Maak een ballonwagen Dit heb je nodig: • een stuk karton van 15 cm bij 20 cm • een stuk karton van 7 cm bij 15 cm • 2 satéstokjes • 2 rietjes van minstens 17 cm • een schaar • een ballon • 4 kurken • lijm en plakband
1
Prik met de scherpe punt van een satéstokje een gaatje in elke kurk, maar ga daarbij niet helemaal door de kruk heen. Prik daarna een kurk op het satéstokje: het eerste wiel. Steek het satéstokje in de lengte door het rietje en prik het tweede wiel op het lege uiteinde. Het rietje kan er nu niet meer afglijden. Dit is een as van de wagen. Maak nog zo’n as met een tweede satéstokje en twee andere kurken.
2
Het grootste stuk karton wordt je wagen. Daarop maak je de assen vast. Neem één as met twee wielen. Leg die op je wagen evenwijdig met de breedte van je karton op ongeveer vier cm van de rand. Plak het rietje met plakband stevig vast op het karton, maar zorg ervoor dat het stokje aan de zijkanten even ver over de rand van het karton komt. Neem de andere as en kleef die achteraan, evenwijdig met de andere wielen ook op ongeveer 4 cm van de rand. Het lijkt op een platte wagen met vier wielen die op zijn kop ligt. Zet de wagen op zijn wielen.
3
Werk nu aan het bovenstuk van de wagen: de ballonhouder. Daarvoor gebruik je het kleinste stuk karton. Vouw het dubbel met de kortste zijden op elkaar. Draai de vouw naar jou toe en knip uit het midden van die vouw een driehoekje van ongeveer drie cm diep. De basis van de driehoek, in het midden aan de vouw, is één cm breed. Dit hoef je niet af te meten, je mag dit schatten of eerst even tekenen. Knip dus door twee lagen van het kartonnetje. Vouw elke korte zijde van de overschot van het karton ongeveer een cm om. Het driehoekje gooi je weg. Met deze plakstroken kun je de ballonhouder straks op het wagentje plakken.
4
Neem je wagen en plaats de ballonhouder er als een tentje op, vlak tegen de rand, met de open zijden van het tentje aan de kant van de wielen. Doe lijm op de plakstroken en plak de ballonhouder vast. 22