Subtitel
P209977 - verschijnt 4x per jaar in augustus/november/februari/mei - afgiftekantoor Gent X
insight
9
choreograaf filmmaker janáček •
jonah bokaer te gast • de brengt operathriller • de zaak wagners holländer in wild water • 51
dochters van scheherazade • makropoulos • kundera over paulus oratorium een evergreen
Subtitel
3-4 sep Gratis openluchtfestival
Sint-Jansplein
www.klassiekindestad.be
52
Insight 09
Makropulos © Koen van den Broek
Knal!
Ballet Vlaanderen goes West Jonah Bokaer omarmt Shahrazad De couture-kunstenaar Azzedine Alaïa Reality-check: de dochters van Scheherazade
2 6 8
Operathriller voor een filmmaker Kornél Mundruczó’s fascinatie voor De zaak Makropoulos Leoš Janáček onder de loep
16 21
Focus opera & ballet fotografie Annemie Augustijns en Filip Van Roe, meer dan huisfotografen
26
Wagner in wild water: Der fliegende Holländer De passie van dirigent Cornelius Meister De Holländer van Tatjana Gürbaca en haar winning team
34 38
Seizoensthema Borderline We zijn schepen op drift
30
Het startschot is gegeven, de aanloop is genomen, we duiken er in: seizoen 2016/2017. Ook al dompelde de voorbije zomer ons onder in Olympische termen, vanaf nu trekken we weer volop de kaart van kunst en cultuur. Eentje om het af te leren: onder de Borderline-vlag gaan we voor goud! Nog meer dan voorheen doorbreken we dit seizoen de grenzen tussen disciplines. Kunstenaar Koen van den Broek leverde de seizoensbeelden, modefenomeen Azzedine Alaïa tekent balletkostuums. Ook de inmiddels gelauwerde, Hongaarse filmmaker Kornél Mundruczó werkt aan zijn tweede productie in ons huis. Zijn interpretatie van Janáčeks opera De zaak Makropoulos belooft de kwaliteit van een arthouse movie te vermengen met een vleugje bevreemdende science fiction. Ook geografisch trappelen we - met de Amerikaanse choreografen in de eerste balletproductie West - niet ter plaatse. Het seizoensthema Borderline duidt niet zozeer op een mentale afwijking, maar op grensoverschrijding in elke zin van het woord. Wie nu toch al een beetje licht in het hoofd wordt, raden we op doktersvoorschrift graag een seizoensabonnement voor opera en ballet aan. Het Insight-team
Colofon
Concert: Paulus Weer naar de kerk met Mendelssohn
38
Verder Agenda 46 Link - aanraders en reminders 43 Casting 45 Gastcolumn Dorian Van der Brempt 14 Column Luc Joosten 48
Redactionele leiding Chris Van Camp & Luc Joosten Werkten mee aan dit nummer Piet De Volder, Wilfried Eetezonne, Wim Van Bree, Marjolein Craens, Catherina Matthys, Koen Bollen, Mien Bogaert, Dorian Van der Brempt, Anne-Mie Lobbestael, Jeroen Olyslaegers, Arne Herman Druk Graphius Reacties? redactie@operaballet.be
Op de cover: Jonah Bokaer © Georgio Fannelli
1
Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Lena de Meerleer, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
Shahrazad Choreograaf Jonah Bokaer brengt een ode aan het belang van kunst
Jonah Bokaer Š Giorgia Fannelli @ Civitella Ranieri Foundation
2
West
Augustus 2016, op de vooravond van het repetitieproces van Jonah Bokaers ballet Shahrazad, op muziek van Nikolai Rimski-Korsakov. De Amerikaans-Tunesische choreograaf, danser en performancekunstenaar heeft het over zijn visie op de beroemde vertelster uit Duizend-en-een-nacht, een bundel eeuwenoude verhalen uit het Midden-Oosten en Azië die in Europa pas bekend werden door de Engelse vertaling ervan in het begin van de 18de eeuw. In 1888 componeerde Rimski-Korsakov vervolgens een symfonisch gedicht gebaseerd op deze verhalen. Zijn compositie ontstond binnen een stroming die we nu het oriëntalisme noemen: een westerse, of in dit geval meer specifiek een Russische blik op het Oosten. Enorm populair aan het einde van 19de eeuw. Maar hoe gaat Jonah Bokaer met deze erfenis aan de slag vroegen we ons af.
Jonah Bokaer met mentor Robert Wilson © Lovis Dengler
Jonah Bokaer: Toen Sidi Larbi Cherkaoui me benaderde om Nikolai Rimski-Korsakovs Scheherazade te maken, voelde ik eerst heel wat twijfel. Het aanbod was een geschenk, maar ook een beetje een vergiftigd geschenk. Wat me zo afschrikte was ten eerste dat het werk al zo vele malen opnieuw heruitgevonden werd door verschillende choreografen. Wat kon ik hier nog aan toevoegen? Een tweede reden dat ik aarzelde, was de enorme waas van oriëntalisme die rond deze figuur hangt. Ik vond het zo moeilijk me te verhouden tot die westerse blik op zo een oosterse figuur. Toch was ik enorm geïntrigeerd en begon de figuur Shahrazad te bestuderen. Wat wij willen doen met deze versie voor Ballet Vlaanderen is die laatste laag, de verhalende dramaturgie van de Ballets Russes, er weer afhalen. Een verdere belangrijke zaak voor mij bleek de titel. Ik wilde graag terug naar de originele Perzische spelling van haar naam: Shahrazad. Dit om afstand te nemen van het oriëntalistische, Franse Scheherazade. Ik wil een choreografie schrijven vanuit mijn perspectief en die is: ik leef nu, ik ben Amerikaan én Tunesiër. Het is mijn ontmoeting met deze muziek en met jullie compagnie. Een grote uitdaging! Creëer je met jouw versie een nieuwe verhalende structuur of kies je eerder voor een andere aanpak? Bokaer: Deze vraag was ook een van de eerste die ik mezelf moest stellen. Wat kan het verhalende ballet vandaag nog betekenen? In het Westen lijken we te denken dat verhalende balletten ouderwets zijn. Dat is ook het perspectief van choreografen als George Balanchine, Merce Cunningham en William Forsythe. Het is bijna een Amerikaans fenomeen. Met deze voorstelling zet ik mezelf in die traditie. Maar mijn beweegredenen zijn niet louter vormelijk. Rimski’s muziek was nooit bedoeld om verhalend te 3
zijn. Het is coloristische en associatieve muziek. Ik volg de componist en zal dus zeker geen verhalend ballet maken. Al speelde de figuur Shahrazad zelf wel een bepalende rol voor mijn eigen visie als kunstenaar. Wie is voor jou Shahrazad? Wat interesseert je aan haar? Bokaer: Vooreerst dat ze een vrouw is. Alleen al het feit dat het werk genoemd is naar een vrouw deed me nadenken over de rol van de vrouw en de rol die ze vandaag de dag speelt. Shahrazad was getuige van de gruwelijke daden van de Sultan, die elke nacht met een andere vrouw sliep en ze ‘s ochtends doodde, tot Shahrazad elke nacht opnieuw een verhaal aan de Sultan vertelde en daarmee niet enkel haar eigen leven redde, maar ook dat van de 1000 andere vrouwen die na haar zouden komen. Vanuit die gedachte zijn we gaan nadenken over de kracht van haar verhalen en meer algemeen de kracht van de literatuur, de kunst en de cultuur in de breedste zin. Shahrazad is de belichaming van de kunst, die we tegenover autoriteit stellen om er de kracht en het belang ervan aan te tonen. Kijk maar naar wat de laatste jaren en doorheen de hele geschiedenis gebeurd is. Om maar de meest gekende voorbeelden te noemen: de historische stad Palmyra en de vernietiging ervan door IS, de vernietiging van de bibliotheek van de universiteit van Mosul door de Amerikanen en de Boeddha’s van Bamyan, in Afghanistan vernietigd door de Taliban, de plunderingen en boekverbrandingen door de nazi’s, enzovoort. Het is het geheugen van de mensheid dat hier aangevallen wordt. Kunst is als de getuige van menselijkheid.
Jonah Bokaer
Jonah Bokaer © Liza Voll courtesy Jacobs Pillow Dance
Jonah Bokaer in 'Replica'. © Jonah Bokaer Choreography, 2009
Hoe vertaal je dit vormelijk? Bokaer: Ik denk dat het om een erg fysische sensibiliteit gaat en een verschil in ruimte en lijn. De sensibiliteit, lichaamstaal en vloeiende lijnen van het lichaam zijn iets waar ik vaak aan denk, als ik naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika kijk. Ook het gebruik van ruimte en de architectuur binnen een oosterse stad is anders. Heel vaak heb je koepels, arabesken (wat dan weer erg interessant is voor het ballet) en ook vaak het hexagoon. In die totaal andere ruimtelijke ordening ligt een enorm potentieel voor de dans. In Shahrazad zal je dus veel minder een geometrische rooster zien, zoals in het werk van Cunningham en Forsythe, maar eerder een erg rond en zinnelijk gebruik van ruimte en lichaam. Het is een grote groep dansers waarmee ik het werk creëer. Dat heeft ook weer invloed op hoe patronen zich zullen bewegen in de ruimte. Als inspiratie heb ik bijvoorbeeld ook gekeken naar het hof van Bagdad. Net zoals aan het hof van Versailles of Sint-Petersburg zijn er bepaalde manieren waarop mensen zich er bewogen en hoe ze de ruimte gebruikten: bij officiële evenementen of bijvoorbeeld processies. Daar zoek ik heel wat inspiratie. Je bent Amerikaan net zoals de twee andere choreografen van West, Merce Cunningham en William Forsythe. Maar je bent van Tunesische origine? Bokaer: Absoluut. Ik heb wortels in twee culturen eigenlijk. Ik werd geboren en groeide op in Ithaca, in de staat New York. Mijn moeder is Amerikaanse, mijn vader Tunesiër. Hij werd geboren in Tunis in 1941, een generatiegenoot van onze kostuumontwerper
Azzedine Alaïa. In die tijd was Tunesië een Frans protectoraat. Het leven was er erg multicultureel: Franse, Arabische en Hebreeuwse invloeden. Ook landen als Marokko, Egypte en de hele regio hadden erg gemixte invloeden. Zowel biografisch als artistiek beïnvloedt deze regio me tot op de dag vandaag nog steeds. Mijn grootvader langs vaders kant was een gymnast in Tunis, hij leerde me hoe ik m’n voeten moest pointen en mijn lichaam in balance kon houden door middel van mijn armen en benen. Mijn grootvader aan moeders kant was dan weer theaterdirecteur. Voor hem maakte ik als kind al shows. Deze twee mannen waren voor mij, in die kleine afgelegen stad waar ik opgroeide, dan ook van enorme invloed. De ene dacht vanuit een westerse traditie, en de andere vanuit een oosterse. Wat toen al een erg intens contrast was voor mij, werkt tot op de dag van vandaag voort in mijn werk. Ik zou vermoeden dat iemand als Merce Cunningham, iemand die puur vanuit de beweging werkt en waarvoor je bijna 10 jaar gedanst hebt ook een enorme invloed op je heeft. Klopt dat? Bokaer: Ik zou zeggen dat hij me vormde als danser. Dat wel. Maar niet als choreograaf. Hij was zo privé en zijn methodes waren zo excentriek. Maar Merce veranderde m’n leven. Ik was amper 18 toen hij me opnam in zijn compagnie. Toen ik het gezelschap verliet, bleven we vrienden. Ik bezocht hem vaak op z’n appartement. Ook tijdens zijn laatste levensdagen. We hadden een erg intieme, artistieke connectie. Als choreograaf werd ik veeleer beïnvloed door regisseur Robert Wilson. Hoe hij de scene gebruikt, de decors, de kostuums enzovoort. Voor hem werk ik nog steeds regelmatig. We zullen 4
West
foto uit 'Eclipse' © Ben Nicholas
voor Shahrazad ook verschillende set-elementen gebruiken. We zijn ze volop aan het ontwikkelen samen met het technische team van het Ballet. Wilson zelf studeerde ook lange tijd in Japan. De twee grote mentors in mijn leven, Cunningham en Wilson, zijn kunstenaars die naar het Verre Oosten keken voor inspiratie. Ik kijk veeleer naar het Middellandse Zeegebied in al zijn complexiteit. Wat wil je vertellen met jouw Shahrazad? Bokaer: Mijn doel is in de eerste plaats choreo grafisch. Al denk ik dat we in de Verenigde Staten en bij uitbreiding in de hele wereld recent erg diep verwond geraakt zijn. Er is erg veel geweld in de wereld vandaag. Ik hoop dat een project als het deze een oriëntatie kan hebben gericht op genezing. Ik weet niet of dans dat kan, maar ik ben erg hoopvol. In dans denken we snel in termen van een revolutie: Judson Church als een revolutie, Pina Bausch als een revolutie, Forsythe als een revolutie en ook Cunningham als een revolutie. Dat is in zekere zin wel waar maar ik denk dat de revoluties die plaatsvonden in Noord-Afrika en het Midden-Oosten erg chaotisch en gewelddadig waren. Ik heb wel veel hoop dat Tunesië rechtveert. Het werd na de Arabische lente een democratie, ze wonnen de Nobelprijs voor de vrede, en vrouwen zijn er heel erg betrokken bij deze (r)evolutie. Dat stemt me hoopvol en het inspireert me enorm om Shahrazad in 2016 te maken. En ja, er is nog censuur, er zijn restricties wat je eigen lichaam betreft. Er moet nog zo veel vooruitgang geboekt worden. Ik denk dat bijvoorbeeld Azzedine Alaïa, die de kostuums ontwerpt, daar wel iets over te zeggen zal hebben, over dat lichaam. 5
Zal censuur een van de thema’s zijn? Bokaer: Enkel al door het uitnodigen van Azzedine Alaïa kaarten we dit aan. We denken natuurlijk meteen aan burka’s en sluiers maar zijn taal is zo eigen, de couture is van zo’n hoog niveau. Het gaat een hele nieuwe dialoog worden. Dat is al een groot gebaar. Censuur zal een van de thema's zijn en ik ben me er enorm van bewust als ik naar Tunesië ga. Maar mijn stuk zal op de eerste plaats echt een ode aan kunst en cultuur worden. Shahrazad wordt de eerste creatie van het Seizoen 2016-2017 en is ingebed in de productie West waarin drie generaties Amerikaanse choreografen centraal staan: Merce Cunningham met Pond Way (1998), William Forsythe met Approximate Sonata (1996) en Jonah Bokaer met Shahrazad.
Koen Bollen
West Gent vanaf 22 oktober Antwerpen vanaf10 november
West
Azzedine Alaïa Een van de meest eigenzinnige genieën van de haute couture creëert de kostuums voor Shahrazad
De Tunesische ontwerper Azzedine Alaïa (°1940) groeide uit van boerenzoon tot een van de meest invloedrijke couturiers van de laatste decennia. Hij kleedde beroemdheden van Grace Jones, Madonna, Brigitte Nielsen en Lady Gaga tot presidentsvrouwen als Carla Bruni en Michelle Obama. In 1989 droeg de wereldberoemde sopraan Jessye Norman een door Azzedine Alaïa ontworpen kleed tijdens haar optreden voor de 200ste verjaardag van de Franse Revolutie in Parijs. Met Jonah Bokaers Shahrazad is Azzedine Alaïa niet aan z’n proefstuk toe als kostuumontwerper. Eerder creëerde hij de kostuums voor Vu d’ici van choreografe Carolyn Carlson in 1995, het ballet Les Nuits van choreograaf Angelin Preljocaj in 2013 en datzelfde jaar volgde de opera Le nozze di Figaro in een regie van Christopher Alden en met een decor van legendarisch Frans architect Jean Nouvel. Na zijn studies als beeldhouwer in Tunis werd Alaïa assistent kleermaker en maakte hij ook eigen creaties voor individuele klanten. Hij verhuisde naar Parijs, Azzedine Alaïa en zijn fan Lady Gaga © PleasurePhoto waar hij kort voor Christian Dior en gebruikelijke ritme van twee shows vervolgens voor Guy Laroche en per jaar maar toont enkel iets wanneer Thierry Mugler werkte tot hij in de late hij, naar eigen zeggen, vindt dat hij jaren 1970 zijn eigen atelier opende. Al iets te tonen heeft. Soms met een gauw werd deze plek in het hartje van interval van 8 jaar! Wel blijft hij steeds de Marais-wijk the place to be zowel exclusieve ontwerpen maken voor voor de Parijse beau monde als voor de zijn vele individuele klanten. Zelfs in internationale jetset. Iedereen wilde de jaren dat zijn bedrijf eerst onder een exclusief ontwerp van Monsieur de mode-gigant Prada-group en Alaïa, tot zelfs Greta Garbo toe. Maar daarna onder het luxemerk Richemont ook al opende Alaïa boetieks over de kwam te werken, bleef hij deze hele wereld, toch blijft hij een vreemde onafhankelijkheid behouden. Een eend in de bijt binnen het modeunicum in de modewereld. landschap. Hij volgt niet het 6
Anders dan andere ontwerpers, creëert Azzedine Alaïa niet enkel de silhouetten (hij maakt bijvoorbeeld nooit schetsen), maar snijdt vaak zelf ook de patronen, bewerkt het leder, maakt het borduurwerk en drapeert de stoffen. Soms herstelt of herwerkt hij ook oudere ontwerpen van zichzelf. Op deze manier werkt hij ook samen met choreograaf Jonah Bokaer. Aan de hand van vele gesprekken en het gemeenschappelijke concept voor Shahrazad herwerkt Azzedine Alaïa voor het ballet diverse silhouetten uit recente collecties en voorziet ze van een nieuwe betekenis. Nadat de dansers de creaties hebben gepast, krijgen de kostuums pas hun definitieve vorm. Azzedine Alaïa is een uitzonderlijk kunstenaar die, wars van alle com mercialiteit en trends, tijdloze kunst maakt en daarmee reeds decennialang steeds opnieuw weet te fascineren. Koen Bollen
Subtitel
E X T R A O R D I N A RY C H O C O L AT E
Koestraat 50, 9000 Gent - Korte7Gasthuisstraat 1, 2000 Antwerpen
De dochters van Scheherazade
8
West
Scheherazade vertelde gedurende 1001 nachten verhalen om de moordlust van de Sultan te bezweren en haar hachje te redden. Ze bleef in leven bij gratie van wat ze kon opdiepen en vertellen. Het was geen overlevingsinstinct, maar een nobele daad van een activiste. Scheherazade, die de dochter van de grootvizier was, kon niet langer aanzien hoe de Sultan, als wraak voor het bedrog van zijn vrouw, nacht na nacht een nieuwe bruid offerde. Ze smeekte haar vader om haar aan de dolgedraaide tiran uit te huwelijken en trok met woorden ten strijde. Ze vertelde zich naar een happy end. Nu ja, ze werd gelukkig met de Sultan en hij met haar. Vandaag, in tijden dat vrouwen en hun vrijheid zwaar onder vuur liggen, is er een nieuwe generatie Scheherazades opgestaan. Jonge, intelligente vrouwen die zich verzetten tegen het oprukkend fundamentalisme en veelal via sociale media hun boodschap de wereld insturen. Ze willen onze aandacht en hulp. Zolang ze posten, zijn ze niet uitgewist.
Scheherazade kort In 1888 schreef Rimski-Korsakov als commentaar bovenaan de partituur van zijn suite: “Koning Sjahriaar was van mening dat alle vrouwen ontrouw waren en had daarom besloten dat al zijn echtgenotes na de eerste nacht moesten worden gedood. Scheherazade echter slaagde erin aan dit lot te ontkomen door hem iedere avond, Duizend-en-één nachten achter elkaar, een ander verhaal te vertellen. Ze wist de koning zo nieuwsgierig te maken, dat hij haar terechtstelling avond na avond uitstelde, tot hij uiteindelijk besloot er helemaal van af te zien. De verhalen die Scheherazade aan de koning vertelde, waren een wondermooie mengeling van oude verzen en liedteksten, gecombineerd met sprookjes en avontuurlijke vertellingen” Scheherazade, de vertelster van de verhalen van 1001 nacht, sprak niet alleen tot de romantische verbeelding van Rimski-Korsakov, waardoor hij in 1888 zijn gelijknamige suite componeerde. De dappere dochter van de grootvizier die haar eigen leven op het spel zette om een einde te maken aan de moorddadige vrouwenhaat van de Sultan, inspireerde ook talloze beeldende kunstenaars, dichters en… choreografen.
Ontsluierd Een slordige halve eeuw van vervrouwelijking is niets in het licht van de wereldgeschiedenis, hooguit een intermezzo. Een anekdote in de marge van de grote lijnen. Het beeld van de vrijgevochten vrouw die zonder schroom is over haar seksuele noden, dreigt straks als een posttraumatische dwaling na WOII in de voetnoten te belanden. Een beetje zoals de 12de eeuw, waarin de mystiek welig tierde, die voor vrouwen een korte time-out bood uit de onderdrukking en het bijbehorende demoniseren van de vrouwelijke. Even, waarna de grote middeleeuwse excessen qua perverse vrouwenhaat nog moesten komen. Een beetje zoals in Iran en Irak waar vrouwen nog maar één generatie geleden de universiteiten bevolkten en een actief leven leidden vooraleer ze werden uitgegomd. Niets is ooit voorgoed gewonnen, zo blijkt. Ook al staat het gelijkheidsbeginsel ingeschreven in de Universele Rechten van de Mens die als onvervreemdbaar gelden, het is geen evidentie. Noch vrijheid van meningsuiting, van denken en handelen… of vrijheid tout court. Toch steken er in die golf van versluiering vrouwen moedig de kop op en doen hun verhaal om onze ogen te openen. Sommigen bepleiten hun zaak, anderen confronteren ons met het gigantische onrecht dat hen tekende. Stuk voor stuk indringende getuigenissen.
9
West
Aesha Mohammedzai Afghanistan Het meisje met de afgesneden neus Aesha, uitgehuwelijkt op haar twaalfde, werd dagelijks mishandeld door haar schoonfamilie en probeerde te vluchten. Tevergeefs, ze vonden haar terug. Ze belandde na haar vluchtpoging vijf maanden in de gevangenis en toen ze daar uit kwam, stuurde de rechter haar terug naar haar echtgenoot. Alsof ze nog niet genoeg gestraft was, bonden ze haar aan handen en voeten vast en sneden Aisha’s oren en neus af. Het meisje viel flauw en toen ze later weer bijkwam, lukte het haar om naar het huis van haar opa te kruipen. Uiteinde-
lijk zocht ze medische hulp bij een Amerikaanse instelling en in 2010 reisde ze als vluchteling naar de VS waar haar gezicht gereconstrueerd zou worden. Haar zaak kreeg internationale bekendheid toen ze in augustus van dat jaar op de cover van Time Magazine verscheen. Daarna leefde Aesha bij een Amerikaans pleeggezin buiten het oog van de media, om te herstellen, zowel fysiek als mentaal. Ze kreeg een neusprothese. Daarmee kwam ze nog één keer in de media. In interviews had ze een duidelijke boodschap: “Ik wil tegen alle vrouwen die mishandeld worden zeggen dat ze sterk moeten zijn: geef nooit op.” Aesha Mohammedzai is nu 23 jaar oud.
10
Shahrazad
Malala Yousafzai Pakistan Kinderrechtenactiviste en Nobelprijswinnaar Malala Yousafzai verwierf op elfjarige leeftijd bekendheid toen ze onder het pseudoniem Gul Makai (korenbloem) een weblog bijhield op de website van de BBC. Ze schreef over de gewelddadigheden van de Taliban in de Swatvallei, waar sinds de machtsovername in 2007 meisjes worden uitgesloten van onderwijs. Dat deed ze niet ongestraft: oktober 2012 pleegde een Talibanstrijder een doelgerichte aanslag op haar. Ze raakte zwaargewond door een kogel in haar hoofd en haar hals. Artsen verwijderden in een ziekenhuis in Rawalpindi de kogel uit haar hoofd, waarna ze werd overgevlogen naar Birmingham voor verdere specialistische behandeling en veilig was voor de represailles van de Taliban. Malala 11
herstelde en bleef met haar verhaal de wereld inspireren. Ze werd in 2011 genomineerd voor de Internationale Kindervredesprijs en kreeg in Pakistan de National Youth Peace Prize, die achteraf haar naam kreeg. Ze stond op de cover van Time (2013) en werd genoemd als een van de 100 invloedrijkste personen ter wereld. Op haar zestiende sprak ze 500 jongeren in de VN toe. Ze kreeg in Den Haag de Internationale Kindervredesprijs 2013 uitgereikt. In Straatsburg kreeg Malala van het Europees Parlement de Sacharovprijs voor de Vrijheid van Meningsuiting. Op haar zeventiende werd ze bekroond met de Four Freedom Award voor Vrijwaring van vrees en kreeg ze de Nobelprijs voor de Vrede 2014. Datzelfde jaar reisde ze naar Nigeria, waar ze de ouders bezocht van zo’n 200 schoolmeisjes die in april door Boko Haram waren ontvoerd. Bij elke gelegenheid vraagt Malala opnieuw aandacht voor het recht op onderwijs voor meisjes.
West
Ensaf Haidar Saudi-Arabië houdt het verhaal van haar man levend Ensaf Haidar is de echtgenote van de Saudische blogger Raif Badawi. Badawi richtte de website Bevrijd de Saidi Liberalen op. In 2012 werd hij gearresteerd omdat hij op zijn website kritiek uitte op Saoedische autoriteiten en de rol van religie in de Golfstaat. Intussen is de blogger veroordeeld tot tien jaar cel, duizend zweepslagen en 191.000 euro boete. Zijn echtgenote, die met hun twee kinderen in Canada verblijft, zorgt via sociale media dat haar man niet vergeten wordt. Ze is zijn spreekbuis geworden. Niet alleen naar de publieke opinie toe. Vorig jaar gaf ze lezingen in Noorwegen, Duitsland, Frankrijk, België en Nederland en riep ze politici op om Badawi’s zaak te steunen. Ensaf nam in Straatsburg de Sacharovprijs voor vrijheid van denken in ontvangst, waarmee haar man geprezen werd voor zijn inspanningen om de politieke en sociale waarden in de Saudische samenleving
bespreekbaar te maken. Het is maar één van de vele prijzen die hem te beurt vielen, evenals een nominatie voor de Nobelprijs voor de vrede in 2015. Ensaf Haidar looft haar man, die in Saudi-Arabië gevangen zit, als een “vredelievende denker die zich verzet tegen autoriteit en tegen de barbarij van gelovigen”. Haar drukke programma geeft Ensaf moed. “Het motiveert mij om door te gaan met actievoeren, ik stop pas als Raif vrij is. Alle mensen die ik op deze reis ontmoet, zetten zich in voor Raifs vrijlating en dat geeft mij veel hoop.” Ensaf zorgde er ook voor dat het verhaal van Raïf gepubliceerd werd in boekvorm onder de titel 1000 Lashes: Because I Say What I Think. Raïf Badawi is een gewetensgevangene. “In democratische landen zou dat niet strafbaar zijn. Toch blijf ik in mensenrechten geloven. Wij mensen willen meer dan de basisbehoeften, zoals eten en drinken. We willen ons ook op een vrije manier uiten”’, zegt Ensaf Haidar. Zelfs als ze haar man vrij krijgt, zullen ze in ballingschap blijven leven. Hun beide families keerden zich tegen hen. Raifs vader dreigde zijn blasfemische zoon om te brengen als de beul het niet deed.
12
Shahrazad
Zineb El Rhazoui Marokko Charlie Hebdo-journaliste in gevaar Charlie Hebdo-redactrice Zineb El Rhazoui was op 13 november 2015 niet aanwezig op de redactie. Ze ontkwam aan de aanslag, maar niet aan de dreiging die haar blijft achtervolgen. Sindsdien zijn haar bodyguards nooit veraf. Het drama is nog niet voorbij. Zinebs woorden zijn harder dan haar angst. Ze spreekt, schrijft, ze zal niet zwijgen. Haar strijd tegen wie haar vrijheid benijdt, begon reeds in haar geboorteland Marokko. De journaliste hekelt hoe de islam waarmee ze opgroeide, verdeelt en onderdrukt. Ze benoemt de religie als bron van terrorisme en verwerpt socio-demografische factoren. Maar in haar teksten schopt ze evengoed tegen de
Weerwerk De voorbeelden van mondige, sterke vrouwen, die zich moedig verbaal verzetten tegen elke vorm van geweld en discriminatie, zijn legio. De tegenstand die ze ondervinden, is niet gering. Soms ook uit progressieve hoek of van seksegenotes. Neem de Turks-Nederlandse columniste Ebru Umar, die wegens smaad aan Erdogan werd vastgehouden in Turkije, maar net zo goed in Nederland een beschuldiging van haat zaaien tegen zich heeft lopen. Ook in Egypte proberen artiesten en activistes zich te verzetten tegen het versmachtende regime van president Sisi en eisen hun recht op vrijheid van meningsuiting. Hierdoor belanden ze veelal zonder proces in de gevangenis, waarna weer andere 13
schenen van de Fransen die niet weten hoe ze de situatie moeten aanpakken. Ze begrijpt niet dat ze toelaten dat discriminerende, religieuze wetten en regels hun greep krijgen op een land dat tot voor kort een rigide scheiding tussen Kerk en Staat wist te handhaven. Vanuit haar Arabische achtergrond durft ze makkelijker deze aantijgingen maken dan de doorsnee politiek correcte, progressieve westerling. Terwijl de aanslag, waarbij de belangrijkste tekenaars van het blad omkwamen, de Charlie Hebdo-medewerkers zou moeten verbinden, valt de kern uiteen. Zineb stapt op. De fondsen die het blad kreeg door de massale steun en de talloze abonnementen, het zogenaamde ‘bloedgeld’, verdeelt redacteurs en aandeelhouders. Ook hierover neemt Zineb geen blad voor de mond. Haar waarheid primeert, ook nu ze zwanger is van haar eerste kind. “Bij Charlie heerst er een baby-boom” zegt ze, “we slaan terug”.
stemmen opgaan om hen in de aandacht te houden. Egypte is geen uitzondering. In het zogenaamd verlichte Westen heerst er ook dreiging dat de klok wordt teruggedraaid en vrouwenrechten teruggeschroefd worden. Niet zonder weerstand. We kunnen gerust van een generatie voor vrijheid strijdende vrouwen spreken. Feministes 2.0, de felle dochters van Scheherazade. Chris Van Camp
Gastcolumn
Tijd: Ballet Vlaanderen na een jaar Cherkaoui Sidi Larbi Cherkaoui is waarschijnlijk wereldwijd de meest bespiede, bewonderde en begeerde choreograaf van het ogenblik. Overal waar de ambitie leeft om met hedendaagse dans het verschil te maken, wordt naar Cherkaoui gelonkt. Hij kan morgen in Parijs of London aan de slag maar ook in Azië of de VS. Larbi is bijzonder intelligent en (voorlopig) onvermoeibaar. Hij is gulzig en veeleisend, en gelukkig ook de koning van de multitasking. Zijn eerste seizoen (2015-2016) was er een van bruggen slaan, verbinden, aftasten. Een stuk erfenis en een nieuw begin met duidelijke Larbi-signatuur. Beweging is eigen aan een scharnierpunt. In een organisch proces om tot de ideale constellatie voor de toekomst te komen, kwamen en gingen dansers. Een onvermijdelijk, doch soms emotioneel gebeuren, dat toch voor wat rimpelingen in het water zorgde. Ballet Vlaanderen werkt vandaag met 46 dansers. De Parijse Opera heeft gemiddeld … 400 dansers op de loonlijst staan. Bij Ultima Vez, het dansgezelschap van Wim Vandekeybus, zal er goed worden nagedacht en afgewogen of er volgend jaar 7 of 8 dansers kunnen gecontracteerd worden. Opera en dansproducties worden steeds meer ‘projecten’. In de muziek is het algemeen aanvaard dat grote dirigenten op drie continenten de titel dragen van chef-dirigent van een orkest. Muzikanten van uitstekende orkesten weten dat hun dirigenten polygaam zijn maar dat deze polygamie niet automatisch tot een slecht huwelijk en zeker niet tot slechte liefde leidt. We moeten dus eerst geloven dat Larbi een zeer inspirerende artistieke zingever kan zijn voor Ballet Vlaanderen, zonder dat hij daar constant en continu aanwezig is. Mariss Jansons, Valery Gergiev of
de leeftijdgenoot van Larbi - Gustavo Dudamel - hebben bewezen hoe je een inspirerende dirigent kan zijn voor verschillende orkesten. De alom geprezen Ivo Van Hove is ook niet met een prikklok aan Toneelgroep Amsterdam verbonden. Ik zag zijn Hedda Gabler in New York en in Antwerpen. Zijn project met David Bowie is een zoveelste blijk van internationale erkenning en een
ontdekking voor velen. We moeten trots zijn dat van Hove en Larbi talrijke internationale prijzen wegkapen en dat ze zo geliefd en geprezen worden. Helaas moeten excellente, succesvolle kunstenaars ook rekening houden met bijna habituele, vervelende neveneffecten. Ik hoor sinds enkele jaren dikwijls kritiek op Larbi in zijn directe omgeving. Collega’s zijn niet altijd collegiaal. De eersten die applaudiseren zijn dikwijls ook de eersten om hun destructieve trekjes te tonen als het applaus te lang blijft duren. Succes leidt in een zeer concurrentiële omgeving bijna altijd tot afgunst. Daarbij is de maat van ons land nog een versterkende factor voor kritiek. Als de beschikbare middelen voor kunst en cultuur niet even snel groeien als de kunstenaars, zullen zij automatisch elkaars concurrenten zijn in een onverbiddellijke rat race. Er is een strijd aan de gang, niet enkel voor de aandacht en de liefde van het 14
publiek, maar ook voor de affectie en de beloning van de overheden en hun cultuurpolitieke structuren. Een artistiek directeur, een regisseur en een producent shoppen op de (wereld)markt en brengen het talent bij mekaar in functie van hun droom en regie. Tussen die droom en die daad is het meest praktische bezwaar … de begroting. Onze ‘gezelschappen’ worden steeds kleiner omdat politieke overheden nog zelden investeren in de toekomst. We zetten alles in op hier en nu. Dat heeft niet enkel voordelen. Toen Maurice Béjart uit Brussel vluchtte en zich in Lausanne vestigde, was een deel van zijn trouw Brussels publiek boos en droef. Zij hadden tijd nodig om te wennen aan Rosas, aan de Ballets C de la B of Ultima Vez. Na vele onweersbuien is Brussel vandaag meer dan ooit het mekka van de dans. Na Mudra kwam P.A.R.T.S en na Larbi staat er opnieuw een generatie uitzonderlijke jonge choreografen klaar. Is Jan Martens de volgende jonge leeuw met wie Vlaanderen de wereld verovert? Jan Fabre noemde de tijd ooit zijn beste vriend. Zullen we Sidi Larbi Cherkaoui ook de tijd gunnen die hij nodig heeft om zijn verhaal te vertellen ? Dorian van der Brempt kreeg dit jaar van het Algemeen-Nederlands Verbond de prestigieuze Visser-Neerlandia prijs voor zijn excellente bijdrage aan die samenwerking als directeur van het Vlaams-Nederlands huis deBuren. Hij volgt Sidi Larbi Cherkaoui van bij het eerste uur.
KBC, trotse sponsor van het talent van morgen. Dus laat de toekomst maar komen.
Ontdek hoe technologie uw leven gemakkelijker maakt op
kbc.be/toekomst
Identiteit en transcendente energie Regisseur Kornél Mundruczó over ‘De zaak Makropoulos’ De zaak Makropoulos Antwerpen vanaf 14 september Gent vanaf 2 oktober
De operadiva Emila Marty in De zaak Makropoulos mag veraf staan van de natuurlijke biotoop van cineast en theatermaker Kornél Mundruczó; zijn favoriete thema’s identiteit, uitsluiting en het bestaan als vluchteling zijn verrassend
present in Leoš Janáčeks opera. Dramaturg Piet De Volder sprak de Hongaarse regisseur tijdens de Wiener Festwochen op de première-avond van Látszatélet (Schijnleven) - een theaterstuk over de uitsluiting van Roma-zigeuners. Met De zaak
“Wat moet ik aanvangen met die 300-jarige dame? Men vindt haar een leugenaarster, een bedriegster, een hysterica - en op het laatst was ze toch zo ongelukkig!”, zo meldde de componist aan zijn muze Kamila Stösslová over zijn protagoniste Emilia Marty alias Elina Makropoulos. De mannen rond Emilia die geprobeerd hebben haar geheimen en haar mysterie te doorgronden, zijn aan het einde van de opera de waanzin nabij of voorbij. Ze staan haar allen naar het leven dat ze tot dan toe excessief bezat. Emilia Marty is een vluchtelinge doorheen de tijd. Steeds weer heeft ze een nieuw bestaan moeten opbouwen en een nieuwe identiteit moeten aannemen om haar eeuwige leven verborgen te houden. Steeds weer heeft ze aanbidders en geliefden zien sterven. Aan het begin van de opera is het wondermiddel achter haar overmatig gerokken leven - het
Makropoulos geeft Mundruczó de aftrap voor het nieuwe seizoen in Opera Vlaanderen en waagt hij zich, na De burcht van Hertog Blauwbaard (Bartók) in dit huis, aan zijn tweede operaregie.
levenselixir dat haar vader op haar testte - bijna uitgewerkt. Uitgeput door een onoverzienbaar bestaan voelt ze zich al honderden jaren buitenstaander — finaal uitgesloten van het proza van het dagelijkse leven maar evenzeer van de vele ambities van de veranderende wereld rondom haar. “Er zijn alleen dingen en schaduwen”, weet ze. En over de liefde: “In elk geval is ook dat de moeite niet waard”. Het mistgordijn dat de ongenaakbare, kille vrouw optrekt, wordt doorheen de opera steeds dichter. De mannen die haar adoreren, bedreigen of chanteren, vangen bot. Emilia Marty haalt het roofdier in ieder van hen naar boven en pas aan het einde geeft ze al haar geheimen prijs.
16
De zaak Makropoulos
scènebeeld uit theaterstuk 'Látszatélet' ('Schijnleven') van Kornél Mundruczó voor de Wiener Festwochen, 2016 © Marcell Révv
'2001: A Space Odyssey' van Stanley Kubrick die Mundruczó's beeldtaal in 'De zaak Makropoulos' inspireert
17
De zaak Makropoulos
Kornél Mundruczó in Cannes bij de presentatie van zijn film 'White God', 2014
Agressie en identiteit De agressie die een ongrijpbare en meervoudige identiteit uitlokt, vinden we terug in het enthousiast onthaalde Schijnleven dat Mundruczó in de Wiener Festwochen presenteerde met theatercompagnie Proton Színház uit Boedapest. Centraal in de op ware feiten gebaseerde handeling staat de uitsluiting van een Roma-jongen, Szilveszter, uit zijn eigen familie. Omwille van zijn bleke huid noemt zijn vader hem steevast “het kind” en niet “mijn zoon”. Verstoten en bedreigd door zijn eigen vader vlucht Szilveszter het huis uit. Hij duikt onder in de stad. Een wanhopige moeder vindt haar zoon in een hotelkamer met een heel westers ogende vriendin. Szilveszters blonde haar is nog extra geblondeerd en met bleekmiddelen heeft hij zich nog blanker gemaakt. “Wie is die vrouw aan de deur?”, vraagt zijn liefje. “De poetsvrouw”, zegt Szilveszter. Zijn moeder krijgt de deur net niet in het gezicht. Even later wordt de sfeer ronduit gewelddadig wanneer Szilveszters vriendin geen antwoord krijgt op haar vraag of hij al dan niet Roma is. “Hoe ver kan je gaan in het ontkennen en uitwissen van je eigen identiteit?”, vraagt de regisseur zich af tijdens de nabespreking bij zijn theaterstuk. Geweld en agressie zijn bekende ingrediënten in Mundruczó’s films en theater, maar steeds gekoppeld aan de vraag hoe de mens door uiterlijke omstandigheden kan uitgroeien tot een monster. Aanleiding voor de creatie van Schijnleven, met een script van actrice en dramaturge Kata Wéber, was een voorval op een bus in Boedapest in mei 2005. Een Roma-jon-
gen werd met een mes aangevallen door een lid van een extreem-rechtse organisatie. Het incident deed veel stof opwaaien in de Hongaarse pers en er volgden massademonstraties tegen racisme. Alleen bleek de dader, net als zijn slachtoffer, Roma te zijn... Met Kata Wéber bedacht Mundruczó de voorgeschiedenis van deze tot rechts extremisme bekeerde Roma - de Szilveszter uit het stuk. Het monster en de melancholie De term ‘monster’ valt ook bij het screenen van het complexe personage Emilia Marty - de vrouw waaraan Janáčeks volledige opera is opgehangen en magneet van de handeling. Mundruczó: “Emilia is een monster dat je niet kan doorgronden. Ze is begerenswaardig en je wil haar liefhebben maar je beseft dat zo iemand liefhebben alleen maar jouw eigen beslissing kan zijn. Het gaat niet alleen over de beslissing om te beminnen maar ook over de keuze wat voor leven je wil leiden. Daarom spreken de karakters rond Emilia me zo sterk aan. In hun adoratie en fascinatie voor haar zijn ze allemaal rebels. Ze willen hun leven en de koers van hun leven veranderen. Ze willen iemand anders worden. De zaak Makropoulos handelt wezenlijk over identiteit - een drama dat alle karakters behelst, niet alleen Emilia. Geen enkel personage in het oorspronkelijke theaterstuk of in de opera leeft in harmo18
Kornél Mundruczó nie met zichzelf en zijn omgeving. Men kiest ervoor om achter het onmogelijke en het onbegrijpelijke te rennen.” De frenetieke pogingen om het raadsel Emilia Marty te ont cijferen vertaalt zich in de muziek in jachtige melodische flarden, maar naast hectiek vinden we ook bedwelmende lyriek en onpeilbare melancholie. Mundruczó: “Het klopt dat je in de muziek heel veel melancholie hoort en dat de hele partituur geladen is met een enorm verlangen. Maar het gaat voor mij eerder over het existentiële dan over de terugblik naar een artistiek verleden. In onze lezing is het tweede bedrijf van de opera niet gesitueerd in het theater [de plaats waar Emilia voortdurend door haar aanbidders wordt benaderd en verheerlijkt, nvdr] . We plaatsen de handeling in een appartement dat Emilia huurt. Het is een woning in een modernistische stijl, genre Marcel Breuer [Hongaars-Amerikaanse architect en meubelontwerper, die verbonden was aan het Bauhaus in de jaren 1920, nvdr]. Het appartement bevindt zich aan de rand van het woud. In die woning gebeuren mirakels zoals voorwerpen die in de ruimte beginnen te zweven. Daar ook sijpelt het elixir meer en meer de ruimte binnen. Ik zie het als de uitdrukking van Emilia’s ziel. Precies dat gebeuren is voor mij beladen met melancholie.” Realistisch en bovennatuurlijk Met het levenselixir en het overmatig verlengde leven begaf Janáček zich, in navolging van zijn inspiratiebron Karel Čapek, op het terrein van de science fiction. Deze ader van de opera boeit Mundruczó zoveel meer dan het thrillergehalte van De zaak Makropoulos. Heel essentieel vindt hij het binnenhalen van het transcendente en van transcendente energie in een heel realistisch ogende setting. Mundruczó: “Het hele stuk heeft een band met het transcendente. Vanaf het tweede bedrijf zet de transcendente energie zich sterk door. Maar wat uiteindelijk blijft, is een zwart gat. De opera begint als een modern realistisch drama, bijna in de zin van een film van de broers Dardenne of van een film van de Roemeense cineast Cristian Mungiu. Eerst doet alles documentair aan, tot je begrijpt dat het over veel grotere dingen gaat, over het existentiële. Het geheel krijgt geleidelijk het karakter van een Griekse tragedie. Van die onverwachte reis die je met de opera maakt, van die trip, hou ik erg. Er zit magisch realisme in maar ik voel ook verwantschap met de vroege Steven Spielberg - de Spielberg van E.T. We graven dieper en dieper in de menselijke ziel. Het voelt ook heel Freudiaans aan; we komen steeds dichter bij het object van ons onderzoek.”
gaat graag documentair te werk. Bij de voorbereiding van Schijnleven bekeken zijn acteurs verschillende documentaires om de socio-politieke ontwikkelingen in het Hongarije van vandaag en de grote thema’s van het stuk beter te vatten. En in onvervalste docustijl zette de hele voorstelling in met een harde ondervraging van Szilveszters moeder over onbetaalde rekeningen en achterstallig huurgeld. Deze live gefilmde opener kwam zo levensecht over dat men aanvankelijk dacht aan een captatie van de echte Roma-moeder. Janáček was zelf erg bedacht op het scherpe contrast tussen realisme en het bovennatuurlijke. In een spooky groen licht zo schrijft het libretto het voor - verschijnt Emilia Marty voor het laatst in de opera, net voor ze voor haar dolgedraaide omgeving alle kaarten op tafel legt. Een unheimlich en magisch moment dat fel contrasteert met de inzet van de opera waarin we met allerlei wederwaardigheden over een aanslepend juridisch proces rond de oren worden geslaan - een proces waarvan we het verloop moeilijk kunnen volgen en waarover Emilia Marty opvallende voorkennis heeft. Tegenover de mondaine drukte en de jachtigheid van het stadsleven plaatst Janáček een aanvankelijk onbewogen, passieve vrouw. Aan Otakar Zítek, de regisseur van de creatie van De zaak Makropoulos, suggereerde de componist om zijn vrouwelijke hoofdrol als als een soort mummie te zien en als een steen waarvan tranen geleidelijk neerdruppelen. Het is verrassend om de beelden van de steen en het binnensijpelende elixir terug te vinden in de toelichting van Mundruczó... Mundruczó: “Ik ben niet vertrouwd met Janáčeks commentaar maar de parallel is treffend. Waar mijn beeldtaal wel gelijkenissen mee vertoont, is Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey. Daarin wordt een magnetische monoliet op de maan opgegraven. Die steen is de motor van de handeling in de film. Het kan het beeld zijn voor Emilia Marty als een ongenaakbare en oneindige persoon. We weten niet van waar ze komt.” Mirakel Emilia Marty ofte Elina Makropoulos als mirakel. Het is een essentieel spoor voor de regisseur doorheen de compacte en weerbarstige opera van de eigenzinnige Tsjech. Mundruczó: “Het hoofdpersonage van Janáčeks opera is niet meer onder de levenden of ze zweeft er ergens boven. Misschien is ze gezonden door een mirakel want zelf is ze zeker een mirakel. Er is het elixir dat haar leven verlengt en dat in onze visie de materie van het universum is. Het is materie die oneindig is; vreemd en donker. Emilia koestert de diepe wens om menselijk te zijn maar ze kan alleen menselijk worden als ze sterft. Ze is als een UFO of als superficial intelligence.” Als volbloed cineast deinst Mundruczó niet terug voor spectaculaire effecten, ook al ervaart hij theater, opera en film als heel diverse media. Zijn productie van Béla Bartóks De burcht van hertog Blauwbaard in Opera Vlaanderen was al doorspekt met visuele en technische hoogstandjes. Maar voor Schijnleven in de Wiener Festwochen had hij een aparte tour de force in petto. Het groezelige appartement waarin Szilveszters moeder overleefde, begon na haar gedwongen uitzetting geleidelijk te kantelen en roteerde uiteindelijk volledig. Margarete Affenzeller in Der Standard (23 mei) analyseerde treffend het onthutsende beeld waarin de hele inboedel tot één gigantische puinhoop werd herleid: “De volgestouwde,
“Van die onverwachte reis die je met de opera maakt, van die trip, hou ik erg. Er zit magisch realisme in maar ik voel ook verwantschap met de vroege Steven Spielberg de Spielberg van E.T. We graven dieper en dieper in de menselijke ziel.” De verwijzing naar nationale filmtrots Dardenne en naar de nieuwe Roemeense cinema is niet toevallig. Mundruczó zelf 19
19
Kornél Mundruczó afgeleefde kamer begon zich zelfstandig rond haar eigen as te draaien: een langzame en goed bestudeerde beweging, die een gewelddaad verbeeldde waarin zowel de gedwongen ontruiming van overheidswege alsook de maatschappelijke vernedering vervat waren: een hartverscheurende aanblik.” Optimisme/ hoop Later op de première-avond van Schijnleven heeft Mundruczó het over “bouwen op ruïnes”. Hoe het leven verdergaat ondanks geweld, uitsluiting en vernieling. Voor de vele acute vragen vandaag zijn nog geen antwoorden, meent hij. Huidige politieke analyses zijn ontoereikend omdat de maatschappelijke realiteit vandaag ongezien is. Maar ondanks de vaststelling dat de morele crisis in de westerse maatschappij aanhoudt en dat de Hongaarse maatschappij het misbruik en de onderdrukking van minderheden blijft legaliseren sinds de 19de eeuw, is de regisseur niet verstoken van hoop of optimisme. In zijn toelichting bij Schijnleven klinkt het: “De kansen om met een bepaald kunstwerk veranderingen uit te lokken, zijn vandaag eerder gering. Met cultuur als geheel is dat eerder denkbaar. Ik geloof zelfs dat het alleen maar met cultuur lukt; dat alleen die maatschappijen hun sterke positie behouden die erin slagen om hun eigen, hedendaagse cultuur door te zetten en zich daarmee te verrijken.”
de spirit van het modernisme uit de jaren 1920 en van Marcel Breuer (zie boven) perfect verbinden met de tijd waarin Janáček zijn opera schreef [1923-’25, nvdr]. In Janáčeks muziek voel ik veel hoop en een enorme wil om dingen te vernieuwen. Het is de hoop dat een creatieve levenswijze een goede, zinvolle maatschappij kan creëren. Een dergelijke visie dreef ook Béla Bartók en Zoltán Kodály. Het is goed om het belang van dat optimisme uit de jaren 1920 te herontdekken: het geloof dat je jouw eigen leven en identiteit zelf kan kiezen, kan construeren. Op die manier kan je De zaak Makropoulos lezen als een identiteitsdrama uit het modernisme. Maar door de zoektocht naar de identiteit doet de opera tegelijk bijzonder hedendaags aan. Denk aan de impulsen die internet geeft op het vlak van de keuze en verandering van identiteit. Dat verklaart voor mij de grote aantrekkingskracht die Janáčeks muziek vandaag heeft - de revival van zijn werk die maar doorgaat. Vele van zijn opera’s ervaar ik als echo’s van ons eigen leven vandaag.” Piet De Volder Het volledige interview met Kornél Mundruczó leest u in het programmaboek van ‘De zaak Makropoulos’.
“Door de zoektocht naar de identiteit doet de opera tegelijk bijzonder hedendaags aan. Denk aan de impulsen die internet geeft op het vlak van de keuze en verandering van identiteit. Dat verklaart voor mij de grote aantrekkingskracht die Janáčeks muziek vandaag heeft.” De drive die cultuur geeft en de samenhang tussen maatschappelijk optimisme en artistieke creativiteit, daarvan vinden we in De zaak Makropoulos precies de weerslag, aldus Mundruczó. Het is een meer dan aannemelijke verklaring voor de blijvende vitaliteit en frisheid van Janáčeks partituur en de energie-boost die de componist in de laatste tien jaar van zijn leven te beurt viel. Mundruczó: “Er is ook een groot optimisme voelbaar in de muziek van De zaak Makropoulos. Je kan
Op di 13 en ma 19 sep organiseert vzw Amarant in samenwerking met de afdeling dramaturgie van Opera Vlaanderen in respectievelijk Antwerpen (deSingel) en Gent (Zebrastraat) een Rondomdag rond De zaak Makropoulos. Dramaturg Piet De Volder maakt u wegwijs in de partituur van Janáček maar zoomt ook in op de tekstbron Karel Čepek en de regie van Kornél Mundruczó. Reservatie alleen via www.amarant.be
20
De zaak Makropoulos kort Temidden van een slepende rechtszaak over een erfenis duikt een mysterieuze en alwetende vrouw op die zich uitgeeft voor Emilia Marty. Ze onthult de voorgeschiedenis van de strijdende partijen Albert Gregor en Jaroslav Prus en sticht tegelijk grote verwarring over haar identiteit. Verschillende namen, die allen beantwoorden aan de initialen ‘E M’, blijken met haar in verband te staan. Toch luidt haar echte naam Elina Makropoulos. Driehonderd jaar al is ze op de aarde dankzij een levenselixir dat haar vader, alchemist en lijfarts van keizer Rudolf II, brouwde en op haar uitprobeerde. Nu wil ze dringend de formule van het levenselixir - de ‘zaak Makropoulos’ - terugvinden, die zich in de nalatenschap van de familie Prus bevindt, voordat de drank is uitgewerkt. Elina Makropoulos is een soort menselijke robot, balancerend op de grens tussen leven en dood en die uitgeput is door de gebeurtenissen en emoties van een overmatig lang leven. Als de operadiva Emilia Marty wordt ze aanbeden en begeerd maar zelf is ze één en al kilheid en cynisme. Emilia Marty/ Elina Makropoulos Emilia Marty, Elina Makropoulos, Eugenia Montez, Elsa Müller, Ellian MacGregor… Naamverwarring troef voor de protagoniste van Janáčeks De zaak Makropoulos - de mysterieuze vrouw die doorheen drie eeuwen verschillende identiteiten aannam. Als de operadiva Emilia Marty wandelt ze het verhaal binnen maar onder de vele identiteiten en tijdslagen schuilt het 16de-eeuwse, Kretenzische meisje Elina Makropoulos. Op haar zestiende werd haar leven onder een stolp geplaatst. Uitwendig behield ze haar jeugd, emotioneel liep ze leeg. Emila Marty alias Elina Makropoulos als een perversie van de natuur…
De zaak Makropoulos
Milan Kundera over Leoš Janáček
© Leoš Janáček aan de zijde van zijn muze Kamila Stősslová
21
Milan Kundera over Janáček Leoš Janáček werd geboren in 1854. Daarin zit de hele paradox. Deze grote figuur van de moderne muziek is de oudste van de laatste grote romantici: hij is vier jaar ouder dan Puccini, zes jaar ouder dan Mahler, tien jaar ouder dan Richard Strauss. Lange tijd schrijft hij composities die zich, vanwege zijn allergie voor de uitwassen van de romantiek, alleen onderscheiden door hun nadrukkelijke traditionalisme. Janáček is nooit tevreden en trekt een spoor van verscheurde partituren door zijn leven; pas omstreeks de eeuwwisseling komt hij tot zijn eigen stijl. In de jaren 1920 staan zijn composities op het programma bij concerten met moderne muziek, naast Stravinsky, Bartók en Hindemith; maar hij is dertig, veertig jaar ouder dan zij. Van een eenzame conservatief in zijn jeugd is hij als oude man een vernieuwer geworden. Maar hij staat nog altijd alleen. Want hoewel hij solidair is met de grote modernisten, is hij anders dan zij. Hij heeft zonder hen zijn stijl bereikt, zijn modernisme heeft een ander karakter, een andere wordingsgeschiedenis, andere wortels. (...). Het permanent naast elkaar bestaan van tegenstrijdige emoties geeft Janáčeks muziek haar dramatische karakter; dramatisch in de letterlijkste zin van het woord; deze muziek roept geen verteller op die zijn verhaal doet; ze roept een toneel op waar gelijktijdig verschillende acteurs aanwezig zijn, spreken en elkaar trotseren; die dramatische ruimte vinden we vaak als kiem binnen één enkel melodisch motief. Duizelingwekkend Als me zou worden gevraagd waarmee mijn geboorteland zich blijvend in mijn esthetische genen heeft genesteld, zou ik zonder aarzelen antwoorden: met de muziek van Janáček. Daar hebben biografische omstandigheden zeker een rol in gespeeld: Janáček heeft heel zijn leven in Brno gewoond, net als mijn vader, die als jonge pianist deel uitmaakte van de magische (en geïsoleerde) kring van zijn eerste kenners en verdedigers; ik ben op de wereld gekomen een jaar nadat Janáček was weggegaan, en vanaf mijn prilste jeugd hoorde ik elke dag zijn muziek op de piano, gespeeld door mijn vader of zijn leerlingen; in 1971, in die donkere periode van de bezetting, heb ik voor mijn vaders begrafenis alle toespraken verboden; in het crematorium hebben alleen vier musici Janáčeks Tweede Strijkkwartet gespeeld.
Vier jaar later ben ik naar Frankrijk geëmigreerd, en diep getroffen door het lot van mijn land heb ik op de radio meermaals langdurig over de grootste Tsjechische componist gesproken. En met genoegen heb ik er later (begin jaren negentig) in toegestemd voor een muziektijdschrift nieuwe opnamen van zijn muziek te recenseren. Ja, dat was een genoegen, ook al werd het een beetje vergald door het ongelooflijk ongelijke (en vaak erbarmelijke) niveau van de uitvoeringen. Van al die platen hebben maar twee me echt in verrukking gebracht: de stukken voor piano, gespeeld door Alain Planès, en de strijkkwartetten in de uitvoering van het Weense Alban Berg Quartett. Toen ik hulde aan die laatste uitvoering bracht (en tegelijkertijd polemiseerde met de andere) heb ik ook geprobeerd Janáčeks stijl te definiëren: “Duizelingwekkend dicht op elkaar geplaatste, sterk contrasterende thema’s, die razendsnel en zonder overgang opvolgen en vaak gelijktijdig doorklinken; spanning tussen rauwheid en tederheid in een maximaal beperkte ruimte. Meer nog: spanning tussen schoonheid en lelijkheid, want Janáček is misschien een van de weinige componisten die in hun muziek de vraag hebben weten te stellen die de grote schilders kennen, de vraag naar lelijkheid als doel van een kunstwerk. (In de strijkkwartetten, bijvoorbeeld, de sul ponticello gespeelde passages - het strijken tegen de kam waardoor fluittonen ontstaan die knarsen en een muzikale klank in lawaai veranderen.) Maar zelfs bij die plaat waarover ik zo verrukt was, zat een tekst die Janáček in een stompzinnig nationalistisch daglicht stelde, hem tot een “geestelijke volgeling van Smetana” maakte (hij was het tegendeel daarvan!) en zijn expressiviteit reduceerde tot het romantische sentimentalisme van een voorbije periode. Dat verschillende uitvoeringen van hetzelfde muziekstuk niet allemaal even goed zijn, is de normaalste zaak van de wereld. Maar in Janáčeks geval ging het niet om onvolmaaktheid, maar om doofheid voor zijn esthetiek! Om miskenning van zijn oorspronkelijkheid! Die miskenning vind ik onthullend en veelzeggend, want ze legt een vloek bloot die het lot van zijn muziek heeft bepaald. Milan Kundera
uit: Verraden testamenten
22
Decorontwerpen van Josef Čapek voor de creatie van 'De zaak Makropoulos' in Praag, 1928
Janáčeks opera's De opera’s van Leoš Janáček Opera Vlaanderen heeft een nauwe band met het opera-oeuvre van de Tsjechische componist Leoš Janáček (1854-1928) - één van de strafste en origineelste opera-oeuvres van de 20ste eeuw. Na de gevierde en internationaal gelauwerde producties van Jenůfa, Katja Kabanová en Het Sluwe Vosje (telkens in regie van Robert Carsen) brengt Opera Vlaanderen een eigenzinnige lezing van De zaak Makropoulos (1923-’25), Janáčeks achtste en voorlaatste opera. Regisseur is de in Cannes meermaals gelauwerde film- en theaterregisseur Kornél Mundruczó. Voor zijn dialoogopera pur sang toverde Janáček een futuristische komedie van zijn landgenoot Karel Čapek om tot een aangrijpend filosofisch en surrealistisch drama waarin de wenselijkheid en leefbaarheid van een eeuwig leven in vraag worden gesteld. In het opera-oeuvre van Janáček is De zaak Makropoulos een buitenbeentje. De componist, die in zijn eigen tijd vooral geassocieerd werd met het plattelandsdrama Jenůfa en met inspiratie door volksmuziek en de natuur, bewandelt hier een modernistischer weg. De zaak Makropoulos voert ons oorspronkelijk naar het Praag van de jaren 1920 en naar het hectische stadsleven met advocatenkantoren, theaters en hotelkamers. De jachtige puls van de urbane context is hoorbaar in de gelaagde en eigenzinnige partituur maar evenzeer het mysterie van de onsterfelijke vrouw en Janáčeks mededogen met haar. “Ik wil dat iedereen haar sympathiek vindt”, meldde de componist aan zijn muze Kamila Stösslová. En vooral: “Zonder liefde werkt het niet voor mij.” Zoals alle andere opera’s van zijn hand gloeit Makropoulos van intense, allesverterende liefde en hartstocht.
23
SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM
Subtitel
A LL ES IS M OGEL IJK
DAN K ZIJ U
Opera Ballet Vlaanderen
DIT PROJECT IS ER DANKZIJ U.
Via de Nationale Loterij steunt u onrechtstreeks tal van projecten waar iedereen iets aan heeft. In 2015 ging op die manier meer dan 8,5 miljoen euro naar culturele projecten zoals dit.
25
Fotograferen voor Opera en Ballet Vlaanderen huisfotografen Annemie Augustijns en Filip Van Roe
Twee fotografen, twee creatieve werelden, twee artistieke curricula, maar één ding hebben ze gemeen. Zowel Annemie Augustijns als Filip Van Roe fotograferen producties/repetities voor Opera en Ballet Vlaanderen. Anne-Mie Lobbestael ging ze opzoeken voor een gesprek over hun fotografie. Hebben jullie bewust voor fotografie gekozen of kruiste de discipline toevallig jullie pad? Annemie Augustijns: Fotografie is voor mij een vrijwel toevallige keuze geweest. Als ik na mijn middelbare studies het lijstje afliep van wat ik kon gaan studeren, sprong ‘fotografie’ er meteen uit. Toen leefde ik nog met de romantisch-avontuurlijke droom oorlogsfotografe te worden. Het avontuur, het reizen en het onbekende trokken me aan. Oorlogsfotografie is het niet geworden maar het nomadische, het onbekende, het exploreren van niet voor de hand liggende oorden, is wel gebleven. En misschien niet zo toevallig: het is tijdens een privéreis naar Hongarije dat ik mijn onderwerp heb gevonden. Een wat aftands, laat-modernistisch hotel uit de jaren vijftig. Architectuur die zijn onmiddellijke urgentie was kwijtgespeeld maar zoveel vertelt over de dromen, de ijver en de kwetsbaarheid van zijn bewoners/
gebruikers waarvan het lijkt alsof ze het pand net hebben verlaten. Vanaf eind jaren 90 is het mijn onderwerp geworden en het heeft me niet meer losgelaten. Filip Van Roe: Ik heb er zeker bewust voor gekozen, maar die keuze heeft toch ook voor een deel met toevalligheid te maken. Reeds als kind was ik creatief bezig. Mijn fantasie botvieren in tekeningen was mijn geliefkoosde bezigheid. Een studierichting kiezen vond ik moeilijk. Het werd een soort compromis tussen het creatief bezig zijn - dat ik absoluut niet wilde verliezen - en een ‘veiligheid voor de toekomst’ inbouwen. Mijn keuze viel op ‘industrieel ontwerpen’. Die bleek al vlug te gewichtig voor de negentienjarige speelvogel die ik toen was, maar het was toch de omgeving die mij in de juiste richting duwde. Op een bepaald ogenblik kreeg ik een camera mee naar huis. Ik raakte gefascineerd door het medium. De camera werd veel te laat terug ingeleverd en… 26
ik had mijn weg gevonden. Ik combineerde in het begin van mijn opleiding fotografie met assistentie bij een modefotograaf en tijdens het weekend werkte ik in de horeca. Intens en leerrijk. Vrij vlug had ik een portfolio en heb ik mijn kans gewaagd bij verschillende opdrachtgevers. Zetten de eerste opdrachten je reeds op het opera/balletpad? Augustijns: Naast het intens exploreren van een onderwerp dat traag maar gestaag uit de realiteit wegebde, was ik ook geïnteresseerd in het geënsceneerde, in het momentane. Ik ben een tijdje setfotografe van de toenmalige BRT – afdeling drama geweest. Van die opdrachten was het een kleine stap naar productiefotografe bij Opera Vlaanderen. Van Roe: Eén van mijn eerste opdrachten was een reeks portretten van rockers. Ik ging voor mijn eigen stijl en ik was vertrokken. De artistieke scène is vanaf het begin een inte-
huisfotografen Annemie Augustijns & Filip Van Roe
www.annemieaugustijns.be
productiefoto 'Candide', 2013 © Annemie Augustijns
Meteorite Germany, 2002 © Annemie Augustijns
Icecream delivery Ghent, 2009 © Annemie Augustijns
27
Huisfotografen
productiebeeld uit ‘Ma Mère l’Oye’, onderdeel van het Ravel-programma (2015-2016) © Filip Van Roe
www.filipvanroe.com
Aki Saito © Filip Van Roe
Girogios 1 © Filip Van Roe
28
Annemie Augustijns & Filip Van Roe ressante opdrachtgever geweest. Die opdrachten waren een welkome afwisseling voor de modefotografie, die mij op een bepaald ogenblik te stereotiep werd. Wat is fotografie voor jullie? Augustijns: Het middel om mijn verhaal te doen over een wereld die tot het verleden behoort maar nog net genoeg aanwezig is om de confrontatie aan te gaan met de huidige tijdsgeest. Dat geeft mijn fotografie een documentaire waarde. De complexe wisselwerking tussen naïviteit, optimisme, frivoliteit, tristesse en melancholie houdt me bezig als ik fotografeer. Van Roe: Een noodzaak, ik kan niet zonder. Is jullie benadering van fotografie in de loop der jaren veranderd? Augustijns: Eerder een lichte accentverschuiving. Voor mijn eerste opnames ensceneerde ik in het huis van mijn grootmoeder een soort zelfportretten in de stijl van stills. Vele elementen van mijn later werk waren in die eerste aanzetten reeds aanwezig: een interieur met een patina uit de jaren 50, controle over de mise en scène en daarnaast ruimte laten voor het toevallig aanwezig voorwerp, oog hebben voor setting. Op een bepaald ogenblik ben ik video gaan studeren en ook daar opnieuw ging het om ensceneren in een bestaande omgeving. In mijn huidig werk gaat het om architectuur, ruimten met een eigen verhaal. Ik kom niet meer tussen in het ensceneren, de vormgeving van de ruimte is van iemand anders. Ik componeer mijn beeld met aanwezige, reeds uitgezette elementen. Van Roe: In mijn kijk op fotografie zit zeker een evolutie. Ik combineer dikwijls mijn opdrachten met vrij werk dat meer en meer een maatschappelijke of sociale dimensie toont. Zo ben ik aan een maatschappijkritische reeks begonnen die spreekt over de financiële crisis, de overbevolking, de kapitalistische gulzigheid en de mistoestanden in de voedingsindustrie. Die opnames heb ik tot nu toe – de reeks is nog niet af – gemaakt in New York, Bangkok, Tokyo en Manilla. Plaatsen waar ik initieel voor opdrachten verbleef maar waar ik uiteindelijk langer vertoefde om mijn eigen project uit te werken.
Dat soort werk wint voor mij gestaag aan urgentie. Is het de leeftijd (lacht)? Maar toegegeven, het blijft voor mij een moeilijke evenwichtsoefening. Voor het ogenblik gaat het hard wat de opdrachten betreft. Niet altijd evident om opdrachten te weigeren. Dat ‘neen’ kunnen zeggen is nochtans noodzakelijk om ruimte te maken voor andere dingen – nieuwe fotografische wegen te exploreren, voor het leven. Hoe verhouden de Ballet- en Operaopdrachten zich tot de rest van jullie oeuvre? Augustijns: Als ik de operazaal binnenstap, zit ik in een andere wereld. Als fotograaf probeer ik dat gebeuren enerzijds zo objectief mogelijk te registreren maar poog het anderzijds ook via het discours van de regisseur vorm te geven. Dat objectieve registreren is natuurlijk ook weer een bewuste keuze, dus niet zo neutraal als het in eerste instantie lijkt. En dat brengt me automatisch terug naar mijn persoonlijk fotowerk. Het is best mogelijk dat het zich regelmatig onderdompelen in het theatrale van de opera mij oog heeft doen krijgen voor het theatrale in mijn architecturale onderwerpen. Het is precies of er is een goede setdesigner net langs geweest om het onderwerp in de juiste compositie te zetten, wat helemaal niet het geval is. Het stond er gewoon zo. Daarentegen ga ik nooit een leeg operadecor, dat toevallig aan de jaren ’50 refereert, fotograferen voor mijn persoonlijk werk. In de context van mijn eigen oeuvre is dat fake, onecht. Opera is een complex gegeven, al die elementen: esthetiek van de setting, belichting, kostuums, dramatisch gebeuren, actie, expressie van de zangers, interesseren me evenzeer. Het hangt af van het gebeuren zelf of ik voor een algemeen beeld of een closer beeld kies. Ik hanteer zoveel mogelijk het neutraliteitsprincipe; ik ga zelf niet interpreteren. Ik zoek wel de meest interessante, dramatische momenten op, probeer de essentie te vatten en het discours van de regisseur over te brengen in mijn beelden. Laten we het pseudo-objectiviteit noemen. Daarnaast gaat het mij vooral om emoties. Emotie speelt altijd een rol, ook in mijn persoonlijk werk. Als ik voor mezelf fotografeer, zijn de stilte en een soort gevoel van eenzaamheid 29
belangrijk. Het is iets tussen mij en de architectuur, in die ruimten.. Dat contrast met de opera is voor mij zeer aangenaam. Opnieuw, die andere wereld. Van Roe: Ballet en dans hebben me altijd gefascineerd. Reeds vroeg in mijn carrière leerde ik jonge choreografen kennen waarvoor ik productiebeelden maakte. Met Jan Fabre werkte ik samen voor zijn Requiem für eine Metamorphose en Sidi Larbi Cherkaoui leerde ik kennen via verschillende portretopdrachten. Ik raakte in de ban van deze wereld met zijn eigen sfeer, discipline en codes. Ik ga voor de balletopdrachten niet wezenlijk verschillend te werk dan voor andere opdrachten. Ik sta open voor de dingen. Het fijnste is als je in een flow terecht komt. Je ontmoet de persoon die je gaat fotograferen, gaat samen op een creatieve surfplank staan, je zoekt samen naar de beste golf en laat het gebeuren. Waar je uitkomt, zie je achteraf wel. Op zo’n moment maakt fotograferen mij echt gelukkig. De inhoud van de opdracht bepaalt meestal of ik de figuur in een actuele context plaats of dat het close wordt. Wereldsterren bijvoorbeeld hebben meestal zo weinig tijd dat er geen ruimte is om over decor/omgeving na te denken. Bij zo’n opdracht ga ik voor close. Ik benader mijn onderwerpen als gewone stervelingen, praat eerst met hen en zo ontstaat vrij vlug een relaxte sfeer waarin het aangenaam en natuurlijk werken wordt. Niets opgefokt, dat geeft de beste resultaten. Zo gaat het ook bij de balletopnames. Ik stap de (repetitie)zaal binnen en ik begin. Intuïtief zoek ik de interessante standpunten en probeer ik de juiste momenten te vast te leggen. Ook hier laat ik me meevoeren door het moment. Ik probeer het vooral grafisch te bekijken. Dingen waar ik de laatste tijd mee bezig ben in mijn portretfotografie, neem ik mee in de balletopnames. Wat mij ook intrigeert is een (ver)nieuwe(nde) manier van ballet/dans fotograferen. Dat ben ik nu aan het uitzoeken. Work in progress... Anne-Mie Lobbestael
Seizoensthema
Map of truths and beliefs Š Grayson Perry
Als spoken in een storm 30
Borderline Grayson Perry Map of truths and beliefs Kunstenaar Grayson Perry wilde iets maken rond pelgrimage in deze tijd, een zoektocht naar spirituele zingeving waarbij het moderne consumentisme geconfronteerd wordt met de rauwe emoties en het verlangen naar zuiverheid en traditie. Zijn wandtapijt toont die ‘information overload’ die we allemaal kennen, de storm die we meemaken, de tweespalt tussen meedoen en afhaken, die we ervaren. Je voelt hem razen zoals Wagner raast in Der fliegende Holländer.
Jeroen Olyslaegers over de ziekte van onze tijd
"Soms lijkt het alsof deze maatschappij, nog even en tegen beter weten in, Kaap de Goede Hoop wil ronden, dat we het schip van onze carrière en ons persoonlijk leven absoluut en op pure wilskracht nog even door de gevaarlijkste zee willen loodsen."
31
Seizoensthema Passie Nog even dit afmaken voor het werk, nog even die Skype-afspraak tijdens het weekeinde terwijl de kinderen dringend naar hun hobby’s moeten worden gevoerd, nog even dit checken en dat doen, nog héél even voor de vakantie die twee of drie zaken afhandelen, nog even iets beloven aan de partner. Veel mensen doen dit omdat ze menen dat hun werk hun passie is. Passie is immers het sleutelwoord in deze samenleving en routine staat daar lijnrecht tegenover op het vlak van werk, relaties, op het vlak van alles wat we belangrijk achten. De passie moet zinderen, de vloeistof in ons glas moet eeuwig parelen, de boot moet blijven varen en crisissen zijn uitdagingen. Maar wat als het permanent crisis is? Wat als de zee nooit rustig wordt? Soms zegt de een tegen de ander dat hij of zij ‘een zee van tijd’ heeft. Meestal is dat een weinig accurate omschrijving, meestal hebben we nauwelijks tijd of is die zee niet kalm in haar oneindigheid, maar kolkend en dreigend. Het fascinerende is dat we elkaar wijs maken dat we houden van storm, dat we als hamsters de spaken niet zien van het molentje waarin we rennen, dat we trots zijn dat we überhaupt rennen zonder het doel te kennen en dat als ‘passie’ omschrijven.
"Deze samenleving maakt velen van ons Vliegende Hollanders, bereid om een deal met Satan zelve te maken om toch maar het onderste uit de kan te halen en bezig te blijven."
levenden, een vervloekte mens in de greep van iets onnoembaar. Ondertussen is burn-out een enorm probleem geworden. De cijfers zijn onrustwekkend. Meer dan 15 procent van de werkende bevolking krijgt ermee te maken. Eén op drie werknemers ervaren stress op het werk als problematisch.
"Iedereen kent het woord ‘burn-out’. Al onze schepen bevinden zich potentieel in een stormgebied." Meer dan 60 procent van de werknemers beschouwen hun werk als mogelijk nefast voor hun gezondheid. Het is met andere woorden alomtegenwoordig geworden, iedereen kent het woord ‘burn-out’. Al onze schepen bevinden zich potentieel in een stormgebied, vlak voor een kaap die we absoluut willen ronden zonder de mentale gevolgen daarvan te kunnen inschatten. Maar onze houding is niet noodzakelijk mee geëvolueerd. Wanneer mensen zich op sociale media ‘outen’ als een slachtoffer van burn-out, lees je nog steeds her en der over de nood ‘zich te herpakken’, alsof de burn-out een of andere karakteriële zwakte heeft blootgelegd die met de juiste mentale ingesteldheid kan worden overwonnen. Maar de mensen die het zelf hebben meegemaakt, weten dat het je het pas echt kan begrijpen wanneer het jezelf overkomt. Het valt niet uit te leggen, een spook te zijn te midden van de levenden, geen contact met iemand te kunnen maken, ook niet met zichzelf, in een samenleving waar de rest zo intens met elkaar communiceert op zoveel verschillende manieren.
Satanisch pact Kaap rond de leegte We onderhandelen met onze eigen tijdsschema’s, vullen alles zoveel mogelijk op met werk en tussendoor ‘quality time’ voor het gezin, achten onszelf immer beschikbaar en zijn daar trots op. Plots krijgen we dan een slag van de hamer. Wie een pact sluit met Tijd, sluit immers een satanisch pact. De Vliegende Hollander was maar door één passie gedreven: het ronden van Kaap de Goede Hoop. Hij was bereid daar alles voor op te geven en eindigde als een geest op een spookschip omdat de duivel zijn smeekbeden had gehoord; die zoveel keer geprevelde ‘nog even’, die deal met zichzelf, het achterna hollen van niets. Wij zijn omgeven door mensen die schimmen zijn van zichzelf. Mensen die kampen met een depressie of die lijden aan een burn-out, zij die in hun ogen ‘plots en onverklaarbaar’ hun professionele leven hebben moeten opgeven, omringen ons. Plots strekt tijd zich voor hen uit en wordt het minste letterlijk ondraaglijk, nauwelijks te behappen. Zoals de Vliegende Hollander gedoemd is om op zijn schip te blijven, zo voelen meer en meer mensen zich veroordeeld tot sofa en bed omdat méér onmogelijk is geworden. Burn-out Vroeger kende men geen burn-out en werden de mensen die uitvielen omschreven als ‘overspannen’. Als kind kende ik zo een ‘overspannen’ man die getrouwd was met een nicht van mijn vader. De man had heel zijn leven verschrikkelijk had gewerkt, maar diende zich op een bepaald moment te beperken tot het lezen van ingebonden uitgaven van het tijdschrift Kuifje die zijn vrouw heimelijk bij de krantenboer bestelde omdat zij zich schaamde dat haar echtgenoot ‘kinderboeken’ las. Haar man kon niet meer, hoezeer ook mensen uit zijn omgeving hem bezwoeren dat hij zich moest ‘herpakken’. Uiteindelijk telde hij niet meer mee, werd hij vergeten of als onzichtbaar beschouwd, een spook tussen de
Gelooft u in spoken of niet? Want dat is de hamvraag. Geloven we de mensen die niet meer meekunnen omdat het systeem zelf, de zee waar we op varen, al te stormachtig is geworden, steeds meer van ons vereist en ons uiteindelijk tot overmoed brengt, tot wanneer het water ons letterlijk aan de lippen staat? Indien u gelooft dat de medemens met burn-out geen persoonlijke schuld treft voor zijn toestand, dienen we naar het systeem zelf te zien, naar de storm die de laatste decennia in kracht lijkt toe te nemen. Wat heeft deze storm veroorzaakt? Sommige wetenschappers beweren dat we in het ‘antropoceen’ zijn beland, dat we met andere woorden nu in een tijdperk zitten waarin het aardse klimaat en de atmosfeer de gevolgen ondervinden van menselijke activiteit. Onze samenleving heeft deze storm veroorzaakt. Kaap de Goede Hoop is een kaap rond de leegte. Het oorspronkelijke verhaal van de Vliegende Hollander kent zijn oorsprong in de gouden, zeventiende eeuw waar de Nederlanden een wereldmacht werden, ongenadig en tegelijk liefdevol beschreven door Simon Schama in Overvloed en onbehagen. De titel van dat boek geeft perfect weer waar het in die honderden bladzijden briljante geschiedschrijving om draait; hoe gaat een overtuigd protestants land, waar soberheid en een vermijden van pronk en praal centraal staat, om met een plotse toename van rijkdom? Verhalen zoals die van de Vliegende Hollander, die zijn ziel verliest om toch maar verder te kunnen geraken met zijn schip, met het veroveren van de wereld, zou je vanuit dat perspectief kunnen interpreteren. Het is een tegengif, een waarschuwende parabel tegen overmoed, een allegorische vertelling zoals de zovele gravures die tijdens die periode van de drukpersen rolden en gretig aftrek vonden. De gelovige zeventiende-eeuwer vreesde dat materieel gewin een uiting van leegte was, een spirituele capitulatie, maar dat gevoel concurreerde stevig met het geloof dat God de succesvolle medeburgers begun32
Borderline De vertraging
stigde met nog meer rijkdom, dat succes op materieel vlak samenging met een vroom leven. Wagner Richard Wagner gebruikte dit verhaal omdat het ook in zijn tijd mee bleef resoneren. Ook eind negentiende eeuw waren er nog steeds getuigen die beweerden het spookschip van de Vliegende Hollander te hebben gezien, met bloedrode zeilen aan de einder van Kaap de Goede Hoop. Wagner zelf bevond zich in een storm bij het schrijven van deze opera. De componist en zijn vrouw leefden op wat vrienden hem tijdens die periode toeschoven en af en toe van de kleine opdrachten die hij hier en daar had weten te regelen. Hij zat in een ‘rat race’ waaruit hij zelf geen uitweg zag, hij zat op een boot op een stormachtige zee, met allicht regelmatig grote twijfels of hij nog wel aan het roer stond of dat zijn leven compleet stuurloos was geworden.
Het klinkt herkenbaar. In deze tijd beginnen we de leegte te erkennen van de ‘rat race’. Veel mensen willen een radicaal ander leven en vaak draait die droom rond een herwinnen van tijd. Vrouwen en mannen staan aan het roer van hun schip, maar het voelt voor velen aan als een vloek. Wie op tijd aanmeert en aan iets totaal anders begint, ver weg van de storm, wordt geprezen of benijd. De echte systeemcritici zijn mensen die de daad bij het woord voegen en verzaken aan de leegte. Zulk consequent gedrag oogst meer en meer lof. Ze lijken iets herwonnen te hebben dat we associëren met een onbestemd verleden, waar de tijd trager ging, de storm niet permanent en het leven simpel. Jeroen Olyslaegers
"Wie weet was Wagner toen bereid om zijn ziel aan de duivel te verkopen in ruil voor kalmere wateren en wat meer materieel comfort op lange termijn." De verscheurdheid van de kunstenaar die mikt op het hoge en het verhevene, maar intussen wel zijn rekeningen dient te betalen, kan je spiegelen aan de doem en kwelling van de Vliegende Hollander, die zich enkel van zijn vloek ontheven zal zien wanneer hij uit zijn zijnstoestand kan stappen door een vrouw te vinden die hem trouw wil blijven. Als spook slijt hij zijn dagen in leegte, in een schip dobberend op een zee die hij ooit meende te willen temmen.
33
Rat Race sculptuur in staal en brons van Jim Rennert
Subtitel
Cornelius Meister
Cornelius Meister Š Marco Borggreve
34
Der fliegende Holländer
“Ik zou mezelf maar een halve Wagnerdirigent voelen, als ik niet in Bayreuth was geweest” Op vijfentwintigjarige leeftijd was Cornelius Meister, pas aangesteld in Heidelberg, vermoedelijk de jongste algemeen muziekdirecteur ter wereld. In 2010 ruilde dit vroegrijpe natuurtalent de stad Heidelberg in voor Wenen en werd hij chef-dirigent van het Radio-Symphonieorchester Wien. Ook de toekomst oogt voor Cornelius Meister rooskleurig: onlangs werd namelijk bekend gemaakt dat hij vanaf 2018 de Opera van Stuttgart muzikaal mag leiden. Naast het standaardrepertoire (met onder andere uitmuntende uitvoeringen van zo-
Kan u zich nog herinneren hoe uw liefde voor opera is ontstaan? Cornelius Meister: Als zeventienjarige heb ik mijn eerste directielessen gekregen; meerdere jaren heb ik toen ook als hospitant in de orkestbak van de Staatsoper van Hannover gezeten. Daar heb ik alles wat ik dagdagelijks beleefd heb, opgezogen en verinnerlijkt. Of ik nu in de Wiener Staatsoper, de Milanese La Scala of in Covent Garden dirigeer, verbaas ik me er nog altijd over hoe bij een operaopvoering de meest diverse afdelingen van een operahuis samen iets groots scheppen en elkeen steeds wat nieuws brengt. Heeft u ooit het verlangen gevoeld om met iets anders dan met muziek bezig te zijn? Meister: Het mooie aan musiceren is juist dat ik door de muziek heel veel mogelijkheden aangeboden krijg: vreemde mensen en culturen leren kennen, zich met filosofie
wat alle Brucknersymfonieën, Mozarts Die Zauberflöte en Wagners Der Ring der Nibelungen) dirigeert Cornelius Meister ook zelden gespeelde werken (zoals de symfonieën van Bohuslav Martinů) en heel wat nieuwe muziek. Zijn debuten aan de Milanese Scala, Covent Garden en de Wiener Staatsoper gingen niet onopgemerkt voorbij. Toch neemt Cornelius Meister de tijd om bij ons huis Der Fliegende Holländer en Mendelssohns Paulus oratorium te dirigeren.
bezig houden, reizen. Ik heb altijd brede interesses gehad en heb die ook bewaard. Hoe moeten we ons uw eerste ontmoeting met Wagners muziek voorstellen? Meister: Lang voordat ik begon te dirigeren, had ik het geluk als pianist reeds veel concerten te kunnen geven. Daardoor kende ik Wagners muziek niet alleen door ze te beluisteren, maar ook door deze zelf te spelen, bijvoorbeeld in de pianotranscripties van Franz Liszt. Toen ik 18 jaar oud was, kreeg ik een beurs voor de Bayreuther Festspiele. Later heb ik Wagners werken, Der Ring der Nibelungen inclusief, vaak opgevoerd. Als native speaker is het voor mij bijzonder interessant om me met Wagners Duits bezig te houden: vele woorden in Wagners libretti bezitten naast hun betekenis ook nog een bijzondere klank en een geheel eigen geschiedenis. Aan35
gezien Wagner zijn eigen librettist was, komen woord en muziek bij hem op een bijzondere wijze samen. In 2004 heeft u in Bayreuth Pierre Boulez geassisteerd, die toen samen met Christoph Schlingensief een nieuwe Parsifal-productie realiseerde. Was dit een belangrijke ervaring voor u? Meister: Ik zou mezelf maar een halve Wagnerdirigent voelen, als ik niet in Bayreuth was geweest: de traditie die daar sinds 1876 wordt doorgegeven is van onschatbare waarde. Die traditie is voor mij terzelfdertijd een verplichting en een aansporing. Door zo dicht samen te werken met Pierre Boulez en Christoph Schlingensief, beiden spijtig genoeg reeds overleden, heb ik ontzettend veel geleerd. Der fliegende Holländer zal geënsceneerd worden door Tatjana Gürbaca. Kennen jullie elkaar?
Cornelius Meister Meister: Nog niet zo lang geleden hebben we samen Mozarts Die Zauberflöte op de planken gebracht in Zürich. Dat was een heel intensieve en boeiende tijd. Zo verheug ik me niet alleen op Der fliegende Holländer maar ook op de andere projecten met haar die op stapel staan. In Zürich wagen we ons binnen afzienbare tijd aan een nieuwe Werther-productie en in 2018 staat er in Gent en Antwerpen ook nog iets gepland … Heeft u al slechte ervaringen gehad met regisseurs? Meister: In de kunstwereld zijn er altijd weer situaties waarin men constructief met elkaar discussieert – juist omdat eenieder ontzettend 'brandt' voor zijn werk, voor de opera die moet worden opgevoerd. Tot nu toe heb ik echter, met de mensen met wie ik samenwerk, altijd al een weg gevonden die iedereen gelukkig heeft gemaakt. Het gebeurt niet zelden dat, wanneer twee sterke meningen met elkaar botsen, uit de confrontatie een derde gedachte geboren wordt, die nog veel overtuigender is. De toekomst van het Radio-Sym phonieorchester Wien was lange tijd onzeker. Ook in Vlaanderen zijn er voorstellen om het orkestlandschap te herschikken. Waarom moet volgens u de maatschappij blijven investeren in de toekomst van onze orkesten? Meister: Het Radio-Symphonieorchester Wien is een goed voorbeeld: in 2009 bijna doodverklaard, staan we er intussen, door continu en hard werken, weer uitstekend voor. Wanneer een orkestmusicus op pensioen gaat, vinden er onmiddellijk audities plaats en op die audities komen er uit alle hoeken van Europa heel wat excellente musici af. In het seizoen 2015-2016 heeft het Radio-Symphonieorchester Wien drie grote tournees afgerond; we speelden behalve in Oostenrijk, ook in China, Thailand, Taiwan, Japan, Duitsland en in Nederland. Orkesten spelen trouwens al lang niet meer alleen concerten; vandaag nemen zij een veel breder takenpakket op. De musici van een orkest engageren zich in educatieve projecten, werken samen met scholen, geven kinderen instrumentles, en ga zo maar door. Binnen de concertzaal is, naast het opvoeren van het oude repertoire, het creëeren van nieuw werk zeer
belangrijk. Binnen honderd jaar zijn dat misschien de composities die tot de vaste canon zullen behoren. En natuurlijk brengt de aanwezigheid van kunst en cultuur op lange termijn financieel gewin voor de regio. Mendelssohns Paulus en Wagners Der fliegende Holländer: hebben die twee werken iets met elkaar gemeen? Meister: Beide composities hebben grote en dankbare koorpartijen. Samen met Jan Schweiger, die ik als een uitstekend koordirigent heb leren kennen, ben ik de koorpassages al intensief aan het voorbereiden. Wat het orkest betreft, vind ik het uitermate interessant om ons kort na elkaar met twee totaal verschillende muziekstijlen te kunnen bezighouden: Mendelssohn en Wagner. Heeft de religieuze dimensie van Mendelssohns Paulus voor u vandaag nog een betekenis? Meister: Paulus is als oratorium een door en door christelijk werk. Natuurlijk is echter iedereen uitgenodigd om naar dit werk te komen luisteren, of je nu in de één of andere god gelooft, of niet. Ik ben zeker dat elkeen op zijn eigen manier door de dramatiek van dit werk geboeid zal worden. Bovendien komt de emotionele en persoonlijke dimensie van religie in Paulus erg goed tot uitdrukking. Het is diep gevoelde muziek, die niet enkel mij bijzonder roert. Worden er vandaag nog altijd interessante, nieuwe muziektheaterwerken geschreven? Meister: Zeker en vast! Onlangs dirigeerde ik bijvoorbeeld Giorgio Battistelli’s opera CO2 aan de Milanese La Scala. Ook de Tsjechische componist Miroslav Srnka, van wie ik reeds enige concerten gedirigeerd heb, creëerde onlangs met veel succes de opera South Pole aan de Bayerische Staatsoper. David Philip Hefti, een Zwitsers componist wiens muziek ik bijzonder boeiend vindt, is momenteel ook aan een nieuw muziektheaterwerk bezig. Verder ben ik vooral heel erg benieuwd naar The Exterminating Angel, de nieuwe opera van Thomas Adès, die ik met het Radio-Symphonieorchester Wien op de Salzburger Festspiele zal opvoeren.
36
U schat de toekomst dus optimistisch in? Meister: Mijn ingesteldheid ten opzichte van de wereld is principieel optimistisch. En ik verheug me bijzonder op de tijd die ik in Antwerpen en Gent zal doorbrengen! Mien Bogaert
Der fliegende Holländer Der fliegende Holländer kort
Cornelius Meister © Rosa Franck
Der fliegende Holländer Antwerpen vanaf 20 oktober Gent vanaf 15 november
“Hoe vaak dacht hij het einde van zijn kwelling bereikt te hebben en ach! hoe vaak moest hij vreselijk ontgoocheld zich weer opmaken voor zijn waanzinnige dwaaltochten op zee!” Zo verwoordt Richard Wagner het drama van de Vliegende Hollander. In de eeuwenoude sage over een spookschip en zijn vervloekte kapitein vond de componist het gedroomde kader voor thema’s die hem een heel leven zouden bezighouden: de zucht naar verlossing, existentiële schuld en de kracht van de liefde over de dood heen. Wegens godslastering is de Hollander gedoemd om eeuwig op de wereldzeeën te varen. Alleen een vrouw die hem eeuwige trouw zweert, kan hem verlossen van de vloek. In de gedaante van Senta meent de Hollander haar te hebben gevonden. Beiden zijn ze outsiders die eenzelfde verlangen delen “naar het nieuwe, onbekende, nog niet aanwezige maar reeds voorvoelde” (Wagner). Hun onvermogen om de kluisters van een verstarde, zielloze maatschappij te verbreken, leidt tot zelfvernietiging. Ook al is Der fliegende Holländer nog schatplichtig aan de grand opéra met zijn spectaculaire scenische effecten en zijn imposante koortableaus, in de partijen van de Hollander en Senta en in het muziekdramatische concept overstijgt Wagners ‘dramatische ballade’ ruimschoots de grenzen van het genre. Der fliegende Holländer is daarmee Wagners eerste revolutionaire opera die op beslissende wijze de stap zet naar het volbloed muziekdrama.
37
Subtitel
Tatjana Gürbaca bijt zich vast in 'Der fliegende Holländer'
Tatjana Gürbaca, Georg Zeppenfeld & Zoran Todorovich tijdens de repetities van 'Parsifal' (2013) © Annemie Augustijns
38
Subtitel
"Vandaag is het de hoogste tijd dat mannelijke vertelwijzen hun vrouwelijke tegenhangers krijgen en we een nieuwe omgang met mythes vinden, zodat vrouwen niet meer als projectievlakken voor mannelijke angsten en begeertes moeten dienen. Der fliegende Holländer zal Senta in elk geval een sterke vrouw zijn. Uiteindelijk is zij het die de Holländer droomt."
"Tristan und Isolde was de eerste Wagneropera die ik zag. Ik was pas negen jaar oud en vond het werk extreem langdradig. Toen ik echter kort daarna Der fliegende Holländer zag, was mijn interesse gewekt. Echt geïnfecteerd door het Wagnervirus werd ik door Götz Friedrichs enscenering van Der Ring der Nibelungen aan de Deutsche Oper Berlin. Wagner is een componist die men op bepaalde momenten in het leven minder goed verdraagt dan op andere momenten. En natuurlijk zijn er heel wat elementen die de toegang tot zijn muziek belemmeren. Ook ikzelf heb daar af en toe last van. Wagner ergert me soms, ik vind hem dikwijls onbegrijpelijk en zelfs ronduit onmogelijk. Maar zelfs dan levert een uiteenzetting met hem, met zijn werk en met zijn tijd, me altijd weer waardevolle vruchten op."
"Der fliegende Holländer is een zeer duister stuk. Voor utopieën is er weinig plaats."
"Wat mij in Der fliegende Holländer bijzonder fascineert, is Wagners presentatie van een volledig materialistische wereld waarin men niet meer in een hiernamaals gelooft en men de geesten in het eigen innerlijk moet ontdekken."
39
Het winning team van Tatjana Gürbaca
'Capriccio', Theater an der Wien, Wenen, 2016 © Herwig Prammer
'Parsifal', Opera Vlaanderen, 2016 © Annemie Augustijns 'La Traviata', Noorse Opera & Ballet; Oslo, 2015 © Erik Berg
"Een perfect match ontstaan uit een blind date op de werkvloer bij Opera Vlaanderen" "Een paar jaar geleden heb ik aan de Deutsche Oper Berlin Der fliegende Holländer al eens geënsceneerd. Over die productie was ik na afloop niet erg tevreden. Ik ben Opera Vlaanderen dan ook zeer dankbaar dat ik nu de gelegenheid krijg me opnieuw op dit werk te kunnen toeleggen. Hetzelfde stuk twee maal ensceneren, zo leert me mijn ervaring, is beginnen op een stevig fundament, gaandeweg facetten ontdekken die voordien verborgen bleven en uiteindelijk veel verder komen dan men aanvankelijk gehoopt had. Ik zal Der fliegende Holländer ensceneren in samenwerking met Henrik Ahr (decor), Barbara Drohsin (kostumering), Steff Bolliger (licht) en Bettina Auer (dramaturgie). Hetzelfde team waarmee ik een paar jaar geleden in Opera Vlaanderen de award-winnende productie Parsifal op de planken heb gebracht*. Aviel Cahn heeft dit creatieve team destijds voor het eerst samengesteld, iets waarvoor ik hem ontzettend dankbaar ben. Buiten Opera Vlaanderen heb ik met dezelfde mensen intussen immers ook al heel wat kunnen ensceneren: Verdi’s La Traviata bijvoorbeeld in
Oslo, en onlangs Strauss’Capriccio aan het Theater an der Wien. Henrik Ahr is als decorontwerper een ongelofelijk kunstenaar: hij ontwerpt heldere en majestatische ruimtes die vaak een bijzondere materialiteit hebben. Voor deze productie bij Opera Vlaanderen creëerde hij een indrukwekkende ruimte, die me de mogelijkheid geeft, de verhoudingen tussen de verschillende personages gedetailleerd uit te lichten en – zeer belangrijk – ook hun dromen te visualiseren. Ook de kostuums worden bijzonder. Barbara Drohsin heeft niet alleen een goed oog voor snit, kleur en stof maar draagt met haar kostuums ook bij tot bepaalde scenische handelingen en de karaktervorming van de verschillende personages. Zonder het licht van Steff Bolliger stonden we nergens en Bettina Auer is diegene die me altijd weer de juiste impulsen weet te geven, die mijn gedachtegangen aanscherpt en me aanzet tot steeds grotere nauwkeurigheid. De samenwerking met deze vier ongelofelijke mensen weet me altijd weer bijzonder op te beuren en te verrijken!"
* Opernwelt bekroonde Tatjana's Parsifal tot beste productie van het seizoen 2012-2013 en riep haar uit tot beste regisseur van 2013. Parsifal won eveneens de Opera Award voor Best Anniversary Wagner production.
40
Ontwaken uit de zonde Mendelssohns oratorium Paulus De première van Paulus in 1836 katapulteerde Felix Mendelssohn (1809-1847) meteen tot een van de grootste oratoriumcomponisten en lovende critici plaatsten het werk op gelijke hoogte met de onsterfelijke oratoria van Bach en Händel. In de latere negentiende eeuw sloeg de slinger echter over: de progressieve Wagner haalde Mendelssohns eerste oratorium in enkele pennenstreken neer en de beroemde criticus George Bernard Shaw hekelde het “verfoeilijke oratoriumgekeuvel” en de “afstotelijke en oubollige fuga’s”. De onpartijdige luisteraar blijft vandaag evenwel onder de indruk van de originaliteit waarmee Mendelssohn de muzikale krijtlijnen van zijn voorgangers verder doortrok en de inspirerende manier waarop hij de oude verhaalstof over de eerste christenen in een modernere muzikale taal binnenbracht. Paulus Antwerpen 24 september Gent 25 september
interieur van de Sint-Pauluskerk in Antwerpen
41
'Paulus' als romantisch oratorium Het oratorium bloeide vooral in de achttiende eeuw als de niet-scenische tegenhanger van de opera. Gezien het overwegend liturgische karakter verbaast het niet dat het genre in de negentiende eeuw fors aan populariteit inboette. Mendelssohns oratoria Paulus en Elias zijn de twee uitzonderingen die deze trend bevestigen: niet toevallig in de protestantse landen Duitsland en Engeland deed Mendelssohn het genre kort maar krachtig herleven. Centraal in Paulus staat het spiritueel ontwaken van de christenvervolger Paulus, die na een persoonlijke confrontatie met de Zoon van de God van wie hij het bestaan ontkende, op zijn stappen terugkeert. Het eerste deel van het oratorium beschrijft de stenigingsdood van Stefanus, de eerste martelaar van het christendom, waar Paulus de hand in had. De verschijning van Christus in de woestijn en de bekering van de christenvervolger Saul naar de geloofsverdediger Paulus in het magische “Saul, was verfolgst du mich?”, vormt de spil van het werk. In het tweede deel van het oratorium neemt Paulus zijn exemplarische rol op als eerste architect van het christendom. Terugblik op het verleden… Zowel in structureel, muzikaal als inhoudelijk opzicht kaderde de première van Paulus in 1836 in een soort van kortstondige revival van de barokmuziek. Na de val van Napoleon werd het Europese vasteland overspoeld door een golf van conservatisme, en
ook in het Victoriaanse Engeland, waar Mendelssohn in 1837 zijn Paulus warm onthaald zag op het Birmingham Festival, neigde het publiek naar het behoudsgezinde. In 1829 had Mendelssohn in Berlijn voor het eerst, sinds ruwweg een eeuw, Bachs Mattheuspassie opnieuw uitgevoerd, en zijn bewondering voor de barokke grootmeester vertaalde zich ook in de partituur van zijn eigen oratorium. Aan zijn librettist Julius Schubring vroeg Mendelssohn om de koralen uit het werk “ganz in der Art der Bachschen Passion” te willen opvatten. De dramatische actie in de andere koordelen en het triomfalistische karakter van Paulus ontleende hij dan weer aan Händel. Hoewel Mendelssohns orkestpartituur doordrongen is van de warme adem van de Duitse romantiek, blijft hij vasthouden aan een barokke opeenvolging van recitatieven en aria’s. Tot slot is ook de grote rol van de verteller, die als nuchtere toeschouwer het verhaal samenhoudt, een overblijfsel van een barokke traditie.
Daarbij moet worden opgemerkt dat de verhaalstof beslist van enige symbolische betekenis was voor de joodse familie Mendelssohn die het christelijke geloof nog maar net had omarmd. Met zijn dramaturgie toonde Mendelssohn zich bovendien een goede kleinzoon van de eminente verlichtingsfilosoof Moses Mendelssohn. In Paulus weegt Felix Mendelssohn het lot van Christus, Stefanus en de bekeerling Paulus af ten opzichte van elkaar, door hen driemaal hetzelfde muzikale materiaal toe te dichten. Zo blijkt dat zelfs de gruwelijke vervolger Saul het tij nog kan keren, en dat ook hem een nieuw begin wordt gegund op voorwaarde dat hij zich opnieuw oriënteert. Zo lijkt het koraal “Wachet auf, ruft uns die Stimme” een oproep te zijn voor al wie zich verlost wil zien van zonde. Door het oratorium opnieuw op te frissen, stelt Mendelssohn enerzijds een daad van muzikaal historicisme, maar volledig in lijn met de Verlichting drukt Paulus ook een uitnodigende maar vrijblijvende boodschap van spiritueel ontwaken en van zelfontdekking uit.
…en maatstaf voor de toekomst Paulus ademt niet alleen star conservatisme uit. Uit briefwisselingen blijkt hoe Mendelssohn er bij zijn librettist op aandrong om het dramatische gehalte van de tekst nog prangender te maken door middel van vraag- en antwoordstructuren, scherpe dialogen en onderbrekingen. Bovendien bleef amper anderhalf vers van de oorspronkelijke Bijbeltekst volledig onaangeroerd. Mendelssohns dubbele houding toont hoe hij Bijbelse authenticiteit wilde nastreven vanuit een inhoudelijk inzicht.
Uit de tweeslachtige levenswandel van Paulus leert de zondige mens immers dat, wanneer hij bereid is om zichzelf opnieuw in handen te nemen, ook hij kan rekenen op verlossing: “Denn ob der Leib gleich stirbt, doch wird die Seele leben!”.
Het oratorium 'Paulus' is voor alle koren telkens een uitdaging. Koor Opera Vlaanderen met dirigent Jan Schweiger © Filip Van Roe
42
Arne Herman
Link Subtitel Middagconcerten Ook in het seizoen 2016-2017 presenteren we middagconcerten die aansluiten bij de opera’s die op de affiche staan in Opera Vlaanderen. De concerten gaan door in de foyers van Opera Antwerpen en Gent op respectievelijk donderdag- en vrijdagmiddag. Nieuw: vanaf dit seizoen presenteren we ook twee middagconcerten in Gent op zondagnamiddag. De volledige programmering vindt u in onze nieuwe seizoensbrochure en op www.operaballet.be
rende muzikale reis waarin zowel origineel werk als diverse verwerkingen weerklinken.
Jeugd! Dvořák, Janáček en Pavel Haas Drie generaties Tsjechische componisten vinden elkaar in een programma rond De Zaak Makropoulos (Janáček) - de openingsproductie van seizoen 2016-’17. Wat is passender bij een verhaal over eeuwige jeugd dan Janáčeks blaassextet Mladi ofte Jeugd? - een spitse, en gevatte evocatie van de studentenjaren van de componist in Brno. Een mooie selectie uit de Slavische Dansen van Anton Dvořák biedt een gepassioneerd tegengewicht. Pavel Haas was één van de weinige leerlingen van Janáček. Zijn Blaaskwintet uit 1929 is, net zoals zijn hele oeuvre, een ware ontdekking. In het (versterkte) Soffio Quintet vinden we onder meer Arie van der Beek, hobo solo bij het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen. Opera Antwerpen
22 september 12:30u Opera Gent
30 september 12:30u Wagner Mix Wesendonck Lieder van Richard Wagner; transcripties van en improvisaties op operamelodieën Na het succes van Verdi Mix enkele seizoenen geleden grasduinen we dit maal in Wagners rijke opera-oeuvre, met focus op Der fliegende Holländer. We hebben een cross-over programma in petto waarin Wagner-transcripties van Franz Liszt de revue passeren naast de wondermooie Wesendonck Lieder en fantasieën over het mysterieuze ‘Porazzi’-thema - een thema dat Wagner neerschreef tussen werk aan Tristan und Isolde en Parsifal. Sopraan Lies Vandewege, pianist Geert Callaert en vibrafonist Vincent Caers staan garant voor een fascine-
waarin uiteraard Freud en Lacan niet ontbreken. Voor het artistieke luik ging Dirk De Wachter,samen met de curatoren van het Museum Guislain en collega-psychiater Erik Thys, op zoek naar kunstwerken die hetzelfde borderline gevecht verbeelden. Het resultaat is een erg uitgebreide, uiteenlopende verzameling kunstwerken van onder meer Marina Abramovic, Philip Aguirre y Otegui, Dirk Braeckman, Bruneau, Jan De Maesschalck, Jerry Galle, Rodney Graham, Bruce Nauman, ORLAN, Thomas Schütte, Koen van den Broek en Liliane Vertessen. Beslist een aanrader, net als het interview dat hoofddramaturg Luc Joosten had met Dirk De Wachter en dat u kan lezen in onze seizoensbrochure. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerde catalogus (NL, 144 p., Uitgeverij Lannoo). Nog tot 25 september in Museum Dr. Guislain in Gent. www.museumdrguislain.be
Opera Antwerpen 10 november 12:30u Opera Gent 18 november 12:30u
Thema: borderline EXPOSITIE Museum Dirk De Wachter Kunst als verbeelding van een gekwelde psyche en de psychiater als hedendaagse predikant/rockster, het zijn twee fenomenen die aan bod komen in de expositie waarvoor het Museum Guislain werd omgedoopt tot Museum Dirk De Wachter. Met zijn bestseller als leidraad illustreert auteur-psychiater Dirk De Wachter zijn eigen stelling dat kunst en literatuur vaak meer over de maatschappij te vertellen hebben dan vakbladen. In zijn boek bespreekt De Wachter de negen symptomen die in het medisch handboek worden aangehaald als typerend voor een borderline persoonlijkheidsstoornis: van verlatingsangst en geïdealiseerde instabiele en intense relaties, tot suïcidale gedragingen en een gevoel van chronische leegte. Deze kenmerken vindt hij ook eigen aan onze maatschappij. Alleen de prominente plaats die de psychiater, als goeroe bijna, krijgt in het dagelijks leven is hier een uiting van. Hij wordt gevraagd voor tv-programma’s, lezingen en vernissages. Over alles heeft men plots zijn mening nodig. Ook dit fenomeen komt aan bod in de expositie 43 43
Ravel gratis op groot scherm Ballet Vlaanderen weet dat er nog heel veel mensen deze snel uitverkochte voorstelling graag hadden gezien. Daarom zullen de balletten Exhibition van Sidi Larbi Cherkaoui en Ma Mère L’oye van Jeroen Verbruggen - de twee bejubelde wereldcreaties op muziek van Ravel uit het programma - tijdens het gratis festival Klassiek in de Stad op het Sint-Jansplein in Antwerpen getoond worden op groot scherm op zaterdagavond 3 september. Vooraf, om 20.30 uur, opent Ballet Vlaanderen het festival met live uitvoeringen van Four Schumann Pieces van de gevierde choreograaf Hans van Manen, gevolgd door het meesterlijke Fall van Sidi Larbi Cherkaoui. Om 21.30 uur is het movie time! De Boléro van Béjart, het sluitstuk van de Ravel-avond, kan omwille van auteursrechtenlijke redenen helaas niet getoond worden. Ballet Vlaanderen hoopt zoveel mogelijk mensen, die de voorstelling in de zaal hebben gemist, toch de kans te geven om deze twee bijzondere balletten te ontdekken of om er opnieuw van te genieten. Opera en film Elk seizoen maken Opera Vlaanderen en CinemaZuid een boeiende selectie films die nauw aansluiten bij de plot, de thematiek en/of de sfeer van de geprogrammeerde opera’s. In seizoen
Link 2016 — 2017 presenteren we vier sterke films rond vier nieuwe operaproducties. Kaarten www.cinemazuid.be
Opera en Ballet Vlaanderen & M HKA presenteren:
Koen van den Broek Borderline van 4 sep t.e.m. 30 sep
Under the skin Rond De zaak Makropoulos Jonathan Glazer (Engeland/ V.S./ Zwitserland, 2013) Een buitenaards wezen huist in het lichaam van een mooie jonge vrouw (Scarlett Johansson) die de Schotse stad Glasgow afschuimt op zoek naar mannelijke prooien… Maar na verloop van tijd begint het leven in al zijn complexiteit de alien parten te spelen… Videoclipregisseur Jonathan Glazer (Sexy Beast) verfilmde Michel Fabers gelijknamige sciencefictionroman. De film houdt het midden tussen Brits realisme en een nachtmerrie à la David Lynch, maar is moeilijk onder één noemer te vatten. Cinema Zuid za 17 sep 19:30u Pandora and the Flying Dutchman
Ontdek op de 20ste verdieping van de A-Tower het opera- en balletseizoen verteld in 12 originele schilderijen en 4 tekeningen.
Rond Der fliegende Holländer Albert Lewin (Engeland, 1950) Pandora is een sirene in een Spaans kuststadje in de jaren 1930. Ze heeft zich nog nooit aan iemand gegeven tot de dag dat een Hollandse zeekapitein arriveert. Hij fascineert Pandora: ze zwemt naar zijn schip en betrapt hem op het schilderen van een portret van haar. Later verneemt ze dat de kapitein de vervloekte Vliegende Hollander is, een heer uit de 16de eeuw die gedoemd is om eeuwig over de zeven zeeën te zwerven tot hij een vrouw vindt die zoveel van hem houdt dat ze bereid is om zich voor zijn verlossing op te offeren. Cinema Zuid za 5 nov 19:30u
Kunstenaar Koen van den Broek leverde, geïnspireerd op producties van Opera en Ballet Vlaanderen, 14 canvassen: nieuw werk aangevuld met een selectie uit bestaand werk. Hij is een a-typisch, Belgisch kunstenaar die zijn inspiratie uit een internationale context put. Zijn werken vinden dan ook wereldwijd hun weg naar galeries, musea en collectioneurs. Speciaal voor deze tentoonstelling werden de originele werken uit private collecties samengebracht. Een revelatie voor wie het werk van van den Broek (nog) niet kent en een verrassing voor kenners van zijn werk: want voor het eerst verschijnen er - in het veelal architecturaal abstracte oeuvre van de kunstenaar - schoorvoetend, menselijke gedaanten die hun schaduw werpen op de beelden.
A-Tower, 20ste verdieping, De Keyserlei 5, 2018 Antwerpen
44
De tentoonstelling komt tot stand dankzij de steun van mecenas Bernard Van Hool.
Casting Rachel Harnisch
Emilia Marty, het 337 jaar oude hoofdpersonage van De zaak Makropolus, zal door de Zwitserse sopraan Rachel Harnisch worden vertolkt. Opgegroeid in de Zwitserse bergen als dochter van een schoenhandelaars, kwam Rachel Harnisch pas laat met opera in aanraking. De dirigent van het lokale kerkkoor moest al zijn overtuigingskracht aanwenden om haar in Freiburg zang te laten studeren. Eens ondergedompeld in de wereld van de klassieke muziek, blonk ze echter dermate uit, dat het niet lang duurde vooraleer ze de uitnodiging kreeg toe te treden tot het ensemble van de Wiener Staatsoper. Na een jaar, in 1999, nam ze echter ontslag, omdat ze het beu was om dag in dag uit kleine partijen in nauwelijks gerepeteerde repertoirevoorstellingen te moeten afleveren. Als beschermelinge van Claudio Abbado, die haar tijdens een wedstrijd had horen zingen, kwam Rachel Harnisch als freelance artieste vrij snel op bijna alle grote concertpodia van de wereld terecht. Ze kiest haar rollen graag zorgvuldig uit en neemt de tijd producties rustig voor te bereiden. Bij Opera Vlaanderen zong Rachel Harnisch reeds de sopraanpartij in Mahlers Tweede Symfonie, de rol van Clémence in Kaija Saariaho’s L’Amour de loin en iets recenter ook de rol van Hélène d’Egmont in Le Duc d’Albe (Donizetti en Battistelli).
wordt gezongen door de Zwitserse basbariton Ruben Drole. Deze zanger werd op vijfentwintigjarige leeftijd ensemblelid van de Opera van Zürich en kreeg daar meteen enkele grote rollen toebedeeld. Zijn eerste grote succes vierde Ruben Drole
als Papageno in een door Nikolaus Harnoncourt gedirigeerde en later bij Deutsche Grammophon op dvd verschenen Die Zauberflöte. Met het Concentus Musicus Wien onder leiding van Nikolaus Harnoncourt ging Ruben Drole op tournee in Japan, gasteerde hij op het Festival van Luzern en zong hij de rol van Leporello in een concertante uitvoering van Don Giovanni in het Theater an der Wien. In 2012 kon men Ruben Drole als Achilla in Händels Giulio Cesare in Egitto horen zingen op de Salzburger Festspiele, aan de zijde van Cecilia Bartoli en met Giovanni Antonini als dirigent. Dmitry Ulyanov De bas Dmitry Ulyanov, vorig seizoen
De zaak Makropoulos Antwerpen vanaf 14 september Gent vanaf 2 oktober
Paulus Antwerpen 24 september Gent 25 september
Der fliegende Holländer
Ruben Drole De rol van de apostel Paulus in Mendelssohns gelijknamige oratorium
Daland. Dmitry Ulyanov was tijdens zijn opleiding in Jekaterinenburg reeds als solist verbonden aan zowel de Staatsopera van Jekaterinenburg, als aan de Moskouse Novaya Opera, waar hij rollen vertolkte als Loredano/ Il Due Foscari, Stromminger/La Wally (Catalani) en Varlaam/Boris Godoenov. Vanaf het jaar 2000 is hij de belangrijkste bas van het Academisch Muziektheater Stanislavski en Nemirovitsj-Dansjenko. In 2009 maakte hij zijn debuut in het beroemde Bolsjoi Theater in de ophefmakende Wozzeck-productie van Dmitri Tsjerniakov en Teodor Currentzis. Beide heren, regisseur en dirigent, waren zo enthousiast over hem, dat ze Dmitri Ulyanov meteen als Banco engageerden voor een aanstaande Macbeth-productie in de operahuizen van Parijs, Novosibirsk en Madrid.
onze Cardinal de Brogni in La Juive, zingt in Tatjana Gürbaca’s productie van Der fliegende Holländer de rol van
45
Antwerpen vanaf 20 oktober Gent vanaf 15 november
Agenda za 3 sep
20:30
Klassiek in de stad
Plus
Sint-Jansplein Antwerpen
zo 4 sep
11:30
Klassiek in de stad
Plus
Sint-Jansplein Antwerpen
di 13 sep
10:00
Rondomdag Makropoulos
Plus
deSingel Antwerpen
wo 14 sep
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Antwerpen
vr 16 sep
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Antwerpen
za 17 sep
13:00
Odegand
Plus
Binnenstad Gent
19:30
Opera & Film
Plus
zo 18 sep
15:00
De zaak Makropoulos
Opera
Cinema Zuid Antwerpen Opera Antwerpen
ma 19 sep
10:00
Rondomdag Makropoulos
Plus
Zebrastraat Gent
10:00
Tour d'amour (5+)
Jeugd
Opera Antwerpen
di 20 sep
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Antwerpen
do 22 sep
12:30
Middagconcert: Jeugd!
Concert
Opera Antwerpen
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Antwerpen
za 24 sep
20:00
Paulus
Concert
Sint-Pauluskerk Antwerpen
zo 25 sep
20:00
Paulus
Concert
Sint-Pieterskerk Gent
ma 26 sep
10:00
Tour d'amour (5+)
Jeugd
Opera Gent
vr 30 sep
12:30
Middagconcert: Jeugd!
Concert
Opera Gent
zo 2 okt
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Gent
di 4 okt
19:00
Lezingenreeks Studium Generale
Plus
deSingel Antwerpen
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Gent
do 6 okt
10:00
Tour d'amour (5+)
Jeugd
Opera Gent
vr 7 okt
20:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Gent
za 8 okt
15:00
Rondleiding
Plus
Opera Gent
zo 9 okt
15:00
De zaak Makropoulos
Opera
Opera Gent
di 11 okt
10:00
Rondomdag Der fliegende Holländer
Plus
za 15 okt
10:00 Thema-opendeurdag
deSingel Antwerpen
Vliegende Hollander (14+)
Jeugd
Opera Antwerpen
di 18 okt
19:00
Lezingenreeks Studium Generale
Plus
deSingel Antwerpen
10:00
Rondomdag Der fliegende Holländer
Plus
deSingel Antwerpen
wo 19 okt
20:00
Mahler Project
Plus
deSingel Antwerpen
do 20 okt
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Antwerpen
za 22 okt
15:00
Rondleiding
Plus
Opera Antwerpen
20:00
West
Ballet
zo 23 okt
15:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Antwerpen
di 25 okt
10:00
Tour d'amour (5+)
Jeugd
Opera Antwerpen
20:00
West
Ballet
Opera Gent
wo 26 okt
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Antwerpen
do 27 okt
20:00
West
Ballet
Opera Gent
Opera Gent
vr 28 okt
20:00
West
Ballet
za 29 okt
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
zo 30 okt
15:00
West
Ballet
wo 02 nov
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Antwerpen
Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent
do 03 nov
20:00
West
Ballet
cultuurcentrum Hasselt
vr 04 nov
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Antwerpen
za 05 nov
19:30
Opera & Film
Plus
46
Cinema Zuid Antwerpen
Opera & Ballet di 08 nov
10:00
Rondomdag Der fliegende Holländer
Plus
19:00
Lezingenreeks Studium Generale
Plus
Geuzenhuis Gent deSingel Antwerpen
do 10 nov
12:30
Middagconcert: Wagner Mix
Concert
Opera Antwerpen
vr 11 nov
20:00
West
Ballet
Opera Antwerpen
20:00
West
Ballet
Opera Antwerpen
za 12 nov 10:00
Thema-opendeurdag
Vliegende Hollander (14+)
Jeugd
15:00
Rondleidingen
Plus
zo 13 nov
13:00
Big Bang (4+)
Jeugd
15:00
West
Ballet
ma 14 nov
10:00
Tour d’amour (5+)
Jeugd
di 15 nov
10:00
Rondomdag Der fliegende Holländer
Plus
Geuzenhuis Gent
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Gent
20:00
West
Ballet
Opera Antwerpen
wo 16 nov
Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen Opera Gent
do 17 nov
20:00
West
Ballet
vr 18 nov
10:00
Rondomcursus Die Zauberflöte
Plus
deSingel Antwerpen
12:30
Middagconcert: Wagner Mix
Concert
Opera Gent
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Gent
Opera Antwerpen
za 19 nov
15:00
Rondleiding
Plus
20:00
West
Ballet
Opera Antwerpen
zo 20 nov
11:00
Kunstendag voor kinderen (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
Café Chantant (6+)
Jeugd
Opera Antwerpen
14:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
15:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Gent
15:00
Tour d’amour (5+)
Jeugd
Opera Antwerpen
16:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
17:00
Tour d’amour (5+)
Jeugd
Opera Antwerpen
ma 21 nov
10:00
Tour d’amour (5+)
Jeugd
Opera Antwerpen
di 22 nov
20:00
Der fliegende Holländer
Opera
Opera Gent
do 24 nov
20:00
Rain
Plus
deSingel Antwerpen
vr 25 nov
10:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
10:00
Rondomcursus Die Zauberflöte
Plus
deSingel Antwerpen
11:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Gent
za 26 nov
11:00
Café Chantant (6+)
Jeugd
Opera Gent
14:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Gent
15:30
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Gent
zo 27 nov
11:00
Café Chantant (6+)
Jeugd
Opera Antwerpen
14:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
15:30
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
ma 28 nov
10:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
11:00
Bollekes en lijntjes (4+)
Jeugd
Opera Antwerpen
47
Opera Gent
Opera Gent
Column Luc Joosten Expertise We leven in een tijd van experten. Al wat min of meer belangwekkend in de wereld gebeurt, wordt - vaak op vraag van de media - begeleid door de stem van experten. Van hen die het weten en beslagen zijn op het terrein. Die de kennis en de nodige informatie bezitten. Ze staan in blijvend contact met het fenomeen en hebben de taal om het te verwoorden, soms specialistisch en onverstaanbaar, maar vaak ook helder en tegemoetkomend. Er zijn experten voor veldhockey, voor Amerikaanse verkiezingen, voor zwaartekrachtgolven, voor cardiovasculaire problemen, voor leadership-technieken, voor beursspeculatie, voor barbecue, voor IJslandse literatuur, voor chakra-zuivering, voor politieke besluitvorming, voor geluksstrategieën, …. We weten niet altijd waar die experten vandaan gehaald worden en vaak ook zien we tot vervelens toe dezelfde experten opgevoerd. Soms volstaat het zelfs om expert genoemd te worden, om als zodanig beschouwd te worden. De performatieve kracht van de taal, noemen de experten dat. In ieder geval wijst de toename aan experten op de verhoogde complexiteit in onze samenleving. Experten zijn onvermijdelijk en noodzakelijk geworden. Zij zijn complexiteitsreductoren - eenvoudiger gezegd: ze maken wat moeilijk of ontoegankelijk is, gemakkelijker en open - of stellen het althans zo voor. Experten zijn informatiespecialisten over het alsmaar kleinere gebied dat hun expertise bestrijkt. Sommigen onder de experten, de moedigsten - maar mit Vorsicht zu genießen - geloven zelfs oplossingen te kunnen aanbieden. Opvallend is de toename van experten op gebieden die voordien door het gezonde verstand werden beheerd. Experten in het omgaan met allerhande emoties, met soorten communicatie, omgangsvormen, vertrouwenssituaties, ... kortom met menselijke verhoudingen en gedragingen, en ook met ethische kwesties en zelfs esthetische waarderingen - zaken waarin we eigenlijk, mits enige persoonlijke reflectie, gevoeligheid of aandacht, zelf van nature al expert zijn. De experten ontnemen ons niet alleen de last, maar dreigen ook de verantwoordelijkheid te ontnemen die in zekere zin vanzelfsprekend is. Zo ontstaat er een expertengevaar. Ze geven ons de indruk dat de enige ware toegang tot die fenomenen de weg is die de experten ons aanwijzen, maar waarvan we zelf ver verwijderd zijn. Wie zelf nog iets wil ondernemen, lijkt tot mislukken gedoemd.
esthetische informatiesystemen en dragers - men spreekt hier gewoonlijk over kunsten - die gelijktijdig aan het werk zijn. Ze ondersteunen elkaar vaak in de richting van een harmonie, maar kunnen met evenveel recht ook voor wrijving en spanning zorgen. Gesamtkunstwerk wil niet per definitie zeggen dat alle neuzen in dezelfde richting moeten staan - zeker niet in een wereld waar er zoveel neuzen in verschillende richtingen wijzen. Het hoeft dus niet te verbazen dat de opera zijn experten heeft. Mensen die dag in, dag uit het gebeuren van de opera volgen, ervaren, bestuderen, hun kennis en netwerken uitbreiden en op basis daarvan beslissingen nemen voor de toekomst. Die aan het publiek de sleutels aanreiken om dichter bij het gebeuren te komen. Die vaak ook, met dwingende overtuiging, hun eigen oordeel verkopen als ultieme waarheid. De complexiteit van de opera kan overdonderen, afschrikken. Het ‘veel van alles’ in de opera imponeert mensen, maar kan ook intimideren. En het leidt er vaak toe dat de normale of doorsnee toeschouwer, twijfelt over zijn eigen oordeel. “Durf ik hierover nog iets zeggen? Ben ik nog wel geplaatst om dat te doen? Weet en ken ik wel genoeg?” En wanneer die toeschouwer met hele of halve kenners, met echte of zelfverklaarde experten praat, verontschuldigt hij of zij zich al bij voorbaat voor de onwetendheid. Hij verschuilt zich achter een gepreveld “goed” of “interessant” en houdt de rest in zich opgesloten. De dreiging van de experten laat zich voelen tot in de foyer. Zou het daarom zijn dat er in de kunsten zoveel nadruk gelegd wordt op de louter subjectieve ervaring? Dat de ganse beleving van de opera en het ballet en de kunst wordt geëmotionaliseerd - gereduceerd tot een verzwegen en vervluchtende emotie - en wordt opgesloten in de geheime kamers van het ik, waarover men nog nauwelijks wil of kan praten? Omdat we het terrein van de dialoog over de kunsten, van het openlijk en openbaar spreken over de kunsten hebben verlaten, doordat het geclaimd is door zij die weten en een kwestie is geworden van experts? Wellicht doe ik hen daarmee te veel eer aan, maar dat ze in de kunsten de juiste rol moeten opnemen, is zeker een reflectie waard. Luc Joosten, hoofddramaturg Opera Vlaanderen
Opera is een complexe kunstvorm. Zeker wanneer men rekening houdt met alle media, met alle
Wat is er mis met het oog van de leek?
48
Subtitel
KEVIN.MURPHY skincare for your hair
Sulphate free. Paraben free. Cruelty free. KEVINMURPHY.BE
Kunsthuis Advertentie (KEVIN.MURPHY 15-16).indd 1
25/02/16 11:
53
Subtitel
Iain Paterson (rechts) in 'Don Giovanni', Opera Vlaanderen, 2013-2014 © Annemie Augustijns
Na zijn succesvolle vertolking van de titelrol in Don Giovanni, in een productie van Guy Joosten, keert Iain Paterson terug naar Opera Vlaanderen voor een andere iconische rol uit het repertoire: de titelrol in Wagners Der fliegende Holländer. Paterson is zonder enige twijfel één van de meest succesvolle bas-baritons van zijn generatie en is te gast in alle gerenommeerde operahuizen. Hij profileert zich steeds meer als eminent Wagner-vertolker met rollen als Gunther/Götterdämmerung (Metropolitan Opera, de Opéra national de Paris en de Bayerische Staatsoper), Amfortas/Parsifal (English National Opera), Kurwenal/ Tristan und Isolde (Covent Garden en Bayreuth) en Wotan in respectievelijk Das Rheingold (Bayreuth) en Die Walküre (Houston). Dit seizoen kan Iain Paterson dus ook de Holländer in de gelijknamige opera aan het rijtje toevoegen. Een première waar we naar uitkijken.
50 www.operaballet.be