Voorproefje van De Derde Generatie

Page 1

Demi van Hutten

DE DERDE GENERATIE De kinderen & kleinkinderen van...


In onze nieuwe rubriek ‘The Third Generation’ laten we derde generatie Indo’s, Molukkers en Papoea’s aan het woord. We duiken in hun leven en praten over het vaderland van hun ouder(s), opa’s en oma’s. Deze week spreken we Leonard Luka (29).

‘Ik voel me een wereldburger’ EVEN VOORSTELLEN Naam: Leonard Luka (echte naam Leonard Busselaar) Leeftijd: 29 Woonplaats: Heemstede Werk: Muzikant, producer en muziekdocent Lievelingseten: Kip sambal

Roots “Bij mij zit het allemaal redelijk verspreid. Mijn opa (vaderskant) is in Brebes, Java geboren. Mijn oma (vaderskant) komt uit Jakarta. Mijn vader is in Makassar geboren, maar op zijn 2e naar Nederland gekomen. Mijn opa (vaderskant) was KNIL-gevangene in Nagasaki. Hij heeft hier ook de atoombom aanschouwd. Na de oorlog is hij met het gezin gelijk naar Nederland vertrokken.” “Mijn oma (moederskant) is in Malang geboren en mijn opa (moederskant) in Ambon. Mijn moeder is daar ook geboren. Zij is pas rond haar 28ste naar Nederland verhuisd. In eerste instantie hebben mijn opa en oma gekozen om in Indonesië te


blijven nadat de oorlog voorbij was, maar na verloop van tijd is mijn oma toch naar Nederland gekomen voor de kinderen. Mijn moeder is naar Nederland vertrokken omdat zij dacht hier een betere toekomst te hebben.” Identiteit “Ik voel me een wereldburger, ik ben echt een mengelmoes. Ondanks dat voel ik mij 100% Indo, Moluks en Nederlands. Dit is niet altijd even makkelijk geweest, ik zat vroeger vaak in een soort driestrijd omdat ik niet goed wist hoe ik met mijn identiteiten moest omgaan. Vooral omdat ik in eerste instantie nog jong was en mij op dat gebied nog verder moest ontwikkelen. Enerzijds ben ik wel een beetje verkaast, maar toch voel ik mij de classic Indo en Molukker. Denk aan het aanpassen aan je omgeving (Indo) en het onwijs trotse gevoel wat betreft je roots (Maluku).” “Als ik terugkijk naar vroeger en naar bijvoorbeeld de verjaardagen is me opgevallen dat het bijeenkomen vanuit de Indo kant van de familie vooral was uit de gezelligheid en het samenzijn. De Maluku kant was ook veel samen, maar hier heerste vaak het gevoel van ‘we stick together’ alsof we elkaar ook een beetje in de gaten hielden.” “Ik ben drie keer in Indonesië geweest en ik voelde daar gelijk een soort verbondenheid, hier kom ik vandaan. Mensen zagen mij daar ook als een local. Als ik dan weer in Nederland ben voel ik mij ontzettend

Europees, dat is vaak wel een struggle geweest. Dit is voor mij ook de basis geweest voor veel van de nummers die ik schrijf: het zoeken naar je identiteit.” Herinneringen “Aan de Indo kant is er veel bekend over het verleden, alles werd gedocumenteerd. Mijn opa gaf ook interviews over zijn tijd in Nederlands-Indië. De Molukse kant van de familie is wat vager. Praten over het verleden werd eigenlijk niet gedaan, waarschijnlijk ook omdat dit te heftig was. Mijn oma was eigenlijk ook een hele mysterieuze vrouw, er was bijna niks over haar te vinden we wisten niet eens hoe oud zij precies was.” “Toen ik klein was kwamen wij heel vaak bij mijn oma (moederskant) zij was echt een hele lieve, maar mystieke vrouw. Ze stond altijd in de keuken te koken, zij was de provider van het eten. Koken was haar lust en haar leven. Als je daarbinnen kwam was het eerste wat je te horen kreeg ‘Heb je al gegeten?’. Ik heb hele warme herinneringen aan die tijd. Oma heeft echt veel meegemaakt in het verleden, maar kon dit heel goed wegstoppen.” Toekomstblik “Ik heb zeker weleens nagedacht over later en hoe ik mijn veelzijdige identiteit kan doorgeven aan mijn nakomelingen. Het is een geval van openheid. Ik wil dat mijn kinderen ieder stukje van hun identiteit kunnen omarmen en er vragen over kunnen stellen als ze dat zouden

willen. Het scheelt ook in deze tijd dat we echt een multiculturele mengeling zitten van identiteiten waardoor er ook geen taboe op heerst om die te uiten. Het is belangrijk dat we iedere achtergrond van familiegeschiedenis respecteren en proberen te begrijpen. In oorlogsverdriet gaat het niet altijd maar om goed of fout, het gaat om het verdriet en het begrip wat daarbij komt kijken.” Wat zou jij nou graag in de PINDAH willen lezen? “Ik zou heel graag de verhalen over de 3e/4e generatie Indo’s/Molukkers willen terugzien. Er is ontzettend veel te vertellen over de geschiedenis van onze opa’s en oma’s, maar de jongere generatie doet ook geweldige dingen om deze roots te eren en het is mooi als die ook een platform blijven krijgen.” Muziek “Begin volgend jaar komt er een nieuwe single uit genaamd ‘Crossfield’ waar ik erg trots op ben. Ik heb het geschreven na een bezoek aan het ereveld Menteng Pulo in Jakarta. Er komt ook een clip bij die gemaakt is door artiest/kunstenaar Tessa Rose Jackson en Irie Wata waarin we heel veel Indonesië verwerken, echt iets om naar uit te kijken!”


In onze nieuwe rubriek ‘The Third Generation’ laten we derde generatie Indo’s, Molukkers en Papoea’s aan het woord. We duiken in hun leven en praten over het vaderland van hun ouder(s), opa’s en oma’s. Deze week spreken we Jane Vermeer (23).

‘Ik ben ook dankbaar voor de cultuur die zij ons hebben meegegeven’ EVEN VOORSTELLEN Naam: Jane Vermeer Leeftijd: 23 Woonplaats: Den Haag Werk: Opleiding Maatschappelijke zorg Lievelingseten: Oma’s bapao of risolles

Roots “Mijn oma en opa (moederskant) komen uit Indonesië. Oma is geboren in, toen der tijd nog, Batavia en mijn opa in Tjiandjoer. Opa en oma hebben elkaar leren kennen in een apotheek. Opa werkte in het magazijn en oma achter de typmachine. Ze hebben toen twee kinderen gekregen, mijn oom en

tante. Zij zijn in 1960 met het gezin naar Nederland gekomen en daar is mijn moeder geboren.” Identiteit “De Indische identiteit maakt echt deel uit van wie ik ben. Ik merk het in mijn


doen en laten dat ik Indo ben, hoe gek dat ook kan klinken. Daarnaast hecht ik ook heel veel waarde aan de geschiedenis van onze opa’s en oma’s en wat zij allemaal hebben meegemaakt destijds. Door hun opofferingen hebben wij het zo goed nu. Ik ben ook dankbaar voor de cultuur die zij ons hebben meegegeven.” “Ik ben de laatste jaren veel meer Indisch gaan koken, heb heel veel foto’s van mijn voorouders en ik slaap nog iedere nacht met een guling. Sinds de afgelopen twee jaar werk ik ook bij de Pasar Malam.” “Toen ik jonger was had ik niet echt door dat ik Indo was. Op school merkte ik het dan wel een beetje omdat ik ook Indo klasgenoten had en we elkaar pinda noemden. Het moment dat ik realiseerde dat zowel mijn moeder en ik er dus niet ‘Nederlands’ uitzagen was door een situatie die er ontstond in onze oude flat. We hadden blijkbaar een buurvrouw die niet weg was van buitenlanders of Indo’s en dat kwam helaas ook tot uiting. Er was een moment dat mijn moeder en ik met de lift wilde gaan en de deuren opensprongen. In de lift stond onze buurvrouw. Mijn moeder trok mij aan mijn capuchon terug en zei ‘Jane, niet instappen!’. Onze buurvrouw begon te gillen tegen ons en riep dat

we terug moesten gaan naar ons eigen eiland. En dat terwijl wij beide gewoon in Nederland zijn geboren.” Herinneringen “Oma is overleden toen ik nog vrij jong was, maar altijd als ik binnenkwam stond ze in de keuken. Ze had een kast met ontzettend veel zelfgemaakte kroepoek. ‘Gaat snoepen, gaat snoepen’ klonk er dan. Opa was wel iets ingetogener en strenger. Als ik iets niet mocht horen dan gingen ze Bahasa praten.” “Nadat mijn opa ziek werd, alzheimer, ging hij erg terug in de tijd en begon hij steeds meer over Indonesië te praten. Daardoor raakte ik er vaker met hem over aan de praat en kon ik ook vragen stellen. Ik hoorde verhalen over zijn jeugd, maar ook over de Jappenkampen. Het vragen was voor mij eigenlijk al te laat omdat oma inmiddels al overleden was en opa niet meer zo helder. Ik merkte wel dat als ik er met hem over sprak, hij erg emotioneel kon worden. Alles kwam naar boven. Je zag ook aan zijn ogen dat hij dan helemaal terugging in de tijd.” “Toen opa en oma overleden vierden wij als familie de 40ste dag. Veertig dagen nadat zij waren overleden vierden wij dat ze naar de hemel waren gegaan. We zijn toen samengekomen met de hele familie bij

mijn tante thuis. We hebben lekker gekookt en herinneringen opgehaald. Dit zijn van die momenten die je nooit meer vergeet.” Toekomstblik “Ik wil heel graag alles wat ik weet doorgeven aan mijn kinderen. Uit eigen ervaring kreeg ik op school maar twee bladzijdes over Nederlands-Indië en dat was het. Het is belangrijk voor onze kinderen om ook onze geschiedenis te weten, vooral om dat school daarin te kort schiet. Ik wil graag het koken, de cultuur en het respect naar oudere doorgeven. Mijn doel is om ook later mijn kinderen zich bewust te maken van hun roots, ik wil niet dat het verloren gaat bij de 3e generatie.” Wat zou jij nou graag in de PINDAH willen lezen? “Wat jullie nu doen met de derde generatie vind ik ontzettend leuk om te lezen. Het is denk ik ook leuk voor de oudere generaties dat zij kunnen lezen hoe wij in onze roots staan. Zo kunnen we elkaar ook beter begrijpen.”


Demi van Hutten (1999) studeert journalistiek aan de Hogeschool in Utrecht, ze hoopt in 2021 af te ronden. In het kader van haar studie begon ze medio 2020 aan een stage bij MIMM, als uitgever ondermeer betrokken bij Pindah* Magazine – de glossy met een NederlandsIndisch tintje. Als snel presenteerde ze een plan om NederlandsIndische kinderen van de ‘Derde generatie’ te portretteren, ze is zelf ook zo’n kind. Het leverde prachtige portretten op waarbij ze zelf de foto’s maakte. Dit boekje ‘De Derde Generatie’ bevat deze portretten en een inleiding. Het is bedoeld voor alle leden van de Eerste, Tweede en Derde Generatie die het Indisch gedachtengoed – de roots - in Nederland in stand willen houden en willen doorgeven.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.