OPZIJ november 2018

Page 1

OPZIJ FEMINISTISCH MAGAZINE 4.0

NR .7 • nov 2 01 8 • 4 6 st e JAARG ANG • € 6,99

SPEC

HESTER VAN EEGHEN

DE VROUWENTAS CONNEXXION LANGS DE MEETLAT

IA

VROU L I N D E WE N 20ST E EEU DE TE W N 1001

VROUW ACHTER HET STUUR

TO & HÈTONSTE LLI BOE K NG

#selfie!

MYRTHE HILKENS over

ZELFVERLIEFD, ZELFSPOT & ZELFBEHOUD DE NIEUWE RIK LAUNSPACH OVER SEKSUELE INTIMIDATIE & MACHTSMISBRUIK IN DE FILMWERELD

en verder Shirin Musa • Cisca Dresselhuys •Emilie Sobels • Daria Bukvić • Safe Spaces • Roemeense Heksen • Tessa de Loo


Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries ™

™ De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork. BESTUUR:

Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)

Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)

Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl

Nanny de Vries & Jan Best — Het werkelijke Etrurië

(Citaat (Citaat uit Nanny uit Nanny de Vries, de Vries, Achter Achter de islamitische de islamitische façade façade — — Het Het werkelijke werkelijke Iran Iran en Turkije, en Turkije, p. 360) p. 360)

Nanny de Vries & Jan Best — Het werkelijke Etrurië

“In de “Inomgeving de omgeving van van Sardes, Sardes, het het eindpunt eindpunt van van Herodotus’ Herodotus’ ‘Koninklijke ‘Koninklijke Weg’Weg’ , zie, ik zie overal ik overal weerweer tumuli tumuli in het in het landland verschijnen. verschijnen. OokOok langslangs de weg de weg naarnaar de vindplaats de vindplaats van van Sardes Sardes liggen liggen er verschillende. er verschillende. Evenals Evenals in Gordion in Gordion en en langs langs de Lycische de Lycische kust,kust, raakraak ik, meer ik, meer dan dan 35 jaar 35 jaar na de na de voltooiing voltooiing van van mijnmijn scriptie, scriptie, nog nog opgewonden opgewonden van van de de verschillende verschillende typen typen grafkamers, grafkamers, grafheuvels grafheuvels en rotsgraven, en rotsgraven, die die doordoor de elite de elite vanhier vanhier in Etrurië in Etrurië zijn zijn geïmporteerd. geïmporteerd. Nu Nu ik zeik in ze werkelijkheid in werkelijkheid waarneem, waarneem, lijken lijken ze nog ze nog meermeer op op de de verschillende verschillende grafmonumenten grafmonumenten in Midden-Italië in Midden-Italië dan dan ik destijds ik destijds op basis op basis van van foto’s foto’s en beschrijvingen en beschrijvingen kon kon bevroeden.” bevroeden.”

Nanny Nanny de Vries de Vries & Jan & Jan BestBest

Het Hetwerkelijke werkelijkeEtrurië Etrurië Etruskologie Etruskologie zonder zonder fascisme fascisme


OPZI

COLOFON/UITGELICHT

F E M I N I S T I S C H M AG A Z I N E 4 . 0

NR .7 • n ov 201 8 • 4 6 ste j aargan g • € 6 ,9 9

KLANTENSERVICE Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 42,75 voor 6 nummers. COLOFON Redactieadres Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl Hoofdredacteur Marianne Verhoeven Chef Redactie Marleen Hogendoorn Art Director Emmely Pardon

Medewerkers Anouk Fotografeert, Irene Berbee, Mona van den Berg, Julie Blik, Jennie from the Blog, Asha ten Broeke, Anette Brolenius, Carin Gaemers, Felix Huygen, Kee&Kee, Nina Klaassen, Casper Koster, Annemarie Oster, Sander Pardon, Alies Pegtel, De Reismeiden, Sheila Sitalsing, Fieke Tissink, Paul Tolenaar, Michiel Voet, Etchica Voorn, Renate van der Zee Directeur/uitgever Hans van Brussel Distributie Aldipress Druk HaboDaCosta COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever. ABONNEMENTEN Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven, per post Perfect Groep B.V., Inzake OPZIJ, Karel Doormanweg 41, 3115 JD Schiedam. Of per email naar abonnementen@opzij.nl. PERSOONSGEGEVENS We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnementenadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement.

UITGELICHT FIEKE TISSINK Onze chef kunst Fieke Tissink was jarenlang met Judikje Kiers werkzaam in het Rijksmuseum in Amsterdam. Judikje is tegenwoordig directeur van het Amsterdam Museum, waar de prachtige tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw is geopend en waar we vanaf pagina 48 ruim aandacht aan besteden. En hoe mooi is het dat Dido, de dochter van Fieke, mee heeft geholpen aan de opbouw van deze tentoonstelling tijdens haar stage. Want, jawel, ook de dochter is kunstgeschiedenis gaan studeren.

MARLEEN HOGENDOORN Chef redactie Marleen Hogendoorn maakte samen met hoofdredacteur Marianne Verhoeven de overstap naar OPZIJ. Marleen is meestal de rust zelve en op de redactie smeert ze haar humuscrackertjes met avocado. Haar veganisme is besmettelijk - voor sommigen dan. Ook Marleen heeft een dochter, die is weliswaar pas twee jaar, maar die treedt later ook vast in de voetsporen van haar moeder. Maar dan als feministe 5.0. OPZIJ 2018 NR. 7

3



FOTO JULIE BLIK

EDITORIAL MARIANNE VERHOEVEN

HEETHOOFD

E

en aantal weken geleden vroeg de NOS mij om een kopie van een interview in OPZIJ uit 2006. Nu is door een aantal verhuizingen en een wisseling van eigenaar ons archief nogal gehavend, maar uiteindelijk vond ik het. Het ging hier om een buitengewoon scherp interview door La Dresselhuys zelf die Alexander Pechtold langs de Feministische Meetlat legt. Wat een geweldig interview! Pechtold rept van een vuile en vunzige manier van werken in de Tweede Kamer. Machinaties, machtsspelletjes, persoonlijke en partijbelangen die meespelen bij benoemingen of het nemen van besluiten. Maar vooral: “Ik vind het een probleem dat het moet lijken alsof zestien ministers zestien keer hetzelfde denken en doen. Vier jaar lang.” Inderdaad Alexander, het is kennelijk moeilijk om een rechte rug te houden en alles waar je ooit in geloofde te blijven verdedigen. Dus je stapt op. Tijd voor nieuwe energie – maar toch: waar blijven de vrouwen bij D66? Bij te veel politieke partijen blijven het leiderschap en de bepalende rollen in handen van mannen. Terwijl we zo veel goede vrouwen hebben. Komt dat dan toch door wat Bart Schmeink, CEO van

Transdev/Connexxion in het Meetlatinterview op pagina 18 zegt: “Mannen die toch veel nadrukkelijker in de rangorde zorgen op te vallen. Die veel meer met de borst vooruitlopen en zeggen oh dat kan ik, dat doe ik.” Kom op! Ga naar het Amsterdam Museum, lees het boek van Els Kloek 1001 vrouwen in de 20ste eeuw, laat je inspireren en zorg dat je in de editie van de 21ste eeuw komt. Het kan geen toeval zijn dat ik bladerend door dezelfde ingebonden jaargang een voorwoord van Cisca Dresselhuys tegenkwam dat ook toen ging over ‘uitgeprocedeerde asielzoekers’. Even een geschiedenislesje: de toenmalige minister van Vreemdelingenzaken Rita Verdonk werd belast met de uitvoering van een wet die door haar voorganger op dat dossier – staatssecretaris Job Cohen – werd ingesteld, met de hartelijke ondersteuning van de hele fractie van de PvdA. Bij de uitvoering van zijn wet, die Verdonk op heel wat kritiek kwam te staan, merkte Job Cohen op: “Dat lijkt op een heethoofd met een koud hart.” OMG. Misschien

ook nog goed om te vermelden dat Job Cohen een tiental keren gebruik maakte van zijn discretionaire bevoegdheid, Rita Verdonk deed dat meer dan 760 keer. Dus beste bewindslieden: niet alles vergeten waar je ooit oprecht in geloofde. Laat die vierhonderd asielkinderen met hun ouders/

Beste bewindslieden: niet alles vergeten waar je ooit oprecht in geloofde verzorgers blijven waar ze zijn, en als het dan niet is vanuit het oogpunt van menselijkheid, laat je dan vermurwen door de ratio. Een nieuw kinderpardon voor – zoals Peter R. de Vries het bij Pauw zo treffend zei: ‘maar vierhonderd kinderen. Dat is heel erg weinig. Nog niet eens een per gemeente’. Inderdaad, zo is het maar net. Of doe het anders voor je AOW of pensioen, dat door de volgende generaties moet worden opgebracht. Elke reden is goed. Als dat gesol met die kinderen, die hier geworteld zijn, maar ophoudt. O OPZIJ 2018 NR. 7

5


INHOUD

36

42

24 14

Maatschappij & Wetenschap 08

SAY WHAT?

09

KOPSTOOT

10

ONZE WERELD Opmerkelijk nieuws

42

REPORTAGE BUITENLAND Roemeense heksen

48 51 54 72

1001 VROUWEN IN DE 20STE EEUW Judikje Kiers - de museumdirecteur Els Kloek - de auteur Dubbelportretten Irma Boom - de vormgever

18 10

Mensen 14

OPEN DOEK SHIRIN MUSA

18

LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT Connexxion

24

30

36

94

6

ZUSTERSCHAP PENINAH NTHENYA MUSYIMI Save Spaces VAKVROUW EMILIE SOBELS COVERFEATURE MYRTHE HIILKENS over zelfverliefd, zelfspot en zelfbehoud MAN OVER VROUWÂ RIK LAUNSPACH

9

Eind score 7

6

5

4

3

2

1


INHOUD

74

84

90

54

Kunst & Cultuur 74

INTERVIEW DARIA BUKVIC

78

BOEKEN

82

FILM & TV

85

TENTOONSTELLING

86

VAN OPZIJ HESTER VAN EEGHEN

90

OP REIS Barolo

30

Columns 05

EDITORIAL

13

SHEILA SITALSING

29

ANNEMARIE OSTER

34

ASHA TEN BROEKE

41

ETCHICA VOORN

99

CARIN GAEMERS

94

Service 03 12

COLOFON ABONNEE WORDEN OPZIJ 2018 NR. 7

7


SAY WHAT

#PAARSE tuinbroek Op social media wordt veel gereageerd. Vaak waardevol en leerzaam. Soms zo zuur, dat we er de slappe lach van krijgen. Daarom de rubriek: #paarsetuinbroek. Hierbij de opvallendste oprisping van de afgelopen maand.

SAY

WHAT?

To quotum

OR NOT TO QUOTUM Vorig jaar zijn er nul komma nul topvrouwen bijgekomen bij beursgenoteerde bedrijven. Het aantal vrouwelijke bestuurders en vrouwelijke commissarissen bleef gelijk. Dat blijkt uit cijfers van de Female Board Index, opgesteld door Mijntje Lückerath. Het streefcijfer van dertig procent blijft zo ver weg terwijl 2020 snel nadert. Van de negentig beursgenoteerde bedrijven hebben er vijf minimaal dertig procent vrouwen als bestuurders of commissarissen, dat zijn: Ordina, Heineken, DSM, Intertrust en Wolters Kluwer. Maar er zijn veel beursgenoteerde bedrijven die zich niks aantrekken van het streefcijfer. Stichting Topvrouwen bood een manifest aan minister Hoekstra van Financiën aan dat Nederlandse bedrijven opriep om eindelijk gelijke verhoudingen te bewerkstelligen tussen mannen en vrouwen in topfuncties. Want waar geen wil is, dreigt een wet.

8

FIRST Baby

Model MOEDER

Jacinda Ardern, premier van NieuwZeeland en pas moeder, nam haar drie maanden oude baby gewoon mee naar haar toespraak bij Algemene Vergadering van de VN. En natuurlijk werd de baby ook verschoond. De man van Ardern zat samen met zijn dochtertje naar de toespraak van zijn vrouw te kijken. De politicus is pas de tweede wereldleider die beviel tijdens haar premierschap en met zwangerschapsverlof ging. Eerder maakte de Pakistaanse oud-premier Benazir Bhutto dat mee.

Tijdens een modeshow van Sports Illustrated droeg model Mara Martin naast een gouden bikini ook haar eigen kind op de catwalk. En omdat haar dochtertje Aria van vijf maanden oud honger had, gaf ze haar meteen de borst. Multitasken noemen we dat. Ze wilde laten zien dat borstvoeding geven in het openbaar heel normaal is, en dat je als jonge moeder ook in een bikini kunt lopen. “You can go out. You can pursue your dream. You can totally work, you can have a kid. You can be in a bathing suit. You can be confident in your body no matter what it looks like.”


KOPSTOOT

Alle doelstellingen gerealiseerd. Hoe fijn is het om op je hoogtepunt af te zwaaien. OPZIJ 2018 NR. 7

9


ONZE WERELD

BelgiĂŤ Ook de Belgische kunstenaar Jan Fabre is beschuldigd van #MeToo.. Twintig oud-performers van zijn theatergezelschap beschuldigden hem in een open brief van onder andere vernederende bijnamen en seksistische kritiek.

Spanje In Madrid werd herdacht dat er bij de Guardia Civil, de politie dus, sinds dertig jaar vrouwen bij het korps worden toegelaten. Tegelijkertijd werd er gevierd dat er een kwarteeuw geleden voor het eerst een vrouw werd toegelaten op de officiersopleiding bij de militaire academie. Koningin Letizia bezocht de bijeenkomst en sprak met politieagentes.

Amerika Bill Cosby gaat minimaal drie jaar de cel in voor het drogeren en misbruiken van een vrouw in zijn huis in 2004. Hij kreeg hiervoor een celstraf van drie tot tien jaar van de rechter opgelegd. De acteur is de eerste beroemdheid die wordt gestraft voor zijn daden sinds #MeToo startte. En natuurlijk moeten we Brett Kavanaugh, destijds kandidaat-rechter voor het Amerikaanse Hooggerechtshof, noemen. Twee vrouwen beschuldigden hem van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Kavanaugh zelf ontkende alles en werd afgelopen maand benoemd tot rechter. 10

Leslie Moonves, de topman van het Amerikaanse televisienetwerk CBS, is opgestapt na verschillende aanklachten over seksueel wangedrag in The New Yorker. Hij zou vrouwen die niet reageerden op zijn avances hebben dwarsgezeten in hun verdere carrière. Moonves zelf ontkende alle aantijgingen. Hij kreeg een premie van ruim honderd miljoen euro mee.


ONZE WERELD Opmerkelijk nieuws afgelopen maand.

In de zomer deed zangeres Rihanna een beroep op minister Sigrid Kaag en premier Mark Rutte. Via Twitter vroeg ze hen om honderd miljoen dollar voor beter onderwijs in de wereld. En dat lijkt te zijn gelukt. Bij de Verenigde Naties in New York kondigde Kaag investeringen voor beter onderwijs in ontwik-kelingslanden aan. Elk jaar tot 2023 wordt er twintig miljoen euro beschikbaar gesteld voor het Global Partnership for Education en gaat er vijftien miljoen euro naar Education Cannot Wait.

Nederland Gemeente Rotterdam heeft de campagne Snapje wat je stuurt? gelanceerd die jongeren bewust moet maken van de gevaren van sexting via Snapchat. Met sexting wordt het sturen van erotische foto’s en filmpjes bedoeld. Uit cijfers blijft dat zo’n veertig procent van de tieners uit die stad ervaring met sexting heeft, daarvan heeft een op de drie een negatieve ervaring gehad.

India Overspel is in India niet langer verboden bij wet. Dat heeft het hooggerechtshof afgelopen maand bepaald. Je kon voor overspel tot vijf jaar gevangenisstraf krijgen; desondanks zijn er geen gevallen bekend waar hier iemand voor werd gestraft. Eerder werd ook het verbod op seks tussen mannen geschrapt uit de wetboeken.

Irak Jezidi-activist Nadia Murad heeft dit jaar de Nobelprijs voor de Vrede gewonnen samen met de Congolese arts Denis Mukwege. Ze zetten zich in tegen seksueel geweld in oorlogsgebieden. Het Nobelcomité prijst Murad (25) voor het openlijk spreken over wat ze meemaakte tijdens haar ISgevangenschap. IS hield haar vast als seksslaaf. Murad zette zich na haar ontsnapping in als boegbeeld van de jezidi-vrouwen en andere religieuze minderheden. In OPZIJ hebben we haar eerder geportretteerd; op onze website kun je het verhaal lezen.

Egypte Amal Fathy, een Egyptische mensenrechtenactiviste, is veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en een boete van zo’n vijfhonderd euro. Ze plaatste op social media een filmpje waarin ze kritiek uitte op de regering. Ze zei onder andere dat de regering faalt in het verbeteren van de levensomstandigheden en in het beschermen van vrouwen tegen seksuele intimidatie. Fathy klaagde in de video over seksuele intimidatie in taxi’s en de algemene leefomstandigheden in Egypte. Volgens de regering fake news waarmee ze de nationale veiligheid in gevaar brengt en daarom werd ze aangeklaagd. Mensenrechtenorganisatie Amnesty heeft boos op de veroordeling gereageerd en roept Egypte op om de vrouw vrij te laten. OPZIJ 2018 NR. 7

11


ABONNEE WORDEN

NEEM NU EEN ABONNEMENT VOOR

12x OPZIJ

en ontvang een sjaal van Sjaalmania ter waarde van €89,95 CADEAU!

Materiaal: 8% cashmere, 47% merino wol, 30% viscose, 15% polyamide

12x OPZIJ + SJAAL VOOR

€ 83,50

Keuze uit deze drie kleuren. Wil je meer kleur? Kijk en koop er dan zelf een bij sjaalmania.nl

GA NAAR OPZIJ.NL Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. De eenmalige bezorgkosten bedragen €4,95. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (12 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon. 12


COLUMN SHEILA SITALSING Econoom Sheila Sitalsing (1968) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.

LEIDERSCHAP PER HASHTAG

E

n nu moeten we ons weer spiegelen aan olifanten, orka’s en hyena’s. Want dat zijn zoogdieren die zich door vrouwen laten leiden. Net als leeuwen, bonobo’s en ringstaartmaki’s. Want die behoren tot het zeer selecte groepje zoogdieren waar de vrouwen het voortouw nemen bij het oplossen van problemen en de mannen volgen, zo schrijft biologe Jennifer Smith (Mills College, Oakland, VS) in een nieuwe studie naar het antwoord op de vraag die de helft van de mensheid al een eeuwigheid bezighoudt: waarom laten we ons altijd maar op sleeptouw nemen door mannen, ook wanneer die mannen evident dommer, agressiever, impulsiever, botter, bekrompener, ongeschoolder, luier, onstrategischer, onaardiger, onwetender en ook voor het overige ongeschikter zijn dan de alternatieven die voorhanden zijn. Leiderschap dient niet verward te worden met dominantie. Dominantie, dat kennen we van de grote bek die met de tactieken van het schoolplein – fysieke en verbale overmacht, intimidatie, verdeel en heers – naar de top van de apenrots is geklauterd. Leiderschap, dat kennen we van de vrouw/man naar wie iedereen

vanzelfsprekend kijkt voor instructies en wijze aanwijzingen – die vrijwillig en zonder tegenstribbelen worden uitgevoerd – wanneer er een probleem moet worden opgelost of wanneer er een route moet worden uitgestippeld. Het is dat laatste type leiderschap waar sommige niet-menselijke vrouwelijke zoogdieren in excelleren. Orka-grootmoeders die in gezamenlijkheid de groep leiden naar de plek waar de beste zalm zwemt. Olifantenvrouwen die de kudde over de droge vlakte voorgaan naar het water. Vrouwelijke hyena’s, met name

iedereen mag meedoen, zonder brute kracht of zonder invechten. Bonobomannetjes zijn sterker dan vrouwtjes, maar wanneer twee vrouwtjes het tegen een mannetje opnemen winnen ze. Áltijd. Zoiets plakken op mensen is een hachelijke onderneming, en leidt al gauw tot baarlijke nonsens, maar de verleiding is groot om naar parallellen te zoeken. Want heeft vrouwensolidariteit onder een hashtag (#zeghet #metoo #whyIdidntreport) waar iedereen aan mee kon en mocht doen niet geleid tot verschuivingen in het doen en denken?

De sleutel tot het vrouwelijk leiderschapssucces bij zoogdieren, aldus de onderzoekers: samenwerking de hongerige, zogende dames, die bepalen waar de groep heen gaat. De sleutel tot het vrouwelijk leiderschapssucces bij zoogdieren, aldus de onderzoekers: samenwerking. Vrouwelijk leiderschap is effectief wanneer de vrouwen zich groeperen, samen de schouders eronder zetten, een beweging vormen waaraan

Totdat al die duwtjes een massa in beweging hadden gezet die niet meer te stuiten is. Totdat we echt konden geloven dat de samenleving zich een nieuwe richting op laat duwen. Dat er macht en invloed uitgaat van zo’n wereldwijde beweging. Dat er echt waarheid schuilt in nog zo’n hashtag: #theirtimeisup. Hun tijd is voorbij. O OPZIJ 2018 NR. 7

13


OPEN DOEK

14


DOOR MARLEEN HOGENDOORN BEELD FEMMESFROMFREEDOM.COM

Shirin Musa (1977) richtte in 2011 Femmes for Freedom op, een organisatie waarmee ze strijdt tegen huwelijkse gevangenschap - een woord dat ze zelf bedacht en introduceerde. De laatste campagne van Femmes for Freedom was Ontsnap aan je Vakantie om aandacht te vragen voor gedwongen achterlating, huwelijksdwang en vrouwelijke genitale verminking. Iedere zomer worden ook Nederlandse meisjes slachtoffer van deze praktijken.

H

oe groot is het probleem van huwelijkse gevangenschap? “Er zijn geen cijfers, ze worden niet geregistreerd en ze veroorzaken geen overlast. Geen overlast is geen actie. Het zou een ander verhaal zijn als deze vrouwen massaal de straat opgingen en de bushokjes kapotslaan, of geradicaliseerd zouden eindigen. Iedereen hoort er weleens een verhaal over uit z’n eigen omgeving of van vroeger. Voordat ik dit woord introduceerde noemde juristen het ‘hinkende echtscheidingen’. De Joodse gemeenschap noemt het ‘agunah’ ofwel de ‘geketende vrouw’. Het komt namelijk in alle religieuze tradities voor: in het katholicisme, de islam, het hindoeïsme en ook het jodendom dus. We proberen via het seculiere recht huwelijkse gevangenschap tegen te gaan. De man – een enkele keer is het een vrouw – weigert bijvoorbeeld te scheiden. Je moet weten dat huwelijkse gevangenschap voorkomen kan worden binnen de Joodse en moslimgemeenschap door dit vast te leggen in de huwelijkse voorwaarden. Vrouwen uit de islamitische gemeenschap maken zelden gebruik van deze rechten, ze zijn vaak bezig met de jurk, het regelen van de bruiloft en laten de onderhandelingen voor het huwelijkscontract meestal over aan de mannen in de familie. Ze kunnen geen goede afspraken maken over rechten en plichten tijdens en na het huwelijk. De romantiek van het huwelijk – we leefden lang en gelukkig en tot de dood ons scheidt – is ook een van de vele redenen om geen afspraken te maken in de huwelijkse voorwaarden over hoe gescheiden wordt. Ook in migrantengemeenschappen lopen veel huwelijken op de klippen. Als je de zaken niet goed geregeld hebt, kom je in een vreselijke vechtscheiding terecht.” Je roept dus vrouwen op om alles te laten vastleggen voor je gaat trouwen? “Jazeker. Je kunt zoveel vastleggen: over kinderen, de inboedel, alimentatie en als je gaat scheiden dat je partner meewerkt aan een religieuze scheiding. We hebben met Femmes for Freedom gepleit voor wetswijzigingen, maar het is belangrijker om na te gaan

hoe je het kunt voorkomen. Laat het vastleggen om leed te voorkomen.” Wat doet Femmes for Freedom nog meer? “We hebben een juridische helpdesk waar vrouwen terecht kunnen met vragen. De ene keer krijgen we een telefoontje met een vraag hoe je iets het beste kunt regelen. Maar een andere keer krijgen we een heel dossier van vrouwen die in het buitenland worden vervolgd wegens overspel, omdat ze volgens het Nederlands recht wèl gescheiden zijn, maar niet volgens het recht van een ander land. Of dat een vrouw niet naar Nederland kan komen omdat ze geen toestemming krijgt van haar man. Vanuit het buitenland weten ze ons te vinden. Door onze case studies zien we de mazen in de wetgeving, hulpverlening en beleid waar vrouwen in de praktijk tegenaan lopen. Dat vertalen we dan naar politieke en maatschappelijk lobby. Daarin doen we concrete suggesties wat er verbeterd moet worden om de positie van vrouwen draaglijker te maken. Het gaat uiteindelijk om het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen zoals huwelijkse vrijheid of onvrijheid, en daar vallen onderwerpen als huwelijksdwang of achterlating onder. Maar ook genitale verminking. We denken allemaal: dat gebeurt in Afrika. Maar er zijn ook meisjes uit Nederland die dat wordt aangedaan. Het is strafbaar, maar het gebeurt wel. We geven hier veel voorlichting over en zorgen dat er aandacht voor is. Vier jaar geleden werd al beloofd dat een hersteloperatie zou worden opgenomen in de zorgverzekering, maar dat is nog steeds niet het geval. Nu zijn we een lobby richting Kamerleden gestart om dit zo snel mogelijk geregeld te krijgen. En ik twitter erover om het levend te houden. ” Je hebt zelf ook gevangen in een huwelijk gezeten. “Ja dat klopt. Ik heb via de rechter afgedwongen dat mijn huwelijk werd ontbonden. Er werd OPZIJ 2018 NR. 7

15


OPEN DOEK

erkend dat het om een onrechtmatige daad ging en schending van fundamentele mensenrechten was. Mijn ex-man werd gesommeerd om mee te werken aan de ontbinding van ons religieuze huwelijk. Maar ik ben er klaar mee dat er wordt gefocust op mijn slachtofferschap, ik ben er niet in blijven hangen.” Maar jouw ervaring heeft wel ervoor gezorgd dat je Femmes for Freedom oprichtte. “Het was een haakje voor vrouwen om er rechten aan te ontlenen en een erkenning voor de schending van mensenrechten. Dat heeft mij gesterkt om te pleiten voor nog meer verandering: verandering in wetgeving, hulpverlening en beleid op lokaal, nationaal en internationaal niveau. Ik was echt niet van plan om weer een nieuwe stichting op te richten. Maar niemand in Nederland wilde destijds iets met dat onderwerp doen: kenniscentra niet, vrouwenorganisaties niet en universiteiten niet. Wij hebben het op de agenda gekregen en dan komen er wat middelen vrij. Maar let wel: wij agenderen alles en zijn de leidende organisatie, maar zitten niet aan tafel voor het uitvoeren van het beleid. Dat vind ik zeer kwalijk en daar ga ik mijn mond niet meer over houden. Puntje bij paaltje zit de overheid aan tafel met imams, met organisaties van allochtonen die door mannen geleid worden, kenniscentra die geen tientallen casestudies per jaar doen en niet lobbyen voor duurzame en fundamentele verandering hebben gedaan of met universiteiten die in totaal vijftien gevallen heeft onderzocht.”

en heeft de Nederlandse regering hierop aangesproken. Kamerleden van diverse partijen hebben waardering voor het werk van Femmes for Freedom. Derhalve voelen wij ons zeer gesteund met hun verzoek aan de regering om Femmes for Freedom te betrekken in de beleidsvorming en ons te ondersteunen. Het is onze doelstelling om deze onderwerpen ingebed te krijgen in alle lagen van de samenleving. We willen alle vrouwen helpen en daarom moeten we samenwerken. Dat kunnen we echt niet alleen vanuit dit kantoortje in Den Haag, maar sluit ons niet uit en werk ons niet tegen.” Zusterschap is een pijler van je organisatie. Tegelijkertijd vallen vrouwen je openlijk af. “Het gaat zelfs zo ver dat een wetenschapper een brief gepubliceerd krijgt in het Parool waarin ze schrijft dat Femmes for Freedom geen subsidie meer mag ontvangen voor een bepaald project. We hadden voor Celebrate Love subsidie aangevraagd, en daar klaagde deze emeritus hoogleraar over. Dan denk ik: wat is jouw impact geweest in deze samenleving? Probeer je een universiteit te weerhouden van samenwerking met Femmes for Freedom? Toen we opkwamen voor een betere vrouwenopvang spande een instelling in die sector een kort geding aan tegen ons om ons de mond te snoeren. Dat is fascinerend. Wij wonnen overigens. Ik denk dat het te maken heeft met een generatie vrouwen die niet gewend is dat vrouwen met een migratie-achtergrond ook gewoon betaald willen worden voor hun werk, mee willen praten, goede ideeën hebben en resultaat boeken. Het gaat om geld, om kennis, aan tafel zitten, om zichtbaarheid en om meedoen. Ik had niet verwacht dat de vrouwenbeweging vaak zo’n lelijke bitch fight kan zijn waar mensen je intimideren. Ik ben zeven jaar lang heel lief geweest, maar nu ben ik er klaar mee. Don’t mess with me.”

‘Ik had niet verwacht dat de vrouwenbeweging zo’n lelijke bitch fight kan zijn’

Lijkt me frustrerend.. “Dat is niet nieuw. De feministen uit de tijd van Aletta Jacobs hadden dit ook: ze hadden goede ideeën, maar werden niet gehoord. Witte feministen hebben te maken met het glazen plafond van het old boys network en vooroordelen. Wij hebben te maken met de patriarchale muren binnen de gemeenschap en het glazen plafond dat de overheid, kenniscentra, universiteiten en organisaties in stand houden. Zij willen liever samenwerken met imams en organisaties van allochtonen die door mannen worden geleid. Femmes for Freedom heeft huwelijkse gevangenschap en andere gerelateerde onderwerpen op de agenda gezet en inhoudelijk onderbouwd, maar wij – een door vrouwen uit de doelgroep opgerichte organisatie – worden niet betrokken bij de beleidsvorming, terwijl het beleid vervolgens door mensen gemaakt wordt die niet uit de doelgroep afkomstig zijn en de dynamiek ook niet als zodanig kennen. Dat gaat ten koste van de kwaliteit van de voorstellen. Het Vrouwenrechtencomité van de VN vroeg al eerder aandacht voor dit verschijnsel 16

Maar gelukkig krijg je ook veel steun, zowel uit linkse en rechtse hoek. “De support is hartverwarmend, dat geeft me ook weer energie om door te gaan. GeenStijl deelde mijn oproep voor een copywriter en vormgever voor onze laatste campagne Ontsnap aan je Vakantie. Binnen no time hadden we een volle mailbox met mensen die ons wilden helpen. Ten tijde van dat kort geding hebben we een oproep gedaan om aan ons te doneren. Er waren ook wel negatieve reacties op de hulp van GeenStijl, maar wat is daar nou mis mee als zij een oproep plaatsen om ons te helpen? Alle hulp en steun is van harte welkom. Er werd ook op gereageerd toen ik bij Forum voor Democratie een lezing ging geven. Dat vond ik


OPEN DOEK

kwaadaardig. Ik kom echt bij alle politieke partijen, volgende week bij de JOVD. Ik ben meerdere keren bij Groenlinks en de PvdA geweest. We praten met iedereen. Onze campagne Celebrate Love mocht niet in Amsterdam doorgaan, wethouder Kukenheim wilde het niet omdat ze het stigmatiserend en gevoelig vond. Wethouder Botter van Haarlem vertelde in een raadsvergadering dat moskeeën er niet voor openstaan. Ze hadden moeite met de liefde bespreekbaar maken in patriarchale gemeenschappen. Gelden die fundamentele mensenrechten dan alleen voor witte mensen en niet voor mensen uit patriarchale gemeenschappen? Mogen wij niet meedoen? Dat stemt flabbergasted. Toen kregen we steun van het bedrijfsleven en de civil society en kon de campagne toch doorgaan. Ik moest huilen van blijdschap, het lukte ons toch wel! Maar ik had het niet verwacht.” Met welke campagne zijn jullie nu bezig? “We zijn nu bezig met de ontwikkeling van een campagne over digitale veiligheid. We gaan nu exposen onder de aandacht brengen. Dat is als meisjes worden exposed in appgroepen zoals Telegram. Er worden foto’s gemaakt en

feminist was. “Ik ben dat van kleins af aan al geweest. Ik kom uit een gezin van vijf dochters en twee zonen. Mijn broers kregen een lichte voorkeursbehandeling en dat vond ik moeilijk te accepteren. Ik zag en zie ook dat jongens gewilder zijn dan meisjes. Mijn beide ouders houden onvoorwaardelijk veel en gelijk van ons. Mijn broer, die twee jaar jonger is, ging bijvoorbeeld eerder naar de Koranschool en ik zei: ‘wacht maar, er mogen geen verschillen zijn tussen meisjes en jongens, ik ga ook.’ Ik wilde in alle opzichten gelijk behandeld worden. Mijn broer zei: ‘Jij Dolle Mina!’. Mijn vader heeft me altijd aangemoedigd mijn dromen na te jagen, maar gaf alleen zijn zonen religieuze namen. Ik vroeg hem waarom ik die niet had gekregen. Hij zei: ‘Dat is een bewuste keuze, zij zijn mannen en hebben meer verantwoordelijkheden.’ Dat vond ik zo onrechtvaardig. Dat is een kronkel die ik altijd heb gehad. Ik ben een meisje, maar ik kan wèl Margaret Thatcher, Benazir Bhutto of Indira Ghandi worden, ik kan naar de maan vliegen. Maar de verschillen in opvoeding en verwachtingen voelde ik en dat vormt je. In de jaren tachtig zag je veel vrouwelijke leiders die lieten zien dat alles wat mannen kunnen, ook door

‘Wij agenderen alles en zijn de leidende organisaties, maar zitten niet aan tafel voor het uitvoeren van het beleid. Dat vind ik zeer kwalijk en daar ga ik mijn mond niet meer over houden’ doorgestuurd zonder toestemming. Naaktfoto’s, foto’s van onder een rokje, foto’s van strakke kleding. Confronterende foto’s dus. En hun naam en contactgegevens worden er ook bijgezet. We richten ons op die Telegram-groepen, maar houden ons ook bezig met wraakporno. Het is digitale veiligheid.” Ik las dat je een keer zei dat je als kind al

vrouwen gedaan kan worden. Mijn moeder is altijd mijn rolmodel geweest. Ze komt uit een traditionele familie en heeft zich aangepast aan de tijd en hoe haar kinderen zich hebben ontwikkeld. Ik snap nog steeds niet hoe ze zeven kinderen op de wereld heeft gezet en opgevoed. Ze is er trots op dat haar dochters fulltime werken en is daar nu ook een voorvechtster van. En ze motiveert haar vriendinnen om op te komen voor hun rechten.” O OPZIJ 2018 NR. 7

17


LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT

vrouwen ACHTER HET Openbaarvervoerbedrijf Hermes kwam onlangs in het nieuws vanwege het actief werven van vrouwelijke buschauffeurs. Of beter nog: het werven van vrouwen om ze op te leiden tot buschauffeur. Bij zusterbedrijf Connexxion kregen een tiental vluchtelingen met verblijfsvergunning de mogelijkheid een opleiding te volgen. Tijd voor een gesprek met Bart Schmeink (1968), CEO van Transdev Nederland, waar niet alleen deze vervoerbedrijven, maar ook ambulancediensten en taxibedrijven onder vallen.

M

ooie initiatieven, maar om maar met de deur in huis te vallen: twee mannen in de raad van bestuur, maar een vrouw in de raad van commissarissen en nog een aan het roer bij een directieteam? Doekje voor het bloeden? “Tja, gisteren hadden we een bijeenkomst van de Mobiliteitsalliantie, daarin zitten zo’n vijfentwintig bedrijven en organisaties die in Nederland iets met transport te maken hebben. Dus Arriva, Bovag, NS, ProRail en ook wij. Die alliantie is ontstaan omdat Nederland stil dreigt komen te staan. Gisteravond zat ik toevallig naast Elisabeth Post, gedeputeerde van de provincie Noord-Holland, en wij constateerden om ons heen kijkend dat dit nog steeds een mannenwereld is. Natuurlijk zijn er ook vrouwen, zoals Alexandra van Huffelen van het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Amsterdam, en gedeputeerde van de provincie Gelderland Connie Bieze. Maar het valt best wel tegen. Als je gaat kijken naar de top van die mobiliteitsbedrijven dan is het bijna man only. Ik denk dat dat voor een deel

18

komt door de sector, die voor veel vrouwen niet aantrekkelijk was en daardoor van nature altijd een mannenbolwerk is geweest.” Geweest? “Ja, geweest. Omdat ik denk dat het wel aan het veranderen is. Veel vervoerbedrijven zijn er bewust mee bezig zijn om te veranderen. Niet omdat het een publieke discussie is, maar omdat er een intrinsieke motivatie bij alle mensen in de top zit om dat te veranderen en te verbeteren. En even ter aanvulling: ik heb in mijn team een vrouwelijke head of legal, en ook bij HR en Risk.” En de compliance officer? Die kwam ik toevallig tegen op het station hier. “Ja, dat is ook een dame. Hier op het hoofdkantoor is het eigenlijk wel redelijk gemêleerd. Niet alleen gemêleerd in termen van man/vrouw, maar ook in termen van leeftijd. We hebben hier een behoorlijke verjongingsslag doorgemaakt.” Hoe is dat in Frankrijk, bij het moederbedrijf?


DOOR MARIANNE VERHOEVEN

“In Nederland hebben wij inmiddels iets meer dan twintig procent vrouwelijke chauffeurs. In Frankrijk is dat veel lager. Het is echt een mannenwereld, ook in internationaal opzicht. Er is nu een vacature bij de raad van commissarissen en we zoeken toch wel heel bewust naar een geschikte en hopelijk vrouwelijke kandidaat. We zijn daar dus wel mee bezig, maar het ontwikkelt zich in mijn beleving langzaam. Daarom zetten wij nu in op een betere man/vrouwverhouding over de hele linie. We hebben namelijk een tekort aan chauffeurs in Nederland. Dat tekort wordt mede veroorzaakt door de rigide manier van het plannen van werk. We werken hier met behoorlijk strakke roosters. En werken naar wens, flexibel je werk kunnen afstemmen met andere taken of andere banen die je hebt, is eigenlijk bijna niet mogelijk geweest. Dus op het moment dat wij bijvoorbeeld zo’n Ladies Day organiseren, waarop we echt waanzinnig goede respons krijgen, dan is het wel mooi om die dames op te leiden tot chauffeur, maar uiteindelijk moeten ze wel goed ingepast kunnen worden in die roosters. Zeker als ze parttime willen werken in overeenstemming met hun eigen persoonlijke leefomstandigheden en behoeften.”

LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT

Je bedoelt dat fulltime werkende mannen voorrang krijgen bij de roostermakers. “Nee nee, die krijgen geen voorrang. Maar we realiseren ons dat we vaart moeten maken met het organiseren van werken naar wens. Overigens zie ik in de niet-roostergebonden functies werkelijk geen onderscheid tussen mannen en vrouwen als het gaat om de organisatie van het werk, of de facilitering van ouderschapsverlof, zorgverlof of partnerverlof.” Daar wordt ook door mannen hier gebruik van gemaakt? “Ja, volgens mij wel door de bank genomen wel. We hebben hier namelijk ook best wel veel jonge mensen. Het heeft ook met de leeftijdsopbouw te maken. De gemiddelde leeftijd hier op het hoofdkantoor is de afgelopen jaren aanzienlijk omlaag gegaan door natuurlijk verloop, bewuste herinrichting en reorganisaties. Maar binnen nu en vijf jaar gaat vijfentwintig procent van onze chauffeurs met pensioen. En in de komende tien jaar meer dan de helft van onze chauffeurs. Dáár liggen de kansen. En het zijn goede OPZIJ 2018 NR. 7

19


LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT

banen met goede voorzieningen. Een buschauffeur verdient hier zo’n 2400 netto per maand. Dat is meer dan een hoofdagent met twintig jaar dienstervaring, en meer dan menig verpleegkundige of onderwijzer voor de klas. Dat is een bovenmodaal salaris.” Heb je het gevoel dat jullie vanuit Den Haag ondersteund worden? “Er hangt een enorme feel good-sfeer in politiek Den Haag. Het gaat toch geweldig? Ik geloof ook wel dat dat zo is, maar tegelijkertijd lijkt het ook wel of wij nu juist deze periode niet gebruiken om een aantal structurele problemen op te lossen. Volgens mij moet je het dak repareren als de zon schijnt. Maar dat doen we niet en dat lek is volgens mij de arbeidsmarkt. De onderkant is in mijn ogen compleet kapot.” Hebben jullie dan binnen die vervoerssector daar concrete ideeën of aanbevelingen over? “Wij zijn door de bank genomen een goede werkgever. Daar ben ik echt van overtuigd. Juist omdat die markt zo aan het veranderen is, zie ik ook dat wij dit niet vol kunnen houden als bedrijf. Dat ik niet meer in de zorgmarkt kan blijven zitten want daar zijn aanbieders die de cao niet naleven, die pensioenpremies en vakantiegeld niet betalen. Er is een enorme prijsslag gaande. Daarom zijn wij ons als bedrijf aan het terugtrekken uit het zorgvervoer. En daarmee laat ik dus werk over aan de meer ongure elementen. Wij kunnen

niet door blijven gaan met het almaar goedkoper en zuiniger en meedoen aan die race. Dat verliezen we toch. Daar stoppen we mee.” De situatie van veel zzp’ers in allerlei sectoren is bepaald niet florissant. En dat terwijl vanuit politiek Den Haag juist gedaan wordt of die zzp’ers het enorm getroffen hebben en te weinig sociale lasten betalen. “Ik ben het totaal met je eens. En wat ik zo bijzonder vind is dat daar bijna geen aandacht voor lijkt te zijn. Zelfs als je het vanuit politiek perspectief niet heel erg interessant vindt, zorg er dan voor dat er veel meer arbeidszekerheid ontstaat. Als jij als zzp’er tweehonderd euro per uur kunt declareren, doe je best. Maar een koerier die twaalf uur per dag moet werken met zijn eigen busje om een inkomentje bij elkaar te schrapen en zelf verantwoordelijk is voor z’n arbeidsongeschiktheid en z’n pensioenopbouw: forget it. Je zet mensen volledig in de storm. Kap daar nou mee. Je praat hier over honderdduizenden mensen. Ik snap niet waarom wij niet als samenleving juist die groep veel beter gaan beschermen. Ook als dat een prijsopdrijvend effect heeft voor de consument. Ook als dat een wat minder flexibele arbeidsmarkt betekent. Het is geen sexy onderwerp. Er is politiek weinig aandacht voor. VNO-NCW blijft hameren op flexibiliteit van de arbeidsmarkt en de politiek gaat daar denk ik heel erg in mee. Aan de andere kant zien we ook dat het

FOTO SANDER PARDON

Bart Schmeink

20


LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT

moeilijk is om van bestaande werknemers afstand te nemen. Ze houden heel graag vast aan arbeidsvoorwaarden, dat zien we ook. Maar kijk nou of je de meest kwetsbare groep een stukje bescherming kan bieden. Waardoor ze een hypotheek kunnen afsluiten…” Even terug naar die vacature in de raad van commissarissen. Werken jullie ook samen met topvrouwen.nl? “Jazeker! Toen ik directeur was van het GVB zat Marry de Gaay Fortman (voorzitter van topvrouwen.nl – red.) daar nog in de raad van commissarissen. Nu bij de KLM, hè. Er zijn net zo veel vrouwelijke als mannelijke kanjers. Ik zie daar geen onderscheid in. Ik ben zo zelf ook niet opgevoed. Ik denk dat dat ook heel erg helpt. Mijn moeder besloot op een gegeven moment om opnieuw te gaan studeren en mijn vader stimuleerde dat echt. Hij ging minder werken en deed ook de boodschappen en de was. Ik vond dat normaal. Ik vind het nu ook met mijn eigen gezin nog steeds normaal dat ik gewoon dingen doe. Ik denk dat het ook heel erg mee maken heeft met hoe je opgegroeid bent. Wat de standaard is.” Iemand moet ergens een patroon doorbreken. Dat was bij jou je moeder. “Of mijn vader?” Zullen we even de credits aan je moeder geven? “Nou, ze deden dat toch echt met z’n tweeën. En dat realiseer je je eigenlijk pas achteraf. Ik geloof heel erg in voorbeeldgedrag.”

nadrukkelijker in de rangorde zorgen op te vallen. Die veel meer met de borst vooruit lopen en zeggen: dat kan ik, dat doe ik. En ik realiseerde me dat in het nieuwe organisatieplaatje de managementfuncties vaak meteen door mannen werden ingevuld. Ik ben met haar leidinggevende directeur gaan praten en heb haar feedback gedeeld. Wat vind je daarvan? Ze voelt zich ondergewaardeerd. Dat erkende hij. Ik heb vervolgens gezegd als je echt vindt dat zij de beste is in jouw omgeving, waarom benoem je haar dan ook niet in die rol? Kortom: we hebben haar weten te behouden.” Dat is super voor haar, dat dat signaal werd opgepikt. Maar zit HR daar dan niet op? “Daar is een behoorlijke achterstand. Dat komt door het volgende. Tien jaar geleden waren wij nog monopolist met een marktaandeel van zeventig procent en met een enorm hoofdkantoor. De afgelopen jaren hebben we door concurrentie marktaandeel verloren en is er enorm veel

‘Binnen nu en vijf jaar gaat vijfentwintig procent van onze chauffeurs met pensioen. En in de komende tien jaar meer dan de helft van onze chauffeurs. Dáár liggen de kansen’

Wordt dat voorbeeld dan ook hier in de organisatie gegeven? “Ik kijk naar vrouwelijke collega’s niet anders dan naar mannelijke collega’s, maar ik merk wel dat er toch knelpunten in de organisatie zitten. Toevallig had ik twee weken geleden een mooi voorbeeld, ik hoorde dat er een dame in ons commerciële team op het punt stond om te vertrekken. Ik wist dat ze heel goed was. De verantwoordelijke directeur kwam naar ons toe. Op mijn vraag wat er aan de hand was, zei hij: ‘Niet goed, ze gaat weg.’ Oh shoot. En waarom dan? De werkdruk, de woonwerkafstand en nog zo wat van die argumenten. Ik zei: ‘We hebben straks toch een borrel. Vind je het goed als ik het even aanstip met haar?’ Toen ben ik een tijd met haar gaan zitten en kwam erachter dat het dus helemaal niets met de arbeidsomstandigheden te maken. Het had te maken met het feit van: joh, ik werk hier nu twee/drie jaar in deze functie. Ik werk me het lazarus en ik heb het gevoel dat anderen er met de credits vandoor gaan. Dat was eigenlijk wel mijn samenvatting. Toen dacht ik bij mezelf: wie zijn dan die anderen die er met de credits vandoor gaan? Ja, de mannen. Mannen die toch veel

bezuinigd. En wat er echt wegbezuinigd is, is persoonlijke ontwikkeling. En managementontwikkeling. Dat is eruit geslagen. Pas een jaar of twee geleden zijn we weer begonnen met het opbouwen van de persoonlijke ontwikkeling. Dit soort voorbeelden zien wij nog steeds over het hoofd. Waarbij dus hele goede mensen op een gegeven moment zeggen: ik ga ergens anders naartoe. Ik ben ervan overtuigd dat er in onze organisatie talenten zijn waar we wel weet van hebben, maar te weinig mee doen. Die achterstand proberen we hard in te halen.” Nog een ander aandachtspunt. Hoe zit het met de aanpassingen op milieugebied? “We zijn koploper op het gebied van zero emission met onze bussen. We zijn bezig met nieuwe technologieën om bussen niet meer langs vaste haltepalen te laten rijden maar op afroep, via een app. We zijn bezig met autonome voertuigen. En we zijn bezig met big data.” Big data. Dus dat betekent kleinere bussen, in plaats van grote nagenoeg lege bussen die in de binnensteden de boel ophouden? “Dat is natuurlijk het grote dilemma van het OV: aanbod gedreven vervoer. We zijn net een bioscoop. Je kunt niet OPZIJ 2018 NR. 7

21


LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT

denken van: oh, we hebben vandaag maar twintig bezoekers voor onze bioscoop, laten we een kleiner bioscoopzaaltje maken.” Bij bioscopen heb je juist ook grote zalen en kleine zalen, afgestemd op het aantal bezoekers en het type film. “Eh, haha, verkeerd voorbeeld. Wij zijn ingericht op de piek. En onze piek bestaat uit de ochtend en uit de middag/avond. Forenzen en scholieren. Daarvoor hebben wij grotere voertuigen nodig. De tweede notie is: wil busvervoer rendabel zijn, dan moet je dat hoog frequent doen en op de drukke lijnen. En natuurlijk zijn wij ook van mening dat je de kleinere, rustigere gebieden moet ontsluiten met kleinere voertuigen. Het liefst zero emission, waarbij vraaggestuurd het mooiste zou zijn. Als ik tijdens een spreekbeurt zeg dat wij vastzitten aan een oud bedrijfsmodel waarbij we met hele grote voertuigen langs ijzeren palen rijden om te zien of daar mensen staan, begint iedereen te lachen. Waarbij we dan ook nog op het einde van de dag constateren dat er niet heel veel mensen stonden. Maar we moesten die route rijden, want dat was de afspraak met de overheid. En wee je gebeente als je een halte opheft. Dan worden er inspraakavonden georganiseerd, komen er handtekeningenacties en staat het op de voorpagina van de krant. Ik heb als GVB-directeur lijn 25 opgeheven. Daar werden rouwadvertenties voor geplaatst door de bewoners. OudZuid, hè, dus die hadden geld zat. Een ludieke actie, dat wel. In het redactionele commentaar van Het Parool stond dat die lijn werd opgeheven omdat het salaris van de heer Schmeink betaald moest worden. Dat is echt gebeurd. Maar wij hadden die trams nodig om lijn 12 te versterken omdat de mensen daar bijna uit de tram vielen. En in lijn 25 zaten ze alleen maar op donderdagavond als ze naar het Schouwburgplein moesten. Voor de rest maakte bijna niemand gebruik van die tram. Daarom zetten we dus ook heel erg in op flexdiensten. Maar de praktijk is dat wij dit soort zaken ook altijd met de politiek-verantwoordelijken moeten afstemmen. En die hebben zo weer hun eigen afweging: ‘Als ik deze publieke voorziening weghaal, dan gaat me dat stemmen kosten’. Als je kijkt naar de provincie Zeeland, daar wonen minder mensen dan in de stad Utrecht. Tegelijkertijd vinden we het wel normaal dat alle voorzieningen behouden blijven: ziekenhuizen, onderwijs, zorginstellingen: you name it, en die moeten wel bereikbaar blijven. Het platteland wordt steeds moeilijker om leefbaar te houden.

En dan geloof ik wel dat concurrentie en aanbesteden helpen bij innovaties. In het denken over hoe we zo’n provincie bereikbaar houden, daar zijn we wel heel ver mee. Vraag-gestuurd maken, niet meer aanbodgedreven. De reiziger wordt consument. Maar dan heb je wel een overheid met lef nodig die zegt: we gaan hier alles omdraaien. We gaan niet alleen maar kijken naar die bus maar ook naar het ontsluiten van allerlei andere voorzieningen.” Je zit dan natuurlijk ook met ouderen die veelvuldig gebruik maken van het openbaar vervoer, die zie ik nog niet massaal naar het mobieltje grijpen voor bus of taxivervoer. “Ik vind wel dat we ouderen onderschatten. Mijn moeder is 79 en die heeft een mobieltje en een iPad.”

‘Voor de goede orde: een quotum van 30/70 slaat nergens op. Ik ga dan echt uit van 50/50’

22

Dat is die bijzondere moeder van je en zij is dan toch meer een uitzondering. Er zijn heel veel ouderen die daar wel moeite mee hebben. “Ook daarin zie je een bepaald isolement in de maatschappij ontstaan. Het gaat niet alleen over dat mobieltje gebruiken om een voertuig af te roepen. Die mevrouw is misschien ook eenzaam. Want ze kan ook niet meer naar een buurtvoorziening of naar een dagopvang of naar een sociaal event. Doordat je steeds meer maatschappelijke voorzieningen uitkleedt, ontstaat er elders ook steeds minder gebruik. Op het moment dat er dan minder mensen naar zo’n dagvoorziening gaan, zegt men ook: laten we dat maar schrappen. Laten we maar weer inzetten op buurt- en mantelzorg. Dan kleden we stap voor stap elkaar helemaal uit. De kwaliteit van leven in de provincie staat echt onder druk.” Hadden jullie vroeger de OPZIJ thuis? “We hadden de Viva vanwege mijn zus, dat vond ik wel aardig, kan ik me herinneren. We hebben nooit de OPZIJ thuis gehad. Mijn ouders woonden in Nijmegen en ik kom wel uit een rood nest. Het is wel grappig dat ik me daar altijd heel erg tegen heb afgezet. Ik ben absoluut geen socialist. Maar ik zie tegelijkertijd wel de laatste jaren, en met name nu ik bij Connexxion zit, hoe ons sociaal beleid in Nederland echt om zeep geholpen wordt. Heeft dat ook met ouder worden te maken? “Zo oud vind ik mezelf nog niet.” Ik zei niet oud, ik zei ouder. “Nee, oké. En noemen ze dat geen salonsocialisme? Maar vanaf het moment dat je in deze arbeidsintensieve sector zit, raakt het je. Dat was bij het GVB ook zo, en daarvoor


LANGS DE FEMINISTISCHE MEETLAT

zat ik in Liverpool en daar was het nog veel erger. Ik heb er zes jaar lang met veel plezier gewoond en gewerkt. Maar er was ook een enorme tweedeling. Daar heb je de haves en have nots. Ik denk niet dat mijn bewustzijn komt door het ouder worden, maar meer door het feit dat je in deze industrie gewoon midden in de samenleving staat. En dan zie je wat wel en wat niet kan. Wat dat betreft is de politiek een deel van haar realiteitsbesef kwijt.” Afsluitend krijg ik wel het gevoel dat je voor een quotum bent. “Ja, ik ben daar wel van. Want ik geloof echt dat er geen bedrijf is dat tegen een goede man/vrouwverhouding is, maar ik zie dat het te langzaam gaat. Je ziet het eerder terugzakken dan dat het zich doorontwikkelt. Dan denk ik dat een quotum voor een bepaalde periode geen slechte oplossing is. De cijfers tonen aan dat het nodig is. Tegelijkertijd denk ik dat de echte emancipatie, de echte gelijkheid zich afspeelt op twee, drie niveaus onder de top. Het is wel leuk om een evenredig aantal mannen en vrouwen te hebben aan te top. Helemaal voor, stel die quota vast. Maar om dat voor de lange termijn te realiseren, moet je ook verder in de organisatie komen tot een goede verdeling mannen en vrouwen in alle functies. En voor de goede orde: een quotum van 30/70 slaat nergens op. Ik ga dan echt uit van 50/50.” O

10

OVERWEGING De raad van bestuur bestaat alleen uit mannen en in de raad van commissarissen vinden we slechts één vrouw. Schmeink zei het al: de top van de mobiliteitsbedrijven is bijna man only. Dat kan tegenwoordig niet meer. Ook de percentages buschauffeurs versus buschauffeuses liegen er niet om: 87 procent tegen dertien. Toch is hij zich ervan bewust, en er wordt hard gewerkt om meer vrouwen in alle disciplines te krijgen. En met het organiseren van een Ladies Day om actief vrouwen te werven als buschauffeur scoor je natuurlijk ook punten. “Binnen nu en vijf jaar gaat vijfentwintig procent van onze chauffeurs met pensioen, daar liggen de kansen.” En met harde uitspraken over een quotum, en dan geen flauwe 30/70-verhouding maar natuurlijk 50/50, leg je de lat hoog. Daarom voor nu een zeven, Schmeink, maar we komen over vijf jaar terug.

EINDSCORE

9

8

7 6

5

TRANSDEV / CONNEXXION MEDEWERKERS In vaste dienst: 1874 vrouwen, 5764 mannen Uitzendkrachten: 324 vrouwen, 1353 mannen Totaal: 2198 vrouwen, 7117 mannen. Bij Witte Kruis (ambulance) is de verhouding: Vrouw 46% Man 54% Bij openbaar vervoer is de verhouding: Vrouw 13% Man 87%

4

3

2

Bij taxi is de verhouding: Vrouw 33% Man 67% 1 OPZIJ 2018 NR. 7

23


ZUSTERSCHAP

DOOR NINA KLAASSEN BEELD ANETTE BROLENIUS

VEILIGE PLEK Tien jaar geleden richtte Peninah Nthenya Musyimi (1978) Safe Spaces op. Dat is een veilige gemeenschap voor meisjes van 5 tot 25 jaar uit de sloppenwijken in Nairobi, Kenia, waar ze zonder angst over al hun problemen kunnen praten en zich kunnen ontwikkelen. “De eerste zes maanden dat ik bezig was, kreeg ik veel weerstand. Ook van de vrouwen. Die zeiden dan: ‘Peninah leert meisjes hoe ze seks moeten hebben.’”

P

eninah was het eerste meisje uit de slums dat haar diploma haalde. Al ging dit lang niet vanzelf. Op haar zevende vroeg ze zich voor het eerst af hoe het kon dat ze mensen in auto’s zag rijden, maar dat dat voor haar nooit een optie was. Ze legde de vraag voor aan de priester van de lokale kerk en die stuurde haar naar school. Ze haalde de basisschool en werd toegelaten op een prestigieuze kostschool zo’n twintig kilometer van haar huis. Ze kon dit niet betalen, maar gaf haar droom om advocaat te worden niet op. De lokale chief gaf haar genoeg geld om naar een middelbare school op acht kilometer afstand te gaan. Elke dag stond ze ’s ochtends vroeg op om naar school te lopen. Ze studeerde af met geweldige cijfers. Ze won – zonder enige ervaring – uiteindelijk een basketbalbeurs, wat er voor zorgde dat ze naar de universiteit kon om rechten te

24

studeren. Na vier jaar hard werken studeerde ze met first class honours af. Meteen daarna kreeg ze een goede baan bij een advocatenkantoor waar ze veel geld verdiende. Haar salaris ging voor een groot deel naar haar familie. Ze zorgde er hiermee voor dat haar broertjes en zusjes ook naar school konden. “Als eerstgeborene heb je in Afrika de verantwoordelijkheid om voor je jongere broers en zussen te zorgen. Ik kon het nu betalen, maar zelfs als je het geld niet hebt, word je verantwoordelijk gehouden. Ik voedde mijn broers en zussen op en zorgde ervoor dat ze hun middelbare school konden afmaken. Maar het belangrijkste was om mijn familie zo snel mogelijk uit de sloppenwijk te halen. Het was een slechte ervaring om daar te wonen. Mijn vader was alcoholist en werd erg gewelddadig als hij gedronken had. Ik vond het daarom verstandig om ze naar het platteland te


ZUSTERSCHAP

25


ZUSTERSCHAP

26


ZUSTERSCHAP

verplaatsen. Ze hadden daar al een stukje land, maar er stond geen huis op. Ik bouwde een klein huis voor ze. Ze konden nu een koe, of een geit of een schaap kopen om zo aan eten te komen. Ze hoefden geen huur te betalen. Ze moesten met wat ze hadden een nieuw leven opbouwen.”

dat ze zelf niet met hun dochters over problemen konden praten, maar dat dat bij ons wel kon. Meisjes durfden dan bijvoorbeeld te vertellen dat ze onveilige seks hadden gehad, en wij brachten ze dan naar het ziekenhuis voor controles. Thuis zouden ze dat nooit kunnen vertellen.”

P

“H

“T

P

eninah bleek niet helemaal op haar plek in het advocatenkantoor. Ze vond het systeem onrechtvaardig. Rijke mensen konden een advocaat betalen, terwijl de armen aan hun lot over werden gelaten. “Mijn ambitie om de advocatuur in te gaan was om mensen te ondersteunen die geen juridische hulp konden betalen. Ik was vastbesloten om mensen te helpen met dezelfde achtergrond als ik. Ik bleef dus vragen waarom het kantoor niet naar gerechtigheid keek. Wanneer een meisje wordt verkracht, zal ze nooit gerechtigheid krijgen. De man kan juridische hulp betalen, en zij niet. Ik begon hier op werk vragen over te stellen maar ze vertelden me: ‘We hebben je deze baan gegeven, en we vragen ook van je om gewoon je werk te doen.’ Maar in mijn hart voelde ik dat ik het zo niet wilde doen. Ik wilde vrouwen vertegenwoordigen en ze een stem geven.” Ze stopte bij het advocatenkantoor. Inmiddels had ze 500.000 Keniaanse shilling gespaard (ongeveer 4000 euro – red.) om haar ambitie van de grond te krijgen. Het idee was om een veilige gemeenschap voor de meisjes te creëren waar ze zonder angst over al hun problemen konden praten. oen ik voor het eerst terugkeerde naar de sloppenwijk, wilde iedereen juridische hulp. Maar ik was heel duidelijk: ‘Nee, ik wil iets voor de community doen’. Dus ik vroeg aan de meisjes wat ze wilden leren. Schoorvoetend vertelden me dat ze meer wilden leren over seksuele gezondheid. Dat is een groot probleem in de sloppenwijken, omdat niemand over seks praat. Niemand heeft het over volwassen worden en wat daarbij hoort. Of over doelen en carrières. Er zit daar een enorme kloof als het gaat om kennis. Dus ik begon eerst met de meisjes het probleem te definiëren. Wat kunnen we als vrouwen bereiken? Heeft een meisje rechten? Nee, de man heeft rechten en vrouwen zijn ondergeschikt. Dat is wat ons worden geleerd. En ik vertel ze dat het anders kan. Het is niet waar.”

et was moeilijk om de gemeenschap te overtuigen dat Safe Spaces goed was voor de meisjes. Ik had vooral problemen met de vaders die me ervan beschuldigden dat ik de meisjes aanmoedigde om te rebelleren. Zodra je een meisje dingen leert, kan ze de leiding nemen. En dat is een bedreiging voor de mannen. De eerste zes maanden dat ik bezig was, kreeg ik veel weerstand. Ook van de vrouwen. Die zeiden dan: ‘Peninah leert meisjes over hoe ze seks moeten hebben.’ Ik bezocht de gezinnen thuis en vertelde ze: ‘Ik ben hier ook opgegroeid. Heb je enig idee hoeveel mensen er besmet zijn met hiv hier? En hoeveel jonge meisjes er hier zwanger worden. Zou je het leuk vinden als je dochter een tienermoeder wordt?’ Ook moest ik ze ervan overtuigen dat een opleiding niet betekent dat iemand ‘verwestert’. Het duurde alleen al drie maanden voordat ik gesteund werd door het hoofd van de sloppenwijken en de religieuze leiders. De kleine groep die mij al wel steunde, hielp mij om andere ouders ook te overtuigen. Ze zagen hoe hun dochters zelfverzekerder werden, en hoe goed ze het deden op school. En dat zorgde voor een omslag in het denken.”

eninah focust zich uitsluitend op het helpen van meisjes. Er zijn veel programma’s in sloppenwijken in Nairobi, maar dat zijn bijna altijd groepen die zowel jongens als meisjes helpen. Toch is het volgens haar van belang om een plek te hebben waar alleen meisjes welkom zijn. “Er gebeuren veel slechte dingen met de meisjes. De verkrachtingscijfers zijn erg hoog in de sloppenwijken, en

‘We hebben rolmodellen nodig die we hier kunnen zien, uit onze eigen gemeenschap’

S

afe Spaces begon met zeven meisjes. Een jaar later was dat aantal gegroeid tot zeshonderd meisjes. Het bleef groeien en drie jaar later hadden twaalfhonderd meisjes zich aangesloten. Er ontstond daarmee een behoefte aan meer ruimte en geld. Ondertussen heeft Safe Spaces zo’n tienduizend meisjes bereikt. “Meisjes kregen hierdoor een opleiding en het aantal tienerzwangerschappen nam af. Ouders steunden ons en begonnen hun dochters zelf naar ons te sturen. Ze wisten

dit soms al op zeer jonge leeftijd. Soms hebben meisjes van negen of elf jaar al seks. Zij zien het van hun ouders en ze kopiëren dat gedrag. En als zo’n meisje dan zwanger wordt, dan blijft ze haar hele leven bij haar familie. Ze heeft dan geen kans om een baan te krijgen of om een eigen leven op te bouwen. Als een meisje dan moet bevallen is er vaak geen geld om naar het ziekenhuis te gaan, wat een enorm risico kan zijn. Ik zie dat in de gemengde programma’s meisjes vaker zwanger raken. Daarnaast durven meisjes niet over hun problemen te praten. Ze zouden nooit iets vragen over seks, uit angst OPZIJ 2018 NR. 7

27


ZUSTERSCHAP

voor de reactie van de jongens. Doordat er alleen vrouwen zijn, is er ruimte om zulke vragen wel te stellen. Er is geen angst om veroordeeld te worden. Iedereen heeft een veilige ruimte nodig.”

B

innen Safe Spaces zijn er verschillende programma’s, legt Peninah uit. “Een daarvan is dat we meisjes opleiden tot automonteur. Dit is een vakgebied dat wordt gedomineerd door mannen, en door dit aan meisjes te leren nam hun zelfvertrouwen toe. Ze voelen zich sterk en veilig. Nee, we zijn niet het zwakke geslacht. Wij kunnen dezelfde dingen als mannen. Ik wilde dat ze dat voelden. Jij bent sterk en kan het net zo goed als een man het zou kunnen doen.”

I

nmiddels zijn er verschillende meisjes afgestudeerd en aan het werk. Ze inspireren een hele nieuwe generatie meisjes bij Safe Spaces. “Rolmodellen zijn erg belangrijk. Jonge meisjes kijken naar hen op en ze vertellen me ‘Ik wil net als Anne zijn.’ Anne maakte deel uit van Safe Spaces en nu is ze fotojournalist. Ik herinner me de eerste keer dat ik de meisjes vroeg wie hun rolmodel was. Iedereen had het toen over Oprah Winfrey. Natuurlijk is Oprah Winfrey een geweldig voorbeeld, maar ze is zo ver weg van ons. We hebben dus rolmodellen nodig die we

hier kunnen zien, uit onze eigen gemeenschap.” Peninah had die rolmodellen niet. Samen met haar zus had ze het vaak moeilijk. “Mijn zus is de enige die precies weet wat ik heb doorgemaakt. Wij waren de oudsten thuis. Toen mijn jongere broers en zussen naar school gingen, was dat al veel makkelijker. Zij hadden boeken en een uniform, dat hadden wij nooit. Laatst kwam mijn zus met haar kinderen bij ons eten. We hadden heel veel eten en haar dochter begon te klagen dat er te veel eten was. Mijn zus zei toen ‘Je hebt zoveel geluk dat je kunt zeggen dat je geen zin hebt om te eten. Wij hadden nooit eten.”’

H

aar eigen drie kinderen neemt ze af en toe mee naar de sloppenwijken. “Ze doen soms mee met de meisjes in de workshops. Je kunt ze dan niet van de anderen onderscheiden. Ze zijn altijd zo open van geest geweest, hoewel ze een heel ander leven hebben. Ik vertel ze dan:

‘De verkrachtingscijfers zijn erg hoog in de sloppenwijken, en dit soms al op zeer jonge leeftijd. Soms hebben meisjes van negen of elf jaar al seks’ dit is mijn leven. Hier komt mama vandaan. Met mijn oudste dochter Natasha bezocht ik mijn ouders toen ze nog in de sloppenwijken woonden. Dan vroeg ze me ‘Waarom heeft oma geen toilet?’ Ik vond het altijd heel moeilijk om die vraag te beantwoorden. Het was confronterend omdat we in het huis waren waar ik opgroeide, hier kwam ik vandaan. Mijn moeder nam haar toen mee naar een veld waar mensen daar hun behoeften doen. En mijn dochter zei ‘Nee oma, dan kan iedereen me zien.’ Plotseling kwam er een groep kinderen aanrennen op blote voeten, die dat helemaal niks uitmaakte. En voor we het wisten ging zij ook.”

P

eninahs ogen zijn vochtig als ze over haar zus en kinderen praat, toch staat er tegelijkertijd een grote lach op haar gezicht. “Ik voel me sterk. Ik voel me een overwinnaar. Ik was in staat om zulke ontberingen te overleven. Ik weet dat mijn kinderen dat nooit zullen begrijpen, omdat zij een heel ander leven hebben.” “Ik ben erg gelukkig. Er zijn ups en downs geweest, maar elke keer als ik een meisje uit Safe Spaces zie, dan voel ik me trots. Ze hebben het zelf gedaan, en ik ben blij dat Safe Spaces ze heeft kunnen helpen met de nieuwe kennis die ze hebben verkregen. Ik ben zo trots op al deze meisjes.” O Meer informatie over Safe Spaces op www.safespaces-nairobi.org

28


COLUMN ANNEMARIE OSTER Annemarie Oster (1942) is cabaretière, zangeres en schrijfster van o.a. Mooi geweest, Over garaniums,

W

at heb ik toch een moeite met dat #MeToo-gedoe. Nu eens heb ik medelijden met zo’n aangeklaagde, dan weer denk ik: lekker puh! Neem Kevin Spacey. Sinds bekend werd dat hij in een ver en niet eens zo ver verleden te jonge jongens heeft verleid, is zijn carrière als acteur finaal naar de maan. Regisseren mag hij ook al niet meer. Dat betreur ik want ik was en ben dol op dit charmante omnitalent. Dat hij een doorgewinterde broekenjager blijkt te zijn, ach… Nog hoor ik mezelf in de bres springen: “Nou, die jongetjes vonden het vast zelf ook machtig interessant, hoor, zo’n beroemdheid. Die lieten zich pakken omdat ze hogerop wilden en toen dit – bij gebrek aan talent – niet lukte, namen ze wraak!’ Of woorden van gelijke strekking. In andere gevallen wanneer ik minder affiniteit heb met de desbetreffende verdachte – ik denk hierbij aan koordirigent Pieter Jan Leusink – laat ik me leiden door leedvermaak. Ooit zag ik Leusink in een pretentieuze film, gewijd aan hemzelf en zijn koor. O, o, wat was dat mannetje onbeschaamd ijdel in de weer. Bovendien, hoorde ik van kenners, was zijn Mattheüs lang niet zo mooi als hij hem zelf vond. Nou, je moet wel van heel slechten huize komen wil je Bachs meesterwerk geweld aandoen. Net goed, was dan ook mijn eerste gedachte toen ik las dat de dirigent, nadat hij de zangeressen van zijn koor naar zijn pijpen had willen laten dansen, het stokje er bij neer moest leggen. Leusink schijnt net zo’n machtswellustige rokkenjager te zijn

als filmproducent Weinstein, politicus Strauss Kahn (van dat kamermeisje) en nog zo wat oude lelijke kerels die, hadden ze geen macht of quasicharisma zoals de in moppige truien gestoken televisiedokter/familieman Bill Cosby, totaal niet aan de bak zouden zijn gekomen. En wat betreft Kavanaugh, ach, ook hij heeft zijn uiterlijk niet mee. Vooral niet als hij in slachtofferig geween uitbarst. Ik maak een gewaagde sprong. Eenentwintig jaar geleden zag ik Shoah op de televisie, Claude Lanzmanns prachtige documentaire over de Jodenvervolging. Ik was diep onder de indruk. Maar, al kijkend, betrapte ik mezelf erop – over de hoofden van de vermoorde slachtoffers en de bedroevend weinige overlevenden heen – dat ik iets te gecharmeerd raakte van Claude. Van zijn persistente manier van interviewen, sonore stem, Franse accent, aantrekkelijke gestalte, artistieke kapsel. En van het feit dat hij een zes jaar durende verhouding had gehad met Simone de Beauvoir! Als ik ooit aan hem zou worden voorgesteld, nou dan wist ik het wel! En hij ook: ‘An-marie, al bent u zelf niet joods, wat bent u een bijzondere vrouw!’ En ik mee naar Parijs, desnoods naar Tel Aviv! Goddank komen dagdromen zelden uit. Jaren later zag ik een documentaire met de inmiddels bejaarde maker in de hoofdrol. Niet één keer heb ik mijn vroegere idool iemand anders dan zichzelf in het zonnetje horen zetten. Over De Beauvoir, die toch zelf ook het een en ander aan de culturele wereld heeft bijgedragen, wist hij alleen te melden dat ze ‘een goede vriendin was die zijn werk bewonderde’. En van Sartre

FOTO PAUL TOLENAAR

Mannetjesmanieren, Zomerbenen en andere leeftijdsfenomenen. Ze woont met haar man in Amsterdam.

vond hij het jammer dat de filosoof blind was en daardoor Lanzmanns films niet kon zien. Het was of dat eens zo aantrekkelijke mannengezicht van zelfgenoegzaamheid was dichtgeslibd. Nog weer later vernam ik van een Nederlandse NRC-journaliste, die ik voor het gemak Joyce Roodnat zal noemen want zo heet ze, dat Lanzmann haar tijdens een interview dat ze met hem in Brussel maakte, trachtte te betasten. Roodnat was vast niet de enige vrouw die door de oude snodaard werd belaagd. Lanzmann. Lui aussi! Toch doen zijn seksuele strapratzen niets af aan de kwaliteit van zijn oeuvre. En… gelukkig voor hem is hij net op tijd de pijp uit gegaan. Maar al die andere getalenteerde mensen wier loopbaan – meestal terecht maar ook soms onterecht – in de kiem is gesmoord, leven nog. Hoewel, leven… Wat moet je nog als je al voor de media bent geworpen en niet kan bewijzen wat je niet hebt gedaan?! Al is een verdachte nog zo onschuldig, ‘waar rook is, is vuur’. En heeft hij wel boter op zijn hoofd, zoals Gatti, dan hadden ze bij Het Concertgebouw toch ook kunnen zeggen dat de (ex)dirigent, in plaats van hem aan de schandpaal te nagelen, ziek was? Nu kan hij geen kant meer op. Wat heb ik toch een moeite met dat #MeToo-gedoe. En met mijn eigen ambivalentie. O OPZIJ 2018 NR. 7

29


VAKVROUW EMILIE SOBELS IN 116 WOORDEN

FOTO ANOUK FOTOGRAFEERT

WERKT ergens tussen de vijftig en zestig uur per week, maar ik ben eigenlijk altijd met mijn bedrijf bezig. VERDIENT ik denk dat ik gewoon een normaal salaris verdien voor mijn leeftijd. Ik investeer het meeste direct weer terug in mijn bedrijf. BETAALT DAARVAN de huur van een huis in de Jordaan, korte weekend-trips en diners met vrienden en familie.

30

MOEILIJK MOMENT IN CARRIÈRE dat was weggaan bij het bedrijf waar ik hiervoor zat om uiteindelijk zelf de volgende stap te nemen. Tegelijkertijd was het de beste beslissing ooit. PRESTATIE het oprichten van Hashtag Workmode en het uitbrengen van een boek. Dat had ik nooit verwacht. DROOM om in Nederland verder te groeien met Hashtag Workmode.


VAKVROUW

DOOR NINA KLAASSEN

E

milie Sobels heeft op haar dertigste al een hele lijst prestaties op haar naam. In 2015 richtte ze Hashtag Workmode op, de eerste female only coworkingspace van Nederland. Een concept dat blijkbaar goed werkt, want inmiddels zijn er twee vestigingen in Amsterdam, een in Rotterdam en een in Utrecht. Er komt deze nog een vijfde vestiging in Groningen bij. En er wordt ook nog gefluisterd over een vestiging in het zuiden van Nederland. Vorig jaar schreef ze samen met Martje

EMILIE SOBELS

OPRICHTER HASHTAG WORKMODE EN SCHRIJVER BOEK BABE, YOU GOT THIS

Haverkamp Babe, you got this. Een boek vol met adviezen van vrouwelijke rolmodellen, inclusief haar eigen verhaal. Het kantoor op de Oudezijds Achterburgwal in Amsterdam is de tweede vestiging die ze opende en is vanaf de straat al te herkennen. Vanaf een afstandje zie je al de grote ramen waarop het logo van Hashtag Workmode te zien is en ook het groene behang valt op. Het interieur kent veel witte, groene, maar ook roze accenten. Verder staan er verse bloemen en er zijn kleurrijke kussens. Dat hier vrouwen werken, is wel duidelijk. Al was dat vanaf het begin eigenlijk helemaal niet per se de bedoeling. “Vrij snel na de opening van de eerste locatie verscheen er een artikel in de ELLE. Ze betitelden ons als de enige coworkingspace voor vrouwelijke ondernemers in Amsterdam. Het artikel zette me aan het denken. We onderscheidden ons hiermee van andere coworkingspaces, omdat we enkel met vrouwen werken. Maar werkt zoiets dan ook? We creëerden eigenlijk een hele eigen identiteit. Hier leek een hele doelgroep enthousiast van te worden. Het regende aanvragen en binnen drie maanden openden we een tweede vestiging.” Er waren veel positieve reacties, maar er was ook een groep die wat kritischer was. “De eerste keer schrik je daar wel van. Het voelt dan een beetje als een persoonlijke afwijzing. De tweede keer kan je dat dan wat makkelijker van je af laten glijden. Ik ben een voorstander van diversiteit op de werkvloer, maar ik merk dat het ook heel prettig werkt om je te omringen met andere vrouwen. Je kunt je echt aan elkaar optrekken.” Toen ze jonger was droomde ze er al van om in Amsterdam te wonen en te studeren. Ze wilde graag naar het Amsterdam Fashion Institute (AMFI), maar werd afgewezen. Daarop besloot ze om in Utrecht Communicatiemanagement te studeren, maar ze was nooit helemaal op haar plek bij de studie en de stad. In haar achterhoofd bleef ze altijd dromen van een studie aan het AMFI. Ze hoefde nog maar een jaar te studeren in Utrecht, maar toen ze twee jaar later toch nog werd aangenomen aan de AMFI, gooide ze alles om om haar droom waar te maken. Dat blijkt de juiste stap te zijn. Ze verhuist naar Amsterdam en is tijdens haar studie al druk bezig met ondernemen. Vanaf het begin is ze betrokken bij de oprichting van Fashiolista, een groot online modeplatform, waar ze werkt als fashion director. Daarvoor vloog ze de hele wereld over. Klinkt als een mooie baan, toch stopte ze na zes jaar en richt ze Hashtag Workmode op. “Dat is vrij impulsief gegaan. Ik heb mijn baan opgezegd, maar ik had eigenlijk geen flauw idee wat ik precies wilde gaan doen. Ik had me voorgenomen om even goed van de zomer te gaan genieten, na jaren een fulltimebaan gehad te hebben naast mijn studie. Maar ik kan niet zo goed stilzitten, dus ik was al druk bezig met de volgende stap in OPZIJ 2018 NR. 7

31


FOTO ANOUK FOTOGRAFEERT

VAKVROUW

mijn carrière. Thuiswerken beviel me alleen niet zo goed. Ik kon pas aan het werk als het hele huis aan kant was, want anders kon ik me niet concentreren. Bovendien miste ik het contact met mensen enorm. Dan kun je in een koffiezaakje gaan werken, zoals veel freelancers doen, maar dat heeft ook flink wat nadelen. Het is er onrustig, onhandig met stopcontacten en je hebt er uiteindelijk nog steeds niet echt contact met mensen. Natuurlijk kun je even kletsen met iemand die naast je zit, maar je kunt niet vragen ‘Goh, wat vind je van dit voorstel?’”

‘Ik merk dat het heel prettig werkt om je te omringen met andere vrouwen. Je kunt je echt aan elkaar optrekken’ “Ik liep over de Brouwersgracht en zag daar een prachtig pand te huur staan. Ik dacht meteen aan de mogelijkheden. Dan verzamel ik mensen om me heen met wie ik kennis kan delen en van wie ik kan leren. Samen zouden we dan een gigantisch netwerk hebben. Van de eigenaar mocht ik langskomen de volgende dag en hij vroeg me wat voor bedrijf ik had. Maar ja ik had nog helemaal geen bedrijf. Ik stond niet eens ingeschreven bij de KvK. Ik overtuigde met mijn verhaal niet alleen de eigenaar, maar vooral ook mezelf. Dit zou echt weleens kunnen gaan werken. Zo is dat allemaal heel snel gegaan en drie dagen later kreeg ik de sleutel. Aan mijn netwerk liet ik weten dat ik een prachtige kantoorplek had bemachtigd. Binnen twee weken zaten we vol.” Instagram blijkt daarbij ook heel belangrijk te zijn. Hashtag Workmode heeft ruim eenentwintigduizend volgers op Instagram en ook haar persoonlijke Instagramaccount doet het goed. Ruim vijftienduizend 32

mensen volgen Emilie en er wordt fanatiek geliked en gereageerd. Dat is leuk, maar kan ook intensief zijn. “Ik merk dat je een soort rolmodelstatus krijgt. Dat is best spannend want het voelt dan misschien alsof je geen fouten mag maken. Maar dat kan niet. Je kunt niet altijd maar perfect zijn.” Nadat de vestiging in Amsterdam gevuld was, stroomde haar inbox vol met vrouwen die het ook wel heel fijn vonden om zo met elkaar samen te werken. Elke nieuwe huurder komt eerst langs op de vestiging om kennis te maken en om te kijken of er een klik is. “Je kunt bij ons op alle locaties een rondleiding boeken om te kijken of je bij ons past. We willen je graag ontmoeten, om te horen wie jij bent en waarom jij bij Hashtag Workmode wilt komen huren en wat er belangrijk is voor jou. Als jij aangeeft dat je graag in je eentje wilt werken en nooit gestoord mag worden, dan zullen wij zeggen dat je dan bij ons niet aan het goede adres bent. Je kunt hier absoluut heel geconcentreerd werken, maar het is wel een community. We zijn er om elkaar verder te helpen, om van elkaar te leren en samen te groeien. We hebben daardoor ook een hele relaxte sfeer op kantoor. Of dat nou per se komt omdat het alleen vrouwen zijn, denk ik niet. Ik denk juist dat diversiteit op de werkvloer ook heel goed kan werken. Wat ik wel merk is dat er bij ons een hele open en intieme sfeer is. Er kan over alles gepraat worden. Dat vind ik zelf heel prettig en dat merk ik ook aan de vrouwen om me heen.” Female empowerment is belangrijk voor Sobels.“Voor mij is dat vrouwen te empoweren om zich sterk te voelen om het leven te leiden wat ze willen. Of dat nu betekent dat je parttime werkt in combinatie met een gezin, je fulltime op je werk stort, of je carrière even op een laag pitje zet om je fulltime op je gezin te focussen. Er zijn zoveel mogelijkheden. De natuur maakt ons natuurlijk per definitie anders dan de man, maar er zijn zoveel dingen die wij vrouwen gemeen hebben met elkaar. Het stimuleren van vrouwelijk talent, je dromen achterna kunnen gaan, je doelen bereiken en jouw support zijn


FOTO JENNIE FROM THE BLOG

FOTO KEE & KEE

VAKVROUW

‘Als jij aangeeft dat je graag in je eentje wilt werken en nooit gestoord mag worden, dan zullen wij zeggen dat je dan bij ons niet aan het goede adres bent’ zodat je het gevoel hebt dat je er niet alleen voor staat, dat vind ik belangrijk. Dat is voor mij female empowerment.” Die eerder genoemde kennismakingsgesprekken bleken trouwens niet alleen goed te zijn voor de werksfeer, ze leidden ook tot een boek vol met adviezen van vrouwelijke ondernemers die graag hun kennis en tips delen. In Babe, you got this staan de adviezen van drieëntwintig vrouwen, inclusief dat van Emilie zelf. Ook de mislukkingen worden gedeeld. “Er komen natuurlijk enorm veel vrouwen bij ons over de vloer. En in zo’n kennismakingsgesprek proberen we erachter te komen wat jou drijft en waarom je doet wat je doet. Dat zijn altijd de mooiste verhalen. Ik hang op zulke momenten echt aan iemands lippen en haal er enorm veel motivatie uit. Ik vond het zonde dat die verhalen enkel binnen de muren van Hashtag Workmode bleven. Dat moest naar buiten, want ik wist zeker dat als ik dat inspirerend vond, er veel meer vrouwen zoals ik zouden zijn. Het is ook belangrijk om te horen dat er niet één weg naar succes is. Maar ook de fuck ups en de dingen die niet goed gaan, staan erin. Die zijn misschien nog wel het meest inspirerend, omdat je op die manier ook het gevoel krijgt dat je niet alleen bent. Ik geloof dat niks onmogelijk is.

Natuurlijk heb je talent nodig, er is vaak wat geld voor nodig en je moet heel hard werken. Die drie elementen zijn volgens mij de sleutel tot succes. En ik denk dat heel veel vrouwen zich laten weerhouden omdat ze bang zijn dat ze iets niet kunnen. Of dat ze misschien niet genoeg geld hebben, of contacten, of kennis. Maar dat zijn allemaal obstakels die je kan overkomen.” “Een advies dat er voor mij uitsprong, was dat van Nina Pierson (oprichter van de biologische saladebar Sla – red.). Zij zegt: ‘Niets waar je voor kiest, is definitief’ en dat is echt zo. Je kunt altijd nog een andere kant op. Dus als je iets heel graag wilt, moet je niet vast blijven zitten in je huidige situatie omdat je denkt ik heb hier nu eenmaal voor gekozen. Dat advies draag ik wel echt bij me. Mijn eigen gevleugelde uitspraak is dat de verwachtingen die mensen van je hebben, ook door jou worden gecreëerd. Ik heb dat zelf ook ervaren met Hashtag Workmode. Ik voelde in het begin veel druk. Met elke locatie die openging dacht ik: dit moet weer net zo’n succes worden, want dat verwachten mensen van mij. Maar ik heb die verwachting natuurlijk helemaal zelf gecreëerd. Ik probeer daar bewust van te zijn zodat ik daar wat luchtiger in kan staan. Niet alles zal lukken, en dat is oké.” O OPZIJ 2018 NR. 7

33


COLUMN ASHA TEN BROEKE Asha ten Broeke (1983) is wetenschapsjournalist en auteur van Het idee M/V en Eet mij. Ze woont met haar man en twee dochters in Deventer.

MAAG VERKLEINING

S

inds kort weet ik dat Patty Brard een maagverkleinende operatie heeft ondergaan. Dit was geen kennis waar ik per se enorm op zat te wachten; ik ben geen fan. Want hoewel ik vrienden heb die erg tevreden zijn met hun maagverkleining, kan ik me er niet overheen zetten dat het ook een vorm van verminking is. Een chirurg haalt een gezond orgaan grotendeels weg, om het maagstompje verderop aan je darmen te fabrieken. Nu kun je alleen nog muizenbeetjes eten, zodat je lichaam vervalt tot een soort post-operatieve hongersnood. Een ernstige ingreep, die toch niet zelden wordt omgeven door een lichtvaardigheid die me de kriebels geeft. Zo meldt een patiëntenfolder van het Franciscus Gasthuis: “Op termijn voelt u zich herboren, zoals de meeste mensen die u zijn voorgegaan.” Alsof het gaat om een weekendje naar zee. Brard is er evenwel zeer gelukkig mee, las ik in het Volkskrant Magazine. “Ik heb de ervaring van een 63-jarige in een lichaam dat ik jonger heb getoverd.” Gevraagd naar de reden van haar bariatrische besluit noemt ze gezondheidsissues, maar de druppel was het moment dat ze bij een diner geen mooie kleren had om aan te doen. Ook was ze uitgemaakt voor zeekoe, en had een SBS-mevrouw

34

haar als presentatrice afgeserveerd met de woorden: “Je bent niet fris en fruitig meer.” Brard: “Wat ze eigenlijk zei: ‘Je bent te dik’.” Het deed me denken aan het verhaal van de mede-maagverkleinende Sonja Silva. Voorheen was ze dik en, aldus een stuk in Vrouw, een ‘voormalig presentatrice’. Ze walgde van zichzelf, maar na de operatie is haar zelfvertrouwen terug en is ze gelukkig met haar spiegelbeeld. “Hier had ik jaren van gedroomd!” Inmiddels is ze weer presentatrice, zonder het ‘voormalig’. Iets hieraan zit me niet lekker. Dat zou natuurlijk aan mijn weerzin tegen die operatie kunnen liggen. Of het is dat ik me niet kan herinneren wanneer ik voor het laatst een

dat sociologen dit verklaren vanuit het feit dat vrouwen veel meer op hun uiterlijk worden beoordeeld dan mannen, en dat de seksistische maatschappelijke norm bovendien voorschrijft dat ze klein zijn en weinig ruimte innemen. Of wellicht is het dat er ongeveer evenveel obese mannen als vrouwen zijn, maar dat uit diverse onderzoeken blijkt dat van alle mensen die een maagverkleinende operatie ondergaan er zo’n tachtig procent vrouw is. Ik krijg hier de behoefte van om ongemakkelijke vragen te stellen. Zoals: is een maagverkleining niet, veel meer dan artsen en patiënten willen toegeven, een cosmetische ingreep, waarbij gezondheid op zijn best bijvangst is, of misschien zelfs

‘Op termijn voelt u zich herboren, zoals de meeste mensen die u zijn voorgegaan.’ Alsof het gaat om een weekendje naar zee zwaarlijvige presentatrice op tv zag. Of dat ik weet dat dikke vrouwen aanzienlijk minder verdienen dan hun slanke collega’s, terwijl dikke mannen geen salaris inleveren. Of

een smoes? En wat zegt het over onze samenleving als vrouwen bereid zijn om in hun organen te laten snijden, alleen of vooral om te voldoen aan een schoonheidsideaal? O


Vergroot nú uw wereld met de Volkskrant

TIJDELIJK

4 WEKEN 4 EURO

+

OP

baanbrekend boek naar keuze cadeau

=

OP!

Ga naar volkskrant.nl/boekcadeau - Actie geldig t/m 15 december 2018 OPZIJ 2018 NR. 7

35


COVERFEATURE

‘Ik

selfie dus ik

BESTA’

Gezocht: een extraverte, mooie, slanke, individualistische, optimistische, hard werkende, maatschappelijk bewuste, ondernemende man/vrouw met selfiecamera. Liefst populair, voor altijd jonger dan dertig en met duizenden volgers op social media. Gevonden: een mislukking.

Welkom, mens,

in de tegenwoordige tijd. De tijd van ‘influencers’ en perfecte plaatjes. De tijd van dansend haar en voor altijd rimpelvrij, van heilige kinderen en een nog heiliger gevoelsleven. ‘Ik voel dat nu eenmaal zo.’ Dag in dag uit geven we elkaar op social media als Facebook, Twitter en Instagram likes, hartjes en duimpjes omhoog. Of we tellen hoeveel we er van anderen, volgers of vrienden, krijgen. Hou van me. Lees me. Vind me belangrijk. Zie mij. De totaalruptuur na zwangerschap, de uitgewoonde joggingbroek, de grijze kringen onder je ogen na een avond stappen; die bewaren we voor thuis. Online zijn we allemaal, man of vrouw, dames die niet poepen. En dat is ook de Engelse journalist en schrijver Will Storr niet ontgaan. In zijn recent verschenen boek Selfie, zoekt hij naar een antwoord op de vraag hoe we zo bezeten zijn

36

geraakt van onszelf, en wat het met ons doet. De kaft, zilver glimmend, is als een spiegel. Zodat de lezer voordat hij het boek openslaat eerst nog even van zichzelf kan genieten, of schrikken, afhankelijk van het aantal behaalde resultaten onder het kopje ‘gezocht’. De kans dat je je meer mislukt dan geslaagd voelt, is de laatste jaren overigens aantoonbaar groter geworden. Niet voor niets heet het eerste hoofdstuk van Selfie ‘Boek Nul, De Stervende Mens’. De pillenpotjes vliegen wereldwijd – en zeker in het Westen - ononderbroken over de toonbank. Van antidepressiva tot kalmeringstabletten, van steroïden tot allerhande supplementen. We slikken ons een weg terug naar het licht, naar rust, of een route naar gespierd, jong en vitaal. Het regent onderzoeken in Selfie. De mens van nu blijkt in toenemende mate perfect op Facebook of


DOOR MYRTHE HILKENS BEELD PAUL TOLENAAR

COVERFEATURE

OPZIJ 2018 NR. 7

37


COVERFEATURE

Instagram, maar verdrietig bij het zien van zijn eigen reflectie in het raam van de Apple Store. Ik mag als veertiger heus een klein buikje hebben, stelt Storrs ratio. Gadverdamme wat ben je in verval, fluistert zijn gevoel als hij zichzelf inderdaad in de ruit van zo’n winkel terugziet. En Storr worstelt niet als enige met die contradictie tussen wie je vindt dat je mag zijn en wie je denkt dat je moet zijn. Het aantal jongeren met eetstoornissen nam in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk exponentieel toe in de voorbije jaren, en ook de groep die lijdt aan Body Dysmorphic Disorder (BDD) – kortweg ingebeelde lelijkheid – groeit. We lezen over jonge mensen die al vroeg in hun leven onder ‘sociale of maatschappelijke druk’ bezwijken. Over wetenschappers die concluderen dat de hang naar perfectionisme onder een nieuwe generatie toeneemt. Dat concluderen die wetenschappers niet op basis van hun natte vingers, maar steeds opnieuw op basis van onderzoek. “Recente generaties menen dat anderen hogere eisen stellen aan hen, ze stellen zelf hogere eisen aan anderen en aan zichzelf.” Ook hier, in ons eigen land, struikelt de nieuwslezer over berichten die gaan over burn-out – een ware epidemie – en depressie. Ook hier neemt het aantal jonge mensen met een eetstoornis toe. We hyperventileren ons door de dag, maar dankzij fijne en bovenal effectieve filters op onze telefoons en in speciale apps toveren we alle tekenen van verval, van vermoeidheid of van verdriet als bij toverslag van onze gezichten. Kijk hoe geweldig mijn vakantie is. Kijk hoe voorbeeldig – of juist heerlijk tegendraads – mijn kind. Kijk, dit ben ik, in: rode jurk, korte broek, bikini, wintertrui, met zonnebril. Vakantieman, het is hier fantastisch! Zo fan-tas-tisch dat we vergeten nog ‘gewoon’ naar de wereld te kijken. Op een zonnige dag in zomaar een willekeurige stad varen twee mannen, jaar of vijftig, in een hippe sloep voorbij. Ze minderen vaart, gaan in hun donkerblauwe gewatteerde jasjes naast elkaar staan, pakken hun iPhones erbij en lachen naar de camera. Op de kade, ondertussen, lachen Japanse meisjes naar eenzelfde telefoon vastgeklikt op een selfiestick. Vanaf daar is het duimen tellen. Ik selfie dus ik besta. Met het doorzettingsvermogen van topsporters zijn we hele dagen in de weer bevestiging te vinden. Allemaal vreselijk uniek natuurlijk, of allemaal exponenten van dezelfde Homo-Silicon-Valley-O? Ik kan alles, als ik maar wil. Succes is een keuze! Tegen ziektes ‘knokken’ we en als de dood er per ongeluk toch op volgt, ‘verloren’ we ‘het gevecht’. De dood? Hè, gadver. Snel, kijk hier; de droom van welvaart en bezit ligt ook voor jou binnen handbereik! Work hard, play hard. Op Twitter passeert ondertussen een commercial voor ‘Shreddies’ ondergoed – verkrijgbaar in varianten voor mannen en vrouwen – dat de geur van scheten maskeert. Een cellulitisvrije dame staat voorovergebogen in beeld, met een bos vers in de pluktuin verzamelde bloemen tussen haar benen. Iemand schrijft in een commentaar: 38

Anna Nooshin misschien verzinnen we ooit nog eens een God die ons helpt vergeten dat we elke dag een beetje doodgaan. Hoe kon de (westerse) mens zo verdwalen in zijn eigen navel, is de vraag die als een rode draad door Selfie loopt. En wat doet die focus op onszelf met ons geluk? Op zoek naar antwoorden wordt de lezer in vogelvlucht meegenomen naar onder meer de Oude Grieken. Want was het niet de filosoof Aristoteles, leerling van Plato, die de westerse cultuur van perfectionisme als eerste van wortels voorzag? “Aristoteles had een fundamenteel optimistische kijk op de werkelijkheid en op verandering. (…) Aristoteles meende dat alle dingen in de natuur erop zijn gericht om hun potentie te ontplooien tot in de perfectie.” De fictie van de maakbare mens werd dus ‘onder de Egeïsche hemel’ geboren en tuimelde van daar al zoekend door naar de American Dream. De lezer stopt bij Jezus en Confucius, bij Steve Jobs en Paris Hilton. Hoe spelen biologie, de instinctieve behoefte van de mens om tot een stam te behoren en daarbinnen goedgekeurd te worden, en opvoeding een rol in wie we vandaag zijn? Hoe ziet het gevecht tussen nature en nurture eruit? Hoe rolden we via de perfectie van Aristoteles in het ultiem maakbare en bovendien extreem competitieve ideaal van het neoliberalisme? En welke historische karakters nestelden zich in dat proces diep in ons collectieve DNA? Al lezend dringt zich het beeld op van de Amerikaanse superster Kim Kardashian, de vrouw die beroemd werd omdat ze – tja – beroemd werd. Eerst als vriendin van Paris Hilton, later omdat een sextape van haar uitlekte. Vandaag, vele jaren en een huwelijk met de hiphopartiest Kanye West later, heet ze een ‘televisiepersoonlijkheid’. Op Instagram zien we haar in strakke sportbroekjes,


COVERFEATURE Kim Kard as

hian

lling haar beva vlogs na r a a h n en va euze in e Monica G

Monica Geuze met sensueel getuite lippen of in niets verhullende bikini’s, maar hier – in dit beeld – staat ze in een strakke jurk te poseren in een kapotgeschoten woonwijk in Aleppo (Syrië), waar ze een foto van zichzelf maakt. De jurk is vleeskleurig en valt harmonieus samen met de kleur van het puin en de brokstukken op de achtergrond. Tussen de restanten van wat ooit huizen waren waar gezinnen in leefden, kijkt Kim in de lens van haar iPhone. Kim in Aleppo. Hashtag ik was hier. Hashtag fitgirl. Hashtag blessed. Het beeld is niet echt. Het is een kunstwerk van de Nederlandse schilder Frank E Hollywood en hij noemde het Selfish, liefde in tijden van oorlog. Een cynische samenvatting van de gedigitaliseerde, zelfverliefde

ons gevoel over wie wij zijn op door ‘ons verhalen uit de cultuur eigen te maken.’ Het leven wordt tot een mythe gemaakt. Dat is (…) waar het allemaal om draait bij volwassenen. Ons verhaal geeft ons betekenis en een hoger doel. Het leidt ons af van de chaotische, hopeloze en angstaanjagende werkelijkheid.” Ik kijk naar mij, want dan hoef ik de rest niet te zien. Het menselijk vermogen tot escapisme – alles om maar aan die chaotische, hopeloze en angstaanjagende werkelijkheid te ontsnappen – is zo evident in de voorbeelden van Storr, dat je diezelfde mens er toch ook een beetje meer door gaat koesteren, liefhebben. De mens wordt in zijn boek aandoenlijk. De monniken in een klooster waar hij tijdelijk neerdaalt leven weliswaar

Waar Narcissus verliefd werd op zijn eigen reflectie in een kristalhelder water, staart Kardashian naar zichzelf via het verlichte scherm van haar telefoon samenleving waarover ook Selfie gaat. Kim Kardashian, ‘ook’ al beroemd om het feit dat vrijwel alles aan haar gemaakt werd door deskundige cosmetisch chirurgen, is zo gepreoccupeerd met zichzelf, ik, centrum van mijn eigen universum, dat ze zelfs te midden van vernietiging alleen oog heeft voor haar eigen schoonheid. Zo schetst Hollywood een pijnlijke want confronterende karikatuur van de wereld, die ons elke dag duidelijk laat zien dat het adagium van de selfmade (wo)man, van de succesvolle individualistische homo economicus die inmiddels diep van binnen een reflectie van God zelf heet te zijn, niets is dan giftige fictie. In de woorden van Storr: “We bouwen

volgens de diepreligieuze overtuiging dat ijdelheid een zonde is, maar tussen de regels door blijkt de soberheid hier, toch vooral ten dienste te staan van een felbegeerd ticket voor de eerste rang in het paradijselijke hiernamaals. Door me in het nu van alles te ontzeggen, wordt me in het later een bonus uitgekeerd. In de virtuele werkelijkheid heten vrouwen die zichzelf laten zien zoals ze écht zijn, witte buiken, hangtieten of te mollig om zichzelf charmant in corrigerend ondergoed te hijsen, inmiddels ‘dapper’. Het vergt dus blijkbaar moed om ons te laten zien zoals we in meerderheid gewoon zijn. Van godvrezende monniken reizen we door de tijd naar OPZIJ 2018 NR. 7

39


COVERFEATURE

de progressieve generatie van de jaren zestig en zeventig. In Selfie staat Storr uitvoerig stil bij de vrijgevochten dwarsdenkers die beroemd werden om de heilige huizen die ze zo succesvol sloopten en de manier waarop ze het inmiddels niet meer weg te denken adagium van ‘authenticiteit’ agendeerden. Radicaal jezelf zijn werd modieus. Van je kleine teen tot je kruin uniek. Jij en jij en jij ook. Elk pijntje, elk klein beetje leed onder het vergrootglas tot het over is. Als Storr terugblikt op de zogenoemde ‘encountergroepen’, lig je als vanzelf schuddebuikend in bed. Vrouwen met vaginaontevredenheid klommen in encounter-verband het podium op om andere deelnemers naar hun droeve toeters te laten kijken. Hier, m’n vagijnpijn. Een deelnemer die klaagde van ach en wee omdat hij zich in zijn leven onderdrukt voelde – wie in godsnaam niet – moest om therapeutische redenen begraven worden onder een stapel levende collega-cursisten. Toen hij onder dat gewicht dacht te stikken, vocht hij zich letterlijk een weg uit de onderdrukking. Radicaal authentiek werd radicaal IK. En toen in de jaren daarna een zekere mevrouw Ayn Rand, Amerikaans schrijfster van Russische origine, zich in de coulissen van datzelfde IK meldde, kwam in de verte het woord selfie inmiddels steeds duidelijker in zicht. De mens, zo stelde Rand, moest zichzelf niet willen opofferen voor het geluk van anderen. “Mensen moeten zelfvertrouwen hebben.” Wie heel goed keek kon Kim Kardashian al zien staan in Aleppo. Niets dat opgeofferd wordt, niet geïnteresseerd in het geluk of leed van anderen. De moderne variant op de beroemde figuur van Narcissus, die in Selfie uiteraard ook zijn eigen zendtijd krijgt, werd definitief in een dwingend neoliberaal maatpak gestoken. Waar Narcissus verliefd werd op zijn eigen reflectie in een kristalhelder water, staart Kardashian naar zichzelf via het verlichte scherm van haar telefoon. Ergens in de verte echoot de stem van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche, die in zijn boek Aldus Sprak Zarathoestra over de mens schrijft: “Jullie hebben de weg van worm naar mens afgelegd, en veel in jullie is nog worm. Eens waren jullie apen, en ook nu nog is de mens meer aap dan welke aap ook.” En precies in dat wat sombere besef, althans somber in

Lena Dunham

het licht van het moderne ideale mensbeeld dat samengevat draait om autonomie, zeggenschap en perfectie, schuilt toch ook de troost. Want het beeld van de mens die nog steeds voor een deel worm is, of meer aap dan welke aap ook, stemt allicht milder over de reflectie van diezelfde mens in het raam van een Apple Store. Zoals een zekere professor Nettle het samenvat in Selfie: “In onze cultuur verwens je jezelf als je niet perfect bent. We onderschrijven de vermeende effectiviteit van therapie. Iedereen denkt dat hij zichzelf kan aanpakken. Maar volgens mij is dat naïef. Als je wat introverter of wat neurotischer bent, verwijt jezelf dat dan niet. Maak het jezelf niet te zwaar. Het is al erg genoeg, al die flauwekul waar we de verantwoordelijkheid voor moeten nemen.” De slotconclusie van Storr is niet nihilistisch of destructief. De les – zo die er al is – is niet dat we gezamenlijk moeten ophouden verantwoordelijkheid te nemen. Als Worm of Aap voortaan doelloos schommelend in de hangmat. Wat Selfie de lezer wel laat zien is het contrast tussen kaft en inhoud. Twee keer een spiegel. In die aan de buitenkant zien we onszelf in soft focus, te vaag om rimpels te ontwaren. In die aan de binnenkant zien we onszelf en elkaar mét wallen, cellulitis en vetrollen. En juist door er een geschiedenis van het collectief van te maken, door er ónze putjes en oneffenheden van te maken, toont Storr ook liefde voor het individu. Zelfs voor diegene die met selfiestick tussen de brokstukken staat. Die doet ook maar wat haar geleerd of wijsgemaakt is. Wat al die culturele erfenissen in haar billen en brein achterlieten. En bovendien gaan we uiteindelijk inderdaad ook elke dag een beetje dood. En dat is en blijft vrij kut. O

Ik kijk naar mij, want dan hoef ik de rest niet te zien

40


COLUMN ETCHICA VOORN Etchica Voorn (1963) is ondernemer, auteur en blogger. Ze won in juni de OPZIJ literatuurprijs voor haar autobiografie Dubbelbloed. Ze woont met haar man en zoon in Amsterdam.

WOKE

E

en veelvoorkomende opmerking die ik krijg is: “Ik zie helemaal geen kleur, jij bent voor mij gewoon Etchica.” Meestal gestaafd met het voorbeeld van een vriend of vriendin, buurt-, studiegenoot of collega van Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse of Turkse afkomst waarvan men de kleur óók niet ziet. Iemand met wie men heel goed kan opschieten en vreselijk mee kan lachen. Maar onmiskenbaar wel de afkomst van weet. Een bijzondere koppeling waar ik als conflictvermijder niet zo goed raad mee weet. In een van de hippe koffietenten die Amsterdam-Oost rijk is bespreek ik deze gevoelige kwestie met een vriendin. “Je zou je vraag aan B. moeten voorleggen,” stelt mijn vriendin voor, “zij is zó woke.” Ze knikt me bemoedigend toe terwijl ze nipt van haar gloeiend hete gemberthee. “Woke?” vraag ik onnozel. De volgende dag volg ik haar advies op en leg de netelige vraag voor aan B. die meteen losbarst: “Natuurlijk zien mensen wel kleur, maar aan mensen die zogenaamd geen kleur zien, wordt nooit gevraagd waar ze vandaan komen, dus is het moeilijk voor te stellen dat kleur ertoe doet.” Dit herken ik. Op de meest onverwachte momenten komt dé vraag uit de lucht vallen: “Hoe kom jij eigenlijk aan je lekkere bruine kleurtje?” Een dergelijke vraag zou in mij niet opkomen. ‘“egenwoordig ben ik superwoke,” vervolgt B. fel, “ik pik het niet meer. Doordat mijn dochter veel meer woke

is dan ik, kan ik niet meer terug.” Een donkere woke komt over haar gezicht. ‘Zij heeft me wakkergeschud.’ Weemoed klinkt door in haar stem. “Terug waarnaartoe?” vraag ik, nog steeds in onzekerheid of ik de uitdrukking woke juist interpreteer, alhoewel het me begint te dagen. Een echt antwoord op de kwestie heb ik nog niet. Nét als ik besluit mezelf in slaap te sussen met een ‘laat toch gaan, zo erg is het toch niet’– gedachte, spuwt ze haar gal. “Met mijn witte man heb ik zó véél discussie, weet je wat-ie laatst zei?” Ik had geen idee. ‘“ullie moeten altijd zo zielig doen! Hij zei jullie! Hé, oppassen jij, zeg ik tegen ’m, kom je aan ons, dan kom je aan mij!” Vermijden doet lijden dus trok ik vrouwmoedig aan de bel. “Je zei ons.” Zij: “Húh?” “Je zei: kom je aan ons, dat is toch hetzelfde als jullie?” Bedremmeld kijkt ze me aan en begint dan hartelijk te lachen. “Jij bent woke zeg!” Schaapachtig ontvang ik het compliment maar ik ben nog steeds geen steek verder. Plotseling mis ik de warmte van mijn Nederlandse oma, de moeder van mijn moeder. Haar lieve gezicht omringd met zilverkleurig haar, haar oneindige bak met liefde die ze over me heen stortte. Dat ik haar op een dag zou moeten missen, verdrong ik zolang zij leefde. Zij was mijn veilige haven, waar ik kon foeteren op het leven, mijn onzekerheden kon delen en mijn vragen kon stellen, zelfs toen ik allang moeder was. Zij luisterde. Welk antwoord zou zij op deze kwestie gegeven hebben? Zij had wel andere zorgen gehad in

haar leven. Tegen haar vader die haar als kind regelmatig op haar hoofd timmerde, moest zij zich zien te wapenen. Van mijn opa kreeg ze helaas niet de liefde waarop ze had gehoopt. Drie kinderen en vele huwelijksjaren verder hadden mijn grootouders aparte slaapkamers en meestal zwijgstront. Mijn opa maakte nogal eens kleinerende grappen over mijn oma; klein heeft hij haar nooit gekregen. Ik vermoed dat hij haar hierom stiekem bewonderde. Mijn grootmoeder verhoogde de stoep naar de voordeur, bekleedde de trap met nieuw tapijt, maakte horren voor de ramen, repareerde lekkende kranen en timmerde een kippenhok. Naast kousen stoppen, truien breien en jurken naaien verbouwde ze eigenhandig een slaapkamer voor haar moeder die ze redde uit een liefdeloos bejaardentehuis. Na mijn opa’s dood nam ze Engelse les, ging ze in haar eentje naar Mallorca en nam uit pure baldadigheid een hond uit het asiel. Een onooglijk maar lief mormel. Er kwam een knalgele kanariepiet, die het hoogste lied voor haar zong. Ze deed wat ze kon om haar leven aangenaam te maken. “Wat in haar kop zat, zat niet in haar kont,” zeggen ze in Drenthe, haar geboortegrond. Behoorlijk woke als je het mij vraagt. “Ach mien wichie,” zou ze zeggen, “ze weet’n nie beter.” O OPZIJ 2018 NR. 7

41


REPORTAGE BUITENLAND

DOOR RENATE VAN DER ZEE BEELD MONA VAN DEN BERG

BETOVEREND

businessmodel

In Roemenië hebben heksen een Facebookpagina en kun je ze raadplegen via WhatsApp. Honderden vrouwen, meestal Roma, verdienen de kost met genezingen en bezweringen. Een wetsvoorstel om belasting te heffen op hun activiteiten kwam er niet door. “Ik heb al heel wat politici vervloekt.”

D

e kamer waar ze haar klanten ontvangt, staat blauw van de rook. “Ik heb net een ritueel uitgevoerd,” zegt Bratara Buzea (70) ze terwijl ze het vuur in de stookplaats dooft. “Voor een vrouw die door haar man is verlaten en hem terug wil.” Bratara is een Roma-vrouw met een stem als een rasp en opvallend lichte ogen. Haar beroep is heks. In Roemenië is dat niet zo vreemd: hekserij is in dat land een geaccepteerd, alledaags verschijnsel en er zijn honderden vrouwen, meestal van Roma-afkomst, die hun beroep hebben gemaakt van het voorspellen van de toekomst, het genezen van ziektes en het oplossen van problemen door middel van bezweringen. Hoeveel het er precies zijn, houdt de Roemeense overheid niet bij, maar ze zijn eenvoudig te vinden op internet en hebben allemaal een eigen Facebookpagina. In een land waar het nog steeds taboe is om naar een psycholoog te gaan,

42

zoeken veel mensen met problemen hun heil bij een heks. Er zijn heksen die daar een fortuin aan hebben verdiend, in kapitale villa's wonen en als bekende Roemenen regelmatig op tv verschijnen. Bratara is één van hen. Ze houdt praktijk in een speciale kamer achter op het erf van haar enorme huis in Mogosoaia, een dorp net buiten Boekerast. “Welkom in mijn kantoor,” zegt ze terwijl ze gaat zitten tussen folkloristische kleden en kussens. Op tafel een kristallen bol en de kaarten waarmee ze haar voorspellingen doet. In de hoek van de kamer staan benodigdheden voor haar rituelen: kaarsen, flessen met onduidelijke vloeistoffen, een maretak, een mand met kruiden, metalen poken. Bij het raam, heel klassiek, een bezemsteel. “Mijn klanten zijn jong en oud, mannen en vrouwen,” vertelt ze. “De meeste mensen komen hier met liefdesproblemen. Ze zijn, net als de vrouw die hier net was, in de steek gelaten door hun partner en willen

hem of haar terug.” Ze wijst op twee poppen – gewone poppen, gemaakt voor kinderen – die naast haar op de bank liggen: “Dan doe ik een ritueel waarbij ik die twee poppen aan elkaar bind en brouw ik een toverdrank met honing.” Ze vertelt dat ze zich bezighoudt met witte en zwarte magie. Gevraagd of dat wel te combineren is met haar geloof – ze draagt een groot gouden kruis – zegt ze: “Ik ben heel gelovig. Ik zie mijn toverkrachten als een geschenk van God. Het belangrijkste verschil tussen witte en zwarte magie is dat je dingen sneller voor


elkaar krijgt met zwarte magie. Je man weer bij je terugbrengen duurt met witte magie drie tot negen weken. Met zwarte magie is het een kwestie van dagen. Ik doe niet alleen goede dingen: ik heb echtscheidingen bewerkstelligd met mijn toverkunst. Maar ik heb nooit iemand vermoord.” Hekserij blijkt ook zijn beperkingen te hebben. “Mensen met kanker kan ik niet genezen. Ik heb hier een echtpaar gehad met een kind dat niet kon praten. Ze smeekten mij hen te helpen. Maar ik hen ze teruggestuurd naar de dokter. Dat gaat mijn krachten te boven.”

T

ijdens de dictatuur van Ceausescu was hekserij verboden en zat Bratara een aantal maanden in de gevangenis. “Dat was in 1975. De vrouw van een politieman kwam bij me omdat hij een buitenechtelijke relatie had. Ze vroeg me daar een einde aan te maken. Helaas kwam die politieman erachter en belandde ik achter de tralies. Maar na de revolutie van 1989 mochten we ons beroep weer vrij uitoefenen.” Kleindochter Andrea (18) komt de kamer binnen, een meisje in een gebloemde jurk met lang bruin haar.

Andrea is een heks in opleiding. Hekserij is in Roemenië vaak een familie-business: de kunst wordt van moeder op dochter doorgegeven. “Ik ben op mijn zevende begonnen,” zegt Bratara. “Dan kun je natuurlijk nog niet kaartlezen, maar als mijn oma naar de rivier ging voor een ritueel, hielp ik haar haar spullen te dragen. Zij heeft me niet letterlijk onderwezen, het is meer dat ik het van haar heb afgekeken. En zo kijkt mijn kleindochter de kunst ook van mij af.” Als je vraagt hoeveel klanten ze heeft en hoeveel ze die laat betalen, grijnst OPZIJ 2018 NR. 7

43


REPORTAGE BUITENLAND

ze een gouden tand bloot. “Dat ga ik je echt niet vertellen.” Maar voor veertig lei (tien euro) wil ze wel de hand van de fotografe lezen. Dat blijkt niet zo spectaculair: ze zegt dingen die voor iedereen kunnen gelden, zoals ‘je hebt meerdere mannen in je leven gehad’ en ‘er is iemand ziek in je familie’ en natuurlijk zal de fotografe uiteindelijk rijk worden. Maar dan zegt ze: “Wacht even, ik zie dat iemand een vloek over je heeft uitgesproken.” Die wil ze uiteraard graag ongedaan maken, maar dan moet er wel meer geld op tafel komen natuurlijk. We bedanken beleefd.

I

n het Museum van de Roemeense boer in Boekarest neemt socioloog Ciprian Voicila een slok van zijn koffie. Hij doet onderzoek naar

44

hekserij. De laatste jaren ziet hij het aantal heksen stijgen. “Ik denk dat dat te maken heeft met de toenemende belangstelling voor New Age,” zegt hij. “Het zijn vooral lager opgeleide mensen die gebruik maken van de diensten van heksen, maar niet altijd. Je hebt politici die een tegenstander proberen uit te schakelen met een vloek. We hebben ook speciale programma’s op televisie, laat op de avond. Dan kunnen mensen inbellen en geven de heksen advies.” Hij legt uit dat anders dan in WestEuropa heksen in Roemenië nooit zijn vervolgd. “Ze zijn altijd gedoogd. De orthodoxe kerk neemt een ambigue houding aan. Ze wijzen het af als onchristelijk, maar tolereren het wel.” Hij wijst er op dat hekserij voor

Roma-vrouwen een van de weinige manieren is om een eigen inkomen te vergaren. “Traditioneel mag alleen de man kostwinner zijn. En omdat Roma-meisjes vaak niet naar school gaan en heel jong trouwen, hebben ze weinig opties. Met hekserij kunnen ze binnen hun gemeenschap veel aanzien verwerven.” Gevraagd hoe hij er zelf tegenover staat, zegt hij met een verontschuldigende glimlach: “Ik geloof erin. In mijn jeugd ben ik er meermaals mee geconfronteerd. Ik kom uit Brebu (een dorp in WestRoemenië – red.) en toen ik acht jaar was, nam mijn moeder me mee naar een heks om me van mijn angst voor honden af te helpen. Die heks gooide een heet stuk metaal in koud water en ik schrok van het gesis. Daarmee zou ook mijn angst verdwijnen.


REPORTAGE BUITENLAND

‘Eigenlijk ben ik een soort psycholoog. Soms krijg ik mensen over de vloer die denken dat er een vloek over hen is uitgesproken. Dan leg ik hun kaarten en zie ik dat het gewoon stress is, of een depressie’ Later, toen ik op de middelbare school zat, was er een conflict in de familie over het eigendom van een molen. Op een gegeven moment vond mijn moeder een kikker met een dichtgenaaide bek onder haar bed. We wisten allemaal dat dat het werk van een heks was.” Gevraagd of de vloek met de kikker effect had, moet Voicila even nadenken. “Dat weet je natuurlijk nooit zeker, maar na de revolutie is

ons gezin wel heel arm geworden.” Bij navraag blijkt het een beproefd ritueel, die dichtgenaaide kikker. “Jazeker,” zegt Bratara Buzea. “Dat doen we om iemand met een grote mond het zwijgen op te leggen. Je kunt daarvoor een rode of een zwarte draad gebruiken.”

D

e bek van een kikker dichtnaaien om iemand monddood te maken en twee poppen aan elkaar binden

om een huwelijk te redden – de rituelen van de Roemeense heksen maken een kinderlijke indruk. Ook de kaartleeskunsten van Bratara Buzea zijn niet erg verrassend. Zijn deze vrouwen oplichtsters die misbruik maken van de goedgelovigheid van mensen of zijn ze echt overtuigd van hun krachten? Mogelijk is het in veel gevallen een combinatie van de twee. Sommige heksen houden zich in elk

OPZIJ 2018 NR. 7

45


REPORTAGE BUITENLAND

geval bezig met zaken die geen daglicht verdragen. Een paar jaar geleden werden twee heksen veroordeeld tot voorwaardelijke gevangenisstraffen omdat ze een Roemeense televisiester hadden afgeperst. Ze hadden haar wijsgemaakt dat haar huwelijksproblemen het gevolg waren van een vloek en vroegen exorbitante bedragen om die ongedaan te maken. Toen de ster niet wilde betalen, dreigden ze haar te vervloeken.

E

en villa in een rustige buitenwijk van Boekarest. Een heks die zich Melisa (38) noemt, beweert met een stalen gezicht dat zij de enige in Roemenië is die aan zwarte magie doet. Het is een belevenis om Melisa te ontmoeten. In haar met vergulde meubels ingerichte woonkamer steekt ze votiefkaarsen aan om het bezoek in de stemming te brengen. Op tafel liggen schelpen – ‘daar kan ik de toekomst in horen’ – poppen van stof, speelkaarten, flesjes olie en een crucifix. Melisa ziet er indrukwekkend uit: lange zwarte vlechten, grote gouden oorbellen en armbanden, wijde rokken en vervaarlijke nepnagels. “Eigenlijk ben ik een soort psycholoog,” zegt ze. “Soms krijg ik mensen over de vloer die denken dat er een vloek over hen is uitgesproken. Dan leg ik hun kaarten en zie ik dat het gewoon stress is, of een depressie. Dan praat ik met hen over hun problemen en maak ik een toverdrankje om hun kracht te geven.” Ze vertelt dat ze veel politici op bezoek krijgt die haar vragen een vloek uit te spreken over hun rivalen. “Ik heb al veel politici vervloekt,” lacht ze. “Daarvoor gebruik ik een foto van de persoon in kwestie, of een beetje stof waarover hij gelopen heeft. Ik heb geen problemen met vervloekingen, maar ik zal nooit de gezondheid van mensen aantasten, dat gaat me te ver. Ik kan er wel voor zorgen dat ze moeten aftreden. Of dat ze kunnen blijven zitten. Zo heb ik Ion Iliescu (de eerste president na

46

de revolutie van 1989 – red.) lang aan de macht gehouden.” Haar dochter Patricia – natuurlijk heks-in-opleiding – maakt opnames van het interview, die ze onmiddellijk op Facebook zet. Ondertussen vertelt Melisa hoe ze als kind met haar ouders met paard en wagen langs de dorpen trok om handen te lezen. “Ik was dertien toen mijn moeder ontdekte dat ik heel goed met tarotkaarten overweg kon. Sindsdien heb ik een grote klantenkring opgebouwd.” Aan haar

‘Een aantal protesteerde voor het parlementsgebouw en dreigde met een vreselijke vloek als de wet zou worden aangenomen. De wet verdween in een la’ huis te zien, verdient Melisa uitstekend aan haar toverpraktijk. Ze betaalt hoogstwaarschijnlijk geen belasting – maar daar wil ze niets over kwijt. In 2010 wilde het Roemeense parlementslid Alin Popoviciu daar iets aan veranderen. Hij kwam met een wetsvoorstel om heks, waarzegger en astroloog te erkennen als volwaardig beroep. Onder deze wet zouden heksen zestien procent inkomstenbelasting moeten betalen en ook pensioen- en zorgpremies. Ze zouden een vergunning moeten aanvragen, kwitanties moeten uitschrijven voor hun klanten en niet mogen

praktiseren in de buurt van scholen en kerken. De heksen waren not amused. Een aantal, onder wie Bratara, protesteerde voor het parlementsgebouw en dreigde met een vreselijke vloek als de wet zou worden aangenomen. De wet verdween in een la.

I

n haar villa met marmeren vloeren en gouden behang legt Norvegia Miclescu, die als heks opereert onder naam Margareta, haar hand op haar hart. “We willen best belasting betalen, maar niemand neemt ons serieus.” Ze is een schoonzus van Melisa, maar houdt zich alleen bezig met witte magie. Op tafel staan heiligenbeelden. Terwijl ze over haar praktijk vertelt, geeft haar dochter Monica – jawel, ook in opleiding – haar baby de borst en komt haar zoon Armani aanzetten met frisdrank. “Ik ben heel trots op mijn moeder,” zegt hij in keurig Engels. “Ze helpt mensen. Er komen voortdurend mensen langs om haar te bedanken.” Hedendaagse heksen maken dankbaar gebruik van moderne technologie. “Mensen sturen me via WhatsApp een foto van zichzelf. Daar doe ik het ritueel dan mee,” zegt Margareta. Regelmatig post ze filmpjes van die rituelen op Facebook. “In de kelder maak ik mijn drankjes. Liefdesdrankjes uit wijwater en bloemblaadjes. Voor succes zijn er bepaalde oliën. Kruiden zijn ook heel belangrijk, maar welke ik gebruik, houd ik geheim.” Margareta vertelt dat ze het druk heeft met haar praktijk: “Ik krijg zo’n zestig telefoontjes per dag.” Ook haar schoonzus Melisa zit bepaald niet stil. “Vaak ben ik tot drie uur ’s nachts in de weer met toverdranken. Ik heb ook veel klanten in het buitenland. Die help ik op afstand. Ik voer de rituelen uit, zij maken het geld over.” Bang dat zo'n buitenlandse klant in gebreke blijft als het op betalen aan komt, is ze nooit. “Mensen betalen mij altijd,” zegt ze glimlachend. “Ze weten dat ik een machtige heks ben.” O


REPORTAGE BUITENLAND

OPZIJ 2018 NR. 7

47


FOTO INEKE OOSTVEEN

1001 VROUWEN - DE MUSEUMDIRECTEUR

DOOR ALIES PEGTEL

Judikje Kiers is directeur van het Amsterdam Museum. Haar werk is haar leven. “Op vakantie bezoek ik makkelijk vijf musea op een dag.” Ziet je in je verbeelding een schattige baby in de wieg liggen? “Hahaha, nee, mij raakt de historische lijn, dat die wieg – door Amsterdam cadeau gegeven – steeds in gebruik gebleven is en dat de drie dochters van Willem Alexander en Maxima er ook in hebben gelegen. Ik vind het mooi dat zo'n voorwerp het verhaal van een hele eeuw omspant. Dat is een van de redenen waarom wij vinden dat 1001 vrouwen in ons museum thuishoort. Jaarlijks organiseren we twee maal een tentoonstelling die de stad ‘overstijgt’. Heel veel vrouwen, zoals Aletta Jacobs, hebben in Amsterdam gewoond, gestudeerd en gewerkt, maar al hun persoonlijke geschiedenissen vertellen samen ook een groter Nederlands verhaal van de 20ste eeuw. Net zoals we met vorige tentoonstellingen inzoomden op de Gouden Eeuw en de negentiende ‘ijzeren’ eeuw, zoomen we nu in op de 20ste eeuw vanuit een bijzonder perspectief.”

Z

e is deze ochtend al heel vroeg nog even langs 1001 vrouwen in de 20ste eeuw gelopen, de tentoonstelling gebaseerd op het nieuwe boek van Els Kloek, die de volgende dag zal openen in 'haar' Amsterdam Museum. Waar let Judikje Kiers ti’jdens haar rondgang op?

“Ik ga op zoek naar wat mezelf raakt, waar ik nieuwsgierig van word, of naar wat me ontroert. Vanochtend zag ik het kostuum van Majoor Bosshardt, en de koninklijke wieg waarin Juliana voor het eerst heeft gelegen. Dat doet me wel wat.”

48

Het is een prachtige, rijke expositie, maar niet bepaald interactief. “Interactie schuilt ’m wat mij betreft niet zozeer in knoppen en interactieve schermen maar in wat je losmaakt bij mensen.” Bijvoorbeeld? “Presenteer je de voorwerpen zodanig dat de bezoekers er met elkaar over in gesprek gaan, halen ze samen herinneringen op? Ik denk dat deze tentoonstelling dat wel oproept. Er zijn bijvoorbeeld briefjes van vrouwen bewaard gebleven die in de Tweede Wereldoorlog op transport werden gesteld en die ze uit de trein hebben gegooid. Dat is


1001 VROUWEN - DE MUSEUMDIRECTEUR

ongelofelijk ontroerend materiaal waaraan je niet zomaar voorbij gaat. En natuurlijk is er die zaal waar bezoekers zelf vrouwen kunnen toevoegen die ze missen. Daar komen de mooiste verhalen los.” Trapje op trapje af, Kiers loopt via een kruip-door-sluipdoor route naar haar kamer aan de andere kant van het museum. Ze zal me even later vertellen dat het voormalige Burgerweeshuis dat het museum huisvest, eigenlijk een samenraapsel is van vijfentwintig aparte gebouwen. Toen ze twee jaar geleden aantrad, waren er plannen voor nieuwbouw. Het labyrint-achtige pand voldoet niet meer aan de eisen van de moderne museumbezoeker, is niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers of transparant voor mensen met gebrek aan richtingsgevoel. Maar hé, we bevinden ons wel in het hart van de middeleeuwse stad, een unieke plek. Kiers stond op het dak van het weeshuis, keek uit over het Begijnhof en bedacht dat ze eigenlijk niet wilde verhuizen. Was er een betere locatie denkbaar om het ‘historische verhaal van Amsterdam te vertellen’? Hoe langer ze erover nadacht hoe meer ze ervan overtuigd raakte dat ze niet weg wilde. Samen met de gemeente Amsterdam en Monumentenzorg worden nu serieus de mogelijkheden van een grote verbouwing onderzocht. Ervaring met complexe verbouwingen, heeft ze al. In haar vorige functie als directeur van Ons’ Lieve Heer op Solder hield ze ook toezicht op de restauratie en uitbreiding van de voormalige schuilkerk - in de woorden van Kiers ‘een verborgen pareltje’. De samenwerking met ontwerpster Irma Boom, die naast het Vrouwenlexicon ook vorm gaf aan de tentoonstelling 1001 vrouwen, heeft Kiers gesterkt in haar idee dat dat het voormalige weeshuis voldoende kwaliteit bezit om te dienen als eigentijds museum. “Heel lang is het gebouw bijna ontkend, we hebben er zalen en voorzetwanden in gebouwd, en dan wordt het steeds onoverzichtelijker. Irma Boom kan heel helder denken; ze heeft alle tussenwandjes eruit gehaald en de ramen weer vrijgemaakt. Ze heeft lucht in het pand gebracht. Dit helpt mij om allerlei partijen, van potentiële financiers tot buren, te tonen dat het gebouw voldoende kracht bezit.”

Universiteit in Amsterdam was een koude douche. “De docent zei: ‘Hartstikke leuk dat jullie hier allemaal zijn, kunstgeschiedenis is ook een heel leuke studie, maar niemand krijgt een baan.’ Ik dacht: wat krijgen we nou?” Het weerhield haar er niet van om zich volledig onder te dompelen in de studie en de studievereniging, en drie stages te lopen. Zo merkte ze dat wetenschappelijk onderzoek niets voor haar is. Een stage op de educatieve afdeling van het Rijksmuseum leerde Kiers dat ze zich het best op haar plek voelt in een functie waar ze kennis kan overdragen. Voordat ze een felbegeerde aanstelling kreeg in het Rijksmuseum, gaf ze les op de Rietveld Academie en de Volksuniversiteit en werkte in het Frans Halsmuseum. En ze reisde met een diaprojector door het land om lezingen te geven. Ze werkte meer dan fulltime. “Ik was me ervan bewust dat als ik iets wilde bereiken, ik er vol voor moest gaan.” Er studeren veel meer vrouwen kunstgeschiedenis dan mannen, maar uiteindelijk zie je dat het handjevol mannelijke kunsthistorici relatief vaak komt bovendrijven in de museumwereld. “Er zijn ook veel vrouwen die aan het hoofd staan van een museum, hoor. Bij ons in het museum werken bijna honderd mensen, ongeveer zestig procent is vrouw, zoveel verschilt het niet. Maar misschien zijn mannen die voor kunstgeschiedenis kiezen, doelgerichter en meer gefocust op carrière maken? Dat ben ik zelf ook. Voor mij persoonlijk is het een van de redenen dat ik geen kinderen heb.”

‘Er zijn bijvoorbeeld briefjes van vrouwen bewaard gebleven die in de Tweede Wereldoorlog op transport werden gesteld en die ze uit de trein hebben gegooid’

Na het behalen van haar gymnasium bèta-diploma, ging Kiers kunstgeschiedenis studeren. Ze was geïnspireerd door haar leraar tekenen, die haar leerde om goed naar kunst te kijken. Haar vader zat ook in het onderwijs, en een baan als docent leek haar wel wat. Maar de eerste dag in de collegezaal aan de Vrije

Je wilde ze bewust niet? “Al jong wist ik dat je niet alles tegelijk kunt. Om vol voor mijn werk te kiezen met de passie die daarbij hoort, heb ik afgezien van een gezin. En gelukkig heb ik altijd partners getroffen die er op dezelfde manier naar keken. Jarenlang had ik een KLM-man met wie ik de hele wereld ben over gereisd. Ook met mijn huidige man ben ik veel op stap. Ik vind het nog altijd heerlijk om op reis te gaan. Als ik in het buitenland ben, bezoek ik graag musea, ik doe er makkelijk vijf op een dag.” Hoewel bevlogen en vol ambitie om het in de culturele wereld te maken, kon Kiers als studente niet vermoeden dat ze zich zou gaan bezighouden met zoiets praktisch als renovaties – al had architectuur wél haar speciale belangstelling. Ze studeerde af met een onderzoek naar de OPZIJ 2018 NR. 7

49


1001 VROUWEN - DE MUSEUMDIRECTEUR

LOOPBAAN JUDIKJE 1962 Geboren in Hellendoorn, Overijssel 1981-1988 Studie kunst- en architectuurgeschiedenis in Amsterdam 1989-1990 Medewerker educatie Frans Hals Museum, Haarlem 1990-2001 Wetenschappelijk medewerker educatie, Rijksmuseum 2001-2016 Directeur Museum Ons' Lieve Heer op Solder, Amsterdam 2009-2016 Directeur Bijbels Museum, Amsterdam 2016 Directeur Amsterdam Museum aanleg van de Westelijke Tuinsteden. Met dit stadsdeel heeft ze nu ook weer te maken, omdat het Amsterdam Museum hier wil gaan programmeren. “In Nieuw-West wonen inmiddels honderdvijftigduizend mensen, een jong en heel divers stadsdeel met inwoners uit alle hoeken van de wereld. Deze Amsterdammers willen we ook bereiken. Verhalen over de geschiedenis van de stad kunnen we op meerdere plekken vertellen, dat hoeft niet vanuit één locatie in de binnenstad.” Ziet je het als taak om evenals een netmanager bij de publieke omroep diverse doelgroepen te bereiken? “Ja en dat gebeurt ook, in totaal hebben we jaarlijks een half miljoen bezoekers, een zeer uiteenlopend publiek. In de twee historische panden die we uitbaten, Museum WilletHolthuysen en het Cromhouthuis, zoomen we in op een

‘Mijn docent zei: “Hartstikke leuk dat jullie hier allemaal zijn, kunstgeschiedenis is ook een heel leuke studie, maar niemand krijgt een baan.” Ik dacht: wat krijgen we nou?’ aparte eeuw, daar komen in meerderheid Nederlandse bezoekers. In de Hermitage huren we ruimte en vertellen we in de tentoonstelling Hollanders van de Gouden Eeuw over de identiteit van Amsterdammers, met onze topcollectie groepsportretten. En hier in het voormalige weeshuis vertellen we het verhaal van Amsterdam van de middeleeuwen tot nu. We trekken in het Amsterdam Museum in de Kalverstraat jaarlijks circa tweehonderdduizend bezoekers, zo’n zestig procent komt uit het buitenland.” Moeten musea eigenlijk niet net als in Duitsland gewoon gratis zijn? “Dat zou niet uit kunnen met het beschikbare overheidsgeld, maar het is ook niet nodig. Ik ben heel enthousiast over de 50

combinatie; zelf iets betalen via de Museumjaarkaart en sommige onderdelen gratis. We hebben al twee jaar een mode-tentoonstelling in de Openbare Bibliotheek Amsterdam, die is gratis en daar komen tienduizenden mensen. Deze zomer hadden we in Zuidoost een tentoonstelling van de hiphop-kunstenaar Brian Elstak, van hem hebben we ook een groot geschilderd werk aangekocht.” Ik hoor je over bezoekerscijfers. Word je daarop afgerekend, net als een CEO in het bedrijfsleven? Verwacht men ook permanente groei? “Bezoekersaantallen, omzet- en exploitatiecijfers spelen zeker een rol. Het is ook onze missie om zoveel mogelijk mensen in contact te brengen met ons verhaal over Amsterdam. Maar wat bij culturele instellingen ook meespeelt is de maatschappelijke waarde: wat voeg je toe?” Jullie maatschappelijke bijdrage lijkt me lastig aan te tonen, zeker aan hedendaagse VVD-politici zoals minister Eric Wiebes, die onlangs in Zomergasten kunst ‘een hobby’ noemde. “We kunnen laten zien dat we veel scholieren bereiken en door mensen meer over hun omgeving te leren, hopen we eraan bij te dragen dat ze meer zorg krijgen voor hun stad.” Denk je soms niet met heimwee terug aan de tijd dat je met je diaprojector op stap ging om te vertellen over kunstgeschiedenis? “Het leuke van mijn werk is dat het uiteindelijk niet wezenlijk veranderd is. Of ik mijn verhaal over de historie van Amsterdam nu overdraag aan de burgemeester, subsidieverstrekkers of aan gewone Amsterdammers – het begint allemaal bij de inhoud en die is het waard om voor het voetlicht gebracht te worden.” O De tentoonstelling1001 vrouwen in de 20ste eeuw is te zien op van 4 oktober 2018 tot en met 10 maart 2019 in het Amsterdam Museum.


DOOR ALIES PEGTEL

1001 VROUWEN - DE AUTEUR

Historica Els Kloek werkte ruim vijftien jaar aan het Vrouwenlexicon, een website waarvan ze twee vuistdikke boeken maakte. Onlangs verscheen 1001 vrouwen in de 20ste eeuw, met de levensverhalen van letterlijk 1001 beroemde, beruchte en onbekende vrouwen uit het recente verleden van Nederland. “Vrouwen blijven vaak onzichtbaar in de geschiedschrijving. De vrouw is toch nog altijd ‘de ander’.”

E

en week voordat ze haar nieuwste 1001 vrouwenlexicon zal uitreiken aan koning Willem Alexander op de bijbehorende tentoonstelling in het Amsterdam Museum, zit Els Kloek zich op te winden in haar werkkamer. Een journalist heeft haar net gevraagd of ‘zo’n boek over vrouwen nog wel nodig is?’ Het zal de vermoeidheid wel zijn, maar Kloek heeft er

weinig begrip voor dat zij zich nog geregeld moet verdedigen voor haar werk. “Aan de makers van biografische naslagwerken vol mannen wordt zo’n soort vraag nooit gesteld.” Maar de vraag illustreert prachtig het heersende gebrek aan historisch besef: hoewel vrouwen zich pas in de twintigste eeuw op alle denkbare terreinen gingen meten met mannen, zien sommige mensen er kennelijk nu al de noodzaak niet

OPZIJ 2018 NR. 7

51


1001 VROUWEN - DE AUTEUR

meer van in om deze gigantische cultuuromslag te boekstaven aan de hand van de levensgeschiedenissen van de hoofdpersonen. Ga maar na: in de vorige eeuw kregen vrouwen stemrecht, gingen ze massaal studeren, werden ze handelingsbekwaam, mochten ze gehuwd blijven werken (bij voorkeur in deeltijd), en last but not least, werden ze baas in eigen buik. Wie waren de vrouwen die vooropliepen, de eerste vrouwelijke gemeenteraadsleden, Kamerleden, bewindslieden en hoogleraren? Welke vrouw was de eerste

‘De inhoud is niet per se feministisch van aard, maar het is wel een feministische daad’ rechter, filmregisseuse, Elfstedentochtrijdster of tvpresentatrice? De selectie betreft niet uitsluitend rolmodellen of feministes. Zo staan er ook omstreden vrouwen in het naslagwerk onder wie de eerste Miss Holland (Jopie Koopman), een dame die de strenge ARP-oprichter Abraham Kuyper chanteerde (Mathilde Westmeijer), en een vrouw die deelnam aan de treinkaping in het Drentse De Punt (Hansina Uktolseja). Alleen al vanuit het oogpunt van de contemporaine geschiedschrijving is het prachtig dat Kloek als zelfstandig historica wederom dit huzarenstukje heeft verricht, dat net als het eerste deel van 1001 vrouwen mede door crowdfunding tot stand kwam. Via internet adopteerden ruim vijfhonderd mensen en instanties een vrouw; de geadopteerde vrouwen kwamen met voorrang in het boek. Els Kloek studeerde in de jaren zeventig geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Het was de tijd van de ‘democratisering’ en met medestudenten bekritiseerde ze de gevestigde geschiedschrijving. Er kwam aandacht voor ‘vergeten groepen’ zoals zwarten, kinderen en homoseksuelen en Kloek begaf zich als pionier op het nieuwe onderzoeksterrein van de vrouwengeschiedenis. Ze promoveerde in 1990 bij Hans Blom op een bundel vrouwenhistorische artikelen over de vroegmoderne tijd. Maar het vakgebied ontwikkelde zich wat haar betreft te veel in theoretische richting. Zo werden vrouwen met name bestudeerd als onderdrukt collectief. Nog altijd bleven individuele vrouwen onderbelicht. En aan de stereotiepe wijze waarop vrouwen bijvoorbeeld in biografische naslagwerken werden beschreven, schortte volgens Kloek nogal wat. Machtige vrouwen waren ‘heerszuchtig’ en ‘kil’ en vrouwen die dienden als ‘steun en toeverlaat’ voor hun man, werden geprezen. Dat moest hoognodig gemoderniseerd worden, vond Kloek. Ze schrok pas echt toen ze ontdekte dat het aandeel vrouwen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (19111937) niet meer dan 2,1 procent bedroeg terwijl dat in de 52

negentiende-eeuwse voorganger nog 2,7 procent was geweest. Verdorie, dacht Kloek: vrouwen verdwijnen dus uit beeld. Dit was haar drive om een speciaal Vrouwenlexicon te gaan samenstellen. “Ik vond het hard nodig. De inhoud is niet per se feministisch van aard, maar het is wel een feministische daad. Het moest gewoon gebeuren om het beeld van het verleden aan te vullen. Want al speelden de meeste vrouwen eeuwenlang geen hoofdrol op het publieke toneel en bleven ze daardoor buiten het zicht van de officiële geschiedschrijving, ze waren er natuurlijk wél. En ze zaten ook lang niet allemaal thuis. Geschiedenis vergt onderhoud, ook die van vrouwen, vind ik. Dat is immers de helft van de mensheid. Dus begon ik de vergeten geschiedenissen van vrouwen op te delven. Om het terrein af te bakenen heb ik me beperkt tot Nederland – je moet ergens beginnen. Het ging me niet zozeer om vorstinnen, want die kennen we misschien nog wel, maar om de onbekende verhalen van de non, de dienstbode, gifmengster of vroedvrouw.” Aanvankelijk was het Vrouwenlexicon een digitaal project. In 2004 ging de website Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland (DVN) de lucht in. In 2013 mondde dit uit in het boek 1001 vrouwen uit de Nederlandse Geschiedenis. Het werd prachtig vormgegeven door ontwerpster Irma Boom, die gefascineerd raakte omdat het naslagwerk een miljoen woorden telde. Collega-historici haalden misschien hun neus ervoor op, maar het grote publiek omarmde het boek; het naslagwerk werd door de lezers van het Historisch Nieuwsblad in 2016 uitgeroepen tot het beste geschiedenisboek aller tijden. Om kandidates te verzamelen, ploos Kloek in eerste instantie de registers uit van de bestaande biografische woordenboeken. Bij haar selectie hanteerde ze twee criteria: prestatie en reputatie. Ofwel vrouwen moesten wat gepresteerd hebben, ofwel ze moesten als uitzonderlijk bekend hebben gestaan. Kloek werkte met een klein redactieteam en honderden auteurs, maar ze schreef ook veel lemma’s zelf, waaronder die over Kenau Simonsdochter Hasselaer en Magdalena Moons. Over deze vrouwen uit de zestiende eeuw schreef ze ook het boek Kenau & Magdalena – Vrouwen in de Tachtigjarige Oorlog. Daarin kantelt Kloek het beeld dat vrouwen alleen maar lijdzaam zouden toekijken in oorlogstijd. De Haarlemse Kenau, die sinds 1562 aan het hoofd stond van de scheepswerf van haar overleden man, vocht dapper mee tegen de Spanjaarden. En Magdalena Moons speelde een cruciale rol bij Leidens ontzet in 1573: ze had een affaire met de Spaanse bevelhebber Valdez en deze stelde een aanval op Leiden uit in ruil voor Magdalena’s belofte met hem te trouwen. Dat oorlog niet uitsluitend een mannenzaak is, komt ook bijzonder goed naar voren in het nieuwe deel van 1001 vrouwen. Volgens Kloek hangt de Tweede Wereldoorlog als ‘een slagschaduw’ over de twintigste eeuw en daarmee over de levens van vele vrouwen. Ze nam biografieën op van holocaustslachtoffers als Anne Frank, van verzetsstrijdsters


1001 VROUWEN - DE AUTEUR

als Marie Anne Tellegen, maar ook van de Joodse Ans van Dijk, die van slachtoffer transformeerde in dader en Joden aangaf om zelf uit de handen van de Duitsers te blijven. Als enige vrouw werd Van Dijk na de oorlog ter dood veroordeeld; ze stierf in 1948 voor een vuurpeloton. Voor de selectie van 1001 vrouwen in de 20ste eeuw kon iedereen namen aandragen, maar Kloek raadpleegde ook experts. Ze schakelde onder meer deskundigen in om haar te adviseren over Surinaamse, Antilliaanse en Indonesische vrouwen. De tentoonstelling in het Amsterdam Museum, die Kloek mede samenstelde als gastconservator, begint met Maria Vlier, dochter van een vrijgemaakte slavin, die in 1863 het allereerste schoolboek over de geschiedenis van Suriname schreef. Aan het slot is er aandacht voor de Surinaamse bestuurder en schrijfster Ellin Robles, die vanaf 1979 tot haar dood in 2011 in Nederland woonde. Behalve aandacht aan vrouwen van allochtone afkomst besteedde Kloek ook zorg aan regionale spreiding bínnen Nederland. “Voor je het weet komt iedereen uit de Randstad.” Ze zorgde ervoor dat alle provincies in het lexicon aan bod komen. “Het moest wel over héél Nederland gaan, vond ik.” Als Kloek haar kinderhart had gevolgd, dan was ze dichteres geworden. Ze wilde in de voetsporen treden van Annie M.G. Schmidt, die ze mateloos bewondert. “Ik was een jaar of zeven toen ik haar boeken ging lezen, die had mijn moeder me gegeven. Bovendien hadden we een plaat met haar liedjes, gezongen door Hetty Blok. Ik was er verrukt van.” Wat sprak je zo aan in het werk van Annie M.G. Schmidt? “Via haar gedichtjes en versjes zag ik dat je met taal kunt spelen. Voor het slapen gaan lag ik ‘s avonds in bed eindeloos rijmpjes te verzinnen, al dan niet op muziek.” Maar van een dichterscarrière is het niet gekomen? “Nee, dat heeft een juf op de lagere school de kop ingedrukt omdat ze de tekst van een van mijn gedichtjes niet netjes vond - een man en vrouw gingen aan het slot ervan samen naar bed omdat het al laat was. Ik mocht het daarom niet voordragen op de ouderavond. Het was een traumatische ervaring, maar nu werk ik toch nog met tekst. Het is dus goed gekomen.” Wat vond je moeder ervan, die jou tenslotte de boeken van Annie had gegeven? “Ze wilde vooral dat ik na doorleerde na het gymnasium. Bij haarzelf was de oorlog ertussen gekomen – ze studeerde Engels maar is in 1942 getrouwd met mijn vader, een jonge predikant. Zo werd ze domineesvrouw. Mijn moeder was erg ontwikkeld en intelligent, zat zelf veel te lezen of te typen. Ze was bepaald geen doorsnee huisvrouw, en zeker niet zo’n aanwezige huismoeder zoals ik bij mijn vriendinnen wel zag. Mijn vader droeg haar op handen, en was in feite veel huishoudelijker dan zij. Als slimme dochter

(ik was de jongste van vijf en haar tweede dochter) moest ik afmaken wat zij had laten liggen.” En, was ze trots? “Ze heeft niet meer meegemaakt dat de eerste 1001 vrouwen uitkwam. Maar in het begin heb ik haar op haar verjaardag eens een print gegeven met de eerste vijftien lemma’s die ik had geschreven. Toen zei ze: 'Pas je wel op dat het niet te veel over jou gaat.’” Ze was kritisch. “Zeer. Ze zei ook altijd: ‘Jij maakt nooit wat af.’ Ik was namelijk nogal impulsief. Na de verschijning van mijn eerste 1001 vrouwen heb ik weleens gedacht: zo, dát kun jij nu nooit meer zeggen!” Haar commentaar heeft je onbewust toch misschien aangespoord? “Wie weet. Ik ben altijd een veelvraat geweest, maar ik ben ook echt een doener, dat heb ik van mijn vader. Toen ik besloot een tweede 1001 vrouwen samen te stellen, heb ik meteen een schema gemaakt; ik moest vijf jaar lang twintig lemma's per maand maken. Dat schema heeft me erg geholpen om het doel te bereiken.” (lacht) “Ik had mijn man trouwens in 2013 beloofd dat er nooit meer 1001 vrouwen over de vloer zouden komen, maar daar heb ik me dus niet aan gehouden.” Hij zei niet: “Of alle 1001 vrouwen eruit, of ik?” “Nee hoor, we zijn al dertig jaar bij elkaar. Mijn Frits is heel erg zorgzaam, net zoals mijn vader dat was voor mijn moeder. Hij kookt iedere avond, dat is zo’n luxe! Met de vader van mijn zoon had ik wat dat betreft een veel zakelijkere regeling – we kookten wekelijks om de beurt. Ik ben nooit een klassieke huisvrouw geweest, in plaats daarvan heb ik een boek geschreven over de geschiedenis van het type van de Hollandse huisvrouw: Vrouw des huizes.” Zonder die 1001 vrouwen zal je leven straks wel kaal zijn? “Nou, ik zit ermee dat honderden vrouwen dit nieuwe boek om de een of andere reden niet hebben gehaald. Ofwel ik kreeg lemma’s te laat binnen of we zijn er niet aan toegekomen of ze stierven na het verstrijken van de deadline, zoals bij voorbeeld Anneke Grönloh. De ruimte was natuurlijk ook beperkt, maar ik zit met pakweg negenhonderd namen die ook echt de moeite waard zijn.” Bespeur ik nu dat je broedt op een derde 1001 vrouwen? “Neeneenee, maar ik ga zeker niet met pensioen. Ik heb me onlangs verdiept in de criminologe Clara Wichmann (18851922) Ze is jong overleden, maar ze had een rijk innerlijk leven en heeft een enorm archief nagelaten. Misschien ga ik daar nog wat mee doen. Weer eens wat meer de diepte in. Maar vooral moet ik mijn website Digitaal vrouwenlexicon goed nalaten. Daar ga ik komend jaar over nadenken.” O OPZIJ 2018 NR. 7

53


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

CISCA DRESSELHUYS 21 april 1943, journalist

W

at heb je met OPZIJ? Ik was er van 1974 tot 2008 aan verbonden, eerst als medewerkster, later, vanaf 1981, als hoofdredacteur. Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Joke Smit, omdat zij degene is geweest die de onderbouwing van de tweede feministische golf heeft verzorgd met haar essay Het onbehagen bij de vrouw (1967). Tot haar dood is ze bezig gebleven met het schrijven en spreken over: waarom is feminisme nodig en hoe moet dat feminisme eruit zien. Het boek Er is een land waar vrouwen willen wonen met al haar teksten van 1967 tot 1981, dat in 1984 (drie jaar na haar dood) is uitgegeven, staat volgeplakt met memootjes in mijn boekenkast. Ik heb het ontelbare keren gebruikt om er, voor artikelen of lezingen, uit te citeren. Haar teksten zijn tot op de dag van vandaag fris, puntig en bruikbaar. Wat mij betreft heeft de vrouwenbeweging sindsdien nooit meer zo’n goede ‘denker’ gehad. Wat had zij dat jij niet hebt? De gedrevenheid om dag-in dag-uit met één zaak bezig te zijn. Ik ben meer een generalist. Bovendien had ze het talent om theorieën te bedenken en die goed onder woorden te brengen.

54


1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET Portretfoto, door Harry Pot, 1968 (Nationaal Archief / Spaarnestad Photo)

JOKE SMIT (1933-1981) Amsterdam Museum Feministe en journaliste. Geeft in 1967 het startschot voor de tweede feministische golf met haar Gids-artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’. Is een jaar later medeoprichtster van de actiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM). Vindt overleg en praktische aanpakken belangrijker dan theoretische discussies. Icoon van de Nederlandse vrouwenbeweging. Uit het boek Kool-Smit bleek in haar omgeving een van de weinige moeders die ook buitenshuis werkten. Uit ongenoegen over de maatschappij die de tijdrovende organisatie van de kinderopvang aan de ouders overliet – na een fulltime dienstmeisje volgde een serie oppassen – en in de overtuiging dat haar ervaringen als werkende moeder geenszins uniek waren, schreef Kool-Smit in 1967 ‘Het onbehagen bij de vrouw’ in het maandblad De Gids. Dit geruchtmakende artikel gaf het startschot voor de tweede feministische golf in Nederland. Het artikel riep zoveel herkenning op bij andere vrouwen dat Kool-Smit, samen met wetenschappelijk medewerkster, journaliste en politica Hedy d’Ancona, op 26 oktober 1968 de actiegroep Man Vrouw Maatschappij (MVM) oprichtte. Dit deed ze overigens met enige tegenzin, want ze hield niet van vergaderen en organiseren. Vanaf het begin bestond er tussen beiden een taakverdeling. Terwijl D’Ancona beter praatte was Kool-Smit geen begenadigd spreekster:

Cisca op de tentoonstelling in het Amsterdam Museum bij de foto van Joke Smit

zij reageerde enigszins secundair en sprak wat haperend, tenzij ze haar teksten voorlas. Zij schreef op haar beurt het beste – dat deed ze voor haar plezier. Haar calvinistische opvoeding en haar grote plichtsbesef – “Als ik het niet doe, gebeurt het niet” verzuchtte ze geregeld – maakten dat zij desalniettemin tussen 1968 en 1970 het voorzitterschap van MVM op zich nam. Naast een voltijdse baan die zij serieus nam, haar werk voor MVM en de zorg voor haar kinderen bleef er weinig tijd over voor ontspanning. Als voorzitster leidde Joke Kool-Smit MVM in een – voor Europa unieke – radicale feministische richting, omdat het de aanwezigheid en werkzaamheid van mannen niet uitsloot. “Mannenhaat is niet rendabel,” betoogde zij, “ofschoon ik er af en toe wel eens last van heb.” Vrouwen hadden eerder last van vrouwenhaat, stelde ze in 1970. Deze typische ‘minderheidsreactie’ konden vrouwen slechts overwinnen als ze van elkaar en zichzelf leerden houden. Voor Kool-Smit betekende het zelfs dat seksualiteit niet langer werd uitgesloten van haar intense vriendschappen met vrouwen. Zij spande zich consequent in om de – wat zij noemde – ‘algemeenheidsmythe’ aan de kaak te stellen, die wat mannen doen voor normaal houdt en wat vrouwen doen als afwijkend beschouwt. Tegenover de gewoonte onder geëmancipeerde vrouwen om over vrouwen te praten als de ‘ander’ en ‘ze’ stelde Kool-Smit dat feministen moesten leren ‘we’ te zeggen als het onderwerp ‘vrouwen’ betrof. In deze lijn lag ook haar aanbeveling de oorzaak van de geringe bereidheid onder Nederlandse vrouwen om buitenshuis te werken niet te zoeken in een afwijkende psychologische gesteldheid van vrouwen of een gebrek aan doorzettingsvermogen. Niet de huisvrouw was in haar visie de afwijking die verklaard moest worden, maar het wonder van de werkende moeder. OPZIJ 2018 NR. 7

55


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

SOFIE VAN DEN ENK 23 augustus 1980, journalist en programmamaker

W

at heb je met OPZIJ? Enerzijds een instituut waar ik veel aan te danken heb omdat het heeft bijgedragen aan de emancipatie, aan de andere kant nog heel actueel omdat de bewustwording en het podium nog altijd nodig zijn. Zo nu en dan kan ik daar zelf een bijdrage aan leveren. Daar ben ik trots op. Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Mijn keuze is Ageeth Scherphuis. Dit omdat ze een collega is en haar positie als omroepster heeft uitgebouwd tot veel meer en zich ook heeft ingezet voor de vrouwenzaak en daardoor haar werk boven haar eigen belang heeft laten uitstijgen. Dat ze dat heeft gedaan terwijl ze in haar persoonlijk leven grote tragedie heeft gekend vind ik des te knapper. Hoe meer ik over haar te weten kom hoe meer mijn bewondering voor haar groeit. Zonder het 1001 vrouwenproject had ik haar niet gekend. Wat had zij wat jij niet hebt? Ze heeft de tijd waarin het medium televisie nog maar net bestond de vorm helpen bepalen. Die pionierstijd moet bijzonder geweest zijn, impactvol op de hele samenleving. Daarin heeft ze ook haar stempel proberen te drukken. In deze tijd waarin de manier waarop we televisie kijken opnieuw wordt uitgevonden hoop ik mijn stempel ook te kunnen zetten. In dit rijke volle medialandschap is dat misschien nog wel lastiger dan toen, al hebben vrouwen wel hun plek verworven. Helaas zijn we nog niet gevrijwaard van seksisme maar je hoeft nu niet meer te strijden voor een ambitie die verder reikt dan praatpop. Een collega als Scherphuis ben ik om die reden schatplichtig.

56


Op de set, 1957. Foto Beeld en Geluid

1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

AGEETH SCHERPHUIS (1933-2012)

Uit het boek Scherphuis raakte betrokken bij de feministische zaak. Zij gebruikte haar positie als journalist en televisiemaker om het maatschappelijk debat over kwesties als seksualiteit, abortus en gelijke behandeling en beloning van de werkende vrouw aan te zwengelen. Daarbij was zij haar tijd vooruit. Het programma Dames gaan voor, dat zij in 1973 maakte voor de NOS, werd vanwege slechte kijkcijfers al snel gestaakt. Een veel groter succes was het NOSpraatprogramma Ot... en hoe zit het nou met Sien?, waarin ze heikele vrouwenkwesties aansneed. Het programma, geheel gemaakt door vrouwelijke journalisten en redacteuren, liep van 1975 tot 1982. Scherphuis zelf omschreef het als een belangrijk keerpunt in het debat over vrouwenrechten. “In mijn gevoel hebben we daarmee toch iets in gang gezet: het nadenken over de situatie en positie van vrouwen.” Ageeth Scherphuis ontwikkelde zich tijdens haar lange loopbaan tot invloedrijk programmamaakster en journaliste. Zij zette zich in die hoedanigheid vooral in voor het

verbeteren van de positie van de Nederlandse vrouw. Met haar programma’s en artikelen stimuleerde zij een brede maatschappelijke discussie over vrouwenkwesties. Zij heeft, kortom, een belangrijk aandeel gehad in de tweede feministische golf in Nederland.

Sofie bij een gewaad van Mathilde Willink in het museum

Sofie op de tentoonstelling in Amsterdam Museum

OPZIJ 2018 NR. 7

57


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

ETCHICA VOORN 10 januari 1963, schrijfster, performer en talentcoach

W

at heb je met OPZIJ? Een blad wat in mijn jeugd een vaste plek had op de eettafel. Ik ben er mee opgegroeid. En een blad gericht op vrouwen en emancipatie is nog steeds keihard nodig. In juli 2018 heb ik tot mijn grote verrassing de OPZIJ Literatuurprijs gewonnen met mijn debuut Dubbelbloed. Daar ben ik super trots op! Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Bet van Beeren. Ik was prettig verrast om haar bij de geselecteerden te zien. Sinds acht jaar woon ik weer in mijn geboortestad Amsterdam en café ‘t Mandje is één van mijn favorieten. Vanaf de allereerste keer dat ik de historie achter het café hoorde van het creatieve verzet van Bet van Beeren om het verbod op homoseksualiteit te omzeilen en een plek te bieden aan homoseksuele mannen en vrouwen, heeft deze kroeg een extra aantrekkingskracht op mij. Kunnen zijn wie je bent is voor mij persoonlijk een rode draad in mijn leven, mijn levensthema! En belangrijk zeker in deze tijd met homofobe uitspattingen en geweld. Niet zonder risico runde zij haar kroeg. In de oorlog speelde ze al een moedige rol. Haar café was een toevluchtsoord voor onderduikers en verzetsmensen. Haar verzet is na de oorlog doorgegaan. Ken je het verhaal van het uiltje? Dat is een lampje in de vorm van een uil dat achter de bar staat. Bet had contact met iemand die ‘spioneerde’ vanuit het beruchte politiebureau Warmoesstraat. Zodra bekend werd dat de zedenpolitie binnen kon komen, ging het lampje aan en ging iedereen keurig op zijn kruk zitten. Hilarisch! Die humor, een beetje grote bek en creativiteit daar hou ik van. Het verhaal ging dat Bet op geen enkele manier onderscheid duldde. Echt een sterke inspirerende en moedige persoonlijkheid. Wat had zij dat jij niet hebt? Ik denk dat zij confrontaties niet schuwde en conflicten niet uit de weg ging. Enorme moed! Confronteren is niet mijn sterkste punt, mijn moed moet ik dan uit alle hoeken en gaten bij elkaar rapen.

58


1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

Bet van Beeren, door onbekende fotograaf, ca. 1954 (Café ‘t Mandje, Amsterdam)

BET VAN BEEREN (1902-1967) Amsterdam Museum Caféhoudster. Neemt als 25-jarige in 1927 een café aan de Zeedijk over en noemt dat ’t Mandje. Haar Kroeggasten kunnen er openlijk voor hun homoseksuele geaardheid uitkomen- zelf is ze lesbisch. Na haar dood bestaat de kroeg nog vijftien jaar. Tegenwoordig is Café ’t Mandje een historisch monument. Uit het boek Bet noemde het café ‘In ’t Mandje’ omdat haar moeder elke dag eten kwam brengen in een mandje. Het café hing vol met foto’s van leden van het koningshuis, want Bet was oranjegezind. Aan het plafond hingen (afgeknipte) dassen van bezoekers. Bet van Beeren is bekend geworden omdat homoseksuele mannen en vrouwen in haar etablissement voor hun geaardheid konden uitkomen. Zoenen was verboden in ’t Mandje, maar op Koninginnedag mochten mannen met mannen dansen en vrouwen met vrouwen. Bet zelf kwam openlijk uit voor haar homoseksualiteit. Ze was een

opvallende verschijning: regelmatig reed ze op de motor door de straat, soms met een nieuwe verovering achterop. Vanwege haar overvloedig drankgebruik en lesbischpromiscue levenswandel werd ze ook wel bekritiseerd, onder anderen door Majoor Bosshardt van het Leger des Heils, die regelmatig in ’t Mandje kwam om de Strijdkreet te verkopen. Dit stond de vriendschap niet in de weg: toen Bets gezondheid afnam en ze meer en meer alleen kwam te staan, was Majoor Bosshardt haar vertrouwelinge. In 2008 werd ’t Mandje als het 39ste venster opgenomen in de Canon van Amsterdam.

Etchica in het Amsterdam Museum

Etchica in Café ’t Mandje, deels oorspronkelijk interieur, nu in het museum.

OPZIJ 2018 NR. 7

59


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

ROOS VERMEIJ

28 maart 1968, bestuurder pensioenfonds PME, pensioenfonds van de technische industrie, van 2006-2017 Tweede Kamerlid voor de PvdA

W

at heb je met OPZIJ? Ik ben voorzitter van de stichting OPZIJ, het blad is voor mij een mooi icoon van verschillende generaties vrouwen. Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Suze Groeneweg werd in 1918 gekozen tot lid van de Tweede Kamer namens de SDAP, zij was de allereerste vrouw in ons parlement. Ze zei: “Ik zal er vooral naar streven de stem van de arbeidersvrouw in het parlement te doen hooren.” Er moest in het Kamergebouw voor Suze een apart toilet worden aangelegd. Zij was een buitengewoon getalenteerd ‘volksredenaar’, sprak in ‘klare taal’. Haar maidenspeech in de Tweede Kamer ging over misstanden in het leger, tot ieders verassing, omdat het niet als een vrouwenonderwerp werd beschouwd. Ze was in de eerste plaats een linkse politica, maar haar vrouw-zijn speelde wel een rol bij haar debatten en initiatieven in de politiek. Omdat ze niet een hoofdrol speelde in de feministische kringen noch helemaal vooraan stond in de SDAP, weten we ongelofelijk weinig van haar; alleen Ulla Jansz en (jong politiek talent) Janneke Holman schreven over haar (Vrouwen Ontwaakt! en een scriptie). Zij is zeker een van de 1001 vrouwen die grote herwaardering en studie verdient, ze heeft als eerste vrouw in de Tweede Kamer – en op haar eigen pragmatische wijze – gewerkt aan gelijke rechten voor vrouwen op alle fronten, precies een eeuw later is dat werk bepaald nog niet gereed. Wat heeft zij wat jij niet hebt? Ze was de eerste vrouw in de Tweede Kamer, dat was een ongekend fenomeen en vergt onvoorstelbaar veel moed. Zij was bovendien een

60

getalenteerd redenaar, en dat ben ik echt niet. Zij heeft veel werk verzet zodat mijn komst, en die van vele vrouwelijke collega’s in het parlement, de gewoonste zaak van de wereld is geworden. Toen ik vorig jaar - na de politiek - begon als bestuurder van een pensioenfonds was ik de eerste vrouw in het bestuur en ik meen dat, een eeuw na Suze Groeneweg, dat toch wel weer een reden is om deze strijd niet ‘af’ te verklaren.


Foto door Vereenigde Fotobureaux, 1935 (Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, Amsterdam).

1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

SUZE GROENEWEG (1875-1940) Amsterdam Museum Socialistische onderwijzeres en propagandiste. Vindt dat mannen en vrouwen binnen de partij (SDAP) gelijk moeten optrekken. Dankzij het passief kiesrecht van vrouwen in 1918 als eerste vrouw gekozen in de Tweede Kamer. Richt zich onder andere op vrouwenrechten, ontwapening en drankbestrijding. Uit het boek Suze Groeneweg is vooral bekend geworden als de eerste vrouw in de Tweede kamer. Zij had daar een gedegen reputatie. De liberale politicus P.J. Oud noemde haar ‘geen katje om zonder handschoenen aan te pakken’. Lange tijd heeft zij als (bijna) enige vrouw moeten opereren in een mannenwereld, terwijl ze tegelijk kritiek kreeg van de meer feministisch gestemde vrouwen in de partij. Groenewegs nagedachtenis wordt levend gehouden door de Suze Groenewegschool (het opleidingsinstituut van de PvdA) en

een tweejaarlijkse Suze Groenewegprijs voor roldoorbrekende initiatieven in de opvoeding, uitgereikt op Internationale Vrouwendag.

Roos op de tentoonstelling in Amsterdam Museum

Roos kijkt in vitrine naar voorwerpen van Suze Groeneweg

OPZIJ 2018 NR. 7

61


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

MARRY DE GAAY FORTMAN 22 september 1965, advocaat en partner Houthoff, commissaris DNB en KLM

W

at heb je met OPZIJ? OPZIJ is één van mijn antennes waarmee ik maatschappelijke ontwikkelingen signaleer. Doordat OPZIJ maatschappelijke trends in een positief kader plaatst, is het voor mij een bron van inspiratie. Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Bosshardt, beter bekend als ‘Majoor Bosshardt’, omdat ze haar missie om anderen te helpen heeft weten te realiseren. Met een startkapitaal van slechts honderd gulden kreeg ze opdracht van het Leger des Heils om het goodwillwerk in de oude binnenstad van Amsterdam op te zetten. Ze ging daarbij op haar op eigen gevoel af en bouwde een professionele organisatie die steun geeft aan iedereen die een helpende hand nodig heeft. Ze verstond de kunst om zich met alle delen van de bevolking te verbinden. Wereldberoemd is de foto waarop ze samen met de vermomde prinses Beatrix in 1965 een bezoek bracht aan arme gezinnen en prostituees op de Wallen. Dit bezoek werd per ongeluk ontdekt door de fotograaf. In de Tweede Wereldoorlog bracht ze op haar fiets joodse kinderen naar onderduikadressen, waarvoor ze de hoogste onderscheiding van de staat Israël heeft gekregen. Ondanks de vele aandacht en loftuitingen is ze altijd zichzelf gebleven. Wat heeft zij wat jij niet hebt? De nalatenschap van majoor Bosshardt is ontzagwekkend, ik heb het meeste respect voor de wijze waarop ze persoonlijke aandacht wist te geven aan duizenden hulpbehoevende mensen. In veel gevallen heeft ze daarbij letterlijk hun leven gered.

62


1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET Majoor Bosshardt, door onbekende fotograaf, ongedateerd (Spaarnestad Photo)

ALIDA ‘MAJOOR’ BOSSHARDT (1913-2007) Amsterdam Museum Heilsoldate. Richt in 1948 in Amsterdam het Goodwillwerk op ter ondersteuning van o.a. prostituees en alcoholisten. Wordt een bekende verschijning op de Amsterdamse wallen en via kranten en tv een bekende Nederlander. Bereikt de rang van luitenant-kolonel, maar blijft bekend als ‘de Majoor’. Uit het boek Bosshardt had veel van het seksuele leven van anderen gezien, maar zelf bleef ze maagd – zo vertelde ze in Villa Felderhof. Ze zei wel eens verliefd te zijn geweest op een vrouw en er werd geroddeld over haar band met Bet van Beeren, maar een relatie met een vrouw was niet te verenigen met haar normen. Alida Bosshardt had zelf graag een gezin en kinderen willen hebben, maar de mannen op wie ze verliefd werd, waren al getrouwd.

Marry op de tentoonstelling in Amsterdam Museum

Het Leger des Heils wijst homoseksualiteit af, maar volgens Bosshardt is de Nederlandse afdeling – zeker in de Randstad – toleranter dan de internationale leiding. Zelf had ze een homoseksuele heilsoldaat als stagiair. Het ging haar erom ‘of ze er zelf gelukkig mee zijn en als dat zo is, dan is het goed’, maar ze zou geen homohuwelijk inzegenen, omdat dat niet helemaal Gods bedoeling is geweest. Tegenover het verlies van zelfbeschikkingsrecht bracht de toetreding tot het Leger voor haar persoonlijk ook veel bewegingsvrijheid. God had haar ‘in alle vrijheid, zelfstandig keuzes laten maken’, maar als je vrijheid wilt, ‘zul je daar zelf ook voor moeten zorgen’. Bosshardts opstelling in maatschappelijke discussies was een opmerkelijke combinatie van principiële standvastigheid en pragmatische souplesse; streng voor zichzelf en tolerant voor anderen. Dat gold voor haar houding ten aanzien van (homo)seksualiteit, geboortebeperking, euthanasie en abortus. Wel vond ze de Nederlandse maatschappij te materialistisch en te tolerant: goede – niet noodzakelijkerwijs christelijke – richtlijnen waren onontbeerlijk. Haar motto ‘Iedereen is voor God gelijk, dus ook voor mij’ gold ook voor mensen die niet volgens Gods regels leefden of een ander geloof aanhingen. Maar er was ook kritiek op de majoor, vooral vanwege haar afwijzende houding ten opzichte van homoseksualiteit. En omdat ze wilde dat dingen gedaan werden wanneer en zoals het haar voor ogen stond, vonden sommigen haar ‘een beetje autoritair’ – kritiek waar ze weinig begrip voor kon opbrengen. OPZIJ 2018 NR. 7

63


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

ANNEMARIE OSTER 17 november 1942, schrijfster/columniste

W

at heb je met OPZIJ? Ik schrijf een column voor OPZIJ.

Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Dat is Top Naeff, omdat mijn moeder, de actrice Ank van der Moer, bij haar eindexamen van de Toneelschool (academie voor Dramatische Kunst) de Top Naeff Prijs kreeg. Het vreemde fenomeen doet zich voor dat Top Naeff diverse toneelstukken schijnt te hebben geschreven maar dat ik er nog nooit één opvoering van heb mogen aanschouwen en niet één titel kende. Nu wel want ik heb het opgezocht. Haar eerste toneelstuk heet De Genadeslag. Wat ik wel wist is dat zij Schoolidyllen heeft geschreven, een meisjesboek met een hoog ‘Joop ter Heul-gehalte’, althans, dat maakte ik op uit de eerste pagina die ik op Bol.com heb gelezen. Grappig was dat alle ‘moeilijke’ (in die tijd modieuze) woorden onderaan de pagina werden verklaard. Schoolidyllen was een bestseller indertijd. Maar het is duidelijk: Top Naeff spreekt alleen tot mijn verbeelding wat betreft die prijs. Mijn moeder was er indertijd erg verguld mee, vertelde ze me later. Ze was negentien toen ze die prijs kreeg. Top Naeff was getrouwd met een arts met wie ze vele verre reizen maakte. Naast (toneel)schrijfster was ze ook nog toneelrecensent. Dat ben ik zelf ook geweest, dus ga ik die besprekingen binnenkort eens proberen op te zoeken.

64


Top Naeff door onbekende fotograaf, ca. 1900

1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

TOP NAEFF (1878-1953) Uit het boek Toneel boeide haar van kindsbeen af. In 1899 verscheen haar dramatische schets De genadeslag, die genoeg kwaliteit bleek te hebben om door het Rotterdamse gezelschap ‘Le Gras en Haspels’ te worden opgevoerd. Een jaar later boekte zij een nog opmerkelijker succes met het meisjesboek School-idyllen, in één ruk geschreven en in keurige schoolschriften naar de uitgever opgestuurd. Het trok meteen een groot lezerspubliek en zou telkenmale worden herdrukt. Indien alle tranen uitgestort over het ‘sterfbed van Jet’ zouden samenvloeien, had Nederland er een heuse rivier bij. Maar naast sentiment bevatte het humor, en geschreven vanuit de optiek van de puber (of bakvis) bereikte het een categorie lezers die in de jeugdliteratuur nog nauwelijks aan bod was gekomen. Tot het feminisme voelde zij zich niet aangetrokken. De enige zaak die zij wilde dienen was de kunst; daarover uitte zij zich uitsluitend in verheven bewoordingen. Zij legde de nadruk op wat zij noemde het bevrijdende element in de kunst. Een bevrijding die dan vooral de literatuur en het toneel konden bieden. De aandacht voor

het toneel ging volgens haar in Nederland weinig diep; door middel van haar kritieken probeerde zij daar verandering in te brengen en de voorwaarden voor een echte toneeltraditie te scheppen. In de jaren twintig verscheen een bundeling van deze kritieken. Dramatische kroniek, die tot het beste van haar werk behoort.

Annemarie bij Tentoonstellingsaffiche

Annemarie in het Amsterdam Museum

Annemarie bij begin tentoonstelling

OPZIJ 2018 NR. 7

65


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

CARIN GAEMERS W 27 juni 1958, historicus, publicist, activist in de ouderenzorg

at heb je met OPZIJ? Het wil een podium zijn voor vrouwen uit alle hoeken van de samenleving die gezamenlijk, en zo het feminisme, het gezicht geven dat past bij deze tijd. Redactie: Bovendien is Carin Gaemers in 2018 uitgeroepen tot de meest invloedrijke vrouw van Nederland. Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Mijn keuze is Francina de Neef Voor haar als dochter van vrijgemaakten waren de kansen op welstand en invloed voor Francina de Neef nihil. In Suriname was in dat tijdsgewricht nog geen enkel draagvlak voor de strijd voor gelijkberechtiging van vrouwen. Francien de Neef wist de beperkingen die haar tijd en haar omgeving haar oplegden zo behendig te manipuleren dat zij invloed uitoefende op het sociale beleid en met veel succes leiding kon geven aan haar eigen onderneming waarvan zij een deel van de opbrengsten gebruikte om op grote schaal sociale steun te verlenen. Wat heeft zij wat jij niet hebt? Zakelijk inzicht.

66


1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

FRANCINA DE NEEF

Francina de Neef, door Fred. Norton, 1890 (particuliere collectie)

(1864-1948)

Amsterdam Museum Dochter van in slavernij geboren ouders. Sluit in Paramaribo ‘Surinaams huwelijk’ met hoge koloniale ambtenaar, een relatievorm waarbij niet werd samengewoond, maar de man zich wel verplichtte tot onderhoud van de vrouw en kinderen. Wordt bekend als weldoenster omdat ze hulpbehoevende families ondersteunt. Introduceert een op Afro-Surinaamse kotodracht geïnspireerde outfit die nog steeds bekend staat als ‘Mis de Neef’. Uit het boek Ondanks het verschil in leeftijd, opleiding en de fundamentele maatschappelijke ongelijkheid tussen hen, gingen Jacob en Francina met ‘grote genegenheid en diep respect’ met elkaar om. Jacob was vrijwel dagelijks bij zijn Surinaams gezin in de Prinsenstraat en gaf zijn kinderen financiële zekerheid. Hij koos voor openheid. Zijn werkkamer op het Departement van Financiën was bij officiële gebeurtenissen zoals de viering van Koningsdag gereserveerd voor zijn Surinaamse vrouw. Zij zat dan achter het raam terwijl Jacob in ambtstenue meeliep in de optocht. Halverwege stopte hij, waar hij volgens Francina ‘zijn steek met een zwaai voor mij afnam’. Mis’ de Neef groeide uit tot een begrip in Paramaribo. Haar reputatie als weldoenster werd versterkt door haar verschijning. Zij was een lange, statige vrouw die reeds jong een eigen kledingstijl koos. Ze ontwierp en maakte kleding – tot op hoge leeftijd stond ze bekend als een getalenteerde ‘modiste’. Haar op de Afro-Surinaamse kotodracht gebaseerde outfit bestond uit een bepaald soort jasje en rok, met – in plaats van een dameshoed – een angisa. Deze gesteven hoofddoek is een typisch AfroSurinaams hoofddeksel voor vrouwen, dat voor

verschillende doeleinden op verschillende manieren wordt gevouwen. De angisa van Francina kreeg evenals haar kleding de naam ‘Mis’ de Neef’. Het geheel straalt soberheid en zelfbewustzijn uit. Inmiddels weten weinigen wie Mis’ de Neef was, maar haar outfit leeft voort. Nog altijd trouwen, verjaren, dansen, jubileren en gaan Surinaamse vrouwen ter kerke in een ‘Mis’ de Neef’. In het Koto Museum in Paramaribo heeft ze een plek gekregen, samen met haar couture-werktafeltje, en in Paramaribo zijn kant en klaar gesteven Mis’ de Neef-angisa’s als souvenir te koop.

Carin bij de vitrine met voorwerpen die betrekking hebben op Francina de Neef

Een kwartet met Mis’ de Neef kleding

Carin op de tentoonstelling in Amsterdam Museum

OPZIJ 2018 NR. 7

67


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

SHIRIN MUSA 28 augustus 1977, directeur Femmes for Freedom

W

at heb je met OPZIJ? Ik ken het blad uit mijn jeugd. Van kleins af aan noemde ik mezelf een feminist en 'feministen lezen de Opzij,’ vertelde mijn zus. Dus ik vond dat ik het ook moest lezen. Als kind las ik het blad in de bibliotheek en heb het een paar keer van mijn spaargeld gekocht. Nu ik ouder ben, vind ik het nog steeds het lijfblad en icoon van het feminisme. Het blad is het laatste jaar mooier, diverser, inhoudelijker en kosmopolitischer geworden. Eindelijk een blad voor alle feministen! Wat is jouw keuze uit de 1001

68

Vrouwen in de 20ste eeuw? Corry Tendeloo is mijn heldin. Tussen de eerste en tweede feministische golf heeft zij zich met veel klasse, hart, ziel en ratio ingezet tegen de patriarchale wetten. Als lid van de Tweede Kamer bereikte zij niet alleen dat de handelingsonbekwaamheid van gehuwde vrouwen maar ook het arbeidsverbod voor huwende en gehuwde ambtenaressen werd afgeschaft. Corry Tendeloo is nog maar bij weinigen bekend, maar haar strijd heeft ontzettend veel betekend voor het zelfbeschikkingsrecht van de vrouw in Nederland. Met Femmes for

Freedom strijden wij tegen vergelijkbare vormen van ongelijkheid in een ander tijdperk. In deze tijd gaat het om het zelfbeschikkingsrecht voor vrouwen uit migrantengemeenschappen. Een belangrijk onderdeel daarvan is huwelijkse gelijkheid tussen mannen en vrouwen. De huidige ongelijkheid wordt weliswaar niet opgelegd door wetten van de Nederlandse overheid - zoals in Corry's tijd wel het geval was - maar onze wetten zijn wel onvoldoende strak geformuleerd om te zorgen dat álle vrouwen in Nederland over hun eigen geest en lichaam kunnen beschikken. We zetten ons in tegen huwelijksdwang, kindhuwelijken, achterlating, polygamie, huwelijkse gevangenschap (het tegen haar zin vasthouden van een vrouw in een huwelijk doordat de man een religieuze scheiding weigert), verborgen vrouwen en vóór een betere vrouwenopvang. Het is ons gelukt om te lobbyen voor civiel- en strafrechtelijke wetswijzigingen en voorstellen inzake huwelijkse gevangenschap, de Eenheid Huwelijksdwang en middelen voor vrouwen en meisjes die in het buitenland worden achtergelaten en uitgehuwelijkt. Een belangrijk speerpunt is de echtelijke gehoorzaamheidsplicht en de handelingsonbekwaamheid waar Nederlandse vrouwen met een migrantenachtergrond tegenaan lopen als zij in het land van herkomst zijn. Zonder toestemming van de echtgenoot of een mannelijke voogd mogen zij het land niet verlaten. Hiervoor vragen we sinds jaar en dag aandacht bij de Tweede Kamer. De concrete doelen van Femmes for Freedom kunnen alleen bereikt worden als we kamerbrede steun hebben en heel veel geduld. Corry Tendeloo's levensgeschiedenis en werk hebben me op dit gebied veel geleerd. Wat heeft zij wat jij niet hebt? Ik ben jaloers op haar combinatie van doorzettingsvermogen en rust. Ik heb nog wel eens moeite rustig te blijven wanneer ik zie hoe mensen die zich feminist noemen het zelfbeschikkingsrecht van migrantenvrouwen niet serieus nemen.


1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

CORRY TENDELOO (1897-1956)

Amsterdam Museum Maatschappelijk betrokken juriste en politica, vanaf 1946 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Naamgeefster van een aangenomen – motie waarin een verbod van arbeid voor gehuwde ambtenaressen wordt afgewezen (1955). Is pleitbezorgster van opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de gehuwde vrouw, maar sterft voordat de wet wordt aangenomen. Uit het boek Op 15 september 1955 hield Tendeloo in de Kamer een rede voor afschaffing van het ontslaggebod van huwende ambtenaressen. Zij stelde zich op het standpunt dat de overheid geen bemoeienis mocht hebben met het al dan niet buitenshuis werken van getrouwde vrouwen. Dit was, haars inziens, een zaak die vrouwen zelf, in overleg met hun echtgenoten, moesten beslissen. Ook druiste de in dit opzicht bevoogdende rol van de staat in tegen Tendeloo's streven naar juridische gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Haar pleidooi in de Tweede Kamer leidde in diezelfde vergadering tot het indienen van een – naar haar genoemde – motie die overheidsbemoeienis met betaalde arbeid van gehuwde vrouwen afwees. Alle vrouwelijke Tweede Kamerleden – dwars door de partijen heen – stemden voor de motie. De mannelijke parlementariërs waren minder eensgezind, ofschoon het uiteindelijk drie mannen uit de confessionele rijen waren die ervoor zorgden dat de motie-Tendeloo met 46 tegen 44 stemmen

werd aangenomen. Bij de kabinetsformatie van 1956 werd op aandringen van de PvdA afgesproken het ontslag van huwende en gehuwde ambtenaressen inderdaad af te schaffen, wat op 24 december 1957 gebeurde. Voor particuliere werkgevers bleef evenwel de mogelijkheid bestaan vrouwen bij hun huwelijk te ontslaan.

Shirin in Amsterdam Museum (met boek in handen van Tenderloo)

Leo Jordaan, tekening voor een spotprent in Vrij Nederland, 12-7-1952: ‘Cherchez la femme’; “Apropos, mijne heeren, wij zijn er ook nog!”

OPZIJ 2018 NR. 7

69


DOSSIER 1001 VROUWEN 1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

ELS KLOEK

18 juli 1952, freelance historica, bedenker en maker van 1001 vrouwen

W

at heb je met OPZIJ? Ik volg het blad al zolang het bestaat, maar slechts incidenteel (koop het af en toe los). Wat is jouw keuze uit de 1001 Vrouwen in de 20ste eeuw? Laurie Langenbach, omdat ze als enige vrouw schreef voor Hitweek, de hippe popkrant uit jaren zestig. Haar naam ken ik uit die tijd. Ze was autonoom feministisch; onder meer betrokken bij het allereerste begin van Dolle Mina. Schreef eerlijk boek over obsessieve verliefdheid die onbeantwoord bleef. Wat heeft zij wat jij niet hebt? Heel veel lef. Bovendien was ze beeldschoon. Mooie combinatie!

70


1001 VROUWEN - DUBBELPORTRET

Laurie Langenbach, door Piet Schreuders, 1973.

LAURIE LANGENBACH (1947-1984)

Uit het boek In haar laatste schooljaar was Laurie Langenbach stukjes gaan schrijven voor het blad van de fanclub van de popgroep ZZ en de Maskers. Toen ze op een landelijke fanclubdag in Utrecht Willem de Ridder en Peter J. Muller van Hitweek ontmoette, was de deal snel gemaakt: vanaf mei 1966 (nr.36) ging ze schrijven voor dit legendarische poptijdschrift. Zo ontwikkelde ze zich als popjournaliste. Ze ging ook ander journalistiek werk doen. In 1967 werd ze bijvoorbeeld redactrice van Eva junior, en in 1970 interviewde ze Grace Slick, zangeres van de popgroep Jefferson Airplane, voor een film over het popfestival Kralingen. Intussen bleef ze werken voor Hitweek, dat in 1969 veranderde in Aloha. Samen met Dini Damave maakte ze in mei van dat jaar een aflevering ‘woman power’, in april 1973 interviewde ze Jan Wolkers voor een

nummer dat helemaal door vrouwen was gemaakt: ‘Jan Wolkers te mannelijk?’ Na het einde van Aloha ging ze werken voor het poptijdschrift OOR. Langzaam maar zeker groeide Langenbach uit tot een bekende vrouw van de Amsterdamse incrowd. Ze danste mee in De Ridders dansgroepje Kunst Baert Kracht en trad op als zangeres in het psychedelische Ahora Mazda, de huisband van het Amsterdamse popcentrum Fantasio (later De Kosmos), ze maakte radioprogramma’s en documentaires voor de VPRO (o.a. over abortus) en Radio Amsterdam (Laurie in wonderland), en kende zo’n beetje iedereen in de Amsterdamse kunstenaarswereld van die tijd. Toch bleef ze een eenling: ze gebruikte geen verdovende middelen en zocht vaak de eenzaamheid om te kunnen schrijven.

De Koning met Els en het boek 1001 vrouwen

OPZIJ 2018 NR. 7

71


K

1001 VROUWEN - DE VORMGEVER

‘Het kan altijd beter’ Irma Boom (1960) is de vormgever van de tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw in het Amsterdam Museum. Maar eigenlijk staat ze bekend als boekontwerper, sommigen zeggen misschien wel de beste boekontwerper ter wereld.

B

oom werkte een tijdje na haar studie voor de staatsuitgeverij. Hier ontwierp ze de postzegelboekjes voor de PTT. De opdracht was 96 pagina’s, maar zij maakte er 700 pagina’s van. “Ik moest daar toen verantwoording voor afleggen bij de PTT, maar de boekjes waren toen al klaar,” zei ze daarover. In 1991 richtte ze haar eigen studio in Amsterdam op: Irma Boom Office. Bekende boeken die ze onder haar eigen naam ontwierp zijn bijvoorbeeld het boek voor Renault dat bestaat uit metaalachtige bladzijden. Of het boek Chanel Nº5 dat volledig wit is, bijna van stof. De tekst en de afbeeldingen zijn alleen in reliëf te lezen. Het boek over Viktor & Rolf heeft geen binnenwerk en bestaat

alleen maar uit omslagen. En het boek over Rem Koolhaas bestaat weer bijna alleen uit tekst. Naast boeken, en een tentoonstelling dus, kan ze nog meer ontwerpen. Van haar hand is bijvoorbeeld behang geïnspireerd op de Waddenzee en de nieuwe veelbesproken huisstijl van het Rijksmuseum (shocking: zonder spatie) en de herdenkingsmunt van het Australië Vijfje. Maar ook de betegeling van een oorlogschip in de nieuwe passage bij Centraal Station in Amsterdam: Zeegezicht aan het IJ. Haar werk is met vele prijzen bekroond. Ze kreeg de Johannes Vermeerprijs, de Gutenberg-Preis van de Stad Leipzig en de Amsterdamprijs. Musea als het MoMa en de Bijzondere Collecties van de UvA namen haar werken op in de vaste collecties. Lex Reitsma volgde Boom voor Het Uur van de Wolf en maakte de documentaire Boom maakt Boek. Daar zien we haar druk in de weer met een schaar en een Prittstift (“De Prittstift is mijn vriend”). Ze vertelt er: “Het maken van een boek mag nooit routine worden. De eeuwige twijfel of het wel goed genoeg is, zal altijd blijven. Daardoor kan ik het op het laatste moment nog compleet veranderen. Alles om het boek beter te maken. Het kan altijd beter.” Bij de opening van de tentoonstelling 1001 vrouwen in de 20ste eeuw begin oktober, vertelde ze trots dat ze op de dag dat de complete vormgeving naar de drukker moest worden gestuurd, ze besloot dat het toch anders moest. De cover moest wit in plaats van rood. En zo geschiedde. Want het kan altijd beter. O

72


KUNST & CULTUUR

Neo Rauch, Gewitterfront, 2016, olieverf op doek, Museum De Fundatie, Zwolle.

Met onder andere

BOEKEN

FILM & TV

KUNST

REIZEN

• Een Bijlmerliedje • Huwelijksverhalen • Blijf bij me • De tweeling - achter de schermen

• Becoming Astrid • Life Itself • Girl • The Kindergarten Teacher

• Ik, Maria van Gelre • National Trust • Als kunst je lief is

• Barolo

OPZIJ 2018 NR. 7

73


BRUTALE wereldverbeteraar 74


DOOR MARLEEN HOGENDOORN BEELD CASPER KOSTER

KUNST & CULTUUR/INTERVIEW

Nog geen dertig jaar oud en Daria Bukvić (1989) heeft al indrukwekkende theaterstukken op haar naam staan. Ze regisseerde onder andere Nobody Home, Jihad en bij Het Nationale Theater Othello. Momenteel tourt haar voorstelling Melk & Dadels door het land. OPZIJ sprak met haar over sterke vrouwen, verkeerde beelden in de media en het creëren van een betere wereld.

W

at trok je aan in Melk & Dadels om dit te regisseren? “Ik werd echt verleid door ROSE Stories, de uitgevers van het boek, om op kantoor te komen te praten. Ik dacht: huh, ze willen dat ik iets ga doen met een kóókboek? Maar ze hadden mijn voorstelling Nobody Home gezien (een voorstelling met jonge acteurs over hun verleden als vluchteling – MH) en waren daardoor geraakt. Ze wilden iets met de persoonlijke verhalen van Marokkaans-Nederlandse vrouwen doen en ik moest het regisseren. Ik was meteen verliefd op het idee. De eerste generatie heeft in het boek al een eerbetoon gekregen, in de voorstelling zoomen we in op de tweede generatie. Deze vrouwen zijn in Nederland geboren, rond de dertig en ze balanceren tussen hun Marokkaanse roots en de Nederlandse cultuur – een waanzinnig interessante generatie vind ik. Ik heb vier sterke actrices gevonden die hier middenin staan. Dé Marokkaans-Nederlandse vrouw bestaat niet, maar doordat je de persoonlijke verhalen van vier verschillende vrouwen bespreekt en daar raakvlakken in vindt, hoop je iets te kunnen zeggen over hun generatie.” Met welke problemen hebben deze vrouwen te maken? “Sommige mensen vinden het feit dat deze meiden op het toneel staan al haram. Of oordelen over het feit dat ze alle vier geen hoofddoek dragen. Of vinden het onbegrijpelijk dat ze als Marokkaans-Nederlandse vrouwen alcohol drinken. En hoe witte Nederlanders het vervelend vinden als ze hen niet kunnen plaatsen. Zo van: ‘Hé, je bent moslim, maar je draagt geen hoofddoek? Hoe kan dat?’. Een voorbeeld uit het stuk is een scène waarin we een parodie maken op DWDD, dat staat in dit geval symbool voor de Nederlandse media. Een Marokkaanse actrice heeft de hoofdrol in een Netflix-serie en wordt

geïnterviewd door ‘Mattias’. Ze wordt alleen maar bevraagd over of het wel van haar ouders mag en of er geen broers zijn die haar iets willen aandoen. Er wordt dus alleen maar ingezoomd op het feit dat het zo bijzonder is dat een meisje uit een achterbuurt met Marokkaanse roots het zo ver heeft geschopt. Uiteindelijk breekt ze uit het programma en houdt ze een pittige monoloog over hoe ze tegen de wereld aankijkt.” Geeft de Nederlandse media zo’n verkeerd beeld over niet-autochtone Nederlanders? “In de media hebben autochtone Nederlanders een vastgeroest beeld gecreëerd over een Marokkaanse Nederlanders. Terwijl ze vaak geen idee hebben. Toen twee van mijn actrices aanschoven bij RTL Late Night kreeg je weer hetzelfde mechanisme: Twan Huys noemde binnen twee minuten termen als ‘kutmarokkanen’ en ‘mocromaffia’, en vroeg zelfs aan de actrices of ze zich soms schamen voor hun Marokkaanse afkomst. Een pijnlijke bevestiging van hoe graag de media een en hetzelfde beeld herhaalt, zelfs bij een onderwerp dat er niks mee te maken heeft. We gaan zo uit van de beelden die de media schetsen en als je niet in een multiculturele omgeving woont, is het zo waanzinnig moeilijk om een realistisch beeld te krijgen van hoe de levens van deze jonge Marokkaans-Nederlandse vrouwen eruit zien. Ik denk dat theater daarvoor een geweldige tool is. Deze voorstelling is van binnenuit gemaakt, niet van buiten. Eerlijker dan dit ga je het niet krijgen.” Melk & Dadels gaat over vier sterke vrouwen. Is feminisme een belangrijk onderwerp voor je? “Zeker. Ik probeer zoveel mogelijk female empowerment toe te passen in mijn werk. Melk & Dadels wordt bijna helemaal gerund door een vrouwenteam. Het beeld dat een regisseur een man van vijftigplus met een grijze baard moet zijn, is echt voorbij. Er komen steeds meer vrouwelijke regisseurs in de theaterwereld.” OPZIJ 2018 NR. 7

75


KUNST & CULTUUR/INTERVIEW

En in je dagelijks leven? “Van mijn vakantie in Amerika nam ik een magneet mee met daarop Michelle Obama en de tekst ‘Michelle 2020’, my everyday fridge magnet motivation. Alle thema’s die over vrouwemancipatie gaan, trek ik me bijzonder aan. Geweld tegen vrouwen gaat me heel erg aan het hart. Dat Marokkaanse meisje dat is vastgehouden, verkracht en

‘Twan Huys noemde binnen twee minuten termen als “kutmarokkanen” en “mocromaffia”, en vroeg zelfs aan de actrices of ze zich soms schamen voor hun Marokkaanse afkomst’ getatoeëerd... Ik moet mijn best doen om niet in een permanente staat van misselijkheid te verkeren nadat ik zoiets heb gehoord. Ik moet proberen open te blijven naar mannen toe; door de jaren heen word je wantrouwender. Terwijl om mij heen, mijn vriend, mijn broer, mijn vader en mijn vrienden fantastische mannen zijn. Het einde van het patriarchaat is nabij, ik denk dat vrouwelijk leiderschap de oplossing gaat zijn voor veel maatschappelijke problemen waarmee we dealen.” Hoe heb je #MeToo beleefd? “Ik ben blij dat machtsmisbruik en seksueel geweld een permanent gespreksonderwerp zijn geworden in het maatschappelijk debat, in plaats van ‘incidentele’ tragedies die af en toe boven komen drijven. #MeToo is een structurele en globale movement geworden, dat vind ik heel goed. Als je kijkt naar wat er op de toneelscholen is gebeurd, waar veel mensen verantwoording hebben moeten afleggen voor daden uit heden en verleden, dat er nu een hele andere sociale sfeer is ontstaan voor minstens de komende tien jaar. Ik denk dat het wel goed is dat mensen op de werkvloer of op school wat voorzichtiger worden in de omgang. De wind moet even de andere kant waaien om de juiste balans te vinden. Kijk, de toneelschool is een ander soort school. Je werkt intiem en lichamelijk met elkaar als je acteert en ik kan me voorstellen dat daar gemakkelijker relaties uit kunnen voortkomen. Wat kwalijk is, is wanneer er misbruik van die intimiteit wordt gemaakt.” Emancipatie, diversiteit, racisme en cultuur zijn 76

belangrijke thema’s in de stukken die je hebt geregisseerd. Heeft dat met jouw achtergrond te maken? “Veel van de onderwerpen die ik aansnijd, zijn onderwerpen waar ik mee te maken heb gehad. Ik ben opgegroeid in een klein Limburgs dorpje waar ik een van de weinige migrantenkinderen was (Bukvić vluchtte als jong meisje met haar moeder vanuit Bosnië naar Nederland toen de Joegoslavische oorlog uitbarstte – red.). Ik weet wat uitsluiting betekent en wat het is om altijd gezien te worden als ‘de ander’, hoe hard je ook je best doet om erbij te horen. Ik kan me goed inleven in underdog personages. Ik ben vrouw, migrant en vluchteling. Ik kan me identificeren met veel minderheidsgroeperingen. Ik vind het belangrijk om hun verhaal op het grote podium het hoofdverhaal te laten zijn. Want ik geloof dat dit relevante verhalen zijn uit onze samenleving. Ik ontdekte net zoiets typisch. Ik was naar de speellijsten van Melk & Dadels aan het kijken op internet en kwam erachter dat een theater het stuk onder de noemer ‘verhalen van over de grens’ heeft gecategoriseerd. Ik ontplofte toen ik dat zag: dit is juist een oer-Nederlands verhaal. Dit is dus precies het probleem met onze samenleving.” Waarschijnlijk doen ze dat niet eens bewust. “Waarschijnlijk deden ze het met de beste bedoelingen ja. Mensen beseffen niet dat onze taal vol zit met koloniaal denken, superioriteitsgevoelens en uitsluitingsmechanismes. Begrijp me niet verkeerd he, ik betrap mezelf ook nog vaak op dat soort dingen. We zitten allemaal vol met vooroordelen. Ik erger me zo aan het racismedebat, omdat ik zie dat mensen moeite hebben om de hand in eigen boezem steken. Wat is er mis mee om te zeggen: ‘Ja ik was tien jaar geleden verkleed als Zwarte Piet, maar shit, dat zou ik nu nooit meer doen.’ Waarom is het zo moeilijk om toe te geven dat je door voortschrijdend inzicht inziet dat je dingen hebt gedaan die niet meer van deze tijd zijn? Het zou moeten gaan over: sta open voor nieuwe inzichten, in plaats van: ja maar, ik ben echt geen racist.” We moeten onze bubbel uit? “Om je te verplaatsen in minderheden, of het nou om mensen van kleur gaat of over vrouwen, moet je jezelf educaten over de geschiedenis, over hun specifieke problematiek en waar je daarin zelf staat. Die verantwoordelijkheid heb je tegenwoordig, nu alle beschikbare informatie voor het oprapen ligt. Mannen die erop worden aangesproken dat ze vrouwen op straat beginnen te versieren vragen weleens: ‘Mogen we dan helemaal niets meer?’ Of: ‘Ik ben toch geen verkrachter?’ Maar ze snappen niet dat vrouwen niet kunnen inzien of die man die hen op deze manier aanspreekt de intentie heeft hen achterna te komen en zich te vergrijpen, dat kun je niet weten. Ze geven vrouwen zo onbedoeld een onveilig


KUNST & CULTUUR/INTERVIEW

gevoel. Je moet je bewust zijn van de onveilige situatie in de wereld voor vrouwen en beseffen dat jouw acties vanwege de daden van enkele van je soortgenoten mij in bepaalde situaties een onveilig gevoel bezorgen. Je moet je bewust zijn van de context, van de machtsstructuren en de genderpatronen waarin we leven en op basis daarvan handelen. We worden nu eenmaal niet gelijkwaardig behandeld.” Wanneer werd jij je van dit soort zaken bewust? “Al in een heel vroeg stadium. Toen ik en m’n moeder net in Nederland waren, werd er in het asielzoekerscentrum Sinterklaas gevierd. Mijn moeder was in shock over Zwarte Piet. Mijn vader werd er misselijk van. We kwamen vanuit een heel andere cultuur.” Jij was ook een van de eerste regisseurs in Nederland in een groot theatergezelschap die Othello door een zwarte acteur liet spelen. Hiervoor werd een witte acteur vaak zwart geschminkt.

“Shakespeare schreef Othello als Moor. In het huidige racismedebat vond ik het van toevoeging om die rol door een zwarte man te laten spelen en te voelen dat dat stuk niet alleen over liefde en jaloezie gaat, maar over een vreemdeling die niet succesvol mag zijn in een witte samenleving.” In recensies las ik vaak dat je lef en brutaliteit toont. Is dat een onmisbare eigenschap als regisseur? Lacht: “Een goede kunstenaar moet brutaliteit tonen. Je wil mensen uit hun dagelijkse perspectief dwingen, daarvoor moet je tornen aan wat we denken te weten en aan de gemeenschappelijke comfortzone. Ik besef heel goed dat ik me voor sommige mensen op glad ijs begeef. In Othello gaf ik de witte personages ijswitte pruiken wat zorgde voor een soort bizarre Arische esthetiek. Het contrast tussen Othello en de andere personages was heel scherp, dat kan ongemakkelijk zijn voor sommige mensen. Maar door ongemak gaan we nadenken en kan er

‘Wat is er mis mee om te zeggen: Ja, ik was tien jaar geleden verkleed als Zwarte Piet, maar shit, dat zou ik nu nooit meer doen’ ontwikkeling plaatsvinden. Soms moet je je op glad ijs begeven. Sommige mensen zien me misschien als relschopper, dat is mijn doel niet, mijn doel is bewustwording die tot liefde leidt. Ik droom van een betere wereld. Om een betere wereld te creëren moeten we door het ongemak heen en beseffen wat er allemaal nog niet goed gaat.” Een betere wereld creëren is een mooie droom… “Maar wel heel vermoeiend, haha! Ik ben nu negenentwintig, mijn hele leven als twintiger heeft in het teken gestaan van deze droom. Heel veel van mijn eigen boosheid heb ik erin kwijt gekund. Ik heb wel behoefte om over een aantal jaren het musicalgenre uit te proberen, met wat meer glitter en sensatie en wat minder zorgen en hoofdpijn. Ik ga dit tempo van produceren namelijk niet volhouden, lichamelijk en psychisch niet. Ik trek me veel aan. Ik krijg er ook veel energie van als het lukt en het er staat, maar mijn vriend maakt zich zorgen om mijn hart.” Je bent bezig met een boek, is dat al wat rustiger voor je? “Ja, dat kan ik in mijn eigen tempo doen. Het people managementaspect valt even weg. Het is alleen ik en de laptop, en die praat lekker niet terug. Het wordt een boek over de Joegoslavische diaspora in Nederland, meer wil ik er nog niet over kwijt. Ik weet het zelf ook nog niet zo goed. Ik heb mezelf geen deadline gesteld, maar jullie horen het wel.” O OPZIJ 2018 NR. 7

77


FOTO FRISO KEURIS

KUNST & CULTUUR/BOEKEN EEN BIJLMERLIEDJE

D

e Bijlmer bestaat vijftig jaar. Op 25 november 1968 kregen de eerste bewoners de sleutels van hun huis. Vanaf dat moment heeft de Bijlmer zich ontwikkeld tot een levendige, diverse, veelzijdige buurt. In Een Bijlmerliedje klinken elke keer als de naald de groef in het vinyl raakt, zwoele soulstemmen. Ze geven lucht aan de twijfel, de hoop, de boosheid en het verlangen van tiener Sheila. Sheila wordt bewust van wie ze is, van wat ze wil en denkt. Ze vraagt zich af waarom ze ‘typisch Aziatische benen’ en steil haar heeft. Een meisje dat de grenzen aftast van wat mag van haar ouders, dat zich verzet tegen discriminerende taal, klassenverschil haarscherp aanvoelt, zich ergert aan leugens en afwijzing omdat ze echt wil leven en de wereld wil ontdekken. Hoe kwam je op het idee voor dit boek? “Mijn zoon wilde met een vriend een korte documentaire maken. De film mocht niet te lang duren en moest gemakkelijk uit te voeren zijn. Toen stelde ik hem voor om iets met Bijlmerliedjes te doen. Een Bijlmerliedje is in onze familie een begrip: (lichte) soul uit de jaren zeventig, beetje sentimenteel, goed om op te dansen en je houdt er een warm gevoel aan over. Hij vond echter dat ik er zelf iets mee moest doen. En zo geschiedde.”

Heeft de Bijlmer een rol in je leven gespeeld? “Ik heb van 1974-1980 in de Bijlmer gewoond, dat wil zeggen mijn gehele middelbareschooltijd. Het feit dat de Bijlmer zo ver van de binnenstad was gelegen, maakte dat afspreken met vriendinnen lastiger was dan toen we nog in Zuid woonden. Daarentegen kon ik gemakkelijker vriendschap sluiten met leerlingen die net als ik ver buiten de stad woonden. Dat resulteerde nogal eens in logeerpartijen waaraan ik warme herinneringen koester. We bespraken dan de echt belangrijke zaken des levens, zoals welke jongens we leuk vonden en waarom en wie verliefd was op wie, zaken van wereldbelang dus.” Wat voor herinneringen heb je aan die tijd? “Ik herinner me vooral de opluchting dat we niet langer het enige gekeurde gezin in de wijde omtrek waren. Het voelde direct als thuis. Afgelopen zomer wilde ik vanwege mijn boek Dennenrode weer zien. De flat is echter afgebroken. Toch was het fijn om er weer te zijn. Ik had direct weer datzelfde gevoel van thuis met al die verschillende culturen en de relaxte onderlinge omgangsvormen. Bijzonder vind ik het, dat ze in de

bibliotheek op het Bijlmerplein mijn debuut Het geheim van mevrouw Grünwald in de kast hebben staan. Ik heb daar zelf zoveel uren doorgebracht en zoveel boeken geleend: nieuwe werelden hebben zich voor me geopend, zoveel onbekenden werden hartsvrienden.” Ben je met een nieuw boek alweer bezig? “Ik ben weer met een nieuwe roman bezig. Het wordt een heel ander boek dan de vorige twee. Maar ik zal er opnieuw op een onnadrukkelijke manier kleur in aanbrengen, zonder er een statement van te maken. ‘Gewone’ gekleurde Nederlanders komen veel te weinig als levensechte personages voor in de Nederlandse literatuur.” Diana Tjin - Een Bijlmerliedje €17,50 (In de Knipscheer)

FATA MORGANA

S

inds haar aankomst in Marokko, waar Alice met haar man vanuit Amerika naartoe is verhuisd, voelt ze zich er niet thuis. Ze is bang, de hitte verdraagt ze slecht en de medina’s zijn haar te druk. Dat verandert wanneer een oude schoolvriendin haar opzoekt. De onverschrokken en daadkrachtige Lucy trekt Alice uit haar schulp en ze gaan er samen op uit, net

78

als vroeger. Maar Lucy is ook dominant en bemoeizuchtig. Wanneer de man van Alice verdwijnt, begint ze aan alles te twijfelen: aan haar relatie met de ongrijpbare Lucy, aan haar besluit om naar Tanger te gaan en, uiteindelijk, aan haar verstand. Christine Mangan – Fata Morgana €20,99 (Ambo Anthos)


HUWELIJKSVERHALEN

H

et huwelijk is een favoriet onderwerp van Mensje van Keulen om over te schrijven. Ze begon er al mee in haar veelgeprezen debuut Bleekers zomer uit 1972. Ook in de decennia daarna koos ze regelmatig het huwelijk tot onderwerp van haar verhalen, die stuk voor stuk een zowel meedogend als meedogenloos inzicht geven in de

BLIJF BIJ ME

A

ls de last te zwaar is en te lang aanhoudt, krijgt zelfs de liefde barsten, scheuren, tot ze bijna breekt en dat soms ook doet. Maar zelfs als ze in duizend stukjes aan je voeten ligt, wil dat nog niet zeggen dat het niet langer liefde is. In Blijf bij me wordt de breekbaarheid van een huwelijk met de kracht van het moederschap verweven en wordt er verteld over hoe ver mensen gaan om zichzelf en hun geliefden te behoeden voor hartzeer.

FOTO ANNALEEN LOUWES

KUNST & CULTUUR/BOEKEN

inspanningen die nodig zijn om een huwelijk te laten slagen. De verhalen bijeengebracht in Huwelijksverhalen bieden naast dit inzicht ook troost, hoop, plezier en een zeker leedvermaak. Mensje van Keulen – Huwelijksverhalen €21,99 (Atlas Contact)

Wat inspireerde je om dit boek te schrijven? “In mijn tienerjaren stierven er onverwachts een paar vrienden van me. Dat was natuurlijk verschrikkelijk, maar na een tijdje – zoals dat vaker gebeurt – hoefde ik er niet meer de hele tijd eraan te denken. Maar toch, telkens als ik hun moeders zag, was ik zo geraakt door hoe ze veranderd waren door wat er was gebeurd met hun kinderen. Ik vroeg me af hoe ze de kracht vonden om elke dag uit bed te komen na dit verschrikkelijke verlies. En ik vroeg me af waarom het werd verwacht dat deze vrouwen na een periode van rouwen hun leven weer zoals normaal voortzetten. In 2008 ontmoette ik een van hen, een paar dagen later schreef ik een kort verhaal dat uiteindelijk dit boek zou worden. Schrijf je weleens over je eigen ervaringen in je boeken? Bij fictie schrijf ik zelden op basis van mijn persoonlijke ervaringen. Ik vind het namelijk interessanter om me voor te stellen hoe iets moet zijn

geweest. De laatste tijd schrijf ik meer non-fictie, ik merk dat dat vaak gepaard gaat met het doorzoeken van mijn eigen ervaringen. Onbewust kunnen dan sporen van vroeger toch weleens in mijn proza terechtkomen. Ben je een feminist? “Ja, natuurlijk.” Ayòbámi Adébáyò - Blijf bij me €19,99 (AW Bruna)

OPZIJ 2018 NR. 7

79


DE TWEELING – ACHTER DE SCHERMEN

W

ie heeft het boek De tweeling van Tessa de Loo niet gelezen? Het boek kwam in 1993 uit en gaat over de tweelingzussen Lotte en Anna die tijdens de oorlog worden gescheiden en elkaar in hun zeventiger jaren toevallig tegenkomen in een spa. In het boek De tweeling – achter de schermen schrijft De Loo hoe ze op dit verhaal is gekomen. Na haar debuut in 1983 werkte ze een maand in een Frans pension aan haar roman. Daar raakte ze bevriend met een van de gasten, de Duitse Maria Hesse. Op een dag kwam het gesprek op de oorlog en Maria nam het op voor haar landgenoten, die in haar ogen door Hitlers propagandamachine waren misleid. Deze visie ging recht in tegen De Loo’s eigen familiegeschiedenis en de opvattingen over de Duitsers, waarmee ze in het naoorlogse Nederland was opgegroeid. Toen het tot haar doordrong wat die oorlog in de levens van Duitsers had aangericht, raakte ze in conflict met zichzelf. Dat werd de kiem voor een wereldwijde bestseller, die een universeel thema aansnijdt: verzoening. Een boek over een boek dus. Best bijzonder, een boek over een boek. Hoe kwam je op dat idee? “Er wordt gezegd dat een miljoen

FOTO BARBARA KIEBOOM

KUNST & CULTUUR/BOEKEN

Nederlanders de ambitie koestert om te schrijven. Er zijn schrijfacademies, workshops, schrijfclubs, magazines over schrijven. Maar hoe is het om schrijver te zijn? En hoe is het als je boek een bestseller wordt? Leef je dan verder fijn op je roze wolk of komen er nieuwe voetangels en klemmen op je pad? De tweeling bestaat nu 25 jaar. In een kwarteeuw kan er met een roman veel gebeuren, zoveel, dat ik een soort noodzaak voelde om het vast te leggen. Het resultaat is dit boek, waarin ik niet alleen beschrijf hoe het verhaal tot stand is gekomen, maar ook vertel over het schrijfproces: de inspiratie, voorbereiding, discipline, uitputting, en de twijfels. Vervolgens gaat het over de weg die de roman aflegde vanaf de verschijning: de recensies in Nederland, gevolgd door die in andere landen, de samenwerking met vertalers, de verfilming, bewerking voor theater, de lezersbrieven enzovoorts. Nu dit boek klaar is en verlucht met foto’s, die je zo het verleden inzuigen, lijkt het me niet alleen boeiend voor lezers, maar voor iedereen die zich met schrijven bezighoudt: vertalers, verfilmers van boeken, recensenten – kortom, die hele bizarre wereld rondom het boek. En natuurlijk gaat het vooral over de schrijver, die telkens weer in het diepe wordt gegooid en zich maar moet zien te redden.”

vertaald. Hoe is dat voor een schrijver? “Natuurlijk is dat duizelingwekkend en onvoorstelbaar. In mijn werkkamer staat een kast met al die verschillende versies in de meest uiteenlopende talen sommige in letters die ik niet kan ontcijferen: Japans, Chinees, Koreaans, Vietnamees, Hebreeuws. Het is niet helemaal vanzelf gegaan, ik heb aardig wat leesreizen gemaakt, tot aan de andere kant van onze aardbol, en flink ‘aan de weg getimmerd’. Hoe dat in zijn werk ging heb ik beschreven in dit boek.” Je laatste roman is Liefde in Pangea. Ben je weer aan het schrijven aan een nieuw boek? “De komende jaren werk ik, op uitnodiging van een stad in Nederland, aan een roman die daar gesitueerd is. Verder is de opdracht vrij en ik ben al aan het broeden - meer kan ik er niet over verklappen…”

Van het boek zijn we wereldwijd 1,5 miljoen exemplaren verkocht en het werd in 25 landen

Tessa de Loo De tweeling - achter de schermen €19,99 (De Arbeiderspers)

50 STERKE VROUWEN

V

ijftig vrouwen die de wereld veranderden in koffietafelboekvorm. Vrouwen die de samenleving verstoorden en verwierven vastberaden een positie in de mannenwereld. Het voorbeeld dat ze gaven met hun kennis, ervaring en verbeeldingskracht

80

gaven, maakte de weg vrij voor latere generaties. Van Malala Yousafzai tot Mata Hari, van Maria Montessori tot Simone de Beauvoir en van Marie Curie tot Frida Kahlo. Chiara Pasqualetti Johnson 50 sterke vrouwen €29,95 (Lecturis)


DE PARADOX VAN GELUK

W

e zijn in Londen, op Waterloo Bridge. Daar zijn we getuige van een toevallige ontmoeting tussen twee compleet vreemden: Atilla, een Ghanese traumapsychiater, en Jean, een Amerikaanse die stadsvossen bestudeert. Wanneer Atilla’s neefje

MIJN ZUSJE, DE SERIEMOORDENAAR

H

et zusje van Koredes, ze heet Ayoola, is in alles het tegenoverstelde van Korede: zij is de favoriete dochter, ze is bloedmooi en neemt het leven niet al te serieus. Maar misschien is ze ook wel zwaar sociaal gestoord. Het derde vriendje op rij van Ayoola is dood, en dat lijkt geen toeval. Waarom draagt Ayoola altijd een mes bij zich en wat was haar rol in de dood van hun vader? Zussen ben je voor het leven en daarom helpt Korede haar telkens weer. Ze weet hoe je het best bloed kunt verwijderen en ze weerhoudt haar zus ervan vrolijke foto’s op social

vermist blijkt, mobiliseert Jean haar netwerk van vrijwilligers die vossen voor haar tellen; samen gaan ze op zoek. Gaandeweg ontvouwt zich tussen Atilla en Jean een bijzondere vriendschap. Aminatta Forna – De paradox van geluk €24, 95 (Nieuw Amsterdam)

FOTO STUDIO 24

FOTO JONATHAN RING

KUNST & CULTUUR/BOEKEN

media te plaatsen wanneer ze eigenlijk zou moeten rouwen. Maar wanneer de knappe arts in het ziekenhuis, waarvan ze weet dat het de ware is, voor haar zusje valt, staat ze voor een dilemma. Ze moet erkennen dat haar zusje een seriemoordenaar is en moet beslissen wat ze daaraan gaat doen. Dit is dodelijke debuut van de Nigeriaanse schrijfster Oyinkan Braithwaite. De filmrechten zijn inmiddels verkocht. Oyinkan Braithwaite - Mijn zusje, de seriemoordenaar €19,99 (Pluim)

100 FACESTORIES

H

et project FACESTORIES ging van start op Facebook onder het motto Behind every face lies a story to be told. Schrijfster Ariëlla Kornmehl en fotografe Julie Blik, die ook regelmatig voor OPZIJ fotografeert, bezochten honderd bekende en minder bekende Nederlanders omdat iedereen verhalen bij zich draagt die de moeite

waard zijn te vertellen. Die invalshoek loonde zich en resulteerde in honderd persoonlijke verhalen en even persoonlijke portretten, die wekelijks op Facebook verschenen. De opbrengst van het boek wordt gedeeld met stichting Make a Wish. Ariëlla Kornmehl en Julie Blik – 100 Facestories €25,00 (Lecturis) OPZIJ 2018 NR. 7

81


KUNST & CULTUUR/FILM & TV

TELEDOC CAMPUS

I

n de maand november kun je bij NPO3 de reeks Teledoc Campus kijken. Een project waar jonge regisseurs en producenten de kans krijgen korte, filmische documentaires te maken. Wat dacht je van De Vertolker (4 november) over Fadil, een Iraakse vluchteling die vanaf zijn zolderkamer gesprekken tussen vluchtelingen en overheidsinstellingen vertaalt. Wat doet het met hem als hij via die gesprekken zijn eigen geschiedenis herbeleeft, machteloos moet toehoren en voor dilemma’s komt te staan? Of Steffie die in Becky Bulldozer (11 november) last heeft van faalangst en kritische stemmen die door haar hoofd spoken. Die negatieve gedachten droegen bij aan haar burn-out. In de keiharde vrouwensport Roller Derby transformeert ze in haar alter ego ‘Becky Bulldozer’. Lukt het Steffie zo haar angst en onzekerheid te overwinnen? Verder kun je nog Tijd en Tij (18 november) en Maar je achternaam is toch Marokkaans? (25 november) zien. Teledoc Campus, vanaf 4 november op NPO3

VROUW OP MARS

I

n Vrouw op Mars bezoekt journaliste en presentatrice Fidan Ekiz vrouwen en mannen die betrokken waren bij de strubbelingen, strijdpunten, memorabele en bij tijd en wijle hilarische ontwikkelingen in de vrouwenemancipatie van de twintigste eeuw in Nederland. De zesdelige serie vormt een canon van de eerste en tweede feministische golf. Want wie kan zich nog voorstellen dat gehuwde vrouwen pas na 1956 zelf een bankrekening mochten openen, vrouwen in overheidsdienst tot in de jaren zeventig op de dag van hun huwelijk werden ontslagen, het niet belangrijk was of een vrouw ook van seks genoot en dat 98 procent van de gehuwde vrouwen als beroep ‘huisvrouw’ had?

Vrouw op Mars, vanaf 11 oktober op NPO2

SUSPIRIA

S

usie (gespeeld door Dakota Johnson) is een jonge danseres vol ambities. Vanuit het Amerikaanse platteland reist ze af naar Berlijn, om te dansen aan de prestigieuze Markos dansacademie. Daar valt de artistiek directeur Madam Blanc (Tilda Swinton) als een blok voor de danskunsten van Susie. Terwijl er zich mysterieuze verdwijningen voordoen onder de studenten, komt Susie meer en meer in de greep van Blanc. Met behulp van haar nieuwe vriendin Sara probeert ze de duistere geheimen van de school te ontrafelen, voordat het te laat is. In Suspiria spelen praktisch alleen maar ijzersterke vrouwen (ook Renée Stoutendijk heeft een rol) en de enkele mannen krijgen het zwaar te verduren… Vanaf 15 november in de bioscoop

82


BECOMING ASTRID

A

strid Lidgren, de bekende Zweedse schrijfster van verhalen voor zowel kinderen als volwassenen, maakte als jonge vrouw een gebeurtenis mee die haar diep trof en het verdere verloop van haar leven zou bepalen. Het gaf haar echter de kracht en het zelfvertrouwen een ander pad te kiezen dan van haar in die tijd werd verwacht. Ze volgde haar hart en ontwikkelde zo haar passie voor schrijven. Met haar fantasierijke kinderboeken als Pippi Langkous is ze wereldwijd een van de meest inspirerende en geliefde auteurs van ons tijdperk geworden en staat ze symbool voor de vrije mens die met conventies durfde te breken. Vanaf 29 november in de bioscoop

LIFE ITSELF

A

bby (Olivia Wilde) en Will (Oscar Isaac) wonen in New York en ontmoeten elkaar, zoals zoveel jonge stellen, in hun studententijd. Ze zijn gelukkig samen, gaan trouwen en verwachten al snel hun eerste kindje. Maar dan gooit een schokkende gebeurtenis hun leven overhoop en laat het lot zich gelden. Grenzen van tijd en ruimte worden overschreden. De levens van Will en Abby weergalmen in dat van Mr. Saccione (gespeeld door Antonio Banderas) in Spanje. Nu in de bioscoop

GIRL

D

e grootste droom van de vijftienjarige Lara (gespeeld door de debuterende Belgische Victor Polster) is een carrière als ballerina. Maar haar lichaam stribbelt tegen, want Lara is eigenlijk geboren als jongen. Samen met haar vader en jonge broertje tracht ze de wereld te trotseren. Na de wereldpremière van deze film in Cannes kregen de regisseur en de cast een staande ovatie van vijfentwintig minuten. Nu in de bioscoop

THE KINDERGARTEN TEACHER

A

ls lerares Lisa Spinelli (gespeeld door Maggie Gyllenhaal) ontdekt dat een vijfjarige uit haar klas een wonderkind is, raakt ze volkomen gefascineerd door hem en neemt ze hem onder haar hoede. Door haar verwoede pogingen het talent van het kind te ontwikkelen, komt ze in een neerwaartse spiraal terecht waarin goede bedoelingen een gevaarlijke obsessie dreigen te worden. Vanaf 15 november in de bioscoop OPZIJ 2018 NR. 7

83


BESTUUR:

Monique van der Borg (voorzitter) Eduard de Vries (vice-voorzitter) Helma de Boer (secretaris) Roeland Spijkerman (penningmeester)

Dolly Bönnekamp (lid) Jaap de Jong (lid) Saskia Roeda (lid)

Aanschrijfadres: Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, p/a Prins Hendriklaan 9B, 3743 KA Baarn; e-mailadres: nmw.de.vries@planet.nl

Achter de islamitische façade

au.’

™ De Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries beheert een uitgeeffonds dat verwant is aan de fondsen van Uitgeverij Verbum te Hilversum en Uitgeverij U2pi te Den Haag. De uitgaven worden kosteloos toegezonden. Per boek wordt aanvragers ter kennismaking verzocht een vrijwillige donatie te storten op stichtingsrekeningnummer IBAN NL46 INGB 0007 3604 25 t.n.v. Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries, deze bijdrage komt ten goede aan Herinneringscentrum Kamp Westerbork.

Nanny de Vries

oppen aniërs ? ningsuilgaat tst ze rbonmacht e rijk. auteur ntwauilgaat Iran, waarin orteld ennen

Stichting Nanny Maria Wilhelmina de Vries ™

NANNY DE VRIES

ACHTER DE ISLAMITISCHE FAÇADE HET WERKELIJKE IRAN EN TURKIJE


KUNST & CULTUUR/TENTOONSTELLING

WELKE? Ik, Maria van Gelre. De hertogin en haar uitzonderlijke gebedenboek. WAAR? Museum Het Valkhof, Nijmegen WAT? Miniaturen en handschriften, schilderijen en beelden, sieraden en textiel vertellen het levensverhaal van Maria van Gelre (1380-1429). Deze bijzondere, Franse prinses trouwde met Reinald IV, hertog van Gelre en Gulik, en omringde zich met de mooiste voorwerpen. Maria was een zelfbewuste vrouw, een ‘powervrouw’ zouden we nu zeggen, eigenlijk de Máxima van de middeleeuwen. WAAROM? Haar gebedenboek vormt de kern van de tentoonstelling. Dit boek, vol met schitterende miniaturen, werd speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd. Daardoor zijn de bladzijden nu los te zien, voordat het boek weer wordt ingebonden na de tentoonstelling. Een unieke kans dus om deze kwetsbare kunstschat te bewonderen. WANNEER? Tot en met 6 januari 2019 Zie: www.museumhetvalkhof.nl Maria van Gelre, ca. 1415, perkament, Berlijn, Staatsbibliothek zu Berlin.

WELKE? Hollandse meesters uit Britse landhuizen. WAAR? Mauritshuis, Den Haag WAT? De tentoonstelling laat 22 schilderijen zien, afkomstig uit twaalf landhuizen van de Britse National Trust. Het gaat om zeventiende-eeuwse topwerken van Hollandse meesters als Cuyp, Steen, Hobbema, Post en Rembrandt. Veel van deze schilderijen zijn nooit eerder buiten het Verenigd Koninkrijk te zien geweest. Om iets van de sfeer van de Britse landhuizen te proeven, moet je de korte film aan het begin van de tentoonstelling bekijken, getiteld The Spirit of Place, waarin twee conservatoren door het landschap struinen en de huizen bezoeken, voorzien van kundig en geestig commentaar. WAAROM? Voor wie van de Hollandse zeventiende eeuw houdt, is dit een absolute must. Anders moet je er de landhuizen voor langs; ook leuk maar die liggen verspreid door Engeland, Wales en Ierland. Nu zijn de schilderijen te bewonderen op een mooie locatie vlakbij, in Den Haag. WANNEER? Tot en met 6 januari 2019. Zie: www.mauritshuis.nl Gerard ter Borch, een officier die buigt voor een dame, ca. 1662, National Trust, Polesden Lacey, Surrey. Louise Bourgeois, Cell XXVI, staal, aluminium, textiel, spiegelglas en hout, Gemeentemuseum Den Haag.

WELKE? Als kunst je lief is WAAR? Kröller-Müller Museum, Otterlo WAT? Hier zijn 80 beeldbepalende kunstwerken uit musea door heel Nederland samengebracht, stuk voor stuk publiekslievelingen, die de laatste tien jaar zijn aangekocht met steun van de Vereniging Rembrandt. Het leuke is dat je hier nu een eeuwenoud Egyptisch beeld ziet naast een haast vers geschilderd werk van Neo Rauch. Oud en nieuw ontmoeten elkaar op de Hoge Veluwe. WAAROM? Een uitje naar Kröller-Müller is altijd een feest, maar nu helemaal. Deze tentoonstelling, die met veel zorg en liefde is samengesteld en vormgegeven, maakt duidelijk dat musea moeten blijven verzamelen en aankopen. Daardoor blijft een museum een plek waar je je kan verwonderen, waar je je kan verdiepen in kunstwerken. Als kunst je lief is. WANNEER? Tot en met 3 februari 2019 Zie: www.krollermuller.nl OPZIJ 2018 NR. 7

85


VAN OPZIJ

DOOR MARLEEN HOGENDOORN BEELD SANDER PARDON

HESTER VAN EEGHEN

86


KUNST & CULTUUR/VAN OPZIJ

Ontwerpster Hester van Eeghen (1958), bekend van haar iconische tassen, zit dertig jaar in het vak en dat mag gevierd worden. In november opent daarom de tentoonstelling De Tas als Theater in Tassenmuseum Hendrikje. Ook brengt ze een pop-upboek uit (One Thousand and One Handbags) met David Carter. Alles om een ode aan de handtas te brengen. OPZIJ 2018 NR. 7

87


KUNST & CULTUUR/VAN OPZIJ

B

estaan er vrouwen die niks met tassen hebben? “Jazeker. Dat zijn minimalisten die een klein etuitje als tas gebruiken. Of mensen die last hebben van hun schouders. Maar over het algemeen hebben veel vrouwen wat met tassen. Het begint al op jonge leeftijd. Jonge meisjes die uit de verkleedkist een tasje pakken, om hun moeder na te doen of uit eigen interesse. Iets open en dicht doen heeft ook een veilig of opgeruimd gevoel.” Lijkt wel iets psychologisch. “Klopt. Ik heb ontdekt dat tassen veel over de drager ervan zeggen. Sommige mensen nemen bijvoorbeeld belachelijk veel spullen mee in hun tas. Pleisters of rolletjes verband. Waarom in hemelsnaam? Ze zijn onzeker dat er iets ergs kan gebeuren. Op mijn tentoonstelling staat een psychologische tassenweegschaal, waar, na het beantwoorden van enkele vragen, de bezoeker een persoonlijke karakterbeschrijving krijgt.” Wat is jouw favoriete tas? “Dat is een moeilijke vraag, in die dertig jaar heb ik zo’n driehonderd ontwerpen gemaakt. Ik heb dus keuze genoeg. Ik ben zelf heel overzichtelijk met een grabbeltas, een grote, waar mijn laptop zelfs in past. Dat is handig als ik op beurzen loop. Ik kan hem helemaal opvouwen tot clutch. Ik houd ook van clutches met extreme vormen, die draag ik graag op feestjes.” Wat is je huidige gemoedstoestand? “Ik ben opgewonden over alles dat gaat komen. Voor de tentoonstelling maak ik talloze lijstjes, moet ik zaken controleren, organiseren, kritisch zijn, checklists afvinken en draaiboeken schrijven. Maar dat is wel ontzettend leuk.” Welk talent zou je willen hebben? “Ik zou me willen toewijden aan muziek. Ik ben verslaafd aan muziek en zou het zelf spelen heel graag weer willen oppakken. Je kunt erin verdwijnen. Vroeger speelde ik viool en piano, ik zou nu wel de altviool willen bespelen. Muziek maken staat voor tijd nemen om een gevoel te bereiken. Muziek is associatief, als ik bepaalde soort muziek hoor, denk ik terug aan de tijd op de middelbare school dat ik flipte of ik moet bij bepaalde muziek terugdenken aan mijn vader. Muziek is zoveel meer dan klanken.” Wat is je definitie van geluk? “Geluk is iets ongrijpbaars, het smelt zo weg en duurt soms maar een seconde. Soms heb ik het gevoel dat ik vreselijk gelukkig ben, vaak is dat na een aaneenschakeling van gevoelens. Dan denk ik: jeetje, wat ben ik verlicht. Ik kan dat helemaal in mijn lichaam voelen. Ik voel me elke dag wel een keer gelukkig. Ik ben dan ook wel een positief mens, ik zak niet snel af naar een depressie. Mijn moeder zei altijd: je bent geboren als een positieve baby en zo gebleven. Ik ben er denk ik mee geboren.” Wat zijn je dagdromen? “Ik heb die eigenlijk nooit overdag, want daar is geen tijd voor. Ik heb ze wel in de nacht, of als ik op vakantie ben. Ik droom van in Italië

wonen, dat is een plek waar ik werk, me goed en begrepen voel. In mijn samenwerkingen met producenten kan ik mijn momenten van geluk pakken. Maar geluk, dat weet ik, drijft altijd weer voorbij als een stapel wolken.” Als wie of wat wil je terugkeren in een volgend leven? “Als actrice. Acteurs zijn de beste spiegels, het zijn net psychologen. Als acteur leer je jezelf goed kennen door iemand anders te spelen. Zo van: vandaag is dit mijn rol. Je neemt afstand van jezelf en de situatie en dan kun je jezelf goed zien. Ik zie mijn winkel als het theater, ik improviseer met klanten. Ik zou van veel mensen die ik tegenkom in de winkel documentaires kunnen maken. Soms denk ik: jammer dat ik dit niet kan vastleggen.” Wat is je meest opvallende eigenschap? “Ik ben energiek en doortastend. Ik heb veel discipline, als ik ergens aan begin dan wil ik het ook

‘Emancipatie is dat de man ook meegaat. We hebben elkaar nodig, maar de bal ligt nu bij de manʼ

88

echt afmaken. Door die volharding leer je en ben je gelukkig achteraf. Dan kan je blij zijn dat je iets hebt gedaan en het niet hebt afgeraffeld.” Wie leerde je de belangrijkste les? “Mijn moeder had vaak van die idiote wijsheden die je pas tien jaar later snapte. Ze leerde me: je moet er niet van uitgaan dat mensen altijd helemaal eerlijk tegen je zijn, dat moet je niet verlangen. Als je een bedrijf runt zoals ik, dan ben je soms eenzaam. Het personeel doet hun eigen dingen en ik geef hun die vrijheid. Ik moet me realiseren dat ik nooit een van hen ben. Ik zit bijvoorbeeld niet in de personeelsapp. Ook mijn man leerde me een wijze les: drama vergroot de boel, maar soms moet je iets wetenschappelijk onderbouwen zodat je nuchter kunt doorgaan. Dat is ook iets dat in het bedrijfsleven geldt. Je kunt creatief zijn, maar moet ook jaarverslagen kunnen lezen en zorgen dat je personeel kan blijven eten. Ik leerde dat het belangrijk is om uit je eigen kring te kunnen stappen om een echt wereldbeeld te hebben. We verkopen mijn ontwerpen inmiddels in vijftien landen. Bij Maison et Objet, een beurs in Parijs, wilde een vrouw uit Saoedi-Arabië mijn tassen inkopen. Dan denk ik aan hoe de situatie daar nu is, vrouwen mogen autorijden en krijgen meer vrijheden, en dan weet ik dat ik daar vanwege de emancipatie


KUNST & CULTUUR/VAN OPZIJ

daar meer werktassen kan gaan verkopen. Het is belangrijk om je in een land te verdiepen. Je kunt je bedrijf zien als iets dat automatisch gaat, toch blijft het mensenwerk. Ik ben een kleine multinational, maar zou nooit een grote zoals Unilever willen worden. Ik wil contact houden met de inkopers, de producenten en de mensen die mijn tassen kopen.” Wie bewonder je? “Ik bewonder veel mensen. Vooral vrouwen die het ver hebben geschopt. Neem Louise Fresco bijvoorbeeld. Ze is heel leuk om mee te praten en ze weet zo ontzettend veel. Als ze wordt aangevallen, verlaagt ze zich nooit tot iets vulgairs, ze blijft altijd overeind.” Welke eigenschap vind je minder aan jezelf? “Ik kan drammen. Als ik iets wil, moet het nu. Dat kan weleens vervelend zijn voor anderen. Dat is voor mij de kracht van het moment. Alsof je net je auto hebt getankt en je gaat vol gas. Dat moment is niet ideaal voor iedereen.” Ben je een feminist? “Ik kom uit een gezin vol vrouwen: vier dochters en een zoon. Mijn moeder zei altijd: Ik voed jullie allemaal op als jongens, we gaan niet op de bank liggen als we ongesteld zijn. Ik werd dus opgevoed als een jongen en zag er ook zo uit, met jongenskleren en al. Ik vond ooit een brief die een boswachter naar mijn ouders had gestuurd. Die schreef dat hun ‘zoon’ Hester iets kapot had gemaakt. Dat vond ik heerlijk! Het begrip ‘feminisme’ vond ik vroeger vreemd. Ik had op mijn dertiende al m’n eerste baantje om mijn eigen geld te kunnen verdienen. Daarmee voelde ik me vrij. Dat versta ik dan ook onder emancipatie: volledige vrijheid. Dat je niet wordt geblokkeerd door geslacht, je vak of je status. Ik wil nog steeds vrij kunnen zijn. Mijn moeder las vroeger OPZIJ om te toetsen waar ze stond, wij lazen natuurlijk mee. Ik las over de suffragettes en hoopte dat ik er ook bij had kunnen zijn. Hoe moet het zijn geweest dat je stem er niet toe deed? Mijn grootmoeder maakte de invoering van het stemrecht mee, ze zei dat het heel belangrijk was dat vrouwen de straat op gingen. We zien nog steeds het gebrek aan vrouwen in besturen. Het is zo belangrijk om vrouwen op die functies te hebben voor de besluitvoering. Ik vind dat het nu ook aan de mannen is om daar wat aan te doen. Zij kunnen ook drie of vier dagen per week werken zodat vrouwen meer kunnen werken.. Zo creëren ze ruimte. En het zijn ook de mannen in een bestuur, die de anderen erop zouden moeten wijzen dat er vrouwen

nodig zijn. Emancipatie is dat de man ook meegaat. We hebben elkaar nodig, maar de bal ligt nu bij de man. Desondanks heb je toch nog van die vrouwen die zichzelf helemaal wegcijferen. Die zeggen: ach, hij wil zo graag. Dan haak ik af hoor, dat vind ik echt slappe hap.” Wat is je favoriete reis? “Reizen is een verrijking. Italië is verrukkelijk, ik houd van het verre Oosten, maar we hebben ook een vakantiehuis op de Veluwe waar ik helemaal gelukkig ben. Het is er zo mooi en je komt er hertjes tegen in de natuur.” Wat is je grootste angst? “Dat de tijd mij inhaalt. Ik realiseer me dat morgen alles onzeker kan zijn. De tijd gaat snel, het is opeens tien jaar verder. Ik omarm het leven, maar ben weleens bang dat ik opeens van het feestje wordt weggerukt” Wat is je grootste prestatie? “Volharding, doorgaan en niet stoppen. Voor mijn boek en de tentoonstelling ben ik zo hard bezig geweest, ik heb er al mijn verlangens in gestopt. Het is heel leuk, maar ook zenuwslopend.” Wat is de fijnste plek om te wonen? “Dat is Amsterdam. Ik ben er geboren, even weggegaan want ik had originele ouders en nu ben ik weer terug. In 1988 opende in mijn winkel op de Hartenstraat. Amsterdam is een dorp zo stil, maar ook zo hectisch als Tokio. Je hebt er de moderniteiten uit de eenentwintigste eeuw en het rustieke uit de gouden eeuw. Je hebt er parkjes, zee en water. De stad heeft een geschiedenis waar ik dol op ben en een gouden toekomst voor zich. De stad is internationaal, ik kan er mijn talen kwijt. Ik wil er niet meer weg.” Wat is je dierbaarste bezit? “Moeilijk. Een schilderij van Otto Marseus van Schrieck. Hij schilderde insecten in een Italiaans landschap. Ik moet er elke dag naar kijken. En een ring van mijn moeder.” Geen tas? “Ja, ook een tas. Mijn mooiste tas komt uit de achttiende eeuw. Het ziet eruit alsof hij pas gemaakt is, grafisch met zes rondgebogen vlakken. Deze tas staat in mijn pronkkast. Die gaat ook mee bij brand.” Wat is je motto? “Wees groots en meeslepend. Sommige mensen zeggen: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Dat zeg ik: nee! Ga een tandje hoger, verhef je boven de gewoonheid. Ik wil het leven verheffen, want ik ben het dankbaar. We kunnen zoveel mooie kansen pakken, laten we dat dan ook doen.” De tas als theater is van 10 november 2018 tot en met 25 februari in Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam te zien. O

‘Geluk drijft altijd weer voorbij als een stapel wolkenʼ

OPZIJ 2018 NR. 7

89


KUNST & CULTUUR/OP REIS

DOOR DE REISMEIDEN

HERFSTSO Omdat aan de zomer in Nederland maar geen einde leek te komen, kregen de Reismeiden heimwee naar de herfst. Roodgouden bladeren, paddenstoelen, wandeltochten in de frisse kou, kortom: op naar Noord-Italië.

90


KUNST & CULTUUR/OP REIS

T

NATE

egen de Franse grens in het noorden van Italië ligt de Piemonte. Letterlijk ‘aan de voet van de bergen’. Turijn, trotse hoofdstad van deze welvarende provincie, is op zichzelf al een bezoek meer dan waard. Maar de Barolo, een streek ten zuidoosten van Turijn, op een klein uurtje rijden, biedt in dit jaargetijde alles wat we willen: de druiven zijn geoogst en worden vaak buiten geperst. Hierdoor hangt in de hele streek een aangenaam zure lucht. Bovendien is het nu de tijd van de fameuze witte wintertruffel met zijn zeer kenmerkende en doordringende geur. De truffels worden hier door heftig keffende hondjes opgespoord. In Frankrijk doen ze dat met varkens, maar dit is iets handiger, want honden eten geen truffels en dat doen die varkens wel. TURIJN Turijn ligt aan de westelijke rand van de Povlakte en is na Rome, Milaan en Napels de vierde stad van Italië. Het is vooral dankzij de autoindustrie en OPZIJ 2018 NR. 7

91


KUNST & CULTUUR/OP REIS

alle daarmee samenhangende bedrijvigheid een zeer welvarende stad. In deze voormalige hoofdstad van Italië kun je een eindeloze wandeling maken onder de arcades, die totaal wel achttien kilometer lang zijn. Daar hebben echt alle belangrijke – en minder belangrijke – modeontwerpers hun winkels. Daarnaast zijn het Egyptisch Museum, het Filmmuseum en het Automobielmuseum belangrijke en vooral bijzondere trekkers. DE BAROLO, STREEK MET DE MOOISTE DORPEN De Piemonte is in de loop der eeuwen wisselend Frans en Italiaans grondgebied geweest. Dat kun je bijvoorbeeld horen aan het dialect dat hier wordt gesproken, een mix van Frans en Italiaans, maar je kunt het ook zien op de kerkhoven waar bijvoorbeeld de naam Borgogno veel voorkomt. Om een aardig beeld te krijgen van het beste wat deze streek te bieden heeft, kun je gerust op eigen houtje de lappendeken met alle dorpjes doorkruisen. Maar ook de officiële Barolotour is de moeite waard. Rij naar het schilderachtige Bra, waar de Slow Food Academy is gevestigd. Ga

92

naar Santa Vittoria, Serralunga, Barbaresco, Roddino, Novello, Monforte d’Alba en neem de tijd voor Alba. Maak een stop in La Morra en neem een cappuccino of prosecco in Bar Italia bij spraakwaterval Silvana en eindig in Barolo zelf, waar het Museo dei Cavatappi (Kurkentrekkersmuseum), gelegen naast het prachtige kasteel van Barolo, allebei de moeite van het uit de auto komen meer dan waard zijn. SALUTE! De Piemonte is misschien wel de meest interessante wijnstreek van Italië. Waar bovendien meerdere druivenrassen bijzondere wijnen opleveren, met Nebbiolo, Barbera en Dolcetto als belangrijkste druivensoorten voor de rode wijn. Barolo en Barbaresco, de bekende rode wijnen uit deze streek, worden gemaakt van de nebbiolo druif en arneis, chardonnay, favorita en moscato voor de witte wijn. Het zijn de beste begeleiders voor de typische keuken van deze streek. Bestel antipasti misto, neem verse pasta – in het najaar met de uitsluitend in deze streek te vinden witte truffel, of een risotto al barolo. Maar ook de nagerechten zijn

verfijnder dan in de rest van Italië, wellicht veroorzaakt door de Franse invloeden. PRAKTISCH De Barolo ligt zo’n 1250 km rijden van Utrecht. Vliegen kun je rechtstreeks op Turijn met de KLM of op Milaan met verschillende maatschappijen. O


KUNST & CULTUUR/OP REIS

HOE ZEG JE

IN HET ITALIAANS

Goedemorgen

Buongiorno

Dankjewel

Grazie

Waar is het beste café?

Dove e il miglior bar?

Ik wil nog een dag langer blijven

Vorrei stare ancora una giornata

Wilt u even OPZIJ gaan?

Vuoi andare da parte?

OPZIJ 2018 NR. 7

93


MAN OVER VROUW

OVER GRENZEN Acteur en auteur Rik Launspach (1958) heeft met zijn nieuwe boek zijn twee carrières weten te verbinden. Overigens over een niet al te vrolijk onderwerp. Deze fictieve – dit moet voor de duidelijkheid toch even gezegd – roman Laat me liefde zien gaat namelijk over machtsmisbruik in de Nederlandse en Amerikaanse filmindustrie. Launspach gebruikt zijn kennis als insider en ziet dit boek als een middel om de #MeToo-beweging meer kracht bij te zetten omdat hij oprecht boos is. Dat neemt niet weg dat het een meeslepend verhaal is over liefde en (wan)hoop met een intrigerende spanningsboog.

MOEDER “Mijn moeder vond toen ze ergens tussen de veertig en de vijftig was, dat ze een heleboel moest inhalen. Ze had een heel burgerlijk leven achter de rug en daar wilde ze toch proberen korte metten mee te maken. Dat is niet helemaal gelukt, maar ik herinner me dat ze bijeenkomsten bij ons thuis organiseerde, die gingen over vrouwen die zichzelf vrijmaakten. Het belangrijkste van dat vrijmakingsproces was dat je eerlijk moest zijn in de groep. Dus ik ben opgegroeid met zogenaamde grieven en knuffels. ‘Ik vind dit van jou niet leuk’ en ‘Dat vind ik wel heel fijn van je dat je dat zegt of doet.’ Daar is een bepaalde eerlijkheid voor nodig om dat tegen elkaar te kunnen en durven zeggen. Dat deden mijn moeder en mijn zus dus. Maar ik heb daar kennelijk toch weinig van opgestoken, want ik woon met drie vrouwen samen en die hebben mij toch regelmatig wel gegrild op basis van m’n achterhaalde standpunten. En zeker als mijn dochters dan aan het woord zijn: ‘Dat is typisch de zienswijze van een oude witte man. Jullie tijd is voorbij pap’. Mijn vader was niet in beeld, nou ja, op een hele specifieke manier wel. Hij was een van de eerste transgenders die zich heeft laten opereren. Dus mijn vader heeft op een rare manier ook bijgedragen aan mijn vrouwbeeld. Mijn ouders zijn al heel lang geleden gescheiden.” ZUS “Mijn zus Els is zeven jaar ouder en een feministe pur sang. Ze schrijft ook romans, maar niet per se over feministische onderwerpen. Natuurlijk las ze OPZIJ. Els is een behoorlijke tante en destijds was ze waarschijnlijk nog veel feller. Om dingen op de kaart te zetten heb je nu eenmaal het contrast nodig, en niet de nuance. Die komt later en dat is natuurlijk ook zo met de #MeToo-discussie. OPZIJ komt ook nog even voor in mijn boek in die zin dat een van de personen na een ongeval en dus ondanks een handicap toch nog op de redactie van OPZIJ terechtkon. Over de salariëring heb ik mij in deze zware tijden voor tijdschriften niet uitgesproken.” VROUW “Marjolein is zeven, nee acht jaar jonger dan ik en we zijn nu 28 jaar samen. Zij komt uit een echt meisjesgezin. En het is wel grappig dat die drie zussen allemaal in dezelfde sector terecht zijn gekomen. Marjolein is actrice en

94


DOOR MARIANNE VERHOEVEN BEELD MICHIEL VOET

MAN OVER VROUW

RIK LAUNSPACH Rik Launspach (1958) is schrijver, acteur en regisseur. Rik is getrouwd met Marjolein Beumer, samen hebben ze twee dochters. Hij studeerde af aan de Amsterdamse toneelacademie, acteerde in theater, film en televisie en regisseerde verschillende

stukken. In 1993 won hij een Gouden Kalf voor beste acteur voor zijn rol in de film Oeroeg. In 2009 verscheen zijn debuutroman 1953, over de Watersnoodramp. Het boek werd meer dan 150.000 keer verkocht en met succes verfilmd als De Storm.

OPZIJ 2018 NR. 7

95


MAN OVER VROUW

scenarioschrijfster, Antoinette regisseur en ze schrijft ook en dan is er nog zus Famke Janssen. Er is veel contact tussen de zussen, Marjolein is ook net weer in New York geweest, maar het is ook niet zo dat we enorme discussies over cinematografie hebben aan lange tafels, omdat we nu eenmaal allemaal in hetzelfde vak zitten. Sterker nog: we ontlopen die discussies meestal. We hebben het eigenlijk nooit over het vak. Marjolein en ik waren niet van plan zelf kinderen te krijgen, we wilden kinderen adopteren omdat we vonden dat er al genoeg reproductie was. Toen we ons aanmeldden, kregen we het advies om wel gewoon te trouwen, omdat heel veel donorkinderen uit katholieke gebieden komen, zoals Zuid-Amerika en als getrouwd stel zou je de procedures sneller doorlopen. Die bruiloft kwam er dus. Zo ook de adoptieprocedure, en dat is echt een meerjaren-traject. Die werd doorkruist doordat Marjolein zwanger raakte. Vervolgens werd onze procedure weer twee jaar opgeschoven, omdat er vanuit de adoptieorganisatie een op ervaring gebaseerde richtlijn was, die erop neerkwam dat het beter is om minimaal twee jaar leeftijdsverschil te hebben tussen een eigen kind en een adoptiekind. En toen bleek ik veertig, en bleken we niet meer in aanmerking te kunnen komen voor een adoptiebaby, alleen nog een adoptiepeuter. Dat durfden we niet aan. Snel daarna bleek Marjolein weer zwanger te zijn. Ik geef toe: het klinkt niet geloofwaardig om twee keer zo slordig te zijn. Maar het is goed dat het zo is gelopen. Ratio is één ding – we geloofden echt dat we iets moesten doen tegen de overbevolking – maar diep van binnen speelden er misschien toch andere dingen, die maakten dat je een beetje slordig en dus zwanger wordt. We hebben de adoptieprocedure maar laten zitten. Nu onze dochters zo’n beetje op eigen benen staan, wil ik graag emigreren, maar helaas heb ik het niet voor het zeggen. Ik ben regelmatig op Corfu, daar heb ik een zeilboot liggen. En vrienden van ons hebben een huis aan de Italiaanse kust. We hebben regelmatig gesprekken of dat iets voor ons zou zijn, maar dan is uiteindelijk de conclusie altijd dat Marjolein zegt van ‘Ja ik wil wel, maar ik wil het niet permanent.’ Ik heb eens een film gedraaid waardoor ik een poosje in Zweden vertoefde. Toen Marjolein een week overkwam, heb ik haar een aantal plekken laten zien waar ik wel zou willen wonen. Dat waren allemaal verlaten eilandjes, waarop Marjolein zei: ‘Nou, dat gaat echt niet gebeuren.’ Terwijl ik het helemaal niet erg zou vinden om een tijdje alleen op een eiland te wonen.” DOCHTERS “Ik wilde liever dochters en die heb ik gelukkig ook gekregen. Die voorkeur kwam denk ik ook doordat ik een aantal aspecten in mijn karakter heb die ik liever niet wilde doorgeven. Mijn oudste dochter, Robin, is nu twintig. Zij studeerde 96

eerst politicologie, daarna heeft ze een jaar niks gedaan en nu is het creative business en is er zelfs sprake van een toneelcursus. Daar heb ik me altijd een beetje tegen verzet. Ik zag wel dat ze op school vaak al hoofdrollen kreeg in de musical en zo, maar ik heb altijd duidelijk gemaakt dat ik geluk heb gehad in mijn carrière en ik heb bepaald geen ideaalplaatje geschetst. Dat het een heel leuk vak is, maar dat echt ook een paar hele nare kanten heeft. Mijn jongste dochter, Ollie (van Olijne), is nu zeventien. Ze doet het tweetalig VWO in Zutphen. Ze is een half jaar geleden begonnen met hockeyen en ze is best heel ambitieus en serieus en heeft al een paar keer een doelpunt gemaakt. Maar dan zegt ze zelf: ‘Dat was wel een gelukstreffer, want ik ben niet zo goed. Ik kreeg gewoon een goede voorzet.’ Ze heeft voldoende inzicht

‘Ik woon met drie vrouwen samen en die hebben mij toch regelmatig wel gegrild op basis van m’n achterhaalde standpunten’ om te zien dat zij de zwakste schakel is van het elftal. Ik ben best een strenge vader. Als je me dat twintig jaar geleden had verteld, had ik je gewoon uitgelachen, want ik kom uit een antiautoritair, links gezin. Nou ja, mijn dochters noemen het ouderwets, ikzelf noem het eigenlijk straight en mijn vrouw vind dat het ergens tussenin zit. Ik ben van grenzen aangeven en het kweken van een geweten, ‘Hoe zou je het vinden als dit jou overkomt?’, dat soort dingen. En mijn kinderen zijn logischerwijs op zoek naar alles wat achter die grens ligt. Marjolein is meer de mediator. Dus in die zin is het een vrij klassieke, traditionele opstelling. Ja, dat vindt ze zelf ook, daarom zijn we dus ook in therapie gegaan. Want Marjolein wilde wel af van die rol en daar heeft ze groot gelijk in. Want zij ziet zichzelf als bruggenbouwer. Ik vind dat ze dat helemaal niet moet willen, maar het is wel heel verklaarbaar vanuit haar gezinssituatie. Ik wil helemaal geen bruggen slaan. Ik wil gewoon een grens stellen. Punt. Ik wil helemaal geen gesprek. En ik wil op sommige momenten helemaal geen goede verstandhouding met mijn kinderen. Als ik wil dat ze om twee uur thuiskomen, wil ik gewoon dat ze zich eraan houden. En al dat gedoe ertussenin, daar heb ik dan heel ouderwets gewoon genoeg van. Maar daarnaast ben ik natuurlijk heel lief, attent en zorgzaam. Het mooie is ook dat ze snugger genoeg zijn om mij dat toe te staan. ‘Ik kan het me niet


MAN OVER VROUW

veroorloven het er mee eens te zijn, maar ik snap het wel dat om twee uur thuiskomen’. Dus ik vlij mezelf met de gedachte dat ze me niet helemaal afschrijven. Zeker als je dochters hebt en in het buitengebied, op het platteland woont, dan heb je best wat ruzies en conflicten: op zijn Italiaans met gillende ruzies en smijten met het servies. En Marjolein staat daar dan anders in: die probeert het verkeer te regelen. Zij zegt ook: het gaat erom of wij erin geslaagd zijn om bij onze kinderen een geweten te stimuleren. Want je kunt niet alles controleren. Ik ben streng geweest tot ze achttien waren en daarna was mijn rol uitgespeeld. Tenminste, dat dacht ik. Maar dat is helemaal niet zo. Maar er wordt nu een ander aspect in mij aangesproken, als volwassenen onder elkaar. Dus de confrontatie is gelijkwaardiger, hoewel je nog steeds geacht wordt te reageren vanuit je verantwoordelijkheid van je als vader. Je rol als vader evolueert en de liefde is onvoorwaardelijk. Ik wil overigens niet de indruk wekken dat dat aanpassen aan de kinderen me makkelijk is afgegaan. Dat moet ik wel eerlijk zeggen, want mijn vrouw en dochters lezen dit interview natuurlijk ook en anders krijg ik enorm op m’n kop. Het heeft me af en toe best moeite gekost. Ik heb heel veel van mijn kinderen geleerd, als spiegel. We hebben het geluk dat we hele mondige kinderen hebben gehad, die goed kritiek op ons kunnen verwoorden en die we dan ook ter harte nemen. Het is een interessante achtbaan waar je op zit, en dat houdt inderdaad niet op. Natuurlijk is alles een golfbeweging, dus heel kort samengevat: ik probeer mijn dochters te geven wat ik gemist heb. Duidelijkheid.” BOEK “Dit boek is geen sleutelroman. Ik heb natuurlijk wel heel veel geput uit m’n eigen ervaringen, zeker als het gaat over de toneelwereld in de jaren tachtig en negentig. Ik wilde heel graag een onderdeel zijn van die wereld en dat lukte me aanvankelijk niet. Op m’n zeventiende werd ik geraakt door de magie van het theater. Er wordt een soort rare chemische haak in je hart geslagen, waardoor je denkt: ja dat is wat ik wil! Het is bijna een soort verliefdheid. Dat ik inmiddels een beetje afstand genomen heb van het acteervak heeft niets te maken met het #MeToogebeuren, het speelde al veel eerder. Het heeft ermee te maken dat ik het heel moeilijk vind om me in een afhankelijke positie te bevinden. Dat – hoe lang je ook al rollen vervuld, met welk succes ook – je altijd screentesten moet blijven doen. Ook A-acteurs in Amerika. Ik kan dus niet goed tegen afwijzing. Ik wil wel naar een screentest, maar dan wil ik wel zeker weten dat ik de rol krijg. Hahaha. Daarom geniet ik nu ook met volle teugen van dat auteursbestaan, wat in de praktijk bijna het omgekeerde is van een acteursbestaan. Ik heb echt mazzel dat het me gegund is zo’n carrièreswitch te maken. Het heeft ook lang geduurd voordat ik mezelf schrijver durfde te noemen. Ik sta naar m’n gevoel ook aan het begin van een oeuvre, het is pas m’n vierde boek.

In januari in dit jaar was ik op vakantie in Spanje. Hoewel ik eigenlijk bezig was met een boek over 1939, en dan met name over de Kruitfabriek in Muiden, realiseerde ik me daar dat ik het raar vond dat er zo weinig gevolg werd gegeven aan de publicaties over seksueel misbruik op de theaterschool en in de castingwereld. Dat raakte me. Toen heb ik eigenlijk in een hele korte tijd dit boek geschreven, omdat ik een soort urgentie voelde. Zowel als schrijver, als ervaringsdeskundige. Ik kom uit die wereld, maar ik kan het me permitteren om er iets over te zeggen, omdat ik er inmiddels niet meer van afhankelijk ben. Ik vind het nog steeds een ontzettend leuk vak, het is alleen jammer dat er een aspect aan zit dat niet oké is. Het is een vak waarin je soms heel erg afhankelijk bent van de gunsten van anderen. En juist dat aspect, daar gaat dit boek over, de plek van de willekeur. Kijk, of je nu een stagiaire bent bij een advocatenkantoor, een verpleegster in een academisch ziekenhuis of een actrice of acteur, je verkeert in een afhankelijke positie. Als jij in opleiding bent in het ziekenhuis en je wordt aangeraakt door je leidinggevende, is het meteen duidelijk dat er een grens wordt overschreden. Daar speelt lichamelijkheid geen rol. Mag ook niet. Dat is in de kerk ook zo, en op een advocatenkantoor. Ondanks die duidelijke grens, gebeurt het wel, als we kijken naar recente publicaties over misstanden in de zorg, de muziek, de politiek. Maar in de sport, de dans- en de theaterwereld is het nog een stuk complexer. Lichamelijkheid is daar wel een geaccepteerd onderdeel van een samenwerking. De grens van wat betamelijk is, is daarom diffuser. En als dat verder gaat, bijvoorbeeld een hand langs je borst of je kruis, dan moet je de kracht hebben om in een klassikale situatie te zeggen: jongens wacht even. Ik voel nu dat mijn docent… Wie heeft die power? En verderop in je carrière, als je je opleiding hebt afgerond en je bent in een praktijksituatie en je hebt eindelijk een rol gekregen of de kans om in een film of een voorstelling te spelen, dan leg je ook de opnames niet stil om te vertellen dat de regisseur ergens een hand legt waar je je niet goed bij voelt. Wie doet dat? Ik heb daarom geprobeerd een boek te schrijven over de nuance, dat de gelaagdheid laat zien. En daarmee misschien een handvat biedt om buitenstaanders beter te laten begrijpen hoe het werkt. Hoe je in bepaalde situaties terechtkomt. Iemand is onschuldig totdat het tegendeel bewezen is. Dat is een heel belangrijk principe en daarmee spreek je het vertrouwen uit in de wet. Maar daarmee leg je de drempel heel hoog voor zaken die zich in de schemering afspelen. Winkeldiefstal is helder, als je betrapt wordt met een pak melk onder je jas, ben je de klos. Maar in het geval van grensoverschrijdend gedrag of erger zijn dingen vaak heel moeilijk te bewijzen. Dat is ook de kern van het probleem. De wet voldoet hier eigenlijk niet. OPZIJ 2018 NR. 7

97


MAN OVER VROUW

Zelfs bij Harvey Weinstein, die officieel is aangeklaagd, wordt het nog een heel ding om de bewijslast rond te krijgen. Het enige dat we hebben is de next best thing, en dat is de publieke opinie. Dat is ook een regulator. Nadeel is dat dit ook kan doorslaan naar de verkeerde kant, het kan ook een soort shaming en blaming worden, waar mensen ten onrechte hun carrières worden afgepakt. Daar zijn geen regels voor en dat hangt sterk van het medium af. PowNed zal al snel een heel andere mening hebben dan Vrij Nederland, bestaat dat nog trouwens? Die regulerende rol van de media heeft in er in ieder geval wel voor gezorgd dat een aantal mensen hun functie hebben neergelegd in Nederland.

waren, zeker in het begin van hun carrière. Als ze zich uiteindelijk toch melden in oktober 2017, kunnen ze dat in relatieve vrijheid doen, want het zijn inmiddels wereldsterren, niemand twijfelt aan hun talent, ook niet als ze als jonge actrice misschien een seksuele ruil hebben verzwegen om zich in de kijker te spelen.

Voor de ‘ontvangende partij’ kan het verwarrend zijn of een opmerking of aanraking zo bedoeld is; voor degene die het doet is het heel duidelijk, denk ik. Aan die kant is de winst te halen in een publieke discussie. Het gaat om een moreel geweten, en dat wijzertje staat of netjes in het groen of niet. Dus die hele discussie over wat wel grensoverschrijdend is en wat niet, hoeft van mij niet gevoerd te worden, want voor de grensoverschrijder is het glashelder. Als je daarbij betrokken bent geweest, kun je beter de eer aan jezelf houden en opstappen, zoals Anne Buurma, Ruut Weissman, Jappe Claes, Job Gosschalk, Karst van der Meulen hebben gedaan. Hieruit kun je afleiden dat de publieke opinie een belangrijke rol moet worden toegedicht, anders zaten ze immers nog op hun plek. Kijk bijvoorbeeld naar Amerika. Dat hele grote productiekantoor van de broers Weinstein is failliet. Dat komt omdat de opdrachtgevers niet meer met hen in zee durfden te gaan. En dat komt weer omdat ze bang waren voor de publieke opinie. In Nederland zie je iets anders. Het castingbureau dat vorig jaar in opspraak is gekomen, is nog steeds gewoon in business. De mensen die getuige zijn geweest van grensoverschrijdend gedrag, zitten daar nog steeds. Vind je het gek dat er nauwelijks Nederlandse acteurs of actrices zijn die zich het afgelopen jaar hebben gemeld als slachtoffer? Men is immers nog steeds afhankelijk van de gunsten van hetzelfde bureau.

In Nederland ligt dit totaal anders. Eigenlijk zijn er hier nauwelijks acteurs of actrices die helemaal onafhankelijk zijn. Er is hier immers maar één dominant castingbureau, dat bovendien nog allerlei belangen heeft in productiemaatschappijen die op hun beurt weer leveringscontracten met zenders hebben – iets wat in de VS niet kan vanwege een sterke acteursvakbond. Maar hier kan het wel. In onze film en theaterwereld kan een tussenpersoon of bureau een factuur sturen aan zowel de werkgever als de werknemer: aan elk afgesloten arbeidscontract verdient hij zo een dubbele commissie. Belangenverstrengeling pur sang, maar het mag. Onenigheid met een castingdirector in Nederland kan daarom bepalend zijn voor het aanbod van werk – er zijn immers weinig alternatieven. Ergo: zelfs als een Nederlandse actrice of acteur van naam en faam aantoonbare ervaringen heeft op het gebied van seksueel misbruik, zal hij of zij zich niet melden uit angst voor verlies van inkomen. Ik heb gehoord dat in november 2017 een aantal belangrijke castingdirectors persoonlijk een rondje hebben gemaakt langs hun slachtoffers om hen te wijzen op dit krachtenveld. Ze hebben hun cliënten toen het dringende advies gegeven vooral hun mond te houden. Pas als dit huidige castingmonopolie wordt doorbroken, is er een kans dat deze angstcultuur kan veranderen. Dat is een frustrerende en treurige werkelijkheid, maar voor een romanschrijver is het fantastisch. Ambitie, seks, liefde, woede, angst, represailles, wraak. Wat wil je nog meer?” O

‘Het castingbureau dat vorig jaar in opspraak is gekomen, is nog steeds gewoon in business. De mensen die getuige zijn geweest van grensoverschrijdend gedrag die zitten daar nog steeds’

Ashley Judd, Gwyneth Paltrow, Angelina Jolie hebben jarenlang gezwegen over hun ervaringen met Weinstein om dezelfde reden: omdat ze afhankelijk van hem 98

Rik Launspach - Laat me liefde zien €19,99 (Xander Uitgevers)


CARIN GAEMERS - TAKE CARE Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.

EERBETOON

M

evrouw De Vogel is overleden, de moeder van een van onze beste vrienden. Ze was een sociaaldemocraat van het oude stempel, met een uitgesproken mening over sociaal onrecht. Op verjaardagen raakte ze altijd wel met iemand in een heftige discussie over politiek, en daar genoot ze zichtbaar van. Verder was ze in mijn ogen als zoveel vrouwen van de generatie van mijn moeder. Die trouwden, kregen kinderen en leefden hun leven als ‘huisvrouw’. Vrouwen die geen carrière ambieerden, niet op de barricaden klommen, maar die stevig genoeg waren om bij tegenspoed voortvarend het heft in handen te nemen. Voor mevrouw De Vogel kwam de tegenspoed in de vorm van het herseninfarct dat haar man een week na zijn 41ste verjaardag trof. Werken kon hij daarna niet meer. Mevrouw De Vogel zorgde thuis voor hem en runde zelfstandig het gezin met drie jongens. Een vrouw van stavast, maar in mijn ogen geen feministe. Tijdens de uitvaart bleek hoe ver ik ernaast zat. Mevrouw De Vogel had zichzelf wel degelijk een geëmancipeerde vrouw gevoeld. Een van haar kleinzoons had haar een paar jaar geleden voor zijn opleiding geïnterviewd over ‘de emancipatiebalans’ in het gezin waarin zij was opgegroeid. En dus hoorden we haar in fragmenten daaruit zelf vertellen hoe zij van huis uit een vanzelfsprekende vorm van feminisme had meegekregen. “Ik ben geëmancipeerd geboren,” zei ze. “Ik was altijd al zelfstandig, net als mijn moeder. Mijn moeder was ook al geëmancipeerd, al wisten wij in die tijd niks van feministen. Ik heb de

armoede van de crisistijd meegemaakt en ik weet nog dat mijn vader iedere dag moest gaan stempelen op het gemeentehuis. Mijn moeder ging toen werken als baakster. Ik had een goeie vader, die toen hij weer een baan kreeg altijd hard werkte, maar hij bemoeide zich nergens mee. Mijn moeder runde het huishouden. Ze verfde en behangde en timmerde en ze droeg een half mud aardappelen twee trappen omhoog. Het is geen wonder dat de vrouwen geëmancipeerd zijn hoor. De mannen bemoeiden zich nergens mee. Die vrouwen moesten wel.” Mevrouw De Vogel zette me aan het denken. Is feminisme niet veel meer dan juridische en economische gelijkheid? Is het niet eerst en vooral de houding van zelfverzekerdheid en zelfbewustzijn waarmee je zorgt voor jezelf en de jouwen? Ook als het woord ‘emancipatie’ niet eens bij je opkomt? Die vragen kwamen weer naar boven toen OPZIJ me vroeg uit de selectie die het Amsterdam Museum maakte uit 1001 vrouwen in de 20ste eeuw een vrouw te kiezen die mij inspireerde. Het was geen doen. Zoveel bijzondere vrouwen die studeerden, carrière maakten, de politiek ingingen, boeken schreven, kunstwerken maakten, vaak tegen de verdrukking in. Hoe moet je dan kiezen? Wanneer ben je geëmancipeerd? En als we het begrip

‘emancipatie’ beperken tot juridische en economische autonomie, doen we dan geen onrecht aan vrouwen die niet in de positie waren om daarvoor te vechten of die daar niet voor kozen? Zo viel mijn keuze op Francine de Neef. Geboren in Suriname in 1864 als dochter van vrijgemaakten, was vechten voor juridische en economische gelijkheid voor haar een kansloze strijd. Dat weerhield Francine de Neef er niet van haar leven autonoom te leiden. Vanuit haar gevoel voor eigenwaarde zette Francien de

Een vrouw van stavast, maar in mijn ogen geen feministe. Tijdens de uitvaart bleek hoe ver ik ernaast zat omstandigheden naar haar hand en werd zij door haar omgeving gerespecteerd. Vanwege die houding is zij voor mij een inspirerende feministe. Uit respect voor die houding deed ik tijdens de uitvaart van Mevrouw De Vogel iets dat ik altijd heb geweigerd en waarschijnlijk ook nooit meer zal doen. Ik heb de Internationale gezongen. Uit volle borst en met volle overtuiging. Als eerbetoon. O OPZIJ 2018 NR. 7

99


Lees alles over de grote vragen van deze tijd op nrc.nl/watals Neem nu NRC zaterdag en digitaal voor maar â‚Ź 13,- per maand.

denkt door


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.