terends zegt over een maatschappelijk thema, en dat leidt dan tot ruzie in de klas. Denk maar aan een uitspraak naar aanleiding van een aanslag of een maatschappelijke gebeurtenis, of een statement over een andere bevolkingsgroep. De klas kan daardoor in rep en roer komen te staan. Maar het kan ook gebeuren dat je als leerkracht les geeft over een onderwerp, dat onverwacht op weerstand of discussie stuit. Ook dan krijg je te maken met controverse. In het geval van polarisatie kan het zijn dat je klas naar een extremere positie neigt. Het zou zelfs kunnen dat er op school een conflict ontstaat tussen verschillende groepen, die dan de strijd met elkaar aangaan. Zoiets kan zelfs verder leven buiten de schoolmuren. Polarisatie kan erg klein zijn en ontstaan door een specifieke uitspraak, maar kan ook grotere proporties aannemen waarbij groepen het tegen elkaar opnemen.
Niet evident om daar als directie of leerkracht mee om te gaan. Welke concrete tips heb je voor leerkrachten? Maarten: Ik zou hen aanraden een onderscheid te maken tussen verschillende scenario’s. 1. Scenario 1: Je had het niet meteen zien aankomen. Je klas ontploft. Is dit een heftige discussie of is er sprake van polarisatie? 2. Scenario 2: Je weet van een aantal onderwerpen dat ze moeilijk liggen. Toch moet je er soms over lesgeven. Denk maar aan evolutie, de Holocaust, heersende conflicten in de wereld, gender en seksualiteit. Daar kan je je op voorbereiden. Neem de tijd om je groep te leren kennen en te bepalen op welke manier je de thema’s zal aankaarten. Zorg ervoor dat je de leerstof er niet zomaar doorramt. Kan ik een stem geven aan mijn leerlingen zonder daarbij mijn eigen leerplan uit het oog te verliezen? 3. Scenario 3: Je wil het met je leerlingen heel bewust hebben over een aantal maatschappelijke en gevoelige thema’s. Je kan kijken welke werkvorm het best aansluit bij de verschillende klasgroepen. Dat kan gaan van een filosofisch gesprek tot een kunstzinnige werkvorm waarbij je werkt met beelden en foto’s. Volgens mij is het belangrijk om te werken op maat. Daarom vertrekken wij in ons boek ook niet van één specifiek model. Achteraan in het boek worden een aantal werkvormen besproken die gebaseerd zijn op verschillende scenario’s. Begin niet van een model, maar wel van een scenario, en bepaal dan pas welke werkvorm je zal gebruiken.
Leerkrachten zullen tijdens hun schoolloopbaan heel wat ervaring opdoen om specifieke situaties juist in te schatten en te bepalen hoe ze er het best op reageren. Is dat inschattingsvermogen niet erg moeilijk voor leerkrachten die net voor de klas staan? Maarten: Ik wil benadrukken dat de conflictsituaties waarover we spreken moeilijk zijn voor iedereen. Ook een ervaren leerkracht die voor een ontplofte klas staat, heeft het niet gemakkelijk. Maar ik heb in de gesprekken die ik met leerkrachten voerde ook heel wat mooie voorbeelden gehoord van hoe er vandaag met zulke situaties wordt omgegaan. We willen met het boek absoluut niet beweren dat het makkelijk is om om te gaan met controverse en polarisatie. Het is echt een uitdaging. Het gaat bovendien niet over de manier waarop één leerkracht omgaat met dit soort situaties. Het is iets dat breder in de scholen uitgedragen moet worden. Elke individuele inspanning van een leerkracht is zeer waardevol, maar hoe breder de thematiek ingebed wordt op school, hoe effectiever!
Jullie dragen jullie steentje ook bij? Maarten: Klopt. Wij geven bijvoorbeeld regelmatig lezingen op studiedagen en navormingen. We proberen onze inzichten dan op een zo interactief mogelijke manier mee te geven. 15