8 minute read

INTERNATIONAAL ONDERZOEK LAAT ZIEN DAT DE INZET VAN SCHONE INZAMELVOERTUIGEN NOG BEPERKT IS

Vorig jaar heeft de NVRD een project geïnitieerd waarbij internationaal is gekeken naar de inzet van duurzame voertuigen bij de inzameling van afval. Duurzaam aangedreven voertuigen zijn noodzakelijk om de klimaatdoelen te behalen. Wereldwijd vinden steden ook de verbetering van de luchtkwaliteit een belangrijk doel. Met duurzaam aangedreven bedoelen we inzamelvoertuigen die emissievrij zijn of op een duurzame brandstof rijden zoals CNG of HVO100.

TEKST: PETER DE LAAT BEELD: KEES VAN DE VEEN/ANP

Advertisement

Het onderzoek is gestart om de belemmeringen en valkuilen te onderzoeken bij de introductie van duurzame inzamelvoertuigen. In oktober 2021 hebben wij u gevraagd deel te nemen middels een enquête. Reagerende steden werden benaderd voor een interview door het Engelse adviesbureau Frith Consultants Ltd om in aanmerking te komen voor een casestudy. Gedurende het onderzoekstraject zijn naast steden ook diverse voertuigfabrikanten en particuliere inzamelorganisaties benaderd. Zij hebben hun mening en ervaringen in het rapport gedeeld. In Nederland hebben Groningen, Rotterdam, RMN en Kampen actief bijgedragen aan het project.

De conclusie is dat in veel landen de brede inzet van schone inzamelvoertuigen nog in de kinderschoenen staat. Wereldwijd is er ook een diversiteit in de toegepaste brandstof/energie. Elektriciteit, waterstof, biodiesel en CNG worden veel ingezet maar zijn afhankelijk van de plaatselijke beschikbaarheid en laadfaciliteiten. In het onderzoek worden de toegepaste brandstoffen of energie niet qua effect met elkaar vergeleken; vooral de opstartproblemen en ervaringen worden gedeeld.

BELEMMERINGEN

Een aantal landen, waaronder Nederland, neemt steeds meer initiatieven voor grootschalige inzet van schone inzamelvoertuigen. Belemmeringen zijn meestal de tijd en het budget benodigd om de laad-/ vulfaciliteiten aan te leggen en om daarvoor een geschikte locatie met voldoende capaciteit te vinden. Het maakt nogal een verschil of er één pilotvoertuig wordt ingezet of een hele vloot. Laadsnelheid en aanpassing van de logistiek zijn daarnaast belangrijke factoren; bestaande routes en stalling vereisen aanpassingen.

De aanwezigheid van en ondersteuning door geschikte voertuig- en opbouwleveranciers blijkt tevens noodzakelijk om van een pilotproject op te schalen naar bredere inzet. De voertuigen worden steeds betrouwbaarder maar levertijden variëren. De toegepaste technieken zijn relatief nieuw en worden steeds verder doorontwikkeld en daarmee efficiënter. Internationaal gezien is de verwachting dat voor elektrisch aangedreven voertuigen de energie-inhoud van de accupakketten flink zal toenemen en daardoor de inzetduur en actieradius stijgen. Het is daarnaast de verwachting dat het aantal producenten van fuelcells voor de toepassing van waterstof toeneemt zodat een grotere beschikbaarheid ontstaat.

PRIJZEN

Met een bredere inzet van duurzame voertuigen en dus stijgende productieaantallen zullen de aanschafprijzen en bedrijfsvoeringskosten dalen. De hoge aanschafprijs van duurzame inzamelvoertuigen is voor een aantal reagerende steden nu nog een argument voor uitstel. De prijs is soms tot driemaal de aanschafprijs van een dieselvoertuig. In veel landen probeert de overheid daarom met subsidie en wetgeving duurzaam inzamelen te stimuleren. Aandachtsfactor na inbedrijfstelling is de energie-/brandstofprijs. Een monopoliepositie kan de prijs opdrijven en een project financieel onwerkbaar maken. Belangrijk is ook te constateren dat alle energie/brandstof duurzaam dient te worden geproduceerd; duurzaamheid stopt niet bij de stadsgrenzen. Voor een objectief kostenvergelijk is het natuurlijk belangrijk alle kosten gedurende de totale gebruiksduur van het voertuig te bepalen. In enkele casestudies wordt gesteld dat ondanks de hoge aanschafkosten de Total Cost of Ownership (TCO) op de lange termijn die van de traditionele dieselvoertuigen benadert. In het openbaar vervoer is dat bij stadsbussen met het inmiddels voorbije Europese ZeEUS project al zichtbaar geworden.

Wij zien het onderzoek als een ijkpunt in de tijd bij de verdere wereldwijde toepassing van duurzame voertuigen in de afval-/grondstofinzameling. Wilt u graag het gehele gedetailleerde Engelstalige onderzoeksrapport ontvangen, stuur dan een mailbericht aan vanwunnik@nvrd.nl.

Over de auteur: Peter de Laat is projectleider van het onderzoek.

Vuilniswagen op waterstof bij het tankstation in de stad Groningen.

GEBUNDELD INZAMELCONCEPT IN DE BINNENSTAD IN OPKOMST AL HET RESTAFVAL IN ÉÉN WAGEN

Gebundeld bedrijfsafval inzamelen draagt bij aan een schone en verkeersveilige stad. Gemeenten die meedoen aan Green Collective, zijn enthousiast maar er is ook veel geleerd. ‘Je moet als gemeente niet de lead willen nemen.’

TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: GREEN COLLECTIVE

Cruciaal vanuit gemeentelijk perspectief is dat gemeente en inzamelaars elkaar weten te vinden op de wens een schone en gezonde leefomgeving te realiseren.

Waar voor het huishoudelijk afval doorgaans één inzamelaar actief is, mogen bedrijven kiezen wie ze inschakelen om van hun afvalstromen af te komen. Het resultaat is een bonte schare van inzamelvoertuigen van uiteenlopende bedrijven in de drukke binnensteden, wat verkeersdrukte, schadelijke emissies en geluidsoverlast geeft en de veiligheid ondermijnt. In 2018 beet Haarlem het spits af met een prachtidee: haal het bedrijfsafval in de binnenstad samen op in een gedeeld voertuig. Onder de naam Green Collecting gingen GP Groot, PreZero, Renewi en het publieke Spaarnelanden samen de rolcontainers met restafval en oudpapier bij ondernemers in de binnenstad ophalen in een gedeeld voertuig. Later dat jaar ging ook Gouda hiermee aan de slag, ditmaal onder de noemer Green Collective, met PreZero en Renewi als de drijvende krachten.

In de loop van 2020 zijn Bergen op Zoom, Roosendaal en Amsterdam en sinds vorig jaar ook Venlo en Rotterdam met

Green Collective gestart. Sinds juni doet ook Arnhem mee, Leeuwarden, Deventer en Maastricht volgen binnenkort. In Deventer, en in dezelfde route ook een deel van Apeldoorn, wordt naast bedrijfsrestafval papier en karton ingezameld. “Het begint echt te lopen”, constateert Gerard Veldhuijzen van Green Collective tevreden, operationeel manager bij Renewi. “Inmiddels beschikken we over een blauwdruk die we nu over het land uitrollen, getoetst aan de criteria van de Nederlandse Mededingingsautoriteit. We hebben een schoon en veilig en ook een slim concept, want we kunnen de meest efficiënte inzamelroutes plannen.”

VERTROUWEN

De kiem van Green Collective ligt in de Green Deal Zero Emissie Stadslogistiek (ZES) uit 2016 waar ruim 200 partijen, waaronder PreZero en Renewi, bij zijn aangesloten. Doel is een emissievrije stadslogistiek vanaf 2025. In de geest van de Green Deal ZES is in mei ook OpenWaste® gestart, een coöperatieve samenwerking van twaalf afvalinzamelaars, waaronder GP Groot. In welke gemeenten zij aan de slag gaan, is nog niet bekend. Voor gemeenten en bedrijven die aan Green Collective mee willen doen, ligt een plan van aanpak met een samenwerkingsovereenkomst klaar. Een cruciaal onderdeel hiervan is geheimhouding. “Vertrouwen is belangrijk, deelnemers werken immers met elkaars klantgegevens. We hebben een team, dat erop toeziet dat alles correct verloopt”, legt Veldhuijzen uit. Inmiddels wordt een ICT-platform getest om de informatiesystemen van de deelnemers te koppelen. Op basis van een nulmeting wordt aan de hand van halfjaarlijkse evaluaties vastgesteld welke resultaten er zijn geboekt. Veldhuijzen laat een staatje over 2021 zien met de duurzaamheidswinst van de eerste vijf initiatieven: samen zijn ze goed voor 127 duizend vermeden transportkilometers, 200 ton CO2-reductie en zo’n 60 duizend liter uitgespaarde diesel. Op een handvol elektrische inzamelvoertuigen na rijdt het merendeel met Euro6-diesels. “Vergeet niet dat dit een tussenstap is, we zijn op weg naar zero-emissie.”

AFVALKETEN

In Amsterdam is ook programmamanager Anita Numan bij de directie Afval en Grondstoffen positief over de deelname aan Green Collective. “Het is evident dat er veel winst te behalen valt”, verwijst ze naar de recente evaluatie. In een gebied rond de Dam en het Rokin haalt de gemeente samen met de twee afvalbedrijven sinds najaar 2020 het bedrijfsafval samen op. De CO2-emissies van het drietal in het inzamelgebied zijn met 47 procent afgenomen. Het aantal verkeersbewegingen is gehalveerd. Vanwege het grote marktaandeel kon de eigen gemeentelijke inzameldienst zo’n 450 klanten inbrengen. Rond de tien procent van de ondernemers in het gebied doet mee. “Financieel kunnen we de plussen en minnen tegen elkaar wegstrepen. De gezamenlijke uitvoering vergde wel de nodige afstemming. Ieder moest de inzet van eigen personeel en voertuigen plannen. In de aanloop was voor ondernemers veel onduidelijk.” Cruciaal vanuit gemeentelijk perspectief, stelt Numan, is dat gemeente en inzamelaars elkaar weten te vinden op de wens een schone en gezonde leefomgeving te realiseren. “Dat we de inzet van grote vrachtwagens beperken, is prima. Op termijn moeten we wel naar een schonere en fijnmazigere stadslogistiek toe met kleinere elektrische voertuigen en andere inzamelvormen.”

CO2-UITSTOOT

In Venlo kan ook beleidsadviseur mobiliteit Dieter Schepers mooie resultaten laten zien. De gemeente is inmiddels een vol jaar actief en het aantal ritten van PreZero en Renewi is met de helft teruggegaan, wat maandelijks twee ton minder CO2-uitstoot oplevert. De Venlose binnenstad was qua bedrijfsafvalaanbod te klein voor de twee inzamelaars achter Green Collective, daarom worden ook de omliggende wijken meegenomen (zo’n 880 bedrijven). “Ons is het er natuurlijk om te doen zo min mogelijk vrachtverkeer in de binnenstad te hebben. De straten zijn daar zo smal dat de wagens van de verschillende inzamelaars ’s ochtends op elkaar moeten wachten. Ons droomscenario is dat al het bedrijfsafval met één voertuig wordt opgehaald.” In het verleden deed de gemeente pogingen om afvalinzamelaars te verenigen, maar dat liep op niets uit. “Wat we als gemeente hebben geleerd is dat je niet de lead moet willen nemen. Inzamelaars weten alles van hun afval. Als je scherpe kaders gaat stellen, is dat lastig voor hun businessmodel. Het is begrijpelijk dat ze hun klantgegevens af willen schermen. In dat opzicht biedt de geheimhoudingsverklaring van Green Collective uitkomst. We hopen nog steeds dat er meer inzamelaars mee gaan doen, maar dat moet wel uit eigen beweging gebeuren.”

MAASSTAD

Rotterdam, dat nu bijna een jaar bezig is, gaat binnenkort met Green Collective om de tafel om de resultaten op een rij te zetten”, vertelt adviseur inzameling en hergebruik Dixie Hoek. In de Maasstad doen in voorlopig nog een beperkt deel van het centrum bijna duizend bedrijven mee (goed voor ruim duizend ledigingen). De gemeente heeft zo’n twintig klanten ingebracht, waar ze bedrijfsafval in rolcontainers inzamelt. De meeste klanten via het Bedrijfsreinigingsrecht bieden hun restafval in ondergrondse containers aan. “Voor de klanten met een rolcontainer maakt de komst van Green Collective weinig verschil. Voor enkelen is de ophaaldag gewijzigd, maar dat was geen probleem.” De komende evaluatie moet meer zicht geven op hoe het Green Collective-model kan groeien. Rotterdam wil vanaf 2025 voor een groot deel van de gemeente een zero-emissiezone voor vrachtverkeer invoeren. “We willen het huidige gebied uitbreiden en we zien graag dat er meer inzamelaars aanhaken”, zegt Hoeks collega en adviseur mobiliteit Jos Streng. “De hele afvalbranche moet zich ervan bewust zijn dat gebundeld inzamelen veel oplevert. Wat we nu doen is een prima start, maar we zijn er nog lang niet. Verder moeten we naar meer afvalstromen opschalen. Als je ook die kunt bundelen, maak je pas echt impact.”

“CRUCIAAL VANUIT GEMEENTELIJK PERSPECTIEF IS DAT GEMEENTE EN INZAMELAARS ELKAAR WETEN TE VINDEN OP DE WENS EEN SCHONE EN GEZONDE LEEFOMGEVING TE REALISEREN.”

This article is from: