Reineringen
Duivenstraat 22
Tijdschrift van de Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich Verschijnt driemaandelijks • Jaargang 5, nummer 4 (oktober - december 2014)
M
Voorwoord
ET DIT nummer eindigt onze vijfde jaargang. Inderdaad, Reineringen volgde vanaf het jaar 2010 het bescheidenere “Kringkoppeling” op als tijdschrift van de Koninklijke Kring voor Heemkunde Kontich. Dit betekent dat de redactie de kinderschoenen ontgroeid is. De verscheidenheid van artikels getuigt hiervan. Paul Catteeuw gaat dapper door met deel twee van “Abraham Hans, een Kontichse reus“. We merken hoe Hans zich pas na zijn huwelijk en aankomst te Kontich zal ontpoppen tot een bekend dagbladjournalist, romanauteur en jeugdlieveling door de publicatie van ontelbare Hanskes. Frank Hellemans grasduint verder in de schriftjes van Jozef Van Passen. Hij bewerkte “1902, de eerste kerstboom in Kontich” en sluit hiermee naadloos aan bij de kerstsfeer die we deze dagen mochten beleven. Je kan uiteraard niet omheen de herinnering aan de ‘Grote Oorlog 14-18’. Nu in deze periode de Duitse aanvaller zich honderd jaar geleden had vastgereden in de IJzermodder sluiten we beter aan bij de meest gekende verhalen uit onze lagere schooltijd en de prenten uit onze geschiedenisboeken. Paul Wyckmans vertaalde het relaas van Engels oorlogscorrespondent Robert Scotland Liddell over de beschieting van Waarloos en zijn wedervaren onder Rode-Kruisvlag. We hebben voor dit nummer ook verschillende gastauteurs kunnen strikken. Nu de site van de boskapellen in Kontich (Kazerne) bijna afgewerkt is, wil Leo Aertbeliën als één van de twee vrijwilligers-toezichters van deze site de wonderbaarlijke legende van Onze-Lieve-Vrouw-ten-Bos nog even samenvatten. Paul Janssens uit Lint reageerde op ons studiebezoek aan het Taxandriamuseum in Turnhout en vooral op het aansluitend artikel hierbij over Aloïs De Laet, rustend pastoor in Kontich. Het leverde ons een interessante aanvulling op. Het gezin Janssens was immers vriend aan huis bij De Laet nadat deze bekende amateur-archeoloog en heemkundige Altena ruilde voor een kasteel in de stille Kempen. De kring kon een omvangrijke collectie spinnewielen verwerven. Kringlid Leen Coenen beschreef alvast voor ons de inspanningen van haar broer Jef, meubelmaker-ebenist, om deze uitgebreide collectie te verzamelen, te beschrijven en de productie van een spinnewiel zelfs te laten verfilmen. Het artikel leert ons alvast een gedreven en betrokken kringlid kennen. Conservator Guido Theys vertelt hoe een heuse pronkrol uit Voorschoten in Nederland via Lint ten slotte in het documentatiecentrum van Kontich belandt en in onze museumzaal zal verschijnen. Laat dit Nederlandse dorp nu net voor een tijdelijk onderdak gezorgd hebben voor tientallen Kontichse vluchtelingen in de eerste oktoberweek van 1914, waarover we al verschillende malen verslag uitbrachten. Toeval? Bestuur en redactie wensen alle lezers een gezond nieuw jaar! Paul Wyckmans, Paul Catteeuw en Frank Hellemans