New Folk Sounds 121

Page 1

magazine van folk tot wereldmuziek nr. 121 • februari/maart 2009 losse nummers €4,25

❥ Groupa

Zweedse inhaalslag

Ballroomquartet Woody Guthrie Stof happen Apocafolk en zingen uit Leuven

Wereldtoppers 2008 Ongelijst


NIEUW Bij CREAVAK: 27 JULI – 3 AUGUSTUS 2009 WORKSHOP TREKHARMONICA EN BALFOLK OP FRAAI CHATEAU IN FRANSE ARDENNEN.

U verblijft op een fraai landgoed met een prachtig meer en zwembad, omringd door het woud van de Argonne met wandel en fietsmogelijkheden. Mountainbikes te huur op het kasteel. De Bourgondische keuken voor vegetariërs en niet vegetariërs, de gezelligheid rond het kampvuur, de uitstekende workshops en de bijzonder mooi lokatie vormen een uitstekend decor voor een onvergetelijke vakantie. Mooie steden als Reims, Verdun en Sedan liggen in de omgeving. Prijzen: vanaf 430 euro volpension, inclusief workshop. (gespreide betaling mogelijk)

SPELEN VOOR DANSERS EN DANSEN VOOR SPELERS. • • • • •

Voor iedere muzikant die affiniteit heeft met volksmuziek en niet bang is om te dansen. Voor harmonicaspelers met enige ervaring (C/F en G/C) en voor andere instrumentenspelers (middengroep en gevorderd). Ervaren hoe het is om een dans te spelen en hoe dit met de benen voelt. Speciale aandacht aan het spelen van de typische dansritmes op de trekharmonica Eindpresentatie in de vorm van een bal populaire in het dorp Grandpré.

Informatie: www.creavak.nl. of Thérèse Steenbrink tel. 058-2883892.

Gertjan en Marion Jorissen hebben ruime ervaring als balfolkmuzikant en als danser vanuit de Franse danstraditie. Ze spelen trekharmonica, draailier en doedelzak in de muziekgroep Chardon (www.chardonfolk.nl). Zij zijn al acht jaar een bekende verschijning op de danspodia in Nederland, en zij organiseren dans- en muziekworkshops in Friesland.

Andere workshops:

Model- en portrettekenen en schilderen Beeldhouwen Koorzang klassieke muziek.

Ondergetekende verleent hierbij tot wederopzegging ­machtiging aan New Folk Sounds Tijdschrift te Leiden om het abonnementsgeld af te schrijven van zijn/haar rekening:

Dit is een bank/giro* rekening

Naam en voorletters: Adres:

Postcode:

Plaats:

e-mail: Datum:

Handtekening:

svp Opsturen aan: New Folk Sounds, Oude Herengracht 4, 2312 LN Leiden 2

New Folk Sounds februari/maart 2009

* maak uw keuze kenbaar

MACHTIGINGSKAART


Inhoud nummer 121

New Folk Sounds 121 22e jaargang, februari/maart 2009 verschijnt zes keer per jaar Uitgegeven door de Stichting Janviool New Folk Sounds Abonnementenadministratie: Oude Herengracht 4, 2312 LN Leiden Telefoon (maandag 09.00-11.00 uur): 071-5219256 E-mail: abonnee@newfolksounds.nl Redactieadres: Postbus 1022, 4388 ZG Oost-Souburg Telefoon: 0118-462377 Fax: 0118-469960 E-mail: info@newfolksounds.nl Internet: www.newfolksounds.nl Bestuur Stichting Janviool: Hans van Deelen, Evert Bronstring Redactie: Luther Zevenbergen (hoofdredactie), Marco Pol (eindredactie), Hans van Deelen, Dries Delrue, René van Peer. Aan dit nummer werkten verder mee: Joop van den Bremen, Eelco Schilder, Rolf Groeneveld, Jeroen van Zuylen, Marius Roeting, Ron Janssen, Daan van Os, Wino Evertz. Abonnementsprijzen: Per kalenderjaar. Nederland: € 23,75. Buitenland: € 27,15. Losse nummers: € 4,25 + bijdrage verzendkosten. Bijdrage verzendkosten Nederland: € 1,00 Bijdrage verzendkosten Buitenland: € 2,00 Losse nummers uitsluitend via vooruitbetaling o.v.v. gewenste nummer en uw adresgegevens op gironummer: 1206656 t.n.v. New FolkSounds Tijdschriftenadministratie, Leiden. Buitenland: vermeld op het speciale overschrijvingsformulier de volgende codes: IBAN: NL24 INGB 0001 2066 56 BIC: INGBNL2A Opzegging: schriftelijk vóór 1 november Advertentietarieven: 1/1 pag. € 270,– (max. 190 x 270 mm) 1/2 pag. € 165,– (max. 190 x 130 mm) 1/2 pag. € 165,– (max. 95 x 270 mm) 1/3 pag. € 130,– (max. 190 x 90 mm) 1/4 pag. € 95,– (max. 95 x 130 mm) 1/4 pag. € 95,– (max. 190 x 65 mm) 1/6 pag. € 75,– (max. 95 x 95 mm) 1/8 pag. € 60,– (max. 95 x 65 mm) 1/9 pag. € 50,– (max 47,5 x 95 mm) Alleen voor muzikanten: 1/16 pag. € 25,–. Voor de achterzijde geldt een toeslag van 25%, voor de binnenzijde van de omslag een toeslag van 10%. Kortingen: dezelfde advertentie in drie opeenvolgende edities: 5%. Dezelfde advertentie in zes opeenvolgende edities: 10%.

februari

4 Opmaat 5 De Platduitse Golf komt tot leven in Uplengen-Remels 8 Muziek maken gaat over communiceren, aldus Wigbert 11 Hot Griselda bestaat amper een half jaar, maar speelt op ­menig bal folk in Nederland en België 12 De veelzijdige geluids­ kunstenaars van Ballroomquartet toveren klanken uit authentieke folkinstrumenten 15 Het Meesterwerk stoft Woody Guthries Dust Bowl Ballads af 16 Werkraum en de liefde volgens Axel Frank 18 Hollandse knusheid uit vroeger tijden volgens De Tivolies 20 Groupa over hun rol in de ontwikkelingen binnen de Zweedse folk 24 In het Jaaroverzicht 2008 komen zes mensen uit verschillende segmenten van de wereldmuziek aan het woord over de meest bijzondere belevenis van het afgelopen jaar 27 Recensies met oa Erwin de Vries, Johan Meijer, Genevieve Laloy, Moya Brennan, Pete Seeger, Tish Hinojosa, Warsaw Village Band, Huun Huur Tu, Chiwoniso. 37 Extract 40 Agenda 43 Fotopagina

& maart

Aanlevering advertenties: Digitaal: per mail of op cd-rom InDesign, hi res TIFF-, EPS- of PDF-formaat. Of: zwart/wit op positieve print. De advertentietekst moet drukklaar worden ­aangeleverd. Hierop zijn de tarieven gebaseerd. Kladjes: tarieven een tot en met drie regels: € 4,50. Elke volgende regel € 1,10. Copyright: Stichting Janviool. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie. Drukwerk: Brandsma Offset Ferwerd Deadlines NFS 122: Advertenties: 13 februari Deadlines NFS 123: Kopij: 3 april, Advertenties: 17 april

8

12

ISSN: 0932-7666 Foto voorkant: Groupa (Foto: Kristin Lidell) New Folk Sounds februari/maart 2009

3

15

16


opmaat ✒ Redactioneel Wereldmuziek is niet dood, maar er zit wel een raar luchtje aan Merkwaardige belevenis was dat, de uitreiking van de Edisons voor Jazz/Wereldmuziek in Muziekcentrum Frits Philips, afgelopen november in Eindhoven. Bij binnenkomst werden de bokken van de schapen gescheiden. Genodigde bankzaken, mediabonzen alsmede aanverwante artikelen zaten in de zaal, verscheidene uitverkorenen zelfs aan tafeltjes met gérant; het gemene volk werd doorverwezen naar de engelenbak. Gids door de avond was Co de Kloet, Zappafan en maker van radioprogramma's over jazz en wereldmuziek bij Radio 6, waarvan hij een tijdlang hoofd muziek geweest is. Er kwam veel jazz voorbij van de meer belegen soort. Goed gespeeld maar met kop en kont ­verankerd in het midden van een brede,

grijze weg. Want wat je ook mag zeggen van Trijntje Oosterhuis, om maar een voorbeeld te noemen, veel avontuur is er aan haar liedjes niet te beleven. De Kloet schoof een bekend citaat van zijn idool ("Jazz is not dead, it just smells funny") kies terzijde en uitte zich in lyrische woorden over alles en iedereen. Tot de categorie Wereldmuziek aan de beurt kwam. In deze opzet was het een mal vijfde wiel aan de wiebelende jazzwagen, al is er natuurlijk meer dan voldoende wereldmuziek die een artistieke winterslaap houdt in een knus nestje van pluizige jazz en al enige jaren voorgeeft daarin energie op te doen. Winnaar Gé Reinders was uit een heel ander, frisser hout gesneden. Zijn cd Bloas mich 't landj door, liedjes gezongen in de taal van zijn hart en geboortestreek en begeleid door twaalf Nederlandse blaasorkesten, had met evenveel recht mogen meedingen en winnen in de categorie rock 'n roll. Nu kreeg je de indruk dat voor de Randstad Limburg en de traditie van het blaasorkest cultureel

Onder de groene linde

al aan gene zijde van de horizon liggen. Gé zelf stond te glunderen voor het Metropole Orkest, vond dat zijn cd best een wereldplaat genoemd mocht worden, en zong een wonderschoon liedje over twee oprechte liefhebbers van blaasmuziek. Maar wat dit hele onderdeel in een vreemd licht zette was de inleiding van De Kloet, waarin hij meldde dat wereldmuziek niet bestond. Nu is het een dubieuze en onhandige term, maar om dan meteen de hele categorie te diskwalificeren is wat al te gemakkelijk, zeker als hij die banier aan zijn eigen programma's laat wapperen. Het had van meer visie en durf getuigd als hij jazz in de ban gedaan had. Als je wereldmuziek op zo'n manier dood verklaart, zit daar een merkwaardig luchtje aan. René van Peer

Niet meer onder ons

Op 7 december jl. vond de presentatie van de cd/dvd-box Onder de groene linde door Music & Words en het Meertensinstituut in RASA (Utrecht) plaats. Ook het vierde deel van het boek in de serie met dezelfde titel (ISBN 978-90-6984-577-7) werd daar ten doop gehouden. Dat laatste deel heeft als ondertitel “Liederen over sociale verschillen tussen gelieven”. Bij de uitgebreide presentatie traden o.a. ook nog Wè-nun Henk en Rosita en Herman Dewit op. Ate Doornbosch kon in Utrecht, wegens ziekte, beide werken helaas niet zelf in ontvangst nemen. Op 14 maart 2008 zal er in Nuis (Gr.), de geboorteplaats van de drieëntachtigjarige liedonderzoeker, een speciale Ate Doornboschdag worden georganiseerd.

Errata In NFS 120 is in het midden van het artikel over Annie Ebrel helaas een alinea weggevallen. Het had er als volgt moeten staan:

In 1996 ontmoette Ebrel de Italiaanse jazz contrabassist Riccardo Del Fra. Het platenlabel Gwerz Pladenn (gedistribueerd door Coop Breizh) had een tournee op het getouw gezet. Over deze ontmoeting zegt ze: “In dat programma hebben we een nummer als duo gebracht. De magie werkte onmiddellijk. Ondanks onze verschillende cultuur en genres hadden we een zelfde aanvoelen van melodie en frasering. Vandaar is tussen ons een samenwerking begonnen waaruit de voorstelling Douar Gliz en de cd Voulouz loar – Velluto di Luna zijn gegroeid.” In datzelfde nummer maakten wij er melding van dat Henk Hoogenstraaten afscheid nam van Folkforum. Het is niet, zoals we schreven, Assie Aukes die de leiding overneemt. Hij neemt Henk's column over, de leiding is al enige tijd in handen van Ronald Rietman en Mirjam Adriaans.

4

New Folk Sounds februari/maart 2009

zijn enkele grootheden, ieder met een zeer verschillende achtergrond. België verloor op 10 november het boegbeeld van het ­Vlaamse literaire lied, Willy ­Cecile J­ohannes, oftwel Wannes, Van De ­Velde. Zanger, muzikant, beeldend ­kunstenaar en (onofficieel) stadsdichter van zijn geliefde Antwerpen. Verzamelaar en vertolker van Vlaamse dialectliedjes, maar ook theatermaker en liefhebber van flamencomuziek. Vele van Van De Velde’s liedjes zijn terug te vinden in de bundel De Klank van de Stad, liederen van 1966-1999. In Engeland overleed de legendarische gitarist Davy Graham. Hij was een voorloper tijdens de Britse folkrevival van de jaren zestig, ontwikkelde een geheel eigen en zeer virtuoze gitaarstijl, sloeg nieuwe wegen in en was daarmee een groot inspirator voor vele tijdgenoten. Davy Graham is 68 jaar geworden.


Tekst & foto's: Joop van den Bremen

Oost-Friese dialectmuziek Bestaat er zoiets als een Platduitse golf?

De toenemende populariteit van de dialectzang in Oost-Friesland vormde in 2008 de aanleiding voor een heus festival. Uplengen-Remels – ongeveer halverwege Leer en Oldenburg – was tijdens het tweede weekend van september even het muzikale middelpunt. Otto Groote (met links Matthias Malcher)

het succesvolle Bardentreffen in Neurenberg voor ogen. Zijn kleinschaliger festival werd mede opgezet als promotieactiviteit van de Gemeente Uplengen. Uitgesmeerd over twee avonden bood het de toeschouwers een leuke gelegenheid te luisteren naar verschillende Oost-Friese troubadours. Het programma bleek ondanks de beperking die het dialect als voertaal oplegt - sterk uiteenlopend. De stijl van de zangers was even divers als hun podiumervaring. Ervaren artiesten zoals Jan Cornelius en Helmut Debus gaven acte de presence naast nieuwelingen als Otto Groote, het duo Blau en Herbert Bartmann. Die laatste muzikanten doen veronderstellen dat er een nieuwe golf dialectzangers onderweg is. De concentratie van artiesten in Uplengen bood daarom een prima gelegenheid om ze zelf eens aan de tand te voelen over die plattdeutsche Welle, de Platduitse golf.

Voor veel Duitsers is Oost-Friesland het achtergebleven gebied in eigen land. Toeristengidsen laten de regio dan ook praktisch links liggen. De bevolking krijgt ontelbare moppen over zich uitgestort en je vindt er - letterlijk - het laagste punt van Duitsland. Als je bij Nieuweschans de grens passeert ben je er al. Als je daar Ostfriesland binnenkomt dan merk je al snel dat de vooroordelen volkomen onterecht zijn. Nergens in Duitsland is de bevolking zo vriendelijk. “Moin” is de groet voor iedereen, vriend en vreemdeling. In die noordwestelijke hoek van de Bondsrepubliek, vrijwel ingeklemd tussen de Eems en de Weser, leeft de muziek volop. De shantykoren zingen er geen shanties, maar liederen vol heimwee en opvallend vaak in het dialect. Ook op folk georiënteerde groepen kom je er tegen. Laway, al jaren aangedreven door Gerd Brandt, zingt up platt. Malbrook, de groep rond Wolfgang Meyering, die oude Platduitse teksten met noordelijke muziek nieuw leven inblaast, heeft er zijn wortels. Behalve groepen bewegen zich veel individuele zangers in het plattdeutsche circuit. Sommigen al erg lang, zoals Jan Cornelius uit Jemgum en Helmut Debus uit Brake. Maar tussen de routiniers duiken sinds enkele jaren nieuwe namen op. Is er sprake van een Platduitse golf in de muziek? Peter Jaruschewski, de organisator van het Erstes Ostfriesisches Bardentreffen constateert dat er ‘duidelijk sprake is van een opleving van de dialectmuziek’. Bij de invulling van het programma stond hem

New Folk Sounds februari/maart 2009

Jan Cornelius (1953) verrichtte de muzikale aftrap in Uplengen. ­Ondanks zijn lichte verkoudheid wist hij het publiek al snel aan zich te binden. De routinier, in het dagelijks leven leraar Duits, stopt veel creativiteit in zijn teksten. Zijn onderwerpen variëren van de charme van een kleine dorpswinkel tot de strijd in Afghanistan. “De wereld verandert en mijn liederen zijn mijn dagboek,” zegt hij. “Het is een soort spiegel van je gevoel. De liederen over het milieu en de vrede zijn echter door de jaren heen gebleven.” Zanger-gitarist Cornelius vormt met twee begeleiders, die ook meespelen op zijn laatste cd,

5


­ ulti-instrumentalist tijdens zijn voorstelling verder uit te bouwen. m Zijn optreden boeit vanaf het begin tot het einde. Soms leunt de folkmuzikant zelfs tegen de hiphop aan, zoals in Dree dicke ­Daudrüppen. Bartmann geeft die drie woorden de hoofdrol in een intrigerend spel met zijn cajon. Verder etaleert hij op indrukwekkende wijze zijn ­multi-instrumentele capaciteiten. Na afloop blijkt de podiummuzikant die weet waar hij voor staat een stuk bescheidener. Bartmann ziet zichzelf een beetje als de ‘verloren zoon’ van de folk die via de dialectmuziek terugkeert. Hij is gepokt en gemazeld in de Ierse muziek, maar vindt die muziekrichting vooral tot mainstream verworden. “Ik neem er nog wel wat elementen uit om in mijn eigen muziek te stoppen.” Als er al sprake is van een dialectgolf, dan staat hij daar niet bij stil. “Ik weet niet of er een Platduitse golf bestaat. Misschien lever ik er wel een bijdrage aan, maar zeker niet bewust. Ik maak de muziek vooral voor mezelf.” Een opvallende verschijning in Uplengen is Siemen Rühaak (1950) die de eerste avond afsluit. Zijn zangcarrière startte op 15-jarige ­leeftijd toen hij een folk- en rockband startte. In 1973 bracht hij zelfs een lp uit maar koos uiteindelijk toch voor het toneel. Hij speelt al jarenlang de meest uiteenlopende rollen in televisieseries

Herbert Bartman

een perfect harmoniërend trio in een niet alledaagse bezetting. De rustgevende cello van Christa Ehrig vormt een uitstekend tegenwicht voor de prikkelende elektrische gitaar van Klaus Hagemann. De muziek die Cornelius tegenwoordig maakt staat mijlenver ­verwijderd van de skifflemuziek waarmee hij in zijn jonge jaren begon. “Die muziek heeft toen veel voor mij betekend. Daar heb ik mijn podiumervaring opgedaan.” In 1977 startte hij met zijn broer het duo Jan & Jörn. Sindsdien ontwikkelde hij zich steeds verder. In 1992 gebruikte hij verzen van de Nederduitse dichteres Greta Schoon als basis voor zijn muziek. In 1993 ontving hij de prestigieuze Bad Bevensen-prijs voor zijn Platduitse kinderliedjes. Cornelius stelt na afloop van zijn optreden met enige aarzeling vast dat er wel zoiets is als een Platduitse golf. “Ook mensen met andere soorten muziek zijn er mee bezig. Er is innovatieve muziek, kijk naar Blau, en zelfs hip hop in het plat, zoals 50 Zent.” Herbert Bartmann is in het dagelijks leven muziekleraar en al sinds de jaren ’70 actief in het Duitse folkcircuit. Hij is niet alleen zanger en gitarist, maar ook een gerenommeerd doedelzakspeler. Eerder werkte hij in muzikale projecten samen met Davy Spillane en Sean Keane (die van de Chieftains). In 2007 verscheen zijn cd Temmi. Met die dialectschijf keerde Bartmann terug naar de taal van zijn jeugd. Zijn optreden op het Bardentreffen is zeker zo boeiend als zijn cd maar geen schoolvoorbeeld van wat je bij dialectmuziek verwacht. Zijn liederen zijn fris, klinken eigentijds en verrassen ondanks de oude teksten die hij vaak gebruikt. Dat levendige beeld weet de

Duo Blau (l. Günter Orendi, r. Werner Wilms)

6

New Folk Sounds februari/maart 2009


beeldhouwer en dichter, neemt de muziek voor hem een steeds grotere plaats in. “Aan mijn andere werk kom ik steeds minder toe.” De dichter Groote is bovendien erg trots dat een van zijn gedichten is opgenomen in de bundel “De 100 moiste oostfreeske plattdüütse Gedichten” die dit jaar verscheen. Werner Wilms (zang en gitaren) en Günter Orendi (zang, tuba en percussie) zijn eveneens nieuw in het dialectcircuit. Het tweetal brengt, sinds zo’n jaar of vijf, als Blau muziek met folk- cajun- texmex- en (vandaar de naam) bluesinvloeden. Het optreden van het duo neemt op de tweede avond van het festival af en toe hilarische vormen aan. Vooral als Orendi lopend in een grindbak het stevige gitaarwerk van Wilms, in de Nordic walking blues, ritmisch ondersteunt. Met de uitzonderlijke bezetting en ironisch getinte liedjes geven zij weer een andere kleur aan de Platduitse muziek. Van huis uit is Orendi geen dialectspreker maar leerde de Mundart via een cursus. Ondanks dat het tweetal nog niet zo lang actief is, neemt Werner Wilms de Platduitse golf duidelijk waar. “Ik zie een sterke toename in de populariteit van de dialectmuziek.” Helmut Debus (1949) mag het tweedaagse festival afsluiten. De zanger-liedjesschrijver produceerde sinds 1976 een indrukwekkende lijst geluidsdragers. Na zijn start speelde hij vooral traditionele en vertaalde liedjes, maar na zo’n jaar of vijf schakelde hij steeds meer over op eigen teksten en muziek. Dat hij het vak beheerst bewijst zijn bijnaam ‘Plattdeutsche Songpoet’. Hij veroverde diverse prijzen waaronder - als eerste - de Bad Bevensen-prijs (1985) en de Niederdeutsche Literatuurpreis (1999). Debus zou je met recht de éminence grise van de Platduitse folk kunnen noemen, ware het niet dat hij bijna geen haar meer heeft. Van zijn kalend hoofd maakt hij overigens geen geheim, ook niet tijdens zijn optreden. Zo’n performance van Debus blijkt iedere keer weer indrukwekkend. Hij sleept zijn publiek mee met poëtische liederen waarin de zee vaak een belangrijke rol speelt. Zijn songs zijn zo indringend dat je eigenlijk alleen stil kunt zitten en luisteren. Het is tijdens zijn optreden muisstil. Kort na het wegklinken van het laatste gitaarakkoord barst iedere keer een gul applaus los. Het is een genot te ervaren hoe deze rasartiest zijn publiek in zijn liedjes meesleept. De sympathieke muzikant blijkt na zijn optreden buitengewoon nuchter. Over een Platduitse golf moeten we ons niet al te veel illusies maken. ”Er staan nauwelijks jongere muzikanten in het plat op,” weet Debus. “Je kunt dus ook niet spreken over een golf. Dat wij indertijd in het plat gingen praten was een teken des tijds. In de jaren ‘70 hadden wij daarmee onze eigen doelen, om een beetje dwars te liggen.” Alles overziend is er misschien toch geen sprake van een Platduitse golf. Maar dat staat in elk geval een tweede Bardentreffen niet in de weg. De datum ligt volgens organisator Jaruschewski al vast. Op 11 en 12 september 2009 wordt het in Uplengen vast weer genieten, misschien dan met wat meer publiek.

Helmut Debus

en ­toneelstukken, ook in het dialect. Rühaak zingt Platduitse liedjes in de stijl van Reinhard Mey. Die versjes bij kaarslicht brengt hij met expressie, zoals je dat van een acteur mag verwachten. Hij wisselt ze af met enkele knappe staaltjes boventoonzang, een techniek die je bij weinig westerse zangers tegenkomt. Zijn optreden lijkt een gelegenheid die voorbijkomt en waarbij hij steeds de acteur blijft. Wat de Platduitse golf betreft, is hij kort en duidelijk. “Die is er niet. Er is hoogstens sprake van een opleving.” Otto Groote (1957) verschijnt op de tweede avond als eerste ‘bard’ op het podium. Hij is een nieuwkomer in het Platduitse circuit, hoewel hij al in de jaren ’70 en ’80 in een folkband actief was. Groote zingt liedjes, zelfgeschreven en op verzen van Platduitse dichters. Ook Loat mie heuren van de Groninger groep Törf staat in een OostFriese versie op zijn repertoire. Zanger-gitarist Groote heeft een warme stem en neemt de tijd voor zijn verbindende teksten. Zijn uitstekende secondanten krijgen voor het instrumentele werk volop de ruimte. Matthias Malcher, (gitaar en banjo) en Ralf Strotmann (basgitaar) vormen met Groote een hecht trio. Groote behoort tot de nieuwe lichting dialectzangers. In 2006 verscheen zijn debuut-cd In ’t blaue Licht van d’ Nörden. “Ik maakte een half jaar muziek en werd geconfronteerd met de Platduitse songs van Helmut Debus. Ik schreef zelf ook een eerste lied en ontdekte dat het goed klonk.” Groote ziet de dialectgolf duidelijk en vindt dat hij er zelf een deel van is. “De oorzaak van de toename van de dialectzang ligt in de voortschrijdende globalisering. Het is een tegenbeweging en er komen steeds nieuwe zangers bij.” Groote wijst op, de eveneens in Bremen wonende, Jan Graf. “Die is nog maar 35.” Ook Blau en ­Herbert Bartmann ziet Groote als nieuwe exponenten. Naast zijn werk als

New Folk Sounds februari/maart 2009

) Jan Cornelius, Dreeklang (Artychoke, 2008) Herbert Bartmann, Temmi (Artychoke, 2007) Otto Groote, De Tied steiht still (Kiw! Music, 2007) Blau, All up Stee (Starfish, 2007) Helmut Debus, Steern un Stroom (Thein, 2005)

7



Tekst: Dries Delrue Foto: Rob Walbers

Wigbert Musiceren is communiceren Wigbert leidt een muzikaal dubbelleven: singer-songwriter én gitarist. Het ene verdringt al eens het ­andere. Daardoor moest er tien jaar gewacht worden op zijn ­vierde soloplaat. Nu die er is willen we die muzikant beter leren kennen. Hoe Wigbert (die voluit Wigbert van Lierde heet) beroepsmuzikant werd is een mooi verhaal. Als kind werd hij door muziek geboeid. Zijn drie oudere broers luisterden vaak naar verschillende muziekgenres. Wigbert luisterde mee. Voor de jongen stak die wereld vol rijke verrassingen. Op zijn dertiende kreeg hij een gitaar op voorwaarde dat hij naar het muziekconservatorium in Aalst zou gaan. Waar anders zou hij dat instrument behoorlijk leren bespelen? Van het eerste jaar verplichte notenleer bakte hij maar niets. Eigenlijk leerde Wigbert alles al doende. De lp’s van zijn broers beluisteren en die proberen na te spelen was zijn beste leerschool. Als kind nam hij alles wat hij hoorde in zich op. John Martin en Bert Jansch vond hij van meet af aan fantastische gitaristen. Maar ook Frank Zappa leerde hij zo kennen. Het vak leerde hij op de live-scène, vooral als hogeschoolstudent te Gent. Er gebeurde heel wat op muzikaal gebied en jamsessies waren toen in meerdere Gentse café’s en clubs heel gewoon. Wigberts gitaarspel werd erg gewaardeerd. De ontmoeting met de Schotse muzikant Brian Nelson is bepalend geweest. Zij speelden veel samen. Brian was een enorme Dylan-fan. Uren luisterden ze naar zijn songs. Brian gaf daarbij ook nog veel informatie over die

New Folk Sounds februari/maart 2009

muziek. Ook Graham Parker en The Clash hoorden tot zijn uitverkorenen. Dat verruimde Wigberts muzikale bagage nog meer. Alhoewel nog amateur, zag Wigbert muziek als iets professioneels. “Die grens is niet erg duidelijk” zegt hij, “je wordt professioneel wanneer je de stap naar dat beroep zet, maar muzikaal maakt dat niet zoveel uit.” Een andere belangrijke ontmoeting was die met Jan De Wilde. Wigbert had opgemerkt op welke bijzondere manier Jan gitaar speelde. Na een voorstelling ging hij zelf naar Jan De Wilde toe. “Als je ooit een gitarist nodig hebt…” liet hij hem verstaan. Kort nadien, omstreeks 1990, kon hij bij De Wilde thuis jammen op een aantal nummers. Loebeke, M’n tant’Odile, Zussen… het waren lievelingsnummers van Wigbert. Nu was De Wilde verrast over Wigberts gitaarspel. Toen De Wilde enkele weken later te Aalst het voorprogramma mocht spelen voor Boudewijn de Groot vroeg hij Wigbert om mee te spelen. Het werd Wigberts eerste live-optreden in een grote zaal. De vonken vlogen er af, de pers had enkel lovende kritiek en De Wilde’s gewone gitarist was blij dat Jan een vervanger gevonden had. Hijzelf wilde al lang flamenco gaan spelen.

9


❝Van notenleer bakte ik niets Eigen werk en studiomuzikant Wigbert stuurde in die tijd demo’s van zijn liedjes naar platenfirma’s en korte tijd later kreeg hij een contract bij Virgin. In 1991 verscheen zijn eerste solo-cd met het onverslijtbare Ebbenhout Blues, nog steeds een van zijn topnummers. De plaat werd geproduceerd door Wouter Van Belle, toen nog onbekend, maar nu een veel gevraagd producer. Als producer van de eerste plaat van Axelle Red vroeg Van Belle Wigbert om gitaar en bas te spelen. Sindsdien is Wigbert een vaak gevraagd studiomuzikant. “En zo ben ik er als vanzelf ingerold” zegt hij. “Ik leerde in die tijd ook heel veel mensen kennen. Ik mocht ook meespelen op de eerste cd van Gorky, ook geproduced door Van Belle.” Het vaak meespelen met anderen heeft zeker de productie van Wigberts eigen songs vertraagd. Het ene project kwam na het andere wat niet veel ruimte liet voor eigen plaatopnames. Toen hij omstreeks 2000 voldoende liederen klaar had voor een nieuwe cd was de platenindustrie in crisis. Besnoeien was de boodschap. Virgin werd omgevormd en was niet meer echt geïnteresseerd in een cd van Wigbert. Uiteindelijk ging het label Virgin over naar de gigant EMI. Voor songschrijvers was het steeds meer uitkijken naar middelen om zelf een cd-productie te financieren. Zo werd de nieuwe cd pas enkele maanden geleden uitgebracht. Dat kon ook alleen dankzij de hulp van bevriende muzikanten zoals Tom Pintens en Michel Bisceglia die ook als producer optraden. In die tussentijd werkte Wigbert mee aan meerdere projecten. Bij een tournee van de Engelse songwriter Brendan Croker langs Belgische gevangenissen, waarbij ook Patrick Riguelle betrokken was mocht Wigbert Roland vervangen. Een programma rond de muziek van Ferre Grignard was een ander project. In 2000 maakte Wigbert een tournee met Fay Lovsky die net een Nederlandstalige cd uit had. Dat programma werd op een live-cd vastgelegd. De cd Zakformaat XL uit hetzelfde jaar was een samenwerking van Wigbert met Riguelle en Kris De Bruyne. Nog tal van andere projecten in de jaren nadien waren er mede oorzaak van dat het uitbrengen van een nieuwe eigen solo-cd zolang op zich liet wachten. Over de inspiratie voor zijn songs zegt Wigbert: “Die komt uiteraard uit mijn belevingswereld, uit wat ik hoor en zie. Maar ze zijn niet autobiografisch. Indien wel zou ik al lang uitgezongen zijn. Achter kleine gebeurtenissen, kleine drama’s steekt stof voor een lied. Voor Ebbenhout Blues werd ik geïnspireerd door een televisieprogramma over adoptiekinderen. Ik zag hoe veel van die kinderen als jongvolwassene op zoek gaan naar hun natuurlijke ouders. Het zwarte meisje uit Ebbenhout Blues laat ik zo terugvliegen naar Congo.” Als begeleidingsmuzikant speelt Wigbert erg verschillende genres. “Voor mij zijn er geen grenzen in de muziek zelf. De enige grens is mijn eigen beperktheid als instrumentalist. Je kunt niet alles en dat is een grens. De ontmoetingen met verschillende mensen is voor mij

essentieel in de muziek. Het is een echt communicatiemiddel. Ook met het publiek ga je een conversatie aan. Niet met woorden maar met klanken en ritmes. Zonder mekaars taal te spreken kan je echt communiceren. Dat is het wonderlijke van muziek.” Met Kommil Foo Aan de theatertournee in oktober en november, waarop Wigbert zijn nieuwe cd voorstelde, werkte Kommil Foo mee. Ook dat was aan een toeval te wijten. Aan de hommage-concerten ter nagedachtenis van Bram Vermeulen, nog een man waarmee Wigbert vaak op tournee is gegaan, werkten zowel Raf Walschaerts als Wigbert mee. Op een dag vroeg Raf Walschaerts hem wanneer hij nog eens met zijn eigen songs op tournee zou gaan. “Misschien kan je het met mijn broer Mich doen, hij houdt erg veel van jou liedjes” zei Raf nog. “Zo’n toevallig gesprek mag je niet laten verloren gaan” zegt Wigbert. “Ik ben daar op ingegaan en uiteindelijk zijn beide broers, de hele Kommil Foo dus, mee op tournee gegaan. Dit heeft voor mij de deuren geopend van meerder culturele centra. Veel mensen hebben me op die manier leren kennen. En het was een boeiende en erg leuke ­samenwerking.” Bram en Wannes Als ik Wigbert vraag naar een memorabel moment uit die vele muzikale contacten die hij had moet hij even nadenken. Maar dan vertelt hij wat een bijzondere ervaring het slotconcert van de hommage-tournee rond Bram Vermeulen is geweest. “We waren daar met Noord en Zuid verenigd in Carré om een afscheid te zingen aan Bram. Er heerste een buitengewone sfeer.” Eind 2007 werkte Wigbert mee aan een hommageconcert voor ­Wannes Van de Velde in ’s Hertogenbosch. Wat betekent Wannes voor hem? “Wannes is een heel grote. Waar je ook over ‘folk’ spreekt, daar komt Wannes ter sprake. Die heeft op een vanzelfsprekende manier ons Vlaams verleden aan het heden gebonden. Hij maakte van de traditie een tijdloos iets. Hij was ook een bijzonder chroniqueur van deze tijd.” ) Altijd wel iets - lc music LCM 100208 ➸ www.wigbert.be

10 New Folk Sounds februari/maart 2009


Tekst: Rolf Groeneveld Foto: Ronald Rietman

Hot Griselda Grensgeval in de bal folk

Hot Griselda is niet zomaar de laatste balgroep uit België. Naast de Vlamingen Toon van Mierlo (doedelzak, trekharmonica en sopraansax in onder andere Naragonia en Embrun) en Jeroen Geerinck (gitaar in onder andere KV Express en Transpiradansa!) rekent de band de Nederlanders Kaspar ­Laval (bouzouki) en Stijn van Beek ­(uilleann pipes) tot haar leden. Kaspar en Stijn spelen behalve in Hot Griselda ook in de experimenteel-Ierse folkband Stargazer, én kenners zullen Stijn ongetwijfeld kennen van zijn samenwerking met Niamh Parsons en Carel Kraayenhof. Niet de minsten dus, en ondanks de jonge leeftijd van de band (niet meer dan een half jaar) hoog tijd voor een interview. Hoe zijn jullie bij elkaar gekomen? Stijn: Ik leerde Toon kennen op een bal in Nijmegen, en we bleken al snel allebei een grote passie te hebben voor de uilleann ­pipes. We hebben toen geprobeerd dingen samen te doen, met twee uilleann pipes dus, en toen ik Jeroen leerde kennen kwamen we op het idee een repertoire in elkaar te zetten voor een optreden op het boombalfestival. Hoe is het om na jaren Iers te spelen met het bal folk repertoire aan de slag te gaan?

Stijn: Het verschil is niet zo groot als het lijkt. Het zijn andere toonsoorten, maar de dansbaarheid is in allebei de genres belangrijk. Het is wel breder, omdat het repertoire een groter aantal typen melodieën heeft. Kaspar: Zowel Hot Griselda als Stargazer zijn voor mij geweldige bands. Het leuke van muziek is voor mij dat je die op allerlei kunt interpreteren. Ik leer veel van Jeroen op het gebied van geluid, en dan met name het geluid van je eigen instrument: moet het akoestisch klinken, of wil je een breder spectrum aan klanken? In Nederland kun je niet veel bal spelen, maar het is wel heel dankbaar om te doen. Het is wel zo, dat de muzikanten en de dansers verschillende werelden vormen, ook al staan ze in dezelfde ruimte. Toon: Ik denk dat we werken aan iets origineels. Veel balgroepen spelen gewoon een melodie twintig keer en dat is dan het nummer. Wij proberen dat te vermijden. Kaspar: En dat doen we met andere composities, maar ook met andere instrumenten. Zijn jullie dansers? Kaspar: Totaal niet. Stijn: Een beetje. Jeroen: Het helpt wel om een dans te kunnen dansen. Je weet wat je wel en niet met de accenten en ritmes kan doen.

11 New FolkNew Sounds Folk Sounds december februari/maart 2008/januari2009 2009 11

Toon: Ik vind het vooral belangrijk dat muzikanten de dans kunnen aanvoelen. Wat onderscheidt Hot Griselda dan van ­andere bands? Jeroen: Het geluid van de instrumenten en de composities. Er zit een redelijke lijn in de composities. Je hoort dit soort composities niet veel in de bal folk. Het roept een sfeer op die moeilijk te omschrijven is. Toon: De melodieën zijn heel erg met de klank van de instrumenten verweven. Jeroen: Het zijn ook de accenten die de begeleiding legt. Ik speel veel bal folk, maar dit is een andere manier van spelen dan ik in andere groepen doe. Kaspar: Dit is meer de maai-manier, haha! Ik mis in Ierse bands vaak een scherp randje dat wij wel hebben. Het is vaak een beetje truttig, maar wij hebben een zeker venijn. Jeroen: Voor mij was dit de openbaring van dit jaar. Soms voel je bij de repetitie dat er echt iets gebeurt, en bij deze band had ik dat vanaf de eerste minuut. Kaspar: Het klikt persoonlijk ook heel goed. Je hoeft niet veel uit te leggen. Je zit op één lijn. Toon: Ik denk dat Kaspar en Stijn echte ­Belgen zijn!


Tekst: Jeroen van Zuylen Foto: Daan van Os

Ballroomquartet Wie voor het eerst een concert van het Ballroomquartet bijwoont zal verrast reageren. Op het podium verschijnen muzikanten met viool, mandoline, accordeon en contrabas. Dan verwacht je een gezellig folkconcert. Maar dat pakt anders uit; het Ballroomquartet is niet wat het lijkt. De vier mannen van het Ballroomquartet hebben met hun keuze voor traditionele instrumenten een ‘folky’ basis gekozen. Maar de groep het predikaat ‘folkgroep’ opplakken zou te ver voeren. Zeker, in hun muziek herkennen we bij tijd en wijle de authentieke klanken van de accordeon en de viool. En af en toe komt het traditionele dansritme van een bourree voorbij. Maar de groep kiest voor veel meer genres dan folk. En dankzij het geëxperimenteer met de instrumenten krijgen de arrangementen wel een heel eigen karakter. Ik sprak met violist en mandolinespeler Andries Boone over de drijfveren van deze onconventionele band. “Die drang om te experimenteren met geluid zat er van meet af aan al in. Vooral toen bassist Jasper Hautekiet en drummer David Vertongen bij de groep kwamen, werd het een constante zoektocht naar nieuwe klanken, een nieuwe benadering van melodieën. We wilden met de akoestische instrumenten een geheel

ander geluid produceren. Dus onderzochten we alle mogelijkheden, we wisten niet waar we zouden uitkomen.” Trance De muziek van het Ballroomquartet is nog het beste te omschrijven als een soort post-rock, gelardeerd met een karrenvracht aan muzikale invloeden. We herkennen elementen uit de rock, folk, blues en dance-cultuur. Maar ook vinden we uiteenlopende etnische invloeden terug. Van Pakistaanse soefi-muziek tot hedendaagse Scandinavische folk à la Hedningarna en Hoven Droven. Toen ik afgelopen zomer op Dranouter en Folkwoods de groep voor het eerst aan het werk zag, deed de muziek me denken aan de Canadese post-rockformatie Godspeed you black emperor. Maar ook vergelijkingen met groepen als Calexico en het IJslandse Sigur Rós liggen voor de hand.

v.l.n.r. Rony Deprins, David Vertongen, Jasper Hautekiet en Andries Boone 12 New Folk Sounds februari/maart 2009


Geluidskunstenaars creëren nieuwe muzikale landschappen Evenals bij Godspeed kennen de composities van het Ballroomquartet een zekere spanningsopbouw, waarin wordt toegewerkt naar een muzikale climax. De combinatie van ritme en de bijzondere geluidseffecten zorgen soms voor een dreigende, onheilspellende sfeer. Langere stukken als 8 Minutes with Walter laten je volledig in de muziek opgaan of brengen je in trance. Zielsverwanten Andries Boone beaamt die overeenkomsten met genoemde groepen. “Zij hebben hetzelfde instrumentale karakter als wij. Op een gegeven moment waren er meerdere groepen op dezelfde wijze actief. Bij Godspeed ligt de nadruk op metal, terwijl Sigur Rós meer popgericht is. Wij vertrekken vanuit de folk. Maar we zijn zielsverwanten. Onze post-rock-sound is vooral te danken aan drummer David Vertongen, die zich sterk heeft laten inspireren door de soundscapes van Godspeed. Maar we zijn ook zeker beïnvloed door de instrumentale klanken van Pink Floyd.” Andries erkent dat de groep niet bij iedere folkliefhebber aansluiting zal vinden. Zij die, afgaande op het traditionele instrumentarium, naar een concert komen voor een onvervalste set Keltische of Vlaamse folksongs, zullen teleurgesteld zijn. Maar wie openstaat voor nieuwe muzikale initiatieven en zelfs niet vies is van licht avant-gardistische trekjes daarin, zal de muziek van dit Leuvense viertal absoluut weten te waarderen. Volgens Boone is de muziek van het Ballroomquartet wel geëvolueerd de afgelopen jaren. “In het begin speelden we meer akoestisch en zat er meer folk in onze muziek. In de loop der tijd kwam er meer elektronica aan te pas en zijn we qua geluid verder van de pure folk af komen te staan. Maar de affiniteit met de folk is gebleven, dat hoor je ook in onze composities.” Elektronica Het experimenteren met geluidseffecten is vooral te danken aan accordeonist Rony Deprins. “Hij ging de nodige elektronica aan zijn accordeon koppelen, ik ben toen gevolgd”, aldus Boone. “Mijn mandoline wordt via pedalen en een versterker naar een gitaarversterker gestuurd, hetzelfde gebeurt met de viool. De accordeonist verbindt zijn instrument via apparaten met een synthesizer, waardoor het accordeongeluid wordt gemanipuleerd. Zo vervormen we het oorspronkelijke geluid tot iets geheel nieuws. Toch is het eindresultaat niet experimenteel. Het zijn ten slotte herkenbare ritmes en melodieën. Het moet niet zo zijn dat mensen denken: ‘wat een vreemde groep is dat!’. Experimenteel is vooral de manier waarop het allemaal tot stand komt. Overigens spelen we op concerten alles ‘live’. In het begin gebruikten we samples, maar die beperken je vrijheid om te improviseren. Dus zochten we naar mogelijkheden om de sampleklanken te laten voortbrengen door de instrumenten zelf.” Apocalyptisch Ballroomquartet is opgericht in 2001 door Andries Boone en Rony Deprins. Toen reeds had de groep de neiging het publiek op het verkeerde been te zetten. Want hoewel slechts met z’n tweeën, noemden ze zich het Ballroomquartet. Dat de groep even later wordt uitgebreid tot een kwartet, is puur toeval. Ook het eerste deel van de naam is verwarrend, want hoeveel ‘ballroom’ zit er in de muziek? Alleen het lichtvoetige Lydic train past in dat genre, al zijn een hoop nummers zeer dansbaar. Reeds na een paar optredens wint de groep een belangrijke rock-wedstrijd: Rockvonk 2002, waarna het mini-album Ballroom on the rocks wordt uitgebracht. Dat klinkt nog enigszins

New Folk Sounds februari/maart 2009 13

country-achtig. Als in 2004 het eerste album Surfin sufi verschijnt, is de Belgische en Nederlandse pers zeer lovend. We vinden op de plaat zeer uiteenlopende muziekstijlen. Van oosterse melodielijnen tot tango en van een jolige caféstamper (Mighty Mouse) tot een eigenwijze interpretatie van het aloude volksliedje Jan mijne man, dat in een dance-jasje is gestoken. Rony Deprins ontpopt zich op het album als een uitstekend accordeonist. Hij is afkomstig uit de rockwereld, maar draagt nog het meest bij aan het folky karakter van de plaat. Drie jaar later verschijnt Soundmanifest. De groep heeft duidelijk een ontwikkeling doorgemaakt. Het experimenteren met geluiden is weer een stapje verder gegaan. De sfeer is donkerder, de nummers op de plaat zijn zwaarder aangezet en de rol van de elektronica is groter geworden. Maar die elektronica wordt niet overheersend en blijft in dienst van de muziek. Een aantal composities kent onverwachte tempo- en stemmingswisselingen. Stevige rock- en danceritmes die plots overgaan in een contemplatief stukje vioolspel door Andries Boone. Hoogtepunt vind ik het apocalyptische 8 Minutes with Walter dat tegelijk ontroerend, dreigend en opzwepend is. Einstürzende Neubauten Opzwepend is ook de spetterende gitaarsolo (of is het de vervormde mandoline?) van Boone in My heart belongs to Venezuela, dat in het begin klinkt alsof ze bij de buren aan het verbouwen zijn. Niet verwonderlijk dus dat de groep voor de productie van het volgende album in zee gaat met zanger-gitarist Blixa Bargeld van Einstürzende Neubauten. “Op basis van onze cd’s en filmpjes op Youtube, zag hij dit wel zitten”, licht Boone toe. “In september willen we de plaat opnemen. We gaan ervoor naar Berlijn, een groot avontuur waar we naar uitkijken. Niet alleen omdat we voor het eerst met een producer werken, ook omdat het iemand betreft die altijd al met geluid en opnamemethodes geëxperimenteerd heeft.” De nieuwe cd wordt gekoppeld aan een theatertournee, waarbij het publiek tussen de muzikanten in komt te zitten en waarbij ook een videokunstenaar wordt betrokken. Veelzijdigheid kenmerkt de muzikanten van het Ballroomquartet. Onlangs trad de groep op tijdens het Montmartre Filmfestival. De muziek van de groep zou ten slotte passen in de betere filmhuisfilm. Die veelzijdigheid komt verder tot uiting in hun andere muzikale activiteiten. Zo spelen Boone, Deprins en Hautekiet in Limbrant, de groep van Andries’ vader Hubert, die niet alleen bekend is als muzikant, maar ook als schrijver van tal van artikelen en boeken over Vlaamse volksmuziek. Zo experimenteel als Ballroomquartet is, zo traditioneel is de muziek van Limbrant. Menuetten, contradansen en negentiende-eeuwse baldansen vormen het repertoire. Groter kan het contrast niet zijn. Wat vindt vader Boone van die experimentele escapades van zoonlief? Andries: “Vervreemdend, zeer vervreemdend... Hij weet niet of hij het goed of slecht moet vinden.” Daarnaast maakt Boone deel uit van Living Hero, het project van oud-Fluxus-saxofonist Koen Garriau. Living Hero is een soort van super-coverband die voortkomt uit het vergelijkbare Living Rootsproject. Zij bestaat uit een scala aan muzikanten uit de Belgische rock- en folkwereld, waaronder Gert Bettens (ex-K’s Choice), Ruben Block (Triggerfinger) en Jan de Campenaere (Venus in flames). Het gezelschap toert momenteel langs Belgische en Nederlandse zalen met een ode aan Neil Young. Voor Andries Boone lijken de uiteenlopende muzikale activiteiten geen probleem. “Ik kan nu eenmaal makkelijk omschakelen van het ene naar het andere genre.”


Tekst: RenĂŠ van Peer Beeld: Woody Guthrie Archives

14 New Folk Sounds februari/maart 2009


meesterwerk

Woody Guthrie ★ Dust Bowl Ballads Een ecologische ramp en een film vormden de bronnen waaruit folkzanger Woody Guthrie zijn inspiratie putte voor zijn eerste commerciële opnamen, in 1940 uitgebracht onder de titel Dust Bowl ballads. De uitgave, twee sets van drie 78-toeren platen, bracht Guthries loopbaan op een nieuw niveau. Met de desastreuze gevolgen die de wisselwerking tussen mens en klimaat weleens zou kunnen hebben, is dit werk onverminderd actueel. On the 14th day of April of 1935, There struck the worst of dust storms that ever filled the sky. You could see that dust storm comin’, the cloud looked deathlike black, And through our mighty nation, it left a dreadful track. Met dit couplet opent Woody Guthries Dust Bowl ballads. Het eerste lied van de verzameling The great dust storm plaatst je midden in de ecologische catastrofe die zich in de jaren dertig voltrok in een uitgestrekt gebied ten westen van de Mississippi. Jaren van hitte, droogte en mislukte oogsten culmineerden in de zwartste stofstorm die de mensen ooit meegemaakt hadden. Op Black Sunday veranderde de dag in een nacht van verschrikking voor het midden van de Verenigde Staten. De ironie van het lot wilde dat het Palmzondag was, een van de christelijke hoogtepunten van het jaar, en dat de dag op veel plaatsen in het gebied sprookjesachtig mooi en stil begonnen was. Het was middenin de periode die de geschiedenis ingegaan is als de Dust Bowl. Door jaren van roofbouw op de schrale grond, eigenlijk alleen maar geschikt voor taaie grassoorten, was de bovenlaag uitgeput. Het gebied, de zuidelijke Plains ten westen van de Mississippi, was als laatste in de Verenigde Staten gekoloniseerd. Merendeels arme boeren waren er aan het einde van de negentiende eeuw naartoe gelokt met beloften van lage grondprijzen en overvloedige graanoogst­ en. Aanvankelijk waren de opbrengsten inderdaad hoog door een reeks verraderlijk zachte en regenachtige winters. Na de Eerste Wereldoorlog liep de vraag naar graan terug en probeerden boeren hun inkomen op peil te houden door een hogere productie, elke cyclus van zaaien en oogsten was een zwaardere aanslag op de grond. In die jaren ging het klimaat terug naar normale, drogere waarden, en sloeg vervolgens door naar een droogte die in het hart van het gebied tien jaar aanhield. Droogte en onverantwoord gebruik van het land deden de bovenlaag van de grond verstoffen, en stofstormen werden een regelmatig terugkerend verschijnsel. Het moet een tijd geweest zijn van ontstellende ontberingen, zorgen en verdriet. Van ellendige armoede en wanhoop. Aan het stof viel niet te ontkomen. Het drong evenzeer het leven en de ziel van de mensen binnen als hun woningen - vaak niet meer dan hutjes die in de grond waren uitgegraven. Kinderen hoestten stof op, stierven naar adem snakkend aan stoflongen. Vee stierf doordat stof en zand de ingewanden verstopte. De lucht was vrijwel altijd zwanger van stof, temperaturen bereikten vaak onmenselijk hoge waarden. Maar op die zondagochtend in april leek het of de natuur zijn helse grip op het gebied losgelaten had. De lucht was schoon, de hemel

New Folk Sounds februari/maart 2009 15

leek van glas en parelmoer. Hoop bloeide op. Mensen konden hun gedachten even wijden aan andere zaken dan de dagelijkse worsteling met de elementen. De ramen konden open. Gezinnen konden er op uit. Toen daalde de temperatuur sterk, en zagen de mensen uit het noorden een zwarte muur naderen met rode vlekken langs de randen, alsof er vuur omheen speelde. Een harde wind vanuit Canada had zand en stof opgerakeld. Een zuidenwind stuwde het stof naar grote hoogte, en op de vleugels van de aanwakkerende storm joeg het zuidwaarts. Wat er aan stof de lucht in ging tart de verbeelding. Schattingen spreken van twee keer de hoeveelheid grond die verplaatst werd om het Panamakanaal te graven. Door de atmosferische omstandigheden van dat moment was het de zwaarste stofstorm van de Dust Bowl. De zwarte muur van zand die tijdens Black Sunday over het land trok leek een OudTestamentische plaag. Al snel konden mensen geen hand meer voor ogen zien. Letterlijk - het zicht was soms nog geen meter. Wie zich buiten waagde, liep grote kans het leven erbij in te schieten. Een westenwind blies het stof naar Washington. Direct geconfronteerd met dit teken van boven kon de federale regering er niet omheen: in hun land voltrok zich een ramp op ongekende schaal. Our relatives were huddled into their oil boom shacks, And the children they was cryin’ as it whistled through the cracks. And the family it was crowded into their little room, They thought the world had ended, and they thought it was their doom. The storm took place at sundown, it lasted through the night, When we looked out next morning, we saw a terrible sight. We saw outside our window where wheat fields they had grown Was now a rippling ocean of dust the wind had blown. It covered up our fences, it covered up our barns, It covered up our tractors in this wild and dusty storm. We loaded our jalopies and piled our families in, We rattled down that highway to never come back again. Eerder al waren mensen, die uit het gebied van de Dust Bowl weg konden, begonnen aan een grote trek naar het westen, het vruchtbare Californië. Daar werden ze allerminst met open armen ontvangen. Als dagloners kwamen ze terecht in haveloze kampementen, met aan de poort bewapende milities gerecruteerd uit omwonenden. De omstandigheden van deze vluchtelingen in eigen land werd in 1939 treffend door John Steinbeck beschreven in The Grapes of Wrath,


waarvoor hij het jaar daarop de Pulitzerprijs ontving, en meer dan twintig jaar later de Nobelprijs voor de Literatuur. De roman werd vrijwel meteen verfilmd. Het was een verhaal dat de gemoederen beroerde. Het hield de Amerikanen een spiegel voor waar ze niet graag in keken. Geboren in Oklahoma woonde Woody ­Guthrie bij het begin van de Dust Bowl in het deel van Texas dat getroffen werd door de droogte. Vanaf jonge leeftijd werd hij gedreven door een rusteloze energie, die zich uitte in creativiteit en een zwervend bestaan. Hij maakte toen al muziek, leerde liedjes van mensen die hij onderweg ontmoette, schreef eigen liedjes, maar was ook dol op tekenen - hij verdiende geld met musiceren in kroegen en het schilderen van uithangborden. Zijn omzwervingen brachten hem in Californië waar hij met eigen ogen zag hoe het er in de kampementen aan toe ging. Teksten die hij schreef, zowel op bestaande muziek als op eigen melodieën, gingen over zijn belevenissen. Zo ontstonden de eerste liedjes over de levensomstandigheden in de Dust Bowl en van de migranten, die Okies genoemd werden naar de staat Oklahoma waar het merendeel vandaan kwam. In 1940 vertrok hij naar New York waar hij werd uitgenodigd om deel te nemen aan een benefietconcert voor het John Steinbeck Committee for Agricultural Workers. Onder de aanwezigen was Alan Lomax. Die begreep onmiddellijk het potentieel van de zanger, een oorspronkelijk talent dat zich weinig gelegen liet liggen aan commerciële stijlen van dat moment. Hij maakte uitgebreide opnamen met Woody voor de Library of Congress, maar wist ook een van de grote platenmaatschappijen te interesseren voor een uitgave van liederen rond de Dust Bowl. Victor Records verwachtte mee te kunnen liften op het succes van de Grapes of Wrath-film. Woody schreef zelfs op speciaal verzoek een lange ballade over Tom Joad, de hoofdpersoon van het verhaal. Hij was opgetogen over dit lied, het beste dat hij tot

dan toe geschreven had, juichte hij. Victor stemde ermee in om Dust Bowl ballads uit te brengen in twee sets van elk drie platen - een teken van vertrouwen. Dat vertrouwen bleek betrekkelijk. Victor perste nog geen duizend exemplaren, dus bleef de verspreiding ver achter bij wat Woody en Lomax gehoopt hadden. De uitgave werd echter opgemerkt door de landelijke media, zowel kranten als radiostations. Het betekende de definitieve doorbraak voor Woody, die eigen radioshows kreeg en door het hele land op tournee ging. Ook nu nog, bijna zeventig jaar nadat Woody zijn ‘ballads’ schreef, hebben zijn teksten en voordracht nauwelijks hun zeggingskracht verloren. De muziek klinkt doorgaans opgewekt, zijn stem laconiek, maar telkens weer is hoorbaar hoezeer hem dit persoonlijk ter harte gaat. Het woord ‘politici’, de mensen die hun ogen gesloten hielden voor de ontreddering van de getroffen boeren, wordt overladen met minachting. Hij schildert de stofstormen in aangrijpende bewoordingen. Hij deinst ook niet terug voor sarcasme als hij in Dust pneumonia blues zijn liefje flauw laat vallen door de regen en haar bijbrengt door haar een emmer stof in het gezicht te gooien. In verschillende nummers is goed te horen hoe groot de invloed van Woody was op Bob Dylan aan het begin van diens carrière. Maar wat deze verzameling nog steeds actueel maakt is dat er na al die jaren blijkbaar nog weinig veranderd is. Meer dan ooit hebben machthebbers er moeite mee om de belangen van zwakkeren in de samenleving te behartigen, als ze die al zien en erkennen. Meer dan ooit worden migranten behandeld met een minimum aan sympathie. Over ecologische noodtoestanden hoeven we het al helemaal niet te hebben - die zijn aan de orde van de dag. Verschil is wel dat muziekindustrie en massamedia eigentijdse tegenstemmen met succes weten te overschreeuwen.

) Woody Guthrie - Dust bowl ballads (Buddha Records 74465 99724 2) ➸ www.woodyguthrie.org ➸ www.folkways.si.edu Lezen: Joe Klein - Woody Guthrie: A Life (Delta) Timothy Egan - The Worst Hard Time (Mariner Books) 16 New Folk Sounds februari/maart 2009


Tekst: Eelco Schilder

Werkraum en de liefde Binnen de zogenaamde neo-folk is het een ware trend, de muziek uit te ­geven op ouderwets ­vinyl. Vaak in zeer beperkte ­oplages vinden de pareltjes hun weg naar de liefhebber. Zo ook die van de Duitse formatie Werkraum.

➸ www.werkraum.org ) cd Kristalle (Ahnstern 17) ) lp Early love music (Ahnstern 23) 500 stuks gelimiteerde uitgave (Ook uitgegeven in een luxe cd versie en een 300 stuks gelimiteerde cd-box) Alles te bestellen via de website

De grote man achter Werkraum is Axel Frank. Hij groeide op in een zeer religieuze familie, waar hij werd overspoeld met alle mogelijke vormen van heilige muziek. Zijn moeder speelde orgel; grootouders, ooms en tantes speelden allemaal een rol binnen de kerkelijke muziek. Met zo’n groot aanbod aan muziek vindt hij het dan ook niet meer dan normaal om zelf ook de muziek te omarmen. In de jaren negentig is hij veelvuldig bezig met elektronische muziekprojecten. Nadat het laatste project een zachte dood is gestorven gaat hij op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Met enkel akoestische instrumenten verdiept hij zich in zowel de oude –, als de Bretonse en Engelse folkmuziek. Invloeden die ook in het werk van Werkraum zijn terug te horen. Frank vindt het moeilijk om het juiste materiaal te vinden, het proces naar het eerste echte Werkraum project neemt dan ook een aantal jaren in beslag. Hij verzamelt een aantal bevriende muzikanten om zich heen, waaronder zangeres Antje, twee ex-leden van een Amerikaanse sixties folk band Tesuk en Taylor en tot slot de gebroeders Nedzynski van de Britse band Lady Morphia. Doordat de muzikanten zich op verschillende continenten bevinden, uit verschillende muzikale disciplines komen, van uiteenlopende generaties zijn en naast Werkraum nog vele andere projecten hebben, is het ontstaan van een album een langdurig proces. Frank ziet de band dan ook als een vreemdsoortig multicultureel collectief. In 2005 verschijnt Kristalle, voor Frank een belangrijke mijlpaal. Hij breekt rigoureus met eerdere muzikale ideeën en duikt steeds dieper in de traditionele folkstijlen. Hij komt veelvuldig in de Franse Alpen en ontdekt daar de plaatselijke traditie die ook een deel uit gaat maken van zijn muziek. De zes nummers op Kristalle zijn voornamelijk geïnspireerd door The golden pot, geschreven door E.T.A. Hoffman. In 2008 verschijnt de lp Early love music. Een verzameling liefdesgeschiedenissen op muziek, niet allen ­traditionals, maar ook teksten van New Folk Sounds februari/maart 2009 17

onder andere Goethe en Lewis Carroll. Zolang ze maar de liefde vertegenwoordigen zoals Frank zich de liefde voorstelt. Zoals in Slâfest du vriedel ziere, een paartje dat in de ochtend door een vogel wordt gewekt, maar ook over het eindeloos verlangen naar een liefde die nooit beantwoord zal worden en onvoorwaardelijke trouw. Voor Frank zijn het alleen die liefdesliederen die de echte passie in de muziek vertegenwoordigen. Tot zijn grote verbazing krijgt de plaat veel positieve reacties en dat ondanks het feit dat het collectief door de grote geografische afstanden eigenlijk nooit kan optreden. Frank voelt zich daar niet altijd plezierig bij en zoekt nog naar alternatieven om de muziek ook live tot zijn recht te kunnen laten komen. Sinds hij aan Werkraum werkt, realiseert Frank zich hoe dicht oude, traditionele en folk muziek bij elkaar liggen. Als autodidact weet hij ook dat hij verre van perfect speelt en volledig zijn eigen draai aan de muziek geeft. Hij pakt makkelijk de gitaar ter hand, maar mocht naar zijn idee een dulcimer beter bij een nummer passen dan zal hij niet schromen deze te pakken en op eigen wijze te bespelen. Naast Werkraum speelt hij overigens in nog een aantal andere groepen, variërend van Alpen muziek tot aan Bulgaarse experimentele folk. Hij vindt het dan ook niets als mensen hem, zoals de schrijver van dit artikel in de inleiding nog fijntjes deed, in een bepaald kader proberen te plaatsen. Zijn contacten en interesses zijn niet gebonden aan een bepaalde kring. Het lijkt hem ook weinig te interesseren of zijn muziek onder folk, gothic of onder experimenteel valt. En ook voor de toekomst zou het zomaar alle kanten op kunnen gaan. Ideeën zijn er genoeg. Zo heeft hij het over een solo project, over een monnik en over een Oostenrijkse rover die in de veertiende eeuw is opgehangen. Maar het kan ook dat er uit het niets ineens iets heel anders uit het brein van Axel Frank ontspruit.


Tekst: Hans van Deelen Foto: Peter van Tuijl

Familietrio De Tivolies De (muziek)theatermakers Stefan van den Berg (zang, gitaar), Aukje Kerkhof (zang, percussie) en Edwim Peters (zang, gitaar en brushes), allen uit omgeving van Arnhem en Nijmegen, vormen sinds 2002 Familietrio De Tivolies. In de huid van Jan, Joop en Jantien zijn ze een vermakelijke muziektheateract, die teruggrijpt naar het Nederland van de jaren vijftig van de vorige eeuw.

18 New Folk Sounds februari/maart 2009


huiselijkheid met een knipoog De tijd van televisierevues, dansorkesten en schnabbeltoeren. Van bermtoerisme, wederopbouw en huiselijkheid. Maar bovenal de tijd van romantische liedjes van artiesten als de Ramblers, Corry Brokken, Eddy Christiani, Teddy Scholten. “Een mooie melodie en een aansprekend onderwerp dat passend is bij de leefwereld van Jan, Joop en Jantien”, zo omschrijven De Tivolies hun selectiecriterium voor een geschikt liedje. Wat was de aanleiding om Familietrio de Tivolies te starten? Edwim: In 2002 zijn we gestart met De Tivolies. Als zelfstandige theatermakers en zelfstandig muzikant kwamen we elkaar regelmatig tegen tijdens onze werkzaamheden. En al snel bleek dat we op één lijn zaten wat betreft het maken van een muziektheateract; we wilden zo naturel mogelijk liedjes uit de jaren veertig en vijftig zingen en een vermakelijke sfeer uitstralen waar men een blij, warm en nostalgisch gevoel bij krijgt. Dus niet cynisch, geen satirisch commentaar en met een milde knipoog naar de jaren vijftig van de vorige eeuw. Waar komt jullie jaren vijftig fascinatie uit voort? Edwim: We zijn alle drie te jong om de jaren vijftig te hebben meegemaakt. Het was de tijd van toen-onze-ouders-nog-jong-waren. Onze fascinatie is in eerste instantie de muziek. De liedjes die die tijd weerspiegelen, de liefde, de huiselijkheid. Mij persoonlijk spreekt de soberheid die de wederopbouw met zich meebracht zeer aan. Het Openluchtmuseum in Arnhem heeft een huisje ingericht in de stijl van een sobere arbeiderswoning uit de jaren vijftig. Voor mijn gevoel zou dit het huisje van Jan, Joop en Jantien kunnen zijn. Wie is jullie favoriete artiest binnen het genre en waarom? Aukje: Als zangeres ben ik een grote fan van de stemmen van Corry Brokken en van Teddy Scholten. Muzikaal gezien houd ik erg van de Ramblers, een groot swingend studio-orkest met muzikale intro’s van minimaal een minuut en grappige vrolijke liedjes. Het lijkt me ook erg leuk om onze covers van de Ramblers eens uit te voeren met zo’n groot orkest. Stefan: De basis van mijn liefde voor muziek New Folk Sounds februari/maart 2009 19

uit die jaren ligt bij Diep in mijn hart, een liedje uit eind jaren veertig in de uitvoering van Nelly Verschoor met het orkest van Dick Willebrandts. Edwim: Ik luister veel naar muziek uit de veertiger en vijftiger jaren louter uit nieuwsgierigheid; zit er iets tussen dat we kunnen opnemen in ons repertoire? Als debuut brachten jullie een vinylsingle uit, een dure en moeilijk verkoopbare geluidsdrager. Hoe heeft dat gewerkt? Stefan: Het belangrijkste voor ons was dat een vinylsingle heel erg past binnen de sfeer van de tijd die we uitbeelden en verklanken. Het was niet zo zeer iets om persé te verkopen, alswel iets om ons plaatje van de jaren vijftig completer mee te maken. Een sjiek visitekaartje. Toch hebben we bijna alle singles verkocht. Veel mensen die ons sympathiek vinden blijken nog een platenspeler te hebben. Worden de reacties van het publiek louter gevoed door nostalgische g­ evoelens? Aukje. Nee zeker niet. Oké, een groot gedeelte van ons publiek bestaat uit oudere mensen en die kennen de nummers nog echt van vroeger, voor hen is het nostalgisch. Maar ook een groot deel van ons publiek, meer het theaterfestivalpubliek, bestaat uit mensen vanaf 25 jaar die weer de humor en het truttige van die tijd heel grappig vinden. En ook al doen we het er niet om: kinderen zijn dol op onze liedjes. De liedjes zijn natuurlijk Nederlandstalig, over het algemeen vrolijk en simpel qua thema. Het is echt heel schattig om kleine kindjes liedjes van De Tivolies te horen zingen. Welke ontwikkeling zit er in Familietrio De Tivolies, welke bewegingsruimte zit er in? Stefan: Een ontwikkeling die we doormaken is er een van het arrangeren en naspelen van andermans repertoire naar het steeds meer zelf schrijven van liedjes in de stijl van de jaren vijftig, dus een soort verinnerlijking bij ons van die tijd. Zo maken we liedjes over het ‘dagelijkse thee uurtje’, ‘picknicken’ of over ‘de trolleybus’. Aanleiding is vaak het niet kunnen vinden van passend repertoire bij het thema van een nieuwe voorstelling. Dus maken we het zelf. En dat bevalt erg goed.


Tekst: Eelco Schilder

Groupa Al meer dan vijfentwintig jaar is Groupa een van de toonaangevende folk­groepen van Zweden. Opgericht begin jaren tachtig, in een tijd dat de meeste folk­ groepen aan de punkgekte ten onder gingen. Jonas De groep heeft niet alleen een vernieuwende rol gespeeld binnen de traditionele Zweedse muziek, ook aansprekende namen als Lena Willemark en Sofia Karlsson maakten ooit deel uit van het gezelschap. Oprichter Mats Edén is tot op de dag van vandaag de drijvende kracht achter de band. Ik sprak uitgebreid met hem over de ontstaansgeschiedenis van Groupa en de ontwikkeling die de groep in die vijfentwintig jaar heeft doorgemaakt. Voordat hij, begin jaren tachtig, Groupa zou oprichten, had hij al een behoorlijke staat van dienst weten op te bouwen. De liefde voor de traditionele muziek zat vanaf zijn kinderjaren diep in zijn lijf. Edén haalt herinneringen op: “Een van mijn eerste muzikale herinneringen is de ontroostbaarheid die ik voelde toen mijn eerste plaat aan gruzelementen viel. Met actief muziek beoefenen startte ik nadat we als gezin verhuisden naar Värmland. In de hoofdstad van deze streek was een muziekschool waar de viool werd onderwezen. Ik begon daar in 1968 en acht jaar lang studeerde ik intensief onder de bezielende leiding van een Russisch geschoolde violist. De belangrijkste reden om viool te gaan spelen was het feit dat mijn stiefvader dit instrument fanatiek bespeelde en hij ook voorzitter was van de regionale violistenvereniging. Hij nam me vaak mee naar bijeenkomsten waar ik de meest uiteen­lopende violisten ontmoette. Het was inmiddels begin jaren zeventig, Zweden zat midden in wat we de ‘groene beweging’ noemen. Stadse mensen verhuisden naar het platteland om te gaan boeren en de interesse voor traditionele muziek maakte een gigantische opleving door. Mijn liefde voor de viool bleef groeien. Ik kreeg oude opnames te pakken

uit de periode 1910-1920 en verbaasde me over het verschil in geluid tussen het vioolspel van toen en nu. In diezelfde periode hoorde ik voor het eerst de Noorse Hardanger viool, een instrument waar ik helemaal voor viel. Ik was een jaar of vijftien en ging naarstig op zoek naar Noorse muziek en vanaf cassettebandjes probeerde ik al deze bijzondere manieren van spelen na te bootsen. Ik wilde zoveel mogelijk verschillende viool-stemmingen leren spelen en om de muziek echt te doorgronden ging ik regelmatig het land in op zoek naar nieuwe melodieën en stemmingen.” De eerste jaren De zoektochten naar oude muziek ondernam Edén met Leif Stinnerbom en zijn vrouw Inger. Ze raken in de ban van Magnus Olsson, een violist uit de streek rond Uppsala die leefde van 1820-1910. Olsson was een vernieuwer in zijn tijd, hij speelde met veel drone, speelde in vele soorten stemmingen en zijn ritme had iets asymmetrisch waardoor het een eigen geluid kreeg. In 1977 verschijnt de lp Lika många fötter i taket som på golvet. Geheel geïnspireerd op het werk van ­Olsson. Niet alleen vernieuwers uit vervlogen tijden spreken Edén aan. Ook het nieuwe geluid dat gedurende de jaren zeventig ontstond is een grote inspiratiebron. Eden: “Eind jaren zeventig verscheen de lp Forsens låt van Anders Rósen en Roland Keijser. Het was voor het eerst dat ik de combinatie viool/saxofoon hoorde. Dit voegde voor mij een nieuwe dimensie toe aan de traditionele muziek. Ze waren ­overigens niet de eersten die experimenteerden met

20 New Folk Sounds februari/maart 2009


Mats

Terje

Zweedse folk. Kebnekaise is waarschijnlijk de band die het meest heeft betekend voor het ‘moderniseren’ van de Zweedse muziek. Nadat ik de Franse groep Café Charbons had gezien wist ik het zeker, dit is de muziek die ik wil maken. Wat zij met de Franse muziek deden, dat wilde ik met de Zweedse. Daar is de kiem gelegd voor Groupa. In de eerste line-up van de groep zaten naast ik zelf, Leif en Inger, ook een studievriend, Thomas Fabiansson, die saxofoon speelde, en Bill McChesney op blokfluit en klarinet. In deze samenstelling speelden we drie jaar lang en hebben we de lp Av bara farten, opgenomen. Thomas stopte na de plaatopnames en werd vervangen door Hållbus Totte Mattsson. Ook Leif en Inger hielden het voor gezien, daarvoor in de plaats kwamen Gustav Hylen op trompet en cornet en fluitist Jonas Simonson. Met deze tweede samenstelling hebben we Vildhonung opgenomen. Onze nieuwe samenstelling gaf ook nieuwe mogelijkheden. We voelden nog meer de drang om onze eigen stempel op de muziek te drukken en op Vildhonung vind je dan ook veel eigen composities die gebaseerd zijn op de traditionele muziek. We experimenteerden en improviseerden er vrij op los, en creëerden een stijl met vooral veel invloeden uit de Noorse en WestZweedse muziek. Er bleek een grote belangstelling voor onze manier van spelen en we toerden regelmatig door Scandinavië en Duitsland. Als ik er nu op terug kijk en de plaat weer luister valt me op hoe vrolijk de muziek eigenlijk klinkt. Ik vind toch wel dat we echt een groei lieten zien, we durfden meer. Niet tot ieders plezier, de echte die-hard traditionele liefhebbers vonden het helemaal niks wat we

New Folk Sounds februari/maart 2009 21

deden, maar een breder publiek genoot wel van onze eigentijdse benadering. De mening van al die conservatieve liefhebbers hebben we ons trouwens nooit aangetrokken. Nog voor Groupa, in 1979, mocht ik voor de Zorn jury spelen. Je laat dan drie of vier nummers horen en ze beslissen dan of je ‘Riksspelman’ mag worden. Een titel die vooral als voordeel heeft dat mensen weten dat je op een bepaald niveau speelt. Tot die tijd waren het vooral violisten die voor de jury speelden en ik had het idee opgevat om een aantal nummers op een 1 rijer harmonica te spelen. Elke vorm van een accordeon was totaal ongeaccepteerd in de traditionele Zweedse muziek in die tijd. Het kon me helemaal niets schelen, en tot mijn eigen verbazing kreeg ik de onderscheiding.” Met het verhaal over zijn optreden voor de Zorn-jury lijkt Edén vooral te willen onderstrepen dat hij nooit de behoefte heeft gevoeld zich te voegen naar de heersende normen. De liefde voor traditie ging gepaard met een grote behoefte aan vernieuwen en het ontplooien van eigen ideeën. De ontmoeting met een, in die tijd nog onbekende, Zweedse zangeres zorgt voor een nieuwe impuls in de groep. Edén: “Halverwege de jaren tachtig namen we voor de radio een lunchconcert op. Het was in die tijd de gewoonte in Zweden om tijdens lunchtijd korte concerten uit te zenden. Tijdens die opnames kwamen we zangeres Lena Willemark tegen. Ter plekke besloten we twee stukken samen te spelen en het bleek goed te klikken. Na de opnames vroegen we of ze met ons zou willen samenwerken, dit resulteerde


in de lp Månskratt, een plaat waarop ook leden van Filarfolket meespeelden. Deze band is ontstaan in ongeveer dezelfde periode als Groupa en we trokken veel samen op. Wisselden zowel ideeën als muzikanten uit, traden samen op en Ale Möller, een van de grondleggers van Filarfolket, produceerde meerdere van onze platen. De plaat werd een groot succes en zelfs onderscheiden met een Grammy.” Verschuivingen Na dit succesverhaal brak een roerige tijd aan. Lena, Leif en Inger gingen ieder hun eigen weg en Hållbus Totte Mattsson richtte de groep Hedningarna op. Voor hen in de plaats kwamen Tina Quartey, die als Filarfolket muzikant al een gastrol speelde op Månskratt, en keyboardspeler Rickard Åström. In deze formatie bracht de groep Imeland uit, een cd die internationale waardering oogstte. Edén: “Elke plaat die we maken is een combinatie van hard werken en het proberen te realiseren van de muzikale dromen die we hebben. Bij elke nieuwe plaat voelen we ons vrijer om te doen waar we zin in hebben en ik denk dat Imeland daar een goed voorbeeld van is. We combineerden nieuwe composities met traditionele thema’s en elektronica met akoestische instrumenten. De groep was wat kleiner geworden en het leek wel alsof het ons daardoor veel makkelijker af ging om tot een gezamenlijk gedragen stijl te komen. De waardering was groot, ook voor deze cd ontvingen we een Grammy. Ik denk dat we de creatieve lijn die we hadden goed vasthielden. Op Lavalek voelden we ons net zo vrij als op Imeland en lieten we voorzichtig wat jazz toe in onze muziek, een idee dat we op Fjalar nog verder doorzetten. Dat is onze meest experimentele cd en een geweldige periode in het bestaan van de band, met een glansrol voor de inmiddels beroemde zangeres Sofia Karlsson. We zochten naar een balans tussen het creëren van geluidslandschappen en traditie. We improviseerden er op los, speelden jazzstijlen door de muziek heen, vervormden geluiden, heftige traporgels en dan Sofia die er ­fragmenten uit een

oude hymne doorheen zong. Ik ben echt gek op het geluid van deze plaat, hoe het naar een hoogtepunt werkt en aan het einde weer en soort berustende lichtheid krijgt. De cd is helemaal uitverkocht, het wachten is op een nieuwe persing, al weet ik niet of de platenmaatschappij dat ook daadwerkelijk gaat doen.” Missie volbracht Na Fjalar begint voor Sofia Karlsson een indrukwekkende solocarrière en volgen er een aantal jaren van betrekkelijke stilte. Een mooi rustmoment om te vragen naar de plek die Groupa inneemt in de Zweedse muziekgeschiedenis door de jaren heen. Edén: “In de jaren tachtig pasten we niet echt in de traditionele folkwereld, maar vielen we onder de noemer ‘avant-garde folk’. Een stijl die in die tijd nog weinig bekend was, we moesten dan ook hard werken om de zalen vol te krijgen. Nu, vijfentwintig jaar later, hebben we bereikt dat onze manier van spelen en denken onderwezen word op de grote muziekacademies. Er is nu een soort nieuwe folkgeneratie die de zaken waar wij voor moesten vechten als vanzelfsprekend voortzet. Ik denk dat je tegenwoordig amper nog iemand zal vinden die aanstoot neemt aan experimentele, avant-gardistische Zweedse folk, het is onderdeel geworden van onze muziek. Prachtig toch dat we als groep aan alle kanten werden ingehaald. Luister maar eens naar Kaksi en Trä van Hedningarna, dat zijn toch mijlpalen in de muziekgeschiedenis die veel verder gaan dan wat wij deden. Toch moet je ook het betrekkelijke ervan inzien. Van alle cd’s die er per jaar in Zweden uitgebracht worden neemt de aan folk gerelateerde stijlen het grootste deel in, maar dat staat absoluut niet in verhouding tot de aantalen die er van verkocht worden. We produceren veel, maar voor een betrekkelijk kleine groep liefhebbers. We hebben een gigantische groep talentvolle muzikanten, maar buiten de echte liefhebbers is het zelden zo dat een groep het grote publiek weet te bereiken.”

1985 22 New Folk Sounds februari/maart 2009


1988

Bij de opnames zaten we dicht tegen elkaar aan. Niet meer eerst de fluit opnemen in een apart kamertje en dan weer dit etc. Elke opname is in één set gespeeld en opgenomen alsof je als het ware een muzikaal gesprek tussen drie instrumenten opneemt. Geen trucjes, alhoewel de drone van mijn accordeon er later wel tussendoor is gemixt. Eigenlijk hebben we gewoon weer gekeken naar de mogelijkheden van de muzikanten die deel uit maken van de groep en de muziek die we willen spelen. En Frost was het resultaat.” Naast muzikanten zijn de leden van Groupa allen docenten in muziek. Ze geven regelmatig workshops in binnen- en buitenland. Daarnaast zijn er vele zijprojecten, teveel om op te noemen. Voor meer informatie over de groep kijk op www.groupa.se daar vind je ook doorverwijzingen naar de webpage van elke muzikant. Op www.mic.stim.se is een overzicht te vinden van zowel folk als klassieke composities die Mats Edén heeft gemaakt. In 2010 zal zijn eerste project binnen de klassieke muziek verschijnen, met zijn favoriete combinatie: violen en saxofonen.

Missie volbracht, is het eerste wat ik denk na het horen van Mats Edéns antwoord. Samen met Filarfolket vocht de groep voor een eigenzinniger geluid en inmiddels is dat een vast onderdeel geworden van de Zweedse folk. Met de nieuwe cd Frost slaat Groupa dan ook een hele andere weg in en laten ze een ingetogen, akoestisch geluid horen. Edén: “We bleven na Fjalar met z’n drieën over en als ik eerlijk ben was er ook geen reden meer om nog meer te experimenteren, we hadden ons doel bereikt. We hadden nu de behoefte om de muziek klein te houden.

) Av bara farten / Vildhonung (lp’s samen uitgegeven op Amigo CD 729) Utan sans (Amigo CD 721) Månskratt (Amigo CD 725) Imeland (Amigo CD 730) Lavalek (Xource CD 125) Fjalar ( Xource CD 134) Frost ( Footprint CD 040)

1995 New Folk Sounds februari/maart 2009 23


Bijeengebracht en ingeleid door: RenĂŠ van Peer

bijzondere belevenissen

Jaar over zicht 2008

Elk jaar eindigt met een terugblik. Voor je begint met goede voornemens is het zaak om te wegen wat er voorgevallen is. Muziekbladen, en New Folk Sounds vormt daar geen uitzondering op, doen dat doorgaans met cd-lijstjes. Daarin mogen speciaal geselecteerden de belangrijkste uitgaven van het jaar opsommen. Leuk voor de lezers, zou je zeggen. Kunnen zij hun voorkeuren toetsen aan die van dit selecte gezelschap. En misschien, als je al die lijstjes in elkaar schuift, kom je tot de absolute Top Tien van 2008. Toch wringt het steeds weer. De lijstjes vertonen meestal bitter weinig overeenkomsten, en wat zeggen al die titels nu eigenlijk? Als ik releaselijsten doorploeg (en ik spreek uit ervaring) zegt zeventig procent van wat ik daarin tegenkom mij vrijwel niets. Titels doen bij mij geen belletje rinkelen. Doen ze dat wel dan heb ik de betreffende cd niet gehoord, of dvd niet bekeken. Nu kun je mensen vragen om hun keuze van commentaar te voorzien. Maar ook dan, wat voor vergelijkingsmateriaal levert de dwarsdoorsnede van die lijstjes op? Wat is de betekenis van die zogenaamd tien beste cd’s? Wat valt er te vergelijken als de lijstjes onderling zo verschillend zijn? Zoveel vragen en vaagheden, dat vraagt om radicale actie. Na enig kraken der collectieve verzamelde hersenpannen en (tenminste, dat nemen wij aan) inhoud koos de redactie voor een totaal andere aanpak. Benader zes mensen uit totaal verschillende segmenten van de wereldmuziek en laat die ieder de belangrijkste belevenis kiezen in dat gebied, en hun keuze toelichten. Er is geen noodzaak om de schijn van volledigheid op te houden. Waar je op hoopt is een zo groot mogelijke verscheidenheid. Nu, dat is gelukt. Concerten, reizen, uitgaven. Verweg en dichtbij. Onze dank aan iedereen die de moeite heeft willen nemen zijn (op de een of andere manier zijn er, zo moeten wij achteraf concluderen, geen vrouwen in dat lijstje terecht gekomen, waarover wij ons uiteraard diep schamen) keuze te bepalen en toe te lichten: samensteller van de Gezamenlijke Zenders van Paezens en Moddergat (helaas alweer enige tijd uit de lucht) en onvermoeibaar blogger Wim Bloemendaal; wereldmuziekjournalist voor De Volkskrant en bevlogen fotograaf Ton Maas; Patapoeradiomaker, biermysticus en jodelkenner Bart Plantenga; VRTradiomaker van Exit Plus-Folk (was De Grote Boodschap) en, vanaf maart volgend jaar, Hemel en Aarde Marc Vandemoortele; Vlaams vioolkenner en -speler Wouter Vandenabeele; en artistiek directeur van het Eindhovense Muziekcentrum Frits Philips Frank Veenstra.

24 New Folk Sounds februari/maart 2009


Wim Bloemendaal (www.wimbloemendaal.blogspot.com) De laatste jaren is er nogal wat militaire muziek in Nederland wegbezuinigd. Ik heb dat niet zo goed begrepen en heb ook nooit antwoord gekregen op de vraag waarom een voertuig als de ‘Bushmaster’ in Irak belangrijker was dan een paraderend orkest op de Dam. In Frankrijk is dat anders, en voordat je je nu afvraagt wat een exposé over militaire muziek in een orgaan over folklore te maken heeft, ik beschouw sommige militaire muziek als folklore. In Frankrijk bestaan bijvoorbeeld orkesten waarin alleen op natuurinstrumenten getoeterd wordt, niks pistons of kleppen. Maar mijn favoriete Frans militair orkest is het muziekcorps van de marineluchtvaartdienst, de Bagad de Lann-Bihoué. Ik heb dit jaar weer een cd van het orkest aan mijn verzameling toegevoegd. Sinds ik zo’n veertig jaar geleden in Bretagne een ‘festival de cornemuse’ bijwoonde, ben ik aan het geluid van een bagad verslingerd: doedelzakken gemengd met het snerpende geluid van de bombarde en het vrolijkmakende gekletter van de caisse-claire. De cd zit in een blikken doosje in de vorm van een matrozenpet compleet met de rode pompon, die iedere Franse matrozenpet siert. En dat is alleen nog maar de verpakking, maar het gaat natuurlijk om de inhoud en die mag er zijn. Het is allemaal zo weinig militair, het is zo luchtig en heel veel berust op de eigen Bretonse folklore, in plaats van het gestamp van laarzen hoor ik lichtvoetige danspassen. Bagad de Lann-Bhoué, LABEL Production - Coop Breizh CD1002

Ton Maas Klein maar fijn, moeten de organisatoren van het Sommelo Festival in het Finse Kuhmo hebben gedacht, toen ze drie jaar geleden van start gingen. Editie 2008, die werd bijgewoond door enkele honderden bezoekers en muzikanten, stond in het teken van de kantele, het Finse instrument bij uitstek. Naast concerten door diverse jonge spelers (vooral dames) waren er seminars en workshops. De deelnemers waren van heinde en verre naar dit kleine walhalla gereisd, niet alleen uit Finland zelf en de naburige Russische republiek Karelië, maar zelfs uit de VS en Japan. Wat het festival echt uniek maakt, is het feit dat na afloop van de evenementen in Kuhmo een rondreis van drie dagen wordt gemaakt langs dorpen in Viena Karelia, het meest afgelegen deel van Russisch Karelië. Daar werden nogmaals concerten gegeven, in het ‘cultuurhuis’ van Uhtua en in het verlaten dorpje Haikola, in de voormalige woning van schrijver Ortjo ­Stepanov, voorafgegaan door een korte plechtigheid bij diens graf. Hoogtepunt van de reis waren de twee huisbezoekjes die werden afgelegd aan twee van de vijf laatste runolaulaja, inmiddels hoogbejaarde vrouwen die als kind in moeders keuken de oude liederen leerden die het bronmateriaal vormden voor het in de negentiende eeuw door de arts Elias Lönnrot opgetekende (lees: gecomponeerde) Kalevala-epos. Markku Nieminen, schrijver en oprichter van het ­Juminkeko Instituut, dat zich inzet voor behoud van de Karelische cultuur, begeleidde de reis en interviewde de oudste van de nog levende runolaulaja, de 94-jarige Santra Remsujeva, die nog altijd koket haar rok optilt als ze een ondeugend liefdesliedje vertolkt. Links: www.runolaulu.fi en www.juminkeko.fi

Markku Santra Foto: Ton Maas

New Folk Sounds februari/maart 2009 25


Bart Plantenga “Ho Lan: Taiwans Jodelende-Fluitende TV Ster.” Zegt het je iets? Mij ook niet. Het was dan ook een plezierige verrassing toen Ho Lans dochter mij afgelopen zomer Echo from Deep Valley (Mandala, 2006) toestuurde. Voor mij, als een fanatieke verzamelaar van jodelnummers, is het belangrijk om zulke vergeten zangeressen te horen uit landen waarvan ik niet verwacht dat iemand zich daar met jodelen bezighoudt. Ho Lan belichaamt de reden waarom jodelen nog steeds kan prikkelen: ze is een veelzijdige Taiwanese jodelaar die onmiddellijk het idee ontzenuwt dat alleen mensen uit de Alpen kunnen jodelen. Ze bouwde als zangeres een carrière op bij de nationale televisie. Dat was ongetwijfeld te danken aan haar wonderbaarlijke diep resonerende en zwoele stem, die haar klasgenoten even opgewonden als ongemakkelijke rillingen gaf. Haar levendige fotogenieke gezicht zal daar aan bijgedragen hebben, maar ook het feit dat ze jodelde. Als kind was ze in de ban van de Japanse popzangeres Misora Hibari, die ook een diepe stem had en gebruik maakte van jodeltechnieken. Maar je hoort ook invloeden van andere stijlen: cowboy, Hawaïaans (Hawaiian wedding song), Aziatisch en folk/country (Indian love call). Ze oefende het liefst in de bergen, waar ze jodelde en zich bekwaamde in het imiteren van vogels en muziekinstrumenten, zoals een gestopte trompet. In de jaren zestig was ze op de Taiwanese televisie regelmatig te zien in amusementsprogramma’s, waarin ze Eddie Arnolds mega-hit Cattle call in het Chinees zong. Ze trad regelmatig op met de Kupa Big Band in Taipei en ging op tournee in Singapore, Hong Kong, Japan, Canada, en Amerika. Maar nog steeds vindt ze het fijn om in de natuur te jodelen.

Ho Lan

Hauman & Van Steenlandt Foto: Marc Vandemoortele

Marc Vandemoortele Deze zomer was ik in Moskou om het driedaagse festival van de Europese Radio Unie bij te wonen dat daar in het Tsaratsinopark georganiseerd werd. Als programmamaker bij de VRT had ik zanger Marc Hauman en accordeoniste Karin Van Steenlandt, de helft van Hauman en de Moeite, uitgenodigd om deel te nemen. Alles droeg bij aan een gedenkwaardig optreden. De omgeving was prachtig, een lommerrijk park met een paleis van tsarina Catharina de Grote dat onlangs in vroegere glorie hersteld werd. Het weer was mooi. Het publiek, zo’n zevenduizend man, was zeer attent. De mensen luisterden kritisch, maar genoten overduidelijk. Hauman met zijn karakteristieke stem en Van Steenlandts uitstekende accordeonspel verdienden dat ook. Als favoriete leerling van Wannes Van de Velde heeft Hauman zich ontwikkeld tot een liedjesschrijver met een heel eigen signatuur, die vooral het leven behandelt in Temse, bij de scheepswerven aan de Schelde ten zuiden van Antwerpen. Bij zo’n omvangrijk openluchtfestival denk je al gauw aan stevige muziek. Maar met dit intieme optreden konden de twee hun publiek volledig aan zich binden. Wouter Vandenabeele Ik ken Tcha Limberger al een tijdje, maar toen hij deze zomer op de stage in Neufchateau les gaf, ben ik toch achterover gevallen. Wat een muzikant! Hij begon ‘s middags tijdens de pauze liederen te zingen uit Transylvanië die door merg en been gingen. Daarna jamde hij met de jazz-manouche gasten. ‘s Nachts om 4 uur was hij nog altijd aan het spelen zonder echt in herhaling te vallen, hij was ondertussen ook al de Afrikaanse en Arabische muziek gepasseerd. Hij weet de puurheid van de Transylvaanse muziek te bewaren, maar als hij Afrikaanse muziek speelt jamt hij niet zomaar wat mee. Hij zit echt ‘in’ de pentatonische stijl alsof hij twintig jaar in West-Afrika heeft gewoond. Hij schakelt moeiteloos over van jazzgitaar, via viool (waar

26 New Folk Sounds februari/maart 2009


Tcha Limberger Foto: Jan van Eerd

hij fantastisch op speelt) naar zang. Wat een muzikant. Die week in Neufchateau ben ik zoveel mogelijk naar hem gaan l­uisteren. Frank Veenstra Met het optreden van Trilok Gurtu, Oumou Sangare en Jan Garbarek in november ging een droom in vervulling. Het was volstrekt uniek. Behalve bij ons is het alleen in Parijs te zien geweest. Ik heb er twee jaar aan gewerkt om het waar te maken. Het ging me in eerste instantie niet om deze samenstelling. Er zijn verschillende namen de revue geasseerd. Zo zou ik graag Djivan Gasparyan laten spelen. Maar dat kan alleen als je hem centraal zet, terwijl het juist mijn opzet was dat ieder een gelijk aandeel zou hebben. Met deze triple bill wilde ik drie werelden bij elkaar brengen, en ze ook werkelijk een dialoog aan laten gaan. Daar kun je allerlei verwachtingen van hebben. Saxofonist Garbarek komt uit de jazz, zangeres Oumou Sangare bracht een Afrikaans element in, en percussionist Trilok Gurtu vormde een perfect trait d’union. Ik moet zeggen dat Garbarek me het meest verraste. Hij creëerde een sfeer die me kippevel bezorgde. Maar het meest indrukwekkend vond ik toch de veelzijdige manier waarop Gurtu die werelden aan elkaar wist te verbinden, zonder dat de muziek eenvormig werd. Hij maakte bruggetjes, loodste de muziek met atmosferische geluiden van de ene stemming naar de andere. Hij sloot aan bij wat hij om zich heen hoorde. Niet alleen is hij open, hij beschikt ook over een geweldig gevoel voor humor. Met die kwaliteiten heeft hij het vermogen om de muziek waar hij een

New Folk Sounds februari/maart 2009 27

aandeel in heeft wezenlijk te verrijken. Het mooiste om te zien vind ik dat Gurtu, hoewel hij beroemd is over de hele wereld, als musicus én als mens bescheiden en puur blijft.

Trilok Gurtu Foto: Remco de Blaaij


recensies

❉ Benelux Firma Weijland Duik! (Silvox Sil 211, Coast to Coast) Firma Weijland is een muziektheatergroep uit Zwolle, waarvan Lucy Legeland en Jack Weijkamp de creatieve geesten zijn. Met Duik! maken zij hun vijfde cd, die zestien composities bevat met teksten in dialect van voornoemd tweetal. Met een instrumentarium dat accordeon, cello, trombone, gitaar, contrabas en slagwerk omvat, zetten ze een breed spectrum neer. Van hoempa tot verstild luisterlied. Van wals tot schlager. Qua onderwerpen loopt het uiteen van rondspattend bloed in Beslan tot de bevruchting van een kamermeisje. Het blijft tenslotte theater. De liederen werden in de Silvox Studio tot een aantrekkelijk geheel gesmeed door producer Caspar Falke. Illustratrice Eva Blaak verzorgde het bijzonder aantrekkelijke cd-boekje, dat tevens alle teksten bevat. Kortom, Firma Weijland presenteert zich op nadrukkelijke wijze. Benieuwd of hun vier voorgaande cd’s van hetzelfde gehalte zijn, want dat zou ze interessant maken. Via de website van de groep is daarover echter geen enkele informatie te vinden. Hans van Deelen Meike Veenhoven Liedjes van weemoed en andere gevoeligheden (MK 1951) Meike Veenhoven (zang, piano, accordeon, klokkenspel) deed ervaring op in onder andere de Tilburgse volksmuziekgroep Pendel en de Keltische cross-overformatie Air Laut. In de loop der tijd groeide de behoefte om haar gevoelens over liefde en de mensen om haar heen muzikaal vorm te geven. In haar eigen woorden: liedjes die achterom kijken, die met een mengeling van verbazing en melancholie de dingen nakijken die onherroepelijk voorbij gaan. Maar ook liedjes die glimlachen om hun eigen romantische verlangen, die koesteren wat had kunnen zijn. Het zijn verstilde liedjes, die slechts met ondersteuning van contrabas (Reyer Zwart) en alt- en basfluit (Remo de Landmeter) werden vastgelegd. Meest aansprekende nummers zijn de opener Ik zou met jou en het wat abstractere Adem in, adem uit. Ongetwijfeld komen de liedjes van Meike Veenhoven het best tot hun recht als je ze door haarzelf in intieme sfeer hoort vertolken. Luister naar de cd, ontspannen achterover op de bank, met gedempt licht aan het einde van een mooie dag. Hans van Deelen Straf Pompen of verzuipen (Straffecd-01, Sonic Rendezvous) Pompende polderpolka, zo omschrijft Straf de muziek die met behulp van accordeon, harmonica, trompet, trombone, sax, gitaar, banjo, bas en drums wordt vormgegeven. De geest van Les Negresses Vertes waart rond. Na de ep Zinkend schip is er nu de volledige cd Pompen of verzuipen. Drie van de dertien nummers verschenen eerder op de ep. De teksten bezitten een zekere mate van poëzie, ondanks of juist dankzij de rauwe

zeemanheroïek. Veel daarvan verdrinkt in de polonaiseaanpak. Het is aan de aandachtige luisteraar om de parels op te vissen. Er is geen enkele twijfel of Straf op het podium goed tot z’n recht komt. Om dat te vertalen naar de huiskamer is een flinke opgave. Als Straf meer verdieping weet door te voeren, dan heeft het een gouden combinatie in handen. De groep is in elk geval op koers. Hans van Deelen Erwin de Vries Dichter in mie (Silvox Sil 216) Zanger/gitarist Erwin de Vries zingt en schrijft liedjes in het Gronings dialect. Met Dichter in mie brengt hij zijn derde solo-cd uit. Vóór zijn solocarrière maakte hij twee cd’s met de groep Deheleboel. Het stemgeluid van Erwin de Vries is rauw en pregnant; hij neemt je onmiddellijk mee. Veertien nummers telt Dichter in mie en er zit geen zwakke broeder tussen. De teksten worden meegeleverd en dat is geen overbodige luxe. De zanger bestrijkt een breed terrein qua onderwerpen: van boerenleed tot moederliefde en van pluk de dag tot het Groninger land. Mooie teksten, rechtstreeks en toch poëtisch. Voor het lied De raais ontving Erwin de Vries onlangs de eerste prijs op het Watervloot Festival. Muzikale ondersteuning wordt op meer dan adequate wijze geboden door Christof Bauwens (gitaar), Bruno Brands (toetsen), André van der Werf (bas) en Harrie Groenewold (drums). Met deze cd in handen moeten er toch landelijke deuren voor de Vries open gaan. Hans van Deelen Mist Period (Skipping Records SKIPCD753) In 2007 creëerde de Amsterdamse groep Mist het internetproject Mist:Period, waarbij liefhebbers maandelijks kosteloos een MP3 konden downloaden. Het bleek de zwanenzang van de groep te zijn. Rick Treffers bracht zijn geslaagde Nederlandstalige solo-cd uit en alle groepsleden zochten hun heil in andere projecten. Mist-fans lieten weten behoefte te hebben aan een echte cd en dat inspireerde Mist-leden van het eerste uur Rick Treffers en Ivar Vermeulen om aan de slag te gaan met een nieuw hoesontwerp, nieuwe geluidsmixen én nieuwe nummers, die veelal thuis in elkaar werden gesleuteld. Dat resulteerde uiteindelijk in een cd met twaalf tracks, die een melancholieke sfeer uitademen. Erg fraai zijn Born in the summer of love, met Marijn Wijnands in een vocale gastrol, en Subliminal, zowat de oudste opname op de cd. Er is ook een nieuwe band geformeerd om de podia weer bestijgen. Hopelijk levert dat ook vers Mist-materiaal op. Want de eigenzinnigheid van de groep is een groot goed. Hans van Deelen Ad Vanderveen Still Now (Blue Rose BLE DP0448 / Sonic) Ad Vanderveen heeft twee tegenpolen. Aan de ene kant houdt hij ervan er stevig elektrisch tegenaan te gaan. Anderzijds 28 New Folk Sounds februari/maart 2009

schrijft, zingt en speelt hij ingetogen, intieme akoestische songs. Vanderveen exposeert het expressieve van Neil Young en het ingetogene van Gram Parsons. Omdat hij niet kan kiezen tussen de twee stijlen heeft hij een dubbelalbum opgenomen, gevuld met een cd stevige en een cd met meer intieme uitvoeringen. Ja, uitvoeringen, want een groot deel van de nummers is onderworpen aan een transformatie. De ene keer met de stekker erin en op de andere cd zonder. Mooi vergelijkingsmateriaal maar dat is niet de opzet van deze cd. Soms heb ik wel een voorkeur, maar het is niet vanzelfsprekend dat de ene schijf de andere overklast. Zie het maar in wat voor bui je bent. Vandaar dat Vanderveen de onderlinge schijven respectievelijk The garage en The living noemde. Op de eerste is de Nederlandse zanger/gitarist lekker op dreef en vliegen de vonken uit de vingers op de vervormde gitaar. Roel Overduin heb ik al eerder geprezen om zijn sterke ritmische bijdragen. Gewoon een strakke rechttoe rechtaan drummer die het tempo er wel inhoudt. Als extra gitarist is Timon van Heerdt van de partij en Martijn van Donk vervangt Arwen Linneman op bass. Uiteraard komen de perfecte tweede vocale partijen van Kersten de Ligny. Vanderveen vind ik als zanger overtuigender op de ‘living’ dan op de ‘garage’, maar dat is eerder gevoelsmatig. Vanderveen wisselt uptempo met slow songs af. Die afwisseling doet geen afbreek aan de sfeer die Vanderveen c.s. op beide schijven weten te scheppen. Als basis aan dit geheel liggen uiteraard de songs zelf. Knappe, evenwichtige, gevarieerde liedjes, de een wat meer diepgang hebbend dan de andere, maar telkens hout snijdend en vooral eerlijk. Composities met een kop en staart en veel inhoud in een mooie verpakking. In veel nummers weet hij de perfecte groove neer te leggen, waardoor je in een pakkende cadans terecht komt. Voor mij mag Vanderveen nog heel lang dit soort albums maken. Marius Roeting Johan Meijer Hondsdraf (Nederossi NOP080107) Meijer zingt Gundermann, zo luidt de ondertitel van de cd Hondsdraf. Op Johan Meijer’s vorige cd Tilsit Europeana stonden ook al drie vertalingen van de in 1998 overleden Oost-Duitse singer/songwriter Gerhard Gundermann. Nu werd een zeventien nummers tellende cd aan hem geweid. Gundermann, geboren in Weimar in 1953, werd in de DDR buitengesloten en in het verenigde Duitsland over het hoofd gezien. Hij vervaardigde in zijn relatief korte leven zo’n driehonderd grappige, gekke, vrolijke, tedere, filosofische, politieke en cynische liederen. Meijer biedt dus slechts een kleine selectie, maar het geboden repertoire maakt nieuwsgierig naar de rest van de catalogus. Voor Hondsdraf gebruikte Johan Meijer een kleine groep muzikanten, die allen ook aan de vorige cd meewerkten. Dat zorgt voor een zeer hecht geluid. Echter, voordat de cd afgerond kon worden overleed plots de Russische accordeonist Sergey Shukarov. Dat heeft een diepe wond geslagen in de gelederen. Inmiddels heeft Timoer Bogatyrev zijn plaats ingenomen. Als gastmuzikant fungeren onder andere Jos Koning (viool) en René Mulder (altsaxofoon). De cd wordt


recensies

vergezeld van twee boekjes: één met alle teksten in het Duits en in het Nederlands, en één met achtergrondinformatie en een vijftal teksten van Gundermann (in twee talen) dat voor dit project niet werd gebruikt. Johan Meijer levert een sterk en belangwekkend album af, dat de blik op onze Oosterburen zeker verruimt. Hans van Deelen

van onder andere Bernard Gepken (mandoline, snaredrum), Joost Dijkema (banjo, bas, mondharmonica), Han Datema (dobro) en René Groeneveld (piano, productie). Tezamen zorgen zij voor een ontspannen aankleding van het sterke basismateriaal. Een overtuigend debuut. Aan een opvolger voor Fields of poetry wordt al gewerkt. Hans van Deelen

Ernst Langhout & Johan Keus The Irish kitchen table tapes (Marista MCD 7470) Met wat nadenken en enige ironie hebben Langhout en Keus de opnameapparatuur nu eens niet in de kelder, maar op de keukentafel opgesteld. Dat leverde leuke muziek en zeker geen standaard cd op. Hoewel we eigenlijk allemaal bekende liedjes horen, zijn het niet alleen Ierse meestampers en vrijheidsliederen zoals Roddy McCorley, Whiskey in the Jar, Home boys home en Skibbereen. In de gedragen liederen Sullivans John en Lifeboat Mona blijkt dat Langhout een uitstekende stem heeft om dit soort songs te vertolken. Op de schijf passeren liefst drie gastviolisten, elk met een eigen stijl. Finn Möricke speelt in de traditionele instrumentals zoals in The hills of Cloher. Daarbij komen ook de grace notes goed naar voren. Dat dit geen standaard Ierse muziek is, bewijst violist en klasse-zager Peter Zylstra in Jolly Beggar waar hij een ware Amerikaanse saus over de Irish stew giet. Violist Hans Battenberg is meer van het verfijnde werk. In The town I loved so well bouwde hij zelfs een Pachelbel-achtig vioolarrangement in. Daarbij past de gestreken bas van Johan Keus uitstekend. Diens snarenwerk doet verder af en toe exotisch aan door een slidegitaar en een tambura. En dat is tenminste weer eens wat anders op een Ierse schijf. Joop van den Bremen

Planet Blue Seasons (Music & Words mwcd4059) Een nieuwe Nederlandse formatie, min of meer gevormd rond zangeres Margo van Bergen. Deze dame uit Sittard zong eerder in de groep Crosstalk, maakte twee soloschijven en was in diverse projecten met grote orkesten te horen. Planet Blue bestaat in totaal uit drie dames en drie heren die de Keltische muziek als uitgangspunt hebben genomen, maar in ruime mate andere disciplines als klassiek, jazz en pop toelaten. De vocale kwaliteiten van Margo van Bergen, plus harp en viool en een uitgebreide begeleidingssectie bieden natuurlijk een scala aan mogelijkheden. Bovendien heeft men het aangedurft om met alleen eigen werk op de proppen te komen en dat is sowieso al zeer lovenswaardig. De sfeer op de plaat is in het algemeen ontspannen, de arrangementen zijn zeer uitgebalanceerd. De stem van van Bergen zorgt voor de belangrijkste verschillen in stemming en expressie. Ze kan als zangeres van Clannad klinken (My lover’s love), maar ook meer jazzy (Endless summer), folky (Sacrificed) of bijna als musicalster (Queen of the winter). En dat dan weer afgewisseld met een mooi harp/vioolstukje als Brave new world en een meerstemmige afsluiter Seasons. Hoewel ik de productie soms wat te gladjes en netjes vind, lijkt me dit een groep waar nog veel moois van te verwachten zou mogen zijn. Marco Pol

Tangerine Fields of poetry (DRC Records DRC092008) Tangarine is de muzikale uiting van de zingende en gitaar spelende Drentse broers Sander en Arnout Brinks, die een zelfgeschreven repertoire van countryfolkliederen over het voetlicht brengen. Op de cd Fields of poetry is een twaalftal gedegen, aansprekende nummers te vinden, met ingehouden passie gezongen. Muzikale ondersteuning krijgen de broers

Shiner Twins Southern belles (Stagger Lee Records STAG-251157, Suburban) In de Americanagroep Shiner Twins spelen Richard van Bergen (zang, gitaar, mandoline) en Jack Hustinx (zang, gitaar) de hoofdrollen. Zij zijn verantwoordelijk voor de dertien nummers op Southern belles, de tweede cd van Shiner Twins. De titel Southern belles is een verwijzing naar de verschillende

New Folk Sounds februari/maart 2009 29

zuidelijke Amerikaanse muziekstijlen die de groep verwerkt in het totaalgeluid: van country tot funk en van worksongs tot soul. Dit alles versmelt tot een coherent en broeierig geheel. Shiner Twins wordt verder gevormd door bassist Dick Wagensveld en drummer Nicky Hustinx. Gastmusici Roel Spanjers (Hammond, piano,accordeon) en Gait Klein Kromhof (mondharmonica) kleuren het plaatje verder in. Met Southern belles in handen moet Shiner Twins elk podium in Nederland kunnen bestijgen. Hans van Deelen Geneviève Laloy Hirondelles (Home records HR-CHFR-502) Drie jaar geleden maakte deze antropologe al een cd met liedjes die vooral voor jong publiek waren bestemd. Met deze Hirondelles zal ze ongetwijfeld ook een volwassen publiek aanspreken. Ze heeft een goede stem en een klare dictie, wat voor de liederen die ze schrijft niet onbelangrijk is. Ze schrijft namelijk erg geïnspireerde teksten die je laten wegdromen, die je wat naar de kinderlijke verbeelding terugvoeren. ‘Durf te dromen’ lijkt wel haar boodschap te zijn. Zij wordt begeleid door het kruim van de Franstalige muziekscène in België: haar neven Philippe Laloy (o.m. dwarsfluit, en sopraansaxofoon) en Didier Laloy (diatonisch accordeon), Thierry Crommen (mondharmonica), Kathy Adam (cello), Stephan Pougin (percussie) en nog anderen. Geneviève Laloy zingt en schrijft mooie Franse chansons die echt nieuw klinken. Deze cd zou zijn weg mogen vinden tot ver buiten de Belgische grenzen. Dries Delrue ☛ Britse Eilanden Maddy Prior Seven for old England (Park Records PRKCD 100 / Music & Words) Het werd tijd dat Maddy Prior iets ging veranderen aan haar muzikaal concept dat ze de laatste decennia bezigde. De onderlinge gelijkenis van haar thematisch opgezette albums drong zich al bij de allereerste noten telkens op. Op een bepaald moment ben je uitgekeken op steeds meer van hetzelfde en dat lijkt de grand dame van Britse folk begrepen te hebben. Op Seven for old England keert ze in eerste instantie terug naar de traditionele of de overgeleverde liederen.


Peter de Haan, Frank den Hollander en Alina Kiers zijn als Voorheen De Bende nauwelijks bekend op enige afstand van Groningen, maar het trio trekt in het noordoosten van ons land overal volle zalen. Dat succes stoelt op aansprekende, humorvolle teksten en lekkere muziek. Die muziek kreeg nog meer betekenis. Eerder overheerste vooral de cabaretrock, maar deze keer is er ook bluegrass, country en folk te horen. Daarvoor zorgen vooral de pazzipanten Harry Niehof en Jan Veldman. De teksten stonden altijd al bol van onderkoelde humor. Deze keer trekken de bijdragen van Veldman de mondhoeken nog verder van elkaar; zeker als hij Ede Staal parafraseert: “t Is de lucht onder Oethoezen, riolering is kapot…” Een ander voorbeeld is Doen in Oskerd waar ruig en lekker, kunstig met elkaar zijn verweven. Vroeger waren het de pinda’s van de Spar; nu loopt Ganzedijk als running gag tussen de liedjes door, met de Lidl van dat bekendste gehucht van Nederland als middelpunt. Bie de Lidl is een echte klapper en de bekende Pruimeboom (van Hieronymus van Alphen uit 1788) wordt voor de gelegenheid in de Appalachian Mountains geplant. Een onvermijdelijke cd voor alle fans van Voorheen De Bende en natuurlijk voor hen die dat willen worden. De Groninger groep Hail Gewoon legde eerder vooral de nadruk op rock, maar deze keer komen meer stijlen naar voren. Het titelnummer Soep Vlees en Pudding krijgt een leuke texmex-dressing. Het aanstekelijke accordeonspel van Klaas van der Woude en het stuwende baswerk van Tamme Kamminga leggen daarvoor een goede basis. Aans as aans wordt in een fraai arrangement met een vrolijke accordeon ook fraai vormgegeven. Zo is de titel van die Ede Staal-klassieker eigenlijk van toepassing op de hele cd. De nieuwe schijf klinkt door die variatie erg levendig. Klaus Groth (1819-1899) was een van de grootste Platduitse dichters. Tijdens zijn leven onderhield hij vriendschappen met diverse tijdgenoten uit de Duitse cultuurhistorie zoals Theodor Storm (1817-1898) en Johannes Brahms (1833-1897). De laatste zette zelfs een aantal gedichten van Groth op muziek. Zanger-gitarist Christoph Scheffler heeft nu 21 gedichten van de Duitse romanticus verklankt en als toegift nog een gedicht van Storm voor Groth. Het zijn rustige liedjes met een sprankelende gitaarbegeleiding die aangenaam klinken. Korte toelichtingen verduidelijken de teksten. Jammer genoeg zijn de gezongen gedichten er niet bij afgedrukt. Jarje werd eigenlijk pas in 1976 bekend door een optreden tijdens het Eerste Friese Folk festival, dat nota bene in Amsterdam werd gehouden. Het trio startte echter al in 1974 en groeide uit tot een kwintet. Dat bestond uit Hille Faber (zang en mondorgel), Pieter Immenga (sologitaar), Harry Koch (basgitaar), Jos de Vries (zang en gitaar) en Thys Wadman (drums). Jarje stopte, maar enkele leden hebben de draad weer opgepakt. Daar mogen we blij mee zijn, want de muziek die het vijftal in 1981 (Jarje) en 1987 (Boerebal) op de plaat zette, klinkt nog steeds leuk. Dat is opnieuw te horen want tracks van die schijven zijn gedigitaliseerd. Sommige liedjes blijven actueel zoals Iensume minsken en aparte uitvoeringen vinden we ook. Bv. in het vocaal vormgegeven orkest (Fanfare) waar de tekst een soort smartlap is. De meerstemmige zang en instrumentale afwerking klinken fraai en degelijk. Dat de groep ook als bluesrockband goed werk leverde, horen we in Ferhúzje. De jongste teksten, vooral van Jos de Vries, zijn poëtisch en experimenteel. Hoeboeman is een soort Friese tegenhanger van de Blauwbilgorgel. Ook De trein klinkt nog steeds erg origineel en het enige ‘Duitstalige nummer’, Friesische Freund, getuigt van humor. Als Jarje straks weer net zo fris en vrolijk te werk gaat als in de vorige eeuw, is het binnenkort (bij een volgende cd!?) weer volop genieten. De tweede cd van de Drentse Muziekmaatschappij klinkt minder popachtig dan de eerste. De muziekstijlen lopen deze keer ook meer uiteen. De schijf start met een pittig ska/reggae nummer van Michel Wijninga, Ik wil allèn maor jou. Fraai klinkt Dreum van Luc Oostra die zichzelf begeleidt op gitaar met prettig pianospel van Jan Kuipers. Martije Lubbers horen we zelfs twee keer. Haar warme bossanova, door Rob Elferink gecomponeerd op een tekst van Marjolijn Scherphuis klinkt aangenaam. Chris de Jonge laat zich in ’t Regent starren losjes door de folkgroep Tangarine & Friends begeleiden. Antoine Stock zingt met een bijzondere stem zijn Schreeuwlied, maar zeker niet schreeuwend. Ook het ingetogen Stil maor van Theo Bruinsma boeit. Het door Willem de Vries gezongen Boerenleed is het mooist. Het valt niet alleen op door de prettige muziek, maar ook door de tekst over de schaduwzijde van het boerenleven. Bovendien speelt Kees Hendriks er fraai op accordeon tussendoor. Hendriks is ook op andere tracks op uiteenlopende instrumenten te horen. De tweede editie van dit project om de Drentse muziek te stimuleren, haalde ook deze keer weer nieuw en leuk talent naar boven. Hopelijk blijven de deelnemers ook in de toekomst in het Drents zingen en musiceren. De Glacis startte in 1983. Ter gelegenheid van het zilveren jubileum verscheen nu de eerste cd. De groep, die in twintig jaar niet van bezetting veranderde, legde zo wat werk voor het nageslacht vast. Toch staan de dame en de vier heren liever op de planken dan in de studio. Bij het kwintet, dat zijn naam dankt aan de eerste repetitieplek in Bergen op Zoom, staat de muziek centraal. Het repertoire omvat instrumentaaltjes en volkse liedjes; voor een deel traditioneel, maar ook zelfgeschreven. Beide soorten stralen gezelligheid uit. Bij de traditionele liederen horen klassiekers als De haverkist. De eigen nummers als Kullekes van Borgvliet en de Alterse Kermis klinken als ware traditionals. Het instrumentarium is niet standaard. Er is geen viool en soms speelt er wel een cornet mee. In het spookachtige Hildernisse klinkt zelfs een zingende zaag. Het lied speelt zich af rond de enige buitendijkse boerderij in Nederland. Ook recente liedjes zoals Julia passen in het repertoire van de groep. Uit die grote liedvoorraad selecteerde De Glacis typerende nummers voor de jubileum-cd. De achttien gekozen tracks vormen een aangename doorsnee.

Ook Puur Natuur komt uit West-Brabant. Het trio bestaat sinds 2004, maar is al aan een tweede cd toe. De lokale geschiedenis staat bij het drietal centraal. Vrolijke wijsjes begeleiden historische gebeurtenissen. De liedjes zijn gekoppeld aan een plek (de pomp op de markt in Hoeven), een persoon (Quirinis) of een onderwerp (turf). Soms ligt de gebeurtenis zelfs ver in het verleden zoals de stichting van de kapel in Zegge, kort na de Sint Elizabethsvloed (1421). Die overstroming is aanleiding voor nog een lied. Dodendraad over de elektrische versperring met België tijdens de Eerste Wereldoorlog is indringend. Ondanks de ogenschijnlijk zware onderwerpen die het trio laat passeren, presenteert Puur Natuur geen zware kost. De gebeurtenissen kennen vaak een ingebouwde kwinkslag en de muziek is vooral luchtig. Walsjes, marsen, tango’s en andere melodieën dragen de historie en juist dat tussendoortje zoals het instrumentele Puur natuur muziekske smaakt naar meer. Joop van den Bremen

streektaal Voorheen de Bende Mit pazzipanten (Pap Label PL CD 2008-01) Hail Gewoon SVP (Marista MCD 7500) Christoph Scheffler Min Hart stiggt to hoech (Artychoke AP 0708-CD) Jarje Boerebal (Marista MCD 7507) Diverse artiesten SDMM 2 (Eigen beheer / www.sdmm.nl) De Glacis Glacispriolen (Eigen beheer www.volksmuziekgroepdeglacis.nl) Puur Natuur Echt un stukske Brabant (Eigen beheer HAW 26953 / 0165 383084)

30 New Folk Sounds februari/maart 2009


recensies

Belangrijker lijkt mij de –tijdelijke?- breuk met haar vaste begeleiders Troy Donockley en Nick Holland. Op Seven for old England zijn de toonaangevende instrumentalisten Benji Kirkpatrick (gitaar, banjo, bouzouki) en Gilles Lewin (ud, violin, viola, recorder, harmonium). Verdere steun wordt verleend door John Kirkpatrick (accordeon, concertina), John Banks (harp), Barney Morse-Brown (cello) en Tony Poole (12 snarige gitaar). Het klankbeeld is dus geheel anders dan het dichtgeslibte Holland/Donockley ontwerp. Verfrissend, transparant, maar ook vitaal, opgewekt en vooral dynamisch en direct. Ik hoor Prior weer met plezier uithalen, fluctueren tussen de noten, met verve zingen. Het lijkt of ze geheel los gaat, zoals in Martinmass time, beter bekend als The Trooper and the maid. Kennelijk weten Kirkpatrick en Lewin het vuurtje bij Prior op de juiste manier op te stoken. Opmerkelijke songs zijn de mooie, langzame uitvoering van The Cuckoo en een spanningsvolle versie van The Trimdon grange. Ook het slechts door middeleeuws begeleide en zeer knap gezongen Come again verdient een vermelding. Toch staan er ook enkele tracks op die minder uit de verf komen. Zo is Love will find out the way een statige ballad, waarbij je in het verleden kippenvel kreeg als Prior zich er aan waagde. Nu hangt ze soms tegen de noten aan. Ook de versie van Jock of Hazeldean ken ik in aansprekender varianten. Door de transparantie van de arrangementen geeft Prior zich echter bloot en verschuilt zich niet meer achter de synthesizerdeken. Dat siert de zangeres en maakt dat Seven for old England waardering verdient, ondanks de smetjes. Marius Roeting Sandy Denny The Music Weaver (Island Remasters 530 725-9) In de grote stroom heruitgaven en verzamel-cds is The Music Weaver een compleet overzicht van het werk van Sandy Denny. Dat complete zit hem in de spreiding van albums, waaruit deze dubbelaar is samengesteld. Niet alleen Denny’s soloalbums en Fotheringay en Fairport Convention schijven stonden garant voor de levering van een of meer bijdragen. Ook ‘obscure’ albums als The Attic tracks en Alex Campbell and Friends en eerder verschenen compilaties kwamen in aanmerking. Van die laatsten zijn niet de meest voor de hand liggende tracks geselecteerd, maar de ook op betreffende compilaties opmerkelijke nummers, zoals live of demoopnamen. De live-albums Live at the BBC en de Strange fRuit verzamelaar ontbreken evenmin. Des te opmerkelijker is dat er geen nummer van Denny met The Strawbs is opgenomen, maar dat wordt weer goedgemaakt door de track The battle of Evermore uit Led Zeppelin IV. Voor wie nog niks had een prima hebbedingtje dus. Marius Roeting Diverse Artiesten English International (FolkSounds Records FSCD 80) De Engelse concertina is de grote tegenhanger van de Anglo concertina. De laatstgenoemde is diatonisch en de eerst­ genoemde chromatisch. De Anglo concertina heeft een

d­ uidelijke rol in de Ierse en Engelse (Morris) folkmuziek, terwijl de Engelse concertina veelzijdig ingezet kan worden. Anglo International verscheen een aantal jaren geleden en een vervolg waarin de Engelse concertina voor het voetlicht wordt gebracht, was te verwachten. Alan Day komt ook hier met een uitzonderlijk mooi vormgegeven cd-boxje met drie cd’s en een zeer uitgebreid boekwerkje. In maar liefst 46 pagina’s wordt de niet-kenner op de hoogte gebracht van alle ins en outs van de Engelse concertina. Ook de spelers worden ruim uitgelicht. In tegenstelling tot de vorige box rond de Anglo concertina, horen we hier een veelzijdiger programma passeren, van klassiek, folkmuziek uit de hele wereld, tot vernuftige eigen composities. We luisteren naar onder andere Robert Harbron, Danny Chapman, Simon Thoumire, Sarah Graves, Alistair Anderson, Juliette Daum, maar ook twee muzikanten uit Nederland: Pauline de Snoo en Wim Wakker. Het lijkt me een kunst om op dit soort concertina je weg te vinden in het zeer krappe gebied vol fijne knopjes aan zowel de linker als de rechterhand. En het lijkt me nog knapper als je op zo’n achthoekig kastje met balg zeer verfijnde muziek te spelen. English International is net als de vorige uitgave een zeer goed verzorgde box. Nu wordt het wachten op een box rond de Duet concertina, de derde variant van dit instrument. Ron Janssen French, Frith, Kaiser, Thompson Invisible means (Fledg’ling FLED 3072) In 1990 verscheen de cd Invisible means van de opvallende combinatie Richard Thompson (gitaar, zang), Henry Kaiser (gitaar), Fred Frith (bas, oprichter van de groep Henry Cow) en John French (drums, zang, originele drummer van Captain Beefheart’s Magic Band). Op de cd worden uiteenlopende muziekstijlen naar hartenlust gemengd: folk, avant-garde, vaudeville, rhythm & blues, rock. Deze heruitgave bevat één bonustrack, het live opgenomen Rolling Stones nummer Play with fire. De opnames werden remastered door Henry Kaiser zelf. Wie het experiment niet schuwt en geen problemen heeft met wisselende panelen kan aan Invisible means het hart ophalen. Hans van Deelen A L Lloyd Ten thousand miles away (Fellside Records fecd219) De ondertitel bij deze dubbelcd luidt: English and Australian folksongs, recordings from the early days of the folk revival. En met die ‘early days’ wordt dan de periode van 1950 tot 1960 bedoeld. Albert Lancaster Lloyd overleed in 1982 en werd door menigeen in Engeland gezien als één van de mensen die de fundering hadden gelegd voor de grote folk revival van de zestiger jaren. Lloyd richtte in de jaren vijftig samen met Ewan MacColl de Singer’s Club op. Hij werd daarmee een voorbeeld voor latere folkartiesten als Martin Carthy, Anne Briggs, Peter Bellamy en de Watersons. Op de eerste cd horen we, veelal a-capella, opnamen van Engelse traditionals; op de tweede staan de Australische liedjes die Lloyd aldaar verzamelde New Folk Sounds februari/maart 2009 31

tijdens zijn negenjarig verblijf in de jaren twintig. De wat klaaglijk klinkende zang van Lloyd wordt slechts spaarzaam begeleid door gitaar, banjo of concertina. Een document met in totaal 39 nummers en voorzien van uitgebreide documentatie. Marco Pol Moya Brennan Heart strings (Music & Words mwcd1020) En daar hebben we weer een nieuwe cd van Moya Brennan.

Warsaw Village Band Infinity (Jaro 4289-2 / Music & Words) De Warsaw village band heeft de afgelopen jaar een behoorlijke staat van dienst opgebouwd. Na het winnen van de BBC award is de groep een wereldwijd veel gevraagde act. Hun eigentijdse en eigenzinnige interpretaties van oude Poolse muziek laat de luisteraar of wild enthousiast of vol afgrijzen achter. De groep heeft onmiskenbaar een eigen geluid. Gecreëerd door de schelle zang, het bijna doormidden zagen van de cello, meppen op de dulcimer en de basale, maar effectieve percussie. Ze maken de muziek af met goed gekozen samples en incidenteel een elektronische beat. Het zal geen makkelijke opgave zijn geweest om Uprooting een goed vervolg te geven. De muzikanten hebben er dan ook voor gekozen om in dezelfde stijl te blijven spelen. Wederom met bevlogenheid, felheid en emotie knallen de liederen om de oren. De verrassing is ervan af, wat blijft is de muzikale topkwaliteit. Infinity vind ik een tikje ingetogener dan de voorgaande cd’s met fraaie samenzang en dito begeleiding. Een mooi stukje werk van deze Poolse topgroep. Eelco Schilder


recensies

Het luisteren naar de voorgaande producties van ‘The voice of Clannad’ leverde, voorzover ik wakker gebleven ben, geen onvergetelijke ervaringen op. Maar goed, nieuwe ronde, nieuwe kansen. Een live-cd in dit geval, opgenomen in Duitsland en, voornamelijk, Liverpool. Brennan en haar groep worden daar bijgestaan door The Royal Philharmonic uit diezelfde plaats. Het repertoire op Heart Strings bestaat uit nummers van haar solocd’s en Clannad, inclusief de klassiekers In a lifetime en Theme from Harry’s game. De eerste indrukken zijn niet slecht. Het geluid is, zoals te verwachten, van prima kwaliteit, maar met wat meer body en aardser dan de synthetische klanken van haar recente studiowerk. Brennans nog altijd mooie stem klinkt ontspannen en warm, en gelukkig niet te zweverig. Er zijn zelfs up-tempo stukken en naast bekend instrumentarium als harp, viool, fluit en keyboards zorgen uilleann pipes voor welkome sfeerwisselingen. Het publiek is wat naar de achtergrond gemixed, met het prettige voordeel dat er bij herkenning niet door de nummers heen wordt geklapt. Hoewel Heart Strings qua inhoud weinig verrassends te bieden heeft is het zeker geen verkeerde plaat, en levert hij toch wel aardige luistermomenten op. Zeker voor de fans die bij een van de concerten zijn geweest. Marco Pol Graham & Sam Pirt Dance ti’ thee daddy (Fellside recording fecd218) Vader en zoon Pirt hebben beide zo hun sporen in de traditionele muziek van de Britse eilanden verdiend. Graham begon al in de 60er jaren met het zingen in folkclubs. In de 80er jaren maakte hij deel uit van de groep Cockersdale, waarmee hij drie albums opnam. Tegenwoordig is hij directeur van het Whitby Folk Festival. Zoon Sam liet voor het eerst van zich horen als de virtuoze accordeonist van de jeugdige formatie 422, waarmee hij in 1999 de BBC Young Folk Award in de wacht sleepte. Meer recent vormde hij een duo met Gary Hammond (Beautiful South). Op deze plaat horen we Graham in een aantal traditionele liedjes uit Noord-Oost Engeland, deels a-capella gezongen. Hij zingt dit wat minder bekende repertoire overtuigend, maar toch ook zeer ontspannen en luchtig. Alleen de leuke uitvoering van het titelnummer klinkt wat bekender in de oren. Een wat kleinere rol is weggelegd voor zoonlief op accordeon en concertina. Deels begeleidend en soms even op zichzelf met een paar tunes. Het duo laat horen voldoende vakmanschap en ervaring in huis te hebben om deze aardige plaat af te kunnen leveren. Marco Pol Mark Dunlop Islands on the moon (Greentrax cdtrax307/Music & Words) De Schotse formatie Malinky geniet ook in ons land redelijke bekendheid en was al vele malen op onze folkpodia te bewonderen. De uit het Noord-Ierse Antrim afkomstige Mark Dunlop kwam bij de groep als bodhran- en fluitspeler. Al gauw bleek hij ook een prima zanger te zijn, wat leidde tot deze soloplaat. Dunlop beschikt over een flink repertoire aan traditionele

liedjes uit Noord-Ierland die hij uit diverse verzamelingen en archieven opdiepte. Daarnaast speelt hij met enkele sessiemuzikanten wat instrumentaal eigen werk. Dunlop heeft een fraaie, authentieke stem, geknipt voor deze ballades. Het zijn veelal minder bekende traditionals, behalve dan The black velvet band, dat hier echter in een veel rustiger setting en zonder het jolige refrein ten gehore wordt gebracht. Een verdienstelijk debuut. Marco Pol ★ Noord-Amerika: Rosalie Sorrels Strangers in another country (Red House Records RHR CD 214/ Music & Words) Rosalie Sorrels zong lang samen met Bruce “Utah” Phillips, de folkzanger die in mei 2008 overleed. Sorrels ontmoette Phillips in de jaren ’50. Zij begon de liedjes die Phillips schreef te zingen. Daarmee maakte zij eigenlijk zijn muziek wereldkundig. Niet vreemd dus dat juist Sorrels al kort na zijn overlijden een ode aan de politiek gedreven en zingende ‘anarchist’ wilde brengen. Bij Phillips waren de vakbond en het geëngageerde lied met elkaar verbonden. Je kunt hem daarom wel als creatief erfgenaam van Woody Guthrie beschouwen. De aantrekkelijkheid van deze schijf ligt niet zozeer in de zang en uitvoering van Rosalie Sorrels. De charme ligt in de gasten die meezingen zoals de McGarrigle Sisters in Green rolling hills of West Virginia. Het tweetal behoorde tijdens de folkrevival samen met Phillips tot de incrowd van Saratoga Springs waar Caffé Lena een tijdje het folk-middelpunt van de aarde was. Ook Peggy Seeger laat van zich horen, in Schofield mine disaster en een van Philips’ bekendste (kinder)songs, Enola Gay. Maar het gezellige I had a mule dat door verschillende muzikanten in een jugbanduitvoering passeert en het slotlied Talkin’ Wolverine behoren tot de leukste tracks ter ere van de geëngageerde folkzanger. Joop van den Bremen Pete Seeger At 89 (Appleseed APR CD 1113/ Music & Words) Bijna negentig is Pete Seeger en toch nam hij nog een schijf op met vrienden uit de buurt. De meester van het lied blijft bij de wereld betrokken. Hij is voor een schoon leefmilieu en tegen oorlog, vooral die in Irak. Dus passeren liedjes als Song of the world’s last whale en How are we gonna save tomorrow? Maar ook horen we klassiekers als The water is wide en vertelt hij tussendoor nog eens over het waarom van het Clearwaterproject. Seeger zong Tzena, tzena tzena, meer dan een halve eeuw geleden, samen met The Weavers de hitparade in. Dat we tegenwoordig anders tegen de situatie in het Midden Oosten aankijken, maakt hij duidelijk door in dat lied nu Arabische woorden naast de oorspronkelijke Hebreeuwse te zingen. Pete Seeger zingt natuurlijk vooral liedjes waarin hij anderen laat meezingen, maar zijn nicht Sonya Cohen vertolkt ook het indringende gedicht, When I was most beautiful van de Japanner Noriko Ibaragi. De korte verhalen zoals dat over 32 New Folk Sounds februari/maart 2009

de eerste pioniers in Amerika (gezien door de ogen van de oorspronkelijke bewoners) boeien eveneens. Pete Seeger heeft mensen jarenlang letterlijk en figuurlijk bewogen om te zingen. Hoewel zijn stem niet meer zo krachtig is en zijn banjospel niet meer zo standvastig, mag je hopen dat hij daar nog lang mee doorgaat. Joop van den Bremen Crooked Still Still Crooked (Signature Sounds SIG2013) Crooked Still is een kwintet afkomstig uit Boston dat inmiddels aan haar derde cd toe is. Na het vertrek van cellist Rushad Eggleston worstelde de groep enige tijd met de vraag hoe ze nu verder moesten. Dit met het oog op het bepalende aandeel die Eggleston in het groepsgeluid had. Dat ze met de komst van Brittany Haas en Tristan Clarridge de zaak weer op de rails hebben gekregen blijkt wel na beluistering van de nieuwe cd. Kern van het geluid blijft de zang van Aoife O’Donovan en de heerlijke bluegrass-banjo van Gregory Liszt. O’Donovan klinkt soms nogal als Alison Krauss, waardoor ze met name in de snellere nummers eigenheid ontbeert. In de rustigere nummers krijg haar stemgeluid echter meer kleur en wint ze aan overtuigingskracht. De strijkpartijen voegen een interessante laag toe aan de muziek, soms ingehouden en melancholisch, dan weer robuust met scherpe accenten. De band neerzetten als bluegrass, zoals soms gebeurt is mij te kort door de bocht. De groep past in een veel breder Anglo-Amerikaans kader, is tegelijkertijd vernieuwend en traditioneel en overstijgt daarmee de grenzen van het genre. Luther Zevenbergen Robin & Linda Williams Buena Vista (Red House Records RHR CD 213 / Music & Words) Het duo Robin & Linda Williams is zeker niet onbekend in de Amerikaanse bluegrass-scene. Het songschrijversduo wordt door menigeen gecoverd, maar ook hun eigen cd’s mogen er zeker zijn. Buena Vista is het dertiende album in hun oeuvre, en deze keer lag de productie in handen van Tim O’Brien. Dat is ook duidelijk te horen in de muzikale uitwerking van alle songs, en O’Brien speelt een sleutelrol met diverse instrumenten. Verder is er ook Jerry Douglas op dobro en lapsteel. Maar het is voornamelijk Robin (zang en gitaar) en Linda (zang, gitaar en banjo) die het allemaal doen met een twaalftal interessante en onderhoudende songs. Het duo zingt onder andere over de gitaar van Maybelle Carter en de mandoline van Bill Monroe, maar ook over de sterke band die ze onderling voelen. Buena Vista is een aantrekkelijk album met stuk voor stuk prima songs die lekker in het gehoor liggen. De stempel die O’Brien erop drukt is duidelijk, en dat hij eerlijke akoestische muziek in goud omtovert is alom bekend. Ron Janssen Old Crow Medicine Show Tennessee Pusher (Nettwerk Records / Munich)


Wim Bosmans (redactie) Muzikes d’Amon Nos-Ôtes (ISBN 978-2-9600118-1-0, 68 pagina’s + cd) Op de Hofberg in Brussel is het muziekinstrumentenmuseum (MIM) gevestigd. In het najaar van 2008 liep daar een tentoonstelling gewijd aan de muzikale tradities in Wallonië. Daar omheen werden workshops en themadagen georganiseerd. Verder verscheen een cd met maar liefst 47 geluidsopnamen van totaal bijna 80 minuten. Een bijbehorend boek (in het Frans en het Nederlands) licht de geluidsregistraties toe, die tussen 1912 en 1983 plaatsvonden. De inleiding verduidelijkt de wijze van registreren en beschrijft de veldwerkers in de verschillende regio’s. Daarna volgt een korte biblio- en discografie. De opnamen, waarvan het leeuwendeel rond 1950 ligt, lopen sterk uiteen. De schijf start met een serie roepen van een koewachter. Kinderen kondigen, versterkt met ratels en kleppers, paasdiensten aan, maar zingen ook een heus Sinterklaaslied. Interessant zijn de oorspronkelijke opnamen uit 1952 van de Gilles uit Binche. In die tijd waren de mannen met ‘struisvogeltooi’ nog niet zo bekend. Tegenwoordig kom je ze ver buiten Henegouwen en buiten de carnavalstijd op allerlei straat- en folkloristische festivals tegen. De opnamen zijn erg veelzijdig. Dat blijkt bv. uit de processiemuziek waarbij we fijfers en thebaanse trompetten horen. Maar er wordt ook veel gezongen. Zo herkennen we in de hoofdpersoon van Renaud a de si beaux appas de Waalse dubbelganger van Heer Halewijn. Natuurlijk passeren ook volksdansen de revue. Een van de leukste tracks daarbij is de cramignon of sliertdans L’avez-v’vèyou passer? die door de straten van Luik trekt. Het MIM gebruikt de schijf uiteraard om wat ‘vreemde’ instrumenten te etaleren, zoals het cilinderorgeltje, de beenfluit, de hybride accordeon en de voetbas. Uiteraard ontbreekt de in België uitgevonden saxofoon niet. Naast diverse vioolpartijen is ook een polka, op trompetviool uitgevoerd door Constant Charneux, curieus. En dat geldt voor meer opnamen op deze folkloristische en interessante registratie. Joop van den Bremen Liesbeth List Ik heb je lief – De liedjesteksten Uitgeverij Lannoo, 304 p. Uitgeverij Lannoo zet zijn uitgave van Nederlandse liedjesteksten verder. Na Stef Bos en Willem Vermandere is het nu de beurt aan die grote dame van het chanson, Liesbeth List. Het is een fraai, ingebonden boek geworden met vele foto’s tussen de teksten door. Het boek bevat niet alle teksten die List gezongen heeft. Zijzelf maakte een keuze van net geen honderd liedjes. De commentaar die ze bij een aantal nummers en foto’s schreef maakt het boek echt interessant. Je verneemt zo waarom ze een bepaald chanson gekozen heeft, hoe graag ze samenwerkte met Frank Boeijen, hoe fijn haar ontmoeting met Jacques Brel is geweest en hoe ontgoochelend die met Charles Aznavour. Ramses Shaffy kon uiteraard niet ontbreken. Over het bijzondere lied Oude foto dat Freek De Jonge voor haar schreef schrijft ze kort maar ontroerend. De korte toelichtingen van List maken je als lezer nieuwsgierig naar de eigenlijke liedteksten. En van het boek naar de gezongen versies zal dan maar een kleine stap meer zijn. Een mooi boek voor wie van mooi Nederlandstalig chanson houdt. Dries Delrue Jan De Smet e.a. Daar wordt aan de deur geklopt! Uitgeverij Lannoo, boek + cd In 2005 waagde Jan De Smet - van De Nieuwe Snaar, jawel – zich al aan een kinderboekje met cd. Het waren vertaalde kinderliedjes van folksinger Woody Guthrie, door hem gezongen en mede begeleid door bassist Arne van Dongen. Dit nieuwe boekje bevat veertien van de bekendste Sinterklaasliedjes. De mooie illustraties zijn opnieuw van Tom Hautekiet. Als muzikanten zijn er nu Geert Waegeman en Jowan Merckx bijgekomen. Zowat alle folk instrumenten komen aan bod, wat aan deze bekende liedjes een gans nieuwe klank geeft. Doedelzak, bodhran, ukelele, mondharp, viool, en nog veel andere instrumenten zijn niet meteen wat we bij Sinterklaasliedjes verwachten. Een walsje op Sinterklaas is jarig ook niet. En De Smet zingt met veel expressie. Dat Sinterklaasliedjes nogal wat dramatiek bevatten had ik vroeger niet zo opgemerkt. Op de cd worden de veertien liedjes ook nog eens in instrumentale versie herhaald. Meezingen is de boodschap. Wacht niet tot december om dat originele boekje met cd in huis te halen nu ook de Sint, dank zij De Smet, de folk ontdekte. Misschien bereidt hij al zijn volgende ronde voor. Waarom wij dan niet? Dries Delrue

New Folk Sounds februari/maart 2009 33

boeken

Sander Neijnens Het Giulietti-geluid (ISBN 978-90-805424-5-7) Het Giulietti-geluid is wederom een mooi vormgegeven boek van Sander Neijnens. Deze schrijver is een grote liefhebber van het accordeon, maar is daarnaast ook grafisch vormgever. Hij weet als geen ander de liefde voor het balginstrument zo mooi vorm te geven in een gepast boek met prachtig beeldwerk en een verhaal. Het is het verhaal van Sander Neijnens zelf die het Giulietti accordeon ontdekte tijdens zijn zoektocht naar een geschikt instrument. Neijnens is geïnspireerd geraakt door het spel van Flaco Jimenez die als gastspeler een rol vervulde bij Ry Cooder. Neijnens koos echter niet voor een diatonische harmonica, maar voor een meer vertrouwd ogende klavieraccordeon. In zijn jonge jeugd had hij namelijk piano gespeeld, en het systeem van de zwarte en witte toetsen spreekt hem wel aan. Hij hoorde bij een accordeonstemmer een Giulietti, maar wilde zich eerst het accordeonspel eigen maken. Niet veel later wist hij geld bij elkaar te krijgen voor het instrument. Maar gaandeweg ontdekte hij steeds uitgebreidere modellen. Dit bracht hem in de verleiding om uit te vinden wie die meneer Julio Giulietti was. Het is een zoektocht naar de denkbeelden achter deze bijzondere accordeon, en dit alles is spannend geschreven in een verhaalvorm waarbij iedereen, ook de niet-kenner, weet waarover gesproken wordt. Net als bij zijn eerder verschenen boek Leporello, lees je ook dit boek in één adem uit. De foto’s spreken voor zich en Neijnens zou Neijnens niet zijn als hij ook hier niet een cd zou toevoegen waarop deze bijzondere accordeon tot leven komt. Diverse muziekstijlen passeren de revue en de opnamen zijn chronologisch achter elkaar gezet van 1967 tot en met 2005. Je hoort ook dat de opnametechniek van het accordeon met de jaren beter wordt. Dit boek is een adembenemende ode aan een grote accordeonbouwer, en je proeft van de eerste tot de laatste bladzijde de passie van Neijnens voor de bijzondere Giullietti accordeon. Ron Janssen


recensies

De voormalige straatzangers van Old Crow Medicine Show hebben hun roots nooit verloochend. Een straatavontuur dat zich voornamelijk in Nashville afspeelde. De vijf mannen spelen met de brede veelzijdigheid die je in de Nashville muziekscene kan aantreffen. Het ene moment old-time, dan weer een snikkende cowboysong en vervolgens een lied dat een beetje hippie klinkt. Vooral het geluid van de Amerikaanse muziek aan het einde van eind zestiger/begin zeventiger jaren van de vorige eeuw, drukt een stempel op Tennessee Pusher. Niets wordt gladgestreken en schoongepoetst, waardoor het oergeluid van dit kwintet mooi behouden blijft. We horen banjo’s, fiddle, gitaren, contrabas en veel meerstemmige zang. Gelukkig wisselen de leadvocalen regelmatig, want niet iedereen beschikt over een geweldige stem. In de meerstemmige zang lost zich dat vaak vanzelf op, maar om de leadzang voor de rekening te nemen, heeft men wel bepaalde kwaliteiten nodig. De groep redt zich prima, want muzikaal swingt het goed, en gaat de cd geen moment vervelen. Tennessee Pusher is geproduceerd door niemand minder dan Don Was. Hij werkte samen met prominente muziekfenomenen als Jackson Browne, Roy Orbison, Brian Wilson, The Stones, Dylan en Kris Kristofferson. Don Was was in de bloei van zijn leven toen het hippietijdperk werd ingeluid. Dat verklaart ook de aanwezigheid van die invloeden op deze nieuwste Old Crow Medicine Show. Ron Janssen Tish Hinojosa Our little planet (Continental Song City CSCCD 1049 / Munich) De in Texas opgegroeide Mexicaanse Tish Hinojosa zit al ruim dertig jaar in het muzikale vak. Ze scoorde hoge ogen met haar omvangrijke repertoire dat maar liefst negentien albums telt. Our little planet is de meest recente, en daarmee keert Hinojosa terug naar haar jeugd. Ze groeide op met de muziek van de uit Mexico gevluchte Mexicanen die in Texas een nieuw bestaan hebben opgebouwd. Deze tex-mex speelt ook een prominente rol in haar manier van songschrijven. Maar Hinojosa groeide ook op met Amerikaanse rootsmuziek zoals bluegrass en rockabilly etc. Op Our little planet voegt ze de invloeden samen, en er ontstaat een mooie mix die op het ene moment Mexicaans aandoet en op het andere moment heel Amerikaans. Op momenten klinkt deze cd als een oude jukebox, waarin de prominente en heldere stem van Hinojosa altijd de boventoon voert. Hinojosa gaat een drietal duetten aan met Dale Watson, Carrie Rodriguez en Rosie Flores. Rodriguez drukt het duet Mi pueblo door met haar geweldige fiddlesound. Hinojosa kan niet alleen goed zingen, maar speelt ook een indrukwekkend stukje fingerpickinggitaar. De grootse muzikale invloed heeft Marvin Dykhuis met zijn uitgebreide instrumentenverzameling. De multi-instrumentalist speelt onder andere banjo, mandoline, pedal steel guitar, basgitaar, percussie en noem maar op. Our little planet is een aangename kennismaking met Hinojosa. Al klinken sommige songs wat zoetjes, het album is heel open opgenomen en blijft uitnodigen tot de laatste toon verstild is. Ron Janssen

The Bittersweets Goodnight, San Francisco (Compass Records COM4486) De titel Goodnight, San Francisco is misschien vrij letterlijk bedoeld, aangezien The Bittersweets van San Francisco naar Nashville verhuisden. Opmerkelijk is die stap wel aangezien ze met hun zonnige folkpop toch in Frisco veel meer op hun plek lijken dan in de thuisstad van de commerciële country. Toch verenigen ze de goede aspecten van beide steden. Met een ander type arrangement zou zangeres Hannah Prater in Nashville helemaal thuiskomen. De jankende pedalsteelpartijen bieden hiervoor een prachtig decor. Als geheel heeft de band toch een veel meer poppy benadering, met typisch westcoast-gitaarwerk en een prettig, maar niet te dominante drive van de drums. De teksten zijn over het algemeen vrij luchtig, afgezien van een enkel geëngageerd uitstapje zoals When the war is over. Maar kan het ook anders in het Amerika van Bush? Luther Zevenbergen ✵ Europa Paavoharju Laulu laakson Kukista (Fonal records FR 55 / Clear spot) Een bizarre ervaring deze Laula laakson Kukista van de Finse groep Paavoharju. De elf songs en mysterieuze toegift voltrekken zich als een soundtrack van een Bergmanfilm met psychedelische overgangen. Met behulp van geluidscollages, soundscapes, waarschijnlijk elektronische klankdozen en vee effectapperatuur schept Paavoharju een niet eerder gehoord klankpallet. Cinematografisch in opbouw met infades en outfades. Hier en daar doet het me denken aan progressieve groepen als This mortel coil, een vleugje Cocteau twins met Dead can dance en synthipop. Van de informatie op het digipack wordt je ook niet wijzer: slechts de titels –in het Fins- en een opsomming van meewerkende muzikanten en de bespeelde instrumenten. Dat laatste wordt dan weer alleen vermeld van de gastmusici, zodat je er nog geen touw aan kunt vastknopen. Tussen de avontuurlijke composities vind je dan ineens een simpele song, die wat aan een Franse musette doet denken en minimaal begeleid wordt met gitaar. Met folk heeft het weinig te maken, maar wil je de grenzen eens echt verleggen… Marius Roeting Berit Opheim Versto Slåttar på tunga (Lindberg Lyd 2L46 ACD) Berit Opheim Versto komt uit Voss en zingt folk, jazz en hedendaagse muziek. Opheim zong in de groep Utla en een folkversie van de Zauberflöte. Ze won diverse prijzen, maar bovenal heeft ze een geweldige stem. De Noorse verstaat de kunst om volksmuziek op een instrumentele wijze te zingen, zoals de Ieren mouth music maken. Die Noorse zangstijl Slåttar på tunga zou je met tongzingen kunnen vertalen. Die zang diende in het verleden ter vervanging van de viool als er toch gedanst moest worden. Zelfs de hardingfele kon daarbij 34 New Folk Sounds februari/maart 2009

links blijven liggen, want ook werk van Hardanger vioolspecialist Knut Hamre passeert vocaal op deze schijf. De loepzuivere zang zoals bv. het gevoelige Bygdatråen, werd vakkundig geregistreerd. De ritmische en melodische aspecten komen sterk naar voren in de dansliederen zoals de halling en de springar. Die laatste dans - waarvan de toonomvang erg groot is - passeert verschillende keren. Daar blijkt vooral de kwaliteit van de stem van Berit Opheim. Enige achtergrondinformatie is meegeleverd, ook in het Engels, maar te weinig om de achtergronden te kunnen begrijpen. Er blijft dus weinig anders over dan naar de fraaie stem Van Berit Opheim te luisteren. Dat is zeker geen straf, maar toch wat onbevredigend. Joop van den Bremen Sylvarnes / Vangen Kong Ring (Sylvarnes Forlag SFSPCD 072) De bukkehorn, gemaakt uit de hoorn van een geitenbok, wordt niet veel meer bespeeld, maar toch is het de specialiteit van Odd Sylvarnes Lund. Verder speelt hij op mondharp. Samen met de gitarist Roar Vangen vormt hij het duo Sylvarnes / Vangen. Vangen bespeelt zowel de zes- als de twaalfsnarige gitaar. De twee Noren maken met deze niet conventionele bezetting boeiende muziek. Dat komt enerzijds door de instrumenten. Daarmee wordt een cross-over gegenereerd tussen oud en nieuw. Anderzijds wisselen de muzikanten regelmatig van instrument en experimenteren ze een beetje. De muziek varieert daardoor zeer sterk. Zo klinkt Lengt, vooral in het begin uitgevoerd op bukkehorn, erg klassiek alsof het vanuit de Middeleeuwen met de wind over Noorse bergen op ons afkomt. Snerten klinkt als een jig, maar dan uitgevoerd op vreemde instrumenten. In het pittige Jenta bakom fjella komt zelfs Edvard Grieg even de hoek omzetten. Vangen is erg creatief en produceert zeer uiteenlopende effecten op zijn elektrische gitaar. Sommige nummers dompelt hij op een orgelachtige wijze in een New Age-sfeer. Maar vaak levert het, in combinatie met aanblaaseffecten op de mondharp, intrigerende klanken op waarin je vrijwel steeds de Noors traditionele basis herkent. De Alvedans verandert zo in een intrigerend en enerverend muziekstuk. Spannend, vernieuwend en soms nog grappig ook. Joop van den Bremen Duo Artense Zonder titel (AEPEM 08/02) Het duo Artense bestaat uit violist Basile Brémaud en accordeonist Hervé Capel. Deze laatste is ook bekend van het trio ADC. Hun groepsnaam komt van de landstreek waar ze afkomstig uit zijn: de Artense, een gebied in de Auvergne. Het is ook in deze Franse streek dat ze hun muziek samen sprokkelden. Er wordt niet vaak een zo genietbare cd met dansmuziek uitgebracht. Het samenspel van beide muzikanten boeit door hun dialogen, hun ondersteunen van elkaar. Het accordeon van Capel geeft vaak in ondertoon het ritme aan waarboven de viool zwierig klinkt. Bourrees, polka’s, mazurka’s, walsen, ­marsen, scottishes, alle worden ze door de twee muzikanten


recensies

met evenveel plezier gespeeld. Je zal ze ook met plezier beluisteren en wellicht nog liever er op dansen. Verrassend maar leuk is ook dat tussendoor enkele nummers gezongen worden door Brémaud. Het verzorgde inlegboekje geeft ook veel uitleg over de oorsprong van de melodieën. Deze Fransen zullen zeker bij boombal of balfolk welgekomen gasten zijn. Dries Delrue Jean-François Dutertre Le Fil des jours (Buda musique 3017796) Zichzelf begeleidend op draailier of spinet zingt Jean-François Dutertre hier liederen die de gang der seizoenen en de tradities doorheen het jaar illustreren. “Chants traditionnels calendaires” heet het in de ondertitel. Dit zijn echt liederen voor wie in de gezongen traditie geïnteresseerd is. Dutertre zingt de liederen met veel gevoel en respect voor deze traditie. Verdwenen gebruiken zijn vaak nog enkel in deze overgeleverde liederen bewaard gebleven. Bedelliederen rond Nieuwjaar en Driekoningen, volksreligie bij de Passie en Pasen, dansliederen rond de mei en het Sint-Jansfeest, de graanoogst en de latere wijnoogst, het Allerheiligenfeest en Kerstmis, alles werd door het volk bezongen. Dutertre zorgt er voor dat deze schat aan volkskunst bewaard blijft. In het boekje wordt de oorsprong van al deze liederen zowel in het Engels als het Frans toegelicht. Mooi werk. Dries Delrue Ferran Savall Mireu el nostre mar (Alia Vox AV9858) Savall is een overbekende naam in de klassieke muziek. De namen Jordi Savall en Montserrat Figueras, vader en moeder van Ferran, klinken als klokken. De zus van Ferran, Arianna maakte vijf jaar geleden een erg opgemerkte solo-cd Bella terra. En nu lijkt het de beurt te zijn aan de muzikale zoon om op vaders platenlabel ook een solo-cd uit te brengen. Hij koos, op een paar uitzonderingen na, vooral liederen uit de Catalaanse traditie om deze cd met vooral gitaarbegeleiding, ook wat piano, vol te zingen. Hij wil zo de vergeten traditionele nummers weer tot leven brengen met meer eigentijdse arrangementen, schrijft Ferran in het lijvig en meertalig inlegboekje. Toch denk ik dat Ferran zijn carrière beter verder uitbouwt als instrumentalist. Bij de vele muzikale

o­ ndernemingen van vader zijn er kansen te over. Als zanger kan hij mij niet boeien. Alles klinkt wel gaaf, maar niet doorleefd. Was deze cd zonder vaders platenlabel ook uitgebracht geworden? Ik betwijfel het. Dries Delrue Psarantonis & the Ensemble Xylouris Mountain rebels (Network 495123 / Munich) Psarantonis kan toch wel gezien worden als een van de bekendste en toonaangevende muzikanten van Kreta. Zijn ruwe zang en hypnotiserende spel op de lyra en mandoline zijn uit duizenden te herkennen. Samen met het Xylouris ensemble (ud, luit, percussie en vocalen) en twee gastmuzikanten (cello en luit), speelt hij eigen composities, afgewisseld met traditionele stukken. De cd begint met een, voor Psarantonis’ begrippen, verrassend, lichte instrumentale compositie gevolgd door het dreigende Ine forés pou me methi, dat zoveel wil zeggen als ‘de keren dat ik dronken ben’. Typisch Psarantonis, zijn hese stemgeluid maakt toch elke keer weer indruk. Dit keer begeleid door een duidelijk aanwezige viool gaat dit lied steeds sneller en sneller. Het lied gaat over in ‘Kleine Jasmijn’ gevolgd door ‘Jasmijn kijk uit!’ (beiden vrij vertaald) een ingetogen tweeluik met een licht treurige ondertoon. Bij elkaar toch zo een klein kwartiertje boeiende muziek dat me aan de geluidsboxen gekluisterd houdt. Ook deze nieuwe cd van de grootmeester gaat van wild, ruig en oncontroleerbaar naar berustend en gevoelig. Het is geen breuk met zijn voorgaande werk, wel een vervolg erop van hoogstaande kwaliteit. Eelco Schilder ❂ Azië, Afrika, Zuid-Amerika Huun Huur Tu feat. Sainkho Mother earth! Father sky (Jaro 4281 / Music & Words) Huun Huur Tu is wereldwijd gezien zo een beetje de best bekende Tuvaanse groep. Ze hebben er eigenhandig voor zorg gedragen dat de boventoon en keelzang tot ver buiten de landsgrenzen te horen is. Op deze nieuwe uitgave spelen ze samen met de Tuvaanse zangeres Sainkho, die met haar eigenzinnige zangstijl de Tuvaanse cultuur als geen andere tot leven weet te wekken. Ook zei heeft sinds de jaren negentig een goede naam weten op te bouwen in de Westerse

New Folk Sounds februari/maart 2009 35

­ uziekwereld. Twee legendarische namen op een album, als m dat maar goed gaat! Mother earth-father sky is een prachtige cd geworden, waarop te horen is hoeveel respect de muzikanten voor elkaar hebben. Beiden hebben totaal geen moeite om zowel op de voorgrond als op de achtergrond te treden. Knap hoe Huun huur tu met subtiele arrangementen de zang van Sainkho nog krachtiger weet te maken. Deze cd verdraagt geen enkele andere bezigheid, eenmaal opgezet dwingt het tot luisteren en elke luisterbeurt weer geeft het een beetje van zijn schoonheid prijs. Een mijlpaal in de Tuvaanse muziek met vrolijkheid, droefenis, rust en kracht. Het is van een zeldzame puurheid maar heeft toch ook iets avant-gardistisch. Kortom een veelzijdig album en een echte aanrader. Eelco Schilder Yom New King of Klezmer Clarinet (Buda musique 860169) Een ‘new king’ veronderstelt ook een ‘king’. De koning van de klezmer klarinet waarnaar Yom verwijst is de virtuoos Naftule Brandwein die in de eerste helft van de vorige eeuw de Joodse muziek in de VS sterk heeft beïnvloed. Zichzelf de nieuwe koning noemen klinkt pretentieus. Brandwein is niet zomaar te evenaren en we kennen al Giora Feidman en David Krakauer die allebei ook zo’n titel zouden kunnen claimen. Maar van bij het eerste nummer hoor je dat Yom een buitengewoon begaafd klarinettist is. Het is bij momenten zelfs moeilijk te geloven dat alleen hij klarinet speelt. Het samenspel met piano (Denis Cuniot), tuba en trombone (Benoît Giffard) en tapan (Alexandre Giffard) geeft de muziek een buitengewoon rijke dimensie. Binnenin de hoes kan je in superproductie letters lezen: Tribute To Naftule Brandwein. Deze cd is inderdaad een super eerbetoon aan Brandwein. Tien van de veertien nummers zijn werk van Brandwein, één nummer is van zijn rivaal Dave Tarras. Twee nummers tussendoor zijn van Yom zelf en de cd besluit met een stuk van Yom én Cuniot. Voor liefhebbers van klezmer klarinet is dit een niet te missen cd. Nieuwe koning of niet, de muziek die we horen is echt niet gewoon te noemen. Dries Delrue Sangeeta Bandyopadhyay Puja (Felmay Records fy8137 / Central Distribution)


recensies

De Indiase muziekwereld is voor niet-ingewijden een wirwar van scholen, genres en artiesten. Massaal komen die artiesten tegenwoordig naar het westen om op te treden, en weten wij veel. We programmeren, publiceren en recenseren het allemaal. Het gemiddelde niveau ligt bijzonder hoog en dan is het moeilijk om hier te bepalen wie de echte artistieke hoogvliegers zijn. Ook khyal-zangeressen zijn er veel, maar Sangeeta Bandyopadhyay hoort zonder twijfel bij het handjevol absolute toppers. Puja is nog maar de derde internationale release, maar ik hoop dat er nog veel zullen volgen. Ze wordt

geroemd om haar bereik van ruim 3 octaven. Maar dat is niet het enige, want of ze nu heel laag zingt of heel hoog, haar stem blijft altijd krachtig en rond. En tevens blijft ze de glijtonen over de hele lijn perfect uitvoeren. Het grootste deel van de cd wordt ingenomen door Raga Puriya Dhanashre waarin ze zowel en langzame als een snelle compositie zingt. Voor de relatief jonge leeftijd heeft ze al een verbluffend niveau bereikt. Nu maar hopen dat dit ook in het westen erkend gaat worden en dat ze niet ondergesneeuwd zal worden in de wildgroei van Indiase muzikanten die naar de westerse podia worden gehaald. Luther Zevenbergen

Keyvan Chemirani & Anindo Chatterjee Battements acoeur de l’Orient (Accords Croises AC121 / Harmonia Mundi) Battements Accoeur de l’Orient is een samenwerking tussen Keyvan Chemirani en Anindo Chatterjee. De eerste is een percussionist uit de familie Chemirani. Zijn vader kwam ooit naar Parijs en de hele familie is werkzaam in de Iraanse muziek, maar ook in allerlei crossover-verbanden. Anindo Chatterjee wordt beschouwd als een van de belangrijkste tablaspelers van het moment. Alhoewel hij toch vooral in klassiek Indiase muziek actief is, schuwt ook hij het experiment niet. De groep wordt aangevuld met diverse muzikanten, zoals zangeres Maryam Chemirani, sarodspeler Ken Zuckerman en lyra-speler Stelios Petrakis. En zo ontstaat een bonte muziek van Iraanse, Indiase en Griekse muziek. Men kiest er niet voor dat alle muzikanten steeds meespelen, maar er wordt in wisselende samenstellingen steeds één van de tradities meer belicht. Hierdoor is er geen sprake van geforceerde mengvormen, maar blijft de bijzondere aspecten van de muzikale traditie overeind. Als de verschillende stijlen elkaar uitdagen, dan ontstaat de brug op natuurlijke wijze. Alhoewel ik het meest gefascineerd was door het ritmische duet van de zarb en de tabla in Tablacadabra, en de nummers waarin Maryam Chemirani de vocalen voor haar rekening nam, kom ik tot een eindscore van negen nummers, negen hoogtepunten. Luther Zevenbergen

Farida Sun of Iraq (Papyros Records MWCD5018 / Music & Words) Voor een nieuwe cd van Farida mag je me altijd wakker maken. Deze keer heeft ze me weer niet teleurgesteld. Ook al gooit ze het dit maal over een andere boeg. In plaats van traditionele maqams te spelen heeft Mohammad H. Gomar, de leider van het ensemble, vijf eigen composities geschreven. Hiervoor heeft hij gedichten uit de Arabische en Iraakse poëzie gekozen. In het persbericht lees ik dat dit een voor westerse oren toegankelijker album oplevert. Eigenlijk hoor ik dat niet zo. Om de nieuwe nummers te kunnen waarderen moet je toch wel iets met Arabische muziek hebben. Binnen de Arabische muziek, en daarmee ook voor westerse liefhebbers, is het wel degelijk muziek die velen zal aanspreken. Het is bepaald niet zwaar op de hand, maar zeer lyrisch. Uitgesponnen arrangementen meet prachtige strijkpartijen afgewisseld met het helder tokkelgeluid van de qanun. De geest van Oum Kalsoum waart hoorbaar rond in de tuinen van huize Farida-Gomar. Luther Zevenbergen Julien Jacob Barham (Tropical Music 68.868 / Music & Words) Stemgeluiden, gitaarklanken en percussie, dat zijn de ingrediënten van de muziek die Jacob maakt. Deze Afrikaanse veertiger, in Bénin geboren, woont sinds zijn kindertijd in Frankrijk. Eerst in het zuiden, daarna in Parijs en thans in Bretagne. Toch klinkt zijn muziek erg Afrikaans. Barham is zijn derde solo-cd . De liederen schrijft hij in een imaginaire taal. Onverstaanbaar, maar in zijn eigen taal uit Bénin zouden we er evenmin iets van verstaan. Deze teksten zijn echter niet eens te vertalen. Het zijn enkel klanken waar de luisteraar zelf de stemming ervan moet invullen. Wat veel gevraagd, een ganse cd lang. Samen met de gitaarklanken zijn deze sobere liederen best genietbaar. Maar om er echt intens naar te luisteren boeien ze te weinig. Ze klinken wel aangenaam als achtergrondmuziek. Dries Delrue Chiwoniso Rebel woman (Cumbancha cd 8 / Munich) Chiwoniso is een zangeres uit Zimbabwe en geboren in een muzikale familie. Vanaf haar vierde verjaardag speelt ze de 36 New Folk Sounds februari/maart 2009

zogenaamde duimpiano en op haar negende nam ze samen met haar ouders haar eerste plaat op. Ze maakte deel uit van haar vaders marimba groep, werkte samen met Mari Boine, Sinead O’Connor, Baaba Maal en vele andere bekende en minder bekende namen. Rebel Woman komt tien jaar na haar debuut album en dit is eigenlijk de eerste cd sindsdien die internationaal uitgegeven is. Samen met haar band speelt ze twaalf lichte, goed in het gehoor liggende roots-pop nummers. Haar muziek is een beetje ingetogen waardoor het wellicht wat afstandelijk overkomt. Toch is vooral de klasse te horen van deze zangeres en haar band. Ze zingt over haar kinderen, de rol van de vrouw, negatieve geesten en er staat zelfs een doodnormaal liefdesliedje op. Rebel Woman is een goed geproduceerde plaat van een professionele groep muzikanten die heerlijke tussendoor muziek spelen. Eelco Schilder Buena Vista Social Club At Carnegie hall (Worldcircuit 080/ Munich) Dat de Buena vista social club de Cubaanse muziek weer op de wereldkaart heeft gezet mag toch voor niemand meer nieuws zijn. Na de eerste cd, die insloeg als een bom, volgden er een heel rijtje geslaagde en, een enkele keer, een wat minder geslaagde spin-off. Tien jaar na een legendarisch optreden in de wereldberoemde Carnegie hall in New-York, is er een luxe dubbelcd uitgegeven van dit concert. Zestien live tracks die niets, maar dan ook niets aan kracht hebben ingeboet. Wat een sfeer, wat een klasse, wat een topgeluid. De Cubaanse muzikanten weten onder begeleiding van Ry Cooder boven zichzelf uit te stijgen en de muziek nog warmer en intenser neer te zetten dan op de studio plaat. Een must deze live cd, ook voor diegene die de studioversie al hebben. Eelco Schilder Omara Portuondo Gracias (Montuno - World village WVF 479021 / Harmonia mundi) Betekende de Buena Vista Social Club de internationale doorbraak voor de niet meer jonge Omara Portuondo, in Cuba had zij er toen al een zangcarrière opzitten van bijna vijftig jaar. Met deze nieuwe solo-plaat wil ze nu allen die haar geïnspireerd en geholpen hebben in haar zestigjarige carrière een welgemeend ‘Dank U’ zeggen. Ze sprokkelde liederen bijeen die ze zelf graag zong of nog wilde zingen. Bij elk nummer schreef ze een kleine toelichting in het cd-boekje. Ze opent deze cd met een erg mijmerend lied Yo vi, het J’ai vu van Henri Salvador. Enkele nummers zingt ze samen met de auteurs van de liederen. Zo zingt Chico Buarque mee op zijn overbekende O que será en Pablo Milanés op Ámame como soy. Het mooie titellied Gracias wordt gezongen met zijn auteur Jorge Drexler. Deze cd is een rustig gezongen verzameling van een oudere dame die haar waarde ten overvloede bewezen heeft. Als luisteraar wil je ook haar ‘Dank U’ zeggen. Dries Delrue


recensies

Juan Masondo & Jopie Jonkers El Charco (Het theatervolk THVK 2008/CD2) Gitarist Juan Masondo en harpiste Jopie Jonkers spelen al jaren Zuid-Amerikaanse muziek. Dat beide artiesten nu samen ‘Canciones de América Latina’ zingen, is een welgekomen geschenk voor ieder die van deze liederen houdt. De eerder rauwe stem van Juan klinkt echt mooi in samenzang met de heldere klank van Jopie Jonkers’ stem. Hun duetten klinken verrassend want onverwacht, maar het zou jammer geweest zijn indien deze ontmoeting niet had plaats gevonden. De gekozen liederen komen uit verschillende Zuid-Amerikaanse streken en zijn in erg verschillende ritmes gezongen. Natuurlijk is er tango te horen in ondermeer Sus ojos se cerraron van Carlos Gardel, maar ook chamamé, wals, samba, pasillo en nog andere. Het lied Ay, ay mis penas is een nummer dat door Masondo’s vader is geschreven. De begeleiders van dit duo zijn ook niet de minsten uit onze Lage Landen. Koen De Cauter speelt gitaar, Rinus Raaijmakers contrabas en Alfredo Marcucci is er bij met zijn bandoneon. Op El Choclo is ook nog Dick Van der Harst op bandoneon te horen. Deze mooie schijf besluit met een instrumentaal nummer van grootmeester Atuhualpa Yupanqui. Dries Delrue

Medewerkers gezocht: New Folk Sounds is een blad dat gemaakt wordt door en voor liefhebbers. Dat doen we op vrijwillige basis, maar we proberen hierbij wel kwaliteit te leveren. Door het komende afscheid van enkele medewerkers zijn we op zoek naar enthousiaste mensen die ons team willen versterken. We verwachten tenminste van je dat je op een bepaald gebied binnen de folkof wereldmuziek een goede kennis bezit, en dat je dit in goed leesbare artikelen weet om te zetten. Daarnaast zijn we ook op zoek naar iemand die advertenties wil werven voor het blad. Hiervoor is wel een financiële vergoeding beschikbaar. Een ieder die geïnteresseerd is om voor New Folk Sounds te werken, en er geen probleem mee heeft dit op vrijwillige basis te doen, kan een email met een duidelijke motivatie ­sturen naar nfs@newfolksounds.nl

☛ Kladje Paul Vens & Friends Concerten Liederen en Klankschalen. Info& beluisteren: www.paulvens.nl en I-tunes

extract Mondharptrio Aubergine De Souterrain Sessies 3 (Stichting Antropodium, antropodium@gmail.com) In het derde deel van de reeks sessies door het Zeeuwse mondharptrio is nog meer plaats voor experimenten. De speeltechniek varieert deze keer sterk evenals de ritmes. Tussen de klankcascades door klinken ook niet door de mondharp gegenereerde percussieklanken en andere achtergrondgeluiden. JvdB Diverse artiesten Boombal (Ars 1778483) Boombal is hot en vandaar ook deze Boombal verzamelaar om thuis je eigen Boombal te kunnen beleven. Achttien bekende namen spelen

een lekker dansje. Zo hoor je Urban trad een Scottisch, Kadril een Bourree, Ishtar een Polka en de wereldberoemde wals van Yann Tiersen La valse d’amelie. Best leuk, deze verzamelaar. De samenstellers hebben duidelijk gekozen voor herkenbare en goed dansbare deunen. Vandaar weinig verrassend, maar wel lekker. ES Annelies Monseré & Jessica Bailiff Common ground (Morc Records 48/ Clear Spot) Bailiff en de Belgische Monseré werkten veelvuldig live samen, maar hadden nog geen opnamen op schijf. Deze vier-trackcd bevat minimalistische en surrealistische muziek, gebaseerd op een eenvoudig akkoordschema van een sterk vervormde elektrische gitaar en wat drones. Daaroverheen de feeërieke samenzang van het

New Folk Sounds februari/maart 2009 37

duo in multitracking. Shadow is nog het meest traditioneel in de betekenis van songstructuur. Merkwaardig maar wel intrigerend. MR Diverse artiesten Aznavour et ses premières interprètes (Frémeaux & Associés FA 5208) Dat Aznavour een der belangrijkste auteurs is en blijft binnen het Frans chanson is algemeen bekend. Minder bekend is het feit dat een bijzonder groot aantal zangers en zangeressen in Frankrijk zijn chansons zongen vanaf het begin van zijn schrijversloopbaan. Frémeaux & Associés, een uitgever die bijzonder veel belang hecht aan het auditieve geheugen in Frankrijk, had het goede idee om op een dubbele cd drieënveertig chansons van Aznavour samen te brengen. Je hoort de eerste vertolkers van

zijn werk. Bijna veertig verschillende artiesten zingen chansons, ingeblikt tussen 1947 en 1957. Eén ervan is Amalia Rodriguez met Ay!… Mourir pour toi. Een andere is Edith Piaf met Une enfant, bij ons bekend als Een meisje van 16 door Boudewijn De Groot. Zelfs liefhebbers van Aznavour worden hier nog verrast. DD The Watersons For pence and spicy ale (Topic TSCD 574) For pence and spicy ale heb ik altijd een van de betere Watersons albums gevonden. Ik heb daar geen echte verklaring voor. Wellicht omdat het een album is waarop de zang meer dan ooit uitgekristalliseerd is. Misschien omdat het een album was dat na een lange break de terugkeer van de groep in 1975 aankondigde. Mogelijk


extract

speelt ook de bijdrage van Martin Carthy een rol. Op dit album is zijn bijdrage echter niet extreem opvallend; een van de vier stemmen. Geen instrumenten, dus volkomen meerstemmige acapella en een goede selectie van songs, gegroepeerd rond een thema, zoals wel meer albums van The Watersons. Om je krakende elpee versie te vervangen, want extra tracks of een andere bonus ontbreekt. MR Lunasa The story so far (Compass Records 7-4475-2/Music & Words) Goed gevulde en gedocumenteerde verzamelaar van deze Ierse topformatie. De crème de la crème op het gebied van instrumentale traditionele muziek. Dus wie nog niets van ze heeft… MP Phil Hulse Unpredicted storm (Fellside Records fecd217) Een dozijn eigen liedjes van de zanger van The Queensberry Rules. Eigentijdse folk met sterke teksten over het Engeland van nu, en de toestand van de wereld in het algemeen. MP Sharon Shannon The Galway girl, the best of… (The Daisy label DLCD028 / Music & Words) Leuke verzamelaar met daarop de brede samenwerking met andere artiesten die La Shannon tijdens haar loopbaan aanging. Weinig nieuws voor de echte fan, enkel een paar live toevoegingen van haar huidige formatie Renegade. RJ Jim Hunter Coastlines (Brambus 200839-2) Beetje blues, snufje rock, lepeltje folk. Zelf gecomponeerd 12-gangenmenu van de Schotse zanger/gitarist en zijn bandgenoten, waarbij de meeste gerechten zijn overgoten met een licht Amerikaans sausje. MP Brendan Monaghan Look no further (Brambus Records 200833-2/Greenheart) Derde cd van deze Ierse singer/songwriter en zijn eerste voor het Zwitserse label Brambus. De muzikale aanpak van Monaghan is nogal middle-of-the-road. De gitaar, viool en accordeon verzuipen in het bad van keyboards en echo. Ook de composities laten geen blijvende indruk achter. Van zijn vorige cd is als bonus het nummer Caledonian girl toegevoegd, zowel audio als video. Klinkt meteen een stuk minder overgeproduceerd. HvD Jack McNeill & Charlie Hayes Light up all the beacons (Fellside Recordings fecd213)

Jong Brits duo met louter eigen composities. Degelijke (folk)liedjes en tunes van zanger/ gitarist Jack en zangeres/violiste Charlie. Veelbelovend debuut. MP French Frith Kaiser Thompson Live, love, larf & loaf (Fledg’ling 3067) Her uitgave van de 1988 cd Lice, love, larf & loaf by this ‘super’quartet of musicians. French is John, Frith is Fred, Kaiser is Henry and Thompson is natuurlijk Richard. Naast de dertien tracks van de eerste cd release, bevat deze nieuwe versie vier bonus live opnames waaronder Thompsons Night comes in. ES Bill Whelan The Connemara Suite (Tara Records taracd4021/Music & Words) Drie muziekstukken, Inishlacken, Errisbeg en Carna, beschrijven eilanden en landschappen van het West-Ierse Connemara. Mmv the Irish Chamber Orchestra en diverse solisten. Sfeerrijke en voornamelijk klassiek getinte werken, die klinken als filmmuziek, van deze succesvolle componist die ooit bekend werd met Riverdance. MP Diverse artiesten Folk & roots from Denmark (The Danish folk council) Jaarlijkse verzamelcd met daarop het meest actuele overzicht van alle traditionele, folk en aanverwante groepen uit het Denen land. Altijd leuke inspiratiebron, maar al jaren komen toch wel verdacht vaak dezelfde namen op de cd voor. Wel vraag ik me wederom af hoe het toch kan dat we hier zo weinig van Eivør Palsdottir horen. Wat een klasse zangeres. ES Manfred Dierkes Four brothers and a thumb (Acoustic Music 319-1393-2) Deze Duitse gitarist zet zijn tweemaal vier vingers en duim inderdaad flink aan het werk in jazzy solostukken, bewerkingen van big-band materiaal en enig eigen werk. Gevarieerd en kundig uitgevoerd repertoire. MP Detlef Bunk Red dress (Acoustic Music 319-1397-2) Zestien composities voor akoestische gitaar, waarbij een aantal gastmusici (waaronder Ian Melrose) helpen de zaak wat in te kleuren. De nummers zijn gevarieerd in stijl; van latin, jazz en folk tot pseudo-klassiek en wat experimentelere klanken. MP Saite an seite Gitme (Wonderland Records WR9056)

Saite an Seite is de groep van Ismail Turker, de Turkse singer-songwriter die woonachtig is in Duitsland en een band van Duitse muzikanten rond zich heeft verzamelt. Ondanks de inbreng van een rock/jazz-combo blijft de muziek gebaseerd op de Turkse liederen met de saz en Turkse zang als middelpunt. LZ El Pont d’Arcalis i Les Violines En directe (Disc Medi dm4377-02/Music & Words) Sfeervol concert van twee belangrijke Catalaanse groepen. Traditionele muziek, veelal uit de Pyreneeën, in conventionele en modernere arrangementen. Boeiende muziek, zowel de instrumentale stukken als de samenzang. MP Armik Barcelona (Bolero Records BOL7150 / DEE2) Supermarkt flamenco in een oorpijnigend stroperige behangverpakking waar zelfs autistische bejaarden met Alzheimer geen brood van lusten. Neem nou bijvoorbeeld Cordobes, waarin zelfs wordt geprobeerd met een volgens mij uit de digitale doos komende Mexicaanse Tujuana brass rifjes het Zwitserleven vakantiegevoel na te bootsen. U bent gewaarschuwd!. Als dit voortaan in de supermarkt gedraaid wordt, word ik onmiddellijk een geheel onthoudende kluizenaar. MR Aes Dana Far coasts & lost tracks (Folkclub Ethnosuoni ES5375) Zeven mannen en vrouwen uit Sicilie die een eigen mengsel maken van Keltische, Italiaanse en zelfgeschreven werkjes. Wisselvallige plaat met soms verrassende bewerkingen van bekende deuntjes, met leuk snarenspel op harp, ­bouzouki, dulcimer en gitaar. MP La Cherga Fake no more (Asphalt tango 1708 / Music & Words) Samen met zangeres Irina Karamarkovic brengt deze Balkan groep een mengeling van folk, jazz en popmuziek. Het eerste nummer klinkt lekker, fijne zang en subtiele, goed opgebouwde elektronica. Toch slaat al snel de verveling toe, het begint wel erg op elkaar te lijken en niet alle nummers klinken zo goed overdacht als de openingstrack. Had hier meer in gezeten? Ben bang van wel. ES Pan Project El Greco (LopLop Productions llr 026) De Griek waar de titel van de cd naar verwijst is drummer Nikos Tsilogiannis, sinds 1976 woonachtig in Nederland. Blijkbaar heeft hij altijd met groot enthousiasme volksliederen uit zijn

38 New Folk Sounds februari/maart 2009

vaderland gezongen, en muziek uit die traditie geënt op het repertoire dat hij met muzikanten uit de Nederlandse jazz-scene speelde. Daar is op deze cd weinig van te merken. De muziek wordt gestuurd door saxofonist Paul Weiling en pianist Albert van Veenendaal die hun oren te luisteren hebben gelegd bij John Coltrane en Third van Soft Machine (en er ook nog eens Frank Zappa’s King Kong-thema bij halen). Goed gespeeld, mooi drumwerk. Maar veertig jaar na dato hebben ze weinig toe te voegen aan de originelen. RvP Diverse artiesten Klezmer Revolution (The Rough Guide RGNET1205) In 2000 bracht Rough Guide al een klezmer-cd uit. De toevoeging van ‘revolution’ wijst er op dat er zich echt een ommekeer voordoet in hedendaagse klezmer. Op deze cd horen we ook muzikanten die experimenteren met dat muziekgenre. Ongewone instrumenten worden gebruikt, oudere opnames zoals van Theodore Bikel worden bewerkt door rapper Socalled en zo meer. Slechts twee groepen die zelf ook vernieuwen, The Klezmatics en David Krakauer, waren op de vorige klezmer-uitgave al te horen. Deze nieuwe cd is een uitstekend middel om de (r)evolutie in de klezmer te volgen. DD The sacred shakers Sacred Shakers (Signature Sounds Recordings 2015) The Sacred Shakers zijn een band met een boodschap. Jawel, de echte boodschap. De muziek, die vooral in de traditionele country en Amerikaanse folk geworteld is, contrabas, mandoline, banjo en akoestische gitaar als belangrijkste instrumenten heeft, luistert prettig weg. Toch zijn 14 nummers over de goede Heer mij iets te veel. LZ Walter Hyatt Some unfinished business, volume one (King Tears Music KTM WHCD1 / Sonic Rendezvous) Singer-songwriteralbum dat bij vlagen interessant klinkt. Het zijn doorgaans wat zoetere liedjes die dit album domineren. Belangrijke gastrollen worden vervuld door Jerry Douglas (dobro), Byron House (contrabas) en Carrie Rodriguez (fiddle). RJ Catie Curtis Sweet life (Compass Records 7 4419 2, Music & Words) Negende cd van deze Amerikaanse singer/songwriter. In tegenstelling tot enkele van haar voorgaande cd’s geen sobere instrumentatie. Een flinke hoeveelheid musici – veteranen uit de Nashville-scene - zorgt voor een vol, maar glad geluid. Radiovriendelijk, maar de liedjes


extract

van Catie Curtis beklijven door de gevaarloze geluidsmix nauwelijks. HvD Bob Long and Keith Miller I wonder to myself (BL Music BLCD002/long.boblong@gmail.com) Twee blanke Engelsmannen in de herfst van hun leven die liederen zingen en spelen van Amerikaanse bluesgrootheden van de jaren 20 tot de jaren 50. En dan ook nog en bate van The Tommy Johnson Blues Foundation - van Johnson prijken drie nummers op de cd - om de door Bonnie Raitt betaalde grafsteen op ‘s mans graf geplaatst te krijgen. Gitaar, mondharmonica, zang. Gedegen, maar het klinkt nogal ouwelijk. HvD Whitey Morgan and the 78’s Honky tonks and cheap hotels (Small Stone Records SS-086 / Bertus) Countryrock met een vette knipoog naar de honky-tonkmuziek. Vette (slide)gitaarriffs, afgewisseld met mierzoete tearjerkers waarbij Whitey Morgan qua stemgeluid bij vlagen in de buurt van Johnny Cash komt. Op deze twaalf tracks tellende cd staat ook een gedurfde versie van Springsteen’s I’m on fire. RJ Flaco Jimenez He’ll have to go (Continental Records MMACD 1033 / Munich) Twaalf nieuwe songs van de Tex-Mex grootmeester. Weinig verrassend, maar wel van hoge kwaliteit. Voor de fan een absolute must, en iedereen die een album van Jimenez in de kast wil hebben, kan deze blindelings aanschaffen. RJ Robyn Ludwick Too much desire (Freedom Records/Sonic Rendezvous) Tweede cd van de Texaanse singer/songwriter Robyn Ludwick, wier twee broers Bruce en Charlie Robison, behoorlijk succesvol zijn de countrywereld. Elf nummers van eigen hand en een cover van David Tasgal. Ludwick schrijft en zingt nogal onopvallende countrysongs in een popmuziekjasje. Achtergrondvocalen worden door onder meer Eliza Gilkyson en haar broers verzorgd. HvD Kasey Anderson The reckoning (Blue Rose BLU DP0465/Sonic Rendezvous) Amerikaanse countryrockartiest in de stijl van Steve Earl, die zijn tweede cd heeft gelanceerd. Van verstild tot heftig elektrisch. Anderson is politiek geïnspireerd. De personages op The reckoning zijn allen in de positie dat ze de keuze voor verandering kunnen maken. Ervaren gitarist, bassist en drummer als begeleiding. De elf nummers worden op deze Europese versie

uitgebreid met vier bonustracks. HvD Maria de Lourdes (dvd) Recordando a Maria de Lourdes (Dee 2 Records 55 25372) Tien jaar na Maria de Lourdes’ onverwachte dood op Schiphol kunnen fans zich verheugen in een dvd waarop delen van twee van haar Nederlandse recitals zijn weergegeven. Telkens acht nummers. De beelden van een concert in Groningen dateren uit 1994, die van een concert in de Rotterdamse Doelen uit 1996. Beide recitals zijn shows met Mexicaanse muziek en klederdracht. De Stichting Maria de Lourdes bezorgde de uitgever het beeldmateriaal. DD Diverse artiesten Latin street party (Network RGNET1212PR) Weer een nieuwe verzamelaar in de eindeloos lange reeks van Rough guide. Ditmaal Latin beats van de straat. Lekker in het gehoor liggende, hedendaagse dansmuziek die ook een jonge generatie zou kunnen aanspreken. ES Duo Vibração A jazzy note (Acoustic Music 3191398.2/Munich) Met behulp van bassist Max Schaaf houden gitarist Oliver Waitz en mandolinespeler Jesper Rübner-Petersen zich vrij trouw aan de titel van deze cd - ze spelen muziek met een jazzy inslag. Op de uitvoering is weinig aan te merken, maar de muziek (die zich beweegt tussen gipsy-swing, choro en bluegrass) verrast geen moment. RvP Grupo Fantasma Sonidos gold (MeMy 2005 / Munich) Grupo Fantasma is een latin orkest uit de Verenigde Staten dat een brug probeert te slaan tussen ouderwetse latin en de moderne ‘Manu Chao’ muziek. Klinkt leuk, maar de groep brengt toch eigenlijk gewoon goede en zonnige Latin, waar weinig nieuws of progressief aan is. Was de afgelopen zomer een zonnige geweest dan was deze muziek keihard onze nieuwbouwwijk in geblazen. ES The Ideal Husband No bye no aloha (Chic CHIC087701, Munich) De Zweedse zangeres Louise Peterhoff en muzikante Sandrine Collard ontmoeten elkaar in Brussel en blijken een voorliefde te delen voor Hawaïaanse muziek uit de jaren ’60. Collard schrijft handenvol nummers, die door Peterhoff met zalvende stem worden vastgelegd op een tapijt van lapsteel en ukelele. Een dromerig zonnige sfeer, een aangename verpozing. HvD

New Folk Sounds februari/maart 2009 39

Soweto Gospel Choir Live at the Nelson Mandela Theatre (Shanachie 66042) Live opname van dit wereldberoemde koor. Prachtige solo en samenzang vol levendigheid, schoonheid en passie. Aanrader voor de liefhebbers van dit genre. ES Seprewa Kasa Same (Network/riverboat TUGCD1051 / Music & Words) Een lekkere, akoestische plaat met fijn besnaarde muziek gespeeld op de Seprewa. Dit trio speelt op en lichtzinnige manier eigen composities geworteld in de Ghanese en andere Afrikaanse culturen. Lekker! ES Diverse artiesten Gnawa: Home Songs (Accords-Croises AC117) Deze fraai vormgegeven cd herbergt een verzameling Gnawa-songs. Gnawa wordt wel de blues van Noord-Afrika genoemd en inderdaad is het een genre dat meer dan de meeste muziek uit die regio een emotioneel en introspectieve kwaliteit bezit. Op de cd zijn nummers te vinden van Hassan Boussou en Hamid Kasri, maar ook een aantal onbekendere namen. Men heeft niet voor de clichés gekozen, zoals op verzamelaars van Rough Guide altijd het geval is. LZ Akim el Sikameya Introducing (World Music Network LC11067) De Algerijnse zanger mixt zijn eigen Arabische muzikale achtergrond met westerse klanken. De invloeden komen uit de jazz, latin en zigeunermuziek. De muziek is nogal vlak en lijkt me goed voor een festival, maar ik zal de cd niet snel nog eens opzetten. LZ The Mahotelle Queens Kazet (Marabi 46813.2/Harmonia Mundi) Het zoveelste meerstemmige Zuid-Afrikaanse album. Onwaarschijnlijk glad geproduceerd. Soms niet eens goed op toon. Treurige bijdragen van Malagasische accordeonist Régis Gizavo. Op het hoesje ziet het er allemaal reuze vrolijk uit. Zodra het schijfje gaat draaien is de lol er snel af. RvP Baye Magate Aywa (Brambus records 200835-2) Afrikaanse muziek van percussionist, zanger en liedjesschrijver Baye Magatte. Matige productie, waarin vooral het beperkte stemgeluid en de eenduidige ritmes opvallen. Het geheel kabbelt wat voort en weet eigenlijk zelden boven de middelmaat uit te komen. Beetje saai naar

mijn mening. ES Segun Damisa & the Afro Beat Crusaders Nigeria dey cry (Playa sound65297 / AMG) Segun Damisa is niet zomaar een drummer. Hij stond achter grote namen als Fela en Femi Kuti en was de oprichter van de Afro Beat Crusaders. Op deze cd zijn zijn laatste opnames te horen voor hij in 2006 overleed aan kanker. Nigeria dey cry is een dampende, ronkende en opzwepende Afro-beat cd met heerlijk rockende muziek. Het laat een groot drummer horen en een begenadigd zanger, maar vooral een bevlogen muzikant die met passie en overtuiging een geweldig lekker potje Afrikaanse rock weet neer te zetten. ES Diverse artiesten The rough guide to the music of Mali (RGNET1208PR / Music & words) Desert Blues 3 (Network 495122 / Munich) De verzamelaar van Rough Guide laat je vijftien nummers horen door vijftien verschillende muzikanten of groepen vertolkt. Alle komen ze uit het West-Afrikaanse muziekland bij uitstek: Mali. Een bijzonder geslaagde kennismakingscd die alle groten uit Mali laat horen. Weinig nieuws daarentegen voor wie al goed vertrouwd is met Malinese muziek. De dubbele verzamelaar van Network bevat meer verrassingen. Uiteraard bevat die ook veel (maar andere) nummers van dezelfde Malinese artiesten. Maar het gebied dat met Desert Blues 3 bestreken wordt is veel uitgestrekter. Hierop horen we ook belangrijke zangers en muzikanten uit Algerije, Ethiopië of de Westelijke Sahara, het woestijngebied dat al ruim dertig jaar door Marokko wordt bezet. Elk van de drie cd’s is goed voor bijna zeventig minuten muziek. Beide uitgaven geven ook schriftelijke toelichting bij de te beluisteren artiesten, Rough Guide enkel in het Engels, Network in het Engels, het Frans en het Duits. Beide uitgaven zijn een koopje voor wie deze Afrikaanse muziek wil leren kennen. En wie deze muziek al kent kan hiermee zeker een aangename variatie beluisteren tijdens lange autoritten. DD


agenda

februari

❅ maart ❃ april

Gegevens voor de agenda van april t/m juni 2009 moeten voor 25 februari binnen zijn op agenda@newfolksounds.nl Ook is het mogelijk om agenda-gegevens door te geven via www.newfolksounds.nl/agenda/agendaformulier.html, het voordeel hiervan is dat het zeker geplaatst wordt en dat het binnen enkele dagen op de online-agenda staat.

Nederland februari 1 feb Rapalje Brabanthallen Den Bosch Malinky, ‘t Boederijtje Haaren Fling, C.C. de Skans Gorredijk Uma Murali Krishna, Rasa Utrecht David Munnely Band & Slide Theater de Mythe Goes 3 feb Alex Roeka Cc Hanzehof Zutphen David Munnelly Band en Slide Oosterpoort Groningen 4 feb Pater Moeskroen Theater de Mythe Goes 5 feb Rapalje, CC De Speeldoos Baarn Music World Series - Mystic Voices, Tropentheater Amsterdam Gerard van Maasakkers Schouwburg Orpheus Apeldoorn Alex Roeka Stadstheater Zoetermeer Mystic Voices Tropentheater Amsterdam Rapalje, Cc De Speeldoos Baarn Fanfare Tirana, Muziekcentrum Frits Philips Eindhoven Gerard van Maasakkers Schouwburg Orpheus Apeldoorn 6 feb Rapalje, Figitheater Zeist Malinky De Ridderhof Koudekerk a/d Rijn Sultan, Folkclub Twente Enschede Gerard van Maasakkers Theater de Lampegiet Veenendaal Rapalje, Figitheater Zeist Sultan, De Roef Enschede 7 feb Rapalje, Parktheater Eindhoven Ogham Theater de Kappen Haaksbergen Kasba, Beauforthuis Austerlitz Ceumar & Mike del Ferro Trio Tropentheater Amsterdam Gerard van Maasakkers Theater De Bussel Oosterhout Alex Roeka Theater De Tobbe Voorburg Daddy-o Theater de Dialoog Ermelo Mystic Voices, SJU Utrecht Duo Ymaya & Latin Sampling Rasa Utrecht

7 feb Ceumar & Mike del Ferro Trio Tropentheater Amsterdam Mystic Voices, SJU Utrecht Rapalje, Parktheater Eindhoven 8 feb Daniel Lohues Beauforthuis Austerlitz Barleycord Kont van het Paard Brielle Frank vander Linden Theater In de Steeg Den Haag Malinky, Fookhook Sevenum Fling. Zaantheater Zaandam 9 feb Canto Coimbra Concertgebouw Amsterdam, 11 feb The Levellers Tivoli Oude Gracht Utrecht Gerard van Maasakkers Stadsschouwburg Nijmegen 12 feb Gerard van Maasakkers De Enck Rabotheater Oirschot Alex Roeka Het Oude Raadhuis Hoofddorp Fling, Theater de Kom Nieuwegein 13 feb Rapalje, Stadsschouwburg Sittard Homayun Sakhi Tropentheater Amsterdam Alex Roeka, Agora Theater Druten Fling, Stadsschouwburg Nijmegen Shiyani Ngcobo,Rasa Utrecht 14 feb Rapalje Rijswijkse Schouwburg Rijswijk Abderrahim Rbati en Hayat el Idrissi, De Doelen Rotterdam Patricia Valdés & Antonio Reyes Tropentheater Amsterdam JW Roy, Schouwburg Tilburg Alex Roeka,De Maaspoort Venlo 14 -15 Amsterdam World met oa. Costo Rico, Che Sudaka & Estrella Morente, Muziekgebouw aan ‘t IJ & Bimhuis Amsterdam 14 feb Fling Sint Aegtenkapel Amersfoort Homayun Sakhi, Rasa Utrecht Patricia Valdés & Antonio Reyes Tropentheater Amsterdam JW Roy, Schouwburg Tilburg Hayat El Idrissi De Doelen Rotterdam Rapalje, Schouwburg Rijswijk 15 feb John O’Dreams The Irish Cottage Oude Niedorp

15 feb Jamas. Centrum De Born Zutphen JW Roy, De Colle Kollum Ogham Gouden Carolus Hilvarenbeek Eleonor, Paradox Tilburg Mystic Voices De Lieve Vrouw Amersfoort 17 feb JW Roy, Theater Aris Bouwens Noord-Scharwoude 18 feb Rapalje Theater de Lievekamp Oss Fling, De Lawei Drachten 19 feb Rapalje Theater De Reehorst Ede Metropole Orkest met Chico César, Concertgebouw Amsterdam 20 feb Rapalje, Tivoli de Helling Utrecht Chico César, De Doelen Rotterdam La Camorra Tropentheater Amsterdam Salimata Diabate, Rasa Utrecht Fling Theater de Willem Papendrecht 21 feb Rapalje Schouwburg Orpheus Apeldoorn La Camorra De Doelen Rotterdam Salimata Diabaté Tropentheater Amsterdam Omfo & Mesechinka, Rasa Utrecht Internationaal Folkcomplot De X Leiden 22 feb Rapalje Evenementenhal Rijswijk Rapalje, De Doelen Rotterdam Julie Gribble ‘t Keerpunt Spijkerboor La Camorra, Rasa Utrecht Norland Wind ‘t Boederijtje Haaren 23 feb Farhôd Qôri Halimov Tropentheater Amsterdam 26 feb Internationaal Folkcomplot De Kom Nieuwegein Willem Vermandere CC VU Uilenstede Amstelveen Djunushov Brothers & Salamat Sadikova Tropentheater Amsterdam 27 feb Di Fidle Kapelye ft. Stuart Brotman Concertgebouw Amsterdam

40 New Folk Sounds december februari/maart 2008/januari 2009 2009

27 feb Taberna Mylaensis Theater de Tobbe Voorburg 28 feb Maalstroom ‘t Ol Schoultje Huizinge Terry and Mick Coyne & Ron Kavana, Music Inn Sneek JW Roy. ‘t Speelhuis Helmond Alex Roeka, Kring Aalten Aalten Ballaké Sissoko, Driss el Maloumi & Rajery, Rasa Utrecht 27 feb Salamat Sadikova & Djunushov Brothers, Rasa Utrecht 28 feb Frisse Wind Oosterpoort Groningen Fling, De Kampanje Den Helder Mystic Voices, De X Leiden maart 1 mrt De Zoete Inval De Gitaarsalon Enkhuizen Ron Kavana, Fookhook Sevenum Mystic Voices Korzo op locatie Den Haag 3 MA, Concertgebouw Amsterdam 3 mrt Rapalje Theaterhotel De Oranjerie Roermond JW Roy, Odeon De Spiegel Zwolle 5 mrt StriCat & Taraf Costel Vasilescu Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman Stadsgehoorzaal Kampen Karen Han & Ensemble Concertgebouw Amsterdam 6 mrt Pater Moeskroen De Kom Nieuwegein JW Roy, De Speeldoos Vught T.M. Krishna, Rasa Utrecht Fling Isala Theater Capelle aan den IJssel 7 mrt Malinkym Music Inn Sneek Willem Vermandere Het Vestzaktheater Son en Breugel T.M. Krishna Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman Fulco Theater IJsselstein Alex Roeka Koningstheater Den Bosch Taraf Costel Vasilescu & STriCat Rasa Utrecht 7-29 Accordeonslag, Paradox Tilburg 8 mrt Rapalje, Pieterskerk Leiden


agenda 8 mrt Tahir Aydogdu, Adrian Elissen, Bilal Demiryürek, Carlos Denia Moreno. De Kom Nieuwegein Karen Han, Rasa Utrecht Rick treffers Theater In de Steeg Den Haag La Caravane Passe, 013 Tilburg Fling, Arsenaaltheater Vlissingen Marjolein Meijers & Band Kont van het Paard Brielle 11 mrt Nynke Laverman De Koornbeurs Franeker Gerard v. Maasakkers & JW Roy Theater De Voorveghter Hardenberg Anuna Stadsschouwburg Middelburg 12 mrt Rapalje, Het Musiater Zevenaar Gerard van Maasakkers Dok 6 Panningen Fling Deventer Schouwburg Deventer Boi Akih Het Bethanienklooster Amsterdam 13 mrt Rapalje Fulcotheater IJsselstein Yamandú Costa Trio Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman Theater ‘t Voorhuys Emmeloord Alex Roeka Theater Camuz Leidschendam Korean Creative Music Ensemble, Rasa Utrecht Fling, C.C. de Cammeleur Dongen 14 mrt Rapalje. CC Stroud Putten Turks-Indiase Laydown Beauforthuis Austerlitz Yamandu Costa De Doelen Rotterdam Korean Creative Music Society Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman, Muziekgebouw aan ‘t IJ Amsterdam Gerard van Maasakkers Schouwburg Venray Palio-Paréa Theater ’t Mozaïek Wijchen Chalachew Ashenafi Rasa Utrecht 15 mrt Irish Rose The Irish Cottage Oude Niedorp JW Roy, Cultureel Podium Roepaen Ottersum Shtetl Band Amsterdam Centrum De Born Zutphen Gerard van Maasakkers Thalia Theater IJmuiden Yamandú Costa Trio Rasa Utrecht 19 mrt Nynke Laverman De Harmonie Leeuwarden

19 mrt JW Roy, Café De Amer Amen Gerard van Maasakkers Schouwburg De Lawei Drachten Fling, Theater de Vest Alkmaar 20 mrt Rapalje, Meursinge Westerbork Nynke Laverman De Oosterpoort Groningen Gerard van Maasakkers Schouwburg Arnhem Blue Dew, Cultureel Cafe Dalfsen Alex Roeka Theater Aan de Slinger Houten Ionianet Ensemble & Arian Shumbulli Saze Ensemble Rasa Utrecht 21 mrt Rapalje, Beursgebouw Eindhoven Ogham, Kioskcafe Loon op Zand Magna Carta, De Kom Nieuwegein José Franco & Raíces de Folclor Tropentheater Amsterdam Palio-Paréa Podium van Zaamslag Zaamslag Nynke Laverman Muziekcentrum Frits Philips Eindhoven Gerard van Maasakkers Theater De Mythe Goes Avond van de Vlaamse liedkunst, Oosterpoort Groningen 22 mrt José Franco & Raíces del Folclor Rasa Utrecht 24 mrt Gerard van Maasakkers, Theater a/d Parade m ‘s-Hertogenbosch 25 mrt Rapalje Theater de Hofnar Valkenswaard Nynke Laverman Het Zaantheater Zaanstad Fling De Rijswijkse Schouwburg Rijswijk 26 mrt Nynke Laverman Dr. Anton Philipszaal Den Haag Alex Roeka Helmer Theater Enschede Fling, Schouwburg Venray Derya Türkan Trio Het Concertgebouw Amsterdam 27 mrt Rapalje, Concertzaal Tilburg Pascual de Lorca en Patricia Ibáñez De Doelen Rotterdam Nynke Laverman Musis Sacrum Arnhem JW Roy De Wegwijzer Nw.- en St. Joosland Gerard van Maasakkers Theater Zwembad De Regentes Den Haag Orchestra Baobab Zuiderpershuis Antwerpen Fling Schouwburg Amphion Doetinchem New Folk Sounds februari/maart 2009 41

27 mrt Pete Morton, Chris Parkinson, Roger Wilson Theater de Tobbe Voorburg 28 mrt Rapalje. Zaantheater Zaandam Willem Vermandere Theater De Wegwijzer St Joosland Pascual de Lorca y grupo & Patricia Ibañez Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman, Theaters Tilburg JW Roy De Fransche School Culemborg Arabesque De Lieve Vrouw Amersfoort 29 mrt Gerard van Maasakkers Parktheater Eindhoven Quatro Ventos ‘t Boederijtje Haaren Arabesque, Roepaen Ottersum Fling Theater ‘t Voorhuys Emmeloord 31 mrt Nynke Laverman Chassé Theater Breda april 1 apr Trance Mission Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman Philharmonie Haarlem Fling, Theater de Voorveghter Hardenberg 2 apr Rapalje Posthuistheater Heerenveen Qawal Najmuddin Saifuddin & Brothers Tropentheater Amsterdam Alex Roeka Schouwburg Junushof Wageningen Voodoo, Rasa Utrecht Fling, Den Durpsherd Berlicum Yamo Yamo Theater de Mythe Goes 3 apr Rapalje Theater de Willem Papendrecht 3-4 aprTrance festival met oa. Qawal Najmuddin Saifuddin, Voodo en Steve Reich De Doelen Rotterdam

3 apr Shichiseikai Tropentheater Amsterdam Gerard van Maasakkers Cc De Voorste Venne Drunen Sekouba Traoré & Mahmoud Ghinia, Rasa Utrecht Arabesque Korzo op locatie Den Haag 4 apr Rapalje Ons Dorpshuis Kruiningen Pete Morton, Chris Parkinson & Roger Wilson De Ridderhof Koudekerk a/d Rijn The McCalmans, Music Inn Sneek Trad it!, De Oosterpoort Groningen Vodun Benin Tropentheater Amsterdam Gerard van Maasakkers De Blauwe Kei Veghel Alex Roeka, Theaters Tilburg Arabesque, SJU Utrecht Flingm Schouwburg Gouda Lunasa & Mairtin O’Connor Theater de Mythe Goes 5 apr Maalstroom, Gambrinus Horst Celtic Night met oa. Lúnasa en Máirtín O’Connor Trio De Doelen Rotterdam Sekouba Traoré Tropentheater Amsterdam Mâlem Mahmoud Ghinia & ensemble Tropentheater Amsterdam Hajnali, Centrum De Born Zutphen Soetkin Collier Quartet Kont van het Paard Brielle Qawal Najmuddin Saifuddin & Brothers, Rasa Utrecht 7 apr Leoni Jansen & Les Freres Guisse, Theater de Mythe Goes 8 apr Nynke Laverman Theater De Vest Alkmaar 9 apr Rapalje, De Meenthe Steenwijk Willem Vermandere CC De Schattelijn Geertruidenberg Arabesque Tropentheater Amsterdam

Accordeonslag De balg ademt, knoppen en toetsen klikken onhoorbaar en honderden metalen tongetjes zoemen een melodie die je vertrouwd voorkomt maar nooit zo ervaren hebt. In weemoedige akkoorden en lyrische trillers zweeft muziek door de zaal. Ogen kijken elkaar aan: “Dansen?” En daar gaan we. De Accordeonslag is een festival met concerten, workshops, expositie's en bijzondere projecten, dat de gehele maand maart plaatsvindt op zestien podia in veertien steden, waaronder Tilburg, Gent, Venlo en Groningen. In onze agenda vind u niet het complete programma, hiervoor verwijzen we u naar de website www.accordeonslag.nl


agenda 9 apr Nynke Laverman Stadsschouwburg Nijmegen Gerard van Maasakkers SCC Het Klooster Nuenen Fling Theater de Lampegiet Veenendaal Stef Bos Stadsschouwburg Middelburg 10 apr Rapalje Theater de Purmaryn Purmerend Izaline Calister Band De Doelen Rotterdam Divna, Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman Muziekcentrum Enschede Bassekou Kouyaté & Ngoni Ba Rasa Utrecht Fling, Stadstheater Zoetermeer 11 apr Bassekou Kouyaté & Ngoni Ba Tropentheater Amsterdam Nynke Laverman De Tamboer Hoogeveen 13 apr Willem Vermandere Hervormde Kerk Stg Wereldvredesvlam Cadzand 14 apr Willem Vermandere, Theater Het Heerenlogement Beusichem Nynke Laverman Stadsschouwburg Utrecht België februari 2 feb Spinvis, Vooruit Gent 3 feb Johan Verminnen CC Hasselt Hasselt 4 feb Ayo, Ancienne Belgique Brussel 6 feb Willem Vermandere Zaal Ter Coose Leest-Mechelen 7 feb Willem Vermandere Kapel College Poperinge 8 feb Laïs-Lenski Kasteel d’Ursel Bornem Nour EnsembleAMUZ Antwerpen Laïs LenskiKasteel d’Ursel Bornem 9 feb Rosita en Herman Dewit Everheide Evere 10 feb Rosita en Herman Dewit Aula Westerlo 11 feb Laïs-Lenski, CC Theux Theux

Balfolk

februari

❅ maart ❃ april

11 feb Clare Louise, Atelier 210 Brussel 12 feb Danú, De Spil Roeselare Homayoun Sakhi Zuiderpershuis Antwerpen Göze, Ancienne Belgique Brussel 13 feb Willem Vermandere Kerk St.-Thomas van Kantelberg Male St.-Kruis Arte y Pureza Zuiderpershuis Antwerpen Ishtar, CC De Herbakker Eeklo Guido Belcanto GC De Wildeman Herent Rosita en Herman Dewit H. Hartcollege Tervuren 14 feb Laïs-Lenskim Benefiet Kom op tegen Kanker Buggenhout Galata Mevlevi Music & Sema ensemble CC Leopoldsburg Leopoldsburg Spinvis Arenbergschouwburg Antwerpen 15 feb Danù CC Leopoldsburg Leopoldsburg 16 feb Rosita en Herman Dewit Les Chatons Brussel 17 feb Rosita en Herman Dewit Atheneumzaal Tienen 18 feb Amadou & Mariam Ancienne Belgique Brussel 19 feb Laïs-Lenski, Ferme du Biereau Louvain-la-Neuve La Camorra Zuiderpershuis Antwerpen 20 feb Ghalia Benali De Roma Antwerpen 21 feb Willem Vermandere GC De Kring Balegem 22 feb La Banda Neon & dj Koen D’Hous, Vooruit Gent 23 feb Vetiver, Vooruit Gent 25 feb Sissoko, Rajery & El Maloumi 3 MA, De Spil Roeselare Eva De Roovere Zuiderkroon Antwerpen 26 feb Amadou & Mariam Ancienne Belgique Brussel

27 feb Alex Roeka Cc Achterolmen Maaseik Internationaal Folkcomplot CC Leopoldsburg Leopoldsburg 3MA, Zuiderpershuis Antwerpen maart 1 mrt The Dzhunushov Brothers & Salamat Sadykova Zuiderpershuis Antwerpen 3 mrt Rupa, The April Fishes Ancienne Belgique Brussel 4 mrt Luka Bloom Ancienne Belgique Brussel 5 mrt T.M. Krishna Zuiderpershuis Antwerpen 6 mrt Willem Vermandere OC De Helle Lanaken Kesselt Costel Vasilescu & StriCat Zuiderpershuis Antwerpen 7 mrt Salimata Diabaté Zuiderpershuis Antwerpen 9 mrt Rosita en Herman Dewit Cc Coloma Sint-Pieters Leeuw 11 mrt What The Folk, Atelier 210 Brussel Rosita en Herman Dewit Sint -Jozefcollege Turnhout 12 mrt Yamandu Costa Zuiderpershuis Antwerpen 13 mrt Eliza Carthy CC Leopoldsburg Leopoldsburg 15 mrt Eliza Carthy, De Roma Antwerpen The Korean Creative Music ensemble Zuiderpershuis Antwerpen 19 mrt Willem Vermandere GC De Bosuil Overijse Willem Vermandere Abdij Keizerberg Leuven Yevgueni Ancienne Belgique Brussel 20 mrt José Franco & Raices del Folclor Zuiderpershuis Antwerpen 21 mrt Willem Vermandere Muzikantenhuis Gent Dhafer Youssef Zuiderpershuis Antwerpen 22 mrt Willem Vermandere GC De Rinck Anderlecht

22 mrt Yves Lambert & Le Bébert Orch. CC Leopoldsburg Leopoldsburg 24 mrt Krystle Warren, Zahra Hindi Ancienne Belgique Brussel 26 mrt Pascual de Lorca & Patricia Ibanez, Zuiderpershuis Antwerpen 27 mrt Willem Vermandere Cultureel Centrum Blankenberge Alex Roeka Liers Cultuurcentrum Lier 31 mrt June Tabor, De Roma Antwerpen april 1 apr Huun-Huur-Tu, De Spil Roeselare Rituele voodoo uit Benin Zuiderpershuis Antwerpen Yevguenim Handelsbeurs Gent 2 apr June Taborm De Spil Roeselare Shichiseikai Zuiderpershuis Antwerpen La Rubia, Handelsbeurs Gent Jaune Toujours Ancienne Belgique Brussel 3 apr June Tabor, CC De Meent Beersel Shanbehzadeh Ensemble & Qawwal Najmuddin Saifuddin & Brothers Zuiderpershuis Antwerpen Mary Black Ancienne Belgique Brussel 4 apr June Tabor, CC Hasselt Hasselt Sekouba Traoré & Mahmoud Ghinia, Zuiderpershuis Antwerpen 5 apr Yamo Yamo CC Leopoldsburg Leopoldsburg 7 apr Alela Diane Ancienne Belgique Brussel 8 apr What The Folk Atelier 210 Brussel 9 apr Divna, Zuiderpershuis Antwerpen 10 apr Klezmic Zirkus CC Leopoldsburg Leopoldsburg Trolls & Légendes Lotto Mons Expo Bergen

1 feb 6 feb 7 feb 8 feb 11 feb 12 feb 25 feb 27 feb 28 feb

11 mrt Café Wilhelmina Eindhoven 12 mrt Universiteitshallen Leuven (B) 14 mrt Stedelijke muziekschool Groningen 21 mrt Emmaus Feniks Tegelen 21 mrt De Veste Apeldoorn 22 mrt Beursgebouw Eindhoven 28 mrt Theater de Musketon Utrecht 29 mrt De Wilde Wereld Wageningen

31 mrt De Vooruit Gent (B) 3 apr Cc Deurne (B) 8 apr Café Wilhelmina Eindhoven 10 apr Gc De Zandloper Wemmel (B) 16 apr Het Entrepot Brugge (B) 18 apr Zaal vd Stedelijke Muziekvereniging Harlingen

Para Breda Universiteit Twente Enschede Universiteit Twente Enschede Universiteit Twente Enschede Café Wilhelmina Eindhoven Sporthal Rijschool Leuven (B) Het Entrepot Brugge (B) De Centrale Gent (B) Grote Kerk Enschede

42 New Folk Sounds december februari/maart 2008/januari 2009 2009


afscheid

Wannes Van De Velde, 29 april 1937 - 10 november 2008

New Folk Sounds februari/maart 2009 43


Nummertje gemist?

Het New Folk Sounds archief New Folk Sounds probeert de nieuwste ontwikkelingen in de folk op de voet te volgen. Toch is het soms leuk, nuttig of interessant om oude 足artikelen te lezen. Dit kan bijvoorbeeld door te zoeken in het steeds groeiende artikelen-archief op onze website. www.newfolksounds.nl/artikelen.html. Daarnaast heeft onze website een zoekfunctie op www.newfolksounds.nl/archief.html waarin u kunt opzoeken welke 足artikelen we in het verleden hebben geschreven. Deze zoekfunctie gaat terug tot en met het eerste nummer van Jan Viool (de voorloper van NFS). U kunt vanaf nummer 112 een exemplaar met het gewenste artikel nabestellen. Als het niet meer voorradig of ouder is dan nummer 112, kunt u een verzoek insturen om het betreffende artikel online te zetten. Instructies voor een nabestelling vindt u op: www.newfolksounds.nl/abonnee.html Een verzoek kunt u mailen naar info@newfolksounds.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.