5 minute read
HOOGSTEDELIJKE WONINGBOUWOPGAVE VRAAGT FRISSE BLIK OP AFVALINZAMELING
from GRAM augustus 2022
by NVRD
Tot 2030 zijn in Nederland ruim één miljoen nieuwe woningen nodig. Een uitdagende bouwopgave, die voor een aanzienlijk deel in bestaand hoogstedelijk gebied moet worden gerealiseerd. De gebruikelijke afvalinzamelsystemen zijn daarvoor niet zonder meer passend. Adviesbureau Stantec begeleidde de afgelopen jaren diverse gemeenten en projectontwikkelaars in de zoektocht naar geschikte oplossingen. Een overzicht van de belangrijkste do’s en don’ts.
TEKST: JUDITH BELTMAN BEELD: GUUS SCHONEWILLE/ANP
Advertisement
Kenmerkend voor nieuwe hoogstedelijke wijken zijn de grote bebouwingsdichtheid met (zeer) hoge gebouwen, de combinatie van woon-, werk- en verblijfsfuncties én de focus op duurzaamheid. Openbare ruimte is schaars en wordt bij voorkeur ingericht als autoluwe, groene verblijfsruimte voor bewoners en gebruikers. Het legen van ondergrondse containers met zware voertuigen past daar niet in en het af- en aanrijden van bedrijfsafvalinzamelaars al evenmin. Maar hoe kan het beter? Het vinden van een alternatief vereist dat het thema afval vroegtijdig wordt meegenomen bij de ontwikkeling van een gebied, dat alle relevante stakeholders daarbij aan tafel zitten én dat er consensus is over de criteria waaraan het nieuwe systeem moet voldoen.
OPSTELLEN AFWEGINGSKADER
Hoe eerder de afvalinzameling op de agenda staat, hoe breder het palet aan oplossingen dat in theorie toepasbaar is. De eerste stap bij het maken van een afweging is het scherp formuleren van de gezamenlijke ambities. Is het doel de kwaliteit van de openbare ruimte te optimaliseren en moet de inzameling daarom uit het zicht plaatsvinden? Of staat het maximaliseren van het scheidingsresultaat voorop en draagt zichtbare afvalscheiding daar juist aan bij? En zijn er koppelkansen met andere logistieke stromen, zoals de pakketbezorging? Aanvullend daarop is inzicht in vaststaande operationele randvoorwaarden essentieel: is het gebied autoluw en daarom uitsluitend toegankelijk voor licht verkeer, welke eisen stelt de inzameldienst, bieden ondergrondse parkeervoorzieningen ruimte voor afvallogistiek en - niet onbelangrijk - wat zijn de financiële kaders? Door op deze manier met alle publieke en private stakeholders het speelveld in kaart te brengen, ontstaat een helder afwegingskader voor het vervolg van het proces. Essentieel daarbij is écht alle partijen te betrekken - anders vallen op voorhand kansrijke innovaties later vaak alsnog af.
MOGELIJKE OPLOSSINGEN
Pas als de uitgangspunten helder zijn, komen de concrete oplossingen in beeld. Is ‘uit het zicht inzamelen’ bijvoorbeeld een leidend principe, dan is een Ondergronds Afval Transportsysteem (OAT) een mogelijke optie. Daarbij gaat het afval via een ondergronds buizenstelsel naar een ‘afvalhub’ aan de rand van het gebied. Voordeel is dat er geen zichtbaar afvaltransport in het gebied plaatsvindt. Nadeel van een dergelijk systeem is het relatief kostbare en weinig flexibele karakter. Vanuit het oogpunt van scheidingsresultaat is een OAT niet per definitie de beste keuze. Zichtbaar scheiden met een hoog serviceniveau biedt in dit verband mogelijk betere kansen. Door álle afvalsoorten hoogfrequent in ieder complex op te halen, is het mogelijk een aantrekkelijke openbare ruimte te realiseren én flexibel te sturen op goede afvalscheiding, bijvoorbeeld door in te zetten op sociale bewijskracht. Het transport binnen het plangebied kan plaatsvinden met geschakelde elektrische karren, analoog aan het bagagetransport op luchthavens. Dergelijke voorbeelden laten zien hoe uit de leidende principes voor het gebied mogelijke oplossingen voor de inzameling volgen.
INNOVATIEVE ELEMENTEN
Bij het overwegen van oplossingen is het uiteraard van belang een brede scope te hanteren en innovatieve elementen niet op voorhand uit de weg te gaan. Denk bijvoorbeeld aan een voedselrestenvermaler, een instrument dat naar verwachting een positief effect heeft op het scheidingspercentage van GFE. In Nederland is met deze techniek nog weinig ervaring opgedaan, maar in onder meer de Verenigde Staten is het gebruik ervan al jaren gemeengoed. Hoewel het elders toegepaste concept zeker niet één-op-één te kopiëren is, lijkt het ook in Nederland kansen te bieden. Een ander voorbeeld is het inpandig toepassen van mini-perscontainers. Het verdichten van afval beperkt het inpandige ruimtebeslag, terwijl zwaar verkeer voor de lediging niet nodig is. Tot slot is ook het combineren van de afvalinzameling met pakketbezorging een innovatieve oplossing die in theorie kansen biedt.
GEDRAG VRAAGT AANDACHT
Een belangrijk aandachtspunt bij álle bestaande en nieuwe oplossingen is aandacht voor communicatie en gedrag. Uit een recente casestudie in het kader van een onderzoek aan de Radboud Universiteit Nijmegen blijkt dat hier nog veel winst te boeken is. Het aloude credo: ‘schoon houdt schoon’ is daarbij onverminderd van toepassing. Het realiseren van inzamelmiddelen in een schone, aantrekkelijke én veilig toegankelijke omgeving draagt positief bij aan de scheidingsresulta-
ten. Bij het werken met een afvalhub in een gebouw is daarbij onder meer het moment van lediging cruciaal. Het onbeheerd aanbieden van inzamelmiddelen in de openbare ruimte leidt zowel binnen als buiten tot bijplaatsingen. Dit pleit er voor de inzamelmiddelen op het moment van lediging uit de hub te laten halen door een conciërge of de inzamelaar. Daarnaast is ook structurele en begrijpelijke communicatie over de wijze van inzamelen van groot belang. In complexen waar de traditionele afvalkalender niet geldt, is dit nog wel eens een ondergeschoven kindje. Met als gevolg dat de ingezamelde stromen vervuild zijn of afval op straat belandt. Koppeling met de informatievoorziening over andere gebouwvoorzieningen, bijvoorbeeld via een bewonersapp, biedt in dit verband kansen.
EN BEDRIJFSAFVAL?
Een complex onderdeel van de afvalinzameling in hoogstedelijk gebied betreft het bedrijfsafval. De complexiteit zit zowel in de onzekerheid over het toekomstige aanbod als in de juridische belemmeringen bij het gecombineerd inzamelen van huishoudelijk en bedrijfsafval. Als het gaat om bedrijfsafval kan de gemeente een stimulerende, regulerende of uitvoerende rol aannemen. Stimuleren kan bijvoorbeeld door een gebiedsorganisatie te ondersteunen bij het aangaan van een collectief bedrijfsafvalcontract. Deelname hieraan kan aangemoedigd worden door de inzamelkosten te verdisconteren in de lidmaatschapskosten van de gebiedsorganisatie. Reguleren is mogelijk door in de afvalstoffenverordening regels op te nemen voor de inzameling van bedrijfsafval en/of een milieuzone in te stellen. Tot slot biedt het reinigingsrecht mogelijkheden om als gemeente zelf de uitvoering ter hand te nemen. In dat geval is het noodzakelijk het inzamelsysteem voor huishoudelijk afval voldoende ruim te dimensioneren voor een onvoorspelbaar bedrijfsafvalaanbod.
DE JUISTE BRIL
Al met al komt er veel kijken bij het realiseren van vernieuwende oplossingen voor de afvalinzameling in hoogstedelijk gebied. Het succes staat of valt bij vroegtijdige samenwerking van uiteenlopende partijen én de bereidheid afgewogen risico’s te nemen bij het realiseren van nog niet bewezen oplossingen. Van groot belang daarbij is steeds te blijven kijken naar de ambities voor een gebied als geheel en ook de financiering in dat brede perspectief te plaatsen. Wanneer uitsluitend door de bril van een efficiënte inzameling wordt gekeken, vallen innovatieve oplossingen veelal vroegtijdig af wegens praktische complicaties en de hogere kosten dan gebruikelijke systemen.
Over de auteur: Judith Beltman is Senior Consultant Waste & Resources bij Stantec.
Meer informatie over de rol van gemeenten bij de inzameling van KWD-afval is te vinden op de recent gepubliceerde ‘Informatiekaart inzameling KWD in binnenstedelijk gebied’. Deze is te downloaden op www.vangbuitenshuis.nl