n â n l s â l y s r FFry T N A K R A M mmers Losse nu er 2015 •
€ 2,50
decemb
winter
2015
ndagen la s ie r f t e doen m e t t a w d Altij
da.nl
De kunst van pake Inhoud Nieuwe natuur bij Postkar
4
Uitvaartbeurs Memorès
9
Van schroot naar vloot
10
IIs foar Fryslân
26
Friezen op de Planken
28
Schattentocht in noordoost
30
Lekkers uit eigen streek
32
Grafcultuur ver gezocht
42
Doe je woning goed!
45
Lezersvraag Simone Scheffer in volle actie voor het Lemster Christelijk Muziekkorps Crescendo in De Hege Fonnen te Lemmer, op zaterdag 21 november jl. De vraag is: welk stuk dirigeert zij? a) Pake syn klok b) Radetzky mars c) An der schönen blauen Donau d) Ding a dong
Foto Yeb de Witte
Qua stemming en maatgevoel kon ik bij de muziek altijd goed meedoen. Ik heb jaren op het korps gezeten, dus ik weet wel wat een rust is. Maar als je 66 bent, word je stijver. En ik al helemaal, met zo’n houthakkerslichaam. Motoriek is nooit mijn sterkste geweest. Op gymnastiek had ik met moeite een 6. De handstand kon ik niet, door een storing in mijn evenwichtsorgaan. En laatst viel ik op de hete kachel. Van de Weduwe. Als jongeman mocht ik één keer in mijn leven pake Klaas voor Nieuw Leven vervangen. Na twintig maten proestten de muzikanten het uit. Mijn optreden eindigde in een lachsalvo. Een simpel marsje bleek te moeilijk. Als lyts baaske houd ik van dirigeren. Liefst niet te veel personeel, want dan wordt het ingewikkeld. Crescendo met dertig man kon ik net aan. En ik wilde het graag goed doen. Waarom? Om te winnen, zeg het maar eerlijk. Dat wilden Albert Visser en Simone Scheffer ook, en Tineke Speerstra helemaal. Maar Tineke is een mooie vrouw en ik word ouder. Straks vier keer Pake. Nog een hele kunst dat ik ze op tempo in de maat kon laten swingen. Klaas Jansma
Leden/medewerkers van Crescendo, familieleden van Simone Scheffer en medewerkers van Uitgeverij PENN zijn van deelname uitgesloten. Oplossingen sturen naar m.roosjen@uitgeverijpenn.nl, voorzien van naam en adres. Onder de inzenders van de juiste oplossing worden drie exemplaren van het machtige boekwerk 'Troch de Wyn' verloot.
Acquisitie en ondersteuning Eddie Ferbeek, Milja Roosjen Drukwerk Veldhuis Media BV (foto) Redactie: Klaas Jansma, Martsje de Jong, Milja Roosjen Vormgeving Kees Klip Fotografie Kees Klip en Tom Coehoorn
NB: Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden overgenomen.
Colofon
Fryslân Markant is een uitgave van Uitgeverij PENN.nl Postbus 633 8901 BK Leeuwarden Tel 058 284 94 10 Fax 058 212 94 36 www.uitgeverijpenn.nl www.skutsje.nl www.frieslandagenda.nl
Foto Yeb de Witte
POTSKAR OP DE KOP NATUUR BIJ SNEEK NOG MOOIER
de polderdijk. In de dijksloot aan de noordkant zwemmen zes Krakeenden, drie paartjes zo te zien, ook al trekkers. In de berm staan de grote exoten Siberische berenklauw en Japanse duizendknoop. Even verderop, in de luwte van de struiken, bloeit nog een late Fluitenkruid, tezamen met de laatbloeier Grote engelwortel, een lid van dezelfde schermbloemfamilie dat wat robuuster is uitgevoerd. Op de laatste bloeiende bloemhoofden van de Paardenbloem bewegen zich veel insecten, profiterend van de overvloedige nectar dankzij de relatief hoge temperatuur. De talrijkste is de onschuldige zweefvlieg met de verwarrende, vervaarlijke naam Blinde bij. Een Klein koolwitje en een Atalanta werpen zich onvervaard in de strijd om de honing. In het voorjaar is het bûtlân tussen Mardyk, Griene dyk en Snitsermar een eldorado voor weidevogels. Maar van het echte blauwgrasland dat de skarren eertijds kenmerkte is niet veel meer over. Stikstofdepositie Blinde Bij Alles aan de Nederlandse naam blinde bij is onjuist: dit insect is ondanks de naam geen bij maar een zweefvlieg en is al helemaal niet blind. De naam komt waarschijnlijk voort uit het feit dat deze soort wel erg op een bij lijkt maar niet kan steken. Daarnaast heeft de blinde bij rijen haren op zijn ogen wat mogelijk tot de gedachte leidde dat hij blind was.
Het is 23 oktober 2015 en het is herfst. Maar er staat geen wind. Geluiden dragen ver. In de wilgenbosjes is het zachte tierelieren van een Roodborst hoorbaar, honger gekregen en een stop gemaakt op zijn trektocht naar zuidelijker oorden. In de verte zijn vaag een twintigtal zeiltjes zichtbaar op het Snekermeer, de Snitsermar zoals velen het fraaie water aanduiden. Links liggen de witte blokken van de sluizen van Terherne. De lucht is vol ganzengeluid. In de ‘skarren’ staan vele op het veld, in gemengde groepen. Het gaat om drie soorten. Allereerst de Grauwe
4
gans, met zijn opvallende rode snavel, de soort met het meest gansachtige geluid. Dit is de stamvader van de witte boerenganzen, ook die hebben een ‘rode wortel voor de kop’. Dan de zwart-wit getekende Brandgans, vroeger een zeldzame gast uit het noorden die vooral in de Anjumer Kolken bij het Lauwersmeer verbleef, maar die zich in de laatste tientallen jaren sterk heeft vermeerderd. En tenslotte de meest talrijke, de Kolgans, met zijn strepen op de buik en zijn witte plek rond de snavel waaraan de vogel niet alleen de Hollandse, maar ook zijn Friese naam dankt: Blesgoes. Het enige mechanische geluid komt van een kraan die staat te draaien op
Grote Engelwortel De grote engelwortel is een plant uit de schermbloemenfamilie. De plant wordt ook wel aartsengelwortel genoemd. Het is een plant van natte, zeer voedselrijke grond aan waterkanten, rivieroevers en in grienden.
http://www.staatsbosbeheer.nl
Brandgans Dit is een sterke vogelsoort die weinig of geen last ondervindt van vriesweer. Met geelachtige witte kop, waarvan de achterzijde zwart is, met een zwarte nek en bovenborst. Als deze gans tijdens de winter aan de Nederlandse kust opduikt, worden ze al vlug verraden door het wit van hun wangen dat fel afsteekt op het zwart van de kop en hals. vanuit de lucht heeft bijvoorbeeld de geelbloeiende Grote ratelaar (Grutte rinkelbel) helemaal doen verdwijnen. De broedvogels hebben nu plaatsgemaakt voor doortrekkers zoals de talrijke Watersnip, it Waarlamke.
Steltloperplaatsen Vanaf de dyk is goed te zien dat de boel hier min of meer op z’n kop staat. Hier wordt het Potskarproject fase 2 uitgevoerd. Een herinrichtingsproject van Wetterskip Fryslân, Provincie Fryslân en terreinbeheerder Staatsbosbeheer met veiligheidsdoelen en natuurdoelen. Vanuit het meer zijn inhammen gegraven of vergroot. De zuidelijke dijksloot langs de Marwei is uitgegraven en verbreed. Geschikt gemaakt voor kanovaarders, die nu vanaf de Houkesloot bij Sneek tot aan de Tersoalsterslûs kunnen varen en zo een alternatieve route voor zich alleen hebben voor de drukke Snitsermar. De plannen houden onder andere in dat de oevers van de wateren hier en daar natuurvriendelijk worden gemaakt; het worden natuuroevers die langzaam aflopen, begroeid met riet en andere waterplanten. Steltloperplaatsen zegt het plan. Goed voor planten en voor dieren die in de brede oevergordel een schuilplaats vin-
den. Het geeft reeën de noodzakelijke dekking. Lange tijd broedden er twee paartjes Bruine kiekendief in de rietzones van het gebied. Zij zullen even geduld moeten hebben nu er toch wel tijdelijke kaalslag is gepleegd op hun broedplek. Het is duidelijk dat de natuur hier straks een ’boost’ krijgt. Mij interesseert ook sterk wat men doet om het gebied aantrekkelijker te maken voor de mens. Dan gaat het vooral om soepeler toegankelijkheid. Nu is het interessante gebied eigenlijk alleen met tegenlicht te bekijken, zelfs met een goede veldkijker. Het zou geweldig zijn als na het beëindigen van alle herinrichtingswerk het gebied ook van de kant de mar te overzien zou zijn. Dat geldt met name voor het gedeelte Potskar Noord, vanaf de Gaunwstersyl. Een vogelkijkhut zou daar uitstekend passen, zonder afbreuk te doen aan de ecologische waarden. Op dit moment is fase twee in afronding. December 2015, zegt het grote informatiebord bij het parkeerterreintje aan de uiterste westkant van het gebied. De wervende teksten beloven wel degelijk ook winst voor de mens: “We maken dit gebied nog aantrekkelijker voor kanoërs, wande-
laars en fietsers!” De einddatum van alle werkzaamheden is bepaald op 2018. De teksten over de inrichting zijn nauwkeurig. “Dan staan er op de taluds (dit zijn de schuine kanten van de kade) geen bomen en struiken meer. Ook niet in een strook van zo’n twee meter naast beide zijden van het talud. Na die twee meter mogen wel lage bomen en struiken groeien. We maken doorkijkjes om kenmerkende elementen in het landschap weer zichtbaar te maken”. De teksten maken benieuwd. Tekst en foto’s Sake P. Roodbergen
Bruine kiekendief Als onderdeel van het ‘Jaar van de Bruine kiekendief ’ in 2010 is onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteitseisen die de Bruine Kiekendief stelt aan zijn broedgebied. Hieruit bleek dat vrijwel alle nesten lagen in rietvegetaties (97%). In riet- en ruigtevegetaties worden open vegetaties gemeden en zeer dichte vegetaties geprefereerd. In akkerbouwgewassen broeden kiekendieven in vrij open vegetatie, maar ook hier kiezen ze gewassen met de meeste dekking in de broedperiode (graangewassen).
www.uitgeverijpenn.nl
5
SAMEN WERKEN AAN NIEUWE NATUUR EN GRIENE DYK, DE POTTEN EN POTSKAR 'Het is mooi om te zien hoe het nu allemaal vorm krijgt,' zegt Ype van der Werf van de Vogelwacht Sneek. Hij praat over het oeveren kadeproject Griene Dyk, De Potten en Potskar, waarvan fase 2 momenteel in volle gang is. Net als Harm van der Wal van Staatsbosbeheer en Sietze Schukking van de werkgroep Cultuurhistorie Griene Dyk is hij enthousiast over de verbeteringen die in dat gebied plaatsvinden voor zowel de natuur als de recreant. 'Je herkent het straks niet meer terug.'
Even van de rust genieten, straks aan een informatieve picknicktafel.
De nieuwe kanoroute en voorkade, nu i.v.m. de werkzaamheden. nog met een laag waterpeil.
Ook over iets anders zijn de drie mannen het volledig eens: binnen het project is er een goede, plezierige samenwerking tussen alle betrokken partijen. De initiatiefnemers zijn Wetterskip Fryslân en provincie Fryslân. Wetterskip Fryslân heeft als taak om de waterkering van de Griene Dyk
aan de huidige veiligheidsnormen te laten voldoen en neemt maatregelen om de waterkwaliteit en leefomgeving voor vissen te verbeteren. Provincie Fryslân wil de natuur van de Potskar een 'boost' geven in het kader van Het Friese Merenproject. Naast Staatsbosbeheer en de Vogelwacht Sneek werken zij hierbij nauw samen met de streek, gemeente Súdwest-Fryslân, IVN, de Agrarische Natuurvereniging en grondeigenaren.
Inheems bosplantsoen
Vogels en insecten hebben belang bij een kruidenrijke vegetatie.
6
Bij het project heeft de Vogelbeschermingswacht Sneek e.o. (kortweg Vogelwacht Sneek) de rol van adviseur en toezichthouder. 'Ik let erop dat alle werkzaamheden gebeuren met de juiste vergunningen,' legt Ype van der Werf uit. Er zijn verscheidene wetten waar je rekening mee moet houden.' Om voor watersporters, fietsers en wandelaars de zichtlijnen van en
HET VOORKOMEN VAN WATEROVERLAST
Omgeving gemaal bij winterdag. naar de Snitser Mar te herstellen, zijn langs de oever vele bomen gekapt. Ter vervanging is inheems bosplantsoen met besdragende vruchten geplant. 'De Griene Dyk was altijd een dichtgegroeide dijk, vol met bomen en struiken. Nu zijn er doorkijkjes over het water en de nieuwe natuur!'
Terugkeer 'kritische soorten' Een andere uitkomst van het project is het besluit om het natuurgebied gedurende het jaar langer nat te houden. Van 1 oktober tot 1 april blijft het waterpeil hoog, zodat de Potskar aantrekkelijker is voor vogels. Na 1 april wordt het peil stapsgewijs verlaagd. Met boeren is bovendien de afspraak gemaakt dat zij v贸贸r half juli niet maaien. 'We hopen zo de weidevogelstand op te krikken,' zegt Harm Van der Wal. 'Die is de afgelopen jaren drastisch achteruit gegaan.' Er komt meer diversiteit aan planten, waaronder kruiden en zegge. Dit moet leiden tot de terugkeer van de 'kritische soorten' in het gebied, zoals kemphaan, rietzanger, porseleinhoen en kwartelkoning. Ook de Noordse woelmuis vindt hier zo een betere leefomgeving. Voor vissen wordt het leefgebied ook verbeterd. Zo komen er ondiepe oeverzones, die
Ook in de winter is het mooi wandelen op de Griene Dyk. als paaigebied voor diverse vissoorten dienen.
Golfbreker De Griene Dyk is een kade van een paar honderd jaar oud. In overleg met belanghebbenden heeft Wetterskip Fryslan ervoor gekozen een golfbreker voor de kade aan te leggen. Hiermee is de waterkerende functie op orde, zonder dat het aanzicht van de Dyk is aangetast. Als gevolg van bodemdaling, oxidatie van het veen en de golven van de Snitser Mar zijn de lokale kaden tussen de Snitser Mar en het Potskar minder geworden. In het project worden alle lokale keringen op hoogte gebracht.
Rijke cultuurhistorie In het oever- en kadeproject is niet alleen aandacht voor de natuur, maar ook voor de cultuurhistorie van de Potskar. Dit is grotendeels de verdienste van de werkgroep Cultuurhistorie Griene Dyk, opgezet door omwonenden. 'We beseften dat dit h茅t moment was om de rijke ontstaansgeschiedenis van het gebied tot haar recht te laten komen,' vertelt Sietze Schukking. Er zijn sporen te vinden van de aanleg van de dijk, van drie veldslagen, zelfs van de ontwikkeling van de natuur door de jaren heen. 'Dit gebied heeft van alles te vertellen.' De werkgroep wil bijvoorbeeld met informatiepanelen en picknicktafels de historie voor bezoekers toegankelijker maken. Daarnaast is er een plan voor de bouw van een
schapenschuur. 'Een mooie locatie voor recreanten om even een kopje koffie te drinken en informatie over de omgeving te krijgen.' Ook hier wordt de samenwerking gezocht. Van der Wal: 'Voor Staatsbosbeheer is het een handige verzamelplek als vertrekpunt voor excursies.'
Belangrijke schakel 'De Potskar kan een belangrijke schakel zijn binnen verschillende recreatieve netwerken, denk alleen al aan de aansluiting met de Snitser Mar,'zegt Schukking. Ook kan het helpen om simpelweg idee毛n uit te wisselen. Als voorbeeld noemt hij Jirnsum, waar bezoekers straks net als in het Potskargebied picknicktafels met informatie over de omgeving vinden. 'Er liggen zoveel kansen in de regio om verbindingen te leggen en gezamenlijk nieuwe initiatieven te ontwikkelen. Zo inspireer je, ondersteun je en versterk je elkaar!'
De golfbreker in de Grutte Potten, inmiddels ook een rustplaats voor veel watervogels.
www.uitgeverijpenn.nl
7
de Waard
Fiifgeawei 48 • 8626 GC Offingawier • Telefoon 0515-422 296/06-23237561
Grond-, straat- en rioleringswerk Sloop-, asbest- en saneringswerk Zand- en grindhandel Transport en overslag Verhuur vrachtwagens Verhuur grondverzetmachines
Sneek / Zeewolde / Meppel
Bezoekadres: Prof. Zernikestraat 18
Tel: 0515-57 99 00 E-mail: info@dewaardbv.nl
Postadres: Postbus 1288, 3890 BB Zeewolde
www.dewaardbv.nl
8
VErbouwings opruiming Ladyshop Yvonne Vissersburen 84 8531 ED Lemmer info@yvonnelemmer.nl www.yvonnelemmer.nl
UITVAARTBEURS MEMORÈS INFORMATIE EN INSPIRATIE VOOR IEDEREEN
kisten, maar bijzondere vormen en kleuren. Vilten lijkwaden om de overledene comfortabel en benaderbaar op te baren en te begraven. Diverse mogelijkheden om je as te verstrooien na de crematie, de beurs was een grote bron van informatie en inspiratie. Niet alleen voor de bezoekers, ook de standhouders maakten gretig gebruik van elkaars informatie. Tientallen deelnemers, uiteenlopend van uitvaartverzorgers, fotografen, kistenmakers, keramiekkunstenaars en
NDC Mediagroep kijkt tevreden terug op de twee edities van Memorès die in november in Assen en Leeuwarden werden georganiseerd. In Assen kwamen zo ‘n duizend bezoekers af op de uitvaartbeurs in de Nieuwe Kolk. Twee weken eerder werd de Grote Kerk in Leeuwarden eveneens goed bezocht. De bezoekers konden zich op beide beurzen laten informeren over afscheid nemen, rouwen en herinneren. Verspreid over de dag waren er in de Nieuwe Kolk verschillende lezingen van onder andere hoogleraar rouw- en verlieskunde Manu Keirse en kinderboekenschrijfster Bette Westera; een aantal demonstraties van dragersteam Achaat; muzikale begeleiding van The Travelling Harp en was er zelfs een rouwclown aanwezig. In de Grote Kerk in Leeuwarden waren lezingen over de kracht van kwetsbaarheid, de keuzemogelijkheden rondom het levenseinde en het bijzondere fenomeen van de bijna-doodervaring. De dragers van Honestus, ook een team dames, gaven demonstraties en ook hier was muzikale omlijsting van The Travelling Harp.
Plannen voor 2016 Het blijkt een gat in de markt, de uitvaartbeurs. De ervaringen zijn zelfs zo positief dat de NDC Mediagroep in 2016 in nog meer beurzen wil participeren. ‘Samen met initiatiefneemster Marijke Buursink organiseren we de uitvaartbeurs ‘Licht op de Dood’ in de Martinikerk in Groningen’, aldus woorvoerder Fedde Kingma. ‘Dat zal zijn op 19 maart 2016. We bekijken ook de mogelijkheid om Memorès opnieuw in Assen te organiseren en ook voor Emmen staat er een uitvaartbeurs op stapel. Deze beurzen staan weer gepland voor het najaar.’
muzikanten presenteerden zich voor elkaar en voor het publiek. Er was aandacht voor tradities, maar ook voor trends. Zo worden koffie en cake na afloop steeds vaker vervangen door een borrel en (warme) hapjes, kun je een echte uitvaarttaart laten maken, is de digitale gedenkplaats in opmars en is live muziek al lang niet meer voorbehouden aan de organist.
Tradities en trends Dat de dood al lang geen taboe meer is, werd ook tijdens de beide edities van Memorès nogmaals onderstreept. Geen ‘steile’ standaard-
www.uitgeverijpenn.nl
9
‘VAN SCHROOT NAAR VLOOT’ OVER OUDE SKÛTSJES Bijna vijfhonderd skûtsjes en nauw verwante klassieke schepen zijn overgebleven van de hausse in de noordelijke scheepsbouw in de jaren 1884-1934. Ze worden gebruikt in wedstrijden, de relatievaart, voor de recreatie of als woning. Hun geschiedenis wordt nageplozen. Zo ontstaat een unieke verzameling verhalen. Tientallen oude, vervallen skûtsjes wachten op een opknapbeurt. Die is kostbaar als vakmensen het werk moeten doen. Maar het is dankbaar werk, om schroot dusdanig op te waarderen dat het weer een plaatsje in de vloot krijgt. Want aan elk oud schip zit een verhaal. Soms is dat een ruim vol geschiedenissen. Gezinnen woonden op de skûtsjes en verdienden er hun brood mee. Ze deelden er lief en leed, bescheiden rijkdom en soms ondraaglijke armoede. In de vijftig jaar van ijzerbouw op dertig Friese werven werd de beurtvaart gemotoriseerd. De turfwinning in Friesland en Drenthe maakte in deze tijd haar laatste fase door, net als de handel in vruchtbare terpaarde. De toekomst was aan steenkool, olie of aardgas, aan kunstmest en aan vrachtverkeer over de weg.
Ruim vol verhalen
In 1903 wordt er op de scheepswerf van Johannes Bos hard gewerkt aan het bouwen van een roefschip in opdracht van dhr. Feddema uit het Overijsselse Oldemarkt. Het skûtsje krijgt de naam “de Koophandel”, een naam die wel vaker aan een skûtsje werd gegeven. Door de niet erg economische lengte van 12 meter, werd binnen een jaar het schip verlengd tot haar huidige lengte van 16 meter en 56 centimeter.
10
Des te meer waarde hechten we aan het verleden, toen vaklieden de mooiste schepen bouwden. Ze werden geverfd, geteerd en gepotlood en voorzien van een hanteerbare tuigage. De racemachines die tegenwoordig de lakens uitdelen bij SKS en IFKS lijken slechts in de verte nog op hun originele voorgangers. Maar ook zij zijn eens onderbouw van een woonark geweest, of nog erger, een hoop oud roest. Er is soms voor tonnen in verspijkerd om er een toonbaar schip van te maken. Dat leidde wel tot opzienbarende successen. Maar voorbeelden van een bittere teleurstelling zijn er ook, zoals bij de Nynke, die na grote investeringen werd uitgesloten bij de IFKS.
Frits Jansen van Stichting Foar de Neiteam ontdekte de ‘Jonge Trijntje’ alias ‘Risico’ alias ‘Zwerver’ in Zwolle. Er werd een stichting voor restauratie en exploitatie van dit bijzondere schip opgericht, die zich extra kon manifesteren tijdens ‘Skûtsjejier Drachten’ in 2014. De restauratie van dit schip is een boeiend verhaal. Het is opgeschreven door Dirk Huizinga en opgenomen in onze uitgaven Van schroot naar vloot. Bij de start van Skûtsjesilen 2016 zal een boek gepubliceerd worden met verhalen over opgeknapte skûtsjes. Eigenaren zelf leverden daartoe een bijdrage. Onmisbaar is de inbreng van kenners van toen en nu, zoals meesterschilder Simon van der Meulen uit Warten. Ook de medewerking van Frits Jansen, redacteur-samensteller van de documentaire site skutsjehistorie.nl, bleek in dit verband onmisbaar. Bijgaand een kleine, nog niet volmaakte selectie uit de inhoud.
IM
VROUWE FRANCINA 1898
zeilen-monnickendam.nl pirka@levenvandewind.nl 0299 655475 0625 160686
IM
‘De Stripe’
Historische Scheepswerf / Skûtsjemuseum De Stripe 12 9264 TW Earnewâld www.aebelina.nl www.skutsjemuseum.nl e-mail: info@skutsjemuseum.nl Info: 06-16933805
Geopend: 26 apr. t/m 27 sept. op za. en zo. juli en augustus alle dagen, behalve maandag openingstijden 13.30 – 17.00 uur Groepen op afspraak het hele jaar mogelijk Entree € 3.- Kinderen t/m 12 j. € 1.-
www.uitgeverijpenn.nl
11
‘GALAMADAMMEN’, G’DAMMEN/KOUDUM EMANUEL, OEROL THÚS HAIKE PIETERS VAN DER WERFF, LANGEWYK DRACHTEN, 1912
Omdat Michael Boxum moest werken in Hotel Galamadammen, stond Frans Davelaar bij Sail Amsterdam aan het helmhout. Tijdens de drie wedstrijden die daar op 20, 21 en 22 augustus 2015 met acht deelnemers werden gehouden, bevestigde hij de indruk die eerde tijdens de IFKS was opgeroepen. Dit skûtsje Galamadammen kan, mits goed gezeild, wel meedoen. Maar het kan ook hopeloos in de achterhoede ronddobberen. De eerste eigenaar Fokke Rienks van der Kuip uit Oostermeer had in zijn vroomheid in 1912 niet kunnen bevroeden dat er ruim een eeuw later met zijn skûtsje op zondag gezeild zou worden. Hij liet het bij Haike Pieters van der Werff op de Langewyk in Drachten bouwen en gaf er de bijbelsenaam Emanuel aan, ‘God (zij of is) met Ons’.
Eerst huur, dan koop Fokke Rienks van der Kuip uit Oostermeer was een zoon van Rienk Fokes van der Kuip. Dat patroniem hoeft niet een schrijffout van de ambtenaar te zijn. Fokelinus (van der Wal) is in Lemsterland en wijde omgeving een
12
bekende naam sinds een straat in het Rienplan naar deze verzetsman is vernoemd. Van Foke naar Foeke is maar een kleine stap. Hetzelfde geldt voor de meisjesnamen Fokeltsje en Fogeltsje. We komen bij de familie Van der Kuip in de twintigste eeuw trouwens nog een Foke en een Fooke tegen. Fokke Rienks van der Kuip uit Oostermeer was geboren in 1874 en in 1905 getrouwd met Wytske Horsting. Dat jaar tekende hij op 17 juli met de plaatselijke scheepsbouwer en leeftijdsgenoot Popke Sapes Boorsma een zevenjarig huurcontract voor een houten roefschip ‘Emanuel’. De jaarlijkse huur bedroeg 120 gulden. Het kwam vrijwel niet voor dat Boorsma een schip verhuurde. Maar in die tijd kwamen er nogal wat ‘halfsleten’ binnenschepen op de markt, van schippers die overstapten op ijzer, of van werfbazen die inruil moesten accepteren. Boorsma kocht in 1905 een huis voor 823 gulden. Bijna twintig jaar later verkocht hij percelen grond voor meer dan tienduizend gulden.
Opdrachtgever: Fokke van der Kuip, Eastermar. Registratienummer: L 1309 N / L 1870 N Eigenaar: Michael Boxum, Marten Heins en Frans Davelaar (de Stichting tot behoud van Skûtsje Galamadammen). Schipper: Michael Boxum te Koudum Lengte over stevens: 19,40 Breedte: 3,60 Holte: 1,12 Tonnage: 44 Gebruik: Wedstrijd / Charter Van der Kuip had bij de Eastermarder scheepsbouwer misschien een streepje voor omdat hij als rechtzinnig christen wel voorging in de Gereformeerde Kerk. Toch bleven hij en zijn kinderen betrokken bij de schipperij. Toen het contract met de oude ‘Emanuel’ uitgediend was, liet hij bij Haike Pieters van der Werff een groot schip van 19,40 x 3,50 x 1,12 bouwen. Het gezin Van der Kuip telde toen naast heit en mem vier kinderen.
Beperkte successen Jelle Boorsma uit Eernewoude zal rond 1924 de ‘Emanuel’ van Van der Kuip hebben overgenomen. In 1927 en ’28 zeilde hij een wedstrijd mee voor eigen publiek. Hij, vernoemd naar de Earnewâldster Jelle Kleinhuis, werd beide jaren als laatste (4 en 5) genoteerd in de overzichten van Gosse Blom.Waarschijnlijk heeft hij alleen in 1928 met zijn vierde plaats een prijs verdiend, van vijf gulden. In 1929 ging in Earnewâld de wedstrijd niet door vanwege de droogte. Er kon toen over de Sânemar, met de hoge Gravinnewei onder water, niet gezeild worden. Auke van der Heide uit Leeuwarden was de volgende eigenaar. Hij gaf het schip de naam ‘Oerol Thús’. Hij zeilde er in 1944 mee in de ‘oorlogswedstrijd’ van Lyts Frisia van Grouw. In de B-klasse bereikte hij één klassementsnotering, met een achtste plaats. In
1945 deed hij bij de SKS twee keer mee in de B-klasse. Hij werd twee keer laatste, bij Grouw (7 deelnemers) en bij Sneek (4). Van der Heide was geen hardzeiler, hij moest het van de lading hebben. Daarom kocht hij er een opdrukker bij, waarmee hij op windstille dagen gewoon kon blijven varen. Betrekkelijk laat kwam deze ‘Emanuël’ of ‘Oerol Thús’ bij de sportieve vloot van de IFKS. Dat was in 2000, toen meervoudig IFKS-kampioen Jacob Huisman (‘Ut ‘e Striid’) eigenaar was geworden. Hij, ooit de jongste schipper en een vermogend man geworden door de relatievaart, liet er in 2000 en 2001 Koos Lamme mee zeilen. Daarna kwam Jan Koopmans uit Workum (2003) en in 2005 de veteraan Kees Meter uit Grou. Lamme werd derde en zesde in de klasse B2. Jan Koopmans werd 14e (van de 17) in de B-klasse. Ook Kees
Meter kwam in de C-klasse niet verder dan een tiende plaats. Dat kon Michael Boxum, die in 2009 schipper werd, niet verbeteren. Ook hij bivakkeerde jarenlang in de achterhoede. Maar in 2014 en 2015 werkte hij zich naar voren in de C-klasse, naar een achtste plek. Op de Tsjûkemar bij Echtenerbrug zeilde hij zich voor het eerst in de prijzen: tweede. Dat biedt wellicht perspectief voor de toekomst. Een verklaring voor de geringe sportieve successen kan zijn dat de Galamadammen nooit helemaal gestript of tot schroot vervallen is geweest. Maar het huidige drietal eigenaren is vast van plan om er behalve een mooi symbool voor het Hotel-Restaurant aan het Aquaduct onder Koudum ook een soms winnend schip van te maken.
Auke vd Heide met de ‘Oerol Thûs’ begin vorige eeuw tijdens één van de wedstrijden van het Skûtsjesilen foto: ingezonden door Auke de Boer.
www.uitgeverijpenn.nl
13
‘ORA ET LABORA’, HEEG TWEE GEBROEDERS, VROUWE JELTJE
JAN OEBELES VAN DER WERFF, BUITENSTVALLAAT, DRACHTEN, 1912 Skûtsje, werd de Stichting Heegemer Skûtsje opgericht. Voor deze enthousiaste club zeilde Broersma in 2015 naar een vijfde plaats in de C-klasse. Zijn mooiste prestatie was een overwinning op de Sleattemer Mar, in een spectaculaire wedstrijd.
Het skûtsje
Van 1988 tot 2011 was Willem Timmer een vaste waarde bij de IFKS. Op zijn ‘Ora et Labora’ was hij een schipper die doorgaans niet het helmhout hanteerde, maar gezeten ín het gangboord wel melodieuze smartlappen zong. Over rode rozen bijvoorbeeld. Zijn stuurman was jarenlang Andries Roggeveld. Het schip zelf kon eerst aardig meedoen in de B-klasse. Nadat er flink was geïnvesteerd, werd Timmer er in 1993 gedeeld negende mee in de grote kampioensklasse. Daar waren toen Sieb Meijer, Jacob Huisman en Siete Meeter de topmannen. Later kwam Jitze Grondsma er nog bij. Al die tijd handhaafde Timmer zich knap, maar in 2000 werd hij laatste. Maar omdat hij in 2001 de B-klasse won, was de ‘Ora et Labora’ in 2002 weer terug op het hoogste niveau. Daar kreeg hij het vanaf 2005 moeilijk om zich in het grote geweld van de uitgeselecteerde topklassers te handhaven. Ook omdat hij te weinig tijd vond om te trainen. Omdat Sietse Broersma na twee kampioenschappen in de klasse a-klein de ambitie voelde om met een groot skûtsje te zeilen, werd er gezocht naar een ander schip. De keuze viel op de ‘Ora et Labora’, maar omdat Sietse ongewild aan de Avontuur bleef hangen en men in Heeg wel toe was aan een eigen Heegemer
14
Aan de Rinia van Nautaweg in Gytsjerk staat nu het internationaal werkende transportbedrijf Gosliga. Dik honderd jaar geleden lag hier het beurtscheepje ‘Twee Gebroeders’, dat kaas en boter van de lokale zuivelfabriek naar Leeuwarden transporteerde. Pier Gosliga had het genoemd naar zijn zonen Pieter en Regnerus, die het schip in 1927 overnamen. Maar het vervoer over klein water had in de crisisjaren dertig zijn tijd wel gehad. De Gosliga’s bouwden een transportbedrijf op, de ‘Twee Gebroeders’ werd in 1951 geregistreerd als woonschip. In 1983 werd het woonschip motorrecreatieschip, geregistreerd onder nummer GN 898, net de baan ‘Vrouwe Jeltje’. Willem Timmer kreeg haar in 1986 en handen, doopte haar ‘Ora et Labora’ en zeilde er vanaf 1988 mee bij de IFKS. Prachtige wedstrijden waren
Opdrachtgever: Pier Gosliga, Giekerk Registratienummer: L 1561 N Eigenaar: Stichting Heegemer Skûtsje, Heeg Schipper: Sietse Broersma Lengte over stevens: 19,99 Breedte: 3,53 Tonnage: 42 Gebruik: Wedstrijdschip / charter het in de beginperiode, later werd het wat minder. En nu is de ‘Ora et Labora’ aan een vierde leven toe, nu als wedstrijdschip voor Heeg. Bij transportbedrijf Veenstra/Fritom leven ze enthousiast mee. En Pier Piersma woont en werkt er, aan oude schepen. Dat moet, met een warbere Sietse Broersma, wel klikken.
‘AVONTUUR’, OUDEGA (SWF) TWEE GEZUSTERS, GOEDE VERWACHTING
OEBELE PIETERS VAN DER WERFF, ‘WELGELEGEN’, SCHILKAMPEN, LEEUWARDEN. 1906
In 2013 en 2014 zeilde Sietse Broersma met zijn vaardige bemanning naar de titel van de klasse a-klein bij de IFKS. Zijn schip ‘Avontuur’ was met haar 16,97 bij 3,48 niet het grootste van de vloot, maar de lijnen waren en zijn prachtig en het tuig stond er voorbeeldig bij. Het avontuur lokte, in meerdere opzichten. Acht jaar hadden Sietse en zijn bemanningsleden al met succes meegezeild in de kleine IFKS-klasse. Hun inspanningen sinds de Broersma’s het schip in 2006 kochten waren bekroond met tweede plaatsen in 2009 en 2012 en titels in de laatste twee jaar. Het was nu tijd voor het grote werk. Dat kon ook, omdat Willem Timmer wel van zijn ‘Ora et Labora’ af wilde en er een koper was voor de ‘Avontuur’. Helaas, er ging iets mis. Jitske Visser uit Hempens zou als schipper op de ‘Avontuur’ zeilen, die daartoe zou worden gekocht door een in het buitenland verblijvende Friese skûtsjefan. Die liet het te elfder ure afweten,
zodat Jitske voor de zoveelste keer ontredderd en ontschipperd was. En Sietse Broersma met een zo groot gat in zijn begroting zat dat hij de ‘Ora et Labora’ niet zomaar kon overnemen. Gelukkig kon eigenaar Willem Timmer het met hulp van een snel opgerichte Stichting Heegemer Skûtsje zakelijk zo plooien dat Broersma toch met het nieuwe schip kon meedoen. Maar het gevolg was wel dat de kampioen er niet was om de titel te verdedigen.
Opdrachtgever: Wiebe Egberts Zuidema, Eastermar Registratienummer: L 998 N / G 6221 N Eigenaar: Sietse Broersma, Oudega (SWF) Schipper: Sietse Broersma Lengte over stevens: 16,97 Breedte: 3,48 Tonnage: 30 Gebruik: Wedstrijd / charter
Het skûtsje Wiebe Egberts Zuidema uit Oostermeer liet de ‘Twee Gezusters’ in 1906 in Leeuwarden bouwen. Twee dochters hadden hij en Wietske Kornelis Hiemstra overgehouden nadat hun zoontje Egbert in 1895 achttien maanden oud was overleden. Het scheepje van 15,72 meter lengte
mat 29 ton. Het werd in de omgeving vooral gebruikt voor bulktransport: terpaarde en mest, turf en zand. Jan Jacob Kuipers uit Buitenpost liet Gerrit Melles Zwerver erop varen. Hij was de kleinzoon van Jacob Melles uit Leeuwarden, die de ‘Zes Gebroeders’ in huurkoop had van Durk Durkszoon Kuipers. In 1952 werd er een woonark op gebouwd. Het lag een tijdje bij de sluis van wat later Lelystad zou worden. Sleepbootkapitein Jan Hollander woonde erop in Kampen. Het was Simon van der Meulen die er in 2000 de mooie lijnen van een snel schip in zag. Via hem werden Gerrit Heida en Pieter Osinga erbij betrokken. Zij maakten in de winter van 2000-2001 van de woonark een wedstrijdschip. Tijdens die verbouwing werd de ‘Avontuur’ verlengd naar 16,97m. In 2001 gingen ze wedstrijdvaren bij de IFKS. Heida werd dat eerste jaar vijfde in de klasse a-klein, die door Siete Eilderts Meeter werd gewonnen met de ‘Vriendschap’. In de winter van 2005 boden ze het schip weer te koop aan en zo kwam het terecht bij de familie Broersma.
www.uitgeverijpenn.nl
15
‘STRIIDBER’ HOMMERTS-JUTRIJP VIER GEBROEDERS, JEWO, DRIE GEBROEDERS, JACOLIEN JAN OEBELES VAN DER WERFF, BUITENSTVERLAAT, DRACHTEN, 1905
Allard Syperda stopte in 1993 na diskwalificatie boos en teleurgesteld met het skûtsjesilen bij de IFKS. Vijf jaren achtereen was hij er als tweede in het eindklassement geëindigd, met twee verschillende skûtsjes: de ‘Friesland’ en de ‘Striidber’. Dat was een unieke prestatie, maar tegen de Commissie-Generaal kon hij niet op. En dus ging Allard, snel rijk geworden in de handel en de relatievaart, op reis. Hij zeilde over de wereldzeeën naar NieuwZeeland/Australië. De baggeraar Siebo Zijsling uit Hommerts-Jutrijp kocht het ‘Drylster skûtsje’ samen met Hans en Bouke Sikma en Lammert Wiersma. Hij werd in zijn eerste IFKS-jaar 1999 vijfde in de klasse B1, in 2000 tweede in de klasse B-2 en in 2001 na promotie negende in de kampioensklasse. Vanaf 2004 behoorde Zijsling jarenlang tot de favorieten, met een derde en een tweede plaats in 2004-2005.
16
Opdrachtgever: Auke Tjerks Sieswerda, Witmarsum Registratienummer: S 671 N Eigenaar: Siebo Zijsling, IJlst Schipper: Siebo Zijsling Lengte over stevens: 20,52 Breedte: 3,84 Tonnage: 48 Gebruik: Wedstrijd / charter
Het schip, geregistreerd onder nummer S 671 N, ligt meestal in de haven bij zijn bedrijf in Hommerts-Jutrijp. Maar in het zeil pronkt het wapen van het oude stadje IJlst, een schip zonder roer. Dat was onder Allard Syperda al zo, toen het schip als ‘Drylster Skûtsje’ door het leven ging.
Van Witmarsum naar IJlst Auke Tsjerks Sieswerda uit Witmarsum liet op 57-jarige leeftijd het schip in 1905 bouwen op de werf aan het Buitenste Verlaat onder Drachten. Die lag toen nog ver van de bewoonde wereld en de eigenaar Jan Oebeles
van der Werff zat nog maar een paar jaar in de ijzerbouw. De Sieswerda’s ontleenden hun naam aan de terp Sieswerd bij Witmarsum. Eeltje Holtrop van der Zee uit Joure bouwde al in de jaren 1860 een houten skûtsje voor terpmoddervervoer voor een, Siewerijda uit ‘Witramsum’, zoals hij schreef. Auke Tsjerks noemde zijn nieuwe schip naar zijn vier zonen Willem, Tjerk, Harke en Reinder ‘Vier Gebroeders’. Het was met 17,05 x 3,84 aan de forse kant, echt geschikt voor bonkig werk op groot water. Auke, geboren in 1847, overleed in oktober 1922 op 75-jarige leeftijd. Zijn eerste vrouw Dirkje Smits stierf in 1876, het
geboortejaar van zoon Willem. Als motortjalk van 17,09 meter werd het schip op 11 september 1941 in Amsterdam geregistreerd onder de naam ‘Jewo’. Het heette nog even ‘Drie Gebroeders’ voordat het tjalkje als onderbouw van een woonark in Gorinchem ligplaats kreeg (‘Jacoliena’) en later te Gouda. Ze verkeerde nog in redelijke staat toen Allard Syperda met zijn werf in Osingahuizen zich er in 1989 over ontfermde. Hij haalde de opbouw eraf en maakte een snel, stoer schip van de romp in de maten 19,91 x 3,85m.
Altijd strijd
nauwelijks voor hem onder. In 2011, toen de IFKS bijna bezweek onder de schuldenlast, behoorde Zijsling tot de groep ondernemers die een businessclub vormden om de financiën gezond te maken. Hij werd dat jaar derde. Het jaar daarop dreigde een degradatie, die maar net afgewend kon worden. De schipper vond zichzelf wel eens iets te gemotiveerd, en dan is er natuurlijk nog het materiaal. De laatste jaren gaat het weer wat beter. Daarbij hoort ook verjonging en doorstroming in de bemanning. Maar het is duidelijk te merken dat de competitie in de IFKS sterk is toegenomen de laatste jaren.
De ‘Striidber’ heeft een passende naam. Allard was al ongekend strijdlustig, Siebo en zijn familie doen
www.uitgeverijpenn.nl
17
‘DE YDE’, MANTGUM
DRIE GEBROEDERS, VIER GEBROEDERS, ELISABETH-Z, GROTE BEER ALLE BARKMEIJER, BRILTIL, 1910
In de ‘Slach om Heech’ was al duidelijk dat 2015 voor Noortje Goedhart en haar bemanning een ander jaar zou worden dan de vorige twee. Zij waren erbij toen Gerrit de Vries door een klapgijp van Remy de Boer vol in zijn rug werd getroffen. Dat jaar werden ze tweede in de openings- en in de slotwedstrijd en wonnen in Echtenerbrug. Hun 105 jaar oude schip ‘De Yde’ was terug waar het hoorde: in de voorhoede. In 2012 kocht de “Stichting ter behoud van het skûtsje De Yde” het skûtsje van Lolle Schakel. Er werd besloten het schip haar naam te laten behouden uit respect voor de onder deze naam behaalde wedstrijdresultaten. Schipper Noortje Goedhart-Schwandt is inmiddels gepromoveerd naar de B-klasse. ‘De Yde’ is via H2O-events ook te boeken voor dagtochten.
18
Opdrachtgever: Alle Berends Barkmeijer, Noordhorn Registratienummer: L 1181 N / G 4905 N Eigenaar: Stichting De Yde, Mantgum Schipper: Noortje Goedhart-Schwandt Lengte over stevens: 20,62 Breedte: 3,55 Holte: 1,16 Tonnage: 49 Gebruik: Wedstrijd / Charter
Het skûtsje De gewezen scheepsbouwers Jan en Gerrit Barkmeijer uit Noordhorn hielpen in 1910 hun broer Alle Berends Barkmeijer van de beroemde Barkmeijerwerf in Briltil met de financiering van een voor eigen risico gebouwd roefschip, genaamd ‘Drie Gebroeders’. Het schip was vernoemd
naar deze drie, opgegroeid in Briltil. Jan en Gerrit hadden met hun zuster Kunje in 1889 een nieuwe werf aan de Woudvaart in Sneek ingericht, waar ze met de efficiënte bouw van tientallen schepen een klein vermogen hadden verdiend. Hun bezit was groot genoeg om na verhuur en verkoop van de werf in 1906 aan Minne Molles van der Werf uit Kootstertille te investeren. De ‘Drie Gebroeders’ mat 16,48X3,58m en had een laadvermogen van 34,943 ton. Het werd op 1 maart 1910 voor de eerste keer te Leeuwarden gemeten.
Schipper Catharinus Jongsma (1863-1939) kocht het in 1920 na verlenging tot 20,54m. Hij was in 1892 op 28-jarige leeftijd getrouwd met de toen 18-jarige Antje Vaartjes, bij wie hij vier zonen en twee dochters kreeg. Bij een nieuwe breedte van 3,55m bedroeg het laadvermogen van de ‘Vier Gebroeders’ (nieuwe naam) nu 48,744 ton. De nieuwe eigenaar leende er geld voor van Elisabeth Steenhuisen uit Noordhorn (hypotheekakte d.d. 14-09-1920), die via haar huwelijk tot de Barkmeijerfamilie behoorde. Toen Catharinus in 1939 stierf, nam zijn 44-jarige zoon Beene uit Lemmer het schip over. Samen met zijn zuster Gees(ke) woonde hij er tot in 1984 op. Ze lagen doorgaans aan de Kortestreek in Lemmer of in dorpen in de omgeving. In Follega bijvoorbeeld hadden ze geregeld ligplaats op de grens van de erven van winkelman Jaap Jaspers en boer Auke de Haan aan de zuidkant van de Follegasloot. Daar probeerde Gees tevergeefs op hoge leeftijd nog lezen te leren.
Wedstrijdschip Even kwam het schip in handen van de latere IFKS- en SKS-schipper Jitze Grondsma, die haar al weer gauw doorverkocht aan de “stichting ’t Schuitje” van Albert Jong uit Hoorn, Chris Gonggriep uit Zaandam en Jacob Miedema te Heeg. Wil van Lingen, hun schipper, zeilde ermee van 1984 tot en met 1990 bij de IFKS in de klasse A-groot. In 1985 werd hij tweede, in 1990 laatste. Desondanks wilde Ale Zwerver het wel proberen met de ‘Elisabeth-Z’,
IFKS2015, wedstrijd bij Lemmer. Foto:Tom Coehoorn. zoals hij het schip noemde. Hij werd in 1991, zijn eerste jaar, tweede in de B-klasse en eindigde na zijn promotie meestal vooraan in de middenmoot bij de grote A’s. Daaraan vooral dankte hij in 1998 zijn plotselinge benoeming tot schipper van het Lemster skûtsje.
Het schip ging naar Eus Nieuwenhuis, die er de treffende naam ‘Grote Beer’ aan gaf. Ook hij werd in zijn eerste jaar bij de IFKS tweede in de B-klasse en na zijn promotie een redelijke middenmoter. De volgende eigenaar was Lolle Schakel uit Parrega, die aan het schip de naam gaf van zijn royale vader Yde. Hij zeilde ermee van 2002 tot 2009 bij de IFKS, maar verkocht zijn schip pas in 2012. In de twee jaren daarvoor was de jonge Wietse Bandstra schipper. Stichting De Yde is eigenaar vanaf 1 februari 2013. Schipper is sindsdien de Mantgumer huisarts Noortje Goedhart-Schwandt. Zij koestert flinke ambities om met dit 105 jaar oude schip weer naar de hoogste regionen te zeilen. Zij begon de eerste twee jaar voorzichtig met klasseringen achterin, maar werd in 2015 tweede in de C-klasse. Daarmee kon ze promoveren naar de B-klasse.
www.uitgeverijpenn.nl
19
‘T SWARTE WIEF’, TIJNJE
DE JONGE WILLEM, EMANUEL TJIBBELE ATES VAN DER WERFF, WERGEA, 1909 Wergeaster schip, kort daarvoor weinig meer dan schroot, in 2015 in de middenmoot meezeilde in de klasse A-groot, was zo mogelijk nog verrassender. Geen wonder dat sommigen de Tynsters als favoriet beschouwden. Zelf stelden ze handhaving in de hoogste klasse als voornaamste doel. Dat laatste lukte, maar het kan nog beter natuurlijk.
De Stichting en de prestaties
Jaap Hofstee en zijn Tynster vrienden moesten nog leren zeilen toen ze in 2007 besloten een skûtsje te kopen. Dat was de ‘Bruine Beer’, in 1903 door Jan Bos in Echtenerbrug gebouwd als beurtscheepje. Deze Bos was tien jaar bezig in de ijzerbouw, Tjibbele Ates van der Werff in Warga nog maar twee jaar. Bos bouwde zeer snelle Lemsteraken, pramen en goede beurtschepen. Van der Werff was bekend als bouwer van solide schepen, waarvan er enkele al langer bij de IFKS zeilen. Het was om meerdere redenen al een sensatie dat Hofstee c.s. in 2011 kampioen werden in de klasse a-klein van de IFKS. Maar dat ze met een
20
De aankoop en het opknappen van een skûtsje is een kostbare aangelegenheid. In Tijnje werd de Stichting Beheer Tynster Skûtsje opgericht om deelname van de oude ‘Bruine Beer’ aan de IFKS in 2008 mogelijk te maken en vroegtijdige geldnood te voorkomen. Geldverschaffers kunnen hun aandeel bij eventueel vertrek niet opeisen. Voor de naam ‘’t Swarte Wief’ werd gekozen om recht te doen aan de binding aan het dorp Tijnje, waar nog een oud verhaal over ‘zwarte toverkollen’ rondzweefde die vroeger turfmakers en schippers de schrik op het lijf hebben gejaagd. Oorzaak was een combinatie van drank en bijgeloof natuurlijk. De schrijfwijze Wief herinnert aan het Gieterse dialect dat hier nog even gesproken moet zijn in de beginjaren van de vervening. De Tynster stichting wist een flinke groep sponsoren aan zich te binden, ook door de uitstekende prestaties met het eerste schip: kampioen in 2011, vierde in 2012. Dat leidde tot de aanschaf van een amper nog drijvende bult schroot dat weer een skûtsje moest worden. Zelfs Jelmer Kuipers, wiens advies werd ingeroepen, zag het duister in. Maar het werk werd voortvarend
Opdrachtgever: Hendrik Weima, Stiens Registratienummer: S 908 N / G 7681 N Eigenaar: Stichting Behoud Tynster Skûtsje Schipper: Jaap Hofstee Lengte over stevens: 20,15 Breedte: 3,84 Holte: 1,24 Tonnage: 43 Gebruik: Wedstrijd / Charter aangepakt en in 2013 werd de in de C-klasse debuterende ploeg van ’t Swarte Wief meteen kampioen. In 2014 volgde opnieuw promotie dankzij een tweede plaats achter de Lonneke, met overwinningen op de twee laatste dagen. Aan de basis van het succes ligt een serieuze benadering van de zeilsport met veel aandacht voor onderlinge communicatie, systematische training en het inroepen van professionele hulp waar nodig.
Het skûtsje De Stienzer brandstoffenhandelaar Hendrik Weima stamt uit een oud Fries schippersgeslacht. Al in de achttiende eeuw, toen in Tijnje de laagveengraverij nog moest beginnen, was zijn familie in deze branche actief. Hij noemde het schip naar zijn zoon. Albert Rink uit Ambt Hardenberg (Overijssel) kocht het schip in 1927 en noemde het ‘Emanuel’. Hij koos ligplaats aan de Emmakade NZ, maar het ging hem in de familiesfeer niet voor de wind. Hij en zijn vrouw kregen gehandicapte kinderen. Tenslotte verhuisden ze in de jaren zeventig naar de Rembrandtstraat in Leeuwarden. De Stichting Beheer ’t Swarte Wief, ook aangeduid als Stichting Behoud ’t Swarte Wief, kocht het in desolate toestand verkerende casco in 2010. Met veel eigen arbeid werd het omgetoverd tot een prachtig, snelzeilend skûtsje.
‘ZWARTE SCHAAP’, ZWOLLE
VOORWAARTS, EBEN HAËZER, HOOP OP ZEGEN, GRETHA HAIKE PIETERS VAN DER WERFF, DRACHTEN, 1906
Sjoerd Miedema uit Engwierum liet in 1906 een schip bouwen in de vorm van een skûtsje, dat in die tijd als groot werd ervaren. Deze ‘Eben Haëzer’ mat 16,96 bij 4,05 meter en had een holte van 1,28m. Meer een tjalkschip dan een skûtsje was het. Deze binnenvaarder paste ook amper in de kleinere dorpsvaarten, van het buitenwater afgescheiden door kleine sluizen, nauwe bruggen en met een smal bed van amper 1,10m diepte als vaarweg. Johannes Aukes Sipma uit Westergeest, die in het begin van de jaren twintig eigenaar werd, liet het op Buitensvallaat door Jan Oebeles van der Werff verlengen tot 21,03 meter. Hij, die als nieuwe naam ‘Hoop op Zegen’ koos, zocht het in grootschaliger transport over onder meer de Zwemmer. Als het niet vreselijk hard waaide, durfde hij de Lauwerszee zelfs ook nog wel over. Het skûtsje werd voornamelijk gebruikt om turf te halen uit Drenthe. In 1923, op één van die reizen, kreeg de ‘Hoop op Zegen’ in een bocht van het Annerveensterkanaal een stevige aanvaring met een nagenoeg nieuwe Steilsteven. De eigen schade aan
Opdrachtgever: Sjoerd Miedema, Engwierum Registratienummer: Hz 1078 N / G 2865 N Eigenaar: Dirk Hengst / H2O-events, Utrecht Schipper: Dirk Hengst Lengte: 21,03 Breedte: 4,05 Holte: 1,28 Tonnage: 51,6 Gebruik: Charter
bakboord was vrijwel nihil, dankzij de stalen stuiten, die met cement waren gevuld. Zoon Tjalling Sipma erfde het schip in 1950. Hij maakte er een woonschip van, zoals met veel van die oude schepen gebeurde in deze jaren van grote woningnood. Hij woonde er op in Nijmegen en doopte haar ‘Gretha’.
Een zwart schaap In 2004 kwam het woonschip in handen van Ulbe Rienksz Zwaga Koufur-
derrige. Hij nam het over van Grouster Fred Talsma, die er een wedstrijdschip van had gemaaktt. Ulbe kocht het om mee te doen aan Lemmer Ahoy en misschien de IFKS. Hij was namelijk in 2002 voor drie jaar bij de SKS geschorst, vanwege een akkefietje met een met carbonmatjes versterkte mast op het Leeuwarder skûtsje. Maar dit grote raceschip mocht bij officiële kampioenswedstrijden aan de IFKS niet meedoen. Het was als met Ulbe zelf, die zich in SKS-kringen uitgebannen voelde. Vandaar de naam ‘Het Zwarte Schaap’, wat nog eens werd onderstreept met een zwart gekleurde romp. Het is een uitstekend schip om er met grotere groepen mee te varen. Lekker stabiel, goed weerbaar, flink drijvend bij licht weer en bestand tegen golven en windvlagen op ruige dagen. Dat is ideaal voor een vaarevenementenbedrijf als H2O-events en de voortreffelijke gastheer Dirk Hengst, die met ‘Het Zwarte Schaap’ nu dagtochten vaart vanuit Heeg.
www.uitgeverijpenn.nl
21
‘US BEGJIN’, BOLSWARD
DE VROUWE WIETSKE, HILLEBRAND, ANTJE BEREND BARKMEIJER, BRILTIL, 1901 Opdrachtgever: P. Helmers, Grootegast Registratienummer: G 330 N / G 4275 N Eigenaar: Sietse Brouwer, Bolsward Schipper: Sietse Brouwer Lengte over dek: 15,81 Breedte: 3,30 Tonnage: 30
De kenner ziet veel interessante details aan het roefschip dat ’s winters samen met De Harmonie van Floris Bottema aan de kade ligt. Doorgaans ligt het bij het bedrijf De Lastoorts op het bedrijventerrein in Bolsward-Noord, aan De Ward. Dit is, met z’n geringe afmetingen van 15,81 X 3,30m, geen hardzeiler, dat is wel duidelijk. Het hoeft ook niet. Het schip dat schipper P. Helmers van Grootegast in 1901 bij Barkmeijer in Briltil liet bouwen, is voor de 24-jarige eigenaar Sietse Brouwer vooral ingericht om er in vakanties mee te varen. Hij, zoon van Lastoortsbaas Joop Brouwer, heeft er met kameraden zelf een jaar aan gewerkt. Toen lag het in Workum op de kade. Het schip dat nu ‘Us Begjin’ heet, werd als ‘Vrouwe Wietske’ op Groninger wijze gebouwd met twee brede platen stuurboord en bakboord in kop en kont. Om die goed in model te kloppen moet met het oude ijzer (van voor 1905) een heksentoer zijn geweest voor de werkers op de werf. Was het toen al een roefschip? Dan was het een van de eerste van dit type, want tot het begin van de twintigste eeuw bouwden de Barkmeijers in Briltil en Sneek net als andere vroege ijzerbouwers vooral zogenaamde ‘dekschepen’ , met slaap- en be-
22
scheiden woongelegenheid onder het achterdek. Toen woonden veel schippersvrouwen nog op de wal. De schipper voer dan met een knecht, een broer of een oudste zoon. Die maakten lange dagen en vroegen niet veel woongerief. In maart 2013 lag het scheepje als ‘Antje’ in Amsterdam te koop. Hardzeiler en ‘skûtsjereder’ Sikke Heerschop
oordeelde toen dat het nog wel een opknapbeurt waard was, hoewel het casco in vrij desolate toestand verkeerde. Van het (kennelijk eerder al vervangen) potdeksel was bijvoorbeeld weinig tot niets meer over. Het werd vervangen door een vlot aan te brengen en niet te duur vastgelast hoekijzer, in plaats van het vroeger wel gangbare aangeklonken halfrond. Desondanks werd het schip naar Heerschops woonplaats De Meern gesleept. Hier is de motor, een Mercedes met versnellingsbak, aan de praat gebracht. Samen met zijn IFKS-schipper Floris Bottema van De Harmonie bracht de 22-jarige Sietse het schip over het IJsselmeer naar Workum. Onderweg
sprongen klinknagels uit de bodem, zodat het water naar binnen gutste. Maar geen paniek, met een matras als ‘noadnagel’ bereikten ze met redelijk droge sokken na veertien uren varen rond vijf voor acht ’s avonds de Staverse haven. Het schip zakte vervolgens ook nog door de bok toen ze het op de wal hadden getakeld. Te zwak in het kielvlak, dat komt meer voor bij zeer oude schepen zonder kolsem (‘kolzwijn’). Bij bedrijfsschepen zie je vaker vervorming in het vlak. Men spreekt dan van ‘kattenrug’. Met hulp van Willem Timmer heeft Sietse toen het complete vlak vervangen.
Brouwer en zijn vriendin Cindy Annema vernieuwden de kuip, de mastkoker en het potdeksel. Het schip is ontdaan van een dikke laag teer en zit nu in twee-componenten verf. Ook plaatste Brouwer zelf een nieuwe motor. Hij toonde daarbij waar hij
ijzersterk in is: het smeden en benutten van goede relaties. Dat blijkt ook uit de uitrusting. Want het is bijzonder hoe dit schip is opgetuigd. Zwaarden komen van de Buitenstvallaatster ‘Jan Oebeles’, nu de ‘Woeste Anne’ van Wytse Heerschop. Mast en giek zijn afkomstig van de ‘Vrouw Christina’, die door Jelle Talsma naar Parijs is verkocht. En roer en klik zijn gehaald van de ‘Nooit Gedacht’ (Barkmeijer Sneek) van Jacob Huisman. Dat is voor de relatievaart bij de Galamadammen en De Kuilart gepromoveerd tot loungeskûtsje. Zo zal een investering die op papier wel vijftigduizend euro zou kunnen belopen, beperkt gebleven tot een fractie van dit bedrag. ‘Us Begjin’ was najaar 2015 zeilklaar. Alleen werd toen nog aan de binnenbetimmering gewerkt. Nog een verflaagje en dan kan er in 2016 worden gevaren!
www.uitgeverijpenn.nl
23
Meubel- & Scheepsonderhoud BdC Baarn
Eemnesserweg 99 3743 AG Baarn Tel. 06-46164491 bernd.skutsje@gmail.com
Visafslagweg 1 (hal 18-20) SCHEVENINGEN 070 - 338 4500 www.maritiem-watersport.nl TIPTO® TWELVE
Prinsengracht 2 8607 AD Sneek 0515 487654 info@lankhorstropes.com www.lankhorstropes.com
Zeilmakerij Rolf de Jong DE ZEILMAKERIJ VOOR:
- boottenten - jachtzeilen - verandazeilen
Singel 16 9001 XP Grou Tel. 06 – 81133883
www.hydrantjachtlakken.nl
w w w. r o l f z e i l m a k e r i j . n l 24
‘NOOIT VOLMAAKT’, HINDELOOPEN DE VROUW RIGTJE, TEJABOWI G. BIJLSMA, WARTENA, 1907
Op 23 oktober 2015 kreeg horecabaas en hardzeiler Cees Riezebos uit Hindeloopen van veel kanten op Facebook felicitaties voor de ‘verjaardag’ van een scheepsmeting. Op deze dag was het precies 108 jaar geleden dat in Leeuwarden het roefschip ‘Vrouw Rigtje’ werd gemeten. Dit zelfde schip, zij het verlengd, heet nu ‘Nooit Volmaakt’. Het is met schipper Riezebos vooral bekend door adembenemende manoeuvres bij harde wind, waarbij het schip aan de wind op één oor wordt gedrukt en toch niet kapseist. Riezebos is ook bekend van het bruine café ‘De Brabander’ in Hindeloopen en van vaartochten met het luxueuze roefschip-met-open kuip ‘Vrouwe Jelly’. Met de ‘Nooit Volmaakt’ werd hij in 2015 negende in de B-klasse van de IFKS.
Het skûtsje De vermogende houthandelaar Gerrit Hendrik Jans ter Horst uit Sneek financierde samen met Simke Molenaar uit Grouw de bouw van dit skûtsje. Waarschijnlijk was Simke de zeilmaker van deze naam in Grouw, levend van 1874 tot 1965. Hij vormde samen met Lambertus Krips jarenlang het komische cabaretduo Krips en Molenaar, dat overal in Friesland en ook elders, voor gemobiliseerde soldaten, optrad. Ter Horst en Molenaar lieten vaker samen een schip bouwen, als combinatie van belegging en klantenbinding. Een schipper nam zo’n schip in huurkoop. Hij werd pas eigenaar als hij de laatste termijn had betaald. Waarschijnlijk was dit het geval met Th. Engelsma uit Grouw. In ieder geval werd deze schipper in 1925 genoemd als eigenaar van het schip, dat bij de meting op 12 december van dat jaar officieel als nieuwe naam ‘Tejabowi’ kreeg. Het werd geregistreerd onder nummer L 1065 N. De volgende eigenaar was G.K. de Haan uit Leeuwarden. Het skûtsje kwam uiteindelijk in handen van
Opdrachtgever: Gerrit Hendrik ter Horst, Sneek en Simke Molenaar, Grou Registratienummer: L 1065 N / G 5324 N Eigenaar: Cee Riezebos, Hindeloopen Schipper: Cees Riezebos Lengte over stevens: 19,33 Breedte: 3,60 Tonnage: 38 Gebruik: Wedstrijdschip / charter
Jappie Meeter, bemanningslid bij Ulbe Rienks Zwaga op het Leeuwarder skûtsje en eerder een tijdje mede-eigenaar van ‘De Jonge Jan’. Het schip lag als een wrak in de Westereender Spoarsleat. Het droeg toen al de naam ‘Nooit Volmaakt’, gezien de haveloze toestand waarin het verkeerde, wel een passende naam. Meeter kwam er niet aan toe om het schip wedstrijdklaar te maken, maar verkocht het in 2001 aan Cees Riezebos. Die werd in dit eerste jaar van zijn deelname aan de IFKS achtste in
de B-klasse. Drie jaar later won hij de laatste editie van de Bolkoppenrace, waarvoor later de Friese Hoek Race in de plaats kwam. Zijn meest aansprekende resultaat was het kampioenschap in de B-klasse, in 2006, waarna hij promoveerde naar de klasse A-groot. Daar wist Riezebos zich niet te handhaven. Ook in 2009 promoveerde hij, dankzij een vierde plaats in het eindklassement van de grote B, naar de A-groot. Wederom volgde degradatie in het jaar daarop. Daarna ging het met Riezebos op en neer, in de C- en in de B-klasse. Dat het schip zich wel degelijk kan meten met andere grote en snelle schepen bleek wel in 2014, toen de ‘Nooit Volmaakt’ met Niek Hoek aan het helmhout, eerste werd op de tweede zeildag van Lemmer Ahoy. Het wachten is op een vaste plaats tussen de kampioenen van de klasse A-groot.
www.uitgeverijpenn.nl
25
IIS FOAR FRYSLÂN In 2012 namen de Provinciale Staten van Fryslân een besluit, dat verstrekkende gevolgen zou hebben voor de schaatssport in deze provincie. Miljoenen werden beschikbaar gesteld voor IIs foar Fryslân, zowel voor de vernieuwbouw van Nieuw Thialf in Heerenveen als voor de nieuwbouw van de Elfstedenhal in Leeuwarden. Doel was en is meer Friezen aan het bewegen, aan het schaatsen te krijgen. Tot dat moment stond Fryslân op een vierde plaats als het om het aantal inwoners per provincie gaat, dat met enige of grote regelmaat op kunstijsbanen de schaatsen onderbindt. In die opzet vullen de Elfstedenhal en Thialf elkaar naadloos aan. Thialf met zijn illustere schaatshistorie moet weer het schaatsmekka van de wereld worden als het om topschaatsen gaat. In de Thialf-hal zullen de grote nationale en internationale toernooien worden gehouden. De Elfstedenhal is bedoeld om meer mensen – jong en oud- het ijs op te krijgen. Daarbij is de Leeuwarder expertise op het terrein van schoolschaatsen van eminent belang.
26
De in winterse tinten uitgevoerde gevel is als het ware om het interieur heen gevouwen en heeft daardoor een natuurlijk, golvend verloop. De gevel is gelaagd opgebouwd met stroken glas en aluminium gevelpanelen. Programmeerbare lichtstrepen sieren als verlichte schaatsslagen de gevel en vormen een herkenbaar beeldmerk voor de Elfstedenhal vanuit de stad.
De grote hal biedt op allerlei manieren de sfeer en beleving van de Elfstedentocht. In de slanke constructie is veel hout gebruikt, wat zorgt voor een ruimtelijk gevoel en een warme sfeer in een koude omgeving. Bovendien, en niet onbelangrijk, is de constructie zeer degelijk en onderhoudsvrij. Schaatsend langs de houten spanten, die als bomen over het ijs hangen, heeft men zicht op de omgeving. In de gemetselde binnengevel zijn ornamenten met het motief van het Elfstedenkruisje als sluitstenen opgenomen. Aan de buitenzijde loopt het maaiveld als een dijkje op tot de onderzijde van de raamstroken.Van binnenuit beleef je daardoor het landschap op ooghoogte. Op strategische plekken is het glas opgetild zodat men zicht krijgt op bijzondere plekken in de stad.
0.12
Het gebouw is opgesplitst in drie delen. Het onderste deel van de plattegrond bestaat uit de ijshockeyhal, het bovenste deel bevat de grote schaatshal waarin een 400 meterbaan gesitueerd is met in de middelste ring een speelvloer en de krabbelbaan.Tussen deze twee hallen zijn de facilitaire voorzieningen gevestigd, denk hierbij aan de entree, het restaurant en de kleedkamers
0.10
0.11 0.12
0.10
0.6
0.5
0.2
0.11
0.7
0.3
0.1
0.6
0.5
0.9
0.8
0.2 0.1
0.7
0.3
0.8
0.4 0.4
0.7 0.7
0.9
Plattegrond Begane grond 0.1 0.2 0.3 0.4 0.5 0.6 0.7 0.8 0.9 0.10 0.11 0.12
Centrale hal Winkel Plattegrond Begane grond Schaatsverhuur 0.1 Centrale hal IJshockeyhal 0.2 Winkel Restaurant 0.3 Schaatsverhuur Keuken 0.4 IJshockeyhal 0.5 Restaurant Kleedkamers 0.6 Keuken Machinekamer 0.7 Kleedkamers 0.8 Machinekamer Werkplaats 0.9 Werkplaats Speelvloer 0.10 Speelvloer Krabbelbaan 0.11 Krabbelbaan 0.12 400m 400m hal hal
CLOUD DIENSTEN | HOSTED TELEFONIE | VERBINDINGEN We leveren in de Elfstedenhal onder andere hosted telefonie en hosted ICT, maar de bezoekers van de nieuwe hal worden vooral erg blij van de Wi-Fi die door ons is aangelegd. Op zowel de 400 meter baan, de ijshockeybaan als in het restaurant kunnen de bezoekers ge-
makkelijk en snel hun foto’s en filmpjes via onze Wi-Fi de wijde wereld insturen. We zijn er trots op dat we een bijdrage mogen leveren aan dit Friese icoon en zijn daarom ook als sponsor toegetreden aan de Club van 11S.
'We willen dat jullie ons volledig ontzorgen op het gebied van ICT.' Dat luidde de klinkende opdracht van Johan van der Kooi van de Elfstedenhal toen de opdracht definitief aan ons werd gegund. Van zo’n opdracht gaat ons hart sneller kloppen en daar werken we vanaf dat moment iedere dag hard aan.
058-284 85 86 | WWW.DOMINO-ICT.NL |
@DOMINO_ICT
www.uitgeverijpenn.nl
27
FRIEZENOPDEPLANKEN DECEMBER FriezenOpDePlanken beoogt de Friese kleinkunst van onderop te versterken door het bieden van een compleet crossmediaal platform voor artiesten, ondersteunend bedrijfsleven, podia en organisatoren. Van troubadour tot verteller,
28
van goochelaar tot rockband. Online vindt u ons op: www.FriezenOpDePlanken.nl waar u alle Friese artiesten kunt bekijken en beluisteren! U zult versteld staan van al het talent! Dit keer zetten we de
FriezenOpDePlanken Bands & Groepen in de schijnwerpers!
SAN MAN EN SIKKE
STAGELINE
MOLSTONE
IN THE MIX
THE THREE FARMERS BOYS
FREEWAY
DOWNTOWN LIVE
DE KAST
HOT STOP
BEWARE
BAND GEAR
BABA-LIVE
TUFF ENUFF
SA! EN OAREN
Vernieuwde website van FriezenOpDePlanken! Hij stond al een tijdje op de planning maar nu is het toch echt zover, de nieuwe website van FriezenOpDePlanken.nl. Nu nog meer informatie, artiesten & muziek!
!
Nieuw ! w u e i N ! Nieuw
11 oktober uitgebreid en gezellig!
De 2e editie van FriezenOpDePlanken Live was een gezellige dag en werd overspoeld met optredens van de FriezenOpDePlanken artiesten! Onderstaand een sfeerimpressie! Gemist? Zorg dat je er volgend jaar bij bent! Blijft op de hoogte via onze Facebookpagina /FriezenOpDePlanken
Evenementen/agenda Datum
Locatie
Aanvang
Tickets & info
Sânman & Sikke
13 december
Hervormde kerk Gauw
14:30 uur
www.sanmanensikke.nl
De Kast – 25 jaar
18 december
Stadsschouwburg De Harmonie Leeuwarden
20:15 uur
www.harmonie.nl
Downtown Live
16 januari
It Dielhûs Wommels
22:00 uur
www.itdielshus.nl
Stageline
26 december 2e Kerstdag
De 2 Gemeenten - Irnsum
21:30 uur
www.de2gemeenten.nl
www.uitgeverijpenn.nl
29
TOCHT LANGS VERBORGEN
Toren | De Schierstins, Feanwâlden
In het noordoosten van Friesland valt van alles te ontdekken. Noordoost Friesland behoort tot de oudste bewoonbare gebieden van de provincie en dat weerspiegelt zich in de gebouwen en collecties van de 29 aanwezige musea. Het zijn pareltjes van cultureel erfgoed die bij het grote publiek nog weinig bekend zijn, maar die de aandacht van de bezoeker alleszins waard. Recentelijk zijn enkele van deze pronkjuweeltjes via de websiterubriek Museumschatten te bewonderen. In Feanwâlden staat een oeroude toren, genaamd de Schierstins. Hij is van 'alde Friezen' gebouwd rond 1300. Een stins was een stenen verdedigbare toren. Hierin konden de bewoners van omliggende boerderijen zich in tijden van oorlog terugtrekken. Stinzen werden meestal op een verhoging gebouwd en kregen een wal of gracht als extra versterking. In een document uit 1439 wordt de naam Schiera Monnika huse vermeld, omdat de stins in handen is geko-
30
men van het klooster Claerkamp bij Rinsumageast, waarvan de monniken grijze (schiere) pijen droegen. In latere tijden werden verschillende aanpassingen gedaan om de stins te kunnen bewonen. Het gehele jaar door kunt u de geschiedenis van
de toren ontdekken in de net nieuw ingerichte expositie: ‘Het laatste Friese Torenkasteel’. Rond de feestdagen kunt u hier tevens een sfeervolle expositie bewonderen van kerststallen uit Oost-Europa. Nabij de Schierstins vindt u een bij-
Spaanse klomp | Scherjon’s klompenmakerij en klompenmuseum, Noardburgum
SCHATTEN te bewonderen. Even telefonisch aankondigen dat u langs wilt komen is in dit museum wel zo handig.
Activiteiten v Themapark De Spitkeet heeft twee activiteiten in december 9 t/m 12 winterfair 26 snertwandeltocht v Op zondag 27 december a.s. organiseert het Fries Landbouwmuseum in Earnewâld voor de achtste keer de Friese Miniaturendag. Dit jaar komen er weer standhouders uit geheel Nederland met hun mooiste miniaturen. Natuurlijk ligt de focus op landbouwminiaturen, maar ook liefhebbers van andere miniaturen zoals (vracht)auto’s en treinen, maar ook Lego, komen aan hun trekken. Voor iedere verzamelaar en liefhebber is er wel iets te vinden. De beurs is zondag de 27ste open van 10:00 – 17:00 uur.
PROGRAMMA SCHIERSTINS DEC. 2015 T/M 28 FEBR. 2016:
Bent u nieuwsgierig geworden? Kom gewoon eens langs in één van onze musea om onze schatten met eigen ogen te zien en ontdek de verhalen achter de voorwerpen. Noordoost Friesland? Een hele belevenis! Kijk voor meer informatie op www. markantfriesland.nl Voor de jeugdige bezoekers zijn er de ondeugende gidsen Mark en Ant! Met een speurtocht op papier of via smartphone of tablet is er voor de kinderen genoeg te ontdekken!
GEHELE JAAR: NIEUWE EXPOSITIE ‘HET LAATSTE FRIESE TORENKASTEEL’ Za. 12 dec. 20.00 u. optreden Concert Jazzgroep Quatre Tickets De Swing Za. 19 dec. t/m zo 3 jan.’16 Expositie Oost-Europese kerststallen uit collectie Agnes Vernooij Za. 9 jan. t/m zo. 28 febr. 2016 Expositie ‘Small Talks’ - kunstzinnige quilts van Quiltart Zo. 17 jan. 14.30 u. – Concert Salonorkest Sinnema Zo. 21 febr. 15.00 u. – Concert hobokwartet Driekwartplus MUSEUM DOKKUM: EXPOSITIE “AL WAT PATRIOT IS, MOET DOOD!” Dit riep Oranjegezind Kollum in 1797. Patriottistisch Dokkum reageerde met grof geschut. Hoe dit conflict werd beslecht ziet u in Museum Dokkum van 13 november 2015 t/m 8 mei 2016. zonder museum dat ook nog eens in bedrijf is: Scherjon’s Klompenmuseum. U kunt van alles te weten komen over de geschiedenis van dit schoeisel en u kunt ter plekke zien hoe klompen worden gemaakt. Dit museum is geliefd bij toeristen van heinde en verre maar ook onder inwoners van de eigen regio. Velen kopen hier het zo bijzondere schoeisel. Een heel bijzonder collectiestuk zijn een paar klompen uit Noord Spanje (het gebergte Picos d’Europa). Ze zijn prachtig versierd met heel fijn houtsnijwerk. Ook zijn in dit museum unieke klompen te bewonderen die speciaal voor een show van de beroemde modeontwerpers Victor en Rolf zijn gemaakt. Zij gaven Scherjon deze bijzondere opdracht
en het resultaat mag er zijn! Wilt u meer weten over hoe mensen vroeger leefden in dit bijzondere deel van Friesland? In het Simkehûs te Twijzel vindt u de literaire schatten van de vermaarde Friese schrijfster en dichteres Simke Kloosterman. Met recht een dame van statuur! Zij schreef beeldend over de vroegere levens en hartstochten van de rijke boeren en arme landarbeiders in haar streek. Het museum heeft tot 1938 gefungeerd als woonhuis van Simke. In een gedeelte van het huis zult u merken dat de tijd stil heeft gestaan. U treft er enige persoonlijke bezittingen van de schrijfster aan. Rondom het Simkehûs valt een sfeervolle tuin met hermitage
Jurk | Simke Kloosterman Hûs,Twijzel
www.uitgeverijpenn.nl
31
VERHAAL VAN HET VOEDSEL KIEZEN VOOR DE STREEKBOER
Boer Bart, Rotstergaast. ‘We brengen de boerderij naar de oorsprong van de landbouw door te luisteren naar de natuur en door de dieren een cruciale rol te geven in de kringloop van onze boerderij.’ Foto is gemaakt door Bert van Asperen.
Wat begon uit liefde voor Friesland en passie voor het creëren van een afzetmarkt voor al het moois uit de streek, is inmiddels uitgegroeid tot een concept waarbij honderden klanten wekelijks op een gemakkelijke en gezellige manier een compleet assortiment aan streekproducten kunnen aanschaffen. De Streekboer brengt momenteel zo’n 35 lokale boeren en hun producten online en laat de consument de streekproducten bestellen. Vervolgens ontmoeten ze elkaar wekelijks op een vast verzamelpunt om de producten maar ook de verhalen achter de producten uit te wisselen.
32
Alle streekproducten en verhalen op één plek In juli 2015 werd het eerste afhaalpunt van De Streekboer geopend in Nieuwehorne. ‘We zagen dat overal om ons heen de mooiste streekproducten worden aangeboden. Bijna niemand rijdt echter elke week een rondje langs alle boerderijen uit de omgeving om een compleet assortiment aan streekproducten binnen te halen,’ aldus oprichter Janco Heida. Dat kon en moest anders en daaruit is het idee van verzamelpunten ontstaan. ‘ Inmiddels hebben we verzamelpunten in Nieuwehorne, Leeuwarden en Joure. Bij elk van deze verzamelpunten zijn producten uit die omgeving aangesloten. De boeren en voedselmakers zijn binnen een straal van
40 kilometer van het verzamelpunt gevestigd. Ten minste 51 procent van de grondstoffen van het product komen binnen een straal van 50 kilometer van de vestigingsplaats van de producten vandaan. Concreet houdt dit in dat we bijvoorbeeld van de bakker eisen dat de granen van het brood ook lokaal geproduceerd zijn. Zo niet, dan nemen we het brood niet op in het assortiment. Hetzelfde geldt voor ijs en alle andere producten. Een ijsmaker moet de zuivel ook uit de eigen omgeving halen en ga zo maar door. Alles dat wordt aangeboden bij De Streekboer is verbouwd, verwerkt en verkocht in de regio. Op die manier streven we een volledig lokaal voedselaanbod na.’
De boer is zijn eigen keurmerk Bij De Streekboer is de boer zijn eigen keurmerk en de klant de keurmeester. Van producenten wordt verwacht dat ze zelf bij het verzamelpunt staan om hun eigen producten aan de klant te overhandigen. Op die manier kan de klant vragen over het product direct stellen. Tegelijkertijd kan de boer rechtstreeks aan de klant uitleggen waarom hij nu wel of niet biologisch gecertificeerd is en waarom het nu juist wel of niet nodig is om de vleeskippen buiten te laten lopen. Ook de prijzen waarvoor de producten in de webshop staan, bepaalt de boer zelf. De gedachte hierachter is dat de producent zelf het beste kan bepalen wat een eerlijke prijs voor het product is. Dat is namelijk wat De Streekboer nastreeft. Eerlijke prijzen voor de boeren en heerlijke producten met een open, transparant verhaal voor de consument.
Groot door lokaal te blijven
Natuurtuin ’t Hummelhûs, Oudehorne. ‘Het ongedierte wordt zoveel mogelijk weggehouden door wisselteelt toe te passen. ’Door elk jaar te wisselen met de gewassen krijgt het ongedierte geen kans. Ook is de hele tuin omgeven door water. Op die manier worden kikkers en padden aangetrokken die veel ongedierte opeten. ’Op de tuin wordt geprobeerd de natuur z’n werk te laten doen. Bijen zorgen voor de bestuiving van de fruitbomen en produceren tegelijkertijd lekkere honing. Alles in de tuin heeft zijn eigen functie, dit zorgt voor een natuurlijke balans.’
De Streekboer heeft als doel groot te worden met tientallen lokale verzamelpunten. Op die manier gaat de kleinschaligheid en het lokale karakter niet verloren. ‘Onze visie reikt verder dan lokaal en volledige transparantie,’ stelt medeoprichter Sandra Ronde. ‘Wij geloven erin dat we door onze manier van werken een grote meerwaarde creëren.’ Voor de boeren en
voedselmakers biedt De Streekboer economische voordelen omdat ze een eerlijke prijs krijgen voor hun producten. ‘Wij streven echter ook een grote sociale verantwoordelijkheid na. Lokaal betekent uiteindelijk dat het geld in de regio blijft en dat het op die manier kansen voor de regio biedt. Daarnaast bouw je langzaam
Gerbranda State, Pietersbierum. ‘Door een ruimte vruchtwisseling te hanteren, proberen we bodemuitputting te voorkomen. Ook proberen we zo min mogelijk met tractoren op het land te komen om te voorkomen dat er sporen ontstaan.’
maar zeker aan een systeem dat minder afhankelijk is van ongrijpbare zaken als wereldpolitiek en economische schommelingen. Het systeem bouwt op sociale relaties en vertrouwen dat wordt gebaseerd op het feit dat je elkaar ontmoet, ziet en met elkaar spreekt. Idealistisch? ‘Wellicht wel,’ zegt medeoprichter Thijs Riem Vis. ‘Maar dat moet je zijn als ondernemer. Wij hebben een scherpe visie en ons doel helder voor ogen. Juist daarin schuilt de kracht en het succes van De Streekboer.’ Nieuwsgierig geworden? We zijn te vinden via www.destreekboer.nl of op Facebook, Twitter of Pinterest.
In de volgende editie van Fryslân Markant, maart 2016, introduceren we een aantal boeren en bijzondere producten!
www.uitgeverijpenn.nl
33
Topkwaliteit als missie! SelektMeat products staat voor de beste ingrediënten en een uiterst zorgvuldige bereiding. Want het is onze missie om u als klant topkwaliteit te garanderen. Wij controleren voortdurend of alle stappen en processen binnen onze organisatie voldoen aan de normen en condities op het gebied van kwaliteit en hygiëne. Selekt Meat Products Edisonstraat 17 8861 NA Harlingen Tel: 0517 432730 info@selektmeat.nl
www.selektmeat.nl
Homminga's Kerstpakketten Voorstraat 21 Harlingen Telefoon:0517 412 510
www.kerstenrelatie.nl t o m at en s au s
Verkrijgbaar bij uw supermarkt.
Van ambachtelijk naar culinair
www.greydanus.nl
34
Friese Bolognesesaus C o m pleet m et r u n derg e ha k t
Ma kkelijk en snel klaar te ma ken
Pu u r n a tu u r va n Fr i e se b o de m Zonde r k unstma tige toe voe ginge n
www.kaaij-tomaten.nl
Streekproducten: Reade Krobbe, Kollumer Zoete Erwt Giele Wâldbeantsjes, Dik Trom en Wâldgieltjes
TOMATENWIJN EN BOLOGNESESAUS
De Nederlandse tuinderij staat bekend om zijn innovatieve vermogen. Dat moet ook, anders houd je het hoofd niet boven water. Tomatenkweker Theo van der Kaaij uit Berltsum neemt geen genoegen met het domweg afvoeren van afgekeurde tomaten. Hij zocht en vond nieuwe toepassingen voor de restprodukten van zijn bedrijf: bolognesesaus en tomatenwijn. ‘Als bedrijf wil ik duurzaamheid uitstralen. Ledverlichting, terugwinnen van warmte en het beperken van een reststroom aan tomaten. De afgelopen vijftien jaar is de hoeveelheid restproduct alleen maar groter geworden. De consument stelt hoge eisen, alleen de perfecte tomaat wordt nog geaccepteerd. Hoewel de rassen steeds beter worden, is er jaarlijks toch nog een uitstroom van zo ‘n 250.000 kilo. Dat zijn prima tomaten, maar niet perfect genoeg voor de verkoop. Loze productie dus.’ Van der Kaaij wil de afgekeurde tomaten gebruiken om nieuwe producten van te maken. Afgelopen herfst verraste hij de nationale culinaire elite met de pas ontwikkelde tomatenwijn. Jonnie Boer van de Librije in Zwolle was dolenthousiast en wierp zich meteen op als ambassadeur. ‘Het was een idee van mijn vader,’ zegt Van der Kaaij, ‘dat we eerst zelf uitgeprobeerd
hebben en na de eerste enthousiaste reacties hebben doorontwikkeld met behulp van Albert Kooy, manager van Stenden Hotel. Bij Neerlands Wijnmakerij in Bentelo hebben ze het opgepakt. Toevallig kwam daar in diezelfde periode Arco Vreugdenhil binnen, die van de reststroom bij paprikakwekerij De Wieringermeer, ook een wijn liet produceren. Beide wijnen zijn nu op de markt gebracht onder de naam ViniVega. Jonnie en Teresa Boer helpen ons met de promotie van de wijn. Inmiddels heeft sterrenrestaurant La Vie in Osnabrück de beide wijnen van ViniVega ook op de kaart staan en sturen we monsters over de hele wereld om de wijnen internationaal in de markt te zetten. Wij mikken op het exclusieve segment, daar zit wat ons betreft de ruimte. Niet bij de supermarkten. Eerder al kwam bedacht Van der Kaaij de pastasaus Cucina Landoni, in samenwerking met vleesbedrijf Selekt-Meat uit Harlingen en mogelijk gemaakt met behulp van subsidie van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. De saus is een kant en klaar product, zonder kunstmatige toevoegingen, maar met vlees. Inmiddels vindt het product zijn weg richting hotels en horeca, maar het zou ook heel gemakkelijk zijn voor instellingen waar maaltijden in grote hoeveelheden tegelijk geproduceerd worden.
Afgelopen jaar was een jaar van ontwikkeling. Slechts enkele procenten van de reststroom werd omgezet in saus en wijn. Dat moet veel meer worden, maar Van der Kaaij is een pionier op dit gebied, die zelf het wiel moet uitvinden en tegelijkertijd zijn bedrijf draaiende moet houden. ‘Duurzaamheid is geweldig, maar het moet ook economisch iets opleveren, anders gaan de ontwikkelingen op dat gebied niet verder.’ Inmiddels staat Theo van der Kaaij aan de vooravond van een nieuwe grote uitdaging. In maart dit jaar plant 4 hectare asperges in een kas. Alweer is hij de eerste, want in het noorden worden tot nu toe geen asperges gekweekt. Een kans dus, zegt Van der Kaaij: ‘Asperges zijn een populaire groente, die hier maar kort vers te krijgen zijn, omdat ze vanuit het zuiden moeten worden aangevoerd. Ik wil het product zo dicht mogelijk bij het afzetgebied kweken, daar bespaar je enorm veel transportkosten en tijd mee. De eerste oogst volgt in 2017. Bûtenpolle 6 9041 VM Berlikum telefoon 0518 461142 info@kaaij-tomaten.nl
www.kaaij-tomaten.nl
www.uitgeverijpenn.nl
35
WINTERKOST UIT DRIE Onze provincie staat bekend om haar Friese taal, weidse boerenlandschap, kaatsen, fierljeppen en is befaamd om haar Elfstedentocht. Wat veel mensen niet weten, zelfs provinciegenoten niet, is
dat Fryslân ook drie verschillende streken herbergt. Deze drie Friese streken hebben hun eigen typische streekproducten.
In dit nummer lichten we van elke streek de typische winterse streekpro-
ducten uit die de streekkeurmerken Wâldpyk, Waddengoud of De Marren dragen. Producten met dergelijke streekkeurmerken zijn landelijk erkend als echte streekproducten (www.streekproducten.nl)
Winterkost van De Fryske Wâlden - Streekkeurmerk Wâldpyk BEANTSJES & HUMMELHÛZER RODE Wâldbeantsje Eén van de bekendste oude gewassen van De Friese Wouden is het Giele Wâldbeantsje. Een bonenras waarvan de smaak het best tot zijn recht komt als hij groeit op zandgrond van De Wâlden. Een select aantal kleine boeren teelt hem, waaronder Ida Haarsma uit Sumar. De telers verkopen de Wâldbeantsjes aan huis, maar ook zijn ze te vinden in diverse supermarkten en speciaalzaken in Fryslân. Let op dat het streekmerk Wâldpyk op de verpakking staat, want er zijn veel ‘nep-Wâldbeantsjes’ op de markt.
Kant-en-klare versmaaltijden
Reade Krobben, Kollumer Zoete Erwt en Giele Wâldbeantsjes op de markt.
Greydanus Earlik Ite Fryslân in Heerenveen maakt sinds 2014 kant-en-klare versmaaltijden met Wâldpyk gecertificeerde Wâldbeantsjes. Niet via een fabrieksmatig proces waar mensen alleen nog maar verstand hoeven te hebben van automatische systemen, maar grotendeels met de hand en
op culinair gevoel gemaakt door kok Jeroen Drenth van Earlik Ite. “Hiermee willen we mensen bedienen die houden van zelf gemaakt eten van echte verse ingrediënten, maar die dat op een of andere manier niet kunnen of geen tijd hebben om zelf te koken. Dat zelf maken doen wij voor ze waarbij we smaak het allerbelangrijkste vinden.”, vertelt Tjalke Stoelwinder van Greydanus. De maaltijden zijn in diverse Friese supermarkten te verkrijgen. Ook zijn er andere bedrijven die de beantsjes uit De Wâlden in een modern jasje steken: In 2008 hebben de koks van De Herberg van Smallingerland in Rottevalle het Wâldbeantsje al ontdekt. Ze maken er Wâldbeantsjefriet van. Ook maken ze ijs van de Kollumer Pronkbean, een ander oud bonenras uit De Wâlden. In 2012 is Gerk Biesma van Ambachtelijke Slagerij & Hofleverancier Biesma in Opeinde gaan experimenteren met Wâldbean-
•
•
36
tsjes. Resultaat: de Wâldfeintsjes, een runderworst met daarin één derde deel Wâldbeantsjes verwerkt.
Reade Krobbe De Reade Krobbe is ook een typische peulvrucht van de Friese Wouden en tot voor kort met uitsterven bedreigd geweest. Boer Henk Zuidema van de Wâldbaarch in Jistrum is één van de telers van de Reade Krobbe. De rode bonen met fel oranje vlekjes worden door de boeren aan huis verkocht, maar ook liggen ze in verschillende Friese supermarkten en speciaalzaken.
Hummelhûzer Rode Na 8 jaar ontwikkelen is het de familie Jansen uit Fochteloo gelukt om voor Natuurtuin ’t Hummelhûs in Oudehorne een streekeigen aardappel te ontwikkelen. De ‘Hummelhûzer Rode’. Verkrijgbaar in de boerderij- en webwinkel van ’t Hummelhûs.
www.waldpyk.com
FRYSKE STREKEN Winterkost van De Waddenkust -Streekkeurmerk Waddengoud KOLLUMER ZOETE ERWTEN & DIK TROM-ERWTEN VAN PIET HOEKSTRA Piet Hoekstra uit Sint Jacobiparochie is sinds 2005 bezig met het verbouwen van cultuurhistorische streekgewassen. Zo heeft hij in dat jaar tijdens de viering van ‘500 jaar het Bildt’ een demonstratieveld aangeplant met alle gewassen die ooit op het Bildt zijn geteeld. Een hobby die is uitgegroeid tot een daadwerkelijke herintroductie van oude streekgewassen. Enkele jaren geleden heeft hij het grauwe erwtenras de ‘Kollumer Zoete Erwt’ van de ondergang gered. Van Jan van der Velde uit Kollum kreeg hij 6 erwten, waarmee Piet samen met teler Jaap de Jong uit Oosterbierum weer een bloeiende teelt heeft opgezet.
Teler Piet Hoekstra en groothandel Greydanus uit Heerenveen hebben de erwt zondag 8 november j.l. in Restaurant De Zwarte Haan gelanceerd. Aardappelgroothandel Greydanus uit Heerenveen heeft de erwt weer op de markt gebracht. Nu valt de beurt toe aan het oude groene erwtenras Dik Trom die in de jaren ‘60 en ‘70 veel werd verbouwd in de Waddenstreek, maar nu al lang is verdwenen. Piet liep hem toevallig tegen het lijf tijdens een excursie in de genenbank in Wageningen. Hier bewaren ze een groot aantal rassen, zodat deze niet uitsterven. Piet: “Gekscherend vroeg ik of ze de Dik Trom hadden. En warempel ze hadden
hem. Dat was het begin”. Drie jaar later, op 8 november jongstleden, kreeg Piet Hoekstra voor de Dik Trom het Waddengoud uitgereikt. De Kollumer Zoete Erwt en de Dik Trom liggen nu in verscheidene Friese supermarkten en speciaalzaken.
www.waddengoud.nl
Winterkost van De Marren - Streekkeurmerk De Marren RED FANTASY-AARDAPPELS VAN FARMILY Als één familie van opa en oma, vaders en moeders, broers en zussen, neven en nichten heeft familie De Vries uit Harich een ‘farm’, genaamd Farmily, waar ze Gaasterlandse streekproducten verbouwen. Eén van die producten is de consumptieaardappel ‘Red Fantasy’. “Een veelzijdige, middenlate en licht kruimige rode aardappel, met een diepgele kleur aan de binnenkant”, zegt Romke de Vries van Farmily. De Red Fantasy-aardappelen vallen
onder het streekmerk De Marren en zijn te koop bij de Plus in Balk, de Spar in Bakhuizen, Welkoop in Koudum, Runia Fouragehandel in Nijemirdum en Farmily verkoopt ze aan huis. Verder worden ze geserveerd bij Badmeester Keimpe en restaurant Teernstra in Balk, ‘t Stasjons Kofjehûs in Molkwerum, Galamadammen in Koudum, Boschlust in Oudemirdum, café op Warns in Warns, Hotel Jans in Rijs, de Mallemok in Sloten en de Nieuwe Melkfabriek in Elahuizen.
De Red Fantasy-aardappel (rechts al kant-enklaar geschild)
www.demarren.nl www.uitgeverijpenn.nl
37
1,6 MILJOEN PAKJES PER JAAR VAN DIJK'S ROGGEBROOD IS NIET AAN TE SLEPEN Weer heeft een grote supermarktketen Van Dijk verkozen om roggebrood te leveren. Niet vanwege prijsstunterij. Maar omdat klanten het eisen. En die zijn koning. ‘Ik moet nu ’s zondags ook werken’, zegt Geert van Dijk.
zon zich een kwartier tot een half uur verschuilen als de nieuwbouw klaar is. Door onhandigheid van een ambtenaar bij de gemeente, neemt de rechter nu de tijd om tot een uitspraak te komen. En dus kan de bouwer niet aan de slag.
Het is een dicht bebouwd complex aan de Streek 64 in Sint Johannesga. Hier worden elke week meer dan dertigduizend pakjes roggebrood gemaakt. Geert van Dijk zwaait er met echtgenote Janna de scepter, geholpen door een tiental trouwe krachten. Onder hen is ook vader Hendrik, oprichter van het bedrijf. Die is al 72, maar hij gaat door. Van Dijk Roggebrood produceert 1,6 miljoen pakjes roggebrood per jaar. De levering aan een grote supermarktketen, sinds afgelopen voorjaar, verloopt naar tevredenheid. Een volgende staat in de wacht. ‘We kunnen met goed fatsoen geen nee verkopen’, zegt Geert van Dijk. ‘De klanten willen ons roggebrood omdat het de beste is. Maar ik heb de pest wel eens in dat ik nu ook ’s zondags moet werken.’ ‘Daar plaag ik hem wel eens mee’, zegt echtgenote Janna, die dochtertje Joyce tussen de bedrijven door de wereld laat ontdekken. Dat vraagt ook energie, want het is een levenslustig kind. Alle reden om supertevreden te zijn, zou je zeggen.
Gewoon doorgaan
Verbouwing bijna rond Het kan wel heel anders, maar dan moet er een verdieping op de werkloods. Met nog enkele aanpassingen is Van Dijk klaar voor de toekomst. De plannen waren in 2011 al helemaal rond, tot en met de publicatie door de gemeente. En toen kwam het bezwaar. Buurman, een boer, kon geen bezwaar maken tegen de bakkerij. Roggebrood ruikt lekker fris. Maar de verdieping zou een paar keer per jaar een schaduw kunnen leggen over een stukje erf van de buren. Het is onderzocht: in maart en oktober kan de
38
De klanten staan in de rij voor Van Dijk’s roggebrood en ‘prijs is prijs’. Er wordt niet gestunt. De keerzijde is de druk om elke dag voldoende verse voorraad te hebben. Daartussen zit de accommodatie, die beter kan. Waarom verhuis je dan niet? ‘Dan zouden we hier de zaak een paar weken stil moeten leggen. Dat kan niet. En waar naar toe dan? Een industrieterrein? Dan begint het hele circus misschien opnieuw. We hebben het hier wel over fijne voedingsmiddelen voor menselijke consumptie.’ Zo blijft het druk in Sint Johannesga, vanwege de lekkere roggebrood.
HET GEHEIM VAN EEN MARKANT MAN ‘Dat is het contact met de gasten’, antwoord Wim Postma. Dat hij een markante ondernemer is kunnen de gasten van restaurant ’t Stasjons Kofjehús niet ontgaan. Zodra je de oprit oprijdt word je meegesleurd in een wolk van enthousiasme die Postma oproept. Sinds 2000 is hij eigenaar en chef-kok van ’t Stasjons Kofjehús dat hij samen met z’n vrouw Siepie zelf verbouwd heeft. Postma: ‘Ik wilde beslist hier bouwen, een daalders plakje, midden in het groene waterlandschap, nabij de Fluezen en Molkwar. De ganzen vliegen regelmatig over, omdat wij precies op de vliegroute zitten. Iets mooiers bestaat niet.’ ‘Dat ik hier in m’n element ben, breng ik over op mijn gasten. Ik zoek naar een binding door een praatje
hier en daar, maar vooral door goed te luisteren. Hierdoor voldoe is zoveel mogelijk aan de wensen. Ze moeten hier vooral genieten. Dat is de kern van mijn werkwijze.’ Stationswei 22a 8722 HB Molkwerum 0515 68 11 57 www.stasjonskofjehus.nl
Geheim markant recept
Romige sinaasappel dessert met Fryske dumpkes en roomkwark Ingrediënten voor 4 personen: - 16 Fryske dumpkes - 500ml magere kwark - 200ml geklopte gezoete slagroom - Sinaasappelrasp - 2 verse handsinaasappels - 2 perssinaasappels - Verse munt - 4 grote glazen Bereidingswijze: - Pak de 16 Fryske dumpkes en verkruimel deze. - Pers de sinaasappels. - Klop vervolgens de slagroom stijf in een kom. - Doe hierbij de kwark en de geperste sinaasappel. - Nu ga je de sinaasappel raspen en voeg ook dit bij de kwark, slagroom en sinaasappelsap. Meng dit vervolgens allemaal met elkaar. - Maak de partjes handsinaasappel klaar - Nu ga je in laagjes werken, eerst een laagje van de gemengde kwark, dan de fryske dumpkes en sinaasappelpartjes. En zo ga je door tot het glas vol is. - Als garnering een beetje munt en een paar partjes sinaasappel. Eet smakelijk!
www.uitgeverijpenn.nl
39
HISTORISCH AARDAPPELRAS GEOOGST Het ‘Berltsumer Gieltsje’ is een echt Fries ras en stamt af van de ‘Gieltsjes’ waarvan er eind 18e eeuw vijf types voorkwamen, waaronder ook het Wâldgieltsje. De laatste 100 jaar hebben nieuwe rassen de ‘Gieltsjes’ grotendeels verdrongen. Deze rassen hebben grotere opbrengsten en betere ziekteresistentie. Smaak is meestal van ondergeschikt belang. "Gelukkig hebben verschillende aardappelliefhebbers uit Engwierum en Berlikum het ‘Berltsumer Gieltsje’ niet verloren laten gaan, zodat we weer kunnen genieten van deze oude aardappel", aldus Bernardus Smits van Smits Berlikum. Deze Berlikumer aardappel heeft het streekkeurmerk Waddengoud, omdat de aardappel in het Waddenkustgebied wordt geteeld in de vruchtbare zeeklei. Ook het verpakken vindt in dit gebied plaats. Het om een
kleinschalige duurzame teelt die met zo weinig mogelijk bestrijdingsmiddelen geschiedt. Deze streek- en duurzaamheidrichtlijnen zijn vastgelegd in een teeltreglement waar aan het Berlikumer Geeltje moet voldoen om het keurmerk Waddengoud te mogen dragen. Het Berlikumer Geeltje is verkrijgbaar bij 8 winkels verdeeld over heel Fryslân. Smits Berlikum verbouwt deze historische en authentieke aardappelen in Berlikum en brengt ze zelf op de markt. De oogst gaat geheel met de hand.
www.smitsberlikum.nl
40
WIELINGA, DÉ WIJNWINKEL VAN FRIESLAND
Wielinga Dé Wijnwinkel aan de Molenstraat 34 te Leeuwarden is volgens eigenaar Diederik Pool de grootste wijnwinkel van Friesland. Er is duidelijk veel tijd en zorg besteed aan de inrichting van de sfeervolle winkel, die overdadig gevuld is met meer dan 350 wijnen, voornamelijk uit eigen import, meer dan 300 soorten gedistilleerd, ruim 100 soorten speciaalbier en een grote collectie aan (wijn-) accessoires, zoals glazen, karaffen, koelers, kurkentrekkers, uiteraard naar de laatste trends samengesteld. Dankzij het recentelijk aangeschafte Wine By The Glass systeem (uniek voor Noord-Nederland!) kunt u er altijd 10 wijnen proeven, op de juiste temperatuur.
Het hele jaar door, maar natuurlijk met name in november en december, zijn de mannen van Wielinga druk met het samenstellen van meer dan 10.000 relatiegeschenken op maat, voor zowel kleine als grote bedrijven. Dit najaar verwachten ze ook veel van de Friesland wijnen; Zuid-Afrikaans, maar van een stukje ‘Fryslân om utens’. Hoe dat precies zit, vertellen ze u graag bij Wielinga! Of kijk op hun gloednieuwe website…. Wielinga Dé Wijnwinkel Molenstraat 34 8913 BC Leeuwarden Tel. 058-2125806
www.wielinga.nl www.uitgeverijpenn.nl
41
GRAFMONUMENTEN PROOI VAN WEER EN WILLEKEUR KARSTKAREL PLEIT VOOR ONDERHOUDSFONDS ‘Fryslân heeft geen echte grafcultuur,’ sprak historicus en architectuurkenner Peter Karstkarel in november bij de presentatie van zijn boek ‘Dag mijn lieve moeder’. Hij hekelt de slechte staat van onderhoud van vooral oude grafstenen, zelfs als die van markante historische personen zijn. Kerkhoven en begraafplaatsen worden over het algemeen beheerd door de gemeente. Soms ook door een zzp-er die als beheerder verantwoordelijk is voor het onderhoud van één of meer dodenakkers. Meestal bestaat het onderhoud echter uit maaien, snoeien, onkruid wieden en schoffelen. Slechts zelden wordt een vervallen grafmonument opgeknapt, meestal op verzoek van de familie.
Worden er geen grafrechten meer betaald, dan wordt de steen aan zijn lot overgelaten. Het resultaat: verweerd, gescheurd of gebroken en niet of nauwelijks meer leesbaar. Vaak worden dergelijke monumenten rücksichtslos verwijderd, dat scheelt weer tijd bij het maaien. Soms blijven ze staan, omdat verwijderen ook zijn prijskaartje heeft, en ogen als een rottend gebit rondom de eeuwenoude kerken.
Twee jaar geleden werd het zwaar vervallen kerkhof van Reduzum opgeknapt. Tal van vrijwilligers gingen aan de slag met bedrijven en sponsoren om het kerkhof weer toonbaar te maken. Die restauratie had ruim veertig jaar op zich laten wachten, de eerste aanvraag werd al in 1973 door dorpsbelang gedaan bij de kerkenraad, maar er was geen geld voor een dergelijke operatie. In 2013 werd het €60.000 kostende project afgerond.
Tijden veranderen
Restauratiefonds
Inmiddels ontstaat er wel meer aandacht voor het bewaren en herstellen van waardevolle grafstenen. Onlangs nog brak er paniek uit onder de Amelander bevolking toen de gemeente aankondigde oude, onbetaalde graven te willen ruimen. De bijzonderste exemplaren krijgen eventueel een plek in een nieuw te vormen eregalerij. De lokale geschiedenisliefhebbers reageerden als door een adder gebeten. De eerste lijst die de gemeente rond liet gaan, liet een boel grafstenen van markante eilanders buiten beschouwing. Wethouder Nico Oud kreeg de wind van voren. De geschiedenis van iedere plaats ligt immers op het lokale kerkhof?
Karstkarel pleit voor een fonds dat voorziet in het onderhoud van historische grafmonumenten. Voor sommige adellijke graven, privébegraafplaatsen of oorlogsgraven is een stichting, die zorg draagt voor de instandhouding van de zerken. In andere gevallen ben je afhankelijk van goedwillende vrijwilligers die met veel liefde en geduld versleten en verweerde stenen weer schoon en leesbaar maken. Zij missen vaak echter de middelen en het vakmanschap om bijvoorbeeld ook gebroken monumenten te herstellen en kapotte ornamenten weer in oude luister te herstellen. Daarvoor kun je niet zonder profesionele steenhouwers of grafrestaurateurs.
IM
Kunst als blijvende herinnering Echte kunst vergaat niet. Jan Adamse maakt weergaloze kunstwerken die een ereplaats verdienen. Om de as van overleden dierbaren te verwerken in een schilderij is mogelijk. Het is de herinnering aan een overleden dierbare, die nooit vergaat. Dat kan een mens zijn, een dier of een lang gekoesterd voorwerp. Als u zelf via een kunstwerk vereeuwigd wilt worden, overleg tijdig met de schilder. Overtuig u van zijn kwaliteit, bepaal uw voorkeur.
‘ARS LONGA, VITA BREVIS EST.’ HET LEVEN IS KORT, DE KUNST DUURT. 42
Jan Adamse Kunst- en Decoratieschilder Bothniakade 52a • 8601 EM Sneek 0515-421659 / 06-52457173 info@janadamse.nl
‘DAG, MIJN LIEVE MOEDER’ NATUUR BIJ SNEEK NOG MOOIER Op 2 september 2006 werden Peter en Klaske Karstkarel diep getroffen door het simpelste grafmonument op het kerkhof van Brongerga. Dicht bij een ‘nogal pompeuze’ grafkelder van de familie Van Limburg Stirum lag een zerkje met alleen de tekst ‘DAG MIJN LIEVE MOEDER’, zonder datum of plaats. ‘Deze moeder van Brongerga’, schrijft Karstkarel, ‘is onze heldin, haar graf ons symbool, veel inniger dan het algemene en vaak veel te martiale graf van de onbekende soldaat.’ De wijze waarop de architectuurcriticus Karstkarel dit mede namens zijn vrouw beschrijft, is tekenend voor hun stijl van werken. Met oog voor de anecdote, de ontroering door het menselijke,
Het gaat van sarcofagen tot hekken en korstmossen, van mausolea tot diverse typen slachtoffers, van grafpoezie tot doodssymboliek. Dat had systematischer gekund, uiteraard, maar dan was er niet zo’n heerlijk veelzijdig blader-, lees- en kijkboek ontstaan, waar de kundigheid vanaf spat. Karstkarel signaleert dat er tot in onze dagen soms slordig met monumentale graven wordt omgesprongen. Zelfs de onderwijsinstelling Nordwin College schijnt zich daar schuldig aan te maken, al werkt de auteur een vage beschuldiging over in Leeuwarden verdwenen graftrommels niet verder uit. Peter en Klaske moesten wel grof selecteren om uit de overstelpende hoeveelheid materiaal een boek samen te stellen met minstens zo veel ruimte voor de visualisatie als voor de tekst.
Er staat veel wetenswaardigs in: het mooie grafmonument voor Klaas Koopmans, het treffende voor Meindert Tjoelker en het rommelige, maar toch indrukwekkende voor Marianne Vaatstra. Uiteraard staat er ook heel veel niet in. Beide aspecten maken het ter hand nemen van dit boek tot een feest. Want er is, nu onze ogen door de Karstkarels geopend zijn, nog zo veel te ontdekken. Wat een rijkdom op onze begraafplaatsen, nog veel meer dan Karstkarels voorganger E.S. de Jong ooit heeft kunnen onthullen. Dit is een prachtig boek, passend bij de huidige belangstelling voor een representatie na de dood.
Klaas Jansma Peter en Klaske Karstkarel; Dag, mijn lieve moeder. Grafcultuur in Friesland. Friese Pers Boekerij, 668 pagina’s, rijk geïllustreerd.
de erkenning van het kleine en onbeduidende. Dat is typisch iets voor deze tijd waarschijnlijk, maar daarom niet minder waardevol. Karstkarels boek is veel meer dan een kleine impressie. Het is een uitgebreid overzicht van ‘Grafcultuur in Friesland’, met duizend foto’s op de 667 pagina’s. Fijnzinnig dat het er niet 666 zijn geworden. Themagewijs behandelen de Karstkarels allerlei aspecten van de grafcultuur in Friesland, die soms ook Friese grafcultuur is, tot en met Friese gedichten: soms meesterlijk (Obe Postma, Cornwerd), veel vaker onbeholpen (vooral voor kinderen).
IM
www.uitgeverijpenn.nl
43
Crematorium Schoterhof
Samen een dierbare herinnering creëren
Het overlijden van een dierbare staat in het teken van afscheid nemen. Op de dag van de plechtigheid staan wij voor u klaar. Hier kunt u rekenen op onze professionele en betrokken medewerkers. Zij ondersteunen u en stellen uw wensen centraal. Zodat u later terug kunt kijken op een goed afscheid. Een afscheid dat u verder helpt.
Yarden Crematorium Schoterhof • Rotstergaastweg 45 • 8452 LA Nieuweschoot T 0513 633 088 • E cre.schoterhof@yarden.nl • www.yarden.nl/heerenveen-schoterhof
44
LEVENSLOOPBESTENDIG WONEN DOET JE HUIS GOED
Langer zelfstandig blijven wonen. Het is de verplichte bijdrage van ouderen aan de bezuinigingen in de zorg. Verzorgingstehuizen verdwijnen, volledige hulp en zorg omdat je ‘op leeftijd’ bent is niet meer vanzelfsprekend. Zelfredzaamheid is een must, mede mogelijk gemaakt door een heel scala aan aanpassingen in de eigen woning. Voor het overige draaien mantelzorgers op. Pas als dat ook niet lukt, komt de (thuis) zorg weer in beeld. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft berekend dat Nederland aan de vooravond staat van een dubbele vergrijzing. In 2040 zal het aandeel 65-plussers in de bevolking naar verwachting zijn toegenomen tot 25%. Daarbinnen zal er 14% ouder zijn dan 75 jaar. Volgens het Planbureau zal relatief gezien de grootste toename plaatsvinden op het platteland. Bij ouder worden hoort onvermijdelijk dat je steeds minder zelf kunt, maar ook dat je sociale omgeving steeds kleiner wordt. Leeftijdsgenoten vallen weg, terwijl de kinderen het druk hebben met carrière en gezin.
Eenzaamheid vormt een bron van depressies. De mentale gesteldheid drukt op de fysieke gesteldheid, waarmee een negatieve spiraal is ingezet, die lastig te doorbreken is.
Participatiemaatschappij Zelfredzaamheid is een speerpunt in het overheidsbeleid. Natuurlijk wil je je als oudere zelf kunnen redden, maar je wordt ook meer en meer afhankelijk van anderen. De wil om zelfstandig te blijven wonen kan nog zo groot zijn, de haalbaarheid neemt af en dat kan behoorlijk beangstigend zijn. Bij de aankondiging van de grote bezuinigingen in de zorg is er gemakshalve maar vanuit gegaan dat
mantelzorg de oplossing is om ouderen langer zelfstandig te laten wonen. Sterker nog, jongere senioren tussen de 65 en 75 jaar zouden in het kader van de participatiemaatschappij het sociale vangnet moeten vormen voor de groeiende groep 75-plussers, als de familie niet verder belast kan worden. Of deze jonge en vitale senioren die überhaupt willen, is de vraag. Technologische oplossingen in de zorg zijn sterk in opkomst. Met allerlei domotica wordt de fysieke omgeving van de oudere zo ingericht dat hij of zij steeds langer zelfstandig kan functioneren. Zorgcoöperaties van kleinschalige zorgaanbieders bundelen krachten en kwaliteiten om juist in de dorpen toch optimaal steun te kunnen bieden bij het zelfstandig wonen. Ook hierbij worden overigens veelvuldig vrijwilligers, stagiairs en mantelzorgers ingezet.
Moderne techniek Toch is het niet allemaal kommer en kwel. Nu de overheid zich steeds verder terugtrekt en de verzorgingsstaat zoals wij die kenden niet meer bestaat, blijkt dat senioren veel meer keuzevrijheid hebben. Via de gemeente krijg je een budget, waarmee je zorg in kunt kopen. Bij een aanbieder waar je je goed bij voelt, niet door een aanbieder die je wordt opgedrongen. Senioren verzinnen creatieve oplossingen. u Pag. 46
www.uitgeverijpenn.nl
45
Er ontstaan kleinschalige woongroepen, waar mensen zelf de zorg regelen en voor elkaar doen wat de ander niet kan. De eigen woning aanpassen kan ook. Domotica, hoogwaardige technologische oplossingen om zorg op afstand te kunnen bieden, zijn er al jaren. Denk aan het alarmketting, inbraak- en brandalarm. Maar ook op afstand kunnen communiceren met de zorgverlener, familie of bekenden. Of de senior die via een tablet lampen, zonnescherm en sloten bedient. Voor dementerenden biedt dit overigens geen oplossing. Voor hen zijn echter weer andere snufjes ontwikkeld, zoals infrarood bewegingssensoren, die weer gekoppeld zijn aan een computerprogramma, waarmee de zorgverlener van afstand kan zien of iemand gevallen is, of extra onrustig. Waarop dan uiteraard weer op maat kan worden ingesprongen.
Levensloopbestendig wonen De seniorenwoning, zoals wij die kenden, bestaat niet meer. De enkelen daarvan die nog in de dorpen te vinden zijn, worden veelal bewoond
door jongeren. Tegenwoordig worden levensloopbestendige woningen gebouwd. Huizen waar je ook kunt blijven wonen als het fysiek minder wordt. Zonder drempels en met extra brede deuren, slaapkamer en douche beneden, die eenvoudig aan te passen zijn als de bewoner een rolstoel of rollator nodig heeft. In bepaalde gemeenten kunnen 55-plussers hier een lening voor aanvragen. Hogescholen worden ingezet om
samen met ouderen, zorg- en welszijnsinstellingen, bedrijven en woningcorporaties te inventariseren wat de behoeftes zijn en hoe dit gerealiseerd kan worden. Met de vergaarde kennis worden gemeenten van advies en aanbevelingen voorzien en plannen ontwikkeld voor nieuwe woon-zorgconcepten. Zodat juist op ons platteland het verdwijnen van verzorgingshuizen geen reden voor paniek hoeft te zijn.
LANGER THUIS BLIJVEN WONEN MET VEILIGHEIDZORG! Het huidige zorgstelsel verwacht van oudere mensen met of zonder een medische beperking, dat ze zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving blijven wonen.
‘Dat is een mooie gedachte, maar het moet wel te verwezenlijken zijn. Gelukkig hebben wij de technische middelen om dat te kunnen realiseren’, zegt Simon van Poelje, eigenaar van Veiligheidzorg uit Workum. Veiligheidzorg heeft een betrouwbaar zorgsysteem: een Zorg/Medisch pakket dat bestaat uit een Centrale unit, twee Medische Hulpknoppen en een Wifi camera. Met één druk op de knop zorgt de persoon in nood dat er hulp komt. Met de waterdichte hulpknop kan dit in huis. Ook onder de douche of in bad. Zodra de persoon
46
op de knop drukt neemt de centralist contact met hem/haar op om na te gaan wat er aan de hand is. Deze zorgt voor de noodzakelijke hulpverlening. Het pakket kan altijd uitgebreid worden met meerdere medische hulpknoppen. Ook met inbraak- en/of branddetectoren. Een mooie aanvulling is een kleine camera in de woning. Deze werkt via de plaatselijke Wifi. Familie/vrienden van de hulpbehoevende kunnen met de bijbehorende app live meekijken in de woning en direct contact hebben met hun relatie. ‘Kortom, wij bieden betrouwbare technieken, die eenvoudig te bedienen zijn, om mensen zelfs met een medische beperking toch een veilig thuis te geven.’
FORSE BESPARING MET BIO CV-FLUID
Erg prettig is ook dat de radiatoren gewoon op hun plek kunnen blijven hangen. Bent u nieuwsgierig geworden naar de Bio CV-Fluid en hoeveel u jaarlijks gaat besparen? Wij komen graag vrijblijvend bij u langs om uw terugverdientijd samen met u uit te rekenen.
‘Iedereen is bekend met zonnepanelen, zonneboilers, spouwmuurisolatie en spaarlampen. Echter één energiebesparend middel ontbreekt in dit rijtje: De Bio CV-Fluid’. Simon van Poelje, eigenaar en oprichter van Warmtezorg uit Workum vindt dat het tijd is om deze innovatieve vloeistof in Nederland te introduceren. De meeste huizen en bedrijfspanden hebben radiatoren en vloerverwarming die met water zijn gevuld. Op zich ook niet vreemd, aangezien water goedkoop is. Water in een CV-systeem kent echter vele nadelen. Door vervuiling van water, gaan leidingen dichtslibben, ontstaat corrosie, neemt de levensduur van de CV-installatie af en wordt ook de warmteafgifte nadelig beïnvloed. Dit alles heeft weer nadelige consequenties voor de energierekening. Met de Bio CV-Fluid behoort deze vervuiling tot het verleden. Deze verwarmingsvloeistof is speciaal ontwikkeld voor CV-installaties en vloerverwarming. Deze biologische afbreekbare vloeistof beschermt
tegen corrosie en voorkomt ook de vorming van ‘sludge’ (vieze en stinkende bruin/oranje achtige kleur ) in de leidingen. Een mooie eigenschap van de Bio CV-Fluid is tevens dat leidingen niet kunnen bevriezen in de winter, zelfs met de verwarming uit! Uit onderzoeken is gebleken dat de Bio CV-Fluid het gasverbruik tot wel 40% laat afnemen. Het afvullen van uw CV-installatie met Bio CV-Fluid is heel eenvoudig en vullen hoeft maar éénmalig. Door de bescherming van Bio CV-Fluid worden kleine lekkages gedicht en behoort het bijvullen tevens tot het verleden.
info@warmtezorg.com www.warmtezorg.com
Door simpelweg het water in uw cv-systeem te vervangen door onze 100% biologische cv-vloeistof bespaart u tot wel 40% op uw gasverbruik
www.uitgeverijpenn.nl
47
48