Colofon
VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland.
Concept en realisatie
Elma Media B.V.
Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00
www.elma.nl
Art Direction
Elma Media B.V.
Hoofdredacteur
Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
De Hollandse Brug als Wereldpuzzel
Over werkvoorbereiding gesproken: dit is er een super knap staaltje van wat nog nooit is vertoond! Stel je voor: een brug die de Nederlandse polders normaal gesproken zou verbinden, krijgt opeens een hele andere dimensie. Er is namelijk een bijzonder technologisch project: een in Nederland ontworpen en geproduceerde beweegbare brug die binnenkort in containers als bouwpakket naar Zuid-Amerika zal worden verscheept. Deze innovatieve brug zal ter plaatse in Colombia worden opgebouwd. Het klinkt als iets uit een avontuurlijk jongensboek, maar het gebeurt echt!
IAM Certificate in Asset Management
VAM is een uitgave van de NVDO
Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud
Lange Schaft 7G
Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40
www.nvdo.nl info@nvdo.nl
VAM is een samenwerking met itanks.eu
Auteurs
Toon wereldwijd uw expertise in asset management aan én voldoe aan de internationale standaarden van het IAM
De brug, gebaseerd op het principe van de Hollandse Brug, is een standaard beweegbare brug die ontwikkeld is om de voorbereidingstijd en engineering aanzienlijk te vereenvoudigen bij nieuwe beweegbare bruggen. De gedachte om een brug als bouwpakket te verzenden, vereist enorm veel voorbereiding. Het begint met het in kaart brengen van de brug in zijn huidige staat. Elk boutje, moertje en balk moet genummerd worden. Het is als een gigantische IKEA-kast, maar dan zonder de makkelijk te volgen handleiding. Ingenieurs moeten zorgen dat elk onderdeel gedocumenteerd is, en dat het allemaal veilig en wel aankomt op de bestemming.
Dit betekent ook dat er rekening moet worden gehouden met het klimaat in Colombia. Een brug die bestand is tegen de Nederlandse kou, wind en regen, moet ook kunnen omgaan met de hitte, vochtigheid en eventuele aardbevingen in Zuid-Amerika. Dat vereist soms aanpassingen aan het oorspronkelijke ontwerp.
Tijdens de 5-daagse opleiding
safetydelta.nl
nevap.nl
Leert u hoe u asset management standaarden
Start 3 februari 2025
Leert u risico’s signaleren, inventariseren, beheersen
Pieter Pulleman (Stops bij Nobian en WarmtelinQ)
Laura van der Linde, Mainnovation moet saai zijn)
Ian van den Brink, NVDO (Techniek en Ontmoet)
Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, heeft ipv Delft een standaard beweegbare brug ontwikkeld die de opdrachtgever ontzorgt en een snelle realisatie mogelijk maakt. Voor de opdracht vanuit Colombia waren wel maatwerk aanpassingen nodig. Samen met de staalaannemer werd een bouwpakket-versie van het systeem ontworpen, waarbij de maatvoering van zeecontainers leidend was. Dit resulteerde onder andere in een opdeling van het stalen brugdek in drie stroken, waardoor alle onderdelen in drie containers passen.
Training op maat?
Scan de QR
Krijgt u les van IAM endorsed trainers met veel praktijkervaring
Lisa Kamphuis MaxGrip (Smurfit Westrock Parenco)
Arjan van Dijk, SDN (Veilig Werken)
Barbara van Baarsel, NEVAP (Vastgoedexploitatie in de praktijk)
Wordt u in 6 dagen klaargestoomd om het IAM-certificaat te behalen
Loes Weber, RVB (Van de RVB Tafel)
Ellen den Broeder-Ooijevaar (alle overige artikelen)
Druk
Elma Media B.V.
Advertentie-exploitatie
Elma Media B.V.
Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
Als de brug eenmaal in Colombia aankomt, begint de laatste fase: de opbouw. Hier komt al het voorbereidingswerk – de werkvoorbereiding - samen. De lokale arbeiders moeten werken met onderdelen die ze nooit eerder hebben gezien, en vaak ook met technieken die anders zijn dan wat ze gewend zijn. Nederlandse ingenieurs zullen ter plaatse moeten zijn om te helpen, instructies te geven en om ervoor te zorgen dat alles volgens plan verloopt. Maar zelfs met alle voorzorgsmaatregelen blijft er een element van onzekerheid. Misschien past een onderdeel niet precies zoals gepland, of is er iets beschadigd tijdens het transport. Dat vereist improvisatie en vakmanschap ter plaatse.
In Zuid-Amerika zullen lokale aannemers onder meer verantwoordelijk zijn voor de bouw van de landhoofden, tussensteunpunten en de vaste aanbruggen. Het beweegbare deel van de brug, inclusief hameitorens, balanspriemen, hekwerken, slagboomkasten en het 12 meter lange beweegbare brugdek, wordt vanuit Nederland naar Colombia verscheept. Om een perfecte aansluiting te garanderen, maakt de staalbouwer een raamwerk voor de bovenzijde van de betonnen onderbouw.
020 - 580 54 00 outvie.nl/iam-certificate-in-assetmanagement
Meld u aan via aanmelding@outvie.nl
Zo zie je maar, Werkvoorbereiding en Planning zijn van cruciaal belang! Laat je inspireren door deze bijzondere VAMeditie.
Ellen den Broeder-Ooijevaar, Hoofdredacteur VAM en Verenigings Manager NVDO
Integraal is het helemaal
Als onderhoud goed wordt uitgevoerd, wordt het als het meezit een saaie boel. De werkzaamheden zijn bekend en ingepland en als gevolg van die werkzaamheden draait de boel als een zonnetje. Dat zijn ook de momenten waarop mensen die niet in onderhoud actief zijn, zich afvragen waarom al dat onderhoud überhaupt nodig is, ‘want het werkt toch allemaal goed?’
De praktijk is soms weerbarstiger. Opsplitsen van verschillende disciplines en -werkpakketten en dat vervolgens verdelen onder verschillende aannemers en dienstverleners maakt het niet eenvoudiger om je werk als werkvoorbereider of onderhoudsspecialist goed te doen. En wanneer sommige partijen hun eigen -besloten- systemen blijven gebruiken, wordt het plannen en voorbereiden van een klus soms groter dan de klus zelf.
Ik merk het op dit moment bij het reguliere onderhoud en projecten aan het gebouw waar ik werk. Daar zitten verschillende huurders, groot en klein, in een historisch pand met de bijbehorende uitdagingen. Aan de ambities, betrokkenheid en zelfs de budgetten ligt het niet. Maar de werkpakketten zijn waarschijnlijk omwille van de prijs bij een keur aan onderaannemers neergelegd en dat maakt het uitdagend. De vastgoedbeheerder moet het vervolgens voor elkaar zien te krijgen om de huurders tevreden te houden, de aannemers aan te sturen en om te weten dat de afgesproken zaken ook echt worden uitgevoerd. Ga er maar aanstaan.
Door het verloop van mensen en contracten zien we hier regelmatig een nieuwe monteur binnenkomen van een van de aannemers die komt vragen waar de meterkast, hydrofoor of de CV installatie zich bevindt. De werkvoorbereiding schiet daar in mijn beleving tekort. En zojuist komt een vriendelijke en service-gerichte medewerker van de installateur ons vragen of we wel weten dat binnenkort de stroom er een dag afgaat. Dat wisten we inderdaad niet.
Die saaie boel waar ik in het begin mee opende, hebben we nog lang niet. Om dat voor elkaar te krijgen, moet er meer samenhang komen tussen de werkpakketten en is het nodig dat de verschillende partijen van elkaar weten wat er speelt. Beheer én (werk) voorbereiding zijn dan de ideale saaimakers.
‘ ’ ‘Ga er maar aanstaan!’
Inhoud
Voorwoord 04 Van de intertimvoorzitter
08 Secuur werken en vooruit kijken bij aanleg pompstation
Met de hele keten samenwerken kan alleen als de werkvoorbereider het overzicht houdt > Jaakko van Blijswijk is vijf jaar werkzaam als Project Manager bij de Royal Schiphol Group.
De motor achter soepel onderhoud: de complexe rol van Werkvoorbereider/Planner 12
Een stop voorbereiden is dagelijkse business bij Nobian Delfzijl 18
21 Krachten AI bundelen voor de nieuwe generatie autonome besturingssystemen
26 Europese set regels over AI treedt in werking
30 De CSRD Richtlijn heeft de Werkvoorbereider nodig!
Onderhoud moet saai zijn 24
Efficiënte en veilige inspecties van civiele kunstwerken De cruciale rol van een gedegen voorbereiding 29
Werkvoorbereiding in parkeerbeheeren exploitatie 34
38 Constructie kan niet zonder Werkvoorbereiding en andersom
Kort
48 Productie en Technische Dienst verbeteren samen de beschikbaarheid van de papiermachine van Smurfit Westrock Parenco
In gesprek met docent Alfons Kemper: internet of things
59 Commissioning en Onderhoud: De Perfecte Tandem voorSysteemduurzaamheid
Casus
Van Monteur naar Werkvoorbereider 46
Goede werkvoorbereiding is essentieel voor veiligheid 42 De kunst van een minutieuze werkvoorbereiding 51
Voldoende voorraad aanhoudenhoe moeilijk kan het zijn? 56
Cursuskalender 60
Wie Jaakko van Blijswijk
Wat Project Manager
ONTMOET Jaakko van Blijswijk <
Jaakko van Blijswijk is vijf jaar werkzaam als Project Manager bij de Royal Schiphol Group. Samen met zijn team wordt dagelijks gewerkt aan het onderhoud van de start- en landingsbanen, platformen, taxibanen en alle verbindingswegen die daaromheen liggen. “Deze grote projecten kunnen we niet doen zonder de juiste werkvoorbereiding”.
Jaakko van Blijswijk is vijf jaar werkzaam als Project Manager bij de Royal Schiphol Group. Samen met zijn team wordt dagelijks gewerkt aan het onderhoud van de start- en landingsbanen, platformen, taxibanen en alle verbindingswegen die daaromheen liggen. “Deze grote projecten kunnen we niet doen zonder de juiste werkvoorbereiding”.
De projecten op Schiphol hebben een looptijd van ongeveer drie jaar. In het eerste jaar wordt de scope bepaald en onderzoek gedaan, het tweede jaar staat in het teken van engineering en in het derde jaar wordt de opdracht verstrekt zodat de opdrachtnemer genoeg tijd heeft om materiaal, materieel en personeel in te schakelen. Van Blijswijk; “In het tweede en derde jaar heeft werkvoorbereiding een grote rol. Van materiaalkeuzes en werkplannen tot de bouwlogistiek en veiligheidsplannen. We werken met 60 duizend mensen in een zo te noemen, kleine stad. Het is daarom van essentieel belang dat projecten gesmeerd verlopen”.
Bovendien is duurzaamheid een belangrijk aspect, Schiphol wil graag emissieloos worden en daar moet ook onderhoud aan bijdragen. “We streven ernaar zo min mogelijk aggregaten te gebruiken en we sluiten de keten en machines waar dat kan aan op vaste stroom. Daarnaast worden werkzaamheden zo goed mogelijk gebundeld om overlast en uitstoot te verminderen. Het is dan ook van belang om vooraf inzichtelijk te hebben welke projecten zich in dezelfde omgeving bevinden. Daarna moeten vergunningen in orde zijn om binnen de wettelijke kaders te werken en moet er rekening worden gehouden met de dagelijkse operatie, de luchtvaartmaatschappijen, bagageafhandelaren en luchtverkeersleiding. Dat is elke keer een flinke puzzel”.
Na zijn Hbo-opleiding Luchtvaarttechniek en Master Management Engineering kwam Van Blijswijk via Vialis op Schiphol te werken om twee tunnels te renoveren. Dat beviel zo goed dat de keuze om op de luchthaven te blijven snel gemaakt was toen hij de kans kreeg. “Het was mijn jongensdroom om piloot te worden, maar toen ik, om dit te kunnen bekostigen, naar de bank moest vond ik het toch te spannend. Daarom ben ik de Hbo gaan doen en daar bleek dat ik studeren gewoon ontzettend leuk vond, zo is de pilotenopleiding er uiteindelijk niet meer van gekomen”.
De actieve padeller uit Den Haag had na zijn opleiding wel het idee om zijn recreatief vliegbrevet te halen, maar dat is er nog niet van gekomen. “Mijn broer is er wel mee begonnen, terwijl ik mijn motorrijbewijs heb gehaald, dus wie weet zit het er nog in. Tot die tijd ben ik in mijn vrije tijd graag actief en sportief in de natuur en reis ik ontzettend graag naar Spanje voor het water, de bergen en natuurlijk het lekkere eten”.
Die reizen gaan uiteraard met het vliegtuig vanaf Schiphol en maken volgens Van Blijswijk goed duidelijk hoe belangrijk onderhoud en werkvoorbereiding zijn om vliegen mogelijk te maken. “Op de luchthaven kunnen dingen niet tot morgen wachten en moet het werk gewoon af. Dat kan soms wel voor spanning zorgen, maar als je het dan met je team voor elkaar krijgt, geeft dat enorm veel energie”.
’ ‘
‘Met de hele keten samenwerken kan alleen als de werkvoorbereider het overzicht houdt’
Secuur werken en vooruit kijken bij aanleg pompstation
Visser & Smit Hanab Pipelines & Industry is als hoofdaannemer volop bezig met het realiseren van een pompstation voor WarmtelinQ in Delft. De werkzaamheden vinden plaats op ‘een postzegel’, wat veel vraagt van de werkvoorbereiding. “We laten alles just-in-time aanleveren”.
Om te zorgen voor een robuust netwerk met voldoende waterdruk in de aanvoer- en retourleidingen laat WarmtelinQ in Delft – halverwege het tracé – een pompstation bouwen. Dat netwerk loopt van de Rotterdamse haven naar Den Haag en later ook naar Leiden. Met de warmte die WarmtelinQ transporteert kunnen 120.000 woningen in Zuid-Holland duurzaam verwarmd worden. WarmtelinQ is een energietransitieproject van Gasunie. Het pompstation in Delft meet 25 bij 15 meter en is ongeveer 15 meter hoog en bestaat uit drie verdiepingen. De eerste en de tweede zijn voornamelijk voor de piping, de derde voor E&I en apparatuur als heating en airco. De zes pompen staan op de begane grond. In september vorig jaar ging de eerste paal de grond in en inmiddels verkeren de werkzaamheden in vergevorderd stadium.
> Partners. De werkvoorbereiding ging van start nadat Visser & Smit Hanab Pipelines & Industry de voorlopige gunning kreeg in mei vorig jaar, blikt constructiemanager Leo van Asperen terug. Hij is verantwoordelijk voor de hele bouwplaats. Van Asperen; “Denk aan zaken als veiligheid, kwaliteit en planning. Daarnaast ben ik eindverantwoordelijk voor de werkvoorbereiding. De werkvoorbereiding zelf vindt plaats bij de partners waarmee we dit project realiseren”. Die partners zijn Van Hattum & Blankevoort voor het civiele werk, Homij voor Heating, Ventilation en Airconditiong en Stork voor het E&I-werk.
> Field welds en pipe spools. “Wij deden zelf de werkvoorbereiding voor het inrichten van de bouwplaats. Denk aan het afgraven van het terrein, rijplaten regelen en het opzetten van het bouwketenpark, conform de eisen van Gasunie. En wij nemen de communicatie met de opdrachtgever (Gasunie/WarmtelinQ), de gemeente en omwonenden voor onze rekening”. In de tussentijd was ook de werkvoorbereiding voor de piping gestart. Visser & Smit Hanab heeft een prefab shop in Veendam waar het meeste laswerk plaatsvindt. “In de werkvoorbereiding bepalen we de field welds: hoe lang de buizen mogen zijn zodat we ze nog kunnen vervoeren en hier kunnen hanteren. In Veendam maken ze vervolgens de zogenoemde pipe spools: de samengestelde delen. We lassen zo veel mogelijk in Veendam omdat we daar onder ideale condities kunnen lassen.” Elke las krijgt een nummer en er wordt vastgelegd welke lasser eraan werkte en welke techniek hij toepaste. “We moeten tien procent van het laswerk steekproefsgewijs controleren. Veendam legt dat vast in de zogenoemde Line Inspection Summary List (LISL) en dat komt terecht in het opleverdossier. De werkvoorbereider volgt dat nauwgezet op zodat we dat in de planning kunnen verwerken”.
> Volgorde van het werk. De buizen werden in de regio Delft geschilderd. “Daardoor konden we meer buizen per vrachtauto vervoeren vanaf Veendam”. Vervolgens was het weer aan de werkvoor- >
bereider om de kwaliteit en de voortgang van het schilderwerk op te volgen. “Denk aan het inplannen van de straalafnames, samen met quality controller van Gasunie en het schildersbedrijf. Pas als het profiel akkoord is, kan het schilderen beginnen”. Na de verfbeurt volgt nog de definitieve afname van het werk en aansluitend het transport naar de bouwplaats. Het uitzoeken van de benodigde supports, de ondersteuning voor het leidingwerk, is ook een taak van de werkvoorbereider. “Welke schoenen en hangers zijn er nodig?”
> Werkpakketten opstellen. “Ook het bestellen van de montagematerialen hoort bij de werkvoorbereiding. Als dat allemaal in kaart is, stellen we de werkpakketten op. Het is belangrijk dat je daarbij oog hebt voor de juiste volgorde van het werk”. In Delft is dat nog eens extra belangrijk, zegt Van Asperen. “Het terrein is niet groot: we werken met zijn allen op een postzegel en ook nog eens op verschillende niveaus. Daar moet je wel rekening mee houden. We laten alle materialen just in time aanleveren want er is weinig ruimte voor opslag”. Van Asperen pakt ondertussen een map van
zijn bureau. “Kijk, dit is een werkpakket waarin we 9 tekeningen van leidingdelen samenvoegen omdat het samen één leiding vormt. Alle informatie voor de voormannen zit erin, bijvoorbeeld waar ze een field weld moeten maken. Ook de LISL-zit erin, evenals een 3D-tekening van het werk”. Het is de taak van de uitvoerder om de benodigde gereedschappen en mensen in te plannen. “We hebben een goede ploeg die grotendeels met de uitvoerder is meegekomen van een vorig project”.
> Anticiperen. De werkvoorbereider monitort de voortgang en anticipeert op de resultaten. “Hoeveel maken we per dag? Moeten we op- of afschalen? Laat ik een bepaalde steiger staan, zodat E&I zijn werk eerst kan doen? Of laat ik ‘m afbreken en elders opbouwen omdat een andere discipline voorrang heeft? Soms moet je wel eens minder populaire beslissingen nemen”. Tijdens de bouw regelt de werkvoorbereider ook de inspecties van de lassen die on site worden gemaakt. Zo werkt hij stap voor stap toe naar het opleverdossier. “Hij regelt de NDO-inspecties en maakt het testplan voor
het onder druk zetten van alle leidingen. Uiteindelijk ontstaat er een kwaliteitsplan dat door Visser & Smit Hanab wordt opgeleverd. “En als het goed is, accepteert de klant dat vervolgens”, besluit van Asperen met een lach.
> Van risico naar kans. Een risicoanalyse is onderdeel van het werk. De hoofdaannemer zat hiervoor vroegtijdig met zijn partners om de tafel, legt projectmanager Kees van der Stelt uit. “Aan de ene kant gaat het om praktische bouwgerelateerde onderwerpen, zoals met veel mensenwerken op een kleine oppervlak, leidingen die onder druk staan, en het werken op verschillende hoogtes. Aan de andere kant gaat het om onderwerpen die de opdrachtgever belangrijk vindt. Die moét je goed doen, anders wordt het een zware wedstrijd. Gasunie hecht veel waarde aan omgevingszaken en duurzaamheid. Bijvoorbeeld: er staat hier een flatgebouw tegenover: hoe ga je daarmee om? De aanpak daarvoor namen we al op in de aanbesteding. Als je dit soort aandachtspunten goed managet, veranderen ze van een risico in een kans. Daarvoor moet je goed naar je klant luisteren, de onderwerpen in kaart brengen en je team er rond organiseren”.
> Geïntegreerde aanpak. Van der Stelt; “Gasunie wilde een aannemer met een groot oplossend vermogen. Dat hebben we in de aanbesteding omschreven. Wij werken niet met onderaannemers maar met partners. En Gasunie kent Stork, en omgekeerd, van andere projecten. Door met elkaar vanaf het allereerste begin samen te werken, creëer je een geïntegreerde aanpak. Daarnaast hebben we twee extra managers ingezet: in de eerste fase een voor de omgevingszaken en het bouwtechnische deel. In de tweede fase een met een focus op installatiekennis en E&I. Hiermee haalden we veel werk weg bij Gasunie”.
Van Asperen; “Het werk van een werkvoorbereider is afwisselend. Je moet heel secuur kunnen werken en vooruit kunnen kijken. Als er een vraag komt, moet je eigenlijk het antwoord al klaar hebben liggen”. Van der Stelt; “Je hebt eigenlijk werkvoorbereiders op twee niveaus. Eén op basis van vakmanschap, bijvoorbeeld iemand die als lasser begon en nu de uitvoerder assisteert. De andere neemt deel in het projectteam en bemoeit zich met de planning, de con-
tracten, het veiligheidsplan, de kwaliteit en de communicatie met stakeholders. We zien een trend dat jonge mensen vooral richting dat projectwerk willen en het liefst vanachter de computer werken. Maar bouwen is: praten met mensen, informatie delen en een bouwtekening aan de muur. Het is teamwork. Ik snap dat de wereld verandert en complexer wordt en dat de computerwereld niet meer te vermijden is. Daarvoor moeten we openstaan. Maar vanaf een 3D-tekening kun je geen pijp lassen. In die spagaat tussen oud en nieuw moeten we, als werkgever of als industrie, een nieuwe balans vinden”. <
‘Als er een vraag komt, moet je eigenlijk het antwoord al klaar hebben liggen’
‘ ’
De motor achter soepel onderhoud: de complexe rol van
Werkvoorbereider/Planner
Het klinkt als een paradox: je zoekt naar iemand die als een Zwitsers zakmes moet functioneren en tegelijkertijd de finesse van een koorddanser beheerst. Zei iemand complex? Maar dit is precies wat een werkvoorbereider/planner moet doen. Dit beroep vraagt om iemand die in staat is om technische complexiteit, strakke planningen, deadlines en continu veranderende prioriteiten naadloos op elkaar af te stemmen. Het lijkt soms alsof we op zoek zijn naar een schaap met vijf poten, maar met de juiste hulpmiddelen kom je gelukkig een heel eind.
‘ ’ ‘De perfecte werkvoorbereider/ planner bestaat misschien niet’
Een werkvoorbereider/planner heeft een veelzijdige rol die veel meer inhoudt dan simpelweg taken plannen en voorbereiden. Het is een cruciale functie waarin verschillende disciplines samenkomen: technische knowhow, organisatorisch talent en het vermogen om onder druk te presteren, zijn essentieel. Alles draait om het balanceren van werkprocessen en het tijdig inspringen op veranderingen. En dit alles zónder het overzicht te verliezen.
> Complexe uitdaging(en). De kern van werkvoorbereiding en planning ligt in het creëren van de juiste afstemming tussen techniek, veiligheid en beschikbare middelen. “In de onderhoudswereld is dit geen eenvoudige opgave. Elke taak moet nauwkeurig worden gepland op basis van prioriteit, urgentie en de benodigde resources”, aldus Bas Horvers, Enterprise Asset Management Consultant bij Ideo. Dit is waar een systeem als SAP Enterprise Asset Management (EAM) om de hoek komt kijken. Het zorgt ervoor dat de verschillende elementen op onderhoudsorders goed worden vastgelegd en dienen als basis voor een betrouwbare planning.
> Altijd in controle. Een goede werkvoorbereider/planner moet voortdurend schakelen tussen verschillende prioriteiten en onverwachte veranderingen. SAP EAM maakt dit eenvoudiger door gebruik te maken van visuele planborden waarin alle onderhoudsbehoeften en hun prioriteiten duidelijk zichtbaar zijn. Dit stelt de
planner in staat om snel te reageren en wijzigingen door te voeren zonder de controle te verliezen. De flexibiliteit die dit systeem biedt, zorgt ervoor dat zelfs lastminute aanpassingen vlot en efficiënt in de planning kunnen worden opgenomen.
> Samenwerking: de sleutel tot succes. Het succes van werkvoorbereiding en planning ligt niet alleen in het plannen zelf. Zo vertelt Horvers; “Het gaat over veel meer dan dat. Vooral over de samenwerking tussen verschillende afdelingen. Denk aan inkoop, onderhoud en productie; elke discipline speelt een rol in de levenscyclus van een order”. SAP EAM faciliteert deze samenwerking door iedereen toegang te geven tot een centraal systeem waarin orders gefaseerd worden verwerkt en waar feedback eenvoudig kan worden gegeven. Dit verbetert niet alleen de planning, maar ook de samenwerking binnen teams.
> Het schaap met vijf poten. De conclusie die we kunnen trekken is: de perfecte werkvoorbereider/planner bestaat misschien niet – of, zoals vaak wordt gezegd, er zijn geen schapen met vijf poten. “Maar met een combinatie van vaardigheid, flexibiliteit en de juiste software kom je toch een heel eind”, verzekert Horvers. Deze functie is essentieel voor een soepel verloop van onderhoudswerkzaamheden en laat zien hoe technologie en menselijke expertise hand in hand gaan om complexe taken te beheersen. <
the Netherlands, Belgium, France, and Germany join forces in the Energy Transition
How can Asset Management contribute to increasing sustainability and energy efficiency? Sustainable Asset Management can be a valuable tool in this regard. To achieve this, especially with/by/for the Manufacturing industry, an international Western European consortium has established the MORE4Sustainability project. This collaboration involves the Netherlands (NVDO), Belgium (Bemas), Germany (FVI), and France (EMC2). The project is led by Bemas and coordinated in partnership with Mainnovation.
The project consists of several phases and begins with a unique benchmarking study. At least 200 companies from Western Europe, particularly from the Manufacturing sector, such as Oil and Gas, Paper and Pulp, the Food Industry, and other industries, will participate. As a token of appreciation for their participation in the benchmark, the participants will receive a customized benchmark report tailored to their needs.
The second phase of the project involves developing a roadmap, with the insights from the benchmark study serving as its foundation. The final phase is a training program (available in four languages) focusing on Sustainable Asset Management. This training program will be offered in both physical and online formats.
> Expert Board. MORE4Sustainability has, in addition to the steering committee, an Expert Board. This board consists of the following scientists:
• Willem Haanstra, Assistant Professor in Asset Life Cycle Engineering & Management, University of Twente
• Pierre Dehombreux, Professor, Department of Mechanical Engineering - Mechanical Design and Production Engineering, Faculty of Engineering of Mons
• Pierrick Haurant, Assistant Professor at IMT Atlantique
• Lennart Brumby, State University of Baden-Württemberg Mannheim
The primary task of the Expert Board is to ensure the quality of the benchmark study and the roadmap. Finally, the Expert Board will be consulted with the final results.
> Suggestion for Maintenance. The question is how Maintenance and Asset Management can contribute to energy efficiency. Haanstra; “Both maintenance and sustainability are important value drivers for Asset Management organizations, especially when the whole life cycle is considered. As many technical systems are operational for multiple decades, the value of maintenance and improved sustainability accumulates over the entire life cycle and is becoming increasingly important for organizations and society alike”.
Maintenance contributes directly to sustainability by increasing the lifespan of assets, increasing production volume, reducing waste and losses, and avoiding preventable outages and repairs. “Continuously improving energy efficiency can lead to sustained cost reduction, higher availability, and reduced environmental impact”, says Haanstra. “In addition to the operational perspective, Asset Management organizations should also look ahead and plan for how their assets will be operated and maintained in the foreseeable future: A future where targets for climate neutrality or the circular economy are becoming more concrete, the way energy is produced and consumed is steadily but surely changing, and new technology provides new and exciting opportunities”.
> Manpower Needed. eaching climate neutrality by 2050 will be a significant challenge. To achieve this, we need people. To ensure that this required manpower is also professional, training is
essential. Dehombreux comments on this; “Achieving climate neutrality by 2050 is a significant challenge that necessitates substantial changes in workforce training. The first challenge is identifying skill gaps in MORE (Maintenance, Overhaul, Repair & Engineering) activities and global asset management. To address this, closer collaboration between universities, technical schools, and organizations should be fostered, as in-depth case studies are needed to convince all stakeholders of the benefits and feasibility of sustainable practices”.
Certifications and short courses promoting lifelong learning must be encouraged and supported with additional financial incentives, according to Dehombreux. “It’s crucial to incorporate distance learning applications to make sustainability education accessible to a broader audience. This approach ensures that technical managers and other key personnel are equipped with the necessary skills and knowledge to implement Sustainable Asset Management practices effectively”.
The MORE4Sustainability project exemplifies this approach by offering comprehensive training programs designed to enhance energy efficiency and reduce greenhouse gas emissions. Insights from a benchmark study involving over 200 companies will guide the development of these training modules, ensuring they address current industry needs and challenges. “Sector-specific training is also crucial. For instance, manufacturing might focus on energyefficient production processes and eco-friendly materials, while the infrastructure sector could emphasize sustainable construction and maintenance practices”. Dehombreux; “As Rabelais stated nearly five centuries ago, ‘Science without conscience is but the ruin of the soul’. This underscores the importance of a strategic framework guiding all improvements in sustainable development, ensuring that scientific advancements are coupled with ethical and environmental considerations. By addressing skill gaps, fostering educational collaborations, and promoting accessible, lifelong learning, the MORE4Sustainability project is paving the way for achieving climate neutrality by 2050. This holistic approach will not only enhance energy efficiency and reduce emissions but also support a sustainable future for all sectors”.
> Low-Hanging Fruit. The Manufacturing industry can start contributing to energy efficiency right away. Consider using sensors, avoiding unnecessary lighting, and optimizing the use of compressed air, etc. Haurant has more suggestions: interpretation of data can make possible to make substantial energy savings; “Indeed, the digitalization of production in factories, namely Industry 4.0, by the collection and interpretation of data can make possible to make substantial energy savings. Also, an energy management system (EMS) can be established to optimize energy consumption and lead to better energy efficiency. EMS ultimately enable the company in the beneficiary industry to be ISO 50001 certified”. Finally, the recovery of waste heat from industrial processes is a powerful lever for energy efficiency. “The idea is to recover and reuse as much heat as possible in order to reduce the use of other industrial utilities, mainly steam and cooling water”, according to Haurant. This principle can be followed both on the scale of a production plant and an industrial territory. It also can be generalized to any type of co-product of a process: water, material, with a view to the implementation of a territorial industrial symbiosis.
> Technical Knowledge. Improving the performance of assets also requires technical knowledge. This knowledge must fully account for sustainability performance. Prof. Dr. Lennart Brumby, Duale Hochschule Baden-Württemberg Mannheim supports this with a compelling example; “Technical knowledge is the basis for good and modern Maintenance and Asset Management. In addition to knowledge about the assets, technical knowledge also includes knowledge of methods such as e.g. systematic troubleshooting, weak point analysis, FMEA, RCM and the various lean management methods. On the other hand, technical knowledge should also include knowledge of current technologies and their areas of application, such as the various technologies of condition monitoring, but also data analysis and of course AI”.
As a result of the climate crisis and the resulting need to focus on greater sustainability of our production and assets, two further
areas of knowledge have been added that cannot be missing from any modern asset management. Brumby; “Firstly, we need comprehensive knowledge of how we can systematically reduce Green House Gas (GHG) emissions. Secondly, how we can continuously improve the energy efficiency of our assets”.
A large production plant for high-precision aircraft parts in Northern Germany was faced with such a challenge. “Not least due to increased energy prices, the management of this plant was forced to significantly reduce energy consumption in production” continues Brumby. “The plant’s asset management then started a training program in which employees were made aware of the issue of energy waste and demonstrated many examples of how energy can be saved in production using simple means. An important component was the introduction of ultrasonic location of compressed air leaks. The employees were trained in the operation of these devices and were able to find and eliminate leaks independently. In combination with the knowledge of lean thinking, the employees quickly understood how they could expand the search for Muda to include the energy waste of the assets. In this way, the plant managed to significantly reduce energy costs of their production in six months”.
This example clearly shows how important the technical knowledge of employees in Asset Management is and that this technical knowledge must also include sustainability aspects.
> Join Us. The benchmarking study is open for participation. The MORE4Sustainability partners are inviting you to take part in the survey. Only with the highest number of respondents can we understand how the Manufacturing industry is already working towards energy efficiency and identify areas for improvement. What initiatives have been undertaken by the sector, and what are the outcomes? The benchmarking study will generate a collection of best practices from which other companies can learn. <
‘ ’ ‘The benchmarking study will generate a collection of best practices from which other companies can learn’
Noordervaartdijk 3 - 1561 PS Krommenie
Telefoon (0)75 - 628 78 55, Fax: (0)75 628 04 76
www.klinkenbergbv.nl, Email: info@klinkenbergbv.nl
Machinefabriek Klinkenberg Zaanstad b.v. gevestigd in Krommenie, is specialist in intern transport en bulkhandling door middel van transportschroeven.
Klinkenberg Zaandam Services is sinds Juli 2021 met hun activiteiten gestart. Hierbij bestaat de dienstverlening uit: Inspectie, Nieuwbouw, Revisie en Renovatie.
Wij ontwerpen, fabriceren, leveren, installeren en onderhouden een uitgebreid programma van:
• transportschroeven “trogtransporteur of kokertransporteur” voor diverse producten;
• uitdraagbodems en ”hoppers met uitdraagschroeven”;
• woelbakken, doseerschroeven, koelschroeven en verwarmingschroeven en uiteraard losse schroefassen cq. vijzels.
• ontwaterings- persen voor afval, zak-compactoren en ketting/ bekerelevatoren, paddelmengers en lintmengers voor diverse media.
Klinkenberg Zaanstad heeft zich gespecialiseerd in het leveren, installeren en onderhouden onder ATEX certificering
Een stop voorbereiden is dagelijkse business bij Nobian Delfzijl
Bij chemiebedrijf Nobian op Chemie Park Delfzijl is een team van 21 professionals continu bezig met het voorbereiden van cleaning stops, pit stops en turnarounds. “Het is een doorlopende exercitie”, zegt Project- en Turnaround manager Jenne van der Naald.
Nobian heeft op het chemiepark een zoutfabriekcluster dat bestaat uit vier productiefaciliteiten en drie zuiveringsinstallaties, een energiecentrale (U&F, Utilities & Facilities, voorheen bekend als Delesto) die ook uit vier eenheden bestaat, en een chloorfabriek (MEB, membraan-elektrolysebedrijf). De chloorfabriek gaat jaarlijks uit bedrijf voor een grote onderhouds- en inspectiestop. De zoutfabrieken zijn een keer in de vier jaar aan de beurt. “Dat combineren we dan met een van de zuiveringsinstallaties.” De U&F-installaties gaan in cycli van één en vier jaar down.
> Samenwerken. De afdeling Turnaround is verantwoordelijk voor het faciliteren van de stopperiode waarin alles samenkomt, legt Van der Naald uit. De afdeling bestaat uit drie portfolio mana-
gers, twee project managers, drie turnaround managers, een projectinspecteur en vier constructiecoördinatoren. Er is een planner, een planner/werkvoorbereider en er zijn zes werkvoorbereiders, ieder met hun eigen expertise. “En die moeten allemaal met elkaar samenwerken én met de stakeholders in de organisatie. En natuurlijk met de contractors”.
> Preventieve inspecties en gepland onderhoud. De productieafdeling verzorgt zelf de cleaning stops. De afdeling van Van der Naald managet de pit stops en de turnarounds. Pit stops duren doorgaans enkele dagen tot twee weken en omvatten tien tot pakweg zestig klussen. Bij turnarounds liggen de fabrieken gemiddeld tussen de drie en zes weken stil en ligt het aantal klussen logi-
scherwijze een stuk hoger (ca200-250). Van der Naald; “Dan doen we de preventieve inspecties op basis van wet- en regelgeving, het preventieve geplande onderhoud, reparaties, wijzigingen, verbeteringen en eventuele projecten die stop-gebonden zijn. De kleinere stops gebruiken we ook om pilots uit te voeren, zoals digitaal punchen. Zo verdelen we de werkzaamheden”.
> Werkvoorbereiding en planning. “De stops zijn noodzakelijk, maar niemand legt graag een fabriek stil. Het is daarom belangrijk om in een zo vroeg mogelijk stadium samen de scope te bepalen. Dat doen we met de verantwoordelijke maintenance manager en de werkvoorbereiders. Zij zijn al vanaf dat moment betrokken. We stellen vast wat er moet gebeuren tot op het niveau van de boutjes en de moertjes, we maken een organogram van alle betrokken partijen en stellen het budget en de werkwijze vast”. Uit de scope volgt de werkvoorbereiding en de planning. Gedurende het hele traject van voorbereiding en uitvoering vindt er nauw overleg plaats. “Er komen altijd dingen bij”.
> Zeer gedetailleerd. Elke werkvoorbereider heeft zoals gezegd zijn eigen expertise, bijvoorbeeld civiel, mechanisch of elektrotechnisch. Uit het scope-overleg volgen de werkomschrijvingen die in het systeem worden aangemaakt. “Die gaan vervolgens ter controle naar de maintenance engineers en naar de monteurs”. De werkomschrijvingen zijn zeer gedetailleerd, legt Van der Naald uit. “Dus niet alleen ‘we hebben een zuigauto nodig’, maar ook dat we er twee personen op nodig hebben, de lengte en/of diameter van de aansluitingen, et cetera. Als dat allemaal goed in de opdracht staat, verwerken we dat in het werkpakket en stellen we de materiaallijst op”. Een andere belangrijke taak is het controleren en zo nodig aanpassen van de technische tekeningen. De werkvoorbereiders zijn ook betrokken bij de taak-risicoanalyse en het mitigeren van de gevonden risico’s. “Komt er een aanpassing van de werkzaamheden of de procedure, dan past de werkvoorbereider het werkpakket aan en gaat het terug naar de planning”.
> Van C tot Z. De werkvoorbereiders blijven tijdens het hele proces betrokken bij een stop, klein of groot. “Ja, misschien niet van A tot Z, maar dan zeker van C tot Z. Er is altijd wel extra werk dat
Jenne en Anne Foto; Nobian
geregeld moet worden”. Soms lopen dingen wel eens anders dan gepland. “Bijvoorbeeld omdat het niet goed is omschreven, de tekening net anders is dan de praktijksituatie, of omdat een bepaalde moer niet los wil. Dat zijn dingen waartegen je in het veld aanloopt. Dan roepen we de benodigde mensen bij elkaar en lossen we het samen op”. Uit de inspecties komen soms extra werkzaamheden naar voren. Ook dan komt de werkvoorbereider in actie en doorloopt de gehele cyclus van scoping tot uitvoering en afmelden.
> Gespecialiseerde onderaannemers. Het team zit eind juli middenin een lopende turnaround en is ondertussen druk met het voorbereiden van een turnaround van de chloorfabriek (in week 41), een pit stop van een U&F-installatie (week 41-42) en een tweede U&F pit stop in week 45-46. “En we zijn al begonnen aan de scoping van de eerste stops in het nieuwe jaar”. De werkzaamheden aan de installaties gebeuren door de eigen onderhoudsdienst en ingehuurde en gespecialiseerde onderaannemers. Het uitgangspunt is dat de eigen mensen zo min mogelijk sleutelen. “Zij zorgen voor de afname van het werk, zijn het technisch inhoudelijke aanspreekpunt voor de onderaannemers en begeleiden specialistische klussen”. Tijdens een pit stop lopen er gemiddeld vijftig tot zeventig ingehuurde medewerkers rond, bij een turnaround van de zoutfabriek loopt dat op tot 200 man.
> Contractors betrekken. De afdeling bestaat uit een mix van jong en oud. “Ervaren en minder ervaren. Er is altijd een senior medewerker betrokken en die begeleidt een junior in zijn leerproces. >
‘ ’ ‘We stellen vast wat er moet gebeuren tot op het niveau van de boutjes en de moertjes’
Inspecties zoutstop Foto: Nobian
Jongeren hebben de neiging om in aannames te denken en wij stimuleren daarom heel erg om het gesprek aan te gaan. Wij zeggen: bel die aannemer. Vraag wat hij nodig heeft en wat de doorlooptijd van de werkzaamheden moet zijn. Door contractors in de voorbereiding te betrekken, verbeter je bovendien de samenwerking tijdens de stop. Je wordt meer een team, in plaats van een klant-opdrachtnemer situatie”. Het is de strategie van Nobian om zo min mogelijk mensen in te lenen voor de Projects & Turnaround-afdeling. Van der Naald; “We willen mensen aannemen en opleiden en zo de kennis in huis houden. We hebben afgelopen jaar een nieuwe collega aangenomen die we opleiden tot werkvoorbereider en die ook het digitaliseren van processen op zich neemt. Over een jaar gaat hij ook meer in de uitvoering meelopen, zodat hij ‘geconfronteerd’ wordt met zijn eigen werkvoorbereiding”.
> Van elkaar leren. Verbeteren en van elkaar leren is een speerpunt bij Nobian. De doorlopende stroom aan uiteenlopende stops zorgt ervoor dat kennis eenvoudiger in de organisatie blijft, legt Van der Naald uit. “Het is daarbij belangrijk om onze systemen te vullen met de juiste informatie. We werken met Maintask voor de grote turnarounds en altijd in samenspraak met SAP wat ons basissysteem is. Voor de planning gebruiken we Primavera wat weer gekoppeld is aan Maintask. Het is de verantwoordelijkheid van de groep om de systemen up-to-date te houden met de juiste informatie en op die manier als organisatie te verbeteren. De ‘after care’, dus hoe je een stop oplevert qua fabriek, maar ook het systeem na een stop is tegenwoordig veel strakker geregeld. Dat loopt eigenlijk best goed”. Er is ook regelmatig contact tussen de Nobian-sites. “We kijken kritisch met elkaar mee en leren van elkaar. Hoe doen anderen
bepaalde activiteiten, welke leermomenten waren er en hoe zijn die opgelost. Wij hebben in Delfzijl het afgelopen jaar de aanpak van de pit stops verder gestandaardiseerd en geformaliseerd: wat is het precies, wat doen we, wanneer doen we het en wie moet wat doen. Dat heb ik gepresenteerd aan de andere locaties van Nobian en die adopteren nu onze werkwijze, al dan niet aangepast aan de lokale omstandigheden”.
> Jaarplan. De afdeling Turnaround heeft een eigen jaarplan dat is afgeleid van het jaarplan van de site. “De werkvoorbereiders en planners hebben dat plan verder in detail uitgewerkt. Dat doen ze samen, ze kijken met elkaar mee en dat doen ze heel goed. Maintask en Primavera zijn al jaren in gebruik en dan treedt onvermijdelijk vervuiling op. Het team is bezig om die systemen op te schonen. We werken ook aan het digitaliseren van processen, zodat de contractors in de fabriek met een tablet de werkzaamheden kunnen afmelden en wijzigingen kunnen doorgeven. De eerste pilots laten hierin mooie dingen zien”.
Als alle werkzaamheden tijdens een stop zijn voltooid, is de werkvoorbereider verantwoordelijk voor het correct afmelden ervan in het systeem. “Orders afsluiten, rapportages toevoegen, de financiële kant afwikkelen, eventuele extra opdrachten in het systeem zetten: dat soort werk. Werkvoorbereiden is echt heel afwisselend en mooi werk”. Site Asset en Technology manager Anne Arkenbout, tot slot; “Tijdens een stop zie je altijd een saamhorigheid ontstaan vanuit de wens om samen de klus tot een goed einde te brengen. Ik noem het wel eens onze eigen festivalsfeer. Het is mooi om te zien en mee te maken”. <
Krachten AI bundelen voor de nieuwe generatie autonome besturingssystemen
Je leest het steeds meer in de media: incidenten en ongelukken met zelfrijdende auto’s. Is het tijd om de droom van geautomatiseerd rijden vaarwel te zeggen, of kunnen we het tij nog keren? Jan-Pieter Paardekooper (TNO) is optimistisch en realistisch; “We moeten autonome voertuigen leren hoe ze moeten redeneren, dat is de enige manier om het voor elkaar te krijgen”.
De afgelopen jaren zijn we getuige geweest van een verschuiving in het sentiment over geautomatiseerd rijden. Het aanvankelijke enthousiasme en optimisme van zowel het publiek als de industrie hebben plaatsgemaakt voor scepsis en pessimisme. Paardekooper weet waarom; “Hoge verwachtingen zijn niet uitgekomen en voorspellingen moesten herhaaldelijk worden bijgesteld. Het vertrouwen in geautomatiseerde technologie is ook ernstig aangetast door ernstige ongevallen met gewonden en doden, vooral in de VS, waar de regelgeving voor het gebruik van geautomatiseerde voertuigen minder streng is dan in andere delen van de wereld”.
> Verlies aan vertrouwen. “Na tal van incidenten waarbij gedeeltelijk geautomatiseerde voertuigen en autonome taxi’s betrokken waren, groeit daar de roep om strengere federale wetgeving voor autonome voertuigen. Het verlies aan vertrouwen in autonoom rijden onder het grote publiek is begrijpelijk. Toch blijven we bij TNO optimistisch over het potentieel van zelfrijdende voertuigen”.
> AI technieken zelfrijdende voertuigen combineren. De reden voor deze positieve vooruitzichten ligt in TNO’s innovatieve
kijk op AI-technologie voor zelfrijdende voertuigen. Paardekooper legt uit; “Supervised learning is momenteel de populairste techniek bij machine learning. Algoritmes analyseren hierbij gegevens om patronen te identificeren op basis van gelabelde voorbeelden. Naarmate het algoritme meer gegevens verwerkt, worden de beslissingsvaardigheden beter en verfijnder”.
“Deze benadering van AI, die te zien is in technologieën als ChatGPT en het genereren van afbeeldingen (bijv. Midjourney), is zeer succesvol dankzij de overvloed aan gegevens en de vooruitgang in rekenkracht. Daarom is deze vorm van AI de symbolische AI, die vertrouwt op logica en wiskunde om regels te definiëren, voorbijgestreefd. Bij TNO geloven we in het combineren van de sterke punten van zowel lerende systemen als symbolische AI voor de volgende generatie autonome besturingssystemen”.
> Leren redeneren. De huidige autonome voertuigen gebruiken neurale netwerken en data om te leren hoe ze veilig kunnen rijden. Paardekooper; “Dit betekent dat de AI verkeersregels en veilig rijgedrag probeert te begrijpen door training vanuit talloze rijsituaties op de weg. Na verloop van tijd raakt het systeem bedreven in het
begrijpen van en reageren op de meeste verkeersscenario’s”. Wanneer zich echter een onbekende situatie voordoet, kan het zijn dat het voertuig niet weet hoe te reageren en volledig tot stilstand komt of, erger nog, de verkeerde beslissing neemt en een ongeluk veroorzaakt. Dit is onvermijdelijk omdat rijvaardigheid niet kan worden geleerd door alleen maar kilometers te maken. “Neurale netwerken kunnen het ‘waarom’ achter de voorbeelden niet leren (geen causaliteit), waardoor deze algoritmen onmogelijk verkeersregels kunnen afleiden uit alleen data”.
“Hun onvermogen om autonoom te redeneren of na te denken over hun gedrag wordt duidelijk in complexe, onbekende situaties. Daarom is het essentieel dat het systeem ook de onderliggende regels leert. In wezen leren we autonome voertuigen hoe ze moeten redeneren”, aldus Paardekooper.
> Black box. Een van de belangrijke voordelen van deze hybride benadering van AI, die zowel lerende als symbolische AI combineert, is de mogelijkheid om te begrijpen hoe autonome voertuigen beslissingen nemen. Paardekooper legt uit; “Met de huidige systemen is dit begrip niet haalbaar: het is alsof je te maken hebt met een black box. Door redeneerregels in te bouwen, kunnen we analyseren wat er gebeurde bij een incident en waarom het gebeurde. Met andere woorden, als ontwikkelaars kunnen we inzicht krijgen in het gedrag van het voertuig en het systeem verbeteren”.
Paardekoper voorspelt dat de meeste incidenten, als de processen goed verlopen, in de verificatie- en validatiefase van de ontwikkeling van het systeem plaatsvinden, en naarmate de ontwikkeling voortduurt afnemen. “Toch is er altijd een kans dat er ook na ingebruikname iets gebeurt en de vraag is hoe vaak dat zal zijn. Mijn verwachting is dat van de toepassing afhangt wat daarin acceptabel is”.
Jan-Pieter Paardekooper Foto: TNO
> Hoe het werkt. Het voertuig maakt gebruik van sensoren zoals camera’s en lidars om de omgeving waar te nemen. Door middel van objectherkenning op basis van neurale netwerken onderscheidt het de positie van objecten en de verkeerssituaties. Daaruit genereert een automatische redeneerstap een soort risicoprofiel door de relevantie van algemene rijregels, zoals gedefinieerd door de ontwikkelaar, te analyseren in combinatie met het waargenomen situatie. Hierdoor kan het systeem continu het risico van verschillende verkeersscenario’s inschatten en er op een veilige, wettelijke, ethische en sociale manier mee omgaan. Paardekooper; “Wanneer het voertuig bijvoorbeeld een fietser inhaalt, neemt het een bredere
‘‘Door redeneerregels in te bouwen, kunnen we analyseren wat er gebeurde bij een incident en waarom het gebeurde’
’
weg dan wanneer het om een stilstaand object heen manoeuvreert, omdat het systeem via een rijregel heeft geleerd dat een botsing met de fietser meer schade zou veroorzaken dan een botsing met een stilstaand object”.
“Of wanneer een voertuig op een rijstrook rijdt die is gemarkeerd met een doorgetrokken lijn, kan het systeem redeneren om die lijn alleen over te steken in een noodmanoeuvre om een ongeluk af te wenden. Met andere woorden, het systeem weet dat het vermijden van een ongeluk belangrijker is dan het strikt naleven van de verkeerswet – iets dat de meeste bestuurders ook zouden doen”.
Voorheen hadden voertuigen moeite met dergelijke tegenstrijdige gedragsspecificaties en zouden ze zich in dergelijke scenario’s waarschijnlijk onvoorspelbaar gedragen. “Zonder redeneervermogen is autonoom rijden onbereikbaar”.
> Strategie voor beoordeling in twee richtingen. Ondertussen heeft TNO op de Automotive Campus in Helmond de theorie in praktijk gebracht door samen met partners uit de industrie tests uit te voeren op afgesloten wegen. “De eerste resultaten van het testen van ons hybride AI-systeem in verschillende scenario’s zijn veelbelovend”, zegt Jan-Pieter Paardekooper. “De technologie is in-
drukwekkend en bij TNO geloven we dat het een gamechanger kan zijn. Maar om het veilig op de weg in te zetten, moeten we ervoor zorgen dat het elke situatie aankan”. Voor het veilig maken van dit soort systemen is naast (veel) data ook kennis nodig van zowel het systeem als van de omgeving waarin het systeem gebruikt zal worden. De Werkvoorbereider is daarbij onmisbaar. TNO pleit dan ook voor een ontwikkelings- en beoordelingsstrategie gebaseerd op twee pijlers die een safety-by-design benadering op componentniveau combineert met een breed scala aan veiligheidsbeoordelingsmethoden.
“Deze alomvattende benadering van veiligheidsbeoordeling is essentieel voor het waarborgen van de betrouwbaarheid en gereedheid van autonome rijtechnologie voor toepassing in de echte wereld. Als we hierin slagen,” besluit Paardekooper, “ben ik voorzichtig optimistisch over de toekomst van geautomatiseerd rijden, want hoewel sommige aspecten van dit concept specifiek opgaan voor automatisch rijden, is het principe toepasbaar op automatische systemen in het algemeen”. <
Onderhoud moet saai zijn
Het is een stokpaardje van Maintenance Manager Peter Brughmans. “Ik zeg altijd: onderhoud moet saai zijn. Je moet niet worden verrast door onverwachte breakdowns”. Maar een typische onderhoudsman functioneert graag als problem solver: bij alarm handelen en het probleem oplossen, tot ieders tevredenheid. “Maar, terwijl je daar mee bezig was, heb je niet gezorgd dat het niet kapot ging. En dát is net wat we willen”.
In Zwijndrecht (België) produceert EVAL Europe NV, dochteronderneming van het chemisch concern Kuraray, EVAL™ EVOH. Dat is een kunststof met verbazingwekkende barrière eigenschappen voor onder meer voedselverpakking, de auto-industrie, de bouw en landbouw.
> Kantelpunt. De focus ligt bij EVAL Europe op het verbeteren van de uptime en jarenlang was dit geen enkel probleem. De fabriek, gebouwd in 1997, was nieuw en lange tijd heeft correctief onderhoud volstaan. Brughmans; “Maar, op enig moment kwamen we tot de conclusie dat we het kantelpunt hadden bereikt. Toen werd ook duidelijk dat het gebruik van een Excel file te beperkt was”. De VDMXL Audit van Mainnovation bevestigde dat het tijd was om de focus te verleggen van correctief naar preventief onderhoud. Maar dit bracht ook met zich mee dat structuren en IT systemen moesten worden aangepast.
> SAP EAM. Toen moederbedrijf Kuraray een eigen SAP systeem uitrolde, was dit hét moment om het helemaal naar wens in te richten. “Alles dat we graag in het SAP systeem wilden implementeren, konden we nu kwijt in Kuraray’s Global-SAP. Verder maakten we tot dit moment veel gebruik van de dienstverlening van de site infrastructuur beheerder. Ook daar vond een switch plaats: we gingen steeds vaker werken met eigen contractors”. De inrichting van plantmaintenance in SAP en de implementatie van werkvoorbereiding, waren twee projecten die parallel aan elkaar liepen. “Om contractors te kunnen inplannen en op de geboden service te kunnen afrekenen, moet je je eigen systeem hebben. Met hulp van Kees van Dixhoorn, SAP EAM Expert bij Mainnovation, hebben we de nieuwe SAP omgeving ingericht, compleet met werkorders. Zo hadden we per order alle kosten in beeld”.
> Werkvoorbereiding. Bij werkvoorbereiding gaat het volgens Brughmans over slimme keuzes maken en de juiste dingen doen. “Je hebt nu ook de voorbereidende stappen beter in beeld. Dus je weet welke disciplines en materialen je nodig hebt en hoe veel tijd het kost”. De werkorders zijn weggezet in een tijdlijn waarbij ook wordt nagedacht over een slimme spreiding van de werkload. “Zo kunnen we maanden van tevoren al afspraken voor uitvoerende werken vastleggen. Fijn voor de contractors en ook fijn voor productie om
te weten wanneer een bepaald deel van de lijn stil ligt”. Dat klinkt als een logische manier van werken, en dat beaamt Brughmans. “Maar het punt is: We waren dit niet gewend. Werkvoorbereiding betekent administratie, papierwerk, strategisch plannen. Dit werk kan als saai worden ervaren”.
> Voorspelbaar. Maar onderhoud moet dus saai en voorspelbaar zijn. “We moeten die switch van correctief naar preventief maintenance wíllen maken. Het haalt de stress uit de organisatie want je hebt veel minder onverwachte storingen. Eens je doorhebt dat dit significant minder is, dan krijg je de organisatie mee”. Daarnaast wordt op sommige installaties ook condition based maintenance toegepast. “Door middel van trilling analyses krijgen we informatie over het gebruik en een tijdige waarschuwing en hiermee voorkomen we veel downtime”.
> In-control. Storingen vermijden en het besef hebben dat je in-control bent, wordt gezien als winst. Maar het extra werk dat hiervoor nodig is, wordt niet steeds naar waarde geschat. “Je moet dus op een goede manier, je team meenemen. En successen delen en vieren met daarbij het besef dat dit verhaal nooit af is. Omstandigheden, de wereld en het bedrijf veranderen. Dus ‘saai’ wordt het eigenlijk nooit”. <
Europese set regels over AI treedt in werking
Om ervoor te zorgen dat AI (kunstmatige intelligentie) veilig en betrouwbaar wordt ontwikkeld en toegepast, is per 1 augustus jl. in de Europese Unie de AIverordening in werking getreden. Dit zijn Europese eisen en kaders voor AI. Zo kunnen we optimaal van de (economische) kansen van AI profiteren, worden de risico’s van AI-systemen en toepassingen aangepakt en wrodt de ontwikkeling van betrouwbare AI ontwikkeld. De verordening zal stapsgewijs van toepassing worden.
De AI-verordening is een set aan regels die betrouwbare AI in de EU moet garanderen, door eisen te stellen aan de ontwikkeling en het gebruik van deze systemen. Afhankelijk van het AI-systeem of de context waarin het gebruikt gaat worden, gelden er andere eisen. Toepassingen van AI die echt ontoelaatbare risico’s opleveren voor mensen, worden verboden. Denk daarbij aan systemen die worden gebruikt voor een oneerlijke beoordeling van mensen (zogenaamde ‘social scoring’). Aan AI met hoge risico’s, zoals bij toepassingen op de arbeidsmarkt worden duidelijke eisen gesteld. Bij bepaalde AI-toepassingen die met burgers contact hebben (zoals chatbots) of content maken of manipuleren (deepfakes) moet het duidelijk zijn dat dit AI is. Aan AI-toepassingen die weinig of geen risico’s met zich meebrengen worden geen nieuwe eisen gesteld. De meeste AI-systemen die nu in Europa worden gebruikt, vallen in deze categorie.
> Duidelijkheid. Burgers, consumenten, overheden en bedrijven die AI-producten gebruiken of hiermee in aanraking komen, kunnen er zo van uitgaan dat deze systemen veilig en betrouwbaar zijn. En het schept duidelijkheid voor AI-ontwikkelaars wanneer zij
‘
’ ‘Europese afspraken die de juiste balans brengen in de kansen en risico’s van AI’
hun producten op de Europese markt willen aanbieden. Daarnaast kunnen bedrijven en (overheids-)organisaties in ‘regulatory sandboxes’ advies en uitleg krijgen van toezichthouders over de regels van de verordening, om zo de drempel te verlagen om AI-systemen op verantwoorde wijze te ontwikkelen en in te zetten. Ten slotte zorgen deze Europese regels voor een gelijk speelveld; ook nietEuropese aanbieders van AI-producten en -diensten moeten hieraan voldoen als zij deze hier aanbieden.
Minister Beljaarts (Economische Zaken); “We willen de economische kansen van AI beter benutten en innovatie door onderzoekers en ondernemers blijven stimuleren. Tegelijkertijd moeten we de veilige werking van AI kunnen verzekeren. Met deze wetgeving sluiten we daarom aan op de risico’s van verschillende AI-systemen. Strenge regels waar nodig, maar juist geen onnodige regels voor bedrijven die laag-risico AI-systemen ontwikkelen en toepassen. Ik ben daarom blij met deze Europese afspraken die de juiste balans brengen in de kansen en risico’s van AI”.
> De Werkvoorbereider en AI. Een werkvoorbereider heeft verschillende taken en verantwoordelijkheden waarbij AI een aanzienlijke rol kan spelen om efficiëntie en nauwkeurigheid te verbeteren. Zo kan AI helpen bij het optimaliseren van productieprocessen door het analyseren van grote hoeveelheden gegevens en het identificeren van patronen en inefficiënties. Dit kan leiden tot een betere planning van de productie en een efficiënter gebruik van middelen. Een ander voorbeeld is dat van voorspellend onderhoud: door gebruik te maken van voorspellende analyses kan AI helpen bij het voorspellen van storingen in machines en apparatuur voordat ze zich voordoen. Dit kan de werkvoorbereider helpen om onderhoud proactief te plannen en stilstand te minimaliseren.
Een andere manier waarop AI werkvoorbereiding ondersteunt is die van kwaliteitscontrole: AI-gebaseerde systemen kunnen worden ingezet voor geautomatiseerde kwaliteitscontrole, waarbij ze afwijkingen in producten kunnen detecteren die met het blote oog moeilijk te zien zijn. Dit zorgt voor een hogere productkwaliteit en minder afval.
> De verordening. Staatssecretaris Szabó (Digitalisering en Koninkrijksrelaties); “Dit moment van inwerkingtreding van de AIverordening is een belangrijke mijlpaal voor de Europese Unie. De EU, en daarmee ook Nederland, zet zich er sterk voor in dat we AI kunnen vertrouwen, en dat we ontwikkeling en gebruik van betrouwbare AI bij de overheid stimuleren. Aan de voorkant moeten ontwikkelaars nu bijvoorbeeld de risico’s voor fundamentele rechten in kaart brengen, en burgers worden actief geïnformeerd over de inzet van hoog-risico AI-systemen als het wordt ingezet bij besluiten die hen raken. Beste Werkvoorbereider, wees voorbereid”! < Stapsgewijze invoering
De verordening is op 1 augustus 2024 in werking getreden, maar de verschillende onderdelen worden gefaseerd van toepassing. Dit geeft ontwikkelaars en aanbieders van hoogrisico AI gelegenheid om hun AI-systemen te laten voldoen aan de nieuwe eisen.
• februari 2025: bepalingen op verboden AI
• augustus 2025: eisen voor AI voor algemeen gebruik (general purpose AI)
• augustus 2026: eisen voor hoog-risico AI-toepassingen en transparantieverplichtingen
• augustus 2027: eisen voor hoog-risico AI-producten: volledige AI-verordening is dan van toepassing
• augustus 2030: eisen voor hoog-risico AI-systemen bij overheidsorganisaties die vóór augustus 2026 op de markt zijn gebracht
De Europese Commissie gaat toezicht houden op de grote AI-modellen die voor veel verschillende doelen gebruikt kunnen worden. Nationale toezichthouders gaan erop toezien dat de eisen voor hoog-risico AI worden nageleefd. Dat wordt in nationale regelgeving vastgelegd.
Efficiënte en veilige inspecties van civiele kunstwerken
De cruciale rol van een gedegen voorbereiding
Het uitvoeren van inspecties is van groot belang voor en vormt onderdeel van het totale plaatje van beheer en onderhoud van assets. Door regelmatig inspecties uit te voeren, kunnen potentiële problemen vroegtijdig worden gesignaleerd en beheersmaatregelen getroffen worden om de kans op verdere schade te minimaliseren. Inspecties vormen een cruciaal onderdeel van effectief Asset Management en dragen bij aan levensduurverlenging, beschikbaarheid, veiligheid en optimalisatie van onderhoudsplanning.
Dit draagt bij aan het verlengen van de levensduur van de assets, het minimaliseren van ongeplande niet beschikbaarheid, het verbeteren van veiligheid en het optimaliseren van onderhoudsplanning. Inspecties vormen hiermee een cruciaal onderdeel van effectief Asset Management. Voordat de inspecties uitgevoerd kunnen worden, is een gedegen voorbereiding van groot belang. Tijdens de voorbereiding van de inspectie worden verschillende aspecten van een inspectie uitgezocht en vastgelegd in het inspectieplan.
De eerste stap in de voorbereiding van de inspectie is de veiligheid van de inspecteur(s) tijdens de inspectie. Een vraag die hierbij wordt gesteld is of het wel noodzakelijk is om de inspectie door een persoon te laten uitvoeren of dat hier andere middelen voorhanden zijn. Zo is het mogelijk dat in de informatiebehoefte voorzien kan worden zonder dat een persoon aan veiligheidsrisico’s wordt blootgesteld. Hierbij kan gedacht worden aan het toepassen van een drone voor een visuele inspectie of het gebruik van sensoren voor continue metingen in de gebruikersfase van het kunstwerk.
Vooraf aan de inspectie bepaalt de inspecteur samen met de veiligheidscoördinator de inspectiestrategie en analyseert welke veiligheidsrisico’s hierbij komen kijken. Deze risico’s worden vastgelegd
‘ ’ ‘Gedegen voorbereiding: een cruciale rol!’
Luuk Middelweerd, Senior projectleider infrastructuur, Arcadis
in de taakrisico-analyse (TRA) die per inspectie specifiek gemaakt wordt. Bij het beheersen van de veiligheidsrisico’s wordt altijd de arbiedshygiënische strategie gevolgd om ervoor te zorgen dat het werk zo gezond en veilig mogelijk gedaan kan worden. Vervolgens wordt bepaald welke (aanvullende) trainingen en kennis noodzakelijk zijn om de inspectie uit te voeren, welke vergunningen vereist zijn en welke veiligheidsvoorzieningen getroffen moeten worden om de inspectie zo veilig mogelijk uit te voeren. Hierbij kan gedacht worden aan het plaatsen van verkeersmaatregelen of het spanningsloos stellen van installaties. In sommige gevallen worden hierbij derden ingeschakeld zoals een mangatwacht bij besloten ruimtes of een grenswacht bij inspectiewerkzaamheden rond het spoor.
Een ander belangrijk aspect tijdens de inspectievoorbereiding is het bepalen van de precieze informatiebehoefte en daarbij behorende methode van vastlegging. Aan het uitvoeren van inspecties zijn zoals beschreven inherent risico’s verbonden en is het goed mogelijk dat de benodigde veiligheidsmaatregelen hinder veroorzaken. Daarom is het van groot belang dat inspecties volgens het ‘in een keer goed’ principe worden uitgevoerd en een herinspectie niet noodzakelijk is.
Een zorgvuldige voorbereiding van een inspectie legt dan ook de basis voor een veilige en efficiënte inspectie. Hiermee worden risico’s vroegtijdig in kaart gebracht en kunnen maatregelen getroffen worden om problemen te voorkomen en hinder voor te omgeving te minimaliseren. Op deze manier draagt Arcadis bij aan een veilige, duurzame, betrouwbare en beschikbare infrastructuur in Nederland en daarbuiten.
De CSRD Richtlijn heeft de Werkvoorbereider nodig!
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die bedrijven verplicht om meer gedetailleerd te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Deze richtlijn is een uitbreiding en vervanging van de Non-Financial Reporting Directive (NFRD) en heeft als doel de transparantie en vergelijkbaarheid van duurzaamheidsrapportages te verbeteren.
Op initiatief van de NVDO heeft in samenwerking met SDU en EFNMS een gedetailleerde en uiterst succesvolle roadshow plaatsgevonden. Deze roadshow had tot doel om de Nederlandse en Internationale onderhoudsmarkt op de hoogte te brengen van de nieuwe richtlijn en handvatten te bieden om ermee aan de slag te gaan. De roadshow bestond uit nationale fysieke evenementen en internationale webinars. In het middenkatern van deze VAMeditie tref je een visual die je kunt ophangen in bijvoorbeeld je kantine, de spreekkamer of een andere ruimte.
Rol van de Werkvoorbereider als het gaat om de implementatie van de CSRD richtlijn. Mischa Coenen, Assetmanager Vincio Wonen zegt daar het volgende over; “Duurzaam vastgoed is beter voorbereid op de toekomst. De komende jaren zijn forse investeringen nodig, maar deze zorgen uiteindelijk voor meer financiële en maatschappelijke waarde. De werkvoorbereider speelt een cruciale rol in het beheer van dit vastgoed en vertaalt de doelen van de asset owner en asset manager van het vastgoed naar concrete onderhoudsactiviteiten. Dit moet in een keer goed gebeuren
Foto: NVDO
om onnodige kosten te voorkomen en het moet ook aantoonbaar goed gebeuren zodat de asset owner hierover kan rapporteren. Een belangrijke taak voor de werkvoorbereider dus”.
> Tijdens de engineeringsfase al rekening te houden met de CSRD richtlijn. “Naar aanleiding van de CSRD-richtlijn is het van cruciaal belang om al in de ontwerpfase duurzame bedrijfspraktijken te integreren. Dit helpt om toekomstige nalevingskosten te minimaliseren, zorgt voor transparantie in duurzaamheidsrapportages en verbetert de reputatie van het bedrijf”, aldus Roger Ham, Global Asset Lifecycle Director bij Kerry. “Vroege implementatie bevordert innovatie in duurzame technologieën, optimaliseert het gebruik van hulpbronnen en vermindert de milieueffecten. Daarnaast voorkomt het juridische en financiële risico’s die gepaard gaan met niet-naleving, waardoor het bedrijf beter gepositioneerd is voor langetermijnsucces en het vertrouwen van investeerders”.
> De keten centraal in plaats van de klant. De werkvoorbereider houdt bij zijn activiteiten al rekening met de duurzaamheidsdoelstellingen van de onderhoudsorganisatie. Hoe gebeurt dat? Robert Koolen, Directeur Duurzame Ontwikkeling bij Heijmans reageert; “De ambities op het gebied van duurzaamheid hingen tot nu toe vooral af van de vraag van de klant of de wettelijke eisen. De CSRD gaat er voor zorgen dat we dezelfde taal gaan spreken en dat transparantie over de resultaten ontstaat. Dat gebeurt op projectniveau, maar ook op bedrijfsniveau. In die transparantie zullen ook de effecten van de bedrijfsactiviteiten op duurzaamheid in de keten meegenomen moeten gaan worden. Ik verwacht dan ook dat het verzamelen van data over de materialen en in de keten in belang gaat toenemen”. <
‘‘Betrek de Werkvoorbereider op tijd bij je duurzaamheidsdoelstellingen’
’
Werkvoorbereiding in parkeerbeheer- en exploitatie
In de wereld van parkeerbeheer en -exploitatie blijkt, net als in veel andere vakgebieden, werkvoorbereiding de sleutel tot succes. Innovatieve oplossingen en adviezen voor parkeervraagstukken, zoals die bij NEVAP-lid Spark, het adviesbureau op het gebied van parkeren in Nederland, worden ontwikkeld en uitgevoerd, vereisen een zorgvuldige en gedetailleerde voorbereiding. Pieter Bergsma, expert en adviseur met meer dan twee decennia ervaring op het gebied van parkeren, geeft inzicht in hoe het adviesbureau acteert in de werkvoorbereidingsfase.
De basis van werkvoorbereiding: Deze fase begint bij het opstellen van het Programma van Eisen (PvE). Dit document vormt de ruggengraat van elk project en legt vast welke eisen worden gesteld aan de parkeerfaciliteit, van ontwerp tot exploitatie. Bergsma legt uit; “Het PvE is essentieel om een duidelijke richting te geven aan het project. Het beschrijft de technische en functionele eisen, zoals het aantal parkeerplaatsen, de grootte van de plekken, de indeling van de ruimte, de eisen aan mobiliteit en toegankelijkheid en de integratie van innovatieve technologieën zoals ticketless- of belparkeren en laadpalen voor elektrische voertuigen”.
Het opstellen van een PvE vereist grondig vooronderzoek en een goed begrip van de behoeften van de verschillende stakeholders, zoals gemeenten, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen en retail. “De voorbereiding moet nauwgezet zijn”, vervolgt Bergsma. “Want als je het aan de voorkant goed regelt, bespaar je tijd en geld aan de achterkant. Dit is gunstig voor zowel de eigenaar als de gebruiker van de parkeerfaciliteit”.
> Innovaties in parkeerexploitatie. De parkeerindustrie staat niet stil en technologische innovaties spelen een steeds grotere rol. Een belangrijk voorbeeld hiervan is de overgang naar cloudgebaseerde parkeersystemen. Waar voorheen lokale computers werden gebruikt om parkeersystemen aan te sturen, worden deze nu steeds vaker vervangen door cloudoplossingen. Bergsma legt uit; “Met cloudgebaseerde systemen kunnen gegevens beter worden bewaard en beheerd, en kunnen eigenaren via een abonnementsmodel toegang krijgen tot de nieuwste technologie zonder te investeren in dure hardware op locatie”.
‘‘Asset
Management speelt een cruciale
’
Een andere belangrijke ontwikkeling is het gebruik van yield management in parkeerexploitatie. Dit concept, bekend uit de luchtvaart- en hotelindustrie, wordt ook toegepast om parkeerplaatsen optimaal te benutten. Door nauwkeurige analyse van parkeerdata door zusterbedrijf Monit Data kan de capaciteit beter worden afgestemd op de vraag. “Bijvoorbeeld,” zegt Bergsma, “als je weet dat je in het weekend minder bezette parkeerplaatsen hebt in de praktijk dan op papier, kun je die extra capaciteit beschikbaar stellen voor andere gebruikers, zoals bezoekers van een evenement. Dit zorgt voor een efficiënter gebruik van de ruimte”. In de praktijk blijkt dat veel parkeersystemen een eigen architectuur en database hebben. Een grote gemeente werkt vaak samen met verschillende leveranciers waardoor de data in de rapporten ook anders worden gepresenteerd. Daar heeft Monit Data een oplossing voor. Met een virtuele stekker zorgt de software ervoor dat de verschillende data in een eenduidig en leesbaar bestand komen, zodat de rapporten met elkaar te vergelijken zijn. Ook dit is essentieel voor een goede werkvoorbereiding bij het implementeren van oplossingen voor nieuwe of bestaande parkeervoorzieningen.
> Innovatie kan niet zonder voorbereiding. Deze technologische innovaties vereisen echter een gedegen voorbereiding. Van het selecteren van de juiste technologie en leveranciers tot het invoeren van systemen en het integreren ervan in bestaande infrastructuren, elke stap vraagt om zorgvuldige planning en coördinatie. “Wij gaan bij Spark zo ver dat we fabrieken bezoeken om te controleren of de apparatuur aan onze eisen voldoet voordat deze wordt geïnstalleerd”, benadrukt Bergsma. “Inkopen doen wij voor onze opdrachtgevers zeer zorgvuldig, we willen zeker weten dat elke leverancier aan de eisen uit het PvE voldoet. Bij parkeerapparaten controleren we of de apparatuur naar behoren werkt, of de volledige IT-achtergrond is ingericht, of de apparatuur plug&play geplaatst kan worden. Zo minimaliseren we het risico op uitval en zorgen we ervoor dat systemen direct operationeel zijn”.
> Kwaliteitsmanagementsysteem. Bij Spark wordt binnen het Asset Managemet de Kwaliteitscirkel van Deming toegepast om ervoor te zorgen dat werkvoorbereiding en uitvoering naadloos op elkaar aansluiten. Deze cirkel, die bestaat uit de fasen Ontwerpen, Uitvoeren, Controleren en Bijstellen, wordt gebruikt om continu verbeteringen door te voeren. “We passen deze methodologie toe in al onze projecten en in elke fase: van het opstellen van het PvE en het in kaart brengen van de exploitatie (doelgroepen, tarieven, marketing) tot het beheer op afstand (meldkamer) en de SLA’s”.
Een belangrijke stap in elk proces is het verzamelen van parkeerdata. Deze data geven inzicht in het gebruik van de parkeervoorzieningen en helpen bij het beoordelen van de effectiviteit van de uitgevoerde plannen. “Als je bijvoorbeeld hebt afgesproken dat onderhoudswerk-
zaamheden op een rustig moment moeten plaatsvinden, maar uit de data blijkt dat er juist veel verkeer is op dat tijdstip, dan kun je daarop anticiperen en het plan aanpassen,” legt Bergsma uit.
Daarnaast speelt Asset Management een cruciale rol in dit proces. Dit begint al bij de inkoop en contractering van leveranciers en loopt door tot het opstellen van meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) en investeringsplanningen (MJIP’s). “Wij beoordelen niet alleen de prestaties van de leveranciers van onze opdrachtgevers, maar voeren ook audits uit en controleren of het werk volgens de afspraken is uitgevoerd. Dit zorgt ervoor dat de parkeervoorzieningen optimaal blijven functioneren en dat de investeringen van onze opdrachtgevers goed worden beheerd”.
> Resultaat van goede werkvoorbereiding. Goede werkvoorbereiding in parkeerbeheer resulteert uiteindelijk in een vlekkeloze ervaring voor de gebruiker. Dit betekent niet alleen dat de parkeerfaciliteiten goed functioneren, maar ook dat de verwachtingen van de gebruikers worden overtroffen. Bergsma benadrukt; “Als het goed geregeld is, merken mensen het vaak niet eens. Maar zodra er iets misgaat, bijvoorbeeld een defecte slagboom of een niet-werkende laadpaal, dan wordt het direct opgemerkt”.
Wanneer we techniek, slagbomen, lampjes, apparatuur en de praktische zaken even weglaten, blijft beleving over. En die parkeerervaring dient zo hoogwaardig mogelijk te zijn, menen de 21 experts van Spark. “We zijn ervan overtuigd dat we met onze adviezen en het
opstellen van zorgvuldige PvE’s voor alle leveranciers kunnen bijdragen aan een optimale bereikbare en leefbare omgeving. Als je boven de grond groen kunt toevoegen en ondergronds het parkeren goed regelt, ben je bereikbaar en gelukkig. Dat is waar we het voor doen”.
> Schakel. Samenvattend is werkvoorbereiding een onmisbare schakel in het succes van innovatieve parkeeroplossingen. Door nauwgezet te plannen, de juiste technologieën te kiezen en een sterke focus te hebben op kwaliteit, kan de parkeerindustrie blijven innoveren en een positieve impact hebben op de samenleving. Het is dit niveau van voorbereiding dat uiteindelijk het verschil maakt, zowel voor de eigenaar die ontzorgd wordt, als voor de gebruiker van de parkeervoorzieningen.
Constructie kan niet zonder Werkvoorbereiding en andersom
Diederik Veenendaal, CEO bij Summum Engineering, is verkozen tot Constructeur van het Jaar 2024. Volgens de jury maakt zijn sterke focus op natuurlijke, biobased en circulaire materialen hem een pionier in de sector. Dat de 42-jarige Rotterdammer deze prijs in ontvangst mocht nemen, was volgens hem best een verrassing. “Vaak wordt de prijs gewonnen door senior constructeurs met hele grote projecten. Ons bureau is compact en werkt op een kleinere schaal, en dat maakt deze prijs des te meer bijzonder”.
Of het nu gaat over unieke gebouwconstucties, de stedelijke omgeving of architecteur in de breedste zin van het woord, Veenendaal is er bijzonder in geïnteresseerd. Bij Witteveen+Bos is hij, na de opleiding Civiele Techniek in Delft te hebben gevolgd, als con-
structeur aan de slag gegaan. Unieke projecten als de overkapping van schaatsbaan De Scheg, dat nog altijd de grootste permante membraanconstructie van Nederland is, hebben zijn fascinatie voor bijzondere constructies verder aangewakkerd.
Diederik Veenendaal Foto: Summum Engineering
> En toen. “Ik heb me eerder verdiept in het storten van beton in mallen van textiel om zo tot organische vormen te komen waarbij minder materiaal nodig is. Dat heb ik doorgezet tijdens mijn PhD in Zürich waar ik onderzoek heb gedaan naar betaalbare alternatieven voor de houten bekistingen van vroegere betonnen gewelven en koepels”. Toen het in 2017 tijd was om naar Nederland terug te keren, heeft Veenendaal als experiment zijn eigen bedrijf opgericht. “Mijn doel was om voor projecten en partners te kiezen waar ik 100% in geloofde. Dat is bij grote bedrijven niet altijd even makkelijk. Die wens is er vaak wel, maar je kan daar toch veel minder makkelijk in sturen dan wanneer je voor jezelf werkt”. Tegenwoordig ligt de focus op lichte draagconstructies, digitale fabricage, bouwen met natuurlijke materialen en renovatie en circulariteit.
‘
> Inzetten op innovaties. Een van de motivaties voor het winnen van de verkiezing, is de inzet van Veenendaal op innovatie. “We kijken altijd naar de nieuwste ontwikkelingen en mogelijkheden. Zo zijn we al jaren bezig met 3D-printen van unieke ontwerpen die voor materiaalbesparing zorgen. Beton kan theoretisch gezien elke vorm aannemen. Vormen die eerder niet voor mogelijk werden gehouden bieden daarbij kansen voor optimalisatie. Daarnaast wordt gekeken naar printen met aarde en andere materialen die de milieukosten omlaag brengen. De duurzame geluidsmuur die we voor ProRail hebben ontworpen is daar, met een tiende van de milieukosten van een standaard muur, een mooi voorbeeld van”.
Een andere innovatie is het bouwen met bamboe dat grote voordelen kent. Het slaat meer CO2 per hectare op dan hout, groeit heel snel (zelfs op een voedingsarme bodem) en is enorm sterk. “Ondanks dat er in Nederland nog niet veel mee wordt gebouwd, zijn er al verbazingwekkend veel bedrijven met bamboe bezig. Laatst is hier zelfs de internationale norm -ISO 22157 red.- aangenomen om de veiligheid van bamboeconstructies te berekenen. Ik verwacht dat het als duurzaam constructief materiaal een rol zal spelen in de grondstoffentransitie”.
> Circulaire algoritmen. Met het onderzoeksproject Circulair bouwen met bestaande voorraad draagt Summum Engineering haar steentje bij aan circulariteit. Het doel van het onderzoek is het inventariseren van de mogelijkheden voor teruggewonnen materialen binnen Nederland. “Helaas wordt het ontwerpen van een circulair gebouw of bouwwerk door architecten vaak omschreven als een arbeidsintensieve puzzel, die, wanneer opgelost, nog steeds niet efficiënt en effectief gebruik kan maken van het circulaire aanbod. Terwijl materialen en de aanvoer ervan via materiaalpaspoorten, oogstkaarten en databases in kaart worden gebracht, zijn deze gegevens niet makkelijk toegankelijk tijdens de ontwerpfase. In onze proof of concept is het met één druk op de knop mogelijk het huidige aanbod in te laden om daar gelijk mee te ontwerpen. Deze verandering brengt de nodige verandering met zich mee in de werkzaamheden van de werkvoorbereider en zorgt voor een hechtere samenwerking met de ontwerpafdeling”.
’ ‘Waar bij andere beroepen kan worden gestreken met de eer, krijgen Constructeurs zelden erkenning, terwijl hun fouten meteen openbaar zijn’
> > Synergie tussen Constructeur en Werkvoorbereider neemt toe. Het dichter bij elkaar brengen van de werkzaamheden van de constructeur en de werkvoorbereider ziet Veenendaal de laatste jaren steeds vaker gebeuren. “Er wordt bijvoorbeeld steeds meer gewerkt vanuit digitale fabricage om het ontwerp en het aansturen van assets vanuit dezelfde omgeving te doen. Dat zorgt ervoor dat de disciplines steeds meer samenwerken. Een mooi voorbeeld is de bamboekoepel waar we in de Filipijnen aan hebben gewerkt. Het ontwerp en de constructie-berekeningen zijn met dezelfde software gedaan die de uitvoerders gebruikten om fysieke markeringen op de onderdelen aan te brengen tijdens de productie. Zo ontstond er een groot bouwpakket waardoor de onderdelen snel in elkaar konden worden gezet. Dit soort markeringen kunnen ook een rol spelen bij circulariteit. Bijvoorbeeld met QR-codes die ook na het einde levensduur van een asset helpen om onderdelen te identificeren”.
Die fysieke markeringen zijn volgens Veenendaal van groot belang om de hele geschiedenis te volgen. “Als je ze linkt met een BIMmodel of digital twin, is alle informatie van de losse elementen in de toekomst beschikbaar. Van ontwerp tot werkvoorbereiding en
van beheer tot uiteindelijk hergebruik. Een mooi voorbeeld is Fairphone, die inzichtelijk maakt waar alle onderdelen van de telefoon vandaan komen. Het zou geweldig zijn als dit bij gebouwen ook het geval wordt. Zo kunnen fysieke markeringen en materiaalpaspoorten helpen om de circulaire keten te sluiten”.
> Meer aandacht voor constructeurs. Wet- en regelgeving in Nederland zorgt ervoor dat de veiligheid van alles dat wordt gebouwd berekend moet worden. “Veiligheid is enorm belangrijk, maar wordt nog wel eens voor lief genomen”, meent Veenendaal. “Onderling is de waardering voor het vak er zeker en wordt er veel samengewerkt. Daarbij is er meer sprake van concullega’s dan van concurrenten. Het is een geweldig vakgebied met mooie projecten. Zo is de eerste keer dat je als constructeur fysiek de constructie ervaart waaraan je hebt gewerkt echt bijzonder. Ik ben ook enorm trots als ik zie hoe mijn projecten uiteindelijk worden gebruikt zoals het Portalen paviljoen. Maar, dat mogen we ook best buiten onze sector bekend maken en ik ben dan ook blij dat het vakgebied, met de verkiezing van constructeur van het jaar, in het zonnetje wordt gezet”. <
Netwerken
Beheer en Onderhoud
Asset Management
Techniek
Branchevereniging
Conditiebewaking
Prestatiemanagement
Maintenance Academy
Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring >> Word lid!
Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk
De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen! Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
• Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal)
• Regionale activiteiten
• Vakinhoudelijke kennis en netwerk
• Compleet portfolio Maintenance Academy
• Collectieve abonnementen op vakbladen
• Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas)
• Platform Materiaalkunde
• (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten
• Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy
• Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Goede werkvoorbereiding is
essentieel
voor veiligheid
Mogelijke veiligheidsincidenten bij onderhoudsprojecten kunnen door goede werkvoorbereiding voorkomen worden. Het gaat hierbij om de uitdagingen in het veld te begrijpen en goede methodes toe te passen om de dingen juist te doen. Dit kan door gebruik te maken van specifieke werkprocessen en vastgelegde vuistregels.
De werkvoorbereider speelt een sleutelrol in het behalen van het gewenste niveau van veiligheid, kwaliteit, kosten en tijd bij (onderhouds)projecten.
> De brede rol van de werkvoorbereider. Werkvoorbereiding is een breed vak: het kan gaan over het bepalen van de meest effectieve werkmethodes, de inhuur van gespecialiseerde (onder)aannemers, het zorgen voor benodigde materialen, of de planning van het onderhoudsproject. De werkvoorbereider is vaak ook verantwoordelijk om de voortgang van het onderhoudsproject en de kosten nauwlettend in de gaten te houden. Werkvoorbereiding vereist continu schakelen met vele belanghebbenden: operatie, inkoop, veiligheid, etc. “Bij het bepalen van effectieve werkmethodes is het
veilig kunnen uitvoeren van de werkzaamheden de eerste prioriteit. Tijdens onderhoud zijn er namelijk regelmatig veiligheidsincidenten, die met goede werkvoorbereiding mogelijk voorkomen hadden kunnen worden”, zegt Arjan van Dijk, Safety Delta Nederland.
> Veiligheidsincidenten bij onderhoud. In de Verenigde Staten onderzoekt de Chemical Safety Board (CSB) veiligheidsincidenten in de (petro)chemie. Van de incidenten tussen 1998 en 2017 in chemische en productiefaciliteiten die de CSB heeft onderzocht, vond 37% plaats vóór, tijdens of onmiddellijk na onderhoudsactiviteiten. Tijdens die periode resulteerde dat in 86 doden en 410 gewonden!
‘‘Bij het opstellen van werkmethodes door een werkvoorbereider, is de zorg voor het veilig kunnen uitvoeren van de werkzaamheden de eerste prioriteit’
’
“Ook in Nederland gaat het wel eens mis” memoreert Van Dijk. “Het RIVM analyseert elk jaar de aard, omvang en oorzaak van incidenten bij Seveso bedrijven. Dit zijn bedrijven die met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen werken, zoals raffinaderijen, chemie, opslag en distributie van olie en chemicaliën en onder de Europese Seveso wetgeving vallen”. Een RIVM-analyse van 24 incidenten, waarvan de Nederlandse Arbeidsinspectie de onderzoeken tussen 2019 en 2021 heeft afgerond, liet zien dat bij veertien incidenten plannen en procedures voor de werkzaamheden tekort schoten. Van Dijk; “Soms waren ze niet gemaakt omdat de gevaren van tevoren niet waren verwacht. Soms zag het bedrijf er niet op toe dat instructies voor werkzaamheden werden nageleefd. Of de instructies waren niet duidelijk genoeg opgesteld. Bij deze incidenten kwamen gevaarlijke stoffen vrij, heeft één persoon aan een chemische verbranding waarschijnlijk blijvend letsel overgehouden en hadden overige slachtoffers tijdelijk letsel door ademhalingsproblemen, irritaties en brandwonden”.
> Een voorbeeld uit een recent incident onderzoek. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) kijkt naar onderliggende oorzaken van incidenten bij Seveso bedrijven waarbij grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen vrijkomen. Lessen en aanbevelingen zijn openbaar. Van Dijk noemt een voorbeeld: “In de nacht van dinsdag 11 en woensdag 12 oktober 2022 kwam bij een Seveso bedrijf in de Europoort Rotterdam naar schatting 11,8 ton azijnzuur vrij. Een azijnzuurwolk dreef af in westelijke richting. Bij een buurbedrijf – op ongeveer twee kilometer afstand aan de overzijde van het kanaal waaraan het Seveso bedrijf ligt– werd stank ervaren en kregen twee personen (lichte) gezondheidsklachten. De emissie vond plaats in een fabriek op het moment dat een deel ervan uit bedrijf was genomen voor onderhoud en een deel nog wél in bedrijf was. Het onderhoud vond plaats aan leidingwerk waarin tijdens normale operatie een mengsel van vast stof en azijnzuur werd verpompt. Een driewegafsluiter vormde de enige barrière tussen het deel dat nog in bedrijf was en het deel dat uit bedrijf was genomen voor onderhoud. Tijdens dit onderhoud was een afsluitklep uit het leidingwerk verwijderd voor reparatie en was er een open verbinding met de buitenlucht”.
De emissie werd veroorzaakt doordat de driewegafsluiter na ongeveer twintig dagen begon door te lekken. De sluitende werking van de driewegafsluiter is zeer waarschijnlijk teniet gedaan doordat er tijdens het dichtdraaien van de afsluiter vaste stof tussen de zitting en de plunjer aanwezig was en de vaste stof later is weggespoeld. “Eén van de lessen uit dit OvV onderzoek gaat over het veiligstellen van een installatie voor onderhoud: plaats achter een ‘enkelvoudige veiligstelling’ een aanvullende barrière indien achter de veiligstelling nog een gevaarlijke stof aanwezig is”, aldus Van Dijk.
> Hoe illustreert dit voorbeeld de rol van de werkvoorbereider in veiligheid? Bedrijven zijn ervoor verantwoordelijk dat installaties op orde zijn en werknemers de productieprocessen en werkzaamheden veilig kunnen uitvoeren. Uitgangspunt is dat met afdoende maatregelen veiligheidsincidenten kunnen worden voorkomen. Bij het opstellen van de werkmethode voor een onderhoudsproject kan de werkvoorbereider met behulp van experts een veiligheidsrisico analyse (laten) uitvoeren. Het gaat hierbij om de uitdagingen in het veld te begrijpen en goede methodes toe te passen om de dingen juist te doen.
> PSF (Process Safety Fundamentals). Voor het veiligstellen van een installatie voor onderhoud is er bijvoorbeeld het LOTOTO (Lock Out, Tag Out, Try Out) proces. Daarnaast kan de werkvoorbereider gebruik maken van algemene vuistregels die zijn vastgelegd in Process Safety Fundamentals, zoals: Werk niet achter een enkele afsluiter: Een afsluiter kan doorlaten omdat die niet goed sluit of vervuild is. Bij openen van de installatie kunnen dan onverwacht gevaarlijke stoffen vrijkomen. Van Dijk noemt ook: “Maak leeg en energie vrij bij openen proces installaties: voorkom het ongecontroleerd vrijkomen van energie of chemicaliën bij het openen van pro-
ces apparatuur of leidingwerk”. Een andere algemene vuistregel is het overbruggen van veiligheidsystemen overbruggen: een incident kan plaatsvinden als een veiligheid system buitenwerking is gesteld of niet werkt. En voer een lekdicht controle uit na werkzaamheden: Een geopend systeem kan onvoldoende goed dicht gemaakt zijn en dan nog steeds lekken. <
Meer informatie over Process Safety Fundamentals en RIVM studies over veiligheid
• Het European Process Safety Centre geeft specifieke Process Safety Fundamentals (PSFs) voor de petrochemie, de voedsel industrie en de farmaceutische industrie. Deze PSFs zijn in een groot aantal talen beschikbaar. Zie: https://epsc.be/Documents/ PS+Fundamentals.html
• Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) publiceert onder meer studies over veiligheid. Deze zijn te vinden op: https://www.rivm.nl/veilig-werken
Deze bedrijven en gemeenten blinken uit in energiebesparing
Van Dijk Metaalbewerking Groningen en Ploegam B.V. zetten bestaande technologieën innovatief in om hun bedrijfsvoering te verduurzamen. Zij wonnen recent de EZK Energie Award en € 15.000. Gemeente Westervoort en Omgevingsdienst Regio Arnhem vielen op omdat bijna alle bedrijven inzicht gaven in de maatregelen die zij namen om energie te besparen (informatieplicht Energiebesparing).
De EZK Energie Award werd dit jaar uitgereikt aan maar liefst 2 bedrijven. Eén in de categorie midden- en kleinbedrijf en één in de categorie groot bedrijf. Een jury met experts uit verschillende organisaties beoordeelde de 6 genomineerden. Hierin stonden 3 voorwaarden centraal:
• Opvallende verduurzaming van het energieverbruik
• Het creatief gebruiken van technieken hiervoor die al bestaan
• Andere bedrijven kunnen het makkelijk overnemen en gebruiken.
Van Dijk Metaalbewerking won de award in de categorie midden- en kleinbedrijf. De metaalbewerker is een schoolvoorbeeld van duurzaam ondernemen en energie besparen. Het bedrijf ging naar nul op de meter. Dit deed het door het gezamenlijk voorbereiden en uitvoeren van
warmtescans voor het tegengaan van lekkage, het aanpassen van de verlichting naar led en het installeren van een warmtepomp. Ook kijkt het bedrijf naar samenwerking. En hoe het op een positieve manier kan bijdragen aan de drukte op het elektriciteitsnet. Andere bedrijven kunnen dit totaalconcept als voorbeeld nemen om hun eigen bedrijfsvoering te verduurzamen.
Ploegam B.V. won de award in de categorie groot bedrijf met de ontwikkeling van verschillende duurzame bouwmachines. Deze hebben verwisselbare accupakketten, waardoor er veel minder fossiele brandstoffen nodig zijn.
De jaarlijkse award voor gemeenten werd dit jaar uitgereikt aan gemeente Westervoort en Omgevingsdienst Regio Arnhem. Zij presteerden het beste op de informatieplicht Energiebesparing. Voor deze informatieplicht moeten bedrijven inzicht geven in de maatregelen die zij namen om energie te besparen. Hoe meer bedrijven dit doen, hoe beter een gemeente scoort op deze informatieplicht. Dit wordt bepaald op basis van de hoeveelheid rapportages van bedrijven die RVO ontvangt, vergeleken met het verwachte aantal rapportages in die gemeente.
Werkvoorbereiding aan brug Krommenie
De voorbereidingen voor het werk aan de brug Krommenie hebben in augustus plaatsgevonden om de wegindeling aan te passen zodat begin september begonnen kon worden met de noodmaatregelen die nodig zijn om de brug Krommenie (N203) over de Nauernasche Vaart weer te kunnen bedienen voor de scheepvaart.
De brug Krommenie bestaat uit 2 bruggen. Beide bruggen zijn oud en worden de komende jaren vervangen. De noordelijke brug Krommenie (brug A) is sinds eind 2022 in storing. Na uitgebreid onderzoek vorig jaar bleek dat volledige reparatie nu niet haalbaar is. Tot de brug Krommenie wordt vervangen, zijn noodmaatregelen nodig om de brug beperkt te kunnen bedienen. Er wordt onder andere een gescheurde as vervangen.
Het werk is opgedeeld in 4 fasen:
1. Werkvoorbereiding wegindeling: het bouwterrein wordt ingericht, de wegindeling wordt aangepast, de doorsteken voorbereid zodat
het verkeer van de ene weghelft naar de andere kan en er worden verkeerslichten geplaatst
2. Werkvoorbereiding doorsteken maken, brug A afsluiten: de doorsteken worden gemaakt zodat het verkeer van de ene weghelft naar de andere kan. Daarvoor is een afsluiting van brug A, brug B en de westelijke af- en oprit N203/N246 nodig
3. Uitvoering van de noodmaatregel: de maatregelen die nodig zijn om de brug weer beperkt te kunnen bedienen, worden uitgevoerd
4. Werkafronding: de wegindeling wordt teruggebracht naar de oorspronkelijke situatie
Als het werk er op zit, kan de brug weer beperkt worden bediend voor de scheepvaart. De beperkte brugbediening geldt tot de brug Krommenie wordt vervangen. De verwachting is dat de vervanging van brug Krommenie in 2026 van start gaat. En voordat daar mee kan worden aangevangen, is de werkvoorbereiding van dit grote project van enorm belang!
Van Monteur naar Werkvoorbereider
Bosch Transmission Technology is een onderdeel van de Bosch Group, een wereldwijd opererend bedrijf dat bekend is om zijn technologieën en diensten op het gebied van automobieltechniek, industriële technologie, consumentengoederen en energie- en gebouwentechnologie.
Het bedrijf is specifiek gericht op de ontwikkeling en productie van transmissie-technologieën, waaronder continu variabele transmissies (CVT’s). CVT’s zijn transmissiesystemen die vloeiende overgangen tussen versnellingen mogelijk maken zonder onderbreking, wat zorgt voor een efficiënter brandstofverbruik en een soepelere rijervaring. Het bedrijf is een toonaangevende leverancier van duwbanden voor CVT’s, die gebruikt worden in veel moderne voertuigen.
Bosch Transmission Technology heeft zijn hoofdkantoor in Tilburg, Nederland en heeft meerdere productielocaties wereldwijd. Het bedrijf is een belangrijke speler in de automobielindustrie en levert aan diverse grote autofabrikanten.
> Ontmoeting met Jeroen. Jeroen van de Wiel werkt sinds 2019 bij Techsharks en heeft in deze tijd een mooie carrièreontwikkeling doorgemaakt. Van de Wiel startte zijn loopbaan bij Techsharks als
monteur. Nadat hij het werk binnen verschillende technische diensten vijfentwintig jaar lang had gedaan, voelde hij de behoefte om zich verder te ontwikkelen. “Ik wilde graag doorgroeien naar een functie als werkvoorbereider, vooral vanwege de nieuwe uitdagingen en verantwoordelijkheden die het met zich meebrengt. Met het oog op werken tot mijn 67ste, leek het me een goede stap in mijn professionele ontwikkeling. Toen wist ik nog niet dat ik een paar jaar later als werkvoorbereider bij Bosch Transmission Technology terecht zou komen waarmee mijn droom waarheid werd”.
> Doorzetten! Ondanks dat hij bij sollicitaties vaak te horen kreeg dat ze alleen werk voor hem hadden als monteur, bleef hij vastberaden. Het bedrijf uit Eindhoven bood hem wel de mogelijkheid om door te groeien. “Ze zeiden: als je bereid bent om
‘ ’ ‘Uitdagende projecten en toekomstambities in de technische sector’
‘Jeroen van de Wiel’ Foto: privé collectie
een cursus te volgen, dan zorgen wij ervoor dat je een functie als werkvoorbereider krijgt”, aldus Van de Wiel. Zo begon hij aan de opleiding Werkvoorbereiding, waarna hij twee jaar later de overstap maakte naar werkvoorbereider. Vervolgens voltooide hij ook nog de MHBO-opleiding Inkoopmanagement.
> De rol van werkvoorbereider. Bosch Transmission Technology produceert een stalen duwband, het belangrijkste onderdeel van de continu variabele transmissie (CVT), die met name in personenauto’s en SUV’s wordt toegepast. “Het is een hoogwaardig product en gigantisch doorontwikkeld door engineers”, vertelt Van de Wiel. Bij deze opdrachtgever houdt hij zich bezig met de voorbereiding en planning van werkzaamheden, en het ondersteunen en coachen van de monteurs. “Het werk is heel gevarieerd: sommige dagen verlopen redelijk rustig, maar bij storingen kan het behoorlijk hectisch worden”, legt hij uit. Het belang van snelheid bij het leveren van onderdelen maakt zijn werk uitdagend en afwisselend. Zijn ervaring in kleine technische diensten waarbij hij als monteur vaak zelf de onderdelen moest bestellen, komt hierbij goed van pas. “Het zal niet de eerste keer zijn dat ik met de machinebouwer contact opneem om te vragen of ze een koerier kunnen regelen die vanuit Zuid-Duitsland naar Nederland komt rijden”.
> Van specialist naar generalist. Een werkvoorbereider speelt dus een cruciale rol in het voorbereiden en stroomlijnen van productieprocessen, wat essentieel is voor de efficiënte werking van de productie bij Bosch Transmission Technology. Van de Wiel draagt daar zijn steentje aan bij. De technische dienst bij Bosch Transmission Technology, net als bij veel andere high-tech productiebedrijven, speelt een cruciale rol in het waarborgen van de continue en efficiënte werking van productieprocessen en -apparatuur. Bosch staat bekend om zijn focus op opleiding en ontwikkeling van personeel.
En dat vindt Van de Wiel fantastisch, want na vijf jaar bij Techsharks is hij nog volop bezig met zijn eigen ontwikkeling. Dit jaar stelde hij bijvoorbeeld een ontwikkelplan op om zijn competenties op het gebied van coaching en communicatie verder te verbeteren. Zijn ambitie is om in de toekomst een breder takenpakket te hebben binnen werkvoorbereiding, waarbij hij dan verantwoordelijk is voor zowel inkoop als planning. “We hebben de taken nu verdeeld: sommige collega’s doen de planning, terwijl ik me bezighoud met inkoop. Maar ik zou het geweldig vinden om een bredere rol te hebbenalles regelen, projecten leiden, mensen uitnodigen en planningen maken”. <
Bosch Transmission Technology
Bosch Transmission Technology is onderdeel van de Power Solutions divisie binnen de Bosch Mobility sector. Het hoofdkantoor en fabriek in Tilburg wordt ondersteund door een tweede fabriek in Ho Chi Minh City in Vietnam en verkoopkantoren in China, Japan en de Verenigde Staten. Bosch Tilburg is de grootste Bosch vestiging van de Benelux. Net zoals alle andere Bosch vestigingen, opereert Bosch Tilburg sinds 2020 klimaatneutraal.
Techsharks
Techsharks stelt haar beste technische vakspecialisten beschikbaar, zodat bedrijven in de proces- en maakindustrie hun groeiambities waar kunnen maken. Dit doet ze door technische talent uit de markt te halen, door te ontwikkelen en flexibel beschikbaar te stellen aan haar business partners.
Productie en Technische Dienst verbeteren samen de beschikbaarheid van de papiermachine van Smurfit Westrock Parenco
Bij Smurfit Westrock Parenco (SWP) in Renkum moeten ze zelf ook even wennen aan de nieuwe naam. Maar dat gaat met een glimlach, zoals alles bij de mensen die werken in de papierfabriek. De fabriek kent een veelbewogen geschiedenis met veel veranderingen in het proces van papier maken. Tegenwoordig richt de fabriek zich met twee papiermachines op enerzijds grafische papierproducten (voor met name reclamefolders) en anderzijds verpakkingspapier. Met een sterke focus op duurzaamheid en innovatie, concentreert SWP zich op het creëren van milieuvriendelijke producten. Daartoe erkent het bedrijf dat efficiënte productieprocessen essentieel zijn. In dat kader is in 2021 een FMECA project gestart om zo onderhoud beter op te zetten en performance killers de das om te doen.
‘
‘Voor preventief onderhoud is minder werkvoorbereiding nodig, want veel is al voorbereid’
FMECA, oftewel Failure Modes Effects and Criticality Analysis, is een systematische methode om potentiële risico’s van assets te identificeren en te analyseren, waarbij de focus ligt op het voorkomen van deze risico’s. Door, op basis van kritikaliteit van de assets en de mogelijke gevolgen van defecten te beoordelen, kunnen bedrijven zoals SWP effectieve onderhoudsstrategieën ontwikkelen die niet alleen gericht zijn op het oplossen van problemen, maar ook op het voorkomen ervan.
> Onvoldoende ingericht preventief onderhoud. Dolf ter Schure is maintenance engineering manager bij SWP. Hij legt de aanleiding uit voor het FMECA project. “In 2016 hebben we papiermachine 2 (PM2) omgebouwd van nieuwsprint naar een kartonmachine en is er een grotendeels nieuwe Recovered Fiber (RCF) installatie gebouwd. De RCF staat in lijn met de PM2 en levert de grondstof hiervoor. De PM2 produceert 2 soorten verpakkingspapier uit 100% oud papier, namelijk fluting (gegolfd) en testliner (gladde dekbanen) waarvan golfkarton wordt gemaakt. De PM2 heeft een productiecapaciteit van 400.000 ton per jaar. In de op-
’
startfase was er weinig aandacht voor preventief onderhoud als bijdrager aan de effectiviteit. De gedachte was om vanuit RCA’s het preventief onderhoud op te bouwen, maar dan moet elke storing een keer gebeuren en geanalyseerd worden om deze in het vervolg te kunnen voorkomen, niet erg efficiënt. In 2021 zijn we daarom gefaseerd een FMECA project met MaxGrip gestart om te kijken naar het faalgedrag van onze machines, welke risico’s daarin zitten en hoe we die middels onderhoudsplannen en goed reserveonderdelen management kunnen voorkomen”. Op basis van analyse van ongeplande stilstanden, wordt telkens een deel van de machine aangewezen waarmee medewerkers van de technische dienst, productie, een maintenance engineer en een facilitator van MaxGrip aan de slag gaan in wekelijkse sessies. Ter Schure; “Die diversiteit van kennis en ervaring van zowel techniek als productie maakt dat dit project voor ons bedrijf zijn vruchten zeker afwerpt”.
> Samen verbeteren. Samenwerken tussen de afdelingen wordt door SWP ervaren als een van de belangrijkste pluspunten van het FMECA project. Niels van Druten, Technicus WTB bij de
>
technische dienst, geeft zijn perspectief. “Voorheen keek ik oppervlakkig naar de machine als er iets stuk ging, nu duiken we er met z’n allen echt in. Documentatie is veel sneller en makkelijker te lezen. Daarnaast delen we kennis. Zo kom je al snel tot de conclusie dat we elkaar nodig hebben om te kunnen verbeteren”. Mike Scheffer is 1e operator PM2/Bladvormer bij de papierfabriek en beaamt dit. “Voor mij als operator is het heel leerzaam. Ik heb geen technische achtergrond en ik vind deze sessies heel leerzaam en waardevol. Je gaat meer in detail naar onderdelen in de machine kijken. We delen informatie en kennis met elkaar en dat heeft zeker een positieve invloed. Ik los ook zelf nu kleine storingen op, plan wissels en monteer of demonteer onderdelen waar nodig”.
> ‘IKEA’ bouwpakket. Door grondige FMECA-sessies uit te voeren en multidisciplinaire samenwerking te benutten, heeft het team van de papierfabriek de basis gelegd voor nauwkeurigere en actiegerichte onderhoudsplannen. Dat heeft ook een positief effect op planning en werkvoorbereiding. De proactieve aanpak van onderhoud adresseert niet alleen huidige problemen, maar anticipeert ook op toekomstige uitdagingen, waardoor middelen efficiënt worden toegewezen en onderhoudsactiviteiten strategisch worden gepland. Ter Schure; “Voor preventief onderhoud is minder werkvoorbereiding nodig want veel is al voorbereid, tekeningen, reserveonderdelen: alles is al gekoppeld. Een voorbereid ‘IKEA’ bouwpakket eigenlijk. Dat scheelt veel werk”.
> Meer technische beschikbaarheid. Ter Schure houdt de resultaten van het FMECA project nauwgezet bij. “Het juiste onderhoud doen op het juiste moment, samen de machine beter leren
kennen en de juiste reserveonderdelen hebben: het heeft allemaal effect. Door die effectiviteit aan te kunnen tonen, zie je ook dat iedereen - van management tot aan de werkvloer - de toegevoegde waarde van dit project beter waardeert”. Wat is dat effect dan? “De snijmachine was een echte performance killer. De uren die we verloren door technische redenen ten gevolge van de snijmachine zijn op jaarbasis van 120 naar 40 teruggelopen. Deze verbetering is natuurlijk niet alleen aan het project toe te rekenen, ook door dagelijkse, kleine verbeteringen vanuit de TD en productie is de downtime van de snijmachine verminderd. Ook de projectmatig aangepakte bad actors in de RCF zijn mede door het FMECA project geëlimineerd. Dit werkt door in het eindresultaat voor papiermachine 2: de technische beschikbaarheid van de papiermachine is, mede door het FMECA project, gestegen van 93% (2021) naar ongeveer 96%(2024)”.
Eind goed al goed, zou je zeggen. “Het kan natuurlijk nog beter. Dus gaan we door met de eerstvolgende onderdelen die beter zouden kunnen presteren en worden het onderhoud en de juiste reservedelen van nieuwe projecten voorafgaande van de in bedrijfname via de FMECA methodiek ingericht. De samenwerking tussen de technische dienst en productie blijft hoog in het vaandel staan bij de papierfabriek. “We streven uiteindelijk allemaal naar hetzelfde: het beste productieresultaat”, sluit Ter Schure met een glimlach af. <
De kunst van een minutieuze werkvoorbereiding
Hoe het Rijksvastgoedbedrijf het onderhoud van monumentale panden beheerst Het onderhoud van monumenten vereist zorgvuldige voorbereiding. Voordat je begint met het plannen en uitvoeren van dit onderhoud, is het belangrijk om je grondig te verdiepen in de geschiedenis van het gebouw. Dit geldt uiteraard ook voor het Rijksvastgoedbedrijf (RVB), dat verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de gebouwen en terreinen van de Rijksoverheid. Monumentenadviseur Marlotte van den Tol en assetmanager Michael Bakker vertellen over een van hun prestigieuze projecten: het onderhoud van het monumentale pand van het Kabinet van de Koning.
Het is een monument met een rijke historie, die teruggaat tot in de 17e eeuw. Oorspronkelijk was het een woonhuis, gebouwd voor de vermogende familie Pauw. In 1914 vestigde het Kabinet van de Koningin zich er. Koningin Beatrix gebruikte het als haar uitvalsbasis op Prinsjesdag.
> Doortimmerde voorbereiding. Voor Van den Tol en Bakker is het een van de bijzondere objecten in hun portefeuille. Ze zijn nauw betrokken bij het doorlopende onderhoud ten bate van de instandhouding van het pand en bij het onderzoek naar de verduurzaming. Basis voor alle werkzaamheden is het MOIP, het meerjarig onderhouds- en investeringsprogramma. Bakker brengt in dit document alle informatie over benodigd onderhoud samen. Ook zijn er specifieke projecten die voortkomen uit vragen van de gebruiker. Op dit moment loopt een aantal grotere projecten. En die vragen om een doortimmerde voorbereiding.
‘ ’ ‘De monumentale status is de interessante factor én de uitdaging van het pand van het Kabinet van de Koning’
Van den Tol; “Het pand van het Kabinet van de Koning is een monumentaal gebouw. De monumentale status is de interessante factor en tegelijkertijd de uitdaging van dit pand. Alles moet technisch en bouwkundig in orde zijn, zo duurzaam mogelijk, en met instandhou-
ding van de monumentale waarde”. De huidig lopende grote projecten raken dat monumentale aspect. “We restaureren de wandbekleding in de Dalenskamer, we doen een deel van het schilderwerk binnen en onderhoud aan het dak”.
> Onderzoek als basis. Het onderhoud van het historische pand vraagt om een minutieuze voorbereiding. En die begint met onderzoek. Van den Tol; “We brengen in een aantal ruimtes het binnenschilderwerk terug naar de oorspronkelijke kleurstellingen. Daar is kleurhistorisch onderzoek voor gedaan door een gespecialiseerde partij. Er vindt ook altijd cultuurhistorisch en bouwhistorisch onderzoek plaats en aanvullend onderzoek naar de gebruikte bouwmaterialen. Dat is nodig om de technieken voor onder meer reinigen en restaureren te bepalen. We werken altijd volgens de restauratieladder: eerst conserveren wat er is, als dat niet kan repareren, en als dat niet kan vernieuwen: kopiëren in hetzelfde materiaal, imiteren of verbeteren”.
‘Onze minutieuze voorbereiding begint veelal met onderzoek. Bouw- en cultuurhistorisch onderzoek, en nader onderzoek naar kleuren en materialen’
‘We
Naast alle aandacht voor monument en historie, is er aandacht voor duurzaamheid. We bouwen duurzaam of we bouwen niet bij het RVB. Bakker; “Bij een monumentaal pand is dat niet eenvoudig”. “We zoeken naar de balans tussen techniek en conservering van het monument. Ook hiervoor is weer onderzoek nodig”, aldus Van den Tol. “Wat is er mogelijk bij dit pand en welke specifieke aanpak moeten we volgen? Hoe bereiken we comfort voor de gebruikers, met behoud van de monumentale waarde”?
clusteren werkzaamheden zoveel mogelijk, en we willen ze zoveel mogelijk op de natuurlijke onderhoudsmomenten doen’
‘ ‘ ’ ’
> Van hoog over naar steeds meer detail. Als het onderzoek is afgerond, begint de volgende fase in de voorbereiding. Het MOIP is daarbij steeds de leidraad. Assetmanager Bakker schrijft het MOIP helemaal uit, in samenwerking met collega’s van verschillende afdelingen. “Heel grof in het begin, steeds specifieker in de loop van de tijd”. Werkzaamheden worden geprioriteerd, investeringen in tijd en geld op hoofdlijnen geprogrammeerd. “Ik schrijf per project een projectbrief, met de scope, het doel, de voorwaarden en uitgangspunten. Die gaat naar de projectleider, die het verder specificeert. Er worden offertes aangevraagd, de projectopdracht wordt opgesteld. De gebruiker van het pand en het projectenberaad bij het RVB moeten deze goedkeuren. Als een project is toegewezen, faseren we het. Ook dan beginnen we hoog over en gaan we steeds meer naar de details. De aannemer maakt tenslotte de detailplanning van de werkzaamheden”.
Bij het uitwerken van het MOIP zijn behalve de assetmanager een objectmanager, instandhoudingsadviseur en vaak ook een projectleider betrokken. En later komt een verantwoordelijke vanuit de gebruiker van het pand erbij. En in- en externe adviseurs met specifieke expertises. “We clusteren werkzaamheden zoveel mogelijk, omdat we zoveel mogelijk op de natuurlijke onderhoudsmomenten doen. Mede daarom is het handig om de technische mensen vroeg in de voorbereiding te betrekken”.
> Ideale situatie. Monumentenadviseur Van den Tol; “Door de onderzoeken in een zo vroeg mogelijk stadium te starten en de noodzakelijke kennis te verzamelen, hebben we een ideale uitgangssituatie. Een onderzoeksfase kan soms wel een jaar duren”.
Bakker; “Het project Kabinet van de Koning loopt ook al even, dat past ook bij de programmering voor dit soort panden. Het is altijd langetermijnwerk. Voor grotere projecten rekenen we 3 à 5 jaar van voorbereiding tot en met uitvoering. Het is heel fijn dat die tijd er is”.
> Energieboost. Bakker; “Als je de voorbereiding tot in de puntjes hebt gedaan, gaat de uitvoering sneller en is die fase regelmatig zelfs korter dan de voorbereidingsfase. Tijdens de werkzaamheden kunnen we uiteraard ook nog van alles tegenkomen, we werken tenslotte aan een historisch pand”. “Dat is een van de dingen die ik zo leuk vind aan dit werk”, voegt Van den Tol toe. “Het geeft een enorme energieboost om met je team op korte termijn een alternatieve oplossing te vinden. En om te zien dat die werkt”. Bakker; “Juist omdat we zo’n goede voorbereiding doen, kunnen we snel schakelen. De wetenschap dat alles goed gepland en voorzien is, geeft veel rust”.
> Onbetaalbaar. Trots op hun werk, en vooral heel veel plezier en voldoening, dat ervaren Van den Tol en Bakker allebei. “Ik kan
me niets leukers voorstellen dan werken aan dit type projecten, voor zulk prachtig vastgoed,’ zegt zij. “Dit is echt uniek”, beaamt hij. En vervolgens de resultaten zien en van de gebruikers horen dat zij nog blijer en meer verbonden zijn met hun pand, dat is onbetaalbaar.
Marlotte van den Tol:
• Studeerde architectuur in Delft en werkte even bij een architectenbureau
• Begon in januari 2015 bij het RVB als objectmanager. Is sinds 2019 monumentenadviseur
Michael Bakker:
• Deed een master in real estate, werkte in het bedrijfsleven en enkele jaren bij Rijkswaterstaat als projectmanager
• Werkt sinds begin 2023 bij het RVB, waar hij startte als senior assetmanager
In gesprek met docent Alfons Kemper: internet of things
Een spoedklus. De telefoon gaat en er wordt een verstoring gemeld. Direct gaan alle alarmbellen af en worden de hulptroepen ingeschakeld. Werk wordt onderbroken en nog meer mensen worden naar het probleem geleid. Gaandeweg wordt het probleem duidelijk en ook de mogelijke oplossingen.
Diverse werknemers zijn bezig om onderdelen te krijgen en de boel in de juiste gang te zetten. Druppelsgewijs komen de spullen op locatie aan en wordt voorzichtig begonnen met de samenbouw. En uiteindelijk wordt de laatste schroef aangedraaid en kan de operatie verder gaan. De technische dienst krijgt een enorme schouderklop over de manier waarop zij deze noodsituatie hebben aangepakt en afgehandeld.
> Goed gedaan toch, vragen we aan docent Werkvoorbereiding en Planning. Kemper; “Als we deze onderhoudsactiviteit achteraf eens analyseren dan vallen direct dingen op: Was de spoedklus eigenlijk wel spoed? Waren de betrokken partijen (de gatekeepers) het eens om dit werk te laten inbreken op het weekplan? Wanneer steeds meer mensen zich met de storing zijn gaan bemoeien, geeft dat ook steeds meer verschillende inzichten.
Dit heeft ertoe geleid dat meer demontage werk heeft plaatsgevonden dan strikt noodzakelijk was. Ook volgorde en merken van de weggenomen onderdelen liet te wensen over. Benodigde materiaal en onderdelen verschenen dubbel of zelfs helemaal niet”.
Kemper vervolgt; “Dit had weer tot gevolg dat verschillende mensen meermaals naar het magazijn op en neer moesten lopen. Maar ook bij de montage hielp de grote groep. Iedereen liep elkaar in de weg en steeds minder collega’s waren effectief met de reparatie bezig”. Uiteindelijk stonden er zelfs mensen alleen te kijken hoe de machine in bedrijf werd gesteld. “Achteraf gezien hadden we deze klus misschien later en beter voorbereid kunnen uitvoeren. Dan was het resultaat sneller bereikt en met aanzienlijk minder kosten”.
> Tijd belangrijke factor. Het lijkt erop dat we steeds minder tijd hebben om zaken goed te doen als we Kemper zo beluisteren. Even een appje of een e-mailtje en snel weer door. “Maar, de tijd voor gedegen voorbereiding en planning ontbreekt vaak”, bevestigt hij. En ondertussen worden de professionals die wij nodig hebben binnen het onderhoud ook nog schaarser. Door de onderhoudswerkzaamheden tijdig voor te bereiden (en te plannen) zijn wij in staat om binnen het onderhoud meer werk succesvol (in één keer goed) af te ronden met dezelfde ploeg mensen. Hierdoor zullen de kwaliteit van het werk en de uptime toenemen en de kosten en het aantal ongeplande storingen afnemen”.
> Kennis is kracht! Kemper deelt graag kennis, bijvoorbeeld als docent Werkvoorbereiding en Planning. “Het is fantastisch om de cursisten na drie dagen de juiste bagage mee te hebben gegeven. Het voorbeeld wat ik zojuist gaf over de spoedklus wil je als organisatie natuurlijk niet meemaken. In de trainingen geef ik in 7 stappen een handreiking van aanleiding naar lange termijn oplossing”. Die zeven stappen gaan over de werkaanvraag, Goedkeuring / gatekeeping, Werkvoorbereiding, Planning, Uitvoering, Technisch en administratief gereed melden en de Analyse. De werkvoorbereider in de onderhoudsorganisatie speelt een cruciale rol als het gaat om de effectieve en efficiënte planning en uitvoering van onderhoudswerkzaamheden. Kemper noemt de kernbegrippen; “De rol van de werkvoorbereider kan verschillen per sector, maar generiek gaat het vooral over Vooruit kijken, Dirigent / regisseur, Waarschuwer, Techniek, Plannen, Zelfsturend en in veel gevallen ook Budget. Hoe je al deze waarden goed inzet, is voor Kemper een feest om te delen.
Alfons Kemper, docent Werkvoorbereiding en Planning
> Boodschap overbrengen. Werkvoorbereiders moeten vaak communiceren met verschillende afdelingen, zoals inkoop, productie en het projectmanagement. Door een cursus te volgen, kan een technicus beter leren communiceren en samenwerken met anderen in de organisatie. Kemper; “Onze beroepsgroep is van nature no nonsense, geen woorden maar daden. Tijdens de trainingen zet ik de cursisten aan het werk. Dan moet je dus op de juiste manier met elkaar communiceren. Dat wordt enorm gewaardeerd, vooral omdat ze tijdens het uitwerken van opdrachten niet alleen van mij leren, maar juist ook van elkaar. Dat is wat mij het meeste boeit en inspireert, leren van elkaar”. <
‘ ’
‘Als docent leer ik elke keer weer van de cursist en dat is fantastisch’
Voldoende voorraad aanhoudenhoe moeilijk kan het
zijn?
Hoe herkenbaar is de volgende situatie? Een onderhoudsmonteur start vandaag aan een keurig geplande preventieve onderhoudsklus. Er moet olie worden gewisseld en pakkingen worden vervangen. Maar wat blijkt: wanneer hij de pakkingen gaat ophalen in het magazijn, zijn deze niet aanwezig. Dat betekent dat de klus vandaag dus niet kan starten…..
‘‘Werkvoorbereiding en Voorraadbeheersing vergen perfecte synergie’
’
VAM spreekt met Jürgen Donders, Docent van de NVDO-training Voorraadbeheersing van Spare Parts en Partner bij Gordian Logistic Experts. Donders duidt dat de gevolgen van het niet kunnen starten van geplande werkzaamheden een groter risico op breakdown hebben. “Het werk moet tevens opnieuw herplant worden, de monteur moet opnieuw ingedeeld worden en de werkvoorbereiding raakt in de war”. Al met al een zeer onwenselijke situatie dus.
> Steken laten vallen?! Waarom waren de pakkingen niet aanwezig? En waarom heeft de werkvoorbereider wel de machine vrij gepland voor preventief onderhoud, de monteur ingepland op de klus en de preventieve onderhoudstaak ingepland in het systeem? En waarom heeft de werkvoorbereider niet de benodigde onderdelen voor deze onderhoudsklus gereserveerd? Donders; “Kennelijk ging de werkvoorbereider er van uit dat deze pakkingen in voldoende mate aanwezig zouden zijn, maar hij heeft het niet zeker gesteld”.
> Twee manieren. Er zijn grofweg twee manieren om zeker te stellen dat er voldoende voorraad is. Donders licht ze toe; “Uitgaan van het verleden en Tijdig plannen”. Indien wordt uitgegaan van het verleden, wordt gemeten hoe vaak per tijdseenheid een bepaald artikel (zoals een pakking) is uitgegeven. “Stel dat op 10 stuks per maand. Met een verwachte levertijd van drie maanden, zou de voorraad moeten worden aangevuld wanneer er nog 30 artikelen in voorraad liggen. Omdat zowel de vraag als de levertijd nooit helemaal zeker zijn, hanteert men nog wat veiligheidsvoorraad en zou je in dit voorbeeld kunnen denken aan een minimale voorraad van 36. Steeds als de voorraad in het magazijn minder is geworden dan 36, wordt de voorraad aangevuld door weer een bestelling te plaatsen bij de leverancier”.
> Meer nodig dan alleen het Onderhoudsbeheersysteem vullen. Deze methodiek leidt tot hoge voorraden en is dus relatief duur, maar leidt ook tot een vol magazijn. “Het geeft nog steeds geen garantie op ‘nooit misgrijpen’ en het houdt geen rekening met veranderingen in de operatie: meer draaiuren, meer machines, et cetera”. Wanneer de onderhoudstaak in het ERP of Maintenance Management systeem niet alleen wordt gevuld met benodigde tijd, capaciteit en middelen, maar ook met de benodigde materialen én wanneer die taak steeds tijdig wordt ingepland, worden de benodigde materialen in het magazijn gereserveerd of wordt tijdig een inkooporder gemaakt. Donders vult aan; “En als de benodigde materialen op de gewenste startdatum van het werk niet aanwezig kunnen zijn, wordt dat direct gemeld aan de werkvoorbereider. Op deze manier komen de benodigde materialen steeds net voorafgaand aan het werk binnen in het magazijn, is beschikbaarheid
gegarandeerd (tenzij de leverancier faalt), ligt er minder (onnodige) voorraad in het magazijn en zijn de kosten van voorraad houden lager”.
> Hoe makkelijk kan het zijn? “Ik verwacht dat de VAM-lezers het met me eens zijn dat we dus beter ook de benodigde materialen kunnen plannen. Maar waarom doen we dat dan toch zo weinig? Daar verneem ik verschillende redenen voor, zoals Het is niet nodig of We kunnen tijd voor preventief onderhoud niet tijdig genoeg plannen of we zijn afhankelijk van productie. Wat ik ook wel hoor is dat het alleen inspecties betreft en men weet daarna pas of en welke materialen benodigd zijn. Maar zelfs als dit laatste het geval is, kunnen mogelijk benodigde materialen nog steeds tijdig worden gepland. Stel je maar eens voor dat je op de inspectietaak ‘Controleer de dikte van de remblokken’ direct 4 remblokken opneemt als ‘benodigde materialen’. Bij het inplannen van de inspectietaak worden dan 4 remblokken in de voorraad gereserveerd of wordt er een inkooporder voor opgestart. Dat zorgt ervoor dat op de dag van de inspectie er 4 remblokken beschikbaar zijn”.
> Er kunnen zich vervolgens 2 opties voordoen. 1: De remblokken zijn aan vervanging toe. 2: De remblokken zijn nog dik genoeg. In geval van optie 1 kunnen de 4 remblokken daadwerkelijk worden geconsumeerd op de vervolgtaak ‘Vervang remblokken’. Door het afmelden van de inspectietaak komen de 4 gereserveerde remblokken immers weer vrij beschikbaar, waarna ze direct weer worden gereserveerd en geconsumeerd door de vervolgtaak. In geval van optie 2 komen de 4 remblokken vrij beschikbaar in de voorraad en kunnen ze bij de volgende inspectietaak weer worden gereserveerd.
> Voorraadbeheerder is geen Werkvoorberieider en andersom ook niet…..“In mijn ogen kunnen beide functies niet zonder elkaar en ik ken praktijksituaties waarbij beide personen naast elkaar aan één bureaublok zitten”, zegt Donders. “Een voorraadbeheerder stelt idealiter vast welke artikelen hij uit voorraad wil leveren en welke artikelen ‘op aanvraag’ worden besteld. Tevens bepaalt de voorraadbeheerder met welke (on)zekerheidsmarge hij de artikelen uit voorraad wil leveren. Naast het bepalen of een artikel uit voorraad wordt geleverd of ‘op aanvraag’ bepaalt de voorraadbeheerder ook de meeste MIN en MAX bestelparameters (of bestelniveaus en ordergroottes)”.
Een werkvoorbereider heeft het liefst dat alle benodigde artikelen ‘gewoon’ uit voorraad worden geleverd, dan hoeft hij zich er in elk geval niet om te bekommeren. Donders; “Eigenlijk vindt de gemiddelde werkvoorbereider dat alle behoeften met 100% zekerheid uit voorraad moeten worden geleverd. Dat kun je hem misschien niet eens kwalijk nemen, waarom zou hij alle complexiteiten en risico’s van voorraadbeheersing kennen? Zo moeilijk kan het toch niet zijn”?
> Synergie bereiken door samen te werken. En daarom is het verstandig dat de werkvoorbereider en voorraadbeheerder dicht bij elkaar zitten. “Dan gaan ze elkaar beter begrijpen en leren door samen te werken betere resultaten te halen. Zo zal de voorraadbeheerder leren begrijpen dat niet alle behoeften tijdig kunnen worden gepland. De werkvoorbereider daarentegen leert begrijpen waarom het ondoenlijk en onbetaalbaar is om alles uit voorraad te kunnen leveren. Samen kunnen ze hier ongetwijfeld een goede betaalbare balans in vinden en begrip krijgen voor die keren dat een artikel niet direct beschikbaar is”. <
Commissioning en Onderhoud: De Perfecte
Tandem voor Systeemduurzaamheid
Een Werkvoorbereider speelt een cruciale rol in het commissioningproces van een project, waarbij systemen en installaties worden getest en in bedrijf gesteld om te zorgen dat ze voldoen aan de specificaties en vereisten, zoals in het programma van eisen bedacht is of omschreven is.
Ik ondersteun dat als Voorzitter van Commissioning Nederland volledig en draag binnen dit platform graag een steentje bij als het gaat om visieontwikkeling, kennisoverdracht en samenwerking, zodat kennis over commissioning en prestatieborging op een hoog niveau blijft.
Aan mij de eer om je mee te nemen in de rol van de Werkvoorbereider in het commissioningproces. Het begint uiteraard bij de voorbereiding van het plan: de Werkvoorbereider helpt bij het opstellen en coördineren van het commissioningplan, waarin de stappen, procedures, en verantwoordelijkheden voor het testen en inbedrijfstellen worden vastgelegd. Zie het als een gedetailleerd document dat de processen, procedures, verantwoordelijkheden en timing beschrijft. Het doel van dit plan is ervoor te zorgen dat alle onderdelen van een project correct en volgens de specificaties functioneren voordat het officieel in gebruik wordt genomen.
‘Commissioning, Onderhoud en Werkvoorbereiding
John Lens Voorzitter Commissioning Nederland
Ook als het gaat om het verzamelen en controleren van alle technische documentatie, zoals handleidingen, schema’s, en tekeningen, heeft de Werkvoorbereider een belangrijke rol. Die zorgt er namelijk voor dat alle benodigde documenten beschikbaar zijn voor de commissioningmanager en zijn team.
Werkvoorbereiding en planning liggen dicht bij elkaar. De Werkvoorbereider plant namelijk de activiteiten die nodig zijn voor de commissioning, inclusief de benodigde materialen, gereedschappen en personeel en zorgt er dus voor dat alles op het juiste moment op de juiste plaats is. Communicatie en Afstemming: De werkvoorbereider fungeert vaak als schakel tussen verschillende teams, zoals de projectleiding, het engineeringteam en de uitvoerder en zorgt ervoor dat alle partijen op de hoogte zijn van de planning en vereisten.
Voordat de commissioning begint, controleert de Werkvoorbereider of de installaties gereed zijn voor testen, inclusief het nalopen van checklists en inspecties. Een niet onbelangrijke functie lijkt mij zo. Tijdens het inbedrijfstellen biedt de Werkvoorbereider ondersteuning door eventuele problemen op te lossen, materialen te leveren en ervoor te zorgen dat de voortgang volgens plan verloopt. Dat uiteraard in nauw overleg met de commissioningmanager.
Kortom, de Werkvoorbereider zorgt ervoor dat het commissioningproces soepel verloopt door de juiste voorbereiding, coördinatie en ondersteuning te bieden. En dat is precies waarom ik zo blij ben met de synergie tussen commissioning en Beheer en Onderhoud.<
John Lens Voorzitter
Commissioning Nederland
CursusKalender
Kennis is onze kracht!
Inschrijven kan eenvoudig via de maintenance academy op www.nvdo.nl
5 november: MASTERCLASS: Commissio -
ning en Precommisioning bij Onderhoud
Commissioning richt zich op de kwaliteitsbeheersing en prestatieborging van assets, installaties in het bijzonder. Dit proces begint bij de start van een project met een commissioningplan en beschrijft de organisatie en uitvoering van kwaliteitsborging in alle fasen. Bij bestaande installaties is commissioning gericht op het in stand houden van de goede werking en het verifiëren van geleverde prestaties. Pre-commissioning is de reeks processen die worden uitgevoerd voordat het eindproduct wordt geïntroduceerd.
12,13,14 november:
Doel
Wij nemen je op een leuke en interactieve manier mee in het ontstaan van commissioning, de reden waarom het is bedacht en welke voordelen het oplevert. Je wordt door middel van voorbeelden en cases meegenomen in het belang van commissioning.
Werkvoorbereiding en Planning
De werkvoorbereider en planner werken in een centrale plaats in het onderhoudsproces. Hierbij staan de vragen Wat?, Hoe?, Wie? en Wanneer? centraal. De werkvoorbereider geeft samen met de planner antwoord op al deze vragen, rekening houdend met verschillende details. Om ervoor te zorgen dat de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden efficiënt en effectief kan plaatsvinden, stelt de werkvoorbereider een werkplan op. Daarnaast wordt gekeken naar de benodigde middelen: mensen, materiaal, gereedschappen en diensten. In dit proces zijn veiligheid en productie belangrijke (interne) opdrachtgevers.
Deze intensieve driedaagse training, inclusief e-learning module, kent een gemiddelde waardering van 9.8! Vanwege de grote belangstelling adviseren wij voor tijdige registratie zorg te dragen.
Doel
Deelnemers krijgen inzicht in de toegevoegde waarde van de rol van werkvoorbereider/planner voor het onderhoudsproces. De complexiteit wordt in kleinere stukken omgezet naar een gestructureerde werkwijze. Hiermee wordt het mogelijk om een persoonlijk stappenplan op te stellen om het geleerde direct in de dagelijkse praktijk toe te passen!
Onderwerpen
Dag 1 Proces en werkwijze
Dag 2 Voorbereiden van een werkorder
Dag 3 Plannen van werk
En nu in de Praktijk; Een stappenplan Inclusief e-learning module
Deze intensieve en waardevolle training verzorgen wij regelmatig in company. Wil je als groep deelnemen? Vraag dan vrijblijvend offerte aan bij info@nvdo.nl
Basiscursus Reliability
Centered Maintenance 3 (RCM3)
Deze cursus neemt de deelnemers mee door het Aladon RCM3proces, de volgende generatie RCM. RCM3 is de opvolger van het robuuste en grondige denkproces van de RCM2methode. Organisaties passen RCM3 toe om operationele en onderhoudsrisico’s die samenhangen met het gebruik van fysieke assets te reduceren, om zo de inherente capaciteit van assets op het gebied van veiligheid en betrouwbaarheid te bereiken tegen minimale kosten. Risicogebaseerd RCM (RCM3) brengt de onderhoudsstrategie volledig in lijn met de internationale normen voor Asset Management en risicomanagement (ISO 55000 en ISO 31000).
Tijdens de cursus leer je de basis van modern prestatiemanagement van fysieke assets. Vandaag de dag is er, meer dan ooit, de prangende behoefte om assetprestaties te vergroten en tegelijkertijd kosten te verminderen. Een sleutel tot succes is het verschuiven van de traditionele benadering van reparatie en optimalisatie naar het proactief beheersen van risico’s – het basisprincipe van RCM3.
26 en 27 november: Duurzaamheid door Onderhoud
26 en 27 november; Duurzaamheid door Onderhoud Duurzaamheid is meer dan CO2 uitstoot alleen. Denk daarbij ook aan duurzaam omgaan met grondstoffen, het milieu en biodiversiteit.
Steeds meer bedrijven zijn bezig met duurzaamheid in de engineeringsfase van hun installaties. Onderhoud van deze assets kan immers een grote bijdrage leveren aan de duurzaamheid van de organisatie.
Programma
• Het waarom van duurzaamheid
• Sustainable Development Goals (SDG’s), klimaatakkoord, CO2 emissierechten etc.
• De fabriek met inputs en outputs
• Kritische beoordeling
• Trias Energetica
• Fictieve fabriek met veelvoorkomende verbetermogelijkheden/ verspillingen
• Asset condition monitoring
• Managerial
29 november: Life Cycle Costing, optimalisatie van Onderhoud
Life Cycle Costing (LCC) is een methodiek om de totale kosten van assets zo juist mogelijk in kaart te brengen. Hierbij wordt gekeken naar de complete life cycle van een asset, van kopen tot en met afbreken. Het toepassen van LCC kan bijdragen aan het optimaliseren van onderhoud aan assets en het bepalen van het juiste moment van vervanging.
Doel
• Herkennen van valkuilen op het gebied van onderhoud
• Inzicht in de methodieken van LCC
• Waarde van informatie voor optimaliseren van Beheer en Onderhoud
• Inzicht in het waarom en wat mee te nemen in een LCC berekening
• Kunnen toepassen van de methodiek en inzicht in de levenscyclus kosten
Word ook bekwaam!
Risicogestuurd onderhouden
De afgelopen jaren zoeken steeds meer bedrijven ondersteuning om risicogestuurd te gaan onderhouden. De behoefte is er, maar het lukt nog niet om het in de praktijk te brengen. Een van de redenen daarvoor is dat de link naar de bedrijfsdoelstellingen ontbreekt. Ter inspiratie geeft NVDO docent Pieter Jan Hische, Operational Excellence Transfer, drie sprekende voorbeelden waarbij zo het verschil is gemaakt met RCM3.
Een risico is de kans op het in een bepaalde mate niet behalen van een bedrijfsdoelstelling. De essentie van risicogestuurd onderhoud is dus het beschrijven van storingsgevolgen op bedrijfsniveau, zodat het belang van een strategie helder is. Tevens kan beoordeeld worden wat investeren in een strategie oplevert, of verplicht, is en welke taken zich niet terugverdienen.
Voorbeeld 1
Een afvalverbrander heeft twee hijskranen. Elke kraan kan in zijn eentje beide ovens voorzien van afval. Als er te weinig wordt geleverd, zal de opbrengst van een of twee ovens afnemen of wegvallen.
Bij een stop moet er gecontroleerd worden op- en afgestookt met hoge dieselkosten. Het falen van één kraan brengt dus alleen de reparatiekosten met zich mee en heeft verder geen gevolgen. De gemaakte FMECA van één kraan leverde dan ook niet de inzichten die gezocht werden. Het optredende risico is toen beoordeeld door de aanvoer door beide kranen naar beide ovens te beschouwen.
12,13,14 november: Basiscursus Reliability
Centered Maintenance 3 (RCM3)
Tijdens de cursus leer je de basis van modern prestatiemanagement van fysieke assets. Vandaag de dag is er, meer dan ooit, de prangende behoefte om assetprestaties te vergroten en tegelijkertijd kosten te verminderen. Een sleutel tot succes is het verschuiven van de traditionele benadering van reparatie en optimalisatie naar het proactief beheersen van risico’s – het basisprincipe van RCM3.
Toen kon worden bepaald of storingen ’s nacht opgelost moesten worden, of sommige dure taken ook daadwerkelijk opleveren en of dure onderdelen op voorraad genomen moesten worden.
Voorbeeld 2
Het stadswarmtenet in een grote stad wordt verwarmd door een afvalverbrander. Als deze niet of minder dan de warmtevraag levert, leidt dit tot zogenoemde ondermaatse leverminuten en hier staat een boete op. Het warmtenet is daarom voorzien van een aantal grote back-up warmtecentrales. Het onderhoudsplan van deze hulpwarmtecentrales is onderbouwd door rekening te houden met de context; de (on-) betrouwbaarheid van de afvalverbrander, de gevraagde capaciteit en de vermogens van de hulpcentrales.
Voorbeeld 3
Als een brug niet opent, kan er geen boot door. Als een brug niet sluit, kan er geen verkeer overheen. Hoeveel mag of moet er geïnvesteerd worden om te voorkomen dat een brug niet sluit of opent? Dat is voor een belangrijk deel afhankelijk van het belang van de vaarroute of verkeersader. Het gevolg van het niet openen of sluiten van de Van Brienenoordbrug is veel groter dan dat van een bruggetje in de provincie. De ene strategie is daarom de moeite waard bij de Van Brienenoordbrug, maar niet bij het bruggetje in de Provincie. De gevolgen moeten niet worden uitgedrukt in het functioneel falen, maar in de kans op een aantal gewogen vertragingsuren door het niet openen of sluiten.
IAM Certificate in Asset Management
Tijdens de 5-daagse opleiding
Toon wereldwijd uw expertise in asset management aan én voldoe aan de internationale standaarden van het IAM Start 3 februari
Leert u hoe u asset management standaarden en processen toepast in de praktijk
op
Leert u risico’s signaleren, inventariseren, beheersen en monitoren
Leert u risico’s signaleren, inventariseren, beheersen en monitoren
Krijgt u les van IAM endorsed trainers met veel praktijkervaring
Krijgt u les van IAM endorsed trainers met veel praktijkervaring
Wordt u in 6 dagen klaargestoomd om het
IAM-certificaat te behalen
Wordt u in 6 dagen klaargestoomd om het IAM-certificaat te behalen
Meld u aan via aanmelding@outvie.nl
Mainnovation, grondlegger van de Value Driven Maintenance methodologie, biedt MEERwaarde. Wij geloven in de kracht van Reliability Engineering plus Maintenance Engineering. Wie effectief en structureel verbeteringen wil doorvoeren op het gebied van Maintenance & Asset Management, heeft RE én ME capaciteit nodig. Haal het maximale uit de assets, minimaliseear storingen en ga aan de slag met preventieve onderhoudsschema’s voor optimale betrouwbaarheid, beschikbaarheid en compliance. RE studies daadwerkelijk implementeren én borgen: ME + RE = MEERwaarde
Meer info op mainnovation.com/nl/meerwaarde