Fryslân Markant - neisimmer

Page 1

n â n l s â l y r s FFry T N A K R A M septe

ers € 2,50

se numm

5 • Los mber 201

r e m m i s i ne

2015

PLANKEN E D P O RIEZEN F R RDEN E B A O W T U K E E O L 1 1 da.nl ONIE TE n M e R g A a d H n E iesla IN D oen met fr

te d Altijd wat


2


Inhoud Fries water wordt te helder

4

Van schroot naar vloot 8 cTwee keer ‘Twee Gebroeders’ c Drie Gebroeders, Harmonie c De Jonge Jan c Sinnekening Kampioen Joure kan rekenen

25

Fries water zit vol leven

30

Onze tuin, de wereld 37 c Mest doet meer… c Wiet het weet, zwijgt Tocht langs verborgen schatten

42

De Rottige Meente 44 Melkzee bedreigt boeren

46

Lezersvraag

Wat is dit? 1. Vluchtelingen bereiken Friese kust bij Stavoren 2. Onnozele Friezen gaan ten onder bij een beetje wind 3. Amsterdammers doen een spelletje wildwaterkano Onder de goede inzendingen wordt een geheel verzorgd weekend in 'Lyts Budepest' verloot. (Medewerkers van PENN-bedrijven zijn uitgesloten van deelname). Voor 10 oktober sturen naar Uitgeverij PENN.nl t.a.v. m.roosjen@uitgeverijpenn.nl. onder vermelding van fotoprijs

Acquisitie en ondersteuning Eddie Ferbeek, Milja Roosjen Drukwerk Veldhuis Media BV (foto) Redactie: Klaas Jansma, Martsje de Jong, Milja Roosjen Vormgeving Kees Klip Fotografie Tom Coehoorn en Kees Klip

Vrolijk was ik vrijdag 21 augustus niet. Het was dwarrelig weer op het IJ in Amsterdam. Op de skûtsjes waaiden de vleugeltjes alle kanten op. Ik stond op de Surinamekade het publiek te vertellen wat er gebeurde. Niks, volgens mij. Waarom startten de schepen na drie kwartier nog niet? De op het water aanwezige Age Veldboom sprintte naar mijn microfoon. ‘Omdat ze juist op dit moment finishen’, riep hij triomfantelijk. ‘Kijk, Paul de Koe gaat nu over de lijn.’ Ik was er misselijk van. Dat ik in die wanorde de start had gemist, het publiek fout voorgelicht! En dat Age Veldboom me corrigeerde! Help. De troost kwam een week later. In Earnewâld hadden we vergadering van de AEbelina. Niemand praatte er over mijn vergissing. Wel vertelde Wytse Toering dat Age zich in Amsterdam raar versproken had. Bij de vlootschouw op zaterdag zei hij dat prins Maurits met Laurentien getrouwd was, terwijl het Marilène moet zijn. Eerst zei hij ter correctie nog ‘Madeléne’, ook fout. Ach, wat maakt het uit, zeiden wij in Earnewâld: skûtsjes, daar gaat het om. Barbaren zijn wij Friezen. Daarom zijn we welkom in Rotterdam en eens in de vijf jaar in Amsterdam. Want barbaarsheid is leuk, als het niet te frequent voorkomt.

Klaas Jansma

NB: Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden overgenomen.

www.uitgeverijpenn.nl www.uitgeverijpenn.nl

Colofon

Fryslân Markant is een uitgave van Uitgeverij PENN.nl Postbus 633 8901 BK Leeuwarden Tel 058 284 94 10 Fax 058 212 94 36 www.uitgeverijpenn.nl www.skutsje.nl www.frieslandagenda.nl

Barbaarse Friezen

33


‘FRIES WATER WORDT TE SPORTVISSERIJVOORZITTER CONTRA BIOLOGEN Het water in Friese meren en plassen is niet troebel. Integendeel, de vangsten lopen terug doordat het te helder wordt. ‘Verbraseming’ is al helemaal een ongepast woord, vindt Sake van der Meer. Hij is voorzitter van Sportvisserij Fryslân. Er zijn ruim 33.000 georganiseerde volwassen sportvissers in deze provincie, aangesloten bij 33 verenigingen. Ze vormen één verbond met de ruim zeshonderdduizend sportvissers in andere provincies. Samen zijn ze goed voor zo’n dertig miljoen aan toeristische inkomsten voor het Friese bedrijfsleven. De 71-jarige Sake van der Meer uit

Een angstaanjagend gebit heeft de snoekbaars. Deze rover leeft van onder meer voorn, blei en brasem. carbonhengel kost 2.500 euro, de hele visuitrusting het dubbele van dat bedrag. ‘Ik voel altijd adrenaline als ik vis’, zegt hij. ‘Ik móet wat vangen. Noem het jachtinstinct, dat is dus heel wat anders dan wat zitten dromen aan de waterkant. Daar is trouwens niks mis mee.’

als bijvangst mogen houden. Want snoekbaars staat in veel restaurants als smaakvolle vissoort op het menu. De vis brengt gauw tien tot vijftien euro per kg op. Het bijvangstrecht is afhankelijk van de hoeveelheid vis. Elk jaar opnieuw moet het worden vastgesteld. Daarom is Van der Meer zeer benieuwd naar het resultaat van de monitoring, die dit jaar weer in augustus is uitgevoerd. Best mogelijk dat het recht op bijvangst door de komende vergadering wordt ingeperkt of afgeschaft. Snoekbaars behoort met snoek tot de roofvissen, die voorn, blei en brasem opvreten. Daarom hebben wedstrijdvissers er liever niet té veel van, vertelt Van der Meer. Zeker niet als ze gevangen vis terugzetten, wat de meesten doen. Anders had je er nog een lekker maaltje aan. Bij wedstrijden tellen snoek, snoekbaars en paling niet mee. Karpers daarentegen, die zich heftig verweren, zijn als prooi zeer gewild.

Het wordt minder Dat de vergrijzing ook al toeslaat in de sportvisserij, vindt Van der Meer jammer. Want voor hem is er niks mooier dan de jacht op een beest dat onder water verscholen zit en zich met moeite laat verschalken. Bezorgd volgt hij ook de ontwikkeling in de vis-

Schub of paling

Sake van der Meer: “Ik móat wat fange”. Koatstertille is raadslid voor de FNP in Achtkarspelen en voor dezelfde partij AB-lid van Wetterskip Fryslân. Hij vertegenwoordigt als voorzitter van Sportvisserij Fryslân een sterke achterban. Daar zijn veel Vispas-bezitters bij, die af en toe een hengeltje willen uitwerpen, én de meer fanatieke sportvissers. Van der Meer, ook nog terugtredend verkoper van hengelsportartikelen en diervoeders, behoort tot de laatste groep. Zijn ultralichte

4

We hebben in Fryslân een unieke situatie, zegt Van der Meer. Er is geen belangenconflict (meer) tussen beroeps- en sportvisserij. Vele jaren geleden heeft de georganiseerde sportvisserij het schubvisrecht gekocht van de Friese beroepsvissers. Zij behielden het palingrecht. Die vissoort heeft wel schubben, maar je ziet ze niet omdat ze onder de huid zitten. Paling begint, zoals bekend, een zeldzame diersoort te worden. Dat treft de laatste paar beroepsvissers in Fryslân, die afhankelijk zijn van wat er in hun fuiken loopt. Zij zijn blij als ze van de Ledenvergadering van Sportvisserij Fryslân vijftienduizend kilo snoekbaars

In Fryslân zijn flinke vissen te vangen, maar soms in de Belgische Ardennen ook. Op deze foto pake Karel en pakesizzer Jesse Pander uit Garyp met een formidabele karper van 83cm die in de omgeving van Neufchâteau is gevangen en teruggezet. Aan zijn lip hangt een draadje van een eerdere vangst op dezelfde dag, toen de karper het snoer kapot beet.


HELDER’ De Boa’s en de stropers

De karper laat zich moeilijk vangen en is misschien juist daarom wel zo ’n geliefde prooi van sportvissers. stand, die er volgens hem niet beter op wordt. ‘It wetter wurdt te helder’, vreest hij. Daardoor zit er minder voedsel in en wordt de spoeling dunner. Er is volgens Van der Meer dan ook geen sprake van verbraseming, zoals sommige biologen beweren. Integendeel, de brasemstand loopt terug, net als met andere waterdieren gebeurt. ‘En daar zijn de beroepsvissers ook niet blij mee.’ Vroeger had Van der Meer wel dagen dat hij vijftig tot negentig kilo ving. Nu is het geregeld minder dan vijf kilo. Verbetering in die trend hoeft men voorlopig niet te verwachten van Europese gremia, want de wetgeving in de verschillende landen is een vreemd ratjetoe. In Nederland bijvoorbeeld wordt van de sportieve visser verwacht dat hij gevangen vis terugzet. In Duitsland daarentegen krijg je een boete als je erop betrapt wordt. ‘Dêr moatst elke fisk dy’t fongen is, deaslaan. Dêr meist neat weromsette, ik wit ek net wêrom.’

Sport- én beroepsvisserij hebben veel last van stropers. Ze halen zonder toestemming of vergunning bakken vis uit het water, vernielen of stelen vistuig van de beroepsmensen en legen soms de fuiken. Op sommige wateren vormen ze een plaag. Ze opereren bij voorkeur ’s nachts. En ze schrikken tegenwoordig niet terug voor het gebruik van geweld. De ‘Buitengewone Opsporings Ambtenaren’ (Boa’s) van Sportvisserij Fryslân worden er daarom ’s nachts niet op af gestuurd. Handhavend optreden laten ze dan over aan de politie. Door meer samen te werken in de Toezichtskring met de politie en natuurorganisaties als It Fryske Gea, die ook Boa’s in dienst hebben, proberen ze de groei van de stroperij een halt toe te roepen en deze bedreiging terug te dringen.

Ruige oevers

Samen met Toezichtskring probeert Sportvisserij Fryslân de stroperij terug te dringen. ningen moeten uiteraard ook worden onderhouden, een niet geringe kostenpost. Zo verkeert de georganiseerde sportvisserij in een spannende dynamiek tussen de oude beroepsvisserij en de aan kracht winnende ecologische stroming. Van der Meer kan daar, ook via zijn functie bij It Wetterskip, wel van genieten. ‘It bliuwt boeiend’, zegt hij.

Speciaal voor verbetering van waterecologie zijn veel oevers de laatste jaren aangelegd als vloeiende overgang tussen droog en nat. Dat sluit aan bij de ‘Kaderrichtlijn Water’. Soms zijn daartoe stenen langs de oeverrand verspreid, of de groei van riet en oeverplanten is bevorderd. Mede daardoor zijn veel oevers minder goed begaanbaar geworden IM voor sportvissers. Speciaal voor de grote wedstrijden heeft hun Friese organisatie de laatste jaren vierhonMolenend zz 15 • 9203 ZW Drachten • 0512-512708 derd vissteigers langs Wij zijn uitgebreid gesorteerd in hengelsport viswater geplaatst. Ze artikelen van veel bekende merken. staan langs de vaart Bij inlevering van deze advertentie bij Kootstertille, de Heafeart onder Gerontvangt u 10% korting op het gehele sloot (De Deelen) en hengelsport assortiment. de Helomavaart bij w w w. d s z j a n j o n k m a n . n l Wolvega. Die voorzie-

www.uitgeverijpenn.nl

5


Hengelsport & Boten

Hengelsport Zurich

Specialist in aas en voer

Caspar de Roblesdijk 1-3 8751 TH Zurich

0517 579 394 Hengelsport Friesland Peter Grupstra & Magda van Ginkel Van Harenstraat 118 9076 BZ Sint Annaparochie

www.hengelsport-friesland.nl

MEER DAN 300 PSOORTEN VOORRAAD EN KORTINWGEL TOT 70%

O

LAMINAAT

*GRATIGSD BEZORTIS GRA G OPSLA

GRATISEN PLINTEVNLOER ONDER

Tijnjedijk 81 Leeuwarden Turfschip 7 Heerenveen tel. 058-2896800 tel. 0513-785347

WWW.OUTLETCENTERLEEUWARDEN.NL

ADVIES - SERVICE - GARANTIE - LEGSERVICE & GRATIS BEZORGEN BINNEN DE REGIO - *HEEL NEDERLAND MOGELIJK 6


19 – 21 OKTOBER

Wanneer de slotwedstrijden van het skûtsjesilen bij Heeg achter de rug zijn en de eerste nachtvorst zijn intrede doet, leeft er in Workum iets op. Een wedstrijd met het Zuid-Hollandse Warmond als bovenboei en de steiger van het havenkommetje in Workum als finishlijn. Een uitputtingsslag met stront heen en bloembollen terug, zoals het vroeger ging. Op zeil en met spierkracht. De strontrace: bomen, jagen, zeilen. Eenmaal de vuurtoren van Reid de Jong voorbij worden de zeilen gehesen, de jaaglijnen binnengehaald en vertrekt een ‘kapitaal’ aan

FRIESE STRONT NAAR WARMOND gedroogde mest van de mestdrogerij naar Warmond, vlak boven Leiden. Dit spektakel is een evenwaardige nabootsing van de lucratieve handel met mest uit zuidwest Friesland naar de bollenstreek in Zuid-Holland. Direct na de start zal er een keuze gemaakt moeten worden door welke sluis de Houtribdijk gepasseerd wordt, Enkhuizen of Lelystad? Op de terugweg zal immers in de andere sluis geschut moeten worden. Een tactisch spel waarbij schippers afwegingen moeten maken tussen de kwaliteiten van schip en bemanning en de veranderende weersomstandigheden. Er wordt uitsluitend op het kompas genavigeerd. Alleen een

Restaurant Sluiszicht

afgeplakte gps-tracker verraadt voor de thuisblijvers hoe het veld zich over de meren en kanalen beweegt. Eenmaal aangekomen in Amsterdam moet de tweede grote tactische beslissing worden genomen: de Houthaven in en over de Oostelijke ringvaart via Schiphol naar Warmond, of juist doorvaren naar Spaarndam en over het Spaarne via Haarlem de stront afleveren? Tenminste drie dagen lang wordt er hevige strijd geleverd op het IJsselmeer en op de trekvaarten. Start 19 oktober om 12:30 uur. www.strontraceworkum.nl Vereniging Zeilvracht

Restaurant Sluiszicht is gelegen aan het water, met een prachtig uitzicht op de brug en de sluis. Bij Sluiszicht wordt gekookt met eerlijke, verse producten, met een echt Fries accent. Ze maken gebruik van streekproducten die u kunt zien en proeven in onze gerechten. Een kopje koffie of thee met huisgebakken appeltaart, of een lunch is ook smikkelen. Iets te vieren? Uw wens is onze zorg. Van kleine tot grote partijen. Neem een kijkje op onze website voor leuke arrangementen of kom langs in Workum. Súd 119 • Workum • 0515 - 541736 info@sluiszicht.com • www.sluiszicht.com

www.uitgeverijpenn.nl

7


VAN SCHROOT NAAR VLOOT GENIETEN AAN DE DOCKUMER SLUYS BIJ HAAGENS

De Rienk Ulbesz wordt onderhanden genomen. Het eerste vlak was te rond.

Een enthousiaste groep liefhebbers volgt momenteel intensief berichten in tijdschriften en op Facebook over oude schepen. Er bestaat zelfs een actieve community ‘vervallen skûtsjes’, ook wel ‘vervallen schepen’ genoemd, waarin nieuws en gegevens over ontdekte, verloren gewaande schepen wordt uitgewisseld. Samen met initiator Bart Nefkens van deze Facebookgroep kwam uitgeverij PENN.nl op het idee om van al dit varend erfgoed een boek uit te geven. De titel is ‘Van Schroot naar Vloot’, wat wel aangeeft dat zowel de in verval geraakte skûtsjes, als de snelheidsmonsters van de huidige wedstrijdvloot in woord en beeld aan bod komen. Van veel schepen zijn al wel gegevens bekend. Dit is mede te danken aan het werk van de organisaties SKS (‘Sintrale Kommisje Skûtsjesilen’) en

8

IFKS (‘Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen’). Mederedacteur Frits Jansen heeft sinds het begin van zijn werk voor de Stichting Foar de Neiteam veel gegevens geïnventariseerd en toegankelijk gemaakt voor een geïnteresseerd publiek. Klaas Jansma is vooral de man van de verhalen over families. Maar zij beiden kunnen niks zonder de steun van alle scheepsliefhebbers.

Redding van het varend erfgoed De oprichting van een Stamboek Ronde en Platbodemjachten in 1955 droeg sterk bij tot een herwaardering van varend cultureel erfgoed. Zo bleef een schamele rest behouden van een ooit rijk geschakeerde vloot van houten plezierjachten, visschuiten en vrachtschepen. Maar in Earnewâld bijvoorbeeld werd in het midden van de jaren zestig de fraaie houten woonaak met de karakteristieke scharnierende ‘tent’ als voordek

musicus Jannes Kobus brandend It Wiid op gedreven, waar hij zonk. Twee kilometer in westelijke richting is waarschijnlijk een houten tjalkschip van oude Albert van Akker in een dijklichaam afgezonken om een gat te dichten en een stevig fundament te geven aan een opgeworpen grondmassa. Het was nog jaren gebruikt om afval van de Leeuwarder ‘beer’ te transporteren naar een inmiddels al weer gesloten depot aan de Neare Saiter, nog herkenbaar aan de appel- en kersenbomen die er midden in de natuur groeien. Rond 1960 leefde de modieuze belangstelling voor inheems ‘antiek’ net op tijd op. Handelaren als Appie Hagewoud uit Meppel wisten toen functieloos geworden scheepjes van de ondergang te redden. Scheepsbouwer Iege Blom in Hindeloopen heeft er een aantal omgebouwd van vrachtschip naar jacht. Ze werden dan ingekort om ze handzamer te maken en voorzien van een opbouw op het ruim. Blom was een vakman. De schepen die hij onderhanden nam, onderscheiden zich tot op de dag van vandaag van minder


van SCHROOT

naar VLOOT FRITS JANSEN & KLAAS JANSMA

concept 9

www.uitgeverijpenn.nl


restauraties. Een fraai voorbeeld daarvan is de houten aak ‘Zevija’ van G. Verwelius, die in 1898 gebouwd was op de werf van Eeltje en Auke Holtrop van der Zee in Joure. Bij het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen, dat in 2014 in een gerechtelijke procedure werd gedwongen om dit aan haar geschonken schip te restaureren, weet men inmiddels hoeveel zo’n opknapbeurt kost. Tonnen. Datzelfde geldt de provincie Friesland/Fryslân. Die accepteerde in 1954 de schenking van de boeier ‘Friso’, eveneens in Joure gebouwd (in 1894) om het als Fries Statenjacht in gebruik te nemen.

De speurtocht

Restauratie van de 'Jonge Trijntje' (Foto's: Van der Werff, Buitenstvallaat, Drachten) geslaagde aanpassingen van ons varend erfgoed. Dat aanpassen had soms onverwachte effecten, zoals Theo Ferwerda uit Leeuwarden ervoer. Hij restaureerde de ‘Dependentie’ van Johannes Dijkstra (zie het geschrevene bij ‘De Jonge Jan’ [L 1265 N]). Daarbij kortte hij het schip drastisch in. Bij meting bleek het 14,99m lang te zijn. Toen de scheepsmeter Ferwerda feliciteerde met deze promotie van een oud schip tot luxe jacht, kwam de handige doe-het-zelver erachter dat het schip voortaan in de jachthaven afgemeerd moest worden, waar een liggeld per strekkende meter gold. Dat was een heel ander, veel hoger, tarief dan wat de gemeente voor echte binnenschepen aan de kade van het

10

Nieuwe Kanaal (Emmakade) berekende. Bij hermeting werd dit vlekje weggewerkt. Volgens de meetbrief is de Vrouwe Francina, zoals hetzelfde schip nu heet, 15,01m lang. IJzeren schepen bleken de investeringen en de moeite van een grondige opknapbeurt meestal nog wel waard. Bij fraaie houten vaartuigen, staaltjes van onvervalste scheepsbouwkunst soms, sloeg de kosten-baten verhouding in negatieve richting door. Zo lang houten tjalken en pramen in het zogenaamde tonnenstelsel nog gebruikt werden bij het afvoeren van aggressieve faecaliën, bleef een aantal nog in bedrijf. Een paar houten varende monumenten werden door rijke liefhebbers boven water gehouden, na soms kostbare

Het onvolprezen Internet heeft in de beginjaren van de eenentwintigste eeuw de geschiedenis van veel schepen voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. Een belangrijk markeringsmoment in die administratieve redding van verloren gewaande schepen was de missie van Jelmer Kuipers en Koos Rademakers als bestuursleden van de Stichting Foar de Neiteam naar Rotterdam, waar de archieven van de Scheepsmetingsdienst waren ondergebracht. Zij hebben er in 2007 van bijna duizend roefschepen gegevens overgeschreven in een bestand dat als ‘Van Ambulant tot Zwaluw’ in boekvorm is uitgegeven. Mét de gegevensverzameling ‘Om Priis en Eare’ (*2004) over uitslagen van skûtsjewedstrijden, verzorgd door de in 2014 overleden Gosse Blom, vormt dit de harde kern van de historische informatie op de website www.skutsjehistorie.nl van de Stichting Foar de Neiteam. Met hulp van talloze sneupers en inzenders van foto’s en gegevens heeft Frits Jansen dit uitgebouwd tot een soort digitaal Stamboek van bijna 850 skûtsjes. Zo kunnen wij nu aan de hand van het registratienummer vrij eenvoudig herleiden in welke plaats zo’n schip is gebouwd, in welk jaar en wie de opdracht tot de eerste scheepsmeting heeft gegeven – doorgaans de rechtmatige eigenaar. Als het om Friese skûtsjes gaat, kunnen we bovendien nagaan of ze zijn ingeschreven voor wedstrijden en welke prestaties ermee zijn geleverd. Dat heeft verrassende en ontroerende ontdekkingen opge-


De 'Twee Gebroeders' van T.T. van der Veen in Eernewoude (1944).

De mast nog op de oude plaats, de bemanningsleden nog getooid met Friese federatie-schipperspet (Roosenstein).

leverd bij eigenaren van ooit beroemde skûtsjes of leden van roemruchte families. Maar er zijn grenzen aan het ontdekken en blootleggen. Anders dan ‘echt’ onroerend goed kan een schip immers van ligplaats ofwel domicilie veranderen. Mobiliteit is een wezenskenmerk van schepen, die voor het verplaatsen van goederen en/of mensen zijn gebouwd en ingericht. De waarde van skûtsjes, klippers, luxemoters en tjalken ging de afgelopen zeventig jaar heen en weer als de wind. Duizenden scheepjes en sche-

pen zijn spoorloos in het schijnbare niets verdwenen zonder dat iemand er langer dan een eeuw een traan om liet. Een eigenaar behoeft geen sloopvergunning voordat hij een schip definitief aan het maatschappelijk verkeer onttrekt. Het uitschrijven alleen is daartoe voldoende, mits de eigenaar zijn schulden heeft afgelost en een plek voor zijn wrak heeft gevonden. Een schip kan vrijer verhandeld worden dan stenen, houten, betonnen of kunststoffen bouwwerken. Maar zodra iemand een niet correct beëindigd eigendomsrecht weer opeist, kunnen er voor een volgende generatie bezitters lelijke problemen ontstaan. De economische of juridische levensduur van veel schepen ligt tussen die van gebouwen en roerende industrie- of ambachtsproducten in. In de twintigste eeuw werd voor schepen én gebouwen doorgaans uitgegaan van een redelijke afschrijvingstermijn van dertig tot vijftig jaar. In de praktijk varieert de levensduur van gebouwd en varend erfgoed veel sterker. Deze hangt onder meer samen met de mogelijkheid om ze aan te passen aan nieuwe eisen. Uiteraard speelt de verhouding tussen vraag en aanbod een hoofdrol. Bij gebouwen

Klinken van de 'Jonge Trijntje' bij van der Werff.

is het heel normaal dat ze langer dan honderd jaar bestaan, een lange periode waarin ze vaak ingrijpende verbouwingen ondergaan. Bij schepen, die in oorsprong een andere gebruiksfunctie hebben dan voor bewoning, is dit problematisch. Met de komst van nieuwe, snelle productiemethoden in een tijd van sterk stijgende loonkosten in de jaren 1960 deed de zogenaamde wegwerpmaatschappij haar intrede. In reactie daarop groeide de belangstelling voor oude spullen, gebouwen en schepen. Monumentaliteit was daarbij een pre, maar zeker niet een vereiste. Voor wat oude zeilschepen betreft, werd het begrip ‘bruine vloot’ gemunt. Klippers en tjalken behorend tot deze vloot kregen een nieuwe functie in de pleziervaart met goed betalende gasten. Door verhevigde concurrentie, aanscherping van regels, de kosten van brandstoffen en onderdelen én een veranderende voorkeur bij het publiek werd hun bestaan in het begin van de eenentwintigste eeuw weer problematisch. Daar kon de massale belangstelling bij de Sailevenementen van 1975 en later, met name in Amsterdam, niets aan veranderen.

www.uitgeverijpenn.nl

11


VERMAAK VOOR JONG EN OUD TENTOONSTELLING ‘BLIK EN CO.’ Wie vindt oud speelgoed nou niet leuk! Jong en oud, iedereen valt er voor. Kinderen spelen er nog gewoon mee, voor hun ouders en grootouders is het jeugdsentiment. Veel ‘grote mensen’ hebben ergens op zolder nog wel wat speelgoed van vroeger liggen, en wat vinden ze het niet leuk dat hun kroost er ook weer mee speelt! Er zijn zelfs verzamelaars en musea die zich volledig richten op oud speelgoed.

Blik en Co. richt zich op de industrieel vervaardigde speelscheepjes uit de periode 1900 tot 1970. Het hart van de expositie wordt gevormd door de kleurrijke verzameling van Sneker verzamelaar Louis Diekstra. Voor de gelegenheid is deze vloot aangevuld met scheepjes uit enkele museale collecties. Te zien zijn scheepjes van bekende fabrikanten als Märklin, Sutcliffe en Fleischman, maar ook latere Japanse en Chinese scheepjes. De bonte vloot van blikken en vroege plastic scheepjes is niet alleen

DE BOER LEMMER schepen tot 35m Bezoekadres Uitheijing 13a Lemmer

prachtig om te zien, maar biedt ook een verrassende kijk op het verleden. Elk scheepje vertelt zijn eigen verhaal, van trends in de speelgoedindustrie tot machtsverschuivingen op wereldniveau. Zelfs de Beatles varen voorbij. De tentoonstelling ‘Blik en Co. op het water’ wordt op 26 september geopend en duurt tot en met 14 november. Meer informatie: Fries Scheepvaart Museum Kleinzand 16, Sneek Contactpersoon: Jelle Koenen Tel: (0515) 414 057 koenen@friesscheepvaartmuseum.nl www.friesscheepvaartmuseum.nl

Restauratieproject Skûtsje

“De Jonge Trijntje” 1909 Jan Oebeles van der Werff Drachten 2011 Oebele Haike van der Werff Drachten

Ta Wolfeart woe it wetter ús drage

Frâns de Boer 06 - 158 431 99 info@deboer-scheepsbouw.nl Fallaatster 1400 in aanbouw

http://www.deboer-scheepsbouw.nl

www.scheepsmakelaardijgoliath.nl 12

Te Koop: Vlet 5.60, Sole 17 PK Makke op it ButenstFallaat

Cascobouw in staal en aluminium en verder alle voorkomende werkzaamheden aan uw schip. Stichting Varend Cultureel Erfgoed Drachten

Tel.: 0512 - 51 26 01 www.scheepsbouwvanderwerff.nl


Foto's:Tom Coehoorn

DRACHTSTER SKÛTSJE

'TWEE GEBROEDERS’ GEBRS. ROORDA DE PIIP, DRACHTEN,1912 Twee Gebroeders Eigenaar: Stichting Drachtster Skûtsje Domicilie: Drachten Schipper: Jeroen Pietersma te Sneek Werf: Roorda, de Piip, Drachten Bouwjaar: 1912 Registratienummer: L 1318 N / L 2231 N Tonnage: 44 Lengte over dek: 19,34 Breedte: 3,54 Holte: 1,16 Ledige diepgang: 0,42 Max. zeiloppervlak: 161,5m2 Gebruik: Wedstrijd / Ploechjesilen *afmetingen conform opgave SKS

Schipper in 2016 is Jeroen Pietersma, meubelmaker van beroep. Hij is een zoon van Benny Pietersma en Nel Pietersma-van Akker.

Jeroen geldt in skûtsjekringen als een scherpe denker met een lenige geest, maar hij weet dat hij als aanvoerder van een bemanningsteam nog heel wat kan leren.

Net als broer Gerhard is hij een kleinzoon van de overleden oud-schipper van Leeuwarden, Albert van Akker. Die werd op 69-jarige leeftijd door zijn Leeuwarder commissie bedankt voor zijn vele werk. Hij zeilde toen meestal achteraan met het kleine Ljouwerter Skûtsje. Als opvolger wenste hij Jeroens latere schoonvader ‘lytse’ Ale Johanneszoon Zwerver, maar het werd op voorspraak van bemanningslid Frits de Vries de niet onomstreden Rienk Ulbeszoon Zwaga. Jeroen, net als zijn broer Gerhard jarenlang trouw bemanningslid bij Douwe Jappieszoon Visser op de Sneker Pan, maakte van nabij mee hoe zijn vader Benny werd afgedankt als bemanningslid. Hem overkwam hetzelfde nadat hij in 2009 schipper was geworden op Langweer. Hij werd daar opgevolgd door de ook al voortijdig vertrokken Ulbe Brandsma.Dat leidde niet tot succes. In 2013 werd hij schipper op Drachten. Jeroens beste prestatie met het Drachtster Skûtsje was een overwinning bij Stavoren in 2014.

De Kommisje Drachten Uit liefde voor de skûtsjesport, die ze voor ondergang wilden behoeden, kochten de Drachtster accountants Akko van der Veen en Jaap van der Woude in 1954 het skûtsje ‘Twee Gebroeders’ van Tjalling Tjibbes van der Veen. Die was een zoon van Tjibbe en Aukjen Pietersma. In 1896 trouwde hij met Gelske Gerrits Wester uit Eernewoude. Aldert Hattums Hoekstra van Eernewoude zeilde in 1952 op zijn schip. Ook de nieuwe eigenaren lieten de ervaren Aldert Hoekstra zeilen. Hij hield zich aan de ongeschreven regels en had een hekel aan ‘flappen’. Dat veranderde niet na het vertrek van Van der Woude naar Canada, toen Van der Veen feitelijk verantwoordelijk werd voor de exploitatie. Het honorarium van de schipper was niet de hoogste kostenpost, want dat bleef beperkt tot een doos sigaren en een fles jenever, naast vergoeding van de kosten.

Aldert bleef schipper tot na het seizoen 1967. Zoon Hattum volgde hem op. Met een bemanning met veel familieleden boekte hij slechts af en toe een aansprekend resultaat. Dat kwam ook doordat Van der Veen de voorkeur gaf aan originaliteit boven verbetering van de snelheid. Ouderen herinneren zich nog Hattums geknauw op zijn losse kunstgebit, zijn alpinomutsje en zijn vriendelijke omgangsvormen. Een held was hij als het hard waaide, bij windstil weer brak hij een record in Lemmer door tot half zeven in de stiltes door te zeilen. De Drachtster accountant Van der Veen speelde nog een hoofdrol bij het terughalen van het SKS-bestuur in 1977, dat vanwege rumoer rond een opgelegde tuigagebeperking na beledigingen van de gebroeders Lodewijk en Siete Meeter plotseling was afgetreden. Akko van der Veen bemiddelde. Toen de kosten na 1977 de pan uit rezen, interesseerde de eigenaar andere sponsoren voor het skûtsje. In 1981 bracht hij het onder in een stichting. Hattums broer Wiemer Hoekstra

www.uitgeverijpenn.nl

13


werd in 1989 schipper, een functie die hij in 1994 overdroeg aan oomzegger Anne Hattums Hoekstra. Toen deze in 1998 voor de derde keer op rij veertiende en laatste in het klassement was geworden, koos het bestuur van de Stichting Drachtster Skûtsje voor een meer op sport gerichte aanpak. De wedstrijdzeiler Johannes Joopzn. Mink werd ingehuurd als schipper. Hij werd in 1999 elfde. Frans Huitema, schipper in 2000 en 2001, werd dertiende en veertiende. Pas met Douwe A. Visser in 2002 trok Drachten de lijn van sportivisering door. Het skûtsje werd verlengd tot 19,34m en van een goede tuigage voorzien. Visser, ook opgeleid op de Sneker Pan, werd achtste in 2002 en derde in 2003. In 2004 werd hij vijfde, waarna hij overstapte naar de ‘Doarp Grou’, waarmee hij in 2005 kampioen werd. Albert Jzn. Visser volgde hem op. Zijn prestaties vielen tegen. Het begin was matig (tiende), maar in 2013, zijn laatste jaar, vocht hij zich naar een vierde plaats. Na zijn overstap naar Lemmer in 2014 volgde met Jeroen Pietersma de terugval: 12de in 2014 en 13de in 2015.

Het skûtsje De ervaren wedstrijdzeiler Tjibbe van der Veen uit Drachten liet bij de plaatselijke werf van de Gebroeders Roorda in het zeer droge en warme jaar 1912 een nieuw schip in ijzer bouwen ter vervanging van

14

zijn snelle houten skûtsje. Dit werd de ‘Twee Gebroeders’, genoemd naar zijn zonen. Het werd 17,84m lang en 3,54m breed, laadvermogen 40 ton. Het schip was wat hoog van kop en aan de smalle kant, geschikt voor het vervoer van modder op nauw water en, naar spoedig zou blijken, zeer solide en stabiel. Zoon Tjalling Tjibbes van der Veen deed voor het eerst in een officiële wedstrijd mee bij het zogenaamde Notariszeilen op zaterdag 2 juli 1927 in Grou. Hij won er de derde prijs, vijftig gulden, wat in die tijd een knap maandloon was. Twee jaar later deden veertien hardzeilers mee aan het eerste hardzeilen voor vracht- en beurtschepen van de nieuw opgerichte Kommisje Skûtsjesilen Grouw op

7 september 1929. Van der Veen werd met de ‘Twee Gebroeders’ tweede en won zestig gulden. Daarna was Van der Veen geregeld bij de prijswinnaars in Grouw. Hoewel dat altijd een fiks bedrag opleverde, liet de Drachtster schipper zich zelden ergens anders zien. Tegen Ulbe Zwaga, Lucas Kool, Sytse Jiskes Sytema en Lammert en Pieter Brouwer kon hij niet op met zijn lichtelijk overtuigde schip, dat met een rechte of Drentse gaffel voer. In 1931 werd T.T. van der Veen eerste op eigen water bij De Veenhoop, waarmee hij de prijs van veertig gulden in de wacht sleepte, vóór S.J. Sytema. Het jaar daarna was het net andersom en werd Sytema (met stuurman Kees Haarsma) eerste en Van der Veen tweede. Na de oprichting van de SKS in 1945 zeilde Tjalling Tjibbes meestal in de A-klasse, waar hij in 1946 de derde prijs won. In Eernewoude won hij in 1932 de premie (waarschijnlijk 20 gulden), achter Lammert en Pieter Brouwer. In 1944 viel hij hier, in kansrijke positie liggend, uit met averij. Deze wedstrijd is kostelijk beschreven door H.C. van Dockum, en er zijn foto’s van. Het skûtsje is sindsdien in de lengte veranderd, veel lichter gemaakt en van een nieuwe bemanning en schippers voorzien. Je kunt er een wedstrijd mee winnen, is gebleken, maar dan moet je over bijzondere gaven beschikken. Benieuwd of Pietersma de tijd krijgt om die te ontwikkelen.


EARNEWÂLDSTER SKÛTSJE TWEE GEBROEDERS

JAN OEBELES, GURBE EN OEBELE VAN DER WERFF, BUITENSTVALLAAT, DRACHTEN, 1929 Eigenaar: Stichting Earnewâldster Skûtsje Domicilie: Earnewâld Schipper: Gerhard Pietersma te Sneek Werf: Van der Werff, Buitenstverlaat, Drachten Bouwjaar: 1930 Registratienummer: L 1990 N Tonnage: 44 Lengte over dek: 19,44 Breedte: 3,65 Holte: 1,19 Ledige diepgang: 0,40 Max. zeiloppervlak: 165,4m2 Gebruik: Wedstrijd / Ploechjesilen *afmetingen conform opgave SKS vier meedoen aan de SKS, in de klasse a-klein. Want ruim en diep is het meeste water hier tussen de ‘nauten en de droechten’ niet. In Earnewâld staat, mede dankzij de inzet van Age Veldboom, het enige skûtsjemuseum ter wereld. Van 2004 tot 2009 bouwde Johan Prins hier een replica van de in 1861 in Joure gebouwde hardzeiler Æbelina.

Schipper in 2016 is Gerhard Pietersma, schipper op het Statenjacht van de Provinsje Fryslân. Aan boord bij pake Albert van Akker, schipper op Leeuwarden, deed hij zijn eerste skûtsje-ervaring op. Gerhard kwam na een loopbaan op Sneek (kampioen in 1995) in 2004 op Earnewâld. Gerhard is op en top sportman, ooit verdienstelijk schaatser en goed wielrenner. Van pake Albert erfde hij speurzin en zelfbewustzijn. De laatste jaren valt hij op door zijn overgave aan trainingsarbeid. De ‘ecotraining’ bij Tjalling en dochter Berber van den Berg brengt tongen in beroering. Mede daardoor winnen de Earnewâldsters de slag bij veel walstarts op de Veenhoop en bij Earnewâld.

De Kommisje Earnewâld

den. Het oudste nog varende houten beurtscheepje ‘Lytse Bever’, gebouwd bij de oude Eeltje Holtrop, had hier in 1822 domicilie. Onder aanvoering van meesterfotograaf-natuurmens Douwe Franke in 1956 in Earnewâld actie werd gevoerd om het skûtsje ‘De Nijverheid’ van Berend Mink te kopen om het voor het Skûtsjesilen te behouden. Dit werd het eerste echte Doarpsskûtsje. Het geld dat werd ingezameld was niet helemaal genoeg om het schip te betalen, maar met goede wil en veel optimisme durfden de pioniers het aan. Hun voorbeeld zou weldra navolging krijgen. Earnewâld is eigenares van een SKS-skûtsje en organisator van de derde wedstrijd van de SKS-competitie. Daarnaast ligt er nog een vloot recreatieschepen, waarvan drie of

Het skûtsje Earnewâld zeilde achtereenvolgens met de Nijverheid van Berend Mink, een volgende Nijverheid van Ale Pietersma en De Jonge Jan, die Lammert Westerdijk had gekocht van Jeltje Sytema. Dit skûtsje werd onder schipper Hidzer Meeter in 1978 ingeruild tegen de Emanuel, waarmee Jeen Zwaga in 1982 en “83 kampioen werd. Pieter S. Brouwer, die hem in 1986 opvolgde, kon dit succes nooit evenaren. Hij vertrok in 2004 naar Heerenveen om zijn broer op te volgen. Gerhard Pietersma, in 2004 gekomen, wenste een ander, sneller skûtsje. Dat bleek de ‘Twee Gebroeders’ te zijn, in 1930 op scheepswerf “De Nijverheid’ van Jan Oebeles van der Werff gebouwd. Opdrachtgever was Jacobus

In Earnewâld, waar iedereen kon zeilen, werden al in de achttiende eeuw door kasteleins hardzeilwedstrijden voor vracht- en beurtschepen gehou-

www.uitgeverijpenn.nl

15


Gooyes Finnema uit Woudsend, op 15 oktober 1893 geboren en in 1918 getrouwd met het 20-jarige Drachtster meisje Geeske Gjaltema. Het was dus niet zo vreemd dat hij voor een nieuw schip naar Drachten toog. Jacobus zou het noemen naar zijn twee zonen Gooye en Hepke. Het was een groot, snel schip, naar de nieuwste inzichten gebouwd. Finnema voer er tot 1954 mee, toen hij het verkocht aan J. van Wageningen. Die brandde het achterdek eruit en maakte van het resterende schip een woning. Johannes Taekema uit Wezep, al jaren bemanningslid op Drachten, zeilde vanaf de eerste jaren van de IFKS mee met de ‘Hoop op Zegen’. Hij zat met dit kleine, bij Van der Werf Sneek gebouwde scheepje meestal vooraan in de middenmoot. Toen hij in 1990 dertiende van de vijftien was geworden, kocht Taekema de ‘Twee Gebroeders’ en zeilde haar naar een derde plek. Helaas degradeerde hij in 1992 na diskwalificatie en twee (van de vijf) niet gezeilde wedstrijden. Na een overwinning in de B-klasse in 1993 promoveerde de zwaar gebouwde Johannes ‘Turbo’ met zijn onafscheidelijke schippersmuts naar de A-klasse. Broer Henk, viel in 1994 voor hem in omdat hij door een hernia was geveld. In 1995 werd Johannes tweede in de A-klasse groot, ondanks een verloren protest. Het was zijn

16

beste prestatie met dit mooi getuigde, altijd keurig onderhouden schip. Na zijn overlijden nam Kuipers

Funderingstechniek uit Lemmer de ‘Twee Gebroeders’ over voor voornamelijk bedrijfsdoeleinden. De bekende Lemster akenzeiler Gerrit Hogeterp, gewaardeerd fokkenist op het Lemster Skûtsje, werd er in 2001 derde mee in de B-klasse. Harmen de Vries uit Oosterzee werd er vervolgens derde mee in eerst de C-, en in 2003 de B-klasse. Earnewâld kreeg de ‘Twee Gebroeders’ in 2006 via ruil in handen, waarna het op aanwijzing van de schipper grondig werd opgeknapt. Pietersma verwees daarbij naar antieke publicaties van Folkert N. van Loon uit 1822, waarin de stroomlijn van de snoek aan scheepsbouwers ten voordeel wordt gesteld. Niet zozeer door het mooie schip maar vooral door zijn tomeloze inzet heeft Gerhard Pietersma naar de top gereikt. In 2014 werd hij derde in het klassement. In 2015, toen Earnewâld als favoriet werd getipt, ging het veel minder goed.


DRIE GEBROEDERS, GORREDIJK ‘JANKE’ JAN OEBELES VAN DER WERFF BUITENSTVALLAAT, 1927 Het was een verrassende keus van de Langwarder Skûtsjekommisje om met het oude Zwaga-skûtsje ‘Twee Gebroeders’ de SKS-competitie van 2015 te zeilen, in plaats van de ‘Ut 'e Striid’ van Jacob Huisman. Er was net een nieuwe schipper, Johannes Meeter, en alles moest nog van pas worden gemaakt om knap mee te kunnen doen. Dat lukte. Johannes werd tweede in het eindklassement. Arend Wisse de Boer kocht najaar 2013 samen met Hans en Jan Roelof Boersma (zonen van Klaas, tientallen jaren adviseur op Heerenveen) het reserveskûtsje van Langweer, de ‘Drie Gebroeders’. Het zou domicilie krijgen in Gorredijk. Dat jaar was hij met de ‘Twee Gebroeders’ vierde geworden in de klasse A-groot van de IFKS.

Deze ‘Drie Gebroeders’ behoorde tot de favorieten, maar Arend Wisse werd vijfde in de klasse A-groot. De naam verwijst naar de drie eigenaren van het ‘Gordykster skûtsje'.

Het skûtsje Pieter van der Kooi, in 1921 getrouwd met Berber Epema (‘Baaie’), liet in 1927 op Buitenstvallaat een schip van 17,58x3,50m bouwen, in een prachtige serie die in 1924 met de ‘Oeral Thús’ (nu Jouster skûtsje) was begonnen. Het werd ‘Janke’ genoemd naar hun dochter, die dezelfde naam droeg als Berbers moeder. Het bestek ligt in het Fries Scheepvaart Museum in Sneek. Langweer zeilde er van 1998 t/m 2000 mee in de SKS-competitie. ‘Drie Gebroeders’ werd de naam in juli 2014 nadat het schip door Jelle Talsma in Osingahuizen met ruim een meter was verlengd. Het zeilde

uitstekend met mast en giek en ander houtwerk van Hans Boersma. Dat jaar werd Arend Wisse er derde mee. Tot de (afgelaste) wedstrijd bij Lemmer was de ‘Drie Gebroeders’ kanshebber voor de titel. Ook in 2015 behoorde het fraai gelijnde schip met de ‘Emanuel’ van Kuipers Funderingstechniek (schipper Merijn Olsthoorn) tot de bedreigers van de ‘oude garde’.

Links Swan van Donia, later Drie Gebroeders. Lemmer, 9 augustus 2000 tijdens de SKS. Schipper Anne Tjerkstra behaalde dit jaar de tiende notering in het eindklassement.

HARMONIE, BOLSWARD DE VROUW DJOEKE BARKMEIJER, SNEEK, 1905

Floris Bottema uit Bolsward is net als Sint Bekkema een éminence grise binnen de IFKS. Sinds 1995 is hij schipper op de ‘Harmonie’, dat jaar in eigendom genomen door de Stichting ’t skûtsje De Harmonie. Het schip had toen al een bewogen historie, met als hoogte- of dieptepunt de aanschaf door de Stichting Skûtsje Haskerlân te Joure op aandringen van de nieuwe schipper Anne Tjerkstra in 1985. Hij was op dit schip geboren als zoon van Bernardus Willemsz Tjerkstra uit It Heidenskip, die er in de jaren 1945-’49 af en toe een prijs of een premie mee won bij de toen net opgerichte SKS. Haar huidige naam kreeg het skûtsje op 83-jarige leeftijd in 1988, toen Lolle Schakel te Parrega ermee ging zeilen. Hij exploiteerde namelijk

café De Harmonie in Parrega, dat z’n naam dankte aan het overwinnen van ernstige godsdiensttwisten in de negentiende eeuw.

Het skûtsje

bij de IFKS onder de naam ‘Pelikaan’. Zo kreeg Anne Tjerkstra het in handen en na hem Lolle Schakel (1988-’91). Eddie de Vries was de volgende eigenaar.

Jan Slagman uit Terhorne gaf in 1905 opdracht tot de bouw van een skûtsje van in die tijd gangbare afmetingen: 15,40x3,46m. Negen jaar later liet hij op dezelfde werf een nieuw schip bouwen van bijna vijf meter langer. Willem Tjerkstra kocht het in 1938 van F. Koenen uit Sneek en noemde het naar zijn twee zonen Andries en Bernhardus ‘Twee Gebroeders’. De laatste trouwde met Jacoba Fortuin en begon voor zichzelf. Andries zocht zijn heil buitengaats. Tussen 1953 en 1980 lag het in een Amsterdamse gracht, maar Mechiel Worries uit Kraggenburg kalefaterde haar op om er in 1984 mee te zeilen

www.uitgeverijpenn.nl

17


‘DE JONGE JAN’, WARTEN GEBRS. ROORDA, DE PIIP, DRACHTEN, 1911 Scheepsbouwer Jelle Andreas Talsma uit Warten kocht het legendarische skûtsje ‘ De Jonge Jan’ in 2007 van Allard Syperda. Diens broer Merward kon er niet mee uit de voeten, zei hij. Op het Sneekermeer (de Snitser Mar) ruilde Talsma de ‘Zorg en Vlijt’ in tegen ‘De Poep’, zoals de bijnaam van schipper en skûtsje luidde. Die eerste reis al voelde Talsma een bijzondere band met het schip. Bij de IFKS werd hij drie keer achtereen kampioen, in de klassen C, B en A-groot. In 2014 won hij opnieuw, nu met minieme voorsprong op de ‘Jonge Jasper’ van Froukje Osinga-Meijer. Daarmee was ‘De Jonge Jan’ terug op het hoogste niveau. Zo had Sytse Jiskes Sytema het kennelijk bedoeld toen hij als 62-jarige in 1911 dit schip bij de Gebroeders Roorda liet bouwen, zo vierden Douwe Tjerkstra en Tjitte Janszn. Brouwer er hun SKS-titels mee in 1952 en ’53. Jelle Talsma staat bekend als kenner van schepen en een goed zeiler. Bovendien wil hij wel leren van goede adviseurs als Harry Amsterdam en Peter Aukema.

Van Jan en Jel ‘De Poep’ was van de jaren dertig tot 1963 het schip van broer en zuster Jan en Jeltje Sytema. Hij was ongetrouwd gebleven, zij vluchtte na zes

SCHEEPSWERF

Talsma 18

weken huwelijk van het schip van echtgenoot Johannes Dijkstra. Aanvankelijk voeren Sytse Jiskes Sytema en Gjet Sytema-Boom wedstrijden met sportieve gastschippers, zoals Tjitze Duiker en later Kees (Cornelis) Haarsma. De stuurlieden kregen meestal wel een deel van de prijs, en een medaille. Het meeste geld ging naar de eigenaar. Na de dood van dochter Ans in 1934 werd Sytse geesteljik hard minder. Hij stierf in 1937. Zijn vrouw volgde hem in het graf in 1942. In die jaren zeilden broer en zuster Jan en Jel al met lading door de Friese wereld, uiterst sober levend om geen cent te verspillen. Zo lagen ze in de Tweede Wereldoorlog bij de tuinbouwveiling van Huizum, waar ze in het afval nog eetbare waar wisten te vinden. Elke zomer kwamen dan weer de jonge sportlieden om met hun prachtige snelle schip een prijs te winnen. Dat ging door tot 1958, toen de oud geworden Jan Sytema jr., naar wie het schip genoemd was, de drukte te veel vond. In 1964 verkocht Jeltje het schip aan Lammert Westerdijk, die het voor dezelfde prijs doorverkocht aan de Kommisje Earnewâldster Skûtsje.

Omdat Berend Mink er niet op wilde zeilen, werd Hylke de Vries daar de schipper. Hidzer Meeter ruilde in 1978 De Jonge Jan in tegen de Emanuel, om voor Earnewâld beter te presteren. Via vader Lodewijk kwam het schip in handen van Jappie en broer Klaas Meeter. Die hadden het al ondergebracht in een aparte stichting, toen Allard Syperda het kocht. Hij verpachtte het in 2001 aan de commissie Langweer, waar Anne Tjerkstra schipper was geworden.

Het skûtsje ‘De Jonge Jan’ deed al meteen na de tewaterlating aan wedstrijden mee, en won. Sytema en zijn bemanning met veel opstappers reisden over de hele provincie, waar ze een groot bedrag aan eerste en tweede prijzen wonnen. Volgens oude foto’s was het schip overtuigd, waardoor het vooral bij lichter weer excelleerde. In de jaren vijftig fungeerde het schip nog wel als extra laadruim bij een motorschip en ’s winters als woonschip. Het kreeg ligplaats in de Oostergracht en later de Potmarge, waar Jeltje aan de Klanderijdwarsstraat woonde.


SINNEKENING LEEUWARDEN

‘EBEN HAËZER’, ALIAS ‘IT DOARP HUZUM’ DE ROOS & VAN DER MEIJDEN, LEEUWARDEN

van Huizum. Het was de bedoeling dat de Huizumers na vele jaren sportieve ellende eindelijk wat naar voren konden komen. Dat is er nog niet uitgekomen. De naam ‘Sinnekening’ verwijst naar de magere sportieve jaren onder Lodewijk Eildertszoon Meeter jr (1997-2008). Die werd zo vaak laatste en veertiende, dat hij de bijnaam Lodewijk de Veertiende, oftewel De Zonnekoning, kreeg.

Lodewijk Meeter senior voelde zich in 1967 niet thuis bij de Langweerder skûtsjecommissie. En dat Langweer voor de ‘Twee Gebroeders’, het vroegere Zwaga-skûtsje, had gekozen zinde hem al helemaal niet. Daarom begon hij in 1968 voor zichzelf. Met een schip dat in Harlingen voor overslag werd gebruikt, maar in feite op de oudijzer koopman wachtte. Lodewijk Meeter maakte er samen met zijn zonen een mooi, snel skûtsje van, dat bij de SKS in de voorste linies kon meedoen. Als onafhankelijk schipper voerde hij voortaan zijn eigen initialen als zeilteken, LM. Jan Sipko van der Veen en Cor van der Zee brachten dit schip onder in een aparte stichting, om ermee te zeilen bij de IFKS. Ze verkregen het via een ruilhandel met Siete Eildertszn. Meeter, die daarbij de ‘Sûn en Wol’ leverde aan de eigenarencommissie

Van Lodewijk tot Lodewijk De oude Lodewijk was een vernuftig scheepsbouwer en zijn zonen Eildert, Klaas, Hidzer en Jappie deden niet voor hem onder. Ze vonden allerlei slimmigheden uit om sneller te gaan dan de concurrentie. Ze bedachten een koproer, een verstelbare lummel en zelfs een scharnierende opsteker om recht tegen de wind in te kunnen zeilen. Dat werd niet allemaal een succes, maar de totale inzet, inclusief trainingstochtjes op de zondagmorgen met betalende gasten, leidde in 1970 en ’71 tot een kampioenschap, en tweede plaatsen in 1973 en ’75-

‘77. Het had nog veel beter kunnen zijn als de Meeters minder vrolijk waren geweest en niet de confrontatie met de Zwaga’s waren aangegaan. Na Lodewijks vertrek in 1988 ging het onder zijn zoon Eildert snel bergafwaarts. In 1999 werd Lodewijk EIldertszn. jr. voor het eerst laatste in het eindklassement, waarmee hij zijn bijnaam verdiende.

Trouwe sponsoren Met hun Friesche Olie- en Verfhandel zijn Van der Veen en Van der Zee trouwe sponsoren van het skûtsjesilen, met name van Huizum. Daar is na een kleine paleisrevolutie de Meeterfamilie breder bij het eigen familieskûtsje betrokken. Met Eildert Klaas leidde dat op het oude Huzumer skûtsje echter niet tot het gewenste resultaat. De ‘Sinnekening’ begon in 2013 in de C-klasse. Ondanks een matige klassering (vijfde) promoveerde Van der Veen ermee naar de B-klasse. Daarin werd hij in 2015 voorlaatste. Maar, is ieders overtuiging, met het mooie tuig moet er meer in zitten.

www.uitgeverijpenn.nl

19


samen werken.

samen werken en samen vooruit In de nieuwe gemeente De Fryske Marren houden we er met elkaar de vaart in. Ondernemers hebben in deze mooie gemeente alle ruimte en helpen elkaar waar dat maar kan. Moet de koers verlegd worden? Dan doen we dat samen. Want door krachten te bundelen, komen we verder. Meer weten? www.defryskemarren.nl

www.defryskemarren.nl

20


PROJECT FRIESE MEREN FEESTELIJK BESLOTEN STRAKS IN ‘GASTVRIJ FRYSLÂN’ De Turfroute werd 6 mei 2015 geopend voor een nieuw vaarseizoen.Wethouder Sietse Derks van Ooststellingwerf verrichtte de officiële opening door een scheepshoorn te laten toeteren. Aansluitend opende wethouder Rob Jonkman van Opsterland samen met gedeputeerde Jannewietske de Vries en Marian Jager van Wetterskip Fryslân het nieuwe sanitairgebouw bij de Kalkovens. Foto Henk Stoelwinder

Vijftien jaar samenwerken aan verbetering van de Friese waterwereld wordt dit jaar voorlopig afgerond. Van Echten tot Earnewâld en van Leeuwarden tot Rijs staat zondag 20 september 2015 het vrije varen centraal. Maar het werk gaat door. Op de Grutte Brekken bij Lemmer zijn naast de PM-geul twee vaargeulen gegraven zodat beroeps- en recreatievaart er veilig gescheiden zijn. De Luts in Gaasterland is uitgediept en opgeschoond en daarna veiliger gemaakt voor wild. Door noordelijk Fryslân is tussen Berlikum en Burdaard de Elfstedenroute beter bevaarbaar gemaakt. In Franeker kun je weer net zo varen als in 1921, toen de suikerfabriek Frisia er werd geopend. Bij Stavoren behoren de lange wachttijden tot het verleden dankzij een nieuwe sluis. En bij Sneek is een uitgestrekte waterwereld direct op de Snitser Mar aangesloten. Avontuurlijk vaargedrag wordt bevorderd met een nieuwe digitale diepte- en vaarkaart, met bijbehorende toegankelijke App. Tal van voorheen afgesloten wateren zijn toegankelijk gemaakt voor vaartuigen van sloep tot kruiser.

door watersporters met 150% te laten stijgen. Dat is lang niet gehaald, ook door de financiële crises in de jaren 2008-2014. Maar het is wel drukker en veel mooier geworden langs de Friese kusten. Gemeenten, Wetterskip Fryslân, toeristische bedrijven en vooral de provinsje Fryslân hebben de afgelopen vijftien jaar allerlei ingrepen in de natte infrastructuur op elkaar afgestemd. Gedeputeerde Klaas Kielstra, die nu verantwoordelijk is, kan zijn voorgangers een compliment geven. Ze hebben het goed gedaan. Het was volgens de betrokkenen echt een feest om met elkaar samen te werken. Dat maakte het ook mogelijk om samen tegenvallers op te vangen. Bij het Polderhoofdkanaal bijvoorbeeld. Het is een wondertje dat de vaarweg tussen Suder- en Noarderslûs op 1 juli feestelijk geopend kon worden. De Gestreepte roofkever zat met z’n unieke biotoop de baggeraars jarenlang lelijk dwars, maar die

heeft nu een andere locatie gevonden.

Er komt een vervolg Lopende projecten waarvan de financiering rond is, worden na 31 december 2015 gewoon voortgezet. Voor andere komt een vervolg, dat wordt ondergebracht bij het nieuwe project ‘Gastfrij Fryslân’. Dat is zo mogelijk nog integraler van aanpak dan de voorganger. Op de Elfstedenroute kon het nog best wat drukker, zeggen middenstanders. In en op de Luts liepen vaar-, schaats- en wildbelangen door elkaar heen, maar daar is iets op gevonden. Veel bruggen zijn al bruggeldvrij gemaakt, er volgen nog meer. Want het werk aan de waterkant gaat door, ook na 19 en 20 september 2015. Die dagen is het feest, te beginnen in de Prinsentuin in Leeuwarden. Kijk maar op www.friesemeren.nl.

Nog niet klaar Zo was het ongeveer bedoeld toen vijftien jaar geleden het Friese Merenproject van start ging. Het plan was om de toeristische bestedingen

Zijne Majesteit Koning Willem-Alexander heeft op 8 mei in Stavoren de vernieuwde Johan Frisosluis officieel geopend. Foto: Friese Merenproject

www.uitgeverijpenn.nl

21


Voor maatwerk in de entertainmentbranche SUPPORT • EXECUTE • SUCCEED

Apolloweg 16 8938 AT Leeuwarden Tel: +31(0)58 215 7003 Fax: +31(0)58 215 7004 Website: www.gvstageequipment.nl

22


Live

Met optredens van 30 verschillende artiesten 11 okt. Stadsschouwburg De Harmonie Leeuwarden Voor meer info en tickets:

www.friezenopdeplanken.nl

Voor maatwerk in de entertainmentbranche

www.uitgeverijpenn.nl

23


‘De Stripe’

Historische Scheepswerf / Skûtsjemuseum De Stripe 12 9264 TW Earnewâld www.aebelina.nl www.skutsjemuseum.nl e-mail: info@skutsjemuseum.nl Info: 06-16933805

Geopend: 26 apr. t/m 27 sept. op za. en zo. juli en augustus alle dagen, behalve maandag openingstijden 13.30 – 17.00 uur Groepen op afspraak het hele jaar mogelijk Entree € 3.- Kinderen t/m 12 j. € 1.-

HULDE AAN PRINSES VAN EUROPA Dit jaar is het 250 jaar geleden dat Maria Louise van Hessen-Kassel overleed. Diverse locaties in Fryslân eren het werk en leven van deze sterke vrouw met een themajaar vol activiteiten. Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) heeft hiervoor in het najaar en de winter voldoende op de agenda. De Marijke Muoi Rebekkah loge herdenkt op 2 oktober haar 'naamgeefster' met een thema-avond. Bearn Bilker belicht op 11 oktober de rol van religie in het leven van Maria Louise en op 11 november vertelt hij over het tragische leven van Anna Charlotte Amelia, de dochter van Maria Louise. In het HCL is tot eind van het jaar de tentoonstelling over de befaamde hovenier van Maria Louise, Johann Hermann Knoop te zien. Historisch Centrum Leeuwarden (HCL) Groeneweg 1 8911 EH Leeuwarden tel. 058-2332350 @ historischcentrum@leeuwarden.nl www historischcentrumleeuwarden.nl

Zeilmakerij Rolf de Jong DE ZEILMAKERIJ VOOR:

- boottenten Kroes & Poortinga BV Marine Engineers Celsiusweg 13 8503 AC Joure

- jachtzeilen - verandazeilen

Singel 16 9001 XP Grou Tel. 06 – 81133883

Phone :+31 (0)513-418400 Direct :+31 (0)513-767601 Mob :+31 (0)6-51122167

E-mail : tabo@marine-engineers.nl Web : w w w.marine-engineers.nl 24

w w w. r o l f z e i l m a k e r i j . n l


De kampioen: het Jouster skûtsje.

JOUSTERS KUNNEN REKENEN Dirk Jan Reijenga won de SKStitel 2015 vooral in Lemmer. Daar versloeg Joure op donderdag 30 juli naaste concurrent Langweer twee keer. Het resultaat was een voorsprong van 0,2 punten van de ‘Oeral Thús’ op de ‘Twee Gebroeders’ voordat de finale op de Snitser Mar zou beginnen. Die finale ging wegens windstiltes niet door. Vrijdag om drie uur was de 38-jarige Dirk Jan kampioen. Een dag en één uur later stond Joure op z’n kop bij de huldiging van de eerste titel sinds een moeizaam begin van ‘De Vlecke’ in 1973. De 44-jarige binnenschipper Johannes Meeter uit Lemmer won op zaterdag 13 juni de jubileumwedstrijd op eigen water met de nieuw opgetuigde ‘Twee Gebroeders’. De week daarvoor hadden hij en broer Lodewijk van Huizum de laatste eer bewezen aan hun vader Hidzer Meeter. Die heeft zelf in 1985 en ’86 gezeild met

de ‘Oeral Thús’, toen eigendom van IFKS-pionier Gerrit Roosjen. Meeter kapseisde en zonk op het IJsselmeer op weg naar Sail Amsterdam. André Hoek werd er desondanks in 1987 kampioen mee. Toen kocht de Jouster commissie het brede schip (20,15x3,97m). Dertig jaar later moesten Johannes en de Langwar-kommisje kiezen tussen de ‘Twee Gebroeders’ (19,34x3,82m; 1914, Wildschut Gaastmeer) en het gedeeltelijk van Jacob Huisman ‘geleaste’ Piipster skûtsje ‘Ut ‘e Striid’. De ‘Swan fan Donia’, was eerder al overgedragen aan Arend Wisse de Boer en de Boersmazonen Hans en Jan Roelof. Die zeilen er als ‘Drie Gebroeders’ bij de IFKS mee, al is Jan Roelof er vanwege zijn werk niet vaak bij.

Queen dolgelukkig. Vlak voor de wedstrijd mopperden oud-leden nog. ‘Der sit amper mear in Langwarder yn it bestjoer’, foeterde Jan Wassenaar bij de deur van de ‘Drie Zwaantjes’. Besognes thuis en het werk hadden hem gedwongen wat afstand te nemen.

Verrassing Het Langweerbestuur was op zijn jubileumdag aan boord van de Frisian

www.uitgeverijpenn.nl

25


2015

Klassering

Zeilteken

Schipper 2015

Skûtsje

Plaats

1

Dirk Jan Reijenga

Oeral Thús

Joure

2

Johannes Hzn. Meeter

Út ‘e Striid

Langweer

3

Douwe Azn. Visser

Doarp Grou

Grou

4

Pieter Ezn. Meeter

Eildert Sietez

Akkrum

5

Teake Klaas van der Meulen

Klaas van der Meulen

Woudsend

6

Douwe Jzn. Visser

De Sneker Pan

Sneek

7

Gerhard Pietersma

Twee Gebroeders

Earnewâld

8

Albert Jzn. Visser

Lemster Skûtsje

Lemmer

9

Alco Reijenga

Gerben van Manen

Heerenveen

10

Siete Ezn. Meeter

Rienk Ulbesz

Leeuwarden

11

Auke de Groot

Súdwesthoek

Stavoren

12

Berend Mink

d’Halve Maen

Drachten

13

Jeroen Pietersma

Twee Gebroeders

Drachten

14

Lodewijk Hzn. Meeter

It Doarp Huzum

Huizum

Een historische uitslag.

De nieuwe CLA Shooting Brake. 4% bijtelling 20% bijtelling

Gecombineerd verbruik: 3,9 - 7,1 l/100 km, 25,6 - 14,1 km/l. CO2-uitstoot: 101 - 165 g/km.

nu ook elektrisch

20% bijtelling

FHV_95134_MB_CLA_SB_91x61_Wensink.indd 1

26

Heerenveen Venus 1, 8448 CE, tel. 0513 - 612929, info@wensink.nl www.wensink.nl/mercedesbenz.

07-09-15 12:38


Een echte troef

Joure heeft met de ‘Oeral Thús’ sinds 1988 een echte troef in handen. Anne Tjerkstra was toen de schipper, en hij was een paar keer heel dicht bij de titel. De Jouster commissie onder aanvoering van Klaas Plaatje sloot in 2012 een lucratief contract met Douwe Egberts. Met minder kon het niet toe toen de SKS toestemming gaf de roef te verlagen om de toegestane meters zeil kwijt te kunnen zonder de mast te verlengen. Zo veranderde het in 1923 op Buitenstvallaat bij Drachten voor Anne Groenveld uit IJlst gebouwde skûtsje. De revival van ‘De Twee Gebroeders’ van Langweer was, 35 jaar na het behalen van de titel door Lammert Zwaga, niet minder. Want wat hebben veel schippers hun tanden op dit Zwagaskûtsje stukgebeten. Johannes Meeter, afgedankt door de Lemster commissie, deed dat niet. We kunnen nog wat beleven met deze beide Lemsters, die voor De Fryske Marren varen. Maar een dapper bestuur ging onvervaard steeds opnieuw de strijd aan met het negativisme. Dat het zó goed zou gaan als dit jaar durfden zelfs Robert van der Werf en voorzitter Luite Berkenbos niet te voorspellen. Niettemin lag de Zwaan voor de wedstrijd in Lemmer aan kop. Het trainbeest Gerhard Pietersma, bekend van de ecotrainingen van Tjalling en Berber van den Berg, was na een heftig begin een plekje teruggeslagen. Niets zou Johannes liever willen dan de krans van de SKS-titelstrijd op het vers gedolven graf van heit leggen. Maar hij wist voor de start van de competitie dat het een moeilijke missie was. Want nieuwe zeilen moesten nog op het 1500 kg lichter gemaakte Zwaga-skûtsje worden gebracht en gekeurd. Als voornaamste concurrent zag hij Grou of Sneek, of desnoods Gerhard Pietersma. Dirk Jan Reijenga begon dit jaar ontspannen met een nieuwe adviseur, Abele de Jong. Hij nam in het verleden afscheid van Baint Kramer, die hem te ambitieus was. Wel is Kramer een uitstekend zeiler, zoals Johannes Meeter dit jaar mocht ervaren. Anne Tjerkstra en Peter Syperda

wisten het al lang. Reijenga probeerde het met broer Alco, maar die werd in 2014 zelf schipper op Heerenveen. Geen paniek, de oudste zoon van Jelle en Nerie kan rekenen. Bij Earnewâld nam hij genoegen met een tweede plek achter Earnewâld, al behoorde een overwinning tot de mogelijkheden. Twee dagen later werd Langweer na een prachtige wedstrijd bij Terherne voor eigen publiek slechts

dertiende. De volgende wedstrijd, bij Elahuizen, won Joure. Zaterdag ging het niet door. Grou, winnaar van de eerste wedstrijd op eigen water, kwam maandag bij Woudsend terug. En toen pakte Joure de voorsprong met een titel als resultaat.

Foto's: Tom Coehoorn

Overstap plannen?

Administratie, advisering, salarisadministratie, jaarrekeningen, financieringsbegeleiding, belastingaangiftes & meer

Tel uit je winst: de voordelen van Eijgen

je cijfers van a tot z onder zeil brengen op één plek voortvarend met innovatieve software een betrouwbare sparringspartner die mee durft te denken oog voor detail en recht door zee begeleiding van startende ondernemers

Samen de juiste koers vinden naar succes. Doe de vergelijkingstest op www.eijgen.nl/tarieven

Trotse sponsor van de SKS kampioen 2015 Hoofdkantoor Joure: Polderboskdyk 3 8501 ZJ Joure 0513-414600 info@eijgen.nl

financiële dienstverlening

www.uitgeverijpenn.nl

27


MET BLOED, ZWEET EN TRANEN ERVAREN IFKS’ERS WAARSCHUWEN VOOR RUIGE ZEILERS Rutger Boonstra verhuist voor skûtsjes

Rutger Boonstra wil serieus meedoen aan het skûtsjesilen. Met de ‘Simmerdei’ werd hij dit jaar bij de IFKS kampioen in de klasse a-klein. Het schip is in 1911 gebouwd bij Bijlsma in Wartena voor S. de Jong uit Grou als ‘Goede Verwachting’. Arnold Veenema won meerdere titels met deze ‘Hoop op Welvaart’. Boonstra noemde haar ‘Simmerdei’. Om tijd over te houden voor trainingen verhuisde Boonstra van Alphen naar Sneek. Zo heeft hij altijd oefenwater naast de deur en kan hij van maart tot november minstens één keer per week zichzelf en de bemanning aan de praktijk van het skûtsjesilen onderwerpen.

Met een weergaloze race door het veld greep Ton Brundel met de ‘Lytse Lies’ zaterdag 8 augustus de IFKS-titel. Na afloop sprak hij bezorgd over het ruige zeilen van sommige collega’s. Oud-kampioen Sikke Heerschop vroeg zich af of hij wel bij deze club wil blijven. Jeroen de Vos voerde dit jaar de ranglijst van ernstige verwondingen aan met een schedelbasisfractuur. Hij liep die bij Echten op in een aanvaring met Michiel Kalsbeek van de Raerder Roek. Zaterdag in de finale brak een bemanningslid van Arnold Veenema van de Zeldenrust een rib doordat hij een overslaande giek in zijn rug kreeg. Door de fout werd de Sneker schipper geen kampioen bij de B-klasse en kwam hij zelfs niet op het podium. Daardoor hoorde hij ook niet bij de promovendi naar de kampioensklasse. ‘Ik freegje my of wêr’t wy mei oan ‘e gong binne’, zei Sikke Heerschop. ‘Dit giet fiersten te gek. It is sa gjin spultsje mear.’ Heerschop zei ernstig te overwegen om als schipper te stoppen. Hij wil schip en bemanning niet meer blootstellen aan de gevaren van ruig zeilende tegenstanders. Dat niet hij maar Jilles Bandstra door een verloren protest degradeert, is

28

nauwelijks een troost voor dit verdriet. ‘Fiif minsken yn it sikenhûs. Der falle sa nochris deaden.’

Klapgijp Ook de nieuwe kampioen Ton Brundel vindt dat er soms te veel risico’s worden genomen. Zelf is hij vroeger getorpedeerd door Michiel Kalsbeek. Op de Kralingse Plas, eind mei, zeilde hij over bakboord achter iedereen langs omdat Floriaan Zwart, Jeroen de Vos of Sieb Meijer over stuurboord liggend geen ruimte wensten te geven. Het

De bemanning van de Emanuel

had maar zo een massale aanvaring kunnen worden. In Heeg dweilde Daan van der Meer op zondag 7 juni met ‘De Tiid sil ’t Leare’ over stuurboord voor een startend veld langs en werd hard geraakt door de HA, gestuurd door invaller-schipper Seije Postma. Die schrok zich dood. Even later liet Remy de Boer de giek overgaan, waardoor Gerrit de Vries keihard in zijn rug werd getroffen. Bij de SKS raakte de Earnewâldster schipper Gerhard Pietersma gewond


Froukje Meijer tot aan de finale op kop. aan drie ribben na een aanvaring waar hij zelf mede schuldig aan was. Bij Douwe Visser van Sneek suisde twee keer de giek over het achterdek van een tegenstander na een klapgijp. Ook bij deze organisatie raakten tijdens het kampioenschap meerdere bemanningsleden vrij ernstig geblesseerd.

steeds aan boord bij dochter Froukje. Misschien moet hij zelf maar weer beginnen op een eigen skûtsje. Andere kampioenen bij de IFKS waren Floriaan Zwart, Ut en Thús (B-klasse) en de jeugdige debutante Jehanne Prins met de Lege Wâlden (C-klasse). Rutger Boonstra won de titel in de klasse a-klein met de

‘Simmerdei’ (alias Hoop op Welvaart, Goede Verwachting). Daan van der Meer won de laatste en twee andere wedstrijden, maar werd vijfde in het klassement, mee door een verloren protest.

Foto's: Tom Coehoorn

Slimme kampioen Het gemopper doet niets af aan de prestaties van de kampioenen. Froukje Meijer stond tot de finale op kop. Ze startte zaterdag in Lemmer ook voortreffelijk, achter Arend Wisse de Boer. Maar Ton Brundel zeilde de eerste twee rakken veel beter. Merijn Olsthoorn, tot dan nummer twee in het klassement, zat bij de start al op achterstand. Ondanks een paar prachtige manoeuvres kwam hij maar weinig naar voren. Dat is nu eenmaal het lot van veel schipper in de achterhoede. Ton Brundel stootte met zijn zesde titel Sieb Meijer van de troon, die vijf keer kampioen is geweest bij de IFKS. De oude zeiler uit Franeker is met skûtsjesilen gestopt, maar zit nog wel

www.uitgeverijpenn.nl

29


FRIES WATER ZIT VOL LEVEN WETTERSKIP, VISSERS EN OVERHEDEN IN ACTIE Het water is overal in Fryslân anders van samenstelling, van voedselrijk tot arm. Ook de stroming varieert . Dat heeft grote invloed op het waterleven. Op de ene plek is het bloeiend en gevarieerd, op de andere doods en eenzijdig. Op de Grutte Brekken bij Lemmer is ’s zomers de grootscheepse inlaat van voedselarm en helder water van de Iselmar duidelijk merkbaar. Op de Leien bij De Pein daarentegen is het fosfaatgehalte veel hoger door de Rioolwaterzuivering van Drachten. In omliggende sloten zie je het verschil in ‘eutrofiëring’ aan de dikte van de laag eendenkroos. Hoe dikker hoe voedselrijker, en saaier als bron van leven. Verrassend voor toevallige passanten is dat elk meer, elke plas in deze provincie water heeft met zijn eigen typische samenstelling. Het gaat om veel water, duizenden miljarden liters bij een gemiddelde meerdiepte van 2m, en tienduizenden kilometers sloten en vaarten. In de pas verschenen Fisk Atlas Fryslân staan de resultaten van metingen over de laatste tientallen jaren. De waterkwaliteit wordt weer veel ‘beter’, na een eeuw van dramatische teruggang. Dat is mede te danken aan een sterke verbetering van rioolstelsels en zuiveringsinstallaties, waardoor het stikstofgehalte (N) in veel wateren daalt. Het fosfaatgehalte daarentegen vertoont na vele jaren van

Rust en concentratie aan de oever van het Van Harinxmakanaal in Leeuwarden tijdens het WK Zoetwatervissen voor dames. (Foto: Sportvisserij Fryslân) daling weer een lichte stijging door het gebruik van (kunst)mest door de boeren. De relatieve voedselarmoede in sommige wateren is misschien voor zeldzame soorten goed, maar niet voor veel vissen. Daarover klagen sport- en beroepsvissers. Ze juichen het toe dat de laatste tijd oevers zijn aangepakt en hindernissen voor paaiende vissen opgeruimd. Daar is vooral Wetterskip Fryslân nauw bij betrokken.

Het water in de vele meren, sloten en plassen heeft overal een andere samenstelling. (Foto: Sportvisserij Fryslân)

30

Te schoon Voorzitter Jon Visser van de Friese beroepsvissers ziet na jaren van vervuiling een bijzonder probleem ontstaan: het water wordt voor veel soorten te schoon, te arm aan voedsel. Dat is vooral merkbaar op de Iselmar, een tobbe vol regenwater. Via inlaat van dit water wordt vooral westelijk Fryslân ermee doordrenkt. Sake van der Meer, voorzitter van Sportvisserij Fryslân, ziet de vangsten al jaren teruglopen en vreest dat het de komende jaren nog veel erger wordt. Dat het water schoner wordt, kan de leek zien aan de helderheid. Ook in de Tsjonger is deze ‘doorzicht’ stukken vooruit gegaan. Dat betekent niet dat er nu een paradijs voor de visstand is geschapen. Vooral de diepontwatering geeft, met zijn vele ondiepe slootjes en uitspoeling van (kunst)mest, reden tot zorg. Boeren in het grote delen van de provincie wensen een lagere grondwaterstand voor een stevige ondergrond voor machines en vee. Om dat te bereiken worden de gemalen aangezet voor


Fosfaat- en stikstofgehalten in 12 poldersloten alsmede het gemiddelde daarvan gedurende de jaren 2000-2012 (kleurverloop van donker naar licht). Bron: Fiskatlas Fryslân. natte perioden en wordt de waterwereld gecompartimenteerd door stuwen. De bodembedekking (vegetatie) in veel plassen is veel minder gevarieerd dan vroeger, voor 1850. Toen stond ’s winters half Friesland onder water en vertoonden de waterstanden veel afwisseling. Met de oplevering van het Hooglandgemaal in Stavoren in 1966, wordt gestreefd naar een vrij stabiel waterpeil in de hele provincie. Dat is misschien mooi voor boeren en scheepvaart, maar heeft ernstige gevolgen voor oevers en leven.

Tegenstrijdige belangen In onze dagen is de waterkwaliteit

naast de beheersing van de waterstand en de bescherming tegen overstromingen door de dijken een zorg van Wetterskip Fryslân. Binnen deze democratisch bestuurde instelling heeft elk belang zijn behartiger in het Algemeen Bestuur. De afgelopen jaren hebben andere overheden wel geprobeerd taken naar rijk en provincie over te hevelen, maar dat is tot nog toe niet gelukt. De waterschappen hebben er juist taken bijgekregen in de afgelopen jaren. Denk aan muskusrattenbestrijding, beheer van het ondiepe grondwater en het onderhoud van de dijken. Het Wetterskip is bezig met een grote operatie om de kans op water-

overlast verder te verkleinen. Hiervoor worden kaden verhoogd en de opvangcapaciteit in extreem natte perioden verbeterd. Ook aan een betere waterecologie voor de visstand wordt gewerkt. Daarbij past het opruimen van stuwen en dammen, wat ook voor varende en schaatsende toeristen aantrekkelijk is. Dezelfde watersporters vernielen, soms ongewild, fuiken en storen sportvissers. Ze zijn dus zowel bondgenoten als, soms, tegenstanders. Zo grijpt alles in elkaar.

www.uitgeverijpenn.nl

31


‘HET IS PIONIEREN. EEN WETTERSKIP WERKT STUG DOOR AAN KWALITEIT

Visvriendelijke vijzelpomp in een gemaal. (Foto: Fotobureau Het Hoge Noorden)

Wetterskip Fryslân werkt systematisch aan verbetering van de waterkwaliteit. Over 12 jaar moet voldaan worden aan de Kaderrichtlijn Water van de Europese Unie. ‘Er is al veel bereikt’, zegt DB-lid Marian Jager. ‘Maar we zijn er nog lang niet.’ Zij en beleidsmedewerker Arjen van der Mark maken één ding direct duidelijk: werken aan verbetering van de waterkwaliteit is een proces. De aanpak ligt niet in detail vast. ‘Het is pionieren. Een zoektocht soms, wel in de juiste richting maar met een nog onbekende afloop.’ Daarin kunnen tussendoelen worden bijgesteld. Was het terugdringen van vervuiling van het oppervlaktewater voorheen een belangrijk criterium, nu wordt meer ingezet op variatie in het waterleven, zoals waterplanten en vissen. Zo kan de praktijk dwingen tot aanpassingen op veel terreinen. Van der Mark: ‘Onze nieuwe natuurvriendelijke oevers voldeden niet overal. Bovendien was er onder grondbezitters vaak weerstand tegen het afstaan van grond voor aanleg van natuurvriendelijke oevers met riet. Daarom zet Wetterskip Fryslân tegenwoordig meer in op verbreding van watergangen. Een geleidelij-

32

ke overgang tussen droog en nat bevordert de ontwikkeling van een rijke ecologie in het water. ‘Daarmee bereik je in feite hetzelfde, en je roept minder verzet op. En je veroorzaakt minder ongerief voor sommige gebruikers’, zegt Jager. ‘Verbreden van watergangen kost ook grond, maar levert meer ruimte op voor waterberging en een betere aan- en afvoer van water. Daar hebben de boeren ook wat aan’.

Betere visstand Jager en Van der Mark erkennen dat sport- en beroepsvissers terecht het gevoel kunnen hebben dat de visstand terugloopt. Van der Mark: ‘Er ligt een periode achter ons waarin het water overvoerd was. Sommige vissoorten, zoals de brasem, konden zich jarenlang ongestoord vet vreten en ze hadden weinig te vrezen van roofvissen. Dat was vooral in de jaren zeventig, tachtig de situatie. Vóór 1960 was het heel anders. En zeker in de negentiende eeuw was er een ander evenwicht met afwisseling tussen hoog en laag water in de verschillende seizoenen.’ Van der Mark, zelf actief sportvisser, zegt dat de biologen van het waterschap over gegevens beschikken die in strijd lijken met de klachten van

vissers. ‘Als de sportvissers de vis niet meer met hun hengel kunnen vangen, is dat apart. Bij het driejaarlijks meten van de visstand vangen wij ze nog wel in onze netten. Vraag me niet waar dat door komt.’ En lachend: ‘ Misschien zien de vissen in helder water het draadje wel beter.’ Maar het is ook een bekend fenomeen dat in ecologisch herstel enige vertraging optreedt, zoals dat vaak ook gebeurt met verslechtering. ‘Een effect zie je pas op termijn’, zegt Van der Mark. Jager: ‘Dat maakt het lastig om ons beleid te verdedigen. Je kunt het verwijt krijgen dat er te veel geld wordt uitgegeven en dat het onvoldoende oplevert.’ Vooruitgang is er zeker. Het water zit veel dichter bij een doorzichtniveau van 65 cm, waar algemeen naar wordt gestreefd. En de soortenrijkdom is weer aanmerkelijk groter dan in de jaren zeventig.

Veel belangen Mevrouw Jager heeft brede ervaring als bestuurder. Ze was statenlid, burgemeester van Opsterland en wethouder van Boarnsterhim, en nu is ze dus DB-lid van Wetterskip Fryslân. Gepokt en gemazeld in het openbaar bestuur in een eigenzinnige provincie; zij is wel gewend met verschillende belangen om te gaan. ‘Water is erg belangrijk voor deze provincie. Je staat er versteld van met

Natuurvriendelijke oever bij de Heafeart. (Foto: Wetterskip Fryslân)


ZOEKTOCHT SOMS’ 2027 voldoen aan de Kaderrichtlijn Water met schoon water met een gevarieerde visstand en plantengroei, dat goed is voor recreatie, landbouw en natuur. Die afspraak voor de langere termijn houdt ons bij de les.’

Samenwerken

Natuurvriendelijke vispassage in It Alddjip. (Foto:Wetterskip Fryslân) hoeveel verschillende belangen je als Wetterskip rekening moet houden. De landbouweconomie was in een groot deel van de vorige eeuw overheersend in deze provincie. Pas met de invoering van de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater in de jaren ’70 en het mestbeleid in de jaren ’80 wordt het milieu meer serieus genomen. Een massa sportvissers roerde zich toen ook, watersport en toerisme kwamen in de belangstelling. Tegenwoordig willen veel mensen graag aan of nog liever op het water wonen. Anderen klagen als na hoosbuien de kelders vol water staan. ‘Mensen, leggen wel hun tuinen vol stenen en beton‘, aldus Jager. ‘ Ze zien de verbanden in de waterketen niet altijd. Minder groen betekent dat er meer water via het gemeentelijke riool moet worden afgevoerd. En zeker met de toename van hevige lokale regenbuien kunnen die dat niet altijd aan en zal er wateroverlast ontstaan. Ook als waterschap hebben we te maken met deze buien waarbij in korte tijd heel veel water valt in een beperkt gebied. Een gevolg van klimaatverandering. Daarom maken we bijvoorbeeld afspraken met beheerders van natuurterreinen dat hun gebied mag onderlopen om water tijdelijk te kunnen bergen. En ook door het verbreden van watergangen kun je meer water opvangen.’

Het komt geregeld voor dat het Wetterskip wordt aangesproken op beleid van de provincie of van gemeenten. Die verwarring is begrijpelijk. Provincie, gemeenten en waterschappen hebben allemaal taken in het waterbeheer. Zo gaat de gemeente over de riolering, maar het waterschap over de rioolwaterzuiveringsinstallaties. Wetterskip Fryslân verhoogt oevers en kaden, maar de provincie is regisseur van het Friese Merenproject, dat na op 19 en 20 september 2015 na vijftien jaar actie wordt afgesloten. Dat gaat over het opruimen van hindernissen tussen waterpartijen om de infrastructuur voor de watersporter te verbeteren. Het is uitgevoerd in samenwerking met gemeenten, natuurbeheerders, watersportorganisaties en Wetterskip Fryslân. Jager: ‘Het waterschap gaat over de kwaliteit van het oppervlaktewater en over een goede aan- en afvoer van water. Ook onderhouden we oevers, kaden en dijken om overstromingen en wateroverlast te voorkomen. Wetterskip Fryslân overlegt met veel partijen over het verbeteren van de waterkwaliteit, zoals overheden, natuurbeheerders, sport- en beroepsvissers en de agrarische sector. ‘We horen ook tegengeluiden. Er zijn verschillende belangen. Daar houden we rekening mee, maar wel met een heldere koers voor ogen. ‘We willen in

In de zorg voor verbetering van de waterkwaliteit staat Wetterskip Fryslân niet alleen. Van Europese Unie tot Dorpsbelang en hengelsportvereniging zien mensen het belang van concrete maatregelen met meetbaar resultaat. Er is daarnaast ook sprake van een grensoverschrijdende samenwerking, zegt mevrouw Jager. ‘Als we in Noord-Nederland in de kustzone tussen zoet en zout water de migratie van paling willen bevorderen, werken we samen met waterschappen en provinciebesturen in Noord-Holland, Groningen en Drenthe. Fryslân is geen eiland. Water stroomt en laat zich niet keren bij provinciegrenzen. Dat is ook een inspirerend besef in het nastreven van bovenregionale doelen, waarvan de realisatie in een verre toekomst ligt.

Gemalen en vistrappen De pompen in gemalen waren vele jaren de grootste slachters van passerende vissen op en langs de Friese boezem. Ontelbare vissen zijn er verwond, verminkt of gedood als ze onzacht in aanraking kwamen met het scherpe staal. Achthonderd gemalen zijn er in totaal in de provincie Fryslân, tussen klein en zeer groot. Voor 137 lagen plannen om de waterpassage door technische aanpassingen ‘visvriendelijk’ te maken. Bij zesenzestig zijn de verbeteringen inmiddels doorgevoerd, wat van groot belang is voor de visstand. Op tal van plaatsen zijn zogenaamde ‘vispassages’ in waterkeringen ingebouwd, waardoor vissen gemakkelijker van binnen naar buiten en omgekeerd kunnen zwemmen.

www.uitgeverijpenn.nl

33


PRACHTIG STANDAARDWERK OVER FRIESE VIS

Van Alver (‘Wever’) uit de karperfamilie tot Witvingrondel (‘Wytfingrindeling’) staan bijna veertig belangrijke vissoorten beschreven in de (Nederlandstalige) Fiskatlas Fryslân. Het is te zien dat de samenstellers John Melis en Mark Koopmans er jaren aan hebben gewerkt. De door Uitgeverij Bornmeer fraai verzorgde uitgave telt 240 pagina’s met mooie foto’s en verhelderende grafieken. In de tekst wordt zowel de boeiende historie als de huidige, enigszins zorgelijke situatie beschreven. Het gaat weer wat beter met de waterkwaliteit, begrijpen we. Maar het was na een fantastische bloeitijd tussen de Middeleeuwen en 1850, ook niet al te best meer – zowel vanuit ecologisch als vanuit visserij-economisch perspectief bekeken. De schrijvers maken af en toe een foutje doordat ze zich in de geschiedschrijving op een paar bronnen baseren. De Amerikaanse windmotor bijvoorbeeld dateert uit een latere periode dan zij aangeven. En aan de effecten van de dramatische verdroging van deze provincie voor

34

de schipperij wordt weinig aandacht besteed. Daar staat tegenover dat we nu eens de nieuwste kennis over het water en het leven daarin systematisch beschreven zien. Modderkruiper, kroeskarper, zeelt en grondel: ze horen er allemaal bij. Van elke vis worden kenmerken, habitat en levenscyclus, verspreiding én bedreiging/bescher-

ming beschreven. Je kunt er als lezer niet genoeg van krijgen, met als toetje een uitgebreid overzicht van Friese namen van vissoorten, leuk voor een quiz. Hoe heet de Adderzeenaald? Juist, Njirreseenulle. Dat is letterlijk vertaald, maar dat een grauwe poon een ‘Lytse knoarhoanne’ is, weten zelfs alle Lemsters niet meer.


www.uitgeverijpenn.nl

35


MEST DOET MEER DAN WIJ WETEN RINZE JOUSTRA VAN RINAGRO Rinze Joustra van handelsbedrijf Rinagro is een ondernemer met een missie. Teveel kracht en energie uit kostbare organische mest gaat nog verloren. Mest doet veel meer dan wij weten. Daar kun je in de bedrijfsvoering je voordeel mee doen. Maar de gevestigde wetenschap laat zich slechts moeizaam tot de orde roepen. Joustra ontwikkelt en beproeft met het mineralenmengsel agrimest een betere rijping van organische mest. ‘Wat mij vroeger op de middelbare landbouwschool al verbaasde, is dat maïs in het najaar moeilijk wil afrijpen. De belangrijke organisch gebonden stikstof uit drijfmest, die in het voorjaar is uitgereden, komt pas in augustus beschikbaar voor de plant. Dat is te laat. Vooraf is die mest al een half jaar in gierkelders opgeslagen. Wanneer je de omzetting in de mest al tijdens de opslag in gang kunt zetten, komt de organisch gebonden stikstof direct met de minerale stikstof in juni beschikbaar, wanneer de plant het snelst groeit.’ Naast nitraatstikstof wordt in de mest ook ammoniumstikstof vastgelegd. De waarde van deze ammoniumstikstof voor de wortelgroei van het gewas wordt echter nog op grote schaal onderschat of zelfs genegeerd. Joustra bemerkte bij zijn conclusies uit praktijkproeven over de waarde van ammoniumstikstof, wrevel bij de gangbare landbouwwetenschap. ‘De wetenschappers, Wageningen incluis, dachten dat een plant

Deze slecht bewortelde grasklaver zal baat hebben bij ammoniumstikstof. alleen nitraatstikstof op kan nemen. En die opname werd afgemeten aan de droge stof opbrengst. Inmiddels wordt door de praktijkproeven met de toevoegmiddelen aan de mest wel duidelijk dat de plant veel meer vormen van minerale stikstof kan opnemen. En die zijn terug te meten aan hogere percentages ruw eiwit en darmverteerbaar eiwit in het gras. Het gras krijgt dus aantoonbaar een hogere voedingswaarde van bewerkte mest.‘ De biologische landbouw is genoegzaam bekend met ruime aandacht voor vaste mest – en composthopen. ‘Het gaat om de zuurstof die je in het minerale proces brengt. Maar het is een heel dunne lijn die je bewandelt. De heftigste discussies heb ik eerlijk gezegd met biologische boe-

Voorgerijpte mest levert een groter wortelstelsel op (links) dan niet voorgerijpte mest (rechts).

36

ren, die vasthouden aan het meerdere keren omzetten van de vaste mest. Dan wordt al snel die dunne lijn overschreden.,Bij teveel zuurstof gaat door broei veel energie juist verloren. En ik verwonder me daarover. Van kuilgras weten we dat het vooral koud moet blijven. Tegelijk laat men vaste mest broeien, het liefst oplopend naar 80 tot 90 graden. Dat klopt niet, je laat daarmee de methaan, en dus de energie voorgoed vervliegen.’ Joustra voorspelt dat de komende jaren veel onderzoek zal volgen naar de benuttingsmogelijkheden van organische mest. Ook door de gevestigde wetenschappers, want er is nog veel te winnen.

www.rinagro.nl


ONZE TUIN, DE WERELD DE WERELD, ONZE TUIN Nu het melkquotum is opgeheven, barst in de melkveehouderij de productieslag los. Grote, hoge stallen worden gebouwd voor veestapels van 150 tot 200 stuks rundvee. In de rundveegebieden worden landerijen recht en strakgetrokken. In 2014 zijn grote groepen van de bevolking indringend geconfronteerd met het natuurlijk leven op onze planeet door natuurseries op de televisie. Planet Earth, Planet Life: de BBC deed megainvesteringen om de opnamen te maken. Er zijn tal van boeiende, ontroerende series van afgeleid met dieren in de hoofdrol. Zo zijn honderden verhalen aan ons geopenbaard. Is het toeval dat in 2015 het moestuintje vooral dankzij Albert Heijn tot trend is verheven, en dat in Nederland bij Waterschapsverkiezingen ‘Water en Natuur’ de grootste ‘partij’ is geworden? Zodra onze eetlust gestild is, kleren

ons lichaam bedekken en we een soort huis hebben om in te wonen, leggen we steeds meer nadruk op voedselveiligheid en ‘sustainability’. Dat laatste omvat de garantie dat aan primaire behoeften wordt voldaan. De aandacht voor onze gezondheid en de leefbaarheid van onze planeet behoren tot de tweede laag. In welvarend West-Europa zitten we daar middenin, inclusief aandacht voor ons (over)gewicht en de waarde van lichaamsbeweging voor een goede gezondheid. De enorme aantrekkingskracht van social media is een uiting van 3-4, die wij ter vermijding van uitzichtloze discussie in dit geval maar samenvoegen. Hier hoort bij dat wij empathie voelen met onze ‘natuurgenoten’. Dat zijn in de eerste plaats medemensen waar ook ter wereld. En vervolgens brengen we dit gevoel ook tot uitdrukking jegens dieren, die blijkens indringende natuurreportages veel meer

Beeld uit An Incovenient Truth van Al Gore. Hij vertelt dat door de opwarming van de aarde ijsmassa’s in de poolstreken sneller worden aangetast.

gevoel en denkvermogen bezitten dan we tot voor kort aannamen. Consumeren kan een vorm van zelfverwerkelijking worden, verweven met leefstijl en cultuur. Kijk maar: op een willekeurig gymnasium hoor je erbij als je tussen de middag youghurt met fruit eet; op een VMBO-school is broodje kroket of frikandel met energiedrink nog altijd de norm.

Getooid met hoed is Sjaak Koopman een flamboyante verschijning op de akker. Samen met zijn mensen van de boerderijgroep oogst hij de voederbieten. Sjaak Koopman runt het boerenbedrijf van de antroposofische woonwerkgemeenschap OlmenEs in Appelscha. Hier wonen en werken 130 mensen met een verstandelijke beperking in de leeftijd van twintig tot vijftig jaar. Er is werk voor iedereen. De kookcultuur, gesymboliseerd door talloze televisieprogramma’s in alle welvarende landen én door het succes van wijnen en exotische gerechten, brengt dit tot uitdrukking. Zelfs de hoogste bestaansvorm, die van zelftranscendentie, is in het consumptieschema te plaatsen. We hoeven ons daarbij niet te beperken tot antroposofen (westen) en taoisten (oosten), niet tot geestverruimende of bedwelmende middelen.

www.uitgeverijpenn.nl

37


VISRESTAURANT PIER VIS VAN ‘T SCHIP

Harlingen is dé vissershaven van Fryslân. Daar hoort een goed visrestaurant bij. Er waren al een paar cafetaria’s waar je ook een lekker visje kunt happen, maar een specialiteitenrestaurant was er nog niet. In dat gat springt Pier Alta, die vijftien jaar lang eigenaar was van hotel-restaurant Anna Casparii. Hij is toe aan een nieuwe uitdaging. Visrestaurant PIER is het restaurant van de verrassing. Eten wat de zee schaft. ‘Heeft één van de vissersboten ‘wat leuks’ aan boord, dan kopen we dat ter plekke. Een aparte vis, roggen, kokkels, scheermessen, oesters, dat kan ik hier elke dag vers krijgen,’zegt Alta. ‘We hebben wel een vaste kaart erbij, met bijvoorbeeld tonijn, kabeljauw en tong, maar voor het overige willen we zoveel mogelijk variëren. En ja, er zijn ook altijd gasten die niet dol zijn op vis. Voor hen staat er een aantal vleesgerechten op de kaart, maar de hoofdmoot is vis, met als specialiteit de schaal- en schelpdieren.’

38

Het visrestaurant heeft aan het horecaplein van de Grote Bredeplaats in Harlingen een absolute toplocatie. Vlak bij de havens, maar toch in het centrum, waar het gezelligheid troef is. ‘We zijn in het hoogseizoen zeven dagen per week open, vanaf elf uur ’s ochtends. Niet alleen voor diner dus, maar ook voor een bakje koffie en een lunch. Een specialiteitenrestaurant hoeft niet per definitie duur te zijn. PIER is laagdrempelig, geschikt voor iedereen’. Visrestaurant PIER Grote Bredeplaats 23A 8861 BA Harlingen


WIE HET WEET, DIE ZWIJGT GENIETEN AAN DE DOCKUMER SLUYS BIJ HAAGENS

De klanten komen van heinde en ver...Een waar begrip in Dokkum is het broodje gezond overgoten met saus van geheim recept. Toen drie jaar geleden Haagens failliet ging, verdween daarmee ook het lekkerste broodje van Dokkum. Groot was de vreugde en de rij, toen Haagens ruim twee jaar geleden de deuren heropende en het broodje gezond weer op de kaart kwam. De nieuwe exploitant Anna Smits heeft gekozen voor een vernieuwende aanpak met een kwaliteitsslag in de producten, een flinke verbouwing en conceptverandering. Waar de winkel eerst bestond uit 95% afhaalproducten, is het nu een luxe delicatessen speciaalzaak met meer dan zestig zitplekken. De sfeer ademt het nostalgische Dokkum uit, want de stad is belangrijk voor Haagens.

4-daagse catering in Parijs Anno 2014 is aanbod veel uitgebreider. Een 4-daagse catering in Parijs voor honderden mensen is mogelijk, of bedrijfslunches die in de eigen bezorgauto worden gebracht. Eten, drinken en genieten is het motto en

dat lukt met de lekkerste huisgemaakte broodjes, vers gebrande noten, een compleet kaas en vleeswaren assortiment, wijnen, bieren, chocola en heel veel cadeauartikelen. Op vrijdag of zaterdagmiddag is het spektakel in de shop. Een massa klanten wordt dan zo snel mogelijk goed geholpen. Soms lijkt de rij oneindig, maar de meisjes werken snel en hard. De adrenaline giert door het lijf, het is knallen, maar ook voldoening om die trouwe klant tevreden te zien. Geweldig zijn de verhalen over de geheime saus. Wat willen mensen het recept graag achterhalen, allerlei smoezen passeren de revue. Van allergieĂŤn tot absolute geheimhoudingbeloftes. Helaas, bij Haagens houden ze zich stil. Het geheim wordt met succes bewaakt alsof het om de Coca Cola receptuur gaat.

toch al lekkere assortiment. Niet alleen de vlaaien worden belangrijk, de feestdagen komen er ook weer aan. Vakbeurzen worden bezocht, de mooiste artikelen geselecteerd en ingekocht zodat er tijdens deze periode bijzondere en unieke kerstpakketten gemaakt kunnen worden. Verrassend is dat Haagens de gelegenheid biedt om zelf de kerstpakketten samen te stellen, zodat het geschenk niet onderin de keukenla belandt, zoals voor kan komen. De lekkere wijn, de fijne kazen, de bijzondere cadeaupakketten. De deuren van de winkel staan open. En als u er dan bent, proef dan vooral het beroemde broodje gezond. Eenmaal geproefd en u wilt nooit meer anders.

www.haagens.nl

Niet voor de keukenla In oktober wordt het feest compleet want dan start er een complete vlaaienlijn. Dit is iets wat mist in Dokkum, zeker omdat Limburgia afgelopen jaar is gestopt. Haagens is hierop ingesprongen. Het heeft de ruimte en het is een perfecte aanvulling op het

www.uitgeverijpenn.nl

39


PIZZERIA RISTORANTE LA GONDOLA BELEEF ITALIË AAN DE LEMSTER LANGESTREEK Foto’s: Gewoan Dwaan / Douwe Bijlsma

Wie denkt bij Pizzeria-Ristorante La Gondola in Lemmer bij een doodgewone pizzabakker naar binnen te stappen, die vergist zich deerlijk. Zoals het woord Ristorante al aangeeft: het pas verbouwde restaurant biedt vele malen meer dan enkel een pizza of pasta. Schuif aan voor een schieteend of een konijnenbout, of kies voor een specialiteit van de houtskoolgrill. Met de grootscheepse verbouwing van dit voorjaar ging een grote wens van de familie Panebarco in vervulling. Pizzeria en Steakhouse, voorheen gescheiden, werden eindelijk samengevoegd. ‘Het is één restaurant geworden met een grote, open keuken in het midden,’ vertelt Ymelda Panebarco trots. ‘De koks hebben alle

ruimte en kunnen nog meer met hun gerechten doen, dat werkt gewoon heerlijk’. La Gondola is niet alleen een pizzeria, maar vooral een ristorante. De acht koks maken met plezier een grote variatie aan pizza’s en pasta’s, want daar kan de rechtgeaarde Italiaan niet zonder. Maar maak vooral eens de keuze voor één van de vlees- of visspecialiteiten. Of bestel in de herfst eens wild. ‘Het Nederlandse beeld van de Italiaanse keuken is helaas wat stereotiep,’ grinnikt Ymelda, ‘maar daarmee wordt het culinaire leven in Italië flink tekort gedaan. Een Italiaan eet een pasta vooraf, gaat verder met vlees en groente, sluit af met bijvoorbeeld kaas en geniet ondertussen van een met zorg uitgekozen wijn. Eten is een sociaal en belangrijk gebeuren. Het is juist die sfeer, die

belevenis, die wij onze gasten willen geven. Wij hebben specialiteiten die iedere week veranderen. De Italiaanse keuken is zo ontzettend veelzijdig, dat moet je gewoon meemaken.’ De indrukwekkende wijnkaart maakt het Italiëgevoel compleet. De keuze strekt zich uit van een relatief goedkope, maar wel erg lekkere huiswijn, tot aan een zeer exclusieve wijn van €190 per fles. ‘Mensen kiezen steeds bewuster hun wijn bij het eten. Ze bestellen geen glas meer, maar zetten een fles op tafel. Dat staat gezelliger’. La Gondola is zeven dagen per week open vanaf 12.00 ’s middags, want ook voor een lunch kun je er altijd terecht. Pizzeria Ristorante La Gondola Langestreek 11/12 8531 HV Lemmer 0514 – 56 4747

www.pizzerialagondola.nl

40


HOUT & LEKKERS TREND 2015 IN GESCHENKENLAND Eindejaarsgeschenken zijn blijvertjes. Ze horen bij de decembergewoontes van Nederland. De vorm en inhoud verandert wel. Dit kwam 10 september j.l. aan het licht, op de dag van het relatiegeschenk. Kerstpakketten, eindejaarsgeschenken en relatiegeschenken: ze moeten met de tijd mee gaan en de trends volgen, zeker als ze zijn bedoeld voor jongere mensen. Geven om het geven is niet meer van deze tijd. Waarom geeft u het geschenk? Wat is het verhaal erachter? Is het een winterjack, gemaakt van gerecycled polyester, afkomstig van plastic drinkflesjes? Doet u een vilten boodschappentas cadeau? Geeft u een food pakket dat vooral bestaat uit biologische producten? Op welke manier varen de arbeiders in de pro-

ductielanden wel bij uw aankoop? De onlangs gelanceerde producten Woodybag en de Woodybox zijn hier een uitstekend voorbeeld van. Deze kratten en kistjes vormen een unieke en bijzondere manier om de fiets een nieuwe uitstraling te geven. Elke fiets met een bagagedrager kan een robuuste en stoere look krijgen. Op www.houtenfietstassen.nl staan tal van mogelijkheden afgebeeld. Homminga’s Kerstpakketten uit Franeker gebruikt dit houten ontwerp op extra aantrekkelijke wijze en vult het met lekkernijen naar keuze. Het assortiment is ruim, dus voor vele thema’s en uitingen bestaat het passende pakket. Kijk op www.kerstenrelatie.nl Als u overbrengt hoe u weloverwogen de keus hebt gemaakt voor het relatie- of eindejaarsgeschenk, oogst u alleen maar meer aandacht en waardering.

Bakkerij Molkwar BV Transportwei 11 8501 ZR JOURE

Homminga’s Kerstpakketten Showroom Voorstraat 21 8861 BD Harlingen 0517 - 431115 info@hommingakerstpakketten.nl www.kerstenrelatie.nl

Houten Fietstassen

onderdeel van Pack & Zo Henk Visser De Boeg 10a 9206 BB Drachten info@packenzo.nl www.houtenfietstassen.nl

Lekkere en verantwoorde streekproducten van de Nylander. Veel mensen zijn al verknocht aan kaas van de Nylander. Dat komt door de unieke smaak van hun biologische boerenkaas. 'Deze smaak heeft de kaas te danken aan de melk van Jersey koeien die in de kruidige weiden van het familiebedrijf grazen,' aldus Otto-jan Bokma. 'Wij hebben een breed aanbod; van jong tot oud, van mild tot lekker gekruid, van klein tot groot.' Minder bekend, maar minstens zo lekker is het kalfsvlees van de Nylander. 'Dit vlees verschijnt op steeds meer menu’s van restaurants vanwege de ongeëvenaarde smaak en kwaliteit.'

www.nylander.nl

Alles onder een dak voor 1 of 1000 personen • bowlen • eten • zalen • sporten • trouwen Smidsstraat 6 8601 WB Sneek 0515 - 424 044 www.destolpsneek.nl info@destolpsneek.nl

www.uitgeverijpenn.nl

41


TOCHT LANGS VERBORGEN De 12 meter lange Aebelina deed van 1861 tot 1910 dienst als beurtschip. Hierna is de Aebelina nog als plezierjacht gebruikt, tot zij in de WOII spoorloos verdween. Het replica skûtsje is gemaakt van inlands eik en is gebouwd van 2004 – 2009 naast het Skûtsjemuseum, onder leiding van scheepsbouwmeester Johan Prins uit Workum. Hij kreeg hulp van werkzoekenden, reïntegranten en vele vrijwilligers. U kunt met de Aebelina varen door de Âlde Feanen en ze wordt gebruikt voor maritieme manifestaties en educatieve doeleinden.

Vlasbewerking – Repelbank

Er is een 170 kilometer lange ‘Markant Friesland Route’ ontwikkeld die langs nauwelijks bekende, maar wereldwijd unieke bezienswaardigheden voert. De tocht geeft mensen inzicht in de rijke cultuurhistorie van dit gebied. De route is ontwikkeld door Stichting Markant Friesland. Het noordoosten van Friesland is een markante regio in onze mooie provincie. Opvallend door het landschap, de geschiedenis en de cultuur. Het behoort tot de oudste bewoonbare gebieden van de provincie en dat weerspiegelt zich in de gebouwen en collecties. In dit gebied hebben 29 musea zich verzameld in de stichting Markant Friesland. Markant Friesland heeft veel geïnvesteerd in promotie van zowel de regio als de musea. Naast de Markant Friesland Route, die in meerdere dagen per fiets of per auto kan worden afgelegd, is er ingezet op educatieve projecten zoals een Game voor de jeugd. Recentelijk zijn de topstukken uit de collecties van de musea gedigitaliseerd zodat u via de websiterubriek Museumschatten naast beschrijvingen, ook filmpjes van deze bijzondere objecten kunt zien.

42

Skûtsje ‘De Aebelina’ Dit absolute pronkjuweel behoort tot de collectie van het Skûtsjemuseum in Earnewâld. Het is een replica van een houten skûtsje uit 1861, gebouwd bij Eeltje Holtrop van der Zee in Joure. De Aebelina was in haar tijd erg bekend vanwege haar bijzondere zeilkwaliteiten. Ze won meer aan prijzengeld dan dat ze kostte in 1861, namelijk 1400 gulden.

Het bewerken van vlas is een indrukwekkend proces. Hoe dit allemaal in zijn werk gaat, kunt u beleven in het fraaie terpdorp Ee, waar zich museum ‘Het Braakhok’ bevindt. In dit museum wordt u ontvangen door dhr. Jaap Broersma, die de 90-jarige leeftijd reeds is gepasseerd. Een fenomeen in museumland! Vakkundig en met de nodige humor demonstreert hij hoe het zogenaamde Repelen in zijn werk gaat. De Repelbank is eigenlijk een houten plank op poten, waarop in het midden een ijzeren kam geplaatst is. Op de uiteinden zit de persoon die

Foto: Fonger de Vlas


SCHATTEN

het vlas door de kam haalt om de knop die aan het eind van de stengel zit er af te halen. In die knop zit het vlaszaad. De stengel wordt later in het water geroot om de vezel los te maken van de stengel. In het dorp Ee worden jaarlijks nog Repelwedstrijden gehouden. Deze zijn vrij toegankelijk. Voor wie een gooi wil doen naar de Kampioenstitel: van harte welkom!

Het vissersbestaan in Peasens Moddergat Aan de zeedijk bij Peasens Moddergat hangt de mystieke sfeer van de vroegere visserij. In de Fiskershúskes

kan men de sfeer proeven van hoe het leven hier eens was. Ook kan men kennis nemen van de grote scheepsramp die Peasens Moddergat op 6 maart 1883. Vele (jonge) mannen kwamen om en lieten vrouw en kinderen achter. Het effect die een ramp als deze heeft op het leven in een klein dorp, wordt tastbaar in dit museum. Een absoluut pronkstuk van dit museum is de authentieke bedstee in de voorkamer van één van de Fiskershúskes. Een bedstee is in feite een kast ter grootte van een bed, waarin geslapen kon worden. In de bedsteewand lagen aan de ene kant vader en moeder en dikwijls ook de baby; aan de andere kant de wat grotere kinderen. In gezinnen met veel kinderen, zoals vroeger vaak het geval was, lag een jong kind ook wel in een lade van het kabinet of onderkast (het ondergeschoven kind). Tussen de twee bedsteden was het pronkkastje

en om makkelijk in de bedstee te klimmen stonden er mooi beschilderde Friese bedstedebankjes voor. Bent u nieuwsgierig geworden? Kom gewoon eens langs in één van onze musea om onze schatten met eigen ogen te zien en ontdek de verhalen achter de voorwerpen. Noordoost Friesland? Een hele belevenis! Kijk voor meer informatie op: www.markantfriesland.nl Voor de jeugdige bezoekers zijn er onze ondeugende gidsen Mark en Ant! Met een speurtocht op papier of via smartphone of tablet is er voor de kinderen genoeg te ontdekken!

www.uitgeverijpenn.nl

43


DE ROTTIGE MEENTE HUIS VAN HET UIT DE AS HERREZEN PRONKJUWEEL De naam klinkt als een scheldwoord. Toch gaat het om een van de parels van Fryslân. Dit natuurgebied van meer dan duizend hectare ligt ingeklemd tussen de laaglandbeken Linde en Tjonger in het zuiden van de provincie. Het gebied kreeg zijn vorm in de negentiende en twintigste eeuw als resultaat van de turfwinning. Harde arbeid, ‘leabrekkend wurk’ van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, onder dikwijls mensonterende omstandigheden. Nu is het een belangrijk Natura 2000-gebied en maakt het deel uit van de vaderlandse ecologische hoofdstructuur. Staatsbosbeheer is eigenaar en beheerder. Enkele dorpen in het gebied dragen namen als Oldetrijne, Scherpenzeel en Spanga. Paring van de Groene glazenmaker. De paring kan wel een half uur duren. Het sperma wordt door het vrouwtje opgenomen in een speciaal blaasje en bewaard. Pas als de eitjes worden gelegd worden die één voor één bevrucht

Bruggetje over de Scheene, onderdeel van de wandeling door het noordelijke deel van de Rottige Meente, te beginnen op het SBB-parkeerterreintje bij huisnummer 134 van de Pieter Stuyvesantweg. Het water De Scheene doorsnijdt het reservaat. De N 351 van Wolvega naar Kuinre en verder naar de Noordoostpolder verdeelt het in een noordelijk en zuidelijk deel. Verder naar het zuiden raakt de Rottige Meente aan de Weerribben en –nog zuidelijker- de Wieden bij plaatsen als Giethoorn en Wanneperveen. In het noorden treffen we het natuurgebied de Brandemeer. Het gebied is rijk aan vegetaties die allemaal te maken hebben met de historische benutting van dit laagveen. Langs de oevers liggen stroken met overdadig bloeiende nazomerplanten als Harig wilgenroosje, Koninginnenkruid en Akkerdistel, in het water de drijvende bloemplanten van Gele plomp, Witte waterlelie en de venijnige bladen van Krabbescheer.

Op patrouille Die laatste plant, de minst opvallende van de drie, is bijzonder vanwege de intieme relatie met een van de meest zeldzame soorten van onze libellenfauna, de Groene glazenmaker die in het Fries de naam Ielstikelbiter

44

draagt, genoemd naar dat venijn. Het mannetje met zijn opvallend heldere, mediterraan-blauwe ogen. Het vrouwtje groenig, zoals de naam al zegt. Het vrouwtje legt haar eitjes onder water. Ze bevestigt ze één voor één aan de bladen die aan de randen bezet zijn met vlijmscherpe tandjes. Staande naast een Krabbenscheerveld zijn de knisperende geluidjes van vleugels tegen tandjes te horen. Op die wijze verraadt het vrouwtje haar aanwezigheid. Terwijl het vrouwtje de eitjes legt, patrouilleert het mannetje in een stereotiep patroon heen en weer op een meter boven het veld van de Krabbescheren.

Uit de as herrezen De naam Rottige Meente werd in kringen van insectenkundigen een begrip toen –nu precies een eeuw geleden- een klein pakketje uit de streek terecht kwam op het bureau van de top van Nederlandse entomologen in Amsterdam. De post zorgde voor een regelrechte sensatie. Het pakketje bevatte het dode maar nog prima herkenbare lijfje van een Grote


Een mannetje van de Grote vuurvlinder op Grote kattenstaart. De foto werd gemaakt op 22 juli 2015. Het boekje van Caspar Janssen, zie literatuurlijst, vertelt het hele verhaal van de opzienbarende herontdekking. vuurvlinder, een prachtige dagvlinder die als uitgestorven werd beschouwd. Maar meester Meerten Warmots en zijn leerlingen uit Scherpenzeel wekten het beestje weer tot leven. Zij verzonden samen het pakketje. En terwijl Europa in brand stond en de kanonnen bulderden –de Eerste Wereldoorlog was in 1914 uitgebroken- togen Amsterdamse specialisten naar de Rottige Meente in het verre noorden om met eigen ogen het uit zijn as herrezen pronkjuweel van het moeras te aanschouwen. De missie slaagde. De herontdekking van de moerasvlinder werd zelfs door de beroemde natuurbeschermer Jac. P. Thijsse (1865-1945) aangegrepen om zijn pleidooi voor een betere natuurbeschermingswet te versterken. In 1955, tien jaar na Thijsse’s dood, werden enkele percelen aangekocht. Er werd werk gemaakt van het juiste beheer voor met name de Grote vuurvlinder. Die heeft de opvallende Waterzuring langs de waterkant als waardplant. De vrouwtjes leggen de eitjes op deze plant. Later benutten de rupsjes het groen als voedsel.

’s Winters verbergt de rups zich in de afgestorven Waterzuringplant op de bodem. Het is dus zaak die resten niet op te ruimen maar te koesteren. Als nectarplant wordt bij voorkeur de diep roze bloeiende Kattenstaart benut. In het maaibeheer moet met deze ecologische feiten rekening worden gehouden.

Tekst en foto’s Sake P. Roodbergen Literatuur: • Het veen, de vlinder en de openbaring (Caspar Janssen) KNNV Uitgeverij 2015 • Deiflinters en libellen (Sake P. Roodbergen) Uitgeverij Wijdemeer 2015

In het natuurgebied zijn de petgaten en legakkers van de turfwinning nog altijd goed herkenbaar. In het gebied ontwikkelden zich bijzondere trilveentjes met Zonnedauw en Dophei en veel veenmosrietland. Het leefgebied van niet alleen de Grote vuurvlinder en Groene glazenmaker, maar ook van de icoonsoort Visotter.

De Waterzuring, met zijn grote bladeren, is de cruciale plant in de levenscyclus van de Grote vuurvlinder. Het vrouwtje legt de eitjes op het blad. De onvolgroeide rups overwintert in de resten van de plant, dichtbij de bodem.

www.uitgeverijpenn.nl

45


MELKZEE BEDREIGT SCHADUW BOVEN AGRARISCHE FEESTEN

Zaterdag 19 september is de topdag van de Agrarische Dagen in Franeker met een traditionele jaarmarkt. Eén week later, 24 september, nemen exposanten en boeren voor hun Agrarische Schouw bezit van het Heremapark in Joure. Maar de boeren kreunen. Een half jaar na de afschaffing van de Melkquotering per 1 april 2015 is de zuivelmarkt een slagveld. Zuivelbedrijven leveren winst in, maar vooral de boeren betalen het gelag. De grootste Nederlandse afnemer van boerenmelk, Friesland Campina,

EEN TON VERLIES

Voor een veehouder met 120 koeien en een productie van 1 miljoen kg per jaar liggen de inkomsten nu één tot anderhalve ton per jaar beneden de totale kostprijs. Deze kostprijs voor boerenmelk is voor heel Europa gemeten op 49 euro per 100 kg. Volgens de Friezin Sita van Keimpema van de Dutch Dairymen Board is 35 cent per kg het absolute minimum op een goed geor-

46

stelde de garantieprijs de afgelopen maanden voortdurend naar beneden bij. In augustus betaalde deze coöperatieve reus 28,50 euro per 100 kg melk. Dat was tien cent lager dan de 39 cent per 100 kg die over heel vorig jaar werd betaald. Op een gemiddeld Nederlands boerenbedrijf dreigt daardoor het resultaat nu met één tot anderhalve ton per jaar te dalen tot ver onder nul. Elders in Europa gaat het nog wreder, ook in de vleesproductie (kiloknallers!) en de tuinderij. Geen wonder dat deze zomer Franse en Belgische boeren de wegen blokkeerden. De Dutch Dairymen Board,

ganiseerd bedrijf. Daar zat de modale boer in augustus dus dik tienduizend euro onder. Nederlandse boeren zijn verder getroffen door het ontbreken van een regeling voor betaling van de quotumboetes en door de nieuwe fosfaatwetgeving. De laatste is bedoeld om de mestproductie te beperken. Ze jaagt de grondprijzen op en blokkeert eenvoudige bedrijfsuitbreiding.

aangesloten bij de European Milk Board, voorzag toen voor Nederland wanhoopsacties in september, als het Kamerreces voor bij is. Woordvoerster Sita van Keimpema van de EMB, de zuster van journalist-uitgever Albert, verwacht een hete herfst als Europese overheden niet snel in actie komen.

Meer productie, minder vraag De armoede op boerenerven houdt geen direct verband met de opheffing van de productiebeperking, hoe graag politici dat ook zouden willen. Boeren zijn al veel langer bezig de productie te vergroten, grote afnemers vallen uit de markt. Nieu-

MEINDERTS LANDBOUWMECHANISATIE

www.meinderts.nl


BOEREN

we stallen, groener land, melkrijker koeien: je ziet de gevolgen overal. Als vogelwachters-natuurbeschermers dat niet leuk vinden, moeten ze voor de variatie betalen. Maar dat doen ze ook steeds minder. Uitzicht op verbetering is er op korte termijn niet. De melkplas is in korte tijd weer een zee geworden, en niet alleen in Nederland. Nieuw Zeeland biedt al melkpoeder aan voor 15 euro per 100 kg. Tot de grote afnemers behoren deelnemingen van de multinational Friesland-Campina, die de wereldmarkt afstruint op jacht naar voordeel. Russen weigeren nu om politieke redenen Nederlandse kaas te eten, nadat wij ze eerst hebben uitgedaagd met een boycot vanwege hun aanwezigheid in de Oekra誰ne. Olielanden in Noord-Afrika en langs de Perzische Golf zitten aan het infuus door de lage olieprijzen. In China ligt, na de paniek van vorig jaar over ver-

vuilde Chinese babyvoeding, de afzet weer op het gewone peil. En wij in Europa? Onze zuivelconsumptie is in korte tijd met 2% gedaald, in Nederland zelfs met 3%. Dat is voor de sector echt een groot risico, omdat de Europese consumentenmarkt groot, koopkrachtig en goed afgeschermd is. Het wordt tijd dat geleerde onderzoekers Wageningen in de melk stofjes vinden tegen dementie of darmkanker, anders is dit afbraakproces niet te keren.

Veerkracht Maar in september vieren wij Friezen in Franeker en Joure, en op tal van andere plaatsen, onze boerenfeesten. Benieuwd hoeveel veerkracht onze melkveehouders nog vertonen? Bezoek de markt in Franeker op zaterdag 19 en de Schouw in Joure op donderdag 24 september, of een van de andere jaarmarkten waar

boeren en burgers elkaar treffen. En geniet van een lekker stukje kaas, dat geregeld voor minder dan een tientje per kilo in de aanbieding is.

Ondertussen mag de boerenstand filosoferen over maatregelen die hun bestaan draaglijk kunnen maken, zoals een premie op het stilleggen van de productie en een boete voor productieverhoging, zoals Van Keimpema wil. In combinatie met matiging van het fosfaatbeleid en uitstel van betaling voor quotumovertreders biedt dat op korte termijn wellicht enig soelaas.

'T HASKER ASSURANTIEKANTOOR / REGIOBANK OUDEHASKE www.jancastelein.nl

www.foppie.nl

www.uitgeverijpenn.nl

47


Tijd voor een Tijd voor andere bank?

een andere bank? Wij help en u bij het oversta ppen

Wij help en u bij het oversta ppen

Commerciële Naam Adviseur Adres 1 Postcode Plaats xxx - xxx xx xx mail@domein.nl www.domein.nl

Foppie van Terwisga / ‘t Hasker Assurantiekantoor Hasker Utgongen 6 8465 SJ OUDEHASKE T (0513) 67 74 00 E info@foppie.nl I www.foppie.nl

48

Assurantiekantoor M. Kruis

Tuinen 20 8713 KM HINDELOOPEN T (0514) 52 16 20 E j.kruis@assurantiekantoormkruis.nl I www.assurantiekantoormkruis.nl

Attentiv A Boskma B.V.

Kleine Dijlakker 45 8701 HX Bolsward T (0515) 58 04 02 E boskma.bv@attentiv.nl I www.solideverzekerd.nl

Noorder Staete Assurantiën

Florynwei 1-L 9251 MP Burgum T (0511) 46 02 40 E infoburgum@noorder-staete.nl I www.noorder-staete.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.