WWW.NKBV.NL | NOVEMBER 2023 | NR 5
BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING
Muziek in de bergen Feest voor het oor
GEFLOTEN TAAL
Muzikale communicatie op La Gomera
INSTRUMENTEN UIT IJS Vriezen, bouwen, optreden, smelten
BERGFESTIVALS
Wat maakt muziek in de bergen zo magisch?
ERVAREN IN BUITEN door de kou
Wat de temperatuur ook is: onze Buitenexperts zijn het liefst buiten. Want dat geeft energie. En met al hun ervaring in buiten weten zij precies wat jij nodig hebt om ook in de winter optimaal van buiten te genieten. Buiten begint bij Bever.
“Een onstuimige herfst. daar geniet ik va n.” – Stien
altijd gen ga je ht het weer.” la e t is ju c ”Met de id op pad. Ongea g Den Haa voorbere ert Bever p x ene it u Jort - B
RUIM EN VOLLEDIG UITGERUST Mammut Lithium 40 Rugzak Deze comfortabele rugzak, gemaakt van gerecyclede materialen, is voorzien van een geïntegreerde regenhoes. Zo blijven je spullen gegarandeerd droog. €189,95 €170,96*
BASISLAAG Artilect Boulder 125 Ls Crew Een ondershirt, gemaakt van Nuyarn merinowol, die je direct op de huid draagt en je lichaamstemperatuur reguleert - ideaal als basislaag tijdens inspanningen in koud weer. €99,95 €89,96*
DROGE VOETEN GEGARANDEERD Hanwag Tatra II GTX Bergschoenen
BESCHERMEND Haglöfs Roc Flash GTX Jacket
Een goede wandelschoen is een must in de winter. Deze comfortabele trekkingschoen is waterdicht, heefte goede grip en is ideaal voor ongelijk terrein van de Ardennen tot in de Alpen. €309,95 €278,96*
Een hardshell is essentieel om je te beschermen tegen gure wind en sneeuwbuien. Door het hoge ademend vermogen kun je goed overtollige warmte kwijt. €399,95 €359,96*
UITZONDERLIJK LICHT MSR Lighting Trail Sneeuwschoenen
COMFORTABEL WARM
Uitzonderlijk licht, stil en comfortabel om de hele dag door de sneeuw te kunnen lopen. Het drukpuntvrije stretchgaas omsluit je voeten stevig en is compatibel met bijna ellke schoen.
Rab Electron Pro Jacket Dames Zorg ervoor dat je altijd een extra warme laag bij je hebt. Als je even stopt met bewegen, koel je snel af. In koude omstandigheden is behoud van warmte van levensbelang.
€299,95 €269,96*
€329,95 €296,96*
TWEE-IN-EEN WARM EN STRETCHY Fjällräven Abisko Winter Stretch Outdoorbroek Dames
Buitenmens Biocare Wool & Down Wash Dons Wasmiddel
Houd jezelf warm en droog met deze allround softshell trekkingbroek. De geborstelde binnenkant zorgt voor een warm en comfortabel gevoel waarbij verstelbare pijpuiteindes de sneeuw buiten houden.
Kwetsbare materialen zoals wol, merinowol en dons hebben extra aandacht nodig. Dit biobased wasmiddel vitaliseert de zachtheid en de isolerende eigenschappen van dons. Daarnaast bevat het lanolineeen natuurlijk wolvet en is het vrij van enzymen die de natuurlijke eiwitten van wol afbreken.
€234,95 €211,46*
€17,95 €16,16*
*De 10% korting is alleen geldig voor NKBV leden. Meer informatie vind je op bever.nl/partners/nkbv Prijs- en modelwijzigingen en/of zetfouten voorbehouden. Voor actuele prijzen en beschikbaarheid van de producten verwijzen we naar onze winkels en bever.nl
inhoud
Kijk voor meer informatie op nkbv.nl, hoogtelijn.nl, x.com/nkbv en op facebook.com/de.nkbv.
ACTUEEL
07 Voorwoord bestuur 08 Op de hoogte 80 NKBV voor jou 88 Gespot
THEMA
16 Feest voor het oor 18 Bergen in de klassieke muziek 22 De Hohe Geige, de hoge viool 28 Hoorns uit berggebieden 33 In vogelvlucht: Zang 34 Instrumenten uit ijs 38 Muzikale communicatie op La Gomera
44 DJ en bergsporter: Martine ten Klooster
48 Nederlandse namen in Graubünden
16
MUZIEK IN DE BERGEN
Sporters en muzikanten hebben misschien meer gemeen dan je denkt: sommigen vinden hun inspiratie in de bergen. In dit themanummer van Hoogtelijn lees je over muziek in de bergen en de bergen in muziek.
52 De magie van bergfestivals 56 The Sound of Music
EN VERDER
14 Depot: Metaforen 62 Interview Chris Korthals Altes 68 Iconen van Europa:
56
38
Hvannadalshnúkur
72 Markt & materiaal: Cadeaus 74 Dutch Rebolting Teams 79 Mijn verhaal: Opleider
LA GOMERA
Muzikale communicatie
sportklimtrainers 82 Klimmen bij de buren: Rochers de Freyr en Rochers du Castel 84 Teamsport op de Dru 90 Vooruitblik
48 THE SOUND OF MUSIC Salzburg
4 | HOOGTELIJN 5-2023
CHASA MENGELBERG
Nederlandse namen in Graubünden
stand
Verandering
Oude skischoenen zijn prima te recyclen. Ze maken er matten van, onder andere voor boulderhallen. Ik moest daaraan denken toen ik mijn zolder moest leegruimen om het dak nog beter te isoleren. Ik ski nauwelijks meer, mijn skischoenen gaan naar de recycling. Skiën is leuk en gezond, maar ook peperduur en zeer belastend voor natuur en milieu. Zeker zodra sneeuwkanonnen het tekort aan natuurlijke sneeuw moeten compenseren. Kunstsneeuw heette dat vroeger, tegenwoordig gaat het met een iets vriendelijker procedé en heet het man made snow of technische sneeuw. Om dat te produceren is nog altijd veel water en elektriciteit nodig en het levert een grote uitstoot aan CO₂ op. Het wetenschappelijke tijdschrift Nature Climate Change publiceerde in augustus verontrustende cijfers over de toekomst van skigebieden. Bij een globale opwarming van twee graden Celcius krijgt ruim de helft van de skigebieden te maken met een tekort aan sneeuw. Ook als geprobeerd wordt met sneeuwkanonnen de hellingen wit te houden, kampt een kwart met te weinig sneeuw. Dat is een dramatische boodschap voor skiliefhebbers, maar vooral voor de natuur en voor de mensen die afhankelijk zijn van het toerisme. Veel dorpen en regio’s in de Alpen richten zich al meer en meer op het zomertoerisme. Je zult er maar wonen en je bron van inkomsten letterlijk als sneeuw voor de zon zien verdwijnen. De bergen moeten geen pretpark worden, maar enig begrip voor de lokale bevolking is wel op zijn plaats. Ook wie in de zomer in de bergen is krijgt trouwens steeds vaker te maken met de verandering van het klimaat. Afgelopen zomer was dat ook goed te zien: steenslag, aardverschuivingen, heftig (nood)weer. Eén ding is duidelijk, de Alpen zijn aan het veranderen. Dan kan bij bergliefhebbers een bezinning over keuzes en gedrag niet uitblijven.
72
MARKT & MATERIAAL
De tijd van Rudolf en Ozosnel
62
INTERVIEW
Chris Korthals Altes
84
TEAMWORK
Op de Petit Dru
Peter Daalder
Hoofdredacteur peter.daalder@hoogtelijn.nl
WWW.NKBV.NL | NOVEMBER 2023 | NR 5
NR 5 | NOVEMBER 2023
68
BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING
Muziek in de bergen Feest voor het oor
HVANNADALSHNÚKUR WWW.NKBV.NL
Iconen van Europa
GEFLOTEN TAAL
Muzikale communicatie op La Gomera
z-01-r01-HL0523-Cover_metrug_4mm-bewerkt.indd 1
INSTRUMENTEN UIT IJS Vriezen, bouwen, optreden, smelten
BERGFESTIVALS
Wat maakt muziek in de bergen zo magisch?
07-11-2023 11:36
Op de cover: De Geigenkam scheidt het Oostenrijkse Ötztal en Pitztal van elkaar. Het hoogste punt van de kam is de Hohe Geige (3395 meter), wat zich direct laat vertalen als ‘de Hoge Viool’. Samen met zijn vioolmaatje én viool klom Hoogtelijnredacteur Frank naar boven. Zie p. 22. Coverfoto: Frank Husslage
HOOGTELIJN 5-2023 | 5
OP ZOEK NAAR EEN EIGEN, EXCLUSIEF VAKANTIEHUIS? IN OOSTENRIJK
LUXE Chalets & Appartementen INTERESSANTE Investeringsobjecten
alpendreams.eu | villakroatie.eu
IN KROATIË/ISTRIË
LUXE vrijstaande vakantievilla`s INVESTEER in toeristische groeiregio
SINCE 2006
WAT DOEN WIJ VOOR U... Het voor onze klanten selecteren van de mooiste plekjes is waar we in gespecialiseerd zijn. Wij gaan voor locaties waar we zelf in geloven. Wij begeleiden bij uw aankoop in Oostenrijk & Kroatië van het allereerste contact tot en met de oplevering / overdracht. CONTACT info@alpendreams.eu
Wij zijn Mondi Approved: een grote extra zekerheid voor u!
Vrijwilligersondersteuning, duurzaamheid en inclusiviteit, het zijn de kernthema’s die we met elkaar voor onze vereniging hebben gekozen. Alle activiteiten van de NKBV gaan uit van die thema’s. Met duurzaamheid en inclusiviteit in mijn portefeuille kan ik daar als bestuurslid mijn bijdrage aan leveren.
A
ls je als alpinist, wandelaar of klimmer je sport uitoefent kom je vaak in contact met gelijkgestemden. Mensen die dezelfde liefde voor de sport hebben en in wie je jezelf al snel herkent. Je voelt een klik met elkaar. Dat maakt dat het lijkt alsof iedereen zich gemakkelijk thuis voelt in die omgeving en dat die omgeving inclusief is. Is dat echt zo of zou het ook kunnen dat we juist niet zo divers zijn? Voelt iedereen zich welkom in dat huidige NKBV-familiegevoel? En als dat niet zo is, hoe herkennen we dat dan en hoe wor-
bestuur
Thuis voelen den wij aantrekkelijk voor iedereen? We werken er continu aan om de NKBV toegankelijk te maken voor zowel leden en potentiële leden als personeel. Want van de bergen en klimwand genieten kan gelukkig iedereen, maar zich thuis voelen bij onze vereniging gunnen we ook iedereen. Als outdoorliefhebbers gaat de natuur ons aan het hart. Het is de omgeving waarin we ons thuis voelen. En juist omdat we zo veel buiten zijn herkennen wij ook de veranderingen die de natuur ondergaat: sommige natuurlijk, door de seizoenen en de jaren heen, maar ook onnatuurlijke, die misschien nooit meer terug te draaien zijn. Het belangrijkste is uiteraard de leefbaarheid van onze planeet, maar een kleiner belang is ook dat wij kunnen blijven genieten van onze buitensport. Dat willen we zo duurzaam mogelijk doen. Daar is de NKBV al jaren mee bezig, onder andere door onze CO2-uitstoot zo laag mogelijk te maken: de reisgids is afgeschaft, alle activiteiten worden klimaatneutraal georganiseerd en het bureau werkt zo duurzaam mogelijk. Daarnaast zijn er bewustwordingscampagnes en voorlichting. Momenteel onderzoeken we hoe we een eigen fonds kunnen oprichten om duurzame initiatieven te ondersteunen die dicht bij de bergsport liggen. De uitstoot van je reis kun je dan compenseren via het NKBV-Duurzaamheidsfonds. Ik doe mee! Jij ook?
Het is de omgeving waarin we ons thuis voelen
rts Andrea Loe
bestuur@nkbv.nl
Opzeggen lidmaatschap
Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op mijnnkbv.nl. Je ontvangt dan per e-mail een
bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl.
Partners van de NKBV
HOOGTELIJN 5-2023 | 7
De Nederlander Tim ten Klooster heeft met succes de Manaslu beklommen. Op 21 september stond hij om half acht ’s ochtends op de top, na een klim van 13,5 uur vanuit kamp 3, zonder stop in kamp 4. Zijn begeleiders van Glacier Himalaya kozen voor drie rotaties in plaats van de gangbaardere vier. Vanaf 6800 meter gebruikte Ten Klooster extra zuurstof. Frits Vrijlandt, oud-voorzitter van de NKBV is benoemd tot erelid van de Union Internationale des Associations d’Alpinisme (UIAA) voor zijn grote verdienste voor de internationale bergsport. Hij was van 2006 tot 2012 voorzitter van de NKBV en van 2012 tot 2020 voorzitter van de UIAA.
De Piolets d’Or 2023
De Piolets d’Or 2023 zijn uitgereikt voor eerstbeklimmingen van de Pumari Chhish East in Pakistan, de Jirishanka in Peru en de Jugal Spire in Nepal. Met die laatste won Paul Ramsden zijn vijfde Piolet d’Or. De Lifetime Achievement Piolet d’Or 2023 ging naar de Amerikaan George Lowe. Een speciale vermelding was er voor het vrouwenteam dat de eerstbeklimming van de Northern Sun Spire op Groenland op haar naam schreef. De hele expeditie was milieuvriendelijk en had een minimale CO2-uitstoot. Op de long list stonden ook Line van den Berg en
Foto Ramona Waldner
Onder redactie van Rien Jans
op de hoogte
Heb je nieuws voor Op de Hoogte, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl. Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook, X en Instagram.
Northern Sun Spire
Fay Manners met hun beklimming van de Phantom Direct op de Grandes Jorasses. Lees over alle beklimmingen op pioletsdor.net.
Een aardbeving in het westen van Nepal met een kracht van 6,4 op de schaal van Richter heeft aan minstens 157 mensen het leven gekost. In het district Jajarkot vielen 105 doden, in Rukum 52. De UIAA Mountain Protection Award 2023 is gewonnen door het Braziliaans initiatief Gear Tips Recycling Program. Roeland van Oss was met Climbing4Climate een van de genomineerden, maar viel buiten de prijzen.
De Amerikaan Nick Ehman heeft het snelheidsrecord voor een solobeklimming van The Nose op El Capitan gebroken. Op 10 oktober stelde hij het oude record van Alex Honnold (5 uur en 50 minuten) bij naar 4 uur en 39 minuten, via de Jardine Traverse. Beide klimmers gebruikten een mix van vrijklimmen en artificieel klimmen. Ariën van de Kolk, mountainleader bij het Korps Mariniers (zie het interview met hem in Hoogtelijn 4), is gestart met de bouw van zijn nieuwe boulderhal in Ede, Mono Boulder. Een crowdfundingsactie voor de hal is zojuist gestart. Die loopt tot 22 januari, op monoboulder.nl. De hal moet in de zomer van 2024 openen.
8 | HOOGTELIJN 5-2023
Foto Sytse van Slooten
Plannen voor een doorstart van Klimhal Amsterdam zijn mislukt. Afgelopen zomer sloot de hal bij station Sloterdijk na 27 jaar plotseling zijn deuren, omdat eigenaar Bart Verschuren emigreerde naar Frankrijk. Een groep jonge klimmers probeerde de hal te redden, maar zonder resultaat, zo bleek begin oktober.
TOC Noord-Holland gaat van start In januari gaat het vierde Talenten Opleidings Centrum (TOC) voor jeugdklimmers van start: dat van de regio NoordHolland. Trainers Naomi Siegersma en Julia Meijer gebruiken de maanden november en december om veertien tot zestien gemotiveerde en talentvolle jeugdklimmers uit Noord-Holland te selecteren voor deelname aan dat TOC. De selectie gaat twee keer per week trainen, boulder en lead, in een aantal
hallen in de provincie, onder leiding van zes trainers. Er komen vooralsnog vijf TOC’s, die zijn bedoeld om jeugdklimmers op te leiden richting de nationale selectie Jong Oranje Boulder en Lead. In de regio Utrecht wordt momenteel gewerkt aan de start van het vijfde TOC. TOC’s die al langer bestaan zijn die van Oost (Top Climbing Twente) Limburg (Limburg Climbing) en West (Rotterdam Klimsport).
Foto NeuePragerHutte: DAV/Jens Klatt
Neue Prager Hütte
Opnieuw watertekorten voor hutten De sneeuwvelden rond de Neue Prager Hütte (2796 meter, 96 slaapplaatsen) smelten te snel om de hut van voldoende water te kunnen voorzien. Daarom is de hut dit najaar voor het tweede jaar op rij vervroegd gesloten. De hut opende dit jaar al extra laat, op 18 mei. Ondanks een doucheverbod daalde het peil van het waterreservoir nog te snel om er het eind
van het seizoen mee te halen. Per dag is twee tot drie kubieke meter aan drinkwater nodig. Steeds meer hutten, met name hoogalpiene hutten, kampen met dit probleem volgens de Deutscher Alpenverein (DAV). Omdat technische maatregelen niet meer volstaan, moeten bergsporters steeds zuiniger omgaan met water, aldus de DAV.
Strijd op Shishapangma dodelijk Op de Shishapangma zijn begin oktober twee Amerikaanse alpinisten en twee Sherpa’s om het leven gekomen bij meerdere lawines op 7800 meter. Gina Marie Rzucidlo was met Tenjen Lama Sherpa op weg naar de top en Anna Gutu met Mingmar Sherpa. De alpinisten waren
verwikkeld in een strijd om als eerste Amerikaanse vrouw alle achtduizenders te beklimmen. Shishapangma was voor beiden de enige nog ontbrekende top. Tenjen Lama Sherpa vestigde eerder dit jaar met Kristin Harila het snelheidsrecord over alle veertien achtduizenders.
Heb je opmerkelijk expeditienieuws? Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.
Utama prijswinnaar op DMFF
Utama (Ons thuis) van de Boliviaanse Alejandro Loayza Grisi is de grote winnaar van het Dutch Mountain Film Festival. De film won zowel de hoofdprijs van het festival, de Crossborder DMFF Award 2023, als de DAV Climate Award. Ook de jongerenjury van het festival koos Utama als beste film. De film gaat over het leven van een oud echtpaar met hun kudde lama’s op de Boliviaanse hoogvlakte. De stopmotionfilm Egoland veroverde de Best Mountaineering Award, en de Royal Best Newcomer Award ging naar Carne&Ossa. No Dogs or Italians won de Parkstad Limburg Jury Award. Een speciale vermelding van de jury was er voor de korte film Reinhard Karl – The Art of Climbing a Mountain.
Ongeluk in klimhal Een elfjarige jongen is vrijdag 3 november verongelukt bij een val van tien meter in Klimmuur Centraal in Amsterdam. Hij was daar aan het klimmen met zijn voetbalteam. Het is nog onduidelijk waardoor de fatale val is veroorzaakt, het onderzoek naar de exacte toedracht is nog niet afgerond. Volgens haleigenaar Peter Kok is dit het eerste ernstige ongeluk in het 26-jarig bestaan van de hal.
Illustratie Toon Hezemans
Elke zomer bezochten we met onze ouders de Alpen. Een van die zomers hadden mijn broer Theo en ik besloten onze trombones mee te nemen naar Zwitserland op onze bergtochten. We speelden tweestemmig voor boeren, hoog in de bergen, en werden getrakteerd op een schnaps. Datzelfde jaar vierden onze ouders hun 25-jarig huwelijk. Een prachtige gelegenheid voor een muzikale felicitatie. Op de dag van het jubileum liepen mijn broer en ik twee tegenoverliggende heuvels op met het gehuurde chalet in het midden en speelden drie afgesproken nummers. Het klonk fantastisch. Applaus uit het dal. Terug bij het chalet zaten mijn ouders te luisteren naar een opera op de radio. Ze hadden niets gehoord! [Theo en Bart Jordans]
en Passant
Aubade
Heb je ook een leuk bergverhaal? Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.
HOOGTELIJN 5-2023 | 9
Skimoteam 2024 Het Nederlandse Skimountaineeringteam gaat na zijn eerste jaarlijkse herselectie in oktober in licht gewijzigde samenstelling verder. Allard Sym Sprenger (28) en Nienke Oostra (48) zijn nieuwkomers, terwijl Tom van de Plassche het team verliet. Dat betekent dat het Skimoteam dit jaar uit vijf in plaats van vier leden bestaat. In december staat een trainingsweekend op het programma, in januari het EK Ski Mountaineering en in maart het NK Toerskiën. Het einddoel blijft onveranderd de Olympische Winterspelen in 2026, waar skimountaineering voor het eerst op het programma staat.
Drytoolprestatie Marianne van der Steen
De Nederlandse Marianne van der Steen klom op 20 september als derde vrouw de route A line above the sky (D15) in het klimgebied Tomorrow’s World aan de voet van de Italiaanse Marmolada. Met deze drytoolroute kan Van der Steen weer een bijzondere prestatie op haar palmares bijschrijven. Tevens moet het bericht over Marianne van der Steen uit het Sportklimnieuws van Hoogtelijn 4 / 2023 worden gerectificeerd. Daarin was te lezen dat zij graag de route Ironman (M14+) zou willen klimmen. Dat heeft zij echter al gedaan, in 2019.
Foto Rogier Wouters
op de hoogte
Heb je opmerkelijk expeditienieuws? Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.
Allard Sym Sprenger, Paul van Leeuwen, Jens van Vliet en Nienke Oostra, Alke Staal (coach), Derk Prinsen (instructeur), Anneloes Goetze mist hier
Op de Posets
Het kleine ski-oord Le Sambuy in Haute-Savoie gaat niet alleen in de winter niet meer te open, maar blijft ook in de zomer gesloten. Financieel gezonde exploitatie is niet meer mogelijk volgens de gemeenteraad. Mountainbiken, rodelen en paragliden, het hielp allemaal niet meer. Tegenstanders die het oord open wilden houden stapten naar de rechter, maar die stelde de gemeente onlangs in het gelijk. In Frankrijk zijn sinds de jaren zeventig naar schatting meer dan honderdtachtig skigebieden gesloten, vooral in het middengebergte. Veel ski-oorden draaien uitsluitend op de winterinkomsten en dat lukt niet langer. In toenemende mate richten ze zich op ‘vakantie in de bergen’ in het algemeen in plaats van op wintersport. In Frankrijk hebben naar schatting 120.000 mensen een baan in de skigebieden.
Foto Stationsdeski.net
Le Sambuy
10 | HOOGTELIJN 5-2023
Foto Avisuals
Wintersportoorden in transitie
Jornet herontdekt de Pyreneeën
Kilian Jornet heeft begin oktober in acht dagen tijd 177 drieduizenders beklommen in de Pyreneeën, waar hij opgroeide. In 155 uur legde hij 485 kilometer af met meer dan 43.000 hoogtemeters. Hij startte in Frondella in Huesca en finishte in Pica d’Estats. Hij beklom onder meer de Vignemale, Garmo Negro, Balaitús, Cilindro de Marboré, Pic Long, Posets, Montcalm, Monte Perdido, Sayo en de Aneto. Eén stuk deed hij in 39 uur non-stop. Hij noemde zijn project (Re)discovering Pyrenees, een van de zwaarste dingen die hij ooit heeft gedaan.
WWW.NKBV.NL | JUNI 2023 | NR 3
NR 3 | JUNI 2023
BERGSPORTMAGAZINE VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSE KLIM- EN BERGSPORT VERENIGING
WWW.NK BV.NL
NR 4 | SEPTEMB
We are th Zomertochten e Mountain People.
BERGSPORTMAG
AZINE VAN DE
KONINKLIJKE
NEDERLA NDSE
KLIM- EN BERGSP
ORT VERENIG
| SEPTEMB
ER 2023 | NR4
ING
ER 2023
pak je rugzak in
ALPIENE OVERSCHRIJDING
Matilda Söderlund over bigwallproject Rayu
Dertig jaar geduld voor La Meije
WANDELEN EN FOTOGRAFEREN
Huttentocht over de Venediger Höhenweg
Ben jij onze nieuwe collega? Where some see rock, we see lines. Where some see peaks, we see possibility. Where some see rain lashed ridgelines or impenetr able fog, we see an opportunity to challenge our skills.
z_R1-HL0323-r01-Cover 5mm.indd 1
WWW.RAB.EQUIPM
HIMALAYA de werel 31-05-2023 12:02
het dak van WWW.NK BV.NL
Hoogtelijnredacteur Ico Kloppenburg en klimmer Tiba Vroom maken maandelijks De KlimPodcast met een Nederlandse klimmer. In september werd het spits afgebeten door Tim Reuser, de eerste Nederlander die 8C+ boulderde. Lisa Klem vertelde in oktober onder andere over de WJK in Korea. En deze maand ging De KlimPodcast in gesprek met Lynn van der Meer, de Nederlandse kampioen lead en boulder. Iedere eerste vrijdag van de maand verschijnt er een nieuwe aflevering. De afleveringen duren drie kwartier en zijn te vinden op diverse podcastplatformen, waaronder Spotify.
WWW.NKBV.NL
De KlimPodcast is live
recordbeklimming vrouwenteam
ENT
Rab 01-HL0423_ nieuw.indd omslag.indd 2 1
21-08-2023
17:50
z_01-R1 HL4-23
MANASLU CIRC UIT Trektocht rond de berg van de ziel
cover_metrug_4mm.indd
d
DE YALA PEAK
Alternatief voor een onhaalbare zesdu izender
HONDERD UUR
Noodweer in de REGEN droogste regio van Nepal
1
Je houdt van bergen, klimmen en van schrijven en je bent opgeleid tot journalist. Ben jij onze nieuwe collega? Wij zoeken voor de Hoogtelijnredactie een enthousiaste vrijwilliger die wekelijks een paar uur besteedt aan deze rubriek, ‘Op de Hoogte’. Daarnaast kun je als redactielid reportages maken voor Hoogtelijn. Lijkt het je wat? Stuur dan voor 15 december een e-mail met je cv en recent werk naar hoofdredacteur Peter Daalder: peter.daalder@hoogtelijn.nl.
23-08-2023 08:37 08:40
De Venter Ache
Foto DAV/Franz Güntner
Big Bothy Walk: 104 hutjes De Britse Juls Stodel heeft alle 104 bothy’s in het Verenigd Koninkrijk bewandeld. Ze startte haar tocht in juni 2022 vanuit Hawick en eind september 2023 bereikte ze haar laatste, bij John O’Groats. Bothy’s zijn simpele hutjes waar je kunt overnachten. De meeste staan in Schotland, maar ook in Wales en Engeland vind je bothy’s. Stodel klokte precies 365 wandeldagen. Haar reis was geen snelheidswedstrijd, maar toch was het erg zwaar, stelt Stodel. Met name slecht weer speelde haar parten, maar ook eenzaamheid. Veel bothy’s staan op erg afgelegen plaatsen, zonder duidelijke routes ernaartoe.
De Österreichischer Alpenverein en de Deutscher Alpenverein boeken succes bij hun actie tegen de uitbreiding van de waterkrachtcentrale in Prutz in het Oostenrijkse Kaunertal: de juridische vaststelling van de milieucriteria voor het project is afgelopen zomer uitgesteld. Uitbreiding van die centrale kan alleen als er meer water wordt aangevoerd, en daartoe moet in het Platzertal, een zijdal van het Kaunertal, een grote stuwdam verrijzen, met een stuwmeer met een lengte van 1,5 kilometer. Ook in de Venter Ache bij Vent en de Gurgler Ache bij Obergurgl, die samen de Ötztaler Ache voeden, moeten stuwen verschijnen die tachtig procent van het water uit die rivieren ondergronds gaan afvoeren naar het Gepatsch stuwmeer in het Kaunertal, 23 kilometer verderop. Ook zes natuurgebieden dreigen verloren te gaan.
Bij Gorton bothy in de Southwest Highlands
Foto Juls Stodel
DAV en ÖAV succesvol tegen plannen Kaunertal
HOOGTELIJN 5-2023 | 11
Onder redactie van Eva van Wijck
Terugblik op een succesvol internationaal seizoen
Lynn van der Meer gooide dit seizoen hoge ogen door consistent de halve finale te halen op Lead World Cups. Hiermee eindigde ze op de 25e plek in de eindranking. Aukje van Weert: ‘Voor de periode van 2020 tot 2024 is het doel om internationaal de top vijftien te halen. Dat is het doel van het seniorenteam, waar het meer om resultaten draait; de jeugdklimmers hebben andere, meer procesgerichte doelen. In het boulderen had Lisa Klem als doel om meer ervaring bij de senioren op te doen. In een groot deelnemersveld heeft ze
op bijna elke European Cup de finale gehaald en in de eindranking ook een podiumplaats.’ Ook in het paraklimmen zijn dit jaar veel internationale successen geboekt. Jesse Pauw: ‘Vanaf het begin van dit jaar was goud op het WK in Bern het hoofddoel, voor alle drie de klimmers: Eva Mol, Jamie Barendrecht en Christiane Luttikhuizen. Hoewel dat zeker realistisch was, werd het zilver voor Jamie en Christiane en greep Eva daar net naast. Ondanks een succesvol WK én een goed seizoen, geeft dat toch een naar randje.’
Foto Jan Virt
Het internationale seizoen Lead, Boulder en Paraklimmen van 2023 zit erop, en de wedstrijdklimmers van het Nederlands Team hebben sterke prestaties geleverd. Bondscoaches Aukje van Weert (Lead) en Jesse Pauw (Paraklimmen) blikken terug.
Foto Dimitris Tosidis
op de hoogte
SPORTKLIMNIEUWS
Lisa Klem behaalde op het WJK Boulder in Seoul de twaalfde plaats
TOC Jaardag
Op 23 september vond de eerste TOC Jaardag plaats, waarbij de jeugdatleten van de TOC’s (Talenten Opleidings Centrum) Oost, West en Limburg samenkwamen. De dag bestond uit een wedstrijdsimulatie, fysieke tests, een informatiebijeenkomst voor de ouders en een gastcollege van topklimmers Amber Schiffeleers en Lisa Klem. De TOC Jaardag was de aftrap van het nieuwe wedstrijdseizoen, dat op 14 oktober met Boulder 1 begon.
Internationaal sportklimnieuws: derde 9c ter wereld In het Noorse Flatanger is, na de routes Silence en DNA, op 20 september de derde 9c ter wereld geklommen. De Oostenrijkse Jakob Schubert, die zich ondertussen ook plaatste voor de Olympische Spelen, doopte de nieuwe route tot B.I.G. Zijn strijd in de route was live te volgen via YouTube.
Partners van het Nederlands Team Sportklimmen
12 | HOOGTELIJN 5-2023
Op de World Cup Lead in Koper eindigde Lynn van der Meer als vijftiende
Afscheid bondscoach Berber Brouns
Na zeven jaar bondscoach te zijn geweest van het Nederlands Team Paraklimmen, heeft Berber Brouns het stokje overgedragen aan Jesse Pauw. In haar zeven jaar tilde ze de Nederlandse paraklimsport naar een nieuw niveau en de paraklimmers leverden onder haar begeleiding prachtige prestaties. We zien Berber zeker terug in de klimwereld, bijvoorbeeld als bestuurslid van het nieuwe TOC Midden-Nederland.
Partners nationale wedstrijden
VRAAG & ANTWOORD SkiStainable, ski’s met een boodschap
Duurzame ski’s van Nederlandse makelij
De productie van ski’s mag best wat duurzamer, vond (toer-) skiër Bosse van Koten (18). Daarom maakte hij als profielwerkstuk voor zijn middelbare school een set duurzame toerski’s. Zijn merk SkiStainable is officieel geregistreerd. Zijn ski’s hebben een knipoog, maar ook een serieuze boodschap aan skifabrikanten. Tekst Rien Jans Beeld Ernout van Koten
Hoe kwam je op het idee om duurzame ski’s te maken? ‘Ik moest mijn profielwerkstuk maken voor school en mijn vader en ik zijn toerskifanaten. Op YouTube zag ik een filmpje uit de fabriek van Stöckli. Toen dacht ik: dat kan ik ook. En daarna: maar het moet wel duurzaam!’ Hoe maakte je je ski’s? ‘Reguliere ski’s bevatten veel plastics en chemicaliën. Voor het belag van mijn ski’s, zeg maar de buitenkant, gebruikte ik bio-based polyethyleen op basis van suikerriet. Om alle lagen van de ski samen te smelten gebruikte ik biobased epoxy dat Fairpoxy heet en als basis raapzaad en kokos heeft. Ik wist niet dat het bestond, maar met Google vond ik het gewoon. Voor de tussenlagen wordt vaak glasvezel gebruikt, maar dat is milieutechnisch niet verantwoord. Ik gebruikte daarom hennepvezel, waar ik een matje van maakte. Dat spul wordt gebruikt als vulling voor het hok van de cavia en kost een euro of drie in de dierenwinkel. Het hout dat ik gebruikte was ongebruikt triplex dat nog in onze garage stond. Voor de stalen profielen voor de zijkant moest ik lang zoeken en kwam ik terecht bij een vage webshop in Kroatië. De bindingen heb ik van oude pisteski’s gehaald, maar die ga ik nog vervangen door oude toerskibindingen. In totaal was ik minder dan tweehonderd euro kwijt aan de materialen.’
En dan komt dus de test! ‘Ja, superspannend. We hebben ze getest in de skihal in Spaarnwoude. Dat ging goed! Ik was alleen een extra metalen laag vergeten voor de stugheid, dus ze waren iets te flexibel en daardoor wat moeilijk onder controle te houden. En helaas liet bij de vijfde run het belag op een ski los omdat ik de polyethyleen had moeten verhitten voor betere hechting met de lijm. Maar goed, vijf runs, niet slecht toch?’ Zeker. En wat ben je te weten gekomen over de duurzaamheid van gewone ski’s nu? ‘Ik heb mijn profielwerkstuk opgestuurd naar Atomic in Oostenrijk, omdat ik hun sustainability report goed vond. Ik heb een uur gekletst met hun duurzaamheidsmanager. Zij willen voorlopig nog het verschil maken met minder uitstoot en energieverbruik bij productie en transport. Ze stellen dat ze vooralsnog de duurzame materialen niet gebruiken omdat die nog niet de kwaliteit halen van de gangbare. Maar op den duur zullen alle ski’s duurzamer worden. ’ Kunnen mensen je nu bellen voor een set duurzame ski’s? ‘Ha! Nee helaas… Ik studeer nu Technische Bestuurskunde in Delft, dus ik heb geen tijd. Maar ik zou graag bij Atomic stage willen lopen voor mijn studie. Hun duurzaamheidsmanager namen ze in dienst omdat hij net als ik duurzame ski’s maakte in zijn eigen kelder.’
HOOGTELIJN 5-2023 | 13
DEPOT
Uit: Literaire kattenkalender, oktober 2022
Bergsport in de media
Metaforen Zo af en toe valt je oog op een krantenkop. ‘Hé, nieuws over klimmen.’ Op de sportpagina’s worden dan meestal wielrenners bedoeld die bergop gaan. Klopt, pedaalridders sporten ook in de bergen. In tuintijdschriften, kookrubrieken en politiek nieuws is het soms al meer zoeken naar de link met bergsport. Wie er een beetje op let, ziet dat keer op keer onze mooie sport gebruikt wordt als metafoor. Als je iets moeilijks, zwaars of spannends vergelijkt met bergsport, wordt het kennelijk begrijpelijker. Onder redactie van Frank Husslage
2 Uit: Trouw, 7 oktober 202
Uit: NRC, 13 november 2022
Uit: Trouw, 20 oktober 2022
14 | HOOGTELIJN 5-2023
metafoor gevonden? kom jij ook ergens een vergelijking met de Klim- of bergsport tegen? maak een foto en tag de NKBV op je social media! @_NKBV en De.nkbv
Uit: Groei & Bloei
Uit: Trouw, 19 juni 2020
Uit: interne publicatie van DPG Media, 17 april 2021
0 Uit: Trouw, 18 januari 202
3 Uit: NRC, 26 maart 202
Uit: Trouw, 1 november 2020
Uit: NRC, 25 maart 2023
HOOGTELIJN 5-2023 | 15
Bij de afsluiting van het festival in Nendaz in 2022 speelden de hoornblazers een compositie van Adolf Zobrist, meervoudig winnaar van het concours. Hoogtelijnredacteur Frank Husslage was erbij en sprak met Zobrist, lees verder op p. 28.
16 | HOOGTELIJN 5-2023
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Thema: Muziek in de bergen
Feest voor het oor
De bergen zijn een onuitputtelijke bron voor kunstenaars. Ze dichten, schrijven en schilderen erover en maken er muziek. Componisten halen inspiratie uit de ruige bergen, een stromende beek, almen vol bloemen of het bereiken van de top. Ook bijzondere momenten als de optrekkende ochtendnevel, een bulderend onweer of de zonsondergang horen we soms terug. Muzikanten vertalen oneindig veel bergmomenten in muziek. Kom, we laten ons meevoeren op hun klanken. Traditioneel in de bergen is het geluid van alpenhoorns. Jaarlijks zijn die te horen op het Festival International de Cor des Alpes in Nendaz. Zo’n honderd hoornblazers uit alle windstreken komen naar Zwitserland om hun spel ten gehore te brengen. Van traditionele melodieën tot moderne popnummers, drie dagen lang galmen de klanken door Nendaz. Op zondagmiddag is de grote afsluiting waarbij alle blazers samen spelen. Een feest voor het oog én het oor. Tekst Peter Daalder Beeld Florian Bouvet-Fournier
18 Bergen in de klassieke muziek 22 De Hohe Geige, de hoge viool 28 Hoorns uit berggebieden 33 In vogelvlucht: Zang 34 Instrumenten uit ijs 38 Muzikale communicatie op La Gomera 44 DJ en bergsporter: Martine ten Klooster 48 Nederlandse namen in Graubünden 52 De magie van bergfestivals 56 The Sound of Music
Alle geluidsfragmenten bij de artikelen zijn te beluisteren via de QR-codes of op nkbv.nl/actueel/blog/feest-voor-het-oor.
Hoe klinkt dat? Beluister het samenspel.
HOOGTELIJN 5-2023 | 17
Bergen in de klassieke muziek
Alpensymfonieën
Bij klassieke ‘bergmuziek’ gaat de eerste gedachte vaak uit naar het laatromantische werk van Richard Strauss, Eine Alpensinfonie. Er zijn echter meer voorbeelden van klassieke muziek waarvoor componisten inspiratie opdeden uit het berglandschap. Tekst Martijn Hop
V
oorafgaand aan de romantiek, dus voor 1770, zijn er wel toespelingen op bergen geweest of kwam er een berg voor in een opera, maar dan meer als een toevallige locatie. Vanaf de romantiek krijgen schrijvers interesse voor het landschap en de mensen die daarin een bijzondere rol spelen. In de klassieke muziek zijn de eerste tekenen daarvan te vinden bij de componisten die gedichten op muziek zetten. Daarin wordt het landschap een belangrijk element. Omdat de literatuur in de romantiek vanaf 1770 het voortouw nam, loopt de klassieke muziek daar iets achteraan. Bij Wolfgang Amadeus Mozart zijn al
18 | HOOGTELIJN 5-2023
vroeg romantische werken te horen. De werken van Mozart en Joseph Haydn die behoren tot de ‘klassieken’ zijn een kantelpunt van de barok naar de romantiek. Met Ludwig van Beethoven gaat het helemaal los ten aanzien van het landschap en de mensen die daarin vertoeven. Denk daarbij aan zijn zesde symfonie, de ‘Pastorale’. Deze zogenaamde programmamuziek, die een verhaal vertelt, was uitzonderlijk voor Beethoven, maar heeft wel een belangrijke invloed gehad op de verdere muziekgeschiedenis. Groot bewonderaar van Beethoven was Franz Schubert. Bij hem zijn voor het eerst bergen te ontwaren.
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Franz Schubert (1797-1828) De Weense componist Franz Schubert schreef in zijn leven onder andere meer dan zeshonderdvijftig liederen op teksten van verschillende dichters, soms vrienden van hem. In die vele liederen vallen de liedcycli Die schöne Müllerin en Winterreise op, muziek op teksten van de dichter Wilhelm Müller. In de eerste loopt de hoofdpersoon langs de beek en converseert ook met de beek. Er zijn geen aanwijzingen dat het een bergbeek is, maar het rondtrekken, het wandern wordt in deze cyclus verheerlijkt. Langs de beek staat een watermolen met een knappe molenaarsdochter. In de romantiek kan dat natuurlijk alleen maar verschrikkelijk fout gaan. Schubert componeerde vijf liederen die een directe connectie hebben met de bergen. Twee daarvan heten Der Alpenjäger, D524 en D588. De ‘D’ staat voor de heer Deutsch, die de werken van Schubert van nummers heeft voorzien, net zoals Köchel dat heeft gedaan voor Mozart (‘KV’, Köchelverzeichnis). Het lied D524 begint als volgt: ‘Auf hohen Bergesrücken, Wo frischer alles grünt, Ins Land hinab zu blicken, Das nebelleicht zerrinnt, Erfreut den Alpenjäger’. Hoe steiler het wordt, hoe meer de Alpenjäger geniet. Maar, zo blijkt uit het einde, hij denkt toch altijd aan zijn geliefde in het dal. Het andere lied over de Alpenjäger, op tekst van Friedrich von Schiller, gaat over natuurbeheer. Daarin verhindert een berggeest de jager dieren van zijn kudde te doden. Het lied Die Berge (D634) gaat over de kick die het geeft om moedig de gevaren van de bergen te trotseren. Dit is eigenlijk het eerste lied dat beschrijft wat de bergen met ons doen. In de ‘Romanze’ uit het zangspel Rosamunde (D797) is het maanlicht op de hoge bergen te aanschouwen, maar uiteindelijk gaat het lied over de liefde en speelt de locatie enkel een bijrol. Tot slot componeerde Schubert het ongewoon lange lied van ruim tien minuten Der Hirt auf dem Felsen (D965) op tekst van Wilhelm Müller. Hierin denkt ook de herder hoog in de bergen aan zijn geliefde in het dal.
Fingal’s Cave, die Felix Mendelssohn bezocht
Foto Malcolm Neal
Foto Bbb-Commons
Blik oostwaarts vanaf Heimgarten, de inspiratie voor Strauss’ Eine Alpensynfonie
Fanny Hensel-Mendelssohn (1805-1847) De vader van Fanny Mendelssohn vond dat zij zich als vrouw uitsluitend op het leven als echtgenote moest richten. Haar broer Felix (zie hieronder) sloot zich daarbij helaas aan. Dat hinderde Fanny, die fantastisch pianospeelde, enorm in haar carrière als componist. Tegen het einde van haar korte leven lukte het haar om het verbod tot componeren te omzeilen en publiceerde zij met hulp van haar man Fünf Lieder opus 10. Het vijfde lied Bergeslust is op tekst van Joseph von Eichendorff. Het is een enthousiast en energiek loflied op de bergen in krap twee minuten: ‘O Lust, vom Berg zu schauen weit über Wald und Strom, hoch über sich den blauen tiefklaren Himmelsdom! Vom Berge Vögel fliegen und Wolken so geschwind, Gedanken überfliegen die Vögel und den Wind. Die Wolken ziehn hernieder, das Vöglein senkt sich gleich, Gedanken gehn und Lieder fort bis ins Himmelreich.’
Felix Mendelssohn (1809-1847) In 1829 reisde de componist Felix Mendelssohn, de broer van Fanny, naar Engeland en Schotland. Hij bezocht het toen nog onbewoonde Schotse eiland Staffa en dat leidde tot de in 1830 in première gegane ouverture Die Hebriden. Het is een programmastuk zoals Beethovens ‘Pastorale’. In het werk wordt ook Fingal’s Cave beschreven, een grot die zijn naam dankt aan een gedicht van een Schotse dichter. De grot in de imposante basaltformaties is alleen per boot te bereiken en op die tocht werd Mendelssohn erg zeeziek. Volgens een reisgenoot kon Mendelssohn ‘als kunstenaar beter overweg met de zee dan als mens met een maag’.
Dit is het eerste lied dat beschrijft wat de bergen met ons doen HOOGTELIJN 5-2023 | 19
Gustav Mahler (1860-1911) Bij sommige symfonieën van Gustav Mahler waan je je op een alpenweide, alleen al door de vele bijzondere instrumenten die hij toevoegde aan het orkest, waaronder koeienbellen, onder andere te horen in zijn vierde en zevende symfonie. Hoewel Mahler niet direct muziek heeft gecomponeerd die gerelateerd kan worden aan bergen, inspireerden de natuur en prachtige vergezichten hem voor zijn muziek. Tegen zijn vriend Bruno Walter zei hij ooit: ‘Doe geen moeite om het uitzicht te bekijken. Ik heb het al gecomponeerd.’ Mahler verbleef vanaf 1907 wel regelmatig in een hoeve in Altschluderbach in Zuid-Tirol. Tegenwoordig is de hoeve omgedoopt tot de Gustav Mahler Stube en is er een klein museum gevestigd. In zijn werkplaats in Altschluderbach componeerde hij zijn negende en niet voltooide tiende symfonie en Das Lied von der Erde. Mahler haalde dus wel inspiratie uit de bergen, maar noemde dit landschap niet expliciet. Mahlers werkplaats in Altschluderbach
Mount Herschel op Antarctica, het continent dat Williams inspireerde
Foto SchiDD
Ralph Vaughan Williams (1872-1958)
Edvard Grieg (1843-1907) Er zijn maar enkele werken die specifiek een berg beschrijven, maar het Noorse landschap met zijn bergen en fjorden en alles wat daarin verschijnt als je je fantasie de vrije loop laat, was de grote inspiratiebron voor de Noorse componist Edvard Grieg. Hij maakte onder andere de toneelmuziek voor Peer Gynt van Henrik Ibsen. Daarin komt de scène ‘In de hal van de Bergkoning’ voor. Dit deel wordt ook wel de ‘Trollendans’ genoemd. De hoofdpersoon Peer komt in het land van de trollen terecht. Hij weet aan het mysterieuze bergvolk te ontsnappen als de hal van de Bergkoning instort door het geluid van de kerkklokken. De muziek was al snel een groot succes en Grieg bewerkte de muziek tot twee suites, meerdelige muziekstukken, beginnend met de overbekende Aurora. De ‘Trollendans’ is het vierde deel van de eerste suite. Ook schreef Grieg het lied ‘Mountain Thrall’ voor orkest en solozang, dat gaat over een persoon die in de bergen verdwaalt en nooit meer thuiskomt. Het personage komt onderweg vele ingebeelde personen tegen. Romantischer dan Grieg is het bijna niet te krijgen.
20 | HOOGTELIJN 5-2023
De Engelse componist Ralph Vaughan Williams is onder andere bekend van zijn nog steeds populaire werk The Lark Ascending, geïnspireerd op een gelijknamig gedicht van de Engelse dichter George Meredith. Oorspronkelijk schreef Williams dit stuk voor piano en viool en in 1921 bewerkte hij het voor de uitvoering door een orkest. Zijn zevende symfonie draagt als ondertitel ‘Sinfonia Antartica’. Hij componeerde dit werk in de periode 19491952 en baseerde het gedeeltelijk op de muziek voor de film Scott of the Antarctic uit 1948. Hoewel hij geen bergen beschreef, maakte hij wel een programmawerk geïnspireerd op Antarctica.
Sergej Rachmaninov (1873-1943) In de zomer van 1893 schreef Sergej Rachmaninov ‘De Rots’, opus 7. Dit is een fantasie voor een orkest, gebaseerd op een couplet van een gedicht van de Russische dichter Michail Lermontov: ‘De gouden wolk drijft door de nacht. Over de borst van een gigantische rots.’ Rachmaninov heeft later verteld dat hij inspiratie heeft opgedaan uit een verhaal van Anton Tsjechov, waarin een jong meisje een oudere man ontmoet tijdens een overnachting in een herberg. Zij vertellen elkaar verhalen en ontdekken de liefde, waarna hun wegen zich de volgende morgen weer scheiden. Alhoewel het verhaal verder niets te maken heeft met bergen of een gigantische rots, was het een goede voedingsbodem voor Rachmaninov.
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Café Classique uitzending
In zijn radioprogramma Café Classique op Radio SD ging Martijn Hop verder in op de bergen in de klassieke muziek. Beluister de twee thema-afleveringen op nkbv.nl/actueel/blog/feest-voor-het-oor.
Olivier Messiaen (1908-1992)
Foto Andrew Mandemaker
Foto Luca Galuzzi
In 1972 componeerde de Franse componist Olivier Messiaen Des canyons aux étoiles, ‘van de canyons naar de sterren’. Het is een twaalfdelig werk in opdracht van de Amerikaanse regering ter viering van tweehonderd jaar onafhankelijkheid van de Verenigde Staten in 1976. Voor het werk bezocht Messiaen Utah om inspiratie op te doen in het landschap. Het werk is al in 1974 in première gegaan.
Een werk dat de tocht realistisch weergeeft in muziek Ferde Grofé (1892-1972) De Amerikaanse componist Ferde Grofé is het meest bekend geworden met zijn tussen 1929 en 1931 geschreven Grand Canyon Suite. Het werk kent vijf delen: ‘Sunrise’, ‘Painted Desert’, ‘On the Trail’, ‘Sunset’ en ‘Cloudburst’ en werd in 1958 gebruikt in een korte film van Walt Disney. Dit is echter niet zijn enige werk dat is geïnspireerd op Amerikaanse landschappen. Zo componeerde hij in 1926 de Mississippi Suite, in 1949 de Death Valley Suite en in 1960 de Niagara Falls Suite.
Aaron Copland (1900-1990) De Amerikaanse componist Aaron Copland componeerde in 1944 het ballet- en orkestwerk Appalachian Spring, gebaseerd op de Amerikaanse bergketen. Copland ontving hiervoor in 1945 de Pulitzer Prize en maakte van het werk een suite die tegenwoordig ook nog regelmatig wordt uitgevoerd. Het werk beschrijft niet zozeer de bergen zelf, maar beeldt een verhaal uit over mensen uit dit Amerikaanse gebergte.
Bryce Canyon in Utah, waarover Messiaen schreef
Richard Strauss (1864-1949) Tot slot kan het werk Eine Alpensinfonie van de Duitse Richard Strauss natuurlijk niet onvermeld blijven. Aan het einde van de romantiek kwam het symfonische gedicht in de mode, een gedetailleerde muzikale beschrijving van een buitenmuzikaal thema. Strauss maakte in 1879 met een groep een lange wandeling door de Alpen, naar de top van de Heimgarten. Ze genoten van de tocht, maar ze moesten ook naar beneden vluchten voor een hevig onweer. Dit avontuur inspireerde Strauss om er tussen 1911 en 1915 een werk over te maken dat de tocht realistisch weergeeft in muziek. Ook dit werk valt onder de programmamuziek met een specifiek thema en behoort door de gedetailleerde beschrijving tot de symfonische gedichten. Het werk bestaat uit 22 delen: van zonsopkomst, door het woud, langs de beek en de waterval, via de alm en de gletsjer sta je in de muziek uiteindelijk op de top. Dat laatste gedeelte is een van de meest euforische werken dat er in de klassieke muziek te vinden is. Het bijzondere is dat het werkelijk het gevoel weergeeft dat je ervaart als je na een lastige beklimming bovenop de top staat en geniet van een spectaculair uitzicht. De afdaling kent vervolgens gevaarlijke momenten en uiteindelijk kom je als luisteraar in het zware onweer terecht. De lucht klaart uiteindelijk op en met een goed gevoel denk je terug aan de beklimming en is het tijd voor zonsondergang en de nacht. Een magistraal werk dat op nummer één staat wat betreft bergen en klassieke muziek.
Hoe klinkt dat? Ga naar de playlist.
HOOGTELIJN 5-2023 | 21
De bergkam tussen het Ötztal en het Pitztal
Toontje lager op de Hohe Geige Het weer van de afgelopen dagen hield ons hoofdzakelijk in het dal, dus met 3395 meter is de Hohe Geige misschien wat ambitieus. Maar we gaan toch. We hebben die viool tenslotte niet voor niets helemaal uit Nederland meebracht. Voor dit themanummer Muziek in de bergen willen we een foto maken van een violiste op het hoogste punt van de Geigenkam, de bergkam die het Ötztal en het Pitztal scheidt. Bovenop de Hohe Geige, de Hoge Viool. Hoe toepasselijk wil je het hebben? Tekst en beeld Frank Husslage
N
a een paar dagen met zondvloedachtige regen en bijpassend onweer, breekt nu het grijze wolkendek een beetje open. Vanaf de parkeerplaats bij Plangeroβ zien we tussen wolkenflarden door achthonderd meter hogerop een schim van ons doel van vandaag: de Rüsselsheimer Hütte. Volgens het weerbericht zouden we morgen het gewenste zonnige weer moeten krijgen.
22 | HOOGTELIJN 5-2023
Kwarts
Eind juni zijn we net voor de zomerdrukte uit. De hutten zijn al open, maar nog niet afgeladen vol. Een telefoontje de dag tevoren was voldoende om een slaapplaats te reserveren. De kennelijk standaard gestelde vraag bij die aanmelding ‘Eet u vegetarisch of wilt u vlees?’ maakt duidelijk dat ook hier de tijden veranderen. En dat in een hut waar toch ook echt het
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
gewoon stevig doorstappen laat de koeien meestal wel een toontje lager zingen. Bergop gaat dat allemaal niet zo vlot en kies ik liever een omweg. Struinend tussen keien waar anders nooit iemand komt, vind ik een groot blok rozenkwarts. Dat laat ik niet liggen, wat mijn toch al overladen rugzak helaas nog anderhalve kilo zwaarder maakt.
Pyjama
Al snel wordt het weidespoor een smal pad door een steile helling, een helling waarop alles nu volop bloeit. Orchideeën zijn er net zo talrijk als arnicae en diepblauwe gentiaantjes, de Petrusbaarden hebben nog geen baard en ook de uitbundig bloeiende Turkse lelies zijn goed vertegenwoordigd. Druipend van de regen komt een dame speurend het pad af. Of we soms alpensalamanders gezien hebben? Ze bedoelt alpenlandsalamanders. En nee, ondanks dat je ze hier met deze vochtigheid ieder moment zou verwachten, hebben we er nog geen gezien. Op dat moment weten we nog niet dat we er op terugweg wel een zullen spotten, op exact deze plek. Tot nu toe zagen we ook geen marmotten trouwens, terwijl ik die hier volop had verwacht. Zo vroeg in de zomer zijn ze nog druk doende hun in de winter opgeteerde reserves aan te vullen. Ik vind ze er dan grappig uitzien, net of ze een te grote pyjama aan hebben. Ook de marmotten zien we later op de terugweg. Tot grote vreugde van een passerende peuter, die op stoere schoenen met papa onderweg is naar boven.
Trombone
Met de voorspelling van opklaringen in de ochtend en later een middagonweer, vertrekken mijn vioolmaatje en ik vroeg. We doen het rustig aan, nemen onze tijd voor foto’s en genieten van de doorkomende zon. We hebben het pad vrijwel helemaal voor onszelf. Kort voor de hut worden we ingehaald door een wel heel hard stijgende en vooral heel hard hijgende wandelaar. Neen, geen superfitte trailrunner, meer het type klassieke bergwandelaar. Kennelijk heeft hij wat te bewijzen, want we krijgen een hele litanie van wat hij allemaal al bereikte deze week. Dat is nogal wat en ik word al moe als ik het alleen maar hoor. Zou hij er ook nog plezier aan beleven? Maar kennelijk heeft hij er verstand
lokale wild op de spijskaart staat, in de vorm van steenbokkenragout. In de aanloop naar die hut hebben wij het vooral te stellen met de minder wilde lokale fauna. Meteen aan de weg grazen volop koeien met hun nieuwsgierige kalfjes. En dat grut vindt wandelaars interessant. De moeders zien ons echter als bedreiging en proberen ons weg te jagen. Bergaf is dat niet zo’n probleem,
Leuk, zevenhonderd hoogtemeters apenkooien
HOOGTELIJN 5-2023 | 23
van: ‘U heeft een muziekinstrument bij u!’ Daarmee doelend op de vioolkoffer die uit mijn rugzak steekt. ‘Een trombone?’ Als ik hem onze plannen vertel, blijkt hij zelf ooit ook viool gespeeld te hebben. Waarop ik de verwisseling tussen een trombone- en een vioolkoffer wel heel bijzonder vind.
Gelagkamer
Tegen de tijd dat we bij de hut aankomen is de lucht opgeklaard. Met onze spullen veilig op het lager geïnstalleerd, genieten we met een gloeiend hete cappuccino van het uitzicht. De enorme Watzespitze aan de overkant van het dal is al bijna wolkenvrij. Naar het zuiden toe domineren de gletsjers van de Wildspitze en de Brochkogel het uitzicht, met daarvoor de Brunnenkogel. Zoals veel berghutten bestaat ook de Rüsselsheimer Hütte uit het originele gebouw van bijna een eeuw oud en meerdere jongere aanbouwen. In 1999 werd dit geheel fors beschadigd door een
naast de hut is een paal volledig volgetimmerd met routebordjes
sneeuwlawine, maar de hut werd weer hersteld. Het lager waar wij overnachten en het sanitair lijken nagelnieuw, of ze de afgelopen maand pas opgeleverd werden. Het nachtelijke geritsel met plastic zakken, het geklos naar de wc en het gesnurk blijken echter nog volledig in oude stijl. In de gelagkamer lijkt de tijd stilgestaan te hebben. Een van de weinige dingen die de huidige tijd verraadt, is een met opladende telefoons afgeladen stopcontact.
Nooduitgang
Door het wisselvallige weer hebben we nog geen hoge tochten kunnen maken, dus proberen we na de koffie nog zoveel mogelijk hoogtemeters te scoren. De Hohe Geige voor morgen is met zijn 3395 meter geen supertop, maar ook weer niet iets om ongeacclimatiseerd tegenop te wandelen. Naast de hut is een paal volledig volgetimmerd met routebordjes. Die wijzen de weg naar een enkele rood gemarkeerde wandeling, maar grotendeels naar erg lange tochten in de moeilijkere, zwarte categorie. Ook verwijzen ze naar de klettersteig op de nabije Kleinbärenzinne. Of eigenlijk twee klettersteigs: een lichte voor beginners en een stevigere, hier en daar overhangende variant, die voorbehouden is aan zeer ervaren klettersteigers.
Als we de laatste bomen achter ons laten, verandert ook de flora
24 | HOOGTELIJN 5-2023
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Marmot in te grote pyjama
Watzespitze (links) en Verpeilspitze
de grootste concentratie steenbokken van de hele Alpen
Wij volgen de vroegere normaalweg naar de Hohe Geige het dal in, een route die de berg aan de zuidwestkant benadert. Het is makkelijk hoogtemeters maken, maar deze route zullen we morgen niet volgen. Steenslag maakt deze route steeds gevaarlijker. De markeringen zijn weggehaald en in de hut wordt aangeraden om hem alleen als nooduitgang te gebruiken, als sneller alternatief voor de trage route over de westgraat. De volgende dag aan de avonddis verbaast een Beierse klimmer zich hierover. Ze is die dag rechtstreeks vanuit het dal naar boven gekomen, beklom de Hohe Geige over de westgraat en daalde af via die nooduitgang. Zoiets alsof wij een weekendje naar de Ardennen gaan. ‘Zo’n nooduitgang is bedoeld voor slecht weer,’ zegt ze, ‘maar juist met regen en sneeuw wordt hij gevaarlijk. Je krijgt dan meer steenslag en hij wordt vooral glad en glibberig.’ Ze heeft daar wel degelijk een punt. Maar ik weet ook dat ik met onweer achter me aan eerder voor glibberigheid zal kiezen, dan uren over een graat te klooien. Wanneer we na onze ‘acclimatisatietocht’ naar de hut terug willen, zit die weer vet in de wolken en doet het grote aantal markeringen goed dienst bij het spoorzoeken. Tijdens het diner gaan de hemelsluizen weer open.
Steenbokken
We schrijven eind juni, dus er is al volop daglicht als we de volgende ochtend om zes uur de hut uit stappen. Licht aan de
overkant van het dal dan, want wij lopen hier aan de nog donkere en vooral kille schaduwkant van de Geigenkam. Als in een kalenderplaatje prijkt tegenover ons in een wolkeloze zwartblauwe lucht de complete Kaunergrat in de oranje ochtendzon. ‘Dit wordt een drukke dag voor de geheugenkaarten,’ wat beaamd wordt door een jong Duits stel dat gelijk met ons op pad gaat. Terwijl wij nog wat rommelen met onze rugzakken, verdwijnen zij al uit zicht. Even later zien we ze voor ons van het pad afwijken, kennelijk is er wat te zien. Ze wijzen ons op een ploegje steenbokken dat net achter de hut foerageert. Die steenbokken waren ons al beloofd in de routebeschrijving. Sinds in 1953 een handvol van deze dieren vanuit het Italiaanse nationale park Gran Paradiso hier uitgezet werd, hebben ze zich driftig voortgeplant. Naar zeggen zouden er zo’n duizend exemplaren in de regio leven, de grootste concentratie van de hele Alpen. Een steenbokkenkop siert dan ook het logo van de Rüsselsheimer Hütte. Voor ons, lager op het pad, blijven de dieren in eerste instantie net uit zicht. Totdat ze wat hogerop het blokkenterrein in lopen. Met hun schutkleur vallen ze in het vale schaduwlicht amper op. Met mijn korte telelens zijn het slechts vlekjes in beeld. Toch leuk, steenbokken zie je niet iedere dag, ook niet in de Alpen. Vandaag hebben we geluk; we zien er véél. Het blijkt dat een kudde van zo’n dertig dieren ons pad kruist. Zei ik kruisen? Ze bezetten ons pad en lijken niet van plan opzij te gaan. We kunnen zo dichtbij komen, dat onze Duitse collega’s zelfs met een telefoon nog behoorlijk beeldvullende foto’s kunnen maken. Meerdere bokken zijn aan het knokken. Wat ik de afgelopen jaren heel soms vanaf een afstandje zag, speelt nu in een alpiene variant op kung fu-films vlak voor mijn neus. Hoorngekletter en gesnuif alom. Keer op keer het klassieke plaatje van een bok staand op zijn achterpoten, terwijl zijn tegenstrever een toontje lager zingt. Twee testosteronbommetjes gaan wel heel erg op in hun strijd. Ze vinden ons absoluut irrelevant. Heel even maar kijken ze naar ons met een blik van ‘moet je wat?’ Om daarna weer met de koppen op elkaar te knallen. Een rotsblok aan de andere kant van het pad vormt een tribune voor een groepje HOOGTELIJN 5-2023 | 25
GOED VERZEKERD OP WINTERREIS Met de NKBV-reisverzekering ga je zorgeloos op reis. Als je deze winter de sneeuw op gaat zoeken in de Alpen of de bergen in Patagonië.
Ga naar nkbv.nl/verzekering voor meer informatie
THEMA
Een aubade voor de Hohe Geige vanaf de Frühstücksplatz
MUZIEK IN DE BERGEN
De Hoge Viool Route
De Hohe Geige, in het Nederlands vertaald de Hoge Viool, is met 3395 meter de hoogste top van de Oostenrijkse Geigenkam, die het Ötztal en het Pitztal scheidt. De hier beschreven normaalroute is gewaardeerd als een zwarte bergwandelroute en wordt veel begaan. Tenzij er vroeg of laat in het seizoen sneeuw ligt, heb je naast normale bergwandelspullen geen bijzondere uitrusting nodig. Zorg wel dat je kleding aan de hoogte aangepast is, werk met laagjes. Pak de Alpenvereinskarte 30/5, Ötztaler Alpen Geigenkamm (1:25.000) in.
Rüsselsheimer Hütte
Je kunt de berg in een lange dag vanuit het dal beklimmen, maar een overnachting in de Rüsselsheimer Hütte maakt het een stuk behapbaarder. De wandeling naar de hut begint vanaf een parkeerplaats net voor Plangeroβ in het Pitztal, 888 autokilometers vanaf Utrecht en goed bereikbaar met het openbaar vervoer.
de nabije top als publiek en de witbesneeuwde bergen als decor damesbokken. Mijn opmerking over de geheugenkaarten wordt vlugger waarheid dan ik verwacht had. Helaas voor de foto’s zijn de meest spectaculaire scenes in het tegenlicht van de Kaunergrat. Dat wordt nog hard werken, thuis achter het beeldscherm.
Blokkendoos
Uiteindelijk gaan we toch verder, richting de graat. Met hier en daar een ketting bij valgevaarlijke stukjes in het pad, gaat het vlot. Op goed 2500 meter nemen we niet het pad naar Trenkwald of via het Breitlehnjöchl naar het Ötztal, maar slaan we rechtsaf onze zuidwestgraat op. Al snel wordt het wandelpad tot blokkenterrein. Serieus blokkenterrein, dat doorgaat tot aan de top. Leuk, zevenhonderd hoogtemeters apenkooien. Wat nu volgt staat op de landkaart met een rode lijn gemarkeerd als wandelpad. Dit deel is als een zwarte wandelroute gewaardeerd, het zwaardere soort alpiene wandeling. In de praktijk is het een soort aaneenschakeling van lichte boulderproblemen, met veel ‘wegloses Gelände’ daar tussenin. Ik ben blij met de rood-witte markeringen en de steenmannetjes die richting geven. Waar kennelijk de verfemmer omviel is het wel een heel grote rode vlek. Een rode pijl verderop wijst dwingend naar boven, terwijl rechtdoor logischer lijkt. Op de terugweg zien we van bovenaf dat die pijl ons een gevaarlijke puingeul bespaarde. Deze graat is typisch onhandig terrein voor ons Nederlanders. Wandelen over bergpaden kunnen we wel, gezekerd rotsklimmen ook, maar het voortgaan in dit soort blokkenterrein kunnen wij in Nederland nergens oefenen. Al met al gaat het ons nog goed af. We gaan gelijk op met de Duitse collega’s, die toch echt minimaal een generatie jonger zijn en slechts een miniem rugzakje dragen. Met een vioolkoffer erin is mijn rugzak nogal onhandig. Ik ben blij dat er geen Hohe Cello bestaat.
Voor een berg
Na de kilte van de schaduwkant komt de wind over de graat hard aan. Die kou verdwijnt echter meteen als de zon boven de rand
verschijnt. Hoe mooi kan het klimmersleven zijn? Al doende wordt mijn maatje wat wiebelig. Het tempo zakt, ze krijgt hoofdpijn en wordt een beetje misselijk. Het zal toch niet zo zijn? Ja, het is dus wel zo: de slechte acclimatisatie wreekt zich. Als we verstandig zijn, zit de top er vandaag niet in. We passen ons doel aan, dan maar een toontje lager. Geen duet voor viool en berg bij het topkruis, maar een aubade voor de Hohe Geige vanaf de Frühstücksplatz. Dit vlakke stuk in de graat vormt een prima natuurlijke pauzeplek. Een fors sneeuwveld bedekt nog een groot deel van dit plateau. Gelukkig is de sneeuw zacht en kunnen we er ook met onze wandelschoenen veilig overheen. Zonovergoten vlakke rotsplaten aan de rand bieden een prachtig podium, met de nabije top als publiek en de witbesneeuwde bergen als decor. Even wat eten en drinken en dan aan de slag. Eenmaal uit de koffer, blijkt de viool niets eens zo heel erg ontstemd na twee dagen mishandeling in mijn rugzak. Eerst een paar toonladders om de klimvingers los te maken. Dan klinken, ondanks misselijkheid en hoofdpijn, iele maar heldere tonen. In dit onmetelijke auditorium lijkt de muziek in het niets te verdwijnen. Maar ze klinkt mooi, heel mooi. Dit klinkt als een logische verhouding: het hoeft niet anders, niet luider. En de top dan? Ach, eigenlijk is dit zoveel mooier dan zomaar naast een topkruis te staan spelen. Een concert vanaf een berg wordt zo een concert voor een berg. HOOGTELIJN 5-2023 | 27
Midwinterhoorn, dungchen en alpenhoorn
Door berg en dal klinkt hoorngeschal Het loopt tegen kerst en de dagen zijn kort. Heel kort. Diep in onze jassen gedoken dolen we in de avondschemering over de open Sallandse heuvels. In deze nevelige glooiingen is er weinig fantasie voor nodig om onszelf in een ver buitenland te wanen. Het nasale geluid van midwinterhoorns in de verte versterkt dit alleen maar. Ze brengen de echt hoge bergen nog dichterbij. Tekst en beeld Frank Husslage
H
et geluid volgend stuiten we uiteindelijk op een hoornblazer. In de bosrand blaast Dinant Beunk zijn hoorn aan; het geluid sterft weg over de heuvels. In de verte klinkt een andere hoorn. ‘We spelen niet samen,’ legt Dinant me even later uit, ‘het is gewoon een andere blazer die ook speelt.’
Advent
Met Dinant zijn we toevallig op de juiste persoon gestuit, die graag en deskundig over zijn instrument vertelt. Hij vertelt hoe de bouw van het houten instrument veranderde. Het oorspronke-
28 | HOOGTELIJN 5-2023
lijke doorgesneden boomstammetje dat uitgehold werd en met wilgentenen weer aan elkaar gezet werd, is vervangen door aan elkaar gelijmde helften. Daardoor hoeft het instrument niet meer weken voor de advent ondergedompeld te worden in water om het hout te laten opzwellen totdat de buis weer luchtdicht is. Die ouderwetse wijze levert een loodzware hoorn op. Dinant kan zijn instrument nu simpel met zich meedragen. En dat doet hij ook, zo kort voor kerst. Want dat is de periode waarin geblazen wordt, tot Driekoningen. De tijd waarin we afrekenen met het verleden en de toekomst verwelkomen.
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Visioenen
Varianten op het geluid van de midwinterhoorn hoor je terug in de echte bergen. Wie zijn stripklassiekers kent, weet hoe Kuifje in Tibet bij een klooster verwelkomd wordt door een processie met daarbij twee enorme hoorns. Hoorns zo groot dat er extra dragers nodig zijn. Dat stripbeeld is werkelijkheid. De koperen dungchen is tot wel vijf meter lang en kan vele kilo’s wegen. Het geluid is daar ook naar, ooit hoorde ik het in de Khumbuvallei in Nepal op bijna een dag lopen afstand. Als de hoorns stationair gebruikt worden, steunen ze op een standaard. Dat is net zo praktisch als dat de hoorns inschuifbaar zijn. Meestal bestaan ze uit drie telescopische delen, waardoor ze in de opslag nog een beetje hanteerbaar zijn. ‘De hoorns worden alleen bespeeld bij evenementen in een klooster’, vertelt de Tibetaanse muzikante Namgyal Lhamo. Waarop ze vervolgt: ‘Ze worden meestal in tweetallen bespeeld, omdat zo de klank ononderbroken door kan klinken.’ Het geluid is niet gericht op menselijke oren, maar op die van de goden. Zeker als de hoorns binnenskloosters bespeeld worden, en dan ook nog samen met trommels en cymbalen, is het moeilijk het geluid anders te omschrijven dan herrie. Er wordt gezegd dat de instrumenten zijn afgeleid van de meditatieve visioenen van belangrijke lama’s. Na visioenen waarin muziekinstrumenten geofferd werden aan goden, beschreven deze lama’s de hoorns en konden ze nagebouwd worden. Dungchen worden bespeeld om hoge lama’s en rinpoches welkom te heten. Ook op die manier klopt het beeld van Kuifje die als een held verwelkomd wordt.
Adolf Zobrist is meervoudig kampioen van het alpenhoornblazersconcours van Nendaz
Mensen die hun eerste noten blazen, tot prijskandidaten die hun techniek nog willen bijslijpen
Klankkast
Het principe van de modulaire hoorn blijkt ook alleszins handig, als ik aan het einde van een zomernacht samen met Adolf Zobrist een Zwitserse kabelbaan in stap. We zijn op weg naar de Mont
De modulaire hoorn blijkt alleszins handig
Fort, een top van 3328 meter in de Penninische Alpen. Adolf is meervoudig kampioen van het alpenhoornblazersconcours van Nendaz en mag dus zeker een van de Zwitserse topspelers genoemd worden. Hij is vandaag aan de beurt om te spelen bij de wekelijkse zonsopkomst-met-alpenhoornmuziek, waar we in een kabelbaan vol toeristen naar op weg zijn. De meterslange alpenhoorn die ooit van zijn vader was, had hier nooit bij gepast. Met het instrument in drie losse delen opgeborgen in een stevige schoudertas is er echter geen vuiltje aan de lucht. De vroege ochtend op Mont Fort is bitterkoud en helaas laat de zon verstek gaan, verscholen achter dikke regenwolken. De muziek van Adolf klinkt er niet minder om. De meeste toeristen verdwijnen al snel de Stube in om de kou te ontvluchten, waardoor ik van een bijna-privé-uitvoering kan genieten. Een uitvoering van de meest klassieke Zwitserse alpenhoornmuziek. Dat Adolf muzikaal veel meer in zijn mars heeft dan alleen de klassieke melodieën, blijkt als we op de terugweg naar het dal een half uur moeten wachten
Hoorns zo groot dat er extra dragers nodig zijn HOOGTELIJN 5-2023 | 29
De feesttent is dan wel het centrale punt van het festival, de muziek is overal in het dorp. Vrijdags vind ik het nog bijzonder en leuk als vanaf de meest onverwachte plaatsen alpenhoornmuziek opklinkt. Er zijn workshops met deelnemers uit heel de wereld. Van mensen die hun eerste noten blazen tot prijskandidaten die hun techniek nog willen bijslijpen. Ook de opmerking van Devènnes, dat hier de afmetingen van de instrumenten niet vastliggen, zie ik geïllustreerd door allerlei varianten op het thema hoorn, tot een als trompet opgerolde vorm toe. In de feesttent zelf is het een komen en gaan van volksdansgroepen, hooggeschoolde klassieke jodelkoren en zwaar beschonken Grindelwalder koeienbellenrammelaars. Onverwacht zijn de gezelschappen waarin hoornisten en musici op andersoortige instrumenten samen spelen. ’s Avonds blijkt de enorme biertent te klein als de jodel- en volksmuziekfamiliegroep Oesch’s die Dritten het podium beklimt. Op de Zwarte Cross zouden ze hoge ogen gooien. Tot laat in de nacht stroomt het bier uit de luidsprekers en het dak gaat eraf.
Dinant Beunk op zijn midwinterhoorn
op de kabelbaan. De hoorn komt uit het foedraal en het enorme betonnen kabelbaanstation blijkt een pracht van een klankkast voor een jazzy improvisatie.
Festival
En daarmee is meteen Adolfs plek op het Festival International de Cor des Alpes van Nendaz verklaard. Door alle Alpenlanden heen zijn er festivals voor alpenhoornblazers. Vaak wordt daar hoornblazen gecombineerd met jodelen en vendelzwaaien. Derde generatie alpenhoornist Nicolas Devènnes legt uit: ‘Regionale of federale festivals zijn soms groter qua aantal deelnemers, maar hier in Nendaz is de kwaliteit van de muziek hoger.’ Hij legt uit wat dit festival uniek maakt: ‘Er is ook ruimte om af te wijken van door de traditie voorgeschreven zaken zoals afmetingen van het instrument. Het programma hier kent ook het onderdeel “OFF”, voor bijvoorbeeld samenspel met andere instrumenten of met qua bouw afwijkende alpenhoorns.’ Op het ondertussen zonovergoten grasveld voor de feesttent demonstreert Nicolas hoe hij moeiteloos zijn hoorn als een didgeridoo bespeelt.
Vaak wordt hoornblazen gecombineerd met jodelen en vendelzwaaien 30 | HOOGTELIJN 5-2023
Het is een bijzonder gezicht, jong en oud, veelal in klederdracht, met de enorme hoorns op de schouders
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Blind
Als ik zaterdag al voor mijn ontbijt getrakteerd wordt op een alpenhoornconcert, begint het allerleukste er toch een beetje af te gaan. Maar er moet geoefend worden, want vandaag is het concours. Beat Eggel, al zeven jaar de voorzitter van het festival, vertelt: ‘Het bijzondere aan dit concours is de “blinde” jury, die vanuit een gesloten tent beoordeelt. De juryleden weten niet wie er speelt en werken met een puntensysteem, waardoor er zo objectief mogelijk beoordeeld wordt.’ De hele dag is het een komen en gaan van nerveuze hoornisten, die alleen of in groepjes afmarcheren naar het strijdtoneel op een alm buiten het dorp. Het is een bijzonder gezicht, jong en oud, veelal in klederdracht, met de enorme hoorns op de schouders.
Climax
De climax van het festival is de zondagochtend, als alle deelnemende hoornisten samen spelen op een alpenweide, tegen een decor van witte toppen. Adolf Zobrist heeft het concours nu drie
Dungchen mét steuntje
De hele dag is het een komen en gaan van nerveuze hoornisten keer gewonnen en de wisselbeker is definitief van hem. Hij speelt dit jaar niet mee, maar heeft wel de muziek voor deze afsluiting gecomponeerd. Zijn meest kritische publiek, zijn echtgenote, is er ook. In haar gezelschap treffen we elkaar boven op de alm en drinken samen een kop koffie. Honderden mensen verzamelen zich hier. Klederdrachtgroepen, zangers, gewoon publiek en vooral veel hoornisten. En die komen allemaal voor zijn compositie, die uit tientallen instrumenten zal klinken. Een mens zou voor minder zenuwachtig worden. Uiteindelijk is het zover. De enorme rood-witte vlag tegen de blauwe lucht maakt het Zwitserse kalenderplaatje compleet. Opgesteld in een halve cirkel klinkt, boven de wolken en tussen de bergen, als uit één enorme hoorn de muziek. Je kunt hiervan houden of niet, maar zeg niet dat het niet indrukwekkend is.
Hoe klinkt dat? Beluister het samenspel.
Korte geschiedenis van lange hoorns Speuren op internet leert dat de midwinterhoorn uit de vijftiende eeuw zou stammen. De alpenhoorn zou al zo’n tweeduizend jaar oud zijn. Keltische stammen die in het noordelijk deel van de Alpen thuis waren, waren waarschijnlijk de eerste bespelers van alpenhoorns. Het was in eerste instantie een signaalinstrument voor de herders of een lokinstrument voor hun dieren. De alpenhoorn is met zekerheid ook gebruikt om mensen te waarschuwen voor
gevaar, ziekte en ongevallen, en om hen op te roepen bijeen te komen. Pas later ontwikkelde het gebruik zich tot echt muziek maken. Grote componisten als Johannes Brahms, Ludwig van Beethoven, Leopold Mozart en Gioachino Rossini gebruikten het instrument of de melodieën in hun werken. Je vindt alpenhoorns in alle Alpenlanden, maar ook in andere berggebieden. Zelfs in een Zweedse berghut vond ik onlangs nog een exemplaar.
HOOGTELIJN 5-2023 | 31
OVERNACHTEN IN DE HERBERG?
Boek nu een 2-persoonskamer voor €22,50 pp per nacht. nkbv.nl/de-herberg
Veluwe Outdoor totaal concept Het Veluwe Outdoor Totaal Concept heeft tot doel om de juiste schoen voor uw voeten te vinden voor uw wandeling. De vragen die daarbij beantwoord worden zijn: 1
Welke soort wandeling
2
Maatvoering lengte breedte wreefhoogte
3
Type inlegzool
info@bredewandelschoenen.nl Stationslaan 41a Nunspeet 0341 - 27 08 47
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
In de rubriek ‘In Vogelvlucht’ vertellen medewerkers van Vogelbescherming Nederland interessante weetjes en bijzonderheden over bergvogels, in Nederland of elders.
Vogels kijken met je oren
Foto Shutterstock
Rotskruiper
Hoe klinkt DEZE VOGEL?
In de bergen zijn fantastische vogelgeluiden te horen. Er zijn zelfs vogels die jodelen! In een themanummer over muziek mag vogelzang natuurlijk niet ontbreken. De meeste vogels hoor je eerder dan je ze ziet. Vogels kijken doe je dan ook vooral met je oren. Scan de QR-codes en maak alvast kennis met een paar bergzangers.
Foto Henk Reuvekamp
Wulp
Tekst Gert Ottens
I
eder geluid dat een vogel produceert heeft een betekenis. Of in ieder geval heeft de vogel er een bedoeling mee. Het bekendst is natuurlijk de zang, in alle soorten en maten. Het zijn niet alleen zangvogels die zingen. En al zijn het meestal de mannetjes die zingen, ook de vrouwtjes van sommige soorten zingen. De zang heeft als functie om soortgenoten te laten weten dat de zanger op die plek een territorium heeft. Ook zingen vogels om een partner te lokken. Hoe mooier de zang – in hun oren dan – hoe beter de zanger in zijn vel zit, belangrijk voor een potentiële broedgenoot.
Onderwaterspreeuw
Vogels passen hun zang aan hun leefgebied aan. Vogels moeten in de bergen soms boven
het geluid van snelstromende beken uit zien te komen om gehoord te worden. Het beste voorbeeld daarvan is de waterspreeuw. Anders dan zijn naam doet vermoeden, is dit zeker geen verwante van de spreeuw die we in Nederland kennen. Het is in meerdere opzichten een bijzondere zangvogel, gespecialiseerd in een leven dat zich grotendeels onder water afspeelt, in woeste bergbeken. Om het gewoel toch te overstemmen is de zang van de waterspreeuw niet per se heel hard, maar knerpt het dusdanig dat het toch opvalt. Dat is tenslotte waar het om gaat.
Bergwanden als klankkast
Andere bergvogels maken juist gebruik van het landschap om hun boodschappen goed en ver te laten klinken. De rotskruiper leeft
Waterspreeuw
Hoe klinkt DEZE VOGEL?
vooral op verticale kliffen en rotswanden. Om de akoestiek hiervan optimaal te benutten bestaat de zang van deze vogel uit langgerekte fluittonen die weerkaatsen langs de bergwanden en door valleien, die daarmee als een enorme klankkast fungeren. Het geluid is voor ons mensen soms wat lastig te traceren, maar mede-rotskruipers hebben daar blijkbaar geen moeite mee. Hoor je dit geluid, probeer de vogel dan toch te lokaliseren, want het is een prachtige verschijning!
Jodelahietie
Foto Jan Lok
Hoe klinkt DEZE VOGEL?
langs in vogelvlucht het pad
Muzikale dieren
Zoals gezegd zijn er zelfs vogels die jodelen. Dat is natuurlijk ook een uitstekende manier om je zangkwaliteiten verder te brengen, letterlijk in dit geval. Maar of je bij de wulp van zangkwaliteiten kunt spreken is aan de luisteraar, scan de QR-code en oordeel zelf. Vrouwelijke wulpen vinden het in ieder geval erg mooi en mannelijke soortgenoten laten zich er regelmatig door afschrikken. Bij dat laatste kunnen we ons dan wel weer iets voorstellen. De wulp is vooral te horen op kale, moerassige hoogvlakten in Scandinavië en op de Britse eilanden.
HOOGTELIJN 5-2023 | 33
Reggae in het Paradice
Instrumenten uit sneeuw en ijs Samen met berggids Matteo maak ik een sneeuwschoenwandeling in Ponte di Legno. Het is echter meer dan sneeuw waarover we lopen. Dit bevroren water verwordt in de handen van Matteo tot unieke muziekinstrumenten. Ze zijn te horen in het ijzige theater van Paradice Music boven Passo Tonale. Tekst en beeld Sytske Maaijen
Sneeuwschoenwandelen over de Case dei Poi
34 | HOOGTELIJN 5-2023
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Onze route heet van origine Case dei Poi (‘de huizen van de kippen’). Kippen zien we niet, wel een centrum met sledehonden. Het is een eenvoudige route van ongeveer 3 kilometer, die we in anderhalf uur lopen. Matteo vertelt dat we hier op de grens lopen waar tijdens de Eerste Wereldoorlog tussen Italië en Oostenrijk werd gevochten. Naast bombardementen en gevechten waren de voornaamste doodsoorzaken van de soldaten hier de koude en lawines op grote hoogte. Ponte di Legno werd in september 1918 gebombardeerd, waarbij het historische centrum werd verwoest. Gelukkig was de burgerbevolking tijdig geëvacueerd en is het dorpje in alle eer hersteld. Als je hier ’s zomers de bergen in gaat, zul je echter nog altijd overblijfselen van deze oorlog tegenkomen, waaronder loopgraven.
‘Kom maar mee naar de gletsjer, daar ligt de klankkast’ Wolven
De viool van Matteo
D
e bergpas Tonale, op de grens van de regio’s Trentino en Lombardije, doemt tezamen met haar hoogbouw en hotels voor mij op. Vroege vogels, oftewel bontgekleurde skiërs zijn al op de piste. Aan de andere zijde van de pas rijd ik omlaag richting Ponte di Legno. Bij het tussenstation (1640 meter) van de kabelbaan van Ponte di Legno naar Tonale ontmoet ik berggids Matteo Aielli. Deze februariochtend staat er een sneeuwschoenwandeling op het programma, maar ik verheug mij vooral op de ‘ijzige’ plannen voor de middag.
De huizen van de kippen
Terwijl Matteo mij de sneeuwschoenen aanreikt, praat hij al vol passie over de streek. Ik kom hier niet zo vaak, dus des te leuker om veel informatie te krijgen. Ik stel de sneeuwschoenen af in de juiste maat en luister naar zijn verhalen. We steken de piste over en laten de geluiden van de wintersporters en de kabelbaan achter ons. Nu horen we enkel het kraken van de bevroren sneeuw en dorre takken. Deze winter is erg droog. Na wat sneeuw eind november en in december is er nauwelijks nog een vlok gevallen. Matteo loopt om die reden richting een rivier, waar de schaduw nog iets van het witte goud voor ons heeft bewaard, al is het voornamelijk ijs… Het wordt een ware ijsdag.
Langs de route bestudeert Matteo uitwerpselen en pootafdrukken die naar alle waarschijnlijkheid van wolven zijn. Er leven ongeveer acht roedels in Trentino, waarvan één met ongeveer zeven tot negen wolven bij de Tonalepas, vertelt hij mij. Als ik kort daarna gehuil hoor, kijk ik een paar keer om mij heen. Het zijn echter de husky’s bij het sledehondencentrum dat we passeren. Net als de grijzende eigenaar, tonen de honden weinig initiatief. Matteo wisselt een paar nieuwtjes met de man uit terwijl ik een viervoeter knuffel. De husky’s liggen ontspannen in het zonnetje, al had ik ze uiteraard liever in de sneeuw zien rondrennen. We lopen de drukte weer in en skiërs zoeven langs het wandelpad. Terug bij het startpunt valt mijn oog op een vioolkoffer in de achterbak van Matteo. Hij glundert als ik ernaar vraag en ik krijg een houten staartstuk, een hals en een kam met snaren te zien. ‘Kom maar mee naar de gletsjer, daar ligt de klankkast’, is zijn antwoord op mijn vragende blik.
Reggae op de gletsjer
Even later stappen we in de kabelbaan naar de Passo Paradiso. Onderweg houden we een lunchstop. Met vioolkoffer in de hand stappen we over de piste naar de Capanna Presena. Even later mag ik horen hoe de ‘viool’ klinkt. Zonder klankkast is het een krassende kraai, ik ben nu nog nieuwsgieriger naar het geluid mét ijsklankkast. Matteo heeft een andere afspraak tussendoor, zodat ik tijd heb om met de lift naar de Passo Presena (3000 meter) te gaan. Hier geniet ik van het overweldigende uitzicht op drie gletsjers: Presena, Pian di Neve en Adamello. Terug op de Passo Paradiso wandel ik naar de immense iglo, die in november is gebouwd en HOOGTELIJN 5-2023 | 35
GA MEE OP WINTERREIS Laat de sneeuw knisperen onder je sneeuwschoenen of zet de eerste sporen in de poedersneeuw met je ski's. Ontdek de nieuwe bergsportreizen op: bergsportreizen.nl
Bergsportreizen is de reisorganisatie van de Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
De soundcheck van de Paradice Band
tot in het voorjaar als concertzaal fungeert voor Paradice Music. Ik mag via de artiesteningang naar binnen, waar de temperatuur aanmerkelijk lager is. Muts op en jas dicht. Al duiden de klanken van de soundcheck op zonovergoten stranden en bikini’s. Elk concert heeft een thema en vandaag is dat reggae. Groter kan het contrast in een iglo en met instrumenten van ijs niet zijn. Matteo is er al en neemt mij mee naar een achterkamer van het theater en laat de door hem gemaakte klankkast zien: een perfecte vioolvorm van bevroren water. De gehele klankkast is van ijs en enkel de kam en snaren zijn nog te zien, evenals een houten beschermdeel onder de kinsteun om de viool tegen de warmte van het gezicht te beschermen. Matteo is niet alleen berggids, maar ook een van de artiesten die de unieke instrumenten uit ijs maken. Hij vertelt dat verse sneeuw als een soort lijm fungeert en dat een temperatuur van min acht graden ideaal is, omdat bij lagere temperaturen het risico bestaat dat het ijs scheurt. Voor het bouwen van de grotere instrumenten hebben Matteo en zijn collega’s zo’n tien dagen nodig bij deze ijzige temperaturen. Het bijwerken en repareren blijft een continu proces.
IJsmuziek
Matteo’s passie is ontstaan in samenwerking met de Amerikaan Tim Linhart, die in 2018 naar Trentino kwam voor de realisatie van het project Ice Music. Inmiddels is Tim alweer bezig met een nieuw project en bouwt Matteo samen met twee andere artiesten uit Ponte di Legno en Vermiglio de instrumenten. Het evenement dat nu Paradice Music heet verzorgt met haar gelijknamige band van januari tot maart iedere week twee concerten.
De wandeling vertrekt vanaf het liftstation
Origineel tegenover ijs
De iglo stroomt vol met publiek en de warme reggaeklanken starten, waarop het doffe applaus van handschoenen en wanten klinkt. De akoestiek en sfeer zijn uniek, ook doordat de overige instrumenten, waaronder een cello, gitaar, drumstel en conga’s, zijn voorzien van gekleurd licht om het ijs nog beter tot zijn recht te laten komen. De klanken zijn verrassend vol en mijn respect voor de bouwers en muzikanten is groot. Uiteraard krijgen we muziek van Bob Marley te horen, maar ook nummers van Pink Floyd en The Police krijgen van de Paradice Band een reggaegeluid. Het concert duurt niet veel langer dan een uur omdat anders, ondanks het natuurlijke ventilatiesysteem, de temperatuur binnen te veel zou oplopen. Ik voel mij daarentegen behoorlijk verkleumd. Als ik tot slot Matteo hartelijk bedank voor deze bijzondere dag, spreken we dan ook af dat een volgende ontmoeting in de zomer op groene bergweides dan wel bij mij aan het Gardameer moet plaatsvinden.
IJsmuziek in Ponte di Legno - Tonale Omgeving
Aan de voet van de Tonalepas, aan de kant van Lombardije, ligt het bergdorp Ponte di Legno. Gelegen tussen de natuurparken Stelvio en Adamello is dit ’s zomers een goede plaats om te wandelen, klimmen of klettersteigen, en ’s winters een sneeuwzekere wintersportlocatie, met pistes op de Presenagletsjer en de Tonalepas. Naast pisteskiën kun je hier ook goed freeriden, toerskiën en sneeuwschoenwandelen. Kijk voor meer wintersportinformatie op skirama.it.
Reis
Ponte di Legno en Passo Tonale zijn prima bereikbaar met het openbaar vervoer. De reis duurt vanaf Utrecht ongeveer negentien uur. De autoreis is zo’n 1100 kilometer.
Sneeuwschoenwandeling
In het wintersportgebied zijn diverse sneeuwschoenwandelingen uitgezet. Matteo en ik startten bij het tussenstation van de kabelbaan vanuit Ponte di Legno op 1640 meter. Vanaf daar volgden we route 4, die wordt beschreven in dit PDF-bestand van het lokale toerismebureau: tinyurl.com/sneeuwschoenwandeling.
Concerten
Van januari tot maart treedt de Paradice Band twee keer per week op in het ijstheater. Reserveren is noodzakelijk. Kijk voor praktische informatie op: pontedilegnotonale.com/en/paradice-music-concerti-di-ghiaccio.
Hoe klinkt dat? Bekijk de vlog van sytske.
HOOGTELIJN 5-2023 | 37
Bewoners van La Gomera hebben altijd contact
Fluitend de bergen op Als je in de bergen bent zonder bereik op je telefoon, hoe kom je dan in contact met mensen die te ver weg zijn om te roepen? Daarvoor gebruiken ze op La Gomera, een van de Canarische Eilanden, het Silbo Gomero. Een gefloten taal die sinds 2009 door UNESCO erkend is als immaterieel erfgoed. Op de basisscholen van La Gomera is het Silbo verplichte lesstof, zodat deze traditie niet verloren gaat. Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies
N
iets is mooier dan het moment waarop je hoog op een berg de wereld beneden ziet, wegen, fabrieken, auto’s, maar er niets van hoort. In de bergen is het ontbreken van geluid een zegen. De rust, de stilte, dat is wat de bergwereld zo aantrekkelijk maakt. Oké, koeien- en schapenbellen, die horen bij het decor. Net zoals het constante geruis van vallend water of het vriendelijk kabbelen van een beekje onderdeel is van de natuur. Op La Gomera wordt de stilte af en toe doorbroken door hoge, indringende fluittonen. Het is het geluid van het Silbo, een gefloten taal die kilometers ver reikt. Op het eiland, iets groter dan Vlieland, bestaat het Silbo Gomero al eeuwen. De taal is ontstaan zodat verkenners op hoge uitkijkposten de komst van piraten konden doorgeven. En omdat die fluittaal er toch was, werden vervolgens ook andere berichten op die manier doorgegeven. Toen de Spanjaarden het land innamen aan het einde van de vijftiende eeuw, was het Silbo een perfecte mogelijkheid om te communiceren zonder dat de bezetters daar iets van begrepen. Op die manier werd het gebruik van het Silbo, dat door de Spanjaarden verboden werd, een daad van verzet.
38 | HOOGTELIJN 5-2023
Het nationaal park Garajonay is een groene oase
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
HOOGTELIJN 5-2023 | 39
Monument voor het Silbo Gomero
Op de GR132
Verplicht vak
Het Silbo wordt nog steeds gebruikt, maar mondjesmaat. Om het niet te laten verdwijnen is het sinds een paar jaar een verplicht vak op de basisscholen. Francisco Correa coördineert het onderwijs in de fluittaal. Hij gebruikt het zelf regelmatig. Als hij in de wijngaard van zijn broer Ramón werkt, communiceert hij met hem in het Silbo. Ramón gebruikt zo min mogelijk zijn mobiele telefoon, zeker als hij buiten werkt. ‘Het Silbo is eigenlijk geen muziek’, vertelt Correa op de basisschool van Valle Gran Rey. ‘Maar het klinkt wel heel erg muzikaal. In je hersenen wordt niet alleen hetzelfde gebied aangesproken dat actief is als je praat, maar ook het gedeelte in je hersenen dat je gebruikt als je muziek maakt.’ De school telt nog maar twee leerkrachten en veel lokalen staan leeg. Voorheen was er plaats voor tweehonderd kinderen, nu zijn er nog 23. In de klas van leerkracht Eva Padrón zitten negen kinderen tussen de zes en twaalf. Correa is te gast in de klas, evenals de vaste docent voor het Silbo, Juan Manuel Chinea. Hij bezoekt de diverse scholen op het eiland voor zijn lessen.
Instrumenten
Santiago van twaalf klinkt al als een echte Silbador. Aandachtig luistert hij naar Chinea en antwoordt al fluitend in het Silbo. De lucht, de vingers, de keel en de tong zijn de instrumenten van de Silbador. Maar het valt niet mee om de taal te gebruiken, want sommige klanken hebben meer dan één betekenis. Die moet je begrijpen uit de context van de boodschap. De lessen worden gegeven nadat de kinderen de meeste van hun tanden gewisseld hebben, zo rond een jaar of acht. ‘Het begint met het oefenen van de vingers. Traditioneel fluit je met één vinger in de mond, maar met twee is het vaak makkelijker. Toen we met Silbo op school begonnen hebben we workshops gehouden voor de ouders, want het is goed als de kinderen thuis oefenen. Veel ouders gebruiken het Silbo niet meer en kunnen het ook niet. Pas toen UNESCO Silbo opnam als cultureel erfgoed heeft de regering van La Gomera besloten het als schoolvak te verplichten’, vertelt Correa. Na een uur is de Silboles voorbij en gaat leerkracht Padrón verder met andere lessen.
De vingers, de keel en de tong zijn de instrumenten van de Silbador 40 | HOOGTELIJN 5-2023
Afspraak
Correa laat buiten de klas nog een keer zien hoe hij de fluittonen maakt. En hij laat horen hoe het Silbo toch een eind draagt, ondanks de harde wind. In de bergen rondom de dorpen was er vroeger volop landbouw en graasden schapen- en geitenkuddes op de vruchtbare vulkaangrond van het eiland. De mensen die daar aan het werk waren werden al fluitend bereikt, op afstanden tot wel vijf kilometer. ‘Het nadeel is dat iedereen die Silbo kan, de boodschappen hoort’, zegt Francisco, die lachend het Gomeraanse verhaal vertelt van een jongen die al fluitend een afspraak maakt om ’s avonds een meisje te ontmoeten bij een kapelletje op een stille plek in de bergen. En die daar die avond niet alleen zijn nieuwe liefde, maar ook haar ouders treft.
Nationaal park
Voor de zee-, zon- en strandliefhebbers zijn andere Canarische Eilanden dan La Gomera aantrekkelijker. De stranden op het een na kleinste Canarische Eiland zijn klein, liggen meestal vol met kiezels en je hebt bijna overal te maken met een grillige rotsachtige kust. Even ruig en woest als het eiland oogt. De meeste dorpjes liggen aan de rand van het bijna ronde eiland en de wegen lopen zonder uitzondering over het bergachtige midden van het eiland, waar het nationaal park Garajonay ligt. Een heel bijzonder stuk natuur waar het altijd waait, een fraaie begroeiing is en waar ook vaak mist hangt. Het kan aan de kust zonnig en warm zijn en een paar kilometer het binnenland in vochtig, fris en bewolkt.
Nevelwoud
Na de kale rotsen en de lage struiken op het vulkaaneiland, is een kennismaking met het nationaal park Garajonay in het hart
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Francisco Correa is verantwoordelijk voor het Silbo-onderwijs Een terrassenlandschap voor landbouw en met wijngaarden, typisch voor La Gomera
Je moet niet opzien tegen de dagelijkse kuitenbijters van La Gomera een groene verrassing. Bijna 4000 hectare is het park, zo’n tien procent van het eiland. Tussen de 800 meter en de hoogste top van het eiland, de Alto de Garajonay (1487 meter), ligt een dicht nevelwoud. De opstijgende zeelucht condenseert op het hoogste deel van het eiland. Het zorgt voor een dicht opeengepakt bos van voornamelijk laurierbomen. Het is een soort die bijna geheel uit Zuid-Europa en Noord-Afrika is verdwenen als gevolg van de klimaatverandering. Vrijwel de hele bodem is bedekt met een dikke laag korstmossen. Bijzonder is het baardmos dat in enorme trossen aan de takken hangt en voor een spookachtige omgeving zorgt. Je waant je in de geheimzinnige bossen uit The Lord of the Rings. Maar zodra de zon door het dichte bladerdek dringt verandert het bos in een liefelijke, sprookjesachtige omgeving zoals in de Droomvlucht in de Efteling. Baardmos gedijt bij schone lucht. Dan moet de lucht op La Gomera wel héél schoon zijn, zo weelderig en overvloedig groeit het mos. Dat geldt ook voor een aantal prachtige bloemen. In het bezoekerscentrum van het park zijn de bloemen te zien die op het eiland voorkomen. Er zijn diverse planten die door klimaatverandering verdwenen zijn van het vasteland, maar op de geïsoleerde eilanden in de oceaan nog prima gedijen.
Steile hellingen
La Gomera is een heerlijk wandeleiland, maar je moet niet opzien tegen dagelijkse kuitenbijters. Kenmerkend voor La
Gomera zijn de diepe valleien en steile hellingen, waardoor je tijdens wandeltochten behoorlijke hoogteverschillen moet overbruggen. We lopen een deel van de GR132 van Arure aan de westkust naar Valle Gran Rey. Veel hellingen zijn geel, het heeft hier maandenlang niet geregend. De Gomeranen zijn beducht op bosbranden, want de bodem is gortdroog en het gras verdord. Als het eenmaal brandt, wakkert de harde wind het vuur onmiddellijk aan. Onze gids Meike Boëtius, een Duitse uit Oost-Friesland die al dertig jaar op La Gomera woont, is lid van de vrijwillige brandweer. Ze laat dennenbomen zien die een paar jaar geleden bijna verkoold waren, maar die er ondanks een zwarte stam weer fris bij staan. Dit jaar was er maar één kleine brand. De kenmerkende terrasbouw voorkomt dat het vuur verdergaat, met name de wijngaarden zijn een goede buffer bij brand.
Naar het zuiden
De wandelroute is prima aangegeven en loopt over een aantal weides waar geiten toch nog wat voedsel weten te halen uit het taaie, gele gras. Tussen de struiken met venijnige stekels zit nog het nodige leven, gezien de vele fraaie gele bloemetjes. Een vervallen hutje geeft aan waar eens de herders met hun kuddes trokken. We besluiten naar het zuiden te lopen, zodat we het laatste deel van de tocht voortdurend zicht hebben op de oceaan. De zon steekt, maar de temperatuur is aangenaam door een frisse zeewind. Na 800 meter afdalen naar zeeniveau wordt het HOOGTELIJN 5-2023 | 41
...door MFS® Vakuum® technologie. De nieuwe definitie van pasvorm. Door de temperatuur van het lichaam vormt het het MFS® Vakuum® schuim zich optimaal naar de vorm van de voet. Om een perfecte pasvorm te bereiken is het speciale PU-schuim tot in het tenengebied van de schoenen verwerkt. De Meindl Multigrip® rubber profielzool met PU tussenzool zorgt voor maximale demping en een perfecte grip.
Specialist in Bergsport Verzekeringen Voor meer informatie: Koninklijke NKBV te Woerden
www.hienfeld.nl +31 (0)20 - 5 469 469 info@hienfeld.nl
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Elizabeth kan zich al goed verstaanbaar maken in het Silbo
gortdroog uit. Na twee droge jaren hebben de autoriteiten op het eiland onlangs besloten een fabriek te bouwen waar zout uit het zeewater gefilterd wordt, een energievretend proces dat dankzij de windmolens toch mogelijk is.
Valle Gran Rey in de diepte
alsnog heet en blijkt de route een aanslag op knieën en kuiten. In Valle Gran Rey is het siësta, wie loopt er nou rond dit tijdstip? Overal zitten mannen onder bomen en op kleine pleintjes te wachten op het einde van de middagrust. We lopen door en zijn mooi op tijd voor de bus terug naar Arure. Later op de dag besluiten we nog naar de hoogste berg van het eiland te klimmen. Maar ja, die ligt in de zone van het nevelwoud. Er is op de top maar af en toe iets te zien, als de mistflarden even weggeblazen worden. Op de terugweg zien we de nodige vogels. Nadat het park in 1986 UNESCO Werelderfgoed werd, kreeg het in 1988 ook een Europese erkenning als speciaal beschermd vogelgebied. De houtsnip, de kanarie en de Bolles laurierduif, die alleen nog op de Canarische Eilanden voorkomt, zijn een paar van de vogelsoorten die zich in het paradijs moeten wanen.
Windenergie
Vlakbij San Sebastián, aan de oostkust, zien we een van de vijf windmolens op het eiland. Geen 200 meter hoog zoals in Nederland, maar bescheiden molens. Die vijf turbines zorgen voor de energievoorziening van alle 22.000 inwoners van het eiland. Je zou zeggen dat daar meer uit te halen is, maar dat wil de eilandbevolking niet. La Gomera kent geen gebrek aan wind, maar wel aan drinkwater. Ze vangen op het eiland overal water op, maar de beddingen van de stroompjes die vanaf de bergen naar de zee lopen, zien er
Subtropen
La Gomera is het subtropische deel van Spanje, 400 kilometer uit de kust ter hoogte van het zuiden van Marokko. Over het algemeen zorgt dat voor een vrij mild klimaat, hoewel ook op de eilanden de klimaatveranderingen merkbaar zijn. Het regent al niet veel op La Gomera, maar dit jaar was het extreem droog. Na december viel er pas in juni weer regen. Subtropisch is ook de fruitteelt: bananen, avocado’s, papaja’s, dadels en mango’s. Op een van onze wandelingen heeft gids Meike bananen van haar eigen kleine plantage meegenomen. Vers van de boom, wat een lekkernij! Op La Gomera staan bovendien maar liefst 150.000 palmbomen, meer dan op alle andere Canarische Eilanden samen. Daarvan winnen ze palmstroop, prima op ijs of pannenkoeken. Tijdens een van onze wandelingen lopen we door Agulo, een dorp aan de noordkant van het eiland. Op de meest verrassende plaatsen zijn restaurantjes. Er worden vaak eenvoudige maaltijden geserveerd, geen liflafjes, veel van eigen bodem. Voor de liefhebbers heeft La Gomera enkele verrassend goede wijnen. De vulkanische bodem, het klimaat en de afwezigheid van de druifluis zorgen voor een aantal mooie ‘Kanariewijnen’. Ramón Correa, de man van het Silbo in de wijngaard, vertelt er graag over in La Vieja Escuela, de Oude School, een klein restaurant genoemd naar de dorpsschool die vroeger in het pand zat. We doen maar net als de Gomeranen, laat en lang lunchen. En daarna alleen nog een afdaling… fluitend naar de koele oceaan.
La Gomera Canarische Eilanden
La Gomera is op El Hierro na het kleinste van de Canarische Eilanden. Tenerife is het grootste en meest bekende. Bij helder weer zie je het eiland liggen vanaf La Gomera, met de vulkaan El Teide (3718 meter) als meest markante punt én als de hoogste berg van Spanje.
La Gomera heeft diverse buslijnen, maar het is goed om vooraf te controleren of een bus rijdt. Op de haltes onderweg is geen informatie aanwezig. Veel mensen huren een auto op het eiland.
Wandelen
Op lagomera.travel/nl staan diverse suggesties voor wandeltochten op het eiland. Naast de achttien routes in het nationaal park Garajonay lopen de Reizen GR131 (29 kilometer) en de GR132 (120 kilometer) Voor een bezoek aan La Gomera vlieg je naar over het eiland. Die laatste doet vrijwel alle kustTenerife en vaar je vervolgens met de veerboot plaatsen aan en kent behoorlijke hoogteverschillen, vanaf Los Cristianos naar San Sebastián op La denk aan zo’n 1000 meter per etappe. Gomera. Er zijn meerdere afvaarten per dag. De reis duurt vijftig minuten en kost ongeveer 45 euro. Er is een goed overzicht van alle wandelingen op een
gratis kaart van het verkeersbureau van La Gomera. De kaart is hier als PDF te downloaden: tinyurl.com/ gomeraexperiencemap. Een dag wat rustiger aan doen? Het bezoekerscentrum van het nationaal park Garajonay is ook de moeite waard: spain.info/en/nature/garajonay-national-park.
Silbo
Iets van het Silbo zien en horen? Kijk op unesco.org/ archives/multimedia/document-3465.
Hoe klinkt dat? Luister naar het Silbo.
HOOGTELIJN 5-2023 | 43
Interview met DJ Martine ten Klooster
Radiomaker en bergsporter
44 | HOOGTELIJN 5-2023
THEMA
Foto Ben Houdijk/NPO Radio 2
MUZIEK IN DE BERGEN
Via ferrata naar de top van de Sloveense Triglav
In de studio bij NPO Radio 2
Martine ten Klooster (1992) is als DJ twee keer per week te horen op NPO Radio 2: op zaterdag met Martine in de morgen en op zondag met Martine in de middag. Daarnaast verzorgt ze de podcast Tekstuele voorlichting, waarin ze aandacht heeft voor het verhaal achter een liedje. In haar vrije tijd is ze graag en veel buiten. Afgelopen zomer maakte ze een trektocht op IJsland en leerde ze multi-pitch klimmen. Ik sprak met haar over wat muziek en buiten voor haar betekenen. Tekst Marieke van Kessel Beeld Martine ten Klooster en Ben Houdijk / NPO Radio 2
Martine, om maar bij het begin te beginnen: wat was er eerder, de liefde voor de bergen of de liefde voor muziek?
‘De liefde voor muziek, want ik heb van kinds af aan al van muziek gehouden. Ik heb ook altijd wel van sport en beweging gehouden, maar ik heb pas in de loop der tijd ontdekt dat dat ook buiten kan, in de bergen. Al gingen we vroeger op vakantie ook wel bergwandelen en gletsjers bezoeken, dus toen heb ik het berggevoel al wel een beetje ervaren. Maar pas later ben ik meer in de bergen gaan doen en daarbij steeds een stapje verder gegaan.’
Wat doe je zoal in de bergen? Op je Instagram zie ik van alles voorbijkomen.
‘Ja, klopt. Ik doe ook eigenlijk van alles. Dat is natuurlijk ook het leuke aan de bergen, dat je er op allerlei manieren van kunt genieten. Ik ben begonnen met wandelen. In Scandinavië, vooral op routes van drie tot vijf dagen, met volle bepakking. En in de Alpen ook wel klettersteigs. Het echte klimmen is iets van de laatste periode, maar ik ben daar in korte tijd wel hard voor gegaan. Toprope, voorklimmen, single-pitch en afgelopen zomer
multi-pitch. Allemaal in anderhalf jaar. De enige alpiene toer die ik tot nu toe heb gedaan is de Breithorn. Dat is een relatief eenvoudige tocht. Heel tof, maar ik merkte dat ik klimmen tóch leuker vind. Verder ben ik ook weleens gaan trailrunnen, en gaan downhill mountainbiken. Dat was ook fantastisch! Ik vind het geweldig om de bergen écht te ervaren, om de omgeving te voelen. Al klinkt dat misschien een beetje vaag.’
Nee hoor, ik denk dat veel lezers van Hoogtelijn dat gevoel herkennen. Er zijn nou eenmaal van die tochten waarop je voelt dat je leeft…
‘Ja, precies dat. We deden eens een tocht in Noorwegen waarbij het vrijwel alleen maar regende. Dagenlang, aan één stuk door. Daar moet je dan doorheen, keer op keer moet je toch weer dat knopje zien te vinden dat je mentaal moet omzetten.’
Kun je iets van je liefde voor buitensport kwijt in de programma’s die je maakt?
‘Op zondag hebben we altijd veel sportnieuws in het NOS Journaal. Daar zitten vaak geweldige prestaties tussen, maar er HOOGTELIJN 5-2023 | 45
Winter in
100 kilo
meter winterwandelw egen
Gastein: winterwandelen Ver van de reuring op de pistes van het Gasteiner skigebied nodigen de stille zijdalen en bossen van Gastein uit tot uitdagende sneeuwschoenwandelingen, ontspannend winterbosbaden of gemoedelijke winterwandelingen op de meer dan 100 kilometer winterwandelwegen of romantische promenaden. Relax na een actieve dag van het thermaal water in een van de thermen en overtuig jezelf tijdens de culinaire winterreis met wandeling en arresleetocht of tijdens de volle maan sneeuwschoenwandeling van de ongerepte natuur.
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Playlist
Samen met Martine, luisteraars en medewerkers van NPO Radio 2 en de redactie van Hoogtelijn stelde ik een playlist op met muziek over bergen, letterlijke en figuurlijke. Het sentiment dat Martine beschrijft
komt daarin vaak terug. De bergen als metafoor voor het leven is in veel genres een geliefd motief. Maar natuurlijk beschrijven muzikanten meer dan dat. Ontdek het met de Muziek in de bergen playlist.
Hoe klinkt dat? Ga naar de playlist.
Beklimming van de Breithorn (4164 meter)
zitten natuurlijk ook mensen te luisteren die dat weekend een halve marathon hebben gelopen waar ze lang voor hebben getraind. Of die gewoon lekker zijn gaan fietsen. Ik vind het leuk om daar even aandacht aan te besteden, om die momenten te vangen. Dus dan vraag ik: “Vertel, ben je nog in beweging gekomen vandaag?” En dan komen er allerlei reacties binnen. Mensen die in open water zijn gaan zwemmen bijvoorbeeld of mensen die het Pieterpad lopen. En ja, soms ook mensen die zijn gaan klimmen. Ik lees wat van die reacties voor en reik aan één luisteraar de Martine in de middag-medaille uit. Het maakt echt niet uit hoe klein of hoe groot de prestatie is. Het gaat me echt om dat gevoel van: wow, ik heb dit gedaan! Dat gevoel heb ik zelf ook vaak. Dat je iets wil bereiken en dat dat uiteindelijk ook lukt. Dat vind ik geweldig. En dat heb ik met buitensport ook, dat je steeds weer je eigen kunnen ontdekt en je eigen grenzen verlegt. Dus het zit in die zin wel in mijn programma, ja.’
Jouw werk in de studio ziet er erg technisch uit, met al die schermen en schuifjes, en je bent ook enorm gefocust. Is er een gemene deler tussen radiomaken en klimmen?
‘Niet qua techniek natuurlijk, maar qua focus… daar zeg je wat. Je bent als radiomaker altijd één stap verder in je hoofd dan je draaiboek. Je weet waar je naartoe wil. Dat is met klimmen net zo. Maar ik heb hier eigenlijk nooit zo over nagedacht. Het is niet zo dat ik dat heel intens voel, alsof radiomaken en klimmen twee dingen zijn die op elkaar lijken. Ik moet zeggen dat ik buiten juist vaak met heel andere dingen bezig ben dan met mijn werk.’
Voor jou geen muziek in de bergen?
‘Nee. Ik ga daar ook ’s avonds niet naar muziek zitten luisteren. Want buiten zijn heeft een eigen geluid. Daar hoef je geen andere geluiden aan toe te voegen, vind ik. De stilte zelf is al wonderschoon. Maar ik merk na een paar dagen altijd wel dat ik muziek ga missen. Dat ik ineens denk: hè, ik heb liedjes nodig. Zodra het kan ga ik er dan echt voor zitten en vind ik de muziek ook extra mooi.’
Zijn er liedjes die bij jou een bergsportgevoel oproepen?
‘Ja, ik vind heel pure muziek erg mooi. Kodaline bijvoorbeeld of sommige rustige liedjes van Snow Patrol. Die zijn soms melancholisch, maar ik vind dat juist sereen. Dat past vaak heel goed bij het moment, als een soort aanvulling op de verstilling die er al is in mezelf. Ook De klim van Stef Bos is daar een voorbeeld van. Dat gaat over fietsen, maar het zou net zo goed kunnen gaan over klimmen of wandelen. Die klim is een metafoor voor het leven zelf. Dat klinkt misschien plat, maar het is echt zó goed. Als ik dat liedje hoor, dan wil ik weer klimmen, een prestatie leveren. Ik wil het weer even zat zijn; even janken, ik wil niet meer! Om dan vervolgens toch door te gaan en de top te bereiken. Door dat liedje ga ik nadenken over mijn eigen leven, omdat ik begrijp wat hij zegt: “Het punt waar ik de mist in ging, de bocht die ik niet zag”. En: “Waar ik ook voor vlucht, wat ik ook ontwijk, er is geen weg meer terug, ik kan alleen nog maar vooruit”. Ja, prachtig.’
Als je zelf een liedje over de bergen zou schrijven, zou dat dan ook daarover gaan? ‘Ja, ik zou er sowieso die interne strijd in stoppen. Want ik vind wandelen leuk, maar waar ik echt op aan ga is als iets moeite kost. De struggle, dat je altijd denkt dat je er bent, maar dat er altijd een top achter de top is. Iedereen snapt dat.’
van Martine horen? Luister elke zaterdag van 4:00 tot 7:00 als ik dat liedje hoor, dan wil ik Meer naar Martine in de morgen en elke zondag van 16:00 tot 18:00 klimmen, een prestatie leveren naar Martine in de middag op NPO Radio 2. HOOGTELIJN 5-2023 | 47
Nederlandse namen in Graubünden
Het paradijs van Mengelberg Een gehucht diep verscholen op een idyllische plek in Graubünden speelt een grote rol in de Nederlandse muziekgeschiedenis. De beroemde dirigent Willem Mengelberg bouwde in Zuort, zo’n twintig kilometer van Scuol, een opvallend groot chalet en een kapel. Hij noemde het zijn paradijs waar hij ontspande na zijn vele reizen en waar hij werkte aan de uitvoering van klassieke muziekstukken. Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies
Willem Mengelberg (1871-1951)
J
oseph Wilhelm Mengelberg was een van de grootste en bekendste Nederlandse dirigenten. Vijftig jaar leidde hij het Amsterdamse Concertgebouworkest. Daarnaast was hij een veelgevraagd dirigent in het buitenland. Van 1912-1920 was hij vaste dirigent bij het New York Philharmonic Orchestra in de Verenigde Staten. De gevierde Mengelberg vond rust en inspiratie in zijn chalet in Zuort, ver weg van de bewoonde wereld in het Unterengadin. De bemiddelde dirigent liet het huis bouwen op een open plek op de splitsing van het Val Sinestra en het Val Laver. Tussen 1910
48 | HOOGTELIJN 5-2023
Chasa Mengelberg
en 1912 verrees op het terrein van een boerderij in Zuort een huis met negen slaapkamers. Mengelberg nodigde er vaak mensen uit. Zo werd zijn huis een geliefde verzamelplaats voor musici, relaties en vrienden.
Kuuroord
Hoe kwam de dirigent die triomfen vierde in de grote concertzalen van Europa en de Verenigde Staten in 1910 terecht in Graubünden, waar gemotoriseerd verkeer tot 1925 verboden was? Mengelberg, zoon van Duitse ouders van wie de vader
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
beeldhouwer en schilder was van kerkelijke kunst, was met regelmaat in kuuroorden om te ontspannen en te herstellen van zijn lange en uitputtende reizen. Hij kwam onder andere in Bad Gastein in Oostenrijk en had zijn vaste adres in Luzern, waar hij ook geruime tijd werkte. Zo kwam hij ook terecht in het Val Sinestra, waar het Kurhaus met dezelfde naam in 1912 gebouwd werd. Daarvoor was er al een wat kleiner Berghaus. Op die afgelegen plek waren maar liefst zes mineraalbronnen. Het water uit die bronnen bevat arsenicum, dat in geringe hoeveelheden een helende werking zou hebben voor diverse aandoeningen. Tijdens zijn verblijf in het Berghaus trok Mengelberg vaak wandelend de bergen in. Op een van die tochten liep hij naar Zuort, waar op een licht glooiende helling op het zuiden een kleine boerderij met wat bijgebouwen stond. Daaromheen bergen tussen de 2800 en 3000 meter. Mengelberg was op slag verliefd op Zuort, kocht een grote lap grond en bouwde er zijn chalet dat de Reto-Romaanse naam Chasa Mengelberg kreeg. Timmerlieden van de plaatselijke familie Lanfranchi bouwden het huis in twee jaar. Mengelberg liet voor zichzelf een ruime slaap- en badkamer maken op de bovenste verdieping van het chalet. Vanuit zijn hemelbed had hij zicht op de bergen. Luxe had hij in zijn grote mintgroene badkamer. In het grote chalet was verder een muziekkamer voor zijn vleugel, een grote woonkamer, een bibliotheek en een wijnkelder. Opvallend zijn de vele ornamenten van houtsnijwerk die in het gehele huis te vinden zijn. ‘Het is een waar paradijs voor afgetobde menschen om nieuwe krachten te verzamelen’, schreef Mengelberg over zijn Zwitserse huis.
‘Een waar paradijs voor afgetobde menschen’ Duitsvriendelijk
Mengelberg was een perfectionist, die hoge eisen stelde aan zijn orkest. Hij stuwde zijn musici op tot grote prestaties. Het leverde in de tientallen jaren dat hij als dirigent werkte muzikale hoogtepunten op, zoals zijn vertolking van de Matthäus-Passion en zijn Mahler-interpretaties. De lijst met werken die hij met de diverse orkesten uitvoerde is oneindig lang. Die gedrevenheid waarbij hij alleen oog had voor de muziek, kwam Mengelberg later duur te staan. Hij had een Duitsvriendelijke houding, schurkte aan tegen nationaalsocialistische kopstukken zoals Mussolini en bleef tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog dirigeren. Ook toen de Duitsers het verboden om muziek van joodse componisten te spelen en later ook joodse musici een werkverbod oplegden. Het Concertgebouworkest, dat inmiddels een grote naam had opgebouwd, had diverse joodse musici. Mengelberg onderhandelde met de Duitsers over hun aanblijven. Niet omdat hij zich het lot van de joden zo aantrok, maar hij wilde kwaliteitsverlies van het orkest voorkomen. Vanwege zijn status had hij geen contact met de eerste de beste, maar schreef hij rechtstreeks aan rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart, een liefhebber van klassieke muziek. Dat hielp een paar musici en later ook nog enkele joodse families, maar uiteindelijk ontkwam vrijwel niemand aan uitroeiing door de Duitsers. HOOGTELIJN 5-2023 | 49
Laatste optreden
Mengelberg had geen antenne voor politieke en maatschappelijke verhoudingen. Hij bleef optreden, ook in concertzalen die alleen door Duitse militairen en gezaghebbers werden bevolkt. Zijn voorliefde voor Wagner, de lievelingscomponist van Adolf Hitler, paste bij zijn houding in die periode. Wagner en zijn vrouw waren felle antisemieten en hadden niets op met de vele joodse componisten. In 1944, vlak nadat de invasie in Normandië was ingezet, dirigeerde Mengelberg nog in Parijs in een zaal vol Duitse militairen. Ironisch genoeg dirigeerde hij daar de ‘Negende Symfonie’ van Beethoven, die afsluit met Ode an die Freude, het gedicht van Schiller dat gaat over de verbondenheid van alle mensen en dat inmiddels is omgevormd tot het Europese volkslied. Het zou het laatste optreden worden van Mengelberg. Aan het einde van ieder concertseizoen reisde hij naar Zuort, gewoonlijk via Frankfurt en Luzern. Dan via Scuol en Sent met de trein en postwagen naar Sinestra, waar hij opgehaald werd met paard en wagen. Hoe hij na zijn concert in Parijs naar het neutrale Zwitserland is gereisd, is niet zeker. Waarschijnlijk is hij enige tijd in Konstanz aan het Bodenmeer geweest nadat de Duitsers hem niet lieten uitreizen. Hij had weliswaar een diplomatiek paspoort, maar dat was hem afgepakt. Met behulp van een Zwitserse berggids is hij te voet de grens met Zwitserland overgestoken. Hij was terug in zijn paradijs, maar het werd zijn openluchtgevangenis. De Ereraad voor de Muziek beschouwde Mengelberg als landverrader en besloot hem levenslang uit te sluiten van het Nederlandse muziekleven. Later werd dat teruggebracht tot een periode van zes jaar.
In 2004 werd de Zwitserse berg vernoemd naar de Nederlandse kroonprinses
Vakantieoord
De dirigent bleef de rest van zijn leven in de Chasa Mengelberg, waar mondjesmaat weer mensen op bezoek kwamen. Maar de vroeger zo gulle Mengelberg had nauwelijks geld meer, zijn bezittingen waren geconfisqueerd en hij verbleef noodgedwongen ook in de koude winters in het huis, dat daarop niet berekend was.
Vier keer per dag klinkt nu vrolijk klokgelui over Zuort Op 22 maart 1951 overleed Mengelberg, een paar dagen voor zijn tachtigste verjaardag en vlak voordat zijn ban zou aflopen. Hij werd opgebaard in zijn eigen kapel, de plaats waar hij die laatste jaren veel was om het carillon te bespelen. Zijn trouwe medewerker Ellie Bijsterus Heemskerk, vele jaren violist in het Concertgebouworkest onder leiding van Mengelberg, bleef tot 1982 gastvrouw in het huis dat gebruikt werd als vakantieoord voor musici. Gaandeweg was daarvoor steeds minder animo en kwam er onvoldoende geld binnen om het huis te onderhouden. In 2010 is het huis en de dertien hectare eromheen, evenals de inmiddels tot herberg met gastenverblijf omgebouwde boerderij, gekocht door de Zwitserse arts Peter Robert Berry IV, zoon van een arts/kunstenaar met een eigen museum in Sankt Moritz en kleinzoon van een arts die werkte in kuuroorden.
50 | HOOGTELIJN 5-2023
Kapel
Het eerste wat Berry aanpakte was de restauratie van het carillon in de kleine kapel boven Mengelbergs chalet. Het gerestaureerde instrument is deze zomer in gebruik genomen. Vier keer per dag klinkt nu vrolijk klokgelui over Zuort en verre omgeving. Sinds een paar jaar heeft Hof Zuort een nieuwe pachter die ook gastheer is in de Chasa. Het is Not Pult, die opgroeide op de boerderij waarin nu een herberg gevestigd is. Hij was met zijn broer en zusjes kind aan huis in de Chasa. Not Pult sjouwde als kind houtblokken naar het huis. Nu loopt hij met dienbladen in de herberg die een geliefde pleisterplaats is voor wandelaars en mountainbikers. De wandel- en mountainbikeroute via de Cuolmen d’Fenga (Fimberpass) naar Ischgl in Oostenrijk loopt over het erf van de voormalige boerderij. Het is nu mogelijk om te overnachten in de Chasa Mengelberg. Slapen in het bed van de maestro of in een van de gastenverblijven. Met een ontbijt in de nog volkomen authentieke woonkamer op de begane grond of in de bibliotheek. Een overnachting op deze historische plek in het paradijs kost rond de driehonderd Zwitserse frank.
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Pachter en gastheer Not Pult
Prinses Amalia
Het idee van Mengelberg om talentvolle musici bij elkaar te brengen in de rustgevende omgeving onder het genot van goed eten en drinken, kreeg in 2015 navolging. Toen werd het Piz Amalia Music Festival opgezet. Jonge talentvolle musici van het Koninklijk Conservatorium Den Haag en van Zwitserse conservatoria speelden afwisselend in Nederland en Graubünden. Het festival, dat in 2022 voor de laatste keer gehouden werd, was een vervolg op het idee om een naamloze berg te dopen tot Piz Amalia. Dat gebeurde in 2004 toen kroonprinses Amalia gedoopt werd. De autoriteiten in Zwitserland wilden de historische band met het Nederlandse koningshuis weer aanhalen. Koningin Wilhelmina verbleef vaak in Vulpera bij Scuol, prins Hendrik bezocht Mengelberg tweemaal in Zuort, het huidige koninklijk paar was op huwelijksreis in Sankt Moritz.
Ruig gebied
De Piz Amalia is een berg van 2918 meter in het dal van S-charl boven de Alp Praditschöl. Een ruig gebied met een lange toegangsweg door een nauw dal waar het brokkelige dolomiet in
grote hoeveelheden bijna dagelijks naar beneden komt. Het dal grenst aan het Schweizerischer Nationalpark, het enige nationale park van het land, waar kappen en jagen verboden zijn. Daar heeft de natuur absolute voorrang. In 2004 is op de top van de Piz Amalia een bord geplaatst met de naam van de berg en een korte uitleg waarom de berg zo heet. Dit jaar is het bord vervangen door een nieuwer model. Ook aan het begin van de meest gebruikte route naar de top staat sinds 2004 een groot informatiebord waarop in vier talen is te lezen waarom de berg zo heet en wat de connectie is tussen ons land en Graubünden. Hoewel de route naar de top op de wandelkaart van de regio staat, is alleen op het bovenste deel van de route een blauwe markering aangebracht. Er is een alternatieve route naar de top vanaf Plan d’Immez. Daar zou de plaatselijke VVV met een goede markering en wat wandelbordjes veel mensen een plezier doen. Op de top ligt sinds juni 2004 een topboek, waarin Ronald Naar, die aanwezig was bij de plechtigheid, schreef: ‘Lieve Amalia, hopelijk zal je zelf eens deze berg beklimmen en genieten van het uitzicht.’
Mengelberg en Piz Amalia Reizen
Scuol ligt op 925 kilometer van Utrecht. De trein naar Scuol doet er ongeveer vijftien uur over met viermaal overstappen. Een van de uitgangspunten van Graubünden is om zoveel mogelijk met het openbaar vervoer te reizen. Tot in de kleinste plaatsen komt zo’n tien keer per dag een bus.
Mengelberg
Frits Zwart promoveerde op het eerste deel van zijn tweedelige biografie over Willem Mengelberg (1871-1951). Veel informatie over de dirigent, zijn muziek en zijn leven is te vinden op de site willemmengelberg.nl. Voor informatie over de Chasa Mengelberg en Hof Zuort ga je naar zuort.ch.
De historie van hotel en Berghaus Sinestra, inmiddels in Nederlandse handen, staat op sinestra.ch.
Piz Amalia
In Hoogtelijn 1 van 2018 verscheen een reportage over de Piz Amalia en het gelijknamige muziekfestival, dat van 2015 tot en met 2022 jaarlijks gehouden werd: hoogtelijn.nl/hoogtelijn-1-2018.
Wandelen
maps.engadin.com is een interactieve kaart met veel wandelingen in het gebied rondom Scuol. De informatie is gebaseerd op kaarten en gegevens
van Outdooractive. Het overzicht is ook als papieren kaart verkrijgbaar bij de plaatselijke toerismebureaus. Een idee voor een tweedaagse wandeling langs de Chasa Mengelberg en over de Fimberpass vind je op myswitzerland.com/nl-nl/interesses/route/senda-scuolsamnaun. Meer informatie over de regio staat op engadin.com/en en op graubuenden.ch.
Beschermd bos
Even voorbij S-charl, waar alleen wandelaars en fietsers mogen komen, ligt op 2300 meter het beschermde God da Tamangur, het hoogstgelegen woud van alpendennen. Enkele bomen zijn al zevenhonderd jaar oud. Het bos ligt tegenover de opgang naar de Piz Amalia: engadin.com/en/stone-pine-forest-god-da-tamangur.
HOOGTELIJN 5-2023 | 51
Muziek en emotie
De magie van festivals in de bergen Van een intiem klassiek strijkje op een alpenwei tot een mega dance-event in een skigebied. Elk jaar bezoeken honderdduizenden mensen een van de vele muziekfestivals in de bergen. Muziek, bergen en festivals, het lijkt een gouden combinatie. Maar wat is toch die magie? Ik dook in de geschiedenis van de festivals en vroeg het aan een aantal bergfestivalgangers. Tekst Rinske Brand
J
Marijn Timmers Verhoeven had ooit een soortgelijke ervaring: ‘In de zomer van 2019 was ik aan het klimmen in Chamonix. Na drie dagen multi-pitchen rondom de Refuge de l’Envers des Aiguilles kwam ik terug in het dal waar ik twee vrienden ontmoette. Zij hadden gehoord dat er die avond een concert zou zijn in het park in het centrum van Chamonix. Het was een gratis concert, onderdeel van het vijfdaagse festival Cosmo Jazz. Die avond waren we bij twee optredens van bandjes die onder Fransen redelijk bekend waren. Het publiek ging helemaal los. De rest van de week waren we elke avond in het park in vinden. Overdag gingen we de berg op om ook daar concerten bij te wonen: van kleine Franse artiesten tot grotere jazzhelden van over de hele wereld. Sindsdien ben ik een trouwe bezoeker van Cosmo Jazz.’
52 | HOOGTELIJN 5-2023
Foto Marijn Timmers Verhoeven
uli 2017, Georgië. In een uiterst gammel autootje rijden we, opgepropt met zijn drieën op de achterbank, over een weg die meer uit gat dan uit weg bestaat. We zijn onderweg naar het startpunt van onze wandeling. Na uren afzien bereiken we onze bestemming. Wat blijkt? Tientallen mensen hebben dezelfde barre tocht achter de rug. Onverwachts zijn we bezoekers geworden van Alp Fest op Zeta Camping: een kleinschalig elektronisch muziekfestival bij de lokale berghut. Overal hangen mensen in ligstoelen in het gras, daartussen kleurige versiering, er klinkt muziek, maar de grootste troef is toch wel het spectaculaire uitzicht. Een indrukwekkende bergkam torent hoog boven ons uit en dient aan drie zijden als decor. Onder alle aanwezigen heerst een groot gevoel van saamhorigheid: ‘Dit hebben wij toch maar mooi weten te vinden.’
Cosmo Jazz Festival Chamonix
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Foto Tomorrowland Winter
Het massale Tomorrowland Winter bij Alpe d’Huez
Festivalgeschiedenis
De term ‘festival’ beschrijft een één- of meerdaags, vaak terugkerend evenement bedoeld voor een groep geïnteresseerden rondom een bepaald onderwerp. Al wordt het legendarische Woodstock vaak als de moeder der muziekfestivals gezien, festivals bestaan al veel langer. Het woord ‘festival’ komt van het Latijnse woord ‘fēstus’, wat ‘feestelijk’ of ‘feestelijke viering’ betekent. Floris Meens, universitair docent Cultuurgeschiedenis verbonden aan de Radboud Universiteit, heeft zich verdiept in de festivalgeschiedenis. Hij vertelt dat al in de vroegste geschiedenis festivals georganiseerd werden, gericht op de erkenning van natuurlijke fenomenen, zoals de zonnewende. Dit was vaak gekoppeld aan spirituele en culturele overtuigingen en had als doel om de band met de natuur te versterken. Meens stelt dat ook de Romeinen en Grieken festivals kenden. Al in de 4e en 5e eeuw voor Christus vonden in het klassieke Athene meer dan honderd festivals per jaar plaats. Muziek, dans, poëzie, sport en theater waren onderdeel van deze festivals. Ook in de middeleeuwen werden tijdens festivals muziek en dans gebruikt om de gemeenschap te verenigen en (religieuze) boodschappen over te brengen.
De moderne festivalcultuur is eind 18e eeuw ontstaan, tegelijkertijd met de opkomst van het nationalisme. Muziekfeesten stonden toen in het teken van het vieren van de eigen natie. Daarnaast leerden de aanwezigen, de gegoede burgerij, wat het betekende om een goede burger te zijn. Festivals ter lering én vermaak dus. De echte doorbraak van de muziekfestivals zoals wij die nu kennen vond plaats na de Tweede Wereldoorlog, toen mensen meer vrije tijd en een hoger inkomen kregen. Veel meer mensen konden zich vanaf dat moment een festivalbezoek veroorloven.
Bergfestivals
Alleen al in Europa zijn er jaarlijks honderden muziekfestivals in bergachtige gebieden. In sommige dorpen in de Alpen, Pyreneeën en Schotse Hooglanden zijn zelfs meerdere festivals per jaar, vooral in het zomerseizoen. De festivals bestaan in alle soorten en maten. Denk aan kleinschalige klassieke muziekfestivals zoals Davos Festival: Young Artists in Concert, dat afgelopen zomer al voor de 38e keer werd gehouden. Of het unieke festival Paradice in het skigebied Passo Tonale (zie p. 34), een festival in een iglo met instrumenten uit ijs. Aan de andere kant van het HOOGTELIJN 5-2023 | 53
Ben jij een gepassioneerde outdoor-enthousiast en kies je voor de beste uitrusting? Dan is de vernieuwde multisport hoofdlamp SWIFT® RL de jouwe! Deze lichte krachtpatser (100 gram voor 1100 lumen) is voorzien van intelligentie, met REACTIVE LIGHTING. Een sensor meet het omgevingslicht en zorgt automatisch voor de juiste lichtbundel, zodat jij optimaal kan genieten. Bijvoorbeeld tijdens tourski-avonturen in de Franse Alpen. © 2023 - Petzl Distribution - Peignée Verticale - Antoine Mesnage
THEMA
Foto Moment Factory
Foto Stefan Herwig
MUZIEK IN DE BERGEN
Festival en wandeling Alta Lumina in Les Gets
Straatkunstfestival Les Bréolibrius
een festival kun je het alledaagse leven loslaten en je voor een bijzondere locatie, waar je Met even onderdompelen in een andere samenleving. Je gaat naar unieke plek en bevind je – tijdelijk – in een andere microeen beetje moeite voor moet doen een samenleving. Alle aanwezigen zijn op zoek naar een nieuwe spectrum vind je grootschalige festivals zoals Tomorrowland Winter, waar maar liefst 25.000 mensen samenkomen bij Alpe d’Huez voor een uitgebreide line-up aan internationale DJ’s.
De magie
Bergen, muziek en festivals, elk van de drie ingrediënten roept op zichzelf al emoties op, maar de drie samen zorgen voor ware magie. Stefan Herwig bezocht afgelopen zomer Les Bréolibrius: Festival d’arts de rue, een straatkunstfestival in het bergdorpje Saint-Vincent les-Forts in de Franse Alpen. Volgens Stefan een festival dat alle zintuigen prikkelt: ‘Een gouden gloed op de bergtoppen van de ondergaande zon. Een geur van wafels, worst en kruiden. Lachende mensen en muziekklanken van optredens in het dorp. Zo’n duizend bezoekers genieten van alle creativiteit en liefde die in het kunstfestival is gestopt. Dat is ruim vier keer meer dan het aantal inwoners van het kleine dorpje, dat zo schilderachtig is dat het wel een filmset lijkt. De allermooiste voorstelling is toch wel de ondergaande zon, die prachtig schittert op de bergen en het grote stuwmeer waar het dorpje op uitkijkt. De Fransen houden van kunst en hun bergen, en die liefde voel je aan alles.’
Foto Rinske Brand
Festivals 2024
Je las het al: festivals zijn vaak terugkerende evenementen. Een aantal van de genoemde bergfestivals heeft al data bekendgemaakt voor volgend jaar. • Tomorrowland Winter: 16-23 maart, tomorrowland.com/en/winter • Nordkette Wetterleuchten: 13-14 juli, wetterleuchten.at • Alta Lumina is het hele jaar door te bezoeken, altalumina.com
ervaring en dat schept een band. Je wordt onderdeel van een unieke groep mensen.
Muziek staat bekend om het kunnen opwekken van emoties. En de bergen bieden een adembenemend decor dat de zintuigen nog eens extra prikkelt. Zo was Lineke Eerdmans deze zomer bij Alta Lumina in Les Gets in het hart van de Franse Alpen: ‘Het is een nachtelijke wandeling aan de hand van een verhaal over een reizende muziekmaker die in zijn heteluchtballon vliegt en betoverende melodieën door een donker bos verspreidt. De muziek vertolkt een opstekende storm, de crash van de heteluchtballon en de terugkeer van de muziekmaker. Niet alleen de muziek speelt met je zintuigen, ook het licht is fenomenaal. Je zou haast willen zwaaien naar de illusie die opstijgt tussen de bomen. Het is een sprookje, waar muziek wordt gezien en licht wordt gehoord.’ Veel festivals vinden plaats ver weg van de ‘echte’ wereld. Om er te komen, daar mag je als bezoeker ook best een beetje moeite voor doen. Zo zijn bij het festival I Suoni delle Dolomiti alle concerten en optredens alleen te voet toegankelijk en dat geldt voor zowel publiek als muzikanten. Iedereen zal moeten lopen, vanuit het dal naar hoger gelegen gebieden. (In Hoogtelijn 3 / 2022 verscheen een uitgebreid artikel over dit festival.) Voor het Nordkette Wetterleuchten Festival, dat hoog boven Innsbruck plaatsvindt, worden met de kabelbaan alle artiesten, het eten en drinken en ongeveer elfhonderd gasten naar 2000 meter hoogte vervoerd. En dat al twintig jaar lang. Een bijzondere locatie, waar je een beetje moeite voor moet doen. Juist daar voel je een verbondenheid met de andere bezoekers: allemaal mensen die genieten van hun gedeelde liefde voor muziek en de natuur. Dit gevoel van saamhorigheid wordt versterkt door de intieme setting van de bergfestivals, waar de bezoekers dicht bij de artiesten en bij elkaar staan.
Aanrader
Het kleinschalige Alp Fest
Al eeuwenlang geven mensen zich maar al te graag over aan het festivalgevoel. Even weg van de werkelijkheid, iets heel bijzonders meemaken, een verbinding voelen met al die andere mensen die er ook zijn. Voeg bergen toe aan dat gevoel en er ontstaat een extra, bijna betoverende aantrekkingskracht. Zeker als het festival op een afgelegen locatie wordt gehouden, kan je je als bezoeker bijna uitverkoren wanen. Mocht je het dus nog niet al een keer ervaren hebben, zoek eens een bergfestival op. Ga bij voorkeur alleen niet in een gammele auto over een onmogelijke weg. HOOGTELIJN 5-2023 | 55
Salzburg en The Sound of Music
Do-Re-Mi
56 | HOOGTELIJN 5-2023
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Sommige NKBV-leden komen uit een echte bergsportfamilie die al generaties lang op vakantie gaat naar de Alpen. Ik niet. Mijn ouders gingen pas in 1974 voor het eerst naar de bergen, om precies te zijn naar Oostenrijk. En dat was niet om te gaan wandelen, laat staan om te gaan klimmen. Nee, mijn moeder had een film gezien waarin de bergen een prominente rol spelen. Dat wakkerde haar verlangen aan om die bergen eens in het echt te zien. De bestemming van mijn ouders? Salzkammergut. De film? The Sound of Music. Tekst Marieke van Kessel Beeld Dim van den Heuvel
I
k werd drie jaar later geboren en in alle kerstvakanties die ik me herinner, komt The Sound of Music (1965) voor. Met het hele gezin op de bank, mijn broer en ik met een glaasje prik en mijn moeder die enthousiast Do-Re-Mi en alle andere bekende liedjes van begin tot eind zit mee te zingen. Nu, bijna zestig jaar nadat de film uitkwam en bijna vijftig jaar nadat mijn ouders voor het eerst naar de bergen gingen, ga ik zelf in en rond Salzburg op zoek naar de sporen van The Sound of Music. Het verhaal zal bij bijna iedereen wel bekend zijn. Postulante Maria wordt iets te frivool en vrijgevochten bevonden voor het kloosterleven, waarop moeder-overste besluit om haar als gouvernante naar Salzburg te sturen. Ze komt terecht bij kapitein Von Trapp, een weduwnaar die zijn huishouden met harde hand regeert en zijn zeven kinderen militaire discipline bijbrengt. Maria brengt weer vrolijkheid in huis, met haar ontwapenende glimlach en natuurlijk met de liedjes die iedereen kent, zoals The Lonely Goatherd, Do-Re-Mi en Edelweiss. Daarmee is het echter nog niet eind goed, al goed. Na de Anschluss in 1938 wordt kapitein Von Trapp opgeroepen voor de marine en besluit hij met zijn gezin Oostenrijk te ontvluchten. De film is gebaseerd op het waargebeurde, maar sterk geromantiseerde verhaal van de gelijknamige musical uit 1959, die op zijn beurt teruggaat op de autobiografie van Maria von Trapp.
De fraaie toren van Stift Nonnberg
Om maar meteen twee mythen te ontkrachten: de film is een romantische voorstelling van het échte verhaal van de familie Von Trapp. En de bezoeker – en fan – die in Salzburg iets over The Sound of Music hoopt te vinden, komt tamelijk bedrogen uit. Die ándere muzikale erfenis uit deze stad kom je overal tegen, in souvenirwinkels in de vorm van koelkastmagneten en Kügeln en op de Mozartplatz in de vorm van een standbeeld. Maar van The Sound of Music zul je niet veel meer dan wat eenvoudige ansichtkaarten vinden. Maar voor wie de moeite neemt vertelt de stad zelf nog altijd het verhaal. HOOGTELIJN 5-2023 | 57
Rara, waar ben ik?
We maken onder begeleiding van gids Christine een wandeling door de Altstadt, het oude centrum, dat sinds 1997 in zijn geheel op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Voorafgaand aan onze reis hebben we The Sound of Music nog eens gekeken, waardoor we al meteen veel plekken herkennen. Zo beginnen we onze tour op de Residenzplatz, met de barokke fontein met de paarden van Neptunus, waar Maria langs huppelde en speels met water spetterde. Als ik dat – een beetje stiekem, ik geef het toe! – probeer na te doen, blijkt dat het waterpeil ten tijde van de filmopnamen toch iets hoger moet zijn geweest. Ik kan er namelijk niet bij… Op het Sankt Peters Friedhof wandelen we rond tussen gietijzeren grafornamenten. Dit oudste christelijke kerkhof van de stad ligt prachtig verscholen tussen de oude gebouwen en wordt duidelijk goed onderhouden. We herkennen de karakteristieke arcaden met de sierlijke hekken, waarachter de familie Von Trapp zich in de film schuilhield nadat ze na hun optreden voor de nazi’s op de vlucht waren geslagen. Voor die scène werden de arcaden overigens nagebouwd. Achter het Sankt Peters Friedhof ligt de Mönchsberg (508 meter), die je kunt beklimmen. Je hebt er een prachtig uitzicht over de hele Altstadt. We zien Stift Nonnberg liggen, het oudste nog bestaande vrouwenklooster in Duitstalig gebied. Hier is de scène opgenomen waarin de kinderen Von Trapp proberen om Maria over te halen om terug te komen, nadat ze erop is gewezen dat de kapitein gevoelens voor haar heeft gekregen en uit schaamte en verwarring naar het klooster is teruggekeerd. De échte Maria von Trapp, op wiens levensverhaal The Sound of Music is gebaseerd, was daadwerkelijk postulante in dit klooster, in 1924. Aan de overzijde van de Salzach, de rivier die dwars door de stad stroomt, ligt Mirabellgarten, de prachtige tuin van Schloss Mirabell. We zien er toeristen over de rand van de Pegasusfontein marcheren zoals Maria en de kinderen deden, door de ‘groene tunnel’ (een dichtbegroeide booghaag) huppelen en op traptreden op en neer springen. En ik geef het toe: ook ik poseer even voor een foto tussen de standbeelden van de gladiatoren op het hek bij de ingang. ‘Rara, waar ben ik?’ app ik naar mijn moeder. ‘Do-Re-Mi!’ appt ze per ommegaande terug.
Drie paleizen
Mirabellgarten
Dat ‘Do-Re-Mi’ horen we even later ook weer als we een fietstocht rond de stad maken. Salzburg is een zeer fietsvriendelijke stad en een groepje toeristen slingert luid ‘Do, a deer, a female deer, Re, a drop of golden sun’ zingend over de Hellbrunner Allee in de richting van Schloss Frohnburg. Dat slot figureerde in The Sound of Music als de voorzijde van de villa van kapitein Von Trapp. De achterzijde ligt grappig genoeg een heel eind verderop.
Vanaf de Mönchsberg heb je prachtig uitzicht over de hele Altstadt 58 | HOOGTELIJN 5-2023
Sankt Peters Friedhof
THEMA
MUZIEK IN DE BERGEN
Het exacte punt van de openingsscène is lastig terug te vinden
Een typisch beeld bij Werfen
Fans herkennen bij Schloss Leopoldskron ongetwijfeld de vijver waarop Maria samen met de kinderen een boottochtje maakte en omsloeg, waarna de kapitein tot zijn grote ergernis zeven kletsnatte kinderen moest voorstellen aan zijn deftige verloofde. Ooit stond hier trouwens ook het prieeltje dat beroemd werd dankzij het liedje Sixteen Going on Seventeen, dat werd gezongen door Liesl, de oudste dochter, en haar vriendje Rolf, die zich later aansloot bij de nazi’s en het gezin verraadde. Maar omdat het prieeltje te drukbezocht werd, is het later verplaatst naar het park bij Schloss Hellbrunn. De villa waar de familie Von Trapp daadwerkelijk woonde ligt overigens in het stadsdeel Aigen en is tegenwoordig een appartementencomplex, dat aan het zicht van nieuwsgierige The Sound of Music-liefhebbers wordt onttrokken door een hoge muur.
Buiten de stad
Christine wijst ons nog op de Untersberg, het meest noordelijk gelegen massief van de Berchtesgadener Alpen. ‘In de film vlucht
de familie Von Trapp te voet over deze bergen naar Zwitserland,’ grinnikt ze, ‘maar dat kan natuurlijk helemaal niet. We zitten hier immers op de grens met Duitsland. In werkelijkheid vluchtte de familie dan ook naar het station, waar ze op de trein stapten naar Italië.’ Ze drukt ons op het hart om ondanks deze desillusie morgen tóch even de Untersbergbahn naar boven te nemen, mits de weergoden ons goedgezind zijn. Daarvoor hoeven we niet eens het weerbericht te raadplegen, maar alleen maar even naar de top van de ‘tafelberg’ te kijken, de Berchtesgaden Hochthron (1973 meter). ‘Hat der Untersberg einen Ring, wird das Wetter schlimm,’ houdt ze ons voor, ‘aber hat der Untersberg einen Hut, wird das Wetter gut.’ De volgende ochtend is het inderdaad stralend weer. Vanaf het terras van het Zeppezauerhaus genieten we van het spectaculaire uitzicht over Salzburg en omgeving. Hier ergens zou de openingsscène van The Sound of Music gefilmd moeten zijn, waarin Maria het titelnummer The Hills are Alive zingt. Maar dat exacte punt is lastig terug te vinden. Die andere beroemde bergscène, waarin Maria de kinderen het liedje Do-Re-Mi aanleert, is zo’n 50 kilometer verderop opgenomen, in de buurt van Werfen. Daar lopen we tot slot de The Sound of Music Trail, een 1,5 kilometer lange wandeling naar het uitzichtpunt Gschwandtanger Wiesn. Je hebt er een fantastisch zicht op Burg Hohenwerfen, een middeleeuwse vesting, en het Tennengebirge. Zou mijn moeder ook deze plek nog herkennen, vraag ik me af. ‘Natuurlijk!’ appt ze terug, nadat ik haar de foto heb gestuurd, ‘Do-Re-Mi!’
Hoe klinkt dat? Luister naar de soundtrack van de film.
Salzburg The Sound of Music
Salzburg bezoeken als The Sound of Music-fan? Op salzburg.info vind je veel informatie over de stad en de film, waaronder diverse georganiseerde tours per touringcar of fiets. Wil je de bergen in, dan zijn er diverse routes in de nabijgelegen Berchtenesgadener Alpen, bijvoorbeeld op en rond de Untersberg. Diverse scènes van The Sound of Music werden elders in Salzkammergut opgenomen, waaronder in Werfen en Mondsee. De themaroute in Werfen vind je hier: salzburgerland.com/en/sound-of-music-trail-werfen.
Reis ‘Rara, waar ben ik?’
Met de (nacht)trein ben je vanuit Utrecht zo’n twaalf uur onderweg naar Salzburg. De autorit is ongeveer 950 kilometer.
HOOGTELIJN 5-2023 | 59
DÉ SKICOLLECTIE VAN NEDERLAND. Nergens vind je zoveel ski’s, schoenen, snowboards en hardwaren bij elkaar. Meer dan 1000 modellen ski’s en keuze uit bijna 800 typen skischoenen. Voor de piste tot de diepste poeder en voor elk toerski avontuur. Bij OutdoorXL begrijpen we wat je bezighoudt. 7 dagen per week helpen we je graag met al je plannen voor komende winter met het grootste assortiment van Nederland.
Kom langs bij OutdoorXL en start je voorbereiding goed • Grote afdelingen voor ski, skischoenen, snowboard en toerski • Voetanalyse, bootfitting en op maat gemaakte ski zolen • Team van meer dan 25 enthousiaste ski-liefhebbers • Klimmen, trekking, wandelen, SUPs en kano’s • 3000m2 tentenverdieping • Op 5 minuten van Rotterdam • 7 dagen per week open Kijk op OutdoorXL.nl en begin je voorbereiding.
De korte maar krachtige klimcarrière van Chris Korthals Altes
‘De bergen zijn schitterend mooi en minstens zo wreed’ Chris Korthals Altes klom in de tijd dat veel Hoogtelijnlezers nog niet geboren waren. Totdat hij zijn klimmaatje en goede vriend naar beneden zag storten. Hij blikt terug op een voorbije tijd waarin het klimmen nog het werk was van een select groepje ‘goede amateurs’. Tekst Manon Stravens Beeld Zout Fotografie
O
p tafel in het huis aan de Amsterdamse Prinsengracht ligt behalve een stapel foto’s van zijn vroegere klimjaren en een bergtochtenboekje ook een groot boek vol natuurkundige krabbels. Chris Korthals Altes (1937) mag dan een gewaardeerde pensioenleeftijd hebben, hij is nog altijd actief in de natuurkunde. Zo komt hij nog bij het Nikhef, het Nationaal instituut voor subatomaire fysica, op het Science Park in Amsterdam. ‘Ik zit daar regelmatig te werken. Mijn werk is verslavend.’ Korthals Altes begon als student natuurkunde met klimmen, in 1955, maar stopte er abrupt mee nadat hij zijn goede vriend en favoriete klimmaat Gerbrand van der Leek in 1963 naar beneden zag storten. Afgelopen juli was dat precies zestig jaar geleden. Het verlies van zijn vriend raakt hem op momenten tot op de dag van vandaag. Het ongeluk betekende het einde van een veelbelovende klimcarrière. Sindsdien houdt hij zich, niet zonder ironie, bezig met de zwaartekracht, volgens hem ‘de oudste kracht die we kennen, maar die we nog steeds niet begrijpen.’
62 | HOOGTELIJN 5-2023
Natuurkundige vragen
De natuurkunde en het alpinisme liggen niet ver van elkaar. ‘Sterker nog,’ zegt Korthals Altes, ‘de eerste interesse voor de bergen ontstond vanuit de natuurkunde. En de eerste bergbeklimmers waren ook natuurkundigen.’ Het alpinisme begon eind achttiende eeuw, ‘in de tijd dat er onder natuurkundigen vragen leefden over wat zich afspeelde op die grote hoogten.’ Van het standbeeld in Chamonix van de twee naar de Mont Blanc wijzende mannen is een van de figuren de geoloog, meteoroloog en natuurkundige Horace-Bénédict de Saussure. Hij wordt ook wel de grondlegger van het alpinisme genoemd. Naast hem staat de gids Jacques Balmat, die samen met de medicus Michel-Gabriel Paccard in augustus 1786 als eerste succesvol de Mont Blanc beklom. Het ongeluk van Chris’ vriend Gerbrand gebeurde precies honderd jaar na een poging van natuurkundige John Tyndall om de Matterhorn te beklimmen. Tyndall bereikte een 4200 meter hoge voortop, die nu naar hem is vernoemd: Pic Tyndall. Meerdere
HOOGTELIJN 5-2023 | 63
toppen en gletsjers, in onder meer Chili, Alaska en Tasmanië, zijn vernoemd naar deze pionier die om wetenschappelijke redenen de bergen in trok. Met zijn onderzoek naar de rol van waterdamp in het broeikaseffect (1859) stond Tyndall aan de wieg van de klimaatwetenschap. Het was tevens de tijd dat de moeilijkste Alpentoppen voor het eerst beklommen werden. Zelf sliep Korthals Altes als jonge alpinist eens in de Refuge des Cosmiques, op 3613 meter hoogte, niet ver van de Aiguille du Midi. ‘Daar werd toen onderzoek gedaan naar kosmische straling. Er stond allerlei apparatuur. Ik wist toen nog niet dat ik twintig jaar later als natuurkundige in Genève zou toeven op het CERN, het Europees instituut voor nucleair onderzoek, de grote broer van dat lab.’
‘Daar brachten we nachten in de touwen hangend in de wand door’ Wijn voor de moeilijke passages
Ook onder de vroege voorvaders van Korthals Altes leefde de interesse voor de bergen. ‘Mijn achteroudoom Van Eeghen, een bankier, beklom de Matterhorn in 1881, zestien jaar na de eerste beklimming. Hij was een broer van mijn overgrootvader van moeders kant. Hij en zijn vriend klommen met twee gidsen en twee dragers, die goede wijn en uitstekende maaltijden mee naar boven sleepten. Ja, er werd wijn gedronken voor moeilijke passages’, lacht Korthals Altes. ‘Dan hadden de gidsen meer lef.’ Korthals Altes heeft respect voor die eerste generatie avonturiers. ‘Die kerels waren helden, hadden lef en een gigagoede techniek. Met weinig goede middelen deden ze die dingen en ze wisten niet of ze er levend uit zouden komen. De bergsport is een vreemde sport, omdat je kunt omkomen’, zegt hij. ‘Wie is zo gek, vraag je je af. Ik ben zo gek.’ Of was zo gek. Korthals Altes heeft een relatief korte, maar tumultueuze klimperiode gekend. In 1956 ontmoette hij zijn vriend Van der Leek bij het Amsterdamse studentencorps. ‘Ik deed natuurkunde, hij deed geologie en later kunstgeschiedenis.’ Ze waren twintigers en wilden ‘leuke dingen doen voordat we dokter of advocaat of zoiets gingen worden.’ In 1956 vertrokken ze voor het eerst samen met Chris’ oudere broer naar de Alpen, zonder gids. ‘Eerst leren cramponneren op de Tête Biselx, daarna de Arête des Ecandies en de Voie Cordier in de noordwand van Les Courtes. Dat is het begin van het serieuze klimmen geweest’, aldus de natuurkundige. ‘Daar brachten we nachten in touwen hangend in de wand door.’
Toeristenberg
Ze trainden om de twee, drie weken in de Maasrotsen (Freyr). ‘Een hele leuke periode. Mijn ouders gingen mee, mijn moeder
64 | HOOGTELIJN 5-2023
Wie is Chris Korthals Altes? Chris Korthals Altes (1937, Amsterdam) is natuurkundige en was tussen 1955 en 1963 een gedreven alpinist. 1961
Noordwand Droites (couloir Lagarde-Arsandaux), derde beklimming
1963
Magnoneroute in de westwand van de Petit Dru; traverse naar noordwand
1971-2004 Directeur de Recherches bij het Centre national de la recherche scientifique (CNRS), Marseille 2014-nu
Gastwetenschapper bij het Nationaal instituut voor subatomaire fysica (Nikhef), Amsterdam
maakte thee en vond het leuk om haar kinderen te zien klimmen. De ziekte zat in de familie’, aldus Korthals Altes. Zijn moeder had de Matterhorn in 1927 beklommen, ‘maar dat was toen al een toeristenberg hoor’. In de Maasrotsen ontmoette Korthals Altes bovendien zijn huidige vrouw. In de zomer gingen Chris en Gerbrand dan twee maanden naar Chamonix en de Zwitserse Alpen. ‘We namen alles mee: rijst, Blueband margarine, koffers vol eten.’ Maar geen gids. ‘Wij waren studenten en konden ons een gids gewoon niet veroorlo-
‘We wilden het beter doen dan onze ouders’ te van het hennep – of was het sisal – waarmee we eerst klommen.’ De stijgijzers waren al van aluminium. De pikkels hadden nog een houten steel. Gerbrand was volgens Chris de ‘onbetwiste leider’, maar ‘zeer bescheiden’. ‘Hij was het die altijd minutieus de tochten voorbereidde en zich van tevoren verdiepte in de technische moeilijkheden.’ De Guide Vallot, gidsjes van de hele Alpen, hielpen daarbij, herinnert Korthals Altes zich. Het bergtochtenboekje vol krabbels en tekeningen met inkt dat naast de fles wijn op tafel ligt, is ook van Van der Leek. Het doet verslag van de klimtochten die hij maakte, en zijn klimpartners. Zoals de derde beklimming van de Nesthorn noordwand (1958) met Jan Lucas Wansink en de Lauperroute in de noordoost wand van de Eiger (1959) met Paul van Lookeren Campagne.
Fenomenaal mooi
Samen deden Gerbrand en Chris veel ‘moeilijke tochten’, ook wel nieuwe routes. ‘Dan gingen we de wand – op afstand – nauwkeurig verkennen. Zoals de noordwand van de Droites, die hebben we toen ’s nachts gedaan, want dan hadden we minder last van de slechte sneeuwcondities. Er brak wel een serac af, maar die hadden we gezien. Hij zou links vallen, wij bleven rechts. Goed gezien dus. We hoorden dat ding aankomen, net een trein. Het was fenomenaal mooi, daarna muisstil en een wolk van ijskristallen dwarrelde in het maanlicht. Voor die momenten doe je het.’ ven.’ Dat was anders dan de vorige generatie. ‘Onze ouders haalden het zich niet in het hoofd zonder gids te gaan. De bergsport was toen nog een voorrecht van de happy few’, aldus Korthals Altes. ‘De Berggids, de voorloper van Hoogtelijn, werd nog maar in een oplage van een paar honderd gedrukt.’ Maar gidsloos klimmen vonden ze ook wel stoer. ‘We wilden het beter doen dan onze ouders.’ En dus pakten ze het heel serieus aan. ‘Vanaf mei rookten en dronken we niet meer.’
Houten steel
‘We spaarden en deden het zo zuinig mogelijk. We namen alles zelf mee en gingen kamperen.’ Tot ze werden gevraagd door de École Nationale du Ski et d’Alpinisme, een staatsschool in Chamonix, die jaarlijks mensen uitnodigde om op hun kosten te komen klimmen. ‘Dat was drie weken geweldige luxe, met heerlijk eten’, herinnert Korthals Altes zich. ‘Voor de materialen zorgden we zelf.’ Hij laat een foto zien uit 1959. Zwartwit. ‘Zoveel foto’s heb ik niet. Die fototoestellen van toen waren natuurlijk niet te hanteren.’ Zijn vriend Gerbrand is bezig zich te zekeren. ‘We hadden toen al goede haken en nylon touw. Een enorme verbetering ten opzich-
Dan toont hij een plaatje van de westwand van de Petit Dru (3733 meter). ‘Een spookachtig mooie berg, waar we een enorme fascinatie voor hadden.’ En daar ging het in juli 1963 vreselijk mis. Korthals Altes blikt erop terug, niet zonder emotie. ‘We deden een poging de Magnoneroute op de westwand van de Petit Dru te beklimmen.’ Die route stond destijds bekend als een van de extreemste routes in de Alpen. ‘Na ons eerste bivak in de wand attaqueerde Gerbrand de Fissure de la Demi-Lune (‘halve maanspleet’). Hij was goed gezekerd, maar slipte. Het musketon – de haak – van zijn klimgordel, waar het hoofdtouw aan vastzat, brak open. Los van het touw viel hij honderden meters. Hij was reddeloos verloren.’
Totaal machteloos
‘Ik hoorde een kreet van beneden. Ik dacht even dat er een wonder was gebeurd, dat hij nog leefde, maar die gil was van twee Zwitsers die ver onder ons aan de wand waren begonnen. Een van hen kenden we goed, het was een klein wereldje. Zij zagen hem vallen. Met hen ben ik doorgeklommen – afdalen was onmogelijk –, via de Dièdre de Quatre Vingt Metres; ik heb daarna nog twee bivaks gehad en dat was het.’ HOOGTELIJN 5-2023 | 65
‘Was het dit nu allemaal waard? Dat vraag ik me soms af’
Pagina’s uit het bergtochtenboekje van Gerbrand van der Leek
‘Wat er nu precies gebeurde, is nooit opgehelderd’, zegt Korthals Altes. ‘Gerbrand was een zware kerel, maar dat musketon had nooit mogen openbreken. Het is gebeurd, en je bent totaal machteloos. Ik kan er weinig zinnigs over zeggen. De bergen zijn schitterend mooi en minstens zo wreed. Gerbrand was pas 28 jaar, maar had een geweldige drang om moeilijke dingen te doen. Dat is hem noodlottig geworden.’ ‘Was dit het nu allemaal waard? Dat vraag ik me soms af. Nee, natuurlijk niet. Niets is het verloren gaan van talent en vriendschap waard. Maar we gingen het risico willens en wetens aan en
66 | HOOGTELIJN 5-2023
namen aan dat het goed zou aflopen. Ik heb soms wel spijt, absoluut. Dan denk ik dat ik het beter niet had kunnen doen. Maar wat we deden – en wat lukte – was grandioos natuurlijk. Je leeft in een minerale wereld van rots, sneeuw en ijs. Dat is fenomenaal, zo mooi. Dat moet je hebben meegemaakt.’
Ondersteboven
Voelt hij iets van schuld? ‘Ik voelde me wel verantwoordelijk, dat je iemand meesleept in dat soort van terrein, maar je kunt er verder niets aan doen. Anderen voelen zich schuldig, dat ze zelf niet ook verongelukt zijn. Dat heb ik niet.’ De pijn van het verlies steekt soms de kop nog op. Bij een bepaald soort muziek of tijdens het lezen van een boek. ‘De komst van Joachim Stiller van Hubert Lampo gaat over iemand die er niet meer is, maar wel sporen achterlaat. Ik raakte ondersteboven van dat boek.’ Inmiddels zijn de Magnoneroute en een aantal andere routes op de Dru grotendeels verdwenen, nadat een stuk van de westwand in 2005 afbrak. Tienduizenden kubieke meters rots stortten naar beneden, niemand raakte gewond. Nu wordt de westwand
‘Je moet kiezen, je kunt niet twee dingen extreem doen’ Kiezen
Tijdens zijn onderzoek naar de elementaire deeltjes, elektronen, protonen en neutronen, bleef de neiging om toch weer te gaan klimmen weg. Hij hield het bij een blik op de Mont Blanc, vanuit het CERN, het laboratorium in Genève waar hij daarna regelmatig werkte. ‘Nee, dan begin je toch weer, en dat moet je niet hebben. Je moet kiezen. Je kunt niet twee dingen extreem doen. Het klimmen vraagt dagen voorbereiding. Je moet alles van tevoren bedenken en als je een fout maakt in de logistiek, dan kan dat je opbreken. En mijn vak vraagt ook veel concentratie.’
Chris toont een passage uit Boven en beneden de sneeuwgrens van Ph. C. Visser
voornamelijk nog geklommen in de winter of het vroege voorjaar, omdat de overgebleven wand door steenslag heel gevaarlijk is geworden bij warm weer.
Invitatiecursussen
Er gebeurden vaker ongelukken in de tijd dat het gidsloze klimmen steeds populairder werd, herinnert Korthals Altes zich. Hij bevond zich destijds tussen befaamde klimmers en berggidsen, zoals de ‘legendarische’ Franse gids Lionel Terray en de koninklijk onderscheiden Tom de Booij. ‘Tussen 1955 en 1965 verongelukten er vijf mensen uit onze groep van student-klimmers. De KNAV, de voorganger van de NKBV, voelde zich geroepen in te grijpen.’ De bergsportvereniging begint met het organiseren van de zogeheten invitatiecursussen voor jonge alpinisten, ‘om het zelfstandig klimmen in goede banen te leiden’. In 1959 vond de eerste plaats, geleid door Terray, die in 1965 zelf zou verongelukken, en De Booij, die een val overleefde. Korthals Altes had er al vier jaar klimmen op zitten, maar deed op uitnodiging mee. ‘Je stak er veel van op hoor, al hadden we er al behoorlijk kaas van gegeten natuurlijk.’ Maar toen ook zijn vriend viel, was het klaar. ‘Je kunt het niet maken tegenover de mensen om je heen’. Korthals Altes ging ‘moeilijkheden’ in zijn werk zoeken. Hij stortte zich volledig op de natuurkunde. ‘Twee jaar later ben ik getrouwd.’ Toen hij en zijn vrouw op de terugweg van hun huwelijksreis Terray wilden opzoeken in Chamonix, bleek hij al twee dagen zoek. Ook verongelukt. ‘Een grote schok, ik was zeer gesteld op die man.’
Zijn dochter kampte met hetzelfde dilemma. ‘Ze was heel goed in klimmen, maar ook in toneelspelen, in Parijs. Na een ongeluk met haar voorklimmer, die zijn hiel brak en vervolgens drie maanden uit de running was, heb ik ook tegen haar gezegd dat ze het niet allebei kan doen. Als je iets overkomt, dan zijn ook de mensen met wie je toneelspeelt de pineut. Dat kan je niet maken. Het is de enige raad die ze heeft opgevolgd’, grapt Korthals Altes. ‘Voor de rest heeft ze nooit naar mij geluisterd.’ Natuurlijk was hij ook bezorgd. Net zoals zijn eigen moeder dat was. ‘Ik heb het haar, mijn moeder, ook een keer gevraagd, toen zij heel oud was. Ze zat hartstikke in de rats, zei ze. En dat terwijl ze het klappen van de zweep heel goed kende.’
Lachwekkend
Sindsdien is er veel veranderd in de alpiene wereld, weet Korthals Altes. Al volgde hij de ontwikkelingen niet echt meer nadat hij in 1966 Nederland verliet om veertig jaar in het buitenland te werken. ‘Het is allemaal veel professioneler geworden, met mensen als Ronald Naar, die steengoed waren. Maar het is niet allemaal positief.’ De sport werd ook steeds competitiever. ‘Dat er ruzies kwamen over wie welke top heeft bereikt, over de beste willen zijn. Dat is gewoon een beetje een afgang, bijna lachwekkend, vooral als je bedenkt dat wij in Nederland zo’n dertig jaar achterliepen bij de beklimming van de achtduizenders in de Himalaya. Er kwamen zelfs rechtszaken, het is niet mijn wereld.’ ‘Onze klimwereld was totaal anders. Wij waren gewoon goede amateurs die zo moeilijk mogelijke tochten wilden maken. We waren de laatste generatie die extreem klom, maar dat wel puur voor het plezier deed. Nu zitten die professionals elkaar in de haren, het zou niet in me op komen. Als de bergen je van zich af schudden, dan ben je niets meer. Maar die geweldige competitiedrift neemt alleen maar toe in zo’n wereld van professionals. Het is niet het beste wat bovenkomt in de mens. Wat moeten die rechters niet gedacht hebben.’ HOOGTELIJN 5-2023 | 67
Door de krater van de Öræfajökull lopen we richting het topbolwerk
68 | HOOGTELIJN 5-2023
Iconen van Europa: Hvannadalshnúkur
Drie keer is scheepsrecht Door het prachtige landschap, de bijzondere natuurverschijnselen en een effectieve infrastructuur reizen steeds meer mensen af naar IJsland. Waar er aan het begin van de eeuw zo’n driehonderdduizend bezoekers per jaar kwamen, is dat aantal in twintig jaar tijd toegenomen tot bijna twee miljoen. De meeste reizigers willen geisers, watervallen, vulkanen en papegaaiduikers zien, maar bij iedere fitte bergsporter zal ook een beklimming van de Hvannadalshnúkur niet op het lijstje ontbreken. Tekst en beeld Martin Fickweiler
D
e Hvannadalshnúkur is met 2110 meter de hoogste top van IJsland en bevindt zich op de kraterrand van een met ijs bedekte stratovulkaan, de Öræfajökull. De cirkelvormige krater heeft een oppervlakte van zo’n twaalf vierkante kilometer en op de rand ervan bevinden zich zes bergtoppen van meer dan 1700 meter.
Pálsson en Frisak
In 1794 beklom de IJslandse natuuronderzoeker en arts Sveinn Pálsson samen met twee reisgenoten als eerste een van die zes toppen. Deze bergtop is tegenwoordig op de kaart terug te vinden als de Sveinsgnípa (1900 meter). Pálsson bestudeerde diverse gletsjers op IJsland en vormde als een van de eerste wetenschappers de hypothese dat gletsjerijs door zijn eigen gewicht langzaam naar beneden stroomt. Negentien jaar na de beklimming van de Sveinsgnípa claimde de Noorse landmeter Hans Frisak dat hij de hoogste top van IJsland had beklommen. In zijn verslag van juli 1813 beschreef Frisak het uitzicht dat hij had vanaf de top. Pas later werd aan de hand van deze beschrijving duidelijk dat hij op de top van de Hnappar had
gestaan, met zijn 1851 meter zeker niet de hoogste berg op de kraterrand. Desondanks werd de Hnappar dankzij deze onterechte claim een groot deel van de negentiende eeuw beschouwd als hoogste top van IJsland.
Frederick W.W. Howell
Tijdens zijn bezoek aan het zuiden van IJsland in 1891 beseft de Britse reiziger, kunstenaar en fotograaf Frederick W.W. Howell dat een andere berg op de kraterrand van de Öræfajökull, de Hvannadalshnúkur, wel eens hoger kan zijn dan de Hnappar. Hij besluit, met de hulp van drie boeren uit het nabijgelegen Svínafell, de berg te beklimmen. De Virkisjökullgletsjer die ze willen volgen blijkt echter moeilijk begaanbaar en na een middag moeizaam navigeren en het trotseren van vele gletsjerspleten stoppen ze om negen uur ’s avonds op een veilige en droge plek onder een overhangend rotsblok. De mannen zijn door regen en smeltwater nat tot op het bot, maar de geharde IJslanders en Howell geven zich niet zomaar gewonnen. Ook als er later op de avond aan de overzijde van het dal een lawine over hun eerder gevolgde route naar beneden stort denken ze niet aan omkeren. De volgende ochtend bereiken ze de kraterrand en kort daarop HOOGTELIJN 5-2023 | 69
Hvannadalshnúkur gezien vanaf de Skeiðarársandur
We vertrekken zodra de wind gaat liggen
begint het steeds heviger te sneeuwen en te stormen. Pas wanneer twee mannen tegelijkertijd door de wind omver worden geblazen besluiten ze de beklimming te staken en haasten ze zich over dezelfde route terug naar het dal. Twee dagen later is het slechte weer vergeten en maken ze opnieuw plannen. Deze keer laten ze de Virkisjökullgletsjer links liggen en kiezen de mannen voor een route over de rotsachtige bergrug boven Sandfell. Het weer is goed en de beklimming heeft duidelijk een heel ander karakter dan de voorgaande tocht. Uit een verslag blijkt dat Howell deze keer meer ruimte heeft om bezig te zijn met de geologie van de bergrug. Ze stijgen gestaag over kilometers puin met grote verweerde basaltplaten, stukken puimsteen en zwart, glasachtig obsidiaan. Aan het begin van de middag bereiken ze via de Falljökullgletsjer de krater en beklimt Howell eerst de Hnappar. Vanaf de top ziet hij duidelijk dat de top van de noordelijk gelegen Hvannadalshnúkur hoger is. Hij daalt af naar zijn tochtgenoten en samen steken ze het vlakke ijsplateau van de krater over. Aan het eind van de middag op 17 augustus 1891 zetten Frederick W.W. Howell, Páll Jónsson en Thorlákur Thorláksson als eerste voet op de Hvannadalshnúkur. De hoogste top van IJsland is eindelijk beklommen.
Geduldig wachten
Ongeduldig openen we voor de zoveelste keer de meteowebsite. Over twee etmalen staat er een korte periode met droog en windstil weer op de kaart. Om optimaal gebruik te kunnen maken van dat goede weer willen Yves en ik halverwege de berg op een beschutte plek in de tent wachten tot het opklaart. Tijdens een eerste verkenningstocht zijn we van plan om alvast onze klimspullen, eten en een tent zo’n duizend meter hoger op de berg achter te laten. Maar na achthonderd meter slagen we er niet in nog hoger te komen. Er staat een stormachtige wind vanaf de ijskap in het noorden en het wordt steeds moeilijker om overeind te blijven. Van de berg geblazen ijskristallen vliegen door de lucht en pijnigen ons gezicht. Achter een rotsblok leggen we onze spullen neer. We stapelen er grote stenen overheen, zodat we er zeker van zijn dat niks wegwaait. Snel keren we de wind de rug toe en laten we ons, in balans gehouden door onze wandelstokken, richting het dal duwen, waar de zon schijnt.
de grootste uitdaging zit hem niet in de route, maar in de snel wisselende weerssituaties Openluchtmuseum Geen moeilijke route
De Hvannadalshnúkur is geen moeilijke berg om te beklimmen. De eerste duizend hoogtemeters vanaf Sandfell gaan over een duidelijk pad door rotsachtig terrein. Vervolgens loopt de route over het bovenste deel van de Falljökullgletsjer, waarbij achthonderd hoogtemeters worden overwonnen tot op de kraterrand. Een vrijwel vlakke gletsjerwandeling van zo’n twee kilometer over de met ijs gevulde krater leidt tot onderaan het topbastion. De laatste tweehonderd meter is het steilste gedeelte van de klim: afhankelijk van de sneeuwcondities bereik je hier op sommige stukken een hellingshoek van zo’n vijfenveertig graden. De grootste uitdaging op de Hvannadalshnúkur zit hem dus niet in de route, maar in de snel wisselende weerssituaties. Op IJsland valt er al behoorlijk veel neerslag en dan is de Öræfajökull ook nog eens de natste plek van het land. Er valt hier bijna vijfduizend millimeter neerslag per jaar, wat op de hoger gelegen gedeeltes van de vulkaan gelijkstaat aan tien tot vijftien meter sneeuw per jaar.
70 | HOOGTELIJN 5-2023
De weersvoorspelling is al een paar dagen erg accuraat, dus met een windstille en droge periode van zo’n tien uur in het vooruitzicht lopen we aan het eind van de middag opnieuw omhoog. Op de berg waait het nog steeds stevig, maar niet veel later staat ons kamp en genieten we met een dampende instantmaaltijd van het uitzicht richting zee. Achthonderdvijftig meter onder ons ligt de Skeiðarársandur, een immense zandvlakte die is ontstaan uit vergruisde stenen en kiezels die door smeltwater en overstromingen zijn meegevoerd. De Skeiðará is een van de grootste rivieren die deze vlakte vanaf de gletsjers richting zee doorkruist. Dit water was de laatste grote hindernis in de aanleg van de IJslandse ringweg. Met de voltooiing van een 904 meter lange brug in 1974 was de ringweg een feit en veranderde er veel voor de inwoners van IJsland. De mogelijkheid om IJsland via de N1 rond te rijden heeft een enorme impuls gegeven aan de toeristenindustrie en daarmee aan de werkgelegenheid voor de IJslanders. Alle bezienswaardigheden zoals watervallen, geisers en kerkjes zijn met bordjes vanaf de ringweg aangegeven. De gereguleerde parkeerplaatsen, duidelijke wandelpaden en informatieborden in vier talen geven mij geregeld het gevoel in
Samen met Yves op de top
Vanaf de Skeiðarársandur is het ruim 2000 meter klimmen naar de top
een openluchtmuseum te zijn. Op de Hvannadalshnúkur, de hoogste attractie van IJsland, heb ik dat gevoel echter niet. Op wat steenmannen na zijn hier helemaal geen markeringen te vinden en de grillige weersomstandigheden geven me het gevoel echt op avontuur te zijn.
deze berg best vaak en meestal geheel onverwachts gebeuren kan. Met prachtig weer bereiken we de rand van de krater en vervolgen we onze weg over het vrijwel vlakke gletsjerplateau, waarbij ik me probeer voor te stellen dat de ijslaag onder mijn voeten wel vijftot zeshonderd meter dik is.
Sporen
De steile rotsen rechts van het topbolwerk zijn bepleisterd met mooigevormde ijslagen, terwijl de glooiende helling aan de linkerkant een goede mogelijkheid biedt om de top te beklimmen. Zonder al te veel moeite vinden we een route over de randspleet en na een steile sneeuwhelling ligt de weg naar de top voor ons open. Zodra we de top bereiken blaast de koude noorderwind ons in het gezicht. Het panorama dat zich, vanaf het hoogste punt van IJsland, voor ons ontvouwt is adembenemend. In het westen zie ik de zandvlakte van Skeiðarársandur, in het zuiden en oosten de Atlantische Oceaan en in het noorden strekt de Vatnajökull ijskap zich uit over het land. Hoewel ik meer ‘hoogste toppen’ heb beklommen voelt het wel extra speciaal om op het hoogste punt van dit ruige, grotendeels onbegaanbare eiland te staan. Niet veel later dalen we in dichte mist af. Dankzij het duidelijke stijgspoor dat we met zoveel moeite hebben aangelegd lukt het ons de tent zonder moeite weer terug te vinden.
Wanneer ’s morgens vroeg, geheel volgens de voorspelling, de wind gaat liggen en het tikken van de regen stopt, kruipen we uit de tent en gaan we op weg richting de top. Eerst lopen we nog een paar honderd hoogtemeters door het puin van de morene, vervolgens is het tijd voor de stijging van zo’n achthonderd meter over de niet al te steile Falljökullgletsjer. Door de zon, de regen en de relatief hoge temperaturen van de afgelopen dagen is de sneeuw behoorlijk nat en zacht. Bij iedere stap zakken mijn bergschoenen tot aan de rand weg in de natte sneeuw. Toch lukt het om gestaag hoogte te winnen en ondervinden we geen problemen bij de enkele gletsjerspleten die we moeten oversteken. Hoewel het lopen in de sneeuw zwaar is, voelt het ook veilig om zo’n diep en duidelijk spoor achter te laten. Op deze manier kunnen we altijd eenvoudig de weg terugvinden, mocht het weer omslaan en het mistig worden. Iets wat door het microklimaat op
Op de kaart is de Vatnajökull ijskap duidelijk te zien
Beklimming van de Hvannadalshnúkur Reis
Je kunt vliegen op Reykjavik of met de Smyril Line ferry vanuit Denemarken overvaren naar Seyðisfjörður, aan de oostkust van IJsland. Vanaf beide aankomstplaatsen is het nog ruim 300 kilometer rijden naar Skaftafell.
Route
Op de rand van de krater zien we de top voor het eerst
De normaalroute naar de Hvannadalshnúkur start op de parkeerplaats bij Sandfell. Het zo’n 10 kilometer en 2000 hoogtemeters naar de top.
Informatie
Over de Hvannadalshnúkur is online veel te vinden, onder andere op summitpost.org. Kaart: Skaftafell Öræfajökull 1:100.000.
Inspiratie
Bekijk de foto’s van Martin Fickweiler op Instagram: @martinfickweiler, ‘Stories of my life’. Martin Fickweiler wordt in de serie Iconen van Europa gesponsord door Edelweiss en La Sportiva.
HOOGTELIJN 5-2023 | 71
markt & materiaal
DE TIJD VAN RUDOLF EN OZOSNEL Vorige week is Sinterklaas aangemeerd in Gorinchem en hij galoppeert op Ozosnel weer door het land. En later dit jaar is ook de Kerstman weer te zien met zijn arrenslee en de negen rendieren onder aanvoering van Rudolf. Wie weet komen ze met cadeautjes voor klimmers en bergsporters. Onder redactie van Peter Daalder en Noor van der Veen
Bergmodellen Bakkie doen
Elf gram weegt hij maar, deze Ultralight Java Drip van GSI Outdoors. Met de drie pootjes klem je het filter direct op je mok. Koffie erin, water overgieten, drinken maar. Het ultrafijne nylon is gemakkelijk om te spoelen, dus je hebt geen filters nodig. €15,95 | gsioutdoors.com
De Belg Kris Gidts is gefascineerd door data, topografie en bergen. Hij ontwerpt bergmodellen die hij daarna op schaal met een 3D-printer in zandsteen print. Zijn Berg in Box-landschapsmodellen vallen niet in de prijsklasse van ‘kleine cadeaus’, maar hij maakt ook setjes postkaarten van zijn bergen. De kaarten zijn met biologische inkt gedrukt op biopapier. €11,50 voor tien kaarten| berginbox.be
Knijpen maar
Een kop hete thee of koffie die je alleen maar aan een klimgreepje kunt vasthouden. Ook tijdens de pauze dus nog aan het trainen! Er zijn drie varianten: groen, oranje en zwart. Knijpen maar! €19,90 | yyvertical.com
Voor je jas
Bij Hornbach, bekend van de ‘kama-jajajippie-jippie-jeey’-reclame, verkopen ze een klimmend poppetje als garderobehaak. De klimmer is van roestvrij staal en 15 centimeter groot. €10,35 | hornbach.nl
Ik wandel Viermaal terloops
Ook dit jaar bracht uitgeverij Van Oorschot weer vier boekjes uit in de serie Terloops. De schrijvers Thomas Heerma van Voss, Inge Schilperoord, Annelies Verbeke en Nicolien Mizee nemen de lezer al wandelend mee in hun belevenissen en gedachten. €13,50 | vanoorschot.nl
72 | HOOGTELIJN 5-2023
Speldjes zijn al zo oud als de weg naar Rome, een van de geliefde bestemmingen voor pelgrims of langeafstandswandelaars. Met een wandelpin laat je zien dat wandelen jouw sport is en welke routes je gelopen hebt. Vanaf €5,95 | wandelpin.nl
Tekst Ico Kloppenburg Beeld Frank Husslage
Diepgang
Een echte Rustam
Rustam Gelmanov is professioneel klimmer en won diverse wereldbekerwedstrijden en internationale competities. Hij is inmiddels 36 en heeft in Eindhoven Rustam Climbing opgezet, waarin hij houten trainingsattributen maakt van Amerikaans tulpenboomhout. Is dit een eerste stap om net zo goed te worden als hij (9a outdoor en 8C+ op de boulderwand)? €20,95 voor de RainDrop, de Dunio voor twee vingers kost €28,95 | rustamclimbing.com
Soto Windmaster
Licht en robuust
Wat verwacht je van een brander als je met je rugzak op stap gaat? Hij moet licht zijn, robuust en snel je water koken. Er zijn nogal wat branders op de markt die aan die criteria voldoen. Dan is het ook fijn als er een piëzo-ontsteking op zit en als de brander het blijft doen als de wind onverhoopt aantrekt. Nu vallen er al heel wat branders af.
Italiaans bordspel
Tijd voor een knus bordspel. Bij Rifugio bouwen de spelers gezamenlijk een berglandschap waarin ze op zoek gaan naar bloemen, dieren, watervallen, passen en bergtoppen. Wie zijn berghutten strategisch plaatst, wint het spel! Ook leuk met kinderen vanaf acht jaar. €24,95 | nkbvwebshop.nl
Bijen en walnoten
‘Op pad met alles behalve gewicht’ is het motto van Mike Holkamp. Zijn was van eigen bijen, vermengd met walnotenolie, is voor van alles te gebruiken. Als lippenbalsem, voor de verzorging van kleine wondjes en voor het onderhoud aan hout en leer. Verkrijgbaar in een doosje van 50 gram, onder de naam Tikaani, die wolf betekent in het Inuit. €10,95 | backpackinglight.nl
Wij hebben de Soto Windmaster wat langer getest, in de luwte en in de wind. Hij is met circa 88 gram licht genoeg, hij is stevig genoeg en – voor een open branderkop – doet hij het verrassend goed als het iets gaat waaien. Dat komt doordat de branderkop een opstaande rand heeft, de vlam mooi geconcentreerd is en de pan dicht bij de vlam staat. De vlam laat zich trouwens ook prima regelen. Daarnaast heeft de brander een piëzo-ontsteker die het ook echt doet.
Aan de andere kant legt de Windmaster het, ondanks zijn naam, af tegen systemen die echt ontworpen zijn om goed in de wind te branden (denk aan de Jetboil, die dan wel weer zwaarder én duurder is). Het is aan de gebruiker om te bepalen bij welk criterium de prioriteit ligt: licht, robuust, snel, met ontsteking of windbestendig. Soto Windmaster 88 gram €85 | backpackinglight.nl
Waarin verschilt de Soto Windmaster van andere branders? Wij vonden het aantrekkelijk dat de brander beschikt over vier steuntjes waarop je pan rust, in plaats van de drie steuntjes bij een aantal concurrenten. Die steuntjes ‘hangen’ als het ware op de branderkop en kun je ook losmaken. Er zijn ook nog kleinere steuntjes te koop voor de echte grammenjagers, maar wij zouden daar de portemonnee niet voor trekken.
HOOGTELIJN 5-2023 | 73
Nederlanders helpen bij Belgisch rotsonderhoud
Bergen verzetten Freyr, Dave, Beez, Sy en sinds kort ook Maizeret: wie graag buiten wil klimmen, kan vlak over de grens zijn hart ophalen. België telt enkele tientallen klimgebieden, waarvan er 36 officieel door de Belgische klimfederaties beheerd worden. Nog altijd komen er langzaam maar gestaag klimgebieden bij en worden in bestaande gebieden nieuwe routes geopend en haken bijgeplaatst of vervangen. Een deel van dat rotsonderhoud is sinds enkele jaren te danken aan een groep Nederlanders: het Dutch Rebolting Team. Gewapend met touwen, breekijzers, bladblazers, staalborstels en voegenkrabbers reizen zij geregeld af naar onze zuiderburen om daar hun steentje bij te dragen aan de klimsport. Tekst Eva van Wijck Beeld Rob Vermist
74 | HOOGTELIJN 5-2023
J
e kunt het je misschien amper voorstellen, maar veel Belgische klimgebieden waren vroeger dichtbegroeide rotswanden of brakke steengroeven. Naarmate de buitenklimsport populairder werd, maakten in steeds meer gebieden de vogelkers, braam, brandnetel en het mos plaats voor haken, relais, touwen en enthousiaste klimmers. Om de rotsen beklimbaar te houden, moeten de klimgebieden jaarlijks onderhouden worden. Sinds 2021 dragen ook Nederlanders hier hun steentje aan bij, onder leiding van Harald Swen. Swen is namens de NKBV verantwoordelijk voor alle zaken rondom de Belgische klimgebieden, dus ook het onderhoud. In 2019 besloot hij samen met de KBF, de Belgische Klim- en Bergsportfederatie, om Nederlandse teams op te leiden om samen met de bestaande Belgische teams de klimgebieden te onderhouden. Deze teams bestaan uit NKBV-leden en dragen de naam Dutch Rebolting Team (DRT). Het daadwerkelijke herbehaken van klimroutes is slechts een klein onderdeel van hun takenpakket – daarover later meer. De teams hebben hun naam te danken aan het Belgian Rebolting Team, dat rond 2000 werd opgericht om reeds bestaande klimroutes in Freyr te herbehaken.
Ontstaan en taken
Onderhoud op het massief La Dalle Impériale in Yvoir
Om de Nederlandse vrijwilligers te clusteren, zijn er tot dusver drie DRT’s opgericht: DRT Amsterdam, DRT Midden (regio Midden-Nederland) en DRT Zuid (regio’s Midden- en Oost-Brabant en Limburg). Elk DRT werkt in diverse klimgebieden, maar heeft ook een eigen gebied of specialisme. DRT Amsterdam is vaak actief in Sy, DRT Midden in het vorig jaar geopende gebied Maizeret en DRT Zuid richt zich ook op het maken van nieuwe via ferrata’s.
Het behaken van een nieuwe route in Maizeret
De Nederlandse vrijwilligers werken hard aan het rotsonderhoud in België en naast schone, veilige en nieuwe klimroutes, levert dat ook een goede band met onze zuiderburen op. De KBF is zo tevreden met het werk van de DRT’s in de verschillende gebieden dat ze het onderhoud van het gehele klimgebied Pont-à-Lesse aan de DRT’s hebben overgedragen. Het merendeel van het werk van de teams bestaat uit het onderhoud van bestaande klimgebieden. Het gaat daarbij om de jaarlijkse controles van standplaatsen en haken, het verwijderen van losse rots (al dan niet na een melding van klimmers), periodiek een grote poetsbeurt om alle begroeiing in de routes te verwijderen, aan de voet van de rotsen snoeien, egaliseren en paden herstellen. Ook voor niet-klimmers zijn er op de grond dus genoeg klussen te doen om lekker een weekendje in de natuur te werken.
Van oerwoud tot klimbare rots
Ondanks het ‘Rebolting’ in de naam, is het herbehaken slechts een klein deel van het werk van de rotsbeheerders. De weg van begroeide stenen naar klimbare rotswand is lang en het behaken
De klimgebieden moeten jaarlijks onderhouden worden Lunchen op hoogte in Maizeret
HOOGTELIJN 5-2023 | 75
maken en nieuwe speelplaatsen bieden. Een nieuwe vorm van verkenning belichamen. This is our Legacy.
Navigeren en reizen door de eeuwen heen, tussen traditie en de moderne tijd. Dat geeft ons het gevoel erfgenaam te zijn van de grootste bergbeklimmers. De pioniersgeest die in ons sluimert wakker
ClimbGreen selecteert producten die een duurzaam alternatief bieden. Eerste deels gerecycleerde helm: ZODIAC 3R
Deze producten zijn gemaakt van duurzame materialen, gecertificeerd door milieunormen en onderscheiden zich in een langere levensduur.
PFC-vrij klimtouw: TOMMY CALDWELL ECO DRY DT 9.6 MM Bluesign® gecertificeerde klimgordel: JAYNE
De eerste schoonmaakdag in de sector Paroi du Fond in Sy
Gebieden als Freyr en Sy zijn vaak wat ‘luchtiger’ behaakt
Hoe kan je meehelpen?
Hou je van klussen in de natuur en durf je vies te worden? Meld je dan aan bij een van de DRT’s. Hun geplande activiteiten staan vermeld in de agenda’s van de verschillende NKBV-regio’s (Amsterdam, MiddenNederland, Midden- en Oost-Brabant en Limburg ). Daar staat ook vermeld hoe je je aanmeldt, waar je overnacht, hoe maaltijden en vervoer geregeld worden en wat globaal de gang van zaken tijdens een klusdag of -weekend is. Kijk hiervoor op regio.nkbv.nl/ agenda-en-activiteiten. Iedereen kan in de teams meehelpen met het werk op de grond, maar om in
Pas daarna kan het behaken eindelijk beginnen. Vanuit een toprope wordt eerst gekeken wat mooie klimlijnen zijn en met een krijtje gemarkeerd waar haken moeten komen. Daarbij is het belangrijk om de cultuur van het gebied wat betreft haakafstanden in acht te nemen. Door de CAB beheerde gebieden als Freyr en Sy zijn vaak wat ‘luchtiger’ behaakt dan door de KBF beheerde gebieden zoals Pont-à-Lesse. Uiteindelijk kunnen dan de gaten voor de haken worden geboord. Waar het opkuisen van een dichtbegroeide wand een aantal maanden kan duren, is het boren nog maar weinig werk: op één dag kunnen, als de haakplekken al zijn gemarkeerd, door één persoon wel vijf routes worden behaakt. Als een gebied wordt herbehaakt, worden na het schoonmaken van de wand de oude haken verwijderd. Bij het plaatsen van de nieuwe haken wordt eventueel de positie daarvan geoptimaliseerd, zodat de inhang-posities zo handig mogelijk zijn. de touwen te werken heb je minimaal een klimvaardigheidsbewijs Outdoor Voorklimmen nodig. Ervaren klimmers hebben de touwtechnieken voor het werken op hoogte na wat uitleg vaak snel in de vingers. Voor de huidige en eventuele nieuwe teams zoeken we naast gelegenheidsklussers ook aanpakkers die zich voor langere tijd aan het rotsbeheer willen committeren. Het is een pre als je ervaring hebt met hovenierswerk, het aanleggen van paden of in hoogtewerk. Herken jij je hierin? Wie weet word jij wel de kartrekker van een nieuw team.
ervan is meer de kers op de taart dan de hoofdbezigheid. Nieuwe klimgebieden zijn tegenwoordig zonder uitzondering oude steengroeven. Om die beklimbaar te maken moeten (letterlijk) bergen werk verzet worden. Het proces begint met het onderzoeken van de rots, om te kijken of het inrichten van een klimgebied zinvol is. Veel voormalige steengroeven zijn te instabiel om veilig te beklimmen. Als een massief potentie lijkt te hebben, begint een lang proces van vergunningverlening en ecologische onderzoeken. Pas als dat allemaal afgerond is begint de klus en komen de rotsbeheerteams in beeld. Er wordt gestart met het grove werk: ecologisch niet waardevolle bomen en struiken weghalen en met behulp van breekijzers en luchtdrukkussens losse stukken rots verwijderen. De volgende stap is het preciezere schoonmaakwerk. Hangend in een statisch touw krabben de rotswerkers van boven naar beneden de wand goed schoon met staalborstels en voegenkrabbers. Alle troep die van de wand op de grond belandt, wordt opgeruimd, waarna de paden onder en naar de rots worden ge(re)construeerd.
Rotsonderhoud is rotsbehoud
Op het eerste gezicht lijkt het omtoveren van een begroeide rotswand tot een klimgebied niet bevorderlijk voor de natuur. Niets is echter minder waar: het rotsbeheer zorgt er juist voor dat de kwaliteit van de natuur toeneemt. De overvloed aan voedingsstoffen in het milieu is ook in België een probleem en veel rotsen en steengroeven worden door bramen, brandnetels en vogelkers overwoekerd. Wanneer dergelijke vegetatie verwijderd wordt, krijgt veel zeldzamere zon- en droogteminnende vegetatie een kans, met de bijbehorende fauna. Zo geven sommige roofvogels de voorkeur aan vrije uitvliegzones voor de rotsen, in plaats van dichte sparrenbossen. Op deze wijze is er een samenwerking ontstaan tussen het rotsbeheer en de natuurbescherming, die in het voordeel van beide is.
Een DRT-weekend
De vrijwilligers van de DRT’s zetten zich vele weekenden per jaar hard in om de klimgebieden schoon te maken, te onderhouden, te vernieuwen en, het belangrijkste: te behouden. De rotskuisers komen vanuit heel Nederland, van jong tot oud, klimmers en niet-klimmers. Sommigen helpen enkele keren mee, anderen begeven zich tijdens het kuisseizoen, dat loopt van 1 oktober tot 1 april, één of twee keer per maand naar het zuiden. Twee rechterhanden hebben is een pre, maar in feite kan iedereen die gemotiveerd is een steentje bijdragen. Tijdens de weekenden zijn er meestal veel verschillende klussen te doen, dus voor ieder wat wils. Het schoonmaken van de rotsen en nabije omgeving is vergelijkbaar met het onderhouden van een tuin. Voor wie interesse heeft is het een aanrader om eens een klusdag of -weekend bij te wonen. Vaak wordt er één of anderhalve dag gewerkt en daarnaast ook nog geklommen of gewandeld. De rotsen en natuur geven ons plezier, rust, uitdagingen en schoonheid, en als vrijwilliger bij een DRT kan je op een gezellige en leerzame manier iets terugdoen voor de natuur én de klimsport. Met dank aan Rob Vermist en Harald Swen.
HOOGTELIJN 5-2023 | 77
LICHTGEWICHT specialist VEEL wandelschoenen op voorraad SERVICE, KENNIS en ERVARING SNELLE levering via webshop en winkel
DE OUTDOORSPECIALIST
VAN NEDERLAND 0348-421648
In ‘Mijn verhaal’ vertellen leden over hun bergsportervaringen. Dit jaar lees je de verhalen van leden die zich inzetten voor de vereniging.
mijn verhaal
NAAM: Ulf Lennertz (39) FUNCTIE: Opleider sportklimtrainers FAVORIETE KLIMGEBIEDEN: De Pfalz en de Écrins
Opleider sportklimtrainers
Blijven leren Wie gymleraar wil worden, kan een opleiding volgen bij de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. En wie klimleraar wil worden… die kan deelnemen aan de opleiding tot sportklimtrainer (SKT) bij de NKBV. Ulf Lennertz is een van de docenten van de SKT-opleiding en vertelt daarover met minstens zoveel passie als waarmee hij zijn werk uitvoert. Tekst Eva van Wijck Beeld Ulf Lennertz
D
e klimsport in Nederland groeit meer en meer, en daarmee ook het niveau. De klim- en boulderhallen tellen steeds meer trainingsgroepen, zowel voor kinderen als voor volwassenen. Om ervoor te zorgen dat de trainingen worden gegeven door kundige en integere trainers, is er vanuit de NKBV Academie een landelijke sportklimtrainersopleiding. In 2022 startten tachtig trainers met de opleiding.
Ervaringen delen en meenemen
De SKT-opleidingen zijn er voor alle trainers die op een leuke en leerzame manier hun ervaring willen vergroten. Dat begint, zowel voor de startende trainers als voor die met enkele jaren ervaring, met de SKT2-opleiding. Trainers die wedstrijdteams en gevorderden willen trainen, kunnen deelnemen aan de vervolgopleiding tot SKT3. Hoewel Ulf zelf al twintig jaar training geeft en jarenlang betrokken is bij de SKTopleiding, leert hij nog altijd dingen bij. ‘De sport evolueert en de trainers dus ook.
Het is prachtig om te zien met welke inbreng trainers komen. Soms zie ik een totaal nieuwe invalshoek, een andere keer word ik herinnerd aan een trainingsvorm die ik tien jaar geleden heb gezien.’
Groeien als trainer
Met dertig jaar klimervaring en twintig jaar trainerservaring mag Ulf met recht een ervaringsdeskundige worden genoemd. Hij begon als buitenklimmer, omdat er nog weinig klimhallen waren. Niet veel later klom hij vele nationale wedstrijden en NK’s en werd hij ook trainer. Van 2011 tot 2018 was hij een van de begeleiders van het Nederlands Team. Sinds 2016 is Ulf een van de vaste docenten bij de SKT-opleidingen. ‘Dankzij alle bevlogen trainers groeit de sport enorm en komen er steeds meer trainers bij. Nu is er steeds meer begeleiding, vroeger ging ik zelf met grote groepen kinderen op pad en gingen klimmers in een hun eentje naar wedstrijden.’
In de route Superlative (8) in de Pfalz
Open-minded
‘Het doel van de SKT-opleiding is om trainers met elkaar in contact te brengen en ze mee te nemen in een door meer nationale sportbonden aangehangen visie op het opleiden van sporters. Die houdt in het kort in dat je het meeste plezier hebt en het beste uit jezelf kunt halen, als je naast een goede klimmer ook algemeen goed motorisch ontwikkeld bent.’ De lessen zien er steeds anders uit. ‘Wij als docenten leiden de opleiding, maar de trainers dragen enorm bij aan de uitkomst en ervaring van onze lessen. Elke trainer heeft een eigen inbreng en kan weer iets leren van een andere trainer. Het delen van die ervaringen en creativiteit maakt elke les uniek. Als je veel wilt leren en open-minded de opleiding in gaat, leer je altijd iets bij – ook als je al heel ervaren bent.’
Uitzicht op de Dôme de Neige in de Écrins
HOOGTELIJN 5-2023 | 79
Speciaal voor onze leden bieden wij de NKBV-reisverzekering aan. Deze verzekering heeft een dekkingsperiode van zestig aaneengesloten dagen en biedt alles wat een normale doorlopende reisverzekering biedt, plus een extra dekking voor klim- en bergsportrisico’s. Op deze manier ben je altijd uitstekend verzekerd, of je nu voor een sportieve reis gaat of een ontspannen strandvakantie. Zelfs off-piste-afdelingen en -tochten zijn verzekerd, ongeacht of je deze zelfstandig onderneemt of onder begeleiding van een gids. Kies je ervoor om off-piste te gaan? Dan is het belangrijk dat je op de hoogte bent van lokale beperkingen en geboden, de regels van het betreffende gebied en dat je bekend bent met mogelijke gevaren en hoe deze te vermijden. Als je bewust of onbewust een risico neemt dat tot schade kan leiden, kan dat invloed hebben op de verzekeringsdekking. Wil je in de laatste weken van dit jaar nog gebruikmaken van de reisverzekering? Dan kun je die nu afsluiten voor slechts € 17,50. Ga voor meer informatie naar nkbv.nl/verzekeringen/reisverzekering.
Foto Jan Fokke Oosterhof
Voordelige verzekering voor wintersporters
Op de Schiehallion
Topvlagfoto Voor Jan Fokke Oosterhof staat dit jaar in het teken van zijn Munro Mission 2023. Hij onderneemt een soloreis waarbij hij 4500 kilometer rent, 200.000 hoogtemeters overbrugt en alle 282 Munro’s met elkaar verbindt. Een Munro is een Schotse berg met een hoogte van minstens 3000 voet, oftewel 914,4 meter. Op 28 maart is hij aan deze uitdaging begonnen. Zijn doel is om de snelste Nederlandse ‘Munro bagger’ te worden. Je kunt zijn reis volgen via expeditionlife.nl of op Instagram via @expeditionlife.nl. Op zijn tocht maakt hij op elke Munro een NKBV-topvlagfoto! Foto Jan Fokke Oosterhof
Foto Norbert Monshouwer
nkbv voor jou
Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl, of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv en Instagram: @_nkbv.
Op de Ladhar Bheinn
Guido Hollander, Peter Schouten, Bram Linssen en Stephanie Veltkamp (van boven met de klok mee)
Vier nieuwe Alpiene Tochtleiders Guido Hollander, Peter Schouten, Bram Linssen en Stephanie Veltkamp zijn afgelopen zomer geslaagd voor hun opleiding tot Alpiene Tochtleider 4. Onder toeziend oog van opleidingsgidsen Norbert Monshouwer en Roeland van Oss beklommen ze onder meer de Silvrettahorn en de Dreiländer Spitze.
80 | HOOGTELIJN 5-2023
Na een theoretisch deel, opdrachten in een digitale leeromgeving en twee trainingsdagen in Nederland, reisden ze deze zomer af naar de Alpen voor een opleidingsweek en het examen. Met het spreekwoordelijke papier op zak mogen Guido, Peter, Bram en Stephanie nu hoogalpiene tochten leiden voor Bergsportreizen.
Deel jouw hoog(s)tepunt Heb jij ook een mooie NKBV-topvlagfoto die je met ons wilt delen? Stuur hem naar communicatie@nkbv.nl onder vermelding van ‘Topvlagfoto’. Je kunt jouw foto ook delen op social media en ons taggen met de hashtags #topvlag, #NKBV en @_nkbv. Vergeet niet te vermelden wie er op de foto staan en op welke locatie hij is genomen. Wie weet kom je jezelf tegen in Hoogtelijn of op onze online kanalen! Als je nog geen NKBVtopvlag hebt, kun je er een bestellen voor €3,95 via nkbvwebshop.nl/nkbvtopvlag.
Met Bergsportreizen de sneeuw in Foto Chris König
Met de naderende winter kijken we uit naar een seizoen vol plezier in de met sneeuw bedekte bergen. Heb je interesse in een avontuurlijke tocht of leerzame cursus via Bergsportreizen, de reisorganisatie van de NKBV? Wacht dan niet te lang, want er wordt al volop geboekt. Het winterprogramma gaat van start in januari en loopt door tot april. We vermijden de drukte van de skipistes en nemen je mee op prachtige off-pistetochten, sneeuwschoenwandelingen en ijsklimcursussen. Ontdek alle mogelijkheden op bergsportreizen.nl.
Als je iets wilt nalaten voor de klim- en bergsport Foto Martin Platteschor
De eindexpeditie van Expeditie Academie III leverde meerdere eerstbeklimmingen op in Kirgizië, hier op Pik Sindre
Je hebt jarenlang van de klim- en bergsport genoten en wilt dat anderen na jou nog heel lang datzelfde plezier ervaren. Dan kun je een legaat aan de NKBV overwegen. Een C1-cursus van de Leidse Studenten Alpenclub, bedoeld om het enthousiasme voor de bergsport onder studenten aan te wakkeren. De Expeditie Academie, die jonge getalenteerde alpinisten laat uitgroeien tot allround expeditieklimmers. Het zijn twee voorbeelden van activiteiten die mede mogelijk zijn gemaakt door een bijdrage uit een legaatfonds van de NKBV. Dankbaar Een legaat betekent dat mensen in hun testament een deel van hun vermogen reserveren, bijvoorbeeld voor een goed doel. Waarom zou dat niet de bevordering van de klim- en bergsport kunnen zijn? De NKBV heeft vier legaatfondsen die er vooral op gericht zijn om de bergsportbeoefening en natuurbeleving onder jongeren te stimuleren (zie kader). ‘We zijn daar dankbaar voor. Het kan net dat zetje in de rug zijn om ambities en dromen waar te maken. We toetsen aanvragen altijd zorgvuldig aan de doelstelling van het fonds’, vertelt de directeur van de NKBV, Robin Baks.
Duurzaamheid
Nieuwe sporten ondersteunen Als je een legaat voor de NKBV in je testament opneemt, verrijk je de klim- en bergsport in Nederland. Op welke manier? Dat is een individuele keuze. Er zijn tegenwoordig meer opties dan ooit. Nieuwe disciplines als skimountaineering, skyrunning en boulderen boren nieuwe doelgroepen aan. De opmars van het sportklimmen is indrukwekkend. Hoe mooi is het als wat je nalaat de passie ondersteunt van de mensen die de klim- of bergsport naar een nieuw niveau tillen? Geïnteresseerd in de mogelijkheden? Mail naar legaatfondsen@nkbv.nl. Dan nemen wij contact op. De huidige legaatfondsen van de NKBV zijn: • Fonds jeugd en natuur • Van der Vies Fonds • John Bruinier Fonds • Carel Carp Fonds Meer informatie over deze fondsen vind je op nkbv.nl/over-de-nkbv/organisatie/legaatfondsen. Hier kunnen NKBV-leden ook een aanvraag doen voor een subsidie.
De NKBV streeft naar een duurzame relatie met haar leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn wordt gedrukt op FSCpapier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds). Voor onze correspondentie gebruiken we 100% gerecycled papier. We schenken duurzame koffie van Brandmeesters en hebben een CO2-neutrale postbezorging en data-opslag. We promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen. Als je toch met de auto of het vliegtuig reist, kun je overwegen om je CO2-uitstoot te compenseren. Dit kan eenvoudig via greenseat.nl.
Beter de bergen in met de NKBV
NKBV-leden profiteren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en de Pyreneeën en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen biedt.
HOOGTELIJN 5-2023 | 81
klimmen bij de buren
In de serie ‘Klimmen bij de buren’ laten we je klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland zien, op maximaal 400 kilometer van Utrecht.
Rochers de Freyr
Het grootste klimgebied van België
Stalen vingers en subliem voetenwerk op de zuidwand van de Al Lègne
Het grootste en mooiste klimgebied in België moet je beslist een keer bezoeken. De imposante kalk- en dolomietrotsen van Freyr torenen maar liefst 100 meter boven de Maas en het Château de Freyr uit. Tekst Harald Swen Beeld Paul Lahaye Photography
G
een klimmer in de Lage Landen kan om Freyr heen, of je nu vierdegraads of achtstegraads klimt. Als grootste en meest indrukwekkende klimmassief van België en omstreken is Freyr immers, zoals de locals zeggen, ‘het centrum van het (klim) universum’. Reden daarvoor zijn de geschiedenis en de stijl van het klimmen hier. Er wordt in Freyr al bijna honderd jaar geklommen en een van de eerste klimmers die hier de hand aan de rots legde was de Belgische koning Albert I. Maar belangrijker nog dan de historie, is de klimstijl van Freyr. Die is erg technisch en veeleisend, met moeilijk te lezen passages en kleine grepen en treden. Wie hier leert klimmen, komt daarna vrijwel nergens meer voor een verrassing te staan.
Voor de meeste mensen is Freyr echter geen liefde op het eerste gezicht. De lange historie van het klimmen in Freyr en de populariteit van het gebied laten hun sporen na. Veel routes zijn inmiddels behoorlijk glad, met name de routes tot en met 7a. Freyr is bovendien stevig gewaardeerd en kent lastige passages tussen de haken. Jezelf van haak naar haak hijsen is er niet bij. De liefde voor het gebied komt hierdoor vaak pas met de jaren. Goede condities (fris en droog) in de herfst en winter helpen daarbij. De meeste routes in Freyr liggen pal op het zuiden en de verticale wanden worden zomers zo warm dat er van wrijving nauwelijks sprake meer is. Het wordt dan een crime is om de kleine regletjes, gaatjes en slopers vast te houden.
De kopse kant van de Pape hangt fotogeniek over boven de Maas
Rochers de Freyr
Aantal routes/maximale lengte: 450/110 meter Klimstijl/steilte: wand 70-100° Niveau routes: 4-8c+ Gesteente: kalksteen en dolomiet Expositie: voornamelijk zuidwest Beste jaargetijde: het hele jaar OV: het station van Anseremme op 2,8 kilometer NKBV-Klimjaarkaartgebied
82 | HOOGTELIJN 5-2023
Meer info over dit gebied vind je in de NKBV-Tochtenwiki: tochtenwiki.nkbv.nl/nl/ poi/klimmen/rochers-defreyr/26013722
In de late herfst en winter met zonnig weer tref je hier de beste condities aan. Zelfs wanneer het in de schaduw nog vriest, kun je op de zuidwanden in je T-shirt klimmen. Aanraders zijn er te veel om op te noemen, maar de klassieke Al Lègne, een derdegraads route die door de zuidwand van het gelijknamige massief slingert, is er zeker een van. Andere lange routes op de Al Lègne die je niet mag missen zijn de Direttissima (6a), Fou-Four (6a+) en Le Parain de Juliette (6a). Op de Cinq Ânes zijn vrijwel alle routes mooi, de Taches Rouges (6b), de Pilier Cromwell (7a) en Limaçon Defoncé (7a) in het bijzonder. Op de Mérinos zijn tientallen relatief makkelijke en niet al te steile routes, terwijl de massieven Jeunesse en Louis Philippe juist de liefhebbers van steilere routes zullen aanspreken. In de Carrière Synclinal zijn enkele jaren geleden circa twee dozijn nieuwe routes ingericht. Als je van plaatklimmen houdt kun je hier je hart ophalen. Een weekend in Freyr is niet compleet zonder een overnachting op het naastgelegen bivakveld of de hut van de Club Alpin Belge. Je kan er het gehele jaar door tegen een geringe vergoedig overnachten.
Op Castel 4 tijdens een schitterende winterdag
Foto’s Harald Swen
Rochers du Castel
Aantal routes/maximale lengte: 150/25 meter Klimstijl/steilte: wand 70-90° Niveau routes: 3+ tot 7c Gesteente: kalksteen Expositie: voornamelijk zuid, gedeeltelijk west en noord Jaargetijde: het gehele jaar OV: het station van Anseremme op 2,2 kilometer NKBV-Klimjaarkaartgebied Meer info over dit gebied vind je in de NKBV-Tochtenwiki: tochtenwiki.nkbv.nl/nl/ poi/klimmen/rochers-ducastel-pont-a-lesse-castel-/ 27189494
Rochers du Castel
Allemansvriend aan de Lesse De Rochers du Castel bij Pont-à-Lesse bieden met ruim honderdvijftig goed ingerichte klimroutes voor vrijwel iedereen wat wils. Het gebied ligt mooi en rustig in het bos op een helling boven de Lesse. Tekst en beeld Harald Swen
S
amen met de naastgelegen rotsen van Freyr en Plain des Fosses op respectievelijk slechts twee en één kilometer afstand vormen de Rochers du Castel het hart van het klimmen in België. Ook de Aiguilles de Chaleux, die het speelterrein zijn voor de meer avontuurlijk ingestelde klimmer, liggen slechts een paar kilometer stroomopwaarts. De Rochers du Castel bestaan uit een vijftal massieven, Castel 1 tot en met 5, die op het terrein van het hotel Castel de Pont-à-Lesse liggen. Er is met het hotel afgesproken dat klimmers buiten de hekken parkeren en zich vooraf aanmelden in het register dat bij de receptie van het hotel ligt. Ben je met een groep? Dan is het voldoende als één persoon
van de groep zich inschrijft. Na het aanmelden volg je de vaste route buiten het terrein van het hotel om naar de rotsen. Het hotelterrein is niet voor klimmers toegankelijk en omdat we hier te gast zijn is het belangrijk om het geluidsniveau zo laag mogelijk te houden. Tussen Castel 4 en Castel 5 vind je een toilet en schuilhut voor als het onverhoopt regent. Het gebied is ideaal voor iedereen die op zoek is naar goed gezekerde vierde-, vijfdeen zesdegraads routes. De mooiste en meest karakteristieke routes van het gebied vind je op Castel 1, Castel 2 en Castel 4. Aanraders zijn de plaatroutes en versnijdingen op Castel 1, de pijler op Castel 2 met daarop
Het Dutch Rebolting Team aan het werk in Castel 1 (zie ook p. 74)
Limbabwe Team (6a+) en Luka (6a). Deelsector The Wall op Castel 2 is het speelterrein van de specialisten in korte, boulderachtige routes. De routes op Castel 4 tenslotte zijn zeer divers, van plaatroutes op de zonnige zuidzijde tot sterk overhangende routes op het noorden. De korte en relatief makkelijke klettersteig op Castel 4 ten slotte is perfect om te kijken of deze tak van de bergsport wat voor jou is.
HOOGTELIJN 5-2023 | 83
Niek poseert hoog in de zuidwand van de Dru
84 | HOOGTELIJN 5-2023
De noordwand van de Dru
Teamsport naar de top De Piz Badile, de Große Zinne, de Matterhorn, de Grandes Jorasses, de Eiger en de Dru. Volgens de beroemde Franse klimmer, berggids en schrijver Gaston Rébuffat zijn dat de zes moeilijkste noordwanden van de Alpen. Vier ervan heb ik al beklommen, de eerste twee heb ik zelfs mogen gidsen. De noordwanden van de Eiger en de Dru staan nog op de verlanglijst van Niek de Jonge en mij. Het weer bepaalt, dus we doen een poging op de Dru! Tekst Jelle Staleman Beeld Jelle Staleman en Niek de Jonge
iek en ik reizen in maart af naar de Alpen. Ons plan is eigenlijk de Eiger, maar door de slechte weersomstandigheden daar verleggen we onze focus naar de Dru. Toen ik in 2003 voor het eerst in Chamonix was keek ik met ontzag naar de Dru en kon ik me niet voorstellen dat ook maar iemand die berg zou kunnen beklimmen. En nu ga ik zelf een poging doen.
N
Onderbuikgevoel
In de tijd dat Rébuffat in zijn boek Starlight and Storm (1954) over de zes noordwanden schreef, werden die in de zomer beklommen. Inmiddels is het op vier van de zes gebruikelijker om in de winter te klimmen. Zeker de Dru staat bekend om de steenslag bij hoge temperaturen. In 2003 en 2005 stortte een deel van de westwand en de volledige Bonatti Pijler in. Het stof lag tot aan beneden in het dal in Chamonix.
We klimmen het eerste deel via de Lesueur route. Er zit hier veel ijs in de route, wat ervoor zorgt dat we lekker vlot aan een lopende zekering kunnen klimmen. Naarmate we verder komen wordt het klimmen steeds uitdagender. Het lastigst is om in de schemering te zien waar we de Lesueur moeten verlaten om richting de Allain-Leininger route te traverseren. Terwijl Niek voorklimt heb ik het idee dat we niet goed zitten. Eenmaal bij de standplaats proberen we aan de hand van de topo de juiste route te ontdekken, maar helemaal evident is het niet. Niek heeft het idee dat we goed zitten, maar mijn onderbuikgevoel zegt wat anders. De onzekerheid slaat toe. We stellen onszelf de vraag ‘wat zouden we doen als wij hier als eerste beklimmers stonden?’ Een duidelijk antwoord vinden we niet en we blijven twijfelen. Ik besluit naar mijn onderbuikgevoel te luisteren en hak de knoop door. We dalen 50 meter af en traverseren een meter of 15 naar rechts. We komen wat oude mephaken tegen en zien sporen van eerdere beklimmingen, dit lijkt goed te gaan! Na nog een paar lengtes herkennen we de kenmerkende passage Fissure Lambert van de foto’s die we op internet gevonden hebben.
Wij kiezen voor de klassieke route Allain-Leininger. Die route werd in de zomer van 1935 voor het eerst beklommen en is eigenlijk een pure rotsklimroute. Om de route te bereiken pakken we de lift omhoog naar Grands Montets. Vanaf daar moeten we het 400 meter lange Couloir Poubelles afklimmen en dan weer een paar honderd meter op de toerski’s omhoog toeren naar de bivakplek. Doordat we niet geacclimatiseerd zijn, koud uit Nederland komen en onze rugzakken een kilo of twintig wegen, komen we toch aardig vermoeid aan bij het bivak. Na het opzetten van de tent worden we getrakteerd op een fantastische zonsondergang! Omdat de beklimming behoorlijk technisch is kunnen we het ons niet veroorloven om met te zware rugzakken op pad te zijn. We hebben daarom beide een slaapzakje mee dat geschikt is tot aan het vriespunt. Bij de vijftien graden onder nul van vannacht nét niet genoeg dus.
De aanloop over de gletsjer verloopt nu wel soepel. Bij een eerdere poging moesten we met ijsschroeven artificieel omhoog klimmen door een overhangende serac. De serac en de gigantische spleten van destijds zijn volledig verdwenen en we kunnen de start van de route nu ‘wandelend’ bereiken.
Voor ons ligt een luchtige traverse over een smalle besneeuwde richel met daarboven een gladde plaat. Onze stijgijzers hebben goede grip in de sneeuw, maar voor onze handen of ijsbijlen is er totaal geen grip. Rustig blijven dus en gewoon op gevoel en balans naar rechts traverseren. Ik ben blij als ik een goede HOOGTELIJN 5-2023 | 85
zekering kan plaatsen. Ik sleur me vervolgens door een licht overhangende passage heen en voel me niet geweldig sterk. Boven aangekomen maak ik stand en ben ik blij dat Niek de volgende lengte mag doen. Ondanks dat we ‘maar’ op grofweg 3400 meter klimmen, begin ik de hoogte behoorlijk te voelen. Dat ben ik niet gewend. Ik heb al vaker beklimmingen boven de 4000 meter vanuit Nederland gedaan, zonder daarbij echt in de problemen te komen. Ik geef de hoop niet op en probeer wat te eten om mijn energie terug te vinden.
Extreem moe
We hebben het plan opgevat om de 28 touwlengtes van de 850 meter lange route in één dag te klimmen en dan hoog in de wand te bivakkeren. Doordat ik me minder fit voel dan gehoopt begin ik toch te twijfelen of dat haalbaar is. Na zeventien lengtes klimmen komen we bij het bivak bovenaan de route American Direct. Een perfect vlak plateau in de zon waar je met drie of zelfs vier klimmers kan liggen. Niek geeft aan toch ook wel aardig moe te zijn, dus besluiten we hier te bivakkeren. Om de volgende dag wat tijd te winnen en om mijn zelfvertrouwen weer op te krikken, klimmen we de lengte boven het bivak alvast een keer. Goed voor mijn zelfvertrouwen is dat echter niet, want ik voel me inmiddels extreem moe, klim extreem langzaam, ben binnen de kortste keren buiten adem en heb bij iedere beweging die ik maak kramp in mijn benen en armen. Tijdens het koken schiet iedere tien minuten de kramp weer in mijn benen, waardoor ik het uitgil van de pijn. Balend als een stekker ga ik slapen, met alle zorgen over morgen in mijn kop.
Uitzicht op de indrukwekkende westwand
het lijkt erop dat we soms volledige touwlengtes klimmen die niet in de topo staan Na een nacht in het bivak hebben we goede moed dat we vandaag de laatste tien lengtes plus de zuidwand en de afdaling nog zullen klimmen. Niettemin voel ik me nog steeds belabberd en heb ik er even aan gedacht om om te draaien. Maar ik kijk al jaren uit naar deze beklimming. Dit is mijn derde poging en ik wil Niek niet teleurstellen. Allemaal geen goede redenen om niet om te draaien als de veiligheid in het geding komt, maar het weer is goed en ik heb een fantastische klimmaat. Als we rustig blijven en alles goed afzekeren, dan kunnen we veilig verder. Ik besluit door te klimmen zolang Niek nog verder wil.
Jelle vlak na de traverse in de Fissure Lambert
Bouldergradaties
De waarderingen van deze route zijn kneiterhard. Een van de eerstbeklimmers, Pierre Allain, is opgegroeid in Fontainebleau. Wij krijgen soms het idee dat Allain de bouldergradatie uit Fontainebleau één op één heeft overgenomen in deze route. Sommige 5c off-width lengtes voelen voor ons aan als een 6b/c. Mijn geluk is dat ik Niek mee heb, die is gespecialiseerd in deze klimstijl. Dit laat eens te meer zien dat klimmen wel degelijk teamsport is, ondanks dat het grote publiek dit vaak anders ziet.
86 | HOOGTELIJN 5-2023
Naast het moeilijke klimmen blijft het routezoeken ook behoorlijk lastig. Het lijkt erop dat we soms volledige touwlengtes klimmen die niet in de topo staan. Op het moment dat we ónze 28e touwlengte uitklimmen, blijkt dat het pas touwlengte 24 uit de topo is. Nog maar een bivak dan? We geven nog niet op en proberen zo goed en zo kwaad als het kan gas te geven. Of in plaats van ‘we’ moet ik eigenlijk ‘Niek’ zeggen.
Opgelucht, eindelijk op de top
Niek in de laatste meters onder de top
Allain-Leininger op de Dru Reis
Vertrouwen
Ik klim de 28e touwlengte in de schemering en maak stand in het bivak. Het klimmen vandaag was behoorlijk uitdagend, ook als ik me fit gevoeld had. Het bivak is bijzonder want we hebben een soort dak boven ons hoofd! Door de harde wind die door een gat in de rots van de zuidwand naar de noordwand blaast, waait de brander makkelijk uit. Het geluk is dat we met onze bivakzakken en wat friends die we in het dak van het bivak plaatsen een soort windscherm kunnen bouwen, zodat we toch sneeuw kunnen smelten. Terwijl ik continu mijn hoofd stoot houd ik de brander vast achter het geïmproviseerde windscherm en probeer ik te voorkomen dat de brander onze slaapzakken in de fik steekt. Door het extra bivak is vrijwel al het eten op en staat er morgen ook geen ontbijt op de planning. Daarom genieten we extra van het kopje oplossoep dat we samen delen. ’s Nachts liggen we lepeltje lepeltje om wat warmer te blijven. Nooit gedacht dat ik zo blij zou worden van lepeltje lepeltje liggen met Niek. De volgende ochtend klimmen we door het gat naar de zuidwand. We proberen te zien waar de route loopt, maar helemaal duidelijk is dat wederom niet. We vermoeden dat we naar rechts moeten traverseren, maar ook dat blijkt weer moeilijker dan gedacht. In de topo wordt niets gezegd over het laatste stuk klimmen in de zuidwand, dus waren wij in de veronderstelling dat het nooit heel moeilijk kon zijn. Na twee vreemde lengtes ontdekken we een rotsband met wat vaste touwen, die we besluiten te volgen. Voor de route is het niet nodig maar voor de foto op p. 84 vraag ik Niek om even naar het puntje te lopen. Step into the void!
Chamonix ligt op iets meer dan 1000 kilometer van Utrecht en is in vijftien uur te bereiken met het openbaar vervoer. Vanuit Chamonix kun je met de lift omhoog naar Grands Montets. Er is geen hut van waaruit deze route te klimmen is, dus onderweg wordt het bivakkeren.
Route
De Allain-Leininger route is 850 meter lang en op het niveau TD+/6a/IV. Wij gebruikten onderweg de topo Chamonix van Charlie Boscoe en Jack Geldard. Jelle Staleman en Niek de Jonge worden gesponsord door Rab, Lowe Alpine en Scarpa.
Een traverse van vier touwlengtes brengt ons onderaan de top! We hebben het echte moeilijke klimmen gehad en nu ligt er enkel nog een stuk veertig tot vijftig graden steile sneeuw voor ons. Ik klim een meter of 50 en kan bijna op de topgraat stand maken. Bij Niek is het beste er ook vanaf, dus klimt hij rustig en gestaag na. Langzaam begint het besef door te dringen dat we onze grote droom nu echt gaan waarmaken! Yes, ik sta op de top van de Petit Dru! En dat samen met Niek! De beleving van een beklimming wordt niet alleen gemaakt door de bergen, maar vooral ook door de mensen met wie je op pad bent. Deze beklimming bewijst voor mij nog maar eens dat klimmen écht een teamsport is. Meer nog dan welke andere sport dan ook, want bij welke teamsport heb je zoveel vertrouwen nodig in je maat dat je hem letterlijk jouw leven toevertrouwt? HOOGTELIJN 5-2023 | 87
Onder redactie van Frank Husslage en Ico Kloppenburg
gespot
Volg @hoogtelijn op X voor het laatste nieuws van de redactie. Tips zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.
Ultratrailen doe je met jezelf
Nachtmerrie op de K2
De Italiaanse Tamara Lunger (37), een topskimountaineer en een ervaren alpinist, heeft twee zware jaren achter de rug na de tragedie op de K2 die ze van dichtbij meemaakte. Vijf bevriende klimmers kwamen er om het leven. Als 23-jarige beklom ze de Lhotse (8516 meter) en een paar jaar later de K2 (8611 meter). Die bereikte ze zonder gebruik van extra zuurstof, samen met Simone Moro. Met hem was ze vaak onderweg en via hem maakte ze kennis met winterbeklimmingen op bergen van achtduizend meter. Ze bereikte echter op geen van alle de top. Op de Nanga Parbat (8126 meter) strandde ze op 70 meter onder de top. Op tijd stoppen en omdraaien als het gevoel niet goed is, dat was haar uitgangspunt. Door die instelling overleefde ze de winterexpeditie naar de K2 in 2020/2021. Ze leerde er de Spanjaard Sergi Mingote, de Chileen Juan Pablo Mohr, de IJslander John Snorri en de Bulgaar Atanas Skatov kennen. En ze trof er de Pakistaanse topklimmer Ali Sadpara, met wie ze op de Nanga Parbat klom. Geen van deze vijf klimmers kwam levend van de K2. Tamara Lunger overleefde doordat ze hoog op de berg omdraaide. In Der Ruf des K2, een mooi vormgegeven Duitstalig boek met veel foto’s, vertelt ze over haar gevoel en ervaringen tijdens deze nachtmerrie. [Peter Daalder] Der Ruf des K2 Tamara Lunger Athesia-Tappeiner Verlag (2023), athesia-tappeiner.com ISBN 9791280864062 €25
88 | HOOGTELIJN 5-2023
Het is alweer even geleden dat Jolanda Linschooten het boek Eenzame uren schreef. Onder de titel Ultra: Een jaar lang trailrunnen geeft ze het nu opnieuw uit, ditmaal vergezeld van vele foto’s. Vaak foto’s die de vermoeidheid en het afzien tonen, maar ook beelden waar het geluk en de euforie vanaf stralen. Bijna driehonderd pagina’s lang neemt Jolanda je mee door een jaar dat voor haarzelf in het teken van ultratrails staat: de zware tochten als de Marathon des Sables, de Ultra-Trail du Mont-Blanc, de Grand Raid de la Réunion en de Bob Graham Round. En dan ook nog eens meer dan alleen uitlopen, wat voor de meeste stervelingen al een ondenkbare prestatie zou zijn, maar vaak tot op het erepodium. Ondanks dat dit jaar alweer even achter ons ligt, staat de kern van het boek nog steeds als een huis, de vraag ‘Waarom doe je dit?’ Met verwijzingen naar andere hardloopschrijvers, filosofen en fictieboeken fileert ze haar eigen afzien, pijn lijden en blessures bestrijden. Haar heilige graal is de flow waarin je als loper terecht kunt komen. Uiteindelijk concludeert ze dat dit soort lopen vooral een kwestie is van vrienden worden met het landschap en vooral met jezelf. Ultratrailen doe je een beetje tegen een ander, maar vooral met jezelf. [Frank Husslage]
Ultra Jolanda Linschooten Uitgeverij Wild (2023), frankvanzwol.nl ISBN 9789083344522 €24,50
Fatale Haute Route Hij staat voor veel toerskiërs hoog op het verlanglijstje: de Haute Route, van Chamonix naar Zermatt. Dat deze prachtige onderneming ook slecht kan aflopen zien we in een indringende Zwitserse documentaire, waarin een groep skiërs in de problemen komt. Problemen met fatale gevolgen voor zeven van de tien leden van de groep. De overlevenden, de redders en een stel dat op dezelfde route onderweg was vertellen over het drama. Leerzaam voor elke toerskiër. Scan de QR-code of bekijk de documentaire via tinyurl.com/docuhauteroute.
Grammenjagen
Zoals er voor alles wel een app is, geldt dat ook voor materiaallijstjes. Lighterpack.com is er één, waarin je al je materiaal kunt bijhouden. Van de spullen die je hebt ingevoerd kun je verzamelingen maken, bijvoorbeeld voor een weekendje wandelen of een lange trektocht. De app telt het gewicht op en maakt een taartdiagram. Echt iets voor de grammenjagers onder ons. Bovendien kun je ook gemakkelijk met anderen delen wat je meesleept op je tocht.
Zwarte steen Gerard M. Den Toonder Boekhandel Vos & Van der Leer (2023) ISBN 9789403676227 €19,95
Verhalen van een alleskunner
Geluk in de bergen
‘In mijn verhaal “By fair means” dat werd gepubliceerd in het blad “de Hoogtelijn” leverde ik kritiek op het ontbreken van haakjes in de slaapzaal. Tien bedden en zes haakjes, terwijl je zoveel zou willen ophangen. […] Zijn de haakjes zo duur? De kritiek werd in het verhaaltje overigens gecensureerd. Een bergsportvereniging mag kennelijk niet kritisch zijn.’ Ik riskeer nu een bestuurscrisis binnen de NKBV door Gerard den Toonders kritiek alsnog te publiceren, maar vooruit, het kenmerkt immers zijn behoefte om, zonder blad voor de mond, kleine observaties over haakjes, over mensen die hij onderweg tegenkomt en over zichzelf te delen met zijn lezers. Zwarte steen is een bundel met vijftig bergsportverhalen die alpinist Den Toonder in eigen beheer heeft uitgegeven. De verhalen, die soms lezen als dagboekoverpeinzingen, zijn vooral herkenbaar voor liefhebbers van huttentochten, alpentochten en klimweekendjes naar België en Duitsland. De kleine observaties wisselt hij overigens af met grotere beschrijvingen van de omgeving, de natuur, de berg en het pad omhoog. Het geeft niet dat je de top niet haalt, dat je voorklimangst hebt of dat je een dagje ouder wordt. Het gaat erom dat je geluk vindt in de bergen: ‘En dan zie ik waar ik zal stoppen [onderaan de Liongraat van de Matterhorn red.], nog vijftig meter en daar zal prachtig zicht zijn. Ik denk aan Kees, sorry jongen, je zal nog even moeten wachten. Ik denk aan mijn dochters en hun mannen en aan het kleinkind nog in haar buik. Laat even de zonnebril aan het koordje bungelen, hij beslaat. Ik plof neer op een steen en pak de camera. De wolk is hoger gestegen en de Matterhorn is verdwenen in de mist.’ [Florian van Olden]
Een jaar na zijn tragische lawineongeluk verscheen een bundeling van verhalen over de talentvolle alleskunner David Lama. Zoon van een Oostenrijkse moeder en een Nepalese vader, een Sherpa uit het Everestgebied. Zijn vader kon door een stipendium van sir Edmund Hillary onderwijs volgen en ontmoette zijn moeder tijdens een wandeltocht in de Himalaya. Als driejarige was David al in de Himalaya en toen hij zes was nam de Oostenrijkse Everestbeklimmer Peter Habeler de getalenteerde jongen onder zijn vleugels. Hij leerde hem de fijne kneepjes van het rotsklimmen. Op zijn veertiende was David wereldkampioen bij de jeugd, met zijn vijftiende algemeen wereldkampioen en een jaar later tweevoudig Europees kampioen. Het aardigst van de verzameling verhalen van en over David Lama zijn de boeken High en Free, die hij al vroeg schreef en die geheel in dit werk zijn opgenomen. Het boek wordt gecompleteerd door vele zeer fraaie foto’s en door een aantal verhalen over zijn beklimmingen overal ter wereld, onder andere zijn solobeklimming op de Lunag Ri in Nepal. [Peter Daalder]
David Lama: Sein Leben für die Berge David Lama, Florian Klingler en Christian Seiler Penguin (2020), penguin-verlag.de ISBN 9783328601500 €26,00 / e-book €27,99
Het wilde België Drie jaar zwierven de filmmakers Pim Niesten en Dick Harrewijn door de Belgische natuur. Ze legden in fascinerende beelden het wilde België vast. Daarmee stelden ze de film Onze natuur: Het wilde België samen, die sinds begin deze maand in diverse bioscopen draait. Onwaarschijnlijk fraaie beelden van onder andere de bijna uitgestorven lentevuurspin op zijn spannende ondergrondse paringstocht, het gevecht op leven en dood van twee vliegende herten en liefelijke beelden van acht pasgeboren wilde zwijntjes.
Ode aan vergeten vrouwen Wanneer Rachel Hewitt door persoonlijke tegenslagen haar toevlucht zoekt in trailrunning, beseft ze dat vrouwen vaak in het nadeel zijn in de bergsport. Ze komt erachter dat veel memorabele vrouwen in de loop der tijd uit de geschiedenis zijn gewist. Eén van die vrouwen is Lizzie Le Blond, een Ierse aristocrate die de Ladies’ Alpine Club oprichtte, zeven boeken over bergklimmen schreef en twintig eerstbeklimmingen op haar naam had staan. Ondanks haar indrukwekkende prestaties verstomt het verhaal van vrouwen in de bergsport na haar
tijd. Hewitt vraagt zich af of dit nog steeds gebeurt, ook al boeken vrouwen vooruitgang in hun streven naar gelijke rechten. De recente controverse rondom de prestaties van Kristin Harila werpt eigenlijk dezelfde vraag op: zouden mannen dezelfde kritiek als Harila hebben gekregen? In Her Nature: How Women Break Boundaries in the Great Outdoors is niet alleen een krachtig verslag van de prestaties van vrouwen door de eeuwen heen, maar ook een aanklacht tegen de beperkte ruimte die vrouwen zelfs vandaag de dag vaak nog krijgen in
de wereld van de bergsport. Hewitt benadrukt de noodzaak om te blijven strijden voor gelijkwaardigheid. [Rinske Brand]
In Her Nature Rachel Hewitt Penguin books (2023), penguin.co.uk ISBN 9781529908909 €27,99 / e-book €17,99
HOOGTELIJN 5-2023 | 89
vooruitblik
Hoogtelijn 1-2024 verschijnt 2 februari
Colofon
THEMA
BERGSPORTDAG
Catalonië Cavalls del Vent
Hoogtelijn is het officiële tijdschrift van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht heeft, zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn.
Redactie
Alpiene cursus En daarna?
Peter Daalder (hoofdredacteur) Marjolein Wols (eindredacteur) Rinske Brand, Lineke Eerdmans, Frank Husslage, Rien Jans, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Florian van Olden, Noor van der Veen, Eva van Wijck
Vaste medewerkers
Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartografie), Toon Hezemans (illustratie), Manon Stravens (interview)
Redactieadres
NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl hoogtelijn.nl
Advertentie-exploitatie
Kennismaken Expeditie Academie IV
Inge Arntz 06-49270840 inge.arntz@nkbv.nl
Productie en vormgeving
Studio ManagementMedia, Hilversum Anita Baljet
Druk
Senefelder Misset, Doetinchem Oplage: 45.000 ISSN: 1387-862X
Los abonnement
Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 32,50 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.
Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging
Interview Nasim Eshqi 90 | HOOGTELIJN 5-2023
Bellen 0348-409521 Bezoeken Houttuinlaan 16 A, 3447 GM Woerden Schrijven Postbus 225, 3440 AE Woerden Betalen Bank: IBAN NL84RABO0161417213 BIC RABONL2U
17 MAART 2024 | NBC NIEUWEGEIN
Bergsportdag is terug! Het grootste bergsportevent van Nederland
koop nu je ticket op: bergsportdag.nkbv.nl
We Are Masters of Insulation MYTHIC G JACKET We’ve redefined warmth for weight, again. Engineered with our pinnacle 1000FP down and a cutting-edge TILT heat-reflective lining, the Mythic G is your essential refuge in plummeting temperatures, all for under 300g. WWW.RA B .E Q U I PME N T
RAB SHOP IN SHOP