OPZIJ OP LITERATUUR
PRIJS
FEMINISTISCH MAGAZINE 4.0
NR . 5 • 20 18 • 4 6 s t e JA A RG A NG • € 6 ,9 9
ZOMERLEZEN...
AFSCHEID RENATE DORRESTEIN INTERVIEWS MET DE GENOMINEERDEN CORINA KOOLEN HET LITERAIRE PLAFOND UITGEVER MIZZI VAN DER PLUIJM & KARIN SLAUGHTER JAARLIJKS FEESTJE
LANGS DE MEETLAT (BEDROEVEND) ALLE COLLEGES VAN B&W
an der Haar, v a r u a L , in ste enate Dorre eeck, Nina Polak, R N E D NEER I M riet Op de B olande Withuis G O , s r N e E a s t G u DE e Jonge, Charlotte M abi, Etchica Voorn, J Hella d ld, Aya S e v e n ij R s a c Marieke Lu IS...
AR
A N N I W E D EN
OP REPORTAGE LESSEN UIT IJSLAND • DOCHTERS VAN INDIA • HINDOSTAANSE
VROUWEN IN NL • COSTA BRAVA GIRLS OP LEEFTIJD & BOEKENDORP MONTOLIEU
2
OPZI
COLOFON/UITGELICHT
F E M I N I S T I S C H M AG A Z I N E 4 . 0
NR . 5 • 201 8 • 4 6 ste JA A RG A NG • € 6 ,9 9
KLANTENSERVICE Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 42,75 voor 6 nummers. COLOFON Redactieadres Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl
UITGELICHT
Hoofdredacteur Marianne Verhoeven Chef Redactie Marleen Hogendoorn Art Director Emmely Pardon Medewerkers Hadjar Benmiloud, Irene Berbee, Julie Blik,, Asha ten Broeke, Melissa Casu, Corbino, Carin Gaemers, Jolene Groen, Myrthe Hilkens, Nico Hofstra, Felix Huygen, Nina Klaassen, Annemarie Oster, Sander Pardon, De Reismeiden, Irene Schoenmacker, Sheila Sitalsing, Else Tilman, Fieke Tissink, Paul Tolenaar, Lisa Verdegaal, Renate van der Zee Directeur/uitgever Hans van Brussel Distributie Aldipress Druk HaboDaCosta COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever. ABONNEMENTEN Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven, per post Perfect Groep B.V., Inzake OPZIJ, Karel Doormanweg 41, 3115 JD Schiedam. Of per email naar abonnementen@opzij.nl. PERSOONSGEGEVENS We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnementenadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement.
RENATE VAN DER ZEE Journalist en vaste OPZIJredacteur Renate van der Zee is een feministisch baken voor onder andere The Guardian, Margriet, HP/De Tijd en nog veel meer bladen. Zij schreef voor dit nummer over de verborgen strijd binnen de Hindostaanse gemeenschap in Nederland. Een onderwerp dat deze correspondent from the war on women aan het hart gaat.
IRENE SCHOENMACKER Voor dit nummer vloog journaliste Irene Schoenmacker naar IJsland om te kijken of wij nog wat van dit land kunnen leren. “De IJslanders zijn met weinig, en wellicht dat ze daardoor zo open en benaderbaar zijn voor buitenstaanders. Ik was onder de indruk van de hechte gemeenschap, waar mannen en vrouwen veel meer naar elkaar lijken toegegroeid dan in Nederland. Mannen noemen zich zonder schroom feminist. Zo’n term ligt hier toch nog wat gevoelig.” OPZIJ 2018 NR. 5
3
EDITORIAL MARIANNE VERHOEVEN
LEKKER NIVELLEREN
W
at is het toch lekker als de zomer in volle hevigheid eindelijk z’n intrede doet. En natuurlijk: officieel mogen we pas vanaf 22 juni over zomer spreken, maar ik geniet al wat langer van dat zomerse gevoel. Niet alleen omdat ik thuis iemand heb die al op 22 december opgelucht ademhaalt, omdat dan de kortste dag achter de rug is en er steevast wordt geroepen dat ‘de lente is begonnen’. Ik hoop dan nog op schaatstochten op het Slotermeer en meer winters plezier. Maar de zomer begint voor mij altijd op 1 mei. Dat is namelijk de dag dat het openluchtzwembad weer opengaat. Tot eind augustus is dit vijftigmeterbad bij voorkeur ’s morgens vroeg de omgeving waar ik heerlijk wakker word. Jaren geleden ben ik met dit ritueel begonnen. Ik had geen zin om het in m’n eentje te doen, dus belde ik een vriendin een oud-topsporter, die ook wel wat beweging kon gebruiken – en vertelde haar van mijn plan. O, leuk, zei ze. Met wie ga je dat doen? Met jou, zei ik. Ze lachte me toen weg, maar inmiddels zijn we aan ons tigste seizoensabonnement begonnen. Ik ben inmiddels ook mateloos geïntrigeerd door de bijzondere dynamiek van ons zwembad en de bezoekers. Om te beginnen ben ik elk jaar benieuwd – en hoopvol gestemd - of de volledige oude garde weer
4
present is. Want elke morgen om precies zeven uur is er al jaren een flinke groep ouderen die zichzelf goed in vorm houdt met hun dagelijkse zwem(half)uurtje. Aan iedereen die weleens twijfelt aan het nut van bewegen zou ik willen zeggen: werp eens een blik op deze mensen. Meer motivatie kun je niet krijgen. Iedereen zwemt zo zijn of haar baantjes. Ik
De samenstelling van de gevormde colleges van wethouders is van een bedroevend niveau qua gendergelijkheid soms in m’n eentje, dan gaat de tijd een stuk langzamer dan wanneer je al kleppend met een vriendin een uur stukslaat. Fascinerend zijn ook de andere vaste bezoekers. Wij hebben daar soms ook bijnamen voor. Zo is daar de Spetteraar, een van onze favorieten en altijd in voor een praatje, alleen met een erbarmelijke
zwemtechniek. We hebben de Italiaan, de Schreeuwer, we hebben de Schrijver, de beroemde auteur, die we helaas al een seizoen wegens kwakkelende gezondheid moeten missen en wiens vrouwelijke fans nu ook zoekende zijn. Sowieso is de verscheidenheid heerlijk groot: een clubje hoogleraren, middenstanders, studenten, fanatiekelingen en kletsende vriendinnen. En dat allemaal ’s morgens in die zwembroek of dat badpak: er is geen verhullen aan en met nat haar ziet iedereen eruit als een dweil. Er is niets zo nivellerend als een zwembad. Lekker klagend over de temperatuur van het water, of uitroepend dat het zulk heerlijk weer is. Of zich boos makend over de (meestal) mannen, die uitgerust met zwembrilletje en – oh valsspelers – zwemvliezen, waardoor ze wat harder zwemmen dan gemiddeld en van geen wijken willen weten. Want eenmaal in baan x gestart, wanen ze zich de rechtmatige eigenaar van die baan en zwemmen desnoods dwars door je heen. De schatten. Ons zwembad ziet eruit alsof er sinds 1960 niets meer is veranderd, en eh, dat is ook bijna zo. De kleedhokjes zijn tochtig, in de het doucheputje ligt altijd een bos haar en de ouderwetse startblokken krijgen eens in de zoveel jaar een lik keiblauwe of knalgele verf. Dat het nog lang zo mag blijven. Maar dan nu echt de zomer. We hebben er zin in en dat is wel te zien
EDITORIAL MARIANNE VERHOEVEN
aan dit dubbeldikke prachtige zomernummer. Met onder andere de uitslag van de OPZIJ Literatuurprijs, zie daarvoor pagina 51 en volgende. We hebben er een heel literatuurdossier van gemaakt, met onder andere een interview met Corina Koolen, die met haar promotieonderzoek een lans breekt voor vrouwelijke auteurs en de OPZIJ Literatuurprijs dan ook van harte ondersteunt. We hebben alle genomineerde auteurs geïnterviewd. Behalve natuurlijk Renate Dorrestein, die eerder dit jaar helaas is overleden. Met Dagelijks werk heeft ze ons een geweldig geschenk nagelaten, dat iedereen zou moeten lezen. Maar neem vooral ook een aantal van de andere titels mee op vakantie, of lees gewoon op het balkon na een dag werken zo’n prachtexemplaar.
Wij waren na het lezen van al die boeken vooral getroffen door de hoge kwaliteit en diversiteit. Aan de OPZIJ Literatuurprijs is ook een geldbedrag verbonden. We vinden het geweldig en heel erg 4.0 dat Bitmymoney dit mogelijk maakt. Een geldbedrag in de vorm van Bitcoins! Laten we hopen dat de winnares het juiste moment van inwisselen kiest! Minder vrolijk, om niet te zeggen, behoorlijk pissig, werden we van de resultaten van ons onderzoek naar aanleiding van de gemeentelijke verkiezingen. De samenstelling van de gevormde colleges van wethouders is van een bedroevend niveau qua gendergelijkheid. Op een paar uitzonderingen na zijn vrouwen nog steeds zeer zwaar ondervertegenwoordigd. Een streefcijfer van dertig
procent, door de overheid vastgesteld voor grote ondernemingen, wordt gemiddeld genomen in de verste verte nog niet gehaald. Maar ja, zoals mijn grootmoeder vroeger al zei: goed voorbeeld doet goed volgen. Precies, onze eigen minister-president kwam weg met het verhaal dat hij niet voldoende goede vrouwen kon vinden voor zijn kabinet, dus uit die hoek gaat de motivatie voor verbetering niet komen. Die inspiratie kun je wel opdoen in de reportage over IJsland. Of in de reportage over India, waar dankzij het project Odisha’s 100 in sommige streken ook al betere resultaten worden behaald dan in Nederland. Ik wens iedereen een fijne, inspirerende zomer, waar en met wie dan ook, vooral lezend, in OPZIJ of een goed boek. O
In die zwembroek of dat badpak: er is geen verhullen aan en met nat haar ziet iedereen eruit als een dweil OPZIJ 2018 NR. 5
5
INHOUD
40
Maatschappij & Wetenschap 08
SAY WHAT?
11
KOPSTOOT
12
ONZE WERELD Opmerkelijk nieuws
40
REPORTAGE BUITENLAND De dochters van India
82
16
34
10
82
REPORTAGE IJSLAND Paradijs voor vrouwen
88
REPORTAGE BUITENLAND De verborgen strijd van Hindostaanse vrouwen
16
OPEN DOEK HANNE VAN AART
94
EXPOSITIE Costa Brava Girls
20
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT COLLEGES B&W
OPZI
LITERATUUR
6
Mensen
PRIJS
28
34
48
ZUSTERSCHAP YESIM CANDAN VAKVROUW ROSE KELDER iNTERVIEW CORINA KOOLEN
51
OPZIJ LITERATUURPRIJS
76
iNTERVIEW MIZZI VAN DER PLUIJM
9
Eind score 7
6
5
4
3
2
126
MAN OVER VROUWÂ SANDER KOK 1
126
116
INHOUD
76
Kunst & Cultuur 72
KUNSTKIJKER Lezende zussen
104
INTERVIEW KARIN SLAUGHTER
108
BOEKEN
111
BOEKEN TOP 5
112
FILM & TV
114
PODIUM
115
TENTOONSTELLING
116
VAN OPZIJ KATINKA POLDERMAN
120
OP REIS Boekendorp Montolieu
120
104
Columns 05
EDITORIAL
15 19 32 39 93 130
SHEILA SITALSING ANNEMARIE OSTER HADJAR BENMILOUD ASHA TEN BROEKE LISA VERDEGAAL CARIN GAEMERS
14 38 102
OPSCHUIVEN OPVAKANTIE OPHEMELEN
28
NIE UW!
Service 03 81
COLOFON ABONNEE WORDEN OPZIJ 2018 NR. 5
7
SAY WHAT
#PAARSE tuinbroek Op social media wordt veel gereageerd. Vaak waardevol en leerzaam. Soms zo zuur, dat we er de slappe lach van krijgen. Daarom de rubriek: #paarsetuinbroek. Hierbij de opvallendste oprisping van de afgelopen maand.
SAY
WHAT? FLAUW Het WK Voetbal is in volle gang en daar wordt natuurlijk in alle media volop over bericht. Maar deze tienjarige dame is het niet helemaal eens met het gebrek aan berichtgeving over de wedstrijden van de Oranje Leeuwinnen. Haar terechte noodkreet werd afgedrukt in de Volkskrant.
THE Queen 92 jaar and still going strong. Al honderd jaar van de pasteltinten die nu weer in de mode zijn. Zelden iemand gezien die meer stijlvast is dan Elizabeth. We kunnen niet wachten op het volgende seizoen van The Crown. 8
SAY WHAT
6% Vorig jaar is het aantal brandweervrouwen in Nederland met ongeveer zes procent gestegen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Opvallend is dat het percentage nieuwe mannen bleef steken op één procent. Vrouwen blijven ondanks de stijging in de minderheid; met een percentage van negen procent heeft de regio Hollands-Midden de meeste vrouwelijke brandweerlieden.
Pop
FOTO INSTAGRAM @LOSANGELESCONFIDENTIAL
Ellen Brudet kon in haar kindertijd maar geen donkere poppen vinden. Daarom besloot ze die zelf te maken met haar bedrijf Coloured Goodies. Ze maakt poppen van alle kleuren en heeft ook poppen met sproetjes en vitiligo. Want ieder kind moet zich kunnen identificeren met een pop. De Amerikaanse rapper The Game kwam de winkel in Amsterdam tegen en kocht een pop die op supermodel Winnie Harlow lijkt voor zijn dochter.
66-1 Na 66 mannen in het 226-jarige bestaan heeft de New Yorkse beurs een vrouw aan de leiding. Stacey Cunningham werd eind mei benoemd tot nieuwe voorzitter van de New York Stock Exchange. En dat terwijl ze vroeger eigenlijk serveerster wilde worden. Cunningham wordt de belichaming van de fearless girl genoemd. Een tijdje stond er namelijk als protest een beeld van een meisje tegenover de Charging Bull, het bekendste kunstwerk in het New Yorkse beursdistrict. Een krachtige reactie op de dominantie van mannen in de Amerikaanse financiële sector. Fearless girl kreeg onlangs een nieuwe plek: tegenover de poorten van de New York Stock Exchange. Precies, het kantoor van Cunningham dus. OPZIJ 2018 NR. 5
9
SAY WHAT
18%
Zoveel procent groei was er in 2017 ten opzichte van het jaar daarvoor van het aantal vrouwelijke miljardairs. Het totale aantal miljardairs is nu 2754, samen bezitten zij maar liefst 7800 miljard euro.
Super MARVEL! Kamala Khan, het eerste Islamitische karakter van Marvel dat een eigen stripboek heeft gekregen, wordt nu ook de hoofdpersoon van een nieuwe Marvel-film. Volgens filmkenners is deze hoofdrol van grote symbolische waarde en een belangrijke stap voor de representatie van moslims in superheldenfilms. Khan is een Pakistaans-Amerikaanse tiener die opgroeit in New Jersey. Ze is groot fan van de Avengers en ontdekt dat ze de kracht heeft om van gedaantes te wisselen. Ze wordt de superheld Ms. Marvel.
AfBLIJVEN Er moet meer aandacht komen voor vrouwen in het geschiedenisonderwijs, stelt onderwijsminister Van Engelshoven. Het voornemen om in het onderwijs meer aandacht te besteden aan vrouwelijke rolmodellen en diversiteit kwam haar op kritiek te staan van CDA-leider Sybrand Buma. Hij stelt dat de politiek van de inhoud van de canon moet afblijven. Van Engelshoven erkent dit, maar herinnert haar collega ook aan het advies van de commissie (die de canon opstelde – red.) om de canon elke vijf jaar opnieuw te bekijken, want: “Onze geschiedenis is niet te veranderen, maar de manier waarop we kijken naar onze geschiedenis verandert wel.”
De moeder DE VROUW?! ‘De moeder de vrouw’, naar het gedicht van Martinus Nijhoff, wordt het thema van de Boekenweek 2019. Op de bekendmaking van het thema werd met grote verontwaardiging gereageerd. Zo ook door de schrijvers Maartje Wortel en Marjolijn van Heemstra. Zij maakten bekend een alternatief boekenbal te gaan organiseren, dat zal plaatsvinden op dezelfde avond als het reguliere bal. Wortel en Van Heemstra spreken van ‘een nieuw bal om nieuwe tijden te vieren, een feest met vrouwen, mannen, dieren, dingen en alles daartussen.’ 10
KOPSTOOT
Timemanagement by Eric Wiebes OPZIJ 2018 NR. 5
11
ONZE WERELD Ierland De abortuswet in Ierland is versoepeld. Eerst was abortus alleen toegestaan als het leven van de moeder in gevaar was, nu mogen alle Ierse vrouwen een zwangerschap tot twaalf weken afbreken. Er werd een referendum gehouden, 66,4 procent stemde voor een soepelere abortuswet. Premier Leo Varadkar noemde de uitkomst van het referendum ‘het hoogtepunt van een stille revolutie’.
Groot-Brittannië In Groot-Brittannië vierden tienduizenden vrouwen in juni het honderdjarig bestaan van het vrouwenkiesrecht. In steden zoals Londen, Edinburgh, Cardiff en Belfast gingen vrouwen massaal de straten op en droegen ze groen, wit en paars – de kleuren van de suffragettes natuurlijk. In 1918 mochten vrouwen vanaf dertig jaar stemmen als ze een bepaald bezit hadden. En tien jaar later mochten alle vrouwen boven de eenentwintig stemmen, daarmee kregen ze dezelfde rechten als mannen.
Spanje Kijk, zo kan het ook. Het nieuwe Spaanse kabinet bestaat uit meer vrouwen dan mannen. Van de zeventien posten worden er elf door vrouwen bezet. De nieuwe vrouwelijke ministers krijgen onder andere de posten Justitie, Defensie, Onderwijs, Financiën, Economie, Werkgelegenheid en Volksgezondheid. Premier Pedro Sánchez: leert u dat onze Rutte ook even?
VS De badpakkenronde bij de Miss America-verkiezing is verleden tijd. Want de wedstrijd draait niet meer om het beoordelen van de fysieke verschijning van de deelneemsters. Aldus de organisatie van de competitie, die nu volledig uit vrouwen bestaat nadat een e-mail was uitgelekt waarin voormalig Miss America-organisatoren minachtende opmerkingen maakten over huidige en voormalige deelneemsters.
12
Argentinië Argentinië is een stap dichterbij de legalisering van abortus. Het parlement stemde afgelopen maand in met een wetsvoorstel hiervoor, nu moet de Senaat zich er nog over buigen. De huidige wet laat alleen abortus toe als er sprake is van verkrachting of als het leven van de moeder in gevaar is. Naar schatting ondergaan jaarlijks een half miljoen vrouwen in Argentinië een illegale abortus; worden ze betrapt dan kunnen ze tot vier jaar celstraf krijgen.
ONZE WERELD Opmerkelijk nieuws afgelopen maand.
Nederland Defensie krijgt geen vrouwenquotum. Volgens staatssecretaris Barbara Visser kan zo’n streefpercentage verkeerd uitpakken. Lilianne Ploumen (PvdA) vroeg de staatssecretaris na te denken over een quotum omdat te weinig vrouwen zich melden bij Defensie. Momenteel is 9,7 procent van de militairen vrouw, bij topfuncties gaat het om vijf procent. Visser wil met voorlichting vrouwen duidelijk maken dat de drempel voor de krijgsmacht minder hoog is dan dat ze denken.
Iran
FOTO INSTAGRAM @HASSANVAND
In Iran mochten vrouwen tijdens het WK Voetbal voor het eerst in zo’n veertig jaar een voetbalwedstrijd bekijken in het stadion. Tijdens Iran-Spanje konden vrouwen via schermen live naar het duel kijken vanuit het Azadistadion in de hoofdstad. Sinds1979 geldt er een verbod voor vrouwen in voetbalstadions. Het is nog niet bekend of de Iraanse vrouwen meer wedstrijden mogen kijken vanuit de stadions. In april glipten vijf vrouwen verkleed als man een stadion binnen om de wedstrijd van hun club Persepolis te zien.
Saoedi-Arabië Het was vorig jaar groot nieuws: Saoedi-Arabië zou het verbod op autorijden door vrouwen gaan opheffen. Afgelopen 24 juni was het zover. Daartoe ontvingen tien speciaal geselecteerde vrouwen een maand eerder al hun rijbewijs en de komende tijd zullen nog velen volgen. De opheffing van het
verbod is een initiatief van kroonprins Mohammed bin Salman, die zich voorneemt de rol van de islam te matigen en het imago van zijn land te verbeteren. Een rijbewijs wordt door Saoedische vrouwen gezien als een groot goed; zonder rijbewijs zijn zij afhankelijk van het beperkte openbaar vervoer of een (kostbare) chauffeur. OPZIJ 2018 NR. 5
13
OPSCHUIVEN
Het is tijd dat het mannenelftal plaats maakt voor de vrouwen, onze Oranje Leeuwinnen. Vorig jaar wonnen zij al het EK. Dit jaar winnen zij, in tegenstelling tot de mannen, wedstrijd na wedstrijd in de kwalificatie voor het WK. Wij vinden dan ook dat zij alle aandacht verdienen. O 14
COLUMN SHEILA SITALSING Econoom Sheila Sitalsing (50) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.
KONINKLIJKE BAARMOEDERS
M
ijn literaire held is dat heus niet omdat ze als enige vrouw in de geschiedenis tweemaal de Man Booker Prize for Fiction heeft gewonnen. Al kan zoiets mij met trots vervullen, wat snobistische onzin is – alsof ook ik een prijs heb gewonnen voor mijn hoogstaande smaak. Mijn literaire held is dat niet omdat ze een vrouw is, want aan principieel enkel vrouwelijke auteurs lezen, zoals sommigen uit mijn omgeving doen, doe ik niet. Zoveel ijver voor de vrouwenzaak kan ik niet opbrengen. Mijn literaire held is dat omdat ze goede boeken schrijft. Heel erg goede boeken. Omdat ze genadeloos is. Origineel. Subtiel en dubbelzinnig. En omdat ze kan schrijven zoals niemand anders kan. Over een instituut dat door de eeuwen heen vrouwen heeft gereduceerd tot hun vruchtbaarheid. Hilary Mantel won de Booker
voor Wolf Hall en Bring up the Bodies, die beide handelen over Thomas Cromwell, de intrigant aan het hof van Hendrik VIII die uitgroeide tot de machtigste politicus van zijn tijd. Hij ruimde vijanden vakkundig uit de weg, vaak door ze te laten onthoofden, totdat hij zelf met zijn nek op het beulsblok belandde nadat ook hij in ongenade was gevallen bij de koning.
Lichamen waren ze, omhuld met kostbare stoffen Mijn literaire held koos niet voor het vrouwelijke perspectief, zoals vrouwelijke schrijfsters van historische fictie nogal eens doen, vooral wanneer zij schrijven over Henry VIII, de koning die met zes vrouwen trouwde, van wie hij er twee liet onthoofden. Zij schrijven bij voorkeur
over Anne Boleyn, zijn tweede vrouw voor wie hij een breuk met de kerk van Rome over had en op wie hij na drie jaar huwelijk al grondig uitgekeken was. Ze maken er romantische pulp van. Of ze verheffen Anne tot feministisch icoon, een vrijgevochten tiepje dat precies wist wat ze wilde en zich kranig weerde in een mannenwereld. Mijn literaire held houdt daar niet van. Zij beschrijft het zoals het was. Koninginnen waren in de eerste, tweede en derde plaats broedmachines. Met slechts één opdracht: het baren van een jongen. Lichamen waren ze, omhuld met kostbare stoffen. Anne was slim, zegt Mantel, en bekwaam in machtsspelletjes, maar ze werd gewaardeerd om haar lichaamsdelen, niet om haar intellect of haar ziel. Haar baarmoeder stond centraal. En nog steeds, zei mijn literaire held in een prachtige lezing een paar jaar geleden, zijn vrouwen van koningen en troonopvolgers – ook nu nog, in volwassen naties - primair van belang om hun vermogen tot reproductie. Om hun baarmoeders. O OPZIJ 2018 NR. 5
15
OPEN DOEK
Hanne van Aart is met haar 33 jaar de jongste burgemeester van Nederland. Na raadslid en wethouder te zijn geweest, is ze sinds november 2017 burgemeester van Loon op Zand. Een gesprek over het burgemeesterschap, haar familie en stereotypes. 16
DOOR NINA KLAASSEN
D
e vertrouwenscommissie die jou als burgemeester aanstelde, gaf als reden dat ze dachten dat je goed kon verbinden. Zie jij dat zelf ook zo? “Het voordeel is dat ik 33 ben. Ik hoop dat ik met mijn leeftijd in staat ben om jongeren bij de gemeente te betrekken. Ik vind het een grote uitdaging. Ik houd er ook van om met verschillende mensen te praten. Als je daar niet van houdt, dan moet je geen burgemeester worden. Of je nou jong of oud bent, het gaat erom wat je doet als burgemeester en waar je voor staat.” Dus je ziet je leeftijd vooral als een voordeel? “Het is niet iets waarvan ik me heel erg bewust ben. Wat je wel merkt is dat sommige oudere generaties echt stereotypisch kijken naar leeftijd of naar het feit dat je vrouw bent. Ik hoor heel vaak dat mensen verrast zijn als ik als burgemeester ergens kom. ‘Bij een burgemeester had ik toch wel een wat oudere man bedacht,’ zeggen ze weleens. Dat is natuurlijk het beeld van een burgemeester: oud, in pak en met de ambtsketting om. Als het enigszins kan loop ik liever in mijn spijkerbroek en op sneakers. Ik vind het ook heel belangrijk dat er naar je wordt gekeken als mens. Ik heb ook heus weleens meegemaakt dat ik niet serieus werd genomen. Het is niet iets waar ik me heel erg druk om maak. ls dat is hoe jij naar de wereld kijkt, dan hebben we nog een hoop bergen te verzetten.” En diversiteit in Loon op Zand? Zitten er genoeg vrouwen in de gemeenteraad? “Het zijn er nu zes van de negentien. Geen vrouwelijke wethouders, maar wel een vrouwelijke burgemeester en een vrouwelijke griffier. Het mogen er altijd meer zijn. Tegelijkertijd hebben we ook geen Surinamers, Antillianen of Marokkanen in de gemeenteraad. Die ontbreken ook structureel. Diversiteit in zijn algemeenheid moet dus worden aangepakt.”
staan, om het makkelijk te maken voor mensen om met mij in contact te komen.” Je studeerde in Utrecht, was dat een groot verschil met Brabant? “In het tweede jaar van mijn studie ben ik naar Utrecht verhuisd. Ik was twintig en wilde heel graag Brabant uit. Ik vond Utrecht heerlijk en ik ben toen ook lid geworden van de VVD. Op een van de eerste dagen stapte ik op bus 11 naar de Uithof. Bij het uitstappen riep ik ‘Houdoe!’ ten overstaan van een volle bus. Iedereen keek me verbaasd aan. Toen dacht ik wel: oh, dat doen we hier denk ik niet. Ik vond het vooral fijn om in een stad te wonen waar je gewoon mag zijn wie je wilt zijn. Tegelijkertijd vond ik het ook fijn om weer bij mijn ouders in Vlijmen te gaan wonen. Bij de slager kennen ze je en als je dan een keer je portemonnee vergeet, dan komt dat de volgende keer wel weer. Dat zie ik in Utrecht nog niet zo snel gebeuren.” Heb je die liefde voor politiek van huis uit meegekregen? “Mijn ouders zijn ons niet van jongs af aan al heel erg politiek aan het kneden geweest. Maar in een gezin met vier kinderen wil iedereen altijd wel wat vertellen aan tafel. Mijn ouders vonden dat altijd prima, maar zeiden wel dat we dan duidelijk moesten beargumenteren waarom we iets vonden. Alles werd dan besproken. Mijn vader stond op de lijst voor het CDA in 2014, het jaar dat ik wethouder werd. Hij kwam toen helaas net niet in de raad. Ik had het wel heel bijzonder gevonden als we samen in de gemeente actief hadden kunnen zijn.”
‘Het beeld van een burgemeester is: oud, in pak en met de ambtsketting om. Als het enigszins kan loop ik liever in mijn spijkerbroek en op sneakers’
Je bent ook actief op social media. Is dat veranderd sinds je burgemeester bent? “Nee, eigenlijk niet. Ik gebruik vooral Instagram om wat van mezelf te laten zien. Dan gaat het over sporten, kleding en lippenstift. Dat deed ik al voordat ik burgemeester werd en dat is nu niet anders. Ik hoop dat ik daarmee ook kan laten zien dat ik net zoals ieder ander ben en dat ik heel toegankelijk ben. Ik heb ook mijn telefoonnummer op Twitter
Wat vond je familie ervan dat je burgemeester werd? “Ik heb ze vlak voor het einde van de procedure verteld dat ik een van de twee overgebleven kandidaten was. Zij vonden dat superspannend en hartstikke leuk. Ze zijn ook een grote steun. Ik krijg nooit verwijten naar mijn hoofd als ik niet op een verjaardag kan komen of weer eens wat vergeten ben. Bob, mijn verloofde, is supertrots op
OPZIJ 2018 NR. 5
17
OPEN DOEK
me en mijn grote steun en toeverlaat. En zijn dochters, met wie ik een hele goede band heb, zijn heel nieuwsgierig naar wat ik doe. Ik leg ze weleens een casus voor die we binnen de gemeente besproken hebben en dan vraag ik wat ze ervan vinden. Dat leidt altijd weer tot een mooie discussie en wie weet triggert het politiek bewustzijn.” Is je privéleven erg veranderd door je nieuwe taak? “Dat valt eigenlijk wel mee. Ik woon samen met mijn vriend in Gemert, maar we kopen ook een huis in Loon op Zand. We gaan een beetje duo wonen. We wonen erg prettig in Gemert en mijn stiefdochters wonen daar ook. Daarnaast vind ik het ook heel fijn om een plek te hebben waar ik even geen burgemeester ben. Daar maakt het niemand uit welke boodschappen ik doe of hoe ik erbij loop. Ik ben natuurlijk wel erg druk en mijn vriend heeft ook een drukke baan. De overvolle agenda’s moeten niet de overhand krijgen in onze levens. We willen ook wel eens een keertje met z’n allen eten, maar daar moet je dan wel tijd voor maken.” Heb je dan nog wel tijd voor familie en vrienden? “Ik zou wel meer tijd willen maken voor mijn neefjes en mijn familie. Ik merk wel dat op het moment dat het een
mooie vrijdag is, ik graag met mijn neefjes naar de Efteling zou willen. Maar ik kan natuurlijk niet mijn agenda leegvegen. Dat vind ik soms lastig. Maar ik maak wel ruimte om bijvoorbeeld bij mijn moeder op de koffie te gaan als ze jarig is, ook als ik eerst een vergadering heb. Dat zijn niet dingen die je daarvoor moet opofferen. Sommigen zeggen dat je het eerste jaar je sociale leven op een laag pitje moet zetten, omdat je anders je werk niet goed kunt doen. Maar ik geloof niet dat je daar een gelukkiger mens of een betere bestuurder van wordt.” Wat maakt volgens jou dan een goede bestuurder? “Dat je bent wie je bent en dat je je niet anders gaat gedragen omdat je burgemeester bent. Natuurlijk heb je een bepaalde functie en mensen verwachten ook wel een bepaald gedrag van je. Een goede bestuurder ben je als je naar eer en geweten handelt en een authentiek persoon blijft.” Je bent op jonge leeftijd al burgemeester, heb je dan nog verdere ambities? “Voorlopig niet, maar ik sluit niks uit. Ik ben er ontzettend trots op dat ik burgemeester van Loon op Zand mag zijn. Het is de mooiste job die er bestaat. Het voelt niet als werken. Elke keer als ik onderweg ben naar de gemeente, heb ik er zin in.” O
‘Ik gebruik vooral Instagram om wat van mezelf te laten zien. Dan gaat het over sporten, kleding en lippenstift’
18
COLUMN ANNEMARIE OSTER
A
ls deze column, zoals ik aanvankelijk van plan was, over literatuur zou gaan, had ik moeten bekennen dat ik in mijn jonge jaren dweepte met Philip Roth en Vladimir Nabokov. En, een beetje, met Rudy Kousbroek. Fout! Al deze heren blijken male chauvinistic pigs te zijn geweest. In zijn lijvige leerboek Lectures on Literature liet de Russische vlindervanger zich laatdunkend uit over niemand minder dan Jane Austen en zijn Amerikaanse collega zag vrouwen vooral als lustobject! Kousbroek op zijn beurt, prees in zijn nevenfunctie van NRCrecensent het debuut van Vonne van der Meer met dit slappe argument: ‘want de schrijfster ziet er zo lief uit.’ Deze informatie heb ik uit Het sterke geslacht, het onlangs verschenen boek van Herman Stevens die een lans breekt voor vrouwen in de literatuur. En dan te bedenken dat ik destijds, met rode oren verdiept in Lolita en Portnoys Complaint, weinig op had met het mannelijke geslacht. Ik spreek van de swingende jaren zestig waarin iedereen om me heen gelukkig was. Zo niet ik. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat was ik in de weer om mijn opgemaakte hoofd boven water te houden om maar te zwijgen van de rest ’s nachts tussen de lakens. In alle bochten denkbaar wrong ik me om het mijn jeugdige echtgenoot – en na heel veel gepriegel mezelf – naar de zin te maken. Heleen van Royen zat toen nog in haar vaders verrekijker, had geen weet van haar latere capriolen. Wat had ik, was de openhartige schrijfster eerder geboren, niet allemaal kunnen opsteken van haar cri-de-kut! Om terug te komen op die echtgenoot, hij was een intellectueel met heel veel hersens, heel veel testosteron en dito gevoel voor humor. Ook ik was niet achterlijk en maakte grap op grap, maar na de toneelschool vaarwel te hebben gezegd, zat ik op kantoor om
de psychiater te kunnen betalen, slikte de pil, vocht tegen overtollige molligheid, schaamde me voor mijn gebrek aan libido en was op geen enkele wijze op mijn toekomst voorbereid. En zeker niet op dat vervelende heden. Vaak togen mijn man en ik ’s avonds naar Kunstenaarssociëteit De Kring. Daar mocht ik, gezeten aan de ronde tafel (een ereplaats waar doorgaans Harry Mulisch en schaakgrootmeester Hein Donner alleen zichzelf gedoogden) luisteren naar wat de heren te berde brachten. Heel af en toe probeerde ik ook wat te zeggen, maar daar werd óf over heen gepraat óf het gezelschap staarde in opperste verwarring zo’n beetje in mijn richting: “Hé, gaat daar een rood gestift snaveltje open, horen wij vogeltjesgekwinkeleer?”
Ik spreek van de swingende jaren zestig waarin iedereen om me heen gelukkig was. Zo niet ik Meer dan eens verliet ik deurenslaand het etablissement en beende op eigen gelegenheid naar huis. Als mijn levensgezel dan – niet veel later, want de volgende ochtend riep de intellectuele plicht – naast me in bed schoof, had je de poppen aan het dansen. Ruzie. En daarna weer dat eindeloze gegymnastiek. Het is duidelijk, ik was een feministe van het eerste uur! Maar ik vrees dat ik voornamelijk jaloers was. Op mannen en hun vanzelfsprekende aanwezigheid op deze aarde, op hun
FOTO PAUL TOLENAAR
I K, F E M I N I S T E
overzichtelijke leven, bevredigende werk, organische orgasme. Het had weinig gescheeld of ik was al in 1964 het huwelijksbootje uitgestapt, maar dat gebeurde pas in 1965. Want af en toe gloorde er licht aan mijn horizon. Mijn echtgenoot zat in de redactie van het studentenblad Propria Cures, waarin hij het ene briljante artikel na het andere schreef. Tot mijn niet geringe vreugde stelde hij me voor ook eens iets te publiceren, ‘want ik kon zo leuk uit mijn woorden komen.’ Het was mijn eerste column. Een feministisch pamflet dat in dit blad niet had misstaan. Aanleiding: een krantenrecensie van een Deense film over drie echtparen in vakantiehuisjes. (Brrr!) Wat deden die echtparen in die vakantiehuisjes, volgens de – ongetwijfeld mannelijke – recensent. Die gingen ‘met elkaars vrouwen naar bed.’ Ik kan mijn snerpende tekst nergens meer vinden, maar herinner me nog goed de laatste regel van mijn column en met name de drie laatste woorden die, haalde je de spaties weg, mijn mannenhaat bondig samenvatten. De jongens van PC hadden die laatste zin precies zo afgedrukt als ik had voorgeschreven: ‘Na lezing van deze column denkt iedereen natuurlijk: alles wat er uit dit vrouwtje komt en uit haar pen is nijd.’ Vooral de psychiater had schik in deze freudiaanse uitsmijter. O OPZIJ 2018 NR. 5
19
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT
DIEPE
TELEURSTELLING Het is alweer een paar maanden geleden: de gemeenteraadsverkiezingen. Er zijn dan ook al heel wat colleges gevormd en geïnstalleerd. Tijd om de verse colleges aan de feministische meetlat te leggen. Spoiler alert: het resultaat is bedroevend.
D
e Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) houdt op haar site bij in welke gemeenten er nieuwe colleges zijn gevormd en geïnstalleerd. Uit deze gegevens en eigen onderzoek van OPZIJ blijkt dat van de 380 gemeenten in Nederland er op moment van schrijven 309 dit jaar een nieuw college hebben geïnstalleerd of een nieuw college hebben gevormd dat nog geïnstalleerd moet worden. OPZIJ analyseerde van elk van deze gemeenten, en van elk van de grootste veertig gemeenten van Nederland, de samenstelling van het college. Nu de positieve uitwerking van (gender)diversiteit meer dan ooit in de aandacht staat, zal de manvrouwverhouding onder de wethouders wel goed verdeeld zijn, zou je denken. Niet dus. Van de 309 gemeenten zijn in een bedroevend aantal van 103 colleges enkel en alleen mannelijke wethouders te vinden. En echt niet alleen in conservatieve dorpjes. Van de veertig grootste gemeenten
hebben er maar liefst acht geen enkele vrouwelijke wethouder. Ook de man-vrouwverhouding onder de burgemeesters schept geen optimisme: 232 mannen en slechts 83 vrouwen dragen de ambtsketen. Hoe is het gesteld met de genderdiversiteit in de veertig grootste gemeenten van Nederland? De hoofdstad is een aardig voorbeeld, met een acceptabele verdeling van vijf vrouwelijke en drie mannelijke wethouders. Rotterdam heeft nog geen college gevormd. De nummers drie en vierde, Den Haag en Utrecht, stellen teleur. Beide hebben maar één vrouwelijke wethouder en respectievelijk vijf en vier mannen. Van de volledige top veertig is de verdeling slechts bij drie colleges fifty-fifty. Acht gemeenten hebben geen vrouwelijke wethouders. Achttien gemeenten minder dan de helft vrouwen, vijf gemeenten meer dan de helft vrouwen en niet één gemeente heeft alleen vrouwen. Zes colleges zijn nog niet gevormd.
0,3% 9% AANTAL VROUWELIJKE WETHOUDERS IN COLLEGES
11%
33%
Geen Minder dan de helft Helft Meer dan de helft Alleen vrouwen
47%
20
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT
DOOR MARIANNE VERHOEVEN EN ELSE TILMAN
AMSTERDAM (844.947) PvdA-GroenLinks-D66-SP Burgemeester en Wethouders:
DEN HAAG (524.882)
D66-PvdA-CDA-VVD-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
40 GROOTSTE Dit zijn de veertig grootste gemeenten van Nederland. Zes van deze gemeenten hebben nog geen nieuw college gevormd: Rotterdam, Groningen, Almere, Haarlemmermeer, Maastricht en Deventer.
UTRECHT (343.038) GroenLinks-D66-VVD-SP Burgemeester en Wethouders:
EINDHOVEN (226.868) VVD-GroenLinks-PvdA-CDA Burgemeester en Wethouders:
TILBURG (213.804) D66-CDA-GroenLinks-Partijloos Burgemeester en Wethouders:
BREDA (182.304)
NIJMEGEN (173.556) GroenLinks-D66-SP Burgemeester en Wethouders:
ENSCHEDE (158.140)
HAARLEM (159.229)
APELDOORN (160.047) VVD-CDA-D66-Groenlinks-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
D66-CDA-CU-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
VVD-D66-PvdA Burgemeester en Wethouders:
GroenLinks-PvdA-D66-CDA Burgemeester en Wethouders:
ARNHEM (155.699)
GroenLinks-VVD-D66-PvdA Burgemeester en Wethouders:
ASTRID VAN HEUMEN
Managing Partner/Owner Corporate Casting
ZAANSTAD (153.679) VVD-CDA-CU-D66-PvdA-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
AMERSFOORT (154.337) D66-VVD-GroenLinks-CU Burgemeester en Wethouders:
‘Bedroevende cijfers inderdaad. Ik ben er inmiddels wel klaar mee, met deze onzin. De laatste 25 jaar zijn er ruim voldoende hoogopgeleide ambitieuze en talentvolle vrouwen afgestudeerd, die ook nog eens politiek en maatschappelijk betrokken wensen te zijn.’
DEN BOSCH (152.411) VVD-D66-GroenLinks-CDA-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
ZWOLLE (125.548)
CU-GroenLinks-VVD-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
OPZIJ 2018 NR. 5
21
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT
DORDRECHT (118.731)
LEIDEN (123.661)
ZOETERMEER (124.763) VVD-GroenLinks-CDA-D66-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
EDE (113.421)
ALPHEN A/D RIJN (108.915)
CU-CDA-VVD-GroenLinks-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
Lokaal-CDA-GroenLinks Burgemeester en Wethouders:
LEEUWARDEN (108.667) PvdA-CDA-D66-GroenLinks/Lokaal Burgemeester en Wethouders:
WESTLAND (105.632)
EMMEN (107.490) PvdA-Lokaal-CDA Burgemeester en Wethouders:
ALKMAAR (108.373) VVD-D66-GroenLinks-PvdA-CDA Burgemeester en Wethouders:
DELFT (101.381)
VENLO (101.059) Lokaal-SP-PvdA-50Plus-GroenLinks Burgemeester en Wethouders:
SITTARD-GELEEN (93.319)
Lokaal-CDA-CU/SGP-VVD Burgemeester en Wethouders:
CDA-Lokaal-VVD-CU/SGP Burgemeester en Wethouders:
GroenLinks-D66-VVD-PvdA-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
D66-GroenLinks-PvdA Burgemeester en Wethouders:
FRITS HUFFNAGEL
HELMOND (90.602)
GroenLinks-VVD-D66-SP-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
oud-wethouder van Den Haag en Amsterdam en oud-campagneleider van Mark Rutte
‘Het is slecht voor het bestuur van Nederland dat vrouwen niet meer ambitie hebben om wethouder te willen worden. Ik kan ze het wethouderschap bovendien van harte aanraden.’
OSS (90.376)
AMSTELVEEN (89.294)
Lokaal-CDA-VVD Burgemeester en Wethouders:
VVD-D66-PvdA Burgemeester en Wethouders:
HILVERSUM (89.067) Lokaal-D66-VVD-GroenLinks Burgemeester en Wethouders:
SÚDWEST FRYSLÂN (84.158)
NISSEWAARD (85.401) Lokaal-VVD-PvdA Burgemeester en Wethouders:
HEERLEN (87.189) SP-Lokaal-VVD/D66-CDA Burgemeester en Wethouders:
CDA-GroenLinks-VVD-PvdA Burgemeester en Wethouders:
22
Lokaal-GroenLinks-SP-VVD Burgemeester en Wethouders:
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT
FIFTY-FIFTY Van wat ons betreft de ideale verhouding, 50-50, is in slechts dertig van de overige 275 colleges sprake. Oké, natuurlijk is 50-50 niet overal mogelijk. Maar de verhouding neigt opvallend vaak naar meer mannen. In 126 gemeenten zijn er onder de wethouders meer mannen dan vrouwen, waar er in slechts 23 gemeenten meer vrouwen dan mannen zijn. Er zijn 95 colleges zonder vrouwelijke wethouders. En hoeveel colleges zijn er zonder mannelijke wethouders? Een. Ja, echt. Een. In het Brabantse Gemert-Bakel zijn alle vier de wethouders vrouwen, drie van het CDA en een van een lokale partij. De burgemeester is overigens een man. Alleen vrouwen lijkt ons ook niet de bedoeling, maar dat er slechts een gemeente is waarbij dat het geval is, en maar liefst 95 waar alleen mannelijke wethouders zijn, stemt wel tot nadenken.
ALLEEN VROUWELIJKE WETHOUDERS
GEMERT-BAKEL (29.361) CDA-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
DE HELFT VROUWELIJKE WETHOUDERS Appingedam Beverwijk Brummen Duiven Haaren Haren Hellendoorn Houten Koggenland Landsmeer Lansingerland Medemblik Nuenen; Gerwen en Nederwetten Ooststellingwerf
Pijnacker-Nootdorp Renkum Rozendaal Rucphen Schouwen-Duiveland Stadskanaal Stichtse Vecht Terschelling Venray Vlieland Wageningen Weststellingwerf Zutphen Zwijndrecht
MEER DAN DE HELFT VROUWELIJKE WETHOUDERS Assen Berg en Dal Berkelland Blaricum De Ronde Venen Doesburg Gilze en Rijen Heemstede Kaag en Braasem Laarbeek Leidschendam-Voorburg
Lisse Midden-Delfland Mook en Middelaar Nieuwkoop Oldenzaal Steenbergen Voorschoten Waddinxveen Westvoorne Woudenberg
LELYSTAD (76.285)
VVD-Lokaal-PvdA-CU-D66-SP Burgemeester en Wethouders:
RHENEN (19.164) SGP-D66-Lokaal-CU Burgemeester en Wethouders:
SOEST (45.435) Lokaal-VVD-D66-CU/SGP Burgemeester en Wethouders:
OUDER-AMSTEL (13.410) VVD-CDA-D66-GroenLinks Burgemeester en Wethouders:
OPZIJ 2018 NR. 5
23
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT MINDER DAN DE HELFT VROUWELIJKE WETHOUDERS
DE FRYSKE MARREN (51.447)
CDA-Lokaal-VVD Burgemeester en Wethouders:
HENGELO (80.648) D66-SP-VVD-Lokaal Burgemeester en Wethouders:
TWENTERAND (33.906) Lokaal-CU Burgemeester en Wethouders:
TEXEL (13.643)
Lokaal-VVD-GroenLinks Burgemeester en Wethouders:
VEENDAM (27.497) Lokaal-VVD-D66-PvdA Burgemeester en Wethouders:
Aalsmeer Achtkarpselen Alblasserdam Albrandswaard Ameland Asten Baarn Barendrecht Barneveld Beesel Bergeijk Bergen Bergen op Zoom Best Bloemendaal Bodegraven-Reeuwijk Borger-Odoorn Borsele Boxmeer Boxtel Bunschoten Buren Capelle aan den IJssel De Wolden Dinkelland Doetinchem Dongen Dronten Echt-Susteren Elburg Epe Gennep Goes Gooise Meren Gouda Grave Gulpen-Wittem Haaksbergen Hardenberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam
Hattem Heemskerk Heerde Heerhugowaard Heiloo Hellevoetsluis Hillegom Hilversum Hollands Kroon Hoorn Horst aan de Maas Huizen Hulst IJsselstein Kampen Krimpenerwaard Landgraaf Laren Lingewaard Losser Maasdriel Maasgauw Maassluis Meerssen Midden-Drenthe Moerdijk Montferland Neder-Betuwe Nederweert Nieuwegein Noord-Beveland Noordenveld Noordoostpolder Oegstgeest Oirschot Oldambt Oost Gelre Oosterhout Papendrecht Renswoude Rheden
Ridderkerk Rijswijk Roerdalen Roermond Roosendaal Schagen Schiedam Sint-Michielsgestel Sliedrecht Sluis Stedebroec Steenwijkerland Stein Terneuzen Tiel Tubbergen Tynaarlo Tytsjerksteradiel Uden Uithoorn Utrechtse Heuvelrug Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veldhoven Velsen Vlaardingen Vught Waalre Waalwijk Waterland Weert Weesp West Maas en Waal Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winterswijk Zandvoort Zeewolde Zeist
LILIANNE PLOUMEN
Tweede Kamerlid PvdA , woordvoerder Buitenlandse Zaken, Curatieve Zorg, SheDecides
‘Vrij naar premier Rutte: In steden als Amsterdam en Leiden hebben ze echt hun best gedaan. Ze wilden graag meer mannen vinden als wethouder, maar kwaliteit gaf de doorslag… Ik hoop dat andere gemeenten daar een voorbeeld aan nemen, want hoewel er steeds meer vrouwen wethouder zijn, het gaat nog niet snel genoeg. Dus politici van Nederland: begin vandaag al met het werven en enthousiasmeren van vrouwen, want het moet over vier jaar echt beter.’
24
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT
MINISTER INGRID VAN ENGELSHOVEN
Minister van Cultuur, Onderwijs en Wetenschap en portefeuillehouder Emancipatiezaken
‘Slechts 26% van de wethouders is vrouw en ongeveer 100 colleges bestaan uit alleen mannen. Dit is onbegrijpelijk. Hoewel het percentage vrouwelijke wethouders een stijging is ten opzichte van de vorige keer, vind ik 1 op de 4 veel te laag. Het is goed als colleges een afspiegeling zijn van de bevolking, zodat kiezers zich in een college kunnen herkennen en zodat verschillende ervaringen en achtergronden in het college een stem hebben. Een divers samengesteld college heeft gewoon meer kennis van de samenleving dan een college waarin alleen mannen zitten.’
GEEN VROUWELIJKE WETHOUDERS Aa en Hunze Almelo Alphen-Chaam Baarle-Nassau Beek Bernheze Bladel Boekel Borne Brielle Bronckhorst Brunssum Coevorden Cranendonck Cuijk Dalfsen Dantumadiel Delfzijl Deurne Diemen Drechterland Drimmelen Druten Eemnes Eijsden-Margraten Ermelo Etten-Leur Geertruidenberg Geldrop-Mierlo Goeree-Overflakkee
Goirle Gorinchem Halderberge Harlingen Heerenveen Heeze-Leende Hendrik-Ido-Ambacht Heumen Heusden Hilvarenbeek Hof van Twente Hoogeveen Kapelle Landerd Langedijk Leudal Leusden Lochem Loon op Zand Lopik Loppersum Meppel Middelburg Mill en Sint Hubert Montfoort Oisterwijk Ommen Opmeer Opsterland Overbetuwe
Peel en Maas Pekela Putten Reimerswaal Reusel-De Mierden Rijssen-Holten Scherpenzeel Schiermonnikoog Simpelveld Sint Anthonis Smallingerland Someren Son en Breugel Teylingen Tholen Vaals Veenendaal Veere Voerendaal Westerveld Westervoort Wierden Wijchen Woerden Wormerland Zaltbommel Zoeterwoude Zuidplas Zundert Zwartewaterland
KERKRADE (46.627)
Lokaal-PvdA-VVD-CDA Burgemeester en Wethouders:
RAALTE (37.130)
Lokaal-CDA-VVD Burgemeester en Wethouders:
URK (19.567)
Lokaal-SGP-CU Burgemeester en Wethouders:
WOENSDRECHT (21.769) Lokaal-CDA-VVD Burgemeester en Wethouders:
OPZIJ 2018 NR. 5
25
LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT
EINDSCORE MARRY DE GAAY FORTMAN
10
Voorzitter van Stichting Topvrouwen, partner Houthoff, commissaris bij KLM en De Nederlandsche Bank
‘Het is jammer te zien dat vrouwen binnen colleges nog zo dun gezaaid zijn. Dit past niet bij een overheid die zich erop laat voorstaan grotendeels streefcijferproof te zijn en die daarop voor het bedrijfsleven ook daadwerkelijk op toe moet zien. Mannen hebben zich duidelijk beter kunnen profileren dan vrouwen – wat allerminst bewijst dat er weinig geschikte vrouwen te vinden zijn, maar des te meer dat bij beoordeling van kandidaten door een mannelijke bril gekeken wordt. Dat er zo veel colleges zijn zonder enkele vrouwelijke wethouder is simpelweg schadelijk. Dit betekent dat je geen afspiegeling bent van de populatie die je vertegenwoordigt: die bestaat immers grofweg voor de helft uit vrouwen. Ik vraag me af hoe zo’n mannencollege voeling houdt met de groepen die geen stem hebben binnen het college. Zij zullen heel actief op zoek moeten gaan naar dit ondervertegenwoordigde geluid – je kunt je afvragen of dit wel voldoende gebeurt.’
9
8
7 OVERWEGING Teleurstellende resultaten. Meer dan honderd jaar na de verwerving van het passief vrouwenkiesrecht is het ook in gemeentelijke colleges niet gelukt om een mooie gelijkwaardige verhouding man/vrouw te realiseren. Bij lange na niet zelfs. Niet alleen zijn er in veel colleges meer mannen dan vrouwen te vinden, een derde van die colleges heeft zelfs uitsluitend mannelijke wethouders. Bovendien is ook het aantal vrouwelijke burgemeesters belabberd te noemen. Hoog tijd dus dat gemeenten het belang én de kwaliteit van vrouwelijke stemmen in de (lokale) politiek gaan inzien. En zo een afspiegeling worden van de bevolking. Te beginnen met de colleges die nog niet gevormd zijn natuurlijk. Opvallend zijn de verschillen tussen de verschillende politieke partijen wat betreft het benoemde aantal mannen en vrouwen in de diverse colleges. D66 en GroenLinks doen het uitstekend: ze leveren beiden evenveel mannelijke als vrouwelijke wethouders in de grootste gemeenten. VVD en CDA stellen ook in de colleges teleur en leveren in de grootste gemeenten bijna zes keer zoveel mannelijke als vrouwelijke wethouders. Dat premier Mark Rutte zelf het slechte voorbeeld gaf voor zijn kabinet met laffe excuses over niet-te-vinden-vrouwen-met-voldoende-kwaliteit ligt nog vers in het collectieve geheugen en is kennelijk voor veel gemeenten een legitimering geweest voor hun eigen beleid. Maar erger nog: misschien werken dergelijke opmerkingen ook niet heel wervend voor nieuwe vrouwelijke gemeenteraadsleden. Dus lees ons pleidooi voor meer vrouwen in de gemeentepolitiek uit het septembernummer van vorig jaar er nog eens op na. En doe inspiratie op. Niet (meer) te vinden? Kijk op opzij.nl/meervrouwenindegemeentepolitiek. We hebben de komende vier jaar om naar een voldoende op de meetlat toe te werken. 26
6
5
4
33
2
1
Uitgeroepen tot
World’s Best Designed Newspaper
Daarom nu
2 . per week 00
parool.nl/winnaar *Bekijk de actievoorwaarden op parool.nl/winnaar OPZIJ 2018 NR. 5
27
ZUSTERSCHAP
DOOR MARLEEN HOGENDOORN
Bokita! Straatvechter, Bokita en bi-culturele feminist. Zo noemt Yesim Candan (1975) zichzelf. De TurksNederlandse onderneemster won in 2010 de Aletta van Nu Prijs voor haar politieke partij Partij EĂŠn die ze destijds had opgericht. Ze springt op de barricades voor gelijke salarissen en een verbod op te dunne modellen op tv, maar voor de rest moeten we niet zo zeiken.
28
BEELD GREGOR SERVAIS
ZUSTERSCHAP
OPZIJ 2018 NR. 5
29
ZUSTERSCHAP
J
e stuurde me een mailtje waarin je jezelf een Bokita noemde. “Ja, een tijdje geleden zei een man dat ik zijn thee moest zetten. Hij probeerde me op mijn plek te zetten als een grapje. Hij vond dat ik dat als vrouw moest doen, anders was ik geen goede vrouw. Ik kreeg een discussie met hem. Ik ben namelijk opgegroeid met mannelijke energie, allemaal zilverruggen, Bokito’s dus. De opperzilverrug was mijn opa. Hij leidde me op met harde hand. Niet lullen maar poetsen. Ik speelde met jongens op straat en haalde kattenkwaad uit. In mijn doen en laten ben ik mannelijk. Ik zie er dan wel vrouwelijk uit, maar ben een alpha male. Ik voel me prettig bij mannen en ben one of the guys. Stoer, directief en ik kom voor mezelf op. Een Bokita dus. “Ik heb last van vrouwen die zeiken. Over hoeveel vrouwen er aan tafel mogen zitten in een praatprogramma, over of je ’s avonds laat wel naar huis kan rijden in je eentje, over het glazen plafond en over of je het niet rustiger aan moet doen als je heel ambitieus bent. Mannen hebben het daar niet over. Zouden mannen na Pauw gaan zeuren dat er alleen maar vrouwen aan tafel zaten? Nee. Ik denk dan: houd je bek. Ik stoor me daaraan. Ik vind daar niks feministisch aan.” Het glazen plafond is geneuzel? “Het komt me echt m’n neus uit. Kijk, wij kunnen hier parttime werken. In Spanje is dat bijvoorbeeld niet mogelijk. Een vriendin van me woont daar, die werkt fulltime en heeft kinderen. Ze wordt helemaal gek van haar drukke schema, tot tranen aan toe. Dan denk ik: wij hebben het wel goed hier. Ik probeer alles te relativeren in m’n leven. We hebben het echt wel goed hier, dus hou op met dat gezeik.”
werkvloer. Dat is pas belangrijk. Ik heb mijn dochter gestimuleerd om op voetbal te gaan. Ze is keeper bij AFC , de Amsterdamsche Football Club. Ik wil dat voetbalsters meer gaan verdienen, daarvoor ga ik de barricades op. Vrijheid van partnerkeuze is ook belangrijk. Vrouwenbesnijdenis, daar kan ik ook woest om worden. “Ik zag laatst een reclame van H&M op tv, het model in het spotje was gewoon echt een skelet. Ook Zara maakt zich er schuldig aan. Een skelet op primetime. Dat kan toch niet? Op Twitter plaatste ik een foto van Cindy Crawford, een supermodel uit de jaren negentig met mooie vormen. Ik kreeg alle skinny bitches over me heen. Ik heb er een blog over geschreven, ben de discussie aangegaan met H&M en wil nu een burgerinitiatief opzetten zodat dit verboden wordt. Als ik erover praat, word ik gewoon boos. Dat je hele dunne meisjes tentoonstelt en doet alsof dat het schoonheidsideaal is. Ik heb ook een dochter en wil niet dat zij denkt dat dit normaal is. Zoveel jonge meisjes denken dat ze zo dun moeten zijn. Ik doe dit voor de jonge meiden.” Zusterschap dus. “Ja, het raakt me gewoon. Dat je hoort dat meisjes op school hun lunch weggooien om af te vallen. We zijn natuurlijk allemaal onzeker geweest. Maar als anderen dan bepalen hoe we eruit moeten zien. Dat wil ik gewoon niet. “Maar ook als andere vrouwen worden lastiggevallen, dan doe ik daar iets aan. Het is onze verantwoordelijkheid om daar iets aan te doen, voor jezelf en voor anderen. Madeleine Albright zei zo treffend: ‘There is a special place in hell for women who don’t help other women.’ Mannen komen voor elkaar op en houden elkaar de hand boven het hoofd. Dat moeten wij ook doen voor elkaar.”
‘We hebben het echt wel goed hier, dus hou op met dat gezeik’
Heb je dan nooit met het glazen plafond te maken gehad? “Ja, tuurlijk wel. Maar ik relativeer het en ik vecht ervoor. Ik doe er alles voor.” Hoe is dat in Turkije geregeld? “Mijn vriendinnen in Turkije werken fulltime, zes dagen per week. Parttime is een no go en ze hebben hoge functies. Het voordeel is dat daar opa’s en oma’s helpen, scholen zijn tot later open en kinderen worden met de bus opgehaald en gebracht. Als ik aan mijn Turkse vriendinnen vertel hoe mijn leven hier is, dat ik soms omhoog zit als de oppas heeft afgezegd, dat ik dan de kinderen moet ophalen uit school en me suf ren naar de sportverenigingen, zeggen ze: ‘Ah, wat zielig voor jullie.’” Wat vind je geen geneuzel of gezeik? “Ik heb liever een gesprek over gelijke salarissen op de 30
Zie je jezelf als een feminist? “Mijn oma, oma Sultan, zei altijd tegen me: ‘O wee als je afhankelijk van een man gaat zijn! Je gaat succesvol zijn in je werk, je man zal altijd op de tweede plaats komen en laat hem dat voelen!’ Eerst je vrienden, je werk en dan pas komt je man. Een relatie is gewoon een gokspel, je weet niet of dat blijft. Zo ben ik opgevoed. Dat vinden mannen wel moeilijk aan mij, ik ben een vrijheidsvogel. Ik ben totaal niet afhankelijk. “Je jeugd bepaalt hoe je in de rest van je leven reageert op zaken. Als ik word aangevallen door mannen, dan maak ik ze met de grond gelijk. Dat doe ik dan echt op z’n mans. Ik wil trots op mezelf zijn. Daarom ging ik naar Universiteit Nyenrode. Ik ben het waard, dat vind ik ook feminisme. Het gaat zo ver dat ik nooit op nummer twee wil staan voor een man. Ik heb altijd tegen mannen in
ZUSTERSCHAP
mijn leven gezegd: ik vecht altijd voor je, of het nou goed of slecht gaat, maar zodra ik het gevoel heb dat jij iemand anders leuk vindt, ben ik weg. Dat is heel belangrijk. Ik mis dit soms wel bij vrouwen en meisjes. Opkomen voor jezelf, in je kracht staan.” Vind je fulltime werken ook een onderdeel van feminisme? “Vroeger had ik een hele grote mond. Ik was het eens met Heleen Mees: fulltime werken moet, parttime werken kan echt niet. Maar je kunt dat niet zeggen als je geen kind hebt. Ik kreeg kinderen. Sindsdien heb ik respect
internationaal zijn dat ze meer wereldburger zijn dan Nederlander. De beeldvorming rondom bi-culturelen bepaalt of ze worden aangenomen bij een sollicitatie. Ik strijd ervoor dat iedereen er mag zijn, ondanks alle verschillen. Diversiteit gaat om verschillen en hoe ga je met elkaar om? Ik schreef een boek hierover, Nederland, word wakker, het gaat erom dat er ook andere perspectieven zijn om naar bepaalde onderwerpen te kijken. Ik kijk niet vanuit de slachtofferrol, maar vanuit kracht. Ik zie biculturaliteit als een verrijking. Het maakt je een rijk persoon. Meer diversiteit zorgt voor meer creativiteit. Zo zou het bedrijfsleven er ook naar moeten kijken. Meestal worden er mensen aangenomen die op het huidige personeel lijken. Je moet daarom je grenzen verbreden. Maar we moeten ook weer niet doorslaan, je mag best ‘Marokkaanse hangjongeren’ of ‘Turkse Nederlanders’ zeggen als het daarover gaat. Ik benader de verschillen op een positieve manier. Let it be. Kansarme immigranten bestaan niet. Als je iedereen inzet voor waar hij of zij goed in is, bestaat er geen kansarm. Gastarbeiders die hiernaartoe zijn gekomen en die zijn gaan werken in fabrieken, die zijn niet kansarm. Die werkten allemaal keihard en hebben een bijdrage geleverd aan de economie van Nederland. We hebben juist de Fatima’s nodig in het bejaardentehuis om onze billen te wassen later. Better be good for them, haha!” O
‘Mannen komen voor elkaar op en houden elkaar de hand boven het hoofd. Dat moeten wij ook doen voor elkaar’ voor iedere moeder: die zwangerschap, die bevalling en ook nog opvoeden. Werken is dan makkelijk. Dus parttime werken kan best. “Maar doe het dan wel op z’n Turks. Daar blijven vrouwen ook thuis voor de kinderen, mannen werken, maar het huis wordt op de naam van de vrouw gezet. Zo leg je je zekerheid vast, want je hebt tachtig procent kans dat hij je toch verlaat voor een jongere vrouw. Je bent gewoon een beetje dom als je thuisblijft, je wordt verlaten en dan helemaal niks hebt: geen huis, geen geld en geen werk.”
Yesim Candan - Nederland, word wakker! €15,95 (Bertram + de Leeuw Uitgevers Bv)
Heb je zelf weleens te maken gehad met discriminatie? “Ik geloof dat het pas gebeurt als je het toe laat. Ik ben verbaal sterk en zelfverzekerd. Ik had vroeger een bijbaantje op het terras in Scheveningen, een kelner zei: Ik vind jou zo leuk, maar andere Turken vind ik niks. Toen heb ik een dienblad naar z’n hoofd gegooid en heeft hij nooit meer iets gezegd. Ik ben zo ad rem, als iemand iets zegt dan pak ik diegene meteen terug. Ik laat het niet toe. Je moet vechten voor je eigen succes. Ik wil de nadruk niet leggen op bi-culturele discriminatie, het gaat erom hoe je ermee omgaat. Als mij dat zou overkomen, ga ik niet in een hoekje zitten. Misschien heb ik het weleens meegemaakt, maar dan zie ik dat niet zo. Het is een mentaliteit, een keuze over hoe je in het leven staat.” Je gebruikt liever de term ‘bi-cultureel’ en niet ‘allochtoon’. “Het woord ‘allochtoon’ is zo negatief, er zit apartheid in. Een Engelsman of Duitser in ons land wordt geen allochtoon genoemd, het zijn alleen de Turken, Marokkanen en Afrikanen die we zo noemen. Iedereen kan zich bi-cultureel voelen. Ik ken Nederlanders die zo OPZIJ 2018 NR. 5
31
COLUMN HADJAR BENMILOUD
FOTO FEMMY WEIJS
Hadjar Benmiloud (28) woonde in Amsterdam, Parijs, Hollywood en... Zutphen en werkt sinds haar vijftiende bij allerlei verschillende kranten, tijdschriften, televisie en radio. Ze studeerde een beetje mediamarketing en een beetje filosofie. In 2016 lanceerde ze Vileine.com: een dagelijks vrijwilligersmedium door ruim honderd activistische en journalistieke stemmen.
K L A A R KOM E N, ZIEN EN OV E RW I N N E N
H
et patriarchaat werd geboren uit slechts één orgasme, of zelfs geen. Het oudste verhaal ter wereld gaat niet over Adam en Eva, maar over Adam en Lillith. Lilith was de originele vrouw vóór Eva. Lillith werd niet uit een rib van Adam maar als het evenbeeld van God geschapen. Ze werd zo ongeveer direct het paradijs uitgeschopt omdat Adam niet aan haar seksuele verlangens kon voldoen. Adam wilde (durfde) niet onderop met zijn fragiele mannelijkheid. Maar Lillith weigerde de missionarispositie in te nemen die voor de clitoris en g-spot natuurlijk weinig doet. Ze claimde haar rechtmatige paradijs, werd verbannen en de rest is geschiedenis. Het mag ons niet verbazen dat Lillith zelf door baardmannen van alle religies uit zoveel mogelijk geschriften is gewist en dat ze later in die ‘heilige’ literatuur terugkeerde als bloeddorstige demon met schubben. De goddelijke les die we hieruit halen, is dat je nooit tegen een vent moet zeggen dat-ie slecht neukt als je geen zin hebt in zijn duivelse toorn. Ik begrijp ergens het protest van feministen in de jaren zeventig wel, die – hetero of niet – dan maar exclusief met elkaar naar bed gingen uit ethische principes. Ik bewonder hun doorzettingsvermogen, zeker gezien hun historische
32
schaamhaar-coupes. Een moderner idee: laten we in plaats van onze seksualiteit te ontkennen, nu Lillith’s nagedachtenis eens proberen te eren met een missie om alleen goede seks te hebben, met volle en luide instemming. Daar komt nogal wat bij kijken, en dan heb ik het niet over vrouwvriendelijke porna of stukken vibrerend gekleurd plastic met veertjes en glitters erop. Deze wereld is ingesteld op het mannelijke genot. We leren om als vrouwen mee te spelen en dat seksuele bevrijding te noemen. Ariel Levy schreef ooit de bestseller Female Chauvinist Pigs over het internaliseren van het beeld van vrouwen als seksuele objecten. Ook voor mij is het herkenbaar dat ik lang alleen van seks kon genieten door de ogen van het genot van mijn bedpartner. Dit schijnt veelvoorkomend te zijn: we leren het niet alleen in porno, maar vooral via de male gaze die in films of tv-series zelfs verkrachtingen vanuit lustvol daderperspectief filmt (Game of Thrones) of ons via de mannen in ons leven die zo gekoesterde bevestiging geeft. Nadat we knettergek zijn geworden door alle onzekerheden waar de miljoenenindustrie tegen vrouwelijke schoonheid ons mee heeft opgezadeld via cultuurdoordrenkende glossy-propaganda. Zelfs voorbij de vreselijke realiteit van zulk veelvoorkomend seksueel geweld en intimidatie dat vrouwen zich over
hun seksualiteit puur vanuit overlevingsperspectief al niet veilig voelen of volledig afgestompt zich continu afwerend door een zee van opdringerige lullen moeten vechten, zit onze sensualiteit gekooid in gouden valse beloftes. Wat blinkt is de schijn van allang overwonnen vrijheid, terwijl de meeste vrouwen pas vanaf hun dertigste hun eigen verlangens durven te verkennen en ontwikkelen in bed. Zelfs naakt in bed met de ideale partner is vrouwelijke erotiek niet zomaar vrij, tot je na ontelbare slechte ervaringen gaat onderzoeken wat je wél wilt. Dit werd jarenlang een ‘late biologische seksuele piek’ genoemd. Ik geloof daar niet in. Wel dat het vrouwen gemiddeld twaalf jaar langer dan mannen kost hun lichaam te ervaren, omdat ze tot die tijd alleen maar bezig zijn met presteren in een mannelijke seksuele arena en de aangeleerde performance of femininity. En hoewel we ogenschijnlijk grotere problemen op te lossen hebben dan het gebrek aan geweldige seks, kunnen we dat misschien alleen als onze oerwil in hetzelfde tempo emancipeert. Immers: ‘alles in de wereld draait om seks, behalve seks. Seks draait om macht.’ En: ‘het persoonlijke is politiek.’ De machtsverhouding tussen ons seksleven en dat van mannen is zoals een gemiddelde Hollywoodfilm, met de vrouw in inwisselbare bijrol, slechts bedoeld om de mannelijke hoofdpersoon zich te laten ontwikkelen. Het is tijd om de stand van ons bedleven opnieuw op te maken. Want hoewel niets persoonlijker is dan sidderen van verlangen, worden onze verlangens in bed collectief niet echt vervuld. De aandacht die dit onderwerp krijgt is weinig opwindend. De laatste keer dat een vriendin me iets vertelde over het probleem van vrouwelijk genot centraal durven stellen in bed, ging het over het etnisch profileren van mogelijke sekspartners: Hindostaanse
COLUMN HADJAR BENMILOUD
mannen zouden om wat voor opvoedingsgerelateerde redenen dan ook bovengemiddeld vaker opgewonden worden van ‘vrouwen eren’ in plaats van ‘onderdrukken in bed’ waarmee dus makkelijker functionele seks kon worden bereikt waarbij je gewoon allebei steeds hitsiger wordt van elkáár. Dit is bijna te erg om op te schrijven; vind je het gek dat we er nauwelijks over praten. We zijn allemaal slecht opgevoed. Zelfs in Sex & the fucking City ondergaat Carrie pijnlijke konijnenseks waar ze niet echt mee instemt om het maar sneller voorbij te laten zijn, en draait alles uiteindelijk toch om het veroveren van mannen. Blijkbaar is seksualiteit vanuit het vrouwelijke perspectief zo onderbelicht dat een simpel seksdagboek van Heleen van Royen in 2018 als revolutionair wordt gepresenteerd. Veelzeggend ook waren de onbedoeld satirische opmerkingen van Germaine Greer laatst. Ze werd het middelpunt van chocoladekoppen-ophef door haar op zijn zachtst gezegd ongelukkig geformuleerde opmerkingen over #MeToo: ‘we moeten ophouden met onze fixatie op brute verkrachters, want slechte seks is het echte probleem.’ Hoewel haar opmerkingen in het anti-#MeToo MeToo klimaat ten onrechte werden gereduceerd tot de stelling dat verkrachtingen geen probleem zijn, getuigt het van toondoofheid dat ze slechte seks gelijkstelt aan levensverwoestend en alomtegenwoordig seksueel geweld. Als je een van de paar vrouwen bent die slachtoffer wordt van seksueel geweld en er geen letsel aan overhoudt, is een al dan niet sluimerend posttraumatisch stresssyndroom een tikkende tijdbom in je geest én lichaam. De misgeslagen plank van Germaine Greer leek wel een parodie op al die zogenaamd stoere bekende vrouwen die tegen #MeToo MeToo tekeergingen, en was hoogst ironisch omdat juist Germaine Greer in haar
feministische klassiekers De hele vrouw en De vrouw als eunuch het vrouwbeeld met veel rake en genuanceerde woorden ons gefragmenteerde vrouwbeeld weer bij elkaar schreef. Ze werd zelf op haar achttiende verkracht, en nu deed ze haar best om het gewelddadige aspect van seksueel geweld weg te poetsen door zichzelf er zogenaamd boven te verheffen. “All your faves are problematic.” Germaine Greer had met haar terechte pleidooi voor goede seks niet moeten vallen voor het bagatelliseren van seksueel geweld, maar juist moeten doordenken over de samenhang. De bekende piramide van geweld tegen vrouwen – zie hieronder – laat zien hoe culturele patronen van machtsmisbruik op elk niveau met elkaar samenhangen. Je ziet in deze bekende figuur dat de subtiele gewoonten van een groep de gruwelijke excessen van individuen mogelijk dragen. Je ziet ook dat het fundament van de geweldpiramide is gebouwd op het uitsluiten en ontkennen van de vrijheid van anderen. Maar ik denk zelf na de openlijke verwarring van Greer dat we misschien allemaal de kelder van deze piramide over het hoofd zien. Onder de piramide gaapt het onderbewuste,
waarin de ruimte voor onze individuele ontwikkeling zielen maakt en breekt. In de kelder van de geweldspiramide worden onze gedachten en verlangens uit het daglicht gehouden, totdat we ze zelf vergeten. Vanuit het zonnige Californië is de laatste jaren een razend populaire sex-positive beweging de wereld aan het overnemen via vrouwen en hetero mannen. Orgasmic Meditation draait om het hervinden van de vrouwelijke seksuele beleving en wordt zelfs door hyperalpha-productiviteitsgoeroe Tim Feriss (The 4-Hour Workweek) als levensstijl aangehangen. Logisch, omdat slimme en efficiënte mannen echt eens moeten leren dat ontketende vrije vrouwelijke geilheid veel overweldigender is dan alles wat ze zelf bij elkaar weten te grommen of denken te willen zien in een pornofilm. OM gebruikt doodsimpele (en googlebare) technieken om het vrouwenlichaam weer zo hypergevoelig, hitsig en vooral vrij te krijgen als het volgens Lillith bedoeld was. Tijdens de onlangs afgelopen Masturbation Month werden onder feministen driftig statistieken gedeeld over de enorme orgasmekloof en het stigma op vingeren waar een man bij is. Al die misverstanden rondom de stereotypen van ‘actieve’ mannelijke en ‘passieve’ vrouwelijke seksualiteit zorgen ook zeker niet alleen bij hetero’s of vrouwen voor problemen. Onder homo’s is het een bekend fenomeen dat seksuele intimidatie en geweld onderling veel te vaak wordt genormaliseerd, want wie niet altijd geil is, is geen echte man. En onder lesbische vrouwen wordt vaak gesproken over remedies tegen een seksdip in je relatie, omdat beide partners geprogrammeerd zijn om hun seksuele verlangens reactief te ervaren in plaats van actief... en er moet toch iemand beginnen. Laten wij allemaal beginnen en niet stoppen het vuur in onze lendenen aan te wakkeren. Ondanks alle aardse zaken die onze aandacht vragen moeten we niet vergeten: goede en slechte seks zijn zaken van leven en dood, hemel en hel. O OPZIJ 2018 NR. 5
33
VAKVROUW ROSE KELDER IN 153 WOORDEN WERKT ergens tussen de veertig en vijftig uur per week, het kan nogal fluctueren. VERDIENT als kapper goed, als ondernemer ken ik goede en minder goede jaren. Soms moeten er flinke investeringen gedaan worden, en dan maak ik pas op de plaats. Momenteel gaat het gelukkig goed. BETAALT DAARVAN van alles. Mijn man en ik delen alle kosten. We hebben één rekening, geen gezeur. We hebben een samengesteld gezin met allebei nog wat verplichtingen uit het
34
verleden. Maar over geld hebben we nog nooit een probleem gehad. En als het op is, is het op. MOEILIJK MOMENT IN CARRIÈRE dat was het moment dat ik erachter kwam dat ik de verkeerde mensen had vertrouwd. PRESTATIE dat ik een leuke en leerzame werkplek heb gecreëerd, niet alleen voor mezelf maar ook voor een heleboel andere mensen. DROOM om ooit nog een keer iets totaal anders te beginnen. Ik heb alleen nog geen idee wat.
DOOR NICO HOFSTRA BEELD JULIE BLIK
R
ose Kelder (47) is eigenaar van Sjenkels Leiden, onderdeel van een keten kapperszaken, of liever gezegd, haarsalons in onder andere Leiden, Den Haag, Delft en Amsterdam. Maar belangrijker: zij is de oprichtster van The Hair Academy, het eigen opleidingsinstituut. Bij Sjenkels werken alleen zelf opgeleide mannen en vrouwen. Die bovendien continu worden bijgespijkerd over de laatste technieken en trends. En met succes, want Bianca van Zwieten van de vestiging aan de Amsterdamse Van Baerlestraat, won er dit jaar de titel Hairdresser of the Year mee.
ROSE KELDER EIGENAAR VAN SJENKELS EN OPLEIDINGSINSTITUUT THE HAIR ACADEMY
VAKVROUW
Rose Kelder, geboren in Dordrecht in 1970, groeide op in Rotterdam, en dat kun je aan haar tongval nog horen. Een jeugd, die mede door zeer matige schoolprestaties niet altijd even prettig was. Ze was, zoals ze het zelf inmiddels lachend omschrijft ‘een creatieve dromer’. Het waren de jaren waarin nog weinig aandacht was voor het waarom van slechte schoolprestaties, dus de simpele constatering dat ze niet mee kon komen deed haar belanden in het speciaal onderwijs. “Daar zeiden ze me: ‘Ga jij maar lekker tekenen, want dat kun je zo goed.’ En ze lieten me verder in m’n sop gaarkoken.” Dat was bepaald niet makkelijk. “Er waren zelfs kinderen bij ons uit de buurt die niet met me mochten spelen, alsof slechte schoolprestaties besmettelijk zijn! Maar dankzij een verhuizing kwam ik op een andere school terecht. Weliswaar nog steeds speciaal onderwijs, maar daar kreeg ik een leraar die me echt omarmd heeft en die wel mijn mogelijkheden zag. Dyslexie was toen nog onbekend, in ieder geval op de scholen waar ik op zat. Die leraar heette meester Nobel, what’s in a name?” lacht ze. “Dankzij hem, maar ook dankzij mijn ouders die altijd in me hebben geloofd, heb ik mijn drive gevonden. Ik heb zelf altijd het gevoel gehad dat mijn hele ik daar is begonnen en dat ik toen een soort bewijsdrang kreeg van: wacht maar. Als ik daaraan terugdenk, word ik nog steeds emotioneel. Hoe belangrijk is het dat je zulke mensen om je heen hebt. Je moet het uiteindelijk wel zelf doen, maar als er niemand in je gelooft, dan moet het wel van ver komen.”
‘Je moet het uiteindelijk wel zelf doen, maar als er niemand in je gelooft, dan moet het wel van ver komen’ Met heel veel extra lessen en huiswerk maakte ze uiteindelijk de mavo af, maar omdat de onderliggende oorzaak van haar mindere schoolprestaties niet werd onderkend, bleef leren een struggle. “Het heeft zeker bepaald waar ik dacht dat mijn mogelijkheden lagen. Leren bleef een dingetje. Dus ik dacht: ik ga naar de kappersschool, het leerlingenstelsel in. Hoewel een handvaardigheidsleraar daar nog verandering in probeerde te brengen. Hij vond ook dat ik iets met m’n handen moest doen, maar dan als decorontwerper ofzo. Leuk geprobeerd, maar omdat dat een particuliere opleiding was die m’n ouders niet konden betalen, werd het toch de kappersschool. Ik dacht: ik word kapper, OPZIJ 2018 NR. 5
35
VAKVROUW
maar dan wel een hele goede. En ehh, ja inderdaad, ook die school heb ik nooit afgemaakt: hoge cijfers voor de praktijk, maar de theorie bleef een obstakel.” Ze heeft het vak dus echt op de ouderwetse manier geleerd, in het leerlingenstelsel: één dag naar school, vier dagen werken. Begonnen op haar zestiende bij zo’n echte old school vakman. Daarna ging het snel. “Ik kreeg de kans om voor fotografen te gaan werken en backstage werk te doen, zoals modeshows. Ik deed toen ook een visagieopleiding, die haalde ik wel,” vertelt Kelder lachend. “Toen ik 24 was, kreeg ik de kans om een op zich mooie zaak in Leiden over te nemen. Deze winkel kwam maar niet van de grond. Met een mooie regeling kon ik al gauw de zaak kopen. Gelukkig maar, want ik kreeg de boel al snel goed aan het draaien . Na de opstart ben ik in de loop der jaren samen met een collega verder gaan bouwen aan de formule. In een op zich niet al te makkelijke markt, maar we hebben ons altijd goed weten te onderscheiden. Juist ook omdat ik van het begin af aan veel energie en tijd heb gestoken om niet alleen mezelf, maar ook al m’n medewerkers voortdurend bij te scholen.”
oude binnenstad van Delft, in een prachtig industrieel ingericht pand, waarin ook het hoofdkantoor te vinden is. Niet alleen eigen mensen worden hier opgeleid, ook andere salons kunnen hier terecht. Ook producenten van haarproducten, de welbekende merken, hebben hun weg hiernaartoe weten te vinden. Een van hen is Wella, waarmee Rose nog aan een heel ander project heeft samengewerkt. “Met Wella heb ik deelgenomen aan het project Making Waves. Dat is een project dat in 2010 in samenwerking met UNICEF is opgestart. Het is een langlopend programma, dat minderbedeelde jongeren in opkomende landen een opleiding biedt. Ik ben zelf in Brazilië geweest. Voor jongeren in Brazilië kan het leven hard zijn. Kwalitatief goed onderwijs is moeilijk te krijgen en de werkloosheid is enorm. In de eerste twee jaar van het programma in Brazilië kregen twaalfduizend van deze jongeren een opleiding in – zoals dat zo mooi heet – ‘levensvaardigheden’ en een kapperstraining. Hiervoor zijn in Brazilië twaalf jongerencommunicatiecentra opgezet. Veel van die jongeren kwamen uit de prostitutie of de criminaliteit en wilden graag een nieuw bestaan opbouwen. En laten we eerlijk zijn: als je een schaar hebt,
‘Bij het opleidingsinstituut kom je jonge mensen tegen die onzeker zijn en die niet echt in zichzelf geloven. Om daar al je energie in stoppen en ze te motiveren is heel dankbaar’
“Het niveau van de kappersscholen sloot niet aan bij hoe wij werkten, en dat is eerlijk gezegd nog steeds zo. Ons opleidingsinstituut is toch wel de basis of het belangrijkste element in het succes van Sjenkels. Het is wat ons onderscheidt van rest. En voor mijzelf? Dat lesgeven, het delen van kennis, dat is echt mijn ding. Het mooie is dat ik ook daar weer jonge mensen tegenkom die onzeker zijn, die niet echt in zichzelf geloven. Om daar al je energie in te stoppen en ze te motiveren, dat is heel dankbaar.” Het opleidingsinstituut van Sjenkels is gevestigd in de 36
VAKVROUW
een spiegeltje en een kleedje, kun je al beginnen als kapper en iets verdienen. Zeker in landen zoals Brazilië, waar uiterlijk heel belangrijk is, wordt door iedereen geld uitgegeven aan hun haar. Wat ook hier weer belangrijk bleek, is dat laatste zetje wat je kunt geven voor hun zelfvertrouwen. Ik heb hun ook mijn eigen verhaal verteld dat niemand in mij geloofde. Natuurlijk is mijn verleden niet te vergelijken met de situatie waarin zij verkeren, maar ze zien toch dat je met een beetje goede wil en wat hulp er ook kunt komen. Ik heb daar zulke bijzondere jongens en meiden ontmoet. Met een aantal van hen heb ik nog steeds contact, vooral via Facebook. Kan ik ze af en toe weer even een goede boost geven.” “Nu ik erover nadenk, zo’n soort project kun je hier in Nederland ook opzetten. Zou ik eigenlijk best willen doen, voor de zogenaamd kansarmen, waar niemand in gelooft, waar ze ook vandaan komen. Ik zei in het begin dat ik ooit nog iets heel anders wil beginnen, misschien is zoiets wel een goed plan.” O
‘Dankzij Making Waves van UNICEF in Brazilië kregen twaalfduizend van deze jongeren een opleiding in – zoals dat zo mooi heet – ʻʻlevensvaardigheden’’ en een kapperstraining’
OPZIJ 2018 NR. 5
37
OPVAKANTIE
Twee keer zo lang vakantie, twee keer zo veel geluk. Het klinkt logisch. Maar volgens psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman is het niet zo simpel. Hij deed onderzoek naar hoe mensen dingen herinneren. Volgens Kahneman zijn er twee manieren waarop vakantie ons gelukkig kan maken. Enerzijds de ervaring zelf. Voor mensen die daar veel waarde 38
aan hechten, en het belangrijk vinden om in het moment te leven, kan die tweede week niksen op het strand wel degelijk een verschil maken. Maar naast het moment zelf heb je ook nog de herinneringen. En wat blijkt? Onze hersenen onthouden vooral nieuwe dingen. De eerste stranddag kunnen we ons nog helder voor de geest halen: het parasolletje in de mojito, de warme zon, het zeilbootje in het water.
Als we echter elke dag dezelfde mojito drinken, zittend in dezelfde strandstoel, met hetzelfde uitzicht, zullen we veel minder details onthouden. Voor onze herinneringen maakt het dan weinig uit of we na een of twee weken de koffers weer inpakken. De oplossing? Genieten van het moment. Of nieuwe dingen doen. Of gewoon allebei. Het is toch vakantie. O
COLUMN ASHA TEN BROEKE Asha ten Broeke (35) is wetenschapsjournalist en auteur van Het idee M/V en Eet mij. Ze woont met haar man en twee dochters in Deventer.
REBELSE DAAD
I
k had het vooraf niet zo gepland, maar het toeval wil dat ik op de maandagochtend die ik heb ingeruimd voor het schrijven van deze column uitgebreid zit na te denken over het schaamhaar van Anne Fleur Dekker. Aanleiding was een interview met haar in Volkskrant Magazine. Daarin werd een eerdere uitspraak van haar aangehaald. “Unpopular opinion,” had ze getwitterd, “als ik mezelf vrouwelijk kleed, make up gebruik, me overal scheer en graag onderdanig ben in bed, maakt me dat GEEN slechte feminist.” In het interview voegde Dekker daaraan toe: “Toen ik mijn haar platinablond verfde, kreeg ik ook negatieve reacties uit linkse hoek. ‘Waarom wil je op een barbie lijken? Je houdt het schoonheidsideaal in stand!’ Ik word gewoon niet gelukkig van een kaalgeknipt hoofd. Ik houd ook van winkelen en kleding. In die kringen ben je dan oppervlakkig en ijdel. Maar als een vrouw haar oksels niet scheert, wordt er geapplaudisseerd: wat goed dat je dat durft!” Die uitspraken vind ik interessant. Ik denk dat ze gelijk heeft dat er in sommige kringen bewondering bestaat voor vrouwen die maling hebben aan mooi zijn. Om voor mezelf te spreken: ik heb veel respect voor alle vrouwen die zich verzetten tegen patriarchale verwachtingen, waaronder die van
gladgeschoren, oncomfortabele, feminiene schoonheid. Maar zulke achting is niet algemeen. Als iemand die al haar hele leven niet wil of kan voldoen aan de heersende standaarden – ik ben te dik, te harig, te chronisch ziek, te queer – weet ik wat de prijs is van uiterlijke ongehoorzaamheid: wildvreemden die zich met je lichaam komen bemoeien, openlijke afkeuring of zelfs agressie, geliefden die wel met je willen vrijen maar niet met je gezien willen worden, misgelopen carrièrekansen, discriminatie. Natuurlijk is het ook vervelend als je geen applaus krijgt of als mensen je een oppervlakkige feminist vinden, maar vergeef me, dat is niet helemaal hetzelfde.
baas over haar eigen lichaam, en het staat haar vrij om die agency te gebruiken om lippenstift te dragen, een jurkje te kopen en haar schaamlippen & co Braziliaans te laten waxen. Niemand heeft de taak om de strijd van anderen op haar lichaam te schrijven. Het leven is al ingewikkeld genoeg. En je gelukkig voelen in je eigen vel is ontzettend belangrijk. Als overal scheren daarbij helpt, dan is dat vast fijn. Maar het is niet per se een rebelse daad. Er is geen bijzondere moed voor nodig om een vrijheid op te eisen die je al hebt, of om genoegen te scheppen in handelingen waarmee je je conformeert aan een heersende
Natuurlijk is het ook vervelend als je geen applaus krijgt of als mensen je een oppervlakkige feminist vinden, maar vergeef me, dat is niet helemaal hetzelfde Laat me duidelijk zijn: dit alles schept natuurlijk geen enkele plicht voor Dekker en andere vrouwen om zich ook lijfelijk te verzetten tegen schoonheidsidealen. Elke vrouw is
maatschappelijke norm. Dit maakt je geen slechte feminist, lijkt me, en ook geen goede, omdat het niet zozeer een standpunt of een daad is, als wel het ontbreken daarvan. O OPZIJ 2018 NR. 5
39
REPORTAGE INDIA
De dochters van
India
40
DOOR JOLENE GROEN BEELD ANNA ZHU
REPORTAGE INDIA
Moge je moeder worden van honderd zonen, is een bekende Indiase gelukwens. Meisjes worden er nog altijd gezien als minderwaardig, en soms zelfs als een last. Maar de dochters van India zijn aan een opmars bezig. Er is een verplicht vrouwenquotum voor het laagste niveau van openbaar bestuur, de dorpsraad. The Hunger Project (THP) India traint deze gekozen vrouwelijke leiders in de deelstaat Odisha, een van de armste plattelandsgebieden van India. Want deze onverschrokken vrouwen zijn cruciaal in de strijd tegen armoede, honger en geweld.
OPZIJ 2018 NR. 5
41
REPORTAGE INDIA
E
en van deze leiders is de 45-jarige Kanakalata Patra, die ongetrouwd is en met haar moeder in een mud house woont in het district Dhenkanal, Odisha. Ze is nu ruim een jaar raadslid en heeft grote plannen voor haar dorp. “Meer dan vijftig huishoudens in mijn dorp hebben geen drinkwater. Zij moeten
42
hun water halen bij een pomp, maar die is ver weg.” Toiletten zijn er niet en de bewoners wassen zich in een nabijgelegen meertje. Ook moet er een nieuwe weg komen. Schoon water en het verbeteren van de infrastructuur; dat zijn ingewikkelde projecten waarvoor een lange adem nodig is. Maar op kleine schaal boekte Kanakalata nu al mooie
resultaten. Voor verschillende oudere dorpsbewoners wist ze met succes een pensioen aan te vragen. Ook andere kwetsbare groepen hebben haar aandacht. “Ik wil sociale zekerheid regelen voor alleenstaande vrouwen in het dorp, bijvoorbeeld voedselbonnen of een uitkering.” India mag dan een van de grootste economieën ter wereld zijn, 190
REPORTAGE INDIA
miljoen mensen leven er in afschuwelijke armoede, vooral op het platteland. Het is een vreemde paradox. Want India kent ook exorbitante rijken en werkt er keihard aan om de honger terug te dringen. Er zijn allerlei ‘potjes’ die de allerarmsten zouden moeten steunen: weduwepensioenen, voedselbonnen, gratis
schoolmaaltijden, regelingen voor werklozen, subsidies voor het aanleggen van een wc, waterput of consultatiebureau. Helaas komt veel van het beschikbare geld niet terecht bij wie het hard nodig heeft. Door corruptie blijft veel geld hangen bij een kleine, rijke groep. De armsten weten vaak niet op welke hulp zij recht hebben en hebben niet de
mogelijkheden om bij instanties aan te kloppen. Zij kennen de weg niet in de bureaucratie. De dorpsraad, de panchayat, heeft daarom binnen de gemeenschap een belangrijke rol. Niet alleen zetten de raadsleden zich op individueel vlak in voor de bewoners door bijvoorbeeld pensioenen aan te vragen, ook bepalen zij de lokale agenda en
‘Ze moet zich realiseren dat ze een gekozen leider is, met een taak. Die moet ze niet laten bepalen door anderen, maar door zichzelf’
OPZIJ 2018 NR. 5
43
REPORTAGE INDIA
beslissen hoe het beschikbare overheidsbudget wordt besteed. Vrouwen richten zich daarbij op andere onderwerpen dan mannen. Schoon drinkwater bijvoorbeeld is typisch een onderwerp waar juist vrouwen zich sterk voor maken, net als veiligheid. “Vrouwen hebben andere prioriteiten en maken andere keuzes: zij openen niet de zoveelste slijterij in het dorp, maar leggen wegen aan waar de hele gemeenschap van profiteert,” legt Rita Sarin van THP India uit. “Het gaat niet om de vraag of mannen of vrouwen beter zijn. Ze denken anders. Voor vrouwen is het belangrijk dat hun kinderen worden gevaccineerd, dat ze te eten hebben en dat hun dochters naar school kunnen. Vrouwelijke raadsleden veranderen de prioriteiten in de dorpen.” Dat ziet ook haar collega Sukanta Mohapatra. “Vrouwen zijn degenen die zichtbare en onzichtbare problemen in hun dorp in kaart brengen,” zegt hij. “Zij brengen de kinderen naar school, en zien het als een leraar niet komt opdagen. Zij halen water, en zien dat één waterpunt op grote afstand van het dorp niet voldoende is. Zij koken de rijst voor hun gezin, en zien dat er niet genoeg is voor iedereen.” Hij denkt dat vrouwen, vanuit hun achtergestelde positie, meer oog hebben voor kwetsbare groepen in de samenleving, zoals ouderen, weduwen en zieken. “Hun sociale spectrum is veel groter en vrouwen helpen elkaar meer dan mannen dat doen. Ook zijn zij sterker in het vormen van collectief leiderschap: ze staan veel meer open voor samenwerking dan mannen.” Wat Nederland nog altijd niet lukt, deed India jaren geleden al wel: het land stelde een vrouwenquotum in waardoor een minimum aantal vrouwen in de lokale politiek is gegarandeerd. Het nationale quotum is 33,3 procent, maar veel deelstaten, waaronder Odisha, hoogden dit op naar vijftig procent. Dat is een goede zaak, vooral omdat juist vrouwen een cruciale rol spelen in het verbeteren 44
van de leefomstandigheden in ontwikkelingslanden. Vanuit hun rol als dorpsraadslid kunnen vrouwen voor hun gemeenschap echt iets betekenen, in theorie. Maar de praktijk in India is weerbarstig. De gekozen vrouwen in de dorpsraad, de panchayat, missen de kennis, de vaardigheden en het zelfvertrouwen om hun stem te laten horen en hun plannen uit te voeren. Aan ambitie ontbreekt het hen niet. Maar deze vrouwelijke leiders moeten het hoofd bieden aan fikse tegenstand. Ze krijgen te maken met corrupte autoriteiten, jaloerse mannelijke collega’s en tegenwerkende familieleden, die vinden dat vrouwen
niet in de politiek horen. Het jonge raadslid Kuntala uit het dorp Sundargarh beaamt dit. “Van jongs af aan zie ik al allerlei mensen gekozen worden, maar niet echt het verschil maken. Toen ik zei dat ik het zelf wilde proberen, was iedereen er eerst tegen. Mijn ouders en mijn oudere broer scholden me uit. Ook gisteravond nog, toen ik naar deze bijeenkomst vertrok. Omdat ik een meisje ben. Maar ik ben tot nu toe naar alle trainingen geweest, en naar alle vergaderingen.” Dorpsraadslid Sandhyarani: “We worden gekleineerd en belachelijk gemaakt door de mannen in onze families en in de panchayat.” In het patriarchale India staan
REPORTAGE INDIA
vrouwen helemaal achteraan. Al vanaf hun geboorte zijn vrouwen in het nadeel: nog altijd hebben veel Indiase ouders liever zoons dan dochters. Dochters mogen vaak niet naar school. Dochters krijgen minder eten en raken sneller ondervoed. Dochters worden minder snel ingeënt en worden bij ziekte minder vaak naar een arts of ziekenhuis gebracht. Zij erven minder dan hun broers, of helemaal niet. In deze context is het dus als kersvers gekozen vrouwelijke leider lang niet makkelijk om je stem te laten horen en iets voor elkaar te krijgen in het dorp. Het gebeurt vaak dat vrouwen dan wel raadslid zijn, maar weinig te
zeggen hebben. Ze hebben een zetel omdat het moet van het quotum, maar worden buiten de belangrijke beslissingen gehouden. Vaak zijn ze timide en durven tijdens een raadsvergadering niet zomaar hun zegje te doen, of bij ambtenaren om subsidies te vragen. “In het begin zie je dat de pasgekozen vrouwen heel verlegen zijn. Ze kijken naar de grond en verbergen hun hoofd in hun sjaal,” vertelt Catelijne Mittendorff van THP Nederland. Assertiviteitstraining en het opbouwen van zelfvertrouwen is daarom een belangrijk onderdeel in de cursussen van The Hunger Project in Odisha. “In de eerste workshop
kijkt de vrouw in een handspiegel,” zegt Veda Bharadwaja van THP India. “Wat ziet ze? Vaak zegt ze dat ze niks ziet, of twee ogen en een mond. In het beste geval ziet ze iemands vrouw, dochter of moeder. Maar ze moet zichzelf gaan zien en zich realiseren dat zij ook iemand is. En dat niet alleen, ze moet zich realiseren dat ze een gekozen leider is, met een taak. Die moet ze niet laten bepalen door anderen, maar door zichzelf.” Deze aanpak heeft resultaat. Catelijne vertelt een mooie anekdote uit het dorp Majhigavan. Het was er gebruikelijk dat de mannelijke raadsleden op stoelen zaten, en hun vrouwelijke
‘Er was een ouder echtpaar waarvan de man steeds weer zijn vrouw sloeg. Niemand durfde daar iets van te zeggen. Na de training zijn we bij hem langsgegaan. En ik heb hem het rode gebouwtje laten zien. Dat is de lokale gevangenis. Nu kijkt hij wel beter uit’ OPZIJ 2018 NR. 5
45
REPORTAGE INDIA TRIPLE BURDEN collega’s op de grond. Tot op een dag alle vrouwen besloten op stoelen plaats te nemen. Want waarom zouden zij genoegen nemen met een plaats op de grond? Het kwam hen op flink wat gemopper van de mannen te staan, maar ze hielden vol. Het is een tekenend voorbeeld van een cultuuromslag in het klein. De vrouwen krijgen tijdens hun training ook praktische handvatten. Er wordt bijvoorbeeld uitgelegd hoe je een aanvraagformulier voor een pensioen invult en hoe het politieke systeem werkt. Samen doen ze oefeningen, zodat ze de kennis later kunnen toepassen. Ze leren om prioriteiten te stellen, een plan van aanpak te maken en hun plannen te beargumenteren. Ook leren ze hoe ze kunnen omgaan met de logge
HELP MEE MET ODISHA’S 100 The Hunger Project India traint vrouwelijke dorpsraadsleden gedurende hun zittingsperiode van vijf jaar. Dankzij dit programma krijgen de vrouwen kennis en vaardigheden waarmee ze hun dorp verder kunnen helpen. Inmiddels trainde The Hunger Project India sinds 2000 zo’n 175.000 vrouwelijke leiders, waarvan 2000 in Odisha. Omdat India zo’n groot en divers land is, worden daarvoor lokale partnerorganisaties ingezet. Odisha’s 100 is een initiatief van The Hunger Project Nederland. The Hunger Project is een internationale hulporganisatie die als doel heeft de honger de wereld uit te helpen. De focus ligt op zelfredzaamheid en het empoweren van vrouwen. Behalve in India is The Hunger Project actief in elf andere landen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Voor meer info: Odishas100.nl
46
bureaucratie. Om door te zetten als je aanvraag voor een waterput wordt afgewezen, de ambtenaar je steeds wegstuurt of als je maandenlang moet wachten tot er iets gebeurt. “Eerst moet je informatie verzamelen,” vertelt dorpsraadslid Sabita uit het district Khordha. “Dan doe je een voorstel in de panchayat. Als dat is aangenomen, moet je nog de aandacht krijgen van de gemeentesecretaris. Vaak moet je die wel twee of drie keer bezoeken voordat hij het op de agenda zet.” Maar haar inspanningen leidden al tot grootse resultaten. Ze wist voor veertig huishoudens toegang tot drinkwater te regelen. En zorgde voor latrines voor gezinnen die hun behoefte in het open veld moesten doen: “Dat verbetert ook de veiligheid en waardigheid voor meisjes en vrouwen.” Een belangrijke pijler in de workshops is samenwerking. Want een vrouw alleen is kwetsbaar, maar een groep staat sterk. Juist in moeilijke kwesties, zoals bijvoorbeeld huiselijk geweld, is het cruciaal dat de vrouwen een blok vormen. Raadslid Santilata zegt: “Er was een ouder echtpaar waarvan de man steeds weer zijn vrouw sloeg. Niemand durfde daar iets van te zeggen. We wisten niet eens dat dat helemaal niet mag, of dat mannen en vrouwen gelijke rechten hebben. We dachten dat het zo hoorde. Maar na de training zijn we bij hem langsgegaan. En ik heb hem het rode gebouwtje laten zien. Dat is de lokale gevangenis. Nu kijkt hij wel beter uit.” “Het leven is moeilijk voor vrouwen. Als ze buiten lopen worden ze belaagd, tegengehouden of zomaar gemolesteerd door mannen. Ze zijn niet vrij om te gaan en staan of te werken waar ze willen. Ze beschikken niet over hun verdiende geld en zijn zelfs thuis niet altijd veilig. Vrouwen worden gestigmatiseerd,” bevestigt Rajwanti Singh. Van 2009 tot 2014 was ze raadslid in het dorpje Posta in de deelstaat Madhya Pradesh.
Behalve een quotum voor vrouwen, zijn er in de dorpsraad ook zetels gereserveerd voor bepaalde achtergestelde bevolkingsgroepen. Dat is wettelijk geregeld. Een goede zaak, want er is veel discriminatie in India. Het kastensysteem is inmiddels verboden, maar helaas nog altijd springlevend. Mensen uit de laagste kasten krijgen relatief vaak te maken met sociale uitsluiting, armoede en (seksueel) geweld. Ook hier zijn het de vrouwen die het hardst worden geraakt. Dit heet ‘triple burden’: geboren worden in de laagste kaste, in armoede en als meisje. Maar ze laten zich hierdoor niet tegenhouden. Seema Saket bijvoorbeeld, die het schopte tot voorzitter van de dorpsraad in Padhkuri in de deelstaat Madhya Pradesh. Tijdens haar termijn werkte ze keihard om zoveel mogelijk kennis op te doen en wist deze succesvol in te zetten. Ze verzamelde informatie, ging met ambtenaren praten en zorgde ervoor dat er tientallen wc’s werden aangelegd. Dankzij haar inspanningen kunnen meisjes en vrouwen in haar dorp nu veilig hun behoefte doen.
Tijdens haar termijn maakte ze zich onder meer sterk voor de belangen van gehandicapten en dalits, de mensen uit de laagste kaste. Daar bleef het niet bij: ze richtte ook een federatie op waarmee ze vrouwen uit verschillende panchayats bij elkaar wist te brengen. Haar dorp heeft veel respect voor haar prestaties, ook de mannen. “Het is heel bijzonder. Mannen staan nu op om mij te groeten.” Nu werkt Rajwanti samen met een van de partnerorganisaties van THP India. Tijdens de workshops vertelt ze haar verhaal aan de nieuwgekozen vrouwen. Ze wil hen meegeven dat als ze in zichzelf geloven, ze echte change agents kunnen zijn. Ze maken het verschil voor zichzelf, voor hun dorp en voor de meisjes in het India van morgen. O
nr. 1
Hulp-tv, wie is daar eigenlijk mee geholpen? In een drieluik legde NRC-journaliste Lineke Nieber het ware gezicht van dit fenomeen bloot. Beloften werden niet altijd nagekomen, behandelingen half uitgevoerd. Hulp hield op zodra de camera’s waren verdwenen. Een inkijkje in de wereld van macht, hulpbehoevenden en televisie-amusement waarvoor zij een Tegel-nominatie kreeg.
Meer weten over de NRC Code? Ga naar nrc.nl/nrc-code OPZIJ 2018 NR. 5
47
INTERVIEW
HET LITERAIRE
PLAFOND Meer dan eens krijgen we de vraag: is een prijs als de OPZIJ Literatuurprijs nog nodig? Ja zeker, zegt Corina Koolen, postdoconderzoeker aan het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis. Zij onderzocht het verschil in waardering tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs in haar onlangs verschenen proefschrift Lezen voorbij het vrouwelijke: de relatie tussen perceptie van auteursgender en literaire kwaliteit.
W
aarom heb je ervoor gekozen juist dit te onderzoeken in je promotieonderzoek? “Ik begon ooit vanuit een interesse in literaire kwaliteit. Ik was persoonlijk heel benieuwd of je met computeranalyses van literaire teksten zou kunnen achterhalen waarom die teksten literair worden gevonden. Ik wist van het bestaan van The Riddle of Literary Quality, een project van het Huygens ING waarin onderzoek naar literaire kwaliteit wordt verricht. Om de criteria van literaire kwaliteit te achterhalen, werd besloten een lezersonderzoek in te stellen. Dat werd het Nationale Lezersonderzoek in 2013. De uitslag van dat onderzoek bleek zo gegenderd, dat we daarvan steil achteroversloegen. Ik ben tijdens mijn studie altijd al een beetje met gender bezig geweest en dacht daarom: hier moet ik achteraan gaan, wat betekent dit nu? Zo is mijn proefschrift geboren.”
48
Kun je voorbeelden van die gegenderde uitslag noemen? “Er was bijvoorbeeld iemand die Eten, bidden, beminnen, de vertaling van Eat, Pray, Love door Elizabeth Gilbert, helemaal niks vond. Die persoon schreef zoiets als: het is niet meer dan een vrouw die haar midlifecrisis beschrijft, wat een zeikwijf is die Elizabeth. Over seksisme ten aanzien van vrouwelijke auteurs gesproken. Iemand anders signaleerde juist weer de genderproblematiek in de beschrijving van het boek Kleine dagen van Bernard Dewulf, de winnaar van de Libris in 2007. Dat gaat in feite over het leven met zijn kinderen, het is stilistisch prachtig opgeschreven. Die respondent schreef daarover: ik snap niet dat mensen dit zo prachtig vinden, als een vrouw dit had geschreven, dan was het vrouwenpraat geweest, maar hij wint er de Libris mee.” Zou je kort de uitkomst van het promotieonderzoek kunnen uitleggen? “De uitkomst is tweeledig. Enerzijds heb ik gekeken hoe het literaire veld in Nederland in elkaar steekt. Daaruit bleek dat vrouwelijke auteurs gewoon een minder goede kans hebben om literair prestige te behalen dan mannelijke auteurs. De oorzaak daarvan ligt deels in genre; vrouwen publiceren meer in genres die minder literair worden gevonden. Maar los daarvan is het opvallend dat met elke stap omhoog op de literaire ladder, van het gepubliceerd worden als professioneel auteur tot aan het winnen van literaire prijzen, meer vrouwen dan mannen afvallen. Hiermee wil ik overigens niet zeggen dat de literaire wereld een mannenbolwerk is. Door de manier waarop mijn proefschrift in veel media gepresenteerd wordt, wordt dat wel gedacht. Ik zeg alleen maar dat vrouwelijke auteurs een minder grote kans hebben om tot grote hoogte te stijgen. Of dat aan het
INTERVIEW
DOOR MELISSA CASU
gender van de beoordelaars ligt, ik denk het niet. Ik heb ontdekt dat vrouwelijke lezers soms zelfs kritischer zijn op vrouwelijke auteurs dan mannelijke lezers. Mannen claimen bovendien nauwelijks vrouwen te lezen, terwijl vrouwen zowel mannen als vrouwen lezen.” En verder? “Voor het tweede deel van mijn onderzoek heb ik naar de teksten van romans gekeken. Dat was nodig, want zodra je gaat zeggen dat vrouwen achtergesteld zijn, krijg je altijd weer dezelfde respons. Dan ligt het aan hun kwaliteiten, kunnen ze vast gewoon niet goed schrijven. Daarom wilde ik nagaan wat de daadwerkelijke verschillen tussen die teksten zijn. Toen bleek inderdaad dat er verschillen zijn tussen mannelijke en vrouwelijke auteurs, maar die verschillen zijn niet zo groot als gedacht wordt. We hebben de neiging om ze uit te vergroten. Dat heb ik laten zien door naar uiterlijke beschrijvingen in romans te kijken. Het idee bestaat namelijk dat uiterlijk een belangrijk thema is in chicklitromans. De personages in zulke romans zouden daar veel mee bezig zijn, meer dan in literaire werken. Computeranalyses laten echter zien dit beeld niet klopt. Ook in literaire romans wordt het uiterlijk gebruikt als middel om een vrouwelijk hoofdpersoon neer te zetten. In romans met een mannelijke hoofdpersoon worden vrouwelijke personages bovendien vaak geobjectiveerd. Zodra je sec de zinnen van chicklits en literaire romans vergelijkt, blijkt de associatie van chicklits met overdreven aandacht voor het uiterlijk dus onzinnig. Zo bekeken zijn zowel literaire romans als chicklits een weerslag van de manier waarop we in de samenleving met elkaar omgaan; vrouwen maken zich druk om hoe ze eruitzien, om vervolgens door mannen beoordeeld te worden.”
Dat is teleurstellend. “Ja. Opvallend was ook de reactie die ik kreeg van een bevriende auteur, die heel blij is dat ik dit onderzoek verricht heb. Zij zei: ‘Ik signaleer dit met collega’s al langer, maar wij durven niks te zeggen, want dan word je meteen als een zeur in de hoek gezet.’ Intussen zijn er dan ook auteurs die gaan roepen dat er niks aan de hand is, dat vrouwelijke auteurs niet zo moeten zeuren. Dat blijf je houden. Ik hoopte met dit onderzoek daarom een soort interventie te creëren. Met dit proefschrift laat ik zien: het is gewoon zo, de cijfers zeggen het.”
‘Het idee bestaat dat uiterlijk een belangrijk thema is in chicklitromans, meer dan in literaire werken Computeranalyses laten echter zien dit beeld niet klopt’
Schrok je van deze resultaten? “Ik had verwacht dat de positie van vrouwelijke auteurs nu wat beter zou zijn, of dat er op zijn minst vooruitgang in zou zitten. Ik ging met deze resultaten naar een van mijn twee promotors, en hij zei: ‘Er is nu heel veel aandacht voor vrouwelijke auteurs in de media, dat probleem wordt nu gesignaleerd, dus het gaat toch vooruit?’ Toen dacht ik: stik, als ik nu in mijn proefschrift opschrijf dat vrouwen minder kans hebben in het literaire veld, dan is dát de kritiek die ik ga krijgen. Daarom ben ik gaan zoeken naar aanwijzingen voor die vooruitgang, en die zijn er niet of nauwelijks. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat de verhoudingen scheef blijven, dat er geen duidelijke vooruitgang is. Als het al vooruitgaat, dan is dat wel heel erg langzaam.”
Wat zou er volgens jou moeten veranderen om meer vrouwelijke auteurs aan de literaire top te krijgen? “Je kunt op allerlei manieren intervenieren. Ik denk dat we de politiek moeten vragen om de verdeling eerlijker te maken, bijvoorbeeld door meer vrouwelijke auteurs in schoolboeken te behandelen. Ik hoefde bijna geen vrouwen te lezen op de middelbare school. Dat is al een tijd geleden, maar ik heb niet het idee dat dat nu heel anders is. Als ik bijvoorbeeld kinderboeken koop voor mijn dochter, moet ik heel bewust op zoek gaan naar boeken met meisjes als hoofdpersoon. Als ik het lukraak koop, zit ze alleen maar over jongens te lezen. Maar ik vind dat de verantwoordelijkheid ook bij mezelf ligt. Als je vindt dat de vleesindustrie kleiner moet worden, ga je ook niet elke dag twee biefstukken eten.” En de OPZIJ Literatuurprijs? “Het is goed dat die er nog is. We zijn er nog niet en dan heb je zulke prijzen hard nodig.” Je hebt het in je proefschrift over ‘vrouwenboeken’, boeken die typisch vrouwelijke kenmerken zouden bezitten. Bestaan zulke ‘vrouwenboeken’ ook echt? “Ik heb geprobeerd die perceptie van een vrouwenboek uit de motivaties van lezers uit het lezersonderzoek te halen. De grap is: men spreekt al van een vrouwenboek als een boek door een vrouw geschreven is en een vrouwelijk hoofdpersoon heeft. Daarnaast halen mensen er van alles bij: simpele schrijfstijl, een plot die niet veel om het lijf heeft, het ontbreken van diepere lagen, een verhaal over de liefde – ook al gaat heel veel literatuur over de liefde –, veel verkleinwoorden. Eigenlijk alles wat als laag-literair wordt beschouwd, wordt aan vrouwenboeken gekoppeld. Dat OPZIJ 2018 NR. 5
49
INTERVIEW
doen mensen natuurlijk ook wel met andere boeken, elk genre kent vaste elementen, denk bijvoorbeeld aan detectives. Het probleem is dat we dit genre koppelen aan gender. We zouden de term ‘vrouwenboek’ niet moeten gebruiken.” Hoe vrouwelijk zijn de werken van mannelijke auteurs? “Uit de vergelijking van genomineerden voor de AKO en Librisprijs bleek dat mannelijke auteurs veel vaker mannelijke hoofdpersonen gebruiken, terwijl vrouwen meer afwisselen. Daarnet bleek al dat er al van een vrouwenboek wordt gesproken zodra zowel de auteur als de hoofdpersoon vrouwelijk zijn. Ik denk dus niet dat er veel mannen zijn die vrouwenboeken schrijven. Als een man al een boek schrijft dat je als vrouwenboek zou kunnen neerzetten, bijvoorbeeld omdat het over romantische liefde gaat, dan gebeurt dat niet. Zo’n boek wordt vaak wel tot literatuur verheven. Heel veel literaire romans door mannelijke auteurs gaan bovendien over romantische liefde. Blijkbaar heeft zo’n boek met een mannelijke auteur automatisch meer cachet. Het is ook veelzeggend dat we nooit spreken van ‘mannenboeken’. Ik heb dan ook het vermoeden dat mannelijkheid als
voorwaarde wordt gezien voor literaire kwaliteit. Dat is iets wat ik in de toekomst graag wil onderzoeken.” Hoe is er gereageerd op je proefschrift? “Ik heb heel veel positieve reacties ontvangen. Wel vooral van vrouwelijke onderzoekers, die bijvoorbeeld met een project bezig zijn dat eraan gelieerd is. Het zou leuk zijn om met dat soort mensen de samenwerking aan te gaan.” En negatieve reacties? “Ik ben nogal geschrokken van de manier waarop er in de media met wetenschappelijk onderzoek wordt omgegaan. Mensen lezen krantenartikelen die niet kloppen, en vervolgens word ik op grond daarvan aangevallen. Ik zeg bijvoorbeeld niet dat er geen vrouwen zijn in de literaire wereld, of dat zij niet op machtige posities zitten in die wereld. Het enige wat ik heb aangetoond, is dat vrouwelijke literaire auteurs veel meer moeite hebben om de top te bereiken. Natuurlijk begrijp ik dat mensen mijn proefschrift niet helemaal gaan lezen, maar ik heb bijvoorbeeld ook een toegankelijke blog waarop ik uitleg verschaf over mijn onderzoek. Mensen mogen iets van mijn proefschrift vinden, maar dan wel graag over wat ik daadwerkelijk geschreven heb.” O
ADVERTENTIE
‘Een ongelooflijk krachtig saluut aan haar lezers. Fantastisch.’ Onno Blom ‘Een magnifiek zelfportret. Dagelijks werk is de schrijfster ten voeten uit: hilarisch, ontroerend, troostrijk.’ ALWEER
4e DRUK!
‘Hier spreekt een vrouw met een missie, die meer dan eens laat doorschemeren dat het leven echt de moeite waard is, als we er allemaal ons best maar voor zouden doen. Wijze woorden.’ ★ ★ ★ ★ ‘Een boek om niet te missen.’ ‘Rijke, brede selectie biedt waardevol inkijkje waarin de schrijfster haar vroegere zelf waar nodig ook relativeert, en zo inzicht biedt in ambacht én tijdgeest.’
50
‘Ofschoon haar omstandigheden nu niet bepaald benijdenswaardig zijn, is Dorrestein erin geslaagd een vrolijk en eerlijk boek over zichzelf samen te stellen.’ ★ ★ ★ ★
W
at was dit een geweldige, maar ook enorme klus. En eervol en belangrijk bovendien, om alle ingezonden boeken die tussen 1 mei 2017 en 30 april 2018 zijn verschenen te mogen toetsen. Want om nog even om scherp op het netvlies te krijgen waarvoor de OPZIJ Literatuurprijs in het leven is geroepen: deze prijs is bedoeld voor schrijfsters wier werk bijdraagt aan de ontplooiing, bewustwording en emancipatie van vrouwen. De prijs werd in 1979 ingesteld door OPZIJ en wordt jaarlijks toegekend voor het beste literaire werk van een schrijfster. We hebben ons met de voltallige redactie geworpen op de 81 ingezonden. Na veel lezen en geanimeerde – en heftige – vergaderingen, kwamen we via een longlist, met nog 33 titels, tot de tien boeken die de shortlist hebben gehaald. Geweldige titels! We kunnen zonder meer spreken van een rijke en zeer gevarieerde top tien, waarvan de literaire kwaliteit gemiddeld opvallend hoog was. Zie voor interviews met de genomineerden op de pagina’s hierna. Natuurlijk met uitzondering van Renate Dorrestein. Want zij is helaas eerder dit jaar overleden, maar wat heeft deze vrouw ons een geweldige nalatenschap geschonken. Wat ons bijzonder aangenaam heeft verrast, was de diversiteit van de inzendingen en uiteindelijk ook van onze shortlist. Zowel qua leeftijd als ‘kleur’. Iets waar we op geen enkel moment op gestuurd hebben. Dát is pas emancipatie. Maar dan nu de keuze voor de winnaar.
OPZI
LITERATUUR
PRIJS Maar wat misschien het meest verrassend was, was de titel die behalve een aantal malen als nummer 1 werd genoemd, en anders toch minstens als nummer 2.
Hoewel de tegenstellingen en de gapende kloof tussen wit en zwart sterk, scherp maar ook regelmatig humoristisch worden beschreven, is dit een boek waarin geen beschuldigende vinger wordt uitgestoken. Integendeel, het registreert en kweekt begrip. En het heeft een titel die staat als een huis: Dubbelbloed. In plaats van het denigrerende halfbloed heeft Etchica Voorn een begrip gelanceerd om trots op te zijn. Dubbelbloed. Soms ingewikkeld, natuurlijk. Maar ook een dubbele rijkdom. We zouden willen dat iedereen met een dubbele nationaliteit dat zo zou voelen. Kortom, Etchica Voorn: gefeliciteerd! We zijn er trots op dat jij de winnaar bent van de OPZIJ Literatuurprijs 2018.
Een debuut. Dat ook. En wat voor een. Dat bovendien voldoet aan alles wat we belangrijk vinden: literair niveau, bijdragend aan bewustwording en emancipatie. En er valt ook genoeg te lachen. Maar het is bovenal een verbindend boek. En dat in een tijd waar tegenstellingen en onbegrip eerder worden vergroot dan verkleind, mede onder invloed van social media en de oude media zelf.
En, niet onbelangrijk. Er is ook een bedrag verbonden aan deze prijs. Welk bedrag. Dat staat nog niet helemaal vast. We hebben namelijk een geweldige sponsor gevonden voor deze prijs: Bitmymoney, waar je Bitcoin, Ethereum en Litecoin kunt kopen en bewaren. Zij hebben een halve bitcoin ter beschikking gesteld. Als dat geen feminisme 4.0 is, dan weten wij het ook niet meer. Proficiat!
De juryleden, inmiddels aangevuld met bestuursleden van de Stichting OPZIJ en natuurlijk onze eigen meest invloedrijke vrouw van 2017 Carin Gaemers, nomineerden zo’n beetje alle titels van de shortlist wel een keer als hun nummer 1. Zeer verrassend! Maar misschien ook wel nie: zoveel mensen, zoveel smaken.
En de winnaar is...
DE OPZIJ LITERATUURPRIJS IS POWERED BY OPZIJ 2018 NR. 5
51
WINNAAR OPZI
LITERATUUR
PRIJS
In deze autobiografie beschrijft Etchica haar biraciale achtergrond – met een oma uit Drenthe en een uit Suriname – en haar zoektocht naar haar eigen identiteit.
ETCHICA VOORN
Dubbelbloed
W
ie is Etchica Voorn? In mijn autobiografische boek staat een heleboel, maar ook een heleboel niet. Bijvoorbeeld dat ik getrouwd ben met de leukste groenteman van Amsterdam, Ko Pot. We zijn al twintig jaar samen en bijna elf jaar getrouwd. Samen hebben we vier kinderen, hij drie dochters en ik een zoon, en we wonen in Amsterdam Oost. Hij staat ook op de markt in de Bijlmer en daar werk ik iedere donderdag met hem. We hebben een samengesteld gezin. Ik heb een zoon van vijfentwintig. Ko heeft ook een zoon van die leeftijd en nog twee dochters van begin dertig. En dankzij hen heb ik ook al twee cadeautjeskleinkinderen. Ik ben opgegroeid in Uithoorn en heb in Aalsmeer de Rijks Middelbare Tuinbouwschool gevolgd. Ja, ik ben dus officieel een bloemenmeisje! Ben je een feminist? Ik ben absoluut voor gelijke rechten van mannen en vrouwen, maar nu ik erover nadenk: ík heb mezelf nooit zo genoemd. Maar mijn moeder wel. Dat was een echte feministe, en dat kon je bij haar aan alles merken. Ze was heel erg zelfstandig, ook al omdat mijn vader vrij vroeg vertrokken is. Maar ook
52
aan haar uiterlijk kon je al zien dat zij behoorlijk feministisch was, met een jas van een tapijt gemaakt, haar beha aan de wilgen gehangen en rondrijdend in een Eend. Ik ben wel heel erg voor gelijke rechten. Ik ben ook altijd doordrongen geweest van het feit dat ik economisch zelfstandig moest zijn. Maar ben al vanaf ’92 zelfstandig ondernemer en kwam daardoor veel in de retail. Het is daar nog steeds zo: hoe hoger je komt hoe meer witte mannen. En als je al vrouwen tegenkomt, dan zitten ze op HR. Winkelketen Action is daarop een uitzondering. Daar werkt Hajir Hajji, zijj is op haar zeventiende als winkelmedewerker begonnen en zit nu in de directie. Wat betekent dit boek voor je? Dit boek betekende voor mij: ergens voor uitkomen en vooruitkomen haha. Een soort van uit de kast komen. Wie of wat is je grootste inspiratiebron? M’n twee oma’s, de Surinaamse en de Drentse. Van hen heb ik zoveel geleerd en van hen heb ik ook mijn twee culturen geërfd, mijn dubbelbloed. Het is een heel heftig en gevoelig thema, maar ik heb het wel luchtig opgeschreven. Het moest er gewoon uit. Wat is je favoriete passage/deel/
boodschap uit je boek? Het meest dierbaar is het hoofdstuk over m’n oma. M’n Surinaamse oma bedoel ik dan. De scène in het boek die het heftigst en meest indrukwekkend is, is eigenlijk niet van mij, maar komt uit de film Cry Freedom. Die film gaat over Steve Biko, de Zuid-Afrikaanse antiapartheidsstrijder. Het is een scène die zich afspeelt in de rechtszaal, waarbij Biko ageert tegen de woorden blank en zwart. De onwillige rechter snapt het past als Steve uitlegt dat iedereen van kleur is. Dat de rechter roze is en niet blank en dat er zoveel verschillende tinten meer zijn. Ik weet dat mijn boek ook bijdraagt aan die discussie en dat besef. Hoe lang ben je met het boek bezig geweest? Het feitelijke schrijven heb ik in een jaar tijd gedaan. Ik heb er een sabbatical voor genomen. En ik heb er veel aan mijn vaste hoektafel in De Ysbreeker aan zitten schrijven, hele stukken met hand. Ik was aanvankelijk heel onzeker over het resultaat en ik was dan ook blij dat uitgeverij In de Knipscheer het wilde opnemen. Al met al duurde het hele proces tweeëneenhalf jaar. Wat wordt je volgende project? Ik ben bezig
met de opvolger van Dubbelbloed, want ik heb over dat onderwerp nog heel veel te vertellen. Maar het is ook een droom van me om een echte roman te schrijven. Wel vanuit het perspectief van dubbelbloed maar niet autobiografisch. En wellicht schrijf ik ooit een boek over m’n overleden zusje. Ze is overleden toen ze pas 36 jaar oud was en ik mis haar nog heel erg. Kun je leven van schrijven? Neeeee! Ik ben nog nooit zo arm geweest. Maar ik heb wel besloten om er vol voor te gaan. Ik ben heel blij met alle lovende recensies en reacties die ik op het boek heb gegeven, maar ik wil het veel meer betekenis geven. Ik durf nu ook pas te zeggen dat ik schrijver ben, dat kreeg ik eerder niet uit m’n strot. Wat is je favoriete boek? Het tweede boek van Griet op de Beeck Kom hier dat ik u kus. Welk boek zou je meegeven aan lezeressen op vakantie waar ze zelf niet aan hebben gedacht?
Amerikanah van Chimamanda Ngozi Adichi. Deze Nigeriaanse schrijfster is een echte feministe heeft baanbrekende toespraken en lezingen gehouden. Amerikanah was voor mij ook een inspiratiebron. Welk boek neem jij mee op vakantie? Murat Isik Wees onzichtbaar. Wat doe je als je niet schrijft?Ik heb nog een eigen bedrijf waarbij ik mensen coach en begeleid en ik ben gastdocent bij de Pulsar Academie. Daar heb ik ook een opleiding gevolgd. Wie moeten er in de verfilming van je boek spelen? Ik sta al wel in het theater met een voorstelling over dubbelbloedigheid, maar jeetje. Een verfilming. Ik weet het, ik heb laatst een prachtige voorstelling gezien Melk en dadels. De hoofdrol wordt vertolkt door Kyra Bououargane, zij is Marokkaans, dus ik hoop niet dat ik met deze keus m’n Surinaamse zusters op m’n nek krijg, haha. Dan graag Jenny Arean als mijn moeder
en m’n vader door Denzel Washington, maar is eigenlijk iets te jong. Nee, Morgan Freeman natuurlijk. Maar kan ik mij wel door een Marokkaanse laten spelen? Ja, ik blijf toch bij m’n keus. Want dit stuk gaat ook over dubbelbloed en dat past dus heel goed. Want deze problematiek is herkenbaar voor iedereen die in twee culturen is opgegroeid. Wat doe je deze zomer? We gaan op vakantie naar Florida. Mijn man, die net zestig is geworden, was vroeger profvoetballer. Hij heeft nog een tijdje in de VS gevoetbald, onder andere bij Fort Lauderdale. We gaan met z’n tweeën en ik heb er heel veel zin in. Het wordt een soort trip down memory lane. Heb je andere genomineerde titels gelezen? Griet op de Beeck Het beste wat we hebben, Marieke Lucas Rijneveld De Avond is ongemak en Renate Dorrestein Dagelijks werk.
Etchica Voorn - Dubbel Bloed €17,50 (Uitgeverij In de Knipscheer)
BIOGRAFIE Etchica Voorn (1963) is ondernemer, auteur en blogger. Zij is de oprichter van Talentroom.eu, een internet-community voor talenten, recruiters en managers. In 2015 en 2016 stond Voorn op plaats 49 in de Kleurrijke top 100, een lijst van invloedrijke, kleurrijke Nederlanders. JURYRAPPORT In het autobiografische Dubbelbloed doet Etchica Voorn verslag van de zoektocht naar haar eigen ik. Als dochter van een Nederlandse moeder en Surinaamse vader, die op haar vijfde uit elkaar gingen, voelt ze zich nergens echt helemaal thuis. Het thema is inmiddels bekend in de literatuur, maar Voorn heeft het vermogen om in ragfijne trefzekere miniatuurtjes te schetsen wat het voor haar betekent om niet wit en niet zwart te zijn. Nergens larmoyant of sentimenteel tekent ze openhartig haar herinneringen op. Het is alsof ze zelf nog altijd verbaasd is als ze haar Drentse grootvader vanuit de kamer hoort roepen of haar moeder al weg is ‘met die zwartjes’. Tegelijkertijd moet haar Surinaamse oma naar wie ze als meisje jarenlang onbeantwoorde brieven schreef, niets van haar hebben als ze de 92-jarige dame eindelijk ontmoet. Het schrijnt en schuurt in dit boek. Voorn hunkert, maar ze veroordeelt nooit. Dit plus haar vermogen om naast haar pijn, de rijkdom te zien van haar dubbele afkomst, maakt dat haar verhaal voor alle dubbelbloedigen maar ook voor enkelbloedigen invoelbaar wordt.
OPZIJ 2018 NR. 5
53
LITERATUUR
PRIJS
FOTO JOUK OOSTERHOF LUMEN
GENOMINEERDE OPZI
Deze literaire autobiografie is de nalatenschap van Renate Dorrestein: scherp, grappig en inspirerend. Met zowel oude als nieuwe teksten, maar alles met grote betekenis.
RENATE DORRESTEIN
Dagelijks werk Interview met Harminke Medendorp, de redacteur van Renate Dorrestein.
W
as Renate een feminist? “Ja, in hart en nieren. Renate is van onschatbare waarde geweest voor de vrouwenbeweging. Jarenlang schreef ze vurige stukken voor onder meer OPZIJ en voerde ze publieke discussies over de vrouwenzaak, in de jaren zeventig bezette ze met een groep vrouwen een abortuskliniek die door Van Agt gesloten dreigde te worden, eind jaren tachtig nam ze de Rutgers Stichting stevig op de hak omdat die voornamelijk aandacht had voor de mannelijke seksualiteit, in 2006 schreef ze een roman over de menopauze, een destijds nog onontgonnen literair thema. En wat bijvoorbeeld weinig mensen weten: Renate was medeorganisator van een groots Vrouwenboekenbal in het Concertgebouw in 1986. Het was een benefiet voor de eerste edities van de Anna Bijns Prijs, een stevige literaire prijs voor de vrouwelijke stem in de Nederlandse letteren.” Wat zou deze nominatie voor Renate hebben betekend? “Ze zou dolblij
54
zijn geweest met deze waardering en aandacht voor haar boek. Of ze nog steeds een aparte literaire prijs voor vrouwen nodig vond, durf ik niet te zeggen. In 2016 stopte de uitreiking van de Anna Bijns Prijs, omdat de Anna Bijns Stichting zich liever wilde concentreren op deelname aan het publieke debat. Renate zat toen niet meer in het bestuur, maar ze was het volledig eens met die koerswijziging. Renate vond overigens dat ze als romancier schatplichtig was aan de creativiteit en energie van de vrouwenbeweging. Ze had in de jaren tachtig geleerd dat je kon scheppen wat je maar wilde, of het nu om de oprichting van een literaire prijs voor vrouwen ging, een vrouwencafé of een vrouwenboekhandel. Ze vond het een erg aanmoedigend klimaat. Daar schrijft ze ook over in Dagelijks werk. In dat verband is deze nominatie heel toepasselijk. Het maakt de cirkel van haar schrijverschap rond.” Wie was Renates grootste inspiratiebron? “Renates grote literaire held was de Amerikaanse schrijver Kurt Vonnegut. Zijn werk leerde haar een belangrijke les: hoe serieus een onderwerp ook is, je kunt er licht en met humor over schrijven. Wie
schrijft moet zich nooit laten verlammen door zijn eigen ernst. Ook deelde ze zijn thematiek: hoe blijf je als mens fatsoenlijk in een onfatsoenlijke wereld?” Wat was haar favoriete boek? “Zonder twijfel Slaughterhouse-Five van Kurt Vonnegut, een boek dat ze voortdurend herlas. Het boek is in geen enkel literair genre onder te brengen, en dat vond ze heel bevrijdend. Als schrijver én als lezer.” Hoe lang werkte ze aan Dagelijks werk? “Dagelijks werk is Renates laatste boek. Ze heeft er het laatste half jaar van haar leven aan gewerkt. Het was ongewis of ze het voor haar dood zou kunnen afronden, maar het is haar glorieus gelukt. Ik vind het bewonderenswaardig dat ze zich op de valreep nog aan een nieuwe vertelvorm waagde. Het lijkt een simpele vorm, maar het boek is razendknap in elkaar gelast. Het resultaat is een mooie, veelkantige literaire autobiografie vol zelfspot.” Kon Renate leven van schrijven? “Wie begin jaren tachtig of net erna debuteerde, zoals Renate Dorrestein, Thomas Rosenboom en Tessa de Loo deden, kwam terecht in de gouden decennia van het boekenvak. Eerdere
schrijversgeneraties hadden hun inkomen moeten vergaren uit andere betrekkingen. En huidige jonge schrijvers moeten dat weer. Renate had het geluk dat ze volledig van de pen kon leven doordat ze succesvol debuteerde in een florerende boekenmarkt. De laatste jaren, onder meer door de kredietcrisis en de ontlezing, daalden de inkomens van de meeste schrijvers. Ook dat van Renate. Maar ze voelde zich nog altijd gezegend dat ze een bestaan als schrijver kon leiden. Overigens ken ik weinig mensen met een vergelijkbaar arbeidsethos. Ze schreef 35 boeken in 35 jaar.” Heeft Renate andere genomineerde titels gelezen? “Ik weet dat ze Het wolfgetal van Laura van der Haar heeft gelezen. Ze vond het een ijzersterke debuutroman.” Wat zijn je favoriete passages in Dagelijks werk? “Eh… dat is moeilijk kiezen. De kracht van het boek is juist de veelkantigheid ervan. Het verslag van haar gastschrijverschap aan de VU
Renate Dorrestein - Dagelijks werk €19,99 (Podium Uitgeverij)
vind ik fascinerend. Ze wilde VUstudenten enthousiasmeren voor literatuur, maar ze merkte gaandeweg op dat veel studenten zich eenzaam voelden op de campus. En daar haakte ze met haar literatuurcolleges op in. Dat zegt veel over wie Renate was. Ze had altijd oog voor haar publiek. Anderzijds heb ik geschaterd om een opgenomen brief aan een filmproducent. Ze vindt het scenario van een voorgenomen boekverfilming belabberd en fileert het tot op het bot.” Wat was het mooiste wat je met Renate hebt meegemaakt? “Renate heeft me op een dag ontvoerd naar de locaties van haar volgende roman. Het verhaal bleek zich in Almere te gaan afspelen. We hadden die dag een sardonisch plezier, want Renate was van plan in haar boek de hele wereld het loodje te laten leggen, op een handvol inwoners van Almere na. Het was een wilde rit.” Hoe belangrijk was ze voor jou? “Renate was me zeer dierbaar. We
namen haar werk door, en deelden daarbij als vanzelf onze levens. En we hadden een paar overeenkomsten: allebei bewust kinderloos, allebei verslaafd aan wandelen. Toen mijn moeder twee jaar geleden overleed, voelde ik me ineens stuurloos zonder ouders. Ik zag dat mijn broer een natuurlijk houvast had aan zijn mooie gezin, aan een volgende generatie. Renate herkende mijn verdwaalde-Spoetnik-gevoel, en stelde me gerust dat die ontheemding van tijdelijke aard zou zijn. Ze kreeg gelijk.” Hoe kijk je terug op jullie samenwerking bij Dagelijks Werk? “Het was een bijzondere samenwerking, ook omdat we allebei doordrongen waren van de eindigheid ervan. Ik las in een interview in NRC dat Renate het boek door mij had willen laten afmaken als ze er vroegtijdig tussenuit zou piepen. Dat wist ik niet, en gelukkig was het niet nodig. Maar het gaf wel aan hoezeer we op elkaar ingespeeld waren.”
BIOGRAFIE Renate Dorrestein (1954) was een Nederlandse schrijfster, journaliste en feministe. Ze werkte journalist bij verschillende media waaronder OPZIJ, waar ze vijf jaar redacteur was. In 1983 debuteerde ze als romancier met Buitenstaanders. Ze schreef in haar leven tientallen boeken, waaronder Vreemde streken (1985), Verborgen gebreken (1996) en Een hart van steen (1998). Ze schreef twee autobiografische boeken: Het perpetuum mobile van de liefde (1988), over de zelfmoord van haar zusje, en Heden ik (1993) over de ziekte ME, waar ze aan leed. Over Dagelijks werk zei ze: “Dit wilde ik nog gaan maken: een literaire autobiografie, een boek over mijn dilemma’s en mijn oplossingen, mijn uitglijers en mijn meevallers: een persoonlijk, intiem boek dat zou laten zien hoe ik de schrijfster werd ben die ik nu ben.” Ze overleed op 4 mei 2018. JURYRAPPORT Een genot om te lezen. Fragmenten uit teksten geschreven tussen 1985 en 2017, voorzien van commentaar door de schrijfster die weet dat dit het laatste is wat ze de wereld in stuurt. In de oudere stukken soms hilarische voorbeelden van gelukkig(!) vergeten standpunten en gewoontes naast opvattingen die aan actualiteit niet of nauwelijks hebben ingeboet. Zo gemakkelijk leesbaar schrijven getuigt van een formidabele beheersing van het ambacht. Snijdend scherp, onbedaarlijk vrolijk en diep doorvoeld, maar allemaal op die onmiskenbare toon waarin je direct Dorrestein herkent Dit is ook de geschiedenis van het feminisme in Nederland en helaas ook Renate haar schitterende zwanenzang.
OPZIJ 2018 NR. 5
55
FOTO KEKE KEUKELAAR
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Het wolfgetal is een roman over een hechte vriendschap tussen twee pubermeisjes die ontspoort.
LAURA VAN DER HAAR
Het wolfgetal
H
oe kwam je op het idee voor dit boek? “Dat ging geleidelijk. Een van de hoofdpersonen had ik al als een personage in mijn hoofd. Ik had losse flarden over haar geschreven: korte verhaaltjes en scènes. In de loop der jaren werden dat er meer en ineens kwam die wereld rondom haar zo tot leven, dat ik dacht: dit is een boek. Het boek gaat over de vriendschap tussen twee pubermeisjes en hoewel het niet autobiografisch is, heb ik er wel herinneringen aan mijn eigen puberteit in verwerkt. Je ontkomt er niet aan om uit je eigen bron te putten, bewust of onbewust. Ik heb het boek expres in de jaren negentig geplaatst, omdat ik in die tijd een puber was. Ik heb bijvoorbeeld muziekfragmenten, bepaalde soorten snoep en merken frisdrank uit mijn jeugd in het boek gestopt: zure matten, dropmentos en 3ES cola. Maar het is vooral de manier van kijken naar de wereld die ik heb geprobeerd op te roepen. Klaarblijkelijk is die universeel, want een lezer van in de tachtig zei tegen me dat hij zijn puberteit precies zo had ervaren. En dat moet in de jaren vijftig zijn geweest.” Ben
56
je een feminist? “Ik vind het niet meer dan logisch dat je dat bent. Iedereen die een beetje hersens heeft, zou dat moeten zijn. Ik ondersteun al het feministisch gedachtengoed, maar ik ben geen activist. Ik denk dat veel dingen vanzelf komen, het is een proces. En ik vind dat het al heel goed gaat.” Wat is je grootste inspiratiebron? “De televisieserie Twin Peaks. Die sensuele, onderhuidse spanning die door die serie resoneert, dat is zo fantastisch gedaan. Die onderstroom van dreiging die contrasteert met dat mooie high school verhaal. Die wouden, die muziek. Je kunt het bijna proeven. Die serie heeft echt alles om me totaal aan de buis gekluisterd te houden.” Hoe lang ben je met dit boek bezig geweest? “Eén, vier of acht jaar. Acht jaar geleden kreeg ik de eerste ideeën. Vier jaar geleden bedacht ik: dit kan weleens een boek zijn. Toen heb ik een verhaallijn opgezet en die heb ik laten liggen. Vervolgens heb ik het in een jaar tijd geschreven. Ik besteedde al mijn vrije uren er aan. Elke seconde die ik even had, werkte ik er aan. Ik vond het fantastisch, maar het was wel ongezond. Ik kon
nergens anders aan denken, ik werd er totaal door geabsorbeerd. Ik heb mezelf echt ziek geschreven. Alles wat niet over dat boek ging, vond ik niet de moeite waard, wat funest was voor mijn sociale leven. Maar ik zou het direct weer doen. Want voor het eerst in mijn leven deed ik iets waarvan ik zeker wist dat ik het wilde. Ik had het gevoel dat ik met iets bezig was wat er echt toe deed. Wat natuurlijk puur persoonlijk was, want voor iemand anders is het helemaal niet noodzakelijk dat dit boek er kwam. Maar ik had zo duidelijk voor ogen wie die meisjes waren en in wat voor wereld ze leefden. Toen ik op het idee kwam dat het een boek moest worden, dacht ik daarna meteen: ja hè, hè, natuurlijk!” Kun je leven van schrijven? “Niet van boeken schrijven, maar wel van mijn freelance werk als journalist. Ik ben zeven jaar archeoloog geweest, maar daar ben ik mee gestopt. Ik was toen een stuk rijker maar ook een stuk ongelukkiger. Mijn werk als archeoloog was voornamelijk een commerciële kantoorbaan. Het veldwerk is geweldig, maar daarnaast zit je vooral offertes, plannen van aanpak en programma’s van eisen te
schrijven. Veldwerk heeft namelijk als voornaamste doel de klant adviseren of hij ergens wel of niet kan bouwen. Uiteindelijk wordt die paragraaf van je rapport als eerste gelezen. Het historische deel doet er voor je opdrachtgever niet toe en dat was wel een desillusie.” Wat is je favoriete boek? “Van de vroege Dorrestein vind ik alles fantastisch. Ik vind het een grote eer om met haar op de shortlist te staan. Zij heeft me geïnspireerd om weer te gaan lezen en lezen is het basisingrediënt om te kunnen schrijven. Als puber heb ik een tijd niet gelezen omdat ik met andere dingen bezig was. Op een dag zei mijn moeder: ga mee naar de bibliotheek, er is een lezing van ene Renate Dorrestein, dat vind je vast leuk. Ik vond het stom maar ging toch mee. En toen bleek zij zo’n leuke
vrouw te zijn. Hoe ze vertelde over hoe de verhalen tot haar kwamen, hoe ze met haar schrijverschap bezig was, hoe belangrijk de lezer voor haar was, hoeveel liefde ze had voor haar vak en wat een avontuur het was! Ik wist niet hoe snel ik Het hemelse gerecht moest kopen. Ik heb het in één ruk uitgelezen en ben nooit meer gestopt met lezen.” Welk boek zou je meegeven aan lezeressen met vakantie, waaraan ze zelf niet hebben gedacht? “In goed en kwaad van Fritzi Harmsen van Beek. Een mix van tekeningen, gedichten en korte verhaaltjes. Dit boek is een leuk inkijkje in iemands hoofd. Ze is knettergek volgens mij. Die ongebreidelde creativiteit! Alles opschrijven zonder een spoor van gêne. Alle kanalen staan open, dat gevoel geeft ze me. Gewoon
steengoed.” Wat ga je deze zomer doen? “Ik heb een idee voor een boek waar ik nog niets over wil zeggen. Maar als dat goed genoeg blijkt, hoop ik deze zomer niets anders te doen dan daar aan werken. En daarnaast wandelen met de hond. Ik heb een klein, grappig vuilnisbakkenhondje. Ik houd helemaal niet van kleine honden maar het is wel praktisch.” Wat doe je als je niet schrijft? “Niks, haha!” Heb je andere genomineerde titels gelezen? “Ja, De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld. Supergoed. Dat verhaal grijpt je naar je strot. En Dagelijks werk van Renate Dorresteijn. In één dag uitgelezen. Vreselijk dat ze er niet meer is. Dat er nooit meer een boek van haar zal verschijnen, vind ik zo erg.”
Laura van der Haar - Het Wolfgetal €19,99 (Uitgeverij Podium) BIOGRAFIE Laura van der Haar (1982) werkte als archeoloog en debuteerde als dichter met Bodemdrang. Ze schrijft voor Vice en De Speld en maakt podcasts voor Het Volkskrantgeluid. JURYRAPPORT Wat een overrompelend debuut. Een symbiotische vriendschap zoals alleen tienermeisjes kunnen hebben, wordt hier tot op het bot gefileerd in een meeslepend geschreven verhaal. De keuze om de hoofdstukken in te leiden met een of enkele regels uit achtereenvolgens een forensisch en een psychiatrisch rapport, geeft het verhaal de stuwkracht van een thriller. Stilistische vaardigheid gaat samen met een scherp observatievermogen en een authentieke stem. Metaforen zijn origineel en subliem toegepast. De twee vriendinnen hebben een geloofwaardig idioom. De onbewuste fascinatie van de vertelstem voor het gevaar dat haar vriendin vertegenwoordigt is even overtuigend als de even onbewuste behoefte van de vriendin aan onvoorwaardelijke toewijding. Subliem.
OPZIJ 2018 NR. 5
57
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
In deze autobiografie zoekt Hella de Jonge naar de oorzaak van haar fysieke hartproblemen en ontleedt de vele soorten hartschade die een mens kan hebben.
HELLA DE JONGE
Hartschade
B
en je een feminist? “Natuurlijk ben ik feminist, maar ik voldoe niet aan dat stereotype beeld van een agressieve vrouw. Al vroeg wist ik, bijvoorbeeld bij het zien van de Dwaze Moeders in Argentinië, dat vrouwen moesten vechten. Ik voel me feminist, maar men schaarde mij nooit onder de feministes, omdat ik een goede relatie had met mijn man en altijd ben afgedaan als ‘de vrouw van’. Maar pas op, ik ben een opzichzelfstaande vrouw en ja, een feminist.” Wanneer wist je dat je dit boek moest schrijven? “Vooral de nadruk op ‘moest’ is belangrijk, want zo voelde ik dat wel. Het was na mijn tweede stentzetting dat ik op Nu.nl een stuk las van dr. Janneke Wittekoek en prof. Angela Maas. Zo leerde ik dat medicatie op vrouwen een totaal andere invloed heeft dan op mannen, terwijl die medicatie alleen op mannen getest wordt. Toen heb ik contact gezocht met dr. Wittekoek en prof. Maas en heb ik me aangeboden om te helpen hun missie meer bekendheid te geven. Inmiddels hebben ze me aangesteld als ambassadrice bij de stichting Hart voor Vrouwen. Ik liep al rond met het idee om een roman te
58
schrijven, maar pas toen ik totaal lamgeslagen was, wist ik dat ik over dit onderwerp moest schrijven.” Wie of wat is jouw grootste inspiratiebron wat betreft schrijven of literatuur? “Mijn grootste voorbeeld is denk ik Etty Hillesum, die ik voor het eerst las toen ik een jaar of vierentwintig was. Ik las hoe zij, ondanks alle tragiek en pijn, in staat was om boven haar verdriet uit te stijgen.” Wat is je favoriete boek? “Dat verschilt, omdat ik veel lees. Ik ben nu bezig in een boek genaamd Vrouw of Vos van David Garnett. Een klein boekje, maar ontzettend bijzonder geschreven. In dit verhaal verandert de hoofdpersonage, een vrouw, in een vos. Een erg aandoenlijk verhaal.” Welk boek zou je meegeven aan lezeressen op vakantie? “Leerschool van Tara Westover. Dat gaat over een vrouw die opgroeit in een mormonengemeenschap. Dat verhaal heeft me enorm gesterkt. Een fantastisch, dapper en inspirerend boek. Ik houd van verhalen die dat effect op me kunnen hebben. Ik lees om te kunnen leven.” Welk boek ga je deze zomer lezen? “Ik heb nog zo veel te lezen. Ik heb onder andere
Raadselvader van Jolande Withuis op de stapel liggen en inmiddels heb ik ook Verkruimeld Land van Aya Sabi aangeschaft. Sinds ik genomineerd ben, wil ik eigenlijk alle tien de genomineerde boeken lezen. De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld heb ik al wel gelezen. Heftig vond ik dat. Een zwaar, bijzonder maar ook zorgelijk boek. Die enorme struggle for life.” Hoe lang was je met Hartschade bezig? “Heel precies weet ik dat eigenlijk niet meer. Toch wel twee jaar denk ik. Het begon met het gesprek tussen mijn dochter en mij in New York. Dat was in oktober 2015, nog voor ik een hartinfarct kreeg. Voor mij was het meest bijzondere dat mijn dochter dat gesprek aan wilde gaan. Ik heb haar om toestemming gevraagd. Het gaat immers over het verlies van haar dochter, haar privéleven en haar gedachtes. Zij heeft me toegestaan dat verhaal op te schrijven. ‘Doe wat je wil,’ zei ze. Voor mij zegt dat veel over onze vertrouwensband.” Vond je het moeilijk om Hartschade te schrijven? “Ja. Kijk, ik doe gezond mee, maar ik ben natuurlijk niet gezond. Dit gesprek gaat me goed af, omdat ik het leuk vind. Maar de
thema’s uit het boek gaan me wel aan het hart, dus dan voel ik al snel pijn op mijn borst. Ik kan nooit onafgebroken werken. Soms ging het te diep, zodat ik het opzij moest leggen. ‘Hella, ga nou niet steeds te lang door,’ zei mijn redactrice. Nee, ik moest er niet kapot aan gaan. Maar ik wist wel dat dit boek per se af moest komen. Dit onderwerp moest aangekaart worden.” Wat wordt je volgende project? “Van half september tot eind oktober krijgen Freek en ik een grote tentoonstelling in het Groninger Museum. Wij zullen daar zes weken staan als levende expositiestukken. Het is de bedoeling dat we daar van tien tot vijf aanwezig zijn en een compleet dagprogramma afwerken. Freek geeft voorstellingen, er is een ruimte ingericht waar we gasten kunnen ontvangen en ‘s ochtends beginnen we met een ontbijt zoals we dat normaal thuis doen. Ik vraag me soms af of ik het vol ga houden, maar ik stap erin met een enorme
bevlogenheid. Voor Freek en mij geldt dat projecten zoals deze ons veel energie geven. We blijven waarschijnlijk doorwerken tot we er dood bij neervallen.” Wat doe je als je niet schrijft? “Van alles. Freek en ik treden op en geven lezingen in diverse boekhandels. Verder vind ik het heerlijk om ’s avonds te lezen, terwijl Freek meestal gaat zitten puzzelen.” Wie moeten er in de verfilming van je boek spelen? “Een film zie ik zeker voor me, maar ik zou niet weten wie de hoofdrollen zouden moeten spelen. Vroeger vertaalde ik mijn gedachten in klei, maar ik heb ervaren dat je daarmee minder mensen kan bereiken. Voor mij verschilt het maken van beelden niet veel van schrijven. Het gevecht met de materie. De diepgang blijft hetzelfde. Met woorden kan ik nu beeldhouwen en construeren.” Wat doe je deze zomer? “We gaan niet op vakantie, omdat ik het fijn vind om op dit moment thuis te zijn, in de
buurt van het ziekenhuis. Ons huis in Frankrijk hebben we verkocht. Dat is jammer, maar het voelt ook wel bevrijdend. Daar heb ik namelijk mijn tweede heftige pijnaanval gehad. Na het lezen van het boek begrijp je dat ik daar niet meer heen wil. We waren er veel, vooral omdat ik er goed kon schrijven. Nu schrijf ik in mijn atelier en dat gaat prima.” Wat vind je het mooiste of belangrijkste onderdeel in Hartschade? “Ik vind het gesprek met mijn dochter het meest bijzonder. De openheid tussen twee vrouwen, het weigeren om in verdriet te blijven hangen en het opbrengen om over de zware dingen in het leven te kunnen lachen. Zowel mijn dochter als mijn overleden kleindochter hebben mijn leven gestuurd. Wanneer ik aan mijn wastafel sta, en aan mijn kleindochter denk, zie ik eveneens de mooie dingen uit het verleden. Haar dood is geen dood. Haar dood is leven.”
Hella de Jonge - Hartschade €19,99 (Atlas Contact) BIOGRAFIE Hella de Jonge (1949) is beeldhouwster en schrijfster. Ze studeerde aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam met de studierichtingen edelsmeden en keramiek. In 2006 publiceerde ze het autobiografische boek Los van de Wereld en in 2012 het vervolg Spring. Ze schrijft hierin over de effecten van de Tweede Wereldoorlog op haar ouders, die een onderduikverleden hebben, en hun gezinsleven. Ook Hartschade is autobiografisch, hierin schrijft De Jonge over haar eigen hartproblemen. JURYRAPPORT Hella de Jonge schreef een mooi en persoonlijk boek over haar tocht langs ziekenhuizen en deskundigen op zoek naar de oorzaak van haar gezondheidsproblemen. Dit blijken fysieke hartproblemen te zijn maar gaandeweg legt ze nog een andere link. Ze blikt terug op haar jeugd en gaat het gesprek aan met haar lastige vader. Ook voert ze gesprekken met haar dochter, over het verlies van haar kind. Het levert dialogen op vol bitterzoete anekdotes, die indruk maken. De geringe aandacht van deskundigen en de meerdere verkeerde diagnoses leveren geen pamflet op tegen de zorg, maar tonen wel de gebreken van het zorgsysteem. Want hartklachten uiten zich bij vrouwen anders dan bij mannen en medici zijn daar niet scherp genoeg op.
OPZIJ 2018 NR. 5
59
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Charlotte Mutsaers schrijft over haar broer die dood wordt aangetroffen in hun ouderlijk huis. Met haar zus mest ze het huis uit en worden pijnlijke en grappige herinneringen gedeeld.
Harnas van hansaplast CHARLOTTE MUTSAERS
V
ertel eens iets over jezelf. “Dan ben ik morgen nog bezig. Bovendien: dat zal in dit gesprekje toch vanzelf wel gebeuren?” Ben je een feminist? “Ja en nee.” Hoe zit dat? “Ik heb al eens eerder een feministische golf meegemaakt, in de jaren zestig. Dat waren de Dolle Mina’s. Hun eisen vond ik niet zo gek en het leuke was dat ze aanvankelijk ook gevoel voor humor hadden. Aan een van hun acties, Baas in eigen buik, heb ik nog met veel plezier en een blote buik meegedaan. Maar al gauw vond ik er te veel rancune jegens mannen insluipen. Een keer heb ik zo’n zogeheten vrouwenhuis bezocht. Dat was ontzettend drukkend hoor, ik werd er niet goed van. Ook die speciale vrouwencafés trokken me niet aan, laat staan die VOS-cursussen voor vrouwen die elkaar samen door de overgang moesten helpen . Ik dacht toen: hemeltjelief, kunnen die vrouwen dan ook nooit eens zelf iets oplossen en is de overgang dan zó’n grote ramp? Nee dus, merkte ik jaren later, wat voor mij de conclusie rechtvaardigde dat veel van die vrouwen elkaar willens en wetens meesleuren in onvrede, 60
onzekerheid en ongeluk. Dat is geen nobele trek en dat moet je niet willen. Toch gebeurt het nog steeds. Nu ben ik met dit soort zaken minder bezig. Ik zie namelijk om me heen dat mannen nog steeds veel te vaak de pispaal zijn en dat staat me tegen. Ook hang ik de gelijkheidsgedachte niet aan wat de geslachten betreft. Het spreekt vanzelf dat man en vrouw voor hetzelfde werk en met dezelfde bekwaamheid gelijke lonen ontvangen en voor zover dat niet zo is moet het zo snel mogelijk worden rechtgetrokken. Maar gelijk zijn ze godzijdank niet! Als dat zo was zouden er immers ook geen transgenders bestaan? En als dat zo was zou ik het niet zo fijn vinden om een vrouw te zijn. Verder vind ik dat vrouwen van nu in ons land niet echt veel te klagen hebben. Je moet als vrouw ook niet steeds maar zitten te tellen. Er is zoveel leukers te doen en je bent toch geen rekenmachine? Als er minder vrouwen in de regering zitten dan is dat maar zo. Daar heb ik geen last van. Wie het kan en er in wil, die lukt het. Hetzelfde met professoren. Jet Bussemaker heeft mijns inziens een enorme fout gemaakt door een tijdje geleden zomaar een bus vrouwelijke
hoogleraren open te trekken. Daar hebben vele vrouwelijke hoogleraren die er op eigen kracht gekomen zijn natuurlijk ontzettend veel last van maar die moeten hun mond houden. Dat is pijnlijk. Je kunt namelijk nooit aan iemands neus zien of hij een ‘echte’ hoogleraar is of domweg een voorgetrokkene. Wat de literatuur betreft: er komen gelukkig steeds meer goede schrijfsters bij. Weliswaar bestaan er nog altijd mannen die niet geïnteresseerd zijn in door vrouwen geschreven boeken maar dat is in de eerste plaats hún probleem. Ik zou zeggen: laat die maar lekker in hun vet gaarkoken. En de CPNB zou haar aperte en onbegrijpelijke voorkeur voor mannen bij het Boekenweekgeschenk ook eens een keertje moeten laten varen. Maar afijn, als dat alles is…” Wat is je favoriete boek? “Dat zijn er meer dan één, ik noem er een paar: Dagpauwoog van Eva Meijer, Het slot van Franz Kafka, De wereld als markt en als strijd van Michel Houellebecq, De rokken van Joy Scheepmaker van Gerrit Krol, Andere levens dan het mijne van Emmanuel Carrère, De pianiste van Elfriede Jelinek, Gstaad 95-98 van Marek van der Jagt, Het
Martyrium van Elias Canetti, Nachtwoud van Djuna Barnes, Le Petit Prince van Antoine de Saint Exupéry, De consequenties van Nina Wijers en alle strips van Cowboy Henk.” Hoe lang was je met dit boek bezig? “Ik ben er direct na de dood van mijn broer, eind 2001, aan begonnen. Toen heb ik er bijna drie jaar aan gewerkt en daarna alles verworpen. Ik dacht: het zit me nog te dicht op mijn huid daarom kan ik beter nog maar even wachten. Dat even werd meer dan tien jaar. Maar in de tussentijd schreef ik wel een andere grote roman: Koetsier Herfst. Toen ik in 2015 naar uitgeverij Das Mag overstapte kwam de lust om Harnas van Hansaplast te schrijven weer scherp in me op en heb ik de klus in drie jaar geklaard. Het was niet makkelijk maar wel een groot avontuur.” Wat wordt het volgende project? “Sorry, dat zeg ik liever niet. Als ik daar voortijdig te
veel over loslaat riskeer ik namelijk inmenging of commentaar waar ik niet op zit te wachten.” Kun je leven van schrijven? “Ik kan er net de huur van mijn werkkamer mee betalen.” Wat doe je als je niet schrijft? “Heel normale dingen net als iedereen: mensen ontmoeten, dieren ontmoeten, lekker eten, lekker drinken, lezen, films bekijken, kunst bekijken, muziek beluisteren, wandeltochten maken met man en hond, boodschappen doen, administratie bijhouden, genieten van Oostende, mailen enzovoorts. En daarbuiten nog allerlei boeiende zijsprongen die ik hier zeker niet ga opvoeren.” Wie moeten er in je verfilming van je boek spelen? “Interessante vraag, maar daar heb je doorgaans niks over te zeggen. Dat weet ik doordat Koetsier Herfst honderd procent zeker verfilmd zou worden, wat door gebrek aan diplomatie tenslotte toch
niet door is gegaan. Je kunt je daar dus maar beter niet mee bemoeien. Dat is de bittere les die ik daaruit heb getrokken. Hoe moeilijk het ook is, voor de verfilming van je boek zul je de verfilmer hoe dan ook carte blanche moeten geven.” Wat doe je deze zomer? “Wij verblijven tijdens de zomermaanden altijd in onze zomerresidentie in Frankrijk. Daar werken en wandelen we voornamelijk. Maar hopelijk gaan we nog een weekje over de Zwitserse bergen zwerven. Punt is echter dat onze hond al dertien jaar is. Daarom zitten dagtochten er niet meer in. Maar dan doen we het gewoon wat korter.” Heb je andere genomineerde titels gelezen? “Nee, daar heb ik helaas nog geen tijd voor gehad. Wel ligt er een hele stapel voor de zomer klaar en daar zit het boek van Nina Polak tussen. Ik waardeer haar stukken in De Correspondent en ben daar dan ook heel benieuwd naar.”
Charlotte Mutsaers - Harnas van Hansaplast €20,99 (Das Mag Uitgevers) BIOGRAFIE Charlotte Mutsaers (1942) is schrijfster, essayiste en beeldend kunstenaar. Na haar studie Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam deed ze een avondopleiding aan de Gerrit Rietveld Academie. Rond haar veertigste begon ze met schrijven. Naast vele romans, waaronder Kersebloed (1990) en Zeepijn (1999), schrijft ze ook essays en poëzie. Ze ontving meerdere prijzen voor haar hele oeuvre, waaronder de P. C. Hooft-prijs in 2010. JURYRAPPORT Autobiografisch werk of fictie? Wat doet het ertoe. Voor de overdonderende ervaring die het lezen van dit boek is maakt dat niets uit. Een op zich niet ongebruikelijk gegeven – een verre van probleemloze jeugd en de gevolgen daarvan – wordt op een briljante manier uitgewerkt. Razendknap geschreven. Een boek dat je zonder onderbreking wilt uitlezen. Stilistische brille, originele metaforen en schitterende observaties. Wat een genot om te lezen.
OPZIJ 2018 NR. 5
61
FOTO KOEN BROOS
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Dit is het eerste boek in een trilogie met seksueel misbruik als bindend thema. In het boek wordt geschreven over de diepe sporen die misbruik achterlaat in een familie.
GRIET OP DE BEECK
Het beste wat we hebben
W
ie of wat is je grootste inspiratiebron? “Ik heb niet zo veel met het woord ‘inspiratiebron’. De grote kunst als schrijver is om te proberen jezelf als mens dusdanig te blijven voeden in alle mogelijke zinnen. Door met een groot vergrootglas naar jezelf en de wereld te kijken en in de weer te blijven met heel je emotionele en intellectuele huishouden. En dan moet je hopen dat er telkens opnieuw een boek dringend wordt. In dit geval was het voor mij belangrijk om het dan eindelijk eens te hebben over dat in mijn leven zo’n groot thema: misbruik te hebben. Ik heb er drie boeken voor uitgetrokken omdat ik het er eens grondig over wilde hebben. Heel vaak is iets als misbruik een soort verklaring waarom personage x zich al driehonderd bladzijdes bij momentum wat vreemd gedraagt. En dan is dat opeens de oplossing die uit de hoge hoed wordt getoverd tien bladzijden voor het einde. Maar dan weet je nog altijd niet over de buitengewone verwoestende kracht zoiets heeft op een heel volwassen leven. Daar wilde ik het over hebben. Maar het is niet het enige thema wat aan bod komt,
62
er is nog een heel leven dat er daarnaast wordt geleefd.” Hoe lang ben je met het boek bezig geweest? “Daar heb ik toch bijna twee jaar over gedaan.” Ik kan me voorstellen dat daar veel emoties bij komen kijken. “Als je schrijver bent, dan is dat deel van je leven. Dan is dat schrijven onlosmakelijk verbonden met alles wat je doet en ziet. Dat boek zit twee jaar aan een stuk constant in je hoofd. En maakt alle mogelijke bergen en dalen mee die je ook in je leven meemaakt. Een boek is natuurlijk wel iets dat daar niet zomaar even ligt. Het is een heftig beroep om schrijver te zijn. Je zit voortdurend in je eentje. Je moet elke dag opnieuw jezelf ertoe brengen om het toch weer te proberen, ook al heb je gisteren twee hele slechte bladzijden geschreven. Om er toch weer genoeg in te geloven om opnieuw te beginnen en te kijken of het vandaag wel lukt. Je moet heel veel beslissingen helemaal zelf nemen omdat je aan niemand uitgelegd krijgt dat er op elke bladzijden honderd beslissingen vallen. Een behoorlijk heftig en intens proces waarin je de hele tijd laveert tussen grote woeste
zelfkritiek en anderzijds te zoeken naar genoeg vertrouwen om door te blijven gaan. Dat vraagt wel wat van een mens. Ik denk hoe langer hoe meer eigenlijk dat het niet voor iedereen is weggelegd. Het is ook een grote vreugde. Dat soort vrijheid kennen waarin jouw leven helemaal van jou is en waarin elk uur je precies doet wat jij wilt. Ik heb geen enkele routine of regelmaat. Het is allemaal niet nodig. Dat is een heel groot cadeau.” Wat is je favoriete boek? “Stelt u zich voor dat ik maar een favoriet boek had. Hoe treurig zou dat zijn voor een schrijver? Ik heb een boekenkast vol favoriete boeken. Ik vind het enorm spijtig om er eentje te moeten kiezen, want dat is nu net het heerlijke aan literatuur. Totaal uiteenlopende schrijvers en totaal uiteenlopende verhalen en sferen en thematiek en allemaal even bijzonder en belangrijk en wonderlijk kan vinden. Maar om toch maar sympathiek met jou mee te doen, zal ik dan maar wat zeggen. Een van de boeken die mij wel dierbaar is The Corrections van Jonathan Franzen. Dat gaat toch al wel een tijdje mee ook omdat ik de kans heb gehad om met Jonathan Franzen over dat boek te praten. Hij
had al twee vuistdikke romans uitgebracht. Ik vroeg hem waarin denk je dat het verschil zat tussen beiden romans, omdat zijn eerste werken veel minder stof hebben doen opwaaien. En hij antwoordde toen dat het ging om schaamte. Niet omdat hij gênante bekentenissen van familieleden had opgeschreven, maar omdat hij gewoon in zijn eigen hoofd heel erg ver was gegaan in het opzoeken van die plekken waar je eigenlijk liever niet wilt komen. Dat gesprek heb ik gevoerd jaren voordat ik mijn eigen debuut begon te schrijven. Maar toen ik dat dan deed is dat zinnetje van hem mij wel heel erg terug komen aanwaaien. Dat heeft me heel erg parten gespeeld toen ik mijn eigen debuut toen eindelijk begon te schrijven. Dat heb ik goed onthouden.” Welk boek zou je meegeven aan lezeressen op vakantie waar ze zelf niet aan hebben gedacht? “Waarvan wij dromen van de Japans-
Amerikaanse schrijfster Julie Otsuka. Dat is werkelijk een fantastisch verhaal dat zich situeert aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, maar ongelofelijk actueel is omdat het ongelofelijk diep kruipt in hoofden van mensen. Het is buitengewoon oorspronkelijk van stijl en concept en idee. Het neemt je ongelofelijk mee en het is zo’n boek waar je nog heel vaak aan terugdenkt maanden nadat je het hebt gelezen.” Heb je andere genomineerde titels gelezen? “De avond is ongemak van Marieke Lucas Rijneveld. Je krijgt echt het gevoel dat je de schrijfster kent. Je slaat dat boek open je leest een bladzijde en je weet hier is iemand aan het woord die het gevonden heeft. Ze is nog behoorlijk jong dus dat vind ik echt indrukwekkend. Het is een boek dat traag in je systeem kruipt. Dat is voor elke schrijver een grote verdienste. En ze is nog hartstikke jong, maar het leest als een veel ouder boek.
Ik heb dat heel erg graag en met grote aandacht gelezen.” Ben je een feminist? “Pfff. Ik noem mezelf nooit zo omdat het een heel belangrijk woord is geweest in het verleden. Wij hebben heel veel te danken aan de generaties voor ons, vrouwen die heel veel wegen hebben vereffend. Daar heb ik grote bewondering en diep respect voor. Vanzelfsprekend weet ik ook dat we lang nog niet alle gevechten gevoerd zijn en dat er in die zin wel degelijk nog nood is daarvoor op te komen. Maar ik hoef daar dan niet een naampje op te kleven voor mezelf. Ik heb het gevoel dat feministen de echte heldinnen zijn die het grote werk hebben verricht. En nu moet er nog werk verricht worden op in de naweeën van al die grote stappen die al zijn gezet.” Ten slotte, wat zijn je plannen voor de zomer? “Om dieper en verder te geraken in de roman waar ik nu aan het werken ben, het tweede deel in de trilogie.”
Griet Op de Beeck - Het beste wat we hebben €22,50 (Prometheus) BIOGRAFIE Griet Op de Beeck (1973) is een Vlaamse schrijver die inmiddels alweer vijf boeken op haar naam heeft staan. In 2013 debuteerde ze met Vele hemels boven de zevende dat direct een groot succes werd. Haar boeken worden wereldwijd gelezen en zijn inmiddels in vele talen vertaald. JURYRAPPORT Het beste wat we hebben sluit naadloos aan bij het oeuvre van Op de Beeck. Het is opnieuw degelijk, gevoelig en intrigerend. Hoewel het boek mede gebaseerd is op haar eigen ervaring, schept Op de Beeck toch een zekere afstand door te kiezen voor een mannelijke hoofdrol Deze vertelling is een subliem geslepen diamant. De prachtige taal met het kenmerkende Vlaamse woordgebruik, lijkt de gruwelijke waarheid soms te verzachten of er meer kracht aan te geven. De spanningsopbouw is geleidelijk maar onomkeerbaar. De eindpassages zijn met ingehouden adem gelezen. En dit is pas deel één van de trilogie.
OPZIJ 2018 NR. 5
63
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Als Nynke ‘Skip’ Nauta na zeven jaar op zee terugkeert naar Amsterdam, wordt ze geconfronteerd met een verleden waarvan ze niet weet of ze het achter zich kan laten.
NINA POLAK
Gebrek is een groot woord
B
en je een feminist? “Ja, ik denk het wel, maar ik ben geen activist. Het feminisme zoals dat vandaag de dag wordt uitgedragen, valt heel vaak samen met activisme. Zo zie ik mezelf niet, dat is niet mijn temperament. Ik heb niet de drive om heel activistisch te zijn, ben eerder beschouwend ingesteld. Ik voel me vaak ongemakkelijk bij de ongenuanceerdheid die nodig is voor echt activisme. Dat wil niet zeggen dat ik geen diep respect heb voor activisten. ik denk dat die er te allen tijde moeten zijn, maar zelf vind ik het moeilijk om stelling in te nemen over dingen die zo complex zijn. Dat neemt niet weg dat ik wel heel erg bezig ben met feministische thema’s. Als je vraagt: ben ik een feminist in die zin dat ik de radicale notie aanhang dat vrouwen ook mensen zijn, dan ja. Maar doe ik iets om het feminisme te bevorderen? Mijn boeken gaan wel over de ervaringen van vrouwen, dus in die zin zou je ze feministisch kunnen noemen. Ze gaan ook over de ervaringen van vrouwen ten opzichte van mannen. Dus ja, in wezen ben ik een feminist.” Je stelt net dat je boek de ervaringen van een jonge vrouw
64
beschrijft. Heb je die ervaringen geschreven vanuit een feministisch perspectief? “Nee, ik heb het geschreven vanuit het perspectief van dit specifieke persoon, dit mens. Er zitten wel passages in het boek die heel expliciet gaan over hoe zij zich verhoudt tot mannen, over hoe mannen naar haar kijken. Dat zie je terug in de novelle die haar ex over haar schrijft, die integraal in het boek is opgenomen. Daarin heb ik geprobeerd een toon te vatten die in mijn optiek benadert hoe vrouwen vaak beschreven worden door mannen, op zo’n manier dat je ziet dat haar eigen ervaring toch echt anders is. Zij raakt vervolgens heel erg opgesloten in dat verhaal van haar ex, wil zich zo niet laten typeren. In die zin gaat het dus over vrouwelijke personages in de literatuur, over hoe die vaak op cliché-achtige wijze de gevangene worden van het mannelijk perspectief en narratief.” Bijzonder dat je juist dit verschijnsel aanhaalt. In dit nummer staat ook een interview met Corina Koolen, die onlangs een proefschrift publiceerde over het verschil in waardering van
mannelijke en vrouwelijke auteurs. Daarin beschrijft zij dat mannelijk perspectief: áls mannen al over vrouwen schrijven, dan gebeurt dat vaak met een objectiverende blik, vanuit stereotyperingen. “Ja, en ik weet niet of dat expres is, maar dat is dus gewoon slechte literatuur. Het is literatuur die inhaakt op archetypische patronen. Je merkt het ook tijdens het lezen, alsof je een verhaal leest dat je al honderdduizend keer gelezen hebt. In dat patroon heb ik een deuk willen slaan met dit boek, het is feministische literatuurkritiek.” Wat kan de lezer leren van je hoofdpersonage, Nynke (Skip) Nauta? “Dat dingen niet per se het een of het ander zijn. De titel verwijst daar al een beetje naar. Je kunt het boek lezen als het relaas van een heel beschadigd figuur en dat is ook de hoek waar ze door de rest van de personages in gedrukt wordt. Alsof ze een getraumatiseerde, verzopen kat is. Tegelijkertijd zit er een enorme vrijheidsdrift en liefde voor het leven in haar. Het boek draagt hopelijk uit dat geen van beide interpretaties sluitend is, dat je kunt leven in die tegenstrijdigheid. Ze is
ontworteld in traditionele zin, maar koestert een liefde voor het leven. Haar reduceren tot haar verleden, tot de hechtingsproblemen in haar jeugd, is te simpel. Daarmee doe je iemand tekort. Liefde ervaren en voelen doe je niet alleen in relaties met andere mensen. Liefde is diffuus, een gevoel dat je voor het leven kunt hebben. Je kunt ook verbonden zijn met mensen als je niet met ze in een huis woont.” Kun je iets vertellen over het schrijfproces? “Ik begin altijd met een constellatie van mensen die zich op een bepaalde manier tot elkaar verhouden. In dit geval wilde ik graag een verhaal schrijven over de rol van een ‘kind aan huis’, een huisvriend. Ik vroeg me af in hoeverre je er in die rol bij kunt horen, in welke mate je een buitenstaander blijft. In dat opzicht is een familie net als een samenleving, een gesloten ding waarin je wel verwelkomd kan worden, maar waar je nooit geheel bij gaat horen. Op ongeveer hetzelfde moment raakte ik gefascineerd door het verhaal van Laura Dekker. Niet
zozeer door het concrete verhaal, maar door het feit dat iedereen daar iets van vond. Dat mensen in hun eentje op een boot de wereld over gaan, vind ik een prachtig, magisch gegeven. Laura Dekker doet dat, en daar vindt vervolgens iedereen iets van. Dat overkomt ook Skip. Achteraf ben ik gaan inzien dat het boek laat zien dat het individualistische leven dat Skip leidt binnenkort niet meer mogelijk is. De romantiek van het écht weg zijn bestaat straks niet meer, in deze wereld die steeds kleiner wordt, waarin iedereen voortdurend met elkaar in contact staat. Het wordt steeds moeilijker om van je verantwoordelijkheden weg te lopen, we weten steeds beter wat er op verschillende plekken in de wereld gebeurt. Dat zie je terug in de rol van Juda, die juist wel activistisch en idealistisch is. Dat schuurt met het ouderwetse, romantische perspectief van Skip.” Aan welke schrijvers neem jij een voorbeeld? “Dat vind ik altijd een heel moeilijke vraag, want dan moet ik er zo veel uitsluiten. Zadie Smith is
voor mij een constante factor. Haar stukken, zowel haar romans als haar essays, zijn wonderbaarlijk intelligent en stilistisch heel sterk. Zij is een open geest; altijd heeft ze weer nieuwe ideeën, zonder dogmatisch te zijn. Ook Michael Cunningham is iemand die veel invloed op mij heeft gehad. Hij schrijft de meest prachtige familie-epossen. Hij wordt nog weleens weggezet als een kitschauteur, maar zo zie ik hem niet. Ik lees ook heel graag Marja Pruis, zij is een soort mentorfiguur. De afgelopen jaren was ik bovendien heel erg onder de indruk van Maggie Nelson, haar boek De argonauten is een hele nieuwe vorm van literatuur. Maar zoals ik al zei, ik kan er nog wel duizend opnoemen.” Welke acteurs zou je graag in de verfilming van je boek zien? “Haha, leuke vraag! Hmmm, laat me denken.... Als Mascha zou ik Marieke Heebink wel voor me zien, of Johanna ter Steege, of toch Carine Crutzen, genoeg keus. Skip is moeilijker. Sallie Harmsen, misschien? Al is die wel een beetje te knap.”
Nina Polak - Gebrek is een groot woord €19,99 (Prometheus) BIOGRAFIE Nina Polak (1986) studeerde literatuurwetenschap en Cultural Analysis aan de Universiteit van Amsterdam en de New School University in New York. Zij schrijft voor De Groene Amsterdammer en De Correspondent. Gebrek is een groot woord volgde drie jaar na haar debuutroman We zullen niet te pletter slaan. De roman werd genomineerd voor drie prijzen, waaronder de OPZIJ Literatuurprijs. JURYRAPPORT Sterke roman over een vrouw die zich losmaakt van het manipulatieve gedrag van de mensen die bepalend zijn in haar leven. Polak grossiert in heldere beelden, grappige oneliners en krachtige eyeopeners, die haar een zeer eigen stijl geven. En alles wat haar debuut zo goed maakte – stijl, humor, een eigenwijze blik op haar generatie – keert in Polaks tweede boek terug. Dat Polak goed kon schrijven wisten we al, ze werd ook voor haar debuut genomineerd voor de OPZIJ Literatuurprijs, maar met dit boek bewijst ze zich als blijvend talent.
OPZIJ 2018 NR. 5
65
FOTO JOUK OOSTERHOF LUMEN
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Deze roman gaat over de ontwrichting van een gereformeerd boerengezin na de dood van de oudste zoon. De jeugd van zusje en hoofdpersoon Jas is gedrenkt in eenzaamheid, destructiviteit en religie.
MARIEKE LUCAS RIJNEVELD
De avond is ongemak
B
en je een feminist? “Haha, toen ik genomineerd werd voor de prijs, dacht ik: maar ik ben helemaal geen feminist en ik voel me ook al zo weinig vrouw! Ik heb er wel waardering voor maar het schrikt me ook beetje af, ik heb altijd het gevoel dat ik daar te weinig vrouw voor ben of zo. Het is niet echt een thema voor mij, niet in mijn leven en niet in mijn werk. Maar wie weet komt dat nog.” Wat betreft schrijven en literatuur: wie of wat is je grootste inspiratiebron? “Voor proza absoluut Jan Wolkers. Ik deel met hem het gereformeerde milieu en het opgroeien in de natuur. Hoe vrij en onverbiddelijk hij was in het schrijven over seksualiteit, dat vind ik heel tof aan hem. Voor poëzie Anna Enquist, ik vind het heel indrukwekkend om te lezen hoe ze over rouw, de dood en verlies schrijft, zo ervaar ik dat ook.” Wat is je favoriete boek? “Van Jan Wolkers absoluut Terug naar Oegstgeest, dat vind ik heel mooi.” Welk boek zou je meegeven aan lezeressen op vakantie waar ze zelf niet aan hebben gedacht? “Lampje van Annet Schaap, een mix tussen kinderboek en volwassen boek, prachtig geschreven. Ook Wolkers, De
66
walgvogel zou ik zeker aanraden.” Welk boek neem jij mee op vakantie? “Ik heb een hele stapel liggen. Sowieso Gebrek is een groot woord van Nina Polak, En we noemen hem van Marjolein Heemstra, Mijn allerliefste schat van Gabriel Tallent en Het wolfgetal van Laura van der Haar.” Wat is je favoriete passage uit De avond is ongemak? “Ik lees heel vaak hetzelfde fragment voor, waar ze aan tafel zitten en vader zegt dat Sinterklaas niet bestaat. Jas twijfelt dan of Dieuwertje Blok, die toch een soort held voor haar is, ook wel echt is. Sommige stukken zijn natuurlijk best zwaar, bij dit stukje merk ik dat het publiek het grappig vindt. Het zegt ook iets over Jas, over hoe zij haar fantasie inzet. Ook lees ik vaak het stuk voor waar haar broer doodgaat, omdat dat natuurlijk de fundering van het verhaal is.” Hoe lang was je met het boek bezig? “In totaal zes jaar. Ik had echt tijd nodig, om het verhaal te maken en voor mijn persoonlijke ontwikkeling. Mijn poëziedebuut ging heel goed, maar als ik de roman net zo zou schrijven zou niemand het volhouden. Ik moest een andere vorm vinden en leren hoe ik het
verhaal zo goed mogelijk neer kon zetten.” Een deel van het boek is gebaseerd op je eigen jeugd. Was het confronterend om daar zo mee bezig te zijn? “Nee, ik heb fantasie en werkelijkheid zo met elkaar vervlochten, het is bijna niet uit elkaar te trekken. Het is echt het verhaal van Jas en niet mijn verhaal. Tijdens het schrijven heb ik er geen moment moeite mee gehad, maar achteraf kan het wel eens confronterend zijn, omdat het best wel dichtbij staat.” In de Volkskrant zei je dat je ouders opzagen tegen het boek en dat je niet wist of ze het zouden lezen. Hebben ze hem inmiddels gelezen? “Nee. Ik heb overal gezegd dat het me niet uit zou maken als ze het niet zouden lezen, maar ik merk wel dat er misschien toch geen enkele reactie op kan tegen die van je ouders. Ik begrijp het ook wel, zij kunnen Jas niet van mij onderscheiden, ze moeten het lezen als ze er klaar voor zijn.” Welke reacties krijg je uit de gereformeerde gemeente? “Er is wel gezegd: ‘De kerk zal hier niet blij mee zijn.’ Sommige mensen denken dat Jas van het geloof afvalt, maar ze is eigenlijk heel gelovig en komt juist
dichter bij God, ook al is het misschien uit angst. Ik kom wel uit de gereformeerde wereld, maar niet zo strikt als in het boek. Familie wel, zo kreeg ik een inkijkje en via mijn boek geef ik een inkijkje aan mensen nooit zo dichtbij zouden kunnen komen. Als schrijver heb je best veel macht eigenlijk.” Krijg je ook reacties van herkenning? “Niet veel uit heel streng gereformeerde kringen maar wel van mensen die zeggen: ‘Ik ben Jas.’ Mensen die zelf als kind ook vaak hun jas aan hielden als ze bang waren. Dat raakte me heel erg. Ik schrijf ook over het doden van dieren, daar heb ik heel veel reacties op gehad! Mensen, vooral uit de stad, waren echt boos op me. Ik vond de extreme passages in het boek de fijnste om te schrijven. Dat er echt iets gebeurde, dat er iets mis ging. Dat klinkt misschien een beetje creepy, maar je hebt zoveel vrijheid en het is heel psychologisch. Je kunt echt verdwijnen in het hoofd van de personage en in je eigen hoofd. In de mens ligt zoveel begraven eigenlijk. Ook al zou je helemaal niks meegemaakt hebben of niks
meemaken zou je nog tien boeken kunnen schrijven, al is het alleen maar op je eigen fantasie en binnenwereld gebaseerd.” Wie moeten er in de verfilming van je boek spelen? “Ik vind Monique Hendrickx heel goed en sterk, een hele bijzondere krachtige vrouw. Misschien als moeder van Jas of zo. Pierre Bokma vind ik ook heel goed, misschien als dominee. Wie Jas zou moeten spelen vind ik moeilijk, ik ken niet zoveel jonge actrices dus dat mag de filmmaker dan uitkiezen.” Wat doe je als je niet schrijft? “Ik werk bij een melkveebedrijf en ik ben nu ook weer een beetje bezig met muziek, een fijne afwisseling met het schrijven. Ik speel gitaar en zing en ik wil misschien wat gedichten op muziek te gaan zetten. Ik ben er ook wel achter gekomen dat ik niet het echte leven moet vergeten. Schrijven is natuurlijk een eenzaam beroep, als je je daarnaast ook nog eens eenzaam profileert, mis je dingen en kan het soms best moeilijk zijn. Ik zoek nu echt de balans. Ik ben bereid om alles te doen voor mijn werk, maar ik moet
er niet onder gaan lijden. Lijden is goed hoor, zeker voor een roman, maar het moet ook wel een beetje leuk blijven.” Wat wordt je volgende project? “In januari komt mijn tweede dichtbundel uit en ik schrijf een nieuwe roman. Het verhaal speelt zich af in Zeeland en het wordt vanuit een jongen verteld en dat vind ik heel tof, ik twijfel over mijn gender en zo heb ik een beetje het idee dat ik een jongen mag zijn.” Heb je andere genomineerde titels gelezen? “Ik lees op dit moment liever de Donald Duck dan een roman, maar ik zal er deze zomer heel wat van het lijstje lezen denk ik.” Wat doe je deze zomer? “Zeker naar Zeeland, ik vind het daar heel fijn en zou er ook heel graag willen wonen. En mijn roman wordt vertaald in Duitsland en Engeland, daar zitten ook optredens aan te komen. Ik weet nog niet of ik dat ga doen, dan moet ik voor het eerst vliegen…”Of met de auto. “Ja… Dat eis ik gewoon van de uitgeverij, met de auto, haha!” Haha, in de limousine. “Ja, in de limousine!”
Marieke Lucas Rijneveld - De avond is ongemak €19,99 (Atlas Contact) BIOGRAFIE Marieke Lucas Rijneveld (1991) studeerde een jaar Nederlands aan de docentenopleiding in Utrecht en aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Ze debuteerde in 2015 met dichtbundel Kalfsvlies, die werd bekroond met de C. Buddingh’-prijs voor het beste poëziedebuut. De avond is ongemak is haar romandebuut. Rijneveld werkt naast het schrijven twee dagen in de week op een melkveebedrijf en maakt muziek. JURYRAPPORT Knalgoed. Prachtig geschreven, het neemt je mee en laat je niet meer los, beklemmend, vreselijk, mooi, lief en verpletterend! Uitstekend geschreven debuutroman. Mooie compositie, stilistisch knap, scherpe en originele observarties en metaforen. Overtuigend in de beschrijvingen van de omgeving en de details. Alledaagse en zinsbegoochelende scènes wisselen elkaar af zonder dat de vertellijn wordt doorbroken. Het boek maakt invoelbaar hoe de dood een gezin uit elkaar rukt doordat het onvermogen van de gezinsleden zich bij ieder op totaal andere wijze uit. De horrorachtige plotwendingen trekken de roman weg van de realiteit zonder dat de lezer afhaakt.
OPZIJ 2018 NR. 5
67
FOTO DEBBY TERMONIA
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Tussen jasmijnbloemen, zachte aarde en ritselend gras spelen zich vijf verhalen af over familie, vriendschap, liefde en oorlog. Sabi schrijft beeldrijk over mensen in ‘het land van uitersten’.
AYA SABI
Verkruimeld land
B
en je een feminist? “Ja. Ik ben van mening dat iedereen een feminist zou moeten zijn. Feminisme houdt in dat de vrouw de vrijheid en de verantwoordelijkheid van jongs af aan krijgt om haar eigen keuzes te kunnen maken en haar eigen leven te betalen. Feminisme betekent voor mij dat ik recht heb op mijn eigen leven, dat ik mijn eigen keuzes en dus ook fouten kan maken en dat ik gezien wordt als een volwaardig persoon. Dat zou ik wereldwijd voor alle vrouwen en mannen willen, dat is mijn feminisme.” Wie of wat is jouw grootste inspiratiebron wat betreft schrijven of literatuur? “Ik vind dat zo moeilijk. Ik heb het liefst dat literatuur me aan het schrijven zet, vragen bij me oproept of me bewuster maakt van mijn eigen leven. Een boek waardoor ik anders naar de wereld kijk, dat me troost biedt of dat me op een andere manier bezig houdt, het is allemaal inspiratie voor mij. Als ik namen moet noemen: Jeroen Brouwers, Adriaan van Dis, Connie Palmen, Arundhati Roy.” Welk boek zou je meegeven aan lezeressen op vakantie? “Het laatste boek dat echt indruk op me heeft gemaakt is de debuutroman
68
van John Maxwell Coetzee, In het hart van het land. Ook Het enige verhaal van Julian Barnes heeft een diepe indruk op me gemaakt.” Welk boek neem jij mee op vakantie? “Ik ben nu bezig in Kroniek van een aangekondigde dood van Gabriel García Márquez. Ik vind het heel mooi. Het magisch-realisme van Márquez maakt je vakantie net iets specialer.” Kun je leven van het schrijven? “Ik ben nog studente en woon nog bij mijn ouders thuis. Op dit moment ligt mijn prioriteit echt bij het halen van mijn studie, maar het is wel een heel mooie bijverdienste. Niet het boek zelf, maar meer wat er bij komt kijken: optredens, columns, voordrachten, lezingen geven, dat soort dingen.” Wat doe je als je niet schrijft? “Ik studeer Biomedische Wetenschappen, ik lees heel graag en verder ben ik graag met vrienden, goede gesprekken zijn ook voer voor wat ik schrijf. Ook houd ik van koken en bakken, alles wat met eten te maken heeft en mensen bij elkaar brengt, waarbij je niet hoeft na te denken en je gedachten helemaal de vrije loop kunnen gaan.” Hoe lang was je met Verkruimeld Land bezig? “Ik heb er in totaal drie jaar
aan gewerkt, maar de meeste verhalen heb ik in twee jaar geschreven, want het was mijn eindopdracht (van de studie Literaire Creatie, red.) aan de Academie Genk. Ik werkte daar met deadlines en structuur en ik merk dat ik die dingen nu met het schrijven wel een beetje mis. Ik raakte later op Twitter aan de praat met Eric Corton, hij stuurde mijn manuscript op naar zijn uitgever. Die vond het te literair en toen is het opgestuurd naar Atlas Contact, en daar zat ik een half jaar na het afstuderen op de koffie. Ik had het zelf nooit durven opsturen!” Wat wordt je volgende project? “Ik ben een roman aan het schrijven. Het is heel moeilijk, het gaat over een waargebeurd verhaal van een bekende. Ik merk dat de thema’s heel dicht bij mij staan. Ik weet wat de rode draad is en wat er gaat gebeuren in het boek, maar ik vind het moeilijk om het verhaal en de personages concreet te maken. Maar het komt wel, het heeft gewoon tijd nodig. Ik merk dat als ik schrijf, dat het niet meer hetzelfde is als Verkruimeld land. Dat het iets luchtiger is, iets minder poëtisch, iets gewoner.” Waarom de titel Verkruimeld
land? “Ik gebruik het woord verkruimeld heel veel in het boek. Het gaat eigenlijk om het verkruimelde, dat wat overblijft als alles ons wordt afgenomen, als het niet meer goed gaat. Het staat voor liefde en familie, alles wat overblijft als alles ons in de steek laat.” Waar komt je inspiratie over ‘het land van uitersten’ vandaan? “Het onevenwicht op de wereld, dat probeer ik te symboliseren in het land van uitersten. Ik was een keer op vakantie in Casablanca, waar mijn ouders vandaan komen. We zaten in een appartementje in het rijke gedeelte, maar als ik uit het raam keek zag ik sloppenwijken. Dat was voor mij het land van uitersten. Heel veel mensen denken dat mijn verhalen afspelen in het Oosten, ver weg. Dat klopt ook, maar er zitten ook verhalen bij die zich gewoon in West-Europa afspeelden in mijn hoofd. Ik vraag me ook af hoe het komt dat ik op die manier schrijf. Ik houd heel erg van de Arabische taal en luister heel veel naar Arabische
muziek terwijl ik aan het schrijven ben. Ik denk dat het ook mijn onvermogen is om in die taal te schrijven, dat ik het Nederlands op deze manier ben gaan gebruiken. Ik wilde ook bewijzen dat het Nederlands ook heel klankrijk en beeldrijk is.” Wat is je favoriete passage/deel/boodschap uit Verkruimeld Land? “Dat is moeilijk! Dat is een beetje als kiezen tussen je vingers. Altijd als mensen vragen of ik iets wil voorlezen vraag ik hen welk stuk zij graag willen horen. Het is ook zo lang geleden, sommige fragmenten heb ik geschreven toen ik achttien jaar was. Verkruimeld land is in het geheel heel belangrijk voor me, omdat het echt mijn leven en mijn blik op de toekomst helemaal veranderd heeft. In hoeverre het mogelijk is om een literaire carrière te kunnen krijgen was voor mij altijd een beetje de vraag. Door Verkruimeld land is het balletje gaan rollen.” Heb je veel teksten aangepast die je zo lang
geleden had geschreven? “Ik heb wel twee redactierondes gehad. Mijn boek was eerst nog veel abstracter dan dat hij nu is. Ik heb het wel proberen concreter te maken. Ik denk dat mijn schrijfstijl óf een struikelblok is of dat je er verliefd op wordt. Je bent ervoor of je bent er niet voor.” Wat doe je deze zomer? “Ik ga twee weken op schrijfresidentie naar Parijs, met achttien andere leuke schrijvers, theatermakers en poëten. Daarna vertrek ik met mijn ouders naar Marokko.” Wie moeten er in de verfilming van je boek spelen? “Ik kijk echt helemaal geen films. Ik vind Elizabeth Gillies in de serie Dynasty wel een heel sterke vrouwelijke persoonlijkheid. Ze is echt de belichaming van I don’t care, ik ben wie ik ben en ik zeg wat ik denk, maar tegelijk schuilt er een heel gevoelig klein hartje onder. Zo zie ik mezelf en zo word ik vaak door vrienden beschreven, ik denk dat ik haar daarom een heel fijne actrice vind.”
Aya Sabi - Verkruimeld land €17,99 (Atlas Contact Uitgeverij) BIOGRAFIE Aya Sabi (1995) komt uit Roermond en woont momenteel in Genk, Vlaanderen. Ze studeert Biomedische Wetenschappen in Hasselt. Ondertussen blogt ze voor deredactie.be en is ze columnist voor NTGent Magazine en MO*. Ze debuteert met verhalenbundel Verkruimeld land, waarin ze op poëtische wijze de verhalen van mensen in ‘het land van uitersten’ schetst. JURYRAPPORT Knap geschreven. Het thema ontheemdheid als gevolg van oorlog wordt fraai uitgewerkt in sprookjesachtige vertellingen zonder duidelijke verhaallijn. Soms met reuzenstappen, soms in minutieuze beschrijvingen van zintuigelijke sensaties. Locaties worden gesuggereerd zonder ooit te worden benoemd. ‘Waar en wanneer’ blijft voortdurend in het vage, waardoor ‘wat en hoe’ een universele zeggingskracht krijgt. Vrouwelijke en mannelijke vertelstemmen wisselen elkaar af. Poëzie in prozavorm, met rijkgeschakeerde beelden en veel verbaal vernuft.
OPZIJ 2018 NR. 5
69
FOTO KEKE KEUKELAAR
GENOMINEERDE OPZI LITERATUUR
PRIJS
Opgegroeid in een communistisch gezin gaat Jolande Withuis na de dood van vader op zoek naar de voor haar onbekende persoon die hij was geweest.
JOLANDE WITHUIS
Raadselvader
B
en je een feminist? “Absoluut. Het is een van de weinige dingen die ik mezelf met volle overtuiging noem.” Wat betekent het feminisme voor je? “Het betekent alles. Het staat voor de manier waarop ik mijn leven inricht. Een leven waarin werk en vriendinnen belangrijk voor me zijn. Begin jaren zeventig kwam ik met het feminisme in aanraking. Dat hielp me om los te komen van het communistische gedachtegoed waar ik mee opgroeide. Ik behoorde tot de studentenbeweging waar Dolle Mina uit voortkwam. We lazen boeken van Kate Millett, Shulamith Fireston en Simone de Beauvoir. Een tijd waarin ik een enorme hoeveelheid kennis opdeed. Vervolgens heb ik zestien jaar vrouwenstudies gedoceerd in Amsterdam en Nijmegen. Ik deed onderzoek naar verzetsvrouwen en schreef een biografie over Juliana. Het feminisme is duidelijk verweven in mijn leven en werk.” Wie of wat is jouw grootste inspiratiebron wat betreft schrijven of literatuur? “Ik heb eigenlijk niet een bepaald voorbeeld of een inspiratiebron. Wel ben ik opgegroeid met een enorme taalprecisie. Mijn vader was een
70
communistisch journalist, dus alles luisterde heel nauw. Wij schreven niet Rusland, wij schreven SovjetUnie. Een communist zou nooit de arbeiders hebben omschreven als de zwakken in de samenleving. Dergelijk oog voor precisie en voor hoe zwaar taal telt heeft me als schrijver geholpen.” Werd er thuis veel literatuur gelezen? “Ik denk door mijn moeder wel, maar zeker weten doe ik dat niet. Mijn vader wist het lezen mij goed tegen te maken, want literatuur ging al snel over individuen en persoonlijke problemen. Dat hoorden wij niet belangrijk te vinden. Ik heb op de middelbare school weinig van literatuur meegekregen. Ik herinner me goed dat we Couperus kregen op het gymnasium. Ik wist dat ik dat als ‘koloniaal’ hoorde af te keuren. Pas toen ik een jaar of vijfentwintig was, ben ik gaan inhalen en veel Couperus gaan lezen. Ik vond het fantastisch.” Welk boek zou je meegeven aan lezeressen op vakantie? “Mijn favoriete boek is Jane Eyre van Charlotte Brontë, een klassieker, zeer feministisch in mijn ogen. Wat de OPZIJ-lezers zeker moeten lezen is de vijfdelige Cazalet-serie van Elizabeth Jane Howard. Zij beschrijft
door binnen hun hoofden te kruipen het verval van een deftige familie en de sociale veranderingen aan het begin van de twintigste eeuw. Ik zou willen dat ik zo kon schrijven. Het is een soort Downton Abbey, maar dan drie keer zo intelligent en diepzinnig. Fabelachtig goed.” Welk boek neem jij mee op vakantie? “Ik ga niet met vakantie, want ik ben niet echt een vakantiemens. Thuis lees ik uiteraard wel. Als ontspanning ben ik dol op de boeken van Val McDermid, fijne feministische detectives voor lange zomeravonden. De autobiografie van Elizabeth Jane Howard heb ik inmiddels klaarliggen, omdat ik na vijf delen Cazalet meer over haar wil weten. Verder liggen de prachtige dagboeken van Hanny Michaelis naast mijn bed, voor af en toe een stukje, want zo’n dagboek is niet iets wat je achterelkaar leest. Een prachtige dichteres, maar haar dagboeken zijn ook zeer de moeite waard.” Kun je leven van het schrijven? “Nee. Maar ik heb natuurlijk altijd een baan gehad en het schrijven daarbinnen en daarnaast gedaan. Ik verdiende ook niet aan die boeken. Mijn biografie van Juliana heeft goed verkocht, dus daarmee heb ik inmiddels een mooi
pensioen verdiend. Door mijn slechte arbeidsverleden had ik dat nog niet.” Hoe lang was je met Raadselvader bezig? “Ik heb het uiteindelijk vrij snel geschreven. Juliana verscheen in het najaar van 2016. Raadselvader kwam begin dit jaar uit. Ik heb er in die zin lang aan gewerkt, omdat ik al een eerdere poging tot het schrijven van dit boek had ondernomen. Na mijn vaders dood in 2009 heb ik zijn BVD-dossier opgevraagd. Ik ben toen meteen van alles gaan uitzoeken, maar het bleek nog te emotioneel. Daarnaast had ik nog niet de juiste invalshoek Het ging nog alleen over mijn vader. De mensen die de eerste versies lazen, vroegen zich toch wel af hoe dat leven voor mij als dochter moet zijn geweest. Het werd pas een echt boek toen ik er ook een boek over mijzelf van maakte.” Was het een ander boek geweest als je het destijds wel had geschreven? “Als ik het zeg dertig jaar geleden had geschreven was het een bozer boek geworden. Maar de fase van verwijt
ben ik inmiddels wel voorbij. Ik heb nu beschreven hoe het was, zonder dat ik mijn vader beschuldig. Hij deed wat hij kon als een man die in zijn leven beschadigingen heeft opgelopen. Dat wilde ik best openhartig opschrijven, maar niet als aanklacht. Het is ook geen zielig verhaal, mag ik hopen.” Wat was de meest verrassende ontdekking die je deed? “Ik stond vooral te kijken van de vele details in het BVD-dossier dat over ons werd bijgehouden. Er werd precies genoteerd op welke dag we waarheen verhuisden, wat we lazen en welke post we kregen. Alles staat erin. Dat ze over mijn vader schreven dat hij, ondanks zijn normale voorkomen, een gevaarlijke man was, schokte me. Was hij gevaarlijk? Dat is een van de raadsels waar ik mee ben blijven zitten. Als het Rode Leger was gekomen, had mijn vader dan geweld gebruikt tegen Nederlanders die tegen de Russen waren? Daar heb ik geen antwoord op. Hij wekte de indruk alsof hij dat wel zou doen, maar tegelijkertijd denk ik dat hij daar te
zachtaardig voor was. Dat blijft een onoplosbaar raadsel – vandaar ook de titel van het boek.” Wie moeten er in de verfilming van je boek spelen? “Wat een moeilijke vraag zeg, daar heb ik geen antwoord op. Maar het lijkt me geweldig als het boek verfilmd zou worden. Een film over het communisme in Amsterdam, met als tegenhanger een meisje dat in Zutphen rondloopt en dat bang is om fouten te maken. Een film over een schrijvende en schakende vader, vol grollen en grappen. Interessants, maar benauwend.” Wat wordt je volgende project? “Mijn volgende boek zal gaan over de geschiedenis van het feminisme in Nederland. Ik wil hierin de belangrijkste gebeurtenissen en thema’s binnen het feminisme beschrijven vanaf het eind van de achttiende eeuw. Maar voor een dergelijk groot project heb ik op dit moment nog niet de ruimte in mijn hoofd. Het plan heeft nog geen serieuze vorm, maar ik geloof wel dat het er moet komen.”
Jolande Withuis - Raadselvader €19,99 (Atlas Contact) BIOGRAFIE Jolande Withuis (1949) is sociologe en auteur. Withuis studeerde sociologie en antropologie aan de Universiteit van Amsterdam. In haar wetenschappelijke loopbaan hield Withuis zich veelal bezig met het Nederlandse communisme en de bevrijding van het nazisme. Daarnaast was zij van 1995 tot 2007 columnist van OPZIJ. Ze schrijft naast wetenschappelijke werken ook biografieën, zoals Juliana – Vorstin in een mannenwereld. Haar nieuwste werk Raadselvader – Kind in de Koude Oorlog is een biografie over haar vader. JURYRAPPORT Een buitengewoon boeiende verhandeling over het leven in een bedreigde minderheidsgroep en hoe dit een mens voor altijd kan beschadigen. Maar ook hoe je je aan die gevoelens van ‘er niet bij horen’ en onzekerheid kunt ontworstelen. Dit keer vanuit een ongebruikelijk perspectief: dat van de gestaalde communistische kaders. Degelijk geschreven, stevige en doelmatige structuur. Alle lof voor de moed van Withuis om haar levensverhaal, haar pijn en haar twijfels prijs te geven aan de buitenwacht. Dat kan niet makkelijk zijn voor iemand die altijd de neiging zal houden over haar schouder te kijken.
OPZIJ 2018 NR. 5
71
72
DOOR FIEKE TISSINK
KUNSTKIJKER
Lezende ZUSSEN Vrouwen en boeken. Omdat dit nummer in het teken staat van vrouwen en literatuur, hier ook kort aandacht voor lezende vrouwen op schilderijen. Ze komen vaak voor in de kunstgeschiedenis. Het in beeld brengen van een vrouw, turend in een boek, afgesloten van de rest van de wereld, blijkt een aantrekkelijk onderwerp voor schilders te zijn.
OPZIJ 2018 NR. 5
73
KUNSTKIJKER
De gezusters Arntzenius, geschilderd door Willem Bastiaan Tholen in 1895, collectie Museum Gouda. Foto: Tom Haartsen
S
amen op de sofa, maar geen oog voor elkaar. De meisjes zijn verdiept in hun boeken. De een zit rechtop, geconcentreerd te lezen, de ander hangt en bladert door een boek met plaatjes. Haar vinger houdt ze tussen de bladzijden zodat ze makkelijk weer terug kan naar een vorige passage. Het hoofd rust op haar andere hand. De meisjes dragen dezelfde kleding, zwarte mouwtjes en witte schorten met ceintuur. Achter de roodpluchen sofa hangt een Perzisch kleed, rood met zwarte motieven. Ook de boekbanden zijn rood. Rood, zwart en wit voeren de boventoon in dit schilderij. De lezende meisjes zijn Dora (18821956) en Elisabeth Arntzenius (18811936), hier dertien en veertien jaar oud. Ze zijn geportretteerd door
74
Willem Bastiaan Tholen (1860-1931) in 1895, toen hij bij het gezin Arntzenius in huis woonde in Den Haag. Als medebewoner had hij de meisjes dagelijks om zich heen en kon ze zo informeel in beeld brengen. Ze lijken zich niet bewust van de kunstenaar, ze poseren niet. Dora leest aandachtig, Elisabeth hangt een beetje dromerig op de bank. Tholen wist hun stemming mooi te treffen. Heel anders is het schilderij van de Amsterdamse weesmeisjes. Twee aan twee, met een boekje in de hand, zijn de meisjes op weg. Dat de stoet langer is, maakt de schilder duidelijk rechtsonderin de hoek: daar is het rood-zwart van het kostuum van het volgende weesmeisje nog net te zien. Ze zijn op weg naar de kerk. Een van de meisjes kijkt in haar boekje, ongetwijfeld een bijbeltje of een liedboek. Zorgvuldig schilderde
Nicolaas van der Waaij de meisjes, met de doorzichtig witte kapjes en kragen. Tijdens hun kerkgang lijken ze even stil te staan, net voor een oude prent van Amsterdam aan het IJ. Deze meisjes woonden in het Burgerweeshuis, daar waar nu het Amsterdam Museum gevestigd is. Het is een sereen tafereel. Lezende vrouwen: een geliefd onderwerp? Een aantal jaren geleden werd het schilderij van Pablo Picasso Femmes lisant (Deux personages) geveild in New York. Het bracht slechts 21 miljoen dollar op in plaats van de geschatte 25 tot 35 miljoen. Het schilderij laat Picasso’s muze zien, Marie-Thérèse Walter en haar zus, samen zittend achter een boek. Lezende vrouwen, misschien iets minder gewild dan gedacht, maar mooi en nog altijd onwaarschijnlijk veel geld waard. O
KUNSTKIJKER
Pablo Picasso (1881-1973), Femmes Lisant (Deux personages) in 1934, particuliere collectie
Burgerweesmeisjes op weg naar de kerk, geschilderd door Nicolaas van der Waaij (1855-1936), ca. 1920, Amsterdam Museum OPZIJ 2018 NR. 5
75
INTERVIEW
TOUWTJES
in eigen handen
Een flinke dosis lef kun je haar niet ontzeggen. Mizzi van der Pluijm (1962), voorheen uitgever van Atlas Contact, startte na een publicitair flink uitgemeten ruzie voor zichzelf. De eerste boeken van uitgeverij Pluim zijn inmiddels verschenen. Tijd om poolshoogte te nemen.
N
a een carrière van meer dan dertig jaar bij uitgeverij Atlas en later Atlas Contact, begon Mizzi van der Pluijm dit jaar haar eigen uitgeverij. Het was het gevolg van een flink conflict met de directie van uitgeverij Atlas Contact en doordat een aanzienlijk aantal auteurs te kennen gaf met haar mee te willen gaan, kwam er een hoop publiciteit overheen. Mizzi, die geldt als een belangrijk literair uitgever en dankzij wie auteurs als P.F. Thomése, Dimitri Verhulst, Vonne van der Meer en Bert Wagendorp door-braken, is inmiddels zeer thuis op haar nieuwe plek in de binnenstad van Amsterdam en is samen met een klein aantal medewerkers druk bezig met haar eerste najaarsaanbieding. Van der Pluijm, die zoals ze zelf zegt, nogal secundair op zaken reageert, heeft nu het stof na een jaar is neergedaald, veel te doen en brandt van ambitie. Het worden spannende tijden.
76
Best stoer om voor jezelf te beginnen. “Ik ben geboren in Rotterdam. Bij ons thuis aan tafel werd veel over zakendoen gepraat, ik kom uit een echt ondernemersgezin. Mijn broertjes en ik hielpen op woensdagmiddagen en in de vakanties mijn vader op de zaak. Ik herinner me veel van de gesprekken die mijn vader daar voerde en de oplossingen die hij bedacht. Dat is vormend geweest. Mijn broertjes hebben samen een bedrijf in cadeaukaarten genaamd Pluimen. Zij zijn begonnen in de slaapkamer van een van hen, maar zitten nu met vijfenveertig man in de oude Van Nelle Fabriek in Rotterdam. Dat is een hartstikke goed bedrijf. Uit het feit dat we alle drie ondernemer zijn, blijkt denk ik wel de invloed die mijn vader op ons had. Als we nu bijvoorbeeld met z’n allen bij elkaar zijn, is mijn man verbaasd over het soort gesprekken dat wij met elkaar voeren.”
DOOR MARIANNE VERHOEVEN BEELD CORBINO
INTERVIEW
OPZIJ 2018 NR. 5
77
INTERVIEW
Want hij heeft een heel andere achtergrond? “Zijn vader werkte bij het Bijbelgenootschap, zij hebben een andere manier van naar het leven kijken. Daar praten wij bij zijn familie over, maar dat hele ondernemersgedoe, wat wij thuis met elkaar hebben, dat is voor hem een wonderlijke wereld.” Je bent begonnen als redacteur, terwijl je nu als uitgever veel meer de strategische en marketingkant voor je rekening neemt. Kun je die beide kanten combineren? “Ik lees veel manuscripten en ik kan goed zien wat er in een tekst moet gebeuren, dat wel. Maar je moet mij geen redacteur laten zijn. Ik ben daar niet geduldig genoeg voor en ik vind het veel te leuk om na te denken over marketing, pr, hoe je een fonds vormt, en hoe alles samenhangt. Ik heb uitgeven altijd spannend gevonden, omdat het niet makkelijk is om met goede boeken genoeg geld te verdienen zodat iedereen ervan kan leven en het bedrijf gezond blijft. Dat is moeilijk en dus interessant. Hoe zorg je ervoor dat je geen troep uitgeeft en toch financieel rendabel bent? Een uitgeverij mag nooit schrijvers in de weg zitten, maar moet dienstbaar zijn aan de auteurs. Daar ben ik graag mee bezig.”
nu niet. We zijn nu met de najaarsaanbieding bezig en ik begin voor het eerst te merken dat ik nog veel verder kan gaan in wat ik altijd geprobeerd heb.” Wat zijn de eerste titels die uitkomen? “Ik, J. Kessels van P.F. Thomése is begin mei verschenen en eind deze maand volgt De overblijfvader van Henk Rijks. Voor de najaarsaanbieding hebben we wat meer tijd. Het is mooi om te zien dat schrijvers tijdens de voorbereiding hun eigen folder aan deze tafel met een ontwerper zitten te maken. Dat kan nu, doordat we meer tijd hebben.” Dat betekent ook minder stress. “Ik weet niet of stress voor mij zo relevant is. Mijn richtlijn is: vind ik het interessant of niet? En dit vind ik dus interessant: kijken wat er gebeurt als je nog meer kunt doen waar een schrijver om vraagt. Ik heb dit niet bewust opgezocht, dat er nu een Uitgeverij Pluim is, was een reactie. Ik vond mijn baan hiervoor helemaal niet vervelend, ik had een hartstikke interessante baan. Nu is het een ontdekkingstocht. Ik kan mijn auteurs nu nog meer helpen dan ik hiervoor kon, ik heb geen idee waar dit proces gaat uitkomen…”
‘Het feminisme van nu is veel aantrekkelijker, dat is veel meer een groep waar je bij wilt horen, ze hebben humor en zelfbewustzijn’
Er wordt behoorlijk lovend over je gesproken, je auteurs voelen zich kennelijk persoonlijk verbonden met je, hebben de overstap naar je nieuwe uitgeverij gemaakt. “Ik moet zeggen dat alles wat er vorig jaar gebeurd is, mij volstrekt overdonderd heeft. Ik stond echt perplex. Alle dingen die over me gezegd werden en de brieven die mensen geschreven hebben, daar ben ik zo door overweldigd dat ik er nog niets mee heb kunnen doen. Ik heb die brieven in een doos gestopt en als ik een keer de tijd en emotionele ruimte heb, dan ga ik lezen.”
En nu? “Nu ben ik aan het proberen precies hetzelfde te doen wat ik altijd heb proberen te doen: te begrijpen wat een schrijver precies wil en helpen daar vorm aan te geven. Ik begin nu te merken, dit is allemaal nog zo pril, dat ik nu meer vrijheid heb om dat te doen. Als je kleiner bent en minder boeken uitgeeft, dan ben je veel flexibeler. Atlas Contact is een hele goede uitgeverij met toegewijde mensen, maar omdat er tweehonderd boeken per jaar moeten verschijnen, moet je onvermijdelijk dingen meer formaliseren en dat hoef ik 78
Heb je een liefste misser? “Een van de dingen waar ik nog steeds enorm van baal, is het hele gedoe dat we met Dimitri Verhulst en WeTransfer hadden, daar word ik nog steeds niet goed van, omdat ik het zo’n geweldig idee vond! Dimitri Verhulst schreef Spoo Pee Doo, over hoe er in de samenleving gereageerd wordt op terroristische aanslagen. Het beschrijft een nacht van een man. Een schitterend boek, het swingt de pan uit. Wij hadden met WeTransfer afgesproken dat wij het boek tegelijk in het Duits, Engels zouden vertalen en dat het in drie talen op die website gedurende een bepaalde tijd gratis te downloaden was. Ik vond dat nogal een spectaculaire onderneming, überhaupt dat we die vertalingen hadden, zo snel, het idee ook om internationaal uit te geven. Alles hieraan interesseerde me.” WeTransfer had daar een bedrag voor ter beschikking gesteld? “Nee, het ging veel meer om het proberen, gewoon kijken wat gebeurt er als je zoiets doet. En toen, in de week voordat alles online zou gaan, kwam de eindredacteur bij WeTransfer tot de conclusie dat er te veel dingen in het boek stonden die aanstoot zouden kunnen geven. Ik heb ’s avonds met hem gebeld en ik had het gevoel dat ik iemand die voor de geheime dienst in communistisch Oost-
INTERVIEW
Duitsland werkte aan de lijn had! Zo bang! Die man zelf was niet verkeerd, maar zijn werk dwong hem om op een goudschaaltje te wegen wie zich waardoor eventueel gekwetst zou kunnen voelen. Ik vond het heel, heel erg dat dit project ons niet lukte. Maar daarna wist ik opeens wel waarom er uitgevers nodig zijn. Moet je je voorstellen dat er een wereld is die geregeerd wordt door WeTransfer, Facebook, Google. Dat zij gaan bepalen wat aanstootgevend is. Cultuur is er toch onder andere om de mensheid een stap verder te brengen. Als uitgevers het niet doen, doet straks niemand het meer: dít is waarom wij er zijn en daar gaan we nog eens een tandje bij zetten. Maar ik ben er echt wel een paar weken ziek van geweest.” Je moet zoeken naar nieuwe wegen. Onderzoekers melden dat jongeren steeds minder lezen. Oplages van boeken en tijdschriften dalen nog steeds. “Maar ik zie ook heel veel jongeren voor wie boeken belangrijk zijn, een soort statussymbool waarmee ze ostentatief in de trein zitten. En als ik zie hoe graag jonge mensen in de uitgeverij willen werken, hoe veel jonge mensen schrijver willen worden, dan heb ik niet het idee dat het boekenvak een aflopende zaak is. Ik vind de jonge generatie schrijfsters bijvoorbeeld echt geweldig. Hoe zij zich opstellen en discussies voeren…” Noem eens namen. “Nou, die hele generatie Nina’s: Nina Weijers, Nina Polak, en Ellen Deckwitz, Bregje Hofstede, Lieke Marsman, Hanna Bervoets. Ze zijn erg aanwezig in het publieke debat, in de politiek, allemaal op hun eigen manier, op hun eigen terrein.’’ Je noemt nu een aantal zogenaamde millennials. En ook nog allemaal vrouw. Die zijn inderdaad niet zo bang om te zeggen wat ze ervan vinden. “Deze generatie is zich duidelijk aan het manifesteren en geeft aan hoe het anders moet en kan. Ik denk dat de samenleving nog zit met de restanten van wat er in de generatie boven ons gedacht werd. Ik ben niet zo somber over de toekomst, met deze jongeren. Het komt allemaal wel goed.”
horen, ze hebben humor en zelfbewustzijn. De oude garde had dat in mijn optiek niet. Dat is waarom ik denk dat het feminisme nu zo in de mode is, omdat de voorlopers mensen zijn bij wie je wilt horen. Bij de oude garde had ik dat gevoel niet. Ik werd daar in ieder geval niet vrolijk van. We zijn hier bij uitgeverij Pluim bezig met een boek over de vagina. Dus inmiddels weet ik dat je een vagina en een vulva hebt, ik dacht dat dat een en hetzelfde ding was. Ik vind het heel grappig dat er nu weer een generatie bezig is met wat je moet weten over geslachtsdelen, maar nu op een totaal andere manier.”
De generatie daarboven heeft ook flink actiegevoerd. “Ja, maar dertig jaar geleden vond ik dat niet heel aantrekkelijk. Het feminisme van nu is veel aantrekkelijker, dat is veel meer een groep waar je bij wilt
Maar dat is feitelijk toch niets nieuws onder de zon? “Dat is ook wat ik denk wat uitgeven voor een deel is: het recyclen van dezelfde informatie, maar het aanpassen aan de tijd of tijdgeest. Bij thuis ons op zolder, waar ik sliep, stonden allemaal dozen met boeken van een oom. Hij had
Mizzi van der Pluijm werd op 23 juli 1962 geboren in Rotterdam. Na haar studie Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam begon ze in 1986 eerst als uitgeefassistent en later als redacteur bij uitgeverij Contact. Ze vervolgde binnen deze uitgeverij haar carrière in 2004 als
uitgeefdirecteur bij Contact, die in 2012 na een overname verderging als Atlas Contact. In de zomer van 2017 vertrok ze daar na een conflict. Dit jaar begon Mizzi voor zichzelf en richtte uitgeverij Pluim op. Van der Pluijm is getrouwd met Chris Kijne, radio- en televisiemaker bij de VPRO. OPZIJ 2018 NR. 5
79
INTERVIEW
waanzinnig veel boeken. Ik heb die dozen een voor een leeg gelezen en een zo’n oud boek uit 1930 ofzo ging over hoe je gezond moest leven. Als je ziet wat daar allemaal in stond, dat is precies wat er nu in de krant staat omdat het net wetenschappelijk bewezen is. Deze schrijver wist dat dus allemaal al, het was allemaal common knowledge.” Wat merk je van de gang van papier naar digitaal? “Ik vind dat eigenlijk helemaal geen item. Het gaat erom dat er gelezen wordt, wat maakt het uit of iemand een papieren boek leest of de digitale versie? Je moet niet ontkennen dat er wel degelijk wat aan de hand is, maar het betekent niet het eind van de wereld. Oke, er wordt minder gelezen en je kunt je afvragen of we niet op weg zijn naar een beeldcultuur in plaats van een geschreven cultuur. In ieder geval gaan wij het antwoord daarop niet meemaken. De vraag is: is dat erg en wat blijft er allemaal naast elkaar bestaan qua beeld en tekst? Natuurlijk krijgen alle grote bedrijven en uitgeverijen hier problemen mee, omdat die ingericht zijn op de jaren tachtig en negentig toen het allemaal zo verschrikkelijk extreem uitzonderlijk goed ging en iedereen dacht dat dat normaal en blijvend was. De meeste mensen hebben niet veel tijd om een roman te lezen. Maar mensen realiseren zich ook steeds meer wat de nadelen zijn van het almaar met je telefoon bezig zijn, dat je het dan druk hebt met veel non-dingen, en die mensen gaan weer op zoek naar de verdieping en rust van een boek.”
‘Er is niet één literatuurprijs die zo gênant is als de OPZIJLiteratuurprijs’
Je had het over je achtergrond in een ondernemersgezin. Dat betekent ook dat je goed op de centen hebt leren passen. “Ja, dat is helemaal waar. Ik heb altijd financieel gezonde uitgeverijen geleid. Ik vind het belangrijk en leuk om te zorgen dat je dat voor elkaar krijgt, zonder dat het ten koste gaat van de kwaliteit. En omdat dat moeilijk is, ga je je ook nooit vervelen. Mijn grote heldin is Nancy Cunard, degene door wie ik uitgever ben geworden. Zij was dochter uit een miljardairsgezin en had meer dan voldoende geld om een drukpers te kopen en een uitgeverij te beginnen. Dan zit ik weleens te fantaseren: zou ik dat nou leuk hebben gevonden? Dat ik gewoon al het geld van de wereld had en alles kon uitgeven waar ik zin in had. Maar ik denk dat dat toch te saai is, daar is geen kunst aan, dat kan iedereen. Ik zou ook echt niet als ik ineens de lotto win, anders gaan uitgeven.” Van alleen maar op de winkel passen word je lui. Maar van iets ingewikkelds, iets moeilijks, 80
waardoor je in oplossingen moet denken, krijg je energie. “Haha, dan zit jij bij OPZIJ op de goede plek! Maar er is natuurlijk nog steeds een flinke markt voor dat blad.” Dat geloven en zien wij ook. En de OPZIJLiteratuurprijs wordt weer uitgereikt. “Ik heb je voorganger, Irene de Bel, daar vaak over aan haar hoofd gezeurd. Er is niet één literatuurprijs die zo gênant is als de OPZIJ-Literatuurprijs.” Vertel. “Als je nu echt wilt dat die prijs prestigieus wordt, moet je zorgen dat die een bedrag uitkeert dat twee keer zo hoog is als wat nu de hoogste prijs is.” Maar sorry, dat geld is er natuurlijk niet. “Denk je niet dat er een hele groep vrouwen met geld bereid is om te zorgen dat zo’n bedrag er wel komt? Ik weet niet wat nu de Librisprijs is, maar als je vijftigduizend euro uitkeert, is het prestige van die prijs direct al een stuk beter.” Ik snap waar je het over hebt, maar ik zou niet weten waar we zo’n bedrag vandaan moet halen en ik ken de vrouwen niet. Maar het prestige van de prijs staat wèl als een paal boven water. Dat zag je bijvoorbeeld ook toen Renate Dorrestein overleed, in elke necrologie werd het feit dat zij deze prijs heeft gewonnen genoemd. “Ik wil niet lullig doen, maar ik heb niet het idee dat die prijs nog enige prestige heeft. Ik bedoel: iedereen is natuurlijk blij dat ie ‘m krijgt, maar…” Ik ben dat uiteraard niet met je eens. Bovendien, als je nu kijkt naar wat Corina Koolen in haar proefschrift schrijft, hoe het werk van vrouwelijke auteurs beoordeeld wordt ten opzichte van de mannen, dan is zo’n prijs juist hard nodig. “Dat ben ik met je eens. Juist om die redenen zou de OPZIJ-Literatuurprijs veel en veel meer moeten betekenen dan al die andere prijzen. Zo’n geldbedrag zegt heel veel. Dit is een gouden tijd om te zorgen dat die prijs staat als een huis en dat je dan kan laten zien: moet je eens even kijken wat wij nu met elkaar doen. Ik denk dat de OPZIJ-Literatuurprijs nu meer het vooroordeel bevestigt. Als je hem zo organiseert dat hij ver boven alle andere prijzen uitspringt, dan wordt dat een heel ander verhaal. Dat lijkt mij nou ontzettend leuk. Ik zou dit heel graag met je willen organiseren, maar ik kan het er op dit moment niet bij hebben.” Spreken we dat voor volgend jaar af. “Ja, dat moeten we voor volgend jaar maar eens gaan bekijken. Als ik dan wel de ruimte heb, zou ik dat graag doen. Als je die dingen over die prijs opschrijft, dat zou ik leuk vinden. Of kan dat niet?” O
ABONNEE WORDEN
NEEM NU EEN
JAARABONNEMENT
en ontvang een boek CADEAU!
6 NUMMERS + BOEK VOOR
€ 41,50
MEISJES MET LEF
(winkelverkoopprijs € 18,99, voor u gratis bij een jaarabonnement) Deskundigen roepen al jaren dat kinderen meer buiten moeten spelen en dat ouders hen niet zo moeten betuttelen. Caroline Paul richt zich in dit boek specifiek tot jonge vrouwen. Zij stimuleert hen om grenzen op te zoeken en er dan, met beleid, overheen te gaan. ‘Jezelf uitdagen is essentieel voor een leven vol opwinding, zelfvertrouwen en plezier,’ stelt Paul in haar voorwoord. In dit boek laat ze zien hoe je het leven stoer tegemoet kunt treden aan de hand van leuke illustraties, ervarings-avonturen en moderne heldinnen, onder wie het Nederlandse zeilmeisje Laura Dekker.
DUITSE MOEDERS
(winkelverkoopprijs € 19,50, voor u gratis bij een jaarabonnement) In Duitse moeders staan verhalen van Nederlanders die net als Frank Dam een Duitse moeder hebben. Gesprekken met Hans Sleutelaar, Liselore Gerritsen, Britta Hosman, Cherry Duyns, Hans Maarten van den Brink, Laura Starink, Boudewijn Paans, Xaviera Hollander, Barbara Plugge, Ove Lucas, Marten Visser, Barbara Mounier, Willem van Drunen, Andrea Bosman en Hans van Manen. En een voorwoord van Tessa de Loo.
GA NAAR OPZIJ.NL/ABONNEMENTEN Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. De eenmalige bezorgkosten bedragen €4,95. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (6 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van 1 maand. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon. OPZIJ 2018 NR. 5
81
REPORTAGE IJSLAND
PARADIJS VO Op 24 oktober 1975 lag de hele IJslandse economie plat. De reden? Bijna alle vrouwen weigerden te werken uit protest tegen ongelijkheid in de samenleving. Ze wilden wel eens laten zien hoe onmisbaar vrouwen waren voor het draaiend houden van de economie en de maatschappij. Journalist Irene Schoenmacker reisde af naar IJsland met de vraag wat ons koude kikkerlandje kan leren van dit noordelijke eiland.
82
DOOR IRENE SCHOENMACKER
REPORTAGE IJSLAND
OR VROUWEN
A
l snel werd toen duidelijk hoe onmisbaar de vrouwen waren. De telefoons deden het niet, kranten konden niet worden geprint en theaters moesten voorstellingen cancelen omdat de actrices niet werkten. Scholen gingen dicht, vluchten werden geannuleerd en bij de bank moesten directeuren zelf het geld tellen omdat er geen vrouwen waren om dat te doen. In de hoofdstad Reykjavik werd een demonstratie gehouden, waar ruim vijfentwintigduizend vrouwen op af kwamen. De straten vulden zich en dat zorgde voor grote files. Op podia werd gesproken over de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de IJslandse gemeenschap en het gebrek aan vrouwen in de politiek. Het jaar erop werd de nieuwe gelijkheidswet van kracht.
De grote demonstratie had haar doel bereikt. En nu, afgelopen januari, heeft IJsland opnieuw een primeur: het gaat als eerste land ter wereld de loonkloof serieus aanpakken. Grote bedrijven zijn vanaf nu verplicht aan te tonen dat ze mannen en vrouwen hetzelfde betalen. In Nederland ligt die bewijslast bij de werknemer, hoewel verschillende politieke partijen onlangs in een wetsvoorstel ervoor pleitten het IJslandse model te volgen. Het mag dan ook geen verrassing heten dat IJsland al negen jaar de Gender Gap Index aanvoert, de ranglijst die de gendergelijkheid in de wereld meet. Nederland zakte vorig jaar van de zestiende naar de tweeĂŤndertigste plaats. Met name in de politiek en het gelijk betalen van mannen en vrouwen scoort Nederland beduidend slechter. Wat kan Nederland hieruit leren?
OPZIJ 2018 NR. 5
83
REPORTAGE IJSLAND
De eerste les: het gebeurt niet vanzelf, zeggen Tryggvi Hallgrímsson en Katrín Björg Rikarosdóttir. Hij is medewerker en zij directeur van het Centrum voor Gendergelijkheid in Akureyri, een stad zo’n zes uur rijden noordelijk van Reykjavik. “Dat is zeker iets wat we geleerd hebben in de afgelopen decennia,” zegt Hallgrímsson. “Dat betekent niet dat de toon agressief hoeft te zijn,” voegt directeur Rikarosdóttir daaraan toe, “maar culturele veranderingen zijn nu eenmaal alleen mogelijk als er goed beleid wordt gemaakt. Zo zien wij het hier in IJsland: we hebben de wet nodig om iets te veranderen.” Een goed voorbeeld daarvan is het vrouwenquotum voor bestuurders, dat IJsland in 2013 heeft ingevoerd voor bedrijven met meer dan vijftig werknemers. Veertig procent van het bestuur moet sindsdien uit vrouwen bestaan. En het werkt: IJsland heeft, op Frankrijk na, de meeste vrouwelijke bestuurders van heel Europa. In Nederland is het aandeel vrouwelijke bestuurders bij beursgenoteerde bedrijven
vorig jaar opnieuw afgenomen, naar twaalf procent. Het streefcijfer van dertig procent wordt bij lange na niet gehaald. Minister Van Engelshoven, die emancipatie in haar portefeuille heeft, noemde het percentage “om te huilen”. Ook op politiek gebied doen IJslandse vrouwen het goed: het land heeft een lange traditie van vrouwelijke leiders. Van 1980 tot 1996 had IJsland ’s werelds eerste
‘Het is nu eenmaal de norm hier om feminist te zijn’
84
democratisch gekozen vrouwelijke staatshoofd: Vigdís Finnbogadóttir. Ze werd drie keer herkozen, in 1984, 1988 en in 1992. In november koos IJsland opnieuw een vrouwelijke premier, de tweede in tien jaar tijd. Een ander voorbeeld dat overheidsingrijpen werkt, is te zien bij het beleid dat IJsland voert voor jonge vaders en
REPORTAGE IJSLAND
moeders. Het ouderschapsverlof is, net als in andere Scandinavische landen, al jaren goed geregeld. Moeders en vaders krijgen elk drie maanden verlof, plus nog drie maanden om te verdelen, tegen tachtig procent van hun loon. Daar steekt het succesje dat Nederland dit jaar boekte toch wat schril bij af: het kabinet besloot dat jonge vaders vanaf volgend jaar drie verlofdagen erbij krijgen, waarbij het totale ouderschapsverlof op vijf dagen uitkomt. In 2020 zouden partners daarnaast nog vijf weken extra verlof kunnen krijgen, maar wel tegen zeventig procent van hun loon. Zelfs de Sociaal-Economische Raad vond dat wat mager en adviseerde de regering zes weken ouderschapsverlof voor beide ouders in te voeren, dat zou moeten worden betaald door de overheid. Dat advies komt dicht in de buurt bij het model dat de IJslanders hanteren. Zou dat ook de reden zijn dat de arbeidsparticipatie onder IJslandse vrouwen hoog is? In IJsland werkt 77 procent van de vrouwen, en 65 procent doet dat fulltime. In Nederland heeft 65 procent van de vrouwen werk en slechts een kwart van hen heeft een voltijdsbaan. Rikarosdóttir: “Als je progressieve wetgeving invoert, verandert dat ook de manier waarop mensen denken.” Voor deze vorm van ouderschapsverlof werd ingevoerd, waren ook IJslanders geneigd de zorg aan de moeder toe te schrijven, zegt de directeur van het Centrum voor Gelijkheid. “Maar toen de overheid invoerde dat ook mannen ouderschapsverlof konden opnemen, veranderde er iets.” Dat komt doordat het de mannen niet werd opgelegd, legt Rikarosdóttir uit: “Er werd gezegd: ‘Jullie hebben er recht op.’ En als iets wordt gepresenteerd als een wettelijk recht, zijn mensen geneigd er sneller gebruik van te maken.” Ook de kinderopvang werd in de jaren tachtig onder de loep genomen. Vandaag de dag gaat 95 procent van de drie- tot vijfjarigen naar de dagopvang. Gemeenten betalen zo’n tachtig procent van de kosten, ouders slechts
werkgevers een steeds groter gedeelte van de koek betalen. Vanaf 2011 kelderde het aantal kinderen in de opvang. Door al deze keuzes zit het gelijkheidsprincipe diep in de IJslandse cultuur geworteld. “Het is nu eenmaal de norm hier om feminist te zijn,” zegt de negentienjarige Adda Smáradóttir. Zij deelde in 2015 een foto van haar tepel op Twitter, om te laten zien hoe verschillend er tegen vrouwelijk en mannelijk naakt wordt aangekeken. De foto ging de hele wereld over, en duizenden vrouwen deelden onder de hashtag #freethenipple uit protest foto’s van hun borst. Ook IJslanders die zich liever geen feminist noemen, zijn dat in feite wel, zegt Adda. Ze gebruiken gewoon een ander woord: jafnréttissinni, dat zoveel betekent als ‘strijder voor gelijkheid’. Maar ook de IJslandse mannen noemen zich feminist, zoals de 24-jarige Ástrádur Stefánsson. “Mannen en vrouwen verschillen hier niet zoveel. Dat merkte ik bijvoorbeeld toen ik een poos in Kopenhagen werkte, daar leefden mannen en vrouwen veel meer gescheiden van elkaar. Mijn vriendin is ook feministe en ik ondersteun dat. Natuurlijk: gelijkheid moet gegarandeerd zijn.” Die open houding van IJslanders tegenover feminisme signaleren ook Tryggvi Hallgrímsson en Katrín Björg Rikarosdóttir van het Centrum voor Gendergelijkheid. “Het was opvallend hoeveel mensen in bijvoorbeeld Engeland de #MeToo-beweging belachelijk maakten. Dat zou hier in IJsland niet zo snel gebeuren,” zegt Hallgrímsson. “Sterker nog, die beweging heeft veel losgemaakt hier,” bevestigt Rikarosdóttir. “Het heeft het debat over gelijkheid nog meer aangezwengeld.” De discussies over gender nemen ook binnen het onderwijs een prominente plaats in. Zowel op middelbare scholen als basisscholen worden lessen gericht op gelijkwaardigheid gegeven. Er zijn zelfs speciale kleuterscholen die zijn opgericht om jongens en meisjes zo gelijkwaardig mogelijk op te voeden. Die scholen zijn opgezet volgens het Hjalli-model, ontwikkeld door Margrét Pála Ólafsdóttir. Zij werkte jarenlang met kleuters, en merkte dat al op hele vroege leeftijd rolpatronen ontstaan. “Jongens zijn veel individualistischer ingesteld en gewend zichzelf centraal te zetten, waar meisjes geneigd zijn te schikken en zich onzichtbaar te maken.” Dat moet anders, vond Ólafsdóttir, en maakte na jaren nadenken een radicale beslissing: jongens en meisjes moeten worden gescheiden. “Ik was als juf steeds bezig tegen de jongens te zeggen, zit stil, raak dit niet aan, hou
‘Het was opvallend hoeveel mensen in bijvoorbeeld Engeland de #MeToo-beweging belachelijk maakten. Dat zou hier in IJsland niet zo snel gebeuren’ een kleine bijdrage. Rikarosdóttir: “Elk kind moet het recht hebben om tussen andere kinderen te zijn. Hier in IJsland ligt de focus op de socialisatie van het kind.” In Nederland schommelde het toeslagenbeleid de laatste jaren flink. Zo ging het Rijk vanaf 2010 minder geld uitgeven aan kinderopvang, en moesten ouders en
OPZIJ 2018 NR. 5
85
REPORTAGE IJSLAND
hiermee op. Tegelijkertijd was ik de meisjes aan het aanmoedigen meer voor zichzelf op te komen. Het was doodvermoeiend, voor iedereen.” En dus ontwikkelde ze het Hjalli-model, waar jongens en meisjes van elkaar leren, maar wel gescheiden. In eerste instantie zou het schoolplein gemengd zijn, en mochten kinderen spelen met wat ze wilden. Maar daar kwam Ólafsdóttir snel van terug. “Ook daar vervielen de kinderen al snel in de oude rolpatronen.” Ze besloot ook het schoolplein in tweeën te delen. “De reacties op deze herverdeling waren tekenend. De meisjes zeiden: wauw, is deze hele helft, al deze ruimte, voor ons? De jongens vroegen, waarom neem je ons ons schoolplein af?” Deze scheiding betekent niet dat ze niet mogen oversteken, om even te stoeien of te praten: “Het is geen Berlijnse muur, natuurlijk.” In de lessen wordt geprobeerd jongens en meisjes naar elkaar toe te laten groeien. De meisjes wordt geleerd meer voor zichzelf op te komen, en jongens om hun sociale vaardigheden te verbeteren. Maar moet dat nu per se gescheiden? Ja, zegt Ólafsdóttir stellig. “Meisjes zijn bijvoorbeeld veel beter in kleuren dan jongens en nemen daarom, onbedoeld, het monopolie. De jongens houden op te proberen: ze zijn immers toch lang zo goed niet als de meisjes, dus waarom zouden ze nog moeite doen? En vice versa.” Door ze gescheiden kwaliteiten te laten ontwikkelen, komt er veel meer rust in de tent, ontdekte Ólafsdóttir. Bovendien spelen de kinderen wel degelijk een paar keer per dag samen, buiten, waarna ze weer gescheiden in de
‘De reacties op de scheiding tussen jongens en meisjes op waren tekenend. De meisjes zeiden: wauw, is deze hele helft, al deze ruimte, voor ons? De jongens vroegen, waarom neem je ons ons schoolplein af?’ klas terugkeren. Op het schoolplein doen ze bijvoorbeeld kringspelletjes. In april is het nog flink koud: de kinderen dragen gebreide mutsen, sjaals en handschoenen. IJslandse woorden galmen over het schoolplein. Na een uur stappen ze met rode neuzen elk hun kant van het schoolgebouw binnen. Ólafsdóttir wijst op hun handen, die zowel de jongens als de meisjes in elkaar gevlochten op hun rug houden. “We leren ze dat beiden aan, maar om verschillende redenen. Jongens doen het om meer zelfcontrole te hebben. Zelfcontrole is de eerste sociale basisvaardigheid. Voor de meisjes geldt dat ze de neiging hebben in elkaar te kruipen, en zichzelf onzichtbaar te maken. Door ze deze houding aan te leren, rechten ze automatisch hun rug en doen ze hun kin omhoog.” Verdere uitleg wordt de 86
kinderen niet gegeven, zegt Ólafsdóttir: het lichaam disciplineert de geest. Uit onderzoek van de Reykjavik Universiteit blijkt dat het Hjalli-model veel voordelen heeft. Jongens die deze methode volgden, geloofden later meer in gedeelde zorgtaken tussen beide ouders en de leerlingen waren over het algemeen sociaal vaardiger. De scholen zijn geliefd, zegt Ólafsdóttir dan ook. “Van alle gemeenten zijn de wachtlijsten bij ons het langst.” Een stukje verder van de school, in het oosten, staat het voetbalstadion van IJsland. Voetbal is de grootste sport in IJsland en enorm populair. De laatste jaren heeft het land overal indoorhallen gebouwd, wat ervoor heeft gezorgd dat de sport nog populairder is geworden. In 2016 wisten
zorgen dat het meer zendtijd krijgt. Bij de mannen hoeft de bond dat niet te doen: daar laten de media uit eigen beweging al veel wedstrijden live zien.
de mannen van het nationale team zich te kwalificeren voor het EK. Maar de vrouwen gingen hen al ver voor: zij kwalificeerden zich al in 2009 voor het Europese Kampioenschap, en in 2013 en 2017 nog eens. Het IJslandse vrouwenteam staat momenteel op de negentiende plek van de FIFA-ranglijst. De Nederlandse Leeuwinnen, die vorig jaar het EK wonnen, staan op plek zeven. Sinds december zijn de vergoedingen voor het vrouwenteam in Nederland verhoogd, alhoewel ze nog steeds minder verdienen dan de mannen. Hoeveel wil de woordvoerder van de KVNB niet zeggen. De IJslandse vrouwen verdienen als ze voor het nationale team uitkomen evenveel als de mannen, en afgelopen januari besloot het bestuur ook de bonussen per gewonnen wedstrijd gelijk te trekken: opnieuw een primeur. Bestuursvoorzitter Gudni Bergsson vond deze stap niet meer dan logisch. “Dit is een aanmoediging voor onze vrouwelijke spelers, want we weten dat ze maar een fractie verdienen van wat mannen verdienen bij buitenlandse clubs,” zegt hij. “Dit geeft ze de mogelijkheid om meer op het voetbal te kunnen concentreren. We willen het goede voorbeeld geven aan Holland en de andere landen en hen aanmoedigen hetzelfde te doen voor hun vrouwelijke voetbalteam.” De bond subsidieert achter de schermen de uitzendrechten van het vrouwenvoetbal, om er zo voor te
De CEO van de IJslandse voetbalbond, Klara Bjartmarz, is een vrouw. Uniek, want dat was nog niet eerder voorgekomen en ook de Nederlandse KNVB heeft tot dusver altijd een mannelijke directeur gehad. Hoe is het om een vrouw te zijn in zo’n mannenomgeving? Bjartmarz lacht zachtjes. “Ik hoef bij de UEFA of FIFA nooit lang te wachten bij het vrouwentoilet.” De IJslandse heren- en vrouwenteams werken veel samen: zo is de coach van het mannenteam scout voor het vrouwenteam, en vice versa. En ze hebben geen aparte vrouwenafdeling, hoewel de FIFA daar wel voor pleit: de persoon die over de scheidsrechters gaat, of over de beveiliging, doet dat zowel voor de mannen- als de vrouwenteams. Deze gelijke benadering kent paradoxaal genoeg ook een keerzijde, zegt hoofdtrainer Freyr Alexandersson. “Nederland pikt de talenten eruit en steekt veel tijd en geld in hun opleiding. Hier in IJsland moet iedereen dezelfde kansen krijgen, dezelfde mogelijkheden. Daarom kan niemand echt excelleren.” Met al deze voorbeelden lijkt IJsland er al te zijn qua emancipatie, toch? Nee, zeker niet, zegt de jonge feministe Adda Smáradóttir. “Een van de redenen waarom we het zo goed doen en blijven doen is dat we onszelf niet vergelijken met andere landen. Ja, we zijn rolmodellen en we zijn ons daar zeker van bewust, maar dat betekent niet dat er geen zaken verbeterd kunnen worden.” Zo liggen de cijfers voor seksueel misbruik in IJsland een stuk hoger dan in Nederland: zeventien op de honderdduizend inwoners in Nederland is slachtoffer van een seksueel misdrijf, in IJsland is dat maar liefst honderdvijftig op de honderdduizend. Wellicht komt dat door de bewegingen als #MeToo, suggereert de mannelijke feminist Ástrádur Stefánsson: juist omdat er in IJsland veel aandacht is voor feminisme, stapt men misschien sneller naar de politie. Tryggvi Hallgrímsson van het Centrum voor Gendergelijkheid sluit zich daar voorzichtig bij aan: in de periode dat het feminisme nog meer aandacht kreeg en er ook in de media werd geschreven over misbruik van bekende IJslanders, is inderdaad een flinke piek te zien. Maar, waarschuwt hij, voor dergelijke conclusies is het misschien nog te vroeg, omdat er nog geen officieel onderzoek naar is gedaan. O OPZIJ 2018 NR. 5
87
REPORTAGE BUITENLAND
De verborgen
strijd
VAN HINDOSTAANSE VROUWEN
Hindostaanse vrouwen in Nederland zijn vaak goed opgeleid en nemen volop deel aan de arbeidsmarkt. Toch hebben zij thuis nog steeds vaak te maken met een cultuur waarin de man voorrang krijgt en over huiselijk en seksueel geweld wordt gezwegen. 'Van die succesvolle Hindostaanse vrouw wordt wel verwacht dat ze een toontje lager zingt dan de man.' De hindoegodin Durga is de verpersoonlijking van vrouwelijke kracht. Met haar vele wapens bestrijdt ze mannelijke demonen die de wereld bedreigen. 88
DOOR RENATE VAN DER ZEE
REPORTAGE BUITENLAND
OPZIJ 2018 NR. 5
89
REPORTAGE BUITENLAND
E
ind vorig jaar beleefde de Hindostaanse gemeenschap zijn eigen #MeToo-moment. Een aantal vrouwen uit de gemeenschap stond op om te vertellen dat een bekende maatschappelijk werker, die was genomineerd voor een emancipatieprijs, hen had betast of zelfs verkracht. Dat was opmerkelijk, want onder Hindostanen is seksueel misbruik eigenlijk onbespreekbaar. Maar er lijkt nu een nieuwe generatie vrouwen te zijn opgestaan die zegt: wij zwijgen niet langer.
H
indostaanse vrouwen komen niet vaak in het nieuws, hun integratie lijkt een succesverhaal: ze zijn vaak goed opgeleid en nemen volop deel aan de arbeidsmarkt. Maar er is een keerzijde. “Thuis hebben ze nog vaak te maken met een cultuur waarin de man bepaalt en de vrouw volgzaam moet zijn,” zegt Anita Nanhoe (46), onderzoeker sociale vraagstukken bij de gemeente Rotterdam. Zij ondersteunde vorig jaar de vrouwen die zich uitspraken, samen met de bekende PakistaansNederlandse vrouwenactiviste Shirin Musa. “Die vrouwen wilden allemaal anoniem blijven en dat is veelzeggend,” vervolgt Nanhoe. “Dat komt doordat wie openlijk over seksueel misbruik spreekt in de Hindostaanse gemeenschap vaak zelf de schuld krijgt. Dat gebeurde ook in deze zaak: binnen de gemeenschap sprak men veroordelend over de slachtoffers. Er waren mensen die mij vanwege mijn betrokkenheid ‘tot de orde’ probeerden te roepen. De meeste Hindostaanse politici hielden zich stil en degenen die zich erover uitspraken, probeerden de slachtoffers de mond te snoeren. Zelfs Hindostaanse emancipatie-organisaties steunden de vrouwen niet. Zij zeiden: ‘Als het waar is wat deze slachtoffers zeggen, dan moeten zij er werk van maken.’”
Nanhoe doet op het moment onderzoek naar ‘verborgen vrouwen’ en ze vindt dat het nog te vroeg is om te juichen als het gaat om de emancipatie van Hindostaanse vrouwen. “Er zijn zeker belangrijke stappen gezet. Ouders vinden het tegenwoordig belangrijk dat hun dochters een goede opleiding volgen en een goede baan krijgen. Maar de gedachte daarachter is niet emancipatoir. Onder Hindostanen is status belangrijk. Een goed opgeleide en goed verdienende dochter verhoogt de status van de familie en het vergroot haar kansen op een huwelijkspartner met aanzien. Gearrangeerde huwelijken komen nog steeds voor, wat gepaard kan gaan met drang en dwang. Het is weliswaar steeds meer geaccepteerd als een meisje een vriend heeft, want dan hoeven ouders niet op zoek naar een
‘De meeste Hindostaanse politici hielden zich stil en degenen die zich erover uitspraken, probeerden de slachtoffers de mond te snoeren. Zelfs Hindostaanse emancipatie-organisaties steunden de vrouwen niet’
Anita Nanhoe 90
huwelijkspartner. Maar het is dan wel de bedoeling dat ze met hem gaat trouwen en ook daar kan dwang achter zitten. De familie-eer is onder Hindostanen nog steeds belangrijk. Dat heeft tot gevolg dat meisjes in hun vrijheid worden beperkt en onder druk worden gezet om zich volgzaam tegenover hun ouders, schoonouders en man op te stellen - om te voorkomen dat er over hen wordt gepraat. Want dan loopt de familie-eer gevaar. Het komt nog steeds voor dat meisjes zelfmoord plegen omdat hen is verweten de familie-eer te hebben geschonden door te vrij gedrag. Het aantal Hindoestaanse meisjes dat een zelfmoordpoging doet is beduidend hoger dan het aantal autochtone meisjes dat zo’n poging doet.” Er vallen ook mooie verhalen te vertellen en Nanhoe is de eerste om te erkennen dat er zeker succesvolle Hindostaanse vrouwen zijn. Ze is er zelf een van. “Maar van die succesvolle Hindostaanse vrouwen wordt vaak wel verwacht dat ze een toontje lager zingen dan hun man. Deze vrouwen moeten voortdurend schakelen: hun familie wil graag dat ze een carrière hebben, maar ze moeten thuis gehoorzaam zijn. Op hun werk gedragen ze zich westers, maar binnen de gemeenschap moeten ze zich nederig opstellen tegenover mannen die aanzien genieten. ‘Ik mag van mijn man alles,' is vaak de hoogste
REPORTAGE BUITENLAND
vorm van emancipatie voor Hindostaanse vrouwen. Ze moeten zich houden aan de codes. En één van die codes is dat je niet praat over problemen en zeker niet over seksueel misbruik. Want dan breng je je familie in verlegenheid. Je hangt de vuile was niet buiten, want wat zullen de mensen dan wel niet zeggen? Die vraag is heel belangrijk voor Hindostanen.”
“N
atuurlijk, we hebben goede dingen voor elkaar gekregen, maar toen ik onlangs hoorde dat een Hindostaans echtpaar hun achttienjarige dochter thuis had opgesloten omdat ze haar vriend afkeurden, dacht ik: we hebben weinig geleerd,” zegt Sherita Thakoerdat (61). Zij probeerde al in de jaren negentig vanuit de stichting Apna Bhawan de emancipatie van Hindostaanse vrouwen te bevorderen, bijvoorbeeld door groepsgesprekken over thema’s die de vrouwen raakten. “Toen werd mij duidelijk dat er veel leed onder onze vrouwen bestond. Tijdens die gesprekken kwamen verhalen naar voren over huiselijk geweld, over incest en andere vormen van seksueel geweld. Ik zeg niet dat het overal fout gaat, het gaat in veel gezinnen wél goed. Maar toen die jonge vrouwen zich vorig jaar uitspraken, zag ik opeens overal artikelen verschijnen van Hindostaanse vrouwen die mishandeling en seksueel misbruik hadden meegemaakt. En dat waren vrouwen met mooie carrières.” Ze legt uit dat de Hindostaanse cultuur een diepgewortelde patriarchale structuur bezit. De meerderheid van de Hindostanen in Nederland is hindoe en binnen het hindoegeloof is de vrouw niet gelijkwaardig aan de man. “In de Manusmriti, het handboek met leefregels voor hindoes, kun je lezen dat vrouwen nooit onafhankelijk mogen zijn. Als ze jong zijn, moeten ze hun vader gehoorzamen, als ze getrouwd zijn hun man en als ze weduwe zijn hun zoon. Natuurlijk, lang niet alle Hindostanen laten zich bij alles leiden door de Manusmriti. Maar dat is wel waar we vandaan komen. Ook doen mensen in onze gemeenschap dingen simpelweg omdat ze vinden dat het zo hoort. Toen ik op mijn 31ste weduwe werd, zeiden oudere vrouwen wat ik wel en niet moest doen. Ik mocht geen sieraden dragen, ik mocht me niet optutten, ik moest in soberheid leven. Toen ik vroeg waarom, was hun enige antwoord: omdat het zo hoort. Ik weet zeker dat die regels door een man zijn geschreven!”
Sherita Thakoerdat
Ramautarsing (48) aan den lijve. Zij schreef een indrukwekkend boek, getiteld De kracht van Zijn wie ik ben, over haar jeugd als dochter van een gewelddadige vader, de gevolgen daarvan en haar zoektocht naar heling. Dat neemt de gemeenschap haar niet in dank af. “Mijn vader was een bekende figuur binnen de Hindostaanse gemeenschap en de mensen vinden dat ik mijn familie te schande heb gemaakt.” In haar boek beschrijft Ramautarsing ook dat ze als meisje ernstig in haar bewegingsvrijheid werd beperkt. Na haar achtste mocht ze nauwelijks meer naar buiten. Ze moest zich zedig en bescheiden opstellen en als ze iets zei, werd erdoorheen gepraat. Ze telde als meisje gewoonweg niet mee. Toen zij de moed had op haar negentiende het huis uit te gaan omdat ze de situatie niet langer kon verdragen, beschouwden haar familie en de gemeenschap dat als een grote schande. “Ik heb mijn ervaringen opgeschreven om andere vrouwen te laten weten: je bent niet de enige en je kunt eruit komen. Ik wilde dat ik twintig jaar geleden zo’n boek onder ogen had gekregen of iemand had ontmoet die door diezelfde ervaringen was heen gegaan. Mishandeling is één ding. Maar het ergste is dat je moet zwijgen en dat de gemeenschap wegkijkt. Je problemen worden ontkend. Ik wist niet dat er andere meisjes waren die dit ook meemaakten. Ik voelde: mijn ouders behandelen mij anders dan mijn broers, maar ik kon het niet aan de orde stellen. Ook omdat het gemeengoed was: het gebeurde overal. Je wordt als vrouw geacht in de keuken te staan terwijl de mannen bediend worden. Mijn broers mochten in het hele land studeren, maar ik moest kijken naar wat
‘Op hun werk gedragen zich westers, maar binnen de gemeenschap moeten ze zich nederig opstellen tegenover mannen die aanzien genieten’
W
at er gebeurt als je als Hindostaanse vrouw taboes aan de orde stelt, ondervond andragoog Shielta
OPZIJ 2018 NR. 5
91
REPORTAGE BUITENLAND
schatten. Ik zie veel boosheid bij deze vrouwen. Ze voelen zich klein gehouden en onmachtig. Gelukkig zie ik ook een verschuiving. Er zijn vrouwen die hier bewuster mee omgaan en aan zichzelf werken om herhaling van patronen te voorkomen.”
V
Shielta Ramautarsing
‘Om de familie-eer te beschermen, mocht ik vanaf mijn achtste niet meer buiten spelen, terwijl mijn broers lekker gingen voetballen. Ik kan niet beschrijven wat dat met mij heeft gedaan’ er binnen de regio mogelijk was. Ook mag je als meisje geen enkele misstap maken, want dan komt de eer van de familie in gevaar. Om die eer te beschermen, mocht ik vanaf mijn achtste niet meer buiten spelen, terwijl mijn broers lekker gingen voetballen. Ik kan niet beschrijven wat dat met mij heeft gedaan.” Tegenwoordig heeft ze een coaching- en counselingspraktijk en ze vertelt dat ze regelmatig Hindostaanse vrouwen ziet die vastlopen in hun werk, onder meer omdat ze geleerd hebben bescheiden te zijn en geen eigen mening te hebben – of die in ieder geval voor zich te houden. “Die vrouwen stromen vaak niet door. Dat heeft meestal niet met hun kwaliteiten te maken, maar met de opvoeding. Ze houden zichzelf klein. Ikzelf had ooit een medewerkster met een goede opleiding en goede ideeën. Ik zei: breng die ideeën in in het team. Maar dat deed ze niet. Toen ik vroeg waarom, zei ze: ‘Ik ben niet gewend dat ik mag zeggen wat ik vind.’ Als wat jij doet altijd ondergeschikt is aan wat de mannen in je omgeving doen, dan weet je jezelf niet op waarde te 92
olgens Shielta Ramautarsing is de eerste stap naar een èchte emancipatie van Hindostaanse vrouwen dat er wordt geluisterd naar hun ervaringen. “We moeten met zijn allen gaan luisteren naar het verhaal van de vrouw,” zegt ze. “Zonder oordeel, zonder verwijten. Voorbij schuld en schaamte. Het zijn geen mooie verhalen, maar we kunnen niet langer blijven wegkijken.” “Ja, er zijn veel Hindostaanse vrouwen die het goed doen. Maar in het denken over vrouwen zie ik de laatste 25 jaar eigenlijk geen echte verandering,” zegt Sherita Thakoerdat. “Wat we nodig hebben is een bewustwording onder vrouwen. Of het nu gaat om huiselijk geweld, seksueel misbruik of een scheiding – vrouwen en meisjes krijgen altijd de schuld, of ze nu vijf of vijftig zijn. Waar komt dit denken vandaan? Waarom houden we het vast en geven we het door aan onze dochters? Als een meisje seksueel wordt misbruikt, blijft het akelig stil. Of er wordt gezegd: wat deed ze daar? Maar die vraag doet niet ter zake. Het begint met te zeggen: dit mag niet.” O De journaliste schrijft ‘Hindostaanse’ vrouwen: “Je kunt het ook spellen als Hindoestaanse, maar ik kies voor Hindostaanse omdat niet alle Hindostaanse vrouwen hindoes zijn.”
Shielta Ramautarsing De kracht van Zijn wie ik ben Inzichten vanuit levenslessen €24,95 (Uitgeverij Tattwa)
HINDOSTANEN IN NEDERLAND Er leven naar schatting ongeveer 160.000 Surinaamse Hindostanen in Nederland. Hun voorouders migreerden tussen 1873 en 1917 vanuit India naar Suriname om daar als contractarbeiders op de plantages te werken. Rond de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 migreerde een grote groep Hindostanen naar Nederland. De meeste Hindostanen wonen in het westen van Nederland. Den Haag heeft de grootste Hindostaanse gemeenschap. Van de Hindostanen in Nederland is ongeveer 65 procent hindoe, 25 procent moslim en 5 procent christen.
BUDGETCOACH Lisa Verdegaal (55) is financieel specialist en werkte voor diverse instellingen. Tegenwoordig is zij zelfstandig budgetcoach. Ze woont met haar man en zoon in Amsterdam.
UITSTELGEDRAG
O
ngeveer een jaar geleden werd ik door een man gebeld. Laten we hem Daniël noemen, een man van 36 jaar uit het midden van Nederland. Hij was door de directeur van het bedrijf waarvoor hij werkte naar me doorverwezen omdat hij loonbeslagen had. Daniel had een goede baan en kon zelfs spaargeld opzij zetten. Hij had alleen een studieschuld bij DUO van, niet al te hoog hoor, €3500,00. Het beslag op zijn loon was niet het gevolg van achterstallige huur, energie of ziektekostenpremie, want die liet hij automatisch afschrijven. Die studieschuld had hij niet geregeld, die betaalde hij dus niet af. Als je je studieschuld niet afbetaalt, krijg je een boete. Het werd boete op boete, incasso’s werden niet betaald en de deurwaarder kwam op het laatst zelfs op zijn werk langs. Hij schaamde zich dood, wist dat het voor hem was en vertelde niemand erover. Daniël leegde wel regelmatig de brievenbus in het flatgebouw waar hij woonde maar maakte zijn post niet open. Dat stelde hij uit. Hij bewaarde al de ongeopende brieven in tassen in zijn huis. Zo kon het gebeuren dat hij negen jaar lang zijn post niet opende. Aangezien de meeste vaste lasten automatisch afgeschreven werden leidde dit niet direct tot grote problemen.
Toen hij mij belde, hebben we meteen een afspraak gemaakt. Hij zei dat hij zich schaamde voor de grote hoeveelheid ongeopende post. Ik zei echter dat hij alles mee moest nemen waarop hij zei : “Dan moet ik wel een auto huren, want het is heel veel.” En zo geschiedde: hij nam twaalf kratten met ongeopende post mee van de afgelopen negen jaar. We zijn direct aan de slag gegaan. We begonnen met alle post van het huidige jaar open te maken en we hebben een actiepuntenlijst opgesteld. In zijn beeldvorming was het probleem heel groot, maar tijdens het openmaken van de post werd duidelijk dat het allemaal wel meeviel en dat hij het probleem groter had gemaakt dan het uiteindelijk was. Na drie uur ging Daniël bij me weg. Ik ben toen nog wel een paar uur doorgegaan. In de ongeopende post kwam ik zelfs nog wat kerstkaarten en liefdesbrieven tegen. Daar moest ik wel even om lachen. Hij was heel dankbaar met de hulp en stuurde me bloemen. We hielden maandelijks contact. We hebben nu een driemaandelijkse telefonische afspraak om het af te bouwen. Het gaat nu goed met Daniël. Hij heeft zelfs een huis gekocht. Hij dacht nog dat dat niet kon omdat hij in de veronderstelling was dat hij BKRgeregistreerd was en om die reden geen hypotheek zou kunnen afsluiten,
maar uiteindelijk kon dat dus wel. Hij had zelfs nog een meevaller: hij kreeg geld terug omdat hij jarenlang teveel had betaald aan water, gas en licht. Samen met het spaargeld had hij genoeg om een flinke aanbetaling voor zijn huis te doen. Onlangs stuurde Daniël mij een foto van zijn lege brievenbus. Hij heeft met zichzelf afgesproken om drie keer per week zijn brievenbus leeg te halen en zijn post direct af te handelen. Aan de schuld heeft hij wel iets overgehouden, vertelde hij me onlangs, hij noemde het een ‘klein trauma.’ Regelmatig zegt hij hoe blij hij is dat het is opgelost en dat hij hierdoor in één keer volwassen is geworden.
‘In de ongeopende post kwam ik zelfs nog wat kerstkaarten en liefdesbrieven tegen’ Gevallen als Daniel maak ik vaker mee. Er is sprake van uitstelgedrag zonder deadline. In zo’n situatie moet je erop gewezen worden door iemand anders. Daniel had het geluk dat zijn werkgever hem naar mij stuurde. Vaak heeft niemand door dat er wat aan de hand is, maar loonbeslag is een teken dat het niet goed zit met iemands financiële situatie. O OPZIJ 2018 NR. 5
93
EXPOSITIE Sant Feliu de Guixols: Op een van de heuvels bij Sant Feliu gaf de journalist Ferran Agullo aan het begin van de twintigste eeuw dit stuk van de Spaanse kust de naam “Costa Brava� (wilde, ruige kust).
Fotografe Julie Blik raakte aan de Costa Brava gefascineerd door de markante oudere Spaanse vrouwen die zij tegenkwam. Zij maakte daar een mooi fotoboek van. Speciaal voor OPZIJ een selectie van deze Spaanse vrouwenvriendschappen.
Costa
Girls 94
Brava
EXPOSITIE
TEKST EN BEELD JULIE BLIK
H
et oude vissersplaatsje Sant Feliu de Guíxols in Spanje was een grote verrassing; ik had geen enkele verwachting, had me er ook niet echt in verdiept. Vooral een fijne vakantie aan de mooie Costa Brava was het doel. Misschien niet het meest pittoreske dorpje aan deze kust maar ik zag meteen het authentieke karakter ervan. Ooit moet het een deftige badplaats voor Spaanse toeristen zijn geweest, vooral uit Barcelona. Mijn oog viel al snel op de oudere bezoekers en bewoners. Markante oudjes die stevig wandelen langs de kustlijn, urenlang zonnebaden en zwemmen (ook als dit eigenlijk nauwelijks nog kan) en ’s middags en ’s avonds mooi opgetut op bankjes met elkaar keuvelen tot in de late uurtjes. Zonder voorbereiding en een duidelijk plan stapte ik op een middag op vier dametjes af. Of ik ze mocht fotograferen? Wat een leuk gesprek had ik met ze! Opvallend waren bij bijna alle vrouwen die ik heb ontmoet de jarenlange vriendschappen vanaf de kleutertijd, en dat ze nog altijd zo graag samen de vakanties doorbrengen, naar de markt gaan of terrasjes onveilig maken. Ze trappen lol, genieten van kinderen en vooral kleinkinderen en verzorgen zichzelf goed. Mijn idee van fijn oud worden! OPZIJ 2018 NR. 5
95
EXPOSITIE
M
i pelo rojo me hace joven, (Rood haar maakt me jong) zegt de tachtigjarige dame op links uit Barcelona, toen ik me verbaasde over haar leeftijd. De middelste dame is haar schoonzus, zeventig jaar. Hoe lang al, vroeg ik. “Hahaha, toen was ze nog piepjong!” De rechterdame is 74 en het zusje van de middelste. Zijn jullie goed bevriend? Lachsalvo! “We ruziën ook heel wat af!” Ze blijven altijd een maand in dit dorp. Ik zag ze dagelijks de hele baai aflopen langs het water.
M
ag ik een foto maken van u, met z’n viertjes?” vroeg ik. Lachend roepen de dames: “Kijk maar uit, anders breekt je camera nog!” Maar het mocht dus. Ik hou van Spaanse dames op leeftijd! Gemiddeld tachtig jaar. Misschien wordt dit een miniserie dacht ik. En ja, het is een kleine, bescheiden serie geworden. Twaalf beelden in twaalf dagen. Opeens loop ik speurend naar lieve, mooie, oude dametjes door mijn vakantiedorp. Ik kwam er genoeg tegen, maar niet allen waren enthousiast om op de foto te gaan. Zoals die drie prachtige zussen van tachtigplus; het duurde wel even voordat ik die teleurstelling had verwerkt!
P
as maar op dat ik er niet vandoor ga met die knappe man van je,” zei de linkerdame. Deze lieverds zijn ‘samen meer dan honderdzestig jaar’, precies wilden ze het niet zeggen. Al hun hele leven bevriend en om de minuut lagen ze samen in een deuk. Hun mannen lagen te zonnebaden en riepen ook nog dat ik mijn man niet ‘te strak moet houden, want dan rent hij juist harder weg’. Wijze lessen, ha!
96
EXPOSITIE
L
evenslange vriendschap! Vanaf de kleutertijd. Ze hielden de middelste bij haar handen vast; kon ze lekker dobberen. Echt heel lief hoe ze elkaar hielpen te genieten van het behoorlijk frisse water. Dame op links is ‘pas 86 jaar’ en ze wonen hun hele leven al in Barcelona. Ze waren ook in Amsterdam geweest; ‘Si, si!’ De barrio rojo vonden ze het leukst!
OPZIJ 2018 NR. 5
97
EXPOSITIE
H
et zijn niet alleen zussen, echte vriendschap voelen ze voor elkaar; Pasa lo que pas (wat er ook gebeurt). Altijd gaan ze samen naar de markt. Een dochter was erbij. “Nou, ik moet vaak flink gillen dat ze haar mooie kleding aantrekt die ik voor haar koop!” zegt ze na mijn opmerking over goed verzorgde Spaanse dames op leeftijd. Ze wonen in Barcelona. Twee tot drie maanden per jaar zijn ze hier in het dorp op vakantie. Links 79 jaar, rechts 82 jaar.
Z
ondag: marktdag. Hoe groot is je karretje precies? Geweldig, al die kleine vrouwtjes met te grote karren op de vroege ochtend onderweg naar de markt. Links, 76 jaar, gek op geschiedenis en ze vertelde me over de Joodse wijken in San Feliu en Gerona. Over de geschiedenis van het dorp en ook over Nederland wist ze heel wat te vertellen. De dame rechts is wat jonger en ze zijn al tig jaar bevriend; hun moeders waren ook al met elkaar bevriend. Nee, ze hebben nooit ruzie en doen heel veel samen.
D
e rechterdame is 85 jaar en ontblootte een borst: “Ja, alles gaat wel wat hangen op deze leeftijd. De dame links is 78 jaar en beiden komen uit Barcelona.
98
EXPOSITIE
V
an links naar rechts: 80, jaar getrouwd en drie kleinkinderen, 82 jaar, weduwe en twee kleinkinderen, 85 jaar weduwe en helaas geen kleinkinderen. “Maar ik heb zo’n hangbuik zonder m’n badpak!” Gelukkig mocht ik toch een foto maken van deze vriendinnen voor het leven. Altijd verzorgd. “Ja hoor, met witte broek, hoge hakken, gekleurde bloesjes, natuurlijk!” Wat een leuk gesprek hadden we over hoe belangrijk familie is, hoeveel leuke dingen ze samen doen. Ieder jaar zitten ze weer de hele zomer samen op het strand en nooit, nooit zijn ze uitgepraat.
OPZIJ 2018 NR. 5
99
EXPOSITIE
P
epita, 79 jaar. Vorige week verdronk ze bijna als ze zich niet nog net aan het rek had kunnen vasthouden. Dat rek hebben ze hier speciaal gemaakt voor diegenen die moeilijker in en uit het water kunnen, maar zeker nog erin willen. Een leuk en lang gesprek verder vraagt ze waarom ik niet jonge mensen en kinderen fotografeer. Ik vertel haar dat de ouderen me vaak meer boeien. Ja, ze begreep het. Vond het wel fijn te horen, geloof ik. Wat een leuk mens, dat nog werkt, tig kleinkinderen heeft en zich met zorg kleedt.
S
amen naar het loterijhokje: “Doen we altijd, denken we meer geluk te hebben, haha. Maar we winnen nooit! En toch blijven we gaan, idioten die we zijn!� Deze dames zijn iets jonger. ook zij zijn al hun hele leven bevriend. Naar mijn idee zien ze er echt Spaans uit; geblondeerd haar en zo. Ook typerend Spaans, die regelmatige gaan naar het loterijhokje. En hoe zien zij eruit over twintig jaar?
100
EXPOSITIE
M
aria, 85 jaar, zat al een tijd op een rots bij zee. Heel galant. Ik moest naar haar toe en dat vond ze gelukkig leuk. Ze komt uit Barcelona, was daar met haar dochter en kleinkinderen. We praatten over deze omgeving, het mooie Spaanse dorp dat ze zo gezellig vindt. De dagelijkse markt met vis en groenten bezoekt ze vaak en koken vindt ze heerlijk. De familie gaat daar nu een huis kopen voor de vakanties. Ze houdt ervan zich goed te verzorgen. “Dat is toch normaal?� O
OPZIJ 2018 NR. 5
101
K
OPHEMELEN
FOTO RV
INA BOUMAN (1936-2018)
I
n 1985 debuteerde Ina Bouman met Dames aan de Maas, een feministische thriller. Ophef alom, want de vrouwelijke hoofdpersoon was slimmer dan de mannen én onderhield ook nog liefdesrelaties met andere vrouwen en stak dat niet onder stoelen of banken. En de auteur was ook nog eens een vrouw! Na deze thriller schreef ze nog een hoorspel, een toneelstuk en zes thrillers. Bouman kreeg toen een hersenbloeding, wat het schrijven onmogelijk maakte. En van dat schrijven hield ze zo. Het zat er vroeg in, als puber schreef ze al gedichten. Bouman was naast schrijfster en journaliste ook feministe. In de jaren zeventig werd ze actief in de vrouwenbeweging de ‘Rooie Vrouwen’ van de PvdA. Ze richtte het feministische tijdschrift Serpentine mede op en werkte voor
102
andere bladen die zich met emancipatie bezighielden. In 1977 werkt ze mee aan een uitgave voor de Rooie Vrouwen: Daar was laatst een meisje loos. Een boek over rolpatronen in het kinderboek. Daarvoor zet ze een enquête uit waarbij kinderboeken worden getoetst op genderclichés. Jongens zijn natuurlijk ‘sterk’, meisjes ‘lief’. In 2016 werd ze het eerste vrouwelijke erelid van het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, vanwege haar ‘vernieuwende invulling van het genre thriller’. En ook omdat ze ‘voor heel veel lezers en ook voor de schrijfsters die na haar kwamen, een nieuw kader heeft geschapen, een nieuw voorbeeld van hoe je als vrouw kunt schrijven’. Bouman overleed in haar woonplaats Amsterdam op 15 maart aan de gevolgen van een tweede hersenbloeding. Ze is 81 jaar geworden. O
KUNST & CULTUUR
Met onder andere
BOEKEN
FILM & TV
KUNST
PODIUM
REIZEN
• Desalnietbemind • De Tweelingparadox • Kukolka • Vrouwen en macht
• Dorst • Figlia Mia • Beast • Mama Mia!
• Voor de draad ermee! • Iran - Bakermat van de beschaving • Triënnale Brugge 2018
• Unwanted • The Sea Within • To Da Bone • 21 pornographies
• Boekendorp Montolieu
OPZIJ 2018 NR. 5
103
KUNST & CULTUUR/INTERVIEW
JAARLIJKS
FEESTJE
Karin Slaughter (1971) wordt internationaal genoemd als de ‘Queen of Crime’. Ze heeft al tientallen boeken op haar naam staan en stopt voorlopig nog niet. Met haar nieuwste boek Gespleten krijgt ze opnieuw haar Nederlandse fans wild enthousiast. OPZIJ sprak met haar over haar nieuwe boek, #MeToo en Trump.
I
n het boek volgen we met name Andy, die vrij passief is en heel anders dan de personages waar je meestal over schrijft. Hoe heb je ervoor gezorgd dat mensen haar toch leuk gingen vinden? “Het is moeilijk voor mij want ik moet erop vertrouwen dat de lezer weet dat het goed is om in het begin niet voor Andy te rooten. Je wil haar gewoon een trap onder de kont geven. Ik moest ervoor zorgen dat ze ons onthullingen bleef geven over Laura (Andy’s moeder, – red.), anders willen de lezers niet over Andy blijven lezen. En ik weet dat het grootste deel van de lezers vrouw is. Vrouwen kunnen een foto zien van een vrouw die ze nog nooit ontmoet hebben en haar meteen haten. Je weet dus dat ze Andy gaan veroordelen vanwege haar passieve houding. Jonge vrouwen vinden haar wel vaak heel leuk, en dat was ook mijn bedoeling. Ze is herkenbaar voor lezers van Andy’s leeftijd.”
104
Toch merk je wel dat Andy in de loop van het verhaal steeds meer op haar moeder gaat lijken, die veel sterker overkomt. “Andy heeft altijd kunnen terugvallen op haar ouders. Als ze dat opeens niet meer kan, moet ze wel veranderen. Veranderen is heel erg moeilijk. De meeste mensen houden vast aan wat ze kennen, zelfs als dat ze niet gelukkig maakt. Mensen kunnen hun hele leven daarmee doorgaan. Dus ik moest ervoor zorgen dat haar iets ergs overkwam, om los te breken. Andy moet dan opeens haar eigen beslissingen nemen, en uiteindelijk bevrijdt dat haar. Hoe verder ze geografisch gezien van haar moeder weggaat, hoe sterker en zelfverzekerder ze wordt.” Tijdens de roadtrip komt Andy er eigenlijk pas achter wie haar moeder nou echt is. “Je bent altijd een beetje nieuwsgierig naar je ouders, maar je wilt niet te veel weten. Elk kind heeft
KUNST & CULTUUR/INTERVIEW FOTO MARC BRESTER
DOOR NINA KLAASSEN
OPZIJ 2018 NR. 5
105
KUNST & CULTUUR/INTERVIEW
een moment in zijn leven wanneer hij zich realiseert dat zijn ouders mensen zijn. Andy heeft dat moment nooit gehad. Ze heeft haar moeder altijd als haar moeder gezien. Dat veranderde ook niet toen haar moeder ziek werd. Het bracht ze dichter bij elkaar, maar het liet haar haar moeder niet beter kennen. En dan ziet ze haar moeder opeens in een totaal ander daglicht als ze Andy beschermt. Als iemand die zonder emoties kan handelen en mensen zo uit haar leven kan snijden. En het vernietigt haar bijna. Dat was iets waar ik lang over had nagedacht voordat ik echt ging zitten en die hoofdstukken schreef: die overgang van Laura zal iemand zijn die erg sterk is, maar dat is ze alleen sterk vanwege de mensen die ze uit haar leven duwt.” Jane wordt in haar jeugd misbruikt door haar vader, toch speelt dit geen grote rol in het verhaal. Waarom heb je ervoor gekozen om dit geen grotere rol te laten spelen? “Een vrouw van Jane’s sociale klasse en met haar economische privileges zou dat denk ik nooit expliciet als reden noemen, hoewel dat natuurlijk wel heel erg meespeelt. En Jane liegt de hele tijd, ook tegen zichzelf. Je kunt een leugen geloven en niet echt weten dat je liegt. En ik denk dat dat is wat ze aan het doen is. Ze wordt misbruikt door haar vader, ze wordt misbruikt door Nick en daar praat ze tot het einde niet echt over. Dat is denk ik het verschil tussen haar en Andy. Andy is soms in het begin erg ongemotiveerd en zij is niet het typische personage waar ik over schrijf. Omdat ze gewoon niet weet wat ze moet doen, omdat ze zoveel keuzes heeft. En Andy zeurt daarover. Laura, of eigenlijk Jane, zit in dezelfde positie en zeurt daar niet over. Daarom voel je veel meer sympathie voor Jane.”
over een man waarin een vrouw zijn gelukkige einde is. Toen ik voor het eerst schreef over Lena Adams, wilde ik over haar blijven schrijven in andere boeken, omdat ik een realistisch herstel van seksueel geweld wil laten zien. Mannen die over seksueel geweld schrijven zetten de vrouw vaak neer als een alcoholist of als catatonisch, die uiteindelijk gered wordt door de liefde van de mannelijke hoofdpersoon. Dat is echt niet hoe het gebeurt. Ik wilde daar een stem aan geven.” Jouw thrillers worden vaak als donker gezien. Zie jij dat zelf ook zo? “Er wordt van vrouwen verwacht dat zij op een zachtere manier over geweld schrijven, maar ik wil de boeken schrijven die ik wil lezen. En die zitten nu eenmaal vol donker geweld. De mannen in die boeken zijn zeer goed ontwikkeld, de vrouwen zelden. De vrouwen zijn er meestal om te worden gered of ze dienen als sekspartner. Toen ik mijn eerste boek schreef, wilde ik heel openhartig praten over seksueel geweld en hoe dat er nu echt uitziet. Er is een verschil tussen seksuele intimidatie en aanranding en er is een verschil tussen verkrachting en fluiten naar een vrouw op straat. Door geen taal te geven aan die acties, door niet te zeggen wat ze zijn, scheer je het allemaal over één kam.”
‘Vrouwen kunnen een foto zien van een vrouw die ze nog nooit ontmoet hebben en haar meteen haten’
Je schrijft vaker over sterke vrouwen. Vind je dat belangrijk? “Ik schrijf al jaren over deze dingen en er wordt mij altijd gevraagd waarom ik over sterke vrouwen schrijf. Niemand vraagt Lee Child waarom hij over sterke mannen schrijft. Het gebeurt gewoon. De meeste vrouwen die ik ken, zijn erg sterk. Toen ik voor het eerst begon met schrijven was het heel belangrijk voor me dat Sara Linton in mijn Grant County-serie sterk zou worden neergezet. Ze is een dokter, ze heeft een eigen bedrijf, ze leeft haar leven hoe ze dat wil leven. Ik wilde dat Sara haar eigen persoon zou zijn. Ik wilde dat het doel in haar leven niet was om verliefd te worden en te trouwen. Ze heeft geluk dat ze met een man is van wie ze houdt, maar dat is niet het einde van haar verhaal. Je leest nooit een boek 106
Hoe is het om Trump als president te hebben? “Het is beschamend als Amerikaan die veel in Europa reist, dat ze denken dat dit nu Amerika is. Gelukkig is het op de dag van vandaag niet zo dat er ik er elke dag heel veel van merk, behalve dat ik walg van alles wat hij doet. Ik was altijd een echte nieuwsjunkie maar het maakt me tegenwoordig zo boos, dat ik het vermijd.” Denk je dat je ooit een boek gaat schrijven waar Trump’s politiek een onderdeel van wordt? “Ik gebruik dat nu ook al, maar je moet kennis hebben van de Amerikaanse geschiedenis om dat te herkennen. Ik praat over de geestelijke gezondheidzorg die in de jaren tachtig onder Reagan totaal is veranderd. De grootste sponsor van zijn campagne bezat groepshuizen die gericht zijn op de opvang van mensen met gezondheidsproblemen. Hij was gouverneur van Californië toen de ziekenhuizen voor mensen met mentale problemen allemaal werden gesloten en er groepshuizen in de plaats kwamen. Toen hij president werd, implementeerde hij dit in heel Amerika. Maar er was helemaal geen opvang voor al deze mensen die geestesziek waren. Dus we hadden enorme
KUNST & CULTUUR/INTERVIEW
dakloosheidsproblemen. Daarom is ongeveer vijftig procent van de mensen in gevangenissen geestelijk ziek en kunnen ze niet zelfstandig functioneren. Ik laat me dus al inspireren. Als Trump dan zegt dat er geen geestelijke gezondheidszorg is dan denk ik: ja klootzak, dat is de schuld van jouw partij.” Het grootste deel van jouw lezers is vrouw, houd je dat in je achterhoofd als je een boek schrijft? “Ik dacht altijd dat ik de mannen er ook bij moest halen. Maar toen besefte ik dat slechts vijftien procent van de mannen ooit een boek gaat lezen dat door een vrouw is geschreven. Omdat veel mannen gewoon niet geïnteresseerd zijn in wat vrouwen te zeggen hebben. Ik heb zo vaak mannen horen zeggen: ‘Ik lees geen boeken geschreven door een vrouw.’ Dan ben je gewoon een klootzak. Als ik zou zeggen dat ik geen boeken van mannen lees dan word ik weggezet als mannenhater. De jongens die mijn boeken lezen zijn vrij cool. Zij doen niet aan die toxic bullshit. Zij weten hoe sexy het is voor een man om te lezen. Ik hoef me dus niet druk te maken om die vijftien procent omdat ze duidelijk geïnteresseerd zijn in de gedachten van vrouwen en hun verhalen willen horen.” Wat betekent feminisme voor je? “Gelijkheid. Het betekent niet echt iets anders. Ik vind dat vrouwen dezelfde keuzevrijheid en hetzelfde respect moeten krijgen als mannen. Misschien word ik oud, maar het lijkt op dit moment niet haalbaar. Al ben ik erg blij dat de #MeToo-beweging niet is uitgebrand. Ik was ontmoedigd door de reactie Not All Men. We hadden het niet over jou. Kunnen we het even over vrouwen hebben?” Hoe belangrijk is het nu dat vrouwen achter elkaar blijven staan? “Ik denk dat het belangrijk is dat vrouwen elkaar ondersteunen. Ik had een vriendin die in een bar zat en toen zij vertrok werd ze op de parkeerplaats aangevallen door twee mannen die haar zouden verkrachten, maar ze ontkwam. Toen ze me hierover vertelde, zei ik meteen: ‘Vreselijk, wat erg voor je.’ Ze zei dat ik de enige was die zo had gereageerd. Iedereen vroeg: ‘Waarom dronk je?’, ‘Wat had je aan?’ Maar de vraag is waarom denken deze jongens dat het goed was? We hebben de neiging vrouwen de schuld te geven als er vreselijke dingen met hen gebeuren. Als je zou vertellen dat vijf tienerjongens door een priester zijn verkracht, dan is dat vreselijk en heb je veel medelijden met deze jongens. Als je zei dat het vijf tienermeisjes waren, dan wordt er gevraagd naar wat ze droegen. Het is vreselijk omdat vrouwen niet worden gezien als de baas van hun eigen lichaam. We zeggen niet dat het niet had mogen gebeuren, we ondervragen ze. We zouden een man meteen geloven als hij zegt dat hij verkracht is. We denken dat dat het meest vreselijke is wat een man kan overkomen. Het is ook het meest vreselijke dat een vrouw kan overkomen, al wordt daar niet zo naar gekeken.”
Hoe vind je dat er wordt omgegaan met beroemdheden die door #MeToo in het nieuws zijn gekomen? “Er zit verschil tussen een senator Al Franken die doet alsof hij de borst van een vrouw vastpakt en een Roy Moore die tienermeisjes verkracht. Dat betekent niet dat het niet stom, seksistisch en idioot is, maar we moeten dingen wel op de juiste manier identificeren. Roman Polanksi werd schuldig bevonden aan de verkrachting van een dertienjarig meisje. En dan zeggen mensen nog steeds dat hij een groot kunstenaar is. Het maakt me niet uit hoe goed zijn films zijn, dit is wat hij deed. Het verandert hoe je naar mensen kijkt als je de waarheid kent. Dat moet je niet scheiden. We zitten nu in een tijd van Harvey Weinstein en Woody Allen. Dit gebeurt terwijl wij toekijken. Hoe we ons gedragen als een samenleving geeft ze óf toestemming om door te gaan, óf het stopt ze.” Hoe ziet Amerika er nu uit ten tijde van #MeToo? “Ik denk dat als Hillary Clinton de verkiezingen had gewonnen, we de #MeToo-beweging niet zouden hebben. Ik denk dat er zoveel haat tegen haar was gericht omdat ze een vrouw is. Trump is zo’n fucking liar en op de of andere manier heeft Hillary het over haar heen gekregen. Ze is een politicus, en ik weet dat politici met de waarheid spelen, maar niet zoals hij. Zoveel vrouwen waren boos dat hij werd gekozen. Ik wil weten welke van die klootzakken niet op haar hebben gestemd. Ik vind ook dat die vrouwen niet mee mogen lopen in de Women’s March. Klaag niet als je thuis bleef, of als je op Jill Stein hebt gestemd. Het is jouw schuld. Het mooie aan vrouwen is dat ze heel veel accepteren, totdat ze het niet meer doen. En ik denk dat zijn overwinning een oproep aan alle vrouwen was. Er is nu een recordaantal vrouwen politiek actief.” O
Karin Slaughter - Gespleten €24,99 (HarperCollins)
OPZIJ 2018 NR. 5
107
KUNST & CULTUUR/BOEKEN DESALNIETBEMIND
N
adat haar man onverwacht overlijdt, gaat Martha Nieuwland zijn kantoor binnen. Ze vindt hier documenten over zijn jongensjaren, maar ook vreemde berichten op zijn telefoon. Na verloop van tijd ontdekt ze meer geheimen over haar man, niet alleen van voordat ze hem leerde kennen, maar ook van tijdens hun huwelijk. Martha gaat op onderzoek uit om haar man alsnog te leren kennen. Hoe kwam je op dit verhaal? “Het is een gedachtenexperiment. Wanneer je de juiste personages schept rondom een vraag ontvouwt zich een verhaal. Ik heb het vooral als liefdesroman geschreven vanuit de pijnlijke vraag: wat als je na de dood van je geliefde iets ontdekt waar je niet meer over in gesprek kunt gaan? Liefde groeit of heelt vooral door contact. Wat gebeurt er wanneer dat niet meer mogelijk is? Wat weten we eigenlijk van de mensen die heel dichtbij zijn? Het liefdesverhaal is daarnaast gebouwd rondom een
mannenvriendschap die slijtage heeft opgelopen. Eigenlijk met dezelfde thematiek. Ik heb een aantal lange gesprekken gehad met een paar mannen die voor het eerst hun herinneringen aan een zware lagere schoolperiode samen deelden. Daarna heb ik er jaren aan gewerkt de juiste verbindingen te vinden in de verhalen. Mijn boek lijkt vlot en vloeiend geschreven, er is echter heel veel trage research aan vooraf gegaan.”
Ben je met een nieuw project bezig? “Ja, ik ben al jaren geïntrigeerd door schaamte, een bijzondere emotie. Ik voer vele gesprekken met vrouwen en mannen in de top van organisaties en zoek naar de échte verhalen in de onderstromen. Ik wil weten hoe de angsten, de verlangens, de twijfels en vooral de schaamte zich vermommen. Ik probeer ze te ontmaskeren in de scènewisselingen, de dialogen, de onbespiede momenten. In dat gebied ontkiemt een nieuwe roman.” Waarom heb je eigenlijk een pseudoniem? “Het gaat om het boek, het verhaal, niet om mij. Laat het voor zichzelf spreken. Er zitten al genoeg schrijvers in praatprogramma’s. Het leidt zo af. Ik vertoef graag in de schaduw.” Annabel Jonk – Desalnietbemind €20,00 (Uitgeverij Brandt)
DE TWEELINGPARADOX
D
e eeneiige tweeling Thomas en Mathis groeit op in een idyllische omgeving. Ze begrijpen elkaar en hebben eigenlijk geen andere vrienden nodig. Maar als ze ouder worden, worden de verschillen tussen de twee duidelijk: Thomas is spastisch en gebonden aan zijn rolstoel, terwijl Mathis als fotograaf de wereld in trekt.
Je bent er zelf een van een tweeling. Het was daardoor vast niet moeilijk om over een tweeling te schrijven? “Ja en nee. Het schrijven over een tweeling als tweeling gaat me gemakkelijk af. Maar dit verhaal is gebaseerd op mijn eigen verhaal, dus dan is het als schrijver altijd zoeken naar de juiste balans tussen iets wat te dichtbij komt of te ver van je af gaat staan. Je put uit je eigen ervaringen en emoties om een waarachtig verhaal te schrijven, maar als die emoties de overhand nemen, zie je niet meer helder of het een goed boek wordt.” In hoeverre identificeer je je met
108
een van de tweeling in het boek? “De tweeling in het boek is mannelijk, wat me genoeg ruimte verschafte om er ook echt fictie van te maken. Toch denk ik, dat als ik een man was geweest, ik zeker op Mathis had geleken, de lopende broer. Wat hij ervaart ten opzichte van zijn gehandicapte broer lijkt sterk op dat waar ik mee heb geworsteld.” Wie is jouw favoriete schrijfster? “Ik vind Connie Palmen erg goed en erg leuk. Al haar zinnen stromen, alsof ze in een keer zijn opgeschreven. Ik kan haar boeken eindeloos herlezen en er toch steeds iets nieuws in ontdekken.” Nowelle Barnhoorn – De Tweelingparadox €19,99 (Prometheus)
KUNST & CULTUUR/BOEKEN KUKOLKA
Waarom dit boek? “Ik groeide op in Oekraïne in de jaren negentig en het was een hele zware tijd. Alles was vervallen, er was niet altijd gas, water, licht en elektriciteit en de meeste mensen hadden geen werk. Ik zag veel dakloze kinderen en drugs- en alcoholmisbruik. Ik vroeg me af waarom we met zulke verschillende kansen in het leven beginnen en wie dat bepaalt. Dat soort vragen heb ik altijd al gehad, ook op jonge leeftijd, dat is misschien ook de reden dat ik dit type boek heb geschreven.”
FOTO TIMOTHY GREENFIELD-SANDERS
Jij bent zelf op tienjarige leeftijd met je ouders naar Duitsland gevlucht. Hoe was dat? “Het was heel anders dan in Oekraïne, waar ik ondanks de armoede best wel een leuk leven had. Ik zat op een goede school en was de beste van mijn klas. Ik kon goed
tekenen, dansen, zingen en muziek maken en was actief in de Joodse gemeenschap. In Duitsland was het tegenovergestelde het geval. Ik werd gepest, ze vonden alles verkeerd aan me: mijn kleren, mijn uiterlijk, mijn ouders, waar we woonden, mijn taal. Ook moest ik op jonge leeftijd mijn ouders helpen bij het leren van de taal. Het was shitty, maar dat is denk ik normaal, ik denk dat elke migratie moeilijk is.” Was het moeilijk om geconfronteerd te worden met je eigen ervaringen in het schrijfproces? “Nee, helemaal niet. Het was wel moeilijk om research te doen naar mensenhandel, prostitutie en pedofilie. Ik heb tweeënhalf jaar onderzoek gedaan, veel gelezen en documentaires bekeken. Als je alle details leest, de stemmen hoort, de gezichten ziet, dan wordt het zo groot. Het was interessant, maar ook heel pijnlijk en ik had veel nachtmerries. Maar het was heel belangrijk voor me om het af te maken om dit verhaal te kunnen vertellen.”
FOTO KAT KAUFMANN
I
n het Oekraïne van de jaren negentig ontsnapt de zevenjarige Samira uit een weeshuis. Op zoek naar een thuis wordt ze geconfronteerd met criminaliteit, mensenhandel, prostitutie en pedofilie. Ondanks alles blijft ze optimistisch en houdt ze haar grote droom in leven: een nieuwe toekomst in Duitsland.
Lana Lux – Kukolka €21,99 (Nieuw Amsterdam)
FASCISME – EEN WAARSCHUWING
E
r is in de hele wereld een destructieve kracht bezig aan een hernieuwde opmars, en die kracht heeft alle kenmerken van facisme. Aldus de voormalige Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright. Aan het einde van de Koude Oorlog was ze in de veronderstelling dat de democratie voor eeuwig had gezegevierd. Maar nu, dertig jaar later, lijkt dat niet meer zeker. Albright roept ons op om de fouten uit het verleden niet te herhalen. Madeleine Albright – Fascisme. Een waarschuwing €19,99 (Arbeiderspers) OPZIJ 2018 NR. 5
109
KUNST & CULTUUR/BOEKEN
VROUWEN & MACHT, EEN MANIFEST
M
Ze bespreekt hun stem in het maatschappelijk debat en vraagt zich af: als vrouwen niet zichtbaar zijn binnen onze machtsstructuren, is het dan niet de macht die we moeten omvormen?
ary Beard, docent klassieke geschiedenis in Cambridge, laat in haar manifest zien hoe machtige vrouwen in de geschiedenis zijn behandeld. Ze haalt voorbeelden aan uit de klassieke oudheid, Penelope en Lucretia bijvoorbeeld, maar ook van nu: Margaret Thatcher en Hillary Clinton.
Mary Beard – Vrouwen & Macht, een manifest €13,50 (Atheneum)
GOD IS NIET VERLEGEN
H
ammoudi studeert in Parijs geneeskunde, maar moet terug naar Syrië om zijn paspoort te verlengen. Op het moment dat hij het land bereikt, breekt de oorlog uit. Hij meldt zich aan bij het verzet tegen het regime. Hij ontmoet Amal, een jonge actrice uit Damascus die zich ook heeft aangesloten bij de
TWEE ZUSSEN
D
e tieners Ayan en Leila komen op een avond niet thuis. Hun vader hoort ’s avonds dat ze naar Syrië zijn vertrokken om te strijden voor IS. Hij is zelf een voormalig kindsoldaat en gaat zijn dochters zoeken in de gebieden van het kalifaat. Åsne Seierstad – Twee zussen – Bruiden van IS €22,50 (De Geus)
110
protesten. De oorlog wordt steeds heviger en de twee besluiten te vluchten. Ze ontmoeten elkaar na een gevaarlijke reis weer in Berlijn. Maar daar blijken hun problemen nog lang niet over te zijn. Olga Grjasnowa – God is niet verlegen €19,99 (De Bezige Bij)
1
2
(-)
(-)
3
4
5
(1)
(-)
(-)
Zadie Smith – Voel je vrij In haar nieuwste boek snijdt romanschrijver en essayist Zadie Smith een aantal onderwerpen aan die we allemaal herkennen: wat betekent het om te leven – te werken, te denken, te lachen en te genieten – in de wereld van nu? Wat is de zin en betekenis van alle social media en wat voegen ze toe aan ons leven? Waarom hangen we zo graag in een fijne bibliotheek rond? En hoe moeten we onze kleinkinderen vertellen dat het ons niet is gelukt het klimaatprobleem gezamenlijk aan te pakken? Al deze culturele, maatschappelijke en politieke kwesties worden door Smith op vlijmscherpe wijze becommentarieerd, zonder daarbij in dogma’s te vervallen. Karin Slaughter – Gespleten Deze nieuwste thriller van Karin Slaughter, over moeder en dochter, is weer meeslepend als vanouds. Wanneer Andrea ‘Andy’ Cooper en haar moeder Laura in een restaurant betrokken raken bij een schietpartij, verandert alles. De vrouw die Andy door en door dacht te kennen, toont in deze gevaarlijke situatie een koelbloedigheid die Andy verbijstert: Laura overmeestert de schutter en doodt hem zonder enige aarzeling. Even later blijkt dat Laura zich al dertig jaar schuilhoudt onder een andere naam en dat alles wat ze over haar verleden heeft verteld gelogen is. Wat volgt is Andy’s zoektocht naar begrip van de situatie. Wat heeft Laura op haar geweten? Waarom zien anderen haar liever dood dan levend? En hoe kun je iemand nog vertrouwen die een leugenaar, of erger, blijkt te zijn? Aafke Romeijn – Concept M In haar debuutroman schetst Aafke Romeijn Nederland in het jaar 2020. Het is een Nederland dat sterk lijkt op het onze, met het verschil dat zich in de voorafgaande decennia een mysterieuze ziekte heeft verspreid over de wereldbevolking: kleurloosheid. Patiënten hebben grijs haar, doorschijnende huid, diepzwarte ogen en zijn hun leven lang afhankelijk van een kostbaar medicijn: kleurstof. De schaarsheid van het medicijn zorgt dat de maatschappij steeds verder ontwricht raakt: medicatie is onbetaalbaar voor particulieren en de overheid kan de kosten nauwelijks nog dragen. In Concept M lezen we over Hava, een vijfentwintigjarige, kleurloze vrouw. Zij raakt bevriend met een groep radicalen die voorspellen dat kleurlozen binnen een paar jaar in de meerderheid zijn. Steeds meer begint Hava te twijfelen aan haar eigen bestaansrecht. Samen met haar vrienden besluit ze dan ook dat het tijd is voor actie. Rachel Kushner – Club Mars De derde roman van Rachel Kushner doet in eerste instantie denken aan Netflix-serie Orange is the New Black, ware het niet dat deze roman over zoveel meer gaat dan het leven in een vrouwengevangenis. Club Mars biedt inzicht in de vaak tragische levens van verschillende gevangenen door de gebeurtenissen vanuit hun perspectief te beschrijven. We lezen hoofdzakelijk over de 29-jarige Romy Hall, die na een wanhoopsdaad veroordeeld wordt tot tweemaal levenslang plus zes jaar. Een uitgebreide reflectie op haar jeugd in San Francisco en haar volwassen leven als moeder en stripper in Club Mars leert ons de weg naar haar misdaad te begrijpen. Eenmaal in de gevangenis krijgt Romy te maken met een nieuwe, absurde realiteit: duizenden vrouwen die hun levensbehoeften bij elkaar proberen te scharrelen, dagelijks geweld door zowel bewakers als gevangenen. Romy’s toekomst strekt zich uit in een eindeloze, rechte lijn. De uitzichtloze situatie neemt echter een nieuwe wending wanneer Romy wordt opgeschrikt door nieuws van buiten. Saskia Noort – Stromboli Het schrijversechtpaar Sara Zomer en Karel van Bohemen houdt met een wekelijkse column honderdduizenden lezers op de hoogte van hun gezinsleven. Achter de updates van het ogenschijnlijke modelgezin gaat echter een donkere realiteit vol afgunst, leugens, overspel en geweld schuil. De zoveelste uitbarsting wordt de druppel die de emmer doet overlopen: Sara besluit Karel te verlaten. Sara vertrekt en probeert met vallen en opstaan een nieuw leven op te bouwen. Haar omgeving blijkt voor haar beslissing geen begrip op te kunnen brengen, zodat Sara al snel alleen komt te staan. Om aan de dagelijkse realiteit te ontsnappen, boekt ze een retraite op het idyllische Italiaanse vulkaaneiland Stromboli. Onder leiding van een wereldvermaarde goeroe geeft ze zich met een bont gezelschap lotgenoten over aan rollenspellen en oefeningen die steeds een stap verder gaan. Wat een nieuwe start had moeten worden, mondt zodoende uit in een afdaling naar regionen van haar verleden die ze het liefst verborgen had gehouden. OPZIJ 2018 NR. 5
111
KUNST & CULTUUR/FILM & TV
ON CHESIL BEACH
H
et is 1962 in Engeland en Florence en Edward zijn op huwelijksreis en dromen van hun leven samen, zoals veel pasgetrouwde stelletjes doen. De avond voor het huwelijk dineert het stel op hun kamer in hotel bij Chesil Beach. Hier blikken ze terug op hun ontluikende romance en zijn ze wat ongemakkelijk over de aanstaande huwelijksnacht. De verzwegen misverstanden en angsten van die avond zullen hun levens voor altijd veranderen. Vanaf 28 juni in de bioscoop
FOTO DINAND VAN DER WAL
DORST
I
n deze verfilming van het gelijknamige boek van Esther Gerritsen zien we hoe de relatie van Elizabeth (Simone Kleinsma) en haar dochter Coco (Elise van ‘t Laar) op scherp komt te staan zodra Elizabeth ongeneeslijk ziek blijkt. In een laatste poging om de complexe relatie met haar moeder te lijmen besluit Coco bij haar moeder in te trekken en haar te verzorgen. Dit levert niet alleen de nodige pijnlijke en verdrietige, maar vooral ook een hoop hilarische situaties op. Vanaf 18 juli op DVD en Video On Demand
FIGLIA MIA
V
ittoria heeft een goede band met haar moeder Tina, samen leven ze op het rustige Sardinie. Maar dan ontdekt ze dat het lokale feestbeest Angelica haar biologische moeder is. Logischerwijs staat haar leven op z’n kop hierdoor. Angelica moet noodgedwongen verhuizen door financiële problemen. Ze vraagt Tina of ze haar dochter mag ontmoeten, Tina stemt in, maar denkt dat Angelica de stad binnenkort verlaat. Niet dus. Vittoria en Angelica brengen steeds meer tijd samen door en wordt hun band steeds sterker. Vanaf 23 augustus in de bioscoop
BOOK CLUB
V
ier hartsvriendinnen (Diane Keaton, Jane Fonda, Candice Bergen en Mary Steenburgen) hebben een maandelijkse boekenclub. Het leven van deze dames – ervaringsdeskundigen op het gebied van scheiden of het aanmodderen in een langdurige relatie – krijgt door het gezamenlijk lezen van het beruchte Fifty Shades of Grey nieuwe impulsen. Deze film borduurt voort op de succesvolle Netflix-serie Frankie and Grace, waarin Fonda ook een hoofdrol heeft. Een mooi thema dat deze routiniers wel is toevertrouwd. Vanaf 23 augustus in de bioscooop
112
KUNST & CULTUUR/FILM & TV
BEAST
I
n een kleine, gesloten gemeenschap op het eiland Jersey wordt de jonge Moll verliefd op Pascal, een mysterieuze vreemdeling die haar de kracht geeft te ontsnappen aan haar benauwende familie. Wanneer Pascal vervolgens verdacht wordt van een reeks brutale moorden, verdedigt Moll hem fel en ontdekt ze waar ze toe in staat is. Nu in de bioscoop
JUSQU’À LA GARDE
T
ijdens de scheidingsprocedure van haar man besluit Miriam de volledige voogdij over hun zoon Julien aan te vragen. Wanneer de rechter besluit om een gedeelde voogdij toe te kennen, voelt Julien zich verscheurd tussen zijn ouders. Als beschermengel van zijn moeder voor zijn jaloerse vader, doet Julien zijn best de goede vrede te bewaren om zo het ergst denkbare te voorkomen. Vanaf 18 juli op DVD
MAMMA MIA! HERE WE GO AGAIN
M
ama Mia! is terug! Meryl Streep staat ook weer op de aftiteling en naast de vertrouwde cast doet ook Cher haar intrede als moeder van Meryl. Oh yeah! We gaan terug in de tijd en zien hoe de relaties uit het heden tot stand kwamen. En dat allemaal onder het genot van veel liedjes gebaseerd op de hits van ABBA. Meezingen mag. Vanaf 19 juli in de bioscoop
3 FACES
E
en beroemde Iraanse actrice ontvangt een verontrustende video van een jong meisje dat haar om hulp smeekt om aan haar conservatieve familie te ontsnappen. Omdat ze niet weet of ze gemanipuleerd wordt, vraagt de actrice haar vriend om raad. Samen rijden ze naar het dorp van het meisje in een afgelegen berggebied in het noordwesten van Iran, waar ze hartelijk welkom worden geheten door de inwoners. De bezoekers ontdekken echter al snel dat eeuwenoude tradities voor de lokale bevolking minstens zo belangrijk zijn als gastvrijheid. Vanaf 30 augustus in de bioscoop OPZIJ 2018 NR. 5
113
DOROTHÉE MUNYANEZA: UNWANTED
T
FOTO DANNYWILLEMS
oen in 1994 de Rwandese genocide losbarstte, was Dorothée Munyaneza pas twaalf jaar oud. Ze wist te ontkomen en vluchtte naar Groot-Brittannië. Ze deed een kunstopleiding en werd danser, zanger en choreograaf. Haar voorstelling is een aanklacht tegen verkrachting als wapen in de oorlog. in Rwanda werden 100.000 tot 250.000 vrouwen verkracht. Munyaneza geeft de slachtoffers een stem op het toneel: de vrouwen, maar ook de ongewenste kinderen die ze na de verkrachting kregen.
LISBETH GRUWEZ & MAARTEN VAN CAUWENBERGHE: THE SEA WITHIN
D
JULIDANS Van 2 tot en met 15 juli vindt Julidans plaats, het internationale festival voor hedendaagse dans. Tijdens deze editie doen veel sterke vrouwen mee. Artistiek leider Anita van Dolen geeft vijf tips. Voor tickets en meer info: zie www.julidans.nl Artistiek leider & programmering Anita van Dolen
MARLENE MONTEIRO FREITAS: CANINE JAUNÂTRE 3
D
e Kaapverdische choreografe liet zich voor deze voorstelling inspireren door Piero di Cosimo’s zestiende-eeuwse schilderij The Building of a Palace. Ze vroeg zich af hoe je als mensen samen iets opbouwt en welke hindernissen je tijdens het proces tegenkomt, letterlijk en figuurlijk. Achttien dansers staan op het toneel in een soort lego-bouwsite. Daarin lopen allerlei figuren rond die opdrachten uitvoeren. Ze bouwen en breken af in een vreemde wereld waar eigen spelregels gelden.
METTE INGVARTSEN: 21 PORNOGRAPHIES
D
e technieken van de pornografie zijn doorgesijpeld in alle geledingen van onze cultuur, zegt Mette Ingvartsen. In het nieuws, in de reclame, in de film, in alle vormen van verleiding en het zoeken naar kicks. In 21 pornographies laat de Deense choreografe ons zien hoe dat werkt aan de hand van 21 situaties.
114
FOTO LAURENT PHILIPPE
e openingsvoorstelling van Julidans. Een intense, hypnotiserende voorstelling met tien vrouwelijke dansers. Alsof je kijkt naar kolkende lava. Gruwez focust zich op het extatische lichaam en laat emoties zoals angst en lachen gedetailleerd zien.
(LA)HORDE: TO DA BONE
E
en eerbetoon aan de jumpstyle, het springen op snelle hardcore-techno uit de jaren negentig. Toen de illegale hardcore-raves door de autoriteiten de kop werden ingedrukt, verplaatste de hardcore-community zich naar YouTube. Jumpstylers filmden zichzelf in hun eentje dansend en deelden dat op internet. Zo werden ook de elf jumpstyledansers voor deze voorstelling gerekruteerd. Ze komen uit de hele wereld, van Canada tot Oekraïne, en staan voor het eerst op een podium, al hebben ze op YouTube duizenden volgers.
FOTO MARC DOMAGE
FOTO CHRISTOPHE RAYNAUD DE LAGE
KUNST & CULTUUR/PODIUM
KUNST & CULTUUR/TENTOONSTELLING
Barbara Broekman, Mijn Familie, Joke, Else, Laura 164 x 237 cm
Gouden armband, 530-333 voor Chr., Hamedan (detail) Collectie The National Museum of Iran, Teheran.
WELKE? Iran – Bakermat van de beschaving WAAR? Drents Museum in Assen WAT? Terug naar de bakermat, daar waar het allemaal begon: in Iran. Een grote archeologische tentoonstelling toont zo’n 200 unieke vondsten uit Iran, zoals gouden drinkbekers, sieraden, bronzen wapens, beschilderd aardewerk en kleitabletten met spijkerschrift. WAAROM? Veel van deze schatten waren nooit eerder te zien buiten de grenzen van Iran. De tentoonstelling neemt je mee op reis door de Iraanse cultuurgeschiedenis, die een periode van 10.000 vóór tot 1700 na Chr. omvat. Het Perzische rijk komt tot leven in Assen. Bijzonder zijn ook de filmportretten van zes Iraniërs die in Nederland wonen, zij vertellen wat deze cultuur voor hen betekent. En natuurlijk komt ‘onze man uit Teheran’ (Thomas Erdbrink) ook een keer langs om te vertellen over zijn avonturen aldaar. WANNEER? Tot en met 18 november 2018 www.drentsmuseum.nl
FOTO IWAN BAAN
WELKE? Voor de draad ermee! De kunst van het borduren. WAAR? Gorcums Museum WAT? Eeuwenoude liturgische gewaden met goud geborduurde randen, Griekse en Syrische wandtapijten, maar ook de geborduurde werkjes die Rob Scholte op de rommelmarkt op de kop tikte en met de achterkant vóór tentoonstelt zodat je alle aanhechtingen van de draadjes ziet, en de kleurrijke borduurkunst van Barbara Broekman. WAAROM? Om duidelijk te maken dat borduren helemaal niet tuttig is, maar juist heerlijk rustgevend, en dus helemaal passend bij deze tijd. Bovendien laat de tentoonstelling zien dat een flink aantal hedendaagse kunstenaars er spectaculaire resultaten mee behaalt. Topkunst. Gaan dus. Ook leuk voor mannen. WANNEER? Tot en met 9 september 2018 www.gorcumsmuseum.nl
WELKE? Triënnale Brugge 2018 WAT? In de historische binnenstad van het Belgische Brugge zijn deze zomer indrukwekkende bouwwerken te vinden van hedendaagse kunstenaars en architecten. De installaties vormen een gastvrij parcours door de stad en brengen mensen op onverwachte plekken samen. WAAROM? Om de drie jaar wordt in Brugge een zomerexpositie georganiseerd in en om de stad. Dit jaar is het thema ‘de vloeibare stad’ en vonden kunstenaars inspiratie in het water dat de stad doorkruist en omringt. WANNEER? Tot en met 16 september 2018 www.triennalebrugge.be Dit kleurrijke paviljoen is van het Spaanse architectenduo Selgascano. OPZIJ 2018 NR. 5
115
VAN OPZIJ
DOOR MARLEEN HOGENDOORN BEELD SANDER PARDON
KATINKA POLDERMAN
116
LOCATIE WERKWARENHUIS, DEN BOSCH
KUNST & CULTUUR/VAN OPZIJ
Katinka Polderman (1981) is alweer vijftien jaar actief in de theaterwereld. Haar grote doorbraak was in 2005, toen ze zowel de jury- als de publieksprijs van het Leids Cabaret Festival won. Sindsdien tourt ze door het land met haar shows.
OPZIJ 2018 NR. 5
117
KUNST & CULTUUR/VAN OPZIJ
W
at is je huidige gemoedstoestand? “Monter. Ik ben bezig met mijn nieuwe voorstelling, hij gaat Polderman draagt een steentje bij heten. Begin maart was mijn laatste voorstelling, sindsdien ben ik aan het schrijven. In september ga ik try-outen. Ik heb nu ongeveer drie kwartier aan materiaal wat wel de moeite waard zou kunnen zijn. Ik ben dus wel op schema, maar maak me tegelijk ook een beetje zorgen. In september moet ik een stuk van zo’n anderhalf uur hebben, daar valt nog wel wat aan te schaven. Het is wel fijn als er dan wat supertoffe dingen zijn of een lijn, maar die lijn is er nog niet. Ik heb wel een aantal liedjes waarvan ik denk: dat wordt het wel. Monter dus, een soort van bezorgd optimisme.” Wat is je definitie van geluk? “Dat je samenvalt met het moment. Net was ik bijvoorbeeld aan het schrijven en dan zit ik helemaal in het moment. Dat besef je pas erna. Daar word ik wel blij van. Of gister zat ik met mijn zoontje van twee in de tuin, we waren samen naar miertjes aan het kijken. Zijn woord voor ‘twee is ‘tee’ en hij zei: ‘tee, tee, tee.’ Hij was aan het vertellen dat er veel mieren waren.” Wat zijn je dagdromen? “Mijn ultieme droom is een leuk boerderijtje met een grote tuin met beestjes, vlak bij de binnenstad. Nu woon ik in een degelijke woonwijk. Den Bosch is leuk, het is niet te klein en niet te groot. Ik kom uit een dorp vlakbij Goes waar iedereen elkaar kent, dat is me te klein. Ik heb ook in Amsterdam gewoon en dat vind ik weer te groot. Den Bosch is echt een provinciestadje. Ik zou dan door een of ander mirakel willen dat Zeeland bij Den Bosch komt te liggen. Ik kom uit Zeeland, daar woont mijn familie en ik voel dat ik daar hoor.” Wat is je meest opvallende eigenschap? “Ik blijf altijd wel positief. Ik heb weleens gelezen dat optimistische mensen hun tijd verkeerd inschatten. Die maken een to do list voor een dag en die is dan totaal onhaalbaar want er staat veel te veel op. Dat doe ik ook. Ik denk dan: dat lukt wel allemaal, maar dat is dan eerder een lijst voor een week. Voor een show blijf ik ook wel optimistisch. Ik heb geleerd door de loop der jaren, ik draai inmiddels zo’n vijftien jaar mee, dat het altijd wel goed komt. Dingen kosten namelijk de tijd die je ervoor hebt. Het is de kunst om toch een beetje paniek te hebben. Want als je zegt: het komt goed, dan komt het niet goed. Je moet een balans vinden tussen paniek en het weten dat de paniek goed is.”
Wie leerde jou de belangrijkste les? “Op vakgebied was dat Bert Klunder. Hij had een cabaretschooltje in Rotterdam en regisseerde ook Brigitte Kaandorp bijvoorbeeld. Hij leerde me lessen die, nu ik met mijn nieuwste show bezig ben, allemaal weer bovenkomen. Ik voel me heel oud, maar het is twintig jaar geleden dat ik in zijn klasje zat. Kijk, ik heb die lessen pas allemaal opgeschreven. Het is heel simpel: het gaat er niet om wat je zegt, maar hoe je het zegt. Dat is op een podium heel belangrijk. Denk aan iemand als Toon Hermans, hij zei eigenlijk helemaal niks, het ging puur om de manier waarop hij iets zei. Dat is theater. Ook: een zin herhalen. En zeggen: je moet je voorstellen en dan vertellen wat je moet voorstellen. Die lessen gebruik ik nu weer en ze helpen je bij een blokkade. Qua levenslessen heb ik veel gehad aan een boek van Joep Dohmen over levenskunst volgens de oude filosofen. Ga dat maar eens lezen.” Wie bewonder je? “Willem Wilmink.” Je won laatst toevallig de Willem Wilminkprijs. “Ja, daar was ik heel blij mee. Ik kreeg de prijs voor het nummer Kilo, pond en ons. Ik had het geschreven en Kenny B zong het. Het liedje is een ezelsbruggetje waarmee kinderen kunnen het verschil kunnen leren tussen een kilo, een pond en een ons. Het is een prijs voor het beste kinderlied, die is vernoemd naar mijn held.” Waarom is hij jouw held? “Hij heeft een rijk oeuvre, heel veelzijdig. En de combinatie van vormvastheid en het gevoel wat hij daarin heeft gelegd vind ik heel mooi.” Welke eigenschap vind je minder aan jezelf? “Dat ik heel veel dingen niet georganiseerd krijg. Ik probeer al een aantal weken dingen op Marktplaats te zetten. En dat bestaat uit zoveel stappen en dan weet je nog niet of je eindresultaat wordt behaald zonder al teveel gezeik. Soms biedt er iemand en dan hoor je er opeens niets meer van. Of je moet die spullen allemaal op de foto zetten. Zoveel gedoe, daar ben ik te lui voor.” En welke eigenschap vind je minder aan anderen? “Mensen met issues. Dat ze een probleem hebben en daar andermans probleem van maken. Of mensen die zichzelf te serieus nemen. Daar kan ik niet zo goed tegen.” Ben je een feminist? “Ik denk dat je als vrouw niet anders kan. Jaren geleden had ik ook een interview met OPZIJ. Ik zei: Ach ja, feminisme is toch niet meer nodig? Je moet niet zeiken, maar doen. Je kan wel gaan mekkeren, maar dan zet je jezelf in een slachtofferpositie. Daar ben ik van teruggekomen.
‘Die jonge Twitterfeministen van nu vind ik niks. Die heel doen heel erg alsof ze slachtoffer zijn en elke discussie wordt afgekapt met: je snapt het niet want je bent een blanke man’
118
KUNST & CULTUUR/VAN OPZIJ
belemmeren door angst.” Welk talent zou je willen hebben? “Spullen op Marktplaats zetten. Mensen die dat goed kunnen zijn van die georganiseerde types, maar dat zijn niet de leukste mensen. Ik zou wel iets meer georganiseerd willen zijn. Ik ben aan het oefenen. Dat je ziet dat een grote klus uit verschillende kleine hapjes bestaat. Je moet nooit aan het grote denken, maar juist aan die kleine stapjes. Ook al schrijf ik maar één coupletje voor een liedje op een dag, dat draagt allemaal bij aan het grotere geheel: de hele show.” Wat is je grootste prestatie? “Lastig, ik heb het Leids Cabaret Festival gewonnen, het was mijn doorbraak maar het is niet mijn grootste prestatie. Het is een grotere prestatie van me dat ik de afgelopen jaren door ben gegaan met werken terwijl ik ziek was. Ik was heel erg moe en mijn conditie was niet zo goed. Ik weet niet of het een prestatie is om over grenzen te gaan, maar zo ja, dan heb ik die geleverd.” Niet het pi-pa-pijplied? “Daar kent iedereen mij van. Ik vind het jammer als mensen zich niet verder in me verdiepen en mij alleen daarvan kennen. Ik heb ook andere dingen gemaakt. Ik hoop niet dat het afschrikt. Ik vind het niet gênant om erover te zingen, het liedje is met een enorme knipoog. Het is geen Sexdagboek van Heleen van Royen, dat neigt meer naar exhibitionisme. Wilde ze daarmee vrouwen bevrijden? Haha, nee die illusie heb ik niet met mijn liedje.” Wanneer had je voor de laatste keer de slappe lach? “Dat heb ik niet zo vaak. Cabaretières zijn uiterst serieuze mensen, haha.” Wat waardeer je het meest in vrienden? “Dat het niet erg is als de een in een bepaalde periode wat meer zijn best moet doen dan de ander. Ik zag vroeger veel mensen wat ik zat altijd in de kroeg, maar sinds ik een kind heb gaat dat wat lastiger.” Wat wil je je zoon meegeven? “Zoveel. Ik hoop dat hij ontdekt wat hij leuk vindt en waar hij goed in is en dat gaat doen. Wat dat dan ook is. En dat hij ook zichzelf kan vermaken, zodat je iets aan jezelf hebt.” Houd je van lezen? “Ja. Ik houd van liedteksten zoals Drs. P en Willem Wilmink. Maar ook romans, van oud tot wat vorige week is verschenen. Ik houd ervan als je erover kunt nadenken of als het mooi geschreven is. Het laatste dat ik heb gelezen is Gezichten van glas, van Michiel Lieuwma. Een supermooi boek dat veel te weinig aandacht krijgt. Ook de laatste van Renate Dorrestein: Dagelijks werk. Heel inspirerend. Wat doe je deze zomer? “Ik moet aan mijn show werken, dus veel schrijven. Ik wil graag een voorstelling maken waarin ik als een kruising tussen Louis CK en Toon Hermans op het podium sta, maar dan als vrouw, met liedjes. Ik hoop dat dat lukt, maar ik moet het nog zien. En misschien nog even op vakantie. Waarschijnlijk weer zo’n huisje, ja.” O
‘Ik hoop niet dat mijn Pi-pa-pijplied afschrikt’
Die jonge Twitterfeministen van nu vind ik niks. Die doen heel erg alsof ze slachtoffer zijn en elke discussie wordt afgekapt met: je snapt het niet, want je bent een blanke man. Elke man is een potentiele verkrachter en het is mansplaining als hij iets anders vindt. Als dat feminisme is, dan ben ik geen feminist. Ik vind wel dat er onbewust vooroordelen over vrouwen bestaan en daar zou je je bewust van moeten zijn. Als er een vrouw met een mening aan tafel zit bij een talkshow en de andere mannen noemen haar ‘meisje’, dan degraderen ze haar meteen tot geen volwaardige gesprekspartner. Ik maak me er ook weleens schuldig aan dat ik soms mannelijke schrijvers serieuzer neem dan vrouwelijke. Of dat ik vrouwen beoordeel op hun uiterlijk. Maar als iedereen zich daar nou eens bewust van wordt, dan is er een begin. Maar nu gaat het erom wat verkrachting precies is met #MeToo, dus daar kunnen we nog even op wachten.” Wat is je favoriete reis? “Ik heb opgetreden voor expats. Dat is ideaal, want de wereld is zo groot dat ik niet weet waar ik heen wil. Dan mag je een week naar Bahrein en dan laten ze je alles zien. Maar op dit moment is dat niet handig met mijn zoon. Op dit moment is mijn favoriete reis naar Center Parcs, het lot van een jonge moeder. Ik ga niet moeilijk doen omdat ik zo graag avontuurlijk wil zijn.” Wat is je grootste angst? “Weet ik niet, want meestal vallen dingen bij nader inzien wel mee. Dat je verkering uitgaat lijkt in eerste instantie verschrikkelijk. Het is even kut, maar uiteindelijk wordt het alleen maar mooier. Ik geloof dat je je niet moet laten
Vanaf 11 september tourt Katinka Polderman door het land met Polderman draagt een steentje bij. OPZIJ 2018 NR. 5
119
KUNST & CULTUUR/OP REIS
120
DOOR DE REISMEIDEN
KUNST & CULTUUR/OP REIS
OPZIJ 2018 NR. 5
121
MONTOLIEU Montolieu ligt aan de voet van de Montagne Noire, in het departement Aude, zo’n vijftien kilometer ten noordwesten van Carcassonne. Dit stadje is als een amfitheater gebouwd tegen de rotsflank van twee ravijnen. Het stadje dankt zijn bestaan aan de stichting van de benedictijnenabdij Saint-Jean-de-Mallast rond 800. In de dertiende eeuw droeg de stad de poëtische naam Mount a Ouliou (Olijfberg). Vanaf de achttiende eeuw werd Montolieu redelijk welvarend dankzij de lakenindustrie. In 1989 nam Michel Braibant, een authentieke boekbinder en bibliofiel uit Carcassonne, het initiatief om van Montolieu een boekendorp te maken, naar het voorbeeld van Hayon-Wye in Wales en Redy in België. Het is een zeer geslaagd project geworden met meer dan twintig boekwinkels en antiquariaten, ambachtelijke boekdrukkers en, als kers op de taart, het museum van Michel Braibant zelf. Dit museum is 122
gewijd aan de ontstaansgeschiedenis van het boek en alles daaromheen. Ook worden er diverse workshops gegeven over typografie, kalligrafie, etsen, boekbinden en illustreren. De echte bibliofielen onder ons zijn in het paasweekend in Montolieu te vinden, dan is de jaarlijkse antiquarische boekenbeurs. CARCASSONNE Carcassonne ligt op de rechteroever van de rivier de Aude. Deze grootste, best gereserveerde en gerestaureerde vesting van Europa zie je als je aan komt rijden uittorenen boven het landschap. Zo perfect en intact, dat wij er toch even Disneyland-gedachten bij kregen, maar eenmaal gearriveerd binnen de dubbele stadsmuren lieten we ons ondanks de aanwezigheid van flink wat toeristen, toch betoveren. Wat wil je met een buitenmuur met zestien en een binnenmuur met vierentwintig torens. De rots, waarop de bovenstad ofwel de Citadel van Carcassonne ligt, werd al
KUNST & CULTUUR/OP REIS
DOOR DE REISMEIDEN
in de tweede eeuw voor Christus bewoond door de Romeinen. In de eeuwen daarna, waarbij menige oorlog de stad teisterde, er geplunderd werd, de pest er woedde en waarbij de stad wisselend onder Spaans of Frans gezag viel, werd Carcassonne een aantal keren weer opgebouwd en gerestaureerd. Voor het laatst definitief en grootschalig in de negentiende eeuw. Onder supervisie van de beroemde architect en restaurateur Viollet-leDuc werd de stad, die elk jaar door meer dan drie miljoen toeristen wordt bezocht, gerestaureerd. Zijn werkwijze is weliswaar wat omstreden, omdat van een aantal onderdelen niet echt bekend was hoe ze er werkelijk uit hadden gezien en Viollet-Le-Duc naar eigen inzicht handelde. Men spreekt daarom ook wel van een ‘poging tot reconstructie’. Het geheel ziet er misschien wat gelikt uit, maar tegelijkertijd is de grootsheid ervan
ook indrukwekkend en een omweg meer dan waard. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de Cité van Carcassonne sinds 1997 op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat. LE CANAL DU MIDI Zowel de Romeinen als later Leonardo da Vinci hadden al het idee om een rechtstreekse rivierverbinding tussen de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan te creëren. Vanuit Bordeaux tot Toulouse ging het nog goed, met de gekanaliseerde Garonne, maar daarna werd het moeilijk, omdat de heuvelrug Seuil de Naurouze, met een hoogte van 194 meter, een flinke barrière opwierp. In de zeventiende eeuw nam de druk toe om de omweg van tweeduizend kilometer rond het toen nog vijandige Spanje te vermijden. Een selfmade ingenieur uit Béziers, Pierre-Paul Riquet, kwam
uiteindelijk met de oplossing. Er is veertien jaar gewerkt aan dit kanaal dat loopt van Toulouse naar de Middellandse Zee bij Sète. Niet alleen is het handmatig gegraven, er moesten ook tal van bruggen, aquaducten en sluizen worden aangelegd. Er werden zo’n twaalfduizend arbeiders te werk gesteld, waaronder ook vrouwen. Er zijn 65 sluizen en sluiscomplexen. Een aantal ervan bestaat uit drie, vier, en eenmaal zelfs uit negen sluizen achter elkaar. Langs het hele kanaal werden maar liefst 45.000 bomen geplant: als versteviging van de oevers, als houtvoorraad voor het onderhoud van de kades, om de verdamping van het water uit het kanaal te verminderen en om de passagiers en de vrachtgoederen tegen de zon te beschermen. In mei 1681 werd het kanaal officieel geopend. Helaas heeft de bedenker het niet meer meegemaakt, hij overleed in 1680.
OPZIJ 2018 NR. 5
123
KUNST & CULTUUR/OP REIS
Het Canal du Midi wordt door de UNESCO omschreven als een van de meest bijzondere bouwkundige werken van het moderne tijdperk, en is in 1996 toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst. LAC DU LAMPY Het Lac – of Bassin – du Lampy is een mooi recreatiegebied dat is ontstaan aan het eind van de achttiende eeuw, toen er grote behoefte was aan een extra waterreservoir. De constructie werd voltooid in 1782 en de dam is 126 meter lang, waarbij de basis is verankerd in een granieten rots van 42 meter. Dankzij deze damwand, die meer dan vijf meter dik is, is er een waterreservoir ontstaan met een volume van meer dan tweeënhalf miljoen kubieke liter water. Precies, best veel. Er kan gezwommen en gevaren worden in en op het meer en rondom de uitgestrekte bossen die het meer omringen kun je het hele jaar door mooie wandelingen maken. Voor mountainbikers – of gewone fietsers – is het een prachtig gebied met eindeloze paden zonder al te grote hoogteverschillen. Niet iedereen wil
124
KUNST & CULTUUR/OP REIS
of kan de Mont Ventoux op. Die mountainbikers vinden we ook bij het aan het meer gelegen restaurant van Bjorn en Pauline Huisman. Dit stel vertrok in 2005 met hun twee toen nog kleine zoons naar Frankrijk. Het tv-programma Ik Vertrek heeft daar destijds een mooie uitzending over gemaakt – via YouTube nog na te zien – en in tegenstelling tot veel andere geportretteerden, hebben Bjorn en Pauline hun draai gevonden en er een heerlijke plek gecreëerd om te eten of overnachten.
TAALCURSUS
PRAKTISCH Montolieu en omgeving liggen op ongeveer twaalfhonderd kilometer vanaf Utrecht. Met de auto dus net aan in een dag te doen. Maar waarom zou je? In Frankrijk zijn er immers
overal voldoende mooie dorpjes en aangename hotels of campings om wat langer over zo’n reis te doen, getuige ook de ruim 1,1 miljoen Nederlanders die in 2017 Frankrijk kozen als vakantiebestemming. Wie sneller wil, kan uiteraard ook vliegen. Toulouse is dan de meest logische luchthaven. Voor wie langs het Canal du Midi wil fietsen en dit niet met eigen fiets wil doen, zijn er ook alternatieven. Vanuit Carcassonne is het maar achttien kilometer naar Montolieu, en vanuit daar maar zestien kilometer naar het Bassin du Lampy. Een prachtige route, met de auto of op de fiets, die vanzelf het Canal du Midi kruist. O Kijk voor meer informatie op lacdulampy.com en opdefiets.net/canaldumidi
HOE ZEG JE
IN HET FRANS
Goedemorgen
Bonjour
Dankjewel
Merci bien
Waar is het restaurant bij het meer? Où se trouve le restaurant au bord du lac? Waar kan ik een boek kopen?
Où puis-je acheter un livre?
Ik wil nog een dag langer blijven
Je veux bien rester encore un jour.
Wilt u even OPZIJ gaan?
Voulez-vous faire un pas de côté, s’il vous plaît?
OPZIJ 2018 NR. 5
125
MAN OVER VROUW
KNAP
GEFORMULEERD Voor 2018 wenste hij maar een ding: minder mensen in musea. ‘Noem mij een elitaire zak’, schreef hij in een opiniestuk in de krant. En Sylvia Witteman kwam hem tegemoet. ‘Ja. Ik noem jou een elitaire zak.’ Een zak is hij niet. Sander Kok (1981), fotomodel en schrijver van Smeltende vrouw - een roman die door schrijvers en recensenten bejubeld werd - is wel eloquent, zorgvuldig en vriendelijk. Getalenteerd. Soms uitgesproken, bijvoorbeeld over de vrouw. ‘Ik verlang terug naar de sterke, zelfstandige vrouw.’
126
DE VRIENDIN “Waarom ik voor haar koos? Eerlijk: ze viel me op omdat ze knap was. Daarna bleek ze intelligent en al snel erg lief. Ik ben gevoelig voor lieve vrouwen. Met het bitchy type heb ik niks. Een vrouw mag zijn wie ze is, maar ik val alleen op lief. Mijn vriendin is diplomate, ze woont helaas niet in Nederland. Ze heeft een gelijkmatig karakter, is buitengewoon kalm en weet dat ik voor mijn vak als schrijver veel rust nodig heb. Ze ziet het als haar heilige taak om me meer van het leven te laten genieten. Ik kan al intens genieten, vind ik zelf, maar zij vindt dat het nog beter kan en vooral: vaker. Ze komt uit Brabant en begrijpt niets van mijn hang naar ascese. Dat het schrijven nu eenmaal een zekere mate van lijden met zich meebrengt, neemt ze aan, maar ze probeert mijn taak te verlichten door me per app aan te moedigen om op een terrasje in een Frans dorp, waar ik ben om aan mijn tweede roman te werken, een kaasplankje en charcuterie te bestellen, waarmee ik, volgens haar, aan mezelf laat zien dat ik van me houd. Ik eet zo’n kaasje dan met extra aandacht, alsof ze tegenover me zit en zegt: ‘Goed proeven.’ Liefde is een onhandig ding, maar je neemt het wel makkelijk mee op reis.” DE MOEDER “In het interview met de Volkskrant kreeg ik ook die vraag over de belangrijkste les. Toen zei ik: ‘Dat je slecht gedrag zo gunstig mogelijk moet interpreteren. Als iemand een rotopmerking maakt, is diegene niet per se een rotpersoon. Mijn moeder was psychotherapeut, begrijpen was haar vak.’ Ik kan me voorstellen dat je dat antwoord niet woordelijk wil overnemen, maar het zou raar zijn als ik hier ineens iets anders zou zeggen. Mijn moeder heeft een belangrijke plaats in mijn leven. We denken op min of meer dezelfde manier, vrij associatief, zoekend, vooral gericht op de filosofische onderlaag van ideeën. Als we praten, zijn we als twee honden die vol plezier dezelfde kuil uitgraven. Onze
DOOR MYRTHE HILKENS BEELD PAAR PHOTOGRAPHY
MAN OVER VROUW
OPZIJ 2018 NR. 5
127
MAN OVER VROUW
‘Het is de hoogste tijd dat mannen op emotioneel gebied gaan emanciperen. Gaat nooit gebeuren. Erover spreken is al onmannelijk’
richt op de verschillen, die nu eenmaal meer in het oog springen. Ik heb meer vrouwelijke vrienden dan mannelijke. Maar mijn mannelijke vrienden zijn dan ook meteen erg mannelijk. Als een van ons in een café met een probleem zit, slaan we hem hard op de schouder en zeggen: ‘Kut voor je!’ Daarna knikken we wat voor ons uit, waarna eentje mompelt: ‘Echt kut,’ en bier gaat halen. Ik overdrijf, we bespreken soms wel problemen, alleen liefst één-op-één. Zodra we met drie of meer zijn, houden we het binnen de perken. Wie verlaten is door zijn vriendin, krijgt een minuut of drie zendtijd, of vijf als hij er echt miserabel uitziet. Meer wil hij zelf ook niet, zo is de stemming – de situatie is al vervelend genoeg zonder dat de roedel gaat meehuilen. De sessie wordt afgesloten met een oplossing: het bestellen van bier of het vinden van een nieuwe vrouw. Ik doe er een beetje lollig over, maar het is geen slechte manier van omgaan met verdriet. Het biedt troost, zo mannelijk doen met zijn allen. Het drukt een stoplap in het gat waaruit anders je waardigheid zou weglekken. Wie zich sterk voordoet, wordt het vanzelf, is de gedachte. En soms is dat zo. Maar toch. Houd me tegen als ik ga preken, maar dat mannen minder gevoelig zouden zijn dan vrouwen vind ik een schadelijke illusie die van beide kanten in stand wordt gehouden. De gedachte dat mannenproblemen maar even aan de lucht hoeven worden blootgesteld voor ze verdampen is gevaarlijke onzin. Ook mannen hebben problemen, en daar komt nog bij dat ze er niet over mogen klagen. Vrouwen moedigen mannen aan om hun emoties te laten zien, maar – het spijt me zeer – dat lijkt toch vooral theorie. Een man die zijn emoties de vrije loop laat, zoals vrouwen dat mogen, geldt voor het gros van de vrouwen als onmannelijk, onsanitair en onaantrekkelijk. Vrouwen hebben het wat dat betreft een stuk makkelijker. Het is de hoogste tijd dat mannen op emotioneel gebied gaan emanciperen, ze moeten de emotionele achterstelling inlopen. Gaat nooit gebeuren. Erover spreken is al onmannelijk. Beide seksen zijn totaal onvrij, maar de mannelijke nog net iets onvrijer, al is het maar omdat vrouwen wel mannelijk mogen zijn, maar mannen niet vrouwelijk.”
daarin bleken geen vlooien te zitten, wel allerlei haarproductjes waarvan ik nog nooit had gehoord. Ze roken lekker. Vrouwen zijn inmiddels niet meer de vreemde diersoort die ze waren. Daarvoor ben ik teveel met ze omgegaan. Jammer, eigenlijk. Ik begon als antropoloog, nu waan ik me soms deel van de stam. Ik sta er nog steeds buiten, want ik ben nu eenmaal geen vrouw, maar ik bestudeer de leden minder dan vroeger. Hoewel. Ze blijven boeien. Vrouwen en mannen zijn eigenlijk bijna hetzelfde, en juist daardoor richten we ons op de verschillen. Juist de overeenkomsten verdienen meer aandacht, al geef ik toe dat ook ik me instinctief eerder
FEMINISTEN “Mannen hebben de verantwoordelijkheid om niet over de schreef te gaan. Waar die schreef loopt, is de vraag; zeker is dat ze de laatste jaren ineens een stuk is opgeschoven. Eerst lag ze bij aanranding, verkrachting of nare seksuele opmerkingen. Nu ligt ze ook bij ‘een ongemakkelijk gevoel’. Oudere generaties feministen riepen altijd dat vrouwen sterk en zelfstandig waren, dat moesten wij mannen goed begrijpen. Met die gedachte ben ik opgegroeid. Maar als je de jongste generatie Twitterfeministes mag geloven, is de vrouw nu het tegendeel van haar voorganger: zwak en hulpbehoevend.
gedachtes ketsen razendsnel heen en weer, we vallen elkaar voortdurend in de rede en vinden dat niet erg. Ik weet niet hoe dat komt. Misschien doordat we vanaf een bepaald moment in de discussie elkaars hersenen als een verlengstuk van die van onszelf gaan beschouwen. Een gedachte ontspringt in die van de een en komt tot ontwikkeling in die van de ander, die hem weer teruggeeft, waarna de eerste hem afrondt. Alsof onze twee stellen hersenen één zijn. Wat kenmerkt mijn moeder nog meer? Ze is uitzonderlijk lief. Dat is misschien geen interessant antwoord om af te drukken in een interview, maar het is haar belangrijkste kenmerk. Naast lief is ze sterk – en dat moet ook. Wie lief is, stelt zich bloot aan de pijn van anderen en dat vergt kracht. Een ander belangrijk kenmerk is haar pragmatisme. Ze is een principieel zwevende kiezer, net als ik trouwens; ze kijkt naar de coalitiemogelijkheden na de verkiezingen en neemt op basis daarvan haar besluit. Ze is wars van elke vorm van ideologisch denken. Dogma’s zijn haar vreemd en ze zal niet snel iemand veroordelen, of hij moet het erg bont maken. Tot haar pensioen was ze psychotherapeute. Ik denk dat een persoonlijkheid zelden beter bij een beroep heeft gepast.” VRIENDINNEN “Ik kom uit een echt mannengezin. Mijn broer en ik speelden buiten oorlogje, binnen met soldaatjes. Meisjes vond ik vies, want die hadden lange haren met vlooien. Pas in mijn studententijd leerde ik meisjes beter kennen. Vreemde wezens. Ze hadden nog steeds lang haar, maar
128
MAN OVER VROUW
Ze kan niet meer voor zichzelf opkomen, is de nieuwe boodschap. Hoewel vrouwen soms inderdaad in een moeilijke positie zitten, vind ik dat beeld van de zwakke, hulpbehoevende vrouw, nou ja, antifeministisch, vrouwonvriendelijk zelfs. Ik zou bijna zeggen: tijd dat feministen vrouwen weer serieus gaan nemen. #MeToo was uitstekend, het heeft veel opgeleverd. De kosten waren aanzienlijk, maar de opbrengst was ook flink, het heeft miljoenen mannen laten zien hoe groot het probleem eigenlijk was. Prima dus. Dat je het volgens diezelfde jongste generatie twitterfeministes niet mag hebben over de kosten, is wel een probleem. De paar kapot gemaakte onschuldigen moeten we op de koop toenemen om de echte daders te pakken, vinden ze. Jammer dan, helaas, nevenschade. Zeg dat tegen de onschuldige die zijn besmeurde naam niet van het internet krijgt. Elke aanklacht via de media is een aantasting van de rechtstaat. Bewijslast? Niet nodig. Élke beschuldiging moeten we geloven. We roepen de rechtsstaat wel weer terug als we hem nodig hebben. Begrijp me niet verkeerd, voor de vrouwen die niet kunnen bewijzen dat ze zijn
aangerand of verkracht, is het tragisch dat de daders niet vervolgd worden, maar de rechtstaat is het enige wat ons scheidt van, ehm, ik zeg het toch maar, van het fascisme. Dat klinkt een beetje hysterisch, maar daarom is het niet minder waar. Er is een woord voor het soort rechtspleging dat bepaalde feministen van de laatste golf kennelijk voorstaan: gesundes Volksempfinden. Als de wetten niet meewerken, zorgen we wel voor een veroordeling zonder die wetten. Whatever it takes. Dat is doodeng. De rechtsstaat is niet perfect, er zullen altijd daders vrijuit gaan; we moeten dat accepteren, hoe pijnlijk ook. Een ander probleem van het jongste feminisme is dat we in bepaalde opzichten weer terug zijn bij de negentiende eeuw: de man is jager, de vrouw prooi. Terwijl de vrouw zich nu juist bevrijd had: zij was ook jager geworden, de man was ook prooi. Dat is een verlies. Ik verlang terug naar de sterke, zelfstandige vrouw, die nam wat ze wilde, genoot waarvan ze wilde genieten, die trots was op haar seksualiteit, uit was op het opblazen van tegenstellingen, omdat ze zag dat mannen en vrouwen eigenlijk meer op elkaar leken dan van elkaar verschilden.” O
‘Als je de jongste generatie Twitterfeministes mag geloven, is de vrouw nu het tegendeel van haar voorganger: zwak en hulpbehoevend’
OPZIJ 2018 NR. 5
129
CARIN GAEMERS - TAKE CARE Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.
MOET ER EFFE UIT
M
et #MeToo heb ik het voorlopig wel gehad. Natuurlijk, seksuele intimidatie moet keihard aan de kaak gesteld worden. Maar ik erger me rot aan al die obligate morele verontwaardiging zonder ook maar enige angel. Zoals in mei bij het filmfestival in Cannes. Op het eerste gezicht leek het waarachtig of #MeToo de filmindustrie had overgenomen. Er was een hulplijn tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag en er werden folders verspreid. Met Cate Blanchett als voorzitter telde de jury voor het eerst meer vrouwen dan mannen. Op de rode loper hielden 82 vrouwelijke sterren een protestmars. Tijdens de slotmanifestatie werd Asia Argento toegejuicht nadat zij haar speech eindigde met: “Zelfs vanavond zitten er schuldigen onder u die voor hun gedrag tegen vrouwen verantwoordelijk moeten worden gehouden. U weet wie u bent, maar het belangrijkste is dat wij weten wie u bent, en we zullen niet langer toestaan dat u ermee wegkomt.” Toch bleek al het #MeToo-vertoon niet meer dan politiek correct gedrag. Een van die aanwezigen waar Argento op doelde was ongetwijfeld Lars von Trier. Dat Weinstein er niet welkom was vond iedereen
130
vanzelfsprekend. Dat Von Trier er wél was blijkbaar ook. Met zes jaar ‘schorsing’ had hij voldoende geboet voor eerdere foute grappen over Hitler. Hoewel ook Von Trier door diverse vrouwen van seksuele intimidatie werd beschuldigd, was hij tijdens het festival prominent aanwezig om zijn nieuwste film te presenteren. The House That Jack Built brengt op zeer expliciete wijze de innerlijke wereld in beeld van een sadistische seriemoordenaar met een voorkeur voor vrouwelijke slachtoffers. Het zorgde nauwelijks voor enige ophef. De vertoning werd gerechtvaardigd met een beroep op de kennelijk hoge artistieke kwaliteit van deze productie. Tegen die achtergrond bezien, vind ik het tamelijk overdreven om het filmfestival te bestempelen als een nieuwe belangrijke waterscheiding in de opmars van #MeToo en Time’s Up. Van vrouwen die in de positie zijn om veel harder uit te halen, had ik meer verwacht. Alleen al vanwege de open brief op de website van Time’s Up Now: “We erkennen onze bevoorrechte positie en het feit dat wij toegang hebben tot enorme platforms waar we onze stem kunnen laten horen. (…). Meer dan ooit tevoren geeft onze toegang tot de media en diegenen die de belangrijke besluiten nemen de mogelijkheid te zorgen voor het toekennen van aansprakelijkheid en het nemen van verantwoordelijkheid. Wij willen dat alle overlevenden van seksuele
intimidatie overal worden gehoord, worden geloofd en dat zij weten dat het mogelijk is aansprakelijkheid af te dwingen.” Let wel, Time’s Up Now richt zich niet alleen op vrouwen in de filmwereld. De open brief is uitdrukkelijk gericht tot vrouwen in alle bedrijfstakken, de agrarische sector, horeca, huishoudelijke dienstverlening, zorg, industrie en het bedrijfsleven. Wanneer het menens is, gebruik dan die ‘bevoorrechte positie’ om óók de boodschap over te brengen namens alle vrouwen die geen podium hebben. Die hun mond houden omdat ze het zich niet kunnen veroorloven
Toch bleek al het #MeToovertoon niet meer dan politiek correct gedrag hun baan te verliezen. Die bij voorbaat al weten dat ze niet worden geloofd en dat er niets gebeurt als ze al aangifte durven te doen. Maar nee. De filmsterren hadden het voor het oog van de wereldpers uitsluitend over wat hen is overkomen en de protestmars op de rode loper moest
CARIN GAEMERS - TAKE CARE
de aandacht vestigen op hun eigen gebrek aan invloed en hun eigen inkomensongelijkheid. Natuurlijk is Time’s Up Now een goed initiatief. Het helpt dat er nu een fonds van ruim twintig miljoen dollar is ten bate van vrouwen die het geld niet hebben om een goede advocaat in te huren. Time’s Up Now streeft naar een eerlijkere verdeling van inkomen en invloed, ongeacht sekse, huidskleur of seksuele identiteit. Zo’n organisatie in een half jaar uit de grond stampen is een bewonderenswaardige prestatie. En toch, wanneer zelfverklaarde boegbeelden hun nek niet écht durven uit te steken, wordt vooral de indruk gevestigd dat zij hun eigen positie belangrijker te vinden dan het lot van vrouwen die geen rode loper ter beschikking hebben. Ik begrijp heus wel dat actrices die een uitgesproken activistische stelling nemen de kans lopen dat de industrie hen behendig naar de zijlijn manoeuvreert. Als zij ervoor kiezen dat risico niet te nemen, dan mag dat. Maar verklaar je dan niet zo ostentatief solidair met je zusters die het in dit leven minder riant getroffen hebben. Ook als het om activisme gaat beschikken vrouwen met een flink eigen vermogen en toegang tot de media over meer mogelijkheden dan anonieme vrouwen met laagbetaalde banen. Wanneer diegenen uit de industrie die zich achter #MeToo en Time’s Up Now scharen gezamenlijk besluiten niet meer te werken met producenten, regisseurs en acteurs van wie bekend is dat zij stelselmatig grensoverschrijdend gedrag vertonen, dan heeft de filmindustrie een gigantisch probleem. Als zij in plaats daarvan investeren in films waarbij in het hele productieproces geen enkele vorm van grensoverschrijdend gedrag wordt getolereerd, dan verandert de filmindustrie en ontstaat een krachtig normatief precedent. Naming and shaming is dan niet meer nodig. Veroordelingen per volksgericht evenmin. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, ik weet het. Maar een strijd is
nooit makkelijk. Wie hiervoor kiest moet bereid zijn af te zien van zijn gebruikelijke inkomen. Moet weerstand bieden aan de altijd aanwezige gedachte ‘voor jou tien anderen’. Hoogstwaarschijnlijk krijgen zij te maken met lastercampagnes, haatmail en misschien wel
Uiteindelijk komt het allemaal neer op geloof in eigen kracht en geloof in de solidariteit van anderen bedreigingen. Daar is moed voor nodig. Die moed is alleen op te brengen vanuit een sterke overtuiging en de wetenschap er niet alleen voor te staan. Ik ben bang dat vooral het laatste een probleem vormt. Solidariteit is een ouderwets woord dat associaties oproept met ‘linkse hobby’s’. We leven in een wereld waarin individualisme de norm is. Waarin je voor jezelf moet zorgen en waarin afhankelijkheid van materiële of immateriële steun wordt gezien als een karakterfout. In een extreem door geld gedreven sector als de filmindustrie, waar een hard bevochten carrière in één klap om zeep geholpen kan worden is het moeilijk om vertrouwen te hebben in je vakgenoten. Immers bij iedere nieuwe film zijn zij je concurrent. De kans dat veranderingen in de filmindustrie met een massale boycot worden afgedwongen zijn dan ook nihil. En ik erger me weliswaar groen en geel, maar ik kan het ze niet kwalijk nemen. Wat ze gedaan hebben vergt al genoeg lef. Voordat er echt iets gaat veranderen in de ongelijke verhoudingen moeten we eerst opnieuw leren solidair te zijn op basis
van vertrouwen. Niet alleen in de filmindustrie, maar ook in ons eigen professionele leven. Vrouwen hebben uiteindelijk stemrecht en kiesrecht verworven op basis van solidariteit. Daar was overigens veel moed voor nodig. Uiteindelijk komt het allemaal neer op geloof in eigen kracht en geloof in de solidariteit van anderen. Wanneer je niet verder durft te gaan dan getuigen van eigen slachtofferschap en de mededeling ‘we weten wie jullie zijn’, dan geloof je niet in je eigen kracht. Dan lukt het niet om de moed op te brengen de macht te pakken die wel degelijk voor je neus ligt. Omdat je bang bent dat er niemand naast je staat zodra het spannend wordt. Al met al is dit een moralistische column geworden. Maar soms moet het er effe uit. Wanneer het debat beperkt blijft tot wat politiek correct is, zal er niets veranderen. We moeten durven benoemen waar het om gaat. Zelfs wanneer dat betekent dat we saaie en ouderwetse begrippen als solidariteit uit de kast moeten halen. O
OPZIJ 2018 NR. 5
131