4 minute read

FENNEKE MAURICE, HOOFD PRODUCTIE

Next Article
VRIENDENHART

VRIENDENHART

‘EEN VRIJ LUXE LEERSCHOOL’

NAde portretten van Wilmer de Jong en Yvonne Postma, die als hoofd kaartverkoop en vrijwilligerscoördinator weliswaar veel achter de schermen doen, maar ook hoor- en zichtbaar zijn voor het publiek, gaan we ditmaal in gesprek met iemand die haar werkzaamheden vrijwel alleen achter de schermen uitvoert: Fenneke Maurice, hoofd productie van het Festival Oude Muziek Utrecht.

Advertisement

Fenneke studeerde cello aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Na het behalen van haar diploma was ze twee jaar actief als uitvoerend musicus, onder andere bij een van de musicals van theaterproducent Joop van den Ende. ‘Dat was een leuke periode, maar eigenlijk wist ik tijdens mijn studie al dat ik de organisatorische kant boeiender vind dan zelf musiceren. Daarna ben ik aan de slag gegaan als bedrijfsleider bij het Nederlands Dans Theater, overigens zonder dat ik daarvoor een diploma had, dat kon in die tijd nog. In 2003 ben ik overgestapt naar het Concertgebouw, waar ik ruim zestien jaar heb gewerkt als productieleider. Sinds drie jaar ben ik freelance producent.’

Luxe Leerschool

Als hoofd productie is Fenneke acht maanden per jaar in touw voor de Organisatie Oude Muziek. ‘Van 1 februari tot 1 oktober. Wanneer het programma zo goed als rond is, ga ik aan de slag.’ De samenwerking begon in februari 2020, precies de periode waarin het coronavirus zich wereldwijd begon te verspreiden. ‘Ja, het was een roerige start. Toen ik begon was er van afgelasting nog geen sprake, dus je gaat zo goed en zo kwaad als dat kan aan de gang met het organiseren van het festival zoals dat gepland is. In april hebben we besloten om het niet door te laten gaan. Mijn eerste grote klus werd daarmee het annuleren van het festival, dat had ik me natuurlijk anders voorgesteld. Hotels afzeggen, concertlocaties afbellen, enzovoorts. Toen dat allemaal geregeld was, viel het stil – tot het kabinet besloot om grote culturele organisaties, zoals ons festival, te helpen om musici en andere kunstenaars te steunen en opdrachten te verstrekken. Eind juni zijn we bij elkaar gekomen en gaan puzzelen. De belangrijkste vragen voor ons waren hoeveel mensen we zouden mogen toelaten bij de concerten en of er ook effectief publiek zou komen opdagen. Uiteindelijk hebben we een compleet vervangend festival kunnen organiseren, niet alleen in Utrecht maar ook in tien andere Nederlandse steden, met uitsluitend Nederlandse musici.’ Hoewel Fenneke zich het begin van haar periode bij de Organisatie Oude Muziek anders had voorgesteld, ziet ze ook voordelen. ‘Eigenlijk heb ik een vrij luxe leerschool gehad. Ik heb veel tijd gehad om me rustig alles eigen te maken. Dat past ook bij me, als producent vind ik een goede voorbereiding zonder stress essentieel. Zo kun je ook het best anticiperen op eventuele calamiteiten. Tot nu toe vind ik dat mijn aanpak goed aansluit bij het Festival Oude Muziek, ik kom hier goed tot mijn recht.’ Lachend: ‘Gelukkig vindt mijn opdrachtgever dat ook.’

GEVOEL VOOR HUMOR

Als hoofd productie mag Fenneke haar team naar eigen voorkeur en inzicht samenstellen. ‘Dat doe ik wel in overleg met adjunctdirecteur Juliëtte Dufornee. De belangrijkste eisen die ik aan mijn teamleden stel zijn flexibiliteit, kalmte en gevoel voor humor. Zonder dat laatste kom je er bij mij echt niet in (lacht). Affiniteit met oude muziek is fijn, maar is geen absolute must. Het gaat erom dat je kunt organiseren. Dit jaar bestond het productieteam naast mijzelf uit vijf mensen. Drie daarvan hielden zich uitsluitend met de concerten bezig, één met het inhuren en inplannen van instrumenten als kistorgels en klavecimbels, en één met vliegtickets, hotels en het vervoer van de musici. Verder heb ik veel samengewerkt met vrijwilligerscoördinator Yvonne Postma. Normaliter is er tijdens het festival sprake van één grote kluit vrijwilligers, maar vanwege corona zaten alle teams deze keer in hun eigen bubbel. Zoiets heeft gevolgen voor de onderlinge communicatie. Dat de afdelingen kaartverkoop en marketing in TivoliVredenburg zaten terwijl het productieteam in de Utrechtse Muziekschool zat, vond ik evenmin ideaal. Tijdens een festival moet je snel kunnen schakelen, en als je dan alleen contact kunt hebben via de telefoon of Microsoft Teams, is de verbondenheid met elkaar niet optimaal. Het is toch het handigst als je een hoofdkwartier hebt waar iedereen van de organisatie dicht bij elkaar zit. Maar goed, onder deze omstandigheden was dit de beste oplossing.’

Lampen Gezocht

Hoe heeft Fenneke haar eerste echte Festival Oude Muziek verder ervaren? ‘Grote calamiteiten zijn er gelukkig niet geweest. Onze angst voor een corona-uitbraak is gelukkig niet bewaarheid geworden. Wel werden we twee keer gealarmeerd door een mogelijke besmetting, maar dat bleek vals alarm. Een ander spannend moment was toen het team van de productie AMOR eind augustus bij de Utrechtse stadsschouwburg aankwam. Toen bleek dat technische

DANSVOORSTELLING AMOR

Foto: Julien Lambert apparatuur als beamers en lampen niet ingehuurd was. De schouwburg dacht dat wij die apparatuur zouden regelen, en wij dachten dat de schouwburg dat zou doen. Die miscommunicatie zie ik ook als een gevolg van het vele thuiswerken. Als productieteam hebben wij tot medio augustus bijna alleen maar thuisgewerkt, terwijl het mijn ideaal is dat een productieteam tijdens zowel de voorbereiding als het festival zo veel mogelijk fysiek bij elkaar zit. De situatie was overigens snel rechtgetrokken: de in te huren spullen waren binnen een uur in de schouwburg.’

Ondanks de overwegend positieve ervaringen ziet ze ook verbeterpunten. ‘Eerlijk gezegd zou ik liever wat eerder in het proces aansluiten, zodat ik meer inzicht heb in de achtergrond van het programma. Vooral bij ingewikkeldere producties, zoals de al genoemde voorstelling AMOR, kan dat nuttig zijn. Daar komt bij dat er in 2019 een nieuw administratief systeem is geïmplementeerd dat dit jaar voor het eerst door het productieteam werd gebruikt. Dat is lastig omdat je daar nog onvoldoende bekend en handig mee bent.’

Heb je nog een mooie slotopmerking voor de lezers?

‘Het mooiste van achter de schermen werken vind ik het als niemand merkt wat daar voor werk verzet wordt.’ Lachend: ‘Schrijf maar op dat het er eigenlijk niet toe doet wat er achter de schermen gebeurt.’ ■●

This article is from: