Magazine Insight 10

Page 1

insight

10

P209977 - verschijnt 4x per jaar in augustus/november/februari/mei - afgiftekantoor Gent X

Subtitel

David Hermann van Zauberflöte naar Boccanegra • Lore Binon wordt Pamina • Spartacus breekt los • Koen De Graeves wilde Wagner • Jong geweld • De comeback van De Notenkraker • De entree van Alexander Joel • Borderline anders bekeken 67


Subtitel

A LL ES IS M OGEL I JK

DAN K ZI J U

Opera Ballet Vlaanderen

DIT PROJECT IS ER DANKZIJ U.

Via de Nationale Loterij steunt u onrechtstreeks tal van projecten waar iedereen iets aan heeft. In 2015 ging op die manier meer dan 8,5 miljoen euro naar culturele projecten zoals dit.

68


Insight 10

Boccanegra © Koen van den Broek

Jaar uit, jaar in...

Verdi’s Simon Boccanegra David Hermann van Zauberflöte naar Boccanegra Het gezicht van de macht De Verdi-cyclus in beeld

2 8 14

De echo van Die Zauberflöte Lore Binon wordt Pamina De onaantastbaarheid van Mozart

16 20

Spartacus breekt los Joeri Grigorovitsj' meesterwerk De Armeense stem van Katsjatoerian

22 28

Focus: Wintersprookjes Koen De Graeves wilde Zwanemans Alles voor de kunst: Sheherazade project Educatief buikgevoel

30 34 38

Feestelijk van 16 naar 17 De Notenkraker van Hoffmann Alexander Joël dirigeert twee concerten

40 48

Seizoensthema: Borderline Trump op de rand van de tower of power

54

Een seizoen dat draait rond het aftasten van grenzen, remt niet voor de jaarovergang. Net wanneer alles verstilt vooraleer 2017 zich aandient, wordt het bij Opera en Ballet Vlaanderen nog net iets drukker. Er staan immers grote klassiekers op het programma, die door hun respectievelijke makers niet zelden van een eigenzinnige twist werden voorzien. Wegens groot succes wordt de licht illustere Notenkraker van de Argentijnse choreograaf Demis Volpi terug opgevoerd. Operaliefhebbers trakteren we eveneens op een spraakmakende herneming: Mozarts Die Zauberflöte in de regie van David Hermann. Deze jonge, Frans-Duitse regisseur blijft meteen ook om ons de opera Simon Boccanegra, een a-typische Verdi, te serveren in het nieuwe jaar. Een jaar dat voor Ballet Vlaanderen van start gaat met heel wat wapengekletter in het legendarische ballet Spartacus van de inmiddels 90-jarige choreograaf Joeri Grigorovitsj. Januari is bovendien traditioneel de maand waarin we de rode loper uitrollen voor onze kleine klanten. Nu al een topper is de voorstelling Zwanemans, gebaseerd op Wagners Lohengrin, van en met Koen De Graeve. Veel te onthullen, te vertellen en aan te bevelen dus. Wij nodigen u uit om met ons een warme, inspirerende winter door te brengen! Het Insight team

Colofon

Verder Lezingenreeks Studium Generale 33 Nu online: blogs van onze artiesten 47 Met a little help van onze vrienden 52 Casting 57 Link-aanraders en reminders 58 Agenda 60 Column Luc Joosten 64

Op de cover: Lore Binon © Matthias Schellens

1

Redactionele leiding Chris Van Camp & Luc Joosten Werkten mee aan dit nummer Piet De Volder, Wilfried Eetezonne, Wim Van Bree, Marjolein Craens, Catherina Matthys, Koen Bollen, Arne Herman, Mien Bogaert, Filip Huysegems, Francis Maes. Druk Graphius Reacties? redactie@operaballet.be

Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Lena de Meerleer, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder vooraf­­gaande toestemming van de uitgever.


David Hermann aan het werk in de Antwerpse opera © Annemie Augustijns

David Hermann van Zauberflöte naar Boccanegra

Die Zauberflöte

Simon Boccanegra

Antwerpen vanaf 14 december Gent vanaf 11 januari

Antwerpen vanaf 5 februari Gent vanaf 1 maart

Opera die je aan het denken zet David Hermann is een jonge operaregisseur met een Frans-Duitse achtergrond. Vier jaar geleden regisseerde hij bij Opera Vlaanderen Die Zauberflöte, een productie die heftige voor- en tegenstanders kende. Drie behulpzame ratten, Papageno die als een getraumatiseerde mensaap ronddwaalde in een dystopische omgeving en een bijna naakte, in bad zittende Sarastro zorgden voor een uiterst memorabele avond. Opera Vlaanderen besloot deze productie dit seizoen te hernemen en nodigde daarnaast de intussen internationaal geprezen David Hermann uit om in februari Verdi’s Simon Boccanegra te regisseren. 2


Simon Boccanegra en Die Zauberflöte Heeft je studie muziektheaterregie aan de Berlijnse Hanns Eisler Hochschule für Musik je destijds veel kunnen bijbrengen?

Hoe heb je Christof Hetzer leren kennen, de decorbouwer die bij Erich Wonder studeerde en met wie je sinds jaren vast samenwerkt?

David Hermann: Die studie was erg zinvol omdat ik veel partituren en componisten leerde kennen. Het regisseren zelf, het handwerk, heb ik echter vooral geleerd door te assisteren bij Hans Neuenfels. Hij weet zich waanzinnig intensief met stukken uiteen te zetten. Het grondig bestuderen van opera’s, je meerdere dagen afvragen hoe één enkele aria functioneert, alles in perspectief plaatsen, nieuwe perspectieven toevoegen … zulke dingen werden tijdens mijn studie niet gethematiseerd, dat waren echt ontdekkingen bij Neuenfels, de goeroe van het regietheater. Hij gaat uit van actieve toeschouwers die zelf kunnen denken en is dus als regisseur niet geïnteresseerd in het louter ophelderen of verklaren van stukken. Een complexe opera verdient volgens Neuenfels een even complexe enscenering. Sommige dingen zal de toeschouwer direct kunnen vatten, met het intellect, andere dingen kan hij enkel emotioneel of onderbewust decoderen.

We zijn eenvoudigweg gecast geweest. Een intendant kende zowel de vrije projecten die ik in Berlijn maakte alsook het werk van Christof Hetzer. Hij vertelde me op een dag dat het interessant zou zijn indien we elkaar eens zouden kunnen ontmoeten. Daaruit is onze eerste samenwerking ontstaan: een enscenering van Punch and Judy (een opera van Harrison Birtwistle) aan het Theater Bonn. Sindsdien hebben we waanzinnig veel samengewerkt en heel veel uitgeprobeerd. Elke productie iets nieuws, dat was de regel … We hebben het theater toen echt als een laboratorium opgevat, opdat we niet altijd hetzelfde zouden maken. Intussen zijn we natuurlijk al wat ouder en relaxter.

Op je drieëntwintigste won je de Ring Award, de belangrijkste prijs voor muziektheaterregie in het Duitse taalgebied. Opende die prijs vele deuren voor jou? Het was leuk om de Ring Award te winnen maar ik was toen nog zo jong dat die prijs me nagenoeg niets heeft gebracht. Van opera­ huizen kreeg ik steeds weer te horen dat ik misschien wel begaafd was, maar in elk geval veel te jong om bij hen aan de slag te kunnen gaan. Die tegenstand was achteraf bekeken niet slecht: het dwong me om mijn eigen projecten te organiseren in Berlijn. In die tijd heb ik geëxperimenteerd met madrigalen, heb ik Mozart-opera’s herschreven en nog veel meer. Het feit dat ik te jong was, motiveerde me en daardoor was het een productieve zaak. Als mijn vrije projecten aan kracht en kwaliteit begonnen te winnen, dan kwamen de stads- en staatstheaters me vertellen dat ik bij hen kon komen werken. Op mijn zesentwintigste had ik mijn eerste engagement in Bonn.

In december worden er vaak iets gemoedelijke (familie)voorstellingen geprogrammeerd. Jouw interpretatie van Die Zauberflöte is echter allesbehalve hartverwarmend. Die Zauberflöte is als stuk an sich reeds allesbehalve hartverwarmend: een dramatisch moeder-dochterconflict, mensen die vastzitten in extreme situaties en getest worden … We konden niet anders dan de analyse maken dat alhoewel Mozarts muziek een heel lichtgevend karakter heeft, de algemene atmosfeer van het stuk bedrukkend en zelfs ronduit uitzichtloos werkt. In de kelder angst hebben en dan zingen om die angst te vergeten: dat is Die Zauberflöte in een notendop samengevat. Vooral Papageno kreeg een heel interessante invulling, als een getraumatiseerde … ja, wat eigenlijk? Een dier, een mens, een vogel … Een vreemdsoortig tussenwezen dat vooral erg alleen is. Papageno’s diepe eenzaamheid is een eerste element dat kanttekeningen plaatst bij zijn vermeende vrolijkheid. Wij hebben hem in de enscenering als een mensaap gedefinieerd, waarop in het verleden nogal bruut geëxperimenteerd is geweest. De film Planet of the Apes was een interessante link, alhoewel we Papageno hier niet direct op 3

De grootste onbekende Geen enkele andere grote opera van Verdi is zo onbekend gebleven bij het brede publiek als Simon Boccanegra. Men zou kunnen denken dat de donkerte van het verhaal hiervoor verantwoordelijk is of ook het uitblijven van het succes bij de eerste versie uit 1857, die zoals de bewerker en librettist van de tweede versie, Arrigo Boito, later zal schrijven, “veel intrige maar weinig samenhang” bevat. Inderdaad is het verhaal van Boccanegra episodisch en bij wijlen schematisch. De handeling overspant een boog van 25 jaren en verknoopt in episodische stijl een politieke intrige met het persoonlijke emotionele leven van de hoofdfiguur. Er wordt in die zin veel gevraagd van de concrete scenische invulling van de figuren om de lijnen doorheen de vertelling te trekken. “In Forza [del destino] zijn de rollen klaar, in Boccanegra moeten ze allemaal gemaakt worden,” schrijft Verdi aan de uitgever Giulio Ricordi en benadrukt zo het belang van de scenische opvoering. Zeker heeft ook de vernieuwing van de muzikale vorm de populariteit van deze opera in de weg gestaan. Verdi neemt in dit werk duidelijk afstand van muziek die mooi in de oren klinkt - het belcanto en de verzoenende melodie zijn nauwelijks terug te vinden - Addio Italianità. Hij geeft evenmin toe aan de conventionele verwachtingen van het publiek. De held uit de titel is weliswaar bijna voortdurend op het toneel aanwezig maar zingt geen enkele aria. Ook de andere personages drukken zich nauwelijks uit in afgesloten emotionele nummers. En het overwicht aan lagere mannenstemmen zorgt voor een sinistere muzikale sfeer in het werk. De traditionele vormen uit de opera zijn opgeofferd aan de totaliteit van de handeling en het verhaal: geen indeling meer in aparte nummers, recitatieven vloeien naadloos over in aria’s en ensembles en omgekeerd. Het geheel is gevat in een eerder declamerende parlando-stijl die doorheen langere scènes loopt. Het is onmiskenbaar dat Verdi in de herwerking van Boccanegra (1881) zich laat inspireren door het werk aan Otello dat in dezelfde periode, en met Boito als librettist, tot stand komt. Niet alleen in de algemene muzikale structuur, maar ook op het vlak van de personages zien we reeds de invloed. De figuur van de intrigant Paolo krijgt bijvoorbeeld in de nieuwe versie demonische trekken toebedeeld en lijkt op een pendant van Jago. Door kleine en grotere aanpassingen in het libretto en de compositie groeide de nieuwe Boccanegra uit tot een werk dat zeker tot de indrukwekkendste hoort van de rijpe Verdi. Luc Joosten


Simon Boccanegra en Die Zauberflöte baseerden. In sommige scènes gedraagt hij zich als een grote kat. Het blijft vrij open allemaal. Maar net zoals clowns diep vanbinnen meestal heel treurig zijn, heeft ook hij een trieste kern. De meest inspirerende repetitie was die waarin hij, met Pamina alleen in een kamer, haar aankeek en de aria “Ein Mädchen oder Weibchen” begon te zingen vanuit een gevaarlijke gejaagdheid – het zingen in de kelder om de angst te vergeten. Daaruit vloeide zijn hele persoonlijkheid voort.

Op naar Verdi. Simon Boccanegra is een erg politiek stuk. Is opera een goed medium om over het reilen en zeilen van staatshoofden te contempleren? Ik zie mezelf als een politiek mens. Dat impliceert: goed geïnformeerd zijn en een houding hebben ten opzichte van de actualiteit. Toch ben ik eerder sceptisch of opera het juiste vehikel is om expliciete politieke statements te doen. Daar ben ik zelf altijd heel voorzichtig in. Het is me te eenvoudig om te zeggen “ok, we verplaatsen de handeling naar vandaag, voegen een paar nieuwe thema’s toe en wachten af, wat dat oplevert”. Ik betwijfel ook of het bekijken van een geactualiseerde Händelopera mensen meer bijbrengt dan het lezen van een hoog intelligent artikel, dat daadwerkelijk een paar nieuwe inzichten kan bieden. Theater kan wat mij betreft politieke thema’s naar voren schuiven, maar moet die politieke thema’s dan ook verstorend veranderen, niet één op één gaan illustreren. Theater dat tot denken aanspoort: dat vind ik interessant. Men moet over heerschappij en gevangenschap nadenken wanneer men Beethovens Fidelio ensceneert, maar de opera moet zich niet per se vandaag afspelen. De uitdaging is om een spannend verhaal te vertellen dat zo sterk is dat het mensen van vandaag aanzet om na te denken over gevangenschap en heerschappij.

Vormen films over het algemeen een belangrijke inspiratiebron voor jou? Eigenlijk niet, ik ben geen grote cinefiel. Ik bekijk natuurlijk graag films, maar het is niet zo dat we bij de conceptontwikkeling van een enscenering bepaalde scènes expliciet gaan herbekijken. Onderbewust zit er natuurlijk veel opgeslagen en dat speelt enigszins mee in het creatieproces. Het belangrijkste moet echter vanbinnen gebeuren … Ik weet eigenlijk niet goed hoe creativiteit ontstaat. Het is waarschijnlijk een mengeling van inspiratie van buitenaf (de dingen die men dagdagelijks waarneemt, film, theater, …) en iets wat zich vanbinnen ontwikkelt. Wachten is heel belangrijk, dat heb ik met de tijd geleerd. Een stuk is voor mij altijd een reusachtig probleem. Ik heb vaak een half jaar nodig vooraleer de klik komt.

Wat betekent dit voor Simon Boccanegra? Jouw Zauberflöte was een vrij controversiële productie. Hecht jij veel waarde aan goede recensies? Bij Die Zauberflöte hebben de deels negatieve recensies mij niet echt gestoord, omdat die productie voor mijzelf een zeer geslaagde avond was. Nadien heb ik van andere operahuizen ook vele aanbiedingen gekregen. Negatieve recensies betreurt men natuurlijk altijd, maar toch kwamen er veel mensen naar de voorstelling en maakte ik ondanks de verwijten geen lelijk regietheater. De enscenering is vrij filmisch en bevat veel ‘verleidelijke’ beelden. Als regisseur kan men zeer goed inschatten of een werk al dan niet geslaagd is. Het lukt jammer genoeg niet altijd om datgene wat je in je hoofd hebt ook effectief te realiseren. Dat ligt soms ook aan het stuk zelf, aan de zangers, aan productieomstandigheden: aan heel veel factoren. Wanneer men een productie maakt die men zelf niet geslaagd vindt, dan komt negatieve kritiek hard aan, dat is duidelijk.

Simon Boccanegra is één grote parabel die de dynamiek van macht blootlegt. Simpel gezegd: House of Cards in operavorm, alhoewel ik Verdi’s opera natuurlijk niet op die manier zal ensceneren. Voor mij als regisseur is het uitermate belangrijk om de spanningsbogen die de verschillende personages doormaken, zeer intensief vorm te geven. Ik wil niet dat het publiek slechts een resem mooie beelden aan zijn ogen ziet voorbijtrekken. Ik wil dat men de noden, de problemen, de tragiek van de personages uit deze opera begrijpt. Hoe ziet dit er dan scenisch uit? Het uitgangspunt van de enscenering in Opera Vlaanderen is de waarneming dat politiek in heel wat landen vandaag nog altijd in oude paleizen wordt bedreven. In Duitsland minder, ofschoon de Bundestag ook al een vrij oud gebouw is maar in Frankrijk en Italië bijvoorbeeld valt dit echt op. Aangezien het in Simon Boccanegra de hele tijd over politiek gaat en veel minder over liefde, staat er op scène een paleisachtig bouwsel. Geen realistische paleis, maar een beweeglijk, veranderend bouwsel … De paleizen waarin vandaag wordt geregeerd, zijn beleefd: zowel door, specifiek, politieke geesten als door, algemeen, de geest van de politiek. Het eeuwenlang regeren heeft zijn sporen nagelaten en dit zal op het podium tot uitdrukking worden gebracht. Simon Boccanegra zit aan zijn bureau en heeft moeite om de tradities en het geijkte denkstramien los te laten. Steeds weer wordt hij geplaagd door bezoek uit het verleden …

Die Zauberflöte wordt dit seizoen hernomen. Hoe verlopen de repetities precies tijdens zo’n herneming? En wat is jouw aandeel hierin? Anders dan binnen een repertoire-systeem, valt een herneming binnen een stagione-systeem (een systeem waarbij operavoorstellingen in een aansluitende reeks worden gespeeld, zonder een dagelijks wisselende repertoire - nvdr.) bijna gelijk te stellen met een première: er wordt lang en hard gerepeteerd aan de opera op het eigenlijke podium. In Antwerpen worden de repetities geleid door een uiterst bekwame regieassistent, die er tijdens de creatie vier jaar geleden bij was en toen alles opgeschreven heeft. Tijdens de eindrepetities kom ik zelf naar Antwerpen om in één week de temperatuur terug goed in te stellen. Dat is vooral voor de dialogen zeer belangrijk, opdat men niet in clichés vervalt.

Hoeveel inbreng hebben de gecaste zangers bij de conceptontwikkeling? In de beste van alle mogelijke werelden leert men de zangers voordien kennen en bezoekt men voorstellingen van hen. In de realiteit is dat echter zelden het geval. Enerzijds omdat ik niet genoeg tijd heb, anderzijds is 4


David Hermann

het van mij misschien ook een beschermingsmechanisme. Als regisseur wil men een eigen wereld creëren en de cast daar dan later in meenemen. Bij zangers die ik al ken, merk ik dat hun persoonlijkheid mijn conceptontwikkeling automatisch beïnvloedt. Natuurlijk bekijk ik ook vooraf wie de hoofdrolspelers zijn en meestal ontmoet ik hen ook. Over het algemeen vind ik dat de inbreng van de zangers belangrijker zou kunnen worden. Het is alleszins ook een vraag van het theatersysteem. In stagione-producties is het extreem belangrijk om alles op maat van de desbetreffende zangers te snijden. In repertoire-producties, gemaakt om gedurende een langere tijdsperiode uitgevoerd te worden, wisselt de bezetting continu en wordt het moeilijk.

Wat fascineert je zo aan het genre opera? Opera heeft als genre een mystiekcultische kracht en dat vind ik uniek. Op de keper beschouwd, is opera een anachronisme, iets wat niet strookt met onze tijd. Opera is volledig analoog, opera is een merkwaardige mengelmoes van Griekse tragedie-theorieën en live performance, opera spreekt zowel het verstand als het gevoel aan ... Muziektheater is wat dat betreft enig in zijn soort. Zelf zou ik graag ook wel eens theater maken, maar ik vermoed dat ik de weerstand missen zou: de klanken van vroeger en wat die met ons doen. Het is precies die weerstand die mij zo ongelofelijk prikkelt in het genre opera. Wat doe je wanneer je niet met opera bezig bent?

geen hyperdominante hobby, alhoewel ik me natuurlijk graag met muziek bezig houdt. Ik bezoek concerten, speel piano, lees boeken … Daarnaast loop ik zeer wakker in de wereld rond en kijk ik om me heen. Opera kan ik verbazend goed uit mijn hoofd zetten. Recent had ik drie maanden geen repetities. Ik moet dan wel heel veel voorbereiden, maar wanneer ik mijn atelier verlaat, kan ik dat alles van me afzetten. Met beide voeten op de grond blijven en veel om je heen kijken, dat is belangrijk als regisseur. Men heeft altijd nood aan vreemde perspectieven, andere invalshoeken. Ik bezoek weliswaar heel wat operavoorstellingen, maar dat is meestal niet echt inspirerend: op de duur genereert men zichzelf. Impulsen uit de theater-, de film- en vooral uit de echte wereld, zijn dan meestal vruchtbaarder. Mien Bogaert

Dan probeer ik een heel normaal leven te leiden. Ik heb alleszins 5


David Hermann Simon Boccanegra kort De opera Simon Boccanegra uit 1857, maar fundamenteel herwerkt in 1881, vertoont een sterke verwantschap met de koningsdrama’s van Shakespeare. Het is een drama waarin het persoonlijke lot van de hoofdfiguren kruist met hun politieke rol. De liefde - van vader tot dochter of van dochter tot politieke tegenstander raakt verstrengeld in het staatsbelang en leidt tot een noodlottige ondergang. De strijd tussen de plebejers en patriciërs en hun respectievelijke vertegenwoordigers Simon Boccanegra en Jacopo Fiesco, die bovendien in een lang aanslepend conflict leven door de verhouding tot hun verloren gewaande dochter of kleindochter, wordt verscherpt en in een onafwendbare tragiek gestuurd. De aanwezigheid van politieke intriganten en de druk van de chaotische politieke toestand, zorgen ervoor dat iedere verzoeningspoging uiteindelijk haar doel mist.

Synopsis

Eerste bedrijf

Proloog

Boccanegra’s dochter Maria is, 25 jaar later, opgegroeid als pleegdochter van Fiesco. Onwetend over hun familiebanden, draagt zij de schuilnamen Amelia en Andrea Grimaldi. De jonge patriciër Gabriele Adorno vraagt om haar hand. Hoewel de doge Amelia’s hand wilde schenken aan Paolo, maakt Amelia haar afschuw over Paolo en haar liefde voor Gabriele bekend. Wanneer Boccanegra Amelia herkent als zijn dochter, stemt hij in met haar liefdesplannen. Paolo moet Amelia vergeten. Paolo pleegt wraak door Amelia te ontvoeren.

“Kingmakers” Pietro en Paolo verkiezen Simon Boccanegra als machthebber van Genua om hun eigen macht en rijkdom te vergroten. Boccanegra laat zich overhalen hoewel zijn grootste zorg zijn geliefde Maria is. Ze is door haar vader, de patriciër Fiesco, voor hem verborgen gehouden. Maar Boccanegra hoort te laat dat zijn geliefde gestorven is en dat hun gemeenschappelijke dochter spoorloos is. Tussen Fiesco en Boccanegra blijft de spanning oplopen.

Een bespreking in de stadsraad wordt verstoord door tumult op straat tussen de plebejers en patriciërs. Nadat eisen om de dood van de doge weer klinken, luistert Boccanegra naar de klachten van het volk en tracht verzoening te brengen. Gabriele verdenkt Boccanegra de opdrachtgever van de ontvoering van Amelia te zijn. Zijn aanval op de doge wordt verhinderd door Amelia, die suggereert dat de werkelijke dader aanwezig is in de raadzaal. Paolo wordt ontmaskerd en openbaar vervloekt.

Voor de handeling verplaatsen we ons naar de vroege Italiaanse renaissance, naar Genua tussen 1339 en 1363. Nochtans is die sprong van ongeveer vijfhonderd jaar dubbelzinnig want precies door het verhaal te projecteren in het verleden, werd het voor Verdi mogelijk een parabel te schrijven over de politieke situatie van zijn eigen tijd en voor de toekomst. Ook daaraan heeft hij in de bewerking gesleuteld zodat het probleem van de opera en dat van de politieke eenwording van Italië in het verlengde van elkaar kwamen te liggen. Het was op Verdi’s initiatief dat de zogenaamde senaat-scène door librettist Boito aan het einde van het eerste bedrijf werd ingebouwd. De inspiratie daarvoor vormden twee brieven van de renaissancedichter Petrarca aan de historische doge Boccanegra en de doge van Venetië om hun plannen tot oorlog op te bergen, broeders als ze zijn van dezelfde moeder Italië. Door die toegevoegde senaat-scène toont Verdi niet alleen indirect de hoop op een betere toekomst, maar evenzeer hoe kwetsbaar de politieke idealen kunnen zijn en hoe gemakkelijk zij kunnen ten onder gaan in een chaotische werkelijkheid.

Tweede bedrijf Paolo smeedt een plan om Boccanegra te doden. Gabriele is bereid de moord te plegen nadat Paolo een dubieuze relatie tussen Boccanegra en Amelia insinueert. Gabriele beschuldigt Amelia van ontrouw en wordt woedend wanneer zij spreekt over de zuivere liefde tussen haar en de doge. Amelia vraagt de doge om vergiffenis voor Gabriele. Eenzaam overdenkt Boccanegra de situatie en drinkt onwetend een drank die werd vergiftigd door Paolo. Om haar vader te beschermen maakt Amelia Gabriele haar ware identiteit bekend. Opnieuw breekt er oproer uit. Derde bedrijf De opstand werd onderdrukt en bijna alle rebellen worden vrijgelaten. Paolo wordt ter dood veroordeeld. Verzwakt door het gif wordt Boccanegra overmand door heimwee naar de zee. Boccanegra ziet de oude Fiesco terug en onthult Amelia’s identiteit. Maar de verzoening komt te laat. Boccanegra sterft. Gabriele wordt geïnstalleerd als nieuwe doge.

L. J.

6


Subtitel

E X T R A O R D I N A RY C H O C O L AT E

Koestraat 50, 9000 Gent - Korte7Gasthuisstraat 1, 2000 Antwerpen


Verdi’s Simon Boccanegra staat voor het universele dilemma waarmee elke machthebber te maken krijgt: hoe kan je met hetzelfde gezicht macht uitstralen en er tegelijk je eenzaamheid en vertwijfeling achter verbergen? Wereldwijd hangen museumzalen vol met officiële portretten van koningen, koninginnen, presidenten en andere machthebbers. Ze staan er altijd statig, afstandelijk en vaak wat verheven op, mijlenver verwijderd van het dagelijkse leven. Het gezicht meestal een beetje schuin vooruit waarbij de blik net over het volk heen scheert. Machthebbers hebben altijd zelf de regie in handen gehad als het om officiële staatsieportretten ging. Met de tijd deed de menselijke kant van de macht ook zijn verleidelijke intrede en werd die glimp achter het masker vaak opzettelijk uitgespeeld. Met de komst van film en fotografie veranderde er nogal wat. De controle was veel moeilijker te handhaven. Plots zijn er talloze momenten die, vastgelegd op foto of film, het imago ten goede kunnen komen of juist kunnen breken. Het portret als statement. 8

Beatrice geportretteerd door Luc Tuymans

Het gezicht van de macht


Simon Boccanegra

Een homy queen met kleinkinderen door Annie Leibovitz

Propaganda Traditiegetrouw zijn het personen met een hoge status of een belangrijke maatschappelijke functie als vorsten, staatshoofden en politici die voor een portret poseren. Tot vandaag vertegenwoordigen die officiële portretten niet alleen de afgebeelde persoon, ook zijn of haar functie. Hoe kan een portret status en gezag uitstralen? Daarvoor gebruiken portrettisten picturale tradities: manieren en ‘trucs’ om iemand in beeld te brengen die al eeuwen bestaan en die door iedereen worden begrepen. Ook bijvoorbeeld Adolf Hitler gebruikte heel doordacht zijn beeltenis als propagandamiddel. Het is bizar hoe hij in zijn beginjaren als rijkskanselier iedere fotograaf meed en weigerde zich te laten fotograferen. Maar met de komst van zijn minister voor propaganda Joseph Goebbels, veranderde die strategie. Goebbels bestookte het volk met foto’s, ansichtkaarten en posters van Hitler en organiseerde ook massabijeenkomsten waarbij de Führer, als een Messias, hoog boven het volk uittorende. Het liefst hield Goebbels die bijeenkomsten na 8 uur ’s avonds. Het moment waarop mensen moe maar gewillig zijn en makkelijker in de roes van de Führer zouden komen. Behalve als opperbevelhebber liet Hitler zich ook graag vastleggen als hij een zuiver arisch kindje over de bol streek of terwijl hij, gekleed in 9

gala-uniform, de eerste spade voor de autobaan in de grond zette. Maar wat hij ook deed, nooit viel hij uit de rol van alleenheerser. Daar zorgden ze op het Ministerie van Propaganda wel voor. Glamour Iemand die minstens zo goed begreep dat de macht van het beeld groter is dan de macht van het woord, was John F. Kennedy. De jonge Amerikaanse president zorgde begin jaren zestig voor een verfrissende doorbraak. Met zijn modebewuste vrouw Jackie deed niet alleen glamour zijn intrede, maar profileerde hij zich ook bewust als family man. Nog maar net aan de macht liet hij geen koele staatsieportretten maken, maar nodigde de beroemde glamourfotograaf Richard Avedon uit om hem en zijn gezin vast te leggen in het Witte Huis. Kennedy combineerde zijn rol als president met zijn rol als vader. De mooiste foto is wel die van Kennedy achter zijn bureau in het Witte Huis, verdiept in staatszaken terwijl zijn zoontje in pyjama onder het bureau aan het spelen is. Als geen ander wist hij macht, glamour én warmte uit te stralen. Wat Kennedy kon, kan ik ook, moet Nicolas Sarkozy, de vorige Franse president gedacht hebben. Nicolas Sarkozy was nog maar net gespot met zijn toen nog kersverse


Reality check

Beatrix door Anton Corbijn

Poetin poseert voor de persfotografen

vriendin Carla Bruni op vakantie in Egypte of hij zette voor het oog van alle camera’s haar zoontje op zijn schouders. Waarschijnlijk hoopte hij met deze actie de harten van de Fransen voor zich te winnen. Maar Sarkozy bleek zich vergist te hebben. Zo makkelijk als de Amerikanen zijn, zo preuts zijn de Fransen op dit gebied. Ze zijn niet gediend van een beeld van de president waarin zijn privéleven te veel naar voren komt. Wat hij privé doet, moet hij weten maar op de foto moet hij onkreukbaar zijn. Macho Zo heeft ieder land zijn eigen codes als het om het imago van het staatshoofd gaat. De president van Rusland, Vladimir Poetin, pakt meer met zijn macho kant uit dan dat hij zich laat fotograferen met een kindje op zijn schouders. Als er ergens letterlijk met spierballen wordt gerold, is het wel in Rusland. Niet voor niets waren er heel wat fotografen aanwezig tijdens het visuitje waarvoor Poetin prins Albert van Monaco had uitgenodigd. Midden op het water, gekleed in camouflagekleuren, een hengel in zijn hand, trok Poetin zijn bovenkleding uit. Bij de indrukwekkende spiermassa die eronder vandaan kwam, stak de prins schrieltjes af. President Poetin toonde vaker z’n spierballen. Tijdens de oorlog met Tsjetsjenië vloog hij in een gevechtsvliegtuig naar Grozny. Het leverde beelden op van een man in een leren jack met een helm op, die in z’n eentje oorlog leek te voeren. Niet toevallig maakte hij dit stoere uitstapje een

week voor de verkiezingen. De boodschap was duidelijk: ik ben en blijf de machtigste man van Rusland. Hondjes-offensief Hoe kan een portret macht en leiderschap uitstralen? Daarvoor hoef je maar naar de foto’s van de Franse fotograaf Christian Courrèges te kijken en naar zijn portret van Simone Veil in zijn serie ‘Capitale Europe’ in het bijzonder. Hij portretteerde, in opdracht, talloze politici en hoge ambtenaren die aan de wieg stonden van de Europese eenwording. Zijn klassieke zwart-witportretten, zonder achtergrond en attributen, tonen het zelfverzekerde gezicht van de politieke macht. The medium is the message. Een andere boodschap wou koningin Elisabeth II, de langst regerende monarch van het Britse Koninkrijk, uitdragen toen ze voor haar negentigste verjaardag de bekende fotografe Annie Leibovitz vroeg om enkele familieportretten te maken. Op de eerste is ze omringd door haar vijf achterkleinkinderen en twee jongste kleinkinderen. Prins William en prins Harry waren waarschijnlijk te oud voor dit familiekiekje. De tweede foto toont Elisabeth II met haar vier trouwe viervoeters op de trappen van Windsor Castle. Op de derde en laatste officiële foto poseert de Britse koningin met haar dochter prinses Anne. Ze ziet er verrassend jeugdig uit en in geen van de ‘bijna warme’ scènes vertoont ze enige breekbaarheid. Het decor en de figuranten nemen het intieme, huiselijke aspect compleet voor hun rekening.

10


Simon Boccanegra

Het handelsmerk van de Kennedy's family life

Duel En zo krijgen we altijd beelden voorgeschoteld met staatshoofden die zich én bewust zijn van de camera én van hun positie. Of dat de beste foto’s met de meeste impact oplevert, is de vraag. Wanneer grote namen uit de fotografie of schilderkunst aangezocht worden om een vorstelijk portret te maken, staan ze voor een duel met de macht. De gezagsdrager zal immers altijd streven naar een waardig portret zonder scheurtjes in het pantser. Het is aan de kunstenaar om dat te doorbreken. Een voorbeeld van zo’n slag om de lach was die tussen de Nederlandse koningin Beatrix en de wereldberoemde popfotograaf Anton Corbijn ter gelegenheid van haar zeventigste verjaardag. Zou het een idee van de koningin zelf zijn geweest? Het leek een keuze met lef. Behalve zwoele foto’s van vrouwen in pikant ondergoed, fotografeerde Corbijn Tom Waits achterin een stadsbus, U2’s Bono met een fles champagne in bad en Herman Brood met krulspelden in. De verwachtingen waren dan ook hoog gespannen: hier zou een staatsieportret uitrollen zoals we nooit eerder zagen. Toen het resultaat van de persen rolde was de teleurstelling groot. Daar stond ze in vol ornaat, statig onderaan de paleistrap, in haar jurk voor officiële gelegenheden, borst vooruit, rug recht en een kroontje op haar hoofd: een vriendelijk lachende, maar ongenaakbare vorstin. Het is precies zoals we het al eeuwen gewend waren. Het bleek maar weer dat Beatrix als een leeuwin over haar imago als koningin waakt. In haar publieke functie is ze van het volk, maar haar persoonlijke 11

leven houdt ze goed afgeschermd. Zij bepaalt wat we wél, maar vooral ook wat we niet te zien krijgen. Met haar als een helm en kleding die uit een geheime kist lijkt te komen, ontstijgt ze alles en iedereen. Hier staat geen zeventiger, nee hier staat dé koningin. Het zijn ondanks de meester geen memorabele portretten. Gek genoeg zijn het net heel andere foto’s die wel bijblijven zoals de persfoto van de ontwapenende zoen die Beatrix spontaan van een man kreeg op Koninginnedag. Maar echt indrukwekkend is de foto die werd gemaakt tijdens haar bezoek aan de Nederlandse Antillen. Ze was daar net toen de eilanden geteisterd werden door een zware storm. Op de foto troost Beatrix de ontredderde bevolking. Het haar hangt, platgeslagen door wind en regen, slap langs haar gezicht. Voor één keer heeft ze onbewust haar ‘officiële’ gezicht en haar helm van haar afgezet en zien we eindelijk een staatshoofd van vlees en bloed. Daarmee is het misschien wel het mooiste staatsieportret ooit. In de verf gezet Een officieel portret is geen momentopname, maar een samenvatting van een individu. In een portret kan je een subtiel samenspel van verschillende uitdrukkingen leggen. De voor zulke opdrachten zorgvuldig geselecteerde fotografen en beeldende kunstenaars zijn zich goed bewust van die rijke en eeuwenoude tradities. Dat maakt het niet makkelijker. Wanneer ze binnen de lijntjes kleuren, leveren


Simon Boccanegra ze eerder banaal werk. Doen ze dat niet, dan volgt er een golf van verontwaardiging. Het portret dat Luc Tuymans in 2012 van Beatrix maakte, staat officieus geboekstaafd als een miskleun. Tuymans heeft het in gedempte, vlakke kleurvlakken naschilderen van foto’s tot handelsmerk gemaakt. Hij verkent Plato’s domein van de afbeelding van de afbeelding. Die omkering, de emotieloos nageschilderde foto, kan verrassend werken. Ook in het geval van Beatrix maakte Tuymans geen portret naar levend model, maar vertrok hij van een foto. Het resultaat is op zijn minst bevreemdend. De spanning tussen het warm oranje van de houten vloer en het koele rood van de jurk geeft een typisch Tuymans-effect. De schilder zegt zelf: “Voor mij lag de uitdaging in het feit dat er een lange traditie bestaat van staatsieportretten. Ik heb gekozen voor een beeld dat niet geposeerd was en duidelijk een fotografische compositie heeft.” Hij forceert bewust een breuk met de traditie. Het resultaat is een schilderij van een foto. Punt uit. En alles wat mis kon gaan, lijkt in het werk samen te komen: zowel haar make-up, de houding en haar blik werken niet. Tuymans was het zich bewust en in zekere zin is het portret een provocatie. Het is een openlijk duel met de gevestigde macht. Anders dan bij Corbijn leed Beatrix een pijnlijke nederlaag. De sfeer van de burgerlijke ironie die essentieel is voor een goed portret, lijkt hier omgeslagen in een activistisch sarcasme.

Anton Corbijn maakte op zijn beurt ook een portret van Luc Tuymans, (Antwerpen, 2004). De schilder zit met de benen over elkaar geslagen op een oude stoel in zijn atelier. Zijn houding is zo alledaags dat je het nauwelijks een pose kan noemen. Het perspectief werkt bevreemdend: de fotograaf zit zo laag en zo dichtbij met zijn camera dat de schoen en het been van Tuymans naar voren in het beeld steken en onscherp blijven. Corbijn is een portretfotograaf pur sang die zijn veelal beroemde modellen juist niet met glamour afbeeldt maar in ongepolijst zwart-wit. In zijn vrij werk zoekt Corbijn de balans tussen publiek imago en privéleven.

Misschien is het staatsieportret, in een tijd waarin de beeldcultuur totaal verzadigd is, ook wel een hopeloos anachronisme. Chris Van Camp

12


SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM


Otello, productie Michael Thalheimer, 2016

Nabucco, productie Daniel Slater, 2013

La Forza del destino, productie Michael Thalheimer, 2012

14


Simon Boccanegra is het sleutelstuk binnen de reeks Verdi-opera’s die Opera Vlaanderen de voorbije seizoenen bracht.

Aida, productie Peter Konwitschny, 2011

Don Carlos, productie Peter Konwitschny, 2010

15

De nieuwe productie van Simon Boccanegra schaart zich in een reeks verrassende lezingen van Verdi-opera’s die Opera Vlaanderen de voorbije seizoenen presenteerde. Peter Konwitschny - de peetvader van het Regietheater omzeggens - presenteerde eigenzinnige versies van Aida en Don Carlos. Michael Thalheimer tekende voor een ‘gestripte’ La Forza del Destino en een uiterst sobere Otello. En dan was er de Britse theatermaker Daniel Slater die het verhaal van Nabucco verbond met Occupy Wall Street en het verzet tegen de greed van grote financiële instellingen. Hoe verschillend de esthetiek ook was van al deze producties, ze deelden een zoektocht naar de essentie van Verdi’s operadramaturgie met de focus op de spanning tussen het publieke en het private enerzijds en de droom van vrijheid in oppressieve machtsstructuren anderzijds. Konwitschny legde in zijn tijdoverspannende deconstructie van Don Carlos de achterliggende ideologie bloot. Aida daarentegen plaatste hij in een huiskamer met weinig meer dan een sofa. Hij benadrukte op die manier dat de opera, die verkeerdelijk als een spektakelstuk wordt gezien, in essentie een Kammerspiel is rond de strijd tussen twee vrouwen, Aida en Amneris, voor dezelfde man: Radamès. La Forza del Destino is allesbehalve Kammerspiel maar Theatrum Mundi, dat zich op uiteenlopende locaties afspeelt, met een dwarsdoorsnede van een bonte samenleving. In deze productie verraste scenograaf Henrik Ahr met zijn minimalistische, zwarte set. Hij zette in beeld om wat Michael Thalheimer zo mooi verwoordde met betrekking tot de episodische plot van La Forza: “De regisseur moet de inhoudelijke en emotionele structuren blootleggen en de toeschouwer het fragmentarische tonen en niet overpleisteren of dichtsmeren met een of ander bont koloriet, mooie kostuums en taferelen. Anders dreigt de toeschouwer nooit tot de kern van de geschiedenis door te dringen.” Thalheimers lezing van Otello bevestigde deze zoektocht naar essentie met een abstracte zwarte doos (andermaal een ontwerp van Henrik Ahr) die metaforisch stond voor het hoofd van de protagonist als gevangenis van dwanggedachten. Nee, de Verdi-lezingen in Opera Vlaanderen brengen geen theater van de buitenkant maar drama voor vandaag dat compromisloos teruggrijpt naar de oorspronkelijke, vaak overwoekerde dramatische intenties van de Italiaanse meester. Piet De Volder


Die Zauberflöte

“Ik kan me sterk identificeren met Pamina” Lore Binon over haar rol in 'Die Zauberflöte'

De carrière van de Belgische sopraan Lore Binon neemt een hoge vlucht. Sinds enkele jaren is de jonge zangeres niet meer van de nationale (én internationale) podia weg te denken; geen ijdele diva in de maak maar een intelligente en veelzijdige brok vitaliteit. In Mozarts Die Zauberflöte debuteert Binon bij Opera Vlaanderen als Pamina, die in meer dan één opzicht haar muzikale tweelingzus had kunnen zijn. 16


Lore Binon

Die Zauberflรถte Antwerpen vanaf 14 december Gent vanaf 11 januari

17


Lore Binon Lore, op je palmares prijken de namen van grote dirigenten, ensembles en orkesten. Toch is dit de eerste keer dat je op het grote operapodium te zien en te horen bent. Is dit een avontuurlijke excursie of een doelbewuste stap in je muzikale ontwikkeling? Lore Binon: Eigenlijk heb ik nooit een bewuste carrièreplanning gehad. Na mijn studies werden mij heel wat interessante projecten aangeboden en het werd me al snel duidelijk hoe veelzijdig dit beroep is. Ik heb ondertussen mijn eigen kamermuziekensemble Revue Blanche maar ik zong ook veel orkestrepertoire en nam deel aan de meest uiteenlopende losse projecten. Een paar jaar geleden kon ik al eens proeven van de opera-ervaring toen ik de rol zong van Barbarina (in Mozarts Le Nozze di Figaro) met het Freiburger Barockorchester onder leiding van René Jacobs. Een ongelooflijke ervaring natuurlijk maar het was een semi-scenische productie en dus zonder volledig decor. In die zin is dit inderdaad mijn allereerste echte operarol. Maar ik zal me niet gauw vastpinnen op één bepaald genre: ik hou net van de afwisseling. Ik ga altijd voor een project dat me ergens intuïtief aanspreekt en uitdaagt: een rol waarin ik me kan vinden, mooie muziek en een interessant en bekwaam team zijn daarbij de belangrijkste factoren. Dan ben je op vele fronten inzetbaar. Waarin verschilt het zingen in een opera met het zingen in kamermuziekverband? Binon: Volgens mij zijn er vooral erg veel gelijkenissen en valt er aan beide kanten veel op te steken. Ik hou erg van de kruisbestuiving tussen verschillende muzikale formaties. Als goede operazangeres moet je bijvoorbeeld even intiem kunnen zijn als een kamermuzikant. Je gaat samen met het orkest en de andere zangers op zoek naar bepaalde sferen en kleuren en leert om mekaar heel goed aan te voelen. Dat laatste is echt noodzakelijk want wanneer ik

Lore Binon in BerBerio een productie van Zonzo Compagnie en Revue Blanche

iemand hoor zingen die door Moeder Natuur gezegend is met een mooie stem maar daar muzikaal niets mee doet, kan die interpretatie mij nooit onder de huid kruipen. Het grote verschil is natuurlijk dat je bij een opera nog meer moet denken in functie van je personage. Wat spreekt je aan in het personage van Pamina? Binon: Vocaal gezien is het een rol die perfect past bij mijn stem. En de aria Ach, ich fühl’s behoort voor mij tot de prachtigste aria’s die ooit geschreven zijn. Hoe Mozart in de begeleiding door de strijkers de eenzaamheid van Pamina kan weergeven, is gewoonweg subliem! Ook qua personage spreekt ze mij erg aan, omdat ze iemand is waarmee ik me sterk kan identificeren. Ze is nog jong 18

maar ze behoudt steeds een soort puurheid en eerlijkheid ten opzichte van zichzelf. Dat zijn eigenschappen die ik zelf enorm waardeer en probeer na te streven in mijn eigen leven. Pamina wordt vaak erg naïef geportretteerd maar volgens mij is ze dat helemaal niet. Zo is ze bijvoorbeeld niet te beroerd om in opstand te komen tegen haar eigen moeder, of tegen Monostatos en Sarastro. Eigenlijk weet ze alle mannen die haar op het toneel omringen, zelfs Tamino, te overtreffen in moed en beslissingskracht. Zou je kunnen zeggen dat Pamina vandaag een soort bron van inspiratie kan zijn? Binon: Dat denk ik wel. Op de letter genomen is het libretto van Die Zauberflöte niet meteen vrouwvriendelijk: zo uiten


Die Zauberflöte zien die echt wel op je netvlies gebrand blijven. Het geheel is bij momenten erg donker en dat vind ik een interessante keuze. Die Zauberflöte wordt vaak nogal kolderiek geënsceneerd en daarom is dit, ondanks die duisternis, een verfrissing. Voor mij zijn er geen absolute waarheden in kunst. Wanneer de regisseur een heel duidelijk beeld heeft van wat hij wil doen en hij kan dat staven aan de hand van hoe de partituur en het libretto geschreven zijn, dan is het fantastisch om daarin mee te gaan. Als operazanger ben je één schakel in een geheel en er valt heel wat te coördineren. Maar wanneer een regisseur iedereen op dezelfde lijn krijgt, dan kan dat echt magie geven. Daar gaat natuurlijk heel wat persoonlijke studie aan vooraf. Hoe bereid je je voor op zo’n operarol?

de hogepriesters en Sarastro enkele scherpe vooroordelen. Net binnen die context is de rol van Pamina extra interessant: het algemene vooroordeel wordt ontkracht door een mens van vlees en bloed. Op het einde wordt Pamina immers samen met Tamino ingewijd in de Tempel. Zij bezit klaarblijkelijk de nodige wijsheid en zij is het die Tamino bijstaat in zijn beproevingen. Mozart neemt hier een modern standpunt in en toont wat een vrouw kan betekenen. Zeker in de regie van David Hermann nemen Tamino en Pamina het heft in eigen handen. Had je de eerste spelreeks van deze productie, enkele jaren geleden, al gezien?

Binon: Voor mij is de tekstinhoud altijd nummer één. Het eerste wat ik doe, is de tekst vertalen en de inhoud ten volle begrijpen. Dan pas studeer ik de muziek in, want ik wil me niet op voorhand laten leiden door wat al door de muziek in de verf wordt gezet. Vervolgens wil ik me goed inleven in de rol, zowel mentaal als fysiek. Ik wil me een duidelijk beeld voor de geest halen van wie het personage precies is, en stel me tijdens het instuderen telkens opnieuw de vraag of ik nog wel trouw blijf aan hoe het personage volgens mij in elkaar zit. Enkel op die manier kan je de verbeeldingskracht van het publiek aanwakkeren.

Die Zauberflöte kort Prins Tamino wordt verliefd op Pamina, de dochter van de Koningin van de Nacht en moet haar redden uit de handen van Sarastro… Het lijkt een sprookje, maar het wordt een beproeving voor alle personages. Mozarts Die Zauberflöte blijft het populairste en meest opgevoerde werk uit het operarepertoire. Volkstheater, diepzinnig sprookje, machinestuk, vrijmetselaars, kinderfantasie, Egyptische parabel, mysterietheater,… allen zijn ze van toepassing op Die Zauberflöte en geen duiding is voldoende om 
de inhoud en rijkdom volkomen te dekken. Ondanks die populariteit en de vele interpretaties gaat er onder Die Zauberflöte merkwaardig genoeg een allesbehalve luchtig verhaal schuil. Mozarts voorlaatste opera toont een wereld die verstoord is en uit evenwicht geraakt. De rivaliteit tussen twee krachten, priester Sarastro en de Koningin van de Nacht, ontneemt de jeugdige personages Tamino en Pamino bijna de hoop op een beter leven. De handeling in Die Zauberflöte is dramatischer dan men vaak denkt. Personages aan de rand van de zelfmoord, belaagd door verkrachting of levensbedreigende beproevingen behoren evenzeer tot de plot als de liefde, de verzoening, de speelsheid en de betovering. Maar die vreemde tegenstelling tussen het negatieve en het positieve wordt door Mozarts muziek op een fascinerende manier met elkaar in evenwicht gebracht en gerelativeerd. En het is tevens door de betoverende muziek dat de jonge personages de kracht krijgen om hun geloof in elkaar en in de liefde te realiseren, in een wereld aan de rand van de afgrond. Die Zauberflöte is zo een opera over een zoektocht in een wereld tussen duister en licht. En vooral over hoop en geloof in de liefde als bevrijdende kracht voor de mensheid.

Tot slot: is er een rol waarvan je zegt: “eerst die rol en dan sterven”? Binon: Dat is een moeilijke vraag, en het antwoord is niet zo eenduidig: een stem leeft en evolueert steeds. Maar nu je het toch vraagt: de muziek van Händel ligt me enorm. Ik zie zijn opera’s dolgraag en zijn muziek ligt goed in mijn stem. En Mozart-rollen natuurlijk, die bevallen me ook wel!

Binon: Ja, en ik vond haar zeer bijzonder. Wat mij het meeste opviel is het visuele aspect. Je krijgt een aantal beelden te

Arne Herman

19

19


Waarom David Hermanns versie van 'Die Zauberflöte' discussie opwekt David Hermann inszeniert “Die Zauberflöte” als sadistischen Western.

De toverfluit is een revolver, de vuurproef Russische roulette. Zo komen de sektarische elementen van “Die Zauberflöte” overtuigend naar voren.

Szene

NRC Handelsblad

De afwikkeling met Sarastro is nog onbegrijpelijker: bij Hermann is hij – zo blijkt ineens aan het einde, dat al was voorafgegaan door een onduidelijke badkamerscène – geen deugdzaam karakter. Cutting Edge

Conclusie van het verhaal: de Toverfluit verander je niet zomaar in een wapen, die link is te ver gezocht. Maar de zangers maken alles goed dus, af en toe, mag je ook luisteren met je ogen dicht.. kanl.be

Het moet gezegd dat het goed voelt dat de discriminerende, vrouwonvriendelijke en irritant neuzelende Sarastro eindelijk eens een keer flink op zijn lazer krijgt. Trouw

Desoriëntatie troef in David Hermanns ‘Toverfluit’.

Hermann heeft “Die Zauberflöte” gestript van alle verwijzingen naar de vrijmetselarij en verlichtingsidealen, de inspiratiebron voor het werk werd overboord gegooid.

De Morgen

De Standaard

Die Zauberflöte, in de regie van David Hermann, deed bij de eerste opvoeringen in 2012 stof opwaaien en lokt nog steeds extreem uiteenlopende meningen uit. Hermanns aandacht voor de duistere laag van het werk, zijn kritische blik op het naïeve optimisme, maar ook zijn aandacht voor het avontuurlijke en het moderne sprookjesen filmgehalte van het verhaal, gaven aan Die Zauberflöte een nieuw en ander gezicht. Voor velen bood hij een verfrissende kijk op Mozarts meesterwerk. Voor andere beging hij een misdaad door af te wijken van het traditionele. We vroegen hoofddramaturg Luc Joosten waar die extreme reacties vandaan komen. Waarom zijn toeschouwers zo gevoelig aan een alternatieve interpretatie van ‘Die Zauberflöte’? Luc Joosten: Er zijn componisten en opera’s die een mythische status hebben en die op een zeer gespannen voet staan met een uitvoering ervan. Iedere realisatie lijkt tekort te schieten. Zelden wordt het ideaal benaderd. Wagner, Verdi, Mozart behoren

tot die componisten in de opera. Voor die laatste betreft het vooral zijn Zauberflöte en Don Giovanni, minder Così fan tutte of Idomeneo, laat staan La Clemenza di Tito - terwijl die laatste werken niet minder waard zijn. Die Zauberflöte en Don Giovanni zijn uitgeroepen tot absolute meesterwerken. Ze hebben een zekere onaantastbaarheid verworven. Het zijn werken die in een soort perfecte 20

enscenering in de hoofden lijken te bestaan, maar zelden of nooit ideaal op de scène te zien zijn. De ideeën en verwachtingen rond zo’n een werk zijn amper in te lossen. Vaak zijn ze niets eens duidelijk of cliché-matig. Men heeft het al snel over de genialiteit van Mozart, de hemelse muziek, de indrukwekkende betovering etc. Iedereen lijkt ook zijn eigen waarheid te hebben over deze werken. En die is


Die Zauberflöte soms zelfs tot stand gekomen zonder dat men de moeite genomen heeft die werken echt van dichtbij en in hun geheel te beschouwen. En daarmee bedoel ik: de muziek, de gezongen en gesproken tekst, de scenische handeling, de betekenislagen, de opvoeringsgeschiedenis. Voor velen is hier en daar een geliefkoosd personage of een aria, of één of ander boek over vrijmetselarij-symboliek of een geromantiseerde bio de bron waaruit ze zich een idee vormen. En ontstaat er op basis van die fragmentarische of louter theoretische kennis al een sterk, maar vaag verwachtingsbeeld dat bovendien star en onveranderlijk is. Daar kan geen enscenering tegen op. Nochtans is Die Zauberflöte eerst en vooral een scenisch gebeuren. Wie niet bereid is zich opnieuw open te stellen voor het werk én voor de scenische realisatie ervan, zal altijd teleurgesteld zijn. Die Zauberflöte is wat betreft de omzetting een taai en grillig stuk met vele lagen en gelaagdheden. En met veel tekst, meer gesproken dan gezongen, die in een volledige uitvoering trouwens het grootste deel van het werk uitmaken. In een scenische omzetting moet ieder moment zijn plaats krijgen. Op elk moment in de tekst en de muziek moet men de vraag stellen: wat gebeurt er hier? Hoe gaat het ene personage van hier naar daar en waarom? Waarvoor staat dit personage, wat betekent het? Wat doet het op dat moment in de aria hoe zegt het die zin? Welke rol speelde het spektakel-karakter van het stuk? Wat doet men daar vandaag mee - in een situatie waar het begrip spektakel iets anders is dan meer dan 200 jaar geleden enz. Dat zijn talloze vragen die allemaal om een nauwgezette analyse en oplossing vragen. Dat is het lange voorbereidende werk van een heel team - het regie-team, maar evenzeer de zangers, de dirigent en anderen. En dat leidt tot een zeer specifieke, concrete wereld op de scène - geen vaagheid, maar leven. Nicht Noten, aber Fleisch, zoals Kleiber het ooit zei. Vooral de badkamerscène lokte protest uit, waarom precies denk je? Joosten: In de veelbesproken badkamerscène zien we hoe Sarastro zich ontkleedt in aanwezigheid van Pamina - tot op zijn lange onderbroek na - en dan in het bad gaat zitten - een scène die iets komisch heeft. Vanuit die positie zingt hij de aria In diese heil’gen Hallen - In deze heilige hallen.

Het is een gedragen, plechtige aria, in rommelige verzen, over thema’s als wraak, vergeving, liefde en hoe die verbonden zijn met menselijkheid. Een op het eerste gehoor diepzinnig gebeuren, maar erg in contrast met de ware aard van de figuur. De eerste zin lijkt te verwijzen naar een concrete scenische locatie waar Sarastro zich op dat ogenblik bevindt. Dat laatste is echter niet het geval. De scène speelt in een tuin, op een bank van gras - staat er in het libretto. Het verbaast me dat toeschouwers soms niet in staat zijn, dat wat er gezongen wordt, los te koppelen van de concrete omstandigheden waarin het gezongen wordt. In DIESE heiligen Hallen” verwijst uiteraard niet naar de badkamer. Het verwijst naar de wereld waarin Sarastro en zijn mannenclub zich gevestigd hebben. De figuur van Sarastro wordt in de enscenering van Hermann terecht zeer kritisch benaderd. Wanneer men bereid is de tekst aandachtig te lezen, dan merkt men dat hij allerminst een verlichte, wijze man is, maar eerder een misogyne, enigszins racistische, pretentieuze potentaat. Dat is trouwens geen nieuwe interpretatie van de figuur, maar behoort quasi tot de hedendaagse standaard-interpretatie van iedere zichzelf respecterende opvoering. Uiteraard zal voor wie „heiligheid” alleen verbonden kan zijn met iets groots, plechtigs, kerk- of tempelachtig, de situering in een badkamer als een banalisering voorkomen. Maar die banalisering is bewust. Het was in de context van deze enscenering van groot belang dat de hypocrisie van Sarastro - het contrast tussen zijn zelfingenomen gedachtengoed, met de grootse woorden die hij spreekt - werd gecounterd door zijn feitelijke gedrag. De verontwaardiging die zich nu richt op de enscenering zou zich eigenlijk moeten richten op de figuur van Sarastro. Maar blijkbaar staat een oud, vastgeroest idee over deze figuur voor een aantal toeschouwers in de weg. Zijn de reacties op het einde (met de schietpartij) een vraag om hoop? Joosten: Aan het einde van de opvoering wordt Sarastro gedood - de cirkel van geweld die de Toverfluit-wereld karakteriseert, wordt doorbroken door geweld. De gemakkelijke en geforceerde verzoening uit het origineel wordt hier scenisch in vraag gesteld. En dat gebeurt met een middel dat niet 21

vreemd is aan het sprookjes-genre. Zelfs in moderne sprookjes als Harry Potter of Star Wars, maar ook in negentig procent van de klassieke sprookjes wordt de orde terug hersteld, of wordt er een nieuwe opening in een verwarde toestand gecreëerd door gewelddadig komaf te maken met de bestaande toestand. Er is geen verzoening mogelijk, zolang er niet radicaal iets verandert. Met het doden van Sarastro breekt de scenische wereld open en zien we de jonge mensen vluchten. Met de kracht van hun liefde gaan ze op zoek naar een nieuwe wereld. Alleen de muziek klinkt nog na. Dat doet me denken aan een uitspraak van Schubert over Mozart: “De tovertonen van Mozarts muziek… tonen ons in de duisternis van dit leven een lichte, heldere, mooie verte, waarop we met vertrouwen hopen”. Dat is in zeker zin van toepassing op Die Zauberflöte: in een duistere wereld toont zich het licht en de hoop via de muziek. Het scenische moet contrasteren met het muzikale. Wat pleit voor herinterpretatie? Joosten: Iedere opvoering is een herinterpretatie, ook één die zichzelf getrouw noemt. Het is, zoals ik zei, een illusie te denken dat men de intenties van Mozart heeft gerealiseerd in één voorstelling. Dat is niet alleen een ongeoorloofde pretentie, maar grenst aan het leugenachtige. Het is ook fundamenteel onmogelijk om die intenties te realiseren. De gedachte alleen al dat het in de heropvoering van opera’s gaat over het weergeven van componisten-intenties is een uiterst discutabele opvatting. Wat voorop stond bij het uitwerken van het concept voor deze voorstelling was het maken van een boeiende Zauberflöte - uiteraard nieuw in wat er op de scène komt, maar vooral dat dat nieuwe ook de spanningsboog over de aria’s, ensembles én de dialogen kon behouden. En waarin er kritisch werd nagedacht over wat er gezegd en gedaan wordt door iemand als Sarastro en de anderen. En hoe zich dat alles verhoudt tot de muziek. En hoe uit dat spanningsveld het hoopgevende van dit werk in zijn radicaliteit en voor deze tijd kan worden gerealiseerd. Een herinterpretatie gebeurt niet met het oog op het verleden, maar met het oog op de toekomst.


Spartacus Ballet Vlaanderen brengt Joeri Grigorovitsj’ tijdloze meesterwerk Spartacus Antwerpen vanaf 27 januari

Met klassiekers als Prokoviefs De stenen bloem en Tsjaikovski’s De Schone Slaapster en De Notenkraker, was Joeri Grigorovitsj aan het eind van de einde jaren 60 op het toppunt van zijn kunnen. Hij groeide uit tot de belangrijkste Russische choreograaf van zijn generatie en één van de leidende figuren van de balletwereld. Zijn werken raken een universaliteit die ontsnapt aan het rigide culturele systeem waarin ze ontstaan zijn. 22


Spartacus Wim Vanlessen als Spartacus © Altin Kaftira

Spartacus als politiek ballet De artistiek directeur van het Bolsjoi in Moskou, Mikhail Chulaki, verwoordde in 1963 het dilemma waar de Russische balletgezelschappen sinds de revolutie mee kampten op niet mis te verstane wijze: “We moeten er ons van bewust zijn dat wat we tot nu toe demonstreren de conservatie is van het klassieke ballet. We hebben het ballet gerenoveerd, het opgedirkt met een routineuze behandeling van decor en een onbeduidend weinig aan waarheid. We hebben de echte waarheid van de realistische Sovjetkunst vernietigd!” De balletten van het Kirov in het toenmalige Leningrad alsook van het Bolsjoi in Moskou waren ook nog na de revolutie grote culturele instituten van het Sovjetregime. Hierin schuilt echter een grote contradictie omdat het repertoire van beide gezelschappen nog steeds gestoeld was op de overwegend romantische klassiekers die hoogtij vierden onder het keizerrijk. De vraag naar revolutionaire onderwerpen was groot en met de aankomende 50ste verjaardag van de Oktoberrevolutie in 1967 kwam dit hoog bovenaan de agenda te staan. Spartacus bood het uitgelezen

23

materiaal om aan de propagandistische verwachtingen te voldoen. Aram Katsjatoerian componeerde het ballet reeds in 1954 en in een periode van 12 jaar werden niet minder dan vier verschillende balletversies gecreëerd. De twee balletgezelschappen leken geobsedeerd met het creëren van dé perfecte Spartacus. Gebrand op een Spartacus die een blockbuster zou moeten worden, greep het Bolsjoi na de geflopte eerste versies toch terug naar hetzelfde muzikale materiaal. Spartacus bood dan wel geen realistisch drama over het alledaagse leven in de Sovjet-Unie maar het kon wel parallellen trekken tussen de slavernij in het Oude Rome en de vanuit hun standpunt bekeken slavernij van de bevolking in hedendaagse kapitalistische landen. Grigorovitsj’ Spartacus ging in première in het Bolsjoi in 1968 en groeide uit tot het paradepaardje van het regime. Zowel het publiek thuis als op tournee wereldwijd kreeg een artistiek hoogstaand en virtuoos ballet te zien dat de ideologie van het regime uitdroeg. Althans dit is waarvan de politieke macht uitging.


Wim Vanlessen als Spartacus en de dansers van Ballet Vlaanderen Š Altin Kaftira

24


Spartacus Grigorovitsj creëerde echter geen louter Sovjet-ballet maar door het verhaal te generaliseren en de focus te leggen op het universele thema van het gevecht tegen de onderdrukking, biedt hij de toeschouwer in Spartacus ruimte tot interpretatie. Spartacus als autonoom kunstwerk Joeri Grigorovitsj zei zelf over het ontstaan van zijn creatie: “Mijn ballet heb ik opgebouwd binnen de klassieke vormen van choreografie. Respecterend dat elke kunstenaar het recht heeft op een eigen plastische realisatie van de muziek, voel ik persoonlijk sterk aan dat Katsjatoerians muziek zo organisch voor de dans geschreven is, dat een visualisering in elke niet-dansvorm enkel een verarming ervan zou betekenen. In het centrum van de dans kon ik enkel het thema van de revolte zetten, verbeeld door de middelen van de klassieke dans. Niet binnen de vorm van Marius Petipa, maar in de vormen die veel complexer gemaakt zijn door een hedendaags ballet-theater en door het leven zelf. De dans mag nooit enkel de scènes illustreren, wel moet ze de emoties van de personages en de heroïsche dynamiek inherent aan het drama uitdrukken.” Grigorovitsj creëerde een choreografie op de muziek van Katsjatoerian met alternerende, contrasterende scènes die in zijn geheel het dramatische conflict dienden. Hij ontwikkelde een eigen virtuoze en psychologisch gemotiveerde stijl, gestoeld op het esthetische principe van de symfonische choreografie. Dit principe betekent dat het werk gecreëerd werd òp de muziek, waarin elke dramatische handeling en emotie uitgedrukt wordt in dans en niet deels in pantomime zoals tot dan toe gebruikelijk was. Vier portretten tussen bevrijding en onderdrukking Joeri Grigorovitsj baseert zich op de historische feiten die plaatsvonden in de eerste eeuw voor Christus: de figuur van Spartacus, de slavenopstand en de overwinning van de Romeinse generaal Crassus. Het ballet volgt een logische structuur: drie bedrijven met elk vier (massa-)scènes en drie monologen die de scènes organisch in elkaar doen overvloeien. Het contrasterende effect binnen deze structuur wordt gevormd doordat de focus afwisselend bij Spartacus, dan weer bij Crassus ligt. Hierdoor geeft de algemene structuur op zich eveneens vorm aan het contrasterende conflict tussen onderdrukking en bevrijdingsdrang. Deze thematische tegenstelling komt zeer sterk tot uiting in de massascènes, maar misschien nog meer binnen de gedanste monologen van de vier hoofdfiguren: de held Spartacus, zijn geliefde Phrygia, de anti-held Crassus en zijn vertrouwelinge Aegina. Het zijn stuk voor stuk doorleefde portretten van complexe personages. Analoog met aria’s uit de opera zijn de monologen psychologische uitweidingen over één thema. Spartacus heeft de meest complexe monologen. In het eerste bedrijf is zijn thema de wanhoop, in het tweede staan zijn leiderschap (en de overwinning) centraal, in het derde de nakende tragedie. In de massa-scènes zien we hem als dappere held en in het beroemde adagio met zijn geliefde Phrygia zien we hem als minnaar. Eén aspect van dit veelzijdige personage wordt steeds weer benadrukt: zijn enorme kracht. Crassus wordt van een oorspronkelijke mime-figuur in de eerste versies van het ballet door Grigorovitsj omgevormd tot een virtuoze danser die een jonge, energieke, tirannieke despoot met de meest waanzinnige sprongen belichaamt. Ook bij de vrouwenfiguren komt de persoonlijkheid tot uitdrukking in de dans: de courtisane Aegina is een aristocratische femme fatale, Phrygia is haar tegengestelde. Zij wordt veel zachter geportretteerd, bijna als een metafoor voor al het goede in de wereld. Voorbij aan de anekdotiek Voor Grigorovitsj was het nooit een doel om een accuraat beeld te geven van historische feiten, wel wil hij een veralgemeend beeld schetsen van een menselijke tragedie. De beelden die hij daarvoor gebruikt, roepen associaties op die veel breder gaan dan de anekdotiek. Het divertissement-karakter wordt hierbij volledig aan de kant geschoven. De scène van de slavenmarkt had bijvoorbeeld in de oorspronkelijke versie een erg entertainende choreografie maar Grigorovitsj schept hier een intense psychologisch menselijk scène.

25

Spartacus kort Gebaseerd op waargebeurde feiten vertelt Spartacus het verhaal van de slavenopstand, geleid door de Thracische held Spartacus, tegenover het Romeinse leger (73-71 v. Chr.). De Romeinse generaal Marcus Licinius Crassus neemt tijdens zijn veldtocht in Thracië zowel Spartacus als zijn geliefde Phrygia krijgsgevangen. Spartacus voelt zich ontredderd nadat hij tijdens een duel ten huize Crassus verplicht werd een mede-gevangene te doden. Hij zweept andere slaven, gladiatoren maar ook gewone burgers op tot een revolte tegen de Romeinen. Spartacus gaat op zoek naar zijn grote liefde Phrygia die ondertussen de lievelingsslavin van Crassus is geworden. Dit wekt de woede op van de jaloerse courtisane Aegina. Spartacus en Phrygia verklaren elkaar hun liefde. Als de gasten voor een groot feest ter ere van Crassus arriveren, zetten de revolutionairen een hinderlaag op. Crassus wordt gevangen genomen en uitgedaagd tot een duel met Spartacus. De Romein maakt geen kans maar Spartacus schenkt hem genade. Crassus blijft vernederd achter. Aegina roept Crassus op tot wraak. Zij en haar dames verleiden de opstandelingen en voeren ze dronken waarop ze makkelijk overmeesterd en gedood kunnen worden door Crassus’ manschappen. Dapper vechtend tot het bittere einde vindt ook Spartacus de dood.


Spartacus Wat oorspronkelijk een narrendans was tijdens het feest van Crassus in het eerste bedrijf, wordt tot een scène omgevormd waarin Phrygia bespot wordt en zo dus binnen het verhaal een noodzaak krijgt. Vele scènes geeft hij een metaforische betekenis. Hij zocht voor de Romeinen naar een beeld dat een algemeen geldende kritiek kon vormen op despotisme en het kwade. Zo lijken hun dansbewegingen aan het begin van de voorstelling wel heel sterk op de Duitse nationaalsocialistische groet. Ook voor Spartacus zelf zocht Grigorovitsj naar universele beelden. De beelden van zijn dood en de rouwenden, aan het einde van de voorstelling, doen op een erg directe wijze denken aan Christus’ kruisiging en graflegging. Een iconografie die voor een heel breed publiek direct te begrijpen is als universele beelden van menselijk lijden.

Grigorovitsj creëerde een ballet met een opmerkelijk vernieuwend karakter. Binnen het keurslijf van een politieke ideologie wist hij deze te overstijgen en een tijdloos kunstwerk te creëren dat elke tijdsgeest kan doorstaan. Spartacus is een absolute mijlpaal in de dansgeschiedenis. Het is een groots ballet, een protest tegen alle vormen van geweld en het onderdrukken van de menselijke ziel. Het is in zijn essentie een kunstwerk over de universele menselijke drang naar vrijheid en een oproep tot humaniteit. Dit maakt het vandaag misschien nog actueler dan doorheen zijn hele opvoeringsgeschiedenis. Koen Bollen

Ook Simon Virsaladze grijpt in zijn scenografie terug naar het concept van generalisatie. Zijn decors zijn nooit een directe historische verwijzing maar vormen steeds een uitvergroting van de emotionele atmosfeer van een scène. Een groot doek wordt voor de monologen telkens naar beneden gelaten en zorgt voor een vergrote intimiteit. De kunst overstijgt de politiek Grigorovitsj’ Spartacus laat zich dus niet vangen binnen een propagandistische kader. Een eerste verklaring hiervoor ligt in de intrinsieke artistieke waarde van de choreografie. Grigorovitsj voert zijn stijl van de symfonische choreografie hier tot het uiterste. Een tweede verklaring ligt in het verhaal van Spartacus zelf. Door het zo universeel open te trekken, ligt het aan de interpretatie van de beschouwer om te bepalen wie nu Spartacus voorstelt en wie Crassus en zijn Romeinen. Wie is de slaaf die opstaat tegen de onderdrukker? En wie is de onderdrukker? De referenties binnen politieke strekkingen die zich Spartacus’ naam toeëigenen zijn legio: zo werd Toussaint Louverture (één van de leiders van de slavenrevolte in de tweede helft van de 18de eeuw, die leidde tot de onafhankelijkheid van Haïti) de Zwarte Spartacus genoemd; volgens Yasser Arafat was Spartacus een Palestijn; tijdens de Eerste Wereldoorlog in Duitsland werd door marxistische activisten de Spartakusbund opgericht en de Letse danser Maris Liepa (en eerste vertolker van de rol van Crassus in de choreografie van Grigorovitsj) liet in zijn memoires doorschemeren dat hij het hele ballet net omgekeerd interpreteert. Hij schaart zich achter Crassus en ziet in het Oude Rome een metafoor voor het pre-revolutionaire Rusland dat door de barbarij van het Sovjetregime werd bedreigd. Ook in film en tv is Spartacus populair. Stanley Kubrick maakte in 1960 de film Spartacus met Kirk Douglas in de hoofdrol en met Laurence Olivier als Crassus en in 2010 verscheen de populaire Amerikaanse serie Spartacus. De inherente vaagheid van het verhaal en de openheid waarmee het geïnterpreteerd kon worden, stond garant voor het grote succes dat Spartacus ook in het Westen had. Een westers publiek zou zich evengoed kunnen identificeren met de opstand van een onderdrukt volk tegen een vijandige grootmacht.

De dansers van het Bolsjoi Ballet in 'Spartacus' © Batyr Annadurdjev

Een derde verklaring ligt in het feit dat Grigorovitsj’ meesterwerk ook nog na de instorting van de Sovjet-Unie vaak wordt opgevoerd, tot op de dag van vandaag en niet enkel door de Russische gezelschappen maar eveneens door beroemde gezelschappen zoals dat van Parijs en Londen. Een politieke boodschap is hier ver te zoeken.

26


Katsjatoerian Joeri Grigorovitsj Joeri Grigorovitsj werd geboren op 2 januari 1927 in het toenmalige Leningrad, vandaag Sint-Petersburg. Hij studeerde aan het Choreografisch Instituut in Leningrad en werd danser bij het Kirov Ballet (vandaag het Mariinskiballet). Als choreograaf domineerde hij het Russische ballet 30 jaar lang. Vooreerst als choreograaf voor het Kirov (1961-1964) en daarna als hoofdchoreograaf van het Bolsjoi Ballet in Moskou (1964-1995), waar hij ook artistiek directeur werd (1988-1995). Hij is er sinds 2008 balletmeester. Grigorovitsj is de choreograaf die het meest geassocieerd wordt met de opkomst van de “symfonische choreografie” in de jaren 1950 en 1960. Concreet betekent dit dat hij avondvullende narratieve balletten creëerde waarin het dramatische steeds uitgedrukt wordt in dans en niet in pantomime zoals in het toenmalige populaire drama-ballet. De focus op de psychologie van de protagonisten is een verder hoofdkenmerk van Grigorovitsj’ choreografieën. Joeri Grigorovitsj is zonder twijfel de belangrijkste Russische choreograaf van de tweede helft van de 20ste eeuw. Tot zijn bekendste werken behoren De stenen bloem (1957), De legende van de liefde (1971), De Notenkraker (1966), Spartacus (1968), Ivan De Verschrikkelijke (1975), Angara (1976) en De gouden eeuw (1982).

De dansers van het Bolsjoi Ballet in Spartacus © Batyr Annadurdjev

27


Spartacus

Aram Katsjatoerian: Sovjet-componist met distinctie

Aram Katsjatoerian is een van de weinige componisten uit de voormalige Sovjet-Unie die wereldwijde erkenning verwierven. Buiten de overrompelende persoonlijkheden van Sjostakovitsj en Prokofjev deden weinigen het hem na. Katsjatoerian vormt met Myaskovski en Kabalevski het triumviraat van de Sovjet mainstream. Zijn westerse reputatie is weliswaar gebaseerd op een kleine selectie uit zijn oeuvre, of zelfs op geïsoleerde hits zoals de opzwepende Sabeldans uit Gajane, of het adagio uit Spartacus, dat bekend werd door zijn toepassing in de populaire BBC televisieserie The Onedin Line. De kleurrijke klankeffecten en de Armeense inspiratie van zijn thema’s overtuigen een internationaal publiek. Toch valt Katsjatoerian het best te begrijpen als een middle of the road Sovjet-componist, die niet enkel belangrijke bestuursfuncties bekleedde, maar ook werkte binnen de krijtlijnen van de officiële esthetiek. Katsjatoerian staat bekend als Armeens componist. Zijn

naam verraadt ook zijn Armeense afkomst. Toch is hij niet in Armenië geboren. Hij heeft er ook nooit echt geleefd. Katsjatoerian bouwde zijn leven en loopbaan uit in Moskou. Hij was in 1903 geboren in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië. In 1921 verhuisde hij naar Moskou om te studeren aan het Gnessin Instituut en het conservatorium. Kennis van de Armeense folklore deed hij op via zijn jeugd in de Armeense gemeenschap van Tbilisi en door een studiereis van zes maanden in 1939. Die studiereis was geen toeval. In de late jaren 1930 stimuleerden de Sovjet-autoriteiten de ontwikkeling van nationale culturen in alle republieken van de Sovjet-Unie. De oorzaak van die politiek was een radicale ommekeer in Stalins ideologie. In de tijd van de Russische Revolutie hadden de Bolsjevieken het nationalisme dood verklaard. De reputatie van de Russische componisten uit de 19de eeuw deelde in de klappen. In 1934 blies Stalin het nationalisme nieuw leven in. Cultuur moest voortaan “nationaal in vorm, 28


Katsjatoerian

socialistisch in inhoud” zijn. Op die manier wilde hij de nietRussische republieken binden aan de Sovjetstaat. De koerswending was de aanzet voor een intensieve campagne om de oostelijke republieken een eigen nationale cultuur te bezorgen. Deden ze het niet zelf, dan deed Moskou het voor hen. In de muziek kregen componisten uit Moskou de opdracht om de muzikale stijl van de verre republieken te ontwikkelen. Elke republiek had zijn “Machtige hoopje” nodig, verwijzend naar de rol die de vijf grote Russische componisten uit de 19de eeuw voor Rusland zelf hadden gespeeld: Borodin, Moesorgski, RimskiKorsakov, Cui en Balakirev. De voorgangers van de 19de eeuw hadden naast een Russisch idioom ook een herkenbare oriëntalistische stijl ontwikkeld. Balakirev, Borodin en Rimski-Korsakov waren de onbetwiste meesters van een Russische vorm van oriëntalisme. Sovjet- componisten hadden bijgevolg een stijl klaarliggen om de Oosterse republieken te bedienen. De hele operatie mondde uit in een bizarre demonstratie van artistieke kolonisering, waarbij een Russische stijl uit de 19de eeuw werd ingezet om als basis te dienen voor nieuwe nationale stijlen. In dit paradoxale proces was Katsjatoerian de meest succesvolle componist. Hij wist een Armeense stijl te ontwikkelen uit de combinatie van zijn kennis van de 29

folklore met zijn beheersing van het idioom van Borodin en Rimski-Korsakov. Katsjatoerians Armeense stijl is een historische voortzetting van het idioom dat Borodin had ontwikkeld voor zijn portrettering van de Polovtsen in Vorst Igor. Katsjatoerian beperkte zich ook niet tot Armeense folklore. Zijn nationaal vocabularium is een grote generalisering van de culturen van de Kaukasus. Dat zijn muziek haar tijd en context overleefde, is te wijten aan de intrinsieke kwaliteiten van zijn werk, zoals zijn verbeelding of zijn beheersing van het orkest. Die kwaliteiten maakten dat de Armeniërs zijn muziek hebben aanvaard als een te koesteren nationaal erfgoed. Zelfs na de val van Sovjet-Unie bleef zijn reputatie overeind. Ook vandaag nog geldt Katsjatoerian als de stem van de Armeense natie. Francis Maes


Explorer

Koen De Graeve maakt van Lohengrin een wilde Wagner

Zwanemans Antwerpen vanaf 23 december Gent vanaf 26 januari

Zwanemans 30


Koen De Graeve

Spreken is liegen, zwijgen is fout (Of wat we niet gezegd krijgen, gaan we zingen) voor iedereen van 15 jaar

Het wordt Wagner, maar dan stevig dooreengeschud, verknipt en gelardeerd met een mix van pop, rock, disco en jazz. Er zijn personages gesneuveld, dialogen gepimpt, er werd een sterrencast aan boord gehesen en vooral wordt er met veel goesting eens goed een lap opgegeven. Koen De Graeve, die we vooral kennen als een van de populairste tv-en filmacteurs van Vlaanderen ging wat graag in op het aanbod van regisseur Guy Joosten om aan de slag te gaan met Wagners Lohengrin. Een muziektheatrale droom die ook nog eens waar werd.

De keuze viel niet zomaar op een bekende kop om zich achter deze productie te scharen. Guy Joosten en Koen De Graeve go way back. Koen praat nog steeds vol enthousiasme over de manier waarop Joosten een hele grote bende acteurs kon opzwepen en inspireren bij de legendarische Blauwe Maandag Compagnie en in zijn beginperiode bij Het Toneelhuis eind jaren 90. Sindsdien bleven ze nauw in contact. Koen ging naar Guy’s operaproducties en noemt Wozzeck van Alban Berg bij Opera Vlaanderen met stip zijn favoriet. Vanaf de eerste vroege plannen voor iets wat Guy Joosten omschreef als ‘een rockopera in Het Paleis’ op basis van Lohengrin, was Koen opgezet met het idee. Hij had er ook alle vertrouwen in dat hij een van de weinige regisseurs is die mensen zonder enige opera background kan meenemen in een doorgaans ernstig medium als opera. De timing was bovendien perfect, want Koen die eigenlijk van jongs af zelf muziek speelt, was er net aan toe om daar weer wat meer en wat creatiever mee bezig te zijn. Schrijven is schrappen Die creativiteit was geen overbodige luxe om een opera uit 1850, met een complex verhaal over ridders, zwanen en Elsa van Brabant in een nieuw kleedje op maat van 15-jarigen te stoppen. Koen liet zich niet intimideren door Wagner en noemt het libretto minder complex dan het lijkt. Het is volgens hem vooral erg uitvoerig. Daarnaast gaat het gebukt onder een Duits-nationalistische symboliek waar het publiek van vandaag geen boodschap aan heeft. En dit eerder door de knulligheid van de symboliek. Koen heeft geprobeerd de

31

complexiteit van de menselijke acties te bewaren en uit te vergroten maar ze tegelijk zichtbaarder te maken door een groot aantal personages te schrappen. Het gehele libretto bestaat nu overwegend uit dialogen, gesprekken tussen telkens twee individuen die zo goed als nooit in staat zijn het volste vertrouwen in elkaar te hebben. Iedereen heeft zijn eigen doel, zijn eigen al dan niet verborgen agenda, zijn eigen mate van zelfkennis en zijn eigen vertrouwen in de ander. Wantrouwen Het thema is actueler dan het verhaal op het eerste zicht prijs geeft. Uiteindelijk gaat het erover wat er gebeurt als er ineens, in je leven, in de samenleving, iemand verschijnt die geen identiteit heeft. Geen naam, geen verleden, geen toekomst. Kan dat, vertrouwen we dat? Het vluchtelingenprobleem indachtig, onze verkrampte reactie op mensen zonder papieren legt een enorm probleem bloot. Is er überhaupt nog plaats in onze mensenmaatschappij voor het enigma? We willen immers alles weten, van iedereen, om nooit meer voor onaangename verrassingen komen te staan. Vraag blijft of we onze spontaniteit en de mogelijkheid tot aangename verrassingen moeten opofferen aan die zucht naar waterdichte controle. Breken we niet beter los, riskeren we alles? Vertrouwend op onszelf of op het vangnet van de samenleving? Of haten we die samenleving? Die vragen. Daar gaat het over.


Zwanemans Puberen Volgens Koen De Graeve staat Wagner bovendien verrassend dicht bij de gevoelswereld van jongeren. “Wagneriaanse muziek staat voor episch, euforisch, grootmoedig, maar ook voor zeer moeizaam, bombastisch en oeverloos. Perfecte adjectieven volgens mij om zeer accuraat het stormachtige gevoelsleven van een puber te omschrijven”, zegt hij. Dus soms wordt de originele operamuziek van Wagner zuiver gebruikt in al haar oude kracht, en soms wordt het jonge publiek erbij betrokken via andere meer hedendaagse, maar daarom niet altijd meer toegankelijke wegen. Het wordt een strijd tussen iets wat ze nog niet kennen uit het verleden en wat ze dachten te kennen uit het heden. Concreet betekent dit dat er wel degelijk opera zal te zien en horen zijn, naast rock en pop en jazz en disco, maar dat zal ook in elkaar overvloeien. Elkaar aansteken en opzwepen, of elkaar ontkrachten en belachelijk maken. Als die belofte niet klinkt als de

clash van waarden, dromen, vertrouwd en nieuw die zowat een constante is in het nog steeds niet helemaal ontrafelde puberbrein. Topcast en jong geweld Op het podium staan straks naast Koen De Graeve zelf nog vier topacteurs, met name Stefaan Degand, Gert Jochems, Charlotte Vandermeersch en Ariane van Vliet. Acteurs die ook nog eens geweldige zangers zijn. Stefaan Degand is zelfs een geschoolde, klassieke operazanger, terwijl Vandermeersch en van Vliet eerder backing vocals waren bij Koen De Graeve’s band. Koen schreef immers al een tijdje Nederlandse nummers en die wou hij zo stilaan de wereld insturen. En dat deed hij in 2014 met… De Post! Uiteraard niet onze vaderlandsche posterijen, maar een fantastische groep van maar liefst twaalf muzikanten. Ze brengen ophitsende pop en zwaar melancholische liefdesliedjes. Goed voor een set met droefenis in

synthesizers, overmoed op diepe beats, maar ook vrolijk trompetgeschal. Ook voor Zwanemans is Koen De Graeve’s groep De Post van de partij en biedt eigentijds weerwerk aan Wagner. Deze productie wordt naar eigen zeggen van de makers een guerilla-opera op jongerenmaat waarin klassieke stukken van de oorspronkelijke opera fel zullen botsen met rock –‘n-roll en musicalelementen. Een hele uitdaging. Maar De Graeve haalt voor zijn Zwanemans alles uit de kast: ook nog vier operazangers die geweldige dansers blijken te zijn, een groot orkest van conservatoriumstudenten die wel eens de nieuwe Berliner Philharmoniker kunnen worden. Aangewezen aanzwengelaar van deze groots opgezette onderneming is regisseur Guy Joosten. Hoe rond kan een cirkel zijn.

Stefaan Degand

Charlotte Vandermeersch

Het verhaal Na de dood van de hertog van Brabant wordt zijn dochter Elsa aangeklaagd wegens moord op haar broer. Tijdens het proces wordt zij gered door de mysterieuze Lohengrin, een ridder die van op de Schelde komt aanvaren. Zijn bootje wordt getrokken door een witte zwaan. Hij trouwt met Elsa, op voorwaarde dat zij nooit naar zijn afkomst en naam vraagt. Maar een jaloerse graaf en gravin zinnen op wraak.

Ariane Van Vliet

Gert Jochems

32


Lezingenreeks

Grenzen als thema AP Hogeschool en Opera Ballet Vlaanderen vinden elkaar in de Studium Generale lezingenreeks

ervan vormen een onmiskenbare karaktertrek van onze culturele evolutie. In het Studium Generale worden ook dit jaar vooraanstaande sprekers uit verschillende domeinen van wetenschap, politiek, cultuur en kunsten uitgenodigd, om vanuit hun perspectief het thema van de grenzen maatschappelijk te situeren. In verschillende lezingen geven zij aan een breed geïnteresseerd publiek inzicht in de fascinerende realiteit van de grens.

Met de inmiddels gekende Studium Generale - Leerstoel Kinsbergen lezingenreeksen — wil AP Hogeschool mensen stimuleren tot nadenken over actuele vragen in verschillende vakgebieden. Interdisciplinariteit en maatschappelijke relevantie staan daarbij voorop. Telkens wordt er gewerkt rond een jaarthema. Grenzen, het overkoepelend thema van het zevende Studium Generale Leerstoel Kinsbergen, ligt zo dicht bij Borderline waarrond de lezingen van Opera/Ballet Vlaanderen in 2016-2017 ingericht worden, dat een nieuwe samenwerking zich opdrong. Studenten, medewerkers en het brede publiek kunnen de lezingen in het Nederlands of Engels gratis bijwonen.

Praktisch Alle lezingen zijn gratis en worden gehouden van 19 tot 21u Inschrijven is verplicht via www.ap.be/node/1952 Locatie Koninklijk Conservatorium Antwerpen Kunstencampus deSingel Desguinlei 25 - 2018 Antwerpen

Verschillende perspectieven De grenzen staan inderdaad in het centrum van de actualiteit - in het bijzonder het overschrijden van geografische grenzen. Maar de thematiek reikt veel verder en geldt voor ons ganse bestaan: het stellen van grenzen in onze opvoeding, het overwinnen van lichamelijke beperkingen, het doorbreken van barrières in de kunsten, het achterhalen van wetenschappelijke conventies door innovatie, het verlaten van traditionele standpunten in de politiek. Grenzen en het handhaven, vervlakken of negeren

Kalender: Dinsdag 6 dec 2016 Liberation (ENG), Alicja Gescinska, filosoof en auteur Dinsdag 13 december 2016 Racial boundaries in South-Africa (ENG), Emma Lesuis, onafhankelijk story teller en documentaire maker Dinsdag 31 januari 2017 Italië, de schaduwkant van een zonovergoten land (NL), Ine Roox, journalist, auteur Maandag 20 februari 2017 Boundaries to health care (ENG),

De sprekers uit binnen- of buitenland reflecteren over het jaarthema vanuit hun persoonlijke ervaringen, reiken denkpistes aan en delen een toekomstvisie met het publiek.

Lieven Annemans, professor Health Economics, Universiteit Gent Dinsdag 7 maart, 2017 Lezing (ENG) Maryam H’Madoun, economist, moslima en activiste Dinsdag 14 maart 2017 Excellentie en de grenzen van de haalbaarheid (NL), Jan Raes, intendant van het Koninklijk Concertgebouworkest Amsterdam Dinsdag 28 maart 2017 Oorlogsjournalistiek, grensconflicten (NL), Rudi Vranckx, internationaal journalist

33

Dinsdag 18 april 2017 Europe (ENG), Kathleen Van Brempt, politica (sp.a), European MP Dinsdag 2 mei 2017 Gevlucht en terecht gekomen (NL), Kader Abdolah, Iraans-Nederlandse auteur Dinsdag 9 mei 2017 Lezing (NL), Wim Henderickx, musicus, componist, docent aan Koninklijk Conservatorium Antwerpen Inleiding door Luc Joosten, Hoofd Dramaturgie van Opera Vlaanderen


Sheherazade

Kunstacademie in de ban van 1001 nacht

Š Jonas Roosens

Hier komen de dochters en zonen van Sheherazade 34


Schoolprojecten In het programma WEST bracht Ballet Vlaanderen op de beroemde muziek van Rimski-Korsakov, Jonah Bokaers kijk op Sheherazade: de wereldcreatie Shahrazad. Nu is het de beurt aan de middelbare graad van de kunstacademie van Beveren om met het thema aan de slag te gaan en geheel in de geest van Sheherazade, een duizend-en-tweede vertelling op de planken brengen. Het wordt een heuse opera van eigen fabrikaat, met zang, dans, muziek en zelfbedachte decors en kostuums. Zoiets lukt maar met begeleiding van ervaringsdeskundigen, dat spreekt voor zich. Op een zonnige, herfstige zaterdag komen zowat 120 (!) leerlingen naar de schoollokalen in Beveren. Daar kunnen ze proeven van elk van de disciplines, en kiezen wie wat het beste ligt. Wij gingen een kijkje nemen.

Sheherazade Antwerpen vanaf 27 januari

Dance

Dans of sterf

“Dit is de opgave: loop strak door de zaal, in de sfeer van de muziek die ik ga opzetten, en zonder je van iemand iets aantrekken.” Inne Wouters is dansdocente. Ze tourde ooit over de hele wereld met de danceformatie Ian Van Dahl. Dus knalt er vervolgens electronic dance music door de turnzaal. De stofdeeltjes zinderen in de bundels zonlicht die door de turnzaal vallen en de jongelui wemelen door elkaar als voetgangers in een miljoenenstad. Het blijft fascinerend, de psychologie van de lichaamstaal. De jongens wat onwennig en stuntelig, de meisjes uitbundiger en met een puberale toets. Veel gegiechel. “Ik zie nog te veel zachte gezichtjes,” vindt Inne en ze scherpt de opdrachten aan. Rug tegen rug, traag naar de grond zakken (“zo leer je vertrouwen op elkaar”) en mekaar rennend kruisen zonder af te remmen: “Doe het intens, alsof je leven ervan afhangt – al je frustraties moeten eruit’”. De groep telt dertig jongeren, en zoals wel vaker gebeurt, is voor wie alles van een hoog perspectief gadeslaat, snel te zien wie de goede golflengte gevonden heeft. Aline Defe is zo iemand. Dus als ze na de sessie de zaal verlaat, klampen we haar aan.

Waartoe Sheherazade? Hendrik van Eycken heeft, als educatief medewerker, vooraf de leerlingen gezien en hen de context meegegeven. Want kunst heeft niet alleen met kunst te maken, maar ook met de wereld eromheen. En de Oriënt, dat zijn niet alleen sprookjespaleizen onder dadelpalmen, maar ook Syrië, Bagdad, Turkije en Iran. Allemaal actueel, al te actueel. Hendrik van Eycken vertelt dat hij ze een documentaire toonde, Iran before ‘79, toen je er nog in wufte zwemkledij over het strand kon dartelen en loos kon gaan in discotheken. “Ik vertelde ook over activisten als de Toy Smuggler, die speelgoed naar de kinderen in Aleppo brengt, en over Dance or die, over een Syrische man die een dansvoorstelling geeft op de ruïnes van Palmyra. Er zat ook een filmpje bij over de mislukte coup in Turkije, waarna boekverbrandingen volgden; dat is een beproefde manier van kwalijke regimes om mensen hun geheugen en identiteit weg te nemen.”

Dat zag er heel professioneel uit, Aline. “(verbijsterd) Oh,... dank u. Ik vond het plezant, ja. Of ik een danseres ben? Nee, dat niet, maar op school dansen we met enkele leerlingen samen in een groepje, en een leerkracht stimuleert ons daarin. Dus ik voel me hier op mijn gemak. Al is het verband tussen wat we deden en Sheherazade me nog niet duidelijk. Dat zal later wel blijken, zeker?” 35

Bij die voorbereidende sessie moesten de leerlingen ook hun eigen verstand in gang zetten. “Ik gaf ze in groepjes vier vragen. ‘Wat vind je onrechtvaardig?’; ‘wat zou jij doen om de wereld te redden?’, ‘welke bijdrage kun jij leveren aan de samenleving?’ en ‘wat is de kracht van kunst?’. De antwoorden kwamen op een blad en werden doorgeschoven naar een andere groep, die er een scenario van moesten maken. Dat is nogal wat, voor wildebrassen van de middelbare school.


Sheherazade “Nee, ze kunnen dat aan. Ze kregen twee minuten per opdracht. Je moet ze wat aanporren, anders beginnen ze te twijfelen.” Lengte doet ertoe Ach, je zult ze in alle groepen wel hebben, van die belhamels vol apenstreken. Deze vier zitten op de achterste rij, uiteraard, en ze zingen expres vals en proberen op hun stoel nieuwe zitstijlen uit. “Komaan jongens, we hebben maar een half uur, probeer er iets van te maken,” maar dat levert alleen maar vier scheve glimlachjes op. Zangcoach Sabrina Avantario zit aan de vleugel, en zet de beginselen van stemvoering uiteen. In de zes jaar dat ze educatief werk doet, heeft ze mensen alleen maar betoverd zien worden als ze aan een opera meededen, vertelde ze. En, had ze beklemtoond, “jullie lichaam is jullie muziekinstrument”, en dat de stem tegelijkertijd een blaas- en een snaarinstrument is. “Hoe lang zijn stembanden ongeveer? Heeft iemand een idee?” Sabrina kijkt rond. Een van de belhamels: “Ik zeg: 0,69 centimeter!” “Dat is juist. In elk geval héél kort. Je zou ze op de tip van je vinger kunnen leggen. Met die twee kleine stembanden moeten jullie dus door een heel orkest kunnen snijden.” De ieklank is heel geschikt om dat onder de knie te krijgen, vernemen we, want die voegt metaal toe aan de stem – wat een mooie beeldspraak. Waar kan je je aan verwachten als je voor koor kiest? “Voor de Sheherazade die jullie gaan brengen, ga ik geen muziek opdringen. Voorstellen zijn meer dan welkom. Maar ik heb wel een paar stukken in mijn hoofd.” Na de ademhalingsoefeningen en opwarming krijgen de dertig zangers meteen een maat of 24 uit Rossini’s Assepoester voorgeschoteld. Zin per zin, te zingen op een klinker, en uiteindelijk krijgen ze zelfs de partituren. Het klinkt aarzelend, maar vrij juist. Voorwaar een wonderbaarlijke progressie op een luttel half uur. De hond in de nacht Anna Rune schrijft het woord “wraak” op het bord. Wie wil, mag naar voor komen en met een krijtje daar een verwant woord aan toevoegen. De eerste komt: “Vermoorden”. De

© Jonas Roosens

volgende: “Woedend”. Dan: “9/11” en “bang”, wat zowel een knal als angst kan zijn. Anna houdt vandaag een workshop songwriting. “Als dit bord bomvol staat,” kondigt ze aan, “gaan we met die woorden zinnen vormen die poëtisch verantwoord zijn.” Gaandeweg komt er duistere krijgerspoëzie tot stand. Want woede is blind, en als ik toesla in het duister, zul je niks merken, alsof de nacht je verslindt, nee, niet zomaar een nacht, maar een winternacht die koud is als Mars, en de wraak van Mars, oh, die zal pijnlijk zijn. Tussen alle bloed en verdoemenis prijkt op het bord ook een moeilijk thuis te brengen woord: “hond”. We nemen de auteur, Lucas Klink, nadien apart, ook al omdat hij de aanval in het duister op zijn conto mag schrijven en de oorlogsgod Mars in het spel bracht. Maar wat is dat met die hond? “Ik ben eens aangevallen door een 36

hond. ‘t Is te zeggen, hij wou mij aanvallen. Dat vond ik eng. Dus daar wil ik wraak voor nemen.” Zijn vondsten waren richtinggevend. Haalt hij op school goede punten op Nederlands? “Dat weet ik niet meer.” Gaat hij kiezen voor songwriting? “Dat weet ik nog niet. Maar ik moet nu naar het volgende lokaal. Dag!” Schreeuwen als reclame Het is begrijpelijk. Niet iedereen staat te springen om op de bühne het beste van zichzelf te geven. Voor wie liever in de luwte werkt, is er de optie decor en kostuum, verzorgd door Didier Volckaert, alias Mentat, a.k.a. filmregisseur en documentairemaker. Het is niet omdat dit facet werk achter de schermen is, dat het minder intens is. Om te beginnen wordt het geen statisch decor maar een wervelende achtergrondprojectie “en daarvoor wil ik 1001 beelden van jullie, uit jullie


Schoolprojecten wereld, jullie fantasie, pluk ze uit een game, uit films, uit Minecraft, ...” “Het doel is om met weinig middelen veel impact te creëren,” gaat Didier verder, “want vergeet niet, zo’n operapodium is huge. Voor de kostuums geldt hetzelfde. Kostuums voor een voorstelling zijn geen modeshow. Met pietepeuterige dingetjes zijn we niets. Ze moeten fel en expressief zijn.” Terzijde, in de coulissen, zal Didier Volckaert ons verklappen dat Sheherazade de perfecte hedendaagse opera is. Verhalen die naar alle kanten springen, dat is de postmoderne zapcultuur ten voeten uit. Vandaag hoeft een vertelling niet per se een begin, midden en slot meer te hebben. iTunes is zo, Netflix is zo, je kunt blijven luisteren, kijken, luisteren, kijken, en het eindigt nooit, net zoals de verhalen van Sheherazade. Ook dat Jonah Bokaer, de choreograaf die bij Ballet Vlaanderen in zijn Shahrazad de figuur van Sheherazade neerzet als een rebel, spreekt hem aan. “Dat is heel interessant. Het doet me denken aan de beautiful fight girls uit de Japanse popcultuur – een jong meisje dat haar plaats opeist, dat zegt me wel wat.” Terug naar het raamverhaal, de klas, de leerlingen, de verteller: “Wat ik nodig heb,” houdt Didier zijn ademloos luisterende publiek voor, “zijn tekenaars, fotografen, knutselaars. Ik wil mensen die dit geen werk noemen, maar plezier.” Het resultaat moet schreeuwerig zijn als reclame, jazeker, en het publiek krijgt de volgende belofte: “Wat wij gaan maken, wordt zo goed, dat wie naar de opera komt kijken, vooral de decors en de kostuums zal onthouden.” Actualiteit De workshops zitten erop. De leerlingen hangen wat rond in de gangen en beraden zich over hun keuze. Rune Van Oost en Pieter-Jan Heyman vallen wat op in de groep, omdat ze enige maturiteit uitstralen. Ze zijn dan ook allebei al 17 – de meeste anderen zijn 12 à 14 jaar. “Dat komt doordat we later met de muziekschool gestart zijn dan de meesten. Wat we gaan kiezen weten we nog niet. Ofwel wordt het backstage, met die decors, ofwel songwriting. Zeker geen dans. Of dat typisch is voor jongens? Zou best kunnen. Wij spelen gitaar en klarinet, misschien krijgen we bij songwriting de kans om op ons instrument te spelen.” Wat geeft dat, zo tussen jongere kinderen zitten? “Dat valt wel mee. We zijn op school ook vrienden, dus hier hebben we veel aan elkaar. Bij de allereerste sessie, over de actualiteit en zo, merkten we wel dat jongere kinderen daar minder mee bezig zijn. Daar wisten wij meer over. Als je de actualiteit volgt, begrijp je de dingen beter.” Filip Huysegems

37

Waarover gaat het ook alweer? Sheherazade, dat is die heerlijke vertelling over een vrouw die haar man 1001 keer een sprookje op de mouw speldt voor het slapengaan, opdat die geweldenaar haar niet zou vermoorden. Een behoorlijk zieke relatie als u het ons vraagt, maar het is vooral Sheherazades uitzinnige, tomeloze verbeelding die van haar tot op vandaag zo’n fascinerend personage maken. Literair-historisch is Sprookjes uit 1001 nacht een collectie oriëntaalse vertelsels die in elkaar grijpen, zijsprongen maken, of zich uitstorten in andere vertellingen, als doosjes die op hun beurt weer andere doosje bevatten.


Educatie

Josephine Schreibers

"Ik vertrouw graag op mijn buikgevoel."

Voor Sheherazade werkt de Educatieve Dienst van Opera Ballet Vlaanderen samen met de Kunstacademie van Beveren. Die laatste wilde het vak Algemene Muzikale Cultuur, (a.k.a. AMC, door leerlingen doorgaans met een lichte siddering uitgesproken) eens een andere invulling geven. Josephine Schreibers van de Educatieve Dienst heeft ruimschoots ervaring met het in goede banen leiden van zulke opdrachten. Hoe komt zo’n synergie tot stand? Josephine Schreibers: Zo’n samenwerking komt altijd heel organisch tot stand, het is niet dat we een aanvraag uitschrijven of zo. Deze keer is het voor het eerst een kunstacademie, vaak zijn het scholen. Meestal is er een klik: een school komt op rondleiding in de opera, we merken dat de leerkrachten op een leuke manier met de leerlingen omgaan, dat er verdere interesse is... Ook de schooldirectie moet meewillen. Want zo’n productie vraagt flink wat engagement en is heel intensief, met de onvermijdelijke drempels en frustraties onderweg. Het is iets anders dan een schooltoneeltje in elkaar steken.

Is het telkens de bedoeling dat de voorstelling van de jongeren en de ‘grotemensenversie’ op elkaar afgestemd zijn? Zij krijgen altijd die opvoering te zien, dat wel, en dan zijn er twee opties. Ofwel zien ze die op voorhand, ofwel achteraf. In het eerste geval, zeker met jongere kinderen, gaan ze nogal snel kopiëren. Kijken ze nadien, dan krijg ik wel eens de reactie: ‘Ik vond onze show leuker...’ In dit geval zien de jongeren de opvoering vooraf; het hangt ook af van wat de kalender toelaat. Het project rond Sheherazade is 38

trouwens het eerste waarbij we uitgaan van een ballet en niet van een opera. Dat mocht wel eens, we heten tenslotte Opera Ballet Vlaanderen. Het valt op dat de Educatieve Dienst zich tot heel uiteenlopende doelgroepen richt. Zopas heb ik voor de Stad Gent een presentatie gehouden over een project dat we willen doen met jongeren die schoolmoe zijn. Ik kan je verzekeren, dat is niet het gemakkelijkste publiek. Maar mijn ervaring is dat de kunsten het goed doen bij die


Subtitel gasten, als je maar normaal met hen omgaat. We hebben ook ooit een ‘intergenerationeel’ project gedaan, waarin zowel dertienjarigen als dementerende bejaarden in meededen. Dat klinkt als een hele karwei, maar we hadden oude liedjes opgesnord voor de oude mensen, en dan merk je dat er bij hen spontaan een deurtje opengaat.

Wintersprookjes Muziektheater-festival voor de jeugd

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

In hoeverre is deze werking uniek? Wij doen dit sinds 2010 en ik durf te zeggen dat Opera Ballet Vlaanderen hierin baanbrekend is, ook internationaal – af en toe mag ik dat in het buitenland gaan uitleggen. Want het is niet evident dat een opera zijn podium op die manier ter beschikking stelt; er komt infrastructuur en personeel aan te pas. Ik ken nog één, min of meer vergelijkbaar voorbeeld in Italië. Daar leren kinderen enkele vocale passages van een bestaande opera, en als die opgevoerd wordt, zingen zij mee in de zaal. Dat is een mooi initiatief, maar is toch nog anders dan bij ons, waar jongeren de show helemaal mee helpen maken – wij vertrekken werkelijk van nul. En dus weten we nooit op voorhand wat er uit de bus komt.

Laat je op sleeptouw nemen in de knotsgekke wereld van Tsjaikovski’s ballet, waar snoep en speelgoed tot leven komen. Opera Antwerpen / za 21 januari - Opera Gent / zo 22 januari

Café Chantant (4+)

Zing mee met klinkende aria’s, zelfs in het dialect… Opera Gent / za 28 januari

Kinderbal (6+)

Heb je bij zo’n project uitgestippelde leerdoelen voor ogen? Men heeft me al gevraagd of ik mijn aanpak in een format kan gieten, om er een bundeltje van te maken dat dan dienstbaar kan zijn voor scholen of instellingen. Dan denk ik: tjonge, zet daar maar een theoreticus op, dat is niets voor mij, ik vertrouw graag op mijn buikgevoel. Het proces is voor ons belangrijk. Maar uiteraard vinden we het ook fijn dat iedereen (zowel de uitvoerders als het publiek) trots kunnen zijn op het eindproduct.

WIN

TERSPROOKJES

Haal je mooiste kostuum uit de kast en kom meedansen. Opera Antwerpen / za 28 januari - Opera Gent / zo 29 januari

De gelaarsde kat (6-9)

Filip Huysegems

Educatieve werking: jschreibers@operaballet.be

Een muzikaal verhaal over de schat die in kleine dingen kan verborgen liggen, met betoverende muziek van de Russische componist Cesar Cui. Theater ‘t Eilandje Antwerpen / wo 18, za 21 januari

www.operaballet.be/wintersprookjes


Subtitel

De Notenkraker E.T.A. Hoffmann en de herwaardering van het fantastische kraker

De Noten

Gent ecember 1 f a van 9 d

Drew Jacoby als Cake Aunt Š Filip Van Roe

40


Subtitel

De Argentijnse choreograaf Demis Volpi besloot voor De Notenkraker die hij voor Ballet Vlaanderen maakte, resoluut terug te keren naar de bron: E.T.A. Hoffmann. Het originele verhaal van deze negentiende-eeuwse Duitse auteur wordt gekenmerkt door zijn obscure, jachtige stijl met sprongen in de tijd en perspectiefwisselingen. De vertelling over de kleine Clara (in het boek Marie) die op kerstavond een notenkrakerpop cadeau krijgt, is er een over toetreden tot de wereld van de volwassenen. Een ontwikkeling waarin ze gestuurd wordt door haar intrigerende, extravagante oom Drosselmeyer, die zelf de kunst beheerst om te balanceren tussen zijn ongebreidelde fantasie en de realiteit. Wie bedenkt zoiets? Hoffmann!

Weg en

s gr vooroot succ stell e ing! s extra

41


De Notenkraker

Een potret van de familie Stahlbaum © Filip Van Roe

De Duitse zonderling Ernst Theodor Amadeus Hoffmann (1776-1822) geldt als een van de meest veelzijdige vroege romantici, die echter zowel tijdens zijn leven als daarna door de dominantie van voorname tijdgenoten als Beethoven en Hegel op de achtergrond werd gedrongen. Die schaduwpositie paste in vele opzichten prima bij zijn geheimzinnige en haast tweestrijdige aard. Overdag behaalde Hoffmann grote successen als jurist, maar ’s nachts leidde hij een tweede leven als schrijver, componist en schilder. Vanuit de coulissen van de cultuurgeschiedenis ontwierp hij een esthetisch referentiekader voor wat later de romantiek zou worden genoemd. Ondanks, of precies dankzij, zijn onstabiele persoonlijkheid zette Hoffmann vanuit een buikgevoel een aantal zeer treffende zaken over de heersende tijdsgeest op papier. Zijn typisch evenwicht tussen begeestering en beheersing, engagement en distantiëring en tussen humor en ernst, maakt van zijn oeuvre een uiterst subtiel filosofisch corpus. Samen met Ludwig Tieck en Wilhelm Heinrich Wackenroder vormde E.T.A. Hoffmann zo een spreekbuis van een generatie poëtiserende esthetici die hun gedachtegoed niet hoogdravend verkondigden in theoretische essays maar spitsvondig in hun verhalen onderbrachten.

Unheimlichkeitsliteratuur Als antwoord op de focus op het ‘schone’ in late achttiende eeuw, cultiveerden enkele Duitstalige schrijvers rond de eeuwwisseling een uitgesproken voorkeur voor de nachtkant van de ziel. Geheimzinnigheid, het groteske, de waanzin, het ongrijpbare en het ziekelijke vormden hun geliefkoosde thema’s. De filosofisch geëngageerde unheimlichkeitsliteratuur (unheimlich kan worden vertaald als ‘griezelig, onvatbaar, bevreemdend’) vertrekt niet van een zuiver realistisch standpunt, maar van een parallelle realiteit of een meervoud aan realiteiten. Vaak staat dan ook een gekwelde persoon centraal, die het onderscheid niet langer kan maken tussen realiteit en fictie. Het hybride universum waarin hij zich beweegt maar zich niet langer kan oriënteren, leidt hem langzaam maar zeker tot waanzin. Dat proces van cognitieve desoriëntatie speelt op verschillende niveaus. In het verhaal zelf manifesteert zich een tweede werkelijkheid, de fantasiewereld, die op een onverklaarbare manier ingrijpt in de dagdagelijkse leefwereld van het hoofdpersonage. In tegenstelling tot verhalen als Lewis Carrolls Alice’s adventures in Wonderland worden beide realiteiten niet strikt van elkaar gescheiden maar raken ze hopeloos met elkaar verstrengeld. Omdat ook de lezer nooit een verklaring krijgt voor de elementen die 42


Demis Volpi inbreuk doen op de rationeel verklaarbare werkelijkheid, blijft hij onzeker over waar de grens tussen het reële en het fantastische ligt. Het unheimliche gevoel dat het hoofdpersonage overvalt, trekt dus ook de lezer mee in die onzekerheid: hij wordt voortdurend geconfronteerd met paradoxen en weet de gebeurtenissen niet zonder meer in de juiste context te plaatsen. De directe aanspreking van de lezer (soms door Hoffmann, soms door het personage) haspelt eens te meer de verschillende dimensies van het verhaal grondig dooreen. Het unheimliche beweegt zich in de grijze zone tussen het werkelijke en het bovennatuurlijke en doet de grens tussen beide op verschillende niveaus vervagen. Deze cognitieve onduidelijkheid die Hoffmanns unheimlichkeitsliteratuur typeert, vormt de sleutel tot Hoffmanns goed onderbouwde kritiek op de achttiende-eeuwse Verlichting. Precies omdat beide realiteiten (de rationele en de fantasiewereld) niet duidelijk van elkaar gescheiden worden, stelt het unheimliche de menselijke existentie, en het versteende referentiekader, waaraan de mens de werkelijkheid toetst, in vraag. Hoffmanns literatuur moet worden begrepen als literair protest tegen de hoogmoed van de Verlichting die pretendeert alle aspecten van de realiteit rationeel te kunnen bevatten. Hoffmann geeft in zijn verhalen het onvatbare opnieuw een plaats in een wereld waaruit dit onvatbare aanvankelijk verbannen was. De schaduwkant van de ziel die in de unheimlichkeitsliteratuur centraal staat, komt zo in aanvaring met de helderheid en eenduidigheid van de Verlichting. Volgens Hoffmann heeft de Verlichting de leefwereld verengd tot een soort automatisch raderwerk waar enkel verklaarbaarheid en voorspelbaarheid kunnen gelden. In nagenoeg elk verhaal van Hoffmann spelen automaten en klokken dan ook een grote rol, en steeds blijken ze onbetrouwbaar. Hoffmann, Freud en de waanzin De waanzin waartoe Hoffmanns personages worden gedreven, valt in deze context als volgt te verklaren: de als irrationeel bestempelde fantasie wordt in de Verlichting verbannen naar de verste hoeken van de ziel en kan nooit ernstig genomen worden. Het verdringen van alle onoverzichtelijke aspecten van onze leefwereld, die niet zonder meer passen binnen de matrijs van ons verstand, staat gelijk aan het wegsnoeien van een belangrijk deel van onze ziel. Onttrokken

Tweelingen mochten in de familie niet ontbreken © Filip Van Roe

43

De Notenkraker Welkom in het magisch universum van Hoffmann, Tsjaikovski, Volpi en Schlipf! De Notenkraker die de succesvolle, Argentijnse choreograaf Demis Volpi voor Ballet Vlaanderen maakte, is allerminst een doordrukje van Petipa’s inmiddels historische versie. Een belofte die al meteen wordt ingelost, oog in oog met de kostuumen decorontwerpen van zijn artistieke sparring partner Katharina Schlipf. Wat we zien, zijn niet zomaar outfits, maar vormgegeven personages. Het zijn dandy’s, extravagante diva’s en andere creaturen die op de catwalk van Vivienne Westwood of Alexander McQueen niet zouden misstaan. Beslist ingrediënten voor een eigenzinnige, gelaagde versie van het ballet. Mindtricks, humor en pientere verhaalwendingen in een hallucinant mooi decor, de voorstelling heeft het allemaal. Deze Notenkraker overschrijdt de grenzen van de doordeweekse dagdroom en zet de deur open naar een fantastisch, wat duister universum waar Freuds droomduiding nooit veraf is. Meer dan ooit voor groot en klein, maar niet langer een dun kerstverhaal.


De Notenkraker

Notenkraker Wim Vanlessen belaagd door familiaire muizen Š Filip Van Roe

aan alle rationaliteit leidt dat verdrongene een eigen leven: elke confrontatie met dat verdoezelde deel zal zich dan ook noodgedwongen als unheimlich of onwenselijk aandienen. Wanneer de mens niet in staat is om zijn eigen fantasie te beheersen, raakt hij hulpeloos verloren in de bevreemdende tweevoudigheid van zijn ziel, met de waanzin als enige resultaat. Hoffmann doet in zijn unheimlichkeitsliteratuur een typisch romantische oproep om het realiteitsbegrip niet langer te beperken tot het rationeel kenbare en de fantasie terug zijn plaats te geven als een verstandelijke act die de eenduidige rationaliteit dient aan te vullen. Enkel wanneer de stroeve verstandsgrenzen van de Verlichting worden opgeheven, kan de fantasie haar complementaire functie uitoefenen en zal ze zich niet langer manifesteren als unheimlich. De Oostenrijkse psycholoog Sigmund Freud (1856-1939) greep E.T.A. Hoffmanns notie van het unheimliche aan in zijn essay Das Unheimliche uit 1919, waarin hij Hoffmann dankbaar ondersteunt in zijn visie op de gespletenheid van de menselijke ziel. Aan de hand van Hoffmanns kortverhaal Der Sandmann, waarin het hoofdpersonage waanzinnig wordt na een schijnbaar eindeloze stroom aan traumatische en onverklaarbare gebeurtenissen, betoogt Freud dat zich binnen de menselijke psyche een onderhuids contrast vormt tussen het heimliche (namelijk het kenbare en vertrouwde) en het unheimliche (met name het vreemde, unieke en

daarom het onderdrukte). Freud definieert het unheimliche als de schokkende confrontatie met de vraag of al datgene wat we als ongeloofwaardig hadden afgedaan, toch echt zou kunnen zijn. Hiermee bevestigt Freud dat een puur rationeel discours nooit een bevredigende verklaring kan bieden voor de complexiteit van de realiteit. Met uitzondering van Freuds essay bleef de verdere nawerking van het unheimliche na de romantiek beperkt. Het concept diende immers als een vroeg-romantische aanklacht tegen de filosofische praktijk van de late achttiende eeuw, en boette aan bruikbaarheid in naarmate het filosofische zwaartepunt zich verlegde. Enkel in de negentiende-eeuwse Anglo-Amerikaanse literatuur vindt de unheimlichkeitsliteratuur een echte pendant, met name in de gothic novel van Edgar Allan Poe. In de twintigste eeuw zinderden enkele unheimliche elementen enerzijds nog door in de horrorliteratuur (die geen filosofisch gewicht ambieert en dus strikt genomen geen unheimlichkeitsliteratuur genoemd kan worden), en anderzijds in de fantastische verhalen van Franz Kafka en Jorge Luis Borges, die beiden net als Hoffmann speelden met verschillende verhaaldimensies.

44


Demis Volpi

Nancy Osbaldeston als Clara tussen de dansende cupcakes © Filip Van Roe

Hoffmanns Notenkraker Het verhaal Notenkraker en Muizenkoning, dat E.T.A. Hoffmann in 1816 publiceerde in de bundel Kindermärchen (Kindersprookjes), past prima binnen het geschetste beeld van de unheimlichkeitsliteratuur. Ook hier komen twee realiteiten, een rationeel vatbare en een fantastische, met elkaar in conflict. Als kerstcadeau krijgt Marie van haar peetoom Drosselmeier een mooie houten notenkraker in de vorm van een soldaat. In het midden van de nacht staat Marie op om zich ervan te vergewissen dat haar notenkraker niet kapot is gegaan. Tot haar verbazing is de notenkraker tot leven gekomen, en in een complex kluwen van verhalen-in-verhalen voert Notenkraker een schare speelgoedsoldaten aan in de strijd tegen een muizenleger. Nergens wordt duidelijk of Marie de erg vreemde en traumatische gebeurtenissen droomde, dan wel of er echt sprake is van onverklaarbare verschijnselen. Verschillende motieven uit Notenkraker en Muizenkoning dragen een symbolische betekenis die de interpretatie van het verhaal sturen. Zo is de noot een symbool voor iets wat buiten het gezichtsveld blijft: de harde schaal van de noot is een rationeel omhulsel dat dit geheimzinnige verborgen houdt. Het is de taak van de mens, zo redeneert Hoffmann, om net als Notenkraker deze schaal te breken, door te dringen tot de noot zelf en zo de fantasie te bevrijden van

haar rationele ketens. Heel typisch in Hoffmanns verhalen is de symboliek van de namen. De familie van Marie draagt de naam Stahlbaum, wat letterlijk ‘stalen boom’ betekent, verwijzend naar de strenge rationele voorschriften van de familie. Aan het einde van het verhaal volgt Marie haar Notenkraker naar een andere wereld vol kerstwouden en marsepeinkastelen. Wat aan de oppervlakte een vredevol einde lijkt, is eigenlijk net een erg tragische uitkomst. De totaal verwarde Marie blijkt niet in staat om de fantasiewereld te integreren in de rationele wereld, kiest resoluut voor haar fantasie en laat haar ouders, broer en haar hele leefwereld (minstens) mentaal achter. Ook hierin kan een vorm van waanzin gelezen worden. Het verhaal moet dan ook worden begrepen als een waarschuwing van Hoffmann en een dringend verzoek om de fantasie haar rechtmatige plaats binnen de menselijke psyche terug te schenken. Een eerste stap in dit lange proces, daarover is Hoffmann alvast duidelijk, is het herwaarderen van het kind in elk van ons. Arne Herman

45


Klaar voor glamour? Kom dan naar het GALA van het jaar Herinnert u het prachtige gala met Joyce DiDonato, ten voordele van de werking van Opera Vlaanderen en Ballet Vlaanderen en de Antwerpse ModeAcademie i.s.m. Axel Vervoordt en Inspiratum. Wel, wegens groot succes doen we de formule nog eens over. Op 10 maart 2017 staat er een nieuwe editie gepland in de Antwerpse Opera. Deze keer mag u zich verwachten aan‌ een unieke avond met de schitterende stemmen uit Agrippina. een wereldcreatie van Sidi Larbi Cherkaoui in kostuums van Dries Van Noten en verrassende interventies van de studenten van de Antwerpse ModeAcademie. En een exquis diner nadien in de spectaculaire Zaal Athena. U bent toch ook op de afspraak? www.operaballet.be/gala2017


Nu online

Schrijven van achter de schermen Goed nieuws voor wie zich helemaal wil kunnen inleven in het wel en wee van onze bevlogen artiesten. Sinds kort schrijven Emmi Pennanen, danseres bij Ballet Vlaanderen en Simon Schmidt, bariton bij het koor van Opera Vlaanderen een blog op www.operaballet.be Zonder schroom delen deze onvermoede schrijftalenten de weerslag van hun leven achter de schermen. Het repetitieproces, het leven naast de bühne, de uitdagingen van de expat, hun triomfen, passies en onzekerheden, het komt allemaal aan bod. We serveren u alvast een paar fragmenten als smaakmakertje…

Emmi’s Pen

Simon schrijft

“Onze voorstellingen rijgen zich in hoog tempo aaneen. Wanneer u zich probeert voor te stellen hoe onze dagen er momenteel uitzien, verliest u zich wellicht in vrij filmische beelden over het artiestenleven. U stelt ons voor terwijl we onze make-up checken in de kleedkamer-spiegels net voor we het toneel op moeten. U hoort ons terwijl, het doek reeds opgaat, nog net wat bemoedigende woorden uitwisselen. U voelt onze uiterste concentratie terwijl we dansen en misschien staart u zich wat blind op onze blijdschap wanneer we het applaus in ontvangst nemen. U bent niet zo heel ver van de waarheid, al deze dingen doen zich ook werkelijk voor. Maar dat is lang niet het hele plaatje. Zo brachten we de voorbije weken minstens twee uur per dag op een bus door pendelend tussen Antwerpen en Gent. Laat me het beeld even bijsturen. Op zo’n bus komen de verschillende persoonlijkheden, interesses en hobby’s van de dansers bovendrijven. Sommigen verkiezen in hun eigen cocon te vertoeven boven het getater van de anderen, en luisteren met oortjes in naar alles, van electro beats tot klassieke muziek. Recent begonnen de dames van het ballet een soort boekenclubje, waardoor er plots veel meer gelezen wordt aan boord. En natuurlijk wordt er genaaid, de danseressen zetten linten aan pointes en de dansers elastiek aan de zachte flats. Naast bezigheden als meditatie, tekenen, schrijven, sudoku’s en woordpuzzels maken, wordt er ook gestudeerd: van talen, management en het maken van hoedjes tot de ontleding van partituren. En niet te vergeten… er worden dans- en balletvideo’s bekeken!”

“Het is 10u26 en ik haast me weer eens naar het werk. Ik hou van de rush, het gerichte van mijn energie, de duidelijke focus. Dat is tenminste wat ik mezelf vertel. Met mijn dagelijkse chocolade muffin in de hand, kom ik eindelijk aan de artiesteningang van het operagebouw. Het valt me niet langer op dat de achterzijde van gebouw er minder fraai uitziet dan de façade, maar iets in mij hoopt toch dat er fondsen komen om ook ‘onze kant’ op te knappen. Ik lach en wuif naar de vertrouwde techniekers die steevast postvatten bij de deur om te roken. Terwijl ik gracieus mijn badge tevoorschijn tover, verfoei ik mezelf dat ik telkens weer om hun namen verlegen zit. Mijn badge, voor één keer heb ik ze eens niet in die andere broek laten zitten. Het is altijd weer beschamend als je met lege handen op de glazen deur van je eigen (opera)huis moet staan kloppen. Binnen, maar nu moet de bestorming van de lift nog beginnen. Ik ren voorbij de lege cafetaria, wat wil zeggen dat mijn collega’s al naar boven zijn. Dat maakt dat ik zo’n 120 seconden heb om op mijn plaats in de koorzaal op de bovenste verdieping te geraken. Liefst met de partituur open voor me, klaar om te ontdekken of mijn stem wil meewerken vandaag. Ik stap in de lift en wordt vrolijk (niet altijd hoor) begroet door de collega’s die zich schuilhouden in de kantoren van het huis. Ze maken er een omnibus van en op elke verdieping moet er wel iemand uit. Deze keer wordt het echt spannend…”

Volg de backstage blogs van Emmi en Simon op www.operaballet.be/blog 47


Concerten

Nieuwjaarsconcert Antwerpen 6 januari Gent 8 januari

Mahler/Brahms Gent 18 februari Antwerpen 22 februari

Principal guest conductor Alexander Joel in concert Alexander Joel geportretteerd door huisfotograaf Filip Van Roe

48


Alexander Joel

Alexander Joels faam reikt van Covent Garden, Semperoper Dresden, Deutsche Oper Berlin en Staatsoper Hamburg tot ver daarbuiten. We zijn dan ook trots hem onze eerste gastdirigent te mogen noemen. Joel is intussen geen onbekende meer voor ons huis: hij stond al met veel succes aan het hoofd van het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen in alom gesmaakte producties van hoogtepunten uit het oeuvre van Verdi: Don Carlos, La Forza del destino en Otello. Maar hij bewees ook zijn veelzijdigheid in Strauss’ Die Frau ohne Schatten en Mozarts Don Giovanni. In het nieuwe jaar heeft hij bij Opera Vlaanderen muzikaal de touwtjes in handen in Verdi’s Simon Boccanegra maar ook in het Nieuwjaarsconcert en in het concert Mahler/Brahms.

Najmiddin Mavlyanov in La Bohème © Annemie Augustijns

Nieuwjaarsconcert Dit jaar laten we iedereen uitslapen op nieuwjaarsdag en schuiven we onze nieuwjaarsconcerten een weekje op. Eerste gast-dirigent Alexander Joel neemt ons publiek mee op een tournee dansant doorheen Italië. Dat Italië overigens niet moet onderdoen voor Oostenrijk, als het gaat om elegante walsmuziek, bewees Nino Rota met zijn soundtrack voor de film Il Gattopardo van de grootmeester Luchino Visconti. Met zijn parelende driekwartsmuziek kunnen we ons even een walsende Burt Lancaster en Claudia Cardinale wanen (of een jonge jaloerse Alain Delon). Balletmuziek van Rossini en Verdi voert ons mee van de alpenweiden uit Guillaume Tell tot de Schotse hoogvlakten uit Macbeth en in een programma rond Italiaanse dansmuziek kan ook de beroemde Dans van de uren van Ponchielli uit diens La Giaconda niet ontbreken. Maar er is ook ruimte voor ontdekking. L’amico Fritz van Pietro Mascagni staat niet zo vaak op het programma van de internationale operahuizen. In deze vederlichte opera toont de componist van het passionele Cavaleria Rusticana zich echter ook als toondichter van klaterende muziek vol lyriek en harmonische twists en turns waarin het happy end voor het liefdespaar ondubbelzinnig voorspeld wordt. Er wordt uiteraard niet enkel gedanst, maar ook gezongen in het nieuwe

Josef Wagner in Die Zauberflöte © Annemie Augustijns

jaar. De Oezbeekse tenor Najmiddin Mavlyanov, die sinds zijn vertolkingen als Cavaradossi/Tosca en Rodolfo/ La Bohème uitgroeide tot een publiekslieveling, brengt gekende aria’s uit onder andere Tosca, Un Ballo in Maschera en Rigoletto. Het wordt een feest, zoveel is zeker. Mahler/Brahms Voor het eerst heeft het orkest van Opera Vlaanderen rendez-vous met u in de vernieuwde Koningin Elisabeth orkestzaal in Antwerpen. Dirigent Alexander Joel bijt de spits af met Mahler en Brahms. De Tweede Symfonie van Johannes Brahms en Gustav Mahlers Lieder aus des Knaben Wunderhorn toeven in landelijke en volkse sferen. Toch gaat het om twee sterk verschillende werelden. Brahms’ goede vriend Theodor Billroth mag dan al beweren dat Brahms’ Tweede “allemaal blauwe hemel, het ruisen van rivieren, zonneschijn en koele, groene schaduwen” is, ook deze, meer pastorale en serene symfonie is niet vrij van dramatiek en van een Beethoveniaanse grandeur. In de verzameling volksliedteksten Des Knaben Wunderhorn van Achim von Arnim en Clemens Brentano, uit het begin van de 19de eeuw, vond Gustav Mahler een schatkist aan verhalen, affecten en volkse wijsheden die hem niet alleen inspireerden tot talrijke liederen maar die ook hun stempel 49

drukten op zijn eerste symfonieën. Kinderrijmpjes, natuurpoëzie, satire en tragische vertellingen over het soldatenbestaan kregen allemaal hun plaats in een reeks orkestliederen waarmee Mahler nieuwe impulsen gaf aan het Duitstalige Lied en aan de ballade zoals Schubert en Loewe die eerder hadden beoefend. Geen nostalgie naar de vroeg-romantiek dreef hem daarbij; wel de harde, ontnuchterende waarheid over de condition humaine. De bijtende satire van Des Antonius von Padua fischpredigt, de onverbiddelijke tragiek van Der Tamboursg’sell en Das irdische Leben en het volkse sentiment van Rheinlegendchen wijzen in de richting van een nieuw artistiek bewustzijn, op de drempel van het expressionisme. In Mahlers Wunderhorn-Lieder horen we de Duitse sopraan Barbara Senator, die regelmatig te gast is in de Semperoper, Dresden en in Glyndebourne, aan de zijde van de Oostenrijkse bas-bariton Josef Wagner, die uitgroeide tot een vaste waarde in ons huis. W. E. / P. D. V.


Subtitel

Dansen, dansen, dansen! Tijdens de eindejaarsperiode schitteren onze theaters nog net iets meer dan anders. Op het menu: 31 december 2016 - 19u Die Zauberflöte, Opera Antwerpen met champagnediner in brasserie Gustav of een diner in Café Imperial in het Paleis op de Meir. 6 januari 2017 - 20u Nieuwjaarsconcert, Opera Antwerpen 7 januari 2017 - 19u Nieuwjaarsbal in stijl, Opera Gent - Redoutezaal 8 januari ‘2017 - 15u Nieuwjaarsconcert, Gent - Bijloke

Zelden ging je zo wervelend het nieuwe jaar tegemoet. Voor programma’s, formules en menu’s: operaballet.be

50


Subtitel

Beeldende kunst in huis

Agrippina zeefdruk, 44 x 66 cm 100 exemplaren De editie wordt geleverd in een linnen foedraal. prijs: 1600 EUR (incl. btw)

In het operagebouw in Antwerpen kan je het hele seizoen nog twee doeken van Koen van den Broek bewonderen. Opera Ballet Vlaanderen kreeg de werken in bruikleen, die niet in de september expo van de originele werken in de A-Tower te zien waren. Dat ze niet in de Borderline Expo werden opgenomen, had vooral een praktische reden: de werken zijn qua formaat heel indrukwekkend. Het gaat om Guard uit 2014 (266 x 400 cm), dat het productiebeeld voor Der fliegende Holländer werd, en Boccanegra (200 x 250cm), dat speciaal gemaakt werd in 2015 voor de productie Simon Boccanegra. Guard is gebaseerd op een beeld van een redderspost op het strand in San Diego. In het licht van de immigratiestromen heeft, wat eerst voor redding stond, in de zucht naar repressie, ook een dreigende uitstraling gekregen. Voor Boccanegra baseerde Koen van den Broek zich op een fotoreeks die hij in een spookstad in de Nevadawoestijn maakte. Een zinnebeeld voor tanende macht en de ondergang van een imperium. Neem beslist de tijd om deze werken te bewonderen bij je volgende operabezoek!

Een unieke kans: Een prachtig werk dat geïnterpreteerd kan worden als een momentopname uit Händels barokopera Agrippina, die om een kluwen van koninklijke intriges draait. Bovendien is deze gelimiteerde, speciale editie een slimme kunstbelegging. Interesse? Mail slemmens@operaballet.be

51


Steun opera en ballet

Zijn we vrienden? Even geleden, pakweg begin vorige eeuw, stond een vriendenkring nog voor een select clubje gelijkgezinden. Onnodig te zeggen dat vooral de betere burgerij zich bezighield met deze vorm van samenscholing rond nobele doelen. Een reflex waar de kunst baat bij had. Maar de tijden zijn veranderd. De kunstensector is geprofessionaliseerd en de instellingen zijn niet langer een jongensdroom van de happy few. Ook het ‘vrienden van..’-fenomeen heeft zich in dit veranderende landschap heruitgevonden. De gemiddelde vriend transformeerde van de mecenas met artistieke eisen naar de gepassioneerde cultuurconsument met uitgesproken voorkeuren. De vriendenkring biedt vandaag de morele steun, eigen aan een virtuele community, versterkt door de live-ontmoeting en effectieve participatie. Vrienden zijn ambassadeurs, en bieden soms een zeer genereuze financiële ondersteuning. Een win-win, een vriendschap om te koesteren.

De vrienden op bezoek on stage © Studio Claerhout

Onder ‘copains’ Het is vandaag moeilijk voor te stellen maar ooit was kunst nog geen echte sector. Woorden als publiekswerking en educatieve dienst moesten nog bedacht worden. Buiten gebouwen, politiek aangestuurde ambtenaren en een portie buikgevoel was er weinig. Theaters hadden naast een beperkt repertoire vooral een sociale functie en de gebouwen waren patrimonium. Veel verder reikte de ambitie niet. Er waren ook nog geen targets, geen doelgroepen, kortom er was geen marketing. Fanatieke liefhebbers van de kunst waren er wel. We mogen stellen dat al deze verenigingen rond kunsthuizen werkelijk ontstonden uit een klein groepje echte vrienden met een missie. Wat hoogconjunctuur, connecties, niet-aflatend enthousiasme en zin voor initiatief maakten dat de verenigingen al gauw de nodige armslag hadden om ‘hun ding te doen’. De drijvende krachten onderhielden ook zelf contacten met de artiesten en musici en fungeerden vaak als gangmakers.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam echter een kentering waarbij de democratisering van de vriendschapsbanden met culturele instellingen ingang vond. Vrienden 2.0 Vandaag is het culturele klimaat sterk veranderd. Theaters zijn bedrijven geworden die de taken die de vrienden vroeger op zich namen, in handen geven van een professioneel team. Niets wordt aan het toeval overgelaten. De artistieke directie bepaalt binnen de lijnen van het mission statement de artistieke visie van een huis. Op politiek vlak wordt gestreefd naar clustervorming binnen het culturele veld waarbij men koepels construeert waaronder verschillende instellingen gestald worden. Bij fusies, zoals die van de Vlaamse Opera en het Ballet van Vlaanderen tot Opera Ballet Vlaanderen, moet men zich realiseren dat de unieke band die een vriendengroep met zijn specifieke doel opbouwt niet vanzelfsprekend transitief 52


Zijn we vrienden? is. Een kruisbestuiving tussen beiden op gang brengen, vergt enige tijd, maar we zien duidelijk hoe een nieuwe publieksgroep gretig ingaat op het aanbod om verder te kijken dan de eigen horizon. Het gemengde opera-en balletabonnement zit dan ook in de lift. Vandaag zijn vrienden bewuste, gedreven cultuurconsumenten die gaan voor het ‘vriend-aan-huis’-gevoel. Dat is voor de Vrienden van Opera en Ballet niet anders. Mits een democratische, jaarlijkse bijdrage vanaf 60 euro, koopt de nieuwe generatie vrienden zich talloze privileges. Om de toekomst te verzekeren worden jongeren nog meer in de watten gelegd en horen ze er al bij voor 30 euro. Niet zelden zien we dat een lidmaatschap gezien wordt als een ideaal, cultureel verantwoord alternatief voor de cadeaubon. Member gets member. Door hun financiële bijdrage zien we ook dat mensen heel bewust investeren in cultuur. De initiële betrokkenheid van de Vrienden bij de producties en artiesten wordt in ere hersteld door het creëren van ontmoetingsmomenten met het artistieke team, backstage tours en het bijwonen van repetities. Er wordt ook duidelijk gecommuniceerd rond de besteding van de door de vrienden overgemaakte fondsen en er wordt op toegezien dat deze bijdrage gaat naar een specifiek doel dat de vrienden nauw aan het hart ligt. Vaak is dat kansen geven aan jong talent of de realisatie van kostuums, concerten en producties die de Vrienden extra nauw aan het hart liggen. In een wereld waar alles draait om community building, wordt ook het sociale aspect van de vriendenkring niet over het hoofd gezien. Samen voorstellingen bijwonen en zelfs reizen maken, schept een band die soms verder reikt dan opera en ballet. Het enthousiasme en de veelal positieve feedback vormen een belangrijke drijfveer voor de medewerkers van het huis.

De Vrienden aan een Italiaanse luch met Maestro Alberto Zedda in zijn huis bij Pesaro

Ontdek alle voordelen van een vriendenlidmaatschap op www.operaballetvrienden.be

53

Volgens Aristoteles De eeuwenoude filosofie van Aristoteles (384 v.Chr. – 322 v.Chr.) is nog steeds actueel. In Ethica Nicomachea bespreekt Aristoteles zijn deugdethiek. Eén van de deugden die hij bespreekt, is vriendschap. Aristoteles maakt onderscheid tussen drie soorten vriendschap. Al naar gelang de motivatie is vriendschap mogelijk op basis van het nuttige, het aangename of het goede. De verbintenis tussen vrienden en culturele instellingen vertoont kenmerken van zowel nuttige als aangename vriendschappen. Voor de instelling is zij met name nuttig; vrienden dragen bij aan het voortbestaan voor de instelling. Enerzijds doen zij dit door een contributie te betalen. Met het geld dat dit oplevert, kunnen aankopen voor de instelling gefinancierd worden. Anderzijds maken ze het draagvlak tastbaar. Zoals Aristoteles stelt, wordt het hebben van veel vrienden als moreel juist beschouwd. Mocht een subsidiestroom in het geding komen, dan kan de instelling een beroep doen op de Vrienden. Een instelling die zoveel vrienden heeft, moet alleen daarom al goed zijn. Voor de Vrienden zelf is de vriendschap vooral aangenaam. Ze krijgen allerlei tegenprestaties die inspelen op wat de Vrienden als plezierig ervaren. Speciale vriendenbijeenkomsten, voorrang en kortingen - het zijn zaken die een bezoek aan hun favoriete culturele instelling veraangenamen. In sommige gevallen kan een vriendschap ook nuttig zijn voor de Vrienden zelf. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een vriendenkring een interessant netwerk vormt waar contacten gelegd kunnen worden. De hoogste vorm van vriendschap, aldus Aristoteles, heeft het goede als belangrijkste motief. En ook die is van toepassing op de culturele instelling en haar vrienden. Deze vriendschap is gebaseerd op het idee dat de culturele instelling steun nodig heeft, die vervolgens geboden wordt door de Vriend. De Vriend krijgt in de regel wel tegenprestaties maar idealiter blijft er een bedrag van de contributie over dat ten gunste van de instelling wordt gebruikt. Nota: De noodzaak van tegenprestaties staat dikwijls ter discussie. Vaak kosten ze een instelling namelijk veel geld. Uit onderzoek naar vriendenwerkingen blijkt dat gemiddeld 40% van de bijdragen van Vrienden naar henzelf terugvloeit. 30% gaat op aan administratiekosten, waardoor er nog maar 30% overblijft voor de instelling zelf. Maar uiteraard leveren Vrienden een belangrijke, morele steun waarmee het maatschappelijk draagvlak voor de instelling versterkt wordt. Ook het feit dat Vrienden als ambassadeurs optreden, zorgt daarvoor.


Simon Boccanegra

Trump op de rand van de Tower of Power

Opkomst en ondergang van een machthebber is niet uitsluitend een renaissance verschijnsel zoals in Simon Boccanegra. Amerika heeft zijn eigen Silvio Berlusconi en hij heet president Donald Trump. Dit is de ochtend na de nacht vol ongeloof. Talloze Europeanen ruilden hun slaap voor het live volgen van de titanenstrijd tussen Donald Trump en Hillary Clinton. Ze werden al even in ĂŠĂŠn adem genoemd als pest en cholera, maar sinds Trump een ongeziene voorsprong nam op Clinton is zelfs in negatieve zin elke vergelijking zoek. Nu wordt het electorale systeem niet langer in vraag gesteld in het Trump-kamp, maar wel bij de verslagen democraten. 54


Seizoensthema: Borderline Het extreme gedrag dat Trump vertoonde als presidentskandidaat, zijn wild schoppen naar alles en iedereen die hem losers leken, zijn vrouwonvriendelijkheid, zijn racisme en zijn ijdelheid, leverde menig psychiater munitie om hem van het label narcist, psychopaat of borderliner te voorzien. Alsof zo een diagnose ooit al een politicus deed wankelen. Bovendien is het labelen van alle gedrag tot een syndroom net zo goed een aberratie. Het gedragspatroon van Trump typisch borderline noemen is oneerlijk tegenover mensen die eveneens de diagnose kregen. Een ding is zeker, Donald Trump heeft een fixatie op strijd. Voor hem is de wereld een radicale tweespalt tussen winners en losers. Alles of niets. Dit betekent ook dat zijn positie als absolute winnaar zijn grootste angst wakker maakt: what goes up, must come down. En dat met dezelfde ongenadigheid.

Het gedragspatroon van Trump typisch borderline noemen is oneerlijk tegenover mensen die eveneens de diagnose kregen. Terwijl Trump zich een weg baant door zijn enthousiaste aanhangers speelt zijn overwinnings-song: You can’t always get what you want. Een wat bizarre keuze. Is het een sneer naar het Clinton-kamp of bereidt hij zijn kiezers nu reeds voor op een kentering in zijn aanpak die minder extreem en agressief zal zijn dan zijn campagne beloofde? Ook in zijn speech spreekt de 45ste president van Amerika heel andere taal. We krijgen plots een andere Trump te zien die verrassend verzoenend uit de hoek komt. De stroom van bedankingen blijft aanhouden. Hij roemt zelfs Hillary en haar gezin voor de manier waarop ze strijd leverden en verzekert dat hij president wil zijn voor alle Amerikanen. Het is tijd om weer samen te komen. (Lees: tijd dat iedereen zich achter de verkozen leider schaart). Het lijkt dat in de strijd alles gelegitimeerd was om te winnen, zelfs het overschrijden van de grenzen van het fatsoen. Na de strijd, moet de storm gaan liggen en begint het werk. Niet iedereen vertrouwt op de waarachtigheid van deze spagaat en dezelfde dag nog crasht de site van de Canadese immigratiedienst onder de massale aanvragen. Win some, lose some, al meteen. De vraag is nu hoe goed Trump bestand zal zijn tegen de zuigkracht van de dieperik die elke rising star wacht.

zetten in een nog veel groter succes. In dat licht was deze race naar Capitol Hill het meest hachelijke risico dat hij ooit nam. Hoe krom zou zijn betoog geweest zijn om zich er bovenop te praten wanneer hij de duimen moest leggen voor Hillary, een vrouw en democraat. Maar dat bleef hem alvast bespaard, hij won.

De doem van de vernedering, de verguizing die vaak volgt op de extreme adoratie komt nu echter dichterbij dan ooit. What goes up, must come down. Oude koeien In een poging om zijn zelfgekroonde hoofd te laten rollen, verzamelde de Clinton-gezinde pers graag ghosts from the past. Uiteraard was Ivana, Trumps ex met wie hij de meest publieke en smerige vechtscheiding ter wereld had toen hij haar inruilde voor een jonger exemplaar, de gedroomde kandidaat om de eerste modderkluit te gooien. In de tijd van talloze registraties, videootjes en tapes kostte het evenmin veel tijd om met bewijsmateriaal te komen van de vrouwonvriendelijke uitlatingen van de man die naar de gunst van de kiezer hengelde. Trump weigert echter achterom te kijken. Hij wuift alle aantijgingen weg als oude koeien uit een gracht die voor hem al lang gedempt is. Hij wil het verleden, het verleden laten. Het gaat hem om het heden en de toekomst. Wat het belang van mensen uit dat verleden meteen reduceert tot niets. Om hen helemaal het zwijgen op te leggen, slaat hij keihard terug door hen te herinneren aan de meest vernederende momenten in hun leven. Wie zich ‘laat’ vernederen kent in Donalds ogen geen genade. Je gezicht verliezen is onvergeeflijk, een doodzonde gelijk. Bij de minste aanval op zijn ego, al was het dat Ivana een betere skiër bleek dan hij, gaat hij in een exuberante tegenaanval en explodeert. De aanval is de beste verdediging. Uiteraard gebruikt hij het feit dat het verleden bij de meesten wel sterk leeft ook in zijn voordeel. Mix vernedering van je voorgangers met nostalgie en je krijgt een omelet die velen lusten. Dat is wat Trump heeft gedaan met zijn slogan Make America great again. Again (opnieuw) is het kernwoord: dat betekent immers dat Amerika niet meer groot is, maar het ooit was. Een klassieker uit de trukendoos van alle populisten.

FOL: fear of losing In het verleden liet Donald Trump zich ongemeen hard uit over sterren die van hun voetstuk tuimelden. Hij noemde hen ‘dead as a doornail’ of ‘dead as dog meat’. In zijn ogen was er niets onvergeeflijker dan de publieke vernedering van het uit de gratie vallen. Om de ernst van de situatie aan te geven, zegt Trump dat de persoon in kwestie ‘zelfs dood is voor de media’. Meteen ook Trumps grootste nachtmerrie. Reeds tijdens zijn campagne wapende hij zich tegen de mogelijkheid dat hij verliezende partij zou zijn. Hij stelde gewoonweg dat hij zijn verlies niet zou aanvaarden, en vocht alvast het corrupte systeem aan. Trump bant als een soort voodoopraktijk elk verlies uit zijn leven. In zijn boekje kwam hij nog nooit als verliezer uit de strijd, zelfs al moest hij daar zijn biografie een beetje voor herschrijven. Natuurlijk heeft hij — zoals elke zakenman — zijn deel van verliezen, bankroet toestanden en foute beslissingen gehad. Maar volgens Trump slaagde hij er steeds in om elk verlies om te 55

De presidentiële strijd voorbij, wacht de wereld met angst in het hart af waarop Donald Trump nu zijn vechtlust zal botvieren. Vechtlust In interviews prijst hij zijn eigen vechtlust, die zich reeds vroeg in zijn jeugd manifesteerde. Dat het nu fysiek of verbaal was, hij ging er voor. Zijn gedrag was zo grensoverschrijdend dat zijn ouders hem op zijn dertiende naar de New York Military Academy stuurde. In plaats van hem te breken en te disciplineren, kreeg hij er de smaak van de machotrots helemaal te pakken. Over die tijd laat hij zich onvervalst nostalgisch uit. Op een Las Vegas rally, voorafgaand aan de verkiezingen, reageerde hij op een indringer die tegen hem protesteerde met: “Wat heb


Borderline

ik heimwee naar vroeger, wanneer zo’n kerel gewoon werd aangepakt en op een draagberrie buiten gedragen.” Mediahonger Na al die jaren geeft Donald Trump nog steeds toe hoe heerlijk het is zijn naam te lezen in de pers. Hij is nog steeds vol van ‘die eerste keer’ dat hij ooit in de krant kwam, ergens in zijn highschool jaren. De status van een man wordt voor hem uitgedrukt door de kolommen die hij in de media opslokt. Wat er ook staat, als het maar breed uitgesmeerd wordt en over hem gaat. In welke business Trump ook ging, een niet onbelangrijke taak bleef weggelegd voor de knipseldienst die nauwgezet elke letter en elk beeld verzamelde. Soms duizenden berichten per dag. Hij begreep snel dat elke keer dat de naam Trump viel, dit gratis redactionele publiciteit betekende voor zijn hotels en golfbanen. Hij weigerde vriend noch vijand ooit een interview of tv-optreden. Alle aandacht, zelfs negatieve, blijft goede publiciteit. Tot je onzichtbaar bent, besta je, als machthebber vooral. Voor wie het moest geruststellen dat iemand die groot werd door persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting deze nooit aan banden zal leggen, verwijzen we graag naar George Orwells essay Freedom of the Park, over de vrijheid van meningsuiting, dat in 1945 in The Tribune verscheen. We citeren de onnavolgbare visionair: “Het punt is dat onze relatieve vrijheid die we genieten, afhankelijk is van de publieke opinie. De wet biedt geen bescherming. Overheden maken wetten, maar hoe en of ze uitgevoerd worden, hangt af van het klimaat dat heerst in het land. Als er veel mensen staan op hun vrijheid van meningsuiting, dan zal die er ook zijn, zelfs wanneer de wet het verbiedt. Maar wanneer de publieke opinie eerder mak is, dan zullen minderheden die een ongemakkelijke boodschap brengen vervolgd worden. Zelfs als er wetten bestaan om hen te beschermen.” Het mes snijdt niet altijd aan twee kanten. De kans is groot dat uitgerekend iemand als Trump heil zal zien in het monddood maken van wie hem tegenspreekt.

Geldingsdrang De angst om vergeten te worden, om iemand te willen zijn, is ook typerend voor borderline persoonlijkheden. Bij hen is dit geënt op een troebel zelfbeeld waardoor ze voor hun bestaansrecht aangewezen zijn op het beeld in de spiegel die anderen, met uitbreiding de maatschappij, hen voorhoudt. Trump weigert een bestaan buiten de spotlights ook maar te herinneren. Hij werd wie hij was toen hij er jong voor koos om een vervelend haantje-de-voorste te zijn, voorbestemd om een winnaar te zijn. Door nu officieel voor te komen in de lijst van Amerikaanse presidenten, zal het moeilijk worden om hem in de toekomst nog te vergeten. De doem van de vernedering, de verguizing die vaak volgt op de extreme adoratie komt nu echter dichterbij dan ooit. Hoge bomen vangen veel wind. De aanhanger wiens verwachting hij straks niet inlost, kan hem hardhandig van zijn voetstuk halen. Zelfs bij relatieve vrede wordt het voor Trump niet makkelijk nu hij als absolute winnaar uit de bus kwam. De presidentiële strijd voorbij, wacht de wereld met angst in het hart af waarop hij nu zijn vechtlust zal op botvieren. Maar net zo goed wordt er druk gespeculeerd over wie of wat deze omstreden wereldleider ten val zal brengen. Zijn vermoedelijk panische angst voor de downfall is voor iedereen slecht nieuws, want angst is nog nooit een goed raadgever geweest. Chris Van Camp

Hij weigerde vriend noch vijand ooit een interview of tv-optreden. Alle aandacht, zelfs negatieve blijft goede publiciteit. 56


Casting Opera Vlaanderen Nicola Alaimo

De titelrol van Verdi’s Simon Boccanegra wordt vertolkt door Nicola Alaimo, die voor het eerst te horen zal zijn in Opera Vlaanderen. Deze jonge, internationaal geroemde bariton, een graag geziene gast in zowel de Milanese Scala, de Opéra national de Paris, de Wiener Staatsoper als in de New Yorkse Metropolitan Opera, werd geboren in Palermo (Sicilië). Opgegroeid in een uiterst muzikale familie, leerde hij van zijn grootmoeder zingen, nog voor hij kon lopen. Na zijn stembreuk zette zijn nonkel, de beroemde bas Simone Alaimo, zijn zanglessen verder. Op zijn achttiende won Nicola Alaimo de ‘Internationale Zangwedstrijd Giuseppe Di Stefano’, maar werd door de jury toen nog te jong bevonden om als Belcore in L’elisir d’amore te worden geëngageerd (de eigenlijk prijs van deze zangwedstrijd). Na enkele jaren in het koor van het Teatro Massimo te hebben gezongen, werd hij opgemerkt door Riccardo Muti en Alberto Zedda, die hem respectievelijk in Ravenna en in Pesaro lieten optreden. De wijze waarop hij daar Il Conte di Luna/ Il Trovatore (Verdi) en later ook de Pharaon/Moïse et Pharaon(Rossini) interpreteerde, opende de deuren naar de grote Italiaanse en internationale operahuizen. Nicola Alaimo is vandaag gespecialiseerd in het Rossini- en Verdi-repertoire en vertolkte in de voorbije jaren rollen als Germont/ La Traviata (in Covent Garden), Taddeo/L’italiana in Algeri (in de New Yorkse Metropolitan Opera onder James Levine) en Bartolo/Il barbiere di Siviglia (in de Opéra national de Paris), naast de titelpartijen van zowel Verdi’s Falstaff als Rossini’s Guillaume Tell. Recent kon men hem in onze contreien horen als Miller/Luisa Miller (Opéra Royal de Wallonie), als Il Conte di Luna/Il Trovatore (Concertgebouw Amsterdam) en als Guillaume Tell (zowel in De Munt als in De Nationale Opera, Amsterdam).

Myrtò Papatanasiu De Griekse sopraan Myrtò Papatanasiu, die twee seizoenen geleden Fiordiligi zong in de Cosi fan tutte-enscenering van Guy Joosten, maakt binnenkort haar roldebuut als Amelia Grimaldi in Verdi’s Simon Boccanegra. Na haar studies zang in Thessaloniki, verhuisde Myrtò Papatanasiu naar Italië. Toen aan het Teatro dell’Opera di Roma, één week voor de premiere van Verdi’s La Traviata, de zangeres die Violetta zou zingen onvoorzien afzegde, stelde de dirigent Gianluigi Gelmetti haar als vervanging voor. In amper een week tijd wist Myrtò Papatanasiu Violetta’s partij vanbuiten te leren en maakte tijdens de premiere uiteindelijk zo’n goede indruk dat ze internationaal werd opgemerkt. Vandaag zingt Myrtò Papatanasiu in bijna alle grote operahuizen van de wereld, daarbij een breed repertoire vertolkend van zowel Gluck-, Rossini-, Verdi-, Leoncavallo- als Dvořákrollen. Jaarlijks probeert ze daarnaast mee te zingen in twee tot drie Mozartproducties, enerzijds om een goede stemhygiëne te bewaren, anderzijds omdat Mozart haar als componist het meest aan het hart gaat. Men kon haar reeds horen als Sifare/Mitridate (vorig seizoen in De Munt), als Donna Anna/Don Giovanni (onder Teodor Currentzis, sinds kort

ook verkrijgbaar als cd, Così fan tutte in Opera Vlaanderen, in de Opéra National de Paris en in de Atheense Opera). Myrtò Papatanasiu boekte de laatste jaren grote successen als Rusalka (Dvořák) in De Munt, als Alcina (Händel) onder leiding van Marc Minkowski aan de Wiener Staatsoper en als Musetta/La Bohème (Puccini) aan de Metropolitan Opera New York. Wanneer ze niet optreedt, leeft Myrtò Papatanasiu samen met haar man (die jazzmuzikant is) en haar vierjarige dochter (Iphigènie) in Athene. Eind 2010 was Myrtò Papatanasiu in Opera Vlaanderen te horen als Semiramide in de gelijknamige Rossini-productie van Nigel Lowery, gedirigeerd door Alberto Zedda.

57

Kenneth Tarver

De Amerikaanse tenor Kenneth Tarver – winnaar van de Metropolitan Opera National Council Auditions en in 2001 van een dubbele Grammy Award – neemt dit seizoen in Die Zauberflöte bij Opera Vlaanderen de rol van Tamino op zich. Tarver wordt in het belcantogenre als een van de meest uitmuntende tenore di grazia van zijn generatie beschouwd. Reeds tijdens zijn studies aan de Interlochen Arts Academy en het Oberlin College Conservatory of Music werd zijn bijzonder talent opgemerkt. Zijn Europese debuut maakte Tarver in de opera van Stuttgart als Don Ottavio in Mozarts Don Giovanni. Hij zong bij het ensemble van dit huis van 1994 tot 1997 vooral de grote tenorrollen in opera’s van Mozart en Rossini. Kenneth Tarver staat bekend als specialist in de meest veeleisende rollen van het operarepertoire en zet keer op keer schitterende vertolkingen neer. Dat maakt hem dan ook een graag geziene gast in de Royal Opera House Covent Garden, de Wiener Staatsoper, de Deutsche Oper Berlin, de Bayerische Staatsoper in München en de New York City Opera. De roemrijke tenor wordt niet alleen geprezen voor de schoonheid van zijn klankkleur, zijn virtuositeit en stembereik maar ook voor zijn sterke uitstraling en inleving op de bühne. Kenneth Tarver was eerder te gast in Opera Vlaanderen in Händels Messiah.


Link Middagconcerten Mozart in Egypte

Davis, verbonden aan het jong ensemble van Opera Vlaanderen, om voluit solo te gaan. Raehann, die al

De productie van Opera Vlaanderen van La Juive, de opera van Fromenthal Halévy die in 2015 in Gent en Antwerpen gecreëerd werd, heeft de Faust 2016 voor opera gewonnen. Der Faust is de belangrijkste theaterprijs van Duitsland en werd uitgereikt in Freiburg door het Deutscher Bühnenverein aan voorstellingen die ‘bepalend zijn voor het Duitse theater’. De productie won in de categorie 'Regie Musiktheater' voor de regie van Peter Konwitschny.

Aria’s uit Mozarts Die Zauberflöte en verwante ‘Zauberoper’ Als exotisch en filosofisch gekruide Zauberoper, doordrongen van Egyptomanie, was Mozarts Die Zauberflöte (1791) niet enig in zijn soort. Twee - vandaag vergeten werken zweven als satellieten rond Mozarts succesopera: Der Stein der Weisen (1790) en Das Labyrinth oder Der Kampf mit den Elementen (1798). Aan eerstgenoemde opera werkte Mozart zelf mee. Das Labyrinth… is een ‘sequel’ van Die Zauberflöte met muziek van Peter von Winter. Telkens tekende Emanuel Schikaneder voor het libretto. Studenten van de International Opera Academy brengen op de grote scène bloemlezingen uit deze drie intrigerende opera’s. Een betoverende mix van evergreens en vergeten parels! Voor het eerst dit seizoen gaat het concert in Gent door op een winterse zondagnamiddag, compleet met hartverwarmende taart en koffie na afloop van het concert.

'La Juive' krijgt prestigieuze Duitse theaterprijs: FAUST

De opera vertelt het verhaal van Rachel, een joods opgevoede vrouw die verliefd wordt op de christelijke strijder Léopold en die zo haar doodvonnis en dat van haar vader Eléazar tekent.

schitterde in de producties van De zaak Makropoulos en Der fliegende Holländer, wordt begeleid aan de piano door Nicolas Callot. Opera Antwerpen do 23 februari 12:30u Opera Gent vr 24 februari 12:30u

La Juive is een co-productie met Nationaltheater Mannheim waar de voorstelling het vorige seizoen te zien was. De productie werd eerder al genomineerd als Best New Production bij de International Opera Awards 2015. Later dit seizoen is de productie ook te zien in Opéra national du Rhin in Straatsburg. Peter Konwitschny was eerder al te gast bij Opera Vlaanderen met Don Carlos (2010) en Aida (2011).

Opera en film Il Divo Rond Simon Boccanegra Opera Antwerpen do 22 december 12:30u Opera Gent zo 29 januari 15:00u

Paolo Sorrentino (Italië/ Frankrijk, 2008) Il Divo van Paolo Sorrentino (La grande Op 3 februari 2017 trekken de Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen naar Straatsburg voor de première van de herneming van deze prijswinnende productie, waar ze ook worden uitgenodigd op de receptie na afloop. Wie al Vriend is of het nu nog wordt, kan nog mee. Alle info op www. operaballetvrienden.be/lajuive

Sea Pictures Sea Pictures, opus 37 van Edward Elgar; pianomuziek van Debussy en Ravel Na de zeestormen van Der fliegende Holländer gaan we ook maritiem in een middagconcert rond Verdi’s Simon Boccanegra. In de opera bewijst Verdi zijn coloristisch talent in de symfonische evocatie van de zee. Vocale en instrumentale werken richten de spotlights op het water en de ondoorgrondelijke diepten van zeeën en oceanen. Pièce de résistance is Edward Elgars grandioze liedcyclus Sea Pictures. Een ideale gelegenheid voor mezzosopraan Raehann Bryce-

Bellezza, Youth) is een gestileerde biografische film over politicus Giulio Andreotti (1919-2013). Andreotti, die zeven keer eerste minister van Italië was, drukte ondanks zwaar­ wegende verdenkingen van criminele praktijken en maffia-connecties zestig jaar lang zijn stempel op de politiek van zijn land. Cinema Zuid za 18 feb 19:30u 58

Superster Ivan Vasiliev als Spartacus De beroemde Russische danser Ivan Vasiliev wordt ook wel eens de “Russian Rocket”, “the boy who can fly” of “ the next Baryshnikov” genoemd. De wereldster schitterde in zijn glansrol Spartacus in o.a. Moskou, Londen en New York en komt nu voor het eerst naar Antwerpen voor


Link enkele vorostellingen. Ivan Vasiliev werd geboren in 1989 in Vladivostok. Op zijn zevende zag de kleine Ivan Don Quichot en realiseerde dat ballet zijn ding was. Tijdens zijn studies nog danste hij reeds Basilio in Don Quichot en Ali in Le Corsaire bij het Belarus Nationaal Ballet. Hij won verschillende danscompetities en in 2006 werd hij uitgenodigd door Alexei

het Bolsjoi als ook het Mikhailovsky maar ook met het American Ballet Theatre en als gast bij compagnieën over de hele wereld. Hij danste op de Olympische spelen van Sochi, kreeg de titel van "Ere-kunstenaar van Rusland" en leerde enkele jaren geleden zijn huidige vrouw en Prima Ballerina Maria Vinogradova kennen, die eveneens in Antwerpen zal dansen en

van zijn tijd. Als professor aan de Universiteit van Cambridge is zij een van de meest gerenommeerde onderzoeksters van Russische muziek wereldwijd. Een tweede spreekster is Christina Ezrahi. Als auteur van het vermaarde boek Swans of the Kremlin bespreekt zij het ballet binnen de ontstaansgeschiedenis als Sovjetballet en analyseert ze het tijdloze karakter van het werk. Gesprekken met dansers en de artistieke directie van Ballet Vlaanderen geven inzicht in het creatieve proces. Stadsschouwburg, Antwerpen za 28 januari 2017, 14:00 - 17:30 open voor elke balletliefhebber Tickets en info: www.operaballet.be/spartacus

Affiches te koop

Ratmansky, de toenmalige artistiek directeur van het Bolsjoi om er als solist te debuteren in de rol van Basilio. Hij was toen amper 17. In mei 2010 werd hij aan het Bolsjoi gepromoveerd tot principal. Op zijn 21’ste won hij de prestigieuze Prix Benois de la Danse. Met de jonge Natalia Osipova vormde hij het absolute droompaar en alles wat Vasiliev danste, werd een gigantisch succes. Vasiliev en Osipova zagen na enkele jaren niet meer voldoende perspectieven bij het Bolsjoi en namen een nooit geziene beslissing. Ze verlieten in december 2011 beiden het wereldvermaarde Moskouse gezelschap en vervoegden het vernieuwde, maar minder prestigieuze, Mikhailovsky Theater in Sint-Petersburg. De toen recent aangestelde artistiek directeur Nacho Duato beloofde hen om niet bij de oude standaarden te blijven en bood hen meer vrijheid om wereldwijd te gasteren. Nacho Duato verliet het Mikhailovsky reeds in 2013 om artistiek directeur te worden in Berlijn. Vasiliev koos voor een avontuurlijker leven en bleef verbonden met zowel

wel als Spartacus’ geliefde, Phrygia. De exacte data dat Ivan Vasiliev Spartacus danst worden nog bekend gemaakt. Symposium: Spartacus in context Wereldwijd gerenommeerd en toch zo onbekend. Dat is componist Aram Katsjatoerian. In 1954 componeerde hij met Spartacus een absoluut hoogtepunt van de Russische 20steeeuwse muziek. Maar echt beroemd werd het werk pas door de weergaloze choreografie die Joeri Grigorovitsj op Katsjatoetrians muziek creëerde in 1968. Bijna 50 jaar later is deze klassieker nog steeds even tijdloos en relevant.

Bevalt de museale look van onze campagne jou? Misschien leerde je door onze affiches en seizoensbrochure wel het werk van kunstenaar Koen van den Broek kennen? Of was je al fan en aangenaam verrast door onze samenwerking en tentoonstelling met de originele werken van deze Belgische kunstenaar. Redenen genoeg om je naar ons bespreekbureau te reppen want daar wacht je een exclusieve aanbieding:

Naar aanleiding van de Antwerpse voorstellingen van Spartacus organiseert Ballet Vlaanderen in samenwerking met professor Francis Maes en UGent een minisymposium. Professor Dr. Marina Frolova-Walker stelt ons componist Aram Katsjatoerian voor in de context

De 12 fraaie productie posters van het opera- en balletseizoen 1617 te koop in een koker voor slechts €60! Een instant verzameling, een artistiek hebbeding, een prima cadeautip… zolang de voorraad strekt!

59


Agenda za 26 nov

11:00

Café Chantant (6+)

Jeugd

Opera Gent

14:00

Bollekes en lijntjes (4+)

Jeugd

Opera Gent

15:30

Bollekes en lijntjes (4+)

Jeugd

Opera Gent

zo 27 nov

11:00

Café Chantant (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

14:00

Bollekes en lijntjes (4+)

Jeugd

Opera Antwerpen

15:30

Bollekes en lijntjes (4+)

Jeugd

Opera Antwerpen

ma 28 nov

10:00

Bollekes en lijntjes (4+) schoolvoorstelling

Jeugd

Opera Antwerpen

11:00

Bollekes en lijntjes (4+) schoolvoorstelling

Jeugd

Opera Antwerpen

do 01 dec

20:00

West op tournee

Ballet

Carré Amsterdam

vr 02 dec

10:00

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

deSingel Antwerpen

20:00

West op tournee

Ballet

Carré Amsterdam

di 06 dec

19:00

Lezingenreeks Studium Generale

Plus

deSingel Antwerpen

do 08 dec

20:00

ROSAS / Rain

Plus

Opera Gent

vr 09 dec

10:00

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

deSingel Antwerpen

20:00

ROSAS / Rain

Plus

Opera Gent

za 10 dec

20:00

ROSAS / Rain

Plus

Opera Gent

20:00

De Notenkraker

Ballet

Palais des Beaux-Arts de Charleroi

ma 12 dec

11:00

Tour d'amour schoolvoorstelling

Jeugd

Opera Antwerpen

di 13 dec

19:00

Lezingenreeks Studium Generale

Plus

deSingel Antwerpen

wo 14 dec 19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

do 15 dec

10:00

Tour d’amour (5+)

Jeugd

Opera Gent

20:00

Peeping Tom / Moeder

Plus

deSingel Antwerpen

vr 16 dec

10:00

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

deSingel Antwerpen

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

za 17 dec

13:30

Rondleiding

Plus

Opera Gent

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

zo 18 dec

15:00

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

ma 19 dec

19:30

De Notenkraker

Ballet

Opera Gent

di 20 dec

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

19:30

De Notenkraker

Ballet

Opera Gent

wo 21 dec

19:30

De Notenkraker

Ballet

Opera Gent

do 22 dec

12:30

Middagconcert: Mozart in Egypte

Concert

Opera Antwerpen

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

19:30

De Notenkraker

Ballet

Opera Gent

vr 23 dec

19:30

De Notenkraker

Ballet

Opera Gent

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

di 27 dec

19:30

Die Zauberflöte

Opera

wo 28 dec

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

do 29 dec

19:30

Die Zauberflöte

Opera

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

vr 30 dec

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

Opera Antwerpen HETPALEIS Opera Antwerpen

za 31 dec

19:00

Die Zauberflöte

Opera

Opera Antwerpen

di 03 jan

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

wo 04 jan

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

60


Opera & Ballet do 05 jan

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

vr 06 jan

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

20:00

Nieuwjaarsconcert

Concert

za 07 jan

19:00

Nieuwjaarsbal: dansomanie

Plus

Opera Antwerpen Opera Gent

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

HETPALEIS

zo 08 jan

15:00

Nieuwjaarsconcert

Concert

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

ma 09 jan

09:00

Tour d’amour (5+) schoolvoorstelling

Jeugd

di 10 jan

19:30

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

Zebrastraat Gent

wo 11 jan

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

De Bijloke Muziekcentrum HETPALEIS Opera Antwerpen

vr 13 jan

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

za 14 jan

13:30

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Gent

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

zo 15 jan

15:00

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

ma 16 jan

10:00

Tour d’amour (5+) schoolvoorstelling

Jeugd

Opera Gent

di 17 jan

19:30

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

Zebrastraat Gent

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

wo 18 jan

10:00

De gelaarsde kat (6 - 9)

Jeugd

Theater 't Eilandje

14:00

De gelaarsde kat (6 - 9)

Jeugd

Theater 't Eilandje

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

10:00

De gelaarsde kat (6 - 9)

Jeugd

Theater 't Eilandje

Jeugd

Theater 't Eilandj

do 19 jan

14:00

De gelaarsde kat (6 - 9)

20:00

Simon Stone & Toneelgroep Amsterdam /

Husbands and wives van Woody Allen

Plus

deSingel Antwerpen

vr 20 jan

10:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

11:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

13:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

14:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

za 21 jan

11:00

De gelaarsde kat (6 - 9)

Jeugd

Theater 't Eilandje

14:00

De gelaarsde kat (6 - 9)

Jeugd

Theater 't Eilandje

14:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

15:30

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

19:30

Die Zauberflöte

Opera

Opera Gent

zo 22 jan

15:30

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Gent

14:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Gent

ma 23 jan

10:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Gent

11:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Gen

11:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Gent

14:00

Dramaworkshop Notenkraker (6+)

Jeugd

Opera Gent

di 24 jan

19:30

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

do 26 jan

14:00

Zwanemans (15+) schoolvoorstelling

Zebrastraat Gent

Jeugd

Opera Gent

vr 27 jan 19:30 Spartacus

Ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

Jeugd

Opera Gent

20:00

Zwanemans (15+)

61


20:00

Schoolproject: De vertellingen

van Sheherazade

za 28 jan

11:00

Subtitel

Jeugd

Theater 't Eilandje

Kinderbal (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

11:00

Café Chantant (6+)

Jeugd

Opera Gent

14:00

Mini Symposium Spartacus

Plus

Stadsschouwburg Antwerpen

19:30

Spartacus

Ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

20:00

Zwanemans (15+)

Jeugd

Opera Gent

20:00

Schoolproject: De vertellingen

van Sheherazade

Jeugd

Theater 't Eilandje

zo 29 jan

11:00

Kinderbal (6+)

Jeugd

Opera Gent

15:00

Spartacus

Ballet

15:00

Namiddagconcert: Mozart in Egypte

Concert

Opera Gent

15:00

Schoolproject:

Stadsschouwburg Antwerpen

De vertellingen van Sheherazade

Jeugd

Theater 't Eilandje

di 31 jan

19:00

Lezingenreeks Studium Generale

Plus

deSingel Antwerpen

19:30

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

Zebrastraat Gent

do 02 feb

19:30

Spartacus

Ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

vr 03 feb

19:30

Spartacus

Ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

za 04 feb

10:00

Rondomcursus Simon Boccanegra

Plus

deSingel Antwerpen

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Gent

19:30

Spartacus

Ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

zo 05 feb

15:00

Spartacus

Ballet

Stadsschouwburg Antwerpen

19:30

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

di 07 feb

19:30

Rondomcursus Die Zauberflöte

Plus

Zebrastraat Gent

wo 08 feb

19:30

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

vr 10 feb

19:00

Schoolproject: Sadko, golven van liefde

Jeugd

Opera Gent

za 11 feb

10:00

Rondomcursus Simon Boccanegra

Plus

Zebrastraat Gent

15:00

Schoolproject: Sadko, golven van liefde

Jeugd

Opera Gent

19:30

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

di 14 feb

19:30

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

wo 15 feb

10:00

Tour d’amour (5+) schoolvoorstelling

Jeugd

Opera Gent

20:00

Ivo Van Hove & Odéon Théâtre de l'Europe / Plus

deSingel Antwerpen

Vu du Pont van Arthur Miller

do 16 feb

19:30

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

za 18 feb

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

19:30

Opera & Film

Plus

Cinema Zuid Antwerpen

20:00

Mahler / Brahms

Concert

Opera Gent

zo 19 feb

15:00

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

ma 20 feb

10:00

Tour d’amour (5+)

Jeugd

Opera Antwerpen

di 21 feb

19:30

Simon Boccanegra

Opera

Opera Antwerpen

wo 22 feb

19:30

van Manen / Cherkaoui

Ballet

Theater Bonn

20:00

Mahler / Brahms

Concert

Koningin Elisabethzaal Antwerpen

do 23 feb

10:00

Borderline (16+)

Jeugd

Opera Gent

11:00

Borderline (16+)

Jeugd

Opera Gent

12:30

Middagconcert: Sea Pictures

Concert

Opera Antwerpen

vr 24 feb

12:30

Middagconcert: Sea Pictures

Concert

Opera Gent

di 28 feb

19:00

Lezingenreeks Studium Generale

Plus

deSingel Antwerpen

62


Met de steun van Piano’s Maene

Hoofdzetel Ruiselede en Atelier Chris Maene

Piano’s Maene Brussel

Piano’s Maene Gent en Steinway Piano Gallery

Piano’s Maene Antwerpen

Piano’s Maene Limburg

Industriestraat 42 B8755 Ruiselede +32 51 68 64 37

Argonnestraat 37 B1060 Brussel +32 2 537 86 44

P. Van Reysschootlaan 2 B9051 Gent +32 9 222 18 36

Herentalsebaan 431 B2160 Wommelgem +32 3 321 78 00

Steenweg 224 B3621 Rekem-Lanaken +32 89 21 52 72

www.facebook.com/ pianosmaene

www.maene.be gebrevetteerd hofleverancier van België


Column Luc Joosten

Ascolta! Het luisteren heeft niet alleen een evolutie die lang is en ver teruggaat - ergens tot in de bomen wellicht - maar ook een geschiedenis die heel wat recenter is. En zoals waarneming en werkelijkheid elkaar beïnvloeden, hebben ook de verandering van het luisteren en het beluisterde samen bepaald welke betekenis er aan muziek toekomt. Luisteren is niet alleen een fysiek gebeuren, maar wordt geleid door idealen en verwachtingen die in een cultuur leven. We luisteren naar iets, in de hoop te horen wat we denken te willen horen. En dat denken en willen waait met de wind. Een absoluut, ontijdelijk en universeel luisteren is er niet.

Luisterend naar Schumann, Fernand Khnopff, 1883.

Sinds het einde van de achttiende eeuw, onder meer door de invloed van de Romantiek, ontstond er een nieuwe, grote verwachting in het luisteren naar muziek. Waar ze voordien grofweg gericht was op amusement en emotioneel effect of paste binnen een religieus of politiek kader, groeide de muziek uit tot een kunst die als geen andere in staat was door te dringen tot een hogere, ideële wereld. Tot iets absoluuts, tot - zoals E.T.A. Hoffmann zegt - „het wonderbaarlijke rijk van het oneindige” en tot een ongeëvenaarde, absolute zuiverheid. In het zog van die luisterbereidheid en gerichtheid voltrok zich de opmars van de instrumentele muziek die niets anders dan zichzelf nodig had om de volle rijkdom te laten gelden. Om de afstand tot het Ideaal te overbruggen, moest de toehoorder zich disciplineren: stil en ingetogen, bewegingsloos, eventueel met ogen dicht, het lichaam vergetend om in contemplatieve overgave, de muziek te verinnerlijken en hingerissen te worden door dat “oneindige buiten”. Een gehoorzaam luisteren naar geluiden uit een andere wereld. Het nieuwe luisterideaal miste zijn doel niet en werd de overheersende luisterwijze - een absoluut luisteren voor een absolute muziek. Met terugwerkende kracht was het ook van toepassing op oudere werken of vocale muziek, zelfs op opera’s - op Bach, op Mozart... In het geval van de opera is het ideaal altijd in gespannen verhouding blijven staan tot de reële uitvoering ervan. Niet alleen de tekst vormt een probleem, maar vooral de scenische handeling. Want uiteindelijk worden opera’s geënsceneerd. Anders dan bij de orkestmuziek, die haar heil zoekt in een ingetogen zwart, presenteren opera’s een kleurrijk amalgaam van tekens en betekenissen uitgezaaid over de scène, die allen verwijzen naar iets dat buiten de muziek ligt. De opvoering van een opera tracht het extra-muzikale niet uit te sluiten maar uitbundig te omarmen. Geen tendens tot vergeestelijking maar doelbewuste belichaming. Een opera is een concreet scenisch gebeuren - hij verbindt het ideële met een materialiteit. Vanuit het luisterideaal beschouwd, brengt hij zo opnieuw de onzuiverheid binnen. Hij infecteert de puurheid - verziekt haar, zal de hypochonder zeggen. In die zin kan het Ideaal niet anders dan botsen met de hybride „onzuivere” opera. Wie daarom een opera als louter muziek beschouwd, mispakt zich in zekere zin aan het genre, luistert met de oren van een ander gehoor. Het is uiteraard legitiem dat te doen, maar enigszins bevreemdend. Want in de opera leeft de muziek van haar dubbele natuur: ze broeit in de warmte van het wereldse en tracht er evenzeer aan te ontgroeien. Haar betekenis ontluikt op de grens en in de spanning tussen het buitenmuzikale en het muzikale. In de verzoening met dat Janus-gelaat, vertoont het opera-luisteren zijn ideaal. Tot de verwachtingen weer een andere wending nemen. Hoofddramaturg Luc Joosten

64


Subtitel

KEVIN.MURPHY skincare for your hair

Sulphate free. Paraben free. Cruelty free. KEVINMURPHY.BE

Kunsthuis Advertentie (KEVIN.MURPHY 15-16).indd 1

25/02/16 11:

69


Subtitel

2017 is een jubileumjaar voor de wereldberoemde Russische choreograaf Joeri Grigorovitsj. Hij wordt 90 jaar en voor deze gelegenheid worden verschillende van zijn werken heropgevoerd door vooraanstaande gezelschappen. Zo wordt Spartacus gebracht door o.a. het Bolsjoi, het Mariinski, het Staatsballet van MĂźnchen en voor het eerst door Ballet Vlaanderen. Grigorovitsj noemt Spartacus een van zijn favoriete creaties waarin hij veel werk, mentale kracht en ziel heeft geĂŻnvesteerd. Wij wensen de grootmeester alvast een gelukkige verjaardag!

www.operaballet.be 66


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.