3
#
nr. 03/ 2019
Vakblad Asset Management
SMART
Slim, Slimmer, Slimst De Slimme Monteur Smart Industry Predictive Maintenance Smart Welding Factory
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 1
12-06-19 14:16
C
adv mainnovation VAM 215x280 .indd 1 11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 2
03-09-18 16:44 12-06-19 14:16
nr. 03 / 2019
18 16:44
3
#
Colofon VAM is het vakblad voor Asset Management in Nederland. Concept en realisatie Elma Media B.V. Keizelbos 1, 1721 PJ Broek op Langedijk 0226 33 16 00 www.elma.nl
AR 4 0 JA
Art Director Kim Speleman Martijn van der Wielen Hoofdredactie Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO VAM is een uitgave van de NVDO Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud Lange Schaft 7G Postbus 138, 3990 DC Houten 030 634 60 40 www.nvdo.nl info@nvdo.nl VAM is een samenwerking met WCM World Class Maintenance, Gebruikersplatform Bodemenergie en iTanks www.worldclassmaintenance.com www.gebruikersplatformbodemenergie.nl https://itanks.eu
VOORWOORD <
Smart, Smart,
Smart
Smart Industry wordt ook wel industrie 4.0 genoemd of slimme industrie. Het gaat om verregaande digitalisering van apparaten, productiemiddelen en organisaties. Slimme industrie betekent slimme inzet van ICT, waarbij machines onderling met elkaar verbonden zijn en intelligent worden aangestuurd. De voordelen zijn groot. Een slimme industrie maakt productieprocessen efficiënter, flexibeler, duurzamer en meer op maat. En het opent mogelijkheden voor slimmere producten, diensten en nieuwe businessmodellen. Maar het draagt ook bij aan het verbeteren van het industriële vestigingsklimaat en het brengt mogelijkheden om meer productie naar Nederland te terug te halen (reshoring). En het versterkt zelfs de (internationale) concurrentiekracht van bedrijven. Smart initiatieven vind je niet alleen in de Nederlandse Industrie. Het UMC Utrecht gebruikt bijvoorbeeld als eerste ziekenhuis in de wereld een nieuwe technologie die voerdraden en catheters zichtbaar maakt met licht in plaats van met röntgenstraling. De voerdraden en catheters kunnen zonder röntgenstraling worden afgebeeld in 3D en zijn daardoor beter te interpreteren en dit maakt operaties eenvoudiger. Dat is van enorme meerwaarde voor de patiënt en medewerkers in de operatiekamer. Als het over Smart gaat, dan gaat het ook over Smart Shipping; het geautomatiseerd varen op zee en de binnenwateren. Het gaat dan niet alleen om de technologie aan boord van de schepen, ook de inrichting van de omgeving waarin de schepen zich bevinden valt daaronder. Schepen kunnen dan door slimme technologie geautomatiseerd reageren op hun omgeving. Denk aan sensoren die omgevingsinformatie waarnemen. Aan de hand van deze informatie kan een schip door slimme technologie zelf actie ondernemen. Ontwikkelingen op het gebied van smart mobility gaan snel en bieden veel kansen, op korte én lange termijn. Denk aan het verbeteren van de doorstroming van het verkeer, het verbeteren van de verkeersveiligheid en de mogelijkheid om zuiniger en schoner te rijden. In een land waar de infrastructuur hoogwaardig, maar ook complex en drukbezet is, kunnen wij niet anders dan nadenken over slimme oplossingen voor mobiliteit. Als laatste slimme voorbeeld noem ik graag de slimme stad die de levenskwaliteit verhoogt door de stad efficiënter te organiseren en de afstand tussen de inwoners en het bestuur te verkleinen. Alle onderdelen van de stad zijn verbonden via een netwerk van sensoren, internet en hoogstaande technologische apparaten met als motor het internet der dingen. Dit maakt niet alleen een beter bestuur mogelijk, maar laat het bestuur ook toe om de inwoners in de gaten te houden, wat meteen de keerzijde is van de smart city.
Auteurs Pieter Pulleman (Structureel samenwerken aan predictive maintenance en VanderLande) Evi Husson (Smart Lasautomatisering) Eveline Janse -Nederlands Focal Point- (Veilig en gezond werken in de Smart Industry) Mariëlle Collignon (Digitale Monteur en AWP) Maxime van Amersfoort (Optimaliseren Smart Maintenance) Christel Ruijs (Brainport) Ellen den Broeder-Ooijevaar Redactie; John van Rooij (Ideo), World Class Maintenance (WCM)
Slim Onderhoud is natuurlijk van groot belang bij alle voorbeelden die ik gaf. Dat moet leiden tot verbeterde beschikbaarheid van installaties, terug dringen van faalkosten en lagere kosten gedurende de gehele levensduur. Ook helpt Smart Maintenance in het prioriteren van vervangingsbehoeftes, door een betere inschatting van het risico. Bij Smart Maintenance maakt men namelijk gebruik van steeds goedkoper wordende sensortechnologie in combinatie met ‘internet of things’ applicaties om onderhoud voorspelbaar te maken.
Druk Elma Media B.V.
Ellen den Broeder-Ooijevaar, Verenigings Manager NVDO
Advertentie-exploitatie Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl
3
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 3
12-06-19 14:16
VAN DE VOORZITTER <
SMART Industry behoeft SMART samenwerken Hoe slim we ook denken te zijn met het toepassen van nieuwe technologieën, hoe dom we nog steeds zijn als het gaat om samenwerking en uitbesteding. De winst die wij behalen met het slim toepassen van deze nieuwe technologieën op basis van IoT, Big Data, Predictive Maintenance etc. wordt volledig teniet gedaan door ons korte termijn denken, gebrek aan vertrouwen en egoïstisch gedrag als het gaat om samenwerking en uitbesteding. Kijkend naar de gemiddelde HoTT (Hands on Tool Time) in de industrie, hebben we nog een hele lange weg te gaan voordat wij kunnen spreken van SMART Industry. Projecten en Turnarounds falen op ongehoorde schaal en ook menige onderhoudsklus gaat qua budget en planning de mist in doordat zaken niet goed zijn voorbereid, afspraken niet worden nagekomen en uiteindelijk afdelingen of partijen hun eigen belang laten prevaleren in plaats van het gemeenschappelijke belang. Wat zit hier achter? Niemand staat ’s ochtends op om de boel eens flink in de soep te laten lopen. Nee, hier is er iets fundamenteel mis met verschillende culturen binnen organisaties, met de wijze van uitbesteding bij opdrachtgevers, met de verdienmodellen van opdrachtnemers en een mindset van ‘wishful thinking’ en opleggen van niet realistische doelstellingen bij het hoogste management. Gelukkig zijn er organisaties en samenwerkingsverbanden waar het wel op rolletjes draait. In een aantal gevallen is dat afgedwongen door crisissituaties waar er niets anders opzit dan goed met elkaar samenwerken. Contracten en dikke procedures, behalve die met veiligheid te maken hebben, worden in die gevallen even in de kast gelegd. Maar, in plaats van successen te consolideren en er van te leren, valt men meestal snel weer terug in de oude, ondoelmatige, werkwijze. Dit is moeilijk te bevatten al je nagaat dat wij op deze manier in Nederland honderden miljoenen euro’s met elkaar aan het verspillen zijn.
Natuurlijk is een goede planning en een gedegen werkvoorbereiding essentieel voor het welslagen van een werkorder of project. Maar zonder adequate afstemming in de keten, het tijdig en volledig delen van informatie en het duidelijk communiceren van doel en prioriteiten, is de kans op mislukking groot. Samenwerking is de sleutel. Samenwerken als een team waarin een ieder vanuit de eigen kracht en competentie de rol vervult die wordt vereist. Dus geen dubbele posities bij opdrachtgever en opdrachtnemer, geen toezicht op elkaar, maar op het werk, en vooral elkaar helpen als het even tegenzit in plaats van wijzen naar de ‘schuldige’. Dit vereist een heel andere houding bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, maar ook binnen de organisatie bij maintenance en operatie.
‘Andere houding bij zowel opdrachtgever als opdrachtnemer’ Een omgeving van vertrouwen en openheid waarbij een gezamenlijk belang wordt nagestreefd en waar een wederzijdse acceptatie van de individuele belangen bestaat is hiervoor een absolute voorwaarde. Kortom; er is nog veel mensenwerk aan de winkel voordat we echt kunnen spreken van SMART Industry!
4 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 4
12-06-19 14:16
Inhoud
03 Voorwoord
04 Van de voorzitter
08 Structureel samenwerken aan predictive maintenance > RDM Centre of Expertise van Hogeschool Rotterdam en Vopak werken sinds eind vorig jaar samen.
12 Wij doen zeker mee!
22 Smart Industry binnen Asset Managment
32 ISO 55001 gecertificeerd, en dan...
36 Vanderlande op weg naar data driven maintenance
40 De digitale monteur thuis
44 Warmte oproepen vanuit de diepte
49 Kijk op 52 Veilig en gezond werken in de Smart Industry
56 Cursuskalender
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
06 Het vinden van de juiste balans > In een wereld waarin technologie steeds uitdagender wordt, projecten groter worden en de concurrentie sterker wordt, neemt het beroep cost engineering een steeds belangrijkere rol in.
Herman Gortercomplex: een nieuwe manier van samenwerken aan energieneutraliteit 14 Van tijdverlies naar Smart Lasautomatisering
Real time simulatie; effectief en kostenverlagend
Kort
28
Kort
34
Gast Column - Lekker Slim
18
24
39
Maakindustrie Brainport gaat slimmer samenwerken 42
46
Renovatie Afvalwaterpersleiding (AWP)
Optimaliseren Smart Maintenance 50
Risico gebaseerd onderhoud maakt je wendbaar
Casus
54
58 5
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 5
12-06-19 14:16
Wie
Bas Druijf
Het vinden van
Wat
Cost Engineer
de juiste balans Als stagiair bij de Business Unit Mining & Heavy Industry heb ik gedurende drie maanden namens RoyalHaskoning DHV onderzocht hoe het bedrijf kan bijdragen aan milieukundige mijnbouw vraagstukken. Hiervoor heb ik vijf weken op het kantoor in Johannesburg doorgebracht”. Dat is het begin van de loopbaan van de 27-jarige Bas Druijf, Cost Engineer bij Cost Engineering in Zwijndrecht.
In een wereld waarin technologie steeds uitdagender wordt, projecten groter worden en de concurrentie sterker wordt, neemt het beroep cost engineering een steeds belangrijkere rol in. Een cost engineer is verantwoordelijk voor het vinden van de juiste balans tussen kosten, tijd en kwaliteit die leiden tot de maximaal haalbare winst uit elk project. En dat is waar Druijf elke dag mee bezig is. “Nadat ik afstudeerde bij Boskalis, maakte ik alweer ruim twee jaar geleden de stap naar het internationaal opererende Cost Engineering in Zwijndrecht”. De organisatie is voor Druijf zo aantrekkelijk, omdat er meer dan genoeg kansen zijn om zijn kennis te verdiepen en te verbreden. “Ik werk graag samen met slimme en succesvolle collega’s aan uitdagende projecten en maak daarbij de combinatie met de nieuwste methoden en technologieën. Voorbeelden hiervan zijn Earned Value Management, maar ook de digitale Field Change (meer/minderwerk) procedure. Hiermee verkrijg ik live informatie uit het veld, door middel van een app, over meer- en minderwerken. Op deze manier kan ik direct de forecast aanpassen van een project of turnaround. Zo weten we natuurlijk onmiddellijk waar we staan in tijd en geld”.
Deze technologie wordt toegepast bij Shutdowns en Turnarounds. Zo’n turnaround waar Druijf enorm veel van heeft geleerd was afgelopen jaar bij Neste. “Daar zaten mijn collega’s en ik heel dicht op de actie. Relatief duurt zo’n turnaround maar heel kort, een paar weken. In die tijd gebeurt heel veel, aan ons de taak om alles onder controle te houden. Het is ons gelukt om de turnaround binnen budget en binnen de tijd af te ronden. Daarmee zorgen we ervoor dat de kosten van assets zo laag mogelijk zijn. Dat terwijl de uptime van deze assets zo hoog mogelijk is. Ik zie dat veel van de kosten van assets voorkomen kunnen worden door goede afspraken in de contractingfase, scheduling en project control”.
> Stip op de Horizon. Druijf is duidelijk; “In 2025 hebben we heel Nederland veroverd met onze visie op digitalisering in de wereld van turnarounds en onderhoud. Het liefst ook België en Duitsland. Ik ben dan zelf Turnaround Project Controls Manager, Contract Manager of Turnaround Manager”. Daarbij houdt hij de balans tussen zijn werkende leven en zijn privétijd goed in balans. “Vorig jaar hebben mijn vriendin en ik samen een oud huis gekocht (uit 1901!). Dat zijn we nu met z’n tweeën aan het opknappen. We proberen het huis future-proof te maken en zo veel mogelijk te isoleren. Eigenlijk een soort lifetime extension project van een aging asset”. <
6 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 6
12-06-19 14:16
ONTMOET Bas Druijf <
‘Ik werk graag samen met slimme en succesvolle collega’s’ Bas Druijf, Cost Engineer Foto: CostEngineering 7
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 7
12-06-19 14:16
INTERVIEW <
Structureel samenwerken aan
predictive maintenance
RDM Centre of Expertise van Hogeschool Rotterdam en Vopak werken sinds eind vorig jaar samen. Belangrijkste doelen van de samenwerking: samen werken aan predictive maintenance-oplossingen en de zichtbaarheid van Vopak bij studenten vergroten. Ook de school profiteert van de samenwerking.
Sowande Boksteen, docent Werktuigbouwkunde, is een van de trekkers van de samenwerking. “Ik wil niet alleen voor de klas staan en een verhaal vertellen. Het is een beroepsopleiding, dus moet je ook projecten doen voor echte opdrachtgevers, zodat studenten ‘feeling’ krijgen met het echte werk. Competenties die studenten nodig hebben, zoals analyseren, zijn door de jaren heen hetzelfde gebleven. Maar de onderwerpen veranderen, denk aan mechatronica of de energietransitie. De kunst is om onderwerpen die toenemen in belang, op tijd in de opleiding te integreren”.
> Nieuwe onderwerpen op tijd identificeren. De samenwerking met Vopak moet helpen om nieuwe onderwerpen op tijd te identificeren. Boksteen; “Predictive maintenance is zo’n nieuw onderwerp. Het overkoepelende plan is om Smart Industry in het onderwijs te integreren en predictive maintenance is daarvan een onderdeel. Samen met onze lector Peter Troxler probeer ik dat vorm te geven. De ICT-opleiding haakt aan met de minor Data Science en ook de economische studenten zijn met smart industry bezig, evenals de opleiding Logistiek. Zo zijn we steeds meer met elkaar in gesprek, want het gaat behalve om het technische aspect ook om de vraag of iets economisch haalbaar is”.
> Proefopstelling gebouwd. Het eerste resultaat van de samenwerking is een proefopstelling die studenten van verschillende disciplines nu bouwen op school. “Een pomp, twee bakjes en een verwarmingselement, aangevuld met regelsystemen. We hebben er een bypass opgezet zodat je een lekkage kunt simuleren. Een algoritme moet dat lek detecteren”. Ook zijn er met drones met warmtesensoren opnames gemaakt van opslagtanks van Vopak. ICT-studenten analyseren de beelden met behulp van Machine Learning methodes om eventueel warmteverlies, en daarmee onnodig energieverbruik, op te sporen. Idealiter komt er (op termijn) een applicatie uit voort die dat gaat doen, zegt Boksteen.
> Naamsbekendheid vergroten. Kim van ’t Sant, programmacoördinator RDM Campus; “Eigenlijk zijn we al twee jaar bezig met Vopak en in die tijd zijn er diverse initiatieven geweest. We wilden naar een meer structurele samenwerking toe. Hogeschool Rotterdam is een grote organisatie met 39.000 studenten en heel veel disciplines. Nu is er een aanspreekpunt, dat ben ik, voor de bedrijven en kijken we of we de verbinding kunnen maken”. Melissa Wanner is HR-medewerker bij Vopak en legt uit waarom afgelopen september de samenwerking is geformaliseerd. “Omdat het
8 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 8
12-06-19 14:16
Vopak Terminal Foto: Vopak
gang gezet en gefaciliteerd. Om studenten bekend te maken met het begrip predictive maintenance is eerder genoemde proefopstelling gebouwd. Studenten die de minor Mechatronica volgden werkten hier aan mee, evenals studenten van de minor Constructie. Op dit moment wordt er gewerkt aan de procesmatige kant van de opstelling en dat is weer een klus voor studenten van de minor Proces en Energie. In de beginfase waren er een vijftal studenten betrokken. Vorig jaar waren dat er tien en op dit moment zijn het er twintig, zegt Boksteen. “We kunnen er maximaal dertig faciliteren”.
> Aan de slag. Het is overigens niet zo dat Vopak alleen leunt
steeds belangrijker is om een goede aansluiting met het onderwijs te hebben. De arbeidsmarkt is krap. Studenten binden is dan een manier om de naamsbekendheid van Vopak te vergroten. Nu is het nog maintenance-gericht, maar in de toekomst kan dit verschuiven naar finance, of een andere opleiding”. Van ’t Sant; “Sinds het begin van dit schooljaar hebben we tweewekelijks een telefonisch overleg. En omdat je zo regelmatig in gesprek bent, komen de opdrachten, stages of projecten als vanzelf ter sprake. Uiteindelijk kom je in een situatie waarin we zelf de onderwerpen weten waarin Vopak geïnteresseerd kan zijn”.
> Predictive maintenance. Behalve het vergroten van de zichtbaarheid van Vopak, gaat het om het vinden van nieuwe oplossingen ten behoeve van predictive maintenance. Maintenance manager Joris Tuink; “Er zijn veel nieuwe ontwikkelingen op het gebied van techniek en onderhoud en wij zien raakvlakken. We hebben nu een preventief onderhoudsprogramma met bestaande technieken en een traditionele aanpak en dito aannemers. De vraag die wij ons nu stellen, is: kunnen we iets met al die data die er in ons proces aanwezig is? Hoe ga je om met grote hoeveelheden data? Kunnen we dankzij het verzamelen en analyseren van data naar een situatie waarin we gepland uit bedrijf gaan? Uiteindelijk is het doel om beter te snappen wat er gebeurt in de installatie. We doen nu bijvoorbeeld vier keer per jaar trillingsmetingen. Dat moet zo veel mogelijk een continumeting worden”. Boksteen; “En als je continu meet en monitort, dan wordt het een andere tak van sport en heb je andere tools nodig. En daar kunnen de studenten iets mee”.
op de samenwerking met de studenten. Tuink; “Vopak heeft een innovatielab dat nieuwe oplossingen verzint en nieuwe trends volgt, deze test en analyseert en bij succes implementeert. Van daaruit hebben we gekeken wat de interessante oplossingen zijn voor maintenance en met welke daarvan studenten iets kunnen. Onderwerpen waar aan gewerkt kan worden, zijn bijvoorbeeld analyse van trillingsmetingen, de warmtebeelden van de visuele inspecties met drones en het ombuigen van ons huidige maintenanceprogramma naar predictive”. Boksteen; “En vanuit die overkoepelende thema’s pikken we kleinere onderwerpen op om concreet mee aan de slag te gaan”.
> Andere mindset creëren. Duurt het niet te lang om dit soort onderwerpen aan te vliegen vanuit het onderwijs? Tuink; “Het gaat om een beperkt aantal geselecteerde onderwerpen. Het is voor ons ook een manier om intern een andere mindset te creëren. Zoals gezegd, is het nu heel traditioneel. Kort door de bocht: er gaat iets kapot en we bellen de aannemer. Straks hebben we de middelen om te kijken of het ook anders kan, minder ad hoc. De operationele druk is hoog, maar toch wil je die voorspelbaarheid erin brengen met een goed PM-programma. En als de nieuwe jongens en meisjes die straks instromen als nieuwe medewerker ermee bekend zijn, > dan is de overstap niet zo groot”. Ondertekening samenwerkingsovereenkomst Foto: RDM Centre of Expertise
> Grote verandering. De predictive maintenance-benadering waarin het verzamelen en analyseren van data een cruciale rol speelt, is een grote verandering, ook voor het onderwijs, zegt Boksteen. “Voor docenten betekent het ook dat we moeten ‘switchen’”. Door de praktijkcases die er gaan komen en door de interne samenwerking met andere opleidingen wordt die verandering in
9
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 9
12-06-19 14:16
>
Studenten bij de zelfgebouwde installatie Foto: Hogeschool Rotterdam
> Langetermijn projecten. Er zijn twee mogelijkheden om projecten te doen. Een keer in het derde studiejaar en de minor in het vierde jaar. Boksteen; “Die kun je in de tijd op elkaar aan laten sluiten. Dat hebben we bijvoorbeeld gedaan met AVR waar we twee jaar aaneengesloten werkten aan een project over het terugdringen van eigen stroomverbruik. En zo doen we met andere partijen wel meer langetermijnprojecten. Predictive Maintenance doen we nog alleen met Vopak. We willen het eerst goed op de rails hebben”.
> Succes. Wanneer is de samenwerking een succes volgens Boksteen? “Als er over vijf jaar een applicatie staat die door studenten is gebouwd. En als er vanuit HR een platform is waar we jaarlijks zes à zeven projecten doen. Als er een lectoraat is dat overzicht heeft over dit onderwerp. En dat de bedrijven blij zijn”. Tuink; “Voor mij gaat het erom dat we ideeën samen naar een businessmodel brengen en als die vervolgens voldoende opleveren samen de innovatieopdracht tot een goed einde brengen, zodat we straks op een andere manier kijken naar onze installaties”. Wannink; “Er moet op lange termijn interactie blijven als deel van de werkzaamheden en het proces en dat de samenwerking van daaruit doorgroeit”. Tuink; “Precies, en ook met andere afdelingen erbij”. Van ’t Sant; “Het is ook predictive collaboration. De samenwerking moet zo worden dat wij vooraf al kunnen inschatten welke onderwerpen interessant zijn voor Vopak. Dat wij kunnen zeggen ‘we moeten nu in gesprek, anders zijn we te laat”. <
‘De operationele druk is hoog, maar toch wil je de voorspelbaarheid erin brengen met een goed PM-programma’
10 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 10
12-06-19 14:16
Smeertechnisch onderhoud optimaliseren?
lubrication
■
services
www.vanmeeuwen.com
■
■
Maak kennis met SMTO®2020 van Van Meeuwen Services Begin gedegen en goed voorbereid aan het optimaliseren van het smeertechnisch onderhoud. Wij helpen graag met de eerste stap. Bel of mail en vraag naar de mogelijkheden.
systems
■
chemicals
The Netherlands +31 (0)294 494 494
■
■
education
Maak zelf je keuze uit 3 opties
Belgium +32 (0)53 76 76 00
Duurzaam Asset Management Hoe managen wij onze kostbaarste asset? We hebben maar één aarde, en die is onze gezamenlijke belangrijkste asset. Met uw asset management kunt u bijdragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen van uw bedrijf èn de instandhouding van deze kostbare asset. Dit voorkomt risico's en geeft nieuwe mogelijkheden D voor optimalisatie en innovatie. Wij noemen dat Duurzaam Asset Management.
Ook meer waarde halen uit uw assets door Duurzaam Asset Management? Neem contact op met onze experts op het gebied van duurzaamheid en asset management: www.local-works.nl & www.traduco.nl
Asset Management met meer(w)aarde
11
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 11
12-06-19 14:16
EUROMAINTENANCE <
Wij doen zeker mee! “Voor mij is het duidelijk, UE Systems is natuurlijk van de partij tijdens EuroMaintenance in 2021”. Dat zegt Marcel Rutgers, Regional Manager Europe bij UE Systems Europe, sinds 1973 internationaal de marktleider in de ontwikkeling van airborne en structure borne ultrasound detectie instrumenten. “Omdat ons zeer uitgebreide assortiment Ultraprobe®instrumenten geschikt zijn voor vrijwel alle applicatiegebieden, willen we dat graag aan Europa laten zien”.
Rutgers is er hartstikke blij mee dat zo’n groot Europees event gekoppeld wordt aan MaintenanceNext en waar Nederland de kans krijgt om haar voorlopersrol te kunnen laten zien. “Wij tekenen in op een workshop binnen het thema Energie. Omdat een workshop natuurlijk is bedoeld om aan het werk te gaan, kunnen we de deelnemers bijvoorbeeld iets leren over perslucht en stoom”. Rutgers denkt daarbij aan een interactieve minitraining lekdetectie. Zijn doel; “Als de deelnemer weer thuis is, weet hij waar de verbeterpunten liggen of weet hij dat hij zijn systemen al geoptimaliseerd heeft”. De enthousiaste Rutgers is van mening dat ultrasone technieken standaard in ieders toolbox zouden moeten zitten. “In combinatie met andere technieken komen we dan een heel eind”.
> Enthousiast. Wesley Reek, sales manager bij Compressor Products International; “Het internationale karakter van EuroMaintenance spreekt ons erg aan. Het past goed bij onze marketingstrategie waarin we ook internationaal willen laten zien wat we doen en kunnen. We willen dus zeker van de partij zijn”. Ralf Reijenga, account manager bij HSOS Industrial Services; “De samenwerking tussen Maintenance NEXT en EuroMaintenance biedt voor ons zeker mogelijkheden. Het Europese karakter van het evenement in 2021 maakt het erg aantrekkelijk om collega’s uit Portugal, Engeland en Duitsland naar Rotterdam te halen. Het is een uitgelezen kans om ons bedrijf als een Europese speler neer te zetten”.
Foto: Ahoy Rotterdam
12 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 12
12-06-19 14:16
INTERNATIONAL MAINTENANCE PLATFORM Marcel Rutgers, regional manager Europe UE System Foto: NVDO
‘Wereldwijde ambities op het gebied van industrieel onderhoud’ Naftaly Dix, Marketing and Communication Manager Northern Europe bij Applus+: “Mijn eerste reactie is ‘geweldig!’. Als ze de ambities kunnen waarmaken zou dat een prachtig platform kunnen zijn. Maar ik ben ook licht kritisch. Want ik ben benieuwd hoe ze de komende tijd campagne gaan voeren. Je ziet dat er in meerdere landen soortgelijke initiatieven zijn. Maar als het lukt dan heeft Rotterdam iets prachtigs in handen”.
ASSET MANAGEMENT AT ITS BEST! EuroMaintenance & Maintenance NEXT have teamed up to create Europe's most relevant and impactful maintenance event. In March 2021 the newly opened Rotterdam Ahoy Convention Centre welcomes thousands of maintenance professionals for the leading exhibition, keynote speeches, workshops and company visits throughout the Rotterdam Botlek region.
Daniëlle den Haan, Senior Sales Engineer bij de Goltens Group, “Goltens is wereldwijd actief in het onderhoud aan machines en dieselmotoren, zowel in de scheepvaart, offshore en petrochemie als in de industrie. Maintenance NEXT was voor ons een zeer aantrekkelijke beurs en het feit dat door de samenwerking met EuroMaintenance de vleugels internationaal worden uitgeslagen, maakt het voor ons een nòg aantrekkelijker concept. Het sluit goed aan bij onze eigen wereldwijde ambities op het gebied van industrieel onderhoud”. <
13
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 13
12-06-19 14:16
TECHNIEK <
Herman Gortercomplex: een nieuwe manier van
samenwerken aan energieneutraliteit Hoe maak je van drie gedateerde kantoorgebouwen uit de jaren ’90 één modern en volledig energieneutraal rijkskantoor? Dat is de uiteindelijke bestemming van het Herman Gortercomplex in hartje Utrecht.
Een bijzonder, maar zeker ook uitdagend project, weet Frans van Beek, projectmanager van het Rijksvastgoedbedrijf: ‘We hebben het over circa 37 duizend vierkante meter in hartje Utrecht. Ingeklemd tussen het spoor en de Catharijnesingel. De panden zijn verouderd. Er zijn veel stakeholders. Huurders, meerdere eigenaren, gebruikers. En we hebben hoge ambities. Niet alleen architectonisch, maar we willen juist de enorme renovatie zo duurzaam mogelijk insteken. Met het klimaatdoel voor 2050 voor ogen streven we nu al naar een volledig energieneutrale oplossing. En dat allemaal binnen van tevoren vastgelegde financiële kaders’.
Vlnr: Rob van Roon, Jurgen Hielema en Frans van Beek Foto: Bas Kijzers
> Gelijkwaardigheid en vertrouwen. Het “wat” mag dan duidelijk zijn, maar het “hoe” zorgt voor vraagtekens. Voor het Rijksvastgoedbedrijf was dan ook maar één conclusie mogelijk: zonder betrokkenheid van de markt is het ondoenlijk om alle doelen te realiseren. “We hebben hier heel hard experts bij nodig. Die alles weten van eigentijds ontwerpen, bouwen en het onderhouden van energieneutrale gebouwen”, beaamt Jurgen Hielema, technisch manager en trekker van de pilot Samenwerken van het Rijksvastgoedbedrijf. “Wij geloven dat we op een nieuwe manier moeten samenwerken met het consortium dat de opdracht gegund krijgt. Vergeet de traditionele relatie van opdrachtgever en opdrachtnemer. Om tot het beste resultaat te komen, willen we intensief met elkaar samenwerken op gelijkwaardige basis en gebaseerd op vertrouwen. Als projectpartners. Positief, respectvol, open. Met oog voor elkaars belangen. Alleen op deze manier kunnen we samen tot oplossingen komen voor alle uitdagingen waar we ongetwijfeld voor komen te staan in dit bijzondere project”.
14 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 14
12-06-19 14:16
Herman Gortercomplex Foto: Bas Kijzers
> Uitdagende businesscase. Om de markt hier warm voor
> Ruimte voor innovatieve en creatieve oplossingen. Om
te maken, heeft het Rijksvastgoedbedrijf er alles aan gedaan om duidelijk te maken hoe interessant het Herman Gortercomplex als businesscase is. Het vraagt weliswaar om lef van de markt om in te stappen in zo’n ambitieus project, maar er valt ook veel te winnen. Het idee? De projectpartner krijgt voor een periode van 15 jaar een DBM&E contract. Niet alleen wordt deze partij verantwoordelijk voor “design, build en maintain”, maar ook voor de levering van energie. Rob van Roon, vanuit het projectteam verantwoordelijk voor de ambities energieneutraliteit en circulariteit; “Als deze marktpartij weet wat wij als Rijksvastgoedbedrijf over de hele periode periodiek betalen voor energie, dan wordt het pas echt interessant tijdens de renovatie extra te investeren in energiebesparende en energieopwekkende maatregelen”.
geschikte partijen te vinden, heeft het projectteam Herman Gorter de eisen in de aanbesteding daarom zoveel mogelijk prestatiegericht gespecificeerd in plaats van technisch. Zo zijn er minimale eisen geformuleerd voor de circulaire economie. Van Roon; “We vragen de markt om nu alvast na te denken over het (her)gebruik van materialen”. Daarbinnen is er volop ruimte voor de markt om zelf met slimme oplossingen te komen. Het is echter niet de bedoeling dat partijen in het duister tasten. Om een reëel beeld van de mogelijkheden rondom het Herman Gortercomplex te schetsen, is veel voorwerk verricht. Zo zijn in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf diverse haalbaarheidsstudies gedaan. >
15
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 15
12-06-19 14:17
>
> Energieneutraal. Daarnaast is tijdens een marktconsultatie in juli 2018 de markt ingelicht over de energieneutrale doelstellingen.”Uiteraard stellen we eisen aan deze doelstellingen, maar ook hier is het aan de projectpartner om te bepalen hoe deze ingevuld worden. Dat gebeurt ook deels ná gunning. Ook daarom is dat vertrouwen in elkaar hebben zo cruciaal”, aldus Van Beek. De rekenmethode ‘Bijna Energie Neutraal’ (BENG) speelt een grote rol in het streven naar energieneutraal worden. De drie BENG-eisen zijn; De maximale energiebehoefte in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar, Het maximale primair fossiel energiegebruik, eveneens in kWh per m2 gebruiksoppervlak per jaar en Het minimale aandeel hernieuwbare energie in procenten. Van Roon; “Het blijkt dat je met innovatieve technieken een heel eind kunt komen om deze BENG-eisen te behalen. In de gunning nemen we mee welke partij daar het beste op aansluit.’ Wat moeten we ons daarbij voorstellen in de praktijk? “Kijk, je start met de schil van het gebouw. Door die goed te isoleren is veel winst te behalen. Dat is echter ook meteen de meest kostbare stap. Daarna kijk je hoe het energieverbruik naar beneden kan door te kiezen voor energiezuinige installaties bijvoorbeeld. Denk ook aan technologische ontwikkelingen rondom smart buildings, zoals verlichting aanpassen aan het gedrag van gebruikers en super efficiënt gebruik van liften. Wat dan nog overblijft aan benodigde energie probeer je zelf duurzaam op te wekken. Bij voorkeur op de gebouwen en eigen gronden”.
‘Partij verantwoordelijk voor Design, Build en Maintain, maar ook voor de levering van energie’
V
> Voorsorteren op technologische ontwikkelingen. Dat laatste is overigens niet eenvoudig bij het Herman Gortercomplex. Er is beperkte ruimte op eigen grond, op dak en aan gevels voor bijvoorbeeld het plaatsen van zonnepanelen. “Als het tijdens de gunning niet lukt om het complex energieneutraal te maken, kan de projectpartner de benodigde hernieuwbare energieopwekking in een cirkel van tien kilometer om het gebouw heen plaatsen”. Daarbij kan worden voorgesorteerd op toekomstige technologische ontwikkelingen. Bijvoorbeeld geothermie, waarbij warmte die diep in de aarde zit gebruikt voor het verwarmen van panden. Het gebied vol (semi) overheidsgebouwen leent zich daar goed voor.
velopment Center’ te doorlopen, waarbij de ontwikkelruimte op het gebied van samenwerking in kaart wordt gebracht, zonder oordeel. Elk lid van elk projectteam legt, op basis van deze ontwikkelruimte, zijn of haar persoonlijke intenties vast om de samenwerking nog beter te maken. Het Development Center en de uitkomsten hiervan tellen niet mee in de gunning van het project, maar de persoonlijke intenties van de winnende inschrijver en van het projectteam RVB worden opgenomen in de eerste annex van het contract. Dit zorgt voor een vliegende start na gunning waarbij de teams als eenheid een ambitieuze prestatie neerzetten”. <
> Elkaar goed kennen en verwachtingen uitspreken. Wat betekent deze nieuwe manier van werken voor het Rijksvastgoedbedrijf? Van Beek; “Als je hoge verwachtingen hebt van samenwerken, moet je intern natuurlijk op dezelfde wijze met elkaar omgaan. We werken met Integraal Projectmanagement (IPM). Ons projectteam heeft flink geïnvesteerd in elkaar goed leren kennen, je verplaatsen in de wereld van de ander en de ruimte geven aan talent en kwaliteiten. We opereren vanuit een sterk team en willen dit met de toekomstige projectpartner verder uitbouwen”. Zo wordt ook de samenwerking met externen makkelijker, is de verwachting. Omdat marktpartijen als gelijkwaardige partners worden gezien, wordt hier al in de aanbestedingsprocedure op ingespeeld. Hielema legt uit; “Tijdens het, voor alle partijen drukke, aanbestedingsproces nemen we ruimte om de projectteams te ‘matchen’. Dit doen we door met de gekozen partijen uit de voorselectie een ‘De-
Het Herman Gortercomplex is het eerste rijkskantoor dat gerenoveerd wordt waarbij de ambitie energieneutraal aan de markt is meegegeven. In februari is de uitnodiging voor de dialogen verstuurd aan de vier partijen die zich hebben aangemeld. Daarmee start de aanbesteding na de uitgevoerde selectie. Het werk wordt naar verwachting rond eind september of begin oktober 2019 gegund. Vanaf 2021 nemen verschillende onderdelen van het ministerie van Justitie en Veiligheid (J&V) gefaseerd hun intrek in dit rijkskantoor. De eindoplevering is begin 2023. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft dan naar verwachting 37.000 m2 BVO energieneutraal rijkskantoor in gebruik.
16 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 16
P A
12-06-19 14:17
%
5-10
%
2-6
%
10-40
%
3-40
%
5-25
%
5-25
Predix Asset Performance Management Inventory Cost Reduction
Increased Availability
Reduction in Reactive Maintenance
EH&S Incident Reduction
Gain in Employee Productivity
Reduction in IT Total Cost of Ownership
Verbeter de Reliability, Availability, en Performance van uw assets
EHS incident reduction
Increased availability
Gain in employee productivity
Inventory cost reduction
Reduction in IT total cost of ownership
Reduction in reactive maintenance
Voor meer informatie: gedigital@ge.com of www.ge.com/digital
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 17
12-06-19 14:17
INTERVIEW <
Van tijdverlies naar
Smart Lasautomatisering
Lasrobot Foto: NVDO
Lasrobots zijn bij uitstek geschikt om grote series te produceren. Veel bedrijven hebben echter te maken met kleine series of enkelstuks. Het omstellen en herprogrammeren zorgt vaak voor veel tijdverlies. Lasautomatisering kan dé oplossing zijn om flexibeler en efficiënter te produceren. Met die reden is het fieldlab Smart Welding Factory opgericht. Doel van het fieldlab: kostenefficiënt enkelstuks productie in Nederland mogelijk maken.
18 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 18
12-06-19 14:17
Het fieldlab Smart Welding Factory wil met lasautomatisering komen tot first time right en one piece flow productie. “Veel bedrijven kunnen dit niet zelfstandig realiseren. Het faalrisico voor individuele bedrijven om te investeren in eigen diepgaande kennis rond lasautomatisering is te hoog. Samenwerking met andere partijen zorgt voor een beperkt risico”, stelt Ard Hofmeijer, directeur van het LAC. Het LAC is een stichting verbonden aan de Universiteit Twente en werkt hiermee nauw samen. De stichting is gespecialiseerd in robotica en verbindingstechnologie en ondersteunt bedrijven met onderzoek en ontwikkeling, om de productieprocessen van deze bedrijven te optimaliseren. “Wanneer wij merken dat onze achterban een gezamenlijk probleem heeft, brengen we deze bedrijven bij elkaar en bekijken we of we een project kunnen initiëren”.
> Hogere toortstijd. De uitdagingen rond lasautomatisering speelden bij meerdere bedrijven. In 2015 werd daarom het Fieldlab Smart Welding factory opgericht. In eerste instantie waren veertig bedrijven enthousiast. Gaandeweg werd het traject concreter waardoor elf bedrijven de samenwerking in het project aandurfden. “De deelnemende bedrijven hebben ervaring met lasrobots in hun eigen productieprocessen, maar wensen een hogere output. Het gaat om allerlei factoren die de toortstijd (de tijd dat een lasrobot effectief aan het lassen is) van een lasrobot moeten verhogen, zoals het offline programmeren van een lasrobot, het integreren van software met 3DCAD-programmatuur tot het eenvoudiger aansturen van de lasrobot”.
Lasautomatisering wordt steeds smarter Foto: NVDO
‘Het gaat om allerlei factoren die de toortstijd van een lasrobot moeten verhogen’ > Versnellen van innovatie door samenwerken. Om het
Aebi-Schmidt is een van de deelnemende bedrijven aan het fieldlab Smart Welding Factory. Het bedrijf produceert in Holten zoutstrooimachines. Ongeveer tachtig procent van de machines is klantspecifiek. Door deze grote verscheidenheid moet de lasrobot waarvan het bedrijf gebruikmaakt vaak opnieuw worden geprogrammeerd. Om te voorkomen dat de robot tijdens het programmeren stilstaat, wordt veel offline geprogrammeerd, maar ook dit is erg tijdrovend terwijl voor kleine series niet continu kan worden getest. Een tweede uitdaging had het bedrijf rond de fixatie van de mallen (hoe de verschillende onderdelen precies op de juiste plek blijven als de robot begint met lassen). Elk product heeft tenslotte een andere mal nodig. Doel was om de toortstijd (de tijd dat de robot daadwerkelijk last) te optimaliseren. Aebi Schmidt ontwikkelde deels in het fieldlab een nieuwe manier van werken middels een bibliotheek van modulaire programma’s. Het bedrijf denkt daarmee de programmeertijd te kunnen terugbrengen, door voor één product telkens verschillende modules te combineren. Deze werkwijze deelt het bedrijf met de anderen in de groep zodat zij de systematiek kunnen volgen. Voor één product heeft het bedrijf, door sofwaremodules te combineren, 55 programma’s terug weten te brengen naar vijftien programma’s. Hierdoor is de programmeertijd veel korter geworden en de toortstijd hoger. Er is zelfs een stuk productie vanuit Polen terug verhuisd naar Holten dankzij de verregaande automatisering van het productieproces.
project te doen slagen, werden in eerste instantie drie en later nog een vierde basispijler in het leven geroepen waarop het project zijn successen heeft gebouwd. De eerste pijler is het versnellen van innovatie door samenwerken. “Om het lasproces naar een hoger niveau te tillen, pakken de deelnemende bedrijven elk een eigen innovatieproject met een lasrobot op. Tijdens driemaandelijkse bijeenkomsten presenteren de bedrijven de voortgang van hun project en sparren ze met de andere deelnemende bedrijven over slimme oplossingen en problemen waartegen ze aanlopen (de zogenoemde Living labs, red). Op die manier ontstaat innovatie”. Op het snijvlak van de innovatietrajecten kunnen de bedrijven elkaar onderling ontzettend versterken door samen te werken, stelt Hofmeijer. “Het gaat om kennis halen en brengen. Belangrijk daarbij is dat bedrijven over hun eigen schaduw heen stappen op concurrentie technisch gebied. Kennis delen en partnerschap leiden tot het versterken van de eigen kennispositie en de mogelijkheden om te netwerken binnen de scope van het project. De slimste mensen werken overigens niet altijd in de eigen organisatie, terwijl kennis over slimme lasautomatisering altijd in ontwikkeling blijft”.
> Concrete en complete oplossingen. De tweede pijler luidt: Jet creëren van concrete en complete oplossingen. “Het LAC is penvoerder van dit project en verzorgt R&D-werkzaamheden. Vanuit de universiteit wordt veel ontwikkeld en onderzocht. Echter, kenmerkend voor onderzoek dat in kennisinstellingen plaatsvindt, is het lange traject vóór het marktrijp is. Het MKB wil niet over vijf jaar, maar liefst al >
19
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 19
12-06-19 14:17
Ard Hofmeijer, directeur LAC Foto: Privécollectie Hofmeijer
>
vandaag oplossingen kunnen toepassen. Er is geen tijd om te wachten aangezien men de concurrentiepositie moet behouden. Daarom is deze tweede pijler bepaald. We streven er in het fieldlab naar om snel met concrete, complete oplossingen te komen”.
> Merkonafhankelijkheid en stimuleren van de markt. Merkonafhankelijkheid en stimuleren van de markt is pijler nummer drie. “Wij zijn dit project merkonafhankelijk ingegaan. Hierdoor kunnen alle bedrijven, ongeacht de lasrobotmerken waarvan ze gebruik maken, deelnemen. We willen juist komen tot een oplossing die door iedereen kan worden gebruikt. Zowel aan de software als hardwarezijde. We willen een oplossing waarbij een koppeling kan worden gemaakt met alle bestaande softwarepakketten. Het project is dus niet alleen een lasautomatiseringsproject, maar ook een ICT-project”.
> Samenwerken met het onderwijs. De laatste pijler, die later aan het fieldlab is toegevoegd, is samenwerken met het onderwijs. “Samenwerking met het onderwijs is ontzettend belangrijk. Daarom hebben we een Smart Welding Factory skills lab opgericht. In 2018 zijn LAC, ROC Twente, Anton Tijdink Bedrijfstakschool en SMEOT begonnen met het opleiden van docenten tot lasrobotprogrammeur. Vanaf september 2019 kan een merkonafhankelijke en door NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek) en het ministerie van onderwijs erkende opleiding in de Skillslabs worden gevolgd. Daarna is de lesstof ook als keuzedeel beschikbaar voor het MBO niveau 3 en 4 en kan de opleiding cursorisch worden gevolgd bij de Skills labs van Smart Welding Factory. De laswereld maakt een digitale transitie door, en het onderwijs moet hierin mee-evolueren. Met deze opleiding wordt dit mogelijk”.
> Resultaten. Het lasrobotautomatiseringsproject heeft niet alleen een opleiding teweeggebracht, maar nog veel meer successen geboekt. “We staan aan de vooravond van one piece flow. We noemen het model based manufacturing, dat leidt tot enkelstuksproductie zonder afkeur. We zijn momenteel druk met het ontwikkelen van 3D CAD modellen waaraan we lastechnische intelligentie mee kunnen geven. Vervolgens kunnen we hiermee in een digi-
‘De laswereld maakt een digitale transitie door, en het onderwijs moet hierin mee-evolueren’ tal twinning-omgeving de lasrobots automatisch programmeren. De lasrobot hoeft daardoor niet langer stil te staan tijdens het herprogrammeren. De digital twinning maakt, na te gaan hoe het volgende lasprogramma er in de praktijk uit zal zien. Dit is een enorme stap voorwaarts”. Ondertussen wordt ook druk gewerkt aan een cloudomgeving. “Bij hoogwaardig en gecertificeerd laswerk is het noodzakelijk om eerst vooronderzoek te doen door middel van proeflassen. Dit is noodzakelijk om reproduceerbare kwaliteit te kunnen garanderen. Wanneer eenmaal is uitgezocht welke parameters voor een bepaald type staal en bewerking voor de vereiste kwaliteit zorgen, wordt dit door een bedrijf genoteerd zodat op een later moment sneller kan worden gereproduceerd. Delen bedrijven de resultaten van hun vooronderzoek met elkaar in een cloudomgeving, dan kan veel tijd en geld worden bespaard”. Delen van deze waardevolle informatie gebeurt met een verdienmodel. “Het bedrijf dat de kennis deelt, ontvangt een vergoeding voor het delen. Tegelijkertijd bespaart een bedrijf dat kennis uit de cloudomgeving ophaalt veel tijd aangezien een vooronderzoek niet langer nodig is. Daarnaast is er minder productieverlies door minder afkeur van de proefproductie. Het is een win-winsituatie”. <
In 2017 is het fieldlab met een tweede groep bedrijven in de regio gestart waaraan negen bedrijven deelnemen. In totaal zijn er nu 21 partners die in 2 Livinglabs samenwerken. Ook de skillslabs voor het onderwijs van de toekomst maken een enorme groei door. Eind april 2018 kwamen de eerste 2 skillslab tot lasrobotprogrammeur tot stand in Twente en in de Achterhoek waarmee binnen de opleiding lasrobots van alle merken kunnen worden geprogrammeerd. Inmiddels wordt het concept uitgerold over heel Nederland. In maart dit jaar werd het zesde regionale skillslab geopend. Voor een landelijke dekking zijn er naar verwachting ongeveer vijftien skillslabs nodig.
20 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 20
12-06-19 14:17
Netwerken Beheer en Onderhoud Asset Management Techniek Branchevereniging
Conditiebewaking Prestatiemanagement Maintenance Academy Kennisontwikkeling
Onderhoud je netwerk en Deel kennis en ervaring
Maak onderdeel uit van Europa’s grootste netwerk De Nederlandse Vereniging voor Doelmatig Onderhoud (NVDO) is dé toonaangevende brancheorganisatie die middels belangenbehartiging, kennisontwikkelingen en -overdracht en netwerken ondersteuning biedt aan bedrijven en personen die bij de besluitvorming op het gebied van Beheer en Onderhoud/Asset Management betrokken zijn en daarmee de Nederlandse onderhoudssector als ’s werelds beste helpt te presteren.
>> Word lid!
De NVDO doet dit door in de sector een onafhankelijke positie in te nemen en alle relevante bedrijfssectoren met behulp van voorlichting, advisering, kennisontwikkeling, (wetenschappelijk) onderzoek en kennisuitwisseling ten dienste te staan en zo op weg te helpen naar excellent Asset Management.
Het NVDO-lidmaatschap biedt vele voordelen!
Het NVDO-Lidmaatschap geeft toegang tot
•
•
• • • •
Grootste netwerk van Europa (fysiek en digitaal) Regionale activiteiten Vakinhoudelijke kennis en netwerk Compleet portfolio Maintenance Academy Collectieve abonnementen op vakbladen
• • • •
Kengetallen, Trends, Visie (NVDO Onderhoudskompas) Platform Materiaalkunde (wetenschappelijke) Publicaties, waaronder Visiedocumenten Kortingen op ons cursusaanbod van de NVDO Maintenance Academy Jongerenboard
Asset Management, Duurzaamheid, Veilig Werken en Energie-efficiency zijn belangrijke thema’s waaraan de NVDO regelmatig en in breder verband aandacht besteedt!
Ga naar www.nvdo.nl en meld je aan >> Lange Schaft 7G - 3991 AP Houten | Postbus 138 - 3990 DC Houten 030 - 634 60 40 | info @ nvdo.nl | www.nvdo.nl
21
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 21
12-06-19 14:17
IMPROVE <
Smart Industry binnen
Asset Management Smart Industry geeft inzicht en maakt het proces van controleren en bijvullen van de tanks nu veel efficiĂŤnter. Foto: Ideo
22 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 22
12-06-19 14:17
Smart Industry staat vooral bekend om de slimme inzet van ICT en is de laatste jaren ook binnen Onderhoud sterk in opkomst. Omdat machines of producten worden uitgerust met sensoren, die weer met elkaar verbonden zijn via hoogwaardige netwerken, ontstaat interactie. De sensoren meten specifieke data, sturen deze real-time door en worden vervolgens verwerkt tot informatie.
Zo ontstaat inzicht in essentiële processen. Mensen, of de machines zelf, kunnen nu direct actie ondernemen. Doorlooptijden worden verkort en processen worden efficiënter uitgevoerd. Dit brengt voordelen voor leveranciers, maar ook voor klanten.
inzicht en verhoogt de efficiency enorm”, zegt Bas Horvers, SAP EAM Consultant van Ideo. “Maar we kijken verder, want de sensoren geven ook informatie over de mate van vervuiling in de tanks en zorgt zo voor een tijdige signalering voor schoonmaak-werkzaamheden”.
> Smart Industry in de praktijk. Een mooi voorbeeld is van een toeleverancier in de olie- en gaswinningsindustrie. Deze wereldwijd opererende partij levert chemicaliën voor het verbeteren van productieprocessen. Klanten ervaren dankzij het gebruik van deze chemicaliën minder downtime van installaties, lagere onderhoudskosten en ook hogere opbrengsten. De chemicaliën worden in tanks opgeslagen en bevatten tussen de 300 en 18.000 liter aan chemicaliën. Door middel van een drip feed wordt er een constante hoeveelheid chemicaliën naar beneden gepompt. Deze tanks staan in de nabijheid van een productie-installatie en de bevoorrading wordt uitgevoerd door de field service van de toeleverancier. Engineers controleren ter plaatse de meterstand en vullen de tanks bij tot het gewenste niveau. De planning voor bevoorrading was altijd gebaseerd op historische gegevens. Maar omdat deze plekken vaak erg afgelegen zijn, kost het veel tijd om een enkele meterstand op te halen. Smart Industry maakt het proces van controleren en bijvullen nu veel efficiënter.
> Sensoren verbonden met netwerk. De tanks zijn namelijk uitgerust met sensoren en meten door middel van een echo hoeveel chemicaliën er nog aanwezig zijn. Deze meting wordt elk uur uitgevoerd en de sensoren in de tanks sturen de data direct naar een centraal platform. Afwijkende metingen worden real-time uitgefilterd en gerapporteerd. Zodra een meterstand buiten de vooraf bepaalde range ligt, wordt er automatisch een melding in SAP aangemaakt. SAP Expertise Partner Ideo heeft ervoor gezorgd dat deze meldingen resulteren in een efficiënte en adequate planning voor de bevoorrading van de tanks.
> Rechtstreeks inzicht in performance. Door deze constante real-time monitoring kunnen er betere voorspellingen gemaakt worden over toekomstig verbruik en onderhoud. Productieplanningen worden nu veel nauwkeuriger gemaakt, waardoor productie en bevoorrading efficiënter verloopt. Doordat de gegevens van de sensoren ook beschikbaar worden gesteld aan klanten, krijgen zij voor elke installatie, die aangesloten is op het platform, een rechtstreeks inzicht in het verbruik en performance. <
‘Betere voorspellingen over toekomstig verbruik en onderhoud’
“Het is mooi om te zien hoe deze nieuwe informatiestromen rechtstreeks binnen te halen zijn in bestaande systemen. Dit geeft veel
23
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 23
12-06-19 14:17
SMART MAINTENANCE <
Afvalverbrandingsoven Foto: Gouda Vuurvast Services
Real time simulatie;
effectief en kostenverlagend Vuurvaste bekleding in afvalverbrandingsovens vertoont soms onverwachte schades die kunnen leiden tot stilstand. De schade ontstaat doordat de temperatuur onverwacht hoog oploopt, waarschijnlijk door onbekende chemische stoffen in het afval dat wordt verbrand. Voorspelbaar maken van het onderhoud door betere proceskennis moet uitkomst bieden.
Het lastige met afvalverbrandingsinstallaties (avi) is dat elke situatie anders is. De ene installatie is de andere niet en zelfs binnen een avi kan de situatie per ketel verschillend zijn. Dat komt door de verschillende soorten afval en de samenstelling ervan. De avi’s verbranden huishoudelijk afval, bedrijfsafval, chemisch afval en afval dat afkomstig is uit het buitenland. De exacte samenstel-
ling van het afval is meestal niet bekend en kan bovendien per ‘grijper’ flink verschillend zijn.
> Oorzaak onbekend. Vaak is de oorzaak van de temperatuurschommelingen niet duidelijk en daardoor ontstaan schades aan ‘het vuurvast’ (beton, stenen en tegels). In het WCM-project
24 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 24
12-06-19 14:17
de Lerende Steen werken diverse partijen samen aan een oplossing. Gouda Vuurvast Services installeert vuurvaste materialen en is initiatiefnemer van het innovatieproject. De partners in het project zijn Hogeschool Amsterdam, technisch praktijktrainingscentrum Vakwijs, Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) part of TNO, Galileo en World Class Maintenance (WCM).
> Levensduur verlengen. MoorInsight is een jong bedrijf van de broers Pieter en Koen van der Mijle. Het bedrijf ontwikkelt slimme algoritmes voor onder andere predictive maintenance toepassingen in de maritieme sector en de procesindustrie en werd enkele maanden geleden aan het projectteam toegevoegd. Pieter studeerde econometrie en Koen meet- en regeltechniek. Studierichtingen met veel wiskunde, waarbij econometrie meer op de statistische kant zit en meet- en regelkunde op de dynamische processen. “Dynamisch betekent dat input niet direct een eenvoudige relatie tot de output heeft. En dat is bij een avi nadrukkelijk het geval, dat maakt het zo complex”, zegt Koen. De opdracht die het bedrijf kreeg was: ontwikkel een model dat de werking van de oven nabootst in verschillende omstandigheden, waardoor we schade voorkomen, de levensduur van de vuurvaste materialen verlengen en de beschikbaarheid van de installatie verhogen.
> Model versus de metingen. Pieter toont het model op zijn computerscherm. Een golvende blauwe horizontale lijn staat voor het model. Een rode lijn kringelt daaromheen en volgt zijn eigen patroon. Dit zijn de daadwerkelijke metingen. De afwijkingen komen voort uit veiligheidsfactoren en omdat het model (nog) niet helemaal klopt. Het model werd ontwikkeld aan de hand van research en bestaande informatie over avi’s. “Je moet elke stap goed >
‘Smart maintenance wordt steeds belangrijker’
> Digital twin. Koen; “Ik vind het een beetje een buzz-woord, maar het gaat dus om een digital twin: een digitale replica van de installatie. We gebruiken sensordata om het model in real-time te voeden om de digitale replica zo dicht mogelijk bij het daadwerkelijke verbrandingsproces te krijgen. Met dit simulatiemodel voorspellen we vervolgens het gedrag van de avi. Als we de verbrandings-omstandigheden real time kunnen simuleren, dan kunnen we de faalmechanismen in de ketels ook nauwkeurig monitoren. We willen verbanden kunnen aantonen tussen wat de avi’s verbranden en wat de reacties zijn van het vuurvast materiaal. Dat moet leiden tot een simulatiemodel waarmee we het verbrandingsproces beter kunnen besturen en waarmee je kunt voorspellen wanneer welke schades optreden”. Uiteindelijk moet de Lerende Steen Gouda Vuurvast een voorsprong opleveren in de markt met betere producten, een procesoptimalisatietool voor in de controlekamer en avi’s met lagere onderhoudskosten. > Meetcampagnes. Om slimme algoritmes te kunnen ontwikkelen, zijn eerst data nodig. ECN voerde hiervoor een aantal meetcampagnes uit om meer inzicht te krijgen in de werkelijke procesomstandigheden. Onder meer temperatuur, gassamenstelling en reducerend en oxiderend verbranden werden gemeten. De resultaten ervan werden en worden gesimuleerd in een proefopstelling die speciaal hiervoor binnen de Lerende Steen werd ontwikkeld en gebouwd. MoorInsight ontvangt de data uit de meetcampagnes en uit de proefopstelling. Koen; “Het is echt puzzelen en zeker geen plug en play. Er zijn heel veel variabelen om rekening mee te houden en het schonen van de data is een groot deel van het werk. In een oven heb je bijvoorbeeld slakaangroei aan de wand. Dat kan ook tegen een sensor aangroeien, wat vervolgens als een isolatielaag werkt en de temperatuur-registratie dempt. Maar die laag kan er ook ineens weer afvallen, waardoor je sensor ineens weer werkt. Dat soort dingen zijn wel heel sectorspecifiek”.
Proefopstelling van een verbrandingsoven Foto: Gouda Vuurvast Services
25
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 25
12-06-19 14:17
>
in kaart brengen en je hebt domeinkennis nodig. Je moet het hele proces begrijpen, wat gebeurt er in de oven, wat wordt er gemeten en welke sensoren worden er gebruikt. Je moet in gesprek met de operators, de managers en de onderhoudsfirma. En ook de businesscase moet kloppen”.
> Sensoren + algoritme = voorspellen. Dat alles samen wordt aangevuld met de specifieke kennis van MoorInsight en leidde tot een eerste versie van ‘het model’. “Als je dan vervolgens het model toetst in de praktijk, blijkt uit de metingen dat het anders is dan gedacht, bijvoorbeeld omdat bepaalde aannames niet juist bleken, of omdat je iets over het hoofd zag. Door gebruik te maken van machine learning technieken kunnen we het model tunen en de praktijk zo dicht mogelijk benaderen. Vervolgens heb je een gevalideerd model en kun je voorspellen”. Klinkt betrekkelijk eenvoudig, maar is het niet, zegt Koen. “Een oven is een dynamisch geheel. Je hebt te maken met afval van wisselende samenstelling, de oven zelf verandert, omdat er onderdelen worden vervangen, er zijn temperatuurschommelingen, et cetera. Je kunt en wilt dus niet blijven werken met het model van het begin. Je wilt blijven meten. Daarbij moet je honderd procent zeker zijn van de data die je ontvangt. Want je kunt nú iets meten en tien minuten later gaat de temperatuur omhoog. Daarom is de input van een operator ook zo belangrijk”. > Optimalisatie trade-off. Pieter; “We hebben het meeste last van de hele hoge temperaturen die het vuurvast en de ankers kapot maken. De vraag is: kunnen we aan bepaalde knoppen draaien waardoor die temperatuuruitschieters afvlakken? Hiervoor zoeken we naar nuttige correlaties tussen de input en de output waarmee je kunt voorspellen”. Hij wijst op een kleurrijke tabel die de verschillende relaties tussen procesonderdelen weergeeft. “We hebben alle variabelen tegenover elkaar gezet en de correlaties vastgesteld. Het duurt bijvoorbeeld ongeveer veertig minuten voordat de toevoer van nieuw afval leidt tot een hogere temperatuur, terwijl de aanname was dat dit twintig minuten zou zijn. Dat leidde tot verklarende variabelen, zoals de snelheid van de toevoerband en de druk van de primaire lucht, en die willen we meenemen in het model waardoor de operator straks op tijd kan terugschakelen.” Koen; “Je wilt zo veel mogelijk afval verbranden, want dat levert energie op. Maar als dat betekent dat je schades creëert die tot stilstand leiden… Deze trade-off leidt tot een constraint-optimization probleem waar we het optimum voor berekenen”. In de industrie wordt veel gewerkt met PID-regelaars die het proces aansturen op basis van een foutsignaal. Het zijn veel gebruikte regelaars omdat het in veel processen een bewezen techniek is. Deze controllers zijn echter niet optimaal omdat ze alleen reactief zijn. Koen; “Wij ontwikkelen model based controllers. Dankzij de toegenomen rekenkracht van processors is hierin steeds meer mogelijk. Als je dan ook een goed model hebt, dan kun je voorspellen waardoor anticiperen mogelijk is. Door in te spelen op verwachte temperatuurstijgingen kunnen we deze minimaliseren of zelfs voor-
komen, dit verlengt de levensduur aanzienlijk. We zijn redelijk ver in het begrijpen van het proces en het ontwikkelen van de modellen. We wachten nog op nieuwe data van de proefopstelling”. Smart maintenance wordt steeds belangrijker, als ‘hulpmiddel’ in het kader van de vergrijzing en ook voor het onderwijs, weet Koen. “Daarom werken wij ook samen met Hogeschool Amsterdam. Zij kunnen onze input gebruiken in hun curriculum en lesmodules. Omgekeerd is de analyse van de studenten voor ons interessant. Zien zij dingen die wij niet zien?”
> Theorie moet wel aansluiten bij de Praktijk. “Je hebt whitebox modeling; theorie gedreven. Zo zou het moeten zijn volgens theorie maar het gaat in praktijk vaak niet op”, vervolgt Koen. “Aan de andere kant heb je blackbox modeling; met machine learning technieken kan je zonder iets van het proces te weten (alleen op basis van data) een model afschatten. Wanneer er weinig theorie bekend is, of wanneer de theoretische modellen niet nauwkeurig de werkelijkheid beschrijven, kan dit interessant zijn. Echter, dit geeft weinig inzicht in het proces zelf. Onze aanpak zit er tussenin: greybox identification. Een theoretisch model als startpunt dat we met behulp van data-analyse finetunen zodat het aansluit op de praktijk. Dit heeft de voordelen van beide: een model dat nauwkeurig de werkelijkheid beschrijft, maar daarnaast ook inzicht geeft. Dit inzicht is belangrijk voor een effectieve implementatie. Want als je een plant wilt besturen dan willen de mensen wel begrijpen wat er gebeurt. Een te slim of een compleet zelflerend systeem is dan té. Je kunt een interessant algoritme hebben, maar als de operator er niet blij mee is, dan werkt het niet”. <
‘Je kunt een interessant algoritme hebben, maar als de operator er niet blij mee is, dan werkt het niet’
De Lerende Steen wordt mede mogelijk gemaakt door
26 juni 2019
215x28 11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 26
12-06-19 14:17
3P Quality Services zoekt: 3P Quality Services B.V. is een onafhankelijk technisch inspectiebureau binnen de petrochemische industrie, process industrie, offshore en energiesector. Wij bieden een breed scala aan support services. Onze sleutelwoorden zijn: Inspectie, Maintenance en Vendor inspectie activiteiten. 3P Quality Services B.V. bemiddelt vanuit een projectmatige aanpak en/of vanuit een vaste bemiddeling binnen de vakgebieden Engineering, Construction management, Shutdown management en Project management. Voor diverse nationale en internationale functies op het gebied van inspectie en aanverwante diensten, zijn wij doorlopend op zoek naar:
Werktuigbouwkundigen MBO/HBO niveau De ideale kandidaten beschikken minimaal over: • MBO/HBO werktuigbouwkunde • Opleiding IKT/SKK (II/III) – en/of MLT/EWT/IWT • Beheersing van Microsoft Office • Goede contactuele eigenschappen • Grote mate van zelfstandigheid 3P Quality Services biedt kansen en mogelijkheden ook voor 50 plussers en starters op de arbeidsmarkt. 3P Quality Services is gecertificeerd volgens ISO 9001/VCA. Een kwaliteitsgarantie gaat echter niet alleen om systemen en standaarden, maar vooral om mensen. Daarom investeren wij voortdurend in onze professionals door middel van opleidingen en coaching. Voor meer informatie en vragen kunt u contact opnemen met Dhr. C.J. de Graaf of Dhr. K. van Oevelen T +31(0)161 438 500. Bent u onze juiste kandidaat? Mail dan uw sollicitatie met CV naar 3pqs@3pgroup.com onder vermelding van 3P zoekt werktuigbouwkundigen en jong talent.
215x285mm.indd 1 11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 27
3P zoekt ook jong talent 3P heeft in samenwerking met diverse klanten een overeenkomst om jonge talenten een kans te geven. 3P en onze klanten willen graag investeren voor nu en in de toekomst en 3P verzoekt kandidaten die als lasser of NDO-er reeds 5 jaar ervaring hebben en een MTS diploma hebben en/of dit willen behalen te solliciteren. In overleg en in samenwerking met onze klanten zoekt 3P een geschikte werklocatie om op termijn door te groeien naar een volwaardige QC-er en/of inspecteur. Voor een volledig overzicht van de vacatures bekijk het aanbod op: www.3pgroup.com
Continuïteit door deskundigheid.
2190000472w-01 NVDO asset 2019 3
23-05-19 10:59 12-06-19 14:17
Kort
Bauer wil snelheid, innovatie en s
De Fast Small Ship Simulator (FSSS) voor opleiding en training van het personeel dat opereert met de FRISC Foto: Defensie
Purple NECtar is het platform om een innovatief product te lanceren binnen de krijgsmacht. Maar hoe belangrijk ook, Commandant der Strijdkrachten luitenant-admiraal Rob Bauer wil dat er overal bij Defensie ruimte is voor innovatie. "Ruimte voor het exploreren van en experimenteren met nieuwe concepten. We willen iedereen stimuleren continu ideeĂŤn te ontwikkelen die processen en producten verbeterenâ&#x20AC;?.
28 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 28
12-06-19 14:17
n samenwerking Als het aan hem ligt, wordt innovatie business as usual. "Ook als het gaat om onze manier van werken, ons denken en doen. Blokkades en belemmeringen die innovatie, vernieuwing en verbetering in de weg staan, moeten verdwijnen. We hebben een andere mindset nodig. Goede ideeën moeten niet stranden, maar de organisatie instromen. En snel”.
instellingen, bedrijven, startups of wat dan ook zijn vaak innovatiever, gedurfder en creatiever dan wij zijn of kunnen zijn. Veel van de deelnemers aan Purple NECtar en het Defensie Simulatie Symposium werken niet bij de overheid, maar zijn actief in een van de andere twee punten van de gouden driehoek. Mijn boodschap aan u allen is: wij hebben u nodig”!
Te weinig snelheid
Bauer noemt een groot nieuw project dat aansluit bij de ambitie om een informatiegestuurde krijgsmacht te zijn, opgewassen tegen technologisch hoogwaardige tegenstanders: het mobiele toekomstbestendige communicatiesysteem FOXTROT. De Nederlandse krijgsmacht werkt daarbij samen met de Duitse. "We zitten nog in de denk- en analysefase, maar de belangrijkste boodschap is: we zoeken nog partners”! <
Snelheid is volgens Bauer het grootste probleem. "Het duurt nu te lang om van een idee tot uitvoering te komen. We kunnen in een missiegebied wel in korte tijd een volledig kamp opbouwen, inclusief waterput en goed draaiende logistiek. Maar het aanschaffen van nachtkijkers voor onze mensen lukt ons niet binnen zeven jaar. Hetzelfde verhaal geldt voor de aanschaf van een iPad of een smartphone. Als de administratieve molen eindelijk stilstaat, is het device al een of twee generaties verder. We laten zo kansen liggen en worden vanzelf ingehaald door andere, goedwillende of kwaadwillende, partijen”.
Naar het mag en het kan Gelukkig gaat het ook regelmatig wel goed. Bauer noemt de DoMaintApp waarmee het onderhoud aan de Fennek is gedigitaliseerd. De tijd tussen aanbesteding aan 'Lifely' en de operationele testen bij diverse CLAS-eenheden was nog geen negen maanden. "We kunnen het, maar moeten het alleen nog veel vaker doen. Het credo 'mag niet, kan niet, wil niet' moet overboord en plaatsmaken voor 'het kan en mag als je het zo doet'”. Als tweede voorbeeld noemt hij de Fast Small Ship Simulator (FSSS) voor opleiding en training van het personeel dat opereert met de FRISC. Trainen met die supersnelle, wendbare, kleine rubberboten is niet zonder gevaar en beperkingen. MARIN, Cruden en Three C Technologies ontwikkelden in korte tijd een simulator. De marine schaft er twee twee aan.
Eerst digitaal dan in het echt Bauer pleit voor modelling & simulation (M&S): eerst het digitale model bouwen, daarna de testen, eventueel aanpassen en dan pas een prototype bouwen. "Zo is de F-35 tot stand gekomen en ook onze nieuwe marineschepen. M&S draagt zo bij aan het versterken van het militair vermogen. En maakt het werken sneller, beter, slimmer, innovatiever, eenvoudiger en goedkoper”.
‘Sneller, beter, slimmer, innovatiever, eenvoudiger en goedkoper’
Defensie wil volgens Bauer voorop lopen met nieuwe ontwikkelingen, maar heeft daarvoor samenwerkingspartners nodig. "Kennis-
29
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 29
12-06-19 14:17
ONLINE PLATFORM <
AssetLog: Iedereen het
juiste en actuele overzicht van zijn asssets AssetLog is een online platform dat asset beheerders helpt met het beheren van hun assets. Rapportages, tekeningen, werkbonnen, certificaten en andere documenten zijn binnen enkele muisklikken beschikbaar. “Alle informatie blijft bij de asset. Ook na het einde van een contract.”
Ricco van Ramele is een van de bedenkers van AssetLog. Net als zijn compagnons Dick Ausems en Pascal Romero is hij afkomstig uit het gebouwenbeheer. Alle drie kennen ze de frustraties van incomplete informatie, zoekgeraakte documenten en onduidelijke compliancestatussen. “En wat denk je van de kostbare herinventarisaties na het wisselen van onderhoudspartner? Wij vonden dat dit beter kon en hadden daar ideeën voor.”
Alle werkzaamheden vastgelegd De asset owner, de gebruiker en de onderhoudspartij: alle belanghebbenden werken binnen AssetLog samen in één online omgeving waardoor iedereen is voorzien van de laatste en juiste informatie. De assets worden hiervoor voorzien van een unieke QR-code. Iedereen kan met zijn smartphone de QR-code scannen en AssetLog opent direct de juiste asset. “Hierdoor is het heel eenvoudig basisinformatie te bekijken, een storing door te geven of werkzaamheden uit te voeren aan de hand van de gekoppelde taken.” Doordat alle handelingen worden geregistreerd, wordt een complete historie van de asset opgebouwd en geborgd. Alle documenten, zoals onderhoudsrapporten, certificaten, tekeningen en werkbonnen zijn bovendien online en in realtime beschikbaar. De onderhoudsdienst of de service provider heeft bovendien toegang tot het logboek en kan de storingsgeschiedenis van een asset zien en de reeds uitgevoerde werkzaamheden.
Voordelen Door de opzet van AssetLog blijft informatie bij het gebouw of de installatie, ook na een wisseling van bijvoorbeeld een service provider na contracteinde of bij verkoop van het gebouw. Er is dus ook geen herinventarisatie nodig en historische data blijven altijd beschikbaar. De kwaliteit van de data zorgt voor beter inzicht in de status van de asset. “Doordat alle informatie altijd beschikbaar is, levert het voor iedereen tijdwinst op. Het is efficiënter en dat zorgt voor lagere kosten.” Een belangrijk voordeel voor de asset owner is ook dat hij met behulp van AssetLog direct inzicht heeft in zijn compliance. “Hij kan op portefeuilleniveau, per gebouw en zelfs per asset het onderhoud volgen, hij kan zien welke taken zijn uitgevoerd of juist welke er nog open staan.” AssetLog geeft aan voor welke assets een wettelijke inspectie of certificering vereist is en of deze op tijd is uitgevoerd.
30 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 30
12-06-19 14:17
Technische assets AssetLog startte ruim twee jaar geleden en is inmiddels actief voor opdrachtgevers in diverse sectoren. “Voor het Amsterdam UMC leggen we nu de regelkasten vast, zo’n vijfhonderd stuks. Daarna volgen de koelinstallaties, luchtbehandelingsinstallaties en medische apparatuur. Bij een zorginstelling hebben we naast de gebouwgebonden assets ook de bedden en de tilliften voorzien van een QR-code. Werkt een bed niet, dan kan de verpleger direct met zijn smartphone een storingsmelding doen en wordt er automatisch een serviceticket gemaakt voor de onderhoudsdienst of service provider.” Vanwege de achtergrond in het vastgoedbeheer ligt de focus vooralsnog op het beheren van gebouwen en gebouwgebonden installaties. Maar het platform is ook goed te gebruiken voor technische assets in een productieomgeving, zegt Van Ramele. “Zeker weten. Diverse productie bedrijven gebruiken AssetLog voor hun gebouwgebonden installaties. Als dat naar tevredenheid verloopt, gaan we ook de productie assets doen. Voor een cholocadefabriek in Heerhugowaard doen we dat al. ”
Maximaal drie klikken Van Ramele hoort van zijn gebruikers dat AssetLog prettiger werkt dan de ingewikkelde en soms trage traditionele software die op de markt is. “Ons credo is dat je altijd binnen drie klikken op de juiste plek binnen het programma zit. De software is intuïtief; na een korte instructie kan iedereen ermee werken.” AssetLog is te koppelen aan andere bedrijfssoftware, zoals BIM, een onderhoudsprogramma of financiële software. De veiligheid van de gegevens is gegarandeerd; alle data
wordt versleuteld opgeslagen bij een gerenommeerde webservice. Data en documenten worden apart opgeslagen op twee verschillende locaties in Europa. Ieder kwartier maakt het systeem automatisch een back-up. Bedrijven die met AssetLog aan de slag willen, kunnen snel én tegen lage kosten starten, besluit Van Ramele. “We hoeven niet eerst een lang consultancy en implementatie traject te doen, of maanden of zelfs jaren te werken aan nieuwe custom-made software. Het aanmaken van de asset binnen het platform en het aanbrengen van de QRcodes is eenvoudig en gaat supersnel. Vervolgens maak ik nu nog de gebruikers aan en ken hen de benodigde rechten toe en dan ben je in business. Implementeren gaat dus heel snel, je kunt meteen beginnen met het vullen van het project.”
31
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 31
12-06-19 14:17
WET EN REGELGEVING <
ISO 55001 gecertificeerd, en dan... Koninklijke VolkerWessels’ onderneming Vialis heeft als één van de eerste aannemers, in de rol van asset manager, in Infra Nederland het ISO 55001 certificaat op organisatieniveau gehaald. De certificering geldt ook nog eens op vier onderhoudscontracten. Hiermee voldoet Vialis aan de (inter) nationale norm van Asset Management binnen het toepassingsgebied van elektrotechnische- en communicatie-systemen ten behoeve van tunnels, bruggen, sluizen en wegennet.
Het voldoen aan deze norm is pas het begin van de ontwikkeling van Vialis. Vanuit deze norm wordt scherp gestuurd op verbetering en innovaties en geeft het bedrijf, dat in 1999 ontstond door de samenvoeging van Nederland Haarlem en Volker Stevin Systems, richting aan de ontwikkeling van het asset managementsysteem door nieuwe methoden en technologieën.
> Ambitie. Onze collectieve Asset Management ambitie is om dé benchmark te worden van Infra Asset Management met “nul” verstoringen van het primaire proces van onze opdrachtgevers. “Wat ons typeert is een focus op groei en vooruitgang voor Vialis en haar medewerkers. Ik wil bijdragen aan een mens- maar ook resultaatgerichte werkomgeving waarin werkplezier, trots en successen gedeeld worden”, zegt Michiel Berkheij, manager afdeling Life Cycle Engineering. Hij is trots op het ISO 55001 certificaat, maar zegt er meteen bij dat doorpakken nu van groot belang is. Toen hij in 2012 bij Vialis kwam, waren er binnen het bedrijf nog geen maintenance engineers, geen onderhoudsprocessen en was er ook weinig kennis van Asset Management. “Nu, zeven jaar later hangt het certificaat op onze zes Vialis locaties”. Vialis is als een van de eerste bedrijven in zijn soort op bedrijfsniveau ISO 55001 gecertificeerd. “En dit hebben we vanuit VolkerWessels helemaal zelfstandig gedaan. De certificering hangt op onze twee kantoren (Houten en Haarlem) en daarnaast op de vier contracten welke, naast onze reguliere bedrijfsvoering, meteen ook gecertificeerd zijn. Elke nieuw contract dat wij nu inrichten is dus
snel en direct certificeerbaar. Wij laten daarmee aantoonbaar zien kwaliteit te bezitten op Asset Management op stormvloedkeringen, Verkeerscentrales, wegsystemen, en tunnels”.
> Teamwork. Het certificeringstraject was mogelijk door goed teamwork. Iedereen was betrokken; alle MT-leden en de vier contractteams van De Haringvlietdam-Volkerraksluizen, De Salland Twente Tunnel, VODK West Nederland Zuid en contract VODK West Nederland Noord. Onder begeleiding van Ron Blok, Procesmanager, werd uiteindelijk de certificering succesvol afgerond. Blok steekt zijn energie en zijn jarenlange ervaring graag in het beheer en de optimalisatie van processen en contracten. “Contracten moeten ruimte geven voor innovaties. En dat is een gezamenlijke ontwikkeling. We proberen sterke teams neer te zetten met de juiste focus. Alle nieuwe medewerkers worden bij aanvang meteen meegenomen in de Vialis collectieve ambitie, ons Asset Managementbeleid, ons Asset Managementplan en nemen deel aan vakgroepen en weekly stands”. > Smart. Berkheij wordt binnen zijn organisatie ook gedreven door het SMART maken van infrastructuur met slimme oplossingen en technologie. Al bijna honderd jaar is Vialis werkzaam in het domein infrastructuur en mobiliteit. Een omgeving die sindsdien volledig veranderd is. Zeker de laatste jaren waarin de organisatie te maken heeft met uitdagingen én kansen die vragen om expertise en intelligente oplossingen. “Dankzij onze verkeerskundige en techno-
32 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 32
12-06-19 14:17
logische kennis en ervaring, en vanuit een ketenoverstijgende benadering, kunnen wij klanten doelgericht en toekomstgericht adviseren over de complexe vraagstukken waarvoor zij zich gesteld zien. Daarbij zetten we data om in bruikbare informatie. Samen met onze asset monitoringtool die we in eigen beheer hebben ontwikkeld. Uit de ISO 55001 blijkt ook dat de eerste stappen naar SMART Asset Management zijn gezet”.
Foto: Vialis
> En nu doorpakken. Het voldoen aan de ISO 55001 norm is pas het begin van de ontwikkeling van Vialis. Vanuit deze norm wordt er scherp gestuurd op verbetering en innovaties en geeft het bedrijf richting aan de ontwikkeling van het Asset Managementsysteem en de organisatie, door nieuwe Asset Managementmethoden en technologieën. Blok; “En daar helpt het als we de contracten en onze organisatie nog verder optimaliseren en standaardiseren. Blok richt zich op het vervolgprogramma Operational Excellence. “We hebben ons zwemdiploma, maar nu gaan we de vlinderslag leren”. Hoewel de ISO 55001 certificering een mooie beloning is voor jaren inspanning, zijn Blok en Berkheij nog niet klaar met de klus. “Veiligheid, duurzaamheid en doorstroming: dat zijn de uitdagingen waar onze opdrachtgevers voor staan en waar we ons voor inzetten. We zijn een bevlogen, betrokken en betrouwbare solution provider die hen ontzorgt met geïntegreerde oplossingen voor complexe vraagstukken in het domein infrastructuur en mobiliteit. Daar horen de juiste mensen op de juiste plek bij, ontwikkeling van SMART maintenance en scherp blijven sturen op onze collectieve ambitie. Er wacht ons nog een mooie uitdaging want we zijn nog lang niet klaar met het intelligent maken van infrastructuur”. <
‘We hebben ons zwemdiploma, nu gaan we de vlinderslag leren’ 33
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 33
13-06-19 11:59
Kort Onderhoudsperfectie binnen b De ongekende mogelijkheden van Intelligent Asset Management
â&#x20AC;&#x2DC;Prescriptive Maintenance wordt gemeengoedâ&#x20AC;&#x2122;
Joanne Tigelaar Foto: Dimensys 34 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 34
12-06-19 14:17
n bereik De digitale transformatie van organisaties is in volle gang, zo ook in Asset Management. Door de toenemende hoeveelheid data kunnen asset managers steeds beter geïnformeerde beslissingen nemen over onderhoudsinvesteringen. Wat kunnen we in de nabije toekomst op het gebied van Intelligent Asset Management verwachten?
Joanne Tigelaar, Enterprise Asset Management (EAM) Consultant bij Dimensys, definieert drie belangrijke ontwikkelingen op het gebied van Intelligent Asset Management. Ten eerste noemt zij Data combineren; “Historische data, informatie uit operationele en business systemen en real-time Internet of Things data worden voortaan gecombineerd.” Een tweede ontwikkeling is voorspellen en simuleren; “Door faalpatronen in kaart te brengen en te anticiperen op de onderhoudsbehoeften, voorkomen organisaties ongeplande downtime en verhogen zij hun operationele integriteit”. En de derde ontwikkeling is Delen en Samenwerken waarvan Tigelaar zegt; “In het gehele ecosysteem van organisaties wordt daarom op basis van een digital twin samengewerkt. Deze digitale weergave van een asset zorgt ervoor dat leveranciers, service providers, asset owners, maintenance engineers en operators over dezelfde informatie beschikken”.
Van data naar de optimale onderhoudsstrategie Hoe gebruiken organisaties deze digitale mogelijkheden om de perfecte onderhoudsstrategie te ontwikkelen? Een belangrijk deel van het antwoord zit in het integreren van informatie uit engineeringprocessen in het onderhoudsproces. Wanneer rekenmodellen uit de productiefase tijdens het gebruik van het product beschikbaar blijven, vormen ze waardevolle extra informatie voor de gebruiks- en onderhoudsstrategie.
Prescriptive Maintenance Het combineren van datastromen maakt Prescriptive Maintenance mogelijk. Bij deze aanpak richten organisaties de gebruiksstrategie van een product zo in, dat er een optimaal onderhoudsregime ontstaat. Tigelaar van Dimensys licht toe; “Uit datamodellen en sensorgegevens over belastingsfactoren zoals fysieke krachten en temperatuur, volgt een voorstel voor het gebruik. Denk bijvoorbeeld aan het terugschroeven van productie of een lagere rotatiesnelheid van een asset, als blijkt dat onderhoud hiermee tot een reeds gepland onderhoudsmoment kan worden uitgesteld. Hierdoor voorkomen organisaties overmatige onderhoudsacties”.
De technologie is al voor iedereen beschikbaar Bij SAP, marktleider in bedrijfsapplicaties, zien we deze trend ook. Diverse SAP applicaties maken het onderhoudsregime inzichtelijk. Zoals SAP Predictive Maintenance and Services (PdMS) dat historische sensordata en data science combineert om te voorspellen wanneer welke asset onderhoud nodig heeft. SAP Predictive Engineering Insights (PEI) dat digital twin simulaties optimaliseert. SAP Asset Intelligence Network (AIN) als platform voor het delen van assetinformatie. En Asset Strategy and Performance Management (ASPM) dat Asset Risk Assessment (FMECA) mogelijk maakt waarmee onderkende risico’s van voorgestelde maatregelen geminimaliseerd kunnen worden. Het zijn dit soort applicaties die Intelligent Asset Management voor organisaties in alle soorten en maten bereikbaar maken. Dit ziet Dimensys ook, vertelt Joanne Tigelaar; “We zijn ervan overtuigd dat traditionele onderhoudsplannen binnenkort net zoiets zijn als het branden van een kaars. Zeer nuttig in de tijd dat er nog niets beters was, maar lang niet zo perfect als elektrische verlichting. Aanvankelijk was elektrische verlichting alleen voor een selecte groep beschikbaar, maar dit is nu gemeengoed. Dat wordt Prescriptive Maintenance ook”.
Ongepland onderhoud voorkomen Tigelaar legt uit wat de voordelen van Prescriptive Maintenance zijn. “Neem een spoorbrug waarvoor over een half jaar groot onderhoud gepland staat. Op basis van real-time data uit sensoren wordt gemeten met welke frequentie en welk gewicht treinen over de brug rijden. In combinatie met de ontwerptekeningen wordt een simulatie van de krachtenverdeling op de brug gemaakt”. “Indien de simulatie voorspelt dat het onderhoud, met het huidige gebruik, vervroegd moet worden, kan de spoorbeheerder ervoor kiezen om de onderhoudsplannen halsoverkop om te gooien. Maar het is efficiënter en goedkoper om bijvoorbeeld vrachttreinen tijdelijk om te leiden, zodat het geplande onderhoudsmoment gehaald wordt. Dit voorkomt de verkeersbelemmeringen en omzetderving die uit ongepland vervroegd onderhoud voortkomen”. <
35
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 35
12-06-19 14:17
DATA DRIVEN MAINTENANCE <
Op afstand meekijken naar de actuele situatie op site vanuit het Operations Control Centre Foto: Vanderlande
Vanderlande op weg naar data driven maintenance Vanderlande ontwerpt, bouwt en onderhoudt automatiseringssystemen voor magazijnen, bagageafhandelingssystemen en complete sorteersystemen voor de post- en pakkettenmarkt. Tot pakweg tien jaar geleden lag de prioriteit bij het verkopen van die systemen. Maar de klanten van nu vragen om totaaloplossingen en hoge beschikbaarheid van de systemen. Data en met name de expertise om data om te zetten naar informatie, spelen daarin een belangrijke rol. In het afgelopen decennium maakte Vanderlande de transitie door van een puur maakbedrijf via system integrator naar full service provider, waarbij zelfs op afstand meegekeken kan worden naar hoe de systemen functioneren bij de klant. “De control centers die op afstand een of meerdere sites van klanten monitoren, lijken met al hun beeldschermen steeds meer op de pitwall in de Formule 1”, zegt group leader assetmanagement Marcel van Esch. “De markt
verandert. Operaties zijn steeds vaker 24/7. De leverbetrouwbaarheid aan onze klant moet omhoog, er is een tekort aan technici, ondertussen worden de systemen complexer en zijn er steeds meer data nodig en expertise om dit om te zetten in informatie. Daardoor komen er meer activiteiten richting ons die eerder bij de asset owner lagen. We gaan richting een datagedreven operatie met als doel een zo hoog mogelijke beschikbaarheid”.
36 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 36
12-06-19 14:17
> Steeds meer multidisciplinair. Van Esch; “Vroeger wisselden ze in de pits bij wijze van spreken alleen maar de versleten banden. Tegenwoordig komen daar zoveel gegevens binnen dat er een heel centrum voor is ingericht, waarin mensen op basis van de data de juiste beslissingen proberen te nemen. Het wordt allemaal steeds meer multidisciplinair. En dat geldt ook voor ons. In de control centers knopen we de dingen aan elkaar.” Van de ongeveer zesduizend Vanderlande medewerkers is tegenwoordig ongeveer een derde service gerelateerd en het aantal data scientists, process engineers en reliability engineers wordt steeds groter. “We zijn samen op weg naar data driven maintenance”. > Robotica. Nieuwe technologieën, zoals robotica, spelen een belangrijke rol in de transitie. Vanderlande nam vorig jaar een minderheidsbelang in robotica-ontwikkelaar Smart Robotics. Het bedrijf ontwikkelt robots voor specifieke taken, bijvoorbeeld orderverzamelen. Vanderlande ontwikkelde in eigen huis collaboratieve robots - het FLEET concept - die zelfstandig kunnen rondrijden en zelf de optimale route kiezen om een koffer te vervoeren. FLEET voertuigen - autonomous vehicle technology - vervangen de traditionele transportband en bieden allerlei nieuwe mogelijkheden, zegt maintenance- en process-engineering manager Bas Vennemann. “Het is een modulair systeem en als er een kar uitvalt, kun je deze naar maintenance sturen zonder dat het hele proces stilvalt, zoals bij een kritiek onderdeel van een conveyor mogelijk wel kan gebeuren. Daarnaast onderzoeken we nu ook welke gegevens we nodig hebben om faalmomenten en -kosten te kunnen voorspellen”.
> Steeds slimmer. Bestaande systemen worden ook steeds slimmer, vertelt Vennemann. “In een bagageafhandelings-installatie zit een ‘divert’, een soort spoorwissel. We meten tegenwoordig hoe snel die schakelt en als de snelheid afneemt, weten we dat er mogelijk een defect aankomt en ontvangt het serviceteam automatisch een melding”. Joost van Montfort, manager data service development, onderzoekt met zijn team op dit moment onder meer of het slijtagegedrag van de wieltjes van een bepaald voertuig die over een rails rijden, is te voorspellen. “We kijken altijd eerst welke data er zijn en of we daarmee kunnen voorspellen”. De beschikbare data leverden onvoldoende inzicht, dus nu onderzoekt het data science-team met R&D samen of het mogelijk is om de diameter van de wieltjes real time te meten. “Zo onderzoeken we samen hoe de verschillende datapunten correleren en welke dan de meest voorspellende waarde bieden. Dat is een iteratief proces. Als wereldmarktleider kunnen we door het aantal operationele systemen dat we geïnstalleerd hebben en onderhouden, wel heel snel stappen zetten in dit soort ontwikkelingen met artificial intelligence en machine learning. We hoeven niet eerst tien jaar data te verzamelen”. Het is vaak zoeken naar de spreekwoordelijke speld in de hooiberg, zegt hij. “Wij maken robuuste systemen die niet falen, want daar vragen onze klanten om. En dan willen wij toch nog weten wanneer wat faalt. Dat is heel uitdagend”. > Wat levert het op? Het toepassen van artificial intelligence en data science is overigens geen doel op zich, zegt Van Montfort. “Het zit in het proces; wanneer zet je iets in en wat levert het op in welk toepassingsgebied? Als we straks honderd AGV’s hebben rijden, loont het dan om daar voorspellend onderhoud voor te doen, of is het niet erg als er een naar de werkplaats moet? Voor een kritische sorter in een dc is voorspellend onderhoud wel van belang.
‘Een datagedreven operatie met als doel een zo hoog mogelijke beschikbaarheid’
Vanderlande’s FLEET concept Foto: Vanderlande
We proberen die intelligentie wel in te brengen en daar nemen we de klant in mee: wil je dit, waarom en wat levert je het dan op?”
> Juiste keuzes maken. Van Esch; “In de transitie van traditioneel naar voorspellend onderhoud is Asset Management belangrijk om tot de juiste keuzes te komen. Het hangt voornamelijk af van de doelen die klanten met hun logistieke proces nastreven. Een kritikaliteitsanalyse levert de basis voor keuzes over welke support bij voorkeur on site aanwezig is en welke op afstand kan gebeuren; welke werkzaamheden de klant zelf wil of kan uitvoeren en voor welke Vanderlande verantwoordelijk is. Hoe krijg en vooral houd je in de samenwerking controle over de performance? Dan ga je in gesprek met de klant over zijn proces; welke bottlenecks en risico’s zijn er? Hoe kun je data inzetten om richting predictive maintenance te gaan? En is dat dan kosteneffectief? Dat hangt af van de situatie. En het gaat ook om life-cyclemanagement: modificaties uitvoeren om de business van de klant te ondersteunen”. Van Montfort; “Dus voordat je een model maakt, moet je eerst in gesprek. Is het zinvol?” > Altijd maatwerk. Van Montfort; “Wat wij een klant leveren, is altijd maatwerk. Van alleen spareparts leveren tot volledige 24/7 ondersteuning tot en met ondersteuning in het logistieke proces >
37
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 37
12-06-19 14:17
Toenemende ondersteuning bij het interpreteren van data en de vertaling in acties Foto: Vanderlande
> Totale controle. Van Esch; “Onze systemen zijn vaak cruciaal. >
‘Reliabilityengineers hebben zo veel kennis in hun hoofd; van daaruit kun je verder’ op basis van een partnership of performance-afspraken. Het is een ontwikkeling van boutjes en moertjes naar IT en analytische competenties. Elke taak maakt plaats voor iets met data en computers. Root-causefinding wordt complexer, maar als het goed is weet je dan wel meer. Maintenance-, reliability- en procesengineers moeten daarom niet alleen domeinkennis hebben, maar ook verstand van data. We zijn nu ruim drie jaar bezig met data science en we werken veel samen met operationele teams en met R&D om nieuwe dingen te ontwikkelen, want je hebt die domeinkennis wel nodig”. Vennemann; “Je moet altijd die combi zoeken. Reliability-engineers bijvoorbeeld hebben zo veel kennis in hun hoofd; dat is in feite die speld die je zoekt. Van daaruit kun je verder”.
Als er verstoring is heeft deze vaak direct een grote impact op de operatie van onze klanten. Naast de directe gevolgen is er vaak ook een risico op imagoschade en dat wil je natuurlijk niet. Om totale controle te hebben knopen wij dingen aan elkaar, vanuit een logistieke gedachte. Als serviceprovider wil je volledige controle, over de lifecycle en over de keten. Van R&D, installatie, commissioning, operatie, beheer tot en met ontmantelen en afvoeren”. Van Montfort; “Precies, dus in de praktijk zoek je overal naar optimalisaties. Als reliability zegt ‘dit is een kritische component’ dan kijken wij eerst of er al data zijn, of er een sensor op moet en of we een algoritme kunnen verzinnen. En als het dan via de IT-afdeling ingezet kan worden, is de cirkel rond. Vergeet ook de impact op de monteur niet: die moet wel vertrouwen hebben in de data”. Van Esch; “Dus moet je hem actief betrekken”.
> Van sleutelen naar laptop. Vennemann; “Het onderhoud zelf verandert ook. Je gaat andere dingen vragen van de mensen op de vloer. Vroeger had je een conventioneel systeem met transportbanden en een motor. Nu hebben we op de site waar ik werk zes robots in bedrijf, waarvan we zelf de elektronica en de besturing onderhouden. Maar als het echt complex wordt, moet er een specialist komen. De techniek wordt steeds complexer en dat vraagt wat van de mensen; door de data verandert het functieprofiel van sleutelen naar laptop. Het is spannend en leuk, maar soms ook lastig in te vullen vanwege de moeilijke arbeidsmarktsituatie”. Van Esch; “Systeem, software en service; dat zijn tegenwoordig de uitgangspunten, waarbij ‘slimme’ services steeds belangrijker worden”. Van Montfort; “De transitie van een traditionele leverancier van equipment naar een servicegerichte organisatie zet zich verder door. De volgende stap wordt het verkopen van beschikbaarheid en performance in plaats van een product”. Van Esch; “Omdat je alles in handen hebt, ben je op weg om zelf een soort asset owner te worden. Er zullen straks inderdaad klanten zijn die alleen om de uitkomst vragen”. <
38 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 38
12-06-19 14:17
GAST COLUMN <
Lekker slim Tegenwoordig spelen bedrijfsmiddelen een sleutelrol in de algehele efficiëntie van de onderneming. Dat is de reden waarom steeds meer fabrikanten zich wenden tot op betrouwbaarheid gebaseerd onderhoud (Reliability Based Maintenance). RBM kan als een duidelijke strategie worden ingezet om de waardevolle bedrijfsmiddelen te helpen handhaven en kostbare negatieve effecten van prestatieproblemen, zoals vertragingen en onverwachte downtime, te elimineren.
Organisaties hebben echter behoorlijk moeite om preventief onderhoud te beheren en gelijke tred te houden met de complexiteit van hun operationele bedrijfsmiddelen. Zonder een praktisch, en een op betrouwbaarheid gebaseerd onderhoudsproces, zullen deze bedrijven blijvend last hebben van naast hun onderhoudsdoelen uit te komen. Evenals het verspillen van mensen en middelen en het steeds maar ervaren van teleurstellende resultaten. Met RBM hoeft dat niet zo te zijn en kan dat veel slimmer. Even een leuk en simpel onderhoudsmanagement pakketje aanschaffen en inrichten is hierop niet het juiste antwoord.
> Technische evolutie vereist onderhoudsrevolutie Technologie heeft de manier waarop bedrijfsmiddelen falen flink veranderd. Grotere complexiteit van de componenten en de veelheid van sensoren (IoT), betekenen uiteindelijk ook een grotere complexiteit van onderhoudstaken en de noodzaak voor geavanceerde en vroegtijdige waarschuwingen van waarschijnlijke problemen. De meeste betrouwbaarheidstrategieën blijven echter nog steeds tijdsgebonden, zoals bijvoorbeeld het vervangen van lagers om de zes
Bert Verplancke Foto: privécollectie
maanden. Dit heeft beperkingen, aangezien de lagers helemaal niet moesten worden vervangen of juist allang voorbij hun optimale condities zijn geweest. Een hernieuwde aanpak van onderhoud strategieën is derhalve vereist. Een die beter zal aansluiten bij de huidige digitale (r)evolutie, sensor-gebaseerde innovaties, strikte naleving van voorschriften en de steeds meer escalerende eisen van de klant. Gelukkig biedt het RBM proces een duurzame methodologie hiervoor met optimale resultaten. Met een goed geïmplementeerd RBM systeem, om u te helpen uw bedrijfsmiddelen te beheren, inzicht in de risico’s te verkrijgen en duidelijke prioriteiten te stellen voor preventief onderhoud, zal het daadwerkelijk mogelijk zijn om ook vanuit de onderhoudsfunctie een flinke bijdrage te leveren aan Smart Industry en uw organisatorische doelstellingen te bereiken < Ing. Bert Verplancke Sales Director Northern Europe Asset & Facilities Management Solutions INFOR.
39
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 39
12-06-19 14:17
INNOVATIE <
De digitale monteur thuis
Een warm huis wordt door de meeste Nederlanders als vanzelfsprekend ervaren. Doet zich een storing voor, dan willen we dat snel opgelost hebben en soms willen we ook weten wat de oorzaak was. Installatie- en Onderhoudsbedrijf Feenstra heeft een methode ontwikkeld die het mogelijk maakt haar klanten een moderne en ‘slimme’ storings- en onderhoudsservice te bieden.
Ronald Pilot, Innovatiemanager in het digitale domein en programmamanager rondom beheer op afstand, is bij Feenstra verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de ‘De Digitale Monteur’. Samen met zijn team en een team software ontwikkelaars heeft Pilot een vorm van smart monitoring ontwikkeld dat de cv-installatie op afstand monitort. Deze ‘Digitale Monteur’ kan tijdig ingrijpen als er een storing dreigt, stuurt de klant reminders om het toestel in goede
conditie houden en bekijkt of onderhoud geoptimaliseerd kan worden, bijvoorbeeld op basis van het werkelijk gebruik in plaats van op basis van vaste kalendermaanden.
> Toegankelijk. OBij zijn regelmatige bezoeken aan ketelfabrikanten, merkte Pilot dat steeds meer ingezet werd op de digitale ontsluiting van de cv-installaties met behulp van sensoren. Het op afstand kunnen
‘Smart monitoring maakt het de klant makkelijker om zelf kleine storingen op te lossen’
Cv-ketel vakman Joey Foto: Feenstra
40 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 40
12-06-19 14:17
uitlezen van ketels is bij de grote ketelhuizen al langer beschikbaar. Voor de consument was deze technologie echter kostentechnisch lange tijd niet haalbaar. Dankzij de steeds grotere beschikbaarheid van het breedbandinternet in de woning en met de komst van het Internet of Things werd het uitwisselen van data ook voor de consument bereikbaar. Pilot zag zijn kans schoon om het service design van Feenstra te perfectioneren en ontwikkelde een digitaal platform waarbij de sensortechnologie in de cv-ketel wordt gebruikt om de serviceverlening aan de klant tot een next level te brengen.
> Meer dan technologie alleen. Pilot; “Wat mij drijft, is dat we in Nederland de Formule1-technologie onder de cv-ketels in huis hebben. Alle grote cv-installatiefabrikanten zitten in Nederland en maken fantastische installaties, maar we wisten eigenlijk niet of die cv-ketels optimaal gebruikt werden en of het maximaal haalbare rendement mogelijk is. Een cv-ketel is onderdeel van een systeem waarbij de cv-ketel de warmtebron is, welke pas optimaal functioneert als ook de afgiftesystemen in balans zijn. Dit is niet altijd vanzelfsprekend en wordt inzichtelijk door de digitale monteur”.
Foto: Feenstra
ontwikkelde systeem analyseert permanent de data, buiten het zicht van de monteur. Slechts bij een geconstateerd probleem of opvallende waarde wordt een event aangemaakt voor de monteur op afstand. Deze bepaalt uiteindelijk of er een collega op pad wordt gestuurd.
> Aan de slag. Pilot; “De software ontwikkelaars zijn naar de fabriek geweest waar ze cv-ketels maken om te zien hoe zo’n product gemaakt wordt en hoe het werkt. Tegelijkertijd hebben wij geleerd hoe het ontwikkelen van de benodigde software gaat. Dan zie je dat twee werelden elkaar gaan snappen en kun je veel snelheid maken”. De eerste proef met de digitale monteur is in een gecontroleerde omgeving uitgevoerd. Tijdens deze fase hebben de monteurs feedback gegeven waardoor het systeem verder kon worden geperfectioneerd. De uiteindelijke testresultaten waren zo positief, dat het systeem in de productcategorie huurketels kon worden geïntegreerd. Deze ketels kregen een volledige ontsluiting via het internet en worden op afstand uitgelezen. Bovendien kreeg de klant de mogelijkheid via een app meer inzicht in het gedrag van de ketel te krijgen en zijn of haar warmteschema optimaal in te stellen.
> De rol van de klant. Smart monitoring maakt het de klant makkelijker om zelf kleine storingen op te lossen. Pilot; “Neem bijvoorbeeld een te lage waterdruk. Het monitoringsysteem stuurt waarschuwingen waarbij een e-mailbericht naar de klant gaat. In dit geval krijg de klant een berichtje dat hij op moet letten dat de waterdruk te laag wordt, dus dat hij water bij moet vullen. Daarbij stuurt de slimme monteur een instructievideo. We zien nu al dat we veel minder hulpvragen krijgen over waterdruk”.
> De rol van de monteur. Met de bevindingen van de digitale monteur kan de fysieke servicemonteur bij de klant thuis heel effectief werken en kunnen herhaalbezoeken worden voorkomen. En dat is belangrijk, want ook Feenstra heeft te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Zorgvuldige inzet van goed gekwalificeerd personeel wordt dus steeds belangrijker. Dit betekent sturen op het minimaliseren van productiviteitsverlies. Goed voorbeeld is het voorkomen van herhaalbezoek door onjuiste diagnoses of niet beschikbaar hebben van de te vervangen onderdelen. De digitale monteur maakt het mogelijk de gebruikelijke foutcodering los te laten en de monteur een probleemomschrijving met oorzaak te presenteren. “Vervolgens is met deze informatie te bepalen welke monteur de juiste kennis en kunde heeft, welke monteur op dat moment over de juiste equipment beschikt en hoe urgent de melding is”. Het
> Technologie kan niet zonder vakmanschap. Wanneer een slimme technologie bij de consument wordt geïntroduceerd, gaat automatisch de verwachting van de dienstverlening omhoog. “Dat betekent dat, zodra een klant contact opneemt, op meerdere plaatsen in het bedrijf inhoudelijk bekend moet zijn wat er aan de hand kan zijn, dat is één van de grote uitdagingen van digitalisering van je assets”, aldus Pilot. Daarom heeft Feenstra een nieuwe functie gecreëerd, de ‘monteur op afstand’. Dit zijn gekwalificeerde vakbekwame professionals die zijn bijgeschoold over de digitale technieken van smart monitoring. De snelle opkomst van slimme technologie vraagt dus om monteurs die de brug kunnen slaan tussen het interpreteren van de data en de daaruit volgende hypotheses en het zicht op de daadwerkelijke installatie. Vaklui die van de hoed en de rand weten als het gaat de installaties waar ze verantwoordelijk voor zijn en daarbij slim gebruik maken van data-analyse. Zij hebben op afstand contact met de klant en kunnen bepalen wat er met de installaties gebeurt. Pilot; “Digitalisering is één ding, maar uiteindelijk blijft de fysieke monteur nodig om de ketel een servicebeurt te geven of een storing op te lossen. Vakmanschap blijft het uitgangspunt. De technologie is daarbij ondersteunend”.
> Toekomst. Met de komst van steeds meer mogelijkheden om de systemen digitaal te ontsluiten, bijvoorbeeld via een slimme thermostaat, wordt het noodzakelijk om de apparaten van verschillende fabrikanten en leveranciers met elkaar te kunnen laten samenwerken. Pilot; “We gaan naar steeds complexere, duurzame technologieën. Straks kom je bij een klant met een cv-ketel, met daarnaast een hybride warmtepomp van een ander merk en een slimme thermostaat van weer een andere leverancier. En als de klant zegt ‘ja het wordt toch niet zo lekker warm’. Dan zul je als servicemonteur toch naar systeemanalyse moeten. Iets dat we nu ook al doen, maar waar de complexiteit sterk gaat toenemen”. Pilot is er van overtuigd dat dit is waar de digitalisering de sector heel erg gaat helpen. “Bij een systeemanalyse onder tijdsdruk, want de klant wil graag dat de storing snel is opgelost, kunnen digitalisering en algoritmes heel erg helpen. Ik denk dat dit over een aantal jaar een normale gang van zaken is en dat we monteurs echt kunnen ondersteunen met hypotheses. Dat is de opmaat die ik zie voor de hele digitalisering van de asset naar de toekomst”. <
41
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 41
12-06-19 14:17
OPGELEVERD <
Maakindustrie Brainport gaat slimmer samenwerken Bedrijven staan niet op zichzelf. Vooral in de toeleverketen is het belang van samenwerken groot, want efficiënter en slimmer schakelen met leveranciers geeft aanzienlijk concurrentievoordeel. Het delen van data is daarbij cruciaal. Maar hoe match je al die verschillende talen, standaarden en processen binnen een soms lange en zeer diverse keten? Fontysstudenten werken samen met Fujitsu Glovia aan een dergelijke maatwerkoplossing voor de maakindustrie, die zich momenteel vestigt op de Brainport Industries Campus.
Peter-Jan Hendrikx begeleidt de Fontysstudenten vanuit het bedrijf Fujitsu Glovia. Hij licht toe; “Voorwaarden voor samenwerking tussen ketenpartners zijn strakke afspraken én een gemeenschappelijke taal tussen alle partijen in de keten. Pas dan kunnen bedrijven gebruikmaken van een informatiesysteemkoppeling, gebaseerd op de zogenaamde Supply Chain Smart Network-standaard, die we binnen Brainport ontwikkelen in het fieldlab Smart Connect Supplier Network (SCSN)”.
> Brainport Industries Campus. Hendrikx; “SCSN was een droom en is een filosofie die we nu in dit fieldlab aan het omzetten zijn in de werkelijkheid. In het fieldlab komen we steeds opnieuw uitdagingen tegen, die we samen omzetten in oplossingen. We werken met een bestaand Enterprise Resource Planning (ERP)-systeem voor de maakindustrie, namelijk GLOVIA G2. Dit systeem creëert realtime data waardoor productieprocessen altijd inzichtelijk zijn”. Er moest nog wel uitgezocht
Foto: Fontys
42 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 42
12-06-19 14:17
Fujitsu Glovia is een unieke ERP-leverancier met meer dan 35 jaar ervaring in productie. Fujitsu Glovia richt zich uitsluitend op ondernemingen in de discrete industrie en is één van de weinige ERP-leveranciers die zelf instaan voor de implementatie, opleiding, ondersteuning en onderhoud van de software. Fontys Centre of Expertise High Tech Systems and Materials (HTSM) verbindt hoger beroepsonderwijs aan het bedrijfsleven. Samen doen ze onderzoek en ontwikkelen ze innovatieve technologieën, waarvan onderwijs én bedrijfsleven beter worden. Via het Centre of Expertise HTSM vinden (hightech) bedrijven één ingang bij Fontys, voor het onderzoeken van (multi-disciplinaire) vraagstukken binnen het HTSM-domein. Het Fontyslectoraat Operational Excellence (OpEx) doet onderzoek naar methoden voor procesverbetering in een technische context. Het bedrijfsspecifiek creëren van een praktische aanpak staat daarbij centraal. Verschillende inzichten, methoden en gereedschappen uit Lean, QRM, 6Sigma, TPM en Agile Manufacturing worden geïntegreerd toegepast. De wisselwerking tussen procesverbeteringen en automatisering is een actueel vraagstuk in het realiseren van de ambities van Industry 4.0.
worden hoe de betrokken bedrijven, in dit geval bewoners van de splinternieuwe Brainport Industries Campus, aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Dit onderwerp is voor studenten een prachtige afstudeeropdracht om zich in vast te bijten. Dat pakken ze op onder het motto: "Let's find out”.
> Operational Excellence. Het Fontys Centre of Expertise HTSM speelde een verbindende rol in de samenwerking. Het Centre creëert (langdurige) connecties tussen het bedrijfsleven en de 15 hightech-onderzoeksgebieden van Fontys. De vraag van Fujitsu-Glovia belandde uiteindelijk binnen Fontys bij het lectoraat Operational Excellence (OpEx).. Zodoende werkt Fujitsu Glovia sinds kort samen met drie afstuderende Fontysstudenten. Een van hen is Niek Leatomu, student Technische Bedrijfskunde. Hij vertelt; ”Dit onderzoek wordt verricht voor Smart Industry en is een vereiste voor samenwerking op de BIC, waar de Fabriek van de Toekomst wordt gerealiseerd. Ik werk samen met veel grote partijen, zoals de KMWE-groep, waar we pilots mogen uitvoeren”. Leatomu bestudeert de automatische uitwisseling van orderinformatie tussen bedrijven. Na zijn afstudeerperiode neemt collega-student Arasteh Habibi van Industrial Engineering & Management, het stokje over; “Een klus die normaal gesproken drie weken in beslag nam, kan nu binnen drie dagen worden gedaan. Dit is van grote invloed is op de bedrijfsfunctie én op mensen die in dit bedrijf werken. Het is een zeer interessant OPEXproject om op af te studeren!” Marketing komt ook aan bod. Claudia van den Heuvel, Fontysstudent Small Business & Retail Management, brengt tijdens haar afstudeerproject de markt van de maakindustrie in kaart. Tot dusverre is een van de meest aansprekende wapenfeiten echter van een heel andere orde: samen met collega Leatomu maakte Van den Heuvel een spacerail. In goed Nederlands: een knikkerbaan. “We wilden het ERP-systeem visualiseren. ERP is niet tastbaar, dat maakt het lastig om uit te leggen wat het systeem doet. Een spacerail bootst de verschillende processen en de
Foto: Fontys
‘Een klus die normaal gesproken drie weken in beslag nam, kan nu binnen drie dagen worden gedaan’ werking van ERP na. Het is een eyecatcher geworden die mensen op een toegankelijke manier meeneemt in de techniek, zonder dat zij worden overweldigd door allerlei vaktermen,” aldus Van den Heuvel.
> Einddoel Leatomu legt uit wat het einddoel van de onderzoeken is; “We ontwikkelen een template dat klanten laat zien welke stappen ze moeten zetten naar automatisering van het berichtensysteem. Met andere woorden: hoe kom je vanuit de huidige situatie naar de nieuwe?” Operational excellence verkrijgen via ketensamenwerking; het is een monsterklus. Fujitsu Glovia kijkt alweer verder vooruit. Hendrikx; ”Dit type onderzoek vormt een goede voorbereiding op eventueel vervolg in een masteropleiding aan een universiteit”. <
43
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 43
12-06-19 14:17
ONDERZOEK <
Warmte oproepen vanuit de diepte De verwarming van onze huizen draagt ook bij aan de opwarming van de aarde. Universitair docent Phil Vardon en promovendus Ivaylo Pantev willen gebouwen gaan verwarmen en koelen via de paalfundering door de natuurlijke temperatuur van de bodem te gebruiken. Mits goed uitgevoerd kan deze gloednieuwe technologie nog generaties lang bewoners elektriciteit, geld en problemen besparen. ingenieurs bij het ontwerp rekening moeten houden met extra effecten. Hierdoor aarzelen Nederlandse bouwbedrijven over deze nieuwe technologie. “Als een structuur wordt verhit, zetten de deeltjes uit; koelt hij af, dan trekken ze samen”, zegt Pantev. “Die extra langdurige belasting maakt het ontwerp van de energiepalen een grotere uitdaging. De zachte bodem maakt het nog complexer; als er niet goed op wordt geanticipeerd, kunnen er ongewenste vervormingen in de structuur ontstaan.”.
Warmte oproepen vanuit de diepte Foto: TU Delft
Graaf een gat van 18 meter diep. Zet daar de wapening in. Stort vol met beton. Herhaal. Uitgerust met veiligheidshelm, jas en werkschoenen leiden Vardon en Pantev de werkzaamheden. Voor de allereerste keer worden er in Nederland energiepaalfunderingen uitgerust met precieze instrumenten neergezet. Dat gebeurt in The Green Village te Delft, om de palen te testen en de commerciële toepassing te versnellen. “In Nederland staat een grootschalige energietransitie voor de deur”, aldus Pantev. “We willen dat de energiepalen een stuwende kracht worden achter deze verandering.” Alleen al in 2018 nam het verwarmen en koelen van ruimtes 50% van het jaarlijkse Europese energieverbruik voor zijn rekening. Op dit moment is de financiering van onderzoek naar dit probleem en het vinden van alternatieven cruciaal voor ingenieurs. “We willen onze technologie standaardiseren voor palen tot 30 meter diep en de bouwsector helpen om milieuvriendelijkere constructies neer te zetten”.
> Het ongebaande pad. Energiepalen hebben twee functies: warmte in de bodem stoppen en eruit halen en het gebouw dragen. De zachte bodem van Nederland vormt een uitdaging, omdat
Nederlandse bouwbedrijven hebben een schat aan kennis over het storten van funderingspalen, maar de energiepaal is onbekend terrein. Het is aan Vardon en Pantev om ze aan de hand te nemen en te laten zien hoe ze die kennis naar een milieuvriendelijker niveau kunnen tillen. “Energiepalen worden al jaren in de stijve, overgeconsolideerde klei in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland gebruikt”, zegt Vardon. “Op dit moment kunnen de extra berekeningen die hier nodig zijn een hindernis vormen om het systeem te gebruiken, maar we zijn ervan overtuigd dat zowel de Nederlandse bouwsector als de maatschappij er de komende jaren plezier van zullen krijgen”.
> Koelkast en achtbaan in één. Gebouwen verwarmen ruimtes via het water in warmtewisselaarbuizen. Energiepalen verschillen van conventionele systemen door hun achtbaansysteem. Het water gaat vanuit het gebouw de bodem in - door de funderingspalen heen - en dan weer terug het gebouw in, waarbij de constante temperatuur van 12°C op dieper dan 5 meter in de Nederlandse bodem wordt gebruikt en een warmtepomp. “Als je achter de koelkast voelt, voel je daar warmte. Dat komt door de warmtepomp”, zegt Vardon. “Het is een mechanisch apparaat dat een vloeistof aan één kant onder druk zet om hem op te warmen en hem aan de andere kant uit laat zetten om hem af te koelen”. In de winter neemt het water in de bodem warmte op en de warmtepomp in het gebouw drukt de vloeistof samen om hem verder op te warmen. In de zomer daarentegen geeft het water warmte af in de bodem; de bodem is daar koel genoeg voor, dus het elektriciteitsverbruik is minimaal. “Energiepalen kunnen 20 keer zo weinig energie verbruiken voor koelen en tot 5 keer zo weinig voor
44 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 44
12-06-19 14:17
Phil Vardon en Ivaylo Pantev Foto: TU Delft
verwarmen dan conventionele verwarmingssystemen”, aldus Vardon. “Bovendien werkt het systeem op elektriciteit in plaats van gas en kunnen we zo het verbruik van fossiele brandstoffen afbouwen. Zo’n technologie kan enorm helpen het energieverbruik en de uitstoot van CO2 van gebouwen te verminderen”.
> Een mooiere toekomst. Tegen 2021 zullen gebouwen met een minimale CO2-voetafdruk verplicht zijn voor aannemers die nieuwbouw in Nederland willen neerzetten. Nieuwe oplossingen, zoals energiepalen, zijn onontbeerlijk om dat doel te halen en het leven van toekomstige bewoners te verbeteren. “We leven in een tijd waarin mensen hun steentje willen bijdragen om de klimaatverandering tegen te gaan,” zegt Vardon. “Ze installeren zonnepanelen, vervangen hun gloeilampen of gaan met het openbaar vervoer, maar
‘Zo’n technologie kan enorm helpen het energieverbruik en de uitstoot van CO2 van gebouwen te verminderen’ ze kunnen weinig tot niets doen om het energieverbruik van hun verwarming te verminderen. Daarnaast is Nederland een dichtbevolkt land en is het lastig om alternatieve methodes voor energieopwekking neer te zetten die ruimte innemen. Energiepalen bieden de kans om die kloof te overbruggen, zodat we een mooiere toekomst tegemoet kunnen zien”. <
Foto: TU Delft
45
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 45
12-06-19 14:17
OPGELEVERD <
â&#x20AC;&#x2DC;Rioolwaterzuivering Bath - eindpunt AWP Foto: Waterschap Brabantse Delta
Renovatie Afvalwaterpersleiding (AWP) Waterschap Brabantse Delta werkt de komende jaren aan de renovatie/vernieuwing van de afvalwaterpersleiding (AWP). Deze leiding loopt van industrieterrein Moerdijk naar de rioolwaterzuivering in Bath. Zo wordt gegarandeerd dat het rioolafvalwater in West-Brabant ook in de toekomst veilig vervoerd en gezuiverd kan worden. De afvalwaterpersleiding (AWP) is een uniek systeem om het afvalwater van industrieterrein Moerdijk en 35 dorpen en steden in West-Brabant te transporteren naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie in Bath. Uniek door de omvang van het leidingstelsel en de afstand die het afvalwater aflegt (60 km). Al dit afvalwater wordt gezuiverd in Bath en daarna teruggegeven aan de natuur (via de Westerschelde).
persstations bij Roosendaal, Bergen op Zoom, Bath en Moerdijk is daarbij van groot belang. In de persstations staan de pompen die het afvalwater verpompen naar de rioolwaterzuivering in Bath, en na reiniging naar de Westerschelde. Door goed transport kan het afvalwater afgevoerd worden en komt het niet ongezuiverd in de sloten terecht.
> Samenwerking. Lucien Vogels, projectmanager bij waterOm het transport van het afvalwater ook in de toekomst goed te regelen, heeft waterschap Brabantse Delta besloten om de AWP te renoveren en gedeeltelijk te vernieuwen. De renovatie van de
schap Brabantse Delta, is verantwoordelijk voor de projectorganisatie. â&#x20AC;&#x153;Het verdubbelen van het stuk leiding en de renovatie van de persstations is via een Europese aanbesteding aan verschillende
46 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 46
12-06-19 14:17
contractpartijen gegund. Met de leveranciers van deze aannemers hebben we raamovereenkomsten gesloten, waarbij het onderhoud aan de installaties gelijk is meegenomen”.
> Leiding met historie. “De AWP kent voor mij geen geheimen”, zegt technisch manager Frank van Zijl. “De leiding is bijna 50 jaar oud en ik ben al ruim 26 jaar werkzaam bij dit waterschap. Zo lang kennen de leiding en ik elkaar al”. Van Zijl is vanaf het begin betrokken bij het project. Uit de strategiestudie van 2014 bleek dat de pijpleiding voldoende robuust en technisch geschikt was om nog tientallen jaren mee te kunnen. Instandhouding van de leiding was het meest economisch en het meest duurzaam. Van Zijl: “Dat nam niet weg dat forse maatregelen nodig waren om de leiding te behouden en toekomstbestendig te maken. De conclusie was dat grootschalige renovatie van de AWP de beste oplossing was. Zo ontstond het project AWP 2.0”.
‘Bedrijfszekerheid is en blijft nummer 1’
In het waterbeheerplan is een aantal doelstellingen geformuleerd waarmee rekening moest worden gehouden bij de opknapbeurt van de AWP. Van Zijl: “De functionaliteit van de AWP wordt op een veilige en financieel verantwoorde manier in stand gehouden. Daarnaast moet het project duurzaam en maatschappelijk verantwoord zijn. De persstations zullen onbemand bedienbaar, beheerbaar en onderhoudbaar worden. Onze maatschappelijke verantwoordelijkheid ligt vooral in onze zorgplicht naar het publiek en onze werknemers. Dat betekent dat veiligheidsrisico’s moeten worden uitgesloten”.
> Toegankelijk. De gebouwen en de terreinen langs de AWP worden gerenoveerd en opnieuw ingericht om een moderne uitstraling te krijgen. De persstations zijn vanwege de veiligheid omheind met hekken en begroeiing en niet publiekelijk toegankelijk. Een uitzondering daarop wordt het persstation in Bergen op Zoom waar een open uitstraling wordt gerealiseerd en het publiek kennis kan nemen van de modernisering. Door regelmatig toegankelijke rondleidingen, lezingen en excursies te organiseren wordt ons werk transparant gemaakt. Op alle persstations worden de installaties gerenoveerd met energiebesparende maatregelen en met bedrijfszekerheid als uitgangspunt. Nieuwe pompen worden geplaatst, bestaande pompen vervangen en waar nodig extra pompen geplaatst om de werking van de AWP effectief en efficiënt te houden. Om storingen te signaleren, maar ook om storingen te voorkomen. Van Zijl: “Als je ziet wat wij regelmatig in de riolering aantreffen dan schrik je. Van bierkratten en andere grote plastic voorwerpen tot enorme hoeveelheden billendoekjes. Dit is een groot probleem voor onze installaties. De schoepbladen van de pompen raken verstopt of beschadigen zo erg dat de installatie stil moet worden gelegd om de pomp weer te kunnen laten draaien”. Om dit soort reparaties en stilstand te voorkomen, worden nu op de meeste locaties grofvuilroosters geplaatst.
> Onderhoud AWP innoveert mee. Eén van de gebruikelijke onderhoudsmethodes van persleidingen is het gebruik van pigs; flexibele reinigingsproppen die onder waterdruk door de pijpleiding worden geperst. Door het gebruik van pigs hoeven persleidingen niet langdurig uit bedrijf en hoeven er geen graafwerkzaamheden nabij persleidingen uitgevoerd te worden. Deze pig-techniek
Trotse Lucien, Frank en Rien Foto: NVDO
kon echter niet voorkomen dat op een gedeelte van het AWP tracé de buizen door de jaren heen aan capaciteit verloren. Dit werd veroorzaakt door ketelsteen; een harde kalkafzetting op de wanden. Rien van Wanrooij, adviseur Onderhouden Civiel bij waterschap Brabantse Delt;: “De pig-methode was niet geschikt om deze scaling te verwijderen. Aangezien er in de jaren ‘80 van de vorige eeuw geen andere doeltreffende reinigingsmethode voorhanden was om deze harde laag te verwijderen, werd er op bepaalde delen van het traject een tweede buis naast de bestaande buis gelegd”. Van Wanrooij heeft vertrouwen in de renovatie en vernieuwing van de AWP. “Inmiddels hebben we tussen Moerdijk en Hoeven 400 ton ketelsteen kunnen verwijderen door waterstralen (hoge druk) te gebruiken, waarbij de originele binnencoating weer zichtbaar is geworden en de leiding weer als nieuw oogt. We beschikken dankzij de technologische ontwikkelingen over nieuwe mogelijkheden om de buizen te monitoren, te onderhouden en te reinigen. De tweede leiding kan tegenwoordig dienst doen als back-up bij onderhoud en storing en zorgt voor continuïteit van de bedrijfsvoering. Dit is één van de redenen waarom er bij Bath ook een tweede leiding naast de bestaande gelegd wordt. Met de renovatie, de moderne onderhoudsmethoden en een volledig vernieuwde automatsering kan het hele leidingstelsel nog jaren mee”.
> Oude kennis niet vergaan. Het onderhoud van de nieuwe en gerenoveerde pompen en installaties in de persstations wordt in principe uitgevoerd door de partijen die deze installaties hebben >
47
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 47
12-06-19 14:17
Persstation Bergen op Zoom Foto: Waterschap Brabantse Delta
>
‘Zodanig ontwerpen dat onderhoud goed uitgevoerd kan worden’ geleverd. Het waterschap heeft daarnaast gezorgd dat de kennis en kunde van het onderhoud aan de oudere en nog prima functionerende onderdelen niet verloren gaan. Van Wanrooij; “Onze afdeling is al meer dan tien jaar bezig de analoge kennis en kunde van de onderhoudsmedewerkers digitaal veilig te stellen. Met de komst van de nieuwe installaties zullen we ook hiervan technisch inhoudelijk op de hoogte worden gebracht. Als afdeling zijn we hierdoor uitstekend uitgerust om op afstand tekortkomingen te signaleren en kunnen we de installateurs inschakelen op het moment dat dat nodig is. Zo wordt gestuurd op minimale Total Cost of Ownership”. De afdeling gaat mee met de nieuwste ontwikkelingen en behoudt tegelijkertijd de kennis en kunde van het oude systeem. Hierdoor groeit de afdeling Onderhouden op een natuurlijke manier mee met de innovaties in het veld en gaat van een echte onderhoudsdienst naar meer een regie-organisatie. “En dat past uitstekend bij ons innovatieve imago.”
Van Zijl; ”Elke maand wordt, bij droog weer, de buitenbedrijfstelling van de AWP een dag getest. We voeren dan inspectie en onderhoudswerkzaamheden uit, zodat afwijkingen snel zichtbaar zijn en verholpen kunnen worden. Deze luxe kunnen we ons veroorloven omdat een derde van de totale buizencapaciteit ruim voldoende is voor al het bedrijfsafvalwater en huishoudelijk afvalwater van de regio. Twee derde van de capaciteit is nodig voor het afvoeren van regenwater. Maandelijks testen kan daarom alleen bij droog weer. Een grondige inspectie hoeft daarom maar één keer in de vijf jaar plaats te vinden”. Met dit vijfjarige inspectieprogramma heeft het waterschap haar risico’s gemitigeerd. Het afvalwater moet altijd, zonder onderbreking, kunnen worden afgevoerd. Het aanleggen van een tweede pijpleiding, reservepompen en grofvuilroosters bieden die zekerheid. “Bedrijfszekerheid is nummer één. Als er groot onderhoud aan buis nummer één gepleegd moet worden, kunnen we altijd overschakelen naar buis nummer twee en als er een pomp stuk is, kan de reservepomp ingeschakeld worden. Zo voorkomen we ongeplande onderbrekingen in de afvalwaterafvoer”.
> Veiligheid. Het veilig vervoeren van afvalwater heeft vanwege de maatschappelijke functie van het waterschap topprioriteit. “Afvalwater is erg schadelijk voor de gezondheid. Het bevat allerlei gevaarlijke gassen en afvalstoffen”, aldus Vogels. “Ter bescherming van het publiek zijn de leidingen en de persstations zo goed mogelijk afgeschermd en staan op veilige afstand van de woongebieden”. Voor de veiligheid van de medewerkers worden inspecties steeds meer geautomatiseerd uitgevoerd. De pijpleiding kan van binnen met robots en camera’s worden bekeken. Vogels; “Veilig vervoer van afvalwater bereiken we door gebruik te maken van de beschikbare technologie en de juiste beschermingsmiddelen, zodat de onderhoudsmedewerkers hun werk zo veilig mogelijk kunnen uitvoeren. Fysieke buisinspectie is inmiddels meer uitzondering dan regel”.
> Monitoring en Inspectie. Een belangrijk onderdeel van dit project is de volledige vernieuwing van de automatisering. Door gebruik te maken van de nieuwste digitale technieken, zoals sensortechnologie en data analyse, kunnen de installaties nog beter op afstand worden bediend, optimaler draaien en kunnen prestaties goed worden gemonitord.
> Toekomst. Waterschap Brabantse Delta ziet de toekomst van haar installaties met groot vertrouwen tegemoet. Daar waar de Industrie het Smart Industry noemt, geldt voor de Afvalwaterpersleiding vooral de bedrijfszekerheid. Dat is en blijft nummer 1, ook in een nieuwe innovatieve omgeving. <
48 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 48
12-06-19 14:17
KIJK OP <
Willem van Raalte Voorzitter FHI
IoT vergt een andere mind set in Gebouw Automatisering Willem van Raalte Foto: FHI
Technologische innovaties als IoT hebben op vrijwel elke branche een impact. Zo ook op de branche Gebouw Automatisering, onderdeel van FHI. Willem van Raalte, voorzitter van FHI, vertelt over de kansen en uitdagingen in deze relatief behoudende branche.
Er zijn inmiddels tal van bedrijven die investeren in IoT-ontwikkeling, maar de implementatie binnen de branche Gebouw Automatisering gaat traag. Van Raalte; “Als je Gebouw Automatisering an sich bekijkt, gaat dat betrekkelijk langzaam. Het is een conservatief opererende markt. Een ander issue is split interests. De opdrachtgever is vaak iemand anders dan de eindgebruiker en staat ook weer los van de aannemer. Uiteindelijk wordt de elektricien of installateur uitgeknepen, want iedereen wil een bepaalde marge maken. Dit heeft uiteindelijk tot gevolg dat IoT-apparatuur te duur wordt. Hierdoor worden de voordelen van slimme gebouwen niet meer gezien”. Deze houding vraagt om een geheel andere benadering binnen de branche, denkt Van Raalte; “Die hele mind set moet om. Je moet veel meer vanuit de eindgebruiker kijken. Hij ziet direct de voordelen van het inzetten van IoT in slimme gebouwen, zoals in/uitschakelende verlichting. Een rol van de branche Gebouw Automatisering ligt dan
ook in het anders krijgen van die mindset”. Hij vervolgt; “We zouden als FHI een rol kunnen spelen, via seminars, workshops en themadagen. Zorg dat de keten bij elkaar komt en dat zij met elkaar gaan spreken. Je kunt het alleen oplossen met een ketendiscussie. Zo maak je inzichtelijk hoe je met een investering van pak ‘m beet tien procent een gebouw slimmer kan maken en je ook nog impact kan hebben op de verduurzaming”.
> Belang voor asset managers Maar ook asset managers moeten meedoen, zegt Van Raalte. “Voor hen is het ook van belang dat een gebouw slim en duurzaam is. Het is een andere verdeling en een andere manier van kijken”. Breder kijkende naar FHI, waar in totaal vijf branches actief zijn, ziet de federatievoorzitter ook veel kansen op kruisbestuivingen. “Gebouw Automatisering kan veel leren van de andere branches, met name industriële elektronica. Daar worden veel IoT-producten geproduceerd. Voor industriële automatisering geldt hetzelfde, omdat deze leden vaak opdrachtgever zijn”. Al met al ziet Van Raalte veel groeikansen voor de jonge Gebouw Automatisering-branche, al kleven er ook wel degelijk problemen aan IoT-technologie. “Gebouw Automatisering heeft een gouden toekomst voor zich, het staat nog echt in de kinderschoenen. We begonnen met verlichting, slimme koelkasten, Google Nest-thermostaten en deurbellen. Wat nog wel onderbelicht wordt, is de veiligheid van IoT-apparatuur. Hoe gemakkelijk er ingebroken kan worden. Daar heeft FHI een belangrijke rol te spelen, in de bewustwording over cybersecurity. Maar daar ligt ook een rol voor alle brancheverenigingen in Nederland. Dat is in het nationaal belang. We moeten dit probleem onder controle krijgen”. <
49
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 49
12-06-19 14:17
SMART MAINTENANCE <
Strukton Controle Centre waar data en menselijke kennis samen komen Foto: Strukton
Optimaliseren
Smart Maintenance Verzameltermen als IoT en BigData zijn niet meer weg te denken binnen de huidige ontwikkelingen in de onderhoudsindustrie. Deze zwerm van gecompliceerde gegevensverzameling opent voor bedrijven vele vernieuwende kansen in Smart Maintenance. In een aantal sectoren is het optimaliseren via digitalisering al diep geworteld, zo ook bij Strukton Rail. Twintig jaar geleden startte zij in de spoorindustrie met deze ontwikkeling. Door het inzetten van inspectie-, monitoring- en meetsystemen verbeteren zij sindsdien de veiligheid, beschikbaarheid en efficiency van railsystemen. Marc Maathuis, Managing Director Maintenance bij Strukton Rail en Strukton Systems, vertelt hoe zij onder andere door partnerships een nieuwe innovatiefase in gaan.
> Skin in the game. “Zowel mijn opa als vader waren beiden machinist voor de Nederlandse Spoorwegen en ik had mij voorgenomen om nooit op het spoor te werken. Blijkbaar trekt het, in combinatie met mijn business en civieltechnische opleidingen, toch.”. Maathuis’ fascinatie voor machines en creëren komen tot uiting in de voor hem zo bekende spoorwereld. Na meerdere functies te hebben bekleed binnen het bedrijf, is hij nu verantwoordelijk voor Global Asset Management en Digitalisations. Deze Homegrown-route is volgens hem kenmerkend voor Strukton en schept een groot draagvlak bij de medewerkers voor het inzetten van innovaties. “Het verhaal dat wij wereldwijd verkopen over Smart Maintenance en onze technologie is iets wat wij zelf ook dagelijks gebruiken. De Australiërs noemen dit ook wel: Skin in the game”. Een ander belangrijk aspect voor het succesvol inbedden, zit volgens Maathuis in de Nederlandse markt. “We zitten in een industrie waarin veiligheid enorm belangrijk is. We zijn dan ook gestart met Smart
Maintenance omdat we zoveel mogelijk mensen van het spoor af willen hebben”. Daarnaast is volgens hem de Nederlandse markt enorm competitief en kun je alleen concurreren door de procesdoorloop veiliger te maken.
> Krachten bundelen. “Wij weten daarnaast dat wij niet alles zelf kunnen. Wij zien veel kleine ondernemers die een ontzettend goed technisch idee hebben. Wij zoeken vooral toegepaste wetenschap die ons kan helpen om slimmer en beter om te gaan met ons onderhoud” voegt de enthousiaste Maathuis toe. Met meerdere projecten toont Strukton Rail al aan dat het verenigen van expertises voor succesvolle innovaties kan zorgen. Zo ontwikkelden ze met Siemens Mobility een applicatie waarmee beginnende storingen in het spoor vroegtijdig worden geconstateerd door automatische beeldherkenningssoftware, artificial intelligence en een videomonitoringsysteem te combineren. Een ander sterk voorbeeld is de samenwerking met het bedrijf Dual Inventive. “Met hun fantastische product zorgen ze voor een versnelde buitendienststelling van het spoor met geïsoleerde blokkering en verbeteren ze de spoorveiligheid. Dit hebben we uitgebreid tot allerlei diensten en producten op het gebied van spoorveiligheid en ook het verzenden van data met de door hen ontwikkelde MTinfo-app”.
50 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 50
12-06-19 14:18
> Vakmanschap als beste asset. Door alle data goed te acquireren en deze wereldwijd te analyseren en te combineren, verkrijgt Strukton nieuwe inzichten om Smart Maintenance en Asset Management te perfectioneren. “We krijgen door onze IoT-tools, bestaande uit onder andere vermogensmeters, en lineaire uitzettingssensoren en andere sensoren, enorm veel data die wel omgezet moet worden naar werkbare informatie”. Dit gebeurt in Nederland om vervolgens opgeschaald te worden naar het buitenland, middels productverbeterende algoritmes. De definities van begrippen als IoT en BigData zijn volgens Maathuis voor elk bedrijf anders. “Wij willen gewoon dat onze systemen met ons praten en het ons vertellen als zij zich niet lekker voelen. Via Smart Maintenance werken wij zo aan een foutloos systeem; het juiste onderhoud doen met minimale energie op het juiste moment. Onze onderhoudsprofessionals zijn hierin onze belangrijkste assets. Ondanks alle technologische ontwikkelingen hebben wij goede mensen nodig om dit alles mogelijk te maken.”. Naast de sensorenspecialist en kennisdragers vers van de universiteit hebben ze volgens Maathuis ook algoritmebouwers nodig. Daarbij heb je praktijkgerichte professionals nodig die al de beschikbare kennis kunnen interpreteren met een goede dosis domeinkennis. “Door ieders vakmanschap mee te nemen in het proces blijf je ook vanuit de praktijk zien hoe het onderhoud slimmer en beter kan. Hierdoor krijgen wij een goed overzicht over de hele keten en kunnen we onze dienstverlening blijvend verbeteren. Zoiets simpels als het invoeren van tablets kan in het begin best voor wat strubbelingen zorgen. Nu krijgen we juist de frustraties te horen dat er op de werklocatie geen 5G netwerk beschikbaar is. Onze mensen willen sneller bij meer data kunnen en bijvoorbeeld ter plekke de storingshistorie zien”. Binnen korte tijd is de houding richting deze implementatie dus omgedraaid en dit geeft Maathuis een gaaf gevoel. > Van elkaar leren. Niet alleen leren bedrijven van de dynamische mix tussen vakmanschap en uitdagende technieken. Dit kan ook door ontwikkelingen in andere industrieën in de gaten te houden. Op het gebied van beschikbaarheid en veiligheid ziet Maathuis overeenkomsten tussen de spoorsector en de chemiebranche. Hun procesinrichting, de middelen die zij gebruiken om inzichten te krijgen, kan volgens hem dan ook een leerbron zijn voor andere sectoren. “Wij kijken zelf bijvoorbeeld naar de agrocultuur. Hoe weet een melkrobot de uiers van de koe te vinden? Dat is een gave techniek en daar kunnen wij nog veel van leren”. Hij gelooft dat alle industrieën kennis bij elkaar kunnen opdoen en dat de moeilijkheid zit in de focus die ieder heeft op zijn eigen werk. Bedrijven zijn vaak op hun hoede om hun gouden formule niet weg te geven. “Daarom is een vereniging als de NVDO goed om kennis te delen en uit te wisselen en tegelijk kun je je USP beschermen. Ik denk dat we als Nederland niet altijd door hebben hoeveel potentie we in onze onderhoudsbranche hebben. In het buitenland zie je heel sterk dat industrieën door de overheid gestimuleerd worden om samen te werken. Het heeft Nederland heel ver gebracht dat we tot dusver vooral met elkaar concurreren, maar we zouden nu als BV Nederland een optimum kunnen vinden tussen concurreren en samenwerken”.
> De volgende stap. Op technologievlak worden de systemen steeds slimmer; dit zorgt voor een sneeuwbaleffect aan vervolgstappen. Maathuis ziet daarnaast veel waarde in procesinnovatie en vanuit hun markt- en bedrijfsontwikkeling kunnen ze, naar zijn inzicht, meer en sneller exporteren naar het buitenland. “Juist omdat we al veel IoT-en en AI-en kunnen we snel opschalen. Door gebruik te maken van de kennis
Marc Maathuis, Managing Director Foto: Strukton
‘Wij willen gewoon dat onze systemen met ons praten en het ons vertellen als zij zich niet lekker voelen’ van onze mensen in Nederland kunnen we snel een business opstarten in het buitenland. Ook kijkt Strukton naar de potentiële groei die 5G met zich mee brengt. “Mensen gaan steeds beter en meer om met technologie en dragen ook verbeteringen aan, merkt hij op. De urbanisatie die nu gaande is, levert ook kansen op voor het bedrijf. Zo was Maathuis kort geleden in Sydney waar een nieuw stadsdeel gebouwd wordt waar 800.000 mensen allemaal naar het Central Business District moeten gaan. Hoe gaat Strukton meewerken aan het vervoeren van deze mensenmassa die gelijk staat aan Amsterdam? “Het levert een enorme hoeveelheid vraagstukken op. Hoe gaan we dit bijvoorbeeld bereiken zonder milieubelastend te zijn? Een geweldig mooie opgave”! <
51
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 51
13-06-19 11:49
VEILIG WERKEN <
Veilig en gezond werken in de Smart Industry De verregaande digitalisering en de inzet van nieuwe technologie brengen ons volop nieuwe mogelijkheden. Wat betekent dit op het gebied van veilig en gezond werken?
De ontwikkelingen in de smart industry richten zich in de eerste plaats op efficiëntere en slimmere manieren van werken, maar hebben ondertussen ook een grote invloed op veilig en gezond werken. Met de veranderingen in werk, veranderen namelijk ook de gezondheids- en veiligheidsrisico’s. Dit werkt twee kanten op. Enerzijds verdwijnen er risico’s, bijvoorbeeld doordat zwaar werk wordt overgenomen door robots. Anderzijds ontstaan er nieuwe risico’s, zoals blootstelling aan nieuwe stoffen waar we de risico’s nog niet volledig van kennen. In de slipstream van de smart industry wordt tegelijkertijd gewerkt aan technologieën die het werk lichter en ook veiliger en gezonder maken.
> Nieuwe technologie voor bestaande risico’s. Op verschillende onderdelen van de STOP-strategie (Substitutie, Technische maatregelen, Organisatorische maatregelen en Persoonlijke maatregelen) levert
de smart industry nieuwe mogelijkheden om veiliger en gezonder te kunnen werken. De inzet van robots (substitutie) kennen we al uit eerdere industriële revoluties, maar beschikbaarheid van data en netwerken zorgt voor een nieuwe generatie die het werk op veel verschillende manieren lichter én veiliger en gezonder maken. Het overnemen van tilwerk door robots betekent minder fysieke belasting voor medewerkers en als de medewerkers ook niet in de buurt hoeven te zijn (organisatorische maatregel), is het gevaar dat iemand iets op z’n hoofd krijgt ook verdwenen. Een robot die laswerk voor ons uitvoert, betekent (uitgaande van goede afzuiging; technische maatregel) dat er geen medewerkers risico lopen op blootstelling aan giftige lasrook. Bovendien voeren robots uit wat er geprogrammeerd is en zullen ze nooit plotseling besluiten om hun vingers in een machine te stoppen om een blokkade ‘even snel’ op te lossen.
> Duurzaam inzetten van menselijk kapitaal. Door de inzet
‘Een robot steekt niet zomaar zijn vingers in een machine’
van exoskeletten, een persoonlijke maatregel, kan het werk worden verlicht waardoor de fysieke belasting afneemt. Bovendien kan het werk langer worden volgehouden; een belangrijke ontwikkeling met het oog op de duurzame inzetbaarheid van mensen. Voor oudere werknemers kan dit betekenen dat ze hun werk (langer) kunnen blijven doen. Een ander voorbeeld van inzet van technologie om veilig en gezond te kunnen werken, is de inzet van sensoren en camera’s. Deze worden bijvoorbeeld ingezet op ‘slimme PBM’s’ (persoonlijke beschermingsmiddelen), zodat de werknemer directe feedback ontvangt bij bijvoorbeeld blootstelling aan stoffen, te hoge of verkeerde fysieke belasting of stress. Hoe smart industry, gericht op efficiëntie, samen kan gaan met een flinke stap in veilig en gezond werken, blijkt bijvoorbeeld uit de ontwikkeling in de landbouw (momenteel in testfase) voor een efficiëntere manier van gewasbescherming. Door middel van een camerasysteem op de veldspuit kan gericht worden gespoten om onkruid te bestrijden. Dit levert veel voordelen op ten opzichte van de huidige techniek, waarbij het hele veld wordt bespoten. Gewenste gewassen blijven behouden,
52 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 52
12-06-19 14:18
de kwaliteit verbetert en er is veel minder chemisch product nodig. Dit is niet alleen goed voor de portemonnee, maar ook voor het milieu én voor de medewerkers. Het product hoeft veel minder vaak bereid en gevuld te worden waardoor de blootstelling enorm wordt verlaagd. Ook medewerkers die het apparaat bedienen worden veel minder blootgesteld aan de chemische producten.
Exoskelet Foto: Health2Work
> Nieuwe risico’s door nieuwe technologie. Nieuwe technologie brengt ook nieuwe risico’s met zich mee. Vanuit de ontwikkelingen die ervoor zorgen dat we plaatsonafhankelijk en 24/7 kunnen werken, is een nieuwe vorm van werkdruk ontstaan: technostress (bekijk ook het webinar over dit onderwerp: https:// www.youtube.com/watch?v=_BzgCukV_pE). 30% van de werknemers in Nederland ervaart een informatieovervloed (bron: TNO – Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2018). Gecombineerd met de globalisering, zorgt dit ervoor dat we continu bezig zijn met ons werk en inmiddels 16% van de werknemers in Nederland met burn-out klachten kampt (Arbobalans 2018). Het kost ons de grootste moeite om het werk los te laten en met deze druk om te gaan. De ontwikkeling gaat sneller dan we ons als mens kunnen ontwikkelen in ons gedrag. Een andere ontwikkeling binnen de smart industry is de platformeconomie, zoals we die kennen van Uber en Deliveroo. Dit zorgt voor een enorme verandering in de arbeidsverhoudingen. In de media verschijnen regelmatig berichten over issues over de rechten en plichten die worden uitgevochten voor de rechter. Individuen krijgen via een informatiesysteem hun werk toegestuurd. Daardoor ontstaat onderlinge concurrentie tussen de werkenden, er is minder toezicht en om voldoende te kunnen verdienen worden langere werkdagen gemaakt en pauzes overgeslagen. Daarbij kenmerken deze diensten zich doordat klanten continu wordt gevraagd om een waardering van de individuele werknemers. Stress ligt ook hier op de loer. Door stress nemen ook veiligheidsrisico’s toe. Ook dit zien we terugkomen in de media, met meldingen over het grote aantal verkeersongevallen waar maaltijdbezorgers bij zijn betrokken. > Wat betekent dit? Met de (geplande) introductie van nieuwe werkprocessen of productiemethoden is het belangrijk om vooraf na te gaan of dit nieuwe risico’s voor de veiligheid of gezondheid van medewerkers met zich meebrengt via de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Wellicht zijn bepaalde maatregelen niet langer nodig, maar kijk vooral ook goed of er nieuwe risico’s zijn waar maatregelen voor moeten worden genomen. Zorg dat eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid als vast onderdeel mee worden genomen bij de aanschaf van nieuwe machines, werkmethodes en hulpmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan geluid of stoffen die worden gebruikt. Ook op het gebied van stoffen, zoals grondstoffen voor producten, smeermiddelen en schoonmaakmiddelen, is er veel ontwikkeling. Bekijk met enige regelmaat of er veiligere alternatieven beschikbaar zijn. Dit kan in de praktijk ook zelfs kostenbesparingen opleveren. De smart industry zorgt voor veel nieuwe mogelijkheden en kan veiligheids- en gezondheidsrisico’s verkleinen, maar vraagt ook om zorgvuldigheid. De inzet van nieuwe werkmethoden en hulpmiddelen zoals slimme PBM’s of een exoskelet heeft effect op werknemers. Het wordt bijvoorbeeld niet altijd als prettig ervaren om continu gemonitord te
‘Nieuwe risico’s vragen nieuwe maatregelen’ worden. Het is belangrijk dat er goed nagedacht wordt over de introductie van nieuwe technologieën. Zorg voor goede informatie over het doel en de voordelen van een hulpmiddel of werkmethode en zorg voor goede voorlichting. Op die manier draagt de smart industry zijn steentje bij aan een veilige en gezonde werkplek en de duurzame inzetbaarheid van werknemers. <
53
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 53
12-06-19 14:18
ONDERHOUD <
Risico gebaseerd onderhoud
maakt je wendbaar
Netbeheerder Stedin is gevestigd in een modern pand aan de Blaak in Rotterdam. Met op de achtergrond een panoramisch uitzicht over de stad vertelt Martin van Hattem, teamleider Operationeel Asset Management, vol energie over zijn vak. Hij ziet zijn team als de link naar de praktijk: ze vertalen instandhoudingsbeleid en lange-termijn plannen naar de operatie en koppelen op hun beurt trends en signalen uit de praktijk terug aan de strategische organisatie. > Mens, data en proces. Die technische mensen zijn en blijven essentieel voor een goede onderhoudsstrategie. “Het is een wisselwerking tussen mensen, data en processen. De verhoudingen zullen veranderen. Er komen meer data en technologieën beschikbaar waardoor de processen veranderen en mensen zich meer baseren op data en algoritmes om besluitvorming te ondersteunen. Het gevolg is dat beslissingen beter en sneller kunnen worden genomen”, voegt Van Hattem toe.
Gasdrukregelaar Stedin Foto: Bram Kloos
Netbeheer is in beweging, daar is iedereen bij Stedin het over eens. Van Hattem; “De energietransitie en digitalisering, bij Stedin komen ze dagelijks samen. We moeten op het scherp van de snede werken om op die ontwikkelingen te kunnen anticiperen. Onderhoud moet en kan een stuk slimmer”.
> Data overload. Digitalisering is een onderwerp dat hoog op de prioriteitenlijst staat bij Stedin. Voor beter inzicht en een betere sturing op de netten, is er binnen Stedin een InnovatieLAB opgezet. “We zien een enorme vlucht aan beschikbare data uit het veld. Steeds meer consumenten hebben slimme meters, maar ook in het net zijn of worden onze assets al uitgerust met sensoren of intelligente monitoringsapparatuur. We moeten experimenteren en leren zodat we optimaal gebruikmaken van al die data, ook in onze instandhoudingsprocessen”. Gezien deze insteek is het geen verrassing dat Stedin ook een data office als afdeling heeft. Data experts binnen de data office zijn van toegevoegde waarde omdat zij helpen om data te vertalen naar informatie. Het zijn echter nog steeds de technische mensen die onderhoud doen en technische risico’s moet kunnen inschatten.
> Energietransitie. Een ander actueel thema is uiteraard de energietransitie. Hoe ga je om met de veranderende vraag naar energie? De netbeheerder heeft een groot verzorgingsgebied en ziet steeds vaker dat lokale ontwikkelingen en omstandigheden een rol kunnen spelen. Van Hattem; “Gezien vanuit onderhoudsperspectief verschilt het enorm voor eenzelfde type installatie wanneer deze bijvoorbeeld in een landelijk gebied staat opgesteld of in een industrieel gebied. De omgevingscondities kunnen een sterke rol spelen in de ontwikkeling van faalmechanismen. Daarnaast zie je dat lokale en maatschappelijke initiatieven, zoals aardgasvrije wijken, er aan bij kunnen dragen dat je de onderhoudsstrategie op lokaal niveau moet bijsturen. Een generieke aanpak voor de gehele populatie van hetzelfde type lukt dan niet meer. Het vraagt om een vernieuwde aanpak”. > Risico gebaseerd onderhoud. De hamvraag is dus: Hoe kun je met je onderhoudsstrategie anticiperen op deze ontwikkelingen? Volgens Van Hattem is het essentieel om het juiste te doen op het juiste moment. “Je hoeft niet alles over een andere boeg te gooien; je moet slimmer werken. Als ISO 55000 gecertificeerde organisatie lag het voor Stedin voor de hand om risico gebaseerd onderhoud toe te gaan passen. Met een FMECA (Failure Mode Effect & Criticality Analysis) breng je in kaart waar je faalmechanismen zitten en welke consequenties die hebben op het gebied van kwaliteit, veiligheid en continuïteit van energie en daarmee voor de klant. Je weet daardoor ook welke assets en welke condities van kritiek belang zijn voor je bedrijfsvoering. Als je deze informatie kunt integreren in je onder-
54 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 54
12-06-19 14:18
houdsmanagementsysteem en kunt koppelen aan je onderhoudsbeleid, kun je ook zien welke invloed het heeft op je onderhoudsstrategie en budgetverdeling. Het gaat er uiteindelijk niet om wat onderhoud kos,t maar om wat het oplevert”.
> Pilot draaien. Van Hattem ging op zoek naar een oplossing die kon helpen met de vertaling van deze ideeën naar de praktijk. Gemba, de huisleverancier van onderhoudsmanagementsysteem IBM Maximo, adviseerde strEAM+. Deze Asset Performance Management (APM) software kan volledig worden geïntegreerd in Maximo. MaxGrip is expert in het optimaliseren van onderhoudsprocessen en is ingezet om alle direct betrokken mensen te trainen en te begeleiden. “We hadden de theoretische studie al gedaan, maar zochten een partij die ons kon helpen om het effectief en efficiënt te implementeren”, aldus Van Hattem. In overleg met MaxGrip koos Stedin voor het proefdraaien met een pilot van zes maanden voor één installatietype elektra en één type voor gas. Ron Rispens van MaxGrip werkte als consultant met Stedin samen. “Werken met een proof of concept of pilot is vaak een goede manier om een begin te maken. Is risico gebaseerd onderhoud de juiste aanpak? En voorziet het systeem in alle wensen? Dat konden we zo goed uitvinden in relatief korte tijd”.
> Resultaten. StrEAM+ heeft een bibliotheek waarmee je kunt standaardiseren. Het is een startstudie waarmee je een asset type dat duizenden keren voorkomt, één keer analyseert. Vervolgens kun je daar lokale varianten mee analyseren. Van het type middenspanningsstation, dat onderdeel uitmaakte van de pilot, heeft Stedin er ongeveer 13.000 in het net. Uit de FMECA bleek dat een deel van deze assets minder frequent onderhoud nodig had. Voor een deel bleef de onderhoudsbehoefte gelijk en voor een beperkte hoeveelheid assets is door omgevingscondities en mate van risico gekozen voor een intensivering van het onderhoud. Voor de gasinstallatie die op de proef werd gesteld, golden soortgelijke resultaten. Van Hattem; “Overall voeren we minder intensief onderhoud uit op deze
‘De verscherpte onderhoudsaanpak van netbeheerder Stedin in tijden van energietransitie’ assettypes. Op basis van de pilot is duidelijk geworden dat we efficiënter kunnen werken en wendbaarder zijn”.
> Business as usual. De pilot was zo succesvol dat Van Hattem ervoor kiest om de aanpak en strEAM+ volledig te integreren in de Asset Management organisatie van Stedin. “We hebben een roadmap opgesteld waarmee we risico gebaseerd onderhoud de standaard maken. Daarbij vormt het een belangrijke basis om deze manier van denken en werken in de hele organisatie te krijgen. Het doel is simpel: Risico gebaseerd Onderhoud moet business as usual worden”. <
Martin van Hattem, Stedin Foto: Vincent van der Pas
55
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 55
12-06-19 14:18
CursusKalender 11/12 september; Organisatie van Onderhoud Tijdens deze intensieve tweedaagse cursus leert u een goed inzicht te krijgen in de belangrijkste aspecten van en methoden/ technieken voor het betrouwbaar organiseren van onderhoud. Gezamenlijk wordt een visie ontwikkeld en u kunt vervolgens in uw bedrijf op een systematische manier aan de slag met uw eigen organisatie en de tijdens de cursus geïdentificeerde verbetermogelijkheden.
Onderwerpen
• Visie op onderhoud en High Reliability Organisaties • Overzicht van belangrijke concepten (bijvoorbeeld: RCM, TPM, 6Sigma, ISO 55000) en hun toepasbaarheid • Installatiestructuur als ruggengraat voor onderhoudsbeheersing
In company mogelijk
• Relatie tussen onderhoud en bedrijfsresultaten (ROI, RONA, EBIT, Cashflow) • Samenwerking Onderhoud, Productie en Engineering • Soorten Onderhoud en relatie met budget en registratie • Hoe kunnen kritieke installaties en delen daarvan geïdentificeerd worden? • Onderzoeken van storingen en oorzaken • Systematieken om betrouwbaar onderhoud te faciliteren • Opstellen van een onderhoudsplan • De verschillende functies en functionarissen in Onderhoud • Functietyperingen en functieomschrijvingen • Onderhoud door Productie • Ontwerpen van een betrouwbare Organisatiestructuur • Kenmerken van een betrouwbare organisatie en de weg daar naar toe
11/12 september; Basisopleiding Lageronderhoud Kennis hebben van deze direct beïnvloedbare factoren kan onmiddellijk resulteren in standtijd verlenging van (vaak de meest kritisch onderdelen van uw installatie) de lagers en een hogere betrouwbaarheid van uw installatie. Begrippen als belasting, rollichamen, draagvermogen, toerental en speling worden uitvoerig behandeld. Dit is de basis van de wentellagertechniek. Wat is de functie van de kooi en welke soorten kunnen we onderscheiden? U maakt kennis met het ISO-passingstelsel. Uiteraard gaan we uitgebreid in op de verschillende typen wentellagers. U ziet hoe lagers zijn opgebouwd en hoe specifieke kenmerken hen geschikt maken voor verschillende applicaties. Deze opleiding bevat naast een theoretisch deel ook een, op deze kennis gebaseerd, praktisch deel.
Doel
De deelnemers worden in deze tweedaagse training in staat gesteld de problemen, verbonden aan het gebruik van lagers, te begrijpen en de verschillende lagertypen en –aanduidingen te herkennen. Daarnaast raken de deelnemers vertrouwd met de juiste en veilige gereedschappen voor de verschillende montage- en demontagemethoden en het smeren van lagers. Ze zullen ook beter in staat zijn lagerschades te analyseren en te voorkomen. Na de praktische oefeningen zullen de deelnemers de materie echt beheersen!
Onderwerpen
• Lagertechnologie, de verschillende materialen, welke loopbaancontacten, draaggetallen en toerentallen • Wentellager aanduidingen, wat betekenen alle cijfers en letters • Lager karakteristieken, welk type lager voor welke toepassing en waarom • Passingen en toleranties, aan welke afmetingen dient het lager te voldoen • Monteren en demonteren van lagers op een juiste en veilige methode • Lagersmering en methodes, welk vet, nasmeer-interval en nasmeerhoeveelheid • Lagerschade Analyse en belangrijk hoe te voorkomen
56 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 56
12-06-19 14:18
Start 12 september; Leergang Life Cycle Value Life Cycle Value, het creëren van waarde over de gehele levensduur van een asset, is voor bedrijven een uitdaging, zeker gezien het feit dat de Europese industrie en de infrastructuur aan het vergrijzen zijn. Tegelijkertijd moet in een globaliserende industrie de concurrentiekracht van de verouderende assets omhoog en wordt er steeds meer gevraagd van bestaande infrastructuur. Daardoor komt er meer aandacht voor modernisering, levensduurverlenging en vervanging. Meer aandacht dus voor een optimale inzet van een asset over de totale levensduur of langer! Het sturen op Life Cycle Value zorgt ervoor dat de prestaties van de assets stabiel blijven of zelfs verbeteren, ondanks dat de assets verouderen. Daarbij wordt continue gezocht naar het economisch optimum: uptime verhogen, kosten verlagen en investeringen optimaliseren, terwijl belangrijke thema’s zoals safety, health,
In company mogelijk
environment en quality control niet aan aandacht mogen verslappen. Gelukkig zijn er momenteel diverse methoden, technieken en werkwijzen voorhanden die hierbij kunnen ondersteunen. Om een duurzame implementatie hiervan te realiseren zijn prestatiemanagement en verandermanagement van groot belang.
Opzet
Het programma bestaat uit zes modules, waarbij de eerste vijf modules bestaan uit een middag/avond sessie van 16.00 tot 20.00 uur en de laatste module uit een volledige dag. De leergang gaat uit van “action learning”, hetgeen betekent dat de onderwezen theorie met oefeningen en praktijkcases wordt ondersteund. Naast handvatten om de geleerde werkwijzen en technieken in de praktijk te implementeren, ontwikkelt de cursist een strategie en plan om daadwerkelijk binnen de eigen onderneming in te voeren.
25/26 september; Maintenance Engineering in de Praktijk De Maintenance Engineer moet snel kunnen schakelen tussen de details van de dagelijkse problemen en beschikt over een helikopterview om een compleet overzicht van die gesignaleerde problemen te krijgen. Tenslotte moet hij zijn voorstellen voor eventuele oplossingen duidelijk en overtuigend kunnen presenteren. De taak van de maintenance engineer is om verstoringen in het productieproces en het onderhoudsproces te herkennen, te elimineren en vooral te voorkomen. Daartoe is er veel samenwerking nodig met andere bedrijfsfuncties.
Doel
Het doel van deze cursus is om de (toekomstige) maintenance engineer in zijn dagelijkse werk een goede ondersteuning te bieden.
Onderwerpen
Dag 1 • De plaats en functie maintenance engineering in de organisatie • Het takenpakket van de maintenance engineer • De relatie tussen de onderhouds- en productiefunctie
In company mogelijk
• Het afstemmen van productie- en onderhoudsdoelstellingen • De kern van maintenance engineering: borgen en verbeteren van de prestatie van produktiemiddelen • De gereedschapskist van de maintenance engineer • Het analyseren en reduceren van storingen • Het opstellen van verbeterplannen Dag 2 • Het doel en het ontwerpen van onderhoudsconcepten • Van onderhoudsconcept naar onderhoudsbeheersing • Praktijkvoorbeelden onderhoudsconcept • Het invoeren van onderhoudsconcepten in de eigen organisatie • Het borgen en bijsturen van onderhoudsconcepten in de praktijk • De invloed van onderhoudsconcepten op het bedrijfsresultaat • De effectiviteit en de efficiëntie van de maintenance engineer
57
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 57
12-06-19 14:18
Waarde creëren over de hele levenscyclus, ook bij Cargill Cargill Incorporated biedt wereldwijd voedsel, landbouw, financiële en industriële producten en diensten aan. De zetmeel en zoetstoffen divisie voerde op acht van zijn productielocaties in Europa een onderhoudsverbeteringsproject uit met als belangrijkste doel de efficiëntie van het werk van de onderhoudsafdelingen te verbeteren. De resultaten van het programma zijn goed: verhoogde efficiëntie van de werkzaamheden en lagere onderhoudskosten van de fabrieken die aan het programma hebben deelgenomen. Het begon met het vaststellen van een Maintenance & Reliability framework waarin alle onderhoudsprocessen en best practices zijn vastgelegd. Daarna vond de kick off plaats, de zogenaamde Great Asset Management Experience (GAME). Alle onderhouds-, productieen plantmanagers speelden deze onderhoud- en assetmanagementsimulatie in teams met als doel het creëren van waarde voor het bedrijf over de gehele levenscyclus. Tegelijkertijd leerden zij waarom de benodigde verandering noodzakelijk was en werd daarmee het noodzakelijke draagvlak gecreëerd. Daarna werd op alle locaties een assessment met benchmark uitgevoerd om site-specifieke verbeteringsprogramma’s te definiëren en haalbare doelen te stellen.
Waardevolle resultaten Het project werd gekenmerkt door een harde en een zachte kant. Prestatiemanagement werd gebruikt om inzicht te verschaffen in KPI's en om de noodzakelijke verbeteringen te identificeren en te realiseren. Daarnaast zijn er ook zachtere elementen toegevoegd, zoals een assessment van de veranderbereidheid, de skill-will-analyse en stakeholder-analyse. Waar nodig werden mensen in het veld gecoacht om de beoogde gedragsverandering teweeg te brengen. Volgens Antonio Di Felice, Maintenance & Reliability Manager Cargill CSST, is de efficiëntie van de uitvoering met 10-20 procent verhoogd en is er ook een positief effect op de extra beschikbare productiecapaciteit.
Het sturen op Life Cycle Value zorgt ervoor dat de prestaties van de assets stabiel blijven of zelfs verbeteren, ondanks dat de assets verouderen. Daarbij wordt continue gezocht naar het economisch optimum: uptime verhogen, kosten verlagen en investeringen optimaliseren, terwijl belangrijke thema’s zoals safety, health, environment en quality control niet aan aandacht mogen verslappen. Gelukkig zijn er momenteel diverse methoden, technieken en werkwijzen voorhanden die hierbij kunnen ondersteunen. Om een duurzame implementatie hiervan te realiseren zijn prestatiemanagement en verandermanagement van groot belang. Op 12 september start de Leergang Life Cycle Value i.s.m. Mainnovation Het programma bestaat uit zes modules, waarbij de eerste vijf modules bestaan uit een middag/ avond sessie van 16.00 tot 20.00 uur en de laatste module uit een volledige dag. De leergang gaat uit van “action learning”, hetgeen betekent dat de onderwezen theorie met oefeningen en praktijkcases wordt ondersteund. Naast handvatten om de geleerde werkwijzen en technieken in de praktijk te implementeren, ontwikkelt de cursist een strategie en plan om daadwerkelijk binnen de eigen onderneming in te voeren.
Keuzes of Balans Naast het optimaliseren van de efficiëntie en operationele kosten (OPEX) tijdens de exploitatie, is het duidelijk dat een goed vervangingsbeleid ook grote impact heeft op de technische staat van de installaties en de daarmee gepaard gaande efficiëntie van de uitvoering. Een betere technische staat leidt immers tot minder ongeplande stilstanden. Hier gaat het om de zogenaamde investeringsuitgaven (CAPEX), waaronder grotere technische modificaties en vervangingen. Maar hoe bepaal je de juiste balans tussen deze operationele uitgaven (OPEX) en de verjonging van het installatiepark (CAPEX)? Optimaliseren van de onderhoudskosten is èèn, maar het balanceren van CAPEX en OPEX is zo eenvoudig nog niet. Naast het verlagen van de investeringskosten, kan hier ook waarde worden gecreëerd door de levensduur van de installatie te verlengen. Een levensduurverlenging van een installatie vertraagt een herinvestering met één of meerdere jaren. Het rentevoordeel over deze jaren (ervan uitgaande dat het geld gedurende die jaren op de bank gezet kan worden) is een belangrijke waardebijdrage aan het bedrijf. Er is tevens sprake van een levensduurverlenging als een bestaande installatie een geheel nieuwe functie krijgt door een modificatie. Ook in dat geval is een investering in een nieuwe installatie met één of meerdere jaren uitgesteld. Door een goede balans aan te brengen in de meer strategische keuzes op het gebied van investeringen en het optimaliseren van de exploitatie, wordt waarde gecreëerd over de hele levenscyclus van het installatiepark <
58 juni 2019
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 58
12-06-19 14:18
SEE VITAL SIGNS. TAKE VITAL ACTION. In de wereld van Ultimo draait alles om beheerprocessen en de software die u daarvoor nodig hebt. Als u de maintenance verantwoordelijke bent, wilt u niets liever dan dat uw assets u continu vertellen wanneer het volgende preventieve onderhoud nodig is, welke werkzaamheden op stapel staan, welke contractverplichtingen aan de orde zijn of wat de exacte locaties van uw installaties zijn. Ultimo zorgt ervoor dat de cruciale signalen over uw assets worden doorgegeven. Zodat u ze ziet en daadkrachtig kunt handelen. Are you listening?
Al uw assets vertellen hun verhaal. Maar luistert u hier wel naar? Weten hoe u uw assets en objecten kunt live-linken? Stel uw vraag aan sales@ultimo.com
Live-link your assets and facilities.
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 59
12-06-19 14:18
PILZ adv NVDO GOED:PILZ adv NVDO GOED
29-05-2019
08:43
Pagina 1
NIEUW! Pilz WeCare Veiligheid en productie in één
Your automation
Verhoog uw productie en veiligheid met WeCare van Pilz
1
WeCare Standaard
✓Gratis telefonische ondersteuning tijdens kantooruren
✓Repair & Spare services
✓Premium Care: 24/7 bereikbaar
2
WeCare Premium
✓Techsupport op locatie incl. afgesproken responsetijden
✓Repair & Spare incl. voorraadgaranties
✓Online ondersteuning
3
WeCare
Maintenance
✓Preventief onderhoud ✓Voorspellend onderhoud
✓Periodieke fimware-updates
4
WeCare Inspection & Validation
✓Periodieke inspectie van noodstropcircuits
✓Periodieke inspectie van veiligheidsfuncties
✓Netwerkmetingen SafetyNET P
op afstand
CONSULTANCY & ENGINEERING
✓Plantscan ✓Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E)
✓Veiligheidsconcept ✓Veiligheidsdesign ✓Systeemintegratie ✓Trainingen
(TeamViewer)
Verhoog Veiligheid & Productie Kijk op pilz.nl/services voor meer informatie en een volledig overzicht van onze diensten.
Pilz Vianen T. 0347 320 477 | info@pilz.nl | pilz.nl/services
11656 NVDO_VAM 2019-3.indd 60
12-06-19 14:18