Magazine Insight 16

Page 1

insight

16

P209977 - verschijnt 4x per jaar in augustus/november/februari/mei - afgiftekantoor Antwerpen X

Subtitel

DE SPELER IN DE PICTURE - KARIN HENKEL GAAT VOOR KICKS - GOKKEN MET DOSTOJEVSKI - VOORUITBLIK 18/19: VERGANKELIJKHEID - WAGNERS LOHENGRIN - RIEN NE VA PLUS VOOR PIANIST JAN MICHIELS - DE GISELLE VAN AKRAM KAHN MEMENTO MORI DIRIGENTE OKSANA LYNIV HANS OP DE BEECK

51


Subtitel

Š Foto: Filip Van Roe

Vandaag al trotse sponsor van het ballet van morgen.

52


© Kati Heck, Courtesy Tim Van Laere Gallery

Insight 16

We zetten alles in op De Speler Een opera in Roulettenburg Karin Henkel op zoek naar kicks John Appel fileert de gokker Champagne Charlie De gokverslaving van Dostojevski

02 06 08 10 12

Nog even en het seizoen is ‘a wrap’, zoals men zegt bij het inblikken van de laatste scène van een film. We gaan er uit met een knal. Speciaal voor De Speler halen we alles uit de kast en nodigt de spelduivel onze toeschouwers op talloze verleidelijke manieren uit ten dans. Roulettenburg komt tot leven. Ballet Vlaanderen sluit het seizoen af met Memento Mori, met werk van Hofesh Shechter, William Forsythe en Sidi Larbi Cherkaoui dat focust op ontmoetingen. Zoveel nog te beleven voor de zomer. Maar misschien kreeg u reeds onze nieuwe seizoensbrochure in de bus en bladert u door de grijze melancholische landschappen van kunstenaar Hans Op de Beeck, die perfect het volgende thema ‘Vergankelijkheid’ illustreren. Ook Insight blikt vooruit naar 18/19 en gaat alvast in gesprek met Akram Khan over zijn onconventionele Giselle en werpt een blik op de door Wagnerfans langverwachte Lohengrin. Een nummer over een verrassend einde en alweer een nieuw begin. Het redactieteam

Dans en dansers Sidi Larbi Cherkaoui’s Memento Mori Open doek: soliste Joëlle Auspert

16 24

Vooruitblik seizoen 18/19 Vergankelijkheid als motor Door het oog van Hans Op de Beeck Giselle as seen by Akram Khan David Alden creëert zijn Lohengrin

30 36 20 28

Concerten in de kijker Oksana Lyniv dirigeert het Laureatenconcert De hoge inzet van pianist Jan Michiels

38 40

Verder in dit nummer Link: aanraders en reminders 44 Kalender 46 Casting 48

Colofon Redactionele leiding Chris Van Camp & Luc Joosten Werkten mee aan dit nummer Piet De Volder, Koen Bollen, Astrid van Leeuwen, Mien Bogaert, Vital Baeken, Tom Eelen, Wilfried Eetezonne, Wim Van Bree, Catherina Matthys, Joren Sanders, Tessa Joris. Druk Bema Graphics Reacties? redactie@operaballet.be

Coverbeeld © Kati Heck, Courtesy Tim Van Laere Gallery

1

Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Bart Van der Roost Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder vooraf­­gaande toestemming van de uitgever.


Het spel als droom en roes

2


De Speler

De te weinig bekende maar uiterst spannende en kleurrijke opera De Speler van Sergej Prokofjev sluit met brio het seizoen 2017-’18 in Opera Vlaanderen af - een seizoen in het teken van Rien ne va plus. Prokofjevs opera, naar de meeslepende novelle van Fjodor Dostojevski, wordt gepresenteerd in een gloednieuwe regie van Karin Henkel - één van de meest spraakmakende dames uit het huidige Duitstalige theater. Het is meteen haar operadebuut. De vertrouwde ‘Russian connection’ van Opera Vlaanderen, maestro Dmitri Jurowski, staat muzikaal aan het roer. De Speler Gent vanaf 13 juni Antwerpen vanaf 28 juni

Van Dostojevski’s novelle naar Prokofjevs ‘literatuuropera’ “Mij overkwamen dingen, die aan wonderen grensden”, zo overschouwt het titelpersonage Aleksej in Dostojevski’s De Speler (1866) de wervelwind van gebeurtenissen die op een catastrofe zijn uitgelopen en waarin hijzelf een hoofdrol heeft gespeeld. “(...) was ik toen niet gek en zat ik niet al die tijd ergens in een gekkenhuis en zit ik daar misschien niet nóg in - zodat ik me dat alles maar heb verbeeld en het mij ook nu nog zo toeschijnt…?”. De vertelling van Dostojevski is opgevat als notities die Aleksej heeft neergeschreven “onder de invloed van ordeloze, maar hevige indrukken.” Plaats van handeling is een mondain kuuroord met de betekenisvolle naam Roulettenburg. Daar vinden we een Russische generaal en zijn gevolg die grote sier maken en boven hun stand leven. Aleksej fungeert als huisleraar van de kinderen van de generaal. Dat Aleksej slechts een leraar of outchitel is - lees: een ordinaire slaaf of onbeduidende dienaar - wordt hem steeds weer duidelijk gemaakt. Toch staat hij in een eigenaardige, SM-getinte afhankelijkheidsrelatie tot Polina, de stiefdochter van de generaal, voor wie hij grenzeloze (seksuele) passie voelt. Net zoals de generaal zit Polina zwaar in de schulden. Beiden hebben ze geleend aan de Franse markies Des Grieux, die niet wijkt van de zijde van de generaal en mét hem aast op de erfenis van de tante van de generaal. Deze hoogbejaarde dame zou op sterven liggen en vol spanning wacht men op het ‘verlossende nieuws’! Saillant detail: de naam van de markies is niet toevallig dezelfde als die van de held uit Manon Lescaut van Abbé Prévost - en bij uitbreiding van de opera’s van Massenet en Puccini. De oorspronkelijke 18de-eeuwse, onbemiddelde student van Prévost, in wiens armen de zieke en verarmde Manon sterft, is bij Dostojevski omgebogen tot de 19de-eeuwse perversie ervan: een rücksichtslose materialist voor wie chantage en afpersing dagelijkse kost zijn. Sergej Prokofjev baseerde zijn compacte opera De Speler uit 1916 op Dostojevski’s deels autobiografisch geladen verhaal. Uitgangspunt van de Russische schrijver was immers zijn eigen gokverslaving en de turbulente verhouding met zijn voormalige studente en femme fatale Polina Soeslova 3

(zie ook het artikel van Vital Baeken op pp. 13-14). Prokofjevs opera heeft de puls van gesproken theater, waarbij integrale dialogen uit de originele novelle zijn overgenomen. Het is daarmee een prachtvoorbeeld van het type opera dat vanaf de eerste helft van de 20ste eeuw opgang maakt: de zogenaamde literatuuropera. Componisten baseren zich daarbij rechtstreeks op een bestaand literair werk, zonder de omweg van een speciaal ontworpen libretto, dat in de 18de en 19de eeuw de oorspronkelijke literaire basis in geijkte zangvormen goot. De complexe verhoudingen tussen Dostojevski’s personages blijven overeind in de opera en krijgen door een intelligente vertaling naar het theater een extra spankracht. Terug naar de originele intrige uit Dostojevski’s merkwaardige en vlot leesbare novelle. Met een pervers genoegen schikt Aleksej zich aanvankelijk in zijn rol van slaaf en van buitenstaander van het hele gebeuren rond de geldzuchtige en aan luxe verslaafde generaal. “Ik herhaal: ik ben uw slaaf, voor slaven hoeft men zich niet te generen en een slaaf kan men niet beledigen”, zo benadrukt hij tegenover de manipulatieve Polina, die hem heeft opgedragen haar juwelen te verpanden en met de opbrengst ervan te gaan spelen aan de roulettetafel. De ondergeschikte positie van Aleksej staat hem toe alles met open vizier te benaderen. Maar in de wetenschap dat Polina op zijn diensten is aangewezen, geniet hij ervan de generaal en het decorum rond hem constant uit te dagen. Hij is de spreekwoordelijke hond in het kegelspel, die ongenodigd aan tafel aanschuift bij het mondaine gezelschap van zijn werkgever; er het hoge woord voert en impertinente vragen stelt. Meer en meer slaagt hij erin de geheime relaties en verborgen intriges, die er in de kring van de generaal en zijn stiefdochter leven, te ontwarren. Meer en meer dringt hij door in een wereld van keeping up appearances waarin titels en zelfs identiteit niet zelden fake zijn. Ook het bericht van de nakende dood van de tante van de generaal, alias Baboelenka, is fake news. Blakend van gezondheid verschijnt ze in Roulettenburg, vastberaden haar overmoedige verwant geen cent te geven. De gevolgen zijn desastreus: de generaal ziet zijn geplande huwelijk met de jonge en berekende demi-mondaine Blanche in rook opgaan; de druk van de markies op Polina kan alleen maar toenemen en de markies zelf moet andere middelen inzetten om zijn geld terug te krijgen. Voor de generaal dreigt een


Sergej Prokofjev

De jonge Sergej Prokofjev

totaal bankroet: de markies heeft immers een hypotheek op al zijn bezittingen. Aleksej, die achter de oorzaak van Polina’s nijpende geldnood wil komen en door de generaal eerder geweerd werd uit het casino, wordt nu door de tirannieke en eigenzinnige Baboelenka opgevorderd om haar hoogst persoonlijk te begeleiden bij het kansspel. Tot uiterste wanhoop van haar omgeving jaagt het krasse oudje haar hele fortuin erdoor. Ensembles en dialogen Prokofjevs opera schetst op een duizelingwekkende manier een proces dat zich bij Dostojevski meer geleidelijk voltrekt: de slaaf, ‘nar’ en herrieschopper Aleksej, die door de entourage van de generaal werd gezien als quantité négligable, groeit uit tot de spil van de intrige - de laatste kans om de generaal en Polina van een smadelijke ondergang én uit de begerige klauwen van de markies te redden. Aleksej stort zichzelf als een bezetene op het roulettespel en wint keer op keer. Hij krijgt de som bijeen waarmee Polina zich van de markies kan vrijkopen. Maar uiteindelijk gooit ze Aleksejs geld in zijn gezicht: haar liefde is niet te koop. Het melodische motief waarmee de ziekelijke passie voor Polina in de muziek wordt getypeerd, is naar het einde van de opera getransformeerd tot een groteske fanfare. Hartstocht wijkt voor tomeloze geldzucht. Aleksej verliest zich helemaal in de roes van het spel.

In de opera, die nota bene zijn première beleefde in de Brusselse Muntschouwburg op 29 april 1929, heeft Prokofjev er alles aan gedaan om monologen beknopt te houden. Zijn strak geritmeerde werk drijft op flitsende dialogen, ensembles en een parlando-stijl die nooit gespeend is van lyriek. Het orkest stuwt de handeling voort maar is niet, op wagneriaanse wijze, het fundament van een orkestdrama. De orkestratie blijft transparant en kleurrijk en weet door het gebruik van ostinaat-achtige patronen de afzonderlijke gebeurtenissen van het verhaal muziekdramatisch te overstijgen. Wat de opera vooral fascinerend maakt, is de afwezigheid van operaclichés. Zoals specialiste Russische opera Sigrid Neef opmerkt, “ging het Prokofjev algemeen in opera om ‘heftige gevoelens’ die nauw verbonden moesten zijn met de waarheid van het leven.” En ze vervolgt: “Seks en erotiek, geld, hebzucht en macht - al deze elementen zijn in zijn opera’s met elkaar verwikkeld en versterken elkaar.” Droomperspectief Karin Henkel, regisseuse van de nieuwe productie in Opera Vlaanderen, heeft bijzonder oog voor de groteske dimensie en de sarcastische toon van zowel de opera als de oorspronkelijke novelle. Ze meent dat er van eerlijke gevoelens geen sprake kan zijn. Alle relaties tussen de personages en alle reacties zijn excessief, met voorop de liefdesbekentenissen van Aleksej aan Polina. “Deze zijn zo over the top, dat ze grotesk en komisch worden”, aldus nog Karin Henkel. Ze 4


De Speler benadrukt Aleksejs private beleving van de gebeurtenissen in Roulettenburg, waarmee ze weerom aanknoopt bij het originele perspectief van Dostojevski. Niet het casino of de speeltafel vormen het centrum van het gebeuren - “die ellendige zalen” waar “het goud volstrekt niet in hopen op tafel ligt”, aldus Dostojevski. Nee, Henkel kiest voor een troosteloze hotelkamer/ pandjeshuis waarin privacy en openbaarheid maar ook heden en verleden door elkaar lopen. Het is de uitgelezen biotoop voor Aleksej die zijn eenzaamheid niet kan doorbreken en ophoudelijk broedt op wereldlijk succes en de verovering van de onbereikbare Polina. De plaats waar hij steeds meer ten prooi valt aan hallucinaties en elk tijdsbesef verliest. Dat laatste wordt in de productie van Opera Vlaanderen ook verbeeld door de ontdubbeling van Aleksej in een jonge speler en een oudere man. Niet de tragische ondergang van de fataal verslaafde speler Aleksej is voor Henkel de focus van het muziekdramatische gebeuren, wel het nachtmerrie-achtige en surreële karakter van het verhaal, de wahnhafte sfeer ervan en de absurditeit van de dramatische situaties. De Speler groeit op die manier uit tot een haarscherpe studie van de roes en de mens, verslaafd aan kicks. Piet De Volder

Een jeugdwerk gecreëerd in België De Speler (1916) van Sergej Prokofjev is het werk van een bevlogen, 25-jarige componist die een verfrissende nieuwe wind door de Russische opera wou doen waaien. Opmerkelijk genoeg liet hij zich inspireren door een (korte) experimentele fase uit de 19de-eeuwse Russische opera, waarbij komaf werd gemaakt met een libretto op rijm en men direct vanuit een theatertekst werkte. Het betrof meer bepaald De Stenen Gast van Aleksandr Dargomyzjski naar één van de kleine tragedies van Poesjkin - een opera op de Don Giovanni-stof (gecreëerd in 1872) - en Het Huwelijk van Modest Moesorgski (1868) naar een komedie van Gogol. Laatstgenoemde onvoltooide opera, die Moesorgski labelde als “een experiment in dramatische muziek in proza” was een gedurfde poging om opera te doordringen van een naturalistisch precieze weergave van de gesproken taal in volkse stijl. Prokofjev ging niet zover in zijn ‘opéra dialogué’ De Speler maar in elk geval wou hij ver weg blijven van aria’s, complexe ensembles en een structuur in muzikale nummers. Opera moest de drive en de flow hebben van gesproken theater en vooral even spannend zijn! Weg met de clichés van het genre. Maar tweede opmerkelijke feit: hij baseerde zich voor zijn ‘Russische opera nieuwe stijl’ op een klassieker uit de Russische literatuur: de gelijknamige psychologisch geladen novelle van Dostojevski. Het werd een trend in Prokofjevs opera-oeuvre - denken we ook aan Oorlog en Vrede naar Tolstoj. Met het uitbreken van de Februarirevolutie in 1917 werd het plan om De Speler te creëren in het Mariinski Theater in SintPetersburg uiteindelijk afgevoerd. De repetities waren al begonnen maar zangers en orkest lieten het afweten wegens te moeilijk! Prokofjev zou daarop in zee gaan met de vernieuwende theatermaker Vsevolod Meyerhold, die De Speler graag in Moskou wou brengen in de jaren 1920. Uiteindelijk ging de Brusselse Muntschouwburg met de wereldcreatie van de opera lopen op 29 april 1929 en dan nog wel in een Franse vertaling van Paul Spaak. De opname van de oorspronkelijke, Russisch gezongen opera onder Valery Gergiev (1996), ditmaal met de crew van Mariinski, en recente scenische producties in onder meer Berlijn (regie van Dmitri Tsjerniakov; ook op dvd) en Amsterdam hebben de opera intussen een nieuw elan bezorgd. De Speler is terug in België, nu in het Russisch! P.D.V.

Fjodor Dostojevski rond 1879

5


Regisseur Karin Henkel gaat op zoek naar kicks

Š Toni Suter & Tanja Dorendorf

6


De Speler

Prokofjevs De Speler, gebaseerd op de gelijknamige novelle van Dostojevski, wordt het langverwachte operadebuut van de Duitse theaterregisseuse Karin Henkel, die onlangs de Theaterprijs van de stad Berlijn won. “Karin Henkel onderzoekt in haar ensceneringen consequent de basisvoorwaarden van het sociale samenleven,” luidde de motivatie van de jury. Haar fascinatie voor de grote werken uit de wereldliteratuur valt niet terug te voeren op een kritiekloze verering van de canon, maar op de nood om deze canonieke werken continu te herevalueren, waarbij de maatschappelijke verwezenlijkingen die in gang werden gezet door de Verlichting steeds opnieuw worden onderzocht. “De constellaties in Henkels ensceneringen bestaan enerzijds uit twijfelende mannen, die niet weten wanneer en waarom zij terrein prijsgegeven hebben en anderzijds uit sterke vrouwen, die hun eigen sterkte wantrouwen.” Voor helden en heldinnen is er in een wereld, waarvan de wetmatigheden even ondoorzichtig zijn als de eigen ziel, nauwelijks plaats.

De Speler Gent vanaf 13 juni Antwerpen vanaf 28 juni

Jelinek Karin Henkel groeide op in Keulen en Lübeck, begon geschiedenis en germanistiek te studeren in Hamburg maar ruilde die studie voortijdig in voor een job als regie-assistente aan het Hessisches Staatstheater in Wiesbaden. Daar gaf ze op haar drieëntwintigste haar regiedebuut en nauwelijks een jaar later, in 1994, was ze als jongste theatermaker ooit te gast in het Weense Burgtheater met een enscenering van Elfriede Jelineks Die Ausgesperrten. Intussen is Karin Henkel een gevierde theaterregisseuse die vijfmaal op rij (van 2011 tot 2015) uitgenodigd werd door het prestigieuze Berliner Theatertreffen, wat geen enkele vrouw haar heeft voorgedaan. Het klassieke theaterrepertoire – Schiller, von Kleist en Tsjechov om maar een paar auteurs te noemen – vormt het vertrekpunt van haar ensceneringen. Het keurmerk van haar producties is een theatertaal die telkens opnieuw op maat van het stuk ontwikkeld wordt, die daardoor zeer onberekenbaar is, vaak duister maar altijd ook tot op zekere hoogte humoristisch. Mannen spelen in haar ensceneringen vaak vrouwenrollen en omgekeerd. De reden daarvoor is dat ze, op zoek naar interessante rollen voor actrices met wie ze graag samenwerkt, eenvoudigweg vaak bij mannenrollen aanbelandt. Dat een acteur of een actrice een bepaalde rol kan spelen, los van zijn of haar geslacht en leeftijd in het dagelijkse leven, is voor Karin Henkel van cruciaal belang. Dostojevski Voor het Schauspiel Köln verwerkte Karin Henkel in 2012 Dostojevski’s lijvige roman De idioot tot een vier uur durende theatermarathon. Deze voorstelling werd door de Duitse pers de hemel in geprezen (“een door Godard gedraaide Hitchcockfilm”) en later door het Deutsches Schauspielhaus Hamburg hernomen. Bijzonder was vooral de bezetting van Vorst Myskin, het hoofdpersonage van De idioot, dat werd vertolkt door de beklijvende, in Duitsland zeer beroemde actrice Lina Beckman. Twee jaar later waagde Karin Henkel zich in Hamburg aan een weerom vier uur durende theaterbewerking van Dostojevski’s Schuld en boete, een 7

indrukwekkende enscenering waarin de protagonist-moordenaar Raskolnikov anders dan bij Dostojewski geen heil vond in het christelijk geloof noch in zijn liefde tot Sonja. Rauw realisme, de gothic subcultuur en invloeden van de Duits expressionistische film bepaalden de esthetiek van deze op bepaalde momenten ook zeer humoristische enscenering. Operadebuut De Speler wordt Karin Henkels derde Dostojewski-bewerking en tegelijkertijd haar operadebuut. Het ensceneren van Prokofjevs opera heeft ze toegezegd uit fascinatie voor het hoge tempo van Prokofjevs muziek die met het ritme van het gesproken theater kan concurreren. Ook het feit dat heel wat dialogen uit Dostojevski’s roman nagenoeg onveranderd in het libretto terecht zijn gekomen, was voor haar belangrijk. Inhoudelijk interesseert haar vooral de biografische dimensie van het verhaal: Dostojevski schreef De Speler onder een wurgcontract in vier weken tijd, daarbij inspiratie puttend uit zijn eigen gokverslaving en de affaire die hij had met Polina Soeslova, een femme fatale met wie hij in Parijs en in Baden-Baden grote sier maakte, maar die hem uiteindelijk ruïneerde. Voor Karin Henkel gaat De Speler niet over geldgewin, maar over het opzoeken van extreme risico’s, over adrenaline en kickervaringen. Mensen die niet weten wat aan te vangen met hun leven, geven zich tegen beter weten in over aan een verslavingsroes en veranderen daardoor gaandeweg in duivelse creaturen met monsterlijke eigenschappen. Mien Bogaert


The Player Documentairemaker John Appel fileert de gokker

The Player is een documentaire uit 2009 waarin John Appel onderzoekt wat gokkers beweegt en waarom zij hun verslaving zo moeilijk onder controle kunnen krijgen. Deze docu is geĂŻnspireerd op het avontuurlijke maar ook tragische leven van zijn vader, die niet slechts een gewone gokker was, maar een echte speler. 8


De Speler Vader Appel was officieel een makelaar, maar officieus een beroepsgokker. Een grote gokker, die zijn speelgedrag lang niet altijd in de hand heeft. Of beter: nooit in de hand heeft, waardoor het gezin waarin Appel junior opgroeit, altijd worstelt met een groot tekort aan financiële middelen. Want Appel speelt onder andere eindeloos in Holland Casino Zandvoort maar wint er nooit eens de jackpot. Aan het nijpende gebrek aan geld lijkt een einde te komen als zoon Appel op 19-jarige leeftijd gaat studeren aan de Filmacademie in Amsterdam. Vader Appel laat namelijk in een spannende brief aan zijn zoon weten dat hij het ei van Columbus heeft uitgevonden. De documentaire opent met die brief die John Appel van zijn vader kreeg, een half jaar voor hij plots stierf. Dat ei heeft natuurlijk met gokken te maken. De vader van John claimt, zo blijkt later in de documentaire, een systeem te hebben ontworpen waarmee je altijd wint aan de roulettetafel in Holland Casino. Of dat kan? Appel omschrijft zijn vader als een avonturier, iemand die zo af en toe een kansje waagt en altijd beslissingen neemt waar een zeker risico aan verbonden is. De verhalen en anekdotes die hij over zijn vader vertelt, variëren van hilarisch tot ontroerend maar zijn allen extreem en bijna te absurd om waar te zijn. Naast het portret van zijn vader, dat met foto’s en oude videobeelden visueel ondersteund wordt, toont Appel een portret van Harry Engels, bookmaker bij de paardenrennen. Een excentrieke man die houdt van lol maken en een beetje spanning op zijn tijd, maar altijd de grenzen heeft gekend.

Het portret van de oplichter Harry Hofland is de andere kant van het gokken. Hij houdt ook van de spanning, maar dan zonder de grenzen. Hij zit al meer dan tien jaar in de gevangenis en heeft ook daarvoor al meerdere keren gezeten. Terwijl hij eerst vertelt dat hij nu echt zijn leven wil beteren, horen we enkele minuten later dat hij opnieuw verdacht wordt van oplichting vanuit de gevangenis. Hij kan zichzelf niet beheersen, zo zegt hij zelf ook. Dit geldt ook voor de verslaafde gokker Ted Stolzenbach. Hij pokert en heeft financieel meerdere keren de bodem gezien. Het is de drang om te spelen die hem telkens weer naar het casino trekt, zo legt hij uit. De portretten van de drie heren, naast de vader van Appel, zijn wonderschoon. De mannen worden puur en eenvoudig neergezet. Appel weet met zijn rustige stem en uitstraling (al is hij zelf eigenlijk niet in beeld) de mannen op een open manier over zichzelf te laten praten. Ze kijken beschouwend naar hun leven en manier van handelen, terwijl ze ondertussen net zo hard toegeven en vervolgens ook laten zien, dat ze niets kunnen veranderen aan hun drang het risico op te zoeken. Ze zijn spelers in hart en nieren. The Player werd verkozen tot beste Nederlandse documentaire van 2009 op het IDFA-festival in Amsterdam. Regisseur John Appel maakte ook de ongekend succesvolle documentaire over levensliedzanger André Hazes: Zij Gelooft in Mij (1999). Bekijk de documentaire http://bit.ly/watchtheplayer

‘John, Je moeder en ondergetekende waren van plan om je vanavond in Amsterdam te komen bezoeken. Je weet dat je moeder nogal naar je verlangt. En speciaal gaan haar zorgen uit naar de schoonheid van je kleren. Van je vader mag je niet op al te veel financiële steun rekenen. De teruggang in het zakenleven, vooral in de makelaardij, heeft je vader veel lege tijd bezorgd, te veel zelfs. Toch zat hij niet stil, ofschoon het naar buiten leek, dat hij niets presteerde. In feite was dat ook zo! En nu komt het: JE VADER HEEFT HET “EI VAN COLUMBUS” UITGEVONDEN! In eerste instantie zegt je dit weinig, doch dit ei zal van enorme betekenis blijken te zijn. Zoals met “het ei van Colombus” was er maar één die het vond . Zo ben ik waarschijnlijk de “enige” in Europa. Natuurlijk zal je denken, dit is weer een truc van je vader. Maar nee, dat is het niet. Het resultaat zal ongelovelijk [sic] succesvol zijn. Misschien mag ik het geen succes noemen, maar stom geluk. John. Ik had er behoefte aan je dit te melden, omdat ik veronderstel dat jij eens de mogelijkheid zal krijgen, deze uitvinding, en dat is het, in de praktijk voort te zetten.’ Je vader.’

9


10


Champagne Charlie Nick Andrews (Londen, °72) wordt beschouwd als één van de meest boeiende exponenten van de hedendaagse generatie Belgische schilders. De wereld van Andrews is die van plezier en genot. De inspiratiebron voor zijn schilderijen zijn reisindrukken, exotische landschappen en vergane glorie. Terwijl de meesten van zijn generatiegenoten zweren bij een Hopperiaanse, strakke belijning, worden de schilderijen van Nick Andrews gekenmerkt door gestuele penseelstreken en een flamboyant kleurenpalet waarin complementaire kleuren overheersen. Hierdoor baden de werken in een euforische, nostalgische en melancholische sfeer. Schilderen is voor hem als een jamsessie, zo iets als vrij spelen en experimenteren met kleuren en vormen en de ritmiek die daartussen ontstaat. Zelf omschrijft hij het zo graag zo: “Ik zoek naar de klank van de kleur.” In de reeks Champagne Charlie staan casino’s, goktafels, Music Halls en burleske figuren centraal. De scènes zijn geïnspireerd op het Victoriaanse London met zijn singa-long Music Hall’s en op exotische gokoorden zoals het casino van Monte-Carlo. De nadruk ligt op het artificiële tegenlicht dat de spelers en de menigte omkadert in de roes van winnen of verliezen. Wat we te zien krijgen is de uitbeelding van de 19-eeuwse decadent feestende bourgeoisie, kwetterend over de hogere kunsten maar feitelijk verdrinkend in leeghoofdigheid en nihilisme. De werken zouden een illustratie kunnen zijn bij het leven in Dostojevski’s Roulettenburg. Of sterker, Champagne Charlie is Andrews' eigen speler. Nick Andrews woont en werkt in Antwerpen en in SaintBonnet Tronçais (FR). Hij studeerde aan het KASK in Antwerpen waar hij Meester in de Schilderkunst werd en nu ook lector is. De legendarische galerie De Zwarte Panter heeft Andrews omarmd en brengt regelmatig solo-tentoonstellingen van zijn werk. C.V.C.

11


De Speler

12


De Speler in Dostojevski De magie van alles of niks

Zoals wijd en zijd is geweten, leed Fjodor Dostojevski (1821-1881) aan epilepsie, en wel op een heel eigen, erg spontane manier. Freud maakte daar nadien een schoolvoorbeeld van, zodat we vandaag zelfs kunnen spreken van “de Dostojevski-epilepsie�. In zijn verder nogal verwarrende roman De Idioot doet Dostojevski ons daar een minutieuze beschrijving van cadeau: vlak voordat hij achterover stuikt en schuimbekkend het noorden verliest, overkomt hem een overrompelend gevoelen van euforie, veroorzaakt door een ongemeen indringende luciditeit; een onverwacht, zaligmakend, verlossend inzicht in zijn anders zo getroebleerde wereld; de ideale Aha-erlebnis. 13


De Speler Vuurpeloton Die kortstondige Walhalla’s zullen de Moskoviet telkens veel deugd hebben gedaan, want wie leidde er een méér getormenteerd bestaan dan hij? Met weerzin moest hij een jarenlange opleiding aan de militaire academie uitzweten. Toen hij zestien was, stierf zijn moeder aan tbc; toen hij achttien was, werd zijn vader, die behoorde tot de gevallen Wit-Russische adel, vermoord door zijn lijfeigenen. En dan hét meest gekende melodrama rond de romancier, die in zijn jonge jaren flirtte met het socialisme: in 1849 werd hij door de Russische tsaar ter dood veroordeeld. Hij werd echter op het laatste nippertje, met zijn rug tegen de muur en de fuseliers voor zijn neus, toch gratie verleend. Waarschijnlijk een vooraf geregisseerd staaltje suspense. Maar in wezen was dit een ideale parodie op zijn epilepsie: eerst in troebel water, daarna helemaal met zijn hoofd in de wolken. Telepathie Zou het kunnen dat deze ervaring die ene schokkende kick is geweest, dat unieke moment van plotselinge genade, waarnaar Dostojevski vervolgens zijn leven lang op zoek is gebleven? Als tiener amuseerde hij zich reeds met biljarten voor geld, met winst- of verliesmakende dominospelletjes en met de roulettetafel, maar pas rond zijn veertigste werd hij een pathologische gokverslaafde. Opnieuw volgens de Freudianen, moet zijn vader daar voor iets hebben tussen gezeten. Zo geobsedeerd als die was door status en aanzien, geraakte zoonlief opgezadeld met een schuldcomplex, dat alleen kon worden opgelost door een plotsklaps magisch winnend lot. Tien jaar lang hinkte hij langs Russische, Parijse, Wiesbadense en andere speeltafels, van het ene failliet naar het andere, veelal met geleend geld. Stoppen was moeilijk, hij was ervan overtuigd geraakt te kunnen voorspellen op welke kleur het rouletteballetje ging neervallen - zelfs de unieke, groene kleur van het cijfertje nul meende hij te kunnen voorzien. En wat later dacht hij zelfs dat hij de bewegingen van de draaischijf telepathisch kon bijsturen. Héél erg soms had hij geluk, nogal wiedes. De opluchting die hij dan gewaarwerd, moet zeker een reminiscentie zijn geweest van die ene, miraculeuze ontsnapping aan het vuurpeloton. Al liep het per definitie meestal anders. Vooral wanneer hij het kapitaal van zijn

vrouw kwijtspeelde en hij naar eigen zeggen “als een dolleman”, volstrekt berooid en letterlijk half uitgekleed, de stad moest ontvluchten, met in zijn zog een bende schuldeisers. Schrijfplicht De verslaving kende wel een creatief neveneffect, opnieuw een van de grootste legendes uit de wereldliteratuur. Om aan zijn schulden te voldoen, kreeg Dostojevski in 1866 van zijn uitgever een flinke som geld los. Wel op een riskante voorwaarde: hij moest erin slagen om de man binnen de vier weken een volstrekt nieuwe, stevige novelle te bezorgen - zou hem dat niét lukken, dan zou de uitgever negen jaar lang naar hartelust alle boeken uit Dostojevski’s oeuvre mogen publiceren, zonder enige betaling. Te noteren: de romans Schuld en Boete en het bij zijn leven al erg populaire Arme Mensen waren toen reeds geschreven. Dus: opnieuw een gok van alles of niets, van leven of dood. Opgefokt en uitgeput, maar met kennis van zaken, krabbelde de auteur een paar notities bijeen met als onderwerp de wereld der gokverslaafden. Hij huurde een stenografe in, en met grote regelmaat dicteerde hij zijn kleine roman, van begin tot einde. De Speler is opmerkelijk genoeg een van zijn meest coherente verhalen ooit. Met de dame aan wie hij het verhaal dicteerde, een van de allereerste stenografen in Rusland, zou hij nadien zelfs nog trouwen - niet onbegrijpelijk. Het verhaal speelt zich af in het fictieve Duitse stadje Roulettenburg, waar een aan lager wal geraakte generaal reikhalzend uitziet naar de erfenis van zijn oude, steenrijke tante die zich ver weg ophoudt. Maar behalve over de nefaste grammatica van de gokker, gaat het boek ook, zoals het een goeie, ouwe Dostojevski betaamt, over sado-masochisme. Die oude tante in kwestie gaat maar niet dood. Sterker nog, ze verschijnt in het casino; om daar voor de ogen van haar wanhopige neef, met veel plezier haar integrale erfgoed te verbrassen, gebiologeerd door het cijfertje nul. De verteller in het verhaal, hoofdrolspeler Alexej, is smoorverliefd op de stiefdochter van de generaal, vooral omdat zij hem aldoor uitlacht. Schijnt hij haar toch even voor zich te hebben gewonnen, dan geeft hij haar, als ideale cuckold, al zijn moeizaam bijeen gespeelde geld cadeau -waarna zij hem die briefjes in het gezicht smijt, en prompt een relatie begint met zijn allerbeste vriend. Jawel, beste lezers; oompje Fjodor was lang niet altijd de 14

vrolijkste thuis... Om het tragikomische, zeer leesbare boek te consumeren, heb je veel minder tijd nodig dan voor pakweg De gebroeders Karamazov maar mensen voor wie geen enkele leesbril toereikend is, kunnen zich tot een waaier van verfilmingen wenden. Al blijven weinig regisseurs echt trouw aan het script. Nog niet zolang geleden vertaalde BBC Radio het boek naar een verrassend aangenaam luisterspel, sowieso een onderschat genre. Maar ook hier stuit je op minstens één flagrante disloyaliteit, met name op het einde; de Brits sprekende Alexej neemt zich voor om, als gelouterd bekeerling, alleen nog maar te zullen investeren in liefde. Het besluit van de bikkelharde realist Dostojevski is een pak minder slijmerig. In zijn roman trekt onze held met een handjevol muntstukken alsnog naar de roulettetafels van Zwitserland - want: ooit zal hij wel ophouden met gokken - maar: nooit vandaag. In de allerlaatste alinea van het boek doemt weer dat ene, traumatische schijn-doodvonnis op: de held moet nog vlug een fortuin bij elkaar zien te spelen om zo uit de dood weer op te staan. Vital Baeken


skincare for your hair

call 03 25 25 502 visit www.kevinmurphy.be

15


Op zoek naar een ultieme ontmoeting

Sidi Larbi Cherkaoui's Memento Mori, Op deze foto met een danseres van Les Ballets de Monte-Carlo, Š Marie-Laure Briane

Sidi Larbi Cherkaoui choreografeert Memento Mori 16


Memento Mori Sluitstuk van een drieluik Memento Mori. Gedenk dat je zult sterven. Deze eeuwenoude Latijnse uitdrukking was het uitgangspunt voor Sidi Larbi Cherkaoui’s derde creatie voor Les Ballets de Monte-Carlo. Een voorstelling die hij nu herwerkt en verder uitwerkt voor zijn eigen gezelschap. Sidi Larbi Cherkaoui: “Vanuit Les Ballets de Monte-Carlo bestond een verlangen om een sluitstuk te creëren van het drieluik dat ik met dat gezelschap begon in 2004. Bij de eerste voorstelling In Memoriam lag het uitgangspunt vooral bij het rouwproces, maar ook hoe een nieuwe energie kan gehaald worden uit de grote woede die vaak deel uitmaakt van dat rouwproces. In het tweede werk, Mea Culpa uit 2006, werkte ik veel theatraler en bestonden de thema’s uit de wonden en de trauma’s gecreëerd door onze voorouders. Ik was geïnteresseerd in de wonden die uit het kolonialisme voortkwamen en die tot op de dag van vandaag nog doorwerken. Met het laatste deel van dit drieluik, Memento Mori ging ik op zoek naar wat er overblijft van onszelf na de dood. Ik kwam tot de idee dat er niets overblijft. Er blijft niets achter. We gaan gewoon verdwijnen. De idee om opgeslorpt te worden beheerst deze voorstelling. Mijn werk Memento Mori is dan wel vanuit Les Ballets de Monte-Carlo geconcipieerd als het sluitstuk van een drieluik, het staat tegelijkertijd ook volledig op zichzelf. In de herwerking voor Ballet Vlaanderen focus ik veel meer op de zoektocht naar een ontmoeting tussen twee bepaalde figuren, een man en een vrouw. We zien hoe ze binnen een zekere leegte op zoek zijn naar een ontmoeting, zich een weg banen naar elkaar en een verbinding proberen te creëren…” Ons uitgebluste bestaan De zegswijze Memento Mori is geen bedreigend vonnis of macabere wens om ons te herinneren aan de dood die ons allemaal opwacht. Het is eerder een oproep van de choreograaf om onszelf niet te laten vervelen door de idee dat als de dood onvermijdelijk is, er niets over gezegd of mee gedaan kan worden dan er simpelweg op te wachten. Integendeel, de dood verdient onze regelmatige en voortdurend ontwikkelende aandacht. Want we denken niet op dezelfde manier na over doodgaan als kind, als volwassen persoon of als ouderling. Het meest trieste wat volgens de choreograaf kan gebeuren, is dat we het stelselmatig uiteindelijk zouden vergeten… Nadenken over de dood wekt het besef dat die ons vergezelt vanaf onze eerste schreeuw tot onze laatste adem, en dat die constante aanwezigheid ons leven tot een groot mysterie maakt. Sidi Larbi Cherkaoui heeft altijd gestreefd om zijn choreografieën met deze spirituele dimensie te verrijken, die ons aanzet om onze realiteit te herwinnen. Die realiteit verandert niet, het is de manier waarop we naar deze realiteit kijken die verandert en ons in staat stelt om als individu te verbeteren. Herinneren is groeien. Cherkaoui: “Een belangrijke inspiratiebron voor mij was de tekst “Why are we so jaded?” (“Waarom zijn we zo uitgeblust?”) van de Amerikaan Jason Silva. Het is een tekst die handelt over hoe we alles voorspelbaar vinden en eigenlijk verveeld zijn door de realiteit rondom ons en dat dat eerder te maken heeft met onze eigen instelling dan met de buitenwereld. We voelen ons uitgeblust, stelt hij. We weten zoveel dat we voortdurend projecteren op onze omgeving en niet meer écht kijken. Als je iets herkent, maak je meteen de connectie waardoor je nuances of afwijkingen niet meer waarneemt. Voor mij echt een sprekende tekst over onze 17

toestand vandaag. De onmogelijkheid om opnieuw verliefd te worden, de onmogelijkheid om schoonheid te zien. We lijken dat verloren te hebben. Door dit luidop te zeggen, hoop ik dat mensen hun eigen barrières weglaten om terug te kijken naar hele eenvoudige zaken. Zo bestaat een van de solo’s uit een gevoel van het vallen van kleine druppels. Een eenvoudig beeld wordt opgeroepen waarin de danseres lijkt te ontrafelen. Het was als een zoeken naar een grote galactische omwenteling.” Circulaire sequenties Deze filosofie wordt geïllustreerd in de door de choreograaf ontwikkelde bewegingstaal. Al zoekend naar groeiende, ademende bewegingen die voortdurend vloeibaar zijn, is Sidi Larbi Cherkaoui voornamelijk bezig om choreografische motieven aan elkaar te koppelen. Het belangrijkste is niet zozeer de beweging zelf, maar de manier waarop die voortkomt uit de vorige en de aanzet geeft voor de volgende. De stijl van Sidi Larbi Cherkaoui is “vloeibaar”, het gaat om circulaire sequenties, over het steeds afwisselen van bloei en verval. De syntax is belangrijker dan de woordenschat. Deze constante vloeibaarheid vraagt de dansers om zich nooit te vestigen, maar om deel te worden van een esthetische stroom waarin het lichaam zelden stilstaat. Cherkaoui: “Ik liet me inspireren door spiraalvormen, wat zich uitte in complexe formaties met vele dansers tegelijkertijd. Maar in Memento Mori werkte ik ook voor het eerst met bewegingsmateriaal uit de tango binnen een balletproductie. Ik wilde wat ik geleerd had van mijn tangoleraars in Buenos Aires, toepassen op andere dansers, geschoold in een heel andere techniek. Het is heel boeiend toe te kijken hoe klassieke dansers zich Argentijnse tango eigen maken en daar uiteindelijk een geheel eigen wijze van bewegen in vinden, zelfs op pointes. In Mea Culpa gebruikte ik reeds de wals maar de tango in Memento Mori maakte de bewegingssequenzen nog complexer, vooral binnen het benenwerk: van een eenvoudige pas-de-valse naar de complexiteit van het benenwerk in de tango.” Woodkid Voor de muziek deed Sidi Larbi Cherkaoui beroep op songs van de Franse zanger Woodkid die wereldwijd faam maakte in het genre neofolk. Cherkaoui creëerde eerder al het aangrijpende duet “I will fall for you” in een videoclip voor Woodkid op een van zijn bekendste nummers “Land of All”. Cherkaoui: “De muziek van Woodkid klinkt romantisch en melancholisch en handelt over het verlies van een geliefde. Daarnaast behandelt zijn muziek ook een militair aspect. Woodkids Iron bijvoorbeeld verhaalt eigenlijk over de rol van de soldaat. Daar vond ik een link met de balletwereld: de balletdanser als een soldaat. Zo begin ik ook de voorstelling: battements en jetées tot het absurd wordt. Een militaire parade bedoeld als een statement en een reflectie op de wereld vandaag.”


Memento Mori

Sidi Larbi Cherkaoui's Memento Mori, Op deze foto met dansers van Les Ballets de Monte-Carlo, Š Marie-Laure Briane

William Forsythes Worwithinwork, met dansers van Zurich Ballet, Š Gregory Batardon

18


Memento Mori MEMENTO MORI Cherkaoui / Shechter / Forsythe Sidi Larbi Cherkaoui’s Memento Mori is eveneens de titel van het drieluik dat Ballet Vlaanderen programmeert als laatste voorstelling van het seizoen. Dit drieluik staat in het teken van de ontmoeting. “Gedenk dat je zult sterven”, was het uitgangspunt voor Cherkaoui’s voorstelling. Hoe beïnvloedt de stervensgedachte het leven? Het is de laatste ultieme ontmoeting die hier centraal staat, die met de dood. Ook in de andere twee delen van dit drieluik staan ontmoetingen centraal.

In Your Rooms, op deze foto met dansers van de Hofesh Shechter Company, © Ben Rudick

Memento Mori Antwerpen vanaf 12 juni Gent vanaf 28 juni

In een van zijn meest aangrijpende werken, In your rooms, gaat Hofesh Shechter op zoek naar het spanningsveld tussen individu en maatschappij. Deze Israëlisch-Britse componist en choreograaf creëerde een werk dat bruist van de intense lichamelijkheid. Hij schuwt hierbij het provocerend-politieke maar ook het puur menselijk-intieme niet. Shechter schetst een donker beeld van de maatschappij waarvan het individu steeds meer vervreemdt. Het is tegelijkertijd een plek die schrikbarend vertrouwd aanvoelt. De personages op scène onthullen hun veranderende drijfveren, hun gebrek aan controle en hun kwetsbaarheid door middel van complexe en ontroerende ontmoetingen. Tijdens de eerste ogenblikken in William Forsythe’s Workwithinwork wordt een man getoond wiens eenvoudige contrasterende bewegingen snel overgenomen worden door de dansers achter hem. Het hart van het werk wordt gevormd door een opeenvolging van duetten. Het zijn intense gesprekken tussen mensen: van de strijdhaftige ontmoeting tussen de twee mannen aan het begin van het stuk, tot de tedere pas-de-deux waarin een vrouw in arabesque als het ware door de lucht zweeft. De soms onpersoonlijke duetten worden geflankeerd door sterke delen voor ensemble van waaruit ze ook ontstaan. Met Workwithinwork brengt Ballet Vlaanderen opnieuw een meesterwerk van William Forsythe binnen in het brede repertoire van het gezelschap. K. B.

19


Akram Khan ‘Voor nieuwe territoria heb je nieuwe landkaarten nodig’

Giselle als migrante: de vluchtelingenproblematiek gevat in een balletklassieker 20


Giselle

Overladen met vier- en vijfsterrenkritieken en prestigieuze onderscheidingen – zoals de Britse Olivier Award – geldt Akram Khans Giselle nu al als een van de meesterwerken van de eenentwintigste eeuw. Khan verplaatste het verhaal van het iconische klassiek-romantische ballet naar deze tijd, inzoomend op actuele thema’s als de migratieproblematiek en de wijze waarop onze ‘beschaving’ omgaat met minderbedeelden, maar tegelijkertijd blijft hij opmerkelijk dicht bij het oorspronkelijke libretto. Na de wereldpremière bij English National Ballet, in 2016, is Ballet Vlaanderen nu het eerste andere gezelschap dat Khans productie aan het repertoire mag toevoegen.

Giselle Losse kaarten al te koop voor een aantal voorstellingen

“Lijk ik soms op Giselle? Nee, absoluut niet!” Akram Khan denkt, schertsend, weer even terug aan de periode, nu zo’n drie jaar geleden, waarin hij kort na elkaar door maar liefst vier balletgezelschappen werd gevraagd om een eigentijdse Giselle te maken. “Heel surrealistisch. Hoe kan dat? Ik begreep er niets van. Waarom ik?” Wanneer ik in reactie zeg dat hij nu eenmaal een begenadigd verhalenverteller is en dat dat zeker meegespeeld zal hebben, antwoordt hij: “Wellicht. Maar de belangrijkste reden was, zo vertelde een artistiek leider mij, het feit dat de tweede akte van Giselle (waarin de zogeheten wili’s – geesten van overleden jonge vrouwen – wraak nemen op de mannen door wie zij bedrogen zijn – AvL) zich in een spirituele wereld afspeelt.” Khan (43, geboren in Wimbledon, Londen) heeft ‘iets’ met spiritualiteit, met mythes, met eeuwenoude volksverhalen en -epossen, maar dan wel vooral gerelateerd aan zijn Bengaalse roots. De wereldwijd gelauwerde choreograaf combineerde de afgelopen bijna twintig jaar hedendaagse dans met de – al jong van huis uit meegekregen – klassieke Indiase kathakdans, daarbij regelmatig vertrekkend vanuit mythologische en spirituele bronnen. En juist die andere, niet een-twee-drie met Giselle te associëren achtergrond triggerde Tamara Rojo, artistiek directeur en sterprincipal van het English National Ballet (en eerste cast voor de rol van Giselle in Khans productie). Khan, die tot dan toe slechts eenmaal een klassieke Giselle had gezien, liet zich overhalen. “Ik voelde mij bevrijd door Tamara’s uitnodiging en tegelijkertijd ervoer ik een enorme last op mijn schouders”, zegt hij, terugkijkend. “Als een van de meest geliefde balletten ter wereld heeft Giselle toch min of meer een heilig imago. Maar daartegenover stond dat ik, omdat ik niet uit de balletwereld afkomstig ben, me ook niet aan de regels van het ballet hoefde te houden. Tamara en haar team waren daarin heel belangrijk. Zij zorgden voor dat bevrijde gevoel, twijfelden geen seconde aan mij en gaven mij alle ruimte om mijn weg in het verhaal te vinden.” Sterke vrouwen Dat dat een geheel nieuwe weg moest zijn, was voor Khan 21

meteen duidelijk. “Een avondvullende balletproductie maken is nieuw territorium voor mij. En voor nieuwe territoria heb je nieuwe landkaarten nodig, nieuwe manieren van werken. Het was de Zweedse Mats Ek die mij daar met zijn meesterlijke, eigenzinnige Giselle – waarvan de tweede akte zich afspeelt in een psychiatrische inrichting – de moed voor gaf. Tegelijkertijd echter wist ik dat ik geen productie wilde maken die mijn eigen dansers (van de eigentijdse Akram Khan Company – AvL) beter hadden kunnen uitvoeren. Ik wilde het balletpubliek een échte Giselle geven en ik wilde die Giselle ook echt úit de balletlichamen van de dansers laten komen. Daarin lag voor mij de uitdaging.” Een ander uitgangspunt dat al snel vorm kreeg in Khans hoofd was dat hij zijn titelpersonage heel anders wilde neerzetten dan gangbaar in de meeste Giselle-producties, doorgaans gebaseerd op het negentiende-eeuwse libretto van Théophile Gautier en Jules-Henri Vernoy de Saint-Georges. “Wat bij veel mythologische verhalen overduidelijk is, is dat ze geschreven zijn door mannen, gezien vanuit hun ogen. Giselle is, door een hartaandoening, niet alleen zwakjes, ze is ook buitengewoon lief en bedeesd, met haar verlegen, vleiende wimperopslag. Ze is totaal niet zoals de vrouwen door wie ik omringd word. Mijn moeder is een heel sterke vrouw, weliswaar altijd fijnzinnig in hoe ze dingen aan de kaak stelt, maar ze laat echt niet over zich heen lopen. En datzelfde geldt voor mijn vrouw en inmiddels ook voor mijn vijfjarige dochter. Ik wilde Giselle daardoor niet anders zien, haar niet anders dan als een sterke vrouw portretteren.” Geweld van de ongelijkheid Die sterke vrouw is een migrante die in een fabriek werkt, maar door sluiting van de fabriek op straat komt te staan en voor haar broodheren vervolgens alleen nog ‘nuttig’ is als ‘exotisch vermaak’. Ondertussen echter heeft zij, een outcast, wel een liefdesrelatie gekregen met Albrecht, de zoon van een van de rijke families die zich – letterlijk en figuurlijk – achter een hoge muur verschuilen. Albrecht, verkleed als outcast, klimt regelmatig over de muur om Giselle te bezoeken, maar zodra hij ontmaskerd wordt, kiest hij niet voor zijn geliefde, maar voor zijn afkomst.


Akram Khan

Giselle, English National Ballet, © Laurent Liotardo

“Sinds mijn twee kinderen geboren zijn, leef ik meer in het heden”, zegt Khan, ter verklaring van zijn onderwerpkeuze. “De manier waarop wij in Engeland – ook na de Brexit – en elders op de vluchtelingenproblematiek reageren en hoe wij met migranten omgaan, raakt mij diep. Het heeft mij nóg bewuster gemaakt van de tegenstellingen tussen rijk en arm en van het geweld van de ongelijkheid.” Khan vertelt hoezeer de beelden van het verdronken Syrische jongetje, in 2015 aangespoeld aan de Turkse kust, hem geschokt hebben, evenals de nieuwsberichten over de vele levensverwoestende branden in kledingfabrieken in, vooral, Bangladesh, het geboorteland van zijn ouders. Door in zijn productie voor dat laatste thema aandacht te vragen, legt hij ook een band met Manchester, de stad waar Khans Giselle in september 2016 in première ging. “In de achttiende eeuw verplaatste de rijkdom en voorspoed van de textielindustrie zich door het economische tij van Bangladesh naar Manchester, waardoor Dhaka in grote armoede achterbleef. Twee eeuwen later gebeurde het omgekeerde: de Britse industrie stortte in en verplaatste zich terug naar Bangladesh. Alleen is er ditmaal geen sprake meer van rijkdom en voorspoed.” Waakhond Met de English National Ballet-dansers sprak Khan uitgebreid over de thema’s die hem inspireerden. “Ik investeer niet enkel in het werken met lichamen, ik neem dansers mee op een reis. We hebben maandenlang samengewerkt, ons wekenlang verdiept in hoe het is om een migrant te zijn, om, ver weg van je eigen land, geen huis te hebben, geen vrienden en vaak ook weinig of geen familie in de buurt. Ik ben een ‘watchdog for sincerity’ (waakhond voor eerlijkheid). Ik moet geloven in wat dansers doen, in wat ze laten zien. Ik wil geen balletdansers op het toneel zien, maar ménsen.” Khans tweede akte speelt zich niet af in een bos, het rijk der wili’s, maar in een ‘ghost factory’, een door rijke

Giselle, English National Ballet, © Laurent Liotardo

multinationals verlaten fabriek. “De arbeidsters die er werkten, waren geen slachtoffer van de liefde, zoals in het oorspronkelijke Giselle-verhaal, maar van jarenlange uitputting, mismanagement en dodelijke ongelukken die voortvloeiden uit hebzucht en onverschilligheid. Hun geesten waren sindsdien door de fabriek.” Zij zijn Khans wili’s, de vrouwen die wraak nemen, maar ook in zijn productie vergeeft Giselle Albrecht en doorbreekt daarmee als het ware de cirkel van geweld en bedrog. Op de vraag of hij gelooft dat dit laatste ook echt mogelijk is en of kunst bij deze en andere wereldproblemen een rol kan spelen, antwoordt hij: “Ik weet het niet, maar we moeten het hoe dan ook blijven proberen. De huidige politieke wereld is zo ‘messed up’, dat we daar weinig van hoeven te verwachten. Wat rest is onze kunst, onze cultuur, die hopelijk de aanzet kan zijn tot een betere en meer coherente wereld.” Niet één maar twee doden De synopsis in het English National Ballet-programmaboek lezend, valt het me op hoe logisch Khans keuzes in feite zijn en hoe dicht zijn libretto aanligt tegen het origineel. “Ik wilde me laten leiden door het oorspronkelijke verhaal, dat was mijn ‘pathway’”, zegt hij daarover. “Maar hoe overeenkomstig ook, er zijn ook essentiële verschillen, al hebben Ruth Little (Khans dramaturge – AvL) en ik die bewust niet opgenomen in de synopsis omdat we een zekere tweeslachtigheid wilden laten bestaan.” Niettemin spreekt Khan zich daar nu wél over uit. “In mijn productie is het Hilarion (degene die, omdat ook hij verliefd op Giselle is, Albrecht verraadt – AvL) die Giselle doodt. Zijn wens om ooit vermogend te worden, maakt dat hij trouw is aan de rijke landheren en dat doet hem besluiten om Giselle te wurgen. Iets wat nóg tragischer is doordat mijn Giselle – een briljant idee van mijn vrouw – zwanger is. Dat maakt zowel Albrechts bedrog als zijn verlies nóg groter en Giselles waanzin nóg begrijpelijker.” 22


Giselle

Giselle, English National Ballet, © Laurent Liotardo

Wie het oorspronkelijke ballet goed kent, zal in Khans versie zeker karakteristieke bewegingen uit de traditionele Giselle herkennen. En evengoed klinken flarden uit Adolphe Adams originele muziek door in de speciaal voor de gelegenheid geschreven compositie van Italiaan Vincenzo Lamagna, die verder doorspekt is met ‘industriële geluiden’. Khan: “Sterker nog: ik denk dat zo’n zeventig tot tachtig procent van de partituur herkenbaar is, maar wel alleen voor de ware ballet-diehards.” Openbaring De creatie van Giselle heeft hem en zijn relatie tot beweging enorm ‘gestretcht’, zegt Khan. “Het heeft me de kans geboden te onderzoeken hoe ik mijn danstaal met klassieke balletlichamen verder kan ontwikkelen, net zoals dat het geval zou zijn geweest wanneer ik opeens met hiphoppers aan de slag was gegaan. Ik heb zó veel nieuwe inzichten opgedaan, het werken aan deze productie was voor mij echt een genot en een grote openbaring – waar kan dit allemaal nog meer toe leiden? Ik weet nu ook waarom ik als danser stop (Khan toert momenteel de wereld over met zijn laatste solo XENOS – AvL). Ik heb mijn eigen lichaam inmiddels voldoende geëxploreerd, de komende jaren wil ik mij in nieuwe richtingen ontwikkelen.” Betekent dat ook dat we meer bewerkingen van klassiekers van zijn hand kunnen verwachten? “Dat durf ik niet te zeggen, maar ik ben zeker nieuwsgierig en ik houd van balletten als Het Zwanenmeer, De Notenkraker, Carmen. Cruciaal is echter of ik een manier vind om mijzelf tot de verhalen van die balletten te verhouden, zonder daarbij de integriteit van het origineel te verliezen.” Geen kopie

oktober – zal vertolken. Is zo’n herinstudering, gezien de lading en gevoeligheid van de thema’s in zijn productie, geen extreem gewaagde onderneming? Khan: “Eén ding is zeker: we hebben niet diezelfde maandenlange voorbereidingstijd om te investeren in de psychologische, emotionele en fysieke aspecten van het onderwerp, maar daar staat tegenover dat de productie stáát, dat we een structuur hebben van waaruit we verder kunnen bouwen. Natuurlijk zal de uitvoering in Vlaanderen geen exacte kopie van de uitvoering in Londen worden. Maar dat moet ook niet. Deze uitvoering moet op de lichamen van de dansers in Antwerpen worden toegesneden.” Dat hij juist aan Ballet Vlaanderen zijn meesterwerk toevertrouwt – nadat de groep dit voorjaar al zijn productie Kaash danste – heeft, zegt hij, alles met artistiek leider Sidi Larbi Cherkaoui te maken. “Ik vertrouw mijn productie aan Larbi toe. Dat hij de groep aanvoert, is een buitengewone kans voor Vlaanderen. Ik ken niemand die zó veelzijdig, zó universeel is in zijn aanpak en manier van denken als Larbi. Hij is een van die zeldzame mensen die in staat zijn om verleden en toekomst, Oost en West te verbinden. Die tradities, mythes en bestaande vormen in ere houdt, maar die tegelijkertijd zijn ogen duidelijk op de toekomst gericht heeft. Larbi bouwt bruggen en doet dat op zó’n organische manier, zowel binnen de dans als daarbuiten. Hij is daarmee van onschatbare waarde. Voor de danswereld én voor België.” Astrid van Leeuwen

Giselle Gent vanaf 16 oktober Antwerpen 1 november

Ballet Vlaanderen is na het English National Ballet het eerste andere gezelschap dat Khans Giselle – vanaf komende 23


Joëlle Auspert in Made Man, © Hans Gerritsen

Soliste Joëlle Auspert neemt afscheid

“Ik heb altijd al voor ballet geleefd, nu moet ik mezelf heruitvinden” 24


Joëlle Auspert

Op haar negen ging Joëlle Auspert, die als hobby al piano speelde, mee met een vriendinnetje naar de balletles. Ze was niet een van die meisjes die droomde van roze tutu’s, maar wanneer Joëlle zich aan iets overgeeft, is dat altijd passioneel. 33 jaar later blikt ze terug op een leven in functie van de dans. Een modeltraject voor Vlaanderen: na de Koninklijke Balletschool in Antwerpen werd ze deel van Ballet Vlaanderen waar ze vandaag solist is. Ze danste onder vele artistiek directeurs van Robert Denvers en Kathryn Bennetts tot Assis Carreiro en Sidi Larbi Cherkaoui. Van klassiek tot hedendaags, met het accent op karakterrollen. Dit jaar studeert ze af als danslerares en neemt afscheid van de bühne.

De eerste lentedagen, Joëlle komt verscholen achter een zakdoek in de cafetaria van Ballet Vlaanderen. Haar glimlach breekt door wanneer ze ons ziet: “Hooikoorts”. Geen pretje wanneer je van repetitie naar repetitie moet hollen. En dat is nog niet alles, want letterlijk tussen de bedrijven door haalt Joëlle haar bachelor. Ze wordt leerkracht dans. Joëlle Auspert: "De taken die we moeten schrijven zijn zwaar, vooral omdat ik eigenlijk franstalig ben. Dat maakt dat ik zo mijn eigen manier heb om de dingen te zeggen (lacht). De praktijk is geen probleem. Ik geef mijn stagelessen hier in huis. Mijn collega’s zijn super geweest. Het was wel confronterend. Plots stond ik aan de andere kant en zag hen compleet opgaan in zichzelf. Zit dit goed, dat goed… hoe zie ik er uit? Ik doe dat als danser ook, ik kijk bijvoorbeeld voortdurend in de spiegel om elke beweging te controleren. Maar als lerares ga je compleet op in de anderen, je bestaat niet meer. Je geeft alleen maar. Ik doe ook alles voluit mee, maar niet met de focus op mezelf. Er is veel veranderd in de manier van lesgeven. Het is niet meer streng rondlopen met een stokje in de hand en dansers erop wijzen dat ze te dik zijn en moeten stoppen met eten." Extreme discipline was decennia lang het regime van Joëlle. Geen dag ging voorbij zonder balletles. Op 4 juli danst ze haar laatste voorstelling. Auspert: "Ik ben een harde werker en een vechter, maar ik heb nooit rollen of promoties afgedwongen. Maar nu voor mijn laatste performance wil ik graag in Forsythe dansen. Ik weet nog niet precies hoe ik afscheid zal nemen, ik weet wel dat ik mijn familie wil bedanken die mij altijd gesteund heeft. Het moeilijkste 25

komt vast daarna. Na de vakantie wanneer de anderen weer aan de slag gaan. Dan komt het besef. Ik ben op mijn achttien beginnen werken en ben nooit gestopt, tot nu. Dan moet je jezelf heruitvinden." Interpretatie, een personage neerzetten, acteren, dat zijn de troeven van Joëlle Auspert. Ze schitterde als enige vrouw in het ijzersterke Made man van Nicolo Fonte, waarin ze haast een tweelingfiguur van Alain Honorez was. Auspert viel op in het expressionistische, iconische werk van Kurt Jooss De Groene Tafel. Maar meest van al werd ze opgemerkt in Pina Bausch’ Café Müller en dook haar naam op in de recensies. Auspert: "Ja, dat is iets dat mij ligt. Ik ga niet speciaal voor applaus en lof, maar ik hou van de performance zelf. Je inleven en dan alles geven, dat bezorgt je een kick. Die fysieke uitdaging maar ook uit je comfort zone treden. Bovendien moet het iets betekenen wat je doet. Misschien is theater wel iets voor mij. In het begin van mijn carrière, toen ik nog heel jong was, gaven klassieke stukken mij houvast. Het duurde niet lang voor ik met mijn ‘karakterkop’ expressieve rollen kreeg als de moeder in Romeo en Julia. Rollen waar je normaal gezien een zekere maturiteit moet voor hebben. Als ik zo terugblik, ligt neo-klassiek en modern mij misschien het meest. In the middle van Forsythe of The Return of Ulysses een creatie voor Ballet Vlaanderen van Christian-Spuck, dat waren werken waarin ik tot mijn recht kwam. Ook met Jiří Kylián werken was fantastisch, wellicht mijn beste ervaring met een choreograaf. Ik ben niet de technische topballerina, mijn talent ligt in het artistieke, de vertolking. Ook al vecht ik al mijn hele leven om fysiek die perfectie te benaderen. Ik moet toegeven dat


Joëlle Auspert

Joëlle Auspert & Alain Honorez in Made Man, © Hans Gerritsen

hedendaags voor mij soms een brug te ver is. Om een voorbeeld te geven, er wordt vaak verwacht dat je improviseert. Maar in mijn opleiding was daar nog geen sprake van. Dus ik heb dat beetje bij beetje moeten leren. Ik zal het zeker in mijn lessen steken, want het maakt het voor een danser wel boeiend."

aanbrengen in mijn leven en… blijven bewegen. Ik heb dat echt nodig om mij zowel mentaal als fysiek goed te voelen. Bewegen, dansen of pilates, is als een drug voor me, het behoedt me voor depressie. Mijn lichaam is daar van jongs af op ingesteld. Wat ik sowieso ga missen is de artistieke dimensie, dat iemand anders kunnen zijn. Ik wil best freelance nog dansen, graag zelfs, maar geen pointes meer (lacht) en alleen dingen die ik echt wil. Ik moet ook nog veel inhalen, wat meer leven. De meeste van mijn vrienden zijn verbonden met de danswereld, wie weet wat vind ik buiten die cocon. Ik moet ook aan mijn sociaal leven werken nu (lacht)."

Auspert begint op haar 41ste aan een nieuw leven. Ze is hongerig om haar mogelijkheden te exploreren. Hoe breed ze haar spectrum ook schetst, dans zal een hoofdrol in haar leven blijven spelen. Auspert: "Ik moet zelfs nog uitzoeken wat ik wil. Misschien wel een eigen werk maken. Ik heb dat nooit eerder gedaan, zelfs niet in Choreolab, ik danste altijd. Een ding is zeker, ik moet structuur

Chris Van Camp

26


SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM 27


David Alden zet zijn tanden in Lohengrin Lohengrin Gent vanaf 20 september Antwerpen vanaf 7 oktober

Khovansjtsjina in Opera Vlaanderen, seizoen 2014-2015

28


Lohengrin

Peter Grimes in Opera Vlaanderen, seizoen 2009-2010

De Amerikaanse theatermaker David Alden tekende met Peter Grimes (Britten) en Khovansjtsjina (Moesorgski) voor memorabele producties in Opera Vlaanderen. Telkens ging het om opera’s die maatschappelijk harde noten kraken en waarin groepsdruk en onomkeerbare collectieve processen centraal stonden. Denken we aan de Einzelgänger Peter Grimes die in de kleine vissersgemeenschap van The Borough meer en meer geïsoleerd geraakt en verdacht wordt van kindermisbruik en moord. Denken we aan het ‘eindspel’ van Khovansjtsjina waarin verschillende ideologische groeperingen elkaar naar het leven staan en politiek en religie fataal met elkaar verstrengeld geraken. Alden is de man om door de bomen het bos te zien. Hij weet complexe verhalen uiterst helder in beeld te brengen en kan als geen ander grote koor- en massascènes de baas. Dit meesterschap bewees hij in de aangehaalde producties en het zal zeker aan de orde zijn in zijn nieuwe lezing van Lohengrin - de opera van Wagner waarin de mysterieuze outsider en Graalridder een plaats tracht te veroveren binnen een gemakkelijk te manipuleren gemeenschap. Met zijn gedegen kennis 29

van het grote repertoire en zijn vertrouwdheid met alle bijzonderheden van een operapartituur gaat Alden als een scanner door het stuk dat hij op de werkplank heeft. Essentieel voor hem is de focus op de hedendaagse relevantie van een opera-intrige. Of zoals hij zich uitte over de historische stof die de basis vormde van Moesorgski’s opera: “Alle informatie moet vertaald worden naar een heldere, moderne vormgeving waarbij er zowel hints kunnen zijn naar Rusland als naar de rest van de wereld. De personages moeten duidelijk van elkaar onderscheiden worden terwijl de scenische beelden het publiek heel direct moeten aanspreken.” Theater dat je bij het nekvel grijpt én een gedetailleerde personenregie zijn inderdaad andere specialiteiten van de doorwinterde regisseur die kan terugblikken op een indrukwekkend internationaal palmares en die vanaf de jaren 1970 tal van spraakmakende producties afleverde in verschillende grote huizen. Piet De Volder


Seizoen 2018-2019

In het teken van de vergankelijkheid die vernieuwing in zich draagt 30


Vooruitblik nieuw seizoen

Een nieuw seizoen, een nieuw thema: vergankelijkheid. Best gedurfd, want is dat nu net niet waar we ons zo moeilijk mee kunnen verzoenen? Het laat denken aan de vanitasschilderijen waarop een gedoofde kaars, een verwelkte bloem, een zandloper en een schedel ons waarschuwen voor de voorbijgaande aard van alles en het leven in het bijzonder. Misschien doemt bij de optimisten eerder de feniks op die straks uit zijn as verrijst. Vergankelijkheid is immers de motor van transformatie. Geen nieuw begin zonder de sloop van wat was. Stof om een seizoen lang over te filosoferen.

abo nn niet ees ho s te e mis ven sen

31


Vooruitblik nieuw seizoen

O

p

e

r

a

oorlogsmisdaden van de nazi’s maar geen greintje spijt betoont. Het ligt achter hem, het is geschiedenis geworden, toegedekt door de tijd. Hij leeft liever nog lang en gelukkig zonder ook maar enige straf te krijgen. Hier zitten we met een dilemma rond vergankelijkheid. Als het goede vergaat, vergaat dan ook het kwade? Mogen we dat zomaar wegwissen? Een heel boeiend thema. Niemand minder dan Calixto Bieito tekent voor de regie. Ook bijzonder: Les Bienveillantes is een coproductie met de opera van Neurenberg, de stad waar niet alleen de partijcongressen van Hitler doorgingen maar waar ook de grote nazi-processen plaatsvonden. De opera zal er binnen twee jaar opgevoerd worden.

Voor opera-intendant Aviel Cahn is het zijn laatste seizoen bij Opera Vlaanderen vooraleer hij een nieuwe wind doet waaien in het operahuis van Genève. Voor die gelegenheid verzamelt hij nog éénmaal een plejade van topregisseurs rond zich en zet iconische werken op het programma. Highlights De balletopera: Satyagraha Na het bijzonder succesvolle Akhnaten staat het sterk visuele Satyagraha in een regie van Sidi Larbi Cherkaoui op het programma. Cherkaoui maakte vorig seizoen met Pelléas et Mélisande, een regie in samenwerking met Damien Jalet, niet zomaar een uitstap naar opera. Het was wel de eerste keer dat hij bij Opera Vlaanderen een operaproductie realiseerde. Dit seizoen wordt de kruisbestuiving verder gezet en komt zijn wereldwijd bejubelde productie van Philip Glass’ opera Satyagraha, die hij in 2017 in opdracht van Theater Basel maakte, over de charismatische figuur Gandhi, voor het eerst naar Vlaanderen. Satyagraha gaat over de nog jonge Gandhi die niet in India, maar in Zuid-Afrika de grondslag voor zijn concept van het geweldloze verzet legt. Glass zet de persoonlijke groei van Gandhi tegenover de traditionele teksten van het hindoeïsme, de Bhagavad Gita. We zien hoe Gandhi invloed uitoefent op andere wereldfiguren en uiteindelijk India en de wereld een spirituele erfenis nalaat. Het repetitieve van Glass’ muziek brengt je al meteen in die flow van weerkeren. Ook visueel laat het je niet los, het is een balletopera geworden waarin Sidi Larbi Cherkaoui zang, muziek en dans totaal verweeft. We zetten weer een stap verder in het opheffen van de muren tussen verschillende kunstdisciplines en tussen opera en ballet in het bijzonder.

“Het is geen eenduidig begrip en dat maakt het interessant. Vergankelijkheid gaat over verandering, over dingen die voorbijgaan waardoor er andere ontstaan. Uiteraard schuilt er ook een grote melancholische lading in. Na tien jaar Opera Vlaanderen geleid te hebben, kondigt mijn afscheid zich nu aan. Maar eigenlijk dient die vergankelijkheid zich elk seizoen aan. Het ene jaar veegt het andere uit en brengt iets nieuw. Je kan niet aan alles vasthouden en verwachten dat het voor eeuwig is.” — Aviel Cahn — Nieuwkomers als afsluiters: Les Pêcheurs de perles De voorbije jaren heeft Opera Vlaanderen veel mensen uit die verbluffend sterke, Vlaamse kunstscène aangespoord om de stap naar opera te zetten. Denk aan Jan Fabre, aan Stef Lernous van Abattoir Fermé. Dit seizoen krijgen de jonge maar bejubelde makers van FC Bergman de kans om hun werkterrein te verleggen. Les Pêcheurs de perles van Bizet waarmee ze aan de slag gaan, is geen evidente keuze. Er waren hen andere titels voorgesteld, maar deze opera kwam bovendrijven. Het voordeel is dat de operaliefhebber de muziek kent maar hoogst zelden een opvoering ervan zag. Dat geeft qua lezing en setting een grote vrijheid omdat er geen referentiepunt is, anders dan wanneer je la Traviata zou brengen. Les Pêcheurs de perles is wellicht het werk dat het meest rond vergankelijkheid draait. Rond het vergankelijke van vriendschap en liefde, maar tegelijk rond het uiteenvallen van de omkaderende structuren. De visuele hoogstandjes van het theatergezelschap indachtig - JR, Het land Nod, Van den vos, 300 el x 50 el x 30 el - mogen we nu al stellen dat het een heuse beeldenstorm wordt.

De operathriller: Cardillac Een opera die ook al jaren op tafel lag was Cardillac van Paul Hindemith. Aviel Cahn stelde het werk bij het begin van zijn samenwerking met Guy Joosten al voor. Cardillac is eigenlijk een intrigerend verhaal over een serial killer - een kunstenaar die geen afstand kan doen van de juwelen die hij maakt en telkens de bezitter ervan vermoordt. Het wordt helemaal een donker verhaal wanneer zijn dochter een juweel cadeau krijgt. Het werk past perfect in de toch wel belangrijke serie Duitse opera’s van het begin van de 20ste eeuw die Opera Vlaanderen het voorbije decennium bracht. Het werk van componisten als Weill, Korngold, Zemlinsky en nu Hindemith kreeg de voorbije jaren een voorname rol in het repertoire.

Toevalstreffer: Uitgerekend in de rand van het seizoen dat vergankelijkheid als thema meekreeg, werd Opera Vlaanderen met de productie De zaak Makropoulos op het Janáček-festival in Brno uitgenodigd. Een werk dat draait om het al dan niet bemachtigen van een elixir dat de vergankelijkheid kan doorbreken en eeuwig leven schenkt. De productie zit zo ook onder de vlag waar het zeker thuishoort.

De nu al controversiële wereldcreatie: Les Bienveillantes Doet de titel Les Bienveillantes een belletje rinkelen? Dat kan want het gelijknamige boek van de FransAmerikaanse auteur Jonathan Littell was bij het verschijnen in 2006 al meteen een succes. Het is ook een controversieel werk, voornamelijk door de ongewone invalshoek van waaruit de Tweede Wereldoorlog wordt bekeken. Het boek, en straks dus ook de opera, vertelt het verhaal van Maximilian Aue, een voormalig SS-officier die zich schuldig maakte aan de 32


Vooruitblik nieuw seizoen

Campagnebeeld Satyagraha, © Hans Op de Beeck, uit Staging Silence film

Campagnebeeld Cardillac, © Hans Op de Beeck, uit Staging Silence film

Campagnebeeld Les Pêcheurs de perles, © Hans Op de Beeck, uit Staging Silence film

33


Vooruitblik nieuw seizoen

Campagnebeeld Giselle, © Hans Op de Beeck, uit Staging Silence film

Campagnebeeld Bach Studies, © Hans Op de Beeck, uit Staging Silence film

Campagnebeeld Furioso, © Hans Op de Beeck, uit Staging Silence film

34


Vooruitblik nieuw seizoen

B

a

l

l

e

t

Voor Sidi Larbi Cherkaoui is dans in essentie vergankelijkheid. De ene beweging verdwijnt in de andere. Hij noemt dans een tijdelijke schets van de werkelijkheid. Het programma voor 2018-2019 neemt de toeschouwer mee op een boeiende trip die de gelaagdheid van dans in de verf zet. We mogen zeggen dat Cherkaoui in dit vierde jaar dat hij de artistieke lijnen uitzet voor Ballet Vlaanderen, bijzondere dansers rond zich wist te scharen die stuk voor stuk sterke persoonlijkheden zijn en over een enorm divers talent beschikken. Die veelzijdigheid wordt stilaan het handelsmerk. Wie Ballet Vlaanderen op de voet volgt, detecteert wel vaker parallellen tussen het parcours van artistiek directeur Sidi Larbi Cherkaoui en de weg die het gezelschap de voorbije jaren heeft afgelegd. Het netwerk dat Cherkaoui als internationaal verankerde ster-choreograaf door de jaren heen opbouwde, omarmt nu ook Ballet Vlaanderen.

pro­gram­ma maakt met de virtuositeit van Johann Sebastian Bach als uitgangspunt. Bach Studies (werktitel) is een coproductie met zijn eigen gezelschap LA Dance Project. Met de dansers legt hij de basis voor het werk, waardoor we bij Ballet Vlaanderen meteen meer in de diepte kunnen werken en het werk meer tijd krijgt om te rijpen. Geïnspireerd door Bachs complexe ritmes, stelt Millepied zichzelf als uitdaging om Bachs compositietechnieken te exploreren en te vertalen naar een fysieke realiteit. De beweging wordt geïnspireerd door Millepieds eigen emotionele reactie op de muziek. Twee iconische werken van Bach, waaronder Partita Nr. 2 en de beroemde Passacaglia, zijn de hoofdwerken voor de choreografie. Benjamin Millepied stelde een uniek team samen voor deze productie. De wereldberoemde Amerikaanse kunstenaar Robert Irwin bouwt voor deze productie een originele set. Furioso trekt de vrouwelijke kaart

Highlights Giselle maar dan anders Choreograaf Akram Khan maakte in 2016 zijn Giselle op vraag van het English National Ballet. Hij vertaalde het oorspronkelijke romantische verhaal naar een situatie die aansluit bij actuele problemen. Het speelt zich niet af in een boerengemeenschap maar onder migranten. Giselle is een vluchtelinge die in een textielfabriek werkt. Het gaat over onrechtvaardigheid, uitsluiting en over de strijd om aan je lot te ontkomen. Die transformatie sluit aan bij vandaag terwijl het nog steeds over de verlossende kracht van de liefde gaat. De band die de Brits-Bengaalse choreograaf Akram Khan met Ballet Vlaanderen opbouwt, zouden we een extrapolatie van zijn verleden met Sidi Larbi Cherkaoui kunnen noemen. Beide choreografen waren een soort katalysators in elkaars carrière. Ze maakten in 2005 samen Zero Degrees, een duet waarmee ze zich op de kaart zetten als zelfstandige performers en makers. Een simultaan proces waarna de evolutie van zowel Cherkaoui als Khan in een stroomversnelling kwam.

“Ik denk dat we de positieve, constructieve kant van vergankelijkheid moeten belichten. De ruimte die erdoor tot stand komt waarin nieuwe dingen kunnen ontstaan. Ook het besef dat niet alleen dingen waar we van houden de vergankelijkheid in zich dragen, maar dat ook moeilijke momenten voorbijgaan. Vergankelijkheid als gangmaker voor nieuwe hoop.” — Sidi Larbi Cherkaoui — Een avondvullende wereldcreatie van Benjamin Millepied Voor Sidi Larbi Cherkaoui is samenwerking cruciaal. Hij deelt zijn dansers dan ook graag met andere choreo­ grafen die hun stempel drukken op de danswereld van vandaag. Benjamin Millepied is zo iemand. Millepied legde als jonge artistiek directeur een bijzonder parcours af met Le Ballet de l’Opéra national de Paris. Zijn eigen choreografieën maar net zo goed de keuzes die hij maakte, hebben de traditie over de klif van de 21ste eeuw getild. Het is een grote eer voor Ballet Vlaanderen dat Millepied speciaal voor ons een bijzonder avondvullend 35

Een triple bill met werk van drie vrouwelijke topchoreografen; Meryl Tankard, Trisha Brown en Jeanne Brabants. Drie sterke persoonlijkheden, drie unieke bewegingstalen. De voorstelling kreeg de naam van het stuk Furioso van Meryl Tankard dat wereldwijd succes kende. Het is een vurig en passioneel danstheaterstuk waarin de grenzen van mannelijkheid en vrouwelijkheid tot het uiterste gedreven worden. Trisha Brown was met onder andere Twelve Ton Rose op muziek van Webern een van de grondleggers van de Amerikaanse dans. Brown bestudeerde Weberns twaalftoonstechniek, waaraan ook de titel van haar stuk refereert. In een poëtisch spel, waarin licht beweging zichtbaar maakt en duisternis beweging doet verdwijnen, focust Brown op verstilling. Dialoog geldt dan weer als een van de meest iconische werken van de Belgische oermoeder van de dans en oprichtster van Ballet Vlaanderen Jeanne Brabants. Deze intieme pas-de-deux handelt over een man en een vrouw die uit elkaar gegroeid zijn en niet meer met elkaar lijken te communiceren. Het sluit daarmee inhoudelijk naadloos aan bij het werk van Meryl Tankard binnen dit drieluik. Met Dialoog maakte Jeanne Brabants een van haar meest poëtische voorstellingen. Ga naar www.operaballet.be voor het volledige programma van het nieuwe seizoen.


De seizoensbeelden van Hans Op de Beeck Op zoek naar visuele connotaties met het thema ‘Vergankelijkheid’ kom je al snel in het universum van Hans Op de Beeck terecht. Een Belgisch kunstenaar die weliswaar vanuit Brussel opereert, maar wiens fenomenale output zich niet laat vatten binnen de landsgrenzen. Na zijn studies aan Sint-Lukas in Brussel, het HISK in Antwerpen en aan de Rijksacademie in Amsterdam, volgde meteen een residentie in New York. Vandaag is de lijst van plekken waar Hans Op de Beeck reeds exposeerde meer dan indrukwekkend: van de Biënnale van Venetië tot het Museo de Arte Moderno de Buenos Aires en van het Palais de Tokyo in Parijs tot de Espace Louis Vuitton in München. Sinds hij in 2001 de Prijs Jonge Belgische Schilderkunst won, heeft de internationale kunstwereld hem in de armen gesloten. De kunstenaar liet zich echter niet strikken voor één medium. Hij vertelt zijn verstilde verhalen net zo goed via installaties, videokunst en sculpturen als in tekeningen, foto’s, tekst en muziek. Op de Beeck is een totaalkunstenaar pur sang. Het meest herkenbaar zijn wellicht de verstilde situaties die hij construeert en weergeeft in zijn gepatenteerde grijs. Kleine objecten tot levensgrote installaties krijgen een sluimer van weemoed. Deze bevreemdende referenties aan herkenbare situaties uit ons postmoderne leven dwingen de toeschouwer/bezoeker om stil te staan bij de vergankelijkheid van het moment. Een proces dat niet zelden melancholie oproept. Een raakvlak met de thematiek die Opera Ballet Vlaanderen dit seizoen aansnijdt, dringt zich op. De connotatie wordt helemaal duidelijk in Hans Op de Beecks video-cyclus Staging Silence, respectievelijk geproduceerd in 2009 en 2013. Twee handen creëren in een vast frame een schijnbaar eindeloze stroom van settings en werelden. Een perpetuum mobile van constructie en deconstructie. De wisselende modellen worden gracieus opgebouwd met alledaagse gebruiksvoorwerpen. Ze suggereren een veelheid aan landschappen, van

een besneeuwd bos tot een industrieel ogende stad of een futuristisch landschap; structuren voor een samenleving in transitie – symbolen van de tijdelijkheid. Dit werk waarin het scheppen van illusies centraal staat, kan ook gelezen worden als het onthullen van de mechanismen achter de theaterpraktijk. Hoe verhalen opgebouwd en voortgestuwd worden, hoe er telkens poëtisch gerefereerd wordt aan elementen uit de realiteit zonder ooit te vervallen in letterlijkheid. In het kader van de samenwerking met Opera Ballet Vlaanderen vervolledigt de kunstenaar deze video-cyclus met een derde luik: Staging Silence 3. Ook hier wordt weer ingezet op veranderingsprocessen, op de metamorfose die een spel speelt met het brein van de toeschouwer en hem aanzet tot het maken van connotaties. Eigenlijk net zoals een voorstelling dat doet. Het seizoensbeeld en de beelden bij de producties werden in samenspraak met de artistieke directie en dramaturgie gekozen uit Staging Silence 2 aangevuld met nieuwe beelden ter voorbereiding van Staging Silence 3.

36

“Meestal vertrek ik van een gevoel of een soort stemming die ik wil ensceneren en waarvan ik hoop dat die stemming overgedragen wordt op de toeschouwer. Dit spelen op ‘stemming’ is een moeilijke en complexe inzet en kan snel gevaarlijk worden. Met mijn werk lever ik dan ook een soort gevecht om via mise-en-scène tot een waarachtige beleving te komen. Ik hou van het moment waarop je, door dingen op een bepaalde manier in beeld te brengen, een beeld kan doen kantelen naar iets waarachtigs. Dit is zoals bij het theater: op het ene moment zie je gewoon een aantal acteurs op een podium, op een ander moment worden de acteurs personages en denk je niet meer na over de artificiële context en krijgt het geheel iets authentieks. Ik zie mijn werk als een manier om met de melancholie en absurditeit van het menselijke bestaan om te gaan. Ik wil dat je altijd kan terugvallen op de relativering “het is maar een enscenering”, het is een constructie die toelaat om het ondraaglijke te relativeren. “ — Hans Op de Beeck —


Perfectie en vernieuwing zijn de sleutelwoorden van patissier en chocolatier Joost Arijs. No-nonsense patisserie, geen extreme of zware smaakcombinaties, geen gekke tierlantijntjes of drukke decoraties. Alles draait hier om de puurheid van de ingrediënten, verfijnde smaken en texturen. Zijn uitgepuurde creaties zijn een genot voor alle zintuigen.

VLAANDERENSTRAAT 24 9000 GENT T. 09 336 23 10

THEODOOR VAN RIJSWIJCKPLAATS 3 2000 ANTWERPEN T. 03 501 98 39

WWW.JOOSTARIJS.BE


Laureaten in concert

Laureatenconcert Koningin Elisabethwedstrijd Opera Gent za 23 juni deSingel Antwerpen zo 24 juni

Bruggen bouwen tussen oost en west Oksana Lyniv, de Oekraïense dirigente die in Gent en Antwerpen het Laureatenconcert van de Koningin Elisabethwedstrijd 2018 zal dirigeren, was van 2013 tot 2017 de muzikale assistente van Kirill Petrenko aan de Bayerische Staatsoper. Zelf dirigeerde ze aan de Bayerische Staatsoper hernemingen zoals Mozarts La clemenza di Tito, Donizetti’s Lucia di Lammermoor en Strauss’ Ariadne auf Naxos. Sinds september 2017 is Oksana Lyniv chefdirigente van de Oper Graz en het Grazer Philharmonisches Orchester. Haar eerste seizoen in de Oostenrijkse stad is een waar succes: naast haar moedige stukkeuze prijzen critici de uitstekende muzikale kwaliteit van de opvoeringen die zij leidt. 38


Oksana Lyniv In België hoort men altijd dat de Koningin Elisabethwedstrijd één van ’s werelds belangrijkste muziekwedstrijden is. Is dat een schromelijke zelfoverschatting?

te bouwen tussen Oost en West, zowel in Oekraïne als in Europa. En leveren die pogingen, bijvoorbeeld met het Oekraïense Jeugdsymfonieorkest, ook resultaat op?

Oksana Lyniv: Nee. De Koningin Elisabethwedstrijd heeft daadwerkelijk een zeer goede reputatie. Ik ken ook enkel winnaars van de zangeditie en het is me een eer om een laureatenconcert te mogen dirigeren. Is het deelnemen aan dergelijke wedstrijden belangrijk voor zangers? Lyniv: Sprekend vanuit mijn eigen ervaring, niet enkel voor zangers maar voor musici in het algemeen: ja! In 2004 was ik laureaat van de door de Bamberger Symphoniker georganiseerde GustavMahler-Dirigeerwedstrijd. Dat heeft mij toen ongelofelijk verder geholpen. Vooral na je studie is het belangrijk om aan internationale wedstrijden deel te nemen: zo kan je jezelf en je opleiding vergelijken met andere musici en hun parcours. In de finale komen is leuk, maar ook als dat niet lukt, werpt een deelname zijn vruchten af. Als voorbereiding heb je immers heel wat stukken ingestudeerd en tijdens de wedstrijd doe je contacten op die je in je verdere beroepsleven kan gebruiken. Wat zijn volgens jou zaken die een jury kunnen overtuigen? Lyniv: De kwaliteit van een stem en de virtuositeit waarmee men deze stem beheerst, zijn bij een zangwedstrijd natuurlijk uiterst belangrijk. Wat daarnaast veel indruk maakt, is een sterk karakter, een sterke podiumpersoonlijkheid. Een stem moet de meest diepe zielenroerselen kunnen uitdrukken: wanneer een zanger of een zangeres van bij zijn of haar eerste toon zich in zijn eigen gevoelswereld bevindt en er in slaagt om die overtuigend aan het publiek te communiceren, dan zit het goed. Oekraïne heeft in 2013 en in 2014 een erg woelige periode doorgemaakt: Euromaidan, de Oekraïense Revolutie, de Russische Annexatie van de Krim … Hoe gaat het momenteel in jouw thuisland? Lyniv: In het oosten zijn er nog steeds onrusten, in het westen is de situatie relatief gekalmeerd. Het hele land voelt echter de crisis. Zelf probeer ik ondertussen zo veel als mogelijk te investeren in de verdere ontwikkeling van de Oekraïense cultuur. Een eerste voorbeeld daarvan is het door mij gestichte Oekraïense Jeugdsymfonieorkest dat uit 70 jongeren tussen de 14 en de 22 jaar oud bestaat. Die jongeren komen uit heel Oekraïne. Het doet er niet toe welke taal ze spreken, Oekraïens of Russisch, het doet er niet toe aan welke kant ze staan: belangrijk is dat ze samen musiceren. Op 16 augustus spelen we in het Konzerthaus Berlin in het kader van het festival Young Euro Classic en op 17 september openen we in Graz het concertseizoen. Daar verheug ik me zeer op! Een ander initiatief van mij is het LvivMozArt Festival in de Oekraïense stad Lviv, gewijd aan Mozarts zoon Franz Xaver. In de juli vindt hiervan de tweede editie plaats: vele gerenommeerde Europese kunstenaars zullen dan bij ons te gast zijn. Zo probeer ik bruggen 39

Lyniv: In april hebben we voor de eerste keer een muziekkamp gehad waarbij alle jongeren van het Oekraïense Jeugdsymfonieorkest in de buurt van Lviv zijn samengekomen om elkaar te leren kennen en natuurlijk ook om vlijtig te repeteren. We hebben verschillende masterclasses georganiseerd die ervoor gezorgd hebben dat deze 70 jongeren die elkaar voordien niet kenden, afkomstig uit het hele land, uiteindelijk tot één gemeenschap en tot één klanklichaam werden samengesmeed. Dat was zeer intensief. En het was mooi om te zien dat sommigen van die jongeren op het einde van dat kamp moesten wenen: ze vonden dat de maand juli – wanneer onze volgende bijeenkomst plaatsvindt – nog veel te lang wachten was. In Graz hebt u in december Tsjaikovski’s Jevgeni Onegin gedirigeerd. In hoeverre weegt de huidige politieke situatie op het werk dat u dirigeert? Lyniv: De Russische taal en cultuur heb ik in de tijd van de Sovjetunie op school aangeleerd gekregen. Vandaag hou ik nog erg veel van de Russische cultuur en van de Russische klassieke muziek. De agressieve politiek van de Russische staat mag men echter niet verwarren met cultuurschatten als de werken van Tsjaikovski. De mensen van Oekraïne zijn er het hart van in dat twee historisch en cultureel zo sterk met elkaar verbonden volkeren op zo verschrikkelijke wijze met elkaar oorlog kunnen voeren. Anderzijds zitten de frustraties diep: 500 jaar geleden was het al zo dat in Oekraïne zelf de Oekraïense taal verboden was, hetzelfde gold voor de literatuur en de klassieke muziek. Wat er nu gebeurt, is dus het resultaat van een lange en gecompliceerde geschiedenis. Ik denk altijd na over wat ik als Oekraïense zelf kan doen. Eén van mijn oplossingen is, in mijn concertoptredens wereldwijd en in het bijzonder in Europa, het dirigeren van de weinig bekende muziek uit mijn thuisland. Wat zijn de uitdagingen bij het dirigeren van jonge zangers die weinig orkestervaring hebben, zoals de zangers van de Koningin Elisabethwedstrijd? Lyniv: Ik heb al dikwijls met jonge zangers samengewerkt. Het is voor mij zeer belangrijk dat de eerste ervaring die zij met een orkest opdoen, succesvol is. Naast een eer is het tevens een grote verantwoordelijkheid om hen in die eerste ervaring te begeleiden. Van de dirigent hangt immers veel af: een verkeerd geslagen tempo kan zangers in grote moeilijkheden brengen. Samen met het orkest wil ik jonge zangers het best mogelijke fundament geven, zodat ze zich zeker voelen, ondersteund en gedragen. Mien Bogaerts


Rien ne va plus middagconcert

‘Faites vos jeux!’ Een pianorecital met hoge inzet

negentiende-eeuwse pianomerken. Daniel Barenboim heeft bij de voorstelling van het instrument iets heel treffend gezegd, namelijk dat dit een instrument ‘voor tien vingers is, en niet voor twee handen’. Deze piano is inderdaad gemaakt om extra mogelijkheden te creëren op het vlak van kleuren en polyfonie. Je kan er vele klankkwaliteiten op naar boven halen en er makkelijker verschillende lagen tegelijk op onderscheiden. Je kan dat tot op zekere hoogte ook op een moderne Steinway, maar dan moet je er veel harder voor werken. Voor de stukken die ik in Gent en Antwerpen presenteer, is een instrument als dit, dat krachtig en modern klinkt, en dat tegelijk veel reliëf aan de verschillende registers in de partituur kan geven, dan ook uiterst geschikt.

Met De Speler van Sergej Prokofjev zet Opera Vlaanderen het seizoensthema Rien ne va plus een laatste keer in de kijker. Jan Michiels speelt met pianorecitals in Gent en Antwerpen verrassend in op dat thema: muziek uit de 20ste eeuw die op verschillende vormen van muzikaal spel focust, komt daarin aan bod. Naast werk van Sergej Prokofjev zelf, selecteerde hij ook composities van Claude Debussy, John Cage en György Kurtág. En Jan Michiels koos ook een heel bijzondere piano uit om de fascinerende klankwerelden die in deze composities opduiken, te kunnen aanboren. Het gaat over het concertvleugelmodel dat Chris Maene voor het eerst in 2015 voor Daniel Barenboim bouwde. De snaren lopen er allemaal parallel en niet kruiselings. Waarom wilde je precies dat instrument voor deze concerten gebruiken? Jan Michiels: Toen Chris Maene mij enkele jaren geleden vertelde dat hij met dit project bezig was en ik even later het instrument voor het eerst hoorde, vond ik het echt een revelatie. Deze piano combineert de kracht van de moderne concertvleugel met de verfijning van de

Je trekt met een programma dat de titel Faites vos jeux! kreeg, de kaart van het spelen in de muziek. Hoe spontaan mag muziek of een uitvoering zijn zonder dat de kwaliteit daar onder lijdt? JM: Voor de uitvoerder geldt altijd dat hoe beter hij voorbereid is, hoe meer hij kan loslaten tijdens een 40


Jan Michiels

concert. Ik pleit voor een grondige voorbereiding en een zoektocht naar de originele impulsen die bij het componeren ontstonden en die dus in de muziek aanwezig blijven. Als je die eenmaal gevonden hebt, dan komt het musiceerplezier vanzelf. Daarnaast mogen we ook niet vergeten dat veel pianomuziek van Debussy, Beethoven of Prokofjev vaak al improviserend en spelenderwijs ontstaan is. Ook Haydn improviseerde ’s ochtends voor hij zijn dagtaak aanving, om daar dan later materiaal van te weerhouden. Het vrije spelen blijkt vaak een inspiratiebron waaruit ideeën voor een compositie gefilterd worden. Hoeveel spelgehalte schuilt er in de stukken die je voor je programma selecteerde? JM: Het programma zit eigenlijk tussen twee uitersten. Aan de ene kant is er Jeux van Claude Debussy. Ik beschouw Jeux als het centrale stuk van mijn programma. Dat werk gaat weliswaar over een spel van een man en twee vrouwen met een tennisbal, toch is het een zeer gelaagde en gedetailleerde partituur waarin niets aan het toeval overgelaten wordt. Ik speel ze in een pianoversie die voor de balletrepetities van Diaghilev gemaakt werd. Ze is dus niet voor het concertpodium bedoeld, maar wel zo goed geschreven dat ze in die context ook uitstekend werkt. De meesterlijke orkestratie die hier ontbreekt, hoop ik door het gebruik van de bijzondere rechtsnarige piano grotendeels te compenseren. En aan de andere kant van het spectrum staat Music of Changes van John Cage waar de componist net alles op toeval baseerde. De selectie uit Játékok vormt in mijn programma de brug tussen de uitersten Debussy en Cage. Toch denk ik niet dat de luisteraar tijdens de uitvoering zal merken aan welke kant van het spectrum we ons precies bevinden. Cage gooide bij het componeren van dit werk met dobbelstenen en munten. Welk doel had hij daarmee voor ogen? JM: John Cage was geboeid door oosterse filosofie en ging op basis van het oude Chinese Book of Changes een grote waarde toekennen aan het toeval om zelf geen creatieve keuzes te moeten maken. Niet Cage maar het gooien van dobbelstenen en munten bepaalden het verloop van de muzikale gebeurtenissen. De wil van de componist werd dan wel uitgeschakeld, de uitvoerder moet wel precies spelen wat er geschreven staat. Ik moet dus eerst door al die bolletjes heen. Er mag uiteindelijk geen enkel toeval in de uitvoering doordringen. John Cage is heel belangrijk geweest voor het denken over muziek. Door onder meer oosterse filosofie in het westerse denken te integreren, trachtte hij vastgeroeste modellen te deblokkeren. Ook met zijn 4’33’ deed hij dat. Eigenlijk beoefende hij in het midden van de 20ste eeuw al een vorm van conceptuele kunst. Van Sergej Prokofjev plaatste je twee werken op het programma: Toccata en een selectie uit Visions fugitives. Twee werken die tijdens of kort na de Eerste Wereldoorlog ontstonden. Beschouw je dat als zijn beste periode? JM: Wellicht is Prokofjevs tweede pianoconcerto uit 1913, waarvan de partituur helaas vernietigd werd door een brand, zijn interessantste werk. Het is muziek waarvan men destijds vond dat ze krankzinnig was en

dat ze stonk! Maar ook de werken uit dezelfde periode op dit programma laten een redelijk ongefilterde Prokofjev horen die nog niet door de communistische voorschriften of door commerciële drijfveren beïnvloed werd. Op zijn best is Prokofjev een geniale kameleon die veel voorbeelden had, en die allemaal goed kon assimileren om er een eigen kleur aan te geven. De Toccata is een demonstratief werk in de lijn van de 19de-eeuwse virtuositeit. Het is een zeer goed geschreven werk dat zeker geen goedkope sleutel tot succes wilde zijn. De Visions fugitives zijn korte pianostukken die me aan de vroege fotografie doen denken. Dat groteske en super poëtische van vroege foto’s herken je ook in deze muziek. Je hoort er dingen, zoals sarcastische toetsen, die twintig jaar eerder ondenkbaar waren. Met Játékok of Spelen van de Hongaarse componist György Kurtág komen we bij een componist terecht die je na aan het hart ligt. Waarin schuilt de kracht van zijn oeuvre? JM: Zijn oeuvre omvat slechts een paar uren muziek, maar het is van onschatbare waarde. Ik geloof echt dat zijn muziek de komende eeuwen overeind zal blijven. Het mooie is dat hij als componist bijna geen speciale technieken gebruikt. Hij wil niet demonstratief zijn en maakt muziek met do-re-mi-fa-sol-la-si-do. En toch zorgt hij altijd voor alchemie. Hij creëert nieuwe harmonieën zonder vernieuwend te willen zijn. Je voelt dat hij wordt gevoed door een eeuwenlange traditie. Hij kan bijvoorbeeld de altvioolpartij van het derde Razoemovskykwartet van Beethoven zo maar even uit het hoofd voorspelen. Zo laat hij door de traditie te herbeleven altijd weer nieuwe, authentieke muziek ontstaan. Ook in de miniaturen die Jatékok zijn, gaat hij intuïtief om met wat de geschiedenis hem te bieden heeft. Hier voel je de traditie van Bartók, Webern of Messiaen. Ik beschouw hem vooral als een erfgenaam van Bartók. Ik vind symbolisch dat hij in 1926 geboren werd, het jaar dat Bartók de pianosonate Sz. 80 schreef. Welke rol mag je als uitvoerder in deze authentieke muziek spelen? JM: Kurtág heeft geen compositieles gegeven, maar wel met uitvoerders zoals het Hagen Quartett of Zoltán Kocsis samengewerkt. Ook ik heb het geluk gehad om van hem te mogen leren. Hij komt in die sessies zo dicht bij de componist die dan uitgevoerd wordt, dat het lijkt alsof Schumann of Brahms er zelf bijzitten. Het eerste wat hij doet als hij een uitvoerder onder handen krijgt, is die zijn ego aan de kant laten zetten. Daarna leert hij je twee noten na elkaar spelen tot er een wonder gebeurt. Daarna drie noten, dan vier… Dat leidt telkens weer tot eeuwige verwondering. Tom Eelen

Middagconcert: 'Faites Vos Jeux' Gent zo 3 juni, 15:00u Antwerpen zo 10 juni, 11:30u

41


Traditie en innovatie: het beste van twee werelden Chris Maene Straight Strung Grand Piano

Middagconcert Faites vos jeux! Gent 03.06.18 Antwerpen 10.06.18

42


(Advertorial)

Het was een sensatie twee jaar geleden. Dirigent en pianist Daniel Barenboim presenteerde een revolutionair andere vleugel die de kracht, stabiliteit en het toucher van de moderne concertvleugel met de transparante klank en de kleurregisters van diens rechtsnarige voorloper in zich verenigt. Het instrument werd exclusief voor Barenboim gebouwd in het West-Vlaamse Ruiselede in de fabriek van Chris Maene. Nu zijn we in de tweede fase beland, en wordt deze vleugel, die luistert naar de naam Chris Maene Straight Strung Grand Piano, in productie genomen.

In 1859 begon Steinway met een nieuw concept, dat door alle andere bouwers werd overgenomen. De bassnaren werden gekruist over de snaren van het middenregister aangebracht. Ook werden de zangbodems anders gemaakt, met de nerven van het hout diagonaal. Door die klank raakte Daniel Barenboim in 2011 geïnspireerd toen hij op een vleugel van Franz Liszt speelde. Hij droomde van een modern instrument met die heldere klank en de definitie van elke toon afzonderlijk op dat instrument. Uiteindelijk kwam hij in contact met Chris Maene - een specialist op het gebied van de historische piano’s met een eigen collectie van meer dan 300 instrumenten. In de Chris Maene Factory worden al decennia kopieën van historische instrumenten gebouwd.

vergaarde kennis kon worden toegepast. Het contact met Barenboim, en het wederzijds respect - pianist en pianobouwer noemen elkaar maestro - zorgde voor een stroomversnelling. Het concept van dit project behelst meer dan rechtsnarigheid. Ook de positie van de brug t.o.v. de zangbodem is heel belangrijk. Nieuw is ook de gepatenteerde zangbodem met de houtnerven parallel aan de snaren, behalve in de discant, waar het hout met de nerf gekruist op de snaren is aangebracht. Daarvan bestaan geen voorbeelden in de geschiedenis. Dat is een eigen uitvinding. Verder heeft de vleugel een gietijzeren frame, een moderne mechaniek en een rim (kast) gebogen uit één stuk, zoals ook Steinway dat doet.

Eigen uitvinding Door historische instrumenten te bouwen en te restaureren, afkomstig van verschillende bouwers, die in hun tijd vaak concurrenten waren, kom je meer te weten over deze instrumenten dan de bouwers in hun tijd konden weten. Chris Maene miste bij het bouwen van exacte replica’s ruimte voor eigen inbreng. Hij koesterde al lang de wens om een eigen, moderne concertvleugel gebaseerd op historische én moderne principes, te bouwen, een instrument waarin alle 43

Chris Maene en zijn team nodigen sterpianist Jan Michiels uit om het concert Faites vos jeux! in Gent en Antwerpen op de Straight Strung Grand Piano te brengen. Na het concert van 10 juni volgt een interview over Jans ervaring. www.maene.be


Link Middagconcerten in het seizoen 18-19 Opera Vlaanderen vergast u niet alleen op opera, ballet en concert. Vaste waarde in het huis zijn ook de middag- en namiddagconcerten die verrassend inspelen op de geprogrammeerde opera’s van het moment. Inhoudelijke thema’s van de opera’s, de componisten en de historische context waarin ze werkten, geven even goed de richting aan als het overkoepelende seizoensthema. Musici uit eigen huis, jonge zangers en externe specialisten in kamermuziek en lied blenden in een programmering die ontdekkingen en verrassingen geenszins schuwt. Ook in het seizoen 2018-’19 vinden de concerten afwisselend plaats op week- en zondagen. Zie voor de volledige programmering www.operaballet.be en de nieuwe seizoenbrochure.

Film n Cinema Zuid Igrok (De Speler) Aleksej Batalov (USSR/ Tsjechië, 1972)

Het eerstvolgende middagconcert is: Van sagen en legenden Narratieve liederen van Schubert, Schumann, Loewe, Liszt en Wolf

Een van de muziekdramatische hoogtepunten in Richard Wagners Lohengrin is de zogenaamde Grälserzählung - het cruciale moment waarop de protagonist zijn lang verborgen gehouden identiteit openbaart. Het biedt een echo van de vele verhalende en poëtisch-evocerende teksten die het Duitse romantische Lied rijk is - denken we aan Schuberts Der Zwerg, de balladen van Carl Loewe of Es war ein König in Thule van Franz Liszt. De Italiaans-Duitse bariton Vincenzo Neri, die eerder te gast was in Opera Vlaanderen (Der König Kandaules, Infinite Now), neemt ons, samen met huispianist Jef Smits, mee op een tocht door een meeslepend stuk DuitsOostenrijkse cultuur- geschiedenis waarin theatrale levendigheid en verbeelding het voor het zeggen hebben.

De novelle van Dostojevski inspireerde niet alleen componist Sergej Prokofjev maar ook allerlei filmmakers. Deze weelderige Russisch-Tsjechische coproductie was de eerste Russische verfilming van het verhaal en volgt het boek getrouw. De speler in kwestie is een jonge leraar die zijn geluk beproeft aan de roulettetafels, uiteindelijk helemaal bezwijkt aan zijn gokverslaving en alles verliest: zijn liefde, zijn waardigheid en zijn zelfrespect. Regisseur Aleksej Batalov (die vooral naam maakte als acteur in films als De dame met het hondje en Als de kraanvogels overvliegen) weet dankzij mooie locatieopnamen en een uitgekiende art direction een haast Proustiaanse sfeer op te roepen. Batalov: “Heel de film is doordrongen van de mentaliteit van de speler, een trotse natuur die van geen compromissen wil weten. Zijn rebellie tegen de hem omringende wereld maakt hem tot een buitengewone persoonlijkheid, die naar mijn mening niet zonder charme is.” Cinema Zuid za 23 jun 19:30u

31 mei Studiedag Kunst en rechtspraak Op het moment waarop Opera Vlaanderen La clemenza di Tito presenteert, is in het Museum Hof van Busleyden in Mechelen de internationale tentoonstelling Roep om rechtvaardigheid. Kunst en rechtspraak in de Bourgondische Nederlanden (1450-1650) te zien. Deze belicht de rijke en fascinerende wisselwerking tussen kunst, rechtspraak en het idee van (on)recht in de Nederlanden van de 15de tot de 17de eeuw. Bij deze gelegenheid organiseren Opera Vlaanderen en het Museum Hof van Busleyden samen een studiedag over de rol die de kunsten doorheen de geschiedenis gespeeld hebben in de beeldvorming rond rechtspraak, recht en onrecht. Denk niet alleen aan de talloze afbeeldingen van Vrouwe Justitia, maar ook tot en met vandaag het thema van de rechtspraak in theater, film en literatuur. De studiedag vindt plaats op donderdag 31 mei in het Museum Hof van Busleyden in Mechelen. De lezingen worden gegeven in het Nederlands en zijn gericht op een breed publiek. De sprekers zijn onder andere Anke Brouwers (Universiteit Antwerpen), Emese von Bóné (Erasmus Universiteit Rotterdam), Stefan Huygebaert (Universiteit Gent), Luc Joosten (Opera Ballet Vlaanderen) en Nathan van Kleij (Universiteit van Amsterdam). Tijdens de studiedag krijgen deelnemers de gelegenheid om de tentoonstelling Roep om rechtvaardigheid te bezoeken. Roep om rechtvaardigheid loopt van 23 maart tot en met 24 juni 2018 in het Museum Hof van Busleyden (Frederik de Merodestraat 65, 2800 Mechelen) en wordt georganiseerd in samenwerking met het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. Praktisch 31 mei tussen 9u15 en 18u30 (met aansluitend bezoek aan de expo mogelijk tot 22u) Zaal Dodoens, Museum Hof van Busleyden Frederik de Merodestraat 65, Mechelen Prijs: 15 euro inschrijven en volledig programma via: www.hofvanbusleyden.be/studiedag-kunst-en-rechtspraak

Opera Antwerpen do 11 okt 12:30u Opera Gent vr 12 okt 12:30 u

44


De Nationale Loterij en Opera Vlaanderen zetten rond DE SPELER alles op het spel. Het Rien ne va plus seizoen sluit af met De Speler, het moment om onszelf te bevragen hoe het zit met onze eigen spelduivel. Lotto spelen, een kraslot onder de kerstboom leggen, je afvragen wat je zou doen als Win for Life- winnaar, we doen het allemaal wel eens. Je hoeft geen echte gokker te zijn om je kans te wagen. Bovendien steunt iedere speler van de Nationale Loterij indirect ook Opera Ballet Vlaanderen en talloze andere culturele en maatschappelijke doelen. Een win-win dus.

Tijdens de Antwerpse voorstellingenreeks van De Speler zetten we ons jarenlang partnership extra in de verf. Laat ons u verleiden door… • Een exclusieve tentoonstelling van historische loterij objecten • Animatie in Monte Carlo stijl voor en na de voorstelling in de opera pop-up • Een gratis mini-conference over de goklust van Dostojevski • Mogelijkheid tot brunch voor de matinee voorstelling en na middagconcert • Een speelse afterparty zeg maar!

Ontdek onze vele extra’s Zondag 10 juni Middagconcert Rien ne va plus + Brunch Donderdag 28 juni Première Antwerpen + afterparty (WERELDBEKER België Engeland in de pop-up op groot scherm!) Vrijdag 29 juni Voorstelling + afterparty Zondag 1 juli Matinee + brunch Dinsdag 3 juli Voorstelling + afterparty Donderdag 5 juli Voorstelling + afterparty Zaterdag 7 juli Dernière De Speler + slot party met live muziek

Boek tijdig uw tickets en brunch en voel je een winnaar! www.operaballet.be


Agenda wo 16 mei 20:00u wo 23 mei 20:00u vr 25 mei 20:00u za 26 mei 15:00u zo 27 mei 15:00u wo 30 mei 20:00u vr 1 jun 20:00u za 2 jun 15:00u zo 3 jun 15:00u 15:00u 20:00u zo 10 jun 11:30u di 12 jun 20:00u wo 13 jun 20:00u do 14 jun 20:00u vr 15 jun 20:00u 20:00u za 16 jun 15:00u 20:00u zo 17 jun 15:00u 15:00u di 19 jun 20:00u do 21 jun 20:00u vr 22 jun 20:00u za 23 jun 20:00u 20:00u zo 24 jun 20:00u do 28 jun 20:00u 20:00u vr 29 jun 20:00u za 30 jun 20:00u zo 1 jul 15:00u 15:00u di 3 jul 20:00u 20:00u wo 4 jul 20:00u do 5 jul 20:00u za 7 jul 20:00u za 1 sep 20:30u zo 2 sep 11:30u za 8 sep 11:00u 20:00u zo 9 sep 15:00u 20:00u ma 10 sep 10:00u di 11 sep 14:00u 20:00u do 13 sep 15:00u 20:00u vr 14 sep 20:00u za 15 sep 11:00u 20:00u ma 17 sep 10:00u do 20 sep 18:30u za 22 sep 11:00u 20:00u zo 23 sep 15:00u

Khan/Cunningham/Forsythe La clemenza di Tito La clemenza di Tito Zaterdagrondleiding La clemenza di Tito La clemenza di Tito La clemenza di Tito Zaterdagrondleiding La clemenza di Tito Middagconcert: Faites vos jeux! La Damnation de Faust Middagconcert: Faites vos jeux! Memento Mori De Speler Memento Mori De Speler Memento Mori Zaterdagrondleiding Memento Mori De Speler Memento Mori De Speler Ballet Vlaanderen te gast in deSingel Ballet Vlaanderen te gast in deSingel Laureatenconcert Koningin Elisabethwedstrijd 2018 Ballet Vlaanderen te gast in deSingel Laureatenconcert Koningin Elisabethwedstrijd 2018 De Speler Memento Mori Memento Mori Memento Mori De Speler Memento Mori De Speler Memento Mori Memento Mori De Speler De Speler Klassiek in de stad 2018 / Ballet Vlaanderen Klassiek in de stad 2018 / Opera Vlaanderen Zaterdagrondleiding Choreolab Choreolab Choreolab Rondom Lohengrin Choreolab Choreolab Choreolab Choreolab Choreolab Odegand Choreolab Rondom Lohengrin Lohengrin Rondleiding Openingsgala Angela Gheorghiu / Antwerp Symphony Orchestra Lohengrin

46

Ballet Opera Opera Plus Opera Opera Opera Plus Opera Concert Plus Concert Ballet Opera Ballet Opera Ballet Plus Ballet Opera Ballet Opera Plus Plus

De Spil Roeselare Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent deSingel Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent deSingel deSingel

Concert Plus

Opera Gent deSingel

Concert Opera Ballet Ballet Ballet Opera Ballet Opera Ballet Ballet Opera Opera

deSingel Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen

Plus

Sint-Jansplein

Plus Plus Ballet Ballet Ballet Plus Ballet Ballet Ballet Ballet Ballet Plus Ballet Plus Opera Plus

Sint-Jansplein Opera Gent Theater ‘t Eilandje Theater ‘t Eilandje Theater ‘t Eilandje Opera Gent Theater ‘t Eilandje Theater ‘t Eilandje Theater ‘t Eilandje Theater ‘t Eilandje Theater ‘t Eilandje Opera Gent Theater ‘t Eilandje Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen

Plus Opera

Koningin Elisabethzaal Opera Gent


Opera & Ballet wo 26 sep vr 28 sep zo 7 okt ma 8 okt wo 10 okt do 11 okt vr 12 okt zo 14 okt ma 15 okt di 16 okt wo 17 okt vr 19 okt za 20 okt zo 21 okt di 23 okt wo 24 okt

18:30u 18:30u 18:30u 11:00u 14:00u 18:30u 12:30u 12:30u 10:00u 11:00u 15:00u 11:00u 14:00u 20:00u 18:30u 20:00u 20:00u 11:00u 11:00u 18:30u 20:00u 15:00u 18:30u 20:00u

Lohengrin Lohengrin Lohengrin Operareis (4+) / scholen Operareis (4+) / scholen Lohengrin Middagconcert: Van sagen en legenden Middagconcert: Van sagen en legenden Operareis (4+) Operareis (4+) Lohengrin Operareis (4+) / scholen Operareis (4+) / scholen Giselle Lohengrin Giselle Giselle Zaterdagrondleiding Zaterdagrondleiding Lohengrin Giselle Giselle Lohengrin Giselle

47

Opera Opera Opera Jeugd Jeugd Opera Concert Concert Jeugd Jeugd Opera Jeugd Jeugd Ballet Opera Ballet Ballet Plus Plus Opera Ballet Ballet Opera Ballet

Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Antwerpen Opera Gent Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent


Casting

De Tsjechische tenor Ladislav Elgr maakte eerder in Opera Vlaanderen een opgemerkt huisdebuut als Sergej/ Lady Macbeth van Mtsensk in de bejubelde productie van Calixto Bieito en vertolkte met veel verve de rol van Jim Mahoney in Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny. Straks zien we hem als de verslaafde gokker Alexeji in De Speler van Prokofjev, het opera-regiedebuut van Karin Henkel. Nog tijdens zijn studies aan de Academie voor Podiumkunsten in Praag werd Elgr geëngageerd door het Nationaal Theater in dezelfde stad, onder meer in de vier tenorrollen in Janáčeks opera De uitstapjes van Mr. Brouček. Hij was verbonden aan de Operastudio van de Staatsoper Hamburg en aan de Volksoper Wien. Ladislav Elgr is geregeld te gast in het Theater an der Wien, waar hij successen oogstte als Bes in de wereldcreatie van Lera Auerbachs Gogol en als Dante/ Alméric in de double bill Francesca da Rimini (Rachmaninov)/Iolanta (Tsjaikovski). Belangrijke engagementen van de afgelopen seizoenen zijn Janek/De zaak Makropoulos in de Opera van Parijs (in een productie van Krzysztof Warlikowski); Don José/ Carmen (Sankt-Gallen), Skuratov/Uit een dodenhuis(Janáček) onder Simon Rattle in de Deutsche Staatsoper in Berlijn; Matteo/Arabella onder Stefan Soltesz in Keulen, Dyonisos/ Die Bassariden (Henze) in de Opera van Rome en Albert Gregor/De zaak Makropoulos in een productie van David Hermann (Deutsche Oper, Berlijn). We kijken uit naar zijn interpretatie van Alexej.

Anna Nechaeva

Iréne Theorin

De Russische sopraan Anna Nechaeva vertolkt bij Opera Vlaanderen de rol van Polina in de nieuwe productie van Prokofjevs De Speler. Anna Nechaeva studeerde aan het Conservatorium van haar geboortestad Saratov. Nog tijdens haar studies werd ze geëngageerd door de Filharmonische Vereniging van de stad en door het Conservatorium van SintPetersburg als Tatjana/Jevgeni Onegin. Vanaf 2003 was ze soliste aan het Operagezelschap van Sint-Petersburg, waar ze rollen zong als Tatjana, Lauretta/Gianni Schicchi, de titelrollen in Suor Angelica en Madama Butterfly en Xenia/Boris Godoenov. In de seizoenen 2008-2011 was ze verbonden als soliste aan het Mikhailovsky Theater in Sint-Petersburg met rollen als Nedda/I Pagliacci, Tatjana, de titelrol in Dvořáks Rusalka en Rachel/La Juive. In 2012 volgde haar debuut aan het Bolsjoi Theater in Moskou in de rol van Nastasja/Tsjarodejka (Tsjaikovski). In datzelfde jaar werd ze geëngageerd als soliste aan dit theater. Gastoptredens brachten haar ondertussen naar onder meer de Staatsoper in Berlijn in de titelrol van Puccini’s Manon Lescaut; De Munt voor het Rachmaninovdrieluik Troika als Francesca/ Francesca da Rimini en Zemfira/Aleko; het Nemirovitsj-Dantsjenko Theater in Moskou als Lisa/Pikovaja Dama, Elisabeth/Tannhäuser en de titelrol in Aida en naar de Letse Nationale Opera (Riga) als Leonora/Il Trovatore.

De Zweedse sopraan Iréne Theorin blies bij Opera Vlaanderen iedereen van zijn sokken met haar vertolking van Elektra in de veelbesproken productie van David Bösch (seizoen 2014-2015). Volgend seizoen zingt Theorin de rol van Ortrud in de nieuwe lezing van Wagners Lohengrin door de Amerikaanse topregisseur David Alden. Iréne Theorin is een van de opmerkelijkste dramatische sopranen van het ogenblik. Ze wordt alom geprezen voor haar intense muzikaliteit, haar dramatische energie en vocale flexibiliteit. Het Duitse dramatische vak is haar terrein par excellence met Brünnhilde, Isolde en Elektra als haar lijfrollen. Ook Turandot en Färberin/Die Frau ohne Schatten vertolkt ze vandaag met brio. Ze schittert op alle grote scènes zoals de Milanese Scala, de Metropolitan Opera (New York), Covent Garden, het Liceu (Barcelona), de Wiener Staatsoper en de Staatsoper in Berlijn. Ze heeft opmerkelijke dvd-opnamen op haar palmares zoals Elektra (Salzburg Festival), Götterdämmerung (Scala), de gelauwerde Ring uit Kopenhagen en Tristan und Isolde (Bayreuth).

Iréne Theorin in Elektra © Annemie Augustijns

Elgr in Lady Macbeth uit het district Mtsensk © Annemie Augustijns

Ladislav Elgr

48


Subtitel

De Nationale Loterij zet dankzij haar spelers de schouders onder cultuur, sport, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding, ontwikkelingssamenwerking en solidariteitsacties. En elke inzet van deze spelers, hoe klein ook, maakt een wereld van verschil. opera ballet vlaanderen kiest voor de Nationale Loterij als betrouwbare partner om haar projecten te realiseren en bedankt dan ook de spelers voor de steun!

#iedereenteltmee

53


Subtitel

Š Jonas Roosen

Op 1 en 2 september slaan Opera Ballet Vlaanderen en Antwerp Symphony Orchestra, met volle overgave, weer de handen in elkaar voor Klassiek in de Stad. Het is de tiende keer op rij dat het atypische Sint- Jansplein weer het decor vormt voor dit stilaan legendarische evenement. Deze editie wordt helemaal super: meer dan 120 muzikanten, ruim 40 koorzangers, een resem solisten, 2 dirigenten, het volledige balletgezelschap, een indrukwekkend podium en een legertje technici staan voor u klaar. Het resultaat wordt zonder twijfel een knaller van formaat. Zaterdag is de hoogdag voor de dansliefhebbers, zondag is het al muziek wat de klok slaat. Kijk voor meer informatie op www.operaballet.be

www.operaballet.be 50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.