Gemaakt van gerecycled wol. oude wol nieuw vest
Jij hebt buiten nodig. Om op te laden, af te zien, te genieten. Maar buiten heeft jou ook nodig, misschien wel meer dan ooit. Overproductie en -consumptie zorgen namelijk voor een groeiende afvalberg. Met Buitenmens maak je een duurzamere keuze en bescherm je buiten. Buitenmens is namelijk een nieuwe collectie gemaakt van je oude buitengear. Een reisaccessoire gemaakt van je oude tent ingeleverd bij Bever. Een sweater die een nieuw leven geeft aan oude klimtouwen en nu nieuw in onze collectie: oude wol, nieuw geweven voor de toekomst.
bever.nl/buitenmens
Wist je dat de items van Buitenmens wol…
…gemaakt zijn van zoveel mogelijk gerecycled wol?
…binnen Europa worden geproduceerd?
…zo zijn ontworpen dat ze weer opnieuw hergebruikt kunnen worden na vele buitenavonturen?
Geef je spullen een nieuw leven
Geef je je product liever een tweede leven dan het op de afvalberg te laten belanden? Lever het in bij een van onze winkels! Wij beoordelen de staat en materialen in onze hergebruiktstraat. Versleten items upcyclen we tot iets nieuws of recyclen we tot grondstoffen voor nieuwe producten.
Lever in bij de Beverinleverton in jouw dichtstbijzijnde winkel!
Kijk voor meer informatie op nkbv.nl of volg ons op Facebook en Instagram.
ACTUEEL
8 Op de hoogte
11 Sportklimnieuws
42 Bezoek de Bergsportdag
86 Gespot
NKBV
7 Van het bestuur
66 NKBV voor jou
THEMA
16 Sneeuw, hoe lang nog?
18 Alpinisten op walvisjacht
24 Dagtochten op sneeuwschoenen
28 Toerskiën in de Maurienne
34 Lawine-onderzoek
38 Nederlands skimoteam
EN VERDER
14 Depot: Ex libris
44 De Klimmist
48 Klimmen bij de buren
50 Nederlandse berggidsen
60 Naar een hut: Geltenhütte
62 Duurzamer de Dolomieten in
68 Interview: Boris Textor
74 Markt & Materiaal
76 Lopend bu et
77 Mijn verhaal
78 Fijnproevers:
Mont de Greuvettaz
84 Nieuw Alpines Museum
89 Ten slotte
90 Vooruitblik
16
SNEEUW
In alle seizoenen gaan bergsporters de sneeuw in. De witte wereld is niet voorbehouden aan de winter. Toerskiërs reizen in april af naar de Alpen en alpinisten zeilen in juni naar Jan Mayen, op zoek naar sneeuw en ijs.
18
JAN MAYEN
Alpinisten op walvisjacht
ONZEKERHEID
Lawine-onderzoek
Mentale en fysieke training
74
MARKT & MATERIAAL
Groen, groener, groenst
FIJNPROEVERS
Mont de Greuvettaz
Vrouwen
Line van den Berg, die op 19 mei 2023 verongelukte in de Zwitserse Alpen, en klimmer en routebouwer Swaen Harmsen hadden duidelijke ideeën over de positie van vrouwen in de klim- en bergsport. Zij schreven daarover diverse columns, maar het kwam niet tot publicatie. Niet omdat het onderwerp niet relevant zou zijn, maar Line en Swaen en de redactie van Hoogtelijn hadden verschillende gedachten over hoe je zoiets het beste tot uiting kan laten komen in een verenigingsblad zoals Hoogtelijn
78
50
BERGGIDSEN
Dertien Nederlanders
68
INTERVIEW
Boris Textor
Line en Swaen lieten het onderwerp niet rusten. Dat resulteerde in een aantal persoonlijke observaties en in een door Line gemaakte lm over haar zoektocht naar van alles, onder andere naar geschikte vrouwelijke klimmers die uitdagende tochten konden en wilden maken. De vertoning van haar lm My Phantom op het Dutch Mountain Film Festival was voor Line een ultiem moment van waardering, maar bovendien zag zij zo haar boodschap zichtbaar worden voor een groter en divers gezelschap.
Na het verongelukken van Line schreef Swaen als een soort hommage een artikel met onder andere teksten die Line gemaakt had. Omdat de positie van vrouwen in de klim- en bergsport nog verre van ideaal is, ondanks wat voorzichtige verbeteringen, besloten we op pagina 44 aandacht te geven aan de gedachten die Line en Swaen ontwikkeld hadden voor hun project ‘De Klimmist’.
Peter Daalder Hoofdredacteur peter.daalder@hoogtelijn.nl
Op de cover: Op een tocht is er vaak een passage of moment waarop alles bij elkaar komt. Op deze tocht door de Maurienne (zie p. 28) was dat duidelijk dit moment op de topgraat van de Albaron (3637 meter), het hoogtepunt en de sleutelpassage van de skitoer.
Foto: Ruben van Duin
Een vloek of een zegen
Sneeuw, je houdt ervan of niet. Waar de een opgetogen uitkijkt naar de eerste neerdwarrelende sneeuwvlokken, bedenkt de ander zich ongerust dat de straat glad wordt en naar buiten gaan risico op uitglijden betekent.
Ook in de bergen en de bergsport kent sneeuw twee gezichten. Als je wil gaan skiën kijk je reikhalzend uit naar een mooi vers pak. Maar sneeuw levert ook gevaren op. Elk jaar vallen er slachto ers door lawines en ook afgelopen jaar waren er weer veel steile sneeuwvelden aan het begin van de zomer. De NKBV waarschuwde er nog extra voor, nadat een aantal mensen erover naar beneden was gegleden. Ik zag zelf aan het begin van de zomer hordes mensen zonder stijgijzers of pickel over steile sneeuwvelden gaan. Meestal gaat het goed. Maar ik zag ook een vrouw een heel stuk naar beneden glijden. Vlak voor de rotsen kon ze stoppen. Een hele nare afloop werd maar net afgewend.
Nog veel steile sneeuw op weg naar de top van de Wilder Freiger
Aan de andere kant is op dit moment de aanwezigheid van sneeuw en gletsjers een geruststelling: de klimaatverandering hee ze nog niet laten verdwijnen. Dus hoe meer hoe beter nu. Berghutten hebben de sneeuw of gletsjers vaak hard nodig voor hun watervoorziening. Diverse hutten zijn al gesloten door een tekort aan water. En als de permafrost onder de hutten dan ook nog smelt, zakken ze weg. Ook dat is een oorzaak waardoor elk jaar een paar hutten de deuren moeten sluiten.
Ik zou zeggen, geniet ervan zo lang het nog kan
Daarnaast zorgt dat laatste ook voor steenslag of het wegzakken van hele berghellingen. De gevaren worden er niet minder op met de huidige staat van de bergen. Bij onze tochtenplanning moeten we met nieuwe fenomenen rekening houden en wellicht nog beter letten op de actuele omstandigheden dan vroeger het geval was.
Zolang het kan biedt de NKBV zoveel mogelijk activiteiten in sneeuw en ijs aan. In de zomer zal er bij toeren en cursussen gerust nog regelmatig een gletsjer(tje) overgestoken worden. En de sneeuwschoentochten zijn ook nog steeds mogelijk en heel populair. Dit nummer levert je vast inspiratie op. Wie weet, misschien kan het nog net deze winter.
Voorlopig zal er nog regelmatig een flink pak sneeuw in de bergen liggen. Ik zou zeggen, geniet ervan zo lang het nog kan!
Andrea Loerts
bestuur@nkbv.nl
Opzeggen lidmaatschap
Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op mijnnkbv.nl. Je ontvangt dan per e-mail een
bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl.
Partners van de NKBV
Heb je nieuws voor ‘Op de hoogte’, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl. Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook en Instagram.
op de hoogte
Berlijn
Onder redactie van Berend
2025 is door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationaal jaar voor het behoud van de gletsjers. Vanaf dit jaar geldt 21 maart als Werelddag voor gletsjers. Allemaal met als doel om aandacht te vestigen op de rol en het belang van gletsjers in ons ecosysteem. Ook de internationale bergsportvereniging UIAA gaat met ledenverenigingen bewustwordingsactiviteiten organiseren. In Hoogtelijn 2 zoomen wij in op de gletsjer als belangrijk en fascinerend natuurverschijnsel.
Meer dan tien jaar konden berglie ebbers hun slaapplaatsen in ruim vij onderd hutten in de Alpen online reserveren via alpsonline.org. Dit platform is met ingang van dit winterseizoen vervangen door een nieuwe en geoptimaliseerde versie: hut-reservation.org. Dit systeem hee een fris design en biedt gasten een vereenvoudigde login. Je krijgt snel een overzicht van eerdere en toekomstige reserveringen. Het reserveringsproces zelf blij ongewijzigd.
Het hoogste punt van het Nederlandse koninkrijk blijkt minder hoog dan gedacht. Metingen wijzen uit dat Mount Scenery op Saba ‘slechts’ 870 meter hoog is. Dat is lager dan de 877 meter die eerder is gemeten en nu op een bord op de top staat vermeld. Maar ook met de nieuwe hoogte blij de berg de hoogste van Nederland. Op de tweede plek komt The Quill op Sint-Eustatius met 601 meter.
Yolanda de Both is als penningmeester toegetreden tot de raad van bestuur van de internationale bergsportvereniging UIAA. Dezelfde functie bekleedt zij in het bestuur van de NKBV.
De hoogste berg van het Noord-Amerikaanse continent (6190 meter) ging sinds 2015 door het leven als Denali. Direct na zijn inauguratie tekende Donald Trump echter een decreet om de berg zijn oude naam terug te geven: Mount McKinley. Achter deze namenstrijd gaat in zekere zin ook een culturele strijd schuil. Denali is de inheemse naam, William McKinley de naam van de 25e president van de Verenigde Staten.
Barbara Kerkhof overleden
Door de gevolgen van borstkanker is fotograaf en journalist Barbara Kerkhof uit Huissen (Gelderland) op 29 november 2024 overleden. Barbara was getrouwd, had drie jonge kinderen en is 49 jaar geworden.
Sinds 2017 hee zij met regelmaat foto’s gemaakt en artikelen geschreven voor Hoogtelijn, meestal over trail- en skyrunnen. In haar eerste artikel schreef ze, als introductie voor beginnende sky- en trailrunners: ‘Lange stukken rennen over kleine paadjes, gecombineerd met wandelen waar hardlopen te zwaar wordt, is onze natuur. Het zit in onze genen om uren te jagen en te verkennen, we zijn het alleen massaal verleerd. We werken, zitten, rijden en krijgen af en toe de onbedwingbare behoe e aan avontuur en fysieke inspanningen. Soms moet je daarvoor een grens verleggen. Als je dan met iets nieuws begint, zoals skyrunning, is het jn om dat meteen goed te doen en dat kan al in Nederland, met trailrunning.’
Nadat bij haar voor de eerste keer borstkanker was geconstateerd, bleef Barbara actief sporten. In 2021 was ze terug op topniveau, toen ze een bronzen medaille
behaalde in een wedstrijd over 57 kilometer tijdens het NK Skyrunning.
Samen met haar loopmaatje Linda Modderkolk maakte Barbara voor Hoogtelijn diverse tochten in bergachtig gebied in Zwitserland, Tsjechië en Oostenrijk. Daarvan maakte ze verhalen waarbij ze ook de fotogra e verzorgde. Dat deed ze op een gedegen, professionele manier. Ze was creatief en had altijd een positieve en vriendelijke houding.
De cover van het thema ‘Trail- & skyrunnen’ (september 2024) was Barbara’s laatste bijdrage aan Hoogtelijn.
Kristin Harila’s expeditie
is gestaakt, maar de stichting gaat door
Samen met Tenjen Lama Sherpa beklom de Noorse avonturier Kristin Harila in 2023 de veertien hoogste bergen ter wereld in een recordtijd van 92 dagen. Lang hee Lama Sherpa niet van deze prestatie kunnen genieten. Een paar weken later overleed hij tijdens een andere expeditie in een lawine.
Ter ere van haar klimpartner hee Kristin Harila de Lama Sherpa Foundation opgericht. Met als doel om al die sherpa’s, dragers en koks die de berg-
sport in de Himalaya mogelijk maken, te beschermen en namens hen op te komen voor goede werkomstandigheden en een eerlijke beloning. Om de stichting onder de aandacht te brengen, ondernam Harila een solo-trip van 1140 kilometer naar de Zuidpool.
Helaas moest ze na 700 kilometer haar tocht staken vanwege aanhoudende rugpijn. Op haar website zegt ze daarover: ‘Deze expeditie beëindigen was een hele moeilijke beslissing. Maar ik kijk uit naar een opwindend 2025, waarin we echt van start gaan met de stichting.’
Heb je opmerkelijk expeditienieuws?
Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.
Diepens
Noël
Foto
Gestrand in sneeuw en ijs
In juni 2024 zijn Rob Gietema en Noël Diepens afgereisd naar de Ruth Glacier in Alaska, Verenigde Staten, om zowel alpiene als rotsroutes te klimmen. Ze hadden verschillende doelen op het oog, waaronder de Southwest Ridge op Peak 11.300 en de Cobra Piller op Mount Barrill. Het weer en de condities speelden echter een grote rol tijdens de expeditie. Tijdens de beklimming van de Southwest Ridge op Peak 11.300 waren de sneeuw- en ijscondities een obstakel. Uiteindelijk besloten ze om af te dalen vanwege het risico op lawines. Bij de beklimming van The Stump op de Goldnger moesten ze omkeren vanwege vermoeidheid. Noël en Rob werden bij hun expeditie ondersteund door de NKBV. Het expeditieverslag en foto’s vind je op nkbv.nl/ grensverleggers/bergsport.
bij de aanloop naar de Southwest Ridge
Kung Sander
Het regent als de laatste hut op onze laatste etappe van de Kungsleden in zicht komt. Terwijl we schuilen gaan de sluizen open en stuitert een enorme gestalte luidruchtig de hut binnen. Het duurt precies drie seconden voor de huttenwaard pinnig roept dat hij zijn blubberige bergschoenen moet uitdoen. Goedgemutst schui Sander uit Almere bij ons aan tafel. Ja, hij is opgewonden! Net begonnen aan zijn avontuur, solo in Lapland. En zeker, zijn rugzak is met 28 kilo aan de zware kant. Al snel gaat hij weer op pad (‘het is maar water’). Hij haalt een gloednieuwe poncho uit de verpakking en vraagt of we willen helpen het kreng aan te doen: alleen lukt dat niet. Gehuld in plastic verdwijnt hij de Zweedse regen in, nog 440 kilometer te gaan. Bijna vertederd kijken we hem na. [Ico Kloppenburg]
Heb je ook een leuk bergverhaal?
Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.
Het zakmes zonder mes
Er is niks meer Zwitsers dan het Zwitserse zakmes. En wie Zwitsers zakmes zegt, zegt Victorinox. Het rood uitgevoerde, handzame multi-instrument, met het embleem van het schildje met kruis daarin, is een icoon van het land. Gehuld in een lange traditie, maar niet onaantastbaar voor vernieuwing. Het familiebedrijf kwam al eerder met horloges en reisko ers en voegt nu een nieuw item toe aan haar zakmesassortiment: het zakmes zonder mes. Vanwege steeds strengere regels voor het bezit van steekwapens gaat Victorinox een exemplaar op de markt brengen met louter hulpmiddelen als een kurkentrekker, pincet en tandenstoker. Dus geen lemmet.
Onderweg naar de col, de toegang tot het Angsi Bassin
op de hoogte
Een koude, maar lonende expeditie in West-Nepal
Afgelopen september en oktober is een internationaal team van vier klimmers op expeditie geweest in de Changla Himal, een afgelegen bergketen in West-Nepal. Onder hen twee Nederlanders: Bas Mulder en Alexander Sternfeld. Ze bereikten het basiskamp op ongeveer 5000
meter vanuit Simikot, na een trek van zes dagen. In de 23 dagen dat het team in het basiskamp was, bereikten de klimmers vier (vermoedelijk) maagdelijke toppen boven de 6000 meter, variërend in moeilijkheid van AD tot D+. Het team had te maken met erg diepe sneeuw en koude
Filosoof Fleur Jongepier columnist bij Hoogtelijn
De bergen zijn voor velen een bron van inspiratie, bezinning en energie, maar niet iedereen weet daar goed woorden aan te geven. Dat is wel toevertrouwd aan Fleur Jongepier, filosoof én fanatiek bergliefhebber en klimmer. Fleur schrijft columns voor landelijke dagbladen en is auteur van het boek Berghonger, waarin ze een bruisende filosofische tocht door de bergen onderneemt. Met ingang van dit nummer geeft ze in haar column ‘Ten slotte’ (zie p. 89) in Hoogtelijn haar filosofische kijk op de bergwereld en bergsporters en alles wat zich daar tussenin beweegt. Daarbij plaatst zij ook een eigengemaakte foto of tekening.
Te veel helikopters in de Everestregio
Het rommelt in de lucht in de Everestregio in Nepal. De laatste tijd hebben helikoptertripjes zo’n vlucht genomen dat er zorgen zijn over geluidsoverlast, luchtvervuiling en de impact op de fauna. Daarnaast leidt het luchtverkeer ook tot broodroof onder lokale dragers. Veel vluchten zijn bedoeld om bergbeklimmers terug te taxiën naar Kathmandu, als hun beklimming erop zit. Daardoor lopen de dragers inkomsten mis, want voorheen brachten zij de bagage terug.
De lokale bevolking en jeugdgroepen hebben helipads onbruikbaar gemaakt met vlaggen en dreigden met actie tegen de bemanningsleden. Betrokken partijen zijn druk bezig om een oplossing te vinden voor deze situatie. Tot die tijd blijven de helikopers aan de grond.
omstandigheden. Dat leidde tot bevriezingen bij Bas Mulder, die geëvacueerd moest worden. Hij herstelt inmiddels goed. Meer over deze expeditie is online te lezen op NKBV Grensverleggers onder de naam ‘Expeditie Angsi Bassin’.
Geen cursussen vanuit de Kaunergrathütte
Een stukje bergsportgeschiedenis komt voorlopig ten einde. Vijftig jaar lang organiseerde de NKBV, en daarvoor de KNAV, zomercursussen vanuit de Kaunergrathütte in Oostenrijk. De naam van Herman Bratschko is onlosmakelijk verbonden met al die leden die hier belangrijke stappen hebben gezet in het alpinisme. Bratschko was vele jaren berggids, opleider en huttenwaard op de Kaunergrat. Dit zomerseizoen staat het gebied niet in het cursusprogramma van de NKBV. Dat heeft er alles mee te maken dat nieuwe wetgeving in Oostenrijk de inzet van berggidsen bemoeilijkt (meer hierover op p. 66). Onherroepelijk is het besluit niet. Als er een oplossing komt voor de Oostenrijkse gidsen, herstelt de NKBV een mooie traditie in ere.
Overtoerisme in Zuid-Tirol
Berg- en wandelgidsen in Zuid-Tirol trekken aan de bel. In hun jaarvergadering waarschuwen zij voor overtoerisme. De gidsen constateren met zorg dat er op de wegen naar de bergen steeds langere files staan, de bergpaden en -passen overvol raken en hutten steeds langer van tevoren gereserveerd moeten worden. Daarnaast gaat een – onervaren – publiek de bergen in dat beter in het dal kan blijven. De boodschap van de gidsen: wees terughoudend bij de verdere ontwikkeling van het toerisme in Zuid-Tirol. Op een gegeven moment moet je in de bergsport een stapje terug doen om je toekomst niet te bederven.
Onder redactie van Ico Kloppenburg
Topsport: wat zijn de plannen van de NKBV?
Volg het NK Boulder 2025
Binnen de klimsport is een beperkte groep leden actief op topniveau. De NKBV ondersteunt die toppers en hee een visie op het wedstrijdklimmen ontwikkeld. Welke realistische doelen willen zij bereiken? Hoe ziet de weg van een klimmer naar het internationale podium eruit? Dit alles is te lezen in het Topsportbeleidsplan 2025-2028, dat te vinden is op de website van de NKBV of via deze QR-code.
SPORTKLIMNIEUWS op de hoogte
Marianne van der Steen werd voor de tiende keer Nederlands kampioen ijsklimmen
IJsklimmen in de li
Terwijl de routebouwers op dit moment de laatste hand leggen aan de boulders, bereiden 24 klimmers zich zo goed mogelijk voor om deze problemen op te kunnen lossen tijdens het Nederlands kampioenschap Boulder 2025! Op zaterdag 8 februari mogen in Boulderhal de Campus in Den Haag twee klimmers zich aan het eind van de avond, na verscheidene dyno’s, platen en heel- en toehooks te hebben overwonnen, zich Nederlands kampioen boulder noemen. Dit is een spektakel dat je echt niet wilt missen. De halve nale (start om één uur ’s middags) kun je gratis bezoeken, de nale is te volgen via de livestream (met commentaar). Schakel hiervoor om acht uur ’s avonds in op nkboulder.nkbv.nl.
Nathaniel Coleman terug met No one mourns the wicked (9A)
Op 14 december kwamen de internationale ijsklimmers bij elkaar in Utrecht voor de (Youth) Continental Open én het NK IJsklimmen ineen. Dat Marianne van der Steen en Dennis van Hoek het internationale podium haalden en dus ook Nederlands kampioen werden was niet nieuw. Wel nieuw was het grote aantal Nederlanders dat meedeed (24!) en het groeiende succes van het Nederlandse team. Dat is met de komst van Tom Phillips en Annick Teepe bij de selectie versterkt. Annick klom zich ook knap naar de nale en eindigde op de achtste plaats. Ook de belangstelling onder de jeugdklimmers voor het ijsklimmen zit in de li .
Een maand na de wedstrijd in Utrecht bewees Marianne van der Steen zich bovendien op het wereldtoneel. Bij de World Cup in Cheongsong, in Korea, pakte zij de zilveren medaille.
Babsi Zangerl flasht als eerste een route op El Capitan
Wie de lm Free Solo, met Alex Honnold, hee gezien kent de route Freerider op El Capitan, in Yosemite. Wat weinig mensen weten is dat er nog nooit een route op El Cap was geflasht. Ook Freerider niet. Er was dus nog nooit iemand geweest die alle 32 lengtes – met moeilijkheden tot 7c – zonder te vallen, in de eerste poging, vrij hee geklommen. In november 2024 was de Oostenrijkse Babsi Zangerl de eerste die hierin is geslaagd. Met recht een historische prestatie dus!
Mede mogelijk gemaakt door
Na zijn zilver op de Olympische Spelen van Tokio werd het wat stil rond de Amerikaan Nathaniel Coleman. Nu is hij terug met het openen van een extreem moeilijke boulder in Colorado: No one mourns the wicked (9A). Het gaat om een verlenging van Daniel Woods’ Defying Gravity (8C), met daarin een hele zware sleutelpas. Over het proces om de nieuwe boulder te openen werd een video gemaakt, die je kunt bekijken via de QR-code.
NK Speed: nieuwe kampioen en nieuw record
In november 2024 vond het NK Speed plaats in IVY climbing in Sittard. Speed is nog een kleine discipline in ons land. Een paar jaar was Jules Kluwer daarin de baas, maar het lijkt tijd voor een wisseling van de wacht. Reitze Jonkman – in 2023 ook al winnaar – pakte de eerste plek en deed dat met een nieuw record: in 7,81 seconden vloog hij in de kwart nale door de route naar boven. Bij de vrouwen werd geen nieuw record gevestigd, maar ging de titel naar Ayla Janssen.
Reitze Jonkman in de startblokken bij het NK Speed
VRAAG & ANTWOORD op de hoogte
Integriteitsmanager NKBV
Een plezierige sportomgeving voor iedereen
Een omgeving waar je sociaal veilig en plezierig kunt sporten, (recente) schandalen laten zien dat dit niet altijd vanzelfsprekend is. NOC*NSF stelt integriteitsmanagers beschikbaar die helpen bij het waarborgen van een open, eerlijke en positieve sportcultuur. Petra van den Hoek is in die rol actief bij de NKBV.
Tekst Berend Berlijn Beeld Bas Visscher
Hoe ziet jouw betrokkenheid bij de NKBV eruit?
‘Ik ben sinds september 2023 één dag in de week werkzaam bij de NKBV. Ik ben een van de tien integriteitsmanagers van NOC*NSF. We zijn verdeeld over 35 sportbonden. Naast de NKBV ben ik ook verbonden aan schaatsbond KNSB.’
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: hoe integer is de NKBV?
‘Hahaha. Die vraag had ik verwacht. Laat ik het zo zeggen: ik ben niet geschrokken van
het aantal meldingen van integriteitsschendingen. Wat de NKBV kenmerkt is dat lang niet alle leden ook echt met de NKBV activiteiten ondernemen. Daar zitten natuurlijk ook risico’s. Je gaat zelf in een bepaald gezelschap op pad en bent misschien minder goed op de hoogte van de mogelijkheden bij grensoverschrijdend gedrag. Gelukkig zijn er goede procedures om meldingen te doen en die zorgvuldig af te wikkelen.’
Wat heb je tot nu toe gedaan?
‘Samen met het NKBV-bureau ben ik eerst
begonnen met het opstellen van een integriteitsplan. Dat concentreert zich onder andere rond de ‘vier v’s voor veiligheid’: verenigingsbrede gedragscode, vertrouwenscontactpersoon op de club, Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) van vrijwilligers en vakkundig kader. Op al die gebieden zijn we nu de letters naar de praktijk aan het brengen.’
Kun je daar een voorbeeld van geven?
‘We hebben net een online training sociaal veilige sportomgeving gemaakt voor het sporttechnisch kader. Die gaan we uitgebreid promoten. Een van de grote uitdagingen dit jaar is om de vier v’s dichter bij de regio’s van de NKBV te brengen. Bij de KNSB zijn dergelijke trainingen verplicht, maar daar heb je een uitgebreide en sterke lokale verenigingsstructuur. Het lokale netwerk van de NKBV is een stuk kleiner. Ik denk dat je hier in het persoonlijk contact ook al het verschil kunt maken.’
Wat wil je mensen meegeven over dit onderwerp?
‘Ga het gesprek aan over zaken die je als onaangenaam of onveilig ervaart, maar ook over hoe je met elkaar voor een prettige sfeer zorgt. Bij de NKBV kan bijvoorbeeld het verblijf in een kleine hut, waar je dicht op elkaar zit, leiden tot ongewenste situaties. Kaart het aan en geef je grenzen aan. Ook regio’s, commissies en secties wil ik op het hart drukken dit onderwerp op de agenda te houden. Blijf waakzaam.’
Ex librissen
Dit boek is van mij
Toen boeken nog een kostbaar bezit waren, werden ze vaak voorzien van een ex libris (Latijn voor ‘uit de boeken van’). Het is een eigendomsbewijs, een boekmerk, dat zegt ‘dit boek is van mij’. Ze werden meestal geplakt, maar gedrukt, gestempeld of gestanst kan ook. Vaak zijn ze in zwart-wit, soms in kleur. In de zestiende eeuw werd het ex libris populair, vooral in religieuze en adellijke kringen met een privébibliotheek. Het werd gezien als kunst en was een statussymbool voor rijke families. Het museum van de Deutscher Alpenverein in München (zie p. 84) hee een omvangrijke collectie ex librissen met bergen en bergmotieven.
Onder redactie van Peter Daalder
Generaalarts
De familie Broxner uit Berchtesgaden had diverse artsen met een behoorlijke staat van dienst in het Duitse leger. Otto Broxner was generaalarts tijdens de Eerste Wereldoorlog. Lange tijd werkte hij ook voor het Rode Kruis. In zijn ex libris is plaats gemaakt voor de esculaap, naast een doorkijkje in het Wimbachtal. Het is in 1903 gemaakt door een familielid, Helene Broxner. Dit kleinood is14 bij 7,5 centimeter.
Boeken en bergen
Een min of meer standaardformaat voor een ex libris (10,6 bij 8,1 centimeter) is dit kunstwerkje, waarop veel afgebeeld staat. Boeken en documenten voor een raam dat uitkijkt op de Höllentalferner, de Waxenstein en de Zugspitze. Het is het ex libris van Ernst Bail, in 1916 gemaakt door Agathe Doposcheg-Schawenau. Haar initialen staan er ook in.
Wagner
Een halfnaakte man die de handen ten hemel he , waar de tekst ‘Heil Dir Sonne, Heil Dir Licht’ staat. De tekst komt uit een aria van de opera Siegfried uit 1896. Zo bracht Ludwig Bassermann met zijn ex libris een ode aan Richard Wagner. Zijn eigen familiewapen wilde hij er echter ook in hebben. In 1912 getekend en met de hand geschreven door Berta Pizzala. Formaat 14,6 bij 8,9 centimeter.
Van het hotel Het luxueuze Hotel des Alpes in Arosa, tegenwoordig een prijzig appartementengebouw, had een eigen bibliotheek voor de gasten. Tussen 1900 en 1930 werden de boeken voorzien van een ex libris van het hotel met de karakteristieke achthoekige toren. Het formaat is 11,2 bij 8,1 centimeter. Gemaakt door Jeanne Setteler.
Bergbeklimmer
Günther Bennecke moet een echte bergbeklimmer geweest zijn. Voor een steile rotswand staat een klimmer mét hoedje en veer en in de rand van het ex libris zorgen touwen voor de versiering, evenals een pickel, een geologenhamer en een edelweiss. Het kunstwerkje werd gemaakt door een familielid, Margarethe Bennecke uit Metz. Of Günther daar ook woonde staat niet op zijn ex libris uit 1929, 12,4 bij 10,5 centimeter.
Heb jij ook een Ex libris? Staat er in een van jouw boeken ook een ex libris met bergen? Maak een foto en tag de nkbv op je social media! @_nkbv en de.nkbv
Bekering
Was Walter Dietz een jager? En is hij bekeerd? Of was hij een gelovig mens? Op zijn ex libris uit 1922 staat de heilige Hubertus. Tijdens de jacht, zijn grootste lie ebberij, wordt hij verrast door een hert dat een kruis in het gewei draagt. Hubertus werd daardoor bekeerd. Op de achtergrond de Sandtnerspitze in de Dolomieten, getekend door Marta Elisabeth Fossel, grootte 11,2 bij 7,4 centimeter.
Met muziek
Boven de Serles, een berg tussen het Wipptal en het Stubaital, staat een notenbalk. Met de Serlespolka? Wie het weet mag het zeggen: hoogtelijn@nkbv.nl. Het staat allemaal op het ex libris van Alice Korger uit 1931, gemaakt door Edith Romani-Lutz. Formaat: 12,1 bij 9,2 centimeter.
Achtergrond
Op het ex libris van Therese Korndörfer spelen de naamloze bergen enkel een rol op de achtergrond. Een bloemenkrans van edelweiss en alpenrozen staat prominent in het kader van klimtouwen. Eugenie Finckh maakte het kunstwerkje in 1907, formaat 14,9 bij 10 centimeter.
Matterhorn
De Matterhorn komt diverse malen voor in de DAV-verzameling ex librissen. Nora Scholly tekende de Zwitserse berg tussen 1900 en 1930 voor Wilfriede Groβ. Formaat 14,8 bij 10,4 centimeter. Scholly kwam uit Preβburg, het latere Bratislava en leefde lang in het Oostenrijkse Bad Ischl. Zij was een gerenommeerd kunstenaar en maker en uitgever van kinderboeken.
Glockner (2x)
Als je dr. A. Glockner heet, ligt een ex libris met de hoogste berg van Oostenrijk, de Groβglockner, voor de hand. Marie Gey-Heinze tekende het werk in 1905. De afmetingen zijn 13,8 bij 9,9 centimeter.
Edelweiss
Het ex libris van Walter Mieg wordt beheerst door drie bloeiende edelweissjes. Op de achtergrond de Naa opf, een van de bergen in de Liechtensteiner Alpen. Marianne Zumbusch maakte dit ex libris in 1908 in een vrij klein formaat van 7,9 bij 5,1 centimeter.
Helma Fischer
In de verzameling ex librissen van de DAV zitten ook mini-kunstwerken. Zoals het ex libris met de kerk van Heiligenblut met daarachter de Groβglockner, getekend door Helma Fischer uit Oels (nu Oleśnica in Polen). Dit bergtafereel, dat ook nog een muziekinstrument laat zien, tekende zij voor Anton Beier. Het ex libris komt uit de periode 1900-1930 en is 26,6 bij 20,1 centimeter.
Ook getekend door Helma Fischer: de Drei Zinnen in de Dolomieten. Het ex libris voor Oskar Hinrichs maakte zij eveneens tussen 1900 en 1930. De woorden ‘ex libris’ worden gevormd door een klimtouw onderaan het kunstwerk.
Er kan ook teveel sneeuw liggen… Of het weer is té winters. Dat overkwam Christaan Huigens, Bojan van Weert en Paul Wigt, die hun deelname aan de Patrouille des Glaciers vorig jaar in mist en sneeuw zagen opgaan. Ter voorbereiding op die tocht waren ze op stap boven de Cabane FXB Panossière in het Val de Bagnes in Zwitserland. Paul gooide een touw naar Christiaan, die net op het juiste moment een foto maakte.
Thema: sneeuw
Hoe lang nog?
Is over twintig jaar een thema ‘Sneeuw’ in Hoogtelijn nog net zo vanzelfsprekend als nu? Of is het dat nu al eigenlijk niet meer? Zeker, in 2023 viel er in de Alpen veel sneeuw vroeg in de winter. Ook later die winter viel er nog een enorme massa. Zo veel dat het bijna teveel was. En afgelopen feestdagen hadden de Alpen weer een behoorlijk sneeuwdek.
Maar de verandering van het klimaat heeft ontegenzeggelijk grote gevolgen voor de bergsport. De afgelopen jaren zijn er steeds weer berichten dat skigebieden moeten sluiten. Onder de 1500 meter is sneeuw allerminst een zekerheid meer. Die veelal kleine gebieden raken hun bezoekers kwijt. Pensions en hotels redden het niet meer, evenmin als restaurants en andere middenstanders.
Zo’n dorp zonder toeristen is vaak ten dode opgeschreven. Jongeren trekken weg omdat er geen werk meer is en er blijven te weinig mensen over voor een bloeiende en gezonde gemeenschap.
Iets hoger in de bergen is het in stand houden van dorpen en voorzieningen eveneens problematisch. Als er geen of te weinig sneeuw is, wordt die gemaakt. Dat is duur, vreet energie en is belastend voor het milieu. Veel toeristen, met name de pisteskiërs, trekken naar hogere, sneeuwzekere gebieden. Hoewel op veel plaatsen de gletsjers alleen maar korter worden of zelfs helemaal verdwijnen, ligt daar in de winter vaak nog voldoende sneeuw. Omdat velen naar die gebieden trekken, wordt het op die plaatsen onaangenaam druk, met lange wachttijden voor de liften en een grotere belasting van de toch al kwetsbare natuur als gevolg.
Bij deze problematiek spelen diverse dilemma’s, zoals de zorg van de bergbevolking die grotendeels leeft van het toerisme. Is het dan gek dat zij zoeken naar mogelijkheden en uitwegen om hun nering in stand te houden? Nee, natuurlijk niet, maar de Alpenlanden zijn de eerste die geconfronteerd worden met het gegeven dat er een grens zit aan de groeiende exploitatie van de bergen en berggebieden.
Op de voorkant van deze Hoogtelijn staat een prachtige foto van een toerskitocht. Dat soort activiteiten blijft zeker nog wel even ongemoeid, hoewel het gevaar voor sneeuwlawines al jaren fors toeneemt. De komende periode komen daar in toenemende mate natte sneeuwlawines bij. Die ontstaan doordat neerslag veel vaker in de vorm van regen valt, zelfs op grote hoogtes.
Het is al met al geen prettig vooruitzicht, maar het is ook niet goed om de kop in de sneeuw te steken. Duurzamer reizen, kiezen voor minder belastende sporten in de bergen, maar ook begrip hebben voor de plaatselijke bevolking. Als iedereen iets bijdraagt, kunnen we het verdwijnen van het thema ‘Sneeuw’ in de winterse Hoogtelijn wellicht nog even uitstellen.
Tekst Peter Daalder Beeld Christaan Huigens
18 Alpinisten op walvisjacht
24 Dagtochten op sneeuwschoenen
28 Toerskiën in de Maurienne
34 Lawine-onderzoek
38 Nederlands skimoteam
Jan Mayen en Spitsbergen
Alpinisten op walvisjacht
Zowel zeezeilers als alpinisten komen graag op de meest ontoegankelijke plekken.
Volgens schipper Sam van Haaster is het daarom een logisch huwelijk. Hij brengt Glenn, Marijn en mij op zijn schip de Janne mee naar het Hoge Noorden. Voor de vaarroute van Amsterdam naar Spitsbergen laat hij zich inspireren door de zeventiende-eeuwse walvisvaart. Co-schipper Florian Lakeman pendelt ons regelmatig met een gammele bijboot naar ijzige kusten vol verweerde walviskaken. Vanaf daar trekken we op ski’s en met pickels de bergen in.
Tekst Friso de Vries Beeld Glenn van Graafeiland, Marijn Timmers-Verhoeven en Friso de Vries
Het eerste doel van onze expeditie is de Beerenberg, ’s werelds noordelijkste actieve vulkaan. Deze 2277 meter hoge ijsreus ligt op het eiland Jan Mayen: een piepklein stipje op de kaart tussen IJsland en Spitsbergen. Ooit was dit een stuk Nederland, vernoemd naar Jan Jacobz May van Schellinkhout, die het eiland (her)ontdekte in 1614 tijdens een trip in dienst van de Noordsche Compagnie. Rond het vulkaaneiland zag hij enorme hoeveelheden Groenlandse walvissen. Daarop bouwde de Compagnie er twee forten en blubberovens voor het koken van walvistraan, een olie die werd gebruikt in lampen en bij de bereiding van zeep. Nog steeds ligt het zwarte strand vol met wervels en kaken van de geharpoeneerde reuzen.
Onze tocht naar Jan Mayen vanaf de Faeröer valt me zwaar. We varen ruim een week lang tegen een stevige noordenwind in en
komen bijna niet op het dek vanwege de regen en kou. Het is alsof we met vijf man vastzitten op één studentenkamer. Door de ramen klinkt een kakofonie van klapperende lijnen en beukende golven. Ik lig voornamelijk zeeziek op bed in een walm van zout, diesel en mijn eigen zweet. Glenn, onze beste kok en vrijwel immuun voor zeeziekte, vloekt elke keer dat er een pan of bord door de kajuit vliegt. Zijn dieptepunt komt met het sneuvelen van de tweede french press: ‘Zonder ko e word ik echt heel lastig.’ ‘Je kunt altijd nog zuipen’, antwoordt de altijd optimistische Florian. ‘Er is nog genoeg whisky.’ We houden vol. Sam, onze ervaren schipper, kan er wel van genieten. Hij verslindt de halve boekenkast en noemt het ‘een soort schoolziek zijn’.
Verscholen in een dichte mist bereiken we de poolcirkel. Niet dat iemand ons anders wel zou zien: we passeren deze week welgeteld één vissersboot. Verder zien we enkel stormvogels, een fami-
lie pikzwarte grienden en de torenhoge ademspuiten van vinvissen aan de horizon. We vinden Jan Mayen half verstopt onder een loodgrijze deken. Het eiland is veel groter dan ik had verwacht.
Welkom in Walrusbaai
Op het Noorse eiland werken op dit moment slechts zeventien mensen: militairen en wetenschappers in dienst van het weerstation. De baas is de stationschef, een legero cier. Ons schip ligt voor anker bij zijn metalen huis in Walrusbaai, onder een schiereiland van verweerde rotstorens die iets weg hebben van een kasteelruïne. We roeien naar de kant. De chef wil ons namelijk nog even stevig aan de tand voelen voordat hij ons de berg op laat gaan. Boven ons kakelen de meeuwen, stormvogels scheren over het water. Er dobbert een papegaaiduiker voorbij.
‘If anything goes wrong up there, don’t expect any help’, zegt de chef streng. We zitten in een sober ingerichte woonkamer die wat weghee van een keet op een bouwterrein. De chef is gehuld in legergroen, maar zijn militaire discipline houdt op bij zijn gezicht – hij hee zich duidelijk al een tijdlang niet geschoren. ‘Begrepen?’ We knikken instemmend. ‘Hoe lang denken jullie over de beklimming te doen?’ Hij neemt ons van top tot teen op. ‘Een uur of tien’, antwoordt Glenn zelfverzekerd. De chef barst in lachen uit en schudt daarna zijn hoofd. ‘Dat zou een wereldrecord zijn.’ Oeps. Daar gaat het vertrouwen. Hij buigt over de tafel. ‘Er is al jaren niemand meer boven geweest. De gletsjer is er een stuk slechter aan toe dan vroeger. Onderschat de berg niet.’ Voor we het gebouw verlaten, zegt hij nogmaals: ‘Als er iets misgaat, komt niemand jullie redden.’
We struinen tussen wrakhout en verweerde botten richting een mossige heuvel met een gedenksteen die herinnert aan het bekendste stukje Nederlandse geschiedenis op het eiland: ‘Outgert Jacobsz van Grootebroek en zijne Hollandsche makkers zijn in april 1634 hier bezweken bij eene poging tot overwintering’. In de winter van 1633 vernielde een groep Basken de blubberovens van de Noordsche Compagnie. Om dat in de toekomst te voorkomen, overwinterden zeven vrijwilligers op het eiland. Maar de bierton bevroor en de mannen bezweken een voor een aan de ijzige kou en scheurbuik.
Beerenberg
Ondanks de gespannen eerste ontmoeting, laat de stationschef ons gaan. De voet van de vulkaan ligt aan een vlakte van gestolde lavapilaren. Meer dan de voet is echter niet te zien. De rest van de berg hult zich in een loodgrijze wolk. Op het eiland is vrijwel geen zoet water te vinden, dus onze rugzakken zijn zwaar van de waterflessen, om nog maar te zwijgen over de ski’s en skischoenen die eraan bungelen. We sjokken omhoog door een landschap van zwart gesteente en felgroene mossen met de paarse bloemen van steenbreek. Een kleine jager cirkelt een tijd boven ons en verdwijnt dan in de wolk. Het kost enige moeite om op koers te blijven, maar we klimmen gestaag. Het grijs van de wolk kleurt geleidelijk geler door de zon, tot we er boven uitstijgen en zicht krijgen op de spierwitte Beerenberg. Aan het eind van een grote sneeuwvlakte ligt de krater als een ingezakte ijstaart. We steken een gruishelling over om bij de sneeuw uit te komen. Bij vrijwel iedere stap breken er stenen los die met veel kabaal verdwijnen in de diepte. Marijn hupst zonder aarzelen
om ons heen gapen spleten met onmetelijke diepten
vooruit. Glenn en ik volgen iets voorzichtiger. Bij de sneeuw maken we een depot met noten, water en onze bergschoenen. Het is opvallend windstil en we zijn optimistisch. We mikken vanaf hier op Nunataken, een spitse zwarte rots onder de top. Vanaf dat punt hopen we een weg te vinden door het doolhof van gletsjerspleten rond de krater.
We leggen de eerste 1000 hoogtemeters in rap tempo af en ik krijg op de ski’s kramp in mijn kuiten. Als ik hijgend bij Nunataken aankom, vind ik Glenn en Marijn achterover geleund tegen de poreuze steen. Pauze. Glenn belegt zijn hartkeks met pindakaas en een rond koekje: ‘haute cuisine’, lacht hij en hij reikt me er een aan. We lopen voor op schema. Sam stuurt op de satelliettelefoon een berichtje dat we best meer mogen genieten.
De krater
Na Nunataken begint het echte werk, de beklimming van de krater. Het ijs zit hier vol scheuren, dus we vervolgen onze weg aan touw. Al na twintig meter kijkt Marijn grijnzend over zijn schouder: ‘Spleet.’ Hij stapt vrolijk door. Mijn ski’s overbruggen de spleet en ik werp een blik op de blauwe ijshel onder onze voeten. Om ons heen gapen spleten met onmetelijke diepten, maar we vinden er een veilig spoor tussendoor. De hellingshoek neemt gestaag toe. Nadat Glenn twee keer op zijn ski’s is uitgegleden, stel ik voor om op stijgijzers verder te gaan. Eigenlijk wil ik vooral even zonder ski’s lopen vanwege de kramp in mijn benen.
We klimmen verder op stijgijzers, met een pickel in de hand. Vlak voordat we in de krater kunnen kijken is de sneeuw zo steil dat
De kraterrand van de Beerenberg
Onderweg naar de krater
we het touw wegstoppen. Mocht er iemand vallen, kunnen we diegene in dit terrein toch niet meer remmen. Intussen voel ik me erg vermoeid. Gelukkig komt de top, die iets wegheeft van een bevroren bloemkool, dichterbij. Het ijs zo hoog op de berg is door de wind gevormd tot een soort drakenschubben, die als glas onder onze voeten versplinteren. We stampen een paar tredes in het ijs en hakken met de pickels een weg naar de top. Daar staan we, hijgend en handen schuddend op een eenzame berg boven de poolcirkel, zonder wind, in de volle zon. Aan de zijde waar de krater ooit is opengebarsten is de grijze wolk weggetrokken. We zien hoe de gletsjer zich uitstrekt van de krater tot in de zee en staren trots naar de blauwe rand van de wereld.
Professionals
Na een wandeling over de kraterrand kan het beste deel van de tocht beginnen: de afdaling. De sneeuw voelt bijna zo goed als een aangeharkte skipiste. Met snelle bochten volgen we ons spoor terug tussen de spleten door. Met een grote glimlach razen we de berg af.
De laatste meters nemen we de ski’s weer op de rug. We stappen met grote passen door stoffige lavavelden. Glenn kijkt op de klok. ‘Niet veel langer dan tien uur. We mogen trots zijn.’
Terug in Walrusbaai blijkt ook de stationschef trots. Hij geeft ons een doos chocola en bier. Daarna stelt hij voor onze paspoorten te stempelen met een Jan Mayen-stempel en overhandigt hij ons een officiële patch met daarop de woorden Beerenberg bestiger ‘Die hebben maar heel weinig mensen’, zegt hij. De houding van de chef is volledig omgeslagen. Hij fluistert tegen Sam: ‘These guys are very professional.’ Daarna ontkurkt onze schipper een fles champagne. De wolk rond het eiland is volledig verdwenen. Sam zegt dat we kunnen rusten aan boord. De wind is goed, het weer is goed. Het is tijd om te zeilen. We zwaaien de chef uit en peddelen terug naar de Janne. In de kuip van het schip genieten we eindeloos na met de biertjes van de chef. De zon gaat niet meer onder.
De wind is goed, het weer is goed, het is tijd om te zeilen
Een dutje op de Kongen
Als na een rustige zeiltocht de eerste toppen van Spitsbergen aan de horizon verschijnen, denkt Sam aan Willem Barentsz: hoe voelde hij zich toen hij het ‘Nieuwe Land’ in 1596 ontdekte? Barentsz noemde het land Spitsbergen naar de gekartelde bergen aan de westkust – onze klimbestemming. We ankeren in het Kongsfjord, waar bergruggen als zwarte piramides door de sneeuw breken. Het is alsof het hooggebergte van de Alpen hier op zeeniveau begint. Florian roeit ons met de bijboot naar een strandje naast het einde van een gletsjer, dat als een rechte muur uit het water omhoog steekt. Nadat hij Glenn, Marijn en mij met een stapel spullen heeft afgezet, varen hij en Sam nog verder naar het noorden. Ze zijn op weg naar de resten van de nederzetting Smeerenburg op Amsterdameiland, ooit de walvishoofdstad van de Noordsche Compagnie.
Wij klimmers sjorren ondertussen een slee vol eten en slaapspullen over een gletsjer het binnenland in. De sneeuw is eind juni flink pappig en we trekken diepe sporen. Ons eerste kamp staat onder een rotswand met ver uitzicht in alle richtingen. We willen een ijsbeer op tijd zien aankomen. Voor de zekerheid zijn we uitgerust met een geweer, maar dat hopen we natuurlijk niet te hoeven gebruiken. Tijdens onze eerste klim, op de rotspiek achter de tent, neem ik het geweer mee op de rug. De lange loop haakt met veel gepiep en geschuur achter ieder dakje en nisje en
GROSSGLOCKNER
ALPEN
Heiligenblut
Alpe-Adria-Trail: wandelen in de Hof van Eden. Van de gletsjer naar de zee. Deze unieke langeafstandswandelroute loopt door een van de mooiste en veelzijdigste gebieden ter wereld: het landschap tussen de Alpen en de Adriatische Zee! Een route van 750 kilometer waar drie culturen tot een uniek wandelavontuur versmelten. Geniet van de hartelijke gastvrijheid en de heerlijke Alpen-Adria-keuken, rust goed uit voor de volgende wandeling en vergeet de alledaagse zorgen. Het Alpe-Adria-Trail boekingscentrum regelt het voor je.
Bezoek ook de Alpe-Adria-Trail specialist in Nederland op alpenreizen.nl
Glenn in de Aurivilliusfjellet
werpt me geregeld bijna uit de wand. Ondanks het ijsbeergevaar besluiten we daarna alleen te klimmen met een signaalpistool en het geweer onderaan de route te laten.
De volgende dag beklimmen we de Kongen, een steile sneeuwhelling waarop we bij iedere stap dieper en dieper wegzinken. Mijn bergschoenen vormen twee koude waterplassen. Gelukkig beloont de route ons aan het eind met een mooie rotstoren en een uitzicht over fjorden met gebroken gletsjers en zwarte rotsen in een zee van wit. ‘Dit is een goede plek voor een dutje’, vindt Marijn. Op de top kunnen we allemaal tegelijk slapen, zonder angst voor beren.
Dolen in de mist
Iedere keer dat we Spitsbergen zien, is het prachtig. Helaas skiën we vaak door een dichte mist. We hebben op die momenten ieder een favoriete plek aan het touw. Marijn gaat voorop. Zelfs zonder zicht loopt hij namelijk verrassend goed rechtdoor. Glenn loopt het liefst in het midden, met het geweer aan zijn schouder en een blik op zijn horloge voor de navigatie. Af en toe roept hij naar zijn voorganger: ‘beetje links’ of ‘beetje rechts’.
op de top kunnen we allemaal tegelijk slapen, zonder angst voor beren
Ik kies ervoor de zware slee te sleuren. Ik vind het fijner om fysiek af te zien dan in deze witte wereld over de route na te denken.
We zijn op weg naar de Aurivilliusfjellet, een grote wand van graniet. Helaas is het lang wachten op goed weer. We verblijven meerdere dagen in ons vierde kamp naast de wand. De tent zit vast in de sneeuw met ijsbijlen en ski’s, maar het doek flappert onophoudelijk. Veel van ons lekkere eten is al in de eerste dagen opgegaan. We leven nu op zakken droogvoer die Marijn omschrijft als ‘hondenvoer voor mensen’. De moraal is laag, maar Sam bericht op de satelliettelefoon dat de zon eraan komt.
Mos op de wand
Gelukkig krijgt Sam gelijk. We bekijken de granieten wand de volgende dag met een verrekijker en bespreken mogelijke lijnen. Het spannende van nieuwe routes proberen is niet alleen dat je niet zeker weet waar je uitkomt, of hoe je weer teruggaat, je bent ook de eerste die losse rotsblokken naar beneden trekt. We klimmen omhoog door scheuren vol losse stenen en wurmen ons door rommelige spleten met druipend mos. We hebben een lastige lijn gekozen. Hoe hoger we komen, hoe meer zwart mos er op de wand groeit. Ook steekt er een felle wind op. We besluiten na een mooie maar vermoeiende klim om te keren. Geen top, maar wel een uitdagende eigen route. We zijn tevreden.
De skitoer eindigt in het Magdalenefjord, waar grote ijssculpturen in het water drijven. Ik ben dolblij de Janne te zien. Geen hondenvoer meer voor ons. Al zijn we nog niet klaar met Spitsbergen (en gelukkig ook nog niet met elkaar). Na een vrolijk weerzien met de schippers en het legen van borden vol gebakken ei, zeilen we langzaam terug richting het zuiden, naar een nieuwe horizon in een volgend fjord.
Bergsportdag 2025
Wil je meer zien van deze alpinisten op walvisjacht? Of heb je een vraag? Op 9 maart geven Friso, Glenn en Marijn een lezing op de Bergsportdag: 11:15-12:00, zaal 12. Meer informatie en tickets op bergsportdag.nkbv.nl
Dagtochten vanuit Peist
De magie van sneeuwschoenwandelen
Niks mooiers dan een doodstille wereld en enkel het geluid van je sneeuwschoenen die een spoor maken in de nog maagdelijke witte sneeuw. Bij toeren in de sneeuw denkt iedereen aan langlaufen of toerskiën, maar persoonlijk vind ik sneeuwschoentoeren maken het allerfijnst. Doordat het tempo zowel naar boven als naar beneden niet al te hoog ligt geniet ik extra van de omgeving. Nog een voordeel is dat lagergelegen bergen in de winter ook besneeuwd zijn en je dus voor een weekend niet hoeft te acclimatiseren. En er hoeven geen meters sneeuw te liggen om op sneeuwschoenen te kunnen lopen.
De nachttrein naar Zürich was een goede keuze: milieuvriendelijk en efficiënt. Ik heb geslapen en verlies geen dag voor het reizen. Samen met mijn vriendin Gerlinda Patigler ben ik in de Zwitserse Alpen. Gerlinda woont in Chur, een goede uitvalsbasis voor bergsport. Haar eigen berghut in Peist, op 1500 meter op een volledig besneeuwde berghelling zonder stromend water, is de ideale start voor een weekend sneeuwschoenwandelen.
Het weer is ons gunstig gezind en we besluiten direct na aankomst in de hut een inlooptocht te maken naar ongeveer 2000 meter, zodat we zelf de sneeuwcondities goed kunnen bekijken. Het eerste stuk tussen de bomen door is prachtig. De sneeuw blijft magisch. Het sporen in de sneeuw is zwaar doordat we steeds flink wat centimeters wegzakken, maar om de beurt komen we een heel eind.
Boven op de vlakte aangekomen zien we niks anders dan witte bergtoppen en wat verlaten hutten. We maken sneeuwengelen, eten en drinken wat en keren dan terug.
Arflinafurgga
De volgende ochtend staat de Mittagspitz (2381 meter) op het programma. We stampen het eerste stuk in ons spoor van gister, via Maiensäss en Tarnatel omhoog tot boven de bomen. Het scheelt ons heel wat energie dat we dat spoor al hebben gemaakt. Vandaar gaan we verder. De kaart is onmisbaar en ook de app SchweizMobil is erg handig, omdat we hierin precies zien waar we zijn en lawinegevaarlijke delen goed staan aangegeven.
De Mittagspitz blijkt voor ons toch wat te ingewikkeld. De route is niet helemaal duidelijk en we komen er niet lekker uit. Gezien de tijd en het ietwat dichttrekken van de lucht besluiten we uit te wijken naar de Arflinafurgga (2247 meter). Niet een enorm noemenswaardige top, maar het uitzicht blijft fenomenaal. Op sneeuwschoenen gaat het mij niet eens zozeer om de top. Het urenlang lopen in een prachtig landschap met geweldig uitzicht is het al meer dan waard. Toch balen we een klein beetje, want de route naar de top van de Mittagspitz ziet er echt leuk uit. Maar we kiezen voor zekerheid. Morgen weer een dag.
We keren terug. Dit gaat echt aanzienlijk sneller dan omhoog en ik kan om me heen blijven kijken, doordat ik niet bij elke stap naar mijn voeten hoef te kijken. We dalen het laatste stuk via een
Het sporen is zwaar, maar om de beurt komen we een eind
ander pad af en genieten in de hut van een haardvuur en een welverdiende maaltijd. Nog een voordeel van zo’n buitendag: je slaapt als een roos! Met dank aan de 700 hoogtemeters en 10 kilometers.
Mattjisch Horn
Met de ervaring van gisteren gaan we vandaag de Mattjisch Horn (2461 meter) op. We staan echt vroeg op. We willen over de lange route naar boven. Deze heeft Gerlinda ook nog niet gedaan en
Diepte inschatten in een witte wereld blijft lastig
we weten niet zeker of dit haalbaar is, maar we gaan ervoor. We hoeven maar een klein stukje naar boven en dan slaan we al snel rechtsaf naar de Frauenbach. Het eerste stuk gaat prima, maar bij een soort van kleine kloof bij de beek is het erg lastig om over te steken en ligt betrekkelijk weinig sneeuw. De sneeuwschoenen gaan uit en met behulp van onze stokken steken we over. Het stuk daarna is behoorlijk steil, maar met de scherpe punten van de sneeuwschoenen hebben we prima grip en glijden we niet weg. We moeten heel goed op de papieren kaart en de kaart op de telefoon kijken om niet de verkeerde richting op te lopen. Na toch een paar keer verkeerd te zijn gelopen en een keer een stuk terug lopen, komen we boven de boomgrens. Vanaf daar is het een stuk overzichtelijker, al blijft afstand en diepte inschatten in een compleet witte wereld lastig. Gelukkig zijn er een paar herkenningspunten en lopen we nu over de meest gebruikte route.
We zien van andere kanten ook enkele stipjes aankomen. De condities zijn uitstekend, het weer is stabiel en de besneeuwde wereld is werkelijk magisch. Niks anders dan sneeuw en het knerpen van onze sneeuwschoenen. We lopen naar de col vanwaar we rechts de Mattjisch Horn op kunnen. We klimmen de laatste 100 meter naar de top en worden beloond met een schitterend uitzicht. Het bereiken van de top blijft voor mij een
betoverend moment. Het moment dat je op het hoogste punt bent, om je heen kunt kijken en alleen maar bergen ziet. Als Nederlander die niet tig keer per jaar naar de bergen kan, is dit extra bijzonder. Al vindt Gerlinda, die hier al heel lang woont, het ook nog steeds bijzonder.
We genieten even en praten met wat mensen die van andere kanten de berg op komen, sommige op toerski’s, andere op sneeuwschoenen. We dalen af, pakken nog een stukje graat mee en gaan daarna rechtstreeks naar beneden. Het is nog een heel eind, we hebben vandaag 900 hoogtemeters gemaakt in 11,5 kilometers. Doordat de zon verdwijnt is het lastig inschatten waar het steil naar beneden gaat. Stukje voor stukje dalen we af, soms met een kleine extra bocht. We komen weer bij de hutjes van Maiensäss aan en vandaar is het makkelijk te herkennen waar we heen moeten.
We blijven nog even samen in Peist hangen, maar dan is het voor mij helaas tijd om afscheid te nemen van mijn favoriete plek.
Dagtochten vanuit Peist
Reis
Met de nachttrein reis je makkelijk van Amsterdam, Utrecht of Arnhem naar Zürich. Dit kost rond de honderd euro voor een slaapplek, een stoel is wat goedkoper. Van Zürich neem je de trein naar Chur en vervolgens de bus naar Peist.
Materiaal
Naast goede kleding heb je wandelstokken en sneeuwschoenen nodig. Eventueel kun je die spullen ter plekke huren. Je bindt sneeuwschoenen simpel onder je normale wandelschoenen. Verder zijn lawinespullen onmisbaar: een pieper, een schep en een sonde. Uiteraard wil je voorkomen dat je die moet gebruiken. Check daarom altijd het weer- en lawinebericht.
De route checken op de graat
Over nostalgie en het verkennen van grenzen
Haute Route in de Maurienne
Aan de oostkant van de Vanoise, tussen de rivier de Arc en de Italiaanse grens, liggen een paar prachtige wilde bergdalen zonder liften of skivoorzieningen. Een skitoer van hut naar hut in dit gebied begint aardig op ski-alpinisme te lijken als je de Albaron beklimt, een stevige drieduizender. Een tocht die garant staat voor afzien, schitterende afdalingen en prachtige vergezichten. Een avontuur, maar wel binnen de grenzen.
Hoe ben ik hier terechtgekomen? Ik haal de sneeuw achter mijn skibril vandaan en probeer overeind te komen in de diepe sneeuw. Een paar honderd meter lager staan mijn tochtgenoten al bij Jelle, onze gids, te wachten. Als ik bij hen ben hoor ik dat zij het ook wel heel moeilijke sneeuw vonden om normaal door te skiën. De korst van een centimeter, waar je doorheen zakt, maakt iedere bocht tot een worsteling. Zelfs Jelle, die voor mijn gevoel overal soepel doorheen snijdt, mompelt dat het niet meeviel een normale bocht te skiën. Tja, ook dit is toerskiën.
Voor de tweede keer ben ik met deze groep op stap. In 2022 maakten we een spectaculaire tocht tussen Chamonix en Arolla en nu skiën we in de week van Pasen de Haute Route in de Maurienne, bij de Franse Vanoise. De intensieve week van destijds heeft banden gesmeed die ervoor zorgen dat de ontmoeting in het hotel voelt als een reünie. We weten wat we aan elkaar hebben en pakken de draad van onze vorige trip weer op. David is de nieuwkomer in het team, maar hij sluit gelukkig naadloos aan op de rest.
We boffen. In het weekend van Pasen valt er een bak sneeuw. Zo veel dat we besluiten de toer een dag uit te stellen. Niemand heeft zin om met lawinerisico vier zijn leven te wagen. Bovendien is Jelle heel duidelijk: met deze omstandigheden is alleen freeriden een optie. Dus nemen we maandag de lift en skiën we zoveel mogelijk naast de piste. Wel met in de rugzak de heilige drie-eenheid: pieper, sonde en schep!
Niemand vindt het erg om een dag door de diepe sneeuw te skiën op de noordhellingen boven Lanslebourg. Het is een mooie gelegenheid om te wennen aan het materiaal en het skiën buiten de piste. Maar als we opnieuw in de rij voor de lift staan is het ook duidelijk dat we hier niet voor komen. Het avontuur van de dalen boven Bonneval sur Arc lonkt. Gelukkig zijn de voorspellingen voor de rest van de week prima. Dinsdag mooi, woensdag een dipje, de rest van de week stabiel.
Zomer 1984
Zo glijden we dinsdag vanuit het prachtige Bonneval hoger het dal in, op weg naar Refuge du Carro. In steeds mooier weer en steeds steiler terrein winnen we hoogte en realiseer ik me dat het veertig jaar geleden is dat ik, in de zomer van 1984, ook naar deze hut ging. Op een van mijn eerste Alpentochten maakte ik een onvergetelijke trektocht met vrienden en was deze hut een tussenstop. Het zorgde ervoor dat ik mijn hart aan de bergen verloor en als ik om me heen kijk weet ik nog precies waarom.
er valt zo veel sneeuw dat we besluiten de toer een dag uit te stellen
Tegelijk realiseer ik me dat het ook veertig jaar geleden is dat ik voor het eerst op ski’s stond. Als student van 22 stak ik me in de schulden om ski’s te huren en een liftpas te kopen. Ik was verkocht. De jaren erna heb ik regelmatig geskied, maar geld om les te nemen had ik niet. Daarna ging ik een aantal jaren ‘vreemd’ en leerde ik snowboarden. Maar toen de kinderen groot waren kwamen toch weer de ski’s in mijn leven, enkel en alleen omdat ik graag wilde toerskiën. Pisteskiën en liften gebruiken? Het voelde als fastfood en ik zocht meer en meer de bergbeleving. Earn your turns, werd het motto.
Dit alles overdenkend komt de hut, waar ik ooit mijn eerste stappen in de bergen zette, dichterbij. Ik stel vast dat ik me niets kan herinneren van de hut van toen. En dat ik me beter kan concentreren op de komende dagen.
Aan
De hut is koud en voelt wat ongastvrij aan. Het maakt het voor het grootste deel van de groep gemakkelijker om de ski’s weer onder te doen en een tochtje naar boven te maken. Ik kies ervoor om in de hut te blijven en lekker wat rust te pakken: de komende dagen zullen inspannend genoeg worden. Als ik aan het eind van de middag de plaatjes van onze fotograaf en dronepiloot Ruben zie, heb ik wel wat spijt. Oei, wat ziet het er mooi uit, de groep in ganzenpas op de graat die de grens tussen Frankrijk en Italië vormt.
De huttenwaard stookt gelukkig de kachel flink op en meteen is het een stuk gezelliger in de hut. We delen de eetzaal met een groep Franse pompiers die hier is om te trainen én om plezier te maken. Dat ze serieus zijn blijkt wel op dag twee in de hut. Het is slecht weer, maar de pompiers gaan gewoon naar buiten om oefeningen te doen. Voor ons staat een les lawinekunde op het programma, gegeven door onze gids. Lawinekunde is lastig en de theorie moet vooral door veel praktijkervaring worden ondersteund. Voor mij is de kern van het verhaal dat je bij lawinegevaar drie ook vlak naast de piste je lawine-uitrusting moet meenemen, maar daarmee doe ik de kennis van Jelle zwaar tekort. Behalve met de theorie vermaken we ons met een kleine yogasessie om de spieren weer soepel te krijgen, totdat iemand roept dat het weer is opgeklaard. Dat betekent dat we toch snel naar buiten gaan voor een tochtje boven de hut.
Over zonbeschenen cols
De donderdag wordt een lange dag met grand beau, prachtig zonnig en stabiel weer. Op het menu staat een oversteek over
Bij
Ik kies ervoor om wat rust te pakken: de komende dagen zijn inspannend genoeg
een aantal cols, voordat we de volgende hut zullen bereiken. De eerste is de Col des Pariotes (3024 meter), die wordt gevolgd door de hopeloze afdaling uit het begin van dit verhaal. Geen succes dus. Gelukkig is dit wel meteen de vervelendste afdaling van de hele tocht. Na de afdaling zien we de uitdaging van de dag al liggen, de Col de Trièves (3100 meter). Om daar te komen moeten we een grote slinger maken door een steile wand. Jelle ziet vanaf beneden dat er instabiele sneeuw in de wand ligt en dus wachten we rustig tot de groep voor ons veilig door de crux is. We gebruiken de tijd om lekker wat te eten en te genieten van het geweldige weer.
Dan volgt de beklimming van de col, die gelukkig voor een groot deel in de schaduw ligt. Want dit is zeker een inspanning waar je het warm van krijgt! Het sneeuwveld waarin we klimmen wordt steiler en steiler. Net als ik denk dat het zonder harscheisen, metalen punten onder je ski’s, niet meer gaat, vlakt de helling af en bereiken we het hoogste punt. Nu volgt geen afdaling, maar een lange traverse naar de derde col, de Col du Grand Méan (3214 meter). Omdat we maar heel weinig afdalen houden we de vellen onder. Het volgende deel kunnen we wel skiën en gaan we over een gletsjer. Hier is het zaak om voldoende tussenruimte te
houden en ook niet vlak bij elkaar te stoppen, er kunnen spleten onder de sneeuw verstopt zitten. We koersen naar het zuiden, waar het laatste colletje wacht, de Col de la Disgrâce (3050 meter). Hier stoppen we voor een fotoshoot, omdat de omstandigheden uitzonderlijk mooi zijn.
De prachtige afdaling die volgt maakt een bocht naar het westen en brengt ons naar een vlakte op 2500 meter, onder de hut. Jelle laat ons telkens maagdelijke sneeuw opzoeken, voor het echte toergevoel. Als toetje is er de slotklim vanaf een meertje naar Refuge des Evettes (2594 meter). Ook deze hut is niet bepaald luxe te noemen. Zo is er geen stromend water en doen we dus alles met flessenwater dat we moeten kopen. Wel is het er lekker warm, de kachel wordt constant opgestookt. Ook de huttenhond, die hopeloos in de weg ligt voor de kachel en waar iedereen liefdevol overheen stapt, draagt bij aan de gezelligheid.
De graat van geluk
Dan breekt de topdag aan, een dag waarop we vroeg op moeten. De Albaron (3637 meter) staat op het menu! In het pikkedonker skiën we 100 meter naar beneden over de keihard opgevroren sneeuw, met koplampjes op. David doet het zonder en beweert dat die dingen zwaar overschat zijn. Bij het meertje onder de hut is het eerst tijd om Mark toe zingen, die vandaag jarig is. Dan gaan de vellen onder en begint de klim, waarbij de verschillende groepjes uit de hut elkaar – als treintjes – langzaam inhalen. In tegenstelling tot gisteren is het vandaag één lange klim, waar ik best tegen opzie. Gelukkig is er halverwege een plateau, waar we even op adem kunnen komen.
met volle focus een scherpe graat beklimmen, met links en rechts de diepte
We gaan verder, terwijl het licht aan het worden is, naar het zadel op 3474 meter. Dat betekent dus dat we nog 163 hoogtemeters over de graat moeten afleggen. Die is voor de één spannender dan voor de ander en dus neemt Jelle drie mensen aan touw en gaan de anderen zelfstandig vooruit. Tijd om de stijgijzers onder de skischoenen en de ski’s op de rugzakken te doen. Op de graat waait het flink en is een extra jasje dus welkom. Verder houdt het weer zich goed: iets minder mooi dan gisteren, maar stabiel met wat hoge bewolking. Dit zijn de momenten die iedereen zullen bijblijven: met volle focus een scherpe graat beklimmen, met links en rechts de diepte en een fenomenaal uitzicht rondom.
We naderen de top, waar we zeker niet alleen zijn. Heel veel vreugde of ontlading is er niet, want we weten dat er nog een abseil volgt. Op skischoenen en met een flinke rugzak met ski’s erop, is dat toch ook weer een uitdaging. Jelle laat ons een voor een zakken tot we uit de rotsen in het steile sneeuwveld staan. Al met al is het best lang wachten en vooral Jelle, die de hele tijd in de schaduw in zijn gordel heeft gehangen om ons te zekeren, moet blij zijn dat we weer kunnen skiën.
De lange beklimming van de Col de Trièves
De eerste zonovergoten dag van de tocht
Wat volgt is de droom van elke toerskiër. Een heerlijke afdaling van 1350 hoogtemeters over sneeuw die steeds meer op rn begint te lijken: een dun zacht laagje op een hardere onderlaag. Probleemloos skiën we door het terrein met allerlei moreneruggen naar beneden, waarbij we weer proberen lijnen te skiën waar nog geen sporen zijn getrokken. Als we aankomen op het zonnige terras van Refuge d’Averole op 2210 meter is de stemming uitgelaten. Voor mij voelt het als de afsluiting van de tocht. Een grote plank met kaas en worst en een begeleidend biertje onderstrepen dat gevoel.
Het venijn in de staart
Afsluiting van de tocht? Daar denken een paar mensen in de groep heel anders over! Al pratend komt het plan op om op de slotdag terug omhoog te gaan en dan een ander zijdal in te skiën naar het westen. Op die manier kunnen we afdalen naar Bonneval, zodat we precies bij de auto uitkomen. Zo hoeven we ook geen taxi te nemen in het dal. Het is improviseren en het vraagt flexibiliteit, maar uiteindelijk ligt er een goed plan, waar iedereen zin in hee .
De slotochtend pakt echter anders uit dan gepland. Op de hard opgevroren sneeuwlaag blijken harscheisen onder de ski’s bij het klimmen geen luxe. Een paar mensen zoeken de grens op en doen het zonder. Dat gaat goed, tot… het niet meer goed gaat. Ruben begint te glijden als hij in een steil gedeelte een bocht moet maken en blesseert hierbij zijn enkel. Dan zitten we plotseling in een heel andere modus: die van veilig beneden komen. Gelukkig kan Ruben, skiënd op één been, zonder veel problemen terugkomen bij de hut en alsnog vandaar, ook op één been, afdalen naar het dal.
Het is niet het gedroomde einde van de tocht en zeker voor Ruben geldt dat hij wat weg moet slikken nu de hele groep voor de middag al beneden in het dal is. Het is gelukkig maar een
de verschillende karakters in de groep geven het geheel glans
kleine smet op deze tocht, die voor elke deelnemer genoeg uitdagingen bevatte. Op het terras in het dal zit een andere groep dan een week geleden, nog hechter, waarin de verschillende karakters het geheel glans geven. Dank dus, aan Johan voor zijn enthousiasme, Marco voor de hulp aan iedereen, Mark voor de goede voorbeelden bij het skiën, Joost voor zijn kennis en ervaring, David voor het delen van zijn Strava-spoor, Ruben voor de prachtige beelden en Jelle voor de sterke verhalen en verstandige besluiten.
Toerskiën in de Maurienne
Gebied en gids
De Haute Maurienne is het gebied ten oosten van het Nationale Park Vanoise en de megaskigebieden waar Frankrijk zo bekend om is. Het grenst aan het Italiaanse Val di Susa. Bonneval sur Arc is het schilderachtige plaatsje onder de Col de l’Iséran, waar de weg ophoudt en deze skitocht begint. Als groep werden we begeleid door de Nederlandse gids Jelle Staleman (jellestaleman.nl, zie ook p. 55).
Reis
De Maurienne is goed per trein te bereiken, doordat Modane (aan de ingang van
het dal) op de route naar Turijn en Milaan ligt. De reis hoe vanuit Utrecht met één overstap slechts acht en een half uur te duren.
Zo ziet dat eruit Tochtgenoot Marco Sturing maakte een video-impressie van deze tocht. Ga hiervoor naar l.ead.me/maurienne of scan de QR-code met je telefoon. Hij maakte daarbij ook gebruik van de dronebeelden van Ruben van Duin.
Zwitsers instituut werkt aan verbeteren lawinevoorspellingen
Leren omgaan met onzekerheid
In de Alpen vallen jaarlijks enkele tientallen slachtoffers als gevolg van lawines, bijna allemaal tijdens de wintersport. Wanneer, waar en waarom ontstaan lawines? Het zijn de vragen waarop de wetenschappers van het lawine-instituut in Davos antwoord proberen te geven. De Nederlander Alec van Herwijnen legt uit hoe de wetenschap grip probeert te krijgen op lawines.
Tekst Peter Daalder Beeld Institut für Schnee- und Lawinenforschung SLF
Van Herwijnen heeft in Utrecht natuurkunde en meteorologie gestudeerd en woont al jaren in Davos. ‘Ik wilde iets in de bergen gaan doen. Ik ben er veel geweest, vaak geskied. Ik wilde weg uit Nederland en had iets gelezen over lawines. In Calgary was een mogelijkheid. Zo heb ik in Canada vier jaar onderzoek gedaan.’
Wat hem vooral trok in het lawine-onderzoek was de toegepaste wetenschap. ‘Heel dicht bij de praktische problemen, wat je doet is relevant voor veel mensen. Ik wilde na mijn afstuderen graag verder in deze sector. Nou, dan kom je al snel in Davos terecht, waar ik werk sinds 2007.’
Lange traditie
Het Institut für Schnee- und Lawinenforschung SLF in Davos heeft een lange traditie. In 1936 werd het opgericht en in 1945 namen de wetenschappers het opstellen van een lawinebulletin over, wat tot die tijd door het Zwitserse leger werd gedaan. Er werd een onderzoeksinstituut gebouwd op het Weissfluhjoch, hoog boven het dorp en makkelijk bereikbaar door de Parsennbahn, die al sinds begin jaren dertig veel toeristen tot ruim 2600 meter brengt. ‘Daardoor konden ze op hoogte werken in de sneeuw. Het was het begin van de wintersport, maar in die periode vielen de meeste slachtoffers door lawines nog in de dorpen en op wegen. Veel van de belangrijkste lawinepaden die in dorpen uitkwamen of over straten liepen zijn beter beschermd. Overal zijn hekken, muren en obstakels neergezet en er zijn tunnels gebouwd op gevaarlijke plekken. En de voorspellingen zijn veel beter’, zegt Van Herwijnen. ‘Tot de jaren vijftig, zestig van de vorige eeuw vielen er veel slachtoffers in huizen en op wegen. Nu vallen er in Zwitserland jaarlijks gemiddeld 23 lawinedoden, waarvan 95% tijdens de wintersport.’
Alec van Herwijnen met de spullen die hij nodig heeft voor zijn sneeuwonderzoek
Geluidsgolven
Een van de projecten waaraan Alec van Herwijnen in het begin werkte was de vraag of je in de sneeuw kan horen of er lawines aankomen. ‘Dat is echt heel moeilijk meetbaar. In steen en hout kan je met geluid wel metingen doen, maar in de sneeuw lukt dat absoluut niet. Sneeuw is te los, die geluidsgolfjes dempen meteen. Dus je moet heel dicht bij de bron zijn wil je iets waarnemen.’ Toch leverde het onderzoek het een en ander op. ‘We konden wel de lawines horen. Op die manier kregen we daar veel preciezere data over. We plaatsen nog steeds sensoren in de bergen. Los daarvan zijn er in de industrie lawineradars ontwikkeld. Deze technologische ontwikkeling maakt het nu mogelijk om bewe-
gende objecten te meten. In Zwitserland zijn er nu zo’n vijftien tot twintig geïnstalleerd. Ze staan vaak boven wegen en in skigebieden.’
Niet hoorbaar
‘Een technologie waarmee wij werken zijn microfoons die laagfrequent geluid kunnen registreren. Dat is geluid onder de twintig hertz, dat voor mensen niet hoorbaar is. En we hebben seismische sensoren die we in de grond stoppen waardoor we trillingen van lawines kunnen meten.’
Van Herwijnen vertelt: ‘Wij proberen nu om een relatief goedkoop meetsysteem te ontwikkelen dat we wat breder kunnen
inzetten. Als je die overal zou hebben, net zoals de weerstations, zou je een beter overzicht krijgen van de lawine-activiteit over de hele Alpen.’
Op dat moment moet Alec even naar buiten. In de tuin van het lawine-instituut staat een proefopstelling die permanent metingen doet. Deze winter moet die opstelling in de bergen gegevens verzamelen waarmee de groep van Van Herwijnen na de winter weer volop aan de slag kan.
We lopen daarna door het laboratorium waar de honderdtachtig medewerkers van het instituut en hun stagiairs proeven kunnen doen met sneeuw en ijs in ijskoude omstandigheden.
Buiten de piste hoor je af en toe de zogenaamde woemm-geluiden. Je triggert dan een lawine, maar omdat het niet steil genoeg is gebeurt er niet veel. Onderzoekers gooien dan meetapparatuur in de sneeuw om die lawines vast te stellen.
Sneeuwprofiel
Terug in het gebouw pakt Alec van Herwijnen zijn verhaal op bij een uitvergroot model van een sneeuwblok. ‘Sneeuw is te vergelijken met een spons, met schuim. Sneeuw is voornamelijk lucht en een beetje ijs. Het comprimeert onder zijn eigen gewicht, wat betekent dat sneeuw dus constant in beweging is. Op een helling beweegt het automatisch een beetje naar beneden.’
‘De structuur van sneeuw verandert voortdurend. Daardoor heb je verschillende sneeuwlagen met heel verschillende eigenschappen. Een sneeuwprofiel interpreteren, zoals je op cursussen leert, is extreem belangrijk. Het is nog steeds een van de belangrijkste middelen die we hebben. Het is de basis van alles.’
Sneeuwval
‘Dé trigger van grote catastrofale lawines is echter het weer, in principe sneeuwval. Zonder veel sneeuw geen grote lawines. De grote vragen die ons bezighouden zijn: wat is de invloed van klimaatverandering op lawines? Hoe snel wordt het warm? Hoe vaak regent het en wat doet het water met de sneeuw?’
‘Wij proberen stapjes verder te gaan’, vertelt Alec. ‘Het hoofddoel is om beter te voorspellen wat er gebeurt. Betere data over lawines zorgen dat we de link tussen het weer en de sneeuw duidelijker kunnen maken. Wij stoppen er veel energie in om betere data te krijgen, over lawines en de sneeuw.’
Van Herwijnen ziet op de markt spullen verschijnen die heel snel informatie opleveren. In de Verenigde Staten is een apparaat te koop, een soort lawinestok. ‘Het is een commercieel product, gericht op de consumentenmarkt. Je stopt de stok in de sneeuw en hij meet hoe hard de sneeuw is. Die gegevens krijg je supersnel op je telefoon. Maar het interpreteren van die data is voor
‘De verschillen, ook in een klein gebied, zijn zo groot’
een leek niet eenvoudig. In de sneeuw zoek je altijd naar een laag die problematisch kan zijn. Zwakke lagen in het sneeuwdek vormen de basis van een lawine. Die probeer je te zoeken, maar je moet niet alleen weten hoe hard de sneeuw is, ook wát voor sneeuw het is.’
Kleurtje en een cijfer
Van Herwijnen geeft aan dat er goede apps zijn, zoals White Risk van zijn eigen instituut. ‘White Risk is een heel mooi hulpmiddel om je tochten te plannen. Maar het huidige risico beschrijft zo’n app niet direct. Er zitten kaarten in die gemaakt zijn op basis van veel ervaringsgegevens en data, maar de app houdt geen rekening met de condities van vandaag. Iedereen wil graag een waarschuwingssysteem met een kleurtje of een cijfer. Het is een regionaal gevaar dat je probeert samen te vatten in één getal of één kleurtje. Maar je moet lokaal interpreteren. De verschillen, ook in een klein gebied, zijn zo groot dat dat vaak moeilijk is.’
Hij geeft een ideaalplaatje aan: ‘De wetenschappers proberen producten te verbeteren die zo kleinschalig worden dat je op een kaart kan zien: daar is het veilig en daar niet. Dat is uiteindelijk het doel, maar dat is nog heel ver weg.’
Geluksfactor
‘Het kost jaren ervaring om te begrijpen waarop je allemaal moet letten, wat de relevante signalen zijn. Die signalen veranderen ook. In de lente moet je ergens anders op letten dan in de winter. Ik ben zelf heel terughoudend. En ik woon hier, dat is een voordeel. Als de situatie niet goed is, blijf ik weg van steile hellingen. Het is leren omgaan met onzekerheid. Vakantiegangers die hier maar een week zijn, willen graag op stap.’
‘Vaak gebeurt er niets. De kans dat je een lawine laat afgaan is nog steeds heel klein, ook al zijn de omstandigheden gevaarlijk en is de sneeuw instabiel. Mensen hebben het gevoel dat ze het goed gedaan hebben, maar eigenlijk hadden ze daar niet moeten zijn. Is dat de geluksfactor? Feit is dat je de lawine niet verwacht. Je moet je daarbij afvragen waarom jij het niet had verwacht. Want het gevaar was daar.’
Wanneer, waar en waarom lawines?
De Nederlandse wetenschapper dr. Alec van Herwijnen is leider van de groep Avalanche formation and dynamics van het Zwitserse Instituut voor sneeuw- en lawine-onderzoek SLF in Davos.
Van Herwijnen zegt daarover: ‘Sneeuwlawines komen voor in besneeuwde berggebieden en veroorzaken materiële schade en verlies van mensenlevens. Wij willen begrijpen hoe lawines ontstaan, hoe ze stromen en hoe ze reageren op objecten onderweg. Daarnaast bestuderen we hoe we wetenschappelijke kennis het beste kunnen overdragen aan beleidsmakers en het publiek. We proberen lawinevoorspellingen te verbeteren. We richten ons op drie kernthema’s: lawinevorming, lawinedynamica en kennisoverdracht.’
Droge lawines
Voorspellingen
‘Wanneer, waar en waarom komen lawines los? Dit zijn fundamentele vragen voor zowel ons onderzoek als lawinevoorspellingen. Om hierop een antwoord te geven willen we de kennis verbeteren van de processen die tot lawines leiden. En willen we meer nauwkeurige gegevens over lawineactiviteit. Daarmee ontwikkelen we rekenmodellen om te voorspellen of lawines vrijkomen.
Het veldwerk wordt grotendeels uitgevoerd op locaties rond Davos, naast laboratoriumexperimenten in ons eigen koudelaboratorium. Uiteindelijk is ons hoofddoel de processen te begrijpen die leiden tot de vorming van lawines én om onze lawinevoorspellingen te verbeteren.’
Voor meer informatie: slf.ch.
‘In januari 2018 waren er nog veel grote lawines met veel schade, maar gelukkig geen doden. Alle maatregelen zoals tijdig waarschuwen en dorpen verlaten hebben gewerkt. Daarin is veel geïnvesteerd. Er komen nieuwe modellen, verfijningen gaan door. Wij proberen altijd een oplossing te geven gebaseerd op feiten en kennis. En goed te communiceren wat de ontwikkelingen zijn. Maar weten we nou eigenlijk wel genoeg? Het blijft puzzelwerk. Van droge lawines, de Schneebrettlawines, begrijpen we de processen goed. Alleen kunnen we die nog niet makkelijk kwantificeren.’
Sneeuwcongres
Voor een internationaal congres van sneeuw- en lawine-onderzoekers (ISSW) in het Noorse Tromsø kreeg Alec van Herwijnen de vraag om uit te zoeken wat het verschil in sneeuw is tussen de Alpen en arctische gebieden in Noorwegen en Alaska. ‘De sneeuw is niet anders, maar de randvoorwaarden zijn verschil-
‘Weten we wel genoeg? Het blijft puzzelwerk’
lend. De wind, de temperatuur. Dat is van invloed op het sneeuwdek. Het voorspellen van lawines in arctische gebieden werkt veel minder goed, omdat de modellen waarmee we werken getraind zijn met gegevens uit de Alpen. Kunstmatige intelligentie gaat ons zeker helpen, want de hoeveelheid data die je moet verwerken is zo groot, dat gaat anders gewoon niet. Wat we in dat kleine onderzoek voor het congres ook constateerden is dat een term als sneeuwinstabiliteit niet duidelijk gedefinieerd is. Iedereen gebruikt het in sneeuwen lawinebulletins, maar wat we ermee bedoelen, is niet precies vastgelegd.’
Sleutel
Van Herwijnen geeft aan niet meer zonder ChatGPT en AI (artificial intelligence, kunstmatige intelligentie) te kunnen. ‘De afgelopen jaren hebben we met behulp van AI nieuwe rekenmodellen ontwikkeld. ChatGPT en AI zijn de sleutel om de routine weg te nemen. Dan krijg je meer tijd om moeilijke situaties die buiten het databereik vallen beter te begrijpen. Het zijn hulpmiddelen, gereedschappen waarmee je moet leren omgaan. Het is moeilijk dat weer weg te denken.’
Natte sneeuw
Wat staat er nog op het programma? ‘We gaan zeker werken aan natte sneeuw. Daar weten we nog heel weinig van. Het wordt warmer en ook midden in de winter komt er steeds vaker regen voor. We weten nog heel weinig van de invloed van vloeibaar water in de sneeuw en hoe dat precies werkt.’
‘Natte sneeuwlawines zijn vaak heel langzaam, vooral in het begin. Natte sneeuw is stroperig en zwaar, maar die lawines kunnen ook snel worden. Daar is nog weinig onderzoek naar gedaan. Vroeger kwamen natte sneeuwlawines voornamelijk in de lente naar beneden, als de skigebieden dicht waren en de mensen beneden. Maar we zien nu in februari en maart al vaak regen. Het wordt echt relevanter.’
Een weekend met het skimoteam
Mentale en fysieke training
De deur van Hotel Esprit Montagne gaat open en ik sta oog in oog met – wat mij later wordt verteld – ‘Mustafa’. Enkel de nek en het hoofd van Mustafa, om precies te zijn. Hoteleigenaar Alke Staal heeft een verzameling opgezette dieren, die dankzij een aantal jonge hotelbezoekers allemaal een naam hebben gekregen. Mustafa de berggeit heet je welkom bij binnenkomst, terwijl de herten ‘Gerrit’ en ‘Bambi’ je gezelschap houden in de bibliotheekhoek bij de haard. En mocht je zin hebben in een drankje aan de bar, dan drinkt ‘Harry’, het everzwijn, er misschien wel eentje met je mee. Zo’n bijzonder welkom belooft wat voor dit trainingsweekend met het Nederlandse skimoteam.
Tekst Akke van der Meer
Het skimoteam is op trainingsweekend in de Franse Alpen, met Hotel Esprit Montagne als uitvalsbasis. Dat is geen toeval, want Alke Staal is niet alleen hoteleigenaar, maar ook coach van het team. Samen met Rogier Wouters (teammanager) en Cees van Vliet (coach en materiaalbeheerder) begeleidt hij dit weekend de aanwezige atleten: Paul van Leeuwen, Jens van Vliet en Nienke Oostra. Helaas kunnen de andere teamleden, Allard-Sym Sprenger en Anneloes Goetze, er dit keer niet bij zijn.
Het programma bestaat voornamelijk uit trainen, eten en slapen. Wat dit trainingsweekend uniek maakt, is de aanwezigheid van Vera de Reus, de mentale coach van het team. Hoewel er altijd veel aandacht is voor fysieke trainingen, benadrukt coach Alke het belang van mentale training: ‘Ik merkte bij de atleten dat ze hun koppies lieten hangen, gefrustreerd raakten tijdens trainingen of wedstrijden, en last hadden van zenuwen en wedstrijdspanning. Het leek me belangrijk om iemand in het team te hebben die daarmee aan de slag kan.’
In je hoofd
Tijdens een koude ochtendwandeling langs een bergbeek vertelt Vera haar verhaal. ‘Ik ken Alke vanuit het dorp. Ik kom hier al
Hulstein
Ras & Wout
Reinier
Foto
twintig jaar en zo hebben we elkaar langzaamaan leren kennen. Het begon eigenlijk toevallig: we hebben een keer gegeten in zijn hotel en zijn vorig jaar een paar keer samen gaan skiën. Tijdens die gesprekken praatten we over van alles, over wat hij doet en wat ik doe. Toen begon het balletje te rollen. Om eerlijk te zijn weet ik niet eens meer precies hoe ik officieel bij het team betrokken ben geraakt’, lacht Vera. ‘Maar afgelopen zomer vroeg Alke me of ik interesse had om iets voor het team te betekenen. En hier sta ik nu!’
Vera heeft de afgelopen maanden met alle atleten individuele videogesprekken gevoerd en heeft daardoor ‘wel een beetje een beeld van waar ze staan’. Dit weekend ontmoet ze hen voor het eerst in het echt. ‘Mentale coaching is heel persoonlijk en hangt sterk af van wat iemand wil en nodig heeft. Daarom bekijk ik per atleet wat ik voor hem of haar kan betekenen’, legt ze uit. ‘Sporters richten zich vaak op fysieke training: hoe word je sneller en sterker? Maar we weten inmiddels dat wat er in je hoofd gebeurt een enorme invloed heeft op de rest van je lichaam. Als je je daar niet bewust van bent, kan dat veel impact hebben. Denk aan druk (van jezelf of anderen), angst om niet goed genoeg te presteren of overmatige zelfkritiek. Het begrijpen van wat er in je
Nienke
vellen
Jens van Vliet na een afdaling
hoofd gebeurt, is een belangrijke eerste stap. Dat betekent niet dat alles meteen is opgelost of onder controle is, maar het biedt wel een uitgangspunt om uiteindelijk een groot verschil te maken.’
Weer zo’n droom
En dat verschil hopen de atleten te maken, want hun doelen zijn niet niks. Komend seizoen staat voor twee van de vijf skiërs in het teken van kwalificatie voor de Olympische Winterspelen van 2026 in Cortina d’Ampezzo. Skimo maakt dan zijn debuut als olympische sport.
‘Het is eigenlijk een beetje nu of nooit voor mij’, vertelt Nienke. Ze wil er vol voor gaan: ‘Het is weer zo’n droom.’ Haar eerdere droom, wonen in een dorpje midden in de Franse Alpen, heeft ze al waargemaakt. Daar woont ze nu ruim vier jaar en ze ziet zichzelf er niet snel meer weggaan. De prachtige omgeving is perfect voor haar trainingen. De olympische droom dwingt haar echter wel haar trainingsaanpak volledig om te gooien. ‘Ik ben eigenlijk een duursporter. Dus de olympische onderdelen sprint en relay zijn veel korter en krachtiger dan ik gewend ben. Dat brengt ook mentale uitdagingen met zich mee, want je gaat veel sneller uit je comfortzone. Het is echt veel meer afzien dan lange duurtrainingen.’
Die mentale uitdaging is een van de redenen waarom ze al met het mentale aspect bezig was voordat Vera in beeld kwam. ‘Vaak kreeg ik vlak voor de start allerlei gedachten in mijn hoofd. Ik werd dan onrustig en bang om te falen’, legt Nienke uit. Door erover te praten, merkte ze dat ze die gedachten beter kon plaatsen. ‘Het helpt om te begrijpen waar die spanning vandaan komt. Dat geeft rust. Nu probeer ik die momenten te zien als een manier om mezelf uit te dagen, in plaats van een reden om aan mezelf te twijfelen.’
Ook Jens heeft een olympische droom. Bij het mentale aspect van sport had hij nooit echt stilgestaan. Toch merkte hij dat hij moeite had met situaties die anders liepen dan hij zich had voorgesteld. ‘In mijn hoofd is er vaak maar één manier en als iets daarvan afwijkt, raak ik gefrustreerd of chagrijnig’, legt hij uit. Sinds hij met Vera praat is hij zich bewuster geworden van deze reacties. ‘Ik stel mezelf nu vaker de vraag: waarom ben ik zo gefrustreerd? Dat inzicht helpt me.’ Hij merkt dat hij soms de tijd neemt om stil te staan bij wat er gebeurt. ‘Ik probeer dan even een minuutje te kalmeren en na te denken over de situatie. Gewoon begrijpen wat er in mijn hoofd gebeurt. Dat geeft me al meer rust en helpt me om dingen beter los te laten.’
‘het is eigenlijk een beetje nu of nooit voor mij’
TICKETS MET KORTING VOOR NKBV-LEDEN
by
OP TOUR VANAF MAART 2025
09-03 GRONINGEN
�9:00 uur | Kinepolis Groningen 10-03 UTRECHT
�9:00 uur | Kinepolis Jaarbeurs
11-03 DEN HAAG
�9:30 uur | Theater de Nieuwe Regentes 13-03 ROTTERDAM
�9:30 uur | Theater Zuidplein
14-03 HAARLEM 19:00 uur | Kinepolis 15-03 EINDHOVEN
�9:30 uur | Evoluon
TICKETS, TRAILER EN ALLE INFO OP:
WWW.BANFF-TOUR. NL
BANFF25_Anzeige_NKBV_Hoogtelijin_210x135.indd 1
...door MFS® Vakuum® technologie.
De nieuwe definitie van pasvorm. Door de temperatuur van het lichaam vormt het het MFS® Vakuum® schuim zich optimaal naar de vorm van de voet. Om een perfecte pasvorm te bereiken is het speciale PU-schuim tot in het tenengebied van de schoenen verwerkt. De Meindl Multigrip® rubber profielzool met PU tussenzool zorgt voor maximale demping en een perfecte grip. ® perfecte
Marathonloper bij de sprint
Paul hee de individuele race op het wereldkampioenschap als doel, begin maart in Morgins, Zwitserland. De disciplines op de Olympische Spelen zijn niets voor hem: ‘Het is alsof een marathonloper opeens een 100 meter sprint moet gaan doen.’ Dit seizoen richt hij zich vooral op het fysiek zo sterk mogelijk zijn, zodat hij zich tijdens tochten niet meer bezig hoe te houden met hoogtemeters en afstanden. In plaats daarvan wil hij zich volledig kunnen richten op de omgeving, techniek, veiligheid en het maken van bewuste keuzes. ‘Als ik fysiek in topvorm ben, wordt het volhouden vanzelfsprekend en worden zelfs de moeilijkste en zwaarste toppen haalbaar.’
‘gewoon begrijpen wat er in mijn hoofd gebeurt, dat geeft me al rust’
Voor Paul hoort mentaal sterk zijn daar ook bij. ‘Je moet nee kunnen en durven zeggen. Soms lopen plannen niet zoals verwacht en ook omgaan met angst speelt een belangrijke rol.’ Hoewel hij persoonlijk al even bezig is met het mentale aspect, hee hij lang nagedacht voordat hij actie ondernam. Hij merkte dat zijn lichaam soms niet deed wat zijn hoofd wel dacht dat hij kon. Toen Vera bij het team kwam, greep hij die kans meteen aan. Hij is er erg positief over. ‘Ik ben veel bewuster van wat er gebeurt in mijn hoofd en merk nu al dat het helpt. Het gaat veel lekkerder.’ Door de gesprekken en het opbouwen van bewustzijn merkt hij dat hij zijn doelen op mentaal vlak al hee bereikt. ‘Er zijn geen concrete doelen, de stappen die ik zet, zijn al een doel op zich.’
Innerlijke berggeit
Na een intensief weekend vol trainingen klinkt op zondagmiddag het geluid van vermoeide, maar lachende stemmen in Hotel Esprit Montagne. Atleten en begeleiding druppelen langzaam binnen van de ochtendtraining en zitten ontspannen na te praten. Vanuit de bibliotheekhoek kijkt Gerrit, het hert, onbewogen toe. Maar het is Mustafa die het laatste woord lijkt te hebben: de berggeit, onverstoorbaar, houdt vanaf zijn vaste plek bij de deur een oogje in het zeil als iedereen weer naar huis vertrekt. Misschien is Mustafa wel hun geheime mascotte, hij lijkt in ieder geval altijd zen. En misschien is dat wel de les van dit weekend: hoe je ondanks uitdagingen, spanning of prestatiedruk altijd weer je innerlijke, rustige berggeit kunt vinden.
Wat is skimo?
Is skimo nieuw voor je? We leggen de sport graag aan je uit. Eigenlijk wordt er in Nederland weinig onderscheid gemaakt tussen skimo en toerskiën. Skimo, o ewel SKI MOuntaineering, is bergen beklimmen op ski’s. Een typische skimodag in de bergen draait om avontuur en tter worden. Omhooglopen op ski’s met vellen eronder (‘skinnen’) kan daarbij niet ontbreken. Een top beklimmen, een grote traverse of tocht maken, of je voorbereiden op een wedstrijd kunnen mogelijke doelen zijn. Soms loop je korte, steile stukken omhoog met je ski’s aan je rugzak geklikt (‘bootpacking’). Naar beneden skiën lijkt bijna een bijzaak. De sport vraagt om technische vaardigheden en legt de nadruk op transities tussen klimmen en skiën.
Skimo is een o ciële wedstrijdsport onder de International Ski Mountaineering Federation (ISMF) en kent vier disciplines:
Vertical race
De vertical race is een enkele klim die volledig op ski’s met vellen wordt afgelegd. Er is geen bootpacking of afdaling bij betrokken. Het aantal hoogtemeters ligt tussen de 500 en 700 meter voor mannen en vrouwen en tussen de 400 en 500 meter voor junioren.
Individuele race
Tijdens de individuele race moet je klimmen en afdalen. Meestal zijn het drie beklimmingen en afdalingen voor mannen en vrouwen en twee voor junioren. De langste klim mag niet meer dan de hel van het totale aantal hoogtemeters zijn. De racetijd verschilt per evenement, maar de beste atleten voltooien de race meestal in anderhalf tot twee uur, met minimaal 1300 hoogtemeters. De individuele race moet ook minstens één gedeelte te voet bevatten, bootpacking dus.
Sprint (onderdeel Olympische Winterspelen 2026)
Dit is een intensieve race van ongeveer tweeënhalve minuut. Alle elementen van skimo komen hierin terug:
• Start op ski’s met vellen.
• Zigzaggend klimmen door poortjes.
• Ski’s afdoen, op de rugzak bevestigen en te voet een steil stuk omhoog.
• Ski’s opnieuw vastmaken en verder klimmen.
• Boven aangekomen de vellen snel verwijderen en naar beneden skiën.
De totale stijging en daling bedraagt ongeveer 100 meter, waarbij de atleten starten en nishen op vrijwel hetzelfde punt. Hoewel de beklimming meestal plaatsvindt op goed geprepareerde sneeuw, is de afdaling speels en kan deze o -piste zijn, met poortjes en kleine sprongen.
De sprint is zeer competitief, met slechts achttien startplekken per categorie op de Winterspelen. Om een plek te bemachtigen, werken deelnemers tijdens het hele seizoen aan hun ranking, de score van alle wedstrijden samen.
Mixed relay (onderdeel Olympische Winterspelen 2026)
Dit is een estafette waarbij een ronde dezelfde onderdelen bevat als de sprint, maar iets langer duurt, ongeveer zeven minuten. Het team bestaat uit een man en een vrouw die elkaar a isselen.
Aan het einde van dit seizoen zal geëvalueerd worden hoe de Nederlandse atleten ervoor staan en wat de kansen zijn voor de Spelen. De uiteindelijke beslissing valt echter pas in december 2025. Nog even a achten dus!
De NKBV is aangesloten bij de ISMF en hee een eigen skimoteam. Meer over de atleten en coaches vind je op nkbv.nl/teams/skimo.
Take the lead
De Klimmist
‘De Klimmist!’ Line van den Berg keek me met sprankelende ogen aan. ‘Klimmer en feminist, snap je?’ Het werd de naam voor onze nieuw-bedachte column. Een idee ontstaan na vele vurige gesprekken over het vrouw-zijn in een door mannen gedomineerde wereld: de bergsport. Hoe moesten we dat eigenlijk aanpakken, dat vrouw-zijn?
We voelden ons verstrikt in een systeem waar we onder leden, maar tegelijkertijd ook zelf aan bijdroegen. Kunnen vrouwen aan de top elkaar omhoog tillen of breken ze elkaar af om die ene plek van de token woman
te bewaken? One of the guy…irls? Nemen mannen te snel de leiding of zijn vrouwen te terughoudend? Dat laatste, take the lead, werd ons eerste thema voor de column. We schreven allebei wat en stuurden het naar elkaar op. Ik zocht in de geschiedenis en Line schreef over vrouw-zijn in de bergen van het hier en nu. In het geweld van de natuur is ieder kwetsbaar leven gelijk, maar onder de mensen niet. Na Lines overlijden bleef ik achter met haar woorden en die deel ik graag in deze eenmalige editie van ‘De Klimmist’.
De kloof
Als je niet snel een keuze maakt, is er ruimte voor verwarring. Een ruimte waar een ander in kan springen. We gaan naar links, zegt de ander midden in mijn gedachteproces. En ik volg. Hoe krijg ik het vertrouwen dat ook ik de weg weet? Ervaring en oefening, maar er is meer nodig. Waar is mijn stem? Ik ga terug in de tijd en ik vind Mary Taylor. Mary Taylor, geboren in 1817, was een fenomenale Britse zakenvrouw, schrijver, alpinist en feminist. Op 57-jarige leeftijd nam ze in 1875 een groep vrouwen mee de Alpen in. Nadat een gids haar team op deze tocht weigerde te begeleiden omdat deze route volgens hem niet voor vrouwen geschikt was, schreef Taylor dat het voelde alsof de gids de sneeuw met één slag had weggeveegd en een diepe metaforische gletsjerkloof had blootgelegd: de genderkloof. Taylor trok zich niks aan van de gids en haar uitzonderlijke vrouwenteam maakte vele succesvolle beklimmingen. In de bergen is niks om achter te schuilen, letterlijk en figuurlijk, aldus Taylor. Ver weg van het alledaagse leven, ontdekten de vrouwen niet alleen de kracht van de natuur, maar ook de potentie, het intellect en het doorzettingsvermogen in zichzelf. Voor vrouwen werd bergbeklimmen een ontsnapping uit het keurslijf van de negentiende eeuw; een ontdekkingstocht met meerdere lagen. Honderdvijftig jaar later tuur ik met fijngeknepen ogen door een sneeuwstorm op zoek naar een brug die door vele vrouwen voor mij over de gletsjerkloof is gebouwd. Flarden van wat was en wat moet komen dansen wild op de wind. Uit de diepte komen verleidelijke stemmen, de sirenen van het bevroren water. Maar ik weet waar ik heen moet, de route wordt me door Taylor ingefluisterd.
Claim de crux
Wanneer ik met een vrouw op pad ben in de bergen, kan ik een muntje opgooien: welke man gaat ons vandaag vertellen hoe we moeten abseilen, waar de route is of vragen of we wel weten wat we doen? Kijk, soms kan ik die informatie best wel waarderen, maar laat het me dan lekker zelf vragen in plaats van te bèta sprayen. Er schuilt een grote aanname onder dat twee vrouwen in de bergen vast niet weten wat ze aan het doen zijn. Dat we mannen nodig hebben. Maar wake up, we don’t. Het gekke is, het gebeurt me nooit wanneer ik met een man op pad ben. Op de één of andere manier is de aanblik van een gemengd team nog altijd veel betrouwbaarder. Maar ligt het echt alleen aan die mannen? Nou, nee. Verre van! Ik kan de keren niet meer op één hand tellen dat ik heel goed wist welke kant de route op ging, maar ik me toch liet overtuigen door de twijfels van mijn mannelijke klimpartner. Het hee me al veel kostbare tijd gekost in alpien terrein en geleid tot uit de hand gelopen dagen tot diep in de nacht. Waarom zeg ik dan niks? Waarom laat ik me overreden door mannen? Als ik met een vrouw op pad ga, voel ik me zelfverzekerd, sterk in mijn schoenen én de master der topo’s. Op de Peuterey Integrale, die ik in de zomer van 2021 klom, met een vrouw, Fay Manners, waar op de eerste dag ruim 1000 meter aan rots op het programma stond, wist ik steeds precies in welke pitch we zaten en of we links of rechts moesten. Hoe neem ik dat gevoel mee naar mijn mannelijke klimpartners? Die ook zeker van deze skill kunnen pro teren. Ik oefen. Met duidelijker zeggen wat ik denk, maar ook door achteraf met mijn klimpartners te reflecteren. Door de cruxpitches te claimen en te zeggen of we links of rechts moeten. En die random mannen die ik tegenkom en die vertellen wat ik moet doen? Het wordt tijd voor een sterke comeback. Weet jij er één? Ik hou me aanbevolen…
Rolmodel Line van den Berg
Niet alleen vrouwen zoals Mary Taylor, die de ndering hebben gelegd voor een gedeeld zel ertrouwen, vormen rolmodellen. Het is vooral belangrijk dat er rolmodellen zijn in het hier en nu die een podium krijgen. Line was, en is nog steeds in haar teksten en lms, een groot en inspirerend rolmodel in de Nederlandse (en internationale) bergsport. Haar kleurrijke, vurige persoonlijkheid, haar aanstekelijke enthousiasme en onvermoeibare drive laten één ding zien: alles is mogelijk, ook voor jou.
Op 19 mei 2023 overleed Line van den Berg met haar klimpartners Mats Wentholt en Jeroen van Ommen in een lawine op de Grosshorn (3754 meter). Line hee veel grote beklimmingen in de Alpen op haar naam. Daarnaast maakte ze de lms My Phantom, waarmee ze meerdere prijzen won, en The art of trying, die je kunt bekijken op haar blog: lainfromthemountain.wordpress.com. Ook is Line te zien in de onlangs uitgekomen lm Embracing the Grim, gemaakt door haar klimpartner Fay Manners, op YouTube.
Lees meer over het inspirerende leven van Line op nkbv.nl/grensverleggers/bergsport/verhalen: ‘De boodschap van Line van den Berg’. Haar boodschap lee voort in het Line van den Berg Fonds, dat Lines ouders oprichtten ter ondersteuning van vrouwen bij het zo veilig mogelijk beoefenen van de bergsport en van publicaties daarover. Meer over het fonds: nkbv.nl/over-denkbv/organisatie/legaatfondsen
Bronnen
• Holland, Nick. “The Incredible life of Brontë Friend Mary Taylor.” Anne Brontë, In search of Anne Brontë and her family Blog. 3 maart, 2019.
• Colley, Anne C. Victorians in the Mountains, Sinking the Sublime Burlington: Ashgate, Publishing Limited, 2010.
• Roche, Clare A. The Ascent of Women: How Female Mountaineers Explored the Alps 1850- 1900. Proefschri . Birkbeck, University of London, 2016. Foto
In de serie ‘Klimmen bij de buren’ laten we je klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland zien, op maximaal 400 kilometer van Utrecht.
Bochumer Bruch
Priegelige greepjes
Rondom de stad Wülfrath, ten zuiden van het Duitse Ruhrgebied wordt in enorme steengroeven kalksteen gewonnen voor de hoogovens van de staalindustrie. Een van de kleinere groeven is de stilgelegde Bochumer Bruch. In deze nog steeds enorme kuil, 600 bij 280 meter en 70 meter diep, beheert de Deutscher Alpenverein sinds 2006 een klimgebied met zo’n honderd routes.
Vrijwel elke route in de Bochumer Bruch dwingt je om technisch en subtiel te klimmen.
Tekst en beeld Harald Swen
In de tot 55 meter lange routes ben je van start tot stand non-stop bezig met het maken van keuzes over welke van de priegelige greepjes en treden de juiste zijn. Toen de groeve in 1958 werd stilgelegd bleven er voornamelijk natuurlijke rotsstructuren achter, in plaats van door dynamiet verbroken rots. Het oppervlak van deze laagvlakken, zoals de geologische term luidt, is voorzien van een ruwe korst met ontelbare randjes.
Het is echter niet alleen maar hosanna. De rots is namelijk niet overal in de groeve even solide. Eén sector wordt daarom in het winterseizoen gesloten, om pas in het late voorjaar weer open te gaan, nadat de Deutscher Alpenverein (DAV) zich ervan vergewist hee dat het er veilig klimmen is. Wellicht iets over de top, maar het maakt deel uit van het pakket regels waarmee de DAV akkoord moest gaan om het klimmen hier mogelijk te maken. En er zijn meer regels. Klimmers
delen de groeve met voor de streek zeldzame vegetatie en een paartje oehoes dat hier ieder voorjaar broedt. De sector Illumina, waarop je een dozijn technische pareltjes aantre , is als de oehoes broeden een half jaar gesloten. Ook moet je je strikt aan de toegangsroutes houden, want zomaar kriskras door de groeve banjeren is verboden. Tot slot moet je voorafgaand aan elk bezoek online reserveren op bochumerbruch.de. Er wordt slechts een beperkt contingent klimmers per dag toegelaten.
Op diezelfde website is de topo gratis beschikbaar. Daarin zijn ook de aanraders in dit gebied te vinden. Wat je niet mag missen zijn de karakteristieke spleetroutes op de Drei Zinnen, de technische platen in sector Muppetshow, de verrassend dwingende versnijding Spreizfuß (6b) in de sector Lehmriss en alle routes op de grote plaat van de sector Illumina (6b-7b).
Bochumer
Bruch
Aantal routes/maximale lengte: 100/55 meter
Klimstijl/steilte: 60-100°
Niveau routes: 4 tot 7c, voornamelijk 5c tot 7a
Gesteente: kalksteen
Expositie: voornamelijk (noord)oost en (zuid)west Beste jaargetijde: zomer en herfst. In winter en voorjaar is meestal minimaal de hel van de sectoren gesloten.
OV: station Wülfrath-Aprath op 4,3 kilometer Alleen toegankelijk na aanmelding via bochumer-bruch.de.
Meer informatie vind je in de NKBV-Tochtenwiki.
Carrière Jaminon, Pepinster
Contrasterende stijlen
De Carrière Jaminon is een speciaal klimgebied. Zowel vanwege de ligging direct aan de rand van de stad, met uitzicht op de art-deco façade van het industrieel erfgoed van de textielfabriek, als vanwege de twee contrasterende klimstijlen en de bijbehorende geschiedenis.
Tekst Harald Swen Beeld Harald Swen en Cong Tam Thai
Kom je uit het centrum van Pepinster, dan valt direct de grote rotsplaat op. Pas op het tweede gezicht doemt de enorme, 20 meter hoge en 40 meter diepe grot op die verborgen is achter de bomen. De grot was lange tijd het domein van de arti ciele klimmers die in steil terrein het klimmen met ladders oefenden. In de jaren ’70 van de vorige eeuw werden het dak en de wanden van de grot zelfs met een hoogwerker behaakt. Medio jaren ’80 veranderde de grot in het toneel van de vrij klimmers, die langzaam maar zeker de ene na de andere arti ciële route vrij konden klimmen. Begin jaren ’90 opende de Luikse klimmer Claude Lorenzi met La Traction Universelle hier de eerste 8c van België, waarover gefluisterd wordt dat het misschien wel gelijk een 8c+ was. Het duurde namelijk maar liefst 26 jaar voor de route herhaald werd, door Claudes zoon Simon. De grot is helaas niet meer toegankelijk in verband met instortingsgevaar van de buitenste boog van de grot.
In de vier sectoren buiten de grot domineert het plaatklimmen. De maar liefst 32 meter hoge Grande Dalle, met de karakteristieke door fossielen gebobbelde rots, is het pronkstuk. Tot voor kort hadden alle 21 routes hier erg forse haakafstanden. In combinatie met de ietwat brokkelige rots maakte dit het klimmen tot een spannende aangelegenheid. Een jaar of vijf geleden hee de Club Alpin Belge (CAB) echter alle routes herbehaakt en voorzien van extra haken. Toch zul je ook nu nog boven je haak uit moeten durven klimmen. Op een zonnige dag in de winter kun je dan al balancerend op je voeten genieten van de nog altijd ruwe rots.
Wil je niet voorklimmen? Dan kan hier iets wat vrijwel nergens anders mogelijk is. Een groot deel van de routes op de Paroi du Fond is namelijk via een ladder en een staalkabel van bovenaf te benaderen om een toprope in te hangen. Op La Dalle Supérieure en de Crête du Droite is een dozijn toegankelijke routes in de derde, vierde en vijfde graad.
Carrière Jaminon
Aantal routes/maximale lengte: 50/32 meter
Klimstijl/steilte: wand 50-80°
Niveau routes: 4-6c
Gesteente: kalksteen
Expositie: zuid en zuidoost
Beste jaargetijde: het gehele jaar. Droogt zeer snel.
OV: het station van Pepinster op 650 meter
Het is een NKBV-klimjaarkaartgebied.
Meer informatie vind je in de NKBV-Tochtenwiki.
De entree van het klimgebied
Dertien maal
De berggidsen van Nederland
Er was een tijd dat Nederlandse klimmers alleen maar konden dromen over een carrière als professioneel gids in de bergen. Waren we slachto er van ons eigen calimero-complex?
Misschien wel, want sinds Edward Bekker in 1987 als eerste de horde wist te nemen, hebben heel wat anderen zijn voorbeeld gevolgd. Maak kennis met dertien Nederlandse berggidsen.
Onder redactie van Ico Kloppenburg en Akke van der Meer
Inmiddels is er een flink aantal Nederlandse gidsen, zodat er voor elke klant en elk type tocht een goede match te maken is. Duidelijk is ook dat er voldoende werk is voor Nederlandse gidsen. Want hoewel laaglanders meer drempels moeten nemen om gids te worden, hebben zij ook als troef dat ze Nederlands spreken. Tenslotte hee een gids die je in je eigen taal kan uitleggen wat het plan is, waarom het plan wordt aangepast en wat er onderweg moet gebeuren bij veel Nederlanders toch een streepje voor. En goede communicatie met de klanten is alleen maar belangrijker geworden de afgelopen jaren.
Hoeveel Nederlandse gidsen er precies zijn? Daarover kun je discussiëren. Welk paspoort iemand hee en hoe vaak iemand nog als gids werkt, zijn vragen die bijvoorbeeld op tafel komen. In deze Hoogtelijn kun je een groot interview lezen met Boris Textor (zie p. 68), maar daarnaast stellen we hier graag een aantal gidsen aan jullie voor. Dit doen we in de vorm van een kort portret waaraan ze zelf hebben meegewerkt.
De Nederlandse berggids is niet langer een zeldzaamheid, hoewel het rijtje vooralsnog bestaat uit witte mannen. Als we zijn eigen inbreng mogen geloven is de gids gek op de Dolomieten en hee hij voorop staan: staar je niet blind op één berg of één dag, wees flexibel en focus je op de beleving en het avontuur in de bergen!
Wanneer mag je jezelf berggids noemen?
Berggids is een beschermd beroep. Dat wil zeggen dat je jezelf geen berggids mag noemen zonder het juiste diploma. Dat diploma wordt uitgegeven door de UIAGM, de Union Internationale des Associations de Guides de Montagnes. Gecerti ceerde gidsen zijn te herkennen aan hun UIAGM-speldje, dat ze vaak op hun jas of tas dragen. De opleiding tot berggids kun je volgen bij
Stefan Buis (1972)
Woonplaats: Greater Guildford Area, Engeland Gids sinds: 2010
Website: mountainelements.nl BERGGIDSPASPOORT
Dertig jaar geleden begon Stefan Buis als klim- en canyoninginstructeur. Bij de NKBV was hij onder meer lid van de Veiligheidscommissie en was hij veertien jaar lang opleidingsgids (zie het kader op pagina 53). Die activiteiten ondernam Stefan naast zijn diverse werkzaamheden voor Defensie. Ruim vij ien jaar werkte Stefan bij het Korps Mariniers. Daar deed hij ervaring op in het werken en overleven in extreme kou en weersomstandigheden in de Alpen, de Schotse Hooglanden, Wales en het noorden van Noorwegen. Hij volgde de opleiding Royal Marine Mountain Leader in Groot-Brittannië en militair berg- en skigids in Duitsland.
In 2010 voltooide hij de UIAGM-ski- en -berggidsenopleiding in Duitsland.
Als zelfstandig berggids werkt Stefan onder de naam Mountain Elements. Daarnaast is hij altijd blijven werken bij Defensie, waar hij onder andere adviseerde op het gebied van (klim)uitrusting, veiligheid en risicomanagement. Ook andere organisaties, zoals de NKBV, adviseerde hij over deze onderwerpen.
verschillende bergsportverenigingen die aangesloten zijn bij de UIAGM. De NKBV biedt hiervoor geen eigen opleiding, veel Nederlandse gidsen zijn geschoold in Oostenrijk, Zwitserland of het Verenigd Koninkrijk. De instroomeisen zijn streng en de lat ligt hoog. Om berggids te worden is veel eigen ervaring nodig, in alle disciplines van de bergsport. UIAGMgidsen zijn allrounders, zij kunnen in alle sporten, van toerskiën tot klimmen, groepen en individuen begeleiden.
De laatste twee jaar is Stefan fulltime Head of Mountain Operations bij het Joint Centre of Competence for Mountain and Arctic Warfare. Binnen Defensie is dit het kenniscentrum op het gebied van werken op hoogte en optreden in de bergen en in arctische of koude gebieden.
Door omstandigheden kon Stefan geen antwoord geven op de vragen zoals die bij de andere berggidsen staan.
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is… ‘Luit Ezinga. Hij ging mee off-piste skiën in Les Arcs in 1988. Vervolgens vroeg hij – bij een goed eigengebrouwen biertje –of het mogelijk was de Eiger noordwand te beklimmen. Ik antwoordde: “Dan moet je nu gaan trainen aankomende twee jaar.” Vervolgens beklommen we de Mont Blanc, Matterhorn, Eiger via Mittellegi, Dent Blanche, Dufourspitze, Elbrus op ski’s, Mount Kenya, Kilimanjaro en nog veel meer! Hij komt nog steeds skiën, hij is nu rond de 75!’
Mijn levensmotto luidt… ‘Nothing is impossible en above the clouds, above the crowds.’
Een leerzaam incident was… ‘Onze poging om in 1982 de zuidwand van de Siula Grande in de Cordillera Huayhuash in Peru te beklimmen. Dat is de berg waar Simon Yates drie jaar later het touw tussen hem en Joe Simpson doorsneed. Inderdaad, het verhaal dat Simpson vereeuwigde in het beroemde boek Over de rand. Wij hadden heel
lastige omstandigheden en draaiden om. Daarna beklom ik de zuidwand van de Yerupaja met twee vrienden. Een route van 1000 meter ijsklimmen, waarbij veel misging. We hadden een ongepland bivak op 6500 meter, zonder brander en drinken.’
Mijn favoriete gebied is… ‘Mijn achtertuin hier rond Finhaut, het Zwitserse deel van het Mont Blancmassief. Ik kan hier rotsklimmen met graatoverschrijdingen op Les Perrons, toerskiën naar de Bel Oiseau, mountainbiken, met de racefiets naar de stuwdam van Emosson, suppen op het meer, met de trein naar Genève Airport om te skiën en te gidsen in Scandinavië, gebruikmaken van een pick-up voor heli-assisted skitoeren voor de deur en heb Chamonix, Verbier en Courmayeur om de hoek, maar niet de gekte van Chamonix. Kortom: het paradijs.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Graag piloot zijn geworden. Passagiersvluchten of vrachtvlieger, bushpilot of helikopterpiloot.’
BERGGIDSPASPOORT
Edward Bekker (1961)
Woonplaats: Finhaut, Zwitserland
Gids sinds: 1987
Talen: Engels, Frans, Duits
Instagram en website: @edwardbekker, mountaintravel.ch
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Toen ik vijf jaar oud was ging ik met mijn ouders en zusje in Zermatt wandelen met uitzicht op de Matterhorn. Wat ook veel indruk maakte was de Franse film Mort d’un guide, die speelde zich af in Chamonix. En het boek Lawines razen van An Rutgers van der Loeff.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Een flexibele opstelling meebrengen. Dat wil zeggen: daar gaan klimmen of skiën waar de condities goed zijn. Kom volgend jaar terug als het nu niet lukt. Die berg blijft namelijk wel staan. Alhoewel dat de laatste jaren niet zeker is, gezien de klimaatverandering met omvallende bergen, met name in Chamonix. En: ga weg van de massa! Want bergsport en overnachtingen in berghutten op de bekende plekken zijn massatoerisme geworden. Er zijn nog zo veel rustige plekken te vinden.’
BERGGIDSPASPOORT
Martijn Schell (1974)
Woonplaats: Saint-Crépin, Frankrijk
Gids sinds: 2005
Talen: Engels, Frans, Duits Website: powderguides.nl
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is… ‘Simon, een van mijn allereerste privéklanten en meteen de meest memorabele. Hij klom ambitieus door tot op zijn zeventigste, waardoor hij voor velen een voorbeeld is. Als laatste tocht klommen we samen de zuidgraat van de Aiguille du Moine in de zomer van 2022. Nu geniet hij van zijn pensioen als alpinist, maar klimt hij nog wel in de hoogste bomen rond zijn buitenhuis in Friesland.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Blijf zien hoe mooi iets is. Blijkbaar is een terugkerende zin die ik roep: “Poeh, tjonge, jonge wat is het mooi!”’
BERGGIDSPASPOORT
Robert Steenmeijer (1963)
Woonplaats: Hilversum, Nederland
Gids sinds: 1989
Talen: Engels, Frans, Duits, Spaans
Website: robertsteenmeijer.nl
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is… ‘Velen, maar als ik moet kiezen ga ik voor een privéklant voor onder andere de Mount Kenya, Cotopaxi, Ama Dablam en Wadi Rum, met wie ik inmiddels goed bevriend ben.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Je bent de architect van je eigen leven. Je hebt niet alles zelf in de hand, maar je kunt wel je eigen pad uitstippelen en proberen te volgen.’
Een leerzaam incident was…
‘Dansen is voor mij gevaarlijker dan klimmen. Ik heb één keer mijn voet en één keer mijn nek gebroken op de dansvloer. Met klimmen heb ik nooit iets gebroken.’
Mijn favoriete gebied is…
‘De zandsteenrotsen van Utah. Prachtige
rotstorens in vele kleuren met fantastische klimroutes. Natuurlijk het liefst in de zon.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik…
‘Meubelmaker worden. Dat is toevallig, dat ben ik ook.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Ik had een veel te zware rugzak op mijn rug naar de eerste hut van mijn beginnerscursus. Dat was voor mij de eerste keer in de bergen.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Geen berg is meer waard dan je eigen leven. Met die instelling kun je eindeloos genieten van de bergen en de bergsport, ook al bereik je de top niet. Als je maar weer veilig thuiskomt.’
BERGGIDSPASPOORT
Michiel Engelsman (1979)
Woonplaats: Noordwijk, Nederland
Gids sinds: 2006
Talen: Engels, Frans, Duits
Website: eigenaar en oprichter van mountainguide.nl
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Een heel vriendelijke en ontzettend grappige advocaat. Hij wilde ieder jaar een mooie skireis maken. Ik heb hem en zijn vrienden meegenomen naar de Alpen, Noord-Zweden en de Lyngen Alpen en daar prachtige avonturen beleefd.’
Opleidingsgidsen NKBV
De berggidsen spelen ook een rol in de opleiding van het kader van de NKBV, vrijwilligers die tochten en cursussen begeleiden voor andere leden. De NKBV werkt samen met drie ‘opleidingsgidsen’: Martijn Schell, Frank de Haan en Boris Textor. Zij geven modules in de kaderopleidingen, zoals die tot Alpien Instructeur, en nemen examens af. Ook geven de opleidingsgidsen de vereniging (gevraagd en ongevraagd) advies, onder meer over het curriculum van de opleidingen, het inzetbereik en de do’s en don’ts in de Alpen.
Een leerzaam incident was…
Mijn levensmotto luidt…
‘Ik heb niet echt een levensmotto. Wel zijn de belangrijkste waarden in mijn leven: liefde voor elkaar en voor de natuur, respect en werken om te leven, niet leven om te werken. Ik heb wel eens de slogan gezien “climb now, work later”, die sprak mij erg aan.’
Een leerzaam incident was…
‘Dat je als gids dingen meemaakt die je achteraf anders had willen aanpakken is niet te voorkomen, maar ik kan niet een specifiek incident noemen dat belangrijker of groter geweest is dan alle andere. Als persoon ontwikkel je jezelf en leer je altijd bij, dat is een continu proces.’
Mijn favoriete gebied is… ‘De Lyngen Alpen in Noorwegen om te
‘Dat ik mijn onderbuikgevoel bij een beslissing niet zomaar mag weghonen omdat ik het volgens mijzelf rationeel beoordelen kan. Dat geschiedde ooit nadat een beoordeling van een sneeuwhelling volgens de elementaire reductiemethode kon, terwijl mijn gevoel “nee” zei. De sneeuwhelling kwam los, maar gelukkig kwamen we met de schrik vrij.’
Mijn favoriete gebied… ‘Ligt in de Zuidalpen, met de Dolomieten in de zomer en de Queyras in de winter.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Alsnog berggids zijn geworden. Er was geen plan B toen ik verslingerd raakte aan de bergen.
skiën en Tuolumne Meadows in Californië om te klimmen.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Helikopterpiloot worden. Die wens heb ik inmiddels met het gids-zijn gecombineerd.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is… ‘Dat ik met mijn ouders naar de Cabane du Mountet in Wallis wandelde.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Dat je in de bergen bent om te genieten en dat prestaties veel minder belangrijk zijn. Voor mij is een dag geslaagd als iedereen ’s avonds weer veilig en met een goed gevoel beneden is.’
Ik deed wel van 1992 tot 1996 een grafische, audiovisuele opleiding met de intentie een mooie carrière bij een reclamebureau te hebben.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is… ‘Dat ik als dertienjarig jochie door het eerste winterlicht wakker werd in Gasthaus Seewirt in Thiersee, Tirol, waar we de avond ervoor in het donker waren aangekomen, en mijn ogen niet kon geloven. Een droom bleek werkelijkheid.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is… ‘Blijf zelfredzaam en houd je “duif-gen” ontwikkeld: kijk niet te snel op je gps, maar oefen in goede omstandigheden met je eigen gevoel voor oriëntatie.’
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Dean, een Australiër die in Zweden woont. We hebben veel weken samen geklommen, in verschillende omstandigheden. De laatste keer schreef hij me na onze week in de Alpen dat niet alleen het samen klimmen, maar ook het samen praten over persoonlijke struggles het zo’n fijne week maakte. Dat voelde als een heel groot compliment.’
BERGGIDSPASPOORT
Roeland van Oss (1978)
Woonplaats: Chamonix, Frankrijk
Gids sinds: 2011
Talen: Engels, Frans, Duits
Instagram en website: @roelandvanoss, roelandvanoss.com
Mijn levensmotto luidt… ‘Durf echt naar jezelf te kijken, dan snap je vaak ook beter waarom de “bergen” in ons leven soms zo moeilijk of juist gemakkelijk zijn.’
Een leerzaam incident was… ‘Een val van 50 meter die ik maakte op 6200 meter hoogte. Dit incident gaf me het besef dat ik met de extreme routes die ik klom steeds meer risico nam. Daarna ben ik meer gaan nadenken over de vraag waarom ik juist déze gevaarlijke routes wilde klimmen. Door het ongeluk ben ik steeds meer en beter naar mijn innerlijke drijfveren gaan kijken.’
Mijn favoriete gebied is… ‘Voor de zomer is dat Wallis, voor de winter Graubünden.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Psycholoog zijn.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Dat ik met mijn ouders ging wandelen in Karinthië, Oostenrijk.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Een quote van David McCullough Junior: “Climb mountains not so the world can see you, but so you can see the world.”’
BERGGIDSPASPOORT
Jelle Staleman (1981)
Woonplaats: Den Haag, Nederland
Gids sinds: 2012
Talen: Engels, Duits
Instagram en website:
@jellestaleman, jellestaleman.nl
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Een Russische klant die per se met toerskivellen onder zijn ski’s naar beneden wilde skiën en daarmee ook de sleeplift in wilde, wat niet echt lekker gaat. Na twee dagen lullen had ik hem nog steeds niet overtuigd dat dit niet ging werken.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Stel een doel en geloof erin, zelfs als je denkt dat je dat doel nooit gaat halen!
Als je volhoudt en écht in dat doel gelooft, is alles mogelijk!’
Een leerzaam incident was…
‘Voor mij is besluitvorming in de bergen
cruciaal. Incidenten die ik meemaak spelen daarbij een grote rol. Maar als ik dat nu in een korte bijdrage beschrijf, dan ben ik bang dat het niet goed overkomt. Het gaat toch om complexe en helaas vaak ook gevoelige voorvallen.’
Mijn favoriete gebied is… ‘De Dolomieten!’
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Heel hard gaan trainen om berggids te worden!’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Dat mijn buurman mij op mijn zevende voor het eerst meenam naar de klimrotsen
in België, naar Sy. Overdag klimmen, in de avond een kampvuurtje en slapen in een grot. Toen wist ik dat ik berggids wilde worden. Hoe? Geen idee!’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Zorg dat je je doelen slim stelt. Als je naar de Alpen afreist met één specifieke berg als doel, kom je al snel in de knel met je ambities en kan het gevaarlijk worden. Stel jezelf als doel om ergens een berg te beklimmen, ongeacht welke berg dat dan ook wordt en beweeg mee met het weer en de condities, dan wordt het altijd een succesvolle bergsportweek!’
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet…
‘Dat zijn mijn vaste klanten, die jaar op jaar met mij de bergen ingaan en waar ik ontzettend mooie tochten mee maak.
Tochten die ik nooit zal vergeten.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Blijf nieuwsgierig, blijf ontdekken, blijf kennis vergaren.’
Een leerzaam incident was…
‘Dat je niet ’s nachts met de verkeerde
BERGGIDSPASPOORT
Boris Textor (1986)
Woonplaats: Haren, Nederland en Innsbruck, Oostenrijk
Gids sinds: 2013
Talen: Engels, Duits Instagram en website: @boristextor_berggids, boristextor.nl
broek de hut moet verlaten. Bij terugkomst zit er iemand zonder broek in de hut. Zoiets is als berggids echt pijnlijk.’
Mijn favoriete gebied is… ‘De Dolomieten. Elk jaargetijde is er anders van kleur en het contrast tussen de bergen verandert continu.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Banketbakker willen zijn. Ik hou ontzet-
tend van een gebakje met een espresso erbij.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Dat ik met het bergtreintje vanuit Montreux omhoogging naar Rochers-de-Naye.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Je kan meer dan je denkt, vertrouw jezelf.’
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Lilian Wentholt, omdat ik haar heb mogen begeleiden in de slotfase van haar leven, wat soms heel moeilijk was, maar ook heel mooi en verdiepend.’
Mijn levensmotto luidt… ‘Go with the flow.’
Een leerzaam incident was…
‘Het lawine-ongeval op de Grosshorn waarbij drie vrienden van mij omkwamen. Hierdoor ben ik niet alleen verstandelijk maar ook op een dieper gevoelsmatig niveau beter gaan begrijpen hoe hard de bergen kunnen zijn. Daarnaast ben ik anders gaan denken over wat ik belangrijk vind in het leven en in de bergsport.’
BERGGIDSPASPOORT
Frank de Haan (1991)
Woonplaats: Zell am Ziller, Oostenrijk Gids sinds: 2023
Talen: Engels, Duits
Instagram: @frankdhaan
Mijn favoriete gebied is…
‘De Dolomieten: prachtig klimmen, kort aanlopen, pizza en koffie.’
Als ik geen berggids was…
‘Dan zou ik werken als podiumbouwer en, net zoals ik nu doe, klimmen en skiën in mijn vrije tijd.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘’s Avonds vosjes zien bij een berghut op wandelvakantie met mijn vader.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Volg een cursus of twee en durf daarna ook zelf op pad te gaan! Sommige lessen kun je alleen zelf leren.’
BERGGIDSPASPOORT
Isaac Doude van Troostwijk (1987)
Woonplaats: Fegen, Zweden
Gids sinds: 2018
Talen: Engels, Duits, Zweeds Instagram en website: @isaacdvt_ mountaingide, high-above.se
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Dat zijn er velen. Het is altijd bijzonder om samen een doel, top of perfecte skirun te delen.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Keep it simple and some rock and roll.’
Een leerzaam incident was…
‘Bij Nallo in Noord-Zweden, 70 kilometer van de dichtstbijzijnde civilisatie, verloor een gast haar ski tijdens de overgang van lopen naar skiën. Met heel dichte mist leek het onmogelijk om de ski terug te vinden. Dankzij een kompaskoers, gestructureerd zoeken en heel veel geluk vonden we de ski weer en konden we de toer voortzetten.’
Mijn favoriete gebied is…
‘Waar bergen zijn en/of zee is, Noorwegen bijvoorbeeld.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik…
‘Met scheepvaart werken.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘De hoge besneeuwde toppen die na een lange autorit opdoken toen we Zwitserland binnenreden.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Heb plezier in de bergen en sta open voor andere ideeën dan het originele plan.’
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is… ‘Janos Urai, een Nederlands-Hongaarse geoloog met een gigantische passie voor bergen, van wie ik veel over rotsen en het ontstaan van de bergen heb geleerd.’
Mijn levensmotto luidt… ‘Make your dreams come true!’
Een leerzaam incident was… ‘Onweer en bliksem op de top van Matterhorn. Het leerde me het weerbericht niet altijd te vertrouwen en slecht weer niet te onderschatten!’
Mijn favoriete gebied is… ‘Het Monte Rosamassief, door de grote gletsjers en de prachtige bergen!’
BERGGIDSPASPOORT
David Bacci (1985)
Woonplaats: Champoluc, Italië
Gids sinds: 2019
Talen: Engels, Italiaans, Duits, Frans en Spaans Instagram en website: @david_bacci_adventure_fanatic, davidbacci.exposure.co
Als ik geen berggids was, dan zou ik… ‘Tuinman zijn! Ik heb een grote passie voor planten en het behouden van groen.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Dat ik ergens in Zwitserland met mijn moeder op een wandelpad liep.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Luister naar je gids. Gidsen doen dit elke dag en weten wat wel of niet veilig is!’
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Iedereen die gefascineerd is door bergen en de vele vaste gasten die mij hun vertrouwen schenken voor een avontuur.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Geniet van iedere dag en zwem af en toe eens niet met de massa mee.’
Een leerzaam incident was…
‘Als je in oktober met collega’s klimt, vergeet dan niet je hoofdlamp. Een viertje is niet altijd een viertje.’
Een bijzondere klant die ik nooit vergeet is…
‘Een groep die ik in Noorwegen met toerskiën heb gegidst. We zaten met zijn allen in een chalet. De sfeer was heel goed en we hebben veel gelachen. Ik was natuurlijk als gids aan het werk, maar het voelde alsof ik met vrienden op vakantie was.’
Mijn levensmotto luidt…
‘Hard werken, hard ontspannen.’
Een leerzaam incident was…
‘Ontsnappende ski’s. Helaas gaat het soms even fout bij het ombouwen van toerski’s en gaat er een ski vandoor. Daar ben ik tegenwoordig heel scherp op.’
Mijn favoriete gebied is…
‘Om te gidsen Wallis. Zelf heb ik mijn meest memorabele tochten in de Djangart-regio in Kirgizië gemaakt.’
Mijn favoriete gebied is…
‘De Dolomieten: lage schoenen, steile wanden, pizza, ijs en goede wijn.’
Als ik geen berggids was, dan zou ik…
‘Waarschijnlijk op het strand staan.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Dat ik van bovenaf op het wolkendek kon kijken.’
BERGGIDSPASPOORT
Tomas van Lieshout (1988)
Woonplaats: Nassereith, Oostenrijk
Gids sinds: 2020
Talen: Engels, Duits
Website: deskienberggids.nl
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Heb plezier van een dag in de bergen. En je moet altijd kunnen uitleggen waarom je iets doet en het niet alleen doen omdat de ander dat zo doet.’
BERGGIDSPASPOORT
Rik van Odenhoven (1990)
Woonplaats: Heijningen, Nederland
Gids sinds: 2023
Talen: Engels, Duits Instagram en website: @rikvanodenhoven, rvoberggids.nl
Als ik geen berggids was…
‘Dan zou ik timmerman of messensmid zijn.’
Mijn vroegste herinnering aan de bergen is…
‘Mijn C1-cursus vanuit de Hildesheimer Hütte.’
Het belangrijkste advies dat ik de meeste klanten kan geven is…
‘Zorg dat je fysiek fit aan je reis begint. Dat gezegd hebbende, wordt het nooit makkelijk om een berg te beklimmen. Moe worden hoort erbij en is niet erg.’
Geltenhütte, Gelten-Iffigen, Zwitserland
Huttenfamilie
Het is hier nooit stil. Anders dan thuis vind ik dat geen probleem. Ik hoor hier geen auto’s, maar koebellen. En watervallen. Uit welk raam van de Geltenhütte je ook kijkt, je ziet een waterval. Zit je in de eetzaal, dan is ook uitzicht op een paar hoge bergtoppen gegarandeerd.
Marjolein Wols Beeld Jafeth van der Wagt
In een groene oase tussen de grauwe rotsen ligt de Geltenhütte. De hut wordt omgeven door grijze reuzen die boven de 3000 meter uitsteken. Aan de noordkant is in de verte het dorp Lauenen te zien, dat iets ten zuiden van Gstaad ligt, aan de zuidkant kijk je uit op het Rottal met daarachter de Gältehore (3062 meter). Naast de naamberg van deze hut is ook de Wildhorn (3250 meter) te zien. Deze toppen zorgen ervoor dat het terras aan de zuidzijde van de hut niet erg zonnig is, maar maken dat met het uitzicht dubbel en dwars goed.
De Geltenhütte zoals hij nu is bestaat pas sinds 1969. Al veel langer werd de hut gebruikt door boeren. Zo nu en dan was er een alpinist te gast, maar dat werden er steeds meer. Toen de hut in 1940 werd weggevaagd door een
lawine werd hij meteen herbouwd. Al snel barstte de hut weer uit zijn voegen. Negentien jaar later bouwden vrijwilligers iets hoger op de berg een nieuwe hut: de huidige Geltenhütte. De tien kamers bieden inmiddels plaats aan 72 gasten. In 2014 werd de hut gerenoveerd en voorzien van een eigen waterkrachtsysteem. Een blik op de vele watervallen rondom de hut verklaart die keuze. De nieuwste aanwinst van de hut is de moderne keuken uit 2022.
Thuisvoelen
Na een paar uur wandelen stappen we de drukke hut binnen. Het is midden juli en Jafeth en ik zijn duidelijk niet de enigen die door de Zwitserse bergen wandelen. Desalniettemin worden we warm onthaald door huttenwaard Susanne Brand. We maken meteen een praatje
met haar. Deze voormalige leerkracht woont en werkt acht maanden per jaar op de berg. Samen met twee anderen die er het hele seizoen zijn en heel wat zomerpersoneel houdt Susanne de hut draaiende. Het huttenpersoneel is haar familie, zegt ze. Dat dat geen cliché is, maar een gemeende uitspraak, is aan alles te merken. De sfeer is ontspannen en ik voel me hier erg thuis. In de avondzon voor de hut verzucht Jafeth dat hij hier niet weg wil. Dat komt slecht uit, want we lopen een huttentocht.
Daar voor de hut maken we kennis met nog een permanente bewoner van de hut: een grijze poes. Het is Susannes huis- en huttendier. Ze heeft hem op ski’s in een reismand mee naar boven genomen dit seizoen. Net als wij voelt
Jouw hut in Hoogtelijn?
Voor velen is een hut het (eind)doel van een tocht. Een rustplaats voor een bord soep, een glas fris of een broodje. Heb je een dagtocht gemaakt naar een bijzondere hut en heb je goed fotomateriaal?
Stuur de naam van de hut en jouw idee hierover naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. ‘Naar een hut’, dan bespreken we de mogelijkheden voor een artikel in deze rubriek.
het dier zich goed op zijn gemak. Hij kijkt niet om naar de kippetjes en gasten die rond de hut scharrelen.
De wereld missen
Mijn vraag wat de Geltenhütte zo bijzonder maakt beantwoordt Susanne met een tegenvraag: ‘Wat niet?’ Ze vindt het een voorrecht om hier het hele seizoen te mogen werken. Mensen vragen haar vaak of ze familie en vrienden uit het dal niet mist. ‘Nee, ik mis die wereld niet. Die wereld komt naar mij. Hier in de hut ontmoet je allerlei mensen.’ Ze vertelt dat ze de meest interessante gesprekken heeft met gasten; een heel ander
soort gesprekken dan ze met mensen ‘beneden’ heeft.
Voor bezoekers is de ligging natuurlijk reden nummer één. Al blijft Susanne zelf ook onder de indruk van het landschap. Haar aanrader: wandel na aankomst nog even door het Furggental en het Rottal, een makkelijke rondwandeling van één à twee uur.
Verder is de kudde jaks die in dit gebied leeft redelijk uniek. De dieren lopen los en komen zo nu en dan langs de hut. Helaas ontmoeten wij de jaks niet. Wij moeten het doen met de koeien die we dagelijks tegenkomen.
De Geltenhütte is een leuke bestemming voor een dagtocht: wandelen en lekker lunchen. Vanaf de Louwenesee (waar je met de bus en de auto kunt komen) overbrug je in ongeveer twee uur de 600 hoogtemeters naar de hut. Het pad loopt parallel aan de Gältebach, het stroompje dat langs de hut naar beneden gaat. Je kunt een ander, iets langer pad langs Almenegg terug nemen om er een rondwandeling van te maken. Beide paden zijn wit-rood gemarkeerd. Wij bezochten de hut tijdens een meerdaagse tocht. We kwamen vanaf de Wildhornhütte en liepen de volgende dag door naar de Col du Sanetsch. De Geltenhütte maakt ook onderdeel uit van de Wildhorn Tour, een vierdaagse huttentocht rond de Wildhorn, en is een prima vertrekpunt voor alpiene- of toerskitochten. Kijk op de website van de hut voor meer tochtentips: gelten.ch.
Hoe dan?
Duurzamer de Dolomieten in
Daar staan we dan, terug in het dal, met onze waterflesjes en onze goede voornemens. De flesjes zijn per helikopter naar de berghut gebracht en door ons te voet weer terug naar beneden. Ehm… Als je een duurzamere bergvakantie wilt, kun je dan geen handigere keuze maken? In dit reisverslag proberen wij deze en andere vragen te beantwoorden.
Tekst en beeld Jonathan Stranders en Michiel Löschner
Ons idee ontstaat in februari 2024, nadat we elkaar jaren uit het oog zijn verloren. Onder het genot van een vegetarische maaltijd in een Utrechts restaurant praten we bij. Over onze levens, carrières, gezinnen, hobby’s en idealen. We ontdekken een gezamenlijke liefde voor de bergen en gezamenlijke zorgen over de bescherming ervan. Hoe zou je op een duurzamere manier op bergvakantie kunnen gaan? We besluiten om deze uitdaging samen aan te gaan en kiezen als bestemming voor de Dolomieten. Goed bereikbaar, imposante uitzichten en weer eens wat anders dan de Zwitserse of Oosten-
rijkse Alpen. Onze uitvalsbasis wordt Colfosco, een klein dorpje aan de voet van het Sellamassief, op zo’n 1000 kilometer van Utrecht. We gaan voor de combinatie van enkele losse via ferrata’s en een driedaagse huttentocht naar de hoogste Dolomietentop. Maar eerst: hoe komen we in Italië?
Vervoer
Vanaf Schiphol vlieg je in twee uur naar Bolzano. De CO2-uitstoot van zo’n retour is echter enorm: circa 370 kilogram per persoon. Dat is volgens Milieu Centraal twee procent van de gemiddelde
De auto is qua flexibiliteit onverslaanbaar. Maar duurzaam? Dat hangt sterk af van het aantal passagiers en de gebruikte brandstof. Deze retourrit, met zijn tweeën in een middenklasse benzineauto, zou 280 kilogram CO2 per persoon uitstoten. Nog steeds fors. Met een elektrische auto is de rit zelf weliswaar emissievrij, maar bij de productie van de elektrische energie vindt wel degelijk uitstoot plaats: 120 kilogram CO2 per persoon. Nog altijd flink veel meer dan de treinreis, maar gelukkig een stuk lager dan bij een benzineauto. Dat, in combinatie met de flexibiliteit geeft de doorslag om met de elektrische auto te reizen. Opladen doen we bij de superchargers van Tesla, dat zelf meldt dat al zijn stroom op duurzame wijze wordt opgewekt. Ook niet onbelangrijk is het kostenplaatje. Reizen met een elektrische auto is per kilometer doorgaans veel voordeliger dan de trein, al hangt dit af van het moment van boeken en of je een slaaprijtuig boekt en van de huidige stand van de (snel)laadtarieven. Iets om rekening mee te houden.
Productieproces meerekenen
jaarlijkse uitstoot van een compleet Nederlands gezin! Daar komt bij dat je er nog niet bent als je uit het vliegtuig stapt. Ook het vervoer van en naar een luchthaven kost tijd, geld en energie.
Een voor de hand liggend alternatief is de trein. Helemaal met de slaaptrein langs Innsbruck ben je er voor je gevoel zo. De CO2-uitstoot van de trein is laag, slechts 4 kilogram per persoon voor een retour – al lijkt het het voor een reis met de ICE meer te zijn dan voor de nachttrein.
Met regelmaat hoor je twijfels bij de duurzaamheidsclaim van elektrische auto’s: onder andere tijdens de productie van de accu’s komt veel CO2 vrij, het long-tailpipe-principe. Een goed punt, maar zou je dan ook niet het productieproces van treinen en vliegtuigen moeten meenemen in de totaalberekening? En wat te denken van alle uitstoot bij de winning, raffinage en distributie van brandstof nog voordat een benzineauto maar een kilometer gereden heeft? We merkten dat het al snel onoverzichtelijk wordt, wat het kiezen van duurzaam vervoer voor ons als eenvoudige bergliefhebbers niet makkelijker maakt.
Hoe
duurzaam
is dat eigenlijk, een kabelbaan?
DAG 1 WARMING-UP
Vanaf de Gardenapas starten we de eerste dag met enkele via ferrata’s op de Piccolo Cir en Gran Cir. Wat een imposante uitzichten over het Val Badia, het Sellamassief en op de grillig gevormde Dolomietentoppen. Voldaan keren we terug naar Colfosco, waar we aanschuiven voor een (in ons geval vegetarische) pizza bij een restaurantje aangeraden door de gastvrouw van ons hotel.
Uitrusting
Rugzak, kleding, schoenen en wandelstokken hadden we als ervaren bergwandelaars al. Voor een van ons is het wel de eerste keer klettersteigen. Daarvoor moeten een klimgordel, een klettersteigset en een helm aangeschaft worden. Bovendien hebben we stijgijzers nodig voor de afdaling van de Marmolada. Als je van tevoren nog niet zeker weet of je die spullen vaker wilt gaan gebruiken, wil je daar niet te veel aan uitgeven. Maar veiligheid staat uiteraard voorop. Bij het omhoogklauteren op een bergwand wil je op je materialen kunnen vertrouwen. Nieuwe bergsportspullen kun je eenvoudig bij een winkel of online aanschaffen. Maar materialen nieuw kopen om die maar één keer te gebruiken, is niet duurzaam. Op sites als Marktplaats is veel tweedehands klimmateriaal te vinden. Een duurzaam alternatief, maar hoe deugdelijk zijn deze gebruikte materialen? Als een klettersteigset eenmaal een val heeft moeten opvangen of een helm een flinke klap, is deze niet meer geschikt. En dat weet je bij gebruikte spullen niet altijd. Via Marktplaats komen we bij een professionele verhuurder aan een klimgordel, klettersteigset en helm. Van een vriend lenen we stijgijzers. Misschien niet de meest compacte en lichte, maar ze voldoen prima en zijn dus een uitstekende duurzame keuze.
DAG 2 HET SELLAMASSIEF OVER
De volgende dag volgt vanuit Corvara de oversteek van het Sellamassief: een prachtige etappe zuidwaarts van zo’n 17 kilometer en de nodige hoogtemeters. Rekening houdend met de intensieve klim die ons de dag erop staat te wachten, kiezen we er ’s ochtends voor de kabelbaan omhoog te pakken. Dit scheelt ons behoorlijk wat tijd en hoogtemeters. Hoe duurzaam is dat eigenlijk, een kabelbaan? We gokken dat dit voor de meesten onder ons niet doorslaggevend zal zijn om er wel of niet in te stappen en precieze cijfers zijn nauwelijks te vinden. Maar toch een vraag om in het achterhoofd te houden. De tocht leidt ons relatief eenvoudig over de Piz Boè (3152 meter) en Sass Pordoi, waarna we aan het einde van een inspannende dag neerstrijken in Rifugio Castiglioni. Deze hut is een populair vertrekpunt voor diverse tochten in het Marmoladamassief met zijn bekende – helaas in hoog tempo verdwijnende – gletsjer.
DAG 3 DE BEKLIMMING VAN DE MARMOLADA
Lenen en tweedekans
Steeds meer (web)winkels bieden de optie om geretourneerde producten voordeliger als ‘tweedekans’ te kopen. Je hebt dan de gebruikelijke garantie en meer zekerheid op deugdelijkheid, en het materiaal belandt niet op de immer groeiende afvalberg. Het vervolgens in privékring uitlenen blijft natuurlijk altijd mogelijk en leuk!
Geen vrienden die de juiste spullen te leen hebben?
Dan kun je ook terecht bij allerlei verhuurbedrijven en outdoorwinkels met verhuurservice. Dat kan voor vertrek in Nederland, maar ook op veel bergsportbestemmingen.
Vandaag is het zover: de beklimming van de Marmolada, met 3343 meter de ‘koningin van de Dolomieten’. Zo’n 400 van de hoogtemeters voeren langs de uit de Eerste Wereldoorlog daterende Hans-Seyffert-route over de westgraat, een via ferrata van categorie B/C. We bereiken de via ferrata na een paar uur wandelen over blokkenterrein en de oversteek van een verijsd sneeuwveld, waarbij we de stijgijzers onderbinden. Na een snelle lunch en het aandoen van de klettersteiguitrusting, gaat het klauteren van start. De eerste meters zijn meteen steil omhoog, maar de rest van de route is goed te doen. De klim brengt ons naar de Capanna Punta Penia, een piepkleine berghut op de top van de Marmolada. We prijzen ons gelukkig met het weer, de panoramische uitzichten zijn koninklijk!
Uitzicht over natuurpark Puez-Odle
Zicht op de Marmolada
Minder geluk hebben we met Carlo, de huttenwaard die hier sinds jaar en dag de zomers doorbrengt. Hij blijkt er eentje met een gebruiksaanwijzing, zo ondervinden we. Ons Italiaans, even minimaal als de voorzieningen van de berghut, blijkt in ruime mate onvoldoende om het ijs te laten breken. Carlo valt terug op allerlei Italiaanse verwensingen en grommend commentaar van achter uit de hut. Getuige de vele online recensies zijn we helaas niet de enigen met deze ervaring. Maar goed, bla ende honden bijten gelukkig niet.
De stijgijzers gaan onder
DAG 4 DE AFDALING
Met prima weer vertrekken wij de volgende ochtend na een ontbijt van taart en ko e van Carlo voor de tocht terug met, wederom de stijgijzers ondergebonden, een vrij inspannende afdaling over de gletsjer. Terug in het dal openen we onze waterflesjes die we in de hut hebben gekocht.
De ironie hiervan ontgaat ons niet: deze flesjes (acht euro per halve liter), per helikopter naar de berghut gebracht, zijn zojuist door ons te voet weer teruggebracht naar het dal. Over duurzaamheid gesproken. Aan de andere kant proberen we om bewust om te gaan met wat we nuttigen, waar we het kopen, waarin het verpakt is en of we het niet zelf duurzamer kunnen meenemen. Niets menselijks is ons vreemd en het blij lastig om voorverpakt voedsel en drinken volledig uit te bannen, helemaal als je enigszins lichtbepakt de bergen in wilt, zonder een hele voorraad mee te sjouwen.
Je proviand is dus zeker ook een onderdeel om bij stil te staan als je duurzamer de bergen in wilt. Zelf meenemen of onderweg kopen? En kies je bij zelf meenemen voor in plastic voorverpakt, een herbruikbare broodzak of een afwasbaar doosje? Op dit gebied valt nog wat te leren: die flesjes hadden slimmer gekund.
Nabeschouwing
Een duurzamere bergsportvakantie, is dat mogelijk? Hee heel zwart-wit gesteld niet vrijwel alles wat we als mens in ons leven doen een negatieve impact op onze omgeving? Misschien wel, maar dat is natuurlijk niet het complete plaatje. Reizen verlegt ook je horizon, kweekt begrip voor andere culturen en schept verwondering voor de prachtige landschappen. Daarnaast hebben actieve bergvakanties – als je eenmaal op de bestemming bent – een relatief lage impact (grootschalig skitoerisme voor het gemak even buiten beschouwing gelaten). Je beweegt je immers voornamelijk op eigen spierkracht door het landschap.
Toch is het ook voor de gemiddelde bergsporter nog mogelijk om stappen te zetten. Vooral in de selectie van je vervoer, de aanschaf van je uitrusting en de keuzes die je maakt voor eten en drinken. Laten we elkaar als bergsportlie ebbers blijven inspireren om hier betere keuzes in te maken, zodat ook de generaties na ons nog lang van de majestueuze bergtoppen – besneeuwd en vergletsjerd – kunnen blijven genieten.
Er zijn verschillende websites waarop je de uitstoot van je reis kunt berekenen en waarop je vervoersmiddelen met elkaar kunt vergelijken. Voor dit artikel gebruikten wij greentripper.org en ecotree.green. Uitstoot berekenen
Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv en Instagram: @_nkbv.
voor jou
Samen bouwen aan een sociaal veilige vereniging
De NKBV wil meer zijn dan alleen een sportieve en gezellige vereniging: de organisatie wil een sociaal veilige plek voor iedereen creëren, zonder grensoverschrijdend gedrag. Het is belangrijk om te weten hoe je met elkaar omgaat en wat je kunt doen als er iets misgaat. Op nkbv.nl/sport/vso vind je alle informatie over de gedragscodes, de vertrouwenscontactpersoon en het aanvragen van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). Zo dragen de NKBV, verenigingen en sporters samen bij aan een sport waarin iedereen zich thuis en veilig voelt.
Gezamenlijke jeugdweekenden
Regio Oost-Brabant en Neoliet Eindhoven
Voor het tweede jaar op rij organiseerde NKBV-Regio Oost-Brabant, in samenwerking met Neoliet Eindhoven, vijf jeugdklimweekenden. Hiermee probeerde de Regio meer jeugd bij de vereniging te betrekken. Tegelijkertijd bood het Neoliet de kans om hun voornamelijk in de klimhal actieve jeugd kennis te laten maken met het buiten klimmen. Tijdens de weekenden waren zowel instructeurs van de Regio als van Neoliet aanwezig. Joyce van Ool (vestigingsmanager Neoliet): ‘Het is fantastisch dat de jeugd op deze manier kan ontdekken wat er buiten de hal nog meer mogelijk is in de klimsport.’ Lijkt het je ook leuk om (jeugd)leden enthousiast te maken voor klimactiviteiten? Bekijk hoe jij kunt bijdragen op nkbv.nl/vrijwilligers.
De NKBV bezorgd over Oostenrijkse berggidsen
Door Oostenrijkse wetgeving komt de positie en de inzet van de veertienhonderd Oostenrijkse berggidsen in gevaar. De NKBV maakt zich daarover ernstig zorgen, evenals over een onacceptabele kostenstijging van door Oostenrijkse gidsen begeleide cursussen.
‘Het heeft te maken met de invoering van een wet in Oostenrijk waardoor berggidsen niet meer als zelfstandige aangeduid worden en niet meer vallen onder de geldende verzekerings- en pensioenwetgeving’, aldus NKBV-directeur Robin Baks. ‘Het betekent niet alleen een administratieve rompslomp, maar zorgt ook voor fors hogere kosten. Die komen voor rekening van de opdrachtgevers zoals Bergsportreizen.’
In een gezamenlijke verklaring van de Oostenrijkse Alpenvereniging (ÖAV), de DAV Summit Club, Alpinschule Innsbruck en de NKBV wijzen
De NKBV, ÖAV, DAV Summit Club en Alpinschule Innsbruck lichtten hun verklaring toe in een persconferentie
de organisaties op de gevaren die hiermee direct verbonden zijn. ‘De kans dat minder mensen een gids inschakelen voor moeilijkere tochten is niet denkbeeldig’, zegt Robin Baks. ‘Dat is een regelrecht gevaar voor de veiligheid in de bergen. Daarmee hebben ook de reddingsdiensten te maken, want die worden met dezelfde problemen geconfronteerd. De reddingsdiensten leunen traditioneel op berggidsen die ingezet worden voor bergreddingen.’
De NKBV wacht de definitieve behandeling van de Wet op de Sociale Zekerheid af, maar
beraadt zich wel op eventuele stappen. ‘Per jaar nemen enkele honderden van onze leden deel aan een praktijkcursus in de Alpen, geleid door een gids. Als dat in Oostenrijk moeilijk wordt en aanmerkelijk duurder, is het mogelijk dat we een aantal cursussen moeten verplaatsen, bijvoorbeeld naar Frankrijk’, aldus Baks. ‘Dat speelt sowieso al omdat het steeds moeilijker wordt om sneeuw- en ijscursussen in Oostenrijk te organiseren vanwege het verdwijnen van veel gletsjers. Deze politieke ontwikkeling zou de verschuiving wel eens kunnen versnellen.’
Zomerplannen met
Bergsportreizen
Heb jij je vakantieplannen voor de zomer al rond? Bergsportreizen hee haar nieuwe zomerprogramma online staan en daar zit vast ook iets moois voor jou bij! Het aanbod van Bergsportreizen richt zich op een leven lang bergsporten. Dit betekent dat er voor iedereen, in elke levensfase, een doelgroepgericht aanbod is: van basiskampen voor gezinnen met kinderen tot trektochten voor vij igplussers. Naast het bekende zomeraanbod ontwikkelt Bergsportreizen ook ieder seizoen nieuwe activiteiten. Zo staat er voor het eerst een zesdaagse trektocht – met drieduizender – voor jongvolwassenen (18 tot 25 jaar) door het Lasörling-massief op de planning. Ook nieuw voor jongvolwassenen: een basiskamp in de Venediger. De camping ligt centraal in Oost-Tirol, waar je kunt hiken, bergbeklimmen, sportklimmen en multi-pitchen! Bekijk het volledige zomerprogramma op bergsportreizen.nl
Ben jij op zoek naar inspiratie voor je volgende avontuur in de bergen? Kom dan naar de Bergsportdag op zondag 9 maart 2025 in het NBC in Nieuwegein. Hier vind je alles wat je nodig hebt om je plannen werkelijkheid te maken – op één plek! Luister naar de lezingen van onder andere berggids en fotograaf Ben Tibbetts, klimmer Matilda Söderlund en trailrunner Jake Catterall. Ontdek trails, berggebieden, cursussen en nog veel meer!
‘Alsof een hele goede routebouwer cadeautjes voor ons hee neergelegd om te ontdekken.’ Je hoort het Bart van Raaij zeggen terwijl je hem ziet boulderen in Fontainebleau, het klimgebied dat centraal staat in de nieuwe klimgebiedvideo van de NKBV. In deze productie van Rauwkost Film neemt Bart, maker van klimgidsen en eigenaar van bleau.info, je mee langs de bijzondere boulders in Fontainebleau. De wandelende Fontainebleauencyclopedie doet dat niet alleen, ook Robin Mertens, Luuk Jans en Titus van Zon zijn boulderend te zien en vertellen over hun ervaringen in het sprookjesachtige klimgebied. Titus: ‘Elke move die je binnen het klimmen zou kunnen bedenken, kun je hier vinden. Dus er is voor iedereen wel wat.’ Bleausard Bart voegt daar aan toe: ‘Er is geen klimgebied ter wereld waar je zo makkelijk geïntroduceerd kan worden in het klimmen buiten.’ Kortom, elke boulderlie ebber zal zijn ogen uitkijken in Fontainebleau. Een voorproe e, waarin je ook terugkijkt naar de oorsprong van het boulderen, krijg je in de nieuwe klimgebiedvideo. Vanaf 13 februari te bekijken op youtube.com/nkbv
Duurzaamheid
De NKBV stree naar een duurzame relatie met haar leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn wordt gedrukt op FSCpapier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds) en verzonden in een recyclebare papieren verpakking. Voor onze correspondentie gebruiken we 100% gerecycled papier We schenken duurzame ko e van Brandmeesters en hebben een CO2neutrale postbezorging en data-opslag. We promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen. Als je toch met de auto of het vliegtuig reist, kun je overwegen om je CO2uitstoot te compenseren. Dit kan eenvoudig via greenseat.nl
Beter de bergen
Of neem deel aan de workshops door experts. Op de beursvloer vind je de beste deals van outdoormerken en kun je je materiaal laten repareren, zodat je het weer in topconditie kunt gebruiken op je volgende reis. Meer materiaal vind je op de tweedehandsmarkt. Verkoop en koop hier jouw gebruikte outdoorkleding en -materialen. Ga naar bergsportdag.nkbv.nl voor het hele programma en tickets.
in met de NKBV
NKBV-leden pro teren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en de Pyreneeën en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen biedt.
Gids en redder
‘De bergen zijn niet maakbaar’
Berggids en bergredder Boris Textor ziet de bergsport veranderen. Massaler, individueler en commerciëler, met meer bergreddingen tot gevolg. ‘Slaap maar eens een nachtje op de berg. Je komt zeker veilig naar beneden.’
Tekst Manon Stravens Beeld Zout Fotogra e
We staan zeker een uur op de top van de Roter Kogel, een 2832 meter hoge berg in de Stubaier Alpen, waar we zijn omringd door een meesterlijk panorama van besneeuwde toppen, scherpe silhouetten en verre gletsjers. Berggids Boris Textor (37) kent alle bergen, lijkt het. De Habicht, de Großer Möseler, de Felsköpfl, de Fußstein, het Karwendelgebergte, de Kitzbüheler Alpen en in de verte de Italiaanse Dolomieten. ‘Die helling daar in de verte, de Lampsenspitze, ben ik al heel vaak vanaf geskied. Het ziet er heel steil uit, maar het valt erg mee.’
Boris kent het gebied op zijn duimpje. ‘Ik ben een soort lopende bergsportencyclopedie.’ Hij woont al twaalf jaar in Innsbruck, waar je in een oogwenk op 2000 meter hoogte zit. Als fulltime zelfstandig gids begeleidt hij kleine groepen en individuen bij hoogalpien klimmen, toerskiën, rotsklimmen en ijsklimmen. Samen met Niek de Jonge stond hij als eerste Nederlander in één zomer op alle 82 vierduizenders in de Alpen. Inmiddels hee hij ze bijna allemaal twee keer beklommen. Boris behoort tot de handvol Nederlandse berggidsen met een UIAGM-certi caat, het hoogst haalbare in de bergsportbegeleiding (zie p. 50). ‘Waar het wandelpad eindigt, begint mijn werk.’
Het bedenken van nieuwe tochten vindt hij te gek. ‘Ik kan eindeloos op Google Earth rondzwerven, nieuwe routes zoeken.’ Boris plant veel nieuwe tochten, omdat hij veel vaste klanten hee . ‘Sommige lopen al tien jaar met me mee.’ Hij ziet zijn klanten, variërend van gezinnen met sportieve kinderen tot gepensioneerden en drukke ouders, graag terugkomen. Als ze maar
Klimmen in de herfst
gemotiveerd en leergierig zijn. En vooruitgaan. Van beginners en ‘mensen die in elke bocht onderuitgaan’ wordt hij niet gelukkig. Van grote ego’s, mensen die lui zijn of niet luisteren naar zijn veiligheidsinstructies ook niet. Net als ‘skipiraten’, die hun nieuwgeleerde technieken (‘urenlang mijn stinkende best voor gedaan’) overboord gooien, ‘omdat ze aan het eind van de dag nog even lekker gewoon willen skiën’.
Boris is van de techniek en hij ziet graag dat zijn klanten die overnemen. ‘Ik verwacht dat ze heel erg proberen, en heel erg genieten. Dat vind ik ook zo leuk aan mijn werk bij de Expeditie Academie van de NKBV.’ Boris is minder van het ‘once-in-a-lifetime-gidsen’. Beklimmingen van de Matterhorn en Mont Blanc doet hij niet meer. ‘Die klanten zie je vaak niet meer terug.’ Het gaat niet alleen om de top, vindt hij. ‘De weg ernaartoe, de belevenis, is minstens zo belangrijk.’
Vanochtend zijn we vanaf de houten bergreddingshut bij de Seiges Alm vertrokken. De naamloze hut met oude houten draagbalken en houtoven met gietijzeren deur is zo’n tweehonderd jaar oud en de uitvalsbasis voor de bergredding waar Boris ook toe behoort. Het is een schitterende novemberdag. De verse sneeuw kraakt onder onze voeten. ‘Ik hou echt van klimmen in de herfst’, zegt de gids, terwijl hij gestaag omhoogloopt. ‘Het licht is mooier, het is minder warm en je hoe niet zo vroeg op.’ Toch is het gidsseizoen voorbij. Onderweg naar boven komen we slechts een enkeling tegen. ‘Ik weet niet wat er mis is met september en oktober’, zegt Boris, doelend op de wegblijvende wandelaar.
Wie is Boris Textor?
Boris Textor (Groningen, 1986) is berg- en skigids sinds 2013, gids voor de NKBV Expeditie Academie en onderdeel van de Bergrettung Tirol Axams. Hij is UIAGM-gids en daarnaast gediplomeerd ski- en snowboardleraar en neuromentaltrainer. Textor organiseerde en begeleidde skitochten in onder meer Marokko, Nieuw-Zeeland, Iran, Kazachstan, Japan en Libanon. Ook fotografeert en tekent hij graag.
2016 Zugspitze: Himmel und Hölle, noordwand
2018 Expeditie Kirgizië, nieuwe routes in het Djangartgebergte
2019 Beklimming van de Chimborazo (6263 meter), Cotopaxi (5897 meter) en Cayambe (5790 meter), Ecuador
2021 Matterhorn: Schmidt route, noordwand
2022 Project Gouden Bergen: alle 82 vierduizenders in 68 dagen
Beklimming van de Chaukhamba (7138 meter), India, zonder extra zuurstof
2023 Start project Fijnproevers (zie p. 78)
Beklimming van de Ama Dablam (6812 meter)
2024 Beklimming van de Cerro Torre, Ragni route, waarvoor hij de No Guts No Glory Award kreeg, en de Fitz Roy, Supercanaleta route, Patagonië
De rust en stilte staan in schril contrast met wat Boris onderweg vertelt over de drukste periodes. Die lopen van januari tot midden april en van juni tot september. Dat zijn de weken dat hij ‘van tocht naar tocht gaat’, maar enkele nachten in zijn eigen bed slaapt en zijn tas na de was vrijwel meteen weer moet inpakken. Dat zijn de weken dat er geen tijd is voor een kapotte schoen, een gebroken skibinding of een ster in zijn autoruit. ‘Daarna moet ik dagen bijkomen, alleen maar slapen, koffiedrinken en lanterfanten.’
Hij zou zijn klanten graag wat meer spreiden over het jaar, maar dat lukt niet. Vooral met Nederlanders niet, het gros van zijn klanten. Op de Roter Kogel komt een bericht binnen op zijn telefoon. Alweer een boeking voor de zomer. ‘En het is nog niet eens winter geweest! Typisch Nederlands’, zegt hij. ‘Nederlanders boeken heel ver vooruit. Ze plannen doorgaans eerst de vakantie en zoeken dan pas een gids. Ik heb dat liever omgekeerd.’
Bergsport ontploft
Die vroegboekingen vindt Boris eigenlijk een absurde ontwikkeling. Maar veel keus heeft hij niet. Doordat de bergsport is
‘Dagen bijkomen, slapen, koffiedrinken en lanterfanten’
‘ontploft’, zitten de hutten razendsnel vol. ‘Mensen reserveren begin januari al voor de zomer. Ik moet dat dus ook gaan doen, ook als ik de reis nog niet eens heb verkocht.’
Zelfs in de winter gaan de hutten hard, is zijn ervaring. ‘Bijna allemaal zitten ze vol. Terwijl bij de aankondiging van slecht weer, iedereen zo weer afzegt.’ Het online boeken scheelt de hutten veel werk, erkent hij. ‘Maar mensen reserveren al plekken voor weekenden dat ze misschíen iets willen gaan doen. Om alvast een plek te hebben.’ Om die reden gidst Boris zo weinig mogelijk in de weekenden. Ten koste van zijn inkomen, zegt hij. ‘Want we zijn met zijn allen nogal weekend-georiënteerd.’
Dat steeds meer mensen de bergen intrekken vindt hij wel ‘supermooi’. Boris: ‘Ik zie veel meer jongeren, zo tussen de 18 en 27 jaar, die huttentochten maken. Ik zie ook weer meer mensen met kleine tentjes op pad.’
Viespeuken
Maar die massa heeft ook een keerzijde. Niet iedereen kent de leefregels. ‘Vroeger legde de gids iets uit, leerde je de ongeschreven omgangsregels in de bergen en je hield je er gewoon aan.’ Vanzelfsprekende regels, zoals alleen kamperen tussen zonsondergang en zonsopgang en geen sporen achterlaten. ‘Dus ook geen uitwerpselen. Maar wandelaars en klimmers zijn viespeuken’, zegt Boris. De bosjes bij parkeerplaatsen in de grote sportklimgebieden liggen vol met poeppapiertjes. ‘Dan denk je soms echt, holy shit, wat is hier aan de hand.’ De mentaliteit verandert, ziet Boris. ‘Het wordt individueler en economische belangen worden groter.’
Als dit zo doorgaat, mogen we straks de bergen niet meer in, vreest de gids. ‘Of er gaat gecontroleerd worden op gedrag in de bergen. Ik zou het heel jammer vinden als wij als bergbeklimmers, verenigingen en bedrijven dit niet kunnen stoppen. Er zijn supergoede wandelaars met een groot bereik op sociale media, die ik niet bereik en de Alpenverenigingen ook niet.’ Het gaat om het vinden van de goede toon. ‘Als je hen kunt betrekken, kun je mensen bewust maken van hun gedrag.’
Ondertussen worden de hutten zo druk, dat ze ook minder toegankelijk worden voor mensen met een kleine portemonnee. ‘In sommige hutten mag je zelfs niet meer koken. Echt schandalig’, aldus Boris. Ook daar ligt een rol voor de Alpenverenigingen, vindt hij. ‘Die moeten zeggen dat dit echt niet meer kan. De hut is er voor en door leden. De bergsport is zo hard bezig een elitesport te worden. De achtduizenders zijn al niet meer te betalen voor de gewone sterveling.’
Huis-tuin-en-keukenreddingen Er is nog keerzijde aan de massa: meer bergreddingen. Anders dan het nieuws doet vermoeden, neemt het aantal ongelukken in verhouding niet toe. ‘Maar er zijn wel meer reddingen’, weet Boris, die sinds vijf jaar ook opgeleid bergredder is. Het team zuidwest in Innsbruck bestaat uit zo’n veertig getrainde vrijwilligers.
Eens per maand rukken ze uit. Meestal voor wat Boris huis-tuinen-keukenreddingen noemt. ‘Mensen die verdwaald zijn of mentaal geblokkeerd.’ Reddingen die niet altijd nodig zijn. ‘Dan denk ik, je had best naar beneden gekund. Of het was misschien niet gebeurd als je een cursus had gevolgd of gewoon het lef had
gehad om een nachtje op de berg te slapen. We maken onze eigen stress. Ga maar eens een nacht op de berg zitten. Je komt zeker veilig naar beneden.’ Maar dat kan Boris natuurlijk makkelijk zeggen, weet hij ook. ‘Die persoon heeft op dat moment hulp nodig. En als er een koudefront aan zit te komen, dan bel je zeker die bergredding.’
Er zijn ook ‘leuke reddingen’. Boris: ‘Iemand die bijvoorbeeld met zijn parapente in de wand is blijven steken. Nou ja, leuk, hij had wel een bovenbreenbreuk.’ Maar dan is er creativiteit nodig. ‘Wat moet er eerst gebeuren? Eerst een bergredder of eerst een arts laten zakken? Hoe stabiliseren we dan dat bovenbeen en hoe krijgen we die persoon daar weg? Dat soort dilemma’s maakt de bergredding uitdagend.’
Onderkoeling, hartinfarct of zelfdoding Een enkele keer is het echt mis. Tijdens een korte pauze op een plateau wijst Boris naar het gebergte aan de overkant. Daar zijn twee reddingen geweest, vertelt hij. Eentje maakte grote indruk op hem en ging om iemand met een schedelbasisfractuur na een val. ‘Moesten we die ter plekke behandelen of meteen meenemen? Wegens het risico op mist – dan kan de helikopter niet uitvliegen – werd besloten om hem meteen mee te nemen. De man overleed tijdens de vlucht. Dat is het heftigste wat ik heb meegemaakt. Ik heb er alleen vrede mee omdat hij er waarschijnlijk heel slecht uitgekomen zou zijn.’
Nog steeds overlijden mensen in de bergen aan onderkoeling. ‘Dat zou niet meer moeten,’ zegt Boris, ‘met al die weerapps van nu.’ Niet zozeer het trauma van het ongeluk als wel de onderkoe-
ling is de doodsoorzaak, weet hij. ‘Je bloed wordt bij kou namelijk dunner. Een inwendige bloeding is dan eerder fataal.’ Soms is de doodsoorzaak in de bergen niet duidelijk. ‘Is het een val of een hartinfarct geweest?’ Of zelfdoding? Boris maakte er twee mee, al is het totale aantal zelfdodingen onbekend.
Veilig is ook mooi
Het schort volgens Boris bij veel mensen ook aan goede voorbereiding. Of ze gaan te light and fast. ‘Leuk, maar je moet wel een back-up hebben als het misgaat. Voldoende gas en een bivakzak kunnen het verschil maken in nood.’ Zelf maakte hij mee dat een touwgroep over hem heen viel, duizend meter de diepte in. En hij verloor een klimmaatje in 2013. ‘Ik kwam net terug van een expeditie en had de dag erna een begrafenis.’
Die ongelukken zetten hem wel aan het denken. ‘Als je grenzen verlegt als topatleet, kom je in de bergen echt in een niemandsland terecht. Dat brengt risico’s met zich mee, met potentieel catastrofale gevolgen. Wij zijn ons bewust van dit risico en het enige wat we kunnen doen, is dat accepteren. Iedereen heeft het recht om te sterven.’ Boris: ‘Maar ik hou heel erg van het leven. Er is nog zo veel te ontdekken. Ik laat graag zien dat iets veiligers ook heel mooi kan zijn. Op hellingen onder de dertig graden is de kans op lawines heel klein. En die zijn minstens zo mooi. Dus waarom zou ik steiler gaan? Ik ski denk ik onbewust heel veel onder de 30 graden.’
‘Ik hou heel erg van het leven, er is nog zo veel te ontdekken’
Boris is voorzichtiger geworden. ‘Als de omstandigheden minder goed zijn, vraag ik me vaker af of dit het risico wel waard is.’ Zo was er afgelopen voorjaar een hittegolf in de Alpen, waarbij de nulgradengrens boven de 4000 meter lag. ‘De vraag was of de sneeuw dan nog wel goed opvriest. Zo warm had ik het nog niet eerder meegemaakt. Ik besloot toen om absurd vroeg op pad te gaan. Die tijd hadden we ook nodig, want we kwamen precies op tijd voor het eten aan bij de hut.’
Rotspromotie
De gevolgen van klimaatverandering voor de bergsport zijn immens. ‘Het tij is niet meer te keren. De nulgradengrens klimt omhoog. De omstandigheden worden moeilijker in te schatten, we blijven steeds meer in het ongewisse. We moeten flexibeler worden en veel vaker op de handrem de bergen in’, aldus de gids. ‘Onze kennis en ervaring is niet meer genoeg. We moeten op een andere manier kennis gaan vergaren, ons aanpassen en meer veiligheidsmarges inbouwen. Zoals vroeger vertrekken, op andere momenten gaan klimmen, ’s nachts op pad bijvoorbeeld.
En misschien zelfs drie tochten voorbereiden, zodat er altijd wat te kiezen valt.’
Niet iedereen snapt dat. ‘Een keer bij hoog lawinegevaar kon ik met een groep niet verder en waren we rond het middaguur al terug in de hut. Dan heb je van die mensen die zelf dingen gaan proberen. Of ze vragen waarom ik het niet weet. Kijk, een lawine gaat niet half. Die gaat of die gaat niet. De bergen zijn niet maakbaar. Jij moet je aan de berg aanpassen, ook als je veel ervaring hebt.’ Het berggidsberoep kan dan ook best eenzaam zijn. ‘Je moet veel keuzes maken: welke tocht is veilig? Die keuzes maak je heel vaak alleen. Ik word wel beter in uitleggen.’ De bergsportopleidingen mogen best wat meer aandacht besteden aan communicatie, vindt hij.
‘Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar ik ben goed in mijn vak’
De technologie kan heel veel, maar heeft ook beperkingen. ‘Een gps-track van juni kan ik straks in september niet meer gebruiken, want dan zijn de gletsjerspleten veel groter.’ Hoe ziet de toekomst eruit, denkt hij? ‘In augustus verwacht ik minder werk en gaan we in plaats van hoogalpien misschien meer klettersteigprogramma’s aanbieden. Ik probeer ook de rots te promoten. Misschien komen er meer winteralpinisten. De winter is een supermooie beleving. We zullen moeten accepteren dat sommige dingen straks niet meer kunnen op het moment dat wij dat willen. Ik denk dat het watervalijsklimmen gaat uitsterven, net als het skiën in november en december. Maar dan kan je wel weer fantastisch mountainbiken.’
Heel wat anders gaan doen
Ik hoor een vreugdekreet. Achter ons zie ik een zwarte schim – Rein, de fotograaf – zijn camera richten op de horizon. ‘Kijk dan, de maan!’ Voor ons klimt een prachtige volle maan snel omhoog tegen een schemerend blauw. De zon is inmiddels achter de Lüsener Fernerkogel gezakt. We dalen af in het volle maanlicht, dat het pad bijzonder lang verlicht terwijl het donker wordt. Het is een magische afdaling, al gaan we allemaal onderuit. Ik denk even aan een nachtje op de berg.
Terug in de hut zet Boris een rijkelijk maal op tafel. Onder het genot van zijn zelfgebakken appeltaart van appels uit eigen tuin, wijn, kazen en pompoenrisotto, vertelt hij dat hij het roer volgend jaar wil omgooien en heel wat anders wil gaan doen. Al zal hij blijven gidsen. Verandering is ‘leuk en spannend’, maar hij vindt het ook jammer dat hij zijn vak deels moet loslaten. ‘Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar ik ben goed in mijn vak.’
Maar eerst moet zijn verstandskies eruit, volgende week. ‘In ruil daarvoor bied ik de kaakchirurg een dagje toerskiën aan. Dat zou in Nederland niet kunnen.’
GROEN, GROENER, GROENST
Een hoogwaardige uitrusting met een kleinere ecologische voetafdruk. Onder bergsporters groeit de vraag naar milieuvriendelijk materiaal en veel outdoormerken reageren daarop met innovaties en door te recyclen. We zetten een aantal groene producten op een rij.
Het eerlijke verhaal
Het blij lastig om te bepalen hoe groen, duurzaam en milieuvriendelijk producten echt zijn. Het Britse merk Rab publiceert sinds 2023 bij alle producten op de website ‘Material Facts’, een overzichtelijke tabel waarin je van alle onderdelen van het product kunt terugvinden waar het vandaan komt. Zo zie je bijvoorbeeld dat het Microlight Alpine Down Jacket gemaakt is van 100% gerecyclede stof en dons, en dat alleen de ritsen en afwerkingen niet volledig gerecycled zijn. €240 via rab.equipment
Veiligheid gegarandeerd
De Moe 3R klimgordel van Edelrid is de eerste gedeeltelijk gerecyclede klimgordel op de markt. Alleen de veiligheidsrelevante onderdelen als de zekerlus, de anti-slijtagelaag van de inbindpunten en de gesp zijn ‘nieuw’. De rest van de gordel is van gerecycled polyester. €64,95 via edelrid.com
Revolutionair touw
De Sunrise 9.2 van het merk Beal is het eerste volledig gerecyclede klimtouw op de markt. Dit innovatieve touw is gemaakt van polyamide afkomstig uit gebruikte autobanden, waardoor het een 78% kleinere ecologische voetafdruk hee dan traditionele touwen. Vanaf €221 via beal-planet.com
Poncho met mouwen
Twintig PET-flessen worden er gebruikt om één poncho te maken. Deze hee mouwen, waardoor de wind er niet doorheen wappert. Het Nederlandse Rainkiss hee een hele serie met de meest hippe kleuren en voorstellingen. Voor volwassenen is er is één maat, die over je rugzak past en 385 gram weegt. In de toekomst worden de poncho’s mogelijk ook van ander recyclemateriaal gemaakt, bijvoorbeeld uit de oceaansoep. Gemaakt in China, dus wel hier naartoe komen varen. €65 voor kinderen en €79 voor volwassenen via rainkiss.com
Gerust slapen
De Classic Eco-lijn van Mountain Equipment gaat voorop in de verduurzaming van de technische donsslaapzakken die op de markt te vinden zijn. Zo zijn in deze lijn slaapzakken niet alleen het buitenmateriaal en de voering hergebruikt, maar is ook het dons honderd procent gerecycled, terwijl het wel de allerhoogste kwaliteit en vulkracht blij leveren. Vanaf €300 via mountainequipment.com
Het begin is er
Op skischoengebied is nog een hoop te winnen. Het merk Tecnica is begonnen met het inzamelen van gebruikte skischoenen om de soms wel meer dan honderd onderdelen afzonderlijk te recyclen, maar maakt nog geen nieuwe skischoenen met gerecycled materiaal. De Scott Cosmos Re-Source is op dit moment een van de duurzaamste toerskischoenen op de markt: meer dan de hel van het gewicht van deze lichte schoen is gerecycled en van biobased materiaal. Biobased betekent in dit geval dat de buitenschaal van de schoen voor 90% bestaat uit Pebax® Rnew®, dat gemaakt wordt met olie uit bonen van de wonderboom.
Vanaf €629,90 via scott-sports.com
Groene grepen
Wereldwijd worden elk jaar ruim veertig miljoen plastic klimgrepen geproduceerd. Ze zijn gemaakt van kunststof uit olie en chemicaliën en zijn na een aantal jaar rijp voor de afvalberg. Het Limburgse bedrijf Greenholds vindt dat dat anders moet en ontwikkelde de eerste recyclebare klimgrepen ter wereld, geproduceerd met grondsto en uit afval. Ook voor je thuiswandje zijn sets te koop.
Vanaf €54,99 via greenholds.eu
Tweede leven
Buitenmens is de collectie die Bever maakt van in de winkels ingeleverde oude buitensportspullen. Dat gaat van tenten en jassen tot schoenen en klimtouwen. Daarnaast werkt Bever voor deze collectie samen met partners die gerecyclede materialen aanleveren.
Neem bijvoorbeeld dit hippe Buitenmens
Teddy Wool Jacket, gemaakt van wol, waarvan 85% hergebruikt is. Het vest is zo ontworpen dat het opnieuw gerecycled kan worden als het helemaal is afgedragen.
Vanaf €259 via bever.nl
Duurzaam draagcomfort
De Gregory Maven 55 is een lichtgewicht rugzak voor meerdaagse tochten en combineert comfort en praktische eigenschappen met een lagere ecologische voetafdruk.
Hoe doet hij het in de praktijk?
De Gregory Maven 55 weegt maar 1,6 kilogram en is daarmee een lichtgewicht optie voor wandelaars die een functionele en duurzame rugzak zoeken. De rugzak is gemaakt van 40% gerecycled nylon ripstopmateriaal, wat zorgt voor een gemiddelde CO₂-reductie van 25% ten opzichte van conventionele rugzakken. Daarnaast hee Gregory afscheid genomen van schadelijke PFAS-chemicaliën, die in de outdoorindustrie decennialang werden gebruikt in waterafstotende coatings (DWR’s). In plaats daarvan is de rugzak waterafstotend gemaakt met een C0-DWR, een PFAS-vrije oplossing die voorkomt dat water en vuil zich ophopen.
Naast het duurzame materiaal valt de rugzak op door een aantal handige kenmerken. Hij is verstelbaar, hee twee ruime ritszakken op de heupband en hee plek voor een waterzak.
Aan de zijkanten zitten zakken, groot genoeg voor een literfles. Wandelstokken kunnen worden vastgemaakt met bevestigingslussen aan de voorkant. Op de voorkant van de rugzak zit ook een ruime zak, met gesp, van (niet heel flexibel) stretchgaas waar met gemak een regenjas in kan. Fijn is de rits aan de zijkant die toegang gee tot de inhoud van de tas. De schouderband hee een zakje voor bijvoorbeeld je zonnebril of GPS. Aan de borstband zit een veiligheidsfluitje. Zowel de slaapzakverdeler als het bovenstuk zijn te verwijderen om de tas kleiner te maken. De bovenzak met rits, meestal gebruikt voor allerhande zooi, had wel iets ruimer gemogen.
Al met al is de Maven 55 een geruststellende keuze voor wie een degelijke rugzak zoekt zonder onnodige impact op de natuur.
€250 via eu.gregorypacks.com
In ‘Lopend bu et’ gee Gydo van der Wal van ‘Buit – Eetbare natuur’ je tips voor wildplukken en koken tijdens je tocht.
Lopend Buffet
Daslook
Voorjaarsfavoriet
Ik ben al even gaan kijken op mijn favoriete plek in het bos, want ik kan niet wachten tot de eerste groene sprieten daslook weer boven de grond uitkomen. Helaas is het nog net te vroeg. In maart en april herken je deze soort, ook wel wilde knoflook genoemd, aan zijn felgroene, lancetvormige bladeren met gladde rand.
In de vroege lente steekt daslook als een van de eerste kruiden zijn kop op in loo ossen en parken. Dit meerjarige plantje groeit op vochtige, schaduwrijke plekken, waar het een groen tapijt vormt. Elke steel draagt één blad dat, wanneer je het kneust, direct zijn knoflookachtige geur afgee –een belangrijke herkenningsfactor.
Het jaar rond
RECEPT
Pasta met daslook
Een jaar lang heb ik jullie meegenomen door alle seizoenen om te ontdekken wat de natuur aan eetbare schatten te bieden hee . Van kruiden tot wilde bloemen, direct uit het bos of langs het pad, elk ingrediënt kan je thuis of tijdens een tocht gebruiken. Hopelijk heb ik met deze verhalen een zaadje geplant om zelf verder op avontuur te gaan en de natuur op een nieuwe manier te omarmen.
Dit was de laatste aflevering van ‘Lopend bu et’. Veel dank aan de redactie van Hoogtelijn voor de fijne samenwerking. Hopelijk zien we elkaar snel, ergens in het wild.
In Duitsland staat daslook bekend als Bärlauch. Het verhaal gaat dat beren, net wakker uit hun winterslaap, op zoek gaan naar verse daslook om weer aan te sterken. Met vitaminen A en C en mineralen zoals ijzer, magnesium, mangaan en calcium helpt dit kruid ons lichaam herstellen van de wintermaanden, een extra goede reden om ermee te experimenteren tijdens je tocht! Omdat daslook lijkt op het gi ige lelietjevan-dalen, is het belangrijk op de geur te letten en bij twijfel altijd een wildplukgids te gebruiken.
Vanaf mei siert daslook het bos ook met kleine, witte, stervormige bloemen die in bolvormige trossen groeien en doorbloeien tot in juni. Ook mooi, en lekker, voor in je tuin dus.
Ingrediënten (voor twee personen)
• 200 gram pasta
• 1 prei, in dunne ringen gesneden
• klein blikje kikkererwten
• handvol verse daslook, grof gehakt
• 2 eetlepels olijfolie
• 50 gram geraspte Parmezaanse kaas
• zout en peper naar smaak
• walnoten of pijnboompitten
Bereiding
1. Kook de pasta en laat a oelen.
2. Bak de prei vijf tot zeven minuten tot hij zacht is. Voeg in de laatste minuten de kikkererwten toe.
3. Haal de pan van het vuur en voeg de daslook toe.
4. Meng de pasta door het prei-daslookmengsel en breng op smaak met zout en peper.
5. Bestrooi met Parmezaanse kaas en voeg walnoten of pijnboompitten toe.
Verpak de ingrediënten thuis, pluk de daslook onderweg en bereid het gerecht op locatie. Of maak de pasta thuis en neem hem mee, dan hoef je alleen nog maar de daslook toe te voegen.
In ‘Mijn verhaal’ vertellen wandelaars, klimmers en alpinisten over hun bergsportervaringen. Heb jij ook een leuk verhaal? Stuur dan een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl.
Joep, nu 25 jaar, werd geboren met Downsyndroom. ‘Toen hij een week oud was, kreeg ik een paniekaanval’, vertelt Hanneke. ‘Ik kan nooit meer alleen naar de bergen, ging er door mij heen.’ Joep zou haar immers altijd nodig hebben. Maar dat bleek mee te vallen. Hanneke genoot van de jaarlijkse deelname aan een Basiskamp met Minne. Toen Minne zeventien was, beklommen ze vanuit het kamp de Mont Blanc. De enthousiaste verhalen waarmee ze toen thuiskwamen waren niet te missen voor de el arige Joep en hij vroeg of hij ook een keer mee mocht. Een jaar later ging Minne studeren en mocht Joep met Hanneke op kamp! Het was schakelen voor Hanneke. Met Minne kon ze helemaal losgaan in de bergen en nu was het wel even anders. Joep leren etsen en skiën had al zoveel inspanning gekost, hoe zou dat gaan in de bergsport?
Goede tochtgenoot
‘We maakten korte wandelingen, Joep had veel aandacht nodig bij het lopen. Zowel mentaal als fysiek. Hij had nog geen stabiele pas en op steile stukjes had ik hem aangelijnd. Hij liep met kleuters op, terwijl ik dat zelf al ontgroeid was als moeder. Dat wilde ik geen jaren blijven doen… Maar het ging eigenlijk elk jaar vanzelf beter. Joep loopt
NAAM: Hanneke Andringa en Joep Marijnen
BEROEP: Hanneke: LinkedIn-strateeg, Joep: opruimer op de markt, keukenhulp bij een pizzeria en een cateraar
FAVORIETE ETEN: pizza
Hanneke en haar zoon Joep
Onbeperkt de bergen in
Van jongs af aan is Hanneke gegrepen door de bergen. Ze deed de basiscursus alpinisme, maakte vele tochten en ging toerskiën. Haar partner houdt niet zo van bergsport, maar vond het vanzelfsprekend dat zij ermee doorging, ook toen ze kinderen kregen. Vanaf zijn zevende ging zoon Minne mee op NKBV-basiskamp. Hanneke vond het heerlijk om twee weken iets samen met haar oudste zoon te doen, zonder rekening te hoeven houden met zijn jongere broertje Joep. Tot het bij Joep ging kriebelen…
Tekst Lineke Eerdmans Beeld Hanneke Andringa
inmiddels erg goed, komt makkelijk met anderen mee en hee er lol in. Hij is nu een goede tochtgenoot.’
De rollen omgedraaid
Begin 2024 had Hanneke een verkeersongeluk waardoor zij onder meer twintig botbreuken opliep en drie weken in coma lag. Maar afgelopen zomer ging ze toch weer met Joep op kamp. Toen bleek dat de rollen waren omgedraaid. ‘Hij droeg nu meer bagage dan ik en moest op mij wachten, want ik liep
aanzienlijk langzamer dan hij. Hij moest met mij rekeninghouden...’ Het raakt haar nu ze erop terugkijkt.
‘Joep hee me ieder jaar verbaasd, positief. Ik ben trots dat bergwandelen zo’n succes is en dat hij zich dat zo fantastisch eigen hee gemaakt en zich zo op zijn gemak voelt in die Basiskampen. Ook klettersteigen en een gletsjeroversteek bleken heel goed te gaan. Maar het meest trots ben ik dat hij rekening moest houden met mij en dat hij dat kan!’
‘The pure present is an ungraspable advance of the past devouring the future. In truth, all sensation is already memory.’
- Henri Bergson (in Matter and Memory)
Fijnproevers:
Zuidzuidoostgraat, Mont de Greuvettaz
Hier en nu
Geconcentreerd ren ik over het bochtige pad. Ik probeer de vaart erin te houden, tot ik plots het wolkendek zie openbreken en volledig afgeleid mijzelf tot stilstand maan. Boven de wolken torent een berg uit met een messcherpe en zeer lange graat. De graat die ik vorige week heb beklommen. Terwijl ik verder ren denk ik aan de beklimming van de Mont de Greuvettaz en valt alles ineens op zijn plaats. Nu snap ik waarom het zo zwaar aanvoelde. Waarom onze voeten zo veel pijn deden en de top maar niet in zicht kwam. Hadden we de lengte onderschat? Of was het gewoon de onwetendheid inherent aan het onbekende?
Terwijl de zon na een lange dag schijnen achter het Mont Blancmassief zakt, gooien Boris en ik de rugzakken op onze schouders. Na een vroege avondmaaltijd op de camping zijn onze magen goed gevuld. Het Val Ferret, dat nog lijkt uit te puffen van de verzengende hitte van de dag, straalt een serene rust uit. We hebben de juiste keuze gemaakt om in de avond te gaan lopen. Geen toeterend verkeer, geen andere toeristen en vooral geen brandende zon boven je hoofd maken de aanloop heerlijk ontspannend.
Na een kort stuk over de weg steken we de Doire de Ferret over via een robuuste houten brug. Het water in de rivier is wild maar kraakhelder. Aan de oevers staan wilde bloemen in paarse, roze en gele kleuren te wiegen in de wind. De bergwind die ontstaat door thermiek als gevolg van de grote temperatuurverschillen tussen de hete dag en de koelere avonduren. Langzaam wordt het terrein steiler als we de rivierbedding achter ons laten en de puinwaaier op lopen. Ik vind het wonderlijk om te bedenken dat al die duizenden jaren het smeltwater van de Fréboudze-
gletsjer deze grote stenen en keien, waarop we nu lopen, naar beneden hee getransporteerd. Tot uiteindelijk deze markante landschapsvorm is geworden tot zijn huidige gedaante.
Onderweg nemen Boris en ik af en toe de tijd om te overleggen over de route die we morgen willen instappen. Voor ons ligt de complexe zuidwand van de Petit Mont de Greuvettaz, die als het ware een voorbouw vormt van de ruim 400 meter hogere Mont de Greuvettaz. Helaas kunnen we vanuit ons lage perspectief niet de gehele graat overzien, maar slechts het stuk tot de top van de Petit. Gebogen over een mobiele telefoon kijken we naar een overzichtsfoto van de wand met een dun rood lijntje. De enige informatie over de route die we vooraf op internet konden vinden. ‘Hey Boris, die grote geel-grijze toren, moeten we daar rechts van blijven denk je?’
Bivouac de Frébouge
Na anderhalf uur lopen en een stukje derdegraads klimmen via vaste staalkabels, komen we aan de voet van de voorbouw. Hier zou volgens mijn oude verfrommelde topogra sche kaart ergens het Bivouac de Frébouge moeten liggen. Gelukkig hee een korte raadpleging van het internet ons geleerd dat dit bivak inmiddels in zijn geheel is verdwenen en te bewonderen is in het gidsmuseum van Courmayeur. Na een korte inspectie van het terrein richting de instap van de route loop ik terug naar een groot rotsblok in een scherpe bocht van het pad. ‘Hier is het vlak en kunnen we languit liggen.’
Niet veel later zitten we, in onze lichte slaapzakken en op onze afgeknipte schuimrubberen matjes, te genieten van het uitzicht. ‘Boris, denk
je dat het bivak hier hee gestaan?’ ‘Ja, dat moet haast wel, want ik heb geen andere vlakke plek gezien.’ Links van ons staat een grote groep gemzen te grazen in het laatste avondlicht. Nog één keer kijken we op de overzichtsfoto. ‘Morgen maar gewoon wat op gevoel klimmen, toch?’
Petit Mont
In de vroege ochtendschemer klim ik over de vochtige grashelling omhoog. Het gras is glad, waardoor ik af en toe met mijn voeten de grip verlies en met mijn handen naarstig naar houvast zoek in het stekelige gras. Als ik boven mij het
verloop van de route probeer in te schatten realiseer ik mij dat ik verkeerd klim. Voorzichtig klim ik terug en al snel begint het touw dat Boris en mij verbindt slap te hangen. Boris staat ruim twintig meter lager ook het routeverloop in te schatten. ‘Oké, ik ga hier naar rechts.’ Als ik om de hoek kijk zie ik boven mij een brede schoorsteen die eindigt in een groot gat. Het gat wordt gevormd door een kolossaal rotsblok dat ooit beklemd is geraakt op zijn weg naar beneden. Het geheel ziet er goed te klimmen en dus hoopvol uit. Nog even neem ik de tijd om de wand rechts van mij te analyseren op een eenvoudigere weg
omhoog. Een gewoonte die ik mijzelf heb aangeleerd in al die jaren klimmen. Want in alpien terrein kan een voor de hand liggend routeverloop bedrieglijker zijn dan je denkt.
Nadat we door het grote gat zijn geklommen bereiken we de schouder die ons langs de geelgrijze toren leidt. Onderweg klimmen we langs een aantal roestige standplaatsen. De oude haken zullen van de eerstbeklimmers zijn geweest. Ook deze informatie, over wie dit zijn geweest, is ons onbekend. Na ongeveer vier uur klimmen en 800 hoogtemeters staan we op de weinig uitgesproken top van de 3230 meter hoge Petit Mont de Greuvettaz. Het is nog maar half tien ’s ochtends,
Het enige wat ons verbindt, als een soort navelstreng, is het touw
we zijn sneller dan verwacht. In de aangename ochtendzon bekijken we de rest van de route. Een korte abseil van de top leidt ons over een korte doch scherpe graat naar een ruim 300 meter hoge wand. Daarachter kan het niet ver meer zijn naar de top. ‘Nou, ik denk dat we vanavond wel weer terug op de camping zijn.’
Eindeloze graat
Al de gehele dag klimmen Boris en ik gelijktijdig, ofwel simultaan, door de route. Soms zien we elkaar, maar vaak ook niet. Het enige wat ons dan verbindt, als een soort navelstreng, is het touw.
Terwijl degene die voorop klimt het touw inclipt, in de zogeheten tussenzekeringen aan de rots, neemt de naklimmer deze zekeringen weer mee. Staat het touw strak, dan moet je als naklimmer doorklimmen en hangt het los, dan moet je juist even wachten. Voor de voorklimmer geldt het omgekeerde.
Voor mij zie ik het touw, in een steile hoekversnijding, door twee dicht op elkaar geplaatste tussenzekeringen lopen. Een teken dat de voorklimmer, Boris, één zekering niet voldoende achtte. Terwijl ik de eerste tussenzekering verwijder komt het
‘‘Ik ga het liefst om met mensen die nog veel beter zijn dan ik.’’
- Rebecca, Software
Engineer bij Navara
Benieuwd wat software & data engineering gemeen hebben met boulderen? Bekijk dan onze video en ontdek waarom onze experts ervoor kiezen om met Navara naar de top te klimmen.
Bekijk de video met NK Boulder Finalist Lisa Klem op navara.nl/over-ons of scan de QR code.
Software Delivery
touw al strak te staan. Snel verwijder ik ook de andere zekering en laat deze los aan het touw bungelen. Weghangen komt straks wel, nu eerst klimmen. Ik klim door een licht overhangende wand van slechts een aantal meter achter het touw aan. Terwijl mijn rugzak mij naar achteren trekt, trekt het touw mij ongeduldig de wand in. Nerveus zoek ik met mijn rechterhand over de rand naar de verlossende greep. ‘Hey Bor...’ Inwendig vloekend komt de gouden regel van het simultaan klimmen naar boven. Gij zult als naklimmer nooit vallen! Want dan trek je de voorklimmer onverwachts en met een grote ruk naar achteren, met alle gevolgen van dien. Om mijzelf uit deze benarde situatie te redden kijk ik naar de voettreden rechts van mij. Snel maak ik een beslissing, plaats mijn voet en trek mijzelf aan een slechte, aflopende greep over de rand.
De rest van de dag klimmen we met het touw tussen ons in over de graat richting de top. Soms passeren we slechte rots, maar over het algemeen is de rots van uitermate hoge kwaliteit. Grote zwarte, gele en groene korstmossen vormen het bewijs dat die rots al tientallen jaren, zo niet langer, in stilstand is. Sommige secties leiden ons over een vlijmscherpe graat die af en toe getand is. Dan klimmen we omhoog en dan weer naar beneden, soms langs links en dan weer rechts, maar vaak ook recht over de graat. Urenlang klimmen we, waarbij achter ons de laagte van het Val Ferret en het Aostadal steeds uitgesprokener wordt. Rechts van ons steekt de machtige piramidevormige oostwand van de Grandes Jorasses boven alles uit. Als een soort baken eist deze wand terecht alle aandacht op.
De top
Rond de klok van zeven komen we dan eindelijk aan op de 3684 meter hoge Mont de Greuvettaz. Na een snelle high ve trekken Boris en ik vlug
onze klimschoenen uit. Bij ons beiden doen de voeten pijn van de lange dag klimmen. Vlak onder de top passeren we een prachtige bivakplek. ‘Niek, we kunnen ook gewoon hier bivakkeren, hè. Dan doen we de afdaling uitgerust in de ochtend.’ Als ik richting het westen kijk zie ik dat de afdaling ook weer een stuk graatklimmen vereist. Alhoewel we nog zeker een aantal uur licht hebben, voelt het voorstel van Boris als een meer dan welkome optie. Toch merk ik bij mezelf een innerlijk conflict, omdat we qua tijd nog prima de afdaling kunnen inzetten. Geconditioneerd door de prestatiegedreven berichten in de klimmedia, waarbij alles almaar sneller, langer, moeilijker en hoger moet. Terwijl we langzaam de essentie van alles uit het oog verliezen. Want wat is nu belangrijker? Met een opgeheven hoofd aan de buitenwereld kunnen laten weten wat we allemaal wel niet in een dag hebben geklommen of gewoon genieten van het moment, van de natuur en van de op eigen kracht bereikte plek?
Niet veel later zitten we gemoedelijk zij aan zij op onze matjes. En alsof het universum ons wil laten weten dat het ook zij aan zij met ons kan genieten, worden we getrakteerd op een waar schouwspel. Voor ons de donkere oostwand van de Grandes Jorasses, met daarnaast de pijlers van de Croz en Walker prachtig zichtbaar in het gelige strijklicht. Daarachter, alsof ze alles overziet, de witte top van de Mont Blanc met in de verte de markante naaldvormige Aiguille du Midi. Achter ons de donkere puist van de Aiguille du Dru en de Aiguille Verte, contrastrijk afstekend in het feloranje avondlicht. Het geheel brengt epische herinneringen terug aan al die jaren dat ik hier, in dit massief, heb geklommen. Alsof deze plek mijn reis in al die jaren hee kunnen aanschouwen en mij nu vertelt dat ik mag genieten van dit moment. Hier en nu.
Zuidzuidoostgraat
Mont de Greuvettaz
Aanloop
Vanaf de parkeerplaats net voorbij Lavachey volg je de weg omhoog. Dit stuk is in het hoogseizoen afgesloten voor verkeer en alleen toegankelijk voor openbaar vervoer. Bij het punt op 1733 meter neem je de houten brug over de rivier en volg je het pad omhoog dat is gemarkeerd met gele stippen. Ongeveer 50 hoogtemeters na de staalkabels ligt een groot rotsblok waaromheen het pad een scherpe bocht maakt. Dit is volgens onze bevindingen de plek waar het Bivouac de Frébouge lag en was onze eerste bivakplek. De instap is zichtbaar boven de grasband ten oosten van de bivakplek.
Route
De instap van de route ligt rond de 2400 meter en begint net ten oosten van het pad richting het Bivacco Gervasutti. Tot de top van de Petit Mont de Greuvettaz zijn we meerdere oude standplaatsen tegengekomen. Toch zijn er verschillende opties mogelijk en is het zoeken naar de weg van de minste weerstand.
Afdaling
Vanaf de top van de Mont de Greuvettaz klim je over de westgraat richting de Aiguille de Leschaux. Wij zijn afgedaald bij de eerste gletsjer, net ten westen van de zuidzuidoostgraat. Hierbij moesten we wel over de randspleet abseilen met behulp van een ingegraven steen. Een andere optie is om door te klimmen naar het westen, tot het sneeuwveld ten oosten van de top van de Leschaux. Vanaf hier kan je de normaalroute naar beneden volgen, waarbij in de rotspassages abseils ingericht zijn, althans zover wij konden vinden op het internet.
Materiaal
We hadden een complete set camalots mee, van maat #2 tot 0.4, en een set nuts. Daarnaast gebruikten we een enkel touw van 40 meter, aluminium stijgijzers en een pickel voor op de gletsjer. Ook hadden we meerdere 120 centimeter slinges en aramide touwtjes van 5 meter bij ons, wat erg handig was voor het maken van standplaatsen aan grote blokken.
Fijnproevers wordt mede mogelijk gemaakt door Scarpa, Rab en Blue Ice.
Twee tentoonstellingen in het nieuwe Alpines Museum
Daarom bergen
Na een verbouwing van bijna drie jaar is het Alpines Museum van de Duitse Alpenvereniging DAV weer geopend. In het monumentale pand in de binnenstad van München, aan de oever van de Isar, is een modern museum ontwikkeld waarin twee tentoonstellingen te zien zijn.
Daarom bergen. Dat is het simpele antwoord op de vraag ‘Waarom bergen?’ Het is tevens de titel van de permanente tentoonstelling in het volledig gerenoveerde museum. Om voldoende ruimte te hebben voor wisseltentoonstellingen was het passen en meten voor de permanente tentoonstelling. Daar wil Friederike Kaiser, verantwoordelijk voor de sectie Cultuur van de DAV, laten zien wat mensen trekt in de bergen en hoe de bergwereld een rol speelt in de geschiedenis.
Bibliotheek
De DAV heeft naast de tentoonstellingen in het gebouw ruimte voor de zeer uitgebreide alpenbibliotheek. In het openbare gedeelte daarvan zijn onder andere alle publicaties van de DAV (deels in combinatie met de Oostenrijkse Alpenvereniging) vanaf 1869 te bekijken in een van de twee leeszalen. Dat geldt ook voor talloze gidsjes en andere publicaties.
De permanente tentoonstelling bestaat uit panelen in bergvorm
De wat meer kwetsbare en bijzondere publicaties zijn op te vragen bij het museum, waarna ze in de bibliotheek bestudeerd kunnen worden. Naast boeken en documenten heeft het museum een collectie van twaalfhonderd schilderijen, waaronder vrijwel de gehele collectie van de ontdekkingsreizigers en bergbeklimmers de gebroeders Schlagintweit. Ook worden hier duizenden berggerelateerde voorwerpen bewaard, zoals de ex librissen waarvan een selectie te zien is in het ‘Depot’ (zie p. 14).
Bezoek
Het Alpines Museum van de DAV ligt midden in München op het Praterinsel tussen twee stromen van de Isar. Het is op maandagen gesloten en op alle andere dagen geopend van tien tot zes uur. Met je (digitale) NKBV-pas krijg je korting op de toegangsprijs.
Tot 30 augustus 2026 is de tentoonstelling Toekomst van de Alpen. De klimaatverandering te zien, naast de permanente tentoonstelling Darum Berge Alle informatie vind je op alpenverein.de/museum.
In het museum staat een buste van Andreas ‘Anderl’ Heckmair, in 1938 een van de vier alpinisten die de noordwand van de Eiger voor de eerste maal beklom
Vijf onderwerpen
Van café naar museum
De permanente tentoonstelling is onderverdeeld in vijf onderwerpen: Avontuur, Lichaam, Prestatie, Natuur en Gemeenschap. De samenstellers van de expositie zeggen daarover: ‘In een tijd waarin de Alpen aan grootschalige veranderingen onderhevig zijn en van verschillende zijden behoorlijk onder druk staan en waarin media en de outdoorbranche medebepalend zijn voor de beeldvorming, proberen we de bergliefhebbers te laten bepalen en ervaren wat voor hen van wezenlijk belang is.’
Spraakmakend
In het recente verleden heeft de DAV enkele spraakmakende exposities gehad. Bijzonder was Berg Heil over de geschiedenis van de Duitse en Oostenrijkse Alpenverenigingen tussen 1918 en 1945 en hun houding tegenover joodse bergsporters. Bijzonder was ook de tentoonstelling over de honderdvijftigjarige DAV en over de bouw en de geschiedenis van de berghutten. De catalogi van die tentoonstellingen zijn te bekijken in de bibliotheek.
De vraag is of de Alpen niet één groot pretpark worden
Het oorspronkelijke gebouw van het Alpines Museum werd in 1887/1888 gebouwd als Café Isarlust. In 1908 sloot dat, waarna de DAV het gebouw van de gemeente München kreeg mits er een museum in gevestigd zou worden. Dat werd in 1911 geopend. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het gebouw gebombardeerd en grotendeels verwoest. In 1996 werd het weer een museum, dat vanaf 2021 volledig is verbouwd. Het gebouw kreeg een ingang aan de Isarkade en het café van het museum kreeg de historische naam Isarlust terug. In de tuin staat nog de originele Höllentalangerhütte uit 1894 en is een miniatuur Alpenboog aangelegd.
Ook van de nieuwe permanente expositie heeft het team van Friederike Kaiser weer een uitgebreid overzicht gemaakt in een begeleidend boek.
Toekomst
De tijdelijke tentoonstelling, die tot augustus 2026 blijft, gaat over de toekomst van de Alpen. Die wordt bedreigd, deels door het veranderende klimaat, met steenlawines, overstromingen en terugtrekkende gletsjers als zichtbare gevolgen. Te zien is dat er op steeds meer plaatsen gezocht wordt naar andere mogelijkheden om van de bergen te genieten. De vraag is of de Alpen dan niet één groot pretpark worden, zoals dat op diverse plaatsen al is verrezen voor de zomertoeristen die niet (ver) willen wandelen. Op veel plaatsen wordt volop ingezet op mountainbikers en verrijzen bikeparken. Die worden deels aangelegd op de skipistes. In de zomer zien die er vaak toch al niet erg aantrekkelijk uit. In de tentoonstelling is te zien hoe er gezocht wordt naar mogelijkheden om de gevolgen van de klimaatverandering zo goed mogelijk het hoofd te bieden.
Onder redactie van Frank Husslage en Marjolein Wols
Tips voor ‘Gespot’ zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.
Naslagwerk voor vierduizenders
Toen ik hoorde dat Ben Tibbetts aan een nieuw boek werkte, was ik razend enthousiast. Zijn salontafelboek Alpenglow uit 2019 was een waar kunstwerk dat bij menig alpinist of berglie ebber een prominente plek in de boekenkast hee gekregen.
Voor zijn nieuwe boek The 4000m peaks of the Alps (Volume I: West) hee de auteur gekozen voor een kleiner en dus handzamer formaat boek met een zachte ka . Het boek, dat op het eerste gezicht oogt als een klimtopo, blijkt bij het doorbladeren toch wel echt meer dan dat. Het is een uiterst secuur naslagwerk geworden van een selectie routes op elke vierduizender ten westen van het Mattertal. In het tweede deel, dat begin 2025 wordt verwacht, worden de vierduizenders ten oosten hiervan opgenomen. Elke beschreven berg bevat minimaal twee, soms wel dertien nauwkeurig beschreven routes. Het geheel wordt onder-
Op het randje
Gratwandern Südschweiz
Bernd Jung & Iris Kürschner Rother Bergverlag (2024), rother.de
ISBN9783763334209
€29,90
steund door veel beeldmateriaal en kwalitatief hoogwaardige topogra sche kaarten van Swisstopo. Dat de auteur naast berggids en fotograaf ook een opleiding tot kunstenaar en vormgever hee voltooid laat het boek in alle facetten zien. Het is prachtig vormgegeven met een heldere en logische opmaak. En de foto’s zijn stuk voor stuk prachtig. Maar nog belangrijker is dat de informatie over de routes klopt tot in de details. Hij hee van alle bergen overzichtsfoto’s genomen en de routes ingetekend. Daar waar nodig zijn detailfoto’s van secties toegevoegd voor extra informatie. Wie een nieuw salontafelboek had verwacht komt wellicht bedrogen uit. Maar voor elke alpinist die een exclusieve klimtopo over de hoogste bergen in de Alpen wil is het een must-have. Want bij de eerste bladzijde die je openslaat krijg je simpelweg enorm veel zin om te gaan alpineren! [Niek de Jonge]
In deze nieuwe Rother-wandelgids Gratwandern Südschweiz nemen de auteurs je zestig wandelingen lang mee over de mooiste berggraten van Wallis, Ticino en Graubünden. Als je de foto’s mag geloven, hebben de auteurs op alle wandeldagen het mooiste weer gehad dat je kunt bedenken. Dat riekt naar nepnieuws! De prachtige beelden motiveren echter wel om meteen op pad te gaan en geven een beeld van wat je als wandelaar onderweg qua terrein te wachten staat. Wandelaar is hier een ruim begrip, want de wandelingen omvatten alle moeilijkheidsgraden, van makkelijk beginnersterrein tot licht alpien klimmen (T2 tot T6). De auteurs nemen voldoende ruimte om uit te leggen wat de diverse niveaus inhouden en wat je daarbij onderweg kunt verwachten. Ook praktische zaken als URL’s van relevante websites, alpiene gevaren, wandeltijden en uitrusting passeren in de inleiding de revue. In principe zijn de tochten steeds dagwandelingen, al kan hier en daar een huttenovernachting de tocht wezenlijk aangenamer maken. In Ticino worden ook vijf meerdaagse wandelingen beschreven. Per tocht wordt alle benodigde informatie, zoals startpunt, moeilijkheidswaardering, hoogtepro el, landkaartje en looptijd uiteraard vermeld. Alle wandelingen zijn via een QR-code ook als gpx-bestand te downloaden. [Frank Husslage]
Bergsportdag 2025
Auteur, berggids en fotograaf Ben Tibbetts staat op 9 maart als hoofdspreker op de Bergsportdag. Meer horen over zijn werk en beklimmingen? BESTEL JE TICKET OP BERGSPORTDAG.NKBV.NL en bezoek Tibbetts’ lezing van 09:45-10:45 in de Grand Hall.
The 4000m peaks of the Alps (Volume I: West) Ben Tibbetts Alpenglow Editions (2024), bentibbetts.com
ISBN 9781916123113 £36, via Amazon €55
Het wilde oosten
De gebroeders Groen, beide bioloog, nemen hun lezers in het Nederlandstalige boek The Wild Wild East mee op reis naar de wildernis van OostEuropa. Na een korte discussie over wat wildernis dan precies is, concluderen ze dat de gemiddelde Nederlander daar wel een vleugje van kan gebruiken. Ieder hoofdstuk beslaat een natuurgebied, alles geordend per land. Hun reis begint redelijk vlak, in Polen en Hongarije, maar wanneer ze Roemenië bereiken verschijnen er indrukwekkende berglandschappen op de foto’s. Ik kijk mijn ogen uit bij de beelden uit mij onbekende nationale parken als Piatra Craiului en Retezat. Het reisverhaal en de beschrijvingen van de talloze planten en dieren in de natuurgebieden gaan redelijk snel. Ook de praktische informatie is beknopt, maar dan weer wel voorzien van een playlist met muziek. Niet voor de diepgang dus, maar geweldig als inspiratie voor een volgende reis. De vlotte schrijvers zijn over alles enthousiast, ‘kers op de taart’ is een zinsnede die regelmatig terugkeert, en wekken dat enthousiasme ook op bij mij als lezer. [Marjolein Wols]
The Wild Wild East Gebroeders Groen Uitgeverij Fjord (2022), uitgeverij ord.com
ISBN 9789083014890
€25
Advanced multipitch & trad climbing
KBF (2024), klimenbergsportfederatie.be
ISBN 9789076544045
€35
Multi-pitch te boek
De collega’s van de Vlaamse Klim- en Bergsportfederatie hebben onlangs het handboek Advanced multipitch & trad climbing uitgebracht. Met driehonderdveertig rijkelijk geïllustreerde pagina’s is dit het meest uitgebreide en meest actuele Nederlandstalige handboek voor de avontuurlijke rotsklimmer die zelfstandig multi-pitch en trad klimt. De inhoud van het boek is in lijn met de NKBV-klimcursussen, afgezien van enkele typisch Vlaamse woorden, uitdrukkingen en gebruiken. Maar dat is dankzij de duidelijke opbouw en uitleg met veel illustraties en foto’s
niet bezwaarlijk. Dit boek gebruik je het best naast je klimcursus als naslagwerk voor alle essentiële touwtechnieken, reddingstechnieken en bewegingstechnieken om e ciënt en veilig boven én beneden te komen in multi-pitch en/of trad terrein. Het boek behandelt daarnaast de benodigde tactiek, trainingsleer, materialen en weerkunde en sluit af met een hoofdstuk waarin suggesties worden gegeven voor klimgebieden in België en elders in Europa waar je het geleerde in de praktijk kan brengen. Een aanrader. [Harald Swen]
Klimmen op de Westelijke Jordaanoever
Een lm uit 2023 over een reis in 2014. En in 2025 erg actueel. In Resistance Climbing gaat de Amerikaanse schrijver en klimmer Andrew Bisharat naar Palestina. Hij is uitgenodigd door zijn landgenoot Tim Bruns, die al jaren in een dorp vlak boven Ramallah woont en daar een klimgemeenschap bij elkaar hee gebracht. Zelfs lokale Bedoeïenen sluiten zich aan (spoiler: houd de prestaties van Taw q Najada in de gaten). De rotsen die zij beklimmen liggen in conflictgebieden en rondom Israëlische
Voor berglie ebbers
nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Vraag je je af waarom de hoofdrol voor een Amerikaan is? Voor Bisharat gaat het om meer dan klimmen. Zijn roots liggen in Palestina. Hij is er nog nooit geweest en voelt zich een vreemdeling, maar wordt warm onthaald. Ontroerend om te zien hoe een gemeenschap in dit roerige gebied zo hecht en open kan zijn. Bekijk de korte lm via l.ead.me/resistanceclimbing of de QR-code.
Het jaarboek BERG 2025 hee als thema de Dachstein. Deze nét geen drieduizend meter hoge berg van formaat is een toeristische trekpleister, een wandel- en klimparadijs, een onuitputtelijk onderzoeksobject en een eindeloze bron van artistieke inspiratie. De rubriek ‘BergFokus’ toont bergfotogra e in al zijn vormen, van vakantiekiekjes via kunst tot met kunstmatige intelligentie gegenereerde beelden. Ook de invloed van de klimaatverandering op de bergen komt aan bod, met een blik op wat de toekomst zou kunnen bieden aan toekomstige generaties berglie ebbers. Markante personen die uitgelicht worden zijn de Joodse klimpionier Ilse Frischmann uit Dresden, de charismatische bergbeklimmer Gerlinde Kaltenbrunner, de Tiroolse bergbeklimmer en berggids Kuno Rainer en Nikolaus Raggl uit het Jamtal. Het boek sluit af met een ironische blik op alpiene kunst, de bergschilder Carl Brizzi, alpinistenliederen en -liedboeken en het hedendaagse lichaamsideaal in bergsporten. [Frank Husslage]
Alpenvereinsjahrbuch BERG 2025
Tyrolia Verlag (2024), tyroliaverlag.at
ISBN 9783702242381
€25
ACHT UUR IN DE TREIN
Wil je met de trein op vakantie, maar niet te lang reizen? Chronotrains laat je zien waar je met het openbaar vervoer kunt komen. Vul je woonplaats in en selecteer hoe lang je wil reizen: van één tot acht uur. Op de kaart van Europa verschijnen de bereikbare bestemmingen. De Alpen red je net niet binnen acht uur, maar de middelgebergtes van Frankrijk en Duitsland zeker wel. Zoek jouw treinbestemming uit op chronotrains.com
Hiking Trails: De mooiste langeafstandswandelingen van Europa
Elmar Teegelbeckers Uitgeverij Fjord (2024), uitgeverij ord.com
ISBN 9789083263960 €25
Verleidelijke wandelfoto’s
Wees gewaarschuwd: de schitterende foto’s in dit boek maken dat je meteen je rugzak wilt pakken en aan een tocht wilt beginnen. Met Hiking Trails: De mooiste langeafstandswandelingen van Europa wil Elmar Teegelbeckers laten zien dat een gebrek aan ervaring geen obstakel hoe te vormen om aan een langeafstandswandeling te beginnen. Het boek leest als een toegankelijk start-to-ultra-hike-handboek en richt zich vooral op de beginnende ultraloper. Het biedt essentiële tips voor een eerste lange tocht, inclusief paklijsten met wat je wél en vooral niét moet meenemen. Tips zoals ‘bekijk het weerbericht’, ‘sta vroeg op’ en ‘wees flexibel’ zullen voor ervaren lopers open deuren zijn, maar vormen onmisbare informatie voor onervaren bergwandelaars. Het grootste deel van het boek is gewijd aan de uitgebreide beschrijvingen van achttien van Elmars favoriete wandelingen,
Nederlandse ski lm
verspreid over even zoveel Europese landen. Dankzij heldere icoontjes zie je in één oogopslag wat je per route kunt verwachten qua moeilijkheidsgraad en terreintype. De echte kracht van dit boek ligt echter in de beelden. De fenomenale foto’s, waar zeer regelmatig nog een stevig lter overheen ging, nemen je mee langs de diverse landschappen van Europa. En zo ziet de lezer Elmar, vaak zelf in beeld, door groene valleien, over ruige bergen en langs grillige rotskusten lopen. Hoewel de meeste routes toegankelijk genoeg zijn voor beginners, biedt het boek ook inspiratie voor de meer ervaren wandelaar die op zoek is naar nieuwe routes. Kortom, Hiking Trails is een visueel spektakel en praktische gids ineen en dat voor een schappelijke prijs. Een aanrader voor iedereen die een langeafstandswandeling overweegt, maar nog weinig ervaring hee . [Rinske Brand]
Onbekende bergen
De Beskiden zijn dan wel de naamgever van de route, maar slechts een van de zes gebergtes die Shanna Bussink doorkruiste op de Main Beskid Trail. Deze vij onderd kilometer lange route loopt dwars door Polen, van de Tsjechische grens naar de Oekraïense. In Solo over de langste trail van Polen lees je als het ware mee in Shanna’s dagboek. Van dag tot dag (26 in totaal) beschrij ze de tocht. Haar eigen beleving staat daarin centraal. Geen feitelijke informatie, wat een gemis is, wel haar gedachten als ze in een bos een verlaten auto tegenkomt of door de authentieke dorpjes vol houten huizen wandelt. Leidmotieven zijn Google Translate, om in contact te komen met locals, en beren, de locals die Shanna óók hoopt te ontmoeten. Het geheel is geen diepgravend reisverhaal, maar een leuke kennismaking met de (voor mij tot nu) onbekende bergen van Polen. [Marjolein Wols]
Solo over de langste trail van Polen Shanna Bussink Rayu (2024), hikenbeginthier.nl
ISBN 9789464819564
€21,95
VAN DAGEN NAAR MAANDEN
Vij ig jaar geleden was berggids André Anzévui de eerste die door de noordwand van de Pigne d’Arolla (3787 meter) skiede. Hij groeide op aan de voet van de berg. ‘Iedereen vindt de plek waar ik geboren ben de mooiste van de wereld. En dat vind ik ook’, zegt Anzévui in Above Arolla, 50 years of steep skiing on the Pigne d’Arolla. Een halve eeuw na deze skipionier staan de Nederlandse skiërs en lmmakers Paul de Groot en Loïc Isliker met hun ski’s op de top. Het beeld wisselt tussen de mannen in het heden en de oude berggids. De gevoelens die Anzévui beschrij komen perfect tot uiting in de fragmenten van De Groot en Isliker. ‘De enige reden om dit te doen? Passie’, beamen ze alle drie. De reden om deze lm op YouTube te bekijken? Meedelen in hun passie en prachtige beelden natuurlijk. Scan de QR-code of ga naar l.ead.me/Nederlandse-ski lm om de lm op YouTube te bekijken.
Een paar dagen, zo lang het klimfestival duurt. Zo lang zou de Belgisch topklimmer Anak Verhoeven in Leonidio in Griekenland blijven. Het werden echter een paar maanden. In de minidocumentaire The Roof vertelt Anak wat haar daar hield. Ze wilde een nieuwe route behaken en klimmen in de rode kli en van Leonidio. Het resultaat: twee nieuwe routes, Symphonia (8a) en Armonia (8c+), die ze vervolgens ook vrij klimt. Bekijk de lm op l.ead.me/ the-roof of via de QR-code.
Vlinder in de sneeuw
Een vlinder, gestrand op duizenden meters hoogte, op een gletsjer recht onder de Aiguille du Dru. Hij klapwiekt nog een paar keer met zijn tere vleugels voordat Walter Bonatti hem met de grootste voorzichtigheid oppakt. ‘Arm klein ding, wat spijt het me’, schrijft Bonatti, die ‘niets anders’ kan dan de ongelukkige vlinder veilig in zijn warme handen naar de hut te brengen waarnaar hij op weg is.
Het is 1955 en Bonatti heeft als doel om de zuidwestpijler van de Dru te beklimmen – solo. Hij wordt voor gek verklaard, maar voor Bonatti is het juist een manier om aan gekte te ontkomen. Hij is nog niet lang terug van de K2-expeditie die voor Italië een succes was, maar voor de jonge Italiaan een nachtmerrie vol leugens en juridische gevolgen. Bonatti wankelt op de rand van een depressie. Het is deels tegen die achtergrond dat hij zich het lot van de vlinder zo aantrekt. Dat iets in hem, zoals hij schrijft, ‘zich met de vlinder identificeert’. Aan het lot overgelaten, alleen en misschien beide op de rand van de dood.
Je identificeren met een stervende vlinder, is dat niet een beetje raar en antropomorf? Ergens is het makkelijk om Bonatti’s kwetsbare woorden nuchter neer te slaan, zoals we dat ook kunnen doen wanneer iemand verdriet voelt voor een bos dat in brand staat of een gletsjer die wegsmelt. Vlinders, bomen en bergen voelen geen pijn of geluk, ze hebben geen centraal zenuwstelsel. Hun doet het zelf niets dat ze verdwijnen.
toestand een kleine stap om open te staan (of volledig weggeblazen te worden) door het lijden van een simpel vlindertje.
Misschien komt het ook doordat er in de bewoonde wereld allerlei normen zijn over wat gepast is om te voelen en te denken (‘empathie voor gletsjers is raar’), en dat ver boven de boomgrens dat soort normen hun greep verliezen. So what, dat Bonatti en de vlinder of ik en de gletsjer strikt genomen weinig gemeen hebben. Daar op de top, uitkijkend over de besneeuwde bergen in de verte die langzaam oranjeroze kleuren, voel je meer dan wat alleen de mens aangaat. De bergen bieden een plek om in te zien dat dat soort gevoelens helemaal niet raar of ongepast zijn. Het is een plek om de nuchterheid en het ongemak – de gêne misschien wel –meer te durven loslaten. Laat Bonatti een voorbeeld zijn niet alleen vanwege zijn alpiene stoerheid, maar ook vanwege zijn zachtheid.
In de bergen piep ik anders FleurJongepier
Als die nuchterheid al optreedt, dan valt mij op dat dat alleen gebeurt wanneer ik comfortabel onderuitgezakt op de bank lig, ver weg van de natuur. In de bergen piep ik anders. Daar is het veel laagdrempeliger, onontkoombaar haast, om open te staan voor wat de natuur kan losmaken; om op een veel radicalere manier empathisch te zijn. Soms lijkt het wel alsof er in de bergen ergens achter een rotsblok een emotie-versterker staat: blijheid wordt euforie, een zorgje wordt paniek, een vleug melancholie wordt tranen. Ik denk dat dat komt doordat je in de bergen sowieso vaak op scherp staat: je bent al nerveus over mogelijke lawines, gletsjerspleten, steenstortingen, over op tijd ergens geraken of verdwaald zijn (met te weinig water en zonder bivakzak). Het is vanuit zo’n kwetsbare gemoeds-
In ‘Ten slotte’ geeft filosoof, schrijver en bergsporter Fleur Jongepier je stof tot nadenken mee.
Hoogtelijn 2-2025 verschijnt 10 april
THEMA TECHNIEK
kunstmatige berg in Nederland?
Colofon
Tunnels vol munitie
Trillingen door het ijs
Hoogtelijn is het o ciële tijdschri van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht hee , zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schri elijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn
Redactie
Peter Daalder (hoofdredacteur)
Marjolein Wols (eindredacteur)
Berend Berlijn, Rinske Brand, Lineke Eerdmans, Frank Husslage, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Akke van der Meer, Florian van Olden, Noor van der Veen
Vaste medewerkers
Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartogra e), Toon Hezemans (illustratie), Manon Stravens (interview)
Redactieadres
NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl hoogtelijn.nl
Advertentie-exploitatie
Inge Arntz 06-49270840 inge.arntz@nkbv.nl
Productie en vormgeving
Studio ManagementMedia, Hilversum
Het jaar van de gletsjer
Anita Baljet
Druk
Senefelder Misset, Doetinchem
Oplage: 45.100
ISSN: 1387-862X
Los abonnement
Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 37,50 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.
Koninklijke Nederlandse
Klim- en Bergsport Vereniging
Bellen 0348-409521
Bezoeken
Houttuinlaan 16 A, 3447 GM Woerden
Schrijven
Postbus 225, 3440 AE Woerden
Betalen
Bank: IBAN NL84RABO0161417213
BIC RABONL2U
KLAAR VOOR DE ZOMER?
Ontdek het nieuwe zomerprogramma van Bergsportreizen
• Alpiene cursussen: Leer de kneepjes van het vak van ervaren gidsen
• Basiskampen: Maak nieuwe vrienden en ontdek gezamenlijk de bergen
• Huttentochten: Nieuw! Avontuurlijke huttentochten voor jongeren
• Sportklimmen: Leer single- en multi-pitch klimmen in de Alpen
• Workshops: Ga goed voorbereid op pad
bergsportreizen.nl
Bergsportreizen is de reisorganisatie van de Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging
Beyond ordinary.
Get off the beaten path. Hatch one-of-akind plans.
Climb routes no-one’s heard of, make ill-advised detours, and grin through the mud when the weather takes an unexpected turn. Because we all know the most memorable adventures are a little out of the ordinary.