7 minute read
TENTOONSTELLING
from OPZIJ oktober november 2022
by MIMM
SUZE ROBERTSON (1855-1922) Beter BESTREDEN
dan genegeerd
Suze Robertson koos haar eigen weg. Als kunstenaar en later als vrouw van een kunstenaar. Haar werk is krachtig, expressief en gedurfd. Nu is er, een eeuw na haar dood, een grote overzichtstentoonstelling in Museum Panorama Mesdag. Daaruit blijkt: ze was een radicale vernieuwer.
DOOR FIEKE TISSINK
‘Als je durft…
…dan slaan we je ’t boek uit handen’, dit kreeg Suze Robertson te horen toen zij op straat in Scheveningen, een schets wilde maken. Het ongestoord werken, het openlijk buiten zitten tekenen, dat was in die tijd, in 1912, voor een vrouw vrijwel onmogelijk. Robertson vond haar inspiratie op straat. Ze begon ’s morgens met een wandeling om dan vervolgens aan de slag te gaan in het atelier. Lukte het tekenen of schilderen niet, dan ging ze naar buiten, op zoek naar onderwerpen De tentoonstelling ‘Suze Robertson. Toegewijd. Eigenzinnig. Modern.’ is te zien in Museum Panorama Mesdag om in beeld te brengen. in Den Haag tot en met 5 maart 2023. Toen Robertson twee jaar was overleed haar moeder. Als jongste van een gezin van negen werd ze met haar twee jaar oudere zus samen ondergebracht bij een kinderloze oom en tante in Rotterdam. In 1867 werden de meisjes naar een internaat in Wassenaar gestuurd. Hier was veel aandacht voor tekenen en muziek. Suze Robertson had talent voor tekenen en voor piano spelen. Dat laatste bleef een hobby; in tekenen besloot ze zich verder te bekwamen na haar eindexamen. Ze wilde tekenleraar worden in het middelbaar onderwijs. Dat ging in tegen de toen heersende normen. Een vrouw had de zorg voor de huishouding, de zorg voor de kinderen en moest haar man behagen. Alles wat daaraan zou bijdragen moest worden gestimuleerd. Dat een vrouw door ging studeren was bijzonder toen. Robertson was een ijverige leerling en won medailles met haar tekeningen. Vanaf 1877 geeft ze tekenles, eerst op een kostschool in Rijswijk, later op een HBS in Rotterdam. Ondertussen bleef ze zelf lessen volgen,
avondlessen aan de Rotterdamse academie. Vrouwen mochten echter niet schilderen naar naaktmodel. Toch besloot Robertson, samen met een vrouwelijke medestudent, het schilderen naar naaktmodel te volgen. De mannelijke klasgenoten stuurden daarop een open brief aan de krant: ‘Het tekenen naar het naakt model is voor het vormen van schilders en beeldhouwers onmisbaar, maar het is niet gepast dat jonge dames, gezeten tussen leerlingen en leden, in het openbaar aan zulke lessen deelnemen.’ Toch mochten de vrouwen de naaktklas blijven volgen en ook andere vrouwen werden vanaf nu, november 1878, toegelaten. Met dank aan Robertson.
Eigenzinnig en vastberaden
Na een tijd gewoond en gewerkt te hebben in Amsterdam trekt Robertson naar Den Haag om zelfstandig kunstenaar te worden. Niet langer leeft ze van het lesgeven: nu moet er brood op de plank komen door de verkoop van kunst. Dat valt nog niet mee. In maart 1885 krijgt ze een subsidie van 400 gulden, voor veelbelovende jonge kunstenaars om hun studie voort te kunnen zetten. Robertson trekt eropuit, om de hardwerkende boerenbevolking in beeld te brengen. Ter plekke maakt ze studies die ze later in het atelier uitwerkt tot schilderijen. Het was niet haar bedoeling om de werkelijkheid weer te geven. Robertson vond dat kunst de uitdrukking van het gevoel moest zijn. Robertson tekende en schilderde vooral vrouwen, aan het werk, spinnend, in de schuur, zittend aan tafel, vaak onder armoedige omstandigheden. Dat een vrouwelijke kunstenaar dergelijke taferelen verkoos boven brave stillevens, geeft aan dat Robertson vernieuwend was en haar eigen weg bewandelde. Ook in de volgende jaren kreeg Robertson subsidie, maar ze kreeg ook kritiek. De commissie die de subsidie verleende schreef: ‘U ernstig aan te raden den raad en de leiding van een goed meester bij tijds in te roepen. Zij vreest dat anders teleurstelling en rouw over
verspilden tijd onvermijdelijk zullen volgen.’ Robertson die zich altijd bleef ontwikkelen, sloot zich aan bij de Etsclub en ging in de leer bij Van der Velden. Daar leerde ze Richard Bisschop, schilder van kerkinterieurs, beter kennen. Ze verloofden zich in 1889. Een huwelijk zat er nog niet in, want Bisschop was onvoldoende succesvol als kunstenaar, er kwam te weinig geld in het laatje. In 1892 trouwde het stel dan toch, onder huwelijkse voorwaarden, zodat ze ieder financieel zelfstandig zouden blijven. Na haar huwelijk bleef Robertson dan ook gewoon schilderen, iets wat in die tijd voor vrouwelijke kunstenaars niet gangbaar was. Er moest simpelweg geld verdiend worden. Op een tentoonstelling in Pulchri in Den Haag verkocht Robertson eind 1893 twee werken aan de heer en mevrouw Mesdag-van Houten. Die steun kon Robertson goed gebruiken, zeker omdat ze inmiddels zwanger was. Op 10 februari 1894 werd Sara geboren. Zij zou het enige kind blijven van Bisschop en Robertson.
Pietje
Met de kleine Sara woonde het echtpaar drie jaar in het Brabantse Leur, waar Suze tekenles gaf in ruil voor gratis wonen in een vrijstaand huis met tuin in een landelijke omgeving. Hier maakte Robertson heel veel portretten van het kindermeisje Pietje. Zoals dat van Pietje met de handen in elkaar geslagen met een boek op schoot. De ogen zijn gesloten. Ze is in zichzelf gekeerd. Massief en groots. Opmerkelijk is het gebruik van bladgoud in de achtergrond, dat een mooi contrast vormt met de bruine toetsen. Leende Robertson dit van haar man, die immers kerkinterieurs schilderde?
Je zou denken dat ze haar dochter zou portretteren, maar later zei Robertson daarover: ‘Kennisen, familie voor mij poseren? O nee, alstublieft geen bekenden…’ Blijkbaar vond ze dat te ingewikkeld. Vandaar dat Pietje, immers geen familie maar wel veel in de buurt, heel vaak voorkomt als onderwerp van haar werk. In de omgeving van het huis in Leur waren veel bleekvelden te vinden, waar de witte was te bleken werd gelegd op de groene velden. Ook dat vond Robertson een geschikt onderwerp om in beeld te brengen. Niet zozeer het landschap zelf, als wel de compositie van kleurvlakken en lijnen. De witte lakens op het groene gras, de rode huizen en de blauwe lucht. Schaduwen en details worden hier weggelaten: het gaat Robertson echt om de kleurvlakken. De diepte verdwijnt uit de werken. Ze experimenteerde met het formaat van het werk, dat soms vierkant is, waardoor de kleurelementen nog meer aandacht krijgen.
Onverzettelijke wil
In 1998 keert het echtpaar terug naar Den Haag, vooral omdat daar de markt om werk te verkopen groter was. Dat lukte Robertson aardig, maar Bisschop kwam steeds verder in de financiële zorgen. Eind 1902 besloot het echtpaar de zorg voor hun dochter Sara, toen 8 jaar, uit te besteden aan een pleeggezin, zodat Robertson meer tijd had om zich op haar schilderkunst te storten. Robertson kon er nu weer op uit trekken om te gaan schilderen. Zo verbleef ze tussen 1903 en 1910 regelmatig enkele weken in Heeze om daar het boerenbestaan in beeld te brengen. Het ging Robertson nog steeds om het uitbeelden van de werkende vrouwen. Net als Vincent van Gogh bracht Robertson het harde en eenvoudige boerenleven in beeld. Ook Harderwijk en Katwijk werden het onderwerp van Robertsons schilderijen. Ook bij deze werken is de compositie opvallend, het gebouw lijkt te klein voor het canvas, en de kleurvlakken contrasteren. Robertson heeft duidelijk een eigen stijl gevonden.
Ondertussen neemt Robertson steeds vaker succesvol deel aan tentoonstellingen, in binnen- en buitenland. Haar succes groeide. Maar ze was nog altijd strijdbaar. Robertson zag zichzelf niet als feminist of als pleitbezorger van de vrouwelijke zaak, ze was het wel. Telkens zocht ze naar manieren om als vrouw toegang te krijgen tot gezelschappen of lessen die alleen voor mannen bestemd waren. Daarmee realiseerde ze ook openingen voor andere vrouwen. Regelmatig werd haar kunst omschreven als mannelijk, als bonkig, als te weinig lieflijk. Ze trok zich weinig aan van die kritiek en schilderde waarin ze goed was. Ze bokste op tegen de heersende opvatting en zei ‘Maar ik troost er mij mee, dat ’t beter is om te worden bestreden dan genegeerd.’
Dochter Sara woonde sinds 1914 weer thuis en startte in de voetsporen van haar ouders als zelfstandig kunstenaar. Robertsons werd in het laatste decennium van haar leven alom gewaardeerd. Op financieel gebied waren er geen zorgen meer, maar haar huwelijk met Bisschop was eigenlijk nooit een succes geweest. Daardoor, en door de Eerste Wereldoorlog, werd ze depressief en raakte haar creativiteit kwijt. Sara zorgde dat haar moeder toch nog meedeed aan tentoonstellingen, met ouder werk. Het succes was er niet minder om. Soms trokken moeder en dochter er samen op uit om buiten te tekenen. Zo reisden ze samen naar Mechelen in België, waar ze schetsen en foto’s maakten om later thuis in het atelier te verwerken tot schilderijen. Daar is het echter niet meer van gekomen: Suze Robertson overleed op 22 oktober 1922 in Den Haag. Bij de begrafenis werd over haar gesproken als ‘een bescheiden, vriendelijke vrouw die voor het schilderen was geboren en met een onverzettelijke wil tot buitengewone verdiensten was gekomen.’
De tentoonstelling ‘Suze Robertson. Toegewijd. Eigenzinnig. Modern.’ is te zien in Museum Panorama Mesdag in Den Haag tot en met 5 maart 2023. O