OBV Magazine 8

Page 1

MAGAZINE 8 EDITIE NOVEMBER 2021 P209977 VERSCHIJNT 4 KEER PER JAAR AFGIFTEKANTOOR GENT X

ROBERT CARSEN TREVOR PINNOCK ANNE TERESA DE KEERSMAEKER


© Filip Van Roe

OPERA BALLET VLAANDEREN

OBV MAGAZINE 8

INHOUD

2

MEDEWERKERS / MEDEMAKERS

OBV MAGAZINE 8

32 — 39

16

3 UPDATE 6

INTERVIEW / SIDI LARBI CHERKAOUI ‘Ik heb erg ingezet op de diversiteit van choreografische talen, omdat het ook een diversiteit in het denken creëert.’ Artistiek leider dans Sidi Larbi Cherkaoui kiest vijf ijkpunten uit zijn parcours.

14

HET RITUEEL ‘Ik kan zeggen dat ik inmiddels een Française met een Belgische blik ben.’ Harpist Arielle Valibouse speelt al 42 jaar bij Opera Ballet Vlaanderen en heeft zo haar eigen rituelen.

INTERVIEW / ROBERT CARSEN ‘Voor mij gaat La bohème vooral over de jeugd.’ Opera Ballet Vlaanderen herneemt de succesregie van Robert Carsen uit 1993.

20 LIJDEN/LEIDEN? ‘Het is hoog tijd om in de kunsten en in de media meer vrouwen te tonen die leiders en helden zijn’, zegt Maribeth Diggle, regisseur van SOLA SOLETTA. 22

HET SLEUTELMOMENT We richten de spot op ‘Che gelida manina’ (‘Wat een ijskoude hand’), Rodolfo’s ontroerende aria in La bohème.

25 VRIENDEN

6 — 13

26

LIEBESTOD / WORK IN PROGRESS Theatermaker Philine Rinnert deelt haar moodboard bij de voorstelling. © Filip Van Roe

© Gerard Collet

40 — 43

EEN WARME WINTER

16 — 19 14 — 15 © Nicha Rodboon

30 BOLÉRO / L’HEURE ESPAGNOLE Ervaren muzikanten coachen het aanstormend talent van het Youth Orchestra Flanders. ‘Dit jeugdorkest kan zich meten met de beste van Europa.’ 32

INTERVIEW / ANNE TERESA DE KEERSMAEKER ‘Je zou het muzikale alchemie kunnen noemen, hoe Mozart uit tekstueel lood muzikaal goud maakt.’ Anne Teresa De Keersmaeker over wat Mozart haar leerde over harmonie.

40

VOOR EN ACHTER DE SCHERMEN Dirigent Trevor Pinnock en pianist Pedro Beriso werken samen aan Così fan tutte. En dat loopt gesmeerd.

44

IN DE LOGE Leerkrachten Sophie Vincent en Jasmien Clinckspoor kwamen met hun klas naar Opera Gent. ‘Een wereld vol verrassingen ging open.’

© Felipe Sanguinetti

47 KALENDER


OPERA BALLET VLAANDEREN

OBV MAGAZINE 8

OBV MAGAZINE 8

MEDEWERKERS /

UPDATE

MEDEMAKERS

UPDATE EEN VLIEGENDE START IN HET NIEUWE SEIZOEN

© RR

© Alexia Leysen

Toen we na de zomer de deuren opnieuw konden openen, was het eerst even afwachten onder welke voorwaarden dat zou kunnen. Dankzij het Covid Safe Ticket bleek al snel dat we opnieuw voor volle zalen mochten spelen. Daarop rees natuurlijk de vraag of het publiek meteen zou volgen of eerder een afwachtende houding zou aannemen. De honger was duidelijk enorm, want onze eerste producties waren, zowel qua reacties als qua publieksopkomst, een schot in de roos.

PHILINE RINNERT / Maakt samen met Johannes Müller Liebestod voor OBV. In het hart van dit magazine zie je een moodboard van Philine bij die voorstelling.

‘Mijn zus heeft jaren als rechterhand van Anne Teresa gewerkt, zo heb ik een band met haar gekregen. Ik word telkens diep geraakt door haar werk, intellectueel en emotioneel. Het heeft me vaak geholpen om anders, beter, meer “bewogen” naar muziek te luisteren waarvan ik dacht dat ik ze kende. Ons gesprek heeft zich in de loop der jaren verdiept. Ik heb niet veel woorden nodig om te weten wat Anne Teresa bedoelt. Wat je niet in een tekst verwerkt krijgt, zijn de unieke momenten tijdens zo’n interview: wanneer Anne Teresa gaat rechtstaan, begint te dansen of op mijn papieren geometrische grondplannen tekent.’

‘Johannes en ik leerden elkaar kennen tijdens onze studietijd in Berlijn. Samen met andere kunstenaars richtten we een collectief op dat muziektheater maakte in leegstaande panden. Later besloten met z’n tweeën verder te gaan. We delen een fascinatie voor wat we “opera-archeologisch onderzoek” noemen: we verdiepen ons steeds in één thema, geïnspireerd door een specifieke opera, en verbinden dat met biografieën van diva’s, queer thema’s en wetenschappelijke research. Met Liebestod verkennen we het domein van de beschouwer. Het wordt een performance over de rauwe emoties die luisteren naar opera teweegbrengt.’

Der Silbersee van Kurt Weill (foto) was dan weer de bijzondere opener van het operaseizoen. De productie van Ersan Mondtag werd vrijwel unaniem lovend onthaald in de binnen- en buitenlandse pers en na een wat voorzichtigere start in Gent speelden we de voorstelling uiteindelijk voor maar liefst 7.399 mensen, van wie een groot deel voor het eerst bij ons te gast was. Met de herneming van Giselle van Akram Khan hadden we meteen een absolute topper op de balletaffiche staan. Dat vond ons publiek duidelijk ook, want de lange reeks van twintig voorstellingen – nooit waren dat er meer van een balletproductie – was vrijwel tot de laatste stoel uitverkocht. Zo mochten we, bij het ter perse gaan, al ruim 16.800 balletliefhebbers in onze zalen ontmoeten.

© Annemie Augustijns

WANNES GYSELINCK / Auteur en theatermaker voor Hof van Eede, docent aan KASK/Conservatorium Gent. Interviewde Anne Teresa De Keersmaeker voor dit magazine.

Met Boy trapten we Vonk, ons meerstemmig platform voor artistiek experiment, indrukwekkend af met een mokerslag van een voorstelling. Na de premièrereeks in de Antwerpse opera begon een lange tournee van maar liefst 23 volledig uitverkochte voorstellingen door Vlaanderen en Nederland.

FILMSELECTIE In samenwerking met Cinema Cartoon’s (Antwerpen) en Studio Skoop (Gent) presenteert Opera Ballet Vlaanderen in het voorjaar van 2022 een selectie films die zich laat inspireren door de opera’s en de dansvoorstellingen op onze affiches. Vier makers staan centraal: Pina Bausch, Anne Teresa De Keersmaeker, Alain Platel en Julian Rosefeldt. © Filip Van Roe

© RR

MARIBETH DIGGLE / Amerikaans sopraan en kunstenaar. Maakt de muziektheatervoorstelling SOLA SOLETTA voor Opera Ballet Vlaanderen.

FILIP VAN ROE / Is huisfotograaf van Opera Ballet Vlaanderen Fotografeerde voor dit nummer Sidi Larbi Cherkaoui en Anne Teresa De Keersmaeker.

‘Ik beschouw mezelf als een atypische regisseur. Ik vind het cruciaal om de voorstelling SOLA SOLETTA in dialoog met de andere performers en het hele team vorm te geven. Ieders bijdrage telt voor mij. Tijdens de eerste workshops konden we een mooie basis leggen. Al op dag één voelde ik dat de cast en het team juist zaten. Er is veel vertrouwen en uitwisseling; mensen luisteren zo goed mogelijk naar elkaar. Ook het hele productieteam stond paraat voor ons. Het is zo bijzonder om SOLA SOLETTA bij Opera Ballet Vlaanderen te kunnen maken. Dit huis mag trots zijn op het lef waarmee het nieuwe makers én het repertoire zelf emancipeert.’

‘Ruim 20 jaar geleden woonde ik voor het eerst een dansvoorstelling bij en dat greep me enorm aan. Ik besloot dans in beeld te brengen en deed dat voor verschillende choreografen. Wat later kreeg ik de opdracht een reportage te maken rond het werk van Larbi. Het klikte, er ontstond een vriendschap en ik bleef met hem samenwerken. Dans blijft me inspireren, precies omdat het zo moeilijk grijpbaar is. Ik blijf het uitdagend vinden om er een nieuwe beeldtaal voor te vinden. Wanneer dansers echt vanuit hun core dansen, kunnen ze emoties en een ziel naar buiten brengen en een diepere waarheid onthullen. Mijn respect voor de dansers is groot.’

4

PINA PINA is een film voor de Duitse choreograaf Pina Bausch van Wim Wenders (Buena Vista Social Club; Paris, Texas; Der Himmel über Berlin). Hij neemt het publiek mee op een sensuele en visueel adembenemende ontdekkingsreis op het podium van Bausch’ legendarische dansensemble, maar ook buiten het theater, naar haar thuisstad Wuppertal en omgeving.

WHY WE FIGHT? Alain Platel is vooral bekend als de aanjager van het dansgezelschap Les Ballets C de la B. Samen met Mirjam Devriendt zoekt hij in deze documentaire naar de wortels van geweld.

CINEMA CARTOON’S ANTWERPEN zo 16 jan om 14:30u

MANIFESTO In Manifesto laat Julian Rosefeldt, regisseur van Faust later dit seizoen, Cate Blanchett een prikkelend amalgaam aan manifesten vertolken. De topactrice kruipt in de huid van dertien personages, gaande van een schooljuffrouw over een nieuwslezeres tot een dakloze.

CINEMA CARTOON’S ANTWERPEN zo 6 mrt om 14:30u STUDIO SKOOP GENT zo 20 mrt om 14:30u

STUDIO SKOOP GENT zo 23 jan om 14:30u

MITTEN Mitten volgt de laatste repetitieweken van Mitten wir im Leben sind, een dansvoorstelling van Anne Teresa De Keersmaeker, haar gezelschap Rosas en cellist Jean-Guihen Queyras op basis van de zes cellosuites van Johann Sebastian Bach.

CINEMA CARTOON’S ANTWERPEN zo 12 jun om 14:30u

STUDIO SKOOP GENT zo 20 feb om 14:30u

5


OPERA BALLET VLAANDEREN

UPDATE

OBV MAGAZINE 8

UPDATE

UPDATE

UPDATE OPERA

© Marcel Lennartz

STADSKOOR DE BEKEERLINGE VAN WAL GESTOKEN

De kop is eraf, het startsein gegeven! De goed vijftig amateurzangers die samen een stadskoor zullen vormen in de opera De bekeerlinge, zijn samengekomen tijdens een eerste kick-off meeting in Het Oude Badhuis in Antwerpen. De stemmen werden bijeengebracht met de hulp van vzw Madam Fortuna uit Borgerhout en repeteren voortaan om de week. Ze zullen naast de solisten en ons koor en kinderkoor te horen zijn in de nieuwe productie De bekeerlinge, die gebaseerd is op het gelijknamige boek van Stefan Hertmans en die op het programma staat in mei en juni 2022.

Henderickx liet ook al een stukje muziek horen. ‘Ik ben geïnteresseerd in muziek uit de hele wereld, en dat heb ik in de partituur vertaald’, zei hij. ‘Ze wordt gespeeld door een groot orkest, de hele bak zit vol. Er doen ook een paar niet-westerse instrumenten mee, zoals een Aramese duduk, een Arabische ut en een kanun uit het Midden-Oosten. Daarnaast hoop ik dat jullie ook een eigen toets toevoegen. Jullie wonen in deze stad en hebben elk jullie achtergrond en verhaal. Dus zou het fijn zijn als jullie ook een beetje zouden zingen in jullie traditie.’

De koorleden werden na een kennismakingsronde gloedvol toegesproken door componist Wim Henderickx. Hij lichtte alvast een tip van de sluier over het (muzikale) avontuur waarin ze zich storten. ‘Opera is voor mij de meest volmaakte kunstvorm omdat alles erin samenkomt,’ zei hij, ‘er is echt sprake van een symbiose. Het gaat over de grote emoties, zoals een onmogelijke liefde, in dit geval tussen een christelijk meisje en een joodse jongen – een heel actueel thema. Toen ik dit boek las, zei ik meteen tegen mijn vrouw: ik heb het verhaal voor mijn volgende opera gevonden! De bekeerlinge gaat voor mij over de vraag hoe ver je gaat voor de liefde, voor je capituleert.’

Daarna werden de stemmen een eerste keer warm gezongen onder impuls van koorleiders Bart Patoor en Enrique ‘Kiké’ Noviello en zochten de koorleden de zangstem waar ze zich het meest comfortabel bij voelen: tenor, bas, alt of sopraan. Goedgezind van al dat samen zingen vertrok iedereen daarna huiswaarts. Zo ook Jasmina Dries, die in Hoboken woont en met haar Pakistaanse vader, Spaanse moeder en Marokkaanse echtgenoot het kleurrijke palet van de koekenstad vertegenwoordigt. ‘Ik hou enorm van muziek, maar zei vroeger altijd dat opera niets voor mij was’, vertelt ze. ‘Tot ik een voorstelling van Les Pêcheurs de perles bij Opera Ballet Vlaanderen bijwoonde… Een nieuwe wereld ging voor me open, het maakte een overweldigende indruk.’

INLEIDINGEN & NAGESPREKKEN

BLACK HISTORY MONTH BELGIUM EEN INITIATIEF VAN DE DANSERS VAN OPERA BALLET VLAANDEREN

Voor alle opera’s, dansvoorstellingen, symfonische concerten en een aantal Vonk-producties kan je in onze foyers terecht voor een gratis inleiding door een van onze dramaturgen of een externe spreker. De ideale last-minute voorbereiding! De inleidingen starten altijd 45 minuten voor aanvang van elke voorstelling.

Vorig seizoen klopten de Amerikaanse OBV-dansers Lateef Williams en Zoe Hollinshead aan bij de kunsteducatieve dienst met de vraag om een samenwerking op te zetten rond Black History Month Belgium (BHMB). Dat initiatief bestaat al langer in het buitenland en werd in België in 2017 geïntroduceerd vanuit de studentenvereniging AYO (African Youth Organization). Black History Month vindt plaats in maart en is een jaarlijkse viering van de veerkracht van de zwarte gemeenschap. Het is een poging om de manier waarop we het verleden en het heden vertegenwoordigen te transformeren door middel van gesprekken, uitwisselingsmomenten, lezingen, film, debat, performances, expo etcetera.

Voor een heel aantal producties organiseren we ook nagesprekken, zo’n 20 minuten na het einde van de voorstelling, waarbij een dramaturg in gesprek gaat met iemand van het productieteam én met het publiek. De precieze data daarvan vind je on line. .

Lateef en Zoe deden vorig jaar al een instagram take-over voor Black History Month Belgium over hun leven als danser bij OBV – wat op groot enthousiasme onthaald werd. Dit seizoen pakken we het iets uitgebreider aan. We organiseren een traject in Opera Ballet Vlaanderen voor twee groepen jonge dansliefhebbers uit de entourage van BHMB. De workshops haken aan bij Noétic / Le Sacre du printemps. Uiteraard wonen de deelnemers ook samen een voorstelling daarvan bij.

De meest actuele info en tickets via operaballet.be

INTERNATIONALE LOF VOOR OPERA BALLET VLAANDEREN Onze producties en onze dansers kregen de voorbije weken mooie vermeldingen in de internationale pers. De streaming van de Henri Purcell-opera Dido and Aeneas (foto) die Opera Ballet Vlaanderen in april live uitzond, wordt door het vaktijdschrift Opernwelt tot een van de vijf belangrijkste streamings uit het voorbije covid-seizoen genoemd. Regisseur David Marton heeft zijn operafilm intussen opnieuw gemonteerd en die is nog steeds gratis te bekijken.

GIF: FESTIVAL OP MAAT VAN DE STAD Samen met vijf Gentse kunstenorganisaties bundelt Opera Ballet Vlaanderen de krachten voor GIF, een nieuw tweejaarlijks festival op maat van de stad. Ghent International Festival is een publieke uitnodiging om het onverwachte te omhelzen op en naast de podia die Gent rijk is. Verbeelding is het vertrekpunt – en die is per definitie meerstemmig.

In het vakblad Dance Europe krijgt Nicola Wills, half-soliste bij onze dansers, een mooi schouderklopje. Zij wordt genoemd als een talent om in het oog te houden, dankzij haar choreografie The Glass Ceiling die ze maakte voor de meest recente Choreolab en die door het tijdschrift ‘uitzonderlijk’ werd bevonden.

Via tijdelijke allianties presenteren we hedendaagse kunst van de meest uiteenlopende kunstenaars, onder het motto: een dag zonder vervoering is een verloren dag. GIF bouwt voort op een Gentse traditie van openheid en solidariteit waarbij artistieke concepten infiltreren in het dagelijkse leven en waarbij het onderscheid tussen makers en publiek vervaagt. Afspraak in januari voor de eerste editie! GIF is een samenwerking tussen Voo?uit, CAMPO, KOPERGIETERY, NTGent, Opera Ballet Vlaanderen & S.M.A.K. GIF vindt plaats van 12 tot 30 januari.

6

© Annemie Augustijns

Eerste soliste Juliet Burnett gooit dan weer hoge ogen in haar thuisland Australië. Daar wordt de danser mee opgenomen in de prestigieuze lijst van de ‘veertig meest invloedrijke Aziatische Australiërs onder de veertig.’ Juliet, die Australisch-Indonesisch is, richtte A_PART op: een online platform waar Indonesische en Australische kunstenaars elkaar kunnen ontmoeten, samenwerken en performen.

7


INTERVIEW

SIDI LARBI CHERKAOUI

Vanaf de zomer van 2022 trekt Sidi Larbi Cherkaoui naar Genève, waar hij artistiek directeur wordt van het balletgezelschap van Le Grand Théâtre. Maar voor het zover is blikt hij midscheeps zijn zevende seizoen bij Opera Ballet Vlaanderen terug op rijkgevulde jaren hier, aan de hand van vijf ijkpunten. ‘Ik heb erg ingezet op de diversiteit van choreografische talen. Dat is cruciaal, omdat het ook een diversiteit in het denken creëert.’

5

— door Ilse Degryse & Koen Bollen / foto’s Filip Van Roe

IJKPUNTEN VAN SIDI LARBI CHERKAOUI 8


INTERVIEW

SIDI LARBI CHERKAOUI

OBV MAGAZINE 8

1

FALL

‘Voor mij was de beste manier om het gezelschap binnen te treden met de dansers te werken en samen iets te creëren. Het was ontroerend hen te ontmoeten in een wisselwerking en via het overdragen van bewegingen’

© Filip Van Roe

1

2

FAUN / FALL

CAFÉ MÜLLER

De eerste keer dat ik met de dansers van Opera Ballet Vlaanderen samenwerkte, was in 2013. De toenmalige artistiek directeur Assis Carreiro had me gevraagd om hen mijn Faun (uit 2009) aan te leren. De nog piepjonge Nicola Wills en Philipe Lens, die recht van de Balletschool kwam, hebben zich dat werk toen echt toegeëigend, vol overgave en liefde.

Bij choreograaf Pina Bausch is dans veel meer dan enkel een esthetische gebeurtenis, ze plaatst vraagtekens. Café Müller vertelt over mannen en vrouwen die elkaar niet kunnen loslaten én tegelijk elkaar niet weten vast te houden. Het gaat over mij en over jou en over iedereen. Over onze relaties en de disfunctionaliteit ervan. Het is een tijdloze voorstelling, die een soort van werkelijkheid op een uiterst vernuftige manier in kunst weet om te zetten.

Fall was de eerste voorstelling die ik voor dit huis creëerde, in 2015, het jaar waarin ik hier begonnen ben als artistiek directeur ballet. Voor mij was de beste manier om het gezelschap binnen te treden met hen te werken en samen iets te creëren. Het was ontroerend om de dansers te ontmoeten in een wisselwerking en via het overdragen van bewegingen. Wel ben ik gaandeweg gaan beseffen dat ik voortaan in een dubbele rol zat, als choreograaf én als artistiek directeur, en dat ik steeds die twee petten op had. Dat was niet altijd makkelijk. Ik moest mensen er bewust van maken dat ik als artistiek directeur soms andere keuzes maakte dan als kunstenaar. Dat ik bepaalde dansers bijvoorbeeld minder zag in mijn eigen creaties terwijl ik hen wel geknipt vond voor werken van collega-choreografen.

© Nicha Rodboon

FAUN

VIJF IJKPUNTEN

2

We hebben talloze gesprekken gevoerd met het Tanztheater Wuppertal en de Pina Bausch Foundation, die nauwgezet waken over haar nalatenschap. Uiteindelijk heeft Opera Ballet Vlaanderen als eerste gezelschap naast het Wuppertal Danstheater zelf in 2017 de geweldige eer gehad om Café Müller te mogen brengen. Ik heb veel opgestoken van de uiterst precieze manier waarop het werk aan onze dansers werd aangeleerd. Een vorige generatie dansers, die intussen zestig, zeventig jaar zijn, gaf het door aan onze jonge mensen van rond de twintig, dertig. Het was mooi om die transmissie te zien, die met zoveel focus gebeurde en een fantastisch resultaat opleverde. Het vraagt een maturiteit om u tegen te zeggen om de moeilijke, erg theatrale rollen van Café Müller te dansen. Artiesten zoals Shelby Williams, Drew Jacoby en Nancy Osbaldeston hebben dat op een hele sterke manier gedaan.

Vorig jaar hebben we Fall hernomen met Opera Ballet Vlaanderen. Het was prachtig om de evolutie bij de dansers te zien. Ik zoek vaak een transparantie en vluchtigheid op in mijn werk. Zes jaar geleden voerden de dansers de bewegingen nog wat forser uit en met meer geluid, alsof er een soort wrijving was tussen hen en de grond. Nu brachten ze Fall vloeiender, vanzelfsprekender ook. Ze moeten er niet meer over nadenken. Het is minder een oefening en meer een beleving – wat het ook lichter maakt om naar te kijken.

Ik ben erg verheugd dit seizoen een ander meesterwerk van Pina Bausch te kunnen brengen met ons gezelschap: Le Sacre du printemps, dat een absolute mijlpaal in de dansgeschiedenis is. Café Müller heeft me daarnaast doen nadenken over de geschiedenis van dans en de betekenis van repertoire. Een van de opdrachten van Opera Ballet Vlaanderen is uiteraard dat laatste aan te leren en te tonen. Iedere artistiek directeur van een dansgezelschap legt eigen accenten. Voor mij primeert uiteindelijk de originaliteit van het artistieke voorstel. Ik heb erg ingezet op de diversiteit van choreografische talen. We hebben in de afgelopen zeven seizoenen gewerkt met wel 35 choreografen uit de 20e en 21e eeuw. Ik kwam vaker en vaker uit bij hedendaagse choreografen, met een authentieke en herkenbare stijl. Voor de ontwikkeling van de dansers is die diversiteit aan beweggingstalen cruciaal omdat het ook een diversiteit creëert in het denken. Het doet een danser groeien in verschillende richtingen tegelijk. Dansers worden zich bewust van hun capaciteiten en ontwikkelen een eigen smaak. Dat zie ik terugblikkend ook terug binnen het gezelschap: sommigen voelen zich eerder thuis in een vloeiende bewegingstaal zoals de mijne, terwijl anderen liever iets dansen in de stijl van Akram Khan, Annabelle Lopez Ochoa of Andonis Foniadakis – om maar enkele van de hedendaagse choreografen te noemen met wie we hebben samengewerkt. .

10

© Filip Van Roe

CAFÉ MÜLLER

11


INTERVIEW

SIDI LARBI CHERKAOUI

3

OBV MAGAZINE 8

3 3

VIJF IJKPUNTEN

PELLÉAS ET MÉLISANDE / SATYAGRAHA Pelléas et Mélisande en Satyagraha zijn twee opera’s die ik in 2018 regisseerde voor Opera Ballet Vlaanderen. Dat was ook het jaar waarin we verkozen werden tot beste operahuis van de wereld. Voor mij als maker was die bekroning erg tof, ik was er persoonlijk ook trots op. Opera is altijd heel beeldend en de tijd wordt er als het ware in uitgerokken. Denk aan eindeloze liefdesverklaringen of langdurige, gezongen sterfscènes. Ik vond het boeiend om daarin de dynamiek van dans en beweging, waarin de tijd net vaak versnelt, te vervlechten.

© Rahi Rezvani

Pelléas et Mélisande en Satyagraha zijn een beetje de pionierswerken van wat we nu de hybride producties noemen bij Opera Ballet Vlaanderen, waarin de dansers net zo belangrijk zijn als de zangers op de scène. Hun artistieke uitdaging ligt wel op een ander vlak. De zangers zingen iets wat zoveel andere zangers al hebben gebracht en hun specifieke taak bestaat erin een eigen, passende interpretatie te vinden. Met de dansers daarentegen doen we dingen die nog nooit zijn gedaan. We zoeken bewegingen, we schrijven een choreografische taal zoals een componist een partituur. Mijn ervaring als maker van hedendaags danstheater kwam me daarbij goed van pas. Ik was het gewend om van nul te vertrekken, het verhaal uit te vinden en alles te creëren.

SATYAGRAHA

© Rahi Rezvani

Ik heb die werkwijze toegepast in hybride operaproducties samen met regisseurs zoals Guy Cassiers en Dmitri Tcherniakov in de Staatsoper Berlin, La Scala in Milaan en L’Opéra national de Paris, maar vaak ook zelf als regisseur en choreograaf in onder meer De Munt in Brussel, Bayerische Staatsoper München, Theater Basel en de Komische Oper Berlin. De laatste jaren combineerde ik dat met mijn werk hier bij Opera Ballet Vlaanderen en kon zo fungeren als een ambassadeur voor ons huis.

4

PELLÉAS ET MÉLISANDE

GISELLE

bevrijden, maar die het uiteindelijk niet haalt. Het gaat over de overmacht van het regime tegenover het individu, daar herken ik m’n eigen parcours in.

Daarnaast is Giselle representatief voor het traject dat we met hedendaagse choreografen hebben afgelegd waarin we klassieke verhalen uit de westerse cultuur gingen herbekijken en herdefiniëren. Het begon in 2017 met Spartacus van de Russische choreograaf Joeri Grigorovitsj, die jarenlang de artistiek directeur van het Bolsjoiballet in Moskou was. Het is interessant hoe hij dat verhaal uit de Romeinse geschiedenis integreerde in zijn cultuur en zo een icoon creëerde voor het Russische ballet. Spartacus is een universeel verhaal over een held die ten strijde trekt om iedereen te

Interessant detail: het eerste stuk dat Jeanne Brabants in 1970 voor het door haar net opgerichte Ballet van Vlaanderen programmeerde, was André Leclairs Prometheus. Dat was geen balletklassieker maar een nieuwe creatie geïnspireerd door oude mythen. Ikzelf bouw verder op die traditie en in die geest maakte ik in 2019 Medusa – een mythe over hoe een vrouwelijk slachtoffer als monster wordt aangezien – voor The Royal Ballet in Londen.

4

GISELLE 12

© Filip Van Roe

Na Spartacus dansten we Faust van de Franse choreograaf JeanChristophe Maillot, artistiek directeur van Les Ballets de MonteCarlo. Hij was trouwens de eerste die me een creatieopdracht gaf voor een balletgezelschap. Met Faust brachten we met OBV opnieuw een klassiek verhaal dat actueler lijkt dan ooit te voren, over het gevaar je te laten meelokken in een foute filosofie en zo je eigen waarden te verliezen. In 2019 vroeg ik de Argentijnse choreograaf Daniel Proietto een avondvullende stuk te creëren. Hij hertaalde het klassieke La bayadère tot RASA, waarin hij het belangrijke, hedendaagse thema van genderidentiteit aankaartte.

© Filip Van Roe

Giselle van de Brits-Bengaalse choreograaf Akram Khan hebben we voor het eerst gedanst in 2018 en dit najaar met veel succes hernomen. Het geldt voor mij als een van de antwoorden op de vraag wat klassiek ballet vandaag is. Akrams Giselle is een herwerking van de romantische klassieker uit de 19e eeuw waarin de nadruk ligt op de ongelijkheid tussen sociale klassen. Die spanning tussen sociale groepen is absoluut ook aanwezig in een operahuis. We moeten niet doen alsof ze er niet is – ergens voeden we ze allicht zelf. We hebben als directeuren van opera- en ballethuizen dan ook een verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen. Giselle symboliseert voor mij daarom ook een persoonlijke zoektocht naar een ethisch kompas, een evenwicht dat ik probeer te vinden tussen mezelf als mens en mezelf als ambitieuze maker.


5

OBV MAGAZINE 8

VIJF IJKPUNTEN

5

‘Choreografen in wie ik het meest geïnteresseerd was, slaagden erin om net het binaire te overstijgen’

NOETIC / LE SACRE DU PRINTEMPS Tijdens het covid-jaar was er veel tijd om na te denken en is bij mij ten volle het besef gekomen hoe binair in onze maatschappij nog over gender wordt gedacht. Het is heel moeilijk om een cultuur te vinden waarin iedereen volstrekt zichzelf mag zijn. Er zijn zoveel verwachtingen waaraan mannen en vrouwen moeten voldoen. Vrouwen horen lipstick en make-up te dragen, voor mannen hoort het niet want dan maken ze een statement. Maar waar hebben we het eigenlijk over? Terugblikkend op mijn zeven jaar bij Opera Ballet Vlaanderen merk ik dat de choreografen in wie ik het meest geïnteresseerd was erin slaagden om net het binaire te overstijgen of om die tweedeling weg te werken. Ohad Naharin, Crystal Pite of Hofesh Shechter: het maakt bij hen niet uit of het twee mannen zijn die dansen of twee vrouwen of een man of een vrouw. Het mens-zijn staat centraal. Door hun creaties ben ik ook mijn eigen werk gaan bevragen en gaan beseffen dat ook ik dat mens-zijn extra wil benadrukken. In Noetic, dat we vanaf januari brengen, zijn de kostuums – jurken en maatpakken van het Belgische modelabel Les Hommes – heel duidelijk geïnspireerd door wat traditioneel hedendaags als vrouwelijk en als mannelijk beschouwd wordt. Zo wordt de choreografie bijna bepaald door de hoge hakken die de dansers een zekere elegantie geven maar ze tegelijk een beperking opleggen. Halverwege het stuk vervagen trouwens de grenzen tussen mannelijk en vrouwelijk. Noetic gaat over het mens-zijn en de constante energieën die we uitwisselen. Het gaat over elkaar ondersteunen, hoe we de wereld zien en hoe we die samen kunnen dragen.

NOETIC / LE SACRE DU PRINTEMPS In Noetic verkent Sidi Larbi Cherkaoui onze instinctieve behoefte om ons bestaan te structureren en ons tegelijk te willen bevrijden van regels. Pina Bausch creëerde met Le Sacre du printemps een universeel ontroerend en nooit geëvenaard meesterwerk. STADSSCHOUWBURG ANTWERPEN  vanaf 21 januari OPERA GENT  vanaf 6 februari Op onze THEMADAG rond Le Sacre du printemps loodsen we je onder meer door Igor Stravinsky’s grensverleggende partituur en krijg je inzicht in hoe het repetitieproces van zo’n iconische voorstelling verloopt bij Opera Ballet Vlaanderen. © Bengt Wanselius

NOETIC

STADSSCHOUWBURG ANTWERPEN  29 januari OPERA GENT  12 februari 15


© Nicha Rodboon

HET RITUEEL

Arielle Valibouse

De dagen van de voorstellingen zijn altijd speciaal. Ik moet ‘s avonds heel fris zijn, en daarom slaap ik altijd lang ‘s ochtends (wat ik vroeger niet kon toen mijn kinderen nog klein waren…). In de loop van de dag oefen ik wat, speel ik toonladders en wat Brahms-oefeningen, maar ik probeer vooral rustig mijn dag thuis door te brengen. Een uur voor de voorstelling ga ik naar de opera. Ik stem mijn harp en controleer of er geen snaren gebroken zijn en vervang die eventueel. Ik voel wel wat positieve stress vooraf. Hoe ouder ik word, hoe meer spanning ik voel, omdat ik beter weet wat er allemaal mis kan lopen. Het stressniveau hangt ook af van de moeilijkheidsgraad van het stuk uiteraard. In Il Viaggo a Reims van Rossini had ik bijvoorbeeld een moeilijke partij die ik op de scène uit het hoofd speelde. Toen gierden de zenuwen wel door mijn lijf. Maar hoe groter de stress, hoe groter ook mijn geluksgevoel achteraf als alles goed gegaan is. La satisfaction de l’artiste... Het toeval – of zeg je beter het lot – heeft mijn carrière gestuurd. Mijn ouders waren geen muzikanten, maar ze waren wel veelvraten en wilden dat hun kinderen muziek studeerden. Ze hadden een voorkeur voor de klassieke gitaar en wilden me daarvoor inschrijven aan het conservatorium van Grenoble. Toen was daar echter nog geen gitaarklas, wel een harpklas. ‘Die heeft ook snaren’, zei de secretaris van het conservatorium. Zo ben ik op mijn negende begonnen met harplessen. Het klikte meteen met de lerares. ‘Jullie dochter heeft gouden vingers voor de harp’, vertelde ze mijn ouders. Een jaar later kon ik alsnog switchen naar gitaar, maar dat heb ik niet gedaan. De twee instrumenten zijn ook niet compatibel, hoewel ze allebei snaren hebben: voor de harp heb je korte vingernagels nodig, voor de gitaar net lange. Mijn vader was ingenieur en had graag gezien dat zijn dochter wetenschappelijke hogere studies zou doen. Hij kon toen ook niet goed inschatten of er toekomstmogelijkheden waren als professioneel muzikant. Ik mocht wel meedoen aan het ingangsexamen voor het Conservatoire National Supérieur in Parijs. Ik eindigde als eerste en mijn vader ging mopperend akkoord. ‘Ce n’est pas grave pour une femme’, zei hij. Later heeft hij wel ingezien dat ik een rijkgevuld leven had als muzikant.

‘SPELEN IN EEN OPERA-ORKEST IS EEN DROOMJOB VOOR EEN HARPIST’ 16

Na mijn studies begon ik freelance te werken voor verschillende orkesten in Frankrijk. En toen kwam het toeval weer op de proppen en bracht me naar België. Op een dag was ik in een bekende harpwinkel in Parijs harpen aan het uitproberen. Zoals iedere muzikant ben ik voortdurend op zoek naar het perfecte instrument... Plots kwamen twee heren de winkel binnen. Dat waren Silveer Van den Broeck en Luigi Martelli, beiden directeur van de toenmalige Koninklijke Opera in Gent. Ze hoorden me spelen en vroegen of ik voor Gent een harp wilde uitkiezen. Dat deed ik. Toen vertelden ze me over een harpauditie die binnenkort in Gent werd gehouden. Ik had geen idee waar dat lag. Thuisgekomen zocht ik het op in mijn atlas (er was nog geen internet toen). Bleek dat het maar 300 kilometer van Parijs lag. Het leek me wel een goeie ervaring om een jaar of twee in het buitenland te wonen en werken. Ik deed mee met de auditie en won! Dit is intussen mijn 43e seizoen bij Opera Ballet Vlaanderen en ik voel nog altijd hetzelfde plezier bij het ontdekken van nieuwe partituren. Elk seizoen brengen we twee of drie opera’s die ik nog niet heb gespeeld, wat veel zegt over het rijke operarepertoire. En dan heb ik het nog niet eens over de nieuwe creaties die we brengen! Spelen in een operaorkest is een droomjob voor een harpist, er zijn zoveel mooie solo’s voor mijn instrument. Ik kan zeggen dat ik inmiddels een Française met een Belgische blik ben, zelfs letterlijk na een oogopperatie. Als je in Frankrijk leeft, denk je dat dat het centrum van de wereld is… Wanneer je in het buitenland gaat wonen, leer je dat te relativeren. (lacht) Ik werd meteen verliefd op Gent: zijn menselijke dimensie, zijn schoonheid, zijn levende kracht! Het enige wat ik hier mis, zijn de bergen van Grenoble. Zo zie je maar dat het toeval je op mooie plekken kan brengen. Als je maar vertrouwen hebt en flexibel bent. Dat idee geef ik ook mee aan mijn studenten van het Conservatorium in Gent. Ik geniet ervan hen mijn passie, technische bagage en nieuwsgierigheid naar verschillende soorten muziek aan te reiken.

17

Creëren is een intens proces. Welke rituelen houden onze makers er daarbij op na? Arielle Valibouse is harpist in ons orkest en dat al 42 jaar lang. Arielle en haar harp zijn onder meer te horen in Ariadne auf Naxos, Roméo et Juliette en La bohème.


OBV MAGAZINE8

‘Ik hou echt van deze productie’

LA BOHÈME

Opera Ballet Vlaanderen brengt voor de vijfde keer La bohème in de regie van Robert Carsen uit 1993. Ook al ligt de première 28 jaar achter ons, de voorstelling blijft een publiekslieveling. Robert Carsen vertelt over de universele kracht van Puccini’s opera en deelt enkele herinneringen aan zijn tijd in België. — door Maarten Boussery / foto Felipe Sanguinetti 19


INTERVIEW

ROBERT CARSEN

OBV MAGAZINE 8

LA BOHÈME

MAARTEN BOUSSERY Puccini’s

La bohème is een klassieker die door zowat iedereen geliefd wordt. Wat maakt dit stuk zo bijzonder?

‘DE MUZIEK VAN PUCCINI FOCUST OP EMOTIE EN GEVOEL, NIET OP REFLECTIE EN MEDITATIE. DAT MAAKT DE OPERA ERG SPONTAAN, WAT PERFECT AANSLUIT BIJ DIE JEUGDIGE LIEFDE’

ROBERT CARSEN

Misschien is iedereen verliefd op La bohème omdat het stuk net over liefde gaat. Die liefde gaat gepaard met een zoektocht naar jezelf. Wanneer Mimì en Rodolfo verliefd worden, ontdekken ze wat ze voelen, wie ze zijn, wat ze willen. Ze leren zichzelf kennen via de andere persoon – iedereen die ooit verliefd was, begrijpt dat gevoel. Voor mij echter gaat La bohème vooral over de jeugd. Puccini heeft de jonge kunstenaars totaal zorgeloos en onschuldig afgeschilderd. Hoewel ze platzak zijn, hebben ze het gevoel dat alles mogelijk is. Niet alleen jonge mensen herkennen dat, maar ook zij die ooit jong waren. Iedereen begrijpt die jeugdige, artistieke anarchie – we overtreden allemaal wel eens de regeltjes. Daarbovenop focust de muziek van Puccini op emotie en gevoel, niet op reflectie en meditatie. Dat maakt de opera erg spontaan, wat perfect aansluit bij die jeugdige liefde. Het plaatje klopt gewoon...

© Annemie Augustijns

© Annemie Augustijns

maken: de jeugdigheid, liefde en anarchie waar ik het eerder al over had. We zijn trouw gebleven aan de universele kerngedachte van Puccini’s werk. Daarnaast wilden we er vooral een poëtische productie van maken. We hebben geprobeerd beelden op scène te brengen die in harmonie zijn met de wereld van Puccini, zonder dat het geheel sentimenteel of naturalistisch wordt. Dat zou van La bohème een zeer zwaar werk kunnen maken. Als er bijvoorbeeld te veel decor is, komt dat in de weg te staan van de rijke en levendige muziek. Dat deze productie nog steeds wordt hernomen, betekent wellicht dat ze erin geslaagd is Puccini’s boodschap over te brengen.

De jonge Canadese regisseur Robert Carsen werd begin jaren negentig door intendant Marc Clémeur uitgenodigd om een volledige Puccini-cyclus bij de toenmalige Vlaamse Opera te maken. Hoewel hij nog nooit in België was geweest en hij weinig ervaring had in de operawereld, werd de cyclus een groot succes. De reeks betekende zijn internationale doorbraak – vooral de bloemenzee op het einde van La bohème, symbool voor de komst van de lente, liet een grote indruk na. Vandaag behoort Robert Carsen tot een van de meest gevraagde regisseurs in de opera- en muziektheaterwereld. Hij werkt momenteel in Rome aan de nieuwste wereldcreatie van Giorgio Battistelli, Julius Caesar, maar maakte graag tijd om ons even te spreken over La bohème.

heb ik er sindsdien niet veel meer aan gesleuteld. Verder prijs ik mezelf gelukkig dat ik Frans Willem de Haas heb om erover te waken dat de geest van de productie bij de hernemingen niet verloren gaat. Hij heeft aandacht voor details en slaagt erin onze interpretatie telkens opnieuw te laten herleven. Assistenten zoals Frans houden La bohème en zo veel andere van mijn producties op hetzelfde hoge niveau als bij de eerste voorstelling.

pen bij de toenmalige Vlaamse Opera is een van de belangrijkste dingen die ik heb mogen doen. De cyclus was voor mij ook een grote hulp om uit te zoeken wie ik ben als kunstenaar. En dan heb ik het nog niet gehad over het fantastische koor, de technici, de dirigent Silvio Varviso... Het was een geweldige tijd. Je Belgische periode heeft een speciale plaats gekregen in je hart. Het zijn een voor een goede herinneringen die voor mij niet aanvoelen als deel van het verleden. Die hele periode heeft zich in mij genesteld. Ik ben nu in Rome voor een nieuw avontuur, en veel mensen die rond mij werken waren er ook bij in Gent en Antwerpen. België was toen een ontdekking: de warmte en de humor, de losse sfeer, de verbeeldingskracht. Ik vond Antwerpen een spannende en inspirerende plek. Ik voelde me er thuis. We waren zoals die jonge artiesten in La bohème: we voelden ons jong, open en vrij om dingen uit te proberen en nieuwe ideeën te ontwikkelen. We voelen ons gesteund in alles wat we deden door het hele huis en het publiek. Alles was aan het groeien en ontwikkelen – het was bijzonder om daar deel van uit te maken.

‘WE WAREN ZOALS DIE JONGE ARTIESTEN IN LA BOHÈME: WE VOELDEN ONS JONG, OPEN EN VRIJ OM DINGEN UIT TE PROBEREN EN NIEUWE IDEEËN TE ONTWIKKELEN’

LA BOHÈME OPERA ANTWERPEN  vanaf 10 december OPERA GENT  vanaf 8 januari

Hoe kijk je terug op je tijd in België, toen je in ons huis de Puccinicyclus deed?

Ook je regie van 1993 wordt door zowat iedereen geliefd. Hoe verklaar je het succes?

We zijn 28 jaar later. Ben je nog steeds tevreden over de productie of zou je La bohème nu anders aanpakken?

Ik weet niet of ik de persoon ben om die vraag te beantwoorden, ik wil zeker geen pluimen op mijn eigen hoed steken. Toen we aan deze productie begonnen, zijn we vertrokken van de concepten waarvan we vonden dat ze de sfeer van La bohème uit-

Ik maak hoogstwaarschijnlijk nooit meer een nieuwe La bohème, ik hou echt van deze productie. Als ik aanpassingen wil doorvoeren, probeer ik dat meestal te doen bij de eerste herneming. Hoewel de productie ondertussen naar zoveel plaatsen is gereisd, 20

OUDEJAARSAVOND

De hele Puccini-cyclus bij de Vlaamse Opera was bijzonder voor mij. Ik was best jong toen Marc Clémeur me uitnodigde voor dit project. Hij vroeg me direct voor zeven operaproducties, wat ongewoon is. Dat maakte me nerveus, want ik kende het huis niet en ik was nog nooit in Antwerpen geweest. Ik stelde daarom voor te beginnen met drie producties, daarna konden we evalueren hoe we ons erbij voelden. Na de eerste Puccini wist ik meteen dat ik heel gelukkig was in het huis. Werken in Gent en Antwer-

Geniet van een feestelijke en onvergetelijke oudejaarsavond bij Opera Ballet Vlaanderen. Na de voorstelling van La bohème op 31 december bieden we aansluitend een driegangenmenu aan in Café Horta op wandelafstand van de opera. €1 00 per persoon / inclusief drank tot aan het dessert 21


PERFORMANCE

LIJDEN / LEIDEN? SOLA SOLETTA

SOLA SOLETTA hertekent vrouwelijkheid in opera door Helena Mermuys en Katherina Lindekens

OBV MAGAZINE 8

LIJDEN / LEIDEN?

Ars longa, vita brevis: zangeressen zullen het geweten hebben. Een blik op de operageschiedenis leert dat hun personages bij hordes sneuvelen, weliswaar steevast na een ijzingwekkende en loepzuivere zwanenzang. Een van de meest onverwoestbare titels uit deze traditie is La bohème van Giacomo Puccini. Ook Opera Ballet Vlaanderen herneemt nu Robert Carsens bejubelde enscenering van dit werk. Avond na avond zullen we de vrouwelijke protagonist zien liefhebben en sterven. Waarvoor applaudisseren we, alles welbeschouwd, wanneer we haar dood – en die van zoveel lotgenoten – onthalen op ovaties? Deze en andere vragen stelt de Amerikaanse sopraan en kunstenaar Maribeth Diggle in de muziektheatervoorstelling SOLA SOLETTA. Met Puccini’s monument als katalysator exploreert ze nieuwe perspectieven rond gender en opera, zowel op het podium als achter de schermen. Diggles avontuurlijke creatie is een zoektocht naar levensechte vrouwelijkheid en bruist van vrijheid, speelsheid en lef. Aan het einde van een eerste workshopweek blikt ze samen met dramaturg Katherina Lindekens terug op de eerste etappe in dit bijzondere project. KATHERINA LINDEKENS

SOLA SOLETTA?

om de voorstelling in dialoog met de andere performers en met het hele team vorm te geven. Ieders bijdrage telt voor mij. Voor SOLA SOLETTA heb je een unieke cast verzameld. Hoe ben je bij deze mensen uitgekomen? . Ik wilde het concept van vrouwelijkheid door een prisma bekijken, als een veelvoud van perspectieven. Daarom staan we met een vierkoppige cast op het podium, die meerdere generaties vertegenwoordigt. Een voor een zijn het mensen die ik vertrouw en die ook iets te zeggen hebben over dit onderwerp. De eerste persoon die ik, jaren geleden intussen, over SOLA SOLETTA aansprak was Lisi Estaras, een danser met een karaktervolle, lage stem. Daarnaast is er mezzosopraan Eurudike De Beul, die tonnen persoonlijkheid, humor en levenservaring met zich meebrengt. Ik hoop dat ik zoals zij word wanneer ik wat ouder ben (lacht). Tot slot zal er ook een kind in de voorstelling meespelen, en ik vermoed dat dat wel eens een jongen zou kunnen worden. Je kunt het gedachte-experiment rond de toekomst van vrouwen niet los zien van een nieuwe generatie mannen. Het thema belangt ook hen aan. Op dat vlak is componist Ezequiel Menalled, die de muziek en live electronics van SOLA SOLETTA voor zijn rekening neemt, al jarenlang een waardevolle gesprekspartner.

Waarom koos je Mimì als inspiratiebron voor

© Proko and Penka

MARIBETH DIGGLE  La bohème is een van de mooiste werken uit de operageschiedenis, maar het personage van Mimì heb ik altijd problematisch gevonden. Ik voelde geen connectie met haar. Misschien omdat haar contouren zo ongedefinieerd zijn. Waarom wordt ze Mimì genoemd, terwijl haar echte naam Lucia is? Wie is ze wanneer ze alleen is, sola, in haar kamer? Waarvan droomde ze voor ze verliefd werd op Rodolfo? Ze maakt bloemen, maar zou zichzelf nooit een kunstenaar noemen – in tegenstelling tot de mannelijke personages, die pronken met hun titels van dichter of filosoof. Mimì is een soort silhouet, de metafoor van een eeuwenoud narratief in het repertoire. Vandaag, in het post-MeToo-tijdperk, worden steeds meer vraagtekens geplaatst bij dat archetype van de tragische vrouw in de kunsten. Al dat lijden is uiteindelijk een vrij povere voorstelling van vrouwen en hun potentieel. In onze voorstelling vragen we ons ook af wat de gevolgen van die beeldvorming kunnen zijn, zowel achter de schermen van de opera-industrie als in de buitenwereld. Het is hoog tijd om in de kunsten en in de media meer vrouwen te tonen die leiders en helden zijn, die zichzelf kunnen redden. Om al die redenen wilde ik Mimì heruitvinden, en haar de kans geven een caleidoscoop aan mogelijke identiteiten te verkennen.

‘HET IS HOOG TIJD OM IN DE KUNSTEN EN IN DE MEDIA MEER VROUWEN TE TONEN DIE LEIDERS EN HELDEN ZIJN, DIE ZICHZELF KUNNEN REDDEN. OM AL DIE REDENEN WILDE IK MIMÌ HERUITVINDEN’ Wat hoop je met deze voorstelling teweeg te brengen?

Je speelt en zingt mee in SOLA SOLETTA, en tegelijk is het je eerste eigen voorstelling. Hoe bevalt die nieuwe rol? .

Ik hoop vooral dat het publiek er iets uit mee kan nemen. Dat operaliefhebbers Mimì tijdens een volgende Bohème misschien in een nieuw licht zullen zien. Daarnaast wil ik hen laten weten dat ook zij hun stem kunnen laten horen. Dat ze dingen kunnen vragen van een huis. Dat ze bijvoorbeeld kunnen zeggen: we willen meer vrouwelijke makers zien, meer nieuwe stemmen, meer mensen uit minderheidsgroepen.

Het besef dat ik naast performer ook maker ben, is vrij laat gekomen. Toen ik na mijn studies naar Duitsland verhuisde om in het operacircuit te werken, werd ik daar behoorlijk ongelukkig van. Terwijl ik de ene zieke sopraan na de andere verving, kon ik me niet van de indruk ontdoen dat tien anderen dat in mijn plaats zouden kunnen doen. Ik voelde me inwisselbaar, er was vaak weinig ruimte voor creatieve inbreng. Als vertolker belichaam je de ideeën van anderen, wat in wezen iets heel moois is. Maar ik kwam vaak in hiërarchische constellaties terecht waar autoritaire regisseurs de plak zwaaiden. Voor mij was dat model bevreemdend, aangezien ik eerder ook ervaring had opgedaan in de hedendaagse dans. Daar spreekt het juist voor zich dat performers ook creatieve partners zijn, die het project voeden met hun eigenheid. Je ideeën worden er verwelkomd, zelfs vereist. Gaandeweg realiseerde ik me dat ik naar die basis terug wilde, al was dat aanvankelijk best lastig. Ik had immers niet zo veel voorbeelden om me aan te spiegelen: er zijn maar weinig zangers die een leidende rol opnemen in hun industrie. Dat ik die kans nu krijg, is heel stimulerend. Wanneer je jezelf kunt heruitvinden en mensen in je geloven, zie je de wereld op een andere manier. Ik beschouw mezelf wel als een atypische regisseur. Hoewel SOLA SOLETTA een persoonlijk project is, vind ik het cruciaal

Vonk is ons meerstemmig platform voor artistiek experiment. 22

En andere verhalen? Absoluut. Ik verwacht veel van een nieuwe generatie makers die volop onderzoekt wat ze ze bewondert in opera, en die het genre tegelijkertijd van binnenuit hervormt. Er zijn grenzen aan wat je kunt bereiken door het ijzeren repertoire in een nieuw jasje te steken. Het ‘museum’ staat er, en is van onschatbare waarde. Maar nu moeten we kijken hoeveel mensen er binnen kunnen, welke verhalen we er willen vertellen, en hoe we de collectie kunnen uitbreiden. Alleen op die manier kan opera echt voortleven.

SOLA SOLETTA OPERA GENT  18 en 19 mei 23


© Annemie Augustijns

OBV MAGAZINE 8

CHE GELIDA MANINA

SLEUTELMOMENT ‘CHE GELIDA MANINA’ UIT LA BOHÈME door Tom Swaak

‘La bohème is een opera voor iedereen die verliefd is óf voor iedereen die zich nog kan herinneren hoe het was om verliefd te zijn.’ Deze gemeenplaats vergezelt Giacomo Puccini’s opera al bijna sinds de première in 1896. Maar zoals zo vaak met clichés het geval is: er zit wel degelijk waarheid in. Eerst en vooral omvat de verzameling van mensen die verliefd zijn of ooit verliefd geweest zijn (en daar nog iets van weten) nagenoeg iedereen. En als er één opera is die werkelijk iedereen kan behagen, de meest doorgewinterde operafanaat of de onbeschreven nieuwkomer, dan is het La bohème wel. Met de prachtige melodieën, het herkenbare verhaal, de intense levensvreugde en de dramatische afloop nestelt het werk zich al bij een eerste kennismaking diep in je geheugen – om er nooit meer uit weg te gaan. En zoals zo vaak bij opera’s neemt die waardering alleen maar toe naarmate je La bohème vaker hebt gezien. Je ontdekt symbolen in het libretto, verstopte boodschappen van de componist of knipogen van de regisseur. In deze rubriek houden we een van de sleutelmomenten uit dit romantische dramma lirico tegen het licht: de aria ‘Che gelida manina’ (‘Wat een ijskoude hand’). Ga even terug naar je school- of studententijd; of misschien hoef je zover niet eens terug. Is het ooit gebeurd dat je, alleen aan de keukentafel, in bed of aan je bureau, nog een taak moest afmaken of nog moest studeren, terwijl de rest van de wereld al plezier had? En heb je toen, vanuit die eenzaamheid, misschien de stille wens gekoesterd dat iemand je zou komen bevrijden uit die situatie? Dat je grote liefde of een knappe onbekende als bij toverslag in de deuropening zou staan? Het overkomt Rodolfo.

24

25


OPERA

LA BOHÈME

OPERA BALLET VLAANDEREN

Rodolfo is een gelukkige, maar straatarme dichter die samen met zijn artistieke vrienden op een zolderkamer woont. Terwijl zijn kompanen de stad intrekken om kerstavond te vieren, moet hij verkleumd thuis blijven om een deadline te halen. Wanneer hij alleen is en het lege blad hem aanstaart, kondigen fluiten uit het orkest dartelend aan dat er wel eens iets heel anders dan noeste arbeid in de lucht zou kunnen hangen. Zachtjes wordt er op de deur geklopt. Het is Mimì, een ogenschijnlijk verlegen jonge vrouw, verzwakt door een aanslepende longziekte, met haar sleutel in de ene en een uitgedoofde kaars in de andere hand. Rodolfo nodigt haar uit om binnen te komen terwijl het geluid van de strijkers betekenisvol aanzwelt. Het traplopen heeft Mimì van haar kostbare adem beroofd en nadat ze Rodolfo heeft gevraagd om vuur voor haar kaars, valt ze hoestend in zwijm. Onhandig brengt Rodolfo Mimì weer bij zinnen en hij valt als een blok voor haar. Doorgaans volgt nu Rodolfo’s grote versiertruc, maar regisseur Robert Carsen schetst in zijn versie van La bohème met kleine ingrepen een ander plaatje. Bijgekomen maakt Carsens Mimì van een onbewaakt moment gebruik om vlug haar sleutel te verstoppen. Ze vraagt Rodolfo haar vlam te ontsteken en verlaat prompt zijn zolderkamer. Met de dalende zanglijn op zijn afscheidswoorden ‘Buona sera’, laat Puccini er geen misverstand over bestaan: dit is niet de uitkomst die Rodolfo voor ogen had. Maar het is wél de bevestiging waar Mimì op hoopte. Dadelijk keert ze – paniek veinzend – terug, ze is immers haar sleutel kwijt. Rodolfo, die een kans ziet om zich te bewijzen, begint naarstig te zoeken. Voor wie die eerste clou gemist had, laat Carsen Mimì nu stiekem haar eigen kaars uitblazen. Waar in het origineel vervolgens een onverhoedse tochtvlaag opsteekt, neemt ook Carsens Rodolfo het heft nu in eigen handen. Beseffend dat Mimì hem misschien weer verlaat als ze heeft waarvoor ze gekomen is – vuur – blaast Rodolfo wild zijn kaars uit. Hoewel hij haar raffinement mist, denken ze al een beetje hetzelfde. Hoe het ook zij, opeens bevinden de twee dichterlijke zielen zich zoekend bij elkaar in het pikkedonker. Rodolfo vindt de sleutel die hij vinden mocht, kust hem heimelijk en steekt hem weg. Hij tast verder in het duister, vindt Mimì’s hand en – hij blijft een tenor – kan zich niet langer bedwingen om te zingen.

VOORZICHTIG, BIJNA STAMELEND, OP DEZELFDE, HERHAALDE NOOT, BESCHRIJFT HIJ GESCHROKKEN HAAR IJSKOUDE HAND

Voorzichtig, bijna stamelend, op dezelfde, herhaalde noot, beschrijft hij geschrokken haar ijskoude hand: ‘Che gelida manina’. Nog voor Rodolfo goed en wel beseft wat zijn volgende zet moet worden, geeft Puccini hem alvast een duwtje in de juiste richting. (Bijna alle personages in La bohème hebben een eigen motiefje, een muzikale karakterschets die met hen geassocieerd is vanaf het moment dat ze voor het eerst opkomen. In het geval van Rodolfo horen we dit wanneer hij, aan het begin van de opera, voor het eerst aan het woord is en dromerig over de daken uitkijkt.) Bij wijze van muzikale kennismaking laat Puccini hem nu dus ‘Waarom zouden we nog zoeken?’ zingen op een versie van zijn eigen Rodolfo-motief. De poëet voelt de hint van de componist en beseft dat hij zich nog moet voorstellen én een goede indruk moet maken. Hij raapt de moed bijeen en in een dichterlijke, bijna declamatorische stijl komt hij tot zijn openingszin: ‘Ik ben misschien een arme dichter, maar ik bezit een weelde aan mooie ideeën!’ En dan volgt, eindelijk, het moment waarop menig liefhebber heeft gewacht. Zelfverzekerd ontvouwt Rodolfo nu het hoofdthema van zijn aria, zijn glansmoment, op de woorden ‘Mijn kluis [met mooie ideeën] is leeggeroofd door jouw mooie ogen’. Nu hem zijn voorraad aan mooie ingevingen is ontnomen, is het Rodolfo’s beurt om te zwijgen en bevestiging te vragen – na zijn hoge c weliswaar. Mimì antwoordt in haar eigen toonaard met de adembenemende aria ‘Sì, mi chiamano Mimì’ (‘Ja, ze noemen me Mimì’). Niet veel later zingt het koppel een climactisch duet, gebaseerd op het hoofdthema uit Rodolfo’s aria, maar in de toonaard van die van Mimì. Wie nog niet overtuigd was, kan er nu niet meer omheen: Mimì kwam, zag en vond met Rodolfo de echte liefde. Door deze ontloken passie lijkt de zieke Mimì weer helemaal op te leven.

26

VRIENDEN

DAAR ZIJN VRIENDEN VOOR De vzw Vrienden van Opera Ballet Vlaanderen kiest elk jaar een aantal projecten uit die ze een extra financiële injectie wil geven. Dit seizoen zijn dat de herneming van Akram Khans Giselle (25.000 euro), het Jong Ensemble van Opera Ballet Vlaanderen (30.000 euro) en het Vriendengala (30.000 euro). Ook de terugkeer van de geliefde Robert Carsen-productie van La bohème, die hen altijd na aan het hart heeft gelegen, krijgt een stevige 25.000 euro Vriendensteun. Hieronder noemen we graag de namen van zij die daar als Huisvriend, Erevriend of Mecenas extra aan hebben bijgedragen. BESTUUR voorzitter Ria Schellens ondervoorzitter Pol Dewaele bestuur Joris Bulteel, Chris Claessens, Philippe D’heygere, Jo Hageman, Pascale Lauwereys, Isabelle Santens, Peter Vandamme, Leen Vandecruys, Oliver Vandecapelle, Martine Van den Weghe

Vic en Lea Swerts, André en Simone Swings-Cremers, Wilfried en Denise Theunissen-Bruneel, Philippe Thewissen, Bruno Tits, Heiko en Jan Unterstab-Decoene, Hendrik en Maggi Van Damme, Vik en Katrien Vandamme-Van Eeckhoutte, Jos en Lorette Van der Perre-Devriendt, Luc Van Mulders,Walter Van Pottelberge, Leen Vandecruys, Koen en Renilde Vandelanotte-Draulans, Marc Vandijck en Laure Vandersmissen, Yvo Vanlessen, Philippe en Ann VerlindenTimmermans, Cecile Vertommen-Goossens, Frank Vrints, Luc en Marijke Wiertsema, Wouter Wils, Samuel Wynant

COÖRDINATOR Wim Van Bree, Romina De Clopper

HUISVRIENDEN Etienne en Frieda Baert-Baeyens, Gerda Bats, Frederic Bax, Wim Becaus, Rudy en Els Broeckaert-Evers, Evelyne Cambien, François Casier, Jacques Claus, Karel Cleiren en Luc Warrens, Jan Cobbaut, Filip Cocquijt, Jacques en Erna DebraeckeleerMelotte, Deborah Debruyckere, Jozefa De Laet, Mario De Maet, Jos De Meyere, Lucie De Nave, Caroline De Pourcq, Jean Charles De Preter-Caron, Alfred en Paula Derde-Meersschaert, Armand De Roose, Wim De Temmerman, Justus en Helen de VisserBierman, Bart De Wever, Frederik Dossche, Philippe Heerinckx, Frank en Roxane Hublé-De Bodt, Patrick Janssens, Frank en Wendy Judo-Weckhuysen, Anne Kaulen, Marie Laga, Emilienne Lamon, Anne-Marie Lysens, Francis Maere fine arts, Eric en Anne Mattheeuws-Bovy, Nadine Migom-Thienpont, Hilde Pieters, Laurence Poleunis, Muriel Reyserhove en Sigrid Dufraimont, Johan en Frederika Rogiers-Declerck, Germaine Roman, Bart Thiron, Pierre en Trees Thomas-Bontinck, David en Veerle Van Aken - De Mondt, Michèle Van Bogaert, Oliver Vandecappelle en Nick Sablon, Peter en Katrien Vandeputte-Vanden Avenne, Frederick Van Gysegem en Vincent Vandewalle, Ingrid Vanhee, Veerle Van Kerckhoven, André en Riet Van Poeck-Docx, Michel Van Schoor, Chris en Leen Vercammen-Gommers, Catherine Vergote, Paul en Chris Verhaeghe - Clarebout, Fernand Verlinde, Madge Verstraeten, Delphine Verzele, Leo en Nadine VictorGille, Korneel Warlop, Kurt en Greet Wauman-Neirynck, Nathalie Wittemans, en allen die anoniem wensen te blijven.

MECENASSEN Pol en Chris Bamelis, Jan en Nadien De Backer-Calle, Rudi en Viviane De Becker, Marc Franco en Rita Janssen, Mignon Graafland, Jo en Edith Hageman-Vermeiren, Mieke JacobsMulder, Thomas en Nancy Leysen, Johan en Francine Miljoenvan der Linden, Ludo en Ria Schellens, Frans Staals, Gerlyn en Ilse Staals, Simonne Timmermans-De Rop, William en Livine Van de Velde-Van der Wee, Leopold en Mia Van Hool, Valerie en Bernard Van Hool, Peter Vandamme, Axel en May Vervoordt EREVRIENDEN Above Management, Frank en Rita Arts, Knut en Brigitte AuneBuytaert, Monika Barkholt, Francine Bodderez, Jan en Cathérine Bossuyt-De Brouwere, Joris Bulteel en Olivier De Ridder, Cecile Cambien, Agatha Carels, Kathryn Cauwenbergh, Jan en Danielle Cerfontaine-De Meulenaer, Walter Claes, Erik en Sylvie Claessens-Kocken, Chris en Els Claessens-Maldoy, Marc en Annie Corluy-De Smedt, Dirk en Bea De Backer, Jan en Martine Declerck-Van Den Weghe, Joris De Meester, Liane De Meester, Hugo en Christine De Mey-Van Velthoven, Wim De Paepe, Hilde Deplanter, Luc en Rita De Quinnemar, Marie-Paule Derde, Philippe en Christine Detavernier-Verfaille, Pol Dewaele, Magda Deygers, Philippe en Sylvie D’heygere-Vercruysse, Bernard en Lena Dubois, Jean en Ann Dusesoi-de Wilde, Martin Franck, Tom Fret, Maria Goevaers-Der Kinderen, Soufiane Habibi, Maxime en Jeannine Hamers-Dochez, Walter en Anne Hens-Janssens, Marita Heyvaert, Philippe en Kitty Hopchet, Catherine Huyghe, Giovanni en Matthijs Immegeers-Hoekstra, Harold en Nicole KintDe Smet, Sabine Koklenberg, Ilse Krols, Pascale Lauwereys en Peter Langley, Jan en Katelijne Lemmens-Boon, Dirk Maertens, Micky Maes, Patrick en Nadine Maes, Bertrand Mekeirel, JeanPaul en Leona Meulemans-Beliën, Adam Moussaoui, Harold en Eliane Naessens-Neven, Theo Peeters, Charles en Carla PetréHuysmans, Guy en Martine Reyniers, Michel en Katie RobeynsDe Pauw, Agnes Roling, Willy Sansen, Isabelle Santens, Ferry Saris, François en Veronique Saverys-De Hemptinne, Jacobus en Marianne Stuyck-Goossens,

situatie dd. 27 september 2021

Nog geen Vriend? En je wil ook van alle voordelen genieten en die extra schouder zijn waarop we kunnen leunen? Dat kan al vanaf 60 euro. Ontdek onze formules op operaballetvrienden.be 27


MOODBOARD

PHILINE RINNERT

OBV MAGAZINE 8

LIEBESTOD

WORK IN PROGRESS

LIEBESTOD

een opera-archeologisch onderzoek

Wat maakt de Liebestod, het beroemde einde van Richard Wagners Tristan und Isolde, tot hét icoon in de operageschiedenis? Waarin schuilt zijn legendarische status? Wat verklaart de zweem van mystiek rond zijn opvoeringsgeschiedenis? En hoe komt het dat we bij het beluisteren ervan tot op de dag van vandaag nog altijd overmand worden door emoties?

In de vergulde balzaal van het Gentse operahuis, die dienst doet als bühne, wordt het onderzoek op een fascinerende wijze tot leven gebracht, zonder de humor te schuwen. De zangers en performers Elisa Soster, Hauke Heumann en Shlomi Moto Wagner worden bijgestaan door pianist Jef Smits en het Morandi Strijkkwartet dat voor deze gelegenheid uitgebreid wordt tot een quintet. Een bijzondere rol is weggelegd voor een van de grote Vlaamse diva’s uit de tweede helft van de 20e eeuw: Jacqueline Van Quaille.

Op zoek naar een diepgaande analyse over de wijze waarop muziek kan inwerken op de geest en het lichaam van de toehoorder, kozen de Duitse kunstenaars Johannes Müller en Philine Rinnert Wagners beroemde Liebestod als casus. Ze namen talrijke interviews af met zowel beroemde zangers zoals Waltraud Meier als met een reeks geluidswetenschappers, operaprofessionals en operaliefhebbers. In de archieven van de opera’s van Gent en Antwerpen speurden ze naar sporen van lang vergeten Vlaamse opvoeringen. Er werd een grootschalig akoestisch experiment uitgevoerd met een 80-tal Gentenaren, waarvan de resultaten ook een plek krijgen in deze intrigerende muziektheatervoorstelling.

28

Het moodboard op deze en de volgende pagina’s werd samengesteld door Philine Rinnert en geeft een goed beeld van wat zij en Johannes Müller zelf hun ‘opera-archeologisch’ onderzoek noemen. Gefördert im Fonds Doppelpass der Kulturstiftung des Bundes / Funded by the Doppelpass Fund of the German Federal Cultural Foundation

OPERA GENT  12, 13 en 14 januari

29


MOODBOARD

PHILINE RINNERT

OBV MAGAZINE8

LIEBESTOD

31


BOLÉRO / L’HEURE ESPAGNOLE

EEN LES IN NEDERIGHEID

© Marcel Lennartz

OPERA

Voor Boléro / L’Heure espagnole vult de orkestbak zich met de aanstormende talenten van het pas opgerichte Youth Orchestra Flanders. Ze worden gecoacht door ervaren muzikanten, onder wie onze concertmeester Maximilian Lohse. Hij ziet dat zijn ‘werkmateriaal’ van uitstekende kwaliteit is: ‘Dit jeugdorkest kan zich meten met de beste van Europa.’ — door Ilse Degryse

ondersteunt bij een opera. L’Heure espagnole vertelt de belevenissen van een horlogemaker en alle geluiden uit zijn werkkamer worden gespiegeld door het orkest. Ravel was trouwens een fantastische orchestrator, die bijzonder goed wist welke effecten hij bij welke instrumenten moest plaatsen.’ Dat het Youth Orchestra Flanders met L’Heure espagnole een opera brengt, maakt dit project net zo bijzonder. Dat doet geen enkel jeugdorkest in de ons omringende landen. ‘Voor de studenten wordt het een unieke ervaring’, zegt Lohse. ‘Ik speel nu al twintig jaar opera en vind het nog altijd erg spannend. Je moet er steeds op bedacht zijn dat er iets onverwachts kan gebeuren. Een zanger kan een aria wat langzamer of net wat sneller zingen en dan moet je meteen reageren. Ook de samenwerking met de verschillende departementen in het huis is geweldig. Ik hoop echt dat ik mijn liefde voor de opera op de jonge musici kan overbrengen.’

De van oorsprong Duitse Maximilian Lohse weet uit eerste hand hoe bepalend zo’n eerste ervaring in een jeugdorkest kan zijn. ‘Vanaf mijn zestiende zat ik bij een strijkorkest dat jonge muzikanten uit heel Duitsland verenigde’, vertelt hij. ‘Op mijn achttiende was ik daar voor de eerste keer concertmeester, en meteen wist ik: dit is wat ik verder wil studeren! Daarna heb ik vier jaar in de Junge Deutsche Philharmonie gespeeld, voor ik als professioneel muzikant ben begonnen bij de Semperoper Dresden. Ik heb enorm veel geleerd in die periode.’ Wat jonge muzikanten vooral als ervaring meenemen, is leren samenspelen, zegt Lohse. ‘In de opera zien we op audities soms muzikanten die hun instrument weliswaar fantastisch beheersen, maar die nooit hebben geleerd om in groep te werken. Voor een muzikant in een opera-orkest is dat uiterst belangrijk, zelfs nog belangrijker dan in een symfonisch orkest. Wij begeleiden de zangers en de dansers, we zijn dienstbaar aan hen. Je kunt niet zo luid spelen als bij een solo bijvoorbeeld, ook al staat er forte, want dan hoor je de zanger niet meer. Voor dansers is het dan weer erg belangrijk dat ze een stabiel ritme hebben; dat houdt in dat je als muzikant soms je eigen interpretatie moet laten schieten. Spelen in een opera-orkest is in wezen een les in nederigheid. Maar: als het lukt om volstrekt synchroon, in symbiose met de anderen van je instrumentengroep te spelen, geeft dat zo’n enorm gevoel van voldoening.’

De audities voor het Youth Orchestra Flanders verliepen volgens hetzelfde stramien als bij de professionele gezelschappen die samen het Youth Orchestra Flanders vormen, vertelt Lohse nog: ‘We proberen dat echt een voorafspiegeling te laten zijn van hun latere professionele leven en de lat ligt hoog. Je moet van goede huize komen om bij het Youth Orchestra Flanders te mogen spelen. Dit jeugdorkest kan zich zonder meer meten met de beste van Europa.’ Maximilian Lohse coacht alle eerste en tweede violen die aan Boléro / L’Heure espagnole meedoen en dat zijn er een twintigtal. Net als de andere coaches zal hij de hele repetitieweek aanwezig zijn. ‘Het wordt een intense periode, maar het biedt zowel mij als de andere coaches de kans om de volgende generatie mee te vormen. De komende tien jaar zullen we bij Opera Ballet Vlaanderen alvast veel vers bloed nodig hebben en de toekomst ziet er rooskleurig uit.’

Met de Boléro van Maurice Ravel speelt het jeugdorkest een echt repertoirestuk. ‘Het is goed om dat op jonge leeftijd al eens te hebben gespeeld op een podium,’ zegt Lohse, ‘en ook meer dan één keer en te hebben gemerkt hoe dat avond na avond beter wordt, tot je het in de vingers hebt.’ De eenakter L’Heure espagnole, ook van Ravel, is voor velen een ontdekking. ‘Ook voor mij,’ aldus Lohse, ‘ik heb het zelf ook nog nooit gespeeld. Fantastisch is dat de jonge musici met dit werk goed leren hoe de muziek het woord

BOLÉRO / L’HEURE ESPAGNOLE

‘Ik had me grondig voorbereid op de auditie’

Maximilian Lohse is naast concertmeester bij Opera Ballet Vlaanderen docent aan het LUCA Lemmens in Leuven. Een van zijn pupillen daar is An-Sofie Perneel en zij maakt ook deel uit van het Youth Orchestra Flanders. ‘Ik heb meegedaan aan de audities voor het Youth Orchestra Flanders op aanraden van professor Lohse. Volgens hem is de auditie-ervaring op zich al interessant en daar heeft hij gelijk in. Tijdens audities worden telkens dezelfde orkesttrekken opgelegd. Dat zijn fragmenten uit orkestwerken die technisch erg moeilijk zijn en waar je je muzikaal goed in kan tonen. Het was nuttig om die nu alvast al eens te bestuderen. Ik had me grondig voorbereid op de auditie. Wat vooral leuk is aan het Youth Orchestra Flanders is samenspelen met leeftijdsgenoten die dezelfde passie en drijfveer hebben. De sfeer is echt plezant. De kans is ook groot dat we later in hetzelfde domein zullen blijven en elkaar blijven tegenkomen. L’Heure espagnole is de eerste opera die ik ga spelen. Ik kijk er enorm naar uit, vooral door de verschillende artistieke disciplines die erin samenkomen: de muziek, het zingen, de kostuums, het decor, de verlichting enzovoort. Ik weet natuurlijk niet waar ik later terecht kom. Een symfonisch orkest waar de sfeer goed zit lijkt me fijn, maar kamermuziek vind ik ook heel prettig. Dit project biedt me alvast de mogelijkheid om te ontdekken of spelen in een opera-orkest me ligt.’

OPERA GENT  3, 5 en 7 december 32

33

© NN

Het Youth Orchestra Flanders is een gezamenlijk initiatief van Brussels Philharmonic, Antwerp Symphony Orchestra en Opera Ballet Vlaanderen. Het verwelkomt muzikanten tussen 15 en 25 jaar die studeren of wonen in België, via een systeem van audities. Voor Boléro / L’Heure espagnole zullen een zestigtal jonge musici in de bak plaatsnemen.


INTERVIEW

ANNE TERESA DE KEERSMAEKER

ANNE TERESA WOLFGANG

Anne Teresa De Keersmaeker over wat Mozart haar leerde over harmonie — door Wannes Gyselinck / foto’s Filip Van Roe 34

35


INTERVIEW

ANNE TERESA DE KEERSMAEKER

OBV MAGAZINE 8

ANNE TERESA + WOLFGANG

‘Een lichaam kan een vraag stellen’

Opera Ballet Vlaanderen toont dit seizoen twee stukken van Anne Teresa De Keersmaeker op muziek van Mozart: Mozart/Concert Arias, gemaakt in 1992 voor de cour d’honneur van Avignon. De Keersmaeker was toen 32, jong nog, maar toch twee jaar ouder dan Mozart was toen hij stierf. En dan haar bejubelde choreografie op Mozarts Così fan tutte, die ze maakte in 2016 voor de Opéra de Paris. Tussen die twee producties ligt een kwarteeuw, waarin De Keersmaeker stelselmatig haar choreografisch bereik én inzicht in muziek verruimde. ‘Ik schaam me er een beetje voor dit zo te zeggen, maar het is pas tijdens het werken aan Così fan tutte dat ik me voor het eerst écht in harmonie heb verdiept, in hoe het werkt, retorisch en affectief, en hoe ik er als choreograaf principes aan kan ontlenen om de zeggingskracht van mijn bewegingstaal te vergroten. Sindsdien luister ik ook anders naar Bach, werk ik anders met muziek.’

dienden om te tonen wat hij kon. Het waren bewijsstukken, voor audities soms. Sommige aria’s zijn remplacés, vervangen aria’s uit opera’s, bijvoorbeeld omdat ze technisch te moeilijk waren. Vaak schreef hij ze op het lijf van zangers van wie hij erg hield en van wie hij het kunnen – technisch virtuoos, maar ook qua uitdrukkingskracht – wilde inzetten en wellicht ook oprekken.’

‘SINDS M’N WERK MET MOZART LUISTER IK ANDERS, WELLICHT BETER, NAAR BACH’

Choreografie is voor De Keersmaeker het zoeken naar een verhouding tot een muzikale organisatie, zodat alle elementen – het muzikale, het narratieve en de belichaming – op elkaar inwerken. Dat betekent: zoeken naar samenhang en contrapunt, dansen met en soms tegen de muziek, het plaatsen van een autonome bewegingslogica tegenover de wetmatigheden van muziek. Zo is elke voorstelling een dialoog, een strijdgesprek, die ook iets blootlegt over choreografie, over het gebruik van ruimte en tijd.

‘In Così fan tutte, geschreven een jaar voor zijn dood, zie je Mozart op z’n best. Daar komt alles samen: de manier waarop hij met muzikale middelen de complexiteit van de menselijke ziel bevraagt en met veel empathie analyseert is ongezien. Luister bijvoorbeeld naar ‘Soave sia il vento’ uit de eerste akte: de mannen vertrekken zogezegd naar de oorlog en de koppels nemen afscheid. Wat Mozart daar muzikaal doet met een relatief banale tekst, hoe hij een subtekst hoorbaar maakt van weemoed en verdriet omwille van de scheiding, maar misschien ook van het plezier van verlangen. Het laatste woord – desir – valt op een akkoord dat aan alle kanten kraakt. Hij zet net daar de harmonie op spanning, rekt die spanning op, stelt de oplossing uit. Dat is fenomenaal. Je zou het muzikale alchemie kunnen noemen, hoe hij uit tekstueel lood muzikaal goud maakt, het schijnbaar banale verheft tot iets existentieels, bijna transcendents. Of luister naar de aria ‘L’ho perduta, me meschina’ uit Le nozze di Figaro. Dat meisje is haar speld verloren in het gras, dat is het. Maar dat wordt in de handen van Mozart een existentiële meditatie over wat verlies betekent.’

MUZIKALE ALCHEMIE ‘Ik heb een grote fascinatie voor hoe Mozart schrijft voor de menselijke, en dan vooral de vrouwelijke stem. Wellicht heeft Mozart zijn beste werk geschreven voor opera. Het is bekend uit de brieven van zijn vader Leopold dat de jonge Mozart al vanaf zijn tien jaar absoluut een opera wilde schrijven. Op zijn elfde componeerde hij al een intermezzo op een Latijns libretto. Op zijn dertiende was er een eerste opera buffa, en dat gaat zo maar door.’ ‘Je zou kunnen zeggen dat Mozart heel zijn leven alles in het werk heeft gesteld om opera’s te kunnen schrijven. Daar passen ook zijn Concert Aria’s in: losse aria’s – soms bijna mini-opera’s – die 36

gaat uitbeelden. Je gaat in de historische context graven: de gouden eeuw, de eeuw van ambachten, de geometrische figuren die werden gebruikt door de Spaanse ruiterij. Het zijn dezelfde figuren als bij pre-klassieke dansvormen zoals allemandes, en even goed bij zeeslagen en op slagvelden. Ik las over de vriendschap van de jonge Mozart met de arts en astroloog Franz Anton Mesmer, wiens theorie over dierlijk magnetisme (een genezende kracht die alle levende wezens zouden bezitten, red.) een tijd erg populair is geweest.’

GENIAAL, MAAR NIET GEK ‘Er bestaat het beeld van Mozart als geniale gek – daar zal die film van Miloš Forman zeker iets mee te maken hebben. Maar Mozart was allesbehalve gek. Hij was een zeer belezen man, kende Shakespeare en Molière, kreeg een existentiële crisis op het moment dat hij de fuga’s van Bach onder de ogen kreeg. Hij was niet alleen erudiet, maar ook politiek alert. Così is direct beïnvloed door de politieke context. Je moet weten dat Maria Theresia van Oostenrijk zo’n veertig jaar aan de macht is geweest, niet te vergeten, als vrouw. Zij was het die de bomen in het Zoniënwoud heeft geplant, de volksscholen heeft geopend. Haar zoon, Jozef II, onder wiens bewind Mozart werkte, heeft het huwelijksrecht ingrijpend gewijzigd. Vrouwen moesten nu ook hun instemming geven bij een huwelijk. Het is de tijd van de verlichting, de Amerikaanse en Franse revolutie jagen schokgolven door Europa. Mozart zat bij de vrijmetselaars, die ook aansloten bij oude occulte wetenschappen: de rozenkruisers, de alchemie. De opera is te lezen als een verlichtingallegorie, met Alfonso als een Voltaire-achtig figuur die de rede als leidraad neemt en met de vier geliefden een wetenschappelijk-psychologisch experiment opzet, dat in menselijke zin cynisch genoemd kan worden. Tegelijk doet dat experiment denken aan een soort alchemie van de liefde, en gebruikt Mozart de muziek juist om tegenover het cynisme van Alfonso met veel empathie de fijne en ambivalente schakeringen van het menselijke verlangen eer te doen.’

‘JE ZOU HET MUZIKALE ALCHEMIE KUNNEN NOEMEN, HOE MOZART UIT TEKSTUEEL LOOD MUZIKAAL GOUD MAAKT, HET SCHIJNBAAR BANALE VERHEFT TOT IETS EXISTENTIEELS, BIJNA TRANSCENDENTS’

EENHEID, ZELFS OP AFSTAND ‘Als je opera als vertrekpunt neemt, komen er twee dingen samen: muziek en tekst. De dingen worden benoemd, er is een narratief. Daar wilde ik een derde element aan toevoegen: belichaming. Mozart/Concert Arias is een montagewerk. Er is geen coherent verhaal, het gaat meer over motieven en variatie, de liefde in vele schakeringen. Ik heb toen lang in stilte gewerkt. Paradoxaal genoeg moet je soms even de muziek uitschakelen om bronnen te vinden voor bewegingen die weliswaar met de muziek te maken hebben, of eruit vertrekken, zonder dat je één op één de muziek

‘Ik ben begonnen met het samenstellen van koppels, niet noodzakelijk bestaande uit mannen en vrouwen. We werkten met lichte contactpunten: ik geef je een punt, je legt je hoofd daar, je schouder daar, heel licht. Bewegingen werden eerst in koppel gemaakt, en vervolgens uit elkaar getrokken, zodat je correspondenties kreeg op afstand tussen bewegingsmateriaal. Het speelt met de eenheid die kan bestaan tussen twee geliefden, ondanks de afstand, zelfs 37


OBV MAGAZINE 8

ANNE TERESA + WOLFGANG

als die afstand de dood is. Ik werkte dus heel technisch, structureel-formeel ook. Het is het principe van gradual going and leaving – je komt een stukje op, dan keer je terug, je gaat een stukje verder, dan weer terug, en zo verder. Het is dus niet zo dat ik de muziek negeer, maar ook niet dat de dans de muziek te dicht op de voet volgt. Je zoekt inhoudelijke aanknopingspunten, intuïtief of analytisch. Je creëert relaties tussen bewegingsmateriaal en thematiek, allemaal gericht op het vinden van een bewegingsvocabulair en een bewegingslogica die verband houden met, en toch los staan van de muziek. Je brengt die twee samen, zodat ze goed samenwerken, elkaar versterken, zonder dat ze in elkaar oplossen.’

naar boven toe. Kleur en licht waren nooit zo belangrijk als in Così fan tutte: muziek is het creëren van een energetisch veld met trillingen. Niet toevallig gebruiken we vaak kleuren als metafoor om over klank te spreken. Licht en kleur kunnen die energetische ladingen mee benadrukken, of tegenkleuren.’ ‘Mijn duik in dat diepteniveau van de harmonie opende niet alleen letterlijk een nieuwe dimensie, maar heeft me ook veel bijgeleerd over muzikale retoriek. Hoe bepaalde toonaarden en harmonieën correspondeerden met specifieke affecten of gebruikscontexten – militair, ruraal, en zo verder. Over hoe men in de barok een samenhang zag én bespeelde tussen muzikale harmonie en de menselijke ziel. Maar ook hoe je via harmonie, via het spel tussen spanning en ontspanning, een muzikale retoriek opbouwt, met een gecalculeerde impact op het menselijk affect. Het is veelzeggend dat we in muziek én dans spreken over “frases”: zinnen, een taalmetafoor.’

DE ONTDEKKING VAN HARMONIE ‘Met Così fan tutte heb je natuurlijk wél te maken met één totaalstructuur, de grote vorm is daar present. We zitten op het einde van Mozarts leven. Voor het eerst in mijn carrière heb ik toen diepgravend op de harmonie gewerkt, samen met dirigent Philippe Jordan. Muziek bepaalde het kader waarbinnen ik aan tijdsorganisatie deed. Muziek vormde daarin de leidraad. Daartegenover zette ik een logica die het ruimtegebruik vormgaf, via geometrische patronen op de vloer: de cirkel, de zich openende spiraal. In Così ben ik voor het eerst écht met het muzikale diepteniveau bezig geweest, de verticale organisatie van muziek, de harmonie dus. Tegelijk – en misschien is dat geen toeval – heb ik in het ruimtegebruik voor het eerst een derde dimensie gebruikt. Niet slechts organiseerde ik patronen op het grondvlak – 2D dus – maar ik gebruikte voor het eerst ook patronen in verticale zin – 3D – bijvoorbeeld door te werken met diagonalen die vertrekken van de zijkant van het grondvlak

‘Een lichaam is altijd expressief: er is spanning en ontspanning, je bent bezig met mededelingen. Een lichaam kan een vraag stellen. Bewegingen die vooruit gaan of achteruit gaan, de ruimte en de dansers, de ruimte tussen dansers en publiek, hoe je snelheid of traagheid inzet: dat zijn allemaal basisbestanddelen uit een soort lichamelijke grammatica die bepalen wat de impact zal zijn van bewegingen, wat hun affectieve lading is, welke energieën je communiceert. Sinds de Così gebruik ik die inzichten ook als ik met muziek van Bach werk. De koppeling tussen de akkoordwaarde – majeur of mineur – en bewegingsrichting bijvoorbeeld – op majeure akkoorden gaan we voorwaarts, op mineur achterwaarts – heb ik doorgezet in Mitten en de Brandenburgse concerti. Sinds m’n werk met Mozart luister ik anders, wellicht beter, naar Bach.’

‘Bewegingen werden eerst in koppel gemaakt, en vervolgens uit elkaar getrokken. Mozart/Concert Arias speelt met de eenheid die kan bestaan tussen twee geliefden, ondanks de afstand, zelfs als die afstand de dood is’ 39


© Anne Van Aerschot

‘In Così fan tutte is elke danser gekoppeld aan een zanger, maar de dans is nooit didactisch: het is niet de bedoeling de muziek uit te beelden of uit te leggen’ DANSEN IN 3D

EEN TELEFOONTJE MET EEN VOETNOOT

‘In Cosi fan tutte beginnen de dansers in een halve cirkel. Elke danser is weliswaar gekoppeld aan een zanger, maar hun verhouding wisselt de hele tijd: soms zijn de danser een spiegel, soms geven ze subtekst, zijn ze een soort negatief beeld, soms dansen ze becommentariërend, soms verklarend. De dans is nooit didactisch: het is niet de bedoeling om de muziek uit te beelden of uit te leggen. Je wil vermijden dat je choreografie pleonastisch is.’

Na ons gesprek over Mozart heb ik enkele gemiste oproepen van De Keersmaeker. ‘Ik wilde nog iets belangrijks toevoegen’, zegt ze als we elkaar eindelijk te pakken krijgen. ‘Wist je dat harmonie uit het Oud-Grieks komt, van harmozo, een werkwoord dat eigenlijk betekent “iets in elkaar zetten zodat het werkt”, zoals een timmerman die onderdelen in elkaar steekt. Dat is iets heel technisch, helemaal niet in de betekenis waarin wij harmonie gebruiken, als iets waardoor alles in elkaar opgaat. Elementen samenvoegen zodat ze goed samenwerken: dat lijkt me belangrijk voor onze tijd nu. Nee?’

‘De principes van de harmonie, zoals Mozart ze inzette, bepalen wel mee de dans tussen spanning en ontspanning, rust en onrust, beweging en stilstand. En bij Mozart komt er nog iets bij: hoe hij die muzikale retoriek, via harmonie, instrumentaliseert om voortdurend te wisselen tussen het tragische en het komische, het banale en het existentiële. Dat harmonische clair-obscur leidt tot een permanent heen-en-weer tussen aards en hemels, micro en macro. Is de muziek van Bach expliciet op God gericht, bij Mozart is de muziek bovenal menselijk, hoewel niet perse individueel-menselijk. Het gaat over de mensheid, op verschillende schalen: het individu, de mens in relatie tot zijn medemens, tot de mensheid, en tot dat wat groter is dan de mens. De muzikale alchemie van Mozart maakt dat we voortdurend tussen die schalen schakelen. Wat zwaar is wordt licht, en wat licht is zwaar.

COSÌ FAN TUTTE

MOZART / CONCERT ARIAS.

Drie jaar na de bejubelde première in de Parijse Opéra Garnier komt Anne Teresa De Keersmaekers Così fan tutte naar Vlaanderen. In een witte, lege toneelruimte ensceneert de choreograaf haar eigen experiment: een onderzoek naar de chemie tussen zang en beweging.

In 1992 verbluften Anne Teresa De Keersmaeker en Rosas het Festival d’Avignon met hun Mozart / Concert Arias. Vandaag mogen de dansers van Opera Ballet Vlaanderen die choreografische mijlpaal aan hun repertoire toevoegen. OPERA GENT  vanaf 21 juni In het najaar van 2022 ook in Opera Antwerpen

OPERA ANTWERPEN  vanaf 1 februari OPERA GENT  vanaf 23 februari

OPERABRUNCH Altijd al willen weten wat voor rijkdom er schuilgaat onder het oppervlak van Così fan tutte? Lalina Goddard, musicoloog aan de KU Leuven en auteur voor onze nieuwe boekenreeks Operatheek, is dé geknipte persoon om je in te wijden. Tijdens deze operabrunch gidst ze je – samen met o.a. sopraan Elisa Soster van ons Jong Ensemble – door Mozarts vernuftige partituur. OPERA ANTWERPEN  6 februari

40

41


© Gerard Collet

OBV MAGAZINE 8

VOOR EN ACHTER DE SCHERMEN

VOOR /

ACHTER DE SCHERMEN Bij onze voorstellingen schitteren de artiesten op het podium, en ook backstage is een grote equipe in de weer. Graag stellen we onze collega’s aan jullie voor. Dirigent Trevor Pinnock en pianist Pedro Beriso werken samen aan Così fan tutte. Allebei vullen ze de vraagstaart van Proust in.

Trevor Pinnock over Così fan tutte

‘IK VOEL ME ALTIJD GEPRIVILEGIEERD OM DE MUZIEK VAN MOZART TE MOGEN SPELEN’

‘Het is bijzonder opwindend om Così fan tutte in Gent en Antwerpen te kunnen opvoeren, met name ook omdat het zo’n geïnspireerde productie is, waarin Anne Teresa De Keersmaeker elk personage koppelt aan een danser’, vertelt de wereldvermaarde dirigent Trevor Pinnock. ‘Ik voel me altijd geprivilegieerd om de muziek van Mozart te mogen spelen. We zijn de hoeders van zijn muzikale schat, die de kracht heeft om net zo fris tot ons te spreken als in de tijd waarin ze gecomponeerd werd.’ ‘Het libretto van Così heeft in de loop der tijd gemengde reacties uitgelokt en reikt ons punten aan om over na te denken en over in discussie te gaan, maar de muziek van Mozart staat als een huis. Ik vermoed dat hij geïnspireerd was door zijn eigen relatie tot de opmerkelijke zusjes Weber – en hoe hij verliefd werd op Aloysia maar uiteindelijk trouwde met Costanze.’ ‘Pedro Beriso is mijn assistent-dirigent en pianist in deze productie en zijn rol is cruciaal. Hij is als pianist verantwoordelijk voor alle recitatieve delen van de opera, waarin de personages het verhaal ontwikkelen in muzikale dialogen, dit in tegenstelling tot de aria’s. Ik voel me gezegend met zo’n ervaren en sensitieve artiest te kunnen samenwerken. Ik kijk ernaar uit om in de komende maanden met het hele gezelschap én met Anne Teresa aan de slag te gaan. Dit wordt een bijzonder viering van Mozart – zowel in muziek als in dans!’ 43


© Gerard Collet

OBV MAGAZINE 8

VOOR EN ACHTER DE SCHERMEN

© Marcel Lennartz

Trevor Pinnock / dirigent

Pedro Beriso / pianist

1 Wat is jouw idee van volmaakt geluk? Tijd te kunnen doorbrengen met mijn vijfjarige kleinzoon.

1 Wat is jouw definitie van volmaakt geluk? Mijn dagen doorbrengen met goeie vrienden, met goed eten en goeie muziek.

2 Wat is je grootste vrees? De toestand waarin onze planeet zich bevindt.

2 Wat is je grootste vrees? Een leven moeten leiden zonder liefde.

3 Aan welke karaktereigenschap stoor je je het meeste bij jezelf? Een gebrek aan mededogen.

3 Welke karaktertrek van jezelf stoort je het meeste? Soms verlies ik mijn zin voor relativering wanneer ik aan zelfkritiek doe.

4 En bij anderen? Een gebrek aan mededogen.

4 Welke eigenschap stoort je het meest in anderen? Als ze weigeren om op een eerlijke manier naar zichzelf te kijken.

5 Wat is je huidige gemoedstoestand? Ik voel me optimistisch.

5 Wat is je grootste extravagantie? Ik kijk niet op een cent als ik operatickets koop en ga voor goede plaatsen.

6 Welke levende persoon veracht je het meest? Ik betreur soms dingen, ben het weleens oneens, maar veracht nooit mensen.

6 Hoe voel je je op dit moment? Humeurig (ik ben geen ochtendmens…)

7 Welke eigenschap waardeer je het meest in een man? Een vriendelijke aanwezigheid.

7 Welke deugd vind je overroepen? Ik geloof niet in aangeboren talenten.

8 Welke eigenschap waardeer je het meest in een vrouw? Een vriendelijke aanwezigheid.

8 Lieg je weleens? Als het te pijnlijk is om de realiteit te aanvaarden.

9 Wat is de liefde van je leven? Mijn muziek en mijn familie.

9 Is er iets wat je niet leuk vindt aan je uiterlijk? Mijn rebelse haar.

10 Wanneer en waar was je het gelukkigst? Ik was op veel momenten al gelukkig, en op veel plaatsen.

10 Welke eigenschappen waardeer je het meest in een man? Empathie en eerlijkheid.

11 Wat is je meest gekoesterde bezit? Mijn clavecimbel.

11 Welke eigenschappen waardeer je het meest in een vrouw? Eerlijkheid en empathie.

12 Wat lijkt je het absolute existentiële dieptepunt? Jezelf te verliezen.

12 Heb je stopwoordjes die je te veel gebruikt? ‘Quote… unquote.’

13 Wat is je meest uitgesproken karaktertrek? Mijn optimisme.

13 Wie of wat is de liefde van je leven? Geroosterde hazelnoten.

14 Wat waardeer je het meest bij vrienden? Hun nabijheid.

14 Wanneer ben je het gelukkigst? Als mijn kat Elektra zich op mijn schoot nestelt.

15 Wie zijn je favoriete schrijvers? Trollope, Hardy.

15 Welk talent zou je graag hebben? Alles wat met sport te maken heeft.

16 Wat spijt je het meest? Dat de tijd zo snel voorbij gaat.

16 Als je iets aan jezelf zou kunnen veranderen, wat zou dat zijn? Ik ben bij tijden een uitstekende uitsteller…

17 Hoe zou je willen sterven? Op een zachte wijze, in de armen van mijn geliefden.

17 Wat zie je als je grootste verwezenlijking? Dat ik de carrière heb die ik wil in het tempo dat me bevalt.

18 Wat is je motto? Stop, kijk en luister.

18 Als je zou kunnen reïncarneren als een ander persoon… wie zou dat zijn? Ik zou een verbluffende Mae West zijn.

45


© Marcel Lennartz

IN DE LOGE

Sophie Vincent & Jasmien Clinckspoor

Sophie Vincent en Jasmien Clinckspoor geven beiden les op het Sint-Barbaracollege in Gent, dat letterlijk bij de Opera om de hoek ligt. Ze volgden met hun klas in september een workshop en later dit schooljaar staat nog een rondleiding in het Gentse operagebouw op het programma. SOPHIE  Naast Frans geef ik het vak ‘culturele verkenning van Gent’ in het eerste jaar moderne. We zijn omringd door zoveel geschiedenis en culturele rijkdom in de stad en dus gaan we zo veel mogelijk op stap. De Opera is een van onze stopplaatsen. JASMIEN

Ik ben leerkracht Nederlands en geef daarnaast ‘taal en expressie’. Ik kom uit een familie waarin iedereen toneel speelt. Mijn beide grootvaders zaten bij een toneelvereniging, later mijn ouders, ooms en tantes, neven en nichten en ik dus ook. Dat vuur probeer ik door te geven aan mijn leerlingen. We zijn zelf een voorstelling aan het schrijven en de bedoeling is dat die in juni opgevoerd kan worden.

SOPHIE  In mijn vak draait het vooral om goed te leren kijken, om kunstkenmerken te herkennen en om de geschiedenis te leren appreciëren. En als je meer weet, zie je meer. Vorig jaar heb ik met mijn klas al eens een rondleiding gevolgd in de Opera. We begonnen in de grote zaal, waar we goed om ons heen hebben gekeken: naar het plafond, naar de techniek in de zaal... We hebben ook een kijkje genomen achter de schermen en zijn langs geweest bij de naaisters in het atelier. Voor de leerlingen was het een wereld vol verrassingen die openging. JASMIEN

De workshop dit jaar draaide rond zelf gedichten schrijven aan de hand van een soort koelkastpoëzie. Daarna zijn we op zoek gegaan naar leuke manieren om die voor te dragen. In het begin waren veel leerlingen wel een beetje argwanend – ‘poëzie’ klinkt zo zwaar hé. Maar op het einde van de workshop staken ze zelfs hun vinger op om te mogen voordragen en waren ze trots op wat ze hadden geschreven.

SOPHIE  Jonge gasten die poëzie leuk vinden: hoe tof is dat! Ze hadden ook echt mooie gedichten gemaakt, moet ik zeggen. Ik denk dat het hun ook zelfvertrouwen gaf dat ze zo snel tot zulke mooie resultaten kwamen. JASMIEN

Misschien moeten we eens naar een voorstelling ook? Om wat ideetjes op te doen voor ons eigen toneelstuk… Om over na te denken!

Meer info over ons aanbod voor scholen vind je op operaballet.be. Ook als individuele bezoeker kun je in Gent en Antwerpen een rondleiding volgen, telkens in het laatste weekend van de maand.

46

‘Jonge gasten die poëzie leuk vinden: hoe tof is dat!’ 47


© Tim Coppens

OBV MAGAZINE 8

EEN WARME WINTER

KALENDER BOLERO / L’HEURE ESPAGNOLE Zuiderse sferen met componist Maurice Ravel: eerst brengen we zijn Boléro (denk je ook aan de beeptest?), gevolgd door zijn dolkomische opera L’Heure espagnole. Met Youth Orchestra Flanders zit er jong bloed in de orkestbak! OPERA GENT vr 3, di 7 dec om 20:00u / zo 5 dec om 15.00u

© Annemie Augustijns

LA BOHÈME Vergeet Home Alone en The Sound of Music, want La bohème is dé kerstklassieker in de operawereld. Je krijgt een winters verhaal over vier jonge, kunstzinnige levensgenieters en hun liefjes te zien, met Puccini’s betoverende muziek als soundtrack. OPERA ANTWERPEN vr 10, za 11, di 14, do 16, vr 17, di 21, do 23, di 28, do 30 dec om 20:00u / zo 12, zo 19 dec om 15:00u / vr 31 dec om 18:30u OPERA GENT za 8, zo 9, di 11, vr 14, za 15, di 18 jan om 20:00u / zo 16 jan om 15:00u

© Tim Coppens

LIEBESTOD Zodanig verliefd zijn dat je je leven ervoor laat, daarover gaat Tristan und Isolde van Richard Wagner. Isoldes ’liefdesdood’ is een magisch moment in de operageschiedenis. In een reeks speelse performance-installaties kan je zelf de fysieke impact van die muziek ontdekken.

Discover more on www.neuhaus.be

OPERA GENT wo 12, do 13 jan om 20:00u / vr 14 jan om 13:30u (schoolvoorstelling)

49


OPERA BALLET VLAANDEREN

OBV MAGAZINE 8

© Tim Coppens

NOETIC / LE SACRE DU PRINTEMPS Al dansend gaat Opera Ballet Vlaanderen op zoek naar het mens-zijn. Noetic van Sidi Larbi Cherkaoui is een spel tussen structuur en spontaniteit, de opzwepende Sacre toont via virtuoze choreografieën de spanning tussen de massa en het individu. STADSSCHOUWBURG ANTWERPEN vr 21, za 22, wo 26, vr 28, za 29 jan om 20:00u / zo 30 jan om 15:00u OPERA GENT zo 6, di 8, wo 9, vr 11, za 12 feb om 20:00u / zo 13 feb om 15:00u

© Anne Van Aerschot

COSÌ FAN TUTTE Je hoeft niet deel te nemen aan een realityshow om je relatie te testen, want deze komische opera van Mozart zegt genoeg. Met een verleidingsexperiment toont hij dat trouw in de liefde niet bestaat. Danslegende Anne Teresa De Keersmaeker regisseert. OPERA ANTWERPEN di 1, vr 4, di 8, do 10, za 12, zo 13 feb om 19:30u / zo 6 feb om 15:00u OPERA GENT wo 23, vr 25, za 26 feb, vr 4 mrt om 19:30u / zo 6 mrt om 15:00u

ROMÉO ET JULIETTE Je hebt het toneelstuk van Shakespeare en de film met Leonardo DiCaprio, maar bij ons kan je naar het muzikale meesterwerk van Berlioz komen luisteren. Hij schreef zijn Roméo et Juliette voor groot orkest, koor en vocale solisten. DE SINGEL ANTWERPEN do 24 feb om 20:00u MUZIEKCENTRUM DE BIJLOKE GENT zo 27 feb om 15:00u

SAMENSTELLING & REDACTIE Koen Bollen, Maarten Boussery, Ilse Degryse, Wilfried Eetezonne, Wannes Gyselinck, Katherina Lindekens, Helena Mermuys, Tom Swaak, Lotte Suvée, Wim Van Bree EINDREDACTIE Ilse Degryse GRAFISCH ONTWERP Lodewijk Joye COVER © Filip Van Roe BACK COVER © Annemie Augustijns

V.U.: Opera Ballet Vlaanderen, Jan Raes, Van Ertbornstraat 8, 2018 Antwerpen Alle rechthebbenden die menen aan deze uitgave aanspraken te kunnen ontlenen, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever. DRUK Stevens Print Gedrukt op 100% gerecycleerd papier.

met de steun van

hoofdpartner

mediapartners


Giacomo Puccini

‘Robert Carsen is opera’s most reliably excellent director’ THE NEW YORK TIMES OPERA ANTWERPEN & GENT 10.12.2021 – 18.01.2022


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.