IN DEZE EDITIE
Elektrische kabels, de slagaders van elke elektrische installatie
Alles wat u moet weten over eenaderige PV-kabels
Uw bedrijf overlaten? Begin er op tijd mee!
Direct-to-consumer: vriend of vijand?
Elektrische kabels, de slagaders van elke elektrische installatie
Alles wat u moet weten over eenaderige PV-kabels
Uw bedrijf overlaten? Begin er op tijd mee!
Direct-to-consumer: vriend of vijand?
Het Gira System 3000 biedt een eenvoudige en betaalbare instap in de Smart Home wereld. De bediening van licht, jaloezieën en ruimtetemperatuur vindt naar keuze handmatig plaats via een schakelaar, automatisch volgens ingestelde tijdschema’s of comfortabel via de Gira System 3000 app. Pas de functies intuïtief, comfortabel en energiezuinig aan de dagelijkse processen aan. De bedieningselementopzetstukken in het Gira System 3000 zijn verkrijgbaar in verschillende designs en zijn eenvoudig te vervangen.
Met het nieuwe schooljaar 2024-2025 dat van start is gegaan, richten we onze blik op de fundamenten van de toekomst van onze sector: het elektrotechnisch onderwijs. Want terwijl onze sector blijft groeien en de technologische ontwikkelingen elkaar in razendsnel tempo opvolgen, zien we helaas nog steeds te weinig jongeren kiezen voor technische en beroepsgerichte opleidingen. Ook het tekort aan leerkrachten, vooral praktijkdocenten, baart ons grote zorgen. Dit heeft een directe impact op de kwaliteit van het onderwijs en op onze bedrijven die snakken naar jong, opgeleid talent om de arbeidsmarkt te versterken.
Bij Nelectra nemen we deze uitdagingen ter harte. Samen met de sector blijven we ons inzetten om techniek en technologie als waardevolle studierichtingen én carrièrekeuzes te promoten. Onder meer via de campagne Go-Electro laten we kinderen en jongeren kennismaken met de eindeloze mogelijkheden van onze sector. In posts en video’s die gedeeld worden op sociale media dagen bekende gezichten en influencers hen uit voor spannende elektro-challenges, zoals het bouwen van een DIY-oplader op zonne-energie. Want laten we eerlijk zijn, een smartphone met lege batterij is voor velen toch de grootste nachtmerrie? Door op een creatieve en speelse manier de aandacht te trekken, willen we de instroom in technische richtingen blijven stimuleren.
Dit soort initiatieven werpt zijn vruchten af, de populariteit van het TSO en BSO zit de afgelopen schooljaren opnieuw in de lift. Maar de weg is lang en er blijft werk aan de winkel. Een duurzame oplossing vergt niet alleen een mentaliteitsverandering, maar ook een hechte samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. Bedrijven staan klaar om stagiairs de praktijkervaring te bieden die onmisbaar is voor hun ontwikkeling als technici. Onze sector is dan ook een pionier als het gaat om duale leertrajecten, waarbij kennis en vaardigheden zowel in de klas als op de werkvloer worden aangeleerd. Misschien bent u wel één van de 560 bedrijven in onze sector die momenteel reeds erkend is als leerwerkplek? Zo niet, kan u trouwens altijd terecht bij onze Nelectra-adviseurs om u daarbij te helpen.
Tegelijk is het essentieel dat we voldoende aandacht hebben voor de (praktijk)leerkrachten, want zij spelen een cruciale rol in het opleiden van de technici van morgen. Ze verdienen niet alleen onze waardering, maar ook structurele ondersteuning en voldoende middelen om de belangrijkrijke taak die zij hebben goed te kunnen uitvoeren. Als sector dragen we ons steentje bij door educatief en didactisch materiaal ter beschikking te stellen en scholen – in samenwerking met fabrikanten en groothandels – voordelig toegang te geven tot het elektrotechnisch materiaal dat nodig is in de klas.
Het is bemoedigend dat zowel de nieuwe Vlaamse als Franse gemeenschapsregering vastbesloten zijn om de kwaliteit van het onderwijs op te krikken en de tekorten aan te pakken. Want zonder goed opgeleid technisch talent komt de innovatie in onze sector onder druk te staan en wordt de kloof op de arbeidsmarkt alleen maar groter. Laten we daarom blijven investeren in jongeren en het onderwijs. Samen zorgen we ervoor dat de volgende generaties elektriciens klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst!
Reageren?
Fallon Declerck
Gedelegeerd bestuurder Nelectra fallon.declerck@nelectra.be
12
9 op de 10 werven stilgelegd bij inspectiecampagne werken op hoogte bij installatie PV
De mens achter Ludo Holemans
“Waar moet ik rekening mee houden bij de vervanging van een (defecte) omvormer in een bestaande pv-installatie?”
Informatietijdschrift voor de professionelen uit de elektrosector. ElektroVisie/ElectroVision heeft een oplage van 8.019 exemplaren en is een tweemaandelijkse uitgave van: het Nationaal Verbond van Zelfstandige Elektriciens en Handelaars in Elektrische Toestellen vzw (afgekort Nelectra), Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde · BE 0410 342 662 RPR Brussel T: 02 550 17 11, info@nelectra.be, www.nelectra.be redactieraad Dirk Van Steenlandt, Eric Claus, Ludo Holemans, Frank Vanlangendonck, Rudy Van den Bergh, Danny Hermans, Linda Claeys, Fallon Declerck, Els Heyrman, Layla Redjeb, Vincent Boydens
hoofdredacteur Els Heyrman 02 550 17 21 els.heyrman@nelectra.be reclameregie
Trevi · Thomas Lannoo Meerlaan 9 · 9620 Zottegem 09 326 74 51 thomas@trevi-regie.be
De artikels en de advertenties verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteurs en de adverteerders. Overname van artikels is toegestaan mits schriftelijke toestemming van de uitgever. Lid van de Unie van Uitgevers van de Periodieke Pers.
reportages Linda Claeys linda.claeys@nelectra.be verantwoordelijke uitgever Fallon Declerck Stationlei 78 bus 1/1 · 1800 Vilvoorde 02 550 17 11 vertaling Akira Translations translations@akiratranslations.be
drukkerij Bredero Graphics administratie
Nadia Van Nuffel · 02 550 17 17 nadia.vannuffel@nelectra.be
Marian Hemerijckx · 02 550 17 18 marian.hemerijckx@nelectra.be cover Fluvius
Nelectra verwerkt uw persoonsgegevens met het oog op leden- of prospectenbeheer. Indien u dit niet wil, volstaat een mail naar info@nelectra.be. U kan uw gegevens inkijken en laten aanpassen via een eenvoudig verzoek, mét bewijs van identiteit, aan Nelectra, Stationlei 78 bus 1/1, 1800 Vilvoorde of via info@nelectra.be. Met vragen of klachten over gegevensverwerking kan u terecht bij de Gegevensbeschermingsautoriteit. Het algemeen privacybeleid vindt u op onze website www.nelectra.be. Uw gegevens werden mogelijks verkregen via een externe databank. Op eenvoudig verzoek kunt u meer info verkrijgen.
3 Fallon reflecteert
De toekomst van onze sector begint in de klas!
6 Nelectra bezoekt haar leden
Delec Security: “Collega’s zijn geen concurrenten in een sector met veel werk!”
8 Nelectra informeert
8 Hallo Nelectra?
10 Vinger aan de pols
12 Werven stilgelegd bij inspectiecampagne werken op hoogte
13 Synergrid publiceert nieuwe C1/107
14 Europa
Wat onderneemt de EU tegen de import uit China?
16 Sectornieuws
18 Anomaliedetectie bij windmolens zorgt voor gerichte herstellingen
21 Uw bedrijf overlaten? Begin er op tijd mee!
24 RetailDate
Direct-to-consumer: vriend of vijand?
27 Technische info
27 Alles wat u moet weten over eenaderige PV-kabels
30 Elektrische kabels zijn de spreekwoordelijke slagaders van elke elektrische installatie
32 Keuring van uw elektrische installatie (deel 3)
35 7 vragen aan
Ludo Holemans, voorzitter werkgroep retail
Bij ons bezoek aan Eric Dellaert is hij bezig met het jaarlijks onderhoud van de alarminstallatie in het sociaal huis van Sleidinge-Dorp. “Een wettelijke verplichting”, steekt Eric Dellaert van wal. “Net als de plicht om een alarminstallatie door een vergund ondernemer te laten uitvoeren.”
Tijdens de controle checkt hij de goede werking van de verschillende onderdelen en worden de batterijen na enkele jaren preventief vervangen: “Dankzij dit verplicht jaarlijks onderhoud worden ook valse alarmen tegengegaan.”
Delec Security zag het levenslicht begin jaren ‘90. Daarvoor werkte Eric Dellaert 10 jaar voor een beveiligingsonderneming, waar hij de laatste jaren in een team verantwoordelijk was voor de dienst na verkoop in Oost- en West- Vlaanderen. Waarom hij de stap naar het zelfstandig ondernemerschap zette? “Omdat ik meer voldoening heb om klanten van a tot z te kunnen adviseren! Zowel bij inbraakbeveiliging met alarm en/of camera als bij branddetectie, toegangscontrole en -zoals momenteel steeds meer het geval is- bij geïntegreerde systemen. Ik ben een technieker in hart en nieren en ik werk niet alleen met plezier technische systemen uit, ik installeer ze ook graag zelf.”
Kort na de oprichting van Delec Security sloot Eric Dellaert aan bij Nelectra en werd hij er bestuurslid. Het was de bezieler van de werkgroep beveiliging, wijlen Carlo De Groote, die hem overtuigde om deel uit te maken van de werkgroep. Nelectra kan trouwens ook op Eric rekenen in de provinciale werking van Oost-Vlaanderen, in de algemene vergadering en in het bestuursorgaan. “In de werkgroep beveiliging hoor ik wat er op ons afkomt qua regelgeving. Daarbij is het contact met medebeveiligingsondernemers en elektrotechnische installateurs van onschatbare waarde. Ik zie mijn collega’s uit Oost-Vlaanderen trouwens niet als concurrenten. Dat hoeft ook niet in onze sector waar sowieso een overvloed aan werk is. Via mond-tot-mondreclame komen de klanten tot bij mij en heb ik de luxe om in een straal van 30 kilometer rond mijn woonplaats SintAmandsberg te werken. Al ga ik voor goede klanten wel enkele kilometers verder”, voegt Eric er met de glimlach aan toe.
Els Heyrman
Johan Martens
in een sector met veel werk!”
Bij Nelectra kan u als lid steeds terecht bij onze adviseurs met al uw vragen over juridische, technische, sociale, fiscale,… materies. Hierbij een paar interessante vragen die de voorbije maanden de revue passeerden.
Waar moet ik rekening mee houden bij de vervanging van een (defecte) omvormer in een bestaande pv-installatie?
Als de omvormer (met een vermogen van minder dan of gelijk aan 25 kVA) van de zonnepanelen wordt vervangen, dan moet dit verplicht gemeld worden via ‘Mijn Fluvius’
Dat geldt ook als het merk, type of vermogen hetzelfde blijven! Soms is het nodig de oude omvormer te vervangen door een hybride exemplaar, in combinatie met een batterij of opslagsysteem. Ook dit moet je bij Fluvius melden.
De nieuwe omvormer moet beantwoorden aan de technische specificaties en vermeld worden op de C10/26 lijst van Synergrid. Die vindt u hier:
Voor meer informatie, contacteer onze Nelectra-adviseurs:
Layla Redjeb layla.redjeb@nelectra.be 02/ 550.17.19
Freddy Steenackers freddy.steenackers@nelectra.be 02/550.17.11
Bij de melding moeten volgende bewijsstukken worden toegevoegd:
• de factuur van de nieuwe omvormer(s)
• een foto waarop het kenplaatje van de oude omvormer(s) duidelijk af te lezen is
• een foto waarop het kenplaatje van de nieuwe omvormer(s) duidelijk af te lezen is
• de gelijkvormigheidsverklaring van de nieuwe omvormer(s)
Bovendien is een nieuwe AREI-keuring van de elektrische binneninstallatie nodig wanneer de omvormer vervangen en de beveiligingsautomaat aangepast werd.
Wanneer de pv-installatie géén recht heeft op groenestroomcertificaten, dan is zowel de wijziging van het maximale AC-vermogen van de omvormer (in kVA) als de wijziging van het piekvermogen van de panelen (in kWp) toegelaten. Opgelet: wanneer een particulier een pv-installatie van meer dan 10 kVA plaatst, moet hij zich registreren als zelfstandige en naast administratieve verplichtingen onder andere ook belastingen betalen op de inkomsten uit de injectie.
Om het recht op groenestroomcertificaten te kunnen behouden, gelden er strengere regels:
• Vervanging door hybride omvormer(s) is toegelaten.
• Wijziging van het maximale ACvermogen (in kVA) van de omvormer:
- Een daling in vermogen is onbeperkt toegestaan
- Een verhoging in vermogen is toegestaan, zolang de verhoging het maximaal toegelaten omvormervermogen van de netaansluiting niet wordt overschreden (monofasig max. 5kVA, driefasig max. 10kVA).
Welke documenten moet ik ter beschikking stellen aan de geaccrediteerde controleorganisatie in het kader van de technische controles branddetectie- en brandmeldsysteem?
Volgens het GTO (Gemeenschappelijk Technisch Orgaan voor de controle organismen) zijn er een aantal basisdocumenten die u moet kunnen voorleggen. We lijsten ze even voor u op:
• De resultaten van de risicoanalyse (grenzen van het bewakingssysteem, veiligheidsinstallaties, kritische installaties).
• De plannen van de brandcompartimenten (indien de compartimentering reglementair voorgeschreven is of voortvloeit uit een risicoanalyse).
• Het bewakingsniveau (onafhankelijk van de resultaten van de risicoanalyse).
• De verwijzingen naar de regelgeving.
• Het document met de uitwendige invloeden volgens het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (Koninklijk Besluit van 8 september 2019 tot vaststelling van Boek 1, Boek 2 en Boek 3).
• De verantwoording van de gekozen apparaten en kabels in functie van de uitwendige invloed factoren.
• De lijst van de transmissielijnen waarvan het functiebehoud in geval van brand moet gegarandeerd worden en de vereiste duur voor het behoud van de functionaliteit.
• De autonomie van de batterijen;
• De plannen voor de detectiezones en de alarmzones;
• De plannen en documenten "As Built" van de installatie:
- het ééndraadschema of het blokschema van de installatie en de aangesloten componenten;
- de inplantingsplannen die de positie van de verschillende uitrustingen aangeeft en eveneens de alarm herhaallampen;
- de types van de gebruikte kabels;
- de lijst van alle lokalen met de geïnstalleerde componenten (detectoren, drukknoppen, sirenes, …), het eventuele adres van deze componenten en de bijhorende tekst;
- de lijst van de functies van de componenten (waarschuwing, alarm, sturingen / controle van randapparatuur, …).
• Het schema van de sturingen (oorzaak/gevolg).
• Het verslag van de inbedrijfstelling
met de checklist van de uitgevoerde controles tijdens de testen en controles bij de inbedrijfstelling.
• Het document van de oplevering van de plaatsing van de installatie.
• De documentatie horend bij de componenten (installatie-, gebruiksen onderhoudsinstructies,…).
• De prestatieverklaringen van de componenten die vallen onder een geharmoniseerde Europese norm of conform zijn met een Europese Technische Goedkeuring (ETA).
• Compatibiliteit van systeemonderdelen (interoperabiliteit) NBN EN 54-13 + vastgestelde beperkingen.
• De instructies voor het regelmatig nazicht en de testen.
• Het register met gebeurtenissen (logboek).
Bij periodieke controles hebt u drie zaken nodig:
• Het technisch dossier van de branddetectie- en brandmeldsystemen.
• Het verslag van de initiële controle (conform) en de laatste periodieke controle.
• De gebruiksinstructies van het systeem in de taal van de gebruiker.
Sinds 25 mei is het KB over ergonomie, onderdeel van de codex welzijn op het werk, van kracht. Deze wetgeving vereist dat werkgevers preventief een ergonomische risicoanalyse uitvoeren en passende maatregelen nemen om lichamelijke klachten zoals rug- en nekpijn te voorkomen. Dit geldt zowel voor installateurs, die dagelijks te maken hebben met fysieke belasting, als voor elektro-retailers, die repetitieve bewegingen en zware tillen ervaren. Beide groepen moeten risico’s inventariseren en hun werkplekken aanpassen om ergonomisch verantwoorde werkhoudingen en tilhulpmiddelen te gebruiken.
Bij Nelectra evalueren wij samen met onze partners de behoeften van de sector om oplossingen te ontwikkelen die specifiek zijn afgestemd op de gehele elektrotechnische branche. We onderzoeken mogelijkheden voor het aanbieden van een model voor ergonomische risicoanalyses dat is afgestemd op de unieke omstandigheden binnen onze sector. De tools en hulpmiddelen die we wensen aan te bieden zijn gericht op het vereenvoudigen van het analyseproces en de implementatie ervan. Het onderzoeken van de ergonomische uitdagingen specifiek aan de sector is hierbij cruciaal. Input van onze leden is hierbij belangrijk om te begrijpen welke ondersteuning het meest nodig is. Geïnteresseerden kunnen hun ervaringen en ideeën delen via info@nelectra.be.
Ter info: Binnen onze sector zijn al diverse tools beschikbaar om onze leden-installateurs hierin te ondersteunen ,zoals de opleiding “Ergonomisch Heffen en Tillen voor Elektriciens” en de "Ergonomie Toolbox” aangeboden door ons sectorfonds Volta. Zo’n toolboxmeeting maakt deel uit van een participatieve risicoanalyse en kan waardevolle informatie opleveren.
Nelectra werkt samen met UNIZO aan een sectorale aanpak van de CSRD
De Green Deal is de strategie van de EU om de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs te behalen en de EU onafhankelijker en duurzamer te maken op het gebied van uitstoot en energie. Ook bedrijven worden
aangespoord om hun bijdrage te leveren. Recent zijn de gevraagde inspanningen concreet geworden met de invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), ook wel de richtlijn “passende zorgvuldigheid” genoemd.
Deze richtlijn werd op 5 juli 2024 gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU. België heeft nu twee jaar om die richtlijn op het gebied van duurzaamheid in nationaal recht om te zetten. De richtlijn zal een aanzienlijke impact hebben op veel ondernemingen, hun leveranciers en toeleveranciers. Het doel is om duurzame ontwikkeling te integreren in de kern van de bedrijfsactiviteiten, een cultuur van transparantie en verantwoordelijkheid te bevorderen en de positieve impact van het bedrijf te vergroten.
Vooral grotere bedrijven worden geconfronteerd met ingrijpende rapporteringsverplichtingen onder de CSRD. Tegenwoordig is groei niet langer de enige maatstaf voor de prestaties van een onderneming. Ook de manier waarop een bedrijf maatschappelijke en ecologische uitdagingen aanpakt, telt mee. Raden van bestuur die milieu-, maatschappij- en bestuursfactoren (ESG) volledig integreren in hun investeringsstrategie tonen goed bestuur en dragen bij aan de lange-termijn duurzaamheid van hun activiteiten. ESG-rapportage (Environmental, Social & Governance) zal dan ook voor kmo’s en toeleveranciers aan grote bedrijven een belangrijke rol gaan spelen. Bedrijven ontvangen daarom meer en meer uitgebreide vragenlijsten van grote bedrijven die hun klanten zijn. Als sectororganisatie vinden we het belangrijk een gezamenlijk antwoord te vinden en zo onze leden te ondersteunen bij het beantwoorden van de meest voorkomende vragen. Hierin willen we niet afwachten en nu reeds de gevolgen van de richtlijn voor uw activiteiten analyseren zodat tijdig actieplannen kunnen worden opgesteld. Om onze leden te ondersteunen met de benodigde kennis en expertise, nam onze adviseur deel aan verschillende infosessies en workshops over de CSRD. Deze sessies hebben ons geholpen de volgende vragen te beantwoorden:
• Wat is de CSRD en welke bedrijven vallen onder deze richtlijn?
• Wat moet er precies gerapporteerd worden en vanaf wanneer?
• Hoe aan de slag gaan met CSRD?
• Hoe bereidt men zich als ondernemer het beste voor? Nelectra werkt samen met UNIZO aan een sectorale aanpak van de CSRD, gericht op het begeleiden van onze leden bij hun duurzaamheidsrapportage om
duurzaamheiduitdagingen op een uniforme wijze te identificeren, te meten en te rapporteren. Daarnaast heeft Nelectra binnen de werkgroep installatie de themagroep ‘Sustainability’ opgericht. Deze werkgroep houdt zich bezig met uiteenlopende duurzaamheidskwesties, zoals energie-efficiëntie, circulaire economie, en het ondersteunen van leden bij de naleving van verschillende duurzaamheidsverplichtingen, waaronder onder meer CSRD. Om een coherente en doelgerichte aanpak op maat van uw behoeften te verzekeren, verzoeken wij om de informatie die u reeds hebt verzameld in het kader van uw eigen CSRD-traject met ons te delen. Hou zeker onze website en nieuwsbrief in de gaten om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen op dit gebied!
Nelectra realiseert betere verwerkingswijze Fluvius kortingsbon
Sinds 1 oktober is de procedure voor het innen van de Fluvius kortingsbonnen voor winkeliers veranderd. Vanaf die datum zal er een nieuwe verwerkingswijze van toepassing zijn voor deze kortingsbonnen.
Nelectra heeft al geruime tijd aandacht gevraagd voor de problemen met de uitbetalingsprocedure voor de deelnemende handelaars. De uitbetaling van de bonnen verliep via Highco Data – een extern bedrijf dat de verwerking en uitbetaling van allerhande coupons regelt – wat resulteerde in een lange doorlooptijd en administratieve complicaties voor de winkeliers. De kortingsbonnen moesten per post worden opgestuurd, wat leidde tot problemen zoals een gebrek aan traceerbaarheid van de verwerking. Na betaling door Highco was het moeilijk om de betaling correct te koppelen aan de juiste bon. In reactie op onze aanhoudende inspanningen heeft Nelectra samen met Fluvius overlegd en een bevraging georganiseerd waarbij enkele leden konden deelnemen. Deze bevraging bevestigde de bestaande problemen, wat leidde tot een pilootproject voor het herzien van de uitbetalingsprocedure. Ook hierbij konden leden hun ervaringen delen, wat cruciaal was voor de ontwikkeling van de nieuwe verwerkingswijze. Om de overgang soepel te laten verlopen, organiseerde Fluvius een webinar. De nieuwe verwerkingswijze, die praktisch werd toegelicht, zou moeten zorgen voor een meer transparante en snellere
terugbetaling richting de winkelier doordat:
• de terugbetaling rechtstreeks aangevraagd moet worden bij Fluvius;
• Fluvius de terugbetaling zelf zal verzorgen en Highco niet meer als tussenpersoon zal optreden;
• De aanvraag volledig elektronisch verloopt via het Fluvius-portaal, waar kan worden gevolgd welke bonnen al dan niet zijn uitbetaald. De uitbetaling zal per bon plaatsvinden, waardoor het gemakkelijker wordt voor de winkeliers om de terugbetaling van de bon te koppelen aan de desbetreffende aankoop/klant/factuur. Er is zelfs een veld voorzien om de eigen winkelreferentie toe te voegen. De opvolging kan dus veel efficiënter verlopen. Het webinar werd opgenomen en kan u herbekijken op onze website:
Vanaf 1 januari 2025 verandert trouwens de doelgroep. Niet alleen mensen met een sociaal tarief en kleine verbruikers hebben dan recht op de bon, maar ook andere huishoudens. Het bruto-jaarinkomen bepaalt wie er recht op heeft. Hiervoor zijn grensbedragen opgesteld en het blijkt dat maar liefst 35% van de Vlamingen een bon kan aanvragen. De kortingsbonnen zullen dus nog belangrijker worden voor een bredere groep klanten. Dankzij de inspanningen van Nelectra zijn deze verbeteringen gerealiseerd, wat onderstreept hoe belangrijk onze rol in het lobbywerk is voor de belangen van de winkeliers. We hopen in ieder geval dat de terugbetaling vlotter zal verlopen!
Tijdens de maanden mei tot en met september voerde de arbeidsinspectie (Toezicht op het Welzijn op het Werk) van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg inspecties uit op ongeveer 50 werven waar zonnepanelen werden geïnstalleerd. Deze inspecties vonden plaats over het gehele Belgische grondgebied en daarbij was er een verhoogde aandacht voor veilig werken op hoogte en verticaal transport van de PV-panelen.
Vallen van hoogte is oorzaak nummer één van de meest ernstige arbeidsongevallen, met name de dodelijke arbeidsongevallen en deze met blijvend letsel. Vallen van hoogte blijft dan ook het belangrijkste risico voor de veiligheid op werven. Om die reden werd de zonne-energiebranche geviseerd door een gerichte inspectiecampagne te voeren. De campagne richtte zich op zowel particuliere PV-installaties als grotere industriële installaties op daken van loodsen, magazijnen en bedrijfsgebouwen. Daarnaast was Nelectra vragende partij om ook specifieke aandacht te besteden aan installaties in het kader van groepsaankopen, wat dan ook een belangrijk aandachtspunt werd tijdens de inspecties.
Tussentijdse resultaten
In totaal werden ongeveer 50 inspecties uitgevoerd. De campagne ging van start midden mei, waarna in juni een eerste evaluatie volgde: 10 van deze inspecties werden in detail bekeken. Bij 9 van die 10 werven werd de werf stilgelegd. De definitieve resultaten van alle inspecties worden in januari bekendgemaakt. De tussentijdse resultaten werden gepresenteerd tijdens de studienamiddag "verantwoord, duurzaam en veilig (laten) plaatsen van zonnepanelen" op donderdag 10 oktober in het Provinciehuis Oost-Vlaanderen.
Deze studienamiddag werd georganiseerd door het Provinciaal Comité Oost-Vlaanderen voor de Bevordering van de Arbeid in samenwerking met een aantal partners, waaronder Nelectra. De uiteenzettingen werden gegeven door onder meer Danny Van Overmere, adviseur Constructiv en Tom Vermeersch, sociaal inspecteur van FOD WASO AD TWW.
De aanwezigen werden geïnformeerd over de beste praktijken en mogelijke valkuilen bij het installeren van zonne-
panelen. De deelnemers kregen inzicht in de huidige wet- en regelgeving, de essentiële veiligheidsmaatregelen en arbeidsmiddelen bij werken op hoogte. Daarnaast werden de tussentijdse resultaten van de inspectiecampagne gedeeld. Tot slot werd er vanuit de praktijk aandacht besteed aan de elektrische risico’s en de benodigde keuringen door een installateur uit de regio.
De deelnemers aan de studienamiddag kregen essentiële kennis en inzichten, zodat zij weloverwogen beslissingen kunnen nemen en op een veilige manier kunnen bijdragen aan een duurzamere toekomst. Bovendien was er de mogelijkheid om informeel kennis te maken met collega’s uit de sector en enkele demomodellen (zoals rolsteigers) van goede arbeids- en preventiemiddelen te bekijken. Er werden ook demonstraties gegeven door verschillende verdelers van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen.
Eind augustus werd een nieuwe versie van het technisch voorschrift C1/107 van Synergrid gepubliceerd. In deze herwerkte versie werden nieuwe technologische evoluties meegenomen en werden de voorschriften vernieuwd volgens de huidige werkwijzen en toegepaste regels van de Belgische distributienetbeheerders (DNB’s).
Het voorschrift vormt de basis van alle laagspanningsaansluitingen in België binnen alle gewesten. De eigen voorschriften van de regionale DNB’s vullen het verder aan. Installateurs, ontwerpbureaus, architecten en distributienetgebruikers
(DNG’s) zijn ermee gebaat om voldoende kennis te hebben van de inhoud. Het technisch voorschrift C1/107 is geldig voor alle nieuwe laagspanningsaansluitingen op het openbaar distributienet én voor de verbindingskabel. Het voorschrift is ook geldig voor bestaande aansluitingen bij de vervanging van specifieke componenten en bevat voorschriften die de algehele veiligheid en kwaliteit van het distributienet moeten waarborgen. De bestaande tekst over het toestaan van een aansluiting voor een welbepaald
Algemene technische voorschriften voor de aansluiting van een elektrische installatie van een gebruiker op het laagspanningsdistributienet
doeleinde, met inbegrip van de regels omtrent huisnummers en kadastrale percelen, is herwerkt en verduidelijkt. De aansluitingswijzen voor een- en meergezinswoningen, appartementen, garageboxen, parkeerplaatsen, enz. werden opgenomen in een duidelijke overzichtstabel. Ook de voorwaarden voor een bijkomende aansluitkabel – eventueel onder een andere spanning – staan daarbij overzichtelijk opgenomen. Nelectraleden vinden de volledige tekst en alle wijzigingen terug op www.nelectra.be onder nieuwsberichten.
Danny Hermans (Volta)
ÉÉN WATERDICHT SYSTEEM
VOOR KABEL- EN BUISDOORVOEREN
AQUA SWELL
BUITENZIJDE BUIS
• Water- en gasdicht tot 5 bar
• Zwelt op tot 450% in contact met water
• Uitstekende hechting en blijvend elastisch
SOUDAPLUG ST
• Snelzettende mortel
• Onmiddellijk dichten van lekken in beton en metselwerk, zelfs onder hoge druk
SOUDAPACKWST
BINNENZIJDE BUIS
• Bestand tot 3 bar waterdruk
• Permanent flexibel
• Duurzaam
Deze zomer kondigde de Europese Commissie aan dat het de importtarieven voor Chinese elektrische wagens verhoogde tot 48% om oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Deze wagens worden namelijk overgesubsidieerd door de Chinese overheid. Maar onderneemt de EU ook acties tegen de import van Chinese elektrische huishoudtoestellen of elektrotechnisch materiaal?
Chinese import in België
Van de 21 afdelingen waaronder alle verschillende goederen wereldwijd worden ingedeeld, is er één die er met kop en schouders bovenuit steekt op vlak van import naar België vanuit China, namelijk afdeling XVI: "Machines, toestellen en elektrotechnisch materieel". De laatste 10 jaar is de import vanuit China naar België zelfs gigantisch toegenomen, terwijl de export naar China stabiel blijft. In 2023 werd voor een waarde van 11 miljard euro aan Chinese machines, toestellen en elektronisch materiaal geïmporteerd, goed voor iets meer dan een derde van de totale Chinese import. In 2014 daarentegen importeerden we nog maar 3,2 miljard euro van dergelijke goederen uit China. Kijken we naar het Europese niveau, dan importeren alle EU lidstaten in 2023 samen voor iets meer dan 92 miljard euro aan deze goederen uit China.
Landen van waaruit België machines, toestellen en elektrotechnisch materieel importeert (Bron: TradeXplorer van het Agentschap Buitenlandse Handel).
Wat onderneemt de EU?
Om de Europese markt te beschermen tegen dumping van deze producten vanuit China gelden er importrechten op verschillende producten die onder afdeling XVI van de goederennomenclatuur vallen. Deze importtarieven zijn niet op alle producten van toe-
passing, zijn ook niet zo hoog als de invoerrechten op Europese wagens en variëren heel sterk van product tot product. De invoertarieven zijn makkelijk te raadplegen op de tool Access2Markets van de Europese Commissie. Daar kan je op basis van de goederencode, land van bestemming en land van oorsprong niet alleen de invoerrechten raadplegen, maar ook andere belastingen (zoals btw), importvoorschriften, handelsstatistieken of in het geval van een vrijhandelsakkoord oorsprongsregels opzoeken. Hieronder staan drie voorbeelden van producten die vallen onder afdeling XVI: machines, toestellen en elektrotechnisch materieel.
• HS-code 8450.11.11: wasmachines met een capaciteit van niet meer dan 6 kg droog wasgoed (voorladers) -> invoerrecht van 3% van toepassing
• HS-code 8508.11: Stofzuigers met ingebouwde elektromotor (met vermogen <1500W en stofreservoir <20l) -> invoerrecht van 2,2% van toepassing
• HS-code 8528.72.10: Televisieprojectietoestellen -> invoerrecht van 14% van toepassing
Het invoerrecht is echter maar één van de vele manieren om dumping op de Europese markt te voorkomen. De belangrijkste bescherming zit in de Europese en Belgische producteisen, die veel strenger zijn dan de Chinese producteisen. Denk maar aan de CE-markering, ecodesign labels, energie-efficiëntielabels etc. Ook deze maatregelen zijn allemaal terug te vinden op de database Access2Markets van de Commissie en beschermen de Europese markt voor goedkopere Chinese producten van mindere kwaliteit.
Open Strategische Autonomie
Tot slot kan ook het nieuwe handelsbeleid van de Europese Unie tellen als actie tegen import vanuit China. Het nieuwe handelsbeleid, de Open Strategische Autonomie genaamd, streeft ernaar minder afhankelijk te zijn van grote handelsmachten zoals China door de eigen strategische sectoren te versterken en innovatie te stimuleren. Dat omvat onder meer:
• Diversificatie van leveranciers: door het bevorderen van handel met verschillende landen, vermindert de EU haar afhankelijkheid van één enkele bron.
• Ondersteuning van lokale productie: investeringen in Europese technologieën en productiecapaciteiten helpen om de binnenlandse productie van elektronische apparaten te verhogen.
• Bescherming van kritieke infrastructuur: door strategische infrastructuur te beschermen tegen potentiële bedreigingen, zorgt de EU voor een stabielere en veiligere toeleveringsketen.
Het afsluiten van nieuwe handelsakkoorden met bijvoorbeeld Mercosur (Brazilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay en Bolivia) of de AfCFTA (African Continental Free Trade Area) kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat handelsbelemmeringen met andere landen kunnen worden verlaagd of weggehaald om handel te bevorderen.
Emiel Neyrinck (Unizo Adviseur Internationaal Ondernemerschap)
Verfaillie Bauwens neemt klantenportefeuille van Blankenbergse Miele Center over
Het Blankenbergse Miele Center Dekempe sloot eind september de deuren. Gelukkig kunnen hun trouwe klanten rekenen op continuïteit: Verfaillie Bauwens zorgt vanaf 1 oktober voor de opvolging. Verfaillie Bauwens is ruim 50 jaar een sterke naam in elektro en beschikt over een enorme vakkennis en ervaring. Ook de uitgebreide dienst na verkoop is één van de belangrijkste pluspunten. Stefaan Dekempe en Gwenny Lodens hebben zich jarenlang met hart en ziel ingezet en wilden hun klanten niet in de kou laten staan. Nu zij hun klantenportefeuille (zowel particulieren als professionelen) kunnen overdragen aan Verfaillie Bauwens, is de continuïteit verzekerd.
Syntra West: uitbreiding aanbod
Het West-Vlaamse opleidingscentrum Syntra West breidde haar aanbod uit met tal van nieuwe opleidingen, verspreid over de verschillende campussen in West-Vlaanderen. In Oostende kon men bijvoorbeeld terecht voor opleidingen zoals Technieker Duurzame Energie en Installateur van Energiemanagementsystemen.
Verder zet Syntra West haar positie als toonaangevende opleidingspartner kracht bij met een aanzienlijke investering in de modernisering van haar faciliteiten: campus Kortrijk opende de deuren van haar nieuwe opleidingscampus ‘Konnect’, dat sinds september de nieuwe thuisbasis is voor de Kortrijkse cursisten.
Als Nelectra-lid geniet u 10% korting bij alle Syntra-vestigingen. Meer informatie:
Originele zonnepanelen halen VRTNWS
Landbouwer Ludo Vandebrouck uit Kortessem haalde onlangs het nieuws met de originele plaatsing van zijn zonnepanelen. Deze zomer koos hij ervoor om de nieuwe zonnepanelen op het dak van zijn koeienstal niet in rijtjes, maar in de vorm van letters te plaatsen. Met zijn boodschap ‘mmm…melk’ willen Ludo en zijn zoon tonen hoe trots ze zijn op hun job en willen ze benadrukken dat de landbouw ook inzet op groene energie. “Een hoogspanningscabine was voor deze toepassing niet rendabel,” vertelt Stijn Dillen van installateur Power Yourself. “Maar dankzij een slimme sturing wordt de injectie op het net te allen tijden begrensd op 30kW. Zo wordt het elektriciteitsnet niet overbelast en kon onze klant toch een grote installatie plaatsen.”
ODEVlaanderen
heeft nieuwe directeur
Nathalie Devriendt is per 1 september 2024 aangesteld als de nieuwe directeur van ODE Vlaanderen. Met haar uitgebreide ervaring in de energiesector zal ze de missie van ODE Vlaanderen versterken en bijdragen aan het realiseren van de energietransitie richting een klimaatneutraal systeem. Nathalie Devriendt is bio-ingenieur van opleiding en begon haar carrière bij Seghers Solids and Air. Daar werkte ze aan het ontwerp en de constructie van bio-energiecentrales in Europa. Tussen 2002 en 2016 werkte ze bij VITO als onderzoeker, met een focus op energie-efficiëntie en hernieuwbare energie. Sinds 2017 heeft Nathalie innovatieve oplossingen uitgewerkt op projectbasis voor verschillende bedrijven en organisaties in de (bio-)energie- en biomaterialensector. Sinds 2022 is ze actief bij ODE Vlaanderen als beleidsmedewerker van het Bio-Energieplatform.
Breemes en Lightelec bundelen krachten in de Belgische elektrotechnische distributie.
Met de overname van de Lightelec Groep door de itsme Groep voegen de Belgische familiebedrijven Breemes en Lightelec hun capaciteiten samen om zo de nummer drie op de Belgische elektrotechnische groothandelsmarkt te vormen.
De Lightelec groep, een familiale kmo, is met een omzet van 65 miljoen euro en dertien vestigingen in Wallonië en Luxemburg al meer dan 25 jaar een betrouwbare partner voor professionele installateurs. Lightelec bouwt op langdurige relaties, waarbij respect voor hun medewerkers, leveranciers en klanten centraal staan. Breemes, eveneens een familiale KMO, met een omzet van 25 miljoen euro en twee vestigingen in Vlaanderen, legt zich al meer dan vijftien jaar met name toe op het industriële segment.
Kurt Colin, CEO van Breemes en tevens van de nieuw gevormde groep: “Beide bedrijven hebben een sterke reputatie opgebouwd in hun respectieve markten en door de krachten te bundelen, creëren we een robuust geheel dat meer is dan de som der delen.”
1 referentie, veel meer mogelijkheden
1 referentie, veel meer mogelijkheden
Bijvoorbeeld referentie OVA47131 vervangt
Bijvoorbeeld referentie OVA47131 vervangt 3 referenties van de oude SmartLed reeks, zonder wijziging in productafmetingen en met veel meer toepassingsmogelijkheden.
3 referenties van de oude SmartLed reeks, zonder wijziging in productafmetingen en met veel meer toepassingsmogelijkheden.
EXIT SIGN
Vetrosignaalkit (25m) of zelfklevende pictogrammen (20m) voor alle richtingen.
Vetrosignaalkit (25m) of zelfklevende pictogrammen (20m) voor alle richtingen.
CONFIGUREEBAAR
CONFIGUREEBAAR
Van 50 tot 500lm, 4 configureerbare autonomieën (1u/ 1,5u / 2u/ 3u) en permanent en niet-permanent modus selecteerbaar via jumpers.
Van 50 tot 500lm, 4 configureerbare autonomieën (1u/ 1,5u / 2u/ 3u) en permanent en niet-permanent modus selecteerbaar via jumpers.
FLEXIBILITEIT
FLEXIBILITEIT
Maximale gebruiksflexibiliteit.
DUURZAAMHEID
DUURZAAMHEID
Meer dan 40% van de kunststof onderdelen is gemaakt van gerecycleerd materiaal. Zeer efficiënte LEDs en verhoogde energieefficiëntie dankzij batterij LiFePO4.
Meer dan 40% van de kunststof onderdelen is gemaakt van gerecycleerd materiaal.
Zeer efficiënte LEDs en verhoogde energieefficiëntie dankzij batterij LiFePO4.
Inbouw, opbouw, plafond en verlaagd plafond.
Maximale gebruiksflexibiliteit. Inbouw, opbouw, plafond en verlaagd plafond.
Zelftest (Activa) modellen
Een van de casestudies binnen het TETRA project EnergAI van Howest (zie kaderstuk) gebeurde in samenwerking met het bedrijf Fortech dat instaat voor productie van windenergie. Windturbines verzamelen dagelijks veel data en alarmen. Door deze grote hoeveelheid aan data te analyseren, kunnen vroegtijdig slijtages, defecten en storingen gedetecteerd worden. Dankzij anomaliedetectie kunnen herstellingen gerichter ingepland worden en kunnen langdurige stilstanden van de windmolens worden voorkomen.
Tijdens een groot onderhoud aan de turbines in 2021 werd ontdekt dat er aan een bepaalde windturbine ernstige slijtage van het hoofdlager aanwezig was. Het hoofdlager, voorgesteld in Figuur 1, is een mechanische component die ervoor zorgt dat de impact van de trillingen van de motor gereduceerd wordt en het neemt daarenboven ook hoge radiale en axiale belastingen op. Het slecht functioneren van deze component zorgt voor meer wrijving en warmteverlies, waardoor de turbine opwarmt en uiteindelijk stilvalt. Dit fenomeen is niet zeldzaam en redelijk complex om te monitoren doordat er meerdere factoren een invloed hebben op de temperatuur van het hoofdlager. Het is om deze reden dat we binnen dit project AI gebruiken om anomaliedetectie toe te passen op de temperatuur van het hoofdlager.
Methode
Er bestaan verschillende methodes om aan anomaliedetectie te doen. Een paar
voorbeelden zijn clustering, auto-encoders, Principal Component Analysis (PCA), … Afhankelijk van de toepassing is de ene meer geschikt dan de andere. In dit geval is er sprake van een “drift anomalie”, wat betekent dat het niet over een geïsoleerd event gaat, maar over een langzaam opbouwende afwijking. Er werd een feedforward neuraal netwerk getraind bestaande uit twee hidden layers die elk 64 neuronen bevatten. De output laag bestaat uit een enkel neuron dat de continue hoofdlager temperatuur voorspelt. Er werd gebruik gemaakt van data die goed functionerende windmolens in actie beschrijft. Weliswaar werden deze data, bestaande uit zeven windmolens opgemeten over vier jaar, eerst opgeschoond, genormaliseerd en opgedeeld in train, test en validatie data.
De opzet is om op basis van nieuwe gemeten waarden de hoofdlager temperatuur te voorspellen en daarna deze te vergelijken met de gemeten waarde. Op deze wijze hebben we een idee van wat de temperatuur zou moeten zijn indien
alles goed functioneert. Wanneer de voorspelling te hard afwijkt van de metingen, dan spreken we van een anomalie. Wat betekent te hard afwijken nu concreet? De R2- waarde geeft aan hoe goed de voorspelling het werkelijke gedrag benadert en kan maximaal 1 en minimaal 0 zijn.
De formule voor het berekenen van R2 is:
Hier staat n voor het aantal data punten, yi voor de werkelijke waarde van datapunt i, ŷi voor de voorspelde waarde en y - voor de gemiddelde waarde van de echte datapunten.
De Mean-Squared-Error (MSE) kwantificeert het verschil tussen de voorspelde en werkelijke waarde. Het wordt berekend aan de hand van :
Hoe dichter R2 bij 1 ligt en hoe kleiner MSE is, hoe beter het model de data benadert. In dit geval zijn we echter geïnteresseerd in de situaties waarbij de R2-waarde heel laag of negatief is en waarbij MSE te hoog is, meer bepaald als
Het TETRA project EnergAI van Howest heeft als doel om kmo’s te ondersteunen rond energie-optimalisatie met AI-gebaseerde toepassingen.
Bedrijven worden zich immers meer en meer bewust dat een verdere digitalisering noodzakelijk is voor groei, innovaties en het efficiënter maken van hun bedrijfsprocessen. Vooral naar aanleiding van de sterk stijgende energiekost en de toenemende druk richting energie-efficiëntie, groeit de vraag vanuit de bedrijven naar verdere ondersteuning bij de energietransitie, zonder dat dit een grote kost impliceert in onze sterk concurrentiële economie.
Artificiële Intelligentie kan hiervoor een oplossing zijn, maar door de onwetendheid bij bedrijven over de mogelijke concrete output, wordt het AI-thema voor hen vaak als te complex ervaren. Tevens hebben kmo’s vaak de kennis niet aan boord en/ of ontbreekt het hen aan tijd om actief in te zetten op energie-optimalisatie door (energie)data diepgaand te capteren en te analyseren (combinatie energie en IT). Hierdoor kan de meerwaarde van AI-tools niet correct ingeschat worden en blijven deze thema’s vaak links liggen in deze bedrijven.
Met het projectvoorstel TETRA EnergAI, dat zich focust op energie en AI, wil Howest kmo’s ondersteunen en in staat stellen correcte keuzes te formuleren in de digitale transitie. Meer specifiek: het is de bedoeling om de kenniskloof te dichten tussen de onderzoeks- en bedrijfswereld.
Nelectra is een belangrijke partner in dit project. Het is de rol van onze sectorfederatie om haar leden bij te staan en te ondersteunen bij de uitvoering van elektrische installaties in het kader van de energietransitie.
Technologietransfer kan enkel slagen als deze in beide richtingen gebeurt. Hogescholen en universiteiten stellen hun theoretische kennis ter beschikking, maar leden van Nelectra brengen de praktische toepassingen mee naar de begeleidingscommissies. Theorie wordt afgetoetst op de dagelijkse praktijk waarmee onze Nelectra-ondernemers ervaring hebben. Op die manier helpt Nelectra het consumentenvertrouwen in de energietransitie en in techniek en technologie in het algemeen te verhogen.
De resultaten van het TETRA-project en van het boeiende overleg worden eveneens voorgelegd aan de werkgroep installatie van Nelectra. Nelectra-bestuurslid Pieter Feys volgt het project op de voet.
Figuur 2: Voorbeelden van de voorspelde curves (oranje) in vergelijking met de gemeten curves (blauw). De bovenste grafiek toont een voorbeeld van een goed functionerende windmolen. De onderste zit op dat moment in een anomalie op de hoofdlager temperatuur.
De bovenste grafiek toont een correct functionerende windmolen. De voorspelling is niet perfect, maar voor deze doeleinden is dit ook niet vereist. De onderste grafiek vertoont duidelijk een veel grotere afwijking en is een defecte windmolen.
Er moet echter voorzichtig omgegaan worden met deze voorspellingen. Eerst en vooral mogen er enkel voorspellingen gegenereerd worden op basis van actieve windmolens (die niet stilstaan).
Daarnaast moeten er voldoende dagen meegegeven worden. Tijdens het onderzoek bleek dat minstens twee dagen nodig zijn, maar hoe hoger het aantal dagen dat gebruikt wordt, hoe beter de
voorspellingen in het oranje. Dit zijn twee verschillende windmolens over verschillende tijdstippen (1-2 weken).
Werk met ons samen en u krijgt proper koper én een schonere wereld. Bij ons geen nattevingerwerk qua tarieven, maar een wiskundige formule die de prijzen op de Internationale markten nauwlettend volgt. En, wij alligneren ons nu al aan de strenge Europese milieuwetgeving. U bent dus ook gewoon geweldig in orde.
De toepassing van AI voor anomaliedetectie in windturbines, zoals onderzocht in het EnergAI project, biedt aanzienlijke voordelen voor de preventie van onverwachte uitval en onderhoudskosten. Door gebruik te maken van een neuraal netwerk om de temperatuur van het hoofdlager te monitoren, kunnen afwijkingen vroegtijdig worden gedetecteerd, wat leidt tot gerichtere en efficiëntere onderhoudsacties. Dit onderzoek onderstreept het potentieel van AI-gedreven monitoring als een stap in de verdere optimalisatie van duurzame energieoplossingen.
Lore Leenknegt (Howest AI Lab)
Deze en andere onderzoeksresultaten komen naar voor in de lessen van de Howest opleidingsprogramma’s. Voor net afgestudeerde is er BaNaBa in Sustainable Energy Management; voor werkende professionelen het postgraduaat in Energie Monitoring en Energie Transitie (PEMET).
Voor meer info surf naar BaNaBA: PEMET:
Voor wie geen opvolger heeft voor het eigen bedrijf kan het soms lastig zijn om een overnemer te vinden. Maar zelfs mèt een opvolger zijn er valkuilen waar u als ondernemer waarschijnlijk niet bij stilgestaan heeft, althans volgens Guido Seghers van Overnamemarkt.be. Eén gouden regel mag u alvast noteren: wacht niet te lang om met de voorbereidingen te beginnen.
ElektroVisie (EV): Als een zelfstandig ondernemer op zoek gaat naar een overnemer, waar moet hij vooral aandacht voor hebben?
Guido Seghers (GS): Wij stellen vast dat ondernemers dikwijls de overdracht te lang uitstellen. Dat heeft meerdere oorzaken. Zo is er bijvoorbeeld het psychologische, waarbij men niet aan ‘het einde’ wil denken. Maar vaak spelen er ook misverstanden, onduidelijkheden of onwetendheid. Zo denk ik concreet aan een ondernemer die ervan uit ging dat de zaak zou verdergezet worden door zijn zoon, terwijl die zoon wel graag in de zaak werkte, maar helemaal geen zin had om de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Hoe vaak gebeurt het dat medewerkers de zaak overnemen?
We stellen verder vast dat kleine ondernemingen geen of zeer weinig personeel
hebben. En misschien is er af en toe interesse, maar je moet wel de middelen hebben om zo’n zaak over te nemen. Overname door personeel blijft echt een niche. Ook in het eigen netwerk op zoek gaan, blijkt in de meeste gevallen heel moeilijk.
Wanneer hij niet zelf voor een opvolger kan zorgen, klopt de zelfstandig ondernemer best aan bij een professionele hulpverlener?
Inderdaad, maar dan is er dikwijls al heel wat water naar de zee gevloeid. Daarom blijf ik op dezelfde nagel kloppen: ondernemers, wacht niet te lang om al te overdenken waar uw opvolger vandaan zal komen! Wees u bewust van de vele valkuilen en mogelijke misverstanden. Zorg dat u zich informeert, zodat u het verschil kent tussen de verschillende mogelijkheden om een zaak over te laten. Niet voor niets organiseren wij elk jaar onze informatiebeurzen: ‘Denk vroeger aan later!’
Wat is een redelijke termijn om te starten met informatie inwinnen?
Een aandelenoverdracht of het wijzigen van de statuten van een bedrijf, kan bij wijze van spreken met één pennentrek. Maar dat is een handtekening zetten onder een beslissing waar wel wat meer tijd over gaat, want tussen de juridische feitelijkheid en het werkelijk doorleefd doorgeven van de dagelijkse werking en het reilen en zeilen van een bedrijf: daar gaat veel tijd over. Ik zou durven stellen dat het realistisch is om 10 jaar voor de pensioendatum al voorzichtig een paar zaken op een rijtje te zetten, al was het alleen in gedachten.
Wat als er tijdsdruk op zit? Het kan gebeuren dat mensen ziek worden, een ongeval krijgen, scheiden….
Daar kunnen wij, Overnamemarkt.be, wel een versnelling hoger schakelen. Zo is het bijvoorbeeld perfect mogelijk om een zaak al online te koop te zetten, zonder dat alle
Weinig ondernemers kennen het onderscheid tussen overdracht van aandelen of overdracht van de handelszaak.
documenten al volledig in orde zijn. Maar eigenlijk zouden alle ondernemers -ongeacht hun huidige leeftijd- zich bewust moeten zijn van één belangrijk drieletterwoord: ABE (Always Be Exit ready). Dat betekent letterlijk: wees altijd klaar om eruit te stappen. Concreet wil dat zeggen dat alle procedures, alle manieren van werken, alle commerciële en operationele afspraken… goed gedocumenteerd zijn, zodat u klaar bent om de dagelijkse leiding over te laten aan iemand anders. Op die manier bent u verzekerd van de continuïteit van uw bedrijf wanneer u (tijdelijk) niet meer in staat bent om uw bedrijf te leiden. Dergelijk dossier is trouwens ook goud waard bij het overlaten van een bedrijf.
Zijn er nog zaken waar vaak fouten tegen gemaakt worden?
Er worden niet zozeer fouten gemaakt, maar er is wel een grote onwetendheid. Zo kennen weinig ondernemers het onderscheid tussen overdracht van aandelen of overdracht van de handelszaak. Ook het onderscheid tussen eigendommen van de zaak en privébezittingen is niet altijd duidelijk.
We worden vervolgens bijna dagelijks geconfronteerd met mensen die nog nooit gehoord hebben van stopzettingsmeerwaarde.
En bij al die kennis horen keuzes die gemaakt moeten worden.
Wat is precies het verschil tussen een overdracht van aandelen en een overdracht van een handelszaak?
Er is een essentieel verschil! Als je aandelen overdraagt, dan laat je alle actief en
Overnamemarkt.be: de kortste weg tussen overnemers en overlaters
OvernameMarkt.be is een initiatief van Unizo. Op dit online overnameplatform ontmoeten overlaters, overnemers en overnamebegeleiders elkaar. Overnamekandidaten publiceren er anoniem hun bedrijfsprofiel. Kandidaat-overnemers kunnen er op zoek naar geschikte bedrijven met het oog op een overname. Overnamemarkt focust op Vlaanderen en is er vooral voor de kleine tot middelgrote zelfstandige ondernemers, die zelf dagelijks in hun zaak actief zijn.
passief over, zijnde alle voorraden, bankrekening, rekening courant, het btw-nummer…
Bij overdracht handelszaak krijgt de nieuwe eigenaar enkel wat nodig is om de zaak uit te baten.
Algemeen wordt aangenomen dat dan volgende elementen worden overgedragen: klantenbestand, handelsnaam, logo, telefoon, website, domeinnaam, materieel, uitrusting, voorraden en de verderzetting van de handelshuur.
Er zijn ook zaken die in de twee gevallen overgelaten worden, denk aan gereedschappen en personeel.
Meewerkende kinderen die graag in de zaak werken, hebben niet altijd zin om de volledige verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Het geld op de bankrekening blijft bij de oorspronkelijke eigenaar, na overdracht handelszaak.
Een concreet voorbeeld: u hebt een vennootschap met nog veel kredieten. De koper die de aandelen overneemt, neemt die kredieten mee over. Wanneer de handelszaak overgedragen wordt, dan worden enkel de handelsactiviteiten overgenomen en niet de kredieten. Die moeten dan door de oorspronkelijke eigenaar nog betaald worden (met de opbrengst uit de verkoop van de handelszaak).
Wat vindt u de beste manier van overdragen?
Dat hangt af van bedrijf tot bedrijf. In bouwbedrijven zien we vaak een voorkeur voor de overname handelszaak, want daar is er toch een zeker risico bij werken die nog in uitvoering zijn of bij recent uitgevoerde werken waar nog claims op zouden kunnen komen.
Vanuit het standpunt van de koper zijn er een aantal voordelen bij het overnemen van een handelszaak. Zo kan hij het gekochte actief (voorraad, gereedschappen…) opnieuw afschrijven en dat is niet het geval wanneer hij aandelen overneemt. Banken zullen dat waarschijnlijk liever financieren.
Is het een groot voordeel als er al een kandidaat-overnemer is?
Als je al een overnemer hebt, is er al 50% van het werk gebeurd. Toch zijn zelfs daar een aantal klassieke valkuilen. Zo zijn er al eens misverstanden: weet men duidelijk of het over een overdracht van aandelen of een overdracht van een handelszaak gaat?
Is men wel zeker dat de meewerkende zoon/dochter het bedrijf ook wil leiden?
Weet men concreet hoe men de zaak wil verdelen, wanneer er meerdere kinderen zijn en niet iedereen in de zaak wil stappen?
Wat kan overnamemarkt.be betekenen voor ondernemingen die op zoek zijn naar een overnemer?
Wij hebben verschillende niveaus om de ondernemers te ondersteunen.
Eerst en vooral hebben wij een uitgebreid digitaal platform (www.overnamemarkt. be), waarop we kandidaat-kopers en -verkopers helpen om elkaar rechtstreeks te vinden. Vergelijk het met de bekende makelaarswebsite Immoweb waar kopers en verkopers van vastgoed elkaar makkelijk kunnen vinden. Op ongeveer dezelfde manier kunnen ondernemers hun bedrijf/ winkel te koop stellen via onze site. Naast dit basisaanbod bieden we ook een begeleidingstraject aan, waarbij we kandidaat-verkopers ondersteunen in drie stappen:
• is uw zaak wel klaar om over te dragen (basisanalyse)
• een waardebepaling
• het begeleiden bij het online zetten op overnamemarkt.
Daarbij richten we ons enkel tot kleine ondernemingen: minder dan 5 personeelsleden en een verwachte waarde van minder dan 500.000 euro exclusief het vastgoed.
Waarom focussen jullie zich op deze kleine ondernemingen?
De meeste experten-overnamebegeleiders werken op commissie, waardoor zij sneller geneigd zijn om voor grote ondernemingen te werken. Dat zorgde ervoor dat een heel groot aanbod van kleine ondernemingen niet aan een geschikte overnamebegeleider raakte. En die leemte heeft Unizo een aantal jaar geleden -mede dankzij ondersteuning door Vlaio- kunnen invullen.
We werken wel samen met de grote overnamebegeleiders. Concreet wil dat zeggen dat we onderling doorverwijzen.
Linda Claeys
Ontbijtsessies in Oostkamp en Hasselt
Tijdens de Week van de Bedrijfsoverdracht (18 -22 november) organiseert OvernameMarkt.be opnieuw ontbijt infosessies over bedrijfsoverdracht en pensioen op maat van zelfstandige ondernemers. Deze infosessies richten zich op een breed doelpubliek, waaronder overlaters, kandidaat-overnemers, familiale opvolgers, zelfstandigen met vooruitzicht op pensioen, groeiers, starters, enz.
Data en Locaties:
• Maandagmorgen 18 november 2024 - Hotel Van der Valk Brugge-Oostkamp
• Vrijdagmorgen 22 november 2024 - Hogeschool PXL, Hasselt Programma (identiek voor beide sessies):
• Bedrijfsoverdracht en Waardebepaling – sprekers KBC & UNIZO Overnamemarkt
• Pensioen voor Zelfstandigen – sprekers van Liantis
Aanvang: Ontvangst telkens vanaf 07:30 uur met ontbijt. Sessies van 08:00 tot 11:00 uur met pauze van 9:30 tot 10:00
Voor inschrijvingen en meer informatie kan u terecht op volgende website:
Retaildate 2024
U (her)kent ongetwijfeld de frustratie, wanneer een fabrikant start met een webshop of brandstore, waar hij de eigen toestellen rechtstreeks aan de consument verkoopt. Als retailer krijg je meteen zin om die fabrikant te ‘straffen’ en dat merk in het verdomhoekje te plaatsen. Begrijpelijk.
Maar is dat ook de juiste manier van reageren?
Professor marketing aan de KU Leuven, Els Breugelmans, kwam op onze RetailDate inzichten van verschillende wetenschappelijke studies rond dit onderwerp presenteren. Boeiende materie met interessante conclusies en veel voer voor de gesprekken achteraf!
Wanneer uw partner, de fabrikant, plots direct aan de consument begint te verkopen geeft dat heel sterk het gevoel dat hij een ‘vijand’ geworden is. Iemand die kannibaliserend kan werken op uw verkoop. Dat zorgt voor spanningen in de aanbodketen, een trend die ook de onderzoekers aan KU Leuven niet ontgaan is en die zij interessant genoeg vonden om vanuit academisch standpunt te onderzoeken.
Wat is direct-to-consumer?
Vooraleer Els Breugelmans wou overgaan tot de bevindingen van de wetenschappelijke studies, wou ze eerst ‘direct-to-consumer-kanalen’ ten gronde definiëren: “Het zijn kanalen die rechtstreeks aan de consument verkopen. Dus ze knippen de tussenpersoon -de retailer- weg. Dat noemen we desintermediatie.”
Maar in de praktijk gaan fabrikanten vaak niet enkel direct; meestal worden de twee kanalen gecombineerd: producenten verkopen hun producten zowel via de retailers als rechtstreeks aan de consument.
Die directe kanalen bestaan al heel lang: Apple had bijvoorbeeld al eind de jaren ’90 een eigen webshop en startte niet lang daarna met brandstores. Dus het direct-to-consumer verhaal is niet zo nieuw als u misschien denkt.
Aan het begin van haar presentatie benadrukt Els Breugelmans dat ze totaal geen voorkeur heeft voor een kanaal:
“Deze presentatie is het resultaat van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.”
Hoe belangrijk is direct-to-consumer?
Vandaag is de direct-to-consumer markt nog klein. Er is wel een groot potentieel. Els Breugelmans bracht een paar cijfers mee om aan te tonen hoe sterk de groei van die markt wel is: “In de USA zien we de afgelopen 5 jaar een gestage groei, met elk jaar een stijging tussen de 34% en de 17%. Anderzijds, met een omzet van slechts 212 miljard per jaar neemt direct-to-consumer maar een heel klein deel van de totale retailmarkt (611 miljard per maand) in, maar dergelijke groeicijfers geven wel een trend aan.”
Uit onderzoek weten we dat meer dan 80% van de consumenten hun aankooptraject thuis online starten.
Uiteraard is er een groot verschil per sector, maar voor elektro is er bij consumenten veel interesse om rechtstreeks bij merken aan te kloppen. Het is dus een trend die we in de gaten moeten houden.
Els Breugelmans heeft ook Belgische cijfers mee: een onderzoek van Comeos in 2024, waar men consumenten vroeg waar ze hun laatste online aankoop hadden gedaan. Koploper (37%) was de online marktplaats (denk aan bol. com of Amazon.com). Daarna volgden de webshops van de merken zelf (23%) en op derde plaats was voor de stores/ retailers met 20%. Dit zijn de cijfers over alle sectoren heen. Bekijken we de cijfers specifiek onze elektrosector, dan zien we dat zowel de marktplaatsen (41%) als de webshops van de retailers (37%) veel belangrijker worden. De merken zelf scoren minder hoog, maar toch verkiest iets minder dan 1 klant op 5 dit kanaal (19%).
Waarom starten fabrikanten (niet) met een eigen kanaal?
Directe kanalen kunnen voor fabrikanten zowel interessant als lucratief zijn. Er wordt immers een rechtstreekse band met de eindklant gecreëerd. Ideaal om bijvoorbeeld nieuwe producten te testen en snel consumenteninzichten te krijgen: Hoe zit het met de prijssetting? Welke modellen/kleuren scoren goed? Welke promoties slaan aan?...
Direct-to-consumer kanalen zijn verder ideaal om maatwerk en gepersonaliseerde producten aan te bieden, diensten die moeilijker te organiseren zijn in de traditionele retail.
Bij onderhandelingen is het voor de fabrikant bovendien handig om een eigen kanaal (achter de hand) te hebben. Ze zijn dan immers minder afhankelijk van de retailers.
Tot slot mogen we ook niet vergeten dat dit een extra verkoopkanaal is, waar meerverkoop aan een hogere marge kan gerealiseerd worden.
Toch zijn er ook fabrikanten die er niet voor kiezen om met een eigen verkoopkanaal te starten. Er zijn immers behoorlijk wat barrières: het bouwen van een website is een serieuze investering, rechtstreeks met de consument communiceren is een totaal andere manier van werken dan de onderhandelingen met de medewerkers/aankopers van retailers
Els Breugelmans: “Koester de partnerships en de vriendschappen om het kannibalisatie-effect van de directe kanalen te neutraliseren. Hier zitten beide partijen samen, dus weet dat dit een ideaal moment is om aan netwerking te doen en om de samenwerking te zoeken. De troeven die beide partijen hebben, kunnen elkaar immers versterken en naar mijn gevoel zal dat naar de toekomst toe heel waardevol en belangrijk zijn.”
en -vooral- het zorgt voor spanningen bij bestaande partners/retailers.
Hoe wetenschappelijk is dit onderzoek?
Dit wetenschappelijk onderzoek is gebaseerd op harde cijfers en echte data van bestaande retailers en producenten (omwille van de confidentialiteit wordt de identiteit van de betrokken winkeliers en merken niet vrijgegeven). Els Breugelmans analyseerde samen met haar collega’s de verkopen van de retailers naar de consument, de marketing beslissingen (prijs, assortiment) van het merk bij de retailers, de ordergegevens van de retailers bij de producenten…
“Naast het onweerlegbare cijfermateriaal ben ik ook aan de slag gegaan met vragenlijsten en kwalitatieve interviews, om zo inzicht te krijgen in relaties, conflicten en tevredenheid van alle partijen,” vertelt Els Breugelmans. “In deze presentatie beperk ik mij tot de bevindingen, maar ik
wil beklemtonen dat deze het resultaat zijn van zware analyses en serieuze statistische modellen.”
Met haar team van KU Leuven collega’s werd gezocht naar een antwoord op drie vragen: Winnen of verliezen retailers?
Wie wint/ verliest er? Hoe reageren retailers?
“Uit onze analyse blijkt dat de gemiddelde impact voor retailers vaker in de richting wijst van kannibalisatie dan van synergie,” stelt Els Breugelmans. “Er zijn dus meer verliezers dan winnaars bij de retailers, als gevolg van directe kanalen.”
Een stelling die ze onmiddellijk nuanceert: “Maar niet iederéén verliest in dezelfde mate! En er zijn ook winnaars.”
De winnaars zijn ketens, leden van aankoopgroeperingen en grotere retailers die zelf online actief zijn. Wie dus zelf een sterke webshop heeft, zal beter beschermd zijn tegen de directe kanalen
en zal zelfs een stukje kunnen meepikken van de extra buzz dat zo’n direct kanaal maakt.
Wie bekend is voor zijn dienstverlening of voor zijn innovatieve marketingmix (vooral bij de grote items), ondervindt ook minder last van de komst van een nieuw direct-to-consumer-kanaal.
Wie verliest er dan? De kleinere, mama-papa winkels die zelf niet (of te weinig) online actief zijn, die misschien minder innoverend zijn qua marketing mix en die minder macht hebben.
Hoe reageren retailers?
“Op het moment dat zo’n direct kanaal geïntroduceerd wordt, dan zien we dat bij retailers gemiddeld genomen het assortiment van het merk verkleint tot hoofdzakelijk de populaire producten en dat de prijs van dat merk verhoogt,” deelt Els Breugelmans haar bevindingen. “Maar dat is volgens onze analyses een foute reactie! Want dat maakt het merk
onaantrekkelijker en versterkt de negatieve impact. De consument verwàcht immers -na online consulatie- dat u hem het product van zijn keuze kan aanbieden. Zie dus niet over het hoofd dat consumenten hun zoektocht naar het juiste product vaak online starten en dat kan dus op de website van de producent zijn.”
Hoe zouden retailers moeten reageren?
Els Breugelmans pleit ervoor om de directe kanalen als een opportuniteit te zien: “Uit onderzoek weten we dat meer dan 80% van de consumenten hun aankooptraject thuis online starten. De online aanwezigheid van merken kan u dus ook zien als een uithangbord dat de klant aantrekt en tot bij jullie eigen webshop en/of winkel kan brengen. Er zijn nu eenmaal consumenten die online willen kopen en daar kan u kwaad of verdrietig op reageren, maar die realiteit zal niet verdwijnen.”
Ander lichtpuntje: fabrikanten kiezen er vaak voor om een hoge(re) prijs te hanteren op hun eigen kanaal, wat de retailer dan weer als een ‘price umbrella’ (prijsparaplu) kan gebruiken voor de eigen prijssetting.
In het onderzoek was ook ruimte voor een simulatie bij retailers zonder web-
shop: "We hebben onderzocht wat het effect zou geweest zijn, als ze wel online actief waren geweest. Uit ons onderzoek bleek dat de verliezen dan gehalveerd zouden zijn."
Conclusie: het is cruciaal voor de retailer om zelf online actief te zijn en te zorgen voor een sterke webshop.
Momenteel zijn in ons land minder dan 30% retailers online actief: er is dus nog werk aan de winkel.
Wat kan de fabrikant doen?
Fabrikanten kunnen niet alles bieden met zo’n online kanaal. “Gebruik de kracht van de retailers,” richt Els Breugelmans zich tot de fabrikanten. “Die bieden de mogelijkheid om dingen te voelen, te testen, te bekijken… Als je dat in het achterhoofd houdt, dan kan je een complementair verhaal maken. Denk aan Nike: via de site worden gepersonaliseerde producten aangeboden en dergelijke personalisatie beperkt de kannibalisatie met de standaardschoenen in de retail.”
Sterke partnerships zijn de toekomst: “We hebben twee partijen met elk hun eigen troeven en het is in beider belang dat ze elkaar versterken. Denk bijvoorbeeld aan gezamenlijke promotieprogramma’s, click-and-collect overeenkomsten (waar het product in de
Vragen uit de praktijk
Els Breugelmans op de RetailDate waar Nelectra fabrikanten, aankoopgroeperingen en de werkgroep retail samenbrengt.
fysieke winkel kan opgehaald worden), de dienst-na-verkoop of het teruggeefpunt waarrond een partnerschap wordt uitgewerkt…”
Het zijn allemaal manieren om naar directe kanalen te kijken als opportuniteiten, als samenwerkingsmogelijkheden met de producent.
Linda Claeys
Frozen Moments
(De academische studies die aan de basis liggen van deze presentatie, werden uitgevoerd door Michiel Van Crombrugge binnen KU Leuven. Els Breugelmans begeleidde hem samen met collega Kathleen Cleeren als promotors en hield er dan ook aan om hem vooraf uitdrukkelijk te bedanken voor zijn harde werk.)
Na de presentatie kwamen een paar interessante vragen en opmerkingen aan de oppervlakte, waaronder deze:
• Direct-to-consumer kanalen zijn groeiend, maar zijn (voorlopig nog) niet enorm groot. Het is wel een evolutie die we in de gaten moeten houden.
• Consumenten gebruiken direct-to-consumer kanalen soms als verkoopskanaal, maar nog meer als oriëntatie- en zoek-touchpoint.
• Direct-to-consumer kanalen kunnen de verkoop in de klassieke retailkanalen kannibaliseren en zouden als vijand gezien kunnen worden.
• Vijandschap versterkt het kannibalisatie-effect. Zoek in plaats daarvan naar opportuniteiten en synergieën.
“Niet alle merken behouden een fatsoenlijke prijs op hun eigen kanaal. Soms gedreven door een interne concurrentie: bij bepaalde fabrikanten worden verschillende verkoopafdelingen gedreven door een onderlinge concurrentie… Hoe staat u daar tegenover?”
Els: In ons onderzoek zagen wij vooral producenten die de eigen prijs hoog hielden. Wanneer fabrikanten hun prijzen gaan verlagen, dan krijgen we een gevaarlijke neerwaartse spiraal. Het lijkt mij geen slimme zet om als fabrikant zelf de prijzen te gaan uithollen en er een ‘prijsverhaal’ van te maken.
“Het aanbod dat de fabrikant op de eigen website toont, is vaak niet beschikbaar voor ons als retailer.”
Els: Dat heb ik ook vernomen en ik kan alleen maar zeggen dat dit een verkeerde keuze is van die fabrikanten. Dit op basis van alle cijfers en inzichten die wij hebben. De consument ligt immers niet wakker van online en retail. Die vindt het vooral heel verwarrend dat bepaalde producten verschillende prijzen hebben en in bepaalde kanalen niet beschikbaar zijn…
“Ik denk dat het vooral een prijsverhaal wordt: wanneer de fabrikant de retailer uitschakelt, houdt hij meer marge over.”
Els: Ik denk niet dat we daarop zullen uitkomen. Vooral ook omdat de consument niet klaar is voor een volledig online verhaal. De producent moet trouwens ook beseffen hoeveel troeven de retailer heeft. Volgens mij zal er altijd nood zijn aan fysieke winkels. Voornaamste conclusies van het onderzoek:
In het AREI vinden we slechts summiere informatie over zonnepaneelinstallaties. Om toch aan de nodige installatie-informatie te komen, zal u die moeten zoeken bij de verschillende componenten waaruit de installatie samengesteld is. Voor PV-kabels zijn de uitwendige invloeden, de aanduiding H1Z2Z3-K, de kabeleigenschappen en installatievoorschriften cruciaal.
De uitwendige invloeden die een zonnepaneelinstallatie op het dak kunnen beïnvloeden, omvatten een reeks van factoren. Hierbij de voornaamste:
• Omgevingstemperatuur (AA)
• Aanwezigheid van water (AD)
• Aanwezigheid van vreemde vaste lichamen (AE)
• Aanwezigheid van corrosieve en vervuilende stoffen (AF)
• Mechanische belastingen veroorzaakt door schokken (AG) en trillingen (AH)
• Aanwezigheid van flora en/of schimmelvorming (AK) en fauna (AL)
• Elektromagnetische, elektrostatische of ioniserende invloeden (AM).
• Zonnestraling (AN).
Het is belangrijk dat de zonnepaneelinstallatie ontworpen en geïnstalleerd wordt met deze factoren in gedachten om optimale prestaties en duurzaamheid te garanderen
2. Eénaderige PV-kabels met de aanduiding H1Z2Z2-K
De NBN-EN 50618 norm specificeert de eisen voor laagrookvrije, halogeenvrije, flexibele, éénaderige stroomkabels met een vernet isolatie- en mantelmateriaal. Deze norm is in het bijzonder van toepassing op de gelijkstroom (DC) zijde van fotovoltaïsche systemen, met een nominale DC spanning van
1,5 kV tussen geleiders en tussen geleider en aarde.
De kabels die aan deze norm voldoen, zijn geschikt voor gebruik met apparatuur van klasse II. Ze zijn ontworpen om te functioneren bij een normale maximale geleider temperatuur van 90°C, maar voor maximaal 20.000 uur is een maximale geleider temperatuur van 120°C toegestaan bij een maximale omgevingstemperatuur van 90°C. De verwachte gebruiksperiode onder normale gebruiksomstandigheden zoals gespecificeerd in deze norm is ten minste 25 jaar.
De aanduiding H1Z2Z2-K verwijst naar de specifieke constructie-eigenschappen van de kabel, zoals soepele geleiders van vertind koper van klasse 5 en halogeenvrije vernette samenstellingen voor isolatie en mantel. Deze kabels zijn bestand tegen ozon volgens BS EN 50396, uv-bestendig volgens HD 605/A1 en getest op duurzaamheid volgens EN 60216. Ze zijn geschikt voor gebruik in omgevingen waar brand, rookontwikkeling en giftige dampen een mogelijk risico vormen voor mensen en apparatuur.
3. Kabeleigenschappen
H1Z2Z2-K kabels zijn uitstekend bestand tegen uv-straling, wat ze bijzonder geschikt maakt voor gebruik in buitenomgevingen waar ze blootgesteld worden aan direct zonlicht. De kabels voldoen aan de EN 50618 norm, die specifieke eisen stelt aan de uv-bestendigheid voor fotovoltaïsche (PV) systemen. Ze zijn getest en goedgekeurd volgens de EN 50289-4-17/A standaard voor UV-bestendigheid, wat betekent dat ze een hoge weerstand bieden tegen degradatie door ultraviolette straling.
Daarnaast zijn de kabels ook weer- en ozonbestendig volgens EN 50396, wat hun duurzaamheid en betrouwbaarheid verder verhoogt in verschillende klimatologische omstandigheden. Deze eigenschappen zorgen ervoor dat de H1Z2Z2-K kabels een lange levensduur hebben en minder onderhoud vereisen, zelfs in veeleisende externe omgevingen.
H1Z2Z2-K kabels zijn ontworpen om bestand te zijn tegen verschillende omgevingsfactoren, waaronder gebruik onder water. Ze zijn geschikt voor zowel tijdelijke als permanente onderdompeling, wat ze ideaal maakt voor toepassingen zoals drijvende zonne-energie installaties of andere situaties waarbij de kabels aan water worden blootgesteld. Hun constructie voldoet aan de EN 50618 norm, die de prestatie-eisen voor fotovoltaïsche (PV) systemen specificeert, inclusief weerstand tegen vocht en water.
4. Installatievoorschriften
Het is belangrijk om de installatievoorschriften nauwkeurig te volgen en ervoor te zorgen dat de kabels correct worden gebruikt binnen de specificaties die door de fabrikant zijn opgegeven. Dit garandeert de veiligheid en optimaliseert de prestaties van de kabels in dergelijke omstandigheden. H1Z2Z2-K kabels staan bekend om hun hoge mate van flexibiliteit, wat ze bijzonder geschikt maakt voor installaties waar
Wat zijn mogelijke uitwendige invloeden voor de zonnepaneelinstallatie? Een ‘als-dan’ analyse:
kabels vaak moeten buigen of waar ze door krappe ruimtes moeten worden getrokken. De kabels zijn vervaardigd met een soepele geleider van vertind koper, klasse 5, wat bijdraagt aan hun flexibiliteit.
De minimale buigradius van de kabels is 4 keer de totale diameter voor vaste montage en 5 keer de totale diameter wanneer de kabels gebogen worden. Dit betekent dat de kabels zonder schade kunnen worden gebogen tot een radius die niet kleiner is dan vier of vijf keer hun eigen diameter, afhankelijk van de toepassing. Deze eigenschap is vooral belangrijk in fotovoltaïsche systemen waar ruimtebeperkingen en complexe routing vaak voorkomen.
Deze flexibiliteit maakt de H1Z2Z2-K kabels ideaal voor een breed scala aan toepassingen, waaronder die waarbij beweging of flexibiliteit vereist is.
In het AREI staat in “Afdeling 2.7.2. Plaatsingswijzen” geen enkel installatievoorschrift dat toelaat deze PV-kabels los op het dak te leggen.
De DC-installatie van een PV-systeem moet worden beschouwd als een systeem dat onder spanning staat, ongeacht of de omvormer er wel of niet op is aangesloten en/of de AC-zijde erop is aangesloten. Het systeem moet aan de DC-zijde worden beschermd tegen elektrische schokken door het toepassen van dubbel geïsoleerd (klasse II) materiaal of het toepassen van een zeer lage spanning (SELV/PELV).
Deze alsdan analyse helpt bij het identificeren van potentiële risico’s en het nemen van preventieve maatregelen om de duurzaamheid en effectiviteit van zonnepaneelinstallaties te waarborgen. Het is belangrijk om deze factoren in overweging te nemen bij het ontwerp, de installatie en het onderhoud van de systemen.
• Als de omgevingstemperatuur extreem hoog of laag is, dan kan dit de efficiëntie van de zonnepanelen negatief beïnvloeden, omdat ze het beste werken bij matige temperaturen.
• Als er water aanwezig is in de vorm van regen, sneeuw of ijs, dan kan dit de prestaties van de zonnepanelen verminderen, tenzij de installatie adequaat waterbestendig is gemaakt.
• Als er vreemde vaste lichamen zoals stof, bladeren en ander vuil op de panelen aanwezig zijn, dan kan dit de hoeveelheid geabsorbeerde zonlicht verminderen en de energieopbrengst verlagen.
• Als de zonnepanelen worden blootgesteld aan corrosieve en vervuilende stoffen zoals zoutnevel, dan kan dit schade toebrengen aan de panelen en hun levensduur verkorten.
• Als de zonnepanelen worden onderworpen aan mechanische belastingen door schokken en trillingen, dan kan dit de structuur van de panelen beïnvloeden en tot schade leiden.
• Als er flora en/of schimmelvorming en fauna aanwezig zijn, dan kan dit schade veroorzaken of de werking van de zonnepanelen hinderen door bijvoorbeeld schaduw of blokkades.
• Als de installatie wordt beïnvloed door elektromagnetische, elektrostatische of ioniserende invloeden, dan kan dit interferentie veroorzaken met de elektronische componenten van de installatie.
• Als de zonnestraling te intens is, dan kan dit schade veroorzaken aan de zonnepanelen, ondanks dat een bepaalde hoeveelheid straling noodzakelijk is voor energieopwekking.
Welke beschermingsmaatregelen vindt u in het AREI?
• Hoofdstuk 2.10. Uitwendige invloeden.
• Afdeling 5.2.3. Keuze en gebruik van leidingen in functie van de uitwendige invloeden.
• Afdeling 5.3.2. Keuze en ingebruikname van machines en elektrische toestellen in functie van de uitwendige invloeden.
02/550.17.11
Maak een plan van aanpak
Om uw elektrische installatie te beschermen tegen uitwendige invloeden, is het belangrijk om een plan op te stellen dat rekening houdt met de relevante factoren die van invloed kunnen zijn op de veiligheid en werking van de installatie. Hier zijn enkele stappen die u kan volgen:
1. Identificeer de uitwendige invloeden: maak een lijst van alle mogelijke uitwendige invloeden die van toepassing kunnen zijn op uw locatie, zoals temperatuur, vochtigheid, water, stof, mechanische belasting, corrosieve stoffen, enz.
2. Kies geschikt materiaal: selecteer elektrisch materiaal en leidingen die geschikt zijn voor de geïdentificeerde uitwendige invloeden. Dit kan betekenen dat u moet kiezen voor materialen die bestand zijn tegen hoge temperaturen, waterdicht zijn of een hogere weerstand hebben tegen mechanische schade.
3. Ontwerp en installatie: zorg ervoor dat het ontwerp en de installatie van de elektrische systemen rekening houden met de uitwendige invloeden. Dit kan inhouden dat u extra bescherming moet toevoegen, zoals behuizingen of afschermingen.
4. Regelmatig onderhoud: voer regelmatig onderhoud uit om ervoor te zorgen dat de bescherming tegen uitwendige invloeden effectief blijft. Dit omvat het schoonmaken van panelen, het controleren van afdichtingen, en het vervangen van beschadigde onderdelen.
5. Documentatie: stel een document op met de relevante uitwendige invloeden en zorg ervoor dat dit document wordt goedgekeurd en ondertekend door zowel de exploitant als een vertegenwoordiger van een erkend keuringsorganisme.
Door deze stappen te volgen, kunt u de risico’s verminderen en de veiligheid en duurzaamheid van uw elektrische installatie verbeteren.
Een elektrische installatie in woningen, kantoren en industriële installaties zonder elektrische kabels, het is ondenkbaar. Elektrische kabels vervullen een primaire rol. Als transportmiddel van de elektrische energie verbinden ze de voedingsbronnen, via de beveiligingen en de bedieningstoestellen, met de verschillende aangesloten gebruikers.
Het is dus belangrijk om de juiste kabel te kiezen bij het opbouwen van een elektrische installatie. Daarbij moet je van bij het begin rekening houden met een aantal externe invloeden zoals vocht, trillingen, stof en temperatuur. Deze externe invloeden worden weergegeven met een code in de Belgische en Europese kabelnormen. Zo bestaan er normen voor zowel het brandgedrag als de brandweerstand van kabels. Een ander criterium is de toepassing van de kabel: voor welke installatie zal hij gebruikt worden en wat is zijn functie. Waar zal hij geplaatst worden: ondergronds, bovengronds en/of in een gebouw.
Belgische type aanduiding elektrische leidingen
Isolatie van de mantel
Wat betreft de isolatie van de buitenmantel zijn er 2 belangrijke thermoplasten:
PE – polyethyleen (energiekabels)
- Bij voorkeur zwart omwille van de bescherming tegen zonlicht en slechte weersomstandigheden
- Goede weerstand tegen afscheuren
- Waterbestendig
- Uitstekende weerstand tegen scheikundige stoffen
- Uitstekende elektrische isolatie
- Bestand tegen lage temperaturen
- brandt gemakkelijk en is minder geschikt voor soepele kabels.
PVC – polyvinylchloride (installatiekabels)
- Zeer goede mechanische eigenschappen
- Uitstekende weerstand tegen het verouderen
- Vochtbestendig
- Niet licht ontvlambaar en niet-brandverspreidend
- Alle samenstellingen zijn mogelijk, maar de soepelheid is afhankelijk van de temperatuur.
De elektrische leidingen worden gekozen in functie van de aanwezige uitwendige invloeden en de karakteristieken van de installatie (spanning, stroom, vermogen, compatibiliteit, …)
Afhankelijk waar en onder welke omstandigheden kabels en leidingen geplaatst en/of gebruikt worden moeten deze voldoen aan een aantal bijzondere voorwaarden (zie tabel):
- Voor gebruik in een gebouw moeten ze voldoen aan de Europese Bouwproductenverordening (CPR). De fabrikant geeft dit aan door een bijkomende aanduiding aan te brengen in verband met de brandreactie; brandvoortplanting, rookklasse en corrosiviteit
- Voor ondergrondse leidingen mogen enkel kabels gebruikt worden conform de norm voor ondergrondse kabels (EVAVB, EXVB, …). Principieel zijn dit enkel de energiekabels die hiervoor in aanmerking komen. Ze worden aangebracht op een diepte van 0.6m en zijn voorzien van een geaarde beschermingsmantel (EVAVB) ofwel voorzien van een mantel die voldoende weerstand blijft behouden tegen aanrakingen door harde lichamen en tegen schokken veroorzaakt door metalen handwerktuigen (EXVB) en worden beschermd door een afdekking uit voldoende weerstand biedend materiaal ofwel geplaatst in een buis.
Rudy Van den Bergh Innovation & Training manager ElectroTest
We wensen enkele kabels in het daglicht te zetten die aansluiten met het veiligheidsthema van deze editie.
Eén van deze kabels zijn onze veiligheidskabels namelijk Pyrocontrol
We sommen nog even de voornaamste eigenschappen van ons PYROCONTROL gamma op ;
Pyrocontrol kabels zijn ‘vlamwerend’. Het vuur zal zich nooit verder uitstrekken over de lengte van de kabel, hiermee verspreiding van de brand voorkomend.
Deze kabels zullen geen dikke rook verspreiden bij brand waardoor vluchtwegen zichtbaar blijven en noodhulpverlening ongehinderd door kan gaan.
Bij brand zullen onze kabels minder schade aanrichten door giftige
Pyrocontrol kabels met functiebehoud.
Bij brand zal voor een aantal kabels functiebehoud van levensbelang zijn. Bijvoorbeeld alarmsystemen, noodpompen en noodverlichting moeten blijven functioneren tijdens de brand zodat evacuatie en hulpverlening probleemloos verder kunnen doorgaan.
Brandveiligheidskabels spelen een steeds belangrijkere rol in de markt van elektro-installaties. Hun toepassingsgebied wordt steeds breder en veelvuldiger.
Een tweede belangrijk gamma zijn onze halogeenvrije XGB kabels. Daarbuiten kunnen we de halogeenvrije H07Z1-R en H07Z1-K draad uit voorraad leveren.
H07Z1-R 450/750 V halogeenvrije samengesl. installatiedraad
H07Z1-K 450/750 V halogeenvrije soepele installatiedraad
www.eupen.com
In dit derde artikel over keuringen belichten we welke controles en bezoeken u mag verwachten bij de uitbreiding van een installatie.
Tijdens de controle wordt nagegaan of uw elektrische installatie voldoet aan de voorschriften van het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). De controle moet uitgevoerd worden volgens “Boek 1 - Installaties op laagspanning en zeer lage spanning”, bij elke ingebruikstelling. Dus vóór u de installatie in gebruik neemt.
Er is echter ook een controle nodig in de volgende situaties: - belangrijke wijziging of uitbreiding van de installatie - verzwaring van de aansluiting - verkoop van een woning met een oude installatie.
Definities
Afdeling 2.11.2. Controle van elektrische installaties
Gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname: gelijkvormigheidscontrole van elektrische installaties voorzien in hoofdstuk 6.4.
Controlebezoek: controle van de elektrische installaties voorzien in hoofdstuk 6.5.
Ingebruikname: de eerste terbeschikkingstelling van een elektrische installatie voor bedrijfsdoeleinden.
Belangrijke wijziging of belangrijke uitbreiding: wijziging of uitbreiding van een elektrische installatie die een bijkomende impact (nog niet afgedekt door een gelijkvormigheidscontrole) op de veiligheid van personen of goederen heeft.
Voorbeelden van belangrijke wijziging of belangrijke uitbreiding: wijziging van het aardverbindingssysteem, overschrijding van het toegelaten kortsluitvermogen voor het geïnstalleerd materieel, niet-identieke vervanging van een schakel- en verdeelbord, toevoeging van een kring in een huishoudelijke installatie, …
Controles
Hoofdstuk 6.4. Gelijkvormigheidscontrole vóór de ingebruikname
Afdeling 6.4.1. Algemeenheden
Elke elektrische installatie op lage of zeer lage spanning zoals
bepaald in de delen 1 en 2 van dit Boek, zelfs gevoed door een privé-installatie zoals de vaste, verplaatsbare of mobiele stroomgeneratoren, moet voor de ingebruikname van deze installatie het voorwerp uitmaken van een gelijkvormigheidscontrole met de voorschriften van dit Boek.
Afdeling 6.4.7. Bijzondere gelijkvormigheidscontroles voor de ingebruikname
Onderafdeling 6.4.7.1. Elektrische machines en toestellen
In niet-huishoudelijke installaties worden de vaste machines en toestellen voor de ingebruikname onderworpen aan een gelijkvormigheidscontrole die enkel betrekking heeft op de correcte keuze, installatie en samenbouw ter plaatse.
Onderafdeling 6.4.7.2. Verplaatsbare, mobiele of tijdelijke installatie
De verplaatsbare, mobiele of tijdelijke installatie met veranderlijke samenstelling, d.w.z. samengesteld uit individuele elementen (stroomgeneratoren, schakel- en verdeelborden, elektrische leidingen, …). Ze moeten voor elke ingebruikname het voorwerp uitmaken van een gelijkvormigheidscontrole met de voorschriften van dit Boek. Deze controle omvat tevens de eventuele aansluitingselementen op het net. Voor de elektrische machines en toestellen (stroomgeneratoren, …) die deel uitmaken van de verplaatsbare, mobiele of tijdelijke installatie beperkt de gelijkvormigheidscontrole voor elke ingebruikname zich tot de correcte keuze, installatie en samenbouw ter plaatse.
Onderafdeling 6.4.7.3. Wijziging of uitbreiding
Iedere belangrijke wijziging of belangrijke uitbreiding van een installatie op lage of zeer lage wissel- of gelijkspanning moet voor de ingebruikname van de genoemde wijziging of uitbreiding het voorwerp uitmaken van een gelijkvormigheidscontrole met de voorschriften van dit Boek.
Deze gelijkvormigheidscontrole beperkt zich tot het bijgevoegde of gewijzigde gedeelte van de installatie.
In het geval van een niet-belangrijke wijziging of niet-belangrijke uitbreiding voor de niet-huishoudelijke installaties, waarvoor geen gelijkvormigheidscontrole voor de ingebruikname dient plaats te vinden, vult de installatieverantwoordelijke de schema’s, de plannen en de documenten zoals bepaald in
afdeling 9.1.1. (punten 4.b en 5.a.7.) aan waardoor het erkend organisme in staat is de gelijkvormigheid ervan na te gaan bij het volgende controlebezoek.
Iedere wijziging of uitbreiding die een impact heeft op het niet-gewijzigde gedeelte moet in het controleverslag worden vermeld. Dit niet-gewijzigde gedeelte moet het voorwerp uitmaken van een gelijkvormigheidscontrole voor wat de gewijzigde kenmerken betreft.
Hoofdstuk 6.5. Controlebezoeken
Afdeling 6.5.1. Algemeenheden
Elke elektrische installatie op lage of zeer lage spanning zoals bepaald in hoofdstuk 6.4. moet ter plaatse aan een controlebezoek onderworpen worden, hetzij door een erkend organisme, hetzij door de overheid hiervoor bevoegd of ermee belast volgens de voorschriften van hoofdstuk 6.3.
Het controlebezoek heeft betrekking op het behoud van de overeenstemming met de voorschriften van dit Boek. De elektrische installatie moet buiten spanning kunnen worden gesteld gedurende het controlebezoek.
Afdeling 6.5.2. Periodiciteit van de controlebezoeken
Na de gelijkvormigheidscontrole dient elke elektrische installatie het voorwerp uit te maken van controlebezoeken die ten minste de volgende periodiciteit respecteren:
• om de 25 jaar voor de huishoudelijke elektrische installaties;
• jaarlijks voor de verplaatsbare, mobiele of tijdelijke elektrische installatie zoals bepaald in onderafdeling 2.2.1.1.;
• jaarlijks voor de elektrische installaties in ontploffingsgevaarlijke zones zoals bepaald in hoofdstuk 7.102.;
• om de 5 jaar voor de andere elektrische installaties.
Hoofdstuk 8.4. Controlebezoeken van sommige oude elektrische installaties die niet het voorwerp uitgemaakt hebben van een gelijkvormigheidsonderzoek overeenkomstig het oud AREI.
Algemeen
Een “oude elektrische installatie” is een elektrische installatie die één of meerdere kringen bevat van vóór 1 oktober 1981. Indien deze kringen niet aanwezig zijn dan zijn de onderstaande artikels NIET van toepassing en zal de controle niet uitgevoerd worden op deze basis. De controle zal dan uitgevoerd worden als controlebezoek volgens hoofdstuk 6.5.
Afdeling 8.4.1. Controlebezoek van een oude huishoudelijke elektrische installatie van een wooneenheid voor elke verzwaring van de aansluiting op het openbaar verdeelnet
Iedere oude huishoudelijke elektrische installatie van een wooneenheid die niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een gelijkvormigheidsonderzoek overeenkomstig het oud AREI en waarvoor een verzwaring van aansluiting op het openbaar verdeelnet wordt gevraagd, moet het voorwerp uitmaken van een controlebezoek dat wordt uitgevoerd door een erkend organisme ten einde de gelijkvormigheid ervan vast te stellen met Boek 1.
Iedere aanvraag tot verzwaring van de aansluiting wordt vergezeld van het verslag van controle van de elektrische installatie. Alvorens over te gaan tot bedoelde verzwaring van de aansluiting, verzekert de verdeler of de persoon die hij gemachtigd heeft om deze verzwaring uit te voeren, zich van de aanwezigheid van het verslag waarin de overeenstemming met de voorschriften van dit Boek wordt bevestigd.
Afdeling 8.4.2. Controlebezoek van een oude huishoudelijke elektrische installatie van een wooneenheid bij verkoop
Bij de verkoop van een wooneenheid als bedoeld in afdeling 8.4.2.1., is de verkoper verplicht:
• een controlebezoek van de elektrische installatie te laten uitvoeren;
• de datum van het verslag van het controlebezoek en het feit van de overhandiging van dit verslag in de authentieke akte te doen vermelden.
Indien de verkoper en koper overeenkomen dat een controlebezoek van de elektrische installatie overbodig en nutteloos is omdat de koper het gebouw gaat afbreken of de elektrische installatie volledig gaat renoveren is de verkoper verplicht dit akkoord in de authentieke akte te doen vermelden.
De verkoper is verplicht in de authentieke akte te vermelden dat de koper de Algemene Directie Energie belast met het hoog toezicht op de huishoudelijke elektrische installaties en deze moet informeren over de afbraak van het gebouw of over de volledige renovatie van de elektrische installatie.
Deze laatste maakt aan de koper een dossiernummer over en verzoekt hem haar een verslag van controle toe te zenden
van zodra de nieuwe elektrische installatie in gebruik wordt genomen.
In het geval van onmogelijkheid om de controle te laten uitvoeren bij een door gerechtelijke beslissingen bevolen verkoop is diegene die de verkoop vordert verplicht in de authentieke akte of in het proces-verbaal van openbare toewijzing de afwezigheid te doen vermelden van het controleonderzoek van de elektrische installatie en het belang voor de koper om tot deze controle te laten overgaan.
In het geval van een controlebezoek met een negatief verslag als gevolg is de verkoper verplicht in de authentieke akte de verplichting voor de koper te doen vermelden zijn identiteit en de datum van de akte van verkoop schriftelijk mee te delen aan het erkend organisme dat het controlebezoek van de elektrische installatie heeft uitgevoerd.
Na deze melding moet de koper een nieuw controlebezoek door een erkend organisme laten uitvoeren om na te gaan of na de afloop van de termijn van 18 maanden, te rekenen vanaf de datum van de akte van verkoop, de inbreuken verdwenen zijn. De koper kan dit erkend organisme vrij kiezen.
Indien de koper een ander erkend organisme aanstelt dan licht dit organisme het erkend organisme dat het eerste verslag van controlebezoek heeft opgesteld hierover in.
Rudy Van den Bergh Innovation & Training manager ElectroTest
Kent u onze voorzitters? De mensen die -vaak achter de schermen- hun uiterste best doen om van Nelectra een levendige, interessante federatie te maken en die mee hun schouders zetten onder onze talrijke initiatieven. De kans is inderdaad groot dat u hen al tegen het lijf liep en met hen van gedachten wisselde. Maar wie is nu de mens achter die professional? Wat doet hij in zijn vrije tijd en waar ligt hij wakker van?
Op de laatste pagina van ElektroVisie stellen wij onze voorzitters één voor één aan u voor. In dit nummer is het de beurt aan Ludo Holemans, voorzitter van de werkgroep retail.
Hoe brengt u graag uw vrije tijd door?
Als ik vrije tijd heb, ga ik meestal fietsen of wandelen met Marleen, mijn echtgenote. Onze vakanties brengen we meestal in eigen land door. Het vaakst vind je ons terug aan het zeetje in Blankenberge. Ik kan uren naar de horizon kijken en dat maakt mijn hoofd volledig leeg. Ook een vroege strandwandeling aan de waterlijn met een zonsopkomst bezorgt mij een positieve en energieke start van de dag.
Hoe komt u tot rust?
Ik ben van nature nogal een zenuwpees: alles moet vooruit gaan! Toen ik mezelf -een tiental jaar geleden- even mentaal tegenkwam, ontdekte ik dat mijn tuin mij rust bracht. Het maakt mij niet uit of het nu groenten, fruit of bloemen zijn… ik hou van alles wat groeit en bloeit!
Waar wordt u blij van?
Ik word blij als ik iets heb kunnen verwezenlijken. En of dat nu op privévlak, voor een klant of voor onze federatie Nelectra is: ik ben blij als ik een meerwaarde kan betekenen. Uiteraard zorgen ook onze drie kleinkinderen voor een brede glimlach op onze gezichten. Vooral wanneer ze nog eens bij ‘de va en moeke’ komen logeren. Of wanneer ze zelf vragen naar het zelfgebakken brood van ‘de va’.
Wat is uw lievelingsgerecht?
Ik eet eigenlijk alles graag, met uitzondering van look en pesto. Ik vermoed dat ik ooit iets gegeten heb waarbij die smaken te overheersend waren en dat ik door die herinnering nu al op voorhand vriendelijk bedank.
Wie bewondert u het meest en waarom?
Marleen, mijn vrouw! Wij zijn al sinds 1981 getrouwd en in 1984 zijn we samen onze elektrozaak begonnen. Sindsdien werken wij elke dag samen. Zij verdient vooral mijn bewondering omdat ze weet wanneer ze op de rem moet gaan staan wanneer ik -uit puur enthousiasme- mezelf weer eens voorbij dreig te lopen.
Wat is uw fijnste herinnering van het afgelopen jaar?
Het huwelijksfeest van onze jongste dochter. Het was een stralende zomerdag en het was fijn vertoeven in de buitenlucht.
Stel dat u morgen verplicht zou worden om van job te veranderen: waarvoor zou u kiezen?
Alle ambachten interesseren mij. Daarom zou ik een klusjesbedrijf wel fijn vinden, omdat ik dan veel zaken zou kunnen combineren: elektriciteit, sanitair, bouw, tuin ...
Bij Rexel staan we voorop met krachtige oplossingen voor een duurzame toekomst, gedreven door innovatie en milieubewustzijn.
Onze grensverleggende oplossingen leiden naar een tijd waar hernieuwbare energie niet alleen een keuze is, maar een absolute noodzaak.
Waarom blijven hangen in het verleden als je de toekomst kunt omarmen? Laten we samen het pad naar duurzaamheid versterken.