Zo hard je kan Trail- & skyrunning
BUITEN BESEF JE WAT JE ECHT NODIG HEBT
Wanneer is genoeg genoeg? We leven in een wereld van meer. Ben je iets zat of is het stuk, dan doe je het weg. We zijn er zo gewend aan geraakt, dat het onvoorstelbaar is dat het anders kan. En toch kan het.
Bij Bever weten we dat buiten je helpt beseffen wat je écht nodig hebt. Je komt niet verder met meer, maar met wat écht voor jou telt. Ontdek hoe wij je helpen kiezen voor wat je écht nodig hebt. En hoe je langer kunt doen met wat je al hebt.
Ontdek wat Bever voor jou kan doen!
Kijk voor meer informatie op nkbv.nl, hoogtelijn.nl, x.com/nkbv en op facebook.com/de.nkbv.
ACTUEEL
08 Op de hoogte
88 Gespot
NKBV
07 Van het bestuur
62 NKBV voor jou
THEMA
16 Zo hard je kan
18 Trailrunning of skyrunning?
20 Op twee snelheden over de Lagorai
26 De psychologie van de langeafstand
32 Skyrunning boven de poolcirkel
38 Nachtelijk waddenavontuur
42 NK Skyrunning
44 Interview: Karel Sabbe
50 Fastpacken door de Pyreneeën
EN VERDER
14 Depot: Lichtgewicht tijdverdrijf
56 Fijnproevers: Cresta Sud, Gran Paradiso
61 Lopend buffet
64 Meren & beren in Glacier National Park
68 Klimmen bij de buren
72 Cape Wrath Trail
78 Markt & Materiaal: Veiligheid
80 Wandelroute van het Jaar: Venntrilogie
85 Mijn verhaal
86 Mapping the Mountains
90 Vooruitblik
16
TRAIL- & SKYRUNNING
Zo veel mogelijk van de bergen op één dag zien? Hardlopen is het antwoord. Beweeg met het terrein mee en versnel in een afdaling, maar zet kleine passen in een steile klim. Maak in deze Hoogtelijn kennis met trail- en skyrunning: door de bergen lopen zo hard je kan.
20
Op twee snelheden TRANSLAGORAI
SKYRUNNING
Boven de poolcirkel
PSYCHOLOGIE
De langeafstand 32 26
Noodkreet
Vlak voor het begin van de zomer trokken twaalf Oostenrijkse organisaties aan de bel over de ontwikkelingen rond hutten en wandelwegen in de bergen. Onder andere de Österreichischer Alpenverein, Naturfreunde Österreich en de Österreichischer Touristenklub riepen de regering op om een noodpakket van 95 miljoen euro beschikbaar te stellen om de 272 hutten en 50.000 kilometer wandelpaden te redden. Volgens de organisaties bevinden die zich in een acute noodsituatie. Het bedrag is noodzakelijk doordat er sinds 2013 geen structurele verhoging van subsidies is geweest, terwijl de bouwkosten zeer fors gestegen zijn en schade door extreem weer als gevolg van de klimaatcrisis sterk is toegenomen.
MEREN & BEREN Glacier National Park
Mapping the Mountains
Schotland
CAPE WRATH TRAIL BOEK
Wandelroute van het jaar VENNTRILOGIE
Hutten en bergpaden zijn volgens de opstellers van de noodkreet van wezenlijk belang voor het wandelen als de belangrijkste vrijetijdsbesteding van inwoners en toeristen. Het aantal buitenlandse toeristen, vorig jaar goed voor honderdvij ig miljoen overnachtingen, stijgt sinds de coronapandemie weer sterk. Dat geldt ook voor de Nederlandse zomertoeristen. Die maakten vorig jaar 4,3 miljoen overnachtingen.
Van de 272 hutten van de Oostenrijkse Alpenvereniging in een alpiene omgeving hebben er jaarlijks drie tot vier moeite het hoofd boven water te houden. Dat komt mede door het afsluiten van wandelwegen als gevolg van landverschuivingen, steenstortingen en andere gevolgen van klimaatverandering. Het verval van de alpiene infrastructuur dreigt, aldus de twaalf organisaties.
Oostenrijks verantwoordelijke minister voor toerisme, Martin Kocher, gaf tijdens een bijeenkomst in Den Haag aan dat hij het voortouw neemt voor een gesprek na deze massale oproep uit de voor het land zeer belangrijke toerismesector.
De NKBV draagt ook haar steentje bij aan het onderhoud van hutten en paden. Per jaar gaat het om €400.000. Dat wordt in 2025 €450.000 in verband met de gestegen kosten voor het in stand houden van de alpiene infrastructuur. Daarnaast stelt de NKBV via het Huttenondersteuningsfonds €50.000 beschikbaar voor projecten ter verduurzaming en/of projecten die noodzakelijk zijn als gevolg van de klimaatverandering.
Peter Daalder Hoofdredacteur peter.daalder@hoogtelijn.nl
Op de cover: De Via Valais is een route speciaal uitgezet voor en door trailrunners. Verdeeld over negen etappes leg je 225 kilometer af, met daarin 14.000 meter positieve hoogtemeters. Enthousiast?
De gpx-bestanden vind je op elevation.alpsinsight.com. Foto: Barbara Kerkhof
BoulderTech
Doe mee met de clinic van Lisa Klem
25 september | 18:00 – 21:00
Boulderhal Energiehaven Utrecht
Ontdek de parallellen tussen boulderen en software ontwikkeling tijdens de clinic van NK Boulder finaliste en studente Informatica Lisa Klem. BoulderTech is hét event voor gepassioneerde software- en data engineers die van uitdagingen houden. Ook beginners zijn van harte welkom.
Meld je aan via navara.nl/bouldertech of scan de QR code.
Wij zijn een IT consultancy organisatie gespecialiseerd in de ontwikkeling en het beheren van software- en data platforms. We realiseren bij onze klanten meer business impact, betere resultaten en een enorme wendbaarheid.
Bijzondere bergsport en een nieuw beleidsplan
Met bewondering kijk ik naar sporten die ik zelf niet beheers. Skyrunning is daar een mooi voorbeeld van. Uithoudingsvermogen, balans, aanpassing aan grote hoogte: in alles is het een alpiene sport, een heel intense zelfs. Mooi dat we skyrunning een goede plaats binnen de NKBV hebben gegeven. Is het niet om zelf te doen, dan is het op zijn minst tof om naar te kijken. Herken je dat? Hetzelfde geldt voor mij voor ijsklimmen, speedklimmen en toerskiën.
Binnen onze vereniging is er brede steun om aan een scala aan bergsporten bij te dragen. Verreweg de meeste leden voelen zich vooral wandelaar, maar ze zijn nieuwsgierig naar andere berg- en klimsporten.
Dat leidt voor een vereniging als de onze tot vragen en afwegingen. Hoeveel tijd, geld en moeite kunnen we in een kleinere, bijzondere sport steken, ook in verhouding met de andere bezigheden? Hoe zorg je dat er voldoende sporters en vrijwilligers zijn om evenementen te organiseren? Wat overkomt je als zo’n sport olympisch wordt, zoals zich voordoet bij ski mountaineering? Hoe organiseer je je contacten in de internationale sportwereld? Waar ligt het evenwicht tussen een vereniging en een sportbond?
De juiste balans tussen alle activiteiten zoeken we in het meerjarenbeleidsplan. Daarin kijken we vier jaar
De Parrotspitze
vooruit, niet toevallig tot aan de Olympische Spelen van 2028. Het beleidsplan komt uit de haarvaten van de NKBV. Alle leden waren uitgenodigd om in april een dag te brainstormen, wat leidde tot allerlei ideeën voor de komende jaren. Vervolgens zijn sessies georganiseerd met medewerkers in Woerden, met Bergsportreizen, met de Vergadering van Afgevaardigden, met de nanciële commissie en met tal van individuele leden.
Het resultaat van al deze overleggen mag er zijn. Als bestuur presenteren we een beleidsplan dat onze traditionele activiteiten versterkt. Veiligheid komt daarbij naar voren als een voortdurend punt van aandacht. Het ondersteunen van de vrijwilligers in de regio’s, de secties en bij wedstrijden is een kernthema, evenals inclusiviteit. De aanhoudende ledengroei gee ons nancieel een steun in de rug. De nanciële bijdragen van NOC*NSF stellen ons in staat alle wedstrijdsporten naar een hoger plan te tillen, met bijzondere aandacht voor boulderen en leadklimmen. Medio november leggen we dit beleidsplan voor aan de Vergadering van Afgevaardigden, die het plan namens alle leden bespreekt en beoordeelt. We kunnen ons verheugen op die discussie.
Het beleidsplan
komt uit de haarvaten van de NKBV
En nee, skyrunning is voor mij niet weggelegd. Laat mij lekker wandelen, een beetje alpineren en een heel klein beetje rotsklimmen. En vooral vrijwilligerswerk voor de NKBV doen!
Roald van der Linde
bestuur@nkbv.nl
Opzeggen lidmaatschap
Het NKBV-lidmaatschap loopt per kalenderjaar. Wil je je lidmaatschap voor volgend jaar beëindigen? Doe dat dan vóór 1 november op mijnnkbv.nl. Je ontvangt dan per e-mail een
bevestiging van je opzegging. Na 1 november wordt je lidmaatschap automatisch verlengd voor het volgende kalenderjaar. Kijk voor meer informatie over het lidmaatschap op nkbv.nl.
Partners van de NKBV
Heb je nieuws voor ‘Op de hoogte’, mail het naar hoogtelijn@nkbv.nl. Meer bergnieuws vind je op nkbv.nl, of volg ons op Facebook, X en Instagram.
op de hoogte
Berlij n
Onder redactie van Berend
De Britse ultraloper Jasmin Paris is benoemd tot Lid van de Orde van het Britse Rijk. Deze onderscheiding hee zij te danken aan haar indrukwekkende cv op het gebied van ultratrails. Dit jaar kwam zij als eerste vrouw ooit over de nish van een van de meest extreme ultralopen ter wereld, de Barkley Marathons in de Verenigde Staten.
Een Nepalese volksheld dreigt van zijn voetstuk te vallen. Nirmal Purja beklom alle veertien achtduizenders in zes maanden en zes dagen, toen een record. Nu wordt hij beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij het gidsen van twee vrouwelijke klimmers binnen zijn expeditiebureau Elite Exped. Ook zijn er geruchten over gesjoemel met vergunningen. Purja ontkent, maar zag zich wel genoodzaakt zijn outdoorkledingwinkel in Kathmandu te sluiten.
Meren gebruiken als stortplaats voor oude munitie was lang volkomen normaal in Zwitserland (net als in veel andere landen). Maar steeds meer komt men tot het inzicht dat al deze bommen en kogels slecht zijn voor het milieu en nog altijd explosiegevaar kunnen opleveren. Het Zwitserse ministerie van Defensie loo daarom een geldprijs uit van ruim 52.000 euro voor de drie beste ideeën om de munitie te bergen.
De Nederlandse Jolanda Linschooten is eind september een van de verhalenvertellers op het festival Discovery Days in Zwitserland. Zij debuteert met Qarrtsiluni, een lm over haar zwer ochten met sledehonden en kajak in de wildernis van het noordoosten van Groenland.
Milieuactivist, bergbeklimmer én politicus? Dat is de ambitie van de Amerikaanse Caroline Gleich. Zij voert campagne om in november namens de staat Utah en de Democratische Partij verkozen te worden in de Senaat van de Verenigde Staten.
Aniek Lith is een veelvraat in de klim- en bergsport. Onder meer actief in rots, ijs en in de hal, al dan niet in wedstrijdverband, en altijd op hoog niveau.
De in Noorwegen woonachtige Aniek liet haar veelzijdigheid dit jaar zien in de Arctic Triple, die bestaat uit drie ultraraces op de Lofoten: skimountaineering (32 kilometer, 4000 hoogtemeters), trailrunning (164 kilometer, 7700 hoogtemeters) en een triatlon (4 kilometer zwemmen, 181 kilometer etsen en 42 kilometer hardlopen).
Bij het skionderdeel in maart nishte zij als tweede, bij de ultratrail in mei als eerste. Ze bekroonde haar Arctic Triple in augustus met een eerste plaats bij de triatlon.
Nasim Eshqi in 2023 bij het lmfestival van Cannes
Aniek Lith slaat toe op de Lofoten Nasim
Tijdens de grootste outdoorbeurs van Europa, OutDoor by ISPO, is de Iraanse klimmer Nasim Eshqi door de European Outdoor Film Tour uitgeroepen tot Avonturier van de 21ste eeuw. Daarmee schaart zij zich in een select rijtje met drie oud-winnaars. In Hoogtelijn 1 van 2024 vertelde Eshqi in het interview niet alleen over haar leven als topklimmer, maar ook over haar strijd voor mensenrechten. Precies die combinatie hee haar deze internationale prijs opgeleverd. Hij wordt uitgereikt aan een atleet die ook impact hee buiten de grenzen van zijn of haar sport.
Aniek Lith wint de ultratrail van de Arctic Triple
De bergen helen de ziel
Sinds drie jaar houdt een bijzondere groep mensen kamp in de omgeving van Kaprun. Oekraiense veteranen en hun gezinnen krijgen de kans om in de Oostenrijkse bergen hun trauma’s een plek te geven en verstoorde relaties met hun naasten te herstellen.
Dit is het initiatief van de Mountain Seed Foundation van de Amerikaan Nathan Schmidt, zelf oorlogsveteraan. Hij hee persoonlijk ondervonden hoe klimmen kan helpen om in het reine te komen met een getroebleerd verleden. Zijn eerste tocht naar de Mont Blanc was een openbaring. Hij werd gedreven door de confrontatie met de natuur, de fysieke inspanning en door het gevoel deel te zijn van een goed team.
Met hulp van de Amerikaanse psycholoog Amit Oren en verschillende Amerikaanse en Nederlandse instructeurs ontvangt de stichting nu Oekraïense gezinnen in het kamp voor een week wandelen en klimmen.
Rutger Elink Schuurman bij het NJK Boulder 2023
In memoriam: Rutger Elink Schuurman
In de vorige Hoogtelijn konden we nog melden dat NKBV-erelid Rutger Elink Schuurman benoemd was tot Ridder in de Orde van OranjeNassau, maar lang heeft hij niet kunnen genieten van deze onderscheiding. Rutger leed al langer aan kanker en op 26 juli is de ziekte hem fataal geworden. We verliezen in Rutger iemand die van grote betekenis was voor de wedstrijdklimsport. Als ‘techneut’ loodste hij de wedstrijdadministratie van ‘pen, papier en zakjapanner’ het digitale tijdperk in. Jarenlang was hij een vertrouwde en rustgevende verschijning bij nationale wedstrijden, waar hij toezag op een eerlijk competitieverloop. Ook was hij actief in de Rules Commission van de International Federation of Sport Climbing (IFSC).
Rampspoed in Thame
De gevolgen van klimaatverandering worden weer eens pijnlijk duidelijk. In Nepal werd in augustus Thame, het dorp waar Tenzing Norgay opgroeide, in het Solukhumbu District plotseling overspoeld door een grote modderstroom. Het water was afkomstig uit een hoger gelegen gletsjermeer dat als gevolg van aanhoudende hoge temperaturen en regenval overvol was geraakt. Er zijn geen doden gevallen, maar de schade aan het dorp is aanzienlijk.
Voor geen meter
Het waren mooie bergtochten die onze disgenoten in deze Dolomietenhut maakten. ’s Ochtends vroeg op pad, ’s avonds weer een ervaring rijker terug naar dezelfde hut. Alles liep naar wens, alleen met de recent aangeschafte hoogtemeter van een bekend Amerikaans merk voelde het stel zich bekocht. Thuis gaf het peperdure technologische hoogstandje keurig de juiste hoogte aan, maar eenmaal op pad klopte er steeds opnieuw niets van de aangegeven waarden. De stijgingen en dalingen waren onwaarschijnlijk snel en ook de pas- en tophoogtes onderweg klopten voor geen meter. ‘Ehhh… Zei je daar voor geen meter?’ Er ging me een lichtje branden: ‘Staat het apparaat vanaf de fabriek wellicht ingesteld op Amerikaanse voeten in plaats van op Europese meters?’ [Frank Husslage]
Heb je opmerkelijk expeditienieuws? Stuur een mail naar ceat@nkbv.nl.
Kaartliefhebbers ontmoeten elkaar in Vaals
Zonder kaarten geen ontdekkingstochten. Of ze nu op papier zijn vastgelegd of zijn gedigitaliseerd, ze leiden je waar je heen wilt. Ben je een liefhebber? Dan zou je eens de weg moeten vinden naar het Institute of Cartopology. Dat is geen chique instituut in het buitenland, maar een sfeervolle berghut in Nederland, halverwege de Vaalserberg in Limburg. Een ontmoetingsplek en een kenniscentrum voor kaarten. Stap hier binnen en je ziet een vertrouwd beeld. Mensen die geconcentreerd gebogen zitten over weerkaarten, topografische kaarten en plattegronden van dorpen.
Heb je ook een leuk bergverhaal meegemaakt? Mail je anekdote van 120 woorden naar hoogtelijn@nkbv.nl o.v.v. En Passant.
KOM KLIMMEN TEGEN KLIMAATARMOEDE
Klim 12 uur lang in teamverband tijdens de Klimmarathon tegen Klimaatarmoede. Laat je sponsoren en steun kleine boeren die voor
VRAAG & ANTWOORD op de hoogte
Op de bres voor het bergmilieu
Wie de gevolgen van klimaatverandering in de bergen ziet, begrijpt wat nu de topprioriteit is van de Mountain Protection Commission (MPC) van de Union Internationale des Associations d’Alpinisme (UIAA). Deze internationale commissie is druk bezig met het schrijven van een ‘Climate Action Plan’. Dat gebeurt sinds april dit jaar onder voorzitterschap van een oud-bestuurslid van de NKBV, Paul Kwakkenbos.
Tekst Berend Berlijn Beeld Paul Kwakkenbos
Gefeliciteerd met je benoeming! Wat is jouw affiniteit met duurzaamheid?
‘Duurzaamheid was onderdeel van mijn bestuursportefeuille bij de NKBV. Toen mijn bestuursperiode erop zat, voelde het logisch om de Nederlandse vertegenwoordiger te worden in de MPC, als opvolger van Joop Spijker. In mijn werk in communicatie, public affairs en health & safety zijn er ook altijd raakvlakken geweest met de duurzame ontwikkeling van organisaties.’
Wat is de MPC?
‘De MPC is een van de acht commissies van de internationale klim- en bergsport federatie UIAA, opgericht in 1969. We bevorderen, onder meer op basis van wetenschappelijke
inzichten, mountain protection in het algemeen met adviezen en richtlijnen. De laatste jaren is klimaatverandering steeds belangrijker geworden. Via het Internationaal Olympisch Comité heeft de UIAA zich verbonden aan het klimaatakkoord van Parijs. Dit betekent dat wij als verenigde bergsportorganisaties moeten bijdragen aan de doelstelling om tot 2030 onze CO2-uitstoot met 50% te verminderen en in 2050 CO2-neutraal te zijn. Met ons Climate Action Plan willen we heel praktisch aangeven hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen.’
Geef eens een schot voor de boeg. ‘Binnen de NKBV zijn we de weg naar verduurzaming al ingeslagen. Het verenigingsbureau is haar footprint bewust aan het verkleinen. We geven geen papieren zomer- en winterprogramma’s van Bergsportreizen meer uit. En als we een bestemming willen opnemen in het aanbod van Bergsportreizen, kijken we ook of deze goed bereikbaar is met het openbaar vervoer én dragen we dat uit. Aan zulke maatregelen moet je denken. Nederland zit, samen met Duitsland en Zwitserland, in een kopgroep van landen waar het duurzame bewustzijn al hoog is. Maar ook de NKBV heeft nog stappen te zetten. Als MPC kunnen we verenigingen en leden niks opleggen. We moeten het hebben van de kracht van onze voorstellen en de zaadjes die we daarmee in hoofden planten. Dat is een missie waar ik graag aan meewerk.’
VAN C1 CURSUS TOT EVEREST
DESKUN DIG A DVIES
Onder redactie van Ico Kloppenburg
Nederlandse klimmers op stoom
Toby Roberts klimt in de leadroute naar olympisch goud
SPORTKLIMNIEUWS op de hoogte
Met alle aandacht voor de Olympische Spelen zou je bijna vergeten dat er ook nog veel andere wedstrijden op hoog niveau waren. Een aantal klimmers met een olympisch ticket koos ervoor om te trainen en liet deze wedstrijden schieten. Een aantal Nederlandse klimmers maakte van de gelegenheid gebruik om goede prestaties neer te zetten. Allereerst waren er medailles voor de paraklimmers tijdens de World Cup in Innsbruck. Jamie Barendrecht haalde daar zilver en Eva Mol werd derde.
Ook de boulderaars waren actief in Innsbruck, waar Lisa Klem een 29e plek behaalde. Amber Schi eleers
Jamie Barendrecht op de eerste plaats bij het EK Paraklimmen 2024
werd 63e en Paul Brand 51e. Daarnaast klom Lynn van der Meer in de halve nale lead op de World Cup in Chamonix naar een 17e plek. Ze miste in Briançon op een haar na de nale en eindigde als 9e Op het Europees Kampioenschap in Villars is paraklimmen voor het eerst vertegenwoordigd bij een EK. Dat leidde tot mooie scores: goud voor zowel Jamie Barendrecht als Christiane Luttikhuizen. Eva Mol besloot in Villars niet te starten. De andere uitslagen van Villars zijn nog niet bekend op het moment dat deze Hoogtelijn naar de drukker gaat, maar vind je op nkbv.nl/ actueel/uitslagen
Sébastien Berthe flasht Le Voyage (E10, 7a) in Annot
Met een flash-beklimming van Le Voyage (E10, 7a) in het Franse Annot hee Sébastien Berthe uit België een bijzondere prestatie geleverd. Het gaat namelijk om een tradroute, waarbij hij dus zelf de protectie moest plaatsen. Een video over deze beklimming is te vinden via tinyurl.com/flashvoyage
Olympisch feest in Parijs
De klimsport stond de afgelopen maanden in het teken van de Olympische Spelen. Na een lange periode van kwali caties stonden 68 klimmers aan de start van de wedstrijden in de disciplines speed en combined (lead en boulder samen). De snelheidsrecords bij speedklimmen sneuvelden meerdere keren, waarop Veddriq Leonardo (Indonesië) en Aleksandra Mirosław (Polen) met de gouden medailles naar huis gingen.
In het gecombineerde format maakte de Sloveense Janja Garnbret haar favorietenrol bij de vrouwen meer dan waar. Met de hoogste score bij het boulderen had ze een marge ten opzichte van de concurrentie bij lead. Brooke Raboutou (Verenigde Staten) werd tweede en Jessica Pilz (Oostenrijk) veroverde de bronzen medaille door een goede prestatie bij lead.
Bij de mannen waren er meer kanshebbers voor een medaille bij boulder en lead en won de jeugd het van de ervaring. De jonge Brit Toby Roberts (negentien jaar) bleek het meest all-round en pakte het goud, het zilver ging naar de zeventienjarige Anraku Sorato (Japan), die de hoogste score bij boulder haalde. Het brons was voor de routinier Jakob Schubert uit Oostenrijk, die – samen met Adam Ondra – de beste prestatie bij lead neerzette.
Alexander Megos herhaalt Change (9b+) in Flatanger
De Duitse klimmer Alexander Megos boog de teleurstelling over zijn prestatie op de Olympische Spelen (negende plek) op een positieve manier om en klom de route Change (9b+) in het Noorse Flatanger. Dit was de eerste extreem moeilijke route die Adam Ondra in de grot opende in 2012.
Mede mogelijk gemaakt door
Voorkom verveling
Lichtgewicht tijdverdrijf
Of het nou gaat om een regenachtige dag op de camping, een heel lange avond in een berghut of een gedwongen bivak in een noordwand: het overkomt ons allemaal wel eens dat we de tijd moeten zien door te komen. De eerste uren lukt dat nog wel met het mobieltje. Voor de uren daarna, als de accu leeg is, verzamelden wij wat batterijloze alternatieven.
Boek zonder batterij
Hoewel de batterijen van een e-reader héél lang meegaan, waren ze toch echt leeg na drie ijskoude dagen in een tent tijdens een sneeuwstorm over Finnmark. Cassandra Kollmer was blij dat ze ook nog een papieren boek bij zich had.
Emotiespel
Tijdens dit bivak op de noordwestwand van de Dôme de Neige deed Florian van Olden het emotiespel. Je beeldt een emotie uit, houdt je gezicht tien seconden in die plooi en de ander raadt welke emotie je toont. Terug in het dal hetzelfde, maar dan terwijl je jezelf in een bergbeek laat zakken. Extra punten voor complexe of juist ingehouden emoties, zoals religieuze contemplatie of platonische verliefdheid. (0 gram, geen volume)
Hersengymnastiek
De tophit Mastermind uit de jaren zeventig is nog steeds de hogeschool voor hersengymnastiek. Kraak in zo min mogelijk pogingen de code van de vier zwarte of witte pionnen. Moderne uitvoeringen gaan over de toonbank voor een paar euro, deze vintage mini-uitvoering moet 45 euro opbrengen. (5,5 x 13 x 1,5 centimeter, 20 gram)
Naald en draad
Borduren is helemaal hip en zelfs de buitensportwinkels verkopen kant-en-klare setjes. (50 gram, 7,6 x 7,6 x 1 centimeter)
Krantenknipsels
Regelmatig zit er een gat in mijn dagblad. De calcudoku is er dan uitgeknipt en gaat in de envelop voor in de rugzak. Tientallen puzzels wegen samen nog geen dertig gram, hebben een verwaarloosbaar volume en staan garant voor heel veel uren hersenkraken.
Hoe vermaak jij je?
Na een lange dag klimmen of wandelen eindelijk rust! Wat komt er voor vermaak uit jouw rugzak? maak een foto en tag de NKBV op je social media! @_NKBV en De.nkbv
Dobbelen
Vijf dobbelstenen, een velletje papier en een potlood. Zo veel mogelijk keer hetzelfde aantal ogen in een worp, drie gelijke, vier gelijke, kleine straat, grote straat, full house, vrije keus en als topper Yahtzee, als je met alle vijf de stenen hetzelfde aantal ogen gooit. Het klinkt moeilijker dan het is en je kunt er uren mee zoet zijn. (26 gram, 4,5 x 3 x 1,5 centimeter)
Kruiswoorddobbelen
In plaats van ogen kunnen dobbelstenen ook letters tonen. Gooi de dertien stenen en leg in kruiswoordvorm zo veel mogelijk punten. (37 gram, 6 x 7,5 x 1,5 centimeter)
Varkensdobbelen
Deze varkensdobbelstenen hebben poten, kop en staart. De stand waarin ze vallen bepaalt het aantal punten dat je verdient. Op de zijkant één punt, op de rug twee punten, op de pootjes vijf punten et cetera. (12 gram, iets groter dan een luciferdoosje)
Pesten
Annick Zegers neemt met haar gezin altijd een pakje kaarten mee met wildkamperen, om een potje te pesten. Zelfs voor de eindeloze Noorse zomeravonden is dat vermaak genoeg. (60 gram, 10,5 x 7 x 2 centimeter)
Knopen
voor Houdini’s
Neem de twee meest actieve deelnemers van je gezelschap en knoop met een prusiktouwtje hun handen aan elkaar. Doe dat zo dat er twee lussen gevormd worden die in elkaar vastzitten. Probeer nu maar los te komen.
Hilariteit gegarandeerd, loskomen gaat écht niet lukken tenzij je net dat ene trucje ontdekt waarmee het wel lukt.
Uno
Twee dagen opgesloten in de tent vanwege lawinegevaar. Hoeveel spelletjes Uno zouden dat wel niet geweest zijn? (60 gram, 14,5 x 9 x 2 centimeter)
Knopen
De klimuitrusting die je toch al bij je hebt is ook een eindeloze bron van amusement. Zonder dat je een gram extra meedraagt, kun je jezelf urenlang vermaken met het oefenen van alle bergsportknopen. En kun je ze ook leggen met je ogen dicht? En met je handen op je rug terwijl je ondertussen een liedje zingt? En wie legt de meeste bijzondere knopen? Bijvoorbeeld deze klassieke voorloper van de nut, zoals nog steeds gebruikt in het zandsteen van de Sächsische Schweiz?
thema: Trail- & skyrunning
Zo hard je kan
Door een weiland, over een bospad of op het strand. Trailrunning is niets meer dan hardlopen op onverharde paden, een sport die je prima in Nederland kunt beoefenen. Maar we zouden de NKBV niet zijn als we toch niet het liefste in de bergen zouden lopen. De hoogtemeters zorgen voor een extra uitdaging, de uitzichten voor een extra beloning. De helling is lang, je hart bonkt en het zweet prikt in je ogen. Zo hard je kan loop je omhoog. Betekent zo hard je kan dat je wandelt? Dat maakt je er geen mindere trailrunner op. Meebewegen met het terrein, rennen waar het kan en vooral genieten van de beleving, dat is waar hardlopen in de bergen om draait.
Wil je meer? Dan is skyrunning misschien iets voor jou: hardlopen door technisch terrein op grote hoogtes, buiten de gebaande paden en soms zelfs met tweedegraads rotspassages. Deze bergsport wordt steeds populairder als wedstrijdsport. De snelste deelnemers verdienen een podiumplek, maar de echte beloning krijgen alle lopers onderweg.
Tekst Marjolein Wols Beeld Barbara Kerkhof
18 Trailrunning of skyrunning?
20 De Translagorai op twee snelheden
26 De psychologie van de langeafstand
32 Skyrunning boven de poolcirkel
38 Nachtelijk waddenavontuur
42 Aanloop naar het NK Skyrunning
44 Interview: Karel Sabbe
50 Fastpacken door de Pyreneeën
In de 100 kilometer lange
CCC-race van de UTMB
passeerde Akke van der Meer
Courmayeur, Champex en Chamonix
Trailrunning
Trailrunning betekent letterlijk ‘o -road hardlopen’: dit kan over trails, onverharde (smalle) paden. Ook kan je trailen over natuurlijke hindernissen zoals heuvels of bergen, rotsen of door water en modder.
In de afgelopen jaren is de populariteit van trailrunning snel toegenomen.
Wedstrijden schieten in binnen- en buitenland als paddenstoelen uit de grond. Vaak kunnen lopers daarbij kiezen uit meerdere afstanden: van 5 kilometer tot een ultratrail, een race langer dan een marathon.
Dé wedstrijd: UTMB
De Ultra Trail du Mont Blanc (UTMB) begon als een enkele ultrarace in 2003, maar groeide al snel uit tot een trailrunevenement met internationale allure. Het idee van de UTMB World Series ontstond als reactie op de groeiende populariteit van trail- en ultrarunning, de Series doen dienst als kwali catiesysteem. De evenementen van de UTMB World Series vinden inmiddels plaats over de hele wereld en zijn verdeeld over drie levels: Finals, Majors en Events.
UTMB World Series Finals
De World Series Finals zijn eigenlijk de races waar het binnen de UTMB World Series allemaal om draait, drie afstanden rond en langs het Mont Blancmassief: de OCC (50 kilometer), CCC (100 kilometer) en de klassieke UTMB (100 mijl = 171 kilome-
ter). Om je te kwali ceren voor deze afstanden moet je deelnemen aan een loterij. Hiervoor moet je minstens één running stone hebben en een UTMB Index
Running stones kun je verzamelen door een UTMB World Series Event of UTMB World Series Major te nishen. Deze punten moet je verzamelen in een periode van maximaal twee jaar voorafgaand aan de Finals en bepalen hoe vaak jouw naam meegaat in de loting. Een UTMB Index is een getal dat laat zien wat het prestatieniveau van elke loper is. Dit nummer wordt berekend op basis van eerdere resultaten die je hebt behaald bij index races. Dat zijn niet alleen wedstrijden van de UTMB, maar ook van kleinere organisaties. Zo zijn er zelfs trailraces in Nederland waarmee je een UTMB Index kunt krijgen, zoals de Dutch Ultra Series.
UTMB World Series Majors
Elk jaar worden er drie Majors georganiseerd, op drie verschillende continenten: Europa, Noord- of Zuid-Amerika en Azië. Door deel te nemen aan deze races kun je dubbel zoveel running stones verzamelen. Daarnaast kunnen 210 lopers zich via de Majors ook direct kwali ceren voor de
Finals door in de algemene top tien te eindigen of door in hun lee ijdscategorie te winnen.
UTMB World Series Events
Deze evenementen worden over de hele wereld georganiseerd, in 2024 zijn dit er ruim veertig. Ook tijdens deze Events verzamel je running stones en kunnen lopers zich direct kwali ceren voor de Finals. Dit doen ze door in de top drie te eindigen binnen de verschillende categorieën (50, 100 of 171 kilometer).
Trailcompetities
De UTMB is de grootste en bekendste aanbieder van trailraces, maar zeker niet de enige. De Golden Trail Series en de World Trail Majors bestaan eveneens uit een reeks wedstrijden wereldwijd en er zijn talloze lokale en kleinere races. Ook de International Trail Running Association organiseert een competitie en wijst daarvoor kwali catiewedstrijden aan.
Skyrunning
Skyrunning kan gezien worden als een wedstrijdvorm van trailrunning die tussen hardlopen en alpinisme in zit. De atleten lopen ook over onverharde paden, maar gaan regelmatig van het pad af, nog ruiger bergterrein in.
Aan skyrunwedstrijden wordt een aantal eisen gesteld. Eén daarvan is dat de gemiddelde stijging tenminste zes procent moet zijn. Een deel van de route moet dertig procent stijgen. Er mag zelfs simpel klimwerk met handen en voeten in zitten. Binnen skyrunning zijn er drie verschillende wedstrijddisciplines: de skyrace, de skyultra en de vertical.
Skyrace
De skyrace is de meest beoefende skyrunningdiscipline. De loopafstand ligt tussen de 20 en 49 kilometer, waarin de renners minimaal 1300 hoogtemeters overbruggen. Het parcours kan boven de 4000 meter hoogte uitkomen en tweedegraads rotspassages bevatten.
SkyUltra
De skyultra is de langste wedstijddiscipline van skyrunning. De loopafstand is minimaal 50 kilometer. Organisators van ultraraces doen hier graag nog een statusverhogend schepje bovenop. Afstanden van 80 kilometer en hoogteverschillen van meer dan 6000 meter zijn niet ongewoon. Het terrein is vergelijkbaar met dat van de skyrace.
Vertical
De vertical is de kortste en meest explosieve van de drie. Het doel is om zo snel mogelijk 1000 hoogtemeters te overbruggen. Hoe korter en steiler het parcours, des te sneller de sprinters en des te meer aanzien de wedstrijd hee . De vertical is maximaal 5 kilometer lang.
International Skyrunning Federation
De NKBV organiseert het Nederlands kampioenschap skyrunning en is aangesloten bij de International Skyrunning Federation. Het NK Skyrunning (zie p. 42), in juni 2024 gehouden tijdens de Kaiserkrone Trail in het Oostenrijkse Sche au, is daarmee de kwali catiewedstrijd voor het wereldkampioenschap.
De nummers één en twee op het NK bij de skyrace en de ultra (vrouwen en mannen) hebben zich geplaatst voor het WK. Het WK 2024 vond plaats van 6 tot 8 september in Soria in Spanje. Benieuwd of er Nederlanders op het podium stonden? Check de uitslagen op skyrunning.com/2024-skyrunning-worldchampionships.
De Translagorai op twee snelheden
Recordtijd of details zien
In het Italiaanse Trentino ligt de ruige Lagoraiketen, met langs de hoofdkam een uitdagende wandelroute: de 75 kilometer lange Translagorai. Ik loop hem twee keer. Eerst ga ik voor een ‘recordtijd’: zo snel mogelijk en aan één stuk door. Een paar maanden later ben ik terug om de route ook nog eens ‘langzaam’ af te leggen, in vijf dagen. Hoe verschilt die ervaring? Wat valt op als je rustig wandelt? En hoe is het om in één dag het hele massief aan je voorbij te zien trekken?
Waar blijft dat bivak nou? Het was toch veel dichterbij?
Ik probeer me te herinneren waar ik het felrode hutje vorige keer heb zien liggen. Ondertussen zoek ik een route door de mistige bergflank en het ruige terrein. Achter me loopt Tessel. Ze volgt voorzichtig in mijn in de sneeuw getrapte treetjes. Het is haar eerste keer op sneeuw. We zijn al ruim vijf uur onderweg en we vorderen in deze omstandigheden nauwelijks. Met tussenpozen regent het. Ik heb het koud en draag wanten. Het is juli. Hoe anders is dit dan toen ik hier vorig jaar in oktober met Anouk was... In een flits renden we voorbij aan Bivacco Aldo Moro. Niet belangrijk, het doel lag toen 65 kilometer verder. Nu ben ik opgelucht dat juist hier een ‘extra’ bivakhut staat. Ons geplande doel van de dag gaan we niet halen. We zullen hier moeten overnachten.
Wilde route door de Lagorai
In juli 2024 ben ik voor de tweede keer in de Lagoraiketen om een oversteek van het hele massief te maken, dit keer in vijf dagen. Onder de lokale bevolking is de Translagorai een legendarische route, maar weinig toeristen zijn ermee bekend. En dat willen de mensen hier eigenlijk graag zo houden. De Lagorai is relatief onaangetast en wild. De paden zijn geen echte paden. Regelmatig moet je stukjes klauteren of balanceren over losse blokken porfier, een roodachtig stollingsgesteente dat lijkt op
graniet. Hoog in de bergen kom je militaire wegen uit de tijd van de Eerste Wereldoorlog tegen. Ze vormen een welkome afwisseling in het verder onherbergzame terrein. Op de route van 75 kilometer met ruim 5000 hoogtemeters liggen niet genoeg (bivak-) hutten. Je moet dus met tent of bivakuitrusting op pad.
Fastest known times najagen
Tenminste… dat geldt als je de route wil wandelen. Een paar jaar geleden begonnen mijn klimmaatje Anouk en ik steeds fanatieker te trailrunnen. Onze alpiene dromen veranderden langzaam maar zeker in loopdromen, hoewel we beide passies graag in elkaar laten overlopen. Met die wens viel ons oog op de mythische Translagorai.
Het ‘spelletje’ waarvan wij recent in de ban raakten gaat over het najagen van een Fastest Known Time (FKT). Het is een tak van sport die sterk in populariteit is toegenomen sinds corona in 2020 een streep zette door veel georganiseerde trailwedstrijden. Lopers gingen op zoek naar eigen uitdagingen, vrij van besmettingsgevaar, maar wel met een manier om je te kunnen meten aan anderen. Op de website fastestknowntime.com vinden ze wandel- en klimroutes waar ze, voorzien van bewijsstukken, kunnen noteren binnen welke tijd ze de routes hebben afgelegd. Als je de snelste bent, mag je de ‘FKT’ claimen.
#WomenWhoFKT
In de praktijk hebben veel routes alleen mannelijke records, terwijl de website ruimte biedt voor mannen- én vrouwenrecords en zelfs voor mixed-gender teams. Daarom ontstond er in de afgelopen jaren onder de hashtag #womenwhofkt een beweging om meer vrouwen mee te laten doen. Daardoor geïnspireerd liepen Anouk en ik in januari 2023 onze eerste: een ruim 40 kilometer lange, technische kusttraverse in het Franse Parc National des Calanques. Er stond nog geen vrouwentijd voor. In ruim zeven uur schreven we de FKT op onze naam. Nu kunnen andere vrouwen onze tijd proberen te verbeteren.
Voor de Translagorai is dat anders. Een Italiaanse loper heeft met 20 uur en 9 minuten het record bij de vrouwen. Haar FKT staat geregistreerd in de categorie ‘self-supported’. Dat betekent dat je geen hulp mag ontvangen van vrienden onderweg (categorie ‘supported’), maar dat je wel gebruik mag maken van openbare voorzieningen en van een eigen vooraf neergelegde voedselvoorraad. In de categorie ‘unsupported’, waarbij je helemaal geen hulp van buitenaf ontvangt en al je eten de hele route meedraagt, staat nog geen tijd bij de vrouwen.
Korte voorbereiding
Anouk en ik starten onze tocht in de tweede helft van oktober 2023. Het normaal zo bevolkte Val di Fiemme is uitgestorven.
We hebben nauwelijks tijd om uit te zoeken hoe de onderneming logistiek in zijn werk gaat
Tot vorige week was het hier nog mooi nazomerweer, maar nu is de herfst definitief begonnen. De eerste sneeuw wordt verwacht. Ik zou graag anders willen beweren, maar goed voorbereid zijn we niet. Drukke werkweken voorafgaand aan onze vakantieweek verhinderden dat we de tijd namen om de route minutieus uit te pluizen. We kunnen de eerste vakantiedagen goed gebruiken voor een gedegen voorbereiding.
Maar de weersvoorspelling gooit roet in het eten. Al bij aankomst wordt ons duidelijk dat het weer in de tweede helft van de week zo slecht is, dat we bijna meteen, op maandagnacht al, moeten vertrekken. We hebben nauwelijks tijd om uit te zoeken hoe de onderneming logistiek in zijn werk gaat. Op maandagochtend besluiten we nog net op tijd dat het misschien verstandig is om op het eindpunt, boven in het verlaten skigebied Panarotta 2002, bivakspullen neer te leggen. We rekenen uit dat we waarschijnlijk midden in de ijskoude nacht aankomen en zonder auto hebben we geen andere optie dan daar te overnachten. Het blijkt, achteraf, een levensbelangrijk besluit.
Veel verder gaat de voorbereiding niet. Hoopvol zoeken we nog even naar mogelijkheden om onderweg een kop thee of een bord soep te kunnen nuttigen, maar we komen er al snel achter dat alle hutten dicht zijn. Het is niet anders, onze poging zal unsupported zijn. We tekenen de route uit, pakken de rugzakjes in met veel water, gelletjes, repen en broodjes, en gaan naar bed. Wetend dat de wekker om drie uur ’s nachts alweer rinkelt, doe ik geen oog dicht.
Wittebroodsweken
Om kwart voor vijf staan we op de ijskoude Passo Rolle, het startpunt van de Translagorai. Het is een heldere nacht en
duizenden sterren fonkelen boven de bergen. Hier blijkt meteen hoe matig voorbereid we zijn. Thuis hadden we besloten in korte broek te starten. Maar nu trekken we ons meteen terug in de auto om meer kleren aan te trekken. Ik begin me toch een beetje zorgen te maken: waar beginnen we eigenlijk aan?
De eerste kilometers gaan over een glooiend pad waarover we kunnen rennen. Welkome beweging die ons opwarmt. Al heel snel verdwijnen alle twijfels naar de achtergrond. Ze maken plaats voor euforie, dankbaarheid, de behoefte om na elke bocht tegen elkaar te zeggen hoe blij we zijn. De honeymoon weeks, noemt mijn hardloopcoach Erik dat. In die eerste uren is het niet moeilijk om je goed te voelen. Het echte huwelijk begint later pas.
De eerste klim van de route stijgt ruim 800 hoogtemeters en oogt op het hoogteprofiel als een loodrechte muur. Wij voelen ons nog goed en bevestigen aan elkaar dat het meevalt. Wel wordt het terrein steeds technischer. Rap gaat het pad over in een rotsachtig terrein waarin we af en toe korte stukjes moeten klauteren. Ondertussen komt de zon op en verschijnt het Lagoraimassief als een afgetekende lijn aan de horizon.
Sporen van oorlog
We bewegen zo snel als het terrein toestaat. Regelmatig moeten we onze handen gebruiken, van steen naar steen springen of een kabel vasthouden. Dat het technisch zou zijn hadden we gelezen in verslagen, maar desondanks onderschat. Als ervaren klimmers verwachtten we een moeilijk wandelpad, maar daar is nauwelijks meer sprake van. Gemarkeerd is het wel. Dat maakt dat we, in tegenstelling tot bij een alpiene beklimming, zonder te twijfelen vaart kunnen maken.
In een bizar contrast met de leegte en stilte van de natuur hier, staan de ontelbare loopgraven en de door het Oostenrijks-Hongaarse leger uitgehakte grotten uit de Eerste Wereldoorlog. Het zijn stille getuigen van een onbegrijpelijk conflict dat hier ooit werd uitgevochten. Wie goed kijkt ziet nog kogels liggen. Verroeste helmen, medailles en andere persoonlijke bezittingen van de soldaten liggen nog voor het oprapen. We lopen door, maar staan in gedachten wel stil bij wat zich hier ruim honderd jaar geleden heeft afgespeeld. En terwijl wij hier nu in vrijheid lopen, zwelt het conflict in Gaza en Israël aan. Die nacht sterven ruim vijfhonderd mensen na explosies in een ziekenhuis in Gaza-stad.
Details
Negen maanden later, als ik hier niet met Anouk maar met Tessel loop, ziet het landschap er heel anders uit. Er ligt nog veel sneeuw en de lucht is grauw en onheilspellend. De afgelopen maanden hebben de mooie herinneringen aan de Translagorai alle herinneringen aan het behoorlijk technische terrein en het afzien overschreven. Tessel en ik vertrekken met volle bepakking: tent, matjes, slaapzakken, kookspullen, eten voor vijf dagen. Het doel van onze tocht is langzaam te wandelen, te genieten van elk uitzicht en de tijd te nemen om stil te staan en naar de details te kijken. Om meer te leren over alle Alpenflora nemen we een boekje over eetbare planten en bloemen mee.
Het is alsof de Lagorai ons op de proef wil stellen. Jullie willen langzaam lopen? Hier heb je regen en een dikke laag sneeuw. We vorderen héél langzaam en al snel wordt duidelijk dat ons vijfdaagse plan niet haalbaar is. De eerste nacht brengen we noodgedwongen door in Bivacco Aldo Moro in plaats van het dubbel zo verre Bivacco Paolo e Nicola. Maar naast het op de proef stellen, geeft de Lagorai soms ook cadeautjes. Zo worden we die eerste avond, wanneer de mist even optrekt, getrakteerd op de allermooiste zonsondergang ooit.
Jullie willen langzaam lopen?
Hier heb je regen en een dikke laag sneeuw
Als het de volgende ochtend weer plenst van de regen, besluiten Tessel en ik de veilige weg te kiezen en vanaf het bivak af te dalen naar het dal, om van daaruit in de Lagorai te wandelen zonder de tijdsdruk en logistieke uitdaging van de volledige oversteek. Dan pas ontstaat er echt ruimte voor waar we voor kwamen: op een rustig tempo van de bergen genieten en inzoomen op de details. Ik zie dingen die me normaalgesproken niet opvallen. Hoe snel er weer gras groeit nadat de sneeuw is weggesmolten. Verschillende slangensoorten. Parelmoerblauwe kevertjes. Eetbare en giftige paddenstoelen. Honderden verschillende bloemen. (Hoeveel tinten paars bestaan er eigenlijk?) We nemen de tijd om bij de verlaten loopgraven en grotten rond te scharrelen en vinden kogelhulzen (met ingegraveerd jaartal ‘1916’), roestende blikjes gelatina die er al meer dan honderd jaar liggen, dikke spijkers en stukken prikkeldraad.
AMSTERDAM 28-10-2024
MEERVAART THEATER | 20:00 UUR
DEN HAAG 27-10-2024
THEATER DILIGENTIA | 16:00 EN 20:00 UUR
EINDHOVEN 31-10-2024
EVOLUON – PHILIPS HALL | 20:00 UUR
ENSCHEDE 04-11-2024
KINEPOLIS | 19:00 UUR
GRONINGEN 05/09-11-2024
KINEPOLIS | 19:00 UUR
HAARLEM 29-10-/07-11-2024
KINEPOLIS | 19:00 UUR
NIJMEGEN 02-11-2024
DE LINDENBERG| 16:00 EN 20:00 UUR
ROTTERDAM 06-11-2024
THEATER ZUIDPLEIN | 19:30 UUR
10% KORTING
Online ticket korting voor NBKV leden Code: NKBV4EOFT24
’S-HERTOGENBOSCH 30-10-2024 | 03-11-2024
KINEPOLIS | 19:30 UUR
ROTTERDAM 11-11-2024
LantarenVenster | 20:00 UUR
UTRECHT 10-11-2024
KINEPOLIS | 15:30 EN 20:00 UUR
ZWOLLE 01-11-2024
THEATER BUITENSOOS | 20:00 UUR
Gepresenteerd door:
UTRECHT 23/26-10-2024 | 08-11-2024
KINEPOLIS | 19:00 UUR
BEVER | bever.nl/eoft
...door MFS® Vakuum® technologie.
De nieuwe definitie van pasvorm. Door de temperatuur van het lichaam vormt het het MFS® Vakuum® schuim zich optimaal naar de vorm van de voet. Om een perfecte pasvorm te bereiken is het speciale PU-schuim tot in het tenengebied van de schoenen verwerkt. De Meindl Multigrip® rubber profielzool met PU tussenzool zorgt voor maximale demping en een perfecte grip. ®
De Lagorai leent zich ook fantastisch voor dit soort avonturen. We slapen in de geweldig gastvrije Rifugio Cauriol, waar huttenwaard Tomasso ons verwelkomt, en kamperen een nacht aan het spectaculaire en totaal verlaten Laghetto Lagorai, hoog in de bergen, waar de Translagorai ook langskomt. Onze nieuwe planning schept tijd om de hele middag ouderwets niets te doen. Zittend aan het meer neem ik de hele bergketen in me op en probeer ik de route te ontwaren tussen alle rotsblokken. Tessel tekent de bergkam na in haar schetsboek.
Bekroning op het avontuur
Mijn ervaring met Anouk is in dat opzicht wel anders. Zoals dat gaat met hele lange ondernemingen, wordt onze FKT-poging een langzame uitputtingsslag waarin het euforische gevoel steeds iets doffer wordt. We lopen en lopen en wanneer de avond weer valt, op ongeveer tweederde van de route, trekken we ons terug in het bubbeltje van onze hoofdlamp en zien we niets meer behalve het pad direct voor ons. We bereiken het officiële eindpunt na middernacht, in de vrieskou. Unsupported FKT: 21 uur, 12 minuten en 7 seconden. We hebben veel moois gezien onderweg – dat kan ook niet anders als je een heel massief in één keer oversteekt – maar de herinneringen lopen in elkaar over.
Het euforische gevoel komt later overigens wel weer terug. Onze FKT-poging had alle ingrediënten voor een goed avontuur: de onzekerheid over de route en het weer, de koude nachten, het technische terrein, de vanwege het seizoen totaal verlaten bergen, meer berggeiten dan mensen. En ook dat we het samen hebben gedaan: zo’n uitdaging aangaan en volbrengen.
De Translagorai
Reis
Om per trein en bus van Utrecht naar de Passo Rolle te reizen ben je negentien uur onderweg. De autorit duurt grofweg dertien uur. De terugweg vanaf het eindpunt Panarotta 2002 komt op hetzelfde neer. Voor de start verbleef ik in oktober in Tesero en in juli in Predazzo, beide in Val di Fiemme.
De start van de wandeltocht Route
Het weerzien van de Lagorai, ditmaal met Tessel, is daarmee in een bepaald opzicht ook een bekroning op dat avontuur met Anouk. Oja, hier zaten we toen uit te rusten. En oja, zo moeilijk was het inderdaad. Het is alsof ik terugga om nog eens goed stil te staan bij wat we toen in oktober gedaan hebben. En door in te zoomen groeit mijn liefde voor dit ruige bergmassief alleen maar meer. Snel of langzaam, het is beide interessant, maar de combinatie levert in elk geval een spectaculaire herinnering op.
Epiloog
In de week dat ik met Tessel door de Lagorai struin, organiseert de hardloopclub van de nabijgelegen stad Trento een gezamenlijke oversteek van de Translagorai in 24 uur. Een loopevenement onder vrienden, expliciet geen wedstrijd, maar wel met tijdsdruk om er een uitdaging van te maken. Ik mag meedoen. Met 25 lopers starten we zaterdagavond om zeven uur, en 18 uur en 37 minuten later word ik door de enthousiaste loopgroep onder luid koebelgeklingel onthaald op Panarotta 2002. Een nieuwe supported FKT. Een prachtervaring om te delen met lokale berg- en loopliefhebbers (of -gekken). Of ik volgend jaar weer terugkom, vragen ze…
De Translagorai is 75 kilometer lang en kent 5000 positieve hoogtemeters. De route kan beide kanten op worden afgelegd en is gemarkeerd. Een kaart met ingetekende route is te vinden op tinyurl.com/translagorai. Wandelaars leggen hem in vijf of zes dagen af, trailrunners een stuk sneller. Bekijk de huidige records op fastestknowntime.com/ route/translagorai-italy. Op de website van Run Trento vind je meer over de route: translagoraiclassic.com.
De psychologie van de langeafstand
Wat drijft de ultraloper?
Ultralopers trotseren dagen en nachten achtereen sneeuw, wind, regen, mist, extreme temperaturen en hoogtes. Tochten van 70, 150, 450 of nog meer kilometer, waarbij mateloze vermoeidheid, hallucinaties, slaaptekort, maag- en darmklachten, weigerende spieren, pijnlijke ledematen en donkere gedachten onvermijdelijk zijn. Wat stelt deze mensen in staat om zulke extremen te bereiken en er genoeg plezier aan te beleven om het te blijven doen? Waarom gaan zij door waar anderen stoppen? Welke eigenschappen zijn hiervoor nodig en zijn deze aangeboren of aangeleerd? En als ze zijn aangeleerd, hoe kun je ze trainen?
Mijn zoektocht naar een antwoord op deze vragen startte met een poll via mijn Instagramaccount. Ruim veertig mensen reageerden, waaronder een groot aantal ultralopers. De eerste vraag was: ‘Is de mentaliteit van een ultraloper aangeboren (nature) of aangeleerd (nurture)?’ 20% was van mening dat het ‘nature’ is: je wordt als ultraloper geboren of niet. 17% vindt het puur ‘nurture’: iedereen kan het leren. Maar liefst 63% denkt echter dat het een combinatie van de twee is. Je wordt geboren met een talent, maar moet dat vervolgens verder ontwikkelen. Daarna vroeg ik hen naar de belangrijkste karaktereigenschap van een ultraloper. ‘Aanpassingsvermogen’ werd door 35% genoemd, ‘volharding/vastberadenheid’ door 32%, ‘passie voor de sport en motivatie’ door 19% en ‘honger naar nieuwe ervaringen’ door 13%.
Wat zegt de wetenschap?
Met de snelgroeiende populariteit van ultrasporten neemt ook de wetenschappelijke belangstelling hiervoor in hoog tempo toe. Aan het onderzoek Influence of Psychological Factors on the Success of the Ultra-Trail Runner uit 2021 namen 356 ultralopers deel. Vergeleken met andere sportdisciplines scoorden deze ultralopers zeer hoog op drie psychologische variabelen: mentale weerbaarheid, veerkracht en passie.
Mentale weerbaarheid is het vermogen om doelen te bereiken onder druk of bij tegenslag en positief te blijven in moeilijke situaties. Veerkracht betekent dat je goed kunt omgaan met stress en dat je je snel kunt aanpassen. Flexibel kunnen zijn, zelfs als de omstandigheden moeilijk zijn. Bij passie gaat het om een intrinsieke motivatie. Het bereiken van persoonlijke doelen motiveert de atleet. Ultralopers proberen in eerste instantie zichzelf te laten zien dat ze het kunnen. Dit verschilt aanzienlijk met andere duursporters, zoals marathonlopers, bij wie motivatie vaker wordt gedreven door gezondheid, podiumplekken en eigenwaarde.
Het onderzoek concludeert dat mentale weerbaarheid, veerkracht en passie niet alleen belangrijk, maar zelfs noodzakelijk zijn voor succes in deze sport. Andersom geredeneerd: het zijn vaak psychologische factoren die de doorslag geven in het besluit om uit een race te stappen en de gevreesde Did Not Finish (DNF) te incasseren.
Wat ultralopers verder typeert is hun houding ten opzichte van risico’s en nieuwe ervaringen. Ze laten zich niet snel afschrikken, sterker nog, ze zoeken het avontuur maar al te graag op. Ultraatleten hebben meer de drang om hun mentale en fysieke grenzen te verkennen dan atleten in andere sporten. Ze zoeken graag, of eigenlijk bij voorkeur, uitdagingen buiten hun comfortzone: een volgend afstandsdoel of nog uitdagender terrein. Ultralopers zien in het oprekken van die grenzen de ultieme aantrekkingskracht.
Wat zeggen ervaringsdeskundigen?
Tot zover het wetenschappelijk onderzoek. Wat zeggen ervaringsdeskundigen? Marc Weening is oprichter van Mud Sweat Trails, een bekend platform in de Nederlandse trailrunwereld, en daarnaast een zeer ervaren ultraloper. Zo nam hij een aantal keer deel aan de Petite Trotte à Léon, een teamrace van 300 kilometer en 25.000 hoogtemeters in het Mont Blancmassief. Marc: ‘Om ultra’s te lopen moet er iets in je zitten wat in het oncomfortabele een aantrekkingskracht ziet. Daarna is het een kwestie van veel trainen. Je moet zelf weten wat je nodig hebt om verder te komen. Als je dagen aaneen loopt, gaan er gekke dingen gebeuren. Door het slaaptekort ga je hallucineren, je praat tegen mensen die later toch bomen blijken te zijn, en een rotspaadje kan er opeens uitzien als een comfortabel bed. Ik kan makkelijk relativeren, merk ik. Ik doe dit vrijwillig, het is een hobby op een mooie plek. Mijn lijf is fit genoeg om het aan te kunnen. Ik heb ook wel meegemaakt dat dat niet zo was, dus alles wat ik nu kan doen, zie ik als pure bonus. Dat geeft een enorme motivatie. Als een situatie echt slecht wordt, begin ik te glimlachen. Dat is het moment waarop we getest worden, denk ik dan. Zaken geven een enorme voldoening als je er echt moeite voor hebt moeten doen. Ik vind dat meer mensen zo’n uitdaging zouden mogen opzoeken. Maar wat die uitdaging precies is, is voor elk mens verschillend. Voor de een is dat dagen door de bergen lopen, voor de ander is dat een 5 kilometer voltooien. Het leven wordt echter en voller als je jezelf uit je comfortzone trekt. Waarom makkelijk doen als het ook moeilijk kan?’
Noor van der Veen begon pas een paar jaar geleden met hardlopen, maar in die korte tijd ging ze van 5 kilometer loopjes rond haar huis naar deelname aan epische races zoals de Ultra Trail du Mont Blanc (172 kilometer) en de Legends Trail (250 kilometer). Ze wordt gezien als een van de rijzende sterren in de Nederlandse ultrawereld. Noor: ‘Die honger naar nieuwe dingen zit er bij mij zeker wel in. Mijn eerste ultra voelde echter meteen heel vertrouwd, omdat ik al veel ervaring in de bergen had. In het alpinisme trok het duursportaspect me altijd al het meest. Ik ben het liefst zo lang mogelijk in de bergen. Dagen van 24 uur of langer lagen me ook altijd al goed. Terwijl de rest last kreeg van vermoeidheid en het slaaptekort, werd ik pas wakker. Juist wanneer iets langer duurt, neemt mijn focus toe en kom ik in een flow.’
Is dat dan nature of nurture? Noor: ‘Ik heb meer aanleg voor het langere werk dan voor korte afstanden. Het zat misschien altijd al in me, maar ik ontdekte dat per ongeluk. En als je merkt dat je er goed in bent en het leuk vindt, dan ga je het meer aandacht geven, waardoor het weer meer groeit. Ik merk ook dat ik relatief goed ben in volharden, maar het voelt voor mij niet als volharden. Dat ligt ook aan je referentiekader, denk ik. Bij alpiene beklimmingen is er altijd een groot veiligheidsaspect: je moet ook zorgen dat je veilig terugkomt. Bij ultra’s is het zelden onveilig, er is een uitgezette route, er zijn voedingsposten en EHBO’ers. Als het niet onveilig is, kun je dus gewoon door blijven gaan. Ik heb een sterke gedrevenheid om het beste uit mezelf te willen halen. Waar anderen misschien vooral willen genieten, wil ik daarnaast ook het liefste voor het hoogst haalbare gaan. Dat heb ik in sport, werk en studie.’
Sinds twee jaar traint Noor onder begeleiding van ultracoach Erik Michels. Erik: ‘Nature en nurture zijn beide belangrijk. Wat het precieze aandeel van beide is, is moeilijk te bepalen en van persoon tot persoon verschillend. Wat de mensen die ik begeleid in ieder geval met elkaar gemeen hebben is een drive om op zoek te gaan naar “intimiderende doelen”. En wat die zijn, is puur
persoonlijk. De meesten hebben een soort honger naar het verleggen van hun grenzen, iets waarvan ze niet weten of het ze zal lukken. Die karaktereigenschap is nodig om een ultra te kunnen lopen. Veel atleten hebben een enorm potentieel in aanleg en talent, maar saboteren zichzelf tijdens races, doordat ze zichzelf een hoge druk opleggen. Of ze zijn niet in staat van plan te wisselen wanneer iets tegenzit. Bij ultra’s loop je niet zozeer tegen je conditionele en fysieke grenzen op, zoals bij veel kortere loopafstanden. Bij ultra’s is de mentale limiet vaak de grens van je kunnen. En die kun je verleggen, net zo goed als je fysieke grens.’
Soms komt de druk niet zozeer uit de atleet, maar van buiten. Noor ondervond dit tijdens de Legends Trail afgelopen februari. Dit is een tocht van ruim 250 kilometer en 10.000 hoogtemeters in de Belgische Ardennen, waarbij de organisatie het de lopers niet makkelijk maakt. Marc: ‘De Legends Trail organiseren ze bewust in februari of maart, als de hele Ardennen een modderpoel zijn, de dagen kort en de nachten lang zijn en er nog geen blad aan de boom zit. Alles om het mentaal zo zwaar en uitzichtloos mogelijk te maken.’
Noor: ‘Ik liep, vooral ook tot mijn eigen verrassing, lang redelijk gelijk op met de gedoodverfde winnaar Claire Bannwarth. Ik wist van tevoren dat de Legends Trail zwaar zou worden. Wat ik echter tijdens de race zelf ontdekte is dat die ervaring van drie hele dagen en tweeënhalve nacht in de natuur een van de mooiste ervaringen van mijn leven zou worden. Maar in verschillende whatsappgroepen ging het er alleen nog maar over hoe dicht Claire en ik op elkaar zaten. Het waren goedbedoelde aanmoedigingen: “Noor, haal haar in! Je kunt haar hebben!” Maar in plaats van dat ze me sterkten, voelde ik een steeds grotere prestatiedruk. Een druk die ik mezelf niet had willen opleggen. Samen met Erik had ik procesdoelen voor deze race opgesteld en afgesproken niet op de prestatie te focussen. Die whatsappberichten trokken me daaruit. Toen ik Marc Weening tegenkwam in Trois Ponts, op 65 kilometer van de finish, heb ik daar expres
‘Bij ultra’s is de mentale limiet vaak de grens van je kunnen’
even de tijd genomen. Ik wilde van die allesoverweldigende druk af. Uiteindelijk vertrok ik twintig minuten later dan Claire uit Trois Ponts. Ik wilde mijn eigen race lopen en niet tegen mijn wil de strijd moeten aangaan met Claire. En zo won Claire de race, terecht, en had ik genoeg om over na te denken voor mijn volgende races. Als ik nu terugkijk, ben ik trots op mijn prestatie, maar vind ik het toch ook jammer dat ik de strijd niet aangegaan ben. Waarom eigenlijk niet? Wat hield me tegen? Ik vind dit een interessant proces, waar ik meer over wil leren.’
Toen Noor bij Erik startte, had ze niet het idee mentale coaching nodig te hebben. Haar reden om een coach in de arm te nemen waren fysieke blessures. Noor: ‘Ik had voor mijn gevoel mijn hoofd voldoende op orde om een race te kunnen finishen. Maar wanneer de focus verschuift naar presteren, naar een goede eindtijd halen en misschien zelfs een podiumplek, gaan andere zaken meespelen. En dat is een complex spel, want aan de ene kant heb ik best wel zelfvertrouwen, maar tegelijkertijd heb ik last van het gevoel: “Als ik het kan, kunnen anderen het ook.”’
Erik: ‘Als coach wil ik, naast het maken van een specifiek trainingsschema, mensen ook een ander perspectief bieden. Doorgaans kunnen lopers zelf inschatten wat ze nodig hebben, door de juiste vragen te stellen help ik ze dat te achterhalen. Met welke mantra ga je een wedstrijd in? Waarom ben je daar? Wat is je plan en hoe ga je het uitvoeren? Dat is een belangrijk onderdeel van de voorbereiding op een wedstrijd. “We zien onderweg wel wat er gebeurt” is meestal geen goede strategie voor een ultra. Elke loper heeft andere doelen, elk mens heeft een eigen karakter en neemt een andere ervaring mee. Dus voor elke atleet is de aanpak anders.’
NAT?
Vuil en ingetrokken water laat transpiratie niet ontsnappen waardoor het in jouw schoenen blijft.
Nikwax Footwear Cleaning Gel
DROOG!
Schone, waterafstotende schoenen ademen en laten transpiratie ontsnappen. Hierdoor bjijven jouw voeten droog.
Reinigt veilig en effectief, ook diep ingetrokken vuil.
2
Nikwax impregnatie
1 DROGE VOETEN ZONDER DE AARDE TE LATEN BETALEN
Voegt een sterk presterent waterafstotend vermogen toe aan jouw schoenen en laarzen.
ONDERHOUD JOUW SCHOENEN MET NIKWAX, VERKRIJGBAAR IN DE NKBV WEBSHOP
Trainen van de ultramindset
Als een ultramindset aan te leren is, hoe doe je dat dan? ‘Expect the unexpected’ is een veelgehoorde leus. Erik: ‘Train zo veel mogelijk dingen die je ook tijdens de race parten kunnen spelen. Train in slecht weer, train om nachten over te slaan, train met voeding- en vochtinname. Weet hoe je reageert bij een slaaptekort. Wees overal op voorbereid, zorg dat je alles al een keer gedaan hebt. Het goed kunnen omgaan met onverwachte omstandigheden kan het verschil zijn tussen wel en niet de finish halen.’
Marc vult aan: ‘Je kunt mentaal trainen door jezelf uit te dagen. Maak het jezelf niet te gemakkelijk. Train je weerbaarheid. Bouw zo succeservaringen op en zorg dat je minder onder de indruk bent van onverwachtse zaken tijdens een race.’
Tijdens ultra’s komen ook alle emoties voorbij. Dalen en pieken wisselen elkaar af. Noor gebruikt hiervoor de metafoor van surfen op een golf. Noor: ‘Af en toe zit ik boven op zo’n golf, dan zit ik in de flow en gaat alles vanzelf. Ik weet dat daar ook weer een eind aan komt, maar ik probeer die positieve golf zo ver mogelijk uit te surfen. Tot het niet meer gaat en ik even kopje onder ga. Maar ik weet dan: straks komt er weer een nieuwe golf. Dat is een kwestie van geduld.’ Als het even tegenzit, is het belangrijk om de situatie helder te beoordelen, zegt Erik. Wat is er aan de hand? Kan ik er iets aan doen? En zo ja, wat? En dat dan ook gaan uitvoeren. Vooral dat laatste blijkt voor veel atleten lastig als ze al lang onderweg zijn, slaaptekort hebben of het gevoel hebben geen tijd te mogen
verliezen. Erik: ‘Soms levert de tijd nemen om een goede beslissing te maken en deze ook effectief uit te voeren de grootste tijdswinst op. Aan sommige dingen kun je niets doen: het weer, het parcours, de nacht. Als dat zo is, moet je in staat zijn om het los te laten en de knop om te draaien.’
Wie zijn ultramindset traint heeft daar ook iets aan in het dagelijkse leven. Marc: ‘Ultralopen heeft me veranderd, het heeft me weerbaarder gemaakt in dagelijkse situaties. Ik kan beter omgaan met tegenslagen. Als het even tegenzit, beïnvloedt dat mijn stemming niet. Ik stel mezelf de vraag: wat kan wel?’
Noot van de redactie: na dit interview won Noor op 29 juni de skyultra op het NK Skyrunning.
Laat je hersenen groeien
Er is wetenschappelijk onderzoek dat suggereert dat een bepaald hersengebied, de anterieure mid-cingulate cortex, een cruciale rol speelt in de mate van vasthoudendheid: het kunnen volharden in uitdagingen. Dit hersengebied controleert de wilskracht en versterkt zelfcontrole en doorzettingsvermogen. Bij sommige mensen is dit deel van de hersenen meer ontwikkeld dan bij andere. Dit verschil in volharding heeft invloed op onder meer gezondheid, schoolprestaties en carrière. Wat het onderzoek verder oppert, is dat dit deel van de hersenen getraind kan worden. Activiteiten zoals sporten, nieuwe dingen proberen en obstakels overwinnen activeren de anterieure mid-cingulate cortex, wat zou helpen om vastberadener te worden. Je wilskracht voorzie je verder van brandstof door slaap, voeding en beweging.
Hamperokken
Skyrace, Tromsø
Skyrunning boven de poolcirkel
In het hoge noorden van Noorwegen, vlak bij Tromsø, ligt de Hamperokken (1404 meter). Dit spitse bergtopje is de naamgever van de Hamperokken Skyrace, het geesteskind van topatleten Kilian Jornet en Emelie Forsberg. Al jaren staat deze zeer technische wedstrijd, met als motto Pure skyrunning above the Arctic Circle, op mijn verlanglijstje, maar nooit durfde ik het aan om me in te schrijven. Het bericht dat de race voor het laatst georganiseerd wordt trekt mij over de streep en ik meld me aan. Op 5 augustus 2023 sta ik aan de start.
De 57 kilometer lange route voert door ruig, ‘hoogalpien’ terrein en stijgt in totaal 4800 meter. Door de noordelijke ligging zijn de klimatologische omstandigheden in de bergen hier vergelijkbaar met die in de Alpen op zo’n 1000 tot 2000 meter hoger. Zo waan je je hier boven de 1000 meter in het hooggebergte en lijkt een berg van 1400 meter wel een Alpenreus.
Een strijd tegen de cut-off tijden Races als deze zijn voor mij vaak een strijd tegen de cut-off tijden. Dat zijn tijden die je moet halen op vastgestelde punten om je weg te mogen vervolgen. Als je een cut-off niet haalt, word je uit de wedstrijd genomen. Vervelend, maar ook begrijpelijk uit het oogpunt van veiligheid. Het sympathieke aan de Hamperokken Skyrace is wel dat je de kortere Tromsdalstind Skyrace (32
kilometer) mag uitlopen als je de eerste cut-off niet op tijd bereikt. Altijd nog beter dan een DNF (Did Not Finish) en met de bus terug naar de start, maar niet waarvoor ik naar Tromsø afreis natuurlijk.
Dagenlang bestudeer ik thuis het routeverloop op de kaart en uitslagen van eerdere edities. Ik zoek naar tijden van mensen van ongeveer mijn niveau, om aan de hand daarvan een tijdschema voor mezelf te maken. Het schema, dat ik geprint bij me draag tijdens de race, geeft op ieder moment met een kleurtje aan of ik veilig zit (groen), in de gevarenzone (oranje) of te langzaam loop (rood) om de volgende van in totaal vier cut-offs op tijd te bereiken.
Vanaf de start in Tromsø leidt een eerste langgerekte klim naar de Tromsdalstinden (1238 meter). Op de top ligt de eerste cut-off
Verkenningstocht naar de Hamperokken, het topje links op de foto Blokkenterrein op de Tromsdalstinden
op drie uur vanaf de start. In deze eerste 17 kilometer moet je in totaal 1500 hoogtemeters overbruggen met een minimale gemiddelde snelheid van 5,7 kilometer per uur. Daarna daal je af tot je weer bijna op zeeniveau bent. In dit dal ligt Breivikeidet, de centrale verzorgingspost waar je op de heenweg binnen vijf uur voorbij moet zijn. Daar begint een lus, over de top van de Hamperokken en weer terug naar ditzelfde punt. Het derde checkpoint, Middagsaksla, op ongeveer 1100 meter hoogte, markeert het begin van de topgraat en kent een cut-off tijd van zes uur. Binnen acht uur moet je de centrale verzorgingspost in omgekeerde richting verlaten om weer via de Tromsdalstinden terug naar Tromsø te lopen. De verwachte eindtijd in Tromsø is maximaal dertien uur, maar dat is geen harde cut-off: als je het laatste checkpoint op tijd passeert, mag je sowieso finishen. In Breivikeidet kun je een dropbag laten bezorgen. De organisa-
Als je een cut-off niet haalt, word je uit de wedstrijd genomen
tie adviseert om er warme kleren in te stoppen voor het geval je een cut-off niet haalt en hier moet wachten op vervoer terug naar het startpunt. Echt bemoedigend zo’n advies.
Twee dagen voor de race
Mijn dochter is ook naar Tromsø gekomen. Twee dagen voor de race maken we samen een dagtocht naar de Hamperokken. Dit is het meest spectaculaire deel van het parcours. Ik vind het een prettig idee om dit alvast te zien, ook voor het geval ik hier tijdens de wedstrijd niet meer kom.
Het plateau met uitzicht op de Hamperokken aan de overkant
een gevoel van kameraadschap en verbondenheid tussen de lopers
Langs het pad omhoog vinden we bosbessen en worden we getrakteerd op een mooie regenboog boven het dal waar we vandaan komen. Aan de overkant van het dal zien we de ‘achterkant’ van de Tromsdalstinden, de eerste echte berg in de race. Hoewel de graat waarover we lopen nergens echt moeilijk is, kent hij wel smalle en geëxponeerde passages die geen ruimte laten voor misstappen. De laatste 50 meter naar de top bestaat uit tweede- à derdegraads klauterwerk. Tredzekerheid en ervaring in dit soort terrein zijn daarom onmisbaar om deze tocht veilig te kunnen maken. De beloning is er echter ook naar: de lucht is kristalhelder en vanaf de top hebben we een prachtig uitzicht over het omliggende bergen- en fjordenlandschap van de Lyngen Alpen.
Ik denk aan het advies over die warme kleren in de dropbag. Tijdens de race liggen de cut-off tijden voor dit rondje, waar we vandaag acht uur over hebben gedaan, welgeteld drie uur uit elkaar. Twijfel nestelt zich in mijn hoofd. Kan ik dit wel? Die warme kleren zijn misschien nog niet zo’n gek idee. ‘Niet piepen’, prent ik mezelf in. ‘Je bent zó goed in vorm, dit móet gewoon lukken!’ En zelfs als het niet lukt, heb ik in ieder geval deze laatste kans gegrepen om het te proberen. Dus eigenlijk heb ik niks te verliezen.
De volgende dag hebben we tijd om Tromsø te verkennen. Het overzichtelijke stadje heeft een moderne uitstraling en ligt midden in de natuur; elke straat heeft wel een doorkijkje naar de fjord of de omliggende bergen.
Voor diverse vormen van buitensport zit je hier goed. Door de noordelijke ligging, 350 kilometer boven de poolcirkel, is het hier in de winter wel een paar maanden donker. Voor de tegenhanger daarvan, de middernachtzon, zijn we net te laat. Echt donker wordt het hier echter nog steeds niet. Als ik om twaalf uur ’s nachts uit het raam van ons appartement kijk, is het nog licht en heb ik zelfs uitzicht op de eerste klim van de race.
’s Avonds bezoeken we de racebriefing, die met een gezonde dosis humor, maar ook met een serieuze ondertoon, gebracht wordt. Verzorgingsposten verstrekken alleen eten, water kun je gewoon uit de beekjes halen. Cut-off tijden worden strikt gehandhaafd. Omdat de wedstrijd door moeilijk toegankelijk terrein gaat, drukt de organisatie deelnemers op het hart om goed op elkaar te letten en elkaar te helpen in geval van nood. Het leidt tot een sterk gevoel van kameraadschap en verbondenheid tussen de lopers.
Vertrouwen
De starttijd op zaterdagochtend is relaxed: acht uur ’s morgens. Het wordt hier toch niet donker, dus het is niet nodig om heel vroeg te vertrekken om nog bij daglicht binnen te komen. Mijn dochter wenst me succes en maakt vandaag foto’s van de races. Ik zie haar pas vanavond bij de finish weer terug.
De eerste kilometers voeren door de straten van de stad, langs de haven, en dan loopt een lang lint van lopers over de fraaie brug naar de overkant van de fjord. Ik heb becijferd dat mijn snelheid op dit eerste stuk minimaal 10 kilometer per uur moet
zijn. Ik kijk af en toe op mijn horloge en zie tevreden dat ik meer dan 11 kilometer per uur loop, zonder dat het me veel moeite kost. Dat geeft vertrouwen.
Aan de andere kant van de brug loopt een steil pad door een berkenbos de bergen in voor een eerste klim, naar het bergstation van een kabelbaan dik 400 meter hoger, met uitzicht over de stad en de fjorden. Dat is het eerste ijkpunt in mijn tijdschema. De klim loopt lekker en ik ben er na veertig minuten al, sneller dan de snelste tijd in mijn schema. Ik stijg verder naar het topje Bønntuva (776 meter) en ook dit punt bereik ik ruim in het groene gebied in mijn schema. De twijfel in mijn hoofd begint plaats te maken voor het gevoel dat het mogelijk is. Het ziet ernaar uit dat ik in ieder geval de eerste cut-off op de Tromsdalstinden ga halen.
Het uitzicht wordt intussen steeds mooier, terwijl het terrein tot mijn verbazing best ‘renbaar’ blijft. Ik passeer wat riviertjes die ik nog met droge voeten kan oversteken, maar die wel goed zijn om de waterflesjes bij te vullen. Als ik bij de topgraat aankom gaat het terrein met mos, veen en makkelijke paden over in moeilijker begaanbare rotsblokken.
Het weer wordt hier ook wat onaangenamer: het trekt dicht en het wordt kouder, een graad of vijf, waar het beneden nog zeker vijftien graden was. Mijn tempo zakt behoorlijk in, maar na het snelle begin kan ik wel een stootje hebben. Toch nog sneller dan verwacht hoor en zie ik de vrijwilligers van de controlepost op de top. Met hun ‘Heia!’ moedigen ze de lopers aan op hun laatste meters naar de top. Na ruim tweeënhalf uur check ik in: bijna een half uur voor de cut-off. Yes!
Vertraging
De vrijwilligers wijzen vanaf de top het juiste pad naar beneden. Opgelucht dat ik de cut-off tijd zo ruim gehaald heb, begin ik aan de zeer steile en technische afdaling. Al snel haal ik mensen in die mij in de klim gepasseerd zijn maar die het hier wat moeilijker hebben. De route is verraderlijk: veel rotsen liggen los en bij grotere afstappen is het vaak lastig inschatten of je zolen opnieuw grip zullen krijgen op de schuin aflopende rotsplaten met modder en gruis. Je stort hier niet meteen te pletter als je valt, maar het is wel zo steil dat je een aardige schuiver kan maken als je je evenwicht verliest. Sommigen kiezen er daarom voor om erbij te gaan zitten om de meest spannende stappen af te dalen, maar daar pas ik voor. Dit is nog steeds wat berggidsen zo graag Gehgelände noemen, waarin dus tempo gemaakt dient te worden. Maar ik moet wel alle zeilen bijzetten om niet onderuit te gaan. Ik kan er wel van genieten en slaag erin zonder kleerscheuren een relatief vlak, moerassig plateau te bereiken. Op dit vlakke stuk kunnen de spieren even bijkomen en kan ik de Hamperokken, die aan de overkant van het dal boven ons uittorent, eens goed bekijken. Hoe lager ik kom, hoe machtiger en indrukwekkender hij eruitziet.
Veel tijd om te ontspannen is er niet, want de volgende afdaling naar de dalbodem eist alweer de aandacht op. Het is een steil en modderig pad waarop boompjes, varens en ander laag struikgewas nog enig houvast bieden om mijn snelheid onder controle te houden. Het gaat lang goed, maar onderin, waar het afvlakt en waar de problemen voorbij horen te zijn, gaat het toch mis: ik struikel over een boomwortel en verstap me, in een verwoede
op het Litleskarvatnet vanaf
40 JAAR, TIJD VOOR EEN JAAR VOL MOOIE ACTIES!
Nieuwsgierig? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief!
Tromsø met daarachter de Tromsdalstinden (midden) en de Hamperokken (links)
poging een val te voorkomen. Het is vlak na de plek waar een paar vrijwilligers zitten die checken of iedereen die de afdaling is ingegaan er ook weer ongeschonden uitkomt. Waarschijnlijk was ik een moment afgeleid. Het bewijst hoe belangrijk het is om je te blijven concentreren, in dit terrein moet iedere stap raak zijn. Een kramp-achtige pijnscheut schiet in mijn kuit en ik vrees even dat het avontuur hier eindigt. Ik baal ervan. Omdat ik niet kan opstaan van de pijn, en misschien ook wel omdat ik het pad blokkeer, komt een van de vrijwilligers kijken hoe het met me gaat. Ze komt met wat koekjes aan die ik dankbaar aanneem. Langzamerhand trekt de pijn weg en kan ik weer voorzichtig opstaan en doorlopen.
Ik passeer wat riviertjes waarin het water tot boven mijn knieën komt, dus droge voeten houden is er hier echt niet meer bij. Het is wel lekker fris voor mijn geplaagde kuit. Bij de volgende verzorgingspost constateer ik tevreden dat het halve uur dat ik op de eerste cut-off over had hier is opgelopen tot meer dan een uur. En dat ondanks de vertraging die mijn valpartij heeft opgeleverd.
Topprestatie
Tijd voor het pièce de résistance: de Hamperokken. Al snel kom ik weer boven de boomgrens uit. Nog een keer mijn waterflessen vullen en ik kan aan de lange rotsgraat naar de top beginnen. Het trekt weer aardig dicht. Gelukkig heb ik tijdens de verkenningstocht al genoten van het mooie uitzicht hiervandaan. Nu geniet ik met volle teugen van de wedstrijdbeleving van deze schitterende race. Het laatste stukje naar de top is voorzien van touwen om je aan vast te houden. Wel een veilig idee, want als het regent worden de rotsen spekglad. Na een high-five en een scan van mijn nummer op de top kan ik weer naar beneden.
Na opnieuw een behoorlijk technische afdaling bereik ik zo’n 1000 meter lager het pad dat ik eerder vanaf Breivikeidet omhooggelopen ben. Ik passeer mensen die vanaf het checkpoint Middagsaksla zijn teruggestuurd. Ze moedigen de lopers aan die nog wel in de race zitten. Het tekent de fijne onderlinge sfeer waarin iedereen elkaar een mooi resultaat gunt.
Hamperokken Skyrace
Impressie
Bedenker Kilian Jornet maakte in 2017 een korte impressie van de race. Bekijk de video via de QRcode of op tinyurl.com/hamperokken.
Route
Tenzij de race nieuw leven ingeblazen wordt, kun je hem niet meer als wedstrijd lopen. Op eigen gelegenheid hardlopen of wandelen kan natuurlijk wel, bekijk de route op Strava via tinyurl.com/routehamperokken. Noot van de redactie: dit is een route voor goed getrainde en ervaren trailrunners.
Helemaal gelukkig over de finish
Het laatste stukje naar de top is voorzien van touwen om je aan vast te houden
In stijl ontvangen
Na de broodnodige versterking bij het checkpoint begin ik 25 minuten voor de cut-off aan de laatste etappe naar Tromsø. De route die ik vanochtend naar beneden vloog is nu veranderd in een monsterlijke beklimming. Voor mijn gevoel kom ik amper vooruit, maar dat geeft niks. Nog 22 kilometer en 1700 hoogtemeters ‘uitbollen’ en ik ben er! De finishers worden geheel in stijl ontvangen, niet met een medaille, maar met rendiersoep of vegacurry en kaneelbroodjes. Ik ben helemaal gelukkig met mijn finish als 126e in 12:44:21.
Het ontoegankelijke toegankelijk
Nachtelijk waddenavontuur
Bergsport in Nederland blij een raar iets. Ja, we hebben steeds meer klim- en boulderhallen, het ledental van de NKBV groeit en we rennen wat af over heuvels, duinen en afvalbergen. De laaglandvariant op bergwandelen blij echter moeizaam. Wellicht komt wadlopen het meest in de buurt: nergens in ons land kom je zo dicht bij ongerepte natuur. En ben je zo a ankelijk van het weer en een veranderlijk landschap. Voor een promotie lm van Petzl rende een select ploegje toptrailrunners ’s nachts van Pieterburen naar Schiermonnikoog. Hoogtelijn rende mee.
De wind jaagt. Met dri ig zwiepende ruitenwissers ploeg ik over de kletsnatte polderweg naar Pieterburen. Voor zover er rondom de auto iets te zien is, zijn dat vooral donkergrijze regenwolken boven doorweekte akkers. Boven de Waddenzee zwieren zelfs twee waterhozen in de lucht. Steeds minder kan ik me voorstellen dat we daar over een paar uur zullen rennen. Als ik me uiteindelijk meld bij Tuincafé Bertje Jens, in de voormalige zondagsschool van het dorp, lijkt de lucht echter open te breken.
Uniek
Aan het einde van deze kletsnatte junidag verzamelen zich in het café twaalf lopers uit de Benelux en Frankrijk. Hun palmaressen puilen uit van marathons, triatlons en ultratrails; de Ultra Trail du Mont Blanc (UTMB) lijkt de gemene deler. Smaakmaker van ons
nachtelijke avontuur is François D’Haene, onder andere viervoudig winnaar van de UTMB en drievoudig winnaar van de Grand Raid de la Réunion. Hoe ervaren iedereen ook is, in de uren voorafgaand aan de race hoor ik bij iedereen dezelfde twijfels, met als grondtoon ‘wat staat ons te wachten?’ Dat geldt niet alleen voor de lopers, ook voor de begeleidende wadloopgidsen is dit spannend. Een nachtelijke hardloopoversteek van Pieterburen naar Schiermonnikoog is nog nooit gemaakt, dit wordt een primeur. Die past perfect bij het motto van Petzl, Access the Inaccessible.
Idee
Jaap de Rooij, salesmanager van Petzl, is zelf een verdienstelijk hardloper. Hij rende bijvoorbeeld het hele Pieterpad. In de tijd dat hij in Leeuwarden woonde, rende hij regelmatig een rondje
op een van de Waddeneilanden. Met zijn loopmaat fantaseerde hij hoe mooi het zou zijn om een keer ’s nachts hardlopend de Waddenzee over te steken. Met hulp van een prachtige dronefoto van Rein Rijke van Zout Fotografie kreeg De Rooij toestemming om een dergelijk evenement te organiseren onder de vlag van Petzl. Met die toestemming op zak kostte het vooral nog veel moeite om een hardlopende wadloopgids te vinden. Uiteindelijk vond De Rooij die in de persoon van Peter Laagland.
Old school
De ruimte in de oude school wordt verder gevuld door een filmploeg en de mensen van Petzl. Wat voor ons een mooie tocht wordt, wordt voor hen onderwerp van een brand movie voor hoofdlampen voor het trailrunnen. Sinds twee jaar loop ik met een Petzl Nao+. Als ik daarmee ’s nachts over mijn Walcherse strand en duinen ren, lijkt het me altijd een geduchte concurrent voor de vuurtoren van Westkapelle. Bij de materiaalcheck wordt er echter korte metten mee gemaakt: ‘Aha, old school!’ en krijg ik het nieuwste model op mijn hoofd geduwd. Veel lichter qua gewicht en een verdubbelde lichtopbrengst. François D’Haene bracht zijn trailervaring in bij het ontwerp ervan.
Schapen
Het wonder geschiedt. Als we de polder in rennen voor 34 kilometer avontuur, is het droog. De wind is gaan liggen en het wolkendek is gebroken. Dit wordt een feest, niet alleen voor ons lopers, maar zeker ook voor de filmploeg. Die werkt grotendeels vanaf de wal en vanaf een schip, maar fotograaf Rein Rijke loopt het waddenstuk met ons mee. Voor hem is het knalhard werken,
Iemand
mag zichzelf niet zomaar gids noemen
met ook nog eens een rugzak vol apparatuur. Vanavond krijgt hij de meest dramatische landschappen en wolkenluchten op een presenteerblaadje aangeboden. De eerste zes kilometer moeten mooie beelden geleverd hebben vanuit zijn drone. Twaalf renners over een verlaten dijk, laverend tussen honderden schapen die zo mogelijk nóg harder rennen.
Zuigen
Ik ben jaloers op de fotograaf. De mooiste beelden rijgen zich aaneen en ik moet me behelpen met alleen een telefooncameraatje vanuit een plastic hoesje. Die jaloezie gaat echter snel over, als ik in de eerste meters vanaf de oever plat voorover val. Ik moet er niet aan denken dat mijn Nikon nu even vol zwarte modder zou zitten als mijn benen en armen. Je leest en hoort het altijd als het over wadlopen gaat, dat het eerste stuk erg modderig is en daarna het mooie zand begint. Dat van die modder klopt helemaal. Die is zwart, die is nat, die stinkt en die zuigt. En we moeten er opnieuw en opnieuw doorheen van de cameraman. Prima, we doen alles voor de mooie plaatjes. Maar we zijn ook blij als we verder mogen. Het tweede deel van het standaardverhaal, het deel van het mooie zand, klopt wat minder. Het winderige weer zorgt voor hoger water op het wad dan verwacht was. We rennen al wat sneller dan door de diepe modder, maar echt hard gaan we nog steeds niet door het meer dan enkeldiepe water. Een voordeel is wel dat de modder lekker van onze benen spoelt.
Certificering
Even later worden niet alleen onze benen meer schoongespoeld. Met mijn lange onderstel ga ik af en toe ruim heupdiep door het water. Kortbenigere collega’s moeten dan toch echt hun loopvestje uittrekken om het droog te houden. Gelukkig valt de stroming mee. Kennelijk zitten we rond de kentering van het tij. Zonder onze gidsen zou dit niet goedkomen. Peter Laagland van Avontuurlijk Wadlopen heeft vanavond de touwtjes in handen. Samen met zijn twee collega’s heeft hij eerder deze week de route uitgezet en vanavond leidt hij ons veilig naar de overkant. Net als in de bergen, mag ook op de wadden iemand zichzelf niet zomaar gids noemen. ‘De opleiding en certificering is in handen van de provincie’, legt Laagland uit. ‘Sowieso mag je alleen het wad op met een certificaat.’ Die certificaten lopen uiteen van ‘je mag solo het wad op’ tot ‘je mag een groep van twaalf onervaren personen leiden’. Laagland heeft alle certificaten die je kunt bedenken en heeft vanavond gezelschap van twee collega’s.
Mosselen
De ene geul volgt de andere zandplaat op. We laveren over de zeebodem van doorwaadbare plek naar doorwaadbare plek. Hoewel soms venijnig glibberige modderruggen om constante alertheid vragen, went het lopen en genieten we steeds meer van het bijzondere landschap. ‘Zeg Frank, jij bent toch een Zeeuw? Zijn dit mosselen?’ ‘Ehhh, neen, dat zijn oesters. Japanse oesters om precies te zijn, invasieve exoten.’ We lopen, we kletsen en we genieten. Als ik D’Haene vraag hoe hij dit nou vergelijkt met zijn trails en ultratrails, komt hij niet verder dan ‘I’m not used to this.’ Ja, logisch, denk ik dan, dat geldt voor iedereen hier. Ondertussen priemt de ondergaande zon met felle lichtbundels tussen Wagneriaanse wolken. Als avondlijke luchtgeesten worden grote
vogels van onderaf belicht. Het land achter ons is verdwenen en voor ons begint de vuurtoren van Schiermonnikoog aan zijn taak. Een voor een doen we onze hoofdlampen aan en lopen we de onbekende nacht in.
Vuurtorentjes
Op twee derde van onze overtocht liet een schip zich voor ons droogvallen. Een grote lamp aan de mast is voor ons een baken op zee. Eten en drinken geven hier weer nieuwe energie voor de komende uren. We kunnen even uitrusten, maar het stilstaan met een kletsnat lijf zorgt voor a oeling. Al snel zijn we een rillend en kleumend clubje en klinkt de roep om door te lopen. Na nog een laatste en ook nog een allerlaatste extra rondje voor de camera’s gaan we verder. Nog vier uur te gaan naar de warme douche. Het zwaarste stuk ligt nu achter ons. Vanaf de wal zijn we nu te zien als vij ien minivuurtorentjes die op het land aan
komen rennen. Nog een paar geulen en dan eindelijk, eindelijk fatsoenlijk zand om over te rennen. Begeleid door eindeloze vogelgeluiden om ons heen komt het eiland dichterbij. De mensen van Petzl hebben onze aanlandplaats gemarkeerd met wat extra lampjes. Daar rennen we in een rechte lijn op af, het tempo gaat omhoog en we lopen de kou uit onze botten.
Grote broer
Het weerzien met onze supporters op de oever is hartverwarmend, maar van korte duur. We zijn aangekomen op Schiermonnikoog, maar we zijn nog niet klaar. We moeten nog op de foto met de grote broer, de vuurtoren op de westpunt van het eiland. Aan een enorme trog spoelen we de ergste modder van ons lijf en uit onze schoenen. Nog een uur te gaan tot een warme douche. In de duinen verruilen we klei, zand en slik onder onze voeten voor knerpende schelpenpaden. De zilte zeelucht wordt verdreven door zoet geurende kamperfoelie en de aarzelende zang van de eerste nachtegalen komt in de plaats van krijsende zeevogels. De vuurtoren is niet te missen. Boven ons hoofd priemen de lichtbundels door de nacht. Het moeten mooie beelden zijn, als een rij hoofdlampjes over het duin opduikt naast deze mastodont. De cameralui durven niet meer te vragen om een extra shot. We mogen er een punt achter zetten. De laatste anderhalve kilometer tot de douche gaan de remmen eraf en gaat het onderscheid tussen wereldtop en modale lopers tellen. Uit het niets doemt in een uitgestorven nachtelijk eilanddorp een felverlichte ereboog op. Niet als eerste, maar ook niet als laatste meldt Hoogtelijn zich daar. Met de juiste mensen en de juiste spullen bleek het ontoegankelijke toegankelijk.
Nieuwsgierig geworden?
Scan de QR-code en bekijk het resultaat: de promotie lm.
Van 15 naar 58 kilometer
Mijn aanloop naar het
NK Skyrunning 2024
Iets meer dan een jaar geleden liep ik mijn allereerste marathon. Inmiddels heb ik er nog twee marathons en een ultratrail op zitten en doe ik nu mee aan de skyrace van het Nederlands kampioenschap Skyrunning. Het blijkt de meest uitdagende race die ik ooit heb gelopen.
Tekst Annelieke Joosten
Eind juni 2022 was ik samen met mijn vriend Wouter in Chamonix. In het Mont Blancmassief gloeide een slang van lichtjes van de 90-kilometerrace van de Marathon du Mont-Blanc. Een magisch gezicht. Ik wist: ooit wil ik dat ook doen.
Van depressie naar marathon
Een paar maanden later reisde ik met Wouter zeven weken door Guatemala. We liepen dagenlang door de jungle en beklommen de hoogste berg van Midden-Amerika, de Tajumulco. Toen we terugkwamen in Rotterdam, bleek ik mijn levenslust tijdelijk in de jungle te hebben achtergelaten. Na vele depressies te hebben doorgemaakt wist ik dat ik iets drastisch moest doen om mezelf eruit te trekken. Ik schreef me in voor de marathon van Rotterdam.
Ik doe dit nooit meer
Op dat moment was de Bruggenloop in Rotterdam van vijftien kilometer de langste afstand die ik ooit gelopen had. Lange afstanden waren nieuw voor mij, maar het trainen ging me goed af. Tijdens de marathon had ik het mentaal erg zwaar en ik zwoer dat ik dit nooit meer zou doen. Die afkeer bleek van korte duur, want toen de eerste spierpijn was weggetrokken, vergat ik spontaan hoe zwaar ik het had gevonden. Ik keek alweer uit naar de volgende race. Dat werd een trailrace. Eerst een korte afstand, in oktober 2023 mijn eerste ultratrail van 58 kilometer.
De stoute Hoka’s aantrekken
Met mijn nieuw verworven superkrachten en geïnspireerd door de prestaties van vrouwelijke atleten als Courtney Dauwalter en Sunmaya Budha besloot ik mijn pijlen te richten op trailrunning. Het trailen ging geweldig en als bijkomend voordeel hield mijn depressie zich gedeisd. Op de NKBV-Bergsportdag bezocht ik
Vlak bij de Sonneck, 8 kilometer in de race op zo’n 2200 meter hoogte
Wouters
Rogier
Foto
een lezing van trailrunner Ragna Debats. Aangemoedigd door haar woorden zocht ik haar na het praatje op. Ze bracht me in contact met Alke Staal, die in zijn hotel Esprit Montagne in Frankrijk trainingen voor atleten faciliteert. Zijn belangrijkste tips waren: kilometers maken, netwerken en aan zoveel mogelijk wedstrijden meedoen. ‘Doe mee met het NK, dat wordt gehouden bij de Oostenrijkse Kaiserkrone Trail!’ tipte hij me. Ik gaf mezelf geen kans om te twijfelen en schreef me direct in voor de
skyrace, een technische route van 25 kilometer en 2770 hoogtemeters. Met krap drie maanden tot het NK bestond mijn schema uit om de dag krachttraining, intervaltrainingen, tempoloopjes, af en toe duurlopen en yoga. De Rotterdamse Alp en Kijkduin dienden als trainingsterrein, evenals de heuvels in de Ardennen.
Het moment van de waarheid
Zo zit ik nu in Scheffau en houd ik angstvallig de weersvoorspelling voor de wedstrijddag in de gaten. Het is niet best: 33 graden en geen wolkje aan de lucht. Tijdens de wedstrijdbriefing benadrukken de organisatoren dat de race alleen voor ervaren trailrunners is. Mijn imposter syndroom, het gevoel dat ik me hier als een soort bedrieger tussen de échte lopers begeef, ziet zijn kans heel even schoon, maar ik snoer het de mond. Ik kan dit. Bij de start in het dal is het al bijna dertig graden. Ik heb het direct zwaar. Het zweet gutst langs mijn lijf en mijn hartslag is hoog. Bij de eerste verzorgingspost heb ik nog maar vijftien minuten tot de cut-off tijd. Ik moet serieus tempo gaan maken om deze achterstand in te lopen. Gelukkig wordt het koeler naarmate ik hoger klim. Het uitzicht boven op de kam is adembenemend.
Nu komt het echt technische gedeelte: de eerste afdaling. Het begint leuk met een klettersteig langs een steile bergwand. Daarna gaat het letterlijk en figuurlijk bergafwaarts. De inhaalslag die ik bij de klim heb gemaakt, verlies ik tijdens de afdaling. Links en rechts word ik ingehaald in alle talen – ‘Pardon! Excuse me! Entschuldigung!’ – terwijl ik zo snel als ik kan naar beneden ren. De vallei vol losse stenen is mijn persoonlijke eindbaas. Ik glijd continu weg en val talloze keren.
Genadeklap
Na deze uitdaging volgt er een makkelijke afdaling door het bos. Mijn lijf is echter al aardig gebroken. Waar ik normaal gesproken triomfantelijk ‘Gratis snelheid!’ roep, moet ik hier nadenken over elke stap om maar niet te vallen. De genadeklap is wat ik de trap van de hel noem: een stenen trap in de brandende zon waar maar geen eind aan lijkt te komen. Ik heb enkele andere lopers bijgebeend en we ploeteren samen voort terwijl we elkaar opbeurende
Thijs Jonkman
woorden toeroepen. Als we uiteindelijk bij de verzorgingspost aankomen, blijkt deze al een uur gesloten. We zijn lang niet de enigen die te laat zijn: van de 240 deelnemers krijgt bijna de helft een DNF (did not finish) op diens naam.
Op naar het volgende avontuur Je kan je wel voorstellen dat die uitslag niet is waarop ik had gehoopt. Nu de initiële teleurstelling is weggeëbd, ben ik toch heel trots op mezelf. Een week na de skyrace ben ik een dagje in Courmayeur, waar de Gran Trail Courmayeur gehouden wordt, en begint het al weer te kriebelen. Eén ding is zeker: er zijn ontelbaar veel gave avonturen te beleven als trailrunner en ik kan niet wachten tot het volgende.
Uitslagen NK Skyrunning Welke atleten met de medailles naar huis gingen bij de skyrace, de skyultra en de vertical lees je op nkbv.nl/actueel/ nieuws/nationale-titels-skyrunning-2024-bekend.
Grote prestaties, weinig tijd
Het geluk van een lichaamijzersterk en team
Karel Sabbe ging ultralopen omdat hij vanwege zijn tandartsenpraktijk geen maanden vrij kon nemen om de Paci c Crest Trail te wandelen. Dankzij zijn mentale kracht, aangeboren ijzersterke lijf en zijn minstens zo sterke team weet de Belgische atleet grote prestaties neer te zetten. ‘Ik moet creatief zijn met de tijd.’
HTekst Manon Stravens door de Verenigde Staten, in een recordtijd van 46 dagen. Eerder rende hij al records op onder meer de Big’s Backyard Ultra en de Via Alpina. Stuk voor stuk onnavolgbare lichamelijke en mentale prestaties. Voor twee records (de Paci c Crest Trail in 2016 en de Appalachian Trail in 2018) kreeg Sabbe een vermelding in het Guinness Book of Records.
et zijn grappige beelden in de documentaire Pacing the Paci c. De lepel spaghetti die Emma hem voert, het broodje dat ze in zijn mond duwt, terwijl Karel Sabbe zijn voeten poedert. ‘Het is gek om hem zo te voeren als een baby,’ grinnikt ze, ‘maar zelf pakt hij die lepel niet. Omdat hij bezig is met zijn voeten en het druk hee met andere dingen. Tijdens het hardlopen hee hij geen tijd om goed te eten. En hij moet wel elke dag tienduizend kilocalorieën binnenkrijgen. ‘Wife duty!’ lacht ze.
Een sterk team en een sterk lijf. Het zijn de twee onmisbare ingrediënten van Sabbes indrukwekkende successen, die hij de afgelopen tien jaar hee opgestapeld. De natuur is een minstens zo belangrijke derde. Dankzij die ingrediënten nishte hij vorig jaar als zeventiende loper ooit de Barkley Marathons en liep hij een paar maanden later de fameuze Paci c Crest Trail, dwars
Geen SUV’s Zijn vrouw Emma is onderdeel van de vaste crew die Sabbe op zijn avonturen begeleidt. Met onder meer zijn baardige en ‘hyperoptimistische’ jeugdvriend Henri (die hem ‘door en door kent’ en ‘een grote drang naar avontuur hee ’), vriend Kobe (‘een sterke loper’), nicht Anna en zijn nog niet-leerplichtige zoontje Jack. Eerder ging ook zijn zwager en fysiotherapeut Joren mee, maar met twee kleine kinderen lukt hem dat nu niet. Ook Sabbes ouders zijn vaak van de partij.
Die teamleden hebben ‘een liefde voor avontuur, ze deinzen niet terug als er iets onverwachts gebeurt en zijn optimistisch’, aldus Sabbe. ‘Ze kunnen omgaan met weinig slapen en moeten beslissingen nemen als dingen anders lopen.’ En zeuren daar niet over. ‘Daarbij’, zegt Sabbe, ‘moeten zij mij ook kunnen pushen en vooral niet teveel medelijden hebben.’ Want zijn prestaties zijn op gezette tijden een lijdensweg, zo blijkt ook uit de drie documentaires over zijn projecten.
De hele logistieke operatie, de mentale steun, het washandje over zijn rug of die lepel spaghetti die zij bieden, hebben voor Sabbe grote meerwaarde. ‘Ik loop altijd supported. Zonder hen ben ik minder in balans en zou mijn avontuur meer een loterij worden. Alles is dan onvoorspelbaarder.’ Dankzij zijn crew kan Sabbe deze unieke ervaringen beleven, zegt hij. ‘Ik ben heel gelukkig dit met hen te kunnen delen.’ Vaak genoeg vragen mensen of ze mogen helpen crewen, maar Sabbes voorkeur gaat uit naar een klein team. ‘Niet te complex, niet teveel fanfare en geen SUV’s, het gaat om de natuurervaring.’
Unieke dingen
Sabbe hee zijn lijf en geest mee. Hij is gemaakt voor het ultralopen, zegt hij. ‘Mijn talent is dat ik dagen achtereen, per dag veertien, vij ien uur kan lopen zonder vermoeid of geblesseerd te raken. En mentaal kan ik gewoon doorzetten. Daardoor kan ik unieke dingen neerzetten.’ Met een sportleerkracht als moeder zit dat deels in de genen. Zelf ontdekte hij dat talent pas na zijn studies, toen hij in 2015 vrij onvoorbereid meedeed aan de Coast to Coast wedstrijd in Nieuw-Zeeland. ‘Ik raakte niet moe na 36 kilometer hardlopen, 67 kilometer kajakken en 140 kilometer etsen.’ De stap naar ultrarennen was daarna zo gezet.
‘Niet teveel fanfare, het gaat om de natuurervaring’
Sabbe zoekt fysiek zijn grenzen op. Die werden tot het uiterste getest tijdens de beruchte Barkley Marathons, die Sabbe driemaal poogde en in 2023 op een haar na (7 minuten resterend) nishte. De wedstrijd, jaarlijks gehouden in het Frozen Head State Park in de Amerikaanse staat Tennessee, komt voort uit de ontsnapping van de moordenaar van Martin Luther King, James Earl Ray, in 1977. Die was bijna zestig uur op de vlucht, maar legde slechts een afstand van negentien kilometer af. Dat kwam door het ruige landschap. Ultraloper Gary Cantrell vond dat maar een magere prestatie. Hij meende in die tijd wel 160 kilometer af te kunnen leggen en bedacht in 1986 de ultramarathon vol loodzware uitdagingen en rituelen. Sinds 1989, toen de wedstrijd daadwerkelijk 160 kilometer lang werd, hebben slechts twintig lopers hem afgemaakt, waaronder Sabbe.
Tussen de rondes van de Barkley Marathons helpt Joren Biebuyck Sabbe bij de verzorging
‘De Barkley Marathons zijn ontworpen om zwaar te zijn’, zegt Sabbe. ‘Er zijn veel hoogtemeters, zo’n 18.000, en het trainen in de sombere wintermaanden is heel zwaar en belastend. Ik haal altijd veel energie uit mooie natuur, maar de Barkley Marathons zijn de tegenpool, met kaal bos, weinig begroeiing. Ik moest veel dieper graven voor mentale sterkte.’
Hallucinaties
Het slaaptekort na zestig uur wakker zijn leidt onvermijdelijk tot hallucinaties. ‘Dan verandert alles van vorm. Een boom wordt een beer, een tak wordt een slang.’ Bij zijn tweede poging bij de Barkley Marathons in 2022 vroeg Sabbe aan een vuilnisbak de weg en werd hij door een lokale sheri meegenomen. ‘Hallucineren is een normale reactie van de hersenen, die een remslaap creëren tijdens het wakker zijn.’ Het kan in ernstige gevallen zelfs leiden tot een psychose. ‘Daar blijf ik liever van weg.’
De eerste keer dat Sabbe hallucineerde was tijdens de Big’s Backyard Ultra in 2020, waarbij deelnemers elk uur een ronde van 6,7 kilometer moeten lopen tot er slechts één deelnemer overblij . Sabbe liep 75 ronden (502 kilometer in 75 uur). ‘Het was de eerste keer dat ik een nacht doorliep. Opeens zag ik een loper op een ets zitten. Ik zei dat het niet de bedoeling was om te etsen, maar had later door dat mijn hersenen even o line waren.’
En er is bij lange projecten altijd pijn. Geen scherpe pijn, wel pijn die elke dag wat erger wordt. ‘Het lichaam kraakt onder hetgeen wat je het oplegt’, zegt Sabbe. ‘Na drie weken dagelijks 95 kilometer lopen, doen mijn gewrichten pijn en zijn mijn spieren volledig verzuurd. Het lichaam wordt onverschillig omdat het de strijd opgee . Het krijgt minder honger, hee geen zin meer.’
‘Het afzien is tijdelijk, denk ik dan, ik ga dit nu doen’
‘Het is als een ajuin (ui, red.) die wordt afgepeld’, zegt Sabbe. ‘Je verliest laag na laag tot een basale en emotieloze versie van jezelf overblij . Helemaal alleen in de wildernis raken sommigen dan in paniek, maar ik kom dan in een zachte gemoedsrust terecht.’ Dat zijn ook de momenten dat zijn team hem bijna moet dwingen te eten. ‘Dan vragen ze dat niet meer, maar zéggen ze me dat ik moet eten.’
De grens hee hij lichamelijk nooit overschreden. ‘Nog niet. Ja, na de Barkley Marathons was ik geschramd, had ik blauwe plekken en zat ik op de grens. Maar erover is als je in het ziekenhuis belandt of niet meer kan lopen. Ik heb vertrouwen in mijn ervaring.’ Wel hee het lichaam maanden nodig om te herstellen. ‘Na een tocht als de Paci c Crest Trail kan ik bijvoorbeeld nog een half jaar extra hartslagen hebben, ook als ik slaap.’
De knop om
In het omgaan met pijn is Sabbe wel ‘geëvolueerd’, zegt hij. ‘In 2016, tijdens de eerste keer op Paci c Crest Trail, was die pijn een enorme focus. Ik was met één crewlid, maar liep alleen, met dramatisch slechte voeten. Ik liep dagen aan één stuk, veertien tot zeventien uur per dag, met blaren die onder dikke lagen eelt zaten. Met het slaaptekort werd het weliswaar een mooie en sterkere ervaring,’ zegt hij, ‘maar het afzien was groot. En we maakten zoveel beginnersfouten. Daar wilde ik van leren.’
Dus toen zijn record in 2021 werd verbroken door de Amerikaan Timothy Olson, moest er een tweede keer komen. Beter voorbereid en mentaal sterker liep Sabbe de hele route nog eens: nota bene ruim vijf dagen sneller dan Olson, ondanks een omweg van 165 kilometer vanwege bosbranden in de staat Washington.
Enerzijds worden de operaties e ciënter. Het rugzakje voor het volgende stuk stond alweer klaar. Het eelt was onder controle en zijn voeten werden nu geroutineerd goed gehouden. ‘Met poeders, zal es, crèmepjes en voetbadjes kan ik nu duizend kilometer blaarvrij lopen.’ Bij de Barkley Marathons bond hij zijn kompas en instructies op de arm en kreeg hij tijdens de pauze geen stoeltje om op te zitten. ‘Dat is te comfortabel. Het is beter dat ik op een ko er of zoiets zit, zodat de aandrang tot weer vertrekken groter is.’
‘Maar de specialiteit zit in de geest’, zegt Sabbe. ‘Als ik dagen aaneen in zo’n situatie van een afgepelde ajuin zit, zonder dat het einde in zicht is, kan ik de knop omzetten. Het afzien is tijdelijk, denk ik dan, ik ga dit nu doen. Mentaal kan ik dat afzien een plek geven.’
In 46 dagen en 12 uur
Bizarre aanzet
Het trainen voor zijn grote projecten doet Sabbe naast zijn voltijdse tandartsenpraktijk. Of eigenlijk tussen het behandelen van patiënten door. ‘Ik moet creatief zijn met de beperkte tijd.’ Zijn praktijk ligt 20 kilometer verderop in het Belgische Ronse. ‘Ik begin een uurtje later of stop vroeger en ren naar huis. Tijdens een wat langere pauze ren ik de nabije helling op en af.’ En met een loopband thuis en op de praktijk – overigens niet de voorkeur – kan hij ook heel e ciënt trainen.
‘Ik kan geen goede ultraloper zijn zonder tandartsenpraktijk en ik ben een heel goede tandarts omdat ik een ultraloper ben. Het versterkt elkaar’, zegt Sabbe. ‘Als tandarts moet ik heel intensief en geconcentreerd werken, in een kleine ruimte. De stress die ik ervaar in het werk zie ik als een training. En de mindfulness die ik ervaar tijdens het hardlopen neem ik mee naar huis. Ik kan echt genieten van een ko etje tussen twee patiënten. Ik ben sterker in het dagelijks leven. Als er een probleem is, kan ik de kalmte bewaren en een oplossing zoeken. Dat dat leer je wel in het ultralopen.’
Je zou kunnen zeggen dat hij dankzij zijn praktijk is gaan ultralopen. ‘Eigenlijk een bizarre aanzet.’ Want zomaar een half jaar vrij nemen om de Paci c Crest Trail te lopen was de komende twintig of dertig jaar niet mogelijk geweest, aldus Sabbe. ‘Als ik hem zou gaan rennen, hoefde ik maar twee maanden vrijaf te nemen.’
‘De stress die ik ervaar in het werk zie ik als een training’
Zo kwam Sabbe in de Fastest Known Time-community terecht. Op een website is te zien wie welke route hoe snel heeft afgelegd en of dat supported is of niet. De records op alle bekende routes worden daar bijgehouden.
Natuurmens
Toch gaat het Sabbe niet om de records. ‘Ik ben nooit het type atleet geweest dat alles voor het record doet. Ik ben vooral een natuurmens. Dat moet ook blijken uit mijn documentaires.’
Daarin loopt Sabbe steevast omgeven door prachtige bergketens, met uitzichten alsof je droomt en warme zonsopen ondergangen. ‘De natuur geeft mij mijn zenmomentjes en leert mij tot rust te komen, vooral als het brein nog alle kanten opgaat.’
‘Ik wil van tevoren niet teveel weten van het pad. Ik ga niet opzoeken hoe de landschappen eruitzien. De verrassing van onbekende streken die dan plots het mooiste zijn, dat is een energiebron voor mij.’ Ook wil Sabbe niet leven ‘als een monnik’ bij wijze van voorbereiding. ‘Ik houd van lekker eten en een pintje drinken met mijn vrienden en mijn vrouw. Als dat niet meer kan, dan zou ik met minder enthousiasme aan de start staan. Ik heb die vetreserves ook nodig.’
‘Het ultralopen is eerder een extensie van meerdaagse trektochten met rugzak, dan van het hardlopen’, zegt Sabbe. ‘Dat er een competitief aspect bij zit, vind ik leuk. Net als het opzoeken van mijn fysieke en mentale grenzen en zo mezelf en mijn vrienden goed leren kennen in moeilijke omstandigheden. Maar records kunnen altijd gebroken worden.’
Wie is Karel Sabbe?
Karel Sabbe (Waregem, 23 oktober 1989) is een Belgische tandarts en ultrarenner.
In recreatiegebied de Blaarmeersen in Gent is een kunstmatige berg naar hem vernoemd, de Karel Sabbeberg, nadat hij deze berg duizend keer op liep bij wijze van training. Op YouTube zijn drie documentaires over zijn avonturen gratis te bekijken: Solace, Pacing the Pacific en #17. Dit zijn zijn mijlpalen.
2015 Coast to Coast (Nieuw-Zeeland): 36 kilometer rennen, 67 kilometer kajakken en 140 kilometer fietsen
2016 Marathon des Sables
2016 Recordtijd Pacific Crest Trail: 52 dagen, 8 uur, 25 minuten
2018 Recordtijd Appalachian Trail: 41 dagen, 7 uur, 39 minuten
2020 Wereldkampioen en wereldrecord Big’s Backyard Ultra
2021 Recordtijd Via Alpina: 30 dagen, 8 uur, 57 minuten
2023 Zeventiende finisher Barkley Marathons
2023 Recordtijd Pacific Crest Trail, recordhouder: 46 dagen, 12 uur, 50 minuten
‘Hoe langer de afstand, hoe minder de leeftijd uitmaakt’
Dat hij de Pacific Crest Trail wel een tweede keer wilde doen, was dan ook niet vanwege het record. ‘Maar omdat deze trail dicht aan mijn hart ligt, omdat zij uniek, lang, wild en gevarieerd is.’ Sabbe trainde daarvoor acht tot negen uur per week. ‘Dat is uitzonderlijk weinig. Maar had ik zestien uur per week getraind, dan zou ik mentaal vermoeid aan de start staan met een gezinssituatie die niet in evenwicht is. Dat heb ik er niet voor over. Mijn gezin staat op één. Dat mag niet uit balans raken.’
Sabbe maakt graag documentaires van zijn avonturen. ‘Ik doe het ultralopen uit eigenbelang. Maar ik heb gaandeweg ontdekt dat mijn documentaires anderen ook inspireren. Met name om te kunnen doorzetten en een druk leven met avontuur te combineren. Mensen zeggen zelfs dat het ze helpt in hun ziekte of mentale moeilijkheden. Dus het is leuk om dat verhaal te brengen. En natuurlijk gaat zo’n avontuur snel voorbij en heb ik zelf niet de tijd om foto’s te nemen.’
Rustjaar
‘Het ultralopen blijft een hobby’, zegt Sabbe. ‘Ik haal er heel veel energie en sterkte uit.’ Maar na een intensief 2023, waarin hij drie maanden na het finishen van Barkley Marathons alweer op de grens met Mexico stond om over de Pacific Crest Trail naar Canada te rennen, was het tijd voor een rustjaar. ‘Ik voelde dat ik moest herbronnen, om weer met volle zin terug te gaan.’ Dat werd alsnog een druk jaar met de verbouwing van zijn praktijk, veel lezingen, interviews en gesprekken met sponsoren.
‘Al komt het rustjaar nu wel ten einde’, zegt Sabbe ook. ‘Ik word 35 in oktober, fysiologisch gezien zit ik in mijn topjaren. En mijn projecten zijn vaak heel grote ondernemingen, waarvoor ik wel vooruit moet denken.’ In januari staat er een nieuw groot project op stapel: Nieuw-Zeeland van noord naar zuid rennen, 3050 kilometer. Met zijn vaste crew.
Leeftijd
Sabbe maakt zich niet druk om het moment dat hij niet meer kan ultralopen. ‘Deze sport is minder leeftijdgebonden. Hoe langer de afstand, hoe minder de leeftijd uitmaakt. Later gaan ervaring, zelfkennis en mentale sterkte meer doorwegen dan het fysieke. Als je ouder bent, weet je beter pijn te verbijten. Dat geeft mij gemoedsrust.’ In zijn beginjaren werd Sabbe er tijdens de Marathon des Sables, een zesdaagse ultraloop in de woestijn van Zuid-Marokko, uitgelopen door iemand van 67. ‘Ik was fysiek sterk, maar niet ervaren. Dit geeft aan dat het een sport is waarin veel mogelijk is.’
Voor het eerst fastpacken in de Pyreneeën
Lichter, sneller, verder
Hardlopen en meerdaagse bergtochten met elkaar combineren: steeds vaker zie ik de term fastpacken voorbijkomen. Ik stel me voor hoe je met een relatief lichte rugzak grote afstanden kunt afleggen en dagelijks lange lijnen trekt over de kaart… Maar klopt dat wel? Ik waagde het erop en sprong in een onverwacht bevreemdende wereld.
Tekst en beeld Noor van der Veen
Wie wel eens met mij op pad gaat, zal waarschijnlijk niet tegenspreken dat het idee van fastpacken bij mij past. Zullen we nog iets verder gaan? Twee alpiene routes combineren? De berg overschrijden en de lange weg terug nemen? Ik zal op al die vragen – natuurlijk alleen zolang het veilig is –eigenlijk altijd ‘ja’ antwoorden. Ook snéller door een berglandschap bewegen is iets waar ik de afgelopen jaren met een groeiende liefde voor ultralopen flink aan gewerkt heb. Een huwelijk tussen ver en snel: ik begin ervan te dromen en boek, nog voor ik er al te veel over na kan denken, een treinreis naar de Pyreneeën.
Hardlopen of hobbelen?
Maar wat is fastpacken eigenlijk? Aan de vooravond van mijn vertrek bespreek ik het met wat klimvrienden op een feestje. Ik merk dat ik het zelf eigenlijk ook niet precies weet. Wat ik in mijn hoofd heb: zo licht mogelijk bepakt (maar wel met een tentje en kookspullen) een meerdaagse tocht door de bergen maken. Grotere afstanden afleggen, de hele dag in touw zijn. Misschien stukjes hardlopen, daar waar het terrein dat toelaat. Een vriendin heeft al eens door Schotland ‘gefastpackt’ en noemt het geen hardlopen, maar hobbelen.
Hogere inpakwiskunde
Volgens Wikipedia streven fastpackers naar een totaalgewicht van maximaal 7 kilo en weten de echte fanatiekelingen hun rugzakken zelfs onder de 4,5 kilo te houden. Verdere zoekacties op het internet leiden me naar vernuftige spreadsheets die het rugzakgewicht voor je berekenen. Ik stuit op de website lighterpack.com, die je helpt om de laatste grammetjes weg te schaven. Grappig detail is dat Lighterpack niet alleen het gewicht, maar ook de kosten van al dat lichtgewicht spul inzichtelijk maakt. Zo kun je uitkomen op een totaal van honderden euro’s voor wat ze je ‘sleeping system’ (tent, matje, slaapzak) noemen en blijkt dat je slechts twee euro uitgeeft aan ‘hygiëne’.
Keuzes, keuzes
Ik slik als mijn rugzak, met een litertje water en eten voor zes dagen, bijna 15 kilo aantikt op de weegschaal. Ik dacht dat ik lichtgewicht spullen had, maar alles wat ik bezit is bedoeld voor alpinisme en expedities. Prima voor klimmers die op grote hoogte willen slapen, maar loeizwaar in de wereld van het fastpacken. Ik schaf een tentje aan dat een kilo lichter is dan de lichtste tent die ik al had, maar verder wil ik niet te veel nieuwe spullen kopen. Toch vraagt het confronterende gewicht om radicale keuzes. Spullen waar ik aan gehecht ben, moeten dan maar thuisblijven.
Sowieso merk ik dat ik gewend ben om meer mee te nemen en daarmee ook meer veiligheidsmarge in te bouwen. Een goed uitgeruste EHBO-set zou ik normaalgesproken nooit thuislaten en een noodbivakzak gaat ook vaak mee. Nu beperk ik mijn apotheek tot het minimale.
Ook kledingstukken die voor mijn gevoel tot de standaarduitrusting behoren, laten fastpackers thuis. Met tegenzin haal ik mijn fleecevest dus weer uit mijn rugzak. Een lichte donsjas en regenjas zijn blijkbaar genoeg. En nog erger: fastpackers blijken ook heel weinig te eten. Met alles wat ik meeneem kom ik op nog geen 2000 kilocalorieën per dag.
De strenge selectie helpt overigens nauwelijks: mijn rugzak komt uiteindelijk op 11,8 kilo uit. Nog bijna 5 kilo te zwaar voor een fastpacker, maar prima te doen voor een alpinist. Ik ga ervoor.
Zon en sneeuw
Mijn tocht start in het Zuid-Franse plaatsje Aulus-les-Bains, aan de voet van de Pyreneeën. Ik volg geen vaste wandelroute, maar koppel verschillende langeafstandspaden aan elkaar. De eerste dagen is het verzengend heet. Tegelijkertijd ligt er voor het seizoen nog veel sneeuw in de bergen. Om het gewicht van mijn tas in toom te houden heb ik geen stijgijzers of pickel bij me. Ik loop niet op bergschoenen, maar op trailrunschoenen. Dat dwingt me om van dag tot dag mijn route aan te passen. Ik houd van die flexibiliteit en voel me vertrouwd met het maken van beslissingen over het routeverloop.
Eeuwenoude oversteek
Ik vertrek laat op de dag en begin met een hele korte etappe. Vanaf Aulus-les-Bains loop ik langs de indrukwekkende Cascade d’Ars, die vanwege alle smeltende sneeuw indrukwekkende proporties heeft aangenomen. Bovenaan de waterval is een prachtig vlak weitje waar je mooi kunt kamperen. Na een prima eerste nacht vervolg ik de route eerst een tijd via lagergelegen paden in de bossen. Na een paar pittige klimmetjes beland ik daarna toch in het ruigere alpiene landschap. Een lange en steile klim, deels door de sneeuw, leidt naar de Port de Couillac, waar ik Spanje betreed. Deze hoge pas wordt al eeuwenlang gebruikt om de bergen over te steken. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog vluchtten via deze route duizenden priesters en conservatieven naar Frankrijk; tijdens de Tweede Wereldoorlog waren het Joden die hier een doorgang vonden van Frankrijk naar Spanje.
Langeafstandsroutes
Nu ik in Spanje ben, volg ik een tijdje de langeafstandsroute GR11, langs prachtige oude dorpjes als Estaon en Estaís. De GR11 loopt aan de Spaanse zijde van de Pyreneeën van de Atlantische Oceaan naar de Middellandse Zee, net als de GR10, die in dezelfde richting, maar dan aan de Franse kant loopt. Tussen de twee routes in ligt de beroemde Haute Randonnée Pyrénéenne (HRP), een stevige bergtocht van 800 kilometer over de hoogste paden van het massief. De HRP neemt onder fastpackers snel toe in populariteit. Dat is logisch, omdat je onderweg nauwelijks door de bewoonde wereld komt en daarom wel grote dagafstanden moet kunnen afleggen.
echt hardlopen doe ik niet veel, maar op de toegankelijke paden probeer ik wel te ‘hobbelen’
Ik kies voor de GR11 omdat het weerbericht niet al te positief is. Overal word ik gewaarschuwd voor naderend onweer. De lucht is heel heiig en onheilspellend drukkend, maar zolang het niet losbarst loop ik door. Ik passeer hellingen vol heerlijk geurende heidebrem. Dagelijks rijg ik ongeveer drie etappes van de GR11 aan elkaar. Dan kom ik uit op zo’n acht tot tien uur lopen: meestal rond de 30 kilometer met circa 2000 tot 3000 hoogtemeters. Echt hardlopen doe ik niet veel, maar op de toegankelijke paden van de GR11 probeer ik in de afdalingen wel te ‘hobbelen’ en zo iets meer tempo te maken. De toch behoorlijk zware rugzak
Er ligt nog veel sneeuw in de Pyreneeën…
…maar de eerste bloemen komen ook al op
maakt het rennen oncomfortabel, maar naarmate de dagen verstrijken merk ik dat mijn lichaam gewend raakt aan het gewicht en het schudden van de tas.
Val D’Aran
De GR11 brengt me in Parc Nacional D’Aigüestortes, een prachtig nationaal park vol bergmeren. Het echte onweer komt gelukkig niet, maar dichte mist en soms lichte regen verhullen de beloof-
de uitzichten. Door deze vallei loopt een bekende ultratrailrace – Val D’Aran by UTMB – en ik probeer me voor te stellen hoe het moet zijn om zonder de zware rugzak over deze paden te lopen. Het graniet is nat en glibberig en de paden zijn veranderd in riviertjes en zompige moerassen.
Vanaf het bergmeer Estany de Sant Maurici maak ik een lange oversteek van 40 kilometer. Onderweg kom ik bijna niemand tegen, zeker niet wanneer ik de GR11 verlaat en over de HRP verderga. Al dagen heb ik nauwelijks telefonisch bereik. De dichte mist heeft iets claustrofobisch. Wanneer ik op een onbewaakt moment een harde smak maak en daarbij mijn scheenbeen flink bezeer, voel ik me opeens heel eenzaam. Pas als ik afdaal naar Hospital de Vielha en uit de mist stap, kan ik voor mijn gevoel weer ademhalen.
Light and fast is shit
Als je lange dagen alleen door de bergen trekt, heb je genoeg tijd om na te denken over de vraag ‘waarom?’ Op dieptepunten galmt de stem van de Britse klimmer Nick Bullock door mijn hoofd: ‘light and fast is shit!’ Vooral de honger valt me tegen. Ik mis mijn fijne fleecevest. Ik wil na tien uur zweten een ander setje kleren aan, in plaats van te slapen in diezelfde outfit. En hoewel ik voor een fastpacker al zwaar bepakt ben, merk ik dat ik gaandeweg nog van alles toevoeg aan mijn uitrusting. Mijn lichtgewicht spork breekt en ik krijg in een dorpje een gewone, vrij zware roestvrijstalen lepel. Zou Lighterpack daarvan op tilt slaan? Ik raap, zoals ik altijd doe, gewoon nog mooie stenen op en neem die mee. In de dorpjes koop ik extra eten in. Aanvankelijk voelt het ‘stout’ – ik zou toch gaan fastpacken? – maar op den duur accepteer ik dat ik, alleen als ik ben, mijn eigen regels mag maken. Bovendien leg ik nog dezelfde afstanden af als gepland.
Waarom eigenlijk?
Terug naar de vraag: waarom? Waarom zou je zo gehaast op pad gaan? Waarom drie etappes in één dag en niet gewoon rustig genieten van de bergen? De tijd nemen om alles in me op te nemen? Natuurlijk zit daar iets in. Maar gaandeweg ontdek ik dat fastpacken helemaal niets te maken heeft met haast. Er zit óók schoonheid in het meebewegen met het landschap. In langzaam
gaan als het moeilijk is, maar versnellen wanneer de bergen je uitnodigen om te hobbelen. Bovendien zit het verschil, in elk geval in de manier waarop ik het aanpak, niet zozeer in de snelheid maar vooral in de tijd die ik per dag bezig ben. Zo voelt het niet als haasten, maar vooral als veel langer en dus meer genieten van de bergen. Het maximale uit een dag halen. Als ik vanaf een bergtop of col achteromkijk, probeer ik met mijn ogen in het landschap na te gaan waar ik die dag al geweest ben. Soms is het bijna onvoorstelbaar hoe ver ik gekomen ben. Of het extreme lichtgewicht aspect van fastpacken mij ooit helemaal gaat aanspreken weet ik niet, maar dát gevoel, dat je jezelf kunt verbazen over waar je allemaal toe in staat bent, dat blijft onbetaalbaar.
Fastpacken in de Pyreneeën
Route
In totaal legde ik circa 145 kilometer af in zes dagen: van het Franse Aulus-les-Bains naar Vielha in Spanje. Ik volgde geen vaste route, maar liep delen over de GR11 en de Haute Randonnée Pyrénéenne.
Reis
Ik pakte de trein van Amsterdam naar Toulouse. Via Parijs ben je in minder dan tien uur in Toulouse. Van daar bereik je met de lokale ov-verbinding Aulus-les-Bains. Vanuit Vielha brengt een Flixbus je in twee uur weer terug naar Toulouse.
DANKE! MERCI! GRAZIE!
Dankzij jouw lidmaatschap blijven de bergen toegankelijk
Als NKBV-lid ondersteun je samen met onze andere 75.000 leden het onderhoud aan paden, routes en hutten in de Alpen en Pyreneeën. Jaarlijks dragen wij als NKBV €400.000 bij aan het Gegenrecht Fonds. Met het geld in dit fonds onderhouden de Alpenverenigingen de infrastructuur in de bergen en worden hutten verduurzaamd. In ruil voor jouw bijdrage krijg je als lid van de NKBV tot 50% korting op overnachtingen in meer dan 1200 berghutten. Mede dankzij dit fonds kunnen we allemaal genieten van het prachtige en kwetsbare berglandschap. Nu en in de toekomst.
Meer weten? Kijk op nkbv.nl/gegenrecht
‘A goal is not always meant to be reached, it o en serves simply as something to aim at.’
- Bruce Lee
Fijnproevers: Cresta Sud, Gran Paradiso
Recept voor avontuur
Over grote rechthoekige blokken klimt Boris achter het touw aan omhoog. De horizon wordt gevuld door een aquarel van bergtoppen. Rechts de afgrond vanwaar we zijn gekomen en links een getand pro el van rotspunten, die in een boog doorlopen naar de top van de Gran Paradiso. Naar het hoogste punt is het zeker nog een uur over de gletsjer. Toch voelt het alsof we hier, op de top van de 3875 meter hoge Becca di Moncorvé, al ons hoogtepunt van de dag mogen vieren. Wie had gedacht dat dit geïmproviseerde plan zo bijzonder zou uitpakken? Een esthetische rotsgraat van hoge kwaliteit, met een avontuurlijk karakter op de hoogste berg die in zijn geheel in Italië ligt. En dat zielsalleen. Klimmen in volledige afzondering tijdens het hoogseizoen, wat een ervaring.
Het is heet. Heel erg heet, zelfs voor eind augustus. Na een kleine drie uur door de hitte omhoog sjokken komen we aan op het grote houten terras van Rifugio Vittorio Emanuele II. Snel gooi ik mijn tas af en trek ik mijn bergschoenen uit. Zittend op het stenen muurtje slaan Boris en ik de bedrijvigheid van het drukke
terras gade. Het terras zit bomvol met Italianen, altijd goed herkenbaar aan de felgekleurde en goed gestileerde bergkledij. En natuurlijk aan het onophoudelijke gepraat in het Italiaans. Opvallend toch hoe Italianen onafgebroken, druk gebarend en zeer temperamentvol met elkaar kunnen converseren.
Boris klimt door het prachtige gneis
Naderend onweer
‘Mmm, er wordt nu warmteonweer met flink wat regen voorspeld voor morgenmiddag.’ Gebogen over onze mobiele telefoons bekijken Boris en ik de verschillende weersites. ‘Hoe kan dat nou? Toen we gisteravond keken leek de voorspelling veel gunstiger.’ Snel raadpleeg ik verschillende weerapps, maar allemaal voorspellen ze hetzelfde: onweer met een flinke hoeveelheid regen vanaf de middag. ‘En als we nou eens heel vroeg beginnen, zodat we met het eerste licht kunnen beginnen met klimmen?’ ‘Ja, maar dan moeten we de aanloop in het donker doen en de aanloop kennen we niet en wordt vrijwel nooit gedaan.’
Boris en ik zitten binnen aan een van de grote houten tafels. In de keuken wordt het avondeten al voorbereid voor de honderdtwintig gasten van de volgeboekte hut. Dienbladen vol grote flessen Birra Moretti worden uitgeserveerd naar het terras. De gasten genieten van de strakblauwe lucht en de felle zomerzon. Ogenschijnlijk lijkt niemand zich zorgen te maken over het weer van morgen.
Zelf baal ik daarentegen flink van het donkergrijze wolkje met bliksemschicht op mijn scherm. In gedachten overpeins ik de afgelopen dagen, waarin we het beslisproces voor deze beklimming zijn begonnen. Onbewust ontstaat er een klaagzang in mijn hoofd. Waren we maar eerder
opgestaan vanmorgen. Waren we maar gisteravond laat aangelopen naar de hut zodat we vandaag hadden kunnen klimmen. Hadden we maar zus en hadden we maar zo. Gelukkig weet ik de negatieve spiraal van gedachtes snel de kop in te drukken. In de twintig jaar dat ik klim heb ik één ding wel geleerd, en dat is dat je het weer niet in de hand hebt. En dat je al helemaal niet je dag laat verpesten door iets waar je geen invloed op hebt. ‘Hey Boris, wat dacht je van deze route als alternatief?’
Ik baal van het donkergrijze wolkje op mijn scherm
De aanloop
Onder een kraakheldere sterrenhemel lopen we langs het kleine meertje naar het begin van de morene. De weerspiegeling van de maan op het rimpelende wateroppervlak zorgt voor een twinkelend zilvergrijs schouwspel. Als ik achteromkijk zie ik de laatste hoofdlampjes van een lange sliert lichtjes verdwijnen in de nacht.
Van de honderdtwintig klimmers in de hut zijn er vannacht 118 vertrokken naar de normaalroute van de Gran Paradiso (4061 meter). De overige twee klimmers lopen de andere kant op, het onbekende tegemoet.
Als de dageraad zich aankondigt staan we aan de voet van een puinhelling. Gisteravond hebben we vanaf een afstand de helling geïnspecteerd, maar nu in het halfdonker en dichterbij is het moeilijk diepte te onderscheiden, laat staan overzicht te krijgen. Al helemaal in deze woestenij aan losse brokken steen en gruis. Tot nu toe hebben we een klein uur gelopen over een vaag paadje op de goed geconsolideerde morenerug. Maar nu zullen we toch echt de helling op moeten om de schouder te bereiken waar de route begint. ‘Nou, zullen we hier dan maar omhooggaan?’
Eensgezind beginnen Boris en ik aan de onordelijke helling omhoog. Nergens is ook maar een enkel spoor te bekennen van mensen die ons zijn voorgegaan. Zelfs geitenpaadjes lijken geheel te ontbreken. Langzaam maar gestaag zoeken we de meest efficiënte weg naar boven. Gruis, stenen, brokken en af en toe in-situ gesteente wisselen elkaar af. Het daglicht heeft inmiddels onopgemerkt de duisternis verdreven. De dimensies van het terrein zijn daardoor overzichtelijker geworden. Zigzaggend vervolgen we onze weg. Soms besluit ik de puinhelling te verlaten en door de vaste rots te klimmen. Boris vervolgt zijn weg daarentegen weer op zijn eigen manier. Waar een wandelpad de route voor jou bepaalt, hebben we
hier de vrijheid en de creativiteit om onze eigen keuzes te maken. Dat is wat mij altijd heeft aangetrokken aan de bergsport en ook aan het klimmen op eigen protectie. Het extra oplossend vermogen, de pure vorm, maar vooral de vrijheid om je eigen keuzes te maken.
Op de schouder
Zittend op een groot rotsblok trek ik mijn bergschoen uit om een stukje steen te verwijderen. Voor mij heb ik een fabuleus uitzicht. Achter Boris, die de laatste meters tot op de schouder voltooit, strekt zich een weids panorama uit. Links scheren de eerste zonnestralen over de ruige bergtoppen van het zuidelijke deel van het Gran Paradisomassief. Daarachter ligt ergens het rotsklimparadijs Valle dell’Orco. Rechts, nog in het blauwige ochtendlicht, loopt de aanlooproute vanaf de hut door het ordeloze, haast chaotische terrein van losse brokken steen. Met hiernaast, boven alles uittorenend, de imposante spitse punt van de Becca di Moncorvé. Een loodrechte 500 meter hoge wand eindigend in een spitse losstaande toren. Vanaf hier wijst niets erop dat deze 3875 meter hoge top slechts een voorbouw is van de immens populaire vierduizender, de Gran Paradiso. Hoe wonderlijk is het dat mij deze
toren nooit eerder is opgevallen? En hoe wonderlijk is het dat wij hier helemaal alleen zijn terwijl even verderop meer dan honderd mensen in één lijn omhoog schuifelen naar de top?
Waarom kiest iedereen toch massaal voor de bekende en drukbezochte gebieden? Hebben we nou echt Tripadvisor nodig om van iedere reis de beste te maken? Natuurlijk kiest een beginnende klimmer voor een goed en duidelijk beschreven route. Maar moet een klimgebied echt tot in detail beschreven staan in de visueel verbluffende publicaties van Rockfax? Willen we een route echt niet klimmen omdat hij geen sterren krijgt? Wachten we nou echt tot de condities met naam en toenaam staan beschreven op Instagram? Is de mening van de andere bergsporter ons heus zoveel waard?
Is het de angst voor het onbekende? Of hebben we gewoon geen ruimte voor tegenslag in onze ijdele leventjes? Onze mondaine, drukke levens waarin werk en privé zoveel van ons vragen. Waarin we met moeite een paar weken in de bergen kunnen inplannen. De weken waarin het moet gebeuren. De weken die dan ook nog eens vrank verpest kunnen worden door slecht weer.
De vrijheid en creativiteit om eigen keuzes te maken
Route
Op de schouder nemen we even de tijd om het vervolg van de route te bepalen. Het plan is de relatief makkelijke zuidgraat van de Becca di Moncorvé te beklimmen en vanaf daar over te steken naar de Gran Paradiso. De beschrijving in mijn Italiaanse klimgidsje is kort maar duidelijk: ‘Arrampicata bella e panoramica – Portare dadi e friend, 2 corde da 50 m.’ Met 530 meter klimmen tot een moeilijkheid van maximaal 5a lijkt dit ons een verstandige keuze met het voorspelde warmteonweer.
Een overzichtsfoto met ingetekend een vage rode lijn is de enige informatie die wij verder zo snel konden vinden. Nu komt het aan op ons. Waar ziet de rots er het meest betrouwbaar uit? Waar kan ik een tussenzekering plaatsen? En vooral: waar denk ik omhoog te kunnen klimmen?
Met de eerste zonnestralen begin ik aan de hoekversnijding omhoog. Het voelt goed en vertrouwd om eindelijke vaste rots onder mijn voeten te hebben. Na twintig meter zie ik Boris achter mij aan omhoog klimmen. We klimmen op een lopende zekering, zodat we allebei tegelijk bewegen en dus meer snelheid maken. Verderop steekt een door weer en wind geteisterd stuk hout opzichtig uit een spleet in de rots. Het is het eerste teken van menselijke activiteit dat we tegenkomen op deze dag. Vrijwel zeker is het hout bijna vij ig jaar geleden gebruikt bij de
Zoals zo vaak blijkt tegenslag
eerste beklimming van deze graat door Andrea Oggioni en Josve Aiazzi, het bekende klimmersduo dat met name in de jaren vij ig nieuwe routes en prestigieuze beklimmingen door de Alpen maakte. Ongetwijfeld waren zij toen ook helemaal alleen op avontuur.
Snel klim ik door over de hoekig gevormde brokken gneis. Oogvormige brokken kwarts en veldspaat vormen perfecte treden en greepjes. Bijzonder hoe het oorspronkelijke graniet onder hoge druk en temperaturen een gedaanteverandering hee ondergaan en is vervloeid tot dit zogeheten augen gneis.
Halverwege de markante traverse naar links maak ik stand en zeker ik Boris na, waarop Boris het scherpe eind van het touw overneemt en het volgende deel voorklimt. Behendig klimt hij door de grote gepro leerde hoekversnijding omhoog. Even later klim ik door de steile vijfdegraads passage door naar de top. Grote hoekige vormen en steile passen zorgen voor een spectaculaire en inspannende lengte. Het is heerlijk klimmen, niet te moeilijk, vaste rots, goede tussenzekeringen en mooie structuren. Het is simpelweg genieten. Genieten van de route, het uitzicht, de ambiance, maar bovenal van de serene stilte om ons heen.
De top
Op de top van de Gran Paradiso kijk ik terug op de prachtige dag klimmen. De beklimming die begon met de moeilijke beslissing om ons hoofddoel niet in te stappen. Maar die uiteindelijk verrassend uitpakte met het klimmen van een waar juweeltje. Een verborgen klassieker. Zoals zo vaak blijkt tegenslag een goed recept voor avontuur. Dus wees eerlijk naar jezelf en sta open voor de wereld om je heen. Want wie zoekt naar avontuur kan het vinden. En vaak is het dichterbij dan je denkt!
De route is een a isselende klim met een totale lengte van 530 meter, zie ook de door Boris getekende topo. Het terrein varieert, waarbij de technische klimsecties bestaan uit vaste en compacte rotsen. In de gedeeltes waar je aan lopende zekering gaat, het scrambling gedeelte, ligt behoorlijk wat los gesteente. De 4c en 5a lengtes zijn prachtig. Het is hierbij aan te raden om klimschoenen te dragen voor extra grip en comfort. De route volgt een logische lijn door de wand. Eenmaal boven kun je aflopen over de normaalroute van de Gran Paradiso of door naar de top. De top is nog circa een uur over de gletsjer omhoog.
Materiaal
We hadden een complete set camalots mee, van maat #2 tot 0.4, en een set nuts. Daarnaast gebruikten we een trippel genormeerd dubbeltouw van 50 meter, aluminium stijgijzers en een pickel voor op de gletsjer. Ook hadden we twee aramide touwtjes van 5 meter bij ons, wat erg handig was voor het maken van standplaatsen aan grote blokken
Overnachten
Reserveer Ri gio Vittorio Emanuele II even van tevoren, aangezien het er in hoogseizoen heel druk is.
Aanloop
Vanaf de hut volg je het pad langs de zuidkant van het meertje, dat vervolgens de morenerug volgt. Na ongeveer één à anderhalf uur houdt het paadje op en traverseer je de puinhelling onder de voet van de Becca di Moncorvè in. Hier is geen pad of markering meer. Het komt op je eigen creativiteit aan hoe je de weg omhoog vervolgt. Ons advies is om dit deel met daglicht te ondernemen. Probeer circa 100 meter onder de kwartsband uit te komen op de schouder tussen de twee torentjes.
Fijnproevers wordt mede mogelijk gemaakt door Scarpa, Rab, 9C Climbing en BlueIce.
In ‘Lopend bu et’ gee Gydo van der Wal van ‘Buit – Eetbare natuur’ je tips voor wildplukken en koken tijdens je tocht.
Hoewel je het hele jaar door paddenstoelen kunt vinden, piekt het paddenstoelenseizoen in de herfst. Paddenstoelen verschijnen in allerlei kleuren, vormen en maten. In de Nederlandse cultuur is er vaak angst voor het plukken van paddenstoelen. Dat vind ik jammer. Natuurlijk zijn er gi ige paddenstoelen en is waakzaamheid geboden; laat de paddenstoel bij twijfel staan. Maar er zijn ook ongeveer twintig eetbare soorten die relatief eenvoudig te herkennen zijn en die je niet snel verwart met gi ige soortgenoten.
Boleten
Een goede soort om mee te beginnen is de kastanjeboleet. Deze hee de volgende kenmerken:
• Hoed: kastanjebruin, bolvormig, 5-15 centimeter diameter
RECEPT
Paddenstoelenomelet
Ingrediënten
• 200 gram verse boleten, schoongemaakt en in plakjes gesneden
• 4 eieren
• 1 kleine ui, jngehakt
• 1 teentje knoflook, jngehakt
• 1 eetlepel boter of olijfolie
• zout en peper naar smaak
Wildplukken in de herfst
De bossen als schatkamer
Ik krijg vaak de vraag: wat is je favoriete seizoen om te wildplukken? Het antwoord hierop vind ik niet eenvoudig, omdat elk seizoen zijn eigen charme en unieke eetbare planten en andere wilde lekkernijen hee . Deze variatie maakt het eten uit de natuur zo bijzonder en aantrekkelijk voor mij. Toch hee de herfst een speciaal plekje, vooral vanwege de paddenstoelen.
• Steel: bruin, cilindrisch, 4-12 centimeter lang, geen netwerk
• Poriën onder de hoed: geel tot olij leurig, verkleuren paarsblauw bij indrukken
• Vlees: wit tot lichtgeel, verkleurt paarsblauw bij indrukken
• Groeiplaats: naald- en gemengde bossen, vooral bij dennen
Een andere bekende soort is gewoon eekhoorntjesbrood. Deze boleet staat ook bekend als porcini of cep en is een van de meest gewaardeerde eetbare paddenstoelen:
• Hoed: lichtbruin tot donkerbruin, soms met een rode tint, bolvormig bij jonge exemplaren en breder en platter bij ouder eekhoorntjesbrood, 8-25 centimeter diameter
• Steel: wit tot lichtbruin, met een jn netwerk, cilindrisch, 8-20 centimeter lang
• Poriën onder de hoed: wit bij hele jonge paddenstoelen, later geel tot olij leurig
• Vlees: wit
• Groeiplaats: loof- en naaldbossen, vaak bij eiken, beuken, dennen en sparren
Ga je zelf paddenstoelen plukken?
Bereid je dan goed voor met mijn blog over twintig eetbare soorten die je niet zo snel zal verwarren met gi ige soorten en die relatief makkelijk te vinden zijn, via de QR-code of tinyurl.com/paddenstoelenplukken.
Neem ook een goed determinatieboek mee, bijvoorbeeld de ANWB Paddenstoelengids van Markus Flück.
Kastanjeboleet Eekhoorntjesbrood
Bereiding
1. Klop thuis de eieren los en giet ze in een goed afgesloten flesje. Snijd en verpak ook de andere ingrediënten en pluk onderweg boleten.
2. Doe een eetlepel boter of olie in de pan.
3. Voeg de jngehakte ui en knoflook toe en bak ze tot ze glazig zijn.
4. Voeg nu de gesneden boleten toe en bak ze 5-7 minuten, tot ze goudbruin zijn. Breng op smaak met zout en peper.
5. Giet de losgeklopte eieren over de groenten. Laat de eieren kort stollen.
6. Vouw de omelet vervolgens dubbel en geniet van je maaltijd en de prachtige omgeving!
Kijk voor het laatste verenigingsnieuws op nkbv.nl of volg de NKBV op Facebook: facebook.com/de.nkbv en Instagram: @_nkbv.
Kaderdag 2024
Op zaterdag 26 oktober 2024 zijn alle kaderleden van harte welkom op de Kaderdag bij Neoliet Utrecht. Dit jaar staat deze bijscholings- en waarderingsdag, met als thema ‘Voetjes van de vloer’, volledig in het teken van het direct toepassen van het geleerde in de praktijk. Naast alle praktische workshops onder begeleiding van doorgewinterde NKBV-leden, waarbij stilzitten geen optie is, hebben we keien van sprekers die jou inspireren om je kaderfunctie nog actiever uit te oefenen.
Zo neemt Tess Driessens (topsporter, coach en gepassioneerd klimmer uit België) jou mee om het beste uit jezelf te halen als klimmer. Ze helpt je om niet alleen een goede instructeur, maar ook een goede coach te worden. We sluiten de dag af met een borrel. Meld je aan via nkbv.nl/academie/agenda/26211.
Tess Driessens klimt Papagora (7b+) in
Nieuwe vrijwilligerspagina
Heb je al een kijkje genomen op onze nieuwe vrijwilligerspagina? Hier vind je een overzicht van alle vrijwilligersfuncties en openstaande vacatures. Of je je nu wil inzetten in een regiobestuur, bij een activiteitencommissie, tijdens klim- en boulderwedstrijden of op de Bergsportdag, er is altijd iets wat bij jou past. Of heb je zelf nog ideeën hoe je wil meedoen bij de NKBV?
Bezoek de nieuwe pagina via nkbv.nl/over-de-nkbv/vrijwilligers
Van zomer naar winter
Wat een geweldig zomerseizoen hebben we gehad! Bijna 2400 avonturiers zijn met Bergsportreizen op pad geweest en hebben samen onvergetelijke momenten beleefd. Ruim 550 leden volgden een alpiene cursus en maar liefst elfhonderd leden van alle leeftijden gingen samen op basiskamp! Het Bergsportreizenteam is dankbaar en trots dat we zo veel leden blij mogen maken met een reis of cursus in de bergen.
Nu staat het winterseizoen alweer voor de deur. Eind deze maand lanceren we het winterprogramma. Ook dit jaar kun je jouw wintervaardigheden uitbreiden met onze ijsklimcursussen, toerski-introductiecursussen en workshops lawinekunde en drytoolen. Daarnaast delen de berggidsen en instructeurs hun kennis en kunde graag met jou tijdens de toerski- en sneeuwschoenwandelreizen. Ga je deze winter met ons mee? Houd bergsportreizen.nl in de gaten.
Eerste queer outdoor voorklimcursus
[Ingezonden door NKBV-Regio Amsterdam] Dit voorjaar organiseerden we als regio Amsterdam de allereerste queer outdoor voorklimcursus. LHBTQ+-klimmers werkten hier in een inclusieve, ontspannen en gezellige omgeving aan hun voorklimtechnieken. Er ontstond een hechte groep die onder begeleiding van queer instructeurs de fijne kneepjes van het vak leerde. Acht nieuwe voorklimmers hebben succesvol hun examen afgerond en zijn nu klaar om zelfstandig de rotsen te trotseren.
Waarom zijn zulke initiatieven zo belangrijk? Omdat sport voor iedereen prettig, plezierig en veilig zou moeten zijn. Dit is nog niet voor alle doelgroepen vanzelfsprekend. Diverse groepen ervaren drempels om deel te nemen aan sport. Het is daarom van belang dat op alle plekken waar samen gesport wordt meer aandacht en bewustzijn komt voor een inclusieve en positieve sportcultuur.
Wij vinden dat iedereen zich welkom moet kunnen voelen binnen onze vereniging. Een cursus voor een speci eke doelgroep helpt om een plek te creëren waar iedereen zichzelf kan zijn. Het gevoel van saamhorigheid dat tijdens deze cursus ontstond is precies wat we nodig hebben om de sport inclusiever te maken. ‘Als er geen outdoor voorklimcursus speci ek voor queer mensen was geweest, zou ik het niet gedaan hebben’, zei een van de cursisten tijdens de eerste cursusdag.
De deelnemers gaven aan dat ze niet alleen veel klimvaardigheden hebben geleerd, maar ook nieuwe klimvrienden hebben gemaakt. Hopelijk is dit de eerste van vele cursussen die laten zien dat klimmen echt voor iedereen is!
Negen nieuwe tochtleiders
We hebben wat te vieren! We hebben er als vereniging negen nieuwe tochtleiders bij die vanaf volgend jaar inzetbaar zijn bij Bergsportreizen.
Je ziet de geslaagden hier op de foto. Vanaf links, met de klok mee: Stefan Vink, Dieuwke van der Ende, Bastiaan Smeets, Maarten Paquaij, Pien van der Geest, Robert Boer, Jeroen Fleer, Rens Kortmann, Lotte de Haan en de twee examinatoren: Teijo Broekema en Pierre Looman.
Daarnaast is Marilou Pouwels geslaagd als tochtleider voor hoogalpiene tochten tijdens de Masterclass ATL4. Van harte gefeliciteerd!
Duurzaamheid
De NKBV stree naar een duurzame relatie met haar leden en alle partijen in het veld. Duurzaamheid is ook een kernwaarde als het gaat om natuur, milieu en sociale waarden. We brengen dit zo goed mogelijk tot uitdrukking in een duurzame inkoop en bedrijfsvoering. Hoogtelijn wordt gedrukt op FSCpapier: papier uit duurzaam beheerde bossen (een keurmerk met goedkeuring van het Wereld Natuur Fonds) en verzonden in een recyclebare papieren verpakking. Voor onze correspondentie gebruiken we 100% gerecycled papier We schenken duurzame ko e van Brandmeesters en hebben een CO2neutrale postbezorging en data-opslag. We promoten het reizen per openbaar vervoer naar bergsportbestemmingen. Als je toch met de auto of het vliegtuig reist, kun je overwegen om je CO2-uitstoot te compenseren. Dit kan eenvoudig via greenseat.nl
Beter de bergen in met de NKBV
NKBV-leden pro teren van voordelen en kortingen en ontvangen vijf keer per jaar Hoogtelijn. Met je lidmaatschap draag je bij aan het onderhoud van hutten en paden in de Alpen en de Pyreneeën en het behoud van klimgebieden. Tip je vrienden om ook NKBV-lid te worden. Ze kunnen zich aanmelden op nkbv.nl en zien daar welke voordelen het lidmaatschap hen biedt.
Schaatsen in Glacier National Park
Meren & beren
Midden in de zomer trekken we door Glacier National Park op zoek naar schaatsmeren. Schaatsen in de zomer? Zijn we gek geworden? Nee, integendeel. Deze zomerse verkenning van het nationale park in de Rocky Mountains, op de grens van Canada en de Verenigde Staten, gaat een stuk gemakkelijker dan in de wintermaanden, als sneeuw en ijs de toegankelijkheid beperken. Van de 130 meren die het gebied rijk is, hebben we er een aantal geselecteerd om te bezoeken.
Gerard Murre Beeld Gerard Murre en Laura Kottlowski
We zijn nog maar net begonnen aan de tocht als Laura plotseling als aan de grond genageld blijft staan. Is er iets? Ik gluur over haar schouder en verstijf. Een kolossale beer! Vlak voor ons op het pad. De grote zwarte kop draait zich langzaam naar ons toe…
Ik heb Laura een paar dagen geleden voor het eerst ontmoet. Een rossige jonge vrouw met een sportief, sterk postuur. Ze is 37, net zo oud als mijn dochter. Wat doen een jonge Amerikaanse vrouw en een wat oudere Nederlandse man in Glacier National Park? Een gedeelde passie heeft ons hier samengebracht: schaatsen op natuurijs. We hebben elkaar leren kennen via Facebook. Laura Kottlowski is populair op sociale media met haar fantastische filmpjes waarop ze haar kunstschaatsfiguren laat zien op meren in oogverblindende berglandschappen. Ik ben een van de meest avontuurlijke Nederlandse natuurijsschaatsers, met onder andere tochten in Montana en op het Baikalmeer op mijn schaats-cv. Toen Laura hoorde dat ik in Verenigde Staten was, nodigde ze me uit om samen schaatsmeren te gaan scouten. We verzamelen informatie over de ligging, de diepte, de fotogeniekheid, de bereikbaarheid en de instroom van gletsjerwater.
Schaatsen op natuurijs wordt wel horizontale
bergsport genoemd
Lake Haiyaha, Rocky Mountain National Park
In de winter zijn toegangswegen soms afgesloten en zijn paden glad of dichtgesneeuwd. Het kan dan een halve dag kosten om zo’n meer te bereiken met het risico dat er geen of te dun ijs is om te kunnen schaatsen.
Horizontale bergsport
Laura haalt me op bij vrienden in Bozeman en we hebben een paar uur in de auto om kennis te maken en schaatsverhalen uit te wisselen. Laura was vorig jaar betrokken bij een incident waarbij meerdere schaatsers tegelijk door het ijs zakten. Zij slaagde erin om zichzelf en een andere vrouw te redden, maar een van de schaatsers overleefde het niet. Schaatsen op natuurijs wordt wel horizontale bergsport genoemd. Ook op het ijs kan een kleine fout zwaar bestraft worden. Botbreuken, snijwonden, onderkoeling en soms verdrinking komen voor. Veilig schaatsen in afgelegen gebieden vereist opleiding, ervaring en een goede uitrusting.
Ik heb zelf heel veel geleerd van de Zweden. Daar is het veilig schaatsen veel verder ontwikkeld dan in Nederland. De Zweden verzamelen voor de tocht informatie over de temperatuur, ijsdikte, neerslag, ijsgeschiedenis en satellietbeelden, en verwerken dat in een protocol om te besluiten of een tocht kan doorgaan. Een voorbereiding die klimmers niet vreemd zal zijn. Iedere schaatser hee bovendien de nodige spullen bij zich: twee stokken om het ijs te testen, ijspriemen, een werptouw met karabiner en een rugzak met daarin een set kleding in een droogzak, die tevens dient als drijver.
In de Verenigde Staten is de veiligheidscultuur vergelijkbaar met Nederland. Laura hee zich er beter in verdiept en schaatst ook met priemen en een werplijn. Een rugzak en stokken zijn moeilijk te combineren met kunstrijden. Wel draagt ze een reddingsvest en neemt ze een ijsboor mee.
IJsbergen
Glacier National Park is een van de mooiste berggebieden die ik ooit heb gezien. De hoge, monumentale bergen en de diepe valleien zijn gevormd door gigantische gletsjers die als bulldozers door dit gebied zijn getrokken. Nu is er nog maar een twintigtal gletsjers over, maar ze zijn nog steeds prachtig en voeden een groot aantal watervallen en meren. Het gebied kent zes toppen boven de 3000 meter. De valleien bevinden zich gemiddeld op een hoogte van 1000 meter.
We zetten onze tentjes op de camping bij St. Mary en rijden de volgende dag naar Many Glacier, het startpunt van veel wandelingen. We kopen een wandelvergunning en moeten een video bekijken over de omgang met beren en ander wild. Zowel grizzly’s als zwarte beren komen hier voor, maar ook wolven, elanden, edelherten en bergleeuwen kunnen gevaarlijk zijn.
De beer draait zich om en gaat er als een pijl uit een boog vandoor
Bij de primitieve kampeerplekken hangt een horizontale buis op 6 meter hoogte, waarover je een touw kunt gooien om je zak met eten op te hijsen boven beerbereik.
De eerste tocht gaat naar Grinnell Lake, 9 kilometer met 300 meter stijging. We lopen door dichte bossen en maken veel geluid om beren niet te verrassen. Als een beer schrikt kan dat een aanval uitlokken. Hier en daar loopt het pad langs meren waarin hoge bergen zich rimpelloos spiegelen. De lagere meren zijn helder. De hogere bevatten silt, fijn slijpsel dat meekomt met gletsjerwater. Het kleurt het water prachtig turquoise. Na drie uur bereiken we Upper Grinnell Lake. Het is werkelijk schitterend gelegen in een halve cirkel van steile wanden, waaraan gletsjers vastklampen en waarvan watervallen in de diepte tuimelen. Het meer is bezaaid met kleine ijsbergen met grillige vormen. We genieten van het fenomenale uitzicht, af en toe opgeschrikt door harde knallen als een stuk ijs a reekt en in het meer plonst.
Op de terugweg ontmoeten we Laura’s ‘spirit animal’. Een grote witte sneeuwgeit staat vlak bij het pad. Een prachtig dier. Het is al donker als we terugkomen bij de tent. Die nacht droom ik van de drie grizzlyberen die we gezien hebben vanuit de auto.
Moderne mensen
De volgende dag rijden we naar de grensovergang met Canada, waar we de auto laten staan en met volle bepakking aan de driedaagse tocht langs de Belly River beginnen. Het pad kronkelt door hoge ondergroei waarin we eigenlijk veel lawaai moeten maken om niet tegen een beer op te lopen. De eerlijkheid gebied
echter te zeggen dat je het gewoon niet volhoudt om urenlang te praten en te roepen. Op zo’n moment gebeurt het. Laura bevriest plotseling en als ik over haar schouder kijk, zie ik de zwarte gestalte van een dikke beer die met zijn rug naar ons toe midden op het pad zit. Zo’n 15 meter voor ons. Veel minder dan de aangeraden afstand van 100 meter. Als moderne mensen is onze reflex om onze camera te pakken. De beer draait zich om en zodra hij ons ziet gaat hij er als een pijl uit een boog vandoor. Het plompe lijf verdwijnt lenig en snel tussen de struiken. We lachen zenuwachtig en blijven nog even staan. Maar we moeten door en de reactie van de beer gee ons vertrouwen op een goede afloop van een volgende ontmoeting. Die laat niet lang op zich wachten. Een paar mijl verder zien we een zwarte beer tussen de struiken, op een meter of 20 van het pad. Veilig genoeg voor een paar foto’s, vinden we, maar ik hang mijn bearspray wel op een plaats waar ik er snel bij kan.
We lopen urenlang door een betoverend landschap met bossen en weides, langs bulderende watervallen en over een hangbrug,
tot we de tenten neerzetten aan Glenns Lake. De volgende morgen spreken we een jonge man die die nacht geconfronteerd werd met een beer die rond zijn hangmat scharrelde.
We gaan op pad naar Ipasha Lake. Een prachtige tocht waarbij we een paar keer vingers en tenen moeten gebruiken om omhoog te komen. Bij Margaret Lake houdt het pad op. De struiken zijn te dicht, dus waden we langs de rand van het meer naar de overkant. Nog steeds geen pad te zien en we glibberen door een beek naar Ipasha. Weer worden we getrakteerd op een fabuleus meer, omringd door steile rotswanden. Een prachtige schaatslocatie, maar waarschijnlijk te moeilijk bereikbaar in de winter. De zon verdwijnt achter de berg en we bese en dat het al laat is.
Een race tegen de klok begint, door dicht struikgewas, door het meer en klimmend langs de waterval, gevolgd door een paar uur lopen. We zijn nog met licht bij de tent, maar we zijn van plan nog een paar uur door te lopen zodat we morgen nog een meer kunnen bezoeken. Ik twijfel: in het pikdonker door bear country? Maar Laura is vastbesloten. We breken de tent op en lopen nog twee uur door een donker bos naar de volgende kampeerplek, waar ik uitgeput in slaap val.
Luchtgevecht
De volgende morgen lopen we naar Helen Lake, zo’n 12 kilometer lang geleidelijk omhoog. Alweer een schitterend plaatje en beter bereikbaar dan het meer van gisteren. We hebben tijd om een duik te nemen in het koude water en op te warmen in de zon. Op de terugweg zie ik een visarend een vis vangen in Elisabeth Lake. Een jonge Amerikaanse zeearend probeert vervolgens in volle vlucht de vis af te pakken. Terwijl de vogels om elkaar heen buitelen, horen we een suizend geluid boven ons hoofd. Een grote zeearend stort zich met ingetrokken vleugels op de twee kemphanen. Er ontspint zich een adembenemend schouwspel van drie dansende arenden die krijsend achter de boomtoppen verdwijnen. Dit ga ik nooit vergeten. Een spectaculair afscheid van een spectaculair gebied, waar ik ooit hoop terug te keren. Met of zonder schaatsen.
Winter: de mooiste tijd van het jaar
Het is november 2023, schaatsers ontwaken uit hun zomerslaap. Sinds begin oktober volg ik de weersontwikkelingen. Weersites kijken vooruit, maar een schaatser kijkt vooral terug. Je schat de ijsgroei in, houdt bij of er sneeuw is gevallen en of de wind die sneeuw hee weggeblazen. In deze periode heb ik regelmatig contact met Laura. We houden de gescoute meren in Glacier National Park in de gaten met weersite Windy en satellietfoto’s. We zien het eerste ijs op Upper Grinnell Lake verschijnen, maar helaas raast er een dag later een sneeuwstorm overheen. Het komt daar de hele winter niet meer goed. Laura weet dat je als schaatser flexibel moet zijn. Bij haar in Colorado vriezen de hogere meren dicht en ze klimt naar meertjes rond de 3000 meter hoogte. Natuurlijk met schaatsuitrusting en camera op haar rug. Vervolgens zijn de omstandigheden in de Canadese provincie Alberta ideaal en rijdt ze daar in twee dagen heen. Ondertussen komen er steeds meer goede berichten uit Alaska. Ze springt in een vliegtuig en belee de beste ijsomstandigheden sinds vele jaren in Alaska.
Op grote afstand kijk ik watertandend naar de onwaarschijnlijke beelden van ijs zo helder als glas, de bodem van het meer, dertig meter lager, zichtbaar alsof je zwee . Groen ijs, gletsjers met afgebroken ijsbrokken waar je tussendoor schaatst. Een week lang trekt Laura van meer naar meer, met de vrienden die je snel maakt in het kleine schaatswereldje.
Na dit schitterende begin van het schaatsseizoen rollen begin 2024 de donkere wolken over het noordelijk halfrond. Ze bederven de schaatspret met onophoudelijke sneeuwbuien. Maar in de zomer verdwijnt de sneeuw uit Glacier National Park. En de meren maken zich alweer klaar voor de vorst van november. Staan ze ons komende winter toe om ze voor het eerst in hun duizendjarig bestaan te beschaatsen?
In de serie ‘Klimmen bij de buren’ laten we je klimgebieden in de nabije omgeving van Nederland zien, op maximaal 400 kilometer van Utrecht.
De Ith
Klassiek Duits
Het is het noordelijkste en gelijk ook het grootste en belangrijkste klimgebied van Noord-Duitsland. We hebben het natuurlijk over de Ith, een ruim 25 kilometer lange heuvelrug ten zuiden van Hannover.
Tekst Harald Swen Beeld Collectie Robin Baks
De langgerekte heuvelrug maakt deel uit van het Weser-Leine-Bergland.
Langs de westelijke, noordelijke en oostelijke rand van de Ith liggen in een prachtig beukenbos honderden 10 à 25 meter hoge rotsen die uit kalksteen en dolomiet bestaan.
Er wordt al lange tijd geklommen in de Ith en dat hee tot gevolg dat veel routes ‘klassiek Duits’ behaakt zijn. Dit houdt in dat, met de klimstijl van weleer in gedachten, vrijwel alle
voor circa 1990 ingerichte routes tot en met 6b slechts weinig haken hebben. Wanneer je van de klimhal of een zonovergoten ZuidEuropees klimgebied gewend bent aan haken om de anderhalve meter, dan kan je hier voor verrassingen komen te staan. Tel daarbij op dat de rots niet overal honderd procent solide is en het wordt duidelijk dat je hier te maken hebt met een klimgebied dat eisen stelt aan je beoordelingsvermogen en vaardigheden als klimmer.
Wie naar de Ith of een van de omliggende gebieden gaat moet in staat zijn om gecontroleerd en beheerst te klimmen in passages waar vallen geen optie is. Kun je dat én wil je dat, dan vind je hier genoeg routes om je een leven lang in uit te leven.
Als nieuweling in het gebied kun je het beste beginnen bij de Lüerdisser Klippen, de Holzener Klippen of de Thüster Berg. In deze gebieden is de rotskwaliteit het best en zijn de routes het best behaakt. Check voor je in de Ith gaat klimmen altijd op ig-kletternniedersachsen.de of er geen tijdelijke of de nitieve klimverboden zijn. Het beoefenen van de klimsport in de Ith staat namelijk op gespannen voet met natuurbescherming. Vele rotsen, waaronder die van de Selter, dé voormalige hardcore-klimsector van NoordDuitsland, zijn helaas voor de klimsport gesloten en zicht op verandering is er niet.
Om te voorkomen dat er nog meer klimmassieven gesloten worden is het noodzakelijk dat klimmers zich strikt aan de toegangsregels van het gebied houden. Ook die vind je op de site van de IG Klettern Niedersachsen.
De Ith
• Aantal routes/maximale lengte: circa 1500/30 meter
• Klimstijl/steilte: 75-100°
• Niveau routes: 3 tot 8a
• Gesteente: kalksteen en dolomiet
• Expositie: voornamelijk zuidwest en noordoost
• Beste jaargetijde: voorjaar tot herfst
• Vrij toegankelijk
Meer informatie over dit gebied in de NKBV-Tochtenwiki:
Morgenbachtal
• Aantal routes/maximale lengte: 225/30 meter
• Klimstijl/steilte: wandklimmen, graten
Morgenbachtal
Kwartsiet rond de Mittelrhein
In het Mittelrheintal en het dal van de Nahe kan je op diverse plekken klimmen op kwartsiet, een gesteente dat je in de omgeving van Nederland niet veel tegenkomt.
Tekst Harald Swen Beeld Lise Berghuis
Het Morgenbachtal is een klein zijdal van het beroemde Mittelrheintal, op 20 kilometer van de Lorelei, de beruchte rots langs de Rijn. Voor de opkomst van het sportklimmen was het Morgenbachtal een van de populairste klimgebieden van onze contreien. Het steile en blokkige kwartsietgesteente biedt een compleet andere stijl dan de meeste andere klimgebieden rondom Nederland. Verspreid over de diverse sectoren van het Morgenbachtal zijn ruim honderd routes te vinden, die voornamelijk vierde- tot en met zesdegraads zijn. Daarnaast zijn er op de Nikolausfels, 5 kilometer stroomopwaarts, nog eens ongeveer vij ig routes.
Op een klein uur rijden van het Morgenbachtal en de Nikolausfels ligt nog een klimgebied met rotsen van kwartsiet: de Kirner Dolomiten. Laat je niet misleiden door de
naam, het is toch echt kwartsiet. Verspreid over een aantal sectoren vind je hier circa 75 routes. De routes hier zijn eveneens voornamelijk vierde- tot en met zesdegraads. Het is hier ook mogelijk om enkele makkelijke graatbeklimmingen te doen, een perfecte oefening voor alpiene routes. De Jungfrau, een steile, op zichzelf staande toren die wordt bekroond door een kruis op de top, is de populairste plek om te klimmen. De Schwarze Wand is een andere populaire sector, waarschijnlijk omdat er direct aan de voet een parkeerplaats is. Aan de overkant van de vallei ligt de Wehlenfels, waarop je over de graat kan klimmen.
Net zoals de Ith zijn ook deze drie klimgebieden klassiek Duits. Dat wil zeggen: een mengeling van sportklimmen en een meer alpien aandoende stijl met slechts her en der een haak. Om hier te kunnen genieten moet
• Niveau routes: 3 tot 7a+, met het zwaartepunt van 4 tot 6
• Gesteente: kwartsiet
• Expositie: alle windrichtingen
• Beste jaargetijde: voorjaar tot herfst
• Vrij toegankelijk
Meer informatie over dit gebied in de NKBV-Tochtenwiki:
je van een beetje eigen inzet houden, het kan namelijk geen kwaad een paar nuts en cams mee te nemen. De vaak hoge eerste haken en de soms steile hellingen waarop je staat te zekeren moeten je ook niet afschrikken. Klinkt dit alles je als muziek in de oren, dan kun je hier naar hartenlust klimmen.
DÉ BERGSPORT COLLECTIE VAN NEDERLAND.
Nergens vind je zoveel wandel- en klimschoenen, klimmateriaal, ski’s en toerski’s bij elkaar. Meer dan 400 modellen schoenen en keuze uit 800 verschillende ski’s. Je kan 365 dagen per jaar voor het gehele assortiment terecht. Ski’s in de zomer of een afritsbroek in de winter? Natuurlijk kan dat!
En we begrijpen wat je bezighoudt. We helpen je graag verder met al je plannen voor in de bergen.
Begin bij OutdoorXL aan je perfecte voorbereiding
• 10000m2 winkel
• Overzichtelijke afdelingen voor klimmen, wandelen en ski
• Voetanalyse, bootfitting en op maat gemaakte ski zolen
• Team van meer dan 100 enthousiaste liefhebbers
• Klimmen, trekkings, wandelen, ski(toeren)
• 4000m2 tentenverdieping
• Op 5 minuten van Rotterdam
• 7 dagen per week open
Kijk op OutdoorXL.nl en begin je voorbereiding.
De Cape Wrath Trail
‘I would walk 500 miles’
Roodverbrand zit mijn partner Darragh op zijn strandstoeltje. ‘It’s too hot here for an Irishman’, zegt hij terwijl het zweet van zijn voorhoofd druppelt. Na enkele maanden op tropisch warm Bonaire, hunkeren we naar kou en regen. En naar bergen. Schotland, met haar prachtige hooglanden en freedom to roam, lijkt ons de ideale bestemming. Zo ontstaat het idee om in het voorjaar van 2023 de Scottish National Trail te gaan lopen, die het hele land doorkruist. De Cape Wrath Trail is het laatste deel van de tocht. Het wordt een ruig avontuur met verrassend veel gezelligheid.
De Scottish National Trail loopt van Kirk Yetholm, aan de Engelse grens, tot aan Cape Wrath, het meest noordwestelijke punt van Schotland. Onze tocht bedraagt zo’n 750 kilometer, waarvan de Cape Wrath Trail grofweg de helft beslaat. Deze route is ongemarkeerd, soms padloos en kent lange stukken zonder bevoorradingsmogelijkheden. We overnachten sporadisch in een bothy, een eenvoudige berghut, maar kamperen meestal in de ongerepte natuur.
Zoeken naar het pad
Felroze luchtbed
We starten in Fort William. Via het Caledonian Canal en Loch Lochy bereiken we Invergarry. We komen al snel in aanraking met het Schotse wildlife als we een voor een het zompige bos in lopen voor een korte toiletpauze. Wanneer ik als tweede het bos uit kom, staat Darragh in zijn onderbroek midden op het pad verwoed zijn kleding uit te schudden. We blijken van top tot teen onder de piepkleine teken te zitten. Voortaan doen we elke avond een tekencheck en er gaat geen dag voorbij dat we niet enkele vastgebeten exemplaren bij elkaar losdraaien.
In Invergarry wordt ons tweetal een drietal wanneer we gezelschap krijgen van Francesco. Deze normaal goed georganiseerde Italiaan zou zich in Fort William al bij ons voegen, maar was zijn paspoort vergeten.
Ik kan me de vorige tocht met Francesco nog levendig herinneren. Hij vulde toen elke avond de helft van onze vierpersoonstent met zijn enorme felroze luchtbed. Deze keer heeft hij wel een lichtgewicht matje meegenomen, gepropt in een afgeleefde schooltas waaraan aan elk riempje of lusje een kledingstuk of ander item hangt. Zijn regenhoes is een vuilniszak.
Na 20 kilometer over de weg komen we bij een modderig, soms lastig te volgen pad omhoog. Het leidt naar Mam na Seilg, een zadel waarvandaan we prachtig uitzicht hebben over oneindig ogende lange en diepe valleien, oftewel glens. Er hangen wollige wolkjes aan de blauwe lucht die regelmatig opzij schuiven om de zon ons te laten verwarmen. We zijn geïsoleerd van de beschaving en genieten in stilte van het uitzicht. De uitgestrektheid en leegte van het landschap brengen een diepe rust met zich mee. Met alleen primaire levensbehoeften op onze rug de wildernis verkennen voelt als ultieme vrijheid.
De afdaling naar de rivier de Loyne gaat dwars door moerasland, waardoor Francesco al snel natte voeten heeft. Regen dreigt ons in te halen maar er is nergens een kampeerplek. We worden omringd door moeras, natte heide en hellingen. Om de moed erin te houden zetten Darragh en ik I’m Gonna Be in, de hit van The Proclaimers die onze tocht perfect beschrijft. Luidkeels en vals ‘I would walk 500 miles’ zingend vliegen we de helling af naar de rivier, waar gelukkig wel droog en vlak gras te vinden is. In de miezer zetten we haastig de tentjes op. Zodra we de ritsen sluiten, barst het los.
De volgende ochtend is het stralend weer en na een kort, koud bad in de rivier klimmen we naar het volgende zadel, wederom door moerasland. Net na de lunch bereiken we het meer Cluanie,
waar we een tweede lunch nuttigen. Over een tweede zadel heen ligt onze eerste bothy. We zijn uitgelaten na het lekkere eten en de koffie. Het weer is goed en de uitzichten fenomenaal. Al snel zien en horen we de weg langs het meer niet meer en zijn we terug in de wildernis. We bereiken Camban bothy in de vroege avond.
Het huisje diende ooit als herdershut maar raakte na het vertrek van de laatste bewoner in 1920 in verval. In ’69 is het door vrijwilligers opgeknapt en nu wordt de Camban bothy onderhouden door de Mountain Bothies Association. De bothy ligt prachtig in de vallei, omringd door ruige hoge bergen. Het golden hour is hier magisch.
Muizen
Bothies zijn geen berghutten met bedden, halfpension en sanitair zoals we gewend zijn uit de Alpen. Het zijn schuilplaatsen voor wandelaars en andere avonturiers. Ze bestaan vaak uit niet meer dan twee kamers, met soms een houten verhoging om op te slapen. Sanitair is er zelden, muizen vrijwel altijd. Het zijn meestal oude herdershutten, voormalige kluizenaarswoningen, uitkijkhutjes of soms zelfs oude schoolgebouwen. Er zijn meer dan honderd bothies in Schotland te vinden, waarvan de meeste onderhouden worden door de Mountain Bothies Association. We zijn vanavond niet de enigen in de bothy en er volgt een gezellig avondmaal met als toetje een potje kaarten.
Na het afscheid van Francesco de volgende dag passeren we meer bothies, met name Maol-Bhuidhe is prachtig gelegen in een groene vallei met een loch. Tijdens onze lunch hier krijgen we gezelschap van twee trailrunnende Belgen. We besluiten door te lopen in de hoop de morgen Kinlochewe te bereiken, waar een camping en winkel zijn. Behalve een sporadische duik in het ijskoude water van een loch of rivier, hebben we al een week geen douche meer gehad en ons eten raakt op. We bereiken Kinlochewe vroeg in de middag en zetten ons tentje op de laatste vrije plek op de camping op. Het is zondag en het enige winkeltje in het dorp is gesloten. Het hotel serveert alleen eten aan hotelgasten en dus druipen we teleur-gesteld af. Op de camping lopen we opnieuw de rennende Belgen tegen het lijf. En zij hebben ondersteunend vervoer: een enorme camper die wordt rondgereden door kok/buurman Sjors. We mogen aansluiten voor een bord spaghetti en een Tripel Karmeliet.
Een echt bed
Van Kinlochewe naar Inverlael lopen we af en aan met Duncan en Charlie. Deze twee bebaarde zestigplussers uit Engeland zijn doorgewinterde thru-hikers, goed gezelschap en voorzien van een heupfles gevuld met whisky. We komen nu steeds vaker stukken tegen waar geen pad is. De dagen zijn gelukkig helder en dus gaat het navigeren in de glens vrij makkelijk. Het mooie weer van de afgelopen weken heeft echter ook een keerzijde.
De Schotse midges komen normaliter begin juni pas tevoorschijn, maar dit jaar zijn ze half mei al van de partij. Het zijn kleine, op fruitvliegjes lijkende insecten die rond de schemering met miljoenen tegelijk uitvliegen om letterlijk ons bloed te drinken. Met netjes om onze hoofden en lange kleding zitten we ’s avonds voor de tent. Maar zelfs Duncans whisky kan ons niet lang buiten houden en een voor een vluchten we onze tentjes in.
In Ullapool hebben we een Airbnb geboekt. We kijken enorm uit naar een bed, voor het eerst in twee weken. Ullapool ligt ongeveer zes kilometer van de trail af. Het is een vissersdorp met restaurants en echte winkels. We moeten nog twee bergpassen over om in Inverlael te komen en vandaar hopen we te kunnen liften naar Ullapool. Na tien minuten klimmen begint het te regenen, vijf minuten later komt het met bakken uit de lucht. De regen is ijskoud en de pas hangt in de wolken. Maar het Schotse bothies zijn geen berghutten met bedden, halfpension en sanitair
weer kan alle kanten op en de tweede pas steken we over met stralende zon en een fenomenaal uitzicht op Loch Broom. Eenmaal afgedaald aan de andere kant lopen we Cham, Duncans vrouw, tegen het lijf. Zij wacht op de mannen om ze naar Ullapool te brengen en biedt ook ons een lift aan. We blijven twee dagen in het dorp en genieten van de bewoonde wereld. Er is livemuziek in de pubs, waar we biertjes drinken en poolen met andere wandelaars.
Gesloten deuren
Vol enthousiasme lopen we van Ullapool richting The Schoolhouse, een bothy waar we tussen de oude schoolbanken en -kaarten slapen. We rekenen uit nog een dag of zes nodig te hebben om Cape Wrath te bereiken.
De daaropvolgende dag, de tocht naar Glencoul Bothy, gaat onze geschiedenis in als de zwaarste dag in Schotland. De ellende
voor het eerst sinds ik hem ken is hij stil, van pure uitputting
begint al vroeg in de ochtend, als we door het moeras, zonder pad, richting de eerste pas ploeteren. We hebben al snel natte voeten en moeten geregeld steil klimmen. De afdaling loopt door een prachtige groene kloof. Eenmaal beneden wagen we het erop de omweg naar Hotel Inchnadamph te nemen, in de hoop koffie te vinden. Vier extra kilometers, een dichte deur en twintig midgebeten later zijn we terug op de route. De tweede pas hangt in onheilspellende, donkere wolken. Stortregen verslechtert de gemoederen tijdens de afdaling, die vrij steil en zeer modderig is. We hopen de Glencoul bothy binnen een paar uur te bereiken, maar de hut laat lang op zich wachten. Inmiddels lopen we honderd meter uit elkaar, ieder behoedzaam voor het humeur van de ander. Na het zoveelste heuveltje zie ik eindelijk een schoorsteen verschijnen. Ik slaak een zucht van verlichting. Het is inmiddels half acht ’s avonds, we hebben er ruim 30 kilometer opzitten. We zijn koud, nat en uitgeput. Het zit ons niet mee vandaag, want als we opgelucht de bothy binnen strompelen, blijkt deze vol te zijn. Teleurgesteld trotseer ik opnieuw de regen en zet ons tentje buiten aan de oever van Loch Glencoul op. Darragh zit apathisch op een stoel binnen. Het is voor het eerst sinds ik hem ken dat hij stil is, van pure uitputting.
De volgende ochtend worden we getrakteerd op stralend weer. Gele bloemen bloeien langs het pad dat we omhoog lopen. Na een half uur sprint Darragh de berg weer af om zijn regenbroek te halen, die hangt nog in de Glencoul bothy.
Precies ten noorden van Loch Glencoul ligt Loch Glendhu, dat in directe verbinding staat met de Hebridenzee. Bij de bothy aan het meer wassen we onszelf in het ijskoude zeewater en krijgen we zelfs gezelschap van een otter. Vlak na Achfary lopen we drie jonge Belgische mannen tegen het lijf. Zij zijn van plan tot Rhiconich door te lopen omdat daar een hotel met pils schijnt te zijn. Zodra het woord pils valt, beginnen Darraghs ogen te stralen. Hij kijkt me smekend aan en ik moet toegeven dat dit vooruitzicht mij ook niet onberoerd laat. Watertandend lopen we nog 14 kilometer extra, wederom padloos door het moeras. Eenmaal in Rhiconich blijkt ook dit hotel gesloten. De Belgen laten zich echter niet kisten en bellen net zo lang aan tot de
MAAK JE KLAAR VOOR DE WINTER
Deze winter staan er weer volop avonturen op het programma: sneeuwschoenwandelen, toerskiën, off-piste skiën en ijsklimmen. Zin in een uitdagende en gezellige week? Ga dan mee met de toerskien freeridewinterweek, begeleid door de ervaren instructeurs van de NKBV. Wil jij de eerste zijn die de winterreizen kan boeken?
Veluwe Outdoor totaalconcept
Het Veluwe Outdoor Totaal Concept heeft tot doel om de juiste schoen voor uw voeten te vinden voor uw wandeling. De vragen die daarbij beantwoord worden zijn:
eigenaar de deur opendoet. Het hotel wordt verbouwd maar hij heeft nog een treetje met 24 ciders staan. Zelfs door de midgenetjes heen smaken ze verrukkelijk.
Kliffen
De laatste twee dagen breken aan en met een dubbel gevoel lopen we richting Kinlochbervie. Opluchting en teleurstelling wisselen elkaar af. In de haven is een douche waar je voor een pond vijf minuten kan douchen en we kunnen er onze kleren wassen. Gehuld in onze regenbroeken en pyjamashirts spenderen we de volgende vier uur in het enige open cafeetje in het dorp. We eten een Scottish breakfast en drinken koffie. We zouden vandaag de finish al kunnen halen, maar we hebben goede verhalen over Sandwood Bay gehoord en willen graag daar onze voorlaatste nacht doorbrengen. Sandwood Bay is nog mooier dan gedacht. Het is een duingebied tussen de hoge kliffen van de Schotse noordwestkust. Op een vlak stukje gras boven in de duinen slaan we ons laatste kamp op. Het uitzicht in combinatie met het naderende einde maakt ons stil.
Het is nog slechts 12 kilometer naar Cape Wrath, dus pakken we de volgende ochtend rustig onze spullen in. De route loopt langs de ruige kust naar het noorden. Wederom is er geen pad en Darragh en ik kiezen ervoor om dicht bij de kust te blijven. Het betekent meer stijgen en dalen, maar ook beter zicht op de spectaculaire kliffen waar de oceaan tegenaan beukt. Vlak na het middaguur zien we de vuurtoren opdoemen boven de heuvels. We hebben het gehaald. Ik pak Darraghs hand en krijg het gevoel dat mijn keel wordt dichtgeknepen. Ruim zeven weken waren we onderweg, waarvan de laatste tweeënhalf op de Cape Wrath Trail. En nu hebben we de finish bereikt, het voelt onwerkelijk.
Route
De Cape Wrath Trail is een langeafstandsroute van Fort William naar het meest noordwestelijke punt van Schotland, Cape Wrath. De route is ongemarkeerd en gedeeltelijk padloos. Er zijn verschillende variaties, die alle ruim 300 kilometer bedragen. Gemiddeld doet men er zestien tot twintig dagen over.
Reis
Fort William is goed bereikbaar met de trein of bus vanuit de haven van Newcastle of vanuit de luchthavens van Inverness, Glasgow en Oban. Vanaf Cape Wrath gaat er dagelijks een busje naar de ferry naar Durness. De ferry gaat alleen bij goed weer, anders is het nog 8 kilometer lopen. Vanuit Durness gaat er een bus naar Inverness.
Overnachten
Wildkamperen is een must voor deze route. Je mag in Schotland (bijna) overal wildkamperen en je kunt de tent op de mooiste plekken opzetten. Er zijn onderweg wel enkele dorpjes en bothies, maar niet genoeg om elke avond in te slapen. De namen en coördinaten van bothies zijn te vinden in The Scottish Bothy Bible of op mountainbothies.org.uk.
Kaart
Wij hebben gebruikgemaakt van de OsmAnd app. Via walkingthehiglands.co.uk kun je de route in de app laden. Tevens kun je met vlaggetjes bothies en winkels markeren. Voor de zekerheid hadden we ook een kaart en een kompas bij ons.
Er is een klein cafeetje, Ozon, dat wordt gerund door vader en dochter, waar we koffie en broodjes kunnen bestellen. We zetten onze rugzakken neer en verkennen de kaap. Richting het oosten zien we kliffen zo ver als het oog reikt. Er steekt een sterke wind op en we mogen de laatste nacht spenderen op de vloer van café Ozon. De Cape Wrath Trail, en daarmee de Scottish National Trail, zit erop. Schotland heeft een plekje in ons hart veroverd, we komen zeker terug.
VEILIG DE BERGEN IN
Bereid je voor op het ergste, hoop op het beste: een mooi motto om mee de bergen in te gaan. We zetten negen handige hulpmiddelen op een rij die je in geval van nood goed kunt gebruiken.
Onder redactie van Noor van der Veen
Noodknop
Hoewel het elk jaar beter wordt, zijn er nog steeds veel plekken in de bergen waar je geen mobiel bereik hebt. In geval van nood kun je dan geen hulpdiensten bellen. Er zijn verschillende beacons op de markt die op zo’n moment via satellietcommunicatie contact kunnen leggen met de hulpdiensten. De Garmin InReach Mini 2 hee bijvoorbeeld een SOS-knop. Door daarop te drukken wordt een bericht met jouw locatie verzonden naar het Garmin Response Center, dat vervolgens de juiste hulpdiensten inschakelt en contact met je houdt. €299,99, plus service-abonnement (vanaf €19,99 per maand) via garmin.com
Twee in één
Een ongeluk zit in een klein hoekje en dus is het altijd verstandig om in de bergen een EHBO-set bij je te hebben. Ortovox bedacht iets handigs voor multipitchers die liever geen rugzak meenemen. De First Aid Rock Doc is een pofzak en EHBO-kit in één. De set bestaat uit vinyl handschoenen, een schaartje, verband, een kompres en (hecht)pleisters in verschillende maten. Er is daarnaast plek voor je telefoon, een energiereep en een autosleutel.
€50 via ortovox.com
Behulpzame Sam
Onmisbaar apparaatje
Als je onverhoopt iets breekt in een afgelegen gebied, dan ben je blij een Sam Splint bij je te hebben (en ik spreek helaas uit ervaring). Het is een lichtgewicht spalk die in elke vorm te buigen is en verlichting en ondersteuning biedt bij allerlei breuken.
De spalk weegt slechts 130 gram en wordt door velen ook gebruikt als isolerend zitmatje. Hij schijnt daarnaast in een noodsituatie ook als peddel of sneeuwschep te kunnen dienen.
€13,95 via nkbvwebshop.nl
Voor iedereen die wel eens op de gletsjer op pad gaat is de Petzl Micro Traxion een onmisbaar onderdeel van je uitrusting. Het maakt een onverhoopte spleetredding zoveel makkelijker en lichter dat het meenemen ervan opweegt tegen het nadeel van het extra gewicht (85 gram). In veel gevallen heb je niet genoeg resttouw om een volledige seilrolle flaschenzug uit te voeren. Met de Micro Traxion takel je in dat geval gemakkelijk direct op het touw dat naar het slachto er leidt. Een lichter en kleiner alternatief is de Petzl Nano Traxion (53 gram).
Vanaf €75,95 via petzl.com
De kunst van het afdalen
De legendarische Britse bergbeklimmer Andy Kirkpatrick schreef veel boeken over zijn epische klimcarrière, waarin het meer dan eens behoorlijk misging. Wie anders dan hij kan een boek over de kunst van het afdalen en omkeren schrijven. Het boek Down: The Complete Descent Manual for Climbers, Alpinists and Mountaineers is niet alleen instructief, maar bevat ook veel goed uitgelegde casussen en voorbeelden uit zijn eigen praktijk.
E-book, €9,99 via andy-kirkpatrick.com
Lawinegevaar
De SnowCard van de Deutscher Alpenverein is een handig instrument dat je kan helpen om ter plaatse een risico-inschatting te maken van het lawinegevaar. Je meet de hellingshoek van een wand of helling en combineert die informatie met de expositie en het actuele lawinebericht.
€12,80 via nkbvwebshop.nl
Multifunctioneel
Noodonderkomen
Multitools zijn er in alle soorten en maten. Deze Fireranger Clam van True Utility is relatief klein en licht (262 gram), maar hee in geval van nood wel alles wat je mogelijk nodig zou kunnen hebben. Een greep uit de opties: een mes, een zaag, een resteel om vonken mee te maken, een noodfluitje en een tang.
€35,50 via trueutility.com
Nieuwe telefoon?
Als je op het punt staat een nieuwe telefoon aan te scha en, kun je ook een iPhone 14, 14Pro, 15 of 15Pro overwegen. Net zoals beacons als de Garmin InReach beschikken deze nieuwere iPhone-modellen over de mogelijkheid om in geval van nood via satellieten contact op te nemen met de hulpdiensten. Het Emergency SOS-systeem wordt ingeschakeld als je buiten mobiel bereik de nooddiensten probeert te bellen. Vanaf €869 via apple.com
Een bothy bag is warmer, droger, lichter én gezelliger (en dus veiliger) dan een bivakzak. Waarom kiezen de meeste bergsporters dan toch voor een bivakzak? Geen idee eigenlijk. Ik zet de voordelen van een bothy bag op een rij.
Een bothy bag, niet veel meer dan een rechthoekige zak, werkt als volgt: je gaat er met je tochtgenoten in zitten, met de ruggen tegen de zijwanden. Er komt geen tentstok aan te pas. Hoe guur het weer buiten ook is, binnen is het onmiddellijk warmer, windstil en droog. Omdat de onderkant open is, kun je de luchtvochtigheid binnen goed reguleren. Gelukkig zitten er in mijn tweepersoonsvariant van Rab wel waterdichte zitjes, zodat je echt droog blij als je hem moet gebruiken.
van nood houdt de bothy bag je niet alleen warm, maar maakt hij je ook beter zichtbaar voor hulpdiensten.
Vooruit, in één scenario kan ik me voorstellen dat de bothy bag minder prettig is: als je tijdens een gepland bivak met je slaapzak en mat languit wil liggen lukt dat beter in een bivakzak. Maar ook dan is er een lichter en beter ventilerend alternatief: de tarp. Sorry bivakzak.
Gebruik een bothy bag tijdens een wandelpauze in de regen of om een ongepland bivak in een storm te doorstaan. Rab verkoopt bothy bags in twee-, vier- of achtpersoons varianten. Heel licht, van nylon, of iets zwaarder, van polyester, met een raampje en extra tochtslurf. Kies bij twijfel voor de iets ruimere bothy bag, dan passen de rugzakken er ook in.
De warme oranje kleur van de bothy bags van Rab valt direct op. Met een reden uiteraard. In geval
Rab bothy bag / shelter
De tweepersoonsvariant weegt 320 gram
€65
rab.equipment
Wandelroute van het Jaar 2024 in de Oostkantons
Een bekroond drieluik
Tijdens de Fiets- en Wandelbeurs wordt jaarlijks de Wandelroute van het Jaar gekozen. Het gaat daarbij om nieuwe of ingrijpend vernieuwde routes in de Benelux. Dit jaar werd de Venntrilogie in de Oostkantons in Wallonië gekozen. Een route van 109 kilometer, opgedeeld in zes etappes door drie verschillende landschappen: de noordelijke Venen, de Hoge Venen en de zuidelijke Venen. Met 1759 meter stijgen en 1493 meter dalen een mooie oefening voor de bergwandelaar.
Tekst Peter Daalder Beeld Aart Markies
Eind mei, na enkele zeer zware regenperiodes, lopen we de Venntrilogie. Een beetje improviseren vanwege het weer, kilometers lang een wat hoger polletje of een steen vinden in de enkeldiepe blubber en mijn nieuwe poncho testen. Het is opmerkelijk hoeveel paadjes er in het landschap verborgen zijn, met name in de eerste drie etappes.
Waarom zou je jouw wandelroute laten meedoen aan een wedstrijd? Nou, het is mooie publiciteit, zeker als je wint. De jury wandelde over de genomineerde routes en beoordeelde onder andere de bewegwijzering. Dat klinkt wat ouderwets in de tijd van GPX-bestanden, die van deze route overigens ook beschikbaar zijn, maar het loopt heerlijk ontspannen! Op de Venntrilogie is de bewegwijzering prima, beide richtingen op. Er zijn drie kleurtjes gebruikt voor de drie delen van de route, waarbij opvalt dat de grijze kleur op de twee etappes van de Hoge Venen er niet echt uit springt, maar dat is in dat kwetsbare natuurgebied misschien juist wel de bedoeling.
Hardlopen en etsen
De bordjes van de Venntrilogie zijn niet alleen, soms zitten er wel tien wegwijzers op één paal. Er lopen talloze (GR-)paden, etsroutes en af en toe ook een ruiterpad door het gebied. Ondanks dat is het op de route rustig, met uitzondering van de zondag waarop een triatlon over een deel van de route blijkt te lopen. We zien onderweg maar een enkele trailrunner. Het lijkt een behoorlijke uitdaging om het parcours, vol met obstakels, boomwortels, keien en sompige stukken moeras, hardlopend af te leggen. Datzelfde geldt voor de mountainbikers die op diverse stukken de ets meer op de rug hebben dan dat ze kunnen trappen. Op een deel van het parcours zijn etsen trouwens niet toegestaan.
Het drieluik over de Venen is zeer de moeite waard en de bekroning terecht, hoewel we de andere genomineerden niet allemaal kennen. De Venntrilogie is wel voor de doorstappers. Vier van de dagetappes zijn tussen de 20 en 25 kilometer en twee kortere aan het einde 11 en 12 kilometer. De meters omhoog variëren per etappe van 172 tot 523 meter. Gevoegd bij de drassige ondergrond en het voortdurend glooiende terrein, is het een leuke uitdaging.
Noordelijke Venen (Vaals-Eynatten-Eupen)
Waar de bergen verdergaan
Als Zuid-Limburg de plaats is waar de bergen beginnen, zoals ze daar graag zeggen, dan zijn de noordelijke Venen de plek waar de bergen verdergaan. De Venntrilogie start op het Drielandenpunt, het hoogste punt van het Nederlandse vasteland. Niet te verwarren met het hoogste punt van het koninkrijk, dat ligt op Saba, het is Mount Scenery (887 meter).
Het is historische grond, daar op de 322,5 meter hoge Vaalserberg. Achter een groot informatiebord daalt de Venntrilogie via een heus bergpaadje af richting het vierde land dat ooit de Vaalserberg aantikte. Neutraal Moresnet was een wonderlijke speling van de geschiedenis. In het Traktaat van Aken uit 1816 werd ‘Het Onverdeelde Gebied van Moresnet’ benoemd. Er was onduidelijkheid over het stukje grond na het Congres van Wenen, waar in 1814-1815 het rijk van Napoleon werd verdeeld. Een zinkmijn in het gebied was onderwerp van discussie. Zowel Nederland als Pruisen wilde die hebben. De beslissing: het gebied werd neutraal, maar liefst van 1816 tot 1920.
Esperanto
Het landje was weliswaar neutraal en stond onder Nederlands en Pruisisch gezag, maar had een ongekroonde koning: de huisarts Wilhelm Molly, die de inwoners gratis behandelde en streed voor de autonomie van Neutraal Moresnet. Hij voerde het kunstmatige, neutrale Esperanto in als o ciële taal. En het land van 334 hectare (zo’n 165 voetbalvelden) kreeg een volkslied in het Esperanto. Vlak voor de ontbinding van de ministaat stierf deze opmerkelijke pionier.
Door het Verdrag van Versailles werd het gebied in 1920 bij België gevoegd. De mijn was leeggehaald en de fraaiste herinnering aan de mijnbouw is het zinkviooltje dat op de zinkhoudende grond bloeit met frisse gele bloemetjes.
Het vriendelijk glooiende landschap, uitbundig groen eind mei, hee talloze wandelpaadjes, veelal dwars door weidegrond en ontsloten door tientallen hekjes waarvan er niet één hetzelfde is. We lopen langs de Geul en zien dat het voormalige Neutraal Moresnet een welvarende streek is geworden. In de driehoek Aken-Luik-Maastricht is het leven goed en is het gekrakeel in Den Haag en Brussel ver weg.
Hekjes en doorgangen in vele varianten
Waar de vlonders stoppen, ontstaan modderpoelen
Hoge Venen (Eupen-Signaal van Botrange-Malmedy)
Vlonders en bosbessenbier
De Hoge Venen is het bekendste deel van de Venntrilogie. Eupen en Malmedy zijn de grootste plaatsen in het gebied. De uitgestrekte kale hoogvlakte van 4300 hectare met zijn vele honderden meters houten looppaden en vlonders boven de moerassige ondergrond is een bekend beeld. Het veen is drassig. Waar geen vlonders liggen wordt het pad steeds breder en grilliger, want iedereen zoekt nieuwe droge plekken om even op te staan.
Van rivier tot beek
De derde etappe begint in Eupen, de hoofdstad van de Duitstalige Gemeenschap. De rivier de Vesder hee er een flinke omvang. Het water kleurt goudbruin door de humuszuren die vrijkomen uit de drassige bodem en is kalkarm, ideaal voor de wolindustrie die hier floreerde. De hele dag volgen we de Vesder, ooit nog grens-
rivier tussen Nederland en Pruisen. Na 25 kilometer door enorme loo ossen en ruim 500 meter hoger is er van de levendige, woeste rivier niet veel meer over dan een rustig kabbelende kleine beek met fris en helder water.
We merken op dat er nogal wat bomen en struiken staan waarvan de topjes bespoten zijn met een opvallende blauwe kleur.
Bij navraag blijkt dat die behouden moeten blijven. Alle begroeiing die oranje beschilderd is, wordt binnenkort gekapt. Er zijn ook nog witte merktekens, waarvan de betekenis ons onbekend blij . Een heel kleurenpalet voor de bosbouwers.
Bier
Belgen brouwen bier, overal. Zelfs op de Hoge Venen. Daar staat sinds 2016 de Peak-brouwerij, waar met het water van de Hoge Venen onder meer blond, bruin, tripel en bosbessenbier gemaakt wordt.
De brouwerij ligt vlakbij het hoogste punt van België, dat ook het hoogste Europese punt van de Benelux is. De top draagt de naam Signaal van Botrange en ligt op 694 meter boven TAW, de Tweede Algemene Waterpassing, de Belgische variant van ons Normaal Amsterdams Peil. De militaire gouverneur Herman Baltia bouwde op het hoogste punt een zes meter hoge constructie van zand, beton en ijzer, waardoor je boven op dat bouwsel op 700 meter staat.
Het Signaal van Botrange is een geliefde plek voor wandelaars en in de winter voor langlaufers. De Hoge Venen is vaak een van de eerste plaatsen waar sneeuw ligt. Het hoogveen met zijn speci eke begroeiing is uitgestrekt.
De etappe eindigt daar op het hoogste punt en gaat verder richting Malmedy. Je zou verwachten dat de route steeds daalt, maar in dit gedeelte zitten nog enkele venijnige klimmetjes.
Zuidelijke Venen (Malmedy-Robertville-Bütgenbach)
De vangeheimen de Sotês
De laatste twee etappes van de Venntrilogie zijn kort, maar wel degelijk ook interessant. En anders dan de andere vier. De route volgt vrijwel continu de vallei van de Warche, soms op een pad vlak langs de oever, dan weer tot wel 30 tot 40 meter boven het water. De zesde etappe loopt een groot gedeelte langs het stuwmeer van Robertville.
kunt lopen, waarbij minder dan tien procent bestaat uit verharde paden en wegen.
Smeltkroes
liefdevol gesponsord in het kader van de Euregio Maas-Rijn. Naast de onderscheiding Wandelroute van het Jaar hee de route ook de erkenning Leading Quality Trails / Best of Europe ontvangen, een onderscheiding van de European Ramblers Organisation, een club die wandelen en hiken promoot, evenals het ontwikkelen van nieuwe routes in Europa.
Wat enigszins verbaast in het gebied is de smeltkroes van Vlaams, Waals en Duits. De ingewikkelde structuur van België met deelregeringen, de federale overheid en daarbij behorende diensten, is in OostBelgië nog een graadje lastiger. In het gebied, dat Duitsland na de Eerste Wereldoorlog bij de Vrede van Versailles in 1919 moest afstaan aan België, wordt Waals, Duits, Vlaams en nog wat dialectvarianten zoals Platdiets gesproken. Een deel van het gebied wordt beheerd door het Waalse Gewest, een ander deel door de Duitse Gemeenschap, met een paar uitzonderingen voor plaatsen met veel Vlaamstaligen.
Samenwerking
Dat de Venntrilogie tot stand gekomen is, is dus een knap staaltje samenwerking. In andere delen van de wereld hadden ze elkaar allang de koppen ingeslagen of, minder erg, bordjes en aanwijzingen beklad of vernield. De natuurpracht van de Oostkantons hee overwonnen! Of zouden de Sotês, de grijnzende kabouters uit de grotten in de Warchevallei bij kasteel Reinhardstein, een geheimzinnige rol gespeeld hebben? De
De Venntrilogie is een product van de Oostkantons en wordt door Europa
Venntrilogie
Reis
Van Utrecht naar het begin van de Venntrilogie op het Drielandenpunt in Vaals is 200 kilometer. Er gaat een bus vanaf NS-station Maastricht naar het startpunt. Wie met het openbaar vervoer van de route naar overnachtingsplaatsen wil reizen moet een goede planning maken, want op een aantal trajecten rijdt de bus slechts enkele keren per dag.
Meerijden
Omdat het openbaar vervoer niet overal vaak rijdt, bestaat in het oosten van België al sinds 2018 het systeem van de Mitfahrbank. Het zijn lichtblauwe houten banken met een ‘li duim’ daarboven.
De Belgen zijn er trots op en hebben met de zes etappes van de Venntrilogie een drieluik neergelegd waarop je zes dagen
Wie op de bank zit, wil graag meerijden. Lees de regels op fahrmit.be.
Documentatie
De Wandelroute van 2024 is uitgebreid gedocumenteerd. Er is een gids beschikbaar (Nederlands/Frans en Duits/Engels) die ook gratis te downloaden is op ostbelgien.eu/nl/ venntrilogie. Dat geldt ook voor de GPX-bestanden. De route is in beide richtingen goed aangegeven met een eigen beeldmerk in drie verschillende kleuren voor de drie delen. Zowel in het broedseizoen als tijdens de jacht zijn sommige delen van de Venntrilogie afgesloten. Raadpleeg daarom voor vertrek de routeplanner op de website.
Meer wandelinspiratie in Wallonië vind je op visitwallonia.be/wandelen
Accommodatie
Langs de route zijn diverse B&B’s, hotels en pensions. De meest sportieve wandelaars nemen alles op de rug mee. Dan is een secure planning nodig, want wildkamperen is in België niet toegestaan. Er zijn wat campings en op de Hoge Venen is aan de route één o ciële bivakplaats (reserveren verplicht).
Vennbahn
Een paar keer kruist de Venntrilogie de Vennbahn, een etsroute van 125 kilometer die al ruim tien jaar be-
Een Mitfahrbank in Bütgenbach
staat en aangelegd is op het tracé van de voormalige spoorbaan van Aken naar Troisvierges in Luxemburg.
In ‘Mijn verhaal’ vertellen wandelaars, klimmers en alpinisten over hun bergsportervaringen. Heb jij ook een leuk verhaal?
Stuur dan een mail naar hoogtelijn@nkbv.nl.
Skiën over de Hardangervidda
In de sporen van de saboteurs
In de Tweede Wereldoorlog saboteerde een aantal Noorse commando’s de kunstmestfabriek bij Rjukan. Deze fabriek produceerde onder andere dideuteriumoxide, zwaar water, dat Duitsland nodig dacht te hebben voor de ontwikkeling van een atoombom. De aanvalsroute naar die fabriek is een route van ruim 100 kilometer die redelijk goed gedocumenteerd is en regelmatig geskied wordt, maar de vluchtroute van zo’n 400 kilometer over de Hardangervidda naar de Zweedse grens is veel minder bekend. Nanko Wassenaar en Machiel van Westerhoven volgden het pad van de commando’s op ski’s.
Tekst Lineke Eerdmans Beeld Nanko Wassenaar en Machiel van Westerhoven
Nanko: ‘We zijn elkaar na 25 jaar tegengekomen op een scoutingreünie. Al snel bleek dat we een gemeenschappelijke wens op onze bucketlist hadden: kamperen in de sneeuw. Vorig jaar skieden we met een groep de aanvliegroute naar de fabriek in Rjukan. Tijdens die Heroes of Telemark-route hoorden we over de vluchtroute van vijf van de saboteurs. Dat werd onze uitdaging.’
Gedropt
Februari 1943: elf Noorse commando’s koersten richting de fabriek. Na een succesvolle actie sloten vier van hen zich aan bij het lokale verzet. Twee vertrokken naar Oslo. En vijf vluchtten per ski over de Hardangervidda naar Zweden.
Tachtig jaar later skiën Nanko en Machiel het eerste deel van die ontsnappingsroute. Ze leggen in zes dagen zo’n 120 kilometer
Nanko Machiel
NAAM: Nanko Wassenaar / Machiel van Westerhoven
BEROEP: salesmanager / achtertuinavonturier
GEDEELDE PASSIE: vuur maken
af. Ze passeren onder meer de Jansbu, de hut waarvandaan de saboteurs contact onderhielden met Londen. Machiel: ‘Als je door de raampjes naar binnen kijkt zie je stukken van containers die hier gedropt werden.’
Doodsgevaar
De saboteurs braken op hun vlucht particuliere hutten open om in te verblijven. Nanko en Machiel zijn aangewezen op hun tent. Machiel: ‘Tijdens de tocht ga je je verhouden tot de voorstelling die je ervan hebt; hoe zij daar hebben gelopen. In doodsgevaar, met de mogelijkheid achtervolgd te worden. Ze lieten letterlijk hun sporen na. We spraken over waar zij tegenaan liepen, mentaal en fysiek. Hoe keken ze naar de sneeuwduinen, de sneeuwkwaliteit, de temperatuur?’
Nanko: ‘De laatste nacht stond er windkracht acht op onze tent en werden onze materialen en zenuwen tot het maximale getest. Over de eerste vijf kilometer deden we ruim zes uur. We liepen door het bos, in diepe sneeuw, onze weg te zoeken, wat niet zonder risico was omdat we rondom de snelstromende rivier liepen die niet te horen was. Er was één brug, die we uiteindelijk gevonden hebben.’
Bereikbare wildernis
Machiel: ‘Je bevindt je een paar honderd kilometer van de Noorse kust relatief snel in een behoorlijk arctisch gebied, waar je een week lang kunt rondtrekken zonder iemand tegen te komen. In die uitgestrekte, mensloze wildernis zijn en je nietig voelen, dat vind ik zo mooi.’
Volgend jaar vervolgt het tweetal de route. Machiel: ‘Dat wordt vooral een fysieke uitdaging qua hoogtemeters. Maar we zullen opnieuw in de sporen van de saboteurs treden.’
Bekijk de video die Nanko en Machiel maakten via de QR-code.
‘Het
is een soort ontdekkingsreis’
Historische verhalen over topografi sche kaarten
De historie van topogra sche kaarten zit vol indrukwekkende verhalen. Andrew Davies brengt in zijn nieuwe boek Mapping the Mountains een selectie bij elkaar. In aanloop naar de boekpresentatie in november, op het Dutch Mountain Film Festival, vertelt hij zijn verhaal.
Tekst Akke van der Meer Beeld Andrew Davies
Van kleins af aan hee Andrew Davies al iets met topograsche kaarten. Overal waar hij komt, neemt hij er eentje mee. Nadat hij in 2019 de tentoonstelling Mapping the Mountains bij het Dutch Mountain Film Festival (DMFF) organiseerde, is hij blijven zoeken naar historische verhalen over de ontwikkeling van landkaarten, vooral in de bergen. Hij besloot in opdracht van het DMFF een boek te schrijven.
In zijn boek, met voorwoord van de Britse klimmer en schrijver Jim Perrin, beschrij Andrew de geschiedenis van de cartogra e – het ontwerpen, tekenen en maken van landkaarten – aan de hand van historische en moderne kaarten. Ook neemt hij de lezers mee op een ‘ontdekkingsreis’, laat hij hen kennismaken met verschillende cartografen en bergbeklimmers, en vertelt hij verhalen over bergavonturen door de eeuwen heen. Van de Andes tot de Écrins en de Himalaya, en van de Zwitserse Alpen tot het Rijngebied.
Ik spreek met Andrew af in zijn woonplaats Heerlen, tevens de thuisbasis van het festival, om met hem over zijn boek te praten. Als ik zijn woonkamer binnenstap, vallen me gelijk alle prachtige, op karton gedrukte landkaarten op. ‘Die heb ik nog van mijn tentoonstelling bewaard,’ vertelt hij enthousiast.
Andrew Davies bij de gedenkplaat ter ere van Durand in Ailefroide, het dorp in de schaduw van de Mont Pelvoux
Hoe is die tentoonstelling tot stand gekomen?
‘In 2018 ben ik vrijwilliger geworden bij het DMFF. De mensen met wie ik werkte wisten dat ik veel interesse had in landkaarten. Zij vroegen mij een tentoonstelling te organiseren. Ik zat in de kroeg met wat bier achter de kiezen toen ze mij dit vroegen. Het leek daardoor wat makkelijker om ja te zeggen!
Toen ben ik gaan zoeken naar verhalen over de geschiedenis van landkaarten. Het kaartenarchief in Turijn heb ik meerdere keren bezocht, daar hebben ze ook oude kaarten gedigitaliseerd. Het was zoveel, ik wist niet waar ik moest beginnen. Uiteindelijk vond ik genoeg oude landkaarten en verhalen voor de tentoonstelling. Een jaar later was de opening en het was een groot succes. Na de tentoonstelling dacht ik: ik ben hier niet klaar mee, ik moet hier iets mee doen. Ik besloot er een boek over te maken.’
‘Ik ben altijd benieuwd naar wat er in de verte ligt’
Wanneer is je liefde voor landkaarten begonnen?
‘Tijdens mijn studie aardrijkskunde aan de universiteit van Newcastle heb ik het boek Scrambles Amongst the Alps gelezen, geschreven door Edward Whymper, een Britse bergbeklimmer. Hij beklom meerdere hoge bergen in de Alpen als eerste, waaronder de Matterhorn in 1865. Vanaf dat moment ben ik begeesterd door de verhalen van Whymper. Daarnaast ben ik in de natuur altijd heel benieuwd geweest naar wat er in de verte ligt. Ik wilde steeds verder kunnen ontdekken. De enige manier om dat te doen was op basis van een landkaart. Daardoor heb ik een diepe fascinatie voor landkaarten, het liefst van berggebieden.’
Hoe heb je de verhalen voor je boek gekozen?
‘Nou, mijn idee was om een boek te maken dat je ook op de wc kan lezen: korte, behapbare verhalen. Ik ben veel boeken over landkaarten gaan lezen. Daarin las ik dat er een paar belangrijke doorbraken in de ontwikkeling van landkaarten zijn geweest. Die gebruikte ik als startpunten en als rode draad. Je moet Mapping the Mountains eigenlijk zien als een ontdekkingsreis. Verschillende landen, verschillende expedities, verschillende personen, en dus verschillende doorbraken door de jaren heen.’
Andrews favoriete verhaal:
De Franse Alpen in kaart
In de jaren 1820 werd kapitein Adrien Armand Durand door het Dépôt de la Guerre, de organisatie verantwoordelijk voor de Franse cartografie, aangesteld om de primaire triangulatie van het Massif des Écrins uit te voeren, hij moest het gebied in kaart brengen door het gebruik van driehoeken en wiskundige berekeningen.
Tussen 1828 en 1830 bracht Durand drie zomers door in de Écrins om metingen te doen. Hij stond voor enorme obstakels, waaronder het beklimmen van onbeklommen toppen van meer dan 3000 meter, met logge apparatuur in gevaarlijk terrein dat onderhevig was aan extreme weersveranderingen. Ongeacht de omstandigheden moesten hij en zijn team van assistenten dagen doorbrengen op de topstations om nauwkeurige waarnemingen te doen.
Er wordt geschat dat Durand veertig toppen boven de 2500 meter en vijf van meer dan 3000 meter heeft beklommen. Zijn grootste prestatie was de eerste beklimming van de Mont Pelvoux (3946 meter) in 1828. Deze hoogte was nog nooit eerder in Frankrijk bereikt (destijds was de Mont Blanc nog onderdeel van Savoye), dit was 33 jaar vóór de beklimming door de legendarische Edward Whymper.
Na zijn tour door de Écrins begon Durand te lijden aan hoofdpijn en koorts en werd hij opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis, waar hij in januari 1835 stierf, mogelijk als gevolg van zijn extreme inspanningen in de bergen.
Durands kolossale werk in de Franse Alpen werd tijdens zijn leven niet erkend in officiële kringen, maar zijn nalatenschap als landmeter en bergbeklimmer werd geleidelijk ontdekt door de bergbeklimmersgemeenschap, met name door Edward Whymper. De hoogste top van de Mont Pelvoux, vanwaar Durand zijn waarnemingen had gedaan, werd ter ere van hem de Pointe Durand genoemd.
1:40.000 kaart van het Massif du Mont Pelvoux, in 1874 gepubliceerd door de Club Alpin Français. Dit is een verbeterde weergave van de originele manuscriptkaarten gebaseerd op de metingen van Durand.
Volg @hoogtelijn op X voor het laatste nieuws van de redactie. Tips zijn welkom op hoogtelijn@nkbv.nl.
Een leven in de bergen
De bestseller Ein ganzes Leben van de Oostenrijker Robert Seethaler werd al in 2015 uitgegeven door De Bezige Bij. Na de succesvolle boeken van Cognetti over het bergleven, besloot de uitgever vorig jaar de zevende druk van Een heel leven van Seethaler van een nieuwe omslag te voorzien, waarop de illustratie is gespiegeld.
Seethaler beschrij het leven van Andreas Egger, die als wees van vier jaar in een afgelegen dal ondergebracht wordt bij een liefdeloos en hardvochtig boerengezin waar hij kreupel wordt geslagen. Hij werkt hard, eerst op de boerderij, later als bosarbeider en als bouwer van kabelbanen. Hij ontvlucht het boerengezin en bouwt een hutje hoog boven het dorp. Hij wordt verliefd, verliest op dramatische wijze zijn vrouw en wordt door de nazi’s naar het oostfront gestuurd. Egger ondergaat zijn lot en komt na jaren terug naar het dorp om berggids te worden. Seethaler weet dit ogenschijnlijk eenvoudige leven zo op te schrijven dat je het boek niet weglegt voordat Egger ondanks alles tevreden terugkijkt op zijn bijzondere leven.
[Peter Daalder]
Een heel leven
Robert Seethaler
De Bezige Bij (2023), debezigebij.nl
ISBN 9789403132433 €17,99 / e-book €6,99
Praktische Vlaamse kennisgids
Hoe ga je zelfstandig verder na je alpiene basiscursussen (C1 en C2)?
Voor veel klimmers is dat misschien wel de moeilijkste stap. De veiligheid van de gegidste cursusgroep verdwijnt en nu moet je elke beslissing zelf nemen. Maar hoe zat het ook alweer met die complexe reddingstechnieken? En welke toeren kan je zelfstandig maken? De Klim- en bergsportfederatie, het Vlaamse zusje van de NKBV, hee afgelopen jaar in samenwerking met de Belgische UIAGM-berggids Bart Overlaet een praktisch boek voor de iets verder gevorderde alpinist uitgebracht: Bergbeklimmen gevorderden Het staat boordevol duidelijke illustraties van de touwtechnieken. Goed om voor de zomer nog eens uitgebreid door te nemen, zodat alle reddingsoefeningen en touwhandelingen weer vers in het geheugen zitten als je straks voor het eerst in lange tijd weer voet op de gletsjer zet. Daarnaast bevat het boek theoretische kennis over onder meer weerkunde, oriëntatie, EHBO, handelen in noodsituaties en inzichten in groepsdynamica en tochtplanning. Het leukste vind ik misschien wel dat aan het einde van het boek een aantal AD-niveau (assez di cile) ‘droomroutes’ is opgenomen voor de alpinist die zelfstandig de volgende stap wil zetten. [Noor van der Veen]
Bergbeklimmen gevorderden Bart Overlaet en Klim- en bergsportfederatie KBF (2024), klimenbergsportfederatie.be ISBN 9789076544038 €29,-
Recordtijd op de Mont Blanc
Geheel in de stijl van dit themanummer: op 5 juni verbrak de Amerikaanse Anna DeMonte de Fastest Known Time op de Mont Blanc. Via de Grand Mulets route rende zij naar de top, deels op ski’s over de gletsjers, om vervolgens door de noordwand naar beneden te skiën. Dit alles deed zij in zeven uur en 29 minuten, vier minuten onder de oude recordtijd van Hillary Gerardi. Die ruim zeven uur is samengevat in een spectaculaire video van slechts zeven minuten.
Silent hiking
Als je erin slaagt om video’s te maken van meerdaagse wandelingen, waarin geen woord wordt gesproken, die meer dan een miljoen keer worden bekeken, dan doe je iets goed. Harmen Hoek uit Enschede hee 230 duizend volgers op YouTube en krijgt dit voor elkaar met prachtige video’s van zo’n beetje alle populaire routes die je kunt bedenken. Maar misschien weet je dit al lang, want met zoveel volgers is het natuurlijk geen geheim. Alle Silent Hikingvideo’s zijn te vinden op Harmens YouTubekanaal: youtube.com/@HarmenHoek
Een tip van de sluier
Je kunt complete ko etafels bedekken en zelfs bibliotheken vullen met prachtige fotoboeken over de Alpen. Toch hee de jonge Italiaanse berglie ebber, skiër en klimmer Lukas Schäfer een indrukwekkend meesterwerk toegevoegd aan het bestaande arsenaal aan bergfotoboeken. Zodra je zijn boek SÜDTIROL, Secrets of Nature openslaat, begrijp je waarom. Schäfer kiest voor een abstracte benadering van de bergwereld en vermijdt de clichés. In zijn adembenemende beelden komen tijd, plaats en compositie perfect samen. Veel van zijn foto’s zijn bijna intiem en lijken achteloos geschoten. Niets is minder waar: Schäfer hee al zijn klimvaardigheden en vooral veel doorzettingsvermogen moeten aanspreken voor deze serie. Hij toont ons, gewone stervelingen, een glimp van de geheimen van de natuur, zonder alles prijs te geven. Het boek hee een stevige hardcover en de foto’s zijn op mooi mat papier gedrukt. De honderden foto’s zijn losjes gerangschikt rond thema’s zoals ‘Magisch water’ en ‘Het wonder van de nacht’. Hoewel de drietalige bijschri en (Engels, Italiaans en Duits) soms overbodig en gekunsteld aanvoelen, doet dit niets af aan de magie van de beelden. [Dim van den Heuvel]
SÜDTIROL, Secrets of Nature
Lukas Schäfer Raetia (2024), raetia.com
ISBN 9788872838808
€39,90
Watertanden bij een trailer
Bij zijn fotoboek hee Lukas Schäfer als promotie een lmpje gemaakt dat je mond doet openvallen. Prachtige dronebeelden, maar ook close-ups van de onderwerpen die hij fotografeerde. Scan de QR-code of ga naar tinyurl.com/secretsofnature en droom alvast even weg in de bergwereld van Zuid-Tirol.
Seven Summits in één jaar
De bedoeling van Jur Rademakers en lmmaker Hylke Knot was om de Seven Summits in één jaar te beklimmen, te beginnen in december 2019. De coronacrisis gooide echter roet in het eten en op de Carstensz Piramide, de laatste berg van de zeven, zorg-
den rebellen voor een gevaarlijke situatie. De klim werd verboden door de autoriteiten in Indonesië. Daarop beklommen de twee in 2023 het eenvoudiger alternatief in Oceanië, de Mount Kosciuszko in Australië. Hylke Knot maakte een documentaireserie over de
Ruig en ongepolijst
Bij Paolo Cognetti weten lezers inmiddels wat ze kunnen verwachten: bergen en dalen, vaders en zonen, en de eeuwige strijd tussen mens en natuur. Ook in deze roman, die eigenlijk meer een lange novelle is, keren deze vertrouwde elementen terug. Beneden in het dal vertelt het verhaal van twee broers, Alfredo en Luigi, die opgroeien in de bergen van Noord-Italië. Hoewel ze uit hetzelfde hout gesneden zijn, kiezen ze elk een ander levenspad. Alfredo emigreert naar Canada, waar hij als vrachtwagenchau eur in de houtvesterij een ruig bestaan leidt. Luigi daarentegen blij in hun geboortestreek, trouwt met een meisje uit de stad en wordt boswachter. Na het overlijden van hun vader keert Alfredo terug naar Italië om samen met zijn broer de erfenis te regelen. Maar vanaf hun eerste ontmoeting loopt alles vreselijk uit de hand... Cognetti hanteert in zijn meest recente boek een losse, trefzekere stijl. Hij schetst zijn personages met grove penseelstreken en brengt veel vaart in het verhaal. Dit wordt nog versterkt door zijn rake dialogen, die net zo kort en bondig zijn als de karakters van de hoofdpersonen. Het perspectief wisselt steeds; in het eerste hoofdstuk kijken we zelfs door de ogen van een ronddolend tee e. Ook Elisabetta, de vrouw van Luigi, komt aan het woord.
Hoewel de symboliek soms wat nadrukkelijk aanwezig is, werkt het wel. In het nawoord legt de schrijver uit dat hij geïnspireerd is door het album Nebraska van Bruce Springsteen. En warempel: het lezen van Beneden in het dal voelt als het luisteren naar een ruige, ongepolijste folkplaat. [Marieke van Kessel]
Seven Summits: The Next Step, vier kloeke delen van ruim een uur waarin het project wordt getoond. The Next Step is op 13 september te zien in Eindhoven, op 15 september in Groningen en op 16 oktober in Bilthoven: thenextstep. lm.
Beneden in het dal Paolo Cognetti
De Bezige Bij (2024), debezigebij.nl
ISBN 9789403131528
€22,99 / e-book €11,99
Hoogtelijn 5-2024 verschijnt 21 november
THEMA HUTTENTOCHTEN
Montafon Moeder en dochter
Colofon
Hoogtelijn is het o ciële tijdschri van de Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging (NKBV). Het verschijnt vijf keer per jaar. De redactie staat open voor bijdragen van leden en derden waarbij de redactie het recht hee , zonder opgave van redenen, de bijdragen niet te plaatsen. Het al dan niet op verzoek van de redactie aanbieden van artikelen aan Hoogtelijn impliceert toestemming voor openbaarmaking en verveelvoudiging ten behoeve van de elektronische ontsluiting van Hoogtelijn. Overname van (delen uit) artikelen is alleen toegestaan na schri elijke toestemming van de redactie van Hoogtelijn
Redactie
Peter Daalder (hoofdredacteur)
Marjolein Wols (eindredacteur)
Berend Berlijn, Rinske Brand, Lineke Eerdmans, Frank Husslage, Marieke van Kessel, Ico Kloppenburg, Akke van der Meer, Florian van Olden, Noor van der Veen
Vaste medewerkers
Suzan van der Burg, Jody Hagenbeek, Dim van den Heuvel, Christine Tamminga, Peter Uijt de Haag (correctie), Saskia Gottenbos (cartogra e), Toon Hezemans (illustratie), Manon Stravens (interview)
Redactieadres
NKBV, t.a.v. Hoogtelijn, Postbus 225, 3440 AE Woerden hoogtelijn@nkbv.nl hoogtelijn.nl
Advertentie-exploitatie
Inge Arntz 06-49270840 inge.arntz@nkbv.nl
Productie en vormgeving
jong geleerd baby in de hut
Studio ManagementMedia, Hilversum
Anita Baljet, Jantine van den Born
Druk
Senefelder Misset, Doetinchem
Oplage: 46.700
ISSN: 1387-862X
Los abonnement
Niet-leden kunnen zich abonneren op Hoogtelijn voor € 35,00 per jaar. Kijk op nkbvwebshop.nl.
Koninklijke Nederlandse
Klim- en Bergsport Vereniging
Bellen 0348-409521
Bezoeken
Houttuinlaan 16 A, 3447 GM Woerden
Schrijven
Postbus 225, 3440 AE Woerden
Betalen
Bank: IBAN NL84RABO0161417213
BIC RABONL2U
Gratis kabelbaan- en busritten vanaf de eerste nacht in Saas-Fee/Saastal! Beleef de nazomer en de heldere herfstkleuren.
saas-fee.ch/herbst
The mountain people.
As clouds clear and the landscape thaws, the mountains become our meeting place.
Where we discover new routes together, and bonds are formed on the summit.
Trotse partner van: