik Satie Messe des Pauvres, in een bewerking van Andriessen en de Mass van Stravinsky, Andriessens grote voorbeeld. Het Schönberg Ensemble en de dames van het Nederlands Kamerkoor onder leiding van De Leeuw hadden De Tijd al in 1993 op cd uitgebracht en daarvoor ook een Edison in ontvangst mogen nemen. Paul Van Nevel had voor zijn tournee van dit seizoen de Vesperpsalmen (Psalmi Davidici) van Andrea Gabrieli op het programma gezet. Van 23 februari tot 10 maart dirigeerde hij het Nederlands Kamerkoor en instrumentalisten van het Huelgas Ensemble op acht podia, waarvan drie in het buitenland: de Kapellekerk in Brussel, de abdij van Fontevraud en Cité de la Musique in Parijs. In mei werd het werk opgenomen voor de cd die een jaar later werd uitgebracht. De laatste week van maart en de eerste week van april was het weer de beurt aan Tõnu Kaljuste. In niet minder dan elf zalen mocht hij een programma dirigeren dat hem aan het hart lag: na de Bach-motetten Komm, Jesu, komm en Jesu, meine Freude werden uitgevoerd Benedicamus Domino, De profundis en Agnus Dei van Krzysztof Penderecki en The Woman with the Alabaster Box en Dopo la Vittoria van Arvo Pärt. De twee
werken van Pärt dateren uit 1997 en waren dus zeer recent. Zo kon het Kamerkoor profiteren van de nauwe band die bestond tussen de Estse dirigent Kaljuste en de Estse componist Pärt, de meest uitgevoerde contemporaine componist. Dopo la vittoria was door Pärt opgedragen aan Kaljuste, die ook de wereldpremière had verzorgd. De tournee startte in de Stadtkirche St. Dionys in het Duitse Rheine. In de Münsterse pers werd gemeld dat men zulke “Makellos saubere A-cappella-Gesang” niet meer had meegemaakt sinds het optreden van de King’s Singers enkele jaren tevoren. Het overweldigende slotapplaus verraste de Nederlandse gasten. Zij hadden geen toegift voorhanden, zodat het slotstuk in een verkorte versie werd herhaald. In de Nederlandse pers werd in superlatieven over de uitvoeringen geschreven. In Zwolle, en misschien ook op de andere podia, had Kaljuste voor de toegift een verrassende oplossing bedacht. Aan het eind deelde hij partituurtjes uit van Pärts Solfège aan de koorleden, die met het zingen van dit werkje het publiek ook weer charmeerden. Halverwege deze tournee togen koor en dirigent naar de Oud-Katholieke parochiekerk in Den Haag om opnamen te maken voor een cd met uitsluitend werken van Penderecki. Op 4 april mocht het Kamerkoor wederom een Edison in ontvangst nemen. De bekroonde cd was gewijd aan werken van Robert Heppener, gedirigeerd door Tõnu Kaljuste en Daniël Reuss. Natuurlijk was daarop het recentelijk enkele malen uitgevoerde Del jubilo del core te vinden, maar de jury roemde als hoogtepunt Nachklänge, dat – opgedragen aan het Nederlands Kamerkoor – bij zijn première in 1977 al zo’n diepe indruk had gemaakt.
Opnieuw werd het koor beloond met een Edison, dit keer voor een cd met muziek van Robert Heppener
25
De afgelopen maanden hadden niet alleen grote impact op de zangers van het Nederlands Kamerkoor, maar ook op de bezoekers van het Nederlands Kamerkoor. Hoe zijn zij de afgelopen periode doorgekomen? Björn Oddens, lid van de Nobelkring van het Nederlands Kamerkoor, vertelt over de tournee naar Australië, oude radio-uitzendingen en het eerste NKK-concert na lange tijd in september in Utrecht. door BJÖRN ODDENS, NOBELKRINGLID NEDERLANDS KAMERKOOR
26
Alleen maar ingeblikte muziek: ongelofelijk saai
Net voor de ‘intelligente lockdown’ in maart begon, was mijn partner Marnix met het Nederlands Kamerkoor in Adelaide. Nobelkringleden waren vorig jaar met het koor meegereisd naar Praag, maar dat paste niet in onze agenda’s. “Ze gaan naar het Adelaide Festival”, meldde hij, en aangezien Australië ons tweede vaderland is – wij woonden vijf jaar in Sydney – leek dat een mooie aanleiding om eerst onze vrienden in die stad te bezoeken en dan een paar dagen te vrijwilligeren bij het koor in Adelaide. Even bellen met het koorkantoor, en ja, het kon, op eigen kosten uiteraard. “Ga je mee?” “Nee, ik moet die week voor mijn werk naar Singapore.” Hij genoot met volle teugen van de repetities en concerten in Adelaide, en ontmoette zelfs Elena
Kats-Chernin, veruit onze meest geliefde hedendaagse componist (luister eens naar haar Memorial Rag voor kinderkoor en strijkkwartet). In Singapore ben ik niet geweest, want de coronagolf barstte daar in volle hevigheid los. Bijna alle koorzangers en Marnix waren schielijk thuis toen twee weken later Nederland op slot ging. Elk huishouden zat in zijn eigen bubbel en in de winkel liepen we in grote bogen om elkaar heen. Ouders moesten computers tevoorschijn toveren zodat al hun kinderen via een eigen scherm onderwijs op afstand konden volgen. Geen toneel, filmvertoningen of concerten meer, alles werd saai. Aan werk had ik geen gebrek, er ontstond een run op onze spierverslappers voor de intensive
relatiebeheer
“Eind juni hebben we concerten, en met al die uitgevallen repetities hebben we weinig tijd”, zei ik thuis optimistisch, alsof het na een paar weekjes gedaan zou zijn met de SARS-CoV-2 pandemie.
care en het regende medische vragen over een positief of negatief effect van diabetesmiddelen, bloeddrukverlagers, immuunremmers en kankertherapieën op het beloop van COVID-19. De medisch-wetenschappelijke tijdschriften puilden uit van nog veelal onbevestigde klinische studieresultaten. Maar elke dag leek als de vorige, zij vloeiden zonder markeermomenten van de week – orkestrepetitie, sportschool, cultureel uitje – zo in elkaar over dat ik regelmatig tegen een virtuele collega zei: “is het echt al donderdag? Ik dacht meer aan woensdag ... of ... vrijdag”. Geen eerste tekenen van dementie, vooral een uiting van de voortslepende saaiheid. Tegen beter weten in bleef ik studeren op de cellopartij van de Symphonie Fantastique. “Eind juni hebben we concerten, en met al die uitgevallen repetities hebben we weinig tijd”, zei ik thuis optimistisch, alsof het na een paar weekjes gedaan zou zijn met de SARSCoV-2 pandemie. De KLM was helemaal niet blij met deze internationale reiziger: vorig jaar zat ik nog elke twee weken in het vliegtuig, maar nu belde ik me suf om alle boekingen te annuleren, eerst tot juni en later gewoon alles. Gelukkig hebben we geen COVID-19 overlijdens te betreuren gehad, al zijn een aantal van mijn werknemers besmet geweest; zij zijn opgekrabbeld, wat bij sommigen maanden in beslag nam (het is dus geen ‘griepje’).
Wij maakten ons enorme zorgen om alle professionele kunstenaars die geen podium, geen repetities, geen tentoonstelling, helemaal niets meer hadden. Ook geen inkomen. De overheid ondersteunde bedrijven en instellingen, maar voor individuele kunstenaars kwam de geldstroom zeer laat en schandalig zuinigjes op gang. We beseften maar al te goed dat de zangers van het Nederlands Kamerkoor geen passies te zingen hadden – voor hen een wezenlijke inkomstenstroom. De culturele instelling waarvan ik toezichthouder ben, stevende op een faillissement af. De instelling werd tijdig, maar niet zonder ontslagen, door de gemeente aan het infuus gelegd. We belden met het Kamerkoorkantoor en verdubbelden onze gift voor de komende vijf jaar. Wat me vooral bijblijft van deze afgelopen maanden is dat er geen concerten waren. Nu gingen we niet heel vaak naar de concertzaal, vanwege al mijn gereis, maar in de afgelopen tijd kon het wel, want geen vluchten meer. Daar zaten we dan thuis, aan de keukentafel, met alleen Radio 4, die niets live uit te zenden had. Volop ingeblikte muziek, maar dat is echt anders. In Het Zondagochtend Concert ging Hans van den Boom steeds verder terug in de tijd. Aanvankelijk had hij concerten van vorig jaar klaarstaan, maar op een gegeven moment zeiden we tegen elkaar: “Is het archief bijna op? Dat was een concertregistratie uit 1994!” Radio 4 was alleen maar plaatjes aan het
draaien; toch bleven de presentatoren de boel monter aan elkaar praten. Op een vrijdagavond kwam ik na lange telefonische vergaderingen met Amerika de woonkamer binnenstappen, waar Marnix een brede grijns op zijn gezicht had. “Ik heb net Choir of Chambers van het Nederlands Kamerkoor meegemaakt. Koorleden zongen ons vanuit hun huis toe.” Zijn avond kon niet meer stuk. In de zomer ging Nederland deels open. Op 18 september togen we naar de Utrechtse Pieterskerk. Iedereen op anderhalve meter afstand in de kerkbanken en de acht zangers op nog meer meters van elkaar. Toen ze begonnen te zingen, zo prachtig samensmeltend, werd ik een beetje week van binnen. Dit is wat muziek moet zijn. De geweldige klanken stromen je toe, ze omringen je en ze brengen je in vervoering. Wat een verschil met wat thuis uit de speakers komt. Opgeruimd verlieten we de Pieterskerk: meer van dit graag. Teruglopend naar de auto verbaasden we ons over de uitpuilende terrassen op het Domplein. De studenten zaten met zijn vieren of vijven rond minimale tafeltjes, die allemaal pal naast elkaar stonden. Ze lagen bijna bij elkaar op schoot. “Dit kan niet lang goedgaan”, zeiden we, en inderdaad werden de coronamaatregelen twee weken later weer aangescherpt. Toch hopen we dat we niet meer terug hoeven naar die ‘intelligente lockdown’. Weer louter ingeblikte muziek? Liever niet, veel te saai.
27
relatiebeheer
Terugblik: exclusief concert voor de Nobelkring Op 18 september vond er in de Pieterskerk in Utrecht een bijzonder evenement plaats: de Nobelkringleden van het Nederlands Kamerkoor werden deelgenoot gemaakt van een exclusieve uitvoering van het concert Lux in tenebris. Naast werken van o.a. De Victoria, Elgar, Poulenc en Pärt stond een gesprek met koorleden en directeur Tido Visser op het programma. “Lux in tenebris was voor mij een ware spotlight op de culturele duisternis waar we de afgelopen tijd noodgedwongen in hebben moeten verkeren. Theater en concerten, met name die van het Nederlands Kamerkoor, heb ik erg gemist. Ik was dan ook in meerdere opzichten blij verheugd om in de Pieterskerk het concert te hebben mogen bijwonen. De kwaliteit van de zang was zoals altijd onovertroffen. Maar ook het weerzien met bekenden, andere Nobelkringleden, de zangers en de medewerkers was weer hartverwarmend!” Oscar Weijmer, Lid Nobelkring Nederlands Kamerkoor “De vierde muur. Dat is de fictieve wand tussen publiek en artiesten. En hoewel we in deze coronatijd allemaal het gevoel hebben dat er een muur tussen ons wordt opgetrokken, was het fijn om die vierde muur - die inmiddels de metersbrede muur van een middeleeuwse burcht leek te zijn geworden - te slechten. Weer op te treden, en dat ook nog eens voor onze trouwste toeverlaten. Ik heb genoten van de zang, van de openhartige persoonlijke ontboezemingen van de zangers, en van de adembenemende, diepe concentratie van het publiek. Een weldaad, waar ik weer dagen op verder kon!” Tido Visser, artistiek en algemeen directeur Nederlands Kamerkoor
28
“Eindelijk kon het weer: het bijwonen van een concert van het NKK, met zangers en dirigent in levenden lijve. Wat hebben we allemaal lang naar dit moment uitgekeken! Op 18 september was het voor ons zover, met Lux in tenebris in de Pieterskerk te Utrecht. Een prachtig extra concert voor donateurs. De bezetting van het koor met 8 zangers en de zaalindeling keurig corona-proof natuurlijk. Het programma ongelooflijk mooi gebalanceerd samengesteld met moderne composities die telkens werden afgewisseld met oude werken van Tomás Luis de Victoria (eind 16e - begin 17e eeuw). Juist in de kleine bezetting kwam dit programma goed tot zijn recht. Intiem gezongen, soms ijl, en diep ontroerend. Na afloop kwamen Peter Dijkstra en de zangers aan het woord over hoe zij de afgelopen maanden hebben ervaren. Die zijn voor velen erg zwaar geweest. Ik heb grote bewondering en respect voor de veerkracht van al deze fantastische mensen van het NKK, zangers, dirigent en staf! Een diepe buiging.” Olivier Sueur, bestuurslid NKK Fonds
Wilt u meer weten over de Nobelkring van het Nederlands Kamerkoor? Ga naar onze website: www.nkk.nl/nobelkring
talentontwikkeling
NKK NXT is het talentontwikkelingstraject van het Nederlands Kamerkoor. Talentvolle jonge zangers en makers nemen als trainee van het Nederlands Kamerkoor deel aan een intensief opleidingstraject. Ze werken daarin onder begeleiding van professionals van binnen én buiten het NKK aan zaken als stemgebruik, samenzang en podiumpresentatie, maar ook aan programmering, ondernemerschap en marketing. Zo worden ze voorbereid op een carrière als ensemblezangers van de toekomst.
Koormuziek van de toekomst in een veranderende wereld: NKK NXT 20/21 De komende editie van NKK NXT wordt in alle opzichten heel bijzonder. De vraag waarmee de groep aan de slag gaat luidt als vanouds: welke plek kan koorzang innemen in de 21e eeuw? In een tijd waarin koorconcerten allerminst vanzelfsprekend zijn krijgt die vraag echter een hele andere lading. Het maakt nieuwsgierig tot welke vorm en inhoud de negen jongtalenten zullen komen. NKK NXT 2020 – 2021 is ook om een andere reden speciaal: in 2021 gaat de groep op tour met Wende Snijders, met haar voorstelling De Wildernis. Samen met het NKK onderzoekt Wende wat de rol kan zijn van ensemblezang in een zoektocht naar een soort innerlijke wildernis en hoe om te gaan met het zwijgen. Hierover schrijven we meer in de volgende editie van het magazine.
Op 25 en 27 september konden de voorstellingen van NKK NXT 2019–2020, die eigenlijk in maart hadden moeten plaatsvinden, dan toch nog doorgang vinden. In het Filmcafé Utrecht speelden acht zangeressen de voorstelling ‘Staan en Opvallen’. Het leverde een unieke situatie op: de kersverse NKK NXT lichting van het komende seizoen zat in de zaal en kon zo afkijken hoe het project kan zijn. Voor het komende seizoen zijn uit maar liefst 82 (!) kandidaten acht fantastische zangers geselecteerd. Ze stellen zich graag aan u voor.
29
talentontwikkeling
Merel Wentink, Nederland Samen zingen geeft mij een soort energie die ik niet echt rationeel kan verklaren. Het versmelten van stemmen als een geheel heeft voor mij altijd iets magisch gehad. Ik vind het belangrijk die magie te delen met de wereld. De wereld van nu is sterk ingesteld op het individu. Iedereen wil graag speciaal zijn, iets unieks delen met de wereld. Dit zoeken naar authenticiteit is goed en belangrijk. Maar het zorgt soms ook voor conflicten, jaloezie, harde meningen en extremisme. Ik denk dat koormuziek kan laten zien hoe sterke individuen, door hard te werken, samen kunnen versmelten tot een geluid, een gebaar.
Ariel Sin Yu Lee, Hong Kong I would like to learn more on ensemble singing and theater making in NKK NXT. Through ensemble singing, we, unique individuals of different cultures and backgrounds, can achieve harmony. I believe humanity and harmony are very important values for the world today. For me, music making is the best way to assist our spiritual growth and express our creativity, which is a gift of love by the divinity.
Jobbe Hoebink, Nederland Feeling blessed with the opportunity to participate in this year’s NKK NXT, I am eager to start creating a performance together with this talented group of people. I am especially curious towards the new artistic and musical insights arising from this ‘sharing and mixing of our voices’, through which we, hopefully, will create something that in its themes and performance brings us and the audience closer to our own human nature.
Emma Nelson, Verenigd Koninkrijk I am thrilled to join the latest NKK NXT team and work towards creating something impactful and moving for myself, the ensemble and audiences. As with most art, people are challenged to reflect and inspire. Singing has existed in all societies and is at the very core of human nature so as the world develops music continues to thrive and find new creative avenues for expression and connection. Sebastiaan Ammerlaan, Nederland
30
talentontwikkeling Ik begon met klassiek zang om professioneel ensemblezanger te kunnen worden. Weinig muziek kan mij raken zoals ensemblezang dat doet. Samenklinkende stemmen en de daaruitvolgende muziek; dat is voor mij vaak al genoeg. Maar wat is er nog meer mogelijk? Hoe verspreid ik mijn passie naar anderen? Dit hoop ik te kunnen verkennen bij NKK NXT.
Ruben Grevelink, Nederland Ik kijk er naar uit om in dit project op zoek te gaan naar de gezamenlijke kracht en verschillen in de groep, en deze uit te buiten in het maken van een vernieuwende voorstelling. Een voorstelling waarin we de grenzen van de vocale muziek opzoeken. Voor mij staan verbinding maken en buiten je comfort zone stappen centraal in de vocale muziek. Deze twee dingen kan de wereld van vandaag goed gebruiken.
Phoebe Kirrage, Verenigd Koninkrijk I am looking forward to learning about contemporary ensemble singing, alongside the creative and musical challenges and opportunities that we will encounter. To be working with a group of such talented musicians will be a fantastic experience. I think that ensembles can be so much more than a beautiful performance. Music should be used as a way for people to speak out, for people to come together and for people to connect.
Jesse van der Wel, Nederland Als muziektheatermaker werk ik vanuit beelden gemaakt met licht en vanuit eigen geschreven en gezongen muziek. Ik ben benieuwd wat voor muziek er ontstaat als er vanuit meerdere stemmen geĂŻmproviseerd wordt en dit fuseert met theatrale beelden. Wat voor verhalen zouden we hiermee kunnen vertellen en zou dat met meer facetten van de stem kunnen dan enkel met de zangstem?
Julie Hasfjord, Noorwegen It is such a challenge to develop an entire performance from scratch, and I look forward to further explore thinking creatively in a holistic way. One of the main reasons why I chose to become a singer is because I wanted to contribute to society by bringing people together. I am attracted to ensemble singing because singing together in a group is such an old and human way of connecting. NKK NXT 20/21 wordt mede mogelijk gemaakt door:
31
interview
in de volgende editie Ester: koormuziek over een post-feministisch icoon
Wende Snijders over de toekomst van koormuziek
Nationaal Orgelmuseum
In het prachtige middeleeuwse centrum van Elburg, gelegen tussen Harderwijk en Zwolle, is het Nationaal Orgelmuseum gevestigd. Al meer dan 40 jaar is dit het enige museum in Nederland over het historische pijporgel. Laat u verrassen door de unieke collectie en het schitterende gebouw, dat ooit een stadskasteel van de hertog van Gelre was. Kijk voordat u ons museum bezoekt altijd even op de website voor de actuele stand van zaken met betrekking tot openingstijden, rondleidingen en concerten.
Open: di-za van 11 tot 17 uur | €7,- pp | Museumkaart geldig
Colofon
concertagenda
Magazine Nederlands Kamerkoor: Redactie Joost Verheggen, Janneke Godschalk, Eline Langejan, Nelleke Raudenbusch, Minke van der Stelt, Tido Visser Ontwerp Roman Jans, romanontwerp.nl Ontwerp omslag Total Identity Koorfoto Kasimir Szekeres Druk BCM Nederlands Kamerkoor Doelenstraat 46 3512 XJ Utrecht 030 - 230 30 20 info@nederlandskamerkoor.nl www.nederlandskamerkoor.nl /nederlandskamerkoor @ned_kamerkoor Peter Dijkstra chef-dirigent Kantoor Tido Visser artistiek en algemeen directeur Janneke Godschalk zakelijk leider Annelot Rijkaart productieleider Nelleke Raudenbusch relatiemanager Minke van der Stelt officemanager Joost Verheggen marketingmanager Imre Ploeg coördinator talentontwikkeling & participatie Anna Hart productiemedewerker Eline Langejan producent a.i. Margriet Stok relatiebeheer Jasper Schweppe artistiek coördinator Haru Kitamika bibliothecaris Jan Mevius vrijwilliger archief & bibliotheek Niels de Groot stagiair participatie Raad van Toezicht Julienne Straatman voorzitter Luc Defaix Merlijn de Gruijter Saskia Laseur Tarik Yousif Het Nederlands Kamerkoor wordt ondersteund door:
Wilt u adverteren in dit magazine? Neem contact op met Medialijn, Caroline Sanders: c.sanders@medialijn.nl of 0314 – 763735 Kijk voor de laatste informatie op: www.nederlandskamerkoor.nl
Nationaal Orgelmuseum | Van Kinsbergenstraat 5 | Elburg info@nationaalorgelmuseum.nl www.nationaalorgelmuseum.nl
32
Adreswijzigingen en aan- en afmeldingen kunt u doorgeven via info@nederlandskamerkoor.nl.
32
Kernleden Nederlands Kamerkoor Sopranen
Alten
Tenoren
Bassen
Heleen Koele Annet Lans MĂłnica Monteiro
Elsbeth Gerritsen Marleene Goldstein Dorien Lievers Eline Welle
Stefan Berghammer William Knight JoĂŁo Moreira Alberto ter Doest
Kees Jan de Koning Gilad Nezer Jasper Schweppe