ONDERHOUDSKOMPAS 2023

Page 1


Onderhoudskompas

Visie, Trends en Ontwikkelingen in de Nederlandse Onderhoudsmarkt

Inclusief Visiedocument

Veel bedrijven werken al jarenlang met een Enterprise Asset Management (EAM) systeem, maar gebruiken het voornamelijk als elektronische kaartenbak en digitaal werkordersysteem. Asset Management wordt er echter nog niet mee bedreven, terwijl dit tegenwoordig wel mogelijk is. Pakketten als Maximo, IFS Ultimo, HxGN EAM (voorheen Infor EAM) en SAP EAM hebben zich afgelopen jaren enorm ontwikkeld en bieden nu ook functionaliteit voor zaken als Asset Investment Planning, Project Portfolio Management, Asset Performance Management, Business Intelligence en Predictive Maintenance. Ook op het gebied van Mobile, GIS- en BIM-integratie zijn grote stappen gezet.

Bent u klaar voor Next Generation EAM? Neem dan contact op met Mainnovation. Onze VDMXL-experts helpen u graag met al uw vragen rondom het verder professionaliseren én automatiseren van uw Maintenance & Asset Management-organisatie.

www.mainnovation.com

Onderhoudskompas

Visie, Trends en Ontwikkelingen in de Nederlandse Onderhoudsmarkt

Inclusief Visiedocument

COLOFON

Het NVDO Onderhoudskompas 2023 is een uitgave van de NVDO, de Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

Lange Schaft 7-G

3991 AP Houten

Tel. 030 6346040 www.nvdo.nl info@nvdo.nl

Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud

Redactie

Accenture: Sophie van Giersbergen, Ole Greeven, Fien van der Linden, Boudewijn Veenings

Eindredactie

NVDO: Ellen den Broeder-Ooijevaar

Europoort Producties: Jiří Hartog

Uitgever / media-adviseur Remco Rooij

Tel. 06 53220822

Uitgeverij

Europoort Producties B.V. Bink 36 C1 unit 14-16 Binckhorstlaan 36 2516 BE Den Haag 070 2211943

Vormgeving arjendefouw | grafisch ontwerp

Deze uitgave is geproduceerd door Damen Drukkers

Leemansstraat 7 4251 LD Werkendam

© | Copyright Citeren uit dit NVDO Onderhoudskompas is toegestaan. Het overnemen van beeld en/of grafieken is toegestaan. Voorwaarde daarbij is dat vooraf toestemming aan info@nvdo.nl wordt gevraagd en in alle gevallen de bron (www.nvdo.nl) wordt vermeld

INHOUD

Uw one-stop-shop voor Asset Management

In een dynamische omgeving met een toenemende behoefte aan technici is een optimale organisatie van uw bedrijf van cruciaal belang. Pontifexx ondersteunt jaarlijks talloze bedrijven bij Asset Management en het minimaliseren van verspilling.

Onderhoudsbeheersystemen Risicogestuurd onderhoud

Autonoom onderhoud

Reserveonderdelen beheer Interim Management

Asset Management Scan Audit begeleiding

Energiemonitoring

Onderhoudsstops Voorspellend Onderhoud

Project Maintenance Engineering

Benieuwd wat Pontifexx voor u kan betekenen?

Detachering

Kom in contact met onze specialisten voor een vrijblijvend adviesgesprek, of bezoek voor meer informatie onze website.

www.pontifexx.nl

VOORWOORD

In Nederland bedraagt de omzet van de onderhoudsmarkt 4,2% van het BBP en geeft werkgelegenheid aan zo’n 315.000 professionals. Een mooie groei van maar liefst 5% ten opzichte van vorig jaar.

Ondanks een turbulente periode met corona naslag, inflatie en een ongebalanceerde arbeidsmarkt, weet onze branche veerkracht te tonen. Over het algemeen is de omzet van de bedrijven in ons vakgebied stabiel gebleven of zelfs gegroeid. Daarnaast zijn ook de onderhoudsbudgetten stabiel gebleven. Er was echter wel een toename van zowel geplande als ongeplande stilstand van assets ten opzichte van vorig jaar. Ondanks deze uitdagingen, is de meerderheid tevreden met de samenwerking met opdrachtgevers en/of onderaannemers en is deze zelfs verbeterd ten opzichte van vorig jaar.

De omzetontwikkeling tussen bedrijven loopt sterk uiteen waarbij 43% een omzetstijging heeft meegemaakt, 12% een omzetdaling en 43% een gelijke omzet. Als er wordt gekeken naar de te verwachten groei, verwachten minder bedrijven groei dan vorig jaar. Waar vorig jaar 91% van de bedrijven een groei verwachtte in de Nederlandse onderhoudsmarkt voor de komende vijf jaar, verwacht dit jaar 75% een groei. Dit komt waarschijnlijk door de angst voor een opkomende recessie.

In dit NVDO Onderhoudskompas geven we tevens een gedetailleerde update op de Technische Arbeidsmarkt. Laat u inspireren of hanteer het functiehuis bij uw zoektocht naar nieuw personeel (of misschien zelfs behoud van uw huidige personeel).

Het is alweer ruim tien jaar geleden dat we onze kijk op Veilig Werken anno 2023 gaven. Dat doen we in deze editie van het NVDO Onderhoudskompas opnieuw, maar nu kijken we naar 2033. De onderhoudssector zal de aankomende jaren getuige zijn van een transformatie in de benadering van Veilig Werken. Deze benadering zal gekenmerkt worden door een verschuiving van de nadruk op de naleving van formele wetgeving naar een proactief en op risico’s gebaseerd veiligheidsbeheer. Sleutel tot deze verandering is de ontwikkeling van een robuuste veiligheidscultuur binnen onderhoudsorganisaties, waarbij werknemers zich bewust zijn van de veiligheidsaspecten van hun werkzaamheden en betrokken zijn bij het verbeteren van de veiligheidsprocedures binnen de organisatie.

Het onderzoekstraject kon rekenen op de medewerking van velen. Dat gold voor zowel de survey, deelname aan de klankbordgroepen en de persoonlijke interviews. Dankzij die medewerking zijn de resultaten betrouwbaar en bieden een handvat om uw toekomst goed in te richten.

Wij zijn er zeker van dat de boodschap u zal inspireren om uw visie op de toekomst vorm te geven en om te zetten in een effectieve strategie.

KOERS DOOR HET NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2023

In dit NVDO Onderhoudskompas wordt een beeld geschetst van de huidige Nederlandse Onderhoudsmarkt. Door middel van een enquête is data verzameld. Deze data vormt de basis voor de trends, visies, feiten en cijfers. Door de Onderhoudskompassen van voorgaande jaren te vergelijken met de uitkomsten van dit jaar, kan een inzicht worden gecreëerd in de belangrijkste ontwikkelingen die al langere tijd plaatsvinden binnen de Nederlandse Onderhoudsmarkt en de nieuwe ontwikkelingen die naar voren zijn gekomen.

Dit Onderhoudskompas gaat in op de meest voorkomende trends binnen de Onderhoudssector anno nu. Bovendien worden ook de belangrijkste trends besproken binnen de sectoren, Infra, Manufacturing, Procesindustrie, Food, Beverage en Farma en Onroerend Goed. Vervolgens is een analyse te vinden van de feiten en cijfers in de categorieën Prestatie en Innovatie.

Markt

Voor het NVDO Onderhoudskompas is uiteenlopende data verzameld over de onderhoudsmarkt. Door middel van analyses van deze data is de onderhoudsmarkt anno 2023 in kaart gebracht. Hierbij kan worden gedacht aan inzichten in de ontwikkelingen van de totale onderhoudsuitgave. Daarnaast wordt ook de verwachte groei (in omzet en budget) per sector gepresenteerd.

Prestatie

In het hoofdstuk Prestatie wordt beschreven hoe de onderhoudsmarkt zich heeft ontwikkeld in omzet en hoe het budget omtrent de assets wordt gealloceerd. Daarnaast wordt gekeken naar wie verantwoordelijk is in het alloceren van dit budget en wat de gemiddelde downtime van de assets bedroeg. Tot slot wordt de samenwerking met opdrachtgevers nader belicht.

Innovatie

De cijfers in het hoofdstuk Innovatie representeren innovaties en technologische ontwikkelingen binnen de onderhoudsmarkt. Het aanjagen van innovatie wordt besproken en ook de adoptie van innovaties

en de barrières die daarbij komen kijken. Daarnaast wordt ingegaan op de dataverzameling over assets.

Personeel

In dit hoofdstuk wordt de actualiteit van de technische arbeidsmarkt beschreven. Hierin wordt een overzicht gegeven van het huidige personeelsbestand. Ook wordt de in- en uitstroom van personeel in kaart gebracht. Tevens worden er aanbevelingen gedaan over het omgaan met de huidige situatie op de technische arbeidsmarkt.

VERANTWOORDINGSPARAGRAAF

De grootste onderhoudsvereniging in Europa, de NVDO, onderzoekt, ontwikkelt en publiceert niet alleen kengetallen en trends, maar gaat daarmee ook graag aan de slag. De strategische opties zijn niet alleen voor de BV Nederland van waarde, ook voor de vereniging uit Houten zijn ze bepalend voor het beleid. Deze paragraaf is bedoeld ter verantwoording daarvan.

Pro actief naar buiten treden en een actievere rol in de media vervullen

Citaat: Het aantrekken van een media expert of dit werk uitbesteden kan bijdragen aan een verdere professionaliseringsslag op dit gebied en de zichtbaarheid van de vereniging. NVDO publiceert vaker in landelijke vakbladen. Omgekeerd kent VAM een samenwerking met collega verenigingen waardoor het bereik van de best practices in ons vakgebied groter wordt. Binnen het project NVDO 4.0 wordt de mogelijkheid voor een adviseur onderzocht.

Onderzoeken subsidie- en/of investeringsmogelijkheden

Citaat: Investeringsprogramma’s gericht op o.a. duurzaamheid, innovatie, technologie en de energietransitie zijn wellicht aanleiding voor het verkrijgen van een financiële impuls. Binnen NVDO, maar ook daarbuiten in samenwerking met stakeholders, wordt constant gezocht naar projecten. Een projectvoorstel dient voorzien te zijn van onder meer een toelichting op de financiering ervan. Indien opportuun, wordt in het projectvoorstel de mogelijkheid tot subsidiëring meegenomen. Investeringen worden zoveel mogelijk gedaan vanuit de contributies.

Handreikingen doen om de samenwerking binnen organisaties te verbeteren

Citaat: De belangrijkste trend binnen de Top Tien Trends is de trend ‘Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie’. NVDO organiseert met grote regelmaat Maintenance Webinars. Tijdens die webinars is er altijd sprake van samenwerking. Dit geldt voor zowel interne, als externe samenwerking. Tevens wordt tijdens fysieke evenementen een goede mix van sprekers geboden die tijdens zo’n evenement niet alleen samenwerken, maar ook hun best practices daarvan in eigen organisaties met de deelnemers delen. In 2023 staat de derde editie van VAM geheel in het teken van Samenwerking. VAM kent sowieso een nauwe samenwerking met collega-verenigingen, waaronder iTanks en Nevap vaste partners zijn.

Kansen en Risico’s van disrupties benoemen

Citaat: Ten eerste kan de vereniging de kansen voortkomend uit disruptieve ontwikkelingen benoemen en met haar leden delen. Daarnaast kan NVDO waarschuwen voor de risico’s die gepaard gaan met inactiviteit ten aanzien van disruptieve ontwikkelingen.

De pandemie was aanleiding voor NVDO om, in samenwerking met de zorgvuldig samengestelde Klankbordgroep en onder begeleiding van Accenture, het Visiedocument “Hoe kan Beheer en Onderhoud – Asset Management – voorbereiden op Disruptie” samen te stellen. Hiermee is een waardevolle handreiking gegeven om de lezer voor te bereiden op nieuwe disrupties. Het uitgangspunt in het totale document is K A N S E N, terwijl risico’s uiteraard uitgebreid aan bod komen.

De focus op Sustainability behouden en vertalen naar concrete stappen die onderhoudsorganisaties kunnen zetten

Citaat: NVDO kan op dit vraagstuk inspelen door concrete handreikingen te doen middels bijvoorbeeld workshops of expert-panels waarin voor de verschillende sectoren concrete stappen die morgen gezet kunnen worden de revue passeren. Met haar Visiedocument betrekt NVDO sustainability op Asset Management. Hierbij wordt dieper ingegaan op de rol van Beheer en Onderhoud binnen de toekomstige sustainable organisatie. Hierbij hebben (CO2) footprint reductie, door energiezuinige en efficiënte assets en slim gebruik van materialen een prominente functie. Maar ook aan sociale thema’s zoals duurzame inzetbaarheid van medewerkers, het onderhouden van duurzame relaties en op een duurzame manier omgaan met veiligheid, kan Beheer en Onderhoud bijdragen. Naast de voordelen die de bijdrage biedt, worden ook implementatie- uitdagingen besproken. Het Visiedocument is te bestellen via info@nvdo.nl.

Daarnaast heeft NVDO de training ‘Duurzaamheid door Onderhoud’ ontwikkeld in samenwerking met Agidens. Duurzaamheid is namelijk meer dan CO2-uitstoot alleen. Denk daarbij ook aan duurzaam omgaan met grondstoffen, het milieu en biodiversiteit. Steeds meer bedrijven zijn bezig met duurzaamheid in de engineeringsfase van hun installaties. Onderhoud van deze assets kan immers een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de organisatie.

Omdat het thema belangrijk genoeg is, staat in 2023 de VAM editie nr. 2 geheel in het teken van Sustainability.

OPGELEVERD <

Batterijlocomotief van Strukton meer dan zomaar een innovatie!

Foto: Strukton

Volledig emissievrij werken op en langs het spoor in 2025 is de ambitie van Strukton. Zo wordt er gewerkt met een elektrisch systeem op de stopmachine, wordt er als test een krol (kraan op lorries) omgebouwd naar elektrische aandrijving, wordt steeds meer gereedschap elektrisch en helpt TNO om in kaart te brengen wat de verschillende machines nu daadwerkelijk uitstoten. De nieuwste innovatie? Een batterijlocomotief die ook zonder bovenleiding elektrisch kan rijden.

Tonine Luken, Projectleider van de batterijlocomotief en Vincent Bosman, Projectleider Verduurzaming, beiden werkzaam bij Strukton, leggen uit waarom de locomotief ontwikkeld is. Luken; “Strukton heeft vier elektrische locomotieven in bezit. Deze elektrische locomotieven verplaatsen wagons en ander materieel door stroom uit de bovenleiding te halen. Op plaatsen waar geen bovenleiding beschikbaar is, zoals emplacementen, moeten we nu nog diesellocomotieven inzetten voor logistieke bewegingen per spoor”. Bosman vult aan dat hetzelfde geldt tijdens werkzaamheden aan het spoor als er geen spanning op de bovenleiding staat. Fossiel aangedreven locomotieven zijn dan ‘in het werk’ nog steeds noodzakelijk.

> Powerbank, maar dan anders. Gezamenlijk met collega’s van Strukton Power is volledig in-house het ESS (Energy Storage System) ontwikkeld, dat de locomotief voedt met elektrische energie. Het systeem, dat je eigenlijk kan zien als een grote powerbank, wordt aan de locomotief gekoppeld zodat deze zonder bovenleiding toch elektrisch kan rijden. Dit kan worden bereikt met minimale aan-

passingen. De Locomotief denkt gevoed te worden door de bovenleiding via de pantograaf terwijl deze in werkelijkheid door de ESS wordt gevoed. “Er zijn drie modi: locomotief solo, locomotief solo plus -het opladen van de batterij- en voeding vanuit het ESS” aldus Luken die aangeeft dat Strukton zich met deze ontwikkeling wil onderscheiden in de markt. Uiteindelijk is de visie om de container met batterijen en omvormers die op de trein staat ook te kunnen gebruiken als energievoorziening op de bouwplaats. Bosman; “We werken steeds vaker met (geretrofit) elektrisch gereedschap op afgelegen locaties waar geen energievoorziening aanwezig is. Neem bijvoorbeeld onze geretrofitte kraagboutmachine waarbij we de brandstofmotor en tank hebben vervangen door een elektromotor en batterijen. Deze machines moeten een keer worden opgeladen en dit wil je natuurlijk met groene stroom doen. Het zou geweldig zijn als dat met het ESS kan”.

> Duurzaamheid. Waar een diesellocomotief gemiddeld ruim 50 liter diesel per uur verbruikt en ook bij stationair draaien de nodige

‘ ’ ‘De komende jaren zullen we een verschuiving van mechanisch onderhoud naar elektrotechnisch onderhoud krijgen’

emissies uitstoot, is de elektrische locomotief een stuk duurzamer. Dit is niet alleen goed nieuws voor de natuur, het scheelt ook enorm voor de werknemers. De werknemers krijgen niet langer te maken met emissies afkomstig uit de uitlaat. De elektrische locomotief is bovendien stiller dan de diesellocomotief. In beide gevallen dus goed nieuws voor de professionals die met de locomotief werken.

> Retrofitten is het toverwoord. Op economisch gebied moeten er stappen gemaakt gaan worden aldus Bosman. “We bevinden ons aan het begin van een energietransitie en ook de techniek

bevindt zich in de beginfase waardoor het gehele proces enorm kostbaar is. Gelukkig is er geen volledig nieuwe locomotief nodig, onze voorkeur gaat juist uit naar het retrofitten van het bestaande materieelpark. Het materieel is technisch nog niet aan het einde van de levensduur. Retrofitten bespaart een hoop energie en past goed in de circulaire gedachte. Het ombouwen van een diesellocomotief naar dit systeem is economisch echter niet haalbaar en dus wordt er uitsluitend gewerkt met elektrische locomotieven. Verder moet de energiedichtheid van batterijen toenemen om langdurig met het gewenste vermogen te werken en moeten we opzoek naar een wer-

Foto: Strukton

> kend verdienmodel omdat de initiële investering nu nog erg hoog is. We staan nu eenmaal aan het begin van de transitie en misschien willen we ook wel te snel. Maar over een paar jaar zullen de nodige stappen zeker gemaakt zijn”.

> Onderhoud. Strukton is reeds in het bezit van vier elektrische locomotieven en deze worden in de werkplaats in Zutphen onderhouden. Voor de batterijlocomotief is dit niet anders. Luken; “In eerste instantie is er vooral een goede inventarisatie van de ESS gemaakt en is er dus een aantal taken bijgekomen voor de monteurs. We hebben het nu eenmaal over stroom en dus zijn er strikte veiligheidsprocedures”. Bosman vult aan; “Waar nu een dieselmachine de werkplaats binnen komt rijden, is dit in de toekomst een hoogspanningsinstallatie. Komende jaren zullen we een verschuiving van puur mechanisch onderhoud naar elektromechanisch onderhoud krijgen en daar moeten we onze professionals voor opleiden”.

Bosman verdiept de andere uitdagingen om emissievrij spooronderhoud uit te voeren. “Naast de energievoorziening langs het spoor, speelt vooral ook wet- en regelgeving een grote rol. Omdat dit nog niet goed is ingericht zien we dat er een grote hoeveelheid aan onbekende factoren speelt. Je weet immers niet aan welke kaders je moet voldoen. Momenteel zijn we druk bezig met het proces om de locomotief toegelaten te krijgen op het spoor van ProRail, om te kunnen testen hoe de batterijlocomotief presteert. Gelukkig zitten we wel met de juiste partijen om tafel en werken we met ProRail samen om zo goed mogelijk elektrisch materieel op het spoor te introduceren”. Met de tests op eigen spoor heeft Strukton inmiddels laten zien dat de locomotief kortstondig bij lage snelheid bewegingen uit kan voeren. Op rangeersnelheid van 25 kilometer per uur kan de locomotief 300 ton trekken.

> Blik richting de toekomst. Momenteel is de batterijlocomotief een prototype voor dit type locomotief. Allereerst moet deze worden uitontwikkeld en dient hij te worden goedgekeurd om op het spoor te gebruiken. Daarna zal het systeem mogelijk worden uitgerold onder de drie andere elektrische locomotieven. Of er daarna plannen zijn om nog meer locomotieven aan te schaffen en om te bouwen is op dit moment onduidelijk. Volgens Luken zitten er dan in elk geval wel een paar eisen aan en kan de techniek niet zomaar op elke andere locomotief worden toegepast. “De pantograaf moet wel denken dat hij door de bovenleiding wordt gevoed, terwijl de stroom eigenlijk uit het ESS komt. Bij andere locomotieven moeten we dus eerst kijken of dat wel mogelijk is”.

De focus komt daarmee te liggen op het retrofitten en ombouwen van het huidige materieel. Strukton investeert niet meer in fossiel aangedreven materieel en gereedschappen, tenzij het echt niet anders kan. <

Duurzame doelen Strukton

Strukton heeft zichzelf scherpe duurzame doelen gesteld :

• In 2030 voor zakelijke mobiliteit een CO2-reductie bereiken van 50% per FTE ten opzichte van 2016

• In 2030 Strukton’s totale uitstoot reduceren met minimaal 55% ten opzichte van 2009

• In 2050 klimaatneutraal opereren

• In 2025 zijn alle Strukton-bouwplaatsen emissieloos

• In 2030 zijn alle bouwplaatsen volledig duurzaam

Deze doelstellingen zijn ontleend aan de SDG’s 12, 13 en 15. Foto:

Strukton

De kracht van duurzaam assetmanagement in jouw organisatie

Ontdek hoe Faam duurzaam assetmanagement mogelijk maakt met softwareoplossingen, trainingen en ondersteuning van onze consultants.

In onze whitepaper ‘Op weg naar Duurzaam Assetmanagement’ introduceren we praktische oplossingen zoals onze tool DYNAM™ om duurzaamheidsdoelstellingen te bereiken. Download de whitepaper via onderstaande QR-code.

Lees alles over DYNAM™ dé tool die technische en duurzaamheidsdoelen realiseert.

in partnerschap met AMC Tooling

AANBEVELINGEN AAN NVDO

Faciliteren van projecten voor jongeren in samenwerking met opleidingsinstituten

Al jaren is er een tekort aan technisch geschoold personeel. De vergrijzing zal de komende jaren blijven toenemen en daarom is het belangrijk om jonge technici aan te trekken. Het motiveren van jong talent begint bij opleidingsinstituten. Studenten gedurende hun opleiding in contact laten komen met Beheer en Onderhoud, zal ertoe leiden dat ze zullen nadenken over de mogelijkheden voor een carrière binnen de onderhoudssector. Een mooi instapmodel kan zijn door dit te combineren met een stage of traineeship. Door het op deze manier in te vullen en mee te lopen op de werkvloer, krijgen studenten een praktische context van de werkzaamheden binnen de onderhoudssector. Op deze manier kunnen zij ontdekken of ze affiniteit hebben met Beheer en Onderhoud en kunnen ze bedenken of ze hier in hun carrière mee door willen gaan. Opleidingsinstituten kunnen hier als een mediator fungeren door deze stages of traineeships te faciliteren. Dit zie je dan ook geregeld terug in het beroepsonderwijs en bij hogescholen. Er bestaan namelijk veel opleidingsprogramma’s onder andere uit projecten voor bestaande organisaties. Een instituut dat deze opleidingen faciliteert is Avans Hogeschool. Hier worden verschillende opleidingen aangeboden gericht op Asset- en Maintenance Management. Daarnaast zijn er nog tal van andere opleidingsinstituten die dergelijke programma’s faciliteren zowel op MBO- als HBO niveau. Enkele voorbeelden zijn de ‘Vastgoed Business School’, ‘Covalis’, Techniek College Rotterdam’ en de ‘Bob’.

NVDO zou mee kunnen helpen in het plaatsen van studenten bij haar leden. Het enorme netwerk als brancheorganisatie is de perfecte omgeving om de vraag naar stages of traineeships te vervullen met de ‘pool’ van studenten bij deze opleidingsinstituten. NVDO kan op deze manier als hotspot fungeren waar vraag en aanbod bij elkaar komen.

Kennisoverdracht aantrekkelijker maken met beeld en geluid Tegenwoordig wordt heel veel kennis gedeeld en zo ook over Beheer en Onderhoud. Op de website en LinkedIn pagina van NVDO worden wekelijks ar-

tikelen gedeeld over thema’s in de keten van Asset Management, Onderhoud in het bijzonder, denk aan artikelen en rapporten. Door het gebrek aan tijd en motivatie om het gehele artikel of rapport te lezen wordt er vaak een korte blik op geworpen. NVDO kan de kennisdeling en kennisontwikkeling bevorderen door meer visuele informatie aan te bieden. Zo kunnen kennisclips worden geïntroduceerd en kunnen rapporten of informatie uit vakbladen middels video’s worden gedeeld. Het visueel aanbieden van documenten valt vooral bij jongere generaties in de smaak, dit zijn nu net de mensen die je nodig hebt op deze krappe arbeidsmarkt.

Naast het visueel overbrengen van kennis kan dit ook via audio. Podcasts hebben een enorme ontwikkeling doorgemaakt en zijn niet meer weg te denken in de streamingsdiensten. NVDO maakt dan ook regelmatig podcasts, genaamd ‘Oor voor Onderhoud’, wat een prachtig initiatief is. NVDO zou hier meer waarde uit kunnen halen door podcasts uit te brengen waar op basis van een interactief gesprek kennis wordt gedeeld of uitgelegd. Dit valt dan ook mooi samen met de eerste aanbeveling waarbij jongeren een beter idee krijgen van Beheer en Onderhoud.

Samenwerkingen aangaan met vluchtelingenorganisaties om de tekorten op de arbeidsmarkt op te vullen

In Nederland zijn ruim 100.000 vluchtelingen waarvan ongeveer 35.000 in 2022 asiel aanvroegen. Door de oorlog in Oekraïne zal het aantal toenemen. Dit biedt kansen op de onderbezette technische arbeidsmarkt. Door als NVDO een samenwerking aan te gaan met organisaties als VluchtelingenWerk kunnen vluchtelingen aan het werk en worden ook de tekorten op de arbeidsmarkt de kop in gedrukt. Vluchtelingen zouden kunnen worden (bij)geschoold via de NVDO Maintenance Academy.

Carbon footprint NVDO verkleinen NVDO publiceert elk jaar haar Onderhoudskompas en Visiedocumenten. Daarbij is het doel het delen van kennis en best-practices. Hetzelfde geldt voor het Vakblad Asset Management. Voor het afdrukken van deze documenten is veel papier nodig wat niet duur-

zaam is, maar aan de andere kant kan een tastbare oplevering praktischer zijn dan digitale alternatieven. Een andere mogelijkheid om het al bestaande hybride systeem (fysieke en digitale opleveringen) in te richten, is het ontwerpen van een fysiek document waarin het aantal pagina’s wordt gereduceerd door gebruik te maken van QR-codes die gescand kunnen worden. Deze QR-codes kunnen leiden naar podcasts, artikelen, video’s of websites.

TOP TIEN TRENDS BINNEN DE NEDERLANDSE

ONDERHOUDSSECTOR

Om de Top Tien Trends te kunnen identificeren zijn er verschillende trends in de jaarlijkse NVDO enquête voorgelegd. In de survey werd gevraagd deze trends te beoordelen op zowel de impact op de organisatie als de herkenbaarheid van de trend. Dit kon beoordeeld worden door de trends te beoordelen op een schaal van 1 tot 5.

De Top Tien Trends binnen de Nederlandse Onderhoudssector zijn op basis van de scores op de impact op de organisatie vastgesteld. In figuur 1 is de huidige Top Tien Trends uitgezet over de afgelopen jaren.

De technische arbeidsmarkt is als trend niet meegenomen in de enquête omdat hier in de Update Technische Arbeidsmarkt in detail op in wordt gegaan. Daarnaast is het evident dat dit een terugkerende trend betreft die de totale onderhoudssector beïnvloedt.

Binnen de huidige Top Tien Trends hebben er 7 verschuivingen ten opzichte van afgelopen jaar plaatsgevonden. Vorig jaar waren dit er nog 9.

Opvallend is dat er dit jaar maar één trend is die niet uit de Top Tien Trends van afgelopen jaar komt, namelijk ‘Maatschappelijke behoefte aan lange termijnvisie’. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat technologische ontwikkelingen en sustainability initiatieven niet achter kunnen blijven in de onderhoudsmarkt. De top 3 van dit jaar bestaat dan ook uit ontwikkelingen binnen deze twee onderwerpen wat de urgentie ervan weerspiegelt.

2023 (2022) Trend Verandering

1 (2) Behoefte aan ICT systemen

2 (4) Aandacht voor Sustainability

3 (6) Een verouderende asset base

4 (1) Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie

5 (5) Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

6 (9) Verandering in Arbeidscultuur

7 (7) Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen

8 3 Omgaan met grote hoeveelheden data

9 (-) Maatschappelijke behoefte aan lange termijnvisie

10 (10) Behoefte aan Uitbesteding

Figuur 1: De 10 belangrijkste trends qua impact op de organisatie

1. Behoefte aan ICT-systemen Allereerst zien we voor de trend ‘behoefte aan ICT-systemen’ een gestage stijging in de Top Tien Trends. Deze trend staat al zeven jaar lang in de Top Tien Trends. Technologische ontwikkelingen omtrent de onderhoudssector die gepaard gaan met kostenreductie en automatisering vragen om ICT-systemen die deze processen kunnen verzorgen. De toenemende vraag naar deze ontwikkelingen uit zich dan ook als meest relevante trend van dit jaar.

In de afgelopen jaren zijn de mogelijkheden van ICT-systemen door technologische ontwikkelingen toegenomen. Met name de coronapandemie heeft een grote bijdrage geleverd aan versnelling van de adoptie van ICT-systemen. Er werden namelijk binnen een korte periode genoodzaakt digitale thuiswerkplekken gecreëerd. Hierdoor waren medewerkers genoodzaakt digitale vaardigheden te ontwikkelen. De hoge mate van flexibiliteit in plaats- en tijdonafhankelijk werken bleek de adoptie van ICT-systemen te versterken. Zo blijven de online meetings populair en bruikbaar1

Nu we in Nederland kampen met een enorm tekort aan personeel is het gebruik van efficiënte ICT-systemen belangrijker dan ooit. Op het moment dat ICT-systemen goed werken, kan de werkdruk worden verminderd. Hierdoor kan personeel worden ingezet

op andere werkzaamheden die andere waarde creëren dan administratief werk. Zo kunnen chatbots tegenwoordig vragen van klanten beantwoorden, worden er apps gebruikt om bestellingen en voorraden bij te houden en helpen online leeromgevingen leerlingen op eigen niveau te leren. De automatisering van handmatig werk resulteert ook in een reductie van kosten doordat er minder personeel nodig is2. Met name in de industrie worden processen steeds vaker gedigitaliseerd. Dit zorgt voor procesoptimalisatie, verkorte doorlooptijden en versnelde informatievoorziening.

Doordat de ICT-landschappen van bedrijven steeds complexer worden is het van belang om de IT-kennis op peil te houden en de bedrijfscontinuïteit te waarborgen. De grote afhankelijkheid van ICT-systemen maakt bedrijven kwetsbaar, omdat op een moment dat er een storing ontstaat de meeste bedrijfsprocessen worden stilgelegd.

Een voorbeeld waarbij ICT-systemen kwetsbaarheden vertonen is die van bedrijven in de Rotterdamse Haven. Cybercriminelen hebben tientallen bedrijven stil kunnen leggen door een zogeheten ‘ransomware-aanval’. De cyberaanval liet zien hoe bedrijven omgaan met computerveiligheid. Binnen een uur lagen alle systemen eruit waarbij de schade opliep tot miljoenen euro’s. Als de gedupeerde bedrijven eerder patches

1 Handsonict, 7 ICT trends en ontwikkelingen op de ICT-markt voor 2022, (2022) 2 WilroffReitsma, Dit zijn de belangrijkste ICT-trends voor 2022, (2022)

Figuur 1: De ontwikkelingen van de huidige Top Tien Trends over de afgelopen jaren

hadden geïnstalleerd tegen dit soort ransomware, was de schade nooit zo groot geweest3 .

Door automatisering worden organisaties enorm afhankelijk van ICT-systemen. Voor Asset Managers is het daarom van groot belang dat het Beheer en Onderhoud van deze systemen zorgvuldig wordt uitgevoerd. Vaardig ICT-personeel in de arm nemen is daarom aannemelijk. Daarnaast kan er ook voor worden gekozen om ICT-onderhoud uit te besteden aan een externe businesspartner.

2. Aandacht voor Sustainability

Aandacht voor Sustainability is een steeds vaker terugkerend thema en dat is ook te zien aan de stijging van deze trend over de afgelopen jaren. Waar ‘Aandacht voor Sustainability’ zes jaar geleden niet eens een plek wist te bemachtigen in de Top Tien Trends, wordt dit onderwerp dit jaar als de één na belangrijkste pijler gezien in de onderhoudssector.

Het onderwerp duurzaamheid staat inmiddels bij bijna alle bedrijven vetgedrukt in de agenda. Door de verandering in de eisen en wensen van afnemers zetten steeds meer bedrijven in op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De focus op duurzaamheid wordt niet alleen afgedwongen door afnemers, maar ook door strengere wet- en regelgeving zoals besproken in de trend ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’. Hierdoor stappen bedrijven over op duurzame installaties, machines en technieken.

Verduurzaming resulteert in het verkleinen van de ecologische voetafdruk van producten en diensten. Het verkleinen van de ecologische voetafdruk kan door energieverbruik te reduceren of door circulariteit te integreren in de bedrijfsstrategie.

De Russische invasie in Oekraïne heeft geleid tot enorme prijsstijgingen in het afnemen van gas. Omdat Rusland een groot aandeel heeft in de toelevering van dit gas, wil Europa zo min mogelijk fossiele brandstoffen van Rusland afnemen, wat heeft geleid tot een energiecrisis.

De Rijksoverheid heeft hier onder andere op ingespeeld door de verduurzaming van gebouwen in beheer van Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) te versnellen. Het doel van dit initiatief is om de verduurzaming van deze gebouwen te versnellen, zodat deze niet meer afhankelijk hoeven zijn van (Russisch) gas. Zo is er binnen de subsidieregeling de mogelijkheid om een ‘zeer energiezuinig pakket’ (ZEP) af te nemen en is er extra financiering mogelijk. Een ZEP is een samenhangend pakket aan energiebesparende maatregelen. Deze wordt gesubsidieerd door Warmtefonds, die verantwoorde en betaalbare financiering voor de verduurzaming van huizen en gebouwen biedt. Het Warmtefonds opereert in opdracht van de Rijksoverheid4 .

Doordat duurzaamheid een rol is gaan spelen in alle sectoren ontstaat er een verandering in het gebruik van type grondstoffen. Zo wordt er vaker gekozen voor grondstoffen die biologisch afbreekbaar zijn of grondstoffen die gerecycled zijn of kunnen worden. Dit kan zorgen voor aanpassingen binnen Beheer en Onderhoud doordat bijvoorbeeld onderhoudsprocessen anders moeten worden uitgevoerd. Zo was de gemeente Texel de eerste gemeente die gebruik maakte van duurzame verlichting5. Echter was bij de gemeente niet bekend dat de coating niet bestand was tegen de zilte zeelucht waardoor corrosie ontstond. Indien deze corrosie eerder werd opgemerkt, kon de vervanging van 2700 armaturen voorkomen worden. Het feit dat deze armaturen al na 7 jaar vervangen moesten worden, reflecteert het belang van het zorgvuldig selecteren en inrichten van de onderhoudsprocessen, waarbij de assets periodiek gemonitord worden.

Ook in de verpakkingsindustrie heeft verduurzaming aan terrein gewonnen. Zo worden de plastic kauwgom potjes ingeruild voor papieren en wordt er tegenwoordig statiegeld geheven op plastic flesjes met een volume van minder dan een liter. Op treinstations ontvangen reizigers korting als ze hun eigen herbruikbare beker gebruiken om koffie te halen en Albert Heijn schrapt plastic verpakkingen van de meeste groenten en fruit. Deze wijzigingen komen

3 AD, Wereldwijde hack legt bedrijven ien Rotterdamse terminal plat (2017)

4 Rijksoverheid, Verbetering financiële ondersteuning bij gebouwen VvE’s, 2022

5 NH Nieuws, Duurzame verlichting Texel na 7 jaar al stuk door zoute lucht en moet vervangen, (2022)

onder andere door de druk die de eindklant uitoefent op de leveranciers. Zij vragen om duurzame producten en productieprocessen en dat vertaalt zich naar een toenemende focus op duurzame installaties, machines, overige assets en technieken, ook bij leveranciers. Deze wens vanuit de afnemers resulteert in aanpassingen die moeten worden gemaakt waar de Asset Manager verantwoordelijk voor is. Van het aanschaffen en beheren van duurzame installaties tot het aanpassen van Beheer- en Onderhoudsprocessen door het gebruik van alternatieve grondstoffen.

3. Een verouderende asset base

Het bestaan van een verouderde asset base neemt toe. Waar in 2019 deze trend de Top Tien Trends niet eens wist te bereiken, wordt het belang van zorgvuldig onderhoud en de vervanging van verouder(en)de assets dit jaar weldegelijk ingezien.

Door een verouderende asset base zullen kosten voor onderhoud vaak toenemen. De afweging die gemaakt moet worden is of de onderhoudskosten opwegen tegen de opbrengsten van de productie van de bestaande asset en relatief ten opzichte van een vervangingsinvestering. De maximale waarde van een asset wordt gecreëerd door continu de juiste balans te zoeken tussen technische prestaties, kosten en risico’s. Als een asset zich aan het eind van zijn levenscyclus bevindt, wordt het tijd om na te denken over vernieuwing van de asset.

Bij Defensie is materieel zoals voertuigen en schepen verouderd. Deze verouderde asset base maakt de werkzaamheden van het personeel van Defensie onveiliger6. Door het gebrek aan financiën heeft Defensie over de hele linie problemen: met de IT, de betaling van het personeel, met de gereedstelling van militaire eenheden en met de broodnodige cyberactiviteiten om de verdediging tegen digitale aanvallen op orde te krijgen. Er is dan ook dringend meer geld nodig, want verouderde assets kunnen de veiligheid van, in dit geval een land, in gevaar brengen.

Ook Rijkswaterstaat kampt met verouderde assets doordat de meeste sluizen, gemalen, beweegbare bruggen en tunnels zijn gebouwd in de jaren ’60.

Daarnaast worden deze assets de laatste decennia veel intensiever gebruikt en zwaarder belast. Dit vraagt om een real-time inzicht in de staat van deze assets. BAM speelt hier slim op in en heeft daarvoor ADAPT-installaties ontwikkeld. Deze installaties koppelen data aan domeinkennis om vervolgens inzicht te krijgen in de staat, risicogebieden en prestaties van deze infra assets. Hierdoor wordt de kans op storingen verkleind en wordt de downtime van de assets verlaagd7

Voor de Asset Manager is het dus belangrijk om de asset base operationeel te houden. Echter is dit alleen mogelijk wanneer hier financiële middelen voor beschikbaar zijn. Het is daarom zaak om beheer- en onderhoudskosten aan te geven bij het management team en te overleggen over het beschikbare budget. Daarbij moet de Asset Manager het belang van de herinvestering duiden binnen de onderhoudsorganisatie. Dit kan door de gevolgen in kaart te brengen als financiële steun niet volgt en door de kansen uiteen te zetten die het biedt wanneer de investering wel wordt gedaan.

Vanzelfsprekend wil de Asset Owner de maximale waarde uit zijn asset halen. Echter is de vraag of de onderhoudskosten opwegen tegen de ontwikkelingskosten van innovatieve assets die de efficiëntie en prestaties ervan kunnen bevorderen. Voor enorme kapitaalintensieve assets zoals gebouwen en fabrieken is de meest rendabele optie om constant te investeren in het Beheer en Onderhoud. Op het moment dat veiligheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van assets in het geding komen zijn vervangingsinvesteringen een onvermijdelijke optie. De Asset Manager wordt geacht het belang van een herinvestering op tijd uit te dragen binnen de organisatie om de investering mogelijk te maken. Door een verbeterde uptime, verhoogde productie en stabielere productiekwaliteit van een vernieuwde asset zal een herinvestering op termijn vaak bijdragen aan de groei van het bedrijf.

4. Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie, over verschillende onderdelen van de organisatie heen Ondanks dat de trend ‘Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie’ pas een aantal jaren geleden is

6 Ministerie van Defensie, Extra geld voor Defensie in 2022, (2022)

7 BAM Infra, ADAPT installaties, 2023

toegevoegd aan het Onderhoudskompas, werd al wel snel het belang van deze trend ingezien. Waar vorig jaar de behoefte aan samenwerking nog als meest belangrijke trend werd erkend, staat deze nu op plek nummer 4.

Na de pandemie is het niet gek dat deze trend vorig jaar nog op de eerste plek stond. Door de verplichte fysieke afstand werd thuiswerken de norm. Werken op kantoor en de bijbehorende fysieke interactie op de werkvloer was niet meer vanzelfsprekend. Door deze verandering zijn werknemers het belang van fysieke interactie gaan inzien, waarbij er meer waardering voor samenwerking is ontstaan. Dit geldt niet alleen binnen teams, maar ook tussen verschillende afdelingen binnen een organisatie. Desondanks is bij de meeste bedrijven thuiswerken inmiddels wel onderdeel geworden van het hybride systeem waarmee nu gewerkt wordt.

Op het moment dat teams of afdelingen enkel met elkaar werken en een eigen doel voor ogen hebben, heeft dat als gevolg dat het overkoepelende doel van de gehele organisatie zal achterblijven. Samenwerking tussen verschillende afdelingen is dan ook essentieel voor het realiseren van de bedrijfsvisie. Op het moment dat de communicatie tussen afdelingen goed verloopt, kan er op een effectieve manier informatie worden uitgewisseld over bijvoorbeeld nieuwe ontwikkelingen in de markt die voor andere afdelingen relevant kunnen zijn.

Door samen te werken voorkom je een omgeving waarin problemen telkens op andermans bord terechtkomen. Het werken in silo’s kan worden opgelost of voorkomen door contact tussen afdelingen te stimuleren. Denk daarbij aan regelmatige vergaderingen, werklunches en interdisciplinaire activiteiten met verschillende afdelingen. Het bevorderen van de samenwerking maakt het mogelijk om de primaire processen zo efficiënt en productief mogelijk in te richten binnen een organisatie.

Technologiebedrijf Nedap, dat zich specialiseert in contactloze communicatiemethodes voor bijvoorbeeld OV-chipkaarten, bestaat uit zeven verschillende marktgroepen8. Elke marktgroep is zelf verant-

woordelijk voor de ontwikkeling, marketing, sales en productie van een eindproduct. Doordat binnen de marktgroepen wordt samengewerkt tussen de verschillende afdelingen kunnen er synergieën ontstaan wat kan leiden tot nieuwe, creatieve inzichten. De vrijheid die medewerkers krijgen om met eigen ideeën en oplossingen te komen, creëert een cultuur waarin mensen via overleg en met elkaars kennis en kunde het beste product maken.

Samenwerking binnen de organisatie is tevens van belang voor Asset Managers. Het bevordert de optimalisatie van de prestaties van de assets, vermindert kosten en verbetert de efficiëntie van de onderhoudsorganisatie als geheel. Door samen te werken kunnen Asset Managers kennis en ervaringen delen en opbouwen, wat bijdraagt aan het identificeren van problemen en het vinden van oplossingen.

Om deze voordelen te realiseren, kunnen Asset Managers elkaar regelmatig terugkoppelingen geven en andere afdelingen op de hoogte houden van de ontwikkelingen van de assets. Door samen te werken kunnen Asset Managers bovendien de gebruikstijd van de assets optimaliseren. Zo kunnen onderhoudsplanningen op elkaar worden afgestemd en kan de downtime van de assets worden geminimaliseerd. Samenwerking bevordert dus niet alleen de optimalisatie van de prestaties van de assets, maar leidt ook tot kostenbesparingen en verbeterde efficiëntie van de onderhoudsorganisatie als geheel.

5. Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

De trend ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ heeft de afgelopen 7 jaar in de Top Tien Trends gestaan.

De voortdurende aanscherping van regelgeving en voorschriften, bijvoorbeeld op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieu, creëert voor Asset Owners en dienstverleners binnen de onderhoudsmarkt voortdurend nieuwe uitdagingen, zowel op het gebied van producten en diensten als werkprocessen.

Allereerst komt er steeds meer wet- en regelgeving op het gebied van milieu en energie. Door de hui-

8 MT Sprout, Zo stimuleert Nedap ondernemerschap binnen de eigen muren (2018)

dige energiecrisis komen steeds meer organisaties onder een vergrootglas te liggen als het gaat om het volgen van deze regels. Zo is één van de verplichtingen de Energiebesparingsplicht voor bedrijven9. De plicht heeft betrekking op ruim 120.000 bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 kWh aan elektriciteit of 25.000 m3 gas verbruiken. Omdat het gebruik van assets gepaard gaat met hoog energieverbruik, raakt de Energiebesparingsplicht veel organisaties binnen de kapitaalintensieve industrieën. Om te voldoen aan deze plicht moeten organisaties energiebesparende maatregelen nemen die ze binnen 5 jaar kunnen terugverdienen.

Vanaf 2023 verbreedt de overheid de Energiebesparingsplicht en moeten kantoorpanden groter dan 100 m2 minimaal energielabel C hebben10. Het controleren van de Energiebesparingsplicht gaat middels de Informatieplicht. Eén keer in de vier jaar worden bedrijven en organisaties geacht door te geven welke energiebesparende maatregelen zijn getroffen. Dit wordt vervolgens gecommuniceerd met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)11. De energiebesparende maatregelen hangen af van de bedrijfstak en variëren van het isoleren van gebouwen tot het gebruik van led-verlichting. Een grote uitdaging in het volgen van deze verplichtingen is dat er voor een aantal maatregelen externe hulp nodig is. Denk bijvoorbeeld aan installatiemonteurs die de installatie van zonnepanelen, ruimteverwarming- en ventilatie en energiebeheersystemen regelen. Echter is er een enorm tekort aan installatiemonteurs die deze externe hulp kunnen bieden en blijft dit tekort naar verwachting toenemen.

Daarnaast wordt de trend ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ ook teruggezien in branches waar risico’s op ongevallen groot zijn12 . Het thema ‘Veilig Werken’ en de bijbehorende veiligheidsmaatregelen in de bouw, transport en grond-, weg- en waterbouw en chemie en energiesectoren zijn dan ook een steeds vaker terugkerend thema. Zo zijn elektrische vrachtwagens die in brand vliegen in

tunnels een groot probleem op de Nederlandse snelwegen. Het onderhoud aan elektrische vrachtwagens wordt nu anders ingericht om dit soort ongelukken te voorkomen. Zo is de aandrijvingsbatterij vervangen door een zogeheten LFP-batterij en wordt de staat van deze batterij vaker gecontroleerd13

Ook andere organisaties treffen maatregelen om de veiligheid van assets te waarborgen. Zo maakt bijvoorbeeld ProRail gebruik van de Veiligheidsladder14 . Dit is een beoordelingsmethode om het veiligheidsbewustzijn en bewust veilig handelen in organisaties te meten. De Veiligheidsladder dient als basis van certificering voor sectoren waar fysieke veiligheid een groot risico is. Om deze reden worden er steeds meer aanvragen gedaan naar het certificeringsinstrument.

6. Verandering in Arbeidscultuur

De afgelopen jaren hebben de arbeidscultuur en de manier van werken een ontwikkeling doorgemaakt, mede ten gevolge van de pandemie. Doordat men deze verandering als een gewoonte is gaan zien, staat deze trend voor de derde keer op rij in de Top Tien Trends.

Als gevolg van diverse invloeden is een verschuiving van arbeidsmentaliteit gaande. Dit komt met name door de opkomst van generatie Y, een verdere individualisering van de samenleving, de ‘woke’ samenleving en het algemene welvaartsniveau.

Werknemers wensen steeds vaker parttime te werken en zich ‘on the job’ te blijven ontwikkelen. De behoefte aan parttime werken en vergrijzing resulteert in een groot personeelstekort. Bijna een kwart van de Nederlandse ondernemers gaf in 2021 aan dat een tekort aan personeel een belemmering is voor hun productiviteit. Dit resulteert in de hoogste vacaturegraad in 40 jaar tijd, waarbij er zelfs meer vacatures openstaan dan dat er werklozen zijn.

Zoals gebruikers van het openbaar vervoer kunnen beamen, vallen er bij de NS veel treinen uit. Dit heeft

9 KVK, Energiebesparingsplicht: dit moet je voor 2023 regelen, (2022)

10 Zonnestroom Nederland, Voorkom boetes: voldoe op tijd aan de energiebesparingsplicht, (n.d.)

11 Rijksdienst van Ondernemend Nederland, Erkende Maatregelenlijsten energiebesparing (EML), (2022)

12 Aboma, Certificering van kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu steeds belangrijker, (2020)

13 EenVandaag, Te weinig aandacht voor veiligheid in de energietransitie, waarschuwen experts: “We lopen achter de feiten aan”, 2023

14 NEN, ProRail bereikt trede 4 op de Veiligheidsladder, (n.d.)

te maken met personeelstekort en om dit op te lossen wordt zelfs kantoorpersoneel omgeschoold tot assistent-conducteur15. Ook Schiphol heeft te maken met personeelstekort. De werkomgeving bij Schiphol werd als slecht ervaren met een hoge werkdruk, fysiek en intensief werk, slechte lonen en lange dagen, wat resulteerde in stakingen met structurele leegloop als gevolg16. Ook passagiers ondervonden deze leegloop doordat ze tot wel drie uur moesten wachten op bagage of zelfs vertrokken zonder dat de bagage in het vliegtuig zat.

Een goede arbeidscultuur van een organisatie is nu belangrijker dan ooit om personeel aan te trekken en te behouden. Je vindt deze ook niet terug in een functieomschrijving maar gaat om de relatie tussen medewerkers en de normen en waarden binnen een bedrijf. Inclusiviteit en diversiteit zijn thema’s waar bedrijven steeds meer aandacht aan besteden. Diversiteit gaat over alle verschillen die werknemers in een organisatie hebben, zoals leeftijd, geslacht of huidskleur, maar ook minder zichtbare dingen zoals geloofsovertuiging, culturele achtergrond of genderidentiteit. Inclusiviteit gaat erover dat deze werknemers daadwerkelijk betrokken, aangesloten en opgenomen worden in de organisatie. Dit betekent dat de organisatie als een groter geheel wordt gezien van verschillende individuen. Bedrijven beginnen steeds meer te erkennen dat ze verantwoordelijkheid dragen aan een inclusievere samenleving en om discriminatie te bestrijden. Daarnaast kan een divers personeelsbestand een voordeel bieden door het brede scala aan perspectieven, wat kan leiden tot innovatieve oplossingen en betere besluitvorming17. Inclusiviteit is dus niet alleen ethisch verantwoord, maar het kan ook bijdragen aan het succes van onderhoudsorganisaties.

Naast inclusiviteit en diversiteit wordt ook de behoefte aan zinvol werk en zelfontplooiing terug gezien in de arbeidsmentaliteit van werknemers. Het gevoel van autonomie wordt door jongere generaties als een belangrijk thema ervaren. Ze streven naar persoonlijke groei en een hoger doel in hun carrière. Om dit te kunnen faciliteren moet de Onderhoudssector invulling geven aan deze verwachtingen en daarmee

het ‘nieuwe’ autonomen. Dit kan worden gerealiseerd door een horizontale bedrijfsstructuur aan te nemen waarbij werknemers meer vrijheid en verantwoordelijkheden krijgen18 .

7. Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen

De sterk toegenomen complexiteit en integratie van bedrijfsprocessen vraagt voor totaaloplossingen om op andere relevante competenties te focussen. Dit blijkt ook dit jaar relevant te zijn voor afnemers, want deze trend staat voor de derde keer op rij in de Top Tien Trends.

Als gevolg van de sterke groei in complexiteit van processen, de integratie van technische systemen en de omvang van bijbehorende administratieve werkzaamheden, hebben bedrijven en organisaties in toenemende mate behoefte aan partijen die een totaaloplossing kunnen bieden.

Vanuit de klant wordt de wens voor een totaaloplossing steeds groter. Men wil niet alleen een product afnemen, maar wil hier ook graag een service bij krijgen. Voor bedrijven biedt dit kansen in hun businessmodel. Een service aanbieden naast een product, creëert een meerwaarde voor de klant. Echter komt hier ook bij kijken dat projecten steeds groter en/of complexer worden waardoor uiteenlopende kennis nodig is binnen een organisatie.

Bij totaaloplossingen wordt goed gekeken naar wat de klant belangrijk vindt, waarbij de nadruk ligt op ontzorging en gemak. Doordat bedrijven hun eigen product goed kennen is het voor hen makkelijker om een service aan te bieden. Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld efficiënter een onderhoudsservice aanbieden waar zij de tools en kennis voor in huis hebben. Deze behoefte aan totaaloplossingen heeft te maken met de toenemende complexiteit van producten.

Zo lopen bijvoorbeeld de onderhoudscontracten voor gebouwen uiteen en zijn er verschillende onderhoudsvormen mogelijk. Het is bijvoorbeeld mogelijk om, naast het uitbesteden van het onderhoud,

15 Treinreiziger.nl, NS gaat kantoorpersoneel inzetten als assistent-conducteur, (2022)

16 Up in the Sky, Schiphol doet poging personeelstekort op te lossen, (2022)

17 Gouden Gasten, Wat is het verschil tussen inclusiviteit en diversiteit?, (2019)

18 NOM, Zo zorg je voor een goede bedrijfscultuur, (2019)

aan gebouwen ook het strategische voorraadbeheer (Asset Management), risicoanalyses of onderhoudsprognoses uit te besteden. Op deze manier kan de focus gevestigd blijven op de business activiteiten van de organisatie. Steeds meer onderhoudsbedrijven bieden dan ook onderhoudscontracten aan waarbij het Beheer en Onderhoud volledig gecoverd is.

Door middel van totaaloplossingen kunnen onderhoudsbedrijven, naast het uitvoeren van het operationele onderhoud, zich onderscheiden van andere partijen door de serviceverlening. De aanvullende serviceverlening bij producten creëert toegevoegde waarde voor de klant. Dit manifesteert zich in het overnemen van risico’s door het aangaan van resultaatcontracten. Hierbij wordt waarde toegevoegd doordat het onderhoudsbedrijf meedenkt met de klant over hoe het onderhoud het beste georganiseerd kan worden. De Asset Manager draagt de verantwoordelijkheid van de kwaliteit van de geleverde producten. Door hoge kwaliteitseisen te stellen worden er kosten bespaard bij de verlening van services.

8. Omgaan met grote hoeveelheden data

De trend ‘Omgaan met grote hoeveelheden data’ staat wederom dit jaar in de Top Tien Trends. Dit is geen verrassing omdat deze trend correleert met de behoefte aan ICT-systemen om nauwkeurig gebruik te kunnen maken van deze data.

De afgelopen jaren wordt data steeds vaker gebruikt om het onderhoud te optimaliseren. Door de trend ‘Behoefte aan ICT-systemen’ komen er grote hoeveelheden data beschikbaar. Deze data wordt gebruikt als input voor ICT-systemen. Door het analyseren van onderhoudshistorie of het uitvoeren van een Big Data analyse, kan er meer worden verteld over de huidige status van assets. Door deze analyses uit te blijven voeren kan worden voorspeld wanneer het optimale onderhouds- of vervangingsmoment plaatsvindt. Deze efficiënte manier van onderhoud resulteert in kostenbesparingen en minder risico’s. In het NVDO Visiedocument ‘De rol van Big Data als enabler’ wordt hier meer over verteld.

Data kan worden gebruikt om te innoveren door bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie, ofwel artificial intelligence (AI), te gebruiken om processen te automatiseren. Met behulp van AI kan data sneller worden ontsloten en kunnen patronen eerder worden herkend. Hierdoor kunnen werkprocessen geautomatiseerd worden. Binnen Beheer en Onderhoud wordt steeds vaker gezien dat processen automatisch en soepel verlopen, zonder enige tussenkomst van de mens. Daarnaast worden ook bedrijfsbeslissingen genomen op basis van data.

Zo maakt BAM gebruik van kunstmatige intelligentie in digitaal Asset Management en predictief onderhoud19. Data wordt onttrokken uit assets om hier vervolgens een ‘digital twin’ van te maken. Dit is een virtuele weergave van een object of een systeem. Met behulp van deze data kunnen assets beter begrepen worden. Met AI kan namelijk gesimuleerd worden wat een asset in de toekomst te wachten staat en kan de asset zijn functie optimaal vervullen.

De meeste Asset Managers zijn zich bewust van de waarde van data, maar gebruiken dit nog te weinig ondanks dat er een groot competitief voordeel mee gehaald kan worden. Dit komt doordat ze vaak niet weten hoe ze de potentie eruit kunnen halen20, door een gebrek aan een bedrijfsbrede datastrategie, onjuiste vaardigheden van het personeel en ongestructureerde gegevens. Ook de gegevenskwaliteit laat ruimte voor verbetering. Het verbeteren van de gegevenskwaliteit vereist enorm veel tijd. Het is een uitdaging om transparante, betrouwbare en geïntegreerde data te produceren die snel toegankelijk is. Door het gebruik van data te omarmen, kan er sneller en beter gereageerd worden op klanten en marktkansen. Daarnaast is het mogelijk om meer gedetailleerde informatie beschikbaar te stellen over de assets. Ook kan ‘predictive maintenance’ toegepast worden doordat de data kan voorspellen wanneer een asset uitvalt, wat de onderhoudskosten kan verlagen. Data kan Asset Managers dus helpen bij het maken van beslissingen voor Beheer en Onderhoud. Door feiten en cijfers te analyseren kunnen gegronde beslissingen worden gemaakt in de voorspelling van onderhoudswerkzaam-

19 BAM, BAM gebruikt kunstmatige intelligentie in digitaal Asset Management en predictief onderhoud, (n.d.)

20 Accenture, The power of data-driven Asset Management, (2020)

heden en de bijbehorende planning, prestatiebeheer en kostenbeheersing.

9. Maatschappelijke behoefte aan lange termijnvisie

De maatschappelijke behoefte aan een lange termijnvisie staat na een aantal jaar weer terug in de Top Tien Trends. Drie jaar geleden wist deze trend voor het eerst zijn relevantie te tonen door de beschreven Marktvisie van Rijkswaterstaat uit 2016. In dit document werd een visie beschreven voor de bouw- en infrasectoren voor 2020 waarin er duurzamer wordt gebouwd, beter wordt samengewerkt tussen de overheid en het bedrijfsleven en meer op innovatie wordt gelet.

De relevantie van deze Marktvisie werd ook opgemerkt in de onderhoudssector met als gevolg dat deze visie ook werd ondertekend door NVDO. De kernpunten uit deze visie werden gereflecteerd door drie belangrijke trends, namelijk ‘Aandacht voor duurzaamheid’, ‘Behoefte aan samenwerking’ en ‘Focus op technologie en innovatie’. Hieruit bleek dan ook dat het Onderhoudskompas nauw verbonden was met de visie van Rijkswaterstaat.

Op het gebied van samenwerking stelt de Marktvisie dat er meer gecommuniceerd moet worden door de gehele keten van opdrachtgevers, opdrachtnemers, leveranciers, kennisinstituten en eindgebruikers. Dit is belangrijk omdat de complexiteit van ruimtelijke vraagstukken vooral aan het toenemen is. Ook moet er meer ruimte komen voor duurzaamheid en innovatie. Met het oog op het Klimaatakkoord wil de Marktvisie het circulair gebruik van grondstoffen stimuleren, net als het toepassen van nieuwe (data) technologieën. Het onderhoud, als onderdeel van de keten, zal ook van groot belang zijn om de Marktvisie te bewerkstelligen.

Dat de maatschappelijke behoefte aan een lange termijnvisie groeit, is geen verrassing. Na de beschreven visie van 2020 werd een hernieuwde Marktvisie voor de aankomende jaren geschreven met grotendeels dezelfde belangen in het verschiet. De complexiteit van ruimtelijke vraagstukken neemt toe en maatschappelijke en technologische ontwikkelingen vol-

21 Rijkswaterstaat, Rijkswaterstaat als opdrachtgever, (2023)

trekken zich in een hoog tempo. Daarnaast is collectieve verantwoordelijkheid van belang door de maatschappelijke invloed op het functioneren van de sector. Tot slot blijft de vernieuwing en ontwikkeling naar een duurzame toekomst van wezenlijk belang. De hernieuwde Marktvisie is dan ook een logische reden voor de toegenomen relevantie van deze trend.

De principes uit de Marktvisie van Rijkswaterstaat worden ook gebruikt als uitgangspunt voor de transitie van de Infra sector. De speerpunten die terugkomen in de vernieuwde marktvisie zijn ‘veiligheid’, ‘leefbaarheid’ en ‘bereikbaarheid’ in Nederland. Rijkswaterstaat wil dit realiseren door de organisatie kleiner en slagvaardiger te maken. Samenwerking met (lokale) overheden en marktpartijen is hier het uitgangspunt geworden, waarbij door middel van kennisdeling wordt ingezet op een duurzame leefomgeving21 .

10. Behoefte aan Uitbesteding

Deze trend is te relateren tot de behoefte van afnemers aan totaaloplossingen. Zoals is uitgelegd in ‘Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen’ zijn afnemers namelijk niet in staat om kennis te vergaren over complexe of onbekende zaken. Uitbesteding is dan ook van belang en dit manifesteert zich in twee deelfactoren.

Allereerst wordt een groot deel van Beheer en Onderhoud uitbesteed. Dit komt door de groeiende behoefte van bedrijven en organisaties om flexibel te blijven en de vaste kosten en de bijbehorende risico’s verder te beperken. De mate van uitbesteding is onder andere gegroeid door de toenemende complexiteit van assets. Voor Beheer en Onderhoud van complexe assets is er vanuit bedrijven vraag naar specialistische kennis waar de Asset Owner zelf niet over beschikt.

Daarnaast komt de behoefte aan uitbesteding ook doordat organisaties zich liever focussen op hun corebusiness. De meeste uitbestedingen zijn daarom uitvoeringen van ondersteunende bedrijfsprocessen, waaronder Beheer en Onderhoud. Met name door het personeelstekort richten bedrijven zich vooral op een stabiele uitvoering van hun primaire processen, zoals de productie van het eindproduct. Dat er minder

maintenance professionals werkzaam zijn binnen het bedrijf, zorgt er wel voor dat organisaties afhankelijk worden van derden. De productie en omzet is sterk afhankelijk van de beschikbaarheid van de (proceskritische) installaties. Bij uitbesteding is het dan ook belangrijk dat er afspraken gemaakt worden over het gezamenlijke proces en daarnaast KPI’s en prestaties worden vastgelegd in transparante onderhoudscontracten die de strategische doelstellingen van beide partijen positief beïnvloeden.

De openbaar vervoerder GVB Amsterdam besteedt haar Onderhoud uit 22. Daarnaast worden voor ICT-diensten, de inkoop van materialen en nog andere leveringen ook externe partijen ingeschakeld. ICT-diensten worden het meeste uitbesteed, zoals besproken in de trend ‘Behoefte aan ICT-systemen’. Het uitbesteden van onderhoud is ook bij woningcorporaties populair, waar vaak meerdere aannemers voor worden ingezet23. Deze aannemers pakken ook reparatieverzoeken en een deel van het mutatieonderhoud op. De uitbesteding resulteert uiteindelijk in een kostenverlaging.

Ook zien we zogeheten EPCM-contracten steeds vaker terug. EPCM staat voor Engineering, Procurement and Construction Management en is een professioneel engineeringcontract dat steeds populairder wordt voor de bouw van fabrieken of zware technische installaties in vele sectoren. EPCM is een manier van werken aan een engineeringproject waarbij de projecteigenaar de volledige controle over hun project behoudt, terwijl engineeringconsultants het proces van begin tot eind beheren. Dit betekent dat de ingenieursbureaus alle stadia van de engineeringswerkzaamheden voor hun rekening nemen zoals de planning, complexe engineeringvereisten en het coördineren van alle aannemers en verkopers24 .

22 GVB, Inkoopbeleid GVB, (n.d.)

23 WAN, Onderhoud bij corporaties steeds vaker uitbesteed, (n.d.)

24 VIRO, EPCm, (n.d.)

Bronnenpagina Top Tien Trends

Top Tien Trends

1. Handsonict, 7 ICT trends en ontwikkelingen op de ICT-markt voor 2022, (2022)

2. WilroffReitsma, Dit zijn de belangrijkste ICT-trends voor 2022, (2022)

3. AD, Wereldwijde hack legt bedrijven ien Rotterdamse terminal plat (2017)

4. Rijksoverheid, Verbetering financiële ondersteuning bij gebouwen VvE’s, (2022)

5. NH Nieuws, Duurzame verlichting Texel na 7 jaar al stuk door zoute lucht en moet vervangen, (2022)

6. Ministerie van Defensie, Extra geld voor Defensie in 2022, (2022)

7. BAM Infra, ADAPT installaties, (2023)

8. MT Sprout, Zo stimuleert Nedap ondernemerschap binnen de eigen muren (2018)

9. KVK, Energiebesparingsplicht: dit moet je voor 2023 regelen, (2022)

10. Zonnestroom Nederland, Voorkom boetes: voldoe op tijd aan de energiebesparingsplicht, (n.d.)

11. Rijksdienst van Ondernemend Nederland, Erkende Maatregelenlijsten energiebesparing (EML), (2022)

12. Aboma, Certificering van kwaliteit, arbeidsomstandigheden en milieu steeds belangrijker, (2020)

13. EenVandaag, Te weinig aandacht voor veiligheid in de energietransitie, waarschuwen experts: “We lopen achter de feiten aan”, (2023)

14. NEN, ProRail bereikt trede 4 op de Veiligheidsladder, (n.d.)

15. Treinreiziger.nl, NS gaat kantoorpersoneel inzetten als assistent-conducteur, (2022)

16. Up in the Sky, Schiphol doet poging personeelstekort op te lossen, (2022)

17. Gouden Gasten, Wat is het verschil tussen inclusiviteit en diversiteit?, (2019)

18. NOM, Zo zorg je voor een goede bedrijfscultuur, (2019)

19. BAM, BAM gebruikt kunstmatige intelligentie in digitaal Asset Management en predictief onderhoud, (n.d.)

20. Accenture, The power of data-driven Asset Management, (2020)

21. Rijkswaterstaat, Rijkswaterstaat als opdrachtgever, (2023)

22. GVB, Inkoopbeleid GVB, (n.d.)

23. WAN, Onderhoud bij corporaties steeds vaker uitbesteed, (n.d.)

24. VIRO, EPCm, (n.d.)

Tailor-made solutions

Innovation NDT

Radiation Protection

Tank Terminals Oil & Gas Integrity

Qualification Inspection

Ultrasonic Testing Training Certification

Applus+ RTD levert innovatieve, betrouwbare en kwalitatief hoogwaardige technologieën en diensten voor Niet-destructief Onderzoek, inspecties en certificatie.

Toegewijd, proactief en vakbekwaam personeel is overal ter wereld ~ beschikbaar om met u samen te werken om operationele effiency te behouden, terwijl de risico’s voor mens en omgeving geminimaliseerd worden

Wij bieden u een helder inzicht in de integriteit van uw installaties.

NDO

Inspectie

Certificatie

Training & Opleiding

Stralingsbescherming Tasterbouw

Applus+ RTD Nederland

Delftweg 144

3046 NC Rotterdam

T +31 10 716 60 00

E info.netherlands@applusrtd.com www.Applus.nl

TRENDS PER SECTOR

Het NVDO Onderhoudskompas onderzoekt jaarlijks de actualiteit in Onderhoud/Asset Management binnen de volgende sectoren:

▶ Infra

▶ Manufacturing

▶ Food, Beverage en Farma

▶ Procesindustrie

▶ Onroerend Goed

Per sector worden de Top Vijf Trends voor die sector in kaart gebracht.

Infra

# Trend

1 Omgaan met grote hoeveelheden data

2 Behoefte aan ICT-systemen

3 Aandacht voor sustainability

4 Maatschappelijke behoefte aan lange termijnvisie

5 Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

De trend ‘Aandacht voor Sustainability’ heeft dit jaar zijn intrede gemaakt in de Top 5 Trends in de Infrasector. Dit komt omdat bij het bouwen en vervangen van nieuwe infrastructuur steeds meer rekening wordt gehouden met duurzaamheid. Een voorloper in duurzame infrastructuur is de provincie Noord-Holland die een 100% circulaire infrastructuur wil realiseren in 2050. Zowel bij het beheer als bij de aanleg van infrastructuur worden duurzame maatregelen genomen. CO2-neutraal is hier een belangrijk uitgangspunt omdat de CO2-uitstoot met 55% moet worden afgenomen in 2030 (ten opzichte van 1990). Dit moet gerealiseerd worden door de toepassing van bijvoorbeeld duurzaam asfalt, schoner en elektrisch materieel, CO2-opnemende beplanting en CO2-absorberend asfalt25

Deze trend zien we ook bijvoorbeeld terug bij de gemeentes Amsterdam en Wageningen waar mobiliteit

25 Provincie Noord-Holland, Duurzame infrastructuur, (2023)

in fietsverkeer toe blijft nemen. Hier wordt dan ook gebruikgemaakt van nieuwe, modulaire en circulaire fiets- en voetgangersbruggen van Pontiflex26 .

Daarnaast is de trend ‘Omgaan met grote hoeveelheden data’ binnen de sector Infra relevant. Deze trend wordt dit jaar namelijk van meeste waarde geschat. Doordat de assets vaak over grote oppervlakten zijn verspreid, is het voor organisaties een uitdaging om de status van hun assets fysiek te monitoren. Gelukkig biedt het gebruik van data hierin als een hulpmiddel. Door middel van bijvoorbeeld camera’s en sensoren kan data over de status of ongeregeldheden van assets worden verzameld. Zo worden er bij Rijkswaterstaat dagelijks metingen gedaan van bijvoorbeeld de belasting van bruggen, waterstanden en de verkeersintensiteit op de snelwegen27. Deze data gebruikt Rijkswaterstaat voor het voorspellen van onderhoud en voor waterberichtgeving of onderzoek naar het optimaliseren van publieke assets door te kijken naar pieken en dalen in bijvoorbeeld het wegverkeer. Het verzamelen en gebruiken van data kan de Asset Manager helpen om remote de assets te kunnen monitoren en data-gedreven beslissingen te maken over onderhouds- of vervangingskosten.

Manufacturing

# Trend

1 Behoefte aan ICT-systemen

2 Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie

3 Verandering in arbeidscultuur

4 Behoefte bij afnemers aan totaaloplossingen

5 Een verouderde asset base

In de Manufacturing sector wordt er ingespeeld op nieuwe technologieën en dat is ook terug te zien in de trends van dit jaar. Door een toenemende focus op duurzaamheid wordt de overstap naar elektrische

26 Bouwend Nederland, Duurzame modulaire bruggen tegen minimale kosten, (2021)

27 Rijkswaterstaat, Open data Rijkswaterstaat, (n.d.)

mobiliteit gestimuleerd. De elektrische fietsenfabrikant vanMoof ziet dat de (elektrische) fietsenmarkt wereldwijd groeit. Door de complexiteit van deze fietsen is de vraag naar service en onderhoud ook gegroeid. De trend ‘Behoefte aan ICT-systemen’ wordt dan ook door complexiteit en een gebrek aan kennis vaker erkend in deze sector. VanMoof speelt hier slim op in en biedt daarom abonnementen aan waarbij data-analyses worden uitgevoerd en ‘insides’ worden gecreëerd in het consumentengedrag28. Daarnaast speelt de firma hier goed in op de toenemende vraag naar totaaloplossingen voor consumenten.

Het leveren van de services gaat echter niet zonder slag of stoot. Er zijn namelijk uitdagingen in de leveringsketen en bij de klantenservice29. Klanten klagen over de late levering, kapotte fietsen en met name over het ongemak van de service als er reparatie nodig is. Totaaloplossingen kunnen hier ook interessant zijn. Bij het aanbieden van een totaaloplossing is het juist de bedoeling dat de klant gemak ervaart door de serviceverlening. Dit kan meerwaarde creëren om je als organisatie te onderscheiden van de concurrentie. Deze behoefte is dan ook terug te zien in de Top 5 Trends.

Wanneer een service wordt aangeboden bij een product, is het voor de organisatie belangrijk dat de kwaliteit van het product goed is. Als Asset Managers de kwaliteit van de gefabriceerde producten maximaliseren, zullen de onderhoudskosten voor de service reduceren. Voor de onderhoudsleverancier is het belangrijk de kosten van de service in balans te houden met de meerwaarde die de afnemer aan de service hecht.

Food, Beverage en Farma

# Trend

1 Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie

2 Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

3 Een verouderde asset base

4 Omgaan met grote hoeveelheden data

5 Behoefte aan ICT-systemen

Voedingsmiddelen, dranken en medicijnen worden op hoog tempo geproduceerd. Wanneer dit door de mens wordt geconsumeerd, kan ervan uit worden gegaan dat dit veilig is en dat dit de gezondheid niet schaadt of juist ten goede komt. De trend ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ staat dan ook hoog op de agenda in de sector Food, Beverage en Farma. Er wordt in deze sector strenge wet- en regelgeving gehanteerd, zowel op nationaal als Europees niveau. Medicijnen en vaccins mogen bijvoorbeeld pas op de markt komen nadat deze zijn goedgekeurd door medicijnenautoriteit Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA). Deze EMA zal ook een grote rol gaan spelen in het toezicht op tekorten van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen30 .

Een aanvraag voor registratie kan worden ingediend door een dossier aan te leveren, waarna het beoordelingsproces van start zal gaan. Eén van de vijf onderdelen uit het dossier betreft het productieproces en de kwaliteit, waarbij een goede en constante kwaliteit het uitgangspunt is. Deze verantwoordelijkheid ligt onder andere bij de Asset Manager. Beheer en Onderhoud van het productieproces speelt namelijk een sleutelrol in de productie van constante kwaliteit. De Asset Manager monitort de prestatie van de asset en zorgt ervoor dat deze de maximale kwaliteit levert. Daarnaast is het niet alleen voor de organisatie van belang dat assets een zo hoog mogelijke uptime hebben. Er zijn namelijk al drie jaar op rij meer dan duizenden tekorten genoteerd aan geneesmiddelen. De beschikbaarheid van zowel medicijnen als etens- en drinkwaren ligt daarom bij producenten en daarbij bij de Asset Managers.

Een andere trend binnen de sector Food, Beverage en Farma is ‘Behoefte aan samenwerking binnen de organisatie’. Vanuit de afnemer groeit de vraag naar duurzaam geproduceerde producten, waarbij het ook steeds belangrijker wordt dat de supply chain van het product transparant is en er duidelijke communicatie plaatsvindt tussen de relevante partijen. Voedselproducent de Vegetarisch Slager, die in 2020 werd overgenomen door Unilever, heeft in 10 jaar tijd een enorme groei gemaakt doordat de vraag naar vlees-

28 VanMoof, VanMoof komt met e-bike abonnement voor particulieren, (2020)

29 RTL Nieuws, E-bikemaker VanMoof wil nog harder groeien, ondanks service- en leveringsproblemen (2021)

30 Zorgkrant.nl, Grotere rol EMA in toezicht op geneesmiddelentekorten, (2022)

OPLOSSINGEN VOOR TANKISOLATIE INSULATION

KNAUF INSULATION glaswol of steenwol isolatie, dekens en platen zonder het schadelijke formaldehyde bindmiddel. Leverbaar in diktes tot wel 300 mm!

PAROC PRO WR steenwol isolatie, waterafstotende dekens en platen mét garantie voor het behoud van goede isolatiewaarde!

SAGER glaswol, Zwitserse topkwaliteit crepagedekens. leverbaar in diktes tot wel 200mm!

ARMAFLEX elastomeerschuim, flexibel en dampdicht. Leverbaar in diktes tot 50 mm!

ASPEN AEROGELS Cryogel en Pyrogel SUPERISOLATIE! Aerogelplaten van 5 of 10 mm, verhogen hetisolatierendement of maken dunner isoleren mogelijk!

HANKOCLAD JACKETING

Beplatingsmaterialen uit diverse (ook zeewaardige) aluminiumlegeringen, roestvaststaal, aluzink, gegalvaniseerd staal, gealuminiseerd staal & GRP Leverbaar in platen en coils in diverse diktes en kleuren

Profielplaat, alle materiaalsoorten en kleuren, diverse types golf-, blok- en trapeziumplaat HANKO BREDA (NL)

MEER INFORMATIE?

Wilt u meer informatie over de oplossingen die HANKO kan bieden voor tankisolatie?

Ons deskundige team staat 24/7 voor u klaar. Neem contact via sales@hanko.nl of 076 587 12 34 en vraag naar de mogelijkheden!

HANKOFIX ANCILLARIES

Onderconstructies voor isolatie en beplating

Spanband: isolatieband, stormband, trekband voor beplating en isolatie

Breather springs / expansiecompensatoren voor spanband Schroeven, blindklinknagels, lijmen en ander montagemateriaal

Afdichtingsmateriaal, kitten, coatings

Technische foliën en tapes: moisture barriers, vapor barriers

Gereedschappen en meetapparatuur zoals warmtebeeldcamera’s

ADVIES & ENGINEERING

HANKO ontwerpt graag samen met u en uw opdrachtgevers het perfecte isolatiesysteem bestaande uit een van bovenstaande isolatiematerialen of uit een combinatie van meerdere isolatiesoorten zoals bijvoorbeeld een steenwolpakket voorzien van een extra laag Pyrogel isolatie die het isolatierendement tot een optimum verhogen

Uiteraard kunnen isolatierendementen worden berekend evenals terugverdientijden, energiebesparing en CO2-emissie reductie.

Andere isolatietechnische berekeningen zoals condenspreventie, preventie ijsvorming, afkoeling en opwarming worden i.s.m. onze fabrikanten uitgevoerd

HANKO is leverancier van topmaterialen en advies. Alleen een isolatieprofessional staat garant voor een duurzaam, hoog rendement isolatiesysteem, vakmanschap loont ook hier!

(0)76 587 12 34 | SALES@HANKO.NL HANKO HAZELDONK (NL/BE)

PETITWEG 39 | 4827HJ BREDA

HANKO.NL

HANKO.NL HANKO HAGEN (DE)

41 | 58089 HAGEN

WWW.HANKOGRUPPE.DE

+31 (0)76 587 12 34 | VERKAUF@HANKOGRUPPE.DE

vervangers is toegenomen. Binnen de Food, Beverage en Farma sector wordt niet alleen de productie geacht te verduurzamen, ook voor zaken als verpakkingen en transport wordt gepleit voor een minimale milieu impact en samenwerking tussen de partijen. Dit kan mede gecontroleerd worden wanneer de supply chain transparant is en er goed samengewerkt wordt31 .

Naast de toenemende klantwens naar plantaardig voedsel, wordt rekening gehouden met seizoensgroente en lokale productie om de milieubelasting door transport te verkleinen. Discount supermarkt Lidl is inmiddels gestopt met het importeren van groente en fruit per vliegtuig om de CO2-uitstoot terug te dringen32. Door de vraag vanuit de consument is het voor Beheer en Onderhoud ook van belang om mee te gaan in deze trend en daarmee de assets duurzamer in te richten. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de aanschaf van energiebesparende koelingsapparatuur voor verse producten. Ook kunnen reststromen benut worden die bij kunnen dragen aan een circulaire en biobased economie.

Procesindustrie

# Trend

1 Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

2 Juridisering van de maatschappij

3 Een verouderende asset base

4 Invloed van aandeelhouders en financiers

5 Aandacht voor sustainability

In de Procesindustrie wordt veelal gekeken naar de vervaardiging van (industriële) producten. De trend ‘Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance’ is in deze sector belangrijk. Voor de Procesindustrie gelden strenge veiligheids- en kwaliteitsstandaarden. Als blijkt dat deze standaarden niet worden nageleefd, kan dit tot financiële en juridische gevolgen leiden. Bij Philips inmiddels al diverse schadeclaims ingediend doordat de slaapapneu-apparaten, die helpen bij de beademing van patiënten, niet voldoen aan de standaarden33. De financiële consequenties voor

het bedrijf zijn groot; Philips reserveerde 900 miljoen voor het terughalen en repareren van de 5,5 miljoen apparaten. Hierbij zijn de juridische kosten nog niet meegerekend. Naast financiële consequenties zijn terugroepacties funest voor de reputatie en klantrelaties. Om deze negatieve gevolgen te voorkomen, nemen bedrijven in de Procesindustrie extra maatregelen om zeker te zijn dat ze binnen de geldende veiligheids- en kwaliteitsstandaarden opereren. Dit uit zich in strikte eisen opgesteld voor onderhoud, processen en monitoring. Doordat Beheer en Onderhoud verantwoordelijkheid draagt voor de prestatie van de assets en daarmee de kwaliteit van productie, spelen onderhoudsorganisaties een prominente rol in het uitvoeren van processen die aan hoge eisen en wet- en regelgeving voldoen.

De trend ‘Aandacht voor Sustainability’ komt in de Procesindustrie ook steeds meer naar voren en heeft zijn plek gevonden in de Top 5 Trends dit jaar. Binnen de Procesindustrie worden op dit moment veel eindige grondstoffen uit de aarde onttrokken, wordt energie verbruikt en komt afval in de natuur terecht. Zo wordt de chemische substantie PFAS in toenemende mate gevonden in drinkwater34. Dit is het gevolg van afvalstoffen die tijdens productieprocessen in de lucht of in het water terechtkomen. Drinkwaterbedrijven willen daarom dat er een Europees verbod komt op alle PFAS stoffen. Waternet, Unie van Waterschappen, drinkwaterkoepel VEWIN en de Europese waterkoepel EurEau zetten zich dan ook in om de eisen voor het lozen van PFAS stoffen aan te scherpen.

Staalproducent TataSteel is bijvoorbeeld staal gaan transporteren op waterstof aangedreven schepen35 . Het emissievrije schip zal naar verwachting 3000 ton CO2-uitstoot besparen ten opzichte van een schip dat vaart op gasolie en stookolie. Daarnaast investeert het bedrijf 65 miljoen euro in het ontwerpen van fabrieksinstallaties waardoor met waterstof staal geproduceerd kan worden.

Verduurzaming gaat gepaard met nieuwe technologieën. Asset Managers worden geacht de duurza-

31 De Ondernemer, Groet van De Vegetarische Slager in 4 sleutelmomenten, (2020)

32 MTSprout, Lidl stopt met import van groente en fruit per vliegtuig, (2022)

33 RTL Nieuws, Alweer nieuwe problemen met beademingsapparatuur Philips, (2022)

34 Waternet, PFAS in het drinkwater, (n.d.)

35 Tata Steel, Tata Steel ziet toekomst voor waterstof aangedreven schepen, (2022)

me mogelijkheden te implementeren en met andere onderdelen van het managementteam een besluit te nemen of productie- en onderhoudsprocessen en de daarbij behorende technologieën moeten worden aangepast naar duurzamere opties. Denk hier bijvoorbeeld aan het gebruik van duurzame alternatieven voor traditionele grondstoffen. Hiervoor moet kapitaal vrijgemaakt worden voor duurzame investeringen en technici moeten worden omgeschoold doordat nieuwe technologieën of vaardigheden nodig zijn om duurzame processen goed te laten verlopen. Samenwerking en afstemming tussen verschillende onderdelen binnen de organisatie is dan ook van belang bij dergelijke verduurzamingsinitiatieven.

Onroerend Goed

# Trend

1 Een verouderde asset base

2 Aandacht voor sustainability

3 Omgaan met grote hoeveelheden data

4 Aanscherping van regelgeving en noodzaak tot compliance

5 Juridisering van de maatschappij

De trend ‘Een verouderde asset base’ staat dit jaar op plek nummer drie in de Top Tien Trends en het is dan ook geen verrassing dat deze trend hoog scoort in de sector van Onroerend Goed. Een verouderde asset base zien we bijvoorbeeld terug bij bijna de helft van de Nederlandse scholen – ruim 4600 basis- en middelbare scholen – die aan renovatie of nieuwbouw toe zijn36. Schimmel, vocht, tocht en te weinig frisse lucht dragen bij aan de verouderde asset base van deze gebouwen, wat ten koste gaat van de gezondheid van de gebruikers. Dit is mede te danken aan de onder-investering in onderwijshuisvesting, maar ook aan het houden van onvoldoende toezicht op de staat van de assets.

De trend ‘Aandacht voor Sustainability’ wordt ook steeds meer erkend binnen de sector Onroerend Goed. Dit zien we bijvoorbeeld in de gemeentes Brummen, Gooise Meren en Hollands Kroon. De verduurzaming en groot onderhoud aan gemeentelijke gebouwen is namelijk een steeds vaker terugkerend

begrip37. Dit komt met name doordat gemeenten de kennis niet zelf in huis hebben voor verduurzaming en onderhoud van gemeentelijke gebouwen. Om het energieverbruik van gebouwen te verlagen zijn kennis, ambtelijke capaciteit en kapitaal nodig. De toeleverancier neemt het energiebeheer van gebouwen over, investeert in energiebesparende maatregelen en zorgt voor groot onderhoud. Dit sluit ook aan bij de trend ‘Behoefte aan uitbesteding’, ondanks dat deze niet is terug te vinden in de Top 5 Trends. De gemeente heeft er in deze situatie voor gekozen om het geld dat normaal gesproken wordt uitgegeven aan energie in een periode van 15 jaar, nu beschikbaar te stellen voor de uitbesteding aan ESCo. Een ESCo is een ‘energy service company’ die het energiebeheer van een gebouw overneemt. Een ESCo regelt het ontwerp, de implementatie en de financiering voor een klant om energiebesparingen te realiseren. Bij het uitbesteden van onderhoud is het aan de Asset Manager de taak om afspraken vast te leggen. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat het comfort voor gebruikers van de gebouwen gelijk blijft of wordt verbeterd.

36 NOS, Helft van scholen aan nieuwbouw of renovatie toe, extra geld onzeker, (2022)

37 Brummens Nieuws, Drie ton naar ESCo voor gebouwenonderhoud, (2019)

Trends per Sector

25. Provincie Noord-Holland, Duurzame infrastructuur, (2023)

26. Bouwend Nederland, Duurzame modulaire bruggen tegen minimale kosten, (2021)

27. Rijkswaterstaat, Open data Rijkswaterstaat, (n.d.)

28. VanMoof, VanMoof komt met e-bike abonnement voor particulieren, (2020)

29. RTL Nieuws, E-bikemaker VanMoof wil nog harder groeien, ondanks service- en leveringsproblemen (2021)

30. Zorgkrant.nl, Grotere rol EMA in toezicht op geneesmiddelentekorten, (2022)

31. De Ondernemer, Groet van De Vegetarische Slager in 4 sleutelmomenten, (2020)

32. MTSprout, Lidl stopt met import van groente en fruit per vliegtuig, (2022)

33. RTL Nieuws, Alweer nieuwe problemen met beademingsapparatuur Philips, (2022)

34. Waternet, PFAS in het drinkwater, (n.d.)

35. Tata Steel, Tata Steel ziet toekomst voor waterstof aangedreven schepen, (2022)

36. NOS, Helft van scholen aan nieuwbouw of renovatie toe, extra geld onzeker, (2022)

37. Brummens Nieuws, Drie ton naar ESCo voor gebouwenonderhoud, (2019)

FEITEN EN CIJFERS

In het onderzoek zijn de feiten en cijfers van de Nederlandse Onderhoudsmarkt een terugkerend onderdeel. De ontwikkelingen worden op meerdere assen belicht. Te beginnen met de prestaties op het gebied van omzet en groei, de ontwikkelingen in de budgettering voor Onderhoud, de levensduur van assets en de tevredenheid over contracten met derden. Tevens worden de ontwikkelingen met betrekking tot innovatie behandeld, met een focus op het aanjagen van innovaties en de adoptie van innovaties. Tot slot worden de feiten en cijfers met betrekking tot data en de adoptie van data gedreven werken behandeld.

Deel 1 Prestaties

1.1 Omzet en groei

Gemiddeld genomen is de omzetontwikkeling stabiel; 43% heeft een omzetstijging ervaren, 12% heeft een omzetdaling doorgemaakt en 43% had een stagnatie van de omzet

De vooruitzichten voor de Nederlandse onderhoudsmarkt (2022-2027) zijn minder rooskleurig ten opzichte van afgelopen jaar, waarbij 91% verwachtte dat de totale onderhoudsmarkt zou groeien terwijl dit nu is gedaald naar 75%

Ondanks een turbulente periode met corona naslag, inflatie en een ongebalanceerde arbeidsmarkt, wist de Beheer en Onderhoud branche veerkracht te tonen. Over het algemeen is de omzet van de bedrijven in deze sector stabiel gebleven of zelfs gegroeid. Daarnaast zijn ook de onderhoudsbudgetten stabiel gebleven. Er was echter wel een toename van zowel geplande als ongeplande stilstand van de assets ten opzichte van vorig jaar. Daarnaast is de meerderheid van de bedrijven tevreden met de samenwerking met opdrachtgevers en/of onderaannemers en is deze zelfs verbeterd ten opzichte van vorig jaar.

In Nederland bedraagt de omzet van de onderhoudsmarkt 4,2% van het BBP. Het aantal medewerkers in de onderhoudsmarkt is gegroeid met 4,9% naar ongeveer 315.000 professionals. De verwachting is dat deze groei zal doorzetten in de aankomende jaren door de weerbaarheid die bedrijven hebben getoond tijdens de coronacrisis en de belangrijke rol die de sector inneemt in de verduurzamingsopgave.

Figuur 2, Omzetontwikkeling bij bedrijven in 2021 totaal (%)
Figuur 3, Verwachtte groei Nederlandse onderhoudsmarkt totaal (%)

Er wordt een aanzienlijk groter bedrag gealloceerd aan de waardetoevoeging van assets, namelijk gemiddeld 59% van het onderhoudsbudget terwijl dit vorig jaar slechts 7,5% bedroeg.

Gemiddeld genomen bedraagt het onderhoudsbudget 11% ten opzichte van de overheadkosten

Het percentage overhead als onderdeel van het onderhoudsbudget schommelt tussen de 20% en 30%

Reliability Engineers en Supervisors krijgen meer verantwoordelijkheid in het bepalen van het onderhoudsbudget.

Het percentage van de overheadkosten ten opzichte van het onderhoudsbudget bedroeg dit jaar 11%. Na een relatief stabiele periode van de afgelopen jaren lijkt een daling van 4% aanzienlijk. Sterker nog, het is het laagste percentage van de afgelopen zeven jaar, waarbij het in het jaar 2015/2016 nog maar liefst 21% bedroeg. We kunnen hieruit opmaken dat bedrijven een lager budget alloceren aan de vaste lasten om de onderhoudsorganisatie draaiende te houden, wat vaak gepaard gaat met verbeterde operationele efficiëntie.

Onderhoudswerkzaamheden worden steeds belangrijker binnen de organisatie. Dit is ook terug te zien in de rollen die betrokken zijn bij het bepalen van het onderhoudsbudget. Zo zien we dat de Supervisor en Maintenance/Reliability Engineer het vaakst betrokken zijn bij het bepalen van het onderhoudsbudget en de forecast, gevolgd door de Asset Manager en de Plant Manager. Dit is een opvallende ontwikkeling ten opzichte van vorig jaar, gezien de Asset Manager en Controller grotendeels het onderhoudsbudget bepaalden.

Maintenance/reliability engineer

Supervisor

Plant manager

Asset manager

Controler

5, Rollen betrokken bij het bepalen van het onderhoudsbudget en de forecast in % van de gevallen

Ook het percentage van het onderhoudsbudget dat gebruikt wordt om waarde toe te voegen aan de assets heeft een interessante ontwikkeling doorgemaakt. Vorig jaar werd het onderhoudsbudget nog voornamelijk gealloceerd aan operationele werkzaamheden van het onderhoud. De hoogte van het budget dat werd gebruikt om waarde toe te voegen aan de assets was dan ook relatief laag met een gemiddelde van 7,5%. Dit jaar is dit percentage enorm toegenomen met budgetpercentages tot de 100%. Dit betekent dat er meer aandacht wordt besteed aan het optimaliseren en beter beheersen van kosten, risico’s en prestaties van de assets.

Figuur 6, Het percentage van het onderhoudsbudget dat gebruikt wordt om waarde toe te voegen aan assets

Figuur 4, Ratio overheadkosten t.o.v. het onderhoudsbudget
Figuur

Geplande downtime als percentage van de totale tijd enorm toegenomen

De ongeplande downtime als percentage van de totale tijd is gemiddeld 4,9%, terwijl dit vorig jaar nog op 1,25% lag.

Het percentage van het geplande werkpakket dat daadwerkelijk is uitgevoerd bedraagt 98%, terwijl dit vorig jaar nog 85% was.

Ongeveer 60% van de assets bevindt zich momenteel aan het einde van de levensduur

Dit jaar bedroeg de gemiddelde downtime van de assets 7,1%, wat erg hoog is en vooral opvallend is in vergelijking met het jaar daarvoor (1%). Het percentage van ongeplande downtime (4,9%) laat een vergelijkbare ontwikkeling zien; vorig jaar was dit percentage slechts 1,25%. Het hogere percentage ten opzichte van vorig jaar kan worden verklaard doordat assets een hoger percentage van het onderhoudsbudget gealloceerd krijgen voor het creëren van toegevoegde waarde, wat ten koste gaat van de operationele efficiëntie. Dit was vorig jaar niet het geval was. Het percentage ongepland onderhoud is toegenomen, wat ook te zien is in de gemiddelde levensduur van de assets. De meeste assets bevinden zich namelijk aan het einde van hun levensduur, wat vaak resulteert in onvoorspelbare defecten en ongeplande onderhoudswerkzaamheden.

40% van de bedrijven gelooft dat de gemiddelde levensduur van de assets zal toenemen terwijl 60% denkt dat deze zal afnemen. Opvallend is dat niemand van mening is dat de assets gedwongen moeten worden vervangen, terwijl vorig jaar nog 12,5% van de be-

drijven dit dacht; dit betekent dat bedrijven het belang van onderhoudsmaatregelen meer zijn gaan inzien. De reden voor vervanging is voornamelijk vanwege veroudering van de assets (60%), wat een toename is van 22,5% ten opzichte van vorig jaar. Dit terwijl de noodzaak om assets langer te behouden dan gepland vanwege economische en financiële omstandigheden met 5% is afgenomen; van 25% naar 20%. In deze gevallen werd de levensduur van de assets verlengd.

Figuur 8, De verwachtte daling/stijging van de gemiddelde leeftijd van assets

1.4 Contracten

Onderhoudswerkzaamheden worden steeds vaker uitbesteed aan onderaannemers.

38% van de bedrijven is tevreden over de lopende contracten met opdrachtgevers

Opdrachtgevers hebben meer verantwoordelijkheid gekregen omtrent processen, resultaten en onderhoudsactiviteiten. Het merendeel van de opdrachtgevers (88%) was betrokken bij de sturing op het proces en het resultaat, waarbij 12% van hen inhoudelijk betrokken was bij de onderhoudsactiviteiten. Er werd minder aangestuurd op de planning (13% in vergelijking met 27% vorig jaar), terwijl er juist meer gestuurd werd op het budget (50% in vergelijking met 33% vorig jaar).

Wat betreft de sturing, geleid door opdrachtgevers, zien we geen grote verschuivingen ten opzichte van vorig jaar. Opdrachtgevers hebben nog steeds groot belang bij controle op het budget en kwaliteit. Wel

Figuur 7, De levensduur van de assets

werd de sturing op de planning als minder urgente zaak ervaren onder de opdrachtgevers; vorig jaar stuurde 27% van de opdrachtgevers op de planning terwijl dat dit jaar 13% bedroeg.

10,

De vraag of de verandering van de aansturing door opdrachtgevers heeft geleid tot tevredenheid over de lopende contracten, wordt beantwoord met duidelijke cijfers. Vorig jaar was 60% positief over de contracten met opdrachtgevers, terwijl dat dit jaar gedaald is naar 38% (25% + 13%). Daarentegen is de tevredenheid over de uitvoering en regeltaken wel stabiel gebleven met een lichte stijging van 20% naar 25%. Vanzelfsprekend is er dan een stijging te zien in ontevredenheid, namelijk van 7% naar 38%.

Figuur 11, De tevredenheid over lopende contracten met opdrachtgevers

Wel wordt er over de lopende contracten met onderaannemers positiever gesproken. Er wordt vaker overwogen om werk uit te geven ten opzichte van vorig jaar. Sterker nog, twee jaar geleden was het uitbesteden van uitvoerend werk nog helemaal niet aan de orde, terwijl nu maar liefst 80% van de bedrijven dit overweegt. Uiteraard wordt er dan ook steeds positiever gesproken over de lopende contracten. Waar vorig jaar nog 37,5% van de bedrijven kritisch bleek te zijn op de samenwerking, is dit percentage gedaald naar 20%.

Figuur 12, De tevredenheid over lopende contracten met onderaannemers

Figuur 9, De rol ingenomen door opdrachtgevers
Figuur
De sturing door opdrachtgevers

Deel 2 Innovatie

Het belang van innovatie en de potentie die het kan hebben wordt (nog) niet structureel erkend in het Beheer en Onderhoud. Zowel de acceptatie van technologie als het verzamelen en gebruiken van gegevens blijft dit jaar gematigd.

2.1 Aanjagen van innovatie

Mate van innovatie blijft gematigd; het percentage van het onderhoudsbudget dat besteed wordt aan innovatie ligt tussen 0% en 10%.

64% van de bedrijven geeft aan dat de eigen sector ofwel in de pas loopt of zelfs voorloopt met de adoptie van nieuwe innovaties. 36% van de bedrijven geeft aan dat de eigen setor (ver) achterloopt met de adoptie van nieuwe innovaties in vergelijking met andere branches, wat vorig jaar nog 31% bedroeg

Hoewel het belang van goed onderhouden assets en innovatie een begrip is waar serieuze aandacht aan besteed moet worden, blijft slechts een klein percentage van het onderhoudsbudget over voor het innoveren en opwaarderen van assets. Bij meer dan driekwart van de organisaties krijgt innovatie niet meer dan 5% van het totale onderhoudsbudget gealloceerd. Financiële middelen zijn van cruciaal belang om innovatieve ideeën van de grond te krijgen. Juist in de Beheeren Onderhoudsbranche wordt dit steeds belangrijker door de implementatie van bijvoorbeeld Industrie 4.0. 20% van de organisaties alloceert zelfs helemaal geen budget aan innovatie, wat schokkend is.

Een van de verklaringen voor deze lage allocatie van het onderhoudsbudget aan innovatie is dat innovatie te weinig prioriteit krijgt omdat het niet als urgent wordt ervaren. Daarnaast zagen we in paragraaf 1.3 dat bij meer dan de helft van de bedrijven de assets zijn verouderd en vervangen moeten worden. De focus op investeringen in nieuwe assets of operationele efficiëntie kan ten koste gaan van investeringen in innovatie. Ook kan het gebrek aan kennis van innovatieve competenties een rol spelen. Tot slot kan het gebrek aan bewustzijn ook een rol spelen in de lage prioriteit van innovatie. De Onderhoudssector

is voornamelijk gericht op het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden en draait over het algemeen niet vaak op innovatieve ontwikkelingen. Door het gebrek aan bewustzijn kunnen de voordelen van innovatie en de mogelijkheden die beschikbaar zijn onderschat worden. Onderhoudsorganisaties kunnen twijfels krijgen over het rendement op hun investeringen in innovatie, vooral als de korte resultaten niet direct duidelijk zijn. Zo gelooft de helft van de organisaties dat ze op het gebied van innovatie niet voor- of achterlopen op de rest en bedraagt het percentage bedrijven dat wel denkt voor te lopen op andere branches en zichzelf als een innovatie gedreven organisatie beschouwd 14,3%.

Figuur 13, Adoptie van innovaties en technologische ontwikkelingen t.o.v. overige branches binnen de Onderhoudssector

2.2 Adoptie van Innovatie

Technologische kennis en een gebrek aan kapitaal grootste belemmeringen in de adoptie van innovatieve ideeën.

Organisaties hebben een verkeerde perceptie van wie de primaire aanjager van innovatie is en wie de primaire aanjager van innovatie zou moeten zijn.

Bij ruim 46% van de organisaties is de Asset Owner / Asset Manager de aanjager, terwijl wordt gedacht door 78% van de organisaties dat de Asset Manager dit moet zijn.

Wanneer we de huidige drijfveren voor innovatie vergelijken met degenen waarvan we verwachten dat ze die innovatie zouden moeten stimuleren, zien

we aanzienlijke verschillen. Op dit moment wordt innovatie nog te vaak door externe partijen geïnitieerd en is het percentage interne drijfveren (te) laag. Bij ruim 46% van de organisaties is de Asset Owner/ Asset Manager momenteel de belangrijkste drijfveer voor innovatie, terwijl dit volgens de verwachting 78% zou moeten zijn.

Gelijktijdig zien we dat in ruim 17% van de gevallen de Service Provider de aanjager is en voor 14% geldt dat dit de Adviseur of Inspecteur was. Echter zouden deze percentages juist respectievelijk 7,1% en slechts 3,5% moeten zijn. Deze verschillen zijn nog relatief klein ten opzichte van de perceptie over de Asset Manager. Duidelijke communicatie in wie de verantwoordelijkheid draagt voor innovatie kan het verschil tussen wie innovatie zou moeten aanjagen en daadwerkelijk aanjaagt verkleinen.

De huidige ontwikkeling wordt gekenmerkt door de partijen die momenteel als ‘overige drijfveren’ worden beschouwd. Los van de standaardantwoorden die zijn gebruikt in de enquête, hebben de deelnemende organisaties juist andere ideeën voor de drijfveren van innovatie. Het gaat om de bijdragen van de Reliability Engineer, de Contractmanagers en eigen medewerkers met innovatieve ideeën.

Wat betreft de barrières die innovatieve ideeën tegenhouden is het gebrek aan technologische kennis het grootste obstakel. Dit is een steeds groter probleem geworden over de jaren gezien dit afgelopen jaren respectievelijk 20% en 17% bedroeg. Verrassend genoeg werd de toegang tot kapitaal niet gezien als een obstakel voor innovatie. Waar dit vorig jaar nog 31% bedroeg, daalde deze dit jaar naar slechts 7%.

Daarnaast heeft het gebrek aan draagkracht, geloof en flexibiliteit van de medewerkers ook een opmars gemaakt, die bijna twee keer zo relevant is geworden dit jaar; van 16% naar de één na grootste barrière met 29%.

2.3 Data

Unanieme overeenstemming dat de vertaling van data naar bruikbare informatie de grootste uitdaging is in het gebruik van Big Data.

64% van de informatie over de assets wordt digitaal vastgelegd, wat een lichte daling is ten opzichte van vorig jaar (69%).

Net zoals vorig jaar wordt de kwaliteit van de data en de capaciteiten en kennis van medewerkers opgevolgd als belangrijkste uitdagingen binnen Big Data (na vertaling van data).

De digitaal vastgelegde data heeft een lichte daling gekend ten opzichte van afgelopen jaar, namelijk van een gemiddelde van 69% naar 64%. De mate van digitale registratie van informatie en data varieert van 20% tot 100% binnen de organisaties.

Het percentage van de informatie en data over assets dat op papier is vastgelegd varieert van 0% tot 65%, met een gemiddelde van 21%. Het feit dat de digitaal vastgelegde assets een daling kende van 5% resulteert dan ook in een stijging van 3% voor de op papier vastgelegde data ten opzichte van vorig jaar. Ook steeg het percentage van informatie en data dat niet is vastgelegd van 13% naar 15%, waarbij dit percentage uiteenliep van 0% tot 80%.

Figuur 14, Barrières bij de adoptie van innovatieve ideeën

15,

Wat betreft de belangrijkste uitdagingen bij het inzetten en benutten van Big Data hebben er geen grote

ontwikkelingen of verrassingen plaatsgevonden. De volgorde in ernstigheid is vrijwel hetzelfde gebleven ten opzichte van vorig jaar, waarbij het vertrouwen van de medewerkers in de data iets groter is geworden en het opslaan van alle data in verhouding kleiner is geworden. De vertaling van data naar bruikbare informatie wordt dan ook net zoals afgelopen jaren als grootste obstakel ervaren door de bedrijven. Het interpreteren, begrijpen en transformeren van de data is dan ook de grootste bottleneck in dit proces, gezien programmeervaardigheden en expertise op het gebied van gegevensanalyse vereist zijn. Deze zijn dan ook niet altijd aanwezig binnen onderhoudsorganisaties. Het opslaan van data wordt als relatief klein pijnpunt ervaren. Voldoende capaciteit, kennis en competentie bij de werknemers is dan ook een logische opvolger, omdat de werknemers de data moeten kunnen begrijpen om er een bepaalde context aan te geven. Samen met de kwaliteit van de data worden deze uitdagingen door 36% van de bedrijven erkend.

16, De belangrijkste uitdagingen bij het inzetten en benutten van Big Data bij % van de bedrijven

Figuur
Verdeling vastlegging data over assets als % van het totaal
Figuur

Omarm de vooruitdaging de vraag van morgen

We begrijpen je uitdagingen

Marktleider in service & asset management

Meer dan 25 jaar ervaring

SAP Digital Supply Chain Partner of the Year

Opmerkelijk in service & asset management

SAMENVATTING NVDO ONDERHOUDSKOMPAS 2023

Het NVDO Onderhoudskompas wordt jaarlijks uitgebracht en geeft een overzicht van de actuele status en trends in de Nederlandse Onderhoudsmarkt/Asset Management. Door middel van kentallen, trends en visie faciliteert de NVDO de onderhoudssector en helpt hiermee bij ontwikkelingen en uitdagingen op het gebied van onderhoud binnen de keten van Asset Management.

De Nederlandse onderhoudsmarkt bedraagt 4,2% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) en biedt werkgelegenheid aan 315.000 onderhoudsprofessionals. Daarmee is ongeveer 3,5% van de werkzame bevolking actief in de onderhoudssector.

Verschillende ontwikkelingen en thema’s spelen een belangrijke rol bij de huidige en toekomstige rol van de Onderhoudssector.

Veranderingen binnen het werknemersbestand

Er zijn meerdere opvallende veranderingen binnen het werknemersbestand van de Onderhoudssector. Zo is het aandeel vrouwen gedaald van 8,4% naar 6,9% wat een negatieve ontwikkeling is aangezien dit de diversiteit verslechtert. Verder is het aantal openstaande vacatures gedaald van 15 naar 1,9 wat de onzekerheid van veel bedrijven aangeeft. Ook is het aantal flexibele arbeidskrachten gestegen van 14,8% naar 18,3%.

Belangrijkste Trend: Groeiende Vraag naar ICT-Systemen in Organisaties

De behoefte aan ICT-systemen staat al zeven jaar hoog in de Top Tien Trends. Deze groeiende vraag wordt gedreven door technologische ontwikkelingen en de noodzaak voor kostenbesparing en automatisering. De pandemie heeft de adoptie van ICT-systemen versneld, vooral voor remote werk. Efficiënte ICT-systemen zijn nu essentieel vanwege het personeelstekort in Nederland. Ze verminderen de werkdruk, bevorderen kostenbesparing en digitalisering, maar vergroten ook de afhankelijkheid en het belang van cybersecurity. Organisaties moeten zorgvuldig

nadenken over hoe ze hun ICT-systemen beheren. Dit kan op twee manieren gebeuren: intern, door het in dienst nemen van gekwalificeerd personeel dat verantwoordelijk is voor het onderhoud en beheer van de systemen, of extern, door samen te werken met externe partners of bedrijven die gespecialiseerd zijn in het beheer van ICT-systemen. Het is belangrijk om de juiste aanpak te kiezen die past bij de specifieke behoeften en capaciteiten van de organisatie.

Sustainability blijft belangrijk

Duurzaamheid is niet langer een optie, maar een noodzaak in de onderhoudssector. Deze groeiende trend wordt aangedreven door een toenemend bewustzijn van milieukwesties en strengere regelgeving op het gebied van duurzaamheid. Bedrijven leggen steeds meer nadruk op Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en erkennen het belang van het verminderen van hun ecologische voetafdruk. De impact van deze trend is merkbaar op verschillende niveaus. Intern richten organisaties zich op het verduurzamen van hun eigen installaties, machines en onderhoudsprocessen. Dit omvat het efficiënter gebruik van hulpbronnen, de overgang naar groene energiebronnen en het verminderen van afval. Daarnaast heeft duurzaamheid ook invloed op de relaties met leveranciers. Bedrijven verwachten nu van hun leveranciers dat ze milieuvriendelijke producten en diensten leveren, waardoor duurzaamheid een integraal onderdeel wordt van de gehele toeleveringsketen.

Toenemende focus op verouderde asset base

Verouderde assets kunnen leiden tot stijgende onderhoudskosten, waardoor organisaties moeten afwegen of deze kosten opwegen tegen de opbrengsten en de mogelijkheid van vervanging. Dit vereist een voortdurende balans tussen technische prestaties, kosten en risico’s. Defensie en Rijkswaterstaat worden geconfronteerd met financiële uitdagingen als gevolg van verouderde assets, wat veiligheids- en efficiëntieproblemen kan veroorzaken. Om storingen te verminderen en de prestaties te verbeteren, is real-time monitoring van assets steeds belangrijker geworden. Innovatieve oplossingen zoals ADAPT-installaties spelen hierop in. De rol van de Asset Manager is cruciaal bij het communiceren van de noodzaak van herinvesteringen binnen de organisatie. Hoewel voortdurende investeringen in beheer en onderhoud

meestal de meest rendabele optie zijn, zijn vervangingsinvesteringen onvermijdelijk wanneer veiligheid en betrouwbaarheid in gevaar komen.

Concluderend zien we verschillende trends en veranderingen binnen de Onderhoudssector. Innovatie en duurzaamheid zijn onderwerpen die belangrijker zijn dan ooit tevoren, maar moeilijk blijken te implementeren. De Technische Arbeidsmarkt laat bovendien constante problemen zien zoals het tekort aan technisch geschoold personeel, het verlaagde aandeel vrouwen en de hoge gemiddelde leeftijd. Binnen dit werknemersbestand is grote behoefte aan meer diversiteit en samenwerking. Op deze manier wordt creativiteit gecreëerd en innovatie gevoed. Ook zijn zorgen rondom verouderende assets sterk aanwezig, iets waar bedrijven veel tijd en energie in steken.

SUMMARY NVDO MAINTENANCE COMPASS 2023

The NVDO Maintenance Compass is an annual publication that provides an overview of the current status and trends in the Dutch Maintenance Market/Asset Management. Through key figures, trends, and insights, NVDO aims to support the maintenance sector in addressing developments and challenges in the field of maintenance within the Asset Management chain.

The Dutch maintenance market represents 4.2% of the Gross Domestic Product (GDP) and employs 315,000 maintenance professionals, making up approximately 3.5% of the active working population.

The revenue development among companies varies significantly, with 43% experiencing an increase in revenue, 12% a decrease, and 43% maintaining stable revenue. When looking at expected growth, fewer companies anticipate growth compared to the previous year. While last year, 91% of companies expected growth in the Dutch maintenance market over the next five years, this year, 75% anticipate growth,

possibly influenced by concerns about an impending recession.

Several developments and themes play a crucial role in the current and future role of the Maintenance sector.

Changes in the workforce

Several noteworthy changes have occurred in the workforce of the Maintenance sector. The percentage of women has decreased from 8.4% to 6.9%, which is a concerning trend as it negatively impacts diversity. Moreover, the number of open vacancies has dropped from 15 to 1.9, indicating uncertainty among many

companies. Additionally, the percentage of flexible labor has increased from 14.8% to 18.3%.

Key Trend: Growing Demand for ICT Systems in Organizations

The need for ICT systems has consistently ranked high on the list of key trends for seven years. This growing demand is driven by technological advancements and the necessity for cost savings and automation. The COVID-19 pandemic has accelerated the adoption of ICT systems, particularly for remote work. Efficient ICT systems have become essential due to labor shortages in the Netherlands. While they reduce workload, promote cost savings, and digitalization, they also increase dependence and the importance of cybersecurity. Organizations need to carefully consider how they manage their ICT systems, either internally by hiring qualified personnel responsible for maintenance and management or externally by partnering with specialized companies for ICT system management. It’s crucial to choose the approach that aligns with the organization’s specific needs and capabilities.

Sustainability remains important

Sustainability is no longer an option but a necessity in the maintenance sector. This growing trend is driven by increasing awareness of environmental issues and stricter sustainability regulations. Companies are placing more emphasis on Corporate Social Responsibility (CSR) and recognizing the importance of reducing their ecological footprint. The impact of this trend is noticeable at various levels. Internally, organizations are focusing on making their installations, machinery, and maintenance processes more sustainable. This includes more efficient resource utilization, transitioning to green energy sources, and reducing waste. Additionally, sustainability has an impact on relationships with suppliers. Companies now expect their suppliers to deliver environmentally friendly products and services, making sustainability an integral part of the entire supply chain.

Increasing focus on aging asset base

Aging assets can lead to rising maintenance costs, prompting organizations to assess whether these costs justify the returns and the possibility of replacement. This necessitates a continuous balance between technical performance, costs, and risks. De-

fense and Rijkswaterstaat face financial challenges due to aging assets, which can result in safety and efficiency issues. To reduce breakdowns and enhance performance, real-time asset monitoring has become increasingly important. Innovative solutions like ADAPT installations address this need. The role of the Asset Manager is crucial in communicating the necessity of reinvestment within the organization. While continuous investments in management and maintenance are usually the most profitable option, replacement investments are inevitable when safety and reliability are at risk.

In conclusion, we observe various trends and changes within the Maintenance sector. Innovation and sustainability are more important than ever but can be challenging to implement. The Technical Labor Market consistently faces issues such as a shortage of technically skilled personnel, a reduced proportion of women, and an aging workforce. Within this workforce, there is a significant need for increased diversity and collaboration to foster creativity and fuel innovation. Concerns regarding aging assets are also prevalent, and companies invest significant time and effort in addressing this issue.

TECHNISCHE ARBEIDSMARKT

INHOUDSOPGAVE

1.2.2

1.2.3

2.3

4.1

4.2

4.3

INTRODUCTIE

In een tijdperk waarin technologie en techniek de drijvende krachten zijn achter vooruitgang, staat de technische arbeidsmarkt centraal in de economie. Deze dynamische en continu evoluerende arbeidsmarkt ondergaat voortdurend veranderingen en biedt talloze kansen en uitdagingen voor zowel professionals als werkgevers binnen het domein van Beheer en Onderhoud. Zo zet de vergrijzing gestaag door, samen met de dringende kwestie van de energietransitie, wat resulteert in een snel toenemende vraag naar technisch geschoolde werknemers. Echter, te midden van deze vraag is het aanbod van bekwame en toegewijde werknemers minimaal, waardoor talloze bedrijven in een lastige positie verkeren. De pogingen tot samenwerking tussen het bedrijfsleven en het onderwijs verlopen moeizaam en ook diversiteit is een thema waar veel bedrijven mee worstelen. In deze context ontstaat een complex landschap van uitdagingen en kansen voor Beheer en Onderhoud, waarbij de balans tussen vraag en aanbod, samenwerking en diversiteit centraal staat.

Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen binnen de technische arbeidsmarkt. Zo verbreden steeds meer organisaties hun toelatingseisen en ontstaan er

steeds meer creatieve manieren van samenwerkingen met onderwijs en andere organisaties om zo personeelstekorten af te laten nemen.

In deze update over de technische arbeidsmarkt onderscheiden we vijf subthema’s:

▶ Het huidige personeelsbestand: overzicht van het huidige personeelsbestand. Hier wordt onder andere gekeken naar de man/vrouw verdeling, de gemiddelde leeftijd, werknemers met een migratieachtergrond, het ziekteverzuim en de kennis binnen het personeelsbestand

▶ Instroom van nieuw personeel: openstaande vacatures, verwachtingen van bedrijven en de opleidingseisen

▶ Uitstroom van personeel: nieuwe werkbestemmingen en flexibilisering

▶ Inspiratie: suggesties en aanbevelingen om als bedrijf om te gaan met de huidige situatie op de arbeidsmarkt

▶ Functiehuis: alle relevante verschillende functies binnen Beheer en Onderhoud

MANAGEMENT SAMENVATTING

Het personeelsbestand van Beheer en Onderhoud groeit langzaam (1,13%) terwijl de krapte op de arbeidsmarkt sterk toeneemt. Deze krapte zal de aankomende jaren alleen maar toe gaan nemen door met name de vergrijzing. De gemiddelde leeftijd binnen Beheer en Onderhoud ligt op dit moment al op 46 jaar en wordt naar verwachting alleen maar hoger. Bovendien is er geringe instroom van jong talent doordat er weinig jongeren voor een technische opleiding kiezen. Om jongeren te enthousiasmeren en te overtuigen om te kiezen voor een technisch carrièrepad moeten organisaties de handen ineenslaan met onderwijsinstellingen. En terwijl zeker 93% daartoe bereid is, werkt maar 66% samen met onderwijsin-

stellingen voor het werven van nieuw talent. Verder is er minimale diversiteit op de werkvloer wat nadelige gevolgen kan hebben, zoals beperkte innovatie, gemiste zakelijke kansen, reputatieschade en moeilijkheden bij het aantrekken en behouden van talent. Daarom moeten organisaties binnen Beheer en Onderhoud de aankomende jaren hun best doen voor een diverse talentenpool met bijvoorbeeld meer vrouwen (momenteel 6,9%) en mensen met een migratieachtergrond (7%). Hiernaast moet er ook gewerkt worden aan het vasthouden van deze groepen aangezien ontevredenheid onder werknemers de grootste reden (44,1%) van uitstroom is binnen Beheer en Onderhoud.

EXECUTIVE SUMMARY

The Maintenance workforce is growing slowly (1,13%) while the labor market is tightening significantly. This scarcity is expected to continue to increase in the coming years, primarily due to the aging population. The average age within Management and Maintenance is currently 46 years and is expected to rise further. Furthermore, there is a limited influx of young talent because few young people choose technical education. To inspire and persuade young people to choose a technical career path, organizations need to collaborate with educational institutions. While certainly 93% are willing to do so, only 66% actually collaborate with educational institutions to recruit new talent.

Moreover, there is minimal diversity in the workplace, which can have adverse consequences such as limited innovation, missed business opportunities, reputational damage, and difficulties in attracting and retaining talent. Therefore, organizations within Management and Maintenance should make efforts in the coming years to create a diverse talent pool, including more women (currently 6,9%) and individuals with a migrant background (7%). Additionally, efforts should be made to retain these groups, as employee dissatisfaction is the primary reason (44,1%) for outflow within Management and Maintenance.

Figuur 1: Belangrijkste cijfers huidig personeel in Beheer en Onderhoud

HUIDIG PERSONEEL

Er zijn enkele opvallende veranderingen in het personeelsbestand van Beheer en Onderhoud. Zo zijn zowel de groei van het personeelsbestand als het aandeel technische- en technologische personeelsleden afgezwakt. Dit is een negatieve ontwikkeling aangezien technisch- en technologisch personeel zeer schaars is en van grote waarde is binnen het bedrijf. Verder is het aantal werknemers met een migratieachtergrond binnen Beheer en Onderhoud slechts 7% en het aantal vrouwelijke werknemers is gedaald gedaald naar 6,9% ten opzichte van 8,4% vorig jaar. 34% geeft aan een vorm van diversiteit terug te zien op de werkvloer. Beheer en Onderhoud kan dus nog veel stappen maken wat betreft het stimuleren van diversiteit binnen Beheer en Onderhoud. Het ziekteverzuim is gedaald naar 4,6% waardoor de branche nu onder het landelijk gemiddelde ligt van 5,6%.

1.1 Groei personeelsbestand zwakt af

Het aantal personeelsleden binnen Beheer en Onderhoud is het afgelopen jaar toegenomen met 1,13% Dit is een minder grote groei dan de drie jaren ervoor en ligt onder de nationale groei van de werkzame beroepsbevolking die het afgelopen jaar met 2,7% is gestegen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)38. 40% van de bedrijven binnen Beheer en Onderhoud heeft een groei binnen het personeelsbestand meegemaakt het afgelopen jaar, een groot deel van de bedrijven is gelijk gebleven qua grootte en een klein deel heeft een krimp meegemaakt.

3: Ontwikkeling van het personeelsbestand in de afgelopen jaren (%)

1.2 Opbouw personeelsbestand

1.2.1: Gemiddelde leeftijd personeelsbestand

De gemiddelde leeftijd van de maintenance professional bedraagt 46 jaar

De gemiddelde leeftijd van de maintenance professional is de afgelopen vier jaar niet toegenomen. Wel is er een stijging ten opzichte van 2016 te zien, wat aangeeft dat er vergrijzing speelt. Deze vergrijzing ontstaat door verschillende redenen. Zo hebben sommige beroepen in Beheer en Onderhoud, zoals tech-

38 cbs.nl, Beroepsbevolking (2023)

Figuur 2: Bedrijven die zijn gegroeid, gekrompen of gelijk gebleven (%)
Figuur

nische beroepen en vakmanschap, lange leercurves en vereisen uitgebreide ervaring. Oudere werknemers hebben vaak meer ervaring en expertise opgebouwd, wat hen waardevolle krachten maakt in de sector.

Bovendien is er een beperkte instroom door een tekort aan geïnteresseerde en bevoegde jongeren waardoor de gemiddelde leeftijd hoog blijft. Deze vergrijzing is niet zonder gevolgen. Zo wordt het voor jongere werknemers door de vergrijzing nog minder aantrekkelijk om te gaan werken binnen een organisatie waar zich weinig leeftijdsgenoten bevinden waardoor de instroom van nieuwe jongeren verder wordt afgeremd. Verder evolueert Beheer en Onderhoud voortdurend, met nieuwe technologieën en systemen. Oudere werknemers kunnen mogelijk minder vertrouwd zijn met deze nieuwe technologieën, wat de adaptatie en innovatie kan beperken.

1.2.2 Man-vrouw verdeling personeelsbestand verslechterd

Het percentage vrouwen binnen Beheer en Onderhoud ligt dit jaar met 6,9% een stuk lager dan de afgelopen jaren

Sinds 2016 maakte het aandeel vrouwen een opmars met vorig jaar een record percentage van 8,4%, maar dit jaar is het percentage sterk gedaald naar 6,9%. In 2022 was de nettoarbeidsparticipatie van de vrouw 68,1% tegenover 76,4% van de man volgens het CBS39 Als we deze nationale cijfers in ogenschouw nemen,

39 cbs.nl, Arbeidsparticipatie naar leeftijd en geslacht (2023)

kunnen we concluderen dat het aandeel van 6,9% vrouwen binnen Beheer en Onderhoud een aanzienlijk lager percentage is dan wat men zou verwachten op basis van de nationale nettoarbeidsparticipatie cijfers.

Er zijn verschillende redenen te noemen voor dit tekort aan vrouwen op de technische arbeidsmarkt. Zo heeft de branche een slecht imago onder vrouwen. Historisch gezien is Beheer en Onderhoud een sector die gedomineerd wordt door mannen. Dit heeft geleid tot een culturele norm waarin de sector vaak wordt gezien als “mannelijk” en vrouwen kunnen worden ontmoedigd om carrières in deze sector na te streven vanwege traditionele genderrollen en vooroordelen. Onderzoek van Microsoft toont ook aan dat vrouwen minder geënthousiasmeerd worden voor techniek doordat ze minder rolmodellen hebben. Ouders spreken minder vaak met dochters over techniek en docenten op school die technische vakken geven zijn bijna altijd mannen.40

Verder kan de sfeer en de werkomgeving in Beheer en Onderhoud soms als onaantrekkelijk of ontoegankelijk worden beschouwd voor vrouwen. De fysieke aard van sommige banen en de aanwezigheid van een overwegend mannelijke werkcultuur kunnen vrouwen afschrikken.

5: Aandeel vrouwen binnen Beheer en Onderhoud

40 Recruit a Student, Waarom is er veel vraag naar vrouwen in de techniek (2022)

Figuur 4: Gemiddelde leeftijd binnen Beheer en Onderhoud
Figuur

Intermezzo: te weinig vrouwen in de technische sector, SPIE pakt het probleem aan

Situatie

Er is een groot tekort aan vrouwen op de technische arbeidsmarkt. Echter zijn vrouwen hard nodig omdat er een enorm tekort is aan technisch personeel is. Ook technische dienstverlener SPIE loopt tegen dit probleem aan aangezien zij slechts 9% vrouwen hebben binnen hun organisatie. Ze zijn van plan de genderdiversiteit te vergroten en hebben daarvoor verschillende maatregelen getroffen.

Aanpak

Ten eerste hebben ze hun horizon verbreed wat betreft vacatures invullen. Door niet alleen te kijken of iemand geschikt is, maar ook te kijken naar wat de potentie van iemand is hebben ze hun talentenpool verbreed. Verder hebben ze het diversiteitsplatform So’SPIE Ladies opgericht wat een internationaal netwerkplatform is dat gelijkheid tussen mannen en vrouwen vergroot en zo bijdraagt aan de carrièreontwikkeling van vrouwen en de aantrekkelijkheid van de werkgever. Daarnaast hebben ze mentorprogramma’s die hun vrouwelijke werknemers moeten inspireren en helpen door te kunnen sparren met een expert over werk, wensen en ambities. Als laatste leggen ze nadruk op het laten zien wat je doet om vrouwen te werven en te behouden zodat het voor nieuw vrouwelijk talent aantrekkelijk is om zich aan te sluiten bij je organisatie.

Realisatie

Door het invoeren van deze maatregelen is de genderdiversiteit verhoogd. Zo was werknemer bij

SPIE Sabine Eggelen (52) eerst doktersassistent maar verloor haar baan. “Via een re-integratietraject kwam ik erachter dat een functie in de techniek me ook goed zou liggen. Ik vind het een interessante sector en ik heb vijftien jaar geleden een tijdje als monteur gewerkt bij vrachtwagenfabrikant DAF, dus ik wist dat het qua werkzaamheden bij me zou passen.’’ Uiteindelijk komt er een functie vrij bij

SPIE waar ze een halve dag meeloopt en het dan zeker weet: dit is een baan voor haar. Dus hoewel ze met haar achtergrond als doktersassistent niet als eerste in aanraking zou komen met een technische baan, is het wel een match voor beide kanten.

Bron: Ook de níet zo ideale kandidaat is welkom bij dit techniekbedrijf | SPIE (spie-nl.com)

1.2.3:

Medewerkers met een migratieachtergrond

Het aandeel van medewerkers met een migratieachtergrond binnen

Beheer en Onderhoud is 7%

Er wordt gesproken over een migratieachtergrond wanneer ten minste één van de ouders in het buitenland is geboren. 7% is een laag percentage gezien het landelijke aandeel van medewerkers met een migratieachtergrond op 25% ligt41. Een reden hiervoor is dat jongeren met een migratieachtergrond minder vaak voor een technische opleiding kiezen op het VMBO en MBO. Bovendien zijn ze vaak bewust van hun uitzonderlijke positie in de overwegend homogene sector, wat het voor hen ook niet aantrekkelijker maakt.42 Voor Beheer en Onderhoud liggen hier echter grote mogelijkheden om zo de krapte op de arbeidsmarkt af te laten nemen door middel van het enthousiasmeren van jongeren met een migratieachtergrond. Op deze manier creëren zij een bredere en meer representatieve talentenpool, wat diversiteit en innovatie bevordert en helpt om de groeiende vraag naar gekwalificeerd personeel in deze sector aan te pakken.

Wij roepen Nederland op tot een snellere toegang van arbeidsmigranten met een technische (voor)opleiding -

41 cbs.nl, Arbeidsdeelname, Migratieachtergrond, 2003-2022 (2022)

42 Onderwijs van Morgen, Te weinig jongeren kiezen voor techniek: hoe kunnen we leerlingen enthousiasmeren? (2023)

43 Solar Magazine, Techniek Nederland pleit voor meer kansen arbeidsmigranten in techniek (2022)

Figuur 6: Medewerkers met een migratieachtergrond binnen Beheer en Onderhoud

Intermezzo: Otto HealthCare haalt arbeidskrachten vanuit de Filippijnen naar Nederland om in de zorg te werken

Situatie

Er zijn grote personeelstekorten in de Nederlandse zorg, deels als gevolg van toenemende vraag naar zorg en deels als gevolg van het grote verloop van zorgpersoneel. Zorgaanbieders moeten dus creatief zijn om aan voldoende personeel te komen. Een van de opties is op zoek gaan naar arbeidskrachten uit andere landen om daarmee het personeelsbestand te vergroten.

Aanpak

OTTO Workforce is een bedrijf dat internationale diensten voor arbeidsvoorziening aanbiedt. OTTO Health Care, een dochteronderneming van OTTO Workforce heeft een contract getekend met het Cardinal Santos ziekenhuis in Manila. Zusters die geïnteresseerd zijn om te werken in Nederland of Duitsland krijgen training en kunnen maximaal vijf jaar in Nederland of Duitsland werken. Na deze vijf jaar keren ze terug naar de Filippijnen en kunnen ze daar weer ingezet worden in verschillende ziekenhuizen. Dit is eerder toegepast in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland met positieve resultaten.

Realisatie

Op deze manier neemt de krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt af en krijgen werknemers in de Filippijnen nieuw werk aangeboden. Bovendien is het goed voor de Filippijnen omdat de ziekenhuizen na maximaal vijf jaar hun werkkrachten terugkrijgen met extra ervaring die ze weer goed kunnen inzetten in hun thuisland. Hoewel dit voorbeeld niet over Beheer en Onderhoud gaat is het wel een mooi voorbeeld van een internationale samenwerking om personeelstekorten gedeeltelijk op te lossen. Beheer en Onderhoud zou ook kunnen nadenken over zulke samenwerkingen waarbij men eerst buitenlands personeel opleidt, hen dan voor een aantal jaar laat werken en ze daarna weer mogen terugkeren naar hun thuisland.

Bron: OTTO Health Care signs partnership with Philippine hospital Cardinal Santos | OTTO Work Force

1.2.4: Diversiteit op de werkvloer

Diversiteit is minimaal aanwezig op de werkvloer: slechts 34% geeft aan dat er enige vorm van diversiteit is op de werkvloer binnen de organisatie

Diversiteit gaat over verscheidenheid van en variatie in individuen in een bepaalde groep, organisatie, samenleving of gemeenschap. Dit zijn zowel verschillen die je meteen ziet als verschillen die niet meteen duidelijk zijn. Bij zichtbare verschillen kan je denken aan bijvoorbeeld verschil in leeftijd, geslacht of huidskleur. Bij niet meteen zichtbare verschillen kan je denken aan bijvoorbeeld culturele achtergrond, politieke voorkeur of geloofsovertuiging.

Inclusiviteit is het streven naar een omgeving waarin alle individuen, ongeacht deze eventuele verschillen, gelijke kansen en respect krijgen en waar diversiteit wordt omarmd als een bron van kracht en verrijking. Het gaat om het creëren van een omgeving waarin iedereen zich welkom en gewaardeerd voelt.44

Drie verschillende manieren hoe organisaties jongeren met een migratieachtergrond meer kunnen enthousiasmeren voor een technisch beroep:

1. Mentorschapprogramma’s: Het opzetten van mentorprogramma’s waarbij jongeren met een migratieachtergrond worden gekoppeld aan ervaren professionals in de technische sector kan effectief zijn. Mentoren kunnen jongeren begeleiden, advies geven, en hun eigen succesverhalen delen. Dit helpt jongeren om zich meer betrokken te voelen bij de technische industrie en geeft hen inzicht in de mogelijkheden die beschikbaar zijn

2. Technische workshops en evenementen: Het organiseren van technische workshops, open dagen, of carrière-evenementen gericht op jongeren met een migratieachtergrond kan hen in contact brengen met praktische ervaringen en rolmodellen in de sector. Dit kan hun interesse en enthousiasme voor technische beroepen stimuleren. Deze evenementen kunnen bijvoorbeeld demonstraties, hands-on activiteiten en interactieve lezingen omvatten

3. Stage- en leerwerkprogramma’s:

Bedrijven kunnen speciale stage- en leerwerkprogramma’s creëren voor jongeren met een migratieachtergrond. Deze programma’s bieden jongeren de kans om praktijkervaring op te doen in de technische sector terwijl ze tegelijkertijd worden betaald of een studiebeurs ontvangen. Dit helpt hen om technische vaardigheden te ontwikkelen en geeft hen een gevoel van betrokkenheid bij de industrie. Goede begeleiding en ondersteuning tijdens deze programma’s kunnen jongeren aanmoedigen om een carrière in de technische sector na te streven na hun opleiding

Onderzoek van McKinsey laat zien dat een hogere mate van diversiteit op de werkvloer vele voordelen heeft zoals meer tevreden werknemers, een beter imago en vaak betere financiële prestaties45. Diversiteit en inclusie is dus een belangrijk thema waar werkgevers en werknemers samen aan moeten werken.

Wat betekent diversiteit en inclusie op werk? Tien voorbeelden van Randstad:

- Je merkt dat je ideeën kan delen met je collega’s en leidinggevende zonder dat deze gelijk afgeschoten worden. Er wordt naar je verhaal geluisterd en je krijgt een eerlijke beoordeling van je idee.

- In de kantine is het eten heel divers. Van een krentenbol met kaas tot een vegan salade of halal-broodje vlees. Voor ieder wat wils!

- Je merkt dat je collega’s en de leiding zien welke bijdrage je levert op werk en dat ze je een compliment geven als je het goed hebt gedaan. Heb je bijvoorbeeld samen met je team een hoge omzet gedraaid? Dan krijgt het hele team daar een compliment over, ook jij.

- Naast een gewone wc is er op jouw werk ook een wc met extra aanpassingen. Speciaal voor mensen die in een rolstoel zitten of lastig lopen. En zo’n typisch man/vrouwteken op de wc? Dat kennen ze op je werk niet. Jullie wc’s zijn genderneutraal.

- Al in de vacatureteksten van jouw werk merk je dat inclusie erg belangrijk is. Eigenschappen van mensen, zoals leeftijd, geslacht of afkomst vind je er niet in terug. Dus niet: we zoeken jongeren die bij ons in de bakkerij willen werken. Maar: we zoeken kandidaten die in de avonduren en in het weekend in onze bakkerij willen werken.

- Bij jou op werk vinden jullie het leuk om meer over andermans cultuur te leren. Je collega’s doen een dagje mee met de ramadan of iemand trakteert bij een verjaardag een typische lekkernij uit de eigen cultuur.

- Op de social media of de website van je werk zie je niet steeds dezelfde mensen voorbijkomen, maar wordt iedereen in het zonnetje gezet. Dat geeft een mooi beeld van iedereen in het bedrijf.

- In alle rust kolven na de bevalling van je kindje? Of even alleen bidden in je pauze? Je werk heeft hier allemaal aan gedacht en er een aparte ruimte voor vrijgemaakt.

- Bij jou op werk bestaat er geen twijfel over: mannen en vrouwen verdienen precies hetzelfde. Je baas is daar heel eerlijk over en kan het zelfs met gegevens ondersteunen.

- Je leidinggevende knoopt regelmatig een gesprekje aan om te kijken hoe het gaat op je werk en hoe het staat met je ontwikkeling. Wil je bepaalde dingen leren? Of heb je misschien feedback op hoe je werk bepaalde zaken regelt? Je leidinggevende denkt met je mee en helpt je om je doelen te bereiken.

Bron: Wat is diversiteit en inclusie op werk? (10 voorbeelden) | Randstad

Figuur 7: Mate van diversiteit op de werkvloer binnen Beheer en Onderhoud
45 McKinsey, How diversity, equity, and inclusion (DE&I) matter (2020)

1.3 Technisch en technologisch geschoold personeel

Het aandeel van technisch personeel, gedefinieerd als specialisten op gebied van engineering en/of technische detailwerkzaamheden, is afgelopen jaar gedaald naar 62%.

Het aandeel technologisch personeel, gedefinieerd als specialisten die overweg kunnen met technologieën als AR/VR, kunstmatige intelligentie, IoT of Blockchain, is afgelopen jaar ook gedaald. Aangezien er een tekort is aan technisch en technologisch opgeleid personeel, is dit binnen Beheer en Onderhoud een negatieve ontwikkeling. Tekorten aan technisch en technologisch personeel kunnen organisaties in Beheer en Onderhoud ernstige problemen opleveren, waaronder vertragingen in onderhoud, stijgende kosten en verminderde operationele efficiëntie. Het kan ook de kwaliteit van onderhoudsprocessen en veiligheid in gevaar brengen en innovatie en concurrentievermogen belemmeren, waardoor strategische risico’s ontstaan op de lange termijn.

Intermezzo: schrijnend tekort aan technisch personeel

Situatie

Er is grote krapte op de technische arbeidsmarkt waardoor de energietransitie wordt tegengehouden en het klimaatakkoord steeds lastiger te bereiken wordt. Van de vacatures die te maken hebben met de energietransitie wordt zeker 36% niet ingevuld, stelt ABN AMRO in een rapport over de arbeidsmarkt.

Aanpak

Om deze tekorten af te laten nemen heeft Groningen via het UWV geregeld dat uitkeringsgerechtigden in drie maanden tijd kunnen worden opgeleid tot installateur voor zonnepanelen. Het regionale werkgeversservicepunt verzorgt de werving vanuit UWV en gemeentelijke doelgroepen.

Realisatie

Er zijn tot nu toe in totaal veertig kandidaten gestart en met een baan uitgestroomd. Deze aanmelders zijn vooral zij-instromers vanuit kansarmere branches en mensen die een uitkering hebben vanuit de participatiewet. Op deze manier wordt de krapte op de arbeidsmarkt wat afgenomen en de energietransitie en het Klimaatakkoord positief beïnvloed.

Bron: Tekort aan technici zoals installateurs remt energietransitie (businessinsider.nl)

Figuur 8: Gemiddeld aandeel technisch en technologisch personeel binnen Beheer en Onderhoud

1.4 Ziekteverzuim

Met een gemiddeld ziekteverzuim van 4,6% ligt de branche van Beheer en Onderhoud 0,8% onder het landelijke gemiddelde46

Beheer en Onderhoud kan trots zijn! Waar er bij het ziekteverzuim binnen Beheer en Onderhoud een daling is te zien, is het landelijk gemiddelde afgelopen jaar juist gestegen en was het op een recordhoogte sinds het begin van de metingen in 1996. Uit cijfers van CBS, UWV en TNO blijkt dat griep en verkoudheid de nummer één reden voor verzuim was, gevolgd door psychische klachten die vaak langere tijd aanhouden. Vier op de tien werknemers zien een verstoorde werk-privébalans en personeelstekort als belangrijkste oorzaken van werkgerelateerde psychische problemen. Daarnaast geeft meer dan de helft van de werknemers (52%) aan regelmatig overuren te maken, wat kan leiden tot een gevoel van stress.47

“Teveel stress met ziekteverzuim als gevolg is een enorm groot probleem. Ik zie dat stresssignalen te laat opgepakt worden. Er is vaak onvoldoende samenwerking tussen werknemer en werkgever.” - Christiaan Vinkers, klinisch hoogleraar Stress en Veerkracht – Amsterdam UMC.48

Figuur 9: Gemiddelde ziekteverzuim binnen Beheer en Onderhoud en landelijk gemiddelde

Best practices tegen stress op de werkvloer

Best practices van A.S.R. die U kan implementeren om werkstress bij werknemers te verminderen:

Tip 1: Beweging bevorderen

Stimuleer dagelijkse lichaamsbeweging, zelfs korte, om stress te verminderen. Regelmatig sporten draagt ook bij aan stressvermindering.

Tip 2: Aandacht en communicatie

Luister naar werknemers die stress ervaren, identificeer stressfactoren en bied ondersteuning. Open en regelmatige communicatie is van essentieel belang.

Tip 3: Muziek als stressvermindering

Muziek luisteren tijdens het werk kan de stress verminderen en de productiviteit verhogen. Dit kan individueel of gezamenlijk worden gedaan.

Tip 4: Realistische planning

Zorg voor realistische en overzichtelijke planningen om taakvoltooiing te bevorderen. Het gebruik van handige tools en trainingen kan hierbij helpen.

Tip 5: Prioriteit geven aan slaap

Ondersteun goede slaapgewoonten, omdat slaap cruciaal is voor minder stress en betere prestaties. Bewustwording over slaap is belangrijk. Wist je dat Nederlandse bedrijven elk jaar zo’n 12,4 miljard euro mislopen door het slaaptekort van hun werknemers?

Tip 6: Toon waardering

Waardering tonen, zoals complimenten en beloningen, vermindert werkstress en versterkt de teambetrokkenheid. Het uiten van erkenning is van waarde.

Bron: Voorkom werkstress bij werknemers op de werkvloer | a.s.r. Vitality (asr.nl)

46 cbs.nl, Ziekteverzuim (2023)

47 flexnieuws.nl, Stijging ziekteverzuim in 2022 naar 5,6 procent, hoogste ooit (2023)

48 NN.nl, Ziekteverzuimpercentage 2022 na twintig jaar weer boven 5% (2022)

INSTROOM VAN PERSONEEL

Er is een geringe instroom van personeel binnen Beheer en Onderhoud. Waar er vorig jaar nog gemiddeld vijftien vacatures openstonden, is dat er nu 1,9. Verder verwacht 60% van de organisaties binnen Beheer en Onderhoud voldoende technisch personeel te kunnen binden en 40% verwacht voldoende technologisch personeel te kunnen binden. Zeker 93% van de organisaties is bereid om samen te werken met onderwijsinstellingen voor het binden van personeel.

2.1 Openstaande vacatures en aantal stageplekken

Vergeleken met het jaar ervoor heeft het gemiddeld aantal openstaande vacatures een stevige daling doorgemaakt Er zijn verschillende verklaringen voor deze daling. Zo zijn organisaties huiverig voor een eventuele recessie waardoor ze relatief minder mensen aannemen49 Dit is ook terug te zien in de landelijke cijfers van het CBS50 waar het aantal openstaande vacatures gedaald is. De daling binnen Beheer en Onderhoud is wel sterker dan de daling van het landelijk gemiddelde,

wat aangeeft dat organisaties binnen Beheer en Onderhoud op dit moment afwachten met het aannemen van veel personeel. Ondanks de huidige grotere onzekerheid blijft het van groot belang om de instroom van nieuw talent te stimuleren. Dit is een strategische beslissing die kan bijdragen aan de veerkracht en het succes van een organisatie op de lange termijn. Het is belangrijk om de balans te vinden tussen kostenbeheersing en het waarborgen van de juiste middelen en vaardigheden om te blijven presteren.

Ook het aantal stageplekken is sterk gedaald vergeleken met het jaar ervoor, hoewel de verwachting van vorig jaar was dat dat aantal zeker zou doorstijgen tot ongeveer 6,5. Vooral het mbo wordt geraakt door de daling van stageplekken aangezien het op het mbo van groot belang is om snel praktijkervaring op te doen in het beroepsleven door middel van stages51

“Zonder stages is het mbo geen beroepsopleiding meer” - Noah Haji van de mbo-Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs.52

49 nos.nl, 2022 was het jaar van het personeelstekort en ook in 2023 blijft het krap (2023)

50 cbs.nl, Arbeidsmarkt iets minder gespannen in derde kwartaal (2022)

51 NOS Stories, Kun je nog wel aan een mbo-stage komen? (2020)

52 NOS Stories, Kun je nog wel aan een mbo-stage komen? (2020)

Figuur 10: Belangrijkste cijfers instroom van personeel in Beheer en Onderhoud

Figuur 11: Gemiddeld aantal openstaande vacatures en stageplekken per jaar

2.2 Tekorten in technisch en technologisch geschoold personeel

Er zijn binnen Beheer en Onderhoud grote tekorten aan technisch en technologisch geschoold personeel Het vertrouwen van organisaties om voldoende technisch personeel te kunnen binden is gelijk gebleven met 60%. Het vertrouwen om voldoende technologisch personeel te kunnen binden is sterk gedaald van 71% vorig jaar naar 40%. Een mogelijke reden hiervoor zou kunnen zijn dat Beheer en Onderhoud technologische veranderingen en automatisering ondergaat. Dit kan leiden tot een grotere vraag naar “technologisch personeel,” wat verwijst naar werknemers met expertise in geavanceerde technologieën zoals IoT, data-analyse, AI en automatisering.

Figuur 12: Bedrijven die verwachten voldoende technisch en technologisch personeel te kunnen binden

Het vertrouwen in het vinden van voldoende technologisch personeel kan afnemen omdat deze vaardigheden specifieker en misschien schaarser zijn. Dit personeelstekort is ook op landelijk niveau een probleem en kan ervoor zorgen dat de digitalisering, verduurzaming en de energietransitie geremd worden. Zo zijn er bijvoorbeeld steeds langere wachttijden voor installateurs om zonnepanelen te plaatsen, te weinig ICT’ers voor snelle innovatie en een tekort aan elektromonteurs.53

Intermezzo: Samenwerking onderwijs en bedrijven in de Chemiesector

Situatie

Het onderwijs en bedrijven uit de Chemiesector kampen met grote tekorten aan personeel waardoor lessen vervallen en bepaalde bedrijfsprocessen niet optimaal verlopen.

Aanpak

Essencia, de federatie van de chemische- en farma industrie, is bezig met een mogelijke oplossing aan te reiken. Bedrijven uit de chemiesector lenen hun technici en ingenieurs enkele uren per week uit om les te geven op verschillende scholen zonder of tegen een kleine bijdrage. Op deze manier investeren ze in jong talent om hen zo te inspireren en enthousiasmeren voor de werkzaamheden die ze verrichten zodat de studenten zich, na het afronden van hun opleiding, eventueel aansluiten bij hun organisatie.

Realisatie

Door het inzetten van hun technici en ingenieurs wordt de instroom van jong talent bij bedrijven binnen de chemische- en farma industrie vergroot. Hierdoor krijgen leerlingen hoge kwaliteit van onderwijs, neemt het lerarentekort af en neemt het tekort op de arbeidsmarkt af.

Bron: Veerle Van Nieuwenhuyzen: “We willen met ons bedrijf investeren in het talent van morgen en de jongeren” - Luister Select | Radio 1

53 Rijksoverheid.nl, Aanpak personeelstekort in techniek en ICT | Nieuwsbericht (2023)

2.3 Kennisbehoeften in Beheer en Onderhoud

Binnen verschillende gebieden is er een groeiende vraag naar kennis Niet alleen de behoefte aan technische en technologische kennis is bijna verdubbeld, maar ook de behoefte aan vaardigheden op het gebied van projectmanagement, innovatie en ontwikkeling neemt toe. De verdubbeling van de behoefte aan innovatie en ontwikkeling binnen Beheer en Onderhoud kan een teken zijn van groeiend besef van de cruciale rol die technische kennis en technologische innovatie spelen in het concurrentievermogen en de groei van organisaties. Bovendien kan deze stijging in de vraag naar technische en technologische kennis worden toegeschreven aan de voortdurende schaarste op de arbeidsmarkt in deze sector, waardoor het van groot belang is om deze kennis intern te ontwikkelen.

Hoewel 40% van Beheer en Onderhoud overtuigd is dat ontwikkelingen rondom AI, AR/VR, Artificial Intelligence, IoT, Big Data, Blockchain, Cloud Storage en Wearables het werk zal vereenvoudigen, is er ook een groot deel (27%) dat gelooft dat de ontwikkelingen de werkzaamheden zullen compliceren en een deel dat denkt dat deze ontwikkelingen geen invloed zullen hebben op zijn of haar werkzaamheden. Ook zijn er mensen die bang zijn dat hun banen worden overgenomen door bijvoorbeeld AI. Deze zorgen zijn niet nodig aangezien beroepen binnen Beheer en Onderhoud expertise, creativiteit en oordeelsvermogen vereisen. Wel zijn er verschillende manieren hoe AI werk binnen Beheer en Onderhoud kan vergemakkelijken:

1. Predictief onderhoud: AI kan voorspellende analyses uitvoeren op gegevens van apparatuur en machines om te anticiperen op mogelijke uitval of problemen. Dit stelt onderhoudstechnici in staat om preventief onderhoud uit te voeren voordat er zich storingen voordoen, waardoor ongeplande downtime wordt verminderd

2. Automatische planning: AI kan helpen bij het optimaliseren van onderhoudsschema’s door rekening te houden met verschillende factoren, zoals de staat van apparatuur, beschikbaarheid van technici en kosten. Hierdoor kunnen onderhoudsactiviteiten efficiënter worden gepland en uitgevoerd

3. Documentbeheer: AI kan worden gebruikt voor het automatisch beheren en categoriseren van onderhoudsdocumentatie en -rapporten. Dit vermindert administratieve lasten voor technici en zorgt voor gestroomlijnde toegang tot belangrijke informatie

4. Voorspelling van voorraadbehoeften: AI kan helpen bij het voorspellen van de behoeften aan reserveonderdelen en materialen voor onderhoud, waardoor voorraadbeheer efficiënter wordt

5. Efficiëntieverbetering: Door taken zoals gegevensinvoer, rapportage en routinematige inspecties te automatiseren, kunnen onderhoudsmedewerkers hun tijd besteden aan meer complexe en strategische taken

Figuur 13: Behoefte aan kennis op een aantal gebieden

Figuur 14: Invloed van AI AR/VR, Artificial Intelligence, IoT, Big Data, Blockchain, Cloud Storage, Wearables op werkzaamheden (verwachting)

“Als we (door het implementeren van AI) 50,000 banen verliezen, komen er daar 150,000 banen voor terug”Randstad country director Fahad Naeem.54

2.4 Samenwerking met onderwijsinstellingen en bedrijven

93% van de organisaties binnen Beheer en Onderhoud is bereid om samen te werken met onderwijsinstellingen Echter gebeurt samenwerking met onderwijsinstellingen in de praktijk toch minder vaak dan bedrijven zouden willen: 66% werkt samen met onderwijsinstellingen voor het werven van technisch en technologisch geschoold personeel terwijl de bereidheid een stuk hoger ligt. Mogelijke verklaring hiervoor is het feit dat bedrijven het lastig vinden om zo’n samenwerking te organiseren doordat deze samenwerkingen vaak een goede planning, coördinatie en communicatie vereisen. Bovendien kan het opzetten en onderhouden van samenwerkingen met onderwijsinstellingen tijdrovend en kostbaar zijn. Bedrijven moeten mogelijk extra personeel en financiële middelen toewijzen aan deze inspanningen, wat soms als een belemmering kan worden gezien. Het zou een fantastische oplossing kunnen zijn voor het verminderen van het personeelstekort omdat je studenten op jongere leeftijd al kan enthousiasmeren over een bedrijf of een bepaalde sector.

De bereidheid om samen te werken met andere organisaties ligt een stuk lager dan de bereidheid om samen te werken met onderwijsinstellingen. Mogelijk

54 msn.com, AI is not a job-killer, says Randstad (2023)

omdat er vaak sprake is van concurrentie of gevoelige informatie waarvan bedrijven zeker willen zijn dat er geen misbruik van wordt gemaakt.

Figuur 15: Bereidheid om samen te werken met onderwijsinstellingen en andere organisaties voor het werven van technisch/ technologisch geschoold personeel

2.5 Kwalificatie eisen

40% van de organisaties binnen

Beheer en Onderhoud verwacht dat de kwalificatie eisen zullen toenemen

Vergeleken met 2018 is het aandeel dat verwacht dat de kwalificatie eisen zullen toenemen sterk afgenomen en het percentage dat verwacht dat de eisen zullen afnemen gestegen. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat het personeelstekort op de technische arbeidsmarkt de afgelopen jaren sterk is toegenomen waardoor bedrijven kwalificatie eisen verlagen om zo hun instroom te vergroten. Uit on-

derzoek van UWV blijkt dat meer dan 32% van de organisaties hun functie-eisen heeft verlaagd in de zoektocht naar nieuw personeel55

Figuur 16: verwachting over kwalificatie eisen van technisch personeel binnen Beheer en Onderhoud

55 nos.nl, UWV: werkgevers passen vaker functie-eisen aan in strijd om personeel (2023)

Wie

Birgit Nieuweweme

Wat

Reliability en Maintenance Engineer

ONTMOET Birgit Nieuweweme <

Tijdens haar studie Technische Geneeskunde en Master Sustainable Energy Technology, beide aan de Universiteit Twente, was Birgit Nieuweweme woordvoerder voor de universiteit. Uit die tijd zijn twee passies naar voren gekomen; Techniek en het Contact met mensen.

Na haar opleidingen begon de zoektocht naar een baan en terwijl ze met meerdere bedrijven in gesprek was, was er één die er echt sprong: Eneco. De keuze was dan ook makkelijk gemaakt; “Het was duidelijk dat er goede doorgroeimogelijkheden waren en dat ik vanuit mijn technische achtergrond aan de slag kon gaan met duurzaamheid. Eneco wil in 2035 compleet CO2-neutraal zijn en ondanks dat die wens pas kort geleden is uitgesproken, scheen dit al wel door tijdens de eerste gesprekken”.

Sustainability is altijd belangrijk geweest. “Ik ben opgegroeid op een boerderij die in 1998 biologisch werd. Mijn ouders hebben me altijd gestimuleerd om daar goed over na te denken en verder te kijken dan naar wat de markt vraagt of normaal wordt gevonden”. Nieuweweme draagt persoonlijk ook een steentje bij: duurzame jaardoelen waaronder minder vlees eten, duurzame kleding, en zo min mogelijk met de auto of het vliegtuig reizen. Maar er zijn ook grenzen. “Het stimuleren van dit soort zaken moet ook vanuit de overheid of andere grote instanties komen”.

Momenteel bekleedt Nieuweweme de rol van Reliability en Maintenance Engineer. “Dit is een eerste stap om meer met Asset Management bezig te zijn en me op beleid te richten”. In haar huidige rol wordt data-engineering ingezet om de status van assets te bekijken, kosten te beperken en duurzaamheid te vergroten. “Door mijn vorige positie als Project Engineer ken ik onze assets al erg

goed en dat helpt me in mijn huidige rol waarbij ik me vooral bezig houd met jaarplanningen voor alles wat gecontroleerd en vervangen moet worden. Zo draag ik een mooi steentje bij aan de duurzame inzetbaarheid van onze assets”.

Het duurzaam inzetten van haar eigen competenties is een van de redenen geweest om door te stromen naar haar huidige positie. “Ik merk dat ik mijn competenties nu al veel beter in kan zetten dan in mijn vorige positie. Maar, ik ben pas twee jaar aan het werk en dus nog volop bezig met het ontwikkelen daarvan”. Eneco helpt haar daarbij, want naast een opleidingsbudget is er ook een zelfontwikkelingsbudget. “Die budgetten mag je maar enkele jaren opsparen om te stimuleren dat je er ook echt iets mee doet”.

Dat Nieuweweme daadwerkelijk verschil kan maken binnen Eneco vind ze ontzettend tof. “Op de korte termijn houd ik me vooral bezig met beslissingen op onderhoudsplannen en dit heeft grote invloed op het presteren van onze assetbase”. Maar, ook op de lange termijn maakt Nieuweweme het verschil. “Ik ben momenteel beleid aan het schrijven voor de aanleg en het onderhoud aan nieuwe installaties voor de komende 30 jaar. Duurzaamheid is daarbij van belang en ik weet goed waar ik mee bezig ben, maar het is toch een beetje spannend. Het gaat nu eenmaal over een lange periode en veel geld. Gelukkig zorgt mijn team ervoor dat ik er nooit alleen voor sta”.

’ ‘Data moet in alle gevallen kloppen met wat er werkelijk gebeurt’

UITSTROOM VAN PERSONEEL

De uitstroom van personeel binnen Beheer en Onderhoud is sterk afgenomen en van het personeel dat uitstroomt blijft een groot deel binnen Beheer en Onderhoud. De grootste oorzaak van uitstroom is ontevredenheid, wat een reden is die veel organisaties zoveel mogelijk proberen te verkleinen. Het percentage flexibele arbeidskrachten is toegenomen maar nog steeds relatief laag, wat mogelijk komt door de aard van veel beroepen binnen Beheer en Onderhoud. Beheer- en Onderhoudswerkzaamheden vereisen namelijk vaak specifieke vaardigheden, veiligheidsnormen en behoefte aan continuïteit.

3.1 Totale uitstroom in cijfers

Het afgelopen jaar is de uitstroom sterk afgenomen ten opzichte van het voorgaande jaar De gemiddelde uitstroom binnen Beheer en Onderhoud in 2021/22 ligt een stuk lager dan het landelijk gemiddelde dat in 2021/22 lag op 11,7%56.

Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) toont dat de nationale jaarlijkse toename van de omvang van het personeelsbestand in 2021 is afgevlakt ten opzichte van eerdere jaren. Volgens een kwart van de organisaties heeft de coronapandemie invloed gehad op het personeelsbestand, waarbij er soms

sprake was van een verandering in instroom en soms bij uitstroom.

In 2022 zien we een afname van de uitstroom van personeel binnen Beheer en Onderhoud nadat er in 2021 een piek was. Deze piek is mogelijk ontstaan doordat het einde van de coronapandemie in zicht was. Waar mensen in 2020 massaal hun baan behielden en niet wilden wisselen door onzekerheid, waren mensen in 2021 weer zekerder van hun zaak. Werknemers gingen in deze periode hun werk heroverwegen waardoor er massaal van werk werd gewisseld. Echter zijn ze nu weer wat afwachtender wat betreft het uitstromen door zicht op een eventuele recessie.

56 SCP, Hoe ontwikkelen in-, uit- en doorstroom van personeel zich? | Arbeidsmarkt in kaart: Werkgevers – editie 4 (2023)
Figuur 17: Belangrijkste cijfers uitstroom van personeel binnen Beheer en Onderhoud

3.2 Reden van vertrek

Ontevredenheid en ontslagen worden zijn de twee voornaamste redenen van vertrek binnen Beheer en Onderhoud Ontevredenheid scoort al jaren hoog, maar dit jaar nog hoger dan ervoor. Een mogelijke reden voor de hoge ontevredenheid kan teruggevonden worden in ‘quiet quitting’, een trend die sinds de pandemie steeds groter is geworden. Mensen zijn massaal hun werk en leven aan het heroverwegen en doen alleen dat wat je moét doen en niks meer. Het heeft dus niks te maken met werkelijk ontslag indienen, maar wel het verliezen van motivatie voor waar je mee bezig bent.57 Om deze reden is aantrekkelijk werkgeverschap belangrijker dan ooit.

De grootste reden van vertrek binnen Beheer en Onderhoud is ontevredenheid. Er zijn veel verschillende redenen waarom werknemers ontevreden kunnen zijn (zie figuur 19). Slechts een schrale 20% van de werknemers binnen Beheer en Onderhoud vindt de beloningsstructuur binnen zijn of haar organisatie rechtvaardig en prestatiegericht. Verder is 60% neutraal en 20% vindt de beloningsstructuur onrechtvaardig. Dit gevoel van onrechtvaardigheid kan ook leiden tot grotere ontevredenheid binnen een organisatie.

Figuur 18: Percentages jaarlijkse uitstroom
57 BBC News, Quiet quitting: The workplace trend taking over TikTok (2022)
58 Randstad, 7 redenen waarom medewerkers hun ontslag geven (2023)
Figuur 20: Rechtvaardigheid beloningsstructuur
Figuur 21: Redenen voor vertrek werknemers58
Figuur 19: Reden van vertrek binnen Beheer & Onderhoud

1. Gevoel van financiële ongelijkheid: Ongelijke beloning in vergelijking met collega’s of andere bedrijven kan ontevredenheid veroorzaken en werknemers aansporen om elders beter betaalde kansen te zoeken

2. Foute bedrijfscultuur: Een negatieve cultuur die niet overeenkomt met de normen en waarden van werknemers kan hen ongelukkig maken en doen besluiten dat ze niet bij de organisatie passen, wat tot uitstroom kan leiden.

3. Slecht management: Ineffectief management kan communicatieproblemen, onvoorspelbare beslissingen en het niet erkennen van prestaties veroorzaken, wat de motivatie en tevredenheid van werknemers kan verminderen en vertrek kan aanmoedigen

4. Gebrek aan autonomie: Een gebrek aan zelfstandigheid in taken kan ontevredenheid veroorzaken, werknemers willen elders meer controle over hun werk

5. Te hoog stresspeil: Overmatige werkstress, zoals onrealistische deadlines, werklast en onvoldoende ondersteuning, kan gezondheidsproblemen veroorzaken en werknemers aanzetten om een minder stressvolle werkplek te zoeken die beter is voor hun welzijn

3.3 Richting na uitstroom

72% van de werknemers blijft na vertrek binnen de sector werken Deze stijging is in lijn met de stijgende trend van de afgelopen jaren. De ervaring, verantwoordelijkheid en expertise die je opdoet in Beheer en Onderhoud kunnen deuren openen voor diverse en veelbelovende carrièrepaden binnen Asset Management, waardoor je flexibel bent om verschillende loopbaantrajecten te verkennen en na te streven. Bovendien is het voor werkgevers aantrekkelijk om werknemers aan te nemen die al ervaring hebben binnen de sector; zeker rekening houdend met het huidige personeelstekort. 59 cbs.nl, Ontwikkelingen flexwerk (n.d.)

3.4 Huidig aandeel flexibele arbeidskrachten

Het aantal flexibele arbeidskrachten (uitzendkrachten, ZZP’ers en tijdelijke contractanten) is het afgelopen jaar toegenomen tot 18,3% ten opzichte van 14,8% vorig jaar Dit percentage ligt nog steeds onder het landelijk gemiddelde dat in 2022 41% bedroeg59. Er zijn verschillende redenen waarom het aandeel flexwerkers binnen Beheer en Onderhoud lager is dan het landelijke gemiddelde.

• Specialistische vaardigheden: Beheer- en onderhoudsfuncties vereisen vaak specialistische vaardigheden en ervaring om effectief te kunnen werken. Werknemers in deze sector moeten vertrouwd zijn met specifieke machines, systemen of technologieën. Het kan moeilijk zijn om flexwerkers met de juiste expertise te vinden en op te leiden voor kortetermijnprojecten

• Continuïteit en betrouwbaarheid: Continuïteit en betrouwbaarheid zijn cruciaal in Beheer en Onderhoud, vooral als het gaat om het handhaven van de operationele efficiëntie en het minimaliseren van stilstand. Vaste werknemers kunnen gemakkelijker worden ingezet om continuïteit te waarborgen, terwijl flexwerkers minder betrouwbaar zijn in termen van beschikbaarheid op korte termijn

Figuur 22: Ontwikkeling van personeel dat na uitstroom binnen de sector blijft

• Veiligheid en certificering: In Beheer en Onderhoud zijn er strikte veiligheidsnormen en certificeringen vereist. Het opleiden en certificeren van flexwerkers voor tijdelijke projecten is kostbaar en tijdrovend, wat werkgevers kan ontmoedigen om voor flexibele arbeidskrachten te kiezen

• Bedrijfscultuur en teamdynamiek: Beheeren Onderhoudsorganisaties hechten waarde aan een stabiel team van vaste medewerkers die bekend zijn met de bedrijfscultuur en goed samenwerken. Flexwerkers kunnen minder geneigd zijn om deel uit te maken van deze teamdynamiek, wat de productiviteit en efficiëntie kan beïnvloeden

Kortom, doordat Beheer- en Onderhoudswerkzaamheden bepaalde vaardigheden, veiligheidsnormen en behoefte aan continuïteit vereisen, geven werkgevers vaak een voorkeur aan vaste werknemers boven flexwerkers. Dit resulteert in een lager percentage flexwerkers in deze sector in vergelijking met het landelijke gemiddelde.

Figuur 23: Aandeel flexibele arbeidskrachten binnen Beheer en Onderhoud
Figuur 24: Waarom er een lager aandeel flexwerkers is binnen Beheer en Onderhoud

3.5 Verwachte groei in flexibele arbeidskrachten

47% van de organisaties binnen Beheer en Onderhoud verwacht een groei van flexibele arbeidskrachten

Het aantal landelijke flexibele arbeidskrachten groeit al sinds 2014 volgens het CBS60 en zal naar verwachting oplopen tot 57% in 2025 volgens PwC61. Een mogelijke reden hiervoor kan zijn dat veel organisaties door onder andere de vereiste vaardigheden, veiligheidsnormen en de behoefte aan continuïteit niet verwachten dat er een grotere toename komt in flexwerkers. Bovendien kunnen door het huidige personeelstekort flexibele arbeidskrachten hogere fees vragen en zijn ze dus minder aantrekkelijk62 .

3.6 Hybride werken

Binnen Beheer en Onderhoud is 69% fysiek aanwezig op de werkplek en werkt 31% hybride of geheel vanuit huis

Elkaar de hand schudden en samen koffie drinken is een activiteit die we weer volledig doen na de afloop van de pandemie, maar elke dag naar kantoor komen is onder velen niet meer gebruikelijk. Mensen zijn enthousiast over de vele gemakken die thuiswerken met zich meebrengt zoals minder in de file staan, langer kunnen slapen en minder afgeleid raken door collega’s op de werkvloer63. Bovendien is thuiswerken ook aantrekkelijk gebleven door een toename in personeelstekorten bij de kinderopvang, toenemende vergrijzing die ervoor zorgt dat steeds meer mensen als mantelzorger moeten optreden en een grotere be-

wustwording van duurzaamheid. Tegenwoordig werkt nog altijd 45% van de werknemers (deels) thuis64 .

Echter zijn er ook bepaalde beroepen waarbij thuiswerken niet ideaal is. Zo is het percentage binnen Beheer en Onderhoud wat (gedeeltelijk) thuiswerkt een stuk lager dan het nationaal gemiddelde.

27: Waarom werknemers binnen Beheer en Onderhoud minder vaak thuiswerken

Er zijn verschillende redenen waarom werknemers binnen Beheer en Onderhoud minder vaak thuiswerken dan gemiddeld Nederland. Ten eerste door de grotendeels verplichte fysieke aanwezigheid. In veel Beheer- en Onderhoudsfuncties is fysieke aanwezigheid op de werkplek vereist, omdat ze direct

60 cbs.nl, Flexwerk (n.d.)

61 PwC, De arbeidsmarkt in 2025 - People and organisation - Diensten en sectoren - Actueel en publicaties (n.d.)

62 Flexmarkt, Tarieven flexkrachten stijgen in 2022 door personeelstekort (2021)

63 accountant.nl, Aantal thuiswerkuren na coronajaren verdubbeld (2022)

64 nos.nl, Eerste Kamer stemt over thuiswerkwet: ‘Een steun voor werknemers’ (2023)

Figuur 25: Verwachte groei in flexibele arbeidskrachten
Figuur 26: Werkwijze van personeel binnen Beheer en Onderhoud
Figuur

betrokken zijn bij het onderhouden, repareren of inspecteren van fysieke assets.

Ten tweede zijn er veel hands-on taken: Beheer- en Onderhoudstaken vereisen vaak hands-on werk, waarbij werknemers daadwerkelijk moeten interageren met de apparatuur of de fysieke omgeving. Dit maakt het moeilijk om dergelijke taken op afstand uit te voeren.

Ten derde zijn er veel veiligheidsvoorschriften: Beheer- en Onderhoudswerkzaamheden impliceren vaak naleving van strikte veiligheidsvoorschriften. Deze voorschriften kunnen fysieke aanwezigheid op de werkplek vereisen om ervoor te zorgen dat de werkzaamheden veilig worden uitgevoerd en dat de werknemers zich bewust zijn van de potentiële risico’s.

Als laatste is er vaak directe supervisie vereist: Sommige Beheer- en Onderhoudsprocessen vereisen directe supervisie en coördinatie ter plaatse, vooral in complexe projecten. Dit vergemakkelijkt het oplossen van problemen en zorgt voor efficiënte communicatie tussen teamleden.

Op strategisch en tactisch niveau zijn er meer mogelijkheden wat betreft hybride werken. Hier kan er namelijk makkelijker vanuit elders worden gewerkt omdat een groot deel van de werkzaamheden digitaal plaatsvindt.

ONTMOET Jessica Haasnoot < Wie

Jessica Haasnoot

Wat Werkvoorbereider

Voordat Jessica Haasnoot bij Van der Grift B.V. (voorheen Team 24 Vastgoedouderhoud B.V.) aan de slag ging, was ze werkzaam bij een Amerikaans bedrijf in de scheepvaart. “Ik werd destijds zwanger en bij dat bedrijf was parttime werken na de bevalling geen optie. Ik ben toen om me heen gaan kijken en werd benaderd om parttime bij Team 24 te komen werken. Met mijn eerdere ervaring in de makelaardij was 1 plus 1 voor mij 2”.

“In de functie van technisch administratief medewerker ondersteunde ze aanvankelijk de werkvoorbereiders. “Toen de teamleider een overstap maakte kwam er een plek vrij op die afdeling en daar ben ik ingestapt. In twee jaar tijd heb ik al enorm veel geleerd over het brede werkveld van Onderhoud”.

Het vervullen van verschillende posities geeft voordelen. “Doordat ik diverse divisies binnen ons bedrijf heb doorlopen, weet ik goed wat er speelt. Als werkvoorbereiders lopen we zo nu en dan met de buitendienst mee om meer feeling met de praktijk te krijgen. Ik heb eigenlijk gedurende mijn loopbaan altijd in een mannenwereld gewerkt en dat zorgt ervoor dat ik me staande weet te houden. Die mannenwereld en de verschillende posities die ik heb bekleed hebben me de persoon gemaakt die ik nu ben: zelfverzekerd en niet bang om te falen, want dat kan ook weleens gebeuren”. Haasnoot trekt zich ook niks aan van bellers en bezoekers die denken dat ze de secretaresse van het bedrijf is, want vrouwelijke werkvoorbereiders zijn natuurlijk schaars en worden niet meteen als zodanig herkend. “Op de werkvloer ervaar ik juist de voordelen, eenmaal op een andere manier”.

vrouwen communiceren nu

“Ik houd me met verschillende projecten bezig. De aanvragen komen bij mij binnen, worden vervolgens in het systeem gezet en daarna in- of extern uitgezet. Nadat een monteur de opname heeft gedaan, wordt er een offerte geschreven. Wanneer dit een opdracht wordt, moet er vervolgens materiaal worden besteld, een planning worden gemaakt en met bewoners worden gecommuniceerd. Behalve de facturatie houd ik me dus van begin tot eind met het project bezig”.

Naast de reguliere onderhoudsprojecten, is er één project dat Haasnoot echt heeft geadopteerd: het inspecteren van brandwerende doorvoeren en brandkleppen. Wat begon als een klein project, bepaalt inmiddels bijna de helft van haar werkzaamheden. “Er zijn twee jongens speciaal opgeleid om de inspecties te kunnen doen en ook ikzelf heb de opleiding gedaan zodat we allemaal dezelfde taal spreken. Het is echt een soort kindje van me geworden”.

Ook in het privéleven van de bevlogen Haasnoot wordt er veel gepland. “Voor de oplevering van ons nieuwbouwhuis had ik al een planning gemaakt met alle partijen hoe het zou gaan en wie wanneer wat kwam doen. Dat geeft mij gewoon enorm veel rust!” <

’ ‘Je kan worden wat je wilt, als je daar maar voor open staat!’

UW MRO PARTNER IN ASSET MANAGEMENT EN ONDERHOUDSPLANNING

MRO TOTAALLEVERANCIER

Hoofdvestiging: Turfschipper 27, 2292 JC Wateringen Postbus 150, 2290 AD Wateringen +31 (0)174 20 49 00 info@bernardsanders.com

IP Sanders is lid van IP IndustriePartner, een coöperatie van specialisten, speci ek voor de industrie, opererend in Nederland en België. Voor meer informatie zie: www.industriepartner.nl

IP Sanders en IP IndustriePartner zijn lid van ONE MRO Supply, een Europees samenwerkingsverband van MRO specialisten. Voor meer informatie zie: www.one-mrosupply.com

Met drie voorraadhoudende vestigingen is IP Sanders gespecialiseerd in de toelevering van technische (MRO) componenten en ondersteunende diensten voor Zuid-Holland en de Europoort. In dit gebied zijn wij dan ook de ideale totaalleverancier met een zeer uitgebreid assortiment van ruim 700.000 producten. Een belangrijk deel hiervan vindt u terug in de webshop met scan app.

SPECIALIST IN LAGERTECHNIEK

IP Sanders is als een van de eerste SKF dealers dé lager specialist in Zuid-Holland. Als of cieel geautoriseerd SKF dealer, met een zeer uitgebreide voorraad, leveren wij altijd originele SKF producten van zeer hoge kwaliteit. Ook alle andere merken zoals INA, FAG of Timken worden door IP Sanders geleverd. Ook voor afdichtingen, smeersystemen, conditiebewaking en meetapparatuur is IP Sanders hèt adres.

ASSET MANAGEMENT

Om het beste uit uw bedrijfsmiddelen te halen, zijn gerichte inspanningen nodig op alle gebieden, van voorraadoptimalisatie tot onderhoudsplanning. Ontdek de mogelijkheden die wij u bieden om uw productiviteit te verbeteren via onze uitgebreide asset managementservices.

Webshop Lagertechniek

Deel 4 INSPIRATIE

4.1 Focus op het zijn van een aantrekkelijke werkgever voor het huidige personeel

Bedrijven hebben grote moeite met het vinden van werknemers waardoor het zijn van een aantrekkelijke werkgever van groot belang is. Op deze manier kiezen toekomstige werknemers eerder voor jouw bedrijf en is het van groot belang voor het binden van het zittende personeel. Het zijn van een niet-aantrekkelijke werkgever kan leiden tot ontevredenheid met eventuele uitstroom als gevolg.

Intensiveer de focus op het zijn van een aantrekkelijke werkgever: Er zijn verschillende manieren hoe je aantrekkelijk werkgeverschap kan stimuleren65

1. Vier successen: Het vieren van successen en prestaties geeft erkenning aan medewerkers en motiveert hen om hun best te blijven doen. Het versterkt het gevoel van waardering en betrokkenheid

28: Aantrekkelijk werkgeverschap

Bied variatie en autonomie

Balans tussen werk en privé

2. Stimuleer persoonlijke ontwikkeling: Leiders die persoonlijke ontwikkeling aanmoedigen, tonen interesse in de groei en het welzijn van hun medewerkers. Dit vergroot de loyaliteit en het gevoel van betrokkenheid, omdat medewerkers het gevoel hebben dat hun ontwikkeling belangrijk is voor de organisatie

3. Bied variatie en autonomie: Het bieden van variatie en autonomie in het werk stelt medewerkers in staat om hun vaardigheden en creativiteit te benutten. Dit draagt bij aan jobtevredenheid en stimuleert medewerkers om meer verantwoordelijkheid te nemen. Volgens Tempo Team kan autonomie op de werkvloer gestimuleerd worden door66

1. Geef medewerkers vrijheid

2. Geef medewerkers letterlijk de ruimte

3. Heb vertrouwen in je medewerkers

4. Balanceer werk en privé: Leiders die de balans tussen werk en privéleven bevorderen, helpen medewerkers om stress te verminderen en hun welzijn te verbeteren. Dit leidt tot meer tevredenheid en betrokkenheid, omdat medewerkers zich gesteund voelen in hun persoonlijke behoeften

Aantrekkelijk werkgeverschap

Zorg voor goede arbeidsvoorwaarden

Bied doorgroeimogelijkheden

65 Tempo Team, Autonomie: 3 tips om autonoom werken te stimuleren (n.d.)
66 Randstad, 6 tips om van jobcrafting een succes te maken (n.d.)
Figuur

5. Gezamenlijke visie: Het delen van een gezamenlijke visie zorgt voor een gevoel van richting en betrokkenheid binnen de organisatie. Leiders die deze visie duidelijk communiceren, inspireren medewerkers en creëren een gevoel van doelgerichtheid

6. Inclusieve communicatie: Inclusieve communicatie benadrukt het belang van luisteren naar diverse perspectieven en ervaringen. Het toont respect voor alle medewerkers en bevordert een inclusieve werkomgeving waarin iedereen zich gehoord voelt

7. Zorg voor goede arbeidsvoorwaarden: Het bieden van goede arbeidsvoorwaarden versterkt de tevredenheid en betrokkenheid van medewerkers. Het laat zien dat de organisatie waarde hecht aan het welzijn van haar personeel. Bij goede arbeidsvoorwaarden kan je denken aan de mogelijkheid om deeltijd te werken, een premievrij pensioen en het geven van een redelijk aantal betaalde vakantiedagen

8. Bied doorgroeimogelijkheden: Het aanbieden van doorgroeimogelijkheden moedigt medewerkers aan om zich te ontwikkelen en hun carrière binnen de organisatie voort te zetten. Dit vergroot de motivatie en betrokkenheid van medewerkers, omdat ze weten dat er groeikansen zijn binnen de organisatie

Aantrekkelijke werkgevers focussen steeds vaker op het bekenisvol en bevredigend maken van werk Een manier om aantrekkelijk werkgeverschap te bieden en werknemers tevreden te houden, is het stimuleren van Jobcrafting binnen de organisatie. Jobcrafting verwijst naar het proces waarbij medewerkers actief hun taken, verantwoordelijkheden en werkcontext aanpassen om hun werk meer betekenisvol en bevredigend te maken67. Het kan van belang zijn voor het zijn van een aantrekkelijke werkgever om verschillende redenen:

• Betrokkenheid en tevredenheid: Als werkgever kun je medewerkers aanmoedigen om jobcrafting toe te passen. Dit vergroot hun autonomie en controle over hun werk, wat kan leiden tot een grotere betrokkenheid en tevredenheid. Aantrekkelijke werkgevers begrijpen dat medewerkers die hun werk op maat kunnen maken, over het algemeen gelukkiger en meer gemotiveerd zijn

• Individuele groei: werkgevers die jobcrafting aanmoedigen, erkennen het belang van de individuele groei en ontwikkeling van medewerkers. Dit draagt bij aan een positieve werkcultuur waarin medewerkers de kans krijgen om hun vaardigheden en interesses te benutten en te ontwikkelen

• Innovatie en creativiteit: Jobcrafting kan leiden tot innovatie en creativiteit omdat medewerkers hun werkprocessen en benaderingen kunnen herzien en verbeteren. Aantrekkelijke werkgevers moedigen een omgeving aan waarin medewerkers vrijelijk ideeën kunnen uitwisselen en experimenteren om de organisatie vooruit te helpen

• Werknemersbehoud: Door jobcrafting te ondersteunen, kunnen werkgevers bijdragen aan een lager personeelsverloop. Medewerkers die de mogelijkheid hebben om hun werk aan te passen aan hun behoeften en interesses, zijn meer geneigd om te blijven en zich te binden aan de organisatie

• Werknemersbetrokkenheid: Aantrekkelijke werkgevers begrijpen het belang van werknemersbetrokkenheid en het feit dat geëngageerde medewerkers vaak productiever en loyaler zijn. Door jobcrafting te bevorderen, geef je medewerkers de kans om werk te creëren dat ze intrinsiek motiveert, wat hun betrokkenheid versterkt

Kortom, jobcrafting binnen je bedrijf aanmoedigen is belangrijk voor aantrekkelijk werkgeverschap omdat het bijdraagt aan het welzijn en de motivatie van medewerkers, de groei van individuen bevordert,

67 Randstad, 6 tips om van jobcrafting een succes te maken (n.d.)

innovatie stimuleert en helpt bij het behouden van talent. Aantrekkelijke werkgevers begrijpen dat het faciliteren van dergelijke aanpassingen aan het werk kan bijdragen aan een gezondere en productievere werkomgeving.

4.2 Tap uit andere vaatjes om de instroom van nieuw personeel te bevorderen

Verbreed je wervingshorizon

Om aan voldoende personeel te komen zal de wervingshorizon verbreed moeten worden.

Een paar voorbeelden om te ‘vissen in een grotere vijver’68

▶ mensen met arbeidsbeperking

▶ medewerkers uit andere regio’s

▶ 50-plussers

▶ gepensioneerden

▶ jongeren en studenten

▶ statushouders

▶ medewerkers uit het buitenland

▶ medewerkers uit oorlogsgebieden

▶ medewerkers uit andere sectoren

Stimuleer Jobcarving

Het toepassen van jobcarving biedt bedrijven een slimme manier om hun talentenpool uit te breiden.

Deze aanpak gaat verder dan traditionele wervingsmethoden door bestaande functies zorgvuldig te heroverwegen en aan te passen om zo aantrekkelijker te zijn voor een bredere groep potentiële kandidaten die anders mogelijk over het hoofd worden gezien. Dit vergroot niet alleen de kans op het aantrekken van waardevol talent, maar toont ook de inzet van het bedrijf voor diversiteit en inclusie, wat aantrekkelijk is voor potentiële medewerkers.69

Jobcarving en Jobcrafting lijken verwarrend veel op elkaar, maar het zijn wel degelijk verschillende processen. In essentie draait jobcarving meer om het aanpassen van de functie om tegemoet te komen aan de behoeften van een specifieke werknemer, terwijl jobcrafting gaat over het actief vormgeven van de functie door de werknemer zelf om een betere persoonlijke pasvorm te bereiken. Beide benaderingen kunnen positieve resultaten opleveren in termen van

werktevredenheid en prestaties, maar ze hebben verschillende focuspunten en initiatieven.

Focus meer op stages

Het aannemen van meer stagiairs kan voor bedrijven zeer aantrekkelijk zijn om verschillende redenen. Allereerst bieden stagiairs toegang tot nieuw en fris talent. Ze brengen vaak innovatieve ideeën en actuele kennis mee naar een organisatie, wat kan bijdragen aan creatieve oplossingen voor bestaande uitdagingen. Bovendien stellen stagiairs bedrijven in staat om toekomstige werknemers te werven. Het is een kans om potentiële talenten te identificeren en te ontwikkelen voordat ze fulltime in dienst worden genomen. Dit kan helpen om hoogwaardige professionals aan te trekken die goed passen bij de organisatiecultuur en doelen.

Een andere belangrijke overweging is kostenbesparing. Stagiairs zijn doorgaans bereid om tegen lagere vergoedingen of zelfs zonder vergoeding te werken. Dit kan aanzienlijke kostenbesparingen opleveren, vooral voor projecten die extra mankracht vereisen. Daarnaast kunnen stagiairs de productiviteit verhogen door lichte en repetitieve taken op zich te nemen, waardoor ervaren medewerkers zich kunnen richten op meer complexe en strategische werkzaamheden. Dit kan de efficiëntie en output van het team verbeteren.

Bovendien is het vergroten van het aantal stagiairs in de sector Beheer en Onderhoud van maatschappelijk belang. Het biedt jonge professionals praktijkervaring, verkleint de kloof tussen theorie en praktijk, stimuleert innovatie, draagt bij aan diversiteit en inclusie, en versterkt de arbeidsmarkt en de economie als geheel. Het aannemen van stagiairs is een investering in de toekomst van de sector en de samenleving.

Samenwerking met onderwijsinstellingen Samenwerken met onderwijsinstellingen is van groot belang voor instroom van nieuwe medewerkers. Door bijvoorbeeld het geven van gastcolleges op scholen kan je studenten enthousiasmeren over je baan en de instroom verhogen. Bovendien hebben onderwijsinstellingen hier vraag naar aangezien zij kampen

68 Randstad, Aantrekken en binden van vakmensen: 10 creatieve ideeën (n.d.)

69 Randstad, Aantrekken en binden van vakmensen: 10 creatieve ideeën (n.d.)

met grote personeelstekorten. Een andere manier van samenwerken zou je kunnen doen door medewerkers als mentoren beschikbaar te stellen voor studenten. Dit kan studenten helpen bij hun professionele ontwikkeling en hen begeleiden bij hun loopbaankeuzes en zo ook helpen kennis te maken met Beheer en Onderhoud.

4.3 Creëer een inclusieve werkomgeving

Een inclusieve werkomgeving is van cruciaal belang vanwege de voordelen die het biedt, waaronder het aantrekken van divers talent, het verbeteren van prestaties, het versterken van de reputatie van een organisatie en het bevorderen van werknemerstevredenheid en welzijn. Het creëert een positieve en innovatieve werkcultuur.

1. Zes best practices om inclusiviteit op de werkvloer te bevorderen70

Maak diversiteit en inclusie onderdeel van je cultuur Het integreren van diversiteit en inclusie in de bedrijfscultuur toont het belang van deze waarden aan en stuurt een duidelijk signaal naar medewerkers dat iedereen wordt gewaardeerd en gerespecteerd, ongeacht hun achtergrond of identiteit.

2. Laat je medewerkers meedenken

Door medewerkers actief te betrekken bij het creëren van inclusieve praktijken, voelen ze zich gehoord en betrokken. Dit leidt tot meer eigenaarschap en acceptatie van diversiteits- en inclusie-initiatieven.

3. Kijk kritisch naar je recruitmentproces

Het herzien van het wervingsproces om vooroordelen en discriminatie te verminderen, kan helpen bij het aantrekken van diverse kandidaten. Een eerlijk en objectief selectieproces vergroot de kans om talent met verschillende achtergronden aan te trekken. Maak de beloning in het wervingsproces direct zichtbaar. Vermijd termen als ‘marktconform salaris’. Laat je HR-collega een dag meelopen in het onderhoudsproces waardoor een beter beeld verkregen wordt van de werkzaamheden, de sfeer en de innovaties.

4. Train je leidinggevenden

Leidinggevenden spelen een cruciale rol in het bevorderen van een inclusieve cultuur. Training en bewustwording stellen hen in staat om leiderschap te tonen en inclusieve praktijken te bevorderen binnen hun teams Een manier om dit te creëren kan zijn door leidinggevenden mee te laten lopen bij verschillende processen zodat deze bewustwording wordt gestimuleerd.

5. Houd rekening met specifieke behoeften

Een inclusieve werkomgeving houdt rekening met de diverse behoeften van medewerkers. Dit kan betrekking hebben op fysieke toegankelijkheid, ruimtes voor bepaalde godsdiensten of ondersteuning voor medewerkers met speciale behoeften.

6. Zorg voor eerlijke salarissen

Het waarborgen van eerlijke en gelijke beloning voor gelijkwaardig werk is een belangrijk onderdeel van inclusie. Dit zorgt ervoor dat alle medewerkers zich gewaardeerd voelen en dat er geen onrechtvaardige loonkloven ontstaan op basis van geslacht, ras of andere kenmerken.

Maak diversiteit en inclusie onderdeel van je cultuur
Laat je medewerkers meedenken
Zorg voor eerlijke salarissen
6 best practices om inclusiviteit op de werkvloer te vergroten
Kijk kritisch naar je recruitmentproces
Houd rekening met specifieke behoeften
Train je leidinggevenden
Figuur 29: Inclusiviteit vergroten

Intermezzo: Gender Pay Gap Analysis

Situatie

a.s.r., een toonaangevende Nederlandse verzekeringsmaatschappij, erkende de noodzaak om de genderloonkloof binnen hun organisatie aan te pakken. Deze situatie hield in dat er ongelijkheden waren in beloning en compensatie tussen mannelijke en vrouwelijke medewerkers, wat een belangrijk onderwerp was in de bredere discussie over gendergelijkheid op de arbeidsmarkt.

Aanpak

Om de genderloonkloof aan te pakken, heeft a.s.r. een grondige analyse uitgevoerd. Ze begonnen met het verzamelen en analyseren van gegevens over de salarissen van hun medewerkers, waarbij ze specifiek keken naar verschillen tussen mannen en vrouwen op alle functieniveaus. Deze gegevens werden vervolgens grondig geëvalueerd om eventuele ongerechtvaardigde verschillen te identificeren. Naast het analyseren van de cijfers, heeft de maatschappij ook stappen ondernomen om bewustzijn te creëren en een cultuur van gelijkheid te bevorderen. Dit omvatte het implementeren van beleidsmaatregelen ter bevordering van gelijkheid, het organiseren van trainingen en workshops over gendergelijkheid en het aanmoedigen van diversiteit en inclusie op de werkvloer.

Realisatie

De inspanningen om de genderloonkloof aan te pakken, hebben geleid tot positieve resultaten. Door zorgvuldig naar hun gegevens te kijken en proactieve maatregelen te nemen, slaagden ze erin om loonverschillen tussen mannen en vrouwen te verminderen en uiteindelijk weg te werken. Bovendien verbeterden ze het bewustzijn over gendergelijkheid binnen hun organisatie en creëerden ze een inclusievere werkomgeving. De a.s.r. Gender Pay Gap Analysis dient als een goed voorbeeld van hoe organisaties proactief kunnen optreden om genderongelijkheid op de werkvloer aan te pakken en positieve veranderingen te bewerkstelligen.

Bron: Diversiteitsbeleid (asrnederland.nl)

FUNCTIEHUIS

De NVDO geeft met het functiehuis een handreiking hoe een typische onderhoudsorganisatie eruitziet. Het is geenszins een definitie van hoe een onderhoudsorganisatie eruit zal moeten zien, elke organisatie is anders en heeft zijn eigen optimale indeling.

Dit generieke functiehuis, met daarbij een beschrijving van de functies, stelt ons in staat een overzicht te geven in een generieke onderhoudsorganisatie. Daarbij geven we tevens interessante aanvullende informatie; de gemiddelde procentuele verdeling, het gemiddelde salaris en het gemiddelde aantal ervaringsjaren per functie.

Er zijn vier verschillende niveaus geïdentificeerd:

▶ Strategisch

▶ Tactisch

▶ Operationeel

▶ Uitvoerend

Er zijn elf rollen geplot: Management, Reliability Engineer, Maintenance Planner, Supervisor, Process en Operations Engineer, Mechanical Engineer, Electrical Engineer, Automatisation Engineer, Werkvoorbereider, Administrative Support en Monteur/Technicus.

De rollen zijn niet strikt gescheiden tussen de niveaus. Zo heeft de Maintenance Planner, naast tactische, ook operationele taken en de Mechanical-, Electrical- en Automatisation Engineer, naast operationele, ook uitvoerende taken. Als toevoeging op het generieke functiehuis, is een verdieping op een aantal specifieke functies die onder de elf uitgelichte rollen vallen, opgenomen.

5.1

Strategische functies

Management  Managementfuncties zijn gericht op hiërarchisch leidinggeven aan medewerkers binnen het desbetreffende vakgebied.

Asset Manager

De Asset Manager bepaalt de strategie van het onderhoud en het gewenste onderhoudsniveau en zorgt ervoor dat assets zo optimaal mogelijk presteren. De Asset Manager is verantwoordelijk voor de lange termijnplanning en budgettering wat betreft de assets en is belangrijk in het bepalen om al dan niet te investeren in nieuwe apparaten of life-time extension toe te passen. Hij zorgt er daarnaast voor dat assets up-to-date zijn met nieuwe technologieën en weten regelgeving via programmamanagement en stelt risicoprofielen op.

Technisch Manager

Zoals veel leidinggevende en coördinerende functies is Technisch Manager een beroep dat bij verschillende organisaties op geheel verschillende manieren ingevuld wordt. Echter betrekken de werkzaamheden altijd technische aangelegenheden. De taken zullen voornamelijk bestaan uit het bepalen van beleid en het controleren van de uitvoering daarvan. Er zijn weinig bedrijven die een technisch manager ‘an sich’ in dienst hebben. In veel gevallen zal het gaan om vergelijkbare functies met andere titels, zoals technical salesmanager, technologie- en innovatiemanager, manager techniek, manager technische dienst, technisch ontwikkelaar, etc.

Plant Manager

De Plant Manager is er verantwoordelijk voor dat het productieproces zo goed mogelijk verloopt. De kerntaken van deze functie bestaan uit het regelen en coördineren van medewerkers, het overzien en plannen van verbeteringen en het opstellen en bewaken van financiële rapporten en budgetten.

MANAGEMENT

Functies gericht op hiërarchisch leidinggeven aan medewerkers binnen het desbetreffende vakgebied.

Werknemers in deze functie: Ca. 5%

Gemiddeld opleidingsniveau: HBO/WO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 15 - 25

Gemiddeld salaris: € 60.000 - 110.000

RELIABILITY ENGINEER

Focus op lange termijn. Functies gericht op het initiëren, ontwikkelen, implementeren, ondersteunen en controleren van projecten ter vernieuwing en verbetering. Functies gericht op het op een nieuwe manier optimaliseren van processen, procedures en werkinstructies binnen de organisatie.

Werknemers in deze functie: Ca. 5%

Gemiddeld opleidingsniveau: HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 12,5 – 15

Gemiddeld salaris: € 50.000 - 77.000

SUPERVISOR

Leidt een ploeg monteurs/technici, voert zelf geen onderhoudstaken uit.

Werknemers in deze functie: Ca. 6%

Gemiddeld opleidingsniveau: MBO 3+4/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 15 - 20

Gemiddeld salaris: € 40.000 - 66.000

MECHANICAL ENGINEER

Werk uitvoerder op (werktuig) bouwkundig gebied. Voert werk uit aan assets die werken met analoge bewegende delen.

Werknemers in deze functie: Ca. 5%

Gemiddeld opleidingsniveau:

MBO 3+4/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 - 25

Gemiddeld salaris: € 45.000 - 60.000

WERKVOORBEREIDER

MAINTENANCE PLANNER

Focus op korte termijn. Functies waarvan de activiteiten met name gericht zijn op het (technisch) aanleggen, het beheer en het onderhoud. Functies gericht op het in stand houden van de huidige assets en het ontwerpen en in uitvoering doen geven van activiteiten hiervoor.

Werknemers in deze functie: Ca. 5%

Gemiddeld opleidingsniveau: MBO 3+4/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 - 15

Gemiddeld salaris: € 40.000 - 66.000

TECHNICAL SUPPORT ENGINEER

iemand die klanten van grote leveranciers van technische, elektronische en dergelijke producten ondersteunt in installatie en onderhoud.

Werknemers in deze functie: Ca. 7%

Gemiddeld opleidingsniveau: MBO 3+4/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 15 - 20

Gemiddeld salaris: € 40.000 - 77.000

ELECTRICAL ENGINEER

Werk uitvoerder op elektrotechnisch gebied. Voert werk uit aan assets die elektrisch geladen zijn.

Werknemers in deze functie: Ca. 8%

Gemiddeld opleidingsniveau:

MBO 3+4/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 - 15

Gemiddeld salaris: € 45.000 - 60.000

Maakt berekeningen, werktekeningen en planningen ter voorbereiding van onderhoudswerkzaamheden.

Werknemers in deze functie: Ca. 7%

Gemiddeld opleidingsniveau: MBO 3+4

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 12 - 18

Gemiddeld salaris: € 40.000 - 55.000

MONTEUR/TECHNICUS

DATA ANALIST

De Data Analist is verantwoordelijk voor het ophalen, opslaan en analyseren van data. Hij/zij structureert de gegevens met speciale analysesoftware om er informatie uit te verkrijgen. Ook maakt de Data Analist risico’s en voorspellingen inzichtelijk om deze vervolgens door te communiceren binnen het bedrijf.

Werknemers in deze functie: Ca. 5%

Gemiddeld opleidingsniveau: WO/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 5 - 10

Gemiddeld salaris: € 40.000 - 77.000

PROCES EN OPERATIONS ENGINEER

Werk uitvoerder op proces en operationeel gebied. Voert taken uit zodat het huidige proces optimaal werkend is.

Werknemers in deze functie: Ca. 3%

Gemiddeld opleidingsniveau: HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 - 15

Gemiddeld salaris: € 50.000 - 66.000

IT ENGINEER

Werk uitvoerder op het gebied van (IT) automatisering (assets die bestaan uit IT systemen of daardoor ondersteund worden)

Werknemers in deze functie: Ca.4%

Gemiddeld opleidingsniveau:

MBO 3+4/HBO

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 – 20

Gemiddeld salaris: € 50.000 - 66.000

ADMINISTRATIVE SUPPORT

Functies gericht op het ondersteunen, bijhouden en rand voorwaardelijk optimaliseren van de overige kernwerkzaamheden.

Werknemers in deze functie: Ca. 5%

Gemiddeld opleidingsniveau: MBO 1+2/MBO 3+4

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 - 15

Gemiddeld salaris: € 30.000 - 45.000

Uitvoering van onderhoudswerkzaamheden.

Werknemers in deze functie: Ca. 35%

Gemiddeld opleidingsniveau: MBO 1+2/MBO 3+4

Gemiddeld aantal ervaringsjaren: 10 - 20

Gemiddeld salaris: € 40.000 - 55.000

Manager Duurzaamheid

De Duurzaamheid Manager geeft leiding aan de afdeling die zorg draagt voor het duurzaam handelen van het bedrijf. Ze stellen veelal richtlijnen op om duurzaamheidsdoelstellingen te realiseren en evalueren of er aan deze richtlijnen voldaan wordt.

Projectmanager IT

De Projectmanager IT geeft leiding aan een groep werknemers die werkzaam is in de IT-afdeling van een organisatie. Deze afdeling ondersteunt de organisatie met IT-oplossingen en zorgt voor een betrouwbare infrastructuur.

Projectmanager Recruitment

De Projectmanager Recruitment geeft leiding aan de Recruitment afdeling van een bedrijf. Deze houdt zich veelal bezig met taken als harmonisatie van arbeidsvoorwaarden, ontwikkelen van een functiewaarderings- en beloningssysteem, ontwikkelen van een opleidingstraject, doorvoeren van een reorganisatie, opzetten van een wervingscampagne, etc.

5.2 Tactische functies

Reliability Engineer

Reliability (Maintenance) Engineers zijn gericht op het initiëren, ontwikkelen, implementeren, ondersteunen en controleren van projecten ter vernieuwing en verbetering. Daarnaast richten zij zich op het op een nieuwe manier optimaliseren van processen, procedures en werkinstructies binnen de organisatie. De focus ligt vooral op de lange termijn.

Constructeur

De Constructeur vertaalt het ontwerp van een architect of ontwerper in een werkbare oplossing. Een Constructeur past technische en wiskundige kennis toe om apparaten of constructies daadwerkelijk te realiseren.

Contractmanager

De Contract Manager houdt zich bezig met de inkoop en het opstellen van alle contracten met aannemers en leveranciers van een opdrachtgever. De Contract Manager ondersteunt hierbij de Product Managers en zoekt optimalisatie van de aspecten kwaliteit, kosten en wet- en regelgeving.

Innovatietechnoloog

Een Innovatie Technoloog houdt zich bezig met innovatie op technisch vlak. Hij/zij doet onderzoek naar mogelijke technologische verbeteringen, geeft hierover een advies aan zijn leidinggevende(n) en helpt vaak ook mee met het implementeren van de gegeven adviezen. Het zijn veelal bedrijven in de chemische sector die innovatietechnologen in dienst hebben.

Manager Engineering

De Manager Engineering geeft leiding aan een groep werknemers die werkzaam is binnen de groep Engineering. Deze mensen werken allemaal voor de afdeling van het bedrijf dat zorg draagt voor het technologische onderzoek en de planning van een bepaalde productoptimalisatie van de productieassets, de implementatie van nieuwe assets en de vervanging van bestaande assets. De Manager Engineering zorgt ervoor dat de mensen die voor hem/haar werken goed begeleid en aangestuurd worden.

Materiaal Manager

De Materiaal Manager is verantwoordelijk voor de materialen die gebruikt worden bij het maken en ontwikkelen van producten, spullen en constructies.

Operations Manager

De Operations Manager zorgt ervoor dat het bedrijf blijft draaien, door zich bezig te houden met de dagelijkse gang van zaken. Omdat dit voor elk bedrijf verschillend kan zijn, is ook deze functie op diverse manieren in te vullen. In sommige functies is de Operations Manager met name bezig met het inhuren en regelen van personeel, terwijl in andere functies de nadruk op het bijhouden van voorraad en het regelen van de logistiek kan liggen.

Processpecialist

De Processpecialist is, zoals de naam al aangeeft, specialist in een bepaald proces. Ten eerste kan deze persoon fungeren als een adviseur over hoe een proces geoptimaliseerd kan worden. Ten tweede heeft de Processpecialist vaak de taak om een proces optimaal te managen.

Projectplanner

De Projectplanner is verantwoordelijk voor een goede planning van verschillende projecten binnen een organisatie. Hij/zij is bezig met het maken van

planningen voor projecten, het analyseren van de planningsrisico’s en het afstemmen van alle processen binnen een project.

Requirements Engineer

Een Requirements Engineer houdt zich bezig met het identificeren en documenteren van de wensen van gebruikers van informatiesystemen. De Requirements Engineer bekijkt hierbij de wensen op het gebied van functionaliteit en kwaliteit.

Technical Sales Manager

De Technisch Sales Manager houdt zich bezig met de verkoop van technische producten en het onderhouden van klantrelaties. Deze persoon moet hiervoor specifieke kennis hebben maar ook kunnen verkopen.

Technisch Adviseur

Een Technisch Adviseur adviseert klanten over systemen, standaarden en de aanschaf, installatie en toepassing daarvan. Het vakgebied van de technisch adviseur betreft meestal de IT, de elektrotechniek, de autotechniek of vergelijkbare branches. Hij/zij heeft als adviseur diepgaande kennis over bepaalde onderwerpen én weet dit ook te presenteren aan klanten die minder deskundig zijn op de betreffende terreinen.

Data Analist

De Data Analist is verantwoordelijk voor het ophalen, opslaan en analyseren van data. Hij/zij structureert de gigantische hoeveelheden aan gegevens met speciale analysesoftware om er informatie uit te verkrijgen. Ook maakt de Data Analist risico’s en voorspellingen inzichtelijk om deze vervolgens door te communiceren binnen het bedrijf.

Maintenance Planner

De functies van Maintenance Planners zijn met name gericht op het (technisch) aanleggen, het beheer en het onderhoud van assets. Daarnaast richten zij zich op het in stand houden van de huidige assets en het ontwerpen en in uitvoering brengen van activiteiten hiervoor. De focus ligt met name op de korte termijn.

Gebouwbeheerder

Een Gebouwbeheerder zorgt ervoor dat het pand en alle installaties goed worden onderhouden, zodat de veiligheid en gezondheid gewaarborgd blijven.

Gebouwbeheer valt onder de discipline Facility Management.

Onderhoudsinspecteur

De Onderhoudsinspecteur stelt vast of er sprake is van afwijkingen in het onderhoudsplan en in de uitvoering van onderhoud bij een organisatie. Een Onderhoudsinspecteur kan de opdracht krijgen om algemeen naar het onderhoudsplan te kijken, maar vaak is een Onderhoudsinspecteur in een bepaald deelgebied werkzaam. Zo bestaat er een verdeling in het keuren, inspecteren en certificeren van assets. Ook automatisering van inspecties komt steeds vaker voor. De onderhoudsinspecteur switcht hierbij van het fysiek controleren van de assets, naar het fysiek controleren van de techniek die de assets controleert.

Onderhoudsplanner

De Onderhoudsplanner houdt zich bezig met het opstellen en uitvoeren van een plan voor het onderhoud van assets.

Procesoperator

De Procesoperator draagt bij aan én overziet het goede verloop van een productieproces. Het is de taak van de Procesoperator om het productieproces te bewaken. De Procesoperator moet daarom veel kennis van het proces hebben.

Productieplanner

Een Productieplanner werkt op de productieafdeling van een bedrijf en zorgt ervoor dat mensen en middelen zo efficiënt mogelijk in het productieproces worden ingezet.

Projectleider

De Projectleider kan de rol aannemen van coördinator of van leider. Een coördinerende Projectleider zorgt ervoor dat alles volgens plan en goed verloopt. De leidinggevende Projectleider delegeert en verdeelt taken en heeft de leiding over een projectteam.

Teamleider Productie

De focus van een Teamleider Productie ligt voornamelijk op het plannen, organiseren en ontwikkelen van het productieteam. De Teamleider Productie voert zo efficiënt mogelijk de aangeboden productieorders uit en geeft leiding aan de medewerkers van de desbetreffende productieafdeling.

KENNIS MOET JE OOK ONDERHOUDEN

In een dynamische branche groeit de vraag naar goed opgeleide vakmensen die innovatief durven te zijn. Hogeschool Utrecht biedt werkende professionals uitgebreide mogelijkheden om hun kennis en vaardigheden te verbreden via onze opleidingen in Materiaalkunde, Onderhoud en Inspectie. Onze opleidingen, variërend van mbo-plus, hbo, post-hbo tot masterniveau, bieden actuele kennis die direct toepasbaar is in jouw werk. Bovendien kunnen al onze opleidingen op maat in-company verzorgd worden.

5.3 Operationele functies

Proces en Operations Engineer

De Proces en Operations Engineer voert taken uit met als doel het huidige proces optimaal werkend te krijgen en te onderhouden

Ploegbaas

Een Ploegbaas is de leider van een groep arbeiders die werkzaam zijn in een werkplaats of een fabriek. In veel gevallen is de Ploegbaas zelf ook betrokken bij de werkzaamheden hetzij met nog een extra coordinerende rol.

Proces Engineer

De Process Engineer is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en verbetering van nieuwe en bestaande machines/processen. Deze persoon leidt of neemt deel aan het projectteam van concept tot implementatie. Hij volgt dus als het ware het gehele proces en probeert dit te optimaliseren.

Supply Chain Engineer

De term ‘Supply Chain Engineer’ wordt meestal gebruikt voor iemand die binnen de productieketen een bepaald proces uitvoert. Meestal heeft dit te maken met inkoop, verkoop of logistiek. De ene Supply Chain Engineer zal meerdere stappen van de productieketen controleren, terwijl de andere Supply Chain Engineer zich op de inkoop van één bepaald onderdeel zal focussen.

Mechanical Engineer

De Mechanical Engineer voert werk uit aan assets die werken met analoge bewegende delen.

Materiaaldeskundige

De Materiaaldeskundige onderzoekt de eigenschappen en samenstelling van allerlei materialen. Hij/zij test deze materialen in een laboratorium op bijvoorbeeld corrosie en brandwerendheid. Aan de hand van de resultaten komt de materiaaldeskundige tot nieuwe materialen of verbeteringen van bestaande materialen.

Technical Support Engineer

De Technical Support Engineer is iemand die klanten van grote leveranciers van technische, elektronische en dergelijke producten ondersteunt in installatie en

onderhoud. Dit kan onder andere gaan om besturingssystemen van computers, netwerken en databasesystemen, maar ook om fabrieksapparatuur zoals tanks, machines en vaten.

Electrical Engineer

De Electrical Engineer voert werk uit aan assets die elektrisch geladen zijn en waar dus elektrische spanning op staat.

Voorman Technische Dienst

De Voorman Technische Dienst is verantwoordelijk voor de planning van de afdeling, biedt hulp bij het verhelpen van technische mankementen en denkt mee aan aanpassingen, onderhoud en reparaties op werktuigbouwkundig gebied. Het is een functie waar brede technische kennis voor nodig is.

Automatisation Engineer

De Automatisation Engineer voert werk uit aan assets die bestaan uit computersystemen dan wel daardoor ondersteund worden.

Meet- en Regeltechnicus

De Meet- en Regeltechnicus houdt zich bezig met het bestuderen van het dynamische gedrag van een systeem over tijd. Door het bestuderen van een systeem en de bijbehorende gedragingen kunnen er voorspellingen gedaan worden over bijvoorbeeld het evenwicht van het systeem.

Werkvoorbereider

De Werkvoorbereider maakt berekeningen, werktekeningen en planningen ter voorbereiding van onderhoudswerkzaamheden.

Technisch Tekenaar

Een Technisch Tekenaar levert gedetailleerde tekeningen van installaties en producten én voorziet deze van maten, verwijzingen en bijschriften. Vaak gebruikt hij/zij daarbij Computer Aided Design (CAD)-systemen.

Calculator

De Calculator maakt de berekeningen die nodig zijn om een begroting op te stellen. Door te kijken naar werktekeningen, bestekken en informatie over kosten inkoopprijs berekent hij/zij de benodigde materialen en manuren. Ook zorgt de Calculator voor een

correcte nacalculatie. Andere taken zijn het beoordelen van offertes, maken van risicoanalyses en het signaleren van eventuele besparingsmogelijkheden.

Planner

De Planner is verantwoordelijk voor de detailplanning van een project. Voorbeelden van taken kunnen zijn: het maken van een werkrooster, het verschaffen van werkinstructies, het vaststellen van benodigde arbeidsuren, het inkopen van materiaal, het verkrijgen van vergunningen en het contact met opdrachtgevers en leveranciers.

Administrative support

Administrative Support bestaat uit functies gericht op het ondersteunen, bijhouden en optimaliseren van randvoorwaardes van de overige kernwerkzaamheden.

5.4 Uitvoerende functies

Monteur/Technicus

Uitvoerende functies houden zich, zoals de naam al aangeeft, bezig met het daadwerkelijk uitvoeren van de onderhoudswerkzaamheden

Machine-operator

Machine-operator verwijst hoofdzakelijk naar iemand die verantwoordelijk is voor de werking van een machine. Deze persoon staat vaak onder leiding en toezicht van een Procesoperator, wiens verantwoordelijkheid zich uitstrekt tot een groter productieproces.

Onderhoudsmonteur

Een Onderhoudsmonteur is een monteur die onderhoud aan assets uitvoert. De werkzaamheden van een Onderhoudsmonteur hangen af van het bedrijf waar hij werkzaam in is. In grote lijnen komt het erop neer dat hij zich onder andere bezighoudt met het repareren, afstellen, inspecteren, testen en het oplossen van storingen aan de apparatuur.

Storingsmonteur

Een Storingsmonteur is iemand die storingen verhelpt en soms ook machines installeert. De Storingsmonteur is dus veelal bezig met het controleren, onderhouden en repareren. Het repareren gebeurt vaak zonder regelmaat, omdat niet altijd te voorzien is waar en wanneer de defecten zich voordoen.

Visiedocument VEILIG WERKEN IN 2033

Ontdek de Toekomst met Tecona Technology!

Bij Tecona geloven we in de kracht van technologie om levens te transformeren, bedrijven te verbeteren en de wereld te veranderen. Wij zijn een pionier in het leveren van geavanceerde oplossingen die u voordelen bieden t.o.v. uw concurrentie en u helpen bij het bereiken van uw doelen.

Al ruim veertig jaar zit Tecona in ons DNA. Letterlijk. Onze energieke teamgeest, open communicatie en nieuwsgierigheid maken ons uw authentieke partner in Asset Management, Technical Quality Assurance & Inspections en Engineering.

WAAROM KIEZEN VOOR TECONA TECHNOLOGY?

• INNOVATIE: Ons team van experts staat nooit stil. We zijn voortdurend bezig met het ontwikkelen van methodieken en technologieën die uw bedrijf naar nieuwe hoogten zullen tillen.

• MAATWERK: Elk project is uniek en wij begrijpen dat. Onze oplossingen worden op maat gemaakt om te voldoen aan uw speci eke behoeften en doelstellingen.

• BETROUWBAARHEID: Wij zijn toegewijd aan kwaliteit en betrouwbaarheid. U kunt op ons rekenen omdat we altijd beschikbaar zijn om u te ondersteunen; ongeacht de uitdagingen die zich voordoen.

• TOEKOMSTBESTENDIGHEID: Technologie evolueert snel en wij willen ervoor zorgen dat u altijd vooroploopt. Onze oplossingen zijn ontworpen met het oog op de toekomst, uw toekomst zodat u uw concurrenten altijd een stap voor blijft.

KLAAR OM DE TOEKOMST TE OMARMEN?

Neem vandaag nog contact met ons op en ontdek hoe Tecona Technology uw bedrijf kan transformeren en uw ambities kan verwezenlijken.

TECONA zit in ons DNA

INHOUD

Hoofdstuk 4 Evaluatie visiedocument 2011 “Safety”

Hoofdstuk 5 Hoe ziet Veilig Werken er anno 2023 uit?

5.1.1. Cijfers in Nederland t.o.v. de rest van Europa

5.1.2. Mentale gezondheid

5.2. Wet- en regelgeving

5.2.1. Wetgeving omtrent Veilig Werken anno 2023

5.2.2. De inzet van tools voor veiligheidsinspecties

5.3. Innovaties

5.3.1. Proactieve monitoring

5.3.2. Autonome Inspectie Robots

5.4. Cultuur en Ketensamenwerking 110

5.4.1. Naar een cultuur van proactieve veiligheid 110

5.4.2. De kloof tussen interne en externe veiligheidscommunicatie 110

5.4.3. Safety Culture Ladder 111

Hoofdstuk 6 Hoe ziet Veilig Werken er anno 2033 uit? 114

6.1. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving 114

6.1.1. De balans tussen innovatie en regelgeving 114

6.1.2. De kracht van Leren van Incidenten 115

6.2. Ontwikkelingen in Techniek 119

6.2.1. Herdefiniëren van veiligheid met nieuwe innovaties 119

6.2.2. Omgaan met de veiligheid van verouderende assets 120

6.2.3. Het belang van cyberveiligheid voor een veilige werkomgeving 120

6.3. Ontwikkelingen in Cultuur en Menselijk Gedrag 122

6.3.1. Cultuurverschillen op de werkvloer 122

6.3.2. Wendbaar leiderschap voor de toekomst 125

6.3.3. Kleinere incidenten, groter leerproces 125

6.3.4. De evolutie van werknemerscompetenties 126

6.4. Ontwikkelingen in Ketensamenwerking 127

6.4.1. Samenwerking als sleutel tot veiligheid 127

6.4.2. Cultiveren van de veiligheid 127

6.4.3. Circulaire Ketensamenwerking en de Energietransitie 128

Hoofdstuk 7 Aanbevelingen

7.1. Stimuleer veiligheid door middel van innovatie

7.2. Intensiveer samenwerkingsverbanden om nieuwe technologieën te adopteren

130

130

131

7.3. Creëer een adaptieve en inclusieve werkomgeving 132

7.4. Bereid je voor op de gevolgen van de energietransitie 133

1. MANAGEMENT SAMENVATTING

De onderhoudssector zal de aankomende jaren getuige zijn van een transformatie in de benadering van Veilig Werken. Deze benadering zal gekenmerkt worden door een verschuiving van de nadruk op de naleving van formele wetgeving naar een proactief en op risico’s gebaseerd veiligheidsbeheer. Sleutel tot deze verandering is de ontwikkeling van een robuuste veiligheidscultuur binnen onderhoudsorganisaties, waarbij werknemers zich bewust zijn van de veiligheidsaspecten van hun werkzaamheden en betrokken zijn bij het verbeteren van de veiligheidsprocedures binnen de organisatie.

De implementatie van toezicht- en feedbackmechanismen is tevens belangrijk, waarbij continue monitoring en evaluatie van veiligheidsprestaties centraal staat. Dit zal verder ondersteund worden door investeringen in uitgebreide veiligheidstrainingen en programma’s, die niet alleen de risico’s van het werk belichten, maar ook up-to-date strategieën aanreiken om deze te beperken.

Ten slotte zal er in toenemende mate aandacht zijn voor de toepassing van nieuwe technologieën en processen, hetgeen een proactieve aanpak van veiligheidsmanagement vereist. Hier zijn twee dingen voor nodig. Allereerst dienen veiligheidsprotocollen bijgewerkt te worden om nieuwe technologieën en methoden toe te kunnen passen. Daarnaast is een actieve dialoog met regelgevende instanties nodig om ervoor te zorgen dat de veiligheidsprocessen en protocollen voldoen aan de nieuwste normen en richtlijnen.

Ondanks dat het bevorderen van een veilige werkomgeving een actueel thema is waar medewerkers en verschillende stakeholders actief bij betrokken worden, is het van belang dat deze gedeelde verantwoordelijkheid nog beter wordt gedragen binnen (onderhouds)organisaties.

2. MANAGEMENT SUMMARY

The maintenance sector will witness a transformation in the approach to Safe Working in the coming years. This approach will be characterized by a shift from a focus on compliance with formal legislation to proactive and risk-based safety management. Key to this change is the development of a robust safety culture within maintenance organizations, where employees are aware of the safety aspects of their work and are involved in improving safety procedures within the organization.

The implementation of monitoring and feedback mechanisms is also important, in which continuous monitoring and evaluation of safety performance are central. This will be further supported by investment in comprehensive safety training and programs, which not only highlight the risks of the work, but also provide up-to-date strategies to mitigate them. Moreover, there will be an increasing focus on com-

pliance with new technologies and processes, which requires a proactive approach to safety management. This proactive approach has two main requirements. First, safety protocols need to be updated to accommodate new technologies and methods. In addition, an active dialogue with regulatory bodies is needed to ensure that safety processes and protocols comply with the latest standards and guidelines.

Despite the fact that promoting a safe working environment is a hot topic that actively involves employees and various stakeholders, it is important that this shared responsibility is even better supported within maintenance organizations.

3. INLEIDING

Veilig Werken is een cruciaal onderdeel van elke professionele omgeving, ongeacht de sector of de branche. Dit is vooral in Beheer en Onderhoud van belang omdat Veilig Werken de kansen op ongevallen en storingen vermindert, de levensduur van apparatuur verlengt en een gezonde en productieve werkomgeving bevordert. Door veilige werkpraktijken te volgen, wordt niet alleen de fysieke gezondheid en veiligheid van werknemers gewaarborgd, maar wordt ook de mentale gezondheid verbeterd. Dit zorgt voor een betere sfeer, verhoogt de productiviteit en vermindert het verzuim. Veilig Werken dient dan ook als een vitale investering voor zowel de individuele werknemer als de organisatie in zijn geheel.

Definitie Veilig Werken

Veilig Werken is het volgen van praktijken en procedures die zijn ontworpen om werknemers te beschermen tegen risico’s of gevaren op de werkplek. Dit omvat het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, het naleven van veiligheidsvoorschriften en het bevorderen van een cultuur die veiligheid en gezondheid op het werk vooropstelt.

In dit visiedocument wordt Veilig Werken gerelateerd aan Asset Management. Het is immers niet de eerste keer dat Veilig Werken wordt behandeld; in 2011 werd door NVDO het visiedocument “Safety” geïntroduceerd. Dit visiedocument vormt een interessante basis om nu, twaalf jaar later, te evalueren op aanbevelingen van destijds en nieuwe ontwikkelingen te onderzoeken. Vervolgens verschuift de aandacht naar de huidige situatie in 2023. Met inachtneming van veranderingen in wet- en regelgeving, innovaties die bijdragen aan Veilig Werken, culturele ontwikkelingen en ketensamenwerking, wordt een helder beeld geschetst hoe Veilig Werken wordt ingezet in de onderhoudssector.

Deze huidige ontwikkelingen worden vervolgens meegenomen in de vooruitblik naar 2033; blijven dezelfde wetgeving, innovaties, culturele ontwikkelingen en ketensamenwerkingen relevant in de komende tien jaar? Tot slot worden de huidige situatie en toekomstvisies verwerkt in een aantal concrete aanbevelingen. Hiermee krijg je de mogelijkheid in te spelen op de geschetste situaties en concrete zaken toe te passen op je eigen onderhoudsorganisatie.

4. EVALUATIE VISIEDOCUMENT

2011 “SAFETY”

Net zoals dit visiedocument een visie op 2033 bevat, bevatte het NVDO Visiedocument “Safety” uit 2011 een visie op 2020. Dit visiedocument uit 2011 was het resultaat van twee jaar samenwerking aan de Europese campagne ‘Veilig Onderhoud’. De aanbevelingen van destijds nog een keer op een rijtje:

▶ Het creëren van een gezonde en veilige werkomgeving is essentieel voor het welzijn van werknemers en het behalen van betere prestaties

▶ Door een veilige werkomgeving te waarborgen, worden verzuim, burn-out gevallen en arbeidsongeschiktheid vermindert, wat kosten bespaart en juridische schadeclaims voorkomt

▶ Het naleven van wetten en het bieden van voorlichting en preventie zijn kerntaken van de Arbeidsinspectie

▶ Risico-inventarisatie- en evaluatie (RI&E) en het opstellen van een plan van aanpak zijn cruciale onderdelen van een effectief veiligheidsbeleid

▶ Samenwerking tussen bedrijven en een gezonde organisatiecultuur zijn van essentieel belang voor Veilig Werken

▶ Er moet geïnvesteerd worden in de verbetering van hardware om de veiligheid op de werkvloer te waarborgen

▶ Er wordt aanbevolen het Actieplan Arbeidsveiligheid te gebruiken om middels praktische hulpmiddelen en kennisdeling het aantal ongevallen te verminderen

De adviezen van twaalf jaar terug gelden uiteraard nog steeds voor het creëren van een veilige werkomgeving anno nu. De relevante aspecten binnen Veilig Werken hebben natuurlijk wel een aantal ontwikkelingen doorgemaakt. De volgende hoofdstukken zoomen daarom dieper in op wet- en regelgeving, innovatie en techniek, cultuur en menselijk gedrag en ketensamenwerking. Aan het einde van dit Visiedocument tref je opnieuw een aantal aanbevelingen. Deze kunnen worden vergeleken met bovenstaande aanbevelingen om te zien waar de grootste veranderingen ten opzichte van twaalf jaar geleden zich bevinden.

5. HOE ZIET VEILIG WERKEN ER ANNO 2023 UIT?

Met een groeiend bewustzijn van de risico’s en de toenemende nadruk op werknemerswelzijn, is het waarborgen van een veilige werkomgeving een prioriteit geworden en vanzelfsprekend niet meer weg te denken uit de onderhoudssector. Onderhoudsorganisaties streven naar een omgeving waar ongevallen worden voorkomen en de gezondheid van werknemers gewaarborgd wordt. Invloeden van recente weten regelgeving, de rol van innovaties en de betekenis van bedrijfscultuur en ketensamenwerking voor de werkveiligheid spelen hier een belangrijke rol. In Nederland vinden er nog steeds zo’n 60 dodelijke bedrijfsongevallen plaats per jaar1. Professionals in de

60 dodelijke bedrijfsongevallen per jaar

2300 ernstige bedrijfsongevallen per jaar waarbij ziekenhuisopname nodig is Nederland staat op plek nummer 26 als het gaat om fatale ongelukken in de EU

bouw, zoals bouwplaats medewerkers, timmerlieden en machine operators lopen het grootste risico. Dit getal heeft echter ook betrekking op werkzaamheden binnen Beheer en Onderhoud. Oorzaken zijn de vervanging van of reparaties aan machines of apparatuur, inspecties die niet goed genoeg worden uitgevoerd en onvoldoende veiligheidsmaatregelen die leiden tot bedrijfsongevallen. Bij BRZO (Besluit Risico’s Zware Ongevallen) bedrijven waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen en bedrijven waar gewerkt wordt op grote hoogtes, is het van levensbelang dat de veiligheidsmaatregelen zorgvuldig worden opgesteld en nageleefd. Gevolgen die vaak terugkomen zijn explosies (met als gevolg (blijvend) letsel), irritaties, ademhalingsproblemen of werknemers die vallen van een steiger. Bij alle incidenten schieten de ‘plannen en procedures’ tekort2; soms ontbreken deze plannen en procedures zelfs, omdat de risico’s niet van tevoren worden geïdentificeerd. In andere gevallen houden bedrijven geen toezicht op de naleving van werkvoorschriften, of zijn deze voorschriften niet duidelijk genoeg geformuleerd om in de praktijk toe te kunnen passen.

1 FNV, Bedrijfsongevallen, (n.b.). Bedrijfsongevallen

2 RIVM, Analyse van incidenten met gevaarlijke stoffen bij Brzo-bedrijven, (2022).

Figuur 2: Fatale ongelukken in de Europese Unie per 100.000 werknemers

Figuur 1: Feiten ongevallen in Nederland

5.1.1. Cijfers in Nederland t.o.v. de rest van Europa

Nederland presteert over het algemeen goed ten opzichte van de rest van Europa als het gaat om arbeidsongevallen. Dit betreft echter arbeidsongevallen in de breedste zin, en gaat niet specifiek over Beheer en Onderhoud. Volgens Europese statistieken staat Nederland in de top drie van landen met het laagste aantal dodelijke ongevallen op de werkvloer. Het aantal dodelijke bedrijfsongevallen per 100.000 werknemers is in Nederland het laagste van Europa. In de EU zijn er gemiddeld 2,07 dodelijke bedrijfsongevallen per 100.000 werknemers, terwijl dit aantal in Nederland uitkomt op 0,5 per 100.000 werknemers. Nederland heeft in vergelijking met andere Europese landen strengere regelgeving op het gebied van het voorkomen van arbeidsongevallen, wat het lage aantal weerspiegelt.

Wat betreft de niet-fatale bedrijfsongevallen scoort Nederland ook goed ten opzichte van de rest van Europa. Figuur 3 toont de ontwikkeling van niet-dodelijke arbeidsongevallen. Het jaar 2010 is als basis genomen (2010 = 100). De Nederlandse lijn (oranje) en de EUlijn (blauw) tonen de trend als percentage van de waarde van dit basisjaar. Nederland zit met een percentage van 49% dan ook een stuk lager ten opzichte van het gemiddelde van de EU (80%) in het laatst gemeten jaar.

Vooral de bedrijfstakken vervoer en opslag hebben gezorgd voor de dalende trend van Nederland

5.1.2.

Mentale gezondheid

Groeiende aandacht voor mentale gezondheid is een bredere maatschappelijke ontwikkeling die ook door werkenden als belangrijk en actueel wordt ervaren4 . Door de toegenomen aandacht en bewustwording rond mentale gezondheid, worden steeds meer mensen zich bewust van hun eigen mentale gezondheidsproblemen. Organisaties hebben een grote verantwoordelijkheid om voor de geestelijke gezondheid van hun werknemers te zorgen5. Echter ligt de focus nog te vaak op de veiligheid van een fysieke werkomgeving en te weinig op het mentale welzijn van de werknemer. Dit leidt tot een toegenomen percentage verzuim door psychische klachten.

Werkmodellen met een hoge werkdruk leiden ook tot verzuim en een groeiend percentage van burn. Managers dienen te luisteren naar werknemerster komen de klachten van werknemers vaak niet bij het management terecht. Dit maakt het een grote uitdaging om organisaties bewust om te laten gaan met de mentale gezondheid van werknemers. Een bottom-up benadering waarbij werknemers open communiceren met managers over werkdruk, stress en andere mentale gezondheidsklachten kunnen deze klachten, maar ook kosten die gepaard gaan met verzuim verminderen7

Minder arbeidsongevallen met vier of meer dagen verzuim, (2022).

Kabinet start brede beweging voor betere mentale gezondheid, (2022). Kabinet start brede beweging voor Mentale gezondheid op de werkvloer, (2022). Mentale gezondheid op de werkvloer

Werkgevers negeren behoefte van vrouwen in nieuw arbeidslandschap, (2023). Hoge werkdruk zorgt nog steeds voor veel burn-out klachten, (2022).

Figuur 4: Verzuimpercentage veroorzaakt door psychische klachten
Figuur 3: Afname in niet-fatale ongelukken in Nederland vergeleken met EU

Ruim 1,3 miljoen werknemers in Nederland heeft last van burn-out klachten

Ruim 20% v.d. werknemers in Nederland zegt persoonlijke plannen af door werkdruk

Figuur \d+: Cijfers mentale gezondheid

22% v.d. werknemers in Nederland voelt zich uitgeteld na een werkdag

Daarnaast blijkt discriminatie ook invloed uit te oefenen op de mentale gezondheid van werknemers. In 2022 rapporteerde 10% van de werknemers discriminatie op de werkplek, voornamelijk vanwege afkomst, leeftijd of geslacht. Hierdoor is het percentage verzuim hoger geworden. Werknemers die discriminatie ervaren en verzuimen, geven aan dat dit vaker voorkomt op de werkvloer. 38% van de werknemers die werkgerelateerde klachten ervaart, kent dit toe aan discriminatie. 15% van deze werknemers ervaart discriminatie als gevolg van het werk. Daarnaast ervaart 19% van de werknemers werkgerelateerde klachten waar geen sprake was van discriminatie. Bij 8% van deze werknemers ontstaan deze klachten wel op werk. Oorzaken van deze klachten bestaan voornamelijk uit ruzies, conflicten of grensoverschrijdend gedrag8

De mentale gezondheid van werknemers oefent ook invloed uit op Veilig Werken binnen een organisatie9 Werknemers die met mentale gezondheidsklachten

worstelen kunnen problemen hebben met concentratie en aandacht. Dit kan er toe leiden dat veiligheidsprocedures genegeerd worden of onveilig gedrag vertoond wordt, simpelweg omdat ze niet volledig met hun aandacht bij de werkzaamheden zijn. Vooral in een omgeving met een hoge werkdruk is het mogelijk dat veiligheidsprocedures genegeerd worden als deze te veel tijd kosten. Daarnaast kunnen de assets verwaarloosd worden. Een werknemer die depressief of extreem gestresst is, kan nalaten de nodige zorg en aandacht te besteden aan het onderhoud van machines of apparatuur. Als hierdoor de apparatuur faalt of onveilig wordt, kan dit leiden tot gevaarlijke situaties.

Ook kan onvoldoende communicatie als gevolg van de mentale gezondheid invloed uitoefenen op Veilig Werken. Werknemers die met mentale gezondheidsproblemen worstelen, hebben mogelijk moeite om hun behoefte of zorgen te communiceren. Dit kan problematisch zijn in situaties waar communicatie essentieel is voor veiligheid op de werkvloer, zoals bij de rapportage van incidenten, werkinstructies en noodevacuaties.

8 TNO, 1 op de 10 werknemers voelde zich in 2022 gediscrimineerd op werk, (2023).

9 ILO, WHO en IAO roepen op tot nieuwe maatregelen om mentale gezondheidsproblemen op het werk aan te pakken, (2022).

Figuur 6: Werkgerelateerde klachten bij laatste verzuimgeval

5.2. Wet- en regelgeving

5.2.1. Wetgeving omtrent Veilig

Werken anno 2023

Wat betreft de relevante wetgeving die betrekking heeft op Beheer en Onderhoud is er een actuele ontwikkeling die plaatsvindt. Zoals bekend handhaaft de Nederlandse Arbeidsinspectie op de Arbowet (Arbeidsomstandigheden wet). De Arbowet omvat alle regels omtrent het zorgen voor een veilige werkomgeving voor werknemers, zo ook binnen Beheer en Onderhoud. De Rijksoverheid heeft begin 2023 een aantal aanpassingen doorgevoerd in deze wet:

Wijzigingen in Arbo wetgeving

Nieuwe ARIE-regeling: In 2023 is de Aanvullende Risico-Inventarisatie & - Evaluatie (ARIE) voor bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken ingevoerd

Invoering TSB: De Tegemoetkoming Stoffengerelateerde Beroepsziekten (TSB) regeling maakt het makkelijker voor getroffen medewerkers en zzp’ers om een financiële vergoeding te krijgen

Uitbreiding TSB-beroepsziekten: De TSB is momenteel van toepassing op drie specifieke beroepsziekten, met plannen om de lijst uit te breiden

Verhoogde thuiswerkvergoeding: In 2023 is de belastingvrije thuiswerk-vergoeding verhoogd om gezond en vitaal thuiswerken te stimuleren

Figuur 7: Wijzigingen in Arbo wetgeving 2023

Bovendien maken deze wijzigingen de ARIE-regeling (Risico-Inventarisatie & Evaluatie regeling) een stuk eenvoudiger en minder complex dan de vorige versie, wat resulteert in duidelijkere voorschriften met betrekking tot het gebruik van gevaarlijke stoffen.

5.2.2. De inzet van tools voor veiligheidsinspecties Onderhoudsorganisaties gebruiken verschillende tools en methoden om de risico’s op onveilige situaties te beoordelen. Twee hiervan worden toegelicht.

Een preventiebeleid zware ongevallen (PBZO)

Een installatie en scenariodocument

ARIEregeling voor onderhoudsorganisaties

Een veiligheidsbeheersysteem

Tools voor veiligheidsinspecties

Online interactive Risk Assessment (OiRA): Een online tool voor stapsgewijzebeoordeling en opvolging van werkplekrisico’s. Deze OiRA analyseert verschillende parameters, biedt real-time resultaten en stelt preventieve maatregelen voor om de vastgestelde risico’s te minimaliseren. Hiermee is het een essentieel instrument voor veiligheidsbeheer en risicopreventie op de werkplek

Arbeidshygiënistische piramidestrategie: Een hiërarchische aanpak voor veiligheidsbeheersmaatregelen, van risicovermijding tot persoonlijkebeschermingsmiddelen. Deze aanpak stimuleert het oplossen van problemen bij de bron, voordat minder effectieve stappen worden overwogen

Figuur 9: Tools voor veiligheidsinspecties

De OiRA-tools volgen een stapsgewijze benadering van de risicobeoordeling, de identificatie en evaluatie van werkplekrisico’s tot de implementatie en opvolging van preventieve acties. Ze helpen bij het identificeren van mogelijke risico’s op de werkplek, bieden aanbevelingen voor goede praktijken en stellen actieplannen en rapporten op. Er zijn OiRA-tools ontwikkeld voor een breed scala aan sectoren, waaronder de onderhoudssector, en ze kunnen een nuttige bron

Een noodplan
Figuur 8: Onderdelen van ARIE voor onderhoudsorganisaties

zijn voor organisaties die hun risicobeoordelingsprocessen willen verbeteren.

De hiërarchische aanpak van de arbeidshygiënistische piramidestrategie bestaat uit vier treden en ziet er als volgt uit.

De piramidestructuur geeft aan dat er allereerst gekeken moet worden naar de bronmaatregelen. Indien dit niet mogelijk is zal als alternatief gezocht moeten worden naar technische maatregelen. Deze structuur wordt aangehouden totdat er niet anders dan maatregelen genomen kunnen worden in de persoonlijke beschermingsmiddelen.

▶ Bronmaatregelen: De hoogste trede in de piramide, gericht op het vermijden van risicovolle situaties zoals het gebruik van gevaarlijke stoffen

▶ Technische maatregelen: Deze worden genomen wanneer bronmaatregelen niet mogelijk zijn, zoals het implementeren van meet- regel- en alarmeringssystemen of het gebruik van sensoren om corrosie te meten

▶ Organisatorische maatregelen: Deze worden toegepast als technische maatregelen onvoldoende zijn, zoals het plaatsen van kabelsystemen op daken of het installeren van permanente of tijdelijke ankerpunten om vallen te voorkomen

▶ Persoonlijke beschermingsmiddelen: De laatste trede in de hiërarchie, onder andere bestaande uit het dragen van veiligheidshelmen, brillen, chemisch bestendige handschoenen en ademhalingsbeschermingsproducten met een P3-filter.

Het is belangrijk om regelmatig toezicht te houden op de werkzaamheden en de werkomgeving om ervoor te zorgen dat de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd en de werkzaamheden op een veilige en verantwoordelijke manier worden uitgevoerd. Daarvoor zijn inspecties van bijvoorbeeld machines en de werkomgeving nodig om problemen te identificeren voordat deze tot ongevallen kunnen leiden. Het gebruik van deze tools kan dan ook een bruikbaar hulpmiddel zijn om veiligheidsinspecties uit te voeren.

Figuur 11: Arbeidshygiënistische strategie
Figuur 10: Onderdelen van OiRA

5.3. Innovaties

5.3.1.

In het uiterst belangrijke veld van Veilig Werken in Beheer en Onderhoud worden voortdurend nieuwe innovaties geïntroduceerd. Hoewel er een breed scala aan ontwikkelingen is, zoals geavanceerde analytics, machine learning en het inzetten van drones bij onderhoudsinspecties, zal dit hoofdstuk zich specifiek richten op de twee meest impactvolle innovaties die worden gezien in de onderhoudssector.

Proactieve monitoring

Monitoring is op dit moment nog steeds belangrijker dan robotisering in de onderhoudssector. De kosten voor monitoringstechnologieën worden steeds lager, waardoor het mogelijk wordt om meer data te monitoren en zo onderhoudswerkzaamheden beter te voorspellen. Robotisering daarentegen blijkt vaak nog te duur en vergt grote(re) investeringen. Monitoring met behulp van sensoren, analysesystemen en een chip die data opslaat, is het een kosteneffectieve oplossing die weinig infrastructuurverandering nodig heeft, maar wel de veiligheid van de assets kan waarborgen. Door continu verschillende onderdelen en systemen te monitoren, en hier geleidelijk meer onderdelen aan toe te voegen, kunnen potentiële problemen vroegtijdig worden gedetecteerd, waardoor downtime wordt verminderd en dure reparaties voorkomen kunnen worden. Daarnaast zijn de werkzaamheden veiliger ingeregeld dan wanneer er menselijke interactie met robots plaatsvindt, omdat de interactie met robots, die potentieel risico’s met zich meebrengen, vermeden wordt10. Kortom, terwijl robotisering voordelen heeft, is monitoring voor 2023 nog van groter belang in de onderhoudssector.

5.3.2. Autonome Inspectie Robots

Hoewel bestaande monitoringstechnologieën als relevanter worden beschouwd dan robots voor het onder-

houd van assets, betekent dat niet dat er momenteel geen ontwikkelingen plaatsvinden op het gebied van robotisering. De laatste jaren heeft er namelijk een technologische ontwikkeling plaatsgevonden die onderhoudswerkzaamheden eenvoudiger in kunnen gaan richten; Autonome Inspectie Robots (AIR).

“Autonome Inspectierobots zijn een gamechanger in Asset Management”

AIR’s kunnen helpen onderhoudswerkzaamheden sneller en nauwkeuriger uit te voeren dan mensen11 Daarnaast kunnen ze de veiligheid op de werkvloer verbeteren door werkzaamheden uit te voeren in gevaarlijke situaties die eigenlijk door mensen zouden worden uitgevoerd. Denk hierbij aan situaties die gevaarlijk of onbereikbaar kunnen zijn voor mensen, zoals in olie- en gasinstallaties, energiecentrales of onderwaterstructuren. Deze robots kunnen uitgerust worden met verschillende sensoren en camera’s om een verscheidenheid aan parameters te meten, zoals temperatuur, druk, trillingen en gasconcentraties.

10 TTM, Wat heb je nou eigenlijk aan robotisering en AI voor je logistieke processen?, (2022). 11 H2O, Bekroonde autonomie inspectierobot is ‘een gamechanger’ en stuurt als Max Verstappen, (2022).

5.4. Cultuur en Ketensamenwerking

5.4.1. Naar een cultuur van proactieve veiligheid

Meer dan tien jaar geleden werden er al signalen gegeven dat een onderhoudsorganisatie zou moeten focussen op het creëren van een veiligheidscultuur en gedragsverandering. Zowel werknemers, leveranciers, als het management zouden proactief betrokken moeten worden in de organisatie om de veiligheid van binnenuit te verbeteren. Dit blijkt een belangrijk thema te zijn op het gebied van Veilig Werken, want ook dit jaar komt het creëren van een proactieve veiligheidscultuur nog steeds terug in Beheer en Onderhoud.

Onderhoudsorganisaties beschikken namelijk over gedetailleerde veiligheidsmaatregelen die verder gaan

hierbij de norm, waarbij het streven naar continue verbetering centraal staat.

Tegelijkertijd wordt de ‘risico-regelreflex’ (de neiging om onmiddellijk en zonder zorgvuldige overweging van kosten en baten veiligheidsmaatregelen te treffen na een incident) tegenwoordig anders ingeregeld. In de context van Beheer en Onderhoud wordt de risico-regelreflex meer gericht op het verschuiven van een dergelijke reflexieve benadering naar een meer proactieve, risico-gebaseerde aanpak13. Denk aan het uitvoeren van risicoanalyses, flexibele regelgeving (ook als het gaat om trends als innovatie) en de focus op voortdurende verbetering. Dit leidt tot verbeterde veiligheidsprestaties en verminderde ongevallen, maar vereist ook een grote verantwoordelijkheid van

dan enkel het naleven van de door de overheid opgelegde wet- en regelgeving12. Dit is een gevolg van de groeiende complexiteit van onderhoudstaken en de snelle technologische ontwikkelingen die leiden tot nieuwe kansen en uitdagingen. De nadruk ligt tegenwoordig steeds meer op toezicht en op bewustwording van Veilig Werken in plaats van de handhaving van formele wetgeving. Onderhoudsorganisaties investeren in toenemende mate in het ontwikkelen van een veiligheidscultuur, waarbij werknemers bewust worden gemaakt van de veiligheidsaspecten van hun werk. Toezicht- en feedbackmechanismen zijn

organisaties aangaande training en professionele ontwikkeling van werknemers.

5.4.2. De kloof tussen interne en externe veiligheidscommunicatie Een probleem dat niet alleen voorkomt binnen onderhoudsorganisaties, maar ook in andere industrieën is het verschil tussen de externe communicatie over veiligheid ten opzichte van de interne maatregelen die genomen worden om een veilige werkomgeving te waarborgen. Geen enkel bedrijf geeft aan dat Veilig Werken niet als hoogste prioriteit wordt gezien binnen de bedrijfscultuur, terwijl managers deze bood-

12 Radboud Universiteit Nijmegen, Veiligheid als (bij)product, 2012, 13 Crisislab, De risico-regelflex in de (petro)chemische industrie, (n.b.).

Figuur 12: Toezicht versus wet- en regelgeving

schap intern niet altijd even consequent uitdragen. Zo zie je dat de externe communicatie omtrent Veilig Werken de hoogste prioriteit heeft, maar intern op de werkvloer handelen werknemers er niet altijd naar. Externe communicatie gaat hier vooral over de beperkte of rooskleurige communicatie omtrent Veilig Werken naar belanghebbende partijen, zoals De Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Interne communicatie heeft voornamelijk te maken

1. Verwarring

Werknemers raken in de war over wat er echt toe doet; termen verliezen hun betekenis en groepen raken hun focus kwijt

2. Accidentele schade

Werknemers worden misleid over wat het bedrijf doet, wat er toe leidt dat werknemers schadelijke dingen doen die ze niet van plan waren om te doen

3. Valse zekerheid

Creëert een onterecht gevoel van veiligheid, met als gevolg dat er onvoldoende wordt ingespeeld op het beperken van onveilige situaties

4. Onjuiste incentives

Vermindert de prikkel voor bedrijven om daadwerkelijk het risico op onveilige situaties te verminderen die ze mogelijk veroorzaken

2. Reactief

1. Pathologisch

"Wat niet weet, wat niet weert"

Verandergedrag is ad-hoc en van korte duur

14 Lesswrong, Beware of safety-washing, (2023)

15 FNV, Bedrijfsongevallen, (n.b.).

16 NEN, Safety Culture Ladder, (n.b.).

met medewerkers’ beperkte mogelijkheden om deel te nemen aan het verbeteren van de veiligheid van de werkomgeving. De realiteit is dat onveilige situaties op de werkvloer blijven bestaan omdat geen maatregelen genomen worden om deze op te lossen. Problemen komen dan ook niet vaak bij managers terecht. In de meest extreme vorm wordt dit fenomeen ‘Safety Washing’ genoemd. ‘Safety Washing’ is het misleiden van mensen door te suggereren dat bepaalde producten of praktijken ‘veilig’ zijn of dat veiligheid –bijvoorbeeld op de werkvloer – een grote prioriteit is voor een bedrijf, terwijl dit niet het geval is. Dit kan leiden tot een aantal consequenties14 .

5.4.3. Safety Culture Ladder

Een ander initiatief om veiligheidsbewustzijn te creëren is de ‘Safety Culture Ladder’ (SCL). De SCL is een meetinstrument dat is ontworpen om veiligheidsbewustzijn, houding en gedrag van werknemers binnen bedrijven te evalueren en te verbeteren. Het belangrijkste doel van de SCL is om bedrijven en hun leveranciers aan te moedigen om bewust veilig en gezond te werken, waarbij de nadruk ligt op het bevorderen van de veiligheidscultuur. Hoe hoger het niveau van veiligheidsbewustzijn en veiligheidsprestaties binnen een organisatie is, hoe hoger de trede op de ladder die aan de organisatie wordt toegekend door een onafhankelijke, gecertificeerde instelling (CI)4115. De SCL is toepasbaar in alle sectoren en dus ook bijzonder relevant voor Beheer en Onderhoud16 .

3. Berekenend

Veiligheidsregels worden belangrijk gevonden

4. Proactief

Veiligheid heeft een hoge prioriteit en wordt continu verbeterd

5. Vooruitstrevend

Veiligheid is volledig geïntegreerd in alle bedrijfsprocessen

Figuur 14: De Safety Culture Ladder
Figuur 13: Consequenties van ‘Safety Washing’

“Wat de SCL in mijn optiek zo interessant maakt, is dat het kijkt naar diepe, bijna verborgen lagen in een organisatie: die van bedrijfscultuur en dan met name op het gebied van Veilig Werken. Die laag is ontzettend belangrijk in de effectiviteit van veiligheidsmaatregelen”

Vanaf 1 januari 2025 is trede 3 van de Safety Culture Ladder vereist bij Veiligheid in Aanbesteding (ViA), waarvoor een aantal maatregelen genomen moeten worden door onderhoudsorganisaties. Met dit besluit willen ondertekenaars van de GCVB (Governance Code Veiligheid in de Bouw), waaronder Rijkswaterstaat, bedrijven meer zekerheid bieden over de ingangsdatum van Trede 3. Sinds 1 januari 2022 moeten opdrachtgevers die de GCVB hebben ondertekend veiligheidsbewustzijn opnemen als verplichting in aanbestedingen en contracten onder de noemer van ViA (Veiligheid in Aanbesteding). Bedrijven moeten nu aantonen dat ze minimaal trede 2 van de SCL staan. Het doel van de ViA is om samen te werken aan het bevorderen van Veilig Werken in de totale keten. Daarom is afgesproken om de lat hoger te leggen door uiteindelijk trede 3 te eisen, met de verwachting dat dit twee jaar na de invoering is gerealiseerd. Dit besluit geldt dan ook voor alle bedrijven die de GCVB ondertekend hebben en is daarmee relevant voor Beheer en Onderhoud.

6. HOE ZIET VEILIG WERKEN

ER ANNO 2033 UIT?

Door een veranderend landschap in wet- en regelgeving, snelle ontwikkelingen in techniek en innovatie, cultuur en menselijk gedrag en een steeds belangrijk wordende ketensamenwerking zullen er belangrijke ontwikkelingen plaatsvinden in de komende tien jaar.

6.1. Ontwikkelingen in wet- en regelgeving

6.1.1. De balans tussen innovatie en regelgeving Innovatie is essentieel voor de toekomst van de onderhoudssector. Het helpt bij het verbeteren van efficiëntie, vermindert kosten en het kan de veiligheid in onderhoudswerkzaamheden verbeteren. Wet- en regelgeving lopen echter vaak achter op innovaties. Dit kan leiden tot problemen bij de implementatie van nieuwe technologieën en processen binnen de onderhoudssector. Vooral in de visie naar 2033, waarbij innovaties exponentieel zullen gaan groeien en steeds meer nieuwe technologieën geïmplementeerd zullen worden17, wordt de kloof tussen overheidsinitiatieven omtrent nieuwe wet- en regelgeving en innovaties steeds groter. Het is daarom van belang dat wet- en regelgeving proactief worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen en innovaties18 .

“Om innovatie te bevorderen moet beter gecommuniceerd worden over de intenties achter de wetten en de regels”

Onderhoudsorganisaties hebben het invoeren van nieuwe wetten en regels omtrent innovatie niet zelf in de hand. Als innovatieve oplossingen sneller evolueren dan de huidige wetgeving, is er een aantal tips ontwikkeld die onderhoudsorganisaties als houvast kunnen gebruiken om de veiligheid op de werkplek

17 MTSprout, Innovaties bepalen onze toekomst, (n.b.).

te waarborgen en tegelijkertijd innovaties te implementeren in de organisatie:

Tips om innovaties toe te passen in de organisatie

Proactieve benadering: In plaats van te wachten op nieuwe regelgeving, neem het voortouw in het ontwikkelen en implementeren van innovatieve veiligheidsmaatregelen

Zelfregulering: Stel eigen regels en normen op die verder gaan dan de huidige wettelijke vereisten. Deze moeten in lijn zijn met de meest recente innovaties in de sector

Dialoog met regelgevende instanties: Werk samen met regelgevende instanties en lobby voor het bijwerken van verouderde wetgeving.

Dit zal niet alleen het eigen bedrijf ten goede komen, maar ook de gehele sector

Risicobeoordeling: Voer regelmatig risicobeoordelingen uit om eventuele veiligheidsrisico’s van nieuwe technologieën of procedures te identificeren en erop te anticiperen

Figuur 15: Tips om innovatie toe te passen in de organisatie

18 Channelweb, Wet- en regelgeving blijft achter op technologie, (n.b.).

6.1.2. De kracht van Leren van Incidenten Er wordt verwacht dat in de komende jaren het Leren van Incidenten een steeds dominantere rol zal gaan spelen in het voorkomen van onveilige situaties en het waarborgen van Veilig Werken binnen Beheer en Onderhoud. Om deze reden zal Leren van Incidenten enorm belangrijk worden in het nemen van veiligheidsmaatregelen om ervoor te zorgen dat onvoorziene veiligheidsrisico’s effectief behandeld worden19. Dit kan bijvoorbeeld in gang worden gezet door incidentenonderzoek uit te voeren, continue training en educatie aan te bieden of een RCA (Root Cause Analysis) uit te voeren. Een RCA is een verzamelnaam voor verschillende tools en technieken om oorzaken van problemen te achterhalen. Daarnaast geldt dat Leren van Incidenten een iteratieve cyclus is en voor elke organisatie verschillend kan zijn.

Intermezzo: Leren van incidenten om veiligheid te waarborgen TenneT heeft na meerdere ernstige incidenten, waaronder dodelijke ongevallen bij materiaaloverslag en hanteren van lasten, alle zware handlingactiviteiten direct stilgelegd. Werkzaamheden mogen pas worden hervat na het voltooien van een verplichte veiligheidsinstructie, gericht op het veilig uitvoeren van deze taken en het leren van eerdere incidenten. Deze instructies dienen te worden gedocumenteerd. TenneT behoudt het recht voor om de naleving te controleren, hiermee onderstrepend dat Veilig Werken bij onderhoudstaken prioriteit heeft.

Bron: GC-veiligheid, Dodelijk ongeval laden en lossen in een bouwloods TenneT, (n.b.)

De hoofddoelstelling is niet alleen om toekomstige incidenten te voorkomen, maar ook om het gehele veiligheidssysteem waarbinnen het incident plaatsvond te verbeteren. Deze aanpak, nu voornamelijk toegepast door BRZO-bedrijven, zal naar verwachting in de komende jaren steeds breder geïmplementeerd worden20. Deze aanpak verbetert de veiligheid op de werkvloer, omdat er wordt geleerd van incidenten en proactieve maatregelen worden genomen om herhaling te voorkomen. Het kan leiden tot een dieper begrip van veiligheidsrisico’s en betere preventiepraktijken binnen onderhoudsorganisaties.

19 LEC, Kennisdocument incidentenonderzoek / Leren van incidenten (2022).

20 Safety Delta Nederland, Beter leren van incidenten in de (petro)chemische industrie, (n.b.).

Figuur 16: Iteratieve cyclus Leren van Incidenten

6.2. Ontwikkelingen in Techniek

Intermezzo: Nieuwe technologie

maakt heftruckgebruik veiliger

Van Moer Logistics en softwareontwikkelaar

Rombit investeren 2 miljoen euro in een systeem om de veiligheid op de werkplek te verbeteren, als reactie op een toename van ernstige ongevallen met heftrucks. Meer dan 300 heftrucks op twaalf locaties worden uitgerust met nieuwe technologieën en draagbare apparaten, gericht op het verbeteren van de veiligheid. Dit systeem analyseert rijgedrag, coacht bestuurders naar betere prestaties en waarschuwt zowel bestuurders als voetgangers als een heftruck te dichtbij komt. De technologie registreert ook voertuigparameters en rijgedrag, die vervolgens worden geanalyseerd op een centraal platform om veiligheidsrisico’s te signaleren en te minimaliseren.

Bron: DataNews, Werken met heftrucks moet veiliger worden dankzij nieuwe technologie, (2022)

6.2.1. Herdefiniëren van veiligheid met nieuwe innovaties

In de onderhoudssector zullen nieuwe technologische ontwikkelingen een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Deze technologieën brengen kansen en uitdagingen met zich mee, met name op het gebied van Veilig Werken21. Afhankelijk van hun implementatie, kunnen onderhoudswerkzaamheden autonoom ingeregeld worden, onveilige situaties gedetecteerd worden en bijdragen aan het ontwerp van veiligere apparatuur. Hieronder worden enkele van deze innovaties en hun impact op Veilig Werken voor de komende tien jaar uitgelicht22 .

1 Cobots: Cobots zijn robots die ontworpen zijn om Veilig Werken mogelijk te maken in samenwerking met mensen. Cobots verschillen daarmee van andere robots, die ontworpen zijn om zelfstandig of met beperkte begeleiding te opereren, zoals de meeste industriële robots. Cobots kunnen werken

in samenwerking met mensen en taken overnemen zoals het hanteren van zware lasten of het uitvoeren van repetitieve bewegingen, waardoor het risico op lichamelijk letsel door overbelasting of ongevallen op de werkvloer aanzienlijk wordt verminderd23

2 Digital Twins: Digital Twins zijn virtuele modellen van fysieke assets, systemen of processen die gebruikt worden voor simulaties en analyses. Dit virtuele model krijgt voortdurend informatie via sensoren, zodat het precies hetzelfde gedrag en dezelfde staat laat zien als wanneer het een ‘echte’ fysieke asset was geweest. Door gebruik te maken van Digital Twins kunnen potentieel gevaarlijke scenario’s en onderhoudsprocedures gesimuleerd worden in een veilige, virtuele omgeving voordat ze worden uitgevoerd in de werkelijkheid waar potentiële risico’s aan verbonden zitten.

3 Autonome vervoersmiddelen: Autonome vervoersmiddelen zijn voertuigen die zonder menselijk hulp van A naar B kunnen voortbewegen en navigeren, wat de kans op gevaarlijke situaties zoals aanrijdingen en botsingen met personen of andere machines op de werkvloer verkleint.

4 Nieuwe materialen: Nieuwe materialen kunnen vervaardigd worden door nieuwe technieken zoals bijvoorbeeld nanotechnologie en biosynthetische technologie. Nieuwe materialen kunnen worden gebruikt voor betere persoonlijke beschermingsmiddelen. Denk aan oogbescherming, handschoenen, helmen en sensoren, en aan overalls die sterker, flexibeler, luchtiger en lichter zijn.

Met de eerste drie ontwikkelingen kan ‘Onderhoud op Afstand’ toegepast worden. Dit concept zal de aankomende jaren steeds meer ingezet worden. Dit betekent dat er minder menselijke handelingen nodig zijn om onderhoudswerkzaamheden uit te voeren. Het implementeren hiervan kan leiden tot verhoogde

21 iArbo, Onderzoek naar toekomst veilig en gezond werken, (2023).

22 Arboportaal, De Toekomst van Gezond en Veilig Werken: Een brede horizonscan, (2023).

23 Groenewout, Smart warehousing: Cobots als experts in multitasking, (2021).

operationele efficiëntie en kostenbesparingen voor onderhoudsorganisaties, omdat het de noodzaak van fysieke aanwezigheid bij routinematige onderhoudstaken ontkracht. Bovendien kan het de veiligheid op de werkplek vergroten door werknemers buiten potentieel gevaarlijke omgevingen te houden.

6.2.2. Omgaan met de veiligheid van verouderende assets

Intermezzo: Verouderende assets Luchtmacht kunnen leiden tot onveilige situaties

De werkzaamheden van het 982 Squadron, dat gevestigd is op de defensielocatie Dongen en zich richt op het Beheer en Onderhoud van technologische systemen voor de luchtmacht, zijn tijdelijk opgeschort vanwege onveilige arbeidsomstandigheden. Er zijn ernstige problemen met de infrastructuur en faciliteiten, veroorzaakt door aanzienlijk achterstallig onderhoud. Het opschorten van de werkzaamheden is een preventieve maatregel om mogelijke ongevallen te voorkomen. Momenteel wordt een grondig onderzoek uitgevoerd om de situatie nauwkeurig in kaart te brengen en om te bepalen welke maatregelen nodig zijn om de verouderende infrastructuur en faciliteiten te verbeteren. Het doel is om de veilige werkomstandigheden te herstellen zodat het Squadron zijn taken weer kan hervatten.

Bron: Defensie, Luchtmacht legt werk op locatie Dongen tijdelijk stil, (2023)

In het laatste NVDO Onderhoudskompas werd een verouderende asset base als twee na belangrijkste trend gezien. Er wordt verwacht dat assets, die het einde van hun levensduur naderen, invloed zullen uitoefenen op Veilig Werken. Enerzijds heeft dit te maken met dat er meer geïnvesteerd moet worden in de vervanging van assets en anderzijds zullen de onderhoudsuitgaven ook toenemen om de oude assets in stand te houden. Dit speelt ook op grote schaal in de Infra sector. Een groot aantal verouderende bruggen en viaducten in Nederland zal de aankomende jaren onderhevig zijn

aan grootschalig onderhoud, vernieuwing, of zelfs vervanging. Deze verouderende assets, waarvan er 25 reeds hun levensduur hebben overschreden en 543 nog slechts een derde van hun levensduur voor zich hebben, zijn volgens Rijkswaterstaat veilig maar vragen wel om aanpak in de nabije toekomst. Deze uitdaging komt voort uit het feit dat veel van deze infrastructuur in de naoorlogse periode is gebouwd en nu de houdbaarheidsdatum bereikt of zelfs overschrijdt. Daarbij is de belasting op deze bruggen en viaducten in de loop der tijd aanzienlijk toegenomen, wat de slijtage verder heeft versneld. Deze ontwikkelingen vormen een ‘historisch grote’ vernieuwingsopdracht die naar verwachting nog jaren zal duren. Rijkswaterstaat verwacht dat er jaarlijks een extra miljard euro nodig is om deze infrastructuur op hetzelfde niveau te houden24

Figuur 17: Asset lifecycle

Naast dat dit voorbeeld illustreert dat verouderende assets tot potentiële risico’s kan leiden voor automobilisten die gebruik maken van de brug, kunnen verouderende assets ook leiden tot onveilige situaties in onderhoudswerkzaamheden. De achteruitgang van materialen kan leiden tot zwakke punten in de structuur van een asset. Dit kan resulteren in onverwachte instortingen of breuken. Daarnaast kan het voor verouderende assets lastiger zijn om vervangende onderdelen te vinden wat kan leiden tot onveilige

24 NOS, ‘Babyboomerbruggen’ toe aan groot onderhoud, files en kosten verwacht, (2021).

reparaties of het gebruik van apparatuur dat eigenlijk vervangen moet worden. Het is van belang dat de levensduur van een asset continu gecontroleerd wordt, zodat concrete maatregelen genomen kunnen worden voordat onveilige situaties in onderhoudswerkzaamheden kunnen ontstaan.

6.2.3. Het belang van cyberveiligheid voor een veilige werkomgeving Technologie en innovatie zijn niet meer weg te denken uit het dagelijks leven en zal de komende jaren ook de onderhoudssector in nog grotere mate beïnvloeden. Computersystemen, internetverbindingen en verbonden apparaten zijn onmisbaar in het moderne onderhoudslandschap. Het stelt onderhoudsteams in staat om real-time operationele gegevens te verzamelen en te analyseren, dat helpt bij het identificeren en oplossen van problemen voordat ze ernstige storingen veroorzaken. De digitaliseringsslag die we ervaren brengt een hoop voordelen met zich mee. Veel organisaties realiseren zich echter onvoldoende dat deze toenemende digitalisering ook gepaard zal gaan met een groter risico op cyberaanvallen. Cybersecurity verwijst naar de bescherming van computersystemen en netwerken tegen ongeautoriseerde toegang, misbruik, diefstal en schade aangericht door cybercriminelen. De onderhoudssector is gevoelig voor cyberaanvallen omdat de systemen die gebruikt worden verouderen en daardoor niet optimaal zijn beveiligd. Dit maakt ze kwetsbaar voor aanvallen van hackers, die toegang kunnen krijgen tot gevoelige bedrijfsgegevens of het bedrijfsproces kunnen verstoren. Dit soort aanvallen zullen steeds vaker voorkomen

omdat onderhoudsorganisaties niet genoeg aandacht besteden aan cybersecurity25, omdat het potentiële risico van dit soort aanvallen niet wordt ingeschat. Figuur 18 illustreert dan ook dat een cyberaanval kan leiden tot een breuk in Veilig Werken als de werkwijzen en standaard procedures verstoord worden door manipulatieve informatie en procesverstoringen als gevolg van cyberaanvallen.

De Nederlandse Rijksoverheid herkent bovenstaande risico’s en heeft om deze reden vorig jaar een vijfjarige strategie geïntroduceerd om cybersecurity aan te pakken. De strategie omvat de introductie van nieuwe wetten en regels rondom cybersecurity, meer transparantie over mogelijke bedreigingen, het verbeteren van weerbaarheid en het bundelen van de expertise van verschillende cybersecurity-partijen in Nederland tot één nationale Cybersecurity-autoriteit26

25 Rijksoverheid, Cybersecurity verhogen, (2022).

26 Rijksoverheid, Kabinet presenteert nieuwe cybersecurity strategie, (2022).

Figuur 18: Het domino effect bij cyberaanvallen

6.3. Ontwikkelingen in Cultuur en Menselijk Gedrag

6.3.1. Cultuurverschillen op de werkvloer

Doordat er op dit moment meer banen worden aangeboden dan dat er mensen zijn die een baan zoeken, en de babyboom generatie de aankomende jaren met pensioen zal gaan, zullen de tekorten op de arbeidsmarkt de komende jaren aangevuld moeten gaan worden met arbeidsmigranten27. Deze diversiteit kan zorgen voor een verrijking van de werkomgeving en een breder scala aan vaardigheden en kennis. Echter kan het ook leiden tot culturele en taalkundige barrières, dat weer invloed kan hebben op Veilig Werken.

“Het percentage van verschillende culturen op de werkvloer zal alleen maar toenemen”

Taalbarrières en cultuurverschillen kunnen invloed uitoefenen op het niveau van Veilig Werken. Als er instructies worden gegeven in een taal die niet begrepen wordt, kan dit leiden tot onveilige situaties. Uit gegevens van de Monitor Arbeidsongevallen blijkt dat ernstige arbeidsongevallen ongeveer anderhalf keer vaker voorkomen bij werknemers met een migratieachtergrond. Er wordt verwacht dat er de aankomende jaren meer arbeidsmigranten naar Nederland zullen komen en daarom is het van groot belang dat bedrijven die relatief veel werknemers hebben met een andere moedertaal, een taalbeleid ontwikkelen om de veiligheid op de werkvloer te waarborgen28 . Onderhoudsorganisaties herkennen deze ontwikkelingen en zullen hier op verschillende manieren op in gaan spelen.

NPO Radio 1, Krapte op de arbeidsmarkt; Nederland heeft te laat prioriteiten gesteld, (2022)

Werken & Veiligheid, Taalverschillen op de werkvloer, (2018)

Figuur 19: Omgaan met taalverschillen

6.3.2. Wendbaar leiderschap voor de toekomst

In de aankomende jaren zal een toenemende nadruk liggen op het aanpassen en ontwikkelen van leiderschapsvormen. Zo is er een grote behoefte aan nieuw leiderschap dat zich richt op ‘het goede willen doen’. Dit betekent dat de aandacht zal gaan verschuiven naar duurzaamheid, sociale impact en veiligheid binnen de organisatie, in plaats van een korte termijn focus op bedrijfsresultaten. Deze nieuwe behoefte aan leiderschap zal zich gaan uiten in vier cruciale leiderschapsgedragingen29

Cruciale leiderschapsgedragingen

1 Teams in staat stellen te innoveren: Door innovatie aan te moedigen kunnen teams nieuwe en veiligere methoden & technieken ontwikkelen voor Beheer en Onderhoud. Dit stimuleert een cultuur van voortdurende verbetering, wat kan leiden tot hogere veiligheidsnormen

2 Een wendbare omgeving creëren: Een flexibele en responsieve omgeving kan snel reageren op veiligheidsproblemen of veiligheidsrisico’s. Het bevordert de bereidheid om veranderingen te omarmen, waaronder verbeteringen in veiligheidsprocedures en veiligheidstechnologieën

3 Inspireren op verassende plekken: Door verder te kijken dan Beheer en Onderhoud kunnen leiders nieuwe inzichten en technieken ontdekken die Veilig Werken kunnen verbeteren

4 Menselijk optimisme stimuleren: Leiders kunnen een cultuur creëren die veiligheid benadrukt en waarin medewerkers zich gewaardeerd voelen. Hierdoor zijn werknemers meer gemotiveerd om veiligheidsprotocollen na te leven en proactief bij te dragen aan een veilige werkomgeving

Figuur 20: Vier cruciale leiderschapsgedragingen

6.3.3. Kleinere incidenten, groter leerproces

Het creëren van bewustwording is een thema dat steeds vaker terug zal keren in Beheer en Onderhoud. Het gaat hierbij niet om het naleven van protocollen en procedures, maar vooral om het stimuleren van een veiligheidscultuur waarbij alle medewerkers zich betrokken voelen en verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen veiligheid en die van collega’s.

“Een werknemer die zich bewust is van bepaalde risicovolle handelingen gedraagt zich heel anders dan een werknemer die zich hier niet bewust van is”

Een belangrijk concept binnen safety management dat hier aan kan bijdragen is de driehoek van Heinrich. Deze driehoek beschrijft de relatie tussen ongevallen, bijna-ongevallen en onveilige handelingen en situaties. Volgens Heinrich is er sprake van een verhouding van 1:29:300, wat betekent dat voor elk ongeval met zwaar letsel er 29 ongevallen plaatsvinden met licht letsel en 300 bijna-ongevallen voorkomen. Door aandacht te besteden aan het voorkomen van bijna-ongevallen en onveilige situaties kunnen ernstige ongevallen worden voorkomen. De driehoek is relevant voor de visie op Veilig Werken voor de aankomende jaren, omdat het benadrukt dat het aanpakken van kleinere, schijnbaar minder belangrijke veiligheidskwesties een effectieve manier kan zijn om ernstige incidenten te voorkomen. Het onderstreept het belang van een proactieve benadering van veiligheid en de noodzaak om te leren van elk incident, hoe klein dan ook. Dit kan een positieve invloed gaan uitoefenen op de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid en procedures in de komende jaren. Tegenwoordig zijn er talloze modellen gebaseerd op deze piramide die uitleg geven over ongevallen. De onderliggende gedachte van deze piramide is dan ook evident; als je als organisatie in staat bent om onveilige situaties en bijna-ongevallen te identificeren en te rapporteren, biedt dit je de kans om proactief te handelen en maatregelen te nemen om ze te voorkomen30 .

29 Bakery Sweets Center, Vier focuspunten voor nieuw leiderschap voor de komende vijf jaar (2022)

30 DataNews, Werken met heftrucks moet veiliger worden dankzij nieuwe technologie, (2022)

6.3.4. De evolutie van werknemerscompetenties

Technologische ontwikkelingen brengen vaak andere competentie vereisten met zich mee. Werknemers zullen een veranderende skillset nodig gaan hebben om effectief te kunnen blijven opereren in hun (onderhouds)werkzaamheden. Een van de belangrijkste veranderingen zal zijn dat werknemers over een breder scala aan vaardigheden moeten gaan beschikken om technologische oplossingen te kunnen begrijpen en

toe te kunnen passen. Daarnaast zullen werknemers in staat moeten zijn om gegevens te interpreteren en te analyseren om beslissingen te kunnen nemen op basis van data. Dit zal ook impact hebben op Veilig Werken. Data kan bijvoorbeeld dienen als een waarschuwingssignaal voor mogelijke problemen. Het niet begrijpen of over het hoofd zien van deze signalen kan ertoe leiden dat dreigende problemen niet worden opgemerkt, met mogelijk gevaarlijke gevolgen.

Het is daarom essentieel dat werknemers zich voortdurend zullen blijven ontwikkelen en bijscholen om up-to-date te blijven met de nieuwste technologische ontwikkelingen en vaardigheden. Dit vereist ook dat bedrijven gaan investeren in de ontwikkeling van hun werknemers en een cultuur zullen creëren waarin leren en ontwikkelen aangemoedigd zal worden. Alleen dan kunnen werknemers veilig en effectief blijven opereren in een steeds uitdagender wordende werkomgeving waar digitale assets een grotere rol zullen gaan spelen. De vergrijzing van de arbeidsmarkt zal hier ook een rol gaan spelen. Door de vergrijzing neemt de gemiddelde leeftijd in een onderhoudsorganisatie toe. Deze meer ervaren werknemers beschikken niet altijd over de kennis die nodig is om mee te gaan met technologische ontwikkelingen, waardoor een kenniskloof kan ontstaan binnen bedrijven.

Figuur 21: Driehoek van Heinrich
Figuur 22: Best practices veranderen skillset werknemer

6.4. Ontwikkelingen in Ketensamenwerking

6.4.1. Samenwerking als sleutel tot veiligheid

Er wordt verwacht dat de cultuur binnen Beheer en Onderhoud zal gaan transformeren. Stakeholders worden niet langer gezien als concurrenten, maar eerder als partners in de gezamenlijke missie om veilige werkomstandigheden te creëren en te behouden. Openheid en samenwerking zullen de sleutelwoorden zijn in deze nieuwe benadering. Onderhoudsorganisaties zullen advies en hulp aan elkaar bieden in plaats van elkaar als concurrenten te zien, want op het gebied van Veilig Werken ben je dat immers niet. Het delen van ervaringen, best practices en misstappen zal niet langer een taboe zijn, maar wordt in plaats daarvan de norm. Het idee is dat door het delen van deze inzichten de hele sector kan leren en groeien, waardoor het aantal incidenten zal verminderen. Daarnaast kan het leiden tot een groter draagvlak voor veiligheidsinitiatieven en een verhoogd verantwoordelijkheidsgevoel. Crisislab heeft bijvoorbeeld in samenwerking met de regionale veiligheidswerken en Stichting Veiligheid Voorop de ‘Handreiking Beter Leren van Incidenten’ in de (petro)chemische industrie ontwikkeld. Hier worden op drie niveaus (organisatie, individueel en sector) praktische ontwerpprincipes beschreven om als afzonderlijk niveau (beter) te kunnen leren van elkaars incidenten31.

6.4.2. Cultiveren van de veiligheid

De werkgever is altijd eindverantwoordelijk voor de veiligheid van de werknemers. Om deze veiligheid te kunnen waarborgen, is het van belang dat het management een veilige werkcultuur ontwikkelt. Dit zal de aankomende jaren ook steeds belangrijker worden door de toenemende bewustwording en verbeteringen rondom werknemersrechten en veiligheid32. Daarnaast is de cultuur van een bedrijf een onderscheidend vermogen omdat het betrekking heeft op alle medewerkers in een organisatie. Steeds meer organisaties erkennen het belang van een veilige werkcultuur waardoor steeds meer werkgevers acties zullen ondernemen om een veilige werkomgeving te bevorderen. Echter valt er nog wel winst te behalen

31 Crisislab, Handreiking beter leren van incidenten, (n.b.).

in dit aspect33, door bijvoorbeeld duidelijk te zijn over gewenst en ongewenst gedrag. Door het opzetten van communicatie- en bewustwordingcampagnes zal een bedrijf het gedrag van de werknemers positief gaan beïnvloeden34. Dit kan met name relevant zijn voor onderhoudsorganisaties met een hoger risico op onveilige situaties, zoals organisaties waar gewerkt wordt op grote hoogtes, gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen – waar explosiegevaar een groot risico kan zijn – en krachtige (gevaarlijke) installaties en machines operationeel zijn.

Intermezzo: VCA als tool om veiligheidsbewustzijn te creëren VCA, een afkorting voor Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers, is een certificeringsprogramma dat bewustwording en begrip van veiligheidsrisico’s op de werkvloer bevordert. Deze certificering, die steeds vaker door werkgevers en opdrachtgevers wordt geëist, helpt bij het verminderen van ongevallen en draagt bij aan de bewustwording van het belang van een veilige werkomgeving. Hoewel het niet wettelijk verplicht is, biedt het bezit van een VCAcertificering duidelijke voordelen, zoals verbeterde kansen op de arbeidsmarkt. Het programma leidt werknemers op om de risico’s op de werkplek te begrijpen en om veiligheidsregelgeving correct toe te passen. Door dit bewustzijn kunnen zowel werknemers als leidinggevenden proactief omgaan met veiligheidskwesties, waardoor het risico op ongevallen door onwetendheid aanzienlijk wordt verminderd.

Bron: Metaalnieuws, Bewustwording risico’s werkplek zorgt voor minder bedrijfsongevallen, (2021)

Hoewel het idee van cultiveren van Veilig Werken eenvoudig klinkt, zal het in de praktijk een uitdagend proces zijn dat voortdurende en onaflatende aandacht eist. Er bestaat geen standaard stappenplan dat voor elke organisatie geschikt is, omdat het verbe-

32 Europa Nu, Hoe verbetert de EU werknemersrechten en arbeidsomstandigheden? (2023)

33 Zorg van de Zaak, Werkgever opgelet: Is jouw werkomgeving veilig genoeg? (2023).

34 IVM, Werken aan veiligheidsbewustzijn en gedrag, (n.b.).

teren van arbeidsveiligheid maatwerk is. Wat voor de ene organisatie werkt, kan voor de andere totaal niet werken. Om een veiligheidscultuur te creëren waarin medewerkers bewust, maar ook onbewust bezig zijn met Veilig Werken, zal de aanpak afgestemd moeten worden op de specifieke behoefte van de organisatie en de medewerkers. Dit vereist een proces van trial-and-error, waarbij per situatie bekeken moet worden wat de beste methode is35

6.4.3. Circulaire Ketensamenwerking en de Energietransitie

Intermezzo: Duurzaamheid en circulariteit in onderhoud

Woonstad Rotterdam legt een sterke focus op duurzaamheid en circulariteit in de woningbouw. Dit omvat energietransitie, klimaatadaptie en het gebruik van hernieuwbare en herbruikbare materialen om de klimaatimpact te verminderen. Het streven is om de levensduur van materialen te verlengen en de herbruikbaarheid te verhogen, zowel in nieuwbouw als in renovatie en onderhoud.

Een integrale organisatie van het bouwproces, waarbij alle betrokken partijen samenwerken, wordt gezien als essentieel voor circulair onderhoud.

Bron: Rotterdams Klimaatakkoord, Circulariteit biedt kansen bij inspectie en onderhoud, (2023)

In 2033 zullen duurzaamheid en circulariteit de kern zijn van alle economische activiteiten. De aandacht zal niet alleen gericht zijn op het minimaliseren van (fossiel) grondstofverbruik, maar ook op het maximaliseren van het hergebruik van producten en het inzetten van hoogwaardige, duurzame grondstoffen. Nederland streeft ernaar om in 2030 50% circulair te zijn. Deze ambitieuze doelstelling maakt duidelijk dat het nu het moment is om actie te ondernemen. Beheer

en Onderhoud zal hierbij een belangrijke rol gaan spelen. Immers, in een circulaire economie zullen producten niet alleen geproduceerd worden, maar ook onderhouden, gerepareerd, en uiteindelijk hergebruikt worden. Deze cyclus zal nieuwe vaardigheden, nieuwe processen, en een nieuwe benadering van productie en onderhoud gaan vereisen.

Tips voor de transitie naar een circulaire economie

Investeer in training voor veilige, circulaire vaardigheden en processen

Werk samen aan veilig, herbruikbaar productontwerp met fabrikanten

Herzie werkprocessen voor veilige circulaire activiteiten

Focus op preventief onderhoud om productlevensduur en veiligheid te verhogen

Zet nieuwe gereedschappen en technieken in voor veilig hergebruik en recycling

Duurzaamheid en circulariteit zullen ook invloed gaan uitoefenen op Veilig Werken. Aangezien onderhoud, reparatie en hergebruik van producten essentieel zijn in een circulaire economie, zullen veiligheidsnormen en procedures moeten evolueren om verantwoordelijk om te kunnen gaan met deze nieuwe processen. De noodzaak om hoogwaardige, duurzame grondstoffen in te zetten kan ook nieuwe veiligheidsuitdagingen met zich meebrengen. Bovendien zal het opdoen van nieuwe vaardigheden cruciaal zijn om veilig te kunnen werken in deze veranderende omgeving.

35 Certificerings Advies Nederland, Veilig werken is mensenwerk, (2021).

De transitie naar een circulaire economie vereist ook een nieuwe manier van samenwerken. In 2033 zullen circulaire ketensamenwerkingen gemeengoed zijn, waarbij bedrijven nauw samenwerken om een efficiënt en duurzaam gebruik van grondstoffen te waarborgen. Deze transitie uit zich in 6 specifieke ontwikkelingen die een rol zullen gaan spelen de aankomende jaren, geïllustreerd in figuur 2436. De groeiende trend van dergelijke projecten, waarbij er recentelijk 65 circulaire ketenprojecten gesubsidieerd werden door de overheid, is een sterk signaal van deze transitie37 .

1. Aandacht voor circulaire ketensamenwerking groeit

4. Bedrijven hebben onvoldoende zicht op de keten

2. Sociale facoren zijn onderbelicht

5. Een goede procesbegeleider is onmisbaar

3. Het mobiliseren van de keten is uitdagend

6. Het verdelen van de lusten en lasten vormt een zoektocht

24: Rode lijnen circulaire ketensamenwerking

36 Versnellingshuis, Rode Draden 2023, (2023).

37 Duurzaam Ondernemen, 65 circulaire ketenprojecten krijgen in 2022 subsidie (2022).

Figuur

7. AANBEVELINGEN

7.1. Stimuleer veiligheid door middel van innovatie

Wet- en regelgeving loopt vaak achter op innovatie. Dit probleem zal steeds groter worden in de visie naar 2033 omdat innovaties sneller ontwikkeld zullen worden. Tegelijkertijd wordt er verwacht dat organisaties zelf meer initiatieven nemen om veiligheid te waarborgen zij gaan daarbij verder dan wet- en regelgeving. Om mee te gaan met deze ontwikkelingen is een aantal aanbevelingen geformuleerd;

• Betrek proactief belanghebbende partijen, waaronder de regelgever Het is belangrijk om alle stakeholders waaronder overheidsinstanties, wetgevende macht, onderhoudsbedrijven en brancheorganisaties actief te betrekken bij het wetgevingsproces. Het (regelmatig) organiseren van overleg- en consulatierondes waarin nieuwe technologieën en innovaties in relatie tot Veilig Werken worden besproken kan duidelijkheid creëren voor alle belanghebbenden, waarbij het van kritiek belang is dat de regelgever ook aansluit. Dit stelt de Rijksoverheid uiteindelijk in staat om tijdig relevante inzichten en expertise te verkrijgen over innovaties en de implicaties voor Veilig Werken en voorkomt dat de regelgeving (te ver) achterloopt op de ontwikkelingen in de onderhoudssector en/of er niet of nauwelijks uitvoerbare regelgeving komt. Dit bespoedigt en vergemakkelijkt de implementatie van innovaties die de veiligheid kunnen vergroten.

• Stimuleer de persoonlijke ontwikkeling van werknemers

Werknemers kunnen ervoor zorgen dat innovaties met betrekking tot Veilig Werken eerder geadopteerd worden door onderhoudsorganisaties. Door ontwikkelings- en opleidingsmogelijkheden aan te bieden, kunnen de competenties up-to-date gehouden worden met de nieuwste technologische ontwikkelingen. Dit maakt de onderhoudsorganisatie wendbaarder in het adopteren van nieuwe technologieën, omdat werknemers op deze manier

bekwaam zijn om deze toe te passen in de onderhoudswerkzaamheden.

• Sluit partnerschappen met technologiebedrijven

Nieuwe en doorontwikkelende technologieën zoals Cobots, Digital Twins, autonome vervoersmiddelen en nieuwe materialen kunnen een sterke positieve bijdrage leveren aan Veilig Werken. Dit kan bijvoorbeeld door mensen te voorzien van een betere uitrusting, maar ook door de noodzaak weg te nemen om mensen in potentieel gevaarlijke situaties te brengen. Samenwerking met technologiebedrijven kan het adoptieproces van deze technologieën vereenvoudigen en versnellen. Technologiebedrijven zijn bij uitstek relevant omdat zij op maat gemaakt advies kunnen geven over de technologieën die het beste geïmplementeerd kunnen worden in de specifieke context van de organisatie en de ervaring hebben om dit voor je uit te voeren.

7.2. Intensiveer samenwerkingsverbanden om nieuwe technologieën te adopteren

Samenwerkingsverbanden tussen organisaties, industrieën, instellingen of andere stakeholders kunnen een krachtige katalysator zijn voor de adoptie van nieuwe technologieën. Door krachten te bundelen, expertise te delen en synergieën te creëren, kunnen nieuwe ideeën sneller en efficiënter in de praktijk gebracht worden, wat de verspreiding en adoptie van technologie bevordert.

• Intensiveer de relaties met onderwijsinstellingen

Partnerschappen met onderwijsinstellingen, zowel praktisch als theoretisch, kunnen zorgen voor een stroom aan nieuwe, toepasbare ideeën en technologieën die bijdragen aan Veilig Werken. Deze instellingen kunnen onderzoek en ontwikkeling stimuleren, wat kan resulteren in een snellere adoptie van nieuwe innovaties in Asset Management. Dit kan gerealiseerd worden middels stages en afstudeeropdrachten. De ‘business courses’ zijn ook een interessante manier om studenten een probleem te laten onderzoeken en daar een oplossing voor te ontwikkelen. Een meer structurele en intensievere samenwerking zal echter ook tot nog meer resultaten leiden, denk hierbij aan het ondersteunen van een vaste leerstoel gericht op Veilig Werken, bijdragen aan de inrichting van het curriculum van studies en gezamenlijke leer-werk-trajecten inrichten.

• Stimuleer kruisbestuiving tussen verschillende sectoren

Samenwerking met bedrijven buiten de onderhoudssector of buiten de eigen Industrie faciliteert

kruisbestuiving en daarmee het leerproces. Het opdoen van ideeën over best practices in andere industrieën en hoe zij omgaan met innovaties scherpt de geest van de professional. Praktisch kan dit middels het organiseren van ‘cross-industry’ workshops en seminars waarbij bedrijven uit andere sectoren worden uitgenodigd om hun innovatieve ideeën en bestaande technologieën te delen. Een andere mogelijkheid is om binnen regionale ondernemersverenigingen of ‘business clubs’ een ronde tafel over Veilig Werken te organiseren.

• Bevorder gezamenlijke ontwikkelingsprojecten

Het bevorderen van Veilig Werken kan worden bereikt door samen te werken aan gezamenlijke projecten, gericht op de ontwikkeling van nieuwe technologieën, oplossingen of processen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van jaarlijkse innovatiewedstrijden georganiseerd door onderhoudsorganisaties, waar teams van verschillende organisaties samen oplossingen ontwikkelen voor actuele uitdagingen. Bovendien is het essentieel om samen te werken met andere onderhouds- en brancheorganisaties om kennis en best practices te delen. Deze gecombineerde inspanningen kunnen niet alleen leiden tot interessante ontwikkelingen en ideeën, maar ook onderhoudsorganisaties in staat stellen om gezamenlijk sterker op te treden in het wetgevingsproces en het stimuleren van innovatie in de sector.

7.3. Creëer een adaptieve en inclusieve werkomgeving

Het creëren van een adaptieve, inclusieve werkomgeving kan bijdragen aan een veiligere werkomgeving voor onderhoudsorganisaties. Wendbaar leiderschap kan openheid en betrokkenheid in het leren van incidenten en de adoptie van nieuwe innovaties stimuleren. Daarnaast kan de ontwikkeling van werknemerscompetenties veiligheidsrisico’s verminderen en bevordert dit een preventieve veiligheidscultuur. Tot slot draagt het bij aan de persoonlijke ontwikkeling waar werknemers proactieve maatregelen nemen tegen incidenten.

• Faciliteer diversiteit op de werkvloer

Ontwikkel en implementeer een taalbeleid dat rekening houdt met de diversiteit van de werknemers binnen de organisatie. Overweeg investeringen in technologieën zoals AI-gebaseerde vertaaltools om taalbarrières te overbruggen en een veilige werkomgeving te waarborgen.

• Creëer een proactieve veiligheidscultuur

Creëer een veiligheidscultuur waarbij alle medewerkers verantwoordelijkheid dragen voor de eigen veiligheid en die van anderen. Zorg voor een effectief rapportagesysteem voor bijna-ongevallen en onveilige situaties en zorg dat werknemers proactief actie ondernemen aan de hand van incidenten.

• Stimuleer wendbaar leiderschap

Stimuleer wendbaar leiderschap dat menselijk optimisme, innovatie, flexibiliteit en een open mindset bevordert. Het leiderschap moet verder kijken dan de traditionele onderhoudssector en dient open te staan voor inspiratie van nieuwe technologieën en ideeën.

7.4. Bereid je voor op de gevolgen van de energietransitie

Ondanks dat we ons bewust zijn van de transitie van het energielandschap, betekent dit niet dat er een concreet plan is hoe dit er het komende decennium precies uit zal zien. Er bestaan twee energiesystemen naast elkaar, een ‘oud’ en een ‘nieuw’ energiesysteem, waar dit er voorheen één was. Beide hebben eigen productieprocessen, (circulaire)materialen, machines, brandstoffen, en uiteraard veiligheidsvoorschriften. Dit maakt het uitdagender om het complete speelveld te overzien. Onderhoudsorganisaties dienen zich bewust te zijn van de kansen en risico’s die deze transitie met zich meebrengt, waar een aantal aanbevelingen voor zijn geformuleerd:

• Geef trainingen en borg kennis Zorg ervoor dat (maintenance)professionals op de hoogte zijn en blijven van alle onderdelen van de hiërarchische veiligheidsaanpak uit de arbeidshygiënistische piramidestrategie (de bron- , de technische- , de organisatorische- en de persoonlijke beschermingsmaatregelen). Het vereist continue training en bijscholing om up-to-date te blijven met de ontwikkelingen voortkomend uit de energietransitie. Bied training en educatie aan om werknemers bewust te maken van de veiligheidsaspecten en specifieke procedures die nodig zijn bij het uitvoeren van de (onderhouds)werkzaamheden waarbij zij te maken krijgen met veel nieuwe technologieën, processen en materialen.

• Voer continu en in de volledige breedte risicobeoordeling en beheer uit

Voer grondige risicobeoordelingen uit om te bepalen of het voldoende veilig is om te werken in

de context van nieuwe energiebronnen en bijbehorende processen. Een voorbeeld is de voorziene verbreding van energiebronnen in zwaar materieel, dit betekent dat er naast diesel ook machines zullen worden aangedreven door o.a. biodiesel, LNG, waterstof en elektriciteit. Dit vereist een verbreding en intensivering van het risicobeoordelings- en beheersproces. Als dit proces gedisciplineerd en in de breedte uitgevoerd wordt, kunnen effectieve beheersmaatregelen getroffen worden om de risico’s te minimaliseren.

• Werk vroegtijdig samen met leveranciers en fabrikanten

Werk vroegtijdig samen met leveranciers en fabrikanten van assets om ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de veiligheidsnormen en om te zorgen dat beide partijen op de hoogte zijn van elkaars competenties, wensen en eisen. Tijdige tussentijdse kennisdeling kan hier een belangrijke rol in spelen. Dit kan bijvoorbeeld door het demonstreren van onderhanden werk en daar het gesprek al over aan te gaan, in plaats van te wachten tot het eindproduct af is. Een andere optie om wederzijdse betrokkenheid te formaliseren is het contracteren van bepaalde producten of diensten alvorens deze volledig uitontwikkeld zijn. Dit geeft beide partijen zekerheid en schept het kader om écht samen te ontwikkelen. Als dit proces goed loopt denkt de eindgebruiker niet alleen na over de optimale en veilige inzet van de reeds beschikbare middelen, maar is deze actief betrokken bij de creatie van nieuwe nog veiligere middelen.

Dit Visiedocument kwam tot stand dankzij de medewerking en waardevolle bijdragen van de Klankbordgroep:

Nils Bosma General Manager HSSE External Affairs, Shell

Arjan van Dijk Safety Delta Nederland

Hugo Geurders Manager Health Safety and Environment (HSE), VTTI

Jan Teun Koningen NVDO vertegenwoordiger in EHSEC (EFNMS)

Jos de Lange TNO Focal Point

Werner van Eck Directeur Veiligheid, Heijmans

Klaas Winters Directeur Velin

Chantal de Groot Teamleider bij EWorks

Jan Meinster Senior beleidsmedewerker industriële veiligheid, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Roger Ham Kerry

Wij begrijpen hoe belangrijk het is om de juiste expertise te vinden voor uw bedrijfsapplicaties.

KENNIS + KUNDE

U bent verzekerd van de best passende producten, services en solutions voor uw specifieke behoeften.

150.000

technische vragen van klanten per jaar, wereldwijd behandeld en opgelost door de Endress+Hauser serviceorganisatie

Smart Support van Endress+Hauser levert de expertise die u op afstand nodig heeft om technische problemen met uw meetinstrumenten op te lossen en te voorkomen.

• Verminder onverwachte downtime

• Verminder de inspanning van uw onderhoudspersoneel

• Bespaar op kosten van ongeplande servicebezoeken en beperk het terugsturen van instrumenten

• Vergroot uw instrumentatie- en applicatiekennis

Lange Schaft 7G

3991 AP Houten

T. 030 634 6040

info@nvdo.nl

www.nvdo.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.