10 minute read

heden en verleden

Next Article
Tarzan in Tanzania

Tarzan in Tanzania

UUR IN

Stone Town

Advertisement

Een wandeling door heden en verleden

Chris Frieswijk (26) is journalist en filmmaker. Met een passie voor reizen zoekt hij naar bijzondere verhalen. In dit artikel beschrijft hij een wandeling door Stone Town, een van de best bewaarde historische steden in Oost-Afrika.

Zodra de kenmerkende klokkentoren opdoemt langs de kust van Zanzibar weet ik meteen dat we Stone Town naderen. Met de snelle en moderne Kilimanjaro IV duurt het een kleine twee uur om vanuit Dar es Salaam op het tropische eiland te komen. Zanzibar heeft veel te bieden als het gaat om bijzondere flora en fauna, zoals de unieke Zanzibarfranjeaap. Daarnaast is het eiland rijk aan ansichtkaart-waardige stranden. Toch is het de historische context die Zanzibar meer karakter geeft. Het is moeilijk niet betrokken te raken als je dwaalt door de steegjes van het historische Stone Town. Teer en uitgeleefd, maar toch robuust en vol leven. De lokale cultuur bloeit met internationale film- en muziekfestivals, maar aan het eind van de dag zal de visser altijd tevreden zijn lijntje uitgooien vanaf de kade.

De dhow en de oed: bronnen voor muzikale inspiratie

Ik begin mijn wandeling vanaf de ferry terminal, gelegen op een vrij centraal punt in het stadje. Direct buiten de poort staat een UNESCO werelderfgoed bord, een titel die Stone Town in 2000 heeft gekregen. Met de zee aan mijn rechterhand loop ik de promenade op, Mizingani Road. Bij een straatkraam haal ik een kopje gemberthee, of tangawizi in het Swahili. Terwijl ik een slok neem zie ik aan de horizon de kenmerkende vissersboten, dhows, gracieus passeren. Plots hoor ik muziek uit een groot gebouw »

komen. Als ik me omdraai om te kijken waar het geluid vandaan komt, zie ik een groot bord met daarop de tekst Dhow Countries Music Academy. Nieuwsgierig loop ik de trap op richting de muziek. Ik word gepasseerd door jonge mensen met gitaren, violen en blaasinstrumenten in de hand. Ze kijken me stuk voor stuk aan met een vriendelijke glimlach. Op de bovenste verdieping, een open dakterras, zit een man met zijn gezicht naar de zon. Hij speelt oed, een Arabisch instrument vergelijkbaar met de Europese luit. ‘Dit is een heel oud lied,’ zegt hij zodra hij me ziet staan. ‘Het gaat over de eerste vrouwen hier op Zanzibar die zonder schaamte durfden te zingen.’ De man heet Mohammed Othman. Hij is een van de oprichters van de muziekschool. ‘We willen tradities behouden hier op het eiland, daarom leren we jongeren al veertien jaar de muzikale tradities die we kennen.’ Mohammed begint weer te spelen. De hitte van de zon en de zachte zilte zeewind smelten samen met het ritmische, repetitieve spel. De Dhow Countries Music Academy is een culturele hotspot die altijd open is voor bezoekers die eens willen komen luisteren. Op elke maandagavond is er een optreden van de huisband, die de traditionele Taraab muziek speelt.

Historie in hout en stenen

Ik wandel verder over de Mizingani promenade en passeer een aantal interessante historische locaties, waaronder het iconische

House of Wonders. Het is het oude paleis van de sultan van Oman, een van de vele landen die het eiland gekoloniseerd hebben. ‘Het voormalig paleis werd het ‘huis van wonderen’ genoemd omdat het de eerste plek was waar elektriciteit beschikbaar was,’ vertelt een lokale gids die met een groep collega’s voor de ingang staat. Het gebouw dat door de eeuwen heen wat aan grandeur verloren heeft, doet nu dienst als museum. Met al deze sporen van een Arabisch verleden vraag ik me af wat nu de echte Zanzibari cultuur is. De Omani waren ten slotte niet de enigen die zich vestigden op het eiland. Door de eeuwen heen zijn er naast Arabieren veel Indiërs, Perzen en Europeanen geweest die er allemaal hun stempel achterlieten. Het resultaat? Een unieke mengelmoes met van alles een beetje. Dat is Zanzibar en dat maakt het uniek. Iets dat je onder andere terug ziet in de verschillende bouwstijlen. Stone Town staat bijvoorbeeld bekend om de massief houten, hand-gekerfde deuren. Deze verdelen zich in twee soorten, de functionele Arabische en de sierlijke Indiase met veel ronde vormen. Als ik met deze kennis door de oude binnenstad wandel besef ik pas echt hoe dit eiland een kruispunt was van alle windhoeken, van de Afrikaanse, Europese, Arabische en Aziatische cultuur. Dat het eiland een gewilde, strategische vestingplaats was, blijkt als ik een kleine honderd meter verderop tegen een gigantisch fort aanloop. De Arabieren bouwden dit fort om de Portugezen buiten te houden en het heeft sindsdien veel functies gekend. Momenteel is er een markt, restaurant en het toeristenbureau.

Markten en kanga’s

Voorbij het fort buig ik af naar Kenyatta Road. De zwart aangeslagen stenen van de oude Arabische gebouwen maken langzaam plaats voor wat luxueuzere hotels en winkels. Aan mijn linker zijde zie ik het huis waar Freddy Mercury geboren is in de periode van de Engelse vlag. Ik sla af naar Vugha Road en vervolgens naar Mkunazini Street en kom terecht bij de oude slavenmarkt. Daar in de tuin van de Anglicaanse kerk staan in een betonnen bak slaven van steen, geketend door de originele kettingen. Op de plaats van de ‘whipping tree’, de plek waar de ‘verse’ slaven geslagen werden om hun uithoudingsvermogen te testen, is nu een kerk gebouwd met een altaar van rood marmer dat het vergoten bloed symboliseert. Er staat ook een oud gebouwtje waarbinnen de slavenkelders te zien zijn. Kleine vochtige catacomben waar je nauwelijks rechtop kunt staan. De oude ringen waaraan de kettingen vastgemaakt werden hangen er nog. Vanuit de binnenlanden van Afrika werden de slaven te voet naar de kust gebracht, waar ze veelal richting Arabië en het Perzische rijk verscheept werden. In 1883 werd de slavernij afgeschaft, maar het had nog heel wat voeten in de aarde voor de eigenaren hun slaaf wilden laten gaan. Ze hadden er toch immers voor betaald? Alleen door ze een premie te bieden, konden de slaven worden bevrijd. Het kantoor waarin de transacties werden afgerond is het huidige 126 Hurumzi. Destijds heette het pand Uhuru-Mzee, ‘bevrijd de mensen’. Ik sta op het pleintje waar destijds de markt was en probeer me »

de taferelen van toen voor te stellen, het is een schril contrast met het rustige groene parkje dat het nu is.

Vanuit hier duik ik via Market Street het doolhof in dat Stone Town heet. De wirwar aan steegjes, winkels en overdekte marktjes is heerlijk om in te verdwalen. De promenade langs het water leidde me eigenlijk om de stad heen, maar dit is het werkelijke hart van Stone Town. Ik zie de kenmerkende houten deuren. Er lopen ezels, moslims in witte gewaden en gesluierde vrouwen. Ik neem aan dat het straatbeeld in honderd jaar tijd niet bijzonder veel veranderd is. Toch is het te zien dat de bewoners zich steeds meer richten op toeristen. Er zijn veel souvenirwinkels, kruidenwinkels en kunstgaleries en mensen nodigen me maar wat graag uit om eens een kijkje te komen nemen. Als je goed zoekt tussen de obligate souvenirs kun je er prachtige spullen vinden, zoals de onwaarschijnlijke variëteit aan kanga’s, kleurrijke Afrikaanse stoffen.

Vis en falafel op de Forodhani food-court

De schemering zet in als ik na het dolen door de steegjes weer uitkom bij de promenade, ter hoogte van het oude fort. Met mijn souvenirs in de rugtas loop ik naar het water. Het is hier nu veel drukker dan eerder op de dag. Twee jongens lijken een serieus gesprek te hebben, een ander duikt het water in en verderop is een groep jongeren aan het voetballen op het strand. De avondzon en de laid-back uitstraling van de mensen zorgen voor een ontspannen sfeer. Tegenover het oude fort is de Forodhani Garden, waar elke avond een grote openlucht food-court opgezet wordt. Tal van stalletjes met houtskool keukens cateren voor de vele locals en toeristen die een hapje willen eten. In het eten is wederom een gigantische culturele diversiteit terug te vinden. De zogeheten typische Zanzibar curry’s zijn niets minder dan een fusie van de Indiase en Arabische keuken. En daarnaast heb je de klassiekers uit het Midden-Oosten zoals falafel. Vandaag de dag trekken ze deze culinaire melting-pot door. ‘Come try my Zanzibar pizza!’ roept een chef me toe. Het blijkt niet meer dan een gevulde pannenkoek. Enig in z’n soort.

Zodra de zon onder is, laat ik de drukte van de kraampjes achter me als ik richting mijn hotel loop. In mijn gedachten hoor ik nog het geluid van de oed van Mohammed. Ik passeer een visser die zijn dhow klaar maakt om de zee op te gaan. Ik realiseer me dat het vooral de bewogen geschiedenis is die de stad werkelijk tot een unieke plaats maakt. Een stad die vergeten is door de tijd, waarover ontdekkingsreiziger en voormalig bewoner David Livingstone met veel gevoel voor understanding zei: ‘Niets is wat het lijkt. Zet je zintuigen op scherp, dwaal en verdwaal door het historische labyrint en laat je fantasieën over de Arabische 1001 nachten de vrije loop.’ ˙

Zuidelijk Tanzania – Natuurlijke schoonheid zoals je die niet eerder hebt gezien …

Een van de beste manieren om de ongeëvenaarde schoonheid van Tanzania te ervaren is een safari door een van de nationale parken.

Natuurlijk ken je van naam of uit eigen ervaring de bekende parken als Serengeti, Ngorongoro Crater, het Kilimanjaro National Park. Maar er is in Tanzania veel meer te ontdekken. We stellen je een aantal spectaculaire parken voor in het onbekendere zuiden van het land. Kitulo, Mikumi, Ruaha, Katavi en de bergketen van Udzungwa zijn onze aanraders voor een onvergetelijke safari- en natuurervaring, ongeacht of het nu je eerste of vijfde bezoek aan Tanzania is.

Katavi National Park

In deze nog onbekende parel, het derde park van Tanzania wat grootte betreft, heb je de natuur voor jezelf en beleef je een Afrika uit een vervlogen verleden.

Kitulo National Park

De Serengeti voor bloemenliefhebbers. Het bergplateau in dit park heeft een ongekende rijkdom aan bloemen zoals orchideeën, lobelia’s, lelies, wilde geraniums en de felgekleurde vuurpijl. Vogels, vlinders, salamanders en kameleons leveren een kleurrijke bijdrage aan dit park dat wel de Tuin van de Goden wordt genoemd.

Mikumi National Park

Dit hart van een 47.000 vierkante kilometer groot wildgebied is een makkelijk toegankelijk paradijs voor wildspotters. Leeuwen beheersen het gebied en vinden hun prooi in de grote kuddes zebra’s, wildebeesten, impala’s, elanden en nijlpaarden. In het regenseizoen vullen migrerende vogels het luchtruim. Het hele jaar door biedt Mikumi je echter een onvergetelijke ervaring.

Ruaha National Park

Dit grootste park van Tanzania is dé perfecte safaribestemming, met een rijkdom aan wilde dieren en een ongekende natuurlijke schoonheid. Rivieren die gedomineerd worden door krokodillen meanderen door de uitgestrekte savannes en bossen waar grote groepen olifanten leven, evenals de prachtige koedoe.

Udzungwa Mountains National Park

Op de dichtbegroeide keten van berghellingen die ook wel bekend staat als de Eastern Arc leven twee aapsoorten die je alleen hier kunt vinden: de rode colobus en de trots van het park: de kuifmangabey.

Kies daarom Tanzania en kies de Tanzania National Parks voor de vakantie van je leven

This article is from: