OPZIJ GLOPINIE – FEMINISME 4.0
a pril /m ei 2 02 0 • 4 6 s t e JAA RG ANG • € 6 ,9 9
k i d l R e E b M b u M U N d tot E g n N a I g e o A T N erkt t p e A b n R o weken ms CADEAU! QUA e e w t + l an 700 fi meer d
2
O
TO
PA
UL
TOL
ENAAR
Editorial Marianne Verhoeven
F
VIVA LA VIDA!
B
egin januari kreeg ik een uitnodiging voor een persreis die me nog lang zal bijblijven. Een kleine week naar Mexico-Stad ter voorbereiding van de grote Frida Kahlotentoonstelling. Wie? Frida Kahlo, internationaal feministisch icoon – natuurlijk, die met die doorgetrokken wenkbrauwen en die donker schemerende haartjes boven haar lippen. Tentoonstelling waar? In het Drents Museum. Niet het bekendste museum, wel met verrassend grote en bijzondere tentoonstellingen die ook Randstedelingen naar Assen weten te krijgen. Dus vlogen we begin maart met Aeromexico (!) naar Mexico. Op zo’n moment dat de ernst van wat zich hier zou gaan afspelen nog maar bij een handjevol mensen bekend was. (Zelfs Jaap van Dissel van het RIVM was nog optimistisch.) Mexico-Stad was overweldigend. In eerste instantie vooral vanwege de heftige demonstraties op 8 maart en de stilte op 9 maart, toen de Mexicaanse vrouwen staakten. Maar ook door de gesprekken die ik onder andere hierover voerde met onze ambassadeur daar, Margriet Leemhuis, en met María del Sol Argüelles San Millán – wat een naam! –, directeur van de voormalige ateliers van Frida en de door
haar zo aanbeden Diego Rivera. We werden verpletterd door het zinderende blauw van Casa Azul, de woning van Frida, tegenwoordig museum, en door alle sublieme en vaak hartverscheurende schilderijen van haar, die in de diverse musea in Mexico-Stad te zien zijn. Nu nog wel, maar vanaf 11 oktober dus in Assen. Want we gaan ervan uit dat alle musea dan weer gewoon open zijn en dat we inmiddels met gepaste afstand van elkaar ons leven weer hebben opgepakt. Dat we dan zicht hebben op de schade die we hebben opgelopen, zowel persoonlijk als materieel. Want waar alle geïnterviewden in dit nummer het over eens zijn: het wordt nooit meer zoals het was. Hoe snel Hanneke Schuitemaker en haar mensen er ook in slagen een vaccin tegen corona te ontwikkelen. Dus gaan we wennen aan het nieuwe normaal, want dat kunnen wij. En in de tussentijd denk ik af en toe aan de piramide van de Zon, in Teotihuacán, waar ik bovenop stond. Ik zou graag nog een keer op een bankje in het prachtige park midden in MexicoStad willen zitten en heb heimwee naar het onbezorgde gevoel van dat moment. Dus loop ik straks door m’n net Casa Azul-blauw geschilderde gang naar buiten, de zon in. O OPZIJ 2020
3
Maatschappij & Wetenschap 07 KOPSTOOT
68
72
08
SAY WHAT?!
18
OPEN DOEK Lockdown in Londen
32
ZUSTERSCHAP 8 maart
38
REPORTAGE BUITENLAND Berichten uit Mexico
52
BUITENLAND Trump
68
OPINIE Coronacrisis en vrouwenrechten
72
GEZONDHEID Angela Maas
78
GEZONDHEID VOEDING Jovanka Vis
82
GEZONDHEID ZORG Geen klaproos
Mensen
110
32 4
12
INTERVIEW Ingrid van Engelshoven
22
DE OPZIJTAFEL De vernietigende kracht van de roem
46
VAKVROUW Hanneke Schuitemaker
56
DE KLOOF Barbara van Beukering en Milou Deelen
60
OORLOGSVERSLAGGEVER Minka Nijhuis
74
INTERVIEW Carla van der Wiel
110 VROUW OVER MANÂ
90
+ twee weken onbeperkt toegang tot meer dan 700 films CADEAU!
56
Kunst & Cultuur
86 INTERVIEW Firma MES 90 BOEKEN
94
FILM UITGELICHT Isabelle Huppert
100 MUSEA
38
104 DE REISMEIDEN Mijmeren
116
BOEKFRAGMENT De zoektocht naar Madeleine Merano
Columns 03 EDITORIAL 31
SHEILA SITALSING
37
ASHA TEN BROEKE
59
RENATE VAN DER ZEE
84
ETCHICA VOORN
115
CARIN GAEMERS
104
Service 06 55
COLOFON ABONNEE WORDEN
24
OPZIJ 2020
5
OPZI
Colofon/Uitgelicht
Redactieadres Witte Singel 103 2313 AA Leiden redactie@opzij.nl
G LOPI N I E − F E M I N I S M E 4 .0
ap ril/mei 2020 • 48st e jaargang • € 6 ,9 9
Hoofdredacteur Marianne Verhoeven Art director Emmely Pardon Eindredacteur Felix Huygen Bureauredactie Marije van Rest Medewerkers Lisette Alberti, Irene Berbee, Asha ten Broeke, Barbara van Beukering, Corbino, Milou Deelen, Carin Gaemers, Nina Klaassen, Angela Maas, Alies Pegtel, Noémi Prent, De Reismeiden, Irene Schoenmacker, Sheila Sitalsing, Fieke Tissink, Paul Tolenaar, Etchica Voorn, Renate van der Zee. Uitgever Hans van Brussel Distributie Aldipress Druk HaboDaCosta COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden overgenomen zonder voorafgaande toestemming van de auteurs of rechthebbenden. De uitgever is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van druk- en zetfouten. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten van de illustraties volgens de wettelijke bepalingen te regelen. Zij die menen nog zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich wenden tot de uitgever. ABONNEMENTEN Een abonnement wordt tot wederopzegging aangegaan, tenzij anders vermeld. Opzeggingen kunnen UITSLUITEND schriftelijk worden doorgegeven, per post Perfect Groep B.V., Inzake OPZIJ, Karel Doormanweg 41, 3115 JD Schiedam. Of per email naar abonnementen@opzij.nl. PERSOONSGEGEVENS We maken u erop attent dat aan ons verstrekte persoonsgegevens zoals naam, (e-mail)adres en telefoonnummers worden opgenomen in het gegevensbestand van Opzij B.V.. Dit bestand is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens door Opzij B.V., de verantwoordelijke voor uw gegevens. Uw persoonsgegevens worden gebruikt voor onze abonnementenadministratie, voor de uitvoering van met ons gesloten overeenkomsten en om u op de hoogte te houden van interessante informatie en aanbiedingen van producten en diensten, eventueel ook na beëindiging van uw abonnement. KLANTENSERVICE Op opzij.nl/abonnementen kunt u zelf een abonnement nemen. Voor contact over abonnementen, bestellingen, wijzigingen en vragen kunt u mailen naar abonnementen@opzij.nl. Een jaarabonnement kost € 41,50 voor 6 nummers. 6
Marije van Rest Marije studeerde politicologie en geschiedenis in Leiden, Berkeley en Oxford. Ze was actief in diverse politieke campagnes (o.a. voor Hillary Clinton) en werkt momenteel als redacteur bij OPZIJ en als zakelijk producent in de theaterwereld. “Ik vind het belangrijk dat er vanuit vrouwelijk perspectief naar onze wereld wordt gekeken. Veel maatschappelijke problemen raken vrouwen anders, vaak niet in positieve zin. We leven helaas nog altijd in een wereld waarin de man vaak de norm bepaald, op het gebied van werk, politieke macht, kennis en seksualiteit. We moeten daarom blijven vechten voor een wereld die in gelijke mate door mannen èn vrouwen is vormgegeven.”
OPSTEKER
Feike Sijbesma, coronagezant en Neerlands hoop in bange dagen moet dwars door de bureaucratie, de polder in om Big Pharma voor ons te winnen. OPZIJ 2020
7
SAY WHAT?! Hou voor het actuele nieuws opzij.nl in de gaten en abonneer je op onze nieuwsbrief.
berenjacht We gaan op berenjacht! Kinderen door heel Nederland kunnen door hun buurt op zoek naar deze vriendelijke knuffelbeesten. Buurtbewoners zetten teddyberen in hun vensterbank waardoor kinderen op speurtocht door hun eigen stad kunnen.
scenario tips Scenario-schrijver Willem Bosch, bekend van onder andere Van God Los, Feuten, Penoza en Nieuwe Buren, helpt je elke dag via zijn Instagram met tips over scenarioschrijven. Wie weet sleep jij met Willems hulp een Gouden Kalf in de wacht. Instagram: @willembosch
quarantaineconcert Kersverse winnaar van het Leids Cabaret Festival Lisa Ostermann geeft je op verzoek een serenade! Door Lisa’s initiatief kan je vanaf je balkon genieten van een persoonlijk concert, of iemand anders een gezongen hart onder de riem steken. Te bereiken via: quarantaineconcert@gmail.com 8
digitaal kaartje Verzorgingshuizen zitten op slot! Doordat de bewoners niet meer naar buiten mogen, zijn ze snel eenzaam. Gelukkig heeft Britt Dekker een oplossing, die ze deelde tijdens een van de laatste uitzendingen van De Wereld Draait Door. Heb je nog een iPad liggen en gebruik je 'm niet meer, breng 'm dan naar een verzorgingstehuis bij jou in de buurt! Zo kunnen ouderen met hun kinderen en kleinkinderen Facetimen, of met hun buren digitaal een kaartje leggen. "Succes en geld maakt helemaal niets uit als je tachtig bent. Als je tachtig bent gaat het erom dat je vrienden om je heen hebt. En je familie," aldus Britt.
theaterkrant De Theaterkrant heeft alle online voorstellingen en streams op ĂŠĂŠn rij gezet. Onder andere voorstellingen van Orkater, De Nationale Opera en Het Nationale Theater. Kijk voor de ultieme masterlist op: theaterkrant.nl
huiswerk Via zijn Studiezalen helpt Abdelhamid Idrissi meer dan 700 kinderen in AmsterdamNoord met huiswerkbegeleiding en het bieden van een veilige omgeving om na schooltijd naartoe te gaan. Toen zijn Studiezalen dicht moesten, is Abdelhamid alle 700 kinderen gaan bellen om te vragen waar hij ze het beste mee kon helpen: hij deelde voedselpakketten en laptops uit aan de leerlingen die dit nodig hadden, en bood online huiswerkbegeleiding aan. Doneren kan via studiezalen.com
OPZIJ 2020
9
SAY WHAT?!
voorlees plezier Het Sprekend Boek, een organisatie dat via hun website boeken voorleest aan gehandicapte kinderen, is voorlopig gratis! hetsprekendboek.nl
gratis dans Het Nederlands Dans Theater deelt regelmatig gratis online voorstellingen. Je moet er wel snel bij zijn want ze zijn maar een aantal dagen beschikbaar, dus volg het NDT op instagram op @ndtdance, op Twitter op @NDTDance of via hun website om van de nieuwste uploads te kunnen genieten! 10
dikke pret De Voorleesexpres, een organisatie die taalontwikkeling bij kinderen bevorderd door ze te koppelen aan voorleesvrijwilligers, heeft op haar website meerdere video’s om kinderen van alle leeftijden op een educatieve manier pret te laten beleven zolang de scholen gesloten zijn. voorleesexpress.nl
hubsakee! Dat we binnen moeten blijven betekent niet dat we stil moeten zitten! De Premium accounts op werelds grootste porno website Pornhub zijn voorlopig gratis.
calm your tits Is het allemaal even te veel? Geen zorgen, want de meditatie-app Headspace heeft een speciale meditatiecollectie toegevoegd; Weathering the storm. Met deze oefeningen blijf je zen!
OPZIJ 2020
11
Interview
Voorzichtig MAATWERK
Interview
Voor Ingrid van Engelshoven (1966), minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, eindigde 2019 met een feestelijke borrel op de kamer van Mariette Hamer, voorzitter van de SER. Met vereende krachten was het quotum binnengesleept en er werd vol verwachting naar 2020 uitgekeken. Inmiddels zitten we midden in een quarantaine en is de ellende in de culturele sector bij na niet te overzien. Daar ligt dus nog een enorme taak voor de minister. Maar voor OPZIJ geen reden om de voortgang rond het quotum en aanverwante zaken te laten rusten. We spreken de minister na een lange dag in de Tweede Kamer, wat aan haar energieniveau niet is te merken. DO O R M A R IA N N E V ERH OEV EN BE E LD CORB IN O
I
n het vorige nummer van OPZIJ staat een cartoon van minister Sander Dekker, die verantwoordelijk is voor het verankeren van het vrouwenquotum in de wet. Bij onze achterban is het vertrouwen niet heel groot dat hij er veel vaart achter gaat zetten. We weten dat hij er persoonlijk tegen is, maar de uitvoering zit wél in zijn portefeuille. “We hebben daar al een aantal goede gesprekken over gehad. Geloof me, we gaan het gewoon heel voortvarend aanpakken.”
niet een hele ingewikkelde wet is. Er moeten nog wat keuzes gemaakt worden, hoe het binnen het advies van de SER dan precies juridisch ingericht moet worden. We zijn volop in gesprek over het eerste ontwerp van de wet. Je mag er vanuitgaan dat op het moment dat Dekker en ik erover praten, het ambtelijk al helemaal uit is gediscussieerd en we er echt een klap op gaan geven.”
Hoe ziet de tijdsplanning eruit? “Ik mikte en mik nog steeds op 1 januari 2021. En ambtelijk vond men dat al een snel tijdpad.”
Maar het is toch al door de Tweede Kamer geweest? “Ja, het advies van de SER wel, maar de wet moet nog behandeld worden. Er ligt een heldere uitspraak van de Kamer vóór het quotum. Er ligt nu ook een brief in de Kamer over hoe we met dat SER-advies omgaan. We gaan nu echt heel snel die wet maken, ook omdat de huidige wet afgelopen januari ophield. Dus we zitten nu in een vacuüm.”
Dus als ik het goed begrijp heeft een positief advies van de SER, dat is inmiddels geaccordeerd door de Tweede Kamer, nog bijna anderhalf jaar nodig voordat het wetgeving wordt? “Ja. Het is ook afhankelijk van hoe snel de Tweede en Eerste kamer de wet gaan behandelen. Maar we hebben zitten puzzelen en als je met een paar dingen parallel schakelt, zou het moeten kunnen. Omdat het op zich
OPZIJ 2020
13
Interview
De waarde van de stap zit voor mij ook in het feit dat je als overheid voor het eerst laat zien: ja, vrienden, als het niet goedschiks gaat, dan trekken we een lelijk instrument uit de kast – want dat blijft het.
Wat zijn de verwachtingen over hoe het gaat uitwerken in de praktijk? Want dit advies betreft alleen maar de beursgenoteerde ondernemingen. En dan ook nog alleen de raden van commissarissen. Ik ga het niet bagatelliseren, het ìs een stap, maar… “Daaronder krijgen vijfduizend bedrijven de verplichting om zichzelf een doelstelling op te leggen. De waarde van de stap zit voor mij ook in het feit dat je als overheid voor het eerst laat zien: ja, vrienden, als het niet goedschiks gaat, dan trekken we een lelijk instrument uit de kast – want dat blijft het.” Een lelijk instrument? “Ja, ik vind het een lelijk instrument. Je zou hopen dat het gewoon vrijwillig gaat. Dat iedereen het belang van een gelijke vertegenwoordiging aan de top inziet. Maar zo werkt het kennelijk niet. Er wordt niet of nauwelijks bewogen, dus komen er vanuit de politiek wel degelijk stappen. En juist omdat niemand het verwacht had, denk ik dat die kleine wettelijke stap echt impact heeft en men zich realiseert dat er serieus werk van gemaakt moet worden. “Het advies van de SER gaat ook niet alleen over vrouwen aan de top, maar over de positie van 14
vrouwen op de arbeidsmarkt in brede zin. Wil je dat het uiteindelijk goed gaat aan de top, dan moet je de pijplijn vullen. Ik denk dat er van onderop doorstroming moet plaatsvinden. Dat je moet kijken naar de positie van alle vrouwen op de arbeidsmarkt. Als ik kijk vanuit mijn brede verantwoordelijkheid voor emancipatie, dan zie je dat maar iets meer dan de helft van de vrouwen in Nederland financieel op eigen benen kan staan. Dus we hebben nog een hele weg te gaan. Daar maak ik mij zorgen over.” Dat financieel niet op eigen benen kunnen staan heeft natuurlijk ook te maken met het grote percentage vrouwen dat in deeltijd werkt. Het beeld daarover is vaak wat negatief. Ik zie in mijn omgeving echter veel dat, op het moment dat situaties veranderen – als er een scheiding is bijvoorbeeld – er probleemloos wordt omgeschakeld naar fulltimewerk. Ook omdat het met de opleiding meestal wel goed zit. Er zijn hooguit wat carrièrestappen gemist, maar veel vrouwen zijn wel in staat om voor zichzelf te zorgen. “Tegelijkertijd zie je wel: bij een echtscheiding gaan mannen er een paar procent op achteruit. Vrouwen een kwart. Gemiddeld. Dus daar zitten wel grote verschillen.” De verschillen na een scheiding bij mannen en vrouwen zijn qua inkomen bij hogeropgeleiden minder groot dan bij lageropgeleiden. “Dat klopt. Er zitten enorme verschillen in opleidingsniveau, in achtergrond, ook in culturele achtergrond. Daarom kijken wij ook samen met Sociale Zaken naar wat je kunt doen voor vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Waarbij we proberen via een traject van inburgering en taalonderwijs die vrouwen naar het beroepsonderwijs te krijgen. Zodat er een beroepskwalificatie wordt gehaald, waardoor je positie op de arbeidsmarkt versterkt wordt. Dat zijn stappen op weg naar zelfstandigheid.” Eenmaal op de arbeidsmarkt blijken de lonen van mannen en vrouwen nog steeds te verschillen. Welke rol ziet u voor zichzelf weggelegd daarin? “Uiteindelijk is het wetgeving waar collega Van Ark mee moet komen. Er ligt een initiatief in de Kamer om er wat mee te doen. Kijk, ik vind het belangrijk dat we die loonkloof dichten. Hoe je het ook wendt of keert, als jij vaker in deeltijd hebt gewerkt, heb je minder arbeidservaring. En dat weegt mee op latere leeftijd. “Waar we naar zoeken is: hoe kunnen we daar een vorm van transparantie in vinden, die niet leidt tot onnodige bureaucratische lasten voor het bedrijfsleven? Daar gaat eigenlijk vooral de discussie over. Voor welk model ga je kiezen? Maar ook hier trekken collega Van Ark en ik samen in op. Ja, we vinden dat er iets aan moet gebeuren. Ik kan nog niets over de vorm zeggen, maar dat debat gaan we zeker met de Kamer voeren. Zeker omdat daar ook een initiatief ligt.”
Interview Want als het over participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt gaat, gaat het natuurlijk niet alleen om het quotum. Er spelen veel meer factoren mee. Om de meest in het oog springende maar te noemen: goede, consistente kinderopvang. Moet dat pakket – ook met het oog op de Scandinavische landen – niet veel breder zijn dan nu het geval is? “We hebben als kabinet een breed onderzoek laten uitvoeren. We hebben ons de vraag gesteld: Nederland is kampioen deeltijdwerken, maar ook echt fors meer dan andere landen. Voor een deel ook juist in tekortsectoren. Hoe komt dat nou? Welke factoren zijn er van invloed? Soms wordt te makkelijk gezegd dat het cultureel is bepaald, je maakt mij niet wijs dat wij cultureel zo verschillen van de rest van Europa.” Kinderopvang is toch echt een hele belangrijke factor. En het beleid is – als ik de afgelopen dertig jaar bekijk – nogal wisselend geweest. Waarom is het zo moeilijk een besluit te nemen dat langer dan vier jaar houdbaar blijkt? Subsidie op kinderopvang wordt verstrekt, maatregel weer ingetrokken; kinderopvang is belastingaftrekbaar, later weer niet. Dat is niet alleen voor ouders, maar ook voor de private kinderdagverblijven niet te doen: personeel moet worden aangetrokken, om dan weer overhaast te worden afgestoten. “De prijs speelt zeker een rol en de instabiliteit. Daar ligt echt een opgave. Ik denk dat iedereen ervan doordrongen is dat dit een van de dingen is waar we het niet goed georganiseerd hebben. “Als ik het over deeltijd heb, zie ik heel snel mensen boos worden: ‘Van mevrouw Van Engelshoven moet iedereen voltijds werken.’ Maar van mij móet niks. Er is echter wel veel verschil tussen kleine deeltijdbanen en een iets grotere deeltijdbaan. We wijken af van andere Europese landen als het gaat om kinderopvang en de verdeling van arbeid en zorg. Daar zitten we in een veel traditioneler rolpatroon dan andere landen. We krijgen ook nog de discussie over het ouderschapsverlof. We hebben op dat vlak nog een Europese richtlijn die geïmplementeerd moet worden. Dat zijn belangrijke factoren waar we echt iets aan gaan doen. “Wij vinden het zeker bij het hele jonge kind belangrijk dat ook mannen de zorg oppakken. Ik ben ervan overtuigd dat als je dat doet als je kinderen heel klein zijn, je dat dan blijft doen. En het heeft zelfs later effect op mantelzorgtaken. Daar moeten we echt een systeemverandering in Nederland tot stand brengen. Er moet meer maatwerk worden toegepast. Bijvoorbeeld door roosters aan te pakken in die beroepen waar dat bij uitstek kan.” Connexion heeft dat bijvoorbeeld goed gedaan. Zij zagen aankomen dat een hele grote groep mannelijke chauffeurs binnen een aantal jaar met
pensioen zou gaan. Zij zijn toen doelbewust gaan pitchen met voorlichtingsbijeenkomsten in de provincies, speciaal gericht op vrouwen. Omdat juist zij goed naar de roosters en inzetbaarheid kunnen kijken. Maar als het gaat om roosters en maatwerk, dan biedt een baan in het onderwijs toch ook legio kansen? “Het heeft te maken met baankansen, maar ook met imago. Ik denk echt dat dat een rol speelt. Onderwijs is niet de sector van alleen maar kleine deeltijdbanen. Je kunt daar ook prachtige stappen maken. Het biedt mogelijkheden tot ontwikkeling. Dus wanneer je kiest voor de pabo, hoef je niet je leven lang op de basisschool voor de klas te staan, maar kun je later ook nog een specialisatie mbo doen. Of beroepsonderwijs. Of de onderbouw in het voortgezet onderwijs. Daar willen we meer flexibiliteit in brengen.” U heeft zich de afgelopen maanden ook hard gemaakt voor mbo’ers. Er zijn mooie stappen gemaakt, maar toch blijken mbo’ers met een migratieachtergrond moeite te hebben op de arbeidsmarkt. Met name meisjes met een Antilliaanse achtergrond. “Daar moeten we echt nog goed naar kijken. Waarom juist meisjes met een Antilliaanse achtergrond vastlopen. Dat kan te maken hebben met de opleiding die ze kiezen. Wat de cijfers overtuigend laten zien, is dat er wel degelijk sprake is van stagediscriminatie bij jongeren met een niet-westerse achtergrond. Wat je ook ziet: het gebeurt niet altijd bewust. Iedereen heeft last van onbewuste vooroordelen. “Het helpt om die discussie te voeren. En als er echt sprake is van discriminatie, kan de bevoegdheid van een leerwerkbedrijf worden ingetrokken. Het ingewikkelde is altijd dat dat heel moeilijk aantoonbaar is. En we zien waarschijnlijk daardoor dat er weinig officiële klachten worden ingediend. Ik vind het een naar en hardnekkig probleem. Men is zich er soms te weinig van bewust wat het met jongeren doet. Dan heb je je stinkende best gedaan op een opleiding en kom je er vanwege je postcode of je achternaam niet tussen.” Ziet u daar voor uzelf als minister een rol weggelegd? “Ik probeer wel om echt noodzakelijke stappen te zetten: hoe kun je het zo inrichten dat iedereen kan meedoen? Dat betekent dat je soms groepen teleurstelt, die vinden dat het te langzaam gaat. Maar je moet ook draagvlak en meerderheden hebben.Het is af en toe heel voorzichtig manoeuvreren.” Is dat zo? Moet u in het kabinet voorzichtig zijn? Denkt u nooit: ik kan er nu een keer keihard in, zodat er een versnelling tot stand komt? Als je het quotum toch maar weer even als voorbeeld neemt: als iedereen blijft polderen, dan zijn we er over OPZIJ 2020
15
Interview zeventig jaar nog niet. “Ik vind het een mooi voorbeeld. Daarom ben ik er ook heel hard ingegaan voor dat quotum. De eerste keer dat ik erover begon keken heel wat mensen me vragend aan en ik zag ze denken: ‘Dat haalt ze nooit’. Het heeft me veel gepolder gekost om een meerderheid voor elkaar te krijgen. Maar ook hier zien we…” Maar in het kabinet was die meerderheid er niet. Anders had u na het advies van de SER en het SCP in het kabinet al dat besluit kunnen nemen. “Politiek is kijken hoe je aan een meerderheid kunt komen. We hebben niet voor niets advies aan de SER gevraagd. Je weet, als de SER met een advies komt dat gedragen wordt door werkgevers, dan heeft dat voor sommige partijen toch wel een zware betekenis.” Daar heeft Mariette (Hamer, voorzitter SER – red.) heel hard voor gewerkt, en daar heeft ze dan ook de Joke Smitprijs voor ontvangen. “Dat heeft ze geweldig goed gedaan. Maar het is ook echt stap voor stap kijken: hoe kan ik partijen hierin meekrijgen? En ja, met D66 als progressieve partij in het kabinet moet je kleur durven bekennen. Maar je moet ook kijken hoe je draagvlak kunt krijgen. Als je echt iets voor elkaar wilt krijgen, moet je ook over je schouder kijken: krijg ik voldoende mensen mee om die ene stap te zetten?”
Als ik het over deeltijd heb, zie ik heel snel mensen boos worden: ‘Van mevrouw Van Engelshoven moet iedereen voltijds werken.’ Maar van mij móet niks.
Waar bent u het meest trots op? “We hebben natuurlijk het regenboog stembusakkoord. En het quotum, omdat a: niemand had gedacht dat dit kabinet ermee zou komen. En b: omdat het voor het eerst is dat in Nederland echt zo’n stap wordt gezet en er een sanctie op staat. Ik vind dat wel echt een stap vooruit.” Dan zit je wel in een kabinet met een premier die gewoon gezegd heeft dat er niet voldoende goeie vrouwen te vinden zijn. Terwijl zijn eigen mannelijke ministers de grootste brekebeentjes blijken te zijn. “Hij heeft dat gezegd. Ik weet ook dat we bij de dag van de installatie van het kabinet samen bij Radio 1 zaten en dat ik hem daar toen voor op de vingers heb getikt. Niemand komt nog met het excuus “we kunnen ze niet vinden”. Ik heb ook van Feike Sijbesma geleerd, die zei: ‘Als iemand aankomt met een lijstje waar geen vrouwen op staan, gewoon terugsturen.’ Dat doe ik nu ook weleens. Dan zeg ik: dit gaan we overdoen.” Zijn er dingen waar u spijt van heeft tijdens uw ministerschap? Of die u anders gedaan zou hebben? Jeetje. Ik heb weleens ergens woorden gebruikt waarvan ik achteraf dacht, die had ik beter anders kunnen kiezen. Maar op inhoud…” Te ongenuanceerd? “Ik heb eigenlijk niet zo heel veel spijt van de afgelopen periode. Er zijn dingen waarvan ik zeg: daar heb ik ambitie. Als ik het alleen voor het zeggen had, had ik het misschien ook wel anders gedaan.” Wat zijn uw persoonlijke ambities na dit ministerschap? “Jeetje. Voorlopig zitten we nog ruim een jaar voor de verkiezingen.” U bent optimistisch over het uitzitten van de termijn van dit kabinet? “Ja.” Zolang de angst voor Forum zo groot is, dat iedereen bij elkaar blijft… “Het heeft niet alleen daarmee te maken. Maar er liggen nog hele grote opgaven. Er is nog ruim een jaar te gaan. Ik heb mezelf voorgenomen om komende zomer goed na te denken: wat ga ik hierna doen?” Het leiderschap D66 lonkt? “Ik ga deze zomer goed nadenken over wat ik hierna ga doen.” Maar u blijft toch wel in de politiek? “Ook dat weet ik niet.” Zou u, net als Merel van Vroonhoven (oud-
16
Interview bestuursvoorzitter van de Autoriteit Financiële Markten – red.) het onderwijs in gaan? “Ik weet niet of het verstandig is mij voor een klas te zetten.” Zetten we in al voor het volgende kabinet in op een eerste vrouwelijke premier? “Ik zou het heel goed vinden als er een vrouwelijke premier komt, omdat ik ook echt geloof dat het van betekenis zou zijn voor de positie van heel veel vrouwen. Het is toch gek dat het in een land als Nederland niet zou kunnen? Ik voel dat een groot deel van ons land daar ook aan toe is. En ik kan me voorstellen dat het een verademing voor de politiek is. Dus ik hoop het van harte. Van welke partij het ook zou zijn. “Ook voor heel veel jonge meisjes, vrouwen, die nu op school zitten, is het belangrijk. Het zijn toch van die symbolische posities waarvan je denkt: dat kan dus in dit land. Ik zeg het weleens tegen ceo’s, vooral in de technische sector, die zeggen: we willen meer vrouwen in techniek. Ja ja, maar ik zie daar vervolgens alleen maar mannen aan tafel zitten. Misschien moeten zij zich ook eens afvragen wat dat voor uitstraling heeft op jongere vrouwen. Die denken: dat is niet een sector waarin ik welkom ben. Dus ja, een vrouw als premier zou enorm van betekenis zijn.” U heeft een dochter, wat doet zij? “Ze is eerstejaars student Cognition, Language & Communication. Een tweetalige combinatie van gedragswetenschappen en datascience in Amsterdam.” Wat vindt ze van uw rol als minister? “Ik was al heel lang wethouder. Een kind groeit daarin mee. Ze is daar heel nuchter in. “Mam het is jouw baan, niet de mijne.” We hebben daar bewuste afspraken over gemaakt. Ze is ook nooit in beeld. En ze vindt het ook heel fijn dat ze een andere achternaam heeft. Tegelijkertijd merk ik ook dat ze er heel trots op is. Ze is in het weekend weleens thuis, maar we zoeken elkaar ook op als ik in Amsterdam ben.” Heeft u daar wel tijd voor? “Nou ja, ik ben ook minister van Cultuur. Ik ben daardoor weleens in Amsterdam. Dat is nu vanwege corona jammer genoeg anders, want er zijn minder culturele evenementen. Maar dan is het heel gezellig om even samen te eten. Je hebt bovendien een heel ander gesprek met je kind dan wanneer het nog thuis woont. Meer gelijkwaardig. En als ze een weekend thuis is, doe ik ook m’n best om lekker voor haar te koken.” Even iets heel anders: zeventiende eeuw of Gouden Eeuw? “Het mag van mij de Gouden Eeuw heten, maar het is goed dat we mensen vertellen waar het goud verdiend werd. En dat er een zwart randje aan zat.”
Er moet meer maatwerk worden toegepast. Bijvoorbeeld door roosters aan te pakken in die beroepen waar dat bij uitstek kan. Gaat u nog aan de slag om meer vrouwen in de geschiedeniscanon te krijgen? “De canoncommissie doet in volstrekte onafhankelijkheid haar werk. Daar kunnen we weinig aan doen.” U bent opgegroeid in België en vervolgens heeft u in uw studententijd in Nijmegen voor D66 gekozen. Hoe kwam dat zo? “Hans van Mierlo.” Het was een crush! “Haha, nee hoor. Hans gaf in 1985 bij zijn comeback in de politiek een gastcollege in Nijmegen. Dat vond ik zo’n ongelofelijk goed verhaal. Toen dacht ik: dit is míjn verhaal. Bij de uitgang van het college ben ik lid geworden en ik ben nooit meer weggegaan. Ik voel me er nog steeds meer dan thuis.” Eind dit jaar, als wij weer de OPZIJ Top 100 van meest invloedrijke vrouwen publiceren, staat u dan op nummer 1? “Volgens mij moet ik daarvoor heel hard werken aan dat quotum en een goed verhaal rondom deeltijdwerk hebben. Mijn focus ligt de komende tijd ook zeker bij het onderwijs. Wat ik voor de emancipatie een belangrijke stap vind, is het wetsvoorstel over de positie van mbo’ers. Die zijn straks gewoon ‘student’ voor de wet. Je kunt zeggen: what’s in a name. Maar dat zegt soms heel veel. Ik vind mensen die ongelofelijk goed een vak kunnen uitoefenen, net zo waardevol als iemand met hele goede hersenen. De emancipatie van de mbo’er is iets waar ik echt met hart en ziel voor ga.” O OPZIJ 2020
17
IN LONDEN
18
Open doek De gruwelijke ironie van Boris Johnson achter een spreekgestoelte dat gesierd is met de woorden 'Save the NHS'. Wat in theorie gratis gezondheidszorg zou moeten zijn, is in praktijk steeds onwerkbaarder, ontoegankelijker en minder adequaat door Torybezuinigingen en toenemende privatisering. OPZIJ-redacteur Lisette Alberti woont in Londen en komt net als de rest van de Londenaren haar huis niet of nauwelijks uit. Maar ze deelt haar verbazing met ons. D O O R L ISETTE ALBERTI
OPZIJ 2020
19
S
ave the NHS' is al jaren een leus van de tegenstanders van de conservatieven. Extra cru dus dat het kabinet, dat in 2017 nog juichte in het Lagerhuis toen loonsverhoging voor verplegers van tafel werd geveegd, nu onder datzelfde motto een hart probeert te tonen voor de medewerkers van de door hen uitgeklede gezondheidszorg ten tijde van crisis. Om maar een voorbeeld te noemen: het nu zo cruciale aantal ziekenhuisbedden is de afgelopen dertig jaar flink teruggeschroefd. Waren er in 1990 nog 300.000 ziekenhuisbedden, nu is dat nog maar de helft. De bedoeling was meer zorg buiten de ziekenhuizen om te gaan bieden. Tegelijkertijd wordt er steeds meer beroep gedaan op diezelfde ziekenhuizen. Dat komt deels door het stijgende aantal mensen dat afhankelijk is
20
Open doek
van de NHS, maar vooral door de snel vergrijzende bevolking. Onder normale omstandigheden zijn deze cijfers al ongemakkelijk. Tijdens een pandemie zijn ze dodelijk. Na weken gewaarschuwd te zijn voor de gevolgen van zijn te laconieke aanpak, gooide Bojo het roer compleet om. Engeland ging in lockdown. Inwoners wordt gevraagd nog maar één keer per week naar de supermarkt te gaan, binnen te blijven tenzij dringend buitenshuis een appel op een instantie moet worden gedaan en al het contact met meer dan twee mensen tegelijk op te schorten. Pubs, restaurants en alle andere niet-essentiële winkels zijn gesloten. Politie mag samenkomsten van meer dan twee mensen uit elkaar halen en op de bon gooien. Binnen blijven, binnen blijven, binnen blijven. Boris, inmiddels zelf geïnfecteerd met COVID-19, zette vanuit zijn quarantaine op Number 10 zijn
werkzaamheden op afstand voort. Totdat hij in het ziekenhuis werd opgenomen. “I shook hands with everybody,” zei de premier begin maart nog over een bezoek aan een ziekenhuis waar meerdere patiënten met COVID-19 behandeld werden. “Maar maak je geen zorgen,” vervolgde hij, “ik heb mijn handen gewoon gewassen.” Deze gezondheidscrisis legt een vinger op de zere plek: de Britse samenleving wordt nog altijd geregeerd door een streng afgebakende sociale verdeling en de elite aan de top van deze ladder. Binnenblijven is voor veel mensen in de hoofdstad, lockdown of geen lockdown, geen optie. Al betekent dat dat ze, onderweg naar werk, de vieze handrail in de rode dubbeldekker- bus moeten vastpakken om zichzelf naar het bovenste deel te hijsen. De realiteit voor steeds meer mensen is: geen bus is geen baan is geen geld. Voor hen is thuiswerken geen optie.
Het verschil tussen arm en rijk neemt in Londen al jaren met een gestaag tempo toe. Van oudsher arme buurten veranderden in yup-hubs met koffietentjes, ambachtelijke bakkerijen en hippe pubs. De oorspronkelijke bewoners zijn gedwongen de buurt te verlaten door steeds hoger wordende huren, terwijl de lokale supermarktjes worden vervangen door duurdere ketens. Zij die het financieel niet bij kunnen benen, verlaten de stad. Zij die een verhuizing niet kunnen betalen, zijn gedwongen te blijven op een plek waar ze steeds minder kunnen. Zij met het meeste geld blijven over. In Engeland zijn de sociale klasses nog altijd duidelijk verdeeld met winners en losers, met haves en have-nots. Het is aan Bojo om vanuit Downing Street ook de have-nots te beschermen ondanks de rigide sociale verdeling, het gebrek aan adequaat leiderschap en desastreuze bezuinigingen in de gezondheidszorg. Anders zal brexit niet de grootste smet op zijn blazoen zijn. O
Keep calm and carry on. OPZIJ 2020
21
De OPZIJ Tafel
vernietigende kracht van de roem Arielle Veerman was bijna twintig jaar getrouwd met Joost Zwagerman, die in 2015 een einde maakte aan zijn leven. Over hun huwelijk en de tijd die volgde op hun scheiding en zijn dood, schreef ze de indringende autobiografische roman ‘De langste adem.’ In haar boek onderzoekt ze hoe het mis is gegaan tussen hen en daarbij snijdt ze ook feministische thema’s aan. Zo schrijft ze dat Joost verwachtte dat zij als ‘schrijversvrouw’ haar leven in dienst stelde van het zijne. OPZIJ praat met Christien Brinkgreve (70), Madeleijn van den Nieuwenhuizen (28) en Arielle Veerman (56) naar aanleiding van haar boek over de man–vrouwverhouding in deze tijd. DO O R A L IES PEGTEL
22
De OPZIJ Tafel
Christien Brinkgreve (1949) is emeritus-hoogleraar sociologie en vrouwenstudies. Ze publiceerde toonaangevende boeken, waaronder ‘Margriet weet raad’: gevoel, gedrag, moraal in Nederland 1938-1978 en Wie wil er nog moeder worden? Ze is sinds kort de ad interim voorzitter van de raad van toezicht van kennisinstituut voor emancipatie Atria. Ze is getrouwd en heeft twee kinderen.
W
e hadden afgesproken om elkaar bij Arielle thuis in Amsterdam te treffen. Maar dat was nog voordat de corona-epidemie ons dwong om sociaal contact te vermijden. Madeleijn die in New York woont, maar in Nederland is gestrand door toedoen van het corona-virus, drong erop aan om elkaar niet live te ontmoeten. Ze mailde dat ze het vervelend vond om ‘de partypooper’ te zijn, maar konden we dit niet anders organiseren? En natuurlijk, we hebben het gesprek digitaal gevoerd. Arielle, je hebt een bijzonder boek geschreven, ook omdat je een inkijkje geeft in hoe een huwelijk tussen twee hoogopgeleide partners kan uitmonden in een klassieke
taakverdeling. Joost en jij kregen drie kinderen, maar hij liet de zorg vooral aan jou over. Hij vertrok dagelijks naar zijn aparte werkkamer elders in de stad om daar tot diep in de nacht te schrijven. Na de geboorte van de derde stopte je met werken. Kan je beschrijven hoe dit proces verliep? Arielle: “Joost en ik kenden elkaar vanaf ons zestiende van de middelbare school in Alkmaar. Toen we elkaar jaren na ons eindexamen opnieuw ontmoetten in 1991, was Joost inmiddels schrijver. Ik had in Italië kunstgeschiedenis en restauratie gestudeerd en had daar ook gewerkt. Aanvankelijk werkten we beide hard; hij als schrijver, dichter en publicist, ik als restaurator van schilderijen. Het begon te veranderen toen we kinderen kregen. Ik wilde graag kinderen, Joost stemde in. In 1995 werd onze oudste zoon geboren. Gaandeweg werd zijn instemming een gezin te stichten aan voorwaarden gebonden, afhankelijk van het niveau van onze werkzaamheden: zíjn werk was een missie, mijn werk was gewoon werk. Ik moest hem voor laten gaan.” En dat sprak je niet tegen, Arielle? Jij had een eigen opleiding, expertise als restaurator, waarom vond Joost het vanzelfsprekend dat jij dit allemaal overboord gooide? Arielle: “Joost wilde niet dat de kinderen hem in de weg gingen staan in praktische zin. En omdat ik goed begreep waar hij mee bezig was als kunstenaar, en omdat ik bewondering heb voor de eigenschappen die daarbij horen- de autonomie, scheppingsdrang, het talent - heb ik zijn opstelling gaandeweg geaccepteerd. Het was dus een ‘kunstenaarshuwelijk’ en daar gelden toch wat andere regels: de kunstenaar staat voorop. Het creatieve proces vroeg veel vrijheid en tijd van Joost zodat ik me steeds meer ben gaan richten op de verzorging en opvoeding van de kinderen. Overigens vind ik het moederschap een OPZIJ 2020
23
F O T O M I C H I E L VA N N I E U W K E R K
Arielle Veerman (1963) is kunsthistorica en restaurator. Ze was bijna twintig jaar getrouwd met schrijver Joost Zwagerman. Over hun leven samen, hun daaropvolgende scheiding en de eerste acht dagen na zijn zelfgekozen dood schreef ze De langste adem. Met Joost kreeg ze drie kinderen. Ze is gescheiden en heeft een relatie.
ideaal is dat een schrijversvrouw of -man de taak op zich neemt om faciliterend, ondersteunend en raadgevend te zijn, opdat het talent zich zonder belemmeringen ontplooit.”
niet altijd makkelijke, maar zeer bijzondere ervaring.” Is dit herkenbaar? Christien: “Ik begrijp het wel het omdat ik het ook bij zoveel andere relaties heb zien gebeuren, maar ik begrijp het ook weer niet. Ik heb zelf in elk geval al jong bedacht dat ik een ander leven wilde dan het huisvrouwbestaan van mijn moeder. Dat vond ik veel te beperkt en eentonig. Ik voelde ook altijd dat zij eigenlijk een ander leven had gewild, achter al die inzet voor ons, de toewijding aan mijn vader. De valkuil van de toewijding, de valkuil van het zelf verdwijnen in de zorg voor de ander.” Arielle: “In mijn geval, als we het hebben over een schrijversvrouw, zou een gescheiden taakverdeling niet voor problemen hoeven zorgen, mits de partner met ‘het talent’, erkentelijk en betrouwbaar is. Het 24
Je hebt het over schrijversvrouw of -man Arielle, maar naar mijn weten zijn er geen mannen die hun leven wijdden aan de schrijfcarrière van hun vrouw. Christien: “Er zijn er wel een paar, maar ze zijn op de vingers van één hand te tellen. Ik denk aan de man van Iris Murdoch, John Bayley, of aan Leonard Woolf, de man van Virginia. Ze waren hun vrouw zeer toegewijd, stimuleerden hun talent, voor zover ik weet natuurlijk.” De meeste mannen lijken toch moeite te hebben met het leven aan de zijde van een beroemde vrouw. Neem de man van de Amsterdamse burgemeester Femke Halsema, Robert Oey, die in NRC Handelsblad zijn behoefte aan autonomie ventileerde. Toen er problemen met hun zoon speelden, koos hij voor zichzelf, vertelde hij. “Femke zei: ‘Ik wil dat je terugkomt.’ Dat heb ik niet gedaan. Ik ben nog twaalf dagen in Bangkok gebleven. Ik heb het weggestopt en heb me volledig op m’n werk gestort daar. Ik heb gedacht: ik zie wel wat ik straks aantref thuis.” Christien: “Ik vond dat vrij schokkend om te lezen. Voor mannen - gelukkig niet voor alle - is het blijkbaar moeilijk om in de schaduw van hun vrouw te staan. Ook voor mannen die voor vrouwenemancipatie zijn. Dat vond ik eerst moeilijk te begrijpen, maar ik besef dat verlies van plaats en positie als pijnlijk kan worden ervaren. Daar kan je verontwaardigd over zijn, maar inzicht in wat dit voor mannen kan betekenen, hoeft je niet zwakker te maken. Juist niet. Het kan je slagvaardiger maken. Als je maar niet als missie hebt in al zijn behoeften te voorzien. Arielle: Precies. Je kan je inzetten voor de ander maar
De OPZIJ Tafel je moet je niet gaan vereenzelvigen met andermans identiteit. Als het goed voelt, als je erkenning krijgt en je je eigenheid behoudt, kunnen beiden ervan groeien. Maar als je inzet als vanzelfsprekend wordt ervaren, en er achteloos mee wordt omgesprongen dan worden je inspanningen frustraties, en monden ze uit in een zwoegende onderdanigheid. De liefde is dan eigenlijk weg.” Christien herken jij iets in Arielles verhaal? Christien: “Ik herken hoe in de luwte staan ook veiligheid kan bieden. Dat een man alle ruimte opeist en dat je daar geen verweer tegen hebt. Maar ik voelde me een gewaarschuwd mens en wilde hoe dan ook aan het beperkende leven van mijn moeder ontsnappen.” Arielle: “Die waarschuwing had ik ook, maar tegenstrijdiger. Mijn moeder stimuleerde ons wel dingen te doen, maar ontmoedigde bijvoorbeeld dat mijn zus en ik daarbij onze eigen wil uitten. Volgens haar mocht je als vrouw alleen iets aanpakken als het je werd aangereikt. Als het je niet werd aangeboden, diende je ervan af te zien. Je moest de dingen leren accepteren zoals ze waren, berusten in je lot. Daar schuilt volgens die ethiek een grote schoonheid in, want conflicten worden zodoende vermeden. Ik heb als meisje de duidelijke richtlijn meegekregen: een vrouw veroorzaakt geen conflicten.” Madeleijn: “Maar waar mijn oma, geboren in 1923, kon berusten in haar ondergeschikte positie omdat het nou eenmaal was zoals het was, zie ik nu nog vrouwen van mijn leeftijd berusten in echo’s van genderongelijkheid, maar dan onder de noemer ‘vrije wil’ of ‘voorkeur’.”
zijn, is het daarom van extra groot belang dat we elkaar verhalen vertellen die deze patronen in kaart brengen. Daarom is Arielles boek zo belangrijk.” Arielle: “Voor kinderen zorgen kan een vrije keuze zijn. Maar ik denk dat het beste is als beide partners werk en zorg combineren. Toen de kinderen klein waren, heb ik mijn werkzaamheden op een te laag pitje gezet. De financiële afhankelijkheid die er toen ontstond, heeft de zaak geen goed gedaan.” Christien: “Ik wilde economisch zelfstandig zijn, niet die afhankelijkheid van mijn moeder. Daarin was ik vastbesloten, en dat is me ook gelukt. Ik had het geluk dat er net voorbehoedsmiddelen waren, en ik met mensen omging die me stimuleerden in mijn werk.” Arielle: “Uiteindelijk is onze taakverdeling ons ook erg in de weg gaan staan. We raakten er volstrekt in bekneld. Joost voelde steeds meer de druk om de weg naar boven moeten beklimmen en geld te verdienen. Voor mij werd de uitzichtloosheid, het gebrek aan erkenning voor wat ik deed, en vooral het opgeven van mijn eigen identiteit door me telkens te moeten profileren als ‘de vrouw van’ erg onbevredigend. Met een depressie tot gevolg, zoals ik beschrijf in mijn boek.” Madeleijn: “Je bent toch altijd een beetje de sfeer-verpester als je vrouwen vraagt of ze het ook ‘heerlijk’ vinden om economisch afhankelijk te zijn – wat overigens volgens recent onderzoek voor zestig procent van de Nederlandse vrouwen geldt. Daarnaast werkt de genderongelijkheid ook andersom. Werkgevers trekken eerder afkeurend hun wenkbrauwen op wanneer mannen opperen om parttime te gaan werken. Uit films en reclames valt geregeld op te maken dat vaders zulke grappige, stuntelige (lees: onnatuurlijke) ouderfiguren zijn. Ik denk dat sommige vrouwen die ideeën ook hebben geïnternaliseerd, die menen dat hun mannelijke partner inderdaad inherent minder goed is in het uitoefenen van zorgtaken.”
ARIELLE: In 1995 werd onze oudste zoon geboren. Gaandeweg werd zijn instemming een gezin te stichten aan voorwaarden gebonden, afhankelijk van het niveau van onze werkzaamheden: zijn werk was een missie, mijn werk was gewoon werk.
Kan je dit toelichten Madeleijn: wat bedoel je met ‘echo’s van genderongelijkheid’? Madeleijn: “Vrouwen vandaag de dag plukken de vruchten van terecht vergaarde rechten uit de afgelopen decennia. Toch zie je echt nog residuen van ongelijkheid die doorwerken. Keer op keer hoor ik Millennial-vrouwen om mij heen benadrukken dat ze “het zo heerlijk vinden lekker met de kindjes te kunnen zijn”. Het parttime werken of thuismoederschap wordt in mijn ervaring consistent verdedigd als vrije keuze in plaats van als een historisch patroon dat voor een belangrijk deel voortkomt uit geënsceneerde politieke en economische genderongelijkheid. In onze individualistische maatschappij waarbij we doen alsof we vrije actoren
Christien had jij als hoogleraar het gevoel dat jij maatschappelijk gezag afdwong, en schuurde jouw eigen carrière niet met die van jouw echtgenoot? Christien: “Schuren is hier een goed woord, het zijn die kleine ongemakkelijke gevoelens als je meer ruimte inneemt dan vrouwen gebruikelijk doen. Dat ongemak komt van buiten als een vriend van je man je een ‘tank’ noemt als je net een bevlogen lezing hebt gehouden. Dat OPZIJ 2020
25
De OPZIJ Tafel maakt kopschuw en onzeker. Maar het komt ook van binnen: die behoedzaamheid om niet te enthousiast te zijn over je eigen dingen. De angst dat de ander zich dan verpletterd voelt. Waardoor je thuis meer een schutkleur hebt dan in het publieke domein van het werk. Arielle: Ik ontleende een deel van mijn identiteit aan de status van Joost. Maar ik ben daar niet gelukkig van geworden. Na mijn scheiding werd ik hard teruggeworpen op degene die ik zelf was, en dat voelde uiteindelijk als een enorme opluchting. Ik was daarmee uit zijn schaduw gestapt, uit de aan mij opgelegde beperkingen van zìjn roem en talent. Ik bleek zelf ook iemand te zijn en hervond mijn eigen ambities.” Madeleijn: “Ik las Arielles boek en schrok van de nauwgezette omschrijving van wat zowel een liefdevolle als een ongelijkwaardige relatie was. Het klinkt gek misschien, maar ik vond het dus op een bijna perverse manier verfrissend om in detail te lezen hoe oprechte liefde en geluk, niet uit kunnen sluiten dat een verhouding fundamenteel ongelijkwaardig en problematisch wordt. Ik realiseerde me dat daar eigenlijk bar weinig non-fictie over wordt geschreven, terwijl het volgens mij veel voorkomt.” Christien: “Ik denk dat het een tijdlang vanzelfsprekend kan zijn, die toewijding aan je man, maar als je beseft hoe ver je daarin gaat en hoe je zelf erin verdwijnt, kan je schrikken dat je het zover hebt laten komen.”
pijnlijk als je ziet hoever je daarvan af bent gedreven. Madeleijn: “Het huwelijk van Arielle en Joost duurde vele maanden langer dan mijn relatie met de professor, maar haar boek herinnerde me aan mijn hopeloze gevoel dat ik was blijven investeren in de relatie terwijl de houdbaarheidsdatum allang was verstreken. Zoiets als dat je na veertig minuten furieus in de wacht staan bij een klantenservice je toch minder snel ophangt dan in de eerste vijf minuten, terwijl je weet dat je dat eigenlijk meteen had moeten doen. De pijn zit hem deels in het erkennen van je eigen miscalculatie.” Arielle: “Het is natuurlijk een cruciaal verschil als je op een gegeven moment kinderen hebt. Een gezin is de vesting waarbinnen zich de ongelijkheid voltrekt, maar die ook bescherming en veiligheid biedt, zoals Christien zegt. Vanwege de kinderen probeer je het langer tot een goed einde te brengen. Die schaamte dat ik het te lang zou hebben volgehouden, ken ik daarom niet.” Madeleijn: “Ik ben ervan overtuigd dat er iets prachtigs zit in toewijding, in samenwerken, in dienstbaar zijn in zekere zin. Maar dan moet het wel in een gezonde balans zijn, wederkerig voelen. Het is lastig om te ontrafelen welke rol gender hierin precies speelt. Ik denk bijvoorbeeld dat de professor het vanwege ons leeftijdsverschil logisch vond dat ik me als jongere voegde naar zijn volwassen, enigszins gestolde leven. Toen het uitging was ik bang dat ik cynisch was geworden, dat ik mezelf minder makkelijk zou kunnen geven aan iemand. Dat valt gelukkig mee.” Christien: “Een scheve machtsbalans in een relatie speelt zich veel subtieler af dan gebod of verbod of openlijke strijd. Je doet het zonder erbij stil te staan, als vanzelf, zo werken oude patronen door. Dat gaat verder dan formele regels, dat zijn die taaie psychische processen die ondergronds doorwerken. De verwarring hierover, bij mijzelf en anderen, is interessant. Die moet je onderzoeken: waar gaat de verwarring over, welke oude beelden en patronen spelen mee, wat is de angst om oude evenwichten te doorbreken? Wat gebeurt er dan, en wat wil je vermijden?” Madeleijn: “Lastig, te meer, omdat je ook moet oppassen met paternalistisch bestempelen van andermans keuzes als problematisch kuddegedrag. Toch moeten we het erover durven hebben, het tenminste durven onderzoeken, zoals Christien zegt. En daarom probeer ik als rechtshistoricus in feministische stukken die ik schrijf, of bijvoorbeeld in de ‘Women’s March’-speech die ik dit jaar uitsprak op het Museumplein, die geschiedenis van politieke en economische kortwieking van vrouwen expliciet te maken, te benoemen. Ik merkte na afloop
CHRISTIEN: Voor mannen gelukkig niet voor alle is het blijkbaar moeilijk om in de schaduw van hun vrouw te staan. Ook voor mannen die voor vrouwenemancipatie zijn.
Een ongelijkwaardige relatie heeft vaak te maken met de historisch diepgewortelde scheve machtsbalans tussen de seksen? Madeleijn: “Dat denk ik wel ja. Ik had een tijdje een relatie met een professor tijdens mijn studie in Parijs. Ik hielp hem zo’n twintig uur per week met zijn onderzoek, onder de noemer ‘goed voor mijn cv en ervaring’. Ik leerde veel, maar kwam ook steeds minder aan mijn eigen papers en toetsen toe. Toen ik eruit stapte noemde hij me ondankbaar. In Arielles boek beschrijft ze hoe Joost in een vlaag van woede zei: ‘Je was niks toen ik je leerde kennen, ik zal zorgen dat je weer tot niks terugkeert.’ Die onrechtvaardige furie, die spookte echt nog lang door mijn hoofd. Ik voelde me intens alleen, want er zat ook schaamte bij: hoe had ik dit kunnen laten gebeuren, ik, een vrije moderne vrouw? Ik denk dat ik lang hoopte dat het een tijdelijke disbalans was, een romantische focus op het werk van de één, in berustende afwachting op het kantelen van de rollen, van de aandacht.” Christien: “Het staat natuurlijk ook in sterk contrast met het ideaal van de autonome vrouw, en het is een beetje 26
F O T O S T E FA N I E B R O E K A R T S
De OPZIJ Tafel
Madeleijn van den Nieuwenhuizen ( 1991) werkt als promovenda aan een dissertatie in constitutioneel recht en politieke geschiedenis in New York en schrijft stukken voor Vogue. Ze is oprichter van het Instagramaccount @Zeikschrift (bijna 40.000 followers) waarop ze genderstereotypering, racisme en discriminatie in de media aanklaagt. Ook is ze initiatiefnemer van de petitie die ijvert voor een standbeeld voor feministe en PvdAKamerlid Corry Tendeloo. Ze heeft een relatie.
dat veel jonge vrouwen en meiden naar me toe kwamen of een berichtje stuurden naar mijn Instagram-inbox en zeiden: ‘Wauw, het voelt als het bewijs bij een onderbuikgevoel waar ik geen woorden voor had.’ We móeten die geschiedenis blijven vertellen, juist aan jonge generaties, opdat we onszelf uit de gebaande groeven trekken, groeven die met de wettelijke uitroeiing van ongelijkheid en discriminatie zijn gaan aanvoelen als vrije wil.” Van mannen is het nog altijd geaccepteerd als zij niet kiezen voor hun kinderen, maar voor hun werk, zoals Joost deed. Hij kon gerust dagenlang in zijn werkruimte schrijven. Christien: “Ook dat is een oud patroon, vrouwen zorgen voor de kinderen. Maar daar komt wel verandering in, veel jongere vaders zorgen ook voor hun kinderen. Ik denk dat hierbij ook het gewicht van het schrijverschap
meespeelde, zoals Arielle beschrijft.” Arielle: “Ik zie nog een andere ongelijkheid. Ik krijg geregeld de vraag of ik heb nagedacht over het belang van de kinderen bij het publiceren van mijn boek. Ik denk dat moeders de rol van beschermer en trooster wordt opgelegd. Dat een vrouw ook een expliciete beschrijving kan geven van schokkende gebeurtenissen in een gezin, vindt men niet bij haar rol passen. Een moeder is de bedekker met de mantel der liefde, de verzorger van de wonden en trooster van het verdriet. Ik zou dus met mijn boek niet voor het belang van de kinderen hebben gekozen.” Christien: “Voor het verwijt dat je niet kiest voor je kinderen zijn vrouwen gevoeliger, en het wordt vrouwen ook meer verweten. Dit verwijt was ook voor mij een sluipende achilleshiel, ook als het niet expliciet gesteld werd. Ik krijg nu alweer de neiging om me daartegen te verdedigen, dat ik er wel was voor mijn kinderen, dat zij op de eerste plaats kwamen.” Arielle: “Voor mij geldt dat ook. En ook voor mijn kinderen vind ik het daarom juist zo belangrijk dat ik me nu in mijn boek uitspreek. In mijn jeugd werden vervelende gebeurtenissen gewoon verzwegen. Maar ik had veel liever gehad dat er wel over was gesproken, dat heb ik me pas veel later in mijn leven moeten realiseren, dat het zwijgen schadelijk was. Na alles wat ons is overkomen, heb ik een visie ontwikkeld op de problematiek van Joost, en ik vind dat ik hierover mag schrijven. Aan Joost is trouwens nooit gevraagd of zijn houding wel in het belang was van de kinderen. Vragen over het belang van de kinderen lijken alleen bestemd voor moeders. Maar mijn kinderen hebben de absolute vrijheid om te denken over hun vader zoals ze dat zelf willen. Overigens heb ik heel veel positieve reacties gekregen dat mijn boek eerlijk en empathisch is ‘een monument, rechtdoende ook aan Joost’. Het is dus geen afrekening, maar een zoektocht wat ons beide heeft bewogen en gedreven. O OPZIJ 2020
27
Bestel hier.
28
Voorpublicatie
EEN FRAGMENT UIT
de langste adem
Vier jaar rechtszaken waren in één klap voor niks geweest. Aan het geld dat naar de advocaten was gegaan wilde ik nu liever niet denken. Die middag ben ik alles gaan verzamelen wat ik nog van Joost in huis had aan boeken. Het beeld van hem als dode bleef zelfs na de telefoongesprekken binnenkomen. De schok die dat teweegbracht voelde nog steeds even heftig. Hij was niet alleen dood, hij liet ook dingen achter. Er waren verliezen geleden, in financieel opzicht, in aanzien, jarenlang had een deel van mijn aandacht zich gericht op dit
Ik opende het en begon te lezen. Met aandacht sloeg ik pagina na pagina om, ik groeide als het ware de tekst in, ik hoorde het hem zeggen, ik zag het hem schrijven. onbeheersbare conflict. Maar wat was zijn erfenis? De kinderen natuurlijk, die in de eerste plaats, daar zou ik hem altijd dankbaar voor zijn, maar ook zijn werk, zijn boeken.
Na een korte zoektocht lag een stapel boeken voor me. Het was lang niet alles wat hij had geschreven, dit waren veelal eerste drukken met opdrachten, voor de kinderen, voor mij. Ik begon bovenaan bij het eerste boek, een willekeurige essaybundel. Ik opende het en begon te lezen. Met aandacht sloeg ik pagina na pagina om, ik groeide als het ware de tekst in, ik hoorde het hem zeggen, ik zag het hem schrijven. Als Joost goed bezig was, als hij aan een artikel of een essay werkte, dan knalde het plezier van het toetsenbord af. De twee vingers waar hij mee typte wisten altijd razendsnel de juiste toets te vinden en die gingen dan frenetiek tekeer. Een tijd lang had hij op de tweede verdieping van ons huis zijn werkkamer gehad. Iedereen wist precies wanneer hij aan het werk was omdat het leek alsof er op afstand, met onvoorspelbare onderbrekingen, mitrailleurs werden leeggeschoten. Later schreef Joost vooral in zijn werkkamer in De Pijp, omdat het daar rustig was. De inhoud verraste me weer, hoe levendig hij schreef, hoe belezen hij was. Zijn bibliotheek was uiteindelijk enorm geworden, boekenkasten vol, gesorteerd op genre en thema, de auteurs op alfabetische volgorde. Ook had hij een enorme verzameling kunstboeken aangelegd, planken vol. Boeken die geen plek kregen bracht hij naar De Slegte. Dat waren soms recensie-exemplaren die hij toegestuurd had gekregen, maar ook aankopen werden weer van de hand gedaan. Joost las altijd meerdere boeken tegelijk, soms wel twee op een dag. En vrijwel alles wat hij had gelezen werd op de een of andere manier weer gebruikt. Het werd vermalen in zijn hoofd tot een ideeënrijke pulp waar hij dan weer betogen uit destilleerde. Met scherpe, originele ingevingen, invalshoeken die net even anders waren, met details die de personen waarover hij schreef tot leven brachten. En alles gedragen in een taal die zuiver en doelgericht, makkelijk en vaak ook geestig was en je gekluisterd hield aan het onderwerp. Ik vond zijn essays fabelhaft. OPZIJ 2020
29
Voorpublicatie Ik maakte hem mee in zijn werkproces en dat vroeg veel van mij, van ons allemaal eigenlijk. Want Joost was altijd bezig. Ik was degene die ervoor zorgde dat het huishouden gedaan werd. Dat de kleren werden gewassen en weer schoon in de kast waren gelegd. Dat de maaltijden op tafel stonden, dat de kinderen op tijd naar school gingen en op tijd werden opgehaald. Ik haalde de boodschappen. En als er huiswerk overhoord moest worden, dan deed ik dat. Daarnaast probeerde ik mijn eigen werk te blijven doen. Het was met drie kinderen een hele toer, vooral toen ze klein waren en ik overdag opvang moest regelen en later, als ik ze niet kon ophalen van school, moest er ook altijd iets bedacht worden en had ik met bevriende moeders afspraken gemaakt. Joost heeft dat allemaal aan mij overgelaten, en dat voelde soms eenzaam. Als ik thuiskwam van mijn werk stond er nog een hele dagtaak op me te wachten en moest ik schoonmaken, koken, en vaak zelfs nog boodschappen doen. Ik zorgde ervoor dat Joost zoals hij gewend was sinds de kinderen er waren rond het middaguur kon opstaan en stipt om vijf voor drie naar zijn werkkamer kon gaan. Hij kon me bellen als hij thuiskwam voor het eten, maar als hij door wilde werken kon dat ook. Als hij dagen naar ons buitenhuisje wilde omdat hij lange stukken moest schrijven of aan het Boekenweekgeschenk werkte, dan was dat geen probleem. Ik ben in dat jaar vier weken alleen met de kinderen op vakantie geweest. Omdat hij een kunstenaar was, en die ruimte had hij nodig. Maar om me na gedane arbeid op zíjn werk te storten, dat kon ik dan niet meer. Mijn bijdrage had ik al geleverd. Ik was de curlingvrouw die met een bezem de baan glad poetste en voor hem zijn schrijven mogelijk maakte. Ik wist waar hij mee bezig was, ik vond dat in grote lijnen goed, zo goed zelfs dat ik hem de ruimte gunde om zich daar dag en nacht 30
voor in te zetten. Maar Joost wilde ook dat ik alles wat hij schreef nauwgezet las, ook zijn journalistieke werk en zijn correspondentie, en hij verweet me dat ik dat niet voldoende deed. Dat was misschien wel de eerste echte barst in ons huwelijk. Omdat ik dat verwijt op mijn beurt ook had, hij verdiepte zich ook niet in waar ík mee bezig was. Al was dat wennen geweest in het begin, daar kon ik mee leven, dacht ik. Maar toen hij me ging verwijten dat ik geen goede schrijversvrouw was, voelde dat als
En toen hij me interviews van schrijvers onder de neus duwde die géén kinderen hadden, en dat als voorwaarde noemde om te kunnen scheppen, en hij keer op keer een uitspraak van Cyril Connolly begon te citeren, ontstond na jaren het idee om de boel los te koppelen. miskenning. En toen hij zijn domein steeds steviger ging verdedigen door zich misprijzend uit te laten over mijn werk, en dat ondergeschikt maakte aan zijn missie, voelde dat als gemene pijn. Het leek er steeds meer op dat ik hem met ons leven iets had aangedaan: ik had hem ‘het gezin’ aangedaan. Hij zei soms dat het gezin een ‘molensteen om zijn nek’ was, hij begon over ‘oceanen, zelfs woestijnen van tijd’ die hij miste, en die hij nodig had om te kunnen schrijven. En toen hij me interviews van schrijvers onder de neus duwde die géén kinderen hadden, en dat als voorwaarde noemde om te kunnen scheppen, en hij keer op keer een uitspraak van Cyril Connolly begon te citeren, die het boek Enemies of Promise had geschreven (‘There is no more sombre enemy of Good Art than the pram in the hall’), ontstond na jaren het idee om de boel los te koppelen. Om hem het leven te gunnen waar hij zo naar verlangde. Om weer de boeken te kunnen schrijven die hem nu werden ontzegd. Ja, langzaam dreven we van elkaar weg, onze boten werden losgekoppeld, Joost roeide straf vooruit, ik liet me meeslepen op stromen die me ergens zouden brengen. Dezelfde verschillen uit onze jeugd bleken na al die jaren nog steeds te bestaan. Ik bleef lezen totdat Sophie die middag terugkwam en uitvoerig beschreef wat ze allemaal had gezien, het was fantastisch geweest. Ik had het boek ook even weggelegd toen Elma het eten kwam brengen en bleef zitten voor een glas wijn, maar toen het weer stil was in huis las ik verder. Ik hoopte dat zijn boeken me zouden vertellen wat er was gebeurd. O
Column Sheila Sitalsing Econoom Sheila Sitalsing (1968) is freelance journalist en columnist bij de Volkskrant. Ze woont met haar man en twee kinderen in Delft.
KWETSBAAR
S
inds haar deelname aan Wie is de Mol hadden wij thuis Olcay Gulsen al in ons hart gesloten - met haar compromisloze fanatisme, haar koffer vol wie-doet-me-watensembles, haar ‘Zie ik eruit als iemand die uit Waalwijk komt?’. En toen ze dit voorjaar op Net5 begon met het programma Olcay en Huiselijk Geweld, kon ze helemaal niet meer stuk. Over dat programma, waarin Gulsen terugkeert naar haar jeugd die gedomineerd werd door een verslaafde en schizofrene vader die deuren intrapte, haar moeder mishandelde en
de zusjes Gulsen een helse jeugd bezorgde, is al veel lovends geschreven. Omdat de modewoorden ‘taboe’, ‘moed’ en ‘kwetsbaarheid’, die doorgaans voor de grootste flauwekul worden misbruikt (BN’er bekent ook weleens pindakaas rechtstreeks met een lepel uit de pot te eten), hier wél op hun plek zijn. Omdat Gulsen inzicht geeft in een kwestie van ongekende omvang: jaarlijks worden in Nederland 200 duizend volwassenen en 119 duizend kinderen slachtoffer van huiselijk geweld. Elke zes minuten komt ergens in het land een melding binnen van mishandeling thuis. Er zijn vrouwen die hun mannen in elkaar rammen en hun kinderen terroriseren, maar dat is een curiositeit; het gros van de mishandelingen gebeurt door degene met het fysieke overwicht en het meeste testosteron. In wat in de pers nog te vaak huiselijk ‘familiedrama’ wordt genoemd, alsof het om iets nieuws op Netflix gaat, zijn het veelal de vrouwen en de kinderen die worden doodgeschoten, doodgeslagen of gewurgd. Toen het programma gemaakt werd, had Net5 natuurlijk niet kunnen bevroeden dat de timing van uitzending perfect zou zijn. Aan het begin van de coronacrisis die zou uitmonden in een massale burgeropsluiting. Waardoor mishandelde vrouwen nu ‘opgesloten zitten met hun cipier’, zoals de Italië-correspondent van NRC Handelsblad het formuleerde in een verhaal over de Italiaanse hulplijn voor mishandelde vrouwen die na de ingang van het Italiaanse uitgaansverbod onrustbarend weinig telefoontjes meer kreeg: de vrouwen konden niet meer bellen, nu hun man 24 uur per dag thuis was. In Nederland buigen gemeenten zich over de kwestie. Den Haag en Eindhoven openen meer plekken voor mishandelde vrouwen, nu door het gedwongen thuiszitten het thuisgeweld stijgt. Hulpverleners zinnen op een list om in contact te blijven. Gulsen zegt dat de schaamte het ergste was. En dat de grootste hulp en verlichting niet kwam van de politie, maar van nieuwe buren die simpelweg gingen aanbellen om te vragen hoe het ging. Elke keer als er lawaai was. Gulsen mocht er spelen als het thuis uit de hand liep. Dat is ook in quarantainetijden niet verboden: aanbellen, vragen hoe het gaat, een veilig speelhol bieden. Kan prima met anderhalve meter afstand ertussen. O OPZIJ 2020
31
Zusterschap
32
Zusterschap
Ook dit jaar werd Internationale Vrouwendag weer volop gevierd. Mensen kwamen in groten getale naar Amsterdam om op te komen voor de rechten van vrouwen middels een groot protest op deze bijzondere dag die in 1911 officieel in het leven werd geroepen, maar waarvan de oorsprong twee jaar eerder ligt. D O O R N IN A KLAASSEN
O
p 8 maart 1908 protesteerde een groep vrouwen in New York tegen de arbeidsomstandigheden in de textielindustrie. Een jaar later kwam het initiatief van de Duitse socialist en activist Clara Zetkin om voortaan op 8 maart Internationale Vrouwendag te vieren. Maar het duurde nog even voordat het goed op gang kwam. Pas tijdens de tweede feministische golf in de jaren zestig wordt deze dag overal ter wereld gevierd. Zoals ook in Amsterdam duizenden mensen naar de Dam zijn gekomen om hun stem te laten horen. “Hoe laat is het? Solidaritijd!” en het strijdlied Power tot the people, cause the people got the power! galmt het door de straten. Een stoet vol mensen met felgekleurde protestborden, regenboogvlaggen en heel veel energie
en strijdkracht. Mensen hangen uit ramen, maken foto’s langs de zijkant of stoppen om de stoet voorbij te zien trekken. Een oudere vrouw weet vooral veel bekijks te trekken. Met een grote glimlach op haar gezicht steekt ze haar vuist in de lucht. Onder luid gejuich van de marchers. Ze blijft de rest van de tijd dat de stoet zich voltrekt zo staan. Iedereen die passeert juicht haar toe en zij zwaait enthousiast terug. Opvallend is de overdaad aan spandoeken en protest-borden. Op felgekleurde borden staan feministische leuzen die vervolgens luidkeels door de dragers worden verkondigd. Een paar mensen presenteren zelfs een heus kunstwerk. Een protestbord in de vorm van een vulva met de tekst ‘Vulva La Résistance’ is een
van de opvallendste. Sommige zijn stevig in elkaar getimmerd, andere protesten staan op oude verhuis- of pizzadozen. Ondanks dat het koud en regenachtig is en het coronavirus ook in Nederland zijn weg heeft gevonden, is het druk in de straten van Amsterdam. Het is een viering, maar vooral ook het protest over de ongelijke positie van vrouwen, LHBTQI+ en etnische groepen is voelbaar. Maar er is vooral ook veel positiviteit in de lucht. Mensen zijn vrolijk en de sfeer zit er goed in. Het is de derde keer dat de march in Amsterdam wordt gehouden. Waar vorig jaar de opkomstrecords werden verbroken, was die dit jaar iets minder groot. Exacte getallen ontbreken, maar naar schatting liepen er zo’n tienduizend mensen mee. Dat er minder mensen waren OPZIJ 2020
33
Zusterschap dan vorig jaar, betekent zeker niet dat het minder indrukwekkend of minder strijdbaar voelt. Nog voordat de march goed en wel begonnen is sweept een groep LatijnsAmerikaanse vrouwen de menigte goed op. Ze zingen uit volle borst een Spaans lijflied dat aandacht vraagt voor de zware problemen in de regio waar ze vandaan komen. In het bijzonder voor de situatie van de Mexicaanse vrouwen. Dagelijks worden er zo’n tien vrouwen omgebracht door een mannelijke dader. Met hun protest willen ze hun overheid tot ingrijpen dwingen. Het past goed bij het thema van dit jaar Right to Resist. Tessel ten Zweege (22) is een van de organisatoren van de march. Het is volgens haar, ook hier in Nederland, niet vanzelfsprekend dat we de straat op kunnen om onze stem te laten horen. “We hebben een actief politiek jaar achter de rug waarin er veel is gedemonstreerd. Maar ons grondrecht, het recht om te demonstreren is in dat jaar ook een aantal keer in de verdrukking
34
Zusterschap Betekent dat we hier samen staan dat we over alles hetzelfde denken? Dat we het over elk feministisch dossier eens zijn? Dan we ons allemaal expliciet een feminist noemen? Nee. gekomen. Voorbeelden hiervan zijn de demonstraties van Kick Out Zwarte Piet en Extinction Rebellion die af en toe niet mochten of konden demonstreren op last van de politie. Een aantal keren heeft de politie ook hardhandig opgetreden. Daar wilden we met dit thema aandacht op vestigen. Protesteren is belangrijk omdat mensen zo hun stem kunnen laten horen als ze het ergens niet mee eens zijn. Er moet ruimte en vrijheid zijn om dat te doen.” Twee mensen die vandaag hun stem laten horen zijn Carleen (27) en Floor (23). Ze zijn afgereisd uit Nijmegen om met hun zelfgemaakte spandoeken door de straten van Amsterdam te lopen. Ze lopen voor de eerste keer mee. Carleen vertelt: “Ik ben me afgelopen jaar wat meer in het feminisme gaan verdiepen en we hadden al maanden geleden besloten om mee te lopen. Soms vind ik het nog wel lastig om me een feminist te noemen. Er zijn af en toe nog dingen waarop ik me betrap dat het niet feministisch is en dan voelt het niet helemaal echt om me zo te noemen.” Maar toch willen ze deze keer allebei graag meelopen. “We hebben de spandoeken vannacht nog in elkaar gezet,” lacht Floor. Ze zijn lang niet de enigen die voor het eerst meelopen. Dit tot grote vreugde van Tessel. “Het bijzondere aan de Women’s March is dat het
zo veel mensen op de been brengt. Dat zie je bij geen enkel ander feministisch evenement. Het is een heel bijzonder gevoel om die overweldigende solidariteit te voelen als je meeloopt.” Wat opvalt is dat er ook een heleboel mannen meelopen. Sommigen lopen in organisaties mee, anderen hebben zich alleen of met vrienden gemeld. Een van die jongens is Aram (25) die met vrienden Julia (24) en Inge (24) naar Amsterdam is gekomen. “Het stoplicht staat nu nog op geel,” wijst hij naar zijn spandoek waar een groot stoplicht op staat getekend. “We moeten eraan blijven werken. Het is voor mij heel belangrijk. Ik was nog nooit eerder op een demonstratie voor vrouwenrechten en ik dacht: met 25 wordt het wel een keer tijd. Ik zou willen dat er nog meer mannen mee zouden lopen. Als er net zo veel mannen als vrouwen hier waren, dan waren we met nog veel meer geweest. Vrouwen hebben zo’n grote rol in onze maatschappij. Het zijn onze moeders, niemand was hier geweest als er geen vrouwen waren. Vrouwen worden nog steeds niet genoeg gewaardeerd door de maatschappij en dat vind ik unfair.” Tessel is blij dat er een groot aantal mannen meeloopt. “Er zijn meestal overweldigend veel vrouwen en non-binaire mensen. Maar ik zie dat mannen steeds vaker meelopen en dat vind ik heel fijn om te zien. Dat er ook steeds meer mannen zijn die ervoor kiezen om bondgenoten te zijn.” Julia benadrukt ook het belang van diversiteit. “Ik vind het heel belangrijk dat we feminisme vanuit de breedste zin gaan zien en daarin ook zorgen dat de diversiteit binnen ons land meegenomen wordt in het feminisme. Feminisme klinkt soms als een women-only game maar de hele samenleving heeft er baat bij.” Er is deze march ook een speciale Online Disability March voor mensen met een lichamelijke OPZIJ 2020
35
Zusterschap beperking die niet fysiek mee kunnen lopen. Een van de initiatiefnemers en tevens sprekers tijdens de march is Jeannette Chedda, die namens Feminists against Ableism het podium mag betreden. “Beste samenleving, ik zit hier voor jullie om mijn menselijkheid te bewijzen. Ik ben ertoe gedreven dit te doen en ik weet niet hoe ik dit anders kan doen.” Ze wijst op het feit dat er nog steeds vaak geen plek is voor mensen met een beperking, ook niet binnen het feminisme. “Modern feminisme neemt niet altijd mensen met een beperking op. We worden vaak buitengesloten, ook binnen het feminisme en activisme.” Ze richt zich ten slotte tot mensen met een beperking. “Voor de personen die moeite hebben hun hoofd hoog te houden, ik wil dat je weet dat je onderdeel bent van iets groots. Mindervalide rechten zijn mensenrechten. We hebben daar recht op.” Er is bewust gekozen voor een diverse groep sprekers. “We willen een diverse mix van vrouwen op het podium hebben, omdat het heel belangrijk is om erbij stil te staan dat de Women’s March niet alleen voor een heel specifiek soort vrouwen is, maar voor alle feministen. Intersectionaliteit en inclusiviteit zijn echt onze kernwaarden en dat willen echt reflecteren op het podium,” vertelt Tessel. Madeleijn van den Nieuwenhuizen (1992) van het mediakritische Instagramaccount Zeikschrift mocht ook haar stem laten horen. In haar speech doet ze vooral een oproep tot solidariteit. “Om te beginnen wil ik jullie vragen naar degene naast je te kijken. Degene met wie je hier bent gekomen, links, rechts, degenen die je niet kent. In gedachten naar hen die online meedoen omdat ze fysiek niet aanwezig kunnen zijn. Degenen met wie je schouder aan schouder staat of zit. Dit, dit zijn je medestanders. Dit zijn mensen die naast je staan in de strijd om gendergelijkheid. Je ziet ze niet elke dag. Je kunt hun blik niet opzoeken wanneer je ’s nachts met gejaagd hart door het park naar huis fietst; wanneer je een exotisch snoepje wordt genoemd; wanneer je diep inademt op je werk om een grap van je af te laten glijden; wanneer iemand ongewenst een hand op je onderrug legt of zegt: jij wil dit wel. “Vaak, te vaak, staan we dan alleen. Maar in gedachten staan deze mensen ook dan naast je, zoals jij naast hen staat, hier en nu. Betekent dat we hier samen staan, dat we over alles hetzelfde denken? Dat we het over elk feministisch dossier eens zijn? Dan we ons allemaal expliciet een feminist noemen? Nee. We zijn divers, we zijn verschillend, we staan op verschillende punten van bewustwording. Maar het basisstreven naar gendergelijkheid, naar gelijke behandeling en gelijke perceptie is onze leidraad. Onze meningsverschillen moeten we niet vrezen, we moeten ze onderzoeken. Ze houden ons scherp, ze houden ons wakker. Feminisme, in mijn optiek, toont zich dan ook onder andere in dat wat je doet in de afwezigheid van eigenbelang. Solidariteit 36
met de worstelingen van degene naast je is de lakmoesproef van principes.” Na het succes van deze editie van de march, is de kans groot dat ze volgend jaar weer plaatsvindt. Maar volgens Tessel is het nog wel iets te vroeg om dat te zeggen. “Maar ik verwacht het eigenlijk
Feminisme klinkt soms als een women-only game maar de hele samenleving heeft er baat bij. wel. De marches dienen ook om te laten zien dat er nog een heleboel moet gebeuren. Heel veel mensen hebben het idee dat we in een soort post-feministische wereld leven waarin vrouwen al gelijke rechten hebben en alles oké is. Maar er zijn nog zo veel misstanden die worden ondergesneeuwd. Denk bijvoorbeeld aan partnergeweld, of dat lesbische vrouwen niet over straat kunnen zonder te worden nageroepen. Dat zijn allemaal grote problemen die samen gewoon seksisme vormen en onderdrukking van de vrouw. Sommige mensen denken dan wel dat feminisme achterhaald is maar er is nog zo veel te doen.” O
Column Asha ten Broeke Asha ten Broeke (1983) is wetenschapsjournalist en auteur van Het idee M/V en Eet mij. Ze woont met haar man en twee dochters in Deventer.
GEKNUTSEL
O
p Internationale Vrouwendag was de Volkskrant niet in Amsterdam, waar duizenden vrouwen demonstreerden voor vrijheid en tegen onderdrukking, maar in het dorpshuis in Heino. Dat kan natuurlijk een legitieme keuze zijn: als levenslange provinciaal zal ik nimmer beweren dat Randstedelijke vrouwen op de krantenpagina’s voorrang moeten krijgen op hun zusters van het platteland. En het zou natuurlijk best kunnen dat de volgende feministische revolutie in het dorpshuis te Heino wordt beraamd. Helaas bleek dat niet het geval. De vrouwen aldaar volgden meditatieworkshops en knutselden. De verslaggeefster vroeg terecht wat dit te maken heeft met de strijd voor gelijke rechten. Een aanwezige creatieve cursusleidster gaf antwoord: “Dat je samen iets doet in vrijheid. Daar hoef je echt de barricades niet voor op.” Samen iets doen in vrijheid. Die woorden zetten me aan het denken. Is dat oké? Is dat een waardige herdenking van de vrouwen die aan het begin van de vorige eeuw de straat opgingen voor betere arbeidsomstandigheden en stemrecht? Die demonstreerden tegen discriminatie? Die brood en vrede eisten? Samen in vrijheid iets doen waarvoor je altijd al de vrijheid had – iets waarvoor nooit gestreden hoefde te worden, iets waarvoor geen enkele daad van rebellie nodig was – is dat genoeg? Ik denk het niet. Integendeel: wie Vrouwendag tot Knutseldag maakt, draagt bij aan de illusie dat het feminisme hier wel zo’n beetje klaar is. Maar wie dat vindt, vergeet de wijze woorden van schrijfster Audre Lorde: “Ik ben niet vrij zolang enige vrouw onvrij is, ook al zijn haar ketenen hele andere dan de mijne.” Er zijn nog zo veel vrouwen die onvrij zijn dat we juist wél de barricades op moeten. Vrouwen die minder verdienen dan mannen voor hetzelfde werk. Vrouwen die online geïntimideerd worden om hun mening. Vrouwen die geen toegang hebben tot het arbeidsrecht omdat ze sekswerk doen. Vrouwen die ziek naar huis gestuurd worden omdat de dokter denkt dat ze zich aanstellen. Vrouwen die geen
goede zorg krijgen omdat ze dik zijn. Vrouwen die met hun rolstoel niet overal kunnen komen. Vrouwen die in bittere armoede leven. Vrouwen die dwangarbeid verrichten. Vrouwen van kleur die voortdurend te horen krijgen dat ze moeten oprotten naar hun eigen land. Vrouwen die gevlucht zijn en geen asiel krijgen. Vrouwen die verplicht een nikab moeten dragen. Vrouwen die geen nikab mogen dragen. Vrouwen die geweld en discriminatie meemaken omdat ze van vrouwen houden. Vrouwen wier vrouwelijkheid ontkend wordt omdat ze geboren zijn in een mannenlichaam.
Wie Vrouwendag tot Knutseldag maakt, draagt bij aan de illusie dat het feminisme hier wel zo’n beetje klaar is Vrouwen die thuis geslagen worden. Vrouwen die geen toegang hebben tot abortus of anticonceptie. Vrouwen die genitaal verminkt zijn. Vrouwen die ‘s nachts niet over straat durven. Vrouwen die geen kort rokje durven dragen want ‘dan vraag je erom’. Vrouwen die zich verplicht voelen om een kort rokje te dragen, want je moet er wel sexy uitzien. Vrouwen die leven in een wereld waarin mannen bijna alle macht, bijna al het geld en bijna al het land bezitten. Alle vrouwen. O OPZIJ 2020
37
Interview
38
Reportage Buitenland
BERICHTEN UIT MEXICO Dit najaar zal in het Drents Museum een grote Frida Kahlo tentoonstelling worden gehouden. Daarom organiseerde dit museum begin maart een voorbereidende reis naar Mexico-Stad en OPZIJ was erbij. We zagen daar de op Wereldvrouwendag bekladde monumenten en de ingegooide ramen, die de angst en machteloosheid tegen het grove geweld tegen vrouwen zichtbaar maakten. En we ervoeren de stilte op straat toen op 9 maart de Mexicaanse vrouwen staakten, waarmee ze duidelijk maakten hoe een land stilstaat zonder vrouwen. We spraken met Margriet Leemhuis (1963), onze ambassadeur in Mexico en met María del Sol Argüelles San Millán, medeorganisator van de protestmars en de staking, maar ook directeur van Museo Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo. D O O R MA RIA N N E V ERHO EVEN
OPZIJ 2020
39
Reportage Buitenland het gevoel van onveiligheid,wat de Mexicaanse vrouwen elke dag moeten slikken. Ze lieten een spoor van graffiti, ingeslagen ramen én een gevoel van strijdbaarheid achter. Genoeg is genoeg, zeiden de tachtigduizend demonstranten in koor. “Aan de ene kant is het een hele hartelijke en aardige maatschappij, hoe kan het dan zo zijn dat er ook zo veel geweld is in dit land?” vraagt Margriet Leemhuis zich af. Leemhuis, die ons ontvangt in haar residentie, is sinds 2016 de Nederlandse ambassadeur in Mexico en Belize. “Dat vind ik nog steeds heel erg moeilijk om te begrijpen.” De Nederlandse ambassadeur, die op 8 maart via Twitter het belang van vrouwenrechten onderschreef, zegt: “Ik demonstreer niet, dat is niet mijn taak, maar ben ik wel even gaan kijken. Ik wilde gewoon zelf even voelen hoe die energie is.”
T
oen de bloedstollende moorden op de 25-jarige Ingrid Escamilla en de zevenjarige Fátima Cecilia Aldrighetti het Mexicaanse nieuws bereikten, sloeg de vlam in de pan. Ingrid, vermoord door haar vriend en van haar organen ontdaan om haar identiteit te verbloemen, en Fátima, gemarteld en verkracht voor ze om het leven gebracht werd, zijn slechts twee van de gemiddeld tien vrouwen en meisjes die elke dag vermoord worden in Mexico. Deze moorden,
Aan de ene kant is het een hele hartelijke en aardige maatschappij, hoe kan het dan zo zijn dat er ook zo veel geweld is in dit land? femicides genoemd, zijn deel van het toenemende, wijdverspreide en ernstige geweld tegen vrouwen in Mexico. Als reactie op de femicides trokken duizenden mensen op Internationale Vrouwendag de Mexicaanse straten in. Woedend om de verloren levens, de straffeloosheid, het seksisme en 40
“Er is veel geweld tegen vrouwen. Het is een gewelddadige maatschappij,” aldus Margriet. “Maar een deel van de woede kan je verklaren door de straffeloosheid. Dat flauwe liedje van Drs. P.,‘Er ligt alweer een juffrouw in het trapportaal’, dat is hier dus wel aan de hand. Er zijn hier zo veel vrouwen die met dit geweld te maken hebben, daar moeten we serieus werk van maken.” Dat doet de ambassadeur bijvoorbeeld door het Mensenrechtenfonds van Buitenlandse Zaken, waarmee ze organisaties die geweld tegen vrouwen bestrijden kan ondersteunen. Het Mensenrechtenfonds is bedoeld voor subsidieverstrekking aan organisaties, waar dan ook ter wereld, die zich inzetten voor mensenrechten. “Gewoon geld geven. We hebben geen bakken met geld, maar we kunnen wel wat doen. Er is hier helaas ook een Nederlands slachtoffer gevallen, ze is vermoord door haar ex. Die zaak is nog steeds niet opgelost.” Gelukkig kan Leemhuis als ambassadeur druk achter de zaak zetten om gerechtigheid te krijgen voor het slachtoffer en haar familie. “Het geeft mij de gelegenheid om te blijven vragen: ‘Hoe staat het er nu mee? Ik wil voor die familie dat jullie achter deze zaak en die vent aan gaan die dit heeft gedaan.’” Maar Mexico-Stad is letterlijk een stad vol tegenstellingen. Het centrum, met dure wijken en fancy restaurants en glazen hoogbouw, lijkt in niets op de rommelige wijken en gure sfeer die er in series als Narcos (Netflix – red.) wordt geschetst. De rechterhand van Leemhuis komt dan ook gewoon op haar fiets naar haar werk op de ambassade. “Ik ben zelf ook op de fiets naar die protestmars op 8 maart in het centrum van MexicoStad gegaan. Ik dacht ik kom anders nooit meer terug, want het hele openbaar vervoer lag op z’n gat.” Op maandag, de dag na het grootschalige protest, legden de vrouwen in Mexico-Stad hun werk neer. Mexico zou het één dag zonder haar vrouwen moeten doen.
Reportage Buitenland
9 maart, de vrouwen staken. De mannen poetsen de graffiti weg. OPZIJ 2020
41
Reportage Buitenland Die staking liet de Nederlandse ambassade niet onberoerd. “We hebben veel Mexicaanse vrouwen op de ambassade werken. Dus ik heb ze gevraagd: ‘Wat vinden jullie ervan?’ De vrouwen gaven aan thuis te willen blijven en natuurlijk wilde ik daaraan meewerken. Dus dat hebben we gefaciliteerd.” Leemhuis vertelt dat twee van hun Mexicaanse medewerkers in verwachting zijn, van wie een al weet dat ze een meisje krijgt. “Onze zwangere collega is hier heel emotioneel over. Zij wil voor haar dochter zó dat het beter wordt. Dat we hier veilig kunnen zijn en dat zij hier veilig over straat kan.” Leemhuis richt zich niet alleen op het helpen van slachtoffers. Samen met een groep vrouwelijke ambassadeurs maakt zij zich ook hard voor een meer systematische verandering. “We komen regelmatig bij elkaar en kiezen dan een vrouw uit die we ondersteunen en moed willen geven. Zoals de vrouwelijke voorzitter van het parlement, een senator, een minister, of een burgemeester, maar ook mensen die in het rechterlijk systeem werken.” Ondanks de verschillende initiatieven die Leemhuis ondersteunt is de schaal van het probleem precies wat het zo lastig maakt om het aan te pakken. “Dit land is vijfeneenhalf keer zo groot als Duitsland. Waar en hoe moet je beginnen? Maar goed, we willen laten zien dat de vrouwen hier niet alleen staan. Er komen dan ook steeds meer initiatieven vanuit de bevolking zelf. Er zijn collectieven die zoeken naar verdwenen vrouwen en familieleden en zij gaan letterlijk met een schepje de bergen in, omdat ze via-via gehoord hebben dat er ergens misschien graven liggen. Ze gaan dan op zoek naar een zoon, een vader of een moeder. Die mensen leven onder zo’n hoogspanning. Het werken bij zo’n collectief is natuurlijk ook niet helemaal veilig. We kunnen hen zo af en toe een veilig verblijf en wat ademruimte aanbieden via het zogeheten Shelter City Programma, waar het Nederlandse 42
ministerie van Buitenlandse Zaken mee samenwerkt. Dat is het mooie van dit werk in het buitenland: je kunt heel concreet resultaat boeken. Soms kun je, door iemand thuis uit te nodigen, zo’n persoon al een beetje bescherming bieden. Door daar even een foto van op Twitter te zetten.” Leemhuis, die nu bijna aan het einde van haar periode in Mexico staat, ziet toch verandering ten goede in het land. “Mexico was altijd, zoals Mario Vargas Llosa het noemde, de perfecte dictatuur. Het land is heel lang geregeerd door de PRI, Partido
Revolucionario Institucional, die dit land vanaf de jaren dertig nogal dictatoriaal geleid heeft. Vanaf de jaren negentig is dit land opener geworden. En zeker de laatste jaren is dankzij journalistieke en andere druk die openheid toegenomen. Dat maakt ook dat alles veel meer bespreekbaar is. Niemand kan zich meer afsluiten voor wat er gaande is,” zegt Leemhuis. Deze zomer keren Leemhuis en haar man terug naar Nederland, waar haar kinderen wonen. Zij zal dan aan de slag gaan als inspecteur van Nederlandse ambassades.
Soms kun je, door iemand thuis uit te nodigen, zo’n persoon al een beetje bescherming bieden. Door daar even een foto van op Twitter te zetten.
Shelter City Programma Shelter City is een initiatief van Justice and Peace Nederland in samenwerking met een groeiend aantal Shelter City-steden en lokale partners in Nederland en de internationale Shelter City Hubs om mensenrechtenverdedigers wereldwijd te beschermen. Deze activisten spelen een belangrijke rol in het promoten van de democratische waarden, politieke vrijheden en burgerrechten. Dit is vaak een moeilijke en gevaarlijke strijd: in veel landen worden zij monddood gemaakt, bedreigd, gearresteerd en soms verdwijnen ze of worden ze gemarteld. Als een mensenrechtenverdediger gevaar loopt, kan hij of zij zich aanmelden voor een tijdelijk verblijf van drie maanden in een van de Nederlandse Shelter Cities: Amsterdam, Den Haag, Deventer, Haarlem, Groningen, Maastricht, Middelburg, Nijmegen, Tilburg, Utrecht en Zwolle. Er is ook een groeiend aantal internationale Shelter City Hubs die tijdelijk onderdak bieden aan mensenrechtenverdedigers. In deze Shelter Cities kunnen ze hun werk in veiligheid voortzetten en op adem komen. Er worden ook trainingen gegeven om hun vaardigheden te vergroten, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid of lobby. Op Kahlo haar werk en haar betekenis als feministisch icoon komen we later dit jaar terug.
Reportage Buitenland
‘De Mexicaanse kunstenaar Monica Mayer is deel van een van de belangrijkste kunststromingen in het Mexicaans feminisme. Haar meest bekende werk heet El Tendedero. Dat betekent ‘waslijn,’ vertelt María del Sol Argüelles San Millán. María is directeur van het wereldberoemde Museo Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo en een uitgesproken en actieve feministe. We ontmoeten haar in de voormalige atelierwoning van Frida Kahlo en Diego Rivera.
“I
n 1978 heeft Mayer in het museum Museum of Modern Art hier in Mexico-Stad een El Tendedero, een waslijn opgehangen. Vrouwen konden daar met briefjes al hun ervaringen aan ophangen. Ervaringen met seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld, hoe ze zich voelen over hun thuis en het gevoel er alleen voor te staan. Nu worden er el tendederos over de hele wereld opgehangen, bijvoorbeeld in Dubai en Chili. Ze is echt een voorbeeld voor mij. Ze komt zelf uit een vrij intellectuele omgeving, maar ze weet dat andere vrouwen, met andere achtergronden, de wereld heel anders ervaren. “Monica’s werk is een ijkpunt geworden voor de feministische beweging in Mexico omdat het de dagelijks realiteit van veel vrouwen blootlegt. Door de gezamenlijke ervaring van onveiligheid, dagelijks seksisme en onderdrukking aan de Tendederos op te hangen, laten de Mexicaanse vrouwen zien dat ze het niet langer pikken. “Het was binnen de feministische beweging in Mexico lang moeilijk om de handen op elkaar te krijgen en actie te ondernemen,” aldus María. “Maar nadat er een aantal tragische en gruwelijke dingen waren gebeurd, zoals de moord op de zevenjarige Fátima, waar ook veel publiciteit omheen kwam, lukte het opeens wel.”
maakte zich nogal nadrukkelijk zorgen over de eventuele schade die zou worden aangericht. “Ongelofelijk,” aldus María. “Je maakt je zorgen over de standbeelden, maar niet over de vrouwen!? Ik was bang dat iedereen een negatieve mening over onze beweging zou krijgen door deze acties. Maar toen realiseerde ik me dat de enige manier waarop je dingen kunt veranderen is door een statement te maken. Het heeft geleid tot een open discussie en gezamenlijke reflectie.” María liep zelf uiteraard ook mee.
Dit jaar, op Internationale Vrouwendag, kwamen duizenden Mexicanen bijeen in de hoofdstad om te protesteren tegen het toenemende geweld tegen vrouwen en het tragische aantal femicides. Niet elk deel van het protest verliep even gemoedelijk; ramen sneuvelden en voorheen kale muren werden gesierd met feministische graffiti. Maar ook standbeelden en monumenten moesten eraan geloven, net als het gebouw van het Instituto de Seguridad, de gehate veiligheidsdienst. De lokale overheid OPZIJ 2020
43
Interview
Museo Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo
Dan denk ik toch weleens: ga alsjeblieft niet zo gekleed. Ga alsjeblieft niet in je eentje. Terwijl de boodschap zou moeten zijn: je bent vrij om te doen wat je wilt. “Wij waren met een groep van zo’n vijftig mensen toen we naar het protest gingen. Het was fantastisch, want je zag van alle kanten nog meer groepjes mensen komen. Het was zo’n grote opkomst! Echt heel bijzonder.” Waar politici een slaatje uit probeerden te slaan. “Rechtse politici die twitterden: ‘Wat goed dat vrouwen nu protesteren, jullie moeten zichtbaar zijn!’”zegt María. “En dat terwijl ze zich jarenlang hebben verzet tegen vrijheid van vrouwen, omdat ze bijvoorbeeld anti-abortus zijn.” De politieke orde in Mexico is nog altijd a man’s world. “Volgens de wet moet het aantal mannen en vrouwen in arbeidssituaties en besturen gelijk verdeeld zijn, maar wat er vervolgens gebeurde is dat de vrouwen uitgekocht werden. In de politiek bijvoorbeeld werden vrouwen onder druk gezet om hun plek af te staan aan een man, in ruil voor een som geld. Die vrouwen werden las 44
juanitas genoemd. Gelukkig is aan die praktijken inmiddels een eind gemaakt.” Wat volgens María nog niet is veranderd, zijn de dagelijkse verhoudingen tussen mannen en vrouwen. “Het zijn dingen die je als buitenstaander bijna niet opvallen,” vertelt María over de manier waarop vrouwen geïntimideerd worden, “maar die nu wel naar publiciteit krijgen, er wordt eindelijk over geschreven. Het is alsof er een nieuwe wereld door opengaat. Waarom zouden wij ons geïntimideerd moeten voelen op kantoor?” Dat deze verhoudingen op scherp staan, merkt ze ook aan het opvoeden van haar dochters, die inmiddels ruim in de twintig zijn. “Voor mij was het opvoeden van meisjes moeilijk in Mexico. Aan de ene kant wil je hen leren om zelfstandig te zijn. Dat ze zich kunnen kleden hoe ze ook maar willen. Niemand heeft het
recht om ze iets aan te doen door hoe ze eruitzien. Al gaan ze in het midden van de nacht naar buiten.” Toch is zo’n instelling moeilijk vol te houden als er elke dag tien vrouwen op gewelddadige manier omgebracht worden. “Dan wil je echt niet dat ze op zaterdagavond alleen met de metro gaan terwijl ze een minirok dragen… dan denk ik toch weleens: ga alsjeblieft niet zo gekleed. Ga alsjeblieft niet in je eentje.’ Terwijl de boodschap zou moeten zijn: je bent vrij om te doen wat je wilt. Maar de realiteit is dan wel dat ik vraag of een vriend ze thuis kan brengen, want anders zijn ze niet veilig. Het is verschrikkelijk. Er moet echt iets veranderen.” Waar er tijdens de protesten op Internationale Vrouwendag nog duizenden mensen de straat op gingen, was het de volgende dag extreem rustig op straat en was het zelfs in het anders zo vastlopende stadsverkeer rustig: de Mexicaanse vrouwen staakten. Om duidelijk te
maken wat het aandeel van vrouwen is in de Mexicaanse economie. “Volgens mij zijn er miljoenen pesos aan omzet verloren gegaan doordat vrouwen thuisbleven,” zegt María. “Bedrijven hadden niet genoeg mensen in hun callcenters en ook andere bedrijven liepen vast. De school van mijn nichtje bleef die dag dicht. Negentig procent van de mensen die daar werken is vrouw.” Ook in het Museo Estudio Diego Rivera y Frida Kahlo was het stiller dan normaal. “Ik had iedereen een bericht gestuurd over de staking. Iets in de trant
van: zoals jullie weten maken we momenteel lastige tijden mee, maar ik sta als directeur achter jullie, dus jullie mogen doen wat je wilt.” Maar toch vroegen sommige werknemers alsnog toestemming! Het is een staking! Als je gaat staken hoef je je baas niet te vragen of het goed is! En ik bleef zelf ook thuis.” María kijkt hoopvol naar de toekomst. “Ik geloof dat we nu door een heel belangrijk proces gaan. Ik denk niet dat de generatie van mijn dochters nog hetzelfde gedrag op kantoor tegen zal komen. Ik denk
niet dat hun kinderen nog hetzelfde gedrag op school zullen zien. Tijdens mij eerste baan deed onze directeur soms dingen die echt niet konden. Ik weet niet waarom ik geen ‘nee’ zei. Ik weet het niet, maar ik zei het niet. Het was normaal. Hij was de directeur, hij was ouder. Het was mijn baan en ik moest zorgen dat ik die baan kon houden. Dat zal mijn dochters niet meer gebeuren. Voor mij was het allemaal zo normaal maar mijn dochters vragen nu: ‘Waarom deed je zo? Je hoeft je niets te laten vertellen.’ En weet je, ze hebben gelijk. Dat is vooruitgang.” O OPZIJ 2020
45
Vakvrouw
46
Vakvrouw
HANNEKE SCHUITEMAKER
de vrouw van ÉÉN MILJARD Hanneke Schuitemaker (1964) is een van de nieuwe gezichten in deze coronacrisis. In dagbladen en programma’s als Op1 wordt het Global Head of Viral Vaccine Discovery and Translational Medicine van Janssen Vaccines, gevestigd in Leiden, vooral gevraagd te vertellen hoe lang het nog gaat duren voordat er een vaccin tegen corona in grote hoeveelheden beschikbaar is. Waarom zij? Omdat zij er één miljard voor ter beschikking heeft gekregen. Dan kun je wel wat. DO O R M A R IA N N E VERH OEV EN
S
chuitemaker werkt als hoofd virale vaccins met een team van ongeveer honderd mensen al sinds januari van dit jaar aan een vaccin tegen het coronavirus. Op basis van tussentijdse testresultaten bleek dat een door haar groep ontwikkeld vaccin antistoffen ontwikkelt die zich kunnen hechten aan het coronavirus en dit kunnen neutraliseren. Reden genoeg kennelijk voor het Amerikaanse moederbedrijf van Janssen, Johnson & Johnson in samenwerking met de Biomedical Advanced Research and Development Authority (BARDA), dat weer onderdeel is van het Amerikaanse ministerie van
gezondheid, ruim een miljard dollar te investeren in de ontwikkeling van het vaccin. We spreken Hanneke de ochtend na een optreden bij Op1, waar zij in gezelschap van Jort Kelder en staatssecretaris van VWS Paul Blokhuis als verhelderend baken aanwezig was. Nog fijn nagepraat gisteren bij OP1? “Nou, dat is op dit moment niet echt aan de orde, hè. Iedereen doet voorzichtig. Ik wilde ook wel weer naar huis, vooral om gezond te blijven en mijn werk te kunnen doen. Dit soort uitstapjes… Ja, ik ga het niet te veel opzoeken.” Dat is waar je nu de hele tijd in zit. Verbaast het je? Hoe voelt dat nou opeens met het gewicht van de natie en de rest van de wereld? “Het is iets heel bijzonders. Ik had het er met een vriendin over. Het is de druk op één van mijn rollen maar ik OPZIJ 2020
47
Vakvrouw ben natuurlijk ook gewoon mezelf, hé. Als je je gaat identificeren met wat er nu verwacht wordt, dan komt dat je niet ten goede. Het is echt hard werken maar het is ook relativeren van ‘we doen wat we kunnen.’ Het is niet alleen ik, het is een heel team. En dat voelt wel heel goed. Dat maakt ook dat ik met dit soort druk kan omgaan.” Het is een heel persoonlijk soort BN’erschap wat je opeens aankleeft. “Daar ben ik echt niet bewust mee bezig. Ik ben trots op wat wij doen en het is mooi als mensen daar een beetje hoop uit kunnen putten. Tegelijkertijd probeer ik natuurlijk ook wel de realiteit in beeld te houden, dat het geen garantie is dat het een succes gaat worden. Ik weet niet precies hoe dat werkt, maar misschien hebben mensen in deze tijden meer behoefte aan boegbeelden of zo om zich aan vast te klampen. Ik hoor ook wel van mijn team dat ze het inspirerend vinden dat ik dit doe, want het zet hen natuurlijk ook in het zonnetje voor hun harde werken.”
van ‘die gaat naar de dark side. Die doet het alleen maar om het geld.’ Er was eigenlijk maar een persoon die zei: ‘Joh, jij zal overal wel succesvol zijn. Met jouw mentaliteit.’ Dat had ik toen wel nodig. Ik bedacht me: Ik heb wel gewoon zelf in de hand hoe dit gaat lopen. “Het was wel echt een verrassing om te zien wat een excellente wetenschappers er al werkten bij Crucell. De mensen zijn echt hele creatieve en degelijke onderzoekers. De resultaten zijn altijd goed statistisch te analyseren, goed onderbouwd. De kwaliteit van het werk is gewoon echt goed, ook omdat er meer geld is. Maar natuurlijk ligt er een hele duidelijke focus op het resultaat. Je wordt veel
Het is mooi als mensen daar een beetje hoop uit kunnen putten. Tegelijkertijd probeer ik natuurlijk ook wel de realiteit in beeld te houden, dat het geen garantie is dat het een succes gaat worden.
Een zon die nu opeens op Big Pharma schijnt! En dat voor iemand die zo lang in de academische wereld heeft verkeerd. “Ik had na verloop van tijd het gevoel als niet-arts in een academisch ziekenhuis toch niet helemaal tot m’n recht te komen. De combinatie van artsonderzoeker is in zo’n academische setting, waar patiëntenzorg zeker zo belangrijk is, de beste optie. En dat ben ik niet. Dus toen Jaap (Goudsmit) mij vroeg om naar Crucell, wat nu onderdeel is van Johnson & Johnson, te komen, vond ik dat wel een enorme stap. Ik heb er ook lang over nagedacht. Ik had een hele goede academische carrière en voldoende onderzoeksgeld en een leuke onderzoeksgroep. Je weet wat je hebt. Je weet niet wat je krijgt. Uiteindelijk was doorslaggevend dat ik me realiseerde: als ik dit niet doe, dan weet ik hoe het er verder voor me uit gaat zien. En toch heb ik die keuze gemaakt, want dan heb ik het in ieder geval geprobeerd. De reacties daarna waren echt heel negatief. Dat was 48
Vakvrouw
meer gedwongen om heel goed na te denken over wat er moet gebeuren. “In mijn academische tijd heb ik heel veel promovendi opgeleid. Ik zei altijd: ‘Het maakt niet uit wat de uitkomst is, want alles wat je vindt is nieuw.’ Dat is een hele andere instelling dan wanneer je zegt: ‘Als hier iets uitkomt wat je niet verwacht, ben je dan bereid het hele programma te stoppen?’ En dat is niet omdat we de uitkomst niet willen weten, maar je gaat wel heel goed nadenken over hoe je je onderzoek doet, omdat je echt verder wilt komen. De mensen die in de industrie werken, in ieder geval de mensen in mijn groep, die zitten daar echt omdat ze vaccins maken. Die willen een ebola-vaccin ontwikkelen. En nu een corona-vaccin. Het is zo’n mooie omgeving om in te werken. Het is natuurlijk afschuwelijk wat er nu in de wereld gebeurt, maar ik hoop echt dat het imago van de farmaceutische industrie wat
opgepoetst wordt. Het is echt toponderzoek.” “Als ik nu zie wat er nodig is om een product te ontwikkelen! Het is niet alleen de research, het is natuurlijk vooral die achterban van het kunnen maken van je spullen, het daadwerkelijk produceren van grote hoeveelheden vaccins. Maar tuurlijk, de technologie lag er…” Bedoel je hier mee de technologie die Lex van der Eb mede heeft ontwikkeld? “Ja dat klopt. Hij is met zijn ‘transfectie’ methode, waarmee voor het eerste nieuw genetisch materiaal in een cel gebracht kon worden, baanbrekend geweest. Hij is de grondlegger van de PER.C6® cellijn waarop wij nu onze vaccins kunnen produceren. “Ik heb hem wel een aantal keer ontmoet want hij heeft nog lang een bureau gehad in ons bedrijf. Hij heeft zichzelf nu echt het pensioen gegund, hij is ruim in de tachtig. Hij is echt een grootheid, maar hij is altijd heel bescheiden. Hij heeft zich misschien nooit gerealiseerd wat voor een mogelijkheden daarachter zaten. Hij kijkt nu wel met gepaste trots naar waar dit toe heeft geleid.” Het is wel grappig want je hebt het over zijn bescheidenheid. Als je mensen over jou hoort, dan zeggen ze dat ook over jou. Je bent erkentelijk en OPZIJ 2020
49
Vakvrouw je deelt je succes. Het viel me gisteren ook op in de uitzending dat je niet één keer het woord ‘ik’ hebt gebruikt. Mannen doen dat de regel veel vaker wel. Ben je je daar bewust van? “Nee dat doe ik echt zonder erbij na te denken. Ik realiseer me altijd dat ieder radertje essentieel is om de hele groep te laten pieken. Ik heb ook wel een allergie voor mensen die dan zo’n rol eisen, en dat zijn dan wel meestal de mannen. Vanochtend was ik even aan het appen met iemand die precies hetzelfde zei: mensen weten eigenlijk niet zo goed wat ze overkomt als een vrouw het ook allemaal kan en die niet met zo’n groot ego zit. Eigenlijk jammer dat dat iets is dat opvalt, maar het is denk ik wel waar we naartoe moeten. Ik heb vier jaar geleden een lezing gegeven op m’n werk over diversiteit en inclusie en heel veel vrouwen noemden mij hun rolmodel. Toen ben ik daarover gaan nadenken en ik bedacht me: als ik in die door mannen gedomineerde vergaderingen zit, dan ben ik helemaal niet meer zo vrouwelijk. Ik weet wel wat mijn aandeel is, maar dat is helemaal niet relevant voor het doel dat we willen bereiken. Maar
Het is natuurlijk afschuwelijk wat er nu in de wereld gebeurt, maar ik hoop echt dat het imago van de farmaceutische industrie wat opgepoetst wordt. Het is echt toponderzoek. ik merkte wel dat ik niet per se mijn vrouwelijke kant inzet om dingen gedaan te krijgen, omdat ik toch al geleerd heb dat dat niet werkt. Als ik bijvoorbeeld een opmerking maakte, dan kreeg ik geen reactie en drie minuten later maakte mijn mannelijke collega exact dezelfde opmerking en dan werd er gezegd ‘geweldig idee!’ Dat ik echt hardop 50
heb gezegd: ‘Wat gebeurt hier nou? Dat heb ik toch net ook gezegd!?’ Dat ik echt verbijsterd was. Ik vind het intrigerend, maar ook niet altijd makkelijk. Dat zijn wel mensen die toch wel heel erg opportunistisch bezig zijn voor hun eigen carrière en hun eigen status. Daar zijn er meer van, hoor. Ik ontving ook een mail van iemand die al lang weg is bij het bedrijf en schreef: ‘Ja, ik ben natuurlijk wel de grondlegger van alles.’ Dat zou niet in me opkomen om zo’n positie in te nemen. Maar ja, het zijn allemaal mannen en dus is het ook biologisch bepaald. “Dat zag je ook in de dynamiek met staatssecretaris Blokhuis en Jort Kelder, die vonden dat toch wel een beetje ingewikkeld dat ik daar als vrouw misschien toch iets anders uit kwam.” Je zag Jort ook steeds stiller worden. Dat vond ik ook wel grappig. “Dat ben ik wel met je eens. Dat heb ik ook op de app veel gekregen. Toen viel me ook op dat jij niet zo heel erg lang bent. “Haha, ik ben heel klein, 1,58 meter. Ik moest op een kussentje zitten. Het grappige is dat ik me er pas bewust van word als ik mezelf op een groepsfoto zie.” Wat zijn nu jouw persoonlijke verwachtingen voor de komende tijd? “We gaan echt een voor en na de CC, de coronacrisis, krijgen. Ik denk dat er heel veel gaat veranderen in hoe we leven. Natuurlijk komt er in ieder geval het begin van een economische crisis, maar we zijn nog lang niet uit deze gezondheidscrisis. En er liggen hele ingewikkelde vraagstukken. Hoe we deze crisis nu proberen te managen en hoe het daarna verder moet, maar ook wat voor leven willen we hierna? Willen we terug naar hoe het was? Dat is de eerste reflex: was alles maar weer normaal. Maar was dat allemaal wel zo normaal? Maar het geeft je wel de tijd om ook weer te bezinnen. Ik denk dat dit blijvende veranderingen in ons gedrag gaat creëren. Ik weet niet hoe jij het ervaart, maar als je naar een film kijkt en mensen geven elkaar een knuffel dan denk je ‘oh!’” Al dat handen schudden en wat zitten ze dicht op elkaar. Wat doen ze nu?! Ook als je nu over straat loopt, dan kijkt iedereen elkaar aan en dan krijg je er nu een vriendelijk knikje bij. En dat is wel heel erg prettig. Ik ben bang dat dat de eerste dingen zijn die gaan sneuvelen. “Ik heb een geweldige tekst doorgestuurd gekregen waarin in De Wereld zegt: er is geen enkele mogelijkheid om bedrijven te sluiten, zodat we de stikstofproductie kunnen laten afnemen en de klimaatverandering kunnen beheersen en de natuur beschermen. Waarop Moeder Natuur zegt: Nee?? Hier is een virus. Ga maar oefenen.’ Dat vind ik mooi. Ik vond het zo van toepassing. Ik denk dat het echt in
Vakvrouw één klap laat zien waar we blijkbaar toe in staat zijn. Wel tegen een gedwongen prijs die we anders nooit hadden willen betalen. Ik heb natuurlijk werk en ik ben geen ondernemer, dan is het makkelijker praten over de mooie dingen van deze crisis, als het je niet als persoon raakt. Helaas raakt deze crisis dus wel iedereen. Ofwel qua inkomen, of qua gezondheid of omdat je vanwege krapte op de ic’s en in de ziekenhuizen niet aan de beurt komt omdat je te oud bent of overgewicht hebt. “Dat is afschuwelijk, want eerst gaven we de Chinezen de schuld en straks krijgen mensen met overgewicht de schuld. Ik denk dat het tijd is voor Wanda de Kanter.” Wanda de Kanter is de meest invloedrijke vrouw van OPZIJ vorig jaar! “Ja! Ik vind haar geweldig en hoe zij over roken praat! Daar doe je echt zo veel mensen recht mee, want het is een versláving. Er zijn ook mensen verslaafd aan eten, en drugs. Het is een combinatie van genetische aanleg en maatschappelijke druk. Ik vind het echt een onderschatting van het probleem en het wegzetten van mensen die het niet verdienen. Ik ben zelf een jaar of vijf geleden ook dertig kilo afgevallen. Ik kan me dus heel erg verplaatsen in mensen die het niet onder controle hebben. Ik vind het echt heel erg dat mensen nu daardoor in een hoek gezet worden.” Knap van je. Maar over eten en drinken in deze quarantainetijden gesproken: mijn vriendinnen en ik moesten erg lachen om het appje dat rondging met de boodschap: na deze quarantaine ben je of een fantastische kok, of je hebt een drankprobleem.’ Nou hadden de meesten van ons daar geen coronacrisis voor nodig. Maar in je eentje thuis te gaan zitten drinken doen we ook niet echt, want dan heb je toch het gevoel alsof je een probleem hebt. “Ja, dat heb ik inmiddels losgelaten. Na mijn scheiding dacht ik ook: dat moet ik niet doen. Totdat iemand tegen mij: ‘Je bent gek dat je jezelf niet af en toe wat wijn gunt.’ Dat is ook gewoon zo.” Wat doe je verder om te ontspannen? Lezen? “Ja. Ik ben heel erg fan van Arnon Grunberg en John Irving. Ik vond Tirza heel erg mooi.” De televisie gaat niet aan?
“Nee, Ik kijk bijna geen televisie meer, af en toe naar programma’s als Op1, maar ook nu pas omdat ik wel een beetje op de hoogte moet blijven van wat er speelt. Ik kijk af en toe Netflix. Heb je een favoriet genre? Kijk je naar bloederige thrillers…? “Nee, ik ben echt een groot fan van Tarantino. Sinds ik Pulp Fiction heb gezien, hoe hij z’n films opbouwt. Ik had het bij Once upon a Time in Hollywood, echt zo briljant. En natuurlijk met Brad Pitt…” Ja, die snappen we. Zelfs de Volkskrant had een stuk over hem met als titel ‘De dag dat Brad Pitt z’n shirt uitdeed’. “Ik heb een jaar in de Verenigde Staten, La Jolla, gewerkt en gewoond, en toen ik daar veertig werd, vroeg een Belgische collega: ‘Wat wil je voor je verjaardag?’ Ik zei doe mij maar Brad Pitt. Ze had hem blijkbaar gegoogeld want ze zei: ‘Ik kan ’m niet geven, maar het is wel een verjaardagscadeau dat-ie even oud is.’ Het voelt nu wat comfortabeler dat ik ’m zo leuk vind.” Vakantie, daar doen we voorlopig niet aan, maar wat was in de oude wereld je favoriete vakantiebestemming? “Ik had me wel verheugd op weer een week Alpenwandelen. Ik ben een fervent wandelaar geworden. Dat is ook niet te doen in Nederland. Dat valt me wel zwaar. Ik ben lange-afstandwandelaar. Ik vind het heerlijk, de bergen in met een groepje hele goede wandelvrienden. Ik wandel nu maar hier, mijn hond weet ook niet wat ‘m overkomt.” Heb je kinderen? “Ik heb drie zonen van 24, 21 en 19 jaar. De oudste is al een aantal jaar het huis uit en woont in Enschede. Hij heeft daar gestudeerd, en gaat ook verder studeren. De middelste stond op het punt om naar AmsterdamCentrum te verhuizen. Dat gaat ook gebeuren maar door de hele situatie is hij er nog. En dan heb ik nog een jongste die gewoon bij mij thuis woont in Amstelveen. Daar kunnen we nu lekker in de tuin zitten, want in dit ‘Schipholdorp’ is het momenteel oorverdovend stil. Alle bijbaantjes van de jongens zijn opgehouden. Ze werken allebei in de horeca, die is natuurlijk dicht. Maar ik moet zeggen dat ze zich er wel goed doorheen slaan, hoor. Niets doen is ook wel een beetje hun kracht.” O OPZIJ 2020
51
Feature
Overleeft
Donald de Coronacrisis? In een tijd waarin het dodental in New York razendsnel oploopt, is het misschien niet chic om al te speculeren over de politieke gevolgen van de coronacrisis. Maar hoe je ook wendt of keert: volgens de planning is 2020 óók het jaar van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. DO O R MA RIJE VA N REST
I
k moet bekennen: vóór deze pandemie was ik er stellig van overtuigd dat Donald Trump in 2020 opnieuw tot president zou worden gekozen. Met een hondstrouwe, Fox-News-slurpende achterban leek het me eerlijk gezegd kat in het bakkie. Bovendien is het Democratische veld diep verdeeld en tot nu toe weet geen van hun kandidaten ècht te inspireren. En, misschien wel het belangrijkst: de Amerikaanse economie draaide als een tierelier. Het idealistisch-linkse deel van de Democratische kiezers wil niets anders dan Bernie Sanders. Zij keren zich waarschijnlijk (wederom) teleurgesteld af nu hij het niet gehaald heeft. Het meer pragmatische deel van het electoraat heeft de hoop gevestigd op voormalig vicepresident Joe Biden. “Uncle Joe” kon op veel sympathie rekenen tijdens zijn jaren van bromance met Barack Obama, maar heeft tijdens de voorverkiezingen – waarin hij veel fouten maakte – al veel glans verloren. Dat kandidaten met een lange publieke carrière niet per se tot de verbeelding van het electoraat spreken is – ook na het debacle met Hillary Clinton – kennelijk nog steeds niet tot de Democratische partijtop doorgedrongen. De coronacrisis lijkt het veld echter weer volledig open te
52
gooien. Niet in de laatste plaats door de volstrekt beroerde reacties van president Trump zelf, die het voortvarend vertellen van regelrechte leugens ook in crisistijd als de winning strategy lijkt te beschouwen. Want terwijl de beelden van Chinese steden in lockdown de wereld over gingen, de besmettingscijfers in Europa hard opliepen, en de noodkreten van de ic’s steeds luider klonken, bleef Trump het gevaar voor Amerika lange tijd bagatelliseren. Hij claimde op 10 februari tijdens een rally in New Hampshire zelfs dat het virus “vanzelf wel zou verdwijnen”. Later beweerde Trump dat er “vrijwel onmiddellijk” een goed medicijn tegen het virus beschikbaar zou zijn. Het chloroquine-medicijn tegen Malaria was volgens hem “behoorlijk effectief”. Het hoofd van het Amerikaanse RIVM – Anthony Fauci – moest er snel aan te pas komen om deze volstrekt onware claim weer flink te nuanceren. Als hem dat al lukte, want tijdens een persconferentie waarin Fauci een directe vraag werd gesteld over de werkzaamheid van deze ‘therapie’, werd hem door Trump zelf het woord ontnomen. Overigens bleek die informatie te laat voor de man uit Arizona, die na het advies van de president (een ander soort) chloroquinefosfaat innam en aan de gevolgen daarvan overleed, maar dat terzijde.
Feature
OPZIJ 2020
53
Feature Ook over het benodigde materieel bediende Trump zichzelf van superlatieven die na een feitencheck niet bepaald correspondeerden met de werkelijkheid. Zo beweerde hij dat de VS ‘enorme hoeveelheden van beademingsapparaten’ in voorraad zou hebben. En dat er ‘miljoenen maskers’ waren besteld. De president vergat er even bij te vertellen dat
Ook over het benodigde materieel bediende Trump zichzelf van superlatieven die na een feitencheck niet bepaald correspondeerden met de werkelijkheid. het – in het meest gunstige geval – achttien maanden zou duren voordat deze grote bestelling kon worden geleverd. Het was dan ook niet zonder reden dat MSNBC News-anchor Rachel Maddow op 21 maart opriep de persconferenties van Trump niet meer uit te zenden. Simpelweg omdat deze gevaarlijke en schadelijke misinformatie verspreidden. Zou Trumps volstrekte onvermogen om op basis van gedegen informatie een land te regeren, dan nu eindelijk doordringen tot de hoofden van de mensen die hem in 2016 tot hun president kozen? Juich niet te vroeg. De approval rating van Trump is de afgelopen weken juist behoorlijk gestegen. In crisistijd stellen mensen immers vertrouwen in hun leiders, een fenomeen dat ook zichtbaar is in de torenhoge waarderingscijfers voor onze eigen Mark Rutte. Maar anders dan in Nederland, hoef je voor het incasseren van de ‘premier-bonus’ in de VS kennelijk nauwelijks te leveren. De hoge waardering voor de Amerikaanse president heeft ook te maken met de nieuwe, ernstige toon die Trump eind maart aansloeg. Die verandering ging vrij abrupt – zoals veel dingen bij Trump. De reden? De 54
Amerikaanse president had op tv flink wat body bags in zijn oude wijk Queens, New York, voorbij zien komen. En daar was hij toch wel van geschrokken. Kwam er vervolgens iets van erkenning voor het feit dat hij dagenlang misleidende informatie de wereld in had gestuurd? Nope. In plaats daarvan benadrukt hij nu vooral hoe erg de crisis zou zijn geworden als hij er niet was geweest. “Vallen er straks tussen de 100.000 en 240.000 Amerikaanse doden? Als mijn regering niks had gedaan, waren dit er twee miljoen geweest!” Het onvermogen van deze megalomane president om effectief leiding te geven aan de indamming van het virus, maakt dat Amerika afstevent op een ongekend grote gezondheidscrisis. Die wellicht de genadeklap gaat worden voor het toch al fragiele Amerikaanse zorgstelsel. Maar vooralsnog lijkt Trump er in politieke zin mee weg te komen. Het coronavirus slaat nu vooral toe in Democratische hubs zoals New York, Chicago en Los Angeles. Maar wat gebeurt er als straks ook mensen in Oklahoma, Montana en Utah massaal ziek worden? Zijn Republikeinse kiezers dan nog steeds zo loyaal aan een president die niets deed om de verspreiding van het virus effectief tegen te gaan? Een president die zich flink op de borst klopt omdat zijn regering het allemaal zo geweldig doet? Eigenlijk moet Trump deze crisis zodanig vernaggelen, dat zelfs zijn Republikeinse kiezers het geloof in hem verliezen. Maar daarop hopen is misschien weer iets te cynisch. De grootste bottleneck voor Trump wordt wellicht niet eens de aanpak van het virus zelf. Vorige week ging er een grafiekje viral waarin is te zien dat het aantal werklozen in de VS sinds half maart met miljoenen (!) is gestegen. Een dergelijke acute toename van de werkloosheid is in de moderne geschiedenis van het land nog nooit vertoond. De eerste berichten over de aangekondigde overheidssteun – bedoeld om bedrijven wat verlichting te bieden – stemmen somber. Het Small Business Administration relief program wordt overstelpt met aanvragen, maar komt vooralsnog niet van de grond. De uitvoering hapert. Bedrijven die willen helpen met het aanleveren van de zo nodige medische hulpmiddelen, vinden bij de federale overheid geen gehoor. Zij krijgen hun spullen niet op de juiste plek. Tijdens zijn campagne in 2016 schilderde Donald Trump de federale overheid steeds karikaturaal af als een corrupt moeras, waar hij korte metten mee zou maken: “Drain the swamp”. Het zou daarom een ironische speling van het lot zijn als juist het disfunctioneren van zijn eigen federale regering uiteindelijk zijn politieke ondergang inluidt. O
NEEM NU EEN ABONNEMENT VOOR
12x OPZIJ
en ontvang een sjaal van Sjaalmania ter waarde van €89,95 CADEAU!
12x OPZIJ + SJAAL VOOR
€ 83,50
Materiaal: 8% cashmere, 47% merino wol, 30% viscose, 15% polyamide
LIEVER 6x OPZIJ VOOR €41,50? Dan ontvangt u een bol.com cadeaubon t.w.v. €10,-
Keuze uit deze twee kleuren. Wil je meer kleur? Kijk en koop er dan zelf een bij sjaalmania.nl
GA NAAR OPZIJ.NL Deze aanbieding is geldig zolang de voorraad strekt. De eenmalige bezorgkosten bedragen €4,95. Het abonnement is tot wederopzegging en wordt na de actieperiode (12 nummers) verlengd met een jaar. Er geldt een opzegtermijn van drie maanden. Betalingsvoorwaarden en overige informatie zijn opgenomen in het colofon. OPZIJ 2020
55
De Kloof
de Krabbenmand
Journalist Barbara van Beukering (53) en haar dochter journalist Milou Deelen (24) verschillen regelmatig van mening. Barbara verblijft vanwege corona al ruim een maand in haar tweede woonplaats Langweer, Friesland. Milou is thuis in Amsterdam. Ook al hebben ze elkaar weken niet gezien, de discussies worden via Whatsapp voortgezet. BE EL D PAUL T OL E N A A R
56
De Kloof Milou Mam! De titel van het boek dat ik samen met Daan schrijf, wordt Krabben! Dat komt van het krabbenmand-effect. Ken jij die term? Als er één krab in de mand zit, klimt ze er makkelijk uit. Zitten er meerdere krabben in een mand, en eentje wil eruit, dan ‘krabben’ de andere haar omlaag. Zo blijven alle krabbetjes in de mand. Het is een metafoor voor vrouwen: vrouwen die andere vrouwen naar beneden halen, of veroordelen – ómdat ze vrouw zijn. Barbara Natuurlijk ken ik de term krabbenmand. Sterker nog, ik heb er meerdere malen in mijn leven mee te maken gekregen. Vooral in de tijd dat ik nog jong en mooi was en vroeg carrière maakte. Dat werd me nooit door mannen misgund, vooral door vrouwen. Dus daar kan ik best een toontje over meeblazen.
Milou Ik vind eerlijk gezegd dat jijzelf vrouwen ook best hard veroordeelt. Je zei vorige week dat je het HEEL ERG STOM vindt dat Bridget Maasland elke dag een selfie van zichzelf post. Ik begreep niet waarom je dat zó erg vond.
Barbara Ik haal Bridget Maasland niet als vakvrouw in de krabbenmand naar beneden, ik heb een oordeel over het grote aantal selfies dat ze van zichzelf post. Dat vind ik nogal ijdel en narcistisch. Als een man dat in die mate zo zou doen (ken je er een?) zou ik daar precies hetzelfde oordeel over hebben. Ik zie mezelf zeker niet als krab, maar ik heb wel over veel zaken een mening, ook over mensen. Mag ik soms geen mening meer hebben?
Milou Tuurlijk mag je een mening hebben! Maar ik vind jou feller over vrouwen dan over mannen en dát vind ik een probleem. Inhoudelijke kritiek lijkt me prima. Alleen ik zie het nut er niet van in om de selfies van Bridget Maasland af te kraken. Als dat voor haar vrijheid betekent, is dat toch fijn voor háár? Vrouwen worden al eeuwenlang meer op hun uiterlijk veroordeeld dan mannen. Er wordt verwacht dat we met ons uiterlijk bezig zijn. (Maar niet té) Bridget doet dat en vervolgens rekenen we (jij) haar daarop af. Barbara Ik heb niet het idee dat ik per se kritischer op vrouwen dan op mannen ben, ik ken genoeg mannen die ik met genot zou fileren. Maar jij zegt: vrouwen worden al eeuwen beoordeeld op hun uiterlijk, dat klopt en dat keur ik ook niet goed. Ik vind het belangrijk om er goed en verzorgd uit te zien, dat geldt voor vrouwen èn mannen, maar beoordelen doe je op inhoud. Doordat Bridget (of wie dan ook) louter ijdele, bewerkte selfies post, wekt ze de indruk dat ze de hele dag met haar uiterlijk bezig is en dat is precies wat ik erop tegen heb.
Milou Waarom zou Bridget niet selfies kunnen posten én inhoud kunnen hebben? En al zou ze alleen maar met haar uiterlijk bezig zijn?
Barbara Omdat die selfies allemaal vreselijk ijdel zijn. Net als al die jonge meisje die met getuite lippen (duckfaces?) foto’s van zichzelf maken en posten. Ik houd gewoon niet van dat soort narcisme. Jij post veel, feministische statements of liefdeskiekjes met je vriendin, maar ik heb jou nog nooit betrapt op een ijdele selfie. En je zussen ook niet. Goddank
OPZIJ 2020
57
De Kloof Milou Nouuu mam, als ik er blij van word een selfie te posten, maakt mij toch geen narcist? Vóór het schrijven van Krabben vond ik het ook ijdel als een vrouw twintig selfies postte op Instagram. Als ik dat nu zie, denk ik: wat fijn dat zij zich zo vrij voelt om dat te doen! Sindsdien denk ik leuker over andere vrouwen, en voel ik me vrijer om foto’s van mezelf te posten. Dat klinkt toch als een bevrijding? Als we elkaar zo hard blijven veroordelen, komen we nooit uit de mand.
Barbara Over die ijdele selfies worden we het vrees ik niet eens. đ&#x;¤ˇâ€?♀ď¸? Maar even terug naar de krabbenmand. Waarom gunnen vrouwen elkaar vaak het licht niet in de ogen? Toen ik baas werd van Volkskrant magazine, zei een vrouwelijke collega dat ik dat ‘baantje’ wel te danken zou hebben aan mijn nachtelijke avonturen met Martin Bril en Matthijs van Nieuwkerk. Terwijl ik me door zeven (!) sollicitatierondes had heen geslagen. Veel valser wordt het niet. Waar denk jij dat dat typische vrouwelijke misgunnen vandaan komt?
Milou Ik denk dat vrouwen elkaar naar beneden halen, omdat wij worden geboren in een mand. Mensen die in de mand worden geboren hebben meestal meer moeite elkaar te helpen. Ik sprak voor Krabben met cultuurwetenschapper Margriet van Heesch. Zij vertelde dat ze op de universiteit genoeg oudere hoogleraren ziet die jonge mannen een hele carrière doortrekken, en dat vrouwen op onderbetaalde posities om drie baantjes moeten vechten. Ze moeten met elkaar onder het glazen plafond blijven vechten terwijl die jongens daar met elkaars hulp doorheen breken.
Barbara Ik herken en beaam de woorden van Margriet van Heesch (leuke vrouw trouwens) maar kun jij uitleggen wat je bedoelt met: we worden geboren in die mand? đ&#x;Ś€
Milou Als je al zwak staat, wordt ieder ander die zwak staat een bedreiging. Je wordt dus vaak veroordeeld door de mensen die in dezelfde mand zitten als jij. Barbara Dus jij denkt dat de typisch vrouwelijke jaloezie een kwestie van nurture is en geen nature? Hoe komen we in die mand terecht dan, wie stopt ons erin? Ik heb niet het gevoel dat ik in een mand ben geboren en ook mijn dochters niet.
Milou De mand staat symbool voor het patriarchaat: een samenleving die is gemaakt vóór en dóór mannen. Het is dus niet de schuld van mannen of vrouwen maar van machtsstructuren. Vrouwen zĂjn geen krabben, het is niet ‘typisch vrouwelijk misgunnen’ maar we worden zo gemaakt door die verdomde mand. En om daaruit te komen, moeten we elkaar minder afvallen en meer steunen. Sisterhood creĂŤren. Jij klom uit je mand, werd de baas van Volkskrant Magazine, en daarom werd je naar beneden ‘gekrabd’. Een makkelijke manier trouwens dat vrouwen jouw seksualiteit, ‘de nachtelijke avonturen’ gebruikten om jou neer te halen. Zullen we daar volgende keer eens een boompje over opzetten? Barbara OkĂŠ schat, doen we! đ&#x;˜˜
58
Column Renate van der Zee
Coronacrisis treft vrouwen in de prostitutie hard
V
rouwen in de prostitutie zijn hard getroffen door de coronacrisis. Zij zitten plotseling zonder inkomen nu prostitutie is verboden en ramen en seksclubs zijn gesloten. Omdat veel vrouwen in de prostitutie weinig reserves of zelfs schulden hebben, komen de coronamaatregelen bij hen extra hard aan. Een aanzienlijk aantal vrouwen zou volgens het platform voor onderzoeksjournalistiek Investico toch doorgaan uit financiële noodzaak. Vaak in het illegale circuit. Dit signaleert ook Eva Wielenga, directeur van Stichting De Haven, een Haagse organisatie die vrouwen in de prostitutie bezoekt, maatschappelijk werk en een uitstapprogramma biedt. “Dat vrouwen toch doorgaan, levert grote risico’s op voor hun persoonlijke gezondheid en voor de volksgezondheid. Afgezien van alle gevaren die prostitutie in het illegale circuit sowieso al oplevert,” zegt ze. De afgelopen weken zijn bij De Haven net zoveel hulpaanvragen binnen gekomen als de organisatie normaal gesproken in twee jaar ontvangt. Veel vrouwen zijn in paniek. “Ze hebben per direct geen inkomen meer. Sommigen hebben een hoge huur en
vragen zich af hoe ze die nu moeten betalen. Anderen zorgen voor het levensonderhoud van hun familie in het land van herkomst en zitten met hun handen in het haar omdat ze geen geld meer kunnen sturen. Een Roemeense vrouw zei tegen mij: ‘Mijn moeder is de dupe van deze maatregelen. Zij moet geopereerd worden en dat kan ik nu niet meer betalen’.” Vrijwilligers van De Haven zijn druk bezig voedselpakketten en diepvriesmaaltijden naar de vrouwen te brengen. “Bij veel vrouwen is sprake van acute broodnood. Dat is een luxe woord voor honger,” zegt Wielenga. Zij en andere hulpverleners maken zich ernstig zorgen omdat een deel van de vrouwen, ondanks dat ze belasting betalen, geen aanspraak kunnen maken op de noodregeling voor zzp’ers. Sommigen waren bijvoorbeeld via de opting in-regeling aan een seksclub verbonden – dat is een fiscale constructie waarbij de vrouw niet in dienst maar ook geen zzp’er is – waardoor ze niet in aanmerking komen voor een
nooduitkering. Anderen komen uit EU-landen en zijn korter dan vijf jaar in Nederland, wat betekent dat ze problemen kunnen krijgen met hun verblijfsstatus als ze een beroep doen op sociale voorzieningen. Weer anderen huren een woonruimte van louche huisjesmelkers van wie ze zich niet mogen inschrijven op dat adres of hebben pooiers die zich hun papieren hebben toegeëigend. Wielenga: “Door de coronacrisis wordt extra duidelijk hoe benard de situatie van veel vrouwen in de prostitutie is.” O
Bij veel vrouwen is sprake van acute broodnood. Dat is een luxe woord voor honger. OPZIJ 2020
59
Oorlogsverslaggever
‘Hoop & humor,
DAT ZIJN DE BESTE WAPENS’
Ze deed verslag van conflicten in onder meer Birma, Oost-Timor, Irak en Syrië. Na bijna dertig jaar oorlogsjournalistiek komt Minka Nijhuis (1958) met een roman, gebaseerd op haar ervaringen, met de rake titel Gekkenwerk. D OO R R EN AT E VAN D E R Z E E
FOTO THORNE ANDERSON
Met stamleiders naar het oosten van Afghanistan, grens Pakistan
60
FOTO ANJA NIEDRINGHAUS
Oorlogsverslaggever
Interview met ex-politieke gevangenen in een theehuis in Yangon
Z
e interviewde Aung San Suu Kyi direct na haar vrijlating, deed tijdens de Irak-oorlog verslag vanuit het zwaar belegerde Fallujah en zocht in Aleppo tussen de bombardementen door naar de jonge mensen die de Syrische revolutie ooit waren begonnen. Na bijna dertig jaar oorlogsjournalistiek komt Minka Nijhuis nu met een roman, getiteld Gekkenwerk, gebaseerd op haar ervaringen. “Ik vond dat het na al die jaren in het vak tijd was om het daar eens over te hebben,” zegt ze. “Omdat er zo veel mythevorming rond oorlogsjournalistiek bestaat – alsof dat een soort eredivisie van de buitenlandjournalistiek zou zijn. Het is met ontzag, verheerlijking en clichés omgeven, alsof wij allemaal stoere figuren zouden zijn, die nooit opgeven. Ik wilde een kijkje geven in de keuken, ook omdat mensen zich helemaal niet realiseren wat er allemaal nodig is voor de verhalen die zij in de krant lezen of waar ze wellicht achteloos aan voorbij bladeren.” Wat is daar allemaal voor nodig? “Oorlogsjournalistiek is elke keer weer een complexe onderneming waarbij je onder moeilijke, soms gevaarlijke, omstandigheden moet uitzoeken hoe het zit. De waarheid is
Boodschappen doen in Bagdad met gastvrouw Khala
een groot woord, maar in oorlogsgebieden en dictaturen al helemaal. Het vergt elke keer weer volledige inzet. Je denkt nooit: doe ik even. Je moet het vertrouwen winnen van mensen, je moet een bepaalde plek zien te bereiken, je moet risico’s inschatten en je moet de juiste woorden vinden voor wat ik een van de ergste dingen ter wereld vind, namelijk oorlog. “Soms hebben redacties dan ook nog eens onmogelijke eisen. Dan zeggen ze luchtig: ‘Kun je nog even hier- of daarnaartoe?’ Terwijl in oorlogsgebieden sommige oorden gewoon niet of alleen met veel kunst- en vliegwerk te bereiken zijn. Hoe vaak mij ook niet is gevraagd of ik Aung San Suu Kyi kon interviewen, terwijl zij van de buitenwereld was afgesloten. Alsof ik over een helikopter beschikte die geluidloos in haar tuin kon landen! “Ik herinner me hoe ik in Bagdad, in een periode dat het heel gevaarlijk was om daar de straat op te gaan, naar een hotel moest om een televisiepraatje te houden voor een camera die daar stond opgesteld. Terwijl ik koortsachtig zat te piekeren – hoe kom ik daar en hoe kom ik weer terug, want geen chauffeur wilde zich aan dat ritje wagen – kreeg ik van de redacteur van het programma kledingtips, want een gestreepte blouse zou niet goed overkomen op televisie. Ik dacht alleen maar: hoe kom ik daar levend aan? “In dat hotel logeerden internationale televisieploegen en die mensen zagen er allemaal geweldig uit. Hun haar en make-up zat helemaal goed, het rook er ook naar parfum, terwijl ik verwilderd aan kwam gescheurd met maar één gedachte: ik heb het gered! En vervolgens moest ik voor de Nederlandse televisie mijn verhaal vertellen. Dat is dan zo’n andere wereld.” Je boek heet Gekkenwerk. Waarom doe je dat gekkenwerk? “Ik ben niet van de ene op de andere dag tussen de bombardementen in Aleppo beland, dat gaat geleidelijk. OPZIJ 2020
61
Oorlogsverslaggever Maar de eerste keer dat ik met gewapende strijd in aanraking kwam, merkte ik dat ik het hoofd koel hield. Je mag best bang zijn, dat is menselijk, maar je moet niet in paniek raken. Ik bleek niet zo gevoelig voor paniek en ik kon vrij goed opereren in dat soort gebieden. En als freelancer denk je toch: waar ligt mijn meerwaarde? Je wilt niet precies hetzelfde doen als de andere verslaggevers. Ik was bovendien diep onder de indruk van wat je meemaakt in oorlogssituaties. Mensen leven dan op het scherpst van de snede: je maakt menselijk gedrag mee in zijn beste maar ook zijn aller slechtste verschijningsvormen. Dat fascineert me. En dan is er nog het grootse gevoel dat je er bij bent
De hoofdpersoon van je boek is een stewardess, die via een hulpverlener in contact komt met rebellen in Birma en daarnaartoe reist om een reportage te schrijven onder het motto: no guts no glory. Is het ook echt zo gegaan? “Het boek is geen sleutelroman, maar er zitten veel elementen in die waar zouden kunnen zijn of die grotendeels echt zijn gebeurd. Het klopt dat ik ooit stewardess was, maar ik wilde daarmee stoppen omdat dienstverlening niet bepaald mijn grootste talent was. Ik had psychologie en communicatiewetenschappen gestudeerd en deed het voornamelijk om goedkoop te kunnen reizen. Als ik terugkwam van mijn werk, kocht ik een ticket en vertrok ik bijvoorbeeld voor een week naar het Himalayagebergte. Zo kwam ik ook in landen waar conflicten sluimerden en waarvan ik dacht: daarover wil ik schrijven. Schrijven was altijd mijn stiekeme wens, maar ik had ontzag voor de wereld van de journalistiek. Ik dacht dat het een vak was dat alleen heel bijzondere mensen konden doen. En toen reisde ik in 1989 naar Cambodja – een land waar ik tijdens mijn studie een werkstuk over had gemaakt. Ik ging uit nieuwsgierigheid, op het historische moment dat het Vietnamese leger, dat het schrikbewind van de Rode Khmer had verjaagd, zich daar terugtrok. De hele wereldpers dook op Cambodja en ik belandde als wannabe in dat mediacircus en kwam journalisten tegen die minder over de situatie wisten dan Bij het oorlogsmuseum in Kabul
FOTO THORNE ANDERSON
Ik ben getuige geweest van veel leed, maar heb ook geweldige mensen ontmoet, inventieve overlevers met veel veerkracht en humor, diedie er het beste van maakten. Hoop en humor waren hun beste wapens.
als geschiedenis wordt geschreven. Als je daarvan hebt geproefd, geef je dat niet zo makkelijk op.”
62
FOTO THORNE ANDERSON
Reportage buitenland
Demonstratie van stamleiders in Kabul
ik. Ik dacht: als zij hierover kunnen berichten, dan kan ik het ook. Dus toen ben ik het gewoon gaan doen.” Welke reis staat je het meeste bij van alle reportagereizen die je hebt gemaakt? “Ik was in Oost-Timor toen het Indonesische leger daar een geweldcampagne begon tegen de bevolking omdat die onafhankelijkheid wilde. Ik verbleef daar met een klein groepje journalisten en wij konden dat verhaal blijven vertellen. Daardoor is uiteindelijk een internationale troepenmacht naar het eiland gekomen en hebben we daadwerkelijk iets kunnen betekenen voor dat land. Meestal kun je dat als journalist niet. Je stuurt je stukken de wereld in omdat je vindt dat mensen het moeten weten, maar verder blijft vaag wat je echt teweegbrengt met die verhalen. “Ook Syrië is me erg bijgebleven. Ik merk dat ik dat land moeilijk kan loslaten, terwijl ik het helemaal niet goed ken. In het voorjaar van 2014 ben ik naar Aleppo gegaan omdat ik wilde weten wat er was geworden van de jonge mensen die daar de barricades opgegaan waren om vreedzaam te demonstreren tegen het regime. Waar waren die gebleven? Dat ben ik gaan uitzoeken en dat kostte heel veel moeite. Uiteindelijk ben ik in het oostelijke deel van Aleppo beland en bleken die mensen daar nog te zitten. Ze waren verbaasd me te zien, want er
waren allang geen journalisten geweest. “Terwijl ik daar was, werd de stad nog voortdurend gebombardeerd. Het was een reis door zoveel vernietiging. Ik dacht dat ik het gezicht van de oorlog wel kende, maar dat bleek niet zo te zijn. Het schokte me diep dat mensen daar tussen die puinhopen leefden, in een oorlog die zó niets ontziend was – dat had ik nog niet eerder meegemaakt. Burgerdoelen zoals ziekenhuizen werden systematisch gebombardeerd. Ik ben in een van die ziekenhuizen geweest en zag de totale waanzin daar. Artsen die rondliepen als slaapwandelaars omdat ze maar bleven doorwerken met nauwelijks middelen, terwijl het dak van het ziekenhuis er al af was geschoten.” Droom je ervan? “Nee, wonderlijk genoeg niet. Maar ik denk er wel heel veel aan.” Je bent een vrouw, is dat een voordeel of een nadeel in dit vak? “Het is een voordeel. In traditionele gebieden kom je zowel de mannen- als de vrouwenwereld binnen. Je bent daar een soort derde sekse, geen man en geen vrouw, dus je mag veel wat vrouwen gewoonlijk in dat soort landen niet mogen. Bovendien heb je als vrouw een deescalerende werking, je roept niet zo snel agressie op. OPZIJ 2020
63
Oorlogsverslaggever Mensen praten ook makkelijker over oorlogshandelingen die heel gevoelig liggen, zoals verkrachtingen, met een vrouwelijke verslaggever. Bovendien kom je als vrouw in een boerka makkelijker langs controleposten. Ik heb ook nog een vrij donker uiterlijk en kan makkelijk voor lokaal doorgaan. In Aleppo begonnen mensen vaak in het Arabisch tegen mij. “De verhalen van vrouwen in oorlogsgebieden zijn belangrijk, omdat zij de boel draaiende moeten houden. Daar zijn ze vaak niet stoer over. De impact van oorlog is enorm op vrouwen in een omgeving waar je als alleenstaande vrouw weinig steun ondervindt. En het menselijke gevoel, dat ik zoek voor mijn verhaal, delen zij makkelijker met je. “Maar ook mannen kunnen je delicate dingen vertellen. Het gaat erom dat je echt in een verhaal investeert en veel tijd met hen doorbrengt. Ik ben in die zin een old schooljournalist: om een verhaal te vertellen neem ik de tijd, vertraag ik. Dan blijkt dat ook mannen met die oorlog heel wat meer op hun bordje hebben dan alleen de trekker overhalen. Met name artsen en reddingswerkers. Het doet iets met je als je dag in dag uit mensen onder het puin vandaan moet trekken.”
FOTO SOUHA BARKALLAH BAAROUN
Wat heeft bijna dertig jaar oorlogsjournalistiek je gebracht en wat heeft het je gekost? “Het heeft me veel mooie momenten gebracht, ondanks
64
Oorlogsverslaggever
Dat gevoel van dreiging, dat idee dat je niet alles onder controle hebt, heeft voor mij iets vertrouwds. de oorlog. Ik ben getuige geweest van veel leed, maar heb ook geweldige mensen ontmoet, inventieve overlevers met veel veerkracht en humor, die er het beste van maakten. Hoop en humor waren hun beste wapens. Ik heb gezien wat mensen kunnen in tijden van crisis, dat ze alles op alles zetten om een ander te redden of het laatste wat ze hebben met een ander delen. Dat ze boven zichzelf uitstijgen. Ik dacht laatst nog aan de Birmese schilder Htein Lin, die in de gevangenis in het diepste geheim schilderijen maakte op de oude gevangenispakken van zijn medegevangenen als ze nieuwe hadden gekregen. Die schilderijen
zijn de gevangenis uit gesmokkeld en bewaard door de Britse ambassadeur. Later, toen hij vrijkwam, is hij die schilderijen bij haar gaan ophalen en zijn ze verliefd op elkaar geworden. Hij is inmiddels wereldberoemd. “Iemand die ik ook nooit meer zal vergeten is die cellist die, toen er zoveel bomaanslagen waren in Bagdad, op die plekken ging spelen om schoonheid te brengen waar verwoesting was geweest. In elk land waar ik heb gewerkt, wonen mensen die ik nooit meer vergeet. Vaak houd ik de contacten aan. Mensen zijn nooit alleen maar leveranciers van verhalen. Dat is een enorme rijkdom. “Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is te berichten over wat er gebeurt. Als mensen niets weten, kunnen ze nooit iets veranderen. Zeker in deze tijden van populisme, nationalisme en het sluiten van grenzen, denk ik: ik gooi dat luik open, ik bied de lezers die blik op die verre gebieden, ik laat ze zien waar die mensen vandaan vluchten. Dit werk maakt me er ook erg bewust van dat ik het heb getroffen in het leven. En ik heb erdoor geleerd dat het wel raar moet lopen, wil ik me niet weten te redden. Moed is iets wat je kunt oefenen. Be strong. Ik heb zoveel meegemaakt in verre oorden. Ik denk aan die keer dat ik opgesloten zat in het mortuarium van Bagdad – ik kon niet weg omdat er rondom werd gevochten. Of het moment dat ik wegreed uit Aleppo en een sluipschutter op de auto schoot – de kogel ging net achter de kofferbak langs. In Oost-Timor belandde ik midden in een schietpartij en moest ik in een rivier springen om aan de kogels te ontkomen. Ik Irak schoten Amerikaanse soldaten ons bijna overhoop omdat ze ons voor de tegenpartij aanzagen. Maar dat vervliegt allemaal, dat blijft niet bij me. Ik heb geen last van trauma’s. Ik ben geen adrenalinejunk, daar ben ik te bedachtzaam voor, maar ik houd wel van de intensiteit van dit werk. Ik merk nu, tijdens de coronacrisis, dat ik al een generale repetitie heb gehad. Ik heb al binnen gezeten in oorlogsgebieden omdat we omsingeld waren of iets dergelijks. Dat gevoel van dreiging, dat idee dat je niet alles onder controle hebt, heeft voor mij iets vertrouwds. “Als je me vraagt wat het me heeft gekost, dan zeg ik: verdriet soms, over dat de wereld zo is. Dat mensen zulke vreselijke dingen moeten meemaken en dat ik erover kan schrijven, maar niet echt iets kan doen. Ik leef nooit helemaal hier, er zit altijd een andere wereld in mijn hoofd.” O OPZIJ 2020
65
FOT
O KEKE KEUKEL
AA
R
Gekkenwerk, de zorgvuldig bewaarde geheimen van een oorlogsjournalist Nijgh & Van Ditmar, 278 pagina’s, €22,90 Verschijningsdatum 31 maart 2020 ISBN 978 90 388 0699 0
Voorpublicatie
Bestel hier.
66
Voorpublicatie
EEN FRAGMENT UIT
GEKKENWERK Amsterdam, 8 juni 1993 Beste neef, Hartelijk dank nog voor de prachtige foto’s uit Ierland. Wandelen zoals jij dat daar jaarlijks doet, is aan mij niet zo besteed, maar die luchten boven het ruige landschap wel. Kun je er ook per taxi komen? De kroegen met dichters als stamgasten spreken me uiteraard ook zeer aan. Je vraagt naar de laatste stand van zaken. Er is inderdaad het nodige gebeurd terwijl jij traditiegetrouw in O’Connors van je malt nipte. Gerard, de redacteur buitenland die mijn artikel over Manerplaw had goedgekeurd, belde. “Een collega wil je graag ontmoeten.” Van dat ‘collega’ was ik al behoorlijk onder de indruk. Maar toen ik vernam wie het was, raakte ik nog meer geïmponeerd. Henk Overbeek. Die naam zegt je vast wel iets van radio en tv. Hij is niet zomaar een oorlogsverslaggever. Hij is een fenomeen. De beste in het vak dat hopelijk nu ook het mijne zal worden. We spraken af elkaar te treffen in café Scheltema. Ik had nagedacht over mijn outfit voor deze eerste journalistieke date. Een nonchalante broek met een zijden bloesje. Casual met stijl. Henk bleek een stuk kleiner dan ik dacht. Dankzij mijn hakken torende ik zelfs boven hem uit. Maar zijn borstkas en biceps verrieden training. Hij had mijn reportage gelezen. Het bombardement op Manerplaw had indruk gemaakt en zijn eerste oordeel viel genadig uit. “Bang ben je niet.” Ik ontspande. De witte wijn kwam op tafel. “Laat ik je alvast een advies geven: zorg dat je nooit betrokken raakt.” Hij keek alsof hij rotte vis rook. “Betrokken journalisten kiezen partij. Ze worden leugenaars.” Dat was vooral een valkuil voor vrouwelijke verslaggevers, van wie er sowieso al niet veel waren. Henk leek dat geringe aantal niet erg te vinden. Ik dacht aan de rompertjes met Jip en Janneke die ik voor de Birmese tweeling Demo en Gracy had opgestuurd. Zat ik al verstrikt in de val van het verfoeide engagement? “Wil je kinderen?” “Nee,” zei ik. “Dat is maar goed ook, want anders kun je het vak wel
Betrokken journalisten kiezen partij. Ze worden leugenaars.
vergeten.” Vrouwen lukt het volgens hem niet het thuisfront los te laten, terwijl het in oorlog zaak is de kop er vierentwintig uur per etmaal volledig bij te houden. Mannen gaat dat probleemloos af. Zelf heeft Henk vier kinderen. “Die zet ik van me af zodra ik in de frontlinie ben.” Het verhoor ging verder. “Heb je een man?” Het leek me niet het moment het over Duncan en relatieleed te hebben. “Niet echt,” ontweek ik. “Daar zou ik niet te lang mee wachten. Verslag doen van oorlog maakt eenzaam.” Hij monsterde me. “Je bent de jongste al niet meer. Over een paar jaar zien ze je niet meer staan.” De kritische grens waarvoor hij waarschuwde lag blijkbaar zo rond de vijfendertig. Ik had me vooral voorbereid op een gesprek over mijn verdere plannen, maar die kwamen niet aan de orde. De do’s-and-don’ts in de frontlinie wel. Ik kreeg een handboek cadeau: Overleven onder vuur, geschreven door een door de wol geverfde collega. Ene Koos Los. “Een van de zeer, zeer weinigen voor wie ik respect heb,” sprak hij streng. Terwijl hij van tafel opstond raadde hij me ook nog The First Casualty van Phillip Knightley aan, een standaardwerk over hoe waarheid als eerste sneuvelt in oorlog. Dat ken ik gelukkig al. Ik keek op mijn horloge. De ontmoeting waarnaar ik zo had uitgezien had pakweg drie kwartier geduurd. Thuis bladerde ik bij een kop koffie in mijn nieuwe huiswerk. Overleven onder vuur bevatte tips waar je niet een-twee-drie op zou komen, maar die volgens de auteur levensreddend waren. Bijvoorbeeld deze over het gebruik van de paraplu voor wie met sluipschutters te maken krijgt. De truc is om zwaaiend met het uitgeklapte regenscherm op hoge snelheid al zigzaggend de gevarenzone over te steken. “Dat sticht grote verwarring bij de sniper,” las ik. Het stichtte in ieder geval alvast grote verwarring bij mij. O OPZIJ 2020
67
BIJSLUITER:
Coronavirus besmet ook vrouwenrechten
68
Opinie
De coronacrisis raakt iedereen, maar op vrouwen heeft het virus nog een ander, meer verborgen effect. Want op het moment dat er een crisis uitbreekt, worden vrouwenrechten direct opzijgeschoven. Bovendien zien we verdacht weinig vrouwen aan de beslissingstafels. En daar worden nu, in deze cruciale tijd in onze geschiedenis, toch de besluiten genomen waar we tot ver in onze toekomst mee te maken krijgen. DO O R IR E N E S C HOEN MA CKER
H
et coronavirus is dodelijker voor mannen en toch is het virus in een bepaald opzicht gevaarlijker voor vrouwen. Conservatieve groepen grijpen de crisis aan om de abortuswetgeving terug te draaien, vrouwen die te maken hebben met geweld kunnen geen kant op én de vrouwelijke stem wordt nauwelijks vertegenwoordigd in de politiek. “Het komt van alle kanten,” zegt Anne-Floor Dekker van de organisatie WO=MEN Dutch Gender Platform, een netwerk dat zich inzet voor gendergelijkheid wereldwijd. Ze maakt zich zorgen, zegt ze. Al langer, want vrouwenrechten staan wereldwijd de laatste jaren weer onder druk, maar met de huidige ontwikkelingen rondom het coronavirus neemt haar bezorgdheid flink toe.
Kijk bijvoorbeeld naar de Amerikaanse staten Texas en Ohio, zegt ze. Abortus zou daar sinds kort niet meer als noodzakelijke gezondheidszorg worden beschouwd. Alleen als de gezondheid van de moeder of de baby in gevaar is mag er nog een abortus worden uitgevoerd. Ook in de staten Alabama, Iowa, Mississippi en Oklahoma staat de abortuswetgeving onder druk. ‘Dit heeft zo’n enorme impact op de rechten van Amerikaanse vrouwen’, zegt Dekker. Ze ziet het vaker. Op het moment dat er crises uitbreken, bijvoorbeeld in conflictgebieden, worden vrouwenrechten als eerste aan de kant geschoven. ‘Datzelfde mechanisme zie je nu ook. Er wordt gezegd, we moeten nu prioriteiten stellen, we moeten zorgen dat mensen veilig zijn, daarna kunnen we weer kijken naar andere zaken als gendergelijkheid en vrouwenrechten.’ Politicoloog Julia Wouters beaamt dat. “Wie nu over vrouwenrechten begint, wordt raar aangekeken. Niet nu, zie je mensen denken. Maar die gedachtegang klopt niet. Júist in crisistijd komen bepaalde groeperingen onder druk te staan, waaronder vrouwen, dus diversiteit wordt juist belángrijker in plaats van minder belangrijk bij het nemen van beslissingen.” OPZIJ 2020
69
Opinie
Kinderen bleken massaal te kiezen voor de witte, oudere man als leider.
Het feit dat er aan de onderhandelingstafel voornamelijk witte mannen zitten is Wouters en Dekker een doorn in het oog. Dekker: “De vrouwen die nu in de frontlinie staan, zijn niet vertegenwoordigd in de besluitvorming. Dat is een groot probleem. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd.” Wouters: “Je ziet dat tijdens een crisis het stereotiepe beeld van hoe een leider eruit hoort te zien wordt versterkt.” Een videoexperiment van de Rijksuniversiteit Groningen laat zien dat zulke aannames heel diep zitten en al vroeg beginnen. Aan kinderen werd gevraagd wie ze het liefst als kapitein hadden op een schip tijdens een oorlog: een man of een vrouw. Ze konden kiezen uit foto’s van Eerste Kamerleden. Kinderen bleken massaal te kiezen voor de witte, oudere man als leider. Behalve als er tijdens de reis ook moest worden samengewerkt: dan kozen de kinderen opvallend genoeg vaker voor een vrouw. Wanneer het goed gaat met de economie zijn vrouwen welkom, stelt Wouters. ‘Dat zie je ook in de geschiedenis terug. In de jaren zestig was er veel welvaart en kwam langzamerhand met het feminisme ook de vraag op of de buit wel eerlijk werd verdeeld. En dat zie je nu: we hebben de crisis van 2008 overleefd. Er is weer krapte op de arbeidsmarkt, dus is het belangrijker om ook vrouwen aan te trekken. Dan is er tolerantie. Maar die opwaartse 70
spiraal is nog zo pril, zo net na #MeToo. Ik ben bang dat wanneer er na de coronacrisis een economische crisis volgt, het eerste waar bedrijven op gaan bezuinigen diversiteitsbeleid is.’ Die angst voor een economische crisis heeft Dekker ook. “De noodmaatregelen die nu zijn genomen zijn met name gericht op mensen in loondienst en met een vast contract. Maar veel vrouwen hebben een flexcontract, of werken in informele beroepen, bijvoorbeeld als huishoudelijke hulp. Deze vrouwen worden nu minder gehoord en gesteund. Mede doordat er voornamelijk mannen aan de besluitvormingsprocessen deelnemen, is er niet goed nagedacht over de impact op vrouwen.” Om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen nam de regering op maandag 23 maart 2020 drastische maatregelen. Premier Mark Rutte deed in een persconferentie aan het hele land een duidelijke oproep: blijf thuis. Ga niet de deur uit tenzij het moet. Neem dit virus serieus. Maar dit besluit had ook een hele gevaarlijke consequentie voor vrouwen die te maken hebben met huiselijk geweld: ze kunnen nu geen kant op. Wereldwijd neemt de bezorgdheid onder vrouwen toe, zo ook in Nederland. Bijna 300.000 vrouwen zijn in Nederland in de afgelopen vijf jaar slachtoffer geweest van (ex-) partnergeweld. Ongeveer 76.000 vrouwen hebben daar zelfs meerdere keren per maand mee te maken. “Ik maak me zorgen,” zegt hoogleraar Majone Steketee, deskundige op het gebied van huiselijk geweld. “Vanuit het perspectief van partnergeweld bekeken zijn de isolerende maatregelen een gevaar op zich. Ze zijn nodig, uiteraard, maar kunnen ook voor veel stress in een relatie zorgen. We weten ook dat er na vakanties altijd meer scheidingen volgen. Zonder sociaal netwerk kan 24/7 in huis met een gewelddadige partner heel gevaarlijk zijn.” Veilig Thuis Amsterdam ziet vooralsnog geen stijging in het aantal aanvragen, maar vraagt wel de inwoners van de hoofdstad alert te blijven in hun omgeving. Steketee hoorde bij andere organisaties, bijvoorbeeld in Rotterdam, dat het aantal huisverboden is toegenomen. Ook Dekker van WO=MEN hoort van ledenorganisaties dat er zorgen zijn. Steketee is vooral bang voor de onzichtbaarheid van het geweld. “Doordat iedereen nu binnenblijft, is er natuurlijk minder contact en is de kans
Opinie groter dat het geweld achter gesloten deuren blijft. Dat was altijd al een probleem, maar de problematiek is door de crisis nu nog onzichtbaarder geworden.” En dan is 2020 ook nog eens een gek jaar. Het is dit jaar vijfentwintig jaar geleden dat de Verklaring van Beijing werd aangenomen door 189 regeringen. Het wordt gezien als het meest vooruitstrevende document om de fundamentele rechten van vrouwen en meisjes te waarborgen. “Het was voor ons sowieso geen feestje geworden,” zegt Dekker, “vanwege de achteruitgang die we zien op het gebied van vrouwenrechten. Maar juist daarom was het zo belangrijk dat we dit jaar als vrouwenorganisaties samenkwamen op evenementen, om onze rode lijnen vast te stellen en te zeggen: tot hier en niet verder.” De crisis is een kans om bij te sturen, zegt politicoloog Julia Wouters. “Je hoort mensen vaak zeggen: never let a good crisis go to waste. Het is een resetknop: we zouden juist moeten nadenken over hoe we de samenleving
opnieuw vorm kunnen geven. Het is beleidsmatig altijd lastig om bij te sturen, dat gaat normaal gesproken erg traag. Maar nu zijn we eigenlijk als samenleving volledig tot stilstand gekomen, dus benut deze kans. Optimisten zouden zeggen dat de crisis laat zien hoe we niet zonder de zorg kunnen, bijvoorbeeld, en hoe belangrijk solidariteit is. Maar zolang die lessen wel worden getrokken door individuele mensen maar niet door beleidsmakers, schieten we niets op. Al helemaal als zij zich op de korte termijn blijven focussen, en de stemmen over de lange termijn tot zwijgen worden gebracht. Het debat over andere zaken behalve corona is volledig tot stilstand gekomen. Dat is beangstigend, en verre van geruststellend.” O
Je hoort mensen vaak zeggen: never let a good crisis go to waste. Het is een resetknop: we zouden juist moeten nadenken over hoe we de samenleving opnieuw vorm kunnen geven.
OPZIJ 2020
71
Gezondheid Angela Maas is hoogleraar cardiologie voor vrouwen, Radboudumc, Nijmegen. Nummer 1 in de OPZIJ Top100 2019 en VN Vrouwenvertegenwoordiger 2020.
Andere wereld na COVID-19:
ILLUSIE OF REALITEIT Onze meest invloedrijke vrouw, cardiofeministe Angela Maas, is ook VN-vrouwenvertegenwoordiger namens Nederland. In die hoedanigheid zou zij in maart samen met minister van Engelshoven afreizen naar New York voor een aantal bijeenkomsten van de VN. Uiteraard ging ook deze reis niet door en had Angela hele andere problemen te tackelen.
72
Gezondheid
I
edereen heeft de afgelopen weken moeten ervaren hoe jammer het is als plannen en gebeurtenissen niet doorgaan. In mijn geval was dat het bijwonen van de CSW64 vergaderingen – ofwel de vergaderingen voor de VN voor vrouwenrechten en gendergelijkheid waaraan 189 lidstaten zich tijdens de Vierde Wereldvrouwenconferentie committeerden – vanaf 9 maart bij de VN in New York als 2020 VN-vrouwenvertegenwoordiger namens Nederland. Een kleine week voor vertrek nam de VN het wijze besluit om het af te gelasten wegens de COVID-19 uitbraak. Ook ik dacht aanvankelijk dat het allemaal wel mee zou vallen, maar juist in die week bleek de verspreiding veel sneller te gaan dan we allemaal dachten. Daarna werden de noodzakelijke besprekingen over internationale vrouwenrechten opzijgeschoven voor het veel urgentere probleem van de virusuitbraak. Het overleven en beheersbaar houden van deze grote mondiale ramp heeft terecht alle aandacht opgeëist. Achteraf was ik natuurlijk enorm blij dat het niet doorging, want de ziekenhuizen in New York waren al snel ‘out of control’, zoals een bevriende collega mij mailde en we allemaal hebben kunnen zien. Aangestoken door optimisme van diverse kanten dacht ik aanvankelijk dat het virus onze scheefgegroeide maatschappij zou resetten. Minder hebzucht, weinig verkeer, onderlinge solidariteit, creatieve ouderenhulp en een geweldige opleving van het milieu. COVID-19 leek even een
blessing in disguise. De waardering voor deskundigen en de superhard werkende mensen aan het front in de ziekenhuizen is nog nooit zo groot geweest. En terecht, wat een veerkracht en moed laten zij ons zien! Ook de landelijke samenwerking van huisartsen, ziekenhuizen en zorginstanties ging snel en werd hoopvol als het begin van een nieuw tijdperk gezien. Het belang van andere vormen van onderwijs en het snelle schakelen naar digitale mogelijkheden brak in snel tempo door lang bestaande imaginaire barrières heen. Thuiswerken bleek ineens voor velen een hele goede optie en iedereen zal ervaren hebben hoeveel tijd er verloren gaat aan heen en weer reizen naar vergaderingen, die vaak nergens voor nodig zijn of efficiënter digitaal kunnen. Ook in de ambulante zorg bleek het ineens veel makkelijker om hiervan gebruik te maken. Waarom kon dat niet eerder eigenlijk? Het ophokken thuis was voor velen een mooie kans om een gevoel van onthaasting te krijgen en om achterstallige dingen te doen. Zo kreeg ik naast vermoedelijk het COVID-19 virus ook last van het ‘opruimvirus’ en vond ik veel papieren en kledingstukken terug die ik allang kwijt was. Het
dat was de eenduidigheid, sociale alertheid en creativiteit zeker ten goede gekomen. Zo is er totaal geen rekening gehouden met de relatief grotere kans van vrouwen om met COVID-19 besmet te raken, omdat meer dan zeventig procent van de werknemers in de zorg nu eenmaal vrouw is. Besmetting, zelfs met geringe klachten, maakt je minder weerbaar om de situaties thuis goed te kunnen managen. Door man/vrouw verschillen in het immuunsysteem en het relatief grotere percentage (ex-)rokers is de sterfte onder mannen hoger dan bij vrouwen. Een nieuwe bevestiging van het belang van genderspecifieke geneeskunde. Het immense economische drama treft bijna alle sectoren, en met name de veelal vrouwelijke flexwerkers, parttimers en oproepkrachten. Het is de vraag of de heren regeringsleiders na al het applaus de salarissen in de zorg en onderwijs daadwerkelijk gaan verhogen. Om nog maar niet te spreken van de culturele sector, die we zo hard nodig hebben om onze samenleving leefbaar te houden. Er werd gespeculeerd over een beter ‘wij‘-gevoel na een dergelijk ingrijpende pandemie. Meer saamhorigheid, steun voor elkaar en oog voor waar het werkelijk om gaat
Het maakt natuurlijk alles uit of je thuis de ruimte hebt of dat je met z’n allen bovenop elkaar zit. Voor alleenstaande moeders en gezinnen met huiselijk geweld is het echter een drama. maakt natuurlijk alles uit of je thuis de ruimte hebt of dat je met z’n allen bovenop elkaar zit. Voor alleenstaande moeders en gezinnen met huiselijk geweld is het een drama. Eerste berichten hadden het over een toename van 25 tot 30 procent in huiselijk geweld. De regering was zoals gebruikelijk vergeten om een paar goede vrouwen in het crisisteam op te nemen,
in het leven. Het hamsteren van wc rollen en het dringen in de winkels is niet erg bemoedigend voor de wereld na COVID-19. Vanuit de spreekkamer en uit eigen ervaring weet ik maar al te goed dat verandering van gedrag het moeilijkste is. Sociaal meevoelend gedrag moet je met de paplepel zijn ingegoten, anders wil het slecht beklijven. We gaan het zien in de komende periode. O OPZIJ 2020
73
Gezondheid Interview
CARLA VAN DE WIEL
‘Ik ben echt
ongelofelijk trots
op ons ziekenhuis!’
Het gaat goed met haar, vertelt Carla van de Wiel (52) me als ik haar digitaal spreek. “Maar het kruipt wel onder je huid, deze crisis. Ik heb marathons gelopen en ben wel iets gewend, maar normaal gesproken kun je even afschakelen als je naar huis gaat. Nu blijft het me bezighouden. En het gaat overal voortdurend over corona. Op tv, in de supermarkt. Dat is best pittig” Ze heeft even tijd voor een gesprek met Opzij kunnen maken in haar overvolle schema. Sinds eind 2018 is Carla van de Wiel directievoorzitter van het HagaZiekenhuis in Den Haag. Van daaruit is ze ook lid van de raad van bestuur van de Reinier Haga Groep, waar meerdere ziekenhuizen bij zijn aangesloten. Carla: “Het is mooi om te zien hoe goed de ziekenhuizen in de regio elkaar weten te vinden. De samenwerking gedijt hier goed bij.” DO O R MA RIJE VA N REST
74
Gezondheid Interview
OPZIJ 2020
75
Gezondheid Interview Kun je ons eens meenemen in alles waar jullie in het ziekenhuis nu mee bezig zijn? “Het zijn hectische tijden. Niet alleen voor ziekenhuizen, maar voor iedereen. In Nederland hebben we natuurlijk niet eerder zo’n crisis meegemaakt. We zijn wel bekend met calamiteiten als treinongevallen en andere grote ongelukken, maar die zijn kortdurend. Bij COVID-19 merken we dat dit geen incident is. Dit is een marathon, geen sprint. We weten gewoon niet hoe lang het gaat duren, maar we weten wél dat we met elkaar vol aan de bak moeten. “Ieder jaar worden we getraind in hoe we moeten omgaan met een crisissituatie. In situaties als deze vervangt het crisisteam eigenlijk alle reguliere structuren. We hebben een Crisis Beleidsteam (CBT) en daaronder zit een operationeel team en een medisch-inhoudelijk team. Die drie groepen gaan volledig over wat er in deze situatie moet gebeuren. We hebben het strak georganiseerd, het lijkt op een commandostructuur. Duidelijkheid is cruciaal. Iedereen moet snappen wat er van hem of haar verwacht wordt. “Mijn adagium daarbij is: ‘hoofd koel, hart warm’. Duidelijk en strikt in wat we doen en hoe we het doen. Maar we zijn ons ook zeer bewust van voor wíe we het doen.” Hoe zien jouw dagen er momenteel uit? “Mijn dagen zijn gevuld met afspraken die te maken hebben met de crisis. En tegelijkertijd vraagt het besturen van het ziekenhuis ook mijn aandacht. Volle dagen dus. ’s Morgens en ’s middags is er CBT. Iedere dag versturen we ook een nieuwsbrief aan alle medewerkers, waarin zij voortdurend op de hoogte worden gehouden van alles wat ze moeten weten. We besteden ook veel aandacht aan mental support. Onze medewerkers maken soms hele verdrietige dingen mee. En ook voor de meest ervaren dokter 76
of verpleegkundige zijn dit virus en de effecten ervan op patiënten vaak nog onbekend. “Zichtbaar zijn vind ik zeker in deze tijd belangrijk. Thuiswerken is natuurlijk de norm, maar ik wissel qua aanwezigheid in het ziekenhuis af met mijn collegadirecteur Medische Zaken. Een van ons maakt elke dag een ronde, zodat we onze mensen ook echt zien en kunnen vragen hoe het met ze gaat. Zo zorg je dat de crisis strak wordt geleid, maar wel met veel compassie voor de patiënten en voor onze medewerkers.” Wat is de stand van zaken nu in het HagaZiekenhuis? Liggen er veel mensen op de ic? “We hebben de afgelopen weken onze ic-capaciteit flink opgeschaald. En er zijn speciale verpleegafdelingen voor COVID-19 ingericht. Op dit moment ligt de ic niet vol. ‘Op dit moment’ zeg ik daar nadrukkelijk bij, want ik heb geen glazen bol en het kan van het ene op het andere moment veranderen. “Ik denk dat de piek die we vorige week hadden, groter was dan de cijfers die we deze week zien. Er zijn vergeleken met vorige week minder ic-opnames. Of er nog een nieuwe piek komt, is afhankelijk van hoe de burger zich houdt aan de maatregelen en voorschriften.” Zijn alle gewenste middelen aanwezig? Hebben jullie bijvoorbeeld voldoende personeel om de groei in patiënten op te kunnen vangen? “Het is belangrijk dat we iedereen heel proberen te houden. Niet alleen van de verpleegkundige en van de dokter wordt veel gevraagd, maar ook van alle mensen die achter de schermen werken. Bijvoorbeeld de mensen van de ondersteunende diensten, zoals de ICT, want ook zij zijn hard nodig. “Een belangrijke prioriteit is dat we het personeel dat we al hebben in ieder geval hier houden. We hebben nu genoeg mensen in huis, zeker. Maar van al onze mensen zijn wel alle verloven, meivakanties en dergelijke ingetrokken. Tegelijk weten we dat de geplande zorgvraag niet minder wordt de komende tijd: dezelfde aantallen patiënten blijven waarschijnlijk komen. Ik merk wel dat iedereen z’n draai nu begint te vinden en begint te wennen aan ‘het nieuwe normaal’. Maar op langere termijn kan het wel een probleem worden, want onze mensen moeten er op een gegeven moment wel echt even tussenuit. “We vragen ook eigen collega’s die momenteel ergens anders werken, maar wel een verpleegkundige achtergrond hebben, gevraagd om bij te springen. Na de eerste oproep meldden zich direct 60 BIG-geregistreerde collega’s. Een aantal van hen draait nu mee als buddy op de ic. Dat is heel fijn.” En hoe zit het met beschermingsmiddelen,
Gezondheid Interview mondkapjes en dergelijke? “Het voordeel voor ons is dat wij als ziekenhuis natuurlijk vooraan in de rij staan. Wij hebben momenteel genoeg spullen om onze mensen goed en veilig hun werk te laten doen. Ik maak me meer zorgen om instellingen als verpleeghuizen en instellingen voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat zijn vaak niet de eerste instellingen waar men aan denkt, maar ook daar hebben ze dergelijke spullen hard nodig.” Wat zijn de gevolgen van het coronavirus voor de reguliere zorg? “Ook wij merken dat mensen met klachten waar ze normaal gesproken makkelijk voor naar het ziekenhuis kwamen, dat nu veel minder doen. Dat is vaak omdat patiënten het eng vinden om nu naar het ziekenhuis te gaan. Ik kan iedereen geruststellen: dat is niet terecht. Natuurlijk liggen er COVID-patiënten in ons ziekenhuis, maar zij liggen echt op een totaal gescheiden afdeling. Wij zeggen dus: kom nou gewoon naar het ziekenhuis als u pijn op de borst heeft. Naarmate de weken vorderen, zien we dat de situatie weer een beetje normaliseert.” Hoe hebben jullie het checken van mensen met corona-symptomen concreet georganiseerd? “We hebben een speciale corona-huisartsenpost op het spoedplein van het HagaZiekenhuis geplaatst, waar de huisartsen de eerste opvang doen. We stemmen dit goed af met onze collega’s van het Haaglanden Medisch Centrum. Dat is een mooi voorbeeld van samenwerking: deze post was binnen 48 uur gerealiseerd. In no time bouwden onze technici zeven spreekkamers in een reguliere kantooromgeving. Dat is het commitment dat zo kenmerkend is voor deze situatie. “Ik ben echt ongelofelijk trots op ons ziekenhuis. Van technicus tot receptionist, van arts tot laborant: iedereen zet zich voor de volle honderd procent in. Het ritme van de samenleving is ook echt het ritme van ons ziekenhuis geworden. Hartverwarmend zijn ook de reacties van de buitenwereld: we worden bedolven onder attenties zoals bloemen, chocola en kant-en-klare maaltijden. Dat is echt heel bijzonder.” Jullie moeten het nu ook even zonder jullie bestuursvoorzitter Martin van Rijn, doen. Gek? Of juist wel handig, zo’n kort lijntje met de minister? “Haha, nou we vinden het vooral heel mooi dat hij de eervolle vraag kreeg om tijdelijk toe te treden tot het kabinet. We zijn heel trots op hem. In principe is hij als minister aangesteld voor de komende drie maanden. Onze organisatie bestaat uit drie ziekenhuizen en elk ziekenhuis heeft een eigen directie, dus dat gaat goed.” Pakt Nederland deze crisis goed aan of denk je dat er meer moet gebeuren? “Ik ben een zorgbestuurder en ben niet de aangewezen
Dit is een marathon, geen sprint. We weten gewoon niet hoe lang het gaat duren, maar we weten wél dat we met elkaar vol aan de bak moeten.
persoon om een mening te hebben over het kabinet. Wat ik wel fijn vind om te zien is dat de ratio momenteel overheerst. Er wordt goed naar de hele crisiskwestie gekeken, vanuit een wetenschappelijk perspectief. Daar ben ik heel blij om.” Wat kunnen we van deze crisis leren voor de toekomst? “Wat deze crisis ons als ziekenhuis laat zien is hoe belangrijk het is dat in een sector de data die worden gebruikt eenduidig zijn. Wanneer het gaat over zaken als opschalen, afschalen en definities, geldt: hoe meer de gegevens hierover identiek zijn, hoe sneller je kunt schakelen. Zodat je snel inzicht hebt in de capaciteit van bijvoorbeeld het aantal beschikbare ic-bedden in Nederland. En je bent je nog meer bewust van het belang van samenwerking. Je kunt het niet alleen.” Wat is de impact van deze crisis op jouzelf? Lig je er weleens wakker van? “Het lukt me goed om het vol te houden. Ik ben ook heel trots op ons ziekenhuis, dat helpt ook. Dan heb je een soort adrenaline in je. Het is wel belangrijk dat je goed voor jezelf blijft zorgen. Goed slapen, goed eten. Ik zeg dat ook tegen al onze medewerkers: als je thuis bent, schakel af en laad op. We hebben elkaar ook na de crisis nog nodig. Houd het hoofd koel en het hart warm, zorg goed voor jezelf en voor de ander, dan komen we hier samen goed doorheen.” O OPZIJ 2020
77
Gezondheid Voeding
FLATTEN THE
Al heel snel gingen er in de talloze app–groepen, waar ook de redactie van OPZIJ aan meedoet, vaak grappige, soms schurende illustraties rond over hoe deze quarantaine zonder al te veel gewichtstoename door te komen. Want ja, niet meer naar de sportschool of het zwembad en weer gewoon elke dag koken – onze hoofdredacteur is inmiddels the queen of the quiches – en bij het mooie weer staat de fles wijn de hele dag te lonken in de koelkast, tussen het water en de cola light. Gelukkig woont Jovanka Vis (1966), manager kennis en communicatie van het Voedingscentrum zo’n beetje naast OPZIJ. Kortom, voor goede raad en een hart onder de riem gingen we langs bij de buurvrouw. DO O R JOVA N KA V IS
78
I
n het begin van de coronacrisis kwamen er al snel vragen van consumenten binnen over of je met voeding iets kan doen tegen corona en of je via eten besmet kan raken met het virus. Bij het Voedingscentrum zijn we aan de slag gegaan met deze vragen, uiteraard allemaal vanuit ons eigen huis. Sommige antwoorden op die vragen zijn nieuw en andere antwoorden zijn al adviezen die we geven. Zo is het in alle omstandigheden goed om hygiënisch met je eten om te gaan. Hoe je echt je handen moet wassen met zeep staat al jaren op onze website, maar is nu heel relevant. De meeste mensen waren echt verbaasd dat dat meer tijd kost dan je handen even onder de stromende kraan te houden. Ook adviezen als je handdoeken regelmatig vervangen en wassen op zesig graden konden weer uit de kast. Ik denk dat we ons nu veel bewuster zijn van het feit dat schone handen bijdragen aan minder ziektes oplopen en verspreiden. En ik hoop dat we dit ook kunnen vasthouden na deze crisis. En kun je dan met voeding corona voorkomen? Als je social media leest, zou je het haast wel denken: de vitamine C, D, zink en knoflookadviezen vliegen
en mensen met een getinte huid. Maar ook mensen die onvoldoende zonlicht op hun huid krijgen, omdat ze bijvoorbeeld weinig buiten komen of een sluier dragen. Een advies dat niet altijd bekend is, dus goed om weer onder de aandacht te brengen. Helpt er dan wel iets? Besmetting met corona kun je niet voorkomen door een gezonde leefstijl. Maar door gezond te eten, genoeg te slapen en regelmatig te bewegen
Maar ook hier kan een bestaand advies helpen: was al je groente en fruit en bij verhitting van eten gaan alle bacteriën en virussen dood. om je oren, als ook poeders en andere middelen die influencers en fabrikanten aanbevelen. De NVWA trad gelukkig al snel op met een publiekswaarschuwing: ‘voedingssupplementen helpen niet tegen het coronavirus’. Er is een supplement dat wel door bepaalde groepen geslikt moet worden, namelijk vitamine D. Dat advies is er nu ook al. Mensen die extra vitamine D moeten gebruiken zijn kinderen tot 4 jaar, vrouwen boven de 50 jaar en mannen boven de 70 jaar, zwangere vrouwen
blijft je algehele weerstand zo hoog mogelijk. Met een goede weerstand is je lichaam beter in staat om ziekmakende bacteriën en virussen te bestrijden en word je vaak minder snel of hevig ziek. Mocht je toch ziek worden, dan herstel je meestal sneller. Door gezond te eten volgens de Schijf van Vijf krijg je alle goede OPZIJ 2020
79
Gezondheid Voeding
Als het zo makkelijk was geweest om een gezond gewicht te behouden dan zouden deze problemen al de wereld uit zijn. stoffen binnen die je nodig hebt, zoals mineralen, vitamines, eiwitten, koolhydraten, vetten en vezels. Nieuwe informatie over voeding en corona is er ook. Eten is geen bron om het nieuwe coronavirus over te dragen. Coronavirussen hebben een dier of mens nodig om in leven te blijven en te groeien. Dat kan niet in voedsel. Met wel een kanttekening: als iemand eroverheen niest, dan kan het virus wel op het eten komen. Maar ook hier kan een bestaand advies helpen: was al je groente en fruit en bij verhitting van eten gaan alle bacteriën en virussen dood. En vergeet de handen niet te wassen voor het koken en voor je gaat eten. Borstvoeding geven kan ook gewoon, je geeft het virus niet op die manier
door. Ook hier is hygiëne weer belangrijk. En dan het hamsteren. Je zag het in alle landen gebeuren. Nu hebben mensen mogelijk te veel eten in huis. We zijn tips gaan bundelen over hoe je gezonde maaltijden kunt maken met blik en diepvries, hoe je verse producten goed kan invriezen en hoe lang dat dan kan. We communiceren daar over via social media en onze eigen website en nieuwsbrieven. Ouderen hebben extra aandacht nodig. Ik noemde al eerder de vitamine D maar bij kwetsbare ouderen is er ook een risico op ondervoeding. Eenzaamheid ligt op de loer. In deze tijd moeten we elkaar goed in de gaten houden en ouderen een beetje extra. Vanuit de ic kwam er ook nog een ander verontrustend bericht: naar schatting van Diederik Gommers, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care, heeft zo’n tachtig procent van de ic-patiënten overgewicht of is obees. Hierover ontstaan online en in de media heftige discussies. Uitspraken als ‘gaan wij betalen voor mensen die ongezond geleefd hebben’ tot ‘mensen met een gezonde leefstijl zouden meer recht moeten hebben op een ic-plek’ gaan rond. Als het zo makkelijk was geweest om een gezond gewicht te behouden dan zouden deze problemen al de wereld uit zijn. Nu de noodzaak acuut is, kan het mensen motiveren: flatten de curve, maar dan doelend op de buik. Echter, een crashdieet is hier niet het middel voor. Overgewicht bedreigt, net als de coronacrisis, de gezondheid van velen in onze maatschappij. Het voorkomen van overgewicht door middel van een gezonde leefstijl en een gezonde leefomgeving verdient daarom de aandacht: voor, tijdens en na deze crisis. O
De Schijf van Vijf in een notendop
De Schijf van Vijf in een notendop Schijf van Vijf in een notendop Volop uit de Schijf van Vijf Veel groente en fruit Vooral volkoren, zoals volkorenbrood, volkoren pasta en couscous en zilvervliesrijst Minder vlees en meer plantaardig. Varieer met vis, peulvruchten, noten, eieren en vegetarische producten Genoeg zuivel, zoals melk, yoghurt en kaas Een handje ongezouten noten Zachte of vloeibare smeer- en bereidingsvetten Voldoende vocht, zoals kraanwater, thee en koffie
80
Volop uit de Schijf van Vijf
Buiten de Schijf van Vijf: niet te veel en niet te vaak
Gezondheid Voeding
OPZIJ 2020
81
Gezondheid Zorg Namens de kerngroep ‘Vrouw, Gezondheid en Zorg’ van de Nederlandse Vrouwen Raad, Lydia Ketting-Stroet, voorzitter Vereniging Nederlandse Vrouwelijke Artsen (VNVA) Annelies Vethman, bestuurslid Nederlandse Vrouwen Raad (NVR).
GEEN
klaproos
O
nder druk van corona wordt de inzet van vrouwen in de samenleving goed zichtbaar. De wijkverpleegster begeleidt de mantelzorger van de dementerende oudere die niet naar de dagbesteding kan. De ic-verpleegkundige draait 12-uurs diensten en isoleert zich daarna thuis omdat dat veiliger is voor haar patiënten en haar familie. De apotheker bouwt haar praktijk om zodat ze iedereen van medicijnen kan voorzien. De verloskundige beschermt zichzelf terwijl ze een bevalling begeleidt. De juf van groep 5 instrueert haar leerlingen via de laptop en probeert vooral de kinderen te bereiken over wie ze zich zorgen maakt. De supermarktmedewerkster vult de gehamsterde voorraden aan en bedient de kassa achter een plastic scherm. Corona maakt de waarde van vrouwelijke professionals glashelder. Hoe houden we dat vast? Het aandeel van vrouwen in de vitale beroepen is groot; in de zorg is zelfs meer dan zeventig procent van de werknemers een vrouw. De waardering voor hen vanuit de samenleving is nu groot: we klappen massaal in onze handen, luiden de kerkklokken en zingen samen het corona-lied. Een enorm verschil met een paar maanden geleden toen de verplegers en de onderwijzers op het Malieveld meer waardering vroegen voor hun werk. De inzet van deze ‘vitale’ vrouwen tijdens de bestrijding van de corona-
82
epidemie vraagt veel van hun gezinnen. Als hun partner géén ‘essentieel’ beroep heeft, is deze aangewezen op thuiswerken. Kinderen hebben begeleiding nodig bij hun schoolwerk. En de alleenstaande moeder moet al die ballen in haar eentje in de lucht houden. Dit vergt voor veel mensen flink schakelen. Dat merken we op verschillende gebieden: • De taakverdeling in huis verandert; dat kan leiden tot wezenlijke verschuivingen in de verhoudingen • Kinderopvang blijkt onontbeerlijk om iedereen het werken mogelijk te maken • Onderwijzen blijkt een kunst: begeleiden en motiveren is nog niet zo makkelijk! • Mantelzorgtaken worden duidelijker: de aandacht die we aan onze ouderen kunnen besteden is essentieel en bepaalt de kwaliteit van leven • Onze ervaring met online vergaderen maakt dat we wellicht efficiënter gaan werken. Iedereen merkt in deze tijd hoe belangrijk het persoonlijke contact is. Die online borrel is één keer leuk, maar collega’s daadwerkelijk ontmoeten geeft veel grotere betrokkenheid. In het onderwijs blijkt persoonlijk contact noodzakelijk om achterstanden te signaleren en te begeleiden. De waarde van het contact met opa en oma wordt groter als je het gedwongen moet missen. En in korte tijd blijkt dat de balans in gezinnen soms moeilijk te vinden is en dat de signalen van huiselijk geweld toenemen. Vooral in de zorg zien we wat ‘nabijheid’ betekent bij mensen die ziek zijn. We merken dat die nabijheid niet te vervangen is. Het virus laat ons zien hoe kwetsbaar we als mens zijn. De angst om dood te gaan is onderdeel van het leven, maar we konden die jarenlang overstemmen door steeds meer geld te verdienen, door meer vakanties te vieren. De economische teruggang die ongetwijfeld zal volgen, haalt waarschijnlijk de franje een tijdje uit ons leven. Aan de andere kant: wat hebben we echt nodig om gezond te blijven? Bewegen, gezonde voeding, gezonde lucht en een veilig dak boven ons hoofd, maar ook kennis en waardering van onze onderlinge verschillen.
Gezondheid Zorg
Straks, als het virus getemd is, gaan we terug. Maar waarnaar gaan we terug? Naar onze oude, bekende rollen en patronen? Of ontstaat er een ‘nieuw normaal’? Hebben we ervaren wat uiteindelijk écht belangrijk was? De schok in de samenleving die corona teweegbrengt, biedt ons ook kansen. Meer waardering voor de wezenlijke rol van zowel mannen als vrouwen in het huishouden en de opvoeding van kinderen. Meer waardering van het contact tussen generaties, zodat we allemaal een rol als mantelzorger op ons kunnen nemen. Meer waardering voor kinderopvang en onderwijs: kansen voor álle kinderen vergroten door voor hen op jonge leeftijd vanuit
de overheid onderwijsondersteunende voorzieningen te scheppen. Zo ondersteunen we ouders beter en ontstaat ruimte voor een gelijkwaardige inbreng aan de samenleving door zowel vrouwen als mannen. Straks, als het virus getemd is, gaan we terug. Maar waarnaar gaan we terug? Naar onze oude, bekende rollen en patronen? Of ontstaat er een ‘nieuw normaal’? Hebben we ervaren wat uiteindelijk écht belangrijk was? Dat persoonlijke contact, die kwetsbaarheid. Laten we de kansen van nu omzetten in een nieuwe realiteit. Een andere verdeling van de taken in huis en van de zorg voor kinderen en ouderen. Een andere waardering van de verdeling van werk en zorg. Verbinding, empathie en openheid blijken nu cruciaal. Maar ook daadkracht, efficiëntie en solidariteit zijn onontbeerlijk. In deze coronatijd blijken vrouwelijke waarden in de zorg essentieel te zijn. Als vrouwenorganisaties focussen we op de verschillende facetten die van invloed zijn op het functioneren van vrouwen in de zorg. Als mens, maar ook in de rol van professional of patiënt. Met het beeld van de roos zetten we de waardering voor de vrouwelijke manier van werken centraal. Hoe houden we dat vast? Koesteren we die roos of blijkt het toch een klaproos? De klaproos bloeit maar korte tijd; echte rozen zijn sterker en bloeien lang als je goed voor ze zorgt. Als we met elkaar de samenleving mooier laten worden na deze bijzondere periode, hebben we een heleboel bereikt dankzij een klein virus. O
VROUW VROUW
PATIENT
Levensloop
Gendergelijkheid
Preventie/ziekte
Diversiteit
PATIENT
Vrouwelijke waarden in de zorg Opleiding
Levensbeschouwing
Economische onafhankelijkheid
Kwaliteit van leven
Loopbaanontwikkeling Leiderschap PROFESSIONAL PROFESSIONAL
MAATSCHAPPIJ MAATSCHAPPIJ
OPZIJ 2020
83
K
Column Etchica Voorn
I
n hartje Paramaribo ligt de Palmentuin. Het monumentale park stamt uit de zeventiende eeuw en was eens de groentetuin ten behoeve van soldaten en de gouverneur. Vanaf de Louiselaan, ‘waar mijn huis woont’, is het vijf minuutjes fietsen. De straat uit, rechts het grote ovale gebouw van de Nederlandse Ambassade, waar ik linksaf sla om al snel een schuine oversteek te maken. Uitlaatgassen wolken in mijn gezicht, terwijl brommers stug door knetteren alsof ze mij niet zien staan. Logge trucks met oplegger en luxe SUV’s passeren met grommende motoren, de snelheden liegen er niet om. Dagelijks zijn er rond de honderd verkeersongelukken. In Suriname houdt men de dodelijke slachtoffers bij met een verkeersbarometer, de barometer stijgt elke dag. Zodra ik de Palmentuin binnen kom raak ik betoverd door de lange dikke, witbruine stammen van de koningspalmen. Groene reuzen die als in een kring om mij heen lijken op te rijzen. Ze kraken goedaardig en fluisteren me vanuit hun imposante kronen toe: je tempo mag nóg láger gudu, doe rústig meisje. Met mijn fiets aan de hand wandel ik naar de grote hut in het midden van de oase, waar een groepje mensen zich al heeft verzameld. Elke morgen om kwart voor zeven is er tai chi-les van meester Li. Een slanke Chinees van een niet in te schatten leeftijd. De les is gratis en schijnt al tientallen jaren op deze plek plaats te vinden en bezocht te worden door trouwe aanhangers met af en toe een nieuweling zoals ik, altijd op zoek naar ritme en houvast. Dit is een ideaal begin van de dag. Ik maak kennis met Paul de Vries, de 84-jarige, jongere broer van Erwin de
84
Vries die vorig jaar op de leeftijd van 88 jaar overleed en ons een indrukwekkend beeld heeft nagelaten in het Oosterpark in Amsterdam. Het nationaal slavernijmonument. Het bronzen kunstwerk symboliseert de afschaffing van de slavernij, het verleden van de tot slaaf gemaakten, het heden en toekomst van de nazaten daarvan. Paul verwelkomt mij met een brasa en de mededeling dat hij 104 wil worden en dus in beweging moet blijven. Een Chinees vrouwtje met kromme benen verrast mij eveneens met een brasa. Een Javaans-Chinese vrouw die zich voorstelt als tante Mien is de enige die Nederlands spreekt. Het clubje Chinezen spreekt naast Chinees een klein beetje Sranantongo, nog altijd beter dan ik. Instructies in het Chinees klinken uit een kleine box die meester Li op een tafeltje heeft neergezet. Wij staan verspreid in het gras. Ik positioneer me achter meester Li om de bewegingen zo goed mogelijk te kunnen volgen. Het is mijn allereerste tai chi-les. De Chinese vrouw die in weer en wind elke zaterdag op een kleedje zit in het Amsterdamse Oosterpark doemt opeens in mijn herinnering op. Tussen de bomen hangt een goudgeel kleed waarop in rode letters tai chi. Meedoen is gratis, toch zit ze vaak alleen. Nooit heb ik de moeite genomen om een praatje te maken of me bij haar aan te sluiten. Waarschijnlijk vanwege mijn vooroordeel dat communicatie onmogelijk is. Maar met deze mensen heb ik direct warm contact. Gezamenlijk gaan we sierlijk door de knieën en dat voelt senang. Terwijl wij met zwaarden op één been staan en met maaiende armen ons
JU
O
ÉÉN KLEUR
L IE
BL I
K
Etchica Voorn (1963) is talentcoach, auteur en blogger. Ze won in juni 2018 de OPZIJ literatuurprijs voor haar autobiografie Dubbelbloed. Ze woont met haar man en zoon in Amsterdam.
FO
T
evenwicht oefenen, speelt zich buiten het wandelpark een heksenketel af. Direct achter de Palmentuin ligt het kantongerechtsgebouw. Het presidentiële paleis en het Onafhankelijkheidsplein liggen er vlakbij. Een constante stroom auto’s manoeuvreert zich luid toeterend een slag in de rondte. Uit open autoramen boksen reggae- en salsamuziek tegen elkaar op. Een paar stappen lopen richting de Surinamerivier staat het gebouw van de Nationale Assemblee, het dagelijks bestuur van Suriname. Links daarachter het monumentale Fort Zeelandia, in oude en recente tijden hebben daar gruwelijkheden plaatsgevonden. Het is verkiezingstijd en elke dag ontwaar ik meer paars in de straten van Paramaribo. Vlaggen wapperen aan stokken, gebouwen, hekken, huizen en krotten. De witte letters NDP (voor wie het niet weet de partij van mister Bouterse) knallen van het purper af. Hier en daar oranje vlaggen van de VHP, ik heb uit mijn hoofd geen idee wie degene is die aan de knoppen draait van deze orange power-partij. Gele vlaggen van ABOP – de partij van Brunswijk – ploppen op als zonnetjes tussen het paars en oranje. Soms zie je drie huizen op een rij met paars, oranje, geel aan de gevels wapperen. Ik sluit mijn ogen en luister naar de grietjebies, de Surinaamse huismus met knalgele borst en sierlijke witte streep over het zwarte elegante vogelkoppie. Onverstoord koeren kleine bruine duiven dwars door de meditatieve Chinese klanken. Als ik mijn ogen open, maakt meester Li een lichte buiging naar mij en de anderen als dank voor het aanwezig zijn. Hij knikt me geruststellend toe, alsof hij zeggen wil: in de Palmentuin is maar één kleur. O
KUNST & CULTUUR
Met onder andere
BOEKEN
FILM/TV
KUNST
REIZEN
• Iva Bicanic • Zingen niet huilen • Wij zijn Angela • Indo
• Isabelle Huppert • Queen of Hearts • Black Venus • The Handmaiden
• Virtueel verdwalen
• Mijmeren
OPZIJ 2020
85
Kunst & cultuur Interview
Een strijd voor
klimaatrechtvaardigheid is óók een strijd
tegen discriminatie 86
Kunst & cultuur Interview
De Haagse theatergroep Firma MES was net bezig met de laatste doorloop van hun nieuwe voorstelling. Tot plots het bericht kwam dat vanwege het coronavirus alle theaters acuut dicht moesten. “Een behoorlijke schok,” vertelt actrice Roos Eijmers (1986) tijdens een online zoom-sessie, waar ook collega Lindertje Mans (1987) in meezoomt. “We zouden over twee dagen in première gaan met een nieuwe voorstelling over het klimaat, maar opeens viel alles helemaal stil.” D O O R LI SETTE ALBE RTI
J
ullie hebben de première en inmiddels ook jullie hele tournee moeten cancelen. Nog nooit voorgekomen
zeker? Roos: “Nee, zeker niet. Op de toneelschool zei de belangrijkste docent altijd: je speelt alleen niet als je dood bent of aan het bevallen. Dat advies hebben we daadwerkelijk overgenomen, haha. Dus wij hebben doodziek, oververmoeid, met een gebroken arm en wat al niet op het toneel gestaan, maar we hebben letterlijk nog nooit afgezegd. Tot nu.” Lindertje: “We waren net klaar met onze fotodoorloop toen we het hoorden. Heel raar, zo vlak voor de eindsprint naar de première toe.” Jullie nieuwe voorstelling The Biggest Lawsuit on the Planet gaat over een 16-jarige klimaatactiviste in Louisiana, Amerika. Wat is er zo bijzonder aan haar verhaal? Roos: “Samen met twintig andere jongeren klaagt Jayden, de hoofdpersoon van ons stuk, op dit moment de Amerikaanse regering aan. De jongeren pleiten voor het recht op een veilige leefomgeving, een leefbaar klimaat. De regering weet al vanaf de jaren vijftig van de gevaren van klimaatverandering, OPZIJ 2020
87
Kunst & cultuur Interview maar onderneemt te weinig actie. Al deze jongeren hebben individueel ook daadwerkelijk last van de gevolgen van de klimaatverandering. In het geval van Jayden is het zo dat de staat waarin ze woont, Louisiana, al meerdere keren is getroffen door een storm die normaal gesproken bijna nooit zou voorkomen. Jayden woont nog steeds in een huis dat compleet vernield is door het water.” Lindertje: “Haar verhaal is extra bijzonder, omdat in Louisiana bijna iedereen op Trump stemt en veel mensen rondkomen van het werken in de olie-industrie. Er is een enorme weerstand tegen activisten als Jayden. Vriendinnetjes mogen niet meer met haar spelen, haar
kat is vermoord. En toch blijft ze doorgaan, dat is echt bewonderenswaardig. Daarbij is haar gezinssituatie speciaal: haar vader werkte als oliewerker op een boorplatform en haar moeder is klimaatactivist: een prachtig uitgangspunt voor een toneelstuk.” Jullie focussen juist ook op het individuele, menselijke verhaal, bijvoorbeeld op de verschillen van opvattingen die er binnen de familie van Jayden zijn. Lindertje: “Wij proberen in onze voorstellingen altijd verschillende perspectieven naast elkaar te laten bestaan. We denken ook dat theater daar geschikt voor is, we zijn
Ondertussen zoeken we naar vormen van theater die wel mogelijk zijn in deze tijd. We zijn nu bezig met een versie van een audiotour die iedereen zelf kan lopen, terwijl je door je eigen buurt wandelt.
88
Kunst & cultuur Interview geen journalisten die een documentaire maken. Wat wij kunnen doen is je laten meeleven met elke betrokkene.” Wat is de laatste stand van zaken? Hoe gaat het momenteel met deze rechtszaak? Roos: “Er worden de afgelopen jaren steeds rechtszaken gevoerd die niet zozeer gaan over de inhoud, maar over de vraag of de rechtszaak daadwerkelijk voor de rechter mag komen. In februari was de laatste uitspraak: er waren toen drie rechters die erg verdeeld waren. Ze gaven de jongeren volledig gelijk, alleen zeiden ze dat het niet aan rechters is om zo’n politieke uitspraak te doen. Dus nu moeten ze weer in hoger beroep.” Denken jullie dat klimaatverandering een thema is waar vrouwen – om wat voor reden dan ook – meer mee bezig zijn dan mannen? Lindertje: “Wat mij tijdens onze research duidelijk werd, is hoezeer de strijd om klimaatrechtvaardigheid eigenlijk een strijd tegen discriminatie is. De jongeren worden gediscrimineerd om hun leeftijd, maar zij zijn niet de enigen. Allerlei minderheden worden veel harder getroffen door klimaatverandering dan de, merendeels, witte oude mannen die het beleid bepalen. Je ziet dat verschillende inheemse bevolkingsgroepen in Amerika de zaak steunen en ook vrouwenorganisaties doen dat. Zij voelen zich betrokken omdat zij ÓÓk hun stem in het debat hebben moeten opeisen.” Hoe gaat het nu verder met jullie tournee? Kunnen we op een later moment nog komen kijken? Roos: “We proberen nu de voorstelling zoveel mogelijk te verplaatsen naar het najaar. We hopen dat toneelspelen en theatervoorstellingen dan weer mogelijk zijn. Lindertje: Ondertussen zoeken we naar vormen van theater die wel mogelijk zijn in deze tijd. We zijn nu bezig met een versie van een audiotour die iedereen zelf kan lopen, terwijl je door je eigen buurt wandelt. Doordat je een stem in je oor hoort, heb je toch een beetje dat gevoel van live contact en intimiteit, wat bij theater zo belangrijk is.” Ik neem aan dat jullie, net als alle andere zwaar getroffen
theatergezelschappen, ook een beroep gaan doen op de door het kabinet aangekondigde noodmaatregelen. Denken jullie dat dit voldoende gaat zijn? Roos: “Onze sector wordt extreem hard getroffen en je merkt dat er geen buffers zijn omdat er de afgelopen jaren zoveel is bezuinigd. Veel van de noodmaatregelen sluiten niet goed aan bij de situatie en het verdienmodel van culturele instellingen. Er is echt meer nodig, anders zullen veel gezelschappen zeker weten omvallen.” Jullie timmeren als Haags gezelschap ook landelijk behoorlijk aan de weg. We staan aan de vooravond van een nieuwe kunstenperiode. Dit jaar worden alle subsidieaanvragen voor de periode 20212024 beoordeeld. Wat zijn jullie plannen voor de toekomst? Lindertje: “We hebben al veel mooie waargebeurde verhalen ontdekt de afgelopen tijd en willen ons daar nu nog meer op gaan richten: het zoeken en verbeelden van waargebeurde verhalen die verteld moeten worden. Wij geloven heel erg in toegankelijkheid en vinden het belangrijk dat ons publiek zich echt betrokken voelt bij ons verhaal en daar ook aan kan bijdragen. We werken de komende jaren daarom nóg meer vanuit onze thuisstad Den Haag.” Roos: “We gaan bijvoorbeeld theater maken over de Haagse geschiedenis met Nederlands-Indië en we vertellen het bijzondere verhaal van het oude dierenpark in Wassenaar. We spelen ook graag op bijzondere locaties, omdat dit veel aan de ervaring toevoegt.” Waarom is het zo belangrijk dat juist vrouwen toneel maken en zelf stukken bedenken en schrijven? Lindertje: “Het maken van theater is eeuwenlang bijna uitsluitend door mannen gedaan. En hoe ze ook hun best deden, ze hebben toch niet al te veel mooie vrouwenrollen geschreven. We hebben dus iets in te halen! Een leuke ontwikkeling vind ik dat er steeds vaker losjes met het man-vrouw-onderscheid in klassieke rollen wordt omgegaan: ook een vrouw kan nu King Lear spelen. Wij spelen in onze stukken ook vaak zowel mannen als vrouwen. Omdat als je je echt inleeft in een rol, sekse er eigenlijk niet zo toe doet. O
Firma MES is een Haags theatercollectief en maakt documentair theater over maatschappelijke onderwerpen. Lindertje Mans en Roos Eijmers zijn lid van de artistieke kern van het collectief en bedenken en maken veel voorstellingen zelf. Firma MES is (hopelijk) dit najaar weer te zien in Den Haag met een herneming van de theaterhit De Gijzeling en later in het seizoen met The Biggest Lawsuit on the Planet. Over deze voorstelling maakte Jip van Mydailyshotofculture.com al een leuke vlog.
OPZIJ 2020
89
Kunst & cultuur Boeken
Iva Bicanic & Richard Korver -
Dicht bij huis Klinisch psycholoog en landelijk coördinator van het Centrum Seksueel Geweld Iva Bicanic en de in zedenzaken gespecialiseerde advocaat Richard Korver schreven samen Dicht bij huis over al die facetten van seksueel misbruik bij kinderen. Over de emotionele gevolgen en het psychische herstel. Over de juridische aspecten en hoe de omgeving reageert.
J
ullie boek is sowieso relevant, maar gezien de huidige quarantainemaatregelen nog urgenter. Hoe kijk jij daar tegenaan? “De titel van het boek – Dicht bij huis - is actueel. We willen nog steeds niet geloven dat het probleem seksueel misbruik zo dicht bij huis is: in 85 procent van de gevallen zijn de daders bekenden en gebeurt het thuis, in de familie, op school, op de sportclub. De andere betekenis van de titel is dat dicht bij huis het herstel kan plaatsvinden. Het is bizar dat er voor ouders en de omgeving
90
nauwelijks informatie beschikbaar is hoe zij hiermee om kunnen gaan. Misbruik heeft een ontwrichtend effect. We zijn in ons boek vrij direct over die schade, maar zeggen ook dat er vrijwel altijd iets valt te repareren. Dat is de hoopvolle boodschap die van het boek uitgaat. Ouders en verzorgers kunnen echt het verschil maken.” Kun je omschrijven wat het betekent voor mensen die dagelijks met seksueel misbruik te maken hebben om nu zo opgesloten te zitten. “Sinds de doorbraak van COVID-19
in Nederland zie ik in bijna alle zestien regio’s van het Centrum Seksueel Geweld de aanmeldingen drastisch teruglopen. Het gemiddeld aantal telefoontjes dat wekelijks binnenkomt op het landelijk nummer is afgenomen van 132 naar 50. Voor een deel is de forse afname in telefoontjes goed te verklaren. Het weerspiegelt namelijk de daling in seksueel geweld binnen het uitgaansleven, op sport en op school – omdat dat nu helemaal stilligt. Het Centrum Seksueel Geweld richt zich vooral op slachtoffers van aanranding en verkrachting korter dan een week geleden. Die groep bestaat overwegend uit slachtoffers die buitenshuis zijn misbruikt of tijdens een date zijn verkracht. Zij onthullen veel eerder dan slachtoffers die thuis worden misbruikt, omdat ze gevoelsmatig verder van de pleger
Bestel hier. af staan. “Maar waar het seksueel geweld buitenshuis af lijkt te nemen, weten we op basis van wetenschappelijk onderzoek bijna zeker dat misbruik in de huiselijke kring toeneemt als gevolg van oplopende stress. Denk aan een (stief)ouder die nu meer alcohol gebruikt en daardoor over grenzen gaat. Kinderen die door een huisgenoot worden misbruikt, hebben het nu extra zwaar. Ze zitten 24/7 met de pleger in één huis; er is geen ontsnappen meer aan. Deze jongens en meisjes kunnen nu niet naar school, niet naar sport, niet naar opa en oma. Daarmee valt voor hen een belangrijke escape weg. Bovendien zijn het plaatsen waar kinderen zich competent en geliefd voelen. Alleen een oma die je een knuffel geeft kan al zo belangrijk zijn. Veel misbruikte kinderen groeien op met het idee dat ze er niet toe doen. Als ze dan heel goed zijn in judo of paardrijden, kan dat als tegengif werken. Daar komt bij dat kinderen die in hun eigen huis worden misbruikt vaak niet durven te vertellen wat er aan de hand is vanwege angst of loyaliteit. Ze onthullen dat vaak pas in de volwassenheid, of zelfs nooit. Dat betekent dat ze niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. En dat geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor jongeren en volwassenen die thuis worden misbruikt. Het is een ongemakkelijke realiteit, maar binnen een gezin of partnerrelatie kunnen echt alle vormen van seksueel misbruik voorkomen. “Ook verwacht ik dat online misbruik toeneemt. Digitale kinderlokkers kunnen hun hart ophalen nu kinderen langer dan ooit achter het scherm zitten. Vaak zonder toezicht van de ouders omdat die zelf aan het werk zijn achter hun eigen computer. Daarnaast vindt er onder jongeren nu misschien vaker sexting plaats, omdat het uitgaan is weg gevallen. Ik zou ouders willen adviseren om met hun kinderen over onlinemisbruik te praten, zónder ze bang te maken. Al vanaf heel jong kun je met kinderen bespreken hoe
Kunst & cultuur Boeken je online veilig blijft. Wat doe je als iemand online persoonlijke gegevens van je vraagt? Wat als iemand foto’s van je vraagt of doorstuurt? Dat soort wat-als scenario’s rustig bespreken werkt goed.” Wat was de aanleiding om samen met Richard dit boek te schrijven? “Richard en ik kwamen elkaar tegen bij gelegenheden die onze vakgebieden raken. En hoewel de hulpverlening en de juridische wereld soms ver uit elkaar liggen, ontdekten wij al snel raakvlakken in ons werk en opvattingen. Allebei zagen we hoe belangrijk vaders en
moeders zijn in het herstel van hun kind en hoe weinig informatie er voor hen eigenlijk voorhanden is. Misbruik van je kind raakt je in je diepste wezen. Machteloosheid kan de overhand krijgen als het meest kostbare en kwetsbare wat je hebt door een ander beschadigd wordt. Maar even goed kan er een grote kracht vrijkomen. Om die kracht zo goed mogelijk voor het herstel van je zoon of dochter te kunnen inzetten, heb je soms wel handvatten en wegwijzers nodig. ‘Wat zou het goed zijn als er een boek voor ouders was,’ verzuchtten we regelmatig tegen elkaar. Een boek dat zowel de psychische als de juridische aspecten van seksueel misbruik van
een kind beschrijft, zodat het helpt in de verwerking. Omdat we beiden een drukke agenda hebben, leek het ons lastig om samen daadwerkelijk te gaan schrijven. Was hier maar iemand bij, dachten we soms tijdens hun gesprekken, die had het allemaal op kunnen schrijven. Dat is de reden waarom we journalist en schrijver Marlies Kieft hebben benaderd.” Wat was de meerwaarde van jullie samenwerking? “In de hoofdstukken met dialogen tussen Richard en mij gaat het vaak om praktijkervaringen vanuit ons beider perspectief. Ik bespreek de emotionele gevolgen en het psychische herstel. Richard gaat in op de juridische kanten zoals aangifte en rechtszaak. Meestal vullen we elkaar aan, maar soms kan het ook schuren tussen de juridische wereld en de hulpverlening. Dat zijn de spannendste delen van het boek.” Voor wie is dit boek bedoeld? “Richard Korver en ik zijn ervan overtuigd dat ouders/verzorgers, familie en vrienden vaak onderschatten hoe belangrijk zij zijn voor kinderen in de verwerking van misbruik. Met name ouders, zij kunnen meer betekenen dan honderd therapeuten en advocaten bij elkaar. Maar dit boek is niet exclusief voor ouders geschreven. Ook de buurvrouw, de opa, de tante, de huisvriendin, de moeder van het beste vriendje, de onderwijzer, de voetbaltrainer, de professional en al die anderen die een kind (en zijn ouders) in hun naaste omgeving hebben dat seksueel misbruik heeft meegemaakt kan ervan leren. Richard en ik geven antwoord op prangende vragen van ouders en dierbaren. Wat kun je doen of beter laten in de begeleiding van het kind? Hoe ga je om met het geschonden vertrouwen? Wat doe je met je schuldgevoel, met woede? Wie licht je wel in en wie niet? Wat als het misbruik in de familiesfeer plaats vond? Moet je aangifte doen of niet? En: wordt het leven ooit weer normaal?” OPZIJ 2020
91
Kunst & cultuur Boeken Hoe lang moet je iemand begeleiden zodat zij of hij er goed uitkomt. Als dat al kan. Wat is daarvoor nodig? “Over de lengte van verwerken kan ik geen harde uitspraken doen. Sommige kinderen kunnen na een stabiele periode met het ouder worden toch weer nieuwe klachten krijgen, soms pas in de volwassenheid. Wat ik wel met zekerheid durf te zeggen is dat ouders hun kind meer kunnen helpen dan ze zelf vaak denken. Alleen al door kalm te blijven. Je kind zal er waarschijnlijk gemakkelijker over kunnen praten als het niet belast wordt met jouw emoties. Wat je wilt uitstralen is: ‘Oké, het is gebeurd, en nu gaan we er het beste van maken. Papa en/of mama kan dit aan’. In de praktijk blijken de meeste ouders boven zichzelf te kunnen uitstijgen als het gaat om het belang van hun
en verder... EEN WRANG FEEST Na de bevrijding op 5 mei 1945 was Nederland weliswaar formeel in z’n geheel bevrijd, maar de nog aanwezige Duitse soldaten, collaborateurs en NSB’ers zorgden voor spanningen en gevaarlijke situaties. In dit boek laat Box meeslepend geschreven zien dat het nog niet zo eenvoudig was om de overgang van bezetting naar vrijheid te maken. Marjolein Bax – Een wrang feest Hoe velen de bevrijding niet overleefden €22,99 (Balans) ZINGEN NIET HUILEN Iedereen die ooit in Mexico is geweest kent het Mexicaanse onofficiële volkslied Cielito Lindo. ‘Ay, ay, ay, ay, canta, no llores’ gaat het refrein: ‘Zing en huil niet’. Dat ‘zingen en niet huilen is het motto van veel Mexicanen en werd ook de 92
zoon of dochter. En je hoeft je dit als ouder niet alleen te doen, neem iemand in vertrouwen die jou kan ondersteunen. Het is de kracht van delen, waardoor mensen er voor je kunnen zijn. Wat ook helpt bij de verwerking is wanneer iedereen weer op z’n oude plek wordt gezet en de regels en het vertrouwde gezinsritme terugkomen.” Je bent nu met sabbatical? “Ja, het was de bedoeling dat ik in deze periode een reis-serie zou gaan maken over de Balkan, zeven afleveringen voor BNN VARA. Mijn ouders komen uit Kroatië, en ik krijg nu de geweldige kans om hieraan mee te doen. Het is door COVID-19 alleen nog afwachten wanneer we mogen reizen om de opnames te maken.” Als je een toverstaf had: wat is je
top–drielijstje? “Dat mensen niet meer wegkijken van het onderwerp seksueel misbruik. Zolang we dat blijven doen en de ongemakkelijke realiteit proberen te vermijden, zijn we als maatschappij medeschuldig aan het instandhouden van misbruik. “Dat op scholen vanaf groep 1 structureel onderwezen wordt over wensen en grenzen ten aanzien van bloot. Kinderen ontwikkelen zich motorisch, cognitief, sociaal en natuurlijk ook seksueel. Allemaal oefenwerk voor later, dus belangrijk dat hier voldoende aandacht aan wordt besteed en het liefst al op vroege leeftijd. “Dat ik elke dag een duik mag nemen in de Adriatische Zee. O Iva Bicanic & Richard Korver Dicht bij huis €19,99 (Arbeiderspers)
titel van het boek dat Marieke Mooijen schreef na haar jaar in Mexico. Het boek is een liefdesverklaring aan het land en gaat zowel over de verlokkingen als de verschrikkingen. Marieke Mooijen – Zingen niet huilen Een jaar in Mexico €19,95 (Wondering Publishers) POST UIT RUSLAND Als slavist in Leningrad ontdekte Laura Starink de Sovjet-Unie van Brezjnev als een land met twee gezichten: warm, open en grappig aan de keukentafel, maar hard, gesloten en huichelachtig in de buitenwereld. Tien jaar later deed ze als correspondent van NRC Handelsblad verslag van de perestrojka van Gorbatsjov. In dit boek beschrijft Starink wat ze heeft zien veranderen in het land, maar wijst ze ook op de echo’s uit het gewelddadige verleden. Het boek is een lofzang op de eenling die het systeem weerstaat. Laura Starink – Post uit Rusland €22,99 (Atlas Contact)
Kunst & cultuur Boeken WIJ ZIJN ANGELA Ze is het langstzittende staatshoofd van Europa; ze maakt zich sterk voor het toelaten van vluchtelingen; ze is de belichaming van politieke competentie. Tien Nederlandse vrouwen delen in dit boek hun visie op de Duitse bondskanselier en brengen tegelijkertijd grotere onderwerpen in beeld. Een absoluut boeiend inkijkje in het icoon Angela Merkel. Tien Nederlandse vrouwen – Wij zijn Angela €19,99 (Pluim) ORKAANSEIZOEN De ontdekking van een lijk in het Mexicaanse dorpje La Matosa ontketent een storm van geruchten en verdenkingen. Er was weinig bekend over de zonderlinge vrouw. Na haar dood komen details aan het licht die een beeld schetsen van een diep verdeeld en gruwelijk dorp. De roman biedt een inkijk in de actuele problemen van Zuid-Amerika, zoals vrouwenmoord en machistisch geweld. Prachtig geschreven en met zo veel diepgang dat je zelfs voor de treurigste types nog sympathie kunt opbrengen. Fernanda Melchor – Orkaanseizoen €22,99 (Wereldbibliotheek) TIJD VOOR ACTIE In de zomer van 2019 negeerde kapitein Carola Rackete het aanmeerverbod van de Italiaanse regering en bracht veertig – uit de Middellandse Zee opgeviste – vluchtelingen de haven van Lampedusa binnen. Haar arrestatie werd wereldnieuws en het schip, de Sea Watch 3, staat sindsdien symbool voor hen die niet langer willen toekijken hoe het redden van mensenlevens systematisch wordt verhinderd. In dit boek vertelt ze over haar strijd en over de directe samenhang tussen vluchtelingenstromen, de klimaatcrisis en de ongelijkheid in de wereld. Carola Rackete - Tijd voor actie hoe we onze planeet kunnen redden €22,99 (Pluim)
ZIJ NAMEN HET WOORD De vrouwen die Margot Dijkgraaf in dit boek de revue laat passeren heten George Sand of De Beauvoir, Madame de Staël of Maryse Condé. De een is grondlegger van de Europese literatuur, de volgende vecht voor de positie van de vrouw als schrijfster, weer een ander richt haar pijlen op onrechtvaardigheid en ongelijkheid of eist voor de nietwesterse stem een plek op in de literatuur. Allemaal waren ze rebels, tegendraads, velen veroorzaakten in hun tijd een schandaal. Het boek toont de kracht van deze uitzonderlijke vrouwen. Margot Dijkgraaf – Zij namen het woord – Rebelse schrijfsters in de Franse letteren €19,99 (Atlas Contact) WELBESCHOUWD In het Londen van de jaren vijftig wordt de drieënveertigjarige Antonia Fleming geconfronteerd met het vooruitzicht haar leven alleen te moeten slijten. Haar kinderen zijn inmiddels volwassen; haar overheersende en emotioneel complexe man, Conrad, wil haar verlaten. Welbeschouwd (1956) is het vroege meesterwerk van de schrijfster van De Cazalets en verschijnt dit jaar voor het eerst in een Nederlandse vertaling. Elizabeth Jane Howard –Welbeschouwd €24,99 (Atlas Contact) INDO Aan de hand van haar persoonlijke familiegeschiedenis schetst Marion Bloem wat een Indo is en wat de geschiedenis van de Indische Nederlander behelst. Is het nodig om onszelf ‘Indo’ te blijven noemen, zo vraagt ze zich af? Bloem wisselt herinneringen en gebeurtenissen af, en geeft een verfrissende, heel persoonlijke blik op de huidige samenleving waarin identiteit steeds meer een issue is. Marion Bloem – INDO €24,99 (De Arbeiderspers) OPZIJ 2020
93
Kunst & cultuur Film
petite INTROVERTE KRACHTPATSER Met haar ongekende werklust heeft Isabelle Huppert (Parijs, 1953) inmiddels in zo’n 140 films heeft geacteerd. Huppert heeft het talent in een scène niet meer te doen dan noodzakelijk; soms is dat bijna niets. Regisseur Michael Haneke, die veel met haar werkte, vertelde ooit dat zij precies op het juiste moment een traan uit een ooghoek kon laten rollen. Ze kon dat op commando dan ook nog een paar keer herhalen.
94
Kunst & cultuur Film
H
uppert wist vanaf haar tiende dat ze actrice wilde worden en stond al vroeg voor de camera. Ze brak door met haar rol in La dentellière (1977) als de timide, zwijgzame kapster Pomme, die een zomerliefde beleeft met de goedburgerlijke student François. De film is nog steeds Isabelles favoriet. Ze kreeg haar eerste prijs voor beste actrice op het filmfestival van Cannes voor haar titelrol in Violette Nozière (1978) van Claude Chabrol, de regisseur met wie ze in haar loopbaan vaker samenwerkte. Deze op waarheid gebaseerde film ging over een simpel, ogenschijnlijk braaf 18-jarig meisje, dat een dubbelleven leidde als straatprostituee en haar ouders vergiftigde. Zoals Huppert zelf zegt, zijn die twee rollen bepalend geweest voor zowel haar persoonlijke ontwikkeling als voor haar stijl als actrice. Huppert lijkt misschien een actrice die zich nooit helemaal geeft, maar ze is evenzeer een actrice die nooit helemaal verdwijnt. Haar identificatie met rollen blijft begrensd. Aan fysieke transformaties doet ze nauwelijks. Ze ‘verdwijnt’ niet in een rol, maar blijft altijd zichzelf. Huppert: “Je ziet altijd mijn lichaam, mijn gezicht.” In ‘personages’ als op zichzelf staande entiteiten gelooft ze niet. In dat opzicht is ze wellicht gevormd door haar
jarenlange vriendschap met schrijver Nathalie Sarraute, voorvrouw van de ‘nouveau roman’, die het fictieve karakter van literatuur niet verhult, maar juist wil onderstrepen. Huppert werkte ook meer dan vijfentwintig keer samen met vrouwelijke regisseurs. Maar ze kan evengoed overweg met Paul Verhoeven, die haar in Elle (2016) vrijliet bij de invulling van haar rol als een eigenzinnige vrouw die verkracht wordt, maar weigert zich uitsluitend als slachtoffer te laten definiëren. Dat wil niet zeggen dat Huppert geen lichte rollen kan spelen. Dat kan ze ook, zoals in 8 Femmes van François Ozon. In een van haar laatste films die hier in Nederland in de bioscoop was te zien, L’avenir (2016) van Mia Hansen-Løve, was ze hartveroverend als een vrouw van middelbare leeftijd die plotseling alleen staat omdat haar man ervandoor is met een jongere vrouw en haar volwassen kinderen inmiddels eigen levens hebben. Geen verrassend thema, maar de uitwerking maakte de film meer dan de moeite waard. De gretigheid waarmee Huppert elke nieuwe film induikt, over welk duister of verrassend thema dan ook, maakt dat ook wij blijven uitkijken naar haar nieuwe films. En haar oude repertoire eindeloos kunnen blijven bekijken. O
OPZIJ 2020
95
Kunst & cultuur Film uitgelicht
Marvin ou la belle éducation
2017, Anne Fontaine Thuis is Marvin, tussen zijn zuipende homofobe vader, zijn ruwe broer en slonzige moeder, een buitenbeetje met zijn tengere gestalte en intelligentie. En op school heeft een groepje pestkoppen al in de gaten wat hij zelf nauwelijks beseft, namelijk dat hij homoseksueel is. Eenmaal op de toneelschool krijgt hij hulp van niemand minder dan Isabelle Huppert als hij zijn jeugdervaringen wil gebruiken voor een toneelvoorstelling. 96
Alle films uit Film uitgelicht zijn te zien bij CineMember.
Copacabana Souvenir
2016, Bavo Defurne Liliane, een arbeidster die in een vleeswarenfabriek werkt, schitterde ooit als ‘Laura’ in de hitlijsten met het nummer ‘Souvenir’. Ze nam zelfs deel aan het Eurovisie Songfestival en werd toen tweede. Dertig jaar later is Liliane’s ster helemaal uitgedoofd. Dit verandert wanneer op een dag de 22-jarige Jean in de fabriek verschijnt. Hij is vastbesloten om Liliane opnieuw te laten schitteren!
2010, Marc Fitoussi De excentrieke en onafhankelijke Babou (Isabelle Huppert) heeft zich nooit zorgen gemaakt over haar sociale status. Maar wanneer ze ontdekt dat haar dochter (Lolita Chammah) haar niet op haar huwelijk wil uitnodigen omdat ze zich voor haar moeder schaamt, besluit Babou haar leven te beteren. Ze vertrekt naar Oostende waar ze timeshare appartementen gaat verkopen, vastbesloten het respect van haar dochter terug te winnen. Leuk weetje: Isabelle Huppert en Lolita Chammah zijn ook in het echt moeder en dochter.
Kunst & cultuur Film uitgelicht
The Disappearance of Eleanor Rigby: Him & Her
2013, Ned Benson Conor en Eleanor waren ooit gelukkig getrouwd, maar zijn van elkaar vervreemd geraakt. In de nasleep van een tragedie proberen ze elkaar te begrijpen, hun liefde terug te vinden en de vraag te beantwoorden waarom hun relatie, die eens zo perfect leek, stuk liep. The Disappearance of Eleanor Rigby: Him & Her is een tweeluik vanuit het perspectief van de personages. In Him volgen we het verhaal van Conor en in Her dat van Eleanor.
Happy End
2017, Michael Haneke De Oostenrijkse cultuurpessimist Michael Haneke fileert in Happy End een schatrijke bourgeoisfamilie die fortuinen verdiende met vastgoedprojecten rond het Noord-Franse Calais. Oude getrouwe Jean-Louis Trintignant is de dementerende pater familias, Isabelle Huppert zijn frigide dochter en opvolgster van de familiezaak. Dat blijkt een addernest te zijn, zeker wanneer Hupperts broer door nalatigheid een dodelijk werfongeval op zijn conto moet schrijven. We zien alles door de ogen van de nog onschuldige kleindochter.
I’m not a f**king princess
2012, Eva Ionesco Eva Ionesco verfilmde haar eigen turbulente leven in deze film. Haar artistieke moeder liet haar namelijk als jong meisje Lolita-achtige poses aannemen en werd met die foto’s berucht in de Franse beau monde. Alleen bleken de gevolgen daarvan voor het kind hallucinant. Een persoonlijk lesje kunstgeschiedenis, wraak koud geserveerd. Huppert overtreft deze keer zichzelf. OPZIJ 2020
97
TWEE WEKEN GRATIS CINEMEMBER? DRUK OP PLAY.
BLACK VENUS
en onze online selectie
2011, Abdellattif Kechiche Voor hij wereldberoemd zou worden met La Vie d’Adèle, regisseerde Abdellattif Kechiche deze razende racismeaanklacht over het trieste leven van Saartjie Baartman, een Zuid-Afrikaanse vrouw die in haar tijd door haar uitgesproken vormen omschreven werd als de missing link tussen aap en mens. Hij gunt ons een blik achter de schermen van een circusattractie, van een vrouw die vecht voor haar waardigheid in een vilein racistische samenleving. LA VILLA
QUEEN OF HEARTS 2019, May el-Toukhy Anne is gelukkig getrouwd met Peter, met wie ze een tweeling heeft. Het leven van de familie wordt verstoord wanneer Gustav, Peters roekeloze tienerzoon uit een eerder huwelijk, bij hen intrekt. Terwijl Peter het moeilijk heeft met het opbouwen van een relatie met zijn lang verloren zoon, is Anne door haar werk in het jeugdrecht gewend aan moeilijke jongeren. Ze krijgt een band met Gustav. Gaandeweg verandert hun relatie en wanneer Anne Gustav verleidt, brengt ze zowel haar carrière als haar familie in gevaar. MOUNTAIN 2015, Yaelle Kayam Een streng religieuze vrouw woont met haar gezin bij een begraafplaats op de Olijfberg. Overdag maakt ze regelmatig wandelingen op de berg, om te ontsnappen aan het saaie huishoudelijk werk. Op een avond stuit ze tot haar verbazing op seksuele activiteiten op de begraafplaats. Dit maakt iets in haar los. Ze start met het verkennen van deze verborgen kant van de berg, terwijl ze overdag probeert te doen alsof er niets aan de hand is. 98
2017, Robert Guédiguian Een noodgedwongen familiereünie brengt na twintig jaar een zus weer in contact met haar broers. Ze komen bij elkaar omdat hun vader op sterven ligt in zijn villa in de buurt van Marseille. Ze confronteren zichzelf met hun verloren idealen, met de geschiedenis die hen inhaalde, de mistroostigheden van hun leven. Bonjour Tristesse dus, maar het is een film van Robert Guédiguian, dus zon zal er zijn! SO LONG MY SON 2019, Xiaoshuai Wang De film volgt de ervaringen van twee getrouwde koppels tijdens de revolutionaire economische hervormingen en omwentelingen die plaatsvonden in China vanaf de jaren tachtig tot de dag van vandaag. Families, vriendschappen, liefde en het lot verschuiven en golven samen met het tij van de geschiedenis. JUSQUE’ A LA GARDE (CUSTODY) 2017, Xavier Legrand Ongemeen spannend dramadebuut dat in Venetië meteen twee prijzen won en bekroond werd met 4 Césars. Een magistrale Denis Ménochet verteert zijn recente scheiding slecht. Hij wil een redelijke regeling over zijn zoontje en wil dat met zijn ex netjes uitpraten.
A SEPARATION
AN UNEXPECTED LOVE 2019, Juan Vera Marcos (53), professor in de literatuur en Ana (50), psychologe zijn al meer dan vijfentwintig jaar gelukkig getrouwd. Ze wonen in Buenos Aires en leiden een rustig en aangenaam leven. Maar als de 19-jarige Luciano, hun enige zoon, het ouderlijk huis verlaat om te gaan studeren, openen zich nieuwe perspectieven. Wat in eerste instantie, met name voor Ana, een leeg-nestsyndroom lijkt te zijn, maakt al snel plaats voor een diepe existentiële crisis. Marcos en Ana beginnen zich af te vragen of ze nog wel verliefd zijn op elkaar. LA NOVIA DEL DESIERTO 2017, Cecilia Atán & Valeria Pivato Een inwonende huismeid staat plots op straat als haar werkgevers hun huis in Buenos Aires verkopen. Noodgedwongen neemt ze een nieuwe baan aan waarvoor ze het hele land moet doorkruisen. Het begin van haar reis is misschien wel het begin van haar nieuwe leven. Onderweg ontmoet ze een charmante marktkramer. Haar leven zal nooit meer hetzelfde zijn. GRACE JONES: BLOODLIGHT AND BAMI 2017, Sophie Fiennes Met ‘Nightclubbing’ en ‘Slave to the Rhythm’ in de jaren tachtig sloeg Grace Jones een brug tussen disco en new wave en verzoende aldus water en vuur. De film vlecht haar publieke en privé leven samen in een uniek portret dat alle facetten van haar leven toont: de zigeuner, de artiest, de feestende hedonist, de warme en grappige vrouw en de moeder met het felle en vasthoudende zakentalent. Dit is een Grace zoals we haar nog niet kennen.
2011, Asghar Farhadi Simin wil samen met haar man Nader en dochter Termeh Iran verlaten. Ze heeft alles al geregeld en staat erop om in het buitenland een nieuw leven te beginnen, als Nader toch zijn bedenkingen heeft. Blijven ze in Teheran om voor een dementerende ouder te zorgen, of verhuizen ze naar het buitenland om hun briljante zoon een betere toekomst te verschaffen? Gouden Beer, Golden Globe en zijn eerste Oscar: Asghar Farhadi won ze met deze film allemaal. THE FLORIDA PROJECT 2017, Sean Baker De film volgt de vroegrijpe zes jaar oude Moonie terwijl ze onheil en avontuur beleeft met haar speelse vriendjes en een band opbouwt met haar opstandige maar zorgzame moeder, terwijl ze in een goedkoop motel in de schaduw van Walt Disney World leeft. Wat haar moeder elke dag moet uithalen om weer een overnachting te kunnen betalen – Moonie krijgt er de helft niet van mee. LES PLAGES D’AGNÈS 2009, Agnès Varda Terugkerend naar de stranden die haar leven hebben getekend, schept Agnès Varda een soort autodocumentaire. Met humor en emotie laat ze ons delen in haar debuut als theaterfotograaf en daarna als vernieuwende cineast in de jaren vijftig, in haar leven met Jacques Demy, in haar feministisch engagement, in haar reizen in Cuba, in China en in de VS, in haar parcours als zelfstandige producer, in haar gezinsleven en in haar liefde voor stranden. De film won een César (de ‘Franse Oscar’) voor Beste Documentaire. THE HANDMAIDEN 2016, Chan-wook Park In het door Japan bezette Korea van de jaren dertig wil een oplichter het fortuin buitmaken van een vrouw van goede komaf. Om dit te bereiken huurt hij een jonge, vrouwelijke zakkenroller in, die infiltreert bij de rijke vrouw door te gaan werken als dienstmeisje. Het plan is dat zij de vrouw gaat verleiden. Maar de bedoelingen van de zakkenroller zijn duisterder dan iedereen denkt. OPZIJ 2020
99
Kunst & cultuur Musea
Daar zitten we dan binnen, aan huis gekluisterd. Alleen en een beetje eenzaam of juist bovenop elkaars lip. Zeeën van tijd of superdruk. Tuurlijk, de tv biedt verstrooiing, maar het gaat toch wel heel veel over corona. En de hele tijd netflixen kan ook weer niet. Gelukkig bieden het wereldwijde web en de sociale media veel moois, en dan bedoel ik moois op cultureel gebied. Overal doen musea hun best om, nu ze verplicht gesloten zijn, hun schatten digitaal te tonen. We kunnen dwalen door de zalen of juist digitaal inzoomen om een object nauwgezet te bestuderen. We krijgen verhalen van conservatoren voorgeschoteld, we zien vloggers aan het werk. Maar er is zo veel, waar begin je? D O O R F I E KE T IS S IN K
Kijken, kijken, niet lopen Een mooi initiatief is het Thuismuseum. Cultuurvloggers nemen ons mee op een virtuele tour door musea onder het motto ‘Kijken, kijken, niet lopen’. Zittend op de bank krijg je kunst en verhalen voorgeschoteld vanuit een gesloten museum. Goed dat het deze club lukt om op veel plekken binnen te komen! Naturalis, Museum Arnhem, Hermitage, Eye: vrolijke vloggers leiden je rond en vertellen verhalen naar aanleiding van kunstwerken. Er komen wekelijks nieuwe rondleidingen bij, dus blijf de vloggers volgen. Sympathiek is ook de mogelijkheid om de museale sector te steunen met een donatie. Dat kan allemaal via de website. En via Instagram kan je laten horen in welke verlaten tentoonstelling jij wel even een blik zou willen werpen. Zelf zou ik heel graag de tentoonstelling over Jan van Eyck in Gent nog even zien, maar ik weet niet of de vloggers de grens over mogen... thuismuseum.mydailyshotofculture.com
100
Kunst & cultuur Musea
Noodmuseum De Volkskrant doet iets soortgelijks. De krant maakt filmpjes onder de titel ‘Noodmuseum Nederland; tijdelijk gesloten’ en toont daarin zes exposities waaraan in musea jarenlang gewerkt is. Zo kunnen we ze alsnog zien. volkskrant.nl/kijkverder/2020/tijdelijkgesloten
#tussenkunstenquarantaine Wat betreft instagram is daar natuurlijk het briljante #tussenkunstenquarantaine. De tekst luidt: ‘Als je thuiswerkt en de muren op je afkomen hier wat homemade art. Kies een kunstwerk. Gebruik 3 attributen en share @tussenkunstenquarantaine.. Neem daar eens een kijkje, echt heel vermakelijk. En kies dan zelf een kunstwerk en doe het na. Succes verzekerd.
OPZIJ 2020
101
Kunst & cultuur Musea
#Rijksmuseumfromhome Uiteraard doet het grootste museum van Nederland ook zijn best om de niet-bezoekers tegemoet te komen. Hier vind je een hele lijst aan mogelijkheden om in de collectie te duiken. Kijk bijvoorbeeld naar de filmpjes die de conservatoren vanuit huis maken. Zo vertelt Jane Turner, hoofd van het Rijksprentenkabinet, vanuit haar tuin in Engeland aanstekelijk over een tekening met leeuwenbekjes en over doodshoofdjes. rijksmuseum.nl Met de digitale tour ‘Ontdek meesterwerken’ dwaal je door het lege Rijks. Bij achttien topstukken wordt een verhaal verteld. Op deze manier is de eregalerij weer even toegankelijk voor iedereen. Ook de podcasts van het Rijks zijn een aanrader: ‘Even weg van je beeldscherm! Luister naar een nieuwe aflevering van onze podcast in het Rijks over gebedsnoten.’ Gebedsnoten, wat zijn dat nou weer? Piepkleine beeldhouwwerkjes, zo leer je in dit verhaal. rijksmuseum.nl/nl/podcast/gebedsnoten
Over de grens Maar, waarom zouden we ons beperken tot Nederland? Laten we virtueel de grens over gaan! De Tate in Londen bijvoorbeeld, is een mer à boire voor de kunstliefhebber. Op de website heel veel films en ander digitaal materiaal, inclusief een serie online-wandelingen. Walk Through British Art. Conservatoren, kunstenaars, kunsthistorici, dichters en anderen vertellen bij de kunstwerken. tate.org.uk
Ongestoord Of naar Brazilië, naar het MASP, Museu de Arte de São Paulo, waar je ongestoord door de zalen kan dwalen, met commentaar over dit eerste museum voor Moderne Kunst in Brazilië. masp.org
102
Kunst & cultuur Musea Noorwegen Sympathiek is ook het Munch Museum in Oslo, waar je alles te weten kunt komen over de maker van De Schreeuw: een tijdlijn, heel veel van zijn werk, zijn brieven, een film. munchmuseet.no
Eigenlijk is het gewoon heerlijk om te dwalen en te verdwalen in al die onlinemusea, al die schitterende collecties, te wandelen door die mooie gebouwen. Dit is je kans. Doe het gewoon. Ze lopen niet weg, maar de musea doen wel extra hun best nu om digitaal aantrekkelijk voor de dag te komen. En ondertussen rusten de kunstwerken uit‌
OPZIJ 2020
103
Kunst & cultuur De Reismeiden
Mijmeren Vakantieplannen kunnen voorlopig in de vriezer. Voor hen die eerder geplande vakanties in rook zagen opgaan, kunnen we alleen maar hopen dat de in te wisselen vouchers iets gaan opleveren wat op de geannuleerde vakantie lijkt. Daarom mijmeren we voorlopig. Over al die bestemmingen waar we al zijn geweest, waar we wellicht ooit weer komen, maar nu even niet. Dus mijmer nog even met ons mee, en bezoek al die plekken waar de Reismeiden geweest zijn. Hier een bloemlezing en voor de volledige reportages kun je doorklikken naar de site.
104
VIETNAM
OPZIJ 2020
105
SICILIË
106
TEL AVIV
OPZIJ 2020
107
NAPELS
108
CÔTE D'AZUR
OPZIJ 2020
109
Vrouw over Man
MANNEN IN TIJDEN Dit keer geen Man over Vrouw, maar OPZIJ over de mannen waar we in deze coronatijden niet omheen kunnen. Voor sommigen van deze helden zijn we al begonnen met het aanvragen van een lintje, en helaas zijn er ook van die mannen die geheel conform hun reeds bestaande imago handelen, zich ondertussen afvragend hoe het toch komt dat ze niet op ons aller sympathie mogen rekenen. D OO R ALI E S P E GT E L
Jort Kelder
en ‘de te dikke rokende tachtigplussers’ Vanuit zijn buitenhuis op het coronavrije Terschelling vroeg Jort Kelder zich op Omrop Fryslân hardop af, of het de economische schade waard is om ‘te dikke 80-plussers die gerookt hebben’ te redden, die waarschijnlijk ‘daarna binnen twee jaar toch overlijden.’ Ophef en rumoer. Schrijfster Coot van Doesburgh (@cootdoes) twitterde: “Jort Kelder is een gefrustreerde man die zo ontzettend graag van adel had willen zijn en dat nu compenseert door met een geleerd gezicht meningen te kwaken. Over alles.” Kelder blijft bij zijn uitspraak en verdedigde die aan tafel bij Op1: “1,7 miljoen zelfstandigen liggen straks economisch gezien in de intensive care,” sprak hij. 110
Youp van ’t Hek
van ‘hoesthel’ naar dankbare ex-patiënt Donderdag 19 maart werd bekend dat de 66-jarige Van ‘t Hek was opgenomen in het ziekenhuis omdat hij besmet was met het coronavirus. Drie weken eerder had hij corona nog afgedaan als “niets anders is dan een stevig griepje”. In zijn NRC-column Handen wassen schreef hij: “Allah en hun collega’s zullen er wel een bedoeling mee hebben. Een soort opruiming. Alles moet weg. Sommige verpleeghuizen snakken trouwens naar het virus.” Alsof de duvel ermee speelde, belandde de cabaretier zoals hij het zelf achteraf betitelde in de ‘hoesthel’. Maandag 23 maart werd hij uit het ziekenhuis ontslagen. Van ‘t Hek stuurde meteen een tweet de wereld in: “Tip van een ervaringsdeskundige: BLIJF BINNEN!!!!” In een verklaring dankte hij de artsen en het verplegend personeel van het Amsterdam AMC, hij is dolblij met zijn ‘tweede kans’.
Vrouw over Man
VAN CORONA
Ab Osterhaus
corona-bn’er en zigzaggende ‘cavia van Fred Oster’ Sinds de corona-uitbraak is Nederland een paar BN’ers rijker. Een van hen is de viroloog Ab Osterhuis, vaste gast aan de tafel bij Op1. Zijn mening staat veelal dwars op die van het RIVM, waardoor er in ieder geval telkens iets te bespreken valt. Het was even wachten tot hij op het hakblok werd gelegd, en het was dit keer niet AD-tv-recensente Angela de Jong, maar NRC-recensent Arjen Fortuin die korte metten met hem maakte. Fortuin vergeleek Osterhaus met een cavia in het doolhof van Fred Oster die op kleine pootjes over de paadjes slingert, waarbij hij aan het begin nog niet lijkt te weten bij welk poortje hij zal uitkomen. Hij verwijt de wetenschapper onder andere de draai te hebben gemaakt van virusrelativist naar pleitbezorger van een totale lockdown. En dat alles met een glas rode wijn – en rode koontjes in Op1: van viro- naar vinoloog.
Diederik Gommers
ic-held die elke dag iets vermoeider ogend ons de ernst van de situatie blijft voorhouden. Prof. dr. Diederik Gommers is voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care en ic-arts in het Erasmus MC in Rotterdam. Hij is ook een nieuwe corona-BN’er maar in vrijwel alles het tegenovergestelde van opiniemaker Ab Osterhaus. Gommers spreekt zich alleen uit over zijn vakgebied en schroomt niet om geen antwoord te geven als hij iets niet weet. In tv-land een zeldzaamheid. De man maakt zich permanent zorgen over of er wel voldoende ic-bedden beschikbaar zijn en waakt er daarom voor om de beperkende coronamaatregelen te snel op te heffen.
OPZIJ 2020
111
Vrouw over Man
John de Mol
Jaap van Dissel
de onmisbare rechterhand van Mark Rutte De flexibele directeur van het RIVM is mede door toedoen van de minister-president het gezicht van de crisis. Rutte noemde de infectiebestrijder in zijn nu al historische tv-speech bij naam, en wekte daarmee de indruk dat hij slechts uitvoert wat de wetenschapper beslist. Van Dissel is in ieder geval de architect van onze ‘intelligente lockdown’. Het RIVM heeft zijn ramingen en voorspellingen over het virus al diverse malen moet bijstellen, maar de directeur is niet van zijn stuk te brengen. Ook als hij de Tweede Kamer bijpraat over het virus, legt de evenwichtige Van Dissel maar weer eens rustig uit dat bij gebrek aan onderzoeksgegevens voortschrijdend inzicht leidt tot nieuwe keuzes en aangepaste maatregelen. 112
blijft op z’n miljarden zitten; #doe’s lief De Italiaanse familie Agnelli (eigenaar van Fiat en Ferrari), deed een donatie van tien miljoen euro in de strijd tegen het coronavirus, maar onze eigen miljardair John de Mol houdt zijn hand stevig op de knip. En terwijl de overheid met man en macht probeert ontslagen te voorkomen, stuurde De Mol zijn medewerkers bij Talpa al op 20 maart een mail waarin hij aankondigde dat er ‘draconische maatregelen’ zullen volgen. Tvpresentatrice Merel Westrik en haar ‘vriendinnen’ van Ladies Night hebben inmiddels geen programma meer en alle tijdelijke contracten zijn ontbonden. Ook Johns rijke zus Linda trok haar handen van de wekelijkse talkshow af die zij eerst nog trots zei te empoweren. Zij keek thuis op haar eigen bank naar de laatste aflevering, waarschijnlijk nog moe van het stofzuigen “van wel een hele etage van mijn hele grote huis”. Zoon Johnny de Mol was met Pasen niet werkloos maar verteller van The Passion. De zoon van John vertelde dat hij niet bijbels is opgevoed, maar dat het lijdensverhaal van Jezus tijdens de coronacrisis extra aanspreekt. “Het gaat over opoffering, angst, egoïsme en vriendschap, maar vooral over hoop en alles verbindende liefde.” Ook liet hij weten “televisie nu niet zo heel belangrijk te vinden. Ik maak me niet zo druk.” Fijn dat-ie zich dat kan permitteren.
Vrouw over Man
Mark Rutte
Beau van Erven Dorens
houtje-touwtje-tv Je zou Merel Westrik de flair en branie gunnen van Beau van Erven Dorens. Toen zijn werkgever RTL4 vanwege de crisis geen budget zei te hebben voor een zaterdagse talkshow, gooide Beau zijn kont tegen de krib. Hij besloot gewoon vanuit zijn eigen Amsterdamse woonkamer ‘ouderwetse houtjetouwtje tv’ te gaan maken. Iedereen die ‘een mooi verhaal’ heeft in deze tijden van corona kan zich op de Facebook-pagina van het programma aanmelden. Van Erven Dorens voert met een gin-tonic in de hand, aangereikt door zijn zoon, korte videochats. Zonder script, redactie en voorbereiding werd Beau blijft binnen een eclatant succes. Hij kreeg complimenten omdat het in zijn show niet draait om afvlakking van de curve en wel of geen mondkapjes, maar hoe iedereen het thuis een beetje redt. Terug naar de menselijke maat.
van lachebek naar leider In tijden van crisis stijgt het draagvlak van regeringsleiders in het algemeen, en Mark Rutte is geen uitzondering. Hij is ongekend populair: driekwart van de Nederlanders is tevreden over hoe hij de crisis aanpakt. Waar hij eerst nog een persconferentie lachend afsloot met het schudden van een hand, terwijl hij het handenschudden net in de ban had gedaan - ‘oeps foutje’ - transformeerde hij daarna razendensnel tot een serieus te nemen en ernstig ogende staatsman. De liberaal laat er geen misverstand over bestaan dat gezondheid boven de economie gaat, en dat het nog lang zal duren voordat het weer business as usual is. Het landsbelang laat hij prevaleren boven het partijbelang, en hij vroeg PvdA’er Martin van Rijn om in zijn kabinet te komen zitten. Rutte lijkt bovendien onvermoeibaar en onverwoestbaar. Moeiteloos schakelt hij over van een overleg met deskundigen, kabinet, Kamer, en Europese collega’s naar een werkbezoek aan een supermarkt of kerk. Oud-minister Bruno Bruins stortte letterlijk in, de Britse MP Boris Johnson belandde met coronaklachten op de ic, maar de slanke, vrijgezelle 53-jarige Rutte is standing strong. Iemand twitterde: “Ik vermoed dat er eigenlijk drie Mark Ruttes zijn.” O OPZIJ 2020
113
Bashira, 10 jaar, SyriĂŤ
IEDER KIND VERDIENT EEN EERLIJKE KANS Save the Children geeft in de hele wereld kinderen een gezonde start, de kans om te leren en we beschermen ze tegen onrecht en gevaar. Wij doen alles wat nodig is om het leven van kinderen - en daarmee de toekomst van onze samenleving - te verbeteren. Niet alleen in geval van nood, maar elke dag weer.
114
www.savethechildren.nl
Take care Carin Gaemers
FOT
I O JULIE BL
K
Carin Gaemers (1958) is onze meest invloedrijke vrouw 2017. Maandelijks houdt ze ons bij de les.
STINKENDE BEST
S
inds de start van de coronacrisis is er in de media veel aandacht voor de verpleegkundigen en artsen die zorgen voor de zwaarst getroffen patiënten. Eindelijk worden daarbij nu ook eens de receptionisten en schoonmakers betrokken en al die andere mensen die nodig zijn om een ziekenhuis draaiende te houden. Allemaal werken zij keihard en in moeilijke omstandigheden. Het is niet meer dan logisch dat zij daarvoor alom worden geprezen. Helaas komt de aandacht voor bewoners en zorgmedewerkers in verpleeghuizen nu pas een beetje op gang. In bijna een derde van de verpleeghuizen hebben zij dagelijks te maken met angst, verdriet en schrijnende ethische dilemma’s. Ook de thuiszorg maakt barre tijden door en daarover wordt al helemaal nauwelijks gesproken. Al die tijd hebben heel veel zorgmedewerkers in verpleeghuizen, thuiszorg, ggz en gehandicaptenzorg moeten werken zonder de beschermende materialen en testen waarmee in ziekenhuizen wordt gewerkt. Pas nu komen die beschikbaar. Al die tijd zijn deze medewerkers op hun post gebleven. Ook hun kan niet genoeg lof worden toegezwaaid. Sinds de verpleeghuizen op slot zitten is daar nog een zware last bijgekomen. Dat familie niet meer op bezoek kan komen, leidt tot veel verdriet. Net zoals bij kinderen en volwassenen die vanwege een verstandelijke beperking in een instelling wonen. Ook de naasten die niet op bezoek mogen komen staan onder psychische druk. De ene situatie is de andere niet en dus kan de een hier beter tegen dan de ander, maar dit raakt een heel groot deel van de bewoners van verpleeghuizen en hun familie en bekenden. Hiervoor is niet genoeg aandacht. We staan voor enorme dilemma’s. Enerzijds dringen zorgmedewerkers er vanuit hun terechte angst voor besmetting op aan dat verpleeghuizen voorlopig op slot blijven. Anderzijds betekent die maatregel voor heel veel mensen een zware psychische belasting. Minister de Jonge stelt dat de verpleeghuizen voorlopig op slot blijven. Wat als dit maanden gaat duren? Ik vind dat we keihard moeten gaan zoeken naar mogelijkheden om bezoek op beperkte schaal te kunnen organiseren waarbij het risico
op besmetting niet hoger is dan bij een bezoek aan de supermarkt. Dit is een mate van risico die we allemaal accepteren. Van het coronavirus zijn we voorlopig nog niet af. maar gelukkig zijn er ook lichtpunten. Laten we als samenleving onze stinkende best blijven doen voor iedereen die door corona is getroffen, op wat voor manier dan ook. Laten we ook onze stinkende best blijven doen voor iedereen die in de zorg werkt. Laten we óók genieten van de zonnige lente en van de mooie dingen die overal gebeuren. O
OPZIJ 2020
115
Bestel hier.
116
Boekfragment
EEN FRAGMENT UIT
DE ZOEKTOCHT NAAR MADELEINE MERADO Abel Fortuna was het soort eiland waar een heroïsche jongen van droomde. Steile rotswanden aan een grillige kust vormden een onherbergzaam landschap. Krijsende zeearenden beschermden hun nesten en dreven dreigend cirkelend door een azuurblauwe hemel. Water spatte schuimend op tegen de uitlopers van kliffen in de woeste zee. De kuilen en gaten in de weg, waar de touringcar met een angstaanjagende vaart doorheen jakkerde, zou kunnen bijdragen aan de avontuurlijke aard van het eiland, Abel werd er misselijk van. De bus slingerde langs hoge, granieten bergen. Met een niet minderende vaart reed de chauffeur door haarspeldbochten zonder vangrails, passeerde diepe ravijnen en bij iedere bocht toeterde hij voor tegenliggend verkeer. Abel spande zich in om door de vette, stoffige ramen naar buiten te kijken. Zijn t-shirt kleefde aan zijn schouderbladen. Zijn rugzak, naast hem op de bank, schommelde bij elk gat in de weg heen en weer. Een man en een geit, enkele banken verderop, staarden hem aan. De geit kauwde, mee hangend in de scherpe bochten, onverstoorbaar op een pluk gras. Het stonk zo dat Abel meerdere keren bang was dat het kokhalzen over zou gaan in overgeven. Zijn maag was leeg, hij zou zure lucht braken. Hij schrok op van de lang aanhoudende claxon. De bus draaide rakelings langs een afgrond en hing secondenlang in een bocht. Hij hield zijn adem in, sloot zijn ogen en bad voor het eerst in zijn leven dat dit niet een voorteken was van hoe de rest van zijn verblijf zou verlopen. Mietje. Schijtlijster. Wil je naar je mammies toe?
Zondagmorgen. Oranje-roze lichtstrepen verschenen aan de horizon. Het glinsterende vlak van de Middellandse Zee lag voor hem. Aurora mende haar vierspan langs de ontwakende dag. Hij was op dat moment ver verwijderd van het vasteland. Dit eiland was zijn onderkomen voor de aankomende week. Op het vliegveld had Alice haar hand langs zijn wang gestreken en hem net wat langer omhelsd dan anders bij een afscheid. ‘Het is de eerste keer dat je alleen reist. Wees voorzichtig.’ Olivia had hem twee briefjes van vijftig in zijn hand gemoffeld en gefluisterd terwijl ze hem kuste: ‘Als je meer nodig hebt, bel je me, afgesproken?’ Hij had zich twee keer omgedraaid tijdens het meeschuifelen in de rij langs de douane. Hij zwaaide voor de laatste keer, nadat hij de poortjes was gepasseerd, het begon gênant te worden. De chauffeur stapte bruusk op de rem. De bus stond direct stil. Pal naast een gedeukt en verroest bord met porto fine. Hier moest hij overstappen op de volgende bus, die hem naar zijn eindbestemming Belmari zou brengen. Stof dwarrelde langs de ruiten. Abel stapte uit. De man met de geit was al uit het zicht verdwenen. De chauffeur verdween in een keet waarvan de deur met een klap dichtviel. Waar hij gelopen had daalden wolkjes zand neer. Een stilte vlijde zich neer op het verlaten busterrein. Zeven uur. Abel snakte naar een slok water. Zijn rugzak hing hij over een schouder. Hij zocht in de lucht en liep de richting in waar de hemel lichtblauw begon te kleuren en keek uit over de Middellandse Zee. Water klotste tegen de wal. Kleine zilvermeeuwen dreven op de thermiek boven deinende vissersbootjes, andere daalden neer op de masten van een zeilschip. Op de kade zelf was het kletsnat van binnengehaalde vangst. Een OPZIJ 2020
117
Boekfragment De thuisblijvers
verschaalde geur, een mengeling van ijzer, zout en vis, maakte hem wee. Verder weg op zee zag hij, in de eerste baan zonlicht van de dag, de veerboot terugvaren waarmee hij op het eiland was gekomen. Hij had zijn eigen isolement voor minstens drie dagen afgedwongen. Een weemoedig briesje streek langs zijn keel. Hij draaide zich om. Grijsgroene bergen rezen uit het hart van het eiland op. Daarachter, verscholen tussen de dennenbomen, moest het geboortedorp van zijn vader liggen. Volgens de verhalen van zijn moeders had hij er een flatje gehad. Alice had er vanaf het balkon op het dichte donkere naaldwoud uitgekeken. ’s Nachts had ze er uilen gehoord. Links lag een kiezelstrand in een baai, beschermd achter een enorme rotswand. Duiven vlogen af en aan en verdwenen in verborgen richels. De zee golfde schuimend over een glad geworden uitloper. De vuurtoren, waar Olivia in had gewoond, kon hij vanaf dit punt niet zien. Hij liet de rugzak van zijn schouder glijden. Ging op een steen zitten die het begin van de kade markeerde. Hij wachtte tot de zon volledig boven de horizon was geklommen. Zijn moeders hadden hem over zijn vader verteld: ‘Hij was een knappe man, de mooiste van het dorp, scheepsbouwer in spe. Nee, we hebben geen foto van hem.’ Dat was alles geweest. 118
De zondagochtend bevatte een stilte, ingetogener en sereen, vergeleken met de doordeweekse dagen. Alice rommelde in huis. Gleed op sloffen door de kamer en gaf de planten water, trok een geel geworden blad weg, draaide een vaas naar het licht. Ze hoorde de boiler aanslaan ten teken dat Olivia onder de douche ging. Na het ontbijt zouden ze een lange wandeling maken. Zondag was de enige vrije dag voor Alice. Van maandag tot en met vrijdag werkte ze in het dierenlaboratorium van de universiteit en op zaterdag deden ze boodschappen en draaiden ze de was zodat ze zich de rest van de week niet om het huishouden hoefden te bekommeren. Ze ondervond houvast als de dagen verliepen zoals ze waren gepland. Ze hield van structuur. Ze hield van de orde van hun leven, dat meer afgebakend was sinds Abel een half jaar geleden op kamers was gaan wonen. Olivia had thee op bed gehad en een stilzwijgende afspraak was dat ze pas een klein uur later naar beneden zou komen. Omdat Alice het heerlijk vond om alleen te zijn, met het huis en zichzelf, ’n moment omgeven te zijn door de sacrale stilte van de zondagmorgen. Ze nam de krant van tafel die Olivia open had laten liggen. Haar oog viel op de foto van het dichte woud, die bij het artikel was geplaatst. ‘Spoorloos in Fortuna’ luidde de kop. Ze nam het dagblad op, vouwde het tot een hanteerbare grootte en legde het op de eetbar. Daar loopt mijn Abel rond. Er had zich een bal in haar maag gevormd, die er thans weer zat, vanaf het moment dat ze gister in de vertrekhal van het vliegveld afscheid van hem had genomen. Niet omdat ze bang was dat hij in zeven sloten tegelijk zou lopen. Ook niet omdat hij hun niet eens had gevraagd of ze interesse hadden om mee te gaan. Ze was ervan overtuigd dat de opdracht die hij had verworven om verslag te doen van de verdwijning van het meisje hem een goed punt voor zijn aankomende doctoraal zou opleveren. Hij had de aard, vond Alice, om een gedegen onderzoeksjournalist te worden. Hij had er de hersens en de instelling voor, een serieuze gedegen manier van werken leverde hem tot dat moment goede cijfers op. Ze had geweten dat hij de aanleiding van het drama aldaar gebruikte om een eigen onderzoek te doen. Ze was ervan overtuigd dat de ware reden om deze opdracht in de wacht te slepen erin bestond de sporen van zijn eigen verleden te onderzoeken. Het eiland zat hem in zijn bloed. Zijn vader had er zijn hele leven gewoond en één zwoele, gepassioneerde week met Alice had ervoor gezorgd dat Abel was verwekt. Ze had er nooit spijt van gehad. Gister, op het vliegveld, een paar tellen voordat Abel zich wegdraaide en zich aansloot in de rij naar de douane, had het op haar lippen gelegen om te zeggen: ‘Je vader weet niet dat je bestaat. Ik heb hem nooit over mijn zwangerschap verteld. Ik wilde niet dat hij zich met de opvoeding zou bemoeien. Ik vond hem, buiten zijn
Boekfragment schoonheid, een saaie man.’ Ze had hem uitgezwaaid met pijn in haar hart. Alsof er iets was losgescheurd van binnen. Momenteel zat er een restant in de vorm van een prop. Alice raapte Olivia’s sokken van de vloer, rolde ze tot een bolletje, stopte ze in haar schort. Nam de koffiekan uit het apparaat, vulde hem met water, en wachtte tot het begon te pruttelen. Waar zou hij zijn? De krant toonde de foto van een bos. Het moest het dennenbos van Traci zijn. Ze herinnerde zich de straatjes van Belmari, de tavernes, het haventje, de weg door de bergen, het dorp waar Abels vader een appartement had. ‘Jason,’ zei ze hardop. Zou ze haar zoon aan hem kunnen verliezen als hij hem vond? Had ze hem groot onrecht aangedaan door hem een vader te onthouden? Was ze te egocentrisch geweest om hem niet te willen delen? Ze had vanaf het balkon van het appartement over de bomen getuurd, had arenden door de lucht zien drijven. Ze had de wind van zee gevoeld, de mist tussen de bergen zien hangen aan het begin van een warme dag. Het was niet vanwege het eiland geweest dat ze er was weggegaan. Als ze Olivia niet was tegengekomen had haar leven en dat van haar zoon er heel anders uit gezien. Olivia kwam de trap af. Alice nam twee bekers uit het rek. Met de komst van Olivia hadden Jason en al de vriendjes ervoor een windvlaag in een korenveld geleken. Haar hart ontvouwde zich, anders kon ze het niet zeggen. Ze werd licht en kneedbaar, zelfs al stond ze tegenover een volkomen vreemde vrouw. Haar lichaam vulde zich met begeerte. Er was nooit eerder iemand zo dichtbij gekomen, had zo dicht onder haar huid gezeten. Alsof ze elkaar begrepen voordat ze iets hadden gezegd. Dezelfde zachtheid van huid. Er was niets wat ze niet al kende. Ze waren al weken thuis geweest, op het vasteland, en leefden samen in de kleine kamer van Alice’ studentenhuis. Ze aten, bedreven de liefde, sliepen, gingen samen in bad, hadden elkaar lief, sliepen, dronken wijn en voerden elkaar lychees. Ze giechelden wanneer er midden in de nacht op de deur werd geklopt of ze eindelijk stil wilden zijn. Alice verwaarloosde haar studie en belde haar vrienden niet terug die al meerdere keren op de voicemail stonden. Pas weken nadat ze Olivia had leren kennen was gebleken dat Alice zwanger was. En het had gevoeld alsof zij het waren die dit kind hadden verwekt. De herinnering aan een vader was tegen die tijd verdwenen. ‘We houden het,’ had Olivia gezegd. En daarmee was het besloten. Ze voelde de baby voor de eerste keer trappen. Het was niet te beschrijven wat ze had ervaren toen zijn voetje of een vuist uitschoot tegen de onderkant van haar ribben. Het was pijnlijk, haar adem metselde zich minutenlang in haar longen. Omdat ze wist wie het deed lachte ze om wat er gebeurde. Olivia legde een hand op de plek waardoor het kindje kalmeerde. De deur van de woonkamer ging open, Olivia kwam naar
de keuken. ‘Koffie?’ vroeg Alice. Ze schonk de mokken vol. Olivia nam de mok aan die Alice haar aanbood, kuste haar. ‘Al iets van Abel gehoord?’ ‘Nee.’ Alice hield de warme beker tegen haar wang. ‘Heb je al in de mail gekeken?’ ‘Nog niet.’ Op een bijzettafel lag de iPad voor gezamenlijk gebruik. Wanneer ze het beeldscherm ontsloot, wist Alice, verscheen er een foto van hen drieën. Hij zou aan hen denken, zoals zij aan hem. Ze wist dat hij zijn weg zou vinden. Hij zou vrienden op het eiland maken. Zijn korte gestalte, zijn zachte, blanke huid hadden een goedmoedige uitstraling. Anderen vonden hem mollig. Hij leek in niets op wat Alice zich van zijn vader kon herinneren. Alleen zijn ogen. ‘Nee, niets op de mail,’ hoorde ze uit de kamer. Alice spoelde de lege koffiekop om, zette hem omgekeerd op het rek op het aanrecht, nam met de vaatdoek de gemorste druppels op. ‘Wat gebeurt er als hij zijn vader vindt?’ ‘Zei je wat?’ Olivia verscheen in de keuken. ‘Ik trek mijn wandelschoenen aan.’ De vreemdeling Wuliton Howi stapte het vale ochtendlicht in, inhaleerde diep de droge geur van sparren die hem als een natuurlijk, heilzaam medicijn beschermde tegen aanvallen van jicht. Hoog in de lucht telde hij twee buizerds, hij volgde de witte vegen in de hemel die een warme dag voorspelden en nam tien grote stappen tot de rand. Hij strekte zijn armen als de vleugels van een vogel, wiekte ermee of hij op zou vliegen en speurde intussen de struiken af of de bessen al rijp genoeg waren voor consumptie. Tuurde tussen de troep door. Een verroeste oven, gebroken tegels, een koelkast en verwaaide plastic zakken, karton, gebroken flessen lagen verspreid en afgedankt tussen de doornige struiken. Hij zou een paar dagen moeten wachten, de OPZIJ 2020
119
Boekfragment bessen waren te blauw. Intussen schatte hij in hoeveel glas hij bij elkaar kon schrapen. Er hadden tevens gekleurde tegeltjes gelegen, hij zou een hark nodig hebben om ze naar zich toe te halen. Het moment was daar voor het volgende onderdeel van zijn ochtendritueel. Hij wandelde om de flat heen, stak het braakliggende, stoffige terrein over, telde drieëndertig stappen tot aan de heuvel. De ongelijke, verzakte, uit de rots gehouwen traptreden naar de top trainden zijn heup en beenspieren, daar waar hij de meeste last had van de verkrampingen. Al van jongs af aan was hij opgezadeld met onverwachte en verlammende spiertrekkingen en al waren de voorspellingen destijds geweest dat het in de loop der jaren af zou nemen, Wuliton was bijna veertig en de stijfheid was nauwelijks minder. Het was de verklaring van zijn voortdurend willen bewegen. Altijd was er iets aan hem dat wiebelde, schommelde of wiegde. Zijn lichaam was nooit zonder beweging, zijn ledematen nooit in volkomen rust. En Wuliton was ervan overtuigd dat het de oorzaak was van zijn onrustige geest. Hij kon zich niet lang concentreren, en was snel verveeld. Zijn levensritme had zich aangepast aan zijn lichaam; hij verplaatste zich voortdurend. Zowel binnenshuis, als buitenshuis en over de continenten van de wereld. De flat op dit eiland was zijn twintigste woonadres dat hij in achtendertig jaar bewoonde. Tijdens het bestijgen van de trap volgde hij de twee buizerds, die aan een paringsdans waren begonnen. Er hing een matte geur van oude houtvuurtjes in de lucht. Licht hijgend kwam hij boven. Het adembenemende uitzicht op het dichte woud verzachtte de pijn en de inspanning. Hij ademde diep in, hield de sterke ochtendgeur van zojuist ontwakende sparren in zijn longen vast. Wuliton overwoog steeds vaker om te blijven. De huur was zo laag dat hij met de verkoop van enkele houten fluiten een maand verder kon. Hij was begonnen zich het weven aan te leren waar de stam, waar zijn oorsprong lag, zo bekend mee was geworden; dierenpatronen op een goudgele achtergrond. Het weefraam was snel gemaakt en de behendigheid van zijn vingers nam iedere dag toe. Het ambacht was eenvoudig als de voorstelling van het leven op de prairie zelf. Zijn laatste creaties, gekleurd glas en steen op bestaande jampotten, begonnen aftrek te vinden op de wekelijkse markt. Hij mocht zijn werk op een hoekje van de tafel van een houtkunstenaar uit Mouile leggen. Als Wuliton er zelf niet bij was, had de kunstenaar gezegd, dat zou hem in de problemen kunnen brengen. Wuliton wist wat de man bedoelde en maakte er geen probleem van. Hij hoefde er niet om te liegen. Hij was een vreemde. En een vreemde, had hij in de loop van de jaren ervaren, werd met argusogen bekeken. De mensen waren bang voor wat ze niet kenden. Ze waren bang voor wat ze niet wisten, en het verbaasde Wuliton keer op keer dat er niemand was die ooit een vraag stelde aan hem. Alleen de kunstenaar. Wuliton ontmoette hem op de markt, gaf hem complimenten over het verfijnde snijwerk in zijn 120
houtsculpturen. De kunstenaar had gevraagd wat hij daar onder zijn arm had en waar hij vandaan kwam. Het vervulde Wuliton met trots dat hij het rasechte kind van twee indianenouders was. Geboren op een rots van Alcatraz tijdens de bezetting van een grote groep indianen, die aanspraak maakten op hun eigen cultuur en een op te richten centrum. Zijn ouders waren geen achttien jaar oud, kinderen die vrij en bandeloos over het eiland zwierven zolang hun ouders er hadden gebivakkeerd. Anderhalf jaar later – Wuliton kon net lopen – werden ze van het eiland weggestuurd en naar San Francisco verplaatst. Zijn opvoeding werd overgenomen door de ouders van zijn moeder. Zijn grootouders hadden er weinig zin in en van jongs af aan zwierf Wuliton door het reservaat aan de voet van Weavers Peak in Arizona. Op zijn elfde liep hij definitief van hen weg. Hij had nog nooit de prairie gezien, nog nooit de woestijn en nog nooit de sneeuw op hoge bergen die voorkwamen in de verhalen van de oudere indianen in het reservaat. Zijn voortdurende drang om te bewegen, zijn nieuwsgierigheid en zijn wens om te zien wat de ouderen hadden gezien, leidden hem naar de haven waar hij als scheepsjongen meekon op de grote vaart. Hij moest de looppaden dweilen en de ramen van de kajuiten wassen. Hij hielp de trossen inhalen, de kettingen te oliën. Tijdens de reizen deden ze de landen in Europa aan en was hij op een dag aan land gestapt en niet meer naar het schip teruggekeerd. In de bossen vond hij rust, bescherming. Hij kon er ongemerkt verblijven. In zijn kinderjaren had hij geleerd open vuur te maken. De kruidige geur van verbrande jeneverbestakken bracht hem elke keer terug naar de beelden uit zijn jeugd. Hij had de vragen geleerd die je het konijn of de haas moest stellen om ze te mogen vangen wanneer je honger had. Hij kende de gebeden die hij op moest zeggen voordat hij de bessen plukte of de paddenstoelen
Boekfragment DE EERSTE DAG – ZONDAGMIDDAG Waarin er vriendschap wordt gesloten.
Abel
scheurde voor een maaltijd. Het stropen van klein wild en het verschil zien tussen giftige planten, was basiskennis geworden. Met gemak bouwde hij een waterdicht hutje en hij kon zich, zonder sporen na te laten, eindeloos verplaatsen in de uitgestrekte wouden. ‘Er hing elke ochtend een belofte tussen de sparren. Ik wilde de betekenis van de cirkelende roofvogels leren kennen. Het donker kronkelt zich als een dier om mijn lichaam, ik voel me erdoor beschermd. Ik wandel met de schaduw en kan de eenzaamheid goed verdragen. De bossen van Traci zijn de mooiste die ik op mijn zwerftochten heb gezien. Ik zou er graag blijven. Ik heb geleerd een fluit te maken die exact de roep van de sperwer imiteert.’ Hij toonde de kunstenaar zijn handgemaakte fluit met drie tonen. De kunstenaar keek er gebiologeerd naar, floot een paar keer. ‘Als je geen fluiten meer wilt maken kun je gedichten gaan schrijven,’ had de man gezegd en hij draaide het instrument rond in zijn handen. ‘Je mag er een paar neerleggen als je wilt. Ik verkoop ze voor je. Kom je geld halen als de markt afgelopen is. Ze willen geen vreemde kooplui op de markt, bang voor concurrentie.’ Foresta Traci lag kalm en in zichzelf gekeerd onder hem. Blauwe schaduwen gleden met het opkomende daglicht mee. Hij slingerde zijn lange zwarte vlecht over zijn schouder, waar hij langs de leren pijlenkoker op zijn rug, tussen zijn brede schouders, bleef liggen. Hij ademde snel, ontspande de spieren in zijn heupen en bovenbenen. Pas toen hij op adem was gekomen zakte hij naar de grond en vouwde zijn benen in de kleermakerszit. Hij trok behendig zijn eigen fluit uit de koker. Telde tot tien en begon aan zijn ochtendlied, hoog als de roep van een jonge zeemeeuw, vrolijk als het begin van iedere nieuwe dag.
In een standaard naast de deur van een tabacchi zag Abel dat alle krantenkoppen de verdwijning van het meisje als onderwerp hadden. Hij liep het donkere, bijna koele winkeltje binnen en liet zijn ogen aan het duister wennen. Achter de toonbank stond een korte, donkere vrouw met borstelige wenkbrauwen. Zelfs in het duister zag Abel de ruwe beharing boven haar lip. Hij glimlachte als om zich te verontschuldigen, de vrouw gaf geen krimp. Hij wees water aan, iets wat op gevulde koeken in cellofaan leek, een kingsize-Mars en drie kranten gedrukt op flinterdun roze en groen papier. Buiten ging hij zitten op een afgebladderd bankje op een plein omringd door platanen. Hij draaide de dop los van zijn waterflesje en dronk bijna een halve liter lauw water. Verderop toonden tienerjongens elkaar hoe ze met gemak drie rondjes alleen op het achterwiel van hun crossfiets konden fietsen. Ze bejubelden luidkeels elkaars heldendaden. Een paar bankjes verder zat een oude man. Gezien zijn gerimpelde gezicht schatte Abel hem boven de tachtig jaar. Zou de man Abels vader kennen? Op dit plein had hij vast als jongen gespeeld, op hetzelfde bankje gezeten met zijn vrienden. Kende de oude man hem? Moest hij het hem vragen? Abel dronk de rest van het flesje leeg. Hij zocht in zijn tas naar zijn telefoon en het reisverslag dat hij van internet had geplukt van iemand die dit deel van de wereld op de fiets had verkend. Er stond een stukje in over het eiland. Ons eiland. Hij keek op het display van zijn mobiel – geen berichten. Hij opende zijn facebookpagina maar kreeg geen verbinding. ‘Fortuna, een van de kleinere eilanden in de Middellandse Zee,’ las hij in het reisverslag, ‘is warm en onherbergzaam. Plotselinge windvlagen dragen bij aan het onvoorspelbare karakter van zijn bewoners; gesloten mensen die al sinds generaties op het eiland wonen. De dorpen op het eiland liggen ver uit OPZIJ 2020
121
Boekfragment elkaar. Voor toeristen is het moeilijk om er te komen, doordat het eiland geen eigen vliegveld heeft. Sinds enkele jaren is er een privévliegveld voor de rijkere families die er hun vakantieverblijven hebben. Als gewoon burger kun je het eiland alleen bereiken met een veerboot die met onstuimig weer niet uitvaart, of de Anek Lines die nieuwe vracht aanvoeren. De bevolking is bijgelovig, wantrouwend en leeft met het verleden waarin verdwijningen worden toegeschreven aan wraak nemende geesten die bij de kliffen aan de kust wonen. Aan de noordkant op Fortuna staat een verlaten vuurtoren.’ Met zijn studiebegeleider had hij het onderwerp van zijn eindwerkstuk besproken. ‘Voor een onderzoeksjournalist is onderzoek uiteraard het essentiële ingrediënt om tot een volledig en betrouwbaar werkstuk te komen,’ had de man gezegd. ‘Dus, ja, een bezoek aan een eiland zal zeker bijdragen tot de diepgang van het onderwerp. Zoek eveneens naar een focus.’ Die focus was het krantenbericht geweest. De verdwijning van het meisje was de perfecte aanleiding om met de opdracht te starten. Het moest een artikel worden van enkele pagina’s lang over de geslotenheid van eilandbewoners in het algemeen en de daaruit vloeiende angst voor vreemdelingen in het bijzonder. ‘Een gewaagd thema. Is er een speciale reden waarom je dat gekozen hebt?’ Abel had een lichte blos op voelen komen. ‘Het is iets persoonlijks,’ had hij geantwoord. ‘Dat zijn vaak de beste artikelen,’ had zijn begeleider gezegd, ‘dienovereenkomstig de moeilijkste. Het kan voor teleurstelling zorgen. Heb je voldoende afstand tot het onderwerp?’ En weer voelde Abel zijn wangen kleuren. ‘Dat moet blijken.’ Hij had het een professioneel antwoord gevonden. En zijn tutor had niet verder gevraagd. Zijn telefoon rinkelde. De oude man op het bankje draaide zijn hoofd naar hem toe en trok een geërgerd gezicht. Abel liep weg van het plein om in de schaduw naast het barretje op te nemen. ‘Hi mam,’ nam hij vrolijk op. ‘Ja, uitstekend, prima gegaan. Wat zeg je? Nee, ik ga zo naar Belmari. Ik ben in Porto Fine. Ik heb… Dat wist ik niet.’ Hij luisterde naar de opgewonden stem van zijn moeder, wenste kort en vurig dat hij thuis bij haar was. Hij had het niet met zoveel woorden gezegd, dat hij vond dat het tijd was om de zoektocht naar zijn afkomst, naar zijn wortels nader te onderzoeken. Hij wilde weten wie zijn vader was. Hij zou hem het liefst willen zien, van een afstandje desnoods, lezend achter een krant, koffiedrinkend in een café. Langs hem lopen en ter plekke beslissen of hij hem aan zou spreken. Zou zijn vader hem herkennen aan iets dat hetzelfde was, in het gezicht, de bouw van het lichaam? Zou hij zijn vaders stem herkennen, zomaar ineens op een plein of in een winkel? Volgens de verhalen leek hij in niets op hem. Abel was klein, zonder taille, niet bijzonder gespierd. Zijn 122
vader was lang. Hij had glanzend zwart haar dat krulde tot op zijn schouder. Abels haar was blond met een rode glans. Hij was door blijven zeuren over hoe ze indertijd zwanger had kunnen raken als ze niet met een man samen had geleefd. ‘Eén gepassioneerde nacht op het strand,’ had Alice gezegd. ‘Meer was er niet nodig om jou in het leven te roepen.’ Ze had een hand door zijn haar gehaald, hem een zoen op zijn voorhoofd gegeven. ‘Jij bent wel degelijk een liefdesbaby,’ had ze gezegd op een manier die duidelijk maakte dat ze het er verder niet over wilde hebben. Abel ervoer geen gemis. Er was alleen altijd dat gevoel dat hij niet helemaal compleet was. Iets dat diep in hem begraven lag. Een onrust omdat er ergens op de wereld iemand was die onderdeel van hem vormde. En hij van hem. Wist zijn vader dat hij bestond? Hij had het zijn moeders niet meer durven vragen. ‘Geef Olivia een kus, ik spreek je later.’ Hij drukte zijn moeder weg. Liep terug naar het bankje waar alles nog altijd lag zoals hij het achter had gelaten. Opgestaan is plaats vergaan. En wat je achterlaat mag een ander hebben. Hij was er tientallen spullen op school door kwijtgeraakt. Hier hadden ze hem met rust gelaten. Hij zou aan deze plek, aan deze mensen kunnen wennen. De busreis naar Belmari ging over een lang geleden aangelegde weg. Hier zaten gaten als kraters in het asfalt waar de buschauffeur doorheen joeg. Het bezorgde hem voor de tweede keer die dag het zweet in zijn handen. De bergwanden waren zo steil dat hij de toppen ervan niet kon zien. De wanden glommen van sijpelende stroompjes water. Met mos uitgeslagen, wilde takkenbossen groeiden uit het gesteente. Spleten en ondiepe gaten wezen op dierlijke bewoners en om iedere bocht was er een volgende berg, hoger en ruwer dan de vorige. De hemel oogde wit-blauw en donzig, hij wist dat het buiten rond de 35 graden was. De weg voerde linea recta naar beneden en de bus stopte op een plein dat volstond met radiowagens en tv-busjes. Overal waar hij keek liepen mensen met telefoons aan hun oren, kladblokken in de aanslag, microfoons bij de hand, in gesprek met elkaar of op weg naar iets. Hij duwde de kranten stevig onder zijn arm en liep recht op Het Grande Hotel Belmari af dat hij bij aankomst had zien liggen. Er lag een rode loper uitgelegd. Abel liep er fier overheen, nam met grote stappen de drie treden naar het voorportaal. De portier hield de grote glazen deur voor hem open. In de foyer zat een man met een tulband naast een gesluierde vrouw. Aan een tafeltje verderop spraken enkele mannen in nette kostuums geanimeerd met elkaar. Uit de lift verschenen twee lachende, in badjas geklede vrouwen, die gehaast een gang in verdwenen. De vloer was van gevlamd marmer, de wanden van bewerkt hout en aan de plafonds hingen twinkelende kroonluchters. De fauteuils, her en der verspreid in de
Boekfragment Parva Manolito
lounge, waren bekleed met een koningsblauw fluweel. Abel trok zijn telefoon tevoorschijn en maakte een foto. ‘Hebt u een kamer voor één persoon?’ vroeg hij aan de vrouw achter de balie. ‘Voor een week alstublieft. Half pension als dat kan. Mijn naam is Abel Martens.’ Hij glimlachte naar haar. Welke leeftijd zou ze hebben? Vijfentwintig? ‘We zijn volgeboekt, meneer. Het spijt me.’ ‘Wat?’ Wat zegt u, mevrouw? Doe je mond dicht, anders vliegt je verstand eruit. ‘Weet u het zeker? Ik ben journalist en ik moet een bed hebben. Een tweepersoonskamer desnoods, dat is even goed.’ Als je geld nodig hebt, bel je me. ‘Wij zitten volgeboekt meneer, helaas.’ Nog een keer die glimlach hoewel ze het niet meende. ‘En nu?’ De vrouw achter de balie keek hem schaapachtig aan. ‘Kent u toevallig de heer Lozano?’ vroeg hij in het wilde weg. Hij verbaasde zich over zijn eigen vraag. Hij kon het niet geloven – dat hij geen bed zou krijgen in het enige hotel in het dorp. Hij kon het niet bevatten. Alles was aanvankelijk zo moeiteloos verlopen. ‘Jason Lozano?’ Hij hoorde zijn stem trillen. ‘Meneer, er wonen meer families op dit eiland met die naam. Daar is een telefooncel met een telefoonboek. Daar kunt u hem vast in vinden.’ Ze wees naar een ouderwetse glazen deur waarachter een telefoontoestel hing. Aan een ketting bungelde een boek. ‘Zegt de naam u iets? Jason Lozano?’ ‘Zoals ik al opmerkte meneer, er wonen...’ ‘Ja, ja, dat weet ik. Hij was scheepsbouwer. Dat moet toch iets betekenen?’ Opschepper. Moet je huilen? ‘Meneer, ik kom niet van het eiland. En als u het niet erg vindt, help ik de heer die al een tijdje achter u staat te wachten.’ Abel draaide zich om. Hij stond oog in oog met een grote stevige vent met een kolossale camera onder zijn arm. Hij knikte vriendelijk naar Abel. ‘Ik moet opschieten.’ Het klonk verontschuldigend. ‘De persconferentie begint zo, daar moet ik bij zijn.’ ‘O ja, natuurlijk.’ Abel deed een stap opzij. Sloeg hij een flater met zijn trekkersrugzak en een stapel kranten onder zijn arm? ‘Waar is die persconferentie?’ ‘Buiten op het plein.’ De man knikte richting uitgang. ‘Er is te veel volk om ze in een zaaltje van het hotel te herbergen. Komt omdat ze bekend is hè?’ ‘Bekend? Wie?’ ‘Dat meisje! Draag je ze alleen?’ De man wierp een blik op de kranten onder Abels arm.
De zwarte Lexus reed het plein op. Enkele journalisten verdrongen zich om de portieren zodat de inzittenden onmogelijk uit konden stappen. Politieagenten, die de wagen op paarden volgden, stapten hoog op het zadel gezeten de menigte in. Dat deed ze uit elkaar drijven en het achterportier van de Lexus vloog open. ‘Daar zul je haar hebben,’ fluisterde Manolito. De lange, slanke vrouw in een mannelijk kostuum stapte uit. Haar donkere haar golfde weelderig over haar schouders. Op hoge hakken snelde ze naar de opgestelde katheder. Ze kwam ruim boven het spreekgestoelte uit. Tikte op enkele microfoons die aan de lessenaar waren vastgemaakt. Er snerpte een hoge pieptoon over het plein. ‘Hallo Brigitta,’ fluisterde Manolito. Ze kon hem niet horen, natuurlijk. Ook al was hij tien, hij wist de verleidelijkheid van een vrouw te herkennen. Wat dat betreft was hij de zoon van zijn vader. Hij grinnikte. ‘Verleidelijk als de nacht, gevangen als een goudvis in een kom. Als ik je man was, zou ik iedere dag een gedicht voor je schrijven. Bovendien die auto. Zie je die auto, Fyrgil?’ vroeg hij aan de man die naast hem stond. Fyrgil knikte en glimlachte. ‘Vanmorgen hebben wij een nieuwe aanwijzing gevonden,’ begon Brigitta, ‘die kan leiden tot het vinden van Madeleine Merano.’ Er schoot nogmaals een hoge fluittoon over de menigte. Ongestoord ging ze verder. Dat mocht Manolito wel. ‘We kunnen niet op de details ingaan; ik kan enkel zeggen dat wij honderd meter verwijderd van haar school, waar zij naar op weg was om te trainen voor de danskampioenschappen, sporen hebben getraceerd die wijzen op haar aanwezigheid daar. Daarnaast zijn er andere sporen gevonden vlakbij de sportschool. Deze worden onderzocht. Ze zijn van gister, we schatten tussen zaterdagmorgen en OPZIJ 2020
123
Boekfragment zaterdagmiddag. Meer kunnen we er niet over loslaten voordat het onderzoek is afgerond.’ De duwende menigte werd onrustig, mensen wilden naar voren, anderen duwden terug. ‘Voetsporen?’ gilde iemand uit het publiek. ‘Daar mag ik niets over zeggen.’ ‘Het bouwterrein achter haar school of de trainingsbaan?’ vroeg een ander. ‘Bij de trainingsbaan. Ik vraag u met klem om niet naar de trainingsbaan te gaan omdat u het onderzoek ernstig kunt belemmeren als wij niet rustig onze gang kunnen gaan.’ ‘Oeps, foutje,’ siste Manolito. Vanaf het bankje waar hij op stond zag hij de onbekende jongen aan de rand van de menigte staan. Hij was hem eerder in de lounge van het hotel gepasseerd. Hij zag er niet uit als een doorgewinterde journalist, en eveneens niet als een toerist. Manolito was naar de balie gelopen en had Shanna gevraagd wie hij was. Shanna, die alles met een glimlach voor Manolito deed omdat ze wist dat hij de zoon van de hoteleigenaar was, had hem toegefluisterd dat hij om een kamer had gevraagd en daarna naar een naam: Jason Lozano. De jongen, zag Manolito, had een vermoeide uitdrukking op zijn bolronde gezicht. Zweterig, onwennig, een veel te blanke huid voor een zonnig oord als dit. ‘Dank u wel voor uw aandacht,’ hoorde hij Brigitta zeggen. Ze stapte achter de katheder weg en direct werd ze omringd door microfoons, camera’s, handrecorders, fototoestellen en journalisten. De chauffeur van de Lexus hield het portier voor haar open en de auto zoefde weg. Manolito volgde de bewegingen van de jongen, die zijn tas oppakte en rondkeek om te beslissen welke kant hij op zou gaan. Een man had achter de katheder plaatsgenomen. Manolito kende hem; het was de organisator van de jeugdclub. Hij was meerdere keren bij zijn moeder op bezoek geweest om haar over te halen Manolito naar de sportmiddag te sturen, maar daar had hij zelf een stokje voor gestoken. Hij had zijn voet expres verzwikt door van de te hoge muur langs het hek te springen, en een andere keer had hij uien onder zijn arm gestopt waardoor hij overdreven veel was gaan zweten. Zijn vader had een roeiapparaat gekocht en ze waren overeengekomen dat hij niet naar de sportschool hoefde mits hij minstens tweemaal per week met zijn vader trainde op het apparaat. Hij had plechtig beloofd zich aan de afspraak te houden en tot nu toe had hij woord gehouden. Het had echter niets opgeleverd. De stille, onuitgesproken hoop van zijn ouders dat sport hem zou doen groeien was geen werkelijkheid geworden. Zelfs zijn spieren gaven geen reactie op de tweewekelijkse roeitraining; het lichaam weigerde steevast om in lengte toe te nemen of te verbreden. Hij had nog steeds het uiterlijk van een magere jongen van amper zeven jaar, hoewel hij over drie maanden elf zou worden. De man achter de katheder tikte een paar keer tegen 124
enkele microfoons en vroeg luid om aandacht. Opnieuw galmde een hoge pieptoon over het plein. ‘Excuus. Ik wil andermaal een mededeling doen,’ stamelde hij. ‘Vanmiddag stonden er een demonstratie en een wedstrijd gepland van de plaatselijke ritmische dansgroep Pulcinella. Omdat Madeleine daarvan een enthousiast deelneemster is, hebben wij besloten dit evenement af te gelasten. Wij plannen een nieuwe datum wanneer zij er weer is. Dus de demonstratie en de wedstrijd, vanmiddag om 14 uur op het sportveld achter de gymzaal, zullen geen doorgang hebben. Wij danken u voor uw begrip.’ De man daalde, duidelijk aangeslagen door zijn eigen boodschap, van het spreekgestoelte en verdween in de massa. Manolito zag dat hij in het voorbijgaan door enkelen op zijn rug en schouders werd geklopt. De hitte van de dag kringelde boven de menigte. Nergens leek meer een plekje schaduw te zijn waar je kon schuilen voor de warmte, die als een dikke moltondeken over het dorp lag. Manolito volgde de jongen aan de rand van het plein. Die zocht iets in zijn rugtas, vond een flesje en dronk het in één keer leeg. Langzaam dropen de mensen af. Ze vertrokken naar hun gekoelde kamers of naar eetzalen met airconditioning. Geen van de bankjes was meer bezet. Het was windstil. Zelfs de vogels hadden zich teruggetrokken voor een siësta. De jongen stond, te midden van een nagonzende stilte, op het verlaten plein. ‘Fyrgil, we gaan die jongen helpen.’ Manolito sprong van de bank. ‘Ga naar huis en zorg voor een lunch.’
Boekfragment Abel ‘U zoekt Jason Lozano?’ Abel draaide zich met een ruk om. ‘Wat zei u? Ik bedoel… je…’ ‘Ik ken zelfs twee mensen die Jason Lozano heten.’ Tegenover Abel stond een jongen van hooguit zeven jaar. Een stuk kleiner dan hij zelf, mager en met een glanzend blanke teint. Zijn ogen waren identiek aan die van Abel, helder lichtblauw, bijna wit. Hij was goed gekleed, opvallend netjes voor een kind van zijn leeftijd en vergeleken met de kleding van de meeste bewoners van het eiland. Tot en met zijn schoenen was het een kleine gentleman. Alsof hij zo uit de lucht was komen vallen en niets van de vuiligheid van de wereld meedroeg. Een zuiver, glasachtig mannetje dat zich onttrokken had aan het stof van het dorp. ‘Als je wilt, kan ik je naar Jason Lozano toe brengen. Wil je dat? Heb je een auto?’ ‘Nee,’ antwoorde Abel schor. Zijn flesje was leeg. ‘Ik wel. Ik heet Manolito.’ Hij stak zijn hand uit. Een mager handje, voelde Abel. Hij kon de pezen en de middenhandsbeentjes onder zijn eigen handdruk voelen. Automatisch verslapte hij zijn greep. ‘Ik ben Abel.’ ‘Loop met me mee.’ Het kind trok hem aan de hand mee. ‘Ik heb een auto. Kan je rijden?’ Abel probeerde zijn hand los te wringen. Manolito verstevigde zijn grip. ‘Nou? Kan je rijden?’ Het joch keek naar hem op. ‘Ja, ik kan rijden, ik heb alleen geen rijbewijs.’ Olivia had het hem geleerd. Stiekem. Wanneer Alice op het laboratorium aan het werk was. Vervolgens pakten ze de auto en reden naar het afgelegen industrieterrein. Daar had je een weg van bijna een kilometer lengte die in aanbouw was. Ze zagen er nooit mensen aan het werk. Om een onverklaarbare reden eindigde de weg in een zandvlakte op een braakliggend stuk land. Hij had er een keer midden in de modder gestaan omdat hij de rem niet op tijd had kunnen vinden. Olivia had alleen gelachen, toen hij met het zweet in zijn handen de eerste slipdraai in zijn leven had gemaakt. Op de terugweg namen ze steevast planten of kruiden mee uit het grote tuincentrum waar ze langs reden. Om de indruk te wekken dat dat de reden van het autoritje was geweest. Het was er niet van gekomen om reguliere autolessen te nemen, laat staan een rijexamen af te leggen. Hij woonde in de stad, daar had hij geen auto nodig. Abel trok zijn hand los. ‘Waar gaan we heen?’ Hij liep achter hem aan door een steegje. De schaduw lag diep donkerblauw en koel tegen de huizen. Zijn rug was vochtig van transpiratie, zijn benen begonnen zich te verzetten, hij snakte naar een glas water. De zon sloeg meedogenloos in zijn gezicht aan het einde van de steeg. Hij was verblind en hield halt. ‘Kom.’ Manolito pakte zijn hand. Het was een opvallend koele hand. Er ging een verfrissende energie van uit. ‘Daar is Fyrgil al.’
Abel knipperde tegen het felle licht, er kwam een man op hen toelopen. Het pleintje leek meer op een binnenplaats. Er stonden geen bomen, geen bankjes. Verderop lag een huis met een toegangshek dat openstond. ‘Fyrgil, dit is Abel.’ Manolito bracht Abels hand naar die van de lange man tegenover hem. Hij moest opkijken om hem in het gezicht te zien. Hij had een lang, mager gezicht, een scherpe neus, scherp aftekenende jukbeenderen. Fyrgil knikte. Hij nam Abels hand vast. ‘Hij is stom. Ze hebben hem gemarteld en zijn tong uitgetrokken. Hij is heel aardig. Kom Fyrgil, we willen rijden.’ De lange man draaide zich om en liep terug van waar hij gekomen was. Manolito wilde nogmaals Abels hand pakken, deze keer trok Abel hem op tijd terug. En zonder iets te zeggen voelde hij dat dit gebaar, of het uitblijven ervan, de kleine jongen pijn deed. Hij kromp een beetje ineen, zo leek het. Abel had direct spijt. Watje. Schijtlijster dat je er bent. ‘Als je Jason Lozano wil zien, moet je doen wat ik zeg,’ zei Manolito. Abel volgde. Zijn tong lag als een droge lap leer in zijn mond. ‘Wacht, ik moet eerst wat eten en drinken. Ik moet een slaapplaats zoeken. Kan het morgen? Wie heeft Fyrgil gemarteld?’ Hij versnelde zijn pas zodat hij naast de kleine jongen liep. Hield hem tegen bij zijn arm. ‘Ik ben je naam vergeten...’ Manolito stopte abrupt. ‘Wil je weten wie ik ben?’ Abel zag dat Fyrgil, voor hen, zijn pas inhield. ‘Ja. Graag.’ ‘Ik heet Parva Manolito. Zoon van de Koning van Dumnonia van het oude Engeland. Het was altijd koud en we leidden een armoedig leven van de vis die we zelf vingen en van de vruchten van het eiland die schaars waren in de winter. Een van mijn overgrootouders was het bestaan in Dumnonia zo zat dat hij besloot over te varen. Ik stam van een oud koninkrijk waar de mensen heel klein OPZIJ 2020
125
Boekfragment waren, en stom. Fyrgil hier is een zoon van een slaaf, hè Fyrgil?’ Fyrgil, op enige meters afstand van hen vandaan, knikte traag. ‘Mijn overgrootvader kwam hier terecht en trouwde met een vrouw buiten de stam. Dat heeft voor onreinheid gezorgd. Het heeft mijn oudere broer het leven gekost. Hij is in het binnenland door wolven aangevallen omdat hij geen angst had. We hebben zijn lichaam gevonden. Zijn ziel was weg. Hij komt zo nu en dan, op volle maandagen, terug. Niet naar mij, alleen naar mijn moeder. Hij mijdt mij omdat ik bij de levenden hoor. Alleen mijn moeder kan zijn stem horen en zijn contouren zien. Ik heb een slechte gezondheid: een zwak hart en ben allergisch voor een heleboel dingen. Mijn ouders zijn voortdurend aan het werk om de kosten van mijn medicijnen en behandelingen te betalen. Daarom heb ik Fyrgil gekregen, die zorgt voor mij. En een auto.’ Ineens versnelde hij zijn pas, weg van Abel. ‘Fyrgil,’ beval hij, ‘we gaan eerst eten en daarna rijden.’ Dichter bij het huis, herkende Abel de droge geur van een houtvuur. Er zweefde muziek door de lucht, dichtbij en daarna veraf. Een parfumgeur, afkomstig van bloemen, dreef langs zijn neus. Thuis rook de tuin in de zomer precies zo: bitter en dwingend, soms tegen het vieze aan. ‘Pisvlier,’ noemde Olivia de struiken. ‘Van de bloesem maak je de lekkerste pannenkoeken.’ Hij glimlachte bij de gedachte aan haar. Hij kon haar pannenkoeken haast proeven. Ze kwamen op een breed aangelegde parkeerplaats waar diverse auto’s stonden, stuk voor stuk oldtimers in perfecte staat. Een klassiek model Mercedes, een Bentley, een Jaguar en een Pontiac als hij zich niet vergistte. ‘Hobby van mijn vader.’ Manolito zag dat Abel stilhield. Hij wees naar de Bentley. ‘Die is van mij. Gekregen op mijn zevende verjaardag. Ik ben op het ogenblik tien. Dat kan zo veranderen. Over zes jaar mag ik zelf rijden. De Bentley vindt Fyrgil de mooiste van allemaal, hè Fyrgil?’ De man glimlachte en knikte trots. ‘Fyrgil is mijn beste vriend. Want Fyrgil en ik zijn samen alleen, hè Fyrgil? Hij mag in mijn auto rijden zolang ik geen rijbewijs heb. En ik neem altijd vrienden mee want anders is de auto zo leeg achterin. Hoor!’ Hij stak een vinger in de lucht. Abel luisterde. Ver weg klonk hondengeblaf. ‘Honden en helikopters. Het wordt serieus,’ merkte Manolito op. Abel keek hem vragend aan. ‘Ze is 48 uur weg. Ze zetten de honden in om haar spoor te volgen.’ Manolito keek op zijn horloge. ‘Veel te laat, zou ik zeggen. De middagzon heeft veel geuren weggebrand. En daarbij, het zijn de jachthonden van Luthi, die zijn oud en niet getraind om mensen te vinden.’ Het meisje. Abel was haar vergeten. Hij had niet één aantekening gemaakt voor zijn verslag. De gegevens stapelden zich op. Hij moest een plek hebben om te settelen. Hij moest eten en daarna slapen. 126
‘Ga zitten.’ Hij wees op een afdak tegen het huis. Abel volgde hem en zag achter een haag van blauwe bessen een terraszitje van wit smeedwerk. Er lagen dikke blauwe kussens in de stoelen en er stonden glazen op de tafel. Er was voor vier gedekt: borden, bestek, kop-enschotel; alsof ze verwacht werden. Er stond een kan water. Hij liep er direct op af, schonk zich in en dronk in één teug zijn glas leeg. En precies op dat moment kwam er een vrouw, sierlijk gekleed in een elegante zomerse jurk, haar haren opgestoken, uit de schaduw van het huis gelopen. Ze hield een dienblad met fruit en brood voor zich uit. ‘O hallo. Wat leuk Lito, je hebt een vriend meegenomen.’ Ze zette het blad met eten neer, kwam op Abel af en stak een slanke hand uit. Hij keek in twee prachtige donkere ogen. Er zaten alleen geen lichtjes in. In plaats daarvan lag er een diepe donkere leegte in de blik. ‘Ik ben Maria Elena, de moeder van deze mooie jongen hier.’ Ze draaide haar gezicht naar Manolito, kneep ’n seconde lang haar ogen toe. ‘Ik ben Abel Martens.’ Haar koele hand bleef in de zijne liggen. Een zachte, slappe handdruk, van iemand die oververmoeid was. ‘Ben je journalist?’ vroeg ze. Ze draaide zich van hem weg. Zijn wangen werden warm. Hij wist dat hij kleurde. ‘Niet helemaal. Ik studeer er nog voor.’ ‘Je komt dus ook voor de vermissing van Madeleine? Eet je een hapje mee?’ Ze zette de schaal met vers fruit op tafel. Op ieder bord legde ze een mals stukje gegrild vlees, de geur van vers gebakken brood prikkelde zijn neus. ‘Heel graag.’ Hij zette het glas neer dat was leeggedronken, zette zijn rugzak op de grond en trok zijn kleding recht. ‘Je komt hier zitten, naast mij.’ Manolito trok aan zijn arm en wees hem de stoel naast hem. ‘Ik word net als hij. Zie je dat baardhaar, mam? Hij heeft sterke armen, vind je niet?’ ‘Ja, lieverd, het is een mooie jongen, die vriend van jou.’ Abel voelde voor de tweede maal het bloed naar zijn kaken optrekken. De warmte ervan gonsde achter zijn slapen. Met een hand gleed hij langs zijn kin en hij constateerde inderdaad beginnende stoppels. Hij had zichzelf al twee dagen niet in een spiegel bekeken, hij moest eruitzien als een zwerver. ‘Heel aardig van u dat ik mee kan eten. Maar ik zal hierna direct weg moeten. Het spijt me.’ ‘We gaan rijden met Fyrgil, mam.’ Manolito pakte een broodje uit de schaal. ‘Ik bedoel dat ik een hotel moet vinden. Ik moet terug naar Porto Fine want Het Grande Hotel Belmari is vol. Vind je het goed dat we morgen gaan rijden?’ Hij keek de jongen naast hem van opzij aan. Diepe lijnen lagen langs zijn kaken, het jongetje had een ingevallen nek en smalle schouders. ‘Grande Hotel Belmari is van mijn vader. Je kan een hele etage krijgen als ik dat wil.’ Manolito sneed een stuk vlees af en stak het in zijn mond. ‘Lito, lieverd, je weet dat papa niet graag heeft dat je
Boekfragment
beslissingen voor hem neemt. We zullen hem straks vragen…’ ‘Oké, Abel slaapt bij mij,’ zei het kind met volle mond. Abel hoorde Maria Elena zuchten. ‘Lieverd, niet met volle mond.’ ‘Hij wil in bad en hij moet studeren, toch Abel?’ ging Manolito verder. ‘Ik moet een verslag maken. Het is beter dat ik in een hotel zoek. Ik wil jullie niet tot last zijn.’ ‘We hebben een gastenverblijf op het terrein. Ik denk dat Manolito het heel leuk zou vinden als je bij ons zou logeren. Je kunt blijven zo lang als je wilt.’ Er verscheen een lauwe glimlach rond Maria Elena’s mond. De huid van haar gezicht, nu ze in het zonlicht stond, was zo bleek dat hij het licht bijna weerkaatste. Hij voelde een weerstand tegen het aanbod dat ze had gedaan. Het liefst zou hij alleen zijn met zichzelf, zijn eigen tijd bepalen, niet praten als dat niet hoefde, gaan en staan waar en wanneer hij wilde zonder een constante bewaking van wie dan ook. Maar het heerlijk geurende stuk vlees op zijn bord lonkte, het fruit in de schaal glansde hem tegemoet, het brood wilde geproefd worden. Hij kon zich niet verzetten tegen de honger en de dwingende aanvechting om op alles ja te zeggen als hij mocht eten. ‘Ik ben u zeer dankbaar voor dit genereuze aanbod,’ hoorde hij zichzelf zeggen. ‘Vrienden van Manolito zijn altijd welkom.’ Maria Elena schonk hem vers vruchtensap in. ‘We eten driemaal per dag. Je bent vrij om te komen en te gaan. Je kamer is klaar.’ Was het de voorzienigheid die hem toesprak in de taal van toevalligheden? Was het voorbestemd dat hij deze jongen tegen was gekomen? Zijn lichaam ontspande. Hij nam het bestek in zijn handen en sneed het lekkerste stuk vlees aan dat hij in jaren had gegeten. Op dat moment hoorden ze een helikopter naderen die met een toenemende bulderende kracht zo laag over kwam vliegen dat ze de bestuurder achter het stuurwiel konden zien zitten. Maria Elena sprong op van haar stoel, liet haar bestek vallen dat met kletterende herrie op het porselein viel, en met haar handen tegen haar oren verdween ze in het huis. Abel schrok zo hevig dat zijn hart in zijn keel zat. Manolito en Fyrgil aten beiden ongestoord verder. ‘Dat is manke Carlo Garessi in zijn helikopter,’ schamperde Manolito. ‘Die denkt dat hij een warrior is.’
De gastvrouw Maria Elena was het huis in gevlucht en verbleef in de schaduwen van de hal. De marmeren vloer weerkaatste de klanken van haar hakjes. Ze luisterde of ze de helikopter hoorde. Ze twijfelde of ze door zou lopen naar de zitkamer, zich met opgetrokken benen in de hoek van de bank zou nestelen, of direct naar boven zou gaan, terug naar bed. Vanaf de eerste berichten over de vermissing van Madeleine Merano, de tienerdochter van haar vriendin, was haar hart er met haar wil vandoor gegaan. Het klopte op plekken waar ze het tijden niet meer had gevoeld. In haar keel tikte het tegen haar strottenhoofd waardoor ieder woord dat ze sprak of dacht een zinloos woord werd. Wanneer ze de trap op was gelopen bonkte het alsof er iemand naar buiten wilde. Ze wist wie er naar buiten wilde. Ze wist heel goed wie er in haar hart gevangenzat. Het was jaren rustig geweest. Haar hart had kalm in haar borst geleefd, warm en gelijkmatig. Maar vanaf het moment dat ze hoorde van de verdwijning van het meisje, was het verleden terug komen hollen als een kind met heimwee. Binnen enkele tellen, veel sneller dan het in de loop van de jaren verdwenen was, alsof het geen afscheid kon nemen, was de geschiedenis wedergekeerd. Maria Elena besloot een bad te nemen. De klank van helder water dat in de badkuip stroomde kalmeerde haar. Het gefilterde zonlicht door de blinden beschermde haar tegen de overdaad van een stralende dag. Het wit porselein koelde het verdriet. Precies tien jaar geleden had ze haar Caspare thuis verwacht voor de lunch. De school was al lang afgelopen en ze hadden de afspraak dat hij zich eerst bij haar zou melden alvorens hij met vriendjes zou gaan spelen. Ze was langs het zwembad gelopen. Het was een warme dag, misschien had hij een frisse duik genomen. Het zwembad lag er stil OPZIJ 2020
127
Boekfragment en verlaten bij. Ze was de poort door gegaan, de weg afgelopen, langs de wilde mirte met zijn fijne witte bloempjes en de laan van grote sparren. Daaronder was het altijd koel, de blauwe verstilde schaduw bood bescherming tegen de hitte van de zomer. Dit stoffige pad was de kortste route die Caspare altijd nam naar zijn school, aan de andere kant van het dorp. Het verbaasde haar dat ze hem nog steeds niet was tegengekomen. Op de splitsing bij de brede weg naar het bergdorp Mouille, of de weg naar beneden naar de kust, wist ze geen beslissing te maken. Ze keerde om. Trager dan dat ze heen was gelopen, wandelde ze terug. Hoe langzamer zij liep, hoe meer ze hem de tijd gaf om haar in te halen. Ze hield van spelletjes spelen met hem. Verstoppertje achter de brede stammen van de palmbomen in de tuin, of in de verschillende hoekjes van het souterrain waar Louisa de was deed en streek. Ze schrok van een salamander die over de weg schoot. Hoorde ze hem roepen? Hoorde ze voetstappen achter zich? Bewoog daar iets in de schaduw? Er was iets in de lucht dat voor onrust zorgde. Geluiden die ze niet thuis kon brengen. Hoorde ze een auto stoppen? Portieren dichtslaan? Ze begon sneller te lopen. Had David hun zoon van school gehaald? Dat deed hij wel eens, als hij toch in de buurt moest zijn. Maria Elena zou haar man een standje geven. Ze had zich voor niets zorgen gemaakt. Ze zou hem erop aanspreken, en opletten het niet streng te zeggen. Ze kon nooit kwaad op hem zijn. Ze was negentien jaar. Ze werkte in het huis waar zijn vader met een jongere vrouw woonde, en ze een dochtertje hadden van bijna drie jaar oud. Elena’s woonen werkgedeelte was op de eerste verdieping, waar de slaap- en speelkamer van kleine Isabella Giamilli was. Ze hoefde het meisje niet te verzorgen, daar was de Nanny voor. Elena was aangenomen om haar te vermaken en haar voor te bereiden op haar school door af en toe met haar te schrijven, te lezen en woordjes te leren. Elena vond het allemaal best, zolang ze door de straten van Rome mocht lopen, de stadsparken bezoeken, op de terrassen van de kleine taveernes kon zitten en kijken naar de geslaagde mensen in prachtige kleding, wetende in het diepste van haar wezen dat dit eens haar leven zou zijn. Ze beleefde leuke uren met kleine Isabella. Ze leerde de stad kennen. Leerde zichzelf te presenteren op avonden dat de familie Giamilli partijen gaf. Ze zag met plezier toe op het meisje dat onder haar begeleiding inderdaad na een half jaar haar eigen naam kon schrijven terwijl vrijwel ieder kind van die leeftijd zelfs moeite had een potlood te hanteren. Op een avond was de oudste zoon van de meneer Giamilli, David, zijn kind uit een eerder huwelijk, uitgenodigd te komen dineren. Vader en zoon stonden op goede voet met elkaar en wisselden aan de telefoon vaak wetenswaardigheden en nieuwe ontwikkelingen binnen het bankwezen uit. Elena was van het bezoek op 128
de hoogte gebracht en voor die avond uitgenodigd deel te nemen aan het familiediner in kleine kring. Er was gedekt met het zilver dat al generaties lang in de familie was. Een fijn gestikt damasten kleed sierde de ovale tafel. Kristallen glazen weerkaatsten de kleuren van de regenboog door de lampjes in de kroonluchter. Elena werd verzocht de deurbel te beantwoorden om de gast te ontvangen. Tegenover haar stond een jongen in een spijkerbroek, een strak gesteven wit overhemd, bruin leren schoenen van Italiaanse makelij. Zijn zwarte haar lag slordig om zijn hoofd, er parelden zweetdruppeltjes op zijn slapen. Op het moment dat Elena de deur opendeed maakte hij net met zijn tong zijn lippen vochtig. Elena was het gewend dat mannen enkele seconden stil waren wanneer ze haar zagen. De brutaalsten onder hen namen haar van kop tot teen op en knikten zichtbaar goedkeurend. Deze jongen was zelf zo mooi als een fotomodel. Pas toen hij de stilte verbrak, besefte Elena dat ze al die tijd had staan staren. ‘Hallo, jij moet Maria Elena zijn. Ik ben David Giamilli.’ Hij deed een stap naar voren en stak zijn hand uit. Elena beantwoordde zijn hand. ‘Welkom, u wordt verwacht.’ Hij bekeek haar hand, die in de zijne lag alsof hij een opgegraven schat aan alle kanten keurde. Hij draaide hem om, kuste haar palm, keek naar haar op met een gelaatsuitdrukking die geen tegenspraak duldde. ‘Trouw met me. Je zult er geen spijt van krijgen.’ Maria schoot in de lach. En uit baldadigheid en het jeugdige vertrouwen dat het leven haar goedgezind was, stemde ze in. Ze zou er inderdaad geen spijt van krijgen. David was vijf jaar ouder en al een geslaagd zakenman. Hij beheerde verschillende panden in Italië en was zijn terrein aan het uitbreiden naar het buitenland. Hij had het plan opgevat om een hotel te verbouwen dat op een eilandje in de Middellandse Zee was gebouwd
Boekfragment en op instorten stond. Het zou de perfecte locatie zijn voor vakanties van koninklijke families uit Europa en de Emiraten. Het klimaat was meer dan aangenaam, de omgeving afwisselend en de mogelijkheden van de vrijetijdsbesteding waren talrijk. Hij zou een privéstrand aan laten leggen zodat de families afgezonderd konden baden en zwemmen. Hij zou voor een privéhaventje zorgen zodat degenen die over zee wilden komen hun eigen aanlegsteiger hadden. Hij had een braakliggend terrein voor een privévliegveld aan de westkant van het eiland bekeken. Maanden later zette ze voet aan wal in Porto Fine. Ze was direct verkocht. Grote platanen schonken het authentieke dorpsplein een rust die ze in Rome al lang niet meer vond. De straatjes, die als een labyrint omhoog en omlaag kringelden, boden schaduw aan hagedissen die zich in spleetjes van de koele muren ophielden. Op de achtergrond zag ze de bergen van het binnenland waarvan de toppen in een vage mist verdwenen. Vanuit de taxi, die over de kronkelige weg naar het dorp Belmari reed waar de verbouwing van het hotel in volle gang was, zag ze de zee. De speelse weerkaatsing van het zonlicht op het water ontroerde haar. De uitgestrektheid van het wateroppervlak opende nieuwe vergezichten in haar. Diezelfde avond ontmoette ze de familie Merano. Zij waren een jaar eerder van het vasteland naar het eiland verhuisd. Het was een bekend advocatenechtpaar, dat een huis had laten bouwen door de plaatselijke bevolking. Op aanraden van de notaris van Belmari, bij wie de Giamilli’s de koop van het hotel hadden gesloten, hadden ze een afspraak gemaakt om ervaringen uit te wisselen. Maria Elena had een zijden jurkje aangetrokken dat soepel en elegant tot net boven de knie om haar lichaam viel. Het verborg enigszins haar buik, die zich al begon te tonen. Ze was vier maanden zwanger van haar eerste kind. En dezer dagen, tien jaar later, trok Maria Elena zich terug in het huis waar de kamers haar de schaduw boden die ze zocht. Ze wist dat het verleden nooit zou verdwijnen. Het was exact, op de maand af, tien jaar geleden dat er voor het laatst zo dicht aan de grond een helikopter was overgevlogen die de takken van de vijgenbomen krom deed waaien. Er waren opnieuw honden ingezet. Ze had hun paniekerige geblaf gehoord in de wind die hun kant op waaide. Alles deed haar aan het verlies van Caspare denken. Haar lieve Caspare. Was hij bang geweest? Hoe lang had het geduurd voordat hij zijn laatste adem had uitgeblazen? Had hij de lucht gezien? De arenden waar hij zo gek op was, boven de rotsen zien cirkelen? Had hij aan haar gedacht? Had hij om hulp geroepen? Had hij pijn gehad? Caspare, vergeef me mijn afwezigheid. Ze stapte uit bad, sloeg een peignoir om en liep naar de slaapkamer. Ze maakte het bed op, al hoefde ze dat strikt genomen niet zelf te doen. Haar jongste zoon, tien jaar oud, zat beneden te eten met een vriend. Ze had de tijd aan zichzelf. Maria Elena wist dat ze naar Sophia en Alvaro moest, de ouders van Madeleine, om hen bij te
staan in deze moordende tijd waarin wachten de enige opdracht was. Ze had al enkele malen in de gang gestaan met de deurklink in haar hand. Ze hoefde alleen maar naar buiten te gaan en het pad af te lopen, de bocht om, de straat in waar aan het einde haar beste en eigenlijk enige vrienden woonden. Het was angst die haar ervan weerhield deze stappen te zetten. Ze zat gevangen in de herinnering en het verdriet. Haar verloren zoon drong zich in alle hevigheid aan haar op. Caspare Giamilli werd voor de tweede keer in het lichaam van zijn moeder tot leven gewekt. Ze trok de sprei van het bed recht, drapeerde er de zijden kussens op. Voor de tweede keer die ochtend vloog de helikopter over. Maria Elena liep haar kamer uit, snelde de trap af, het souterrain in. Daar trof ze Louisa die, rustig en gedecideerd als altijd, bezig was met de was. Ze keek op, Elena ging in lichte paniek op haar af. ‘Kan ik mevrouw helpen?’ vroeg Louisa met een sterk plaatselijk accent. Ze legde de lakens neer die ze aan het vouwen was. De frisse geur van pas gewassen goed kalmeerde Maria. ‘Nee, dank je, Louisa. Het is al goed. Het is het geluid van die helikopter.’ Meer hoefde ze niet te zeggen. Louisa en het hele dorp wisten van het drama af dat tien jaar eerder had plaatsgevonden en Maria wist dat iedereen het wist. Ze hoefde geen schijn op te houden. Ze hoefde het verdriet en de paniek niet te verbergen. Ze had zich al jaren geleden neergelegd bij het gegeven dat deze geschiedenis er een was die het hele dorp, het hele eiland zelfs, kende. De eilandbewoners zelf waren degenen geweest die verbanden hadden gelegd. Men sprak over de geesten van de doden die een slachtoffer hadden geëist, men sprak over kwade krachten en de wraak jegens mensen van buitenaf. ‘Mevrouw kan beter even rusten,’ opperde Louisa. Ze legde een warme hand op de rug van Elena Maria, die hierdoor kort ontspande. OPZIJ 2020
129
Boekfragment DE TWEEDE DAG – MAANDAGOCHTEND Waarin herinneringen worden opgehaald. De vreemdeling
‘Ik kan geen rust vinden, Louisa,’ mompelde ze. ‘En voordat ik het vergeet, we hebben een gast. Een vriend van Manolito blijft logeren. Hij is journalist. Ik heb hem het gastenverblijf aangeboden. Lito lijkt blij met hem te zijn. Hij blijft een week.’ Ze draaide zich om. De jongen was een welkome aanwinst. Ze kon zich met goed fatsoen terugtrekken zonder zich te bekommeren om Lito, die vaak haar aandacht zocht. ‘Hij heet…’ Maria was zijn naam vergeten. ‘Abel Lozano,’ vulde Louisa haar aan. Maria draaide zich naar haar om. ‘Abel, geloof ik. Lozano kan ik me niet herinneren.’ ‘Ik zal zorgen dat het in orde komt. Ga, mevrouw toch slapen. Fyrgil en ik, wij zorgen voor het huis.’ Louisa knikte gemoedelijk. Maria schonk haar een dankbare glimlach. Ze liep de trap op. Op de gang hoorde ze, achter hun terrein, de honden blaffen. Ze schoot haar slaapkamer in, sloot de gordijnen, zette de airconditioning aan die een zacht brommend geluid maakte. Ergens uit de tuin klonken vreugdekreten op tussen plonzend water. Maria Elena liet de peignoir van haar lichaam glijden en stapte in bed. 130
Droge takjes en naalden kraakten onder de voetstappen van Wulitons leren sandalen. Hij luisterde naar iedere stap, Wuliton wist dat de wisseling in geluiden veroorzaakt werd doordat hij soms over mos liep, afgewisseld met graniet, waar dit gedeelte van het eiland hoofdzakelijk uit bestond. Zijn oren waren gespitst op de veranderingen in geluid. Zijn lichaam reageerde direct op een wijziging in geur of beweging. Zijn wezen was gericht op de ruimte om hem heen. De natuur had hem geleerd alert te zijn en zijn lichaam had hem geleerd naar zijn instinct te luisteren. Zowel mens als dier had de drang om zijn territorium af te bakenen en te beschermen. De littekens op zijn armen en benen vertelden over ontmoetingen met slangen, wezels en een marter die hem vanaf een tak besprongen had. De witte streep wild vlees die van zijn slaap over zijn wang liep, herinnerde aan een nachtelijke ontmoeting op een parkeerplaats, waar hij aangevallen was door een man met een mes die dacht dat hij in auto’s aan het inbreken was. Hij liep tussen de lange stammen van Foresta Traci door. Het zonlicht verscheen als een dier tussen de naaldbomen, soms vaag, dan helder en sterk, zich altijd verplaatsend, in het ritme van Wulitons stappen. Soms blies hij op zijn fluit, om zijn zegeningen te vieren. Zijn zwarte vlecht lag als een slapende slang over zijn rug en reikte bijna tot aan zijn heupen. Zijn koker zat strak tussen zijn schouderbladen. Tijdens het lopen tikten de vuursteentjes die hij in de koker bewaarde speels tegen elkaar. ‘Straks mogen jullie spelen,’ suste hij hun ongeduld. Een schreeuw steeg uit het Foresta op, Wuliton herkende de roep van een ransuil. Vandaag zou hij zijn pas gekochte garen spoelen in de koele beek en het om de bast van een oude spar binden, waardoor het bruine verkleuringen zou krijgen zodat het garen veel ouder oogde dan het was. De onrijpe vruchten van de zwarte moerbei, die hij afgelopen zaterdag bij de kustrand had geplukt, zorgden voor de kleurstof waarmee hij het zou verven. Hij kwam graag aan de noordkant van het eiland. Het stond er vol jeneverbesstruiken en moerbeibomen die je aan deze kant van het eiland niet vond. Het landschap was er ruig en zouter dan in de bossen. En natuurlijk was er de vuurtoren. Een mysterieuze plek. De eerste keer was hij er nieuwsgierig naartoe gelopen en was de openstaande ijzeren deur door gestapt. Met een schok was hij gestopt. In het vage licht dat in stoffige banen door kleine raampjes naar binnen viel zag hij dat er meubels stonden. Er woonde iemand, dacht hij. En hoewel hij zich omdraaide om direct te vertrekken, registreerden zijn hersenen de dikke laag stof die over alle voorwerpen
Boekfragment en meubels lag. Hij draaide zich om. Liet de omgeving op zich inwerken. De stilte was intens. De inrichting, de herinnering aan de vorige bewoners, was in diepe slaap. Hij zou het moeten afstoffen om de geest tot leven te wekken. Hij liet het bij wat het was, slapende geesten wilden niet altijd wakker worden gemaakt, wist hij. Daar zou narigheid van kunnen komen. En toch was het nog geen tijd om weg te gaan. De ruimte leek het gezellig te vinden dat er bezoek was, want een wollige donkergouden straal zonlicht viel ineens languit over de plavuizen vloer. Tot vlak voor Wulitons voeten. Hij glimlachte. ‘Goed, ik blijf even.’ Hij had naar de foto’s van grote cruiseschepen aan de muur getuurd, zwaaiende mensen op een dek en een vrolijk ogende jonge vrouw met grove krullen op een andere foto – duidelijk gemaakt door iemand die de geportretteerde kende want de glimlach was overweldigend. Hij liep langs een kastje waarop boeken lagen, kon de titels niet meer lezen. Passeerde een klein keukenblokje, achter een openstaande deur verschool zich een oud toilet. Overal rook het zilt en had de ruimte zichzelf toegedekt met een laag zand. Het was er koel. Het zou niet onaangenaam zijn om hier te wonen, dacht hij. Hij liep de trap op, zag een openstaand luik. Er waren vier houten treden, die naar een ruimte onder de huiskamer leidden. Wuliton wachtte of het hem toegestaan was om de trap af te dalen. Buiten riep een ekster. Wuliton zette de eerste stap. Hij kon er rechtop staan. Op de twee planken stonden glazen potten. Op de grond lag een stapel oude lappen en rechts, tegen het plafond, zat een raampje dat uitkeek op de duinen en de hemel. Hij bekeek de potten van dichtbij, veegde er wat stof af en concludeerde dat het ingemaakte groenten en fruit moest zijn. Jaren oud, onaangeroerd, en voorzien van etiketten met verbleekte namen. Aan het eind van de plank lag een aantekeningenschrift en een vel met lege etiketten. Aan een touwtje hing een potlood met gum. Degene die zo efficiënt was geweest om alles zo goed te documenteren moest met haast vertrokken zijn, dacht Wuliton. Alles stond erbij alsof de bewoner ieder moment kon terugkeren. Als die laag zanderig stof er niet overheen had gelegen. Vanaf het talud had hij uitgekeken over zee en een groet meegegeven in de wind. Die zou op een zeker moment het eiland van zijn geboorte bereiken. De goede luisteraar zou weten dat het hem goed ging. Tussen stekelige struiken door, over smalle zandpaadjes, was hij teruggewandeld in de volle zon. Hij had er takken van de olijfbomen geraapt, sterk en degelijk hout voor een korte fluit. Hij had zijn handen langs wilde rozemarijn gestreken, salie en mint gesneden om met zijn eten te mengen. Hij had zelfs op een steen gezeten, iets wat hij zelden deed, zo open en vrij. De kustzijde had een aantrekkingskracht op hem gehad die dag en hij had er uren rondgezworven totdat hij uit was gekomen bij een sportcomplex, aan het begin van de weg naar Belmari. Daar was hij de wildernis in gedoken en via een omweg terug naar het Foresta Traci gelopen. De route had zich in zijn hoofd vastgezet als een
uitgestippelde wandelkaart en hij zou hem zo, als het moest, kunnen lopen. Aan zijn geheugen schortte het niet. Wuliton arriveerde bij de open plek. In een halve cirkel had hij grote boomtakken verzameld en opgestapeld tot een degelijke zitbank. Ernaast had hij lange dunne takken in een raster gevlochten. De drie kaarsrechte stammen, die het meeste zon vingen, stonden met gekleurd garen omwonden op hem te wachten. ‘Wapi Zikan,’ groette hij de bomen. ‘Nahomni vandaag?’ Hij streelde het garen. Het was hard en droog. Hij kon het vandaag mee naar huis nemen en ermee weven. Hij stalde de olijftakken op het vlechtwerk uit, boog diep voorover waardoor de vuursteentjes uit de koker over zijn hoofd naar voren rolden en ving ze in zijn hand op. In het midden van de open plek, waar het zand rul en door vele voetstappen belopen was, lag het restant van het houtvuurtje van de dag ervoor. Op het moment dat Wuliton goed keek, zag hij dat er door de as was gewoeld. Alsof een dier had geprobeerd er restanten uit te vissen. Maar een dier zou moeten ruiken dat het geen vuurtje was geweest waar eten op was bereid. Het was gebruikt om water te koken. Het tinnen kommetje lag er gedeukt en zwartgeblakerd naast. Wuliton had er onrijpe bessen in gekookt om zijn garen mee te verven voordat hij het om de boomstammen wond. Hij boog zich voorover en roerde met een vinger door de as. Er steeg een vreemde, korte windvlaag op. Hij bevroor in zijn houding. Luisterde. De natuur luisterde met hem mee. De ransuil hield zich stil. De takken aan de bomen hielden hun adem in. Wuliton telde tien, twintig, dertig seconden, toen kraakte er iets achter hem. Heel traag draaide hij zijn hoofd in de richting van het geluid. En voordat hij zijn lichaam rechtstandig had opgeheven vulde de lucht zich met roepende stemmen, ijzeren geluiden, een dreunende aarde onder stampende voeten, klikkende geluiden van geweren die werden geladen. Het was alsof er een golf van woede door het bos spoelde. Binnen een tiende van een seconde was Wuliton omsingeld door zeker zeven agenten met hun pistolen in de aanslag. Uit een onbewust mechanisme liet Wuliton de vuursteentjes uit zijn handen glijden en richtte zijn armen omhoog. ‘Geen enkele beweging of je bent er geweest,’ riep een van de agenten schor.
Verder lezen? Klik hier.
OPZIJ 2020
131
Help met uw organisatie mee armoede in Nederland te bestrijden!
WWW.HULPBIJARMOEDE.NL