Magazine Insight 6

Page 1

SUBTITEL

P209977 — verschijnt 4 x per jaar in september/november/februari/mei

insight

6

Bohemiens van Puccini tot de biomarkt · Robert Carsen revisited · Corinne Winters geen hands off-diva · Babbelen over de kinderopera Babel · Kinderkoor in de kijker · Verdi’s Otello en zijn syndroom · Joyce DiDonato te gast 69


SUBTITEL

SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS

66

ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM


Alles voor een opwindende winter

Welkom in de wereld van La Bohème Van bohemer tot bio-bohemien De Puccini-lezing van Robert Carsen

3 8

Dit extra dik nummer van Insight heeft de ambitie om u tot ver voorbij de jaarwisseling te blijven boeien. Met twee opera-producties, middagconcerten, een nieuwjaarsconcert, een heleboel kinderproducties, een avondvullend storyballet en een groot gala op het programma zou dat moeten lukken. We praten met bezielde makers, diva’s en tenoren over wat hen drijft en de finesse van het vak. We nemen u mee achter de schermen van een ongezien originele Notenkraker, en lopen langs bij het kinderkoor. Het zijn best drukke tijden voor artistieke omnivoren. Wie in de winter liever af en toe op de rem gaat staan, bieden we ter afwisseling wat stof tot introspectie. Waarom zou u genietend van Puccini’s La Bohème niet peilen naar de vrije bohemien in u? Of onderzoeken of u iemand herkent in de spiegel die Otello ons voorhoudt. Kunst kan u naar onvermoede inzichten leiden. Wij hopen u te mogen blijven inspireren jaar uit, jaar in. Het Insight-team

Verdi’s Otello ontrafeld Corinne Winters maakt zich op voor Desdemona Tweespraak: Otello geen kwestie van zwart/wit In de greep van het Othello-syndroom

45 48 52

De Notenkraker-files 2.0 Choreograaf Demis Volpi over ballet en cupcakes Het magisch universum van Katharina Schlipf Inspiratie: de Cells van Louise Bourgeois

12 16 22

Wintersprookjes: kinderen eerst! Babel, spraakverwarring in stereo Binnenkijken bij het kinderkoor Advies van de Kinderconsul Gerda Dendooven

24 30 36

Feest in de opera Gala-concert met Joyce DiDonato Axel Vervoordt over liefde voor de kunsten Nieuwjaarsconcert: de operette-liefde van Thomas Blondelle

37 40 54

Verder in dit nummer: Alles over slim geven Studiedag: Vlaamse opera roots Agenda Link - aanraders en reminders Casting Column Luc Joosten

42 57 60 62 63 64

COLOFON Redactionele leiding Chris Van Camp & Luc Joosten Werkten mee aan dit nummer Piet De Volder, Anne-Mie Lobbestael, Wilfried Eetezonne, Wim Van Bree, Marjolein Craens, Catherina Matthys, Mien Bogaert, Sebastien Valkenberg, Filip Huysegems, Benjamin Verhoeven, Gerda Dendooven, Anne Baudouin. Druk Bemagraphics Reacties? redactie@operaballet.be

Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Lena de Meerleer, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

Op de cover sopraan Corinne Winters die straks Desdemona zingt in Otello. (Interview op p. 45)

1


La Bohème

2

Madeleine of Au Moulin de la Galette (1892) Ramon Casar


Giacomo Puccini

Van artistiek Bohemer tot BoBo en Bio-Bohemien De metamorfose van de non-comformist La Bohème Antwerpen vanaf 13 dec Gent vanaf 10 jan

We bekijken het mythische thema van de bohemien vooral als een fenomeen dat bevroren ligt in de tijd. Vanuit onze comfortzone zien we toe hoe het begrip werd uitgehold door marketing als een fotogenieke leefstijl voor wie alles heeft behalve een boeiend leven. De bijbehorende armoede en tbc moesten echter wijken voor de veilige BOBO (bourgeois-bohemien) luxeversie. We blijven refereren naar het Montmartre van de 19de eeuw alsof het een geĂŻsoleerd fenomeen was. Wat ervan rest is de melancholie en het exotische. Weten we hoe het verder ging met de bohemien en waar we hem vandaag moeten zoeken? De keuze voor een alternatieve levensstijl is immers actueler dan ooit. De vraag is echter of we de nieuwerwetse bohemien nog langer in kunstenaarskringen vinden dan wel bij kritische burgers die in hun transitiemodel geloven?

3


La Bohème Zolderkamerromantiek Er valt niet te tornen aan het beeld van de excentrieke, vrije kunstenaar die in het oude Parijs een losbandig leven leidt tussen meisjes van lichte zeden, overleeft op hoogdravende discussies en drank en tussendoor sterke staaltjes van zijn genie aflevert. De heroïsche keuze voor de absolute vrijheid, wars van burgerlijke normen en plichten spreekt eeuwig tot de verbeelding van de romanticus. Dat was ook in de 19de eeuw al zo. Vastgeklemd tussen het voorbije ancien regime en de nieuwe tijden die de industrialisatie aankondigde, leek de verheerlijking van de zogenaamd authentieke mens nooit veraf. In de steden ontstond er veelal onder kunstenaars, denkers en randfiguren een nieuwe niet-traditionele levenshouding, waarvan de aanhangers zichzelf bohemien gingen noemen. Een titel die oorspronkelijk gereserveerd was voor zigeuners die geacht werden uit Bohemen te komen. De identificatie met die voyageurs en het dwepen met het bijpassende ongebonden leven was op zich al een romantische dwaling die voortkwam uit de hang naar het exotische van die tijd. Puur uit escapisme waarmee men hoogst individueel de opkomst van de massacultuur trachtte te bezweren. De geuzennaam bohemien werd het epitheton voor de witte, westerse kunstenaar die zich van de burgerlijke cultuur niets aantrok. Een statement dat ze ook in hun werk uitdroegen, waardoor de West-Europese cultuur totaal in de ban van de zigeuner kwam. Daarvan getuigen de talloze representaties van de als exotisch ervaren gipsy, zowel in de literatuur als in de beeldende kunst en de muziek. De zigeuner werd als het ware geëxploiteerd om de onderliggende ellende van een compromisloos bestaan te maskeren.

Artscene Antwerpen 2015 Luc Tuymans entertaint, © Martine Coenen

4

We mogen niet vergeten dat de euforie van de kunstenaar die na de Franse Revolutie dacht het juk van de adel en het bijbehorende mecenaat te hebben afgelegd, van korte duur was. Hij werd voor zijn fondsen en opdrachten immers afhankelijk van de minder-gecultiveerde burgerij. Machinale productie bedreigde de waardering voor de unieke, artistieke creatie. Wat er nodig was om de burgerij van huiselijke statussymbolen te voorzien, waren decoratieve producten gesausd met wansmaak die in grote, goedkope oplagen konden gemaakt worden, kitsch dus. Wel grappig dat het portret van de zigeunerin net het boegbeeld van de kitsch werd. Kunstenaars die louter de muze gehoorzaamden en niet de economische drijfveer van het moment, werden algauw in een ‘outlaw’-rol gedwongen. Er is niets romantisch aan de armoede die hiermee gepaard gaat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Henri Murger, die zijn leven als arm schrijvertje op een Parijse zolderkamer beschreef in Scènes de la Vie de Bohème (1851), dit bestaan snel de rug toekeerde wanneer hij door het verschijnen van het boek als feuilleton enige welstand kreeg. Het boek en vooral La Bohème, de hierop gebaseerde opera van Puccini, bepaalden voorgoed onze eerste connotaties met het begrip bohemiens. Ook al had J-K Huysmans in 1876 met zijn roman Marthe een duister tegenoffensief geschreven voor Murgers geromantiseerd plaatje. Melting pot De bohemien is nooit meer verdwenen. De artistieke vrijbuiter werd over de eeuwwisseling getild, overleefde twee wereldoorlogen en sloop ook de poorten van de 21ste eeuw

Parijs 1950 exotica en jazz


Giacomo Puccini binnen. Alleen veranderden gaandeweg de drijfveren voor het non-conformisme weleens en meldde zich een nieuwe focus aan. Soms namen rebellen uit de upper middle class het voortouw, of broeide er een nieuwe avantgardestroming. Een stadsfenomeen bleef het altijd, en dat beperkte zich zeker niet tot Parijs. East End London, München, Wenen, maar net zo goed Chicago en New York hadden hun bohemian scene. Het is opvallend hoe diversiteit, vroeger exotiek genoemd, altijd al een statement was in Bohemia. Een kwestie van authenticiteit verkiezen boven een westers leven. Het romantische idee van verre vrijheid, paradise lost. Rimbaud noemde Verlaine ‘de witte neger’. Norman Mailer wou onder Eisenhouwer zich aan de kant van de meest onderdrukten scharen, de zwarten. Jazz dankt zijn succes mee aan de bohemiens. Picasso en de avantgarde baseerden zich plots op Afrikaanse kunst. Klaus Mann had het over de melting pot Montparnasse. Veel afro-Amerikaanse artiesten kwamen naar Parijs omdat er minder segregatie was. De parallelle wereld van de bohemien gaf bovendien vrouwen en holebi’s de kans om zichzelf te zijn en zich te ontplooien. Er heerste tolerantie die in de rest van de samenleving vaak ver te zoeken was. A state of mind Maar welke ontvoogdingsstrijd of emancipatiegolf dient de bohemien vandaag nog? Waartegen zet hij zich af? De burgerlijke moraal vertoont niet eens meer zo’n kloof met die van de kunstenaar; hedonisme was al even gedemocratiseerd. We zien de opwaardering van de levenskunstenaar per keer dat op Facebook iemand ‘genieten’ post. Iedereen

een beetje bohemien en niemand onaangetast door winstbejag om de genotscultus te kunnen betalen. Ook de kunstenaar en vooral de kunst niet. Het verregaand professionaliseren van de kunstwereld en kunsthandel in het bijzonder, heeft het kunstenaarschap diffuus gemaakt. Het landschap strekt zich uit tussen big business en veredelde hobby. Er zijn vandaag de dag extreme verschillen in de bedragen die kunstwerken opbrengen. De marktwaarde is een louter economisch gegeven geworden, een gevolg van vraag en aanbod. De opbrengst staat overigens lang niet altijd in verhouding tot de verdienste van de kunstenaar. Teveel tussenpersonen leven van de kunst. We vergeten soms ook dat de astronomische bedragen die men bij grote veilinghuizen neertelt voor werken van gerenommeerde kunstenaars een kleine toplaag betreft. Dat vertekend beeld van het lucratieve kunstenaarschap wordt in Vlaanderen nog versterkt omdat zo’n kleine regio erin slaagt om een relatief groot aantal internationaal gewaardeerde namen voort te brengen wiens werk als een belegging kan gezien worden. Wat krijg je als Fabre, Tuymans en Borremans rolmodellen zijn voor een academie-student? Wanneer jonge, hippe kunstenaars als een Rinus Van de Velde doordacht gelanceerd worden zoals men dat even geleden met popsterren deed? Dan groeit bij iedereen de ambitie om het te maken. Terwijl de doorsnee verdiensten als kunstenaar structureel laag liggen. En dan hebben we het grotendeels over beeldende kunst. In een klein taalgebied is de situatie voor auteurs en theatermakers en voor muzikanten in het postplaten & cd-tijdperk nog moeilijker. Toch zet de overheid zich aan de sloop van het subsidie-model, doet niets aan het onvolkomen kunstenaarsstatuut en verwacht alle heil van

Alternatieve muziekscene Antwerpen 2015 Gregory Frateur - Dez Mona, © Martine Coenen

5


La Bohème

de transformatie tot kunstenaar-ondernemer. Wat een combinatie van competenties vergt die weinigen is gegeven. En hoe zit het met de zelfkant vandaag? De romantiek van de arme doch vrije kunstenaar? Wel, we zien dat jonge artiesten en studenten niet zo’n zin hebben in een armtierig leven voor de kunst. Waarachtige underground is een marginale scène geworden en het bohemienschap eerder een label voor de zogenaamd non-conformistische denker. Het is bon ton om te flirten met de extravagantie en het liederlijke van de bohemien, maar de bijbehorende armoede ziet men liever vertaald naar niet-materialistisch zijn dan naar ontbering. De kunstenaar situeert zich eerder in de schemerzone die we gemakshalve links noemen, dan dat hij zich totaal buiten de maatschappij ophoudt. Soms - al was het even - nemen ze wel het voortouw in grote sociale acties, vaak solidair met die bevolkingsgroepen die het minst affiniteit hebben met kunst. En ook hier staan eerder de podiumbeesten op de affiche dan de beeldende einzelgänger. Iedereen moet blijkbaar eerst bekijken hoe het allemaal verder moet. Transitie Misschien moeten we durven opperen dat de kunstenaar van vandaag salonfähig of zelfs burgerlijk is geworden. Terwijl er steeds meer burgerinitiatieven ontstaan die wars van wat de overheid ook beslist, gestaag met nieuwe vormen van consumeren en samenleven experimenteren.

6

Er borrelt een ongeziene creativiteit op die alternatieven voor old school maatschappelijke structuren oplevert, en dat in zowat alle domeinen van voedselvoorziening en energiebeheer tot mobiliteit. Er worden coöperatieven opgericht voor groepsaankopen, gezocht naar milieuvriendelijke alternatieven en naar een nieuw evenwicht tussen werk en productiviteit. Er wordt geconsuminderd en gedeeld. Vooral dat laatste is even bedreigend voor de gevestigde orde als de vrijheidsdrang van de oer-bohemien. Delen impliceert de teloorgang van privaat bezit, waarop de maatschappij gebouwd is. De share-knop is de uitvinding van de 21ste eeuw die een nieuw bewustzijn op gang heeft getrokken. Een raakvlak met de kunstwereld is het ontstaan van de creative commons die de reproductie en het gebruik van hun werken, dat kan muziek, film literatuur of beeld zijn, gratis aanbieden. Meteen ook een opgestoken middelvinger tegen de niet-transparante organisaties die het alleenrecht claimen om auteursrechten te innen. Wat deze onderhuidse stroming en de bijhorende transitiemodellen gemeen hebben met de drive van de artistieke bohemien is het niet plooien naar algemeen aanvaarde normen. Wanneer vanuit het beleid “gortdroog” gemeld wordt dat er geen alternatieven zijn voor falende systemen, dan bewijst de alternatieve praktijk meteen dat er opties zijn. Iets wat de transitie-generatie ook deelt met de oer-bohemien is de zucht naar het authentieke. En dat vertaalt zich naar een romantisch idee waarbij het vervlogen dorpsleven en de bijbehorende traag-


Giacomo Puccini La Bohème kort

MartA tuinleven en boerenmarkten voor stadse bio-bohemiens

heid wordt verheerlijkt. Toch zijn ook deze nieuwe soort bohemiens een stadsfenomeen. Wie groene vingers heeft, zet ze aan het werk in de stadsboerderij en bezoekt de boerenmarkt tussen beton. Er is echter geen totale negatie van de gangbare normen, wettelijk worden hoogstens hiaten in de wetgeving opgezocht. Ook de liederlijkheid heeft het moeten afleggen tegen een eerder braaf familieleven. Kiezen voor dit bohemienschap brengt ook niet automatisch armoede met zich mee, hoogstens het verleggen van waarden. Wanneer ons elke dag gemeld wordt dat wat onze ouders voor zekerheden hielden, er geen meer zijn, kunnen we stellen dat 99% van de mensen in vrije val leven. Misschien is eindelijk de doorbraak van de bohemiens een feit en horen we er straks allemaal bij. Bewuster, groener en meer solidair zijn de trefwoorden voor de brave bio-bohemien. Chris Van Camp

Dichter Rodolfo hokt samen met kunstschilder Marcello, filosoof Colline en componist Schaunard op een armoedige kamer in Parijs. Het is winter, koud en er staat geen eten op de plank. Artiesten zijn meesters in het improviseren en zo is er plots geld om kerstavond te vieren. Rodolfo helpt het buurmeisje Mimì met haar uitgewaaide kaars. Tussen de twee is het liefde op het eerste zicht. Op het terras van café Momus wordt er uitbundig gevierd en rijk getafeld. Ook Musetta, de ex van Marcello, en haar verse verovering, de rijke Alcindoro, komen bij Momus dineren. Nadat Musetta een groteske scène opzette en Alcindoro de stad instuurde, volgt een innige verzoening van de twee heethoofdige geliefden. De liefde van Rodolfo en Mimì loopt ook niet op rozen. Rodolfo vlucht naar de herberg waar Marcello en Musetta wonen. Als Mimi hem komt opzoeken, ontdekt ze dat zijn vlucht niet alleen met hun ruzies te maken heeft. Hij beseft trouwens dat hun extreme armoede de zieke Mimì belet beter te worden en haar uiteindelijk het leven kan kosten. Ze gaan uit elkaar. Ook de verhouding van Marcello en Musetta staat op een laag pitje. Zij gaan elk hun eigen weg. Lente. Marcello en Rodolfo wonen opnieuw op de zolderkamer. Hun geliefden kunnen ze niet vergeten. Musetta valt binnen, samen met de doodzieke Mimì, die haar rijke minnaar heeft laten vallen om bij Rodolfo te kunnen zijn. Ze beloven deze keer bij elkaar te blijven. Mimì sterft midden haar vrienden.

7


La Bohème

Het unieke tijdsgewricht dat jeugd heet

Robert Carsen - La Bohème, eerste bedrijf, © Annemie Augustijns

8


Robert Carsen

Robert Carsen - La Bohème, derde bedrijf, © Annemie Augustijns

‘De handschoen was geworpen, nu moest ze alleen nog worden opgenomen: hoe ensceneert men op het einde van de twintigste eeuw de opera’s van Puccini? Hoe pakt men dat aan, Puccini’s werk ontdoen van naturalistische details die er nu niets meer toe doen en die de lezingen uit het verleden nodeloos overladen? Hoe brengt men Puccini’s opera’s actueel, modern en authentiek?’ Ian Burton, productiedramaturg van de Puccinicyclus in Avant-Scène Opera nr. 269

9


La Bohème De La Bohème-productie van Robert Carsen was de vierde van de in totaal zeven Puccini-opera’s uit de legendarische Puccini-cyclus die Opera Vlaanderen tussen 1991 en 1996 creëerde. Toenmalig intendant Marc Clémeur had voor de realisatie van deze cyclus de jonge en toen nog vrij onbekende Canadese regisseur Robert Carsen samengebracht met de Puccini-maestro par excellence Silvio Varviso. Beiden gingen voor een Puccini-lezing zonder enige franje of valse pathos. Het was de intrinsieke sfeer van elk werk, de psyche van de personages, de emoties die hen beroerden en de muzikale evocatie van dat alles dat hen interesseerde en waarmee ze aan de slag gingen. De rest is operageschiedenis.

Wat Carsen vooral interesseerde en wat hij wilde zichtbaar maken, was wat de situaties, de inhoud, en de boodschap van een werk ons vandaag de dag nog te vertellen hebben. Hij ging op zoek naar elementen in het werk die onze hedendaagse gevoeligheid raakten. Een gevoeligheid die politiek en intellectueel soms ver van het origineel verwijderd was. Het was vanaf Manon Lescaut, de eerste titel in de cyclus, duidelijk dat Robert Carsen en zijn team (dramaturg Ian Burton, scenografen Anthony Ward/Nigel Lowery/ Michael Levine/Paul Steinberg/Radu & Miruna Boruzescu) iedere titel als een afzonderlijk, uniek project benaderden. Het werd een cyclus bestaande uit zeven uitzonderlijke entiteiten. Zo ook La Bohème.

Een zanger-acteur in een lege ruimte La Bohème van Puccini: sfeer en emotie ‘Daarom moeten we bewijzen dat er geen trucs in het spel zijn, dat niets verborgen blijft. We moeten onze lege handen laten zien en aantonen dat we niets in onze mouwen verborgen houden. Pas dan is er een begin’. Peter Brook in De lege ruimte. Het opera-oeuvre van Robert Carsen steunt voor een groot deel op twee elementen: het lege speelvlak en de acteurzanger. Hij vertrekt steevast van het begrip lege scène, de Empty Space zoals Peter Brook ze omschreef. Een lege scène waarop de wanden van de traditionele theater-’doos’ verdwenen zijn. Een lege scène zonder enige reminiscentie naar de ‘historische’ locatie van het verhaal. Dat ‘historisch’ element interesseert Robert Carsen trouwens niet. Een lege scène waarop hij het onzichtbare zichtbaar maakt. Een lege ruimte die hij suggestief vult met betekenis, inhoud en zeggingskracht. Het onzichtbare dat mee de sfeer van het werk bepaalt en ons naar de diepere dimensie van het werk leidt, maakt hij zichtbaar door in deze naakte ruimte een visueel spel op te zetten met licht, iconische accessoires en door ruimtelijke bakens uit te zetten. Deze manier van werken levert een scenografie op die eerder suggereert dan toont. Een decor als emotioneel landschap. Een decor dat als ‘sterk expressief in combinatie met esthetisch non-realisme’ kan omschreven worden. Visuele esthetiek met inhoud. Een scenografie die eveneens refereert aan het theater zelf, het theater met zijn specifieke theatertechnische elementen. Dit ‘zichtbaar maken van het onzichtbare’ gaat Carsen verder exploreren via het acteerspel van zijn zangers. Want, zo zegt hij: ‘opera is in de eerste plaats theater, hedendaags theater’. Hij laat zijn zangers een realistische acteertaal gebruiken, een realistisch acteren dat evenwel veel emotie verraadt. Hij tekent als het ware op het plateau een choreografie van gevoelens, spanningen en reacties. Elk gebaar heeft inhoud, krijgt zeggingskracht, ontstaat vanuit emotionele energie. Carsens personenregie is een gechoreografeerd samenspel van emoties. Het emorealistisch spel van zijn zanger-acteurs werkt krachtiger, verklaart Carsen, als het in contrast staat met een onrea­ listisch-suggestief scènebeeld. Robert Carsen laat ook ruimte voor de verbeelding van de toeschouwer. Het publiek wordt emotioneel medeplichtig aan zijn voorstellingen. Hij nodigt het uit om zijn verbeel­ ding te laten werken en zo het ontbrekende zelf in te vullen. De vinger leggen op de onderliggende dramaturgie (= het onzichtbare) bij Puccini was voor Robert Carsen en zijn team niet altijd even makkelijk. De dramatische situatie leek bij een eerste lezing sterk verbonden met haar historische en anekdotische omgeving. Gegevens die in de weg stonden bij het zoeken naar het universele van Puccini’s opera’s.

10

Na zijn doorbraak met Manon Lescaut is dit de eerste volwaardige Puccini-opera. Alle elementen die later het unieke Puccinilabel zullen meekrijgen, zijn er voor het eerst uitgewerkt. Het begint al bij het libretto. Het verhaal is gebaseerd op Henry Murgers Scènes de la vie de Bohème. De librettisten, het legendarische duo Giuseppe Giacosa en Luigi Illica, gaan experimenteren met een impressionistische scènetechniek. Het resultaat is een opeenvolging van pakkende taferelen die verafstaan van het traditionele continue verloop van een operaverhaal. Een perfecte afwisseling - minutieus afgewogen - van plezier en verdriet, intimiteit en publieke gebeurtenissen, actie en statische stadsbeelden. Puccini schetst met een intelligente spaarzaamheid de vele personages en het grote aantal scènes. In La Bohème ademt Puccini volledig de ‘Franse’ sfeer van zijn onderwerp. Debussy ‘kende niemand die het Parijs van die periode zo trefzeker had beschreven als Puccini in La Bohème’. Zijn partituur is een perfecte samensmelting van romantische en realistische elementen, doorspekt met impressionistische toetsen. De vele korte dialogen worden evenveel lyrische kleinoden. Hij ontwikkelt in La Bohème voor het eerst zijn geniale miniatuurkunst. Scenische details krijgen er een poëtisch-muzikale ziel. La Bohème is intense, verfijnde kamermuziek met hier en daar een muziekdramatische uithaal van het volledige orkest. Improvisatie en vrije behandeling van het materiaal levert een veelkleurige en coherente schildering op van het leven van deze jonge artiesten. La Bohème van Robert Carsen: een sensueel parfum De dood van een jong meisje is altijd intriest. Maar La Bohème reduceren tot de dood van Mimì is wel erg kort door de bocht en naast de kern van de zaak. Waarover gaat het dan wel in essentie in La Bohème? La Bohème is een opera over de onweerstaanbare kracht van de liefde, de jeugd, de creatieve energie maar deze onbevangen, jeugdige opwinding krijgt met de dood van Mimì een fameuze deuk. Suggestieve scenografie De basis voor de scenografie van de volledige voorstelling is een vierkant van 14,4m². De inspirerende vormentaal is die van het kubisme. De werken van Juan Gris, Braque en de synthetische periode van Picasso vormen het uitgangspunt van de scène van La Bohème. Deze ruimte van 14,4m² wordt in vooraanzicht180° gekeerd, doormidden gesneden, zevenvoudig en vanaf de buitenkant getoond. Één visueel basiselement krijgt een ‘multibetekenis’, wordt multifunctioneel.


Robert Carsen Tijdens het eerste tafereel, ‘de zolderkamer’, zien we de armoede, de penibele levensomstandigheden van de jonge vrienden. Het is winter. Ze hokken samen in een kleine, armtierige en ijzige zolderkamer. Hoe geef je dat weer op een lege scène? Carsen laat zijn personages evolueren in een vierkant van net geen 15m². Een klein creatief eiland in een grote, onmetelijke koude wereld daarbuiten. Deze wereld is wit, sneeuwwit. Wit van de verfrommelde pagina’s van Rodolfo’s roman. De lucht is ijzig blauw in een koud wit licht. De wereld daarbuiten is grenzeloos: het sneeuwwitte deint uit tot in de coulissen en de kachelpijp reikt naar de hemel, in de toneeltoren.

einde en de laatste feestvierders komen wankelend buiten. Rodolfo en Mimì zoeken troost bij elkaar in hun uitzichtloze situatie. Beter samen afzien dan helemaal niets. Verder dan neerzijgen tegen de wand die ooit hun liefdesnest omsloot komen ze niet. Alleen met twee. Vierde tafereel, terug ‘de zolderkamer’. De armoede is nog schrijnender geworden, de liefde is verdwenen. En daarbuiten geurt een heerlijke warme lentedag. Mimì sterft en met haar de vriendschap, de onbevangen­ heid, dat unieke tijdsgewricht dat jeugd heet. Homecoming

De aanwezige objecten (een bed, een schrijftafel, een kolomkachel, een schildersezel, een piano, stapels boeken) vormen de biotoop van de vier jonge kunstenaars. Samen passen ze net in hun vierkant, functioneren ze in die ene kamer als een geolied uurwerk. Voor het tweede tafereel, ‘het Quartier Latin’, ontploft het kamertje in vele vierkanten. In een handomdraai staan honderd mensen op scène en zitten we midden de gekte van een waanzinnige artiestenparty, net het Bal des Quatz’arts rond de vorige eeuwwisseling in Parijs. Het is de plaats en periode van een adembenemende artistieke creativiteit die gevisualiseerd wordt in het warme oker waarin het feest baadt en dat overslaat naar vurig rood als het feest zijn toppunt bereikt.

Deze La Bohème-productie ging op 14 december 1993 in première in Opera Vlaanderen Antwerpen. Ze was er opnieuw te zien in 1997 en in 2001. Daarna maakte deze productie een kleine ‘Tour d’Europe’, en daarbuiten, naar het Grand Théâtre de Genève, het Nationaltheater Mannheim, Veroza Japan Company voor een Japanse tournee met Seiji Ozawa, de Deutsche Oper am Rhein (Düsseldorf) en de Opéra national du Rhin (Straatsburg). Tweeëntwintig jaar na haar spraakmakende première staat deze iconische productie terug op de planken van Opera Vlaanderen. Anne-Mie Lobbestael

Het derde tafereel, de ‘Barrière d’Enfer’, is de kater na het feest. In de gesloten zwarte kubus loopt de party op haar

Robert Carsen - La Bohème, vierde bedrijf, © Annemie Augustijns

11


De Notenkraker

Choreograaf Demis Volpi eet wel heel speciale cupcakes

‘De Notenkraker is een ballet dat geeft en blijft geven,’ claimde ooit de New Yorkse balletmecenas David H. Koch. Dat zal niemand ontkennen. De succesvolle Argentijnse choreograaf Demis Volpi zal de vrijgevige traditie van het ballet verderzetten in zijn eigenzinnige, gelaagde versie ervan. Mindtricks, humor en pientere verhaalwendingen in een hallucinant mooi decor, zijn Notenkraker heeft het allemaal. Het werd zoveel meer dan een kerstverhaal, niets minder dan een surrealistische droomtrip.

12


Demis Volpi

“De dansers maken het ballet”

De Notenkraker Antwerpen vanaf 24 jan Gent vanaf 10 feb

Hoe intimiderend is het om een nieuwe choreografie te maken gebaseerd op zo’n geliefde klassieker? Uiteraard heb ik respect voor de overlevering, maar tegelijk ben ik enorm geboeid door het creatieve proces waar ik nu samen met de dansers van Ballet Vlaanderen aan begin. Elk nieuw stuk heeft zijn eigen uitdagingen en is hierdoor intimiderend op zijn eigen, heel unieke manier. Je kan de angst voor het nieuwe, het nog onbekende dat je zelf bedenkt, niet uitschakelen. Uiteraard is de muziek wereldberoemd, iedereen kent ze. Alle grote namen uit de balletwereld dansten De Notenkraker, het is een onuitwisbaar klassiek repertoirestuk. Maar je moet het aandurven om toch weer naar de kern van het stuk te gaan en de ware intentie ervan weer boven te spitten. Dat is mijn vertrekpunt, vanuit dat perspectief geef ik, als eigentijds maker, mijn interpretatie van het verhaal. Eens die verhaallijn is uitgezet, is het voor mij heel duidelijk welke artistieke beslissingen ik verder moet nemen. Beperkt de uitgestippelde verhaallijn je niet als maker? Ik heb eerder enkele stukken gecreëerd met een plot en ook een opera geregisseerd, en ik heb nooit het gevoel gehad dat het verhaal me beperkte. Integendeel, als choreograaf wil ik graag een verhaal vertellen. Zelfs mijn meer abstracte werken hebben een plot. Lege bewegingen betekenen niks voor mij. Esthetiek louter voor de esthetiek vind ik heel ge-

notzuchtig. Een verhaal vertellen daarentegen werkt bevrijdend. Het laat je toe in de psychologie en de emoties van de personages te duiken en vanuit hun perspectief in plaats van het mijne de handeling te gaan bepalen. Waarom doet hij of zij dat? Wat heeft het stuk nodig? Dit zijn de vragen die ik mezelf, maar uiteraard ook mijn team en mijn dansers, regelmatig stel. Het is verfrissend dat ik het op dat punt niet moet zitten bedenken, maar dat het uit het proces van actie en reactie voortkomt. Het geeft me de kans om op een andere manier keuzes te maken dan ik normaal zou doen. Je wil terug naar de bron van E. T. A Hoffmann, die het sprookje schreef waarop dit ballet gebaseerd is. Op welke manier? Wel, toen ik de partituur bekeek en de opvoeringsgeschiedenis bestudeerde, realiseerde ik me dat de sleutel tot de essentie bij Hoffmann ligt. Het ballet moet de ware, onderliggende betekenis meekrijgen van het oorspronkelijke verhaal waarop het gebaseerd is. Eens die duidelijk is, begin ik van nul en breng ik het verhaal tot leven op zo’n manier dat het een congruent plot wordt met een eigen identiteit. Het oorspronkelijke sprookje van Hoffmann is ook uitgebreider. Daarin komen we bijvoorbeeld te weten hoe de prins in een notenkraker veranderde. Is dit iets waaruit je zal putten?

13


Demis Volpi Niet tot in alle details. Het is een beetje als een bewerking van een boek naar een film, je pikt er elementen uit. Ook in Hoffmanns boek probeer ik er de belangrijkste informatie uit te halen om er zo een soort unieke mythologie mee te creëren. Het verhaal moet duidelijk uitgebeeld kunnen worden, zonder woorden, enkel door de taal van de dans. Beweging biedt andere vertelmogelijkheden dan taal, maar kent ook beperkingen. Ik denk dat de kern van De Notenkraker ligt in zijn wens om bevrijd te worden. En dat kan alleen Clara, mits ze iets opgeeft van zichzelf.

werpen was de stad op mysterieuze wijze een bron van inspiratie voor mij. Ik denk dat de plek waar en de tijd waarin je een stuk creëert, je onbewust altijd beïnvloedt. Maar ik laat De Notenkraker niet afspelen in Antwerpen, bijvoorbeeld. Het kan overal zijn. Dankzij het universele van dans kan iedereen

Hoe zie jij de figuur van Drosselmeyer, de geheimzinnige oom die Clara de notenkraker schenkt? Drosselmeyer is een heel interessant personage. Hoffmann heeft er zichzelf in geprojecteerd. Hoffmann bijvoorbeeld, was ook een kunstenaar die niet altijd ernstig werd genomen door anderen. Drosselmeyer verbindt twee werelden, die van de realiteit en die van de fantasie. Ik vind het boeiend dat Hoffmann zijn verhaal De Notenkraker en de muizenkoning noemt, terwijl het hoofdpersonage in het boek duidelijk Marie is, die in het ballet Clara heet. Ik denk dat hij haar ziet als een wit canvas, zodanig dat de lezer door haar ogen kan kijken. Drosselmeyer is een sleutelfiguur, maar Clara en de notenkraker net zo goed. Het is de notenkraker die Clara meeneemt op de avontuurlijke reis en niet Drosselmeyer. Die laatste geeft wel de aanzet, maar het zijn Clara en de notenkraker die de reis ondernemen. Ik vind het spannend om een unieke danstaal en eigen motoriek te ontwikkelen voor de notenkraker. Het zal een buitengewone uitdaging worden voor de danser om doorheen de voorstelling zijn verschillende fases te tonen van pop tot mens. Het is voor deze productie van cruciaal belang om de juiste synergie te vinden tussen de drie hoofdpersonages, die zich heel mooi tot mekaar verhouden. Ze pendelen alle drie tussen droom en werkelijkheid. In de wereld van de balletheldinnen is Clara, naar mijn persoonlijke mening, niet de meest opwindende figuur. Kan je wel iets maken van dit personage? Ik zou niet durven zeggen dat ze saai is. Hoffmann is zo slim om haar als een blank blad te laten met maar weinig uitgelezen eigenschappen, zodat hij haar persoonlijkheid kan blijven pushen tot aan de rand. Ik denk dat de creatie van dit personage de lezer de mogelijkheid geeft om samen met haar de nieuwe wereld te ontdekken. Door haar ogen ontdekken we een fantasiewereld, geleid door de notenkraker in hoogsteigen persoon. Er zijn vele verschillende versies van De Notenkraker en sommigen spelen met plaatselijke gebruiken of settings. Kunnen we zoiets verwachten van jouw versie? Ja en nee. Van het moment dat ik voet zette in Ant-

zichzelf vinden in het verhaal als men hen de ruimte geeft. Maar ik kan je wel vertellen dat Antwerpen in al zijn schoonheid heel uitnodigend is om te ontdekken. De winkeltjes met hun fantastische en haast poëtische zoetigheden zijn voor mij een deur naar een andere wereld. In alle eerlijkheid is er een moment geweest dat ik een heel speciale cupcake proefde die zo heerlijk was dat het mij en mijn team heeft geïnspireerd op een heel specifieke manier. Maar meer zeg ik niet. Het moet een surprise zijn als het gordijn opgaat.

Carmen Romeu vertolkte bij Opera Vlaanderen in 2011 Desdemona in Rossini’s Otello, onder muzikale leiding van Alberto Zedda.

14


De Notenkraker Het wordt best een groot spektakel. Hoe zwaar weegt het aspect dat het om een avondvullend ballet gaat? Ik heb al een avondvullend ballet gecreëerd bij Stuttgart Ballet naar Otfried Preusslers' Krabat. Als je een avondvullend ballet maakt, moet je in langere penseeltrekken denken, maar dat is ook een deel van de

mij zijn de dansers gewoonweg het stuk, altijd. Zij brengen het tot leven en moeten het op een bepaald moment claimen. Carreiro wou een ballet voor hen en over hen. Ze wou dat het stuk een identiteit zou krijgen die hen zou aanspreken. Dat vond ik heel mooi. Toen zijn Sidi Larbi Cherkaoui en Tamas Moricz gekomen en uiteraard hebben we het opzet doorgesproken zodat zij zich er ook in kunnen vinden. Er is eigenlijk niets veranderd. Tot nu, hebben ze me een volledige artistieke vrijheid gegeven en alle middelen die ik nodig heb. Ze zijn een grote steun voor me. Wat is volgens jou het geheim van het succes van De Notenkraker? Ik wou dat ik dit wist. Ik gok op de origine en de identiteit. Hoe kan ik van daaruit vertrekken en daarop verder bouwen? Ik denk dat het verhaal mensen de ruimte geeft om er hun eigen wilde fantasieën aan op te hangen. Wilfried Eetezonne

schoonheid. Ik kan mijn choreografische ideeën op een langere termijn uitwerken. Je behoudt ook meer plaats voor verrassingen. Uiteindelijk zijn geen twee stukken gelijk, wat wil zeggen dat het niet uitmaakt wat ik doe, het zal altijd een eerste keer zijn. Wat is het nut om te doen wat we al kennen? Je kreeg deze opdracht van de vorige artistiek directeur Assis Carreiro en nu werk je met Sidi Larbi Cherkaoui en Tamas Moricz. Heeft dat iets veranderd? Niet echt, nee. Assis wou vooral een sterk stuk voor de dansers. Dat vond ik een goede insteek want voor

15


Ontwerp Katharina Schlipf voor De Notenkraker

Ontwerp Katharina Schlipf voor De Notenkraker

16


De Notenkraker

Een Notenkraker als geen ander Welkom in het magisch universum van Hoffmann, Volpi en Schlipf

In een vergaderzaal op ‘t Eilandje bij Ballet Vlaanderen is het verzamelen geblazen voor de presentatie van de nieuwe Notenkraker die op het programma staat. Er is deze keer wel heel veel belangstelling. Het deed al even de ronde dat deze productie van de Argentijnse choreograaf Demis Volpi geen doordrukje van Petipa’s inmiddels historische versie zou worden. Een belofte die al meteen wordt ingelost oog in oog met de kostuumen decorontwerpen van zijn artistieke sparring partner Katharina Schlipf. Wat we zien, zijn niet zomaar outfits, maar vormgegeven personages. Het zijn dandy’s, extravagante diva’s en andere creaturen die op de catwalk van Vivienne Westwood of Alexander McQueen niet zouden misstaan. Het decor, dat zich voortdurend laat transformeren, heeft nog het meest van een installatie. Dit wordt geen suikerzoet kerstverhaal, zoveel is zeker. Deze Notenkraker overschrijdt de grenzen van de doordeweekse dagdroom en zet de deur open naar een fantastisch, wat duister universum, waar Freuds droomduiding nooit veraf is. Meer dan ooit voor groot en klein, maar niet langer een dun kerstverhaal. © Filip Van Roe

17


Katharina Schlipf

18


De Notenkraker

19


Katharina Schlipf De geanimeerde voorstelling van het project oogst onder de medewerkers van de verschillende afdelingen meteen bijval. En daar zit de openheid en het enthousiasme van de tandem Volpi-Schlipf voor iets tussen. Beiden zijn ze rond de dertig, jong voor het palmares dat ze reeds hebben, en opmerkelijk bescheiden en open. Ze leerden elkaar in 2010 kennen op een artistieke blind date, zeg maar. Katharina was toen net afgestudeerd aan de Staatlichen Akademie der Bildenden Künste Stuttgart, Demis werkte naast zijn carrière als danser aan een stevige reputatie als choreograaf. Hij had toen vier creaties gemaakt voor de reeks Junge Choreographen bij het Stuttgarter Noverre-Gesellschaft en Big Blur voor het Stuttgarter Ballet zelf. Hij was wat je noemt een rising star en hij had dringend een kostuum- en decorontwerper nodig voor zijn Carnival of the Animals, een werk dat hij creëerde voor de John Cranko School in Stuttgart. Een gemeenschappelijke vriend zette Katharina op zijn pad. Er was meteen een klik, ze deelden dezelfde gedrevenheid. Volpi heeft de overige kandidaten nooit meer gezien... Katharina Schlipf: Ik was erg zenuwachtig bij die eerste ontmoeting, ik had bijna geen ervaring en alleen een map met mijn afstudeerproject. Maar Demis bleek zo’n aardig, luisterend iemand. Binnen het jaar hadden we vier projecten samen gedaan, en dat was nog maar het begin. Demis is een teamspeler bovendien, want anders dan bij andere choreografen is decor en kostuum niet iets wat je achteraf aan zijn werk toevoegt, het is er een wezenlijk onderdeel van. We beginnen samen aan een project en alle facetten ontstaan uit die initiële gesprekken. Het uitrollen van hun plannen verloopt niet altijd rimpelloos. Gepassioneerd als ze zijn door hun kunst, kan de discussie er best stormachtig aan toe gaan. De Notenkraker is een klassieker die een hele geschiedenis meesleept en in het collectief geheugen zit verankerd. Hoe ga je daar eigentijds mee om? De meeste choreografen bleven heel trouw aan het oerballet, behalve dan Maurice Béjart die met alle traditie brak en zichzelf in 2000 voor de kerst op een heel persoonlijke versie trakteerde. Terug naar Hoffmann Aan De Notenkraker heb je sowieso een kluif als maker. Dat problematische is al even onderdeel van het DNA van het ballet op muziek van Tsjaikovski. Bij de creatie in 1892 door Marius Petipa leek het stuk wel gedoemd te zijn. Het libretto dat Petipa uit Alexandre Dumas’ versie van E.T.A. Hoffmanns De notenkraker en de muizenkoning distilleerde, leek in niets op het origineel. Kopie na kopie werd het eens fantastische verhaal meer en meer plat gekauwd, tot het nog slechts een wollige drager was voor het bravourewerk van de prima ballerina. Petipa keek en zag zelf dat het niet goed was. Hij werd welvoeglijk onwel en liet het in handen van zijn tweede balletmeester Lev Ivanov. Het ballet sloeg bij de première in 1892 in het Keizerlijk Theater in Sint-Petersburg inderdaad niet meteen aan bij het publiek. Het moet destijds ondenkbaar geweest zijn dat De Notenkraker tot zo’n wereldwijd succes zou uitgroeien. Katharina Schlipf: Demis en ik hebben op een bepaald punt besloten om terug te keren naar de bron: het verhaal van Hoffmann. We hebben alle ideeën van tafel geveegd en zijn allebei beginnen lezen. Hoffmann schrijft geweldig meeslepend. In een obscure, jachtige stijl met sprongen in de tijd en perspectiefwisselingen. Hij schreef het begin 19de eeuw, maar zo modern. De meest intrigerende figuur is die oom Drosselmeyer, hij is het die het hele verhaal aanstuurt. Hij is even intrigerend als angstaanjagend omdat hij zo onberekenbaar lijkt. In het boek is hij een uitvinder en maakt

20

hij een vreemdsoortige automatische klok. Wij zagen hem als een uitvinder-fotograaf die met zijn over the top toestellen de realiteit bevriest. Aan het begin van de voorstelling is hij druk in de weer om het familieportret van de voltallige familie Stahlbaum te maken. De magie van de fotografie (en de selfie in het bijzonder) overstijgt die van de klok deze dagen. Het ontwerp voor Drosselmeyers outfit lijkt geknipt voor Johnny Depp in Sweeny Todd, dandy met een gothic randje. Wat verder opvalt is dat de hele familie één kenmerk heeft dat genetisch dominant bleek: ze hebben allemaal rood haar. Eén kostuum springt er helemaal uit, roze met veren, het mocht wat meer zijn voor de ‘crazy aunt’. Nergens vallen conventionele muizen te bespeuren, wel een muizenfamilie die verdacht veel op de Stahlbaums lijkt, zij het dan met muizenhoofd! Katharina Schlipf: Het verhaal is er één over volwassen worden, over van perspectief veranderen en de dingen en mensen met andere ogen bekijken. In een droom, wat “De Notenkraker” grotendeels is, verwerk je indrukken van overdag. Daar legt ons onderbewustzijn patronen, verborgen motieven, wensen en angsten bloot. Freud, die trouwens fan was van Hoffmanns verhalen en zijn vrouwenportretten als inspiratiebron gebruikte voor zijn ‘Unheimlich’-theorieën, schonk er enorm belang aan. Dus is het ook heel normaal dat personages die we in het eerste bedrijf op het kerstfeest zien, terug opduiken in de droompassages. Dat de volwassenen transformeren in muizen die de notenkraker aanvallen, zouden we zo kunnen uitleggen dat ze de volwassenwording van kleine Clara (in het boek Marie) willen saboteren en haar kind willen houden. En de ene persoon maakt al meer indruk dan de andere, op een bepaald moment lijkt iedereen op het podium een ‘crazy aunt’. Mannen en vrouwen, we hebben wel zeven exemplaren van haar jurk nodig, gelukkig in stretch (lacht). Niets is wat het lijkt Er zijn nog wel meer optische illusies die de belevenis van deze De Notenkraker zo speciaal maken. Niets is wat het lijkt. Deuren van diverse afmetingen bakenen de theatrale ruimte af en suggereren het gezichtspunt. Een doordacht vernuftig spel.


De Notenkraker

Katharina Schlipf aan het werk in Stuttgart voor Projekt Danton

Katharina Schlipf: Het waren de werken van Louise Bourgeois die mij inspireerden. Zij bouwde een soort cellen met oude deuren. Tussen kieren kon je een glimp opvangen van elementen uit haar kindertijd. Heel bevreemdend, maar fascinerend. Dat medium gebruik ik om te duiden waar je bent. Zo kijken de kinderen in het eerste bedrijf door de deuren naar het feest van de volwassenen. Het zijn duidelijk gescheiden werelden en eigenlijk maakt Clara doorheen de voorstelling de oversteek. Het is een soort ontvoogdingsproces. In het laatste bedrijf is ze rijp voor een romance met de neef van oom Drosselmeyer, die verdacht veel lijkt op een vleesgeworden notenkraker.

Het verhaal is er een over volwassen worden, over van perspectief veranderen en de dingen en mensen met andere ogen bekijken. In de choreografie van Demis Volpi krijgt de notenkraker een heel eigen bewegingstaal, dat staat vast. Hoe zouden we de stijl van Volpi best omschrijven? De beweging vertrekt duidelijk van een klassieke basis: er wordt op pointes gedanst en er zijn veel meer lifts dan vloerwerk. Maar zijn grammatica reikt veel verder dan louter klassiek. De bewegingen komen mooi uit mekaar voort en… soms is er humor door het onverwachte, het niet-evidente, het lichaam dat zich leent tot bewegingsexperiment. En nu brandt natuurlijk één vraag op de lippen: blijft de partituur van Tsjaikovski onaangeroerd binnen deze vernieuwende context?

Katharina Schlipf: De muziek, die overigens live gebracht wordt, blijft uiteraard integraal behouden. Wanneer in de geschiedenis aan de choreografie werd gesleuteld, bleef men toch trouw aan de partituur. Soms wordt de volgorde van de stukken gewijzigd, wat ook in onze versie gebeurt. Maar de muziek, ook al staat ze niet geboekstaafd als het beste werk van Tsjaikovski, zorgde voor de blijvende aantrekkingskracht van het ballet. Iedereen kent ze, ook omdat ze zo vaak in een andere context gebruikt wordt, en niet alleen in Disneyfilms. Mensen worden er nostalgisch en blij van. Misschien is het inderdaad de romanticus in ons die valt voor Tsjaikovski’s Notenkraker met de geavanceerde harmonieën en melodische inventiviteit. De componist speelde met stijlen als op een staalkaart, zo verwijst hij in het eerste bedrijf ook naar de rococo en muziek uit de late 18de eeuw. Die referenties zijn onder meer te vinden in de ouverture en de entree van het ouderpaar Stahlbaum. Ook al was Tsjaikovski zelf niet wild van de productie, vooral te wijten aan het slappe libretto, met het adagio en de variatie uit de grand pas de deux van de Suikerboonfee en de muziek voor de Russische dans of trepak, toch leverde hij mooi werk. De meest herkenbare delen zijn wellicht de openingsmars (Mars van De Notenkraker) en de Bloemenwals. Uiteindelijk herwerkte Tsjaikovski zelf zijn compositie tot een suite van twintig minuten. Dat was wel meteen een voltreffer. Chris Van Camp

21


22


Louise Bourgeois De Cells van Louise Bourgeois inspireerden ontwerpster Katharina Schlipf voor het decor van De Notenkraker Kunstenares Louise Bourgeois (Parijs 1911 – New York 2010) was als kind een echt vaderskindje, tot ze ontdekte dat haar held een affaire had met het kindermeisje. Louise schaarde zich resoluut achter haar moeder, die ziek was en die ze uiteindelijk jaren thuis zou verplegen. Ze overlijdt wanneer Louise 21 jaar oud is. Louise is zo wanhopig dat ze zelfmoord probeert te plegen. Het is haar vader die haar redt. Een gebeurtenis die het loyaliteitsconflict, waar ze dan al jaren onder lijdt, compleet maakt en die tegelijkertijd een levenslange bron voor haar artistieke oeuvre blijkt. Bourgeois’ vroege beelden zijn opgetrokken uit klassieke materialen zoals brons en marmer, waarna ze ook met andere materialen begon te experimenteren. Latex en jute deden hun intrede en nog veel later zelfs de oude kledingstukken van haar moeder. Pas in 1986, op 75-jarige leeftijd, begon Bourgeois met het maken van haar zogenaamde Cells. Uiteindelijk zou ze er ongeveer 38 maken en vormen ze het belangrijkste deel van haar late oeuvre. Het zijn een soort kooien die een innerlijke ruimte weergeven. Hoewel het hier om Bourgeois’ herinneringen gaat, zijn er altijd elementen in te vinden die ook aan onze eigen geschiedenis doen denken. Bourgeois is er in geslaagd vanuit haar persoonlijk perspectief toch universele beelden te maken.

23


Wintersprookjes

Spraakverwarring in stereo Sam Vloemans & Frank Adam over Babel

Sinds de babylonische spraakverwarring is de mens zogezegd gedoemd om elkaar in de haren te vliegen. Niets is minder waar, aangezien de handen nooit steviger in elkaar werden geslagen dan voor Babel, een nieuwe operaworp waarvan zelfs de jongsten onder ons kunnen genieten dankzij een samenwerking tussen I Solisti del Vento, HETPALEIS en Opera Vlaanderen. Sam Vloemans werd gevraagd als componist, Frank Adam als librettist. Samen construeerden zij de toren. 24


Babel

work in progress © Mario Costa / Emilie Lauwers

Babel Antwerpen vanaf 18 dec Gent vanaf 27 jan

Wat drijft jullie om een opera te maken en ook nog jonge kinderen aan boord te trekken? Frank Adam: Ik ben opgegroeid in een muzikale familie. Mijn vader dirigeerde een Brugs vijftigkoppig mandolineorkest en dus kreeg ik net als mijn drie broers op jonge leeftijd… zo’n mandoline in handen gestopt! Zo maakte ik kennis met een breed scala aan stijlen en componisten – van Bach, Mozart, Händel, Schubert, Dvořák, Wagner over Verdi, Lehár tot de de onvolprezen Manos Hadjidakis. Sam Vloemans: Mijn vader heeft nog burgerdienst gedaan als dokter op de Nederlandse Antillen waar ik geboren ben. Die eerste jaren groeide ik vooral op met ‘black music’: latin, funk, soul en jazz. Toen we terugkwamen herinner ik me dat bij mijn grootouders altijd klassieke muziek speelde. Mijn klankbad was daardoor ook heel divers, besef ik nu. Als kind vind je dat allemaal vanzelfsprekend en normaal. Adam: Kinderen hebben geen last van voorkennis en beleven een opera in het moment. Zingen is voor hen nog natuurlijk. Ik ben in een aantal Antwerpse ‘Babel’-scholen op bezoek gegaan en stelde vast hoe kinderen na amper zes

maanden in België uitstekend Nederlands spraken en poëzie konden smaken. Vloemans: Ik geloof heel erg dat je puur artistiek niet moet inbinden voor kinderen. Je gaat niet minder moeilijk of complex schrijven of componeren. Je zorgt alleen voor aangepaste spanningsbogen of psychologische lijnen die ook voor jonge kinderen duidelijk zijn. Wij geloven heel sterk in het feit dat het een 6+ voorstelling is, maar we maken geen voorstelling voor zesjarigen. Wij maken een voorstelling voor iedereen vanaf zes jaar. Waarom willen jullie een lans breken voor het operagenre? Vloemans: Een kleine drie jaar geleden werd ik uitgenodigd door I Solisti del Vento, er was goesting om iets volledig nieuw te creëren. We wilden bewust geen bewerking doen, maar echt een origineel verhaal vertellen. Ik heb toen Frank Adam als librettist voorgesteld omdat hij volgens mij gewoonweg een fantastisch schrijver is. Wat hij ook schrijft, het blijft immer poëtisch en met een gevoel voor humor... dat is voor mij… (wordt er stil van). Een volwassene kan dat even schoon vinden.

25


work in progress Š Mario Costa / Emilie Lauwers

Babel

26


Wintersprookjes Babel kort

In Babel wordt er helder gebrabbeld, teder gescholden, hartelijk gevochten en wreed graag gezien. In het Babels worden Babelaars dromers, bouwers, helden of zelfs goden. We maken kennis met een plaats waar honderden talen door elkaar gesproken worden en waarin toch samengeleefd wordt. Een plaats die telkens opnieuw uitgevonden wordt. Babel wordt een ontroerende muziektheaterproductie voor de ganse familie met het Kinderkoor van Opera Vlaanderen, acht live muzikanten en drie operazangers in een taal die niemand begrijpt en daardoor het universele verhaal van een samenleving vertelt. Vol volle woorden en lege zinnen, vol lege woorden en volle verhalen. Vol muziek en humor.

27


Babel Frank Adam

Frank Adam is een literaire duizendpoot. Hij schrijft niet alleen teksten voor theater, opera en radio, hij publiceert ook romans, absurde fabels, poëzie en liederen. Zowel absurde als ernstige, geestige als ontroerende onderwerpen staan centraal in zijn verhalen, die vaak filosofisch getint zijn. Met de cyclus Confidenties aan een ezelsoor heeft Adam het genre van de fabel voor volwassenen en de conte philosophique in Vlaanderen heruitgevonden. Hij maakte en speelde luisterspelen voor radio Klara, leverde (muziek) theaterteksten voor Concertgebouw Brugge, HETPALEIS, kc De Werf Brugge, De Roovers, Festival van Vlaanderen, Opera Vlaanderen; o.a. voor componisten Sam Vloemans, Joachim Brackx, Diederik Glorieux en Johan De Smet. Als performer deelde hij het podium met o.a. cellist Lode Vercampt, pianofortespeler Tom Beghin en pianist Philippe Ochem (directeur JazzDor Straatsburg). Zijn werk werd meermaals bekroond. Zijn monumentale stuk Aleksej (HETPALEIS) werd geselecteerd voor o.a. het Vlaams Theaterfestival, de Nederlands-Duitse Kaas & Kappes Stückepool en European Theatre Today - The Plays, de beste stukken uit eenenveertig Europese landen. Werk van Frank Adam werd onder meer vertaald naar het Engels, Frans, Duits, Lets en Slovaaks.

Adam: Als muziektheaterauteur had ik ook al wel ervaring: een opera buffa, theater­ liederen, een requiem, en meerdere absurde fabels-voorstellingen. Ik ben sowieso erg met de muzikaliteit in de taal zelf bezig. Geïnspireerd door een masterclass van componist Michael Finnisy tast ik in mijn muziektheaterteksten al twintig jaar de taalgrenzen af door gebruik van andere idiomen: Vlaamse dialecten, Duits, Frans, potjeslatijn, klassiek Latijn, Arabisch en Hebreeuws. Achteraf blijken die een perfect laboratorium voor het ‘Babels’, de taal van de voorstelling: een volstrekt ‘nieuw’ idioom gevormd door elementen uit alle mogelijke talen, gaande van bekende lingua franca’s tot minderheidstalen als Swazi, Tok Pisin of West-Vlaams. Geen toeval dat Sam Vloemans de muziek zou schrijven: als veelzijdig componist en multi-instrumentalist is hij eigenlijk een muzikaal superdivers Babel op zich. Vloemans: Operacompositie was voor mij daarentegen toch een beetje een sprong in het ongewisse. Het is de eerste keer dat ik zo intens met klassieke zangers werk en voor hen een partituur van een uur lang moest schrijven. Maar zodra ik de noten tot leven hoor komen, krijg ik weer energie en kan ik verder schrijven. Ik ben op dat punt als componist een echte buikschrijver: ik moet het eerst zelf voelen en dan kan ik het vertalen naar de partituur. Wat het wel avontuurlijk maakte tussen het componeren door is dat ik ook nog totaal andere dingen had lopen. Zo stond ik afgelopen zomer als blazer op Werchter Classic te spelen voor 60 000 mensen, terwijl ik de dag ervoor nog opera zat te pennen. Ik zou het zelf ook niet anders willen, aangezien die diversiteit en de verschillende stappen die je zet een waardevol creatieproces maken. Frank, regisseur Benoît De Leersnyder, scenografe Emilie Lauwers en ik zijn zo het voorbije jaar regelmatig samengekomen om elkaar telkens nieuwe impulsen te geven. Dat was heerlijk. Met elkaars suggesties ging iedereen dan naar huis om bij te schaven. Adam: Na een rijpingsproces van een jaar waarin ik allerlei taaltheoriën heb gelezen, schreef ik uiteindelijk vier maanden aan het libretto. Er is in deze co-productie van drie huizen - I Solisti del Vento, HETPALEIS en Opera Vlaanderen - merkwaardig genoeg niemand die niet eerder samenwerkte met iemand anders van het artistieke team. Dat bevordert het creatieve proces ook. Het pingpongen van ideeën met deze mensen en ons Babel-ei in zo’n creatief nest te mogen leggen was voor Sam en mij een voorrecht. Wat is jullie kijk op het eeuwenoude verhaal van Babel? Adams: De Babelse spraakverwarring wordt in de voorstelling niet beschouwd als vloek of zegen maar als een neutraal gegeven. Het kan een uitnodiging zijn om de ander te ontmoeten of om hem juist op zijn gezicht te timmeren. De toren van Babel wordt niet gebouwd met stenen maar met taal. Twaalf steeds groter wordende golven Babeltaal & Babelmuziek groeien cyclisch naar een zelfvernietigende climax toe, waarna alles opnieuw kan beginnen. Linguïsten noemen taal letterlijk ‘magisch’: zonder fysieke ingreep kun je gedachten in iemands hoofd planten. Vloemans: Eigenlijk hebben wij het idee dat opera zelf ook een hoog Babelgehalte heeft. Zelfs in je eigen moedertaal versta je er woordelijk vaak weinig van. Opera is dus vooral een klank, en die kan je over de hele wereld spelen. ‘Babel’ is erg universeel.

www.frankadam.be

Frank Adam

28


Wintersprookjes Sam Vloemans

Sam Vloemans

Adam: De voorstelling is dus zonder boventiteling perfect verstaanbaar dankzij het acteren en het zingen met handen, voeten, poten en oren. Opera meets Wizzy & Woppy zeg maar. Babel wordt voorgesteld als een smeltkroes, de stad van de toekomst, hoe zullen we die in de voorstelling zien en horen? Vloemans: Het libretto schetst het verhaal van die stad Babel, dus dat heb ik in de compositie ook met typische stadselementen proberen te ondersteunen. Zonder te vergeten natuurlijk dat het uitgevoerd wordt door een klassiek ensemble, klassieke zangers en een klassiek koor (het Kinderkoor van Opera Vlaanderen, nvdr.). Dat respecteer ik heel hard. Babel is een klassieke opera: doorgecomponeerd van A tot Z en volledig akoestisch. Heel old school, om het met een stadsterm te zeggen. Adam: Als librettist hoorde ik een steeds breder, dieper en complexer wordende muziek­stroom met vage flarden, die afkomstig zouden kunnen zijn van Purcell, Mozart, R. Strauss, Wagner tot walviszang, Mongoolse keelzang, Qi Gong-melodieën, Jiddische liederen, Klezmer, Balkan, Chinese pipa, ska, scat, en zelfs dubstep of Rammstein. Ik geef stiekem toe dat het melting pot-gevoel van een stad als New York af en toe wel de kop opstak in mijn verbeelding tijdens het schrijven. Veel Europese steden zijn nu ook al een tijd majority-minority cities: de meerderheid van de bevolking behoort tot een minderheid. Mogen we nog meer verwachten van het nieuwe componist-librettist-duo Vloemans-Adam? Vloemans: Ik voel mij als een vis in het water als het gaat over componeren en arrangeren. Dus als het op mijn pad komt, zal ik het zeker opnieuw omarmen. Adam: Ik vind de ondersteuning van nieuwe operacomposities en zeker libretto’s ongelooflijk belangrijk. Iedereen kent Mozart, maar wie kent zijn librettist Da Ponte? Hoedje af voor Francis Pollet, de artistiek leider van I Solisti del Vento, en Benoît De Leersnyder, die vorig jaar nog Heart2Get als ode aan die librettist afleverden. Met Babel wil ik als librettist opera graag nog opera laten zijn. Geen vertelling gedrenkt in een soundscape-achtig muziekbad, maar een doorgecomponeerd stuk waar woord en muziek in elkaar zijn vervlochten. Vloemans: Mensen samenbrengen is voor mij als maker elementair. Ik denk dat we die verbindende kracht van een voorstelling niet mogen onderschatten. Benjamin Verhoeven

Sam Vloemans is een veelzijdig muzikant. Hij speelt trompet, bugel, percussie en pauken. Daarnaast componeert, arrangeert en produceert hij werken. Hij studeerde aan de conservatoria van Antwerpen en Rotterdam, waar hij les kreeg van onder andere Jarmo Hogendijk, Eric Vloeimans en Jan Laurens Hartong. Als creatieve duizendpoot valt Sam Vloemans niet in een hokje te duwen. Geboren in Curaçao kreeg hij latin met de paplepel mee, maar evengoed voedde hij zichzelf met jazz, soul, pop en klassiek. Met de radio en de platenspeler als inspiratiebron, zocht Vloemans zijn eigenzinnige weg naar de muziek. Als sideman werkte hij reeds samen met Michael Franti & Spearhead, Dez Mona, Philip Catherine, Luka Bloom en beeldend kunstenaar Hans Op de Beeck. Met Gabriel Rios stond hij op alle grote festivals van de Benelux, zoals North Sea Jazz, Werchter, Pinkpop, Dranouter, Pukkelpop en Lowlands. Daarnaast maakte hij eerder al vier voorstellingen bij HETPALEIS. Vloemans bracht verschillende albums uit met zijn eigen band, waaronder zijn project Bord du Nord dat hij tijdens een verblijf in Parijs schreef. Als componist creëerde hij Aplatanado voor blazersensemble ‘Houthandel Antwerpen’ en werd o.a. uitgenodigd op het Walter Boeykens festival waar zijn werk onder handen werd genomen door een strijkkwintet onder leiding van Eric Baeten. www.samvloemans.com

29


Ons kinderkoor schittert straks in maar liefst drie producties La Bohème, De Notenkraker, Babel in dec, jan en feb Antwerpen & Gent

Kinderkoorleider Hendrik Derolez in actie Š Koen De Clerck

30


Iedereen op een rij © Koen De Clerck

“Dat is hier nog nooit zo plezant geweest!” “Petten af, gsm’s uit en weg!...” Op de vijfde verdieping van de Van Ertbornstraat in Antwerpen repeteert op zondagochtend het kinderkoor van Opera Vlaanderen. In twee groepen, in twee sessies, telkens twee uur. Alles bij mekaar gaat het om zo’n 48 jongelui tussen pakweg 6 en 17 jaar, vrij evenwichtig verdeeld tussen jongens en meisjes. Hendrik Derolez, de leider van het kinderkoor, brengt ze in staat van paraatheid: “...want ik heb al jullie energie en aandacht nodig voor deze repetitie.” De opwarming gaat van start van je broem broem broem en met toonintervallen om kaak en tong los te maken, powered by gevleugelde beeldspraak van Hendrik: “Maak van je mond een kathe­ draal, met een lage vloer en een hoog plafond” en “Vul het

hele lokaal met je stem, laat alle moleculen meetrillen!” Een van de repetitieregels luidt: “Glimlach, ook als het slecht gaat.” Hij heeft ze dan wel moeten afzetten, maar die pet is duidelijk belangrijk voor Nicolás Holemans. De klep is volgeschreven met voornamen. Vrienden? “Nee, YouTubers.” Daar hoort uitleg bij. “Ik was op een beurs over games, en daar waren gasten die bekend zijn om hun spelletjesbesprekingen op YouTube. Die heb ik hun handtekening gevraagd. Op mijn pet.” Dat is een heel andere wereld dan die van La Bohème, waar hij nu voor komt oefenen. “Ja, daarin zijn wij arme

31


Kinderkoor

Nicolás Holemans met zijn onafscheidelijke YouTube-pet © Koen De Clerck

32


Achter de schermen

Regisseur Benoît De Leersnyder legt levendig uit © Koen De Clerck

Het zit erop! © Koen De Clerck

straatkinderen. In de vorige opera waarin ik meedeed, Der Rosenkavalier, moesten we de snotapen uithangen. Rondrennen, roepen. Alles doen wat tegengesteld is aan een lief kind zijn. Dat was héél leuk.” Wel spijtig dat de actie beperkt was: “We zaten in drie of vier acts, vijf minuten optreden, drie uur wachten, en dan opgaan om te buigen.” Wat doen ze zoal in die wachttijd? “Spelen, huiswerk maken, een film bekijken. Ik heb toen Lord of the Rings gezien.” Is hij nog op een andere manier muzikaal bezig? “Ik drum. Daarvoor ga ik naar de muziekschool. En elke maandag en woensdag repeteer ik bij Studio 100 in Schelle, voor de Samson en Gertshow en van die dingen.” Nicolás’ smaak voor popmuziek is, gezien zijn leeftijd, klassiek te noemen: “Prince en Michael Jackson.” “Het deel dat we vandaag instuderen uit La Bohème,” legt Hendrik uit, “zit aan het einde van de tweede akte. Er is een stoet, de muzikanten lopen over het podium in uniform, en jullie gaan erachteraan. Toch even controleren of iedereen mee is met het verhaal: “Waar speelt dit zich ook alweer af?” “In Italië!” “Nee, in Parijs!” (“Dat is geen land, joh!”) “Syrië!” Hendrik: “Oké, Parijs was juist.” Maar omdat Puccini een Italiaan was, wordt in dit Parijs Italiaans gezongen. De straatkinderen zullen schallen: “Daar is hij, de mooie tamboer-majoor.” Dus: “Eccolo la! Il bel tambur maggior!” Woord per woord krijgen de kinderen de zinnen opgelepeld. Eerst parlando, dan op toon, en elk koorlid komt aan de beurt. Een schitterende gouden staf komt er ook bij kijken. “La canna d’or, tutto splendor!”

Hendrik let erop dat iedereen de accenten op de juiste plek legt. En zo, stapsgewijs, schrijden de vorderingen voorwaarts, tot de koorkinderen in polonaiseopstelling de mooiste man van Frankrijk bezingen. Di Francia è il più bell’uom! Is dat lastig, een partituur memoriseren in een taal die je niet kent? Hannah Duval (16 jaar) zingt zeven jaar mee. In het Frans, Russisch, Engels, al eens eerder Italiaans (“In La Strada, mijn eerste”) en zelfs in het Latijn – dat was voor een requiem. Bijgevolg weet ze dat het wel meevalt, “ook al omdat Hendrik altijd de betekenis erbij vertelt, dan blijft het beter hangen”. De jonge kinderen onthouden ook heel goed alles wat je hen voorschotelt. Hoe is zij bij het koor gekomen? “Ik heb altijd graag gezongen. Je kent dat, met de radio meezingen, kinderliedjes nazingen… Om daarmee verder te kunnen gaan, ben ik bijna vanzelf uitgekomen bij het kinderkoor, denk ik. Ik hou van klassiek. Ik heb veel radio Klara opstaan, en merk dat ik minder luister naar popmuziek dan de meeste van mijn leeftijdgenoten.” Een actieve scoutingpolitiek voor zijn jeugdkoor voert Opera Vlaanderen niet. Als er audities zijn, krijgen muziekscholen daarvan bericht en wordt het op Facebook aangekondigd. Heel krachtig is het mond-aan-mondcircuit van ouders die op een of andere manier een band hebben met de Opera. Die audities zijn geen keiharde examens: na een paar inzing­ oefeningen mag een kandidaat eender welk (kinder)liedje brengen. Aan de manier waarop dat gebeurt, merkt Hendrik

33


Kinderkoor Derolez of iemand potentieel heeft, spontaan is, en vlug iets oppikt. Maria (8 jaar) deed de audities mee op aansporing van haar mama. “Ik zong een liedje voor meer vrede op de wereld,” zegt ze, en nu zit ze in de cast voor La Bohème. Zo snel kan het dus gaan. Over de werklast maakt ze zich geen zorgen. “We krijgen de mappen met de teksten mee naar huis.” Het minste dat je kunt zeggen, is dat Maria haar talenten optimaal verkent. “Ik ga naar muziekschool de Kunstbrug, daar volg ik Woord. Ik doe ook dwarsfluit. Maandag ga ik tennissen, dinsdag schaatsen, woensdag is er ballet, muziekles en woord, donderdag dwarsfluit, vrijdag opnieuw tennis, zaterdag muziekschool, tekenles, ballet en Russische dans, en zondag kom ik naar de operarepetitie. Vroeger speelde ik piano, maar daar heb ik nu geen tijd meer voor.” Niettegenstaande die drukke agenda zit Maria er vrij relaxt bij. “En straks, na de middag, ga ik naar circus Pipo. Joepie!” Het Italiaans van La Bohème mag dan al een uitdaging zijn, de andere groep van het jeugdkoor zingt zelfs in een taal die helemaal is verzonnen. Deze kinderen oefenen voor Babel, een opera in samenwerking met jeugdtheater HETPALEIS. Sam Vloemans componeerde de muziek en het libretto is van schrijver Frank Adam. Er komt praktisch geen enkele begrijpelijke volzin in voor. Maar eerst de gewijde geschiedenis, die we als gekend veronderstellen: de mensen willen God overklassen, God fopt hen met taalverwarring. Dat gegeven is in Babel de basis voor een experiment met taal en geluid, een toren gebouwd van flarden Chinees, Japans, Jiddisch, Duits, en splinters Nederlands, kortom, om het in Adams Babels te zeggen, het is ninor maal. Deze opera, zo denken wij, wil iets zeggen over de taalontwikkeling in het verleden en, wie weet, in de verre toekomst. De passage die het koor deze zondag inoefent, klinkt vrolijk, maar is geen kinderspel. Geen simpele unisono’s vandaag, maar een driestemmigheid die naar een onverwacht slotakkoord toewerkt. De kinderen zitten aan pupiters met de partituur voor hun neus. Wie in het kinderkoor wil meezingen, moet muziek kunnen lezen, dat is een voorwaarde. Hendrik maakt gewag van “een extreem moeilijk lied”. Ook de expressie moet juist zitten. “Die medeklinkers moeten jullie meer laten hameren. Klapperen met die lippen!” De tekst gaat van “heppie babeloega” en “heppie klowny babelowny”. Onverdroten maakt iedereen zich de zinnen eigen. Hendriks reservoir met pareltjes van beeldspraak is onuitputtelijk. “Deze inzet moet directer zijn, kinderen. Alsof hier ineens een Boeing binnenvliegt. Eentje die niemand van tevoren heeft horen aankomen. Pas op, dat is ooit al ergens gebeurd, hé.” Uiteindelijk wordt de moeilijke zin muzikaal fraai neer­ gelegd. Hendrik: “Zeer goed. Zéér goed. Maar dit is het minimum. We moeten ertoe komen dat het bij iedereen perfect is. Drie keer na mekaar.” Een proeve tot theorievorming: als je lid bent van het jeugdkoor, is de kans groot dat er thuis stevig aan muziek wordt gedaan. Neem nu Florian Acke. Zijn broer en zus zitten ook in het koor. Hij speelt viool, zijn zus ook, zijn mama zingt mooi en “twee jaar geleden kreeg mijn papa van ons een viool voor vaderdag, het is te zeggen, mijn mama heeft ze betaald.” Vorige vakantie hebben ze met zijn allen een maand lang als straatorkest gespeeld in Gent. Dat was plezierig, en ook wel avontuurlijk. “Om

34

op straat muziek te maken moet je een speciaal pasje hebben. Mijn zus Marjolein zingt heel goed, maar ze had last om boven de instrumenten uit te komen; dus hadden we een keer een versterker en een micro mee. Maar toen is de politie geweest, want dat mocht niet.” Musiceren is leuk, maar klimmen ook. “Op een klimmuur, ofwel gewoon in een boom.” Ziet hij voor zichzelf een toekomst in de muziek? “Van toen ik twee jaar was, weet ik wat ik wil worden: brandweerman of Rode Kruishelper. Ik blijf bij het kinderkoor tot mijn stem zakt.” En dan naar het volwassenenkoor? “Ja. Ofwel niets meer, hé.” Tijdens de pauze komt Sam Vloemans de kantine binnen, fietshelm onder de arm. De componist is hier! Hij schuift aan tafel bij enkele kinderen. Algauw ontrolt zich een gesprek waarin zowel plaats is voor smalltalk (“Heb jij inlegzolen, Sam? Ah ja? Zwarte of witte?”) als voor kwesties ten gronde; Noah wil weten of hij nog opera’s heeft geschreven (‘t is zijn eerste) en hoe hij precies deze heeft opgevat. “Wel,” zegt Sam, “er komen gesproken gedeelten in voor, maar heel weinig, dat is bewust zo, want ik wil zo dicht mogelijk bij het idee blijven dat opera helemaal gezongen is. Jullie, het koor, vertegenwoordigen het publiek, jullie reageren op wat de hoofdrolspelers overkomt, meer nog, jullie laten de drie solisten twijfelen aan wie ze eigenlijk zijn.” “Ik heb ook een vraag,” zegt Maya, die hangt te turnen op haar stoel. “Ik weet dat de kans heel klein is, maar wat als iedereen, maar dan ook iédereen van het koor ziek is?” “Dan zal er geen opvoering zijn,” antwoordt Sam. “Dan kan het niet doorgaan. Het koor is nu eenmaal heel belangrijk in dit stuk.” Er zijn een pupiter en een stoel leeg gebleven in het zanglokaal. Die is voorzien voor Merel De Coorde (13 jaar), zij zingt ook mee in Babel, maar ze komt vandaag later. Ze moet zich sparen, want vanavond zingt ze een solo in Wagners Tannhäuser. “Ik speel het herderinnetje dat Tannhäuser troost wanneer hij Venus verlaten heeft. Mijn solo duurt vijf minuten. Maar ik ben er al vijf maanden mee bezig.” Dit is niet alleen zingen, maar ook acteren. En op haar eentje. “Het is altijd leuker als je op het toneel ook iets mag doen. Bij Parsifal was ik er ook bij, maar toen zaten we gewoon boven en speelden we dode kinderen. Dat heeft toch wat minder animo.” Ook Merel komt uit een behoorlijk muzikaal gezin. “Mijn broer speelt viool, mijn moeder piano en mijn vader, die luistert gewoon graag naar muziek.” Merel bezoekt veel klassieke concerten, “maar ik luister ook wel naar rock, hoor. Naar Muse, bijvoorbeeld, die heb ik via mijn broer leren kennen. Naast de muziek ga ik per week 1 à 2 uur schermen.” Hoe bereidt ze zich voor op haar optreden van straks? “Zorgen dat ik goed uitgeslapen ben. Veel water drinken. Rustig blijven.” Zondag, 14 u. De repetitie is gedaan en de jongelui stuiven het zaaltje uit. Buiten ligt een zonnige namiddag te wachten, dus klimmen, gamen, of een uitstap met pa en ma behoren nog allemaal tot de mogelijkheden. Door de trappenhal jodelt een kinderstem: ‘t Is feest, ‘t is feest, dat is hier nog nooit zo plezant geweest!” Filip Huysegems


Wintersprookjes 6 producties voor kinderen tussen 4 en 12, 21 voorstelingen, een resem zangers en muzikanten en een kinderkoor: dat is de 3de editie van Wintersprookjes, ons jaarlijks festival voor de kleine muziekliefhebbers, tussen 3 januari en 1 februari in Opera Antwerpen, Opera Gent ĂŠn HETPALEIS

www.operaballet.be 35


Column

Muziek is de blikopener van de ziel en in sprookjes kan alles. Dus ook de ziel ontsluiten.

© Evelien Deraedt

— Kinderconsul, Gerda Dendooven —

Maar stop nu zo een sprookje samen met een riedel muziek onder een glazen stolp, gooi er zacht dwarrelende vlokken overheen, schud nog een keer goed en u heeft een wonderlijke wereld om in weg te dromen. Een wintersprookje waar ook u, vader, moeder, oma, opa… nog eens graag zou willen in ronddwalen. Het is er nooit echt koud en het ruikt er zo gezellig. Hier en daar springt er zelfs een chocoladebruin hert van tussen de met poedersneeuw bestrooide dennenbomen. Hoe lang is het geleden dat u hoopte op een wonder waardoor u plots in zo’n fantastische sprookjeswereld zou neerdalen? Hoe oud was u toen? Herinnert u zich nog die tijd? Wij volwassenen vergeten zo snel dat we ooit een kind waren dat zich verbaasde over alles. Dat nieuwsgierig was naar de wereld. Dat zich liet meevoeren in een sprookje. Zou u dit niet nog eens willen meemaken af en toe? Dat kan. Heel binnenkort zelfs. In januari, bij Opera Vlaanderen nog wel. Daar kan u tijdens het festival Wintersprookjes ronddwalen in de wondere wereld van muziek en sprookjes. Samen met uw kinderen. Neem ze dus mee en kijk hoe zij wegdromen, zich laten ontvoeren door de Muzen van de kunsten. Hun verbeelding is een troostende speeltuin. Leer van uw kinderen. Zie hoe zij openstaan voor nieuwe dingen. Hoe zij voortdurend dingen ontdekken die ze nog niet kenden. Een kinderhand is echt niet zo gauw gevuld als wij denken. Kinderen zijn als sponsen, maar ook slootwater gaat erin. Dus is het uw taak om die sponsen vochtig te houden met vruchtbaar water. Leer hen de smaak van boeken, theater, muziek, film of beeldende kunst kennen. Want kunst en cultuur zijn levensnoodzakelijke evidenties, net zoals proper

36

water of een dak boven het hoofd, warmte en een veilig nest. Kunst en cultuur, niet omdat het moet of omdat iedereen er recht op heeft. Op warmte hebben we ook recht maar wel omdat het een evidentie is net zoals bewegen, gezonde voeding, zuiver drinkwater... Het helpt ons op een andere manier na te denken, een blik op de wereld, het leven en de toekomst te werpen. Het biedt troost en maakt je meer mens. Het is geen recht, het is een plicht om ‘kunst’ aan te bieden, evengoed aan kinderen, ze leven in dezelfde wereld. En wat je vroeg leert, leer je voor het leven. Kunst moet, literatuur moet, theater moet, het is een niet te meten overdracht van intellectueel kapitaal. Maar dit gaat niet vanzelf. Geef zelf het goede voorbeeld, wees enthousiast, het is een kwestie van verleiden, van passie overbrengen. Leer je kinderen nieuwe dingen smaken, zet hen op het spoor naar wat ze nog niet kennen, leer hen te houden van wat moeilijker te verteren is want steeds weer dezelfde kost op hun bord leggen maakt hen lui en dom. Daal in januari dus maar mee af in die heerlijke winter­ sprookjeswereld van het muziektheater bij Opera Vlaanderen. Het wordt een feest van klank en kleur en zelfs geur, want de winter is de tijd van kaneel, en speculaas, gember en dennennaalden. Droom weg, ver weg van de waan van de dag. Laat u ontvoeren naar een wereld waarin alles kan. En geniet van wat je ziet op het podium maar ook daarnaast. Gerda Dendooven


Gun uzelf een onvergetelijke gala-avond met diva Joyce DiDonato

“Splendori barocchi di Napoli” Vrijdag 11 maart 2016 19:00u cocktail 20:30u concert Opera Antwerpen dresscode: black tie

Aansluitend (optioneel) galadiner, in aanwezigheid van Joyce DiDonato Reserveren via www.operaballet.be

Tickets van € 50 tot € 500 Meer info bij Inge Vekeman via ivekeman@operaballet.be Een samenwerking tussen Opera Vlaanderen & Inspiratum

37


Gala-avond

Een hoogvlieger te gast in de opera Picture this‌ de opera op zijn feestelijkst, het kunstminnend publiek niet minder. Iedereen weet dat het een uitzonderlijke avond met Joyce DiDonato wordt, gelardeerd met exquise artistieke delicatessen, een samenwerking tussen Opera Vlaanderen en Axel Vervoordt met zijn vereniging Inspiratum.

38


Joyce DiDonato Vrijdag 11 maart 2016 is het zover, dan gaat in de Antwerpse opera het doek op voor niemand minder dan de wereldvermaarde sopraan Joyce DiDonato. Een unieke gelegenheid voor Vlaanderen. Samen met het Ensemble Il Pomo d’Oro o.l.v. Riccardo Minasi, brengt ze haar nieuwste programma Splendori barocchi di Napoli, met sublieme barokaria's van vergeten componisten, die in de 18de eeuw allemaal in de buurt van Napels leefden en werkten. Een schatkist die opengaat. Alsof dat nog niet genoeg is, kan u de diva vergezellen naar het unieke decor van de nabijgelegen, historische feestzaal van het Koninklijk Atheneum voor een festijn van culturele en gastronomische verwennerijen. Een avond die de beau monde zich nog lang zal heugen. Doet de naam Joyce DiDonato geen belletje rinkelen? Dan steken we over haar graag even de loftrompet af. Een diva uit de duizend Joyce DiDonato’s onberispelijke techniek, de weergaloze diepte van haar interpretaties en haar 24 karaat gouden stem zorgen ervoor dat de Amerikaanse mezzosopraan Joyce DiDonato bekend staat als één van de beste mezzosopranen van de huidige generatie, samen met monumenten zoals Elina Garanca en Cecilia Bartoli. Joyce DiDonato werd in 1969 als zesde van zeven kinderen geboren in de Amerikaanse staat Kansas en droomde er in haar jeugd van om popzangeres of Broadway-ster te worden. Tijdens haar opleiding als zanglerares raakte ze echter in toenemende mate geïnteresseerd in operamuziek. Na gestudeerd te hebben aan de Academy of Vocal Arts in Philadelphia, maakte ze achtereenvolgens deel uit van het Santa Fe Opera’s Apprentice Program for Singers en het Houston Grand Opera’s Young Artist Program. Tijdens haar debuutrecital in San Francisco in 1998 wist Joyce DiDonato indruk te maken door spetterende bravoure-aria’s van Rossini af te wisselen met ingetogen vertolkingen van Schubertliederen. “Uit haar mond spon ze schijnbaar moeiteloos gouden draden, perfecte melodische lijnen die de tijd deden stilstaan,” zo berichtte een enthousiaste recensent in de San Francisco Chronicle. In de daaropvolgende jaren maakte Joyce DiDonato haar debuut in heel wat belangrijke Amerikaanse en Europese operahuizen, waaronder La Scala di Milano, Covent Garden, de Wiener Staatsoper, de Bayerische Staatsoper en de Metropolitan Opera te New York. Drama Queens Joyce DiDonato concentreert zich in haar repertoire vooral op barokmuziek en vroeg negentiende-eeuwse belcanto (met een voorliefde voor Rossini), maar voert daarnaast ook muziek van Richard Strauss uit (Octavian/Der Rosenkavalier en Der Komponist/Ariadne auf Naxos) en neemt deel aan heel wat Amerikaanse creaties (zoals Dead Man Walking, Camille Claudel: Into the fire en Great Scott, drie recente opera’s gecomponeerd door Jake Heggie). In 2012 bracht Joyce DiDonato bij Virgin Classics het album Drama Queens uit, met daarop aria’s van Cesti, Giacomelli, Händel, Hasse, Haydn, Keiser, Monteverdi, Orlandini en Porta, gedirigeerd door Alan Curtis. Daarna toerde ze met deze barokaria’s een jaar lang in Europa, elke nacht verschijnend in een door Vivienne Westwood speciaal voor haar ontworpen zijden kleed. Hoewel Drama Queens, de titel van haar cd en gelijknamige concertreeks speelt met het stereotype van een wispelturige, moeilijk handelbare diva, staat Joyce DiDonato bekend als een vrolijke en optimistische vrouw die met haar beide voeten op de grond staat en tot op dit moment nog geen enkel concert afzegde. Toen ze in 2009 tijdens de premiere van Il Barbiere di Siviglia in Covent Garden te Londen haar been brak na een geanimeerde vertolking van de aria Una voce poco fa, zong ze de opera zonder verpinken uit, daarbij ondersteund door haar medezangers. In plaats van de volgende vier voorstellingen af te lassen, vertolkte ze Rosina vanuit een rolstoel met rond haar been een roze gipsverband dat wonderwel paste bij haar kostuum. Als dat geen klasse is en… van humor getuigt.

Op het programma van de avond 19:00u cocktail 20:30u concert Splendori barocchi di Napoli Joyce DiDonato begeleid door het Ensemble Il Pomo d’Oro o.l.v. Riccardo Minasi met werk van Gaetano Andreozzi (1755-1826) Pasquale Cafaro (1715-1787) Domenico Cimarosa (1749-1801) Davide Perez (1711-1778) Nicola Conforto (1718-1793) 22:00u feestelijk diner in het Koninklijk Atheneum Tickets van € 50 tot € 500 via www.operaballet.be Een samenwerking tussen Opera Vlaanderen, Inspiratum (Axel Vervoordt) en de Vrienden Opera Vlaanderen

Mien Bogaert

39


Gala-avond

“De emotionele betrokkenheid van een mecenas maakt het verschil� Axel Vervoordt

Voorzitter van Inspiratum Axel Vervoordt zet dit voorjaar de schouders onder de wel heel bijzondere gala-avond met Joyce DiDonato. Met dit unieke event geeft Inspiratum Opera Vlaanderen straks meer armslag om hoogkwalitatief te blijven werken. Wij gingen op bezoek bij de bezieler en notoir mecenas Axel Vervoordt.

40


Axel Vervoordt Iedereen kent Axel Vervoordt als de legendarische antiquair die de Vlaaikensgang in Antwerpen kocht en omtoverde tot een begrip bij levensgenieters. Zo begon het. Velen zullen hem eerst en vooral benoemen als een goed zakenman en nieuwerwetse kasteelheer. Dat is ook zo, maar de man is bovenal mecenas in de volle zin van het woord. Zijn betrokkenheid bij kunstenaars en zijn persoonlijke missie om mensen onder te dompelen in schoonheid, verraden zijn eigen artistieke ziel. Daarvan getuigen de inmiddels talloze exposities die hij opzet, waaronder in het Palazzo Fortuny in Venetië. Maar een speciale plaats in Vervoordts esthetische universum is voorbehouden voor de muziek. En dat was altijd al zo. Uit deze begeestering ontstond ‘Inspiratum’, een vereniging van liefhebbers van muziek en decorum. Geadviseerd door een schare internationale musici, organiseert Inspiratum concerten op unieke locaties. De opbrengst gaat veelal naar de artistieke ontwikkeling van jong talent en het bijdragen tot hun realisaties. Axel Vervoordt: De liefde voor opera is iets wat ik mijn hele leven al meedraag. Dit is dan ook niet de eerste keer dat ik aan de Opera mijn steun verleen. We hebben een fijne relatie met Opera Vlaanderen en zitten op dezelfde golflengte met de intendant Aviel Cahn. Het tijdloze van opera is mooi, het samengaan van overlevering en nieuwe interpretaties en impulsen. Muziek is heel universeel, je kan er zoveel mensen mee bereiken en hen door muziek inspiratie bieden voor hun eigen leven en projecten. Zo werkt het bij mij. Deze gedachte ligt ook aan de bron van de oprichting van Inspiratum. Wat er zo uniek is aan onze missie is dat we zowel iets wezenlijks leveren aan de artiesten als aan het publiek. Dat is belangrijk. Voor mij is mecenaat een emotionele band met de kunstenaar, iets waar beiden een meerwaarde uithalen en zeker niet louter een financiële transactie. De waardering en het respect dat een mecenas geeft, is voor een kunstenaar van vitaal belang. Dat heb je nodig als stimulans, daarna komen pas de middelen en meer nog de opportuniteiten. Hoe vertaalt deze dubbele missie zich dan concreet? Wat gebeurt er naar de kunstenaars toe en wat precies naar de leden? Vervoordt: Geadviseerd door een panel van protagonisten zowel in klassieke als hedendaagse muziek, waaronder Matthew Barley, Robert Carsen en zelfs Sting, richten we workshops in waar aanstormend talent samen kan werken met meesters in hun discipline. Maar daar houdt het natuurlijk niet bij op. We scheppen ook de mogelijkheid om met hun werk naar buiten te treden. Dat kan door middel van concerten zijn, maar ook via de realisatie van nieuwe composities, producties en cd’s. De steun kan zowel financieel als logistiek zijn. Door onze verankering in de muziekwereld, zijn we ideale gangmakers. Het is een wisselwerking, samen delen we de passie voor kunst en muziek. Onze leden zijn dan weer in de bevoorrechte positie om werk en artiesten te ontdekken. Het is niet evident om een wereldster als Joyce DiDonato te strikken voor een concert, nemen we aan. Vervoordt: Joyce is een vriendin, we kennen haar zeer goed en volgen haar al heel lang. Daarom had ze niet veel nodig om warm te lopen voor het gala in de opera in Antwerpen. Veel artiesten waar we een nauwe band mee hebben zijn dan ook bereid zich aan wel heel speciale voorwaarden mee in

te zetten voor een benefiet-gala als dit. Ze weten immers dat alle inspanningen die iedereen hier op welke wijze ook voor levert, naar één doel gaan: de kunst. We maken er ook voor hen een onvergetelijke avond van. Ook nu weer, het is veel meer dan alleen maar een wonderlijk mooi concert in het historische kader van het Antwerpse operagebouw. Om de avond nog luisterrijker te maken, vergasten we het publiek op meer topklasse entertainment. We brainstormen volop met Walter Van Beirendonck over het tweede luik, dat zich zal afspelen in het unieke kader van de feestzaal van het Koninklijk Atheneum, vlakbij de opera. Ook een monument, want de school werd in 1807 opgericht door Napoleon en is de eerste overheidsschool van het land. Vorig jaar is de in 2003 door een brand verwoeste feestzaal uit de as herrezen en AthenA gedoopt. De sporen van het drama zijn op magnifieke wijze geïncorporeerd in het nieuwe, bijzondere renovatieconcept. En natuurlijk draagt ‘München’, het werk dat Luc Tuymans schonk, hier toe bij. Echt een decor voor een bad in artistieke genoegens op heel hoog niveau. En dat wordt het beslist. Er is ook al heel wat belangstelling tot buiten de landsgrenzen. Of het nu om het bouwen van een expositie gaat of om initiatieven van Inspiratum waar u voorzitter van bent, u houdt de organisatie stevig in de hand. Is het curatorschap zeg maar, iets waarin u zich artistiek uitleeft? Vervoordt: Er zit duidelijk een lijn in die mij professioneel en persoonlijk bezighoudt, ik heb altijd getracht harmonie te scheppen en anderen die ook te laten ervaren. Dat was zo als het om antiquiteiten ging, maar net zo goed met hedendaagse kunst, waar we nu in Antwerpen en Hong Kong op focussen. Ik wil mensen anders laten kijken, ook vaak naar gewone dingen, en er de schoonheid van laten zien. Dat samenstellen, combineren, in dialoog laten gaan, daar zit mijn creativiteit. Die zeldzame combinatie van handelsgeest en kunstenaarsziel deelt u met Mariano Fortuny (18711949), Venetiaans nijveraar in stoffen en groot artiest. Bovendien de enige kunstenaar die in Proust zijn Du côté de chez Swann bij naam genoemd wordt. Moeten we daar de reden zoeken waarom u in zijn Venetiaanse Palazzo reeds meerdere tentoonstellingen organiseerde? Vervoordt: Wel, ik voel me zeer verwant met Fortuny. Hij was beroemd om zijn fantastische stoffen, maar hij schilderde en fotografeerde ook. Overigens maakte hij decorontwerpen voor Wagners opera’s. Hoe dan ook, hij liet dingen gebeuren. En net omwille van onze zielsverwantschap, die ook het stadsbestuur in Venetië vermoedde, kreeg ik de opportuniteit om op die prachtige, inspirerende locatie te werken. Om aan het bestaande interieur nieuwe elementen toe te voegen, kunstwerken van nu maar die er toch al een eeuw lijken te hangen. Dat onderlijnt de tijdloosheid waar ik het over had. Het universele van kunst die in alle artistieke vrijheid gemaakt werd en zich niet plooit naar de tijdsgeest. En daar draait mecenaat om: het scheppen van omstandigheden - reëel en emotioneel - waarin een kunstenaar de vrijheid kent om te creëren. En die rol moeten kunstminnende mensen vandaag eens te meer opnemen.

41


Trend: beslis actief waar uw erfenis naartoe gaat In tijden dat zekerheden op de helling komen te staan en iedereen zijn eigen idee lijkt te vormen over een gezonde begroting, krijgen we meer en meer oren naar manieren om doelgericht te investeren. En de return on investment hoeft zich niet altijd in harde valuta uit te drukken. Een verrijking van het culturele landschap past stilaan beter in ons persoonlijke winstmodel, dan een donatie aan de staatskas. De mogelijkheid om via fiscaal aftrekbare giften zelf te beslissen waar ons geld naartoe gaat, wint aan interesse. Wat we zelf regelen, regelen we beter.

“Toen ik alleen kwam te staan, was ik eerst heel verdrietig. Na een tijdje ging ik beseffen dat twee dingen mijn leven zeer waardevol maakten: de vriendschap en de kunst. Dus nam ik in mijn testament een duolegaat op: voor een goede vriendin, met wie ik vaak naar concerten ging, en voor een cultuurhuis - dat ook alle fiscale en andere kosten voor haar erfenis zal betalen. Zo kan ik na mijn leven ‘iets teruggeven’ aan een persoon en aan een vzw die veel voor mij betekenen.” — citaat van mecenas — 42


Uit de taboesfeer

goede doelen een legaat nalaten, of beide: het ene sluit het andere natuurlijk niet uit, en kan zelfs een win-winsituatie opleveren voor zowel erfgenaam als goed doel. Ook voor erfenissen aan broers en zussen, en in bepaalde gevallen aan wettelijke erfgenamen die maar recht hebben op een voorbehouden deel, maar zeker in het geval van een testament ten voordele van een door de erflater aangewezen erfgena(a) m(en), kan het ook voor deze laatste(n) interessant zijn als daarin een legaat is voorzien voor een goed doel, via een zogeheten duolegaat.

Ook de mogelijkheid om een goed doel op te nemen in je testament, blijkt aan te slaan. Onnodig te zeggen dat in een tijd van overheidsbesparingen, waarin geen enkel goed doel of culturele instelling bestaanszekerheid heeft, giften en legaten voor vzw’s natuurlijk een godsgeschenk zijn. Bovendien dringt in brede kringen het besef door dat geven gelukkig maakt. We willen belangeloos geven, een wens die blijkens de cijfers ook geldt voor wat er na ons leven met onze bezittingen gebeurt. De trend is gezet, de cijfers bewijzen het: steeds meer mensen nemen goede doelen op in hun testament. Geven is beter dan betalen Het gevoel iets positiefs te doen voor de samenleving of voor een specifiek doel, is daartoe de eerste motivatie. Vrijgevigheid brengt immers geluk – zowel aan de gever als aan de ontvanger. Een tweede reden om een legaat voor een goed doel te voorzien, is zeker ook de wens om aan te geven waaraan we onze nagelaten middelen graag zouden besteed zien. Een alleenstaande zonder rechtstreekse familie die geen testament opmaakt, laat de staat beslissen wat er zal gebeuren met zijn of haar vermogen. Met het risico dat het wordt gebruikt voor iets waar hij of zij niet 100% achter staat… Dat kan beter. Zelf beslissen

Voorbeeld: Erfgenaam naam zonder familieband moet 45 % successierechten betalen op een erfenis tot 75.000 €. Als iemand zonder familie 25.000 € nalaat aan zijn beste vriend(in), houdt die dus 13.750 € over. Had hij zijn vriend(in) 15.000 € nagelaten en de overige 10.000 € aan een goed doel, dan hoefde de vriend(in) geen successierechten te betalen. Het goede doel betaalt dan immers 45 % erfenisrechten op de 15.000 € van de vriend(in) = 6750 €, en 8,5 % rechten op de zelf gekregen 10.000 €= 850 €. Het goede doel betaalt dus 7.600 € belastingen en houdt 2.400 € over. Zowel de vriend(in) als het goede doel zijn dus beter af. Lijkt het u wel wat? Dan kan u verder advies inwinnen bij een notaris. Een eerste consultatie is gewoonlijk gratis. Onnodig te zeggen dat Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen ook in aanmerking komen voor deze regeling.

Met een testament kan ieder van ons een persoon of personen aanduiden als erfgena(a)m(en), of een of meerdere

Geven bij leven!

Ga voor het echte werk

Waarom wachten om te beslissen waar uw geld het beste besteed wordt? Zet nu al uw gift om in kunst en cultuur! Toon uw betrokkenheid bij Opera en Ballet Vlaanderen, en steun ons. Hoe? Giften mogen gestort worden op de giftenrekening: IBAN: BE 38 3751 1172 3972 BIC: BBRUBEBB, hetzij met als mededeling ‘Opera en ballet’. Belastingvoordeel Elke gift vanaf € 40 is fiscaal aftrekbaar. U ontvangt een fiscaal attest, op naam van de houder van de rekening vanwaar de bijdrage werd gestort, in het eerste kwartaal volgend op het jaar van de overschrijving van uw gift.

43


Otello

Corinne Winters als Mimi in La Bohème Š ENO / Tristram Kenton


Giuseppe Verdi

Otello Antwerpen vanaf 12 feb Gent vanaf 5 mrt

“Het tijdperk van de hands-off diva is voorbij: mensen willen je leren kennen” Corinne Winters

Vorig seizoen zette de Amerikaanse sopraan Corinne Winters een uiterst krachtige Donna Anna neer in de Guy Joosten-productie Don Giovanni. De pers roemde haar donker timbre en haar volmaakte stemtechniek en was daarnaast ook lyrisch over haar fenomenale acteerprestatie. Dit seizoen maakt Corinne Winters in Opera Vlaanderen haar roldebuut als Desdemona in Verdi’s Otello, een splinternieuwe productie onder leiding van Alexander Joel in een regie van Michael Thalheimer. Opera Vlaanderen zocht Corinne Winters op en werd gecharmeerd door een boeiende, beloftevolle en van leven bruisende persoonlijkheid.

45


Corinne Winters Je werd geboren in Frederick, een klein stadje in de Amerikaanse staat Maryland. Hoe kwam je in aanraking met opera?

uitdaging om erachter te komen wat mij speciaal maakt. Pas als je dat weet, kan je het repertoire uitkiezen dat het beste bij jou past.

Muziek is altijd zeer belangrijk geweest voor mij: ik kon zingen vooraleer ik kon spreken. Mijn vader is een amateurmuzikant die zichzelf gitaar en piano leerde spelen en is actief in meerdere rockbandjes. Hij leerde me harmoniseren. Maar niet op de klassieke wijze: we luisterden samen naar The Beatles en ik moest dan Paul zingen, terwijl hij John zong. Toch ben ik pas aan het einde van mijn middelbare school effectief zanglessen beginnen volgen. Pas toen mijn leraar me vertelde dat ik een stem had die zeer geschikt was voor opera, ben ik de operawereld beginnen te ontdekken. Hij spoorde me aan om audities te doen en zo belandde ik op een conservatorium. Hoe meer ik te weten kwam over opera, hoe meer het genre me fascineerde. Opera bleek toegankelijk te zijn voor gewone mensen zoals jij en ik. Het zijn de emoties die we zelf beleven, liefde, haat en jaloezie, waar het in de opera om draait. Dit te ontdekken was een hele verrassing voor iemand die is opgegroeid met de klassieke vooroordelen tegenover opera!

Hoe ga je te werk bij het aanleren van een nieuwe operapartij?

Heb je veel hindernissen moeten overwinnen vooraleer je carrière als sopraan uit de startblokken schoot? Ik heb een erg moeilijke periode gehad toen ik begon te studeren aan het conservatorium. Ik ben destijds gestart als mezzosopraan, maar voelde me niet helemaal thuis in de rollen die ik als mezzo moest zingen. Gaandeweg werd het echter duidelijk dat ik een sopraan was. Het repertoire van dit stemtype paste veel beter bij mijn karakter en vanaf dat moment besloot ik er echt voor te gaan. Een sopraan zijn is echter niet gemakkelijk: de concurrentie is ontzettend hard. In Amerika focussen de zangopleidingen bovendien op het aanleren van een solide en homogene zangtechniek, en niet op het ontwikkelen van een eigen identiteit, zoals dat in Europa meer het geval is. Het was voor mij dus echt een

Ik verdiep me eerst en vooral in de verhaalstof en bekijk het werk vanuit alle mogelijke hoeken. Zo probeer ik de partij te verinnerlijken. Belangrijk is dat ik vanbinnen brand voor het personage dat ik vertolk, meestal een tragische heldin, die het publiek in tranen moet kunnen laten uitbarsten. Bij het aanleren van een partij win ik daarnaast vaak advies in van vroegere leraars. Diana Soviero, en sopraan die veel in de Metropolitan Opera te New York heeft gezongen, herinnert er me bijvoorbeeld telkens weer aan dat ik moet beginnen met techniek, omdat een goede techniek zelfvertrouwen met zich mee brengt en zelfvertrouwen op zijn beurt een voorwaarde is om een geloofwaardig en waarachtig personage te kunnen neerzetten. Ik geef haar daarin volledig gelijk, want ik merk dat ik als actrice gaandeweg steeds beter wordt. Het krijgen van meer zelfvertrouwen heeft me als het ware theatraal bevrijd. Verschilt de Amerikaanse operascène veel van de Europese operascène? Amerikaanse kunst wordt exclusief gefinancierd door sponsors en private donoren. Deze zijn ongelofelijk gul en we zijn blij hen te hebben. Er is echter ook een keerzijde aan de medaille: aangezien de operawereld volledig afhankelijk is van hun giften, kan men minder artistieke risico’s nemen. In Europa worden de operahuizen voor het grootste deel via staatssubsidies gefinancierd, wat hen onafhankelijker maakt. Europese producties zijn bijgevolg gewaagder, scherper en prikkelender. Dat is ook meteen de reden waarom regietheater in Europa meer ingang vindt dan in Amerika.

Corinne Winters als Donna Anna in Don Giovanni, Opera Vlaanderen 2015, © Annemie Augustijns

46


Otello Als men jouw naam intikt op Google, komt men op een prachtige webpagina terecht, met links naar Facebook, Twitter en zowaar een persoonlijke blog. Vanwaar die aanpak? Het tijdperk van de hands-off diva is voorbij: mensen willen van je horen en je vooral ook leren kennen. Daarnaast hunker ik evenveel naar contact met hen als zij naar contact met mij. Ik wil graag weten wat de mensen ervaren als ze mij horen zingen, wat werkt en wat niet en of ik eventueel iets kan verbeteren. Een dialoog opstarten met je publiek is op termijn de enige manier om als uitvoerder te blijven groeien. Mijn blog, dat is een ander verhaal. Ik schrijf al van toen ik kind was, won daarmee zelfs heel wat prijzen en plan in de toekomst heuse boeken te schrijven. Op mijn blog (The Artisan Traveler) geef ik vooral tips over hoe kunstenaars en andere mensen die veel moeten reizen (wat vaak ontwortelend werkt) zich zowel lichamelijk als geestelijk goed kunnen blijven voelen. Gebalanceerde maaltijden, een regelmatig slaappatroon, oefeningen, het creëren van routine, in verbinding blijven met familie en vrienden en vooral in het moment kunnen leven en daarvan genieten zijn uiterst belangrijk. Weet je, ik heb twee kanten. Een kant die graag zingt en op het podium staat en een kant die wil thuisblijven en tv kijken. Die laatste laat ik af en toe in mijn blog eens aan bod komen...

Recent nam je samen met de pianist Steven Blier een cd op met Spaanse liederen en in 2014 zong je een rol in de Amerikaanse creatie van Dr. Sun Yat-sen, een opera in het Mandarijns. Hoe krijg je al deze talen onder de knie? Oefenen, oefenen en nog eens oefenen! Voor de cd met Steven Blier moest ik vier verschillende Spaanse dialecten leren. Via intensieve Skype-coaching door mensen uit de desbetreffende Spaanse regio’s is dat na hard werken uiteindelijk gelukt. Maar het was de moeite waard: deze quasi onontdekte liederen pasten uitstekend bij mijn stem én bij mijn karakter. Na Spaans en Italiaans, ben ik nu ook Frans aan het leren. Russisch is waarschijnlijk de volgende taal in de rij. Ik hou ongelofelijk van Russische literatuur en Russische muziek. Op een dag wil ik die taal dus machtig zijn! Wat betekent het voor jou om Desdemona te zingen in Opera Vlaanderen? Tijdens Don Giovanni heb ik Opera Vlaanderen leren kennen als een huis dat uitdagende producties maakt met veel jonge mensen en dat is fantastisch! Desdemona kunnen zingen is trouwens een droom van me die uitkomt... Alles wat Verdi en Puccini geschreven hebben, vind ik trouwens geniaal. Daarnaast vind ik het ook leuk om weer in België te zijn. Ik ben erg in mode geïnteresseerd en probeer waar ik kom mode-ontwerpers te ondersteunen. In Antwerpen ben je daarvoor natuurlijk aan het goede adres. Mien Bogaert

Otello kort Verdi’s Otello is niet alleen het verhaal over een jaloerse geliefde die tot wanhoop wordt gedreven, maar vooral het drama van een exitentieel ontredderd persoon. Van een held die zich in een hem vijandige omgeving heeft opgewerkt tot de hoogste posities, maar nu door diezelfde omgeving wordt genekt. De karakterisering van Otello’s tegenstander, Iago, als een discipel van het geloof in het niets, maakt van deze opera misschien niet de meest bloederige, maar zeker de meest duistere en vernietigende. Otello is geen Shakespeare op muziek, maar een eigenzinnig Veridaans operadrama dat de afgronden van de menselijke existentie aan ons blootlegt. Voor deze nieuwe productie van Otello keert de Duitse regisseur Michael Thalheimer terug naar Opera Vlaanderen. Na zijn erg gewaardeerde regie van La Forza del Destino bij Opera Vlaanderen zal hij nu binnendringen in het hoofd van Otello, in een aanpak die duisterder dan ooit belooft te zijn.

© Kristin Hoebermann

47


Giuseppe Verdi

Breekt Otello uit de beperking van de zwart/wit - vraag?

Hoe zal Otello er straks uit zien? Sinds er een hele polemiek ontstond nadat vorige zomer de Metropolitan Opera in New York plechtig beloofde nooit nog een Otello onder een laag zwarte make-up op te voeren, hangt de vraag voortaan boven elke uitvoering van de gelijknamige Verdi-opera. Daar zal vermoedelijk ook de opvoering bij Opera Vlaanderen niet aan ontkomen. Tijd dus om er diep over na te denken. We zetten alvast twee interessante, verschillende benaderingen naast mekaar.

48


Otello

49


Otello

Handen af van Otello Sebastien Valkenberg, Nederlands filosoof, columnist, publicist. Otello wordt vandaag bijna onvermijdelijk teruggebracht tot een rassenkwestie. Het is te danken, herstel: te wijten, aan The Metropolitan Opera in New York. Afgelopen zomer werd bekend dat het operahuis voor het eerst in 124 jaar met een ‘afgeschminkte’ titelheld werkt. Otello is een Moor, maar de vertolker van de hoofdrol was blank. Voorheen losten visagisten dat op, maar die optie is inmiddels onacceptabel in het hedendaagse Amerika. Zelf schrijft de ‘Met’ in een toelichting: “We kwamen onlangs tot het inzicht dat het verstandig zou zijn in deze productie geen donkere make-up te gebruiken. Het is een gevoelig onderwerp.” De maatregel oogt, zeker op het eerste gezicht, misschien sympathiek. Te meer omdat het een deel van de bevolking betreft dat toch al het gevoel heeft slachtoffer te zijn van wijdverbreid racisme. Dat verklaart ook dit soort berichten na de bekendmaking van het Met-besluit: “De beslissing om ermee te stoppen lijkt ons een no-brainer,” aldus een Amerikaanse krant. De politiek correcte Otello, oftewel policor-Otello, als antwoord op spanningen in de samenleving. Op deze manier verschijnt het antiracisme als een emancipatiebeweging, begaan met het lot van minderheden. Dat lot zou verbeteren als er een einde komt aan ouderwetse stereotyperingen en tradities. Opdoeken dus of op zijn minst aanpassen, zodat ze aan de normen van de eenentwintigste eeuw voldoen. Deze voorstelling van zaken – veel dingen die gisteren doodgewoon waren, kunnen vandaag echt niet meer – is te lichtzinnig. Op deze manier blijven de twijfelachtige methodes buiten beeld, die nodig zijn om een versie van de werkelijkheid te creëren die wél verteerbaar is voor iedereen. Otello is slechts het meeste recente voorbeeld in een reeks van gekuist cultuurgoed. Eerder lag De goddelijke komedie van Dante onder vuur. Racistisch, homofoob, antiislamitisch en antisemitisch, vond Gherush 92 een tijdje terug. Dit comité voor mensenrechten (eigen typering) heeft zitting in verschillende internationale gremia en adviseert de Verenigde Naties. Vooral dit laatste maakt het Gherushvoorstel om het boek van scholen en universiteiten te verwijderen, verontrustend. Het zal best dat het boek niet verlicht genoeg is. Wat wil je? De middeleeuwen waren amper achter de rug toen Dante het schreef en dat laat zijn sporen na. De goddelijke komedie stelt de islam voor als ketters en joden als gierig. Homoseksuelen gaan naar de hel wegens onnatuurlijk gedrag. Dat is natuurlijk prijsschieten voor wie zich graag progressief noemt. Alarmsystemen staan tegenwoordig zo scherp afgesteld dat ze afgaan bij alles wat maar zweemt naar discriminatie. Het zou wat zijn. Kunst die zich voegt naar de wetten van fatsoen en de nette mores. Was het niet ooit de bedoeling dat kunstwerken juist tegendraads en ongemakkelijk moeten zijn? Ze horen te schuren, heet het dan, geloof ik. Maar niet fulltime, blijkt nu. Denk overigens niet dat policor-behandelingen enkel in het verre buitenland worden voorgeschreven. De Nederlandse negentiende-eeuwse schilder Nicolaas van der Waay bijvoorbeeld, zit ook in het beklaagdenbankje. Van der Waay maakte onder meer het zijpaneel van de gouden koets. Het schúldige zijpaneel, want er staan halfnaakte Afrikaanse en Indonesische mannen op die zich onderwerpen aan het

50

Koninklijk Huis. Vooral de begeleidende tekst ‘Hulde der Koloniën’ ligt het Landelijk Platform Slavernijverleden al jaren zwaar op de maag. Het dringende verzoek van het Platform: bedenk een nieuwe schildering. Dat vooruitzicht schrikt om meerdere redenen af. Alleen al de hoeveelheid werk die er nodig is om alle oeuvres te ontdoen van foute onderdelen, beneemt je de adem. En als deze operatie eenmaal achter de rug is, begint er een nieuwe ronde van opsporen en retoucheren. Morele codes verschuiven immers voortdurend, en dat leidt ertoe dat er steeds weer personages zijn die uit de pas lopen of uitdrukkingen worden gebruikt die achterhaald zijn. Dit is slechts een logistieke moeilijkheid. Pas echt veront­ rustend is dat grote en minder grote kunstenaars met terugwerkende kracht worden gecensureerd. Toegespitst op het voorbeeld van Otello: laten we er lak aan hebben dat hij een Noord-Afrikaanse prins/soldaat is, omdat dit ons niet uitkomt. Hem niet schminken weegt kennelijk zwaarder dan een voorstelling maken die de bedoelingen van zijn schepper eerbiedigt. Het wordt aanmatigend als je bedenkt wie die schepper is: William Shakespeare. Otello bestond weliswaar al langer, maar Shakespeare heeft het personage groot gemaakt met zijn gelijknamige toneelstuk en de grondstof geleverd voor de opera. Maar nu moet de klassieker dus buigen voor activisten die hem langs de meetlat van de progressieve zeden leggen. Verontrustend. Deze werkwijze, ik kan niet anders zeggen, doet denken aan de manipulaties van dictators. Ook zij kneedden het verleden tot dit zich voegde naar hun politieke agenda. Dat er een gefilterde versie van de geschiedenis overblijft, is bijzaak. Mooie idealen mogen wat kosten. Wat de hedendaagse discriminatiebestrijders doen, is memory holes creëren. Deze ‘geheugengaten’ komen uit hét boek over totalitarisme, 1984, en bevinden zich in het ministerie van Waarheid. Hier worden krantenartikelen voortdurend herschreven en zoek gemaakt om politieke doeleinden. Zou historicus Jacques Presser dan toch gelijk krijgen? “Als het fascisme ooit weer opduikt, zal het dat doen onder de naam antifascisme,” schreef hij enkele decennia terug. Lange tijd dacht ik over zijn uitspraak: “Prikkelend aforisme, maar ook een tikkeltje overdreven”. Maar zie. In hun kruistocht tegen onrecht maken hedendaagse bestrijders van discriminatie gebruik van methoden die worden geassocieerd met totalitaire regimes. Voor dit soort geschiedvervalsing zou een liberale samen­ leving moeten terugdeinzen. Helaas dreigen de woorden van Presser van een aforisme te veranderen in een profetie. Hij voorzag decennia terug al haarscherp hoe er vandaag wordt gesold met Otello.


Giuseppe Verdi

Verdi’s Otello zal altijd zwart zijn Luc Joosten, hoofddramaturg Opera Vlaanderen De vraag of je een witte of zwarte Otello zal opvoeren, is op zich al een eenzijdig perspectief. Het is relevanter om je af te vragen of Otello van Verdi daar vandaag nog over moet gaan. Het is geen case study rond racisme, zeker niet in de lezing van onze regisseur Michael Thalheimer. Een samenleving die ambieert zich van die problematiek te emanciperen, moet daar aan kunnen voorbijgaan. Het feit dat er in Amerika zo een rel rond wordt gemaakt, duidt aan dat het probleem er heel levend is. Hier bij ons is het zwart/blankvraagstuk in het licht van de actualiteit niet onze grootste bekommernis. Dus, ik onderschrijf de mening van Sebastien Valkenberg niet. Ik kan me ook niet vinden in zijn heiligverklaring van Shakespeare als de grootste schrijver aller tijden waar de opera zich maar moet naar richten. Ik lees tussen de regels 100% geloof in een cultureel elitarisme dat door Shakespeare vertegenwoordigd wordt. Zo onaantastbaar was hij ook niet. Voltaire bijvoorbeeld, moest niets van hem hebben. Het is bovendien een misverstand dat men in de opera te maken krijgt met de Othello van Shakespeare. In Verdi’s opera vinden we slechts in beperkte mate Shakespeares inbreng terug. Pakweg 1350 van de 3500 verzen uit het gelijknamige stuk haalden het libretto. Een verhouding die vandaag vergelijkbaar is met een filmbewerking van een roman bijvoorbeeld. Een opera vergt een fundamentele bewerking van de theaterstof, de naam Shakespeare werd er vooral aan gekoppeld als een culturele marketing-tool om het werk aan de man te brengen. Men moet ook weten dat, ten tijde van Verdi, Shakespeare heel anders opgevoerd en begrepen werd in Italië dan in Engeland. Verdi maakte voor het eerst kennis met het werk van Shakespeare in een Italiaanse prozavertaling van de theaterstukken. Een beetje het boek van de film, zeg maar. Maar Verdi had wel meteen een fascinatie voor de duistere romantiek van Shakespeare. De theaterstukken waren met hun losse regie, de spanning in de thematiek en vooral de manier van vertellen echt avant-garde voor die tijd. Het fundament van Shakespeares grootheid en zijn hele universum is echter de taal. De onderwerpen had hij ook uit andere bronnen opgepikt en opnieuw verteld. Maar het was zijn taal die de verhalen over de eeuwen heen wist te dragen. Maar die taal, het beste element, is nu net niet in het libretto terug te vinden op, de vermelding van het ‘groenogige monster’ na. In Verdi’s Otello komt ook de diabolische figuur van Jago veel meer op de voorgrond. Hij heeft er zelfs over gedacht om de opera Jago te noemen, ook omdat hij geen titel wou delen met Rossini natuurlijk. Toch gaat het vooral over de jaloezie van een kwetsbaar persoon. En die kwetsbaarheid kan ook in iets anders schuilen dan in het door zijn huidskleur niet thuishoren in zijn omgeving. Otello is een man met een zwakke plek, een wonde waar Jago handig zout in strooit. Je kan die kwetsbaarheid uiteraard wel raciaal duiden. Verdi deed dat. In de 19de eeuw werd ‘zwart zijn’ ook anders bekeken dan vandaag. De blanke burger had werkelijk een racistische fascinatie voor het exotische. Zwart stond symbool voor spontane energie, een soort oer-

wildheid en dat sprak de in beschaving gevangen blanke burger erg aan. In het exotisme zochten ze bevestiging van hun eigen culturele verworvenheden die volgens hen bij de ander ontbraken. Misschien moeten we de vraagstelling rond het zwart schminken omkeren en ons afvragen waarom we een Aziaat niet wit schminken. Concreet: wanneer bij de opvoering van Armida in de Metropolitan Opera een zwarte zanger Rinaldo zong, waarom koos men er dan niet voor om hem wit te schminken? Otello draait niet om zwart of wit; naargelang de lezing van de opera moeten beiden kunnen. Je moet alleen heel goed weten waar je mee bezig bent en waarom je wat doet. Waarom maak je die of die keuze. Was het de Metropolitan echt om betrokkenheid bij de problematiek te doen, of kozen zij de polemiek als marketing-tool? Waar halen wij het recht om te bepalen hoe er in de opera naar de zwarte moet gekeken worden? Andere vraag: waarom zijn er zo weinig zwarte zangers in de opera, terwijl er wel veel Aziaten een zangcarrière hebben? De zwarte operazanger heeft een heel dubbelzinnige geschiedenis. Enerzijds werd hij actief geweerd van de opera-bühne, anderzijds kon hij zeer geslaagd zijn als concertzanger, maar dan opgevoerd als een soort curiosum. We moeten durven zeggen dat de canon van de kunst er één is beheerst door ‘great white men’, alle acties van de guerrilla girls en inspanningen van New Musicology ten spijt. En in het betoog van Valkenberg hoor ik een pleidooi voor het behoud daarvan, terwijl ik niet weet dat dat wel wenselijk en realistisch is. Een beter argument vind ik te stellen dat men binnen de theatercontext alles mag. Je mag binnen het afgelijnde bühne-beeld met je moeder slapen en je vader vermoorden zonder dat er politie aan te pas komt. Verdi’s Otello zal altijd zwart zijn, want dat zit hem niet in de huidskleur van de protagonist, maar in het hermetisch zwart dat het libretto kleurt. Er zit quasi geen licht in het libretto. Het verhaal begint dan ook heel symbolisch bij nacht. In de partituur idem dito, ze is zo claustrofobisch samengesteld dat je er niet in kan knippen. De personages zitten in een trechter en glijden onafwendbaar richting afgrond. Naar het zwarte gat dat hen zal opslokken. Alles gaat kapot op het einde. En dat claustrofobische vind je ook terug in de vormgeving van Michael Thalheimer. De opera speelt zich werkelijk af in de beslotenheid van de psychoruimte. Alles ontstaat en gaat fout in het hoofd van Otello. Deze benadering laat zien hoe los onze band met de realiteit is en hoe snel we er elke voeling mee kunnen kwijtraken. Zo werkt het wellicht ook bij gezinsdrama’s, iemand gaat in tunnelvisie en diens paranoia hanteert een eigen logica die alleen maar destructief is. Het dubbelzinnige hierbij is dat in zo’n geval het onderbewuste, waar het gezond aanvoelen schuilt, wordt uitgeschakeld. De persoon in kwestie rekent nog louter op een vreemdsoortige rationaliteit, die de kortste weg naar de voltrekking van de slechte afloop kiest. Paradoxaal genoeg is het irrationaliteit die het hele proces in gang zet. Om het met Büchner te zeggen: “Was ist das, was in uns lügt, mordet, stiehlt?” - (uit Brief an die Braut. Gießen, 10. März 1834. Fatalismus-Brief). Wel ‘dat’ is de zwarte plek op de ziel.

51


Otello

Het Othellosyndroom Wanneer het groene monster je gezond verstand opvreet

In milde vorm mag jaloersheid soms gezond genoemd worden. Enige afgunst op het succes van anderen, bijvoorbeeld, kan onze ambitie aanscherpen en de perceptie van de eigen partner als begeerlijk voor anderen kan een relatie nieuw leven inblazen. Wanneer de jaloersheid echter geen externe voeding meer nodig heeft om exuberante vormen aan te nemen, dan is het spreekwoordelijke groene monster aan de slag. Terwijl Elektra-complexen en vlagen van Bovarisme eerder vrouwelijke pathologieën zijn, woedt het Othello-syndroom acht op de tien keer onder een mannelijke hersenpan. Sigmund Freud, die zich eind 19de eeuw toelegde op het Oedipuscomplex, liet in de marge van zijn geschriften al verstaan dat ‘jaloersheidswaan’ een hoofdstuk apart is. Hij was het die de term ‘Othello-syndroom’ lanceerde, naar de tragedie van Shakespeare uit 1604. Helaas is irrationele jaloersheid geen oud zeer, maar een waanstoornis van alle tijden.

Picture this: een knappe man wordt eigenaar van een leuk klein hotel in het zuiden van Frankrijk. Hij trouwt met een bloedmooie vrouw en ze worden ook business partners. Tot daar een stationsroman, te mooi om waar te zijn. Ondanks alle ingrediënten voor een paradijselijk leven wordt de man echter meer en meer prikkelbaar en gespannen. Hij neemt slaapmiddelen en krijgt waanvoorstellingen waardoor hij zijn vrouw begint te verdenken van ontrouw. Hoe ze hem ook probeert gerust te stellen en hem haar liefde betuigt, elke blik, elke stap is er één dichter bij de bevestiging van zijn achterdocht. In geen tijd raken ze verstrikt in de nefaste, neerwaartse

52

spiraal van zijn wrede paranoia: de hel. Of beter L’Enfer, meteen ook de titel van de film van Claude Chabrol uit 1996 met een fantastische Emmanuelle Béart en een angstaanjagende François Cluzet in de hoofdrollen. Een tijdloze film die als geen ander de broosheid van relationeel geluk blootlegt. Er liggen geen specifieke frustraties aan de basis van de pathologie van de man, hij heeft geen minderwaardigheidsgevoel of voelt zich niet het slachtoffer van discriminatie. Zijn geest is uit balans en hij raakt in de war met levende waanbeelden tot gevolg. De parallellen met de essentie van het Otello-verhaal in Verdi’s opera zijn ontelbaar. Wat

aangeeft dat Otello’s probleem uni­ verseler is dan wat we gewoonlijk aannemen. Uiteraard helpen een slechte jeugd en onverschillige ouders je niet om je psyche op de rails te houden. Elk trauma kan de lucifer aan de lont zijn om één of andere stoornis te ontwikkelen, maar dat wil niet zeggen dat een zondagskind geen risico loopt. Iets wat zelfs Freud al even doorhad. Een moeilijk geval Prof dr. Myriam Van Moffaert, neuro­ psychiater aan het UZ Gent, verdiepte zich in de materie en zegt daarover: Mensen met ziekelijke jaloezie hebben


Giuseppe Verdi

L'Enfer uit 1994, regie Claude Chabrol met Emmanuelle Béart en François Cluzet

voortdurend het gevoel dat hun partners hen benadelen en dat ze hen niet kunnen vertrouwen. Dat kan uitgroeien tot het Othello-syndroom: de ongegronde jaloersheidswaan. En die komt meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Mannen vallen sneller ten prooi aan jaloezie en ergens is dat logisch. Immers, mannen hebben er belang bij dat hun vrouw trouw is, anders zouden ze wel eens levenslang opgezadeld kunnen worden met de zorg voor andermans genen. Bij sommige mannen is die angst heel sterk overdreven. Ze sluiten hun vrouw zoveel mogelijk op en worden gek van onschuldig contact tussen hun vrouw en een andere man. Als de relatie afspringt, kan zo’n man zich als een stalker ontpoppen. Bij passionele moorden is jaloezie een van de voornaamste drijfveren: ‘Ik had haar liever dood dan in de armen van die andere vent’. Kan je als therapeut die escalatie voorkomen? Heel moeilijk. Sommige ziekelijk jaloerse mensen komen dus in de psychiatrische kliniek terecht of zelfs in de gevangenis na een passioneel misdrijf. De dramatische ontknoping dreigt altijd. De therapeut kan de persoon uitleggen dat een liefdesrelatie geen contract met 100% waarborg is, maar een afspraak die

kan worden opgezegd. Soms dringt dat door, maar heel vaak blijven de jaloerse gevoelens de rationele uitleg van de therapeut overheersen. Mevrouw Otello Jaloersheid kan geen mannelijk privilege zijn. Ook vrouwelijke bezitsdrang valt biologisch te verklaren. Een vrouw heeft er alle belang bij haar man bij zich te houden. Hij moet haar helpen om de kinderen groot te brengen, emotioneel maar ook financieel. Sommige mannen weten goed gedoseerde jaloersheid van hun partner zelfs te appreciëren en zien het als een bewijs van hun belangrijkheid. Vaak is een heel subtiel spel van jaloezie en elkaar de vrijheid laten, de motor die de relatie draaiende houdt. Mannen reageren echter anders op overmatige jaloersheid. Terwijl vrouwen hun partner zullen trachten te overtuigen van hun onschuld en zich opsluiten binnen de relatie, lokt het bij mannen vaak de omgekeerde reactie uit. Een jaloerse vrouw jaagt de man vaak in de armen van iemand anders. Hij ontsnapt daarmee aan de glazen stolp die zijn vrouw over hem

heen heeft gezet. Zijn er dan geen vrouwelijke Othello’s? Natuurlijk wel! Het Britse echtpaar Debbi en Steve Wood, respectievelijk 43 en 31 jaar oud, kwam uitgebreid in het nieuws omdat door de pathologische jaloersheid van vrouwlief een leugendetector vast onderdeel van hun huisraad werd. Telkens Steve zich buiten Debbi’s gezichtsveld beweegt, wacht hem achteraf een ondervraging. “Soms slaat mijn hart op hol van die leugendetector en dan lijkt het alsof ik lieg. Maar ik zweer dat ik haar nooit zal bedriegen” zegt Steve. “Ze is enorm speciaal voor mij, daar zal een beetje jaloezie niets aan veranderen.” Wat je een beetje jaloezie noemt. Ze checkt zijn e-mails, telefoontjes, zakken van zijn kleren en dat meermaals per dag. Door de kinderslotjes op zijn laptop en gsm kan hij niet naar pikante plaatjes gluren. En zelfs de tv blijft grotendeels verboden terrein, want Steve mag niemand anders aantrekkelijk vinden. Uiteindelijk kreeg Debbi van een therapeut te horen dat ze aan het Othello-syndroom leed.

53


Operetteparels

“In zekere zin ben ik verliefd geworden op het genre” Thomas Blondelle

Niewjaarsconcert Operetteparels Gent 1 jan 15:00u Antwerpen 5 jan 20:00u

De Vlaamse tenor Thomas Blondelle presenteert zich met onvergetelijke operette-aria’s op het nieuwjaarsconcert van Opera Vlaanderen. De gewezen laureaat van de Koningin Elisabethwedstrijd (2011) is sinds 2009 verbonden als solist aan de Deutsche Oper in Berlijn waar hij zowel Mozart, Weber, Wagner, Richard Strauss als Pelléas/Pelléas et Mélisande zingt. Naast opera en Lied is operette een rode draad in zijn succesvolle carrière. Dramaturg Piet De Volder sprak hem kort voor de première van een nieuwe productie in Wiesbaden (Hessisches Staatstheater) van Franz Lehárs Der Graf von Luxemburg.

54


Nieuwjaarsconcert

Thomas Blondelle als Edwin in Die Csárdásfürstin in het Staatstheater Braunschweig

U zingt de titelrol in Der Graf von Luxemburg. Ervaart u het als een veeleisende rol? Zeker. Bij operette is er altijd die associatie met luchtigheid, maar je zingt tenslotte met een zwaar bezet orkest; het klinkt vaak als ‘Puccini op zijn Duits’. Alle tenorrollen uit de Duitstalige operette zijn behoorlijk breed en zwaar gedacht en absoluut niet geschreven voor lichte stemmen. Dat merk je telkens weer wanneer je zo’n volledig werk zingt. U hebt al een mooi parcours afgelegd met operette; ik denk aan Wiener Blut in de Weense Volksoper, het operettefestival in Kufstein, verschillende rollen in het Staatstheater van Braunschweig… Ik heb het altijd met veel plezier gedaan. Operette wordt nog te vaak stiefmoederlijk behandeld of op extreme manieren benaderd. Ofwel is het OperettenSeeligkeit met ouderwetse decors en een dito speelstijl, ofwel bekijkt men het genre vanuit het Regietheater waarbij men als toeschouwer vaak de draad kwijtraakt. Mijns inziens ontbreekt een gulden middenweg bij de aanpak van operette. Het echte vertellen en de humor moeten overeind blijven. Maar het is een erg moeilijk genre waarbij je als regisseur behoorlijk wat techniek in de vingers moet hebben. Speciaal het theater van Braunschweig, waar u als solist geëngageerd was van 2006 tot 2009, gaf u regelmatig kansen in het genre. In de Duitse repertoirehuizen en middelgrote theaters is er per seizoen één nieuwe operettetitel en in datzelfde seizoen herneemt men de operette van het vorige seizoen. Doordat er dus twee producties gelijktijdig lopen, heb ik de kans gekregen om verschillende rollen te zingen in de ‘grote drie’ -

Die Fledermaus, Die Csárdásfürstin en Die lustige Witwe - en in Wiener Blut. Was er vroeger al de droom om operette te zingen? In zekere ben ik verliefd geworden op het genre. Ik ben niet de typische lichte Mozarttenor noch een wagneriaanse Heldentenor. Ik heb inzake kleur en speelstijl altijd affiniteit gehad met operette. Als het goed wordt gedaan, dan geeft het je als zanger enorme voldoening omdat de band met het publiek zo direct is. Maar misschien is de vraag naar operette bij mij zoiets als de vraag naar de kip en het ei. Als je graag operette doet en je straalt dat uit, dan komen er sowieso meer aanbiedingen. Vóór Braunschweig had ik nooit operette gedaan; ik had zelfs een aanbieding als Csárdásfürstin eerst geweigerd omdat ik dacht dat je als operettezanger perfect moest kunnen dansen en laat dat nu juist geen kwaliteit van mij zijn! Op het programma van het nieuwjaarsconcert vinden we titels als Der Zigeunerbaron, Gräfin Mariza, Giuditta en Paganini. Zijn deze operettes allemaal vertrouwd terrein voor u? De meeste werken wel. Ik ken dirigent Alexander Joel goed omdat ik met hem heb samengewerkt in Braunschweig. Daarna hebben we elkaar geregeld ontmoet in de Deutsche Oper in Berlijn. In samenspraak met hem en met Aviel Cahn hebben we een programma samengesteld dat fungeert für Kenner und Liebhaber en waarin grote klassiekers naast minder bekende aria’s staan. Het is stilistisch heel coherent. Piet De Volder

55


OUD & NIEUW IN OPERA VLAANDEREN Tradities zijn er om te koesteren, dus zorgen we er nu al voor de 7de keer op rij voor dat u uw oudejaarsavond of nieuwjaarsdag in de opera helemaal compleet kan maken met een aantal extra feestelijke formules.

Opera Antwerpen Oudejaarsavond 31 december La Bohème

Opera Gent Nieuwjaarsdag 1 januari Operetteparels

champagnediner Gustav voor aanvang van de voorstelling ontvangst met champagne en appetizers, na afloop feestelijk keuze-diner in vier gangen

aperitief in de salons

€ 125 per persoon (incl. dranken tot middernacht)

In Gent houden we het licht verteerbaar op 1 januari. Wie wil kan intekenen voor een glaasje champagne met verzorgde hapjes voor het orkest de eerste noot aanheft. € 35 per persoon

diner in Café Imperial na afloop vast driegangenmenu in het stijlvolle Café Impérial in het Paleis op de Meir op wandelafstand van de opera € 85 per persoon (incl. dranken tot middernacht)

voor de volledige menu’s zie www.operaballet.be


Column

Van Keizer Karel tot de Herbergprinses Op zoek naar Vlaamse opera-roots Studiedag Gent 26 nov 14:00u

Vandaag zijn we als operaliefhebber vooral vertrouwd met het Duitse, Franse en Italiaanse repertoire. Wat nieuwe creaties betreft weten we dat er op Vlaamse bodem heel wat talent huist, maar van een Vlaams opera-verleden zijn we ons vaak niet bewust. Ergens gaandeweg werd het uitgewist, of liever overschaduwd. Toch loont het de moeite om de boeiende reis naar het eigen muzikale verleden te maken. En dat kan zelfs als mini-trip: afspraak op 26 november in de opera in Gent. Labo XIX&XX (een onderzoeksgroep van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen), het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek en Opera Vlaanderen organiseren samen een studienamiddag over Vlaamse opera: ‘Van Keizer Karel tot De Herbergprinses: Vlaams muziektheater in binnen- en buitenland’. We vroegen het Adelheid Ceulemans, die samen met Luc Joosten en Jan Dewilde het initiatief nam. Waarom blikken we terug?

Adelheid Ceulemans: Negentiendeen ook vroegtwintigste-eeuwse Vlaamse cultuurproducten, van literatuur over toneel tot opera, werden en worden vaak beschouwd als ondermaats, niet interessant genoeg om te lezen, te beluisteren, uit te voeren of te bestuderen. De Vlaamse cultuur uit die periode zou hopeloos achtergebleven zijn in de Europese ontwikkeling. Met deze studienamiddag willen we aantonen dat het wel degelijk de moeite waard is Vlaams muziektheater te programmeren, uit te voeren en te onderzoeken. De schaamte voorbij, zeg maar. Tot voort kort kleefde er immers een historische smet op de Vlaamse romantiek – ook op romantische operawerken – zo blijkt uit de vele negatieve vooroordelen en laatdunkende clichés. Tijdens deze studienamiddag worden er lezingen gegeven over verschillende aspecten van het Vlaamse operaleven (uit de negentiende en twintigste eeuw) en worden er nieuwe publicaties voorgesteld. Zowel de composities als de libretto’s komen daarbij aan bod. Tijdens een debat buigen verschillende operaspecialisten zich over de vraag waarom het (al dan niet) zinvol is Vlaamse opera vandaag

te programmeren en te bestuderen. Bovendien wordt de allereerste Canon van de Vlaamse muziek (1600-2000) gepresenteerd – een primeur! – evenals de online oeuvrecatalogus van Peter Benoit. Vanzelfsprekend willen we de Vlaamse opera ook weer laten horen: de studienamiddag wordt dan ook besloten met een kort concert. Joris Grouwels (bariton) en Pauline Lebbe (sopraan) brengen, begeleid op de piano door Joshi Hermans, aria’s en duetten uit opera’s van Armand Limnander, Jan Blockx en FrançoisAuguste Gevaert, die nu slechts zelden of nooit te horen zijn.

Wie deze ontdekkingsreis wil meemaken, kan dat. De deelname aan de studienamiddag is gratis, maar aanmelden is noodzakelijk via studiedag@svm.be.

57


BRILLIANT SUPPORT FOR BRILLIANT DANCERS WWW.BRC-RELOCATION.COM


Uw uitgaven voor Ballet Vlaanderen in een oogopslag. 19:20

58%

1 ticket Notenkraker

drankjes 12EUR

18EUR

Ontdek KBC-Touch ! Daarmee is online bankieren enJAN FEB verzekeren een fluitje van een cent.

vervoer 30EUR

MAA

APR

MEI

JUN

JUL

AUG

SEP

OKT

NOV

DEC

kbc.be/touch Privacy gegarandeerd. Uitgaven en inkomsten zijn alleen zichtbaar voor de titularis, niet voor bankmedewerkers en derden. Dit diagram stelt een fictief huishoudbudget voor en werd door KBC verzonnen. Uiteraard blijven alle huishoudbudgetten strikt vertrouwelijk.

KBC-Touch


Agenda do 19 nov 19:30u

Armida

opera

Opera Gent

za 21 nov

Zaterdagrondleiding Gent

plus

Opera Gent

15:00u

zo 22 nov

15:00u

Armida

opera

Opera Gent

wo 25 nov

19:30u

Armida

opera

Opera Gent

do 26 nov

12:30u

Middagconcert - Armida abbandonata

concert

14:00u

Studiedag Vlaamse opera

plus

Opera Gent

vr 27 nov

12:30u

Middagconcert - Armida abbandonata

concert

Opera Gent

19:30u

Armida

opera

za 28 nov

20:00u

Nederlands Dans Theater

plus deSingel

Opera Antwerpen

Opera Gent deSingel Antwerpen

zo 29 nov

15:00u

Armida

opera

Opera Gent

di 01 dec

19:30u

Armida

opera

Opera Gent

vr 04 dec

19:30u

Armida

opera

Opera Gent

za 05 dec

20:00u

Benefietconcert MusicFund

plus

Opera Gent

za 12 dec

14:00u

De ondeugende cupido

explorer

15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

plus

Opera Antwerpen

20:00u

Cinema Zuid Antwerpen

Opera Gent

Film: La vie de Bohème

plus

zo 13 dec 20:00u

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

di 15 dec

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

20:00u

do 17 dec

12:30u

Middagconcert - Scènes de la vie de Bohème

concert

Opera Antwerpen

20:00u

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

vr 18 dec

20:00u

Babel

explorer

HETPALEIS Antwerpen

za 19 dec

15:00u

Babel

explorer

HETPALEIS Antwerpen

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

plus

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent Opera Antwerpen

zo 20 dec

15:00u

La Bohème

opera

15:00u

Babel

explorer

HETPALEIS Antwerpen HETPALEIS Antwerpen

di 22 dec

15:00u

Babel

explorer

20:00u

La Bohème

opera

wo 23 dec

15:00u

Babel

explorer

Opera Antwerpen

Opera Antwerpen HETPALEIS Antwerpen

za 26 dec

20:00u

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

zo 27 dec

15:00u

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

15:00u

Babel

explorer

HETPALEIS Antwerpen

di 29 dec

15:00u

Babel

explorer

HETPALEIS Antwerpen HETPALEIS Antwerpen

wo 30 dec

15:00u

Babel

explorer

20:00u

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

do 31 dec

19:00u

La Bohème

opera

Opera Antwerpen

vr 01 jan 15:00u

Operetteparels

concert

Opera Gent

za 02 jan

Het grote operabal

plus

Opera Gent

19:00u

zo 03 jan

15:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

HETPALEIS Antwerpen

di 05 jan

13:30u

Babel

explorer - schoolvoorstelling

HETPALEIS Antwerpen

20:00u

Operetteparels

concert

wo 06 jan

15:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

HETPALEIS Antwerpen HETPALEIS Antwerpen

do 07 jan

13:30u

Babel

explorer - schoolvoorstelling

vr 08 jan

12:30u

Middagconcert - Scènes de la vie de Bohème

concert

za 09 jan

11:00u

Romantisch kinderbal (6+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

Opera Gent Opera Antwerpen

14:00u

Operareis (4+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

15:30u

Operareis (4+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

zo 10 jan

11:00u

Romantisch kinderbal (6+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

15:00u

Orpheus, terug naar de oorsprong

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

ma 11 jan

10:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

11:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

14:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

di 12 jan

20:00u

La Bohème

opera

wo 13 jan

10:00u

Grietje de heks (8+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

15:00u

Grietje de heks (8+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

60

Opera Gent


Opera Opera& &Ballet Ballet

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

vr 15 jan

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

za 16 jan

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

zo 17 jan

15:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

di 19 jan

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

wo 20 jan

20:00u

La Bohème

opera

Opera Gent

zo 24 jan

10:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

11:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

15:00u

De Notenkraker

ballet

ma 25 jan

10:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

11:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

di 26 jan

15:00u

De Notenkraker

ballet

wo 27 jan

10:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

15:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

15:00u

De Notenkraker

ballet

20:00u

Bach / Beethoven / Liszt / Bartók

plus deSingel

do 28 jan

19:30u

De Notenkraker

ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

Stadsschouwburg Antwerpen

Stadsschouwburg Antwerpen deSingel Antwerpen Stadsschouwburg Antwerpen

vr 29 jan

10:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

14:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

Opera Gent

19:30u

De Notenkraker

ballet

za 30 jan

15:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

19:30u

De Notenkraker

ballet

zo 31 jan

14:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - Wintersprookjes

15:00u

Babel

explorer - Wintersprookjes

15:00u

De Notenkraker

ballet

Stadsschouwburg Antwerpen Opera Gent Stadsschouwburg Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Stadsschouwburg Antwerpen

15:30u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen

ma 01 feb

10:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - Wintersprookjes

Opera Antwerpen Opera Antwerpen

11:00u

De teerling van Mozart (6+)

explorer - Wintersprookjes

wo 10 feb

19:30u

De Notenkraker

ballet

Opera Gent

do 11 feb

15:00u

De Notenkraker

ballet

Opera Gent

vr 12 feb

10:00u

Rondomcursusdag Otello

plus

19:30u

De Notenkraker

ballet

Opera Gent

20:00u

Otello

opera

Opera Antwerpen Opera Antwerpen

deSingel Antwerpen

za 13 feb

15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

plus

19:30u

De Notenkraker

ballet

20:00u

Damage

plus

Cinema Zuid

Backstage De Notenkraker

plus

Opera Gent

zo 14 feb

15:00u

De Notenkraker

ballet

Opera Gent

15:00u

Otello

opera

Opera Antwerpen

Opera Gent

wo 17 feb

20:00u

Otello

opera

Opera Antwerpen

vr 19 feb

20:00u

Otello

opera

Opera Antwerpen

zo 21 feb

14:00u

Operareis (4+)

explorer

15:00u

Otello

opera

15:30u

Operareis (4+)

explorer

ma 22 feb

10:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen

11:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Antwerpen

di 23 feb

20:00u

Otello

opera

Opera Antwerpen

do 25 feb

12:30u

Middagconcert - Shakespeare Anniversary

concert

Opera Antwerpen

20:00u

Otello

opera

Opera Antwerpen

vr 26 feb

12:30u

Middagconcert - Shakespeare Anniversary

concert

Opera Gent

20:00u

Russisch Meesterschap

concert

Opera Gent

za 27 feb

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

plus

zo 28 feb

15:00u

Russisch Meesterschap

concert

Opera Gent Opera Antwerpen

ma 29 feb

10:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

11:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

61


Link Middagconcert ‘Shakespeare Anniversary’

Opera en film gelinkt aan La Bohème

In 2016 herdenken we de 400ste sterfdag van William Shakespeare. Engelands illustere bard, die helemaal in de focus staat met de nieuwe productie van Otello (Verdi), wordt in dit concert geëerd met prachtige liederen, zoals de cyclus Let Us Garlands Bring van Gerald Finzi. Maar ook Jean Sibelius, E.W. Korngold en Virgil Thomson maken hun opwachting. Bariton Toby Girling - die eerder met veel bijval Winterreise bij ons vertolkte - wordt begeleid aan de piano door Jeanne-Minette Cilliers. Een recital vol ontdekkingen en meesterlijke poëzie! Opera Antwerpen 25 februari 12:30u Opera Gent 26 februari 12:30u

La vie de Bohème Aki Kaurismäki Postmoderne update van Henry Murgers Scènes de la vie de bohème (onsterfelijk gemaakt door Puccini’s opera). Kaurismäki’s film is een droefgeestige komedie over drie gerateerde artiesten: Rodolfo, een verbannen schilder uit Albanië, de Franse dichter Marcel en de Ierse componist Schaunard. Ze lijken zich steeds te bevinden op de rand van de doorbraak of die van de totale ontreddering. In hun leven komen Mimi en Musette. Liefde wordt gevolgd door pijn en scheiding. Cinema Zuid 12 december 20:00u

Kamermuziekensemble Polyphony geeft benefietconcert in Opera Gent Jonge Palestijnse en Joodse muzikanten vieren de 10de verjaardag van Music Fund. Ze brengen een programma met muziek van Vivaldi (fragment uit De Vier Seizoenen), Mozart (Divertimento) en Bartók (Roemeense dansen). Alle opbrengsten van dit concert gaan naar Music Fund, een Belgische humanitaire vereniging die 10 jaar geleden is opgestart. Music Fund verzamelt muziekinstrumenten die ze schenkt aan partnerprojecten in ontwikkelingslanden en conflictgebieden in het Midden Oosten, Afrika en de Caraïben. Music Fund steunt ook enkele sociaalartistieke muziekprojecten in eigen land. In de zuidlanden worden de schenkingen gekoppeld aan opleidingen van techniekers-herstellers, en er worden in de partnerprojecten herstelateliers geopend die ook door Music Fund ingericht worden, zodat de jonge herstellers er een werkplek en gereedschap vinden om hun beroep uit te oefenen. Concert in samenwerking met Opera Vlaanderen en met de steun van Rotary Club Deinze. kaarten € 15 te koop via www.operaballet.be www.musicfund.eu www.polyphonyfoundation.org Opera Gent 5 december 20:00u

62

gelinkt aan Otello

Damage Louis Malle Louis Malles verfilming van Josephine Harts amour fou-verhaal over een Brits diplomaat en de psychisch getroebleerde vriendin van zijn zoon, viel vooral op door de totale imagoverandering van de anders vooral engelachtig ogende Juliette Binoche tot kille femme fatale, die van haar hart een steen maakte. Seks werkt in dit erotisch drama allesbehalve erotiserend en is vooral een hulpkreet van gewonde mensendieren. Van alle charme ontdaan speelt Jeremy Irons misschien wel zijn meest ‘naakte’ rol, vooral tijdens een uiterst pijnlijke confrontatie met zijn bedrogen echtgenote (een eveneens schitterende Miranda Richardson). Cinema Zuid 13 februari 20:00u


Ballet Vlaanderen & Opera Vlaanderen scoren internationaal

Casting Twee Otello's

© Hans Gerritsen

Carlo Ventre

POP-UP expo & shop! Een nieuwtje: halfweg oktober veroveren onze campagnebeelden de stad. De kleurrijke foto’s die u op al onze communicatie vindt, zijn het werk van het Italiaanse kunstenaarsduo Maurizio Cattelan en Pierpaolo Ferrari. In hetals voorjaar kwamen helemaal naar Genoemd 'Company of thezeYear' Antwerpen afgereisd voor een uitgebreide fotoshoot met de dansers van Ballet Vlaanderen. operabeelden vakblad werden gekozen Elk jaar lijsten de critici van het De gerenommeerde Dance uit de collectie van hetseizoen cultbladendat beide kunstenaars Europe het beste opToiletpaper, van het vorige delen schouderklopsamen uitbrengen. Het is niet alleen een blad met jes uit aan de internationale balletwereld. Naast deverrassende titel ‘Company foto’s, maarvoor er hangt ook een hele of the Year’ het gezelschap in humorvolle zijn geheel, merchandising worden ook de om heen: van borden en kopjes tot helein tafelkleden... principals Akibedrukte Saito en Wim Vanlessen genoemd de categorieën ondermeer met onze campagnebeelden. Reden ‘Outstanding Performance by a Female and Malegenoeg Dancer’dus en om dit in twee hun leuke winkels - The Recollection in Antwerpen (Kloosterstraat) voor hoofdrollen als Tatjana en Onegin in het ballet Onegin van en Piet Moodshop in GentZe (Sint-Pietersnieuwsstraat) - een pop-up choreograaf John Cranko. krijgen daarnaast ook een vermelding shop-in-shop op poten te zetten. Vanvan halfchoreograaf oktober tot half december voor hun danswerk in Love Fear Loss Ricardo kan u er allerlei items uitsolist de Toiletpaper-shop op de kop tikken. Amarante, die eveneens is bij Ballet Vlaanderen. Ter gelegenheid van de opening van de pop-ups wordtinerde ook in de Solist David Jonathan krijgt eveneens een vermelding stations van AntwerpenPerformance en Gent een mini-tentoonstelling met de categorie ‘Outstanding by a Best Male Dancer’ beelden Het wordt een grappige, herfst. voor zijn opgezet. rol als Espada in Don Quichot van kleurrijke choreograaf Alexey Daar kan straks nog omheen. Fadeechev. Ook niemand enkele namen waar Ballet Vlaanderen mee samenwerkt worden in de bloemetjes gezet. Andrew McNicol (Choreolab: Eunoia) wordt genoemd als ‘Talent to Watch’. Ook de jonge Belgische choreograaf Jeroen Verbruggen valt op in de erelijst. Later dit seizoen creëert hij een nieuw werk bij Ballet Vlaanderen op muziek van Maurice Ravel in het gelijknamige Ravel. Genomineerd in het Opernwelt Jaarboek Het Jaarboek van het Duitse vakblad Opernwelt geldt als de Michelin­gids van de operawereld: de hele operascene kijkt er jaarlijks reikhalzend naar uit. De internationale operapers geeft in het boek elk jaar zijn nominaties mee in een 15-tal categorieën. De inspanningen van ons operahuis in het voorbije seizoen gaan aan de vakpers duidelijk niet onopgemerkt voorbij: opera Vlaanderen en de artiesten waarmee we samenwerken staan in de spots. Opera Vlaanderen werd genomineerd voor Beste operahuis. Ook vorig jaar werd het huis genomineerd als beste operahuis bij de International Opera Awards, een andere prestigieuze prijzenslag. In de categorie Beste productie worden La Juive (regie: Peter Konwitschny) en Elektra (regie: David Bösch - hij keert terug dit jaar met Idomeneo) genoemd. Sopraan Asmik Grigorian dingt mee naar de titel Beste zangeres, voor haar hoofdrol als Rachel in La Juive. Ook Ausrine Stundyte en Annette Dasch (beiden waren dit seizoen te zien in onze Tannhäuser) werden genomineerd. In de categorie Beste kostuums prijkt Walter van Beirendonck voor Akhnaten. Voor Beste regisseur komt Calixto Bieito (regisseur van onze Tannhäuser en van Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny) in aanmerking. Hij moet het ondermeer opnemen tegen Tatjana Gürbaca en Peter Konwitschny die ook regelmatig te gast waren bij Opera Vlaanderen. Fingers crossed.

debuteert binnenkort in Opera Vlaanderen als Otello. Zijn biografie stelt menige spannende roman in de schaduw. Geboren in Montevideo (de hoofdstad van Uruguay) als telg van een Italiaanse immigrantenfamilie, werd zijn zangtalent op jeugdige leeftijd ontdekt in een kerkkoor. Na jaren lessen en de ontdekking van het medium opera, nam Carlo Ventre zich voor een carrière als zanger uit te bouwen in het verre Europa. Geld had hij echter niet en dus bedelde hij dagelijks bij de plaatselijke vliegtuigmaatschappij om een ticket. Na een maand volhouden, schonk een beambte, voornamelijk om van hem van af te geraken, hem een plaats in een vliegtuig naar Barcelona. In die stad aangekomen, nam hij deel aan de Francisco Viñas Competition in Barcelona en won zo de Gino Bechi Prijs, waardoor hij recht kreeg op een studie in Firenze. Het prijzengeld was echter te laag om een vlucht te kunnen betalen, en dus zag Carlo Ventre zich gedwongen om met lokale treinen via Frankrijk naar Italië te reizen. Met Puccini’s aria ‘Che gelida manina’ en de wens operazanger te worden, overtuigde hij de grenscontroleurs die hij onderweg tegenkwam hem door te laten en in enkele weken tijd wist hij zo Firenze te bereiken. Na een auditie werd Carlo Ventre opgenomen in het koor van La Scala, niet veel later debuteerde Carlo Ventre in La Scala als de Hertog van Mantua in

Rigoletto, onder leiding van Riccardo Muti. Na het daaropvolgende jaar ook nog eens de Pavarotti International Voice Competition gewonnen te hebben, was zijn carrière definitief gelanceerd. Carlo Ventre begon als lirico spinto tenor en zong alle grote Italiaanse partijen die voor dit stembereik geschreven werden. Vandaag maakt hij een evolutie door naar het heldentenorrepertoire.

Zoran Todorovich debuteerde in Opera Vlaanderen als Jean in Massenets Hérodiade. Een paar jaar later vertolkte hij in Gent en Antwerpen de titelrol in Tatjana Gürbaca’s Parsifal-productie, die door het tijdschrift Opernwelt tot beste operaproductie van seizoen 2012-2013 werd uitgeroepen. Afwisselend met Carlo Ventre zal Zoran Todorovich binnenkort de titelrol vertolken in Otello. Zoran Todorovich stamt uit een Servische familie die nooit iets met muziek te maken heeft gehad. Op zijn tiende verjaardag schonken zijn ouders hem echter een op de rommelmarkt gekochte gitaar en daarmee was zijn muzikale interesse gewekt. Hij ontwikkelde zich als autodidact en leerde naast gitaar ook accordeon spelen. Samen met zijn

63


Column

Casting (vervolg)

To sleep, perchance to dream Naast vals zingen is slapen de grootste vijand van de opera. Wie tijdens de voorstelling in slaap valt, brengt niet alleen zichzelf in verlegenheid, maar werkt ook op het gemoed van zijn buren. Vooral wanneer het slapen met een zelfs bescheiden snurken gepaard gaat, is de situatie beschamend. Menige vrouw heeft in die context al een lichte elleboogstoot verkocht aan haar partner om hem terug tot de aandachtigen te brengen - maar ik betwijfel dat het slapen in de opera een masculine exclusiviteit is. Men zou kunnen zeggen dat de meest vernietigende kritiek op een operavoorstelling niet in de krant verschijnt, maar ontsnapt als gesnurk aan een verslapt gehemelte. Eigenlijk is de slaap zelfs de vijand van alle kunsten. Want het predicaat “slaapverwekkend” is zowat de grootste blamage aan de kunstenaar. De kunst is immers het terrein van het esthetische: van het opwekken van zintuiglijke en andere indrukken, van emotionele en expressieve kracht, van intens beleven. Er wordt zelfs geopperd dat de kunst moet aanzetten tot nadenken, dat ze onze reflectie aanscherpt, ons tot discussie verleidt. Maar de slaap doet het tegendeel en dompelt ons in de donzen anesthesie: van de tijdelijke uitschakeling van het zintuiglijke, van het pijnloze, van het niet waarnemen, het niet-denken.

toenmalig vriendinnetje schreef Zoran Todorovich zich in bij een amateurkoor. De dirigent van dit koor was dermate enthousiast over zijn stem dat hij hem een auditie liet doen in het conservatorium van Belgrado. Na drie jaar in Belgrado les gevolgd te hebben, verhuisde hij naar Frankfurt om daar verder te studeren. Net zoals Carlo Ventre maakte hij zijn debuut als lyrische tenor met het zingen van de Hertog van Mantua in Rigoletto (in Sevilla) en evolueerde hij daarna naar het meer dramatische repertoire.

Ondanks het risico op inslapen, is het voor de toeschouwer niet altijd gemakkelijk om aan de drang te weerstaan. De opera vindt plaats na de werkdag of op een zondagnamiddag en de temperatuur van een volle zaal gecombineerd met het pluche van de zetels werkt niet echt verfrissend. Het licht dat uitgaat en de neiging de ogen toe te doen tijdens vervoerende muziek of uit ergenis om wat er op de scène te zien is, helpen evenmin. In moderne operahuizen worden de stoelen in die zin aangepast: ze zoeken een ergonomisch evenwicht tussen comfort en aandachtsbevordering. De verhoogde aandacht is wat er van de opera-toeschouwer ver­wacht wordt. Nog niet zo heel lang geleden werd het gecon­ centreerde, in stilte verzonken luisteren en kijken en de gevoelsmatige onderdompeling in het muziektheater de norm. Voordien was de ervaringsgewoonte in de zaal losser, beweeglijker, minder aan de stoel gebonden. Maar vanaf de 19de eeuw wordt de stille, contemplatieve benadering het nieuwe ideaal van de opera. Wagners Bayreuth vormde in die evolutie een hoogtepunt: het was/ is een tempel der aandacht voor het muziekdramatische gebeuren, afgesloten van de buitenwereld. Niet de onderdompeling in Morfeus’ armen, maar in die van Dionysos, in die van de emotionele roes; geen verplaatsing naar het dromenland, maar naar de illusie van de scenische realiteit. Geen overleveren aan de dromen in het eigen hoofd, maar aan een gemeenschappelijke droom die op de scène gerealiseerd wordt. Niet de slaap, maar de scène moet ons de stof leveren waarvan de dromen gemaakt zijn. Het is de opgave van een kunsthuis om ons daarvoor wakker te houden.

Luc Joosten hoofddramaturg bij Opera Vlaanderen

64

Alexander Joel inderdaad de broer van Billy - is intussen een vaste waarde bij Opera Vlaanderen: na Don Carlos, Die Frau ohne Schatten, Don Giovanni en La Forza del Destino is hij binnenkort terug voor zijn zo geliefde Verdi-repertoire, nu met Otello. Joel doorliep al een indrukwekkend parcours, eerst vooral in kleinere huizen in Duitsland (Nürnberg, Klagenfurt, Braunschweig, Düsseldorf), maar sinds een paar jaar is hij ook een graag geziene gast in bv. Covent Garden in Londen, de Bayerische Staatsoper in München, het Grand Théâtre de Genève en de Koninklijke Opera van Stockholm. De band met het orkest van Opera Vlaanderen zal er alleen

maar inniger op worden.

Hanne Roos mogen we gerust één van Vlaanderens meest beloftevolle jonge zangers noemen. Na haar studies aan de operastudio’s van Gent en Straatsburg, schoot haar carrière snel uit de startblokken. Die bracht haar o.a. naar Dijon voor Wagners Ring des Nibelungen en naar de Opéra National du Rhin voor Rameau’s Platée. Maar sinds een paar jaar is ze vooral ook sterk verbonden aan een paar onvergetelijke producties van Opera Vlaanderen. Zo maakte ze grote indruk als Micaëla in Carmen en zong ze in de spraakmakende producties Akhnaten en Der Rosenkavalier (in de regie van Christoph Waltz). Maar Hanne Roos is ook een groot ambassadeur van het operagenre voor het publiek van de toekomst en gaf zich dan ook voluit in de jongerenproducties Is it love? (met de hiphopdansers van Let’s go urban) en H<3RT 2 GET (de bewerking van Mozarts Da Ponte-cyclus voor jongere). Haar Musetta in onze eindejaarsproductie La Bohème wordt ongetwijfeld een nieuwe mijlpaal in haar nog jonge carrière.


picture : Š Tom Stoddart/CICR/Getty Images

SUBTITEL

DANK ZI J U

ALLES IS MO GELIJK

Rode kruis

DIT PROJECT IS ER DANKZIJ U.

Via de Nationale Loterij steunt u onrechtstreeks tal van projecten waar iedereen iets aan heeft. In 2014 ging op die manier meer dan 83 miljoen euro naar humanitaire projecten zoals dit.

67


© Johan Persson

SUBTITEL

Alain Honorez, die in 2012 als principal afscheid nam van Ballet Vlaanderen, is terug van nooit weggeweest. Na zijn vertrek werd hij bij het gezelschap achtereenvolgens terug gevraagd als balletmeester voor Wayne McGregor’s Infra, en als gastdanser voor de herneming van Christian Spuck’s The Return of Ulysses en Nicolo Fonte’s Made Man (foto). Dit seizoen is hij te zien als Drosselmeyer in De Notenkraker en als Carrabosse in de herneming van Marcia Haydée’s Doornroosje, een rol die hem eerder tot in Santiago de Chile en tot in Perth, Australië bracht. Alain is dan ook wat je een meester in karaktervolle rollen noemt.

68

WWW.OPERABALLET.BE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.