OPZIJ februari / maart 2020

Page 1

OPZIJ GLOPINIE – FEMINISME 4.0

fe b/ma a r t 202 0 • 4 6 st e JA A RG A NG • € 6 ,9 9

DE NIEUWE

OVER ROUW

NIET LOSLATEN MAAR ANDERS VASTHOUDEN SASKIA TEMMINK

SOLO

IGONE'S

TUNESIË VAN DE LENTE IN DE DRUP

PETER HEERSCHOP PAKT ZIJN MOMENT

NINA DE LA PARRA

witte

SURINAAMSE met een ZWARTE

BIL

AP


NEEM NU EEN ABONNEMENT VOOR

12x OPZIJ

en ontvang een sjaal van Sjaalmania ter waarde van €89,95 CADEAU!

12x OPZIJ + SJAAL VOOR

€ 83,50

Materiaal: 8% cashmere, 47% merino wol, 30% viscose, 15% polyamide

LIEVER 6x OPZIJ VOOR €41,50? Dan ontvangt u een bol.com cadeaubon t.w.v. €10,-

Keuze uit deze twee kleuren. Wil je meer kleur? Kijk en koop er dan zelf een bij sjaalmania.nl

GA NAAR OPZIJ.NL Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. De eenmalige bezorgkosten bedragen €4,95. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (12 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon.


O

TO

PA

UL

TOL

ENAAR

Editorial Marianne Verhoeven

F

TO BE OR NOT TO BE

B

arbara van Beukering, oud-hoofdredacteur van Het Parool, schrijft tegenwoordig prachtige boeken. Haar eerste titel Kruip nooit achter een geranium, met daarin tal van interviews met onder meer onze eigen Hedy d’Ancona, was een bestseller. En terecht. In februari verschijnt haar tweede boek Je kunt het maar één keer doen. Met als ondertitel ‘een persoonlijke zoektocht naar het grootste taboe in ons leven’. Welk taboe dan? Doodgaan. Het toeval wilde dat ik vorig jaar Barbara bij een aangenaam vrouwengezelschap tegenkwam, en zij mij hier al over vertelde. Ik liep toen niet over van enthousiasme over dit onderwerp, al was het maar omdat ik zelf midden in de over elkaar heen buitelende rouwprocessen zat van m’n moeder en m’n (stief)zoon. Inmiddels zijn we een jaar – met professionele hulp – verder. En kon ik het onderwerp weer iets beter aan. En ik las het boek. Het gaat Barbara niet om degenen die doodgaan, maar om

al die mensen daaromheen. Waar die allemaal mee te maken krijgen. Hoe ga je om met vragen van geliefden als ze niet meer door willen, de strijd te zwaar wordt. Omdat het vooruitzicht dat ze de totale controle over hun leven gaan kwijtraken geen acceptabel toekomstbeeld is, en dat ze daarvoor passen. Maar hoe dan? En wat betekent dat voor de mensen om hen heen, die ze misschien nog wel veel langer willen vasthouden? Ook de politiek worstelt hiermee. Waardoor het individuele zelfbeschikkingsrecht er in ieder geval op dit vlak nog niet is. Wie neemt welke beslissing en hoe zwaar is dat? Wat doe je als je steeds verder dementerende moeder al vier jaar lang elke dag ’s morgens bij het wakker worden in haar agenda schrijft: ‘Ik wil niet meer’. Tot ze zover heen is dat ze daar geen besef meer van heeft en is geworden waar ze zo bang voor was. Ik zie het bij tal van vrienden om ons heen; we maken het steeds vaker mee. En of het een taboe is, weet ik niet. Maar het is zinvol om het erover te hebben en om zaken goed te regelen. Lees daarom het prachtige gesprek dat redacteur Alies Pegtel had met Barbara, Natascha van Weezel en Patty Duijn. Over loslaten en vasthouden. En jezelf overeind houden. En toeval of niet, maar over datzelfde onderwerp gaat de buitengewoon mooie tragikomische solovoorstelling van Saskia Temmink, Doet sneeuw pijn, waar we haar uitgebreid over spraken. Een totaal andere voorstelling zagen wij in De Kleine Komedie en we waren helemaal om! Nina de la Parra, dochter van, witte Surinaamse met een zwarte bil, zangeres en stand-upcomedian, knalt – zoals NRC schreef – van het podium. Wat een feest! En wat een heerlijke kijk op het feminisme etaleert ze. Gaat dat zien! En maak er vooral allemaal een hele mooie Internationale Vrouwendag van de 8ste maart. O OPZIJ 2020

3


16

64

10 42 36

Maatschappij & Wetenschap

42

07

KOPSTOOT

08

SAY WHAT?! Wereld Vrouwendag

30

REPORTAGE BUITENLAND Tunesië

46

BOARDROOM Henrike Branderhorst

48

GEZONDHEID Angela Maas

36

FEMINISTISCHE MEETLAT KPMG - Stephanie Hottenhuis

52

REPORTAGE BUITENLAND Midden-Oosten - Daisy Mohr

Mensen 48

4

24

10

COVERINTERVIEW Nina de la Parra

16

DE OPZIJTAFEL Over rouw

24

OPEN DOEK Saskia Temmink

64

VAKVROUW Next in Line

42

ZUSTERSCHAP Naz Kawan

94

MAN OVER VROUW Peter Heerschop


58

30 94

88

Kunst & Cultuur 58

ZIJ&KUNST Helene Kröller-Müller

74

INTERVIEW Tamar van den Dop

78

BOEKEN

81

FILM/TV

82

PODIUM

84

FILM UITGELICHT Kristin Scott Thomas

88

MUSEA

90

DE REISMEIDEN Tourist Traps

84

Columns 03

EDITORIAL

35

SHEILA SITALSING

63

ETCHICA VOORN

99

CARIN GAEMERS

90

Service 06 02

OLOFON C ABONNEE WORDEN

74

OPZIJ 2019

5


OPZI

Colofon/Uitgelicht

Redactieadres Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl

G LO P I N I E − F E M I N I S M E 4 . 0

feb/ma a r t 2020 • 48 ste ja a rga ng • € 6,99

Hoofdredacteur Marianne Verhoeven Art director Emmely Pardon Eindredacteur Felix Huygen Medewerkers Lisette Alberti, Irene Berbee, Asha ten Broeke, Carin Gaemers, Jochem Jurgens, Nina Klaassen, Mitchell Lisse, Lumen Photo, Angela Maas, Alies Pegtel, Noémi Prent, Lize Prins, De Reismeiden, Faïrouz ben Salah, Roziena Salihu, Sheila Sitalsing, Corné van der Stelt, Fieke Tissink, Annemieke van der Togt, Paul Tolenaar, Etchica Voorn, Renate van der Zee. Uitgever Hans van Brussel Distributie Aldipress Druk HaboDaCosta COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever.

Achter de schermen Altijd fijn een selfie. Ethica Voorn interviewde Nina de la Parra.

ABONNEMENTEN Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven, per post Perfect Groep B.V., Inzake OPZIJ, Karel Doormanweg 41, 3115 JD Schiedam. Of per email naar abonnementen@opzij.nl. PERSOONSGEGEVENS We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnementenadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement. KLANTENSERVICE Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 41,50 voor 6 nummers. 6

Het was instant-Zusterschap aan de OPZIJ Tafel. Interviewer Alies Pegtel legde de deelnemers samen met fotograaf Paul Tolenaar vast.


KOPSTOOT

Natuurlijk gaat het Sander Dekker lukken om het quotum in de wet te verankeren. We houden het alleen in de gaten. OPZIJ 2020

7


SAY WHAT?!

FOTO RUTGER BURGER

Op 8 maart, Wereld Vrouwendag, is dit gedicht van Spoken word-artiest Roziena Salihu via opzij.nl te beluisteren. Ook op onze site een agenda met nog veel meer activiteiten op en rond deze dag.

Meisjes Hey meisje Mooi meisje Mijn meisjes Alles Aan jou Is mooi Van je korte krullen tot de kuiltjes in je rug Je rechteroog dat iets lager hangt dan je linker Je iets te kleine borsten Je te grote tepels, gespleten punten Je bent mooi Je wimpers die wapperen in de wind wanneer je met je ogen knippert Je pinkvinger die je veel te klein vindt Je dijen die je misschien niet hetzelfde hebt gevonden nadat je kinderen zijn gekomen Je gebroken huid, met of zonder tattoos je bent mooi Je wenkbrauwen waar je soms voor twee weken lang niks aan doet Die moedervlek die net op de verkeerde plek zit Je lippen die je veel te dun vindt De manier waarop je grinnikt terwijl je lacht Je bent mooi En wij hebben elkaar nodig 8

Hey meisje Mooi meisje Mijn meisjes Zullen we vrienden zijn vandaag? Hoe komt het dat wanneer ik een meisje vraag of ze vriendinnen heeft ze antwoordt met ‘Ik chill liever met jongens Meisjes zijn zo moeilijk Achterbakse wijven, en meisjes houden van roddelen’ Ik geloof het niet meer Ten eerste zie ik nooit dat je met jongens chillt en ten tweede De reden dat mannen zo relaxed zijn is omdat ze elkaars back hebben Nooit zeggen ik chill liever met vrouwen want vrouwen zijn zo lief, zo zachtaardig Nee. Wanneer de man-vrouwdiscussie opspeelt staan mannen aan de mannenkant en vrouwen delen graag mee aan die zijde Maar meiden Wij zijn het leven Misschien is het een idee elkaar ’ns een paar tikken te geven als we het niet met elkaar eens zijn Zodat we daarna kunnen zeggen ‘De discussie is verleden tijd We waren het oneens, en dat is prima’ Want wat als… Wat als we in plaats van messen in elkaars rug te steken een front zouden vormen Naast elkaar in plaats van tegenover elkaar stonden en zouden zeggen ‘Wereld, bring it the fuck on’ Dan zou zoiets als seksisme niet bestaan want Word jij dan ontmijnd in je zijn op de werkvloer Kost het je slechts 1 sms naar noodnummer genaamd: WOMANHOOD Een alarmsignaal naar alle vrouwen binnen een straal van 5 kilometer Die naar je toe komen snellen De trap op komen rennen Die vent in de bek kijken en zeggen: 'Luister, We weten waar je woont.’ En dan in koor het liefst


Say What?!

Vrouwen wat als We stoppen met het bijvallen van mannen wanneer ze vrouwen afbranden Wanneer het over hun prestaties gaat maar zeggen ‘Hey dat is m’n zusje Weet waar je het over hebt lul!’ Zeggen: ‘Ik weet alles van haar kunnen en wat ze doet, daar is ze goed in’ Beter nog Wat als we eens geen genoegen zouden nemen met een minimum wage Maar massaal zouden staken Zullen we dan eens kijken hoeveel mensen hun kinderen bij de crèche achter kunnen laten Terecht kunnen bij de apotheker De opticien De verpleegkundige

Hey meisje Mooi meisje Mijn meisjes Vandaag mag je cape af Vandaag mag je game face af Zonder make-up in je joggingbroek In je veel te grote onderbroek die je zo lekker vindt zitten Je bent er Je bent mooi Je bent een superheld En dat zouden we veel vaker tegen elkaar moeten zeggen.

Roziena Salihu

Vrouwen We hebben een stem maar alleen samen staan we sterk En ik geloof dat jaloezie in dit tijdperk allang verleden tijd hadden kunnen zijn Laten we stoppen met Ja maar zij, en dat wijf Want eerlijk De reden dat je haar niet mag komt door haar veel te mooie billen Haar perfecte gezichtje Het feit dat ze alle mannen kan krijgen En dat ze alle kleding draagt van jouw verlanglijstje Maar begrijp Ook dat meisje leeft dagelijks in strijd Om zich staande te houden in een wereld waar de man dominant is En de vrouw een leuke bijkomstigheid Ook dat meisje leeft dagelijks in strijd om zich te verhouden tot haar sociaal gewenst uiterlijk En haar innerlijke schoonheid OPZIJ 2020

FOTO RUTGER BURGER

Wat als We ons niks aan zouden trekken van schoonheidsidealen We ons niet over zouden laten halen door modebladen Maar echt onszelf zouden zijn Een boycot Fock het systeem Dus modebladen met echte vrouwen Met cellulitis en huidklachten One size fits all uit de winkels gehaald want vrouwen weten dat zoiets simpelweg niet bestaat

Meid Wij zijn het leven Wij zijn degenen die het leven geven Negen maanden lang soldaat zijn ter bescherming van dit leven (Minimaal) twee dagen per maand jankend op bed willen liggen Maar in plaats daarvan in de schoolbanken zitten Op de werkvloer staan WIJ Zijn degenen die het eigenlijk voor het zeggen zouden moeten hebben Maar dit gaat nooit gebeuren zolang we daar niet allemaal mee instemmen We zijn fucking superhelden


FOTO MITCHELL LISSE

Coverinterview

NINA DE LA PARRA


Coverinterview

Ontmoet wervelwind Nina de la Parra (1987). Kind van beroemde SurinaamsNederlandse ouders die haar eigen(zinnige) weg gaat. Regisseur, muzikant en theatermaker. Vorig jaar zag ik haar voor het eerst in haar voorstelling Gods Wegen. Het leverde me nieuwe inzichten op en zere kaken van het lachen. Haar thema’s razen over je heen, van haar SefardischJoodse voorouders tot aan rammelende eierstokken en slutshaming. Offstage blijkt ze ook een heerlijke, warme, open persoonlijkheid met een bom energie. “Tuurlijk,” wil ze een interview, “ik vind het heel tof dat je een eigen platform creëert voor dubbelbloed.” En nu zit ze bij mij aan tafel en drinken we thee met een stukje bojo. Nina heeft een manier van luisteren en antwoorden waarbij ze een vraag in no-time drie dimensionaal ontleedt. Haar vocabulaire zit bomvol Engelse uitroepen, Surinaamse uitdrukkingen (met onversneden Surinaams accent) en watervlugge zinnen. Mi gado, mijn kaken hadden wéér te lijden! D O O R E TC H I C A V O O R N

W

aar stond je wieg? (Op verraste toon) “Oh… dat is dus niet de wieg waarin je ligt als je net geboren bent, maar waar je als baby leeft, zeg maar? “Ik ben geboren in het AMC, een maand te vroeg, op 28 januari 1987. Mijn geboorte was een paar uur nadat mijn moeder mijn vader op het vliegtuig naar Aruba had gezet. Voor vertrek dronken ze samen een Irish coffee op Schiphol, dat vind ik het meest hilarische aan het verhaal. Daarna stond mijn wieg in de Jordaan op de Lindengracht. Ik weet trouwens niet of ik een wieg had, hè. Als ik foto’s zie, lig ik ergens in een hoek op een of ander dekentje. Toen ik vijf was, verhuisden we vanuit de Jordaan naar Amsterdam-Zuid. Mijn vader heeft nog een

paar jaar bij ons gewoond, voordat hij voorgoed naar Suriname vertrok. Mijn moeder (Djoeke Veeninga –red.) was journalist bij de VPRO en maakte buitenlandreportages. Dat betekende dat we vier maanden per jaar op een andere plek woonden. Met mijn moeder en vader ben ik als baby mee geweest naar India, Indonesië, Tanzania en Vietnam. Ik kon supermakkelijk switchen: we gingen ergens met zijn drieën wonen, niet als toeristen maar als ‘gewone’ mensen. Er waren vaak mensen die ons hielpen. Tolken, gidsen, collegajournalisten van mijn moeder. Superinteressante mensen. Het was een avontuurlijke tijd.” “In Dar es Salaam, een grote kuststad van Tanzania, woonden we in een groot huis. Ik herinner me een lieve tuinman en er was een groot voetbalveld naast ons huis. Daar stond een hutje waar minstens twaalf mensen in woonden. De kinderen die er woonden, dansten op dat voetbalveld en wanneer ik naar ze toe liep, keken ze mij vijandig aan. Ik was vijf, zes jaar en vroeg aan mijn vader waarom ze zo naar mij keken. ‘Zij zien jouw witte huid en weten dat jij veel meer kansen gaat krijgen in het leven dan zij,’ antwoordde mijn vader. “Dat ik heel veel had en zij heel weinig, maakte een enorme indruk op me. Het was mijn eerste besef van mijn kleur én van armoede. Vaak ruilde ik spullen met andere kinderen, mijn moeder vond dat niet altijd leuk. Vooral niet toen ik met een Afrikaans kindje een peperdure, witte pop ruilde tegen een blikje wat dan een autootje moest voorstellen. Zo’n blikje vond ik heel cool! “Amsterdam was onze sterke thuisbasis, daar waren mijn oma en ‘tantes en ooms’. Mijn moeder had haar vrienden deelgenoot gemaakt van ons leven, en natuurlijk waren daar ook mijn broer PJ, Pimm Jal, en zus Bodil. We waren heel hecht.” Dat lijkt me best een fijne jeugd, waren er geen spanningen? Diepe zucht. “Nee, dat niet… maar (zoekt naar woorden) er zit ook een OPZIJ 2020

11


Coverinterview spanning in het feit dat het allemaal immigranten waren. De moeder van mijn zus is Indochinees en was samen met een hindoestaan. Mijn vader ging daaronder gebukt: ‘Wat doe ik eigenlijk in Nederland, de filmwereld wil mij niet? Nederlanders zijn racistisch.’ Waar hij in principe een punt mee had. (lachsalvo) Laten we zeggen: het was gecompliceerd met veel zeer sterke persoonlijkheden uit verschillende culturen. Mijn moeder heeft een Haags-AmsterdamWest-Drentse root, maar is ook een

Was er wel plek voor jou? “Precies. Het is best heftig om als de kleine oogappel en minizusje een positie in te nemen. Mijn persoonlijkheid heeft een expressieve kant maar ook een stille, kwetsbare kant die veel ruimte nodig heeft. Mijn moeder was mijn redding, de allerbeste moeder voor mij. Als kind was ik minder nuchter en liet ik mij soms extreem door mijn emoties en levendige fantasie leiden. Al vrij snel was duidelijk dat ik iets creatiefs zou gaan doen. Ik was altijd aan het tekenen en ik was muzikaal. Mijn moeder heeft dat ten volle ondersteund en gezorgd dat ik piano leerde spelen. Te midden van al die expressie van mij – ik maakte toneelstukjes met dansjes en daar moest iedereen dan uren naar kijken – bleef mijn moeder nuchter en zei: ‘Ga nu maar naar bed.’ In plaats van te jubelen: ‘Oh, wat een bijzonder kind.’

FOTO JOCHEM JURGENS

‘Mijn vader kwam regelmatig naar Nederland om op mij te passen als mijn moeder op reportage ging. Ze liet dan geld achter, dat meestal vroegtijdig op was.’

African queen. Ze heeft jaren in allerlei landen in Afrika gewoond en is heel open. Een superspiritueel, héél sterk iemand. Ze was gefocust op haar werk, net als mijn vader, alleen voor hem leverde dat geen geld op. Hij was lief voor mij maar ook wazig en kon soms narcistisch uit de hoek komen. Mijn zus en zwager speelden bij Het Amsterdamse Bostheater. Als klein kindje stond ik vooraan bij het podium, me te vergapen. Magic! Wat dat betreft was er altijd wél een spanning.”

12


FOTO JOCHEM JURGENS

Coverinterview “Toen ik acht was, ging mijn moeder twee maanden naar Cuba voor een radioreportage en zette mij op het vliegtuig naar Suriname. Naar mijn daddy die ik op een heel hoog voetstuk had staan. Met mijn paspoort aan een touwtje om mijn nek en een pop in mijn hand ging ik het vliegtuig in. Ik wist: straks word ik door mijn vader opgehaald. Ik miste hem heel erg. Na de scheiding behielden mijn ouders een goede band en mijn vader kwam regelmatig naar Nederland om op mij te passen als mijn moeder op reportage ging. Ze liet dan geld achter, dat meestal vroegtijdig op was. Dan zei mijn vader als mijn moeder naar huis belde dat er nog één appel was en we alleen nog boterhammen met pindakaas konden eten. Ze bleef daar heel nuchter onder en maakte de afweging: loopt ze gevaar? Gaat Nina dood? Nee? Loslaten.”

FOTO JOCHEM JURGENS

Waar stond de wieg van je vader? “Paramaribo.” Welke eigenschap heb je echt van hem? “Ik stap graag op mensen af en hou van provoceren. Dat zie je ook terug in mijn voorstellingen. Mijn kritische blik op gebaande paden en structuren is me door mijn vader met de paplepel ingegoten.” Waar stond de wieg van je moeder? “In Amsterdam.” En welke eigenschap heb je echt van haar? “Ik heb zóveel van mijn moeder! Ik sta voor wie ik ben. Mijn empathie en het relativeren heb ik van haar. Mijn moeder is ook nog eens héél grappig en praat graag over feminisme. Net als over seks op een openhartige manier, ook dát heb ik van haar. (lacht) “Mijn extreme discipline heb ik absoluut van mijn moeder. Dat heeft wel een keerzijde. Het heeft zó te maken met (op smekende toon) Love me, love me, everyone! “En ik heb een werkethiek waar ik anderen nauwelijks op kan betrappen. Alleen mijn moeder, mijn zus en mijn zwager hebben diezelfde ethiek. Zij hebben mij opgevoed. Mijn zus is als een tweede moeder voor me. Zonder die discipline zou ik niet zijn waar ik vandaag sta.”

‘Ik ben een spion, want iedereen denkt natuurlijk dat ik Annemieke uit Medemblik ben.’

Op welke plek voel je je het meeste thuis? En wat is thuis voor jou? “Ik ben tien jaar weggeweest uit Nederland. Ik studeerde Engelse en Duitse literatuur aan de universiteit van Edinburgh. Daarna heb ik in Duitsland gestudeerd en gewerkt als regisseur. (Ze studeerde in 2015 cum laude af aan de regieopleiding van de Folkwang Universität der Künste Essen/Bochum met de voorstelling Hautnah (Closer) –red.) “Pas in 2015 ben ik teruggekomen uit Duitsland. Een gestoord land qua regels, orde en volkomen humorloos. Maar daardoor kon ik leuke dingen doen, ik was net even anders en heb succes gehad en naam gemaakt. Terug in Nederland gebeurde het. Ik begon racisme te voelen. De OPZIJ 2020

13


Coverinterview grappen die gemaakt werden. De onderonsjes met foute grappen over negers. Ik ben een spion, want iedereen denkt natuurlijk dat ik Annemieke uit Medemblik ben. Er waren best veel van dat soort momenten, ook op de werkvloer in de toneel- en theaterwereld. Het enige wat ik dacht was: dus dit is wat mensen grappig vinden, wat ons aan elkaar gaat binden? Insane! “Gelukkig krijgt Suriname steeds meer een plek in mijn leven, ik hou gewoon heel erg van dat land. Inmiddels weet ik dat ik Surinaams bén, en dat dat niet in strijd hoeft te zijn met mijn Nederlandse kant. Dat heb ik geleerd door een relatie die ik had met een Surinaamse man, in Suriname. Hij hield mij een spiegel voor en vond dat ik veel meer mijn Surinaamse kant moest leven. Voordat ik met hem was, was ik zo aan het worstelen. Verlangend naar die band met Suriname die ik in Nederland maar niet kon voelen. Elke keer als ik terugkwam uit Suriname, voelde ik me ontgoocheld en verscheurd. Nu is dat beter in balans, ook omdat ik veel meer dubbelbloeden en Surinamers ken.”

We barsten samen in lachen uit. Maar dan héél serieus: “Wat mij Nederlands maakt is mijn paspoort, ik ben verzekerd tegen ziektekosten en ik kan een WWuitkering krijgen. Ik krijg kansen waar mensen in andere landen hun handen voor zouden afhakken. Nederlands zijn is eigenlijk een belachelijk privilege hebben. Oké, niet alle mensen hebben het goed, vluchtelingen, statushouders hebben het niet ruim. Maar in principe heeft iedereen een bescherming in Nederland.” In hoeverre doet je dubbelbloed en kleur mee met jouw identiteit? “Ik zie eruit als één ding terwijl ik van binnen twee dingen ben. Heel lang hield ik mezelf voor dat ik één ding was. Maar ik ben het gewoon niet, écht niet. Dat besef kwam laat in mijn leven. Ik had natuurlijk van mijn vader al lessen gekregen over privileges die ik heb vanwege mijn witte huid, maar ik ben letterlijk in dat andere land – Suriname – geworteld. Dat mensen niet aan mij konden zien dat ik ook Surinaams ben, heeft me lang verdrietig gemaakt. Als kind wilde ik daarom donker zijn, dat leverde mij een tirade op van mijn vader waarin hij uitlegde hoe racistisch de wereld in elkaar steekt. En dat ik niet de wereld in moest gaan roepend: I wish I was a black woman! Crazy! Maar ik wilde zo graag dat mensen aan mij konden zien dat ik ook een andere kant heb. Maar ja, als je black bent, denken mensen óók dat je één ding bent. Dat is de fucking grap. Iedereen ziet maar één ding!”

‘Mijn Surinaamse familie is heel luid, soms moet ik letterlijk mijn oren dichtdoen omdat ze een extreme longcapaciteit hebben.’

In wat ben jij typisch Surinaams? “In zóveel dingen! Mijn Surinaamse familie is heel luid, soms moet ik letterlijk mijn oren dichtdoen omdat ze een extreme longcapaciteit hebben. (Nina begint steeds harder te praten en te lachen.) En de focus op eten en koken, voor mij een spirituele tocht. Ik heb veel geleerd van mijn tantes, die het weer hebben geleerd van hún voorouders. I do some mean Surinam cooking. Mijn ketjap kip is geperfectioneerd. “Niet alleen van mijn Surinaamse tantes, maar ook van mijn Nederlandse oma heb ik leren koken. Ik vind dat een heel mooi ding van vrouwen, dat ze elkaar kennis doorgeven. “In Suriname is veel humor, er worden continu grappen gemaakt. Dat is echt mijn ding. Humor kan een blik omdraaien. Als je iemand voor je ziet die over haar eigen onnadenkendheid grappen maakt, dan durft iemand het zelf ook toe te geven. Dat gebruik ik. In plaats van te zeggen: ‘Jij bent een klootzak en jij moet je schuldig voelen.’ zeg ik: ‘Kijk, dit is wat ik heb ontdekt over mijn eigen privilege.’” In wat ben jij typisch Nederlands? “Ik ben Nederlands-Surinaams dus bén ik typisch Nederlands! Maar wat is Nederlands? Mijn Oekraïense vriend is ook Nederlands, net als mijn Surinaamse vrienden. Als ik toch zou moeten zeggen wat Nederlands is, dan is het mijn nuchterheid. Dat is de VeeningaKloosterboer kant. Aan mijn vaders kant is niets wat nuchter is, niet één procent.” 14

Ik nam deel aan een ontbijt-dialoogtafel op Ketikoti en moest kiezen of ik wit of zwart was, in verband met de tafelsetting. Wat zou jij doen? “Ik zou invullen op het aanmeldingsformulier: wit met een zwarte bil. Hoe dan ook zou ik erheen gaan. Ik zou zeggen: ik ben een witte Surinamer, een Sranan bakra.” En ze begint keihard te lachen. Heb je een dubbelbloed blooper? “Dat was toen ik als kind in Suriname woonde. Ik ging naar school, we liepen naar de gymles en alle kinderen gaven hun lunchgeld in bewaring aan juf Glenda. Zij haatte mij. Dat witte kind uit Nederland was in haar ogen zo vrijpóstig. Ik wilde altijd mijn vriendinnetjes aan het lachen maken. Op de terugweg zei ik tegen mijn vriendinnetje Andressa: “Let op ik ga een grap maken.” Ik tikte juf Glenda op haar rug, ze draaide zich om en keek me verbaasd aan. En terwijl ik haar bleef aankijken zei ik: “Mag ik mijn geld terug?” O


Coverinterview

Gods wegen is de eerste cabaretsolo van Nina de la Parra (1987), die in Engeland en Duitsland studeerde en tot nu toe vooral werkte als toneelregisseur. Als kind van een Surinaams-Nederlandse vader, filmmaker Pim de la Parra, en een Amsterdamse moeder, documentairemaker Djoeke Veeninga, deelt ze in deze voorstelling haar verleden: haar Sefardisch Joodse voorvaderen werden rijk van hun 19 plantages en 734 slaven; haar inmiddels failliete familie; haar christelijke school in Paramaribo; haar ervaringen in Surinaamse one hour hotels; haar pratende vagina; de dwingende correctheid en humorloosheid van de Duitsers en haar ervaringen bij een winti-priester. Alles zonder gêne of zelfmedelijden, feministisch, boos, vilein en hilarisch.

Nina wisselt moeiteloos van Nederlands naar Duits, Engels en Surinaams. En dat alles weergaloos en swingend begeleid door haar band. “Jullie kijken naar het einde van feminisme,” zegt Nina de la Parra tegen het einde van haar voorstelling Gods wegen. Want dat is het resultaat als vrouwen altijd maar alle schuld van de wereld op hun schouders nemen, zoals zijzelf – en zij niet alleen – maar al te vaak doen. De la Parra kreeg terecht meer dan lovende kritieken. Voor wie haar wil zien, kijk op de speellijst op haar site ninadelaparra.com. O

OPZIJ 2020

15


De OPZIJ Tafel


De OPZIJ Tafel

We weten maar één ding zeker in ons leven en dat is dat we op een dag doodgaan. Na het overlijden van haar moeder, die haar eigen sterven strak regisseerde, liet de dood journalist Barbara van Beukering niet los. Waarom is de ene persoon in staat zich te verhouden tot de dood en kan de andere het levenseinde tot het laatste moment niet accepteren? OPZIJ praat met Patty Duijn, Natascha van Weezel en Barbara over onze omgang met sterfelijkheid naar aanleiding van Van Beukerings boek Je kunt het maar één keer doen. Een persoonlijke zoektocht naar sterven, het grootste taboe in ons leven. D O O R A L I E S P E G TE L B EEL D PA U L TO L E N A A R OPZIJ 2020

17


De OPZIJ Tafel

H

et gesprek vindt plaats bij Barbara van Beukering thuis, in het historische centrum van Amsterdam. Schrijfster Natascha van Weezel, die vorig jaar haar vader Max verloor, zal ook aanschuiven. Zij is een van de tien nabestaanden die een dierbare verloren en die Van Beukering sprak voor haar boek. Van Beukering schrijft ook over mensen die ze zelf moet missen, onder wie haar moeder, haar vader en goede vriend Martin Bril. Ook interviewde ze zes deskundigen die beroepsmatig te maken hebben met overlijden. Begeleider bij leven en afscheid Patty Duijn die er vandaag ook bij is, sprak ze niet voor haar boek. Barbara: “Ik heb jou drie keer gemaild om je te spreken. Heb jij die mailtjes nooit gehad?” Patty: “Nee.” Barbara: “Heel jammer. Je boek Rouwdoula heb ik gelezen, en daarna heb ik je gemaild of ik je zou kunnen interviewen.” Patty: “Ik had het graag gedaan, maar ik heb jouw mails niet gekregen.” Natascha, Barbara heeft jou wel gesproken voor haar boek. Wat vond jij ervan om te praten over de dood van jouw vader? Natascha: “Ik schrijf er zelf over in mijn columns in Het Parool. En dat vind ik fijn om er zelf over te

Op feestjes vroegen mensen me: ‘Goh Barbara, je bent weer met een boek bezig, waar gaat het over?’ En dan zei ik: ‘Over doodgaan.’ En dan viel het stil.

18

schrijven. Maar toen Barbara mij vroeg, dacht ik wel even: oei… een heel interview over zijn stervensproces, dat vind ik best lastig. Als iemand je interviewt over zo’n intiem onderwerp is dat toch anders dan wanneer je er zelf over schrijft. Maar ik ken Barbara een beetje, ik dacht: als het met respect gebeurt, dan vind ik het wel oké.” Barbara: “Mijn gesprek met Natascha was voor mij heel emotioneel. Niet in de laatste plaats omdat ik veel in haar verhaal herkende in verband met de dood van mijn eigen vader. Dus het raakte me extra, en ze is natuurlijk ook nog zo jong. Zij was 32, ik 28 jaar toen ik mijn vader verloor. Zo’n leeftijd dat je daar nog helemaal niet op voorbereid bent.” Natascha: Ik praat wel over mijn vader. Lang niet altijd, ik vind dat een lastige afweging. Wanneer is het te veel, wanneer wil ik zelf liever over iets anders praten?” Barbara: “Vragen mensen er nog wel naar?” Natascha: “Sommigen. Maar steeds minder natuurlijk.” Patty: “Wat je merkt is dat wij in westerse wereld doen alsof alles maakbaar is. Over de dood en de pijn die daarbij hoort, willen we het niet hebben. Dat is ongemakkelijk en moet snel over zijn. We willen ook de pijn van die ander helemaal niet voelen. We zijn daar bang voor.” Barbara: “En de dood is een taboe. We hebben de neiging het weg te drukken uit ons leven en het ergens ver weg te stoppen.” Over taboe gesproken, Barbara, hoe kwam je op het idee om een boek over sterven te maken? Barbara: “De aanleiding was de dood van mijn beide ouders. Ze zijn allebei overleden aan darmkanker, alleen mijn vader had een afschuwelijk sterfbed en mijn moeder een heel mooi sterfbed. Die heeft euthanasie gepleegd. Sorry, heel even, Patty, heet het dan ook een sterfbed?” Patty: “Maakt niet uit. Ze koos voor euthanasie.” Barbara: “Doordat het sterven van mijn ouders zo verschilde, werd ik me ervan bewust dat het heel erg belangrijk is voor de rouwverwerking hoe iemand afscheid neemt van zijn dierbaren. Dat is een interessant thema, vind ik. Maar ik ontdekte snel dat het niet populair is. Op feestjes vroegen mensen me: ‘Goh Barbara, je bent weer met een boek bezig, waar gaat het over?’ En dan zei ik: ‘Over doodgaan.’ En dan viel het stil. Mensen vinden het een heel ongemakkelijk onderwerp.” Natascha: “Maar mensen gaan het wel lezen, ze willen er alleen niet over praten.” Barbara: “Ja, dat is waar. Ik weet nog dat toen ik net bij Het Parool zat, ik Adriaan Jaeggi vroeg om een column te schrijven over zijn ziekte. Dat was toen de best gelezen column.” Natascha: “Ik schrijf nu aan Nooit meer Fanta, over het laatste jaar van mijn vader. Korte verhalen vanaf de dag dat hij zijn diagnose alvleesklierkanker kreeg, tot nu. Als ik vertel waar het over gaat, reageren mensen: ‘Zwaar.’ Soms zeg ik maar dat ik een boek schrijf over de band met mijn vader. ‘Oh wat mooi,’ zegt iedereen dan.”


De OPZIJ Tafel

Natascha van Weezel (1986) is columnist, schrijfster en programmamaker. Ze is enig kind van het journalistenechtpaar Anet Bleich en Max van Weezel, die minder dan een jaar geleden overleed. Momenteel werkt ze aan een boek over het laatste jaar van haar vader Nooit meer Fanta, dat in maart van dit jaar zal verschijnen. Eerder verscheen van haar Magere jaren - Anorexiadagboek. Voor de VPRO maakte ze in 2018 een vierdelige serie over Israël Natascha’s beloofde land. Ze is single en woont in Amsterdam.

Barbara: “De dood is absoluut een taboe. Ik had mijn ondertitel (het grootste taboe in ons leven) al vanaf de dag dat ik met het boek begon, en die is in het afgelopen jaar dat ik eraan werkte, heel erg bevestigd.” Patty: “Het is ook wel logisch als je nagaat dat we in onze cultuur niet hebben geleerd om met de dood om te gaan.” En jij, Patty, hebt dwars tegen de maakbaarheidscultus in, besloten om van het afscheidsproces rondom sterven je werk te maken. Je leidt inmiddels een team van tien medewerkers. Ik wist niet dat betrokkenen van een terminale patiënt mentale begeleiding kunnen krijgen.

Patty: “Rouwcoach is een relatief jong beroep en op veel plaatsen ook nog niet beschikbaar. Het is bij mij heel natuurlijk gelopen. Ik was commercieel verantwoordelijk in de financiële sector en wilde daarnaast iets bijdragen aan de maatschappij. Toen ben vrijwilligerswerk gaan doen in een hospice. Dat had te maken met mijn vader, die is overleden toen ik achttien was. Hij werd op de tennisbaan gestoken door een wesp en was binnen twee minuten dood. Geen sterfbed. Hij ging tennissen en kwam nooit meer terug.” Barbara: “Heel traumatisch.” Patty: “Op dat moment niet. Je weet eigenlijk niet wat het met je doet, dat komt er jaren later pas uit. Iedereen om mij heen was in paniek. Maar ik keek alleen naar een lichaam en dacht: dit is een lichaam, dit is niet mijn vader. Maar waar is hij dan? Die overgang van leven naar dood fascineerde me. Daarom ben ik als vrijwilliger in een hospice gaan werken. In het hospice ontdekte ik dat er heel veel zorg is voor degene in het bed, de persoon die gaat overlijden, maar dat er niet veel zorg is voor de naasten eromheen. Partners, kinderen, broers en zussen, vrienden; er gebeurt van alles in de omgeving van een terminale patiënt. Relaties staan onder druk. Een zieke kan nog gewoon heel irritant zijn, maar kan je nog wel boos zijn op iemand die gaat sterven? Zo merkte ik dat mijn talent in het hospice niet lag bij het wassen, maar veel meer in gesprekken aangaan met het hele gezin. Ik ben mijn uitvaartpapieren gaan halen, en in 2009 ben ik mijn bedrijf begonnen.” Barbara: “Dus het hele afscheidsproces begeleid je. Op verzoek.” Patty: “Ik geloof dat het hele proces tussen het overlijden en de afscheidsdag een enorm verschil kan maken in hoe de stervende en de kring eromheen uiteindelijk kunnen omgaan met het overlijden zelf. De afscheidsdag moet natuurlijk prachtig zijn, maar het is eigenlijk maar zo’n klein stukje van het hele proces vanaf de dag dat je de diagnose terminaal krijgt.” OPZIJ 2020

19


De OPZIJ Tafel

Patty Duijn (1973) is begeleider bij leven en afscheid. Ze staat de stervende bij, maar begeleidt ook zijn of haar naasten tijdens de afscheidsfase. Over haar werk als coach bij rouw en verlies schreef ze het boek Rouwdoula. Begeleider bij leven en afscheid. Uit een vorige relatie heeft ze tweelingzoons, nu heeft ze een relatie met Bram.

Barbara: “Hoe komen mensen bij jou terecht?” Patty: “Ik krijg verwijzingen van buurtteams, van oncologische verpleegkundigen, van huisartsen. Onze begeleiding wordt nog niet vergoed. Ik probeer wel zoveel mogelijk in het uitvaartpakket onder te brengen.” Barbara schrijft dat ze eigenlijk een stervensbegeleider in de hand had moeten nemen aan het sterfbed van haar vader. Barbara: “Ja, er waren twee dingen ontzettend moeilijk bij mijn vaders overlijden. Ten eerste verzette hij zich heel erg. Hij wilde niet dood en hij wilde er ook niet over praten. En ten tweede gebeurde er fysiek van 20

alles met hem. Maar wij hadden geen idee, echt geen idee. Tijdens het sterven maakte hij allerlei geluiden, hij had heel veel pijn en toen ineens niet meer. Hij ging dubbelzien. Ik had het heel geruststellend gevonden als er toen iemand bij mij en mijn twee broers had gezeten, die had kunnen zeggen dat dit normaal was.” Patty: “Dan heb je geen schrikeffect.” Barbara: “Ik vond het echt heel erg eng.” Natascha: “Ben jij er ook bij Patty, als iemand sterft?” Patty: “Soms. Niet altijd. Ik treed dan echt in de cirkel van intimi, en dat vind ik best lastig. Ik probeer altijd te voelen: wat is mijn afstand? Ik maak me dan vaak heel klein.” Barbara: “Maar in de laatste fase ben je er wel.” Patty: “Voor degene die sterft kan ik op dat moment weinig doen, daar zijn artsen en verpleegkundigen voor. Ik kom met name voor de ondersteuning van de mensen eromheen. Soms vinden mensen het heel eng om in de ruimte te zijn bij degene die gaat overlijden, dan gaan we er samen heen, dat begeleid ik dan.” Iedereen heeft individueel te maken met vergelijkbare processen, het is uniek maar tegelijkertijd algemeen. Ieder mens gaat dood. Religie heeft de rol om mensen met de dood te verzoenen. Er zijn religieuze rouwrituelen en een soort gedragscode rondom sterven: zo moet je je gedragen. Is daar met de secularisering een gat geslagen? Barbara: “Ik denk dat de secularisering een belangrijke reden is dat de angst voor de dood is toegenomen. Maar de medische evolutie speelt ook een rol, wat Patty zegt, we denken in termen van maakbaarheid. We zijn zo gewend om maar door te behandelen, dat we bijna vergeten dat mensen ook gewoon doodgaan. Vroeger stierven mensen in hun huiskamer, er was eerder berusting.” Patty: “Ik zie mensen die angstig zijn vaak naar houvast zoeken, bijvoorbeeld in het geloof. Ook al waren ze tijdens


De OPZIJ Tafel hun leven niet gelovig, op hun sterfbed keren ze dan weer terug.” Natascha: “Ik herken dat. Mijn vader was heel bang om dood te gaan, extreem bang. Hij hoorde bij de groep die zich er niet mee kon verzoenen. Wat lastig was voor mij. En voor hemzelf. Wij zijn joods, maar niet gelovig, seculier joods. Mijn vader zei: ‘Ik ben bang voor het grote Niets.’ En dan vroeg ik weleens: ‘Zit daar iets achter, waar ben je zo bang voor? Dat je ergens berecht wordt?’ Op een gegeven moment kwam de beste vriendin van mijn oom op bezoek, zij is een liberale vrouwelijke rabbijn. Ze vroeg: ‘Max, mag ik het gebed van de stervenden voor je zeggen.’ En toen zei mijn vader: ‘Ja.’ Dat was voor mij een wonderlijk moment. Hij was alleen maar gericht op doorbehandelen. Zelfs drie weken voor hij doodging, toen het ziekenhuis al had gezegd dat hij was uitbehandeld, wilde hij nog proberen om beter te worden en behandelingen aangrijpen. Bang om vergeten te worden, om in het niks op te gaan.” Patty: “Bang om jou en je moeder los te laten ook, misschien.” Natascha: “Zeker.” Patty: “Vaak glijden mensen weg in het hospice na afloop van een weekend vol bezoek. Ik heb dat te vaak zien gebeuren om te denken dat dit toeval is. Dan zei de familie: ‘Was ik nou maar niet weggegaan.’ Maar dan zeg ik: ‘Je hebt de grootste vorm van liefde gegeven. Sommige mensen hebben het nodig om alleen te zijn om te kunnen sterven.” Barbara: “De stervende kiest zijn eigen moment.” Natascha: “Mijn oma is wel ertussenuit gesneakt toen wij even gingen eten in de ziekenhuiskantine jaren geleden. Maar ik denk dat het voor mijn vader heel passend was dat mijn moeder en ik erbij waren, want wij waren echt een drie-eenheid.” Je ziet dat zo’n gebed voor de stervenden houvast biedt, een rite de passage. Vroeger kleedden nabestaanden zich in het zwart, iedereen kon zien dat je in de rouw was. Zou dat nu ook niet kunnen helpen? Natascha: “Aan religieuze rituelen kleven voor- en nadelen. Na mijn vaders dood hebben de orthodoxe rabbijnen het overgenomen, mijn vader moest binnen een dag worden begraven. Hij overleed om 5.30 uur ’s ochtends en om tien uur zat de rabbijn in de kamer, werd het lichaam opgehaald en moesten wij de begrafenis regelen. Mijn vaders doodsstrijd duurde zeven uur, dus mijn moeder en ik waren helemaal kapot, sowieso al na een jaar mantelzorgen. Toen moest ik allemaal mensen gaan bellen, en die avond hebben we hem ritueel gewassen. De joodse orthodoxie is vrij streng. Vrouwen mogen geen toespraken houden. En geen zand scheppen in het graf. Maar deze rabbijn had zoiets van, ik kijk de andere kant op, dan doen jullie het maar. Hij belt nu nog wel af en toe om te vragen hoe het gaat. Zwarte kleding zou ergens wel helpen, omdat het zichtbaar maakt dat ik me van binnen

vaak nog een beetje kapot voel. Sommige vrienden en kennissen denken dat ik alles wel weer aankan. Dan hebben we het over daten of kinderen krijgen. Dan lach ik mee, want op dat moment denk ik ook dat ik het aankan. Maar zodra ik thuis ben, besef ik: eigenlijk voel ik me heel rot.” Barbara: “Ik kan me herinneren dat ik dat zelf wel moeilijk vond na mijn vaders dood. Dat de aandacht daarvoor op een gegeven moment verstomt. Maar mijn boek gaat niet zozeer over rouw, maar over hoe mensen zich gedragen in het licht van de dood. En wat dit betekent voor de nabestaanden. Wat Natascha heeft meegemaakt met haar vader, en ik ook met de mijne, is dat mensen zich blijven verzetten tegen de dood. En daardoor blijven wij langer zitten met een vreselijk rotgevoel, omdat je daarin geen troost kan vinden. Het lijkt mij zo erg om zo dood te gaan. Patty, kan je dit voorkomen?” Patty: “Ik probeer daar wel aan bij te dragen. Deze zomer ben ik met de begeleiding begonnen van een heel jong gezin, hij is 36 jaar en heeft ALS. Drie jonge kindjes, zij is 32, echt verschrikkelijk. Iedereen doet in het begin alsof het wel meevalt, maar er gebeurt natuurlijk van alles in het huwelijk en het gezin. De aftakeling bij ALS gaat razendsnel, hij kon niets meer. Zij zei: ‘Ik ben moe, ik voel me alleen staan. Ik zit hier ’s avonds met drie kinderen en hem, dus eigenlijk vier kinderen.’ Maar hij had de

Mijn vader zei: ‘Ik ben bang voor het grote Niets.’ En dan vroeg ik weleens: ‘Zit daar iets achter, waar ben je zo bang voor? Dat je ergens berecht wordt?’

OPZIJ 2020

21


De OPZIJ Tafel houding: ik ga toch niet dood. Terwijl hij gevoed moest worden. Hij ging hartstikke dood, en er stond dus een olifant in de kamer…” Barbara: “…een van mijn hoofdstukken heeft die titel. Dat gaat over Martin Bril, hij was ook een enorme ontkenner, en hij bleef maar doorwerken, net als Max.” Patty: “De kunst is om het doodgaan wel te benoemen. Heel simpel, maar veel mensen durven het niet. Het is eng. Maar ik vroeg aan die man: ‘Heb jij die witte vlag al gehesen? Weet je dat je doodgaat?’ Hij brak. Maar dat was wel nodig. Zijn vrouw vertelde me later: ‘Doordat hij heeft omarmd dat hij doodgaat, is het nog steeds heel moeilijk en verdrietig, maar wij zijn weer in verbinding. Er is saamhorigheid. Een week daarna besloot hij om euthanasie te laten plegen. Toen hij eenmaal echt door had dat het niet meer ging, wilde hij zijn verantwoordelijkheid nemen, en of dat nou euthanasie is of niet – dat laat ik even in het midden – maar hij nam de regie. Met zijn vrouw en kinderen heeft hij nog wel twee mooie weken gehad.” Natascha: “Mijn moeder en ik hebben ook geprobeerd om mijn vader te laten accepteren dat hij zou sterven.” Barbara: “Jij zei heel mooi tegen hem: ‘Je hoeft niet op te geven, maar je kunt er wel aan toegeven.’” Natascha: “Toen zei hij: ‘Ja, maar ik wil niet dood.’ En hij werd boos. De radiotherapeut vertelde tijdens het

‘Relaties staan onder druk. Een zieke kan nog gewoon heel irritant zijn, maar kan je nog wel boos zijn op iemand die gaat sterven?’

22

laatste gesprek: ‘We hebben overal uitzaaiingen gevonden, we kunnen echt niets meer doen.’ Mijn vader kwam thuis en was zo vreselijk boos. Hij heeft zijn pillen op de grond gegooid en geroepen: ‘Rot op met je kutpillen! Ik wil wel chemo.’” Patty: “Dat is een biologische reactie, levensdrang.” Barbara: “Stel dat jij daarbij was geweest, wat doe je dan?” Patty: “De vraag is welke emoties er onder die boosheid schuilgaan. Daar zou ik naar gaan zoeken.” Bepaalt je natuur niet hoe je je gedraagt in het licht van de dood? Barbara: “Ik denk dat karakter wel een rol speelt. Maar wat ook een grote rol speelt, is dat we er niet vertrouwd mee zijn. Doordat we nooit over de dood praten, en het niet als een vanzelfsprekend onderdeel van het leven beschouwen.” Patty: “Vroeger maakten mensen meer gebruik van de gelegenheid die de kerk biedt om je verhaal te vertellen zonder oordeel. Dat is een gemis. Wat ik nu veel zie, is dat mensen op hun sterfbed nog met een rugzak vol dingetjes zitten. Geen grote zondes, maar zaken waar ze spijt van hebben of zich zorgen over maken. Ik probeer altijd om voldoende vertrouwen te wekken, zodat stervende mensen hun verhaal kwijt kunnen.” Barbara: “Doodgaan is toch iets waar je je een beetje op kunt voorbereiden. Je kunt leren van sterfgevallen in je omgeving, van praten, van lezen. Mijn vader wist echt niet wat hem overkwam. Ik weet het nu wel, ik hoop dat ik niet zo in paniek schiet als hij. Slechts twintig procent van de mensen gaat plotseling dood, bij verreweg de meeste mensen wordt het aangekondigd. Je hebt dus tachtig procent kans dat je eens te horen krijgt dat je ongeneeslijk ziek bent. Oncoloog Casper van Eijk zei tegen me dat je bij leven al kunt leren om dankbaar te zijn. Want hoe dankbaarder je in het leven staat, hoe beter je straks in je overlijden kunt berusten.” Barbara, denk jij dat je moeder dankbaarder was voor haar leven dan je vader, dat zij in haar dood berustte? Barbara: “Daar ben ik van overtuigd. Mijn moeder zei toen ze ziek werd op haar 71ste dat ze een fantastisch leven had gehad. En ja, het was leuk geweest als het nog tien jaar had geduurd. Maar ze was heel dankbaar. Ze heeft euthanasie laten plegen, en daar wilde ze niemand bij hebben, ook mijn twee broers en mij niet. Ze zei: ‘Als jij erbij bent, ga jij huilen en dan kan ik het niet.’ De avond van tevoren hebben we samen een hele fijne avond doorgebracht, we hebben met z’n tweetjes drie flessen Chablis gedronken en lekkere kaasjes gegeten.” Patty: “Wat rijk.” Barbara: “Ja, het was echt een hele mooie avond. Maar om half tien zei ze: ‘Nu moet je weg, anders openen we nog een fles wijn en ik wil niet met een kater doodgaan. Dat was wel een moeilijk moment, want toen moest ik weg.” Natascha: “Maar hoe neem je dan afscheid?”


De OPZIJ Tafel

Barbara van Beukering (1966) is journalist en was ruim twintig jaar hoofdredacteur, onder andere van Het Parool en het Volkskrant Magazine. In 2018 verscheen haar eerste boek, Kruip nooit achter een geranium, een persoonlijke zoektocht naar een lang en gelukkig leven. Ze is getrouwd met Thomas, ze hebben een zoon en drie dochters (onder wie feminist Milou Deelen) en verwachten in mei een tweede kleinkind.

Barbara: “Ze liep met mij mee naar de deur we omhelsden elkaar heel stevig en toen zei ze: ‘Mooier wordt het niet.’ En dat waren haar laatste woorden.” Sterven lijkt één grote oefening in loslaten: jouw moeder het leven, jij je moeder. Patty: “Nee nee, het is geen loslaten, het is vooral anders vasthouden. Je laat je moeder nooit los. En je vader ook niet. Maar de situatie verandert. Je gaat een nieuwe werkelijkheid in. En hoe ga je daar vorm aan geven? Fantastisch hoe je moeder dat heeft gedaan. En inderdaad niemand erbij, want dat vond ze te moeilijk. Ik vind het heel mooi wat jouw moeder zegt over dankbaarheid, zo scherp heb

ik dat zelf nooit benoemd. Dus ik leer van je moeder.” Barbara: “Ik vond het zelf eerst ook heel moeilijk dat ik er niet bij mocht zijn toen ze stierf, maar achteraf helemaal niet meer. Wel wilde ik zo dicht mogelijk bij haar zijn als het gebeurde, zodat ik haar kon aanraken terwijl haar lichaam nog warm was. Ik ben dus op de bewuste vrijdagochtend met mijn gezin op een terrasje gaan zitten op het Marie Heinekenplein, waar ze woonde. En toen zagen we de huisarts op het afgesproken tijdstip om twaalf uur aan komen fietsen, met zo’n blauw tasje, van de apotheek. Mijn moeder woonde op de zesde verdieping, en ik zag even later haar gordijn dichtgaan. Tien minuten later belde de huisarts: ‘Het is gebeurd.’ Toen ben ik meteen met Thomas de lift in gegaan, we waren er binnen twee minuten. En ze was inderdaad nog helemaal warm. Maar wel morsdood. Niet een klein beetje dood, dat bestaat niet.” Natascha: “Het gaat snel, hè?” Barbara: “Maar het was gewoon prima. Ze lag er goed bij. Mijn moeder had nog tegen de huisarts gezegd: ‘Wil je tegen Barbara zeggen dat ik zo genoten heb van gisteravond? En wil je ook tegen haar zeggen dat ik heel trots op haar ben dat ze mij zo heeft gerespecteerd.’” Anders vasthouden, dat is dus de kunst. Natascha: “Ik vind het wel heel knap van je Barbara, want het gaat heel erg tegen je intuïtie in om je moeder alleen te laten bij haar overlijden.” Barbara: “Ik citeer in mijn boek ook Manu Keirse, een Belgische rouwdeskundige, die zegt: ‘Als je doodgaat verhuis je van de buitenwereld naar de harten van je dierbaren.’” Natascha: “Dat was de grootste wens van mijn vader.” Barbara: “Die blijft altijd in jouw hart en zal dus eigenlijk nooit doodgaan. Dat vind ik een heel mooi idee.” O OPZIJ 2020

23


Open doek

SASKIA TEMMINK

BUITEN GEWOON Saskia Temmink (1968) werd eind jaren negentig in een klap bekend als Pup Bussink in de epische dramaserie Oud Geld – dankzij wie alle oude huizenbezitters in Nederland bang werden voor de boktor – en waarin ze als dwarse dochter in een über-kakfamilie samen met Marcel Musters kleine Puppies wilde maken. Omdat half Nederland pardoes voor haar en haar enorme talent viel, lag een carrière op het grote witte doek voor de hand. Maar nee, wie haar wilde zien moest naar het theater. En nog steeds. Want daar ging onlangs Doet sneeuw pijn in première, naar het boek van Carolien Spaans. Een weergaloze solovoorstelling van Temmink. Maar ook voor de tv-kijkers is er hoop. Hollands Hoop. Want vanaf begin februari is Temmink in alweer het derde seizoen van deze dramaserie te zien als een van de vrouwen in de harem van Chris Zegers. Genoeg om over te praten, lijkt ons. D O O R M A R I A N N E VE R H O E V E N B EEL D A N N E M I E K E VA N D E R TO G T

D

oet sneeuw pijn is het verhaal van Carolien Spaans, die haar man verloor – hij skiede een gletsjerspleet in toen haar zoontje nog maar zeven maanden was. Het boek, en dus ook de voorstelling gaat over het immense gat na zijn begrafenis. Met alle twijfels, boosheid en verdriet die je je kunt voorstellen. OPZIJ was bij de eerste try-out.

24

Een prachtige voorstelling over rouwen, waar overigens ook een groot stuk in deze OPZIJ over gaat. “Dat is zo bijzonder, echt een onderwerp dat ik nu zoveel tegenkom. Ik weet nooit of het is omdat ik er nu heel erg mee bezig ben door de voorstelling of dat het ook de tijdsgeest is dat iedereen behoefte heeft om het ook over dit soort moeilijke onderwerpen te hebben.

Tonio (van A.F.Th. van der Heijden over het verlies van zijn 21-jarige zoon -red.) is ook net uitgekomen op het toneel. Maar het mooie is dat er steeds meer bespreekbaar wordt en laten we ophouden met het idee dat alles perfect moet zijn. Dat je dus mag delen wat minder gaat en waar je last van hebt. Zo mooi, na afloop van die eerste try-out waren vijf wat oudere mensen naar mij toegekomen en vertelden allemaal over hun rouw.


Open doek

OPZIJ 2020

25


Open doek Het was echt heel bijzonder. Een van hen zei: ‘Je hebt het helemaal voor mij gespeeld.’” Best zwaar, zo’n solovoorstelling. Het is niet alleen de hoeveelheid tekst, maar ook het spelen en het onderwerp. “Het is wel leuk hoor, zo’n kluif. Ik heb heel vaak naar het boek teruggegrepen, maar eigenlijk niet naar Carolien zelf. Roos Schlikker

heeft samen met Erris van Ginkel het scenario geschreven. Vervolgens zijn regisseur Benno Hoogveld en ik er mee aan de slag gegaan. Want heel veel dingen waren nog iets te veel taal, waardoor ik dacht: maar wat ga ik spelen? Er was ruimte voor vragen: ‘Kan je hier nog wat op bedenken dat iets meer ruimte geeft? Of 'Het is mooi, maar ik kan er net niet een momentje van maken.’ Dus het is wel echt een samenwerking geweest.

Ik ben zelf trouwens ook aan het schrijven, hè.” Vertel. “Ik heb vorig jaar scenarioschrijven aan de ScriptAcademy gedaan. Het tweede jaar is nu, maar dat red ik nu niet met deze soloshow. Maar dat komt nog wel. Dus dat schrijven en dat bewerken en dat voelen of het speelbaar is, daar zit denk ik ook wel een kracht. Daar zou ik wel heen willen. Ik ben nu met anderen een serie aan het ontwikkelen over vriendinnen die op latere leeftijd met elkaar in een huis gaan wonen.”

‘Ik ben absoluut geen voorstander van BN-erschap. Ik wil mooie rollen spelen. Ik wil ook dat mensen er nog een beetje in geloven in plaats van dat ze denken: ‘Oh, die deed zo grappig bij Linda de Mol.’

Ik had na Oud Geld verwacht dat je in veel meer films en tvseries te zien zou zijn. Heb je dat bewust afgehouden? “Nee, het ging niet zo bewust. Maar als je zoiets moois krijgt dan ben je verwend en dan wil je niet alles meer doen. Monic Hendrickx heeft bijvoorbeeld op gegeven moment besloten: ik ga alleen maar film doen zodat ik beschikbaar ben als er audities komen. Dat heb ik niet gedaan. Ik ben gaan reizen. Heb een aantal jaar op Ibiza gewoond. Het is ook niet op mijn pad gekomen, maar ik heb eigenlijk altijd gewerkt en mooie dingen gemaakt. Met deze voorstelling ga ik af en toe ook in hele kleine zaaltjes spelen. Dat vind ik gewoon fijn. Op een gegeven moment zei een vrouw bij de yoga: ‘Wat is er toch gebeurd dat jij niet verder doorgebroken bent?’ Hoezo? Ik heb altijd gewerkt en mooie dingen gemaakt. Wat is dan precies de definitie van succes?” 26


Open doek Voor veel mensen misschien dat je in praatprogramma’s of van die panels zit. In van die Ik Hou Van Holland-achtige dingen. Dat doen al die andere actrices natuurlijk wel. “Ik ben absoluut geen voorstander van BN-erschap. Ik wil mooie rollen spelen. Ik wil ook dat mensen er nog een beetje in geloven in plaats van dat ze denken: Oh, die deed zo grappig bij Linda de Mol.” “Er wordt vaak tegen me gezegd dat ik daarin mee moet gaan. Net als actief zijn op social media. Nou, ik ga daar een beetje in mee, maar ik denk toch al heel snel: ‘Kom maar gewoon kijken als je benieuwd bent naar wat ik nu weer heb gekozen. Waar mijn hart bij ligt.’ Ik ben daar een beetje rigide in. Ik heb mijn eigen leven, m’n vrienden en m’n ouders. “Nou goed, ik was vroeger veel banger dat mensen dingen zouden zeggen die niet leuk zijn of zo. Maar ik ben wel opener geworden juist. Dit stuk gaat ook over dat er zo veel levens zijn die niet standaard zijn, maar waar anderen vaak al zo’n mening over hebben. Zoals mij laatst in de speeltuin overkwam, waar ik alleen maar heel blij zat te zijn met m’n kind. ‘Ze is zo lang, hè? Heeft ze zeker van d’r vader?’ ‘Nee, ze heeft geen vader.’ ‘Oh…’ En je hoort die persoon er ‘wat erg’ achteraan denken. Dus dat ze met zo'n reactie de vraag ‘hoe is dat dan?’ in hun vooringenomenheid al overslaan.”

gesprek had met een vriendin die ik al vanaf mijn achtste ken. Soms is het wel goed dat je vrienden hebt die niet helemaal met je meepraten of je aaien, zodat het opeens helder wordt. En toen wist ik: ik moet het nu gaan regelen, daar moet ik niet langer mee wachten.”

M’n huisarts zei: ‘Ik zet je op een wachtlijst, want het kan nog wel even duren. Vervolgens kreeg ik een nieuwe vriend, weer iemand die twijfelde over of hij kinderen wilde en toen die relatie ook op niets uitliep, was ik drie jaar verder en er waren er opeens bijna geen donoren meer.”

Ook wel stoer. “Ja, maar je denkt altijd: ‘Hij staat om de hoek. Het komt echt wel.’

Omdat er niet meer anoniem gedoneerd mocht worden? “Precies. Er is daarmee gekozen voor

Je bent laat moeder geworden? “Ik was 42.” Was dat een bewuste keuze? “Je weet nooit precies hoe dat proces gaat, maar ik heb eigenlijk altijd gevoeld dat ik heel graag moeder wilde worden en een hele goede moeder zou zijn. Maar er zit ook iets anders in mij: een behoefte aan vrijheid, heel erg met mijn werk bezig zijn en vallen op mannen die geen kinderen willen. Dus op gegeven moment ging ik me wel afvragen: is het een soort romantisch plaatje wat ik voor me zie, of wil ik het ook echt? Tot ik op mijn 38ste, net na het stuklopen van m’n relatie, een OPZIJ 2020

27


Open doek het belang van de kinderen, wat heel goed is. Maar gezien m’n leeftijd werd het best nog wel spannend. Ik realiseerde me toen pas echt dat ik er klaar voor was.” Het is een groot geluk als het lukt wanneer je dat zo graag wilt. Want als het dan niet lukt, zit daar ook zoveel verdriet achter. “Er is zo veel meer rouw dan we ons realiseren. Van Carolien, en ik wil niets af doen aan haar verdriet, is het een heel heldere rouw. Terwijl vrouwen die geen kinderen gekregen hebben en dat wel wilden, dat is niet uit te leggen, dat schijnt ook zo veel pijn te doen. “Ik ben echt elke dag dankbaar. Ik ben zo blij met haar en hoe wij samen zijn en hoe zij mij ook weer helpt, want ik voel me natuurlijk ook af en toe schuldig omdat ze geen aanwezige vader heeft. Ze is nu negen en we hebben het zo goed samen. En al vanaf dat ze baby was wist ik wat ze wilde of wat er moest gebeuren. “Er waren vrienden die met boeken en adviezen kwamen over hoe op te voeden: je moet haar gewoon laten huilen. En ik dacht jullie zijn echt hartstikke gek. Dat je kijkt naar je kind en denkt: ik snap wel wat jij wilt. “Natuurlijk is het soms ook best moeilijk, want ze heeft alleen mij en ik ga nu toch weer op pad een aantal avonden per week. En dan moet je ook goed voor jezelf zorgen, uitkijken dat je niet ziek wordt, want daar zijn te veel belangen mee gemoeid. Wat dat betreft ben ik op de Toneelschool in Maastricht goed voorbereid. Een leraar zei destijds: ‘Je mag er alleen niet zijn als je dood bent of als je ligt te baren. Verder ben je er gewoon.’ Dat zijn dingen die ik als jonge vrouw

Heb je iets met zusterschap? “Ik kan heel goed met vrouwen. Ik heb ook altijd het idee dat ik er meteen uitpik wie de leuke vrouwen zijn. In alle leeftijden. Ik heb vijftien jaar lesgegeven aan de toneelschool en een aantal daarvan zie ik nog steeds. “Bovendien blijf je een beetje bij dankzij die jonge meiden. Door hen ben ik toch iets serieuzer over eten en over vegetarisch eten gaan nadenken. Dat je je dan opeens realiseert: o ja, ik ben echt een beetje een oude doos.’ Want ik doe veel eigenlijk zoals mijn ouders dat deden.”

Wie speelt die man? “Chris Zegers. Mijn idee was dat Chris dan steeds een jonger exemplaar erbij heeft genomen. En wat kiest Dana (Nechushtan, regisseur – red.)? Zij kiest drie vrouwen, alle drie rond de vijftig: Malou Gorter, Caya de Groot en mij. We lijken op elkaar en hebben dus blijkbaar dus ook iets met elkaar, wat nog niet in het script stond. En toen dacht ik dat is toch wel een keuze van een vrouw die goed in haar vel zit. Dat ze het beeld dat de meeste mensen hebben bij zo’n situatie gewoon omdraait. En dat hij het heel fijn vindt met die drie vrouwen, maar dat je niet denkt dat is zo’n kerel die elke keer de ene inwisselt voor een jonger exemplaar. Dat was puur casting van haar. “Toen dacht ik: dit is nou zo’n moment waarop je ziet dat er iemand zit met een juist gevoel voor feminisme, het net even anders vertellen, waardoor wij ons gesteund voelen. Het is ook heel leuk om te spelen.”

En zusterschap in je werk? “Er wordt enorm veel gesproken over competitie tussen acteurs. Dat is mijn ervaring helemaal niet. Als je kwaliteit hebt, ben je helemaal niet bezig met naar beneden trappen of naar opzij kijken. Ik heb nooit het gevoel gehad alsof iemand van achter me het mes in de rug zette. “Ik heb juist heel vaak meegemaakt dat vrouwen elkaar helpen. Wat ik bijvoorbeeld echt een topmoment vond, was iets dat gebeurde bij Hollands Hoop. Ik had auditie gedaan met een aantal jongere actrices. In het script staat dat ik samenwoon met een man en twee vrouwen.”

Een harem op het platteland in Groningen?! “Het grappige is, het Ís dus geen harem. Dat wordt op een gegeven moment ook duidelijk wanneer Machteld, gespeeld door Kim van Kooten, hem complimenteert omdat hij drie vrouwen gelukkig maakt. Waarop wij antwoorden dat we niet alleen met hem gelukkig zijn, maar ook met elkaar. “En dan die reacties! Dat vind ik zo grappig om te zien. Hoe mensen, zelfs in een verhaal, altijd die standaard proberen vast te houden. En hoe leuk is het om dan dat te kunnen spelen.” O

behoorlijk in mijn kop heb gekregen. Je bent er gewoon voor je vak. Ik heb het gevoel dat dat nu eindelijk aan het veranderen is. Ik heb daar ook voor moeten vechten. Ook in mijn eigen gevoel en hoofd. Dat ik ook mag vragen, ik heb ook dat gezin. En ik realiseer me dat mijn dochter alleen mij heeft. Dus ik rijd nooit meer zomaar door het rode licht.”

DOET SNEEUW PIJN naar het boek van Carolien Spaans

In theaters t/m juni 2020 Kijk voor de speellijst en de unaniem lovende recensies op solostories.nl 28


Open doek

‘Een leraar zei destijds: ‘Je mag er alleen niet zijn als je dood bent of als je ligt te baren. Verder ben je er gewoon.’

OPZIJ 2020

29


Reportage buitenland

VAN DE

LENTE IN DE DRUP Tunesië is sinds de onafhankelijkheid in 1956 het meest vrouwvriendelijke land in de Arabische wereld. Maar hedendaagse Tunesische feministen hebben genoeg van het staatsfeminisme, dat door mannen werd opgelegd. De nieuwe generatie wil een eigen koers varen, maar wordt gescheiden door de islam.

FOTO SOUHA BARKALLAH BAAROUN

DOOR FAÏ RO U Z BE N S A L A H

30


Reportage buitenland

Een verhaal over het Tunesisch feminisme dient te beginnen bij de onafhankelijkheid van Frankrijk en met Habib Bourguiba. Hij was van 1957 tot 1987 de eerste president van de republiek Tunesië, tevens uitvinder van dat wat het ‘staatsfeminisme’ is gaan heten. In zijn ‘nationaal moderniseringsprogramma’ hervormde Bourguiba het familierecht, waarmee hij als eerste Arabische leider in 1957 de polygamie afschafte. Hij legaliseerde echtscheiding en maakte het voor vrouwen mogelijk om betaald te gaan werken. Ronduit revolutionair was zijn maatregel om Tunesische vrouwen in 1973 het recht op abortus te geven. Ter vergelijking: in Nederland trad er pas een abortuswet in werking in 1984.

Maar Bourguiba had een dubbel gezicht, want tegelijk met de invoering van vrouwvriendelijke maatregelen kondigde hij een verbod af op feministische organisaties. Hij claimde het alleenrecht op de invoering van vrouwenrechten, die hij strategisch inzette voor eigen gewin. Zo was de progressieve wetgeving een uitstekend middel om westerse bondgenoten aan zich te binden, die hij nodig had bij het voeren van de pro-westerse koers die hij tijdens de Koude Oorlog voor Tunesië had uitgestippeld. Tegelijkertijd deden vrouwenrechten ook dienst als strijdmiddel in zijn anti-islamcampagne.

die destijds net was gekozen als parlementslid. Toen hij de beschuldiging van seksuele intimidatie ontkende met het verweer dat hij ter plekke in een fles urineerde omdat hij diabetes heeft, brak er een storm van protest los. Mensen gingen de straat op om te demonstreren. En duizenden Tunesische vrouwen (en mannen) gingen hun ervaringen met seksuele geweld delen onder de hashtag #EnaZeda, letterlijk vertaald #MeToo.

M

aar er is een nieuwe generatie vrouwen die niets moet hebben van het van bovenaf opgelegde staatsfeminisme. En sinds eind vorig jaar bepalen zij het gezicht van het Tunesische feminisme. Deze feministen traden naar voren in reactie op de affaire die uitbrak toen een negentienjarige scholiere in oktober 2019 op Facebookfoto’s deelde die ze had gemaakt van een man die in zijn auto voor haar school zat te masturberen. Ze wilde met haar posts haar medeleerlingen alarmeren. De bom barstte nadat andere Facebookgebruikers de masturberende man herkenden. Het was Zouheir Makhlouf,

a hd na n ‘E or d vo

“H

et Tunesisch feminisme is een koloniaal product. Het vertolkt westerse waarden. Wij moeten verder,” zegt oud-minister Saida Ounissi (32). De jonge politica is momenteel parlementslid van de moslim-democratische Ennahda, die sinds de verkiezingen van oktober 2019 de grootste politieke partij is van Tunesië. Ounissi beschouwt zichzelf als feminist pur sang. Maar ze heeft weinig affiniteit met wat zij de ‘Bourguiba-feministen’ noemt, tegen wie ze een diep wantrouwen koestert. “Toen ik minister was, vroeg ik of deze dames ook ‘dank u wel’ zeggen tegen de vrouwen die bij hen thuis schoonmaken.’

S a id

a Oun sli issi, parlement

OPZIJ 2020

31


Reportage buitenland

A

dvocaat Donia Ben Osman vertelt over haar jonge cliënte die de EnaZeda-beweging aan het rollen bracht. “De scholiere maakte de foto’s uit een soort angstreflex. Ze was op haar hoede, omdat een auto haar onderweg naar het lyceum was gevolgd en voor het schoolgebouw afremde. Ze maakte foto’s van het kenteken en vervolgens hoorde ze een raar geluid. Toen merkte ze dat de automobilist zat te masturberen.” De advocate vertelt dat Tunesische vrouwen zelden aangifte doen van seksueel geweld. “Ze halen meestal hun schouders erover op. Wat kunnen ze anders doen? Als ze een zaak willen aanspannen, worden ze vaak ontmoedigd om de daders aan te klagen. In de eerste plaats door de politie zelf.” Ben Osman maakt zich, als specialist en feminist, verder kwaad over de ruime interpretatie van ‘zedenzaken’ door de Tunesische justitie. “Volkomen idioot,” zegt zij fel. “Justitie maakt meer werk van zoenen in het openbaar dan van seksueel geweld.”

I

n 2018 trad in Tunesië een nieuwe wet in werking die is gericht tegen alle vormen van geweld tegen vrouwen. In de (inter)nationale pers werd de wetgeving breed uitgemeten als ‘de tweede grote stap’

32

F O T O A L A Z E M Z M I E N K H A O U L A B A R N AT

Zo kreeg Tunesië haar eigen #MeToo-beweging. De besloten Facebookgroep #EnaZeda, van de feministische organisatie Aswat Nissa, telt inmiddels 42.000 leden. Een andere #EnaZedaFacebookpagina wordt beheerd door hardcore feministe Amal Bintnadia, onder ander maker van de video ‘60 years of independence and our bodies are still colonized’. Haar #EnaZeda-pagina heeft 14.000 volgers en wordt wekelijks aangevuld met pakweg twintig nieuwe ervaringen. “De eerste #Moi aussi j’ai été violée (ik ben ook verkracht)campagne lanceerden wij, mind you, in 2014,” zegt Bintnadia.” Onze #EnaZeda-pagina zijn wij al begonnen in 2017.”

na de familierecht-hervormingen van Bourguiba. Er was ook hard voor gestreden door de oudste en grootste feministische organisatie van Tunesië, de AFTD (vertaald: Tunesische Organisatie van Democratische Vrouwen), die sinds de jaren negentig ijvert om seksueel geweld tegen vrouwen uit te bannen. Het leek hoopgevend. Volgens de nieuwe wetgeving kunnen slachtoffers van seksueel geweld aanspraak maken op speciaal getrainde politieteams, begeleiding en psychologische hulp. Maar feministische organisaties zeggen dat ze nog bitter weinig hebben gemerkt van betere ondersteuning en hulp. Exemplarisch is dat de masturberende politicus Zouheir Makhlouf temidden van alle ophef gewoon als parlementslid werd geïnstalleerd, waardoor hij parlementaire onschendbaarheid geniet en vrijuit gaat tegen de aanklacht die tegen hem loopt wegens seksuele intimidatie.

H

et bereik en succes van de huidige EnaZeda-beweging onderstreept de feministische klacht dat er ondanks de nieuwe wetgeving weinig wordt ondernomen tegen daders van seksueel geweld. Maar het internet biedt individuele slachtoffers

de mogelijkheid hun krachten te bundelen, zoals de wereldwijde MeToo-beweging toonde, die in 2017 startte met de meer dan tachtig aanklachten tegen de Amerikaanse filmproducent Harvey Weinstein. Vandaar dat de feministen van Aswat Nissa een #Enazeda Facebookgroep zijn begonnen om Tunesische klachten te verzamelen. Volgens een woordvoerder is de besloten groep een safe space voor slachtoffers, waar zij hun ervaringen veilig kunnen delen. Vier vrouwen lezen de verhalen en ze zeven de negatieve of ongepaste reacties eruit. Naast online-activiteiten organiseert Aswat Nissa ook gespreksgroepen voor slachtoffers van seksueel geweld en bijeenkomsten voor vrouwen zonder internetaansluiting.

E

en ander EnaZeda-initiatief, komt van Amal Bintnadia. In december 2019 mobiliseerde ze circa honderd vrouwen voor een ‘de verkrachter dat ben jij’-flashmob. Het was de spectaculaire kick-off van een nieuw intersectionistisch feministisch netwerk Falgatna (‘wij zijn het zat’). Inmiddels telt dit netwerk duizend leden en heeft het meer dan drieduizend volgers. “Onze grens is bereikt,” zegt Amal. “Seksisme is volkomen


Reportage buitenland genormaliseerd in onze samenleving.” Hetgeen invoelbaar wordt als zij vertelt over een Facebook-campagne van begin 2019 genaamd ‘ j’ai dénoncé pour vous’ (‘ik heb voor u veroordeeld’). “Het idee was om slachtoffers van verbaal en fysiek geweld een stem te geven,” vertelt Bintnadia. “De groep werd gekaapt door mannen die onder dezelfde naam een eigen pagina creëerden, waarop zij foto’s en gesprekken met hun exen publiceerden; een soort wraakporno. Verschrikkelijk, maar gelukkig stopten de slachtoffers niet met het delen van hun getuigenissen.”

Tunesiërs het onderscheid niet weten te maken tussen systeem en religie. “Het dragen van een hoofddoek wordt gezien als een teken van seksuele onderdrukking. Dit is een misverstand. Het is een teken van spiritualiteit. En moedig, want het in in Tunesië killing voor je carrière.” De politica wil de islam juist inzetten als middel tegen seksueel machtsmisbruik. “Respect voor het menselijk lichaam is een kernelement van onze religieuze verplichtingen. Hier ligt een rol voor docenten en imams. Zij kunnen vrouwen helpen te ontsnappen aan hun schaamte.”

H

S

et hoofddoek-dragende parlementslid Saida Ounissi deelde op haar eigen Facebookpagina een persoonlijke ervaring die vergelijkbaar is met de Makhloufaffaire. “Ik wil het zwijgen doorbreken, in de hoop dat vrouwen zich met mij kunnen identificeren,” zegt ze. “Tijdens de zwangerschap van mijn dochter had ik letterlijk buikpijn bij de gedachte van wat haar te wachten kan staan. Ik wil dat zij opgroeit in een samenleving waar zij en haar lichaam worden gerespecteerd.” Ounissi bekritiseert met name de rol van de media: “In veel Arabische soapseries is seksueel misbruik dagelijkse kost. Vrouwen worden gepresenteerd als willoze wezens die alles maar klakkeloos vergeven en vergeten”. De EnaZeda-beweging vindt ze ondanks haar bijval op Facebook uiteindelijk te weinig inclusief. “De islam wordt medeverantwoordelijk gehouden voor de diep ingesleten patronen van seksueel machtsmisbruik in onze samenleving. Mij wordt de mond gesnoerd omdat ik een hoofddoek draag.” De politica analyseert dat veel

aida Ounissi is een exponent van een generatie Tunesiërs die is opgegroeid in de diaspora en na de Arabische Lente van 2011 is teruggekeerd. In de jaren

negentig ontvluchtten haar ouders de dictatuur van Zine Ben-Ali en trokken naar Frankrijk. Hun dochter haalde haar masters degree politicologie in Parijs en werkte daarna in Tunis als onderzoeker. In 2014 kwam zij in het Tunesische parlement als vertegenwoordiger

van de moslimpartij Ennahda, voor het kiesdistrict Frankrijk. Met haar benoeming als staatssecretaris voor werkgelegenheid en beroepsonderwijs in 2016 was zij de jongste Tunesiër in een regeringsfunctie ooit. In december 2018 zette zij haar carrière voort als minister op hetzelfde ministerie. Zij vestigt ook de aandacht op een vergeten groep slachtoffers van het dictatoriale regime van Ben Ali, dat omver werd geworpen door de revolutie van de Arabische Lente. De Tunesische waarheidscommissie heeft gedocumenteerd hoe vrouwen systematisch zijn verkracht en seksueel zijn misbruikt door de politie en leden van de veiligheidsdiensten. “Daarvan is nog maar de helft bekend,” stelt Ounissi. “Veel slachtoffers zijn te getraumatiseerd om te praten. Sommigen zwijgen omdat zij een concurrentieslag om publieke

aandacht willen vermijden met hun eveneens gemartelde echtgenoot. Maar het verhaal van dit seksueel misbruik wordt ook in de #EnaZedacampagne niet verteld.

D

esalniettemin bleef de vrouwvriendelijke reputatie van OPZIJ 2020

33


Reportage buitenland

FOTO SOUHA BARKALLAH BAAROUN

Tunesië onder het bewind van Ben Ali volledig intact. Wie wel imagoschade hebben geleden zijn de AFTD en haar feministische zusterorganisatie. Ze werden onder het Ben Ali-regime afwisselend gedoogd- en geïntegreerd in antiislamcampagnes, om vervolgens weer te worden onderdrukt als ‘staatsvijanden’. Deze politieke manipulatie bracht hen in een lastig parket. Hedendaagse feministen verwijten de oude feministen paternalisme. En ze vinden dat zij zich door politici hebben laten gebruiken en dat zij de vrouwenrechten daarmee hebben uitgevent. Activiste Amal Bintnadia pitcht haar Falgatna-collectief als alternatief voor de mainstream traditionele feministische organisaties. “Losser, onafhankelijker en minder hiërarchisch. En vooral inclusiever. Wij willen niet praten namens transgenders, moslima’s of vrouwen die op het platteland wonen. Bij ons voeren ze zelf het woord.” Onafhankelijkheid is voor Falgatna een bestaansgrond. “Wij nemen van geen enkele overheid geld aan en zijn zorgvuldig in het kiezen van buitenlandse partners,” zegt Bintnadia.

34

De feministische overheidspolitiek van na de Arabische Lente ziet zij als pure window dressing. Als voorbeeld noemt ze pariteitsbepaling in de kieswet, waarin staat dat partijen verplicht zijn evenveel veel vrouwen als mannen op de kieslijst te plaatsen. “Een volslagen wassen neus,” aldus Bintanadia. Ze heeft een punt. In het parlement dat afgelopen oktober werd gekozen, zitten 68 vrouwen en 149 mannen. Volgens haar zijn de vrouwelijke parlementsleden bovendien onzichtbaar en onhoorbaar. Toen Saida Ounissi minister was bestond de Tunesische regering uit 8 vrouwen en 40 mannen. De voormalig minister praat uit ervaring: “Mensen gaan er niet van uit dat je iets kan. Ik heb mijn eigen leiderschapsstijl moeten ontwikkelen: bescheiden, vastberaden en vooral vaak tot tien te tellen.” Van de democratisch gekozen president Beji Caïd Essebsi, die in 2014 werd gekozen en vorig jaar juli overleed, was bekend dat hij de geschiedenis wilde ingaan als een groot staatsman. Ook hij wilde daarom wetten hervormen. Dit leidde tot de wet tegen geweld tegen vrouwen, en hij stelde voor om zussen evenveel te laten erven als

hun broers. Nu krijgen Tunesische vrouwen op grond van een laatste restje sharia-wetgeving maar de helft van de erfenis van hun ouders, net zoals al hun seksegenoten in de Arabische wereld. Opheffing van dit stukje patriarchaat is een lang gekoesterde feministische wens in Tunesie. Maar feministe Saida Ounissi kan het daar als vertegenwoordiger van een moslimpartij moeilijk eens mee zijn.

I

n de EnaZeda-beweging worden Tunesische vrouwen verbonden door een duidelijk gemeenschappelijk doel en focus. Maar wat de feministische beweging in Tunesië vandaag de dag ook laat zien, is dat vrouwen zich nog altijd uit elkaar laten spelen. In plaats dat ze hand in hand strijden, bestaat er een schisma tussen de klassieke vrouwenorganisaties die gelieerd zijn aan de politiek en de moderne vrouwenbewegingen van onderop die zich niet willen verbinden. Ook toont de situatie in Tunesië dat ‘de vrouwenkwestie’ hoofdonderwerp is van een identiteitsstrijd tussen seculieren en de islam. Feministen met en zonder hoofddoek staan daarin lijnrecht tegenover elkaar. Het maakt de feministische strijd er niet makkelijker op. O


Column Sheila Sitalsing Econoom Sheila Sitalsing (1968) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.

REVOLTE

‘E

en verkrachter op je pad’ zingen. ‘De smerissen, de rechters, de staat, de president. De onderdrukkende staat is een verkrachter.’ Ze staan op pleinen in Mexico, in Chili, in Colombia, en ze dansen. Er hoort een strakke choreografie bij, sommigen doen een zwarte blinddoek om. Sommigen zetten teksten op hun T-shirts, zoals ‘In Colombia worden elke dag meer dan 55 meisjes aangerand of verkracht’. Het begon in Chili op 18 november 2019. Vrouwen van een feministische

performancegroep verzamelden zich op straat en zongen hun protestlied: Un violador en tu camino. Daarna ging het rap de wereld over; eerst de Spaanstalige, en alras dook het ook op in India, in Tunesië, in de Arabische wereld, en vierde het triomfen in het Turkse parlement. Het is een aanklacht tegen onderdrukkende structuren, tegen een onderdrukkende staat die geweld tegen vrouwen niet alleen op zijn beloop laat, maar zelfs toestaat. Waardoor een verontrustend groot aantal Latijns-Amerikaanse landen boven in de lijstjes staat met landen waar vrouw zijn potentieel dodelijk is. Volgens de Verenigde Naties zijn twaalf LatijnsAmerikaanse vrouwen per dag slachtoffer van femicide, moord vanwege hun geslacht. Twaalf, elke dag opnieuw. Ze worden thuis doodgeslagen door hun man, ze worden verhandeld ten behoeve van de prostitutie en laten daarbij het leven, ze worden verkracht, of ze worden vermoord omdat ze actievoeren tegen het feit dat al deze misdaden tegen vrouwen veel te vaak onbestraft blijven. Op de vraag ‘waarom daar?’ is een lang en complex antwoord mogelijk. Machocultuur, diepgewortelde ongelijke machtsstructuren, overgeërfde discriminatie van inheemse groeperingen. En vooral: endemisch geweld, dat na decennia van Koude Oorlog met de bijbehorende staatsgrepen en guerrilla-oorlogen, na de val van de Muur is doorgegaan in de vorm van bendeoorlogen, extra gevoed door de uitzichtloze ‘oorlog tegen drugs’. In zo’n geweldscultuur zijn meisjes en vrouwen het kwetsbaarst. In het recht worden dreumesstapjes gemaakt. Zo is begin 2020 in Chili een nieuwe wet - Gabriela’s Wet - door alle volksvertegenwoordigende organen geloodst die de definitie van gendergerelateerd geweld uitbreidt. Naamgever van de wet is Gabriela Alcaíno, een zeventienjarig meisje dat samen met haar moeder door haar ex-vriend werd vermoord. Uit jaloezie. Het is ontroerend en hartverwarmend om het revolutionaire vuur te zien, en de eensgezindheid onder de vrouwen, die tegen iets strijden dat niet abstract en ver weg is, maar hun dagelijkse realiteit is. Y la culpa no era mía, ni donde estaba, ni cómo vestía, zingen ze. En het is niet mijn schuld, niet van waar ik was en niet van wat ik aan had. O OPZIJ 2020

35


Feministische meetlat Langs de feministische meetlat neemt een Nederlands bedrijf de emancipatoire maat. Dit aan de hand van een persoonlijk interview met hun topvrouw of –man en afgezet tegen de benchmark. Met historische dank aan Cisca Dresselhuys.

OP ZOEK NAAR

BEST PRACTICES

KPMG is in het Nederlandse financiële landschap al heel lang toonaangevend. Eerst als de onbesproken marktleider in omzet en kwaliteit. Maar later ook om andere redenen die minder plezierig zijn. Banken en accountants hebben het de afgelopen jaren niet makkelijk. Ze lagen en liggen onder het vergrootglas van de publieke opinie én toezichthouders zoals De Nederlandsche Bank en de AFM (Autoriteit Financiële Markten). Die laatste geeft KPMG dan ook een flinke tik op de vingers. Tijd voor een drastische cultuurverandering. En zie daar Stephanie Hottenhuis (1965), die op 15 augustus 2018 als CEO de overstap maakt van Arcadis, waar ze 23 jaar werkte, naar KPMG. Net als haar voorganger Jan Hommen is ze bij KPMG ‘iemand van buiten’, dat wordt nodig gevonden om de noodzakelijke veranderingen te realiseren. DOOR MARIAN N E VE R H O E VE N F O T O G RA F I E PA U L TO L E N A A R

H

ottenhuis is de eerste topvrouw van een big four-kantoor in ons land. We ontmoeten Stephanie op het hoofdkantoor in Amstelveen. Een week later dan oorspronkelijk gepland vanwege het plotselinge overlijden van haar moeder. Haar vader is achtergebleven in Sofia, waar het ouderlijk huis van de van oorsprong Bulgaarse Stephanie staat. Bij de hartelijke ontvangst is haar kracht meteen voelbaar en ze gaat ze zonder aarzeling in op onze vragen met antwoorden die regelmatig doorspekt zijn met Engelse termen. Whatever. Haar geloofwaardigheid is er bepaald niet minder om. Wat mij opviel is dat je zeventien gesprekken hebt gevoerd voor je hiernaartoe kwam. Best veel. Waar

36

zat de aarzeling? “Dat is niet ongewoon, hoor. Er waren gesprekken met alle zes leden van de raad van commissarissen, los van elkaar, en samen. Het is gewoon een proces waar je doorheen gaat. En trouwens, het is denk ik voor een CEO niet zo uitzonderlijk. Ik moest uiteraard ook met de OR spreken en een vertegenwoordiging van de partners. Vervolgens ook KPMG International, dus het is gewoon een zwaar proces. De benoeming van een CEO is voor de commissarissen een van de


Feministische meetlat belangrijkste core-beslissingen die ze kunnen nemen. Ik heb het ook niet als vervelend ervaren.” Wel spannend? “Hmm… een sollicitatie is natuurlijk wel spannend, ook al omdat ik jarenlang niet had gesolliciteerd. Je probeert in te schatten ‘pas ik hierbij, is de opdracht iets wat mij ligt.’ En tegelijkertijd moet je ook beoordelen wat de opdracht is. Dus ja, het is spannend en belangrijk. Je bent geconcentreerd. Trouwens, je gesprekspartners ook. Zij moeten ook een heel belangrijk besluit nemen waar ze liever geen fouten in maken.”

Een van de opdrachten was neem ik aan ook een beetje moreel ethos meenemen. “Het woord dat het vaakst voorkwam in de profielbeschrijving was ‘verbindend’. En dat heeft meerdere dimensies. Ook nadrukkelijk de dimensie om KPMG met de samenleving te verbinden. Maar ook door de generaties, jongeren met ouderen, een team te bouwen. Dus ja, verbinding stond bijna op iedere pagina.” Maar het is geen geheim dat KPMG uit een best wel heftige periode kwam. Dus ik neem aan dat je met een nieuwe CEO wilt laten zien dat er sprake is

OPZIJ 2020

37


Feministische meetlat van een cultuurverandering die niet alleen met de mond wordt beleden. “Zeker. Wat is onze impact? Hoe kan onze dienstverlening echt ten goede komen aan de samenleving? Die antennes naar buiten. Natuurlijk hoort daar ook de hele component van inclusie bij. Dat speelt een hele belangrijke rol, daar hebben we een morele plicht om mensen volledig gelijke kansen te geven en als je dat niet doet dan zit je niet goed met je ethos.”

hart op de juiste plek hebben aan je binden. Het is niet voor niets dat jongere generaties, zoals de millennials, Generation Z en de Gretha Thunberg-generatie, de oudere generaties nadrukkelijk voorhouden dat het op deze manier niet verder kan. En daar moeten we echt gehoor en vorm aan geven, anders hebben we geen bedrijf en geen toekomst. De gemiddelde leeftijd bij KPMG, dat zal je misschien verrassen, is maar 34 jaar. Ons geweten wordt gevormd door jonge mensen.”

Daar wil ik later graag nog op terugkomen. Maar nog even over dat morele kompas. Ergens in een YouTube-filmpje zeg je dat je hier bent ‘to establish ourselves as a provider of trust’. “Dat is echt onze handelswaar. Trust. Als je – als accountant – een goedkeurende verklaring afgeeft, mogen beleggers daarop vertrouwen. En dat geldt precies zo voor onze adviezen. Dat draag ik echt elke dag uit.”

Is dat niet hoe de opbouw is: die piramide met onderin de jongere garde, de harde werkers die het vele, grote werk doen, en daarboven… (Begint te lachen) “Oeh, daarboven wordt heel hard gewerkt hoor. Ook ik werk heel hard. Nee, dat is een cliché dat de partners weet ik veel wat, ergens zitten en de rest uren draait!”

‘Het is niet voor niets dat de nieuwe generaties, zoals de millennials, Generation Z en de Gretha Thunberg-generatie, ons nadrukkelijk voorhouden dat het op deze manier niet verder kan.’ Op jullie site staat dat jullie verantwoordelijkheid willen dragen voor jullie rol in de wereld, voor de mens, milieu en samenleving. En dan denk ik: mwah, niet echt wereldschokkend. Waarin uit zich dat dan? “Ten eerste komt dit bij ons absoluut van binnenuit. Ik ben er ook echt van overtuigd dat je alleen dan echt toekomst hebt als bedrijf. Alleen dán kan je de beste mensen die hun 38

Natuurlijk is dat de grootste populatie want dat is gebruikelijk bij de grote accountants en advocatenkantoren. “Waarom gebruikelijk? Hoe zie je dat?”

Maar sommige clichés zijn clichés omdat ze wel dicht bij de waarheid komen. “Maar iedereen draait uren, hè. Er wordt gewoon door de hele piramide hard gewerkt maar het is wel een jonge organisatie omdat gewoon heel veel jonge mensen zich willen verbinden met de leerschool en de brand die KPMG is. Sommigen blijven for life. KPMG is samen met nog zes, zeven bedrijven de school van toptalent in Nederland. En daar ben ik trots op. Als ze hun weg elders willen vervolgen is het ook oké. Want ze weten: hier leer ik heel veel en hier krijg ik een stevige beloning op mijn cv. Het enthousiasme en die druk rondom maatschappelijk engagement en relevantie is enorm. Ook bij de jonge accountants. Kijk, in de accountancy is dat bijna evident omdat het hele vak te maken heeft met het toevoegen van zekerheid aan economisch verkeer, wat maatschappelijk belangrijk is. “Maar wij zijn niet alleen een accountantskantoor maar ook een adviesorganisatie. Daarin kun je samen met je klanten bijdragen aan een betere samenleving. Het heeft absoluut geen zin om een opdracht aan te nemen waarvan je denkt... mwah. Je bedient de klant dan niet goed. Ik ben er echt van overtuigd om op die manier in de keten te moeten doordenken over wat voor samenleving je eigenlijk wilt.” Tegelijkertijd met een winstoptimalisatie voor de klant uiteraard. Dat is ook waar het om gaat. “Dat geldt niet alleen voor onze klanten maar ook voor ons. Net als bij ieder bedrijf. Ook als de visie heel helder is op de langere termijn, kan het soms wel schuren op de korte termijn. Dat kan, dat zijn reële dilemma’s. En dan moet je natuurlijk met je klanten in gesprek. Je hebt de global sustainability goals, daarin is een belangrijk punt


Feministische meetlat STEPHANIE IN 238 WOORDEN GEBOREN: 1965 in Sofia, Bulgarije LOOPBAAN: Na haar middelbareschooltijd besloot ze Engels te studeren, eerst in Sofia en later in het Britse Leeds. Daar ontmoette ze haar (Nederlandse) echtgenoot en besloot met hem naar Nederland te vertrekken. Eenmaal in Nederland studeerde Hottenhuis Engels en bedrijfscommunicatie in Nijmegen, waarna ze aan de slag ging als businessunitmanager Oost-Europa en Azië bij Arcadis. Bij Arcadis klom ze uiteindelijk op tot ceo van Arcadis Duitsland, directeur Arcadis Europa en lid van de raad van bestuur. In 2018 werd Hottenhuis bestuursvoorzitter van KPMG. Hottenhuis is gehuwd en heeft samen met haar echtgenoot twee zoons van 27 en 22. LAATSTE TONEELVOORSTELLING: Dood in Venetië, Toneelgroep Amsterdam; Mary Said What She Said met

Isabelle Huppert, van het Internationaal Theater Amsterdam LAATSTE BOEK: Het grote gevecht, van Jeroen Smit over Unilever en Machines Like Me van Ian McEwan LAATSTE BINGEWATCH: The Crown LAATSTE FILM: Ik heb een traditie met mijn zonen. Met de kerst gaan we altijd samen naar Star Wars. We hebben nu ook weer de laatste Star Wars gezien, maar ik begin ouder te worden in de zin van dat ik vind dat de eerste series beter waren. LAATSTE VAKANTIE: Vorig jaar zijn we met ons gezin plus aanhang naar Zuid-Afrika geweest. EERSTVOLGENDE VAKANTIE: Weet ik nog niet, maar we gaan nog wel ergens skiën BULGARIJE: Is geen vakantie, daar ga ik nu naartoe om gewoon samen te zijn met m’n vader..

voor ons is de toegang tot onderwijs. Daarop ligt onze focus. We hebben een stichting, die is opgericht door Jan Hommen, die een beurs, traningen en begeleiding geeft aan mbo-scholieren, die door allerlei hobbels in het leven dat nodig hebben. Dat is een hele kwetsbare en getalenteerde groep mensen, waar we er in de toekomst meer van nodig zullen hebben, en je ziet dat het mensen zijn die absoluut zoekende zijn naar maatschappelijke relevantie. ‘Ben ik belangrijk?’ En sommigen hebben echt een steuntje in de rug nodig om door een studie heen te komen. Die hulp bieden we. Dat vind ik heel mooi. Dit jaar bestaat het vijf jaar.”

hier bij KPMG doen met iedereen delen. Daar hebben we een methode voor ontwikkeld. We zijn tenslotte niet voor niets van de exacte cijfers. Hoe je je ontwikkelt als bedrijf ten aanzien van gender en diversiteit kun je vastleggen in KPI’s (kritieke prestatie-indicatoren) en metrics. Als je die koppelt aan doelstellingen, weet je hoe en wanneer je moet sturen.”

Daarom ben je nu wel voor een quotum en eerst niet? “Ja, uiteindelijk ben ik zover gekomen. En nu met die nieuwe wet, die moet het verschil gaan maken.”

Leg uit. “Oké, er zijn defining moments in het leven van vrouwen die grote invloed hebben op hun carrière. Daar geef je extra aandacht aan. Bijvoorbeeld rond gezinsvorming. Heb je steun of coaching nodig om dat te kunnen combineren met werk? Een goede development manager kan hierbij helpen door zelf met een open mind met de mensen hierover te spreken. Ook alle promoties zijn van die defining moments. Dus meten we precies of het aantal promoties van vrouwen in verhouding is tot die van de mannen. We moeten ervoor zorgen dat vrouwen, die over het algemeen wat rustiger en bedeesder zijn in hun zelfpromotie, niet de boot missen. Dat is een bekend euvel, en al veel onderzocht en beschreven. Dus als een unitleider komt en zegt ‘80% van de mannen scoort goed en 40% van de vrouwen’ dan denk ik dat kan bijna niet, wat is hier aan de hand? Dan sturen we deze unitmanager terug om samen met HR te kijken hoe hij tot deze resultaten is gekomen. Dat hebben we echt ingebakken in onze processen. Mijn punt is, door inzichtelijk te maken wat er daadwerkelijk gebeurt, kun je ervoor zorgen dat de processen fair zijn. Want niemand zegt: ‘Ik ben biased, sorry’. Maar cijfers liegen niet. En hier zijn we in een cijferomgeving. Dat werkt enorm. Ik zou graag willen dat meerdere bedrijven…”

We moeten die achterstand inhalen anders zijn we over zeventig jaar nog aan het modderen. “Precies. Daarom wil ik graag de manier waarop we dat

Dat zat ik net te denken, want het zou het natuurlijk heel fijn zijn als je die tool bij al die bedrijven die jullie adviseren kunt implementeren.

Dan diversity, inclusiviteit. “Ik ben er fanatieker in geworden.” Ja? “Aan het begin van mijn loopbaan dacht ik ook what’s the big deal? Ik doe mijn werk, ik ben er blijkbaar goed in dus ja, ik maak die stappen. En het was denk ik ook nog maar zo’n tien jaar geleden dat ik dacht: het is zo evident dat die piramide van vrouwelijk talent er is. Je moet die vrouwen gewoon erbij betrekken want zij zijn er klaar voor. Dan komen we er zonder quota. “Maar ik ben gaan inzien hoe langzaam het gaat en dat het inderdaad echt een kwestie is van bias, van maatschappelijke peer pressure en van verwachtingen rondom gezinsvorming. Toen realiseerde ik mij: geen gelijke kansen. Dat is moreel verkeerd.”

OPZIJ 2020

39


Feministische meetlat “Dat doen we ook! Via mijn netwerk doe ik dat continu, ook door erover te spreken. En bij onze klanten. En in dit interview.” Welke klanten bijvoorbeeld? “Nou bijvoorbeeld de politie. Want de politie heeft natuurlijk ook die challenge, zowel qua diversiteit als op intercultureel gebied. Dus we delen die ervaring: ‘Hoe doen jullie dat? Hoe pakken jullie dat aan?’’

‘Toon je motivatie. Niet je aarzeling. Je aarzeling moet je bewaren voor je vriendinnenkring, voor je moeder, voor je zus.’ Kun je een voorbeeld geven van zo’n praktijkaanpak? “Ik ben van alles aan het lezen over best practices. Recent sprak ik iemand die zei dat de pool van vrouwelijk talent bijna tweemaal zo groot moet zijn. Omdat veel vrouwen tussen de dertig en veertig jaar door gezinsvorming een andere blik op hun carrière ontwikkelen. En dus gaan we dit jaar het aantal vrouwelijke talenten in die pool verdubbelen. Van onze jongere vrouwen wil ik de zichtbaarheid groter hebben, verdubbelen. Niet de honderd procent die we nodig hebben, maar tweehonderd procent. “Daarmee creëer je ook de mogelijkheid dat vrouwen zelf kunnen kiezen en dat je als organisatie geen druk op die keuze uitoefent. Dat is voor mij echte individuele gelijkheid ten aanzien van kansen en vrijheid. “Voor mij is het empoweren van de vrouw ook om volledig de individuele keuze te respecteren. Er is goed ‘goed’ of ‘fout’. Je moet je eigen balans kiezen. “Wat ik wel een belemmering vind is de manier waarop de schooltijden in Nederland georganiseerd zijn. 40

Die staan in de weg van een goede arbeidsparticipatie van vrouwen. Ik werkte in Duitsland toen daar het fenomeen Alle Tage Schule in opkomst was en je zag dat binnen één jaar al dat soort scholen ontzettend gewild waren. Waar naast het reguliere leerprogramma inderdaad de kinderen op een goede manier worden beziggehouden, inclusief sport, huiswerk, tot half zes, zes uur. Er was echt een run op die scholen. En niet alleen in Duitsland wordt het basisonderwijs zo georganiseerd, maar ook in veel andere Europese landen. Dus ik denk dat er ook inertie is in de manier waarop het schoolsysteem hier werkt.” Hoe halen jullie nieuw talent binnen? “We hebben natuurlijk eigen kweek. We zijn echt een recruitmentmachine: meer dan tienduizend sollicitaties per jaar. Mensen willen hier graag werken en een mooie carrière opbouwen. Maar er bestaat ook een programma waarbij je kandidaten kan inbrengen. Dus als je hier werkt, en je kent iemand die van waarde voor ons kan zijn: tip je leidinggevende. Als je iemand aandraagt kun je daar een serieus bedrag aan tipgeld voor krijgen. Maar als je een vrouw aandraagt is het een nog serieuzer bedrag.” (Lacht) Voor OPZIJ is zusterschap een belangrijk issue. Heb je daar zelf ervaring mee? “Ja, absoluut. Ik denk dat dat misschien ook iets is wat je met de jaren leert. Elkaar echt helpen, een zetje geven, in een netwerk introduceren, tippen op opportunities of banen en ook soms eerlijk coachen. Onzekerheid bijvoorbeeld echt aanspreken. Mannen, zelfs als ze welwillend zijn naar vrouwen toe, zullen denk ik wel aarzelen om vrouwen op bepaalde zaken aan te spreken. Om te zeggen ‘doe dat niet meer,’ of ‘beschrijf jezelf niet steeds met verkleinwoordjes,’ of ‘vat dingen niet persoonlijk op’. Een anekdote die je zult herkennen van vrouwen als ze iets zeggen is: ‘Ja maar ik word onderbroken. Als ik iets begin te zeggen, dan onderbreken de mannen mij.’ Maar mannen onderbreken elkaar ook. Maar omdat je als vrouw uit ander hout bent gesneden, kan het gebeuren dat je klein wordt in die vergadering, terwijl mannen gewoon verdergaan.Die zeggen simpel ‘laat me uitspreken’. Dat zijn de dingen die ik probeer te coachen. Hier en ook in mijn wijde netwerk. Heb je dat zelf ook naar jou zelf toe ervaren? Dat andere vrouwen naar jou…? “Zeker! Trouwens, mijn moeder was ook zo iemand met wie ik bijzonder goed overweg kon en het over dit soort dingen kon hebben. Want ze was zelf ook een professional.” Ik las dat toen ze zeventig was ze nog een groot bedrijf had. “Ja, middelgroot, met zo’n zeventig mensen. Met haar


Feministische meetlat EINDSCORE

kon ik ook echt reflecteren: ‘Wat voelen we hier? Hoe moet ik dat duiden?’ Maar ook op een hoop andere dingen. Zoals leren uitspreken wat je wilt.” Dus niet, zoals veel te veel meiden en vrouwen doen, hopen dat door middel van diffuse signalen je ambities worden onderkend. “Precies. Dat is dezelfde reden dat de loonkloof er is en maar langzaam ingelopen wordt. Pieken op het juiste moment, dat is het ook, hè. Daarom hebben ook die jongere vrouwen coaching nodig bij die eerste promotiestappen, want mannen herkennen zich niet in iemand die die ambitie niet uitspreekt. Je spreekt Mars en Venus-taal met elkaar. Dus inderdaad: maak je ambitie duidelijk. Toon je motivatie. Niet je aarzeling. Je aarzeling moet je bewaren voor je vriendinnenkring, voor je moeder, voor je zus. Op het werk moet je verschijnen en zeggen: ‘Ik kan dit, ik kan dit doen’. Tenminste, als je dat wilt natuurlijk. “Ik heb dat natuurlijk zelf ook moeten leren. Ik ben er ook zo ingerold en toen mijn eerste bazen mijn eerste promoties aanboden, vroeg ik altijd: ‘Waarom denk je dat ik het kan?’ Zoals alle vrouwen dat doen. Pas toen ik zelf in de positie kwam waarin ik promoties van anderen moest beoordelen en begon met het interviewen van mannen dacht ik: ‘Jee, zijn doen het anders!’ Zij komen van ‘Yes, ik kan het!’ Als blijkt dat percentueel gezien te weinig vrouwen promotie maken, dan is er dus iets niet goed in het proces. Dat kun je adresseren. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat er altijd een vrouw mee interviewt. Dat doen we nu ook voor ons partner-admissions-proces. Zodat we de bias zo veel mogelijk verminderen.”

OVERWEGING Hottenhuis is de eerste topvrouw van een big four-kantoor in ons land. Ze is niet de eerste vrouw die in Nederland een groot accountancykantoor leidt. Op 1 maart 2018 had Anneke van Zanen die primeur, toen ze werd aangesteld als bestuursvoorzitter bij Baker Tilly Berk. In de zakelijke dienstverlening geeft Accenture het beste voorbeeld als het gaat om vrouwen in de top. Het consultancykantoor wordt al voor de derde keer geleid door een vrouw: Irine Gaasbeek, die in juni het stokje overnam van Manon van Beek. Ook in het buitenland is er een trend van meer CEOposities in de zakelijke dienstverlening die worden bekleed door vrouwen. Het is duidelijk dat de grote accountantskantoren de afgelopen jaren in rap tempo de achterstand van vrouwen op diverse niveaus aan het inhalen zijn. En daarbij is KPMG vooralsnog de beste leerling van de klas. Gezien het huidige niveau, de ambities in het algemeen en

10

8+

Dat je dat kan ‘lezen’. Ook dat wat niet gezegd wordt. “Precies. Omdat je weet: dat is geen onzekerheid. Dat is gewoon de manier waarop vrouwen dat doen. Dus je moet het adresseren. Je moet het organiseren binnen je bedrijf. Ik ben erg van dingen concreet en pragmatisch aanpakken. Gewoon doen, want als je wacht tot er iets verandert in het hoofd van de mensheid, dat gaat niet gebeuren. Je moet het wel afdwingen met actie maar niet met negativisme. Gewoon vrolijk. ‘Ja, we gaan het nog een keer proberen, ga terug, want de cijfers kloppen niet. Je bent een beste vent maar je cijfers kloppen niet.”

7

6

5

4

Laten we hopen dat die methode van jullie een beetje breder getrokken wordt. “Dat ben ik aan het preachen, en ik wil niet saai worden maar ik wil dat wel benadrukken, omdat we van elkaar moeten leren. En dit artikel gaat natuurlijk helpen. Het is echt leren van best practices.” O

3

2

1

die van Hottenhuis in het bijzonder, hebben we er vertrouwen in en kijken we reikhalzend uit naar nog meer vrouwen zoals Hottenhuis, die een dergelijke moedige stap in deze sector willen maken – en daarvoor de ruimte krijgen. totaal aantal FTE vrouwelijke employees raad van bestuur vrouwen raad van commissarissen vrouwelijke partners nieuwe instroom vrouwen aantal nationaliteiten gemiddelde leeftijd m/v

3.563 39 % 33 % 25 % * 18,5 % 41% 66 34

*Percentage per 1 september 2019. Momenteel zijn er een vacatures, maar we nemen aan dat gezien alle reeds gezette stappen dit percentage alleen nog maar gaat verbeteren. OPZIJ 2020

41


Zusterschap

In de voormalige Bijlmerbajes helpt de 26-jarige Naz Kawan gevluchte kleermakers aan het werk te komen. Met haar bedrijf A Beautiful Mess gebruikt ze mode als een middel voor integratie. Daarmee slaat ze twee vliegen in één klap: het bevorderen van integratie én het verduurzamen van de mode-industrie. D O O R L I SE TTE A L B E RTI

N

az Kawan is geboren in Erbil, Irak en op vierjarige leeftijd met haar moeder en zusje naar Nederland gekomen. Naz zegt altijd al een passie voor mode te hebben gehad. “Ik tekende veel. Ik droomde er zelfs van om ontwerper te worden.” Na haar afstuderen aan het Amsterdam Fashion Institute begon Naz aan een studie bedrijfseconomie. Tijdens een onderzoek voor haar studie kwam ze erachter dat haar interesse in mode veel verder ging dan ze dacht: “Ik was juist heel erg geïnteresseerd in het verduurzamen van de mode en de maakindustrie. En als je daar onderzoek naar doet,

42

kom je al snel uit bij het belang van lokale productie,” aldus Naz. “Dat vind ik heel interessant: zo’n vijftig jaar geleden hadden we alleen al in Amsterdam 210 ateliers waar kleding werd gemaakt.’ De kleinschalige, Amsterdamse ateliers zijn inmiddels verdwenen. Die productie van kleding en textiel is grotendeels verplaatst naar Azië. Volgens de International Labour Organization komt zestig procent van alle kleding uit ontwikkelingslanden. Bovendien is de productie daar een stuk minder kleinschalig geworden: om de grote consumptiedrang bij te benen moeten mensen vaak onder erbarmelijke omstandigheden werken. De slechte arbeidsomstandigheden


Zusterschap

OPZIJ 2020

43


Zusterschap vakmanschap, omdat de textielindustrie daar heel groot is.”

‘Parallel daaraan loopt het textieloverschot: wij dumpen, wat ook weer het milieu vervuilt. De hele supply chain klopt niet en mijn haren gaan daar overeind van staan.’ zijn echter niet het enige probleem. Volgens een grootschalig onderzoek van de Ellen MacArthur Foundation is tien procent van de jaarlijks uitgestoten broeikasgassen afkomstig uit de textielindustrie. Daarnaast zijn er duizenden liters water nodig voor het maken van nieuwe kledingstukken. De cijfers van het United Nations Environment Program liegen er niet om: er is een schokkende 9000 liter water nodig voor het maken van één spijkerbroek. Dit maakt de modeen textielindustrie dus een megavervuiler. Voor Naz is de oorzaak duidelijk: “Het is een fast fashion-industrie geworden. De grote spelers van de markt willen de consument alleen maar meer en meer aanbieden. Parallel daaraan loopt het textieloverschot: wij dumpen, wat ook weer het milieu vervuilt. De hele supply chain klopt niet en mijn haren gaan daar overeind van staan.” Toen Naz tijdens haar studie bedrijfseconomie bij The Refugee Company tegenkwam, viel alles op z’n plek. Deze stichting richt zich op de integratie van vluchtelingen door het aanmoedigen van financiële onafhankelijkheid. Samen met The Refugee Company ontwikkelde ze een tweedelige oplossing: “Ik wist dat er in de vluchtelingenstroom heel veel vakmensen zaten. Dat is nog steeds zo,” vertelt ze. “In de Hoorn van Afrika, Syrië, Iran, Irak heb je ontzettend veel mensen met 44

Met steun van The Refugee Company richtte Naz A Beautiful Mess op. Dit naaiatelier biedt gevluchte kleermakers een traineeship van zes maanden waarbij ze meewerken aan opdrachten – zo produceren ze nu bijvoorbeeld de tassen voor het brillenmerk Ace&Tate. Dit terwijl de trainees ook wekelijks Nederlandse les en persoonlijke begeleiding krijgen. Afgelopen jaar hebben 25 trainees meegedaan aan het programma. Dit voorjaar komen er nog tien bij: “We zijn best hard aan het groeien.” De groep trainees is heel divers, volgens Naz. “De jongste kleermaker is 27, de oudste 63. Het is echt een mix. En afkomstig van Eritrea tot Iran. Hele verschillende achtergronden, verschillende culturen maar ook verschillen tussen mannen en vrouwen. “Wat ik echt belangrijk vind aan wat wij doen, is dat we het talent en de vakkennis van mensen inzetten. We hoeven ze niet te leren hoe ze hun werk moeten uitoefenen. Wat ze van ons leren is de Nederlandse taal, de Nederlandse bedrijfscultuur. Dat is waarom het integratieproces zo versnelt. Mensen gaan achter hun naaimachine zitten en kunnen direct aan de slag. Ze begrijpen het maken van de producten beter dan wie dan ook. Dat is de kracht van wat we doen. “Ik hou niet alleen van de esthetische kant van mode. Ik wil het echt inzetten als middel voor verandering.” Het gaat dus juist niet over de nieuwste trends, maar het maakproces. “Daarbij is transparantie heel belangrijk, maar ook dat mensen inzien wat de impact van producten is op het klimaat, zodat we bijdragen aan consumentenbewustzijn.” Zo werkt A Beautiful Mess samen met Sympany. Deze textielinzamelaar verzamelt jaarlijks 24,2 miljoen kilo textiel. Die enorme hoeveelheid zit opgeslagen in containers door heel Nederland. Hoewel in het verleden vaak naar het buitenland werd geëxporteerd, proberen steeds meer gemeentes zelf iets met de enorme hoeveelheid afgedankte kleding te doen. “We zijn sinds een paar maanden vanuit dit textieloverschot nieuwe producten aan het creëren. Heel vaak als ik dat aan mensen vertel, realiseren ze zich niet over wat voor hoeveelheden dat gaat. Wanneer het bewustzijn groeit, gaan mensen bewuster en minder kopen omdat er zo veel wordt weggegooid. Producten maken vanuit het textieloverschot is echt iets heel nieuws. Het is heel uitdagend qua design en productie.” Met haar bedrijf werkt Naz naar een geheel circulaire productieketen toe, met als einddoel een eigen fabriek. “Ik hoop dat we binnen nu en drie jaar zo’n vijftig kleer-makers aan het werk hebben kunnen helpen en dat we voor grote spelers in de markt collecties kunnen maken.” O


Zusterschap

‘Producten maken vanuit het textieloverschot is echt iets heel nieuws. Het is heel uitdagend qua design en productie.’ OPZIJ 2020

45


Boardroom

TAUWTJES IN HANDEN

* Tauw is een Europees advies- en ingenieursbureau met de focus op milieuadvies en de duurzame ontwikkeling van de leefomgeving. Vanuit vestigingen in Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië werken zij met ruim 1200 medewerkers in Europa aan een schone, veilige en duurzame leefomgeving.

Wie Henrike Branderhorst Wat CEO Waar Advies- en ingenieursbureau Tauw Group * Sinds wanneer 1 november 2018 Wat heb je gestudeerd Milieuhygiëne aan Wageningen Universiteit Digitale of papieren agenda? Allebei Ochtendmens of avondmens? Avondmens Wat zit er altijd in je tas/jaszak/ handschoenenkastje? Een haarelastiekje Ben je voor een vrouwenquotum? Ja Wat was je favoriete vak op de middelbare school? Wiskunde en maatschappijleer

W

at vind je het meest interessant aan jouw beroep? “De verantwoordelijkheid voor de continuïteit van Tauw Group en daarmee voor de baan van 1200 mensen. Maar ook het werken voor en met collega’s en klanten in Europa aan vraagstukken die te maken hebben met het milieu en de leefbaarheid, en dus de toekomst van onze aarde. En daarmee een klein beetje het verschil kunnen maken.” Wat is de grootste professionele uitdaging waar je het afgelopen jaar voor hebt gestaan? “Afgelopen jaar was mijn eerste jaar als CEO van


Boardroom

Tauw Group. Dus alles wat ik deed was voor de eerste keer, de begroting, de jaarplannen, de bezoeken aan onze buitenlandse kantoren, de koffiepraatjes voor onze medewerkers, gesprekken met de ondernemingsraad, de aandeelhoudersvergadering, en ga zo maar door. De omvang van het speelveld – het schaken op verschillende borden tegelijk en de verschillen in onderwerpen – was enorm. Mijn leercurve moest dus steil zijn. Nu heb ik alles een keer meegemaakt en kan ik beter overzien wat mijn baan inhoudt en waar ik mijn focus op moet zetten.” Wat is de grootste teleurstelling of struikelblok in je carrière geweest, en hoe heb je dat opgelost? “Wat ik elke keer een lastige afweging vind, is het durven gaan voor mijn ambitie. Om mijzelf verder te ontwikkelen en uitdagingen aan te gaan die iets van mij vragen, in combinatie met een gezin en mezelf. Hoe hou je dat goed in balans? Zakt niet een van de drie pootjes van de kruk (mezelf, mijn gezin, mijn werk) te ver de grond in? Het is niet één moment van teleurstelling of struikelblok, maar de check komt wel met regelmaat terug of het nog wel in evenwicht is. Alle drie de pootjes moeten staan, anders valt de kruk om.” Hoe is het gesteld met de gendergelijkheid binnen jouw bedrijf? “De instroom van vrouwen is dertig procent, dus dat is in een technisch adviesbureau een heel mooi percentage. Maar daarna gaat de verhouding naar een op tien. Want in de hogere managementfuncties en de functies met meer ervaring, zoals projectleiders, adviseurs en specialisten, hebben we maar heel weinig vrouwen. Onze RvC en de directie zijn wel 50-50, maar voor alles daaronder is er nog echt werk aan de winkel. Daarom hebben we vorig jaar heel bewust een impuls gegeven aan het thema diversiteit en inclusie. We hebben zelfs een target afgesproken voor meer vrouwen in het bedrijf: op alle niveaus en in alle functies willen we naar 30-70.” Wat is het beste advies dat je ooit hebt gehad? “Neem als leider altijd de eerste stap. Want dat doen leiders. Ook als je niet weet of het de goede stap is of als je later ‘sorry’ moet zeggen.” Wat raad je jonge vrouwen aan die jouw beroep ambiëren? “Niet bang zijn om iets nieuws te proberen. Als het niet lukt, heb je het in ieder geval geprobeerd. En natuurlijk gewoon die eerste stap zetten.” O OPZIJ 2020

47


Gezondheid Angela Maas Hoogleraar Cardiologie voor Vrouwen, Radboudumc, Nijmegen. Nummer 1 in de OPZIJ Top100 2019 en VN Vrouwenvertegenwoordiger 2020.

CARDIOFEMINISTE Cardioloog Angela Maas (1956) werd op 2 december vorig jaar door OPZIJ uitgeroepen tot Meest Invloedrijke Vrouw 2019. Maas levert al sinds haar studietijd strijd met het mannenbastion dat de medische wereld ook toen was en heeft voor een ware opschudding in de cardiologische wereld gezorgd als het gaat om het vrouwenhart. In 2019 verscheen Angela’s boek Hart voor vrouwen. In haar boek vertelt Angela Maas onder meer over de risicofactoren op een hartinfarct bij vrouwen, over de menopauze en andere vrouwspecifieke risicovariabelen, een falende hartspier en versleten hartkleppen, het ‘gebroken hart’, hartschade bij borstkanker en hartritmestoornissen. En ze deelt haar kennis en zorgen met OPZIJ. D O O R A N G E L A MA A S

48


Gezondheid Het zit niet tussen de oren Onlangs kwam een aardige man van begin vijftig op mijn spreekuur. Alhoewel mannen op mijn poli sinds jaren zeldzaam zijn, kwam hij met een probleem dat tienmaal zo vaak bij vrouwen voorkomt, namelijk

Op weg naar huis moest ik denken aan al die vrouwen die jaar in jaar uit hetzelfde meemaken. Onbegrip, niet geloofd worden, geen passende diagnose en dus geen juiste behandeling. spasme ofwel kramp in de grote kransvaten. De stoornis was net aangetoond via een spasme-test, die dit uitlokt. Zoals we dat vaak zien bij vrouwen had hij van jongs af aan frequente migraineaanvallen en kwamen hart- en vaatziekten in de familie veel voor. Ik stelde de diagnose en toen vroeg hij een time-out om het tot zich door te laten dringen. Hij was zichtbaar emotioneel en probeerde zijn tranen te onderdrukken. Begrijpelijk, want hij liep al meer dan vijf jaar rond met deze klachten en had daarvoor allerlei onderzoeken ondergaan. De conclusie van meerdere artsen was dat het ‘tussen de oren’ zat. Hij was inmiddels afgekeurd voor zijn werk en in een sociaal isolement gekomen. Zijn gezin en naaste omgeving begrepen ook niet wat er met hem aan de hand was. Stereotiep denken is gevaarlijk voor goede zorg Het verhaal van deze man greep mij erg aan, niet alleen om zijn verdriet en onmacht, maar omdat hij in de valkuil gevallen was van het stereotiepe denken in de zorg. Als je geen vernauwing hebt in de kransvaten, dan moet het wel psychisch zijn. Zo heb ik

het in de jaren tachtig ook geleerd. Op weg naar huis moest ik denken aan al die vrouwen die jaar in jaar uit hetzelfde meemaken. Onbegrip, niet geloofd worden, geen passende diagnose en dus geen juiste behandeling. Het leidt tot uitval op het werk, verlies aan inkomen en zelfs armoede, waardoor de gezondheid nog verder achteruitgaat. Recente gegevens laten zien dat vrouwen in veel Europese landen, inclusief ons land, minder gezonde levensjaren hebben dan mannen (ec.europa.eu/eurostat). Het stereotiepe denken zien we ook in andere vakgebieden. Zo wordt botontkalking bij mannen vaak gemist omdat we denken dat het alleen bij vrouwen voorkomt en wordt autisme vaker bij jongens vastgesteld omdat het zich op een andere manier kan uiten bij meisjes. Omdat de man van oudsher de norm is als patiënt, is er bij hen veel meer wetenschappelijk onderzoek gedaan en zijn richtlijnen voor diagnose en behandeling meer op mannen toegesneden. Aan vrouwen met allerlei onbegrepen gezondheidsklachten hebben we bij gebrek aan beter containerbegrippen toegekend, zoals syndroom X (angina pectoris in de haarvaatjes), fibromyalgie en SOLK (somatisch onverklaarde lichamelijke klachten). Het zijn vrouwen die vaak van de ene naar de andere specialist gestuurd worden, zonder enige duidelijke diagnose en gestructureerde aanpak. Deze problematiek moeten we echter niet zien als een

vrouwenprobleem, maar eerder beschouwen als serieuze hiaten in onze medische kennis. Deze thema’s verdienen extra aandacht in wetenschappelijk onderzoek. Pluriformiteit nodig Niet alleen sekse- en genderaspecten zijn belangrijk OPZIJ 2020

49


Gezondheid voor goede zorg, maar ook diversiteit bij ouderen en bij mensen met een andere sociaal-culturele achtergrond. De overheid en zorgverzekeraars maken allerlei preventieplannen om gezonder te leven en ziekten te voorkomen, maar juist in de preventieve sfeer is er veel winst te halen door pluriformer te denken. Zo heeft onderzoek aangetoond dat mannen uit een lagere sociale klasse gaan sporten als je ze laat trainen naast hun favoriete voetbalclub. Vrouwen gedijen beter als ze dingen samen kunnen doen en ervaringen kunnen uitwisselen. Ouderen moeten zo lang mogelijk thuisblijven, maar eenzaamheid en gebrek aan voldoende ondersteuning leiden tot veel nietpassende ziekenhuisopnamen. Traumaverwerking kan bij migranten een grote variëteit aan klachten geven, die voor artsen hier moeilijk te interpreteren zijn. Als de menselijke maat wordt ondergesneeuwd door gebrek aan maatwerk en deskundigheid dan schieten we ons doel voorbij. We moeten in de zorg juist het verschil maken, daar waar het relevant is.

Pillen die bij een belangrijk deel van de vrouwen met angina pectoris in de kleine haarvaatjes goed werken, zijn alleen in het buitenland te verkrijgen en worden niet vergoed door de zorgverzekeraars. Durf buiten de lijnen te kleuren We zijn de afgelopen jaren druk geweest met protocollen en richtlijnen voor het beter standaardiseren van onderzoek en behandelingen. Dat was nodig om vermijdbare fouten te voorkomen en willekeur te vermijden. Het heeft ons zeker gezondheidswinst opgeleverd, maar er is onvoldoende rekening gehouden met sekse- en genderverschillen en de grote diversiteit aan mensen en behoeften. Niet alles 50

is goed in te kaderen, patiënten zijn nu eenmaal geen eenheidsworst. Kijkend naar mijn eigen vakgebied stel ik vast dat we in de zorg voor vrouwen vaak tegen een muur van onbegrip aanlopen. Omdat er belangrijke sekseverschillen zijn in het patroon van veroudering van de kransvaten en de hartspier, is de medicatie die gemaakt is voor de mannelijke patiënt vaak niet goed werkzaam en moeten er andere keuzes gemaakt worden. Maar als je buiten de lijntjes kleurt, hou je je niet aan de richtlijnen en roept dat weerstand op. Pillen die bij een belangrijk deel van de vrouwen met angina pectoris in de kleine haarvaatjes goed werken, zijn alleen in het buitenland te verkrijgen en worden niet vergoed door de zorgverzekeraars. De kosten kunnen oplopen tot 120 euro per maand en dat is niet op te brengen. Steeds vaker is medicatie niet verkrijgbaar en worden alternatieven verstrekt die niet gelijkwaardig zijn en klachten kunnen verergeren. Beleidsmakers zijn onvoldoende op de hoogte van sekse- en gender-verschillen in de cardiologische zorg en wie buiten de boot valt heeft gewoon pech. Bijwerkingen van medicijnen komen veel voor en zien we vaker bij vrouwen dan bij mannen. Het kan reden zijn om medicatie te staken, waardoor vrouwen aangetoond minder goed worden behandeld voor bijvoorbeeld een verhoogde bloeddruk en cholesterol. Voor iedereen is het preferentiebeleid (waarbij zorgverzekeraars mogen bepalen welke variant of welk merk van een geneesmiddel wordt vergoed -red.) een gedrocht geworden, maar het blijft stil in Den Haag. Vrouwenrechten staan onder druk Voor jonge vrouwen is de anticonceptiepil nog altijd een


Gezondheid omdat het salaris en toekomstperspectief onvoldoende zijn. Een ziekenhuis met alleen maar dokters kan echter niet draaien. In opkomende landen zijn ziekenhuizen essentieel als werkgever voor vrouwen en voor het realiseren van hun economische zelfstandigheid. Daar profiteert het hele gezin van mee. Om de zorg voor vrouwen te verbeteren is het belangrijk dat ook vrouwelijke patiënten meer zeggenschap krijgen. De subsidiegevers hebben hierin de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet: zonder patiënt aan tafel wordt onderzoek niet meer gehonoreerd. Vrouwelijke cardiologen hebben zich onlangs verenigd in de WomenAsOnebeweging, een inclusieve organisatie om wereldwijd talent in de zorg vooruit te helpen. Als VN Vrouwenvertegenwoordiger 2020 hoop ik met veel nationale en internationale vrouwenorganisaties samen te werken op het thema Women in Healthcare, in al haar facetten. Daar zullen ook mannen van meeprofiteren! O fantastische uitvinding, maar als deze niet te verkrijgen is, wordt er vanuit de overheid inadequaat op gereageerd. “Dan neem je maar een andere pil,” aldus de huidige minister van VWS. Door het toenemend conservatisme en politici met dictatorachtige trekken staan verworven vrouwenrechten zoals goede anticonceptie en abortus wereldwijd in toenemende mate onder druk. We doen reuzestappen terug in de tijd en als we daar geen vuist tegen maken wordt het alleen maar erger. In het toonaangevende tijdschrift The Lancet van 25 mei 2019 wordt opgeroepen om onze verworven rechten inzake abortus krachtig te verdedigen. Juist voor armere vrouwen en etnische minderheden zijn veilige mogelijkheden voor abortus absolute noodzaak. In de Sustainable Development Goals (SDGs) zoals die door de VN en de WHO zijn geformuleerd nemen goede zorg, welbevinden en gendergelijkheid een prominente plaats in. Zolang beleidsmakers en de werkvloer deze thema’s niet oppakken en omarmen blijven de SDG doelen die gesteld zijn voor 2030 hangen op ambtelijk niveau.

Angela Maas - Hart voor vrouwen €20,99 (De Arbeiderspers)

Empowering women in healthcare Er is een fundamentele verandering in de samenleving nodig om vrouwen in de wetenschap, gezondheidszorg en Global Health vooruit te brengen. In maart 2019 kwam de WHO met een rapport naar genderanalyse in de zorg: meer dan 70% van de zorg wordt geleverd door vrouwen, maar slechts 25% van hen heeft daarin een leidinggevende positie. ‘Healthcare is delivered by women, but led by men’. In onze westerse landen zien we tekorten ontstaan aan verpleegkundigen en ondersteuners in de zorg, OPZIJ 2020

51


Reportage buitenland

Correspondent Daisy Mohr (1978) is sinds 1 december 2019 NOS-correspondent voor het Midden-Oosten. Mohr moet in haar nieuwe functie meteen vol aan de bak als op 3 januari de Iraanse generaal Soleimani om het leven komt bij een Amerikaanse luchtaanval op de luchthaven van Bagdad. Zij is op dat moment in Australië voor een familievakantie – waar het vanwege de aanhoudende branden ook niet liep zoals gepland. Ze moet et was nog helemaal snel het vliegtuig in om verslag te kunnen doen niet zo vanzelfsprekend van de escalatie tussen Iran en de Verenigde dat Mohr Iran binnen zou komen. “Je moet Staten. We spreken haar over de recente een persvisum hebben, gebeurtenissen in Iran, haar turbulente eerste anders kun je er helemaal niet komen. Dus ik moest in het vliegtuig maand als correspondent en de documentaire nog de laatste dingen regelen. Het Once the Dust Settles van John Appel waar ze scheelde dat ik al een visumaanvraag had lopen anders had ik er niet eens aan mee heeft gewerkt en die in februari in de naartoe kunnen gaan.” bioscoop zal gaan draaien. Eenmaal daar blijken de reacties

H

D O O R N I N A K L A A SSE N

op de dood van de Iraanse generaal Soleimani gemengd te zijn. “Dat wilde ik ook heel graag laten zien. Het is niet allemaal zo zwart wit. Niet iedereen in Iran is tegen Amerika, er wonen echt niet alleen maar voorstanders van Soleimani. Maar je zag wel rond de begrafenis dat een sleutelfiguur om het leven was gekomen: drie dagen lang reisde zijn lichaam door het land voordat hij begraven werd.” Maar het bleef niet bij de aanslag op de Iraanse generaal. In de tijd dat Mohr in Iran is, valt Iran ook nog een Amerikaanse basis aan en wordt er een passagiersvliegtuig neergehaald. Het past volgens Mohr in de spanningen tussen Iran en Amerika die al veel langer spelen. “Ik denk dat het conflict nog niet is overgewaaid. Iran zegt ook duidelijk dat ze de strijd aan gaan. Maar het feit dat ze een militaire basis hebben aangevallen waarbij geen doden zijn gevallen, is wel belangrijk. Als dat wel was gebeurd, was de situatie misschien heel anders geweest.”

52


Reportage buitenland

in oorlogsgebied

Het is een nogal heftig begin van haar correspondentschap. “Je weet dat dat kan gebeuren. Maar dat je dat in je eerste maand als correspondent zoiets heftigs meemaakt is natuurlijk niet heel gebruikelijk. Al gebeurt er natuurlijk van alles in het Midden-Oosten.” Hoewel als correspondent een nieuw gezicht, is Daisy al langere tijd werkzaam als journalist en programmamaker in het MiddenOosten. Na een studie journalistiek in Londen is het in de eerste instantie haar bedoeling om aan de prestigieuze University of Oxford een master Middle Eastern Studies te volgen. Zover komt het echter niet. Daisy besluit om eerst het Midden-Oosten maar eens met eigen ogen te bekijken en vertrekt op haar tweeëntwintigste naar Libanon om Arabisch te leren. Aanvankelijk voor een aantal weken, maar die paar weken worden al snel jaren. Inmiddels woont en werkt ze er al bijna twintig jaar. “Toen ik voor het eerst hier kwam, ben ik gaan rondreizen met Jeroen Oerlemans en met een Australische journalist met wie ik bevriend raakte. Later heb ik daar productiewerk voor gedaan en heb heel veel achter de schermen gewerkt. Nu, als correspondent, is het grootste verschil dat ik voor het scherm sta.”

en dan heel erg boos staan te doen. Je weet dat je heel veel moet regelen als het gaat om visa en toestemming om te mogen filmen. Je moet je gewoon bewust zijn van waar je bent en wat wel en niet mag. Maar ik ben nooit echt bang.”

Hoewel werkzaam in een zeer onrustig gebied, is ze eigenlijk nooit bang. “Ik doe dit werk al heel erg lang en dan weet je wel hoe het gaat. Je moet vaak wachten ondanks gemaakte afspraken en ik heb regelmatig te maken met mannen die zichzelf heel belangrijk vinden

Ook maakt het volgens Mohr niet uit dat ze als vrouw werkzaam is in een gebied waar de vrouwenrechten bepaald niet optimaal zijn; het maakt haar werk af en toe zelfs eenvoudiger. “Ik denk dat het als vrouw makkelijker is om contact te leggen met bepaalde groepen mensen. Je OPZIJ 2020

53


wordt in conservatieve landen makkelijker toegelaten tot de vrouwen. Ze vertrouwen je sneller. Mannen zien je niet zo snel als een bedreiging. Ze vertonen geen machogedrag wat ze wellicht bij mijn mannelijke collega’s wel zouden doen. Ik heb ook voor Zweedse, Noorse en Deense media gewerkt en je ziet dat zij al een jaren een vrouwelijke correspondent in het Midden-Oosten hebben. Dat is dus best wel gebruikelijk.” De landen in het Midden-Oosten verschillen onderling natuurlijk ook. Waar Daisy in Iran verplicht haar hoofd moet bedekken, is ze in haar woonplaats Beiroet een stuk vrijer. Ze woont daar samen met haar man en drie kinderen. Wel nemen daar in de tijd dat ik haar spreek de spanningen verder toe. Op 21 januari wordt er na maanden zonder regering eindelijk een nieuwe regering gevormd. De anti-regeringsdemonstraties, die al maandenlang plaatsvinden, nemen een andere gedaante aan. Tot dan waren de demonstraties relatief rustig en vreedzaam verlopen. “De sfeer is omgeslagen omdat de demonstranten merken dat er niet naar hen wordt geluisterd. Ze hebben al van alles geprobeerd. Van yoga tot etentjes op straat. Er is toen ook al wel vaker politie aan te pas gekomen. Er zijn mensen gearresteerd en overleden. Dus dat zijn geen nieuwe bewegingen, maar je ziet nu wel dat er een kookpunt is bereikt.” De reden voor de onvrede over de regering berust voor een groot deel op de economische malaise, die niet alleen Libanon maar ook de rest van het Midden-Oosten treft. “Libanon zit al jaren in een economische crisis en dat voel je, dat is heel tastbaar. De Libanese pond en de Amerikaanse dollar waren aan elkaar verbonden. Maar er zijn nu al een hele tijd geen dollars meer in omloop.

‘Je moet je gewoon bewust zijn van waar je bent en wat wel en niet mag. Maar ik ben nooit echt bang.’

54


Reportage buitenland onafhankelijk genoeg. Zij wilden graag een regering van experts, zonder de verbondenheid van de partijen en dat is nu wel het geval. Het gewone leven is hier nu ook deels platgelegd. Banken worden aangevallen en wegen zijn afgesloten. Dat is heel anders dan zes maanden geleden.” Het einde van de spanningen en de crisis lijkt voorlopig nog niet in zicht te zijn. “We zitten in de crash, maar we zijn nog niet gecrasht. Maar je merkt wel dat het erger wordt. Al veel mensen om mij heen zijn vertrokken. Wij zitten wat dat betreft ook in een luxepositie, want als het zou moeten dan zouden wij ook weg kunnen gaan. Zolang het kan, blijven we. Maar er moet dan bijvoorbeeld wel scholing blijven voor mijn kinderen. Als de scholen dicht zouden gaan, dan zou dat voor mij wel een reden zijn om te vertrekken. Maar zover zijn we nog niet.”

‘Als de scholen dicht zouden gaan, dan zou dat voor mij wel een reden zijn om te vertrekken. Maar zover zijn we nog niet.’ Maar mocht dat het geval zijn, dan is de planning niet om weer terug te gaan naar Nederland. “Ik zou dan wel in het Midden-Oosten blijven. Maar nu denk ik dat ik nog heel lang in Libanon zou blijven. Zulke rellen zijn natuurlijk ook maar op één plek. Drie straten verder zijn mensen gewoon koffie aan het drinken. We wonen ook op een locatie die erop is uitgekozen dat bij een eventuele escalatie pas op het laatste moment de rellen zich daar ook zullen afspelen.”

Het wordt allemaal veel duurder en dat zie je ook doordat mensen bijvoorbeeld geen schoolgeld meer kunnen betalen. Hogere en lagere middeninkomens worden heftig aangetast. Als het zo doorgaat, dan leeft straks vijftig procent van de mensen onder de armoedegrens. Ik woon hier al achttien jaar en dan voel je dat wel heel erg. Al gaat het natuurlijk helemaal niet om mij, maar om al die mensen dat nu meemaken.” Hoewel er een nieuwe regering is gevormd, is de onrust nog niet voorbij. “De demonstraties gaan ook na het vormen van de nieuwe regering door, omdat de demonstranten deze nieuwe regering niet accepteren. Ze vinden deze niet OPZIJ 2020

55


Reportage buitenland verdwijnen. Een van de plekken is de Syrische stad Aleppo. Mohr deed met John Appel research om vast te leggen hoe de mensen daar hun leven weer proberen op te pakken. “Ik wilde laten zien hoe moe en klaar de mensen zijn met de oorlog. Ze willen verdergaan. Maar ook om te laten zien dat ze helemaal niet zo veel verschillen van mensen uit bijvoorbeeld Nederland, wat wel heel vaak gedacht wordt. Juist die verhalen wil ik laten zien. Dat heb ik ook altijd het mooiste aan mijn werk gevonden. Om juist de menselijke kant van verhalen te laten zien.” In de documentaire zie je zelfs de eerste toeristen weer terugkeren. “Ik ben ook voor de oorlog in Syrië geweest en toen was het een heel ander land. Er waren heel veel toeristen met allerlei verschillende nationaliteiten. Het was heel bijzonder om te zien dat de eerste toeristen daar nu weer rondlopen. Het was ook wel een beetje gek. Je zag de inwoners van Aleppo ook wel even kijken van: wat gebeurt er nu?” Daisy werkte voordat ze correspondent werd al mee aan verschillende documentaires. In haar voorlopig laatste documentaire Once the Dust Settles bundelde ze haar krachten met John Appel. De film laat op drie plekken zien wat er gebeurt nadat een ramp zich heeft voltrokken en de journalisten en cameraploegen Aleppo, uit Once the Dust Settles

56

Voorlopig zal Daisy zich focussen op haar werk als correspondent. “Afgelopen week was ik aan het rondrijden met een Zwitserse collega en toen hadden we het er ook over hoe we het vonden om hier nu te zijn. Dat het eigenlijk een unieke kans is dat we dit zo mee mogen maken en mogen ervaren. Niet elke Nederlander of Zwitser krijgt die kans om er zo middenin te zitten. Ik zie dus ook vooral als een verrijking.”


Reportage buitenland

Once the Dust Settles Cinema Delicatessen brengt Once the Dust Settles, een film van John Appel over rampverwerking en mentale wederopbouw. De film ging op 23 november op IDFA in première, waar de film werd geselecteerd voor het programma Masters. Amatrice, Tsjernobyl en Aleppo: drie iconische rampplekken uit de moderne geschiedenis. Amatrice werd in 2016 verwoest door een aardbeving, Tsjernobyl beleefde in 1986 een van de grootste kernrampen van de geschiedenis en in Aleppo begint men nu voorzichtig aan de wederopbouw sinds de oorlog, die in 2011 begon, het historisch centrum in puin legde. Opgebouwd als een drieluik laat Once the Dust Settles zien wat er gebeurt als het stof is neergedaald en de camerateams naar andere rampen zijn vertrokken. Centraal staan de indringende verhalen van mensen die

de gebeurtenis hebben overleefd en nu hun leven weer proberen op te bouwen. Het decor waartegen deze verhalen zich afspelen is het opkomend ramptoerisme op visueel aangrijpende locaties. Aleksei Breus, de enige overlevende van de controlekamer van de kerncentrale, werkt nu als gids in het tot pretpark uitgegroeide Tsjernobyl. Gina Zobian, een van de beste gidsen

van SyriĂŤ, die voor de oorlog rondleidingen verzorgde langs de archeologische monumenten, wacht nu in het verwoeste centrum van Aleppo op de terugkeer van de eerste toeristen. En de pastoor en voormalig gids in Amatrice, Luigi Aquilini, moet er nu op toezien dat zijn stad nooit meer wordt opgebouwd. Vanaf 20 februari 2020 draait Once the Dust Settles in de bioscopen. O OPZIJ 2020

57


Zij & Kunst

Loes van der horst, 2002

KRÖLLER-MÜLLER MUSEUM

TOEKOMSTBESTENDIG

Eind vorig jaar laaide de discussie weer eens flink op. Nog altijd bestaat er een disbalans tussen kunst van mannen en vrouwen in kunstcollecties. Er is te weinig werk van vrouwelijke kunstenaars op zaal te zien en er wordt nog altijd te weinig aangekocht. Moeten we daar ook niet eens een quotum voor gaan hanteren? Er mogen dan wel veel vrouwen werken in musea, dat betekent nog niet dat hun kunst ook goed vertegenwoordigd is in de Nederlandse musea. Zonder vrouwen geen museum zou je zeggen. Dat geldt zeker voor het Kröller-Müller Museum, dat er niet was geweest zonder een stevige vrouw aan het roer. Ook nu heeft een vrouw daar de leiding. Maar betekent dat ook dat er meer werk van vrouwelijke kunstenaars te zien is in de museumzaal? OPZIJ neemt een kijkje. En duikt in verleden, heden en toekomst. D O O R FI E K E TI SS INK

58


Zij & Kunst

Helene en de hemel Helene Kröller-Müller komt in 1905 in aanraking met moderne kunst via kunstpedagoog H.P. Bremmer. Samen met haar dochter volgt Helene kunstbeschouwingslessen bij hem in Den Haag. Het is een keerpunt in haar leven. Bremmer werkt met kleine groepen en geeft lessen van een uur met ‘aanschouwelijke voorbeelden’, reproducties en echte kunstwerken die hij op een ezel op tafel plaatst. De cursisten zitten eromheen en hangen aan Bremmers lippen. Hij raadt ze aan hun eigen lekenoordeel over kunst overboord te zetten, alleen dan kan de cursist zich openstellen voor de kunstenaar zelf en zijn werk. Dat doet Helene en al snel gaat ze veel vaker dan een uur naar zijn lessen, soms zelfs wel zes uur per week. In 1907 richt ze een eigen club op, bij haar thuis, zodat ook haar man, Anton Kröller, met Bremmer en zijn ideeën in aanraking kan komen en zo ook gevoel voor kunst kan ontwikkelen. Helene wilde namelijk niet het idee hebben ‘eigenmachtig over zijn geld te disponeeren voor dingen waar hij niets voor voelt.’ In 1907 begint Helene met het kopen van kunst, daartoe aangespoord door Bremmer. In datzelfde jaar neemt ze Bremmer in dienst als persoonlijk adviseur, om haar te helpen een kunstcollectie te vormen.

Helene verzamelt dan al een aantal jaar antieke meubelen, keramiek en Aziatische voorwerpen, maar vanaf nu richt ze zich op moderne schilderkunst. Haar eerste aankoop is een werk van Paul Gabriël, maar al in 1908 en 1909 koopt ze vier schilderijen van Van Gogh. Bremmer is een groot bewonderaar van Van Gogh, die dan nog vrij onbekend is. Ze leert het werk van Van Gogh doorgronden en Bremmer voorspelt dat Helene in het werk Mand met citroenen en fles, uit 1888, ‘de hemel zal zien’.

Bouwen en rouwen Na een levensbedreigende operatie in 1911 besluit ze om voor haar almaar groeiende collectie een museumhuis te laten bouwen. De Kröllers kopen een stuk grond bij Wassenaar om dit plan te verwezenlijken en Helene verzamelt vanaf nu alleen nog werken die ‘de toets van de toekomst kunnen doorstaan’ en die ‘tot nut en genot der gemeenschap’ zijn. Haar verzameling groeit explosief en het voornemen om een museum te bouwen geeft richting. Samen met Bremmer gaat ze naar galeries en veilingen, in binnen- en buitenland. Zo koopt ze in april 1912 maar liefst vijftien schilderijen van Van Gogh. Helene schrijft hierover: “Wij zagen er meer, maar alleen deze schilderijen vond Bremmer grooter of gelijk aan de onzen en kocht ze met een bod – een derde van de vraag. Bevend als een rietje ging hij naar buiten, zoo blij was hij over zijn vangst.” In datzelfde jaar koopt ze in Amsterdam op een veiling werk van Toorop, Corot, Daumier en nog eens vier Van Goghs waaronder de beroemde Brug te Arles uit 1888. Onder leiding van Bremmer koopt Helene soms werken die ze in eerste instantie niet echt kan waarderen. Zoals vroeg kubistische werken van

Jenny Holzer, You are trapped on the earth so you will explode (uit The Survival series) 1983, foto Cary Markerink

OPZIJ 2020

59


Zij & Kunst

het museum bij de opening in 1938

soepel. De architecten Behrens, Mies van der Rohe en Berlage maken ontwerpen en zelfs modellen op ware grootte, maar Bremmer en Helene kunnen het niet eens worden. In 1915 besluit Helene dat ze toch liever een museum op de Veluwe wil bouwen. Het landgoed bij Wassenaar wordt verkocht en de ontwerpen worden nooit gerealiseerd.

O

p naar de Veluwe dus, waar het echtpaar al grond in bezit heeft. Berlage maakt eerst een ontwerp en vervolgens Henry Van de Velde. Ook deze plannen worden door financiële problemen bij de firma Müller & Co nooit gerealiseerd. De handel is gestagneerd en in 1922 zet Anton noodgedwongen de bouw van het museum stop en laat Helene aan Bremmer weten dat er geen kunstwerken meer kunnen worden

Juan Gris en Piet Mondriaan. Helene toont haar kunstverzameling voor het eerst in 1913 in Den Haag, in het pand naast het hoofdkantoor van Müller & Co. Veel leerlingen van Bremmer, de Bremmerianen, komen langs, maar ook flink wat kunstenaars. Hiermee opent Helene officieus het eerste museum voor moderne kunst in Nederland. Het begin van het Kröller-Müller Museum is een feit. Ondertussen gaan ook de plannen voor de bouw van het echte museum door. Dit verloopt echter niet zo 60

gekocht. Ondanks al deze tegenslagen blijft Helene zich onvermoeibaar inzetten om haar collectie te ontsluiten voor een zo groot mogelijk publiek. Ze verzorgt tentoonstellingen in Den Haag en geeft lezingen. Als deze lezingen een succes worden, gaat ze haar kunstbeschouwingen publiceren. Misschien schuilt hierin wel haar kracht: ze brengt een bijzondere collectie bijeen, maar zet zich daarnaast volledig in om die collectie toegankelijk te maken voor iedereen. Zo zorgt ze ervoor dat

moderne kunst in Nederland wordt geïntroduceerd en geaccepteerd.

I

n 1932, na 25 jaar trouwe dienst, laat Helene weten dat ze tot haar grote verdriet het contract met Bremmer moet opzeggen. Met Müller & Co aan de rand van de afgrond geven de Kröllers hun droom echter niet op. Op 26 april 1935 schenkt de KröllerMüller Stichting haar collectie aan de Nederlandse Staat, die toezegt ‘de verzameling te zullen onderbrengen in een nieuw te bouwen museum op de Hooge Veluwe’. Dat museum, ontworpen door Henry Van de Velde, opent de deuren op 13 juli 1938. De grote wens van Helene is in vervulling gegaan. Geld om aankopen te doen voor de museumcollectie is er nauwelijks in die jaren, alles gaat naar de bouw en inrichting van het museum.

Maar voor één werk wordt geld ingezameld, het groepsportret van Charley Toorop. Zij werkte ruim twee jaar aan het portret, waarvoor twaalf mensen poseerden. Het resultaat toont Bremmer en zijn vrouw op de voorgrond, omringd door de belangrijkste kunstenaars van die tijd, waaronder Charley zelf. Het portret is een huldebetoon aan Bremmer, de kunstpaus.

H

elaas kan Helene maar kort genieten van haar museum, ze overlijdt op 14 december 1939 en


wordt opgebaard op zaal, tussen haar geliefde schilderijen van Van Gogh.

Barbara Hepworth, Two Figures, 1964

Toen en nu Na de dood van Helene blijft het KrĂśller-MĂźller Museum uitbreiden. Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog worden daar plannen voor gemaakt. Henry Van de Velde bouwt een beeldenzaal, die in 1953 opent en vanaf 1959 wordt er gewerkt aan een beeldentuin. Met de komst van de beeldentuin verschijnen er ook meer werken van vrouwelijke kunstenaars op het terrein. Iconisch is bijvoorbeeld nog altijd de drijvende sculptuur van Marta Pan uit 1960, speciaal gemaakt voor dit museum en deze plek. Ook werk van Barbara Hepworth krijgt een plaats in de beeldentuin. Kunst van vrouwelijke kunstenaars was in Helenes tijd nog geen issue.

Loes van der Horst, Rode vormen 1, 1992

Momenteel heeft het museum, na Helene en tal van mannelijke directeuren, weer een vrouw aan de leiding, Lisette Pelsers (1956). Zou zij extra oog hebben voor kunst van vrouwen? Heeft het museum momenteel beleid geformuleerd op het gebied van het verwerven en tentoonstellen van werk van vrouwelijke kunstenaars? Bij navraag kwam het volgende antwoord. Eind 2019 zijn er op zaal, in de vaste opstelling, twaalf werken van vijf vrouwen te zien, naast 252 werken van 87 mannen. In de

beeldentuin zijn 27 werken van acht vrouwen permanent opgesteld en honderd mannen zijn daar met 142 werken vertegenwoordigd. In de tuin staan daarnaast nog twee werken van twee echtparen. Dat betekent dat 90 procent van de werken in de vaste opstelling gemaakt is door een man en dat 92,5 procent van de kunstenaars in de vaste collectie man is. Bij de tijdelijke tentoonstellingen valt die verdeling iets gunstiger uit voor de vrouwen. Eind 2019 tonen vier vrouwen 51 werken en 33 mannen 144 werken. Oftewel: 11 procent van OPZIJ 2020

61


Zij & Kunst de kunstenaars met werk in een tijdelijke opstelling is vrouw en 26 procent van de werken in tijdelijke opstelling is gemaakt door een vrouw. Tja, hier valt nog wel wat te doen, zou je zeggen. Hoe deze verhoudingen in de gehele collectie liggen, valt moeilijk te achterhalen, omdat, zoals het museum meldt, het registratiesysteem van de collectie niet vermeldt of het een mannelijke of vrouwelijke kunstenaar betreft. Dat betekent dat voor alle 22.000 voorwerpen apart moet worden nagegaan of het door een man of vrouw gemaakt is. Best een werkje. We moeten het dus doen met de hierboven genoemde verhoudingen. Op de vraag of het museum beleid heeft op het gebied van het tentoonstellen en verwerven van werk van vrouwelijke kunstenaars luidt het antwoord dat het KröllerMüller Museum geen specifiek op vrouwen gericht beleid heeft. Bij het samenstellen van het tentoonstellingsprogramma wordt er op zeker moment wel naar gekeken,

maar het is geen doel op zich.

M

omenteel is er bijvoorbeeld de tentoonstelling van Loes van der Horst: Tekeningen voor de ruimte. Van der Horst installeerde in 1973 een driedimensionaal werk in het KröllerMüller Museum, een constructie van over elkaar gespannen netten, typerend voor die tijd. In de jaren daarna kreeg ze veel opdrachten in de openbare ruimte waarvoor ze ontwerptekeningen maakte. Deze werken op papier worden nu tentoongesteld en zijn te zien tot 1 maart 2020. Verder is er nu, tot 29 maart, een tentoonstelling van Wineke Gartz: Le rêve, la route, le mur, een site-specifieke installatie van deze Nederlandse kunstenares. Zij transformeerde de oude entree tot een levend schilderij. Ten slotte is onlangs de tentoonstelling Niet met zoveel woorden geopend, met films, installaties, sculpturen, neonkunst, werk op papier, schilderijen en performances, allemaal rondom woorden en tekstfragmenten. In deze

tentoonstelling is het zoeken naar vrouwelijke kunstenaars. Hebben wij soms niet zo veel met tekst, zo vraag je je af. Ah, daar is er toch een: Jenny Holzer, een Amerikaanse beeldhouwer en conceptueel kunstenaar. Een vrouw aan het roer hoeft dus niet te betekenen dat vrouwen ook goed vertegenwoordigd zijn in de collectie. Natuurlijk niet: een collectie heeft een geschiedenis, en daar moet je mee dealen. Maar iets van een inhaalslag zou je toch wel verwachten. Denk aan Helene toen ze zei alleen nog maar werken te willen kopen die de toets van de toekomst kunnen doorstaan. De toekomst is nu, de toets wordt steeds bijgeschaafd, aangescherpt, opnieuw gedefinieerd. Kunnen musea met zo weinig kunst van vrouwen de toets vandaag de dag nog doorstaan? Er hangt verandering in de lucht. Drie Nederlandse musea hebben een quotum gesteld voor de aankoop en presentatie van kunst van vrouwelijke kunstenaars. Welk museum volgt? O

• Voor meer informatie over Helene Kröller-Müller zie de website van het museum en lees Eva Rovers, De eeuwigheid verzameld. Helene Kröller-Müller (1869-1939). • Op internationale Vrouwendag - 8 maart – is er in het Kröller-Müller Museum een lezing over vrouwelijke kunstenaars en portretten van vrouwen. Aanmelden via de website krollermuller.nl

62


Column Etchica Voorn

O

JU

L IE

BL I

K

Etchica Voorn (1963) is talentcoach, auteur en blogger. Ze won in juni 2018 de OPZIJ literatuurprijs voor haar autobiografie Dubbelbloed. Ze woont met haar man en zoon in Amsterdam.

FO

T

FRIYARI IN SURINAME

H

et zou een friyari worden om nooit te vergeten. Pas ná mijn aankomst in Suriname op 7 januari nodigde ik gasten uit voor mijn verjaardag op 10 januari. Zelfs voor Surinaamse begrippen is dat kort dag, dus ik zou het met een klein clubje familie en vrienden vieren. Zoonlief zou er ook zijn, zijn laatste week van vijf weken vakantie in Suriname brak juist aan. De dag voor het feest deden we de inkopen. Het idee was om een BBQ-poolparty te geven bij de vakantievilla, waar mijn zoon en zijn vriend verbleven. Supermarkten schuimden we af naar snacks, kruiden en ketjapsambal voor de marinade van het vlees en de vis, watermeloen, verse ingrediënten voor kool- en tonijnsalade en ‘bakjes’. Een Surinaams feest is pas een feest als er veel te veel eten is, zodat gasten de ‘resten’ in bakjes mee naar huis kunnen nemen. Met zijn grote blaka huur wagi stuurde mijn vlees en bloed met schwung door het hectische, linkse verkeer van Paramaribo, brommers en kuilen ontwijkend, alsof hij nooit anders deed. Vertrouwd met de Surinaamse mores op de weg en als een vis in het water tussen de locals. Hier een grap, daar een fooi en véél knipoogjes naar dames. Op hun beurt flirtten zij openlijk: is dat je moeder? Zeg maar dat ik haar schoondochter wel wil zijn hoor! De boodschappen mocht ik onder geen beding betalen. “Nee mama, dat is voor uw verjaardag.” Zoonlief zegt sinds een paar maanden ‘u’ tegen mij, dat is nieuw. Net als het feit dat hij me ophaalde van het vliegveld Zanderij en mij naar Para-

maribo reed. Sinds ik hem zeven jaar geleden uit het nest heb geduwd, is het is snel gegaan met ons. De paniekerige zorgenmoeder en de tegendraadse puberzoon zijn getransformeerd in een blije, vrije moeder en een zelfstandige jongeman die zich graag over zijn ma ontfermt. “Zal ik dan ten minste de drank voor mijn rekening nemen?” “Neeneenee, niet nodig.” Wel mocht ik een alternatief voor vlees bedenken en haalde een bigi bangbang van twee komma zeven kilo bij viswinkel ‘De Walvis’ in de Mahonylaan. Bangbang is een lokale geschubde zeevis, hij lijkt qua smaak op kabeljauw. Ik rekende tweehonderdvijfenveertig Surinaamse dollar af, amper dertig euro, en liep ermee naar mijn appartement op zo’n tien minuten loopafstand. De vis werd omgetoverd tot pittige pakketjes voor op de BBQ en de volgende dag toog ik in feestjurk met vis naar ‘mijn’ BBQ -poolparty op Uitvlugt, een van de betere buitenwijken van Paramaribo. De mannen hadden de koelboxen rijkelijk gevuld met roodgouden blikjes Parbobier, Borgoe (Surinaamse bruine rum), witte wijn, rosé, soft (Surinaams voor frisdrank), water en ijs. Mijn Hindostaanse vriendin Sylva kwam als eerste binnen met versgebakken phulauri, een traditionele Hindostaanse lekkernij van gele spliterwten. De BBQ ging aan, soulmuziek klonk uit de boxen, en het feest ontrolde zich als vanzelf. Midden op de avond maande zoonlief iedereen tot stilte en gaf me een speech en plein public. Hij verklaarde mij de allerliefste moeder die je je maar wensen kon. In zijn jeugd was hij

niet makkelijk geweest, en nu vond hij het tijd om iets terug te doen. Met ogen die schitterden van trots gaf hij mij achtereenvolgens: een houten afro-kam waarin het woord LOBI was uitgesneden. Een handgemaakte houten kikker ter nagedachtenis aan zijn tante Carmen, mijn overleden zusje, omdat zij dol was op deze pokdalige gladjakkertjes. Als klapstuk een halsketting van Surinaams goud met groene steentjes en bijpassende armband. Dagen later gloeide ik nog na van zijn liefdevolle gebaar. Mijn zesentwintigjarige had niet alleen mij ontroerd. De volgende dag kreeg ik verschillende berichten waarin gasten hun bewondering voor hem uitspraken, maar ook deelden ze wat het had gedaan met henzelf. Een dierbare Surinaamse vriend schreef: “Wat goed dat je zoon je zo in het zonnetje heeft gezet. Het siert hem dat hij zijn lieve moedertje zo kan waarderen. Ik besef hoe weinig ik voor mijn moeder heb kunnen betekenen. Ik was amper zeven jaar oud toen zij stierf.” De verhuurder van mijn appartement liet haar tranen de vrije loop, toen ze mijn verhaal hoorde. “Sorry,” zei ze, terwijl ze haar wangen droog veegde, “ik realiseer me dat ik nooit zoiets gedaan heb voor mijn ouders, het raakt me diep.” Het eerbetoon van mijn zoon heeft mijn zevenvijftigste jaar een bijzondere start gegeven, een begin waarin het leven mij honingzoet toesprak: je zoon is uitgegroeid tot een sociaal vaardige, volwassen man: mission accomplished, klaar voor de volgende stap? Ja, maar eerst mijn moeder bellen. Het wordt tijd dat ik haar weer eens hardóp de liefde verklaar. O OPZIJ 2020

63


Vakvrouw

Igone de Jongh mag dan wel afgezwaaid zijn, het wemelt van de waardige opvolgers in de Nederlandse danswereld. OPZIJ vroeg Fay van Baar (Nederlands Dans Theater), Floor Eimers (Nationale Ballet), Kim van der Put (Introdans) en Ellen Landa (Scapino Ballet) de ballethemden van het lijf. DOOR NOÉMI PRENT

Floor Eimers (26), Het Nationale Ballet

Het Zwanenmeer dansen. Floor Eimers kan ‘m op haar cv zetten. Afgelopen zomer mocht ze zich voor het eerst laven aan deze rol. Zo theatraal als ze moest dansen als Odette/ Odile, zo nuchter is deze danseres in het gewone leven.

W

aarom heb je ervoor gekozen om je te ontwikkelen als klassiek balletdanser? “Het begon allemaal als een supercliché. Toen ik een jaar of vier was nam mijn moeder me mee naar Het Zwanenmeer. Ik wilde ballerina worden en bleek talent te hebben. Op school kreeg ik later te horen dat ik het lichaam voor klassiek ballet heb. Ik had ook de ambitie om klassiekers als Het Zwanenmeer te dansen en op te klimmen in die rangen. De competitie is meetbaar

64

en dat vind ik eigenlijk wel leuk aan klassiek ballet. We hebben bij Het Nationale Ballet trouwens ook moderner repertoire tegenwoordig. Ik moet er niet aan denken om alleen klassiek te doen.” Igone de Jongh heeft jou gecoacht. “Dat was heel fijn. Vroeger was ze echt mijn voorbeeld. Toen werd ze ineens mijn collega. Ik dacht: oh my god! Ze coachte mijn eerste hoofdrol, Myrthe in Giselle. Ik was toen corps de ballet. Ze geloofde in mij. We hebben ook een aantal overeenkomsten: beiden lang, dezelfde proporties. Ze weet waar je tegenaan kan lopen. De grootste rol waarin ze me gecoacht heeft was die van Odette/Odile, afgelopen mei. Ze is niet alleen mijn coach, we zijn ook vrienden geworden.”


Reportage Dans

FOTO MARC HAEGEMAN

HET NATIONALE BALLET Eimers is momenteel te zien in de wereldpremiere van FRIDA, een ballet naar het leven van kunstenares Frida Kahlo. Het stuk van choreografe Annabelle Lopez Ochoa is te zien tot en met 25 februari 2020. Meer info: operaballet.nl/frida

OPZIJ 2020

65


Vakvrouw Kun je uitleggen wat er zo pittig is aan het dansen van de hoofdrol in Het Zwanenmeer? “Het is een van de zwaarste rollen die er voor vrouwen is gemaakt in klassiek ballet. Het ballet heeft vier aktes, en bestaat daarnaast uit twee rollen die je in je eentje moet dansen. De combinatie van de witte én de zwarte zwaan, het sierlijke tegenover het verleidelijke, het kwetsbare tegenover het krachtige. Je moet heel ander soort bewegingen maken. De pas de deux in derde akte is het zwaarste wat ik ooit heb gedaan – de eerste keer dat ik dat doorliep ging ik bijna over mijn nek. Daarna moet je nog een half ballet dansen. “Maar eerlijk is eerlijk, het dansen van

Het Zwanenmeer was de kers op de taart in mijn carrière. Toen ik de rol kreeg heb ik wel een traantje gelaten.” De klassieke danswereld staat bekend als competitief. Heb je weleens te maken gekregen met jaloezie? “Je verliest wel vrienden. Toen ik in het gezelschap kwam ging het vrij snel heel goed. En dat is niet altijd even gemakkelijk voor anderen. Ik probeer daar ook begrip voor te hebben. Ik was zelf misschien niet altijd de makkelijkste en ik moest eraan wennen om met die druk en verantwoordelijkheid om te gaan. Inmiddels heb ik mijn draai gevonden en ben ik blij met de steun van mijn vrienden binnen en buiten Het Nationale Ballet.” Hoe combineer je dansen met een privéleven? “Tijdens zo’n Zwanenmeer ben ik privé minder gezellig. Een week voor de voorstelling ben ik heel gespannen en

‘Als je Het Zwanenmeer danst is het duidelijk: de meisjes hebben het zwaarder dan de jongens. Ik ga daar ook niet moeilijk over doen, want dan moet je hier niet zijn.’ staat m’n sociale leven op een laag pitje. Ik heb geluk dat ik mensen om me heen heb die dat begrijpen. “Ik ontspan verder door op vrijdag een koffietje te drinken, uit lunchen te gaan, soms lekker aan de wijn. Gewoon lekker niksen. ” Als je geen danser was, wat was er dan van je geworden? “Dan was ik stewardess bij KLM geworden. Dan treed je ook een beetje op, maar dan anders. Zeker geen negentot-vijfbaan, want ik houd van een onregelmatig rooster. Stewardess, ik denk dat dat me wel had gelegen.”

F O T O S E B A S T I E N G A LT I E R

Voel je je als vrouw prettig in de klassieke danswereld? “We moeten wel die spitzen aan, dat is nooit een pretje. Wie spitzen bedacht heeft, hield niet van vrouwen. Maar ik voel me verder niet ondergeschikt aan de man in de dans. Als je Het Zwanenmeer danst is het duidelijk: de meisjes hebben het zwaarder dan de jongens. Ik ga daar ook niet moeilijk over doen, want dan moet je hier niet zijn. Je kiest voor traditie.” Wat hoop je zelf toe te voegen? “Ik ben niet het standaard poppetje dat je zou verwachten in de klassieke balletwereld. Maar dat betekent niet dat ik het niet kan. Ik zou dat beeld graag willen bijstellen, het keurslijf een beetje veranderen. Je hoeft niet alleen maar een klein schattig meisje te zijn om in Giselle te dansen, dat kan ook als zelfverzekerde lange vrouw.” 66


F O T O R A H I R E Z VA N I

Fay van Baar (24), Nederlands Dans Theater Ze maakte een uitstapje naar Washington, maar kwam gelukkig weer terug naar Nederland om zich te voegen bij Nederlands Dans Theater (NDT). Een dream come true, want als klein meisje bewonderde ze vele voorstellingen van het gezelschap.

W

anneer werd je verliefd op dans? “Ik kan mij geen moment van mijn leven voorstellen waarop ik niet van dans hield. Al op jonge leeftijd wilde ik professioneel danser worden. In het begin was het vooral een liefde waar ik nog niet veel voor terug kreeg. Ik was zo gefocust op perfectie dat ik altijd nerveus en teleurgesteld was. Naarmate ik meer ervaring opdeed, kreeg ik vertrouwen op het toneel. Met dat vertrouwen, heb ik leren loslaten. Nu geef ik mijzelf de ruimte om de magie van dans te voelen. Dat gevoel heb ik nergens anders in mijn leven kunnen vinden. “Kun je je een ijskoud meer voorstellen? Waar de omgeving prachtig is, maar je doodsbang bent? Bang om in het koude water te zwemmen, voor wat erin zit, voor wat er kan gebeuren. Je bent alleen maar bezig met: ik moet dat water weer uit. Daarna kun je pas weer zien hoe mooi de omgeving is. Pas als je alles los kunt laten terwijl je in het water springt, komt dat stukje magie erbij. Dat is een beetje hoe het voelt als ik nu op het toneel sta.” Eerst studeerde je aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, je besloot dit op enig moment te verruilen voor het buitenland. Vanwaar die stap?

of sturen ze je al weg na de eerste oefening.” Wat deed dat met je? “Het was pijnlijk om de liefde die ik in dans had gestoken, niet terug te krijgen. Ik wist al rond mijn vijftiende dat ik richting moderne dans wilde gaan. Maar omdat klassiek ballet van jongs af aan zo’n droom was geweest, hoopte ik op z’n minst een jaar in een klassiek gezelschap te

‘Maar op verzoek van NDT heb ik auditie gedaan en een dag later werd ik aangenomen. Ik zat in de trein naar Den Haag en kon het niet geloven. Die hele treinrit heb ik zitten huilen van geluk.’ “De danswereld is internationaal, dacht ik destijds. Ik had geen idee van de competitie buiten mijn school. Ik kende iemand die naar Washington D.C. ging. Voor mij was het: wauw, Amerika! Ik kreeg daar een full scholarship aangeboden voor een jaar. Tijdens dat jaar in Washington heb ik veel audities gedaan. Maar na al die audities was ik teleurgesteld over hoe je behandeld wordt als danser. Je gaat naar binnen, krijgt een nummertje, bént een nummertje. In Amerika moet je zelfs betalen om auditie te doen. Soms is de directeur er niet eens bij

zitten. Die droom van ‘een keer in Het Zwanenmeer’, had ik helemaal niet ervaren. Achteraf ben ik heel dankbaar dat dat niet gelukt is. Dat jaar in Washington was een bevestiging dat klassiek toch niet helemaal wat voor mij was.” Waarom niet? “Ik denk dat ik er niet gelukkig was OPZIJ 2020

67


NEDERLANDS DANS THEATER In februari 2020 is Van Baar te bewonderen in Sometimes, I wonder, een avondvullende voorstelling met een drieluik aan werken van Jirí Kylián. Gedurende mei 2020 danst ze in de voorstelling Schmetterling, een avond die symbool staat voor het eeuwige proces van transformatie met een choreografie van NDT’s huischoreografen Sol León en Paul Lightfoot. Meer info: ndt.nl

geweest. Er is veel meer ruimte voor individuele expressie in de moderne danswereld. Het beeld van perfectie bestaat niet, omdat moderne dans geen pasvorm heeft. Toen ik terugkeerde naar Nederland, kreeg ik een stageplek bij Introdans. Maar na drie weken belde plots NDT. Dit was van jongs af aan een grote droom. Het NDT heeft echt een eigen identiteit met hele creatieve dansers. Het is een magische wereld, dromen op het toneel. Ik dacht niet dat ik al klaar was voor een plek in zo’n gezelschap. Maar op verzoek van NDT heb ik auditie gedaan en een dag later werd ik aangenomen. Ik zat in de trein naar Den Haag en kon het niet geloven. Die hele treinrit heb ik zitten huilen van geluk.”

F O T O R A H I R E Z VA N I

Dan dans je opeens in het gezelschap waar je van droomde. “Toen ik eenmaal binnen was, was ik de wallflower. Ik wilde niet gezien worden, iedereen was zó goed. Ik voelde me geïntimideerd door de plek, de dansers. In het begin vond ik het moeilijk om dat los te laten, te geloven dat ik die baan daar verdiende. “Pas toen ik begon te werken met choreografen, kreeg ik langzaam het gevoel dat ik er mocht zijn. De choreografen maakten werk van mij, als nieuwe creatie. Ik realiseerde me dat ik ook wat te geven had. Die erkenning van de choreografen gaf mij zelfvertrouwen.” Vind je de danswereld vrouwvriendelijk? “Dat is een grote vraag. De moderne dans heeft in ieder geval veel ruimte voor gelijkheid. Bij moderne dans is er plek voor iedereen: man, vrouw, jong, oud. Ik geloof wel dat er altijd ruimte is voor verbetering, dat we ook bij moderne dans moeten waken, af en toe stilstaan en ons afvragen: waarom heeft dit programma alleen maar mannelijke choreografen? En waarom zijn er meer rollen voor mannen? Niet dat dat altijd het geval is, maar het is wel goed om ons hiervan bewust te zijn.” 68


Vakvrouw

Kim van der Put (28), Introdans Kim van der Put struikelde haast per ongeluk de danswereld in. De rest van haar carrière is een cocktail van geluk en noeste arbeid. In 2017 ontving ze de aanmoedigingsprijs van het Dansersfonds ‘79.

school. “Als achtjarige danste ik in een balletklasje. Met datzelfde klasje deden we voor de gein auditie voor de vooropleiding in Amsterdam. Ik werd aangenomen, maar ik had helemaal niet de intentie om te starten met een dansopleiding. Van het een kwam het ander. Ik rolde altijd een beetje door de opleidingen heen. Je wordt natuurlijk elk jaar beoordeeld, maar ik dacht er nooit zo over na.” Je laat het allemaal gemakkelijk klinken. Heb je ook voor uitdagingen gestaan in je carrière? “Ik heb nooit voor zulke hete vuren gestaan als bijvoorbeeld Floor en Fay. Bij Introdans ben ik via een stage ingestroomd. Daarna vroegen ze direct of ik wilde blijven. Ik heb geluk gehad dat ik het altijd zo leuk heb gehad bij Introdans en hier kon en wilde blijven.” Net als Fay van Baar en Floor Eimers won je een aanmoedigingsprijs. Wat is de waarde van zoiets? “Dat was heel gaaf. Je werkt hard en het is fijn dat dat erkend wordt. Het voelt ook goed om te weten dat de wereld ziet waar je mee bezig bent. Dat geeft een extra stimulans om door te gaan.” Wat maakt dat je graag bij Introdans danst? “We zijn met een relatief kleine groep. Je krijgt dus veel meer te dansen. Vooral in het begin was dat fijn, want je leert daardoor snel. Het inspireert mij ook dat we bij Introdans veel verschillende stijlen door elkaar dansen en in aanraking komen met een scala aan choreografen. “Het klassieke Zwanenmeer is niets voor mij, al vind ik het prachtig om te zien – en heb ik er stiekem wel een zwak voor. Maar als danser zou het te gekaderd voor mij zijn. Ik zou denk ik geen hoofdrol dansen, maar een van de vele zwanen zijn. Bij Introdans verdwijn ik niet in de massa en kan ik mijn ei kwijt. Sommige choreografen laten je ook je eigen materiaal maken. “Wat ik ook prettig vind aan moderne dans, is dat er veel vrijheid is in hoe je je leven wilt leiden. Soms komt het op mij over alsof de klassieke wereld wil dat je op een bepaalde manier leeft, ook naast dans. Voor mijn gevoel is er bij moderne dans veel meer geaccepteerd.

het Nationale Ballet. We hebben samen op het hbo gezeten en zijn vriendinnen. Dat ze het goed doet is niet alleen leuk, maar ook inspirerend voor mij. Als ik tijd heb, ga ik weleens kijken. “Toen ik nog in Den Haag op school zat, kregen we op zaterdag af en toe les van Valentina Scaglia van NDT. Ik herinner me nog dat ze een kindje kreeg en daarna weer terugkwam. En nóg beter danste. Ik vond het heel gaaf hoe zij haar leven leidde, ze leek wel een normaal mens. (lacht) Ze was niet geobsedeerd met dans. Dat vind ik soms wel lastig om te zien in de danswereld, ik weet niet of je daar gelukkig van wordt.” Hoe verhoud jij jezelf tot de wereld als danser? “Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik veel moest opgeven. Ik ga op vrijdag gewoon een biertje drinken. Dat is voor topsporters vaak niet de bedoeling, maar ik vind dat gewoon gezellig. Een burger eten na de show doe ik soms ook. Natuurlijk, we zijn als dansers met eten bezig. Maar meer om ervoor te zorgen dat we de juiste voedingsstoffen binnenkrijgen. Zeker tijdens een première wil je dat je lichaam in gezonde staat is. Maar het isheerlijk om daarna schijt te hebben en een dikke pizza te eten.”

FOTO HANS WITHOOS

D

ansen, waarom? “Dat dansen een beroep was, wist ik lange tijd niet. Ik realiseerde me dat pas op de middelbare

Zijn er danseressen waar je tegenop kijkt? “Ik heb nooit een idool gehad, maar ik vind het onwijs leuk dat Floor (Eimers – red.) het zo goed doet bij OPZIJ 2020

69


FOTO HANS GERRITSEN

INTRODANS Op 14 februari gaat de voorstelling ICOON in première, waar Van der Put in danst. ICOON is een verzameling van het omvangrijke oeuvre van Lucinda Childs, de ‘grande dame’ van de Amerikaanse moderne dans. Te zien tot en met 27 mei 2020. Meer info: introdans.nl/icoon


Reportage Dans

Ellen Landa (28), Scapino Ballet Zeg je Ellen Landa, dan zeg je doorzetter. Ze begon haar carrière bij het Scapino Ballet in 2013 en is sindsdien een vaste kracht bij het Rotterdamse gezelschap.

D

roomde je vroeger ook van Het Zwanenmeer? “Als mijn moeder vroeger thuiskwam, dan dansten we samen. Ik begon met ballet, maar later volgde ik bijvoorbeeld ook streetdancelessen. Tijdens mijn eerste dansopleiding kwam ik aanraking met moderne dans. Dat klikte goed, ik kon dansen vanuit mijn eigen invulling en gevoel.” Net als Floor Eimers (Het Nationale Ballet) moest je al vrij jong op eigen benen staan voor die danscarrière. Op je vijftiende ging je uit huis.

‘Scapino heeft een samenwerking met het Sophia Kinderziekenhuis. Ik ben gek op kinderen en heb laatst een duet gedanst met Merel, een patiëntje van het ziekenhuis. Het lijkt me prachtig om na mijn eigen carrière dans te delen met ‘zieke’ kinderen.’ “Ik heb dat niet ervaren als een heftige stap. Sterker nog: ik was juist blij. Eerst moest ik twee uur reizen met de trein, dat vond ik als kind verschrikkelijk. Nu woonde ik eindelijk dichter bij school. Ik had het geluk dat ik bij mijn tante in Amsterdam kon wonen.” Je hebt hard gewerkt om te komen op de plek waar je nu zit. “Als je in Nederland professioneel wilt dansen moet je havo gedaan hebben. Dat kon ik in eerste instantie niet. Ik ben vmbo gaan doen, maar dat viel niet te combineren met de vooropleiding dans. Ik heb het vmbo daarom niet afgemaakt, maar mocht gelukkig toch auditie doen bij de mbo-dansopleiding. Daarna pas kon ik doorstromen naar een hbo-dansopleiding. Maar dat was

niet makkelijk. In het laatste jaar kreeg ik de kans om stage te lopen bij Scapino.” Wat vond je daarvan? “Als ik nu terugkijk, kan ik nog steeds wel kwaad worden dat het zo geregeld is. Ik ervoer tijdens het dansen namelijk niet dat ik per se slimmer moest zijn dan ik toen was.” Hoe is het je uiteindelijk gelukt? “Ik voelde heel sterk dat ik wilde dansen, juíst omdat leren mij niet makkelijk afging. Dansen wel. Uiteindelijk werd ik aangenomen op de hbo-dansopleiding van ArtEZ. Ik zag wel dat het niveau van de mbo-opleidingen verschilde van hbo-niveau. Vanuit een mbo-dansopleiding het werkveld binnenkomen is lastig. Maar ik vind het zonde dat daar zo’n stempel op gedrukt wordt. “Ik heb langer moeten studeren dan een gemiddelde danser. Maar ik zie dat niet per se als iets negatiefs. Het liefst was ik hier jonger begonnen om langer te kunnen OPZIJ 2020

71


K

FOTO HANS GERRITSEN

Vakvrouw

SCAPINOBALLET Ballet meets opera in de voorstelling Opera Melancholica. Landa mag als enige danseres in de opera de choreografie van Ed Wubbe voor haar rekening nemen. Te zien tot en met 19 maart 2020. Meer info: scapinoballet.nl

dansen. Maar uiteindelijk heb ik door het langere studietraject wel meer tijd gehad om te groeien.” Waarom is Scapino de plek voor jou? “Van jongs af aan ging ik al naar dansvoorstellingen, en Scapino stak er altijd met kop en schouders bovenuit. Er was iets aan het Scapino Ballet dat mij aansprak. “In het begin was het wel een ding om mezelf te kunnen zijn bij Scapino. Ik had altijd in mijn hoofd dat je bij een gezelschap als Scapino alleen kon komen vanaf een balletgerichte opleiding, zoals het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ik voelde me binnen de groep stagiaires altijd een beetje onzeker, als enige van ArtEZ. Maar alle dansers bij Scapino zijn zo verschillend, en juist dat is wat Scapino stimuleert. Daardoor ontdekte ik: het is oké dat ik ben wie ik ben. We hoeven niet allemaal dezelfde persoon te zijn.” Hoe is de samenwerking met artistiek directeur Ed Wubbe? “Directeuren in de danswereld staan er soms om bekend 72

dat ze streng zijn, ze hebben een bepaalde status. Maar Ed is heel erg méns. In de repetities hebben we met hem altijd een goede wisselwerking, hij weet bij elke danser de sterke kanten naar boven te halen. Dat maakt het heel fijn om met hem te werken.” Waar droom je nog van? “Ik heb niet de ambitie om bij een ander gezelschap terecht te komen, omdat ik me heel erg thuis voel bij Scapino. Ik weet wel dat ik er binnen Scapino nog lang niet ben. Als ik kijk naar de oudere dansers bij Scapino en wat zij bereikt hebben… Ik hoop mijn eigen stempel te gaan drukken op de danswereld. “Na mijn carrière is er wel een specifiek doel dat ik met dans hoop te bereiken. Scapino heeft een samenwerking met het Sophia Kinderziekenhuis. Ik ben gek op kinderen en heb laatst een duet gedanst met Merel, een patiëntje van het ziekenhuis. Het lijkt me prachtig om na mijn eigen carrière dans te delen met ‘zieke’ kinderen. Als danser is het goed om me ervan bewust te zijn dat wat ik dagelijks doe niet voor iedereen is weggelegd.” O


KUNST & CULTUUR

Met onder andere

BOEKEN

FILM/TV

KUNST

REIZEN

• Susan Smit • Romana Vrede • Karlijn van Houwelingen

• Kristin Scott Thomas

• Kotomisi • Outside Fashion • What a Genderful World

• Tourist Traps

OPZIJ 2020

73


Kunst & cultuur Interview

TAMAR VAN DEN DOP

HOORT

ERBIJ Dit voorjaar wordt Judith Herzbergs Leedvermaak-trilogie voor het eerst in z’n geheel opgevoerd door Het Nationale Theater. Tijdens dit vijf uur durende drieluik, met als vertrekpunt de bruiloft van dochter Lea, wordt het publiek meegenomen door een saga die een halve eeuw beslaat. Schimmen uit de oorlog en littekens van de Holocaust kleuren het gewone leven. De bruid in kwestie wordt gespeeld door Tamar van den Dop (1970). DOOR L IS E T T E A LBE RT I B E E LD A M R I TA PA N D AY P H O TO G R A P H Y VI S A G I E SJ A R D É K I R I OM A

74


Kunst & cultuur Interview

L

eedvermaak was in 1982 voor het eerst te zien in het theater en werd een daverend succes. In 1989 volgde de verfilming, geregisseerd door Frans Weisz. Het eerste deel van de tragikomedie bestond in 1982 uit negentig korte scènes die zowel op het podium als op de balkons gespeeld werden. Deze traditie wordt nu, bijna veertig jaar later, hooggehouden: tijdens de Leedvermaak-trilogie neemt het publiek plaats op het

podium, worden de stoelen uit de zaal verwijderd en maken de acteurs van de lege zaal en de balkons hun podium. De naoorlogse klassieker heeft overeenkomsten met Tamars eigen familiegeschiedenis. De actrice, zelf Joods, is familie kwijtgeraakt

‘Wat gaat dit met de volgende generatie doen? Daarom vind ik het zo goed dat we nu dit stuk doen. Het gaat niet alleen over de Tweede Wereldoorlog. Het gaat ook over het Syrië van nu.’ tijdens de Holocaust. “Mijn vader komt uit het ghetto in Warschau en is met zijn moeder gevlucht naar Israël. Mijn moeder was ook Joods, maar dat werd voor haar geheim gehouden omdat mijn oma was getrouwd met een niet-Joodse man. Aan de kant van mijn oma’s familie zijn heel veel mensen niet teruggekomen van de kampen. Pas veel later na de oorlog kwam mijn moeder erachter dat ze Joods was.” De lange vingers van trauma zijn haar dus niet onbekend. “Als ik als kind een hakenkruis op de muur zag staan of als ik ze bij Ajax ‘Joden’ hoorde schreeuwen, werd ik bang. Kan dat dan weer gebeuren? Kan ik zomaar worden opgepakt en doodgemaakt worden?” vertelt ze. “Ik wil mijn kinderen niet belasten met die angst. “Maar als ik naar de brandhaarden in de wereld kijk, word ik emotioneel. Dan denk ik: waar zijn we mee bezig? En wat gaat dit met de volgende generatie doen? Daarom vind ik het zo goed dat we nu dit stuk doen. Het gaat niet alleen over de Tweede Wereldoorlog. Het gaat ook over het Syrië van nu. Ik wil de holocaust niet vergelijken met andere oorlogen. Maar het gaat om het effect dat potigen hebben op volgende generaties. Het galmt vaak nog veel langer na dan we ons doorgaans bewust zijn.” OPZIJ 2020

75


Kunst & cultuur Interview Toch is Tamar in haar werk lang weggebleven van deze thematiek: “Ik heb altijd de Anne Frank-rollen een beetje vermeden,” zegt ze. “Ik heb nooit iets willen doen met die Tweede Wereldoorlog en mijn Joodse identiteit. Ik vond het ingewikkeld hoe ik me daartoe moest verhouden. Ik hoor liever bij een heleboel dingen. Want dan hoor ik nergens bij en overal.” Ondanks de afkeer om ergens bij te horen benadrukt ze het belang van zusterschap. “Je bereikt alleen iets als je elkaar sterker maakt. Ik hoop dat dat nu aan de hand is.” Dat dat niet altijd van een leien dakje gaat, geeft ze gelijk toe. “Kijk maar naar de backlash tegen burgemeester Halsema,” aldus Tamar. “Mijn hart breekt soms. Ze doet het zo goed. Ik vind het zo erg om te lezen hoe hard ze persoonlijk wordt aangevallen. Maar ze baant de weg voor mijn dochter die nu zestien is en straks over twee jaar klaar is met de middelbare school.” Toch zit daar volgens Tamar mogelijk ook een keerzijde aan. “Er is van alles aan het veranderen. Dat ik denk van: al die sterke vrouwen.” Die zorgen gaan dan niet alleen over haar, maar ook over haar zoon van veertien. “Het moet niet zo zijn dat mijn zoon zich gaat schamen voor het feit dat hij een jongen is. Mannen moeten ook bevrijd worden van een aantal dogma’s. Van wat ze moeten zijn, kunnen en mogen,” zegt ze. “We moeten niet vergeten dat het over ons allemaal gaat.” Tamar is sinds 2016 lid van Het Nationale Theater: het eerste vaste dienstverband van haar carrière. “Omdat we ook een maatschappelijk engagement hebben en dat dúrven te hebben. En iets durven uit te spreken, dat geeft je kracht. Omdat het niet alleen maar over je eigen ego gaat. Het is fijn om iets te kunnen veranderen, te betekenen of te benoemen. Dat is wat ik zo mooi vind aan goede publieke figuren, dat ze iets zeggen waarvan je denkt: ‘oh, daar kom ik vier stappen mee 76

vooruit’.” Peinzend: “Je moet belangrijke dingen zo formuleren dat die formulering een soort handreiking wordt van hoe je ermee om moet gaan. Zodat je met elkaar een vocabulaire ontwikkelt waarin je elkaar begrijpt. Dat simplistische internet-praten, dat weten we nu wel. Dat vind ik zo bedroevend.” Hoewel ze als vaste kracht van HetNationale Theater op de planken te zien is, werkt Tamar daarnaast gestaag aan haar oeuvre als scenarioschrijver en regisseur. “Schrijven is heerlijk en een uitkomst. Want soms als ik iets wil zeggen, komen er zo veel nuances en zijtakken in me op. Mijn tong lijkt dan diagonaal in mijn bek te liggen. Maar als ik het opschrijf is het vlijmscherp en heel helder. Als ik erover mag nadenken, dan kan ik het heel goed op papier verwoorden, ik moet de tijd kunnen nemen. Daarom zou de politiek niets voor mij zijn,” lacht ze. “Ik moet juist lang sudderen. Slow cooking. Daarom schrijf ik scripts en maak ik films. Dat is ook waarom Het Nationale Theater de eerste plek was waar ik me aan wilde verbinden.” In 2003 verscheen van haar hand de film Lot en in 2004 Schat. Tamar had groot succes met beide films: ze waren de achtereenvolgende Nederlandse inzendingen voor de Oscars. In Supernova, Tamars film uit 2014 gebaseerd op het Vlaamse boek Mijn vader zegt dat wij levens redden van Do van Ranst, speelt Tamar de moeder van Meis, gespeeld door Gaite Jansen. Zij wonen de bocht van een lange weg in the middle of nowhere, waar al meerdere auto’s tegen de gevel zijn aangereden. Juist tegen deze gevel, wat Tamar onheilspellend ‘de gevarenzone’ noemt, gaat de puberende Meis graag zitten. “Het is een absurdistische komedie, met een heel groot vraagstuk,” zegt Tamar. O De Leedvermaak-trilogie is van 8 april tot en met 31 mei te zien in Den Haag, Amsterdam, Groningen en Nijmegen.

‘Soms als ik iets wil zeggen, komen er zo veel nuances en zijtakken in me op. Mijn tong lijkt dan diagonaal in mijn bek te liggen. Maar als ik het opschrijf is het vlijmscherp en heel helder.’


april en mei 2020

hnt.nl

OPZIJ 2020

77

Ontwerp: Grrr - Fotografie: Gordon Meuleman


Kunst & cultuur Boeken

SUSAN SMIT

Tropenbruid

Susan Smit schreef deze roman over een eigenzinnige jonge vrouw die morrelt aan conventies ten tijde van de tempo doeloe in Batavia.

W

aarom NederlandsIndië? “Bij een eerdere roman, Vloed, was er een zijlijntje over de broer van een voorvader die naar de Oost was gevaren om daar een nieuw leven te beginnen. Bij het researchen daarvoor stuitte ik op het pijnlijke lot van de njai, de levensgezellin van een Europese ambtenaar of planter. Ze sliep met hem, stuurde het huispersoneel aan en had niet zelden een gezin met hem. Maar zodra de man carrière wilde maken, ging hij op zoek naar een Europese bruid en werd zij zonder pardon terug naar de kampong gestuurd. In het Burgerlijk Wetboek van 1848 stond dat een njai geen enkel gezag droeg over de kinderen. Ze was wettelijk rechteloos. Dat pijnlijke en onderbelichte deel van onze koloniale geschiedenis wilde ik in deze roman aankaarten.”

78

Toch vertel je het verhaal vanuit de Europese bruid Anna. “Anna, een weesmeisje uit het Amsterdams Burgerweeshuis, bleek gelaagd en intrigerend genoeg om het verhaal te dragen. Samen met haar komt de lezer terecht in die complexe gemeenschap, en voelt vanuit haar wat er speelt en wringt. Anna reageert op een contactadvertentie zoals die toen vaak werd geplaatst en trouwt ‘met de handschoen’ om weg te kunnen uit het eentonige leven in het weeshuis. Maar op Java wacht haar een nieuw stelsel van regels, een hiërarchie die strikt werd nageleefd uit angst te verindischen, wat zo’n beetje het ergste was.” Heeft Anna, wat we nu zouden noemen, een depressieve aanleg? ‘Toen heette het zenuwziekte of zenuwzwakte, nog verder terug

in de tijd sprak men bij vrouwen over hysterie. Het geeft Anna een zekere afstand tot de dingen, alsof ze van achter een raam naar de gebeurtenissen kijkt. Het zet haar losser van de tijdgeest en maakt haar autonoom. Tegelijk maakt het haar kwetsbaar, omdat lastige vrouwen in die tijd snel in een inrichting werden weggestopt. Bij neerslachtige Europeanen in de tropen werd de diagnose tropenneurasthenie gesteld, en dat is haar redding. Anna leert van haar baboe deemoedig te zijn, zich neer te leggen bij de duisternis die haar omringt tot deze haar loslaat. ‘Als het regent, moet je wachten op een droge dag,’ zegt haar baboe.” Waarom voel je je altijd weer aangetrokken tot dwarse vrouwen als personage? “Uiteindelijk gaat mijn werk over


Kunst & cultuur Boeken zelfbeschikking. In hoeverre kun je bepalen wie je bent? Ben je een product van je afkomst, tijd en plaats of kun je je eigen leven vormgeven? Een mens kan positie innemen, dat is wat ik wil laten zien. Je hoeft geen onderdeel te zijn van het systeem, maar dan moet je wel bereid zijn om af te zien van voordelen als status, acceptatie, gemak. Anna’s echtgenoot Willem conformeert zich om van het systeem te profiteren, terwijl hij tegelijkertijd neerkijkt op het gekonkel en het spel van schijn en

wezen. Geen enkel sneeuwvlokje voelt zich verantwoordelijk voor de lawine.” Geldt dat nu nog steeds? “De keuze tussen eigenheid en conformeren hebben we allemaal, ook in onze tijd. Elke dag wordt ons met veel toeters en bellen voorgehouden wat we belangrijk zouden moeten vinden. Er is kracht voor nodig om je daarvan los te maken. Onderwerp je je aan het systeem van consumeren, geld verdienen om een dure hypotheek te betalen, succes najagen, actualiteiten volgen? Of kies je stelselmatig voor rust, klein geluk, idealen, of wat je leven ook maar zinvol maakt?’ O Susan Smit - Tropenbruid €21,99 (Lebowski)

en verder... MIJN NAAM IS SELMA Uitzonderlijke Memoires van een Joodse vrouw (1922) die tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet belandde, gearresteerd werd en het concentratiekamp Ravensbrück overleefde. Anders dan haar zusje Clara en haar ouders overleefde ze de gruwelen van het kamp. Al die tijd wist niemand dat ze Joods was, en niemand kende haar echte naam. Pas na de oorlog durfde ze die weer uit te spreken: Selma. Selma van de Perre – Mijn naam is Selma €19,99 (Thomas Rap) DE NOBELE AUTIST Roman van theatermaakster en acteur Romana Vrede met haar zoon, die autisme heeft en een verstandelijke beperking, als inspiratie. In gedachten stelt ze hem vragen: Charlie, heb je vrienden gehad? Wist

je dat ik moeilijk kon omgaan met de reacties die je opriep? Dat ik mij vaak schaamde om hoe ik moeder was? Romana Vrede – De nobele autist €19,99 (Arbeiderspers) verschijnt 3 maart 2020 EEN VAN ONS Heftig verhaal van de Luc, die weet dat hij de rest van zijn leven in de gevangenis opgesloten zal blijven. Zijn angsten en zijn uitzichtloosheid probeert hij op papier te zetten, dankzij een schrijfworkshop. De lezer moet voor zichzelf beantwoorden of we iemand die ‘binnen’ zit nog wel als een van ‘ons’ beschouwen. Deze roman is gebaseerd op de ervaringen van de schrijfster die zelf schrijfworkshops aan gevangenen heeft gegeven. Christine Otten – Een van ons €20 (De Geus) OPZIJ 2020

79


Kunst & cultuur Boeken RIP Een tienermeisje wordt op afschuwelijke wijze aangevallen in de bioscoop waar ze werkt. Even later ontvangen haar vrienden via Snapchat filmpjes waarop ze doodsbang om vergeving smeekt. Als haar dode lichaam eindelijk wordt gevonden, is het gemerkt met een ‘2’. Een tienerjongen wordt enkele dagen daarna op gelijke wijze omgebracht. Zijn levenloze lichaam is voorzien van een ‘3’. Politiecommissaris Huldar wordt op het moordonderzoek gezet. Hij moet daarbij opnieuw samenwerken met Freyja, die wordt opgeroepen om de pubers te ondervragen. Samen gaan ze op zoek naar lichaam nummer ‘1’, dat hopelijk meer licht op de zaak zal werpen. Yrsa Sigurdardottir – RIP €19,99 (Cargo) DE WET VAN DE STILTE Schrijfster Karin Anema reist door Colombia, waar de wapens na het Vredesakkoord in 2016 lijken te zwijgen. Ze gaat op zoektocht naar de verhalen achter de plekken waarheen ze reist – zowel toeristische trekpleisters als plaatsen die daar ver van af liggen. Zij legt bloot hoe mensen de generatieslange burgeroorlog beleefden, in hun huizen, in de straat, en waarover ze gingen zwijgen. Karin Anema – De wet van de stilte €23,50 (Scriptum) DIT IS AMERIKA In het macholand van Donald Trump zijn vrouwen het mikpunt van spot en conservatief beleid. En het was toch al niet makkelijk om vrouw te zijn in een land waar zwangerschapsverlof een luxe blijft en je baarmoeder publiek bezit is. Seks en sekse zullen het verloop van de naderende Amerikaanse presidentsverkiezingen gaan bepalen. De nederlaag van Hillary Clinton in 2016 mag dan anders doen geloven, maar vrouwen zijn in opmars in de Amerikaanse politiek. 80

Amerika-correspondent Karlijn van Houwelingen neemt ons mee naar een stripclub, gaat in gesprek met mannenactivisten en bezoekt een afgelegen abortuskliniek. Ze onderzoekt waarom in 2016 toch nog zoveel vrouwen Donald Trump aan de macht hebben geholpen. Is de tijd aangebroken voor de eerste vrouwelijke president in het Witte Huis? Karlijn van Houwelingen – Dit is Amerika €21,99 (Hollands Diep) EEN WERELD BINNEN HANDBEREIK De jonge kunststudente Paula Karst wordt aangenomen op het prestigieuze Institut Supérieur de Peinture in Brussel waar de studenten leren hoe ze decors voor film en toneel, en trompe l’oeils moeten schilderen. Ze begint een verhouding met haar enigmatische huisgenoot Jonas, maar ze verliezen contact als ze na haar afstuderen gaat werken in Moskou en Rome. Uiteindelijk accepteert ze een plek in het team dat de grottekeningen van Lascaux in hun geheel moet reproduceren en dompelt zich volledig onder in het werk van de eerste beeldende kunstenaars. Op een dag bezoekt Jonas haar in Lascaux. Ze hebben elkaar al jaren niet gezien, en door zijn komst vloeien heden en verleden, beeld en werkelijkheid ineen. Maylis de Kerangal – Een wereld binnen handbereik €24,99 (Bezige Bij)


Kunst & cultuur Film/TV

Vrouwelijk Leiderschap in Beeld

Bestaat er iets als typisch vrouwelijk leiderschap? Hoe krijg en behoud je invloed en leiderschap? En welke competenties heb je daarvoor nodig? In het kader van Internationale Vrouwendag 2020 organiseert Eye Filmmuseum op dinsdag 10 maart in samenwerking met Double Healix MovieLearning een inspirerend seminar. Ervaren leiderschapstrainer Rozemarijn Dols en rasbestuurder Margriet Tiemstra laten hierbij de vele facetten van leiderschap op verrassende wijze de revue passeren. Rozemarijn doet dit aan de hand van bijzondere, meeslepende en soms hilarische filmfragmenten over real life leiders zoals Angela Merkel, over heldinnen als in Official Secrets, The Post, Hidden Figures en The Crown, maar ook over fictionele – maar zeer realistische – voorbeelden als in Borgen. Margriet, voorzitter RvB van Univé Noord-Holland, lid van de RvC bij BNP Paribas Nederland en voormalig lid van de RvT van het Scheepvaartmuseum, neemt ons mee naar de boardroom en maakt ons deelgenoot van haar ervaringen. Dit seminar biedt een leuke én effectieve balans tussen informatie, inspiratie en kennisdeling. Voor iedereen die zijn of haar skills op het gebied van invloed, samenwerken en macht naar een hoger plan wil tillen. Ga naar eyefilm.nl/vrouwelijkleiderschapinbeeld voor meer informatie, het programma en het inschrijfformulier. Gebruik de code OPZIJ in het opmerkingenveld zodat u de Eye Society korting ontvangt (€ 315,- i.p.v. € 350,-).

Eye Filmmuseum SEMINAR VROUWELIJK LEIDERSCHAP IN BEELD 10 maart

Alfamannen

De afgelopen jaren heeft de zogenaamde ‘manosphere’ een sterke groei doorgemaakt. De beweging organiseert zich vooral online en is verzamelnaam voor een levendige community van duizenden sites, blogs en fora. Veel mannen in deze ‘manosphere’ vinden dat de wereld te ver is ‘door-gefeminiseerd’. VPRO Tegenlicht dringt diep door in deze mannenwereld en schetst een mogelijke toekomst van de man-vrouwverhoudingen. In 2012 verscheen The end of men, een geruchtmakend boek geschreven door de Amerikaanse journalist en verklaard feminist Hanna Rosin. Zij komt tot een opmerkelijke conclusie: de westerse post-industriële samenleving is vooral gunstig voor vrouwen. Mannen delven in toenemende mate het onderspit. In de VS hebben nu meer vrouwen betaald werk dan mannen. En van de acht miljoen banen die verloren gingen in de economische crisis was driekwart van mannen. Ook levert werk waar spierkracht voor nodig is, zoals de bouw en zware industrie, steeds minder inkomen en aanzien op. “We are moving from a muscle to a mental economy. The postindustrial economy is indifferent to men’s size and strength” aldus Rosin. Door de opkomst van vrouwen in onderwijs, economie en maatschappij is de man vervreemd geraakt van zijn

wezen, zijn wortels en zijn waarde, vinden zij. In de VS bestaat vooral online inmiddels een levendige community van duizenden sites, blogs en fora. Ook in Nederland vinden de life coaches en helden uit de Amerikaanse manosphere veel weerklank. Het online mannendomein wordt in de mainstream media vooral in verband gebracht met extreem-rechts. Maar is dit wel het hele verhaal? Wie zijn deze mannen precies? Waar worstelen zij mee? En hoe verhoudt deze worsteling zich tot de toenemende macht van vrouwen in het post-industriële tijdperk? Met o.a. Hanna Rosin, journalist en auteur The End of Men; Warren Farrell, mannenrechtenactivist, auteur The Boy Crisis; Rollo Tomassi, ideoloog van The Red Pill Community; Elliott Hulse, zondag 8 maart YouTuber en mannencoach. 22.05 uur

Door heel het land wordt er op verschillende plekken nagepraat over deze uitzending. Meer info: vpro.nl/programmas/tegenlicht/meetups/kalender

VPRO TEGENLICHT NPO 2 OPZIJ 2020

81


Kunst & cultuur Podium

VondelCS

Feministische stemmen zijn goed vertegenwoordigd bij VondelCS, het lab voor media, cultuur en talentontwikkeling. In 2020 staat veel moois op de agenda, waaronder een interculturele talkshowreeks met ROSE Stories, de boeklancering van feministisch schrijfduo Daan Borrel & Milou Deelen en werk van spoken word artist Roziena Salihu.

Off the record

In Off the record worden offline gesprekken over hoogtepunten of opvallende feiten in de media gehouden. Uiteraard is hier geen agenda voor en worden deze gesprekken ad hoc georganiseerd. Een mooi voorbeeld hiervan is het gesprek dat naar aanleiding van VPROfi lm Mijn seks is stuk van Lize Korpershoek werd georganiseerd. Dit intieme gesprek over seks in de media was binnen een dag uitverkocht.

NeverEnding Stories

NeverEnding Stories is een terugkerende interculturele talkshow bij over literatuur, in samenwerking met ROSE Stories. “Deze samenwerking met Chafina Bendahman, oprichter van ROSE Stories, is voortgekomen uit onze gedeelde liefde voor literatuur en hart voor het vrouwelijke, interculturele perspectief in media en kunst,” vertelt Anne Vroegindeweij, medeverantwoordelijk voor de programmering bij VondelCS. ROSE stories is een plek waar verhalen uit verschillende culturen een plek krijgen, bijvoorbeeld in boek vorm of op het toneel. In iedere editie van NeverEnding Stories staat een nieuwe klassieker en een nieuw thema centraal. “Denk bijvoorbeeld aan lust en censuur of Jane Austen. Grote 82

klassiekers leggen we opnieuw onder de loep. Wat maakt het boek een klassieker? Wat maakt dat het boek zo heeft geresoneerd in de samenleving en wat is de invloed van de personages, de auteur zelf en de tijdsgeest?” legt Vroegindeweij uit. Samen met kenners en liefhebbers worden de boeken besproken. “In huiskamersfeer, met de lichten gedempt en volop ruimte voor het publiek.”

Daan Borrel & Milou Deelen

Feministisch schrijfduo Daan Borrel & Milou Deelen zijn artists in residence bij VondelCS. “In het Mediacafé werken zij meerdere keren per week aan hun nieuwe boek, dat dit voorjaar uit zal komen bij Nijgh & Van Ditmar,” vertelt de VondelCS-programmeur. “Het boek gaat over waarom vrouwen elkaar aanvallen in plaats van helpen. Het boek draagt toepasselijk de naam Krabben, van krabbenmand.” In mei zal er flink worden uitgepakt bij VondelCS met een grootse boekpresentatie.


Kunst & cultuur Podium Over VondelCS

VondelCS, het oude filmmuseum in het Vondelpark, is het Media en Cultuur LAB van AVROTROS. Er worden tv- en radioprogramma’s opgenomen – de Wie is de Mol-kijkers kennen het gebouw van de grote finale-uitzending – en er vinden wekelijks publieksevenementen plaats op het gebied van media, kunst en cultuur. Het biedt een platform aan creatief talent om te leren en te innoveren in de media en daarbuiten.

AGENDA

NEVERENDING STORIES

Roziena Salihu

Spoken word-artiest Roziena Salihu is een van de talenten die ontwikkelruimte krijgt in VondelCS. “Zij heeft een bijzondere stem. We hebben besloten om haar te steunen in haar ontwikkeling,” licht Vroegindeweij toe. “Haar prachtige performance over onder meer zusterschap gaan we bijvoorbeeld opnemen in onze podcaststudio. Wij proberen spoken word-artiesten te ondersteunen, omdat we geloven dat deze kunstvorm meer zichtbaarheid en podium moet krijgen binnen de taalprogrammering in de stad. We zijn dan ook bezig met plannen voor een hele programmareeks.”

Springplank en samenwerking

Talentontwikkeling staat hoog op de agenda van VondelCS. Daarom biedt het Artists in Residence-programma talentvolle makers ruimte om aan hun creatieve experimenten te werken. “We staan open voor van alles. Waar we wel naar kijken is of makers iets innovatiefs toevoegen aan de maatschappij of in de kunsten,” vertelt Vroegindeweij. “Daarnaast proberen we makers ook te koppelen aan andere partijen die hen verder kunnen helpen, of aan elkaar!” Niet alleen talentvolle makers krijgen een springplank bij VondelCS, er wordt ook actief samengewerkt met andere partijen, zoals bijvoorbeeld met Rose Stories. Faciliteiten zoals sfeervolle ruimtes, het mediacafé en (podcast)studio’s maken VondelCS tot een ideale plek voor creatieve makers. O

Voor de eerstvolgende editie van NeverEnding Stories op 26 februari zijn nog kaartjes beschikbaar. Het thema is Gevoelige Vrouwen. Aan de hand van The Hours worden bijzondere schrijvers zoals Virginia Woolf, Sylvia Plath, Ingrid Jonkers en Michael Cunningham besproken. Klassiekers zoals The Hours en The Bell Jar zullen worden besproken. Kun je er niet bij zijn? Niet getreurd, want op 1 april vindt de volgende editie van NeverEnding Stories plaats. Het thema is dan Heksen & Hysterie, met o.a. Jeanne d’Arc en De Heksen. Meer informatie op avrotros.nl/vondelcs.

// 26 februari // Thema: ‘Gevoelige’ vrouwen. Met o.a. The Hours en The Bell Jar. // 1 april // Thema: Hekserij & hysterie. Met o.a. Jeanne d’Arc en De Heksen. // 13 mei // Thema: Lust & censuur. Met o.a. 50 Shades of Grey & De Kamasutra

OPZIJ 2020

83


BRITSE UPPERLIP FRANSE ALLURE 84


Kunst & cultuur Film Nederland maakte kennis met Kristin Scott Thomas (1960) dankzij Four Weddings and a Funeral, waarin ze als de gereserveerde en intrigerende Fiona haar onbeantwoorde liefde voor Hugh Grant groots neerzette. Hugh koos – zoals wel meer Engelse mannen – voor een dwarse Amerikaanse. Maar haar grote doorbraak was in 1996 in The English Patient, als ontrouwe echtgenote van Ralph Fiennes. In The Horse Whisperer wist ze het met Robert Redford helaas weer niet tot een goed einde te brengen en ook in haar Franse films speelt ze vaak vrouwen die niet vol voor makkelijk geluk gaan. Ze verscheen ook in televisieseries, waaronder Absolutely Fabulous en in theaterstukken.

H

aar lijst van films, die richting de honderd gaat, is lang en indrukwekkend. In 2003 ontving ze een OBE (Order of the British Empire) en een Légion d’honneur van de Franse regering (de grootste Franse onderscheiding voor burgers) in 2005. Kristin Scott Thomas werd geboren in Engeland. Zowel haar vader als haar stiefvader kwamen als piloot om bij een vliegtuigongeluk. Na haar middelbare school volgde Scott Thomas een opleiding tot dramalerares. Op haar negentiende vertrekt ze als au pair naar Parijs omdat, volgens haar docenten, haar acteertalenten niet groot genoeg waren. In Parijs volgde ze opnieuw een opleiding tot actrice en speelde in haar eerste film

The Singing Club

Ze wonen met elkaar op het kazerneterrein en houden elkaar in de gaten, maar ook overeind. The Singing Club schetst het leven van vrouwen van beroepsmilitairen in he Engelse leger. Terwijl hun mannen worden uitgezonden – in dit geval naar Afghanistan – liggen angst en eenzaamheid op de loer. Altijd bang voor de noodlottige klop op de deur. Kate, de perfecte officiersvrouw, probeert na de dood van haar

Under the Cherry Moon, een Franse meisje naast popster Prince. In Parijs werd ze verliefd op een medisch specialist - van wie zij inmiddels is gescheiden - en ze woonde jarenlang in Parijs, dat zij als haar tweede geboortestad beschouwt. Wanneer Kristin Scott Thomas Engels spreekt, glipt er weleens een Frans woord of uitdrukking in haar betoog, waarvoor ze zich verontschuldigt: “Ik heb zo lang in Frankrijk gewoond! Ik droom zelfs in die taal. Het is echt niet bedoeld om interessant te doen.’’ Ze woont af en toe in Londen, vanwege toneelrollen daar, maar Parijs blijft trekken. Tegenwoordig wordt de actrice veelal voor moederrollen gevraagd. Daar heeft Scott Thomas, die zelf drie kinderen uit haar huwelijk heeft, geen problemen mee: “Ik wil niet zeuren over leeftijdsdiscriminatie. Dat vind ik zo langzamerhand stomvervelend.” Wel ziet ze wat dat betreft een verschil tussen Frankrijk en Hollywood, omdat in Frankrijk actrices gewoon nog oud mogen worden en nog steeds voor diverse rollen worden gevraagd. Vooral voor de rol als sterke vrouw staat ze hoog op menig castinglijstje: “Ik merk dat ik mannen soms angst inboezem wanneer ze mij ontmoeten. Vooral na het spelen van de gangstermoeder in Only God Forgives. Heerlijk was dat. Voor mij ook het levende bewijs dat ik die rol goed had neergezet.’’ O

zoon die ook beroepsmilitair was, de draad van haar leven stoïcijns en met nieuwe energie weer op te pakken. Haar uitlaatklep is het aanschaffen van huishoudappa-raten op Tell Sell en muziek. Ze weet een groep vrouwen op de basis te over-tuigen om een Militair Vrouwenkoor te starten. Nieuwkomer Lisa, rebel en rocker in hart en nieren, kijkt aanvankelijk sceptisch en gegeneerd naar het groepje amateurs, maar laat zich al snel overtuigen door

hun vriendschap. Een overtuigende feel goodfilm, met het vertrouwde gedegen spel van Scott Thomas. Bovendien geeft de wetenschap dat dit op werkelijkheid gebaseerde verhaal wereldwijd inmiddels meer dan 75 van dit soort koren op de diverse legerbases heeft opgeleverd de film een extra lading. The Singing Club is vanaf donderdag 26 maart 2020 in de bioscoop te zien. OPZIJ 2019/2020

85


Kunst & cultuur Film uitgelicht

Alle films uit Film uitgelicht zijn te zien bij CineMember.

MEER VAN SCOTT THOMAS

Only God Forgives

2013, Nicolas Winding Refn In deze thriller waarin - niet al te verrassend - een agent en een gangster het tegen elkaar opnemen, laat Scott Thomas zich van een heel andere kant zien. Julian (Ryan Gosling) en zijn broer Billy runnen een boksclub in Bangkok, die dient als dekmantel voor een drugsoperatie. Wanneer Billy vermoord wordt, komt hun moeder Jenna (Scott Thomas) naar Bangkok, zint op wraak en komt terecht in een bloederige spiraal van woede en verraad.

Contre toi

2010, Lola Doillon Het Stockholmsyndroom is een voor buitenstaanders moeilijk in te voelen psychologisch fenomeen dat maakt dat slachtoffers in gijzelingssituaties sympathie voor hun ontvoerders kunnen gaan opvatten. In Contre toi zien we zoiets gebeuren wanneer Anne (Kristin Scott Thomas), een vrouwelijke chirurg, wordt ontvoerd door de man (Pio Marmaï) die haar verantwoordelijk houdt voor de dood van zijn vrouw. 86

Il y a longtemps que je t’aime

2008, Philippe Claudel In deze aangrijpende film is Kristin Scott Thomas een ex-gevangene die na vijftien jaar haar leven buiten de gevangenismuren opnieuw moet ontdekken en leren leven. Een schitterende en ingehouden rol in een intrigerende film die pas aan het einde het hoe en waarom van haar daad prijsgeeft.

My Old Lady

2014, Israel Horovitz New Yorker Mathias Gold (Kevin Kline) zit financieel volledig aan de grond. Hij vertrekt naar Parijs om een waardevol appartement dat hij geërfd heeft om te zetten in geld. Wanneer hij aankomt bij de woning treft hij een oude vrouw, Mathilde Giffard, heerlijk neergezet door Maggie Smith die er samen met haar dochter (Kristin Scott Thomas) woont. Een Franse wet schrijft voor dat hij het huis pas mag verkopen na Mathildes overlijden. En dit is niet de enige verrassing voor Mathias, die tot de ontdekking komt dat hij zijn vader nauwelijks heeft gekend.


LA FILLE DE BREST

en onze online selectie BECOMING ASTRID 2018, Pernille Fischer Christensen Dit mooie biografische drama over Astrid Lindgrens jonge jaren laat ons zien dat Pippi Langkous haar stoerheid niet van een vreemde heeft, want haar schepster kon er zelf ook wat van. Als vrijpostige tiener op het Zweedse platteland van de jaren twintig krijgt ze een baantje bij de lokale krant. Wanneer ze zwanger raakt van de getrouwde hoofdredacteur leidt dat uiteraard tot problemen, maar Astrid weet zich buitengewoon te handhaven. SIR 2018 Rohena Gera De jonge weduwe Ratna werkt als huishoudster bij Ashwin, een zoon van een rijke familie uit Mumbai. Hier zien we de harde realiteit van de Indiase kastenmaatschappij. De koppige Ratna laat zich daarentegen niet weerhouden door haar achtergrond en omgeving. Ze blijft hopen en hard werken voor een betere toekomst. Terwijl hun werelden samenkomen en de aantrekkingskracht tussen de twee overduidelijk is, lijkt een gelijkwaardig leven samen echter niet tot de mogelijkheden te behoren. WINTER’S BONE 2019 Debra Granik De zeventienjarige Ree woont met haar jongere broer en zus en hun depressieve moeder in een afgelegen gebied in de Verenigde Staten. Nadat haar vader het huis van de familie als onderpand heeft gegeven om op borgtocht uit de gevangenis te komen, wordt hij vermist en dreigt de familie uit het huis gezet te worden. Ree gaat op zoek naar haar vader en komt in aanraking met illegale methamfetaminelaboratoria en ontdekt dat haar vader vermoord is. Genomineerd voor vier Oscars, waaronder beste film en beste actrice: Jennifer Lawrence op haar best.

2016 Emmanuelle Bercot In een ziekenhuis in Brest ontdekt een longarts (Knudsen uit de Deense serie Borgen) een verband tussen een aantal sterfgevallen en een medicijn dat al dertig jaar op de markt is. Wanneer ze dit openbaar wil maken, wordt ze hevig tegengewerkt door de farmaceutische industrie. Dit op feiten gebaseerde drama wordt wel ‘de Franse Erin Brockovich’ genoemd. FREEHELD 2015 Peter Sollett Waargebeurd sociaal-realistisch onrechtdrama. De lesbische politierechercheur Laurel en haar jongere vriendin Stacie dromen samen van huis, hond en honkbal kijken op de bank. Wat begint als liefdesverhaal verandert in een gayrechtendrama als Laurel ongeneeslijk ziek blijkt en Stacie - inmiddels haar geregistreerde partner - geen recht heeft op een partnerpensioen. Met Julianne Moore en Steve Carell, die voor een vrolijke noot zorgt als luidruchtige actievoerder. THE EAGLE HUNTRESS 2016 Otto Bell In deze prachtige documentaire volgen we Aisholpan, een dertienjarig meisje dat leeft als een nomade in Mongolië. Ze wordt in deze documentaire op de voet gevolgd tijdens haar training om ‘adelaar-jager’ te worden: iemand die jaagt met behulp van een adelaar. Als het haar lukt wordt ze de eerste vrouwelijke adelaar-jager van haar familie, na twaalf generaties van mannelijke jagers met dezelfde specialiteit. BAR BAHAR 2016 Maysaloun Hamoud Drie Palestijnse vrouwen delen een appartement in Tel Aviv. Jurist en feestbeest Laila, verborgen lesbienne dj Salma en Nour, een devote moslima met een wat naïeve kijk op de wereld. Het drietal heeft niet alleen te maken met wantrouwige Israëli’s, de vrouwen leven bovendien in een wereld waar mannen het doorgaans voor het zeggen hebben. Goed ontvangen speelfilmdebuut, maar de filmmaakster kreeg uit conservatieve hoek ook doodsbedreigingen en zelfs een fatwa over zich uitgesproken. OPZIJ 2019/2020

87


FOTO ROB BOLSCHER

KOTOMISI, DE KRACHT VAN KLEDERDRACHT

Moderne Koto, ontworpen door Cheyenne Nelson

WAAR? Klederdrachtmuseum, Amsterdam WAT? De tentoonstelling Kotomisi laat de traditionele Afro-Surinaamse klederdracht zien, het kotokostuum. Kotomisi betekent letterlijk ‘een vrouw in een rok’. Behalve die rok draagt de misi, de vrouw, een jakje (yaki), een gesteven hoofddoek (angisa), een lendendoek (pangi), een hemd (empi), een onderrok (ondrokoto), een kleurrijke doek (saron), een worstvormig kussentje (koi), een onderbroek (ondrobruku) en een schouderdoek (tapuskinpanji). Dat alles is nu te bewonderen in het Klederdrachtmuseum, getoond op paspoppen naast de Hollandse klederdrachten. Filmpjes maken duidelijk hoe zo’n koto wordt aangetrokken, wie deze draagt en wanneer. De draagsters zijn geïnterviewd in Suriname en in Nederland. Mooie portretten zijn het. WAAROM? De tentoonstelling is gemaakt samen met Het Koto Museum in Paramaribo. Tegen het einde van de slavernijperiode verschenen de eerste koto’s. De rijke traditie is van generatie op generatie overgedragen en nu worden de koto’s nog altijd vol trots gedragen op feesten en gedenkdagen. Om een link met nu te maken schreef het museum een wedstrijd uit voor een nieuw ontwerp van de kotomisi klederdracht. Het winnende ontwerp van Cheyenne Nelson is te zien op de tentoonstelling en is hierbij afgebeeld. WANNEER? Tot 1 juni 2020. hetklederdrachtmuseum.nl

Gezellige kunst

Doe als Helene Kröller-Müller en koop kunst! Een leuk en leerzaam bordspel, voor €19,95 te koop in de museumwinkel.

OUTSIDE FASHION WAAR? Huis Marseille, Amsterdam WAT? Zo’n 150 foto’s van pioniers van de modefotografie waarvan een groot deel nooit eerder is gepubliceerd en nu voor het eerst wordt getoond aan het publiek. Tussen 1900 en 1969 is de manier waarop mode werd gefotografeerd sterk veranderd. Uniek archiefmateriaal uit het Palais Galliera, het modemuseum van Parijs, wordt nu aan het publiek getoond om dit bijzondere verhaal te illustreren. In deze tentoonstelling komt niet alleen de ontwikkeling van studio- naar buitenfotografie aan de orde, maar ook de ontwikkeling van het medium fotografie zelf, evenals de rol van vrouwen, toerisme en prêt-à-porter. WAAROM? De ontwikkeling van de modefotografie is een verhaal over emancipatie en bevrijding. De tentoonstelling laat zien hoe het lichaam van de vrouw door de jaren heen steeds meer vrijheid krijgt, van statische houdingen en verhuld in lange jurken naar sportend, zonnebadend of lekker lachend en bewegend op straat. WANNEER? Tot en met zondag 8 maart 2020. huismarseille.nl 1. Jurk van Pierre Cardin. Gerassa, Jordanië, 1965. © Henry Clarke/Galliera/Roger-Viollet 2. Model Régine Debrise, blouse en rok Maggy Rouff-Boutique, Roquebrune, Frankrijk, 1951 88


Kunst & cultuur Musea

Kattig

Mario Patiño Sanchez (model Lukas Avendaño, Muxhe)

T-shirt met de zwarte kat (of kater?) van Bart van der Leck. Te koop in jouw maat in de winkel van het Kröller-Müller of via de website voor €24,50.

WHAT A GENDERFUL WORLD WAAR? Tropenmuseum, Amsterdam WAT? Wat is vrouwelijk, wat is mannelijk en wat is er nog meer? Over die vraag gaat de tentoonstelling in het Tropenmuseum. Onderzoek je eigen genderhokjesgeest door je onder te dompelen in deze tentoonstelling met objecten uit alle werelddelen, video’s en interactieve installaties. Neem een duik in de borstenballenbak! WAAROM? Gender is een onderwerp van nu. Het Tropenmuseum is een museum over mensen, culturen, hun tradities en objecten, en kan actuele onderwerpen als gender vanuit een wereldwijde blik benaderen. Zo biedt het museum de bezoeker nieuwe perspectieven en laat zien dat we op wat verschillen na hetzelfde zijn. WANNEER? Tot en met 23 augustus 2020. tropenmuseum.nl

Off to school

Een hippe rugzak speciaal voor de kids. Verkrijgbaar in de kleuren rood en blauw via de website van de museumwinkel voor €39,90.

OPZIJ 2020

89


1

WE LOVE TOURIST TRAPS

Na weer een zachte winter geven de Reismeiden hun hoop op dichtgevroren Friese meren en eindeloos schaatsen op. Dan maar het terras op in een fijne lentezon. En waar beter dan in Zuid-Frankrijk, waar je in maart, april en mei nog met een gerust hart alle tourist traps kunt bezoeken waar je hoogzomer met een grote boog omheen gaat. Waar nu de wandelpaden nog rustig zijn, de horeca blij is dat het seizoen weer begint en de musea een oase van rust zijn. Op naar de Franse zuidkust in een virtuele 2CV met het roldakje open.


Kunst & cultuur De Reismeiden en in de omgeving grote bedrijven. Hierdoor is het op de Promenade des Anglais tijdens de lunch ook in april al een aangenaam drukke bedoening, met een deels zakelijke en deels studentikoze bezetting. Iets wat elders aan de Côte weleens ontbreekt, waardoor een wat saaiere uitstraling heeft. Nice We starten onze reis in Nice. Deze heerlijke stad is vanaf de negentiende eeuw de belangrijkste badplaats aan de Côte d’Azur, en had grote aantrekkingskracht op de Europese aristocratie. De subtropische vegetatie en de prachtige engelenbaai vormde een mooi decor voor alle luxueuze hotels. Nog steeds vindt men hier prachtige en dure hotels zoals bijvoorbeeld het Grand Hotel Negresco. Maar wat de Reismeiden hier bevalt zijn de musea, zoals Musée Chagall, Musée Matisse en het Musée d’Art Moderne et d’Art Contemporain. Echt aangename temperaturen van twintig graden en hoger worden hier al in maart en april regelmatig bereikt. Het leuke van Nice is dat het een echte stad is, met een universiteit

Menton Vanuit Nice kun je met de trein zo’n beetje alle grote dorpen en stadjes aan de Côte bereiken, van links – Marseille – tot rechts – Menton. Maar als je zin hebt ga je Italië en rij je via Ventimiglia zo door naar Genua. Wij gaan naar Menton. Niet voor het driesterrenrestaurant van Restaurant Mirazur van chef Mauro Colagreco, Frankrijk, dat op nummer drie van de World 50 best Restaurants staat, we sparen nog even door. We gaan wel voor de kleurrijke huizen in het centrum, de goed bewaarde gebouwen, de zes prachtige botanische tuinen en natuurlijk de marktjes, die dit stadje tot een aangename plek maken. Het is dan ook niet voor niets dat Menton vaak omschreven wordt als ‘de parel van Frankrijk’. Door haar ligging tussen

2

OPZIJ 2019

91


Kunst & cultuur De Reismeiden de bergen en de zee heeft Menton de meeste uren zon van heel Frankrijk. Het is daardoor ook de enige plaats in Frankrijk waar er citroenen aan de bomen groeien. Er wordt hier dan ook jaarlijks in februari het citroenfeest gehouden. Èze Op de terugweg stappen we uit in Èze. Dit dorp staat bekend vanwege het prachtige uitzicht over de Middellandse Zee en de nabije omgeving. Het uitzicht is werkelijk adembenemend! Bij helder weer kun je zelfs Corsica zien liggen. Maar nog belangrijker voor ons is het Nietzsche Pad. Het pad is, zoals de naam al doet vermoeden, ontdekt door Friedrich Nietzsche. Dit pad loopt zo’n beetje van het stationnetje op zeeniveau in

3

92

Èze-sur-Mer naar het op 429 meter hoge Èze-Village. Goede wandelschoenen aan, beetje uitkijken voor losse stenen, maar dan is het een heerlijke, maar redelijk pittige wandeling, die ongeveer anderhalf uur duurt. En als je dan toch boven bent, is een bezoek aan Le jardin exotique d’Eze dat extra stukje lopen zeker waard. Het heeft een prachtige collectie van ongeveer vierhonderd verschillende soorten cactussen, agaves, aloë’s en vetplanten. En natuurlijk is hier het uitzicht ook weer een plaatje. Saint-Paul-de-Vence Het vestingstadje Saint-Paul-deVence is zo’n tourist trap waar we al heel lang omheen liepen. Maar toch: hoe leuk! Je struikelt er letterlijk over

de kunstgaleries, waar bij ‘kunst’ niet in alle gevallen heel serieus genomen moet worden. Maar de schilderachtige straatjes, de bougainville, de vergezichten maken het allemaal meer dan de moeite waard. In de buurt van Saint-Paul bevindt zich op de heuvels van Des Gardettes midden tussen de dennenbomen een belangrijk centrum voor moderne kunst: de Fondation Marguerite et Aimé Maeght. Hier zijn belangrijke werken tentoongesteld van kunstenaars zoals Joan Miró, Giacometti, Alexander Calder, Julio Gonzalez en Pierre Bonnard. O 1 Menton 2 Haven, Nice 3 Promenade des Anglais Nice 4, 5, 6, 7 Saint-Paul-de-Vence


4 5

6

7

OPZIJ 2019

93


Man over vrouw

IK RUST NATUURLIJK Vanaf 2002 las cabaretier en acteur Peter Heerschop (1960) wekelijks op Radio 538 elke vrijdag in het programma van Edwin Evers zijn gesproken column 'Lieve Marianne'. Een column waarin hij vilein, boos, supergrappig of soms in tranen de gebeurtenissen van de week doornam. Na het vertrek van Evers bij 538 eind 2018 stopte Heerschop ook. Maar de week waarin bij de tramaanslag in Utrecht vier doden vielen, stapte hij spontaan de radiostudio in bij de opvolger van Evers, Frank Dane. Omdat hij zijn emoties kwijt moest en vond dat dat het beste daar kon gebeuren. Enfin, Heerschop heeft inmiddels zijn vertrouwde plek op vrijdagmorgen 9.45 uur bij Radio 538 weer ingenomen. Bovendien werd begin dit jaar door een jury van verschillende dj’s en presentatoren zijn ‘Utrecht'column verkozen tot Radiomoment van het jaar 2019. Een gesprek met Heerschop, die net zijn tweede solovoorstelling De Minister van Enthousiasme heeft afgesloten. D O O R M A R I A N N E VE R H O E V E N BE E L D CO R N É VA N D E R S T E LT / L U M E N

94

I

k begreep dat je in Tilburg bent geweest voor de lerarenstaking? “Jazeker. Het onderwijs zou eigenlijk veel meer aandacht van ouders moeten krijgen. Er zijn weinig ouders die denken: ‘We gaan ons nu verenigen om een vuist te maken naar de regering omdat we willen dat onze kinderen goed onderwezen worden.’ Ook dat laten ze toch weer bij Den Haag. Dat is jammer. Dat zijn gemiste kansen.” Je ging om die leraren een hart onder de riem te steken? “Het onderwijs, daar ligt mijn naamkaart op. Daar doe ik best veel lezingen voor.” Want geef je nog steeds les? “Ik geef les op de ALO, de sportacademie. Op maandag, pedagogiek. Dus ja. En ik vind het mooi om na te denken waar veranderingen mogelijk zijn en te kijken wat deze maatschappij nodig heeft. Het is niet meer hetzelfde als veertig jaar geleden. Mijn broer heeft ook eerst de ALO gedaan, en toen wiskunde. En er is zo’n tekort aan wiskundeleraren, dat hij niet eens meer gymles geeft. Ook beter voor zijn lichaam. “Wat wil jij weten van mij? Of zijn we al begonnen?” Uit wat voor een gezin kom je? “Uit een klassiek katholiek gezin, dat weliswaar voor katholieke begrippen een klein gezin was met maar één oudere broer en één jongere zus. Mijn vader kwam uit een gezin van veertien kinderen. Mijn moeder was enig kind, die twee samen was dan wel gemiddeld. Mijn vader was een verwarmingsmonteur, altijd in loondienst geweest. Die werkte gewoon heel hard. Hij verdiende het geld en mijn moeder zorgde dat wij een leven hadden. Om mij heen was dat ongeveer hetzelfde. Dat waren de gezinnen in die tijd in onze omgeving in Bussum. Mijn moeder werkte voordat ze ons kreeg als secretaresse, geloof ik, zij heeft nog de middelbare school gedaan, een opleiding gehad. Mijn vader niet, hij heeft tot de vijfde klas op de lagere school gezeten en toen kwam de oorlog. Mijn vader heeft gezegd toen mijn broer werd geboren dat het zo


Man over vrouw

NÓÓIT

95


Man over vrouw goed was, dat hij bleef werken en dat mijn moeder dat niet hoefde. Dat werd als een soort cadeau gegeven. Ik zie mijn moeder ook echt als totaal zorgende moeder.”

Als je te laat komt, of je weet dat iemand zit te wachten. “Of als je iets doet wat zij niet wil, dat je toch ergens denkt… Dat voelde ik ook als: ‘Dat valt me echt tegen, na alles wat ik voor je heb gedaan.’”

Moesten jullie thuis nog wel een beetje meehelpen? “Nee, nauwelijks.”

Klinkt eerder gereformeerd dan katholiek. “Nou ja, ik heb het niet zo dwingend ervaren. Dit had iedereen. Moeder was thuis. Kopje thee als je uit school kwam. En je vader wist nauwelijks wat je deed op school. Die vond het wel goed. Behalve als je iets vervelends tegen je moeder had gedaan, dat was reden voor hem om zijn vaderschap uit te voeren: ‘Wat heb je tegen je moeder gezegd?’”

Wat lekker. “Ik heb vrijwel niets gedaan,

‘Ik had hem niet meer nodig om voor mij te zorgen. Maar toch wil je heel af en toe nog dat gevoel van ‘zijn jongen zijn’ weer hebben.’ inderdaad. Behalve dingen als nooit met lege handen naar de keuken, leg je eigen bed recht en leg je spullen niet op de grond. Afwassen hoefden we ook niet. Mijn vader was de afwasser. Als wij nog zaten te eten dan was hij al bezig. Hij was daar heel fanatiek in. “Mijn vader was van klusjes en mijn moeder van zorgen. En dat zorgen is ook haar leven geweest. Sinds mijn vader dood is – hij is tien jaar geleden overleden – merk ik aan haar dat haar leven beslist minder zin heeft nu ze niemand meer heeft om voor te zorgen. Om haar heen gaan natuurlijk ook allerlei mensen dood, dus voor haar is het echt heel moeilijk om nog zin in het leven te houden. Ze moet ook voor een deel verzorgd worden en dat vindt ze heel vervelend, om zo afhankelijk te zijn van zorg van anderen terwijl ze zelf nooit anders heeft gedaan. “Zo’n zorgende moeder heeft uiteindelijk ook z’n negatieve kanten, want het is soms ook verpletterend, daar heb ik wel een beetje aan moeten ontkomen. Ik moest echt het huis uit om niet meer die zorg te voelen. Want in die moederzorg zit ook onbewust schuldgevoel.” 96

En dan kreeg je daar gelijk weer een schuldgevoel van. “Nee, maar het is de andere kant van zorg. Het is heel fijn als iemand heel veel zorgt. Maar het is de wet van de wederkerigheid. Je voelt ook voortdurend dat je iets terug moet doen. Dat is bijna nooit erg, maar het heeft ook iets belastends. Het heeft niet iets onafhankelijks.” Het zit ook in je karakter als je daar last van hebt. “Ik was altijd een heel aangepast, hardwerkend, hard studerend, verlegen, onzeker jongetje. Heel perfectionistisch. Dat zal mijn rol zijn geweest. Mijn oudere broer kon daar veel makkelijker mee omgaan. Mijn zus was vijf jaar jonger. Terwijl ik acht jaar jonger was dan mijn broer, dus waar mijn broer en ik heel veel samen waren, was zij echt ons kleinere zusje. Die moest zich maar met haar eigen vriendinnen vermaken, dat was niet onze taak om ons daarmee bezig te houden. Daar zullen we haar ook verdriet mee hebben gedaan maar dat was een beetje zoals het liep. “Maar misschien ben ik juist daardoor allerlei andere dingen gaan onderzoeken, een andere kant opgegaan. Ik ben uit Bussum weggegaan naar Amsterdam. Ik heb in een kraakpand gezeten, had losse relaties, en ging ondanks mijn opleiding het theater in. Van mij wisten ze ook niet precies wat ik deed en met wie ik was. En hoe kun je nou geld verdienen met dat werk? Er kwam ergens een punt, toen mijn vader met pensioen was en hij een hartinfarct had gehad, dat hij veel gevoeliger werd, emotioneler en meer betrokken. Toen voelde ik pas echt zijn trots. Dat hij dacht: dat heeft-ie toch maar gedaan. Terwijl hij vroeger altijd zei: ‘Netjes in dienst van de overheid gaan, dat is makkelijk. Dan heb je een goed pensioen en de vakanties worden doorbetaald. En nooit een huis kopen, je moet altijd huren, want anders zit je altijd vast aan de schulden.’ Ik heb alles anders gedaan, maar uiteindelijk zei hij: ‘Je hebt het goed gedaan.’ En dan was-ie ook wel ontroerd trots. En ik ook, want uiteindelijk wil je toch ooit in je leven van je vader en moeder horen dat ze trots zijn. Dat ze het goed vinden. “De vader van mijn vrouw ging dood toen zij negentien was, een auto-ongeluk. Dat blijft een moeilijk punt. Je


Man over vrouw blijft altijd dat gevoel van spijt houden omdat hij onze dochter nooit heeft gezien. Hij kent mij niet, ik ken hem niet. Je wilt toch ook een beetje zien waar iemand vandaan komt, wie ze is.” Voor je vrouw ook heel naar. Dat je denkt kon ik nog maar… “Toen mijn vader doodging, had ik daar − ondanks alle verdriet − vrede mee. Hij was 78, niet heel oud, maar wel tijdens een middagdutje, zomaar. Het was allemaal gezegd. Tuurlijk had ik liever gehad dat hij nog twintig jaar had geleefd. Hij was wel de enige die mij nog ‘zijn jongetje’ noemde. ‘Pietje’, ik was Pietje voor hem. Toen dacht ik: nu moet ik het toch allemaal zelf doen. Ik had hem niet meer nodig om voor mij te zorgen. Maar toch wil je heel af en toe nog dat gevoel van ‘zijn jongen zijn’ weer hebben. Mijn moeder is nu 87, terwijl hij al tien jaar dood is. Zij waren 58 jaar samen, dat is ook zo’n groot deel van je leven. Ik vind het ook wel moeilijk aan ouder worden. Los van dat je man of je vrouw doodgaat, ook je vrienden en vriendinnen gaan. En daar zit je dan. Het is ook best wel eenzaam vind ik. Dan moet je wel echt heel gelukkig met jezelf kunnen zijn. Ik hoop maar dat ik dat leer en dat mijn vrouw of dochter het allemaal leren.” Binnen een relatie weet je dat een van de twee aan het sterfbed van de ander komt te staan. “Daar denk ik niet heel veel aan.” Je wordt zestig dit jaar, dus die bulk van echt belangrijke dingen is wel gepasseerd. Behalve… “Kleinkinderen! Ik kan er niet op wachten. Maar dat gaat niet snel gebeuren, denk ik. Mijn dochter doet geneeskunde hier aan de UvA en dat is een eindeloos lange studie. Luca is nu 24 en is op haar negentiende het huis uit gegaan. Ze zit nu in haar vijfde jaar, en is op de helft van haar coschappen. Zij is toch wel mijn grote liefde.”

Peter Heerschop (1960) is cabaretier, acteur, televisieprogrammamaker en schrijver. Heerschop ging na het Sint-Vituscollege, een vwo-school in Bussum, naar de Academie voor Lichamelijke Opvoeding. Hier leerde hij Joep van Deudekom kennen en Viggo Waas, met wie hij goede vrienden werd. Eind jaren tachtig richtten ze cabaretgroep NUHR op. In 2006 maakte hij zijn theaterregiedebuut met het stuk Het Goede Lichaam, de opvolger van De Vagina Monologen, beide geschreven door Eve Ensler. Hij speelde een leraar in de film Shouf Shouf Habibi! en had de hoofdrol in de korte film Balbezit. Peter was te zien in de televisieprogramma's Kopspijkers en Vrienden van Van Swieten. Aan beide programma's schreef hij zelf ook mee. In 2008 en 2009 presenteerde hij samen met Viggo Waas het Gala van de Nederlandse film,

Als moeder van twee zonen snap ik dat. “Als het met haar slecht gaat, gaat het met mij slecht. Toen zij het huis uit ging was dat heel zwaar. Maar nu heeft ze het eigenlijk mooier gemaakt. Want de keren dat ze er is, ìs ze er. Opeens veranderde er iets, dat ze belt zonder reden: ‘Zomaar, ik wilde gewoon even weten hoe het gaat met je.’ Vraagt zÍj aan mÍj!” Dus ja, daar gaat het heel goed mee. Zij is ook door allerlei fases gegaan met twijfels met die studie en het voor iedereen goed willen doen. Een goede vriendin zijn en overal leuk doen en lachen, terwijl je eigenlijk denkt ik vind het gewoon niet leuk. Van die dingen waar iedereen op die leeftijd mee tobt. “Oh, en ik ga nog zeker één programma maken waarvan ik nu nog niet eens weet dat ik het in me had." Hoe lang ken je je vrouw al? “Luca is nu 24, dus dan zijn wij al 27 jaar samen, vanaf mijn 32ste.” Ook best lang, mooi. “Ja. Mijn vader en moeder waren 58 jaar samen. Haal ik dat nog? Dan moet ik nog dertig jaar door." Dat kan toch? (Lachend) “Zij haalt het zeker. Ze is drie jaar jonger, maar zij is een vrouw én ze komt uit een sterk geslacht. Haar moeder is nog hartstikke fit. Maar ik voel me goed hoor. Ik denk echt wel dat

waarin de Gouden Kalveren werden uitgereikt. Vanaf medio 2009 tot 2011 was hij actief als teamcaptain bij het quizprogramma Ik hou van Holland bij RTL 4, als opvolger van Beau van Erven Dorens. Van 2002 tot eind 2018 verzorgde Heerschop iedere vrijdagochtend een weekoverzicht genaamd 'Lieve Marianne', in het programma Evers Staat Op van Edwin Evers]] op Radio 538. Marianne Timmer, de schaatster, is de Marianne aan wie hij het overzicht zogenaamd vertelt. Het onderdeel werd namelijk bedacht tijdens de Olympische Winterspelen van 2002 in Salt Lake City. Er verschenen drie boeken in de reeks Lieve Marianne. Met Viggo Waas maakte Heerschop de online videoserie 'de Voetbalkantine' voor de website voetbal.nl, waarbij de amateurvoetbalclubs op ludieke wijze werden gevolgd.

OPZIJ 2020

97


Man over vrouw ik negentig word. Hoewel, als ik de hele mannelijke lijn bij de Heerschoppen zie, die zijn niet heel oud geworden. Allemaal zo rond de 75. Maar ach, je weet het niet. Er kan van alles gebeuren. Wij zijn een heel klein gezin met een dochter op afstand. Ik vind het wel fijn, ik voel me gelukkig.” Ben je feminist? “Nee! Wat is een feminist?” Eigenlijk is het heel simpel: ben je voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen? “Ja.” Ben je voor gelijke beloning van mannen en vrouwen? “Ja, natuurlijk. Ben ik dan een feminist?” Waar denk je dan dat feminist voor staat? “Ik weet het niet, voor mij is het eigenlijk heel gewoon. Ik heb een vrouwengezin, het is mijn wereld. Ik ben misschien een onbewuste feminist. Voor mij is het meer iets logisch dan dat ik er strijdbaar in ben. Het verbaast me eerder als ik hoor dat er nog verschillen zijn in behandeling en beloning. “Bijvoorbeeld bij het vrouwenvoetbal. Een paar vriendinnen van mij hebben zich daar vroeger echt heel hard voor gemaakt en hebben de Oranje Jeugd getraind. Ik spreek weleens mannen die zeggen ‘dat interesseert me niet, het stelt niets voor’. Die denken nog steeds dat de veteranen 8 ons Nederlands vrouwenvoetbalteam wel even een lesje kan leren. Dan denk ik onder welke steen heb jij gezeten? Dit is maatschappelijk van groot belang wat hier gebeurt. “Er is al zoveel veranderd. Bij de generatie van mijn ouders werden mannen geacht een grote bek te hebben en vrouwen niet. Dat was in de jaren zestig. Een leuke vrouw was een vrouw die moest lachen om je. En de tijd dat er werd gezegd ‘er zijn geen grappige vrouwen’. Nou ik heb me kapotgelachen om televisieseries met hele grappige vrouwen.” Er zijn zo veel leuke cabaretières op het ogenblik. “Ja, dat is zeker zo. Claudia de Breij, Nina de la Parra. En Sylvia Witteman. Is natuurlijk geen cabaretière, maar die is zo geweldig goed! Dat je baalt van de dagen dat ze niet in de Volkskrant staat. En Jelka van Houten en Rosa Reuten. Ik heb trouwens ook een hele leuke vrouw. En mijn dochter is ook heel grappig. Ik moet daar vaak heel erg om lachen.” De Minister van Enthousiasme is even in ruste? “Ik rust natuurlijk nooit! Wij zijn zingevende wezens. Als je jezelf geen betekenis geeft dan is het ook niets. Dus iedere keer op het einde van het jaar als ik wat sentimenteler word, krijg ik toch weer dat gevoel van ‘komend jaar moet ik zorgen dat ik iets beteken’. Anders, 98

als ik het zelf niet vind, dan ben ik niemand. Wie ben je nou op een zeker punt? Totaal vervangbaar, behalve voor een paar mensen. De mensen om je heen. Dan moet je daar ook belangrijk voor zijn. “In mijn laatste soloprogramma dacht ik: daar ga ik het over hebben. Het is belangrijk om tegen mensen die je al een tijd niet hebt gezien te zeggen dat ze echt belangrijk voor mij zijn geweest. Ik heb een ex-vriendin gebeld die in een depressie zat toen ik iets met haar had. We waren heel jong. Ik wist niet eens wat een depressie was. Ik vond het echt een hele moeilijke en best wel vervelende tijd want we konden niet gelukkig zijn. Toen bedacht ik later ‘zij heeft mij wel veranderd’. Door haar ben ik pedagogiek gaan studeren, om mensen te begrijpen. Ben ik anders met mensen gaan praten. Ik had opeens oog voor mensen met wie het slecht ging, het herkende. Ik heb het haar verteld. En toen zei ze: ‘Dit doet me zo goed.’ “Het is toch een kleine moeite om mensen het gevoel te geven dat ze een bepaald ding voor je hebben betekend. En het hoeft niet eens dat ze altijd lief voor je zijn geweest. Het kan van alles komen.

‘Wie ben je nou op een zeker punt? Totaal vervangbaar, behalve voor een paar mensen. De mensen om je heen.’ Ook al hebben ze je in laten zien hoe het niet moet. Of je oude geschiedenisleraar voor hij dood is: ‘Door jou ben ik van verhalen gaan houden.’ Opeens vind ik dat belangrijk. En daar word je zelf ook heel vrolijk van. Om mensen op te zoeken en te vertellen waarom ze belangrijk voor je zijn. Word je supervrolijk van.” O


I O JULIE BL

FOT

Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.

K

Take care Carin Gaemers

OVERLEGTAFELS

I

n de vorige OPZIJ schreef ik over de systeemcrisis in de ouderenzorg. Half januari verscheen daarover het rapport van de commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen. Waarin overigens het woord systeemcrisis niet voorkomt. Maar wel nog eens wordt gememoreerd dat de verhouding ouderen-jongeren de komende decennia helemaal uit het lood slaat. De commissie adviseert op grote schaal speciale woningen voor ouderen te bouwen. Ouderen zelf moeten tijdig naar deze woningen verhuizen. Wanneer het nodig is kunnen zij dan zorg krijgen in een huis dat daarop is berekend. De rijksoverheid moet gemeenten daarvoor gerichte bouwopgaven opleggen. Zorginstellingen en andere betrokken partijen moeten meer en beter gaan samenwerken om het schaarse geld en dito zorgmedewerkers in de thuiszorg doelmatiger in te zetten. Het arbeidsmarktprobleem moet worden ondervangen door meer mantelzorg en digitale technologie. Tot zover niets nieuws. Een meerderheid in de zorgsector denkt al langs deze lijnen. Het realistisch gehalte van de aanbevelingen is helaas niet bijster hoog. Zelfs als de rijksoverheid in de woningbouw de regie gaat nemen, blijft het twijfelachtig dat er tijdig voldoende ouderenwoningen zijn gebouwd. Met mantelzorg rekent de sector zich al jaren rijk. Steeds weer wijst de praktijk uit dat het gat dat daarmee daadwerkelijk gevuld kan worden kleiner blijkt dan verwacht. Over hoe dat allemaal tot stand moet komen, lees ik niets. De prestaties van de sector geven geen aanleiding tot optimisme. Ik voorspel jaren van overleg voordat er op grote schaal iets te merken valt. De aanbeveling om de sector minder log te maken ontbreekt namelijk. En niets over hoe het zorgaanbod en het aantal zorgverleners in de thuiszorg de uitbreiding krijgt die hiervoor nodig is. Ook wordt voorbijgegaan aan de nadelen van digitale technologie. Bijvoorbeeld dat de aanbieders daarvan winst willen maken. Naast zinvolle toepassingen is er veel digitale rommel op de markt. Straks gaat er nog meer geld naar digitale middelen waar maar een kleine groep iets aan heeft. Of helemaal niemand. Hoe we het digitale kaf van het koren gaan scheiden, vermeldt het rapport niet. Een week hierna verscheen het rapport van de commissie Borstlap over de arbeidsmarkt. Daarin staat een aanbeveling waar de ouderenzorg beter van zal worden. Namelijk: geef zoveel mogelijk medewerkers een vast contract. Daar voeg ik aan toe: en betracht fatsoenlijk

werkgeverschap. Want in een deel van de zorgsector schort het daaraan. Terwijl dit het meest probate middel is om mensen te werven en te vast te houden. ActiZ, de branchevereniging van zorgorganisaties, deed de week daarop een wel heel onverstandige duit in het zakje. Op de voorpagina van de Volkskrant stelde Actiz botweg dat de zorg in de toekomst minder wordt. Pijnlijke maatregelen zijn onvermijdelijk. Ik citeer: “Hoe rijk moet een interieur in een verpleeghuis eigenlijk zijn.� Dan heb je wel heel weinig verpleeghuizen van binnen gezien. Het is bangmakerij zonder realistische oplossing. Een equivalent van het klimaatakkoord wordt gezien als de manier bij uitstek om ons op deze toekomst voor te bereiden. Nou, nee. Nog meer overlegtafels gaan ons niet helpen. Wat dan wel? Erkennen dat de heersende visie op hoe de ouderenzorg moet worden georganiseerd het scharnierpunt in deze systeemcrisis is. Aan de overlegtafels moet eindelijk worden aanvaard dat we niet verder komen als het zwaartepunt bij organisaties blijft liggen. Organisaties zijn slechts een middel om een doel te bereiken. In dit geval goede zorg. Dus moeten we het zwaartepunt verleggen naar de zorgvrager en de zorgverlener. Vanuit dit oogpunt moeten we verstandig, praktisch en vindingrijk vaststellen hoe de uitvoering het best kan worden ingericht. Daarvoor heb je bestuurders en managers nodig die met een stevig been in de praktijk staan. Dat zijn niet de mensen aan die overlegtafels. Bestuurders en managers die de praktijk kennen en alles weren wat niet direct bijdraagt aan goede zorg zijn er wel degelijk, maar aan de overlegtafels hebben zij niet de overhand. Dit moet veranderen. Op het moment dat het artikel van ActiZ verscheen, liet Charlotte Bouwman zien hoe een praktische aanpak tot direct resultaat kan leiden. Na 21 zelfmoordpogingen heeft zij nog steeds niet de hulp die ze nodig heeft. Toen de teller 800 dagen op de wachtlijst aangaf, ging ze in de hal van het ministerie van VWS zitten om de aandacht te vestigen op het keiharde feit dat de ggz volledig is vastgelopen waar het gaat om zware zorg. Iets waar ook al jaren over wordt vergaderd. In combinatie met het manifest van de actiegroep Lijm de Zorg (ruim 64.000 handtekeningen) leidde dit ertoe dat staatssecretaris Paul Blokhuis verordende dat voor de zwaarste problemen de zwaarste inzet moet worden gepleegd. Als ggz-instellingen en zorgverzekeraars niet heel snel met een oplossing komen voor de wachtlijsten, zal hij ingrijpen. Zo doe je dat. Chapeau voor Charlotte. O


LEES JE RIJK

Als je de krant leest neem je betere beslissingen, vorm je een gebalanceerde mening en begrijp je goed hoe de wereld in elkaar steekt. Lees je rijk met de krant die bij jou past.

Nu 4 weken voor maar 4,-

1

Min

Zo makkelijk werkt het:

• • •

Stopt vanzelf

Ga naar KRANT.NL/LEES Kies een krant in de vorm die bij je past En wij regelen de rest voor je

Ga snel naar KRANT.NL/LEES

Let op: actie loopt tot 31-3-2020. Kijk op krant.nl voor de actievoorwaarden

DE KRANT VERRIJKT JE LEVEN


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.