New Folk Sounds Preview 134

Page 1

magazine van folk tot wereldmuziek nr. 134 • april/mei 2011 losse nummers €4,25

Lieven Tavernier verrast! Folkcorn Met poezen en bier aan tafel Alasdair Roberts de etiketten voorbij Muzikale veelvraat Janos Koolen

Carel Kraayenhof ❵

Puur in stijl


New Folk Sounds Folkcanon der Lage Landen De liedjes die er toe doen Hooggeëerd publiek! New Folk Sounds presenteert: de Folkcanon der Lage Landen Bijna... we zijn nog aan het timmeren, zagen, slijpen en boren. Maar dit jaar wil New Folk Sounds een klein monumentje oprichten voor een aantal gekoesterde meesterwerkjes die gebeiteld staan in de folktraditie van de Lage Landen. Door de jaren heen zijn er tal van bijzondere liedjes geschreven in onze algemeen beschaafde (streek)talen. Het gaat om de liedjes die de e ­ rosie van de tijd hebben weerstaan en ons doen opveren, ons nog steeds laten snikken en grijnzen, ons doen hopen en roepen om een andere wereld. Van die liedjes die maar niet ­vergeten raken. De liedjes die we doorgeven aan v­olgende generaties, omdat ze nog wel een tijdje voort kunnen. Deze canon is geen voorschrift en geen wet en geen waarheid als een koe. Het is slechts een inventaris van een voortdurende ontwikkeling. Een bescheiden bron van k­ ennis ter lering en vermaak, niet meer, niet minder. Maar goed dat ie er is. Goed idee? Suggesties? Welke liedjes in welke uitvoering mogen we zeker niet vergeten en kunnen niet op deze lijst ontbreken? Roepen staat vrij! Metsel mee en volg ons op: ➸ www.newfolksounds.nl/folkcanon

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


Inhoud nummer 134

New Folk Sounds 134 24e jaargang april / mei 2011 verschijnt zes keer per jaar Uitgegeven door de Stichting Janviool Redactieadres: Postbus 1022, 4388 ZG Oost-Souburg Telefoon: 0118-462377 Fax: 0118-469960 E-mail: info@newfolksounds.nl Internet: www.newfolksounds.nl Bestuur Stichting Janviool: Hans van Deelen, Evert Bronstring, Marco Pol Redactie: Hans van Deelen (hoofdredactie), Marco Pol (eindredactie), Dries Delrue, Luther Zevenbergen. Aan dit nummer werkten verder mee: Joop van den Bremen, Ron Janssen, Piet Karregat, Rob van Niele, Daan van Os, Marius Roeting, Eelco Schilder, Jeroen van Zuylen. Abonnementsprijzen: Per kalenderjaar. Nederland: € 23,75. Buitenland: € 27,15. Losse nummers: € 4,25 + bijdrage verzendkosten. Bijdrage verzendkosten Nederland: € 1,00 Bijdrage verzendkosten buitenland: € 2,00 Losse nummers uitsluitend via vooruitbetaling o.v.v. gewenste nummer en uw adresgegevens op rekeningnummer: 1206656 t.n.v. New FolkSounds Tijdschriftenadministratie, Leiden. Buitenland: vermeld op het speciale overschrijvingsformulier de volgende codes: IBAN: NL24 INGB 0001 2066 56 BIC: INGBNL2A Opzegging: schriftelijk vóór 1 november New Folk Sounds Abonnementenadministratie: Oude Herengracht 4, 2312 LN Leiden Telefoon (maandag 09.00-11.00 uur): 071-5219256 E-mail: abonnee@newfolksounds.nl Advertentietarieven: 1/1 pag. € 270,– (max. 190 x 270 mm) 1/2 pag. € 165,– (max. 190 x 130 mm) 1/2 pag. € 165,– (max. 95 x 270 mm) 1/3 pag. € 130,– (max. 190 x 90 mm) 1/4 pag. € 95,– (max. 95 x 130 mm) 1/4 pag. € 95,– (max. 190 x 65 mm) 1/6 pag. € 75,– (max. 95 x 95 mm) 1/8 pag. € 60,– (max. 95 x 65 mm) 1/9 pag. € 50,– (max 47,5 x 95 mm) Alleen voor muzikanten: 1/16 pag. € 25,–. Voor de achterzijde geldt een toeslag van 25%, voor de binnenzijde van de omslag een toeslag van 10%. Kortingen: dezelfde advertentie in drie opeenvolgende edities: 5%. Dezelfde advertentie in zes opeenvolgende edities: 10%. Bijsluiten flyer €165,Aanlevering advertenties: Digitaal: per e-mail of op cd-rom InDesign, Phostoshop of Ilustrator in hoge resolutie TIFF-, EPS- of PDF-formaat. Gescand op 300 dpi, 100% groot, in te stellen op uw scanner. Of op papier: zwart/wit kwalitatief goede print, zonder vouwen. De advertentie moet, ­drukklaar, op een van deze twee manieren, worden aangeleverd. Hierop zijn de tarieven gebaseerd. Voor advertenties en info: advertentie@newfolksounds.nl Kladjes: tarieven een tot en met drie regels: € 4,50. Elke volgende regel € 1,10.

april

4 Opmaat 6 Het leven na de Berini’s betekent voor Marjolein Meijers volop ruimte voor de muziek 8 Carel Kraayenhof ziet zichzelf vooral als bruggenbouwer 12 De zingende radiopresentator Gurbe Douwstra maakt bij voorkeur muziek met mensen met wie je ook vrienden kunt zijn. 15 Lieven Tavernier heeft plannen: nieuw en anders 18 In het meesterwerk aandacht voor de samenwerking tussen jazzmuzikant Jan Garbarek en de zangeres van middeleeuwse Noorse liederen Agnes Buen Gårnas op de lp Rosensfole. 20 De Schotse zanger Alasdair Roberts slecht de muren tussen folkgeneraties met eigentijdse en eigenzinnige uitvoeringen van overgeleverde songs en eigen composities. 24 Een der langst bestaande folkgroepen van Nederland timmert nog steeds aan de weg. Onlangs bracht Folkcorn haar zevende album uit. In gesprek met deze oer-folkies die de folkrevival van de jaren zeventig vorm gaven. 26 Vorig jaar bracht singersongwriter Ben Bedford zijn derde cd Land of the Shadows uit. Hoog tijd voor een gesprek met deze verhalenverteller. 28 Band-hopper Janos Koolen vindt het spannend om met mandoline en gitaren met verschillende muziekstijlen bezig te zijn. 31 Recensies met oa: Folkcorn, Gurbe Douwstra, Fred Piek & Louis Debij, Bart de Win, Fling, Linde Nijland & Bert Ridderbos, No blues, Zefiro Torna, Aranis, Chris Newman, Fernhill, Liso o Piu, Herbert Bartmann, Jackie Molard Quartet & Foune Diarre Trio en Maria Volonté 40 Extract 41 Agenda 43 Fotopagina

& mei

Copyright: Stichting Janviool. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie. Drukwerk: ADZ, Vlissingen Deadlines NFS 135: Advertenties: 15 april Deadlines NFS 136: Kopij: 3 juni, Advertenties: 17 juni

12

24 20

ISSN: 0932-7666 Foto voorkant: Carel Kraayenhof (Foto: Daan van Os )

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.

26


opmaat ­

Alweer een nieuwe Sido Martens

Cover Laydown

Het lijkt tegen de stroom oproeien: naarmate het publiek minder cd's koopt, maakt Sido Martens er sport van om in een steeds rapper tempo geluidsdragers op de markt te slingeren. Kort na het – ook in dit magazine – uiterst lovend ontvangen en nog steeds bij de maker te verkrijgen album Zilverziel, verschijnt de cd Drang. Ditmaal niet in eigen beheer, maar bij platenmaatschappij Munich, wat een goede distributie garandeert. Overigens bracht Sido Martens in het verleden al vaker een solo-cd uit bij en gevestigde platenmaatschappij: De staat van liefde verscheen bij Multidisk, Eiland bij Marista en Open bij Inbetweens. Drang telt vijftien door Martens gepende Nederlandstalige liederen, die onmiskenbaar de zanger/ gitarist typeren. Zijn tiende soloplaat mag best de bekroning van een jubileum worden.

De leukste website voor liefhebbers van het overlappingsgebied tussen rock en folk is Cover Laydown. Folk covers of familiar songs. Reimagined versions of folk songs. Because in the folk tradition, music belongs to the community, zo verantwoordt samensteller Boyhowdy de inhoud van zijn site. Twee tot drie keer per week wordt er verse content toegevoegd. Daarbij zijn er enkele rubrieken. Zo is er Single song Sunday, waarbij verschillende versies van één lied worden aangeboden, voorzien van een uitgebreid commentaar. Rondom valentijnsdag werd er bijvoorbeeld ingegaan op het lied The water is wide, met een twaalftal uitvoeringen, onder andere van John Gorka, James Taylor en Mary Black. Op zondag wordt er steeds vernieuwd en vaak ook nog op vrijdag of maandag. De website is reclamevrij en heeft geen winstoogmerk. Doel is vooral om nieuwe artiesten en/of liedschrijvers onder de aandacht te brengen. Via coverversies wordt een breed publiek bereikt, dat vervolgens geïnteresseerd kan raken in het zelfgeschreven repertoire van de artiesten. Informatief, smaakvol en vanuit en sympathieke gedachte. Wat wil een mens nog meer? De nummers downloaden? O, ja hoor, ook dat kan gewoon. Zij het dat de nummers worden aangeboden voor een korte periode. Kijk eens op ☞ www.coverlaydown.com

Film over Phil Ochs

BBC Folk Awards 2011 Op 7 februari werden in The Bewery in London de winnaars bekendgemaakt van de BBC Radio 2 folk awards 2011. Een behoorlijk prestigieus gebeuren, met zelfs een tikje glamour, voorzover dat in de folkwereld mogelijk is. De creme de la creme van de Britse folk is daar doorgaans bij aanwezig, en die verdelen dan meestal ook de prijzen, of ze mogen ze aan elkaar uitreiken of de presentatie doen. Want bij dit evenement kan gerust dus kanttekening geplaatst worden dat het een nogal conservatief gebeuren is geworden. Zeker als je in aanmerking neemt dat Bellowhead voor de zoveelste keer tot beste groep en beste live-act werd uitgeroepen. Nou hebben wij bij NFS helemaal niets tegen Bellowhead, integendeel, maar zo lijkt het alsof er geen andere opties zouden zijn. En die zijn er toch zeker wel. De prijs voor het beste duo ging naar James Fagan en Nancy Kerr, en Tim Van Eyken mocht de Young Folk Award uitreiken aan het trio Moore, Moss & Rutter. Uit handen van Roger Daltrey ontving Andy Cutting de prijs voor Musician of the year, en de cd Gift van Eliza Carthy en Norma Waterson werd benoemd tot Album of the year. Het nummer Hollow point van Chris Wood werd uitgeroepen tot Best original song. En er bleken nog veel meer prijzen te verdelen. Te veel om hier op te noemen, dus mocht u nieuwsgierig zijn, raadpleeg dan de website van BBC Radio 2 voor tekst, beeld en geluid. 35-jarige leeftijd. Van jeugdig idealisme tot ongekend pessimisme, het leven van Ochs liep parallel aan de gebeurtenissen van die tijd. De woede, de satire en de rechtvaardige verontwaardiging die zijn muziek inspireerde, dreven hem tot grote wanhoop. Met de dood van Martin Luther King en Bobby Kennedy, en de gebeurtenissen op de Democratische Nationale Conventie in Chicago, begon alles wat in de jaren daarvoor mogelijk leek te vervagen. Phil Ochs nam dit falen van de beweging op als een persoonlijke mislukking. In deze documentaire wordt Ochs weer tot leven gebracht door middel van interviews, live beelden en gesprekken met onder andere Joan Baez, Pete Seeger, Sean Penn, Peter Yarrow, Billy Bragg en Ed Sanders.

25 jaar na zijn zelfgekozen dood is er onder regie van Kenneth Bowser een film gemaakt over 'topical singer' Phil Ochs. There But for Fortune (naar zijn meest vermaarde lied, bekend geworden in de uitvoering van Joan Baez) is een tijdloos eerbetoon aan de onwaarschijnlijke levensloop van de Amerikaanse zanger/gitarist. In januari vond de première plaats in New York. Voor Nederland zullen we waarschijnlijk moeten wachten op de dvd uitgave. De muzikale carrière van Phil Ochs omvatte twee turbulente decennia, waarin hij veel roem vergaarde, maar waarin hij ook naar sociale rechtvaardigheid zocht. Een tegenstelling die hem innerlijk verscheurde en hem uiteindelijk in 1976 tot zelfdoding dreef, op

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


opmaat Nieuwe CD Paul Simon Veteraan Paul Simon heeft, vijf jaar na Surprise, een nieuw album opgenomen, dat qua intensiteit en uitstraling kan gaan wedijveren met het hoogtepunt in zijn oeuvre: Graceland. De titel van de cd is So beautiful or so what, en bevat tien nummers. De openingstrack Getting ready for Christmas day was voor de Kerst van 2010 al verkrijgbaar. Niet het gebruikelijke gezellige familiekerstliedje, waar Amerikanen over het algemeen zo dol op zijn. From early in November to the last week of December I got money matters weighing me down Oh the music may be merry, but it's only temporary I know Santa Claus is coming to town In the days I work my day job, in the nights I work my night But it all comes down to working man's pay Getting ready, I'm getting ready, ready for Christmas Day Zelf kenmerkt Paul Simon de cd als “het beste wat ik in twintig jaar heb gedaan”. Hij ontwikkelde de structuur en de harmonie van de nummers op zijn gitaar op een manier die hem deed denken aan de wijze waarop hij in 1975 Still Crazy After All These Years maakte. Vervolgens zocht hij een groep hem bekende muzikanten bij elkaar, waaronder gitarist Vincent Nguini en percussionist Steve Shehan. Achtergrondvocalen worden verzorgd door zijn vrouw Edie Brickell en zijn dochter Lulu. Er is een sample gebruikt van de mondharmonica van Sonny Terry. Elektronische drums werden verzorgd door Grizzly Bear’s Chris Bear.

New Folk Sounds buitengaats: naast www.newfolksounds.nl ook via ☛ www.facebook.com/newfolksounds ➵ twitter.com/NewFolkSounds ➣ www.last.fm/group/ New+Folk+Sounds+magazine ☞ www.newfolksounds.nl/feed

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


Tekst: Rob van Niele Foto's: Daan van Os

Carel Kraayenhof Een gesprek met bandoneonist Carel Kraayenhof levert het gevoel op dat je naar een film zit te kijken waarin historische momenten elkaar iets te dicht opvolgen. Er is flink geknipt in de tijdsbalk omwille van de volledigheid. Deze oer-Hollandse jongen van 52 jaar, die pas op zijn 26e het instrument tegenkwam waarmee hij naam zou maken, heeft het voorrecht gehad om een persoonlijke band op te bouwen, als muzikant en vriend, met Astor Piazzolla en Osvaldo Pugliese, twee monumenten van de tango. De een overleed in 1992, de ander drie jaar later. Met een mengeling van trots, dankbaarheid en bescheidenheid ziet Kraayenhof terug op een periode die aan de basis staat van zijn internationale succes.

Š

Š Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


Een bruggenbouwer Het klinkt te mooi om waar te zijn. Het huwelijk van Willem-­Alexander en Maxima, op 2 februari 2002, betekende jouw internationale doorbraak. Wat je in de jaren daarvoor had bereikt, was niet minder indrukwekkend, maar het optreden in de Nieuwe Kerk gaf je net dat ene allesbepalende zetje. Had je dat zelf ooit kunnen bedenken? Nee, totaal niet. Het is typisch zo’n geval van op de juiste plaats op het juiste moment. Maar van tevoren keek ik er anders tegenaan. Maxima had persoonlijk te kennen gegeven dat zij op het huwelijk Adiós Nonino, een beroemd stuk van Piazzolla, wilde horen. Dirigent Ed Spanjaard, die de muzikale invullingen voor koninklijke evenementen verzorgt, benaderde daarop mij. Hoewel ik vereerd was met het verzoek om voor het bruidspaar te spelen, had ik aanvankelijk ook mijn bedenkingen. Ik wist toen niet beter dan dat Maxima de dochter van Zorreguieta was, een pion in het schaakspel van de foute Videla. Het wrange was dat degene die mij ooit op het spoor had gebracht van de bandoneon, een politiek vluchteling was. Ik associeerde het instrument vooral met hem en zijn lotgenoten, niet met het regime van Videla of alles wat daarmee te maken had. Het verzoek om te spelen in de Nieuwe Kerk leverde dus een dilemma op Wat heeft jou uiteindelijk van mening doen veranderen? Twee dingen. Allereerst de volstrekte openheid en oprechtheid van Maxima zelf. In de media heeft zij in die dagen onomwonden laten blijken hoe zij tegen de situatie aankeek. Als dochter houdt zij van haar vader, maar als democraat in hart en nieren neemt ze afstand van zijn politieke verleden. Ook heeft zij mij toen thuis bezocht en dat bezoek bevestigde het positieve beeld dat ik inmiddels van haar had. In de tweede plaats heb ik destijds veel contact gehad met ­Argentijnse vrienden. Ik wilde weten hoe zij het vonden wanneer ik voor Maxima zou spelen. Ze vonden unaniem dat ik het moest doen: dit was immers een grote kans om de Argentijnse cultuur, de tango op de wereldkaart te zetten. Zij zeiden ook dat Argentinië naar de toekomst moet leren kijken. Argentinië is immers meer dan Videla. Voor diegenen die familieleden of vrienden hebben verloren onder dat regime zal iedere herinnering daaraan altijd pijnlijk blijven, maar de jongere generaties willen bouwen aan een land waar ze trots op kunnen zijn. De tango symboliseert die trots bij uitstek. Het bindt de Argentijnen, het is hun identiteit. Piazolla en Pugliese Maar met Astor Piazzolla, de man die voor ons de Argentijnse tango belichaamt zoals Amália Rodrigues dat doet voor de fado, liepen toch niet alle Argentijnen weg, en dat is nog mild uitgedrukt? Dat is helemaal waar. Hij had zelfs de bijnaam ‘asesino del tango’, moordenaar van de tango. Piazzolla was eigenlijk een buitenbeentje. Een deel van zijn jeugd is hij in New York opgegroeid, waar hij met zijn ouders al op zeer jonge leeftijd naartoe was geëmigreerd. Daar raakte hij in de ban van de jazz, een vernieuwend genre dat zichzelf

telkens opnieuw uitvond. Dat heeft een stempel op zijn ont­wikkeling als tangomuzikant gedrukt. Maar wat de Argentijnen hem het meest kwalijk namen, was dat hij van de tango concertante muziek wilde maken, muziek waar niet op gedanst werd. Men vond dat hij de tango van hen ontvreemdde. Piazzolla was een vernieuwer van de tango, maar voor zijn landgenoten stond vernieuwing zowat gelijk aan landverraad! Je moet weten, Argentinië was een smeltkroes van immigrantenstromen uit Zuid-Europa. Armoede heeft die drommels naar Zuid-Amerika gedreven, waar hen meestal een niet veel beter lot beschoren was. Ze hadden heimwee en verlangden ernaar hun achtergebleven familieleden terug te zien. Al die nostalgie en melancholie, en het verdriet om de droom die niet uitkwam, konden ze kwijt via de tango. Daarin voelde men zich verbonden. Tango was voor hen daarom meer dan muziek, dans en zang, het had soms meer weg van een religie. Toen Piazzolla het dus bestond om de muziek, in hun ogen althans, te transformeren naar een kunstvorm, waren ze des duivels. Later is dat wel weer bijgetrokken. Piazzolla’s modernisering van de tango heeft het genre verder gebracht, geëvolueerd. Niet voor niets is hij de allergrootste componist van de tangogeschiedenis, met meer dan 300 composities op zijn naam. Hij heeft er bovendien voor gezorgd dat de bandoneon een blijvende plaats in het klassieke circuit heeft veroverd. Maar al wordt hij dan niet meer door iedereen beschouwd als de moordenaar van de tango, hij heeft wel het stempel van ‘musicians musician’ opgedrukt gekregen. Jij hebt Piazzolla in 1987 ontmoet. Hij vroeg je om naar New York te komen, om daar in zijn broadwayshow Tango Apasionado te werken. Dat heb je gedaan, en hebt toen drie maanden voor Piazzolla gewerkt. Dat moet een hele eer zijn geweest, want er liepen in Argentinië toch genoeg veelbelovende bandoneonisten rond waaruit de maestro had kunnen kiezen? Ik heb inderdaad ongelooflijk veel geluk gehad. Misschien omdat Piazzolla toen gebrouilleerd was met zijn landgenoten, met zijn ­collega’s, wat ik zojuist heb uitgelegd, was het niet zo vreemd dat hij zijn oog op mij liet vallen. Buiten Argentinië waren er toen nog niet zoveel getalenteerde bandoneonisten. Daar kwam bij dat ik, net als hij, een rekkelijke opvatting had over de tango en als muzikant al de nodige ervaring had opgedaan met andere genres, waaronder ­klassiek, folk en pop. Dat kan er allemaal toe hebben bijgedragen dat Piazzolla mij wel zag zitten. En hoe ging dat bij Osvaldo Pugliese? Hoe heb je hem ontmoet? In tegenstelling tot Piazzolla was Pugliese toch onomstreden, een rasechte Argentijn onder de Argentijnen, die door iedereen werd aanbeden? Nou en of! Met Piazzolla is hij de grootste vernieuwer geweest van de tango. In iedere wijk in Buenos Aires staat wel een monument ter ere van de grote componist. Hij was overtuigd communist en zijn ongezouten kritiek op de militaire junta heeft hem meerdere keren in de

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


❝Argentijnse tango leeft in Nederland, en niet alleen als subcultuur gevangenis doen belanden. Dat heeft de mythevorming rondom zijn persoon versterkt. Wanneer hij niet samen met zijn orkest kon optreden omdat hij weer eens vastzat, legden de orkestleden een rode anjer op zijn piano, als teken van respect en solidariteit. Dat vond ik zoiets moois, dat ik daar in 1989 een tango voor heb geschreven. Die compositie heb ik Clavel rojo genoemd, ‘Rode anjer’, en opgedragen aan Pugliese. Van de stijl en arrangementen van Pugliese was ik al heel lang een groot bewonderaar, en Clavel rojo heb ik daarom geheel in zijn stijl, die ietwat ruig en ongepolijst is, gecomponeerd. Toen hij deze tango hoorde, was hij daar zo enthousiast over dat hij mij uitnodigde om naar Buenos Aires te komen. Daar heb ik heel veel van de man kunnen leren, en heb ik mijn eigen technieken op de bandoneon verder verfijnd. Ik besef dat ik met zulke leermeesters een bevoorrecht musicus en mens ben. Sinds 2002 ben je in één klap een bekende Nederlander geworden en is de tango, in muziek en dans, weer helemaal en vogue. Je kreeg een mooi contract bij het Universal-label en een hele stoet artiesten van naam, van Trijntje Oosterhuis en Bløf tot Dulce Pontes en Sting, wilde graag met jou het podium op. Het kon allemaal niet op. Heeft het ­succes jou veranderd? Niet wezenlijk. Toen ik met Universal in zee ging, besefte ik terdege dat tango in hun zienswijze een niche was, zoals ook de fado en de flamenco dat zijn, en dat er grenzen waren aan de muzikale concessies die ik wilde en, contractueel, moest doen aan de mainstreammuziekvisie. Ook ben ik mij er altijd van bewust geweest dat er uiteindelijk een moment zal komen waarop het nieuwtje eraf is voor het grote publiek. Dan word je weer teruggeworpen op jezelf. Roem is betrekkelijk. Het momentum heb ik echter geprobeerd te pakken en dat is me volgens mij aardig gelukt. De Argentijnse tango leeft weer in Nederland, en niet alleen als subcultuur. Inmiddels werk ik weer op mijn eigen label en moeten mijn medemuzikanten en ik heel hard werken om ervoor te zorgen dat we kunnen blijven meedraaien in het circuit. Dat klinkt zuinig. Je trekt toch veel publiek met shows zoals ­Compassion. Wat had je dan nog meer willen bereiken? Je zult mij niet horen klagen, laat dat duidelijk zijn, maar de kosten van de theatershows overstijgen de recette-inkomsten ruimschoots, en de zalen zitten lang niet altijd vol. Dat geldt overigens niet ­alleen voor artiesten als ik, de hele Nederlandse muzieksector heeft het zwaar. De investeringen voor een nieuw project plus concerttour zijn gigantisch en je moet financieel overal zelf voor opdraaien, van techniek, geluid en tourmanagement tot vervoer en catering. Een show is wel goed voor de verkoop van cd’s en dvd’s. En verder komen we daardoor in contact met andere artiesten of impresario’s die het wel zien zitten om iets te ondernemen met Carel Kraayenhof en zijn ­Sexteto Canyengue. Daar moet ik het vooral van hebben.

Stilistisch ben ik een purist Waar ligt jouw grootste verdienste voor de tango? Hoe wil je vooral herinnerd worden, als musicus of componist? Over dat laatste durf ik mij niet uit te laten, daar mogen anderen over oordelen. Wat verdienste betreft, in 2005 heb ik van de Argentijnse regering een hoge culturele onderscheiding gekregen vanwege mijn inzet voor de tango gedurende vele jaren. Dat geeft volgens mij precies mijn waarde aan. Mijn belangrijkste bijdrage aan de tango bestaat er dus uit dat ik een bruggenbouwer ben. Stilistisch vind ik mezelf een purist, werkend en denkend in de geest van Pugliese en Piazzolla. Een tango moet degelijk zijn en compositorisch kloppen, een tangolucht ademen. Daarom sta ik bijvoorbeeld sceptisch tegenover recente ontwikkelingen in de tango nuevo, waar componeren steeds meer wegheeft van sampelen, stukjes muziek overal vandaan plukken en vervolgens aan elkaar plakken. Voor mij is dat dus geen componeren. Waar het gaat om het leggen van dwarsverbanden tussen genres neem ik daarentegen een veel soepeler, pragmatischer houding aan. Die houding stelt mij in staat om samen te werken met artiesten uit andere genres, om bruggen te slaan vanuit de tango naar klassiek, pop, folk, noem maar op. In dat opzicht zit ik op de lijn van Piazzolla, hoewel hij natuurlijk veel dichter op klassiek en jazz bleef en niet veel van doen had met pop. Wat zijn de plannen voor de nabije toekomst? Er staat van alles op stapel. We gaan aan de slag met het Absolute Ensemble uit New York, dat onder leiding staat van de Estlandse ­dirigent Kristjan Järvi. Met hen doen we een spannend project dit jaar, in het Concertgebouw, onder de titel Absolute Tango. In 2009 heb ik met dit ensemble geëxperimenteerd in Bremen, en dat is ­wederzijds goed bevallen. Voor Absolute Tango heb ik een aantal nieuwe muziekstukken gecomponeerd. Daarnaast heb ik afspraken lopen met de celliste Quirine Viersen, met wie ik een serie optredens zal doen met het nieuwe Kraayenhof Tango Ensemble: bandoneon, piano, contrabas en strijkkwartet. Dat belooft wat. En verder ga ik nog wat interessante dingen doen, als duo en in kwintet, met Juan Pablo Dobal, de Argentijnse pianist die al heel lang Fernando ­Lameirinhas begeleidt. Twintig jaar geleden hebben Juan Pablo en ik al eens samen in een band gezeten, Viento del Sur. En dat is nog maar een kleine greep uit de plannen. Als ik eraan toekom, zou ik ook weer eens wat Keltisch willen doen, dat heb ik vroeger veel gespeeld. Ik ben een groot liefhebber van folk en heb nog niet zo lang geleden het project Celtic Night gedaan met Stargazer en Niamh Parsons. Zoiets smaakt naar meer. Ik heb het trouwens nog niet over onze buitenlandse optredens gehad. Ach, mijn agenda loopt nu al over.

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


) Tango Maxima (2000, eigen beheer) Tango royal (2002, Universal) Street tango (2003, Universal) Guardians of the clouds (2006, Universal) Tango heroes cd/dvd (2006, Universal) Memorias de Cuba (2008, Universal) Compassion (2009, eigen beheer) ➸ www.carelkraayenhof.nl ©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


Tekst: Marco Pol Foto: Pief Weyman

Janos Koolen Gitarist en mandolinespeler Janos Koolen pint zich bepaald niet vast op één muziekstijl. Iers, pop, folk, bluegrass, jazz, of gewoon wat improviseren, het kan allemaal. Een portret van een druk bezet muzikant. Na een paar jaar klarinetles op de muziekschool ontdekte Janos op zijn zestiende dat louter klassieke muziek niet aan hem besteed was. Bob Dylan, Paul Brady en Andy Irvine wezen de weg naar andere horizonten en de overstap naar de gitaar was een logische gevolg. Inmiddels is hij fulltime muzikant en actief in allerlei projecten en op diverse muzikale terreinen. Behalve op gitaar, banjo, en toch ook nog klarinet, richt hij zijn aandacht vooral op de mandoline. Waarom is de mandoline min of meer je hoofdinstrument geworden en wat vind je in het bijzonder aantrekkelijk aan dat instrument? Een jaar of tien geleden werd ik in Utrecht bij het folkbandje Blind Summit gevraagd. Toen speelde ik voornamelijk gitaar, maar aangezien er al een gitarist in de gelederen was besloot ik het eens op de mandoline te proberen. Mijn voorbeeld was het samenspel van Donal Lunny en Andy Irvine. Naarmate ik me meer ging verdiepen in het instrument groeide de passie. Ik stuitte op de rijke Amerikaanse bluegrasstraditie en werd weggeblazen door het spel van David Grisman en anderen die de mandoline als solo instrument op de kaart hebben gezet. In plaats van de lieflijke twinkel die ik kende van de Ieren, hoorde ik een vette dragende toon en invloeden uit de blues en jazz. Zelf ben ik dan ook gek op de klank van de Amerikaanse archtop mandoline met f-gaten, mede ontwikkeld door Gibson. De mandoline werkt als melodie instrument in veel gevallen beter dan de gitaar, omdat het bereik hoger is en wel precies gelijk aan de viool. Ierse en Amerikaanse fiddlemuziek leent zich daarvoor goed. Ik vind het heerlijk om me te verliezen in de trance van een jig of reel. Als begeleidingsinstrument kun je met een mandoline tegenstemmen spelen die mooi door het bandgeluid heen prikken. Vanuit de bluegrass komt de percussieve benadering van akkoordbegeleiding. Door een akkoord direct na het spelen af te dempen krijg je een soort geluid en functie van een snaredrum, wat ik vaak in groepen gebruik zonder drums. Meestal wordt de mandoline ingezet als kleurtje in het geheel, maar hij kan ook goed op zichzelf staan. Zo heb ik met Lucas Beukers een cd gemaakt met alleen maar instrumentale stukken voor mandoline en contrabas. De klankrijkdom van beide instrumenten is zo optimaal te benutten. Hoe ben je er toe gekomen die cd met Lucas Beukers te maken? Mandoline en bas is inderdaad geen voor de hand liggende combinatie. Gaf dat nog bepaalde beperkingen of complicaties? Als bassist en mandolinespeler stellen Lucas en ik ons meestal dienstbaar en functioneel op ten opzichte van andere artiesten.

We vonden het tijd om zelf op de voorgrond te treden als solisten met eigen werk. Een duo is zeer fragiel, alles is hoorbaar en je kunt niet even achterover leunen. In eerste instantie was ik bang voor de leegte, maar al snel bleek dat goede composities niet veel opvulling nodig hebben. Als je een harmonische middenlaag weglaat, zoals die meestal door gitaar of piano wordt neergelegd, komt de pure schoonheid van een stuk soms des te meer naar voren. We improviseren allebei veel in deze bezetting, communiceren daarbij continu met elkaar en dat maakt het heel spannend. Kom dus vooral ook live luisteren, want elk optreden is anders. Je speelt in zoveel verschillende groepen en samenstellingen, ik verdwaal al bijna bij het lezen ervan. Vind je dat niet verwarrend of zijn die groepen niet tegelijkertijd actief? Het is lastig om met één groep veel op te treden. Aangezien ik leef van mijn muziek, moet ik wel met verschillende bandjes werken. Dat betekent dat ik mijn agenda goed bij moet houden om niet in de knoop te komen met alle concerten, opnames en repetities. Tot nu toe zitten alle projecten elkaar gelukkig nauwelijks in de weg. Een paar groepen zijn op dit moment belangrijk: de popformatie Ma Rain rond zangeres Marijn Wijnands, de Nederlandstalige band Spoor en de folkband Stargazer. Daarnaast treed ik regelmatig op met de Nederlandstalige zanger Laurens Joensen, die mij op het gebied van teksten echt weet te raken. Maar met een bandje als Hobson’s Choice speel ik bijvoorbeeld uitsluitend voor New England dansers en dat vindt slechts een paar keer per jaar plaats. Staan al die groepen ook voor een andere muzikale uitlaatklep? Het is heerlijk om met veel verschillende artiesten te spelen, omdat er steeds een beroep wordt gedaan op een ander muzikaal idioom. Zo sta ik de ene dag mandoline te spelen in een bluegrassbandje en de volgende dag een popzangeres te begeleiden op elektrisch gitaar. Ik vind het heel belangrijk inhoudelijk gegrepen te worden door de artiesten waarmee ik werk. Iedereen met wie ik speel inspireert me en kan ik van leren, een proces dat een levenlang door kan gaan. Alle muzieksoorten vragen om een andere benadering. Het is ontzettend leuk om zo breed mogelijk inzetbaar te zijn. Ik neem van veel stijlen iets mee in mijn spel, maar ben daardoor ook in geen enkele traditie helemaal stijlvast. Dat streef ik overigens ook niet na, omdat ik het meest geniet van het samensmelten van verschillende muzikale werelden. Ik meen over Stargazer gelezen te hebben dat de muziek een mengeling was van traditie en experiment. Wat moet ik me daarbij voorstellen? In Stargazer spelen voor mij persoonlijk een paar van de beste muzikanten in de Ierse traditie in Nederland en ik word elke keer weer gelukkig als ik ze hoor spelen. Het is met deze groep fantastisch om een stomende set reels te spelen. We zijn echter geen kopie van

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


The Bothy Band of Lunasa, maar hebben een eigenheid gevonden in onze composities en samenspel. Een Ierse tune staat ritmisch en harmonisch op zichzelf en in de begeleiding is er een beperkte vrijheid. Wil je verrassende wendingen dan zul je zelf de melodie moeten schrijven. Zo vind ik het interessant om met deze bezetting een bluegrassmelodie van mij te spelen. Na een optreden in Ierland vroeg een bezoeker mij of we Ierse muziek hadden gespeeld. Dat gaf mooi aan dat we met ons repertoire tegen de traditie aanzitten. Natuurlijk zal de bezetting met uilleann pipes, viool, bouzouki en mandoline al snel Iers klinken. Het samenspel is bijzonder in dit bandje. Vaak gebruiken we verschillende motieven of tegenmelodieën in de begeleiding die in elkaar grijpen, in plaats van geslagen akkoorden. Stijn van Beek kan op de pipes buiten het Ierse idioom improviseren. Kaspar Laval denkt op bouzouki vaak in ritmische patronen die over de maat heen gaan en daarmee afwijken van de geijkte slaggitaar. Anneke Eijkelboom drijft de band aan met haar fiddle en speelt begeleiding. Zelf neem ik mijn Amerikaanse benadering van de mandoline mee in deze band. Door mijn instrument kan ik makkelijk van akkoorden naar melodie of tegenstem. Vaak neem ik een percussieve rol op me en probeer ik de mandoline te versmelten met de bouzouki. Je componeert ook veel muziek; gaat je dat gemakkelijk af? Kun je ook dan in verschillende stijlen en genres uit de voeten? Zoals ik in mijn spel put uit allerlei soorten stijlen, probeer ik dat ook te doen in mijn composities. Componeren is misschien een groot woord, daar ik zelden meerstemmige partijen van a tot z uitschrijf.

Meestal gaat het om melodieën met akkoorden of liedjes. De muzikanten met wie ik het uitvoer hebben zo een grote inbreng in de arrangementen. Op die manier komt de eigenheid van de spelers naar voren. Het is altijd een uitdaging om passende stukken te maken voor de bezettingen waarmee ik speel. Voor Stargazer heb ik tunes geschreven die op de Ierse traditie gebaseerd zijn. Natuurlijk stop ik er dan graag een paar noten in die er eigenlijk niet in thuis horen, maar ik wel wat vind toevoegen. Voor Spoor heb ik een aantal teksten van Izak Boom, de leadzanger, op muziek gezet met een flinke dosis swing. Mijn project met contrabassist vroeg weer om andere composities. Ik ben zeker niet dagelijks scheppend bezig. Meestal komen er plotseling ideeën op die ik dan vrij snel uitwerk. Betekenen al die activiteiten ook automatisch veel optreden? Met al die bandjes sta ik regelmatig op het podium. Het is wel moeilijk een publiek te vinden voor het originele repertoire van de groepen waar ik in speel. Wat de boer niet kent... In de zomermaanden ben ik ook nog betrokken bij de theatertour van de CliniClowns. Het is zeer dankbaar om meervoudig gehandicapte kinderen een geweldige dag te bezorgen met een professionele topshow. Met een enorm circustentencomplex staan we dan op locaties door het hele land. Zo wisselen drukke en rustige periodes elkaar af. Maar sinds ik een paar jaar geleden fulltime muzikant geworden ben, zit er een stijgende lijn in en speel ik gemiddeld een paar keer per week. ➸ www.janoskoolen.nl

©

© Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


Folkwoods 2010, Foto: Daan van Os

randverschijnselen

Š

Š Stichting Janviool, niets van deze website mag worden overgenomen of gekopieerd zonder nadrukkelijke toestemming van de redactie.


Nummertje gemist?

Het New Folk Sounds archief New Folk Sounds probeert de nieuwste ontwikkelingen in de folk op de voet te volgen. Toch is het soms leuk, nuttig of interessant om oude 足artikelen te lezen. Dit kan bijvoorbeeld door te zoeken in het steeds groeiende artikelen-archief op onze website. www.newfolksounds.nl/artikelen.html. Daarnaast heeft onze website een zoekfunctie op www.newfolksounds.nl/archief.html waarin u kunt opzoeken welke 足artikelen we in het verleden hebben geschreven. Deze zoekfunctie gaat terug tot en met het eerste nummer van Jan Viool (de voorloper van NFS). U kunt vanaf nummer 127 een exemplaar met het gewenste artikel nabestellen. Als het niet meer voorradig of ouder is dan nummer 125, kunt u een verzoek insturen om het betreffende artikel online te zetten. Instructies voor een nabestelling vindt u op: www.newfolksounds.nl/abonnee.html Een verzoek kunt u mailen naar info@newfolksounds.nl 14 New Folk Sounds december 2010/januari 2011


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.