Magazine Insight 7

Page 1

P209977 — verschijnt 4 x per jaar in september/november/februari/mei

insight

7

Subtitel

ALEXANDER ZEMLINSKY HERONTDEKT • HET BROZE VAN VOLMAAKT GELUK • KANDAULISME • DE SJAMAAN ALS REGISSEUR: ONTMOET ANDRIJ ZHOLDAK • DOORNROOSJE WEER WAKKER • ROBERTO SACCA WORDT IDOMENEO • EEN FAMILIEDRAMA A LA DAVID BÖSCH 51


picture : Š Tom Stoddart/CICR/Getty Images

Subtitel

DANK ZI J U

ALLES IS MO GELIJK

Rode kruis

DIT PROJECT IS ER DANKZIJ U.

Via de Nationale Loterij steunt u onrechtstreeks tal van projecten waar iedereen iets aan heeft. In 2014 ging op die manier meer dan 83 miljoen euro naar humanitaire projecten zoals dit.

53


2016 zet avontuurlijk in

e ‘case’ van Der König Kandaules D Zemlinsky’s vergeten meesterwerk De onmogelijkheid van het perfect geluk Ontmoet de spectaculaire Andrij Zholdak Made in Heaven door Jeff Koons De Bitter Moon cruise

2 8 12 6 15

ieuw bloed voor Mozarts Idomeneo N Van opera seria naar muziekdrama De terugkeer van Roberto Saccà David Bösch tussen bloedband en bloedbad

16 20 24

allet Vlaanderen goes classic B Tsjaikovski’s Doornroosje Het rijk van Carrabosse & co

28 31

De kaap van de jaarovergang is genomen, we zitten onmiskenbaar in de tweede helft van dit seizoen. Geen tijd waarin we op onze lauweren rusten, integendeel. Met frisse spirit zetten we de tanden in bijzondere producties. Neem nu Der König Kandaules van de herontdekte componist Alexander Zemlinsky. De vondst van het jaar voor wie dacht alles te weten over het Wenen van begin vorige eeuw, over Alma Mahler, Schönberg en hun tijdgenoten. De regie van de Oekraïense cult-regisseur Andrij Zholdak, maakt dit avontuur nog spannender. We kijken ook uit naar de terugkeer van de jonge Duitse regisseur David Bösch die ons vorig seizoen wist te verrassen met een Elektra die in een slasher movie niet zou misstaan. Deze keer pakt hij uit met een minder dramatische maar net zo tragische Mozart en kneedt zijn eerder in Basel opgevoerde Idomeneo naar onze bühne. Goed nieuws voor iedereen die bij Ballet Vlaanderen al even een portie tutu’s mist. Onze dansers nemen u mee langs memory lane en serveren met veel bravoure een herneming van Marcia Haydée’s Doornroosje. Terwijl de productie teams lange dagen maken, werkt men bij dramaturgie en artistieke directie alweer aan het nieuwe seizoen. Het belooft… Nee, we zeggen nog niets. Die première houden we voor volgende nummer van Insight. Het Insight team

oncert: Russisch meesterschap C De tsaar in Alexey Tikhomirov

36

erder in dit nummer V Agenda Link - aanraders en reminders Casting Column Luc Joosten

42 44 47 48 COLOFON Redactionele leiding Chris Van Camp & Luc Joosten Werkten mee aan dit nummer Piet De Volder, Anne-Mie Lobbestael, Wilfried Eetezonne, Wim Van Bree, Marjolein Craens, Catherina Matthys, Tinneke Beeckman, Thomas Irmer, Kurt Vandemaele, Arne Herman, Mien Bogaert, Francis Maes, Rina Barbier Druk Bemagraphics Reacties? redactie@operaballet.be

Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Lena de Meerleer, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder vooraf­­gaande toestemming van de uitgever.

Op de cover gast-principal Alain Honorez, tussen Drosselmeyer en Carabosse, geportretteerd door Filip Van Roe.

1


Der König Kandaules

Zemlinsky’s vergeten meesterwerk

My Own Unknown. Eén van de honderd portretten van ontsluierde, onthulde vrouwen door de Ierse fotografe Dragana Juristic.

2


Alexander Zemlinsky

Der König Kandaules Antwerpen vanaf 25 maart Gent vanaf 13 april

Der König Kandaules van Alexander Zemlinsky (1871-1942) mag men gerust een vergeten meesterwerk uit de 20ste eeuw noemen. De Oostenrijkse componist, nog te weinig bekend bij het brede publiek, schreef de opera in de jaren 1935-’38 maar slaagde er niet in het werk te voltooien. Het werd zijn operatestament en zijn ‘opus summum’ - de samenvatting van een indrukwekkend maar ondergewaardeerd oeuvre voor de lyrische scène.

Pas in 1996, vierenvijftig jaar na Zemlinsky’s dood, weerklonk Der König Kandaules voor het eerst in de Staatsoper Hamburg, in een reconstructie en een voltooide orkestratie door de Brits-Duitse musicoloog, dirigent en Zemlinskykenner Antony Beaumont. Vandaag pakt Opera Vlaanderen uit met een gloed­nieuwe productie van de opera in een regie van de Oekraïense theatermaker Andrij Zholdak. Maar wie is Zemlinsky, welke opera’s schreef hij en waarom vlotte het niet met de voltooiing van dat laatste, kapitale werk? Alexander Zemlinsky - miskend of slecht gekend? Vraag een doorsnee muziekliefhebber naar het oeuvre van Alexander Zemlinsky. Of er volgt een lange stilte of er worden na enig denkwerk één à twee werken genoemd: de Lyrische Symphonie (1922- ‘23) en/of Maeterlinck-Lieder (1910/’13), op poëzie van onze landgenoot en Nobelprijs­ winnaar Maurice Maeterlinck. Twee werken waarvan verschillende opnamen voorhanden zijn en die met enig geluk al eens de concertaffiche halen. Niet alleen is Zemlinsky’s muziek slecht gekend, ook de naam zelf doet zelden een belletje rinkelen. Nochtans was hij allesbehalve Mr. Nobody. Alexander Zemlinsky groeide op in het fin de siècle Wenen en had nauwe banden met het kruim van het Weense muziekleven: Johannes Brahms, Gustav en Alma Mahler, Arnold Schönberg, Alban Berg… In korte tijd ontpopte hij zich tot één van de meest beloftevolle componisten in de kunstmetropool. Alban Berg koesterde een levenslange bewondering voor Zemlinsky en citeerde in zijn Lyrische Suite voor strijkkwartet een thema uit diens Lyrische Symphonie. “Zemlinsky is hele grote klasse!”, wist Kurt Weill. De rode draad Wenen Wenen markeerde een belangrijk deel van Zemlinsky’s leven, ook al was hij niet honkvast. In Wenen werd hij geboren in een joodse familie en verwierf hij een uitstekende reputatie als componist en dirigent. Brahms promootte kamermuziek van Zemlinsky bij zijn uitgever Simrock, Mahler creëerde Zemlinsky’s doorbraak-opera Es war einmal in de Hofoper en Arnold Schönberg zou zich levenslang de weinige lessen in contrapunt herinneren die hij van Zemlinsky kreeg. Door Schönbergs huwelijk in 1901 met Mathilde Zemlinsky, Alexanders zus, werd Zemlinsky ook schoonbroer van de illustere vernieuwer en pionier van de twaalftoonsmuziek. In een totaal ander Wenen, het Wenen van de jaren 1930, schreef Zemlinsky Der König Kandaules. Hij keerde er terug na etappes in Praag en Berlijn, op de vlucht voor het nazi-bewind. Maar wanneer de nazi’s in maart 1938 Oostenrijk annexeerden - de beruchte ‘Anschluss’ - bood ook zijn geboortestad geen professionele perspectieven 3


Der König Kandaules

meer. Zemlinsky beproefde, net als Schönberg, zijn geluk in de States.

Der Zwerg. De operakennis over Zemlinsky blijft doorgaans beperkt tot deze twee titels.

Estheet & lelijk eendje

Eclectisch

Zemlinsky en het fin de siècle Wenen leveren ook prikkelende ‘petite histoire’. Vooraleer Alma Schindler Alma Mahler werd en in 1902 in het huwelijk trad met Gustav, had ze een gepassioneerde relatie met Zemlinsky, die haar compositieleraar was. Alma, die van kortstondige liaisons met artiesten haar specialiteit maakte, was in haar oordeel over Zemlinsky ronduit denigrerend: “Een karikatuur - zonder kin en met uitpuilende ogen en met een maniakale manier van dirigeren. Toch bevalt hij me buitengewoon.” Twee jaar lang draaide Alma 'de kleine, lelijke dwerg' rond haar vinger. Voor beiden was de relatie een roller coaster vol heftige en tegenstrijdige gevoelens waarin erotische passie en vernederingen - vooral aan het adres van Zemlinsky - onverkwikkelijk met elkaar verstrengeld waren. Zemlinsky’s minderwaardigheidscomplex over zijn uiterlijk, het slikken van vernederingen en de esthetische fascinatie voor vrouwelijke schoon zouden inhoudelijke motieven worden in zijn opera-oeuvre. Zo is de opera Der Zwerg (1919-’21), gebaseerd op een verhaal van Oscar Wilde, een niet mis te verstane commentaar op de turbulente tijd met Alma: een Spaanse infante krijgt voor haar verjaardag een dwerg cadeau. Onwetend over zijn misvormde fysiek geraakt hij helemaal in vervoering voor de mooie prinses. Zij behandelt hem als een speeltje en schenkt hem een witte roos. Wanneer hij haar probeert te kussen, maakt ze hem duidelijk dat hij een monster is. Hij sterft eenzaam met de witte roos geklemd in zijn handen. Ook in König Kandaules zijn de aangehaalde motieven terug te vinden, verknoopt met de drie protagonisten. Kandaules staat voor de estheet/ kunstenaar en zijn beeldmooie echtgenote Nyssia voor het mysterie van de schoonheid - de schoonheid die slechts gedeeltelijke onthulling verdraagt. De visser Gyges begint als ‘underdog’ maar door Kandaules’ amoreel en grensoverschrijdend gedrag klimt hij pijlsnel op en wordt hij de nieuwe heerser. De meeste commentaren zijn het er over eens: tot op zekere hoogte vormen Kandaules en Gyges samen een gespleten zelfportret van de componist.

Al te vaak wordt de componist beschouwd als een epigoon van componisten als Mahler, Berg en de laat-romantische Schönberg - de Schönberg van het fin de siècle. Een ander misverstand: Zemlinsky was de man die de meesterwerken uit zijn eigen tijd ‘overdeed’. Men doelt daarbij in het bijzonder op de Lyrische Symphonie waarvan Zemlinsky zelf zei dat het in de trant van Mahlers Das Lied von der Erde was geschreven. Beluister beide werken naast elkaar en je merkt dat ze alleen qua opzet parallellen met elkaar vertonen. Eclectisch is Zemlinsky zeker. Echo’s van Mahler, Richard Strauss, Berg maar ook onmiskenbare invloeden van Brahms en Wagner - de componisten die Zemlinsky’s stijl oorspronkelijk vormden - klinken in zijn muziek door. Je hoort geen doorslagjes of slechte kopies, wel een componist die bestaande stijlen op een persoonlijke manier assimileerde en verwerkte. Der König Kandaules is zowat een samen­vatting van de hele laat- en post-romantiek maar met ‘touches’ uit de jaren 1930. Er zijn opvallende gelijkenissen met een andere onvoltooide opera uit dezelfde periode, die Zemlinsky nog onder ogen moet hebben gehad: Lulu van Alban Berg. De geëxalteerde toon van Kandaules - een partij voor heldentenor - roept zowel Alwa/Lulu als Herodes uit Richard Strauss’ Salome voor de geest.

Volbloed theaterman Alexander Zemlinsky kende het theater van binnenuit. Meer dan 30 jaar was hij actief als Kapellmeister aan verschillende theaters zoals het Theater an der Wien, de Weense Volksoper, het Neue Deutsches Theater in Praag en tenslotte de Krolloper in Berlijn. Niet alleen was hij een gedreven ambassadeur van 20ste-eeuwse opera’s zoals Schönbergs Erwartung (1924) en Weills Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny (1931), waarvan hij creaties leidde, hij is zelf auteur van een belangrijk opera-oeuvre. Acht opera’s vloeiden uit zijn pen, als we de onvoltooide König Kandaules meetellen. Slechts enkele titels halen de affiches: behalve Kandaules - dat na de creatie in Hamburg ook te zien was in onder meer Salzburg en Palermo - betreft het steevast Eine florentinische Tragödie en 4

‘Entartet’ Toen Zemlinsky op 23 december 1938 arriveerde in New York, om daar een nieuw leven uit te bouwen, had hij het manuscript van Der König Kandaules in zijn bagage. Een derde was georkestreerd. Hij had goede hoop om de opera in de Metropolitan Opera op de planken te brengen maar door de aanwezigheid van een cruciale naaktscène raadde men de componist aan het plan op te geven. Toch was de Amerikaanse pudeur niet de enige factor die Zemlinsky weerhield om de opera te voltooien. Reeds in Wenen had hij het werk aan de opera gestaakt. In de ogen van het nazibewind gold hij immers als ‘entartet’. Sinds de door de nazi’s geboycotte opera Der Kreidekreis (1930-’32) gold Zemlinsky als 'een wolf in schapenvacht' die nieuwlichterij stiekem weer binnen­ smokkelde in de ‘gezuiverde’ Duitse muziek. Piet De Volder


Alexander Zemlinsky

Der König Kandaules kort De opera van Alexander Zemlinsky is gebaseerd op het toneelstuk Le roi Candaule (1899) van André Gide. Gides stuk verwerkt verschillende bronnen zoals Herodotos, Plato en Théophile Gauthier. Kandaules, koning van Lydië, pakt onophoudelijk uit met zijn onmetelijke rijkdom en zijn immens geluk. Toch weet hij zich het meest gelukkig wanneer hij zijn rijkdom met anderen deelt. Tijdens een feestmaal met hovelingen en vrienden rekt Kandaules zijn genero­siteit verder op: zelfs de weergaloze schoonheid van zijn echtgenote Nyssia moet met iedereen gedeeld worden. Op Kandaules’ bevel ontsluiert ze zich voor het eerst voor zijn mannelijk gevolg. Een ring, die tijdens het banket wordt aangetroffen in een vis, geeft een aparte wending aan het gevaarlijke spel met privacy, intimiteit en onthulling dat Kandaules voor zichzelf en de anderen opzet. De inscriptie in de ring - 'Ik verberg geluk' - maakt de koning onzeker en kost wat kost wil hij de visser ontmoeten die de vis aan het hof heeft geleverd. Zo verschijnt de straatarme Gyges voor Kandaules. De liefde voor zijn vrouw Trydo is voor Gyges uiterst kostbaar maar wanneer Gyges van de libertijnse hovelingen verneemt dat één van hen de liefde met haar bedreven heeft, vermoordt hij haar in het bijzijn van iedereen. Kandaules bewondert de onvoorwaardelijke daad van de visser en beschouwt hem als een echte vriend die hij vanaf nu laat inwonen in het paleis. Dat de ring de drager ervan onzichtbaar maakt, brengt Kandaules op een bijzonder plan: Gyges mag onzichtbaar het lichaam van zijn vrouw bewonderen wanneer ze zich uitkleedt. In de duisternis van de slaapkamer beseft Nyssia niet dat ze door Gyges benaderd wordt en dat ze een liefdesnacht met hem doorbrengt. Gyges onthult aan haar het geheim. Verraden als ze is door haar echtgenoot, gebiedt ze Gyges om de koning te vermoorden. Gyges wordt ingehaald als de nieuwe heerser aan de zijde van Nyssia.

Alexander Zemlinsky (rechts) met zijn zwager en vriend Arnold Schönberg

5


Ilona on top, 1990

Ilona on top outdoors, 1990

6


Made in Heaven Jeff Koons De artistieke verbintenis (1989 -1994) tussen de Amerikaanse kunstenaar Jeff Koons en de Italiaanse pornoactrice/ parlementslid Ilona Staller, alias la Cicciolina, heeft een zeer hoog Kandaules-gehalte. Wat andere mensen een relatie en huwelijk zouden noemen was voor beiden een project waarbij exhibitionisme de boventoon voerde. Koons toonde zichzelf met de reeks ‘Made in Heaven’ niet alleen als getalenteerd kunstenaar, maar ook als geïdealiseerde of gepornoficeerde minnaar. Uit hun in de media breed uitgesmeerde verbintenis werd één kind geboren: Ludwig, vernoemd naar de krankzinnige koning Ludwig II van Beieren. De verwekking van de jongen werd door Koons en la Cicciolina gezien als kunstwerk, gefotografeerd, verfilmd, geschilderd en vereeuwigd in gigantische beeldhouwwerken met kitsch-allure. De werken kregen provocatieve titels als Hand on Breast , Fingers Between Legs, Dirty Ejaculation en Exaltation. Ze werden voor het eerst getoond op de Biënnale van Venetië in 1990, waar ze voor de nodige beroering zorgden. (En tegelijk Jeff Koons definitief op de kaart zetten). Koons beschouwde zijn zoon bovendien als een door hem geschapen biologische sculptuur. Drie jaar later liep hun artistieke huwelijk op de klippen en volgde een juridische veldslag. In 1998 oordeelde het Amerikaanse gerechtshof over de zaak en kreeg Koons de voogdij toegewezen. Maar la Cicciolina hield het kind in Rome. Van perfect, uitvergroot geluk naar pure ellende in één lustrum.

Self-Portrait, 1990

7


Der Kรถnig Kandaules

Kandaules De onmogelijkheid van perfect geluk

Ralph Fiennes in The English Patient (1996) waarin het Kandaules-verhaal van Herodotos een rol speelt.

8


Alexander Zemlinsky

Een vrolijk feest, mooie muziek, lekkere wijnen en verfijnd gezelschap. Wat kan er fout gaan? In een werk gebaseerd op een Griekse mythe, kondigt zo’n begin het ergste aan. Geluk is een zeldzaam goed, en wie het intens nastreeft, stevent onafwendbaar op zijn ongeluk af. De personages kunnen wel trachten het onheil af te wentelen, maar tevergeefs. Vandaag geloven we niet meer in schikgodinnen of in het noodlot. Desondanks is de wijsheid van de mythe, en de bewerking ervan door moderne schrijvers niet minder actueel. We zoeken de perfecte liefde, de perfecte partner, het perfecte leven. Maar schrijvers ontmaskeren dit mooie verlangen. Ze tonen juist dat toegeven aan het verlangen, betekent dat we het opwekken bij anderen. Uitgerekend in dat streven zit de onmogelijkheid van het geluk vervat.

Vandaag geloven we niet meer in het noodlot. We denken dat we zelf vorm kunnen geven aan ons leven. We geloven niet meer in schikgodinnen of afgunstige goden. Zulke wezens zijn illusies, fantasieën uit een voorbije wereld. Wat valt er dan op te steken van een modern theaterstuk over een Grieks verhaal? Heel veel, want het toneelstuk Le roi Candaule van André Gide (waarop Zemlinsky's opera is gebaseerd, nvdr) onthult hoe de begeerte tekeergaat en uiteindelijk vernietigend werkt. Het verhaal over Kandaules is trouwens niet alleen een legende over de obsessie voor een vrouw. Het heeft ook een magische werking. In de film The English Patient vertelt de gelukkig getrouwde vrouw Katherine Clifton (Kristin Scott Thomas) het oorspronkelijke verhaal van de Griekse schrijver Herodotos. Ze is de enige vrouw, omringd door mannen aan een kampvuur in de woestijn. Terwijl ze spreekt, wordt de graaf László Almásy (Ralph Fiennes) passioneel op haar verliefd. Volgens Herodotos wil Kandaules bewijzen dat zijn echt­ genote de allermooiste vrouw ter wereld is. Maar de koningin wil niet dat iemand haar lichaam ziet. Om zijn vrouw toch te tonen overtuigt Kandaules Gyges om een list te gebruiken. Elke avond herhaalt zijn vrouw hetzelfde ritueel. Ze kleedt zich uit en legt haar gewaden op een stoel bij de deur van haar slaapkamer. Kandaules wil dat Gyges zich verbergt in de kamer, zodat hij haar schoonheid kan aanschouwen. Zo gebeurt het. Gyges ziet de koningin: ze is mooier dan de mooiste vrouw die hij ooit heeft gezien. Maar plots kijkt de koningin op, en ziet ze Gyges staan. Ze zegt niets. De volgende dag convoceert ze Gyges. en geeft hem de keuze: ofwel onderwerpt hij zich aan de dood omdat hij het verbod overtrad en haar naaktheid aanschouwde, ofwel vermoordt hij haar echtgenoot omdat die haar beschaamde. Gyges vermoordt de koning en heerst over Lydië.

schatten we dat object waardevoller in. Volgens Girard bestaat de spontane liefde dan ook niet. We bootsen de liefde of de verliefdheid na van het model dat we bewonderen. De mimetische begeerte verschilt wel van de behoefte. De drang om op een snikhete dag een koel glas water te drinken, heeft weinig met nabootsing te maken. De liefde van ouders voor hun kinderen evenmin. We zijn ons van de imitatie helemaal niet bewust. We beschouwen imitatie zelfs als verwerpelijk, want we willen authentiek zijn. Dat was in de oudheid al het geval, en dat geldt sinds de romantiek nog veel meer. Maar romanschrijvers, zoals Cervantes, Stendhal, Dostojevksi of Proust zijn volgens Girard behept met een dieper inzicht: in de begeerte bootsen we elkaar na, en de romantiek – die dweept met het unieke, originele individu, en zijn bijhorende unieke verlangens – verkondigt een leugen. De aanbidder kiest dus niet alleen voor zijn beminde – de koning Kandaules, bijvoorbeeld, voor zijn vrouw Nyssia. Neen, het verlangen van de koning verloopt via een bemiddelaar, een derde persoon. Hij verlangt dus des te meer naar zijn vrouw, indien hij zeker weet dat een andere man haar aantrekkelijk vindt. Met dit streven zet Kandaules de mimetische begeerte in gang. De dynamiek eindigt pas met een gewelddaad. Dat is de stelling van Girard: in de nabootsing beginnen de minnaar en zijn model steeds meer op elkaar te gelijken. Ze worden elkaars rivaal. Dat is het onmogelijke van de passionele liefde: we willen dat anderen verlangen wat we zelf verlangen. Tegelijkertijd maken we onszelf ongelukkig, want met dat openlijke verlangen, dat we niet kunnen verzwijgen of verhullen, zetten we anderen op het spoor naar wat we zelf liefhebben. Daarmee wordt het verlangen intenser: zodra anderen meer begeren wat we zelf al aantrekkelijk vonden, neemt de passie toe. Driehoeksverhouding

Mimetische begeerte Na La Fontaine, Fénélon enThéophile Gauthier heeft ook André Gide (1869-1951) zijn versie van de legende geschreven. Deze moderne versie kan op vele manieren worden geïnter­preteerd, maar het thema van de begeerte voerde me naar de analyse van René Girard. De auteur van Mensonge romantique et vérité romanesque meende dat de literator (en niet de romantische filosoof) er bij uitstek in slaagt om de essentie van de begeerte te beschrijven. De begeerte is “mimetisch”: we imiteren de begeerte van anderen. Hoe vreemd het ook mag klinken: het fel begeerde object heeft niet zozeer een waarde op zichzelf. Pas wanneer we vernemen dat anderen een bepaald object begeren,

Girard meent dat Shakespeare de meest voltooide interpretatie van de mimetische begeerte heeft opgetekend. A Midsummer Night’s Dream bevat heel wat suggestieve zinnen, zoals ‘O hell! To choose love by another’s eye!’. En in Troïlus and Cressida resumeert Shakespeare bevattelijk de idolatrie, die evengoed op koningin Nyssia van toepassing is: ‘It’s mad idolatry when the service is greater than the God’. Idolatrie slaat dus op de fascinatie voor een persoon die zo’n buitensporige bewondering niet lijkt te verdienen. Maar het is de begeerte die de waarde van de beminde persoon doet toenemen, en niet de intrinsieke waarde van de begeerde persoon.

9


Der König Kandaules

Une machine infernale Girard raakt hier aan een ander boeiend punt. We zijn vatbaarder voor het mimetische verlangen naarmate we Kandaules verkiest de jaloezie boven de twijfel over de gelijker zijn aan mekaar. In het stuk van Gide wordt dat waarde van zijn vrouw. Hij interpelleert Gyges en vraagt pijnlijk duidelijk. Gyges ving de vis die opgediend werd hem naar zijn oordeel over zijn vrouw. Gyges zit klem: indien tijdens het feestmaal. Die vis bevatte een prachtige ring. hij onverschillig blijft tegenover Nyssia, dan ontgoochelt Daarop vraagt de koning om de visser naar het banket te hij Kandaules. Indien hij inderdaad bevestigt dat Nyssia halen. De bedeesde, miserabele Gyges verschijnt dan in zijn buitengewoon is, en haar ook bemint, dan wordt hij een lompen. Tussen de rijke gasten valt hij helemaal uit de toon. rivaal. En die rivaliteit kan Hoewel de mooie koningin maar beslecht worden met aanwezig is, merkt hij haar geweld. Aan het einde noemt amper op. Aanvankelijk Gyges de koning een vriend, bekommert hij zich alleen vlak nadat hij hem heeft om zijn eigen, armzalige en neergestoken… Eens de dronken echtgenote. mimetische begeerte op gang Wanneer iemand aan het wordt gebracht, is een banket verklapt dat die vreedzame oplossing voor het vrouw betrapt werd op conflict onmogelijk, en ontrouw, gaat Gyges door daarom heeft het stuk het het lint: hij vermoordt zijn karakter van een tragedie. vrouw ter plekke met een mes. Deze gewelddaad uit De drie betrokkenen jaloezie voorspelt een groter verwoorden hun verlangen, onheil. Kandaules heeft waardoor het verlangen ‘une immers beslist om Gyges een Calvin Klein duidelijk geïnspireerd door Kandaules machine infernale’ wordt, bijzondere rol te geven bij aldus Girard. De barrières een andere vorm van verraad. tussen de drie personages vallen stilaan weg. Alleen een Daartoe wil hij de mysterieuze ring gebruiken, die de drager brutale daad – een moord of zelfmoord – kan de dynamiek ervan onzichtbaar maakt. Kandaules wil de ring aan Gyges van de driehoeksrelatie stilleggen. ‘Eén van onze drie moet geven zodat de visser de mooie koningin in haar intimiteit verdwijnen’, schrijft Werther in zijn afscheidsbrief aan Lotte. kan observeren. Maar eerst moet de koning Gyges echter overtuigen om het spel te spelen. Gyges wil zich aan het gebeuren onttrekken, en maakt vruchteloze tegenwerpingen. Mensen voelen zich Hij gelooft niet dat de koning vriendschap voor hem voelt. vooral rijker wanneer ze Medelijden misschien wel. De kloof tussen een arme visser en een machtige aristocraat is immers veel te groot. meer hebben dan wie Maar Kandaules wuift Gyges’ bezwaar weg, geeft de stakker hen omringt, ongeacht een mooi gewaad en hangt de visser een koninklijk sieraad om de hals. Daarmee verkleint Kandaules zelf de afstand hoeveel ze dan bezitten. tussen hem en zijn toekomstige rivaal. Hij zorgt ervoor dat Gyges op hem gaat lijken waardoor de mimetische begeerte intenser kan worden. Of in de woorden van Girard: de De scènes aan het banket waarbij de rijkere gasten Gyges oorspron­kelijke externe bemiddeling – de afstand tussen voor schut zetten, terwijl ze de koning opportunistisch Gyges en Kandaules is enorm groot – slaat om in een interne steunen, hernemen een bekend literair thema. Marcel bemiddeling. De twee mannen worden inwisselbaar. Proust, tijdgenoot van Gide, schetste in Sodome et Gomorrhe een gelijkaardig tafereel. In de salons van de Verdurins wordt de arme Saniette het voorwerp van gruwelijke spot. Hoe gelukkig mensen "De aanwezigen", schrijft Proust; "leken wel op een bende zich voelen, hangt niet alleen menseneters bij wie de wonde van een blanke man de smaak voor bloed had opgewekt. Want het instinct om na te bootsen van de objectieve verbetering en de afwezigheid van moed beheersen zowel de samenleving van hun levenssituatie af. als de massa. En elke mens lacht wanneer iemand bespot wordt, zelfs wanneer hij diezelfde persoon tien jaar later aanbidt zodra die zich in een kring van bewonderaars Later die avond ziet Gyges Nyssia opnieuw. Onzichtbaar bevindt. Op dezelfde manier verjaagt of bejubelt een volk opgesteld in haar slaapkamer, voelt hij zich plots onweerzijn koning." Zodra Kandaules wordt vermoord, kiezen de staanbaar aangetrokken tot haar wervelende schoonheid. hovelingen voor de nieuwe koning, Gyges. Buiten is het feest nog aan de gang en Kandaules verlaat de slaapkamer van zijn vrouw. In de donkere vertrekken, en Het mimetische verlangen is even oud als de mensheid. terwijl de koning afwezig is, verleidt een verliefde Gyges Toch heeft de recente democratisering een verrassend effect. de koningin. De volgende ochtend vertelt Nyssia achteloos Het is niet toevallig dat de rivaliteit zo prominent aanwezig dat ze zich nog nooit zo bemind heeft gevoeld als die nacht. Kandaules beseft dan wat hij heeft aangericht en de trots die is in het werk van moderne romanschrijvers. hij voelde als echtgenoot van de mooiste vrouw slaat om in jaloezie. Onvermijdelijk, want elke driehoeksrelatie wekt afgunst, haat en jaloezie op.

10


Alexander Zemlinsky

Paradox

Wie is Tinneke Beeckman?

Naarmate de mensen gelijker worden, imiteren ze elkaar meer. Dit is een paradox van de moderne samenleving, waar de levensstandaard gestegen is. Maar het verlangen naar meer goederen, meer geluk, meer ‘zijn’ neemt niet af, integendeel. Hoe gelukkig mensen zich voelen, hangt niet alleen van de objectieve verbetering van hun levenssituatie af. Mensen voelen zich vooral rijker wanneer ze meer hebben dan wie hen omringt, ongeacht hoeveel ze dan bezitten. Wie in Silicon Valley woont, maar als enige in de buurt geen privé-helikopter heeft, is de lokale sukkelaar. De honger naar geld is bij uitstek mimetisch, aangezien geld het meest inwisselbare object is. Speculanten zoeken winsten op financiële markten die zo astronomisch zijn, dat er geen concrete luxegoederen aan beantwoorden. Hoeveel is genoeg? Slechts meer bezitten dan de ander volstaat. Reclamemakers hebben de mimetische begeerte heel goed begrepen: ze gebruiken beelden van smachtende mannen en vrouwen om een product te lanceren. En bij die mimetische begeerte is iedereen betrokken. We trachten zelf mimetische begeerte op te wekken. Op sociale media posten we hoe fijn de vakantie was, hoe leuk het feestje, hoe geslaagd het nieuwe interieur. Alsof we pas van ons eigen leven kunnen houden wanneer het aantrekkelijk wordt in de ogen van anderen. Tegelijkertijd ontkennen we dat we imiteren. We twitteren onze eigen meningen in eigen naam en plaatsen foto’s van ons particuliere leven op instagram. Op facebook verschijnt onze tijdlijn, en krijgen we eens per jaar een overzicht van onze originele belevenissen. Deze blindheid is opmerkelijk: we zien zelf niet hoe we meewerken aan een permanent gevoel van onbehagen en tekort. We miskennen ook dat we enige verantwoordelijkheid dragen voor de conflicten die uit de rivaliteit volgen.

Paradox: mensen lijken het meest op elkaar wanneer ze hun onderlinge overeen­komsten ontkennen. Ook dat komt in de tragedie naar voren. Iedereen lijkt schuldig, maar toch kan elk personage de onschuld claimen. Meer nog, ieder geeft de ander de schuld: Gyges volgde alleen de bevelen van Kandaules, Kandaules was hopeloos verliefd op zijn vrouw, Nyssia reageert op het onrecht dat haar is aangedaan, de hovelingen volgen de regels van het hof… Deze escalatie van het conflict fascineerde Girard. Elke dag zien we variaties op dat conflict. Een klein misverstand neemt steeds grotere proporties aan. Een verkeerd woord, een klein gebaar volstaat om relaties te verzuren. Elke betrokkene beschuldigt de andere van wangedrag. Niemand legt de verantwoordelijkheid bij zichzelf. Opnieuw is er de paradox dat mensen het meest op elkaar gelijken, wanneer ze hun onderlinge overeenkomsten ontkennen.

Tinneke Beeckman (Antwerpen, °1976) is een Vlaamse filosofe, docente en columniste. Zij studeerde moraalwetenschappen aan de VUB en volgde een master­ opleiding wijsbegeerte aan de ULB. In 2003 promoveerde ze op een proefschrift over Sigmund Freud. Ze was wetenschappelijk coördinator van het Centrum voor de Studie van de Verlichting en het Hedendaagse Humanisme (VUB) en lid van het Centrum voor Psycho­analyse en Wijsgerige Antropologie van de KU Leuven/Radboud Universiteit. Ze doceerde en werkte aan de VUB als postdoctoraal onderzoekster over politieke filosofie in de Nieuwe Tijd (Spinoza, Machiavelli). Ze doceert momenteel aan de door Alain de Botton opgerichte ‘School of Life’, te Antwerpen. Ze publiceerde onder meer over Freud, Nietzsche en Heidegger.

Tinneke Beeckman

11


Der König Kandaules

De spectacu­laire

Andrij Zholdak een Europees regisseur uit Oekraïne

De belangrijkste Oekraïense regisseur leeft sinds tien jaar in Duitsland. Vanuit zijn thuisbasis Berlijn zwermt hij uit naar de rest van de wereld. Tot de laatste plaatsen waar hij gewerkt heeft, behoren Sint-Petersburg, Helsinki, Uppsala en Skopje, om maar enkele voorbeelden te noemen. Andrij Zholdak volgt zijn opvoeringen ook naar festivals in Brazilië, Japan en Korea. Hij trekt de hele wereld rond. Dat Berlijn zijn woonplaats is, betekent voor hem waarschijnlijk niet zo veel – hoewel hij in Duitsland zijn toevlucht vond toen hij gedwongen werd zijn moederland te verlaten. In Oekraïne is hij een legendarische afwezige. Oudere acteurs die nog met hem gewerkt hebben, dwepen met zijn visionaire stijl. Maar ook jonge acteurs, die nog nooit een podiumopvoering van hem hebben kunnen aanschouwen, krijgen lichtjes in de ogen, als zijn naam valt. In het theater van Oekraïne, een land waar het aan veel ontbreekt, blijft hij op een of andere manier aanwezig... 12


Andrij Zholdak

Andrij Zholdak, geportretteerd door Rolf Wegst

Zholdaks ontwikkeling als regisseur en het ontstaan van zijn geheel eigen esthetiek zijn nauw verbonden met de omwentelingen die het einde betekenden van de Sovjet-Unie en het begin van Oekraïne als onafhankelijke staat. Aan de andere kant mag men deze kunstenaar niet louter op dit ongetwijfeld moeilijke herkomstcomplex vastpinnen. Toch kan de volgende schets helpen te begrijpen hoe Zholdak Zholdak werd. De Meeuw In 2002 bracht hij in het Theater der Naties in Moskou een opvoering van De Meeuw van Tsjechov. Hij situeerde het verhaal in een vervallen conservenfabriek waar destijds meeuwenvlees werd ingeblikt . Een zinspeling op de triestheid van het post-Sovjettijdperk en op het feit dat men het zich desondanks in het Russische theater nog graag gezellig maakt met Tsjechov. De Tsjechov-theedrinkers in het publiek rezen de haren te berge. In de context van het toenmalige Russische en Oekraïense theater was dat Zholdaks eruptieve geste om aan te tonen dat een beschaafde bezinning over tradities niet past in een tijd van politieke verwarring en culturele omwentelingen. Tenminste als men met het theater mensen wil raken in hun levensgevoel aan deze zijde van de nostalgie.

Wat Zholdak duidelijk wilde. Zholdak studeerde vanaf 1984, m.a.w. in de jaren voor de val van de Sovjet-Unie, aan het Openbaar Instituut voor Filmen Theaterkunst en ging vervolgens in de leer bij Anatoli Vassiljev. Al in de perestrojka-jaren, met zijn maatschappelijke veranderingen, zag hij in dat de dieptewerking van het theater nieuwe dimensies moest krijgen. Nieuwe dimensies, die veel verder gingen dan het zelfonderricht van de SovjetRussische middenklasse, wier bestaan weldra zou worden blootgesteld aan geheel andere beproevingen. Men zou kunnen stellen dat het theater na de val van het imperium nog meer elementaire vragen stelde in zijn ontmoeting met de toeschouwers, misschien ook omdat het behalve terugblikkende bezinning helemaal geen houvast meer had. De beeld­ werelden die Zholdak sindsdien in zijn theatervoorstellingen laat zien, vinden onder andere daarin hun oorsprong. Spectaculair theater Nadat Zholdak zijn regisseursdiploma had behaald in Moskou, ging hij aan de slag in Oekraïne. Hij doorkruiste de provincie tot Kiev, wat weliswaar altijd gelijkstond aan grote theaterhuizen met giga-ensembles en even ruime podia. Zijn format werd dat van het spectaculaire theater, zoals hij het zelf

noemde, groots als een opulente commerciële show, maar subversief en surreëel verstorend in zijn relaties met de traditie en het heden. In het theater van Tsjerkasy in het midden van Oekraïne is men nu trots op het feit dat hij daar ooit, en wel meteen heel groot, begonnen is. De kleine studio’s en keldertheaters, traditioneel de plaatsen waar theatervernieuwing voorzichtig ontstaat, kon hij zelfbewust overslaan door in Oekraïne te werken in een stadstheater dat weliswaar verlamd was, maar toch nog volledig gesubsidieerd werd voor alle afdelingen. In 2002 kreeg Zholdak de leiding over het Sjevtsjenko-theater in Charkov, niet alleen bouwkundig een van de grootste theaters van het land, maar op dat moment – kort voor de Oranje­ revolutie – ook een van de belangrijkste. Hij begon met Een dag uit het leven van Ivan Denisovitsj, naar de goelag-novelle van Alexander Solzjenitsyn, en een versie van Een maand op het land van Ivan Toergenjev. De klassieker van Toergenjev uit de tijd van goede, oude samovar-idyllen veranderde hij in iets surrealistisch met vele diersculpturen die het conversatiestuk ontbonden en eraan herinnerden dat de wereld waarin het stuk zich afspeelt, alleen bedacht kon zijn in een theater dat nu niet meer bestaat. Bij de opvoering van het kampstuk had hij een andere 13


Der König Kandaules

ervaring in petto voor het publiek: de toeschouwers moesten in de halve duisternis voorbij blaffende herdershonden gaan alvorens ze in een claustro­fobische ruimte het dan enigszins onspectaculaire kampleven mochten bijwonen. In 2005 waagde Zholdak zich in Charkov met een reuze ensemble aan Romeo en Julia. Fragment, als coproductie met de Berliner Festspiele, waar het werk na de Oekraïense première als eerste stuk van een klein werkoverzicht van Zholdak zou worden opgevoerd in de Volksbühne tijdens de Spielzeit’ Europa. De verdeeld­ heid tussen oost en west in Oekraïne, waarvan in Midden-Europa toen nog maar weinig geweten was, gaf hij in de proloog gestalte door de tot vijanden verworden huizen Capulet en Montague. Die proloog werd voorgedragen door een veelstemmig koor met naakt bovenlichaam en de gedecideerdheid van strijders, die zich misschien direct zouden omdraaien en het omringende publiek te lijf gaan. De eigenlijke theater­handeling speelde zich af in een armoedig zwembad, alsof Oekraïne voor Romeo en Julia vandaag niet veel meer te bieden had. Zholdak had ook tegenstanders in eigen huis. In het geheim gefilmde repetities werden getoond aan de stadsleiders, als smaad aan de theatertraditie, met onduidelijke, maar waarschijnlijke pijnlijke verwijzingen naar de onmiddellijke actualiteit in Charkov en Oekraïne. Er werd toen overeengekomen dat Zholdak zijn ontslag zou aanbieden, zodat het er niet helemaal zou uitzien als ontslag op staande voet, wat het natuurlijk wel was, ook al mocht hij met zijn ensemble in Berlijn nog Romeo en Julia Fragment in première brengen. Berlijn Door het programmeren van het overzicht van zijn werk was hij in Berlijn gestrand, zonder de taal te kennen of andere voorbereidingen getroffen te hebben. Er was al overeengekomen dat hij aansluitend een opvoering van Medea zou brengen in de Volksbühne van Frank Castorf. Doordat verscheidene acteurs opstapten uit de productie, werd Zholdaks aankomst in het Duitse theater een debacle en tegelijkertijd een harde afrekening met zijn land van herkomst, een land dat zijn jonge vrouwen verkoopt, intelligentie laat verkommeren en waar – in de opvoering – de staat kapotgaat bij een feestbanket. Op het einde worden Medea’s kinderen niet omgebracht, 14

maar op de trein naar Kiev gezet. Er wordt gefilmd in het Berlijnse station Lichtenberg. Zholdaks breuk met Oekraïne – of de breuk van Oekraïne met Zholdak - had niet brutaler in beeld gebracht kunnen worden. Wat betekent dat nu, tien jaar later, en in het licht van de actuele gebeurtenissen? De regisseur met het postuur van een beer en het temperament van een alerte, intellectuele kunstenaar die terughoudend is met algemene oordelen, weet hoe hij daartegenover staat. In het theater van Europa is hij nu al langer thuis als internationaal regisseur, maar zijn wortels liggen in Oekraïne, ook in de toentertijd in Charkov gezochte aansluiting bij de korte periode van het modernistisch Oekraïens theater van de jaren twintig, dat al gauw de kop ingedrukt werd door Stalins cultuurpolitiek. Tijdens Maidan 2014 was hij op nieuwjaarsbezoek bij familie. Wat er zich daarna daar heeft afgespeeld, vindt hij veel te onoverzichtelijk om er duidelijke conclusies uit te trekken. De minister van Cultuur van de overgangsregering, de acteur Jevhen Nysjtsjoek (nu niet meer in functie), had hem graag direct teruggehaald. Minstens voor één groot werk. Dat zou een belangrijke geste geweest zijn, maar Nysjtsjoek maakte zich ook zorgen dat een opvoering die vanuit verschillende richtingen geschandaliseerd werd, op dat moment gewoon niet passend geweest zou zijn. Ideeën genoeg, aldus Zholdak. Tenslotte is Oekraïne een land van extremen, ook in het theater. Dat Zholdak zijn regiepijlen uiteindelijk zou richten op de opera, is helemaal niet verwonderlijk. In 2012 werd Tsjaikovski’s Jevgeni Onegin aan het Michailovski-Theater in Sint-Petersburg een tot op vandaag gevierd succes. Het droomachtige naast of beter in elkaar bestaan van geweld en schoonheid heeft Zholdak vaak in zijn soms misleidende ensceneringen opgedreven tot het niveau van verstoring. Wat dat betreft is de enscenering van Alexander Zemlinsky’s Der König Kandaules een logische volgende stap na een lange weg van voorbereiding en grondige rijping.

Thomas Irmer Thomas Irmer is theatercriticus in Berlijn (onder andere voor het tijdschrift Theater der Zeit) en beheerde als festivaldramaturg de gast­producties van Andrij Zholdak bij de Berliner Festspiele / spielzeit’europa 2005. Sinds 2010 reist hij geregeld naar Oekraïne.


Column

Kandaulisme:

het etaleren van de geliefde vleeswaren Film: Bitter Moon Antwerpen / Cinema Zuid 26 maart

Bitter Moon - Emmanuelle Seigner en Peter Coyote

Een leven geleden werd ik als Humo-filmjournalist gegijzeld op een in onbruik geraakte cruiseboot. We dobberden er een dag of tien mee op de Middellandse Zee tijdens de opnamen voor Roman Polanski’s film Bitter Moon. De beau van dienst was Hugh Grant. Let wel, we schrijven begin jaren ‘90, lang voor de vrouwen met bosjes voor hem vielen. (Er waren ook nog geen gsm’s en van het internet was er evenmin al sprake. Jaja, zo oud is Hugh Grant.) Kristin Scott Thomas was zijn echtgenote. In de film althans want in werkelijkheid was ze toen nog altijd getrouwd met een Franse dokter, terwijl ze op de boot dan weer vooral in de ban van een technicus bleek die goed was met licht. Wat je op facebook ‘It’s complicated’ zou noemen. De jonge Hugh Grant had naast zijn acteerwerk met Kristin Scott Thomas ook enkele gewaagde scènes in de film, met de jonge stoeipoes waarmee regisseur Polanski het leven deelde: Emanuelle Seigner. Polanski was van ’33, Seigner van ’66. Say no more. Nadat de regisseur haar al had opgevoerd in zijn romantische thriller, Frantic als tegenspeelster van Harisson Ford, ging hij nu nog wat verder. Het was sowieso een waagstuk om zo’n kinky boek als Lunes de fiel van Pascal Bruckner te verfilmen. Bruckner die zich als cultuurfilosoof een decennium later grote vragen ging stellen bij ons dwangmatig streven naar geluk. Eigenlijk hingen die vragen toen al in de lucht. Ik weet nog dat ik me serieus afvroeg of Polanski eigenlijk nog wel gelukkig kon zijn. Ja, de man had mooie tijden meegemaakt als regisseur van Chinatown en Rosemary’s Baby, maar zijn ongeluk was nog indrukwekkender. Hij had zijn moeder verloren in Auschwitz, moest vluchten uit zijn vaderland Polen, en zag zijn glamoureuze leven in Hollywood bruusk tot een einde komen toen zijn hoogzwangere eega, actrice Sharon Tate, afgeslacht werd door de bende van Charles Manson. Enkele jaren na die tragedie moest Polanski alweer op de vlucht. Weg uit Amerika waar Polanski veroordeeld werd voor pedofilie. Het meisje met wie hij in het huis van Jack Nicholson een fotosessie had gehouden en vervolgens wat al te intiem was geweest, was in tegenstelling tot wat ze beweerde niet meerderjarig. Ze bleek 13 te zijn.

Amerika bleef (en blijft) maar om zijn uitlevering vragen. Snap je waarom velen zich afvroegen waarom hij ook nog eens per se het omstreden Lunes de fiel moest verfilmen? Waarom moest hij nu zijn alweer veel te jonge vrouw in zo’n pikante rol aan de wereld te kijk zetten? Jawel, een rol waar op de menukaart drie pepertjes achter horen te staan. Lunes de fiel gaat namelijk over een Amerikaanse would-be schrijver, gespeeld door Peter Coyote, die in Parijs een relatie begint met een veel te jong meisje, Seigner dus. Hun relatie vervalt algauw in extremen van sm tot ronduit deviante seks. Er komen ongevallen van en hij belandt in een rolstoel. Hij wil daarna zijn lief aan een ander verpatsen en zelf toekijken. Een geval van Kandaulisme, zo heette dat. In mijn notities van destijds vind ik het nog terug. “Een term uit de pyschologie,” had ik opgeschreven. “Zou afgeleid zijn van de mythe van koning Kandaules en wijst op de onbedwingbare, meestal mannelijke behoefte om zijn geliefde naakt aan anderen te tonen.” Weer iets bijgeleerd. Kandaulisme, het personage van Peter Coyote leed eraan en Polanski zelf ook. En eigenlijk Hugh Grant ook. Want ook hij had zijn lief meegebracht. Ik kende haar uit de Britse boekjes: Elizabeth Hurley. Ze was de hoofdrolspeelster uit Christabel, een serie die door Dennis Potter was geschreven. Twee jaar na The Singing Detective was de naam Potter een label dat deuren opende. Maar Hurley wou duidelijk een andere deur open beuken. Elke dag liep ze in een korter rokje over het dek. Of ze lag te zonnen in zo weinig mogelijk textiel lang na zons­ondergang. Grant had haar meegenomen om haar te etaleren. Hij riep nog net niet: “neem haar, omdat ik haar graag zie!” Jaren later werd Grant wegens openbare zeden­schennis aangehouden toen hij op Sunset Boulevard werd aangetroffen in een wagen met zijn broek op zijn enkels en een dame tussen zijn benen. Het valt te betwijfelen of dat onder Kandaulisme valt. Ik ben een absolute operaleek, maar ik begrijp wel waarom de film Bitter Moon straks in de rand van de operavoorstelling in Cinema Zuid gespeeld wordt. Bovendien kan ik me voorstellen dat ook op de bühne een man uit liefde iets heel moois aan ons zal laten zien. Het zou onbeleefd zijn om daar de ogen voor te sluiten, niet? Kurt Vandemaele

15


Idomeneo

Mozarts Idomeneo

Van opera seria naar muziekdrama

Idomeneo in de regie van David Bรถsch in Theater Basel (2013)

16


Wolfgang Amadeus Mozart

Toen Wolfgang Amadeus Mozart op 29 januari 1781 in München de première van zijn opera Idomeneo, rè di Creta dirigeerde, was hij vijfentwintig jaar en twee dagen oud. Toch was deze Italiaanse opera seria al zijn tiende volledige opera. In vele opzichten bekleedt Idomeneo een vreemde positie binnen Mozarts oeuvre, en bij uitbreiding ook binnen de operageschiedenis. Hoewel het werk zeker als Mozarts eerste ‘rijpe’ opera mag worden beschouwd, is Idomeneo meteen ook zijn laatste ernstige opera, op La clemenza di Tito na. Bovendien bewijst Mozart hier dat hij de strikte conventies van de ernstige opera, waarvoor zijn Mitridate en Lucio Silla nog als vingeroefeningen dienden, op een dramatisch verantwoorde manier weet te overstijgen. Ook het grote aandeel van koor en dans, iets wat we eerder verwachten in een Franse opera, geeft Idomeneo een bijzonder statuut. Het werk is bovendien Mozarts laatste opera, die nog ontstond onder het toeziend oog van zijn vader Leopold. Twee weken na de première van Idomeneo zou Mozart zich geheel tegen de zin van zijn vader vestigen in Wenen, als de eerste volledig zelfstandige componist. Zo was Idomeneo misschien wel het grootste keerpunt in Mozarts hele oeuvre.

Idomeneo Antwerpen vanaf 30 april Gent vanaf 20 mei

Het ontstaan van Idomeneo De heterogeniteit van deze opera van Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) moet worden begrepen tegen de achter­grond van diens jeugdreizen. In de jaren 1777 en 1778 braken enkele verblijven in Mannheim en Parijs zijn muzikale horizon verder open, en Mozart popelde om die nieuwe indrukken te vertalen naar zijn eigen partituren. In het voorjaar van 1780 deed de langverwachte kans zich voor: van de culturele mecenas Karl Theodor van Beieren, keurvorst van Mannheim, kreeg Mozart de opdracht om een opera te componeren voor het carnaval in München. De zestig leden tellende muziekkapel die Karl Theodor aan zijn hof had uitgebouwd, was uitgegroeid tot het beste orkest van Europa en domineerde het muzikale landschap van de hele regio. Toen Karl Theodor in 1778 verhuisde naar München, nam hij zijn hele orkest en vocaal ensemble mee. Het ontstaan van Idomeneo was in vele opzichten een historie van compromissen. De keuze van het onderwerp lag traditie­ getrouw bij de opdrachtgever maar de librettist mocht Mozart zelf uitzoeken. Samen met zijn vader koos Mozart voor Giambattista Varesco (1735-1805), geen groot genie maar een bekwaam vakman die bovendien de enige Italiaanse dichter was uit de streek. Varesco bewerkte de originele Franse tragedie Idoménée van Antoine Danchet tot een Italiaans operalibretto. Bijbelse verhalen werden rond die tijd doorgaans geweerd, en heroïsche of tragische onderwerpen uit de klassieke oudheid vormden een geliefkoosd onderwerp. In dit geval viel de keuze op het verhaal van de Kretenzische koning Idomeneus, die bij zijn terugkeer van de Trojaanse Oorlog gedwongen wordt om zijn eigen zoon Idamante te offeren. De recitatieven uit de opera gaan grotendeels terug op het Franse origineel, terwijl

de teksten van de aria’s en ensembles meestal van Varesco’s hand zijn. Mozart drong er zelf herhaaldelijk bij Varesco op aan om het libretto te verkorten (14 aria’s is weinig in vergelijking met Mozarts vorige opera’s) ten voordele van de dramatiek. Het lieto fine of gelukkige einde is dan weer een toegeving aan de opdrachtgever. Tussen opera seria, tragédie lyrique en reformopera Idomeneo staat terecht geboekstaafd als een opera seria of ernstige opera. Toch voldoet het werk niet in elk opzicht aan de standaardeisen van de vaak erg gecodificeerde opera seria. Sinds halverwege de achttiende eeuw deden de operalibretti van de Italiaan Pietro Metastasio dienst als formele en inhoudelijke referentie voor de opera seria. Het aantal hoofdpersonages en het aantal aria’s stond vast, en de psychologische ontwikkeling van personages gebeurde steevast volgens strikte voorschriften. Tijdens zijn jeugdreizen raakte Mozart vertrouwd met deze principes van de opera seria, onder meer via Johann Christian Bach die onder meer opera’s schreef voor Mannheim en Parijs. Mozarts eigen opera’s Mitridate (1770) en Lucio Silla (1772), die hij schreef in Milaan, zijn nog keurige toepassingen van de usances van de opera seria. In datzelfde Milaan beschreef Mozart de opera’s van zijn erg gerespecteerde collega Niccolò Jommelli echter als “mooi, maar te serieus en ouderwets voor het theater”. Inderdaad, libretti à la Metastasio gedijden op een muzikale stijl waar de zanglijnen de opera domineerden en waar weinig ruimte was voor instrumentale inbreng. Met zijn Idomeneo zette Mozart de eerste stappen in de richting van een dramatisch alternatief. In die zin is het werk een product van een stroming die ook de zogenaamde reformopera’s van Christoph Willibald von Gluck voortbracht. Deze nieuwe generatie componisten, met Gluck en Mozart als onbetwiste voortrekkers, verzoende een aantal Italiaanse 17


Idomeneo

componenten met Franse invloeden. Waar het grote aantal recitatieven beantwoordt aan de geplogenheden van de Italiaanse opera seria, geeft de prominente plaats van dans en koor toe aan de Franse traditie van de tragédie lyrique. Veel levendiger dan bij de ietwat starre moralist die Gluck soms was, bereikt Mozart in Idomeneo een menselijke dramatiek van een explosieve kracht die ontegenzeggelijk vooruit wijst naar de latere Sturm und Drang.

dissonante akkoorden: vaak dienen deze wringende samenklanken niet langer als korte doorgangsakkoorden maar als beklemtoning en hoogtepunt van de dramatische actie. Sinds Idomeneo is het orkestrale raffinement nooit meer uit Mozarts muziek verdwenen.

Daarnaast stemt Mozart ook de structuur van zijn aria’s af op het karakter van een personage, en houdt hij muzikaal rekening met hun persoonlijke ontwikkeling doorheen Muziek en drama het verhaal. Een goed voorbeeld is Ilia’s aria Se il padre perdei, die trouwens erg kleurig begeleid wordt door fluit, Net zoals Gluck het hem voordeed, verweefde Mozart reeds hobo, fagot en hoorn. Met de woorden “Or più non rammento in de ouverture van Idomeneo de muziek zeer nauw met de l’angoscie, gli affanni” ontkent Ilia dat haar herinneringen dramatische inhoud van de opera. In muzikale termen articu- aan haar vaderland pijnlijk zijn, maar de chromatisch leert de ouverture een conflict: het majestueuze hoofdthema dalende lijn in de melodie spreekt dat tegen. Het orkest verklankt de kracht van autoriteit en het subtielere nevendringt met andere woorden door tot de meest intieme thema probeert die autoriteit aan te vechten. gedachten van de personages en legt vaak een heel Zeer opmerkelijk is het feit dat de ouverture andere waarheid bloot dan de tekst doet geen gesloten einde heeft maar rechtvermoeden. Waar in de traditionele opera streeks overgaat in een meesterlijk seria de aria een punt was van emotionele uitgewerkt recitatief van Ilia, dat op stilstand, en de dramatische ontwikkezijn beurt naadloos aansluit bij Ilia’s ling voorbehouden bleef voor de eerste aria. Zo brengt Mozart een recitatieven, gaan beide vormen hier vorm van dramatische continuïteit stilaan in elkaar over. Zo overstijgt en tonale coherentie in het stuk, Mozart ruimschoots de louter die hij niet aanhoudt doorheen decoratieve functie van muziek het hele werk maar die wel een in de traditionele opera seria. eerste stap zet richting het Een laatste opmerkelijke zaak is doorbreken van het strikte onderde grote dramatische inbreng scheid tussen recitatief en aria. van het koor; zeer atypisch voor een Italiaanse opera, en wellicht Ook de orkestratie van Idomeneo een restant van het Franse kan gerust modern genoemd originele verhaal. Het koor worden. De ongeëvenaarde vertolkt de stem van de massa, orkestrale klank van het orkest van die in dit geval echter een Mannheim heeft in aanzienlijke verzameling is van echte individumate bijgedragen aan het totale en: we horen geen platte universele coloriet van Idomeneo. Mozart wist waarheden, maar de menselijke Gravure Wolfgang Amadeus Mozart immers dat hij aan deze muzikanten stellingname van een gemeenschap eisen kon opleggen die hij elders nooit zou verwezenlijkt met een eigen moraal. zien. Carl Stamitz (1717-1757), de vroegere aanvoerder van het orkest, had een aantal vernieuwende muzikale technieken Idomeneo dankt zijn sleutelpositie binnen Mozarts oeuvre en gewoontes geïntroduceerd die de basis legden voor de aan zijn unieke tussenstatuut. Het werk houdt een speciale klassiek-romantische orkesttechniek. Vooral geïnteresseerd spanning in stand tussen conventionele dramaturgische in de orkestklank als geheel, breidde Stamitz het orkest uit vormen van de opera seria enerzijds, en anderzijds het omverwerpen van die conventies ten voordele van dramatimet een aantal instrumenten en schroefde hij ook de functie sche continuïteit. Daarnaast anticipeert de combinatie van van de houtblazers op. Tijdens zijn eerste bezoek aan een Italiaanse vocale lyriek, een Franse klemtoon op koor en Mannheim in 1777 bracht Mozart zijn enthousiasme over de orkestklank al tot uiting in een brief aan zijn vader: “Je kan je dans, en een Duitse symfonische stijl rechtstreeks op het kosmopolitisme van Mozarts latere Da Ponte-opera’s. Dient dit het heerlijke effect niet voorstellen van een symfonie met muziekdramatische meesterwerk dan toch een etiket fluiten, hobo’s en klarinetten!”. In Idomeneo wist Mozart opgeplakt te krijgen, dan lijkt de suggestie van Mozart zelf voor het eerst die orkestrale technieken in zijn partituur te de meest geschikte: ‘grosse Opera’. implementeren. De houtblazers komen meer voor het voetlicht en het aantal solistische passages neemt fors toe. Ook het orkestrale crescendo en decrescendo, een Mannheimse Arne Herman uitvinding, voorziet Idomeneo van een dramatisch reliëf van spanning en ontspanning, en van een energie die beantwoordt aan een echte menselijke gevoelsdynamiek. Naast deze kleurrijke orkestratie zocht Mozart de grootste spanningspunten op van het tonale harmonische systeem. Op dramatisch cruciale plaatsen wisselt hij zijn transparante harmonische onderbouw af met complexe harmonische progressies. Heel frequent maakt Mozart gebruik van (voornamelijk dalende) chromatische lijnen, die Idomeneo doordringen van passie. Doorheen de hele opera vraagt Mozart van zijn luisteraar een grote tolerantie tegenover 18


Wolfgang Amadeus Mozart

Idomeneo kort

Titelpagina van de partituur van Idomeneo

Mozarts Idomeneo vertelt over de Kretenzische koning Idomeneo die tijdens de Trojaanse oorlog zegevierend aan de zijde van Agamemnon streed. Om bij zijn terug­­keer zijn vege lijf te redden doet hij de belofte het eerste levend wezen dat hij op het vasteland zal ontmoeten te offeren. Tot zijn ontzetting is dit zijn zoon Idamante. Idomeneo probeert de goden om de tuin te leiden en zo dit onmenselijk zoenoffer te ontlopen. Hij stuurt Idamante, samen met zijn officiële verloofde Elettra, weg om haar op de troon van haar verloren koninkrijk te helpen. Ilia, de Trojaanse geliefde van Idamante die hem tot algemene verzoening inspireerde, laat hij ontredderd op het eiland achter. Dit alles opent op Kreta de doos van Pandora. We zijn niet enkel getuige van de persoonlijke tragedie van de koning die moet kiezen tussen het leven van zijn zoon en de politieke noodzaak van de redding van zijn volk maar evenzeer van de onbehaaglijke verhouding tussen vader en zoon met hun tegengestelde idealen. Idomeneo is Mozarts eerste meesterwerk geworden.

Idomeneo in de regie van David Bösch in Theater Basel (2013)

19


Idomeneo

Roberto Saccà

“Idomeneo is balsem voor de stem” Roberto Saccà als de joodse Éléazar in La Juive (2014-2015) © Annemie Augustijns

20


Roberto Saccà

Roberto Saccà, één van de meest gevraagde en bekendste tenoren van deze tijd, zong enkele jaren geleden in Opera Vlaanderen de rol van Don José in de Carmen-productie van Daniel Kramer. Vorig seizoen liet hij zich opmerken door zijn ronduit beklijvende vertolking van de jood Eléazar in Peter Konwitschny’s productie van La Juive. Twee decennia lang staat Roberto Saccà reeds op de podia van alle grote operahuizen in de wereld, aan de zijde van sterren zoals Cecilia Bartoli, Natalie Dessay, Anna Netrebko, Renée Fleming en Kiri e Kanawa. In Opera Vlaanderen zingt hij binnenkort de titelrol in Mozarts Idomeneo in een regie van David Bösch. Tijd voor een diepgaand gesprek over deze opera die zijn inspiratie put uit de Griekse mythologie.

Het verhaal van een vader die door een godheid bevolen wordt zijn eigen kind te offeren, vinden we niet alleen terug bij Idomeneo, maar ook in Bijbel­verhalen zoals dat van Abraham en Isaak, of dat van Jephta en zijn dochter. Waarin onderscheidt Mozarts opera zich van deze Bijbelse vertellingen? Roberto Saccà: De geschiedenis van Abraham en Isaak of van Jephta en zijn dochter kan men binnen de christelijke leer als een aansporing tot nederige onderschikking aan een goddelijke macht begrijpen. Abraham gehoorzaamt God schijnbaar blindelings en leidt zonder treuzelen of innerlijke twijfel zijn zoon naar de berg Moria, waar God hem opgedragen had zijn zoon te offeren. Een engel moet Abraham bij de uitvoering van deze daad hinderen om het leven van Isaak te redden. Klaarblijkelijk verlangt de oudtestamentische God vooral gehoorzaamheid van mensen, die hij zelf altijd weer op de proef zal stellen. De Griekse mythologie legt een paar andere accenten. Koning Idomeneo, die tijdens een storm op zijn terugreis vanuit Troje naar zijn thuisland Kreta, aan de zeegod Poseidon belooft het eerste levend wezen dat hij tegenkomt te offeren om zichzelf voor schipbreuk te behoeden, komt in een verschrikkelijke situatie terecht wanneer hij op het strand van Kreta, als eerste levend wezen, zijn zoon Idamante ontmoet. In tegenstelling tot Abraham probeert Idomeneo Poseidon te slim af te zijn, om het leven van zijn zoon te redden. De zeegod laat echter, vertoornd over dit bedrog, een zeemonster vrij, dat de kusten van Kreta verwoest en vele onschuldigen doodt. Koning Idomeneo ziet vervolgens in dat hij voor het hoger doel van het welzijn van zijn onderdanen, de liefde voor zijn zoon aan de kant moet schuiven. Uiteindelijk wordt Idamante toch nog gered doordat Poseidon getroffen wordt door de grootsheid die Idomeneo uiteindelijk toont in het verzaken aan zijn opdracht en vooral ook door de liefde van de Trojaanse prinses Ilia, die zichzelf in Idamante’s plaats opofferen wil. Mozart negeert dus in zekere mate de christelijke traditie van het gehoorzamen en plaatst zichzelf aan de kant van mensen die tegen goddelijke overmacht rebelleren, en die uiteindelijk, ook in hun grootste nood, om het behoud van waardigheid en menselijkheid strijden.

In de hoogste nood, kort voor het neerstorten van een vliegtuig of wanneer een schip door een storm dreigt te worden vernietigd, gaan mensen vaak over tot absurde beloftes. Zou jij in een gelijkaardige situatie hetzelfde doen? Saccà: Tot op het moment dat men de hoogste nood zelf beleeft, is het niet mogelijk te voorspellen hoe je je in zo’n situaties zal gedragen. De hoogste nood blijft een zuiver theoretisch concept, zolang men er niet direct mee geconfronteerd wordt. Maar ik kan me inbeelden dat de hoogste nood mensen emotioneel en fysiek zodanig aan hun grenzen brengt, dat datgene wat voordien misschien gedurende decennia verborgen bleef – een religieus besef, onbekende wezenstrekken en karaktereigenschappen – plotseling tevoorschijn komt. Operazangers zijn veel onderweg met het vliegtuig. Dat er altijd wat kan mislopen, bewees uitgerekend de crash van de Germanwings-vlucht 9525, waardoor 150 mensen, onder andere de operazangers Oleg Bryjak en Maria Radner, omkwamen. Hoe heb jij op dit nieuws­ bericht gereageerd? Saccà: Deze tragische gebeurtenis heeft me natuurlijk heel erg aangegrepen. We kregen het bericht binnen tijdens één van de scenische repetities van La Juive te Gent en ik herinner me de bedrukte sfeer toen nog goed. Het is een voordeel dat de mens bepaalde gedachten kan verdringen, anders zouden we geen voet meer buiten de deur durven zetten. Voor diegene die achterblijven is zo’n verlies ongelofelijk treurig en zeer pijnlijk, maar het leven moet verder gaan. Wat kan, in onze huidige samenleving, de betekenis zijn van ‘het offer’? Saccà: Het offeren wordt in beschaafde maatschappijen vaak vervangen door de deugd van het verzaken aan iets. Op een metafysisch-geestelijk niveau is het zeer goed mogelijk dat een offer daadwerkelijk iets bewerkstelligen kan, in zoverre men zo’n extra dimensie bij zichzelf toelaat natuurlijk. Maar zoals gezegd, het is een persoonlijke aangelegenheid te bepalen of men zaken die door het verstand als fantasie en inbeelding afgedaan worden, een diepere betekenis geeft. Er bestaan natuurlijk vele culturen waarin het regelmatig offeren nog steeds een grote betekenis heeft. Met dat offer hoopt men in contact 21


Idomeneo

te komen met hogere machten, bovennatuurlijke wezens en godheden. Van hen hoopt men dat zij iets doen kunnen voor diegene die offert. Ook het ontzeggen van iets tijdens de vastentijd of de ramadan kan als een soort offer begrepen worden, men reinigt zich en zoekt contact met een hogere dimensie. Nog een voorbeeld: wanneer vegetariërs of veganisten vandaag bepaalde etenswaren niet consumeren, is het mogelijk dat enkelen onder hen dit als een offer ten opzichte van de ons voedende natuur verstaan. De redenen waarom we iets doen, mogen dan deels verklaarbaar zijn, vaak is het echter zo dat deze in het duister blijven en wanneer we onze beweeg­gronden dan nauwkeuriger gaan onderzoeken, stellen we vast dat we onderhevig blijken te zijn aan archaïsche aandriften die met ons doen wat ze willen. Idomeneo maakt zich schuldig aan hoogmoed doordat hij Poseidon te slim af wil zijn. Wat kan men vandaag nog aanvangen met de notie ‘hybris’? Saccà: Hoogmoed, één van de zeven doodzonden, is een begrip uit de Bijbelse tijd, dat in de loop van de eeuwen en millennia aan voortdurende wijzigingen onderworpen werd. De huidige mediaplatformen reiken meer dan ooit kansen aan om de hoogmoed in ere te houden en te cultiveren. Een bekend spreekwoord luidt echter: “hoogmoed komt voor de val” en dat geeft te denken. Dikwijls maken we mee hoe zelfverheffing altijd weer door de leden van een bepaalde community wordt afgestraft. Uiteindelijk draait het in Idomeneo om het doorgeven van de fakkel aan een nieuwe generatie. In hoeverre ben jij zelf met iets dergelijks bezig? Saccà: Ik bevind me in die fase van mijn carrière waarbij ik steeds vaker met collega’s op het podium sta die een heel stuk jonger zijn dan mij. Het schenkt me echter een grote vreugde om me met hen over bepaalde partijen en ook over de planning van een zangcarrière te onderhouden. In de masterclasses die ik telkens opnieuw geef, valt het me op hoe geïnteresseerd en leergierig jonge zangers zijn. Ik zie het als een opdracht mijn eigen ervaringen met hen te delen, want een goede en juiste planning van je carrière als zanger is in onze gejaagde tijd van levensbelang. Wat doet de partij van Idomeneo met je stem, waarmee je tegenwoordig ook heel wat repertoire van Wagner en Strauss zingt? Saccà: Mozart zingen is altijd goed voor je stem. Als je hoofdzakelijk heldentenorpartijen zingt (zoals Bacchus/Ariadne auf Naxos, Der Kaiser/Die Frau ohne Schatten en de titelrol van Lohengrin), weet je een dergelijke stemhygiëne te waarderen. De rol van Idomeneo is werkelijk ideaal: de combinatie van lyrische en heldentenor-componenten, alsook de gevraagde flexibiliteit voor de coloraturen, maakt de partij tot zowel balseming als training voor de stem. In zeker opzicht zijn de rollen van Idomeneo en Eléazar zelfs tamelijk gelijkaardig wat betreft de zangtechnische vereisten. Dat alles maakt dat ik erg uitkijk naar de opdracht van Opera Vlaanderen! Roberto Saccà als Don José in Carmen (2011-2012) © Annemie Augustijns

22


Roberto Saccà

Je zingt, na Don José in Carmen en Eléazar in La Juive, voor de derde maal een partij in Opera Vlaanderen. Begin je je langzaamaan thuis te voelen in Antwerpen en Gent? Saccà: Ja, de sfeer is ontspannen en men neemt de tijd producties rustig en grondig voor te bereiden. Daardoor ontstaan dan interessante en succesvolle ensceneringen zoals die van La Juive vorig seizoen. De rol van de jood Eléazar heeft me ongelofelijk gefascineerd. Het was een onvergetelijk intensieve en veeleisende productie, die enkel en alleen door de grote discipline van zowel het koor, het orkest, de solisten als het regieteam, zo’n hoog niveau kon bereiken. Mien Bogaert

23


Idomeneo

De dunne lijn tussen bloedband en bloedbad David Bรถsch van Elektra naar Idomeneo

Productiebeeld Idomeneo - Basel 2013

24


David Bösch

Een Elektra die onberekenbaar pendelde tussen poppen en kettingzaag en een waar bloedbad aanrichtte, gaf bij Opera Vlaanderen de aftrap van vorig seizoen. Nu kondigt een al even verscheurde en bloederige Idomeneo zich aan. De link is geen toeval. Twee keer vormen familiale spanningen, waar Freud van smulde, de tijdbom die tikt onder het klassiek verhaal van een noodlottige dynastie. Twee keer ontsproot het regieconcept aan de geest van David Bösch.

Iréne Theorin in de titelrol van David Bösch’ Elektra (2015-2015) © Annemie Augustijns

25


Idomeneo

David Bösch

Rauwe emotie

Vader vs zoon

David Bösch wordt wel vaker ‘de regisseur van emoties’ genoemd. Na zijn studies in Zürich regisseerde hij vanaf 2006 theaterproducties op verschillende podia in Duitsland (Essen, Bochum, Mannheim, Berlijn, Hamburg). Voor zijn Shakespeareregie Much ado about nothing (2006) in Hamburg werd hij bekroond met de ‘Young Directors Award’ van de Salzburger Festspiele. In het seizoen 2009-2010 zette Bösch, op vraag van enkele opera-intendanten, zijn eerste stappen als operaregisseur met Orlando Furioso in de Opera van Frankfurt. Zijn eerste suc­cessen bezorgden hem uitnodigingen van onder meer de Staatsopera in München, waar hij verschillende opera’s regisseerde waaronder zijn geroemde Die Meistersinger von Nürnberg. Bij Opera Vlaanderen maakte hij een opgemerkt debuut met de unaniem bejubelde Elektra en in de Opera van Lyon was hij voor de tweede maal te gast met een uitzonderlijke lezing van Die Gezeichneten (Schreker). Een hoogtepunt in zijn jonge carrière is de uitnodiging van Covent Garden om er Il Trovatore te regisseren. Dit seizoen keert hij terug naar ons huis met zijn interpretatie van Mozarts Idomeneo, dat twee seizoenen geleden in Basel zijn première beleefde.

Voor velen geldt Idomeneo als Mozarts mooiste opera. Het verhaal heeft dan ook alles in zich: een koning, die terugkeert met zijn oorlogsbuit, moet zijn eigen zoon opofferen. Geen luchtig thema om te ensceneren. Steeds vaker zien we dat regisseurs, die hun wortels in het theater hebben, erin slagen om complexe verhalen aanschouwelijk op de bühne te brengen. David Bösch is zo een regisseur. Hij is een geboren verhalenverteller die zweert bij het eerlijke ambacht van het spel. Bösch is het soort regisseur dat zijn personages laagje na laagje emotioneel uitkleedt; hij is de man van het ‘emotiedrama’, hoe donker en traumatisch dat ook mag uitpakken. Voor hem is opera wellicht zijn ultieme medium. Als theater­regisseur was het een probleem om de boven­menselijke emoties van de personages in de Griekse tragedies boven te spitten. Alleen door het gesproken woord is dat moeilijk. En daar biedt de muziek natuurlijk die hele kosmos aan gevoelens, van peilloze wanhoop tot razende moordlust. Bovendien hoef je zelf de timing niet te bepalen, acteurs kunnen er ook niet los mee omgaan. Je weet precies, tot op de tel, hoe lang een aria duurt. Het raamwerk waarbinnen je personages zich kunnen uitleven, bestaat. Bösch weerlegt dat opera­ zangers geen sterke acteurs zouden zijn. Integendeel vindt hij het bevrijdend dat ze de grote emotie niet schuwen. Een aria legt sowieso het hart van het personage bloot. Volgens Bösch zijn operazangers ook geluk­ kiger dan acteurs. Hij stelde dat vast door hen te observeren in de kantine. Waar acteurs blijven discussiëren en kreunend zoeken, zijn opera­zangers vaak een al vrolijkheid, helemaal opgeladen door de muziek.

Bösch is bijzonder opgezet met Mozart. Voor hem biedt zijn muziek alle klank­kleuren die een mensenleven kan hebben. Ook het verhaal van Idomeneo, dat teruggaat op de Trojaanse oorlog waarin de Kretenzische koning Idomeneus vocht aan de zijde van Agamemnon, heeft precies die elementen in zich waar Bösch zijn menselijke drama’s uit puurt. Het gaat niet louter om geschiedenis, oorlog en macht, maar voor Bösch vooral om een vader en zijn zoon. Over hun moeilijke verhouding, hun tegengestelde idealen. We staren in een generatiekloof. De vader die de old school belichaamt en zich in zijn wanhoop opwerpt als een alleenheerser om te voorkomen dat zijn opvolger zijn progressieve ideeën in de realiteit omzet. Rationeel is hun strijd terug te brengen tot de frictie die vernieuwing teweegbrengt. Dat is echter buiten de liefde gerekend die als een kauwgom aan een schoen aan hun lekke bloedband kleeft. Op dat aspect is David Bösch nu net zo belust, al de rest is randinformatie. Hij brengt alles terug tot een Freudiaanse knoop die zich alleen met het nodige bloedvergieten laat ontwarren. Men zou gaan vermoeden dat deze jonge Duitse regisseur een moeilijke adolescentie achter de rug heeft. Bösch lacht de argwaan weg. Buiten het obligate “zal het oorlog worden?”, een vraag die als een estafettestokje van generatie op generatie wordt doorgegeven, worstelt hij niet met grote conflicten. Hoewel hij moet toegeven dat één vraag zijn jonge jaren ook beheerste: ‘‘zal Antje Arens met mij naar de bioscoop gaan en… mij dan ook kussen?” Nee, er trekt zich geen bloederig spoor door zijn memoires. Hij noemt zijn puberproblematiek lachend ‘beheersbaar’. Wel is hij een filmfanaat, hoewel hij tijdens zijn studies toch koos om niet gehinderd door de techniciteit die film met zich meebrengt, voluit met acteurs te kunnen werken. Wat bleef is zijn talent en goesting om beklijvende, rauwe beelden te maken. En daar slaagt hij in zijn Idomeneo absoluut in.

David Bösch in het decor van Elektra bij Opera Vlaanderen 2014 met Insight

26


E X T R A O R D I N A RY C H O C O L AT E

Koestraat 50, 9000 Gent - Korte Gasthuisstraat 1, 2000 Antwerpen


Doornroosje

Doornroosje het Gesamt足kunstwerk voor de Keizerlijke Theaters Doornroosje Gent vanaf 23 maart Antwerpen vanaf 13 april

28


Tsjaikovski

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski

Balletmuziek was voor Tsjaikovski geen liefde op het eerste gezicht. Voor de componist van de drie grootste balletklassiekers kan dit verbazen. Tsjaikovski wist dat balletmuziek vaak stiefmoederlijk werd behandeld. De beste balletmuziek, daarover waren balletliefhebbers en critici het eens, was muziek die je niet opmerkte. Toch besloot hij het te wagen met Het Zwanenmeer van Julius Reisinger. De productie van 1877 in Moskou maakte weinig indruk en was snel vergeten. Het Zwanenmeer zou pas uitgroeien tot de klassieker die we kennen dankzij de productie die Marius Petipa na Tsjaikovski’s overlijden maakte voor Sint-Petersburg. Met de opdracht voor Doornroosje lagen de kaarten anders. Tsjaikovski zou samenwerken met de grootste balletmeester van zijn tijd, Marius Petipa. De componist koesterde bovendien de ambitie om een meesterwerk in het genre te schrijven. Doornroosje was het geesteskind van Ivan Vsevolozjski. Hij was een aristocraat uit een roemrijk geslacht, dat via de vorsten van Smolensk terugging tot Rjoerik, de Vikinghoofdman die in de negende eeuw de grondslag legde van het latere Rusland. Bij zijn troonsbestijging

in 1881 had Alexander III hem benoemd altijd een toets van Voltaire en Poesjkin. tot directeur van de Keizerlijke Theaters. Hij had geen ervaring met het manage- “Alles rond Vsevolozjski, zijn hele omgeving, ademde die hooggeboren ment van een theater, maar wel een smaak, die parfait bon goût, die grote artistieke belangstelling en een vandaag zo zeld­zaam is geworden. verfijnde esthetische smaak. Zijn functie Ivan Alexandrovitsj had de gave om bij het Russische consulaat in Parijs aan alles een très grand air te verlenen, had zijn voorliefde voor de Franse een soort van verheven distinctie, cultuur aangescherpt. Het scenario een bijzondere schoonheid.” dat hij zelf bedacht voor Doornroosje was een van de vele uitingen van Benois verklaarde de voorliefde van die voorliefde. Vsevolozjski zag in het Vsevolozjski voor danskunst ook ontwerp niet enkel een hulde aan de vanuit zijn aristocratische attitude: schrijver Charles Perrault maar ook aan de hele cultuur van Versailles “Vsevolozjski was grootgebracht in onder Lodewijk XIV. de tradities van de achttiende eeuw, Vsevolozjski was meer dan een met manieren waarin dans een grote manager. Hij schreef zelf scenario’s rol speelde, en voor hem was dans niet en tekende kostuumontwerpen. licht en dwaas. Integendeel, hij hield Zijn officiële opdracht schreef voor dat dans in groot aanzien en dankzij zijn hij via de producties van de Keizerlijke inzicht in de betekenis van dans steeg Theaters moest bijdragen om de het ballet onder Vsevolozjski’s literatuur, de zeden en het nationaal directeurschap van een absolute bewustzijn te stimuleren. De jonge neergang op tot een ongekende bloei.” generatie die vanaf 1910 naam zou maken met de producties van Les Vsevolozjski erkende Tsjaikovski’s Ballets Russes in Parijs spiegelde zich talent reeds voordat de componist aan zijn voorbeeld. Voor de invloedrijke beroemd was. Vanaf 1884 produceerde impresario Sergej Diaghilev was hij al zijn theaterwerken, waaronder de Vsevolozjski een rolmodel. Alexander drie klassiekers Doornroosje, Schoppen­ Benois beschreef hem als een echte vrouw en De Notenkraker. Hij stelde barin, een aristocraat in hart en nieren. Tsjaikovski eerst een ballet voor op het Benois bemerkte in zijn conversatie 29


Doornroosje

thema van Undine. De componist overwoog het idee ernstig, maar wees het uiteindelijk toch af. Vsevolozjski deed een nieuwe poging in 1888 met een eigen libretto: “Ik ontwikkelde de idee om een libretto te schrijven op La belle au bois dormant naar het verhaal van Perrault. Ik wil de mise-en-scène doen in de stijl van Lodewijk XIV. De muzikale verbeelding kan een vlucht nemen en melodieën in de geest van Lully, Bach, Rameau etc…. zijn mogelijk.” Tsjaikovski antwoordde dat hij gecharmeerd was en enthousiast boven alle beschrijving: “Het past me perfect en ik kan niets beter vragen om op muziek te zetten.” Zijn enthousiasme voor het onderwerp had wellicht twee redenen. Aan de ene kant leende het sprookje zich tot een uitwerking van zijn geliefkoosde filosofische thema over de strijd tussen het noodlot en de kracht van het leven. Vsevolozjski overlaadde het verhaal niet met filosofische toevoegingen, maar suggereerde wel een mogelijke allegorische lezing. Door Perraults anonieme slaapster de naam Aurora te geven, schiep hij een poëtische verwijzing naar de ideeën van dageraad, een nieuw begin, opstanding en wedergeboorte. Een tweede troef waren de mogelijk­ heden om periodestijlen uit de achttiende eeuw te integreren. Tsjaikovski had altijd een voorliefde gekoesterd voor muziek uit die tijd. Beroemde concertwerken zoals Serenade voor strijkers, Rococovariaties voor cello en orkest, en de vier orkest­ suites zijn voorbeelden. Ook in het intermezzo in Schoppenvrouw gebruikte hij zijn periodestijl. In Doornroosje kreeg het historiserende idioom een prominente plaats in de dansen tijdens de jachtpartij van de prins, die nadien de schone slaapster zou verlossen.

Spotprent van Marius Petipa

30

Doornroosje bood Tsjaikovski de mogelijkheid om te werken met een balletmeester van eerste rang. Met het driemanschap Tsjaikovski-PetipaVsevolozjski waren alle aspecten van de productie op het hoogst mogelijke niveau ingevuld. Petipa en Tsjaikovski consulteerden elkaar intensief. Petipa maakte een plan op met vrij algemene suggesties voor de componist. Later ontstond de indruk dat de balletmeester de componist een streng keurslijf oplegde, maar die indruk blijkt niet te kloppen. In de korte nummers bleef Tsjaikovski vrij dicht bij Petipa’s suggesties, maar in de grote nummers liet hij zijn muzikale verbeelding de vrije loop. Tsjaikovski componeerde de partituur met een mozartiaans gemak. Volgens zijn eigen commentaar bij de voltooiing van het laatste nummer op 26 mei 1889 had hij “in totaal tien dagen in oktober gewerkt, drie weken in januari, en een week nu! Dus alles bij elkaar genomen zo’n veertig dagen”. Het precisiewerk aan de orkestratie hield hem iets langer bezig, van 30 mei tot 16 augustus 1889. De generale repetitie vond plaats op 2 januari 1890 in aanwezigheid van de tsaar en de keizerlijke familie. Tsjaikovski’s reactie op de lauwe commentaar van de tsaar is bewaard: “heel mooi!!!!! Zijn majesteit behandelde mij heel neerbuigend. Het zij zo.” Wellicht was de tsaar ietwat geïrriteerd over de licht-ironische wijze waarop de heerser in het verhaal is voorgesteld. In het sprookje draagt de koning ten slotte de schuld voor de ramp die zijn rijk treft. Zijn nalatigheid om de slechte fee uit te nodigen voor het doopsel van zijn dochter veroorzaakte bijna haar dood en dompelde het hele rijk in een slaap van honderd jaar. De klassieke status van Doornroosje doet wel eens vergeten hoe bijzonder het ballet was in de context waarin het ontstond. Het verhaal kan nauwelijks een drama worden genoemd. Er is geen echte plot, er zijn geen onverwachte wendingen. De uitkomst ligt al vast in de proloog. De slechte fee Carabosse voorspelt dat Aurora zal sterven door zich te prikken aan de pin van een spinnewiel. De goede fee zet de voorspelling om in een slaap van honderd jaar. Het eerste en tweede bedrijf wikkelen het voorspelde verhaal af. Het derde bedrijf toont de feestelijkheden bij het huwelijk tussen Aurora en prins Désiré. Petipa en Tsjaikovski moesten dit gebrek aan een groot drama compenseren met een hoeveelheid aan dramatische confrontaties op kleinere schaal. Beiden wisten

Marie - dochter van - Petipa (links) als de Lila fee in Doornroosje (1880)

in hun eigen domein een brede pano­ramische visie te combineren met levendigheid in het detail. Die kwaliteit maakte Doornroosje tot het hoogtepunt van het Keizerlijke Ballet. Drie auteurs op topniveau schiepen samen een vol­waardig Gesamtkunstwerk. De herinnering aan Doornroosje zou een grote stimulans geven aan de volgende generatie. Diaghilev, Bakst, Benois en Igor Stravinski loodsten het Russische ballet de moderniteit van de twintigste eeuw binnen. De ervaring met Doornroosje was doorslaggevend voor hun overtuiging dat het ballet de aangewezen kunstvorm was om de idealen van het Gesamtkunstwerk in de praktijk te brengen. Francis Maes


Tsjaikovski

Doornroosje wordt weer wakker...

Aki Saito als prinses Aurora en Alain Honorez als Carabosse in Doornroosje (2006-2007) Š Angela Sterling

31


Doornroosje

Marius Petipa’s Doornroosje is wat je een evergreen noemt in het balletrepertoire en tegelijk een hoogtepunt van de 19de-eeuwse Russische keizerlijke stijl. Onder de titel La Belle au bois dormant ging het ballet op 15 januari 1890 in het Mariinsky Theater in Sint-Petersburg in première. Het succes liet aanvankelijk op zich wachten, maar uiteindelijk werd het Petipa’s grootste triomf. Bovendien groeide het uit tot een testament van de omvang van de samenwerking tussen choreograaf en componist. Net als bij die twee andere balletklassiekers van Petipa, Het Zwanenmeer en De Notenkraker, tekende Tsjaikovski voor de magistrale partituur. Ballet Vlaanderen presenteert het ballet voor de vierde keer in de versie van de Braziliaanse choreografe Marcia Haydée uit 1987. Een voorstelling die alles heeft wat je van een grote klassieker verwacht: spectaculaire dansscènes, prachtige decors en kostuums, getekend door de veelbesproken Chileense ontwerper Pablo Nuñez. In Haydées productie treedt naast de prins en Doornroosje vooral de boze fee Carabosse op de voorgrond. We laten de choreografe en twee van de principals aan het woord.

Choreografe Marcia Haydée tijdens de repetities van Doornroosje (2005-2006) © Ida Zenna

Marcia Haydée

Choreografe Marcia Haydée over Doornroosje

Marcia Haydée werd “Carabosse is verbolgen omdat ze niet uitgenodigd werd op het doopfeest van Aurora. Daarom in Brazilië geboren en spreekt ze een vloek over haar uit. Carabosse word meestal voorgesteld als een oud en afstotestudeerde in Rio de lijk wezen. Dat klopt niet, vind ik. Het is noch een man, noch een vrouw of een dier, maar een Janeiro aan de Koninklijke demon zoals je die aantreft in het Japanse kabukitheater. Toen ik in 1984 dit stuk bewerkte voor Balletschool. In 1957 het Stuttgarter Ballett, zag ik mijn kans schoon om een hedendaagse interpretatie van die figuur voegde zij zich bij het te geven. Ik had Richard Cragun, die 36 jaar mijn partner was, in gedachten. Ik respecteer het Grand Ballet du Marquis materiaal en de structuur van Petipa, maar voor Richard schreef ik een nieuwe choreografie. de Cuevas. In 1961 verhuisde zij naar het Ik maakte van hem een krachtige, verleidelijke figuur. Hij stak af tegen de rest door zijn manier Stuttgarter Ballett, toen van bewegen. Dit maakt het stuk meer hedendaags en levendiger. Niemand is helemaal goed onder de directie van John of slecht. Je schoonheid verdwijnt ook niet omdat je slecht bent. Goed en kwaad zijn tegen­ Cranko. Een jaar later gestelde krachten die in ieder aanwezig zijn. Daarom wou ik dat de boze geest er net heel goed promoveerde Haydée tot uitzag. Dat is zo belangrijk dat ik die choreografie nooit zomaar uit handen geef. Toen ik in 2006 prima ballerina. Zij was door het toenmalig Ballet Vlaanderen gevraagd werd, viel mijn oog al snel op Alain Honorez een van de grote danse­ressen van haar generatie voor de rol van Carabosse. Die had precies de juiste uitstraling. Carabosse is meer dan een en groeide uit tot Cranko’s gefrustreerde, lastige fee; het personage wordt de belichaming van ‘het kwaad’ met bedoeling de hofhouding te vernietigen. Tegelijkertijd heeft de Lilac Fairy (de Seringenfee) een grotere rol muze. Marcia Haydée creëerde rollen in talrijke te spelen. Als de essentie van het ‘goede’ moet ze veel kracht ontwikkelen om het kwade te van zijn balletten, waar­bestrijden. Carabosse verschijnt op zeer dramatische wijze, hoog boven het hof. Ik heb er een onder die van Julia in krachtige dansrol van gemaakt, vol gedraaide sprongen en pirouettes, die het getormenteerde Romeo en Julia (1962), karakter van Carabosse benadrukken. Tatjana in Onegin (1965), Tussen de proloog en het eerste bedrijf voegde ik een theatrale tussenact in. Een groot zwart en Kate in The Taming of zijden doek daalt neer, waarin Carabosse zich wentelt als een boosaardige spin. Dit reuzen­doek the Shrew (1969), evenals de hoofdrollen in Carmen wordt opnieuw met groot effect gebruikt in de droomscène, wanneer Carabosse, die prins Desiré en de Seringen­fee op weg naar de slapende Aurora in de gaten houdt, tracht om de prins te (1971) en Initials R.B.M.E. (1972). Ook John Neumeier verstrikken in zijn duivels web. Carabosse komt nog een laatste maal op het toneel aan het slot van de feestelijkheden, om ons er aan te herinneren dat het kwade niet volledig vernietigd is met Lady of the Camellias en Kenneth MacMillan en altijd aanwezig zal blijven. Dat is ook de reden waarom Carabosse prominent aanwezig is met The song of the Earth, gedurende het hele ballet” 32


Tsjaikovski

Wim Vanlessen en Aki Saito als prins Desiree en prinses Aurora in Doornroosje (2006-2007) Š Angela Sterling

33


Doornroosje Requiem en The House of Carrabosse van dienst Alain Honorez Bernada Alba creëerden balletten voor haar. “Uit heel het romantisch repertoire van de grote verhalende sprookjesballetten is Sleeping Beauty In Stuttgart vormde zij mijn absolute favoriet. Het verhaal, de muziek, de dans, de emoties, alles is gewoonweg perfect. een gevierd koningskopNochtans, toen Sleeping Beauty op het repertoire van het Ballet van Vlaanderen kwam, zag ik pel met Richard Cragun, mij niet direct de rol van de prins dansen. Ik heb wel een aantal rollen van de ‘danseur noble’ een partner­schap dat bijna dertig jaar duurde. vertolkt, maar toch ging mijn aandacht onmid­dellijk naar de rol van Carabosse. Gewoonlijk is Voorts gasteerde zij bij ’s dat een karakterrol met veel mime en ik had geen idee wat voor een enorme dansrol het in werelds grootste de productie van Marcia Haydée was. Na het bekijken van de video wist ik dat het een zeer gezel­schappen als belangrijke rol was met veel spectaculaire solo’s, heel veel adembenemende scenische effecten, partner van o.a. Rudolf kortom een fantastische rol, zowel wat danstechniek als expressie betreft. Een rol voor een Noerejev, Mikhail danser-acteur en dat wilde ik echt doodgraag doen, omdat hij ‘vrijer’ van bewegen was dan die Baryshnikov, Antony van de prins en ik er veel van mezelf kon inleggen. Ik wou ook wel eens graag een ‘slecht’ Dowell en Jorge Donn. personage gestalte geven! In 1976 werd zij artistiek In vroegere producties van Haydée’s Sleeping Beauty werd Carabosse altijd door een fysiek directeur bij het Stuttgarter Ballett. grote en gespierde danser vertolkt. Ik heb een andere lichaamsbouw en toch zei Marcia meteen In 1993 nam zij ook de “hij wordt mijn Carabosse”. Je kan zeggen: ze kwam, ze zag en ze besliste. Ik was ongelooflijk leiding van het Santiago dankbaar en fier en begon onmiddellijk zowel in de dansstudio’s als thuis te bedenken en uit te Ballet op zich. proberen hoe de rol uit te benaderen. Uiteindelijk legde zij in Carabosse is een hoogtepunt uit mijn carrière en kwam precies op tijd. Ik danste al een hele tijd 1996 bij beide gezelbij het Ballet van Vlaanderen, maar deze rol gaf mij bekendheid bij een breed publiek, er was schappen haar functies veel zeer positieve perskritiek, de rol gaf een extra dimensie aan mijn plaats binnen de groep. neer. Sindsdien keerde En natuurlijk waren er ook op vraag van Marcia de gastoptredens als Carabosse in het buitenzij nog geregeld terug land, met het Santiago Ballet in Chili, met het West Australian Ballet in Perth … naar Stuttgart om karakterrollen te dansen. Zo heb ik een deel van de wereld gezien, dansers en andere gezelschappen leren kennen. In februari 2001 gaf zij op Dat alles heeft me heel veel geleerd, en ja, het heeft me ook wel kieskeuriger gemaakt. het Hong Kong Arts Carabosse wordt soms door een vrouw vertolkt, maar meestal door een mannelijk danser, Festival nog twee voor­om de nadruk te leggen op de kracht van het kwaad en minder op de ‘venijnige’ trekjes ervan. stellingen van Tristan und Als man een vrouwenrol dansen is moeilijk: kostuum, haartooi, maquillage moeten juist zijn en Isolde, een zeer intensief de bewegingen zeker niet overdreven vrouwelijk. Om een mooi, maar geslachtsloos personage danstheaterduet, samen met Ismael Ivo, ex-danser uit te beelden, was de zoektocht naar dit alles nog groter. Ik bekeek de tekenfilm Sleeping Beauty uit 1959 van Walt Disney. Daar heet de boze fee Maleficent en in dat personage vond ik veel van de Alvin Ailey Dance Company. Sinds juli 2004 inspiratie: ze is slank, mooi, doorslecht en vooral ijzig koud. Wat me ook opviel waren de slanke staat zij terug aan het roer handen met de heel lange puntige vingers, die alsmaar in beweging waren. De ex­pressie van bij het Ballet de Santiago, die armen en handen was groter dan die van het gelaat als een masker, dat er op wijst dat haar waar zij o.a. instond van gevoelsleven zeer gericht is en geen brede waaier van emoties kent. Dat heb ik overgenomen de creatie van Carmen om ‘mijn’ versie van Carabosse gestalte te geven. Ik moet er direct bij vermelden dat er uiteraard op de integrale opera­ samenspraak was met Marcia en dat ze mij daarna carte-blanche gaf voor de benadering van muziek­van Bizet. Aan de universiteit van Stuttgart de rol.” ontving zij een eredoctoraat, in haar thuisland Brazilië nam de president De danseur noble in Wim Vanlessen haar op in de Orde van Culturele Verdienste. “Ik heb bij Ballet Vlaanderen in bijna alle grote klassiekers de zogenaamde danseur noble rollen gedanst, waaronder Prins Desiré in Marcia Haydées verfrissend mooie Sleeping Beauty. Een danseur noble werd altijd beschouwd als het mannelijke symbool van het pure classicisme. Vandaag blijft je werkterrein natuurlijk niet beperkt tot die specifieke repertoire-rollen. Je moet van alle markten thuis zijn. Zelfs de klassiekers veranderen, zie maar naar De Notenkraker die Demis Volpi voor Ballet Vlaanderen creëerde waarin de Notenkraker/prins veeleer een karakterrol werd dan een klassieke prinsenrol. De tijd van de pure danseur noble ligt in het verleden. Toen ik pas afgestudeerd was en bij Ballet Vlaanderen begon, toen onder de directie van Robert Denvers, dacht ik dat bravoure in klassiek ballet vooral om briljante pirouettes en hoge sprongen ging. Het waren Robert Denvers en ballet­meesteres Christiane Latré die mij het belang van artisticiteit leerden: hoe je met het publiek kon communiceren door présence en persoonlijkheid. Op het toneel stappen en onmiddellijk de aandacht van het publiek trekken is niet zo evident! Ik had het geluk goede coaches te hebben. Eén van hen was Marcia Haydée. Zij bevestigde de uitspraak van choreograaf John Cranko dat een danser één voet in het verleden en één voet in de toekomst moet hebben. Marcia focuste zich op de vraag hoe je met een klassiek werk toch een hedendaags publiek kan bereiken. Zij wilde dat het publiek zich betrokken voelde bij de personages en hen aanvoelde als hedendaagse karakters. Dat deed ze bijvoorbeeld door de statische poses en oubollige mime achterwege te laten. Voor haar was dat iets uit het verleden dat vandaag niet meer op de bühne thuishoort. “

34


Tsjaikovski

Alain Honorez als fee Carabosse in Doornroosje (2006-2007) Š Angela Sterling

35


Concert: Russisch Meesterschap

36

Alexey Tikhomirov


Alexey Tikhomirov

Alexey Tikhomirov zingt Boris Godoenov

“Een terugkeer naar de oude standaarden van schoonheid en goedheid” Concert Russisch meesterschap Gent 26 februari Antwerpen 28 februari

De Russische bas Alexey Tikhomirov zong vorig seizoen in Moesorgski’s Khovansjtsjina de rol van Dosifej, de geestelijke leider van de oudgelovigen. Menigeen zal zich herinneren, hoe deze sekteleider, als verdediger van de oude waarden en tradities, zich vehement verzette tegen de nieuwe, Europees getinte politiek van Peter de Grote en uiteindelijk zijn geloofsgenoten tot collectieve zelfmoord aanzette. In februari is Alexey Tikhomirov terug in België om als solist in het concert Russisch meesterschap verscheidene aria’s te zingen uit Moessorgski’s magnus opus, Boris Godoenov. Opera Vlaanderen zocht Alexey Tikhomirov op en werd uitgedaagd door een heel andere manier van omgaan met het medium opera.

De baspartijen uit de opera Boris Godoenov hebben voor u geen geheimen meer: u vertolkte ze in meer dan tien verschillende landen en in de meest uiteenlopende producties. Welke enscenering van Boris Godoenov is jou tot nu toe het best bevallen? Zonder twijfel de Boris Godoenov-productie die in het repertoire van het Bolsjojtheater te Moskou zit. Deze enscenering werd in 1948 gemaakt door de Sovjetregisseur Leonid Baratov en speelt sindsdien, in goede staat geconserveerd, om de zoveel tijd op de belangrijkste operabühne van Rusland. Het doel van deze productie was en is het nastreven van de historische waarheid, met luxueuze decors en opulente kostuums die er finaal in slagen een ongelofelijk authenticiteit te creëren. Voor het publiek is het alsof ze van de teletijdmachine uit de film Back to the future gebruik hebben kunnen maken: ze komen terecht in de Tijd der Troebelen na de dood van Fjodor (de zoon van Ivan de Verschrikkelijke), aan het begin van de zeventiende eeuw.

Het nastreven van de historische waarheid, is het dat wat de enscenering van opera’s zoals Khovansjtsjina en Boris Godoenov volgens u succesvol maakt? De ideeën van de regisseur mogen in elk geval niet in strijd zijn met de oorspronkelijke ideeën van de componist. Componist, librettist en regisseur moeten eenzelfde doel nastreven, de regisseur moet bevestigen en onderstrepen wat in de partituur besloten ligt. Wat kunnen Russische opera’s in een regie die de historische waarheid nastreeft, de mensen van vandaag bijbrengen? Vele mensen van vandaag weten niet meer voor welke idealen ze eigenlijk staan en hebben hun moraliteitsgevoel verloren. Men wordt afgestompt door de verschrikkelijke nieuws­berichten die dag­dagelijks de wereld worden ingestuurd – over vliegtuigen die door terroristische aanvallen worden neergehaald bijvoorbeeld en waarbij honderden mensen sterven. Wanneer men Boris Godoenov als een president gaat presenteren, kan men onmogelijk 37


Russisch meesterschap

de diepe zielenroerselen begrijpen die aan de basis liggen van de dood van deze Tsaar. Ook zal het publiek de andere personages, die in God geloven en Hem vrezen, niet kunnen vatten. Enkel door terug te keren naar de waarheid van toen, door de geschiedenis te tonen hoe ze zich daadwerkelijk heeft afgespeeld, kan het publiek terug een empathisch vermogen bijgebracht worden. In een hedendaags taalgebruik gesteld: het is noodzakelijk de geesten van de mensen uit het publiek te ‘resetten’ en dan vervolgens terug te keren naar de oude standaarden van schoonheid en goedheid.

relevantie verloren. Ik denk echter dat er een nieuwe religie op komst is die alle mensen zal verenigen. Dat is erg belangrijk. Religie moet echter niet alleen plaats vinden in tempels en kerken (die vandaag bijna enkel nog als toeristische attractie bezocht worden), maar vooral in onze geest en ziel. Dat is de toekomst van de wereld.

In de opera’s van Moessorgski neemt ‘het Russische volk’ een uiterst belangrijke plaats in. Kan u zich met het Russische volk identificeren? Het volk krijgt in vele Russische opera’s inderdaad de hoofdrol toebedeeld. Wat emoties betreft, is het Russische volk heel erg open, maar kent het de gulden middenweg niet. Als het volk iemand of iets liefheeft, dan is dat met het volledige hart. Als het volk aan iemand of iets een hekel heeft, dan wenst het niets minder dan de totale vernietiging van deze persoon of zaak. Het Russisch-orthodoxe geloof heeft het Russische volk uitgerust met een ontzettend grote geestelijke edelmoedigheid, met vriendelijkheid en moed, en zo kan het de ergste ontberingen doorstaan. Het volk, dat is elke Rus en daartoe behoor ook ik. Het openbaart zijn ziel in de liederen die het zingt. Deze vormden de inspiratie voor heel wat Russische opera’s, die daardoor enorm diepgaand zijn en de status hebben van ware filosofische wijsheidsuniversa.

Religie is een ander groot thema in de opera’s van Moesorgski. Hoe gaat u zelf met religie om? Op school erfde ik van de dirigent van het kerkkoor waarin ik zong, de liefde voor kerkhymnen, die we toen, nog Alexey Tikhomirov als Dosifej in Khovansjtsjina (2014-2015) © Annemie Augustijns in de tijd van Sovjet-Unie, niet op tekst mochten zingen, maar moesten vocaliseren, Hoe interpreteert u het titelpersonage uit Boris Godoenov? Boris Godoenov is voor mij het ideaal van de aangezien het zingen van gebeden tijdens het Russische tsaar: een liefhebbende vader voor zowel communisme verboden was. Later werd ik zelf zijn kinderen als zijn volk een royaal, intelligent, dirigent van een kerkkoor en vandaag zing ik nog goed opgeleid heerser en een verdediger van zijn altijd, in de mate van het mogelijke, in Russischvaderland. Ik ben niet te vinden voor een negatieve orthodoxe kerken. De mensheid en bij uitbreiding de interpretatie van Boris Godoenov, hij is een 100% wereld, maakt vandaag moeilijke tijden mee en veel positieve figuur die de sympathie van het publiek is te wijten aan de manier waarop wij met religie moet opwekken. Boris Godoenov heeft volgens mij omgaan. Religie heeft tot mijn grote spijt zijn 38


Alexey Tikhomirov

Dmitri helemaal niet vermoord, ik probeer zijn persoon in mijn spel dan ook altijd te rechtvaardigen. Boris Godoenov wordt eenvoudigweg belasterd. Hij wordt kapot gemaakt door de haat die eenieder ten opzichte van hem voelt: de valse beschuldiging weegt te zwaar op zijn schouders en daardoor bezwijkt hij uiteindelijk.

Toekomstige generaties zullen echter een beter oordeel over een persoon als Poetin kunnen vellen als wij vandaag. Een vergelijking is niet gemakkelijk, ik ben geen politicus. Hoe ervaart u de samenwerking met chefdirigent Dmitri Jurowski? Dmitri Jurowski is een geweldig dirigent, die terdege begrijpt hoe hij met operazangers moet omgaan. Het orkest klinkt onder zijn leiding goddelijk, puur en oprecht. Ik was zeer positief verrast toen we aan de repetities voor Khovansjtsjina begonnen! Het koor zong bovendien zonder accent in het Russisch, een ongelofelijke prestatie als je het mij vraagt. Ik kijk er in ieder geval naar uit om terug te keren! Mien Bogaert

Zijn er parallellen te ontdekken tussen Tsaar Boris Godoenov en bijvoorbeeld Vladimir Poetin? De geschiedenis herhaalt zich. Als je haar ernstig bestudeert, kan je leren uit de fouten die eerder werden gemaakt. Boris Godoenov en Vladimir Poetin hebben beiden een lange weg afgelegd vooraleer ze aan de macht kwamen. Beiden zijn ze sterke leiders die in zeer moeilijke tijden regeren en door heel weinig mensen geapprecieerd worden. 39


BRILLIANT SUPPORT FOR BRILLIANT DANCERS WWW.BRC-RELOCATION.COM


Uw uitgaven voor Ballet Vlaanderen in een oogopslag. 19:20

58%

1 ticket Notenkraker

drankjes 12EUR

18EUR

Ontdek KBC-Touch ! Daarmee is online bankieren enJAN FEB verzekeren een fluitje van een cent.

vervoer 30EUR

MAA

APR

MEI

JUN

JUL

AUG

SEP

OKT

NOV

DEC

kbc.be/touch Privacy gegarandeerd. Uitgaven en inkomsten zijn alleen zichtbaar voor de titularis, niet voor bankmedewerkers en derden. Dit diagram stelt een fictief huishoudbudget voor en werd door KBC verzonnen. Uiteraard blijven alle huishoudbudgetten strikt vertrouwelijk.

KBC-Touch


Agenda ma 22 feb

10:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Antwerpen

11:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Antwerpen

di 23 feb 20:00u Otello

opera Opera Antwerpen

do 25 feb 12:30u Middagconcert

concert Opera Antwerpen

opera

20:00u

Otello

Opera Antwerpen

vr 26 feb 12:30u Middagconcert

concert Opera Gent

20:00u

Russisch meesterschap

concert

Opera Gent

za 27 feb

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

plus

Opera Gent

zo 28 feb

15:00u

Russisch meesterschap

concert

Opera Antwerpen

ma 29 feb

10:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

11:00u

Operareis (4+)

explorer - schoolvoorstelling

Opera Gent

wo 02 mrt

20:00u

Richard Strauss liederen

plus

deSingel Antwerpen

za 05 mrt

20:00u

Otello

opera

Opera Gent

di 08 mrt

20:00u

Otello

opera

Opera Gent

20:00u Orestea II do 10 mrt

plus deSingel Antwerpen

opera

20:00u

Otello

Opera Gent

vr 11 mrt 20:30u Gala Joyce DiDonato

plus Opera Antwerpen

za 12 mrt

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

plus

Opera Gent

zo 13 mrt

15:00u

Otello

opera

Opera Gent

di 15 mrt

20:00u

Otello

opera

Opera Gent

wo 23 mrt

15:00u

Doornroosje

ballet - schoolvoorstelling

Opera Gent

12:30u Middagconcert do 24 mrt

19:30u

Doornroosje PREMIÈRE

concert Opera Antwerpen ballet

Opera Gent

vr 25 mrt 12:30u Middagconcert

concert Opera Gent

19:30u

Doornroosje

ballet

20:00u

Der König Kandaules PREMIÈRE opera Opera Antwerpen

za 26 mrt

15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

plus

Opera Antwerpen

19:30u

Doornroosje

ballet

Opera Gent

20:15u

Film rond Der Konig Kandaules: Bitter Moon plus

Cinema Zuid

zo 27 mrt

15:00u

Doornroosje

ballet

Opera Gent

20:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Antwerpen

wo 30 mrt

20:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Antwerpen

vr 01 apr

20:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Antwerpen

22:30u

Backstage Der König Kandaules

plus

Opera Antwerpen

zo 03 apr

15:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Antwerpen

ma 11 apr

10:00u

Rondomcursusdag De König Kandaules

plus

deSingel Antwerpen

di 12 apr

10:00u

Rondomcursusdag Idomeneo

plus

deSingel Antwerpe

wo 13 apr

19:30u

Doornroosje

ballet

Stadsschouwburg

Opera Gent

Antwerpen

20:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Gent

do 14 apr

19:30u

Doornroosje

ballet

Stadsschouwburg

do 15 apr 19:30u Doornroosje

ballet Stadsschouwburg

42

Antwerpen Antwerpen


Opera & Ballet za 16 apr 19:30u Doornroosje

ballet Stadsschouwburg

Antwerpen

Opera Gent

20:00u

Der König Kandaules

zo 17 apr 15:00u Doornroosje

opera

ballet Stadsschouwburg

Antwerpen

di 19 apr

20:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Gent

za 23 apr

12:30u

Rondomdag Idomeneo

plus

Opera Antwerpen

14:00u

Dag van de Dans

plus

deSingel Antwerpen

15:00u

Zaterdagrondleiding Gent

plus

Opera Gent

zo 24 apr

15:00u

Der König Kandaules

opera

Opera Gent

22:30u

Backstage Der König Kandaules

plus

Opera Gent

za 30 apr 19:30u Idomeneo PREMIÈRE

opera Opera Antwerpen

di 03 mei 19:30u Idomeneo

opera Opera Antwerpen

za 07 mei

15:00u

Zaterdagrondleiding A’pen

plus

Opera Antwerpen

19:30u

Idomeneo

opera

Opera Antwerpen

15:00u Idomeneo zo 08 mei

opera Opera Antwerpen

di 10 mei 19:30u Idomeneo

opera Opera Antwerpen

do 12 mei 12:30u Middagconcert

concert Opera Antwerpen

vr 13 mei 12:30u Middagconcert

concert Opera Gent

vr 20 mei 19:30u Idomeneo

opera Opera Gent

za 21 mei 19:30u Idomeneo

opera Opera Gent

zo 22 mei 15:00u Idomeneo

opera Opera Gent

di 24 mei 19:30u Idomeneo

opera Opera Gent

wo 25 mei 19:30u Idomeneo

opera Opera Gent

43


Subtitel

Link

Gala-avond met Joyce DiDonato Vrijdag 11 maart 2016 is het zover, dan gaat in de Antwerpse Opera het doek op voor niemand minder dan de wereldvermaarde sopraan Joyce DiDonato. Een unieke gelegenheid voor Vlaanderen. Samen met het Ensemble Il Pomo d’Oro o.l.v. Riccardo Minasi, brengt ze haar nieuwste programma Splendori barocchi di Napoli , met sublieme barok­ arias van vergeten componisten, die in de 18de eeuw allemaal in de buurt van Napels leefden en werkten. Een schatkist die opengaat. Alsof dat nog niet genoeg is, kan u de diva vergezellen naar het unieke decor van de nabijgelegen, historische feestzaal van het Koninklijk Atheneum voor een festijn van culturele en gastronomische verwennerijen. Een avond gelardeerd met exquise artistieke delicatessen, een samenwerking tussen Opera Vlaanderen en Axel Vervoort en zijn vereniging INSPIRATUM. Wie zich een levensgenieter en connaisseur noemt, mag zeker niet ontbreken. reserveer nog snel uw ticket voor deze hoogvlieger aroque Jewels B Samen met het ensemble Il Pomo d'Oro o.l.v. Maxim Emelyanychev, dat bekend staat voor zijn historische uitvoeringspraktijk op barokke instrumenten, brengt ze aria's en liederen van Händel, Bach, Mozart en Gluck. Vrijdag 11 maart 2016 Vanaf 20:30u Opera Antwerpen Aansluitend (optioneel) gala-diner, in aanwezigheid van Joyce DiDonato Reserveren via www.operaballet.be Meer info bij Inge Vekeman via ivekeman@operaballet.be

44

Quartett Wiener Art Kamermuziek van Schubert, Zemlinsky en Wolf Tijdens zijn werk aan König Kandaules trof Alexander von Zemlinsky het nieuws van het overlijden van zijn collega en dichte vriend Alban Berg. Hij schreef prompt een ‘in memoriam’ - het Strijk­kwartet Nr. 4 dat in 1936 in Wenen voor het eerst weerklonk in private kring. Dit intrigerende werk omringen we met twee kleinere werken voor vier strijkers die in Wenen ontstonden: Quartettsatz, D 703 van Franz Schubert en de verrukkelijke Italienische Serenade van Hugo Wolf. Het Morandi Quartet, met strijkers van het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen, staat garant voor kamermuziek op hoog niveau. Opera Antwerpen 24 maart 12:30 u Opera Gent 25 maart 12:30 u Theater De vlucht van Zemlinsky Nog even en het doet de ronde dat Zemlinsky weer hot is! Laat ons het voorlopig bij synchroniciteit houden dat uitgerekend in maart in de Tinnen Pot in hartje Gent, het Morandi Quartet en theatermaker Herwig Deweerdt een productie brengen onder de titel De vlucht van Zemlinsky. Meer info en reservatie via info@tinnenpot.be / www.tinnenpot.be / 09 225 18 60.


Seizoen 2016-2017 in de startblokken Dit seizoen is nog niet eens half weg, maar toch wordt achter de schermen alles al in gereedheid gebracht voor het volgende seizoen 2016-2017, dat midden april wordt voorgesteld. Als u al abonnee bent of regelmatig kaartjes koopt, krijgt u de nieuwe seizoensbrochure automatisch in de bus rond 22 april. Bent u nog geen ‘vaste’ klant en wil u toch graag de brochure in de bus, geef dat dan even aan ons door via www.operaballet.be. Noteer alvast enkele belangrijke data: • van 29 april tot 15 mei kan u het abonnement dat u in het seizoen 2015-2016 had, vernieuwen of u kan aangeven dat u het wilt wijzigen naar een andere abonnementsreeks of naar een andere plaats binnen uw reeks • van 21 mei tot 26 mei kan wie dat in de vorige periode aangaf zijn abonnement wijzigen • vanaf 4 juni zijn alle abonnementen te koop voor iedereen • Vrienden van Opera Vlaanderen of Ballet Vlaanderen krijgen telkens 1 dag voorrang bij de verkoop.

Opera en film gelinkt aan Der König Kandaules Bitter Moon - Roman Polanski Filmrecensent Kurt Vandemaele vertelt in zijn column op pag. 15 waarom de film Bitter Moon voor hem eeuwig met het Kandaulisme zal verbonden zijn. Wij kunnen alvast meegeven dat de Frans-Britse dramafilm uit 1992 van Roman Polański gebaseerd werd op de roman Lunes de fiel (1981) van de Franse auteur Pascal Bruckner. Het verhaal handelt over het deftige Britse echtpaar Nigel en Fiona dat een bootreis maken op de Middellandse Zee om er hun huwelijk nieuw leven in te blazen. Op het schip leren ze de invalide Amerikaanse auteur Oscar en zijn aantrekkelijke Franse vrouw Mimi kennen. Oscar vertelt Nigel over zijn passionele relatie, die hem invalide heeft gemaakt. Met legendarische vertolkingen van Hugh Grant, Kristin Scott Thomas, Emmanuelle Seigner en Peter Coyote.

Operavrienden schenken 60.000 euro voor Jong Ensemble De kerstman kwam vroeg langs bij Opera Vlaanderen en wel in de bevallige gedaante van Ria Schellens. De voorzitster van De Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen schonk na de première van La Bohème een cheque van 60.000 euro aan Opera Vlaanderen die in ontvangst werd genomen door algemeen directeur Lena De Meerleer en artistiek directeur van Opera Vlaanderen Aviel Cahn. Het bedrag is bedoeld om het Jong Ensemble van Opera Vlaanderen te steunen. Een deel van het totale bedrag ging eerder al naar de jongerenopera Heart to Get. Dat rest van het bedrag zal gebruikt worden om het Jong Ensemble bij Opera Vlaanderen te steunen. Het Jong Ensemble bestaat uit solisten die aan het begin van hun carrière staan en bij Opera Vlaanderen één of meerdere seizoenen solistenrollen vertolken. Dit seizoen staan de Britse tenor Adam Smith en de Roemeense bas Leonard Bernad op de planken. Ze kunnen zich hier vervolmaken en vaak betekent het voor hen de spring­plank naar een internationale carrière. ‘Gezien onze jaarlijkse gift hoofdzakelijk voor dit doel gebruikt wordt, is het ook een beetje ons Jong Ensemble,’ sprak Ria Schellens in haar toespraak. ‘We willen in de eerste plaats de jonge artiesten ondersteunen die hun carrière hier in Vlaanderen starten.’ De Vrienden verzamelden het bedrag tijdens hun verschillende activiteiten. ‘De Vrienden, zowel als groep, maar ook elk van onze leden apart, beseffen ten volle hoe belangrijk de cohesie is tussen kunstenaars en publiek,’ aldus Schellens. ‘En als Vriend voel je je toch altijd nog net iets meer betrokken dan als alleenstaande toeschouwer.’ Meer info over De Vrienden van Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen: vrienden@operaballet.be

Cinema Zuid, Antwerpen za 26 maart 20:30u Kaarten: www.cinemazuid.be

45


Link inPRIMETIME, Meer Zemlinsky op het programma bij AMUZ Dit voorjaarsfestival van AMUZ van 3 tot 6 maart in Antwerpen, laat het Wenen rond 1900 herleven. Het is de periode van het Europese modernisme, maar ook van maatschappelijke turbulenties en radicale opvattingen. AMUZ belicht de diverse mu­ziek­stijlen uit de stad die tot ‘Die Singende Seele des deutschen Volkes’ werd uitgeroepen.Bij twee concerten uit het festival staat er muziek van Zemlinsky op het programma: Strijkkwartetten aan de vooravond van het modernisme (met het Salagon Quartett) en Verklärte Nacht (met Les Solistes des Siècles). Laat u onderdompelen in de intense en verzwelgende composities uit Musikstadt Wien en neem de kans om na te praten zoals weleer in de tot Wiener Kaffeehaus omgetoverde foyer. voor info en tickets www.amuz.be

Artistiek directeur Sidi Larbi Cherkaoui wordt… Doctor We geven het toe, de titel is misschien wat misleidend. Nee, Sidi Larbi Cherkaoui overweegt geen carrière-switch. Wel ontvangt hij op 23 maart het eredoctoraat algemene verdiensten 2016 van de Universiteit Antwerpen. Het is de meest prestigieuze academische titel die de instelling toekent aan mensen uit het culturele veld. Een droef heengaan... In de donkere winterdagen bereikte ons het droeve nieuws dat de DuitsGriekse mezzosopraan Stella Doufexis (47) overleed in haar thuisstad Berlijn. De zangeres werd reeds geruime tijd getergd door ziekte. Wij, bij Opera Vlaanderen, zullen haar eeuwig koesteren als onze fantastische Octavian in Richard Strauss’ Der Rosenkavalier, in een regie van Christoph Waltz. Wij bieden de familie, verwanten, vrienden en collega’s onze oprecht medeleven aan.

46

“Sidi Larbi Cherkaoui behoort tot de meest originele en productieve hedendaagse choreografen,” aldus rector Alain Verschoren van UAntwerpen. “Hij heeft een indrukwekkend oeuvre ontwikkeld dat op persoonlijke en eigenwijze manier de tradities van de grote culturen onderzoekt en bevraagt. Bovendien is hij enorm verweven met de stad Antwerpen.” “Wetenschap en kunst zijn geen vreemden, want beiden kunnen niet zonder ver­beelding en passie,” reageert Sidi Larbi Cherkaoui. “Dat ik deze eer mag ontvangen van de Universiteit in mijn geboorte­­stad maakt dit zeer bijzonder voor mij.” Ondertussen werkt Sidi Larbi Cherkaoui bij Ballet Vlaanderen naarstig verder aan zijn volgende creatie voor het gezelschap. Een dansstuk op muziek van Modest Moesorgski / Maurice Ravel dat op 28 mei in wereldpremière gaat in Antwerpen als onderdeel van de mixed bill Ravel. Uiteraard wensen wij onze artistiek directeur nu al van harte proficiat met deze onderscheiding.


Casting Serena Farnocchia

Neem een dansbad Ballet Vlaanderen zet maar wat graag mee zijn schouders onder de eerste editie van de Dag van de Dans, waarbij Vlaamse en Brusselse dans­organisaties vanaf nu elk jaar de krachten bundelen om dans meer bemind te maken bij het grote publiek. Wij van Ballet Vlaanderen geven je die dag als bezoeker een exclusieve preview in het ontstaansproces van onze laatste productie van dit seizoen, Ravel, die op 28 mei in première gaat in de Antwerpse Opera. Die productie brengt twee nieuwe choreografieën: eentje van artistiek directeur van Ballet Vlaanderen, Sidi Larbi Cherkaoui en eentje van Jeroen Verbruggen, die regelmatig werkt voor de balletten van Monte-Carlo en Genève en nu voor het eerst terugkeert naar zijn roots bij Ballet Vlaanderen. Daarnaast staat ook Maurice Béjarts onsterfelijke versie van Boléro op het programma van die Ravel-avond. Op 23 april maakt u van dichtbij mee hoe de productie stilaan vorm begint te krijgen in twee uitzonderlijke toonmomenten, in de Theaterstudio van deSingel, om 14u en om 16u. De toegang is gratis, maar reserveren is verplicht via www.operaballet.be Ontdek het volledige programma van deze eerste editie op www.dagvandedans.be

De Italiaanse sopraan Serena Farnocchia zal, afwisselend met Nicole Chevalier, de rol van Elettra in Mozarts Idomeneo vertolken. Serena Farnocchia groeide op nabij Firenze en begon reeds vroeg aan haar zangstudies. Als 22-jarige was ze de jongste laureaat van de vijfde ‘Luciano Pavarotti Competition’, die in 1995 plaatsvond te Philadelphia en waarbij Pavarotti zelf de kandi­daten beoordeelde. Een jaar later zong Serena in Philadelphia naast Luciano Pavarotti de titelrol in Lucia di Lammermoor. In 1997 werd ze door Riccardo Muti opgemerkt, die haar opnam in de operastudio van de Milanese Scala. Hét startschot voor haar carrière. In de daaropvolgende jaren zong ze in Napels, Lucca, Livorno, Milaan, Lausanne, Basel, Stuttgart, Dresden, Bologna, Hongkong, San Francisco, Tokio en Chicago. In Opera Vlaanderen bracht zij enkele jaren geleden een schitterende vertolking van Madama Cortese in de Il vaggio a Reims- een productie van Mariame Clément, onder de leiding van de wereld­vermaarde Rossini-kenner Alberto Zedda. Ze was een vijftal jaar geleden ook soliste bij de uitvoering van Rossini’s Stabat Mater in Antwerpen en Gent, even­eens onder Alberto Zedda.

Nicole Chevalier Nicole Chevalier, onze andere Elettra in Mozarts Idomeneo is de achterkleindochter van de Franse Oscarwinnaar en chansonzanger Maurice Chevalier (beroemd geworden door zijn rol in de Hollywoodfilm Gigi) Nicole Chevalier had altijd al een bijzondere band met het theater. Ze genoot naast haar vorming als sopraan ook een theateropleiding en studeerde tevens litera­tuur aan de Universiteit van Indiana. Haar meest memorabele optreden tot nu toe was haar vertolking van Violetta in de La Traviata-productie van Benedikt von Peter in de opera van Hannover. Na enkele jaren gezongen te hebben aan de Staatsoper van Hannover, werd Nicole Chevalier in het seizoen 2012-2013 vast geëngageerd aan de Komische Oper in Berlijn, waar ze inmiddels de ene rol na de andere vertolkt. Aan de Wiener Volksoper debuteerde ze reeds als Konstanze en aan de Hamburger Staatsoper vierde ze grote successen als de titelrolvertolkster in Donizetti’s Lucia di Lammermoor. Vorig seizoen was ze voor het eerst te gast bij Opera Vlaanderen als La Princesse Eudoxie in Peter Konwitschny’s enscenering van La Juive. Elisabet Strid

De Zweedse sopraan Elisabet Strid die vanaf einde maart de rol van Koningin Nyssia zingt in Alexander von Zemlinsky’s Der König 47


Column

Casting (vervolg)

Versteende opera Pierre Boulez is gestorven. Negentig was hij. Hij heeft geen enkele opera geschreven. Toch blijft zijn naam onlosmakelijk met de opera verbonden. Hij was de eerste Franse dirigent die in Bayreuth dirigeerde, in 1966, met Parsifal. Het tempo was snel, de lezing glashelder. In 1976 keerde hij naar Bayreuth terug. Hij dirigeerde er de ‘Ring van de Eeuw’ in een regie van Patrice Chéreau. Zoals zo vaak wordt, wat ooit is weggehoond, later bejubeld. De Boulez/ Chéreau-Ring werd een mijlpaal in de realisatie van Wagneropera’s. Het werd ook een mijlpaal in de operageschiedenis. Met deze Ring ontstond een muzikale en scenische opening voor de toekomst. Ook in opera’s van Berg en Debussy, zette Boulez een nieuwe standaard. Opera is voor Boulez vooral moderne opera. Maar die moderne opera is een paradox, want sinds 1935 - sinds Bergs Lulu - is er geen moderne opera meer geschreven. Dat zei Boulez - hij was trouwens niet de enige componist die het zei. Alle moderne opera’s zijn flauwe afkooksels van een voorbije traditie, pogingen om te reanimeren wat dood is. Bovendien moeten die opera’s gespeeld worden in huizen die leven van de adem van het oude repertoire. De elegantste, maar ook duurste oplossing zou zijn de operahuizen op te blazen. Dat zei Boulez in 1967, één jaar voor de verbeelding kort aan de macht was in Parijs. Het was in een tijd dat er nog gemakkelijk over opblazen kon worden gesproken. Tegenwoordig zijn er andere protagonisten die cultuur- en andere tempels opblazen. Met andere doeleinden die niets met moderne opera te maken hebben. Boulez’ uitspraken wijzen op het gevaar van de institutionalisering van opera. Of van de kunst in het algemeen. Het gevaar dat de kunst door haar bloei tot iets leidt wat de kunst in een wurggreep neemt. De bloei van de opera vereist een instituut, een structuur en een bijbehorende architectuur die haar stabiliteit garanderen, maar die ook het risico in zich dragen haar te gaan overheersen. De regels worden dan niet meer door de opera zelf bepaald, maar door wat de opera omgeeft en in haar wezen binnendringt. Zelfs tot op het niveau van de compositie. Operawerken gaan volledig in de lijn liggen van verwachtingen die niet meer aan de geest van de kunst beantwoorden, maar aan verwarrende afgeleiden. Verwachtingen die het vrije spel in kunsten in hun kiem smoren. De opera ontleent zijn betekenis dan niet meer aan de weerstand die hij biedt tegen de realiteit, maar aan zijn conformisme aan het instituut. Hij versteent.

Kandaules, geniet vooral bekendheid als Wagner­vertolkster. Ze begon in 2010 haar internationale carrière in de Opera van Oslo als Elisabeth in Stefan Herheims Tannhäuser, een rol die ze intussen ook in de Semperoper Dresden en in de Rheinoper Düsseldorf-Duisburg vertolkte. In 2013 debuteerde Elisabet Strid als Freia in Das Rheingold op de Bayreuther Festspiele, een zangprestatie die haar uiterst lovende kritieken opleverde. Een andere belangrijke componist voor Elisabet Strid is Giacomo Puccini, van wie ze de titelrol van Madame Butterfly zong, evenals de partijen Giorgetta/Il Tabarro en Liu/Turandot. De rol die ze tot nu toe het meest uitvoerde en waarmee ze veel lof oogstte in onder andere Helsinki, Mexico City en Kaapstad, is die van Rusalka uit de gelijk­namige opera van Dvořák. Met Wagners Wesendonck-Lieder is ze slot ook een graag geziene gast op concertpodia. Gidon Saks

Boulez is vereeuwigd in een planetoïde - nummer 13602, ontdekt door een Belgische sterrenkundige in een sterrenwacht in Chile. De eerste planetoïde die met een zeer kleine waarschijnlijkheid op de aarde zal neervallen zou dat kunnen doen op 16 maart 2880. Het is weliswaar niet de 13602, maar de 29075. De impact zou een klimaat-catastrofe kunnen veroorzaken en er zullen dan nog weinig operabezoekers overblijven. Het geeft ons nog even de tijd om verder te werken aan het nieuwe repertoire en de operahuizen verder te behoeden voor overdreven institutionalisering en verstening. Luc Joosten hoofddramaturg bij Opera Vlaanderen

48

Gidon Saks, die de rol van de straatarme visser Gyges zal vertolken in Der König Kandaules, is een bas-bariton met een uiterst avontuurlijke levenswandel. Hij werd in Israël geboren, groeide op in Zuid-Afrika en verliet daar op zijn zestiende de school­ banken, omdat hij die eenvoudigweg haatte. Na twee jaar te jong te

zijn bevonden om te kunnen starten op een theaterschool, besloot hij de twee jaar wachttijd te gebruiken om te leren zingen. Eens achttien jaar geworden, ontvluchtte hij het land om te ontsnappen aan de militaire dienst die toen voor alle blanke ZuidAfrikaanse mannen verplicht was. Vervolgens studeerde hij in het Verenigd Koninkrijk zangkunst aan het Royal Northern College of Music (Manchester). In die tijd begon hij via tekeningen decors te ontwerpen die dan ook effectief gebruikt werden in studenten­ producties. Na ook nog aan de Universiteit van Toronto bij Patricia Kern zang­kunst te hebben gestudeerd, werd hij vast geëngageerd door de Canadian Opera Company (Toronto). Na enkele engagementen in Zwitserland en Duitsland, waar hij zijn Duits perfectioneerde, bezocht hij ‘s werelds grootste operapodia, waaronder Convent Garden en English National Opera te Londen, de Opéra National de Paris, de Berliner Staatsoper, het Teatro Real in Madrid en de New York City Opera. In 1994 zong hij bij Opera Vlaanderen de rol van John Claggart in de Willy Decker-enscenering van Billy Budd. Gidon Saks was gedurende vele jaren gastdocent aan het Conservatorium Gent. Dit seizoen keert hij na vele jaren van afwezigheid terug naar Opera Vlaanderen voor Der König Kandaules in een regie van Andrij Zholdak.


Subtitel

SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS

52

ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM


© Johan Persson

Subtitel

Je hebt sterren, diva’s en prima donna’s. Schitteren doen ze allemaal, maar de laatsten kom je live niet zo vaak tegen. We pakken er dan ook heel graag mee uit dat niemand minder dan Joyce DiDonato op 11 maart in de Antwerpse Opera op de bühne staat. Het wordt een uniek gala met een bijzondere artistieke omkadering. Joyce DiDonato’s onberispelijke techniek, de weergaloze diepte van haar interpretaties en haar 24 karaat gouden stem zorgen ervoor dat de Amerikaanse mezzosopraan bekend staat als één van de beste mezzosopranen van de huidige

50

WWW.OPERABALLET.BE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.