4 #
nr. 04 / 2018
Vakblad Asset Management
Historische Impact
Er is meer dan focus op kosten Ter lering Optimalisatie van het Onderhoudsconcept Interview Gasunie Thema artikel Vrouwen in Maintenance
Toonaangevend internationaal adviesbureau is op zoek naar hoogopgeleide professionals.
Ben jij een gedreven adviseur met passie voor Maintenance en Asset Management?
Ga naar www.mainnovation.com of bel met Corine Vervelde op +31 (0)78 614 67 24
2 oktober 2018
nr. 04 / 2018
4 Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredactie Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 6346040 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met WCM World Class Maintenance World Class Maintenance Boschstraat 35, 4811 GB Breda 076 7631553 www.worldclassmaintenance.com info@worldclassmaintenance.com Auteurs Pieter Pulleman (Hyperloop en Gerechtsgebouw Breda) Evi Husson (Van Preventief naar Correctief naar RCM) Maxime van Amersfoort (Lef als het om Innoveren gaat) Lydia Lijkendijk (Damland versus schaakland) Genevieve Smaling Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM) Druk Elma Media B.V. Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
VOORWOORD <
L'histoire se répète, maar dan anders Het thema van deze editie van Vakblad Asset Management is de Impact van de Historie. Zonder dat dit vooraf gepland was, bevond ik me daar onlangs zomaar middenin. Want tijdens een fietstocht langs de IJssel, kwamen we terecht bij Stoomgemaal Mastenbroek in Genemuiden. Voor een euro drink je een kop koffie en voor een gift in een ouwe melkbus bezoek je het imposante verleden. De machine weegt maar liefst 16 ton. Deze horizontale, dubbelwerkende, één cilinder, expansiemachine met een injectiecondensor werkt met verzadigde stoom van 4 atm. De stoom wordt geleverd door de twee vuurs Lancashire ketel, die 26 M3 water bevat en gestookt wordt met vlamkolen of hout. Het immense vliegwiel zorgt voor een soepele gang van de machine. De velg bestaat uit negen gietijzeren stukken, door middel van negen spaken verbonden met het gietijzeren sterwiel op de krukas, niet gelast, maar geklonken en gespied.
‘Impact van de Historie’ Het gemaal is in 1855 gebouwd om de Mastenbroekerpolder te bemalen. Het heeft dienst gedaan tot 1961, toen een elektrisch gemaal de functie overnam. Een leuk museum met bijzonder enthousiaste vrijwilligers, ik raad je aan er een bezoek te brengen. Gewoon om het verleden nog niet helemaal los te laten. In bijna dezelfde week bevond ik mij niet alleen middenin de historie van onze droge voeten, maar ook nog eens in de innovatie van de praatpaal. Weet je het nog, met het dikke Shell stratenboek op de hoedenplank 100 kilometer op pad in je Opel Kadet? En dan maar hopen dat je geen pech kreeg. En als je bolide het dan toch begaf, was er geen man overboord, want dan moest je een klein stukje lopen naar de eerstvolgende gele praatpaal. En zie nu. Het Shell stratenboek is vervangen door Navi (tegen de mijne kan ik praten) en het ANWB alarmnummer staat voorgeprogrammeerd in onze mobiele telefoon. En die gele praatpaal? Die bestaat nog steeds hoor, maar dan als laadpaal. Dat noem ik nou Impact van de Historie. Er zijn natuurlijk nog heel veel meer voorbeelden, maar die van Het Leuvense Materialise wil ik je niet onthouden. Die gaan namelijk een compleet mammoetskelet op ware grootte printen. Het betreft de Mammoet van Lier dat in 1860 bij graafwerkzaamheden ontdekt werd. Het prijkt nu in het Museum van Natuurwetenschappen in Brussel, maar de stad Lier wil het skelet graag ook laten zien in haar stadsmuseum. De Materialise-ingenieurs baseren zich op een 3d-scan van het originele skelet. Het skelet is opgebouwd uit 320 beenderen. Die worden geprint met stereolithografie, waarbij een uvlaser het patroon in een bad lichtgevoelige hars laag voor laag uittekent. Ze gebruiken daar een zelfontwikkelde printer voor. Om de volledige mammoet te printen, worden negen van deze machines gebruikt, die elk ongeveer zeven dagen lang zullen printen. En zo komen historie, heden en toekomst steeds weer prachtig bij elkaar. Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO 3
VAN DE VOORZITTER <
Forever
young Het is met assets net als met mensen. Je bent zo oud als je je voelt. Ik heb in mijn praktijk veel oudere medewerkers meegemaakt die vitaler, enthousiaster en gedrevener waren dan hun (veel) jongere collega’s. Sta je midden in het leven, verwonder je je nog dagelijks over wat er om je heen gebeurt en weet je hier mee om te gaan, dan is leeftijd in jaren niet relevant. Berichten over ‘aging assets’ hebben vaak een negatieve lading. Uitzonderingen daar gelaten, de ‘aging assets’ in Nederland staan er goed voor. We moeten ons geen problemen aan laten praten die er niet zijn. Het gegeven dat een installatie oud, is wil nog niet zeggen dat deze niet veilig of niet functioneel zou kunnen zijn. Nederland staat bekend om de robuuste en betrouwbare infrastructuur. Of het nu gaat om het wegennet, rail en waterwegen of levering van gas, water en elektriciteit. Reden tot klagen hebben we zelden. Ook de Nederlandse industrie staat er goed voor. Er is veel geïnvesteerd in veiligheid en duurzaamheid en er zal de komende jaren nog veel geïnvesteerd worden in het kader van de energietransitie, bijvoorbeeld in elektrificatie van utilities en processen. Oude installaties, fabrieken of infrastructuur die goed zijn onderhouden en consequent zijn aangepast aan de veranderende omstandigheden (fysieke conditie, bedrijfsdoelstellingen en wetgeving), kunnen nog makkelijk met de tijd mee. Sterker nog: investeren in het verbeteren/aanpassen van bestaande installaties, is in veel gevallen
4 oktober 2018
lucratiever dan slopen en nieuwbouw. De beschikbaarheid van historische gegevens is hierbij van doorslaggevend belang. Investeringsprojecten in bestaande installaties of infrastructuur, zonder volledige en up-to-date informatie, zijn tot mislukken gedoemd. De historie kan ons ook in de weg zitten. Bestaande installaties en infrastructuur laten zich nu eenmaal niet direct vervangen door modernere versies; De wet van de remmende voorsprong. Dit is mis-
‘Vanaf dag 1 informatie verzamelen’ schien een van de redenen waarom juist de meest kapitaalintensieve industrieën achter blijven bij innovaties en bij het toepassen van nieuwe technologieën. Onder druk van de noodzakelijke energietransitie zal deze achterstand zeker goed gemaakt gaan worden. Om dit goed te kunnen doen, zijn ook hier de historische gegevens van de installatie van essentieel belang. Met behulp van historische gegevens kunnen het gedrag en conditie in de toekomst worden voorspeld. Dit geldt overigens ook voor nieuwe installaties. Voor de oude installaties van de toekomst is het belangrijk om van nieuwe installaties vanaf dag 1 informatie te verzamelen. Ook informatie die nu (nog) minder relevant lijkt te zijn. Door goede analyse en de juiste ingrepen blijven de oude fabrieken van de toekomst voor altijd jong.
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter
08 Nieuwe gerechtsgebouw Breda officieel van start > 41.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak, inclusief parkeergarage, 14 verdiepingen van totaal 66 meter hoog. Het nieuwe gerechtsgebouw in Breda valt al van ver op.
22
Van Preventief naar Correctief naar Reliabilility Centered Maintenance (RCM) > Gasunie werd in de jaren zestig opgericht bij de ontdekking van de gasbel onder Groningen. Om het transport van gas onder hoge druk veilig en zonder storingen te kunnen uitvoeren, wordt zowel preventief als correctief onderhoud uitgevoerd.
32 Nostalgische innovatie
36 Op weg naar EuroMaintenance 2021
44 Cursuskalender
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46
06 Duurzaam Beheer en Onderhoud is randvoorwaardelijk > ONTMOET Udo Waltman.
Kennis
11
Factor Vrouw in Maintenance
16
Verkiezing Maintenance Manager van het Jaar
Kort
17
21
Gast column: Boven het hout ofwel Bovenhoud
Kort
23
31
28
Met duizend kilometer per uur door een buis suizen > Het vervoermiddel
van de toekomst.
5
Udo Waltman, Directeur SGS Search Foto; SGS
Duurzaam Beheer
en Onderhoud
is randvoorwaardelijk
6 oktober 2018
ONTMOET Udo Waltman <
Wie
Udo Waltman
Wat
Directeur SGS Search
Als Udo Waltman, Directeur bij SGS Search waar hij leiding geeft aan 300 man, even terug gaat in de tijd, komt hij al vrij snel tot een conclusie; “Vandaag de dag is er een veel grotere aandacht voor duurzaam omgaan met onze leefomgeving, veilig werken en risico’s proberen te beheersen en in te kaderen”. Waltman ziet het ook binnen beheer en onderhoud en materiaalgebruik in het bijzonder. “Het is niet meer alleen ‘nice to have’ om duurzaam te zijn, maar randvoorwaardelijk. Een ontwikkeling die mij persoonlijk, als wel professional erg aanspreekt”. > Ondernemer. Opgegroeid in Brabant, in een echt ondernemersgezin, begon Udo op jonge leeftijd met werken in de horeca. Naar eigen zeggen heeft deze werkervaring hem gevormd voor het ‘echte’ werkzame leven; “In de horeca leer je niet alleen wat hard werken is, maar je leert ook dienstverlenend te zijn, goed te luisteren en het mensen naar de zin te maken. Dat draag je de rest van je leven met je mee”. Zijn studie Small Business en een master aan Nyenrode, gaven Waltman een duidelijke praktische invulling aan het ondernemerschap. > Gebouwde omgeving. SGS Search is onderdeel van SGS en een inspectiebureau voor de gebouwde omgeving. Hier staat duurzaamheid hoog in het vaandel, en niet alleen vanuit SGS zelf. “De afgelopen jaren is er binnen de gebouwde omgeving echt een wens en ook noodzaak ontstaan tot verduurzamen”, aldus Waltman. “Hierbij lag de focus de afgelopen tijd voornamelijk bij het thema energie, maar ik denk dat de aandacht snel zal verschuiven naar gezonde gebouwen om in te werken en te leven. Daarbij zal het juiste gebruik van materialen een steeds doorslaggevendere rol gaan spelen. En heel eerlijk… ik denk dat het energievraagstuk zich in de komende jaren verder zal oplossen naarmate er ook steeds meer technische mogelijkheden en goede oplossingen komen”. Dit heeft uiteraard ook invloed op beheer en onderhoud. Het wordt gerichter en specifieker dan algemeen en generalistisch. Wat volgens Waltman positief uitvalt; “Onderhoud wordt doordachter en duurzamer”. > Asbest. Ongeveer de helft van Waltman’s team bij SGS is betrokken bij het asbestdossier. Het onderzoeken van (on)veilige situaties, inspecteren en testen zijn de voornaamste werkzaamheden. Specifiek binnen het asbestdossier heeft Waltman een rol in diverse gre-
mia en nationale aanpakken om de leefomgeving veiliger te maken en de risico’s van asbeststof te beheersen. Dit doet hij met hart en ziel. “Het bewustzijn creëren bij mensen, dat vind ik belangrijk”. Zo adviseert hij regelmatig overheden en verzorgt hij graag kennissessies zoals voor de NVDO. “Zulke belangrijke kennis mag je simpelweg niet voor jezelf houden, deze moet je delen”.
> Toekomstperspectief. “Qua beheer en onderhoud, technologische oplossingen en verduurzaming gaan we als een speer. Ik zie dat heel positief in”. Maar de focus mag van Waltman ook iets meer naar de zachte kant; “Meer echte aandacht voor elkaar, collega’s en klanten en minder oppervlakkige social media. Zorg voor een evenwichtige combinatie van slimme technische oplossingen en persoonlijke relatie en aandacht. Dan sta je pas sterk”. <
‘Onderhoud wordt doordachter’ 7
BREDA <
Wederzijds empathisch
vermogen basis voor
vruchtbare
samenwerking 41.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak, inclusief parkeergarage, 14 verdiepingen van totaal 66 meter hoog. Het nieuwe gerechtsgebouw in Breda valt al van ver op. Het DBFMO-contract werd in mei 2015 getekend en precies drie jaar later werd het gebouw in gebruik genomen. “Je moet zacht zijn op de relatie en hard op de afspraken”, zegt programmamanager Toon van Dijk.
Het nieuwe gerechtsgebouw in Breda is ontworpen en gerealiseerd via een publie kprivate samenwerking met een DBFMO-contract (Design Build Finance Maintain Operate). De aanbesteding werd gewonnen door het InBalans-consortium, een samenwerking tussen VolkerWessels, Facilicom en investeerder Macquarie. Het consortium is dus verantwoordelijk voor het ontwerp, de bouw, de financiering, het onderhoud en de facilitaire dienstverlening. Het contract heeft een looptijd van dertig jaar vanaf de afgifte van het Beschikbaarheidcertificaat (2 april 2018) en een netto contante waarde van bijna 172 miljoen euro. Het nieuwe gerechtsgebouw heeft drie gebruikers: de rechtbank, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Kinderbescherming. InBalans heeft een eigen kantoor in het gebouw.
> Wat kan beter? Programmamanager Toon van Dijk begeleidde namens de gebruikersorganisaties en in afstemming met het Rijksvastgoedbedrijf het proces vanaf enkele maanden vóór de start van de bouwfase. Eerder was hij ‘bouwpastoor’ bij de immigratie- en naturalisatiedienst IND, onder meer bij de totstandkoming van de asielzoekerscentra in Rijsbergen, Zevenaar en Ter Apel. Daarnaast was hij
8 oktober 2018
kwartiermaker van het Justitieel Complex op Schiphol. Dat laatste was ook op basis van een DBFMO-contract. Voordat Van Dijk aan laatst bedoelde klus begon, ging hij eerst op bezoek bij een aantal contractmanagers van grote DBFMO-contracten. “Ik wilde weten hoe zo’n proces in elkaar steekt: wat gaat er goed en wat kan er beter?”
> Empathisch vermogen. Uit de interviews die Van Dijk hield, kwam naar voren dat vooral wederzijds empathisch vermogen cruciaal is voor het welslagen van een DBFMO-samenwerking. “En je moet al in een heel vroeg stadium de verwachtingen managen. Dat niet alles perfect zal zijn, dat er ook in de exploitatiefase nog het nodige moet gebeuren en dat je als ambtenaar met een private partij over geld praat. En omdat onderhoud en facilitaire zaken worden uitbesteed, gaat het ook over mensen die je ‘van werk naar werk’ moet begeleiden. Die moet je ook vroegtijdig informeren”.
> Veel overleg Belangrijk in het contract zijn de outputspecificaties: wat heeft de gebruiker nodig en hoe formuleer je dat? “De totstandkoming van de specificaties (2.500 pagina’s!) vroeg veel overleg en denkwerk”,
vertelt Van Dijk. “Van de drie gebruikersorganisaties, samen met het Rijksvastgoedbedrijf en het consortium. Het uitgangspunt was een open en transparant gebouw met uitstraling. Dat is vervolgens steeds verder verfijnd, outputgericht met ruimte voor InBalans om met innovatieve slagkracht de zaken in te vullen. Als ze slecht bouwen, hebben ze er zelf dertig jaar last van. Ze moeten dus goed nadenken over innovatieve en duurzame oplossingen”.
> Spannend Het juist formuleren van die specificaties is nog best lastig vanwege de 30-jarige looptijd, zegt Van Dijk. “Er staat bijvoorbeeld niet in dat er een tv moet zijn in de rechtszaal, maar ‘een voorziening voor beeld en geluid’. Want wie weet bestaan er wel geen tv’s meer over twintig jaar. De outputspecificaties zijn dus niet heel specifiek en het consortium krijgt binnen afgesproken kaders de ruimte om dingen zelf in te vullen. Dat is soms best spannend”.
‘Je moet zacht zijn op de relatie en hard op de afspraken’ > Afstemming
> Sensoren Een van de innovaties is de visualisatie-app Mapiq. Medewerkers kunnen met interactieve schermen die op verschillende plaatsen in het pand aan de muur hangen in combinatie met een app op hun telefoon bijvoorbeeld vergaderruimtes boeken, of een collega vinden. De app toont vervolgens de route. Van Dijk: “Dit systeem is niet uitgevraagd, maar wel aangeboden. Soms komen innovaties tot stand vanwege de gevraagde output. Gevraagd wordt bijvoorbeeld een werkend koffieapparaat. Geen koffie betekent een korting op de vergoeding. Dus kunnen er in ‘slimme automaten’ sensoren ingebouwd worden die op tijd een melding afgeven aan een centraal systeem als de koffie bijna op is”.
In het oude gebouw moesten verschillende teams de zalen delen. In de nieuwbouw zijn er 27 zalen die allemaal anders zijn qua omvang en inrichting. Zalen voor strafrechtzittingen zijn volledig audiovisueel ingericht. Ruimten waar bijvoorbeeld de Raad voor de Kinderbescherming aanwezig dient te zijn, hebben een ander karakter vanwege de aanwezigheid van een voogd of een tolk. Van Dijk wijst op een bureaublad van een zaal die nog niet in gebruik is. “Kijk, hier moet nog een computer komen. Dat betekent frezen in het blad. Maar het bureau is van InBalans, dus daar kan onze IT-afdeling niet zomaar in gaan zagen en dat vraagt afstemming. Gelukkig is de samenwerking erg goed. Er is hier veel empathisch vermogen en dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Je moet zacht zijn op de relatie en hard op de afspraken”.
> Bruto gebruiksvergoeding “De keuze om ook de financiering uit te besteden, hangt af van de fase waarin de economie zich bevindt”, zegt Van Dijk. Doe je het traditioneel en zelf, of laat je het voorfinancieren door derden. “De >
Zalen voor strafrechtzittingen zijn volledig audiovisueel ingericht’ Foto; InBalans
Gerechtsgebouw Breda’ Foto; InBalans
9
>
vraag is: wat is goedkoper en dat moet je zo goed mogelijk inschatten. Het idee is dat een DBFMO-constructie tien tot vijftien procent goedkoper is als gevolg van de integraliteit van zaken, maar je bent afhankelijk van de rentestand en de kwaliteit van het gebouw. En van de kortingen die je krijgt als er zich problemen voordoen in de beschikbaarheid. Maar dat wil je niet, want dat betekent dat je in de ellende zit. Alles is gecalculeerd op de bruto gebruiksvergoeding”.
Totaal onafhankelijk Er zijn drie vormen van verwarming en koeling in het gebouw. Er is een standaard warmte-en koudebron, er wordt water ingenomen van de nabijgelegen rivier de Mark – uniek binnen stedelijk gebied – en er zijn warmtepompen voor ’t geval de eerste twee systemen de vraag niet aankunnen. “Een fall back van drie systemen om totaal onafhankelijk te zijn. Wij kunnen 24/7 doordraaien en toch onderhoud uitvoeren”, aldus Rops.
> Ter beschikking stellen De bouw is klaar, het pand in gebruik. Van Dijk is bezig met het trainen van de beheersorganisatie die namens de drie ‘bewoners’ het contract beheert op de outputspecificaties. “Zo’n contract is er om de gebruikers te ontzorgen. Maar je moet er natuurlijk wel op sturen en controleren.”. Van Dijk, tot slot: “Het mooie hier is dat je nooit klaar bent. Bijvoorbeeld door nieuw beleid, of voortschrijdend inzicht zijn er aanpassingen nodig. Dat zorgt wel voor dynamiek”
> Duizend unieke rollen. In beide fabrieken wordt het aluminium door een linedrive-systeem door het hele productieproces van anderhalve kilometer lengte aangedreven en getrokken. Dit gebeurt
We doen er alles aan om een storing te voorkomen “Ons grote voordeel is dat we, ongeacht het seizoen, altijd onderhoud kunnen doen omdat alles redundant is uitgevoerd. Daardoor kunnen we kosten reduceren. We kunnen makkelijker anticiperen op het moment van vervanging. We zijn heel vrij in het plannen”, zegt Maikel Rops, teamleider Onderhoud bij InBalans. Vanwege de aard van het contract wordt alles vastgelegd, want elke storing kan leiden tot een korting op de beschikbaarheidsvergoeding. Het gebouwbeheersysteem waarmee InBalans werkt, vertaalt een storing direct naar het facilitair managementsysteem en berekent ook direct de eventuele korting. Voormeldingen De diverse gebouwgebonden installaties genereren de meldingen zelf. De diverse systemen ‘praten’ met elkaar en het gebouwbeheersystem bepaalt de prioriteit en stuurt ons aan”, zegt Rops. De storingsmeldingen zijn eigenlijk geen storingen maar voormeldingen. “Het is een waarschuwingssignaal dat zegt ‘pas op, er gaat iets gebeuren’. Hierdoor kunnen we op tijd in actie komen en de feitelijke storing voorblijven. Op zich bestaat dit allemaal al, maar dit alles bij elkaar in één systeem gecombineerd, dat is wel redelijk nieuw”. Redundant Daarnaast is het zo dat alle kritische installaties redundant zijn uitgevoerd. Er zijn bijvoorbeeld zes luchtbehandelingskasten, zodat er altijd een zonder gevolgen uit kan. Transportpompen zijn dubbel uitgevoerd en een UPS-systeem (Uninteruptable Power Supply) kan probleemloos een stroomstoring opvangen en het hele pand dertig minuten van stroom voorzien. “We doen er alles aan om een storing te voorkomen.”
10 oktober 2018
Filters reinigen “Water is een mooi medium voor warmte- en koudetransport. Het nadeel is dat je altijd neerslag hebt van viezigheid. Wij hebben filters om die stoffen er uit te halen en een betere warmteoverdracht te creëren en tegelijkertijd een langere levensduur van de pompen te bewerkstelligen. Daarnaast reinigen we de filters elke twee weken. Je wilt niet dat de boel dichtslibt. De pompen zijn wel dubbel uitgevoerd, maar de leidingen niet.” Bewust Als iemand een raam opent, schakelt het klimaatsysteem na een kwartier automatisch af. Er zijn sensoren die het gehalte aan koolstofmonoxide in een ruimte meten om onnodige luchtverversing te voorkomen. Rops; “Als er niemand in een ruimte is, doet de ruimte niet mee in het systeem.” Lichtsensoren meten bij het raam het gehalte aan lux en de verlichting stemt zich daar automatisch op af. Een gebruiker kan dit desgewenst zelf aanpassen. Verlichting gaat niet automatisch aan, maar wel uit. “Om mensen bewust te maken: ‘Heb ik verlichting nodig? Ja, dan moet ik op de knop drukken’”. Snelheid Er is een meerjaren onderhoudsplan (MJOP) en -budget voor elk component. Het vervangen van bepaalde installaties tijdens de contractduur is ingecalculeerd. Leveranciers werden gevraagd om zelf een MJOP te maken voor hun installaties. “Zij zijn immers de expert.” Voor essentiële installaties zijn langlopende onderhoudscontracten afgesloten. Een groot aantal onderdelen heeft InBalans zelf op voorraad, met name alles wat met veiligheid en gezondheid te maken heeft. “De snelheid van reactie is hier heel belangrijk”.
met vijfhonderd rollen per linedrive-systeem per fabriek. Elke rol is uniek, mede afhankelijk van de positie in de lijn, de hoek waarin het aluminium over de rol beweegt, de spanning op de rol, de verschillende coatings en de verschillende typen producten die Fujifilm maakt. <
Nieuwe gerechtsgebouw Breda officieel van start’ Foto; InBalans
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging
Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring
Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk
>> Word lid!
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
•
•
• • • •
Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen
• • • •
Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl
11
KENNIS <
Smeertechnische kennis om continu te verbeteren
Een storingsmonteur zal altijd proberen een zo kort mogelijke stilstand te realiseren. De keuze voor een smeermiddel dat op dat moment voor het grijpen ligt, zal dan ook snel gemaakt zijn waardoor de storing op dรกt moment lijkt opgelost. Het risico bestaat echter dat die snelle keuze later verkeerd uitpakt en resulteert in een storing met juist een langere stilstand. Daarom is het heel belangrijk dat een storingsmonteur weet wat het juiste smeermiddel voor de toepassing is. Maar ook dat hij weet waarom. En wat de gevolgen kunnen zijn als een smeermiddel wordt gebruikt dat niet of minder geschikt is.
BC van Meewen
12 oktober 2018
tuten, zoals het ROVC in Ede, en met leveranciers van bijvoorbeeld lagers en ultrasone meetapparatuur. Bij trainingen op locatie gaat Oskam meestal eerst naar de ruimte voor de olieopslag: wat valt daar te verbeteren, wat zijn de optimale condities voor het opslaan van olie en vet? Hierop volgt een praktijkdeel met diverse soorten toepassingen en smeermiddelen. “Ik probeer de deelnemers daarbij altijd uit te dagen om verder of breder te kijken dan hun eigen vakgebied. Smeerders zijn tenslotte één van de voelsprieten van de technische dienst. Ze kunnen informatie verzamelen over machines of onderdelen die mogelijk anders draaien dan normaal, nog vóór dat een storing optreedt. De cursisten leren ook hoe ze een lager moeten smeren en hoe ze de kwaliteit van de olie kunnen bepalen. Al met al is het smeertechnisch opleiden dankbaar werk, zegt Oskam. ‘Nooit geweten dat smering dit kan opleveren’ krijg ik dan te horen.” Het bewust delen van smeertechnische kennis is heel belangrijk om bedrijfsprocessen te optimaliseren. Of het nu gaat om lagers, machines, materialen of smeermiddelen, leveranciers hebben hier vaak veel meer kennis van dan de gebruiker. Doordat zij hun kennis en ervaringen delen, kunnen assets optimaler draaien, treden minder storingen op en wordt de levensduur van de assets verlengd.
Het resultaat van deze opzet is dat medewerkers van technische diensten en storingsdiensten nu veel meer begrip voor het vak smeren hebben gekregen. Ze begrijpen nu beter waarom iets op een bepaalde manier wordt gedaan. Juist door een vergroot inzicht zijn ze overtuigd dat ze een aantal zaken voortaan op een andere manier moeten aanpakken en daardoor kunnen zien welke winst het kan opleveren.
Van Meeuwen Education biedt op maat gemaakte smeertechnische opleidingen aan voor medewerkers van technische diensten, maar ook voor mensen van storingsdiensten, operators en eigen medewerkers. De opleidingen bestaan uit een theorie- en een praktijkgedeelte.
De conclusie is dat er talrijke smeermiddelen zijn voor talrijke toepassingen en ze zijn allemaal verschillend. Dankzij de smeertechnische opleidingen van Van Meeuwen wordt duidelijk wat voor welke toepassing het juiste smeermiddel is, wat de redenen daarvoor zijn en ook wat de gevolgen kunnen zijn wanneer men een verkeerd smeermiddel gebruikt.
BC van Meewen
Kees Oskam, Trainer/Consultant bij Van Meeuwen, licht de opleidingen toe. “Er wordt altijd een stuk basiskennis gegeven. Dit is belangrijk, aangezien tribologie oftewel wrijvingsleer nauwelijks aan bod komt in schoolopleidingen. Wie nog nooit met deze materie in aanraking is gekomen, denkt misschien dat hoe meer men smeert, hoe beter machines draaien. Om deze misvatting de kop in te drukken, begin ik daarom altijd met een stukje theorie. Daarbij komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: de soorten oliën en vetten en de verschillen ertussen en de werking ervan, de gevolgen van goed en verkeerd smeren, de verschillende viscositeiten, de traceerbaarheid van smeren en het rapporteren, maar ook geef ik voorbeelden van algemene misvattingen.”
De nieuwe impuls voor de smeertechnische opleidingen bij Van Meeuwen wordt gesteund door Rogier van Meeuwen, die onlangs zijn vader opvolgde als Managing Director. Oskam: ‘Ik ben blij dat het familiebedrijf wordt voortgezet door de jonge generatie met als doel om kennis, ervaring en kunde te delen. Dat vertaalt zich in het opleidingsbeleid, waarin Van Meeuwen serieus investeert, zodat we niet alleen ervaren krachten, maar ook jonge mensen in het smeertechnisch onderhoud kunnen opleiden. Wat zeker bijdraagt aan minder storingen en een productieproces dat smeertechnisch zo optimaal mogelijk verloopt.’
Het begint heel basic: waarom je moet smeren, wat slijtage precies is, wat smeren oplevert en bijvoorbeeld wat het verschil is tussen een olie en een vet tijdens het smeren. Na deze basis wordt de opleiding verder afgestemd op het bedrijf waar de opleiding wordt gegeven. Oskam: “Hoewel veel aspecten universeel zijn, speelt bijvoorbeeld 5S/ TPM of bij voedingsmiddelenbedrijven HACCP, het hygiëne- en voedingsaspect, een belangrijke rol. Wanneer mag je een olie of smeervet voedselveilig noemen? Welke certificaten horen daarbij? Hoe zorg je voor orde, netheid en hygiëne? Maar ook de manier waarop machines worden gereinigd kan invloed hebben op het smeermiddel dat wordt gebruikt.” Naast theorie is er bij alle opleidingen veel ruimte voor de praktijk, o.a. met proef-en demonstratieopstellingen zoals een transparante tandwielkast, maar ook met het samenwerken met opleidingsinsti-
13
VROUWEN <
Factor in
Vrouw Maintenance Vrouwen in de onderhoudssector, het is nog geen gemeengoed, maar het zijn er al meer dan vroeger. Het WCM jaarcongres in oktober heeft als thema de factor vrouw in het onderhoud. Vier sprekers geven alvast een voorschot op hun bijdrage aan het congres op 9 oktober. Celeste de Jong (26) Hoofd Asset Management bij Croonwolter&dros Infra
Hoe ben je in de techniek beland? “Techniek interesseerde me al vroeg en wis-, schei – en natuurkunde vond ik leuk. Ik koos na mijn studie Technische Bedrijfskunde voor een traineeship bij Croonwolter&dros. Toen ik hier kwam was men net bezig met het inrichten van het onderhoud voor de Tweede Coentunnel. Dat sprak me wel aan, ook omdat ik zag dat er nog veel te winnen viel op het gebied van onderhoud en Asset Management. We hebben onder andere FMECA-analyses gemaakt; hoe faalt iets, wat zijn de risico’s en welke beheersmaatregelen moet je daarvoor opstellen? Daarnaast is er een systeem ingericht om het onderhoudsproces te ondersteunen en data te verzamelen om te kunnen analyseren en optimaliseren”.
En wat doe je nu? “Ik ben hoofd van de afdeling Asset Management; een team van acht mannen plus mijzelf. We hebben een grote slag gemaakt door het onderhoud al mee te nemen in de tenderfase van een project en het Asset Management team te betrekken. Zelf heb ik een duidelijke visie op circulariteit en predictive maintenance en hoop daarin het verschil te kunnen maken. Circulariteit bijvoorbeeld, gaat over meer dan alleen hergebruik van materialen. Het begint ermee dat je een asset onderhoudt om de waarde zo hoog mogelijk te houden”.
14 oktober 2018
Wat betekent het om vrouw te zijn in een mannenwereld? “Natuurlijk is het een mannenwereld, maar binnen Croonwolter&dros werken in de loop der jaren steeds meer vrouwen. Vrouwen trekken ook vrouwen aan. Maar uiteindelijk zoeken wij vooral de juiste persoon op de juiste plek. Daarnaast is het zo dat een divers team zorgt voor de beste dynamiek. Wat in het team waarin ik werk prettig is, is dat ik heel erg toegankelijk ben voor al mijn collega’s en ook net even op een andere manier interesse toon in hen. Wat trouwens leuk is om te vermelden, ik sta in de database van de VHTO, een landelijk expertisebureau voor vrouwen en techniek. Zo kunnen meisjes zien wat wij zoal doen in de techniek. Dat het niet per se betekent ‘met je laarzen in de modder staan’”.
‘Circulariteit begint bij het onderhouden van een asset om de waarde zo hoog mogelijk te houden’
Je doet onderzoek naar het juiste vervangmoment voor installaties? “Ik volg nu een master in Operations and Supply Chain Management. Ik vind dat installaties vaak te vroeg of juist te laat worden vervangen. Mijn eerste conclusie is dat je verwacht dat technische veroudering bepalend is, maar dat blijkt juist economische veroudering te zijn. Bijvoorbeeld omdat er geen onderdelen meer verkrijgbaar zijn, er nieuwe technologieën zijn, of de leverancier failliet is. Hiervoor wil ik een beslismodel ontwikkelen. Dit onderzoek past bij mijn interesses en is goed toe te passen binnen Croonwolter&dros. Win-win dus en daar krijg ik weer energie van. Op het jaarcongres van World Class Maintenance vertel ik meer over mijn onderzoek”.
Marije Ruysch – Koster (44) Chief Internal Affairs en mede-eigenaar van Aviso Instruments
Hoe ben je in de techniek beland? “Ik heb een bedrijfskundige achtergrond en werkte jarenlang als marketingmanager bij Coca-Cola en Nyenrode Business Universiteit. Pas later kwam ik in de maritieme techniek terecht, doordat ik in het familiebedrijf Ruysch International (leverancier van spareparts voor scheepsmotoren) ging werken. Ik werd er directeur algemene zaken, wat ik zes jaar met veel plezier ben geweest. De scheepvaart is een leuke en dynamische wereld om je in te bewegen”.
Wat doe je nu? “Sinds een jaar of twee ben ik verantwoordelijk voor Interne Zaken bij Aviso Instruments, een innovatief softwarebedrijf dat meet- en monitoringsystemen voor o.a. scheepsmotoren ontwikkelt. Met onze systemen leveren we de technische data waarop het management haar KPI’s en managementbeslissingen kan baseren. We hebben daarnaast een open platform ontwikkeld waarmee we onze eigen data, maar ook data van andere bronnen en systemen, kunnen koppelen en op een overzichtelijk tailormade dashboard weergeven. We verkopen onze systemen wereldwijd (niet alleen in de scheepvaart), maar ook in andere takken, zoals in de procesindustrie en bij windmolens”.
De scheepvaart is een mannenwereld, moet je je als vrouw meer bewijzen? “Nee, ik ervaar dat persoonlijk niet zo. Ik ervaar het vooral als iets positiefs. Natuurlijk val je als vrouw wel op, maar daarmee heb je ook meteen de aandacht. Je wordt beoordeeld op wat je inhoudelijk te bieden hebt, maar dat geldt voor mannen net zo goed. Je moet dus wel weten waarover je het hebt, met alleen een glimlach kom je er niet. Ik geef bijvoorbeeld de basistrainingen voor REDS bij de rederijen, dat is ontzettend leuk om te doen. Ik vind wel
dat er best wat meer vrouwen voor onze sector zouden kunnen kiezen. Er is grote behoefte aan goed gekwalificeerd, technisch personeel. Daarom ben ik al jaren lid van Wista, een internationale netwerkorganisatie, actief in meer dan 40 landen, voor vrouwen in managementfuncties in de scheepvaart. Sinds vorig jaar ben ik er bestuurslid. Met Wista proberen we ook een beetje een rolmodel te zijn, door te laten zien wat je als vrouw kunt bereiken als je er voor de volle 100 procent voor gaat”.
Nieuwe technologie invoeren in de scheepvaartsector, hoe gaat dat? “Het is voor de scheepvaart lastig om goed gekwalificeerd personeel te vinden en tegelijkertijd neemt de complexiteit aan boord toe. Met het toenemen van de technologische ontwikkelingen, komen er steeds meer data beschikbaar. Ook in de wat conservatievere scheepvaart ziet men dat echt wel. Onze meet- en monitoringssystemen grijpen echter niet in op het proces zelf, maar ze hebben wel impact op de organisatie. In plaats van dat men reactief blijft handelen, gaat men nu steeds trendmatiger kijken en zelf beslissen wanneer in actie te komen. Er is echt nog zo veel te winnen in het onderhoud, dat is alleen maar positief!”
Lieve Declercq (52) Algemeen directeur SPIE Nederland en Executive board member SPIE Group
Hoe ben je in de techniek beland? “De techniek boeide me al vroeg. Voor mijn studiekeuze twijfelde ik tussen technische bedrijfskunde of een ingenieursstudie. Omdat het eerste breder is, koos ik daarvoor. De rode draad in mijn carrière is techniek gecombineerd met commercie. Ik werkte tien jaar voor ExxonMobil, daarna 12,5 jaar voor de Van Gansewinkel Groep (Maltha Glasrecycling) en vijf jaar voor waterbedrijf Vitens. Nu, als directeur bij SPIE, komt alles samen. Toen ik hoorde van deze functie riep ik dan ook ‘die is voor mij’. En dat is gelukt”.
Wat doe je nu? “SPIE Nederland is onderdeel van de SPIE Groep en begeleidt haar klanten in het ontwerp, de uitvoering, de exploitatie en het onderhoud van energie-, infrastructurele-, industriële- en gebouwinstallaties. SPIE is als specialist in de installatiebranche een essentieel onderdeel voor onze economie en onze manier van leven. We zien onze klant als partner en de opdracht als een gezamenlijk te leveren prestatie. Daarbij vinden wij het belangrijk om lokaal aanwezig te zijn, zodat we weten wat er speelt en de problematiek, wensen en behoeften van de klant begrijpen. Met onze expertise en passie voor techniek kunnen wij de prestaties leveren waar onze partners > om vragen”.
15
‘Je moet holistischer kijken’ >
“We hebben na mijn komst een visie geformuleerd, gebaseerd op de vraag: waarom zijn wij er als bedrijf? Onderhoud heeft niet alleen een functie voor productie, maar voor het hele bedrijf en de hele samenleving. Als je dat duidelijk kunt maken, dan trek je ook mensen aan met verantwoordelijkheidszin voor de volgende generatie. Dat brengt een andere kijk op dingen: zijn er andere materialen en slimme oplossingen mogelijk voor een langere levensduur? Daarnaast heb ik een aantal nevenfuncties en ben ik vrijwilliger bij Women on Wings, een sociale onderneming die werkgelegenheid creëert voor arme vrouwen op het Indiase plattenland”.
Wat betekent het om vrouw te zijn in een mannenwereld? “Ik heb van nature niet veel last van de vooroordelen ten aanzien van het ‘vrouw zijn’. Misschien heb ik ze gewoon niet gezien, ben ik er een beetje blind voor. SPIE heeft niet veel vrouwen in dienst en dat willen we verbeteren. Daar probeer ik ook stelselmatig op te sturen als er vacatures zijn. We hebben circa veertig businessunit managers en sinds kort is één daarvan een vrouw. En dan zie je dat er ook gewoon een hele capabele vrouw binnenkomt”.
Hoe belangrijk is duurzaamheid in het onderhoudsproces? “Ik geloof heel sterk dat goed onderhoud in dezelfde categorie valt als duurzaamheid. Als je het onderhoudsprogramma goed doet, dan gaat het niet alleen om de performance van je machinepark. Dan heb je het ook over het besparen van energie, meer veiligheid, minder afval en het versterken van de duurzaamheidscultuur in het bedrijf. Je bent dan ook bezig om het goed te doen voor de generatie die na ons komt. Daarvoor moet je holistischer naar je bedrijfsvoering kijken. De nieuwe visie is daarvoor de leidraad”. Kapitein Dominique Schreinemachers (36) Helikopterpiloot bij de Nederlandse Luchtmacht
Hoe ben je in de techniek beland? “Ik wist al op mijn elfde dat ik piloot wilde worden. Ik zag een Starfighter op tv en zei tegen mijn moeder ‘dat wil ik ook’. Toen ik bijna zeventien was mocht ik op voor de keuring. Ik werd goedgekeurd maar men vermoedde dat ik misschien nog iets te jong en onrustig was. Daarom kreeg ik het advies om twee jaartjes te
16 oktober 2018
wachten. Op mijn negentiende zat ik alsnog op de KMA, de huidige defensieacademie in Breda”. “Ik ben vlieger, maar de techniek is natuurlijk ontzettend belangrijk voor mij. Je moet kunnen analyseren wat er aan de hand is als je iets vreemds hoort, of als er een lampje brandt. Ik weet precies hoe een heli werkt, ook de motor, maar ik ben geen onderhoudsmonteur. Zelf sleutelen doe ik niet, nee ook thuis niet”.
Wat doe je nu? “Mijn droom was altijd F-16, maar ik koos voor de Cougar vanwege de veelzijdigheid van de taakstelling. Aangezien ik nu in verwachting ben, wordt vliegen afgeraden en is het even wennen aan het feit dat ik niet kan vliegen. Maar, ik ben ook simulatorinstructeur en ik hoop dat ik nog wel even les kan blijven geven.”
Wat betekent het om vrouw te zijn in een mannenwereld? “Er waren drie vrouwen tijdens de opleiding, maar het voelde niet vreemd aan, zo’n mannenomgeving. Ik had al veel mannen in mijn vriendengroep. Meiden die voor defensie kiezen, hebben vaak wat meer interesse in jongensdingen. Je moet als vrouw in het begin iets meer knokken om erkenning te krijgen, maar daarna ben je one of the guys”.
Je hebt geen spijt van je vroege beroepskeuze? “Nee, dit is de leukste baan die er is. Het past prima bij mij. Samen met je team een prestatie neerzetten op diverse fronten. Bovendien vind ik de militaire wereld leuk. Ik geef ook trainingen en lezingen om mensen te inspireren. Dat áls je bereid bent om te knokken, dat je dan ook ergens komt”.
Hoe belangrijk is onderhoud voor een piloot? “Die onderhoudsmannen, die dragen vliegers op handen. Want zonder onderhoud vliegt er niets weg. Als zij hun werk niet goed kunnen doen, dan kan ik mijn werk niet doen. Omgekeerd moet ik hen een goede analyse kunnen geven als er iets mis is. Dat samenspel maakt het ook leuk. Onderhoud is dus van levensbelang”. <
‘Zonder onderhoud vlieg ik niet weg’ Het WCM Jaarevent Factor Vrouw in de Onderhoudssector op 9 oktober gaat dieper in op de rol van vrouwen in techniek en onderhoud. Topvrouwen uit de overheid en industrie spreken over hun vakexpertise en waarom zij voor techniek en onderhoud gekozen hebben.
Verkiezing Maintenance Manager van het Jaar De NVDO gaat op zoek naar de opvolger van Maarten Habets, Maintenance Manager van het Jaar 2018 (Emerald Kalama Chemical BV). Na het lezen van het Handboek, zijn er twee opties om je kandidaatstelling in orde te maken; 1. (NIEUW) vooraf hulp vragen aan een ervaringsdeskundige professional bij het MMY-Loket 2. Je volledige dossier indienen Alle informatie die je nodig hebt om jezelf of een vakkanjer kandidaat te stellen, staat gepubliceerd op de NVDO website.
Binne Visser, titelhouder 2017
“Het is leerzaam, leuk en geeft jou en het bedrijf een mooie kans om te laten zien wat er allemaal gebeurt bij de organisatie waar je werkt. Daarnaast zet je onderhoud op de kaart bij je eigen bedrijf, je laat zien hoe belangrijk dit is nu en voor in de toekomst. Daarnaast geeft het jou en het bedrijf een kans om je te presenteren aan de industrie in Nederland” Wat heeft de titel Visser (Philips Consumer Lifestyle) gebracht? “Erkenning voor onderhoud binnen en buiten Philips. Mijn aanpak en resultaten kunnen delen met collega bedrijven en hierdoor een mooi netwerk opgebouwd om mee te sparren/benchmarken. Zelfs op een Europees onderhoudscongres mogen spreken waar de Europese industrietop vertegenwoordigd was. Samengevat de titel heeft extra en een mooie ervaring gegeven” De tip van Visser “De eerste gedachte is moet ik hier aan meedoen. Je twijfelt, maar alles wat nodig is voor je dossier om mee te doen, heb je beschikbaar. Vraag ex-winnaars en overtuig je management van deze kans die jij en het bedrijf krijgt. Gewoon doen, onderhoud is key en levert een grote bijdrage aan het overall bedrijfsresultaat”.
MMY 2019 <
Als je nog niet zeker bent van je kandidaatstelling, vul je het intakeformulier in en geef je aan met welke ervaringsdeskundige professional je graag wilt overleggen. Als je zeker bent van je kandidaatstelling, vul je de korte vragenlijst in, zorg je voor de juiste bijlagen en lever je tegelijkertijd de invulsheet aan. We winden er geen doekjes om, het is niet zomaar een wedstrijd. De Maintenance Manager van het Jaar is gedurende de periode maartmaart hét boegbeeld van ons vakgebied. Je spreekt tijdens congressen, je opent grote evenementen en je geeft interviews. Wat levert het jou en je organisatie? • Bewijs de sterkte van je onderhoudsconcept binnen Asset Management! • Profileer Maintenance als key succes factor binnen je organisatie! • Motiveer je maintenance team! • Exposure voor jou en je werkgever!
Peter Schokker, titelhouder 2016
“Als maintenance manager ben je dagelijks bezig het beste uit jezelf, je mensen en de assets te halen. Dit alles in om “best in class” te worden, of in elk geval om zo’n groot mogelijke bijdrage te leveren aan de prestatie van het bedrijf. Hoe mooi is het als dit wordt gezien en je dan wordt genomineerd voor “het hoogst haalbare” binnen het vakgebied. Alleen dat is al een groot compliment voor jouzelf, maar ook het bedrijf wat je vertegenwoordigt. Wat heeft de titel Schokker (Koninklijke Vezet) gebracht? “Het is natuurlijk een hele eer, en een groot compliment, als je door experts uit het vakgebied wordt verkozen tot MMY. Door de aandacht in de vakbladen neemt je naamsbekendheid behoorlijk toe. Ook mijn netwerk heeft zich behoorlijk uitgebreid waardoor sommige kennis weer meer binnen handbereik komt. Al met al is de aanloop naar de verkiezing een ontzettend leuke periode waarin veel mensen je steunen en met je mee leven, of je nu wint of niet, die ervaring neem je mee”.
Johan Wolt, titelhouder 2014
“Je wordt uitgedaagd nog eens goed na te denken over waar je mee bezig bent en dat scherp neer te zetten”. Dat past binnen de feiten van de verkiezing; Bewijs de sterkte van je onderhoudsconcept binnen Asset Management! Profileer Maintenance als key succes factor binnen je organisatie! Motiveer je maintenance team! En het levert enorme exposure voor jou en je werkgever! Wat heeft de titel Wolt (AkzoNobel) gebracht? “Je leert veel mensen kennen en verbreed daarmee je eigen blikveld. Het inzicht gekregen dat er veel goede vakgenoten zijn die veel bijdragen aan ons vakgebied en dat samen werken het meest oplevert”. De titelhouder is het jaar erop jurylid en komt ook nog eens bij de drie volgende genomineerden op jurybezoek. De tip van Wolt “Het is gewoon een leuke ervaring dus niet te lang nadenken maar gewoon meedoen!”.
De tip van Schokker “Als je de kans krijgt om mee te doen aan deze verkiezing zou ik die zeker aangrijpen. Alleen het meedoen is al een eer op zich en het is een buitengewoon leuke ervaring. Blijf daarbij wel vooral jezelf en trouw aan je eigen visie. Dit is wat jou en jouw team uniek maakt en waarom je genomineerd bent”. 17
IMPROVE <
Slim toilet
standaard voor IIoT
‘Volle tank is actie ondernemen’ Foto; Ideo
18 oktober 2018
Lang voordat de Romeinen in Europa de openbare sanitaire voorzieningen bouwden zoals badhuizen, riolen en toiletgebouwen, waren er in de Indusvallei al beschavingen waar het toiletbezoek behoorlijk leek op dat wat wij vandaag de dag kennen. De opgravingen bij Mohenjo-Daro in Pakistan legden geavanceerde toiletten en riolen bloot, waarvan sommige stammen uit 2600 v.Chr. In Europa zijn er zelfs overblijfselen van primitieve toiletten gevonden die nog ouder zijn dan die in Pakistan. Een groot vraagteken kunnen we zetten bij de hygiëne van destijds. Maar ook bij die van ons heden, zoals we weten van festivals, bij tankstations, etc.
> Lekker schoon. Met het Internet of Things (IoT) worden apparaten verbonden met het internet, waardoor deze apparaten kunnen communiceren met andere apparaten. Dit maakt de apparaten slim. Het Internet of Things in de Industriële wereld (IIoT) gaat nog een stap verder. Door informatie te verzamelen en te combineren met externe en historische databronnen, zijn accurate voorspellingen te doen over te leveren aantallen en (onderhouds-)werkzaamheden. In dit geval zou het bijvoorbeeld betekenen geen wachtrijen meer én een schoon toilet.
> Het slimme toilet. Om de mogelijkheden en kansen van IIoT tastbaar te maken, heeft Ideo in samenwerking met partners Kresco en Sentech, een zogenaamd Proof of Concept opgezet. Het slimme toilet laat op eenvoudige manier de mogelijkheden zien van IIoT. Bijvoorbeeld hoe data ontsloten wordt naar de cloud en hoe big data wordt ontgonnen tot bruikbare informatie, dat weer als input dient voor aansturing van plannings- en onderhoudsacties. Dat hadden de Romeinen toch maar mooi nog niet uitgevonden! “Het idee was simpel. Voorzie een toilet van sensoren en stuur de sensordata naar een slim platform. De crux zit vervolgens in het bedenken van leuke scenario’s en simulaties” aldus John van Rooij, sales director bij Ideo. “Ook wilden we aantonen hoe eenvoudig een technische oplossing kan zijn en dat dit ook niet per se hoge kosten met zich mee hoeft te brengen.”
> Moderne connectiviteit: de sensorgateway. Het toilet is op schaal geproduceerd met behulp van een 3D-printer en vervolgens voorzien van diverse sensoren. De sensordata wordt verzameld door een energiezuinige sensorgateway in het toilet, die de data via een LoRaWan-verbinding (Long Range, Low Power) naar het dataplatform in de cloud verstuurt. Centraal wordt diverse data gecombineerd en geanalyseerd en worden er automatisch conclusies getrokken waarna adequate acties kunnen worden opgestart.
paraten zelf.” Met alle sensordata worden processen efficiënter en zijn nieuwe businessmodellen binnen handbereik, zoals afrekenen op basis van werkelijk gebruik.
> Waarom dit slimme toilet? De mobiele toilet-case geeft een goed beeld van wat IIoT is, hoe je het aan moet pakken en wat het op kan leveren. IIoT is geen doel op zich, maar een nieuwe manier om de volgende doelen te bereiken, zoals procesverbetering, maar ook kostenbesparing. Effectiever ondernemen en nieuwe verdienmodellen zijn zomaar twee andere doelen. <
‘Nieuwe businessmodellen binnen handbereik’
“De innovaties zitten ‘m in het combineren van de verschillende technologieën” zegt Van Rooij. “In het onderhoudsvakgebied zie je dat storingen getriggerd worden door mensen, maar ook door ap19
WET- EN REGELGEVING <
Foto; Helix
Inspectie
schade-analyse en
infrastructuur
20 oktober 2018
Nederland heeft behoefte aan integrale adviezen over de conditie van gebouwen, installaties, infrastructurele objecten, groen en wegen. Er kunnen dan afwegingen worden gemaakt waar middelen voor onderhoud het meest effectief kunnen worden ingezet. NEN 2767 Conditiemeting is de methode voor het meten van de kwaliteit van de gehele gebouwde omgeving. Nu ook eenduidig voor infrastructurele werken!
Daar weet Bestuurder van het NVDO InspectiePlatform en technisch directeur bij Helix alles van. Hij schreef immers mee aan het nieuwe deel van de NEN 2767 dat gaat over eenduidige conditiemeting van zowel gebouwen als infrastructurele werken. Warringa; “Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een methode ontwikkeld die borg staat voor het verzamelen van objectieve en betrouwbare inspectiegegevens. Deze inspectiemethode is in het handboek RVB-BOEI vastgelegd. Het biedt inspecteurs alle instructies en achtergrondinformatie die nodig zijn om inspecties volgens de voorgeschreven methode te kunnen uitvoeren”. Kollaard van het Rijksvastgoedbedrijf stond met Warringa aan de wieg van NEN 2767 Conditiemeting en de handboeken. Zij werken nog steeds mee aan de doorontwikkeling ervan.
is volgens Warringa objectief en praktisch toepasbaar voor alle sectoren. “Samen met Rijkswaterstaat, Rijksvastgoedbedrijf, Tata Steel, NEN, DON Bureau en een groot aantal andere belanghebbenden, heb ik enkele jaren, mede namens de NVDO, zitting gehad in de normcommissie. Ik ben er best een beetje trots op dat we de NEN 2767 nu op dezelfde wijze kunnen toepassen voor de gehele gebouwde omgeving”. Uiterst handig voor het bepalen van de actuele onderhoudssituatie en het stellen van prioriteiten voor onderhoud. Warringa; “Het is daarnaast een veel gebruikt hulpmiddel voor conditiesturing en prestatiecontracten”. <
Post HBO Opleiding NVDO/Hogeschool Utrecht > Het handboek. Het handboek RVB-BOEI bestaat uit drie delen. Het algemene deel is vooral bestemd voor zowel de integrale vastgoedinspecteur als –adviseur en stelt de integrale vastgoed inspecteur in staat om aan de eisen van objectiviteit en betrouwbaarheid te kunnen voldoen. In het tweede deel is een specifieke beschrijving opgenomen voor de integraal inspecteur vastgoed en spitst zich toe op het verzamelen van objectieve en betrouwbare inspectiegegevens per BOEI thema. Het derde deel is een handvat voor de integraal adviseur vastgoed en spitst zich toe op de totstandkoming van een instandhoudingsplan (ISHP).
> Wens uitgekomen. Met de integratie van NEN 2767 van gebouwen en infrastructurele werken komt een lang gekoesterde wens van Warringa uit. “De laatste jaren ben ik voorvechter geweest van één integrale methodiek. Het is immers een bewezen krachtig hulpmiddel in de gebouwde omgeving gebleken”. De norm
‘Uiterst handig hulpmiddel bij conditiesturing’
De post HBO Opleiding Conditiemeting/BOEI start op 1 november a.s. en is uitgebreid met de discipline Infrastructurele Werken. Net als bij de andere specialisaties Bouwkunde, Werktuigbouwkunde en Elektrotechniek is er naast conditiemeting veel aandacht voor materialenkennis en Wet- en regelgeving. Als vervolg op de opleiding Inspecteur wordt het Adviseursdeel aangeboden, waarbij voor het adviseursdeel extra aandacht is voor risico analyses en het opstellen van adviesrapporten. Gebreken zorgen voor prestatieverlies, brengen risico’s met zich mee en zijn van (grote) invloed op de functionele prestatie-eisen van de asset. Met de inbreng van een goed opgeleide inspecteur en adviseur wordt de asset-owner in staat gesteld het levens-loopproces naar kosten, levensduur en kwaliteit te beheersen. Conditiemeting/BOEI wordt gebruikt voor het bepalen van de actuele onderhoudssituatie en het onderbouwen van onderhoudsplanningen. Ook binnen prestatiecontracten moet de status van bouwof installatiedelen worden vastgesteld, bijvoorbeeld bij het moment van aangaan van het prestatiecontract (de zogenaamde verificatieperiode) en tussentijdse beoordelingen (audits). Om efficiëntie te bereiken binnen het inspectieregime en overlast van de gebruikers van beheerobjecten tot een minimum te beperken, winnen integrale inspecties (BOEIinspecties) steeds meer terrein. Met informatie over de opleiding op www.nvdo.nl
21
KIJK OP <
Kijk op Historische Impact door:
‘Jeannette Baljeu, Voorzitter Railforum’ Foto; Railforum
Jeannette Baljeu, Voorzitter Railforum
Innovatief onderhoud vraagt om systeemintegratie en een goed kennisnetwerk Door de economische groei en de verdere verstedelijking, groeit de vraag naar meer capaciteit op de verschillende spoorsystemen. De komende jaren wil men meer treinen, metro’s en trams laten rijden. Zowel op internationale verbindingen, als tussen en binnen de stedelijke gebieden in Nederland. Dit vraagt om investeringen, zowel voor nieuwe aanleg en aanschaf, als voor beter, efficiënter onderhoud. Er is immers steeds minder tijd beschikbaar voor onttrekkingen en verstoringen door uitval van infrastructuur of materieel is ongewenst. In het onderhoud aan de infrastructuur, voertuigen, alle installaties en gebouwen in de railsector vindt daarom veel innovatie plaats. Nieuwe kennis, nieuwe materialen en nieuwe bedrijfsprocessen zorgen voor de noodzakelijke vernieuwing. En mede door nieuwe informatie technologie zie ik dat het accent v van periodiek naar voorspellend onderhoud verschuift. Hierdoor worden onnodige verstoringen voorkomen en daardoor betere prestaties geleverd bij het vervoeren van reizigers en goederen over het spoor. Steeds meer zie ik de verschuiving van vervangend naar vernieuwend onderhoud. Bij vernieuwend onderhoud spelen nog wel enkele dilemma’s. In het spoorsysteem hangen veel systeemdelen nauw samen. Bijvoorbeeld de rails en de wielen, of de treinen en de seinen. Deze systeemdelen
22 oktober 2018
zijn vaak in beheer bij verschillende organisaties. Deze hebben allemaal wel als doel om het spoorvervoer in Nederland te optimaliseren, maar daarnaast ook specifieke doelstellingen die soms strijdig zijn met elkaar. In de praktijk komt het voor dat een investering bij de ene partij, leidt tot kostenreductie bij de andere partij. En hoe regel je dan met elkaar de investering voor deze efficiencyslag? En hoe voorkomen we met elkaar dat we sub optimaliseren door teveel focus op deelsystemen? Binnen Railforum zijn we eind vorig jaar een kenniskring systeemintegratie gestart. Door continu vanuit het hele systeem te denken kunnen we, ook in het onderhoud, nog veel verbeteren. Leden van de NVDO participeren al in de kenniskring materieelonderhoud en zijn natuurlijk ook welkom in de kenniskring over systeemintegratie. Mensen bepalen de te boeken resultaten, ook bij het innovatiever maken van het onderhoud. De NVDO vormt al 55 jaar een solide basis voor collega’s uit het onderhoud om met elkaar kennis en ervaringen te delen. Uitwisseling met andere platforms zoals Railforum en de Jonge Veranderaars zoekt de branchevereniging uit Houten actief op. Daardoor zijn we, met elkaar, in staat om aan de groeiende vraag naar excellent spoorvervoer te blijven voorzien. <
Boven het hout ofwel
GAST COLUMN <
Bovenhoud
Toen we dertig jaar geleden in Utrecht begonnen met de cursussen Onderhoud, was hierin al direct een bedrijfskundige module opgenomen, alleen een eigen beeldmark ontbrak. Tijdens een discussie bij een bijeenkomst van onderhoudsmanagers, heb ik opgemerkt, dat “wij” technici wel vaak komen met goede ideeën, echter zonder aan te geven wat deze opleveren, wat de winst of bijdrage is. Wat erbij moet zijn zaken als verhogen winst, verkleinen risico’s, enz.”, zei ik toen. Als je bij het overleg van de topdirectie geen onderwerp bent, dus niet “boven het hout” van de directietafel aanwezig bent, dan besta je niet en zit je letterlijk “onder het hout”. Bovenhoud kan je bereiken door technomisch te denken, want onderhoud is niet alleen techniek, maar ook een bedrijfseconomische activiteit. “Bovenhoud” werd zo ons beeldmark. Bij een scriptieonderzoek naar de toestand van het onderhoud bij een bedrijf, bleek dat niets deugde. Brandhoud was het, zei de kandidaat. Zo ontstonden naast Bovenhoud de begrippen “Brandhoud en Superhoud”. Maar, wanneer besta je nu echt boven het hout van de directietafel? Je bestaat pas echt als je kan aantonen dat jouw onderhoudsuitvoering als bedrijfsfunctie bijdraagt aan de winst van het bedrijf! Bovenhoud is dus het aantonen van de bijdrage aan de winst van het bedrijf en het streven door continu verbeteren deze te vergroten.
Winst is in deze simpel. Omzet minus Kosten en het Rendement is dan weer Winst gedeeld door Geïnvesteerd Vermogen; ons bekende eenvoudig bedrijfskundig model. Hiermee is heel het wezen van Bovenhoud weergegeven. Men kan het toepassen om elke nieuwe ontwikkeling of hype op zijn waarde schatten. Zoals TPM, OEE, RCM, FMECA, uitbesteden, Asset Management. Werk altijd met continu verbeteren aan verhogen omzet, verlagen kosten en minimaliseren benodigde geïnvesteerde vermogen. Dit zijn de hoofddoelen van elk onderhoudsbeleid, uiteraard met inachtneming van wet- en regelgeving, veiligheid, milieu, gezondheidseisen, enz.. We staan nu voor een grote nieuwe ontwikkeling met het ‘Internet of Things’. We kunnen straks ’alles’ meten. De grote vraag wordt nu: welke meting draagt nu echt bij aan de winst en welke niet? De kunst zal zijn na te gaan welke metingen er absoluut nodig zijn om de winstgevendheid van de assets aan te tonen. Het gedrag van assets in de tijd gezien moet men hiervoor weten. Dit vraagt om nieuwe competenties van de medewerkers. Onderhoudstechnici moeten naast Technoom nu ook Gedragstherapeut van assets worden. < Tim Zaal Emeritus Professor Hogeschool Utrecht
23
GASUNIE <
Gasunie werd in de jaren zestig opgericht bij de ontdekking van de gasbel onder Groningen. Om het transport van gas onder hoge druk veilig en zonder storingen te kunnen uitvoeren, wordt zowel preventief als correctief onderhoud uitgevoerd. De unit Operations en Projects is verantwoordelijk voor het beheren en onderhouden van het hoge druk gastransportsysteem. De onderhoudsstrategie wordt voortdurend aangepast op basis van voortschrijdend inzicht uit, onder andere de storingsregistratie en de beschikbaarheid van nieuwe (inspectie) technologieën.
‘Arjan Hofman’ Foto; Gasunie
Van Preventief naar Correctief naar Reliabilility Centered Maintenance (RCM) Het onderhoud bij Gasunie is op te splitsen in beheersactiviteiten (bijvoorbeeld het toezicht houden bij graafactiviteiten in de buurt van de leidingen om beschadigingen te voorkomen), het uitvoeren van preventief onderhoud (waaronder inspecties en functionele testen) en het correctief uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan leidingen, compressoren en dergelijke. Arjan Hofman geeft een toelichting op het onderhoudsbeleid door de jaren heen. Hij is manager van de afdeling Werktuigbouw van het Competence Centre Techniek binnen de unit Operations en Projects. Het Competence Centre Techniek is verantwoordelijk voor de onderhoudsstrategie en engineering van renovatie- en uitbreidingsprojecten. Hofman; “In de jaren zestig, bij de oprichting van Gasunie, was het onderhoud preventief georiënteerd. Eén van de effecten die we
24 oktober 2018
zagen, was dat er soms zogenoemde maintenance induced failures optraden. Doordat onderdelen niet helemaal goed werden teruggeplaatst of regelkleppen niet goed werden afgesteld, ontstonden na de onderhoudsperiode af en toe storingen. Hierdoor moesten de technici op een later moment nogmaals terug naar de plek om alles te controleren en de ontstane storingen te verhelpen. Dat is niet efficiënt en daarom hebben we gekeken naar andere vormen van onderhoud. Vanaf eind jaren tachtig gingen we onderzoeken hoe we op een slimme manier het preventieve onderhoud zouden kunnen inperken zonder dat de kosten voor het correctieve onderhoud zouden stijgen. Het doel is een optimum te bereiken waarin correctief en preventief onderhoud in balans zijn en de total costs of ownership zo laag mogelijk zijn”.
> Analyses. Om die balans te vinden zijn de storingsanalyses grondig aangepakt. Hofman; “We zijn begonnen met het nauwgezet registreren van storingen. Het is belangrijk daarbij exact te bepalen hoe technici storingen dienen te noteren zodat de analisten op het hoofdkantoor in Groningen er conclusies uit kunnen trekken. Als technici veel vrijheden hebben bij het omschrijven van de storing, geeft dat analisten behoorlijk wat hoofdbrekens. Daarom hebben we standaardcodes voor storingsmeldingen ingevoerd die ongeveer 90% van de storingen kunnen ondervangen. Voor de overige tien procent is er de mogelijkheid dit vrij te omschrijven. Een analist wil duidelijkheid en transparantie, terwijl een technicus zo min mogelijk tijd wil besteden aan extra administratie of rapportage. Werken met codes blijkt een gepaste methode”.
‘Compressor- en mengstation Ommen knooppunt in landelijke gastransportnet’ Foto; Gasunie
Deze methode wordt voortdurend verfijnd, geeft Hofman aan. “Analisten koppelen regelmatig terug aan de technici welke ontwikkelingen zij dankzij de rapportages zien. Dit motiveert de collega’s om nauwkeurig te blijven rapporteren. Daarnaast wordt gezamenlijk gekeken hoe de rapportages nog beter kunnen worden ingericht”.
> Risicogebaseerd onderhoud. “De laatste jaren hebben we sterk ingezet op risicogebaseerd onderhoud. Als we een onderhoudsactiviteit uitvoeren willen we vooraf exact weten welk risico we mitigeren. Hiermee kom je tot reliability centered maintenance waarbij we heel systematisch kunnen nagaan wat de faalmechanismen zijn en welke onderhoudsstrategie (preventief/correctief/ inspectie) passend is voor die specifieke situatie. Langzamerhand zijn al onze systemen op deze manier ingericht en hebben we een semi-wetenschappelijke onderbouwing waarom we onderhoud op die manier met die frequentie uitvoeren. De laatste jaren hebben we daarop een verdiepingsslag gemaakt zodat we de kosten die we maken nog beter kunnen verantwoorden”. Gasunie – historie In 1959 werd de gasbel in Groningen bij Slochteren ontdekt. Vier jaar later, in 1963, kwam de productie uit het veld op gang en werd Gasunie opgericht om het Nederlandse aardgas te transporteren. Gasunie heeft in een periode van 55 jaar een groot transportnetwerk opgebouwd. Dit netwerk bestaat inmiddels uit ruim 15.500 kilometer pijpleidingen in Nederland en Duitsland, honderden installaties en stations, ondergrondse gasopslagen, stikstofinstallaties en een LNG-installatie. Het hoofdkantoor bevindt zich in Groningen.
Feiten en cijfers Infrastructuur Getransporteerd volume: +- 125 miljard m3 aardgas/jaar Lengte leidingnet: +- 15.500 kilometer Compressorstations: 22 Mengstations: 19 Meet- en regelstations: 93 Exportstations: 14 Gasontvangstations: 1300 LNG-opslagen (incl. peakshaver) Luchtscheidingsinstallaties: 2 Ondergrondse gasopslagfaciliteit: 1 Ondergrondse stikstofopslagfaciliteit: 1
‘Digitale middelen die zoveel mogelijk worden geïntegreerd in één device’ Foto; Gasunie
> Nieuwe technologische ontwikkelingen. Vanaf de jaren negentig is Gasunie begonnen met het invoeren van de storingsanalysemethode. Tegelijkertijd waren nieuwe technieken, zoals sensoren en het gebruik van data, in opkomst. Remote monitoring werd gefaseerd ingevoerd en gastransportdata verzameld zodat de gasmarkt optimaal kan worden gefaciliteerd. “Ondertussen kijken we ook naar nieuwe technologische ontwikkelingen. Dankzij digitalisering wordt er bijvoorbeeld minder met papier gewerkt en meer online gerapporteerd en ingepland. We zijn al enige tijd bezig met het uitrollen van een programma waarin technici met een tablet op pad gaan. Dit programma voeren we gefaseerd uit. Enerzijds omdat we hoge eisen stellen aan security, hacking mag nooit voorkomen. Anderzijds omdat ongeveer 600 technici ermee moeten leren werken wat een goede voorbereiding vergt”. Andere opkomende innovaties worden eveneens onderzocht. “Een vaste groep medewerkers gaat voortdurend na hoe nieuwe technologieën bij ons toepasbaar zouden kunnen zijn, maar vooral ook wat deze technologieën voor ons als meerwaarde zouden kunnen hebben. Een mooi voorbeeld van een recente ontwikkeling is de grondradar waarmee je, zonder te graven, een scan kunt maken van de ondergrond. Zo kun je meteen zien waar de kabels en leidingen in de grond precies lopen. Dat bespaart ons opgraafkosten en verrassingen blijven uit. Deze nog vrij nieuwe ontwikkeling heeft ons de laatste jaren geen windeieren gelegd. Ook technieken als augmented reality, geo-info of het werken met drones om de diepteligging van leidingen te bepalen, worden onderzocht. We proberen met nieuwe technologieën een optimum te bereiken en > projectrisico’s te mitigeren”.
25
>
> De energietransitie. De laatste tijd staat de energietransitie volop op politieke agenda’s. Het doel is om te komen tot een energievoorziening die in 2050 CO2-neutraal is. Hofman; ‘Gasunie is een belangrijke partner in het debat over een CO2-neutrale energievoorziening. Aardgas zal op termijn uit de gebouwde omgeving verdwijnen en daarvoor in de plaats komen gassen als groen gas en waterstof. Onze infrastructuur blijft dus ook de komende decennia een belangrijke rol spelen in de energievoorziening in Nederland. Dat betekent dat ook het onderhoud van belang blijft dus we blijven doorgaan met de ontwikkeling daarvan”.
‘Uiteindelijk gaan alle 200 wagens op groen gas rijden’ Foto; Gasunie
Gasunie en het Klimaatakkoord Om als Nederland de klimaatdoelstellingen te kunnen behalen, is het noodzakelijk alle beschikbare energievormen die bijdragen aan reductie van CO2 in te zetten. Gas, warmte, zon en wind spelen hierbij samen een belangrijke rol. Het is van belang dat er hiervoor voldoende infrastructuur voor transport en opslag beschikbaar is. Dat blijkt uit de hoofdlijnen voor het Klimaatakkoord.
Wat gaat Gasunie doen? “Aardgas zal voorlopig nog een behoorlijke bijdrage leveren aan het energiesysteem. Die rol zal steeds kleiner worden en waar mogelijk wordt aardgas vervangen door duurzame alternatieven. Onze infrastructuur kan helpen deze overgang mogelijk te maken. De duurzame gassen in de toekomstige energiemix zullen vooral waterstof en groen gas zijn. Voor beide is het nu belangrijk om technologieën de komende jaren verder te ontwikkelen om toepassing op grote schaal mogelijk te maken. Bijvoorbeeld op het gebied van elektrolyse voor de productie van CO2-vrije waterstof en vergassingstechnologieën voor de grootschalige productie van groen gas”.
Waterstof “Waterstof is naast elektriciteit een noodzakelijke energiedrager. Enerzijds om het aandeel van hernieuwbare elektriciteit verder te laten groeien. Anderzijds om een deel van het aardgasgebruik in de industrie te verduurzamen. In 2030 kunnen we een landelijk waterstofnetwerk beschikbaar hebben, voornamelijk via bestaande infrastructuur, met een capaciteit van ongeveer 15 GW”.
> Werkgelegenheid onderhoud. Hoewel er ook in de toekomst voldoende werk is om verschillende gassoorten veilig en zonder storingen via leidingen, installaties en stations te transporteren, verwacht Hofman dat de werkgelegenheid zal teruglopen. “Door de veranderende onderhoudsstrategie én het niet verder uitbreiden van de aardgasinfrastructuur, neemt de werkgelegenheid bij de unit Operations en Projects in de loop van de jaren naar verwachting verder af. Om de medewerkers zoveel mogelijk duurzaam inzetbaar te houden, stimuleert het bedrijf medewerkers zelf de regie te nemen over hun eigen loopbaan door onder andere loopbaancoaching, opleidingen en stages te faciliteren.
> Meer dan gas. Gasunie focust dus niet alleen op aardgas. “Waar we als bedrijf goed in zijn, (naast het veilig en zonder storingen transporteren van gassen) is het uitvoeren van grote infrastructurele projecten en het aanleggen van leidingen over grote afstanden. Door de jaren heen zijn we dankzij onze expertise een partij geworden die voor dergelijke projecten wordt gevraagd. Neem het transporteren van waterstof. Binnenkort zullen we de eerste waterstofleiding opleveren. Ook wordt er nu al groen gas door ons net vervoerd en het volume daarvan zal in de komende jaren alleen maar toenemen”. Naar warmwatersystemen wordt eveneens gekeken. “Hiervoor kunnen niet de bestaande gasleidingen worden gebruikt, maar het aanleggen van nieuwe leidingen valt onder onze expertise. We verwachten dat we nog lang gassen zullen transporteren, maar we kijken ook naar het uitstippelen van nieuwe wegen”. <
Groen Gas “Voor duurzame verwarming van woningen en gebouwen zullen groen gas en warmtenetten een groot deel voor hun rekening nemen. Groen gas in combinatie met een hybride warmtepomp kan in 2030 het gasverbruik van ongeveer de helft van de Nederlandse huishoudens CO2-neutraal maken. Met de regionale gasnetbeheerders werken we samen om het invoeden van groen gas te stimuleren door het grootschalig transport van groen gas mogelijk te maken. Daarnaast zijn we met verschillende partners actief in onder andere Zuid-Holland om warmte-infrastructuur te
26 oktober 2018
‘Technologieën die meerwaarde kunnen hebben’
27
HYPERLOOP <
â&#x20AC;&#x2DC;Launcher propulsion Foto; TU Delft
duizend kilometer per uur door een buis suizen Met
Op diverse plaatsen in de wereld wordt gewerkt aan hypermoderne hyperloops. Het moet het vervoermiddel van de toekomst worden, naast de auto, de trein, de boot en het vliegtuig. Vooral voor die laatste is het een potentiĂŤle concurrent. Het hyperloopconcept is al ruim tweehonderd jaar oud. Het studententeam van Delft Hyperloop ziet de hyperloop desondanks als het groene vervoermiddel van de toekomst.
28 oktober 2018
Een hyperloop is een transportconcept in een vacuümbuis. Door elektromotoren aangedreven capsules worden door een vacuümbuis geschoten. Door de lucht uit de buis te halen kan het voertuig sneller gaan, terwijl het minder energie kost. Snelheden van duizend kilometer per uur, of zelfs meer, zijn natuurkundig gezien haalbaar, zegt team captain Edouard Schneiders van Delft Hyperloop. “En daarna het doorbreken van de geluidsbarrière ook, maar dat is nog wel een uitdaging. Het moet wel comfortabel blijven voor de passagier”.
> Testbuis. Die snelheden halen de voertuigen nu nog niet, maar dat komt doordat er nog nergens een buis ligt die lang genoeg is, legt Schneiders uit. Space X (van Elon Musk/Tesla) organiseert een Hyperloop Capsule Competitie. Hiervoor ligt een buis klaar van twee meter doorsnede en 1,2 kilometer lang naast de raketfabriek van Space X in Californië. “De totale runtijd is onder de twintig seconden, als je één seconde te laat remt is alles kapot”. Er wordt in Nederland voorzichtig gesproken over een testbuis in Flevoland. Totale kosten circa 150 miljoen euro. “Geef ons een buis van drie kilometer en we halen de 1000 kilometer per uur”.
‘Launcher breaks’ Foto; TU Delft
> Wedstrijd. Vorig jaar won het eerste studententeam van Delft Hyperloop de Space X competitie. Delft scoorde destijds met de efficiëntie, betrouwbaarheid en veiligheid van het ontwerp. Dit jaar ging het om de snelste tijd. Het record in de wedstrijdbuis stond op 384 kilometer per uur. Door een ontwerpfout in de motor ging de Delfstste 'vacuümtrein' niet harder dan 142 kilometer per uur, terwijl gehoopt werd op 450 kilometer per uur. Ook waren er problemen met de boordcomputer. Het team van de Technische Universiteit van München won de competitie overigens met een snelheid van 466 kilometer per uur, een nieuw wereldrecord.
Nederland de hyperloop het beste (grotendeels) ondergronds kan worden aangelegd. Dat kost dan veertig miljoen euro per kilometer, zo hebben de studenten becijferd. “En dat is dan inclusief een budgetoverschrijding van veertig procent, zoals dat meestal gaat bij dit soort grote infraprojecten”. Bij een gelijke bezetting als in een vliegtuig hoeft een hyperloopkaartje Amsterdam – Parijs volgens Schneiders niet duurder uit te vallen dan een vliegticket. “Maar dat hangt wel een beetje af van de terugverdientijd die je eraan koppelt”.
> Toepasbaarheid. “Wij vinden het jammer dat het deze keer alleen om de snelheid ging, omdat we vinden dat de toepasbaarheid heel belangrijk is. Dat was voor ons de reden om het concept te bedenken van een launcher met aparte modules voor personenen goederenvervoer. We kunnen er ook een andere motor inhangen. Deze is namelijk speciaal ontworpen om binnen één kilometer maximaal te accelereren en te remmen. Op termijn hebben we een andere motor nodig”.
> Klimaatakkoord. Hyperloopsystemen kunnen andere, meer vervuilende vervoersystemen overbodig maken en daarom is het belangrijk dat het systeem er ook daadwerkelijk komt, meent Schneiders. “Vliegen is heel vervuilend. In 2100 zullen negen keer meer mensen vliegen dan nu, terwijl de gemiddelde afstand die ze afleggen zal verdubbelen. Alleen daardoor halen we de afspraken van het Klimaatakkoord van Parijs niet”. Delft Hyperloop doet mee aan de snelheidscompetitie omdat het media-aandacht oplevert voor het concept. “We willen de boodschap van de hyperloop naar buiten brengen; waarom het nodig is en wat de potentie is. Daarnaast is meedoen een manier om hyperloop-engineers op te leiden.”. > Net zo duur als vliegen. In een half uur van Amsterdam naar Parijs? Met de hyperloop is dat prima haalbaar. Maar voordat het zover is, moet er nog heel wat gebeuren, vooral op het gebied van de infrastructuur. Schneiders voorziet dat in het kleine, volle
> Twintig jaar. “Ik denk dat we over pakweg twintig jaar een operationeel systeem hebben in Nederland. Hyperloop One, een commercieel bedrijf uit Amerika, bouwt volgend jaar de eerste systemen in Abu Dhabi en India. Er is best animo, maar juist omdat de infra zo bepalend is, moet je goed onderzoeken wat de beste manier is. Je main system van de eerste hyperloop moet hetzelfde zijn als die van over dertig jaar anders krijg je te veel operationele problemen met verschillende systemen”.
> Idee uit 1800. Het eerste idee om spoorwegen op luchtdruk te maken, werd volgens informatie op Wikipedia al rond 1800 geopperd door de Brit George Medhurst. Daarna probeerden verschillende ingenieurs het concept te realiseren, wat door allerlei tegenslagen niet goed lukte. De Dalkey Atmospheric Railway in Ierland draaide tien jaar lang (1844-1854) op een traject van een kleine drie kilometer. Een stoommachine in een gebouw zorgde voor de onderdruk om de wagens een heuvel op te zuigen; de zwaartekracht zorgde voor de terugrit. “Mijn eerste kennismaking met het concept stamt van toen ik vijftien jaar oud was. Ik las op internet over vacuum trains en dacht ‘waarom bestaat dit nog niet?’. Drie jaar geleden (ik was negentien toen) hoorde ik van het Delft Hyperloop team. Ik wilde graag meedoen en werd lid van het eerste team. Later stond ik aan de basis van het nieuwe, tweede team”. > Verfrissend. Het tweede team bestaat uit 37 studenten van >
29
> de faculteiten Lucht- en Ruimtevaarttechniek, Technische Natuurkunde, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek en Industrieel Ontwerpen. ‘Verstaan’ die elkaar wel? Schneiders; “We helpen elkaar natuurlijk en de samenwerking is prima. Maar een natuurkundige denkt heel anders dan bijvoorbeeld een werktuigbouwkundige. Theoretisch versus meer praktisch ingesteld: welk boutje of moertje is er nodig. Maar binnen het project heb je elkaar nodig en vul je elkaar aan. Een natuurkundige weet namelijk niets van bouten en moeren. Een divers team is goed voor de creativiteit en werkt verfrissend bij elke stap in het ontwerpproces”.
> Onderhoud. Het racemonster van team 2 is gemaakt van carbon fibers, vooral vanwege de wens om zo licht mogelijk te zijn. “Je wilt zoveel mogelijk kracht per gram”. Voor een operationeel systeem in de toekomst is het wellicht beter om te werken met dezelfde materialen als in de vliegtuigindustrie, denkt Schneiders. Op dit moment is er nog niet veel aandacht voor het onderhoud aan launcher en capsule. “Het is een prototype voor eenmalig gebruik. Maar we denken er al wel over na, net als over safety. Overigens is het modulaire systeem wel handig voor onderhoud en inspecties. Je kunt gemakkelijk omwisselen als je dat wilt”. Voor het veiligheidsaspect kijken teamleden naar de regels van de luchtvaart en naar de veiligheidseisen voor tunnels. “We zijn in gesprek met beleidsmakers om samen een policy op te zetten. Voor een hyperloop-systeem heb je bijvoorbeeld niet om de vijftig meter een nooduitgang nodig. We kijken hoe we bestaande regels aan de praktijk kunnen koppelen”.
> Self healing concrete. De vacuümbuis wordt van metaal of van beton. Het laatste ligt meer voor de hand, verwacht de team captain. Het onderhoud aan de buis moet gebeuren met robots, denkt hij. “Het mooie is natuurlijk dat de buis onder vacuüm staat en dat je aan de binnenkant geen last hebt van weersinvloeden. Maar je wilt blijven checken wat de staat is natuurlijk. Misschien kan er ook iets met self healing concretes, maar dat is allemaal niet mijn expertise’. Het monitoren van de baan kan door de capsule zelf gebeuren met behulp van sensoren.
‘Atlas’ Foto; TU Delft
Sterk team. Voordat de hyperloop eind juni op transport werd gezet voor de wedstrijd in Californië werd er nog even hard doorgewerkt, vertelt Schneiders. “We hebben de hele nacht doorgewerkt om op het laatste momenten nog wat zaken te testen en te verbeteren, vooral op het gebied van reliability. Nee, niet omdat we onze zaakjes niet voor elkaar hadden, maar omdat we een sterk team met een sterk concept willen zijn. Die drive is er bij iedere deelnemer. We leggen een jaar onze studie stil hiervoor, sommigen langer”.
> Bedrijven. Circa tachtig bedrijven en organisaties leveren een bijdrage aan het project. Met een financiële bijdrage, met kennis, met materialen of met logistieke ondersteuning. “Elke leverancier helpt vanuit zijn expertise. Daar hebben we ontzettend veel van geleerd. Het was soms wel eens lastig omdat ons tempo zo hoog ligt. We moeten binnen negen maanden opleveren en elke dag telt. Als een leverancier dan speciaal voor ons een onderdeel moet CNC’en dat wij de volgende dag willen hebben, dan kan dat niet altijd”. > Cool. De studenten ontwikkelden zelf een LiPo-batterij voor
‘Het moet gaan werken als een metro’
30 oktober 2018
het project. Het speciale eraan is dat de batterij in een halve minuut zijn kracht kan ontladen. “Die hebben we speciaal ge-engineerd hiervoor. We hebben de cellen zelf gekocht en in elkaar gezet volgens onze specificaties. Met één bedrijf hebben we samen een nieuwe rubber compound ontwikkeld. Een ander bedrijf testte de hardware en we mochten de vacuümkamer van ESTEC gebruiken. Het was heel mooi om te ervaren dat bedrijven die wij hoog hebben zitten, ons op hun beurt ook heel cool vinden omdat wij aan een cool project werken”. Of de hyperloop een revolutie is? “Ja, ik denk het wel. Ik verwacht dat de hyperloop het groene transportmiddel van de toekomst wordt. Het zal het vliegtuig niet vervangen, maar wel de vluchten binnen Europa bijvoorbeeld”. Voordeel is ook dat het minder gedoe zal zijn dan reizen met een vliegtuig, denkt Schneiders. “Het moet gaan werken als een metro: elke paar minuten een capsule, aankomen, instappen en wegwezen. Een geheel geoptimaliseerd systeem van A naar B, snel en groen”. <
Kort Even voorstellen
Hierdoor leerde ik snel alle buren kennen. Na vier jaar sitemanager werd ik naar het hoofdkantoor gehaald. Vanuit het onderhouds- perspectief ben ik toen bezig gegaan met het professionaliseren van onderhoudsconcepten en het sluiten van de PDCA loop voor het onderhoud. Hiervoor moest de SAP inrichting aangepast worden en de beschikbaarheid van de installaties gemodelleerd, zodat geplande en gerealiseerde beschikbaarheid aan elkaar gekoppeld konden worden”. Om het onderhoud steeds beter te kunnen doen, richtte Strikwerda zich op het meetbaar en bestuurbaar maken van prestaties door het introduceren van dashboards. “Door die dashboards o.a. in weekstarts onderdeel van het dagelijks werk te maken van de onderhoudsprofessionals, gebruik je de kracht van de hele organisatie om het werk steeds doelmatiger te doen”.
NVDO Bestuur “Wat ik mee neem naar de NVDO is een brede ervaring op gebied van procesverbetering, veiligheid en assetbeheer. Ik heb gewerkt als procesbesturings-programmeur, engineer, consultant, projectleider, maintenance manager, sitemanager, technisch manager, vastgoedmanager, informatie manager en technische integriteitsmanager. In voedingsmiddelenindustrie, dienstverlening en olie&gas. In al die
Scholte Strikwerda Foto; Privécollectie Strikwerda
Met z’n 52 jaar treedt Scholte Strikwerda (woonachtig in Assen) toe tot het NVDO Bestuur. Inmiddels is hij alweer twaalf jaar werkzaam binnen de Gasunie waar hij begon als sitemanager in Ommen. Sinds een halfjaar is Strikwerda lid van het SHE-managementteam van Gasunie en verantwoordelijk voor het geaccrediteerde team van technische inspecteurs. Zijn team bestaat uit 25 gecertificeerde inspecteurs die de technische integriteit van de fysieke activa van Gasunies valideren, inspecteren en verifiëren tijdens engineering, inkoop, constructie en exploitatie.
‘Doe het op basis van feiten (lean)’
Gasunie
rollen ben ik steeds bezig geweest met continu slimmer werken en stimuleren van het delen van kennis. Dit past naadloos bij mijn werk voor de NVDO”. Zijn kennis, ervaring en de noordelijke nuchterheid neemt Strikwerda ook mee naar het NVDO Bestuur. Hij ziet dan ook meer kansen en overeenkomsten dan verschillen. “Van nieuwe ervaringen, waardering en resultaten krijg ik energie. Ik sta voor: Doen wat je zegt, zeggen wat je doet, doe het steeds beter, doe het op basis van feiten en doe het vooral samen. Dat samen slimmer werken kunnen we komende jaren goed gebruiken bij het aangaan van de uitdagingen rond de energietransitie en de schaarste op de technische arbeidsmarkt”.
Zijn loopbaan bij de Gasunie begon met een proces verbaal die Strikwerda kreeg tijdens zijn eerste wachtdienst. Strikwerda; “door een menselijke fout werd ’s nachts enorm veel lawaai gemaakt op het compressorstation in Vilsteren waar ik toen sitemanager was.
Tijdens de NVDO Jaarvergadering op 9 november a.s. wordt de leden gevraagd in te stemmen met de benoeming van Strikwerda tot NVDO Bestuurder.
Niet alleen in zijn werkomgeving is hij bijzonder gepassioneerd. Ook thuis heeft hij het goed voor elkaar. Als echte familieman is hij trots op zijn kinderen Niek en Mayke. Zijn hart klopt nog steeds sneller voor zijn lieve vrouw Hilda en hun twee hondjes. “Om mijn hoofd leeg te maken en om gezond te blijven, fitness ik eens per week”. Strikwerda duikt graag en slaat regelmatig een balletje op de golfbaan.
31
INNOVATIE <
Nostalgische innovatie
‘Kletskop met lid, 1965’ Foto; ANWB
32 oktober 2018
Directeur-generaal Rijkswaterstaat Michèle Blom sloot als eerste Nederlander een elektrische Rijkswaterstaatauto aan op een laadpraatpaal bij gebouw Westraven in Utrecht. Deze laadpaal, die ruim 50 jaar diende als praatpaal om de Nederlandse automobilist in geval van autopech hulp te bieden, is een prachtig voorbeeld van innoveren in het kader van duurzaamheid. Het toont ook aan dat we nog geen afscheid willen nemen van deze gele kletskop. En niet alleen bij Rijkswaterstaat, want na de buiten werking stelling van de ons zo vertrouwde praatpalen, ontstond er een levendige (illegale) handel in de gele jongens. Gelukkig staat het exemplaar dat dienst deed aan de A50 bij Heelsum, er volledig legaal. En er volgen er alleen maar meer!
> Er was eens… Een Duitse praatpaal. In 1960 plaatste de ANWB als proef twaalf praatpalen langs Rijksweg 13 Den HaagRotterdam. Deze paal, naar Duits design, werd in het eerste jaar 16.090 keer gebruikt. Een geslaagde proef. Echter duurde het nog even voordat meer snelwegen werden uitgerust met het hulpmiddel. Eind 1965 verschenen er 18 praatpalen op de net geopende Oosterscheldebrug (Zeelandbrug) om gestrande automobilisten van hulp te voorzien en in 1970 plaatste Rijkswaterstaat maar liefst 1500, door Philips nieuw ontwikkelde exemplaren, langs het autosnelwegennet in ons land. > Het konijn. In 1994 verscheen de derde en laatste versie; ‘het konijn’. Deze praatpaal had de grote bekende oorschelpen. Deze versterkten het geluid, maar bevatten geen elektronica. Alle elektrische onderdelen waren waterdicht naast de microfoon geplaatst. De nieuwe paal was hoger en daardoor beter zichtbaar, maar voor de kleinere mensen onder ons was de microfoon lager geplaatst. > En toen. “Tegenwoordig gebruiken de meeste weggebruikers hun mobiele telefoon als ze met pech langs de weg staan”, aldus Herma Zijlmans, leveranciersmanager Rijkswaterstaat en groot fan van de gele kletskop. Dit heeft de praatpaal overbodig gemaakt. Lange tijd was het onduidelijk wat er mee moest gebeuren en uiteindelijk werden opdrachtnemers om ideeën gevraagd voor het hergebruik. “Want we wilden echt niet dat de praatpaal op de schroothoop zou eindigen of gerecycled zou worden tot een colablikje”.
‘September 1975’ Foto; ANP
Die uitdaging werd met beide handen aangenomen door Ecoleon, een zusterbedrijf van Van Doorn uit Geldermalsen. Zij hadden het idee om de praatpalen in laadpalen te veranderen. Dit was in eerste instantie alleen bedoeld voor de 900 exemplaren in het perceel van Van Doorn. ‘We hebben toen voorzichtig gevraagd of ze het niet ook landelijk wilden aanpakken”, zegt Zijlmans. “We vonden het zo’n fantastisch idee, waar zoveel energie in gestoken was en goed past bij de duurzame visie van Rijkswaterstaat, dat wilde we landelijk uitrollen”. “Dat was wel even schakelen, maar ik doe graag dingen die in eerste instantie onmogelijk lijken”, aldus een zichtbaar trotse Robert van Doorn, Directeur Ecoleon.
> Pijlers binnen Asset Management Dat Ecoleon de juiste
‘Samen kunnen we echt wat veranderen’
partij was voor deze opdracht, blijkt wel uit de diepgang van hun duurzame visie. Toen de praatpalen allemaal buiten werking werden gesteld, was er niet voor gekozen om een doorsnee vuilniszak over de kop te doen, maar werden van oude etalagedoeken, die de retail niet meer nodig had, keurige hoezen gemaakt. Voor Van Doorn is dit niet meer dan normaal. “Kies een principe en houd daar echt aan vast, in alles. Voor ons is dat Innovatief en Duurzaam”. Beide partijen zijn op deze manier ontzettend goed bezig op het gebied van Asset Management, waar duurzaamheid een belangrijke pijler is., evenals veiligheid en risicomanagement. En dat was nou precies de motivatie voor het aankleden van de palen. “Je moet er toch niet aan denken dat men niet op de hoogte was van de buiten werking stelling en bij een paal kwam te staan die niet werkt. En ze vervolgens op zoek gaan naar een functioneren >
33
> Inzicht in elkaar. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik een groot respect en waardering heb gekregen voor bedrijven zoals Van Doorn. Wat zo’n bedrijf allemaal mogelijk kan maken is echt heel bijzonder en daar heb ik nooit zo bij stil gestaan” aldus Zijlmans. Op zijn beurt spreekt Robert van Doorn ook met veel lof over Zijlmans en haar team; “Het is knap dat ze steeds het doorzettingsvermogen hebben weten te behouden om zowel de interne, als de externe organisatie te blijven overtuigen van het nut van dit project. Menigeen had het allang opgegeven. En het is voor ons natuurlijk een prachtige referentie. Dit toont aan wat er allemaal mogelijk is om op grotere schaal innovaties toe te passen. Samen kunnen we echt wat veranderen”. <
‘De laadpraatpaal bij Rijkswaterstaat in Utrecht’ Foto; Rijkswaterstaat
>
‘Herma Zijlmans en Robert van Doorn’ Foto; NVDO
exemplaar. In het rampzaligste geval aan de overkant van de weg”, aldus Zijlmans.
> Collectors item. Alle hoezen werden in één weekend om de bijna 3300 palen geplaatst. Daarnaast kregen de palen tegelijkertijd een eigen QR-code met een unieke ID. Daarmee werd meteen ingespeeld op de importantie van Big Data. Het buiten werking stellen ontketende tot ieders verbazing een golf van diefstal. Remco Otten, Adviseur Werkwijze en Processen bij Rijkswaterstaat, die hielp met het aankleden van de palen, miste de volgende dag in de buurt van zijn huis al zo’n drie stuks. “Het is niet te geloven, maar het viel mij gelijk op. Er loopt daar een provinciale weg parallel aan de snelweg. En precies op dat stuk waren de palen verdwenen”. Uiteindelijk ‘verdwenen’ er zo’n 100 palen. > Vertrouwen. Direct vanaf het begin was de samenwerking tussen de twee partijen goed binnen het unieke project. “We hadden niet alleen een klik, maar ook allebei dezelfde motivatie. We hadden echt het gevoel van; we kunnen dit samen!”, legt Zijlmans uit. Beide partijen hebben ook de instelling van ‘gewoon doen’. Dat scheelt een hoop (papier)werk, want een standaard contract kwam niet aan bod. De samenwerking was grotendeels gebaseerd op respect en vertrouwen. Met regelmatige overleggen en een beknopte overeenkomst was deze samenwerking beslecht. En dat is best bijzonder dezer dagen. “Het scheelt ook wel dat we al bekenden van elkaar waren en dat Van Doorn heel goed weet hoe het bij Rijkswaterstaat werkt”, aldus Otten.
34 oktober 2018
Bij een aantal markante locaties van Rijkswaterstaat komen laadpraatpalen om elektrische dienstvoertuigen op te laden. Later dit jaar volgen onder andere het Topshuis op het werkeiland Neeltje Jans, Verkeerscentrum Nederland in Utrecht en de Automotive Campus in Utrecht. De laadpraatpalen hebben het iconische uiterlijk van de praatpaal behouden en zijn geschikt voor het opladen van alle typen elektrische auto’s. Rijkswaterstaat heeft op dit moment 100 elektrische auto’s in gebruik. De plaatsing van de geüpcyclede praatpalen sluit aan bij de ambitie van Rijkswaterstaat om in 2030 circulair te werken. Dit is werken zonder afval te produceren, hoogwaardig hergebruik van materialen en bij het ontwerp al nadenken over toekomstig hergebruik.
35
EUROMAINTENANCE <
Op weg naar EuroMaintenance
2021
Op 27 tot en met 31 maart 2021 beleeft u onderhoud zoals u het nog nooit heeft beleefd! Dan organiseert de NVDO het internationale evenement EuroMaintenance in een spiksplinternieuw Rotterdam Ahoy. Onderhoudsprofessionals vanuit de hele wereld sluiten aan bij inhoudelijke lezingen, demonstraties, bedrijfsbezoeken en een speciale editie van de grootste onderhoudsbeurs van de Benelux; Maintenance Next. Maar voor we zover zijn, moet er nog heel wat gebeuren! VAM neemt je mee op de weg naar EuroMaintenance 2021.
> Rotterdam Ahoy. “De basis van het huidige Ahoy werd gelegd in 1950: vanwege de voltooiing van de wederopbouw van de Rotterdamse haven werd de tentoonstelling 'Rotterdam Ahoy!' gehouden op het Land van Hoboken waar nu het ziekenhuis Erasmus MC staat. De voor de tentoonstelling tijdelijk neergezette ruimte bleef staan en werd onder de naam Ahoy'-hal geëxploiteerd tot 1966. Zo vond er onder andere de Nationale Energie Manifestatie 1955 plaats”, aldus Gert Jan van den Nieuwenhoff, General manager B2B.
Bouw in 1969-1971 Foto; Rotterdam Ahoy
36 oktober april 2018 2018
De bouw van het huidige complex begon in 1968. Het Sportpaleis (met daarin een vaste wielerbaan) en een drietal tentoonstellingshallen waren in 1970 gereed en werden officieel geopend op 15 januari 1971 door Prins Claus. In 1980 werd een uitbreiding met een tweetal hallen (toen Leuvehal en Eemhal genaamd) gerealiseerd. In 1988 werd besloten de accommodatie te renoveren om te kunnen voldoen aan de stijgende vraag van de gebruikers. Er werd hierbij veel aandacht besteed aan het up-to-date maken van de werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. Ook werd de inmiddels weinig gebruikte wielerbaan
verwelkomen we duizenden onderhoudsprofessionals van over de hele wereld die afkomen op een vakbeurs, inhoudelijke lezingen, workshops, demonstraties en bedrijfsbezoeken. Maar we kijken eerst uit naar de editie Euromaintenance 4.0 op 24 tot en met 27 september 2018 in Antwerpen, georganiseerd door de Belgische Bemas. Voor meer informatie ga naar www.euromaintenance.org. <
‘Modernisering is het Toverwoord’ 2018 Startsein Ahoy anno 2020 Foto; NVDO
uit het Sportpaleis weggebroken om meer capaciteit te bieden voor bijvoorbeeld concerten. Ook in 1997 en 2009 vonden er grootschalige verbouwingen plaats in de evenementenaccommodatie. En ook nu, in 2018, staat Rotterdam Ahoy aan de vooravond van een nieuwe fase.
> Grootse uitbreiding. Rotterdam is populairder dan ooit en prijkt bovenaan veel nationale en internationale lijstjes. De stad ontwikkelt zich in rap tempo. “Modernisering is het toverwoord”, aldus Van den Nieuwenhoff, die inmiddels al 17 jaar meeloopt in de Ahoy-organisatie. “Niet alleen in Ahoy, maar ook in haar omgeving. Onder de noemer ‘Hart van Zuid, plek om te blijven’ beoogt de gemeente Rotterdam het gehele gebied te ontwikkelen en een blijvende fysieke en sociale impuls te geven aan Rotterdam Zuid. Van den Nieuwenhoff; “Een fantastische timing met de komst van EuroMaintenance naar onze locatie in 2021”. Ahoy breidt uit met een internationaal congrescentrum, het Rotterdam Ahoy Convention Centre genaamd, bestaande uit 35 break out rooms en RTM Stage. Deze zaal is zowel een auditorium voor 2750 personen als een concertzaal voor 7000 personen.
> EuroMaintenance. Als Europa’s grootste vereniging op het gebied van Beheer en Onderhoud in de keten van Asset Management, heeft de NVDO grootse plannen voor de editie van EuroMaintenance 2021. Het wordt een editie als nooit tevoren waarbij innovatie en interactie hoog in het vaandel staan. Daarbij trekt EuroMaintenance 2021 samen op met de belangrijkste vakbeurs voor industrieel onderhoud van de Benelux; Maintenance NEXT. Samen
(ver)Bouwplannen tot 27 maart 2021 1950 Rotterdam zit na de oorlog vol in de wederopbouw. In een tijdelijke hal (die later omgedoopt wordt tot Ahoy-hal) op het huidige Dijkzigtterrein wordt de tentoonstelling Rotterdam Ahoy georganiseerd! Met de tentoonstelling werd de opening van de nieuwe haven gevierd 1966 De Ahoy-hal verhuist tijdelijk naar het oude terrein van Heliport 1969 Tot 1971 wordt er gebouwd aan de multifunctionele accommodatie Ahoy 1971 Wijlen Z.K.H. Claus, Prins der Nederlanden, opent Ahoy Rotterdam 1978 Tot 1980 worden er twee grote beurshallen bij gebouwd, wat het aantal hallen op vijf brengt 1998 Tot aan het jaar 2000 wordt er een flinke hal aan de accommodatie toegevoegd ( nu ekend als Hal 1), de entree van het Sportpaleis wordt vernieuwd en Ahoy krijgt een eigen Congres- & Vergadercentrum 2009 Tot 2011 wordt het Sportpaleis (nu de Ahoy Arena) grondig verbouwd. Ahoy Rotterdam viert haar 40-jarig jubileum 2016 Met bezoekers & relaties werd een jaar lang het 45-jarig jubileum gevierd! 2018 Startsein (ver)bouw Rotterdam Ahoy anno 2020 op 15 juli 2018. Door Dick Laheij (Heijmans Vastgoed), Wethouder Adriaan Visser (Financiën, organisatie, haven en grote projecten) en Peter van der Veer (Directeur Rotterdam Ahoy) 2020 Geheel gebouw gereed 2021 Officiële opening nieuwbouw en 50e vejaardag Rotterdam Ahoy
37
VEILIG WERKEN <
Damland versus
schaakland Leiders die veranderingen willen doorvoeren binnen hun organisatie, doen er goed aan verbonden te zijn met de werkvloer. Dáár, en niet in de boardroom, bepalen informele leiders het verschil tussen falen en succes. Petronel Bijlsma strijdt voor de erkenning van dit informeel leiderschap. Zij wijst organisaties de weg in wat zij noemt ‘dam- en schaakland’. Petronel Bijlsma van bureau FirmLeaders, is organisatieadviseur, managementtrainer en executive coach en heeft een metafoor ontwikkeld die inzichtelijk maakt hoe het gesteld is met leiderschap in organisaties. Zij onderscheidt schaakland, waar de staf en de leiders zitten, en damland: de plek waar de werkers zich bevinden. “In damland werken mensen zo’n twin-
38 oktober 2018
tig tot dertig jaar voor dezelfde organisatie. In schaakland werken mensen niet langer dan een jaar of vijf bij hetzelfde bedrijf. Spanningen treden op als baas nummer zoveel jou komt vertellen hoe het allemaal moet, terwijl jij je afvraagt hoe lang deze baas nu weer blijft, en waarom de verandering nodig is omdat alles goed draait”.
‘Informeel leiderschap maakt het verschil’ > Informele leiders. Die spanningen verdwijnen als mensen door een andere bril naar organisaties leren kijken. Bijlsma; “Mensen zijn groepsdieren, ze willen erbij horen. En zij zijn gewoontedieren die graag vasthouden aan wat werkt. Dat zijn de patronen. Een damlandsysteem heeft kleine cellen, met elk een eigen informele leider. Deze informele leiders leveren 90% van het leiderschap, zij leiden de organisatie en zij verbinden damland met schaakland. Bij een organisatie van zo’n drie- tot vierhonderd man gaat het om pakweg tien of elf mensen”. Formeel sturen heeft niet veel zin, aangezien deze onzichtbare organisatie bepalend is, stelt Bijlsma. “Weer een rapportage, en nog een Excelletje, dat leidt nergens toe. Kijk hoe mensen met elkaar omgaan, dat is het enige wat je moet doen. Als je goed kijkt, zie je dat damland leeft vanuit saamhorigheid, vanuit ‘wij’. Mensen moeten het járenlang met elkaar redden, dat wordt een soort klein-Volendam. In schaakland gaat het om carrière, macht, status, ambitie. Om ‘ik’, en af en toe om het gezond laten groeien van de organisatie. De belangen van beide systemen komen dus helemaal niet overeen”.
> Twee talen spreken. Wat betekent dit voor een professional in Asset Management? “Iedereen in een stafdienst, ook de deskundige die zich met maintenance bezighoudt, moet twee talen spreken. Dammen is anders dan schaken. Schaken vergt strategisch inzicht, lange termijn, vooruit denken. Het is een formele ‘strijd’. Dammen is de kracht van het collectief, de gesloten rijen. Niet voor niets dat alle figuren bij het schaken een profiel en functie hebben. De damschijven zijn formeel allemaal hetzelfde: de betekenis zit in de informele onderlinge samenhang. Als professional moet je kunnen schaken en dammen tegelijk. Het is de uitdaging om de formele en informele krachten te laten samenwerken. Omdat het enige dat helpt om verandering te bewerkstelligen in gedrag dat mensen al decennia lang vertonen, informeel leiderschap is. Doe daar je voordeel mee. Want als je weet wie de informele leiders zijn, hoef je zelf niet meer zo hard te trekken aan je plannen. En accepteer dat de groep altijd sterker is dan één mens. Je kunt er nooit overheen met je formele macht”, aldus de scherpe duiding van Bijlsma. > Rijnlands model. Het is de missie van Bijlsma schaakland te doordringen van dit besef. “Ze zitten daar 80% van de tijd te vergaderen, terwijl informele leiders de harde werkers en vakmensen
Petronel Bijlsma Foto; FirmLeaders
aansturen in damland. Op de werkvloer, in het primaire proces, maken ze het geld. Terwijl jij slechts baas nummer zoveel bent zonder wezenlijke impact met je flitsende managementmethodes!” Hoe zorg je als baas dan toch voor verbindingen met damland? “Zoek uit wie de informele leiders zijn en werk met hen samen. Geef de teamleiders, de onderste laag in schaakland, voldoende bagage om met de informele leiders om te gaan. Maak verbinding, wees erbij op de werkvloer en in de controlekamer. De vier V’s van het Rijnlands model zijn wat dat betreft even toepasselijk als cruciaal: heb vertrouwen in je mensen, toon vakmanschap zonder expert te zijn, heb visie en maak verbinding. Bovendien: maak van de informele leiders geen formele leiders, want dan raken ze hun macht kwijt. Maar betrek ze, neem ze mee, laat ze dingen regelen voor de groep”. <
Tijdens de komende Veiligheidsdag ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’ die Veiligheid Voorop organiseert op 1 november a.s., verzorgt Petronel Bijlsma een workshop onder de noemer: Anders kijken, beter zien. Ga naar www.ikzieikziewatjijnietziet. nu voor meer informatie en aanmelden. Herken de informele leider Wie de informele leider van een organisatie is, kun je heel goed zien, zegt Bijlsma. “In een vergadering is het de persoon naar wie iedereen kijkt en die als eerste zijn mond opendoet. Als hij het ergens mee eens is, volgt de rest”. Wil je informele leiders betrekken, doe dat dan ook op informele wijze, waarschuwt zij. En dit lukt bovendien alleen als de formele leider gerespecteerd wordt door damland.” En ook voor het verdienen van dat respect heb je de informele leiders nodig”.
39
TECHNIEK <
Lef als het om
Innoveren
gaat
McNetiq is genomineerd voor de Top Ten Innovators award van Shell International en is daardoor het enige Nederlandse bedrijf dat bij de laatste tien is geëindigd. Deze award is onder verdeeld in drie categorieën: Social Enterprices, Energy Solutions en Retail Supply Bas Gravendeel. Hij bleek, naast fysicus en elektrotechnicus, ook magneet-expert te zijn. Samen zijn we gaan brainstormen over wilde toepassingen voor magneten. We ontwikkelden als eerste een systeem waarbij je met magneten aan handen en voeten tegen een vlakke wand op kon klimmen. Stoer, maar niet direct een interessant marktproduct”. Na gesprekken met mensen uit de Rope Acces industrie, bleek de toenmalige toepassing van de magneet niet breed inzetbaar te zijn. Wel stelden deze experts de vraag of er een magnetisch ankerpunt ontwikkeld kon worden om hun vallijnen aan vast te maken.
‘Traditioneel gebouwde steiger bij BP en Steiger gebouwd met vier Controlock Steigerankers’ Foto; McNetiq
De Nederlandse kandidaat McNetiq is genomineerd in deze laatste categorie nadat het bedrijf eerder de nationale voorronde won. Belangrijkste criteria hierbij waren duurzaamheid, kostenreductie en veiligheid. De mensen achter McNetiq, herkennen hun bedrijf in deze criteria. Het gaat over hun innovatie ‘de gepatenteerde Controlockmagneet’. McNetiq beschouwt het Rotterdamse havengebied als haar primaire markt. Maritiem, offshore en petrochemie vormen de basis voor de vele denkbare toepassingen van hun vernieuwende product. En met investeerder Rotterdam Portfund en klanten als Shell, ExxonMobil, Vopak en Dow Chemicals, lijkt het behalen van de Top Ten Innovators award realistisch.
> Totstandkoming van de Controlock. De totstandkoming van de Controlockmagneet voor deze sector verliep via een omzwerving vertelt Edwin van der Heide, mede eigenaar McNetiq; “Ruim acht jaar geleden ontmoette ik mijn huidige compagnon
40 oktober 2018
“Wanneer een bedrijf op hoogte moet opereren, moet er een middel zijn om veilig te kunnen werken” aldus Van der Heide. Doordat de benodigde kracht van deze magneet exact is vast te stellen, kan de veiligheid van de magneetverbinding altijd worden gegarandeerd en hierdoor is hij gecertificeerd. De magneten werken zonder stroom en zijn met een hendel aan en uit te zetten. Controlock heeft toepassingen zoals steigerverankering tegen schepen en opslagtanks, het slepen, bunkeren en afmeren van schepen, het zeevast zetten van scheepslading en het maken van tijdelijke hijsoplossingen.
> Innovatieve vervanging. Het gaat om de eerste magneet waarvan de draagcapaciteit exact is vast te stellen. Hierdoor kunnen de magneten worden gebruikt als tijdelijke staalverbinding in de industrie en reduceert het, bij bepaalde toepassingen, een groot aantal lassen. Aan lassen zitten enkele nadelen zoals brandgevaar, giftige rook en hoge kosten. Bovendien zorgt de huidige schaarste in lassers voor lange wachttermijnen. Van der Heide; “Naast lassen is er ook de balkenklem als oplossing voor hetzelfde probleem. Een slim ding dat door middel van scharende kracht zichzelf vastknelt door belasting. Een goedkope oplossing, maar niet overal is een balk beschikbaar”. Bij een las, hoe tijdelijk deze ook is, is de maximale belasting altijd goed te beredeneren. Toch blijft dit volgens Van der Heide abstract
en niet op elke locatie waar geen balk is, kan gelast worden. Niet alleen vanwege de benoemde nadelen, maar ook door de potentiële verzwakking in het materiaal dat een las achterlaat. Van der Heide neemt het onderhouden van een opslagtank ter illustratie; “Met traditionele steigerbouw wordt de steiger als een piramide opgebouwd om zoveel mogelijk steun en stevigheid uit zijn eigen constructie te halen. Van der Heide verwijst naar een artikel in Shell World, waarin stond dat het gebruik van de Controllock “tot 80% op steigermateriaal bespaart en tot 30% op bouwtijd en de veiligheid toeneemt door afname bouw uren”. Dit resulteert vanzelfsprekend in duurzamer onderhoud.
> Samenwerken met steigerbouwers. Dat dit goed nieuws is voor de Asset Owner spreekt voor zich. Echter wordt een steigerbouwer per m3 betaald en Van der Heide beaamt dat deze bedrijven in eerste aanzet niet blij worden van dergelijke innovaties. “We slagen er desondanks steeds beter in om een verdienmodel voor hen te creëren waarbij zij een hogere marge halen en meeliften met de voordelen van de Asset Owner”. Volgens de enthousiaste ondernemer moeten de voordelen ook te vinden zijn in het gebruik zelf en niet alleen voor de plaatsende en de betalende partij. “Voor de onderhoudsprofessional blijft een steiger een steiger”, grapt hij. De onbekendheid met en de onwennige houding richting de magneten maken plaats voor complimenten over de stevigheid van de vernieuwde constructie. “Een steiger met veel verbindingen heeft speling en rammelt daardoor altijd. En als je een steiger in een tank moet plaatsen, wordt (vanwege de beperkte ruimte) de veiligheid sterk verbeterd wanneer er gekozen wordt voor een slanke versie boven een breed opgezette versie. Dit geldt ook in het ruim van een schip. Daarnaast ondervindt de vakman echt de pluspunten tijdens een calamiteit; iedereen is in zo’n situatie gebaat bij snelheid”. In de toekomst hoopt hij dat andere toepassingen van hetzelfde product voor nog meer gebruiksgemak zullen zorgen voor de onderhoudssector. Zo denkt hij dat de komst van een hijsoog zeker zal helpen.
> Verlanglijstjes. Met name in de vastlegging van de meetdata en gebruiksgemak ziet Van der Heide ruimte voor verbetering. “Er is een behoefte aan maatwerk. In de basis wordt een magneet ontwikkeld met een vooraf bepaalde kracht. De dikte van het materiaal, maar ook de coating en de ondergrond zijn namelijk altijd
‘Meten van de schuifkracht van het Controlock Steigeranker’ Foto; McNetiq
’Meten van de trekkracht Foto; McNetiq
anders en dat bepaalt wat de opbrengst van de magneet is. Het is daarom belangrijk om de losdrukmeting toe te passen om de trekkracht en schuifkracht te berekenen”. McNetiqs nieuwe toepassing neemt de laatste weken een enorme vlucht: het magnetisch monteren van stijgleidingen op tanks (verticale leidingen) als alternatief voor chemisch verankeren. Gedreven verklaart Van der Heide dat het verlanglijstje met doorontwikkelingen gevuld wordt door de gebruiker. Zijn onderzoeksproces naar een breed inzetbare toepassing, toont iets verfrissends. Blijkbaar ontstaan niet alle succesvolle uitvindingen vanuit een overduidelijke vraag naar verbetering. Zij namen hun onderlinge kennis en de aantrekkingskracht van technische vraagstukken als startpunt. Volgens Van der Heide is juist de omzwerving naar toepassingen een onderdeel van een goed product. “Ik ben altijd op zoek naar mogelijkheden tot innovatie en het doorontwikkelen van bestaande oplossingen. Technische vraagstukken triggeren mij”. <
‘Voor de onderhoudsprofessional blijft een steiger een steiger’ 41
OPGELEVERD <
Optimalisatie
onderhoudsconcept Tegenwoordig wordt onderhoud herkend als een waardevolle, essentiële toegevoegde waarde aan de organisatie, als onderdeel van Asset Management. En dat niet alleen, onderhoud heeft een significante invloed op bijvoorbeeld productie, service logistiek en veilig werken. En andersom geldt dat natuurlijk ook. Daar horen de juiste onderhoudsconcepten bij. Luc de Laat is sinds 22 jaar directeur/eigenaar van CMS Asset Management. Hij onderschrijft het belang van optimale onderhoudsconcepten.
> Optimaliseren tussen techniek en mens. Onderhoudsconcepten opstellen is niet nieuw, dat doen onderhoudsprofessionals al vele jaren en daarom beschikken plants al over een onderhoudsconcept en wordt het beheerd in een onderhoudsbeheersysteem. Maar, is dat nog steeds het optimale onderhoudsconcept? Dekt het de risico’s of doet men niet te veel? Voor Zomer gaat het niet alleen over techniek maar ook over de mens. Complexe onderhoudsvraagstukken zijn voor de gepassioneerde Zomer altijd een uitdaging waarin hij bij voorkeur niet zichzelf profileert, maar juist voor de teamprestaties gaat. “Een ideaal risicoanalyseteam bestaat voor mij uit een inhoudelijk expert, de beleidsmaker, maintenance professional en iemand van operations”. ‘Luc de Laat, directeur/eigenaar CMS Asset Management’ Foto; CMS
> Van onderhoud naar Asset Management. Decennialang ging binnen onderhoud de grootste aandacht naar de techniek. Dat past allang niet meer binnen de totale scope van Asset Management. Onderhoud maakt deel uit van de totale structuur van een organisatie en is steeds vaker vast onderdeel van businessteams. Daar weet Nils Zomer, consultant Asset Management bij CMS, alles van. Zomer ziet deze ontwikkeling elke dag; “Asset Management heeft haar toetreden gedaan en als ik dat generiek bekijk, zie ik dat we ons in een tussenfase bevinden. We hebben nog steeds een asset, maar wordt die foto zoals we er ooit van gemaakt hebben, nog wel goed geïnterpreteerd? Onderhoud is pas effectief als je daadwerkelijk de risico’s reduceert”. Hij noemt daarbij belangrijke thema’s zoals milieu en veiligheid. “Want, er is meer dan focus op kosten”.
42 oktober 2018
‘De Onderhoudsprofessional moet ook een stap maken’
“Het is geen druk-op-de-knop verhaal, optimalisatie vraagt om vakmanschap van zowel de maintenance engineer als de monteur. Onderhoud is een vak”.
‘Nils Zomer, consultant Asset Management bij CMS Asset Management’ Foto; CMS
> Onderhoudsprofessional moet ook een stap maken. Zomer; “Het is belangrijk dat we, onder meer ten gevolge van de vergrijzing, de kennis uit vertrekkende professionals halen. Met mijn technische ervaring en achtergrond ben ik in staat om, door het uitvoeren van bad-actors analyses, de juiste reliability/maintenance methodieken (RCM, FTA, RCA, FMEA/FMECA, LCC, etc.) toe te passen om zodoende te komen tot een optimale Asset Managementstrategie. Dat is hartstikke handig, maar mijn vertrekpunt is altijd het team”. Als het dan gaat over sociale validatie, heeft de onderhoudsmedewerker wat Zomer betreft een stap te maken. “In onze analyse passen we een algoritme toe op de beschikbare data waarbij op vijf criteria getoetst wordt of het onderhoud voldoet aan de gouden regels: reduceert het risico’s, is het technisch uitvoerbaar en zijn de kosten van onderhoud niet meer dan de potentiële risicokosten. Deze analyses valideren we met de onderhoudsmedewerkers (sociale validatie) en juist daar komen feiten en gevoelens en ervaring bij elkaar”. Dat vraagt volgens Zomer om een andere houding van de onderhoudsmedewerker. “Juist dit proces van betekenisgeving aan ervaring en data zorgt voor een optimaal onderhoudsconcept”.
> Ervaring. De Laat is met zijn organisatie al jarenlang bezig met de implementatie van Asset Management en met name in de wereld van waterschappen en overheden is zijn organisatie een bekende. Zo verwierf de organisatie uit Den Bosch onlangs nog de opdracht om, samen met de medewerkers van Hoogheemraadschap van Delfland, Asset Management binnen Delfland zodanig te implementeren, dat Delfland zelfstandig de methoden van Asset Management kan toepassen, evalueren en verbeteren. De Laat; “Het klassieke denken laten we los. We kijken veel meer naar de menskant. Wij geloven er volledig in dat uit inzicht, motivatie ontstaat. Kijk hoe het anders kan. Dat doe je met de mens, niet met de systemen”. > Tool voor vakmensen. Voor het opstellen van de onderhoudsconcepten heeft CMS een tool ontwikkeld: Asset Management Power Suite. Deze softwaretool faciliteert het gehele proces om te komen tot onderbouwde onderhoudsconcepten middels de FMECA-en RCM-methodiek. De tool kenmerkt zich door zijn gebruiksgemak en flexibiliteit. Power Suite is gekoppeld aan onderhoudsbeheersystemen (OBS). Hierdoor is de tool ook te gebruiken voor de onderhoudsconceptoptimalisatie, maar benadrukt Zomer;
> Toekomst . “Onderhoud is pas zinnig als je volledig inzicht hebt in risico’s, faalgedrag en andere relevante componenten. Cultuur is daarbij een bepalende factor. Stimuleer veranderbereidheid en dat kan alleen als iedereen in het proces van Asset Management een stap wil maken”, aldus De Laat. Hij benadrukt dat binnen onderhoudsoptimalisatie altijd eerst de vraag gesteld moet worden ‘welke assets willen we optimaliseren’ en ‘wat doe je daar dan mee’. Als het gaat om een systeem, begin dan eerst met een 0-meting. “Ik kan het niet genoeg benadrukken; als je daadwerkelijk je onderhoud wilt optimaliseren, kijk dan met name naar de menskant. Mijn ervaring leert dat deze thema’s samen niet alleen leiden tot optimalisatie, maar zelfs tot waardecreatie”. <
Totaal onafhankelijk Hoe werkt het? • Allereerst wordt de data van een installatiestructuur met haar storingsgegevens en huidig onderhoud in Power Suite geladen, veelal uit het bestaande onderhoudsbeheersysteem (OBS). Vervolgens wordt er een risicoanalyse uitgevoerd, zowel op basis van geen onderhoud doen als op basis van het huidige onderhoud • Door het toepassen van een algoritme wordt op vijf criteria getoetst of het onderhoud voldoet aan de gouden regels: reduceert het risico’s, is het technisch uitvoerbaar en zijn de kosten van onderhoud niet meer dan de potentiële risicokosten • Als deze vragen met ‘ja’ zijn beantwoord, is er sprake van optimaal onderhoud. Er wordt gewerkt met referentieobjecten met eenzelfde context waarbinnen de assets opereren, zodat de aanpak efficiënt uitgevoerd kan worden. Dit leidt tot duidelijke gevisualiseerde informatie die de verschillen laat zien tussen de scenario’s en de invloed van keuzen op het budget. De nieuwe onderhoudsregels kunnen daarna terug in het OBS.
‘Verschillende scenario’s, Verschillende kosten’ Foto; CMS
43
CursusKalender 9/10 oktober; Verkenning Asset Management Na het volgen van deze cursus: • Heeft de deelnemer kennis van Asset Management definities en de vereisten genoemd in PAS 55 en ISO 55000 • De cursist is zich bewust van de toegevoegde waarde van Asset Management voor zijn organisatie en kent de verschillende Asset Management domeinen en hun samenhang • Beschikt de deelnemer over “field proven” frameworks, modellen en best practices die concreet in de eigen situatie kunnen worden toegepast Opmerking: Deze cursus is geaccrediteerd door het Institute of Asset Management (IAM) en behandelt alle IAM modules (A1-A2 en B1 t.e.m. B6). De deelnemer zal na het succesvol afronden van de bijbehorende toets een certifcaat ontvangen met een uniek nummer uitgereikt door het Institute of Asset Management.
Programma Dag 1 • Algemene Introductie en Introductie in Asset Management (AM) • PAS55 introductie en kennismaking met ISO 55000 • AM Model • AM Elementen, Richtlijnen, Risk Management, Beleid en Strategie en Concepten Dag 2 • Plan en Service Providing • Performance en Metingen • Analyses, Organisatie, Medewerkers en Middelen • Implementatie
11 oktober; Asset Data Management Informatiemanagement in alle fasen van de Asset Life Cycle! Informatie speelt een cruciale rol in het engineeren en onderhouden van assets. Deze eendaagse training introduceert u in de wereld van het verzamelen, vastleggen, delen, beheren en analyseren van informatie, zodat u door het slim inrichten van Asset Data Management maximaal presteert in alle fasen van de Asset Life Cycle!
Doel • Inzicht in en bewustzijn van ADM in projecten en technisch beheer • Herkennen van valkuilen op het gebied van informatiemanagement • Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud • Inzicht in functie van informatiemanagement in de verschillende fasen van de Asset Life Cycle Tips & tricks voor slim Asset Data Management!
44 oktober 2018
11/12 oktober; Uitbesteden van Onderhoud Uitbesteden van onderhoudswerkzaamheden komt in alle sectoren voor. Veelal kiezen bedrijven ervoor om zich nog enkel en alleen op de core-business te richten. De productie en omzet is echter wel sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van de (proces kritische) installaties. Tevens heeft men in de praktijk te maken met specifieke installaties of systemen waarbij het onderhoud wordt uitgevoerd door de fabrikant of derden. In alle gevallen dient bij het uitbesteden duidelijk te zijn wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft en wat de risico’s zijn van uitval of verstoringen van het primaire proces. Contracten moeten transparant zijn en duidelijke afspraken bevatten.
Doel Na het volgen van de tweedaagse cursus Uitbesteden van Onderhoud, is de cursist in staat om het proces van contractmanagement in te richten en te beheersen. Concreet leert de cursist wat contractmanagement inhoudt, welke typen onderhoudscontracten mogelijk zijn en hoe deze strategisch toegepast kunnen worden. Daarnaast leert de cursist onderhoudscontracten opstellen, borgen, bewaken en evalueren. Tot slot worden de concepten Life Cycle Costing en Total Cost of Ownership behandeld als uitgangspunten voor investeringsbeslissingen.
Onderwerpen • Algemeen / Strategie / Opstellen contracten / Leverancierselectie / Controle en Grip
Start 8 november; Leergang R&ME Doel Tijdens de leergang wordt de deelnemer vaardig in het toepassen van methodische benaderingen voor het oplossen van lastige vraagstukken. Daarbij wordt veel aandacht besteed aan het vergroten van de persoonlijke effectiviteit en aan het onbevangen leiden van verbetergroepen. Na afloop van de leergang beschikt het bedrijf over een doelgerichte, slagvaardige verbeteraar.
De opbouw van de leergang De leergang bestaat uit 8 modulen. Tijdens de leergang vindt individuele begeleiding plaats, inclusief coaching op de werkplek. Module 1; Inleiding en oriëntatie op Reliability- en Maintenance Engineering Module 2; Vaardigheden oplossen problemen (RCA / Event Map / Probleem- en Gedraganalyse) Module 3; Facilitatorvaardigheden en persoonlijke ontwikkeling (incl. Whole Brain Thinking) Module 4; Vaardigheden voor voorkomen problemen (Risico management / RCM / FMEA)
Module 5; Databeheer en toegepaste statistiek (principes van SPC / Six Sigma) Module 6; Theorie en methoden voor Asset Management Module 7; Vaardigheden voor Lean Maintenance Module 8; Effectieve implementatie van de R&ME functie De leergang R&ME is erop gericht dat de deelnemers beter in staat zijn een faciliterende rol te vervullen, als spin in het web van continu verbeteren. Het resultaat is dat zij gestructureerd en systematisch verbeterprojecten begeleiden. Met andere woorden; de deelnemers worden “kampioen” in aanpak en methode, in het ondersteunen van teams bij het kritisch analyseren van vraagstukken en het zoeken naar creatieve oplossingen. Meer generalist dan specialist!
45
Welke variant? Een schoonvader kocht tientallen jaren geleden een huis voor (omgerekend) € 70.000 in een mooi dorp in een mooie provincie. Het was een zogenaamde twee-onder-een-kap woning, gelegen aan een prachtige laan met destijds al hele mooie volgroeide bomen aan de rand van de weg. Echt een droomhuis. “Belachelijk veel geld” zeiden zijn familie en vrienden en verklaarden hem voor gek. Dertig jaar later verkocht hij het huis voor € 400.000. Dat is gelijk aan een rendement van bijna 6% per jaar. En dan is de waarde van het woongenot nog niet meegenomen. Wie was er nou gek? Toch is het financieel gezien iets minder mooi dan het lijkt, want in dezelfde tijd dat hij het huis kocht, betaalde je voor een heel brood één euro. Toen hij het huis verkocht, kreeg je voor één euro amper een half brood. Over geldontwaarding gesproken. Wat heeft dit nou te maken met Asset Management? Nou, eigenlijk heel veel. Want stel je eens voor dat je nu op het punt staat te investeren in een nieuwe asset. Je hebt de keuze uit twee varianten. Bij de eerste variant is de verwachte levensduur 30 jaar en moet er elke tien jaar een middelgrote revisie uitgevoerd worden. En bij de tweede variant is de verwachte levensduur 40 jaar en moet er na
‘Investeren in nieuwe assets; welke keuze maak je’
Foto: NVDO
46 oktober 2018
10 oktober Start; Leergang Asset Management Na het volgen van de leergang is de cursist in staat om antwoord te geven op de volgende vragen: • wat is Asset Management: gedachtengoed, de methodiek en principes • welke plaats en positie neemt Asset Management in binnen de organisatie • hoe wordt risicomanagement toegepast binnen de methodiek van Asset Management • hoe kunnen ontwerpbeslissingen onderbouwd worden op basis van een Life Cycle Cost benadering • hoe wordt wet- en regelgeving in het bedrijfsbeleid geborgd • hoe kunnen bedrijfsprocessen worden gestroomlijnd, systeemeffectiviteit worden verhoogd en totale kosten over de levensduur worden geoptimaliseerd • hoe bereik ik de optimale kosteneffectiviteit van de assets over de levensduur • hoe ontwikkel ik de meest doelmatige uitbestedingsstrategie, hoe voer ik regie over de markt • hoe worden mijn directie en ik zich bewust van de meerwaarde van Asset Management • hoe kan ik de methodiek en principes van Asset Management effectief binnen de keten van mijn organisatie uitdragen en communiceren • hoe kan ik bijdragen in het realiseren van een optimale samenwerking tussen alle partijen in de keten • hoe kan ik de normstandaard ISO 55000 als hulpmiddel toepassen in het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen Onderwerpen Het 7-daagse programma bestaat uit drie modules van elk twee aaneengesloten dagen en een round up dag. Technisch bedrijfskundige onderwerpen worden afgewisseld met onderwerpen ter versterking van de sociale aspecten, die een belangrijke rol spelen bij de implementatie en borging van Asset Management binnen de organisatie. De leergang is vanuit het “action learning” principe opgezet, de onderwezen theorie wordt met oefeningen en praktijkcases ondersteund. Resultaat van deze opdracht vormt aan het eind van de leergang een leidraad die kan fungeren voor invoering en borging van Asset Management binnen uw eigen bedrijf.
20 jaar een grote revisie uitgevoerd worden. Welke van deze twee varianten is het meeste kostenefficiënt? Welke moet je kiezen? Of is het beter om geen van beiden te kiezen en je geld op de kapitaalsmarkt onder te brengen? Of bijvoorbeeld toch maar een mooi huis in een mooi dorp in een leuke provincie kopen? In de Leergang Asset Management gaan we op zoek naar de antwoorden. <
KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN. • Hoeveel onderhoud is juist genoeg? • Kunnen we met de onderhoudsfunctie geld verdienen? • Hoeveel kan onderhoud bijdragen aan het bedrijfsresultaat? • Wat is Excellent Onderhoud en hoe geef ik dit vorm?
DEZE OPLEIDIN ZIJN IN TE BR GEN ENG IN DE BACHEL EN WERKTUIGBOU OR WKUNDE DEELTIJD.
INFORMEER!
WAARDECREATIE DOOR GOED ONDERHOUD Een onderhoudsopleiding bij Hogeschool Utrecht helpt u in uw eigen bedrijf de antwoorden te vinden op deze vragen. In de afgelopen jaren zijn vele mooie resultaten en forse besparingen bereikt bij de deelnemende bedrijven. Door de brede scope op zowel Materiaalkunde, Engineering, Inspectie als Onderhoud bieden onze opleidingen op het gebied van Onderhoud precies die (integrale) kennis die nodig is om verder te kunnen kijken dan het eigen vakgebied, en daardoor aantoonbaar betere resultaten te boeken. • Post-MBO Onderhoudstechniek (OTK) • Post-HBO Onderhoudstechnologie (OT) • Post-HBO Onderhoud en Asset Management (OM) • Master of Engineering in Maintenance & Asset Management
Start 3 oktober 2018 Start 4 oktober 2018 Start 4 oktober 2018 Start februari/september
Alle genoemde opleidingen kunnen naar wens in-company (op maat) verzorgd worden. Informeer naar de mogelijkheden. Meer weten? Bel 088 481 88 88, mail naar info@cvnt.nl of kijk op www.cvnt.nl.
ER VALT NOG GENOEG TE LEREN
47
Bij ons draait het allemaal om besparing Het kleinste drupje olie op precies de goede plek. Minder storingsminuten door de juiste smering. Een hoger rendement van machines door beter gekwalificeerde handen. Een hogere productiecapaciteit en lagere Total Cost of Ownership (TCO). Handige hulpmiddelen om het smeertechnisch onderhoud veilig uit te voeren. Zomaar een paar voorbeelden van tastbare effecten van onze expertise in smeermiddelen en smeersystemen. Voor uiteenlopende markten en toepassingen. Voor optimale prestaties van uw productiemiddelen, uw assets.
lubrication
■
services
■
systems
■
chemicals
■
education
The Netherlands T +31 (0)294 494 494 • Belgium T +32 (0)53 76 76 00 • info@vanmeeuwen.com • www.vanmeeuwen.com