Bedankt aan alle spelers van de Nationale Loterij. Dankzij hen kunnen we jullie opnieuw een seizoen vol meeslepende creaties bij Opera Ballet Vlaanderen aanbieden. Jij speelt toch ook?
SAMENSTELLING EN REDACTIE
Koen Bollen, Maarten Boussery, Ilse Degryse, Piet De Volder, Wilfried Eetezonne, Eline Hadermann, Tom Swaak, Barbara Voets
Opera Ballet Vlaanderen, Jan Raes, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen
Alle rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.
DRUK INNI Group
Gedrukt op FSC papier uit verantwoord bosbeheer.
TOURNEE OBV
Heb je zin in een citytrip, maar zoek je een excuus? Onze artiesten of producties volgen naar het buitenland kan misschien een handje helpen, want ook dit seizoen kan je het werk van OBV buiten de landsgrenzen bijwonen.
OMBRA
De prachtige boom van Ombra reist binnenkort naar Luxemburg. Je kan deze parel van Alain Platel met het Koor van Opera Ballet Vlaanderen en onze dansers herbeleven op 17 en 18 januari in het Grand Théâtre. Dit keer zit l’Orchestre Philharmonique du Luxembourg in de bak. theatres.lu
DER SCHMIED VON GENT
Op 8 maart 2025 gaat Der Schmied von Gent in première in het Nationaltheater Mannheim. De opera van Franz Schreker betekende het operaregiedebuut van Ersan Mondtag, die meteen een uitbundig visitekaartje afleverde. nationaltheater-mannheim.de
LES PÊCHEURS DE PERLES
Les pêcheurs de perles van Bizet in de regie van FC Bergman opent de Internationale May Festspiele in het Staatstheater Wiesbaden op 1 mei 2025. Kartal Karagedik en Elena Tsallagova, die ook bij ons de rollen van Zurga en Leila vertolkten, reizen mee. staatstheater-wiesbaden.de
MARTENS / DE KEERSMAEKER / BROWN
Parijs in de lente is altijd een goed idee. Zeker als je er kan genieten van de flitsende multi bill Martens / De Keersmaeker / Brown die vorig seizoen bij ons te zien was. Onze dansers kan je in de lichtstad zien vanaf 24 april 2025 in de Grande Halle van La Villette. lavillette.com
MAESTRO LEIF SEGERSTAM OVERLEDEN (1944-2024)
Zelden klonk ons orkest zo woest en kolkend en ons koor zo dreigend als in de indrukwekkende Peter Grimes-productie (seizoen 20092010) onder de muzikale leiding van Leif Segerstam. De Finse maestro overleed op 9 oktober op 80-jarige leeftijd in Helsinki. Naast Peter Grimes was hij bij ons te gast voor twee concerten. Segerstam was naast dirigent ook violist, pianist en componist, met meer dan 371 symfonieën op zijn naam. Zijn Symfonie 204 ging in wereldpremière met het Symfonisch Orkest Opera Ballet Vlaanderen in Opera Gent. Naast opera liet hij een indrukwekkende discografie na, met opnamen van onder andere alle symfonieën van Mahler, Nielsen en Sibelius, evenals een rijk scala aan hedendaagse Finse muziek. Hij was dan ook een groot ambassadeur van de Finse muziek. Wie hem op de bok zag, zag een oerkracht. Zijn zoektocht naar climaxen en extase maakte hem schatplichtig aan de romantische en expressionistische tradities. Zijn opvallende verschijning en energieke dirigeerstijl blijven onvergetelijk voor wie hem bij Opera Ballet Vlaanderen zag.
Cultuurliefhebbers, opgelet! Net zoals vorig seizoen biedt Opera Ballet Vlaanderen vanaf begin december de Lentepas aan, een formule op maat voor wie in het voorjaar opera en ballet wil ontdekken. Met drie toptitels in drie disciplines en dus drie onvergetelijke ervaringen tegen een voordelige prijs. Een perfect eindejaarscadeau of gewoon voor jezelf. Want eerlijk, wie heeft ooit spijt gehad van een avondje cultuur?
Op het menu staan:
— Der Freischütz (opera)
— In het spoor van Fellini (concert)
— Crowd (dans)
Blijf op de hoogte via onze website en nieuwsbrieven voor exacte data en meer details.
KMSKA x OBV
BENEDIKT SPIERINGS NIEUWE ADJUNCT ALGEMEEN DIRECTEUR
Benedikt Spierings is sinds oktober de nieuwe adjunct algemeen directeur (COO) van Opera Ballet Vlaanderen. In die rol volgt ze Kiki Vervloessem op, die na tien jaar trouwe dienst het huis verlaat. Intern is Benedikt geen onbekende, ze was sinds 2021 manager centrale planning en productie bij OBV. Algemeen directeur Jan Raes en artistiek directeur Jan Vandenhouwe onthalen haar met open armen in het directiecomité. 'Met haar achtergrond als musicologe en als consultant in projectmanagement én haar ervaring binnen onze organisatie is Benedikt de geknipte persoon om de operationele processen bij OBV te overzien. We kijken uit naar de manier waarop Benedikt de functie zal invullen en hebben er alle vertrouwen in dat zij ons directieteam op een evenwichtige wijze zal aanvullen. We bedanken Kiki graag voor wat zij heeft betekend voor OBV gedurende vele jaren.' Veel succes, Benedikt!
Beeldende kunst en muziek versmelten opnieuw tijdens KMSKA LAAT. Het Pocket Orchestra, met toptalent uit het Symfonisch Orkest van Opera Ballet Vlaanderen, neemt je mee op een muzikale reis door de zalen van het KMSKA. Bijzondere collectiestukken uit het museum worden gelinkt aan hoogtepunten uit de muziekgeschiedenis en het OBV-programma.
Wat je kunt verwachten:
— Verhalende concerten die kunst tot leven brengen
— Een unieke kijk- én luisterervaring
— Grote, universele thema's vertaald in beeld en klank
Concerten staan gepland in maart en juni. Voor de exacte data: volg onze website.
DE ARTIEST ALS JONGEMAN
Ersan Mondtag keert terug naar Opera Ballet Vlaanderen met Salome, de ‘schandaalopera’ van Richard Strauss. Sinds zijn operadebuut met Der Schmied von Gent in 2020 is Mondtag uitgegroeid tot een van de belangrijkste regisseurs van Europa. Met zijn vaste dramaturg Till Briegleb als gids schetsen we een portret.
— door Ilse Degryse / foto Thomas Meyer
De eerste keer dat Ersan Mondtag (°1987) in de media verscheen, was hij amper zeventien. In 2004 ging hij een jaar als uitwisselingsstudent naar Washington. Dat was een primeur: nog niet eerder was zoiets in Duitsland een kind uit de migratie te beurt gevallen. Het nieuws haalde de pers. Meteen stond Ersan Mondtag te boek als wonderkind – en hij greep de kans ook met beide handen.
Zijn grootvader was als gastarbeider vanuit Turkije naar Berlijn gekomen – hierover verderop meer – en zijn vader baatte een café uit in de wijk Neukölln. Kunst en cultuur waren niet aan de orde van de dag in het vijfkoppige gezin waarin Ersan Mondtag opgroeide. De vroegrijpe jongen begreep dat hij zichzelf zou moeten emanciperen om de grenzen van zijn achtergrond te overstijgen. In Washington dompelde Mondtag zich onder in een cultuurbad. Gulzig bezocht hij er de rijke musea. Uren stond hij voor de werken in een poging ze te begrijpen. ‘Het was niet de popcultuur die hem fascineerde, maar de zogenaamde hoge cultuur. Hij wilde leren, leren, leren’, vertelt Till Briegleb. ‘In die tijd heeft hij door veel te luisteren ook de basis gelegd voor zijn kennis van het klassieke muziekrepertoire, wat hem nu zo geschikt maakt als operaregisseur.’
Till Briegleb is theatercriticus voor de Süddeutsche Zeitung en Theater Heute en sinds 2018 dramaturg voor Mondtags operavoorstellingen. Hij stond hem bij voor Der Schmied von Gent (2020) en Der Silbersee (2021) bij Opera Ballet Vlaanderen en nu ook voor Salome. (Piet De Volder van OBV nam voor de drie producties de muziekdramaturgie voor zijn rekening.)
Briegleb herinnert zich nog goed de eerste voorstelling die hij van Mondtag zag en hoe hij daarvan onder de indruk was. ‘In 2015 bracht Ersan in het Staatstheater Kassel Tyrannis. In die tijd was ik jurylid voor het Berliner Theatertreffen (het belangrijkste Duitse theaterfestival, red.) en ik was er meteen van overtuigd dat we hem moesten uitnodigen. Tyrannis was een bewonderenswaardig debuut. Ersan combineerde performance, video en theater in een stuk zonder tekst, en daarmee vertelde hij een politiek verhaal over hoe mensen reageren wanneer een buitenstaander hun wereld binnendringt. Het werk had ook de typische unheimische sfeer die al zijn stukken kenmerkt.’
Turbo
Till Briegleb wist zijn medejuryleden te overtuigen en de uitnodiging van Tyrannis voor het Berliner Theatertreffen in 2016 zette een turbo op Mondtags theatercarrière. Die was nochtans met horten en stoten begonnen. Briegleb: ‘Ersan had zich na de middelbare school ingeschreven voor de regieopleiding aan de Otto-Falckenberg-Schule in München, maar brak die voortijdig af omdat hij niet kon aarden in het schoolse systeem.’ In plaats daarvan ging hij rebelse performances regisseren op straat met zijn eigen Kapitæl 2 Kolektif. Verkleed in burka’s vatten hij en zijn kompanen bijvoorbeeld post bij de schietstand op het Oktoberfest. In 2014 draaide hij een spotfilm over de Turkse president Erdogan, die zich met een grotesk masker op als machtsgeile despoot opwindt over onflatteuze krantenartikels.
‘Van in het begin heeft Ersans werk een politieke inslag gehad’, vertelt Till Briegleb hierover. Waar dat engagement vandaan komt? ‘Ersan heeft charisma en esprit en hij is buitengewoon geïnteresseerd in wat gaande is in de wereld. Dan kan het, denk ik, niet anders dan dat je een politieke houding ontwikkelt. Maar hij is daar soeverein in en bovenal nooit didactisch. Hij wil met zijn werk wel ideeën aanreiken, maar het politieke en het poëtische gaan steeds hand in hand. Zijn stukken zijn ook altijd erg onderhoudend.’
Mondtag zou na Tyrannis nog twee keer uitgenodigd worden voor het Berliner Theatertreffen, in 2017 met Die Vernichtung (Theater Bern) en in 2019 met Das Internat (Schauspiel Dortmund). Een prestatie van formaat voor een beginnend regisseur, die hem meteen in Duitsland én daarbuiten op de kaart zette. Briegleb: ’Alle intendanten wilden met hem werken. Hij zat op een positieve golf. Ersan heeft in de jaren die volgden geregisseerd voor de grootste podia in Duitsland en na een jaar of vijf was hij klaar om de sprong naar opera te maken.’
Opera
Dat operadebuut kwam er bij Opera Ballet Vlaanderen. Op vraag van artistiek directeur Jan Vandenhouwe – die getipt was door acteur Benny
Claessens, een goede vriend van Mondtag – regisseerde hij in 2020 Der Schmied van Gent, een vergeten werk van de Oostenrijkse componist Franz Schreker. ‘Jan heeft zelf een achtergrond als dramaturg en kent het Duitse theater goed. Hij begreep meteen dat hij met Ersan een bijzondere regisseur voor zich had’, zegt Till Briegleb. ‘Het was een logische, volgende stap. Opera opende een nieuw venster voor Ersan. Zijn sterk visuele theaterwerk kon hij transponeren naar het grotere podium dat opera biedt.’
Voor Der Schmied von Gent bedachten Ersan Mondtag en Till Briegleb een ingenieuze update, met een uitdagende (provocerende?) verwijzing naar onze eigen koloniale geschiedenis. Ze trokken de parallel tussen de Zuidelijke Nederlanden die in de 16e/17e eeuw door de Spanjaarden onderdrukt werden en het geweld dat Leopold II en zijn onderdanen 300 jaar later aanrichtten in hun kolonie Congo. Het slachtoffer was zelf dader en geweldenaar geworden, zo lieten ze het Belgische publiek verstaan. Het dramatische hoogtepunt in de voorstelling was
‘Ersans doel is een opulent schouwspel te creëren waar mensen graag naar kijken en waarlangs hij toch ideeën en attitudes over de samenleving van vandaag overdraagt’
de inlassing van de moedige speech van Patrice Lumumba na de onafhankelijkheidsverklaring van Congo in 1960 – terwijl het hoofdpersonage Smee (die in de huid van Leopold II was gekropen) op de achtergrond Brusselse wafels stond te bakken (die geur!).
Pers en publiek reageerden wild enthousiast, en veel had te maken met het exuberante decor waarin de opera speelde – een sprookjesachtig kasteel – en de kleurrijke kostuums die de zangers droegen. (Voor het decorontwerp won Mondtag een prestigieuze Oper! Award.) Briegleb: ‘We proberen telkens een kloppend universum te scheppen waar dingen samenkomen die op het eerste gezicht niet verbonden lijken, maar die uiteindelijk toch alles met elkaar te maken hebben – omdat dat in de echte wereld ook zo is. Ersans doel is een opulent schouwspel te cree ren waar mensen graag naar kijken en waarlangs hij toch ideeën en attitudes over de samenleving van vandaag overdraagt. Hij probeert een nieuw narratief te brengen voor de tijd waarin we vandaag leven. In zijn esthetiek accepteert hij geen beperkingen.’
Waar Ersan Mondtag zich evenmin door laat begrenzen, zijn de traditionele genderrollen, die zeker in de operawereld nog robuust aanwezig zijn. Dat zag je bijvoorbeeld in zijn enscenering in 2021 van Der Silbersee, een opera van Kurt Weill, waarvoor Mondtag ook de scenografie ontwierp. Zelf omschreef hij Der Silbersee als ‘een queer opera’ en in de ontroerende slotscène liet hij het hoofdpersonage Olim in een zwart leren pak (rol van Benny Claessens) opgaan in zijn gay liefde voor Severin (Daniel Arnaldos) in een roze matrozenoutfit. ‘In Ersans werk zie je vaak vrouwen mannenrollen vertolken en omgekeerd’, zegt Briegleb. ‘Het is opnieuw een manier om grenzen te doen vervagen en om het thema van diversiteit aan te kaarten, op een niet-didactische manier. Ersan wil alle vormen van seksualiteitsbeleving op de scène brengen. Het podium geeft die vrijheid immers; mensen kunnen er in de huid van iemand anders kruipen en zich gedragen zoals ze willen.’
Razendsnel
Werken met Ersan Mondtag gaat razendsnel, vertelt Till Briegleb. ‘Voor
Salome had ik het idee om het verhaal te brengen in een set die geïnspireerd is door de sovjet-architectuur zoals je die in vazalstaten zoals Wit-Rusland ziet. Ersan is heel goed in het ontwerpen van decors en het bedenken van beelden. Amper een half uur nadat ik mijn concept had toegelicht, stuurde hij me veertig, vijftig schetsen door, die hij met de hulp van artificiële intelligentie had gemaakt. Ersan heeft ook een talent om artistieke teams rond zich te verzamelen en het beste uit mensen te halen. Hij kan het verdragen als hij tegengesproken wordt, door de dramaturg bijvoorbeeld of door de muzikanten of dirigenten met wie hij samenwerkt.’
Wat brengt de toekomst? Naast het werk bij OBV creëerde Ersan Mondtag onder meer Antikrist (2022, Deutsche Oper Berlin), Der Freischütz (2022, Staatstheater Kassel), Der Vampyr (2022, Staatsoper Hannover) en L’heure Espagnol (Gianni Schichi, 2024, Teatro dell’Opera Rome). Wat volgt? Werkt hij aan een oeuvre? Gaat het een richting uit? ‘Iedereen weet dat je als operaregisseur niet zomaar je eigen titels kan uitkiezen, maar dat intendanten je benaderen met een voorstel’, zegt Till Briegleb. ‘De eerste uitnodigingen kwamen er op basis van zijn theaterwerk en waren opera’s die matchten met het sprookjesachtige en het unheimliche, met het horrorelement daarin. Dat ging tot op zekere hoogte ook op voor Der Freischütz en Der Vampyr. Nu, echter, krijgt Ersan ook titels uit het grote opera-repertoire aangeboden. We zijn momenteel onder meer bezig met La forza del destino van Verdi voor de Opera National de Lyon.’
Hasan Aygün
Tot slot, zoals beloofd, nog even terug naar de Turkse grootvader. Afgelopen zomer (en nog tot 24 november 2024) gooide Ersan Mondtag hoge ogen op de zestigste Biënnale van Venetië, waar hij samen met de Israëlische multimediartieste Yael Bartana het Duitse paviljoen mocht inrichten. Zijn werk, dat als titel Monument eines unbekannten Menschen kreeg, is een ode aan die grootvader, Hasan Aygün, die in 1968 uit de omgeving van Ankara naar West-Berlijn emigreerde om er in een Eternit-fabriek te werken. Hij overleed kort nadat hij met pensioen
was gegaan aan een door asbest veroorzaakte longkanker. De belofte van een beter leven was een uitgesteld doodvonnis geworden.
Met dit erg persoonlijke werk zette Ersan Mondtag opnieuw een stap in zijn al bijzonder rijke carrière – en hij is nog altijd maar 37 jaar. Till Briegleb: ‘Hoewel de thema’s van immigratie en isolatie van bij het begin in zijn werk aanwezig waren, wilde Ersan nooit beklemtonen dat hij van Turkse afkomst was. Als hij in een panelgesprek bijvoorbeeld werd aangekondigd als een Turkse regisseur, corrigeerde hij dat en zei hij: neen, ik ben een Duitse regisseur.’ Om die reden veranderde hij ook zijn naam van Ersan Aygün naar Ersan Mondtag, wat een letterlijke vertaling is uit het Turks naar het Duits (‘Ay’ betekent maan en ‘Gün’ dag in het Turks). Briegleb: ‘Ersan heeft tijd nodig gehad om zijn eigen verhaal te vertellen, maar ik denk dat we het in zijn volgende producties meer en meer zullen horen.’
SALOME
Richard Strauss
Sterregisseur Ersan Mondtag, bekend bij OBV van Der Schmied von Gent en Der Silbersee, brengt een politiek geladen lezing van Strauss’ opera Salome In deze thriller binden revolutionaire krachten de strijd aan met een decadente dictatuur.
OPERA ANTWERPEN wo 18, vr 20, vr 27 dec om 20:00u zo 22, zo 29 dec om 15:00u / di 31 dec om 19:00u
OPERA GENT
vr 10, di 14, do 16, za 18 jan zo 12 jan om 15:00u
Aan het decadente hof van Herodes Antipas brengt de aantrekkelijke en eigenzinnige prinses Salome de hoofden op hol, niet in het minst dat van Herodes zelf, haar stiefvader. Voor hem danst ze, na veel aandringen, de erotische ‘Dans van de zeven sluiers’. Maar ondanks haar geleidelijke onthulling blijft Salome onvoorspelbaar en ongrijpbaar. We lichten enkele sluiers van Richard Strauss’ operapersonage, haar Bijbelse en literaire inspiratiebronnen en van de nieuwe productie van Ersan Mondtag. — door Piet De Volder
Climax, Aubrey Beardsley, illustratie voor Oscar Wildes Salome, 1894.
1 — BIJBELS
Er zijn weinig opera’s waarin bekende Bijbelse personages je zo voor de voeten lopen als Richard Strauss’ Salome. Op kop: de profeet en prediker Johannes de Doper (Jochanaän in de opera). Hij doopte Jezus Christus in de Jordaan en werd door koning Herodes Antipas gevangengenomen omdat hij kritiek had op Herodes’ zogenaamd onwettige en ‘zondige’ huwelijk. Herodes Antipas was namelijk hertrouwd met Herodias, de ex van zijn halfbroer Herodes Filippus. Herodes Antipas en Herodes Filippus waren telgen van de weinig populaire Herodiaanse dynastie, die van de 1e eeuw voor tot de 1e eeuw na Christus regeerde over het (toenmalige) Joodse land, in dienst van het Romeinse Rijk. Herodes Antipas was een vazalvorst, afhankelijk van de Romeinse keizer. Hij is bekend uit de evangelies als de man die Johannes de Doper ter dood liet brengen en mogelijk heeft bijgedragen tot Christus’ executie. Christus zelf zit niet in de opera – dat was in de toenmalige theaterpraktijk compleet ondenkbaar – maar zijn komst als de Messias wordt door Johannes wel met luide stem verkondigd. Aan het einde van de opera wordt het hoofd van Johannes op een schotel gepresenteerd als beloning voor een dans die Herodes’ stiefdochter Salome voor de vorst heeft uitgevoerd. Ook die macabere gebeurtenis wordt in de Bijbel geëvoceerd, weliswaar kort, en zonder Salome bij naam te noemen. Bij de historicus Flavius Josephus wordt ‘de dochter van Herodias’, zoals evangelisten Marcus en Matteüs haar omschrijven, wel als Salome geïdentificeerd.
2 — SCHANDAALSTUK
Het weinig verkwikkelijke einde van Johannes is de climax van de opera en van het theaterstuk van de Ierse schrijver en dandy Oscar Wilde, waarop Strauss zich baseerde. Het bloemrijke en in het Frans geschreven stuk Salomé werd gepubliceerd in 1893. Wilde zou nooit een opvoering ervan meemaken want de enige voorstellingen van Salomé tijdens zijn leven vonden plaats in 1896, in het Théâtre de la Comédie-Parisienne (vandaag Athénée Théâtre Louis-Jouvet), toen de schrijver in hechtenis zat wegens ‘illegale homoseksuele activiteiten’. Salomé, dat ook in een Engelse vertaling verscheen van de hand van Wildes partner Lord Alfred Douglas, kreeg de reputatie van een schandaalstuk. In Engeland waren publieke voorstellingen lang verboden, tot omstreeks 1931. De morele bezwaren tegen Wildes stuk werden handig verborgen achter het verbod om Bijbelse personages op de scène te brengen.
3 — IN DE BAN VAN WILDE
In november 1902 woonde Richard Strauss een Duitstalige versie van het toneelstuk bij in het Kleines Theater in Berlijn, in een regie van theaterlegende Max Reinhardt en met de toen even legendarische actrice Gertrud Eysoldt in de titelrol. De 38-jarige componist was zo in de ban van het werk dat hij verschillende voorstellingen bijwoonde. Op 9 december 1905 ging Strauss’ opera in première in het Königliches Opernhaus in Dresden. Ondanks het daverende succes kreeg ook de opera de reputatie van een schandaalstuk, waarbij de gangbare mening werd: schitterende muziek maar een door en door immoreel onderwerp. Niet alleen de Kerk verzette zich tegen opvoeringen, ook verschillende theaters haakten af.
Oscar Wilde.
Salome, Titiaan, ca 1515.
Richard Strauss.
Eén ding is zeker: Wilde gaf een groot dramatisch gewicht aan wat ons uit de Bijbel en de kroniek van Flavius Josephus is overgeleverd als een korte episode zonder veel context. Toch kunnen we de presentatie van een afgehakt hoofd op een banket ter ere van Herodes’ verjaardag bezwaarlijk een fait divers noemen. Wilde spon rond de droog overgeleverde feiten een web van broeierige, erotische verhoudingen. Zo raakt Salome helemaal in de ban van de heftig fulminerende Johannes. Ze wil hem aanraken en zijn mond kussen. Herodes op zijn beurt geilt op zijn stiefdochter en krijgt haar zover dat ze de ‘Dans van de zeven sluiers’ opvoert. In Strauss’ partituur groeide de dans uit tot een opzwepend orkestraal intermezzo met een oriëntalistisch coloriet. Het werd dé hit uit de opera. Ook al danst Salome voor Herodes, toch gaan haar gedachten uit naar Johannes, zo onderstreept ook de muziek. Salomes verleidelijke dans luidt zowel Johannes’ dood als haar eigen ondergang in.
5 — GENDER BENDING
Opmerkelijk: Salome raakt eerst in de ban van Johannes’ stem en pas daarna slaagt ze erin hem face to face te spreken. Daarvoor moet ze Narraboth, het hoofd van de paleiswacht, ertoe overtuigen de profeet uit zijn ondergrondse kerker te halen. Narraboth, die daarmee een verbod van Herodes overtreedt, moet toehoren hoe Salome, in een taal die overduidelijk het Bijbelse Hooglied evoceert, de fysieke schoonheid van de fanatieke asceet met een overdaad aan beelden bezingt. Het wordt Narraboth te machtig. Vervuld van lustgevoelens voor de prinses slaat hij de hand aan zichzelf. Salomes poging om de profeet te verleiden is een van de staaltjes van gender bending waarmee Wilde zijn stuk doorspekte. Wanneer Salome het lijf, de mond en het haar van Johannes bezingt, eigent ze zich de ‘male gaze’ toe: de manier waarop een man zich verlustigt in het sex appeal van een vrouw. Johannes' resolute afwijzing van de ‘verdorven’ prinses zal hem duur komen te staan.
6 — ‘FEMME FATALE’
Salome, die bij het begin van de opera met de koelheid van de maan wordt geassocieerd en als kuis wordt gezien, wordt geërotiseerd door de blik van Johannes die haar als ‘dochter van Babylon en Sodom’ brandmerkt. Johannes’ blik herleidt Salome tot een gevaarlijk ‘seksueel monster’ – een degradatie die een ontregelende invloed op haar heeft en die leidt tot het welbekende, gruwelijke einde. Door toedoen van mannelijke blikken wordt Salome geconstrueerd tot ‘femme fatale’ – de vrouw die bewust haar seksuele aantrekkingskracht inzet om de man ten val te brengen en die, in het ergste geval, de dood inluidt. De originaliteit van Wildes stuk berust in het hanteren en doorbreken van denkbeelden die de patriarchale maatschappij uit de Victoriaanse tijd cultiveerde rond vrouwelijke seksualiteit en seksuele ontvoogding. In zowel Wildes theaterwerk als in Strauss’ opera vormen de blik van en de ‘framing’ door de andere terugkerende inhoudelijke motieven.
Salome, Franz von Stuck, 1906.
Opvoering van de opera Salome in 1913 in Kopenhagen.
Rita Hayworth als Salome in de gelijknamige film uit 1953.
Uit het talige werk van Oscar Wilde distilleerde Richard Strauss een spannende eenakter in vier scènes die door instrumentale tussenspelen naadloos in elkaar overgaan. Net zoals bij Wagner heeft het orkest een actieve, dramatische rol. Door het compactere format laat de opera zich lezen als een erotische thriller, die nergens aan vaart inboet. Ersan Mondtag zet in op de politieke thriller die onder de oppervlakte van het verhaal gist: de sociale en politieke onrust die Herodes’ dictatuur onder hoogspanning zet en de religieuze conflicten die Johannes’ prediking uitlokt. De regisseur liet zich inspireren door parallellen tussen de historische Herodes en Aleksandr Loekasjenko, president van Wit-Rusland. Beiden zijn ze vazalvorsten in dienst van een hogere macht. Zoals Herodes afhankelijk was van keizer Tiberius, zo is Loekasjenko de marionet van Poetin. Ze zijn zwakke maar wrede subdictators die de cultus van de Grote Leider vertalen in megalomane bouwwerken. Daarom beheerst Herodes’ paleis, gebouwd in de trant van post-socialistische propagandaarchitectuur, de set van Mondtag. Terwijl de buitenkant van het paleis een sfeer van indoctrinatie en repressie ademt, heerst binnenin decadentie, wat Herodes en zijn hofhouding uiteindelijk ten val brengt.
Een fragment uit het libretto van de opera
HERODES
Ah! Verrukkelijk!
Schitterend, schitterend! (tot Herodias)
Zie je wel, ze heeft voor mij gedanst, jouw dochter.
Kom hier Salome, kom hier, je zult je beloning krijgen.
Ik zal je koninklijk belonen.
Ik zal je alles geven wat je hart begeert. Wat wil je hebben?
Spreek!
SALOME (liefjes)
Ik wil dat mij dadelijk op een zilveren schotel –
HERODES (lachend )
Op een zilveren schotel – welaan – op een zilveren schotel. Ze is schattig, nietwaar? Wat is het dat je op een zilveren schotel hebben wil, o, lieve, mooie Salome, jij die mooier bent dan alle dochters van Judea? Wat moeten ze jou op een zilveren schotel brengen? Zeg het me!
Wat het ook zijn moge, je zal het krijgen. Mijn rijkdommen zijn de jouwe. Wat is het dat je hebben wil, Salome?
SALOME (staat op, glimlachend )
Het hoofd van Jochanaän.
HERODES (driftig)
Nee, nee!
HERODIAS
Ah! Goed gesproken mijn dochter. Goed gesproken!
HERODES
Nee, nee, Salome; dat is niet wat jij begeert! Luister niet naar de stem van je moeder. Die heeft je altijd slechte raad gegeven. Sla geen acht op haar.
SALOME
Ik sla geen acht op de stem van mijn moeder.
Voor mijn eigen genoegen wil ik het hoofd van Jochanaän op een zilveren schotel. U hebt een eed gezworen, Herodes. U hebt een eed gezworen, vergeet dat niet!
uit: Richard Strauss, Salome (vierde scène)
Vertaling: Hans W Bakx
Kostuumontwerp voor Salome door Ersan Mondtag.
HET SLEUTELMOMENT
VAN FIELD
HET VERDRIET VAN
Choreografe Kirsten Wicklund aan het werk in de balletstudio's van OBV.
Het Achtste Strijkkwartet van Dmitri Sjostakovitsj krijgt een
centrale rol in FIELD, de wereldcreatie van choreografe Kirsten Wicklund. Het is dan ook een meesterwerk – misschien wel een van de grootste kwartetten uit de muziekgeschiedenis – waarin woede, agressie en bovenal intens verdriet doorklinken. Waar kwamen die grote emoties bij de componist vandaan?
— door Tom Swaak / foto Filip Van Roe
Voor FIELD stelde Kirsten Wicklund een intrigerend muzikaal programma samen. Naast een gloednieuwe soundscape van componist Jean Delouvroy en één deel (de ‘Melodia’) uit de Sonate voor viool solo van Béla Bartók is de muzikale hoofdrol weggelegd voor het Strijkkwartet nr. 8 in c van Dmitri Sjostakovitsj. De strijkers van het Symfonische Orkest van OBV lieten zich tijdens een eerste muzikale bijeenkomst ontvallen dat het een eer is dit werk te mogen spelen: ‘Dit is niet zomaar een kwartet, maar een absoluut meesterwerk.’
De geschiedenis geeft ze gelijk. Dit Achtste strijkkwartet wordt niet alleen gezien als een van de parels uit het oeuvre van Dmitri Sjostakovitsj, het geldt ook als een van de grootste kwartetten van de 20e eeuw en, bij uitbreiding, de hele muziekgeschiedenis. Al sinds de creatie in 1960 is het voor musici, critici en toehoorders duidelijk dat de muziek een aangrijpende verklanking is van woede, agressie en bovenal van verdriet. Het verhaal achter die emoties was lange tijd onduidelijk.
FASCISME
In de partituur staat boven het openingsdeel: ‘Ter herinnering aan de slachtoffers van fascisme en oorlog.’ Volgens het voorwoord van uitgever Hans Sikorski schreef Sjostakovitsj het kwartet in drie dagen tijd, tussen 12 en 14 juli 1960. Hij was toen op werkbezoek in Dresden om een vroege versie van de film Vijf dagen, vijf nachten van regisseur Leo Arnsjtam te zien. Sjostakovitsj had de opdracht gekregen om de film – die de geschiedenisboeken in zou gaan als de eerste coproductie tussen OostDuitsland en de Sovjet-Unie – te voorzien van muziek. In Vijf dagen, vijf nachten keert het communistische hoofdpersonage Erich Braun, vergezeld door het Rode Leger, in 1945 terug uit ballingschap naar zijn geboorteplaats. Braun treft zijn geliefde Dresden in ruïnes aan, de stad was enkele maanden tevoren ten prooi gevallen aan een bombardement van de geallieerden. Samen met Sovjetsoldaten probeert hij schilderijen van Rembrandt, Rubens en Vermeer onder het puin van de Gemäldegalerie Alte Meister vandaan te halen. De lokale bevolking wantrouwt de Sovjets aanvankelijk, maar de twee groepen vinden elkaar dankzij hun gedeelde liefde voor de kunst. De film, gecombineerd met de getuigenissen van slachtoffers van oorlog en fascisme, zo gaat het voorwoord bij de
bladmuziek verder, vormde het onderwerp van Sjostakovitsj’ nieuwe kwartet.
In dit licht klinkt het vierde deel van het kwartet als een luchtaanval. Het is alsof je afweergeschut hoort, wanneer het Largo opent met luide, angstaanjagende salvo’s van de cello, altviool en tweede viool. Als dat geweld even bedaart, valt op dat de eerste viool de hele tijd dezelfde toon is blijven aanhouden, als een dreigend gezoem van naderend gevaar of als de pieptoon die in je oren blijft hangen na een luide knal. Verderop in dit deel klinken echo’s van het Dies irae en van een Russisch strijdlied over de gruwel van oorlog. En toch weet één prachtige, lyrische melodie de ellende en brokstukken te ontstijgen – al is het maar even. Het is een citaat uit de negende scène van Sjostakovitsj’ opera Lady Macbeth uit het district Mtsensk. De cello speelt de zoete zanglijn van het hoofdpersonage Katerina: ‘Seryozha, mijn lief! Eindelijk, ik heb je de hele dag moeten missen.’ Met die woorden zingt ze haar minnaar liefdevol toe nadat ze alles is kwijtgeraakt en vlak voordat hij haar zal inruilen voor een ander.
DSCH
Toch moet het voor intimi van de componist al van in den beginne duidelijk zijn geweest dat achter de officiële uitleg van oorlogsleed een persoonlijkere tragedie schuil moest gaan. Volgens de overlevering van muziekcriticus Erik Smith kwam het legendarische Borodinkwartet vroeg in de jaren ’60 bij Sjostakovitsj thuis op bezoek. De musici wilden feedback op hun interpretatie en dus speelden ze hem het Achtste strijkkwartet voor. Na afloop bleek de toondichter niet in staat dergelijke wenken te geven: ineengezakt en met zijn hoofd in zijn handen zat hij onbedaarlijk te huilen. Stilletjes namen de strijkers hun instrumenten op en slopen ze de ruimte uit.
Dmitri Sjostakovitsj had enkele jaren eerder al een muzikale handtekening ontwikkeld die hij nu eens opzichtig dan weer tersluiks in sommige van zijn eerdere composities had verwerkt. Die muzikale handtekening is in musicologische kringen bekend als het DSCH-motief. Als je de Russische initialen van Dmitri Sjostakovitsj, Д.Ш., transcribeert naar
het Duits, dan krijg je inderdaad ‘D.Sch.’. Deze vier letters klinken op hun beurt als de Duitse namen van vier muzieknoten: ‘D’ als D, ‘S’ als Es (E♭), ‘C’ als C en ‘H’ als H – de noot die wij ‘B’ noemen. Het bijzondere aan het Achtste strijkkwartet is dat het DSCH-motief hierin niet zozeer fungeert als een signatuur, maar wel als het muzikale hoofdbestanddeel. Het kwartet eindigt en opent met het motief, dat doorgegeven wordt van de cello via de altviool en de tweede viool naar de eerste viool. Zonder uitzondering weerklinken deze vier noten in elk van de vijf delen van het kwartet tientallen keren, soms snel, soms omgekeerd, heel traag, in een soort canon of juist luid en unisono.
BRIEVEN AAN EEN VRIEND
In 1993 komt een belangrijk puzzelstuk aan het licht. Isaäk Davydovitsj Glikman, een van Sjostakovitsj’ trouwste vrienden en bewonderaars, publiceert een bundel met becommentarieerde brieven die hij in de loop van decennia van de componist ontvangen had. In zijn brief van 19 juli 1960 legt Sjostakovitsj zelf uit hoe de vork in de steel zit.
Hoe hard ik in Dresden ook probeerde om de bestelde filmmuziek te schetsen, ik kwam maar niet vooruit. Nu, in plaats daarvan schreef ik een (ideologisch gezien) bedenkelijk kwartet, iets waar werkelijk niemand iets aan heeft. Het kwam in me op dat als ik ooit sterf, er waarschijnlijk niemand een werk aan mijn nagedachtenis zal opdragen.
Ik schrijf er dus beter zelf een. De titelpagina zou het volgende opschrift kunnen dragen: ‘Ter nagedachtenis aan de componist van dit kwartet.’ Het basisthema bestaat uit de volgende vier noten: D, Es, C en B, oftewel mijn initialen D. Sch. In het kwartet keren ook thema’s uit mijn eerdere composities terug, ik heb bovendien uit het revolutionaire lied Zamoetsjen tjazjeloj nevolej (‘Gemarteld door smartelijke gevangenschap’) geput. Mijn eigen citaten zijn als volgt: uit de Eerste en Achtste symfonie, uit het Trio (het Tweede pianotrio, red.) , het Celloconcert en uit Lady Macbeth. Ook hoor je echo’s van Wagner (de ‘Treurmars’ uit Götterdämmerung) en van Tsjaikovski (het tweede thema uit het openingsdeel van zijn Zesde symfonie). En dan vergeet
‘Het kwartet is pseudotragisch van aard, zo erg zelfs dat er tijdens het componeren evenveel tranen zijn gevloeid als dat ik zou moeten plassen na een zestal pinten’
Uit een brief van Dmitri Sjostakovitsj aan een vriend
ik bijna te vermelden dat er ook iets uit mijn Tiende symfonie in verwerkt zit. Best een leuke mengelmoes, al zeg ik het zelf. Het kwartet is pseudotragisch van aard, zo erg zelfs dat er tijdens het componeren evenveel tranen zijn gevloeid als dat ik zou moeten plassen na een zestal pinten. Toen ik thuiskwam heb ik twee keer geprobeerd om het door te spelen, maar ook dat resulteerde steeds in tranen. Die tranen werden niet enkel door die pseudotragedie veroorzaakt, maar ook doordat ik verrast was door de prachtige vormelijke eenheid van het werk. Enfin, je bespeurt hier nogal wat zelfverheerlijking; die zal wel snel plaatsmaken voor de gebruikelijke, zelfkritische kater.
EEN EIGEN GRAFREDE
Tegen de zomer van 1960 had Sjostakovitsj verschillende grote tegenslagen te verwerken gekregen. Zo ging zijn gezondheid achteruit en hij was onder druk van het regime toegetreden tot de communistische partij. Vooral dit laatste viel hem zwaar en volgens verschillende bronnen overwoog hij er een einde aan te maken. Het is daarom verwonderlijk dat Sjostakovitsj dit Achtste kwartet opvatte als een autobiografische grafrede. Het muzikale hoofdpersonage, het DSCH-motief, neemt ons daarin als gids mee op reis langs auditieve souvenirs uit het leven van Sjostakovitsj. In het openingsdeel Largo komen de beginnoten van zijn Eerste symfonie bovendrijven. Verderop herinnert de componist zich een passage uit het openingsdeel van een van zijn grote successen, de Vijfde symfonie. Tussendoor citeert hij uit andermans werk, maar nooit is de connotatie van de dood veraf. Prominent in het eerste deel is bijvoorbeeld een citaat uit de Zesde symfonie die Pjotr Iljitsj Tsjaikovski negen dagen voor zijn overlijden voor het eerst opvoerde. Over deze diep melancholische symfonie – ook wel de Pathetische genaamd – wordt tot vandaag gespeculeerd of het niet eigenlijk Tsjaikovski’s muzikale afscheidsbrief was.
Ana Maria Lucaciu en haar collega-balletmeester Aaron Shaw volgen aandachtig de repetities van Minus 16
In 2007 danste Ana Maria Lucaciu, hoofd van de balletmeesters bij Opera Ballet Vlaanderen, zelf mee in Minus 16 van de wereldberoemde choreograaf Ohad Naharin. ‘Een levensveranderende ervaring’, noemt ze het zonder aarzelen. ‘Het heeft de manier waarop ik mezelf als danser en als mens zie totaal omgegooid.’
— door Ilse Degryse / foto’s Filip Van Roe
Ana Maria Lucaciu werd geboren in Roemenië en kreeg op haar twaalfde een beurs om naar Toronto, Canada, te gaan voor een dansopleiding. ‘Het was een gouden kans. En hoewel het een grote stap was voor een meisje van twaalf, heb ik geen seconde geaarzeld. Dansen was het enige dat ik wilde.’ Het bracht Ana Maria onder meer naar New York waar ze een tijd deel uitmaakte van het beroemde gezelschap Cedar Lake Contemporary Ballet (dat in 2015 ophield te bestaan, red.).
‘In 2007 dansten we het avondvullende Decadence. Dat is een collage van onderdelen uit andere voorstellingen van Ohad Naharin, waaronder Minus 16. We repeteerden drie maanden onafgebroken met hem in de studio, een toegewijde periode waarover ook een documentaire is gemaakt, Out of focus. Het was de eerste keer dat ik een stuk van Ohad danste en ik had er mijn leven lang naar uitgekeken. Het was een groots moment.’
Vanwaar kwamen die hoge verwachtingen? ‘Ik had Batsheva Dance Company, (dat van 1990 tot 2018 geleid werd door Ohad Naharin, red.) verschillende keren aan het werk gezien en iedere keer was ik compleet van mijn sokken geblazen. De esthetiek en de muzikaliteit ervan, het risico en de poëzie in de stukken: ik heb me er vanaf het eerste moment volledig mee vereenzelvigd.’
‘Wat me zo aanspreekt, is dat zijn stukken altijd verrassend zijn. Je weet nooit waar de beweging heen gaat. Het is hoogst onvoorspelbaar allemaal en daar hou ik van! Als toeschouwer zit je voortdurend op de tip van je stoel: hoe gaat de danser dit nu weer oplossen? Je krijgt niets cadeau. Het werk van Ohad is meesterlijk en opwindend tegelijk. Het inspireert me ook enorm in mijn eigen choreografisch werk.’
HET TOPPUNT VAN MAGIE
Om werk van Ohad Naharin te kunnen dansen moet je van goeden huizen komen, weet Ana Maria Lucaciu inmiddels. ‘Minus 16 is fysiek
‘Je bent hyperbewust terwijl je danst, hypergevoelig en
hypertoegewijd. Er is
niets waar ik het mee kan vergelijken in het gewone leven’
enorm uitdagend, het vereist het nodige stamina. Maar het brengt tegelijk heel veel voldoening, omdat het je gevoel geeft dat je maar niet uitgedanst raakt. Minus 16 is bovendien een echte community builder : je gaat er met de andere dansers door vanaf de allereerste minuut tot het moment dat het gordijn weer dicht gaat. Je bent hyperbewust terwijl je danst, hypergevoelig en hypertoegewijd. Er is niets waar ik het mee kan vergelijken in het gewone leven. Als alles samenkomt, is het het toppunt van magie.’
Ook het publiek houdt van het zinderende Minus 16, dat gedanst wordt op een aanstekelijke muzikale medley die gaat van Dean Martin over techno en mambo tot (een rockversie van) traditionele Israëlische muziek. Ana Maria: ‘Het heeft een lichtheid, het is muzikaal én aards
én instinctief.’ Ohad Naharin creëerde Minus 16 precies 25 jaar geleden, in 1999, voor Nederlands Dans Theater. Het werd sindsdien door topgezelschappen overal ter wereld opgevoerd, van Canada tot Australië, over Cuba en Amerika tot Frankrijk, Nederland en België.
GAGA
Ohad Naharin is niet enkel bekend om zijn unieke oeuvre. Daarnaast ontwikkelde hij een eigen bewegingsstijl, die ook ver buiten de danswereld beoefend wordt – ook in therapeutische contexten – namelijk Gaga. Ana Maria: ‘Ohad had een zware blessure opgelopen en zocht naar een manier om te kunnen blijven bewegen door de pijn heen en gedurende het herstelproces. Dat werd Gaga.’
Gaga is geen techniek of stijl maar een training voor dansers die erop gericht is het lichaam sterker, leniger en inventiever te maken. De bedoeling is oude bewegingsgewoontes achterwege te laten en je lijf en leden op nieuwe manieren uit te dagen. Het is een begeleide improvisatietechniek, een vocabularium dat beoefenaars uitnodigt om op een heel precieze manier te reageren op sensaties en beelden. ‘Gaga is extreem persoonlijk en tactiel’, beaamt Ana Maria. ‘Er is geen doel, je mikt niet op een vorm en je streeft geen ideaal na. Om die reden zijn er ook geen spiegels in de studio bij Gaga. Gaga is fluïde, maar er is ook precisie. Het gaat om het gevoel dat je uit jezelf kan halen, om waar je je lichaam naartoe kan stuwen – de extremen, maar ook de kleine en delicate mogelijkheden – zonder dat je jezelf bezeert.’ Gaga-training is ook een absolute voorwaarde om werk van Ohad Naharin te kunnen dansen, zegt Ana Maria. ‘Een werk als Minus 16 instuderen zonder Gaga zou zijn als repeteren voor een Shakespeare-voorstelling in het Engels terwijl je de hele tijd Duits praat.’
Voor Ana Maria Lucaciu was de kennismaking met Ohad Naharin en zijn werk niets meer of minder dan ‘een levensveranderende ervaring’. ‘Het vergt een bereidheid om te falen, want je improvisatie in de studio
kan dan echt goed aanvoelen, op het podium kan je vervolgens de bal misslaan. Je moet jezelf toelaten om er niets van te bakken. Dat heeft de manier waarop ik mezelf als danser en als mens in het dagelijkse leven zag compleet veranderd. Ik had altijd erg hoge standaarden voor mezelf en wilde voor een publiek top presteren. Ik was voortdurend bezig met mezelf te ontleden en strafte mezelf als het ware als iets niet lukte. Door Ohad ging ik inzien dat ik daardoor het hele punt miste, dat ik het moment miste en de vreugde in mezelf. Ik was 28 toen ik dat ontdekte. Ik wenste dat ik op jongere leeftijd met Ohad Naharin en Gaga in aanraking was gekomen.’
FIELD / MINUS 16
Kirsten Wicklund / Ohad Naharin
FIELD / Minus 16 is een lusthof voor elke dansliefhebber. Na het magnetiserende universum van Kirsten Wicklund, dat prikkelt tot reflectie en introspectie, doorkruist Ohad Naharin zowat alle genres en verwachtingspatronen.
THEATER ‘T EILANDJE ANTWERPEN za 30 nov, di 3, wo 4, do 5 dec om 20:00u zo 1 dec om 15:00u
OPERA GENT vr 13, za 14, di 17, wo 18, do 19 dec om 20:00u zo 15 dec om 15:00u
Ana Maria Lucaciu: 'Minus 16 is een echte community builder : je gaat er met de andere dansers door vanaf de allereerste minuut tot het moment dat het gordijn weer dicht gaat.'
‘Voor de Harmoniemesse zullen koor en orkest uit hun comfortzone moeten treden en op een nieuwe manier hun krachten kunnen bundelen’
IN DE LOGE Francesco Corti
De Italiaanse dirigent Francesco Corti loopt al geruime tijd een traject met onze musici om hun stilistische wendbaarheid te ontwikkelen en keert nu terug voor Joseph Haydns Harmoniemesse. Waarom is dat daar het geknipte werk voor? En hoe komt het dat een jonge klavecinist als hij zo’n passie koestert voor oude en classicistische muziek?
— door Eline Hadermann / foto Daniel Dittus
Francesco Corti’s Instagram-naam doet muziekliefhebbers gniffelen: ‘Harpiscorti’ is een snedige vervlechting van de maestro en zijn instrument (het klavecimbel of harpsichord in het Engels) en vat kernachtig samen hoe vurig zijn passie voor pre-romantische muziek is: ‘Het klavecimbel mag je gerust een eigenaardig instrument noemen. Het is “beperkend” qua klank, bereik en mogelijkheden tot samenspel, maar net dat dwingt je er creatief mee om te springen.’ Datzelfde doet de muziek die doorgaans voor het klavecimbel bestemd is, vindt Corti: ‘Oude muziek laat veel vragen open. Hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe minder indicaties je vindt in de partituren. Je bent aangewezen op de – weliswaar rijke – literatuur om te beslissen hoe vaak, vrij, of snel je iets mag spelen, én op je verbeelding. Wat waren de intenties van de componist? Wat voel ik wanneer ik die noten speel? Heb ik dezelfde prioriteiten? Dat zijn boeiende vragen.’
Niet alleen als klavecinist, maar ook als dirigent laat Corti zich inspireren door zo’n creatief proces. In 2021, toen hij op de bok stond voor Mozart / Concert Arias, maakte hij indruk op het Symfonisch Orkest van OBV. Met zijn aanstekelijk enthousiasme en aandacht voor schriftuur smeedde hij een artistieke band met de muzikanten. ‘Wendbaar zijn de orkestleden sowieso. Ze spelen in twee theaters, verdiepen zich ieder seizoen in een brede waaier aan muziekstijlen en zijn het gewend mensen die ze nauwelijks zien of horen te begeleiden. Ook al hebben ze als groep een eigen, solide sound ontwikkeld, ze hebben wel steeds de oprechte interesse om die aan te passen aan de noden van de componist die ze vertolken. Tijdens dat eerste project voelden we meteen een wederzijdse nieuwsgierigheid: hoe konden we samenwerken aan hun stilistische wendbaarheid? Toen ik hen vorig seizoen dirigeerde tijdens een aperitiefconcert met 18e-eeuwse muziek, voelde ik dat ze het fijn vonden om samen te experimenteren. Het was uitkijken naar de volgende stap.’
Die volgende etappe prijkt in november op de OBV-affiche. Tijdens het concert Harmoniemesse brengen Corti en het orkest en koor van ons operahuis twee symfonische parels van Joseph Haydn tot leven. ‘Open de Haydn-catalogus, sluit je ogen, duid een willekeurig werk aan en je hebt sowieso een juweeltje te pakken. Maar zijn Harmoniemesse (1802), een van zijn laatste grote werken, is het ideale stuk om te werken op stijl. De titel duidt op een ongewoon grote blazerssectie, die in constante dialoog staat met elke andere instrumentengroep. Zo baadt de mis in een speciale klankkleur en tegelijk ontstaat een interessante wisselwerking – niet alleen tussen blazers en strijkers, maar ook tussen orkest, koor en solisten. Zoals gebruikelijk in het classicistische repertoire focust Haydn in zijn schriftuur op de articulatie, die menselijke dictie lijkt na te bootsen. De instrumenten imiteren dus vaak wat de solisten en het koor zingen – een dynamiek die misschien wat minder aanwezig is in de dramatische context van een opera. Ik denk dat het koor en orkest dus uit hun comfortzone zullen moeten treden en op een nieuwe manier hun krachten zullen kunnen bundelen. Ook voor mij is het een groot genoegen een werk te dirigeren dat al zo lang op mijn verlanglijstje staat. Met ook Haydns Symfonie nr. 84 ‘In nomine Domini' op het programma wordt het een schitterend concert, waarin iedereen diens kunnen ten volle kan etaleren.
HARMONIEMESSE
Joseph Haydn
Francesco Cor ti dirigeert de sprankelende Harmoniemesse, het laatste voltooide werk van Joseph Haydn dat zijn bijnaam te danken heeft aan zijn vernieuwende, ongewoon grote blazersbezetting. Symfonie nr. 84 ‘In nomine Domini’ vervolledigt de Haydn-avond.
DE SINGEL ANTWERPEN zo 24 nov om 15:00u
MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT di 26 nov om 20:00u
CHRISTOPH MARTHALER
Voor Der Freischütz vond de beroemde
Marthaler inspiratie bij eenzame mannen op café. ‘Ze zitten vast in een situatie waaraan ze moeilijk kunnen ontsnappen. Dat beangstigende en verstikkende gevoel kennen we allemaal.’ Toch wordt het allerminst een deprimerende voorstelling, want Marthaler serveert de dis, zoals steeds, met een royale portie humor.
— door Maarten Boussery / foto Christian Knörr
Voor theaterliefhebbers is de Zwitserse regisseur Christoph Marthaler geen onbekende. Na zijn doorbraak met Murx den Europäer! Murx ihn! Murx ihn! Murx ihn! Murx ihn ab! in 1993 in de Berlijnse Volksbühne stonden zijn voorstellingen op vele grote Europese podia. Ook in België was hij geregeld te zien: gelauwerde producties zoals Maeterlinck deden het NTGent in de jaren 2000 tot de nok vollopen.
Onder invloed van de Belgische intendant Gerard Mortier begon Marthaler opera’s te regisseren waarmee hij onder meer het publiek van de Salzburger Festspiele, de Parijse Opera en De Munt kon inpakken. Nu komt hij sinds lang weer naar België om met Der Freischütz zijn eerste voorstelling bij Opera Ballet Vlaanderen te brengen. ‘De beste Freischütz ooit’, schreef de Duitse pers na de première bij Theater Basel. Dat Webers opera een kolfje naar Marthalers hand is, hoeft niet te verbazen. Nationalisme, vereenzaming en wrange vormen van nostalgie kleuren zo goed als al zijn voorstellingen.
Beste Christoph Marthaler, onlangs schreef een recensent dat je met al je vorige voorstellingen al je hele carrière lang varianten van Der Freischütz op de bühne hebt gebracht.
CHRISTOPH MARTHALER Ik weet niet goed wat ze daarmee bedoelen. Voor ik de vraag kreeg om Der Freischütz te regisseren, had ik nog nooit aan deze opera gedacht. Ik heb de muziek van Weber moeten ontdekken voor ik kon zeggen of ik er überhaupt iets mee kon. De partituur is fantastisch, maar toen ik me in de opera begon te verdiepen heb ik meermaals gedacht: um Gottes Willen, wat moet ik hiermee? Gelukkig vind je altijd wel een manier om met zo’n complex werk aan de slag te gaan.
Wat maakt de opera zo moeilijk?
Het verhaal is gewoonweg absurd. De jonge Max wil trouwen met zijn geliefde Agathe, maar hij mag dat enkel doen als hij slaagt voor een schietproef. Het is bijna obsceen dat je niet zou mogen trouwen omdat je een schot mist. En wat zou dat anno 2024 moeten betekenen? Het werd snel duidelijk dat ik iets wilde met de ingekapselde wereld waarin de vereenzaamde personages van Der Freischütz zich bewegen. Dat wekte mijn interesse.
Geïsoleerde figuren die ronddolen in een omsloten universum: dat klinkt als typische Marthaler-kost.
Ik ben altijd gefascineerd geweest door figuren die je niet zomaar op straat tegenkomt, zoals de jagers in Der Freischütz, – tot uiteindelijk blijkt dat die figuren net de mensen zijn die je dagelijks ontmoet. Voor de opera vond ik inspiratie bij de eenzame mannen die je ziet rondhangen in bruine kroegen. Ze zitten in hun eentje aan een tafel en staren voor zich uit, tot iemand even naar buiten gaat en plots iedereen begint te roddelen. Als hij terugkomt, valt het gesprek weer stil en keert alles terug naar de begintoestand. Zo gaan de dingen telkens opnieuw hun gangetje, iets wat ik zowel in Zwitserse als in Belgische cafés heb zien gebeuren.
Wat vertellen die tooghangers in de context van Der Freischütz ?
Ze zitten zoals Max vast in een situatie waaraan ze moeilijk kunnen ontsnappen. Dat beangstigende en verstikkende gevoel kennen we allemaal en heb ik in Der Freischütz gethematiseerd. Kijk naar de politiek in Duitsland: de extreem-rechtse partij AfD werd de grootste bij de deelstaatverkiezingen in Thüringen. Als ik zie hoe die AfD’ers tijdens de opening van het parlement onmiddellijk verworven rechten aan hun laars lappen, kan ik me niet van de gedachte ontdoen dat we opnieuw in een verleden zijn terechtgekomen waarvan we collectief hadden beslist dat we het al lang ontgroeid waren. Toch zitten we er weer in vast, maar hoe raken we eruit?
Op het einde van Der Freischütz bevrijdt Max zich toch van de schietproef: hij krijgt een jaar om zich te bewijzen voor hij met Agathe mag trouwen.
Wat moeten we met zo’n proefperiode? Alleen als de gemeenschap vindt dat Max zich goed heeft gedragen, mag hij Agathe tot zijn vrouw nemen. Er zijn mensen die vinden dat de opera daardoor een happy end krijgt, maar voor mij is zo’n proefperiode allesbehalve een gelukkig einde. Het is een demagogische strategie: hoe breng je mensen zodanig in de war, dat ze op het einde denken dat alles toch goed gekomen is en ze verder kunnen, terwijl nog steeds enkelingen alles stevig in de hand houden? Als je bovendien volledig geïsoleerd bent van anderen, kan je bijna niet anders dan in cirkeltjes blijven draaien. Niemand van de personages slaagt erin te ontsnappen aan de situatie. Een pompeuze finale zoals die in de partituur staat, vind ik ongepast voor zo’n problematisch einde.
‘Elke lokale politicus weet dat je bij die eenzame mannen in de dorpscafés iets kan laten opborrelen als je de juiste dingen zegt. Vereenzaamde mensen zijn een gemakkelijk slachtoffer’
Hebben jullie daarom het einde van de opera zo radicaal herwerkt?
We hebben ervoor gekozen de absurde en ongeloofwaardige finale te deconstrueren door muzikale lagen op elkaar te plakken. We creeren een situatie waarin alle personages in een eeuwige proefperiode belanden, een loop waarin ieder individu telkens opnieuw instort en weer opstaat. We hebben sowieso veel van de gesproken tekstpassages uit het libretto herwerkt en herschreven, maar op het einde moest er iets extremers gebeuren. Door muzikale momenten uit de opera te hernemen en door elkaar te spelen, wordt het gevoel dat alles in hetzelfde rondje vastzit versterkt.
In het libretto van Der Freischütz wordt inderdaad niet alleen gezongen, maar ook veel gesproken.
Toen we het libretto doornamen, viel ons op dat de muziek buitengewoon veel wordt onderbroken door gesproken dialogen. Je kan je afvragen wat het belangrijkste is in deze opera: de gesproken tekst of de gezongen muziek? We hebben ervoor gekozen Webers muzikale principes, waarin veel materiaal wordt herhaald, toe te passen op de gesproken teksten door dialogen te hernemen, wat een grappig effect geeft. Daarnaast hebben we teksten toegevoegd, waaronder een politieke speech. Ik sprak al over hoe de AfD lelijk huishoudt in parlementen, maar de zaadjes van hun macht worden geplant in het universum waarin ik Der Freischütz plaats: elke lokale politicus weet dat je bij die eenzame mannen in de dorpscafés iets kan laten opborrelen als je de juiste dingen zegt. Vereenzaamde mensen zijn een gemakkelijk slachtoffer.
Zoals steeds behandel je alles met humor. De voorstelling is ondanks alles speels en amusant.
Zonder humor kan ik niet werken. Hoe heftiger of tragischer de thematiek, hoe belangrijker de rol die ik humor toedeel. Het tragische en het komische liggen sowieso dicht bij elkaar. Als je die ontstellende gemeenschap van Der Freischütz vanop een afstand bekijkt, wordt de situatie best grappig. Ik vergelijk het nog even met de Duitse politiek: een extreemrechtse partij als de AfD bezig zien is
verschrikkelijk, maar tegelijk heeft het veel weg van een performance waarvan je bijna niet kan geloven dat die werkelijk plaatsvindt. Daardoor wordt zo’n situatie net humoristisch – al is het maar even – om daarna snel weer als zeer ernstig te worden ervaren. Op die spanningsverhouding stoelt onze regie van Der Freischütz
Resoneert Der Freischütz, die jullie in Zwitserland hebben ontwikkeld, ook in België net dankzij die universele spanningsverhouding?
Als ik een nieuw stuk ontwikkel, wordt de regie altijd beïnvloed door de plaats waar ik het creëer. Maar of het nu over Zwitserland, de AfD in Duitsland of de Belgische politieke situatie gaat: er vallen altijd parallellen te trekken. België is voor mij geen onbekend terrein, ik heb er veel en altijd graag gewerkt. Ik durf met zekerheid te zeggen dat onze Freischütz een impact zal hebben op het Belgische publiek.
Ook de scenografie zal herkenbaar aanvoelen: in vele Belgische dorpen vind je een clublokaal of polyvalente zaal zoals die van Der Freischütz
We wilden een ruimte creëren die er als een schuttershuis uitziet. Een openbare plaats, een kroeg met tafels waar je bier drinkt, een zaal waar op een klein podium concertjes kunnen worden gehouden. Een plek zoals ik die inderdaad ook al in België heb gezien. Anna Viebrock, de scenografe met wie ik al jaren samenwerk, had voor een andere voorstelling van mij, The Unanswered Question, een gelijkaardige set gemaakt. Die scenografie hebben we gerecupereerd en als basis voor Der Freischütz genomen. Het is al langer mijn methode om oude scenografieën te recycleren. Dat doe ik onder andere uit ecologische overtuiging. Soms kun je met kleine aanpassingen een heel andere wereld creëren die perfect klopt voor een nieuw stuk.
Niet alleen de scenografie uit The Unanswered Question keert terug, ook zangeres Rosemary Hardy was toen van de partij en vertolkt nu de rol van Ännchen, het nichtje van Agathe.
We waren volop op zoek naar iemand die Ännchen kon zingen, een rol die normaal door een jonge sopraan wordt vertolkt. Telkens
botsten we op het probleem dat we met zo’n naïef personage weinig konden aanvangen. We vroegen ons af of we niet het tegenovergestelde moesten doen, of we van Ännchen niet iemand moesten maken die al veel heeft meegemaakt en ook net daarom de rol niet meer zo goed gezongen krijgt. Alsof ze met haar zanglijnen moet vechten. Ik heb al veel met Rosemary Hardy gewerkt, ze kent mijn werk goed. Het leuke is vooral dat ze niet ijdel is en het aandurft om een rol te zingen die voor haar leeftijd niet meer vanzelfsprekend is – hoewel ik vind dat ze dat fantastisch doet. Dankzij haar openden zich nieuwe spelmogelijkheden.
Of je opera maakt of niet, er wordt zo goed als altijd gezongen in je voorstellingen. Waarom is muziek zo belangrijk in jouw theatertaal?
Muziek creëert een sociale cohesie op de scène, ook in het theater. Soms zie je een theatervoorstelling waarbij je het gevoel hebt dat de acteurs niet écht samen spelen. Ik ben muzikant van opleiding en door mijn ervaringen in orkesten heb ik geleerd dat je pas een hechte groep wordt door samen te musiceren. Wanneer ik aan een nieuw project begin, vind ik het daarom altijd fijn om als kennismaking samen meerstemmig te zingen en naar elkaar te luisteren. Als ik vereenzaamde mensen op het podium wil tonen, gebruik ik zang en muziek om ze alsnog samen eenzaam te laten zijn. Die spanning zoek ik altijd op, dat is de basis. Ik vind het ook hoopvol te zien hoe plotseling een groep in zichzelf gekeerde mensen samen aan het zingen gaat. Er opent zich een mogelijkheid tot verbinding: misschien hoeven ze niet alleen te zijn, misschien luisteren ze toch naar elkaar. Misschien is dat wat die recensent bedoelt: wat ik toon in Der Freischütz en hoe ik muziek inzet, is de basis waaruit al mijn voorstellingen vertrekken.
‘ Als ik vereenzaamde mensen op het podium wil tonen, gebruik ik zang en muziek om ze alsnog samen eenzaam te laten zijn. Die spanning zoek ik altijd op in mijn theatertaal’
DER FREISCHÜTZ
Carl Maria von Weber
In een afgeleefd clublokaal aan de rand van het bos klampt een jagersvereniging zich halsstarrig vast aan oude tradities. De theaterlegende Christoph Marthaler brengt een speelse heruitvinding van de Duitse operaklassieker.
OPERA GENT
wo 19, vr 21, di 25, do 27 feb om 19:30u zo 23 feb om 15:00u
OPERA ANTWERPEN za 8, di 11, do 13, di 18, za 22 mrt om 19:30u zo 16 mrt om 15:00u
Bij onze voorstellingen schitteren de artiesten op het podium, en ook backstage is een grote equipe in de weer. Graag stellen we onze collega’s aan jullie voor. Reuben Mbonabmi is lid van ons Jong Ensemble en zingt mee in L’Enfant et les Sortilèges (An Empty House). Louis Verlinde ontwerpt er de kostuums voor.
VOOR / ACHTER DE SCHERMEN
L’ENFANT ET LES SORTILÈGES
(An Empty House)
Maurice Ravel
Deze productie vol aanstormende musici plaatst Ravels kleurrijke L’Enfant et les Sortilèges in een gloednieuw, breder verhaal. Op hun trip dwars door tijden en talen komen duisternis en bevreemding aan het oppervlak.
OPERA ANTWERPEN
do 20 feb om 14:00u (schoolvoorstelling) vr 21, za 22 feb om 20:00u zo 23 feb om 15:00u
Reuben Mbonambi
Zanger
1 Wat is je idee van perfect geluk? Liefde en vrijheid.
2 Wat is je grootste angst? Mensen verliezen die me dierbaar zijn.
3 Welke eigenschap stoort je het meest bij anderen? Een onnodig ego.
4 Welke levende persoon bewonder je het meest? Mijn vader.
5 Lieg je weleens? Enkel wanneer het niet het juiste moment is voor de waarheid.
6 Zijn er stopwoordjes die je te vaak gebruikt? Ja, deze drie: ‘Definitely, yes’, ‘I’ll see what I can do about it’ en ‘LOL’.
7 Wie is de liefde van je leven? Mijn partner en mijn familie.
8 Wanneer was je het gelukkigst? Toen ik de eerste keer naar Europa kwam. Dat was echt een droom die in vervulling ging.
9 Wat zou je willen veranderen aan jezelf? Ik ben blij met wat God me gegeven heeft...
10 Wat zie je als je grootste verwezenlijking?
Mijn muziekdiploma.
11 Als je als iemand of iets anders zou kunnen terugkomen, als wie of wat dan?
Als het een persoon was, dan als mezelf opnieuw. Als het een dier was, als een kat (ze zijn spiritueel aangelegd).
12 Waar zou je het liefste willen wonen?
Op een tropisch eiland.
13 Identificeer je je met een historische figuur?
Met Nelson Mandela. Hij was kalm, wijs, ijverig en hij hield van alle mensen van alle rassen.
14 Wat is karakteristiek voor jou? Mijn gevoel voor humor.
15 Wat waardeer je het meest bij vrienden?
De vriendschap op zich en de loyaliteit. Het is nooit makkelijk om vrienden te vinden, laat staan om ze te houden.
16 Heb je een fictieve held? Harry Potter.
17 Wie zijn je helden in het echte leven?
Juan Burger (mijn zangleraar), Elizabeth Parker (mijn peetmoeder), Busisiwe Sithole (mijn partner).
18 Hoe zou je willen sterven? Vredevol, in mijn slaap.
19 Wat is je motto?
Je bent genoeg. Wees de beste versie van jezelf. Het leven heeft geen beperkingen, behalve die die je zelf stelt.
Louis Verlinde Kostuumontwerper
1 Wat is je vroegste herinnering? Ik zie mezelf in een buggy zitten en ik sta op de hoek van onze straat. Ik vraag mij nog altijd af waar we toen heen gingen.
2 Welke levende persoon bewonder je en waarom? Florentina Holzinger. Ik zag haar stuk A Divine Comedy vorig jaar in Les Halles de Schaerbeek. De kracht waarmee ze beelden maakt, is ongelooflijk. Ik zat twee uur op het puntje van mijn stoel en aanschouwde de absolute schoonheid van perversiteit.
3 Wat is je meest onhebbelijke karaktertrek? Tot grote irritatie van mijn vrienden: ik kan maar niet vertrekken. Op een feestje kondig ik minstens vier keer mijn vertrek aan. Ik blijf graag plakken.
4 Wat wilde je later worden als kind? In deze volgorde: politieagent, Lady Gaga, filmregisseur, kunstenaar.
5 Wat maakt je ongelukkig? Macho’s en onrecht.
6 Wat had je beter niet gezegd tegen wie? Wat had ik beter wel gezegd is een betere vraag. Ik praat niet graag over mijn gevoelens.
7 Wat was je grootste teleurstelling? Dat het dan toch niet zo makkelijk is om een popster te worden.
8 Wat is de belangrijkste les die het leven je heeft geleerd? ‘Ge pakt uw middelvinger, plakt die op uw voorhoofd en ge gaat vooruit.’
9 Van welke gewoonte zou je af willen? Uitstelgedrag. Maar het houdt het leven wel spannend.
10 Wat is je foutste guilty pleasure? Uber en Grindr.
11 Ken je een gedicht of een passage uit een boek uit het hoofd? ‘Wat is het toch dat u van mij verlangt, waarom bezoekt u mij op ieder uur zo dag zo nacht zo fel.’ Uit Hamlet vs Hamlet van Toneelhuis en Toneelgroep Amsterdam, zag ik zo’n tien jaar geleden in Roeselare. Nog steeds onder de indruk van het spel en de magische vormgeving. Thank you, Abke Haring!
12 Wanneer heb je voor het laatst gehuild en waarom? Ik las Julian van Fleur Pierets, een boek over waanzinnige liefde. Die ene alinea over Nick Cave die Fleur advies geeft zal ik voor altijd onthouden.
13 Wat is het dichtste dat je ooit bij de dood geweest bent?
Ik dacht toen ik ooit mijn arm brak door uit de hangmat te vallen, maar het viel uiteindelijk allemaal wel mee.
14 Hoe wil je herinnerd worden? Zoals het cliché der clichés: als een liefdevol, oprecht persoon met een groot hart.
15 Wat was de beste kus van je leven? Ik zou willen zeggen in de gietende regen op een berg kijkend naar een wereldwonder, maar dat is jammer genoeg nog niet gebeurd. Ik weet het oprecht niet meer.
16 De liefde, hoe voelt dat?
Wreed onrustig en wreed schoon tegelijk.
17 Wie moet je spelen in de film van je leven? Jim Carrey (volgens velen) of Walter Baele.
DE STILLE WAANZIN VAN NORMA
INTERVIEW MET SOPRAAN ANNA PRINCEVA
De Russisch-Italiaanse sopraan Anna Princeva debuteert bij OBV als Norma, een van de meest technische en emotioneel meest veeleisende rollen uit het repertoire. ‘Bellini vraagt om een enorme vocale wendbaarheid en een stem die gaat van zijdezacht tot scherp en furieus.’
— door Koen Bollen / foto Tania Bonnet
In Norma verklankt Vincenzo Bellini (1801-1835) een ijzingwekkend portret van een vrouw die zich gewrongen voelt tussen haar politieke bestaan en haar geheime dubbelleven als moeder en minnares. Bellini schiep met deze opera hét hoogtepunt uit het vroeg-19e-eeuwse belcanto, een genre waarin muzikale virtuositeit en meeslepende theatraliteit hand in hand gaan.
ANNA PRINCEVA Ik voel me als sopraan het meest verbonden met de passionele personages van Verdi en Puccini. Een tiental jaar geleden werd ik gevraagd Norma te leren voor een auditie bij de Opera van Graz. Het belcantorepertoire vraagt een serenere en beheerste vertolking. Ik werkte aan mijn interpretatie met de bekende dirigent en stemcoach Audrey Saint-Gil en werd verliefd op de opera. Ik was ervan uitgegaan dat ik Bellini’s muziek te eentonig zou vinden omdat er niet genoeg vuur of emotioneel drama in vervat zou zitten. Het omgekeerde is waar. Bellini creëerde een personage dat bezeten is door een soort stille waanzin. Dat is angstaanjagender dan personages die hun krankzinnigheid uitschreeuwen.
Waarom koos je ervoor nu, op dit moment in je loopbaan, Norma te zingen?
Het is mijn ultieme droom de nog zwaardere rollen Tosca en Adriana Lecouvreur te zingen. Norma is de perfecte stap daarnaartoe. Technisch leert Norma me een evenwicht te vinden tussen het grote
stemvolume dat nodig is en de beheerste lichtheid van het belcanto. Daarnaast hou ik gewoon enorm van deze opera.
Norma zingen wordt weleens vergeleken met het beklimmen van de Everest.
Dat klopt wel, omdat de titelrol geschreven is voor drie stemtypes. Norma’s eerste recitatief (een spreekgezang dat het narratief voortstuwt, red.) is geschreven voor een dramatische sopraan. De beroemde aria ‘Casta diva’ die hier meteen op volgt, is gecomponeerd voor een lyrische sopraan. En alle coloraturen (virtuoze muzikale versieringen, red.) met die vele aanhoudende hoge noten vragen een hele lichte sopraanstem. Bellini vereist dus een enorme vocale wendbaarheid: niet alleen van de diepste tot de hoogste noten, maar ook in de intenties van de stem die van zijdezacht tot scherp en furieus gaan. Aartsmoeilijk zijn ook de stille hoge noten of de luide lage noten. Norma is voor mij het toppunt van belcanto. Dat betekent voor mij dat je als zangeres álles wat een componist maar verlangt ook kan.
Laat je je inspireren door andere vertolkingen?
Norma is geschreven voor wat men een soprano assoluta noemt en vraagt de grootste technische vaardigheden. Maria Callas voegde in haar legendarische opnames ook de emotionele uitdrukking toe. De rol is zo ‘anders’ in elke scène waarin ze zingt. Je hebt als zangeres
telkens andere vaardigheden nodig om gestalte te kunnen geven aan Norma’s vele karaktereigenschappen. Callas was perfect voor de rol en zong moeiteloos. Bij Bellini is dat erg belangrijk. Je moet boven het orkest uitkomen, zonder in te boeten aan de schoonheid van de noten.
Kan je je op een of andere wijze identificeren met Norma als vrouw?
Nee, absoluut niet. Norma is volgens mij een psychisch zieke vrouw. De wortels van haar passief-agressieve en depressieve gemoedstoestand liggen in haar jeugd en bij de torenhoge verwachtingen die haar vader én haar volk van haar hebben. Ik kan me niet vereenzelvigen met hoe ze Pollione boven haar eigen leven of dat van haar kinderen plaatst, maar ik kan me wel inbeelden hoe het is om haar te zijn. Voor eventjes.
Op welk moment manifesteert zich die stille waanzin die je beschreef?
Aan het begin van het tweede bedrijf stapt Norma de slaapkamer van haar kinderen binnen om hen te doden: ‘Dormono entrambi.’ (‘Ze slapen allebei’). Ze zingt bijna zonder orkestbegeleiding en de spanning is te snijden. Dat is mijn lievelingsmoment. Ik krijg al kippenvel wanneer ik er nog maar aan denk. Norma ziet zichzelf niet zozeer als moeder, maar veeleer als vrouw van Pollione. Haar kinderen zijn een obstakel voor haar. Misschien denkt ze dat hij niet meer van haar houdt omdat ze moeder is? Ze voelt zich gewrongen tussen haar rol als minnares en als moeder. Als hogepriesteres moest ze een kuisheidsgelofte afleggen en dat brengt haar ertoe haar moederlijke gevoelens te onderdrukken, denk ik. Ik ben zelf moeder, ik zou er nooit voor kunnen kiezen mijn kinderen om te brengen. Gelukkig doet Norma dat ook niet.
Een tweede voorbeeld is het duet met Pollione net voor het einde van de opera. Het begint met Norma die heel rustig zingt: ‘In mia man alfin tu sei ’ (‘Eindelijk heb ik je in m’n macht’). Ze is zo beheerst op dat moment, maar haar kwaadaardige einddoel heeft ze al in haar hoofd. Ze realiseert zich niet – of het maakt haar niet uit – dat haar fatale beslissing om de Romeinen toch de oorlog te verklaren, duizenden mensen de dood in zal jagen. Diep vanbinnen lijdt ze misschien maar omdat ze bijna als een godin aanbeden wordt, wil ze haar volk geen zwakte tonen.
In de eindscène verhindert Norma uiteindelijk toch dat haar liefdesrivale Adalgisa en Pollione moeten sterven, doordat ze tot ieders verbazing zichzelf als bloedoffer aanduidt.
Toch vind ik dat niet nobel. Voor Norma, die hele donkere ziel, is het de enige manier om zeker te zijn dat Pollione haar niet zal verlaten. Ze weet dat hij haar zal volgen in de dood. Ook voor hem is het de enige ontsnapping, anders zou hij worden omgebracht.
Wat kan een mythisch verhaal als dat van Norma vertellen over de wereld vandaag?
Persoonlijk herken ik soms mijn moeder in Norma. Haar liefde voor mijn vader was net zo allesoverheersend en disfunctioneel als die van Norma voor Pollione. Mijn moeder was jaloers elk moment van de dag dat mijn vader niet thuis was. Als hij er dan was, was ze kwaad op hem. Toeschouwers kunnen in de opera dus familiale situaties herkennen die hun leefwereld of die van mensen dicht bij hen weerspiegelen. De herkenbaarheid van Norma zit daarnaast op het politieke niveau. Ze stuurt zoveel mensen de dood in, gewoon omdat ze zich verraden voelt. Zelf verliet ik Rusland meer dan twintig jaar geleden. Ik voel me er niet thuis, al ben ik wel nog altijd verbonden met de Russische cultuur. Niet alleen in Rusland zijn er politieke leiders zoals Norma die het verschil niet begrijpen tussen persoonlijke gevoelens en politieke mogelijkheden om te handelen. Het ego van zulke narcistische leiders heeft verreikende gevolgen voor miljoenen onschuldigen. Het zijn leiders die heel goed mensen kunnen manipuleren, maar niet in staat zijn tot empathie.
‘Je hebt als zangeres telkens andere vaardigheden nodig om gestalte te kunnen geven aan Norma’s vele karaktereigenschappen. Maria Callas was perfect voor de rol’
NORMA IN HET KORT
Gallië, ca. 50 v.Chr. De gemeenschap van druïden bidt samen met haar leider Oroveso tot de god Irminsul. Ze willen dat Norma, hun hogepriesteres en de dochter van Oroveso, het volk zal oproepen tot een oorlog tegen de Romeinse overheersers. Norma wil echter het vredesbestand bewaren omdat ze een verboden relatie heeft met de Romeinse proconsul Pollione. Ze hebben twee kinderen die in het grootste geheim opgevoed worden. Als Norma te weten komt dat Pollione haar wil verlaten voor Adalgisa, de jonge Gallische priesteres en vertrouwelinge van Norma, ontsteekt ze in een wraakzuchtige woede. Norma weerhoudt zich er op het laatste moment van haar eigen kinderen te doden, roept haar volk op tot een bloedige oorlog met de Romeinen en biecht haar dubbelleven uiteindelijk op, wat leidt tot haar dood als zelfgekozen bloedoffer. Pollione volgt haar in het vuur.
NORMA
Vincenzo Bellini
Vincenzo Bellini schiep met Norma een van de absolute hoogtepunten uit het belcanto, met bloedmooie aria’s en aangrijpende duetten. Dirigent Alejo Pérez brengt de bezwerende compositie tot leven met de indrukwekkende Anna Princeva in de titelrol.
OPERA ANTWERPEN di 28, do 30 jan om 19:30u zo 26 jan om 15:00u
‘DE LIEFDE VOOR KUNST EN CULTUUR ZIT IN ONS DNA’
Vanaf 2024 is Delen Private Bank ambassadeur en partner van Opera Ballet Vlaanderen. An Verschooten, verantwoordelijke Corporate Affairs bij OBV, ging in gesprek met Katrin Eyckmans, directielid bij Delen Private Bank. Samen zochten ze naar de gedeelde waarden waarop het partnerschap steunt.
— Door Ilse Degryse / Foto’s Diego Franssens
‘Delen Private Bank is opgericht in 1936 en sinds het prille begin zit de liefde voor kunst en cultuur in ons DNA’, vertelt Katrin Eyckmans bij de start van het gesprek in de elegante kantoren van Delen Private Bank in Antwerpen. ‘De familie Delen en Filips De Ferm – kunstkenner en adviseur van het directiecomité – geven ons allemaal die liefde mee. Het is ook iets waar we steevast naar polsen bij sollicitatiegesprekken: wat zijn je hobby's, heb je iets met kunst en cultuur?’
AN Verwacht je dan dat medewerkers daar in hun dagelijkse job iets mee doen?
' Creativiteit is een basisvoorwaarde voor effectieve communicatie. Om te kunnen connecteren met de persoon aan de andere kant moet je je kunnen inleven' — Katrin Eyckmans
KATRIN Dat ons personeel die passie mee kan ondersteunen is belangrijk naar onze klanten toe. We capteren namelijk de hobby’s van onze klanten en we zien dat kunst en cultuur heel vaak naar voren komen – naast sporten zoals golf en hockey. Zoals je merkt hangen er ook kunstwerken in onze kantoren. We brengen een mix van gevestigde waarden en werk van jong talent die we samen met een aantal galeries selecteren. De tentoonstellingen in de kantoren zijn ook samengebracht op een online platform: Delen.ART.
AN Je liet het woord passie vallen, Katrin. Dat is alvast een van de waarden die jullie delen met Opera Ballet Vlaanderen. We voelen de passie stromen bij elk van onze OBV-medewerkers, van suppoosten over technici en ateliermedewerkers tot de artiesten op het podium.
KATRIN Passie is zeker een van onze pijlers, naast creativiteit, want innovatie is essentieel in de bankwereld. Creativiteit is ook cruciaal in gesprekken met klanten. Het is een basisvoorwaarde voor een effectieve communicatie. Om te kunnen connecteren met de persoon aan de andere kant moet je je kunnen inleven en dus creatief zijn.
AN Opera Ballet Vlaanderen is niet de enige organisatie in de podiumkunsten waarmee jullie samenwerken. Jullie hebben ook een partnerschap met de muziekacademie Musica Mundi in Waterloo en de balletschool Mosa in Luik, om slechts enkele te noemen.
KATRIN Klopt. Uit de samenwerkingen die je daar noemt, spreekt volop dat we kansen willen geven aan jong talent. Dat vinden we prioritair.
Katrin Eyckmans.
An Verschooten.
AN En ook daarin vinden we elkaar: OBV zet sterk in op talentontwikkeling. Een mooi voorbeeld daarvan is ons Jong Ensemble. Elk jaar werven wij twee jonge zangers aan die we laten meedraaien in onze producties. Zo kunnen ze ervaring opdoen voor ze later hun vleugels uitslaan. Dat heeft al zijn vruchten afgeworpen, een aantal van hen is daarna bij grote operahuizen gaan zingen. Onze Vrienden zijn daar een belangrijke motor in, zij ondersteunen het Jong Ensemble actief.
KATRIN Ik las in jullie vorige magazine dat jullie ook een project hebben met mensen in detentie?
AN Inderdaad, dat is de voorstelling Barzakh die gecreëerd wordt binnen onze pijler Vonk. Vonk heeft inclusie en diversiteit als speerpunten. We willen een meer divers publiek in onze zalen en hoe doe je dat beter dan door diversiteit op het podium te tonen… Ik neem aan dat de zoektocht naar diversiteit ook bij jullie hoog op de agenda staat, maar ik wil nog even verder ingaan op ons partnerschap: wat heeft jullie uiteindelijk naar Opera Ballet Vlaanderen geleid? We delen de liefde voor schoonheid en cultuur, maar zijn er ook meer specifieke aspecten waar jullie een connectie mee voelen?
KATRIN We zijn een van oorsprong Antwerpse bank en dat een van jullie operahuizen hier in de stad staat, is voor ons een grote troef. Ook het gebouw op zich spreekt ons aan, want we houden van erfgoed en architectuur. Bovendien zijn jullie voorstellingen complementair met wat we al aanboden aan onze klanten: opera en klassieke muziek was iets wat we nog misten. Ik moet toegeven dat we in het begin wat drempelvrees hadden: we twijfelden of we wel genoeg klanten zouden kunnen bereiken met de OBV-activiteiten. Zouden mensen die gepassioneerd zijn door opera en klassiek al niet een abonnement bij jullie hebben? Maar we zijn lang met jullie in gesprek geweest en ik ben blij dat we mooie recepten hebben gevonden.
AN Waar wij altijd naar op zoek gaan, is hoe we mensen een bijzondere beleving kunnen aanbieden. Zo heeft een groep van jullie klanten intussen al een deel van de voorgenerale repetitie van Madama Butterfly meegemaakt; ze hebben de eerste akte gezien. Dat is een hele aparte ervaring en iets waar geen kaartjes voor te koop zijn. We vergelijken het graag met mensen even de kans bieden om binnen te kijken in de keuken van een driesterrenrestaurant. Iedereen kan daar tegen betaling gaan eten, maar om echt in de potten van de chef te mogen kijken: dat is uniek. Ik heb ook al feedback gekregen en mensen zeiden dat ze het jammer vonden dat ze niet de hele voorstelling konden meemaken. Zo hard waren ze meegesleept door het verhaal…
KATRIN Mission accomplished, zou ik zeggen. Misschien hebben jullie er een pak nieuwe toeschouwers bij.
AN We verwelkomen ze met open armen! Ik zou tot slot nog even willen polsen naar hoe jullie de toekomst zien. Onze algemeen directeur Jan Raes houdt ons als organisatie het Griekse motto panta rhei voor, namelijk dat alles in beweging is en voortdurend verandert. OBV wil ook een seismograaf zijn, om met de woorden van onze voormalige adjunct-directrice Kiki Vervloessem te praten, die nauwkeurig registreert wat in de samenleving gebeurt en daarop reageert. Hoe kijken jullie naar de toekomst?
KATRIN Mag ik daarop reageren met een persoonlijke observatie? Ik heb kinderen van 18 en 20 en ik zie hoe ze vaak met een scherm bezig zijn. Ze krijgen constant informatie en beelden binnen maar ze leren niet altijd om daar kritisch naar te kijken, om daar creatief mee aan de slag te gaan en om dat alles te bevragen. Daarom zijn kunst en cultuur – gaande van literatuur over beeldende kunsten tot podiumkunsten zoals opera en ballet – belangrijker dan ooit. Omdat ze je blik openen, je uitdagen om dieper te denken en te voelen en de kans bieden om even te verstillen. Die trage vorm van schoonheid moeten we vandaag en in de toekomst koesteren.
AN Een mooie gedachte die helemaal aansluit bij ons seizoensthema, Hop hop. Hartelijk bedankt voor dit gesprek, Katrin.
KATRIN Graag gedaan, An. Ik kijk uit naar nog veel mooie momenten bij OBV.
HET LIDMAATSCHAP VAN
DE OBV AMBASSADEURS staat open voor iedereen met een hart voor cultuur, meer specifiek voor opera, ballet en muziekeducatie.
Jacques Vandermeiren, ceo van Port of Antwerp-Bruges en bestuurder bij OBV, heeft zich geëngageerd als medeoprichter en bezieler van de OBV Ambassadeurs.
WAT HOUDT HET OBV AMBASSADEURSCHAP IN?
— U wordt 2x/seizoen uitgenodigd op een exclusief cultureel event op een unieke locatie.
— U wordt uitgenodigd en bent eregast op elke première van Opera Ballet Vlaanderen: 2 tickets in de hoogste categorie, naar keuze in Antwerpen of Gent.
— U geniet tijdens elke première van een VIP-ontvangst.
— U ontmoet onze artistieke cast ter gelegenheid van onze voorstellingen.
— Indien u dit wenst, vermelden wij uw naam en/of uw bedrijf (logo) in onze communicatie betreffende de OBV Ambassadeurs (website, programmaboeken en seizoensbrochure).
— U hebt een hart voor cultuur, geniet van een unieke beleving en steunt ons huis en zijn ambities.
OBV nodigt u van harte uit voor een gesprek over een ambassadeurschap.
U kan hiervoor contact opnemen met An Verschooten via averschooten@operaballet.be
OBV AMBASSADEURS dd. 11.7.2024
Bart Gonnissen & Mary-France Thieleman, Select Group – Basile Aloy & Carmen Christiaansen – Chris Vandermeersche, Ernst & Young – Erik Keustermans, Remant Transport Architects – Griet Nuytinck, anacura – Herman Daems – Hugo Van Geet – Jacques Delen, Delen Private Bank – Jacques Vandermeiren, Port of Antwerp-Bruges – Jan Van Geet, VGP – Michel Buysschaert, Delen Private Bank – Paul Cools, la-on – Pedro & Catherine Matthynssens, Vanbreda Risk & Benefits – Pol Bamelis – Stefaan De Clerck, Proximus –Wouter Vandeberg, SDM–Valorum Corporate Finance Group en andere trouwe ambassadeurs die graag discreet willen blijven.
HET RITUEEL Oriana Ikomo
Oriana Ikomo was eerder bij ons te zien in A Revue, de spectaculaire performance van Benjamin Abel Meirhaeghe uit 2020. In Winterreise, een muziektheatervoorstelling geregisseerd door Jan Sobrie, is de jonge jazz-, R&B- en soulperformster een van de vijf ‘hedendaagse troubadours’ die aan de slag gaan met de beroemde liedcyclus van Franz Schubert.
— door Wilfried Eetezonne / foto Ivan Put
‘Twee jaar geleden sprak Wouter Deltour van Muziektheater Transparant, de producent van Winterreise, me aan over dit project en ik had er meteen een goed gevoel bij. Het idee om klassieke muziek te verwerken naar iets hedendaags, dat dichter bij mezelf ligt, sprak me erg aan.
We zijn met vijf muzikanten die de muziek van Schubert op hun eigen manier brengen. Ik koos voor het lied Das Wirtshaus. In de kleuren en akkoorden hoorde ik iets jazzy met een bombastische intro. Daar kon ik meteen mee aan de slag. Zo hebben we alle vijf een heel eigen stijl.
Soul en R&B zijn de muziekstromingen waarmee ik ben opgegroeid en waar ik altijd graag naar luister. Ze zullen altijd een deel van mijn leven zijn. Maar ook de klassieke piano speelde een grote rol in mijn jeugd en ik heb tot mijn 19e alleen piano gespeeld. Ik hield van de muziek, maar ik botste met de klassieke mentaliteit op school. Ik zocht meer vrijheid in wat ik wilde doen, en dus moest ik kiezen. Mijn leven volledig wijden aan klassieke muziek voelde niet goed. Toen ik in aanraking kwam met jazz, was ik op slag verliefd. Ik ging op ontdekkingstocht en begon jazz te studeren.
Tijdens mijn studies had ik weinig met Schubert. Ik hield meer van Debussy en Ravel. Zij gaven me meer vrijheid, en vooral bij Ravel hoorde ik al jazzy invloeden. Schubert was voor mij te streng, te klassiek. Dankzij Winterreise heb ik ontdekt dat dat vooroordelen waren. Ik heb nu een goede band met hem. Er zitten een nostalgie en een romantiek in zijn werk die ik eerder niet had opgemerkt. Een naïviteit, ook.
Weemoed, romantiek, de reis van het leven… Het zijn thema’s die ook in mijn eigen muziek terugkomen. Mijn laatste EP heet THE HEALING, wat dicht in de buurt komt van Winterreise. (lacht) Ik ben op alle vlakken een hopeloze romanticus. Ook visueel speel ik in videoclips graag met romantische, bombastische kleding of schilderijen. Dat heb ik geleerd uit de klassieke wereld. Misschien sta ik dus dichter bij Schubert dan ik zelf dacht.
De winter was vroeger mijn favoriete seizoen. Het is een periode van rust en tegelijk mijn meest creatieve tijd. Een moment om te schrijven, te componeren, in de studio te werken... Daar hou ik van. De zomer is de tijd van actie, van ondernemen, maar de winter dwingt me om terug tot mezelf te komen. Al duurt hij in België wel wat te lang, van september tot eind mei? (lacht)
Voor een optreden – of het nu een voorstelling is of een optreden met mijn band – heb ik stilte nodig, de stilte voor de storm. Voor ik opga, mediteer ik een half uurtje. Vroeger had ik veel last van plankenkoorts, wat vreemd is, want als kind stond ik graag in de spotlights. Mediteren en ademhalingsoefeningen helpen me. Ik moet even de connectie maken met mijn lichaam en de grond. Ook de connectie met anderen is belangrijk. Voor we het podium opgaan, pakken we elkaar even vast. Aan mijn band vraag ik altijd voor het optreden hoe iedereen zich voelt. Ze moeten dan met één gevoel antwoorden. Soms hoor ik: ‘een beetje traag’ of ‘sexy’… Die stemming bepaalt vaak het concert. Muziek werkt ook therapeutisch voor mij. Als ik speel of repeteer, kan ik alles vergeten en ga ik volledig op in de muziek.’
WINTERREISE
Franz Schubert
In het theatrale concert Winterreise neemt een 77-jarige vrouw je mee op een tocht door haar binnenwereld. Regisseur Jan Sobrie en componist Wouter Deltour brengen Schuberts beroemde liedcyclus naar het hier-en-nu.
OPERA GENT
di 26, do 28 nov om 20:00u do 28 nov om 14:00u (schoolvoorstelling)
‘Ik sta dichter bij Schubert dan ik zelf dacht’
Voor vandaag en morgen
U kan gerust zijn. Het vermogen dat u opbouwt, nemen wij ter harte. Dat koesteren, bewaken en versterken we. Van beleggingen tot vermogensplanning. Op onze persoonlijke manier, met een vooruitziende blik.
Zo dragen we zorg voor u en uw familie, vandaag en morgen.
APERITIEFCONCERTEN
Geen betere manier om de wondere wereld van de klassieke muziek te ontdekken dan tijdens een van onze aperitiefconcerten. Voor een zacht prijsje beluister je de mooiste kamermuziek gespeeld door de topmusici van Opera Ballet Vlaanderen. Achteraf bieden we je een gratis drankje aan in onze foyer en kan je met de muzikanten napraten over het concert. Wees welkom!
VAN SPROOKJES EN DROMEN
Een vocaal-instrumentaal drieluik waarin dromen en sprookjes rondwaren: romantische liederen van Richard Strauss, de exotisch getinte Liederen van een sprookjesprinses van Karol Szymanowski en het heerlijke Trio in a, opus 188 voor hobo, hoorn en piano van Carl Reinecke.
OPERA GENT za 30 nov om 19:00u
OPERA ANTWERPEN zo 1 dec om 17:00u
ONDER VRIENDEN
We zetten het jaar in met intieme kamermuziek die door vriendschapsbanden gesmeed werd. Zo weerklinkt een van de Konzertstücke voor klarinet, bassethoorn en piano die Felix Mendelssohn voor zijn vriend Heinrich Bärman schreef. Johannes Brahms componeerde zijn Trio voor klarinet, cello en piano, opus 114 voor klarinet-virtuoos en vriend Richard Mühlfeld. Ook Beethoven en Ralph Vaughan Williams zijn op de afspraak.
OPERA ANTWERPEN za 4 jan om 19:00u
OPERA GENT zo 5 jan om 15:00u
SCHUBERTS STRIJKKWINTET
Het Strijkkwintet van Franz Schubert wordt terecht gekoesterd door kenners en liefhebbers. Zo vond het Adagio eruit zijn weg naar soundtracks van verschillende films. Deze gigant uit het romantische repertoire krijgt het gezelschap van het fijnzinnige Strijkkwartet Nr. 3 van Robert Schumann.
OPERA GENT za 8 feb om 19:00u
OPERA ANTWERPEN zo 9 feb om 17:00u
Word Vriend en steun Opera Ballet Vlaanderen
DE MEER DAN 500 VRIENDEN VAN OPERA BALLET VLAANDEREN ZIJN DE MORELE ÉN FINANCIËLE STEUN VOOR HET JONGE TALENT IN ONS HUIS. ZIJ ONDERSTEUNEN ONDER MEER ONS JONG ENSEMBLE. HIERONDER ONTDEK JE WIE DAAR ALS HUISVRIEND, EREVRIEND OF MECENAS IN HET BIJZONDER AAN BIJDRAAGT.
VRIENDEN HEBBEN ALTIJD EEN STREEPJE VOOR. VOOR HEN GAAN DEUREN OPEN DIE VOOR ANDEREN GESLOTEN BLIJVEN. NOG GÉÉN VRIEND? JE KAN AL VAN ALLE VOORDELEN GENIETEN VANAF 70 EURO. ONTDEK ALLE FORMULES IN DETAIL OP OPERABALLETVRIENDEN.BE
BESTUURSORGAAN
voorzitter Anne De Paepe ondervoorzitter Peter Vandamme erevoorzitter Ria Schellens leden Pol Dewaele, Philippe D’heygere, Jo Hageman, Rita Janssen, Pascale Lauwereys, Leen Vandecruys, Oliver Vandecapelle, Paul Verhaeghe, Eline Welvaert, Nathalie Wittemans
MECENASSEN
Pol en Chris Bamelis, Jan en Nadien De Backer-Calle, Rudi en Viviane De Becker, Marc Franco en Rita Janssen, Mignon Graafland, Jo en Edith Hageman-Vermeire, Mieke Jacobs-Mulder, Patrick Maes en Nadine Cagnie, Johan en Francine Miljoen-van der Linden, Guy en Martine Reyniers, Ludo en Ria Schellens, Wilfried en Denise TheunissenBruneel, Peter Vandamme, William en Livine Van de Velde-Van der Wee, Leopold en Mia Van Hool, Bernard en Valerie Van Hool, Peter Vandamme, Axel en May Vervoordt, Jean Jacques Wyndaele
EREVRIENDEN
Frank en Rita Arts, Monika Barkholt, Wim en Hilde Biesemans - De Bom, Francine Bodderez, Mia Brouwers, Joris en Olivier Bulteel-De Ridder, Dirk en Hilde CallebautDeplanter, Cecile Cambien, Ans Carels, Kathryn Cauwenbergh, Jan en Danielle Cerfontaine-De Meulenaer, Walter Claes, Erik en Sylvie Claessens-Kocken, Chris en Els Claessens-Maldoy, Jacques Claus, Jan Cobbaut, Tom Coeckelbergh en Maarten Versteven, Marc en Annie Corluy-De Smedt, Jan D’Hertog, Philippe en Sylvie D’heygere-Vercruysse, dirk en Bea De Backer, Liane De Meester, Jos De Meyere, Wim De Paepe, Caroline De Pourq, Luc en Rita De Quinnemar, Catherine Debrouwere, Eric en Catherine Deckers-Dael, Marie-Paul Derde, Philippe en Christine Detavernier-Verfaille, Jaap Deutekom, Pol Dewaele, Magda Deygers, Jean en Ann Dusesoi-de Wilde, Maxime en Jeannine Hamers-Dochez, Marita Heyvaert, Philippe en Kitty Hopchet, Catherine Huyghe, Carla Huysmans, Giovanni en Matthijs Immegeers-Hoekstra, ITZU, Patrick en Marleen JanssensCallaert, Harold en Nicole Kint-De Smet, Sabine Koklenberg, Ilse Krols, Piet Lamberts-Van Assche, Mark La Meir, Pascale Lauwereys en Peter Langley, Jan en Katelijne Lemmens-Boon, Erik Loosen, Dirk Maertens, Micky Maes, Bertrand en Katrien Mekeirel-De Baets, Harold en Eliane Naessens-Neven, Charles en Carla Petré-Huysmans, Jan Raes en Tania Seynhaeve, Michel en Katie Robyns-De Pauw, Isabelle Santens, Ferry Saris, François en Veronique Saverys-De Hemptinne, Jack Slijpers, Jaak en Marianne Stuyck-Goossens, André en Simonne Swings-Cremers, Luc en Patricia Timmermans-Desair, Philippe Thewissen,
Heiko en Jan Unterstab-Decoene, Michèle Van Bogaert, Sam Van Dam, Vik en Katrien Vandamme-Van Eeckhoutte, Mats Van Delen, Jos en Lorette Van der Perre-Devriendt, Joseph en Brigitta Van Elst-Peeters, Veerle Van Kerckhoven, Luc Van Mulders, Oliver en Nick Vandecappelle-Sablon, Leen Vandecruys, Koen en Renilde Vandelanotte-Draulans, Katrien Vandenbroucke, Marc Vandijck en Laura Vandersmissen, Peter Van Hoecke, Christine Van Velthoven, Paul en Christine VerhaegheClarebout, Cecile Vertommen-Goossens, Dirk en Anne Wauters-De Paepe, Eline Welvaert, Luuk en Marijke Wiertsema, Nathalie Wittemans, Samuel Wynant
HUISVRIENDEN
Merel Amandt en Els Verté, Paul Avermaete, Etienne en Frieda Baert-Baeyens, Gerda Bats, Wim Becaus, Pierre en Tu Beschuyt-Van Mierlo, Maxime Bogaert, Rudy en Els Broeckaert-Evers, Tom Broos, Wilfriede Bruienne en Baan Verbist, Karel Cleiren en Luc Warrens, Filip Cocquijt, Jan Corremans en Tine De Coster, Jacques en Erna Debraeckeleer-Melotte, Deborah Debruyckere, Bie De Graeve, Livia De Gryse, Jozefa De Laet, Lucie De Nave, Alfred en Paula Derde-Meersschaert, Jean Charles De Preter-Caron, Philip De Smedt, Marc en Christiane De Somer-Deroose, Justus en Helen de Visser-Bierma, Bart De Wever, Domi De Wilde, Frederik Dossche, Marie Goedgezelschap, Frank en Roxane Hublé-De Bodt, Frank en Wendy Judo-Weckhuysen, Anne Kaulen, Marie Laga, Eric Lambrechts, Geert en Ann Lomme-Van de Velde, Nadine Migom-Thienpont, Els Noorlander, Johan Palmers-Van Der Reysen, Werner en Steven PeetersWynants, Laurence Poleunis, Johan en Frederika Rogiers-Declerck, Marc Sobrie en Mieke De Rycker, Pierre en Trees Thomas-Bontinck, Eric Van Acker, David en Veerle Van Aken-De Mondt, Katrien Vanden Avenne, Frederick Van Gysegem en Vincent Vandewalle, Katrien Vandenbroucke, Yamina Verbeke, Catherine Vergote, Fernand Verlinde, Philippe en Ann Verlinden-Timmermans, Delphine Verzele, Luc Vrelust, Korneel Warlop, Maarten Wijnants, Mirjam Zaeyen en allen die anoniem wensen te blijven.