INSTRUMENTALITEIT
EEN OPVOUWBAAR KLAVECIMBEL MUZIEKSCHATTEN IN HET RIJKSMUSEUM
afb. 1
Minstens één keer in hun leven kijken pianisten en klavecinisten met een jaloerse blik naar collega-musici die een instrument bespelen dat je op de schouder of zelfs in de hand kunt meedragen. Het transport van een toetsinstrument kan inderdaad een uitdaging zijn, tenzij je over een grote auto of een bestelbusje – en de nodige sjouwhulp – beschikt. Vanwege zijn grootte en gewicht maakte het klavecimbel zeker in vroeger tijden zelden tot nooit deel uit van de reisuitrusting, waardoor de speler dagen of zelfs weken niet kon studeren. Om dit probleem het hoofd te bieden werden kleine instrumenten ontworpen, zoals draagbare klavichords. Zo was Wolfgang Amadeus Mozart meer dan tien jaar (tussen 1762 en 1775) van zijn korte leven op tournee door Oostenrijk, Duits-
land, Frankrijk, Nederland, Groot-Brittannië, Zwitserland en Italië. Op 20 augustus 1763 schreef vader Leopold Mozart dat hij bij de beroemde maker Johann Andreas Stein in Augsburg ‘ein artiges Clavierl’ – een ‘aardig klaviertje’, oftewel een klavichord – had gekocht om het probleem van ‘studeren tijdens onze reizen’ op te lossen. Een handig alternatief voor het draagbare klavichord was het reisklavecimbel. Dat werd in losse onderdelen geleverd en kon worden ‘opgevouwen’ door middel van metalen scharnieren. In de achttiende eeuw werd dit specifieke type klavecimbel – waarvan nog elf exemplaren bestaan – gewaardeerd door zowel amateurs als professionele musici. Onder hen was de gevierde Italiaanse zanger Carlo Broschi (beter bekend als Farinelli), die twee van dergelijke
instrumenten bezat (beide zijn verloren gegaan) om op te studeren tijdens zijn reizen door Europa. Helaas is er tot op de dag van vandaag geen informatie over waar en wanneer het opvouwbare klavecimbel is uitgevonden. Het tot dusver vroegste Italiaanse document waarin dit instrument voorkomt is een Romeinse inventaris uit 1712. Daarin wordt gesproken over een cimbalo da campagna piegatora (een opvouwbaar klavecimbel voor het platteland), maar we weten niet hoe oud dat instrument was. Daarbij komt dat de vier overgebleven Italiaanse opvouwbare klavecimbels niet zijn gedateerd (waarschijnlijk
afb. 4