Magazine Insight 20

Page 1

P209977 - verschijnt 4x per jaar in augustus/november/februari/mei - afgiftekantoor Antwerpen X

insight 20


Coverstory Aviel Cahn - maart 2019 - Antwerpen Productie: Kris De Smedt - Erik Vernieuwe

De laatste covershoot in de reeks. Net wanneer de portretten de smaak van meer kregen. Het is een wat beladen gebeuren, doordrongen van het besef dat dit een afscheid is. Een langgerekt afscheid, nog een première, nog een concert…en dan valt het doek finaal over de Cahn-jaren bij Opera Vlaanderen. De dagen dat Cahn in het huis vertoeft, worden schaarser. Zonder lang op voorhand een plek in zijn agenda te bemachtigen, zit er weinig kans in om hem te treffen. Als hij er niet is, zit hij in Genève. In de opera van Genève om precies te zijn, waar hij als nieuwe intendant een frisse wind doet waaien. Het lijdt geen twijfel dat geen detail in zijn nieuwe huis hem zal ontgaan. Dat was ook bij Opera Vlaanderen zo. Het team weet dat dit de moeilijkste cover wordt. Aviel Cahn wil grip op de dingen, hij zal de juiste take kiezen en liefst ook nog de vanitas-elementen die straks van het portret een cover zullen maken. Wanneer we de set opstellen in de foyer in het Antwerpse operagebouw zit de dag er voor de meeste opera medewerkers al op. We beloven dat het korte pijn wordt. Het licht zit goed, de focus op de blik doet de rest. In geen tijd ontstaat er een reeks portretten die de fasen van een dialogue intérieur lijken. We zien vastberadenheid, Cahn voluit. Het ziet ernaar uit dat de afscheidnemende intendant zijn Vlaamse bucketlist behoorlijk wist af te werken in de voorbije tien jaar. Zijn exploratie van de Vlaamse artistieke spirit heeft bijzonder veel vruchten afgeworpen. Net zoals het lef waarmee hij telkens weer een gewaagde mix van mensen, meningen en elementen durfde te maken. Dit laatste seizoen van Cahn bij Opera Vlaanderen kreeg vergankelijkheid als thema mee. Komen en gaan. Een perpetuum mobile waar we ons beter mee kunnen verzoenen. Aviel Cahn doet er niet moeilijk over: “Je kan niet aan alles vasthouden en verwachten dat het voor eeuwig is. Het is geen eenduidig begrip en dat maakt het interessant. Vergankelijkheid gaat over verandering, over dingen die voorbijgaan waardoor er andere ontstaan. Uiteraard schuilt er ook een grote melancholische lading in. Na tien jaar Opera Vlaanderen geleid te hebben, kondigt mijn afscheid zich nu aan. Maar eigenlijk dient die vergankelijkheid zich elk seizoen aan. Het ene jaar veegt het andere uit en brengt iets nieuw.” Oké, ingeblikt. Er wachten hem nog taken en afspraken. In de daaropvolgende dagen zal hij niet nalaten zijn creatieve visie op de cover mee te delen. Het wordt groepswerk deze keer, net geen zelfportret. Hij kan er om lachen.


$$$$$ VANITAS #4 Tijdens het laatste seizoen van Aviel Cahn, dat in het teken staat van vergankelijkheid, brengt Insight een speciale cover-reeks, gerealiseerd door fotograaf Kris De Smedt en stilist Erik Vernieuwe. Gebaseerd op het vanitas-principe, leggen we in vier bijzondere portretten het accent op de tijdelijkheid van het aardse, maar net zo goed op de veerkracht van de vernieuwing. De vanitasstillevens, die vooral in de 17de eeuw in trek waren, symboliseren de kwetsbaarheid van het menselijke leven en de kortheid van ons bestaan. Aviel Cahn koos volgende elementen specifiek voor zijn portret: De schedel herinnert aan de onvermijdelijkheid van de dood, en de fragiliteit van het menselijke leven. De tijdelijkheid en ijdelheid van het aardse. Speelkaarten staan voor een frivool doel in het leven, overbodig plezier en vreugde vinden in zonde. Laurier treedt op als symbool van wedergeboorte en de levenscyclus. Boeken kenmerken memento mori, de gedachte dat er een moment van sterven komt, en de vluchtige waarde van menselijke kennis. Een wereldkaart of globe is de aarde en de hemel.

Š Erik Vernieuwe & Kris De Smedt

1


$$$$$

SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM 2


© Łukasz Wierzbowski

10 jaar grensverleggende opera: afscheid van intendant Aviel Cahn “Mijn favoriete plek in de opera? De cockpit.” 4 Opera Out of the Box: een verzamelwerk van de Cahn-jaren

10

Macbeth, een inktzwarte thriller Een kroon van lood: macht en waanzin in Macbeth

16

Marina Prudenskaya over de machtswellustige Lady Macbeth

22

Meer dan alle loon: hoe macht verderft

26

Stof voor het betere foyergesprek: wil de echte Macbeth opstaan?

30

Millepied eert de grootmeester van de barok in Bach Studies De kinetische sculpturen van United Visual Artists

34

Verder in dit nummer Een vooruitblik naar seizoen 2019-2020 bij Opera Ballet Vlaanderen

40

Casting

44

Kalender

45

Link: aanraders en reminders

46

Column

48

Colofon Redactionele leiding Claïs Lemmens en Chris Van Camp Werkten mee aan dit nummer Vital Baeken, Simon Jan Bellens, Mien Bogaert, Koen Bollen, Piet De Volder, Bruno Devos, Wilfried Eetezonne, Elena Gontcharova, Katherina Lindekens, Catherina Matthys, Tom Swaak, Wim Van Bree, Sarah Van Maele, Els Van Steenberghe

Grafisch ontwerp Bureau BoschBerg

Reacties? redactie@operaballet.be

Druk Bema Graphics

De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder vooraf­­gaande toestemming van de uitgever.

Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Bart Van der Roost Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen


Afscheid Aviel Cahn

“Mijn favoriete plek in de opera? De cockpit.”

© Erik Vernieuwe & Kris De Smedt

Artistiek directeur Aviel Cahn vliegt begin juli naar zijn thuisland Zwitserland. Voor het eerst in tien jaar zal hij geen retourticket kopen. Vanaf juli leidt hij immers het Grand Théâtre de Genève. Tot dan staat zijn agenda vol afspraken voor afscheids­feestjes én -interviews. 4


Afscheid Aviel Cahn altijd operamuziek. Als kleuter speelde ik al mee in het kindertoneel en toen ik wat ouder was, zong ik in het kinderkoor van de Opera van Zürich.

De Koekenstad aan de Schelde baadt in fel lentelicht wanneer we ons aanmelden bij de receptie van Opera Vlaanderen voor een gesprek met Cahn over zijn tien jaren als artistiek directeur. We spraken af om 15u. Stipt om 14u59 beent Cahn – groen regenjack, zwarte jeans, stijlvolle mocassins en een zwarte rugzak nonchalant over de schouder, druk telefonerend met een Engelstalige gesprekspartner – ‘zijn’ huis in. Amper twee minuten later begeleidt zijn assistente ons naar zijn kantoortje. Hij zit rustig achter zijn bureau alsof hij er al uren is. Aan de muur vlakbij zijn computerscherm hangt de tekening van een bevallige beschermengel. ‘Gemaakt door en gekregen van Dario Fo. In 2003 werkten we samen. Fo regisseerde toen voor de Finse Nationale Opera l Viaggio a Reims van Gioachino Rossini. Hij hoopte dat ik hem zou bijstaan zoals een beschermengel. Jawel, die productie was geslaagd’, lacht Cahn. Plots veert hij recht. ‘Welkom!’ Voor we het goed beseffen, heeft hij de glazen koffietafel afgeruimd, is hij in zijn lederen schommelfauteuil geploft en kijkt hij ons met vragende ogen aan. ‘Zeg maar!’

Opera spreekt me aan door de zang en het pompeuze, het grootse. Ik houd ervan te beroeren en ontroerd te worden. Het lijkt des mensen om méér uit het leven te halen dan gewoon te leven te midden van alles wat ons omringt. Theater is daar een voorbeeld van. En het is wellicht de meest directe kunstvorm om mensen te raken. Daarom is deze wereld mijn wereld. Dat voelde al zo sinds ik een kleine jongen was. De eerste keer dat ik echt geraakt werd door een opera, was ik amper acht. Mijn vader had me meegenomen naar een opvoering van Puccini’s Tosca tijdens het Macerata Operafestival in 1984. Wat zou die achtjarige Aviel tegen de intussen 44-jarige Aviel zeggen? C: Hij zou me ongetwijfeld vragen waarom ik geen A zanger geworden ben. Mijn antwoord zou zijn dat het goed is zoals de dingen gelopen zijn. Intussen weet ik wat een operazanger allemaal moet doen om zijn stem te verzorgen, dus ik ben er niet rouwig om dat ik geen zanger geworden ben. (lacht) Ik merkte gaandeweg dat ik vooral een organisatorisch talent had. Naast muziek studeerde ik ook rechten. Het toeval had dus me evengoed naar een baan als advocaat in Zürich kunnen loodsen.

Op vijf minuten tijd begrijpen we meteen waarom deze man een frisse wind door het huis liet waaien. Hij ís een frisse wind. viel Cahn: ‘Bij mij moet alles vooruitgaan. Ik houd A niet van getalm. Dat is ook het enige waar ik me in Vlaanderen aan ergerde. Het getreuzel wanneer er grote beslissingen moeten genomen worden. ‘Zouden we wel? Zouden we niet?’ Dat zijn momenten waarop ik dacht: ‘Zou ik niet beter weggaan?’ Over welke momenten hebt u het?

© Annemie Augustijns

Samson en Dalila (2009)

C: D A e fusie met het Koninklijk Ballet van Vlaanderen, vooral. Tjonge. Er was een politicus (de toenmalige minister van Cultuur: CD&V-politica Joke Schauvliege, nvdr) die dat echt wilde realiseren. Dus dat moest en zou gebeuren. Ikzelf ben nooit tegen geweest. Het Ballet was absoluut tegen. Dat was een behoorlijk moeizaam proces. Dit proces is nog steeds bezig. Dat is normaal. Twee grote organisaties kunnen niet zomaar versmelten tot één organisatie. Daar is tijd voor nodig. Maar er liggen veel mooie plannen klaar! Het komt goed.

Maar het toeval bracht u – na functies bij Zürcher Kammer­ orchester, China National Symphony Orchestra en de Finse Nationale Opera – naar Vlaanderen. Vertel, hoe verliep dat?

Waar vlucht u heen? Waar vindt u rust tijdens zulke momenten?

AC: De operawereld is een internationale business. Als er, zoals in 2008 bij Opera Vlaanderen, een plek vrijkomt, wordt er mondiaal naar een opvolger gezocht. Dat ik effectief gebeld werd met de vraag om te kandideren, zorgde ervoor dat ik me in dit huis en dit land verdiepte. Ik kende regisseur Guy Joosten en ik kende de stevige reputatie van het huis. Ik wist dat het geen evidente plek was omdat je een huis in Gent én in Antwerpen moet runnen. Vlaanderen is op artistiek vlak een ongemeen boeiende plek. Er gebeurt zoveel op zo'n klein oppervlak! Ik bestudeerde ook de Vlaamse traditie en leerde dat wat Gerard Mortier als intendant van De Munt gerealiseerd had – nieuwe creaties stimuleren, nieuw publiek aantrekken – als cruciaal beschouwd wordt voor de vernieuwing van de operasector in Vlaanderen. Mortier betekende voor de operasector wat Jan Hoet betekende voor de beeldende kunstsector: zij zetten ‘hun’ kunst terug op de kaart.

C: R A ust? Ik ben geen mens die een ‘vluchtplek’ nodig heeft. Ik houd er wel van om af en toe in de natuur te vertoeven. Maar het liefst pak ik de problemen meteen aan. Waar ik wél nood aan heb, is een klankbord. Iemand tegen wie ik geen blad voor de mond moet nemen. De afgelopen tien jaar had ik enkele klankborden. Mijn vriendin was een van hen. Maar evengoed de voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Opera en, vooral, mijn vader. Hij zag alles. Mijn ouders reisden minstens vijf keer per jaar hierheen om een première bij te wonen. In Genève moet ik het zonder hem doen. Mijn vader is korte tijd geleden overleden. Door hem zit u hier. C: I k zit hier in de eerste plaats omdat ik daar hard A voor gewerkt heb. Maar het klopt dat mijn ouders me de liefde voor de opera bijbrachten. Thuis klonk er 5


Afscheid Aviel Cahn

© Annemie Augustijns

Le Duc d’Alba (2017)

en Jan Fabre vond ik bijzonder inspirerend. Die voorstelling van Fabre – laten we niet uitweiden over de manier waarop hij recentelijk in het nieuws kwam, daarvoor is dit niet het juiste gesprek – was een mijlpaal. Mensen stelden vast dat ik Fabre een podium gaf én die voorstelling ook nog eens in de abonnementen opnam. ‘Dus dat betekent dat hij vindt dat we die voorstelling moeten zien’, concludeerden ze. Inderdaad! (lacht)

C: Ik wilde iets bewegen en van dit huis een plek A maken waar niet enkel ‘l’art pour l’art’ gemaakt wordt en repertoirestukken worden opgevoerd. Ik wilde discussie losweken, inspelen op de actualiteit, opera maken die specifiek verbonden is aan de speellocatie. Ik wilde het publiek tonen dat je iets moet géven als je opera beleeft. Opera ervaren, is niet enkel gezellig alles op je af laten komen. Sorry, it’s not only entertaining. Je moet er ook wat moeite voor doen.

© Annemie Augustijns

Infinite Now (2017)

Met welke droom startte u die job op 1 januari 2009?

Tragedy of a Friendship (2013)

Een andere voorstelling die voor oproer zorgde was het wondermooie Infinite Now dat op 18 april 2017 in première ging. Tijdens de opvoering die wij bijwoonden, verliet meer dan de helft van het publiek de zaal. C: ( onverstoorbaar) Ik was ontzettend gelukkig met A die voorstelling. Het grensverleggende karakter sprak erg veel mensen aan. Het tijdschrift Opernwelt riep de productie uit tot ‘Wereldcreatie van het jaar’. Maar het klopt dat de opera door het publiek en de operawereld verdeeld onthaald werd. Dat vind ik niet erg. Ik zal zulke ontluisterende creaties blijven maken. Die verdeeldheid had niet zozeer te maken met de zeer sobere, haast meditatieve regie van Luk Perceval maar eerder met de muziek van Chaya Czernowin. Haar radicale compositie vol computerklanken, geluid van brekend glas en radiogeruis kan je geen traditioneel werk noemen. Met deze opera probeerden we om bij het publiek even het gevoel van ‘ontheemd zijn’ op te roepen dat mensen tijdens de Eerste Wereldoorlog ervoeren. Deze voorstelling is misschien wel de belangrijkste realisatie van de afgelopen tien jaar omdat ze op een eigenzinnige manier een actueel thema naar de scène vertaalde. En neen, niet iedereen is even happig om een drie uur durende meditatieve voorstelling mee te maken. Dat hoeft ook niet.

Welke door u geprogrammeerde opera’s vereisten wat moeite? C: Ik denk aan Camille Saint-Saëns’ Samson en A Dalila (2009), een Bijbels verhaal over de Joodse Samson en de Filistijnse Dalila wiens poging tot verzoening strandt door (fanatieke) religieuze motieven. Die creatie, gebracht door een PalestijnsIsraëlisch regisseursduo, toonde aan dat opera nog steeds een politieke kunstvorm kan zijn. Dat ik me ermee de haat van de Joodse gemeenschap – die het een extreem anti-Israëlische voorstelling vond – op de hals haalde, nam ik erbij. (grinnikt) En Gaetano Donizetti’s Le Duc d’Albe – over de Spaanse bezetting van Vlaanderen en de absurditeit van elk oorlogs­ conflict – beschouwde ik als een opera die je uitnodigde tot reflectie over omgaan met de geschiedenis van een plek. Dan was er nog Tragedy of a Friendship (2013), de productie die Jan Fabre voor ons maakte. In dat stuk ging Fabre met de muziek van Richard Wagner en het denken van Friedrich Nietzsche – beide mannen waren vrienden – aan de slag. Dat ik zulk een iconisch theatermaker én beeldend kunstenaar kon uitnodigen om een creatie te maken voor dit huis, is typisch voor Vlaanderen. De kunstwerelden zijn hier zeer met elkaar verweven. Als je, bijvoorbeeld, in de Opera van Wenen zou werken, is de kans veel kleiner dat je ook met kunstenaars van andere disciplines in contact komt. In Vlaanderen is dat haast onvermijdelijk. Dat contact met kunstenaars als Koen van den Broek

Hoeft dat niet? AC: N een. De jonge regisseur Krystian Lada die in januari 2019 de eerste Mortier Next Generation-prijs kreeg, stelt vast dat operahuizen enkel letterlijk in het hart van de samenleving staan. Bent u het daarmee eens? Moet opera trachten om nog meer mensen aan te spreken? C: V A ooreerst: opera blijft intiemer dan een wedstrijd van de Rode Duivels in het Koning Boudewijnstadion of een concert van Madonna in het Sportpaleis. Dat is de kracht van opera. Vroeger was de bühne een belangrijk politiek en maatschappelijk forum. Vandaag zijn andere kanalen veel populairder. Je kunt daar op 6


Afscheid Aviel Cahn voorbereid én dat ik ook in Genève met Perceval zal samenwerken.

verschillende manieren mee omgaan. Of je blijft oude stukken spelen voor de incrowd. Dan komt enkel de incrowd op je programma af. Of je stelt een programma samen dat aanzet tot reflectie en waar erg verschillende mensen zich door aangesproken voelen. Zo diversifieer je het publiek.

Cahns telefoon speelt plots een cellosuite van Bach. Cahn neemt op en zegt – in vloeiend Italiaans, dit keer – dat hij dadelijk terugbelt. Bach is ook erg aanwezig in Les Bienveillantes, de operacreatie naar het boek van Jonathan Littell waarin elk hoofdstuk naar een onderdeel van een partita van Bach vernoemd is. Waarom wordt dit de wereldcreatie waarmee u afscheid neemt?

Les Pêcheurs de perles (2018)

C: Zoals veel in het leven is dat puur toeval. Ik wilde A vooral nog eens met Calixto Bieito samenwerken. In 2011 voerde hij hier Kurt Weills Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny op, in 2014 regisseerde hij Lady Macbeth uit het district Mtsensk van Dmitri Sjostakovitsj en in 2015 creëerde hij met Tannhäuser bij ons zijn eerste Wagnerproductie. Ik wilde nog een wereldcreatie met hem maken. We dachten aan een operaversie van Quentin Tarantino’s western The Hateful Eight. Maar Tarantino stond op de rem. We kregen de opvoeringsrechten niet. Toen stelde ik Johan Littells bestseller voor. Toneelhuis voerde het boek – waarin een ex-SS-officier over zijn leven en daden vertelt – in 2016 op. Toch was het geen sinecure om de rechten te krijgen. Littell vreesde ervoor dat een opera verkeerde accenten zou leggen. Dus stelde hij strenge eisen. In het decor, bijvoorbeeld, mogen er swastika’s noch verwijzingen naar naziuniformen voorkomen. Hij wil terecht vermijden dat het een geschiedenisles over het naziregime wordt.

© Annemie Augustijns

Geeft u eens enkele voorbeelden. C: Les Pêcheurs de perles (2018), het operadebuut A van het Antwerpse theatercollectief FC Bergman, bijvoorbeeld. Dit collectief heeft een jonge, bonte bende ‘fans’ die hen overal volgt. Ze brachten met Georges Bizets werk een opera die vrij onbekend was, behalve enkele alom bekende melodieën. Ze speelden tijdens een periode waarin mensen graag de opera bezoeken: de kerstperiode. Elke opvoering was uitverkocht en elke avond verwelkomden we een opvallend gevarieerd publiek zowel qua leeftijd als qua ‘roots’. Hetzelfde geldt voor Satyagraha (2018) – Philip Glass’ opera die Sidi Larbi Cherkaoui regisseerde. Ook Terry Gilliams’ operadebuut – hij ensceneerde Hector Berlioz’ La Damnation de Faust (2012) – en Christoph Waltz’ regie van Richard Strauss’ Der Rosenkavalier (2013) scoorden ontzettend goed. Deels omdat Gilliams als Monty Python-icoon en Waltz als wereldberoemd acteur nieuwsgierigheid wekten.

Tijdens de première, op 24 april, zal u in de loge linksboven van Opera Antwerpen zitten. C: (lacht) Klopt! En in Gent zit ik in de loge A rechtsboven. Waarom, in hemelsnaam? C: Ik woon zelden de volledige voorstelling bij. A In de loge kan je wegwandelen zonder iemand te storen. Ik beschouw zulke loges vlakbij het podium als ‘de cockpit’ van de opera. Je hebt er een perfect zicht op de scène en in de coulissen. Je ziet bovendien wat er in de orkestbak gebeurt én je ziet wat er in de zaal gebeurt. Kortom, je hebt het perfecte overzicht. U gaf Vlaanderen eigenzinnige operavoorstellingen. Wat gaf Vlaanderen u? C: Frietjes! Ik heb hier veel meer en veel lekkerder A frietjes gegeten dan in Zwitserland. In Vlaanderen – en dankzij Vlamingen – leerde ik wat meer te genieten van het leven en van lekker eten. De gastvrijheid waarmee jullie mensen ontvangen, de regelmaat waarmee jullie echt goede restaurants bezoeken, daar heb ik erg van genoten. Dat zal ik missen in Genève dat toch nog steeds calvinistische trekjes vertoont.

Programmeert u enkele Opera Vlaanderen-voorstellingen in Genève? C: Jawel! Ik toon er de Pelléas et Mélisande die in A 2018 geënsceneerd werd door Sidi Larbi Cherkaoui en Damien Jalet. Infinite Now zal ik er niet tonen, neen. De rol van Zwitserland tijdens de Eerste Oorlog was volstrekt anders dan die van België. En het publiek van het Grand Théâtre de Genève staat ver achter op Opera Vlaanderen. Toen Infinite Now in première ging, wist ik dat het publiek klaar was voor zo een eigenzinnige opera. In Genève zijn ze daar echt nog niet aan toe. Zoiets moet je stap voor stap opbouwen. Daar begin ik in juli mee. En ik kan al verklappen dat ik een opera over vluchtelingen

Wat zult u nog missen? C: Mijn Vlaamse vrienden. Maar ook de hartelijkA heid van mijn team. In het begin was het voor iedereen wennen. Maar op 7 februari 2009 voelde ik dat het goed kwam. Dat was misschien wel het 7


Afscheid Aviel Cahn allermooiste moment van de afgelopen tien jaar. Die dag ging Pjotr Iljitsj Tsjaikovski’s Mazeppa in een regie van Tatjana Gürbaca in première. Nadien voelde ik hoe de pers, het publiek en mijn medewerkers mijn keuze respecteerden. Sindsdien groeide er binnen het team een grote openheid en een zin voor avontuur. Vorige week werd al een eerste afscheidsfeestje georganiseerd. Een van de zangers zong Frank Sinatra’s My Way. Dat lied typeert me. Het werken in de operawereld maakte een wereldburger van me die met openheid naar de wereld kijkt en die visie wil doorgeven. Op mijn manier. Maar, ik kon enkel mijn

weg gaan dankzij de openheid van mijn team én van het publiek. We bedanken Cahn, schakelen de dictafoon uit en checken onze vragenlijst. Als we weer opkijken, is hij verdwenen. De deur van zijn bureau staat open. ‘Ik heb dringend koffie nodig!’, roept zijn stem vanuit de aanpalende ruimte. Er verschijnt een lachend gezicht in de deuropening. ‘Tot in de opera?’ Heel graag. Wij in de zaal, hij in de cockpit. Opgetekend door Els Van Steenberghe (Knack)

© Annemie Augustijns

Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny (2016)

© Filip Van Roe

8


$$$$$

Met de steun van Piano’s Maene

Ontdek onze nieuwe Doutreligne en Doutreligne Master series

Maene Creation

Hoofdzetel Ruiselede en Atelier Chris Maene

Piano’s Maene Brussel

Piano’s Maene Gent en Steinway Piano Gallery

Piano’s Maene Antwerpen

Piano’s Maene Limburg

Industriestraat 42 B8755 Ruiselede +32 51 68 64 37

Argonnestraat 37 B1060 Brussel +32 2 537 86 44

P. Van Reysschootlaan 2 B9051 Gent +32 9 222 18 36

Herentalsebaan 431 B2160 Wommelgem +32 3 321 78 00

Paterstraat 36 B3621 Oud-Rekem +32 89 21 52 72

www.facebook.com/ pianosmaene

www.maene.be gebrevetteerd 9 hofleverancier van België


Opera out of the box The Cahn Years at Opera Vlaanderen

10


Opera out of the box

Fragment uit het boek De neus van de impresario Christoph Waltz

2009-2019, The Cahn Years at Opera Vlaanderen De baanbrekende Cahn-jaren bij Opera Vlaanderen, nu in boekvorm. Antwerpen 2008, de Vlaamse Opera. Aviel Cahn wordt aangesteld als de opvolger van Marc Clémeur. Hij is met zijn 33 jaar bij de jongste operaintendanten van Europa. Aanvankelijk is er enige argwaan rond zijn leeftijd, maar die wordt algauw gecounterd door het gerucht dat hij een magneet zou zijn voor internationaal, fris talent en niet terugdeinst om zijn duidelijke visie door te drukken. Op de muur van de kantine komt een duidelijke boodschap te staan: “Wij zijn een operahuis, creatief & gepassioneerd, relevant & actueel. En we delen deze goesting met iedereen.” Dit is de aanzet van een 720-pagina’s tellend boek over de tien ‘Cahn-jaren’ bij Opera Vlaanderen. Het resultaat van gedurfd en consequent ‘out of the box’ denken. Het monumentale boek dat in een kunstige box huist – waarbij de lezer de keuze heeft tussen werk van Koen van den Broek, Kati Heck of Maurizio Cattelan (ToiletPaper) – neemt je mee langs een 70-tal operaproducties. De exclusieve fotokatern is een ware lust voor het oog. Maar toch is Opera Out of the Box meer dan een retrospectieve. Het geeft een inkijk in de keuken van het operahuis. Het laat zien hoe belangrijk de neus van de intendant is bij castings, hoe vruchtbaar de kruisbestuiving met andere

kunstdisciplines kan zijn én hoe gewaagd het is om met first-timers als regisseur te werken. Het denken in cycli, hoe geëngageerd opera wel kan zijn en hoe het operahuis communiceert, vervolledigen het plaatje. De lezer krijgt een uniek perspectief op het treffen van Aviel Cahn met Vlaanderen, als een bijzondere regio op zich, waar de kunstscène uit zijn voegen barst van het talent en het eigen karakter steeds bovendrijft. Kortom, een boek dat niet louter de operaliefhebber kan plezieren, maar ook boeiend is voor iedereen die avontuurlijk genoeg is om een bijzonder universum te verkennen.

“Opera is een ‘totaal medium’ en biedt de unieke mogelijkheid om een problematiek zo allesomvattend te benaderen dat alle andere kunstvormen het daarbij moeten afleggen.” Aviel Cahn Aan het boek werkten 16 auteurs en 10 interviewees mee, uit binnen- en buitenland, waaronder recensenten, artistiek leiders, dramaturgen, kerkelijke leiders, theatermakers, librettisten, componisten en regisseurs. Van oscarwinnaar Christoph Waltz en duivels regisseur Peter Konwitschny, tot Bisschop Johan Bonny en cultuurpaus Jerry Aerts, van kunstminnaar Johan Thielemans tot regisseur Guy Joosten, ze komen allemaal aan het woord. De rode draad doorheen het boek wordt gevormd door Aviel Cahns persoonlijk en openhartig verhaal van zijn ‘Vlaams decennium’. 11

Er pleit veel voor de impresario. Hij doet meer dan alleen de dingen bij elkaar houden, hij gaat op pad. Dat kan risicovol zijn, zeker als hij het gebaande pad verlaat. Hij baseert zijn keuzes en bedoelingen op ontelbare ideeën, principes, concepten, trends, modes, opinies, denkscholen, tradities, over­tuigingen, ervaringen en observaties. En hoewel ik zeker weet dat er allerlei moderne hulpmiddelen zijn die hem helpen om een beslissing te nemen, zoals marktonderzoek en algoritmes en statistieken, is zijn belangrijkste navigatie-instrument zijn neus. Zoals de neus in het gezicht van Aviel. En dan moet hij natuurlijk de nodige moed bij elkaar rapen om de indrukken van die neus ook te volgen. Zoals de moed op het gezicht van Aviel. Er is veel nodig voor innovatie. Toch hoeft innovatie bij het plannen van een opera niet het enige aspect te zijn dat je in overweging neemt. (Ik ga ervan uit dat het niet zo lang duurt om een conventie te sluiten en ik denk dat afkalvende innovatie en iconoclasme samen een geheime afspraak hebben.) In mijn specifieke geval nam Aviel het grote risico om mij, een acteur met ervaring in theater, maar hoe dan ook slechts een acteur, Rosenkavalier en Falstaff te laten regisseren. Het gefrons was onvermijdelijk en zeer overvloedig. Twee bijzonder moeilijke opera’s, zoals iedereen die er iets over kwijt wilde me continu onder mijn neus wreef. Mijn vraag om een paar makkelijke opera’s te noemen blijft tot op vandaag onbeantwoord. Hoewel Aviel duidelijk een showman is, was zijn bedoeling nooit onduidelijk. De mogelijke bijdrage van de acteur heeft zin, ook al sluit die niet perfect aan op de canon van dat moment: het vertellen van een verhaal door herkenbaar gedrag op het podium. De verwachting van revolutionaire concepten en hermeneutische veroveringen was realistisch laag; de lat voor een tastbare theaterervaring lag onmiskenbaar hoog. Geven en nemen: de nieuwbakken regisseur heeft steun nodig bij het nieuwe medium. En soms hulp. Advies. Een duwtje. Aanmoediging. Vragen. Veiligheid. Dat is toch wat een echte impresario biedt? En vriendschap. Dank je wel, Aviel.


Opera out of the box Cahn zwengelde graag het debat aan, waarbij hij de controverse niet schuwde. Op gezette tijden werd het publiek wakker geschud en kreeg het de ruimte om kritisch te blijven tegenover de producties en hun statements. Seizoensthema’s verbonden bekende titels met weinig opgevoerde werken. Er waren geen heilige huisjes wat interpretatie betrof. Ook de bondgenoten in dit proces zijn niet de usual suspects. We zien hoe gerenommeerde kunstenaars, modeontwerpers, theaterregisseurs, filmmakers en acteurs vaak voor het eerst de arena van het operahuis binnentraden. Het leverde telkens verrassende invalshoeken op.

Dankzij deze gangmakers vonden nieuwe publieksgroepen voor het eerst hun weg naar de opera.

“Het boeiende bij opera vind ik de wrijving tussen het verwachtingspatroon van het publiek en wat je uiteindelijk brengt. Toegegeven, ik ben soms graag een agent-provocateur. Nooit vrijblijvend, altijd om tot nadenken te stemmen.” Aviel Cahn

12

Opera Out of the Box is een viertalige uitgave van Stockmans Art Books (NL-EN-FR-DE). U kan het boek online bestellen via www.stockmansartbooks.be/nl/ opera-out-of-the-box, aan de ticketbalies in Gent en Antwerpen of voor en na de voorstellingen van Opera Ballet Vlaanderen.


$$$$$

13


Afscheid & nieuw begin

Concert

Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893) Symfonie Nr. 6 in b, Pathétique, opus 74 Richard Wagner (1813-1883) Siegfried-Idyll Ouverture tot Die Meistersinger von Nürnberg Wotans Abschied und Feuerzauber uit Die Walküre Afscheid & nieuw begin Opera Gent 28 juni deSingel Antwerpen 29 juni Gedurende tien jaar (2009-2019) heeft Opera Vlaanderen onder intendant Aviel Cahn een spannend en eigenzinnig artistiek parcours afgelegd. Met het intendantschap van het Grand Théâtre de Genève begint voor hem een nieuw artistiek avontuur. Het concert waarmee het seizoen 2018-’19 feestelijk afsluit, staat niet alleen in het teken van afscheid maar ook van nieuwe perspectieven, zoals die prachtig doorklinken in Siegfried-Idyll van Richard Wagner.

14

© Hans Op de Beeck

Richard Wagner deelt de affiche met Pjotr Iljitsj Tsjaikovski – vertegenwoordigd met de alom gekoesterde Zesde Symfonie, Pathétique – in een programma dat gedirigeerd wordt door een musicus die gedurende het artistieke beleid van Aviel Cahn een nauwe band met het huis heeft opgebouwd: de Russische maestro en voormalige chef-dirigent Dmitri Jurowski. Dmitri Jurowski tekende de afgelopen seizoenen voor meeslepende interpretaties van het Russische operarepertoire, van canonische werken als Tristan und Isolde en Der Rosenkavalier en van vergeten oeuvre zoals Der König Kandaules. De Duitse sterbariton en internationaal gerenommeerde Wagnerzanger Thomas Johannes Mayer vertolkt de rol van Wotan in het verpletterende Wotans Abschied und Feuerzauber uit Die Walküre.


International Opera Awards

Opera Vlaanderen

Best Opera Company © Chris

ore aadm se in lain P ylid E Opera Hou en l en jur Cahn r van Roya vangst nem Aviel u t e t in on direct (oud- den) bij he de Award. Lon van

doulou

Christo

Opera Vlaanderen won op 29 april de International Opera Award voor Best Opera Company. “Een grote eer en een bekroning van tien jaar hard werken,” reageert artistiek directeur Aviel Cahn. Het was ook spannend voor andere genomineerden die een sterke band hebben met Opera Vlaanderen. Regisseur Calixto Bieito, regisseur van de creatie Les Bienveillantes die vorige week bij Opera Vlaanderen in wereldpremière ging, was genomineerd voor Best Director, maar moest de eer laten aan Katie Mitchell. Calixto Bieito regiseerde eerder al Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny, Lady Macbeth van Mtsensk en Tannhäuser bij ons.

De International Opera Awards, ook wel de Toscars genoemd, werden op 29 april uitgereikt tijdens een gala in het Sadler's Wells Theatre in Londen. Aan het einde van de avond was het uitkijken naar de hoofdprijs: die van Best Opera Company. De genomineerden waren niet van de minsten: Opéra national de Paris, Theater an der Wien, Houston Grand Opera, Deutsche Oper am Rhein en de Opera van Göteborg maakten eveneens kans, maar het was uiteindelijk en onder een daverend applaus dat Opera Vlaanderen uit de gouden enveloppe werd gehaald. Na vier nominaties in deze categorie, kon nu de prijs verzilverd worden.

Ook Usher, een nieuwe opera die Annelies van Parys componeerde en die recent in wereldpremière ging bij de Staatsoper unter der Linden in Berlijn, was genomineerd in de categorie voor Best World Première. Met Usher bijten Annelies van Parys en librettist Gaia Schoeters zich vast in de onafgewerkte kameropera La Chute de la Maison Usher van Claude Debussy, gebaseerd op een kort horrorverhaal van Edgar Allan Poe. Helaas kon de nominatie niet verzilverd worden, maar deze opera zal volgend seizoen wel te zien zijn bij Opera Ballet Vlaanderen.

Artistiek directeur Aviel Cahn nam de prijs in ontvangst. “Een grote eer en het resultaat van tien jaar hard werken door iedereen die bij ons huis betrokken is. Voor en achter de schermen, in de kantoren en de ateliers. Het is ook vooral een award voor hen. Deze award onderstreept nogmaals dat Opera Vlaanderen meespeelt aan de internationale top juist omdat we opera op een spannende en relevante, actuele manier brengen. Hopelijk inspireert deze prijs iedereen die net als wij geloven in de toekomst van het genre opera.” Opera Vlaanderen is een welkome gast op de International Opera Awards. In het verleden werden Koor en het Symfonisch Orkest al regelmatig genomineerd en in 2014 won het huis een Award for Best Wagner Anniversary Production met Parsifal van Richard Wagner in een regie van Tatjana Gürbaca. 15

foto © Chris Christodoulo

De International Opera Awards worden georganiseerd door het gerespecteerde vakblad Opera en uitgereikt door een internationale jury van journalisten en professionals uit de internationale operawereld.


Giuseppe Verdi

Een kroon van lood dramaturg Katherina Lindekens in het spoor van Thalheimers Macbeth

Berliner Ensemble Š Matthias Horn

16


Macbeth Het regent in Berlijn. Ik verlaat de metro bij de Friedrichstraβe en begeef me naar het Berliner Ensemble, voor een voorstelling van Macbeth. Niet de originele Shakespeare, maar de Duitse adaptatie door Heiner Müller, in een regie van Michael Thalheimer. Vooral om die laatste is het me te doen. Thalheimer is binnenkort te gast bij Opera Ballet Vlaanderen, voor een enscenering van die andere Macbeth, de gelijknamige opera van Verdi, waarmee intendant Aviel Cahn zijn laatste seizoen in ons huis afsluit. Het belooft een mooi weerzien te worden: Thalheimer tekende eerder al voor indrukwekkende producties van La Forza del Destino en Otello. De Duitse regisseur staat bekend om zijn scherpe analyses van mijlpalen uit de wereld­ literatuur. Zijn pure, minimalistische stijl geeft alle ruimte aan de essentie van het drama. Ik ben benieuwd of zijn enscenering van Müllers Macbeth me een glimp zal doen opvangen van zijn plannen met Verdi’s eerste Shakespeare-opera. Fair is foul, and foul is fair Terwijl ik de Spree oversteek in motregen en mist, denk ik aan de eerste regels van het iconische heksentrio in Macbeth: 1st witch When shall we three meet again? In thunder, lightning, or in rain? 2nd witch When the hurlyburly’s done, When the battle’s lost and won. 3rd witch That will be ere the set of sun. 1st witch Where the place? 2nd witch Upon the heath. 3rd witch There to meet with Macbeth. (…) all

Fair is foul, and foul is fair: Hover through the fog and filthy air. Shakespeare laat er geen twijfel over bestaan: waar de heksen verschijnen, is niets wat het lijkt. Fair is foul, and foul is fair: de natuurlijke orde staat op zijn

kop. Amper enkele regels later zal dit groteske drietal het leven van de hoofdfiguur grondig overhoop gooien. Wanneer de Schotse generaal Macbeth en zijn kompaan Banquo zegevierend terugkeren van het slagveld, staan ze plots oog in oog met de weird sisters. Die groeten Macbeth als “Heer van Glamis”, zijn huidige functie, maar voegen daar in één beweging ook “Heer van Cawdor” en “Koning van Schotland” aan toe. Als door een wesp gestoken beseft Macbeth dat de heksen zonet zijn lot hebben voorspeld. Banquo op zijn beurt krijgt te horen dat hij “minder is dan Macbeth, en toch groter”; “minder gelukkig en toch gelukkiger”; “geen koning, maar verwekker van koningen”.

Verdi bij Opera Ballet Vlaanderen in de jaren van Aviel Cahn

Met Verdi’s Macbeth zet Aviel Cahn een punt achter zijn laatste seizoen bij Opera Ballet Vlaanderen. Tijdens zijn Als Shakespeares Macbeth de kroniek jaren als intendant passeerden is van een ondergang, dan is het kwaad meerdere bijzondere Verdi-opera’s de al op de eerste pagina’s geschied. revue. Peter Konwitschny – omzeggens De ontwrichtende voorspelling van de de peetvader van het Regietheater heksen brengt een rad aan het draaien in het hoofd van de protagonist. Wat als – presenteerde eigenzinnige versies van ze gelijk hebben? Niet voor niets wordt Aida en Don Carlos. David Hermann legde tijdloze machtsstructuren bloot Macbeth vlak na hun ontmoeting door in zijn hedendaagse Simon Boccanegra. een gezant benoemd tot Thane of Michael Thalheimer tekende voor een Cawdor. De eerste stap is dus meteen ‘gestripte’ La Forza del Destino en een gezet. Wat als Macbeth de ladder van de macht verder zou kunnen beklimmen, uiterst sobere Otello. En dan was er de tot de kroon op zijn hoofd staat? En wat Britse theatermaker Daniel Slater, die het verhaal van Nabucco verbond met dan met de gekmakende voorspelling Occupy Wall Street en het verzet tegen dat Banquo’s nageslacht die kroon de greed van grote financiële instellingen. finaal zou kapen? Hoe verschillend de esthetiek van al deze producties ook was, ze deelden Als het van Macbeth afhing, zou zijn een zoektocht naar de essentie van machtsfantasie misschien een verre Verdi’s operadramaturgie met de focus droom blijven. Maar dat is buiten zijn op de spanning tussen het publieke en echtgenote gerekend. Lady Macbeth belichaamt het kwaad, als een duistere het private enerzijds, en de droom van vrijheid in oppressieve machtsstruc­ zielsverwant van de heksen. Zodra ze turen anderzijds. Konwitschny legde in hun profetie verneemt, ziet ze het hele zijn tijdoverspannende deconstructie plan voor zich. Eerst moet koning van Don Carlos de achterliggende Duncan dood. Vervolgens ook Banquo ideologie bloot. Aida daarentegen en zijn kinderen. Als een rücksichts­ plaatste hij in een huiskamer met loze partner-in-crime manipuleert Lady weinig meer dan een sofa. Hij benaMacbeth haar echtgenoot tot hij het drukte op die manier dat de opera, die wiel van het noodlot in beweging zet. Algauw ontdekken de twee dat ambitie verkeerdelijk als een spektakelstuk wordt gezien, in essentie een een onverzadigbaar roofdier is. Het pad Kammerspiel is rond de strijd tussen naar de roem blijkt een afdaling in de twee vrouwen, Aida en Amneris, voor diepste krochten van een persoonlijk dezelfde man: Radamès. La Forza del en politiek inferno waar schuld, Destino is allesbehalve Kammerspiel paranoia en waanzin regeren. maar Theatrum Mundi, dat zich op uiteenlopende locaties afspeelt, met Het Trojaanse paard een dwarsdoorsnede van een bonte van Heiner Müller samenleving. In deze productie verraste scenograaf Henrik Ahr met Nee, Shakespeares Macbeth is niet de zijn minimalistische, zwarte set. meest verkwikkelijke avondactiviteit Hij zette in beeld om wat Michael – zeker niet in deze versie van het Thalheimer zo mooi verwoordde met Berliner Ensemble. Wanneer ik de zaal betrekking tot de episodische plot betreed, blijkt de mist zich ook hier naar binnen te hebben gewurmd. Nu al van La Forza: “De regisseur moet de inhoudelijke en emotionele structuren baadt de ruimte in rook, en in de loop 17


Giuseppe Verdi

Berliner Ensemble © Matthias Horn

van de voorstelling zal de lucht alleen maar zwaarder worden, tot je amper nog een hand voor je ogen kunt zien. Uit die fog and filthy air doemen silhouetten op die recht uit een nachtmerrie lijken weggelopen. De unheimliche soundtrack van donderslagen en andere alarmsignalen in Shakespeares tekst is uitgesponnen tot een drone van donkere elektronica. Drie androgyne heksen in nauw aansluitende, besmeurde kostuums bewegen als in trance en bijten gulzig in wat organen lijken. De kralenket­ tingen om hun hals doen me denken aan de slangen van Medusa, een van de Gorgonen, die al wie haar aankeek in steen veranderde. Binnen het huwelijk dat het strijdtoneel van dit drama vormt, draagt actrice Constanze Becker als Lady Macbeth de broek – tijdens de banketscène ook letterlijk. Macbeth op zijn beurt, een rol van Sascha Nathan, wordt neergezet als een ietwat pafferige zwakkeling, wiens ontblote, bebloede torso eerder mededogen dan ontzag inboezemt. Zijn speelgoedkroon stond eerst op Duncans hoofd en landt uiteindelijk op dat van diens zoons Malcolm, indrukwekkend vertolkt door Kathrin

Wehlisch. Vlak voor het doek valt, spert zij haar ogen wijd open in een grimas die op mijn netvlies gebrand staat. Het schaakspel van de macht is klaar voor een volgende ronde. Bij de creatie in 1972 veroorzaakte Heiner Müllers grensoverschrijdende Macbeth-bewerking een schandaal. Alles wat de Oost-Duitse hoeders van het socialistisch-realisme zo graag lazen in Shakespeares tekst, zette Müller op losse schroeven: het humanisme, de volkse elementen, het realisme, en het idee dat de mensheid onstuitbaar vooruit stoomt, steeds hogere ontwikkelingsvormen tegemoet. Müller toonde juist aan hoe cyclisch de geschiedenis en haar machtsmechanismen zijn. Daarbij ging hij bijzonder vernuftig tewerk; zijn Macbeth is een als vertaling vermomde parafrase. Door microscopische tekstwijzigingen en subtiele toevoegingen legde hij zijn eigen accenten. Via die kieren in de vertaalslag smokkelde hij een flinke dosis maatschappijkritiek naar binnen. In Müllers Macbeth heeft het terreur­ regime van de Schotse tiran verdacht veel weg van communistische onderdrukking. Tegelijkertijd gaat ook de gewone mens, die vaker dan bij 18

Shakespeare in beeld komt, niet vrijuit. In het slachthuis van Müllers Macbeth zijn zowel heersers als onderdrukten door en door slecht. Verdi’s muziekdrama De verhouding tussen de Macbeths van Shakespeare en Müller toont aan hoe ieder tijdperk zijn eigen versie(s) van deze parabel construeert. Componist Giuseppe Verdi deed in 1847 iets gelijkaardigs met zijn Macbeth, en ruim twintig jaar later opnieuw, toen hij de opera grondig herwerkte. Met zijn lijfauteur Shakespeare als gids verzette hij de bakens van het belcanto door het genre van binnenuit te vernieuwen. Aan librettist Francesco Maria Piave schreef Verdi: “Deze tragedie is een van de grootste creaties van de mens. Als we er niets groots mee kunnen doen, laten we er dan in elk geval iets bijzonders van maken.” Het duo hield woord. Naar traditionele normen is Macbeth een anti-opera. Hier geen obligate liefdesgeschiedenis tussen een sopraan en een tenor, maar een inktzwarte ménage à trois met drie


Macbeth protagonisten: Macbeth (bariton), Lady Macbeth (mezzosopraan) en een groot heksenkoor, dat dé motor van dit muziekdrama vormt. En daar bleef het niet bij. Van koning Duncan maakte Verdi een stille rol. De originele Macbeths op hun beurt werden gecast op hun holle stemmen, zodat hun eerste duet en Lady Macbeths legendarische slaapwandelscène maximaal tot hun recht zouden komen. Hoe dan ook is vocale virtuositeit in Verdi’s Macbeth nooit een doel op zich. Muziek is de spreekbuis van de meest essentiële ideeën en beelden uit de tekst. Het orkest ontpopt zich daarbij tot een volwaardig personage, dat subtiel laat horen wat tussen de regels van dit psychodrama voelbaar is. Ook Verdi’s Macbeth mag dan geen vrolijk entertainment zijn; de symbiose tussen woord en muziek in deze operamijlpaal is een kwestie van puur genot. Michael Thalheimer en Macbeth Enkele weken na mijn Berlijnse prospectie krijg ik Michael Thalheimer te pakken voor een korte vooruitblik op zijn terugkeer naar Antwerpen. Wanneer ik hem opbel, zit hij alweer in de laatste rechte lijn naar een volgende Shakespeareproductie bij het Berliner Ensemble – ditmaal Othello. Hoe is het om in één seizoen zo veel Shakespeare te regisseren, waaronder twee Macbeths op enkele maanden tijd? Michael Thalheimer: Ik vind het heerlijk om enkele maanden lang in Shakespeares kosmos te vertoeven, zeker aangezien ik kan pendelen tussen twee verschillende vormen: theater en opera. Dat die disciplines zo verschillend zijn, maakt dat het me geen enkele moeite kost om een seizoen lang geboeid te blijven door Macbeth. De versies van Müller en Verdi zijn natuurlijk ook erg verschillend. Die afwisseling maakt het fijn. Trouwens, met Shakespeare ben je nooit klaar. Wat fascineert u aan zijn werk? MT: Ik zou mijn hele leven rond Shakespeare kunnen werken zonder hem volledig te vatten. Hij is een volstrekt onpeilbaar genie. Wat me vooral aanspreekt in zijn universum is dat al zijn stukken rond drie grote

thema’s draaien: liefde, macht en dood. Zijn werk heeft iets universeels en archetypisch; dat maakt het zo tijdloos. Iedere generatie kan erdoor geïnspireerd raken en moet haar eigen sleutels zoeken om ertoe door te dringen. Heiner Müller las Macbeth door een bril met sterk verduisterde glazen. MT: Inderdaad. Müller concentreerde zich op het thema van de macht, en herwerkte Shakespeares Macbeth tot het meest nihilistische stuk dat ik ooit heb gelezen. In uw regie was dat nihilisme bijna tastbaar: door de rook en de duisternis kreeg ik het gevoel langzaam te stikken, samen met de personages. MT: Ik begrijp wat je bedoelt. Die beklemmende sfeer zal zeker ook binnensijpelen in Verdi’s Macbeth. Ik ken weinig opera’s die zó donker zijn. Volgens Verdi telt het stuk drie hoofdpersonages: Macbeth, Lady Macbeth en de heksen. Tussen hen speelt de hele tragedie zich af. Ik vroeg me af hoe u die driehoek interpreteert, zeker bij Verdi, waar Lady Macbeth nog belangrijker is geworden dan in Shakespeares origineel. MT: Macbeth is een zwak personage. Of beter gezegd: hij is machtig, maar heeft een nóg sterkere echtgenote aan zijn zijde. Hij houdt van haar en wil alles doen om haar gelukkig te maken. Precies dat maakt hem zwak. Samen dromen ze ervan dat hij koning zou worden. Als een groep heksen je dan uitgerekend die voorspelling doet… reken maar dat je ze gelooft. In wezen gaat het om een self-fulfilling prophesy. De heksen zitten in Macbeths hoofd, ze zijn een deel van hemzelf. Hij droomt zijn eigen lotsbestemming bij elkaar omdat hij zijn vrouw gelukkig wil maken. U denkt dat hij uit liefde handelt? MT: Neen, hij wordt vooral aangestuurd door zijn eigen demonen. Maar hij weet dat Lady Macbeth hem als koning 19

blootleggen en de toeschouwer het fragmentarische tonen en niet overpleisteren of dichtsmeren met een of ander bont coloriet, mooie kostuums en taferelen. Anders dreigt de toeschouwer nooit tot de kern van de geschiedenis door te dringen.” Thalheimers lezing van Otello bevestigde deze zoektocht naar essentie met een abstracte zwarte doos (andermaal een ontwerp van Henrik Ahr) die metaforisch stond voor het hoofd van de protagonist als gevangenis van dwanggedachten. Nee, de Verdilezingen bij Opera Ballet Vlaanderen brachten geen theater van de buitenkant, maar drama voor vandaag, dat compromisloos teruggrijpt naar de oorspronkelijke, vaak overwoekerde dramatische intenties van de Italiaanse meester. Piet De Volder


Giuseppe Verdi mechanisme ook vandaag nog wereldwijd bij sommige politici. Uit angst en frustratie omdat ze hun functie niet aankunnen, nemen ze hun toevlucht tot geweld. De persoonlijke tragedie is dus ook politiek? MT: Jazeker, Macbeth is een politiek stuk. Het speelt zich af in oorlogstijd, tussen koningen en koninginnen. Tegelijkertijd overstijgt dit drama de politiek: het is een universeel verhaal, een archetype.

Otello (2016) © Annemie Augustijns

wil zien, en omdat hij van haar houdt, doet hij er alles aan om die wens in vervulling te doen gaan – zélfs koning Duncan vermoorden terwijl die bij hen te gast is. Lady Macbeth fluistert haar man allerlei gruweldaden in, en hij volgt. Naarmate ze samen de moorden aan elkaar rijgen, komen ze in een neerwaartse spiraal terecht, die hen uiteindelijk allebei gek maakt. Hun ambitie reikt zelfs voorbij dit leven: het idee dat Banquo’s zoon ooit koning zou worden, is voor Macbeth ronduit ondraaglijk. MT: Ja, die hele obsessie, dat hele traject zit in zijn hoofd en hart. Zijn race naar de top is een scenario dat zich automatisch voltrekt. Bovendien: Macbeth wil absoluut koning worden, maar heeft nooit nagedacht over hoe hij die rol zal invullen. Zal ik in staat zijn om die functie te vervullen? Die vraag heeft hij zich nooit gesteld. Wat blijkt? De job gaat zijn petje ver te boven. Hij verliest alle controle, over zichzelf en over het koninkrijk. Dat creëert een immense angst, waarop tomeloos geweld zijn enige antwoord is. Je ziet dat

Kunt u al iets over de scenografie verklappen? MT: Die verrassing bewaar ik graag tot de première (lacht). Maar het publiek mag zich verwachten aan een scènebeeld dat de diepste regionen van de hel oproept – helemaal in de lijn van dit apocalyptische stuk.

In onze kostuumateliers zag ik enkele lange rekken met kilts klaarstaan. Een interessante keuze, voor een stuk waarin de grenzen tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid vervagen. MT: Gender wordt in Macbeth inderdaad voortdurend gethema­tiseerd. In Shakespeares beroemde banketscène, bijvoorbeeld, wordt Macbeth gek wanneer hij de geest van de dode Banquo plots aan tafel ziet zitten. Lady Macbeth daagt haar hallucinerende echtgenoot uit door te appelleren aan zijn mannelijkheid: “Are you a man?” Omgekeerd probeert zij zich vóór de moord op Duncan letterlijk te vermannen: “Come, you Spirits / That tend on mortal thoughts, unsex me here, / And fill me, from the crown to the toe, top-full / Of direst cruelty!” De verhouding tussen de Macbeths keert alle genderclichés binnenstebuiten. Hij wordt geportretteerd als een zwakkeling; zij als een woesteling. Door het gebruik van kilts spelen we met die thematiek, die doorwerkt in Verdi’s opera: het is niet altijd duidelijk wie de mannen zijn, en wie de vrouwen.

20

Kostuums zijn in Shakespeares Macbeth ook een metafoor voor de macht. Over koning Macbeth wordt gezegd: “Those he commands move only in command, / Nothing in love: now does he feel his title / Hang loose about him, like a giant’s robe / Upon a dwarfish thief.” MT: Precies, en dan zijn we weer bij af: het koninkrijk en de kroon zijn te groot voor de zwakke, bange Macbeth. Dit wordt uw derde Verdi-enscenering voor Aviel Cahn bij Opera Ballet Vlaanderen. Hoe is die trilogie tot stand gekomen? MT: Eerst en vooral: never change a winning team (lacht). Verder hou ik gewoon enorm van Verdi en droomde ik van zo’n drieluik. Het begon met La Forza del Destino, vervolgens kwam Otello, en nu is er Macbeth. Hoe hebt u de vorige producties in ons huis beleefd? MT: Dat waren heel mooie ervaringen. Ik ben dol op jullie koor, dat ontzettend krachtig is en graag speelt – gelukkig, want ook aan Macbeth hebben ze een hele kluif. Maar ook het orkest is fantastisch, en met Aviel werk ik graag samen omdat hij zoveel zorg draagt voor iedere productie. Last but not least: ik ben een groot liefhebber van Antwerpen en kijk er erg naar uit om enkele weken terug te zijn. Katherina Lindekens


www.kbc.be

KBC, trotse sponsor van Ballet Vlaanderen

21


Marina Prudenskaya

“Dat Lady Macbeth sterft, is een teken dat ze niet door en door slecht is�

Marina Prudenskaya als machtswellustige Lady Macbeth 22


Macbeth

De Russische mezzosopraan Marina Prudenskaya is aan het einde van dit seizoen voor de eerste keer te gast in Opera Vlaanderen. In Verdi’s eerste Shakespeare-opera zal ze de rol vertolken van Lady Macbeth. Marina Prudenskaya werd meteen na haar zangopleiding ensemblelid van de Moskouse Stanislavski Opera. Na vervolgens ensemblelid te zijn geweest aan zowel de Staatsoper Nürnberg, de Deutsche Oper Berlin als de Staatsoper Stuttgart, is ze nu vast verbonden aan de Berlijnse Staatsoper Unter den Linden. Verdi is al lang geen onbekende voor haar: als Azucena (Il trovatore), Eboli (Don Carlos), Amneris (Aida) en Ulrica (Un ballo in maschera) vierde Marina Prudenskaya weergaloze successen. Een gesprek met deze gedroomde vertolkster van dramatische mezzorollen.

Lady Macbeth is voor u een roldebuut. Heeft u er lang over gedaan om de partij in te studeren? arina Prudenskaya: V M orig seizoen heb ik de rol reeds voorbereid. In de veelbesproken Macbeth-enscenering van Harry Kupfer aan de Berlijnse Staatsoper Unter den Linden (met Plácido Domingo in de titelrol) was ik de stand-in van Anna Netrebko. Zij kwam pas een paar dagen voor de première aan en ik mocht de rest van de tijd in haar plaats repeteren, onder andere ook met orkest. Ik wist dat ik de rol een jaar later in Opera Ballet Vlaanderen zou zingen, dus het was goed om toen alles al eens vanbuiten te leren. Na die opdracht heb ik de rol een tijdje laten liggen. Even afstand kunnen nemen is altijd erg goed. Het opfrissen nu gaat vrij vlot. Intussen zong u bijna alle belangrijke mezzopartijen die Verdi schreef. Wat zijn de specifieke uitdagingen bij het zingen van Lady Macbeth? P: Verdi vroeg voor de rol van Lady Macbeth eigenlijk M geen mezzo maar een sopraan. Daarbij wou hij niet iemand die mooi zong, maar wel iemand die over heel veel kleuren in haar stem beschikte en bovenal zeer goed theater kon spelen. De eerste zangeres die deze rol vertolkte – Angiolina Bosio – was in elk geval een ongelofelijke actrice. Aangezien de partij niet zo hoog is en het diepe register erg belangrijk, kan Lady Macbeth ook door een mezzo worden gezongen. Het middenregister is voor de meeste aria’s het belangrijkste. De tweede aria van het tweede bedrijf is bijzonder laag voor een sopraan: dat kan niet iedereen. Je moet in elk geval een spinto (dramatisch stemtype in staat om grote muzikale climaxen aan te gaan, nvdr) zijn met een goed ontwikkelde diepte. Voor mij als mezzo ligt de uitdaging voornamelijk in het combineren van het zingen en het overtuigend theater spelen: een personage als Lady Macbeth kent diepe afgronden en die moet je adequaat tot uitdrukking brengen. Beroemd is Lady Macbeths openingsscène: voor ze begint te zingen, leest ze eerst een flink stuk tekst voor uit een brief die ze van haar man heeft gekregen. Vormen dergelijke recitatiefachtige passages voor u als zangeres een extra moeilijkheid? Of juist niet? P: Recitatieven zijn belangrijker dan aria’s. In de recitatiefM passages ontwikkelt zich namelijk de handeling: datgene waar het in een opera om draait. Mensen zo kunnen boeien in recitatieven dat ze voor de aria’s op het puntje van hun stoel gaan zitten en niet gaan hoesten of zich gaan vervelen, beschouw ik als mijn belangrijkste opgave als zangeres. Elk woord is belangrijk en het is een ware kunst om teksten goed te brengen. Een regisseur kan daarbij wonderen verrichten. Macbeth is Lady Macbeths ‘partner in crime’. Hoe belangrijk is het om een tegenspeler te hebben met wie het ook persoonlijk goed klikt? P: Op dat gebied heb ik nog geen negatieve ervaringen M gehad. Maar zelfs al zou ik mijn tegenspeler als mens vreemd vinden en ontdekken dat hij er opvattingen op na houdt die niet stroken met de mijne, dan is dat op het moment dat hij en ikzelf in de huid van een personage zitten van geen enkel belang. De muziek neemt je zo mee dat je helemaal in het verhaal opgaat. Het eerste duet met Macbeth is bijvoorbeeld fantastisch: alles wordt pianissimo gezongen, haast gefluisterd. De energie die daardoor ontstaat, de spanning die in die scène wordt opgebouwd, is enorm – en een voorspel van datgene wat nog komt. In Opera Ballet Vlaanderen is mijn tegenspeler Thomas

Macbeth Antwerpen vanaf 21 juni

23


Marina Prudenskaya Heeft u in het verleden al eens met Michael Thalheimer, de regisseur, of met Paolo Carignani, de dirigent, samengewerkt?

Johannes Mayer, iemand met wie ik al een paar zeer goede samenwerkingen achter de rug heb. In Amsterdam was hij Wotan en ik Erda in de Ringcyclus van Pierre Audi. In Hans Neuenfels Salome-enscenering aan de Staatsoper Unter den Linden was hij Jochanaan en ik Herodias en in Bayreuth hebben we elkaar ook al vaak ontmoet. We gaan zonder twijfel een prachtig duo vormen! (lacht)

P: Met Michael Thalheimer nog niet, maar met M Paolo Carignani lang geleden wel. Ik heb meege­ zongen in een Nabucco-productie die hij dirigeerde toen hij nog chef-dirigent aan de Oper Frankfurt was. In tegenstelling tot componisten als Wagner is Verdi trouwens een erg zangvriendelijke componist: je moet nooit een uur aan een stuk zingen. In elk bedrijf heb je één, maximaal twee aria’s. Dan volgt er een mars of komen er andere personages aan bod en ondertussen kan je je stem wat rust gunnen.

Wat raakt u inhoudelijk het meest in deze Shakespeareopera van Verdi? P: Wanneer je vandaag naar de wereld kijkt, dan M zie je heel wat wantoestanden. Alles draait om het ophopen van geld en het verwerven van macht. Van de mensen die het wereldtoneel bespelen, krijgen we in nieuwsberichten enkel de buitenkant te zien. Bij Shakespeare komen we daarentegen iets te weten over hun innerlijk – zo ook bij Lady Macbeth. Dat Lady Macbeth sterft – zo kan het publiek aan het einde begrijpen – is een teken dat ze niet door en door slecht is. Omdat ze accepteert dat ze iets gedaan heeft wat niet door de beugel kan, overleeft ze het stuk niet.

Vele zangers blijven zanglessen nemen, zelfs al zingen ze op ’s werelds grootste operapodia. Geldt dat ook voor u? P: Jazeker! Ik volg nu al zo’n 13 of 14 jaar les bij M Brigitte Eisenfeld in Berlijn. Heel veel mensen wensen je na een voorstelling proficiat en zeggen dat het goed of eventueel minder goed was, maar weinigen kunnen gefundeerde kritiek geven. Het is ook niet ongevaarlijk om zomaar naar elke raadgeving te luisteren en technisch gezien andere dingen te gaan uitproberen. Kritiek en advies moet je krijgen van iemand die je door en door vertrouwt. Met Brigitte Eisenfeld bespreek ik elke rol en overloop ik telkens weer alle technische moeilijkheden. Zij is zelf ooit coloratuursopraan geweest en kan erg zinvol advies geven. Bijvoorbeeld over piano zingen. Iedereen kan forte zingen, maar piano zingen is een veel grotere uitdaging. Hoewel piano zingen uitermate belangrijk is, want pas als het volume naar beneden gaat, spitsen de mensen hun oren en luisteren ze echt. Elke les van Brigitte Eisenfeld is zinvol: soms zegt ze zaken die ze al tientallen keren heeft gezegd, maar die ik al evenveel keren ben vergeten, dan weer merkt ze totaal nieuwe dingen op. Zonder haar zou ik het allemaal niet kunnen.

Is het moeilijk om zo’n totale ineenstorting – na een erg koude en rationele aanvang – tot uitdrukking te brengen? P: Aan het einde van het stuk is Lady Macbeth M maar een schaduw van de vrouw die ze voordien is geweest. Samen met haar lijdt men en stelt men zich de vraag of er niet toch een beetje goedheid in haar schuilt. Qua vertolking is dit inderdaad een uitdaging: elke frase moet er anders uitkomen. Nu eens schreeuwt ze, dan weer zingt ze belcanto, zucht ze of klinkt ze zoals een klein meisje… Op het einde is er nog die hoge toon, de voorlaatste. Eigenlijk is dat geen zingen meer. Op dat moment is ze volledig gebroken.

Opgetekend door Mien Bogaert

24


$$$$$

call 03 25 25 502 visit www.kevinmurphy.be KEVIN.MURPHY BELUX

KEVIN.MURPHY

skincare for your hair

25


Giuseppe Verdi

Meer dan alle loon van Macbeth tot Lyndon B. Johnson 26


Macbeth Macbeth Antwerpen vanaf 21 juni

Wanneer Macbeth een eerste maal verschijnt voor Duncan, koning van Schotland, bezweert de machtswellust al zijn intiemste gedachten. “More is thy due than more than all can pay”, bedankt Duncan hem voor bewezen krijgsdiensten en Macbeth antwoordt dat zijn loyauteit en plicht zichzelf belonen. Hij moet nog goed en wel tot Thane of Cawdor promoveren, maar de voorspelling van de heksen – “All hail, Macbeth, that shalt be king hereafter” – heeft onstuitbaar een grotere ambitie opgewekt: koning, de hoogst mogelijke macht en geen greintje minder. Dit geïncorporeerde verlangen, dat wat mij ten deel valt of wat ik verdien, meer is dan nog meer dan alle loon, is het wezen van de machtswellust. Het is niet enkel een verlangen naar een toename van de macht, maar naar een meer dan meer, een steeds meer, een verlangen dat groeit naarmate het wordt ingevuld. Onverzadigbaar, zeker, maar onverzadigbaarheid is een wezenstrek van elke drift – seks, herhaling, de vrije markt. Wat machtswellust onderscheidt is dit voorrecht, het wat-mij-toekomt van rechtswege: “Het is mijn natuurlijke plaats in de rangorde der mensen dat ik bovenaan sta.” Nietzsche heeft geluk wel het gevoel genoemd dat de macht toeneemt, maar dan is het toch een uiterst Nietzscheaans geluk: een geluk dat je op de rand van de afgrond doet balanceren. Macbeth draait door. Niet iedereen is als koorddanser begaafd.

Niccolò Machiavelli (1469-1527) portret door Santi di Tito

Machtswellust De mystieke en ambigue aantrekkingskracht van de hoogste macht: 27

fascinerend als heilige graal, maar ook omdat ze schijnbaar van nature perverteert. Wie schone handen wil, kan zich maar beter niet met macht inlaten. Politieke filosofen zijn vaak doordrongen van het begrip dat de macht en het goede, politiek en moraal, ten langen laatste onverenigbaar zijn. Die fascinatie met macht als een soort phármakon – zowel geneesmiddel als vergif – ligt aan de basis van een vergeten subgenre binnen de politieke filosofie: het politieke handboek of de vorstenspiegel. Het zijn instructieboeken voor koningen en heersers, of voor de raadgevers die zich in de nabijheid van de macht begeven. Machiavelli’s Il principe, onovertroffen in directheid, is wellicht het bekendste voorbeeld. Tijdens de middeleeuwen en de renaissance beoefenen wijsgeren en geestelijken het genre geestdriftig, maar met de komst van de democratie en het einde van de autoritaire monarch verliest het aan belang en populariteit. (Een hedendaagse verbastering is misschien het zelfhulpboek voor managers, de zogeheten Leadership Studies. The 7 Habits of Highly Effective People van Stephen Covey bijvoorbeeld, een enorme bestseller met nuttige en concrete tips als “wees empathisch”.) Johannes van Salisbury, 12de-eeuws geestelijke en volgens sommigen “de meest belezen man van zijn tijd”, stelt zijn richtlijnen voor goed leiderschap op in de Policraticus (1159). Bij schrijven is Thomas Becket, Johannes’ vriend, Lord Chancellor, de hoogste raadsman van de Engelse koning Henry II. Bovenal is Johannes begaan met het probleem van de machtswellust of van pervertering door macht. Wat te doen wanneer een meerdere, die jij als geestelijke en raadsheer dient, door en door perverteert? Bezorgd om de perverterende uitwerking van de macht draagt hij het boek op aan zijn vriend. Johannes verzekert zijn vriend in de Policraticus dat hoewel de jonge koning veel branie en talent toont – allerlei mooie woorden – en we dus zeker het beste mogen vermoeden, de raadgever zich toch moet hoeden voor eventuele tirannieke trekken. Dat is interessant, niet de man stemt tot aandacht, maar de macht. De macht doet iets. Blijkbaar is de macht zo besmettelijk dat ze iemand tot machtswellusteling kan perverteren. Het proces van pervertering begint bij een mentale omkering. Vrijheid, zegt Johannes, is in de zuiverste vorm een matigheid in passies. Wie geen slaaf is van verlangens, maar redelijk en matig door het leven gaat, is vrij.


Giuseppe Verdi besmetting van een lichaamsdeel het De machtswellusteling echter, keert hele lichaam. De andere lichaams­ deze stoïcijnse waarheid om: vrij is hij wanneer het verlangen een invulling of delen hebben dus het recht en de noodzaak om besmette ledematen en ontlading krijgt. Wanneer de verlangorganen de desinfecteren of, indien machine naar macht niet stokt, maar nodig, te amputeren. Alleen, de koning soepel en productief blijft (aldoor is het hoofd van het corpus politicum. versnellend). Vervolgens verlangt de Amputatie betekent onthoofding, de machtswellusteling het goddelijke dood van de gemeenschap (waaruit, zo voorrecht dat hij niet naar de openbawordt verwacht, een nieuwe gemeenring moet leven, maar dat hij zich als schap mag ontstaan). Toch is tirannenheerser aan god openbaart. Het is de moord dan de enige uitweg om het wens dat god instemt met alles wat de zielenheil van de gemeenschap te heerser doet, dat god hém bewierookt. redden. Meer nog, Johannes leert van Uit die grootheidswaan concludeert de bijbel en van antieke teksten dat Johannes radicaal: de machtswellustede tiran de dood over zichzelf afroept. ling bevindt zich niet meer in het Macbeth wacht het lot dat zovele domein van de menselijke rede, hij is tirannen voor hem heeft getroffen, door ambitie van menselijkheid een bloedige slachting. ontdaan. Machtswellust perverteert, dat wil zeggen, ontmenselijkt. Ontredelijkt en ontmenselijkt heeft het geen zin meer om de machtswellusteling redelijk en menselijk te benaderen. Als moreel wezen is de machtswellusteling al gestorven. Johannes benadrukt dat deze pervertering niet aan koningen is voorbehouden. Iedereen die in de nabijheid komt van de macht dreigt te perverteren – prins, bisschop, Thane of Glamis of domweg gezinshoofd. “Nooit Lyndon B. Johnson (1908-1973) is een ambt schuldeloos.” Een soortgelijke verandering Mouwvegen voltrekt zich in Macbeth. Een mysterieuze voorspelling en een tijdige speling van het lot, meer is er niet voor “Het is toegestaan te vleien wie het is toegestaan te doden”, klinkt het nodig. Zijn echtgenote ondergaat adagium van Johannes. Voor de dezelfde machtswellust en vuurt hem rechterhand is de conclusie dus dat het aan. Zij is het omgekeerde van de is toegestaan te vleien. De redenering goede raadgever die de machtswellust loopt niet uit in een legitimatie van de matigt, maar zou Macbeth als vrijgezel tirannenmoord – die veronderstelt minder ver gaan? Vaststaat dat het aanzicht van de macht zijn persoonlijk- Johannes als historisch en exegetisch bewezen – maar in de legitimatie van heid infecteert. Lady Macbeth heeft vleierij. Wanneer het immers onmogelijk zopas de brief van haar man gelezen, is om de meerdere met argumenten, waarin hij de profetie van de heksen vertelt, en ze vreest dat haar echtgenoot redelijkheid en waarheid te overtuigen, mag de raadgever overgaan tot niet de ambitie mist, maar de “illness schaamteloos mouwvegen. [that] should attend it”. Hij wil niet We hebben weinig omvattendere vals­spelen, is ze bang, hij mist beschrijvingen van primaire en gewetenloosheid. Misschien zwengelt narcistische machtswellust dan de de verhoopte nabijheid van de macht biografie van de zesendertigste net die gewetenloze machinerie aan, president van de Verenigde Staten, en is dat wat we onder pervertering Lyndon B. Johnson. De machtswellust verstaan. deelt hij met Macbeth, maar zijn weg Niet meer redelijk te benaderen, naar de macht verloopt creatiever. kan de tirannenmoord geen morele Na de moord op John F. Kennedy vergelding zijn, het brengt simpelweg gepromoveerd van vice-president de materiële werkelijkheid in overeentot president, geraakt LBJ in 1964 stemming met de morele stand van verkozen met een overweldigende zaken. Een gemeenschap is een meerderheid. Vier jaar later moet hij lichaam, een corpus politicum, aldus het voor bekeken houden. De Vietnam­ Johannes naar Cicero en Plato. De tiran oorlog doet hem de das om: “Hey, hey ziet zichzelf niet meer als een onderLBJ, how many kids did you kill today?” deel van dit lichaam. Hij begrijpt The Johnson Treatment is de ironisch zichzelf niet meer in samenhang met naar hem vernoemde strategie om anderen, maar als een eigen, verheven medewerkers en rivalen te intimideren. organisme. Niettemin verziekt de 28

Assistenten moesten geregeld dictaten neerschrijven terwijl hij zijn grote behoefte deed. Stond je naast hem aan het urinoir, dan draaide de 1,93 meter lange man zich om, toonde zijn lid open en bloot, en joelde: “My God! Have you ever seen something this big?” Sinds de jaren zeventig werkt schrijver en journalist Robert A. Caro aan de minutieuze reconstructie van het leven van LBJ. Ongeveer elk decennium voegt Caro een dikke pil toe aan zijn biografie. Waarom wijdt hij zijn levenswerk aan een one-term president die in mediagenieke rang­lijsten tig grotere namen voor zich moet dulden? “Een honger naar macht in zijn naaktste vorm, niet om het welzijn van anderen te verbeteren, maar om hen te manipuleren en te domineren”, zo karakteriseert Caro de president. Volgens hem markeert Johnson ten eerste de definitieve intrede van industrieel geld uit de Southwest in de Amerikaanse politiek en partij-gecentraliseerde campagnevoering, en ten tweede zou hij voorgoed de overgang van een ‘constitutioneel presidentschap’ naar een ‘imperiaal presidentschap’ bekrachtigen. “More is thy due than more than all can pay” siert als motto niet toevallig ook de openingsbladzijde van Caro’s studie over LBJ. Vleien doet Lyndon B. Johnson overvloedig. En wel zo dat een buitenstaander niets dan plaatsvervangende schaamte voelt. Maar het werkt. Als redacteur van de faculteitskrant schrijft hij lovende editorialen over de zogezegd ‘aimabele vrouwenoverste’, die in niets lijken op de strikte en puriteinse realiteit. Tegen de faculteitsambtenaar zegt hij dat ze hem aan zijn moeder doet denken. Hij heeft de gewoonte om tijdens een informeel college op het binnenplein op de grond aan de voeten van de professor te gaan zitten, terwijl andere studenten rechtstaan. Omwille van al het vleien en alle flagrante leugens – over zijn ‘uitmuntende schoolresultaten’, over ‘de meisjes die hij elke nacht mee naar huis neemt’, over ‘Johnson City, gesticht door zijn grootvader’ – noemen zijn medestudenten hem ‘Bull Johnson’, boordevol bullshit. Het gaat er niet om of je onmiddellijke omgeving je gelooft, maar dat je onvermoeibaar volhardt in je eigen image building en mythe­ vorming. LBJ krijgt de bestbetaalde studentenbaan aan de faculteit en mag in het debatteam van de universiteit. Nochtans haalde hij een onvoldoende op debatteren. Ongeacht welke functie hij bekleedt of welke promotie hij maakt, LBJ mikt


Macbeth hoger. Gedraag je altijd naar de volgende stap, nooit naar de huidige stand van zaken. Machtswellust vergt een onverzettelijke verbeeldingskracht en de kunst om jezelf bloedernstig te nemen. Het hoogste is jouw rechtmatige plaats, wat een ander er ook van vindt. Jij verdient meer dan mogelijk is. (Het zou de slogan van een luxemerk kunnen zijn.) Zoals nagenoeg alle protagonisten van Shakespeare twijfelt Macbeth, veel meer dan president Johnson. Hij is bang voor ontmaskering en vergelding, hij gelooft niet genoeg in de constructie van zijn eigen werkelijkheid.

Claude Lefort (1924-2010) foto door Jean-Regis Rouston

Tirannie van de meerderheid Politicologen beweren graag dat de president van de Verenigde Staten meer weg heeft van een hogepriester dan van een tijdelijke dienaar van het volk. Hij leidt een uitverkoren volk met een gezamenlijke heilsgeschiedenis en moet ten minste twee dingen tot in den treure herhalen: “America is the greatest country in the world” en “God bless America”. (Met Gods zegen gaan wij, het volk de wereld voor.) Dat die hogepriester dan ook nog eens imperiale ambities koestert, doet de democra­ tische scheidingen (van kerk en staat, en van machten) weinig eer aan. In een democratie valt de macht niet meer samen met één functie, laat staan met één man. Frans filosoof en politiek activist Claude Lefort leert van Machiavelli dat de macht in een democratie in essentie leeg is. Juist Machiavelli toont hem dat de politieke

macht steeds gecontesteerd is, de uitkomst van onverzoenbare belangen. Er is geen homogene samenleving onder de maatschappelijke conflicten, geen eigenlijke eenheid. Er zijn alleen de conflicten en tegengestelde over­tuigingen en belangen zelf. Daarom benadrukt Machiavelli de strategieën om het aanzien van de heerser te versterken. Het is een voortdurend en labiel koorddansen, dat blijvende inzet vergt terwijl antagonisten je onophoudelijk bestoken. De enige politieke structuur die deze pluraliteit in de maatschappij erkent – zelfs tot instituut maakt – is de democratie, zegt Lefort. De koning of heerser van Machiavelli en Johannes van Salisbury is een man die samenvalt met zijn functie, die voor zijn heerschappij een goddelijke zegen heeft, het onbetwistbare hoofd van het corpus politicum. De macht is daarom iets wat de samenleving transcendeert en van buitenaf legitimeert, het eeuwige, onvergankelijke of goddelijke. Maar in een democratie wordt de macht de uitkomst van aan de samenleving immanente ontwikkelingen en procedures. De democratie institutionaliseert de antagonismen van het samenleven, de tegenstrijdige krachten binnenin het corpus politicum. In deze beeldspraak placht de democratie een soort Frankenstein te zijn waarin de ledematen van plaats en functie kunnen wisselen volgens democratische spelregels, de grondrechten en wetten waaraan zelfs de hoogste machthebber gebonden is. De willekeur van de heerser, net omdát hij transcendent gerechtvaardigd is, dat is het schrikbeeld waaruit de democratie ontstaat. Afhankelijk van de constitutionele voorschriften krijgt de hoogste macht elke vier, vijf of zes jaar een tijdelijke invulling. De democratie maakt van de macht een lege plaats: een veranderlijke en principieel onbepaalde uitkomst van maatschappelijk conflict. Zo bekeken is de grondwet het doktersbriefje dat de gezondheid van het sociale lichaam moet garanderen, een levenslang verblijf in een sanatorium om amputaties te voorkomen. Dit is nu de paradox van de macht in de democratie: macht/onmacht is ook in een democratie de binaire code van het maatschappelijk domein politiek, maar de plaats van de macht wordt principieel leeg gehouden. Als de maatschappij een sociale structuur is die bepaalde pathologieën stimuleert en andere uitsluit – met andere woorden codeert welke ziektebeelden normaal of gewenst zijn en welke niet – dan is de democratie de 29

quarantaine of de desinfectie van de machtswellusteling. In de hoogste regionen van de politieke ambten heeft hij niets te zoeken. Natuurlijk, machtswellustelingen zijn er altijd. We moeten ze zoeken in de marge van de democratie; in de ambtenarij, in multinationals, in het bankwezen – instituten nauw verwant aan de democratische instellingen, maar waar functie en bekleder zó kunnen vergroeien dat ze elkaars essentie worden. X is directeur van Y en het is onmogelijk om je X voor te stellen alsof hij geen directeur is, net zoals het onmogelijk lijkt om je een directeur van Y voor te stellen die X niet is. Daarnaast blijft de democratie vatbaar voor de infiltratie van de machtswellust, het blijft mogelijk om totalitaire trekken te injecteren. Van Macbeth tot LBJ, de logica van de machtswellusteling is gelijkaardig, maar de democratie doet er alles aan om hem politiek onschadelijk te maken, zonder dat daar tirannenmoord voor nodig is. Zelfs LBJ moest het presidentschap vaarwel zeggen. De groei van de groei wenst de democratie niet van het hoogste ambt. Misschien is de machtswellust een van de weinige domeinen waar democratie en kapitalisme, zo vaak twee zijden van dezelfde medaille, elkaar niet vinden. Maar de structuur van de democratie stimuleert wel degelijk e en collectieve machtswellust, de machtswellust van de meerderheid. De machtswellust als het verinnerlijkte recht op meer dan alle loon is in de democratische meerderheid collectief verinnerlijkt. De meerderheid neemt zijn voorrechten als vanzelfsprekendheden, als zijn natuurlijke plaats bovenaan de maatschappij. Misschien is net dat wat in een AmerikaansEuropees zelfverstaan witheid is: de eigen voorrechten voor rechtmatig nemen, de eigen kleur voor neutraliteit en objectiviteit. De tirannie van de meerderheid. Simon Jan Bellens


Giuseppe Verdi

"Macbeth consulting the vision of the armed head" door Henry Fuseli

Wil de echte Macbeth opstaan...

Macbeth als een historisch personage 30


Macbeth Als het waar is dat William Shakespeare de grootste schrijver aller tijden is, en als het klopt wat erg veel specialisten vinden, namelijk dat Macbeth zijn meest geslaagde werk moet worden genoemd, dan is Macbeth dus het allerbeste stukje literatuur aller tijden. Een kwestie van smaak, maar alleszins kan objectief worden aangewezen dat Macbeth wel degelijk Shakespeares meest evenwichtig gecomponeerde, meest strak gefocuste tragedie is. Een kwaliteit die we misschien te danken hebben aan King James I van Engeland, voor wie het stuk werd geschreven. Hoewel zelf een begenadigd schrijver en intellectueel, was van James I geweten dat hij een hekel had aan toneelstukken die te lang duurden. Alles wijst erop dat aan de Macbeth die wij kennen een langere versie is voorafgegaan. De taalverliefde bard van Avon is dus aardig aan het schrappen en snoeien geweest in zijn eigen, grotere oertekst, om alzo tegemoet te komen aan het credo van ook dat andere grote genie, van 200 jaar later, Goethe, die voor Shakespeare eigen­ handig een comeback bereidde: “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister” (“In de beperking toont zich het meesterschap”). Hoewel de personages van Macbeth tegen duisternis en mist opboksen, is hun lotsontwikkeling helder en strak, zonder een minste frivole omweg of zijsprong. Macbeth accordeert ook aardig met onze hedendaagse smaak, die, voor vertellingen, graag zweert bij een goed gedocumenteerde achtergrond. Waar de massa zich mag vergapen aan het escapisme van Game of Thrones en consorten, vindt de meerwaardezoeker anno 2019 soelaas bij historiciteit. En dat deed ook Shakespeare, die voor de meeste van zijn toneelwerken, niet het minst voor Macbeth, te rade ging bij waarachtige geschiedenis. Macbeth heeft echt bestaan, van 1005 tot 1057. Hij sprak Gaelic, in zijn eigen taal heette hij voluit Mac Bethad Findlaich. In titel was hij Koning van Alba, zoals Schotland

toen werd genoemd, al was dit gebied aanzienlijk kleiner dan het huidige Schotland. De thane die hij aanvankelijk was, een soort van lokale krijgsheer, werd koning in 1040, toen hij Koning Duncan I versloeg, die zelf een aanval had ingezet op de Schotse heerlijkheid Moray. Later moest Macbeth een Engelse invasie afslaan, die werd geleid door Eduard the Confessor, maar daarbuiten verliep Macbeths dynastie relatief vredig en constructief. Zelfs slaagde de man erin om tijdens zijn heerschappij een pelgrimstocht naar Rome te ondernemen – in die tijd absoluut geen sinecure. Toch stierf Macbeth met het zwaard in de hand, vechtend tegen de zoon van Duncan I, die was teruggekeerd uit zijn ballingschap, speciaal om zijn vader te wreken. Dramatisch genoeg greep die vergelding plaats exact op de verjaardag van het overlijden van Duncan I.

"Macbeth and the witches" door Thomas Barker of Bath

Macbeth heeft echt bestaan, van 1005 tot 1057. Hij sprak Gaelic, in zijn eigen taal heette hij voluit Mac Bethad Findlaich. 31

Net zoals voor zijn tragedie King Lear, haalde Shakespeare ook voor Macbeth zijn inspiratie goeddeels bij de Kronieken van Holinshead, een baanbrekend, magistraal geschiedenisboek, roemrijk verschenen tijdens Shakespeares leven – en overigens ook een inspiratiebron voor Shakespeares concurrent Christopher Marlowe. Shakespeare gunde zich wel voldoende dichterlijke vrijheden. Bij Holinshead zit Macbeth 17 jaar op de troon, wat strookt met de ware geschiedenis; bij Shakespeare is Macbeth nauwelijks één jaar koning – te neurotisch als hij is, om het veel langer te rekken. Zelfs de drie memorabele heksen die Macbeths tragedie inleiden, heeft Shakespeare uit Holinshead opgediept, wat geen groot wonder is in een tijdperk van occult bijgeloof en waarzeggerij; maar pas bij Shakespeare worden die profetessen zeer grimmig, akelig en afstotelijk. Ook daarmee kwam de bard tegemoet aan zijn beschermheer James I, die ronduit geobsedeerd was door hekserij – zo erg, dat hij eigenhandig een demonologie bijeen schreef, ten gevolge waarvan er ettelijke duizenden ongelukkigen op de brandstapel zijn beland. Toch was het niet alleen om de van Edinburgh afkomstige Koning James te behagen, dat Shakespeare zijn mosterd ging halen in het vroegmiddeleeuwse Schotland. De tragedies van Shakespeare gaan steeds over een historische crisis, in de vorm van een botsing van culturen, belichaamd in één mens. Othello bijvoorbeeld, de Moorse barbaar, is te weinig decadent om te kunnen aarden in het overgeciviliseerde Venetië van de vroege 16de eeuw. De verwaande Venetianen zelf zijn het vechten afgeleerd, zodat ze Othello wel goed kunnen gebruiken als een vechtjas in het verre Cyprus – maar aan de verfijnde beschaving van Venetië kan Othello alleen maar ten gronde gaan. Op precies dezelfde manier wordt ook Macbeth door twee culturen uiteengereten. Het Schotland van het jaar 1000 is een bufferzone tussen het


Giuseppe Verdi beschaafde, want gekerstende Engeland in het Zuiden en de barbaarse, gewelddadige Ieren en Scandinaviërs in het Noorden. “We are men,” zegt een krijgsheer tegen Macbeth – daarmee bedoelend: “Wij zijn geen christenen.” Want man zijn en christen zijn, zijn tegengestelden. Macbeth begint als een gezwinde, rudimentaire noorderling, maar gaat kapot als een gesofisticeerde, nieuw aangekomen zuiderling.

Strijdend tegen de barbaren was Macbeth een “worthy gentleman”, maar pas op het einde van het drama, afgeslacht door de vijand, heet hij een “dead butcher”. Zo is Macbeth van meet af aan een moordenaar – maar in het begin, wanneer hij als kapitein, tot grote opluchting van de Engelsen, gehele legers Ieren en Noren over de kling

weet te jagen, is hij een held, in de eenvoudige, heidense betekenis van het woord; een moordenaar bij daglicht, een sportieve zwaard­ slingeraar. Pas wanneer hij nadien, om koning te worden, zijn voornaamste concurrent gaat neersteken in zijn slaap, in het donker, arglistig, om anderen de schuld te kunnen geven, is Macbeth tot een perverse moordenaar geworden, een huichelaar en een intrigant, die ten prooi zal vallen aan christelijke ethiek, twijfel, angst, schuldbesef en drang naar confessie. Strijdend tegen de barbaren was Macbeth een “worthy gentleman” – op zich wel een curieuze term voor iemand die zich presenteert met in zijn armen een stok met daarop een afgehakt hoofd – maar pas op het einde van het drama, afgeslacht door de vijand, heet hij een “dead butcher”.

perfect wist te vertalen, was hij bovendien een visionair. Macbeth laat ons zien hoe gevaarlijk het is om staatsbelangen te laten afhangen van bijgelovigheden; het stuk pleit dus, in principe, voor een scheiding tussen kerk en staat. Thomas Morus en Erasmus gingen Shakespeare in die ambitie wel een flinke eeuw vooraf, en een gelijkgestemde ziel was zijn tijdgenoot Cervantes, zoals die fulmineerde tegen de kruistochten; maar pas tweehonderd jaar later, in de 18de eeuw, geraakt deze verlichtings­ idee wijdverbreid. En ook is Shakespeare ten slotte dus modern als pacifist. Wellicht sprak hij zichzelf toe, toen hij de ijzersterke Lady Macbeth haar echtgenoot liet influisteren:”Je hebt teveel melk van menselijke vriendelijkheid in je.”

Behalve dat Shakespeare zich een buitengewoon historicus betoont die niet alleen de feiten, maar ook de morele tendensen en cultuurbotsingen

Vital Baeken

"Macbeth's murder of Duncan" door Alfred Roffe

32


$$$$$

life can be perfect even after the finale Restaurant Cafe Theatre is 7/7 open, u kan er steeds terecht voor of na een operavoorstelling. De bar van Cafe Theatre is open van dinsdag t.e.m zaterdag: Cheesebar tot 24 u en Cocktailbar tot 02 u.

Breakfast | Lunch | Afternoon tea | Shop

new

new

RESTAUR ANT MA-DO: 12:0 0-14:0 0 & 18:0 0-21:30, VRIJ-ZAT: 12:0 0-14:0 0 & 18:0 0-22:0 0, ZON: 12:0 0-14:30 & 18:0 0-21:0 0 BLOCH DI-ZA 8:0 0-18:0 0 | CHEESEBAR & COCKTAILBAR DI-ZA VANAF 18:0 0 W W W.CAFETHEATRE .BE | SCHOUWBURGSTRA AT 7 | 90 0 0 GENT | RESERVATIES 09 265 05 50 | INFO@CAFETHEATRE.BE   KOUTER | SAVA ANSTRA AT | KORTE MEER

33


Benjamin Millepied Bach Studies Antwerpen vanaf 19 mei Gent vanaf 2 juni

De kinetische sculpturen van UVA

Š United Visual Artists

34


Bach Studies

Het kunstenaarscollectief UVA creëert de scenografie voor Benjamin Millepieds Bach Studies. Oprichter Matthew Clark aan het woord.

de museumzalen omgebouwd tot een ruimtelijk instrument bestaande uit pendelachtige objecten. De eeuwige beweging van deze elementen, en de schaduwen die ze wierpen op de muren, zorgden voor een steeds evoluerende compositie van licht en geluid. Elk individu dat de ruimte bezocht, had een unieke ervaring die afhing van de eigen bewegings­ snelheid doorheen de ruimte en die van de pendels.”

© UVA © UVA © UVA

Ontwerp Bach Studies (2019)

Het kunstenaarscollectief UVA (United Visual Artists) werd opgericht door Matthew Clark in 2003. De designstudio van deze groep artistieke duizendpoten in Londen functioneert als een laboratorium waarin kunst en wetenschap elkaar vinden. Matthew Clark studeerde zelf mediadesign én beeldhouwkunst. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de kruisbestuiving tussen nieuwe technologieën, digitale media en meer traditionele kunsten zoals beeldhouwkunst, schilderkunst en podiumkunsten de basis vormen voor de uiterst diverse artistieke output van UVA: van kortfilms over museale installaties tot de scenografie voor dansvoorstellingen van Benjamin Millepied. “We zoeken consequent naar overlappingen tussen traditionele kunst en nieuwe technologieën”, stelt Matthew Clark. “We zijn ervan overtuigd dat dit ons voert tot de ontdekking van nieuwe artistieke paden die tot de ontwikkeling van een nieuw type kunstwerk kunnen leiden.”

Momentum (2013)

“Momentum was een installatie die vooral in vraag stelde hoe we tijd ervaren. In een maatschappij waarin alles steeds sneller en sneller evolueert, zorgde dit kunstwerk voor de bewustwording van tijd, hoe we eraan onderworpen zijn, maar ook hoe we tijd zelf kunnen controleren. Tijd is relatief. Dat is wat deze installatie kon aantonen. Momentum werd een meditatieve ruimte en nodigde uit tot contemplatie. Het thema tijd werd een van de belangrijkste thema’s in het artistieke oeuvre van UVA. We bouwden hier talrijke keren op verder, zoals nu ook voor Bach Studies.”

© UVA

Naast deze kruisbestuiving vormt de samenwerking tussen verschillende kunstenaars uit de meest uiteenlopende kunsttakken een tweede belangrijke uitgangspunt voor de leden van UVA: “We werken eigen artistieke projecten uit maar creëren eveneens in opdracht van musea of ballet­ gezelschappen. We zijn enorm geïnteresseerd in performatieve ruimtes zoals theaters, met name voor de ontwikkeling van onze kinetische sculpturen.” UVA ontwikkelde een eerste vorm van hun zogenaamde kinetische sculpturen in 2013 met de museale installatie Momentum, gecreëerd voor het Barbican Centre in Londen. “Gebruikmakend van licht, geluid en beweging werd een van

Momentum (2013)

Een tweede belangrijke kinetische sculptuur van UVA is Our Time. Deze gigantische installatie uit 2016 werd gecreëerd 35


Benjamin Millepied

© UVA

Our Time (2016)

voor het Dark Mofo-kunstenfestival in Hobart (Tasmanië) en vormde nadien de setting van een van de modeshows van het merk Burberry. Het kunstwerk bestaat uit 21 pendels waaraan telkens twee lichtbronnen bevestigd zijn. De pendels reageren op geluiden, echo’s en bewegingen en werpen lichtstralen als paden doorheen de ruimte. “De kinetische installaties zijn opgevat als een ‘ruimtelijk instrument’ dat de relatie tussen de verwachting van een toeschouwer in een bepaalde ruimte en de uiteindelijke perceptie ervan als thema heeft. Ook Our Time gaat dus over de individuele perceptie van tijd. Hoe lang duurt een moment? In hoeverre verschilt mijn gewaarwording van hetzelfde moment met dat van anderen?”

Clear, Loud, Bright, Forward werd in 2015 geconcipieerd door Benjamin Millepied als zijn eerste choreografie voor het Ballet de l’Opéra national de Paris waarvan hij eveneens artistiek directeur was. Deze voorstelling werd de eerste samenwerking tussen UVA en Millepied. “Voor Benjamins virtuoze choreografie op nieuwe muziek van Nico Muhly, met dansers in futuristische kostuums van Iris van Herpen, creëerden we voor het eerst een kinetische sculptuur die functioneerde binnen een performatieve ruimte. Drie gigantische pendules controleerden de ruimte. Deze objecten gingen in interactie met de dansers en creëerden zo een boeiend samengaan van verschillende kunstvormen.” “Voor dit werk konden we niet, zoals bij ons museale werk, alles tot in de fijnste details voorprogrammeren. We ontwikkelden een aansturingsprogramma voor de sculpturen dat op een organische wijze een antwoord kond bieden op het artistieke proces dat plaatsvond binnen de balletstudio’s en zo te allen tijde kon aangepast worden aan de choreografie. Voor het eerst werkten we samen met een live orkest, waarvan we enorm afhankelijk waren qua tempi. Het resultaat was fantastisch. De dialoog die we steeds zoeken met andere kunstenaars werd op een uiterst hoog niveau waargemaakt. Mens en machine gingen hand in hand.”

© UVA

De installatie voor balletvoorstelling Clear, Loud, Bright, Forward was een herwerking van een bestaande kinetische sculptuur van UVA. Voor een gezamenlijke conceptontwikkeling van UVA en Millepied is er met Bach Studies nu meer tijd. Voor het eerst kon nu een volledig nieuwe installatie gecreëerd worden. “Op basis van de muziek van Bach en het

Clear, Loud, Bright, Forward (2015)

36


Bach Studies muziektheoretische principe van het contrapunt zullen de kinetische elementen zich verhouden ten opzichte van de ruimte en van de dansers. Het ontwerp bestaat uit een aantal roterende mechanische armen die op een lijn worden gehangen boven het podium. Ze lijken te zweven boven de dansers. Elke arm bezit een reeks LED-lampen en is in staat om lijnen en punten te tekenen in licht. De rotatie en de belichting worden bediend door middel van een gecentraliseerd systeem dat minutieuze composities van licht en beweging toestaat.”

scènebeeld. We ontwikkelen een visuele taal van punten, lijnen en bewegingen die uiting geeft aan de complexe relatie tussen het podium, de choreografie en de partituur als zijnde onderling afhankelijke elementen. Deze elementen worden tot een mechanische bewegingssequentie samen­ gevoegd die samen met muziek en choreografie deel uitmaakt van de uiteindelijke dynamische totaalcompositie. Het artistieke proces is nog lang. Hoe de uiteindelijke installatie eruit zal zien en hoe ze zal bewegen, weten we pas de dag van de première…”

“Voor deze Bach Studies lieten we ons inspireren door composities van Bach, maar anderzijds ook door meet­ instrumenten zoals de metronoom. We willen de partituur niet enkel illustreren met een visualisering in het

Opgetekend door Koen Bollen

© UVA

Clear, Loud, Bright, Forward (2015)

37


Perfectie en vernieuwing zijn de sleutelwoorden van patissier en chocolatier Joost Arijs. No-nonsense patisserie, geen extreme of zware smaakcombinaties, geen gekke tierlantijntjes of drukke decoraties. Alles draait hier om de puurheid van de ingrediënten, verfijnde smaken en texturen. Zijn uitgepuurde creaties zijn een genot voor alle zintuigen.

VLAANDERENSTRAAT 24 9000 GENT T. 09 336 23 10

THEODOOR VAN RIJSWIJCKPLAATS 3 2000 ANTWERPEN T. 03 501 98 39

WWW.JOOSTARIJS.BE


DEMONS, WITCHES& MADNESS Middagconcert $$$$$

NGELSE BA E E D RO VAN K

ER OP

AT OT HET I TALIA AN S

Ophelia © John Everett Millais

Gent 14 juni Antwerpen 16 juni

MMA DRA ELO EM

Demons, Witches & Madness

In Shakespeares Macbeth zetten drie heksen het leven van de hoofdfiguur op losse schroeven met een bevreemdende voorspelling. De Schotse krijgsheer ontdekt een tomeloze ambitie in zichzelf en ontpopt zich tot een dwangmatige seriemoordenaar. Ook Giuseppe Verdi beschouwde de weird sisters als volwaardige protagonisten in dit demonische verhaal. Van oudsher leggen heksen in de kunsten contact met duistere krachten. Ze destabiliseren en confronteren: als wij de norm zijn, dan vormen zij de afwijking. Of ligt de waarheid toch anders? Misschien maken heksen, demonen en andere weirdo’s wel iets in ons wakker dat er altijd is geweest, een universele waanzin die even aantrekkelijk is als angstaanjagend? Erasmus wist het al in zijn Lof der Zotheid: iedereen is gek, en de grootste zotten zijn er nog het best aan toe. Ook de operageschiedenis is een spiegelpaleis van waanzin en zinsverbijstering, bevolkt door figuren als La Folie uit Rameau's Platée, Donizetti’s Lucia di Lammermoor en Elvira uit Bellini’s I Puritani. De zangers van de International Opera Academy volgen het spoor van deze en andere personages die oog in oog komen te staan met hun demonen. Regisseur Tom Goossens gidst hen door een rijkgeschakeerd programma, van Matthew Locke, Henry Purcell en Georg Friedrich Händel tot Ambroise Thomas en Jacques Offenbach. 39


Een nieuw seizoen van artistiek directeur Ballet Sidi Larbi Cherkaoui en aantredend artistiek directeur Opera Jan Vandenhouwe

2019 — 2020 © Łukasz Wierzbowski

40


Don Carlos Verdi

sep/okt

Johan Simons maakt Verdi’s politieke drama actueler dan ooit

GIUSEPPE VERDI

DON CARLOS

“Met Don Carlos staan we voor Verdi’s monumentale kijk op de grand opéra, op de tradities en de stijl ervan. Hij bedient een dirigent van een volledig palet: emoties uit elke uithoek van het spectrum, magistrale interventies van het koor, vocaal vuurwerk en een orkestpartij die volledig bijdraagt aan het drama. Het is een stuk waarmee een operahuis de kans krijgt om in volle glorie uit te pakken met al zijn kwaliteiten. Het is een fantastisch werk om het seizoen, en mijn samenwerking als de nieuwe muziekdirecteur van Opera Ballet Vlaanderen, mee te openen.”

A K L A S U R ANTONÍN DVOŘÁK

OPERA

Alejo Pérez, muzikale leiding en muziekdirecteur Opera Ballet Vlaanderen

Brabants / Cherkaoui Cantus Firmus / Mea Culpa

okt/nov

BRABANTS / CHERKAOUI

“Dit seizoen bestaat Ballet Vlaanderen 50 jaar. We wilden daarom absoluut openen met een werk van de oprichtster van ons gezelschap, Jeanne Brabants. Met Cantus Firmus creëerde ze een van de hoogtepunten uit haar artistieke oeuvre. Ik kijk er enorm naar uit om dit werk opnieuw uitgevoerd te zien worden. Deze prachtige voorstelling wordt getoond als tweeluik met mijn eigen werk Mea Culpa, eveneens met barokmuziek gebracht door het fantastische B’Rock Orchestra. In Mea Culpa onderzoek ik de relatie tot onze voorouders, de erfenis die zij ons nagelaten hebben en de verantwoordelijkheid die er voor ons vandaag mee gepaard gaat.” Sidi Larbi Cherkaoui, choreograaf en artistiek directeur Ballet Vlaanderen

Choreolab #14 Dansers Opera Ballet Vlaanderen

dec

Onze dansers presenteren hun eigen choreografieën

CHOREOLAB #14

“Ons huis herbergt vele artiesten die het creatieve werk van anderen uitvoeren, maar soms staan ze ook zelf aan de wieg van creaties. Choreolab is hét uitgelezen moment voor de dansers om zelf de studio in te duiken en ook het creatieproces te doorlopen. De vele facetten van het maken en presenteren van kunst komen aan bod: decorkeuze, lichtontwerp, kostuums, casting, communicatie, enz. Dat leidt tot unieke en soms heel persoonlijke werk­ stukken. Het thema van dit jaar, het 50-jarige bestaan van het Ballet, staat garant voor een feestelijke editie!” Kiki Vervloessem, company manager Ballet Vlaanderen

dec/jan

Een fascinerende duik in het verhaal van De kleine zeemeermin

Een duet van twee boegbeelden van Ballet Vlaanderen CANTUS FIRMUS / MEA CULPA

Rusalka Dvořák

“Er is iets heel ‘eindigs’ aan het verhaal van Rusalka dat me heel erg aantrekt. Het is gebaseerd op het bekende sprookje van De kleine zeemeermin, maar de uitkomst van het verhaal is zeer reëel. Het is niet altijd waar dat liefde “alles overwint” – soms kom je simpelweg te laat. Als publiek worden wij ermee geconfronteerd dat de maatschappelijke druk rond de onwaarschijnlijke relatie tussen Rusalka en de prins te groot is – ze passen niet bij elkaar en dus zal hun liefde nooit aanvaard worden. De gevolgen zijn nefast, maar zo is het leven.” Alan Lucien Øyen, regie en choreografie


DER SCHMIED

[NAAR LA BAYADÈRE] RASA [naar La Bayadère] Proietto

jan/feb

Daniel Proietto’s nieuwe kijk op de balletklassieker “De originele La Bayadère ontstond in de 19de eeuw en is een belangrijk stuk in de balletgeschiedenis. In RASA bekijk ik deze klassieker – ontstaan in een koloniaal Europa – vanuit een 21ste-eeuws gegloba­ liseerd perspectief. Het was mijn idee om een hulde aan oosterse én westerse tradities te brengen en aan onderlinge, culturele verschillen. RASA is een viering van het universele van de mens en van de schoonheid van de steeds diverser wordende samenleving.” Daniel Proietto, choreografie

GENT

DANIEL PROIETTO

FRANZ SCHREKER

RASA

VON

Der Schmied Von Gent Schreker

feb/mrt

C(H)OEURS 2020 Wagner/Verdi

mrt/apr

Alain Platel anno 2020: de gevaarlijke schoonheid van de massa

“Schrekers Der Schmied von Gent is een overweldigende opera die barst van metaforen en fantasie binnen een politieke setting. Schreker verbindt in dit verhaal de kolonisatie van België in de zestiende eeuw met een eigen interpretatie van het Faustiaanse pact. Zo wordt het een ongelooflijk rijk verhaal met talrijke parallellen met de problematiek van de wereld vandaag en met de recente Europese geschiedenis. We worden uitgenodigd om met een hedendaagse en onbevooroordeelde blik te kijken en om deze problemen in een nieuwe context te plaatsen. En niet te vergeten is natuurlijk het grootse entertainmentgehalte!”

“In 2012 werd C(H)OEURS gecreëerd in het Teatro Real in Madrid. Samen met het opera­koor en tien dansers onderzocht ik hoe de revolutionaire koorwerken van Verdi en Wagner resoneerden met de opstanden van dat moment: de protesten van de Indignados, de Arabische Lente. Vandaag zien we nieuwe revoluties ontstaan. Ik heb lang gezworen dat ik nooit een voorstelling zou hernemen, maar voor Jan Vandenhouwe maak ik graag een uitzondering. C(H)OEURS 2020 wordt geen kopie, maar een grondige remake. Een exploratie van ons eigen tijdsgewricht, op maat van het koor en de dansers van Opera Ballet Vlaanderen.”

Così fan tutte Mozart

apr/mei

Mozarts ultieme relatietest volgens Anne Teresa De Keersmaeker

COSÌ FAN TUTTE

C(H)OEURS 2020

Plastisch en provocatief: het operadebuut van Ersan Mondtag

Ersan Mondtag, regisseur

WOLFGANG AMADEUS MOZART

GIUSEPPE VERDI / RICHARD WAGNER

“Over Mozarts Così fan tutte wordt vaak gezegd dat het een misogyne of frivole opera is. Beide inschattingen getuigen volgens mij van een oppervlakkige lezing. Of beter: beluistering. Prima la musica, dopo le parole – eerst de muziek, dan de taal. Want het is daar, in de muziek, dat het gebeurt. Het is de muziek die de burleske banaliteit van de boulevard­komedie omsmeedt tot een bij momenten extreem melancholische, bijna religieus-kosmische contemplatie over de relatie tussen verlangen en dood, over de complexiteit van de menselijke ziel.” Anne Teresa De Keersmaeker, regie en choreografie

Alain Platel, regie en choreografie


Usher Debussy/Van Parys

mei

Een bloedstollende ontmoeting tussen E.A. Poe, Debussy en Van Parys “Ik was aangenaam verrast door de enthousiaste reacties op het nieuws dat ik het onvoltooide La Chute de la Maison Usher van Debussy zou voltooien in mijn eigen stijl. Ik wou niet zomaar een harde breuk met de componist maar onhoorbaar in en uit zijn muziek tevoorschijn komen. Librettist Gaea Schoeters en ikzelf hebben er alles aan gedaan om het oorspronkelijke verhaal van Edgar Allan Poe te doen uitstijgen boven horror of psychologisch drama en een brug te slaan naar onze leefwereld en de actualiteit.” ANNELIES VAN PARYS / CLAUDE DEBUSSY

USHER

CHERKAOUI / BAUSCH

Annelies Van Parys, componist

Cherkaoui / Bausch Noetic / Le Sacre du printemps

jun/jul

Alejo Pérez, muzikale leiding en muziekdirecteur Opera Ballet Vlaanderen

Faust Schumann

ROBERT SCHUMANN

FAUST

SHÉHÉRAZADE / L'HEURE ESPAGNOLE Shéhérazade / L’heure espagnole Ravel

juli

Tom Goossens ensceneert jeugdig Ravel Het fascinerende Noetic naast het legendarische Sacre du printemps “Door mijn eerdere samenwerking met Sidi Larbi Cherkaoui – voor Pelléas et Mélisande, een diepgaande artistieke ervaring – kijk ik nu enorm uit naar dit project met het voltallige Ballet Vlaanderen. Niet in het minst vanwege de legendarische choreografie van Pina Bausch’ Le Sacre du printemps en de meditatieve diepgang van Sidi Larbi Cherkaoui’s Noetic met een hele pure en elegante muzikale taal. In allebei de stukken speelt de stuwende kracht van het ritme een ontzettend belangrijke rol. Het zijn absoluut oprechte, fysieke en gevoelige vertalingen van de muziek.”

NOETIC / LE SACRE DU PRINTEMPS

MAURICE RAVEL

jun/jul

Philippe Herreweghe dirigeert de muzikale ontdekking van het jaar “Szenen aus Goethes Faust is het best bewaarde geheim uit het romantische muziektheater. Dit late meesterwerk van Robert Schumann situeert zich in de schemerzone tussen opera en oratorium en blinkt uit in muzikale variatie. Van polyfone kerkmuziek tot subtiele orkestliederen en regelrechte horrorscènes: Schumann brengt het allemaal tot klinken. Het libretto distilleerde hij rechtstreeks uit Goethes iconische toneelstuk. De partituur is een toonbeeld van muzikale poëzie. Ik droom er al jaren van om een scenische productie van deze Faust te dirigeren.” Philippe Herreweghe, muzikale leiding

“L’Heure espagnole is een komedie op virtuoze muziek van Maurice Ravel. Voor mij gaat dit werk om veel meer dan de op het eerste zicht oppervlakkige amoureuze verhaallijnen. Het vat de tijdgeest van vandaag doordat het de vinger legt op ons soms nutteloze escapistische tijdverdrijf. Na bewerkingen van drie Mozartopera’s maakte ik met BANKET! in 2019 een eerste opera voor de grote scène. Nu mag ik werken met groot orkest, gedirigeerd door de fantastische Alejo Pérez! Dat mijn werk in een tweeluik wordt gepresenteerd met een choreografie van Haider Al Timimi, op Ravels Shéhérazade, maakt het alleen nog spannender.” Tom Goossens, regisseur

Don Carlos, Rusalka, C(h)oeurs 2020, Così fan tutte, Usher, Shéhérazade/L'heure espagnole © Łukasz Wierzbowski Brabants/Cherkaoui, Choreolab #14, RASA [Naar La Bayadère], Cherkaoui/Bausch © Filip Van Roe Der Schmied von Gent © Eddie Wrey/Trunk Archive


Casting Macbeth

Thomas Johannes Mayer Macbeth

Najmiddin Mavlyanov Macduff

Tareq Nazmi Banco

Toen de Duitse bariton Thomas Johannes Mayer zang ging studeren, had hij al opleidingen geschiedenis, Duitse Taal- en Letterkunde, muziek­ educatie én filosofie achter de kiezen. Zijn internationale carrière nam een vlucht in het seizoen 2007-2008, na een bejubelde titelrol in Bergs Wozzeck voor La Scala in Milaan. Sindsdien behoort Mayer wereldwijd tot de meest gegeerde Wagnerzangers van zijn generatie. Met name de rol van Wotan uit Der Ring des Nibelungen bracht hem onder meer in Parijs, München, Hamburg en Amsterdam. Op zijn palmares – intussen meer dan tachtig titels lang – staan grote baritonrollen uit de opera’s van Mozart, Verdi en Richard Strauss naast 20ste-eeuws en hedendaags repertoire. Zo schitterde hij als protagonist in Don Giovanni, Jevgeni Onegin, Mathis der Maler en Wozzeck, maar ook als Amonasro in Aida, Scarpia in Tosca en Jochanaan in Salome. Mayer werkte samen met klinkende namen als Claudio Abbado, Daniel Barenboim en Sir Simon Rattle, en is kind aan huis op illustere festivals, waaronder de Bayreuther Festspiele en de Wiener Festwochen. Bij Opera Ballet Vlaanderen was Mayer voor het eerst te gast als Barak in Richard Strauss’ Die Frau ohne Schatten. Naast de titelrol in Verdi’s Macbeth zingt hij in ons huis ook het afscheidsconcert voor intendant Aviel Cahn.

De Oezbeekse tenor Najmiddin Mavlyanov is geen onbekende bij Opera Ballet Vlaanderen. Zijn incarnatie van Cavaradossi in Tosca maakte hem tot dé revelatie van het seizoen 2013-2014. Dat Puccini hem op het lijf geschreven is, bewees hij twee seizoenen later opnieuw, ditmaal als Rodolfo in La Bohème. 2016-2017 bracht hem terug als Gabriele Adorno in Simon Boccanegra. Naast zijn Belgische passages was Mavlyanov onder meer te gast in de operahuizen van Düsseldorf, Hamburg, Londen, Rome, Helsinki, Tel Aviv en Hong Kong. Toch maakt hij vooral furore in Rusland. Zo is hij sinds 2010 verbonden aan het Theater Stanislavski & NemirovitsjDansjenko in Moskou, waar hij debuteerde als Don Alvaro in La Forza del Destino. Ook bij het Bolsjoi- en Mariinskitheater komt hij geregeld over de vloer. Mavlyanovs repertoire leest als een trip langs Italiaanse en Russische operamijlpalen, met een occasionele excursie naar Frankrijk. Rollen als Alfredo in La Traviata, Radames in Aida, Lenski in Jevgeni Onegin, Don José in Carmen en Pinkerton in Madama Butterfly kennen geen geheimen meer voor hem. Met Puccini’s Cavaradossi raakte Mavlyanov intussen onmiskenbaar vergroeid. Hoog tijd om hem opnieuw in ons huis te verwelkomen – ditmaal als Macduff in Verdi’s Macbeth.

De Duitse bas Tareq Nazmi deed zijn eerste podiumervaringen op in de Bayerische Staatsoper – eerst in de studio, later als lid van het ensemble. Hij vertolkte er rollen als Caronte in L’Orfeo, Osman in Les Indes galantes, Masetto in Don Giovanni, Don Fernando in Fidelio, Albert in La Juive en Nachtigall in Die Meistersinger von Nürnberg. Het moge duidelijk zijn: Tareq Nazmi kan een duizelingwekkend breed repertoire de baas. Zijn werk overbrugt de operageschiedenis van Monteverdi en Rameau over Mozart en Beethoven tot Bizet, Verdi, Wagner en Britten. Die veelzijdigheid opent vele deuren, onder meer die van Komische Oper Berlin, Oper Köln, De Munt en de Salzburger Festspiele. Naast zijn operacarrière is Nazmi ook een bezige bij in het concertcircuit. Zo zong hij de negende symfonie van Beethoven; de Requiems van Mozart, Verdi en Brahms; en oratoria van Joseph Haydn en Franz Schmidt. Nazmi werkt geregeld samen met grote dirigenten als René Jacobs en Thomas Hengelbrock. De rol van Banco in Verdi’s Macbeth is meteen ook zijn debuut bij Opera Ballet Vlaanderen.

44


kalender do 16 mei

19:30u

Les Bienveillantes

Opera

Opera Gent

za 18 mei

11:00u

Zaterdagrondleiding

Plus

Opera Gent

za 18 mei

19:30u

Les Bienveillantes

Opera

Opera Gent

zo 19 mei

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Antwerpen

wo 22 mei

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Antwerpen

do 23 mei

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Antwerpen

vr 24 mei

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Antwerpen

za 25 mei

11:00u

Een rondleiding door de opera

Plus

Opera Antwerpen

za 25 mei

13:30u

Een rondleiding door de opera

Plus

Opera Antwerpen

za 25 mei

14:00u

Rondleiding Vrienden

Plus

Opera Antwerpen

za 25 mei

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Antwerpen

zo 26 mei

14:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Antwerpen

zo 2 jun

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Gent

ma 3 jun

10:00u

Rondom Macbeth

Plus

Opera Antwerpen

di 4 jun

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Gent

wo 5 jun

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Gent

do 6 jun

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Gent

vr 7 jun

20:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Gent

zo 9 jun

15:00u

Bach Studies

Ballet

Opera Gent

vr 14 jun

12:30u

Demons, Witches and Madness

Middagconcert

Opera Gent

zo 16 jun

15:00u

Demons, Witches and Madness

Middagconcert

Opera Antwerpen

vr 21 jun

19:30u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

vr 21 jun

20:30u

Giselleproject

Jeugd

Theater ‘t Eilandje

za 22 jun

11:00u

Een rondleiding door de opera

Plus

Opera Antwerpen

za 22 jun

15:00u

Rondleiding Vrienden

Plus

Opera Gent

za 22 jun

20:30u

Giselleproject

Jeugd

Theater ‘t Eilandje

zo 23 jun

15:00u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

do 27 jun

19:30u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

vr 28 jun

20:00u

Afscheid en nieuw begin

Concert

Opera Gent

za 29 jun

20:00u

Afscheid en nieuw begin

Concert

deSingel

zo 30 jun

15:00u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

di 2 jul

19:30u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

do 4 jul

19:30u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

za 6 jul

19:30u

Macbeth

Opera

Opera Antwerpen

za 31 aug

20:00u

Youth Orchestra Flanders

Plus

Opera Gent

45


Link

Verzeker uw plaatsje voor seizoen 2019-2020 Seizoen 2019-2020 betekent de komst van een nieuwe artistiek directeur opera, Jan Vandenhouwe, een nieuwe huisstijl, een frisse wind en meer maatschappelijk relevante kunst dan u zich kan indenken. Dat wilt u niet missen! Daarom geven wij alvast de belangrijkste data mee voor het verlengen of aankopen van uw abonnement, of het bemachtigen van losse tickets. © Annemie Augustijns

Herbekijk La Juive op OperaVision

- Abonnement verlengen of wijzigen kan tussen 8 mei en 29 mei - Abonnement aankopen kan vanaf 12 juni - De start van de losse kaartverkoop is op 22 juni

Op 6 april ging de livestream van La Juive in première op Europees operaplatform OperaVision. De grand opéra van Fromental Halévy, die in 2015 de prestigieuze FAUST-prijs won en ook dit seizoen zonder moeite de harten veroverde van ons publiek, werd in hoge audio- en videokwaliteit opgenomen tijdens de speelreeks in Antwerpen. Geen kaarten kunnen bemachtigen, of graag ongestoord nogmaals genieten? Deze livestream is beschikbaar tot 5 oktober via operavision.eu.

We verwelkomen u graag vanaf september opnieuw, of voor een eerste keer, in ons huis!

Youth Orchestra Flanders Youth Orchestra Flanders is een nieuw symfonisch jongerenorkest dat werd opgestart in partnerschap met Brussels Philharmonic, het Antwerp Symphony Orchestra en het Symfonisch Orkest van Opera Ballet Vlaanderen, drie van de grote Vlaamse Kunstinstellingen. Met steun van de Vlaamse overheid biedt Youth Orchestra Flanders de aanstormende generatie jonge talenten (15-26 jaar) een vliegende start in het professionele orkest-circuit. Na hun succesvolle debuut in Flagey en Concertgebouw Brugge staat Youth Orchestra Flanders in augustus voor het eerst bij Opera Ballet Vlaanderen, onder leiding van Stéphane Denève. Een mooie opwarmer voor de samen­ werking in de zomer van 2020, wanneer het jongerenorkest meewerkt aan het tweeluik Shéhérazade/L’Heure espagnole.

Opera Ballet Vlaanderen in een nieuw jasje Vanaf seizoen 2019-2020 ziet Opera Ballet Vlaanderen er een tikkeltje anders uit. We veranderen van huisstijl! Daarvoor spraken we het Londense designbureau Pentagram aan, dat ook het merkdesign voor New York Philharmonic, veilinghuis Sotheby’s, MoMA, het Victoria & Albertmuseum, en verschillende fashion weeks afleverde. Wie zijn wij, als huis? Hoe verhouden wij ons tot elkaar, tot de buitenwereld, tot de cultuurwereld, tot de steden waarin we ons bevinden, tot onze partners? En hoe moet dat er visueel uitzien? Dat waren de vragen waarmee Pentagram aan de slag ging. Na maanden van intense samenwerking is hier het resultaat; met onze nieuwe huisstijl willen we vooral uitdragen dat we een open huis zijn, met een stevige maatschappelijke verankering in de wereld rondom ons. Met een passie voor de vele ambachten op en rond ons podium. Met de hoogste kwaliteitsstandaarden, maar ook ruimte voor experiment en talentontwikkeling. We houden onze programmering gedurfd en artistiek vernieuwend, maar vanaf seizoen 2019-2020 dragen we een nieuw jasje!

Programma Jeroen D’hoe, Ouverture (wereldpremière) Edward Elgar, Celloconcerto Jennifer Higdon, Blue Cathedral Maurice Ravel, Daphnis & Chloé, Suite Nr 2 Houd alvast uw agenda vrij op 31 augustus!

46


Link

Ballet on tour Na een geslaagde passage in NYC in maart, maakte Ballet Vlaanderen zijn opwachting in die andere metropool, Londen, voor International Draft Works. International Draft Works, een initiatief van het Royal Ballet in Londen, biedt net zoals ons eigen Choreolab een podium aan dansers die zich willen ontplooien in het choreograferen. Op 11 en 12 april waren wij als een van de acht geselecteerde gezelschappen te gast op dit prestigieuze project. Artistiek leider van dienst was principal Drew Jacoby, die een kwartetchoreografie maakte voor onze dansers Daniel Domenech, Tiemen Bormans, Oscar Ramos en Joseph Kudra. JACK plaatst de klassieke danstaal in een kritische context door knap af te wisselen met opzwepend gedreun. Dit nieuwe werk, een ode aan non-conformiteit, werd erg gesmaakt door pers en publiek: “Een van de levendigste werken van de avond kwam van Drew Jacoby, principal bij Ballet Vlaanderen. (...) De vloeiende, krachtige energie van de groep prikkelde, net als Jacoby’s strakke danstaal. (...) JACK was een zeer intelligent, erg gestructureerd werk, dat zonder twijfel de blik opent op hedendaagse cultuur en de plek van dans erin.” Culture Whisper

Een aria voor Europa Van 25 tot 28 april organiseerde Opera Europa een conferentie in Antwerpen rond grensverleggend samenwerking. De operahuizen denken ook na over een Europees beleid om een jong en divers publiek te bereiken. Als koepelorganisatie wil Opera Europa de banden aanhalen tussen 200 cultuurhuizen uit 43 landen. “Wij creëren netwerk­mogelijkheden zodat ze elkaar kunnen vinden voor gezamenlijke projecten”, vertelt hoofdcoördinator Audrey Jungers. Een dergelijke samenwerking blijkt financieel voordelig, maar vormt niet de hoofdreden om de handen in elkaar te slaan. “Operahuizen werken pas samen wanneer ze geloven in een sterk artistiek project”, zegt Jungers. “Ze willen ook voorbij de muren van het eigen huis gezien worden.” Gemeenschappelijke grond Internationale samenwerking is niet vanzelfsprekend. Iedere opera heeft een eigen visie en een karakteristieke persoonlijkheid, die moet matchen met die van een ander huis. “In het begin beschouwden de Europese operahuizen elkaar als concurrenten, maar nu zien ze zichzelf steeds meer als collega’s”, legt Jungers uit. Ze hebben ook een gemeenschappelijk doel: meer opera voor meer mensen. Toegankelijkheid is een belangrijk thema in het beleid en de publiekswerking. Ook al kan de inhoud onderling verschillen, elk operahuis streeft ernaar om een jong publiek aan te trekken. Daarnaast wordt ingezet op diversiteit, al zijn sommige landen verder gevorderd dan andere. Zo hebben de Verenigde Staten een voorbeeldfunctie met gerichte programma’s om minderheidsgroepen in hun scènebeeld te brengen. “In Europa is er veel praat, maar nog te weinig actie”, stelt Laura Lee Everett van Opera America. Volgens haar moet opera het straatbeeld weergeven. “Liefst zo divers als de metro van New York.” Vandaag moet opera nog opboksen tegen een waaier aan voor­oordelen: opera zou elitair, duur, traag en saai zijn. Het houdt jongeren weg. Binnen de sector zelf blijken die clichés al lang achter­haald, zegt Jungers. “Op de conferenties van Opera Europa zie je zestigers, twintigers, mannen, vrouwen, 47

alles door elkaar.” Op hun website proberen de huizen de grootste clichés te ontkrachten. Bezoekers kunnen er terecht voor allerlei informatie, van de huisregels tot de dresscode. Opera zonder rem Om de drempel verder te verlagen, werd OperaVision in het leven geroepen, een streamingplatform dat een nieuw publiek moet aanboren. Jungers: “Je kan een opera volgen zonder ervoor te betalen, je huis te verlaten of jezelf op te kleden. Geen remmingen meer. We zijn ervan overtuigd dat er een groot publiek is voor het genre.” Diversiteit staat bij het ene operahuis al hoger op de agenda dan bij het andere. In het Tsjechische Moravië hebben ze bijvoorbeeld geen specifiek beleid. “Iedereen is welkom, maar onze samenleving is nu eenmaal niet zo multicultureel.” Ook de Weense Staatsopera trekt een vrij homogeen publiek, maar vindt dat wel een werkpunt. “Ons publiek is nog redelijk conservatief en oud. Daarom moeten we verder inzetten op jongeren”, meent casting manager Stephanie Wippel. In Karlsruhe blijken ze dan weer erg vooruitstrevend. Op initiatief van algemeen directeur Peter Spuhler werden de meeste leidinggevende functies opgenomen door vrouwen. “Daar kwam veel reactie op, terwijl een strikt mannelijk bestuur geen verbazing zou wekken.” Ook Opera Vlaanderen is een voortrekker. Adjunct-artistiek directeur Jan Henric Bogen vindt het belangrijk dat we ons kunnen identificeren met wat er gebeurt op het podium. “Een getalenteerd, zwart jong meisje dat graag in de opera wil werken, zal sneller ontmoedigd zijn wanneer ze zich niet herkent in de cast.” Dat bevestigt ook Melanie Allmendinger van het Londense Royal Opera House: “Representatie op de scène is van enorm belang, zodat minderheidsgroepen zich niet langer genegeerd voelen.” Een open discussie hierover moet kunnen, meent Bogen, zolang je maar de beste persoon voor de job cast, ongeacht geslacht of afkomst. Elena Gontcharova en Sarah Van Maele


Column

Nieuw! Vernieuwing. Een woord als een shot met levenselixir. Sinds de Modernen begin vorige eeuw zoveel mogelijk conventies in de kunst radicaal overboord gooiden, is onze honger naar the next thing nooit meer gestild. Het verzet tegen de traditionele opvattingen en vormen van kunst, architectuur, literatuur, muziek en maatschappelijke organisatie blijkt van chronische aard. De vernieuwing bleef wat voorafging vermalen en luisterde naar telkens weer nieuwe namen: expressionisme, kubisme, dadaïsme, constructivisme, surrealisme… Kunst leek de banden met de eeuwigheid door te knippen en moest en zou zich enten op de door techniek gestuwde, snel evoluerende samenleving. In de muziek was het niet anders, denk aan Bartók, Stravinsky, aan Schönberg die traditionele tonale harmonie afwees en geluiden totaal anders ‘organiseerde’ volgens de twaalftoons­ techniek. Mensen wisten niet wat ze hoorden. En daar was het vooral om te doen, het doorbreken van het verwachtingspatroon. Het pas verschene boek over de Cahn-jaren bij Opera Vlaanderen begint met een quote waarin de intendant een van zijn keukengeheimen prijsgeeft: “Het boeiende bij opera vind ik de wrijving tussen het verwachtingspatroon van het publiek en wat je uiteindelijk brengt. Toegegeven, ik ben soms graag een agent-provocateur. Nooit vrijblijvend, altijd om tot nadenken te stemmen.” Zijn decennium is nu voorbij en kan benoemd worden. Wat meteen in mij opkomt, is postmodernisme, met het typische mengen van oude en nieuwe vormen en het combineren van elementen uit de zogenaamde elitecultuur en de populaire cultuur. Maar, om de era te labelen is het wellicht nog te vroeg. Dingen krijgen vaak pas achteraf een naam. Of ze hebben al een naam, maar die wordt dan gewijzigd als er iets nieuws komt. Zo was er voor de komst van de kleuren­ televisie helemaal geen zwartwit-televisie, dat was gewoon televisie. Niemand die zich voor de renaissance ooit een middeleeuwer voelde. Dus kunnen we eigenlijk pas in het licht van wat de nieuwe artistiek directeur Jan Vandenhouwe in zijn mars heeft, straks perioden gaan benoemen. De kans is groot dat ook zijn programmatie inzet op vernieuwing. Het paradoxale ‘traditie in vernieuwing’ mag dan sinds kort het officiële credo zijn van de Nationale Opera en Ballet in Amsterdam, misschien is het meer toepasselijk op de Vlaamse cultuurscène waar de vernieuwers van oudsher over elkaar heen tuimelen. Op het menu van OBV (nieuwe logo, nieuwe naam!) staan ook weer gedurfde creaties en eigentijdse klassiekers; in een soort labo zullen jonge makers zich bedienen van nieuwe formules en tegelijk alle elementen die voorhanden zijn om u – de toeschouwer – te verrassen. Vooral: om uw verwachtingspatroon te doorbreken. De grote uitdaging zal zijn om aan het inmiddels containerbegrip 'postmodernisme' te ontsnappen en toekomst te schrijven. Alles opdat u zich straks onbevangen overgeeft aan de ongetwijfeld boeiende, nieuwe tijden die het huis tegemoet gaat. Chris Van Camp

48


De Nationale Loterij zet dankzij haar spelers de schouders onder cultuur, sport, wetenschappelijk onderzoek, armoedebestrijding, ontwikkelingssamenwerking en solidariteitsacties. En elke inzet van deze spelers, hoe klein ook, maakt een wereld van verschil. opera ballet vlaanderen kiest voor de Nationale Loterij als betrouwbare partner om haar projecten te realiseren en bedankt dan ook de spelers voor de steun!

#iedereenteltmee


Genieten op alle niveaus Woon als wereldburger met een ongezien uitzicht op alles wat de stad te bieden heeft.

www.antwerptower.be VERKOOPKANTOOR Welkom op afspraak +32 3 309 00 05. Frankrijklei 50, Antwerpen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.