12 minute read
VAN GF-EMMERTJES NAAR GROENZUILEN
from GRAM oktober 2021
by NVRD
In 2017 is de gemeente Deventer begonnen met pilots om het groente- en fruitafval en etensresten (GF-afval) apart op te halen in de hoogbouw en in de binnenstad. Emmertjes met GF-afval werden aan de deur opgehaald door een moderne ‘schillenboer’. De ervaringen van de pilots zijn meegenomen in het nieuwe Grondstoffenplan 2020 – 2024. Hoewel de pilots in 2020 nog liepen, werden voor de uitrol naar de hele gemeente de GF-emmertjes verruild voor groenzuilen met een toegangspas. Fokke Hoogland van de gemeente Deventer geeft aan dat het de wens van de gemeenteraad was om groenzuilen te plaatsen.
TEKST: DE AFVALSPIEGEL IOV RIJKSWATERSTAAT BEELD: GEMEENTE DEVENTER
Advertisement
Deelnemers aan de pilots (één in de binnenstad, één in de hoogbouw) kregen een 2,2-liter keukenafvalbakje voor op het aanrecht, een 25-liter inzamelemmer en composteerbare zakjes. De inzamelemmertjes konden bij de voordeur (binnenstad) of op verzamelplekken (hoogbouw) neergezet worden. Deze werden door de ‘schillenboer’ opgehaald. In de binnenstad hebben 196 van de 411 huishoudens meegedaan, in het proefgebied van de hoogbouw 130 van de 218. Naast het hoge serviceniveau en het extra milieurendement is het GF scheiden ook direct gunstig voor de portemonnee. Deventer is namelijk een gemeente met diftar. Door het GF-afval apart te houden, daalt de hoeveelheid restafval en hoeft minder vaak weggebracht te worden. Een win-win situatie en een oplossing met een hoog draagvlak, aldus Hoogland.
EVALUATIE VAN DE PILOT IN 2018
De pilots zijn zeer positief bevonden. De deelnemers gaven de proef het rapportcijfer 9. Ze waren tevreden over de geleverde inzamelmiddelen. Daarnaast leverde het een zeer schone afvalstroom op. Uit het evaluatierapport blijkt dat de afvalscheiding daadwerkelijk is verbeterd. Er is een afname vastgesteld van het aandeel GF in het restafval en een toename van het aandeel GF in het GFT-afval. In een jaar tijd is er onder deelnemende huishoudens uit de binnenstad 90 kilogram GFT per huishouden aangeboden en 131 kilogram in de hoogbouw.
In 2020 zijn de pilots voortgezet, maar in afgeslankte vorm. Eind 2018 is namelijk besloten dat de pilots verlengd werden met enkele aanpassingen totdat het nieuwe grondstoffenplan is geïmplementeerd. GFinzameling is nog steeds onderdeel van de service, maar er zijn enkele aanpassingen gedaan: de composteerbare zakjes zijn niet meer gratis. De aanrechtbakjes en de composteerbare zakjes waren vanaf die tijd te koop in de supermarkt. Voor de hele gemeente is gekozen voor groenzuilen bij hoogbouwcomplexen en in de binnenstad. Uit een enquête onder alle inwoners is gebleken, dat 75% van de bewoners, die gebruik maken van een ondergrondse container voor restafval en GFT, bereid is om het groente- en fruitafval naar een aparte container te brengen.
DE GROENZUILEN
Er worden een kleine honderd zuilen geplaatst; inmiddels zijn er 77 in gebruik. Deze keuze is gemaakt op basis van positieve ervaringen in de binnenstad en een Europese richtlijn die aangeeft dat per 2024 bij alle huishoudens GF apart ingezameld moet worden. In de binnenstad waren al enkele zuilen geplaatst. Die zijn altijd vol en het GF-afval heeft een hoge kwaliteit. Bang voor vervuiling is de gemeente niet. Hoogland: “Er is een toegangspas, dat geeft een soort psychologische barrière”. Bovendien is de opening klein en past er dus geen restafvalzak in. Er worden wel minder diftar-inkomsten gehaald uit het restafval als de zuilen een succes worden. De gemeente heeft dit scenario door laten rekenen en er wordt gehoopt op neutrale inkomsten.
HET NIEUWE GRONDSTOFFENPLAN
De gemeente voldoet al ruim aan de landelijke norm van 100 kilogram restafval per inwoner (91 kilogram in 2020). Toch kan het nog beter. Het restafval bestaat nog steeds voor 21% uit groente- en fruitafval en etensresten en voor ongeveer 10% uit PMD. In november 2020 heeft de gemeente de laatste beslissingen genomen voor het nieuwe grondstoffenplan. Naast het plaatsen van de groenzuilen komen er afvalcoaches, campagnes en monitoring van het PMD. Er wordt ingezet op communicatie rondom het scheiden van PMD (in de hele gemeente) en GF-afval (hoogbouw en binnenstad). Een pilot rondom de inzet van afvalcoaches is gestart in 2021. Naast monitoring van de PMD-kwaliteit wordt er ook gelet op bijplaatsingen en illegale stort.
ENTHOUSIASME IS EVIDENT: ELKE EXTRA KILO IS MILIEUWINST MOBIELE MILIEUSTRAAT IS HOT
Het mobiele scheidingsstation blijkt een uitgelezen communicatiemiddel om het gesprek met inwoners aan te gaan en afval zoveel mogelijk te voorkomen. Het milieurendement van per inwoner ingezamelde grondstoffen is van ondergeschikt belang. Drie gemeenten vertellen.
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND
De Grondstoffen en Afvalstoffendienst (GAD), dat bij zeven gemeenten in de Gooi en Vechtstreek het afval inzamelt, had eind 2017 de primeur met het mobiele scheidingsstation. De vraag kwam vanuit Wijdemeren, waar inwoners te ver van de vier vaste milieustraten afwoonden. Samen met leverancier KTK werd een mobiele oplossing ontwikkeld. “Ons hoofddoel was de witte vlekken te dichten bij de inzameling van klein huishoudelijk afval, dat volgens onze sorteeranalyses nog in het restafval belandde”, vertelt beleidsadviseur afval en grondstoffen Inger van Gelderen medio september tijdens een eerste webinar in het licht van het Grondstoffencongres in maart volgend jaar. “We halen dus geen andere stromen op, zoals restafval, papier, PMD, textiel, gft en glas.”
De mobiele milieustraat bestaat uit een kleurrijk bestickerde zeecontainer met aan beide zijden luiken over de volle breedte en uitneembare zijwanden. De zeecontainer, die via een haakarmwagen wordt ver-
GAD had eind 2017 de primeur met het mobiele scheidingsstation. Beeld: GAD
plaatst, is uitgerust met zonnepanelen die een kleine papierpers en een shredder voor piepschuim aandrijven (totale prijskaartje inclusief zonnepanelen en bestickering: circa 65 duizend euro). Het mobiele inzamelstation wordt wekelijks ingezet op zo’n tien locaties, voornamelijk winkelcentra, en bij losstaande evenementen. “De grootste fractie die we ophalen”, vertelt Van Gelderen, “zijn kleine elektrische apparaten, zoals de elektrische tandenborstel en de föhn die mensen al snel bij het restafval doen.” Op een grafiek laat ze zien dat de hoeveelheid in 2019 is gegroeid naar bijna 7700 stuks, in 2018 nog maar zo’n 3900 apparaten. De andere hardlopers zijn frituurvet, ijzer en kleine plankjes en tuinhout. In 2019 is een vol jaar met het station gedraaid en kwamen zo’n 2400 inwoners hun afval brengen. “In dat jaar zijn we ook gestart met het mobiel inzamelen van klein chemisch afval, omdat inwoners verf aanboden en we geen ‘nee’ wilden verkopen.”
Bij het mobiele scheidingsstation kwamen zo’n 150 inwoners langs met lege handen, puur om zich te laten informeren. “Het station ontpopte zich zo tot een geschikte plek om onze communicatieboodschap over afvalscheiding over de bühne te brengen. Dat was mede een reden om met het mobiele concept te beginnen”, zegt Van Gelderen, die ook nadelen noemt. “De inzet van een haakarmvoertuig is lastig, want daarmee ben je minder flexibel. Dus dat vereist een goede planning. Ook moet er genoeg ruimte zijn om het station ergens op te stellen. Voor een standplaats is een vergunning nodig. In de ene gemeente ging dat sneller dan in de andere. Verder is het aantal bezoekers heel aardig, al valt dit in het niet vergeleken met de bezoeken aan de vaste milieustraten. Maar voor een bezetting van twee operators is het toch te rustig. Daarom willen we terug naar één beheerder die we ook op willen leiden tot afvalcoach. De tijd dat de wagen staat opgesteld willen we terugbrengen tot tweemaal drie uur om de inzamelperiodes korter en intensiever te maken.” In de coronaperiode is het station anderhalf jaar lang niet ingezet. Komend najaar wil de GAD er weer vol mee in bedrijf en het concept uitbreiden met circulaire lokale initiatieven, zoals een repaircafé voor elektrische apparaten en reparaties van fietsen en kleding. “Vanuit Wijdemeren kregen we volop vragen over wanneer we weer langskomen”, zegt Van Gelderen, die het mobiele scheidingsstation beslist als een succes ziet, “maar voor het aantal bezoekers en de ingezamelde kilogrammen moet je zoiets niet doen. Het gaat om het grote verhaal eromheen.”
OPENBARE RUIMTE
Haagse Milieuservice (HMS) koos voor een geheel andere aanvliegroute van het mobiele concept. De afvalinzamelaar participeert met de gemeente Den Haag in de zogeheten Opruimdagen. De insteek hiervan is het schoonhouden van de openbare ruimte en het voorkomen van bijplaatsingen en illegale afvaldumpingen. Hierin kreeg ook het mobiele scheidingsstation een plek, dus niet om primair een betere afvalscheiding te realiseren. In 2021 staan twaalf van deze Opruimdagen op de agenda. “Een van de mogelijke redenen waarom inwoners hun afval bijplaatsen bij milieuparken of gewoon op straat zetten is dat de vaste milieustraten voor hen te ver weg zijn”, licht manager operatie Pieter Kaltner toe. “Ook de slechte sociale binding in wijken speelt een rol. Onze stad kent veel arbeidsmigranten, die hier maar tijdelijk zijn of nieuw zijn. Het mobiele inzamelconcept zetten we dan ook in om de Opruimdagen eveneens te combineren met bewustwording en participatie.”
De Opruimdagen zijn omlijst met een uitgebreide communicatie via de social media en de ludieke filmpjes op HaagseHanden. nl, om zo aandacht voor het afvalprobleem te vragen. Naast een vergelijkbaar mobiel inzamelstation als dat van de GAD, zet Den Haag op een Opruimdag mobiele afvalcontainers, kraakperswagens voor grofvuil en speciale wagens voor wit- en bruingoed en klein chemisch afval in. Op de Opruimdag komt ook de kringloopwinkel met de eigen vrachtwagen langs voor de herbruikbare spullen. Op elke locatie staat een koffie- en informatiekraam. “Zo’n dag is immers een uitgelezen moment om het met je inwoners over afvalscheiding,
INGER VAN GELDEREN, GAD: “ DE GROOTSTE FRACTIE DIE WE OPHALEN ZIJN KLEINE ELEKTRISCHE APPARATEN, ZOALS DE ELEKTRISCHE TANDENBORSTEL EN DE FÖHN DIE MENSEN AL SNEL BIJ HET RESTAFVAL DOEN. ”
In 2020 ontving de GRIP-wagen ruim 28 duizend aanbieders die 116 duizend kilo aan grondstoffen aanboden. Beeld: Rova
hergebruik en de waarde van grondstoffen te hebben”, zegt ook Kaltner. “Er worden folders en gadgets uitgedeeld, zodat mensen thuis nog een reminder hebben waarom voorkomen van afval belangrijk is. In stadsdelen als Scheveningen of het centrum is het natuurlijk erg lastig om een plek voor de wagens te vinden. De openbare ruimte is er krap en bewoners moeten er ook de auto nog kwijt kunnen. Te voet kun je geen grofvuil inleveren. In de buitenwijken is het eenvoudiger. We zoeken dan ook naar kleinschaligere oplossingen.”
Ook voor HMS geldt dat de baten niet tegen de kosten opwegen. “We gaan niet zoveel grondstoffen ophalen dat het scheidingsresultaat zich terugverdient. Ook lopen we aan tegen ons eigen succes. We moeten de bakken heel vaak tussentijds wisselen. De containers voor elektronisch afval lopen erg hard. Inzet van mensen en middelen kost altijd geld. Ook heb je gekwalificeerd personeel nodig. Als je klein chemisch en gevaarlijk afval inneemt, moet er iemand met de juiste papieren staan. Desondanks blijft het een fantastisch middel om in de wijken te communiceren, en dat was onze insteek. We vinden de kostenkant in dat opzicht niet relevant. De bewustwording groeit, zien we. Op plekken waar we de Opruimdagen organiseren, neemt het aantal bijplaatsingen af. Het blijft belangrijk om inwoners te faciliteren. We gaan ermee door zolang zij de meerwaarde ervan inzien. Dat het onderaan de streep minder oplevert, nemen we voor lief.” HMS wil het aantal inzamelmomenten gaan vergroten door onder meer vaste staanplaatsen voor op markten aan te vragen. “Ook willen we onze inzet zoveel mogelijk beperken tot piekmomenten, bijvoorbeeld als mensen van hun werk komen, zodat we ergens niet de hele dag hoeven te staan. We monitoren op dit moment of dat zin heeft. Dat zou in kosten kunnen schelen.”
GRIP-WAGEN
Ook ROVA heeft zich laten inspireren door de GAD, laat beleidsadviseur afval en grondstoffen Rik Hardenberg weten. Bij het afvalsamenwerkingsverband van 23 gemeenten in Midden- en Oost-Nederland leidde de inspiratie tot de ‘GRIPwagen’ (GRondstoffen-Inzamel- en InformatiePunt). De vraag om een mobiel inzamelpunt kwam uit de Zwolse raad, die zich aan de bijplaatsingen ergerde en eveneens vond dat het afvalbrengstation niet voor alle inwoners goed bereikbaar is. “Verder gaf de raad de opdracht mee dat de toepassing geen extra geld mocht kosten, dus we moesten erg creatief zijn”, vertelt Hardenberg. De ervaringen van de GAD dat het met het mobiele station met haakarm lastig manoeuvreren is, was reden een flexibelere variant te zoeken. De GRIP-wagen is een afgeleide van de KCAwagen, waarmee klein chemisch afval bij inwoners thuis werd opgehaald. “Ondanks de hoge service kregen we maar vijftig aanmeldingen per week. We besloten deze wagen effectiever in te zetten. De GRIPwagen is een uitgebreide KCA-wagen. De kosten vielen hierdoor erg mee.”
De twaalf locaties die de wagen afrijdt, zijn markten en een aantal winkelcentra met supermarkten in Zwolle en Hattem. “Bij het bepalen van de locaties dachten wij als een marktkoopman. Waar en wanneer treffen we de meeste klanten? Ook wij merken dat het af en toe moeilijk is voor een bepaalde plek een vergunning te krijgen. Verder werken we prima samen. De gemeente is aandeelhouder in ROVA en is graag bereid om de standplaatsen aan te passen, als dat voor de wagen nodig is”, zegt Hardenberg.
KAARSVET
De GRIP-wagen is modulair ingericht en dat geeft ROVA de vrijheid op basis van inwonersbehoefte wijzigingen in de ingezamelde stromen aan te brengen. Zo kwamen er twee opmerkelijke stromen bij: kaarsvet en cd’s. Het idee hiervoor kwam van het kringloopbedrijf dat deze producten goed kan hergebruiken en vermarkten. “Het is trouwens niet zo dat we iets per definitie weigeren als de GRIP-wagen het niet inzamelt. Inwoners brengen wel eens een luchtbed, omdat ze denken dat dit bij het harde kunststof hoort. Wel hebben we graag dat het aangeboden afval in een boodschappentas past.” Opvallend genoeg zamelt ROVA 3,5 keer meer klein gevaarlijk afval in dan met het oude systeem. Dat is ook de stroom die het hardst loopt, daarna komen de elektrische apparaten. “Vlakglas bleef achter, dus de grote bak die we gebruikten hebben we voor een minicontainer ingeruild”, zegt Hardenberg.
In 2020 ontving de GRIP-wagen ruim 28 duizend aanbieders die 116 duizend kilo aan grondstoffen aanboden, dat is meer dan een kilo per inwoner, en dat was ook het doel. Het totale inwonersaantal van Zwolle zit rond de 100 duizend. Een zelfde aantal inwoners bezocht de wagen om informatie te vragen. In een bewonersonderzoek kreeg het concept een 8,4. “Een mooi cijfer. Belangrijk voor ons is dat tweederde van de gebruikers aangaf de GRIP-wagen te hebben leren kennen, omdat ze hem hebben zien staan en rondrijden. Dat is precies waar we op hadden ingezet met het in het oog springende ontwerp. De wagen is een bekende verschijning in het straatbeeld. Mede omdat we op vaste tijden ergens staan, doorgaans aan het eind van de middag, en van dat rooster wijken we niet af. Inwoners waarderen het dat ze voor een kleine hoeveelheid afval niet naar het afvalbrengstation hoeven. Zo’n 35 bewoners gaven aan dat hun afval anders bij het restafval zou belanden. Met die milieuwinst zijn we heel blij. Het belangrijkst is dat we onze boodschap uit kunnen dragen dat we afval moeten scheiden. We zijn zichtbaar en we kunnen ons profileren. Het mooie is dat mensen ook gewoon voor een praatje met onze chauffeur langskomen. Dat zorgt voor verbondenheid en dat is precies een van onze kernwaarden.”