Insight Magazine 1

Page 1

P209977—verschijnt 4 x per jaar in september/november/maart/mei

insight

1

TITEL NAAM

POETIN VS PETER DE GROTE | ONEGIN VOLGENS JOHN CRANKO | MANNEN OVER ELEKTRA: DAVID BöSCH - HUGO VON HOFMANNSTHAL - RICHARD STRAUSS - DIRK DE WACHTER | DE RUSSISCHE ZIEL VAN DMITRI JUROWSKI | REGISSEUR DAVID ALDEN OVER KHOVANSJTSJINA TEKST: NAAM FOTO: NAAM

1


TITEL NAAM

2

TEKST: NAAM FOTO: NAAM


INSIGHT

Beste lezer,

Focus: de Russische roots van Khovansjtsjina en Onegin Het rapport van Poetin en Peter de Grote Beelden van Bratkov David Alden over Khovansjtsjina Onegin by Cranko Dmitri Jurowski en het Russische repertoire Thema onmacht 7 vragen over (on)macht Column Jeroen Olyslaegers

4 8 10 14 22 34 36

Special Richard Strauss 150 De nuchterheid van Richard Strauss Het fenomeen Hugo von Hofmannsthal David Bösch stort zich na Orest op Elektra Elektra bij psychiater Dirk De Wachter

20 28 32 38

Dansers on the move 20 jaar Aki Saito en Wim Vanlessen Wayne McGregor’s Outlier in Londen

16 44

Verder in dit nummer Link - aanraders en reminders 36 Etalage - opera & ballet shopping 42 Agenda 46 Column Luc Joosten 48 Casting nieuws 48

Opera NU is niet meer, voortaan bieden wij u Insight. Dit nieuwe magazine van Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen neemt u mee achter de schermen van de actuele producties. Khovansjtsjina en Onegin leiden ons naar Rusland, terwijl Elektra ons naar de Griekse familiale tragedies voert. Lees de achter­ grondverhalen, ontmoet de mensen, krijg nieuwe inzichten en ontdek met ons de verbanden tussen de werken en de inspiratiebronnen. Geniet ervan en verwonder u. De bühne is meer dan een spiegel, het is een soms verbazend helder venster op de wereld van vandaag. Aviel Cahn intendant Opera Vlaanderen

COLOFON VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Lena de Meerleer, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen REDACTIONELE LEIDING Chris Van Camp en Luc Joosten WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Mien Bogaert, Aviel Cahn, Assis Carreiro, Marjolein Craens, Johan de Boose, Piet De Volder, Wilfried Eetezonne, Anne-Mie Lobbestael, Jeroen Olyslaegers, Wim Van Bree DRUK Die Keure, Brugge REACTIES? redactie@operaballet.be Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw is een instelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Stad Antwerpen, Stad Gent, Provincie Antwerpen, Provincie Oost-Vlaanderen. Structurele sponsor: Nationale Loterij, KBC. Mediapartners: Klara, Cobra.be en Knack.

Op de cover ziet u een portret van David Bösch, die nu Elektra regisseert in Opera Vlaanderen van de hand van fotograaf Tom Linecker.

De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

3


DE ERNSTIGE KARIKATUUR Over het Rusland van Peter de Grote en Poetin tekst: Johan de Boose

Ik veracht mijn vaderland natuurlijk van top tot teen, maar ik vind het vervelend als een buitenlander dat gevoel met mij deelt. Aleksandr Poesjkin 4


KHOVANTSTSJINA

Hij sleept zich voort, de kolos van de Russische geschiedenis, en neemt in zijn sleep alle bagger mee, alle tragedies, alle verwoestingen, alle wreedheden. Daarom weegt de Russische ziel zo zwaar. Die zwaarte maakt de doorsnee Rus ook weinig vatbaar voor verandering. Zijn hoofdkenmerk is behoudzucht. Dat merk je aan de taal, en aan de religieuze rituelen die teruggaan tot de vroege middeleeuwen en zelfs andersgelovigen of ongelovigen fascineren. Je merkt het aan de politieke apathie van het volk door de eeuwen heen: slechts weinigen zijn erop uit om het heersende bestel te veranderen, wat niet betekent dat men er niet stiekem op hoopt. Rusland is een land dat de paradox cultiveert. Onder de tsaren aanbad men de Franse cultuur en vond men dat de Russische taal en het Russische boerenleven (negentig procent van de bevolking) inferieur waren. Toen Napoleon binnenviel, sloeg de stemming om en werd al wat Russisch was opeens hip, tot ergernis van de boeren. Paradox: in het Frans denkende aristocraten op hun knieën voor dorpsbewoners in een geur van uien, zure kool en oud vetleer. In de Sovjettijd was dan weer alles wat Westers was verdorven, omdat het naar kapitalisme rook, maar tegelijk

waren er wel speciale winkels, Beriozka’s, waar je met Westers geld allerlei Westers spul kon kopen: corned beef, whisky en ‘dissidente’ boeken (Dostojevski en de Bijbel). Paradox: Westenhatende Russen kopen Westerse luxe met op de zwarte markt gewisselde dollars. Hoe is het vandaag? Moskou maakt een vuist tegen het Westen (het Westen zou fascisme cultiveren, Europa wordt Gayropa genoemd, alle traditionele waarden verloederen), maar tegelijk is Moskou een kopie, nee, een karikatuur van de Amerikaanse maatschappij, niet een karikatuur waar je om lacht, maar een ernstige karikatuur. In het hedendaagse Rusland zie je vaak tegengestelde krachten die mekaar voeden of beschermen, zoals een radicale milieu-organisatie die beschermd wordt door neonazi’s. De Franse Markies de Custine, die in 1843 zijn ‘Brieven uit Rusland’ publiceerde, schreef: ‘De waarheid is een samenstel van zulke schreeuwende tegenstellingen dat het lijkt of de samenleving slechts geschapen is om de bestanddelen bijeen te houden, die elkaar anders zouden verafschuwen en uitsluiten.’ Custine heeft Rusland goed begrepen, en het is bijna schokkend dat zijn bevindingen 171 jaar later nog steeds actueel zijn.

5


HET RUSLAND VAN PETER DE GROTE EN POETIN

Peter De Grote heeft het zijn zoon Aleksej niet gemakkelijk gemaakt.

Omdat Rusland zo’n behoudzuchtige maatschappij is, is het leerrijk om naar de schaarse momenten van radicale verandering te kijken. Wat speelde daar? Wat stond er op het spel? Hoe kwam het dat de kolos opeens vederlicht werd en reuzenstappen zette? Twee momenten: de troonsbestijging van Peter de Grote in 1682 (hij was tsaar tot 1725) en die van Vladimir Poetin in 2000 (hij blijft wellicht aan de macht tot 2024). Ik maak kort het rapport van beide heren. 6


KHOVANTSTSJINA

RAPPORT: PETER DE GROTE

RAPPORT: VLADIMIR POETIN

WAAR SCOORDE HIJ HOOG?

EERST DE GOEDE CIJFERS

Hij haatte de gewoonte van zijn volk om op de knieën door het leven te gaan en wilde dat veranderen. Hij reisde incog­ nito naar het buitenland, o.a. naar Nederland, dat toen de machtigste handelsvloot ter wereld had en waar hij ideeën opdeed voor de modernisering van zijn land. Bij zijn terug­ keer wilde hij ‘Rusland veranderen in Holland’. Zelf leefde hij altijd op de eenvoudigste wijze en had hij een hekel aan het hofprotocol. Hij erfde een land in puin en schonk het een nieuwe stad, Sint-Petersburg, een stad die ‘een venster op het Westen’ moest zijn. Hij luchtte de naar wierook en oude geestelijken stinkende kamers van Rusland. Hij schafte de verplichte baard bij mannen af en het verplichte vrouwenver­ blijf voor dames. Hij introduceerde massamedia als prenten, pamfletten en kranten. Hij richtte scholen op. Hij voerde de dienstplicht in, introduceerde een rangentabel en had het grootste staande leger van Europa.

Na de val van de Sovjet-Unie in 1991 en de chaotische jaren onder Boris Jeltsin - een tijd van maffia, schaarste, torenhoge inflatie en afrekeningen op straat - beloofde Poetin zijn volk zijn waardigheid en zelfrespect terug te geven. Daarin is hij geslaagd. Hij rekende af met de maffia, dat wil zeggen, hij arresteerde één man, Chodorkovski, en zette diens hoofd op een spies om duidelijk te maken dat zakenlui zich niet met politiek moesten bemoeien, en in ruil daarvoor zou hij hen ongemoeid laten. Zo konden ze zich rustig verrijken. Hij bracht een zekere welvaart en stabiliteit, en hij gaf duizenden dollars aan vrouwen die kinderen baarden, want het geboor­ tecijfer moest weer omhoog. Hij realiseerde Gorbatsjovs oude droom: een sterke staat met een vrije economie. Het puinland dat hij erfde, veranderde in enkele jaren tijd in een land dat terug op de wereldkaart prijkte, een natie waar iedereen naar luisterde, waar men bevreesd voor kon zijn. En last but not least: hij werkt onafgebroken aan zijn sexy, filantropische imago, als visser met ontbloot bovenlijf, ruiter in de Siberische steppe, heldhaftige blusser van bosbranden, duiker in het Bajkalmeer, pianist voor kankerpatiëntjes, amfo­ renvinder in de Zwarte Zee, Harleymotorrijder, judoënde, skiënde en borstcrawlende sportman. Velen aanbidden hem.

DE NEGATIEVE PUNTEN

ZIJN NEGATIEVE PUNTEN.

Ongeveer één zevende van de bevolking stierf door zijn toedoen, wat hem tot een grotere schurk maakt dan Hitler en Stalin. Zijn nieuwe stad werd gebouwd op de lijken van haar bouwers (ongeveer één miljoen mensen). Zijn nachtmerrie was dat de straat de macht in handen zou krijgen, nadat hij als kind had gezien dat zijn familie tijdens oproer door scherpschutters was afgeslacht. Eén opstand, de schuttersopstand van 1698, die was uitgebroken onder Peters elitetroepen, onderdrukte hij daarom met geweld. Van de 2000 opstandelingen werden er 130 geëxecuteerd. De overigen werden in 14 speciaal gebouwde martelkamers in Preobrazjenskoje gemarteld. De leiders werden onthoofd, gevierendeeld of opgehangen. In de Petrus- en Paulusvesting, het eerste gebouw van Petersburg, liet hij een gevangenis bouwen. De eerste gevangene was zijn eigen zoon Aleksej, die hij ervan verdacht samen te zweren met oerconservatieve elementen in Moskou. Zoonlief vluchtte naar het buitenland, maar werd door een voorzaat van graaf Leo Tolstoj opge­ spoord. Peter liet hem folteren (of hij folterde hem zelf, dat is niet bewezen). Een week later overleed Aleksej. Peters land was in permanente oorlog. Ook op het vlak van de corruptie scoorde Peter hoog.

Poetin, gepokt en gemazeld in de wereld van de spionage, is naar eigen zeggen ‘een puur en succesvol product van een sovjet-patriottische opvoeding’. Als agent in de DDR (19851990) was hij verantwoordelijk geweest voor het opsporen van contrarevolutionaire elementen. Kort na zijn aantreden zei hij op een feestje in de Loebjanka (de voormalige gevange­ nis van de geheime dienst in Moskou): ‘De KGB is weer terug aan de macht, maar dit keer geven we haar niet meer uit handen.’ Hij schakelt zijn grootste tegenstanders gewetenloos uit, zoals Aleksandr Litvinenko, die in 2006 met polonium werd vergiftigd. Hij kust de hand van de kerkelijke overheid en krijgt de Kerk zo ver dat de patriarch bij verkiezingen oproept om op hém te stemmen. Hij verafschuwt homosek­ sualiteit (daarin is hij overigens niet de enige in Rusland) en blasfemische meisjes met gekleurde bivakmutsen. Hij her­ schrijft de geschiedenisboeken om de naam van Stalin (die tenslotte Hitler versloeg) te zuiveren. Hij koopt tv-stations op om dissidente meningen te onderdrukken en laat kritische journalisten vermoorden. De vereniging van journalisten telt 52 doden in de afgelopen twee decennia. Lokale mensenrech­ tenorganisaties spreken van 200. Bij Novaja Gazeta (de krant van Politkovskaja) alleen al vijf. Hij regeert een land waarvan één zesde in armoede leeft en twee procent in extreme rijk­ dom. Poetins vermogen wordt geschat op ongeveer zeventig miljard dollar. De stabiliteit die hij bracht is grotendeels afhankelijk van de hoge olie- en gasprijzen. Zodra die instorten, is Rusland failliet. Corruptie viert hoogtij in alle geledingen van de staat. Het gevolg van Poetins economische beleid is dat Russen hun geld het liefst in Oostenrijk of op Cyprus bewaren.

7


HET RUSLAND VAN PETER DE GROTE EN POETIN

De lijst met slechte cijfers is opvallend langer dan die met goede cijfers, en... er zijn frappante gelijkenissen tussen Peter de Grote en Poetin. Zij zijn projectontwikkelaars die vertrokken vanuit een geërfde puinhoop. Zij hebben een hekel aan straatprotest omdat het de deur op een kier zet voor chaos. Zij gebruiken grof geweld tegen tegenstanders zodat men zich kan afvragen of een mensenleven - met uitzondering van hun eigen veiligheid - wel enige rol van betekenis speelt. Zij voeren permanent oorlog. Beiden leven en denken als soldaten, als veroveraars. Corruptie op alle niveaus van de ambtenarij is schering en inslag. Wellicht schuilt diep in hun Slavische ziel een boze uk met een minderwaardigheidscomplex, verontwaardigd over het feit dat hun grootse land zich zo klein en schofterig gedraagt. Iets wat ze dan maar compenseren met overdreven, karikaturale, doch bloedernstige bluf, waarmee ze jonge dwepers een heldhaftige dood weten in te jagen en de hele natie tot tranen toe ontroeren. Na de radicale hervormingen van Peter de Grote is de Russische geschiedenis een opeenvolging geweest van tegengestelde krachten: een deel van de bevolking steunde het westersgezinde gedachtegoed, een ander deel ontpopte zich als zogenaamde slavofielen. De hele negentiendeeeuwse literatuur - met coryfeeën als Dostojevski, Gogol en Tolstoj - is daar een illustratie van. Je kan je afvragen of de hervormingen van Peter De Grote wel tot de ziel van de Russen zijn doorgedrongen, en of men ze eigenlijk wel wilde. Als Markies de Custine in de negentiende eeuw, anderhalve eeuw na Peters hervormingen - door Rusland reist, doet hij verbijsterende uitspraken: ‘In Rusland is het onafgebroken, hardnekkig werken om bij iedere gelegenheid moeizaam twee naties te onderscheiden: Rusland zoals het is en Rusland zoals men zou willen dat Europa het ziet.’ Optimistisch gesproken zou je kunnen zeggen dat Peter de Grote het raam naar het Westen heeft opengezet, en dat men er ondanks alle tegenstand in de achttiende en negentiende eeuw gelukkig niet in geslaagd is dat raam weer helemaal dicht te maken. Dat gebeurde pas in de twintigste eeuw met de revolutie van 1917. Poetin zei ooit dat de grootste ramp van de twintigste eeuw de val van de Sovjet-Unie was. Dat was inderdaad een ramp. Het had anders, langzamer, bedachtzamer, intelligenter, zorgvuldiger moeten gebeuren. Natuurlijk bedoelde Poetin niet dàt: hij bedoelde wat hij doet in Tsjetsjenië, Georgië en Oekraïne, namelijk dat er zo snel mogelijk werk moest worden gemaakt van het herstel van de oude, Sovjet-Russische grenzen. Karikaturale, ernstige bluf in een camouflagepak. Overigens werd het raam weer opengezet toen Jeltsin aantrad. Alles werd opengezet: alle deuren, alle ramen, de grote, nietszeggende muilen, de poorten van de hel, de wodkakranen. Ik denk dat de grootste ramp die de Russen kon treffen in de twintigste eeuw niet het einde van de Sovjet-Unie was, maar het begin ervan, m.a.w. de revolutie. Had Marx niet gewaarschuwd dat ‘het achterlijke, agrarische Rusland het laatste land was waar een succesvolle proletarische revolutie kon plaatsvinden’? De verandering die revolutie heette, ging bovendien uit van Lenin en niet van de bevolking. Dat kan

8

bizar lijken, maar laten we de paradox niet vergeten: deze bizarre wending past helemaal in het Russische plaatje. Grote omwentelingen in de Russische maatschappij zijn altijd opgelegd. Er zijn legio voorbeelden. Zo drong grootvorst Vladimir de Doper het christelijke geloof in Rusland met geweld op. Zo legde Peter de Grote zijn geknielde volk met harde hand de renaissance op. Zo ontstond de communistische revolutie niet bij de massa, in tegenstelling tot wat films van Eisenstein ons doen geloven, maar bij een sociëteit van rijke revolutionairen, die met geweld de macht grepen en vervolgens decreteerden wat iedereen daarvan moest vinden. In augustus 1918 liet


KHOVANSTSJINA

PETER DE GROTE IN DE OPERA KHOVANSJTSJINA Moskou, 1682. De tienjarige Peter de Grote en zijn zwakzinnige halfbroer, Ivan, delen de troon als ‘tsaren in een duobaan’. De echte macht is in handen van Ivans ambitieuze en complotterende zuster Sofia die de titel van regentes draagt. Zij heeft deze krachttoer voor mekaar gekregen met de steun van de Streltsy, de gewelddadige militie die verbonden is aan het Kremlin en die onder leiding staat van prins Ivan Khovanski. Hij is een patriarch oude stijl die droomt van een snelle politieke carrière. Moesorgski’s weergaloze opera Khovansjtsjina, genoemd naar de intriges van Sofia’s handlanger, vangt aan met deze overgangssituatie. Een tijdelijke oplossing voor een machtsvacuüm dat was ontstaan na de dood van tsaar Fjodor III, die geen mannelijke erfgenaam achterliet. Khovansjtsjina evoceert de uiterst woelige, onzekere en wreedaardige tijden die Rusland doormaakt aan de vooravond van Peter de Grotes bewind als alleenheerser. Dit autocratische bewind werd een feit in 1689 na de uitschakeling van Sofia. Verschillende gebeurtenissen aan het einde van de 17de eeuw smelten in de opera samen tot een historische fantasie waarin conservatieve en progressieve krachten lijnrecht tegenover elkaar staan maar waarin elk handelen tot mislukking schijnt gedoemd.

Lenin al concentratiekampen bouwen. In 1922 waren er al 84 kampen met 80.000 gevangenen. De geheime politie executeerde 200.000 mensen. In de eerste jaren van de Revolutie kwamen drie tot vijf miljoen mensen op gewelddadige wijze om het leven. Wil Poetin terug naar dàt land? Peter de Grote alias de revolutionaire hervormer die bovenop een berg lijken ging staan om de muffe maatschappij te luchten, vertoont inderdaad gelijkenissen met Poetin, alleen is het cruciale verschil dat Poetin op een inmiddels nog veel grotere berg lijken gaat staan om de ramen weer dicht te spijkeren. En het behoudzuchtige volk, de zwijgende, laffe meerderheid, de menigte die vreest dat het zonder Poetin misschien nog veel erger zou kunnen worden, zet zijn papieren kroon op, geeuwt en neemt er nog eentje.

Tsaar Peter verschijnt zelf niet op het toneel gezien zingende tsaren (uit de Romanov-dynastie) not done waren in het toenmalige Russische theater. Maar de aanwezigheid van de volwassen heerser, die resoluut ging voor een gemoderniseerd Rusland naar westers model, laat zich meer dan voelen: in de ter dood veroordeelde Streltsy, aangeklaagd wegens samenzwering tegen de kroon, die te elfder ure gratie worden verleend; in de verbanning van prins Golitsyn, de eerste minister van Sofia, en in de spectaculaire zelfverbranding van de aanhangers van de ondergrondse, religieuze beweging van de Oud-Gelovigen. Als hevige tegenstanders van kerkelijke en andere hervormingen beschouwen ze Peter als de Antichrist in persoon. Dageraad of nachtmerrie? Tot op vandaag blijft de radicale ommezwaai die tsaar Peter teweegbracht in de Russische samenleving voer voor controverse en verhitte discussies. Moesorgski’s opera ging alvast heel kritisch om met de herinnering aan een kapitale maar omstreden figuur uit Ruslands bewogen geschiedenis.

9


10


FOTOGRAAF SERGEY BRATKOV (°1960) Is meester van het scherp realisme. Hij groeide op in Kharkov, een industriestadje in Oekraïne, dat vroeger deel uitmaakte van de Sovjet-Unie. De harde realiteit stond er lijnrecht tegenover de idyllische sovjet-ideologie. Bratkov behoort tot een groep kunstenaars die sociale thema’s tonen zonder maskerade. Ze brachten niet alleen “toegestane” onderwerpen als architectuur en arbeid, maar behandelden ook taboethema’s. De fotoreeksen tonen zeer uiteenlopende groepen mensen, van kinderen tot soldaten, die allen getypeerd worden als helden. Toch zijn het eerder antihelden, die geportretteerd worden als slachtoffers van een wreed spel. Aanvankelijk reageerde hij hiermee tegen de sovjet propagandaclichés. Recent vecht hij echter vooral tegen de clichébeelden van de massamedia en de reclame, die de plaats hebben ingenomen van de propagandaclichés. De beelden van Bratkov illustreren de verdeeldheid en vele gezichten van Rusland zoals die ook in Khovansjtsjina worden opgevoerd. courtesy: galerie Transit Mechelen & Regina gallery Moscow

11


DAVID ALDEN OVER KHOVANSJTSJINA

tekst: Piet De Volder foto’s: Debby Huysmans, Annemie Augustijns

OPERA

KHOVANSJTSJINA VAN 31 OKT TOT 2 DEC OPERA ANTWERPEN & GENT SPEELDATA ZIE AGENDA P. 46 OF WWW.OPERABALLET.BE

12


De Amerikaanse theatermaker David Alden geldt vandaag als een icoon van het postmodernisme in de operaregie. Dit najaar regisseert hij Khovansjtsjina bij Opera Vlaanderen. Alden stamt uit een New Yorkse show business familie die nauwe banden onderhield met Broadway: vader Jerome Alden was theaterauteur en moeder Barbara Gaye ballerina, die onder meer danste in de originele productie van Leonard Bernsteins musical On the Town. Davids tweelingbroer Christopher is vandaag eveneens operaregisseur. Als jongens van acht waren David en Christopher verslingerd aan Gilbert & Sullivan operettas en vanaf het midden van de jaren 1960 waren de twins steevast te vinden op de staanplaatsen van de Metropolitan Opera. Op hun dertiende beslisten ze beiden om operaregisseur te worden. Hun carrières liepen grotendeels parallel en ze ensceneerden vaak dezelfde titels. David maakte echter vooral opgang in Europa en in tegenstelling tot het werk van broer Christopher is dat van David meer politiek gekleurd met ook een bijzondere interesse in neurose en schizofrenie. Ook de karikatuur schuwt hij niet. Alden regisseerde bij Opera Vlaanderen eerder al Benjamin Brittens Peter Grimes.

KHOVANSJTSJINA KORT Onwetendheid, terreur en vrees houden Moskou in de greep. De Streltsy, het elitekorps van de tsaar, werpt zich op tot beschermer van de stad en het volk onder leiding van de heerszuchtige Ivan Khovanski, die rond zichzelf een ware cultus creëert. Tegenstanders van het pas geïnstalleerde bewind, onder het toeziend oog van tsarevna Sofia, worden genadeloos uitgeschakeld. De Oud-Gelovigen, die vasthouden aan de oude kerkboeken en rituelen, zien in het willekeurige geweld van de Streltsy en in maatschappelijke en kerkelijke her­vormingen het einde van de wereld. De komst van de Antichrist is nabij, zo menen ze. Het volk is misnoegd en stuurloos. Ivan Khovanski en zijn zoon Andrej scharen zich aan de zijde van de Oud-Gelovigen. Ze staan voor conservatisme en trouw aan het oude Rusland. Prins Golitsyn, Sofia’s eerste minister, kiest voor modernisering van bestuur en maatschappij en richt zijn blik op Europa. Als voormalig vorst en geestelijke leider van de Oud-Gelovigen wijst Dosifej de ruziënde en machtsbeluste Ivan en Golitsyn terecht en maant hen aan om het welzijn van het Russische volk steeds voor ogen te houden. Marfa, vooraanstaand lid van de Oud-Gelovigen en verloofde van Andrej, voorspelt Golitsyn het nakende einde van zijn politieke carrière. Allen worden ze verrast door een nieuwe kracht en nieuw geweld. Het is de hand van Peter de Grote, die niet langer onder het gezag van zijn halfzuster Sofia wil staan en onverwacht als alleenheerser optreedt. De grote spelers in de strijd om de macht worden stuk voor stuk uitgeschakeld. Met een valse aanklacht tegen de Khovanski’s heeft de Bojaar Sjaklovity alvast de val van Ivan voorbereid.

“Het is alsof je naar een gigantische treinramp kijkt maar dan in slow motion”

In een wereld vol onzekerheid, intriges en laffe afrekeningen vinden de Oud-Gelovigen geen plaats meer. Bedreigd in hun bestaan, door Peters nieuwe bewind, onttrekken ze zich aan de loop van de geschiedenis en kiezen ze eensgezind voor collectieve zelfverbranding. Ook Marfa en Andrej gaan in de vlammen op, verenigd in een soort Liebestod.

13


DAVID ALDEN

De Amerikaanse theatermaker David Alden wordt steeds vaker in ons land gespot. De reden daarvoor is niet uit de hand gelopen chocoladeverslaving, maar wel een profes­ sionele missie. Alden regisseert bij Opera Vlaanderen Khovansjtsjina, de tweede productie van het nieuwe seizoen. Een niet zo verwonderlijke match, want Alden staat bekend om zijn maatschappelijk relevante en kritische, politieke benadering van het medium opera. Niet toevallig ook een handelsmerk van Opera Vlaanderen. Alden is niet de man om iets aan het toeval over te laten, zijn visie is vrij allesom­ vattend. Daarom kom je hem net zo goed in het kostuuma­ telier tegen als in de repetitiezaal. Dramaturg Piet De Volder wist de regisseur te claimen in de catacomben van de opera. Een gesprek. De Volder: Er is iets fascinerend in het concept van Moesorgski’s Khovansjtsjina. Enerzijds liet de componist zich inspireren door reële gebeurtenissen en historische figuren van het einde van de 17de eeuw; anderzijds is de opera een vrije fantasie over de Russische politieke geschiedenis uit die periode. Is Khovansjtsjina nu een historische opera of niet? Alden: Het is een historische opera in zoverre Moesorgski’s visie op geschiedenis hier vorm krijgt. Hij comprimeerde daarbij een tijdspanne van meer dan vijftien jaar in één histo­ risch moment. Je kan ervoor kiezen om Khovansjtsjina te situ­ eren in de Russische geschiedenis of in een gemoderniseerde Russische wereld zoals Dmitri Tsjerniakov bijvoorbeeld deed voor zijn productie in de Bayerische Staatsoper (München). Maar in onze productie willen we weg van Russische clichés. Met de decorontwerper heb ik ervoor gekozen het minder specifiek over Rusland te hebben en het meer over onze wereld. Het stuk is bovenal tijdloos en abstract. Vandaag voelt het ook aan als ongelofelijk modern en schokkend actueel. De productie in de Vlaamse Opera wordt een politiek eindspel dat zich om het even waar kan afspelen. De Volder: Toch kan het geen kwaad je als toeschouwer te verdiepen in de achtergronden van de Russische geschiedenis...

HET IS EEN POLITIEK EINDSPEL DAT ZICH OM HET EVEN WAAR KAN AFSPELEN Alden: Inderdaad, maar eens je daar zicht op hebt, kan je die weer vergeten en vooral het verhaal op je laten inwerken. Het is allemaal bijzonder herkenbaar: de clash tussen politici onderling en tussen politieke en religieuze leiders; de Khovanski’s die zich profileren als oligarchen oude stijl; prins Golitsyn die een resoluut Europese koers wil varen en Rusland wil laten aansluiten bij het westen; religieus funda­ mentalisme… Ik denk ook aan de non-communicatie tussen de drie leiders - Ivan Khovanski, Golitsin en Dosifej - zoals we die in het tweede bedrijf ervaren. Allen zijn ze gefocust op het dienen van hun eigen interesses en niet die van de wereld rondom hen… Kan het nog actueler? De Volder: De plot van de opera is bijzonder fragmentarisch

14

en op het eerste zicht is er geen rode draad. Alden: Als je je wat inwerkt in de opera, begin je meer en meer overzicht te krijgen tot er een duidelijke lijn komt bovendrijven: die van het politieke eindspel. Het is alsof we te maken hebben met de laatste zetten in een schaakspel, een langzame beweging naar een totale opoffering van de wereld. Stuk voor stuk worden de grote spelers geëxecuteerd, vermoord of verbannen en aan het einde roeit een hele groep mensen zichzelf uit. Het is alsof iedereen DAVID ALDENS PETER GRIMES, OPERA VLAANDEREN, 2010 langzaam maar zeker in een hoek wordt geduwd van waaruit er geen ontsnappen meer mogelijk is. De Volder: De Apocalyps hangt in de lucht. Alden: Precies. Al vanaf het begin van de opera is het de spreekwoordelijke vijf minuten voor middernacht. Het is alsof je naar een gigantische treinramp kijkt, maar dan in slow motion. Een deel van de mensen is zich heel bewust van de situatie, anderen totaal niet. Die zijn slechts bezig met hun eigen leventje, zoals zovelen trouwens. De Volder: Door de veelheid van personages met een histori­ sche achtergrond kan de toeschouwer wel een ‘who’s who?’ gebruiken. Ligt hier een kapitale taak voor een regisseur van Khovansjtsjina? Alden: In de opera kan je gemakkelijk verdwalen. Het is een lang en complex werk met ingewikkelde achtergronden. De regisseur en zijn decorontwerper zijn daarom verplicht een heel levendige visuele wereld te creëren. De verschillende maatschappelijke lagen moeten duidelijk te herkennen zijn maar ook wie de macht in handen heeft en wie niet. Wie tot een bepaalde groep behoort en wie een buitenstaander is. Al die informatie moet vertaald worden naar een heldere, moderne vormgeving waarbij er zowel hints kunnen zijn naar Rusland als naar de rest van de wereld. De personages moeten duidelijk van elkaar onderscheiden worden, terwijl de scenische beelden het publiek heel direct moeten aanspreken. De Volder: Wie is voor jou Ivan Khovanski, de man naar wie de hele opera is genoemd? Alden: Hij is in de Russische context een bojaar; een repre­ sentant van het oude Rusland. Hij is ook een oligarch, zoals


KHOVANSJTSJINA

die er steeds in Rusland zijn geweest: een schat­ rijke selfmade man met een enorme invloed op de regering. Hij vocht zijn weg naar onmetelijke macht en rijkdom en daardoor kan hij alles vanuit de coulissen controleren. Zijn betoog over hulp aan Rusland is één grote leugen. Hij is een miljardair die alleen denkt aan zelfbediening. Zijn Streltsy fungeert als zijn privé-militie. In het verleden heeft hij Moskou beschermd maar nu beschermt hij vooral zijn eigen macht. Hij is een beest, een ongecivili­ seerde man. Ivan Khovanski is mis­ schien wel een strateeg, maar hij wordt door de nieuwe tsaar, Peter de Grote, schaakmat gezet. Er zit iets zelfdestructiefs in Khovanski, dat zich uit in zijn excessieve desinteresse voor de politieke omstandigheden waarbinnen hij handelt. Je voelt vanaf het begin dat hij zo hoog op de ladder staat, dat één zet voldoende is om hem ten val te brengen. De Volder: Een aparte groep vormen de Oud-Gelovigen. Losgemaakt van de specifieke Russische context verschijnen ze als fanatici, als fundamentalisten… Alden: Bij de beeldvorming van de Oudgelovigen worden we eigenlijk op het verkeerde been gezet door de muziek die spiritueel, gelaten en tragisch klinkt. Zeker de partij van Dosifej die doordrongen is van een ascetische schoonheid. Het operapubliek laat zich ook sterk meeslepen door de muziek die je steevast inpakt en in de mond van Dosifej, ook die zijn geloofsgenoten over de streep trekt. Het idee dat een groep mensen wordt verleid door een man die collectieve zelfdestructie als ultieme doelstelling heeft, is een uiterst beangstigend idee. Maar in de context van een politiek eindspel voel je wel sympathie voor die Oudgelovigen die de catastrofe erkennen en zich helemaal losmaken van de machtsberekening, het geweld, de hysterie en het rollenspel van de verschillende leiders. Zij beslissen om kalm af te wach­ ten wat hen te doen staat. Er is dus wel degelijk schoonheid in de scènes met de Oudgelovigen maar van een angstwek­ kende soort. Persoonlijk relateer ik deze groep met religieuze bewegingen als bijvoorbeeld de Amish in de States, maar in de kostumering zal het allemaal geabstraheerd zijn. Het gaat over mensen die nog wel in de wereld leven maar die veraf staan van alles wat fashionable is. Ze zoeken naar eenvoud en ze leven in onmin met het heden. De Volder: Hoe zie je de dramatische eindscène van de opera met de collectieve zelfmoord?

Alden: Het gaat om een universeel fenomeen en niet om iets dat beperkt is tot de sfeer van de Oudgelovigen. Er zijn genoeg gevallen bekend van suïcidale religieuze leiders die streven naar de volledige destructie van zichzelf en een hele gemeenschap. Denken we alleen maar aan de sekte van People’s Temple in Jonestown (Guyana) en de massale zelf­ moord in november 1978 van de leden en hun leider, Jim Jones. De Volder: Moesorgski’s muziek in Khovansjtsjina klinkt vaak heel plechtig en verheven. Hoe ga je daar mee om? Alden: De opera heeft wel degelijk verschillende kleuren voor de afzonderlijke personages en scènes. Voor mij is er niet zoiets als één overheersende stijl. Veel hangt ook af van hoe je de muziek uitvoert en inzake orkestratie blijft het een raad­ sel hoe het uiteindelijk zou geklonken hebben, Moesorgski orkestreerde immers maar enkele passages uit zijn partituur. Door die onvoltooide toestand van de partituur, werden ons ook climaxen onthouden. We kennen noch het einde van het tweede noch het einde van het laatste bedrijf. Maar muziek en tekst gaan wonderwel samen ook, al was Moesorgski vertrokken op een totaal andere muzikale reis, vergeleken met vorige opera’s. De fixatie op het ritme van de spreektaal, zo typisch voor vorig werk, laat hij hier los. De muziek klinkt veel lyrischer. Het is daarmee één van de meest magische operapartituren die ik ken! De Volder: In deze productie bevinden we ons in een door en door stedelijke context met een alles overheersende bureaucratie. Moeten we ons dat laatste in Kafkaiaanse zin voorstellen? Alden: Fundamenteel, ja. Er zijn ruwweg twee werelden, wat correspondeert met de voortdurende afwisseling van bin­ nen en buiten in de handeling van de opera. De ene wereld behelst zowel de massa op straat, als de mensen op kantoor. Mensen die toegang willen krijgen tot instanties zoals ambas­ sades. Mensen die dakloos zijn, die een plek zoeken; anderen die dan weer weg willen… Het is een wereld die samenvalt met die van de Moskovieten in de originele context van Moesorgski’s opera. We zien eindeloze grijze gangen volgens een cirkelvormig patroon en mensen die erin vast geraken. De andere wereld is binnenskamers. De wereld van de spe­ lers, van zij die de kaarten in handen hebben. Die wereld zit visueel vervlochten in het netwerk van eindeloze gangen. De Volder: Angst, terreur en onzekerheid bepalen de wereld van Khovansjtsjina. Wordt dat allemaal duidelijk voelbaar in deze productie? Alden: Dat hoop ik zeker! Mijn producties hebben de reputatie spannend te zijn, ook in liefdesscènes. De paniek die zich langzaam maar zeker binnen vreet in de wereld die Moesorgski evoceert, daar kan ik als regisseur veel mee.

Het integrale interview van Piet De Volder met David Alden kan u lezen in het Khovansjtsjina programmaboek, te koop vanaf 28 oktober in het bespreekbureau en tijdens de voorstellingen.

15


ONEGIN BY CRANKO Poesjkin puur: geen woorden maar emoties tekst: Chris Van Camp

ONEGIN VAN 11 OKT TOT 23 NOV OPERA GENT & ANTWERPEN SPEELDATA ZIE AGENDA P. 46 OF WWW.OPERABALLET.BE

BALLET

Een choreograaf die de pas de deux van zijn formaliteit bevrijdde. De uitvinder van de intieme, gedanste dialoog. Een gedreven kunstenaar die voor zijn werk leefde en veel te jong,( 45), uit het leven gerukt werd. - Met een potentieel dat beslist nog meesterwerken in zich had. 16


ONEGIN

Dit alles slaat op John Cranko. De in Zuid-Afrika geboren danser/choreograaf die eerst aan het Sadler’s Wells Ballet verbonden was en later aan het hoofd stond van het Stuttgarter Ballett, en in de jaren ‘60 en begin ‘70 furore maakte met de nieuwe dimensie die hij aan het storyballet gaf. Een vernieuwing die nog steeds niet achterhaald is en garant staat voor een tijdloze emotionele lading. Zijn naam zal eeuwig verbonden blijven met die van zijn favo­ riete danseres Marcia Haydée en met het feit dat hij het was die Jiří Kylián en John Neumeier aanzette om zich op het terrein van de choreografie te begeven. Zijn doorbraak kwam er in 1962 met zijn versie van Romeo en Julia, daarna volgden talloze choreografische pareltjes. Met Onegin, een project dat hem zeer nauw aan het hart lag, schreef hij balletgeschiedenis.

ONEGIN IN WORDING Het waren de dansstukken in de Tsjaikovski-opera Jevgeni Onegin, die Cranko reeds in 1952 op het idee brachten om er een avondvullend storyballet van te maken. Hij legde zijn plan voor bij Covent Garden, maar ving bot. Cranko was niet de persoon om zich bij een weigering neer te leggen. Hij verfijnde zijn concept en gaf niet op. In Stuttgart kreeg hij echter wel volledige steun voor zijn Onegin-project. Directeur Walter Erich Schäfer volgde Cranko in zijn overtui­ ging niet met de muziek van de opera te werken, maar uit andere stukken van Tsjaikovski de balletmuziek samen te stellen. Een taak die was weggelegd voor componist Kurtz-Heinz Stolze. Hij baseerde zijn partituur op minder gekende werken van Tsjaikovski. Zo kregen de pianostukken van de cyclus De Jaargetijden en muziek uit de opera Tsjerevitsjki (De pantof­ feltjes) een prominente plaats. We kunnen zeggen dat deze werken dankzij het ballet van John Cranko een tweede leven kregen. Om de continuïteit van de actie te verzekeren moest Stolze de nummers verbinden. Hij maakte een web van leidmotieven die de verschillende personages karakteriseerden. Stolze tekende voor alle bewerkingen en orkestraties. Weliswaar in de stijl van Tsjaikovski, maar zonder de typische luide tutti-effecten; hij creëerde een subtielere klankwereld, gepaster voor de broze, intieme bedrading tussen de personages.

IN ÉÉN BEWEGING Op eenzelfde manier ging John Cranko op zoek naar een eigen interpretatie van Poesjkins verhaal. Cranko zoemde vooral in op de relatie tussen Onegin en Tatjana. Het ballet ging op 13 april 1965 in Stuttgart in première, maar Cranko zou er nog jaren blijven aan sleutelen. Zo knipte hij op het einde het moment weg waarop Tatjana haar kinderen een nachtzoen geeft, en zwakte het drama af in haar laatste ontmoeting met Onegin. Less is more. Hij had gelijk: het ballet boette niets in aan zeggingskracht en emotionele impact. In Cranko’s choreografie wordt elke beweging aangedreven door dramatische intenties. Eén handgebaar kan liefkozend, zorgend, aarzelend of verlangend zijn. De manier waarop iemand het hoofd tegen een schouder legt, wegdraait of fier omhoog houdt, spreekt boekdelen. De personages in Onegin maken zichtbaar een evolutie door. Zo staat de pas de deux waarbij Tatjana haar Onegin als dreamlover ontmoet en zich in haar fantasie overgeeft aan ongebrei­ delde passie in schril contrast met haar geremde, aarzelende bewegingen wanneer Onegin, te laat, haar zijn liefde verklaart. Een eigenheidje van Cranko, een signatuur-element zeg maar, is het frozen moment in het midden van een beweging. Een soort gimmick die wonderwel de intensiteit van de emotie vergroot en ons letterlijk doet stilstaan bij de verscheurdheid van de personages.

WAS POESJKINS ONEGIN AUTOBIOGRAFISCH? Zeven jaar werkte Aleksandr Poesjkin aan zijn roman in verzen Jevgeni Onegin. Op het eerste zicht heeft de roman zijn roem niet te danken aan de intrige, noch aan erg uitgediepte personages. Poesjkins taal is dartel en smaakmakend, en best levensecht in zijn beschrijvingen, dat wel. Het verhaal is simpel. De wereldse Onegin verblijft op het landgoed van zijn overleden oom. Hij raakt er bevriend met de romantische dichter Vladimir Lenski en zijn eerder lichtzinnig liefje Olga. Lenski neemt Onegin mee naar Olga’s familie. Ze blijkt een introverte, boekenlezende zus Tatjana te hebben die prompt verliefd wordt op Onegin. Ze schrijft hem een vurige liefdesbrief, Onegin wijst haar blasé af. Geflikflooi met Olga leidt tot een duel met zijn vriend Lenski. Lenski sterft, Onegin vertrekt. Jaren later ontmoet hij Tatjana terug in Sint-Petersburg. Ze is een gevierde gastvrouw en gade van een generaal. Nu is het Onegin die in vuur en vlam staat en haar een liefdesbrief schrijft. Tatjana loochent haar gevoelens voor hem niet, maar zweert toch eeuwige trouw aan haar echtgenoot. Het in 1833 gepubliceerde boek werd niet alleen door de dichter zelf als zijn beste werk beschouwd. Een stoet - vooral Russische - schrijvers en literatuurkenners bezongen het werk als de eerste moderne, Russische roman. Een meesterwerk bovendien en in hun ogen een (weliswaar poëtisch) sociaal-realistisch verhaal. Vooral omdat hoofdfiguur Onegin een typische representant is van zijn klasse, de feodale landadel. Poesjkin schildert Onegin als een verveelde fat uit Sint-Petersburg, die zich kleedt als een Londense dandy. Hij verzamelt liefjes als anderen postzegels, maar wordt nooit geplaagd door enig werkelijk gevoel. Bovenal gaat hij gebukt onder zijn blasé zijn, zijn enui, in het Russisch: chandrá. Hij is onderlegd, maar pedant, getalenteerd, maar in niets geëngageerd. In de Sovjet-kritiek werd Onegin heen en weer geslingerd tussen held en antiheld. Poesjkin was 24 jaar oud toen hij aan zijn roman in verzen begon, hij was net zelf uit Sint-Petersburg naar Kisjinjow, de hoofdstad van Moldavië, verbannen. In het provinciestadje was verveling troef. Er zitten dus ongetwijfeld heel wat autobiografische elementen in deze roman. Wat Poesjkin niet kon voorzien, is dat hij op 37-jarige leeftijd zelf om het leven zou komen bij een duel om de eer van zijn beeldschone echtgenote Natalia.

De choreografieën van vertelgrootmeester Cranko vergen van de dansers dat ze technisch heel wat in hun mars hebben, de vloeiende lifts zien er makkelijk uit maar zijn aartsmoeilijk. Het blijft niet bij sterke staaltjes bravourewerk. Het hoofd en het hart spelen ook hun rol. Hoeveel moeilijker is het om je aan de zwaartekracht te onttrekken en een fantastische sprong te maken terwijl je in je rol alle weemoed van de wereld torst. De dansers worden dan ook verondersteld rasechte acteurs te zijn. Acteurs die zich niet kunnen bedienen van woorden of veelzeggende camerastandpunten, maar met heel hun lichaam moeten spreken. Geen sine­ cure - men balanceert algauw op de rand van de overdrijving - maar veel universeler dan taal ooit kan zijn. Ballet Vlaanderen bracht Cranko’s Onegin in 2011-2012 reeds met veel succes op de planken. In oktober en november van het nieuwe seizoen wordt de productie in Gent en Antwerpen hernomen.

17


18


ONEGIN EN TATJANA ONTMASKERD tekst: Wilfried Eetezonne foto: Johan Persson

Droomparen zijn een zeldzaamheid in de wereld van het ballet. Elk huis bidt, smeekt en zoekt naar een nieuwe Nureyev-Fonteyn combinatie. Danspartners die twintig jaar verankerd blijven, zijn helemaal uniek. Ballet Vlaanderen heeft zo’n duo: Wim Vanlessen en Aki Saito. Ze ontmoetten mekaar op de balletschool en zijn sindsdien samen blijven dansen. Dat vraagt om een feestje. Of liever, een gala! 19


GALA 20 JAAR AKI & WIM

Natuurlijk zijn er momenten geweest waarop hij haar een canaille noemde en ja, ook zij vindt zijn buien niet altijd even verfrissend. Maar zo gaat dat zelfs in de beste huwelijken. Ook al zijn de geloften dan louter artistiek. Twintig jaar geleden leerden Wim Vanlessen en Aki Saito mekaar kennen op de Koninklijke Balletschool in Antwerpen en sindsdien dansen ze samen en vieren ze samen triomfen in binnen- en buitenland: Sleeping Beauty, In the Middle Somewhat Elevated, Het Zwanenmeer, Onegin,... Het zijn maar enkele titels waarin ze beiden de hoofdrollen voor hun rekening namen. Wereldwijd werden ze geprezen voor hun pasde-deux werk. Tot tweemaal toe werden door het gerenommeerde tijdschrift Dance Europe uitgeroepen tot het beste danspaar (in 2007 en 2009). Er zijn er niet veel die hun dat nadoen. Op 15 november worden ze in Opera Antwerpen gevierd met een galavoorstelling van Onegin, één van hun lievelingsballetten. Maar eerst maken we een grand jeté naar het begin van hun carrière. Herinneren jullie je nog de eerste ontmoeting? De eerste dans? Wim: Dat was op de allereerste schooldag 20 jaar geleden. We werden voorgesteld aan mekaar, zeiden ‘hallo’ en we zijn beginnen dansen. Aki: Ik had toen net de Prix de Lausanne gewonnen - een prestigieuze balletwedstrijd voor jong talent, die Wim Vanlessen ook zou winnen - en de toenmalige directrice van de balletschool, Marinella Paneda, zat in de jury. Zij zocht een partner van ongeveer dezelfde lengte voor Wim. Ze zag toen reeds een groot talent in hem. De directrice vroeg me of ik naar Antwerpen wou komen omdat ze daar een jongen voor me had. Voor een Japans meisje van 16 was dat een grote stap. Wim: Ik had op dat moment nog niet veel ervaring met partnering, mijn lichaam had ook nog niet de kracht

20

ervoor. Ik was nog een jongen, nog geen man. Dankzij Aki heb ik me toegelegd op krachttraining. Eigenlijk is de voorbije twintig jaar een proces geweest van telkens een stapje verdergaan, telkens een obstakel overwinnen. We wisten al heel snel wat we aan mekaar hadden en - onbewust op dat moment - ook dat we samen konden groeien. Aki: Tijdens mijn opleiding in Japan waren er niet veel jongens om mee te dansen. We moesten jongens betalen voor een repetitie. Dat zijn professionals, dus moet je zelf weinig doen. Ik voelde wel dat Wim wat onervaren was en ik wist ook nog niet hoe je een jongen kon helpen. Maar we werden al snel vrienden. We waren constant samen en op elk vrij moment wilden we dingen uitproberen. Het voelde niet als een verplichting, het was leuk. De moeilijke vraag is natuurlijk: wat is het geheim van jullie chemie? Wim: Wij moeten ons niet in houden tegenover mekaar. Dat wil ook zeggen dat we soms heel hard kunnen zijn omdat we heel open zijn tegenover mekaar. Dat is niet altijd plezierig of makkelijk maar het doel blijft: het beste resultaat op het toneel. Daar zijn we allebei even ambitieus in. Dat is beslist een deel van de chemie. Aki: We zijn allebei heel gepassioneerd. We hebben ook dezelfde smaak. Iedereen heeft een andere aanpak, maar tussen ons verschilt die niet veel. Tegelijkertijd zijn we heel koppig. Na een voorstelling gaan we vaak meteen corrigeren. Wim: We staan ook al een stapje verder als we met een choreograaf moeten werken. We voelen mekaar aan, ik weet hoe ze ademt, hoe ver ze kan gaan, wat haar limiet is, wanneer ze die bereikt heeft en andersom. Als je met iemand anders danst, moet je dat steeds eerst aftasten.


ONEGIN

Is ‘vertrouwen’ het sleutelwoord hier? Aki: Voor we opgaan, zeggen we altijd tegen mekaar: ‘laten we mekaar aanvoelen.’ We repeteren enorm veel, maar we blijven mensen. Je weet nooit wat er op het moment kan gebeuren. Als hij me teveel kracht geeft of ik geef hem teveel kracht dan werkt het niet. We spreken hier over millimeters en seconden maar dat geeft een enorm verschil. Als je met iemand danst die je niet kent, hou je jezelf in omdat je die persoon minder vertrouwt. Wim: Dan kan ze zich niet laten gaan, dan houdt ze zich in. (lacht) Als ik dat zie, denk ik: bij hem houdt ze zich wel in en bij mij vliegt ze naar alle kanten. Maar het is juist dat wat haar mooi maakt wanneer we samen dansen. Het kost mij meer energie want ik moet haar kunnen houden, maar haar vrijheid toont het publiek het effect goede partnering. Aki: Soms kan ik gewoon mijn ogen sluiten als ik met hem dans. Ik weet waar hij zal zijn, waar zijn handen zullen zijn en dan kan ik tot het uiterste gaan omdat ik weet dat ik in goede handen ben. Dan vergeet ik mijn lichaam en word… ruimte. Ik voel de ruimte, ik voel Wim, het publiek en de muziek en als kunstenaar is dat het mooiste gevoel. Dat is een geschenk. Als we niet samen zouden dansen, zou dit nooit gebeurd zijn. Natuurlijk is het leuk om ook met iemand anders te dansen voor de ervaring. Wat maakt Onegin zo speciaal voor jullie? Wim: Onegin is een meesterwerk. Niet elk gezelschap krijgt zo maar de rechten om het te dansen. Je moet al op een bepaald niveau staan. Alles in dit ballet is uitgeschreven en je moet het brengen zoals het er staat. Je kan niet een beetje bijsturen. De personages leggen ook een enorme weg af. Het publiek daarin meekrijgen is een van de mooiste uitdagingen voor een danser. Aki: Toen ik het ballet voor het eerst zag, dacht ik dat

ik het boek aan het lezen was. Zo goed is dit ballet gemaakt. Het is een pageturner. Het zit ergens tussen de schoonheid van klassiek ballet en William Forsythe. Het is een rol die heel nieuw was voor me. Nu heb ik meer ervaring om de rol te begrijpen. Het gaat niet enkel om schoonheid, maar ook om lelijkheid, want dat is inherent aan het leven. Technisch is het zwaar, ik heb zoveel lifts. In de tweede pas de deux blijven ze maar komen. (lacht). Ik dacht bij de repetities dat het nooit zou ophouden. Is er nog één ballet dat jullie samen willen brengen en dat je nog niet hebt gedanst? Aki: La dame aux Camélias. Wim: Manon, dat zou ons zeker passen. We zien wel. Je moet altijd blijven verlangen. En wat brengt de toekomst? Wim: Ik denk dat we op ons moeten laten afkomen wat komt. We kunnen terugblikken op een fantastische tijd. Alles wat er ons nu nog wacht, is een bonus. Ook dit gala, we willen het echt beleven, onvergetelijk maken voor iedereen. Maar het is zeker nog niet het einde.

BALLET

GALAVOORSTELLING ONEGIN: 20 JAAR AKI & WIM ZA 15 NOV, 19:30u OPERA ANTWERPEN WWW.OPERABALLET.BE

21


“Ik heb in mijn leven veel grote kunstenaars ontmoet, maar nooit een die zo abstract en feilloos de objectiviteit tegenover zichzelf wist te bewaren”

RICHARD STRAUSS PORTRET VAN EEN NUCHTER KUNSTENAAR Stefan Zweig

1942. Kort voor zijn zelfgekozen dood in zijn Zuid-Amerikaanse exil, voltooide de Oostenrijkse schrijver Stefan Zweig zijn portret van het oude Europa. Het Europa van voor de Eerste Wereldoorlog waarin de zekerheden nog steunden op een sterk kader van tradities en voorgeschreven levenslopen: De wereld van gisteren. In deze verbluffende schets van een tijdperk, laat Zweig ook zijn ontmoetingen met de kunstenaars uit die tijd passeren. Richard Strauss is één van hen. Voor hem schreef Stefan Zweig het libretto van de opera Die Schweigsame Frau. Diezelfde opera, met zijn Joodse librettist, dwong Strauss in 1935 tot ontslag uit zijn hoge functie als President van de Reichsmusikkammer tijdens het nazi-regime. Zweig schrijft een indringend eerlijke schets van een groot kunstenaar.

RICHARD STRAUSS EN JOSEPH GOEBBELS IN GESPREK OVER KUNST EN POLITIEK?

22


RICHARD STRAUSS 150

“ Strauss bekende mij al bij onze eerste ontmoeting vrijmoedig dat hij ook wel wist dat een componist op zijn zeventigste niet meer de oorspronkelijke kracht van zijn muzikale inspiratie heeft. Symfonische werken als Till Eulenspiegel of Tod und Verklärung zouden hem waarschijnlijk niet meer lukken, want juist de loutere muziek vroeg het uiterste aan creatieve frisheid. Maar het woord inspireerde hem nog altijd. Materiaal dat al bestond, al gevormd was, dat kon hij dramatisch nog rijk illustreren. Uit situaties en woorden ontwikkelden zich bij hem de thema’s spontaan, daarom had hij zich nu in zijn latere jaren uitsluitend met de opera beziggehouden. Hij wist wel, dat het met de opera als kunstvorm bijna afgelopen was. Wagner stond op zo’n immense hoogte, dat er toch niemand boven hem uit kon komen. ‘Maar,’ voegde hij er met een brede Beierse lach aan toe, ‘ik heb mezelf geholpen door met een omweg om hem heen te gaan.’ Net als bij deze eerste ontmoeting was ik bij elke volgende steeds weer vol bewondering over de zekerheid en de zakelijkheid waarmee deze oude meester in zijn werk tegenover zichzelf stond. Op een keer zat ik alleen met hem bij een besloten repetitie van zijn Die Ägyptische Helena in het Salzburger Festspielhaus. Er was niemand anders in de zaal, het was volkomen donker om ons heen. Hij luisterde. Plotseling merkte ik, dat hij zacht en ongeduldig met zijn vingers op de stoelleuning zat te trommelen. Toen fluisterde hij mij toe: ‘Slecht! Heel slecht! Geen enkel idee had ik daar.’ En na een paar minuten weer: ‘Kon ik dat maar doorstrepen! O God, O God, dat helemaal leeg en te lang, veel te lang!’ en weer een paar minuten later: ‘Hoort u dat, dat is goed!’ Hij beoordeelde zijn eigen muziek zo zakelijk en objectief of hij het werk voor het eerst hoorde en alsof het door een wildvreemde componist was geschreven, en dat verbazingwekkende gevoel voor zijn eigen beperkingen liet hem nooit in de steek. Hij wist altijd precies wie hij was en wat hij kon. Hoe veel of weinig anderen in vergelijking met hem betekenden, interesseerde hem niet erg, en wat anderen van hem vonden net zo min. Waar hij plezier in had, was het werk zelf. Dat ‘werken’ is bij Strauss een heel merkwaardig proces. Niets demonisch, niets van de ‘bevlogenheid’ van de kunstenaar, niets van de depressies en vlagen van wanhoop die we kennen uit de levensbeschrijvingen van Beethoven en Wagner. Strauss werkt zakelijk en koel, hij componeert-zoals Johann Sebastian Bach, zoals al die sublieme ambachtslieden van de kunst: rustig en regelmatig. Om negen uur ‘s morgens zit hij aan zijn werktafel en hervat het componeren precies daar waar hij gebleven was. Hij schrijft met potlood de eerste opzet, daarna met inkt de pianopartituur. Zo gaat hij door zonder pauze tot twaalf of een uur. In de namiddag speelt hij een kaartspel, skat, en schrijft weer twee, drie pagina’s partituur. Elke avond dirigeert hij in de concertzaal. Elke vorm van nervositeit is hem vreemd, bij dag en nacht is zijn artistiek intellect even helder. Als zijn bediende aanklopt om hem zijn rok voor het concert te brengen, staakt hij zijn arbeid, rijdt naar de concertzaal en dirigeert met dezelfde zekerheid en rust waarmee hij ‘s middags skat speelt. De volgende dag neemt hij het componeren, inclusief de inspiratie, weer op waar hij gestopt was. Want Strauss ‘beveelt’, om een term van Goethe te gebruiken, zijn invallen. Kunst betekent voor hem kunnen, en wel alles kunnen, zoals zijn eigen vrolijke uitspraak luidt: ‘Wie een echte componist wil zijn, die moet ook een spijskaart op muziek kunnen zetten.’Moeilijkheden schrikken hem niet af, maar doen hem in zijn vormgevend meesterschap alleen plezier. Ik herinner mij met genoegen hoe zijn kleine blauwe ogen fonkelden toen hij bij een bepaalde passage triomfantelijk tegen mij zei: ‘Daar heb ik die zangeres een aardig probleem bezorgd! Die zal verdomme heel wat moeten tobben om dat eruit te krijgen.’ Op zulke zeldzame ogenblikken, als zijn ogen beginnen te schitteren, voel je dat er iets demonisch diep in deze man verborgen zit. Door het precieze, het methodische, het solide, het ambachtelijke, het schijnbaar spanningsloze van zijn manier van werken maakt hij je aanvankelijk een beetje wantrouwig. Zoals zijn gezicht ook eerst een bijna banale indruk maakt met zijn dikke, kinderlijke wangen, de wat gewone rondheid van zijn gelaatstrekken en het wat aarzelend naar achteren gewelfde voorhoofd. Maar één blik, met die helblauwe, krachtig stralende ogen, en je voelt meteen een bijzondere magische kracht achter dat burgerlijke masker. Het zijn misschien wel de meest waakzame ogen die ik ooit bij een musicus gezien heb. Niet demonisch maar met iets helderziend, de ogen van een man die zijn taak tot in het diepste wezen doorgrondt.” Fragment uit Die Welt von Gestern (1942) Stefan Zweig

TEKST: NAAM FOTO: NAAM

23


tekst: Mien Bogaert foto: Kris De Smedt / Erik Vernieuwe

24


25


DMITRI JUROWSKI

Als jongste telg uit een befaamde Russische dirigentendynastie werd Dmitri Jurowski in Moskou geboren, om al vlug naar Berlijn te emigreren, waar hij naast cello ook orkestdirectie begon te studeren. Van daaruit veroverde hij langzamerhand Europa. Na heel wat omzwervingen werd Jurowski in 2011 bij de Vlaamse Opera aangesteld als chefdirigent. Tot zover het bekende verhaal. Maar wat ziet Jurowski nu eigenlijk in al die Russische componisten? Wat denkt hij over de erg explosieve Rusland – politiek? En bovenal, kon hij de modder smaken die hij met rubberen laarzen moest doorwaden om na zijn directie van Lady Macbeth uit het district Mtsensk het applaus in ontvangst te nemen? Tijd voor een diepte-interview.

Wie van de Russische componisten ligt u het nauwst aan het hart? Dmitri Jurowski: Componisten als Tsjaikovski, RimskiKorsakov, Prokofjev en Moesorgski betekenen zeer veel voor mij, maar het meest voel ik me toch verbonden met Sjostakovitsj. Dat kan ook moeilijk anders: mijn grootvader, de componist Vladimir Jurowski, kende Sjostakovitsj goed en mijn vader heeft nog bij hem gestudeerd. De bewondering voor Sjostakovitsj is me dus met de paplepel ingegoten. Wanneer ik zijn muziek dirigeer, heb ik ook altijd het gevoel dat ik hem persoonlijk ken, alhoewel dat natuurlijk niet het geval is. Sommigen beschouwen Sjostakovitsj als een communist en een apologeet van het Sovjetregime, anderen zien in hem dan weer een verbitterde dissident die via verborgen codes in zijn muziek tegen de partijleiding protesteerde. Wat denkt u? Jurowski: Wanneer men de muziek hoort die Sjostakovitsj geschreven heeft voordat hij politieke problemen begon te krijgen - waaronder ook zijn opera’s De Neus en Lady Macbeth uit het district Mtsensk - dan blijkt die reeds alle elementen van de latere Sjostakovitsj te bevatten – de pijn, de hele wereld, zijn protest. Deze elementen vloeiden voort uit een combinatie van zijn persoonlijkheid en de tijd waarin hij leefde, de jaren ‘20; een tijd waarin overal ter wereld het protest welig tierde. Wat de Sjostakovitsj van na 1936 betreft, moeten we genuanceerd zijn. Als hij echt een probleem had gevormd voor Stalin, dan was hij koudweg vermoord geweest, net zoals vele dichters in die tijd. Maar Stalin wist dat Sjostakovitsj, ondanks zijn vaak sarcastische instelling, voor alles een patriot was. Dat heeft hem beschermd. Hij was ook ongelofelijk belangrijk voor het volk: mijn vader vertelde me dat bij de creatie van één van zijn laatste strijkkwartetten in Moskou de zaal veel te klein was voor het binnenstromende publiek. Stoelen aanslepen kon niet baten: duizenden mensen verzamelden zich buiten aan de deuren. En dan te bedenken dat het januari was: een extreem koude maand in Rusland. Nadat men het kwartet binnen had uitgevoerd, verschenen de muzikanten op het balkon om bij min 30, met bevroren vingers, in de open lucht, voor achtduizend mensen het kwartet nogmaals uit te voeren. Elk nieuw stuk van Sjostakovitsj werd verwelkomd als een openbaring. Die laatste strijkkwartetten zijn nochtans erg modernistisch:

26

vandaag kunnen ze nog maar weinig mensen bekoren, laat staan grote massa’s enthousiasmeren. Sjostakovitsj was echt een symboolfiguur voor het Russische volk. En als hij dan toch problemen kreeg, dan kwam hij er sterker uit. Sjostakovitsj wordt in het westen vaak als de laatste Russische componist omschreven. Kent de hedendaagse Russische klassieke muziek zulke symboolfiguren? Jurowski: De volksrol die Sjostakovitsj opgenomen heeft, kent vandaag zijn gelijke niet. Hij slaagde erin massa’s te begeesteren met zeer intellectuele muziek. En in dat opzicht was hij echt de laatste componist. Niet alleen van Rusland, maar wereldwijd. Wat niet wil zeggen dat er vandaag geen goede Russische componisten zijn, verre van. Sommigen onder hen nemen ook op een sterke manier stelling in. Denken we maar aan Alfred Schnittke, Sofia Goebaidoelina en Arvo Pärt. Die laatste ken ik persoonlijk erg goed en staat ook als een wijs man in het leven. Het loont ook de moeite het werk van Gia Kantsjeli eens te beluisteren, een Georgisch componist die al decennialang in Antwerpen leeft en veel filmmuziek heeft geschreven. Ik kan eigenlijk namen blijven opnoemen: we beleven vandaag het begin van een nieuwe eeuw, een nieuw tijdperk en dat is altijd spannend.

“Ik vergelijk Rimski-Korsakovs belang voor de Russische muziek met Wagners belang voor de muziek in het algemeen” De muziek van Rimski-Korsakov wordt hier minder vaak gespeeld dan die van Tsjaikovski, Sjostakovitsj en Prokofjev. Wat is volgens u de oorzaak hiervan? Jurowski: Rimski-Korsakovs bekendheid is in het westen inderdaad een probleem. Waarom weet ik niet. Misschien omdat zijn opera’s zeer lokale thematieken behandelen en veelal gebaseerd zijn op Russische sprookjes, sagen en verhalen. Aan de andere kant zorgen die er juist voor dat zijn opera’s zo mooi zijn. Het zal u verbazen, maar ikzelf vergelijk Rimski-Korsakovs rol voor de Russische muziek met Wagners rol voor de muziek in het algemeen. Hij behandelt het orkest op dezelfde wijze en zijn muziek bevat ook die grote bogen en lange frasen. Ervoor zorgen dat Rimski-Korsakov meer en beter opgenomen wordt in het repertoire van de Europese operahuizen is echt een streefdoel voor mij. Werken zoals De Tsarenbruid en De Gouden Haan worden af en toe al eens gespeeld. Maar de opera Sadko – een prachtig en in zeker opzicht ook een erg modern werk – kent bijvoorbeeld niemand. Het Sneeuwmeisje is mijn persoonlijke favoriet:


HET RUSSISCHE REPERTOIRE

deze opera telt heel wat impressionistisch-modernistische bladzijden en kondigt verrassend genoeg reeds de latere Sjostakovitsj aan. De handeling is gebaseerd op een sprookjesdrama van Ostrovski - dezelfde toneelschrijver trouwens op wiens werk Janáček zijn Kát’a Kabanová baseerde - een erg filosofisch ingesteld iemand. Het libretto van Het Sneeuwmeisje is daardoor verre van verouderd en leent zich goed voor een moderne regie. U heeft met heel wat regisseurs samengewerkt. Welke productie is u het meest bijgebleven? Jurowski: De laatste. Lady Macbeth uit het district Mtsensk, geregisseerd door Calixto Bieito. Dat was voor mij de perfecte regie. Ambachtelijk zeer sterk, erg gevoelvol en bovenal tekstgetrouw. Christoph Waltz’ regie van Der Rosenkavalier vond ik ook erg goed. Waanzinnig om te bedenken dat dit zijn eerste opera was! Waltz is een erg zorgvuldig man die zich tot in de puntjes voorbereidt en die ook buitengewoon begaafd is. Ziedaar de sleutel tot zijn succes. Van de Tsjaikovskitrilogie met Tatjana Gürbaca onthoud ik vooral Mazeppa: dat was onze beste samenwerking. Maar een dergelijke opdracht – het dirigeren van een cyclus – zou ik eerlijk gezegd vandaag niet meer aanvaarden. Ik denk dat het belangrijk is om bewust voor één stuk te kiezen, want als je voor een cyclus opteert, zijn er altijd delen die wat minder aandacht verdienen en daardoor uit de boot vallen. U dirigeert binnenkort Khovansjtsjina, een opera die Moesorgski bij zijn dood onvoltooid achterliet en die later bewerkt werd door verscheidene andere componisten. Hoe slaagt u erin om uit al deze verschillende versies een speelbare partituur te distilleren? Jurowski: Moesorgski was een geniaal man, maar hij miste het geduld en de zorgvuldigheid van een RimskiKorsakov of een Sjostakovitsj. We hebben geen enkel afgewerkt orkestraal werk van hem! Ook Boris Godoenov, zijn beroemdste opera, is op dat gebied één grote ramp. Voor Khovansjtsjina liggen de zaken al bij al nog vrij eenvoudig: we hebben de gebruikelijke Rimski-Korsakov bewerking/ orkestratie, enkele georkestreerde passages van Moesorgski en dan het – zeg maar – arrangement van Sjostakovitsj, dat ongetwijfeld het meest recht doet aan Moesorgski’s intenties. Het samenstellen van de partituur gebeurt natuurlijk in samenspraak met de regisseur en dus met aandacht voor de handeling en het regieconcept. Sjostakovitsj’ partituur vormt het vertrekpunt en dan zijn er nog heel wat kleinigheden die men als dirigent zelf moet invullen. Dat kan op basis van de fragmenten van Stravinski, of op basis van oplossingen die andere dirigenten zoals Gergiev hebben uitgeschreven. Waarschijnlijk componeer ik zelf ook nog enkele maten, alhoewel men daarmee altijd zeer voorzichtig moet zijn. De partituur is evenwel niet dogmatisch: de samenstelling ervan is een kunstzinnig, spontaan en flexibel proces. En tijdens de repetities breng ik hoogstwaarschijnlijk ook nog enkele wijzigingen aan. In mijn jeugd wou ik componist worden, naar het voorbeeld van mijn grootvader. Maar ik ben geen componist, daarvoor moet men een andere innerlijke wereld in zich dragen. Ik ben een man van de praktijk en moet op het

podium kunnen staan. Het arrangeren van composities, het speelklaar maken van partituren is iets wat ik erg graag doe. Het is de gulden middenweg tussen componeren en dirigeren.

“In mijn jeugd wou ik componist worden, naar het voorbeeld van mijn grootvader” Valeri Gergiev, de bekendste pleitbezorger van de Russische muziek in het westen, is een fervent Poetin-aanhanger en ondersteunde recent ook de annexatie van de Krim. Hoe beoordeelt u enerzijds het huidige beleid in Rusland en anderzijds de westerse reacties hierop? Jurowski: Alhoewel ik Gergievs artistieke verwezenlijkingen erg interessant vind, ben ik van mening dat kunstenaars zich niet al te zeer politiek mogen engageren. Als dirigent heeft men in Rusland weliswaar die mogelijkheid, maar ik maak daar geen gebruik van. Politiek is immers een beroep en dat beroep ken ik niet. Omgekeerd zou ik het ook niet appreciëren wanneer een politicus de dirigeerstok ter hand zou nemen – dat loopt niet goed af. Ik heb natuurlijk wel een persoonlijke mening. Als mens, niet als dirigent. De westerse reacties worden volgens mij teveel door de media gedicteerd. En media manipuleren altijd. De informatie die ons bereikt doorheen verschillende kanalen – televisie, internet – is altijd op een bepaalde manier aangenaam voor ons. Zij bevestigt het westerse perspectief en dat vergeten we vaak. Los daarvan tonen de westerse reacties dat het Rusland van vandaag sterker is geworden. Het is niet meer zo gedesorganiseerd als het Rusland van Jeltsin en dat maakt vooral de VS nerveus. Maar niemand wil echt oorlog met Rusland, daar ben ik van overtuigd. Zelf ben ik ook fundamenteel tegen het gebruik van geweld. Dat is ook de reden waarom ik de pro-Russische separatisten in Oekraïne zo’n verschrikkelijk spijtige zaak vind. Ik ben een Rus, maar door mijn aderen stroomt voor driekwart Oekraïens bloed. Oekraïners en Russen hebben veel gemeenschappelijk, jarenlang waren ze één volk. En daarom vind ik het huidige geweld, het getouwtrek aan de grenzen, zo beklagenswaardig, zo tragisch. De rest van de wereld, het Westen, reageert daarop, engageert zich voor deze of gene kant, maar vergeet vaak dat in het eigen land de zaken ook niet op orde staan. Als iedereen eerst thuis alles op orde zou stellen, zou de wereld er heel wat beter uit zien. En hoe zit dat bij mij? Ik probeer met mijn leven en werk zo goed als mogelijk een brug te slaan tussen Europa en Rusland. Dat is ook de enige manier waarop een kunstenaar zich politiek kan en mag engageren: via kunst culturen samenbrengen. In de Russische muziek is het geloof erg belangrijk. Bent u zelf gelovig? Jurowski: Jazeker. En het geloof heeft mij ook door enkele

27


DMITRI JUROWSKI

zware levensperiodes geholpen. Ik belijd echter geen bepaalde geloofstrekking – de verschillen tussen diverse geloofstrekkingen interesseren me niet. Ik ben dus gelovig, maar niet religieus. Ik bezoek ook graag kerken, omdat daar energetische krachten hangen. Positieve, maar ook negatieve. Dat hangt er van af om welke kerk het gaat en wie de mensen zijn die het leven in die kerk draaiende houden. Maar om dat te ervaren moet men zelf kerken bezoeken. Mijn kerkbezoeken hebben echter nog niets met geloof te maken, het is eigenlijk een louter energetische kwestie. Het geloof is voor mij een persoonlijke relatie met een andere dimensie.

“Het arrangeren van composities, het speelklaar maken van partituren is iets wat ik erg graag doe. Het is de gulden middenweg tussen componeren en dirigeren.” Welke Russische werken zou u graag nog dirigeren? Ik droom al een tijdje van Moesorgski’s Boris Godoenov. De Neus van Sjostakovitsj staat ook nog op mijn lijstje, naast enkele Prokofjevopera’s en Sadko van Rimski-Korsakov. Ik wil ook meer Russisch repertoire in Rusland zelf gaan dirigeren, want verbazingwekkend genoeg speelt men daar vandaag vooral veel Italiaanse, Duitse en Franse muziek. Dat is goed, maar men mag zijn eigen wortels niet vergeten.

MIDDAGCONCERT ‘SALON RUSSE’ OPERA ANTWERPEN 2 OKT 12:30u OPERA GENT 3 OKT 12:30u WWW.OPERABALLET.BE Dmitri Jurowski neemt u mee op een verrassende reis doorheen de 19de-eeuwse Russische muziek op huiskamerformaat. Khovansjtsjina (Moesorgski) vormt de leidraad, verder horen we werken van Glinka, Tsjaikovski en Rimski-Korsakov. Leden van het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen en een volbloed Russische zanger gaan in zee met onze chefdirigent, die zelf cello speelt!

28


Met de steun van Piano’s Maene, TITEL NAAM

Hofleverancier van Opera Vlaanderen

Ruiselede - Gent - Antwerpen - Brussel www.maene.be 29


HET FENOMEEN HUGO VON HOFMANNSTHAL

tekst: Anne-Mie Lobbestael

‘Eén figuur fascineerde, verleidde, betoverde en begeesterde ons: het fantastische en unieke fenomeen Hugo von Hofmannsthal, in wie onze jeugd niet alleen zijn hoogste ambities, maar ook het absolute dichterlijke meesterschap verwezenlijkt zag, in iemand die bijna een leeftijdgenoot was.’ Stefan Zweig in Die Welt von Gestern

Op zijn zeventiende lijkt de hoogbegaafde gymnasiumstudent Hugo von Hofmannsthal alles al mee te hebben: hij schrijft volwassen lyrische poëzie, beschikt over een schitterende taalbeheersing en een literaire gevoeligheid die van diepe maturiteit getuigt. Die literaire vroegrijpheid zal hem tien jaar later een vernietigende ‘taalcrisis’ bezorgen. In zijn beroemde Chandos-brief uit von Hofmannsthal zijn diepe twijfel over de 30

uitdrukkingskracht van het woord. Hij heeft het over ‘een taal waarin de zwijgende dingen tot mij spreken en waarin ik mij misschien ooit in het graf voor een onbekende rechter zal verantwoorden.’ Die uitdrukkingskracht vindt hij eerder in lichaamstaal die volgens hem veel directer is dan het gesproken woord. Daarin vindt de ‘dansende moderniteit’ van zijn Elektra haar oorsprong.


ELEKTRA

ELEKTRA: HET DUO STRAUSS & VON HOFMANNSTHAL Wat deed de o zo Duitse componist Richard Strauss beslissen om de Elektra-theatertekst van de flamboyante, Oostenrijkse auteur te gebruiken voor het libretto van zijn volgende opera? Von Hofmannsthal en Strauss zagen elkaar voor het eerst in 1899 bij Richard Dehmel, een bevriend dichter die Richard Strauss de teksten voor onder meer zijn Fünf Lieder leverde. De toen 27-jarige von Hofmannsthal bleef Strauss fascineren. Het duurde echter nog 7 jaar vooraleer ze voor het eerst concreet samenwerkten aan een operaproject. Elektra is gebaseerd op een theatertekst van von Hofmannsthal die in 1903 in Berlijn in première ging. Richard Strauss zag de legendarische voorstelling in een regie van Max Reinhardt met de indrukwekkende Gertrud Eysoldt in de titelrol, dezelfde actrice die hem voor Salome van Oscar Wilde liet kiezen als libretto voor zijn vorige opera. Strauss ziet in Elektra onmiddellijk een sterke operatekst. Het is het begin van één van de meest fascinerende componist/librettist samenwerkingen in de operageschiedenis. Samen tekenen Richard Strauss en Hugo von Hofmannsthal voor zes opera’s. En nochtans, weinig hebben ze gemeen: niet hun afkomst, niet hun persoonlijkheid, niet hun literaire smaak noch hun artistieke visie. ‘Er bestaat tussen mensen zoals wij enkel samenwerken’ schrijft von Hofmannsthal. ELEKTRA’S TOTENTANZ WORDT EEN DANSE MACABRE Uit een mix van twee middeleeuwse tradities: de Totentanz (dodendans) en de behekste vrouw ontstaat in het midden van de 19e eeuw een krachtige nieuwe stijlfiguur. Vrouwelijkheid, blootsvoets dansen, waanzin en morbiditeit zijn elementen voor een nieuwe theateren verbeeldingstaal. Deze tendens was von Hofmannsthal niet ontgaan en zijn Elektra werd een merkteken van deze beweging. In dit dynamisch drama brengt de auteur typische finde-siècle-elementen als dans, ziekte, morbiditeit en seksualiteit samen. Als orgelpunt voegt hij er een pakkend, vernieuwend element aan toe: Elektra’s einde. Bij von Hofmannsthal deemstert het personage van Elektra na de moedermoord van Orestes niet weg, zoals het in de Griekse tragedies het geval was, na de moedermoord van Orestes. Zijn Elektra geeft de daad van Orestes een meerwaarde door haar extatische dodendans, haar danse macabre. Haar einde wordt een genereren van kracht en staat niet voor fysiek sterven. Haar dodendans is een poëtische actie die haar bevrijdt van de weerzinwekkende, voor een groot deel waanzinnige toestand die haar kwelde doorheen het stuk.

31


SPECIAL RICHARD STRAUSS 150

‘JUNG WIEN’ EN HET WEENSE FIN-DE-SIÈCLE Wenen 1891. Hugo von Hofmannsthal publiceert onder het mysterieuze pseudoniem Loris Melikow zijn eerste gedichten. Hij stelt zichzelf voor als jonge vertegenwoordiger van wat men de Weense ‘Modernen’ noemt. Hij die in de Weense aristocratische traditie is opgevoed heeft het vol gloed over de ‘vertegenwoordigers van het jonge Duitsland, de mannen van de confrontatie, snakkend naar nieuwe, vitale vormen van de ongeschminkte, subjectieve waarheid, vormen die bevrijden uit de conventionele leugen, enz. enz.’. Hermann Bahr, die deze beeldenstormers als ‘Jung Wien’ zal coachen omschrijft ze als volgt: ‘Ze herhalen onafgebroken dat ze modern willen zijn. Van dat woord houden ze enorm, als van een mythische kracht, die wonderen doet ontstaan en kan genezen. In alles en tegen elke prijs modern zijn - anders weten ze hun drijfveren, wensen en dromen niet te benoemen. Zij doen het zonder enige haat voor het verleden. Zij vereren de traditie, willen er zich niet tegen verzetten, maar die traditie naar het heden vertalen’. Modern is de overgave aan de nervositeit, de cultuur van het moi. Modern is de fascinatie voor het magische, de zucht naar het grenzeloze. Modern is het fin-de-siècle, l’art pour l’art en het estheticisme, symbolisme en impressionisme. ‘Jung Wien’ is een heterogeen schrijversclubje, waarvan onder meer Karl Kraus, Arthur Schnitzler en Stefan Zweig lid zijn. Ze proclameren de evolutie weg van het Naturalisme naar het Estheticisme, dat op haar beurt de weg opent naar de moderne Duitstalige literatuur uit het begin van de twintigste eeuw. SLINGEREND TUSSEN EROS EN THANATOS Wenen geeft zich niet met ongebreideld enthousiasme en onstuimigheid over aan het Modernisme van het begin van de twintigste eeuw. De Oostenrijkse hoofdstad toont zich allesbehalve enthousiast over haar toekomstige positie tussen de Europese grootmachten. Wenen is zich eerder bewust van haar status van hoofdstad van een afbrokkelend keizerrijk. Ze laat zich niet inspireren door het wervend sociale van het realisme en naturalisme maar gaat eerder de psychische toer op. Persoonlijk psychisch lijden wordt het onderwerp, politieke realiteit verschuift naar de achtergrond. De doodsreutel van de oude wereld en de socio-politieke wijzigingen die zich voor hun ogen voltrekken doen de Weense modernisten — om de pijn te verzachten — naar de traditie teruggrijpen. In dit Weense apocalyptische fin-desiècle voedt de vrees voor technologische vooruitgang een algemene malaise. De modernisten zoeken het universele van de antieke mythes op als stabiele basis voor hun creativiteit. In plaats van het sociale als vernieuwingsaanzet te gebruiken, zoals de naturalisten doen, zien von Hofmannsthal en zijn Weense tijdgenoten moderniteit in het estheticisme en in de individuele psychologie. In 1900 draait het Weense culturele leven rond het thema van de ‘crisis van het individu’, intellectueel gevoed door de jonge psychologie. Er heerst een sfeer van existentiële twijfel, een bezetenheid voor de dood. Von Hofmannsthals Elektra is een perfect voorbeeld van VON HOFMANNSTHAL & STRAUSS

32


ELEKTRA

deze culturele ambivalentie die haar hoogtepunt kent in de onophoudelijke slingerbeweging tussen eros en thanatos. MODERNE ANTIEKEN Voor von Hofmannsthal heeft een literatuurproject meerdere tentakels die naar evenveel acute levensvragen grijpen. Zo kregen de personages in zijn bewerking van La vida es sueño/ Het leven is een droom (1635) van Pedro Calderón de la Barca, in Gerettete Venedig naar Thomas Otways’ Venice Preserved (1682) en in zijn Orestie-project verschillende facetten van wat hij omschrijft als: ‘tot de diepste diepten van het twijfelachtige holenrijk van het IK doordringen en daar niet langer het IK maar de WERELD vinden’. De Studien über Hysterie (1895) van Sigmund Freud en Josef Breuer liggen prominent op zijn werktafel. Hij gaat in zijn bewerkingen experimenteren met de personages. Hij isoleert ze uit hun historische en maatschappelijke omgeving. Hun IK komt zo in een angstaanjagend radicaliserend daglicht te staan. In Elektra vertrekt hij hiervoor van de tekst van Sofokles om op zoek te gaan naar een nieuwe taal die de ‘verduiveld humaan klinkende woorden’ van Goethe in zijn Iphigenie auf Tauris’ ver achter zich laat om een trefzekere, fysieke, moderne schrijfstijl te creëren. SOMBER NAAR DE FINALE In een kapot, gedemoraliseerd naoorlogs Oostenrijk organiseren Max Reinhardt en Hugo von Hofmannsthal in 1920 een voorstelling van Jedermann op de Domplatz van Salzburg. De Salzburger Festpsiele die ze als ‘Friedenswerk’/’Vredeswerk’ omschrijven is geboren. Voor zijn mysteriespel Jedermann, dat Hugo reeds in 1911 schreef, greep de eens zo begeesterde avantgarde-auteur terug naar de duistere middeleeuwen als inspiratiebron. Eindigheid, eeuwigheid, verdoemenis en verlossing waren zijn nieuwe levensvragen. Tot aan zijn dood beleefde von Hofmannsthal literatuur, filosofie en levensvisie als één en ondeelbaar gegeven. Zijn literaire teksten getuigen tot op het einde van een intens bevragen van het leven. Hij raakte echter meer en meer geïsoleerd, bovendien nam zijn jarenlange overgevoeligheid voor weersveranderingen nefaste proporties aan. De luchtdruk bepaalde als het ware alle facetten van zijn gemoed, van zijn blijmoedigheid en productiviteit tot zijn depressie en arbeidsongeschiktheid. Deze sensibiliteit werd een acute ziekte. De klachten en angsten die kleine dagelijkse besognes hem bezorgden vermengden zich met zijn kosmische angsten voor de ontwrichte mondiale verhoudingen die hem sedert het einde van de Eerste Wereldoorlog niet meer loslieten. Somberheid en eenzaamheid beheersten zijn laatste levensjaren. Von Hofmannsthals plotse bezwijken aan een hartaanval na de zelfdoding van zijn zoon Franz kwam voor de intimi dan ook niet volslagen onverwachts. 18 juli 1929, de dag dat Hugo von Hofmannsthal begraven werd, staat genoteerd als de definitieve sterfdag van het oude Oostenrijk.

33


DAVID BÖSCH DE LANGE WEG VAN OREST IN MÜNCHEN NAAR ELEKTRA BIJ ONS

In 2013 regisseerde David Bösch Orest van John von Düffel naar Sofokles, Aischylos en Euripides in het Residenztheater in München. Nu regisseert hij Elektra bij Opera Vlaanderen.

OPERA

ELEKTRA VAN 12 SEP TOT 3 OKT OPERA ANTWERPEN & GENT SPEELDATA ZIE AGENDA P. 46 WWW.OPERABALLET.BE

34


BÖSCH AAN HET WOORD “In onze versie van Orestes zijn broer en zus (Orestes en Elektra) als het droomkop­ pel in de film Natural Born Killers van Oliver Stone. Uit frustratie zijn ze op zoek naar succes, maar finaal worden ze seriemoordenaars. Hun motto wordt ‘als wij moeten sterven dan gaan jullie er even goed, samen met ons, allemaal aan.’” “De twee reageren heel anders op de gebeur­ tenissen: de kapotte Orestes krijgt wroeging, voor Elektra is het moorden een ontlading.”

“In het gesproken theater is het soms een moeizame zoektocht naar gevoelens die meestal verborgen zitten achter woorden. In opera zijn die er gewoon, open en bloot. Ze zitten in de muziek. Tijdens de repetities ga ik sa­ men met de zangers op zoek naar het diepere ‘ik’ van het personage.”

David Bösch is een Duits aanstormend theater- en operatalent met opdrachten van grote huizen als de Bayerische Staatsoper en Royal Opera Covent Garden. Hij wordt omschreven als ‘de regisseur van emoties’. In 2006 kreeg hij de ‘Young Directors Award’ van de Salzburger Festspiele. Hij is ‘hot’, aan aanbiedingen geen gebrek. Het volledige gesprek dat dramaturge Anne-Mie Lobbestael met David Bösch had, leest u in het Elektra programmaboek. Te koop vanaf 9 september in het bespreekbureau en tijdens de voorstellingen.

35


7 VRAGEN OVER (ON)MACHT De Antwerpse procureur des Konings Anne-Marie Gepts 1. Hoeveel macht heeft een magistraat? De macht van de magistraten is reĂŤel, maar ze kent haar beperkingen. Allereerst is er de wet, die we gezworen hebben te zullen naleven. Je werkt in een kader, met een duidelijk beleidsplan voor vijf jaar dat in consensus tot stand komt. Hierin worden accenten gelegd en prioriteiten bepaald. En we zien dat focussen op een bepaald probleem van pakkans tot strafuitvoering - vruchten afwerpt. Een goed voorbeeld is de aanpak van de georganiseerde misdaad door rondtrekkende bendes. Maar ook wat verkeersveiligheid betreft hebben we met een gerichte aanpak het rijden onder invloed kunnen terugdringen en mensen gesensibiliseerd voor de gevolgen. Hetzelfde voor intrafamiliaal geweld. We zien een mentaliteits-gedragsverandering. 2. Is de wil van de rechter wet? Rechters zijn uiteraard onafhankelijk in hun oordeel... binnen het kader van de wet. Soms zijn wetten echter onderling in tegenspraak of onduidelijk en vragen ze een actuele vertaling. Er is dus die marge die ruimte voor interpretatie laat. Nu spreek ik even voor de rechters, maar wat ben je met een vonnis dat juridisch een pareltje is, maar niet duidelijk is voor de ontvanger? Anders doe je een uitspraak die maatschappelijk nefaste gevolgen kan hebben. Recht en wet vallen evenwel niet steeds samen met het rechtvaardigheidsgevoel van de individuele burger. Soms vallen er statement-vonnissen die aangeven dat een wet geen voeten heeft in de realiteit en moet worden bijgestuurd. De scheefgroei inzake procedurefouten bijvoorbeeld, waardoor daders van zware feiten ongestraft weg konden wandelen. Dat is voorbij. Er zijn nu criteria aan gesteld. Een in de haast verkeerd geplaatste komma gaat de hele procedure niet onderuit halen. Rechtspraak heeft tot wet (de wet Landuyt) geleid.

3. Hoe groot is de macht van de publieke opinie? Wanneer zaken breed uitgesmeerd worden in de pers en de publieke opinie een eigen oordeel velt terwijl het proces nog loopt, is de druk inderdaad erg groot. Ook wanneer je bijvoorbeeld niet steeds tegemoet komt aan de roep om zero tolerance. Er is effectief - vanuit de burgers - een algemene roep om meer en zwaarder te bestraffen. Maar je

36


SEIZOENSTHEMA (ON)MACHT

mag je daar niet door laten meeslepen, je moet onafhankelijk blijven. Het sneller afwerken van zaken, komt tegemoet aan de behoefte om krachtdadig op te treden. Ook het effectief uitvoeren van kleinere straffen is zo een maatregel. Maar het moet wel maatwerk blijven, we moeten de context en de zwaarte van het misdrijf realistisch bekijken. Het heeft geen zin om met een kanon op een mug te schieten. 4. Heeft de gerechtspsychiater macht? Gerechspsychiaters geven adviezen als deskundigen. Hun onderzoek op zich zal nooit bepalen of iemand schuldig is of niet. Ze zorgen wel dat we een zaak beter kunnen onderbouwen, op een meer wetenschappelijke manier. Een Belgisch fenomeen is onze zwart-wit-benadering van de toerekeningsvatbaarheid. De nuance, het meer of minder verantwoordelijk gesteld worden bestaat bij ons niet. Elders wel. Los van iemands persoonlijkheid, of hij nu de diagnose psychopaat of narcist meekrijgt of niet, zolang de dader in staat was zelf een beslissing te nemen, is hij (of zij) toerekeningsvatbaar. Het blijft een moeilijke afweging.

“De vraag is: moet justitie alles oplossen?” 5. Is een volksjury nog van deze tijd?

Anne-Marie Gepts begon in 1979 als advocaat aan de Antwerpse balie, maar stapte in 1983 al over naar het parket van Antwerpen. In 1996 stapte ze over naar het Antwerpse parketgeneraal. In 2008 werd ze procureur van Mechelen. Sedert 12 mei 2014 is ze procureur des Konings van het nieuwe provinciale arrondissement Antwerpen, dat de voormalige arrondissementen Antwerpen, Mechelen en Turnhout behelst.

Persoonlijk heb ik positieve ervaringen met volksjury’s. Die mensen nemen hun taak heel ernstig. De volksjury zal in België niet gauw verdwijnen. Het systeem wordt sterk door de politiek gedragen. Het komt tegemoet aan de wens van het volk om gehoord te worden en aan het verwerkingsproces van de slachtoffers. Hun leven staat vaak on hold tot het proces. Ook al moeten ze vaak vreselijke dingen herbeleven, de feiten verdienen die aandacht. In Nederland daarentegen bestaat de volksjury al niet meer. En uiteraard zal er wel een andere manier zijn om aan die behoeften van publiek en slachtoffer tegemoet te komen. 6. Gaan vrouwen anders om met macht? Toen ik op het parket begon, was ik er een van de weinige vrouwen. Vandaag is er een serieuze inhaalbeweging geweest en spreekt men van een ‘vervrouwelijkte’ justitie. Wat niet wil zeggen dat feminisme plots overbodig is — kijk naar de positie van vrouwen in de wereld. Ik denk niet dat de manier waarop je met macht omgaat gendergebonden is. Maar ik zie weinig vrouwen op een traditionele manier autoritair zijn. Ik ga nooit zeggen:’Mijn wil is wet’. Vrouwen werken samen, er is overleg. Ook in de bedrijfswereld is de managersstijl zo geëvolueerd. Je beslissing moet onderbouwd zijn en gedragen door de partners. Anders werkt het niet. 7. Kent de Procureur des Konings ook onmacht? Ik stuit op onmacht wanneer ik het gevoel heb dat het allemaal sneller kan. Sommige procedures zijn erg omslachtig en zouden dringend vereenvoudigd moeten worden. Ook het papierwerk dat er komt bij kijken. Ons informaticasysteem dat maar niet performant is... Daar stuit je op onmacht. Het traag tot stand komen van een wettelijk kader dat plots door maatschappelijke omstandigheden heel erg nodig is, omdat je machteloos staat zonder. Maar justitie is geprofessionaliseerd, dat kan ik na 31 jaar werk als parketmagistraat zeggen. We gaan vooruit. Dat moet ook, continu. De verwachtingen zijn hoog. De vraag is: moet justitie alles oplossen? Moet alles voor het gerecht? Worden we soms niet als gemakkelijk drukkingsmiddel ingezet?

37


GASTCOLUMN

Verbeelding kneedt je tot held Jeroen Olyslaegers Woorden en daden zijn niet noodzakelijk tot elkaar veroordeeld. Ziedaar een diep tragisch inzicht, iets wat een klassieke held uit de Griekse mythologie simpelweg niet zou begrijpen. Sofokles is de tragedieschrijver die de verhouding tussen woord en daad op scherp stelt. Wie wil weten hoe macht en onmacht zich met elkaar dreigen te verstrengelen, moet zijn Elektra eens ter hand nemen. Haar vader is door haar moeder en haar moeders minnaar vermoord omwille van de offergave die papa Agamemnon ooit deed en waarbij hij zijn jongste dochter, zusje dus van Elektra, als een dier liet kelen. Elektra wenst wraak jegens haar moeder, maar moet zich behelpen met woorden. Slechts haar broer, Orestes, is in staat om woorden met daden te combineren. De figuur van Elektra, die tijdens dit operaseizoen komt spoken, heeft door het tragisch inzicht van Sofokles de veelzijdigheid van een Hamlet. Zij wordt aan het hof een geval, één waarmee geen huis te houden valt, die niet luistert naar andermans rede vanuit een onvoorwaardelijk geloof in haar eigen perspectief, maar wiens intensiteit nooit leidt tot het zelf ter hand nemen van een dolk om die vervolgens in de hals van haar moeder te stoten. Macht en onmacht hebben vaak met woorden en daden te maken. Wat baat het de machthebbers van alles en nog wat te verwijten zonder dat ze op een of andere manier tot de orde worden geroepen? Sloveens filosoof Slavoj Žižek liet de mensen van Occupy Wall Street tijdens het begin van hun bezetting van Zuccotti Park ook al weten dat het geen zin heeft om aan te klagen dat macht corrumpeert. Wat zijn dan je eisen? Kan je in alle ernst bewindslieden vragen om op te houden corrupt te zijn? In plaats van je doel om mensen te activeren tot verzet, bevestig je door zulke eisen hoe machteloos je zelf bent. Tegelijk is een gevoel van machteloosheid, of eerder een bewustzijn dat compleet doordesemd is met machteloosheid, het perfecte alibi voor de macht om ongestoord verder te doen. Elektra geeft ons daarom de mogelijkheid om in de spiegel te kijken. Woorden volstaan immers niet indien ze impliceren dat je een ander nodig hebt om tot daden te overgaan en de wereld daadwerkelijk te veranderen door het onrecht te wreken. In haar geval is zelfs die mogelijke daad of de wraak ambigu. Want had haar moeder niet alle recht op haar eigen wraak toen ze vernam dat haar echtgenoot haar jongste vrucht tot een banaal offerdier had herleid? We kennen die tragische kloof tussen woorden en daden, want we beschouwen onszelf regelmatig als tragische wezens die gedoemd zijn tot stil protest of machteloosheid. Intussen gaat de wereld naar de haaien en staan wij er handenwringend naar te kijken. De doem van het noodlot is al te aanwezig wanneer het over ecologie en de mens gaat, alsof vier eeuwen industrialisatie geen mensenwerk blijkt, maar een daad van een bende arrogante goden waartegen verzet eeuwig vruchteloos zal blijven. Maar is die tragische blik het enige perspectief waarmee we macht en onmacht kunnen contempleren? Macht is net zoals onmacht een daad van verbeelding, zo fluister ik mezelf al wel eens toe op een moedeloze dag. We dichten mensen of instellingen macht toe juist vanwege een gevoel van onmacht. We verwijten de machthebbers ons eigen gevoel van machteloosheid. Zoiets heet slachtofferschap. Daarbij is het perspectief van de mythische held compleet uit ons geheugen gebannen. Wie durft nog te zeggen dat we helden nodig hebben? Sterker nog: dat onze woorden én daden onszelf tot held dienen te transformeren? Dat achten we immers tegelijk zowel ouderwets als arrogant, tegelijk dom als gevaarlijk. Wie weet zijn we wel verslaafd aan het tragische perspectief, vanwege het excuus dat het ons verschaft woorden van daden te scheiden. Wie weet is hierbij, in één beweging, ons vermogen tot verbeelding tot slaap gedwongen en maakt dit van ons geen kunstenaars, maar toeschouwers. En toch. De Oude Grieken gebruikten het woord psyche zowel voor ‘ziel’ als voor ‘vlinder’. Ze geloofden in transformatie, dat de ziel wakker wordt door verandering. De tijd lijkt er rijp voor.

LINK HOMMAGE GERARD MORTIER Wijlen operadirecteur Gerard Mortier wordt op zondag

7 september in Gent gehul­ digd tijdens een artistieke wandeling. De hommage start om 14.30 uur onder de Gentse stadshal met een 12 minuten durende voorstelling van Les Ballets C de la B van Mortiers vriend Alain Platel, waarbij 100 vrijwilligers een stuk uit het wereldwijd bekroonde stuk C(h)oeurs zullen spelen. Daarna zullen deFilharmonie en het Collegium Vocale een muzikale hulde brengen in de Sint-Baafskathedraal, waarna met woord wordt afgesloten in de Gentse opera. OORSMEER WORDT BIG BANG Voortaan heet Oorsmeer in Gent Big Bang. Verder blijft het gewoon hét muziek­ festival voor een “jong en avontuurlijk publiek” (vanaf 4 jaar). Er wordt gemusiceerd met vogelfluitjes en scheet­ kussens. Tuur Florizoone brengt zijn accordeon mee, de Portugese pianiste Joana Sá zorgt voor spektakel met lichtjes, muziekdozen en mobieltjes en Soetkin Baptist en Jan Van Outryve laten je kennis maken met liedjes van over de hele wereld. 9 NOV OPERA GENT

Jeroen Olyslaegers kreeg recent de Arkprijs voor het Vrije Woord.

38


AANRADERS EN REMINDERS

ASSEPOESTERS DROOM VOOR 6+ Het overbekende verhaal

wordt speciaal voor jonge toeschouwertjes verteld aan de hand van de sprankelende opera van Gioachino Rossini. De regie is van Victoria Pfortmüller, die bij Opera Vlaanderen al eerder de jongerenproducties Is it love? en In Tussentijd maakte. Assepoesters droom speelt in november in de Gentse opera, in januari volgt Antwerpen tijdens de tweede editie van ons kinderfestival Wintersprookjes. EEN KNALLER VAN EEN SEIZOENSOPENER Deze Klassiek in de Stad editie wordt er één met extra toeters en bellen, omdat we er meteen ook het eerste gezamenlijke seizoen van Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen mee willen vieren. In Antwerpen is er naast de balletvoorstellingen en concerten op het SintJansplein, ook veel te beleven in het operagebouw. Een late night filmvertoning van Carmen, een spannend par­ cours doorheen ons gebouw van het kostuumatelier, tot in de koor- en repetitiezaal. U keert naar huis als een ken­ ner met een knipoog, want we geven u ook een ludiek

Klein Jowanneke (o.v) zal dat op zijn geheel eigen wijze doen voor het ballet, voor de opera treden een zangeres, pianist en verteller aan. De week nadien, op 14 sep­ tember, is de opera in Gent aan de beurt. Ontdek het volledige programma in detail op www.klassiekindestad.be

ZIN IN MEER ELEKTRA Onder de noemer ‘Zeitwende’ serveren we u een middagconcert met liederen van Richard Strauss, Gustav en Alma Mahler; Berg en Schönberg. Sopraan An De Ridder en pianist Petros Bakalakos brengen u een waaier Duitstalige liederen uit het fin-de-siècle en de vroege 20ste eeuw.

NAAR DE CINEMA (ZUID) Cinema Zuid brengt ook dit seizoen films die gelinkt worden aan onze operapro­ ducties. Voor Khovansjtsjina staat Fritz Langs legendari­ sche stille film Metropolis

18 SEP OPERA ANTWERPEN 19 SEP OPERA GENT Voor alle middagconcerten zie kalender P.46

1 SEP DESINGEL ANTWERPEN 8 SEP ZEBRASTRAAT GENT

(1926) op het programma. ‘De moeder van alle sf-films’ - , de inspiratiebron van regisseur David Alden - wordt met live pianobegeleiding vertoond. Een halfuurtje vooraf krijgt u een smaakmakende inleiding door Hilde D’haeyere, verbonden aan de KASKHogeschool Gent. 15 NOV CINEMA ZUID

Elektra-regisseur David Bösch koos de film We need to talk about Kevin van Lynne Ramsay. Eva (Tilda Swinton) vraagt zich af of ze een psychopaat gebaard of gemaakt heeft, nadat haar zoon Kevin een gruweldaad pleegt. David Bösch leidt deze beklijvende film zelf in. 13 SEP CINEMA ZUID

lesje opera- en balletgeschie­ denis. Niemand minder dan

In de reeks ‘Rondom’ -lezingen i.s.m. Amarant, die dieper ingaan op de producties, buigt professor Filip Geerardyn (UGent) zich over het zogenaamde ‘Elektracomplex’ en hysterie tijdens het fin-de-siècle in Wenen. Daarna zoomt dramaturge Anne-Mie Lobbestael in op DE interpretatie van regisseur David Bösch, die tekent voor de Elektra-productie in Opera Vlaanderen.

Meer info www.cinemazuid.be

In Voorspel Elektra wordt u muzikaal ingeleid in het werk. 14 SEP OPERA ANTWERPEN

EXPOSITIE IN DE OPERA De Duitse kunstenaar Patrick Bannwart is één van de twee decorontwerpers van Elektra. Hij kreeg de opdracht om voor het programmaboek een reeks Elektra-evocaties te schil­ deren. Uiteraard willen we onze bezoekers de originele werken niet onthouden. Ze worden dan ook tentoon gesteld in de wandelgangen van de operagebouwen in Antwerpen (12 - 19 sep) en Gent (27 sep - 3 okt).

BOEKENPLANK Johan de Boose, auteur, Oost-Europareiziger en doorwinterd Ruslandkenner, zet zijn Ruslandreizen van de afgelopen decennia op een rijtje. In gedachten dwaalt hij ook af naar het mid­ deleeuwse en 19de-eeuwse Rusland. Als geen ander roept hij de sfeer op van het

immense en ongrijpbare land en van de historische en geografische veelzijdigheid ervan. Het geluk van Rusland Meulenhoff/ Manteau

Aischylos, Sofokles, Euripides...Deze drie Griekse tragedieschrijvers hebben elk over de gruwelijke gebeurtenissen in het gezin van koning Agamemnon geschreven. In totaal zijn er acht toneelstukken aan gewijd. Deze verzameling bevat de trilogie Het verhaal van Orestes van Sofokles Elektra en vier stukken van Euripides: Ifigeneia in Aulis, Elektra, Orestes, Ifigeneia op de Krim. Alles in de vertaling van Gerard Koolschijn. Eén familie, acht tragedies Athenaeum - Polak & Van Gennep

Wil u niets missen van onze concerten, inleidin­ gen, voorspel- en rondom activiteiten? Raadpleeg dan de kalender op p. 46-47, onze seizoensbrochure of www.operaballet.be

39


WAT KAN ELEKTRA VOOR U DOEN? tekst: Chris Van Camp foto: Roger Van Vooren

Dirk De Wachter maakt tijd, midden in de examenperiode nog wel, voor een gesprek over de relatie tussen psychiatrie en opera. Het is belangrijk voor hem. Hij gelooft in de onlosmakelijke band van de mens met de kunst en laat geen kans onbenut om dit de wereld in te sturen. Hij wil het hebben over hoe we ons kunnen laven aan Griekse tragedies, maar net zo goed aan Shakespeare, de Bijbel of Houellebecq. Over soelaas en mededogen voor alles wat des mensen is, in een wereld die te gretig grillige naturen herleidt tot dragers van populaire diagnoses. Geef toe, denkt u bij Elektra niet meteen aan het bijbehorende complex? Of zit u al in de fase dat u haar onverbiddelijk als borderline zou labelen? Een offensief. 40


ELEKTRA

Dirk De Wachter: Vraag me niet om diagnoses of labels op personages of kunstenaars te kleven. Dat doe ik niet, ik wil de kunsten niet psychiatriseren. Ik ben grote voorstander van het omgekeerde. Het menselijk gedrag in al zijn complexiteit laat zich niet louter ontrafelen door strikt wetenschappelijk hersenonderzoek. Je moet gedrag ook tegen het licht houden op het niveau van de psychologie, de filosofie en de kunsten. Het is enorm belangrijk dat de psychiatrie zich blijft laven aan en zich laat inspireren door de grote kunsten. Wat de diagnos­ tische psychiatrie doet is een complex gegeven als de men­ selijke natuur, met al zijn onbegrijpelijke tegenstrijdigheden, reduceren tot een classificatie. Waar ik als psychotherapeut voor sta is net het omarmen van die complexiteit en daar heb je de kunsten voor nodig. Het boeiende van de psychiatrie is dat ze op de rand van alpha- en beta-wetenschappen balanceert. Tussen harde, wetenschappelijke, statistische analyse en moleculair her­ senonderzoek enerzijds, en anderzijds menselijke verhalen in een culturele context die zich laten terugvoeren tot het begin van de mensheid. Daarom blijven de Griekse sagen en tragedies, met de drama’s van Sofokles op kop, zo relevant. Op dezelfde manier dat ook Shakespeare en de Bijbel eeuwige bronnen blijven. Als je een personage als Elektra door een aanhanger van de diagnose laat typeren, zou ze in onze tijd dan geen borderline-label meekrijgen in plaats van het naar haar genoemde Elektra-complex? De Wachter: Ook Oedipus en om in de programmatie te blijven Onegin zou ‘borderline’ meekrijgen, alle dramatische (anti-)helden zeg maar. Het is zo’n containerbegrip, eigenlijk voor alles wat exuberant is en uit de bocht gaat. Daarom kan je er ook niets mee. In de klassieke psychoanalyse had je de hysterie als breed cultureel bepaald begrip. Freud dateert van de Victoriaanse tijd, toen de hypocrisie regeerde en alle emo­ ties onderdrukt werden. Vandaag zijn alle emotionele rem­ men los, en dat vangen we op met de borderline-container. De psychiatrie is tijdsgebonden en wordt cultureel gekleurd, de klassieke verhalen blijven door de tijd heen beantwoorden aan universele noden die we ook hebben. U heeft het over het laven aan de klassieken. Wat kan Elektra vandaag dan voor de psychiatrie betekenen? De Wachter: Zeer veel. Elektra is een Godfather-verhaal. Over wraak die van de ene generatie op de andere overgaat. Het is geen handleiding voor deviante moeder-dochter ver­ houdingen, het verklaart niet per se de vrouwelijke psyche. Het is veel breder dan dat. Het laat zien hoe oeverloze vetes ontstaan. Patronen die in families wortelen en generaties doorwerken. Tot niemand nog weet hoe ze begonnen zijn. Het Elektra-complex zoals Jung het definieerde is onzin. Dat soort psychiatrie aanvaard ik niet als verklaringsmodel voor vrouwelijk gedrag. Het is onwaarschijnlijk misogyne en anti-feministisch. Freud - op wiens stellingen rond penisnijd het geënt was - heeft zich er zelf van gedistantieerd in zijn tijd.

Waar Elektra wel iets over leert is over moorddadigheid, wraak, wreedheid in de familiale context. De Grieken hadden hun goden om de oorsprong van zoveel kwaad op te verhalen en te duiden. Wel, die goden zijn eind 19de eeuw in de mens neergedaald. Ook Nietzsche introduceerde dat idee. Onze demonen zijn in ons gekomen, ze zijn verinnerlijkt. Het kwade is eigen aan de mens. In Elektra zijn het de mannen die moorden en de vrouwen die hen ertoe aanzetten. Het onvoorziene, onbegrijpelijke wordt in beeld gebracht. Het is ‘des mensen’, een uitdrukking die spijtig genoeg in onbruik is, en mededogen oproept voor de ‘kwade’ mens. En hoe gaan we daar als zoekende mens dan mee aan de slag? Hoe werkt die bestuiving met klassieke kennis dan? De Wachter: Wanneer je zo’n drama op theater of in de opera beleeft, worden de mechanismen zichtbaar. Ze geven inzicht, niet alleen rationeel, je voelt er als toeschouwer iets bij. Maar dat geldt ook voor naar beeldende kunst kijken of lezen. Ik ben ook enthousiast over het initiatief van iemand als de Britse therapeute Jane Davis, die de The Reader Organisation oprichtte en mensen, patiënten, maar ook gevangenen en ouderen, samen laat lezen en literatuur beleven en daar voor zichzelf wat uithalen. Daarom stuur ik mensen, die bijvoor­ beeld in relatietherapie zijn bij mij, wel eens naar theater om een voorstelling te gaan kijken, of ik verwijs naar een boek. Het werkt als een spiegel.

CULTUUR IS GEEN VERSIERING! HET IS EEN WEZENLIJK, FUNDAMENTEEL ELEMENT VAN ONS MENS-ZIJN. Ik ben een narratief therapeut, die vindt dat elke mens een verhaal heeft. Dat verhaal impregneert natuurlijk ons brein. Ik ben geen radicaal constructivist die vindt dat de werkelijkheid niet bestaat en alles maakbaar is. Ik ben een breinwetenschapper die niet ontkent dat wij ons brein zijn, maar dit wel in relatie tot de wereld die ons omringt. Het indi­ vidu bestaat niet, ‘Je est un autre’. We bestaan in de blik van de ander. Foucault wees er al op dat door dingen te benoemen de maatschappij vanuit een soort machtsdenken mensen gaat uitsluiten, vaak vol goede bedoelingen. ‘Jij hebt ADHD, wij gaan je helpen’. Aan dat label kleeft een grote prijs. Het is zeer beperkend in je ontwikkeling. Je wordt je diagnose, het werkt als een self-fulfilling-prophecy. Uiteraard negeer ik het feit niet dat er een aanzienlijke groep echt zieke mensen zijn. Ik werk ook met hen. Hun lijden is onmetelijk. Dat los je niet op met hen naar het theater te sturen of een boek te laten lezen. Hun ziekte overheerst alles voor hen. Maar we moeten niet alles wat ons vreemd is meteen van een stempel voorzien en naar de psychiatrie verwijzen, uit angst dat het ons zou aantasten. Ik pleit voor een brede variatie in normaliteit.

41


ELEKTRA

U heeft het over de Grieken, Shakespeare... Flaubert schonk ons nog Madame Bovary, waar de term bovarisme werd van afgeleid. Maar verder zijn er weinig voorbeelden. Waarom levert de moderne literatuur nog maar weinig psychologische typeringen en syndromen op? De Wachter: Dat referentiekader mag natuurlijk niet stoppen na Shakespeare. Ikzelf verwijs vaak naar de personages van Michel Houellebecq. Is hedendaags werk minder geschikt? Ik denk het niet, maar dat zal de toekomst uitwijzen. In de negentiende eeuw werden er nog heel veel opera’s geschre­ ven en een groot deel daarvan, soms succesrijk in hun crea­ tietijd, zijn nu vergeten. Vaak zie je dat hoe meer ze verweven waren met de actualiteit, hoe minder ze eeuwigheidswaarde hebben. Bij klassieke thema’s zit het hem natuurlijk ook in de kwaliteit van de interpretatie. Von Hofmannsthal was geniaal. Ik ben geen literatuurcriticus, wel een liefhebber, maar ik durf toch te beamen dat zijn Elektra voor die tijd - 1903 - een zeer moderne tekst was. Ook binnen zijn oeuvre, is het zijn meest moderne werk. Strauss — en OK, ik ben evenmin een operadramaturg — maar die was met zijn compositie van Elektra ook zijn tijd vooruit. Het is een opmerkelijk, uniek werk, een hoogtepunt van hun samenwerking, hun momentum.

de theatergroep De Roovers dat doet, daar hou ik erg van. Het is boeiend om te zien wat er gebeurt wanneer een nieuwe tijdsgeest de universele drama’s raakt, hoe soms de macht verschuift en accenten en posities veranderen. Vandaag wil men alles verklaard zien en begrijpen. Dat is eerder pretentieus. Men wil lineair verklaren. “Door een slechte jeugd vertoont hij nu dat gedrag...”. Ik bouw circulaire modellen op. Die ontrafeldrift leidt alleen maar tot een nog groter besef dat we bijna niets weten. Dat geldt ook voor het ontdekken van de geheimen van de kosmos. Tegenover elke 1% aan kennis die we winnen, staat tegelijk de ontdekking van 99% ongekende materie. Deemoedig word je er van. En toch wint een louter wetenschappelijke benadering terrein. De psychiatrie wordt ‘breinig’, de cultuur wordt te vaak buiten beschouwing gelaten. Zelfs de filosofie is in dat bedje ziek, er staat een generatie neurofilosofen op. Cultuur wordt in het hoekje van het entertainment gedrukt, ter verstrooiing. “We hebben een hele dag hard gewerkt, rondgelopen en stress gehad, nu gaan we naar het theater - om te lachen - ontspan­ nen”. Cultuur is geen versiering! Cultuur is een wezenlijk, fundamenteel element van ons mens-zijn. Daar kunnen we niet genoeg op drukken en daarom maakte ik graag tijd voor dit gesprek.

Wordt er vandaag niet opvallend vaak teruggegrepen naar de klassieken, vooral in theater? Tom Lanoye heeft al heel wat eigenzinnige versies en werkt nu aan Koningin Lear, Jeroen Olyslaegers hertaalt mythen voor Fabre, Bernard Dewulf schrijft zijn Elektra voor de NTGent-productie… De Wachter: Dat is toch fantastisch. We hebben die verhalen die multi-interpreteerbaar zijn nodig. Een narratieve kant die het paradoxale een plaats geeft, die liefde en haat samen­ brengt, die doet aanvaarden dat het compleet onwaarschijn­ lijke kan en zal gebeuren. Een menselijk verhaal, yin en yang. Die verhalen moeten we blijven vertellen. De manier waarop

42

Dirk De Wachter is psychiater-psychotherapeut en diensthoofd systeem- en gezinstherapie aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van de KU Leuven, campus Kortenberg. Hij is opleider en supervisor in de gezinstherapie in verschillende centra in binnen- en buitenland. In 2012 publiceerde hij het boek ‘Borderline Times’, (Lannoo Campus).


43 Š Gabriel Hennessey


ETALAGE

1. CADEAUBON Verwen de liefhebber en verras de opera- en/of ballet-maagd met een waardebon vrij te besteden aan tickets of in onze shop. vanaf € 10

4

1

2. DE OPERA-BALLET 2014-2015 SEIZOENS-CD De ideale appetizer voor het nieuwe seizoen, met muziekfragmenten uit al de komende ballet- en operaproducties. €7 3. BALLETPROGRAMMABOEKJES Achtergrondinformatie, biografieën en véél foto’s: koop op de voorstelling of in de shop een programmaboekje om extra na te genieten en… te verzamelen. € 7 nieuw seizoen € 3 vorig seizoen

2

4. CD LE DUC D’ALBE Opera Vlaanderen vroeg aan componist Giorgio Battistelli om de onafgewerkte partituur van Donizetti te vervolledigen. Deze nieuwe versie ging in mei 2012, 170 jaar later, bij ons in wereldpremière. U hoort ondermeer Rachel Harnisch (Hélène d’Egmont), Ismael Jordi (Henri de Bruges) en George Petean (le duc d’Albe) onder leiding van Paolo Carignani. € 21

5

3

5. GESIGNEERDE POINTES! Het ultieme cadeau voor balletfans: gesigneerde pointes waarmee onze sterren schitterden op de planken, voorzien van hun signatuur en een persoonlijke boodschap. € 25 6. COMING SOON: OperaHoning Sinds het voorjaar kreeg de opera er een paar duizend collega’s bij. Op het dak van de opera werken onze bijen in hun korven aan onze eigen productie van OperaHoning.

7

7. CD SEMIRAMIDE Rossini’s Semiramide werd seizoen 2010-2011 bij Opera Vlaanderen opgevoerd. U hoort ondermeer Myrtò Papatanasiu (Semiramide), Ann Hallenberg (Arsace) en Josef Wagner (Assur) onder de muzikale leiding van de weergaloze Alberto Zedda. € 25

ETALAGE 44


OPERA & BALLET SHOPPING

8. CD IL GIASONE Deze zelden opgevoerde opera van Francesco Cavalli’s Giasone stond in 2009-2010 bij ons op de planken. U hoort onder meer Christophe Dumaux (Giasone), Katarina Bradic (Medea), Robin Johannsen (Isifile) en Josef Wagner (Giove/ Besso) aan het werk onder de muzikale leiding van Federico Maria Sardelli.

11

10

9. DVD IL GIASONE Naast de cd is ook de dvd van Francesco Cavalli’s Giasone (productie Opera Vlaanderen) verkrijgbaar. Zo kan u ook genieten van de prachtige, barokke enscenering van Marianne Clément. € 23 10. OPERAPROGRAMMABOEKJES Hét fraai geïllustreerd boek bij de opera’s, samengesteld door onze dramaturgen met biografieën, essays en artikels. Koop ze op de voorstelling of vooraf. Verzamel ze allemaal. € 7 nieuw seizoen € 3 vorig seizoen 11. CD LE VILLI De concertante uitvoering die Opera Vlaanderen in 2009 bracht van Puccini’s eenakter Le Villi werd in 2011 uitgebracht op cd. Met de Italiaanse Norma Fantini als Anna en de grote Italiaanse tenor Giuseppe Giacomini in de rol van Roberto. Het Symfonisch Orkest en Koor van de Vlaamse Opera stonden onder de bezielde leiding van Muhai Tang. € 15

6

12. DVD SAMSON ET DALILA De spraakmakende productie van de Saint-Saëns-opera, die bij ons op de planken stond in seizoen 20082009 in een regie van het PalestijnsIsraëlische regieteam Omri Nitzan en Amir Nizar Zuabi, werd in 2011 uitgebracht op dvd door EuroArts Music. U ziet Torsten Kerl (Samson) en Marianna Tarasova (Dalila) onder de muzikale leiding van Tomáš Netopil. € 30,50

9

8 12

BELUISTER HIER FRAGMENTEN VAN ONZE CD’S. SCAN DEZE CODE MET EEN SMARTPHONE

Op zoek naar een fijn cadeau voor een operaliefhebber of naar het ultieme ‘break a leg’ presentje voor een ballerina in spe? U vindt het in de shops van de bespreekbureaus in Antwerpen en Gent. Naast tickets en abonnementen bieden wij er een waaier producten aan. VANAF 23 AUG KAN U OOK ONLINE WINKELEN IN DE SHOP VAN ONZE VERNIEUWDE SITE WWW.OPERABALLET.BE

45


BALLET VLAANDEREN GAAT INTERNATIONAAL

WAYNE MCGREGOR PRESENTEERT OUTLIER

tekst: Wilfried Eetezonne

Het theater Sadler’s Wells in London staat aangeschreven als één van de belangrijkste danstheaters ter wereld. Alles van klassiek ballet tot hiphop vindt hier onderdak en wereldberoemde choreografen zoals Sidi Larbi Cherkaoui, Matthew Bourne of Akram Khan zijn er Associated Artists. Ook Ballet Vlaanderen is hier kind aan huis en kreeg er in 2012 zelfs de Laurence Olivier Award de Oscar van het Brits theater - voor Outstanding Achievement in Dance. Dit najaar keert Ballet Vlaanderen terug naar Sadler’s Wells voor een festival rond de hedendaagse componist Thomas Adès: See the Music, Hear the Dance.

Wat zich uit in vaste patronen die de muziek volgen - het vioolconcerto Concentric Paths (2005) van Thomas Adès - en plotse interrupties van die choreografie. Er ontstaan confrontaties, conflicten en tegenreacties van individuen. De belichting codeert de stemming; rood voor sterke emoties, geel voor rust en grijs voor elke sombere dreiging.

Ballet Vlaanderen zal er in Londen de Europese première presenteren van Outlier, een ballet van Wayne McGregor eveneens een vaste naam bij Sadler’s Wells. In Outlier - dat in 2010 in wereldpremière ging in New York - onderzoekt McGregor op bijna wetenschappelijke wijze, het effect van conflicterende elementen. Een gegeven uit de statistiek dat hij toepast op menselijke groepsdynamica.

‘Het is geweldig dat Wayne McGregor zijn choreografie Outlier met ons wil presenteren,’ aldus artistiek directeur van Ballet Vlaanderen Assis Carreiro. ‘Het is een echte coup want het werk was oorspronkelijk gecreëerd voor het New York City Ballet en kent nu zijn Europese première dankzij ons in Sadler’s Wells. Om terug te keren naar Londen en naar een theater waar we in het verleden onze grote successen hebben

46

Componist Thomas Adès zal zijn concerto in London zelf dirigeren. Later in het seizoen zal Outlier ook te zien zijn in de opera’s van Antwerpen en Gent als onderdeel van Flanders Fields. Londen is niet de enige buitenlandse tournee voor het Ballet dit najaar. Zo is het gezelschap ook geselecteerd om het prestigieuze festival van Biarritz te openen. Ballet Vlaanderen zal het bejubelde The Return of Ulysses brengen, dat vorig seizoen nog bij ons te zien was.


GENÉE INTERNATIONAL BALLET COMPETITION De Genée is dé wedstrijd voor jonge dansers die nu al 83 jaar (!) focust op nieuw talent. Dit najaar gaat dit belangrijke event voor het eerst door in Antwerpen. Het resultaat van een intens partnership tussen de Royal Academy of Dance en Ballet Vlaanderen, op initiatief van artistiek leidster Assis Carreiro. Tijdens de finale ziet u niet allleen de kandidaten aan het werk, maar de dansers van Ballet Vlaanderen vergasten het publiek ook op de finale uit Alexander Ekmans Tyll. Wim Vanlessen en Aki Saito brengen de pas de deux uit Love Fear Loss van choreograaf Ricardo Amarante. Ooit was Amarante zelf Genée laureaat en voor deze editie is hij de “commissioned choreographer”. Ricardo Amarante: “De Genée was een belangrijk punt in mijn carrière. De wedstrijd bracht me naar Londen waar de balletwereld me kon zien. Ik werd toegelaten tot de prestigieuze English National Ballet School, wat mij uiteindelijk bij mijn eerste engagement bij de Paris Opera Ballet bracht. Vandaag ben ik veertien jaar verbonden aan Ballet Vlaanderen, waar ik me ook als choreograaf ontplooide. De cirkel is rond.” Ook Nicola Wills, danseres bij Ballet Vlaanderen, heeft mooie herinneringen aan de Genée: “Die medaille krijgen was een van de mooiste momenten uit mij leven. Ik vond het ook een competitie waar de sfeer uitzonderlijk vriendelijk was. Ik hou er nog steeds vriendschappen aan over. Het heeft me geleerd waar het om gaat, en dat is niet alleen talent, maar ook focus en zelfvertrouwen.”

gekend, is uiteraard zeer bijzonder. Het is een voortzetting van een traditie die ik samen met Sadler’s Wells verder wil ontwikkelen.’ Goed nieuws: om het allemaal mee te maken, hoeft u niet per se naar Londen te reizen. Op 5 maart 2015 brengt Ballet Vlaanderen, zowel Infra als Outlier, in een McGregor-special in het Concertgebouw in Brugge. De Britse Wayne McGregor behoort onbetwist tot de topchoreografen van vandaag. Hij is inventief en staat bekend om zijn dwarsverbanden tussen dans, film, muziek, visuele kunst, technologie en wetenschap. Zijn werk wordt gekenmerkt door kracht en rauwe emotie, gebracht door klassiek getrainde dansers. Eerder stond bij Ballet Vlaanderen zijn ballet Infra (zie foto) al op het repertoire. Flitsende lichaamstaal en acrobatische duetten overrompelen je zintuigen terwijl op een breed digitaal scherm boven het speelvlak gestileerde menselijke gestalten rustig heen en weer wandelen. Naast de twaalf dansers doemen ook figuranten op, witgestreepte passanten, herkenbaar als bediende, bouwvakker, jongen, meisje of oudje. De referenties naar beeldende kunst, ondermeer De Schreeuw van Munch, zijn niet uit de lucht. Infra is een overrompelende productie die hij in 2008 creëerde voor het Royal Ballet in Londen op muziek van Max Richter. In al zijn choreografieën wil McGregor de grenzen van het lichaam aftasten: van hoekigheid, scherpte en abstractie tot vloeiende, ronde en sensuele bewegingen.

Wil ook u nieuw, internationaal danstalent zien ontluiken? Of de dansers en ballerina’s in spe in uw vriendenkring of familie nog meer inspireren? Ga dan beslist samen kijken naar dit unieke event. Naast de finale op 27 september in de opera in Antwerpen, kan u ook de halve finales meemaken op 24 en 25 september op ‘t Eilandje. Voor tickets en info zie: www.operaballet.be

47


AGENDA OPERA & BALLET

za 01 sep za 06 sep zo 07 sep za 08 sep vr 12 sep za 13 sep zo 14 sep 15:00u di 16 sep do 18 sep vr 19 sep zo 21 sep ma 22 sep wo 24 sep do 25 sep za 27 sep zo 28 sep di 30 sep wo 01 okt do 02 okt vr 03 okt za 04 okt zo 05 okt ma 06 okt wo 08 okt za 11 okt zo 12 okt ma 13 okt

10:00u 15:00u 16:00u 20:30u 22:30u 11:30u 13:30u 14:00u 16:00u 10:00u 20:00u 13:00u 20:15u 15:00u 11:00u 11:00u 14:00u 12:00u 14:30u ELEKTRA 17:30u 20:00u 12:30u 20:00u 20:30u 12:30u 20:00u 14:00u 15:30u 10:00u 11:00u 10:30u 10:30u 19:00u 20:00u 12:00u 15:00u 20:00u 22:30u 20:00u 12:30u 12:30u 20:00u 15:00u 14:00u 14:00u 15:30u 15:30u 10:00u 10:00u 11:00u 11:00u 10:00u 14:30u 20:00u 14:00u 15:00u 15:30u 10:00u 11:00u

48

Rondom Elektra Zaterdagrondleiding Gent Klassiek in de Stad / repetitie / 4 + Klassiek in de Stad / optreden Ballet Vlaanderen Klassiek in de Stad / Carmen op groot scherm Klassiek in de Stad / Opera Vlaanderen Klassiek in de Stad / Achter de schermen Klassiek in de Stad / Opera in 60 minuten Klassiek in de Stad / Ballet in 40 minuten Rondom Elektra ELEKTRA Odegand Opera & film rond Elektra Zaterdagrondleiding A'pen Open (kunst)huis / Achter de schermen Open (kunst)huis / Opera in 60 minuten Open (kunst)huis / Ballet in 40 minuten Voorspel Elektra Genee Dance Challenge Finale Opera Antwerpen Backstage Elektra ELEKTRA Middag ELEKTRA Recital Nikolai Lugansky Middag ELEKTRA Operareis (4+) Operareis (4+) Operareis (4+) - schoolvoorstelling Operareis (4+) - schoolvoorstelling Genee International Competition - semifinal 1 Genee International Competition - semifinal 2 Genee International Competition - Finale ELEKTRA Voorspel Elektra ELEKTRA ELEKTRA Backstage Elektra ELEKTRA Middagconcert Middagconcert ELEKTRA Zaterdagrondleiding A'pen Operareis (4+) Als je slaapt... (3+) Operareis (4+) Als je slaapt... (3+) Operareis (4+) - schoolvoorstelling Als je slaapt... (3+) - schoolvoorstelling Operareis (4+) - schoolvoorstelling Als je slaapt... (3+) - schoolvoorstelling De vocal coach (12+) - schoolvoorstelling De vocal coach (12+) ONEGIN Als je slaapt... (3+) ONEGIN Als je slaapt... (3+) Als je slaapt... (3+) - schoolvoorstelling Als je slaapt... (3+) - schoolvoorstelling

deSingel Antwerpen Opera Gent Sint-Jansplein Antwerpen Sint-Jansplein Antwerpen Antwerpen Sint-Jansplein Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen deSingel Antwerpen Antwerpen Gent Cinema Zuid Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Theater ‘t Eilandje Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Theater ‘t Eilandje Antwerpen Theater ‘t Eilandje Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen OperaGent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen


AGENDA OPERA & BALLET

vr 17 okt za 18 okt zo 19 okt wo 22 okt di 28 okt do 30 okt do 30 okt vr 31 okt zo 02 nov ma 03 nov di 04 nov wo 05 nov vr 07 nov za 08 nov zo 09 nov vr 14 nov vr 15 nov za 15 nov zo 16 nov ma 17 nov wo 19 nov do 20 nov vr 21 nov za 22 nov zo 23 nov ma 24 nov wo 26 nov vr 28 nov za 29 nov zo 30 nov ma 01 dec di 02 dec

20:00u ONEGIN 15:00u Zaterdagrondleiding Gent 15:00u ONEGIN 10:00u De vocal coach (12+) - schoolvoorstelling 14:30u De vocal coach (12+) 13:00u Een stukje geschiedenis van Khovansjtsjina 11:00u Assepoesters droom (6 tot 12) 14:00u Assepoesters droom (6 tot 12) 11:00u Assepoesters droom (6 tot 12) 14:00u Assepoesters droom (6 tot 12) 19:00u KHOVANSJTSJINA 12:00u Voorspel Khovansjtsjina 15:00u KHOVANSJTSJINA 10:00u Assepoesters droom (6 tot 12) - schoolvoorstelling 14:00u Assepoesters droom (6 tot 12) - schoolvoorstelling 19:00u KHOVANSJTSJINA 19:00u KHOVANSJTSJINA 20:00u Mozart requiem 19:00u KHOVANSJTSJINA 15:00u Zaterdagrondleiding 19:00u KHOVANSJTSJINA 22:30u Backstage Khovansjtsjina 13:00u Oorsmeer (4+) 14:00u Elektra-project 20:00u Elektra-project 14:00u Elektra-project 20:15u Opera & film rond Khovansjtsjina 19:30u ONEGIN - GALA 20 JAAR AKI EN WIM 11:00u Kunstendag voor kinderen 11:00u Open repetitie Onegin 15:00u ONEGIN 14:00u Rondom regie in de opera (1) 19:00u Rondom regie in de opera (1) 15:00u ONEGIN 12:30u Middagconcert 20:00u ONEGIN 12:30u Middagconcert 20:00u Go down, Moses 20:00u ONEGIN 22:30u Backstage Onegin 20:00u ONEGIN 15:00u ONEGIN 14:00u Rondom regie in de opera (2) 19:00u Rondom regie in de opera (2) 19:00u KHOVANSJTSJINA 19:00u KHOVANSJTSJINA 22:30u Backstage Khovansjtsjina 15:00u Zaterdagrondleiding 19:00u KHOVANSJTSJINA 15:00u KHOVANSJTSJINA 14:00u Rondom regie in de opera (3) 19:00u Rondom regie in de opera (3) 19:00u KHOVANSJTSJINA

Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen deSingel Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Handelsbeurs Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Cinema Zuid Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen deSingel Antwerpen Zebrastraat Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent deSingel Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen deSingel Antwerpen Zebrastraat Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Gent deSingel Antwerpen Zebrastraat Gent Opera Gent

49


COLUMN LUC JOOSTEN

Macht is het vermogen om de dingen te beïnvloeden zoals men zelf wil: waardoor we vaak onmachtig zijn. Onvermogend tegenover de buitenwereld die uiteindelijk altijd machtiger blijkt te zijn. Hoe meer macht we hebben, hoe sterker we ontkennen dat de omstan­ digheden ons bepalen. In de opera zijn we als toeschouwer eveneens onmachtig. De opera is altijd een instrument voor machtsvertoon geweest. Politieke leiders wisten de grandeur van de opera te gebrui­ ken in functie van hun machtsvertoon. En nog steeds is de opera de treftplaats bij uitstek voor hoge lui met macht – niet om ze uit te oefe­ nen, maar om haar bevestigd te zien. Wanneer we naar de opera gaan, worden we machteloos. We moeten immers de mythische drempel van de operatempel over­ schrijden. De architectuur van het operagebouw brengt ons onder de indruk. We nemen plaats in een verduisterde ruimte, zitten gevangen in enge stoelen die op hun beurt nauwe rijen vormen. In principe is het een zelfgekozen onmacht. We geven ons over, in de hoop overrompeld te worden door de muziek en handeling in de theaterruimte. De muziek is immers een machtig element. De klank van een orkest in zijn volle kracht, dwingt ons dieper in de stoel; het breek­ bare van de hoge stem is in staat ons emotioneel te ontredderen. De muziek dringt binnen in ons lichaam, neemt bezit van oor en leden. Ondertussen zijn we overgeleverd aan de macht van de dirigent over zijn musici en zangers, aan de macht van de musici en zangers over hun instrument en lichaam. In onze overgave ontstaat de heerlijke roes van machteloosheid. Op de scène drukt de regisseur, bijgestaan door zijn team, zijn stempel op het gebeuren. De onmacht die we voelen bij de muziek is ons welkom; de onmacht tegenover de regisseur is vaak een doorn in het oog. Wat we zien, is niet wat we verwachtten. Sommigen voelen zich belaagd door de schijnbaar arrogante machtsuitoefening van iemand die het anders wil. Hij is de stoorzender van het verwachte ideaal. Toch is het de macht van de regisseur die de chaos van zangers, koor, tekst, beeld en muziek structureert tot een betekenisvol geheel, en weer chaos creëert waar die eenheid naar verveling neigt. Hij verlevendigt wat door de muziek alleen niet tot uiting komt, en voorkomt dat de opera afglijdt naar een nostalgisch herbeleven van wat reeds lang voorbij is. Wij dragen geen pruiken meer - althans de meesten onder ons niet. Wat klassiek is aan de grote opera’s uit het repertoire is niet de heropvoering van het historische in het heden, maar hun betekenispotentieel voor het nu. Zij bezitten het vermogen zich te tonen als iets dat werkelijk van ons is. Zij hebben de macht om werken te zijn uit onze tijd. Grote opera’s zijn tijdgenoten. Het ligt ongetwijfeld in de macht van de regisseur om dat proces van actua­ lisering op gang te brengen. Niet als een simplistische transpositie naar onze tijd, maar door het werk te tonen in zijn hedendaagsheid. Het behoort anderzijds tot de macht van de toeschouwer om in zijn beleving en verbeelding dat proces mee te voltrekken. Daarin zit een fundamenteel deel van onze vrijheid en onze macht. Niet zo heel lang geleden werd de verbeelding aan de macht geroe­ pen. In de samenleving heeft dat niet echt veel vruchten afgewor­ pen. Maar in de operawereld is het anders: alleen als de verbeelding aan de macht blijft, is zijn bestaan gegarandeerd. Dankzij de macht - dankzij de onmacht. Luc Joosten is hoofddramaturg bij Opera Vlaanderen. CURSUS: RONDOM REGIE IN DE OPERA nov-dec Antwerpen & Gent www.amarant.be

50

NIEUWS VAN CAST & CREW

RUSSISCHE STEMMEN IN KHOVANSJTSJINA Wat in dit muzikaal ‘volksdrama’ zeker bijblijft zijn de warme, diepe bassen die voor de typisch Russische klankkleur zorgen. Opera Vlaanderen is dan ook erg opgezet met de indrukwekkende stemmen die we konden casten. We horen onder meer de Kroatische bas Ante Jerkunica, bekend als

Sarastro in onze Zauberflöte en König Marke in Tristan und Isolde, en de Russische bas Alexey Tikhomirov. Voor de aangrijpende rol van Marfa tekent de Russische mezzosopraan Elena Manistina, die prominente rollen zingt in het Bolsjoi Theater in Moskou en in Mariinskitheater van SintPetersburg. Aan hun correcte Russische uitspraak van de originele librettotekst van Vladimir W. Stasov zal regisseur David Alden alvast niet moeten twijfelen.

na zijn meeslepende Der Rosenkavalier, weer enthousiast in het universum van Richard Strauss. Volledige castinfo zie www.operaballet.be/elektra

BALLET: NIEUWE NAMEN Naast Aki Saito en Wim Vanlessen heeft Ballet Vlaanderen nog 5 andere sterdansers. De Hongaar Gabor Kapin, een opmerkelijk veelzijdig danser, Yevgéniy Kolesnik, die ook een begenadigd choreograaf bleek, en de prachtige Argentijnse ballerina Sofia Menteguiaga kennen we al langer als sterdansers. Laura Hildago en Sergio Torrado zijn wel twee nieuwe namen bij de principals. De Argentijnse Laura Hildago tekende in 2010 bij Ballet Vlaanderen. Sindsdien schitterde ze als Tatjana in Cranko’s Onegin en in talloze hoofdrollen. De kans is groot dat u Sergio Torrado al aan het werk zag voor hij bij ons arriveerde. Sergio schitterde immers in de succesvolle balletfilm Black Swan, aan de zijde van Nathalie Portman. Na het San Francisco Ballet en en het Pennsylvania Ballet, waar hij alle grote rollen

Volledige castinfo zie www.operaballet.be/khovansjtsjina

THEORIN IN ELEKTRA De titelrol van de nieuwe Elektra is voor Iréne Theorin. Iréne is beslist niet aan haar proefstuk toe als de tragische wraakheldin. Eerder werd ze al in Salzburg en in de Opéra national de Paris bejubeld als Elektra. Ze zette ook een adembenemende Brünnhilde neer in de Barenboim-Ring in Berlijn. Dat belooft een clash van sterke vrouwen te worden. Chef-dirigent Dmitri Jurowski duikt,

uit het klassieke repertoire danste, koos hij ervoor om Vlaanderen te veroveren. We verwelkomen ook heel wat nieuwe dansers dit seizoen: Nancy Osbaldeston en Anastasia Paschali (half-solisten) en Arne Vandervelde, Klaudia Görözdsova, Mica Bradbury en Fiona McGee in het corps de ballet.


Voor iedereen die niet elke avond naar een live concert kan: een live concert.

Klara Live: de meest prestigieuze concerten uit binnenen buitenland. Van maandag tot donderdag om 20u. Klara. Blijf verwonderd.

51


Kunnen we de Litouwse sopraan Ausrine Stundyte ooit vergeten als Sjostakovitsj’ Lady Macbeth vorig seizoen? Het is een uitdaging, want zowel haar vocale prestaties als haar sterk acteerwerk staan in ons geheugen gegrift. Het is aan regisseur David BÜsch om haar nu ook tot een ultieme Chrysothemis in Elektra te maken. Te zien vanaf 12 september in de opera van Antwerpen en Gent.

WWW.OPERABALLET.BE 52


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.