Magazine Insight 13

Page 1

insight

13

P209977 - verschijnt 4x per jaar in augustus/november/februari/mei - afgiftekantoor Antwerpen X

Subtitel

WELKOM IN DYSTOPIA - HOLLYWOODSTER KORNGOLD - DE RETOUR VAN LE DUC D’ALBE - DE X-FACTOR VAN CRYSTAL PITE - DE ORFEO VAN LOCK - ENEA SCALA: DOL OP DONIZETTI - BEETHOVEN VOOR HELDEN - DE FENIKS VAN CHERKAOUI 51


Subtitel

skincare for your hair

call 03 25 25 502 visit www.kevinmurphy.be

52


© Kati Heck, Courtesy Tim Van Laere Gallery

Insight 13

Een wonderlijk startschot Das Wunder der Heliane herontdekt Welkom in Dystopia Korngold, ster in Hollywood

2 6 12

Weer in de ban van Le Duc d’Albe Enea Scala’s liefde voor Donizetti Op het lijf geschreven

20 27

Concert in de kijker Beethovens 'Eroica' in perspectief

16

Choreografen over hun werk Édouard Lock op weg naar zijn Orfeo Het engagement van Crystal Pite Sidi Larbi Cherkaoui’s L'Oiseau de feu

28 32 40

Achter de schermen Dansers thuis: Gabor Kapin en Nancy Osbaldeston

34

Verder in dit nummer: Het huis Casting Link - aanraders en reminders Agenda column Luc Joosten

26 43 44 46 48

Deze keer geen diva, geen dirigent, geen danseres of regisseur op de cover. Dit seizoen zijn het de markante figuren ontleend aan de seizoensbeelden die kunstenares Kati Heck maakte, die uw aandacht lokken. Heck werkt op doeken van groot formaat en schildert vaak groepstaferelen. Haar modellen zijn veelal vrienden en familie maar de kunstenares figureert ook vaak zelf in allerhande gedaanten. Wie een beetje vertrouwd is met de incrowd van de Antwerpse art scene komt veel bekenden tegen. Haar weergave van de figuren is heel gedetailleerd en letterlijk tot ze het juk van de realiteit afwerpt en er grillige vervormingen en groteske uitwassen op het doek verschijnen. Elk werk is een wereld waarin je nieuwe elementen blijft op ontdekken. Kati Heck’s werk is In the face — zoveel is zeker. En dat past helemaal bij het nieuwe seizoen dat als thema Rien ne va plus meekreeg. Een seizoen vol ontdekkingen waarover het laatste niet gezegd is. Insight zorgt ervoor dat u mét bagage aan de start verschijnt. Het Insight Team

Colofon Redactionele leiding Chris Van Camp & Luc Joosten Werkten mee aan dit nummer Piet De Volder, Koen Bollen, Emmi Pennanen, Peter De Smet, Wilfried Eetezonne, Anne-Mie Lobbestael, Mien Bogaert, Marjolein Craens, Catherina Matthys. Druk Graphius Reacties? redactie@operaballet.be

Coverbeeld © Kati Heck, Courtesy Tim Van Laere Gallery

1

Verantwoordelijke uitgever Kunsthuis Opera Vlaanderen Ballet Vlaanderen vzw, Bart Van der Roost Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen De redactie heeft in de mate van het mogelijke alle auteursrechten gerespecteerd. Mochten er bij vergetelheid fouten of vergissingen zijn gebeurd, dan kunnen personen die zich aangesproken voelen contact opnemen met de redactie. Niets uit deze uitgave mag onder enige vorm gereproduceerd worden zonder vooraf­­gaande toestemming van de uitgever.


Das Wunder der Heliane Een vergeten meesterwerk herontdekt

decorontwerp van Christoph Hetzer voor de nieuwe productie van Das Wunder der Heliane bij Opera Vlaanderen

2


Das Wunder der Heliane

Op 15 februari 1970 beleefde Erich Wolfgang Korngolds magnus opus Das Wunder der Heliane zijn Belgische première in de Opera van Gent. Twee voorstellingen in de Arteveldestad en ook één gastvoorstelling in de Opera van Antwerpen zouden nog volgen. Een bijzondere gebeurtenis. Das Wunder, gecreëerd in 1927, was al sinds 1932 niet meer opgevoerd. De opvoeringsreeks in de twee Vlaamse steden kenden echter weinig navolging. In 1988 was er een nieuwe scenische versie te zien in de Opera van Bielefeld. In 2010 volgde een coproductie van de operahuizen in Kaiserslautern en Korngolds geboortestad Brno. In concertvorm werd het werk uitgevoerd in Amsterdam (1995) en Londen (2007) en onlangs nog in Wenen en Freiburg. Vandaag is het opnieuw Opera Vlaanderen dat het voortouw neemt in het heropwaarderen van dit miskende chef-d’oeuvre met de opdracht van een nieuwe scenische en muzikale interpretatie aan dirigent Alexander Joel en regisseur David Bösch.

Van 'Die Heilige' tot 'Das Wunder'

Korngold vs. Krenek - de intriges van een vader

“Ik las het en stond meteen in vuur en vlam door de dichterlijke gloed van het stuk” liet Korngold optekenen in 1926. Hij verwees hiermee naar Die Heilige van Hans Kaltneker (18951919), waarop Korngold zijn Das Wunder der Heliane zou baseren. Kaltneker groeide, ondanks zijn vroege dood aan tuberculose op 24-jarige leeftijd, uit tot een van de hoofdfiguren van het Oostenrijkse expressionisme. Hij werd erg geïnspireerd door Richard Wagner en het Duitse mysticisme. De hoofdthema’s binnen het werk van Kaltneker waren op het lijf geschreven van Korngold: de liefde die het kwade overwint, de verschillende bovennatuurlijke en mystieke elementen en de religieuze sfeer.

Erich Korngolds vader Julius was een befaamd muziekjournalist. Hij had rechten gestudeerd en ook muziek, bij onder andere Anton Bruckner. Hij was bevriend met Brahms en een groot voorvechter van Wagners oeuvre. De geboorte van zijn tweede zoon Erich transformeerde zijn leven. Het jonge wonderkind Erich Wolfgang werd bestempeld als genie door o.a. Mahler en benijd door zowel Strauss als Puccini. Op zijn 16de componeerde Erich zijn eerste opera’s en op zijn 23ste bereikte hij een absoluut hoogtepunt in zijn carrière met de creatie van Die tote Stadt, een weergaloos succes dat hem wereldberoemd maakte. Een controverse ontwikkelde zich echter rond de figuur van Erichs vader. Hij zou dominant zijn tegenover zijn zoon en hem inzetten tegen de nieuwe opkomende muzikale tendensen. Julius Korngold verklaarde in een beroemd geworden artikel de vernieuwingen van de Tweede Weense School (Schönberg, Berg, Webern) en het serialisme de oorlog. Julius’ invloed op de compositiestijl van zijn zoon werd geringer wanneer Erich in 1924 met zijn geliefde Luzi von Sonnenthal trouwde. Het is ook in deze tijd dat Korngold aan Das Wunder werkte. De hartstochtelijke melodische lijnen lijken wel door dit prille huwelijksgeluk geïnspireerd. Erich Korngold droeg zijn meesterwerk op aan zijn vrouw.

Kaltnekers mysteriespel werd herwerkt tot operalibretto door de Duitse toneelschrijver Hans Müller (1882-1950). Hij veranderde enkele wezenlijke verhaallijnen en focuste de psychologisch vertelling. Müller begon pas in 1924 aan zijn bewerking, dus uitgesloten is het zeker niet dat zowel Erich Korngold alsook zijn vader Julius Korngold (1860-1945) voordien reeds tekstfragmenten zelf hadden uitgewerkt. Raad van Korngolds vader voor het libretto is plausibel omdat de componist nog thuis woonde tot 1924 en diens vader hem voor andere libretti ook had bijgestaan.

Julius Korngold wou koste wat het kost van Das Wunder der Das Wunder der Heliane kort “Op liefde staat in mijn land de doodstraf!” De wrede Heerser van het naamloze Land onderdrukt zijn volk als een tiran. Dit omdat hij de liefde van zijn vrouw Heliane niet kan winnen. Een jonge Vreemdeling probeert het zwaarmoedige volk aan het lachen te brengen maar lachen is verboden. De Vreemdeling wordt in de ketens geslagen en krijgt gratie op één voorwaarde: hij moet

Heliane leren van de Heerser te houden. Een liefde bloeit echter op tussen Heliane en de Vreemdeling, waaraan door de Heerser abrupt een einde wordt gesteld. Als de Heerser Heliane naakt bij de Vreemdeling vindt, wordt hij ter dood veroordeeld. Maar wanneer hij alleen is met Heliane, kust de Vreemdeling haar. Om haar te behoeden van verdere rampspoed, steekt hij een dolk door zijn eigen hart. Heliane’s onschuld wordt door de Heerser getest met een

3

Godsoordeel. Op wonderlijke wijze wekt ze de Vreemdeling weer tot leven. Als de Heerser Heliane hierop wil doden, worden zij en de Vreemdeling op bovenaardse wijze verenigd.


Erich Wolfgang Korngold

Heliane een gigantisch succes maken. De geslepen invloed van vader Korngold was al duidelijk toen hij campagne voerde tegen het co-directeurschap van Richard Strauss voor de Weense Staatsopera ten voordele van zijn goede vriend Franz Schalk. Een campagne die echter in het niets verdwijnt tegenover de strijd die hij aanging tegen Ernst Kreneks nieuwe en jazzy opera Jonny spielt auf (première 1927, Leipzig) die meteen een kassucces werd. Schalk en vader Korngold probeerden opvoeringen in Wenen zo lang mogelijk tegen te houden. Julius Korngold schreef een vernietigende kritiek en noemde Krenek een amateur. Schalk riep de hulp in van zijn aan de nationaalsocialistische partij gelieerde vrienden en een op volle toeren draaiende propagandamachine zorgde voor talrijke anti-Krenek artikels. Dit alles had echter een averechts effect. De voorstanders van Krenek gingen in de pers in de tegenaanval, waarop de voorstanders van Korngold dan weer enorme eerbetuigingen schreven aan het adres van Korngold. Aan de torenhoge verwachtingen die zo geschapen werden over Das Wunder, zou geen enkele componist ooit kunnen voldoen. De druk Een nieuwe Heliane voor vandaag Regisseur David Bösch, die in de afgelopen seizoenen voor Opera Vlaanderen erg persoonlijke en diep-psychologisch uitgewerkte interpretaties ensceneerde van Strauss’ Elektra en Mozarts Idomeneo, keert terug. Doordat het werk zo onbekend is, wil hij met zijn visie dan ook erg dicht bij het oorspronkelijke werk blijven. De setting is zo bedacht dat de saga van Heliane erin kan plaats-

om Jonny spielt auf te brengen in Wenen werd te groot. Schalk liet het in premiere gaan en het werd een overdonderend succes. De tirannie die Schalk onder invloed van Julius Korngold gestart had, was niet meer tegen te houden. Nazi’s verdeelden pamfletten om deze ‘Joodse ontheiliging’ niet meer toe te laten en probeerden de toegang voor toeschouwers te versperren. Heel Wenen wou dit controversiële stuk zien en Schalk zag zich verplicht om nog meer voorstellingen in te plannen. Een legendarisch geworden voorbeeld van deze beruchte tweestrijd zijn de twee merken van sigaretten die in 1927 op de markt gebracht werden door een Oostenrijkse tabaksfabrikant die handig inspeelde op de controverse: “Jonny” en “Heliane”. Tot groot genoegen van Korngold was Jonny een goedkope sigaret en Heliane een dure, met paars papier en een mondstuk in de vorm van een rozenblaadje.

vinden maar waarin ook enkele elementen van onze tijd niet misplaatst aanvoelen. We bevinden ons in een wasteland, een verdroogd stuk land waar al het leven lijkt te zijn uitgestorven. Een eenzaam billboard herinnert nog aan een vroeger bestaan. Het is een post-apocalyptische wereld waarin het volk samentroept om gered te worden. De Heerser lijdt onder het feit dat zijn vrouw Heliane hem niet liefheeft. Hij laat z’n volk zo hard werken dat hun lijden minstens zo

4

groot wordt als het zijne. De mutatie van het volk dat Heliane liefheeft tot een wraakroepende Heliane-hatende mensenmassa staat centraal. Het vreemde irrationele optreden van de Vreemdeling wordt politiek-ideologisch gemotiveerd. Hij is als verkondiger van de vrijheid in een rijk gekomen waar rigide recht en koude liefdeloosheid heersen en hij wil het volk verlossen. Het zal echter de pure en onschuldige liefdeskracht van Heliane zijn die uiteindelijk redding


Das Wunder der Heliane Een langverwachte première

Een geïnspireerd idee

Op 7 oktober 1927 werd Das Wunder gecreëerd in Hamburg, met bescheiden succes. Kort daarna, op 29 oktober, ging het werk in première in Wenen. Lotte Lehmann zong de titelrol en Jan Kiepura zong de aartsmoeilijke rol van de Vreemdeling. Das Wunder der Heliane kreeg redelijk positieve kritieken en genoot van een zeker publiek succes. Het werd echter volledig overspoeld door het beruchte Jonny spielt auf. In Wenen werden niet veel voorstellingen meer gepland en ook heel wat andere theaters haakten af. Niet alleen door de muzikaal hoge moeilijkheidsgraad van het werk maar ook door wat men zag gebeuren in Wenen. Van de 18 huizen die Das Wunder gepland hadden, zouden slechts 12 het nog brengen, waaronder ook Berlijn.

In een zeldzaam interview uit 1926 beschreef Erich Korngold Das Wunder der Heliane als volgt: “Harmonisch gezien is Heliane radicaler dan Violanta en Die tote Stadt. Geenszins isoleer ik mezelf van de harmonische verrijkingen die we te danken hebben aan Schönberg. Maar ik wil de aanzienlijke mogelijkheden die geboden worden door de ‘oude muziek’ niet opgeven. Ik onderschrijf geen enkele doctrine. Mijn muzikaal credo kan ‘een geïnspireerd idee’ genoemd worden.” De componist heeft het mystieke karakter van de tekst als uitgangspunt genomen om zijn opera op te bouwen als wat zijn vader omschreef als een “merkwaardige en geheimzinnige klankwereld”. De orkestratie is buitengewoon meerlagig en virtuoos geschreven. De vereisten die ze stelt aan musici en zangers zijn kolossaal. Naast ingebouwde dissonanten en de rijke afwisseling van toonaarden blijft de melodische lijn als focus voor de toehoorder behouden. Maar niet enkel het orkest en de solisten worden tot het uiterste gedreven. Het zingen van zowel de etherische klankwerelden als de dreunende sloganeske passages van het volk zorgen voor een uitzonderlijke uitdaging voor het koor. Het sensuele karakter van het werk, de bijna erotische zanglijnen van Heliane en de Vreemdeling, maken van deze epische opera tegelijkertijd een diepmenselijke intieme uiteenzetting over een universeel verlangen naar liefde en vrijheid. Een absoluut hoogtepunt is de beroemde aria “Ich ging zu ihm”, waarin Heliane haar liefde voor de Vreemdeling bekent en daarmee ook haar doodsvonnis tekent. Beroemd niet enkel door de overgeleverde opname van Lotte Lehmann maar ook door de opnames en concertante opvoeringen van wereldster Renée Fleming. Ook deze hoge muzikale moeilijkheidsgraad van Das Wunder heeft mogelijks bijgedragen tot de weinige opvoeringen van dit werk in de laatste decennia.

Julius Korngold bleef niet bij de pakken zitten. De Berlijnse première was een nieuwe kans om van Das Wunder toch nog een succes te maken. Net voor de première van het werk van zijn zoon, schreef hij alle Duitse theaters die Jonny spielt auf geprogrammeerd hadden aan met de vraag het af te gelasten. Bijgevoegd was zijn vernietigende kritiek van Kreneks opera. De Berlijnse pers was woest en de tegenaanval vanuit het kamp van Krenek vernietigend. Zij maakten een document op met het artikel van Julius Korngold in één kolom en de uitmuntende kritieken van Jonny spielt auf met weerleggende argumenten in de tweede kolom. Das Wunder der Heliane flopte in Berlijn. Julius gaf zijn fouten later toe in zijn memoires maar het onheil was geschied. “De ervaring in Berlijn had een desastreus psychologisch effect op Erich. Hij werd valselijk vervolgd door een actieve muzikale partij en geboycot binnen de Duitse invloedssferen. Ook voor mij waren het harde tijden omdat ik moest toegeven dat mijn overtuigingen als muziekcriticus bijgedragen hadden aan represailles tegen mijn zoon. Hij ontwaakte uit de naïeve droom van het creëren en verloor er zijn plezier in.” Erich Korngold zou zich terugtrekken en nooit meer een grootse opera componeren. Een nieuwe wereld lag voor hem open in Hollywood waar hij grote successen zou boeken als componist van filmmuziek. Voor Julius was de Berlijnse affaire zijn laatste lastercampagne geweest. Hij trok zich in 1932 volledig terug uit de pers, maar tegen die datum was Das Wunder reeds uit het repertoire verdwenen. Als vernietigende doodsteek volgde uiteindelijk het verbod van dit werk door het Derde Rijk omdat Korngold van Joodse afkomst was. Net zoals ook Jonny spielt auf zou Das Wunder in 1992 opgenomen worden door het label Decca in de reeks Entartete Musik. Een verdienstelijke poging het werk nieuw leven in te blazen. Vooreerst opgepikt door musicologen volgen stilaan verschillende operahuizen die het werk los van de complexe ontstaans-en werkingsgeschiedenis in volle artistieke waarde willen herstellen. brengt. Individuen die vanuit politiek-ideologische gronden (de Vreemdeling) of vanuit de liefde (Heliane) een maatschappij willen veranderen zijn van alle tijden en van alle culturen. En misschien vandaag de dag actueler en relevanter dan ooit.

5

Das Wunder der Heliane is een absoluut meesterwerk uit de muziekgeschiedenis van de 20ste eeuw. Het moment is nu aangebroken om zijn rechtmatige plek binnen het repertoire in te nemen. Koen Bollen

Das Wunder der Heliane Gent vanaf 15.09.17 Antwerpen vanaf 01.10.17


Fantaseren over een onleefbare wereld Geen utopie maar dystopie

Rond de jaren dertig van vorige eeuw flirten componisten, filmmakers en schrijvers met dystopische gemeenschappen. Denk aan Fritz Langs Metropolis (1927), Aldous Huxley’s Brave New World (1932), Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny van Bertolt Brecht en Kurt Weill (1930) en Korngolds Das Wunder der Heliane (1927). Korngolds opera speelt in een land zonder naam: een afgezonderd en desolaat wasteland met zijn eigen meedogenloze wetten en regels. Alles wat kleur geeft aan het leven werd verbannen: verlangen, humor en liefde. Identiteit wordt onderdrukt, de dictatuur van de Heerser staat voorop. Er mag niets meer. Een schoolvoorbeeld van een dystopie, een niet-bestaande en vooral niet-wenselijke maatschappij. Duistere hersenspinsels als de wereld rond Heliane hebben veelal een maatschappijkritische functie. Ze zijn ook heroïsch omdat het laatste greintje hoop meestal in handen van een één moedig mens ligt, die alleen als bij wonder de zon kan laten doorbreken. In geval van Korngolds Wunder is dat Heliane die verliefd wordt. Dystopieën zijn dus een dankbaar fictie onderwerp, vooral als de samenleving in zwaar weer zit. Om de wereld van Heliane beter te kaderen, grasduinen we in het filmarchief. De wereld van het witte doek was niet toevallig ook Korngolds bio 6


Dystopie

Children of Men

The Circle

Idiocracy

Fictie en realiteit Het mooie aan dystopische verhalen is dat ze je laten nadenken over de wereld zoals hij is. Je beseft dat je eigenlijk wel geluk hebt in je eigen tijd en maatschappij te leven. Het kan nog altijd erger. Gelukkig ligt dat ‘erger’ veelal ver weg, letterlijk of in de tijd. Als je naar de huidige wereld kijkt, vraag je je soms af hoe ver we eigenlijk verwijderd zijn van een dystopie. De inhumane vluchtelingenkwestie, het buitenspel zetten van media, tornen aan rechten van vrouwen en homoseksuelen, toenemend racisme en klassen-segregatie: hoe reëel is die niet-wenselijke maatschappij inmiddels? De signalen zijn niet positief. Kunnen we uit fictie iets leren over de realiteit waarin we leven? Onzekere toekomst: Children of Men Alfonso Cuarón, 2006 2027. Door een onbekende oorzaak zijn vrouwen onvruchtbaar, waardoor er geen kinderen meer geboren worden. De jongste generatie zal de laatste zijn. De wereld is een grauwe, gewelddadige chaos en Groot Brittannië trekt, als één van de laatste functionerende overheden, massa’s vluchtelingen aan, die hopen op een beter leven – zelfs nu ze weten dat de mensheid gedoemd is. De fugees worden als uitschot behandeld, in kampen geplaatst en

gedeporteerd naar de hel die ze juist waren ontvlucht. Hoewel dit echt niet één op één met 2017 is te vergelijken, bestaan er zeker overeenkomsten. Overheden verharden in hun beleid, zien vluchtelingen vooral als bedreiging voor de stabiliteit in hun land en zaaien hiermee angst onder de bevolking. In Griekenland leven nog steeds duizenden gestrande vluchtelingen in kampen onder erbarmelijke omstandigheden. Children of Men is vooral zo grimmig omdat het laat zien wat mensen kunnen accepteren, waar ze aan kunnen wennen, om te kunnen doorleven. Als ze de luxe hebben, zullen veel mensen hun ogen sluiten voor het lijden van anderen. Maar ook in deze dystopie bestaat hoop: een jonge vluchtelinge blijkt zwanger – in een gitzwarte wereld schijnt een klein licht des te helderder. Stupiditeit: Idiocracy Mike Judge, 2006 Vijfhonderd jaar in de toekomst wordt Joe, de meest gemiddelde man ter wereld, wakker na een mislukt top-secret militair experiment. Het nieuwe Amerika draait op commercie en televisie, is totaal verstoken van enige intelligentie en wordt geleid door president (en ex-pro-wrestler) Camacho, die zijn State of the Union begint met Shit. I know shit’s bad right now, gevolgd door 7

een geweersalvo en een liedje. Ook in de huidige wereld is intelligentie meer dan eens ondergeschikt aan populariteit en lijkt entertainment belangrijker dan feiten en saaie wetten. Denk daarnaast aan het niet kunnen ontsnappen aan advertenties, het versimpelen van de taal, mensen die zonder GPS de weg niet meer kunnen vinden en (reality) TV. Zoals scriptschrijver Etan Cohen vorig jaar naar aanleiding van de campagne van Donald Trump zei: “I never expected Idiocracy to become a documentary so soon”. Privacy: The Circle James Ponsoldt, 2017 The Circle is net uit in onze bioscopen en is gebaseerd op het gelijknamige boek van Dave Eggers. The Circle is een machtig, hip en innovatief internet-tech-bedrijf dat drijft op advertenties en volledig beslag legt op het leven van zijn werknemers. Ze worden aangemoedigd om alles wat ze meemaken te delen via nieuwe technologie en social media, op zoveel mogelijk te reageren en niets voor zichzelf te houden – je ontneemt anderen zo immers de kans om jouw ervaring te delen. Het toppunt is going transparent: het streamen van je leven. En wie niet wil, zal wel iets te verbergen hebben. Klinkt wel heel bekend, toch? The Circle is gemodelleerd naar bedrijven


Reality Check

1984

Gattaca

Death Race 2000

als Google en Facebook, die jouw privégegevens tot valuta hebben gemaakt. Op social media kun je misschien wel delen wat je wil, vooral de positieve kanten van je leven, maar door gebruik te maken van social media, te mailen met Gmail en te zoeken via Google, zijn er buitenlandse bedrijven die meer van je weten dan je zelf zou willen. En dat je niets te verbergen hebt, dat dit niet uitmaakt, is onzin: je hebt namelijk privacy nodig om jezelf te zijn. Sommige dingen hou je voor jezelf. En daarnaast ben je niet in elke sociale kring dezelfde persoon. Door The Circle is iedereen een soort fake lachende gemiddelde van zichzelf, waardoor individuen verdwijnen en je alleen als consument bestaat. De waarheid is relatief: 1984 Michael Radford, 1984 We zijn bekend met termen als Big Brother en Room 101, al heb je het boek 1984 van George Orwell zelf niet gelezen. In deze - misschien wel één van de bekendste dystopische romans - probeert Winston Smith het totalitaire regime te omzeilen, maar gaat ten slotte kansloos ten onder. Er bestaat in de wereld van 1984 één politieke partij, die alle mensen volledig beheerst en hun doen en laten bepaalt door middel van strenge wetten en continue surveillance. Onder de gehersenspoelde bevolking is geen ruimte meer voor kunst, liefde of eigen gedachten. De

Ministry of Truth vervalst systematisch oude krantenarchieven, zodat deze passen bij de visie van de Partij. De veelgebruikte term doublethink houdt in dat twee tegenstrijdige argumenten allebei waar kunnen zijn en dat deze beiden als waarheid worden geaccepteerd. Dit doet natuurlijk sterk denken aan de alternative facts van de Trump-administratie, waarbij twee verschillende en tegenstrijdige visies precies dezelfde waarde hebben en allebei geaccepteerd (moeten) worden. Zou het een kwestie van tijd zijn voordat archieven ook in de huidige samenleving worden aangepast door een partij die een alternatieve waarheid beter uitkomt? Zouden foto’s van de pleinen tijdens Trumps inauguratie ooit worden bewerkt zodat ze tóch vol worden herinnerd?

volk wil, wie ben jij dan om het volk tegen te spreken? Wat is dat toch, waarom genieten mensen van het lijden van anderen? We zijn een stelletje sadisten, die genieten van plaatsvervangende schaamte en zichzelf graag superieur achten aan de ander. In films als The Running Man, Rollerball en The Hunger Games wordt geweld ingezet als entertainment. Hoewel in onze wereld psychologische conflicten en vernedering ook pontificaal in beeld worden gebracht (Big Brother, Temptation Island, Idols) en kijkers er van smullen als mensen op de vuist gaan, blijft het extreme geweld van Death Race 2000 gelukkig beperkt tot films en games.

Entertainment: Death Race 2000 Paul Bartel, 1975

Gattaca speelt zich af in een toekomst gebaseerd op eugenetica, waarin kinderen worden verwekt na genetische manipulatie, zonder erfelijke ziektes of zwakheden. Ouders willen toch het beste voor hun kinderen, en bovendien dat ze een betere versie van henzelf zijn. Vincent is op natuurlijke wijze verwekt, waardoor zijn droom om astronaut te worden voorgoed buiten bereik lijkt te liggen. De valids hebben de beste banen en het beste toekomstperspectief, terwijl de in-valids de rotbaantjes hebben en regelmatig de eindjes aan elkaar moeten knopen. Toen Gattaca uitkwam, was het

In het jaar 2000 racen kandidaten van de Transcontinental Road Race de hele VS door, terwijl ze door de massa worden gevolgd en aangemoedigd via radio en tv. Het doel van de race? Zoveel mogelijk punten verzamelen door onschuldige mensen dood te rijden (vrouwen, bejaarden en kleuters zijn het meeste waard). De protesten tegen deze onmenselijke race worden genegeerd of verbloemd en gelabeld als aanval op een geweldige Amerikaanse traditie. Als dit is wat het 8

Medische wetenschap: Gattaca Andrew Niccol, 1997


Dystopie

A Clockwork Orange

Blade Runner

compleet science-fiction. Maar na in-vitrofertilisatie (IVF), waarmee de medische wetenschap al sinds 1978 mensen helpt die niet via de natuurlijke weg zwanger worden, volgde een meer controversiële techniek. Met pre-implantatiegenetische diagnostiek (PGD) worden genetische afwijkingen opgespoord in eicellen of embryo’s, voorafgaand aan of aansluitend op IVF. PGD wordt soms ook gebruikt om een ‘saviour sibling’ te creëren, zodat het eerste kind toegang heeft tot matching stamcellen in het geval van bijvoorbeeld leukemie, en daarnaast kunnen ouders via deze weg ook het geslacht van hun kind bepalen. Wat volgt: keuze in de kleur van haar, ogen en huid? Opeens lijkt Gattaca helemaal niet meer zo ver weg… Leiden deze ontwikkelingen tot een nieuw tijdperk van eugenetica, waarin de allerrijksten hun kinderen als designer-product bewust kunnen ontwerpen? Kunstmatige intelligentie: Blade Runner Ridley Scott, 1982 Blade Runner (naar het boek Do Androids Dream of Electric Sheep? van Philip K. Dick) speelt zich af in een vervuild, vervallen, overbevolkt 2019. Om andere planeten te koloniseren, heeft Tyrell Corp androïden gemaakt (replicants) die daar werken in mijnen en constructie. Op aarde jagen Blade Runners op replicants die illegaal naar

de aarde reizen. Omdat de replicants bijna niet van mensen zijn te onderscheiden, is de Voight-Kampff test ontwikkeld om hen eruit te kunnen pikken: de emotionele of empathische antwoorden van mensen zouden replicants nooit kunnen geven. Over twee jaar is het 2019 maar replicants (en gelukkig de staat van de wereld in Blade Runner zelf) hebben we nog niet gerealiseerd. Wel worden er steeds echter-lijkende replica’s van mensen gemaakt en bestaat er een robot-test, die steeds betere resultaten boekt. Zo voorspelde Alan Turing dat, aan het einde van de 20ste eeuw, reacties in een tekst-dialoog van een denkende computer niet te onderscheiden zouden zijn van menselijke reacties, en dat mensen in 30% van de gevallen zouden denken dat ze een mens tegenover zich hadden. In een experiment van de universiteit van Reading in 2012 overtuigde chatbot Eugene Goostman alle juryleden dat hij een echt mens was: hij had het over zijn cavia Bill, zijn ouders en over het boek dat hij aan het lezen was. De overheid conditioneert: A Clockwork Orange Stanley Kubrick, 1971 Ergens in de toekomst maakt Alex met zijn bende Londen onveilig met a bit of the old ultra-violence, of liever moord, verkrachtingen, geweld en vandalisme. Als Alex wordt opgepakt na de moord 9

op een vrouw (met een reusachtig fallus-beeld), wordt hij veroordeeld tot 14 jaar cel. Na een aantal jaren krijgt hij de kans om deel te nemen aan een experimentele behandelmethode, die hem zou genezen van zijn gewelddadige natuur. In deze Ludovico (aversie-) rehabilitatie wordt Alex onder een misselijkmakende medicatie blootgesteld aan extreem (seksueel) gewelddadige filmbeelden, begeleid door muziek van Beethoven. Door deze conditionering wordt hij bij iedere gewelddadige drang vreselijk misselijk, maar ook bij het horen van Beethoven. Als hij ‘genezen’ wordt vrijgelaten, pakt zijn voormalige bende hem hardhandig aan en zint een voormalig slachtoffer op wraak. A Clockwork Orange, naar de gelijknamige roman van Anthony Burgess, bekritiseert psychologische conditionering door de overheid. Natuurlijk wordt de Ludovico-techniek uit de film niet in de echte wereld toegepast. Maar er worden in Amerika nog steeds conversiecursussen gegeven om homoseksuelen te ‘genezen’. Extreme maatregelen als elektrische shocktherapie zijn tegenwoordig vervangen door praatgroepen, aversie-oefeningen en levensstijl-restricties, maar nog steeds heeft de overheid een vinger in de pap. Hoewel oud-president Obama een eind wou maken aan deze praktijken, diende vice-president Mike Pence een voorstel in om subsidiegelden voor HIV/AIDS-preventie aan te wenden


Dystopie

Metropolis

The Road

voor instituten die conversietherapie aanbieden – terwijl dit volgens de American Counseling Association vanwege ontbrekende wetenschappelijke resultaten niet wordt gezien als een valide vorm van therapie. Rijk versus arm: Metropolis Fritz Lang, 1927 2026. In de futuristische stad Metropolis leven de hogere klassen der industriëlen in hun hoge torens in luxe en decadentie, terwijl de veel grotere arbeidersklasse in de onderste delen van de stad woont. Freder, zoon van de leider van de stad, heeft geen idee van de armoede en omstandigheden waarin de slaven beneden de stad draaiende houden. Als hij de mooie Maria ontmoet, volgt hij haar naar haar huis in de lager gelegen delen van Metropolis, en is geschokt door wat hij daar ziet. Zijn vader Fredersen werpt tegen dat de wereld nu eenmaal zo in elkaar zit en vindt dat Freder het naast zich neer moet leggen – maar Freder gaat in verzet. Terwijl Maria oproept om beide klassen bij elkaar te brengen, bouwt Fredersen met een uitvinder met een eigen agenda een robot in haar gelijkenis, die uiteindelijk een rol speelt in het einde van Metropolis. Metropolis kun je zien als de eerste dystopische lange film, kostte een fortuin om te maken en werd destijds bekritiseerd om de communistische thema’s, waaronder het samenbrengen van arm en rijk. In 2017 bestaat er een onwerkelijke, absurde en obscene kloof tussen de allerrijksten en de armsten der aarde: er leven op dit moment 8 mannen die samen evenveel bezitten als de helft van de wereldbevolking. Hoe noem je eigenlijk een dystopie die door de werkelijkheid is ingehaald…? The Road John Hillcoat, 2009 De film is gebaseerd op het boek The Road van Cormac McCarthy,

uitgebracht in 2007. Het verhaal is de reis van een vader en zijn jonge zoon (namen worden niet gegeven) door een post-apocalyptisch landschap. Het meeste van onze beschaafde wereld is vernietigd en de mensen die nog overgebleven zijn, doen aan kannibalisme en rooftochten. De vader beseft dat ze de winter niet zullen overleven als ze op dezelfde plaats blijven, dus beginnen ze hun reis richting de zee. Het enige dat de vader en zoon nog hebben is een karretje met wat spullen. Er is echter nog een probleem, want de man hoest bloed op en is stervende. Toch probeert hij zijn zoontje te beschermen en te voorzien van eten. De man herhaalt vaak dat zij de ‘goeden’ zijn en dat ze het vuur dragen. Dit om zijn zoontje gerust te stellen. Op hun reis zien ze veel gruwelen. Ze bereiken de zee, maar kunnen daar niets doen. Ze willen terug landinwaarts trekken, maar de man sterft. De jongen waakt voor enkele dagen bij het doodsbed van z’n vader. Op de derde dag verschijnt er een man met z’n vrouw en twee kinderen en overtuigt de jongen dat hij ook een ‘goede’ is. Deze man neemt de jongen in bescherming. De film vertolkt het euvel van onze tijdsgeest, het wij-zij denken in de zin van goede en kwade. De hoofdfiguren dwalen door een sfeer van barbarij zoals de media die ons dagelijks serveren. Het is geen roadtrip, maar een mindtrip ingegeven door angst en doemdenkerij. The Handmaid’s Tale Bruce Miller, 2017 De Amerikaanse serie is gebaseerd op de gelijknamige bestseller van Margaret Atwood. Het verhaal gaat over een vrouw die leeft in een akelige samenleving. Deze samenleving heeft te maken met milieurampen én kelderende geboortecijfers. De samenleving wordt geregeerd door een gestoorde fundamentalist die met zijn militaire optreden ”terug wil naar de traditionele waarden”. Het

The Handmaid's Tale

hoofdpersonage is een van de weinig overgebleven vruchtbare vrouwen. Ze wordt gedwongen tot seksuele slavernij als laatste wanhoopspoging om de wereld opnieuw te bevolken. Haar doel is zien te overleven in deze hel én haar dochter terug te vinden die haar is afgenomen. Wat de serie aangrijpend maakt, is dat alle elementen die aan de basis liggen van het verwrongen wereldbeeld reeds aanwezig zijn in onze samenleving. Het hoofdpersonage leeft aanvankelijk een leven dat sterk lijkt op dat van elke vrouw en moeder. Door escalatie van de politieke reactie op terreur, komt ze in een sterk op de achttiende eeuw lijkende dictatuur terecht waar geluk en rechten alleen zijn weggelegd voor de happy few. Het is een uitvergroting van de seksistische uitspraken die we van verschillende wereldleiders mochten slikken. Chris Van Camp


Choreolab #12

Met de steun van Piano’s Maene

Ontdek onze nieuwe Doutreligne en Doutreligne Master series

Maene Creation

Hoofdzetel Ruiselede en Atelier Chris Maene

Piano’s Maene Brussel

Piano’s Maene Gent en Steinway Piano Gallery

Piano’s Maene Antwerpen

Piano’s Maene Limburg

Industriestraat 42 B8755 Ruiselede +32 51 68 64 37

Argonnestraat 37 B1060 Brussel +32 2 537 86 44

P. Van Reysschootlaan 2 B9051 Gent +32 9 222 18 36

Herentalsebaan 431 B2160 Wommelgem +32 3 321 78 00

Paterstraat 36 B3621 Oud-Rekem +32 89 21 52 72

www.facebook.com/ pianosmaene

www.maene.be gebrevetteerd hofleverancier van België


Erich Wolfgang Korngold Das Wunder der Heliane Gent vanaf 15.09.17 Antwerpen vanaf 01.10.17

Van

wonderkind tot

Hollywoodster

12


Das Wunder der Heliane Erich Wolfgang Korngold Het fenomenale succes van George Lucas’ eerste Star Wars-epos was volgens velen ook te danken aan John Williams’ muziek die een ware heropleving ontketende van de heroïsche filmscores waarvoor Hollywood ooit zo beroemd was. In een interview (zowat twintig jaar geleden opgetekend) sprak Williams over zijn grote fascinatie voor de muziek van Erich Wolfgang Korngold. Het volstaat om dankzij youtube Korngolds filmscore voor The Adventures of Robin Hood (1938) te vergelijken met Williams’ muziek. Dat beide filmscores heel wat gemeen hebben, heeft ook te maken met het gelijksoortige type film want beide prenten verheerlijken het jeugdige enthousiasme en de overwinning van het goede op het kwade! Het fenomenale succes van Williams Star Wars-muziek (met meer dan 24 miljoen treffers op het net) heeft ook de waardering van Korngolds muziek een ware boost gegeven. Of hoe interplanetaire avonturen een welhaast vergeten Weense componist opnieuw bij het muziekminnende publiek bekend hebben gemaakt! Nu bijna vijftig jaar na de eerste Star Wars-film is de muziek van Korngold na een lange afwezigheid een vaste waarde in het concertleven geworden. De voorspelling van zelfverklaarde profeten dat zijn muziek de tand des tijds niet zou doorstaan, is vals gebleken, want sinds enige jaren kent men een ware opleving van Korngolds muziek. Zijn Vioolconcerto is één van de meest uitgevoerde vioolconcerto’s in zijn genre. Zijn opera’s worden opnieuw op de bühne gebracht, er verschijnen nieuwe opnames, biografieën, websites enzoverder. Maar wie was nu die Erich Korngold? Om die vraag te beantwoorden, moeten wij iets meer dan honderd jaar terugkeren naar het Wenen van keizer Franz Joseph. Troetelkind Gustav Mahler kon zijn oren niet geloven toen ergens in juni 1907 een enigszins te dikke jongen hem zijn zelfgeschreven cantate Gold voor solisten, koor en piano voorspeelde! De toen tienjarige Erich was niet zonder ervaring. Op vijfjarige leeftijd begon hij al te componeren! Het zat in de genen van de familie. Zijn vader, Dr. Julius Korngold, was weliswaar advocaat, maar muziek was zijn passie. Zijn beide zonen werden naar zijn favoriete componisten (Robert Schumann en Wolfgang Amadeus Mozart) genoemd. In Wenen werd

hij een gevreesde muziekrecensent. Ook als vader was hij geen gemakkelijke man. Zijn tweede zoon, Erich Wolfgang, werd geboren op 29 mei 1897 in de Moravische hoofdstad Brno, toen de familie nog in dit deel van de Oostenrijkse-Hongaarse dubbelmonarchie woonde. Op aanraden van Mahler werd de knaap leerling van Alexander von Zemlinsky, de toenmalige leraar en schoonbroer van Arnold Schönberg. De vele componisten en musici die muziek van de jonge toondichter onder ogen kregen, konden hun verbazing amper intomen en de bewonderende uitspraken van onder andere Richard Strauss, Engelbert Humperdinck, Giacomo Puccini, Paul Dukas en Camille Saint-Saëns zijn opgetekend en al vaak geciteerd. Weldra sprak iedereen in Wenen over het kleine wonderkind en net zoals die andere Wolfgang werd hij het troetelkind van de aristocratie. Niemand minder dan Barones Bienerth, de echtgenote van de toenmalige Oostenrijkse minister-president, regelde de première van zijn pantomime Der Schneemann. Het succes was zodanig, dat een orkestrale versie werd uitgevoerd op 4 oktober 1910 op de naamdag van Zijne Majesteit Keizer Frans Joseph in het gezelschap van de Belgische vorst Albert I. Een jaar later tekende vader Korngold met de uitgever Schott een exclusief contract, waarna Erich, van één van de directeurs een elektrische trein cadeau kreeg! Brood op de plank Vanaf toen maakte Erich met rasse stappen muzikale vorderingen. Naast piano- en kamermuziek vloeide voortaan ook orkestmuziek uit zijn pen, zoals zijn Sinfonietta op. 5 en weldra volgden twee opera’s. Zelfs Wereldoorlog I strooide geen roet in het eten want het wonderkind werd lid van de muziekkapel van zijn infanterieregiment. Na de oorlog werd zijn faam bevestigd door het internationale succes van zijn derde opera, Die tote Stadt, naar de novelle Bruges-la-morte van de Belgische symbolistische schrijver Georges Rodenbach. Jaren later zou de zoon van de schrijver Korngold in Parijs ontvangen. In de vroege jaren twintig werd onze jonge twintiger samen met Schönberg als de meest vooruitstrevende Oostenrijkse toondichter beschouwd. Maar daarna begon het tij enigszins te keren. Een leeropdracht beviel hem minder en zijn muziek werd door velen als te moeilijk beschouwd. Aangezien Korngold in april 1924 met Luzi von Sonnenthal, 13

kleindochter van de beroemde acteur Adolf Ritter von Sonnenthal, een gezin had gesticht, moest er brood op de planken komen. Korngold was daarom vooral werkzaam als dirigent en als arrangeur van werk van o.a. Johann Strauss, waardoor hij een belangrijke rol speelde in de heropleving van de Weense operette. In de herfst van 1927 ging de opera Das Wunder der Heliane in première maar een publiekstrekker werd het niet. Ondanks het beperkte succes werd een sigaret naar de heldin Heliane genoemd! Captain Blood Maar het leven kan soms een vreemde wending krijgen. Wie had toen ooit kunnen denken dat Hollywood hem niet alleen financieel de reddende hand zou toesteken maar zelfs zijn leven zou redden! In 1934 werd Korngold door de bekende regisseur Max Reinhardt, die toen in Hollywood werkzaam was, met grote aandrang gevraagd om de muziek van Mendelssohns Sommernachtstraum te bewerken voor een verfilming. Schoorvoetend aanvaardde Korngold de opdracht. Voor het eerst staken de Korngolds de grote oceaan over om in oktober 1934 in New York voet op Amerikaanse bodem te zetten. Tot hun grote verbazing bleek de Oostenrijkse componist er een ware beroemdheid te zijn. Hij werd er overstelpt met allerlei vragen, zoals wat hij van Adolf Hitler dacht! Korngold, die op het politieke vlak eerder naïef was, wist gelukkig het gevatte antwoord te geven, dat hij ervan overtuigd was dat Mendelssohn Hitler zou overleven. Het Amerikaanse jachtige leven kwam als een schok voor de zo gemoedelijke Korngolds, maar eens in Hollywood ontmoetten zij oude bekenden zoals de dirigent Otto Klemperer en Arnold Schönberg die Nazi-Duitsland al was ontvlucht. Korngold werd in de techniek van het componeren voor film geïntroduceerd. Hij berekende dat één voet van een pellicule even lang duurde als de eerste twee maten van Mendelssohns’ scherzo. Pas in mei 1935 konden de Korngolds de terugreis aanvangen. Maar quasi onmiddellijk na zijn terugkeer werd hij vanuit Hollywood bestookt met telegrammen en brieven met een nieuwe opdracht. Dit keer was het de regisseur Ernst Lubitsch die Korngold vroeg om samen met Oscar Hammerstein de musical Give us the night voor Paramount te schrijven. Het aanbod was financieel te winstgevend om te weigeren. In augustus 1935, maar dit keer vergezeld door hun beide


Das Wunder der Heliane

Captain Blood

Robin Hood

zoontjes Ernst en Georg, waren de Korngolds opnieuw op het ruime sop. Tijdens het componeren van Give us the Night vroeg Warner Brothers hem de muziek te schrijven voor Captain Blood, de eerste Hollywoodfilm met de toen nog onbekende Errol Flynn. Aanvankelijk weigerde Korngold, maar uiteindelijk gaf hij toe en na drie weken stond de muziek op papier.

componeren? Op 25 januari 1938 verlieten de Korngolds Oostenrijk; pas elf jaar later zouden zij naar hun vaderland kunnen terugkeren. Bij het zien van de film was Korngold echter bijzonder ontgoocheld en weigerde hij de muziek te schrijven; er was, volgens hem, veel te veel actie! Maar het lot besliste anders. Het was de nakende inval van Nazi-Duitsland in Oostenrijk die Korngold over de streep trok.

Oscar De Korngold fanclub In mei 1936 waren de Korngolds opnieuw op de Atlantische Oceaan richting Europa. Aan boord was onder meer Igor Stravinsky wiens muziek Korngold bijzonder apprecieerde. Korngold had beter een abonnement op de overtochten genomen want in oktober 1936 was het gezin Korngold alweer in de Verenigde Staten. Korngold had immers de opdracht aanvaard om de muziek te componeren voor de film Anthony Adverse; het zou hem een oscar voor de beste muziek van dat jaar opleveren. Het was toen nog de gewoonte dat niet de componist, maar wel het hoofd van het muziekdepartement van een filmstudio als winnaar werd genoemd en het beeldje in ontvangst mocht nemen. Korngold was begrijpelijkerwijze geërgerd. Vandaar besloot men voortaan de oscars voor de muziek aan de componisten te geven. Tijdens de zomer van 1937 waren de Korngolds opnieuw in Wenen, maar niet voor lang want al in januari 1938 wenkte Hollywood al opnieuw. Zou hij de muziek voor The Adventures of Robin Hood willen

Hoe zou het met de Joodse Korngolds vergaan zijn indien zij na de Anschluss nog in Oostenrijks waren geweest? De toondichter vermoedde dat zijn verblijf in Hollywood nu wel heel lang zou kunnen duren. De Korngolds kochten een huis aan het meer van Toluca en weldra kon de rest van zijn gezin, zoals zijn vader, de Korngoldfamilie vervoegen. Korngold zwoer geen concertmuziek meer te componeren zolang Hitler aan de macht was, maar hij sloot wel een contract af met Warner Brothers: Korngold zou voortaan twee films per jaar naar eigen keuze van muziek voorzien. Zo schreef hij de scores voor onder andere Juárez, The Private Live of Elizabeth ad Essen, The Sea Hawk en The Sea Wolf. Hierdoor kon Korngold samenwerken met Hollywood celebrities zoals John Huston, Michael Curtiz, Bette Davis, Claude Rains en talrijke anderen. Korngold werd nog beroemder en verschillende fanclubs werden opgericht.

Bruges- la-morte Pas op het einde van de vijandelijk­ heden schreef Korngold opnieuw muziek voor het concertpodium. Van zijn naoorlogse composities is zeker zijn Vioolconcerto (waarvoor hij thema’s uit zijn filmmuziek recycleerde) het meest bekende gebleven. Maar het Europa van na Wereldoorlog II was een ander Europa geworden. Korngolds muziek werd door velen bejubeld, de muziekrecensenten waren echter minder mals: zijn muziek werd door hen als oubollig en als hopeloos sentimenteel ervaren. De tijd heeft hen echter ongelijk gegeven. Korngold overleed op 29 november 1957 in zijn woning aan het meer van Toluca. Zijn heengaan haalde amper de pers. Er is nog een klein postscript. In mei 1955 waren de Korngolds een laatste keer in Europa. Voor hun terugkeer hadden zij de overtocht vanuit Rotterdam geboekt en Korngold besloot hun weg te onderbreken in Brugge, het decor van zijn opera Die tote Stadt. In haar memoires beschrijft Luzi hoe zij in de gietende regen in een café op de markt gingen schuilen. Tot hun grote verbazing werd Korngold herkend door een man uit Wenen die in Brugge woonde! De Korngolds werden prompt aan de burgemeester voorgesteld en officieel op het gemeentehuis ontvangen! Eindelijk stond Korngold aan het Minnewater dat hij in zijn opera zo klankvol had beschreven. Peter De Smet

14


Korngold

ALL ES IS M O GEL IJK

DAN K ZI J U

Opera Ballet Vlaanderen

DIT PROJECT IS ER DANKZIJ U.

Via de Nationale Loterij steunt u onrechtstreeks tal van projecten waar iedereen iets aan heeft. In 2015 ging op die manier meer dan 8,5 miljoen euro naar culturele projecten zoals dit.

15


WIL DE ECHTE HELD OPSTAAN? De ‘Eroica’ in perspectief

Met Beethovens ‘Eroica’ zetten maestro Alexander Joel en het Symfonisch Orkest van Opera Vlaanderen hun tanden in één van de meest iconische partituren van de Duitse grootmeester. Wie is de held die gevierd wordt in deze monumentale Derde Symfonie en welk soort heroïek had de componist voor ogen? Hoeveel Napoleon of Beethoveniaanse zelfverheerlijking zit in dit grensverleggende werk, dat oorspronkelijk Bonaparte heette? Is de ‘Napoleon-input’ niet overschat en meer nog, een vertekening van de feiten? Is de “grote man” die gevierd wordt, aldus de definitieve ondertitel van de symfonie, niet eerder Prometheus? Of worden helden uit Homeros’ Ilias bedoeld, zoals Hector Berlioz dacht? Van dichtbij bekeken en geplaatst in zijn oorspronkelijke cultuurhistorische context biedt Beethovens populaire werk opmerkelijke verrassingen.


Eroica


Concert De Bonaparte-legende Voor het ontstaan van de ‘Eroica’ (1802-’03) en de aanvankelijke verbinding met een verheerlijking van Napoleon zijn we aangewezen op getuigenissen en interpretaties van intimi van Beethoven. Beethovens secretaris en biograaf Anton Schindler meldt dat “het eerste idee voor de symfonie zou zijn uitgegaan van generaal [Jean Baptiste] Bernadotte”, wanneer die zich in 1798 in Wenen vestigde als ambassadeur van Frankrijk. Jean-Baptiste Bernadotte diende sinds 1797 in Napoleons leger. Volgens Schindler sloeg Beethoven de generaal hoog aan. Verder in zijn biografie weet de auteur ons te vertellen dat nog in 1823 - zeventien jaar na de publicatie van de ‘Eroica’ - Beethoven zich “levendig herinnert dat Bernadotte werkelijk aan de basis lag voor het eerste idee van een ‘Sinfonia eroica’.” Met Bernadotte, zo meent Beethoven, zouden de revolutionaire idealen van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid naar het Habsburgse Rijk overwaaien. Zoals verschillende tijdgenoten koestert hij revolutionaire sympathieën en droomt hij van een heruitgave van de Romeinse Republiek. Beethovens dichte vriend en componist Ferdinand Ries geeft ons in 1803 een inkijk in de verdere plannen voor de symfonie “die Bonaparte genoemd zal worden”. De link met Napoleon wordt daarmee direct. Als we Ries mogen geloven, wil de componist zijn orkestwerk rechtstreeks aan Napoleon opdragen maar Beethovens mecenas, graaf Lobkowitz, aast zelf op de symfonie. Gevolg: een opdracht aan Lobkowitz, gekoppeld aan de ronkende ‘Bonaparte’-titel. Napoleon, die onmiddellijk na de Franse Revolutie bekendheid had verworven onder de Eerste Franse Republiek, had in 1799 een staatsgreep gepleegd en zich geïnstalleerd als consul. Beethoven ziet in hem een politieke belofte van formaat. Maar zoals Jan Caeyers in zijn Beethoven-biografie opmerkt, is het niet zomaar beate bewondering die de componist drijft: “Net als vele Bonnse intellectuelen had Beethoven de politieke gebeurtenissen in Parijs eerst met enthousiasme, maar nadien met toenemend afgrijzen gevolgd én had hij met gemengde gevoelens gekeken naar de carrière van Bonaparte. Aan de ene kant had Beethoven sympathie voor het scherpe verstand, de onnavolgbare werklust en de ijzeren wilskracht waarmee deze Corsicaan van gewone afkomst zich naar de top had gewerkt. Maar tegelijkertijd had hij oog voor diens opportunisme en blinde machtswellust.” Via Ferdinand Ries kennen we ook het tot mythe uitgegroeide relaas van een zwaar ontgoochelde Beethoven, die met consternatie het nieuws verneemt van Napoleons kroning in 1804 tot keizer van Frankrijk - een eigenhandige kroning nog wel. “Is hij ook niet anders dan een gewoon mens?” zou Beethoven verzucht hebben. “Vanaf nu zal hij ook de mensenrechten met voeten treden en enkel nog zijn eigen ambities waarmaken”, zo citeert Ries de meester. Daarna volgt, aldus nog Ries, een opmerkelijke coup de théâtre. Beethoven rent naar zijn werktafel, verscheurt het titelblad met de hoofding ‘Bonaparte’ en gooit het op de grond. Er zijn andere feiten en getuigenissen die dit eindeloos herkauwde verhaal over “opgang en val van een held”

In hetzelfde concert worden ook de RückertLieder van Gustav Mahler gebracht. “Lyriek uit de eerste hand”, zo omschreef Mahler de poëzie van Friedrich Rückert (1788­1866). De uitgepuurde verzen van de Duitse dichter, met hun directe zeggingskracht, zetten Mahler aan tot een

nuanceren en tot juistere proporties herleiden. Vooraleerst is Beethovens oorspronkelijke focus op Napoleon gevoed door concrete plannen om in Parijs zijn muzikale carrière verder uit te bouwen en nieuwe impulsen te geven, met de symfonie als “het sluitstuk van het propaganda-offensief” (Caeyers). Er zijn diverse overgeleverde uitspraken van Beethoven die wijzen op blijvende, dubbele gevoelens tegenover Bonaparte, lang na de creatie van de ‘Eroica’, en er is het plan om de Mis in C, opus 86 aan hem op te dragen. Last but not least: tussen Beethovens Derde Symfonie en zijn balletmuziek rond de antieke held Prometheus - Die Geschöpfe des Prometheus uit 1800-’01 - zijn er opmerkelijke banden die het “heroïsche idee” in een veel breder perspectief plaatsen. Laatstgenoemd gegeven is het onderwerp van een uitgebreide studie uit 1978 van musicoloog Constantin Floros: Beethovens ‘Eroica’ und Prometheus-Musik. De meest opvallende link tussen de balletmuziek en de symfonie bestaat in het feit dat de hoofdthema’s van hun respectievelijke finales identiek zijn: een basthema, dat het uitgangspunt is voor opeenvolgende variaties, en een gracieus, beminnelijk melodisch thema dat in de literatuur het label ‘Humanitätsmelodie’ (Antonicek) heeft gekregen. Prometheus-symfonie? Was de Derde Symfonie een uitwerking van de Prometheus-thematiek, waarmee Beethoven in het ballet geworsteld had en die, als we de eigentijdse recensies van Die Geschöpfe des Prometheus mogen geloven, resulteerde in “té geleerde muziek, die niet genoeg aandacht besteedde aan de dans”? Zag Beethoven een nieuwe kans om met een groots opgezette symfonie zich overtuigender met de antieke figuur en mythe uiteen te zetten? Floros heeft verschillende argumenten in die zin. De vraag die iedereen bezighoudt, is welke de band is tussen Napoleon en de Griekse held. Prometheus, zo weten we, stal het vuur bij de Olympische goden en schonk het aan de mensheid. Hij bracht de mensheid respect en een vooruitziende houding bij. De verklaring voor zijn naam luidt: “hij die vooruit denkt”. Een sleutel tot de koppeling van Prometheus en Napoleon wordt geboden door Vincenzo Monte, die in 1797 een eerste zang publiceerde van zijn epos Il Prometeo. Daarin lezen we dat, zoals Prometheus de mensen “goddelijke vonken” inblies, Bonaparte [vooraleer hij uitgroeide tot dictator, nvdr] de naties “het vuur van de vrijheid” bijbracht. Deze visie zou de basis vormen, zo wordt aangenomen, voor het scenario van choreograaf Salvatore Viganò voor het bewuste ballet Die Geschöpfe des Prometheus. Kunst en revolutie Maar laten we ook kijken naar het heroïsche imago dat Beethoven voor zichzelf bedacht en dat zowel de basis werd voor zijn heldenstatus in de 19de eeuw als voor de Beethoven-receptie nadien. De Amerikaanse musicoloog Scott Burnham realiseerde een gezaghebbende studie hierover: Beethoven Hero (Princeton University Press, 2000). Uit de tijd van de ‘Eroica’ dateert een intrigerend portret

even uitgepuurde en kamermuzikale klankwereld met een grote diepgang en verinnerlijkte expressie. Eén van de liederen, Liebst du um Schönheit, was een intieme liefdesverklaring van Gustav aan zijn vrouw en muze, Alma. In de liederen van Mahler horen we de Duitse bas­bariton

18

Jochen Kupfer (zie casting op pag 43).


Eroica

Eroica Gent 26.11.17 Antwerpen 28.11.17

Ludwig van Beethoven als held, portret van W.J. Mähler (1803)

van Beethoven (1803), van de hand van Willibrord Joseph Mähler, dat een verhelderend licht werpt op het idee van de held, zoals het in Beethovens Derde Symfonie wordt gecultiveerd. Iconografisch is het schilderij voer voor exegeten. Kledij, houding, expressie, attributen en de setting in de vrije natuur dragen stuk voor stuk bij tot een mythisch beeld van de componist, dat hij mogelijk zelf heeft geregisseerd. Met een lier in de ene hand; een andere hand die de maat lijkt te slaan en een tempel op de achtergrond, verschijnt Beethoven als “de gids naar de Parnassus” en naar de tempel van Apollo. Beethoven nodigt de mensheid uit naar de plaats waar het schone en het goddelijke onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Bescheidenheid is hier niet op haar plaats. De componist ziet zichzelf als een geprivilegieerde bemiddelaar tussen de mensenwereld en goddelijk bezielde, hogere kunst - als een ‘Prometheus van de sublieme muziek’. In commentaren op het schilderij wordt de opgeheven hand ook gelezen als die van een heerser en triomfator of als die van de kunstenaar die de natuurelementen beheerst en gebiedt. Daarbij lijkt de (dubbele) kledij zowel naar de consul Napoleon als naar de toga van Romeinse consuls te verwijzen. De Japanse musicoloog Keisuke Maruyama, die Beethovens ‘Eroica’ heeft bestudeerd in de context van de 18de-eeuwse heldencultus, windt er geen doekjes om: “we 19

aanschouwen een tot beeld geworden Sinfonia eroica.” Hoe dan ook is het een feit dat in de cultuurhistorische context waarin Beethoven zijn Derde Symfonie schiep, de held Prometheus de mythische wereld verliet om tot ideaalbeeld te worden van de visionaire en revolutionaire kunstenaar. En laat dat nu precies de kern zijn van Beethovens heldenbeeld. Niet alleen omschreef Beethoven zichzelf als iemand die “de stralen van de godheid onder de mensen kan verspreiden”; in het kielzog van grote politieke omwentelingen zou hij vernieuwende kunst creëren voor een nieuwsoortige, verlichte mensheid en zich daarmee scharen tussen de groten der aarde. Dat zijn ‘Eroica’ nieuwe standaarden creëerde voor zowel zijn eigen symfonieën als voor het genre zelf - daaraan twijfelt niemand meer. Maar sterker nog wordt in de ‘Eroica’ de ideale vereniging van Goedheid en Schoonheid uit de oudheid - de zogenaamde kalokagathia - verbonden met een heroïsch beeld van het kunstenaarsschap en de wil om geschiedenis te schrijven. Voor Beethoven kon kunst de wereld nog redden. Van de vreugde hierover getuigt de bevrijde mensheid in de dansante finale van de hele symfonie. Beethoven zelf is de ceremoniemeester van deze finale viering. Piet De Volder


20


Le Duc d'Albe

Enea Scala is terug: “Donizetti zingen voelt als thuiskomen”

Le Duc d' Albe Gent vanaf 17.11.17

Enea Scala was twee seizoenen geleden voor het eerst te gast bij Opera Vlaanderen als Rinaldo in Armida. Een Rossini-vertolking die nu nog blijft nazinderen bij diegenen die er toen bij waren. Nochtans ziet Scala zichzelf niet als een Rossini-tenor pur sang maar eerder als ‘belcantist’ met een lichte voorkeur voor Donizetti en Bellini. Net na de première van Viva la mamma, een komisch Donizetti-kleinood, in de Opéra national de Lyon, hadden we een gesprek met Enea Scala over een ander soort Donizetti: de Franse ernstige opera - zeg maar Donizetti’s grand opéra - Le Duc d’Albe waarin Scala voor Opera Vlaanderen de rol van Henri de Bruges zal vertolken.

21


Le Duc d' Albe Uw eerste belangrijke succes kende u op het Rossini Operafestival in Pesaro. Daarna volgden Bellini- en Donizettivertolkingen die u op hun beurt naar de Franse Rossini’s en Donizetti’s brachten. De Franse grand opéra met Halévy’s La Juive was uw volgende stap. Is dit weloverwogen carrièreplanning of eerder een reeks van mooie toevalligheden? Enea Scala: Dit traject heeft alles te maken met de evolutie van mijn stem. Inderdaad, Rossini deed me mijn eerste stappen zetten in het Italiaanse, romantische belcanto. Voor het ogenblik voel ik me meer thuis in zijn ‘opere serie’ dan in zijn bufforollen. Ik zie mezelf nog steeds als lichte lyrische tenor met een behoorlijkebrede tessituur. De Donizetti-tenorpartijen zijn als het ware voor mijn stem geschreven. Iedere keer als ik die zing, voelt het aan als thuiskomen. En ik maak graag ‘natuurlijke’ uitstapjes naar de romantische Verdi en de Franse grand opéra, die mijn stem verder laten evolueren. Mijn toekomst ligt zeker in het belcanto. Mijn droomrollen zijn partijen als Manrico/Il Trovatore (Verdi), Riccardo/Un Ballo in Maschera (Verdi), Ferdinand/La Favorita (Donizetti) en de titelpartij in Poliuto (Donizetti). De eerste Franse opera’s die u zong waren werken van Italiaanse componisten, geschreven voor de Parijse opera­ huizen. Is er een verschil tussen Rossini/Donizetti zingen in het Italiaans en werken van diezelfde componisten zingen in het Frans? Scala: Ja zeker, meer dan één verschil. Om te beginnen is de compositie zelf anders. Componeren voor de Franse taal impliceert een ander soort muziek schrijven. Donizetti had het over ‘het heel eigen cachet van de Franse muziek en de

dramatische verzen waaraan hij zich als componist moet aanpassen’. Ook wij, zangers, moeten rekening houden met die verschillende taalgevoeligheden. Interpretatie en muzikale frasering worden anders. Het Italiaans klinkt van nature heroïscher en heeft een sterkere metaalklank dan de veel zachtere Franse taal. Donizetti zelf schonk tijdens het componeren van zijn Franse opera’s veel aandacht aan de expressiviteit van de tekst en aan de mogelijke declamatie ervan. Ikzelf zoek in mijn vertolking naar een evenwicht tussen zacht legato en meer heroïsche uithalen om het drama zijn nodige expressiviteit en levendigheid te geven. Donizetti vraagt om een zekere spanning in de interpretatie.

"Ik probeer dingen uit om het personage zo realistisch mogelijk gestalte te geven." Inderdaad ‘drama’, intense dramatische actie. Dat vereist wat Verdi noemde ‘zingende acteurs’. Is dat het juiste label volgens u? Kan u zich daarin terug vinden? Scala: Helemaal. Zo voel ik het ook aan: ik ben niet enkel een geschoolde stem maar een volwaardig interpreet. Zonder enscenering missen we een deel van onze zeggingskracht. Acteren helpt ons situaties en emoties intensiever en juister neer te zetten. Voor mij is zingen en acteren één complexe zoektocht waarin zang, interactie met en van het orkest en acteren elkaar constant inspireren en nieuwe impulsen geven. Heerlijk. Henri de Bruges is de tweede rol die u voor Opera Vlaanderen vertolkt. Wat zijn de verschillen tussen Rossini’s Rinaldo/Armida en Donizetti’s Henri de Bruges/Le Duc d’Albe?

Enea Scala in Armida (regie: Mariame Clément, 2015-2016) © Annemie Augustijns

22


Gaetano Donizetti / Giorgio Battistelli Scala: Het gaat om twee totaal verschillende gevoelswerelden. Men zit als het ware telkens op een andere planeet. De twee personages zijn tegenpolen van elkaar. Beide zijn helden en passionele minnaars, maar zo verschillend. Rinaldo is een ridder-held waarvoor de erecodes van zijn groep op de eerste plaats komen. Hij verliest zich totaal in zijn liefde voor de bloedmooie Armida. Henri daarentegen is een onverschrokken rebel, verliefd op een roekeloze vrijheidsstrijdster die in de loop van het drama ontdekt dat hij de zoon is van diegene die ze moeten liquideren. Ook vocaal zijn het twee verschillende werelden. Rinaldo is een baritenor-partij met extreem lage en hoge noten, doorspekt met, bij momenten, halsbrekende coloraturen. Henry is meer een legatopartij met weinig hoge noten. De duetten met Hélène balanceren tussen intense, zachte verliefdheid en heroïsche uithalen en die met de vader tonen eerder gelatenheid tegenover zijn lot. De Donizetti-stijl is uniek. Wat maakt hem zo verschillend van zijn Italiaanse tijdgenoten: Rossini, Bellini en de jonge Verdi? Scala: Het grote verschil met Rossini zit hem in zijn legato en cantabile zanglijnen. Deze staan in schril contrast met Rossini’s extreme coloratura-bladzijden die een vocale virtuositeit vereisen. Rossini hanteert nog voor het merendeel de conventionele operastructuur, daar waar Donizetti deze geregeld openbreekt en verrijkt. Zo maakt hij van de traditionele aria-finalen (confrontatie)duetten sterk uitgewerkte, uiterst complexe ensembles. Deze innovaties gebeuren bij Donizetti behoedzaam en brengen hem in zijn ernstige werken soms zeer dicht bij de jonge Verdi. Zijn Caterina Cornaro is daar een mooi voorbeeld van. Donizetti gaat net

als Bellini voor individuele ‘emoties’ op het toneel, zelfs als de plot om één of andere oorlogssituatie draait. Het zijn als gevoelseilanden temidden van een bredere, meestal agressieve, context. Als Bellini voor de evocatie van die gevoelens in de eerste plaats lange melodiebogen en declamatorische zanglijnen gebruikt, dan kiest Donizetti voor steeds maar complexere ensembles met extreem expressieve nuances. Maar beide gaan voor directe expressiviteit en dramaturgische continuïteit.

"Voor mij is zingen en acteren één complexe zoektocht waarin zang, interactie met en van het orkest en acteren elkaar constant inspireren en nieuwe impulsen geven." Le Duc d’Albe heeft een Frans libretto. Hebt u een specifieke techniek om aan een Franse tekst te werken? En hoe gaat u überhaupt te werk bij de instudering van een nieuw werk? Vormt u zich een idee van uw personage of laat u alles open tot bij de eerste repetities? Scala: Meestal focus ik eerst op de muziek. Eens ik die beheers, komt de tekst er bovenop. Als het geen Italiaanse tekst is, ga ik me intenser toeleggen op de uitspraak. Dat doe ik met een taalcoach. Ik beluister ook graag verschillende opnamen van het werk. Deze geven me soms leerzame uitspraaksuggesties. Zo schaaf ik gestaag de juiste uitspraak, de juiste accentlegging enz. bij. Dat is mijn manier om mij een partij/tekst eigen te maken. Daarnaast werk ik met mijn zangcoach of repetitor muzikaal en vocaal aan de zangpartij. Deze wil ik helemaal beheersen zodat ik probleemloos aan de eerste repetities kan beginnen. Vocaal bouw ik zo, reeds in mijn studeerkamer, mijn rol op. Ik probeer dingen uit om

Enea Scala en Carmen Romeu in Armida (regie: Mariame Clément, 2015-2016) © Annemie Augustijns

23


Enea Scala het personage zo realistisch mogelijk gestalte te geven. Dan komen de volgende fases: de muzikale repetities met de dirigent en de scenische repetities met de regisseur, waar het reeds aanwezige skelet zijn finale invulling krijgt en zijn plaats inneemt in het groter geheel. Een operaproductie is immers ploegwerk. Alles moet finaal kloppen. Wie of wat is volgens u Henri de Bruges? Scala: Hij is een jonge, gepassioneerde rebel. Hij heeft iets van Arnold in Guillaume Tell (Rossini). Henri bevecht Le Duc zonder dat hij ervan bewust is dat hij tegenover zijn vader staat. Als hij de waarheid verneemt, kan hij onmogelijk kiezen tussen de liefde voor Hélène en die voor zijn vader. Eén van beide liefdes opgeven is voor hem ook geen optie. Hij beslist voor beiden te sterven. Het heroïsche van Henri’s personage zit hem in het offeren van zijn leven om dat van Le Duc en dat van Hélène te redden.

zijn. Battistelli gebruikte Donizetti-elementen die hij naar zijn hand zette en een hedendaagse invulling gaf. Het einde van de grote finale (maar dan is mijn personage reeds dood) klinkt abstract. Muziek van nu en van morgen. Zeer sterk. Bij wijze van uitsmijter: recent ontdekte ik dat de huidige Hertog van Alva (sinds 1 juni 2015), Carlos Fitz-James Stuart y Martínez de Irujo, Grande van Spanje eveneens de 22ste Graaf van Modica is. De Contea di Modica is een graafschap op Sicilië, dat vanaf de 14de eeuw tot midden van de 19de eeuw in Spaanse handen was. Dat graafschap Modica ligt vandaag in de provincie Ragusa - de regio waar ik geboren ben. Een extra reden dus om me de partij van Henri de Bruges extra ter harte te nemen. Henri de Bruges is voor mij ook een beetje een revolterende Siciliaan uit Ragusa geworden. Anne-Mie Lobbestael

De taal is niet het enige element dat van Le Duc d’Albe een ongewone opera maakt. Het werk is onvoltooid gebleven. De versie die Opera Vlaanderen presenteert is een combinatie van het originele Donizettiwerkstuk, aangevuld met twee nieuw gecomponeerde nummers van Giorgio Battistelli. Deze voltooide in 2012 in opdracht van Opera Vlaanderen de partituur. Hoe voelt het om hedendaagse muziek te zingen temidden van een 19de-eeuwse partituur? Scala: De impact van die voltooiing op mijn partij is minimaal. Het zijn vooral de bariton (Le Duc d’Albe) en de sopraan (Hélène) die Battistelli’s muziek te zingen krijgen. Wat die nieuwe nummers (nr. 6 en nr. 10) betreft, moet ik zeggen dat ze perfect in de Donizettipartituur geïntegreerd

Enea Scala als Nemorino in Donizetti's L'Elisir d'amore in een productie voor het Teatro Grande in Brescia (2013)

24


Sadko

Kom opera tegen kanker Opera Antwerpen — zo 15 oktober 2017

benefietconcert met Koor, Kinderkoor en solisten van Opera Vlaanderen ten voordele van Kom op tegen Kanker

www.operaballet.be/kotk 25


Nieuws van het huis Aviel Cahn wordt algemeen directeur Le Grand Théâtre de Genève en...

In de zomer van 2019 wordt Aviel Cahn algemeen directeur van Le Grand Théâtre de Genève, het grootste opera­ huis van Zwitserland. Hij neemt dan afscheid van Opera Vlaanderen na een goede 10 jaar aan het roer te hebben gestaan. Onder Aviel Cahn maakte Opera Vlaanderen een succesvolle transformatie door en werd het internationaal op de kaart gezet als een voorbeeld voor een hedendaagse, innovatieve stijl van opera. Internationale prijzen en nominaties volgden en Opera Vlaanderen kreeg onder hem ook een grote uitstraling in de buitenlandse media. Net als Opera Vlaanderen werkt Genève volgens het stagione-systeem en beschikt het over een eigen koor en ballet. Het befaamde Orchestre de la Suisse-Romande met chef-dirigent Jonathan Nott dient als huisorkest. Tot zijn vertrek blijft Cahn artistiek directeur van Opera Vlaanderen. ‘Opera Vlaanderen blijft een huis met een enorme creatieve kracht,’ reageert hij. ‘De volgende twee seizoenen zullen we zeker niet op onze lauweren rusten maar zullen we met heel het team hard werken om het succesverhaal verder te zetten. We hebben nog enkele verrassingen in petto.’

Jan Vandenhouwe volgt hem op

Jan Vandenhouwe (1979) wordt vanaf het seizoen 2019-2020 de nieuwe artistiek directeur Opera Vlaanderen. De muziekdramaturg en voormalig recensent werkt nu als chef-dramaturg bij de Ruhrtriennale, waar hij ook lid is van het directiecomité. Hij is er samen met Johan Simons verantwoordelijk voor de opera- en muziekprogrammatie. Hij kreeg de operamicrobe te pakken toen hij als jongere een voorstelling van Parsifal bijwoonde. Het leidde tot zijn studiekeuze: musicologie en cultuurmanagement. Na een periode als opera-recensent voor De Standaard, werd hij de persoonlijke assistent van Gérard Mortier bij de Opéra national de Paris. Later was hij enkele jaren artistiek coördinator bij het Concertgebouw in Brugge. Als dramaturg werkte Jan Vandenhouwe de voorbije jaren samen met regisseurs als Ivo van Hove, Johan Simons of Alain Platel. Hij was ook dramaturg van de internationaal bejubelde Cosi fan tutte in de regie van Anne Teresa De Keersmaecker in de Opéra national de Paris. Andere recente producties waar hij bij betrokken was, zijn Nicht Schlafen en C(h)OEURS (Alain Platel), Salome en Brokeback Mountain (Ivo van Hove). Jan Vandenhouwe: “Het is een eer om in de voetsporen te kunnen treden van Aviel Cahn die de voorbije jaren uitstekend werk heeft geleverd bij Opera Vlaanderen. Het is nu nog te vroeg om in te gaan op mijn artistieke plannen. Maar met zijn drie theaters in twee steden, het eigen koor, kinderkoor en orkest en de steeds innigere band met Ballet Vlaanderen heeft Kunsthuis een uniek profiel binnen de internationale operawereld, waardoor het zich een eigen identiteit kan geven naast de andere operahuizen in de regio. Opera Vlaanderen heeft alles om het kloppende artistieke hart te worden van Vlaanderen én Europa. Ik kijk er naar uit om dat hart vol passie te laten bonken.” 26

Internationale onderscheidingen voor Sidi Larbi Cherkaoui en Luk Perceval

Choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui, artistiek directeur bij Ballet Vlaanderen en Eastman, is door het Duitse tijdschrift Tanz uitgeroepen tot Choreograaf van het Jaar. Die Deutsche Bühne op zijn beurt bekroont regisseur Luk Perceval tot Operaregisseur van het Jaar voor zijn regie van Infinite Now en noemt Cherkaoui eveneens de belangrijkste choreograaf van het vorige seizoen. Het vaktijdschrift Tanz, één van de meest gezaghebbende stemmen in de danswereld, publiceert elk jaar een jaarboek waarin het kritisch terugkijkt op het voorbije seizoen. Het tijdschrift vroeg aan 42 internationale recensenten wie voor hen dé choreograaf van 2017 is. Sidi Larbi Cherkaoui kreeg de meeste stemmen. Het is al voor de derde keer in tien jaar tijd dat Cherkaoui door Tanz wordt uitgeroepen tot Choreograaf van het Jaar. Eerder gebeurde dat in 2008 en 2011. Ook een ander belangrijk Duits podiumtijdschrift, Die Deutsche Bühne, vindt Cherkaoui de belangrijkste choreograaf van het voorbije seizoen. Die Deutsche Bühne bekroonde daarnaast Luk Perceval tot Operaregisseur van het Jaar voor zijn regie van de wereldcreatie Infinite Now van de componiste Chaya Czernowin. Infinite Now ging vorig seizoen in wereldpremière bij Opera Vlaanderen, kon rekenen op lovende recensies in binnen- en buitenland en was daarna met evenveel succes te zien in de Opera van Mannheim en het IRCAM in Parijs.

orignieel kostuumontwerp van de hand van A.F. Vandevorst


Als kunst onder je vel kruipt A.F. Vandevorst voorzag het hoofdpersonage in Le Duc d’Albe niet alleen van uniformen die zijn majesteit onderlijnen, maar ook van een tattoo die zijn lichaam en hoofd lijkt te overwoekeren. Straalt een tattoo dan macht uit? Dat hangt ervan af. Een blijvende markering kan net zo goed aangewend worden om iemand te reduceren tot eigendom, tot een nummer, tot een levende grap. Het ethisch debat over de nu 40-jarige Tim Steiner uit Zurich die niet alleen op zijn rug een ‘kunstwerk’ van Wim Delvoye draagt, maar bovendien zijn getatoeëerde huid voor 150.000 eur aan een kunstverzamelaar verkocht, is nog niet gesloten. Volgens het contract dat hij afsloot, heeft de koper het recht om het werk drie tot vier weken per jaar tentoon te stellen of om Steiner naar allerlei evenementen te sturen om zijn tatoeage te showen. De koper mag het werk ook in een privé-setting tentoonstellen. Een vorm van lijfeigenschap. Het bedrag van de verkoop werd verdeeld onder de artiest, de galerij en de getatoeëerde man. De nieuwe eigenaar heeft ook het recht om het te verkopen of om het werk over te dragen. Na de dood van Tim Steiner kan de koper de getatoeëerde huid ook krijgen. De regeling is erg delicaat op juridisch niveau omdat contracten die na de dood nog gelden, verboden zijn. Eerder - ter gelegenheid van Documenta in Kassel in ‘92, liet Delvoye zijn demonen los op varkens die hij nadat ze onder narcose waren gebracht, tatoeëerde. Inclusief copyright merkteken waardoor het slachten ervan strafbaar werd. Wie de levende kunstwerken aankocht, haalde een heleboel vermakelijke eisen op de hals. Een tweede project in 2003 voor Watou werd verijdeld door GAIA. Ook het opzetten van een pigfarm in China verliep niet zonder slag of stoot. Af en toe laat de kunstenaar zich ontvallen dat de varkenshandel het leeuwendeel van het budget voor de aankoop van zijn kasteel opleverde.

Tim Steiner, die zijn huid verkocht als kunstwerk

productiefoto Le Duc d'Albe bij de creatie in 2012

27


Édouard Lock

“Dans die zich beweegt langs het lichaam zoals wind doorheen gras” De wereldvermaarde choreograaf Édouard Lock creëert een nieuwe Orfeo voor Ballet Vlaanderen. Zijn werk voor 11 dansers zal in twee delen te zien zijn. Het eerste deel gaat in première in het eerste drieluik van het seizoen, het tweede deel volgt in de lente van 2018. Bij aanvang van de repetities vertelt de scherpzinnige choreograaf uit Canada ons over zijn filosofie en dans en licht hij reeds een tipje van de sluier van zijn nieuwste creatie. 28


Orfeo Geboren in 1954 in Casablanca, emigreerde Édouard Lock op jonge leeftijd naar Québec. Vanaf zijn 20ste creëerde hij werk voor verschillende gezelschappen en in 1980 richtte hij zijn eigen compagnie op: La La La Human Steps. Édouard Lock groeide uit tot een begrip in de danswereld. Hij won talrijke choreografische prijzen waaronder de belangrijke Prix Benois de la Danse. Hij is nu voor het eerst te gast bij Ballet Vlaanderen. “Sidi Larbi en ik leerden elkaar kennen toen we samenwerkten aan de Parijse Opera in 2015. We creëerden samen met nog een derde choreograaf, Arthur Pita, elk verschillende delen van De Notenkraker in een overkoepelende regie van Dmitri Tsjerniakov. Ik mocht Larbi meteen. Toen we elkaar op een dag tegen het lijf liepen in een straatje achter het Palais Garnier vermeldde hij reeds dat hij iets met me wilde bespreken. Kort nadien volgde dan de uitnodiging. En zo begon het.” Dat de creatie gespreid wordt over twee avonden schept enkel voordelen, legt Lock uit: “De idee hiervoor stamt van Sidi Larbi Cherkaoui zelf. Ik had dit nog nooit gedaan maar ging meteen akkoord met deze bijzondere uitdaging. Larbi wou hiermee dat ik meer betrokken interactie zou hebben met het gezelschap over een langere tijdspanne dan meestal het geval is bij creaties.” L'Oiseau de Feu Gent vanaf 07.10.17 Antwerpen vanaf 19.10.17

Het onkenbare lichaam Een intense interactie met de dansers is dan ook het handelsmerk van de Canadese choreograaf. Zijn werk creëert hij op de dansers en in wisselwerking met de nieuw gecomponeerde muziek van Gavin Bryars waarin nog ruimte is voor aanpassingen en improvisaties. Édouard Locks grensverleggende bewegingstaal wordt wel eens omschreven als “gracieus als die van een ballerina, krachtig als van een atleet en soms ontmenselijkt als die van een machine”. Zijn complexe en doordachte danstaal stamt steeds uit het klassieke ballet­ idioom maar Lock vervormt ze tot een hypersnelle, soms zenuwachtige en technisch veeleisende virtuositeit, steeds ingebed in een grote poëtische kracht. “Ik denk dat het lichaam van nature onkenbaar is als het in beweging is”, stelt Lock. “Concepten zoals proportie, gender en leeftijd worden onmogelijk om te definiëren. Het lichaam in een voortdurende verandering, representeert een reeks details die superieur zijn aan ons begrip ervan. Te denken dat we het begrijpen, betekent het lichaam te zien als een symbool en niet als het complexe textuurmatig terrein dat het eigenlijk is. Ik geloof dat dans een reflectie op het lichaam kan en zou moeten zijn, die het in al deze complexiteit weerspiegelt.” Édouard Locks werk is vaak meeslepend zinderend en uitgevoerd met een enorme kracht en snelheid: “Daarbovenop hou ik enorm van precisie en detail. Dans die zich beweegt langs het lichaam, zoals wind doorheen gras. Ik hou ook van de idee van snelheid, omdat het details comprimeert binnen een erg korte tijdspanne. Het brengt een gevoel voor tijd teweeg die doorgaans gereserveerd blijft voor ‘speciale gelegenheden’, momenten waarvan we ons meer bewust zijn en waar dit bewustzijn zich het best zou richten op een meer specifiek en subjectief gevoel voor tijd, dan die die we voor alledag bewaren. Ik denk dat het wijzigen van hoe we naar ons fysieke zelf zien, een essentieel resultaat moet zijn van eender welke voorstelling, ongeacht het thema.” In Édouard Locks lichaamstaal is steeds het klassieke idioom duidelijk voelbaar en herkenbaar. Zijn werk wordt wel eens beschouwd als handelend over de klassieke dans zelf of zeker een antwoord hierop: soms verder bouwend, soms deconstruerend van aard. “Ballet versterkt traditionele lijnen ten einde ze te idealiseren en te onthullen. Het toevoegen van een grotere dichtheid aan lijnen en meer detail in de delen van het lichaam die traditioneel niet zo geaccentueerd zijn in de klassieke traditie zoals onder andere het 29

bovenlichaam, de handen en het hoofd (veelal geassocieerd met danstradities zoals de Indische klassieke dans) kan een complexer lichaam creëren. Dit gebeurt met een wisselwerking en een dichtheid van lijnen die het lichaam van een textuur voorzien die eerder versluiert dan ontsluiert. Het is geen negatie van de klassieke traditie, waarvan ik trouwens enorm hou, het is er eenvoudigweg een antwoord op.” Universele thema’s en herinnering Édouard Lock laat zich duidelijk inspireren door de klassieke ballettaal en haar lange, immer evoluerende traditie die hij op een zeer persoonlijke wijze interpreteert en uitbouwt. Ook in de keuze van zijn onderwerpen zoekt hij naar thema’s met een lange traditie: “De westerse beschaving is grotendeels beïnvloed door thema’s die hun origine hebben in de Griekse Oudheid. Deze thema’s werden steeds opnieuw van een antwoord voorzien maar ook vervormd door vele generaties kunstenaars. Ze hebben zich een plaats verzekerd in ons collectief geheugen. Het culturele geheugen is een belangrijke kracht in het theater. Toeschouwers betreden de zaal met percepties die deels aangetast zijn door de gedeelde referenties aan iconische thema’s en werken. De herkenning van elementen in de muziek en de vertelling gaat gepaard met het geheugen en herinneringen; anders dan andere, ongerelateerde associaties die vaak van persoonlijke aard zijn en die interageren op toevallige wijze met de ‘officiële’ vertelling. Het introduceert een vertekend element in de voorstelling en een dialoog met de toeschouwers die ik enorm interessant vind. Wat betreft de keuze voor Orfeo, gaat het voor mij daarom dat het handelt over de finale fase van liefde en niet zozeer over de populaire romantische- of verleidingsfase. Naar mijn mening kunnen herinneringen en eindes net zo krachtig zijn als ontdekking en momenten van beginnen.”

“Mijn werk is geen negatie van de klassieke traditie, waarvan ik trouwens enorm hou, het is er een antwoord op.” Het medium is de boodschap Sinds 1995 werkt Édouard Lock samen met de Britse componist Gavin Bryars, die talrijke balletten componeerde, niet alleen voor Lock maar ook voor andere personaliteiten uit de


Édouard Lock

productiebeeld uit The Seasons van Édouard Lock

danswereld zoals William Forsythe en Merce Cunningham. Net zoals Lock met de klassieke dans gaat Bryars aan de slag met klassieke composities die behoren tot de canon en het collectieve geheugen, om ze te herinterpreteren en te deconstrueren tot nieuwe composities. “We begonnen onze samenwerking ongeveer 25 jaar geleden met een bewerking van de Franse barokcomponist Jean-Philippe Rameau, daarna volgden Tsjaikovski, Purcell, Vivaldi en recentelijk het Film Noire jazz genre. Veelal kozen we composities die verankerd zijn in het culturele geheugen door de muziek, het thema of het verhaal. Soms wenden we ons ook tot referenties naar werken waarvan we zelf amper gehoord hadden of die we enkel kenden bij naam. Dit bronnenmateriaal deconstrueert Gavin en creëert zo nieuw werk dat een antwoord biedt op deze originelen met volledig nieuwe composities maar er tegelijkertijd wel nog aan refereert en daarmee ook naar de herinneringen en emoties die de toeschouwers ermee hebben.” Net zoals in de beweging en het thema speelt Lock ook via de muziek met verwachtingspatronen van de toeschouwer. Het gaat hem daarbij, naast een esthetische ervaring, en een eerbetoon aan de traditie, eveneens om een bewustwordingsproces van de eigen herinneringen en wat deze bij de toeschouwer oproepen.

“De toeschouwers zouden de danser minder moeten begrijpen bij het einde van de voorstelling dan dat ze doen bij het begin.” In Édouard Locks wereld van versluiering en ontsluiering binnen een veelal wit-zwarte esthetiek, speelt licht vaak een belangrijke rol. “Licht is als het ware het medium waarmee de dans naar het publiek reikt. Zoals de vaak geciteerde filosoof Marshall McLuhan stelt: ‘het medium zelf is de boodschap’, of in het geval van mijn creatief proces oefent het medium in ieder geval invloed uit op de boodschap. Mijn voorkeur voor het gebruik van licht is cinematografisch van aard: bewegend met monochromatische en constant alternerende texturen en schaduwdetails die erg gecententreerd zijn rond de danser, zodat het aanzicht van de danser voortdurend lijkt te veranderen en te vervormen. Naar mijn mening zouden de toeschouwers de danser minder moeten begrijpen bij het einde van de voorstelling dan dat ze doen bij het begin.” Koen Bollen

30


Pite

SUPPORTING PROFESSIONAL MAKEUP ARTISTS WORKING IN FILM, TELEVISION, THEATRE, MUSIC, EDITORIAL AND THE PERFORMING ARTS ARTISTRELATIONS@BE.MACCOSMETICS.COM 31


Crystal Pite in repetities voor Solo Echo © Michael Slobodian

Het engagement van Crystal Pite

Schoonheid in complex gesponnen choreografieën “ Dans is vluchtig, bewegingen verdampen bijna net nadat ze uitgevoerd zijn. Het is een extreme uitdrukking van het nu, een volmaakte metafoor voor het leven. Dansers sculpteren live de ruimte, ze werken binnen een vorm die voortdurend weer verdwijnt. We werken zonder voorwerpen, daar schuilt net de schoonheid in, we maken iets ‘met onszelf’, van vlees en bloed, van adem, hartslag en brein. Iets dat geboetseerd wordt in de ruimte die we bezetten en de ruimte tussen ons. We belichamen zowel de dans als zijn vluchtigheid.” 32


Ten Duets on a Theme of Rescue De Canadese choreografe Crystal Pite verovert met haar eerlijk, beklijvend en fascinerend werk wereldwijd de belangrijkste podia. In 2002 richtte ze haar eigen gezelschap Kidd Pivot op als haar creatieve bolwerk. Haar stukken, waarmee men voortdurend toert, dragen namen als Dark Matters, Lost Action en Betroffenheit en staan voor intense, virtuose choreografieën en een gedurfd gebruik van theatrale elementen. Daarnaast werkt ze ook in opdracht voor bekende huizen als het Nederlands Danstheater, de Cedar Lake Contemporary Ballet, het Cullberg Ballet en meer recent ook voor het ballet van de Parijse Opera en het Royal Ballet in Londen. Ze werd gelauwerd met verschillende internationale prijzen en was de eerste vrouw in achttien jaar waarvan een choreografie te zien was op het hoofdpodium van Covent Garden.

“ Zak door je linkerknie en terwijl je de grond nadert, onderbreek je de val door je achterhoofd naar achter te gooien. Terwijl je in een spiraalbeweging terug recht komt, ga je een manier vinden om naar rechts te springen. Je rechtervoet schiet naar achter en je eindigt in een gekruiste positie. Vandaar neem je het hele plaatje en laat het gaan, je laat het gewoon zinken.”

Woordeloze communicatie Crystal Pite schrikt niet terug voor de complexiteit van het leven en onderzoekt graag wat ons mens-zijn betekent. Ze gebruikt beweging om het te hebben over onderwerpen die het analytisch denken en de taal overschrijden. Ze durft issues als trauma, angst, verlies en ontsnapping als thema te nemen. Ze gaat een dialoog aan met het onbekende en balanceert op de grens van wat we vanuit onze kennis kunnen bevatten. Ze exploreert het kwetsbare en het vluchtige van haar onderwerpen in functie van haar creatieve proces. Ze is ervan overtuigd dat de emotionele reactie die we hebben op het zien vallen, springen, omgeduwd worden en plooien van de ander, een directe link legt naar onze eigen, diepere belevingswereld. Crystal gelooft dat we mekaar kunnen vinden door de woordeloze taal van het lichaam. Ze wil verhalen vertellen, emoties oproepen en het publiek werkelijk raken, niet door gewoon hun aandacht te vatten, maar door hun hart aan te spreken.

Het is het einde van Solo Echo van Crystal Pite, er valt sneeuw op de schaarsverlichte bühne. Zes dansers in donkere kleren staan achter elkaar en houden de persoon voor zich vast in de taille. De eerste danser in de rij probeert de zevende te dragen, ze glipt door zijn armen en valt op de vloer. Door haar val glipt hij op zijn beurt door de armen van de danser achter hem. Een kettingreactie volgt. De eerste danser die viel, helpt telkens heel zorgzaam de volgende weer op voor hij het toneel verlaat. Weer herhaalt zich dit stramien tot er nog één danser overblijft, liggend in de sneeuw. Spanning opgebouwd tussen vallen en gesteund worden vs verlaten worden en hulp behoeven.

- Crystal Pite - CreativeMornings Vancouver in 2013

Klokvaste systemen Wereldwijd hopen dansers ooit met haar te kunnen werken. Pite staat immers bekend als een genereuze, inspirerende coach die het beste uit haar dansers weet boven te halen. Ze maakt het hen mogelijk om zowel met precisie te dansen, als theatrale moed op te brengen. Ze wijst op de aantrekkelijkheid van contrasten: tussen roekeloos en streng, tussen schoonheid en brutaliteit of tussen intuïtie en intellect. Haar bewegingstaal is een huwelijk tussen technische hoogstandjes en ingewikkelde patronen en verrassend eenvoudige maar sterke, veelzeggende bewegingen. Vaak construeert ze systemen die extreme zorg en samenwerking vereisen. Het ene lichaam dat wordt aangestuurd door verschillende canons, soms lange bewegingsketens zeg maar, die verlopen met de stiptheid van een klok. Pite zoomt in haar choreografieën uit om een groter plaatje bloot te leggen: naar een groep als organisme, een kudde, een unit. Solo’s en duetten leggen de nadruk dan weer op het individu. Crystal Pite is een geëngageerd kunstenaar die zich bekommert om de grote uitdagingen die er voor de mensheid liggen. Ze is een pleitbezorger voor de erkenning en waardering van complexiteit, contrasten en tegenstellingen. Vallen en opstaan, verlaten en omarmen, bewegingen die ons allemaal beroeren. Ten Duets Ballet Vlaanderen brengt dit seizoen voor het eerst werk van Crystal Pite. Haar Ten Duets on a Theme of Rescue kaderen in de triple bill onder de titel L’oiseau de Feu. Drie verschillende visies op het thema ‘redding’ bepalen dit eerste drieluik. Terwijl Édouard Lock in zijn Orfeo verhaalt over de universele en mythische redding van Euridice door Orpheus en Sidi Larbi Cherkaoui zijn visie op Stravinsky’s L’Oiseau de Feu geeft, waarin de zelfredding van de mens ontsluierd wordt, draait het werk van Pite over heel concrete, intermenselijke pogingen om de ander te redden. Emmi Pennanen

33

L'Oiseau de feu Gent vanaf 07.10.17 Antwerpen vanaf 19.10.17


Twee principals op één kussen, twee carrières in beweging Nancy Osbaldeston en Gabor Kapin

Eigen foto

34


Nancy en Gabor

Twee jonge mensen, zwaar bepakt, vermoeid van de laatste loodjes voor de vakantie, produceren toch een brede smile wanneer ze op de plaats van afspraak arriveren. Dansers kunnen dat: lachen en lijden tegelijk. De Hongaarse Gabor Kapin en de Britse Nancy Osbaldeston leerden mekaar een paar jaar geleden kennen bij Ballet Vlaanderen. Na een hele tijd werden ze een paar, hoewel Nancy zichzelf plechtig beloofd had nooit wat met een collega te beginnen. Het was het waard om dat principe te schrappen, want vandaag spreken ze over ‘hun’ toekomst. Toch ziet die er voor hen beiden iets anders uit. Nancy werd na een schitterend seizoen vol glansrollen net gepromoveerd tot principal. Gabor stopt na een spannende blessuretijd als danser en wordt balletmeester bij Ballet Vlaanderen. Tijden vol verandering.

Dansersleven Het is halfweg de namiddag en mijn interviewees zijn eindelijk aan hun lunch toe. Dansers hebben rare uren. Eigenlijk laat hun schema niet veel ruimte voor dingen buiten hun artistieke job. Zelfs nu de zomerbreak zich aandient, staan er, naast het bezoeken van familie en vrienden, ook internationale gala’s op hun programma. Kom je als balletkoppel ooit nog wel buiten je werkkring? Ze denken diep na... Gabor: We kennen een Hongaar heel goed die een koffiebar uitbaat niet ver van de Meir, die heeft niks met dans te maken, alleen met Hongarije waar ik ook vandaan kom. We zijn goed bevriend met Drew (Jacobi) en haar man zit ook niet in de balletwereld. Nancy is trouwens verzot op het dochtertje van Drew. Nancy en ik hebben allebei een sterke band met onze families. Geen van hen zijn dansers, het zijn gewoon fijne mensen. Het is ook niet zo dat we de hele tijd over dans praten, we hebben daarnaast nog andere interesses. Maar natuurlijk hebben we het wel veel over wat er gaande is bij het ballet. Het is nu eenmaal ons leven van alledag. Maar we gaan bijvoorbeeld ook naar de opera. Niet occasioneel maar quasi naar alle producties. Ik hou het meest van de echt moderne interpretaties: Die Zauberflöte, Lady Macbeth en Makropoulos. Maar als we een hoogtepunt in het seizoen mogen noemen, dan Sidi Larbi Cherkaoui’s Requiem, waarbij opera en ballet écht samenwerkten in één productie.

35

Nancy: Requiem was een belevenis. En ik ga ook wel mee naar de operavoorstellingen maar Gabor is de grootste operafan van ons twee. Zijn Nederlands is dan ook erg goed, ik mis veel doordat ik de boventitels niet begrijp. Maar wat dat balletkoppel zijn betreft, dat vond ik eerst scary. Ik had nooit eerder een relatie met een collega. Heel principieel niet. Het is een groot risico, wanneer het fout gaat, moet je samen blijven werken en dat kan dan heel problematisch worden. Maar het ging dus niet fout en we zijn nog altijd samen. Weet je, dat je allebei danser bent, is niet zo moeilijk, maar voor het eerst samen dansen, dat was wennen. In het begin zeiden we voortdurend sorry voor dit, sorry voor dat. Maar nu is het een groot voordeel dat je mekaar door en door kent. Je kan ook gewoon rechtuit aangeven wat je wil. Turning point Het publiek, dat toch altijd op romantiek aast, zal Gabor en Nancy blijven herinneren van de voorstellingen die zij samen dansten : Olga and Lensky in Onegin (2014), In Between van Craig Davidson, Sidi Larbi Cherkaoui's Fall, Flanders Fields and Love Fear Loss by Ricardo Amarante. Duetten die gekruid werden door het gerucht dat ze ook in het echte leven een relatie hadden. Gabor was toen al een gevierd principal, Nancy een half-soliste die zich liet opmerken. Een hardnekkige blessure zorgt er echter voor dat Gabor op zijn 36ste afscheid neemt van het podium en balletmeester wordt. Net nu Nancy principal werd. Hoe hard komt dat aan voor een zoveel geprezen principal als Kapin?


Nancy en Gabor

Nancy Osbaldeston Nancy Osbaldeston is geboren in het Verenigd Koninkrijk in 1989. Ze studeerde aan de Cardwell Theatre School en de English National Ballet School. In 2008 begon ze bij de English National Ballet Company waar ze rollen danste zoals Lead Bandit Girl in Roland Petits Carmen, Pas de Cinq, Serenade solo in Suite en Blanc (Serge Lifar), Stiefzus in Assepoester (Michael Corder), Neopolitan, Cygnets in Swan Lake in the Round (Derek Deane) en Ballerina in Petrushka van Michel Fokine. Voor die laatste rol werd ze genomineerd voor een National Dance Award for Outstanding Female Classical Performance. In 2013 won ze de ENB Emerging Dancer Award. Voor ze naar Antwerpen kwam, werd ze gepromoveerd tot First Artist in het English National Ballet. Sinds 2014 maakt ze deel uit van Ballet Vlaanderen als half-soliste. Ze werd in 2016 gepromoveerd tot soliste. Seizoen 17-18 gaat ze in als principal. Recent repertoire Café Müller (Pina Bausch) Requiem (Sidi Larbi Cherkaoui)* Secus (Ohad Naharin) Kaash (Akram Khan) Spartacus (Joeri Grigorovitsj): Aegina De Notenkraker (Demis Volpi): Clara* Approximate Sonata (William Forsythe) Doornroosje (Marcia Haydée naar Marius Petipa): Blauwe vogel Exhibition (Sidi Larbi Cherkaoui): The Girl in the Frame* Ma Mère l’Oye (Jeroen Verbruggen): Queen* Four Schumann Pieces (Hans van Manen) Fall (Sidi Larbi Cherkaoui)* Forgotten Land (Jiří Kylián): Red In Flanders Fields (Ricardo Amarante)* The Green Table (Kurt Jooss): Jong meisje, partisan Romeo & Julia (Slava Samodurov) Onegin (John Cranko): Olga * gecreëerde rol

Gabor: In het gezelschap stop ik met dansen, maar we zullen samen nog wel occasioneel gastoptredens doen. Maar ik denk dat het net goed is dat we in verschillende stadia zitten. Ik heb nooit het idee gehad voor eeuwig te willen blijven dansen. Zelfs als ik nog maar in de twintig was, dacht ik dat stoppen op 36 perfect zou zijn. Uiteraard was de transitieperiode vol onzekerheid heel stresserend en was ik best down, maar nu ligt dat achter me. Nancy: Voor mij maakt het niet uit. Als hij maar gelukkig is. En nu kunnen we elkaar helpen. Gabor weet uit ervaring waar ik voor sta, terwijl sommige dingen voor mij nieuw zijn. En ik kan hem vanuit het perspectief van de danser helpen met zijn rol van balletmeester. Ik geef hem na de les feedback. Gabor geeft al een tijdje les. Dat is meestal zo, dat je eerst de job al doet en daarna ook de titel krijgt. De ‘caring coach’ Gabor: Ik wou altijd al balletmeester zijn. Wanneer ik net met balletlessen begon, dacht ik al: daar wil ik later staan. En kijkt het is zover. Ok, die blessure heeft me gepusht, maar ik ben waar ik wou zijn. Al die tijd heb ik geobserveerd, opgeslagen wat ik wel en niet zou doen als balletmeester. Maar eens je dan aan de andere kant staat, is het toch nog anders dan je dacht. Maar er zijn principes die voor mij heel belangrijk zijn. Je moet de mensen die voor je staan altijd vanuit goede intenties behandelen. Je mag ze zich nooit onnozel doen voelen, het zijn intelligente getalenteerde mensen. Fouten maken is eigen aan een leerproces. Het gebeurt dat balletmeesters je slopen, zogezegd om je te motiveren. Ik geloof daar niet in. Ik heb aan mezelf de belofte gedaan nooit vanuit een negatieve houding te werken. Nancy: Iedereen functioneert ook anders. Sommigen moet je verzorgen en ondersteunen, anderen willen dat je streng bent. Je moet daar inzicht in hebben als balletmeester. Weten op welke knoppen je moet drukken. Maar Gabor is daar goed in. Gabor: De eerste keer dat ik in die rol kroop, was op tour in Brazilië. Het voelde echt goed, er was veel wederzijds respect. En natuurlijk zal niet iedereen me aardig vinden, maar dat is dan maar zo. We zijn volwassen professionals. Het is belangrijk dat je het gevoel hebt samen te werken. Ik blijf zelf ook trainen, ik wil immers in conditie blijven en vooral zorgen dat ik er blijf uitzien als een danser. Partnering kan ik altijd doen, andere dingen ook. Choreografie is misschien voor later. Maar ik denk dat, als choreografie je ding is, je er voortdurend mee bezig bent. En dat is bij mij helemaal niet, dus schuilt er wellicht geen choreograaf in me. Nancy was voor Choreolab erg intensief bezig met haar stuk. Nancy: Maar ik focus altijd zo op wat ik doe. Choreolab was geweldig fijn om aan te werken. De vibe zit goed, er is geen druk, iedereen wil helpen. Maar dat het nu een choreografie is of een rol die ik graag dans, ik geef mij altijd helemaal. Dat kruipt in mijn hoofd. Vooral voor Aegina in Grigorovitsj Spartacus heb ik echt continu gewerkt. De Russen Die karaktervolle rol betekende voor de kleine, frêle Nancy een ware doorbraak. In het monumentale decor, temidden van tientallen dansers, zette ze met bravoure en veel acteertalent een decadente, manipulatieve Aegina neer. Nancy: Die rol was een opportuniteit die je zelden in je carrière krijgt. Iedereen was al verwonderd dat Larbi het legendarische ballet programmeerde, dan kwamen ‘de Russen’ casten en… ik was Aegina. Oxana Tsvetnitskaya coachte me. Ze sprak alleen maar Russisch maar toch wist ik precies wat ze wou. Ze geloofde in mij, ze wist dat ik het in me had. Soms dacht ik: hoe weet ze dat, ik was er zelf niet altijd zeker van. Op een keer deed ik in de repetitie per toeval drie pirouettes in plaats van twee en toen zei ze ‘houden zo, waarom rem jij jezelf af?’. Dat heb je nodig, iemand die je opheft, je een boost geeft. Dan zijn we bij die positieve houding, waar Gabor het over had.

36


Nancy en Gabor

Nancy Osbaldeston als Aegina in Spartacus (choreograaf: Joeri Grigorovitsj, 2016-2017) © Filip Van Roe

Nancy Osbaldeston in Sidi Larbi Cherkaoui's creatie Exhibition (seizoen 2015-2016) © Filip Van Roe

37


Nancy en Gabor

Gabor Kapin in De Groene Tafel (choreograaf: Kurt Jooss, 2014-2015) Š Johan Persson

Gabor Kabin als principal in Four Schumann Pieces van Hans van Manen (seizoen 2015-2016) Š Filip Van Roe

38


Nancy en Gabor

Gabor Kapin

Stroomversnelling In een eerder gesprek met Gabor, tijdens het jaar zonder artistiek directeur aan het roer, was dat optimisme ver te zoeken. Laat ons zeggen dat hij eerder een argwanende houding had ten opzichte van de toekomst van het gezelschap. Verandering zag hij niet per se als een verbetering. De principal had strenge normen en zag geen garanties dat die gehaald zouden worden. Gabor: Misschien zag ik het wat pessimistisch in, maar het kwam goed. We hebben een fantastisch seizoen achter de rug. En ik kijk nu enorm uit naar wat komt, want we staan nog maar aan het begin van de transitie. Plots zitten we in een stroomversnelling. Er verandert heel veel: we hebben een nieuwe algemeen directeur, een nieuwe company manager en een planner. En een nieuwe balletmeester! Na een overgangsjaar waarin Cherkaoui deels nog geërfde engagementen aanging, tekende hij vorig seizoen een eigen lijn uit. Het accent kwam op een choreografische bloemlezing uit de dansgeschiedenis neer. Voortdurend liet hij hedendaagse choreografen, waaronder hijzelf, in dialoog gaan met de grootmeesters uit de twintigste eeuw. Stukken werden grillig gegroepeerd, soms verbonden door de achtergrond van de makers, soms door de universele thema’s die ze behandelden. Nancy: Ik kwam van het English National Ballet, waar je weet wat het repertoire is en ongeveer kan voorstellen hoe je carrière zal lopen. Maar dat voorspelbare wou ik eigenlijk niet. Ik kende Ballet Vlaanderen qua reputatie uit de tijd van Kathryn Bennetts en het Forsythe-repertoire. Toen leerde ik Assis Carreiro kennen, die na haar directrice was en werd aangenomen. Het jaar daarna was een overgangsjaar zonder artistiek leider… Toen kwam Sidi Larbi Cherkaoui. Ik werd dus op mijn wenken bediend wat de onvoorspelbaarheid betrof. Alles kon nog. Ik wist wel dat ik verschillende stijlen aankon maar je weet niet op voorhand dat men jou zal zien zitten. Maar dan nog. Het was sowieso fantastisch om met zoveel verschillende choreografen te kunnen werken en legendarische stukken te kunnen dansen zoals Pina Bausch’ Café Müller. Ik heb echt het gevoel dat ik op de plaats ben waar ik moet zijn. En iedereen in het gezelschap heeft nu dat verlangen om er een geslaagd project van te maken: de richting wordt duidelijk. We willen meer en meer stijlen brengen en alles op een heel hoog niveau. Dat is de uitdaging. We worden het gezelschap dat alles kan dansen! (lacht) Gabor: In het volgende seizoen kijk ik het meest uit naar Faust van JeanChristophe Maillot. Het is zo uitgepuurd, strak, mooi theatraal. De muziek is niet makkelijk, maar het is een sterke voorstelling. Nieuwe Antwerpenaren Nancy: We houden van Antwerpen. Het is een goede stad voor kunstenaars. Het is hier ook makkelijk om te leven. Kijk, dit is de sleutel van ons nieuw appartement. (Ze toont een gigantische sleutel die wel van een brandkast lijkt). We hebben de plek samen gekocht in de buurt achter de zoo. Het is wel wat verder van de balletstudio’s op het Eilandje. Gabor: Ja voordien woonden we letterlijk achter de hoek, dat is wat wennen. We wonen er dus al, maar er is nog wel wat werk aan. Nancy: Ja, ik dacht deze vakantie eindelijk wat thuis te zijn, maar we zijn voortdurend onderweg. Hongarije, Londen, Mallorca… Plots transformeren ze in gewone jonge nestdragers met huis-tuin en keukenbesognes. Jobs, een huis, nu nog een baby zoals Drew? Ze kijken elkaar aan alsof ze nog even willen afstemmen. Nee, daar zijn ze al uit, nu nog niet. Nancy begint nu op haar 28ste net aan een fantastisch hoofdstuk in haar danscarrière. Ze zien er gelukkig uit, heel erg op elkaar ingespeeld en met goesting in de toekomst die ze samen in Antwerpen en bij Ballet Vlaanderen opbouwen. Maar nu eerst koffers pakken! Chris Van Camp

39

Gabor Kapin werd geboren in Boedapest. Hij begon zijn dansopleiding aan de Hongaarse Dansacademie. Als balletstudent in Boedapest kreeg Gabor al de kans om mee te dansen met het Hongaarse Nationale Ballet in de producties van Doornroosje, De Notenkraker, Coppelia en Balanchines Sonnambula. In 1999 trok hij naar de Verenigde Staten en vervoegde er het Carolina Ballet, waar hij snel opklom tot solist. Van 2005 tot 2008 sloot Gabor zich aan bij het Boston Ballet, waar hij met tal van hedendaagse en moderne choreografen kon werken. Hij keerde terug naar het Carolina Ballet als principal en bouwde daar een indrukwekkend palmares op als leading man in talloze balletten, van Weiss en Robbins tot Balanchine. In augustus 2013 werd Gabor principal bij Ballet Vlaanderen. Sinds het seizoen 2016-2017 neemt hij reeds talrijke taken over als balletmeester. Hij wordt fulltime balletmeester vanaf het seizoen 2017-2018.

Recent repertoire Café Müller (Pina Bausch) Four Schumann Pieces (Hans van Manen) Solo (Hans van Manen) Fall (Sidi Larbi Cherkaoui)* Forgotten Land (Jiří Kylián): Pink In Flanders Fields (Ricardo Amarante)* The Green Table (Kurt Jooss): Woekeraar Romeo & Julia (Slava Samodurov): Romeo* Onegin (John Cranko): Lenski Le Sacre du printemps (Glen Tetley) : The Chosen One Les Noces (Edward Clug): De Schijnbruid* Made Man (Nicola Fonte) * gecreëerde rol


Als een feniks uit de as Sidi Larbi Cherkaoui over zijn'L’Oiseau de feu'

beeld uit de oorspronkelijke creatie van L'Oiseau de Feu voor Stuttgart Ballet © B ​ ernd Weissbrod

Over Michel Fokine’s L’Oiseau de feu Het verhaal: Wanneer de jonge prins Ivan de Vuurvogel vangt, krijgt deze weer zijn vrijheid door de prins een veer te schenken. Deze magische veer zal hem redding brengen wanneer hij ze zou inroepen. Zo geschiedt: als Ivan met de dood bedreigd wordt door de tovenaar Kosjtsjej, roept hij de hulp in van de Vuurvogel die de tovenaar en diens demonen tot een extatische dans dwingt waarna ze in een diepe slaap

verzinken. Ivan kan het ei, waarin de kracht van de tovenaar vervat zit, stukslaan en zo zijn macht doorbreken. De meisjes die gevangen werden gehouden, worden vervolgens bevrijd. Het oorspronkelijke werk: L’Oiseau de feu ging in première in Parijs in 1910 met Les Ballets Russes, het beroemde gezelschap van Sergei Diaghilev. Het verhaal is gebaseerd op verschillende Russische

40

volksverhalen en de overweldigende compositie van Igor Stravinsky is sterk geïnspireerd op Russische volksmelodieën. Choreograaf Michel Fokine streefde naar een eenheid in muziek, choreografie en verhaal. Dit komt nog tot meest tot uiting in de karakterisering van de personages. De Vuurvogel was het enige personage op pointes, waardoor ze een vederlicht karakter kreeg. De gevangen meisjes dansten op bijna volksdansachtige wijze op blote voeten


L'Oiseau de feu

Reid Anderson, de artistieke directeur van het Stuttgarter Ballett, vroeg Cherkaoui enkele jaren geleden om een creatie voor zijn balletgezelschap te maken. Bij de titels die hij als opties gaf, bevond zich ook Stravinsky’s L’Oiseau de feu. Cherkaoui voelde zich door dit werk enorm aangesproken. Hij kende de originele versie van Michel Fokine en ook Maurice Béjarts bekende bewerking, maar hij wou een hele andere kant op met het werk. Na zijn creaties van Fall, Exhibition en Requiem voor Ballet Vlaanderen herneemt artistiek directeur en choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui zijn veelgeprezen L’Oiseau de feu, die hij in 2015 creëerde voor het Ballet van Stuttgart, nu voor zijn eigen gezelschap. Ingebed in de klassieke traditie, hertaalt Cherkaoui Igor Stravinsky’s muzikale meesterwerk op een poëtische, originele en erg persoonlijke wijze, waarin de verbinding met de natuur een centrale rol speelt.

“De kerngedachte in het werk is voor mij: de verrijzenis van de feniks uit de as.”

een vlammenzee, maar dan wel een hele rustige. Ik heb hiervoor samengewerkt met ontwerper Tim Van Steenbergen. Hij maakte een gigantisch kleed dat de volledige ruimte kon innemen en de kleur van vuur heeft.

Wat heeft je in Stravinsky’s muziek zo gefascineerd? Sidi Larbi Cherkaoui: Ik koos voor de verkorte Suite uit 1919. Ik vind de muziek enorm kwetsbaar en toegankelijk. Ze is zo vredevol, hoewel er natuurlijk ook een heel aantal ‘vurige’ passages weerklinken. Voor mij heeft vuur gelijkaardige kwaliteiten als water: het is steeds in vloeiende beweging. Dat past enorm goed bij mijn bewegingsstijl. Speelt het verhaal van de prins, de tovenaar en de magische Vuurvogel nog een rol in jouw eerder abstracte lezing van het werk? Cherkaoui: Al deze figuren zijn zeker nog aanwezig in het werk maar eerder verwerkt in associaties en abstracte beelden. De kerngedachte in het werk is voor mij het thema van de resurrectie, de verrijzenis van de feniks uit de as. De mythologische feniks komt voor in verschillende culturen. Deze vogel brandt uit zichzelf op na 500 jaren geleefd te hebben en uit zijn assen verrijst een nieuwe feniks waarin de oude ziel opnieuw kan plaatsnemen. Daarnaast liet ik me ook erg inspireren door de natuur. Vooreerst door het beeld van de vulkaan in eruptie maar ook door de geode, een gesteente dat ontstaat uit het vloeibare magma die na de verharding aan de holle binnenzijde de meest prachtige kwartskristallen vormt. Dit beeld werd ook overgenomen door scenograaf Willy Cessa die een groot vulkaanachtig object bouwde, bestaande uit verschillende delen waardoor het kan openbreken. Het grote object is tegelijkertijd vulkaan én geode waarbij de spiegels aan de binnenkant refereren naar de gekleurde kristallen. Heel elementair kon het beeld van het vuur ook zo mooi door choreografie vertaald worden. Ik wilde en de bewegingen van de tovenaar en zijn demonen waren eerder animalistisch. Een belangrijke choreografische vernieuwing die Fokine hiermee teweegbracht, is dat het hele verhaal uitsluitend met dans verteld werd. Alle mimische elementen werden geëlimineerd.

41

Jouw heel eigen bewegingstaal wordt vaker met water geassocieerd dan met vuur. Sluiten deze elementen elkaar niet uit? Cherkaoui: Ik ben ervan overtuigd dat elk element in elk element vervat zit. Hoe dieper je doordringt tot de atomaire structuur, hoe meer je de energieën van andere elementen ontdekt. Water beweegt zich golvend voort en die beweging vinden we ook terug in vuur. Daar komt dan het element lucht bij. Het ballet gaat nu eenmaal over een vogel die vliegt, daarom wou ik in mijn choreografie ook met veel klassieke porté’s werken. Ik had dat ontwikkeld met mijn choreografisch assistent Jason Kittelberger die ook hier de voorstelling mee zal herinstuderen. Het dragen is hier heel belangrijk om de illusie te wekken dat de danseressen vliegen. Ik wou werken rond het vluchtige van vogels die je niet kan vangen, wat dan weer terugvoert naar het oorspronkelijke verhaal. De aarde speelt als vierde element dan weer een belangrijke rol in de zwaartekracht waaraan we onderhevig zijn. We worden steeds opnieuw naar de aarde toe gedwongen, maar proberen er steeds uit te herrijzen. Vanwaar komt deze impuls bij u als kunstenaar om het over verrijzenis te hebben? Cherkaoui: Ik denk dat het te maken heeft met onze eeuwige strijd tegen de dood. Er is een verlangen om te dood te accepteren en tegelijkertijd een plezier aan de idee van het herrijzen na de dood; een terugkomen. Het is een beeld dat zo intens vervat ligt in het wezen van de natuur. Zo bijvoorbeeld in het vulkanische: het liquide worden, dan te transformeren naar hard gesteente dan naar gas en dan weer hard.. Het is die constante transformatie, die constante beweging die de natuur maakt


L'Oiseau de feu de context van het Stuttgart Ballet hebben me, denk ik, daarin enorm beïnvloed. Maar misschien had het ook te maken met het nieuws dat ik geëngageerd zou worden als nieuwe artistieke directeur van Ballet Vlaanderen. Ik kreeg dus verschillende impulsen om erg klassiek te gaan denken. Het heeft ook te maken met de luisterbereidheid van de performers en hun manier waarop ze de voorstellen articuleren die ik hen geef. De voorstellingen die ik maak, worden mede gevormd door de performers waarmee ik ze ontwikkel. Moest ik deze Oiseau de feu hebben gemaakt met tangodansers, dan zou het een heel ander gegeven zijn geworden. De voorstelling, die de toeschouwers hier in Antwerpen en Gent zullen zien, zal anders zijn dan die van meer dan twee jaar geleden in Stuttgart. Onze dansers zullen een nieuwe en geheel eigen Oiseau de feu doen herrijzen en zo deze voorstelling een nieuw leven geven.

met ons als materie, die ik zo boeiend vind. De natuur gaat nooit dood, ze is steeds in beweging en blijft steeds levend. Ze transformeert zich louter voortdurend in andere vormen. Dit werk wordt wel eens je meest klassieke choreografie genoemd. Cherkaoui: Zoals vaak in de dans is het dierenrijk een belangrijke bron van inspiratie geweest en in klassieke dans was dat heel vaak de vogel: in de sprongen en de lichtheid van bewegen, maar ook in het partnerwerk waarin de danseres in de lucht wordt geworpen. Het was voor mij als choreograaf heel aangenaam om me te focussen op deze zeer specifieke taal. Het was ook heel fijn dat mensen als Reid Anderson zelf of Marcia Haydée, die in de klassieke balletwereld toch enorme referenties zijn, me zeiden: ‘Larbi, je hebt echt een klassiek ballet gemaakt’. Ik stond daar eigenlijk niet echt bij stil, want ik had mijn aanpak zoals altijd en toch is het resultaat uitgedraaid op iets heel klassieks. De muziek en ook

Koen Bollen

beeld uit de oorspronkelijke creatie van L'Oiseau de Feu voor Stuttgart Ballet © B ​ ernd Weissbrod

Tim Van Steenbergen over L’Oiseau de feu Ik werk al bijna 10 jaar samen met Sidi Larbi Cherkaoui, zowel voor theater als opera alsook voor dansvoorstellingen. Deze L’Oiseau de feu was het allereerste werk dat we samen creëerden voor een klassiek gezelschap. Die klassieke silhouetten speelden een grote rol in de uiteindelijke vormentaal van het kostuumontwerp: van de mousseline jurken van de meisjes tot de linten van hun

pointes. Ook de transparantie van de stoffen was belangrijk voor mij om de expressie van de lichamen van de dansers ten volle te benadrukken. Ik liet me binnen het concept van de voorstelling vooral inspireren door de binnenkant van het lichaam; het skelet van een vogel. Ook in het transparante van de stoffen komt die ijle atmosfeer tot uiting. Larbi is geen regisseur of choreograaf die je een ontwerp oplegt. Hij luistert en is receptief en open naar ideeën toe waarmee

42

hij vervolgens ook aan de slag gaat. Zo kwamen we bijvoorbeeld na een gesprek uit bij het gigantische kleed waarmee het stuk opent en die op een prachtige manier is geïntegreerd in de choreografie. Het is fantastisch deze voorstelling ook in België te kunnen tonen, waardoor het Belgische publiek in aanraking kan komen met andere stukken uit het rijke repertoire van Larbi die hier anders nooit te zien zouden zijn.


Casting Jochen Kupfer

Peter Konwitschny en Harry Kupfer ongelofelijk naar waarde schat, is hij in het liedgenre zijn eigen meester en kan hij zich voluit richten op zaken zoals muzikaliteit en tekstverstaanbaarheid. In 2016 ontving Jochen Kupfer voor zijn liedkunstkwaliteiten de eretitel van ‘Bayerische Kammersänger’.

onder leiding van John Eliot Gardiner in Versailles en op de BBC Proms, Sarastro/Die Zauberflöte in de Royal

Ania Jeruc

Naast de Derde Symfonie van Beethoven en het Adagio uit Mahlers onvoltooide Tiende Symfonie worden in het Eroica-Concert onder leiding van Alexander Joël ook Mahlers RückertLieder uitgevoerd. De baritonpartij wordt daarbij gezongen door de Duitse basbariton Jochen Kupfer. Kupfer studeerde zang bij Helga Forner in de Musikhochschule van Leipzig, volgde master classes bij onder meer Theo Adam, Elisabeth Schwarzkopf en Dietrich Fischer-Dieskau en vervolmaakte zich bij Rudolf Piernay, Harald Stamm en Dale Fundling. Na een achtjarig engagement aan de Semperoper Dresden stapte Jochen Kupfer over naar het Staatstheater Nürnberg, waar hij naast het normale baritonrepertoire (zoals onder meer Conte d’Almaviva/ Le Nozze di Figaro, Giorgio Germont/La Traviata en Escamillo/Carmen), debuteerde als Mandryka/Arabella (Strauss) en daarnaast ook vele Wagnerpartijen vertolkte (zoals Kurnewal/Tristan und Isolde, Günther/Götterdämmerung en – zijn favoriet – Sixtus Beckmesser/ Die Meistersinger von Nürnberg). Gastengagementen voerden hem naar onder meer de Volksoper Wien (waar hij recent zijn roldebuut gaf als LindorfCoppélius-Miracle-Dappertutto/Les contes d’Hoffmann), de Staatsopera’s in München, Hamburg en Berlijn, het Glyndebourne Festival en het Teatro Colón in Buenos Aires (Geisterbote/ Die Frau ohne Schatten). De helft van zijn tijd reserveert Jochen Kupfer echter voor andere muziek dan voor opera. Vooral het liedgenre ligt hem daarbij nauw aan het hart. Hoewel hij samenwerkingen met regisseurs zoals

Met een gecodeerd lied weet Hélène, de dochter van de geëxecuteerde Graaf van Egmont en de geliefde van de gevangen genomen verzetsstrijder Henri de Bruges in de opera Le Duc d’Albe (Donizetti/Battistelli) de Geuzenopstand te ontketenen. Deze rol wordt gezongen door de Poolse so­praan Ania Jeruc die een paar jaar geleden op het Wexword Festival Opera debuteerde als Pamina/Die Zauberflöte en daarvoor de Gerard Arnold Award voor de meest beloftevolle zangeres kreeg toegekend. Echt bekend werd Ania Jeruc met een grandiose vertolking van Violetta/La Traviata in een productie van Opera North te Leeds. In haar thuisland zong ze aan de Poolse Nationale Opera de rol van Mathilde/Guillaume Tell (Rossini) en van Hanna/Het Spookkasteel (het magnum opus van de negentiende-eeuwse Poolse componist Stanislaw Moniuszko), beiden in een regie van David Pountney. Vorig seizoen debuteerde ze als Donna Elvira/Don Giovanni bij de English Touring Opera.

Dit seizoen zingt ze voor het eerst in Opera Vlaanderen en geeft ze ook haar Duitse debuut aan het Theater Freiburg in de gevierde Jérusalem-productie (Verdi) van Calixto Bieito. David Shipley Sandova, de officier van het Spaanse leger in Le Duc d’Albe, wordt gezongen door de beloftevolle jonge Britse bas David Shipley. Hij studeerde een aantal jaar geleden af aan de Royal Academy of Music en vervolmaakte zich nu aan de Guildhall School of Music and Drama bij Janice Chapman. Vroege engagementen van David Shipley waren Pastore-Spirito/L’Orfeo 43

Academy of Music en de rollen Zuniga/ Carmen, Pistol/Falstaff en Colline/La Bohème op het Verbier Festival in de Zwitserse Alpen. David Shipley was lid van het Jette Parker Young Artist Programme 2015-2017 en van het jong ensemble van het Royal Opera House in Covent Garden. In die hoedanigheid vertolkte hij rollen als Arthur/The Lighthouse (Peter Maxwell Davies), Officier/Jevgeni Onegin (Tsjaikovski), Sciarrone/Tosca, Guccio/Gianni Schicchi (Puccini), Hogepriester van Baäl/Nabucco (Verdi). Dit seizoen vertolkt hij in het Royal Opera House de rol van Zweiter Geharnischter/Die Zauberflöte, Antinoo/Il ritorno d’Ulisse in Patria (Monteverdi), Zuniga/ Carmen en neemt hij in verschillende rollen deel aan de herneming van de ophefmakende De Neus-enscenering (Sjostakovitsj) van Barry Kosky.


Link Rondom opera

Opera & film

Rondom elke opera is er veel te vertellen, veel te leren en veel te ontdekken. Daarom organiseert de afdeling dramaturgie van Opera Vlaanderen, in nauwe samenwerking met vzw Amarant, een aantal cursus­ dagen waarin inhoudelijk dieper wordt ingegaan op een specifieke titel.

Elk seizoen maken Opera Vlaanderen en CinemaZuid (Antwerpen) een boeiende selectie films die zich laat inspireren door de opera’s op de affiche. Nieuw vanaf dit seizoen is een extra link met de balletprogrammering. Rond Das Wunder der Heliane

Rondomdag & Muzikale introductie Das Wunder der Heliane Modernistisch meesterwerk van een wonderkind Peter De Smet, kenner van het symbolisme en het fin de siècle en auteur van het artikel ove Korngold in dit magazine, schetst een portret van de uitzonderlijke begaafde Korngold en maakt u wegwijs in de fascinerende wereld van Das Wunder… Koen Bollen, dramaturg bij Opera Vlaanderen, vertelt u alles over de enscenering van de nieuwe productie, getekend David Bösch. In Opera Gent geeft huispianist Jef Smits een muzikale introductie tot het werk aan de piano. Opera Gent ma 11 sep van 10:00u tot 16:30u deSingel Antwerpen ma 25 sep van 10:00u tot 16:30u Optioneel: Muzikale intro Opera Gent vr 8 sep van 12:00 tot 13:00 u Na de muzikale intro door Jef Smits is er de mogelijkheid voor de cursisten om een deel van een repetitie bij te wonen in Opera Gent. Voor deze activiteit moet apart worden ingetekend. Reservaties alleen via www.amarant.be

Winter’s Bone

Gelinkt

Opera Ballet Vlaanderen en Antwerp Symphony Orchestra zijn al jaren partners, o.a. voor het fel gesmaakte Klassiek in de Stad en als Podiumhopper-partner. Vanaf dit seizoen willen we dat partnership nog verder uitdiepen en gaan we o ​ ok o ​ p zoek naar lin​ken in onze programmatie die het voor u als publiek leerrijk en verdiepend kunnen zijn. In deze rubriek van ons magazine lijsten we de tips elke keer op. Theaterconcert Egmont

Debra Granik (VS, 2010) Winter’s Bone speelt zich af in het Ozakgebergte in Missouri - een afgelegen gebied waar uitzichtloze armoede legio is. De 17-jarige Ree zorgt er voor haar jongere broer en zus en voor haar moeder, die mentale problemen heeft. Vader Jessup is verdwenen en heeft het huis, hun enige bezit, als onderpand gebruikt. Haar onberekenbare oom Teardrop vergezelt haar tijdens de zoektocht naar haar vader in een donkere onderwereld. Regisseur Debra Granik toont een samenleving waar eigen sociale en morele codes gelden. Voor operaregisseur David Bösch vormt Winter’s Bone een belangrijke inspiratiebron voor Das Wunder der Heliane. Cinema Zuid za 7 okt 19:30u Kaarten www.cinemazuid.be

Opera Vlaanderen belicht met Le Duc d’Albe Vlaanderen onder de Hertog van Alva, terwijl het Antwerp Symphony Orchestra op het eind van het seizoen inzoomt op de graaf van Egmont, die slachtoffer werd van Alva’s schrikbewind. Ludwig van Beethoven presenteerde in 1810 zijn toneelmuziek voor Goethes Egmont. Hierin wordt graaf Egmont opgevoerd, die zich verzette tegen de Spaanse onderdrukking van de Nederlanden. In de charismatische figuur van Egmont, voor wie politiek niks minder dan een levenskunst was, staat een staatsman te kijk die wist hoe hij moet leven en laten leven. Dit theaterconcert, door het collectief Het Banket daagt uit om na te denken over de valkuilen van de macht en het verzet tegen de slagen van de tijd. De Roma Antwerpen vr 25 mei 20:00u Kaarten en info antwerpsymphonyorchestra.be tip voor opera-abonnees: gebruik uw podiumhopper en geniet van 5 EUR korting op dit concert

44


Link Middagconcerten Een nieuw seizoen in Opera Vlaanderen brengt ook een nieuwe reeks middag- en namiddagconcerten, die bruggen slaan naar de operatitels op de affiche. Dit seizoen vinden de concerten afwisselend plaats op weeken zondagen. In Gent kan u het concert op zondag combineren met koffie en gebak. Vooraf reserveren is altijd aangewezen. Salon Korngold

het immens populaire Die tote Stadt en Korngolds Amerikaanse muze in de komedie The Silent Serenade. Sopraan Cathy Van Roy en pianist Lucas Blondeel plaatsen de maker van Das Wunder der Heliane in dialoog met zijn progressieve tijd- en landgenoot Alban Berg, van wie we ook de overrompelende Pianosonate, opus 1 horen - een kantelmoment tussen laatromantiek en nieuwe muziek.

- tekent voor een levendig concert waarin ook wereldlijke en geestelijke muziek uit het Spanje van diezelfde tijd aan bod komt. Van Diego Ortiz, een componist die werkte in Napels in dienst van de gevreesde hertog, horen we enkele Recercadas voor viola da gamba solo.

Opera Antwerpen do 5 okt 12:30u Opera Gent zo 22 okt 15:00u Van Geuzen en Spaengiaerts

Salon Korngold dompelt u onder in de weinig bekende laat-romantische Liederen van de Oostenrijkse componist maar focust evengoed op

“Tyran van Spangien” wordt “Ducdalbe” alias de Hertog van Alva genoemd in de Geuzenliederen uit de 16de eeuw. Geen betere aanleiding dan Donizetti’s opera Le Duc d’Albe om dit repertoire aan strijd- en spotliederen, met hun anti-Spaanse en anti-roomse inhoud, uit de kast te halen. Een keure van specialisten in de oude muziek met onder meer Annelies Brants, José Pizarro Alonso en Simen Van Mechelen

Opera Antwerpen zo 3 dec 11:30u Opera Gent wo 6 dec 12:30u

Perfectie en vernieuwing zijn de sleutelwoorden van patissier en chocolatier Joost Arijs. No-nonsense patisserie, geen extreme of zware smaakcombinaties, geen gekke tierlantijntjes of drukke decoraties. Alles draait hier om de puurheid van de ingrediënten, verfijnde smaken en texturen. Zijn uitgepuurde creaties zijn een genot voor alle zintuigen.

VLAANDERENSTRAAT 24 - 9000 GENT - T. 09 336 23 10 - WWW.JOOSTARIJS.BE THEODOOR VAN RIJSWIJCKPLAATS 3 - 2000 ANTWERPEN - T. 03 501 98 39

45


Agenda za 2 sep 20:30 Klassiek in de stad

Plus

Sint-Jansplein Antwerpen

zo 3 sep

Plus

Sint-Jansplein Antwerpen

11:30

Klassiek in de stad

vr 8 sep

12:00

Rondom Das Wunder der Heliane

Plus

Opera Gent

zo 10 sep

10:00

Open monumentendag

Plus

Opera Antwerpen

ma 1 sep

10:00

Rondom Das Wunder der Heliane

Plus

Opera Gent

vr 15 sep

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Gent

za 16 sep

7:00

Odegand

Plus

Opera Gent

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

zo 17 sep

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Gent

wo 20 sep

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Gent

za 23 sep

13:30

Rondleiding

Plus

Opera Gent

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Gent

ma 25 sep

10:00

Rondom Das Wunder der Heliane

Plus

deSingel Antwerpen

za 30 sep

20:00

Beethoven

Plus

deSingel Antwerpen

zo 01 okt

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Antwerpen

di 03 okt

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Antwerpen

do 05 okt

12:30

Namiddagconcert: Salon Korngold

Concert

Opera Antwerpen

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Antwerpen

vr 06 okt

10:00

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

14:00

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

za 07 okt

14:00

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

15:30

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Antwerpen

19:30

Opera, ballet en film

Plus

Cinema Zuid Antwerpen

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Gent

zo 08 okt

15:00

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Antwerpen

di 10 okt

19:30

Das Wunder der Heliane

Opera

Opera Antwerpen

wo 11 okt

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Gent

do 12 okt

19:30

In de keuken van de opera

Plus

Opera Antwerpen

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Gent

vr 13 okt

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Gent

za 14 okt

13:30

Rondleiding

Plus

Opera Gent

19:30

Opera, ballet en film

Plus

Cinema Zuid Antwerpen

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Gent

zo 15 okt

15:00

Kom opera tegen kanker

Plus

Opera Antwerpen

15:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Gent

do 19 okt

19:30

In de keuken van de opera

Plus

Opera Antwerpen

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

vr 20 okt

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

za 21 okt

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

zo 22 okt

11:00

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Gent

13:30

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Gent

15:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

15:00

Salon Korngold

Concert

Opera Gent

ma 23 okt

10:00

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Gent

46


Opera & Ballet

14:00

De snor van Shakespeare (6+)

Jeugd

Opera Gent

do 26 okt

19:30

In de keuken van de opera

Plus

Opera Antwerpen

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

vr 27 okt

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

za 28 okt

20:00

L'Oiseau de Feu

Ballet

Opera Antwerpen

zo 29 okt

20:00

Der Sandmann

Plus

deSingel Antwerpen

vr 17 nov

19:30

Le Duc d'Albe

Opera

Opera Gent

za 18 nov

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Gent

zo 19 nov

11:00

Kunstendag voor kinderen (4+)

Jeugd

Opera Antwerpen

11:00

Operareis (4+)

Jeugd

Opera Antwerpen

Jeugd

14:00

De snor van Shakespeare (6+)

15:00

Donna Diva en de Operationeletijdmachine (8+)

Jeugd

16:00

De snor van Shakespeare (6+)

Opera Antwerpen

17:00

Donna Diva en de Operationeletijdmachine (8+)

Jeugd

Opera Antwerpen

Jeugd

Opera Antwerpen Opera Antwerpen

di 21 nov

19:30

Le Duc d'Albe

Opera

Opera Gent

za 25 nov

19:30

Le Duc d'Albe

Opera

Opera Gent

zo 26 nov

10:00

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

15:00

Eroica Concert

Opera Gent

ma 27 nov

10:00

Rondom Falstaff

Plus

di 28 nov

20:00

Eroica Concert

Koningin Elisabethzaal Antwerpen

wo 29 nov

19:30

Le Duc d'Albe

Opera

zo 03 dec

11:30

Middagconcert: Van Geuzen en Spaengiaerts

Concert

Opera Gent

Opera

deSingel Antwerpen Opera Gent Opera Antwerpen

15:00

Le Duc d'Albe

wo 06 dec

15:00

Middagconcert: Van Geuzen en Spaengiaerts

Concert

19:30

Le Duc d'Albe

Opera

Opera Gent

za 09 dec

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Gent Opera Antwerpen

Opera Gent

wo 13 dec 20:00

Falstaff

Opera

do 14 dec

20:00

Viktor Plus

deSingel Antwerpen

vr 15 dec

20:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

20:00

Vooruit presenteert: Bach. Cellosuites.

Plus

Opera Gent

za 16 dec

15:00

Rondleiding

Plus

Opera Antwerpen

19:30

Opera, ballet en film

Plus

Cinema Zuid Antwerpen

20:00

Vooruit presenteert: Bach. Cellosuites.

Plus

Opera Gent

zo 17 dec

15:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

di 19 dec

20:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

do 21 dec

12:30

Middagconcert: Sir John in Love

Concert

Opera Antwerpen

20:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

20:00

Ravel / Debussy

Ballet

Opera Gent

vr 22 dec

20:00

Ravel / Debussy

Ballet

Opera Gent

za 23 dec

20:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

20:00

Ravel / Debussy

Ballet

Opera Gent

wo 27 dec

20:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

vr 29 dec

20:00

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

zo 31 dec

18:30

Falstaff

Opera

Opera Antwerpen

47


Column Een spel met de tijd “Of opera eigenlijk geen anachronisme is?” - dat was de openingsvraag die een aantal theaterwetenschappers onlangs stelden tijdens een gesprek over opera. Het leek een vraag naar een rechtvaardiging van het genre. Uiteraard wilde men de zaken scherp stellen, want er klonk in door: is opera geen oubollige kunstvorm, te zeer gekluisterd aan oude artistieke productiemethodes, die teveel geld kost en als zodanig niet meer van de tijd is? De vraag verbaasde me: wie het genre van dichterbij kent, weet dat de ontwikkelingen groot zijn. Zowel in het creëren van nieuwe werken als in het ensceneren van de reeds bestaande. De controverses die nieuwe opera’s, nieuwe ensceneringen of nieuwe benaderingen en werkmethoden in de opera blijven oproepen, geven aan dat de beweging in het genre groot is, ook al wordt ze niet door iedereen waargenomen. De blijvende spanningsverhouding tussen, simpel gezegd, traditionalisten en nieuwlichters, lijkt, vaak meer dan in andere kunstvormen, een inherent kenmerk van de opera. Waarbij de traditionalisten van nu vaak koesteren wat eens nieuwlichterij was. Wagner was ooit Revolutionskunst. Maar toch: het feit dat zelfs professionele waarnemers van de podiumkunsten de vraag stellen, wil zeggen dat ze leeft, en wellicht niet alleen bij die waarnemers. Soms lijkt het wel of men wil dat de opera een symbool blijft van iets dat voorbij is. Sommigen koesteren die gedachte, anderen nemen er afstand van. Een anachronisme is iets dat aanwezig is in de verkeerde tijd. Iets uit de ene tijd dat oneigenlijk bestaat in een andere. Iets dat er nog is, maar er niet meer hoeft of mag zijn, omdat het niet echt tot de tijdsgeest behoort. Zoals religieuze kunst waarvan we nog wel de schoonheid bewonderen, maar er niet meer voor neerknielen. Muziek spelen van Monteverdi is een anachronisme, een opera van Schoenberg opvoeren of opera opvoeren eigenlijk ook; schilderen als Rubens of als Malevitsj, en eigenlijk schilderen überhaupt; een Giselle of Martha Graham dansen, Shakespeare ensceneren of Ionesco, of een Dionysisch theaterritueel van 24 uren. Allemaal anachronismen. Maar wijzen die talloze anachronismen in de kunst niet op een blijvende vraag in onze tijd? Ook het omgekeerde kan een anachronisme zijn: iets dat er al is, maar in zekere zin nog niet kan zijn. Iets dat reeds aanwezig is en als het ware te vroeg komt. Een kunst die nu reeds bestaat, maar niet als kunst wordt waargenomen. Men heeft het altijd in de kunst geprezen: de visionaire kracht van de kunst. Nogmaals: Wagner was ooit Revolutionskunst. Beiden, het “niet meer” en het “nog niet”, wijzen op een moeilijkheid bij het spreken over een eigenlijke tijd voor een kunstvorm. Het lijkt uit te gaan van een heldere en duidelijke functie van dé kunst in een bepaalde tijd. Maar behoort het niet tot de kunst, zoals ze aan ons in haar veelheid verschijnt, dat ze zich verlost van de specifieke eisen van de tijd? Is dat niet één van haar grote verbeeldende vermogens? In onze tijd toch aanwezig zijn in een andere; afwezig zijn in onze eigen tijd en niettemin aanwezig blijven. Niet zozeer historisch, niet escapistisch, maar mentaal en gevoelsmatig betrokken. Is het niet een van de inzichten van het hedendaagse denken over kunst, dat de kunst haar betekenis niet uitput in de tijd waarin ze ontstaat? Niet dat ze buiten of boven de tijd staat, maar dat ze in iedere tijd haar tijd en betekenis kan hebben? Dat er geen rechtlijnige evolutie in de kunst plaatsvindt van almaar beter en almaar mooier of afgemeten aan eenduidige criteria en functies. Speelt de kunst niet precies een vrij spel met de tijd? De geschiedenis heeft een chronologie, maar niet het gebeuren van de kunst. Dat kan altijd plaatsvinden - opera is daarvan zeker geen slecht voorbeeld. Hoofddramaturg, Luc Joosten

"Opsporingsbevel van de politie voor het politiek gevaarlijke individu Richard Wagner"

48


Subtitel

opera | oratorium

51ste Internationaal Vocalisten Concours 9-16 sept 2017 Eerste Ronde | Halve Finale | Masterclasses | Familieconcert Theater aan de Parade ’s-Hertogenbosch

Cheryl Studer | Jennifer Larmore | Sergej Leiferkus | Nicholas Payne juryvoorzitter

Finale Zaterdag 16 september 2017 | 19.00 uur Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven Met de philharmonie zuidnederland o.l.v. Kenneth Montgomery

52ste Internationaal Vocalisten Concours 7-15 sept 2018 Dame Kiri Te Kanawa | Dunja Vejzović | Andrew Watts | Robert Holl

53 www.ivc.nu | Maak kennis met het Internationaal Vocalisten Concours in Noord-Brabant!


Subtitel

Christoph Waltz als Hans Landa in Quentin Tarantino's Inglorious Basterds

Christoph Waltz keert terug naar ons huis. Waltz is immers niet alleen filmster, acteur en Oscarwinnaar, maar sinds zijn succesvolle Der Rosenkavalier bij Opera Vlaanderen ook operaregisseur. Deze keer tekent hij voor een nieuwe productie van Verdi’s Falstaff. Het zal u niet verwonderen dat Waltz een zekere sympathie heeft voor de baldadige, schalkse oude ridder en straks voor een bijzondere lezing zorgt.

www.operaballet.be 50


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.