Reineringen
Duive nstraat 22
Tijdschrift van de Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich Verschijnt driemaandelijks • Jaargang 4, nummer 1 (maart 2013)
Mensen maken heemkunde na zijn dood nog met zoveel enthousiasme gesproken werd? Gelukkig heeft hij ons ontzettend veel nagelaten, zowel materieel als op papier. Maar zijn flitsende geest en geheugen zijn helaas voor goed verdwenen. In dit nummer moeten we tot onze spijt afscheid nemen van twee andere illustere Kontichnaren. Leo Wuyts had ook zo’n kritische en encyclopedische geest. Hij bewees dat je naar kunstgeschiedenis ook door een speelse bril kon kijken. Op het eerste zicht brave huiselijke taferelen bleken vol erotische connotaties te zitten. En hij kon dat dan nog wetenschappelijk bewijzen ook. Hilde Schollen was de Grote Lapzus die als geen ander onze verzameling tekendoeken en aanverwante textiel een internationale uitstraling heeft gegeven. Ook haar kennis, ervaring en contacten waren uniek. Haar inzet en enthousiasme zullen gelukkig nog lang blijven doorwerken op de volgende generaties. Beiden verdienen een plaats op de erelijst van verdienstelijke Kontichnaars. Sommige namen die op deze virtuele lijst voorkomen zijn vereeuwigd met een straatnaam. Z.E.H. Van Herck bijvoorbeeld. En sinds enkele maanden werd ook een plein naar pater Phil Bosmans genoemd. Dit is de aanleiding geworden voor een nieuwe rubriek. Verder worden we weer vervoerd naar een tijd toen het leven zoveel trager verliep. Leren we waarom het bier zo’n belangrijke rol speelde in onze biotoop. En duiken we nog eens in de roemrijke geschiedenis van onze lokale circusdynastieën. Maar let u vooral op onze vernieuwde opmaak: we schenken u bij het begin van onze vierde jaargang een frisse look, dankzij onze creatieve lay-outman Bruno Catteeuw. We hopen dat u er ook blij mee bent! Tot op de Erfgoeddag?
Voorwoord
Z
onder mensen geen heemkunde. Mensen hebben onze leefomgeving bepaald en bepalen die van nu. Zeventig jaar geleden was er een mens in Kontich met een briljant idee. Hij zocht enkele geschikte mensen bij elkaar en richtte met hen de Kring voor Heemkunde op. Vandaag zijn wij blij dat zo’n grote geest zoveel respect had voor de levenswijze van de gewone mensen, voor het erfgoed dat zij hebben opgebouwd en nagelaten, voor de geschiedenis die zij hebben geschreven. Dr. Jozef Van Herck, van 1940 tot 1961 deken van Kontich, was een grote geest. Naast zijn doctoraat in de klassieke filologie behaalde hij ook titels in kunstgeschiedenis en oudheidkunde. Het bisdom gunde hem echter geen academische carrière. Gelukkig gebruikte hij zijn encyclopedische kennis, zijn wijsheid en veelzijdige vaardigheden om enkele dorpsgenoten vertrouwd te maken met heemkunde, archeologie, de geschiedenis van de (volks)kunst, restauratietechnieken enzovoort. Hij is een legendarische figuur geworden en blijft zijn stempel drukken op onze omgang met erfgoed en lokale geschiedenis. We waren verrast maar vooral blij dat er bijna vijftig mensen afkwamen op de lezing over zijn figuur op 8 maart. Paul Catteeuw en Guido Theys voerden het woord, iedereen hing aan hun lippen. Ons documentatiecentrum was te klein, maar waar elders konden we ons zo dicht bij hem voelen? Zou er ooit een Kontichnaar zijn geweest over wie er zovele jaren
Frank Hellemans, Paul Wyckmans, Paul Catteeuw