Jaarverslag 2015
Vertrouwen in de toekomst Op 9 juli 2015 is het Nationaal Onderwijsmuseum door minister Bussemaker van OCW heropend. Na de sluiting in april 2012 in Rotterdam verhuisde het museum naar Dordrecht. In de jaren daarna is hard gewerkt aan de totstandkoming van het nieuwe museumgebouw, de verhuizing van de omvangrijke collectie en het uitwerken en vormgeven van het nieuwe museumconcept. Kort voor de jaarwisseling 2014 -2015 werd het nieuwe museumgebouw, De Holland, bouwkundig opgeleverd. De museumstaf heeft met hulp en inzet van velen - waaronder vrijwilligers en stagiairs - het museum in korte tijd klaargemaakt voor het publiek. Er staat nu een nieuw museum, met drie aansprekende tentoonstellingen, een museumcafé en een museumwinkel. Inmiddels zijn er tal van publieksactiviteiten voor uiteenlopende doelgroepen. In het korte half jaar van 2015 dat het museum voor publiek open was, waren er ruim 20.000 bezoekers. Een mooi aantal, waar het museum heel tevreden over is en in lijn is met wat bij een iets latere openingsdatum verwacht mocht worden. Na heropening is direct verder gewerkt aan het uitbouwen van de educatieve programma’s en de randprogrammering bij de tentoonstellingen en activiteiten. Daarnaast is veel geïnvesteerd in het opzetten en uitvoeren van het museumcafé, de museumwinkel en de zaalverhuur om het eigen verdienvermogen verder te ontwikkelen. Een en ander moet de toekomstbestendigheid van het museum in de komende jaren ondersteunen. Financieel opereert het museum nog steeds op een smalle basis. Daar wil het de komende jaren in samenwerking met zijn stakeholders verandering in brengen.
Fotografie Thymen Stolk
Ondanks de grote inzet die de inrichting van het nieuwe museum heeft gevraagd, is in 2015 het werk aan de collectie niet vergeten en werden meer voorwerpen dan ooit uit de collectie gedigitaliseerd en ontsloten. Daarnaast is het ontzamelen van de collectie voortgezet en heeft het museum door de grotere naamsbekendheid te maken gekregen met een explosieve stijging van het aanbod aan schenkingen. Er blijft voor de komende jaren nog genoeg te wensen over. De uitvoering van de museumtuin en de verdieping van het tentoonstellingsaanbod zijn daar voorbeelden van. Met de positieve reacties van bezoekers en gebruikers over de eerste maanden op zak ziet het museum de toekomst met vertrouwen tegemoet. Tijs van Ruiten directeur | bestuurder
voorwoord
tentoonstellingen bezoekers educatie en onderwijs collectie en onderzoek publiciteit en communicatie gebouw en inrichting personeel en organisatie vooruitblik
tentoonstellingen Het museum is in juli 2015 heropend met drie nieuwe presentaties, die de nieuwe koers van het museum en de aantrekkingskracht voor een groot publiek goed neerzetten. Daarbij is in samenwerking met de vormgevers de bijzondere aard van het museumgebouw steeds als inspiratie gebruikt. De eigen collectie van het museum staat bij de presentaties centraal. Onderwijs - over vroeger, voor later, van nu Onderwijs is voor iedereen herkenbaar. Iedereen herinnert zich het schoolgebouw, die ene leraar en de meisjes en jongens met wie je samen op trok. In de vaste tentoonstelling Onderwijs - over vroeger, voor later, van nu is er veel aandacht voor ‘het persoonlijke’. In korte filmpjes vertellen mensen, jong en oud, hun ervaringen en herinneringen. Rapporten met mooie cijfers, piepkleine spiekbriefjes, schriften met krullen en herkenbare schoolplaten: meer dan 4000 objecten uit de collectie zijn te zien. Ze tonen de breedte en de rijkdom van ons onderwijs, laten het verleden én het heden zien. MOOI, gemaakt voor het onderwijs De tentoonstelling Mooi, gemaakt voor het onderwijs laat bijzondere objecten uit de collectie van het Onderwijsmuseum zien. Bijzonder, omdat ze zo bruikbaar bleken, omdat ze mooi zijn vormgegeven en oorspronkelijk met de hand vervaardigd zijn. De collectie van het Onderwijsmuseum bestaat uit 350.000 objecten. Allemaal voor het onderwijs gemaakt door illustratoren, fotografen, uitgevers, kunstenaars, leraren en leerlingen. Deze objecten zijn vaak massaproducten, objecten die we allemaal herkennen omdat ze zo massaal in de school aanwezig waren, maar tegelijkertijd vaak ook een mooi voorbeeld van kunstnijverheid zijn. Grow Up! Over tieners en schoolagenda’s Tijdelijke tentoonstelling voor de duur van een jaar. De tentoonstelling Grow Up! geeft een uniek kijkje in het opgroeiende tienerbrein. Opeenvolgende generaties puberende scholieren van 1950 tot nu geven in hun agenda een tijdsbeeld weer. De wereld door de ogen van scholieren. Volgeplakt en volgeschreven, vlekken, kreuken, krassen, de agenda is in zijn bestaan een uiterst persoonlijk lifestyle-document geworden: ‘Dit ben ik’.
Pubers dragen het met zich mee van de brugklas tot en met het eindexamen, een belangrijke periode van identiteitsvorming. Dit alles is terug te vinden in de tentoongestelde agenda’s. De tentoonstelling en tentoonstellingsgids zijn ontworpen door Bureau Caspar Conijn, Ilona Laurijsse en Lawrence de Graaff. Van de tentoonstelling Grow Up! zijn twee kleinere tentoonstellingen te zien geweest in Dordrecht; • Intree Dordrecht (VVV Dordrecht), juli – november 2015. • Bibliotheek AanZet, 30-11-2015 t/m 11-01-2016. Externe tentoonstellingen Het Nationaal Onderwijsmuseum hecht veel waarde aan collectiemobiliteit. Ook in het verslagjaar zijn op verzoek van andere musea grote en kleine bruiklenen verleend en tentoonstellingen samengesteld. Tentoonstellingen in andere musea met collectie en ondersteuning van het Nationaal Onderwijsmuseum gemaakt: • Van Buiten leren, Comenius en de schoolplaten van Koekkoek: Comenius Museum in Naarden, 17 april 2014 half februari 2015. • GEIT ZEEP DOES; een expositie over bijzondere leesplankjes: Scheepstra Kabinet in Roden, voorjaar 2015 – maart 2016. • Het Groningen van Cornelis Jetses: Noordelijk Scheepvaartmuseum in Groningen, 4 oktober 2014 – 15 februari 2015. fotografie Ronald van den Heerik
bezoekers In 2015 bezochten in totaal 24.085 mensen het nieuw geopende museum in Dordrecht of één van de satelliettentoonstellingen in het land. 20.492 mensen bezochten het museum in gebouw De Holland. 3.593 bezoekers bezochten een van de satelliettentoonstellingen bij andere musea, waar objecten uit de collectie van het museum te zien waren.
Verdeling over hoofdcategorieën in 2015 Bezoekers museum Educatie/schoolgroepen (in en buiten het museum) Lezingen en activiteiten Zaalverhuur Externe tentoonstellingen
16.276 987 1.592 1.637 3.593
Totaal
24.085
Bezoekersprofiel 2015 Groepen MJK, ICOM, Vrienden Volwassenen Families, groepen Kinderen t/m 12 jaar 13 tot 18 jaar Vrijkaarten (relaties, vrienden e.d.) Kortingskaarten (acties)
Aantallen 8.648 4.596 945 1.331 345 321 127
Totaal
16.313
Lezingen Vanaf de heropening van het museum startte het museum weer met het organiseren van maandelijkse lezingen rond het onderwijs en/of de jeugdcultuur . Elke eerste woensdag van de maand zijn bezoekers welkom en het museum verheugt zich in een toenemende groep geïnteresseerden, die zich in heeft geschreven voor de lezingen-nieuwsbrief. We startten in september met een lezing door architect Kees Rouw over het nieuwe pand ‘De Holland’, waar het museum sinds december 2014 in gevestigd is. In oktober hield onderzoeksjournalist Anja Vink een lezing over de problematiek rond zwarte en witte scholen. De Amerikaans-Nederlandse historicus Benjamin B. Roberts vertelde in november over zijn boek Seks, Drugs en Rock ’n Roll in de Gouden Eeuw, jeugdcultuur in de Gouden Eeuw. Coördinator collectie en onderzoek Jacques Dane sloot in december het jaar af met de lezing ‘De vele gezichten van Sinterklaas’. fotografie Robert Vos
educatie en onderwijs Met de aanvang van het nieuwe schooljaar is het museum gestart met het uitvoeren van de eerste educatieve programma’s. Het educatief beleid voorziet in een reeks programma’s voor het onderwijs, die in een doorlopende leerlijn vanaf het niveau van de buitenschoolse opvang tot het hoger en wetenschappelijk onderwijs reikt. Het educatief aanbod voor het onderwijs bestond in 2015 uit het volgende programma’s: - Uitvinders gezocht (BSO) - Zoals de monniken schreven (BSO) - Hoera, met Beer in het museum! (BSO) - School is van alle tijden (groep 3 t/m 8 PO) - Middeleeuwse praktijken (groep 5 t/m 8 PO) - Jeugdjournaal 2.0 (groep 7/8 PO en onderbouw VO) - Een reis door het onderwijs van vroeger en nu (MBO) - Onderwijs – over vroeger, voor later, van nu (HBO, WO) Daarnaast biedt het museum gastlessen aan voor het primair onderwijs (groep 3 tot 8) en worden gastcolleges voor het MBO, HBO en WO verzorgd, die op verzoek als maatwerk worden aangeboden. De programma’s worden voor en mét het onderwijs ontwikkeld. Hiervoor heeft de educator contact met diverse onderwijsinstellingen en -professionals. Zo is het museum in 2015 o.a. met de leerkrachten en de interne cultuurcoördinator van de naburige basisschool De Horizon een samenwerking aangegaan. Door de inhoudelijke input van deze onderwijsprofessionals wordt het educatief aanbod van het museum nog beter afgestemd op de wensen en behoeftes van de leerkrachten. Ook worden alle educatieve programma’s voor het primair onderwijs met de leerlingen van deze school getest en geëvalueerd.
De museumlessen versterken hiermee niet alleen de kerndoelen van SLO1, maar ook de leerdoelen die de leerkrachten zelf gesteld hebben. Behalve met het primair onderwijs zijn er ook contacten gelegd met de PABO-opleiding2 Dordrecht (onderdeel van Inholland hogescholen) en de opleiding Onderwijsassistent van het Da Vinci College. Het doel van de samenwerking is om een duurzame relatie met het onderwijs aan te gaan, waarbij het museum zijn maatschappelijke relevantie waarmaakt. Het museum biedt enerzijds vanuit historisch perspectief een inhoudelijke bijdrage aan de ontwikkeling van de onderwijsprofessionals van morgen en probeert anderzijds reeds in een vroeg stadium de onderwijzers en onderwijsassistenten van de toekomst kennis te laten maken met museumeducatie. Dit om daarmee cultuuronderwijs in het hart van het onderwijs te helpen verankeren. In totaal bezochten 890 kinderen, leerlingen en studenten en 74 begeleiders het museum. Specifiek gaat het om kinderen van de buitenschools opvang (78), leerlingen uit het primair (414) en voortgezet onderwijs (39), studenten van het middelbaar beroepsonderwijs (240), hoger beroepsonderwijs (75) en wetenschappelijk onderwijs (44). Rondleidingen Volwassenen Het Nationaal Onderwijsmuseum biedt rondleidingen door de tentoonstelling in gebouw De Holland aan. Naast de instaprondleidingen in het weekend, worden tevens rondleidingen op aanvraag verzorgd. Tijdens bijzondere aangelegenheden, zoals Monumentendag, zijn er tevens speciale thematische rondleidingen. In de periode van juli t/m december 2015 zijn in totaal 168 groepen in en door het museum rondgeleid.
1 Stichting Leerplan Ontwikkeling 2 Pedagogische Academie BasisOnderwijs
Vakantie-activiteiten Vanaf de heropening in juli 2015 heeft het Onderwijsmuseum, middels de programmering tijdens de schoolvakantie, families op een ongedwongen manier kennis laten maken met de unieke en authentieke objecten en de bijzondere tentoonstellingen. Samenwerking met bedrijven en andere (culturele) instellingen had hierbij een versterkend effect. Zo is er bijvoorbeeld tijdens het programma van de herfstvakantie inhoudelijk aansluiting gezocht bij het thema van de Kinderboekenweek 2015 (‘Raar maar waar’) en is het museum een samenwerking aangegaan met de Bibliotheek Aanzet. Daarnaast heeft het museum, door mee te gaan in de infrastructuur van de Rabo-museumkidsweek, een landelijk platform en bereik gehad.
fotografie Jan Tito
collectie en onderzoek De collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum is met ruim 350.000 voorwerpen omvangrijk. Het museum beschikt over twee depots. 90 % van de collectie is opgeslagen in het Stadsdepot van de gemeente Dordrecht. Dit depot voldoet aan de hoogste eisen die aan een museumdepot mogen worden gesteld. Een groot deel van de meubelcollectie, de reizende tentoonstellingen en het bruikleenmateriaal dat met grote regelmaat wordt uitgeleend is opgeslagen in een depot in Zwijndrecht. Dit depot is weliswaar niet museaal geklimatiseerd, maar voldoet wel aan de minimale eisen die aan het zorgvuldig behoud van deze collectieonderdelen gesteld mogen worden. Veiligheid en risicobeheersing collectie Doordat een groot deel van de collectie in het Stadsdepot van de gemeente Dordrecht is opgeslagen, maakt het museum als gebruiker van het depot gebruik van de protocollen die gelden bij het Dordrechts Museum. De inbraak en brandveiligheid is via de gemeente en het Dordrechts Museum geborgd. Eind 2015 is het traject voor de verkrijging van de titel ‘Geregistreerd museum’ afgerond. Begin 2016 vindt een audit plaats door het Museumregister. Ontsluiten Het ontsluiten van de collectie van het museum is een zaak van lange adem. In dit verslagjaar is de gehele bibliotheekcollectie, 47.937 titels, overgezet van het datasysteem X-ref naar TMS. Hierdoor worden alle objecten in het museum nu via hetzelfde systeem ontsloten. Uit kostenoverwegingen is besloten om met de aanschaf van de nieuwste versie van TMS te wachten tot deze ook webbased beschikbaar is. In totaal zijn in 2015 12.135 boektitels ingevoerd en zijn 10.160 objecten via TMS ontsloten.
In het kader van het project Metamorfoze is de basisinventarisatie van de collectie Noordhoff afgerond en is 80 % van de naar schatting 25.000 prenten en tekeningen gedigitaliseerd. In totaal zijn ruim 88.000 objecten en boeken via TMS ontsloten. Als het huidige tempo voor het ontsluiten van de collectie kan worden vastgehouden, kan over tien jaar de basisregistratie zijn afgerond. Ontzamelen Direct met het ontsluiten van de collectie wordt ook werk gemaakt van het ontzamelen. Dit gebeurt per deelcollectie. Het museum volgt hierbij waar mogelijk de LAMO (Leidraad afstoten museale objecten). Door de aard en omvang van de te ontzamelen deelcollecties gaat het hierbij ook vaak om bulkontzameling. Hierin werkt het museum samen met de Stichting Onterfd Goed. Via Onterfd Goed is een deel van onze collectie schoolplaten op stok toegankelijk gemaakt. Circa 1000 titels zijn met behulp van studenten van de Reinwardt-academie gefotografeerd en beschreven. Hiervan worden ca. 200 schoolplaten niet meer opgenomen in de collectie en via Onterfd Goed aan het publiek ter adoptie aangeboden. Schenkingen - inkomend Het aantal schenkingen dat het museum krijgt aangeboden, is altijd groot geweest. Sinds de opening van het museum is door de toegenomen naamsbekendheid echter sprake van een enorme toename. Wekelijks worden ruim dertig schenkingen aan het museum aangeboden, veelal bestaande uit tien objecten of meer. Van de aangeboden objecten wordt ca. 5% daadwerkelijk in de collectie opgenomen. In een enkel geval kan hierdoor een soortgelijk object uit onze collectie worden afgestoten.
Een korte selectie uit de aangenomen schenkingen; - De langdurige bruikleen 19e-eeuwse (school)platen en bijbehorende literatuur van prof. dr. Jo Thijssen is omgezet in een schenking. - Boekencollectie Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. - Grote verzameling gebundelde opstellen van leerlingen over hun schooltijd van leraar Kees Weltevreden. - Fotoalbum en verslag van een reis naar de Verenigde Staten van onderwijsman en schoolboekenauteur Gilles van Hees (18911955). - Voormalige collectie Pedologische Instituut Rotterdam, afkomstig van Bibliotheek Rotterdam. - 52 schoolplaten, laatste decennia, diverse onderwerpen, Duurzaamheidscentrum Weizigt. - Muziekboekencollectie. Schenkingen - uitgaand Via het ontzamelingstraject voor de collectie wordt altijd geprobeerd collectieonderdelen bij andere musea en collectiehoudende instellingen onder te brengen. Voorwaarde is wel, dat de af te stoten objecten daadwerkelijk gebruikt en tentoongesteld worden. In 2015 zijn de volgende grote schenkingen aan andere instellingen gedaan; - Stichting UTOPA in Leiden (Kinderrechtenhuis), objecten en meubilair voor schoolklas eind 19e eeuw. - Zuiderzeemuseum, Enkhuizen, objecten en compleet interieur twee schoolklassen in het schooltje van Kollum. NB. Een langdurige bruikleen is omgezet in een schenking. - Museum voor dovenonderwijs in Sint Michielsgestel, inrichting schoollokaal.
Collectiemobiliteit Een grote collectiemobiliteit is voor een museum met een nationale collectie heel belangrijk. Het Nationaal Onderwijsmuseum verleent jaarlijks honderden voorwerpen in bruikleen aan collega-musea. In vrijwel alle gevallen gaat het om omvangrijke bruiklenen. De belangrijkste uitgaande bruiklenen in 2015 gingen naar de onderstaande instellingen: - - - - - - - - - - - - - - -
Scheepvaartmuseum, Groningen Museum Meermanno, Den Haag Museum Dordts Patriciërshuis, Dordrecht Boomkwekerijmuseum, Boskoop Museum Dr. Guislain, Gent, België Museum Land van Valkenburg, Valkenburg Comenius Museum, Naarden Theo Thijssen Museum, Amsterdam Stadsarchief Amsterdam Elisabeth Weeshuis Museum, Culemborg Museum De Casteelse Poort, Wageningen Anton Pieck Museum, Hattem Historisch Festival Scheveningen, Scheveningen Streekmuseum Krimpenerwaard, Krimpen a/d IJssel Historisch Museum “Het Palthehuis”, Oldenzaal
Het aantal inkomende bruiklenen is door de rijke en omvangrijke eigen collectie meestal gering. De inkomende bruiklenen in 2015: - voor de tijdelijke tentoonstelling Grow Up! zijn 61 agenda’s in bruikleen gekregen voor de duur van de tentoonstelling. - voor de tentoonstelling Mooi is door Royal Wessanen NV in langdurige bruikleen gegeven: een staande wereldglobe „Erdglobus für Weltverkehr“.
Gebruik collecties De collectie van het museum is ook een belangrijke bron voor onderzoek voor studenten en onderzoekers uit het wetenschappelijk onderwijs en voor leerlingen en journalisten. Een korte selectie van onderwerpen waarnaar in 2015 onderzoek naar werd verricht: - Onderzoek naar het leermiddel filmstroken. Thema: beeldvorming m.b.t. Nieuw-Guinea. - Idem. Thema: Marshallplan en Europa. - Schoolagenda’s (HBS). - Religieuze schoolplaten. - Floris V in het geschiedenisonderwijs. - 18de- en 19de-eeuwse Nederlandse schoolboekjes: het gebruik van de lettertypes Romein en Gotisch in schoolboekjes. - Sporen van Darwin in protestants-christelijke methodes voor biologie (eerste helft 20ste eeuw). - Geschiedenisboekjes en verzuiling. - Boekjes Nederlandse taal uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. - Schoolplaat Karel de Grote (1924) van Cornelis Jetses.
fotografie Jozef Rutte
Publicaties Naast onderzoek aan de collectie waarover wordt gepubliceerd, worden vanuit het museum zelf jaarlijks publicaties verzorgd in boeken en tijdschriften; - - - -
LESSEN, periodiek van het Nationaal Onderwijsmuseum en de Vereniging van Vrienden. Didactief (tijdschrift) – maandelijks bijdrage: afbeelding met tekstje. TOETS , magazine over toetsen in het voortgezet onderwijs, twee maal per jaar een bijdrage. Tijdschrift Van 12 tot 18.
Artikelen geschreven vanuit het Onderwijsmuseum: - Het eigen geweten des menschen. door Jacques Dane, Christendom en openbaar onderwijs volgens Jan Geluk (1835-1919). In: John Exalto & Gert van Klinken (red.), De protestantse onderwijzer. Geschiedenis van een dienstbaar beroep, 1800-1920. Uitgeverij Meinema, Zoetermeer (2015), pp. 47-74. - Geschiedenisonderwijs aanschouwelijk maken door Jacques Dane en Tijs van Ruiten in: Karel Kindermans, Beeldkraken in de klas. Atlas van Stolk, Rotterdam (2015) pp. 55-61.
pubiciteit en communicatie Mediabereik In 2015 is het museum zeer veelvuldig in de publiciteit geweest. De heropening van het museum in gebouw De Holland, tentoonstellingen en activiteiten die het museum ondernam trokken de volle aandacht en kwamen zowel in kranten als op regionale televisiezenders (RTV Rijnmond, RTV Dordrecht). Ook gaf en geeft directeur Tijs van Ruiten maandelijks interviews over objecten uit de collectie in het radioprogramma Middag aan de Maas van RTV Rijnmond. Specifiek mediabereik rond de opening: Uitgebreide artikelen in nationale kranten: Nederlands Dagblad, Trouw, NRC, Reformatorisch Dagblad en Algemeen Dagblad. Artikelen in onderwijs en cultuurbladen: Didactief, De Nieuwe Leraar, Schooldomein Vantwaalftotachttien, Het Onderwijsblad, Historisch Nieuwsblad en Museumvisie. Artikelen in architectuurbladen: Architectuur NL. TV-reportages: NOS Journaal, Editie NL, RTV Rijnmond, RTV Dordrecht. Aantal publicaties en presentaties: • Landelijke kranten: 7 • Regionale kranten: 51 • Tijdschriften: 28 • Radio: 10 • Televisie: 7 Marketing In 2015 is er een openingscampagne ontwikkeld, die landelijk en regionaal is ingezet. De outdoorcampagne op NS Stations is in samenwerking met Dordrecht Marketing uitgevoerd. Tijdens de zomermaanden is er vervolgens een campagne ingezet in samenwerking met het Dordrechts Museum. Ook is de documentaire over de renovatie van gebouw De Holland vertoond op televisie en in het museum. Deze documentaire werd ontwikkeld in samenwerking met RTV Dordrecht. Verschillende kortingsacties met tijdschriften, NS Spoorvoordeel en de Waterbus Drechtsteden brachten bezoekers uit de regio en het hele land naar het museum.
Online De online-activiteiten van het museum concentreerden zich in 2015 rondom de website, Facebook en Twitter en incidenteel YouTube. De lancering van de nieuwe website en de openingscampagne van het museum zorgden voor veel online-activiteit. Een voorbeeld: het aantal websitesessies verdubbelde in 2015 ten opzichte van 2014. Regelmatig werd in de aanloop naar de opening een E-nieuwsbrief verstuurd naar belangstellenden en zijn er regelmatig berichten geplaatst op sociale media. Dat zorgde voor een explosieve toename van volgers, ‘likers’ en lezers rond de opening. Na de opening zijn de onderwerpen verschoven naar het aanbod van activiteiten en tentoonstellingen in het museum. Online en social media: Nieuwsbrief • leden algemeen: 1464 • leden De Holland: 408 • leden lezingen: 519 • leden totaal 2015 (incl. 126 vrienden): 2517 Sociale media • Facebook 1300 likes • Twitter 3.320 volgers Website Onderwijsmuseum.nl: totaal in 2015 • 59.504 sessies, 41.266 gebruikers (nieuw en terugkerend) • nieuwe bezoekers: 67,8 % • terugkerende bezoekers 32,2% • gemiddelde bezoektijd: 2 min 51.
Links: Uitingen van de openingscampagne 2015, landelijk en regionaal ingezet. Onder: De zomercampagne in samenwerking met Dordrecht Marketing en het Dordrechts Museum.
Mediabereik Rond de opening is het museum veelvuldig in het nieuws geweest. Onderstaande grafiek laat zien dat een groot deel van de artikelen en vermeldingen in 2015 rond de opening gepubliceerd en uitgezonden is. Hierna volgt een selectie van de artikelen rond de heropening.
Nederlands Dagblad 4 juli 2015
NRC Handelsblad 10 juli 2015
‘Quinty komt niet naar school, ze slaapt uit’ Schoolbankjes zijn elke generatie anders, maar het Nationaal Onderwijsmuseum wil meer laten zien. Zaterdag heropent het museum in Dordrecht. Door Claudia Kammer
V
eel zevens en een enkele vijf. De directeur van het Nationaal Onderwijsmuseum was geen bolleboos, maar een gemiddelde leerling. Na de lagere school ging hij naar de MAVO. Zijn rapporten uit beide schoolperiodes hangen in een vitrinekast in het nieuwe museumgebouw. Het Onderwijsmuseum, dat in 2012 uit Rotterdam vertrok, werd gisteren door minister Bussemaker (Onderwijs) in Dordrecht heropend. Daarbij vond ze een oude agenda van haarzelf terug in de collectie – ze herkende haar eigen handschrift. Ze subsidieert het museum met 550.000 euro per jaar. De gemeente Dordrecht draagt 300.000 euro bij. Zaterdag opent het voor publiek. Alle museummedewerkers moesten voor de heropening een voorwerp inleveren uit hun eigen schooltijd. Saskia Noordoven, die de hoofdtentoonstelling inrichtte, wijst op een gebreide muis. „Die heb ik gemaakt, tijdens handwerkles”, zegt ze. „Door iets van onszelf in te leveren, zijn wij ons er meer van bewust geworden wat wij met het museum willen laten zien. Niet alleen lesmethodes en onderwijsvernieuwing, maar ook hoe leerlingen opgroeien, hun identiteit ontwikkelen en vriendschappen sluiten. School is altijd persoonlijk. Iedereen heeft er herinneringen aan, en die willen wij hier oproepen.” In het oude gebouw in Rotterdam waren acht klaslokaaltjes uit verschillende periodes ingericht, waar bezoekers in de schoolbankjes konden weg mijmeren over vroeger tijden. „Bijna elk schoolmuseum ziet er zo uit”, zegt museumdirecteur Tijs van Ruiten. „Sterker nog: wij hebben zelf veel van die klaslokaaltjes ingericht voor streekmusea.” Met zijn eigen, vernieuwde Onderwijsmuseum heeft hij hogere ambities. „Natuurlijk kunnen bezoekers ook bij ons nog in een schoolbankje zitten om een selfie te maken”, zegt hij. „Maar wij willen het onderwijs in zijn volle breedte laten zien. Dat betekent bijvoorbeeld dat wij ook aandacht willen besteden aan het beroepsonderwijs.” Van de 350.000 voorwerpen in de collectie heeft het Onderwijsmuseum er zo’n 4.000 tentoongesteld. De rest ligt opgeslagen in depots elders. De collectie is breed: van oude schoolplaten, leesplankjes en kroontjespennen tot gym-
toestellen, klassenfoto’s en schoolagenda’s. Alles is geordend in acht thema’s, zoals ‘lezen, schrijven, rekenen’ en ‘vakken en methoden’. Bij het thema ‘wetgeving en toezicht’ ligt een plakboek van een onderwijzer uit Amsterdam, waarin hij alle excuusbriefjes bewaarde die hij van ouders kreeg. Een moeder schrijft in 1927: ‘Geachte Onderwijzer! Hedenmiddag kon ik tot mijn leedwezen mijn kinderen al niet voldoende voedsel toedienen, doch heb hun naar school laten gaan. Indien ik hun morgen in het geheel niets kan voorzetten moet ik ze hoezeer ik dat betreur thuis van school houden. Hedenavond gaan zij ook zonder iets te nuttigen naar bed.’
Een onderwijzer uit Amsterdam bewaarde alle excuusbriefjes die hij van ouders kreeg Om het contrast te laten zien met nu legde de tentoonstellingsmaker er een hedendaags briefje bij: „Beste juf, Ik hou Quinty vanmorgen thuis. Zij slaapt nog uit. Gisteravond is het laat geworden. Opa was jarig en we zijn wezen wokken.” In het nieuwe museumgebouw is meer ruimte om uit te pakken. Museumdirecteur Van Ruiten heeft het markante gebouw, ontworpen door Sybold van Ravesteyn (1889-1983), zelf uitgezocht, „want architectuur is mijn hobby”. Maar dat Dordrecht in deze tijd van bezuinigingen 5,5 miljoen euro in de renovatie zou steken, was meer dan hij durfde te hopen. Het Onderwijsmuseum moest in 2012 uit Rotterdam weg, omdat de gemeente de subsidie introk en ook nog eens de huur opzegde. In het gebouw moest het nieuwe University College van de Erasmus Universiteit worden gehuisvest. „We kregen wel alternatieve locaties aangeboden, maar die waren niet geschikt”, zegt Van Ruiten. Daarom ging hij buiten de gemeentegrenzen op zoek. Almere en Zutphen waren opties, maar hij koos voor Dordrecht. „Deze gemeente profileert zich sterk met cultureel erfgoed”, zegt Van Ruiten. „Denk aan het Hof van Nederland, een inter-
actief historisch museum dat onlangs is geopend.” De gemeente Dordrecht renoveerde recent ook schouwburg Kunstmin – eveneens door Van Ravesteyn ontworpen – en eerder al het Dordrechts Museum. Daarnaast werd een voormalige energiecentrale omgebouwd tot podium (het Energiehuis). Het gebouw De Holland, dat Van Ravesteyn eind jaren dertig ontwierp voor een brandverzekeringsmaatschappij, ligt op loopafstand van het station. Net als in diergaarde Blijdorp, waarmee hij bekend werd, combineerde hij het strakke, ruime, lichte van het functionalisme, de Stijl en het Nieuwe Bouwen met de zwierigheid, krullen en ronde vormen van de neo-barok. Van het chique interieur met marmeren vensterbanken en houten lambriseringen was niets meer over nadat het gebouw in de jaren tachtig en negentig was uitgewoond door een supermarkt en een woonwinkel. Bierman Henket architecten, het bureau dat ook Museum de Fundatie, de Beurs van Berlage en het Fries Museum renoveerde, bracht de lichte sfeer van vroeger terug, met aanpassingen die het geschikt maken als museum. „Het is een heerlijk, licht gebouw geworden”, zegt wethouder Sleeking (Cultuur). Voor de gemeente snijdt het mes aan twee kanten. „Dat je een rijksmuseum kunt binnenhalen, is een opsteker”, zegt de wethouder. „Dat maakt de stad aantrekkelijker voor toeristen. Bij het Dordrechts Museum hebben we al gezien dat investeren in cultuur loont. Dat trekt sinds de verbouwing mooie bezoekersaantallen.” Het Onderwijsmuseum gaat daarnaast een bijdrage leveren aan het onderwijs in de stad. Met het Da Vinci College zijn afspraken gemaakt over samenwerking. De mbo-studenten kunnen stage lopen in het museum en krijgen ook losse opdrachten waaraan ze op school kunnen werken. Studenten Art & Design ontwierpen al samen met de banketbakkersopleiding een koekje dat wordt geserveerd in het museumcafé. Ook heeft de school opdracht gekregen de verdwenen, acht meter hoge schoorsteen op het museumdak te reconstrueren. Het benodigde geld is binnengehaald met crowdfunding. Nationaal Onderwijsmuseum, Burgemeester de Raadtsingel 97, Dordrecht. Open vanaf 11 juli. Onderwijsmuseum.nl
SCHOOLAGENDA’S
Grow up! Het Nationaal Onderwijsmuseum maakte een tijdelijke tentoonstelling ‘Grow Up!’ over schoolagenda’s. Het museum bezit ruim duizend schoolagenda’s, veelal gebruikt. Ooit waren het brave ‘huiswerkboekjes’, waarin scholieren hun rooster, huiswerk, repetitie- en rapportcijfers konden bijhouden. Daarnaast bevatten veel agenda’s voorgedrukte, nuttige informatie, zoals gegevens over maten en landen, en stichtelijke spreuken. Na de Tweede Wereldoorlog veranderde de saai ogende schoolagenda in een uitgekiend commercieel product. Ze werden gedrukt in kleur en scholieren maakten hun agenda’s persoonlijker door er plaatjes in te plakken van pop-, film- en sporthelden. Daarnaast noteerden ze persoonlijke gedachten, namen van stille liefdes, statements en dagboekachtige teksten. Vanaf de jaren zestig wordt de popcultuur steeds belangrijker – met de bijbehorende idolen. Agenda’s kwamen vol te staan met plaatjes van popgroepen, filmsterren en voetballers. De rest van de bladzijden werd vaak helemaal onder gekliederd en beplakt. Christelijke scholen gaven zelf agenda’s uit, waarin lesroosters, gebeden en niet te vergeten schoolregels waren voorgedrukt. Het werd de leerlingen niet toegestaan een andere agenda te kiezen. Deze agenda’s werden vaak gecontroleerd: frivoliteiten zoals ingeplakte plaatjes en tegendraadse uitspraken waren niet toegestaan. Bij de tentoonstelling is een boekje gemaakt dat er uitziet als een agenda, met bladzijden uit oude agenda’s en begeleidende teksten over de veranderingen.
FOTO’S NATIONAAL ONDERWIJSMUSEUM
De tentoonstelling duurt tot en met oktober 2016.
Binnenland 15
vrijdag 3 juli 2015 Reformatorisch Dagblad
Kritiek op richtingvrij plannen
Reformatorisch Dagblad immuun lijkt te zijn geweest voor Redactie politiek ontzuiling en secularisering.” De Onderwijsraad is al jaren voorOnderwijsorganisaties 3reageren juli kritisch 2015 stander van richtingvrij plannen. op het plan DEN HAAG.
van staatssecretaris Dekker van Onderwijs om de planning van nieuwe scholen niet langer te koppelen aan een levensbeschouwelijke richting.
Kern van het voorstel is dat de stichting van nieuwe scholen plaatsvindt op basis van een ‘businessplan’ waaraan kwaliteitseisen zijn gekoppeld. Op basis daarvan bepaalt de Onderwijsinspectie of een nieuwe school voor bekostiging in aanmerking komt, zo schrijft de bewindsman in een brief die hij gisteren naar de Tweede Kamer stuurde. In de toekomst kunnen dus ook scholen worden gesticht met een specifieke pedagogische of didactische grondslag, In een opinie-artikel in NRC Handelsblad stelde de bewindsman gisteren dat „het onderwijs
In de jaren negentig van de vorige eeuw is er ook een voorstel geweest om dit te regelen, maar vanwege de vele praktische bezwaren is het destijds niet doorgegaan. De onderwijsorganisaties zien nu ook veel leeuwen en beren op de weg. Zo is de PO-Raad, de belangenorganisatie van het basisonderwijs, op zich wel voor richtingvrije planning, maar hij heeft zorgen bij de uitwerking van deze ideeën.
n Dekker wil richtingbegrip bij schoolstichting loslaten. n Christelijke koepels wijzen erop dat ouders tevreden zijn met huidig scholenaanbod.
De PO-Raad vindt de beoogde planning te gehaast en wil bescherming van scholen voor leerlingen die gemakkelijk switchen. Verder vraagt de raad zich af hoe de plannen zich verhouden tot de teruglopende leerlingaantallen. Veel aandacht moet er verder zijn voor de gevolgen voor het bekostigingsstelsel en voor de gemeenten die moeten voorzien in de huisvesting van nieuwe scholen. Verus, de koepel voor het christelijk onderwijs, ziet geen reden voor een stelselwijziging. Het huidige onderwijsstelsel sluit goed aan op de wensen van ouders en is voldoende innovatief: „Het plan leidt tot ongewenste dynamiek in situaties van teruglopende leerlingaantallen. Daarnaast wordt het risico vergroot dat leerlingen vaker tussentijds van school wisselen, wat ten koste gaat van de onderwijskwaliteit. Het bij de brief gevoegde onderzoeksrapport beveelt nader onderzoek aan. Het is verstandig dat de staatssecreta-
ris deze aanbeveling overneemt en niet kiest voor invoering van het meest vergaande scenario.” De reden dat er weinig nieuwe scholen gesticht worden is niet het stelsel van richtingen, maar de zware stichtingseisen en een situatie van teruglopende leerlingenaantallen. Ook bestaande richtingen stichten nauwelijks nieuwe scholen, aldus Verus. De koepel van reformatorische scholen, VGS, heeft ook moeite met de voorstellen van Dekker. De stelling van de staatssecretaris dat het huidige stelsel van richtingen niet zou aansluiten op de wensen van ouders doet volgens de koepel geen recht aan de werkelijkheid. Ook Verus wijst daarop: „Grote ontevredenheid bij ouders over de mate van variatie in het aanbod van onderwijs is niet aangetoond.” VGS-bestuurder Moens voorziet verder problemen met huisvesting, de laatste school van een richting en met het leerlingenvervoer.
„Help christen in Irak bij terugkeer” Redactie politiek DEN HAAG. Christenen, jezidi’s en andere minderheden die „op gruwelijke wijze” door IS verdreven zijn uit de Ninevévlakte in Irak, moeten zich daar opnieuw veilig kunnen vestigen.
Het kabinet moet daarvoor wereldwijd steun vergaren, aldus een gisteren aangenomen motie van SGP, ChristenUnie en CDA. De regering moet de op de vlucht gejaagde minderheden daarnaast „waar mogelijk bij de hervestiging ondersteunen.” Genoemde partijen constateren dat de vluchtelingen „nauwelijks nog perspectief zien om in Irak te blijven.” Een motie van CU, SGP en CDA die het kabinet vraagt de mogelijkheden te onderzoeken om de Koerden in Syrië verder te ondersteunen in hun strijd tegen IS werd gisteren verworpen.
Onderwijsmuseum heropent na moeizame periode L. Vogelaar
”Holland van 1859”, heet het sfeervolle nieuwe onderkomen van het Nationaal Onderwijsmuseum. Die naam komt ook weer op de schoorsteen te staan als die wordt herbouwd.
DORDRECHT.
Op 11 juli gaat het museum weer open, en directeur T. van Ruiten raakt er niet over uitverteld. „Het gebouw in Dordrecht is de helft kleiner dan wat we in Rotterdam hadden, maar de expositieruimte is veel groter, doordat we de collectie nu elders hebben opgeslagen.” Van rancune richting de Maasstad blijkt niets. „We hebben hier nu een AA-locatie, heel geschikt en goed bereikbaar.” Dichter bij het station en met meer parkeerruimte in de omgeving dan in Rotterdam het geval was. Ondertussen heeft het museum wel lastige jaren achter de rug. In Rotterdam werd de subsidie van Rijk en gemeente drastisch verminderd en wilde het gemeentebestuur een andere bestemming voor de voormalige gemeentebibliotheek, waarin het museum gehuisvest was. In april 2012 gingen de deuren dicht. Een tijdelijke locatie aan de Nieuwe Haven in Dordrecht bood vooral kantoorruimte. Slechts enkele kleine presentaties gaven er een beeld van de honderdduizenden voorwerpen die het museum bezit. Voorspelbaar Wat in 1981 als de Nationaal Historische Onderwijscollectie in Zoetermeer begon en in 1986 in het hart van Rotterdam gehuisvest was, krijgt nu in Dordrecht een royaal onderdak. „We hebben allerlei locaties bekeken, maar ik wilde niet in een voormalig schoolgebouw. Dan zou het dezelfde voorspelbaarheid krijgen als veel onderwijsmusea in het buitenland”, zegt Van Ruiten, die voorzitter van de internationale organisatie van deze musea is. „Het accent ligt daar vaak op een nostalgisch ingericht klaslokaal. Daar hebben we er in Nederland al meerdere van, gewoonlijk ingericht met spullen van ons. Dat wilden we dus niet.” Toen kwam gebouw ”Holland
De inrichting van het nieuwe onderkomen van het Nationaal Onderwijsmuseum is in volle gang. Op 11 juli gaan de deuren open voor het publiek. Het museum verhuisde van Rotterdam naar Dordrecht. beeld Ronald van den Heerik
DORDRECHT.
van 1859” aan de Burgemeester De Raadtsingel in beeld. Voor de Drechtstad is het een welkome oplossing: ”de Holland” –in de volksmond– stond al leeg sinds Albert Heijn en Kwantum er in 2004 vertrokken. Het stadsbe-
de Dordrechtse binnenstad en een rondvaart door de grachten en over de rivier. Een combinatie die ook voor bezoekers van het museum een dagje Dordt kan completeren. Het museumgebouw zelf biedt
Het motief dat boven de voordeur te zien is, keert terug als afdruk in de koekjes die studenten ontwierpen stuur knapte het pand op. Het geld voor herbouw van de 8 meter hoge schoorsteen bracht het museum zelf bijeen. Dagje Dordt Het Nationaal Onderwijsmuseum verraste de journalisten die gisteren een voorbezichtiging kregen op een wandeling door
om te beginnen een goed beeld van de architectuur van Sybolt van Ravesteyn, die niet alleen veel beton toepaste, maar ook allerlei krullen en ronde vormen. De herinrichting borduurt daarop voort. Het motief dat boven de voordeur te zien is, keert binnen terug als afdruk in de koekjes die studenten van de bakkersopleiding aan
het Da Vinci College voor het museum hebben ontworpen. Een koekje voor de zomer en een koekje voor de winter. Van Ravesteyn bouwde de Holland in 1939 als kantoor voor een brandverzekeringsmaatschappij. Hij zette het op een souterrain, zodat treinreizigers het niet over het hoofd zouden zien. Steen en mok Het Onderwijsmuseum koos voor zijn expositie een thematische in plaats van een chronologische opstelling. Binnen elk thema begint een bezoeker bij het heden en gaat hij terug naar het verleden, in plaats van andersom. Persoonlijke verhalen staan centraal. ”Schoolgebouwen” is zo’n thema. Van schoolgebouwenfoto’s is een school gebouwd: heel oude plaatjes, maar ook een
recentere van de Rehobothschool in Geldermalsen. Er is volop aandacht voor vakken en methoden, voor de leraar en de leerling, voor onderwijsvernieuwing en beroepsvoorbereiding. ”Zeer voorzichtig” staat er op een doos, want nog niet al het moois is uitgepakt. Pal boven de bezoekers bengelen oude schoolplaten aan het plafond. Van de 300 schoolbankjes die het museum op voorraad heeft, staat een aantal in het museum opgesteld, voor wie zich voor een foto in een bankje wurmen wil. De vrijheid van onderwijs is een belangrijk element in het museum. „Die heeft ervoor gezorgd dat er in Nederland zo’n grote variatie aan leermiddelen is.” >>rd.nl/onderwijsmuseum voor meer foto’s.
Historisch Nieuwsblad september 2015
Trouw 17 augustus 2015
Museumvisie september 2015
gebouw en inrichting Gebouw De Holland Het Nationaal Onderwijsmuseum heeft met gebouw De Holland, een voormalig verzekeringskantoor van de hand van architect Sybold van Ravesteyn, een bijzondere keuze gemaakt. Een onderwijsmuseum huisvesten in een voormalig kantoorpand en architectuurmonument is een uitdaging. Met de renovatie en inrichting van De Holland heeft het Nationaal Onderwijsmuseum laten zien, dat via deze verrassende keuze een eigentijds en modern museum is te realiseren. De eerste zes maanden van het verslagjaar stonden vooral in het teken van de museale inrichting van de tentoonstellingen, museumcafĂŠ, educatieruimte en zalen.
fotografie Robert Vos
Veiligheid en risicobeheersing gebouw De veiligheid van de collectie en bezoekers in het gebouw worden door het museum en de gemeente Dordrecht samen geregeld. De gemeente Dordrecht verzorgt maandelijks de controle van de klimaatsystemen en test de brandmeldinstallaties. In samenwerking met het museum wordt een ontruimingsoefening uitgevoerd. De inbraakinstallatie van het museum is via een contract in onderhoud. Het museum heeft op cruciale plaatsen bij de ingangen cameratoezicht geïnstalleerd. In 2016 wordt een AED in het gebouw geïnstalleerd. Bedrijfsvoering zaalverhuur, winkel en horeca Met de opening van het nieuwe museum is ook het nieuwe verdienmodel van het museum geïmplementeerd. Met museumcafé De Holland, een grote museumwinkel en de beschikbaarheid van zalen voor verhuur en activiteiten is een nieuwe weg ingeslagen. Die moet er voor zorgen, dat het museum minder afhankelijk wordt van subsidies en in staat is een eigen verdienvermogen te ontwikkelen. De horecavoorziening wordt door het museum in eigen beheer uitgevoerd. De eerste vijf en een halve maand dat het museum open is geweest, heeft het verdienmodel zich zoals verwacht positief ontwikkeld. In 2016, het eerste jaar dat het museum een volledig jaar open is, moet het verdienpercentage op 25% uitkomen. In de loop van 2016 wordt ook geëvalueerd of het in eigen beheer uitvoeren van de horecavoorziening voldoende levensvatbaar is en kan worden voortgezet.
fotografie Jan Tito
personeel en organisatie Het Nationaal Onderwijsmuseum heeft een klein team van vaste medewerkers, dat de primaire museale kerntaken voor wat betreft activiteiten, collectiebeleid, presentatiebeleid, educatie, bedrijfsvoering en zakelijke activiteiten vormgeeft en uitvoert. In 2015 is het team van vaste medewerkers licht gegroeid. Er werd een parttime vrijwilligerscoĂśrdinator aangesteld en er zijn medewerkers aangetrokken die het museumcafĂŠ bemensen; totaal 2.0 fte. Met een grootte van 8.5 fte is de maximale omvang van de organisatie bereikt. Het museum heeft een groep van 75 enthousiaste vrijwilligers, die op alle mogelijke vlakken in het museum worden ingezet: ontvangst bezoekers, ontsluiten collectie, begeleiding activiteiten, museumhoreca en winkel en technische zaken. Het aantal vrijwilligers wordt uitgebreid naar circa 100 personen om de werkzaamheden, die samenhangen met het groeiende aantal activiteiten en het groeiende aantal bezoekers op te vangen. Het Nationaal Onderwijsmuseum heeft in februari 2015 met het da Vinci College uit Dordrecht een convenant gesloten om in het museum leerwerktrajecten en stages aan te bieden. Gedurende het schooljaar vormen langlopende stages van verschillende opleidingen en schooldagen - waarop hele schoolklassen in het museum leren en werken - een vast onderdeel. De leerlingen worden ingezet bij de ontvangst van bezoekers, facilitaire en technische zaken, administratie en horeca. Naast de leerwerktrajecten in het museum worden incidenteel projecten met verschillende opleidingen opgezet. Kort samengevat: - - - - -
12 museummedewerkers / 8.5 fte. 75 vrijwilligers / 12.0 fte. 20 stagiairs Da Vinci in leerwerktrajecten en stages / 5.0 fte. incidenteel leerwerktrajecten op projectbasis met het da Vinci College. 5 incidentele stage- en onderzoekplaatsen voor voorgezet onderwijs, hoger onderwijs en universiteiten.
Raad van Toezicht Bestuur/directie M.L.M van Ruiten Leden Raad van Toezicht: Dhr. prof. dr. A.M.L. van Wieringen Mevr. mr. J. Voute – Zevenbergen Mevr. prof. dr. G.T.M. ten Dam Dhr. C.P. Hoogendoorn Dhr. ing. M. Boelsma Dhr. drs. B. Boer De Raad van Toezicht vergaderde in 2015 zeven maal. De totstandkoming van het nieuwe museum vroeg veel aandacht. De financiële positie van het museum is door de investeringen kwetsbaar geworden. De Raad heeft hier extra aandacht aan gegeven en de financiële kaders waarbinnen het museum moet opereren, scherper vastgelegd. Uitgangspunt daarbij is de continuïteit voor de komende jaren en het vergroten van de financiële weerbaarheid op termijn. Het museum opereert op een smalle financiële basis, die afhankelijk is van het succes van het nieuwe museum bij het publiek en het ontwikkelde verdienmodel. Daarnaast waren de leden van de Raad vaak individueel actief bij advisering en contacten met externen. Verschillende vraagstukken zijn hierbij aan de orde geweest, zoals het meerjarig onderhoud van het museumgebouw, de museale bedrijfsvoering en vraagstukken rond subsidiëring en financiën.
Vergaderdata Raad van Toezicht: 28 januari, 12 maart, 22 april, 4 juni, 2 oktober, 17 oktober en 18 december. Rooster van aftreden Dhr. prof. dr. A.M.L. van Wieringen (Vz)
najaar 2016 niet herbenoembaar
Mevr. prof. dr. G.T.M. ten Dam
najaar 2017 niet herbenoembaar
Mevr.mr. J. Voûte-Zevenbergen (plv. Vz.)
najaar 2017 niet herbenoembaar
Dhr. C.P. Hoogendoorn
voorjaar 2018 herbenoembaar
Dhr. ing. M. Boelsma
voorjaar 2018 herbenoembaar
Dhr. drs. B. Boer
najaar 2018 herbenoembaar
Code Cultural Governance Het museum past de negen aanbevelingen van de Code Cultural Governance toe. In de aanloop naar de heropening is onder andere veel aandacht geweest voor de financiële doelstellingen en prestaties en daarmee gepaard gaande risico’s. Een aandachtpunt na heropening is het formuleren van een meerjarenperspectief en risicoanalyse op basis van de eerste ervaringen met het nieuwe museum.
In de jaarrekening zijn deze aanpassingen op overzichtelijke wijze in beeld gebracht:
Jaarrekening 2015 Opbrengsten
Kosten
Opbrengst museum
174.219
Personeelskosten
486.165
Subsidie ministerie van OCW
550.000
Huisvestingskosten
350.657
Subsidie gemeente Dordrecht
300.000
Algemene uitvoeringskosten
101.433
Sponsors
6.000
Afschrijvingen
20.353
Totale uitvoeringskosten
958.608
Marketing en communicatie
52.844
Collectie
6.957
Presentatie Educatie
Totale opbrengsten
1.030.219
Exploitatie resultaat
-35.530
46.040 1.300
Totaal besteed aan activiteiten
107.141
Totale kosten
1.065.749
vooruitblik 2016 De realisatie van het nieuwe museum is een mijlpaal in de bewogen geschiedenis van het Nationaal Onderwijsmuseum, maar heeft het financiële fundament van het museum verzwakt. Met het ministerie van OCW worden in het komend jaar nieuwe subsidieafspraken gemaakt, die een meerjarig perspectief bieden en voor het eerst het vooruitzicht geven een continuïteitsreserve te vormen. Daarnaast geeft het de mogelijkheid de investeringsachterstand in te lopen, die bij de realisatie van het nieuwe museum is ontstaan. Daarnaast ontvangt het museum van het ministerie van OCW een voorschot op een projectsubsidie, die de liquiditeitspositie van het museum aanmerkelijk zal verbeteren. De eerste maanden dat het museum open was, waren zeer geslaagd. Voor 2016 en de komende jaren verwacht het museum een groeiend bezoekersaantal en uitbreiding van het aantal activiteiten en groeiende naamsbekendheid. De vooruitzichten zijn wat dat betreft positief. De komende jaren voorziet het museum jaarlijks een positief resultaat. Dit stelt het museum in staat de continuïteit beter te waarborgen en voldoende reserves op te bouwen.
doelstellingen 2015 In het informatieraster zijn de kengetallen en belangrijkste doelstellingen van het Nationaal Onderwijsmuseum voor 2015 weergegeven, zodat een vergelijking gemaakt kan worden met de realisatie in 2015 en - in de toekomst - een vergelijking met voorgaande en komende jaren. In het jaarplan voor 2015, dat is opgesteld in september 2014 werd uitgegaan van opening van het museum begin mei 2015. Informatieraster doelstellingen 2015 Doelstelling jaarplan 2015
Realisatie 2015
Doelstelling jaarplan 2016
Aantal bezoekers museum Dordrecht
30.000
20.492
40.000
Aantal bezoekers aan externe tentoonstellingen en activiteiten
10.000
3.594
20.000
Uren open voor publiek
2000
1566
2780
Omvang tentoonstellingen
1500m2
1500m2
1500m2
Tijdelijke tentoonstelling
1
1
1
Aantal tentoonstellingen extern
3
3
3
150
168
400
Bezoekers
Tentoonstellingen en exposities
Educatie en platform Aantal bezoeken groepen Aantal kinderfeestjes
20
Aantal groepen volwassenen
100
Aantal instaprondleidingen
100
Aantal docentendagen
4
Aantal lezingen en gastlessen
50
Vakantie-activiteiten Aantal deelnemers vakantieactiviteiten
1200
Aantal deelnemers activiteiten BSO
1200
Doelstelling jaarplan 2015
Realisatie 2015
Doelstelling jaarplan 2016
350.000
350.000
350.000
10.160
5000
Collectie en bibliotheek Omvang collectie
Geregistreerde objecten in TMS in 5000 2015 Marketing en communicatie Waarderingscijfer bezoekers via continu bezoekersonderzoek
7,5
Herhaalbezoek
40%
Ontvangers nieuwsbrief algemeen
1464
1350
Volgers Facebook
1300
1750
Volgers Twitter
3320
3500
60.000
59.504
70.000
Aantal medewerkers in dienst Stichting
12 (9.1 fte.)
12 (8.5 fte.)
12 (8,5 fte.)
Aantal vrijwilligers
40 (7.5 fte.)
75 (9 fte.)
100 (12 fte.)
Unieke bezoekers websites Personeel en organisatie
Aantal museumdocenten
100
Aantal stagiairs en maatschappelijke 10 (1.0 fte.) stages
25 (5 fte.)
25 (5.0 fte.)
FinanciĂŤn Subsidie gemeente Dordrecht
300.000
300.000
300.000
Subsidie ministerie OCW 2016
550.000
550.000
550.000
Eigen inkomsten entree, activiteiten, 193.000 verhuur, winkel, horeca etc.
174.000
371.000
Dordrecht, maart 2016
© Nationaal Onderwijsmuseum www.onderwijsmuseum.nl