Fryslân Markant 2018-4

Page 1

www.uitgeverijpenn.nl

JACHT & WILD Vervolg KH18 is er al Iedereen van het gas Fryske Edda komt deroan

JANUARI 2019


2

www.uitgeverijpenn.nl


FM18 - 4

3


4

www.uitgeverijpenn.nl


Een greep uit de inhoud: Het vervolg van KH18 is er al LF2018: wat levert het op? Gasvrij, wat doe jij? Voordeel voor de zakelijke markt De terugkeer van de wolf Wijnjeterper Skar, klein en charmant Lekker wild trekt volle zalen Hoe werkt de jacht in Nederland Wild op tafel kun je best zelf Eeuwenoude fanfares op de jachthoorn Hubertus geëerd in Fryslân Valentina Tóth volgt haar hart Fryske Edda van Willem Schoorstra

4 8 12 14 18 20 22 28 31 34 40 42 44

Fryslân Markant is verkrijgbaar in alle filialen van

De Ward 21 8701 MB Bolsward Tel.: 0515-577 215

Acquisitie en ondersteuning: Eddie Ferbeek en Jan Boonstra Drukwerk: Veldhuis Media BV Redactie: Martsje de Jong, Gerhild van Rooij (bronnen op aanvraag), Cindy Postma en Sake P. Roodbergen Vormgeving: Kees Klip Fotografie: Kees Klip www.uitgeverijpenn.nl tenzij anders vermeld

NB: Niets uit deze uitgave mag zonder schriftelijke toestemming van de uitgever worden overgenomen.

5

Colofon

Fryslân Markant is een uitgave van Uitgeverij PENN.nl James Wattstraat 4 8912 AR Leeuwarden Tel 058 284 94 10 info@uitgeverijpenn.nl www.uitgeverijpenn.nl www.skutsje.nl

FM18 - 4

5


VERVOLG KH18 IS ER AL ELK JAAR EEN FRIES FEEST Als die van Dokkum het straks doet en de kapotte spuiters gerepareerd zijn, hebben we vanaf voorjaar 2019 twaalf fonteinen in Fryslân. Daar komt van alles bij dat een toeristenstroom naar deze provincie op gang brengt. Als we het maar goed in de markt zetten. En niet zenuwachtig worden van tekorten. Op zondag 2 december werd het project Kulturele Haadstêd Leeuwarden-Fryslân 2018 afgesloten in de stad waar het ook was begonnen: Workum. En weer staat ‘het verhaal’ centraal. Terecht, want daar zijn we goed in, verhalen. Daarbij geldt als motto dat ‘de stro om in aai net bedoarn wurde mei’. Oftewel, een beetje overdrijving doet het altijd. Wat dat betreft lopen we met KH18, zoals het grote project in de wandelgangen is gaan heten, geen grote risico’s. Want als je het daar over hebt, zijn de superlatieven niet van de lucht. We zijn al bijna vergeten hoeveel gedoe er in een beginfase in de media, vooral de Leeuwarder Courant, geweest is. De eerste projectleider verdween te gauw. Het logo dat al in duizenden vormen was gebruikt, moest opnieuw worden gemaakt. Steeds opnieuw doken berichten op over gigantische financiële tekorten, waar buiten het Stadskantoor van Leeuwarden en het Friese Provinsjehûs niemand het fijne van wist. Buiten het Leeuwarder Ondernemers Fonds waren er maar twee echte sponsoren, namelijk ING en Arriva. Witwaskampioen ING was daarvan de enige die geen belang bij een Friese overheid heeft. Want Arriva moet geregeld in de concurrentieslag om in deze provincie het vervoer te mogen verzorgen. Die Blokkeerfriezen bij de intocht van Sinterklaas in 2017, hoorden die er nu wel bij of niet? Niet, maar ze beheersten nog meer dan de Reuzen of

6

www.uitgeverijpenn.nl

Fonteinen in Fryslân, ze maakten de tongen goed los. De ene gruwelde ervan, de andere vond het geweldig. Het bleken in ieder geval selfykanonnen. De leeuwen in Workum en de potvis in Harlingen werden over het algemeen als kitsch en weinig geslaagd beschouwd. De vis van Stavoren en de vleermuis van Bolsward mochten op meer clementie rekenen. (Foto’s Klaas Stelwagen en Martsje de Jong)


Stormruiter het debat over grote evenementen. En ze halen de volgende editie van de Dikke Van Dale. De eerste ‘legacy’ (erfskip) van deze editie was in september 2018 het vertrek van hoofdredacteur Klaas Geert Bakker van Omrop Fryslân en later, per 1 december, van zijn contentmanager Marcell Mijwaart. Ruim drie jaar hebben ze beschermd door Jan Koster als Hollandse olifanten in de Friese porceleinkast rondgesprongen. Maar interim-­ directeur Nina Hiddema heeft wat meer haar op de tanden. De coverage van het reuzenfestijn in Leeuwarden werd Bakker c.s. fataal, want dat had de Omrop op een miljoenclaim kunnen komen te staan.

AANDOENLIJKE DISCUSSIE

Als klap op de vuurpijl van het nieuwe project kwam in mei de aandoenlijke discussie rond de plaatsing van elf fonteinen in de Friese steden. We mochten er als televisiekijkers met de humoristische cabaretier van Leeuwarder origine Jan Jaap van der Wal van meegenieten. Artistiek leider Anna Tilroe wist soms niet waar ze het over had, geconfronteerd als ze werd met een explosief mengsel van autochtonen en import-Friezen. Dan vallen al gauw de woorden bekrompen en wansmaak, en worden merkwaardige vergelijkingen met het voetbal vlot gemaakt. Als je het beste team wilt opstellen, neem je toch ook Messi en Ronaldo, en niet Martijn Barto of Michiel Vlap? Ja, duuuh, bij welke Friese club speelt die Messi dan eigenlijk? Voor 1/11 x 5,6 miljoen? Daar komt hij nog niet eens één maand voor naar Heerenveen. Trouwens, bij KH-hoofdsponsor ING weet de Raad van Commissarissen inmiddels hoe riskant in financieel opzicht vergelijkingen met de voetbalwereld zijn. ING-hoofddirecteur Ralph Hamers verdient er nog steeds een schamel JupilerLeague-salarisje (volgens Jeroen van der Veer) van drie miljoen per jaar. Dat is weliswaar voor de modale voetballer in Nederland van de buitencategorie, maar toch. Dat ze hem niet het ziekenhuis in schoppen, hoeveel zwart geld hij ook laat witwassen, is natuurlijk ook wat waard, maar daar staat heel veel ander risico tegenover. Inspraak over kunst leidt tot hilarische taferelen, zeker als je daar een gelauwerd kunstcritica voor zet. Zelf zal

Leeuwarden-Fryslân2018 had veel weg van een Simmer 2000 XL, maar dan met een hausse aan buitenlandse kunstenaars. Er werd ook teruggegrepen op oude successen van Simmer 2000, zoals het programma Simmertime, destijds vormgegeven door de op 6 september 2017 overleden Friese cabaretier Rients Gratama. Hij werd ook in 2018 niet vergeten. (Foto Tom Coehoorn)

Anna niet gauw een zigeunerjongetje met een biggeltraan op zijn linkerwang in de kamer hangen. Maar ze moest in Fryslân wel minstens vijf keer kitsch voor kunst verkopen. Goed, over smaak valt te twisten. Doe dat dan maar naar hartelust bij de hoorn des overvloeds in Sneek, die je het uitzicht op de Waterpoort beneemt (Stephan Balkenhol), het meisje op de schouders van de op emmers balancerende man in Sloten (Jorge en Lucy Orta), de leeuwen uit het wapen van Workum (Cornelia Parker), de aangespoelde potvis in Harlingen (Jennifer Allora en Guillermo Clzadilla), de Oortwolk in de Eisinga-stad Franeker (Jean-Michel Othoniel). Laten we het ‘zelfplagiaat’ van Jaume Plensa (Love, Leeuwarden) en het technisch onvermogen van Birthe Leemeijer (IJsfontein, Dokkum) buiten beschouwing, dan zijn er zeker vijf spuitende of dampende objecten een geslaagde toevoeging geworden aan de kunst in de openbare ruimte. Geen gekke score als je maar 5,6 miljoen te verdelen hebt en Ids Willemsma, Henk Hofstra, Bep Mulder, Jan Ketelaar of Hans Jouta te licht, want Fries, vindt.

SPINNEND VAN GENOEGEN

Financieel leek het project Kulturele Haadstêd vanaf het begin een ramp te worden. Het budget van 72 tot 74 miljoen tartte de relativiteitstheorie van Einstein en onze populaire ‘culture of poverty’. Er klopte voor de buitenstaander weinig van de cijfers, tot en met de beveiliging bij het optreden van de Reuzen. Bij dit immense project, waarbij Leeuwarden volstroomde als bij een fictieve Elfstedentocht, lagen trouwens de getelde en officieel geschatte bezoekersaantallen een factor drie uit elkaar. Dat is na de inauguratie van Donald Trump zelden meer zo vertoond in de wereld van de grote getallen. Het kwam voor ons gevoel allemaal goed met de Kulturele Haadstêd toen de bezoekersstroom in mei goed op gang kwam. Nu keken we bij de afsluiting op zondag 25 november spinnend van genoegen terug op de mooiste zomer en herfst van de afgelopen anderhalve eeuw. Ook in weerkundig opzicht was het een feest. Dat Olympisch Kampioen Maarten van der Weijden de Elfstedentocht net niet zwemmend kon volbrengen maar wel vijf miljoen ophaalde voor zijn Foundation, was typerend voor het

FM18 - 4

7


WANNEER KOMT DE IJSFONTEIN? DOKKUM BLIJFT DE LAATSTE STAD Hij laat lang op zich wachten, de elfde fontein van Fryslân. Dat de IJsfontein van Dokkum later klaar zou zijn dan de andere tien fonteinen, was al snel bekend. De verwachte opleveringsdatum werd steeds een beetje verder verschoven en ligt nu op 22 februari 2019. In september was het definitieve ontwerp van Birthe Leemeijer pas gereed. Voor het productieproces is vanwege het complexe werk meer tijd nodig, verklaarde gedeputeerde Sietske Poepjes. De kolos moet immers ijs maken? In een vroeg ontwerp, waarin uitgegaan werd van beton, bleek dat de fontein de hoeveelheid energie van 300 huishoudens nodig had om ijs te maken. Daar schoot het de be-

trokkenen flink van in de benen en men stapte haastig over op koper, dat veel beter geleidt. De energiebehoefte wordt nu geschat op die van tien huishoudens. Op het dak van het gemeentehuis van Dokkum worden zo’n 140 zonnepanelen geplaatst, die de stroom moeten gaan leveren. Jammer is het wel, dat de laatste fontein zo lang op zich laat wachten. De Friese fonteinen bleken ware selfiekanonnen op de sociale media. Hordes dagjesmensen struinden de elf steden langs op zoek naar de plaatselijke spuiter. Spuit elf bleef echter onvindbaar. De toeristen moesten zich tevreden stellen met een kleine 3D-print, of een selfie met de levensgrote afbeelding op de muur van Museum Dokkum. De vorm van de IJsfontein verwijst naar een sculptuur van ijs die ontstond

in het zich terugtrekkende water van de smeltende Noordzee tijdens de strenge winter van 1963. De IJsfontein verwijst ook naar het verleden van Dokkum, ooit een belangrijke havenstad tot de zee uit het zicht verdween. En naar Dokkum als het dramatische keerpunt in de Elfstedentocht.

HAARDHOUT NOORD NEDERLAND Met het steeds populairder worden van de houtkachel komen er ook steeds meer klachten over ‘overlast’ van het stoken op hout. Vaak heeft dit als reden dat men niet juist stookt. Zoals het teveel ‘afknijpen’ van de luchtaanvoer waardoor het hout wel langer meegaat, maar wat wel leidt tot een niet volledige verbranding, met rookoverlast als gevolg. Een andere veel voorkomende fout is dat men stookt met niet goed droog hout. Het vuur wil dan slecht blijven branden en u zult meer hout nodig hebben om tot de gewenste temperatuur te komen. Met hout van Haardhout Noord Nederland heeft u in ieder geval daar geen last van. Wij hebben zelf een droogkamer, waar het hout minimaal vijf a zes dagen in een temperatuur van zo’n 60 graden gedroogd wordt. Doordat wij het gehele proces in eigen beheer doen - wij kloven, zeven, drogen, en vervoeren ons hout allemaal zelf - kunnen wij een kwaliteit garanderen die een andere leverancier moeilijk kan nakomen.

8

www.uitgeverijpenn.nl

Ook hebben wij alleen maar ‘Nederlands’ hout en laten dus niet, zoals veel aanbieders, het hout importeren uit de Litouwen of Polen. Voor goed, droog en eerlijk haardhout, moet u bij Haardhout Noord Nederland zijn. Haardhout Noord Nederland Mathijs Vrieswijk Rijksweg 11 8872 NT Midlum Tel: 0517-579492

e-mail: info@haardhoutnoordnederland.nl www.haardhoutnoordnederland.nl


hele project. Iedereen vergat de antireclame vanwege het vieze Friese water, waar supporters van Maarten niet eens in mochten zwemmen. Het ging om de massa van de toeschouwers, de ontroering, Maartens strijd tegen de kankerdood en de totale opoffering van de sporter die tot het gaatje ging. En was de opbrengst van dit ene onderdeel niet ongeveer net zo hoog als de begroting van de elf Fonteinen – alle voorbereidingskosten van beide kanten niet meegerekend?

DE MOOISTE

Kwamen er in juli minstens 135.000 of zelfs wel 440.000 mensen naar de twee reuzen en hun hond in Leeuwarden omdat het (bijna) gratis was? Wat de meeste bezoekers met stille verwondering en diepe ontroering vooral hebben gezien, was het plasje van het meisje. Althans, daar gingen later de gesprekken over. Het was net echt – terwijl dat meisje met haar pleister toch duidelijk een pop was. En dat die door slingerende touwen voortbewogen kikvorsman door de ramen op de derde verdieping van een hoog gebouw kon kijken, was dat niet magisch? En die hond bij dat meisje snurkte als hij sliep – alsof er niet een luidsprekertje in zijn neus zat. Sommige mensen zijn er wel drie keer voor naar Leeuwarden gereisd omdat ze het zo mooi vonden. Waar wij als meelevende Friezen zelf vlot veertig tot zestig euro voor neertelden, was de opvoering van een Bildtse ‘Stormruiter’. Geweldig, ook die eigenzinnige taal – al vond criticus Pieter de Groot het een beetje over de top. Veel introverter waren een heleboel ‘Under de Toer’-manifestaties. Beide kunnen komend jaar zonder enig probleem worden herhaald. De Stormruiter moest toch al met een sluitende begroting werken. En ‘Under de Toer’ kun je ook zonder Mienskipsfûns nog wel jaren vooruit met speciale Iepenloftspullen en bijzondere theatrale prestaties. Age Veldboom en Cathrienus Herrema hebben dat bewezen met hun ‘Myn Skip’ in Earnewâld. Dat ‘myn skip’, met prachtige teksten van de 29 november j.l. geridderde Baukje Wytsma, is een leuke naam trouwens. Het begrip verwijst naar het door nieuwe Friezen meest misbruikte woord van 2018. Mienskip? Vraag kunstenaar Tjibbe Hooghiemstra als Wâld-

man maar eens hoe gruwelijk dat fout kan gaan in de Friese wouden als je je verzet tegen racisme en xenofobie. Of, als je liever in je eigen bubbel blijft, vraag het aan Jenny Douwes van de Blokkeerfriezen. Of, de andere kant, Ate de Jong, die ons bijna dagelijks deelgenoot maakt van zijn innerlijke worsteling omdat hij zowel Fries als links is – wat vroeger heel gewoon was, maar nu wat uitzonderlijk lijkt te worden.

VOL PRACHTIGE EVENEMENTEN

Fryslân is de provincie vol prachtige evenementen. We skûtsjesilen, fierljeppen, kaatsen en musiceren wat af, repeteren stug voor tientallen Iepen-

loftspullen, hebben op elke vierkante kilometer wel een stukje onvervangbare cultuurhistorie en doen graag overal aan mee. Dat element kwam goed uit de verf bij KH18. En dat houden we moeiteloos nog makkelijk een jaar of twintig vol. Komend jaar maar weer zo’n fantastische impuls voor ons toerisme. Compleet met selfies bij alle twaalf fonteinen en een mooie rondleiding langs alle bijzondere plaatsen langs de Waddenkust onder begeleiding van Joop Mulder, voorheen van Oerol. Zet daar Foppe de Haan in het tempeltje van Ids Willemsma, en je weet niet wat je ziet en hoort.

Verreweg de grootste productie van KH18 was ‘De Stormruiter’, die in de maanden september en oktober tweeëntwintig avonden lang voor een stijf uitverkocht FEC zorgde. In totaal bezochten 100.000 mensen de voorstellingen, een ongekend aantal. (Foto Tom Coehoorn)

FM18 - 4

9


VOER DE SINNETIID WEER IN Vrijwel niemand weet meer hoe laat in Nederland de zon op zijn hoogste punt staat. Dat is bij ons om 13.40 uur, en niet om 12.00 uur. Het gevolg is dat bij vrij stil, zonnig weer de zon de wind opvreet, zodat de skûtsjes dan bij de start stilliggen. Daardoor worden te vaak skûtsjewedstrijden afgelast. Ze zouden vaak gewoon door kunnen gaan als we op zulke dagen geen rekening hielden met Zomertijd en MET. Dan begon het zeilen gewoon om twintig voor vier op standaardhorloges. Meestal staat er dan al weer een briesje

KEIZERLIJKE TIJD Hoe komen we toch aan die malle tijd? Welnu, de Duitse keizer bedacht in 1916 dat het voordelig voor zijn soldaten kon zijn om ’s ochtends een uur vroeger met schieten te beginnen. Jammer voor hem namen zijn vijanden de op 30 april 1916 ingevoerde Kaiserzeit snel over. Nederland deed dat op 1 mei, Groot Brittannië op 21 mei 1916 en de Verenigde Staten op 19 maart 1918. Een kleine negen maanden later had Duitsland de oorlog verloren. Toen was het 11 november 1918, om 11 uur Greenwich Mean Time (GMT).

NIEUWE TIJD Om de plotseling haperende economie te stimuleren voerde Nederland in 1922 een heel vroege zomertijd door. Toen moest de klok al op 26 maart een uur verzet worden, en op 8 oktober opnieuw. De boeren, die altijd al voor dag en dauw opstonden, vertikten dat en kwamen in verzet. Nog jarenlang lieten ze hun feesten en vergaderingen beginnen op O.T. (Oude Tijd), zoals dan in advertenties stond.

DUITSE TIJD De Duitse bezetter zorgde ervoor dat Nederland in 1940 werd ingelijfd bij de Midden Europese Tijd (MET). Kregen we er 40 minuten bij, want voor de nazi-logistiek was het onder het motto ‘ein Reich, ein Zeit’ handiger als Berlijn tot centrum van de wereld werd gepromoveerd. Hoewel Hitler deze oorlog verloor, hielden we zijn misbaksel in ere.

AKKRUMER TIJD Het wordt, om ons kosmisch besef te verbeteren, tijd dat we de zon gewoon weer om 12 uur op z’n hoogste punt laten stralen. Het liefst had ik dan Fryske Sinnetiid, zoals je ook Fryske Woarst en Fryske Sûkerbôle hebt. Maar dat zal velen wel te radicaal zijn. Houd dan maar Middelbare Amsterdamse Tijd aan, die 19 minuten voorliep op Greenwich Mean Time. Desnoods mag Akkrumer Tiid, wat Pier van der Heide op dinsdag 6 november in de Leeuwarder Courant bepleitte, ook wel. De minuut die we in Garyp eerder, dus later, zijn, denk ik er wel bij. De mooie zonnewijzer op Coopersburg

10

www.uitgeverijpenn.nl

mag Van der Heide houden. Dat ding geeft een vertekende tijd aan doordat de zon in de zomer langer onderweg is dan in de winter – door de ellipsvorm van zijn baan. Maar de spreuk ‘Post Nubila Lux’ (Na de Nevelen het Licht) op de hardstenen zonnewijzer is te mooi om kapotgeslagen te worden. Als we de oude tijd herinvoeren, snappen we meer van de kosmos en zijn invloed op ons leven. Dan kunnen we de volle maan ook weer productief gebruiken, zoals ze voor de Tweede Wereldoorlog deden, door op volle maan avonden feesten en vergaderingen te plannen. Moet je zien wat dat aan energie bespaart, zeker ook als we na tienen stoppen met televisiekijken. Vroeger hadden we een eenheidstijd nodig om de trein te halen. Tegenwoordig hoeft dat, dankzij mobieltjes en computers, niet meer. Zelfs de vlucht van de vliegtuigen over onze daken kunnen we dankzij een speciale app volgen. Laten we dus een mooi feest maken van het terugkrijgen van onze eigen tijd.


LF2018: WAT LEVERT HET OP? NHL STENDEN HOGESCHOOL DOET VERSLAG Van 2013 tot en met 2017 hebben de drie Friese hogescholen onderzoek uitgevoerd naar de legacy van het project Leeuwarden-Fryslân Culturele Hoofdstad van Europa 2018. Wat zijn de langere termijn­ effecten van het culturele hoofdstadtraject waarin circa €70 miljoen is geïnvesteerd? In een serie van vier artikelen in 2019 doet NHL Stenden Hogeschool verslag van de onderzoeksactiviteiten naar de Friese samenleving. ‘Toen Leeuwarden, samen met Malta, door een internationale jury gekozen was om in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, wisten we nog niet wat ons te wachten stond.’ Aan het woord is Dr. Jelle Dijkstra, lector Persoonlijk Leiderschap & Innovatiekracht bij NHL Stenden Hogeschool. ‘Inmiddels hebben we veel inzicht gekregen in wat de betekenis is van zo’n project en ook hoe het is voorbereid en uitgevoerd. Daar kunnen wij lessen uit trekken. Het is niet alleen voor onszelf heel leerzaam maar ook voor andere steden die zo’n project nog moeten organiseren.’

Bij tal van activiteiten kan worden onderzocht, vanuit welk cultureel perspectief (m.n. waarden) ze zijn ontwikkeld, hoe de besturing ervan is geregeld en hoe die functioneert, welke effecten de activiteiten hebben op de drie prioriteiten van gemeente en provincie (participatie, onderwijs en werkgelegenheid), op de infrastructuur (‘Quality of Place’) en uiteindelijk op de kwaliteit van leven van de plaatselijke bevolking.

WERKGELEGENHEID, DR. HEIKE DELFMANN (SENIOR-ONDERZOEKER LECTORAAT PL&I) In de periode 2016-2017 heeft Heike onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de aanloopfase naar het culturele hoofdstadjaar (2018) en heeft zij voorspellingen gedaan met betrekking tot de te verwachten werkgelegenheidsontwikkeling tijdens en na het culturele hoofdstadjaar. De verwachting was dat er meteen na het bekend worden in 2014 al een lichte stijging van het aantal banen zou plaatsvinden gevolgd door een daling in 2015. Daar was echter niets van te merken. Heike’s verwachting is dat na de piek van het culturele hoofdstadjaar de omzet in 2019 nog wel op redelijk hoog niveau zal blijven, met name doordat de positieve berichtgeving de interesse bij veel toeristen heeft gewekt, en dat zij dit jaar alsnog Leeuwarden en Fryslân gaan bezoeken. In 2020 zal de omzet volgens Heike aanzienlijk teruglopen, zij het wel naar een hoger niveau dan het geval was geweest als Leeuwarden geen culturele hoofdstad was geweest.

VIJF FACTOREN Volgens Jelle Dijkstra was de allerbelangrijkste factor die de keuze voor Leeuwarden bepaald heeft het feit dat er zo’n grote mate van gedrevenheid en eensgezindheid was in het team dat de voorstellen gemaakt had. ‘In het begin werd het door allerlei experts niet waarschijnlijk geacht dat Leeuwarden de prestigieuze titel van Culturele Hoofdstad van Europa zou winnen. Ik herinner mij dat we met een groep ambtenaren en experts een presentatie moesten geven voor een delegatie van de jury. Van tevoren hadden we afgesproken dat we zouden doen alsof we elkaar al jaren kenden, dat we een vriendenclub waren en dat we elkaar door en door vertrouwden. Dat was bij de delegatie goed overgekomen. Zij waren onder de indruk van de

eensgezindheid en energie die wij uitstraalden. Ik denk dat dit wel een rol mee heeft gespeeld waarom Leeuwarden uiteindelijk gekozen is.’ Naast deze in zijn ogen eerste belangrijke factor waren er nog vier andere factoren belangrijk. ‘De tweede factor was dat Friesland en Leeuwarden de titel harder nodig hadden dan concurrenten Eindhoven en Maastricht, gelet op de relatief grote armoede, niet alleen in de stad maar ook in de provincie. De derde factor was dat de jury aanvankelijk veel kritiek had op de voorstellen van Leeuwarden. Men vond het teveel een naar binnen gekeerd, Fries verhaal. Daarop is gekozen voor meer verbinding met andere landen en het openstaan voor impulsen vanuit die landen. Dit kwam tot uiting in het begrip ‘Iepen Miens-

FM18 - 4

11


ARBEIDSPARTICIPATIE GEDURENDE HET CULTURELE HOOFDSTADJAAR, AD ROOSENDAAL (STUDENT-ONDERZOEKER) Ad is student Sociaal-­ Pedagogische Hulpverlening (nu Social Work) bij NHL Stenden. Hij heeft onderzoek gedaan onder circa 200 vrijwilligers die hebben meegewerkt aan events en daarbij begeleid zijn vanuit welzijnsorganisatie Wellzo. De vrijwilligers schatten hun arbeidskansen laag in en leven minimaal zes maanden van een uitkering maar hadden interesse in het vrijwillig meewerken aan events. Met name ging het om de vraag in hoeverre het participatieniveau van vrijwilligers omhoog is gegaan en in welke mate dit te danken is geweest aan de culturele hoofdstad. Ad heeft ontdekt dat deelname aan het project vooral nuttig is geweest voor vrijwilligers die nog weinig actief deelnamen aan de samenleving. Van degenen die al actiever waren, bijvoorbeeld in een andere vorm van vrijwilligerswerk, heeft een kleiner aantal geprofiteerd. Dit betekent dat het nuttig is gebleken m events zoals de culturele hoofdstad te gebruiken om mensen met een bijstandsuitkering te activeren die nog weinig of niet actief zijn en hen inzichten en vaardigheden op te laten doen waardoor zij meer kansen krijgen op het verwerven van betaald werk. Vervolgonderzoek in 2020 of 2021 zal moeten uitwijzen hoeveel deelnemers zijn doorgestroomd naar betaald werk, in welke mate de culturele hoofdstadervaringen daartoe hebben bijgedragen en in hoeverre zij in staat zijn om het betaald werk te behouden. Hieronder de stijging per niveau van participatie. De niveaus lopen van 1 (geïsoleerd/niet maatschappelijk betrokken) tot 6 (betaald werk). De grootste stijging is te zien bij de groep vrijwilligers die actief waren op niveau 2: 87% was na het project actief op niveau 3 of hoger. kip’ dat inmiddels zelfs in de landelijke pers zonder uitleg gebruikt wordt. Een vierde factor was de kritiek dat het organisatieconcept niet duidelijk was. Er waren grote twijfels over de slagkracht van de organisatie omdat er door de overheden te weinig capaciteit voor beschikbaar gesteld zou worden. Als antwoord hierop koos de organisatie voor een systeem van gedeelde verantwoordelijkheid en gedeeld leiderschap en het zoeken naar meer mogelijkheden van sponsoring door bedrijven en het verlagen van kosten door het inzetten van studenten. Dat laatste was voor de hogescholen en ook voor de ROC’s interessant omdat het de mogelijkheid bood om projecten binnen te halen voor het vervullen van stages en studie- en afstudeeropdrachten. Dit sloot ook aan bij de vijfde factor, namelijk de suggestie van de jury om jongeren in de ‘lead’ te zetten,

12

www.uitgeverijpenn.nl

niet alleen bij het bedenken en ontwikkelen van activiteiten maar ook bij het organiseren ervan.’

SCEPSIS Dat heeft kunnen overtuigen dat Leeuwarden in 2018 culturele hoofdstad werd. Nadat Leeuwarden gekozen was, hebben de overheden ervoor gekozen om eerst een wachttijd af te kondigen van vier maanden zodat zij in alle rust de eerste fase konden voorbereiden. Dat was voor veel betrokkenen frustrerend, omdat iedereen meteen aan de slag wilde gaan. Tegelijkertijd kwam er vanuit de samenleving steeds meer gemor. In ingezonden brieven, op internet en op straat klonken veel negatieve commentaren: ‘Het kost zoveel geld dat ook aan andere zaken besteed kan worden.’ ‘Waar is het voor nodig?’ ‘Wat levert het op voor Friesland?’ ‘Het is een feestje voor de elite.’

In het bidbook en ook in latere communicatie waren de hogescholen aangewezen als partner bij het opzetten en uitvoeren van het monitoring- en evaluatieonderzoek. Een daadwerkelijke opdrachtverlening bleef uit. In plaats daarvan wilden de gemeente en de provincie het onderzoek uitvoeren in samenwerking met het Utrechtse bureau Hiemstra en De Vries. Dit resulteerde in een aantal rondetafelbijeenkomsten waaraan ook door lectoren werd deelgenomen. Tijdens die bijeenkomsten werd duidelijk dat de gemeente en provincie zich met name concentreerden op het verzamelen van kwantitatieve gegevens en dat er nog geen sprake was van een kwalitatieve analyse van die gegevens. Een aantal lectoren van de drie hogescholen NHL, Stenden en Van Hall Larenstein heeft in de loop van 2014 besloten om te gaan voor het organiseren en uitvoeren van het kwalitatieve deel van het monitoring- en evaluatieonderzoek.

100 STAGES Dijkstra: ‘Het eerste initiatief dat wij vanuit het lectoraat Persoonlijk Leiderschap & Innovatiekracht genomen hebben, was de ontwikkeling van een 100stages-project. Het was de bedoeling om het schooljaar 2014-2015 honderd studenten stage te laten lopen bij het KH-project. Er kon een eerste groep van verschillende studierichtingen worden gevormd van twaalf studenten, die van de gemeente Leeuwarden of de provincie Fryslân een stage- of afstudeeropdracht kregen die relevant was voor het culturele hoofdstadtraject. Deze groep had enorm veel energie en creativiteit. De groep kwam één keer in de week bij elkaar, nodigde sprekers uit, ging op bezoek bij de eerste projecten, presenteerde onderzoeksresultaten aan elkaar en aan geïnteresseerden, etc. De groep won in 2015 de publieksprijs van de NHL Award van meest innovatieve projecten. Zij werd ook genomineerd voor de LC Award. Tijdens de prijsuitreiking was er veel belangstelling voor deze groep.’ In 2015-2016 kon het ­ 100stages­ project worden uitgebreid en deden tientallen studenten mee. Zij deden onderzoek naar participatie van wijkbewoners, mogelijkheden voor het ontstaan van nieuwe banen, gastvrij-


heid in de horeca, etc. Er sloten zich steeds meer opleidingen aan en er ontstonden nieuwe opleidingen zoals een minor Go-creatie, waarin de principes van multidisciplinaire samenwerking centraal stonden en waaruit prijswinnende projecten zijn voortgekomen (koepelkas, filmproject ‘A Journey into the Unknown’). ‘In de fusie van NHL en Stenden is het multidisciplinaire atelieronderwijs de basis geworden voor ons nieuwe onderwijsconcept.’

FRYSK DATALAB Eind 2016 is er door NHL Stenden een platform van belanghebbenden opgezet waar gezamenlijke vragen en problemen konden worden besproken en hebben we het initiatief genomen voor een bestuurlijk overleg tussen overheden, hogescholen, ROC’s en andere belangrijke partijen. Dat laatste was nodig om een betere samenwerking tot stand te brengen en om voor een aantal ingewikkelde vraagstukken doorbraken te kunnen realiseren. Zo konden bijvoorbeeld afspraken worden gemaakt over de opdrachtverlening voor het kwalitatieve monitoring- en evaluatieonderzoek door de hogescholen. Ook werd het initiatief genomen tot het opzetten van een Frysk Datalab, een voorziening om allerlei gegevens aan elkaar te koppelen zodat onderzoekers van bijv. overheden en hogescholen daar gebruik van kunnen maken. Het ziet ernaar uit dat het Frysk Datalab binnenkort van start kan gaan.

NA 2018 Uit het 100stages-project ontstond Knowledge2018, een jongerenplatform van studenten en pas afgestudeerden die een actieve rol hebben vervuld bij het voorbereiden en uitvoeren van tal van events. Het platform werd opgezet en verder ontwikkeld door twee pas afgestudeerde HRMers, Bram Kruit en Jeffrey Meijer. In totaal hebben gedurende de hele periode van 2014 tot en met 2018 tussen vijf- en zesduizend studenten deelgenomen aan één of meer activiteiten in het kader van de culturele hoofdstad. Deze ervaring is niet alleen van grote waarde geweest voor de studenten zelf, maar ook voor het culturele hoofdstadproject en voor de Friese samenleving als geheel. De studenten

hebben de kennis die zij in hun opleiding hebben opgedaan, kunnen inzetten bij het ontwikkelen van de culturele hoofdstad. Nu zijn velen van hen al actief in de samenleving, hetzij als medewerker of soms zelfs manager bij een bedrijf of instelling, hetzij als zelfstandig professional. ‘Het is voor vele studenten interessant genoeg gebleken om na afronding van hun studie in de provincie te blijven. Zij kunnen nu hun verworven inzichten en vaardigheden inzetten en nuttig maken voor de samenleving,’ aldus Dijkstra. ‘Wat met name opvalt is dat er nieuwe netwerken zijn ontstaan van jongeren die voor een deel de oude netwerken zullen gaan vervangen, als veel leden daarvan in de komende jaren met pensioen gaan. Als dat proces doorzet, kan een veel innovatiever klimaat ontstaan. Dan kan de ‘braindrain’ waar Fryslân al heel lang last van heeft, tot staan worden gebracht en wordt de provincie een stuk aantrekkelijker voor bedrijven of instellingen om zich hier te vesti-

gen. Als er voldoende goed opgeleide en innovatief ingestelde jongeren aanwezig zijn en als zij een grotere invloed krijgen op de ontwikkeling van de samenleving, dan verandert er echt iets in positieve zin in Fryslân. Daar zijn wij van overtuigd en wij hopen dat door verder onderzoek ook aan te kunnen tonen.’

EVALUATIEMODEL Uiteindelijk hebben tien lectoraten en vele honderden studenten van de Friese hogescholen onderzoek gedaan in het kader van het kwalitatieve monitoring- en evaluatieprogramma. In het voorjaar van 2018 is hierover door de lectoraten aan de gemeente Leeuwarden en de provincie Fryslân gerapporteerd. Er is een evaluatiemodel ontwikkeld dat de basis kan vormen voor het feitelijke legacy-onderzoek in de jaren die nu komen (zie kader). Aan de hand hiervan zijn hieronder een drietal concrete onderzoeksvoorbeelden opgenomen.

11 FOUNTAINS, VICTORIA BROWN (STUDENT-ONDERZOEKER) Victoria is student European Studies en voert een onderzoek uit naar de mate waarin het 11fountains project heeft bijgedragen aan het meer open staan van lokale samenlevingen voor culturele invalshoeken en artistieke concepten van gerenommeerde buitenlandse kunstenaars. Zij interviewt daarvoor ambtenaren die zich met de ontwikkeling en realisatie van de fontein(en) in hun gemeente hebben beziggehouden. Het gaat hierbij om vragen zoals: Hoe is de fontein tot stand gekomen? Hebben burgers hierbij geparticipeerd? In hoeverre heeft de kunstenaar rekening gehouden met meningen en behoeften van burgers? Is er al sprake van een toename van het aantal buitenlandse toeristen? Wat zijn de te verwachten effecten van de fontein(en) en het toegenomen toerisme op de sociale, culturele en economische ontwikkelingen van de gemeente? Het onderzoek is naar verwachting in februari worden afgerond. Op dit moment zijn twee vervolgonderzoeken naar het 11fountainsproject in voorbereiding die in het voorjaar zullen worden uitgevoerd: (1) In hoeverre profiteren lokale MKB-bedrijven (m.n. winkels en horeca) van de aanwezigheid van een fontein in hun stad? Levert het meer omzet en winst op en/of meer werkgelegenheid? Of meer overlast en/of kosten? (2) Hoe beoordelen burgers de fontein, de manier waarop die tot stand is gekomen en de betekenis van de fontein voor de ontwikkeling van hun stad?

FM18 - 4

13


WIEBE KRIST VS GAATZE BOSMA GEBOREN ENTERTAINER De tweede gast in de woensdagochtendshow op Frysk FM is Gaatze Bosma. Een jonge hond, energiek, nuchter en met veel humor, die in de vriendenkring ook wel ‘ongeleid projectiel’ wordt genoemd. Daar heb ik geen enkele moeite mee want wij houden wel van spraakzame mensen, op de radio. Gaatze heeft zijn moeder meegenomen naar de studio en die geniet zichtbaar. Gaatze Bosma werd geboren op 19 mei 1995. Zijn moeder Grietje had samen met haar familie een Mode- en Warenhuis en Babyspeciaalzaak in het hartje van ‘De Westereen’, waarvan Gaatze later het magazijn ter beschikking kreeg als oefenruimte. Als kleine jongen al vulde Gaatze de pauzes op van de modeshows die in de winkel gehouden werden. Met liedjes van André van Duin, gehuld in een lange lederen jas, compleet met pothelm en een bril, playbackte deze entertainer ‘Willempie’, ‘Het Pizza lied’ en vele andere klassiekers. Er ging geen verjaardagsfeest of bruiloft voorbij zonder dat Gaatze even op het podium verscheen, zelfs complete sketches van ‘Lytse Teake’ speelde hij na. Waar het over ging, wist hij niet, maar de mensen lachten en daar was het hem om te doen. Vanaf zijn achtste jaar kreeg hij gitaarles van Peter van der Ploeg, gitarist van ‘De Kast’; een ervaren rot in het vak, die Gaatze ook aan het zingen bracht. Gaatze is samen met boekingsbureau BME Bookings uit Witmarsum al een tijdje uniek bezig. De meeste singles zijn in twee talen uitgebracht. Dat vergt de nodige creativiteit en het is beslist origineel te noemen. In Januari 2015 had Gaatze zijn debuut op de landelijke televisie met een zeer opvallende auditie in het programma ‘Bloed, Zweet en Tranen’, op SBS6. Hierdoor kwam de carrière van de jonge zanger in een stroomversnelling, met veel optredens in heel het land tot gevolg. Vlot daarna kwamen de eerste singles uit zoals zijn tweetalige debuut ‘De Laatste’/‘De lêste’, die zelfs de nummer 1 positie haalde op HollandFM. Daarna volgden onder meer ‘Kom op’ (een ode aan Chuck Berry) en ‘Kon ik nog maar één keer’. Op Facebook vinden we vrijwel wekelijks een nieuwe selfie met vrolijk zwaaiend publiek achter zich. Na het interview laat hij me een stukje van zijn nieuwe single horen die dan nog niet uit is. Dat is het mooie van DJ zijn. Je hoort meestal alles het eerste en kan zonder iets te

14

www.uitgeverijpenn.nl

zeggen een oordeel vellen. Het nieuwe nummer heet ‘Kom dans met mij’ en wordt niet in het Fries uitgebracht. Gelukkig wordt ook het Nederlands mondjesmaat toegelaten op Frysk FM, maar we willen zingend Fryslân vooral op het hart drukken dat nieuwe plaatjes hartstikke leuk zijn, maar om onze doelstelling te bevorderen is up-tempo en in de ‘memmetaal’ zeer gewenst.


GASVRIJ, WAT DOE JIJ? PROEFTUIN OP VLIELAND EN IN TYTSJERKSTERADIEL

Hoera, 10 juli 2018 gaat de dorpen. Een beerput aan menselijk boeken in als dé dag waarop leed, bureaucratie en financiële belande overheid het Nederlandse gen. Maar gas, kunnen we er wel mee stoppen? Klimaat-en Energieakkoord sloot. Daarmee was de zaak HET AKKOORD officieel: We gaan van het gas De plannen in het Nederlandse klimaaaf! Duidelijk verhaal zou je takkoord van 2018 bevatten slechts richtlijnen en geen harde deadlines denken, maar hoe dan? maar komen globaal op het volgende Cindy Postma Als we even nuchter naar ons landje kijken dan zit de gasindustrie toch wel erg diep geworteld en is sterk verbonden met de welvaart en economische stabiliteit. Toch snappen we de urgentie ook wel. Een dalend land en stijgende zeespiegel, een ramp voor ons Wereld Erfgoed de Waddenzee en dramatische gevolgen voor de Groningse

neer: de luchtvaart wordt totaal buiten schot gelaten en vervuilende industrie en de agrarische sector worden slechts zijdelings benoemd. Het zwaartepunt ligt bij de burger. In Nederland staan 8,3 miljoen gebouwen; 7,7 miljoen woningen en 0,6 miljoen bedrijfspanden. Vanaf 2018 t/m 2021 moeten 50.000 panden per jaar van het gas af. Daarna stijgt dit naar 200.000 per jaar tot 2030.

Vanaf 2030 wil de overheid de belasting op gas met 75% verhoogd hebben. In dezelfde periode willen ze de belasting op stroom verlagen met 50%, zodat het voor de bevolking steeds aantrekkelijker wordt om de switch te maken. Nederland heeft een uitstekend gasnetwerk. We produceren zelf gas, waar 95% van de huishoudens in den lande zijn potje op kookt en er ’s winters warmpjes bij zit. Daarnaast exporteren we ook meer dan de helft van ons gewonnen gas naar Europese landen en spekken hier de staatskas mee met ruim 10 miljard per jaar. Hiermee is gaswinning de belangrijkste inkomstenbron voor de Nederlandse Overheid en vormt ca. 10% van de totale rijksinkomsten. Daar stop je dus niet zo maar even mee.

GASVRIJ In het recent gesloten klimaat- en energieakkoord staat ook niet dat de gaskraan compleet dichtgedraaid zal worden. Zo staat er op pagina 30: “Voor veel wijken geldt dat het aardgasnetwerk tot na 2030 gewoon blijft liggen. Isoleren en met een hybride ketel (veel)minder gas verstoken, is een verstandige (tussen)oplossing.” Het gaat er om dat we als land het klimaatakkoord van Parijs uit 2015 zo goed mogelijk gaan nakomen. Hierin staat dat de landen binnen het akkoord per 2050 energieneutraal zijn. Hoe ze dit doen mogen ze zelf weten. Duitsland investeert vooral in de transitie van aardgas naar synthetisch gas. Iets waar ons huidige gasnetwerk ook prima geschikt voor zou zijn. Nederland

FM18 - 4

15


Nu Minimaal 500 euro subsidie bij aanschaf van een pelletkachel.

De 5 sterke punten van KLAVER HAARDENCENTRUM FRIESLAND *Goed advies *Vakmanschap *Kwaliteit *Service *Garantie Klaver is al meer dan 100 jaar gevestigd in Dokkum en gespecialiseerd in het leveren en installeren van houtkachels, gaskachels, pelletkachels, natuursteen schouwen, houtgestookte cv-systemen en de bijbehorende rookkanalen en bouwkundige ombouwen. Als erkend 5-sterrenspecialist staan wij voor u klaar met vakkundig advies en denken graag met u mee. Graag tot ziens in onze showroom aan de Doorvaart 1 te Dokkum.

Dealer-van-o.a. MCZ, Nordic-Fire, Dielle, Dru, Dik-Geurts, Scan, Jøtul, Faber, Altech, Charnwood, Isoduct, Jacobus enz.

KLAVER HAARDENCENTRUM FRIESLAND Doorvaart 1 9101 RE Dokkum tel: 0519 222723 info@klaverdokkum.nl www.klaverhaarden.nl

ww36_Leeuwarden_Klaver.indd 1

16

www.uitgeverijpenn.nl

Alles voor een tevreden klant Als erkend 5-sterrenspecialist willen we u niet slechts een gaskachel verkopen, maar juist een fijne aankoopbeleving garanderen. Wij zijn trots op onze collectie en op onze klanten. Als u wilt weten hoe onze service wordt ervaren? Bekijk dan onze klantbeoordelingen op:

www.klaverhaarden.nl 16-10-18 15:23


door de belastingbetaler is betaald) en heeft meteen voordeel van zijn investering door een veel lagere energierekening. Een klassiek gevalletje van een win-win situatie, met als bonus een goed geweten. Harry zit er warmpjes bij, kun je zeggen. Hier zit meteen het probleem van de overheid. Het zwaartepunt is oneerlijk verdeeld. Daar waar de kosten al hoog zijn, bijvoorbeeld in het buitengebied, waar geen stadsverwarming mogelijk is en de lonen lager liggen, zijn de kosten voor alternatieven voor gas ook duurder. Zo worstelen woningbouwverenigingen ook met het probleem dat ze hun woningen wel willen verduurzamen, maar dat de huren hierdoor niet exponentieel mogen stijgen.

PROEFTUIN wil de koers nu vooral inzetten op de transitie naar all-electrisch. Dit heeft ook een maatschappelijke grondslag. Al decennia vult de staatskas zich met de baten van de gaswinning, maar het Groningerland betaalt hier een hoge prijs voor. Nu de bewoners heel Nederland hebben betrokken bij hun verzakkende land en de gevolgen voor hun huizen en leefomstandigheden, is er meer bewustwording en draagvlak voor het alternatief om zo veel mogelijk gasvrij te worden.

SCHEEF Na de bewustwording komt het onderzoek naar de mogelijkheden. Deze zijn er genoeg, denk aan warmtepompen om door middel van aardwarmte je woning te verwarmen, maar ook aan eigen opgewekte energie door zonnepanelen of een windmolen, extra isolatie of gebruik van restwarmte van industrie. Er hangt echter wel een pittig prijskaartje aan. Mocht je over willen stappen en je huis voorzien van een warmtepomp, ben je al snel een kleine € 20.000,- kwijt. Natuurlijk zijn er subsidiemogelijkheden maar deze dekken de kosten maar mondjesmaat. Wie nu wil investeren in een lagere CO2-uitstoot, zal zelf een zak geld mee moeten nemen. Voor de minima en Jan Modaal zit een dergelijke investering er in de meeste gevallen niet in. ‘Goedgevulde Harry’, daarentegen, kan de verbouwing prima betalen en maakt ondertussen gebruik van subsidie (die

Om met het klimaatakkoord in handen nieuwe en effectieve regelingen in het leven te roepen, heeft de overheid besloten om haar eigen proeftuin aan te leggen. Van de 320 gemeenten in Nederland zijn er 27 geselecteerd om in hun gemeente een aangewezen wijk of dorp van het gas af te krijgen. Hiervoor stelt de staat een bedrag van 120 miljoen euro ter beschikking. In 2020 zullen hier wijken en middelen aan worden toegevoegd. Daarnaast heeft de overheid een denktank om investeringen voor de burger aantrekkelijk te maken. Denk aan mogelijkheden om verduurzaming van de woning hypothecair te bekostigen, subsidie op de productie van duurzame alternatieve materialen om de kostprijs lager te maken, en voor woningbouwvereniging de mogelijkheid om de kosten voor verbouw en het verschil met de energierekening met elkaar te verreke-

nen. De huurder zal er in de maand dus niet voor- of achteruit op gaan, maar de woningcorporatie krijgt hiermee wel middelen om de investeringen terug te verdienen. Woon je in één van de aangewezen wijken, dan zal de transitie dus voor je geregeld worden. Dat wil niet zeggen dat er morgen een aannemersbedrijf voor de deur staat die je CV-ketel er uit komt slopen om hem te vervangen voor een warmtepomp. Dit proces moet iets zijn wat in samenwerking gaat met de bewoners. De gemeente is aangesteld om de regie te voeren en de bewoners praten mee in de concretisering van de plannen. Dit zal voor iedere gemeente anders zijn. De geselecteerde wijken of dorpen zijn het zo genoemde ‘laag hangend fruit’. De transitie moet hier niet al te ingewikkeld zijn. Zo wil de overheid testen wat het kost, wat de kinderziektes zijn en de voordelen etc. Deze informatie zal men gebruiken om nieuwe regelingen in het leven te roepen om Jan Modaal ook de mogelijkheid te geven zich aan te sluiten bij de gasvrije generatie. In Fryslân zijn twee gemeenten aangewezen voor dit project: het Waddeneiland Vlieland en, net onder de rook van Leeuwarden, de gemeente Tytsjerksteradiel. In de komende nummers van Fryslân Markant gaan we in gesprek met de betrokken partijen: de gemeente, bewoners en bedrijven. Wat is de impact, hoe zit het met de inspraak en communicatie, hoe gaat de verbouwing en natuurlijk: hoe is het resultaat. We geven een kijkje achter de schermen van iets waar we binnen afzienbare tijd zelf ook mee geconfronteerd worden. Gasvrij, wat doe jij?

FM18 - 4

17


VOORDEEL VOOR DE ZZP’ER PAS OP MET ENERGIE Of ik een voordeel wilde van 20 euro per maand is 240 euro per jaar? Maar natuurlijk. Hoefde ik alleen maar even van energieleverancier te wisselen. Want Eneco is, mits goed aangestuurd, veel voordeliger dan Engie. Dit was de boodschap eind november 2018, want de r zit er al weer drie maanden in. Daarom brandt de kachel en zoemt de computer, wat zowel kubieke meters gas als kilowatturen elektriciteit kost. Dat we straks gasvrij willen leven en zonnecollectoren op het dak krijgen, doet nog even niet ter zake. Wijzer geworden door eerdere fantastische aanbiedingen vroeg ik de beller van de Onafhankelijke Energie Vergelijker om het voordeel toe te lichten in een mailtje. Kon ik het rustig controleren. Kon wel, zei Gabriël Visser (want zo heette hij), als ik dan even de 9 cijfers van mijn banknummer achter de 0 wilde doorgeven. Dat wilde ik NIET. Les 1 (met dank aan mijn Rabobank in Drachten): Geef nooit je banknummer af. Want dan kunnen ze van alles van je rekening afschrijven. Later kun je dat wel laten storneren, maar als de ontvanger dan verdwenen is, wordt het een heel gedoe.

FOUTE CIJFERS Er kwam een mailtje met een groene kolom die ik alleen maar hoefde aan te klikken om voor de komende drie jaar verzekerd te zijn van energielevering door Eneco. De maandelijkse kosten zouden dalen van 159 naar 139 euro. Die twintig euro is iets minder dan de 21% BTW. Daar zou het voordeel toch niet in zitten? Want de zakelijke BTW krijg je terug. Maar wij stoken voornamelijk privé natuurlijk, en de lampen en de televisie gaan ook niet voor mijn paar stukjes in bladen en boeken aan. Maar even mijn zakelijk geweten Rudolf Koster bellen. Die ontplofte bijna.

18

www.uitgeverijpenn.nl

‘Trap er niet in,’ schreeuwde hij. ‘Oplichters zijn, het, schurken, ze proberen je een oor aan te naaien. Die BTW mag je helemaal niet terugvorderen. Daar werk ik zeker niet aan mee. Want straks moet je alles terugbetalen, plus een boete.’ Inclusief of exclusief, dat is Les 2. Daartussen zit vaak 21%. Maar nee, daar zat in dit geval het grootste verschil toch niet. Dat zat ‘m in mijn geschatte maandverbruik. Het bleek ineens te zijn gedaald van 1500 naar 500 m3 gas, en de kWh van 3800 naar 3000. Maar dat verschil was toch veel

groter dan 20%? Nog eens goed naar de opgegeven tarieven kijken. Eneco bleek daar minstens 10% hoger te zitten dan Engie. Aha, dus zo kwamen ze op 20%. Eerst 10% erbij en dan 30% eraf, dan houd je 20% over – als je tenminste de ketel het hele jaar op de waakvlam houdt en de televisie uit laat.

VERBINDING VERBROKEN Ik zag die cijfers pas woensdagmiddag. Want dinsdag belde Gabriël niet terug – wat hij wel beloofd had. Diezelfde woensdag ontdekte ik dat Ene-


ZAKELIJKE MARKT? STEEDS MEER ‘VERGELIJKERS’ Eneco is een van de energiemaatschappijen die nieuwe klanten werft via ‘onafhankelijke vergelijkers’. Daarvan komen er steeds meer. Want het is, met al die provisies, lucratieve handel. En veel ZZP’ers zijn wel te paaien met een leuk voordeeltje. Sommige acquisiteurs gaan inderdaad met een grote energiemaatschappij in de slag om voor ‘overstappers’ een fikse korting te bedingen voor het eerste jaar. Uiteraard betaal je daarna wel de normale prijs. Anderen doen het wat gemakkelijker en laten het fictieve zakelijke voordeel voortvloeien uit de niet af te dragen BTW. Dat de accountant, of later de belastinginspecteur, daar anders over denkt, merk je vanzelf. Weer andere partijen berekenen een groot voordeel op basis van een zogenaamd veel lager verbruik. Ook deze vluchtweg leidt tot teleurstellingen, te betalen bij de eindafrekening. Die kan zomaar in de duizenden euro’s lopen als er in het begin een verkeerde inschatting is gemaakt. Vervolgens krijg je dan, op basis van het reële verbruik, natuurlijk wel de juiste maandtermijnen afgerekend. Dat die per keer wel honderd euro hoger kunnen liggen dan met je was afgesproken, is voor de acquisiteur van later zorg. ‘Dit kan zo inderdaad niet,’ zei een woordvoerster van Eneco, die toegaf dat ‘tariefvergelijkers’ voor Eneco in de weer zijn. Ze heette Vera en zou ons doorverbinden met een collega. Maar na vijf minuten wachten hebben we de hoorn maar op de haak gelegd. We wisten genoeg.

co duurder is dan Engie, in mijn geval dan. En dat voor mij een verkeerd maandverbruik was ingevoerd. Wat ik daarna zag, was dat al mijn gegevens tot in detail keurig waren genoteerd. Kennelijk hadden ze bij Eneco, of bij de Onafhankelijke Energie Vergelijker, mijn adres van de Kamer van Koophandel gekocht – met alle bijzonderheden erbij. Tot en met het telefoonnummer, maar dat kun je tegenwoordig makkelijk op het internet vinden. Toen Gabriël woensdagmiddag belde – terwijl ik bezig was met een lastige redactieklus – vroeg ik wat er dinsdagavond aan de hand was geweest. Toen zou hij me toch bellen? Ja, maar hij was niet op zijn werk geweest. En hoe kwam hij op 20% voordeel voor mij terwijl het tarief 10% hoger was? Zat ’m dat misschien in de veel te lage inschatting van het verbruik? Er viel een diepe stilte. Sterker, het

leek op storing. Bijna had ik de telefoon op de haak gelegd, toen ik een klik hoorde. Een nieuwe medewerker nam het even over van zijn collega, zo bleek. ‘Want ik krijg hier een foutmelding’. Die fout zat ’m inderdaad in het verbruik, wat niet opgegeven had mogen worden, het ging om het tarief. Zijn collega was wat onervaren, die wist dat nog niet. ‘Maar het tarief is minstens 10% hoger bij Eneco dan bij Engie,’ zei ik. ‘Wilt u dan niet 130 euro besparen?’ vroeg de nieuwe man. Wat, 130? Het was toch 240? Nee, dat telde niet, dat kon alleen als je energie bespaarde en daar ging de Onafhankelijke Energie Vergelijker niet over. Toen zei ik iets verkeerds. Ik zei: ‘doe je huiswerk toch eens wat beter. Ik heb hier nu al een half uur aan besteed en het slaat nergens op. Je tarief is gewoon ongunstiger dan dat van de concurrent. Dus…’ Er volgde nog net een zeer kort ‘ik wens u een goede avond meneer’, en daarna kwam het vaste riedeltje voor wie geen acquisitiegesprekken meer

wenst. Die wens ik wel, want zo hoor je nog eens wat. En als het wat meezit, houd je er nog een leuk stukje aan over ook. Maar Les 3: zeg tegen zulke gasten nooit te veel, want voor je het weet gooien ze de hoorn op de haak.

FM18 - 4

19


ERKEND STREEKPRODUCT: NATUURTUIN ‘T HUMMELHÛS TUINDERIJ EN ZORGBOERDERIJ TEGELIJK

‘t Hummelhûs is een bijzonder bedrijf, vertelt eigenaar Willem Teun Tel, die het bedrijf runt met zijn vrouw, broer en schoonzus. Het is een zorgboerderij met opvang voor kinderen, maar ook dagbesteding voor volwassenen, die mee kunnen helpen op de tuin. ‘We willen ons nog meer richten op de volwassenen. We bouwen nu een kas, zodat we ook in de winter werk kunnen bieden aan onze cliënten.’

VERBOUW IN OPDRACHT Er worden maar liefst 140 soorten groente en fruit verbouwd bij ‘t Hummelhûs, in allemaal kleine hoeveelheden. De producten vinden gretig aftrek via de streekboer, maar bijvoorbeeld ook bij restaurents, kleinschalige zorginstellingen en bedrijven. ‘t Hummelhûs verbouwt eventueel op aanvraag, vertelt Willem Teun. ‘Restaurant De Leyen in Rottevalle, bijvoorbeeld, serveert soep van duizendblad. Wij verbouwen dat voor hen in opdracht. Inspelen op wensen van klanten is gewoon heel mooi.’

Natuurtuin ’t Hummelhûs uit Oudehorne staat bekend om het enorme assortiment groenten dat er verbouwd wordt en om de eigen aardappel, de ‘Hummelhuzer Rode’. De producten zijn biologisch geteeld en dragen sinds 2015 het Wâldpyk-keurmerk. GROENTE- EN FRUITPAKKET

Ook andere restaurants gebruiken producten van de natuurtuin. Bijzondere groenten als eeuwige moes, palmkool en aardpeer zijn groenten die niet standaard in de supermarkt te krijgen zijn, maar die door ‘t Hummelhûs wel geteeld worden. Restaurants kunnen groentepakketten bestellen voor hun gerechten, maar biologische fruitpakketten zijn ook mogelijk. Voor bedrijfskantines bijvoorbeeld, maar hoofdzakelijk ook voor particulieren, die hun bestelling af kunnen halen bij de streekboer, of in de boerderijwinkel. Verder staat Willem Teun met zijn producten op diverse streekmarkten.

VLEES EN ZUIVEL In samenwerking met andere bedrijven kan ‘t Hummelhûs complete maaltijdpakketten leveren. Zo heeft de familie Jansen uit Fochteloo speciaal

20

www.uitgeverijpenn.nl

voor ‘t Hummelhûs een aardappelras ontwikkeld, de ‘Hummelhuzer Rode’. Daarnaast is er vlees verkrijgbaar van de eigen Herefordkoeien van ‘t Hummelhûs, zijn er eieren en diverse zuivelproducten te koop, wordt er honing geproduceerd en jam.

STREEKMARKT Willem Teun Tel is trots op zijn bedrijf, waar zorg en biologisch tuinieren gecombineerd worden. ‘Ik wil graag een mooi bedrijf maken. Met de nieuwe kas niet kan ik niet alleen het hele jaar door werk bieden aan onze cliënten, maar ook het teeltplan zodanig aanpassen dat er bepaalde vaste producten altijd verkrijgbaar zijn en het seizoen wat langer wordt, omdat we bijvoorbeeld slasoorten al in de kas op kunnen kweken. Mensen kunnen langskomen in de boerderijwinkel, maar ook een kijkje nemen op het bedrijf. We willen een theetuin aanleggen, zodat we in de zomer ook gasten wat lekkers kunnen aanbieden.

Natuurtuin ‘t Hummelhûs Schoterlandseweg 135 8413 NH Oudehorne 06-28658702 www.natuurtuinhummelhus.nl


AS DER NET JAGE WAARD, WIE IT NET BÊST! ‘Pake makke syn patroanen sels, by de keukenstafel. Hy en heit wiene echte fjildminsken en jagen har hiele libben. En ja, ik gong it fjild ek yn. Dat gong fan heit op soan.’ Aan het woord is Johannes Brandsma. De Brand, zoals de kaatsliefhebbers hem kennen, maar ook fjildman tot in z’n kleine teen. Een monoloog over de liefde voor de natuur en de noodzaak van jacht. ‘Mar apart is it, myn beide broers moasten der neat fan ha. Noch net. Ik wol. Ik fûn it miskien ek wol wat spannend hear, mei heit it fjild yn. It joech in bân tusken ús. Grutte en lytse Johannes tegearre op einen, dat idee.’ ‘Ik wie noch mar in lyts jonkje, doe gong ik al mei heit mei. Earst as ‘hûn’: as heit wat sketten hie, mocht ik it fan ’e stoppel sykje en by him bringe. Letter mocht ik ek driuwe en sjitte. Dan hie ik byge­ lyks in hazze sketten en miende dat ik in knappe prestaasje levere hie, mar nee, dan beseach heit dat bist ris en dan hie ik him net goed sketten. Wol dea, mar net dwers. Dêr wie heit sekuer yn, mei in goed longskot is it bist drekst dea, gjin lijerij.’ ‘Telle die heit sels. Hy rûn sûnder gewear troch it lân en seach hoefolle hazzen der sawat wiene. Dan wist er wat der by wei moast om de populaasje op peil te hâlden. Hy seach de hazzepaadsjes en wist dan krekt ­wêr’t se sieten en hoe’t se rûnen. Wylde katten skeaten wy ek. Ja, do sjochst no wat nuver, mar it soe noch moatte. Dat is net begrutlik, dat

is needsaak. Lju lieten jongkatten los en dy bedarren dan yn it fjild. Dêr fretten se jonge hazzen en jonge greidefûgels op.’ ‘Eartiids wiene jagers fansels ek heale streupers, dat wit ik wol. Der wiene ek gjin regels, elk rêde himsels. Us heit fertsjinne der sa winterdeis in moaie sint by. Hazzen, einen, guozzen, brocht er nei de poelier en dat smiet moai wat op. Dat moast ek, want heit wie arbeider en siet yn it ‘losse wurk’, sa as se dat neame. Simmerdeis hie er knap oanslach, mar winterdeis net. Dat woe er ek net, dan brânde it him al lang yn. Houtdowen, dy skeaten wy ek by de fleet, mar dy hâlden wy sels. Dy brochten neat op, mar se smakken poerbêst.’ ‘Sjoch, tsjintwurdich binne der in soad dingen regele, ek mei in jachtakte en sa. Dat is wol goed, jo kinne elk samar net mei in buks it lân ynfleane litte, mar dat wie eartiids wol oars. Fiif jier ûnder begelieding sjitte, dan hiene jo de akte te pakken. Wyldbehearsienheden wiene der net, regleminten ek net

bot. Ja, moast 40 hektare oan ien stik ha as jachtgrûn. Dat is leau ik noch sa, mar heit betelle net om jeie te meien. Hy hie, ferdield oer in pear boeren, dy fjirtich hektare om te bejeien en dat hat er oan syn santichste ta dien. Boeren wiene trou oan de jager. It liket no betiden wol oft jeie suver wat in statussymboal wurden is, foar yuppen mei nij jild. Dy stean drekst klear as se op grutwyld meie, mar as it giet om it op peil hâlden fan in populaasje hazzen of guozzen, binne se minder happich. Dat jout gjin trofee, moatst mar rekkenje.’ ‘De jacht leit ûnder fjoer. De publike opiny, de emoasje, regearret. Spitich, want as der net jage waard, wie it net bêst. Jacht is hurd nedich om de wyldpopulaasje op peil te hâlden. Yn stee fan dat se út Den Haach efter in buro wei betinke hoe’t it moat, soenen se ris wat mear mei de âlde weidmannen om tafel moatte. Jagers binne fjildminsken. Sy witte better wat der yn de natuer spilet as wa dan ek.’

FM18 - 4

21


TERUGKEER VAN DE WOLF Op 14 april 2018 rende een wolvin vliegensvlug langs Appelscha, De Knipe, Bontebok, Langezwaag en Boyl en doodde onderweg meerdere schapen. Dit eerste ‘wolvenbezoek’ sinds begin achttiende eeuw in Fryslân roept vragen op over de gevolgen van de komst van de wolf voor veeteelt, menselijke veiligheid en natuurbeheer. Gerhild van Rooij Staatssecretaris Dijksma heeft op 25 juni 2014 de wolf al als beschermde inheemse diersoort laten opnemen in de Flora- en Faunawet, waardoor boeren hun schade kunnen claimen. Daarvoor moet, onder meer via DNA-onderzoek, vastgesteld worden dat vee gedood is door een wolf. De meningen van op de terugkeer van het roofdier in ons land variëren van een algemene hoerastemming tot regelrechte angst. Hoe is er in Friesland de afgelopen eeuwen tegen de wolf, canis lupus, aangekeken?

ODE AAN DE WOLF In Friese natuurgebieden zie je hoe maanlicht over het landschap valt. Het prachtige silhouet van de wolf tekent zich (nog) niet af tegen de maan. Wel kijkt in Terherne een hardstenen exemplaar roerloos achterom. Anne Woudwijk hakte deze ‘Ode aan de wolf’ in 1996 uit. In natuurgebied Ketliker Skar staat het pendant. De afstand tussen de beide kunstwerken zou de reikwijdte van het huilen van de wolf zijn. Het Ketliker Skar is, met het bijbehorend jachthuis ‘’t Slotsje’, in bezit van It Fryske Gea. In 1997 fietste Woudwijk vanuit Drachten dagelijks maar dit gebied, vergezeld door zijn hond. In Ketlik waren twee roodgranieten stenen uit de Oostzee geplaatst. Uit de ene haalde Woudwijk de contouren van een onderdanige en een dominante wolvenkop. In de andere verbeeldde hij, van bovenaf gezien, een roedel wolven

22

www.uitgeverijpenn.nl

in een spiraal, eeuwig onderweg. De achterzijden bleven onbewerkt. Woudwijk is gefascineerd door de wolf, die bij uitstek het goede en het kwade belichaamt. Hij stelt dat de primitieve, jagende mens en de wolf elkaar nodig hadden om te overleven, en dat pas toen bezit steeds belangrijker werd voor mensen, de vriendschap in vijandschap veranderde. In het jaar dat de Ode aan de wolf in Ketlik ontstond, was het een eeuw geleden dat in de Noord-Brabantse gemeente Heeze de laatste wolf in ons land was gesignaleerd. De Odes idealiseren de verdwenen natuur.

LIEVE BRONZEN WOLF In 1998 wilde het bestuur van de Rabobank bij de opening van haar nieuwe bankgebouw in Wolvega de bevolking een passend geschenk aanbieden. Bert Nijenhuis (Hengelo, 1960), bekend van mensfiguren waarin emotie en vaart centraal staan, kreeg opdracht om een lieve en aardige wolf te maken en daarvan nog eens honderd miniatuur replica’s. Zijn aaibare wolf van brons ligt met gekruiste voorpoten en de staart over een staande sokkel, is kindvriendelijk en kijkt over het Pastorieplein. Je ziet niet dat wolven een sterk groepsgevoel bezitten, of dat de roedel zorgt voor ouderen, die niet meer kunnen jagen. De Wolvegaaster wolf herinnert ook niet aan de solitaire, grote, boze wolf, die in traditionele volksliteratuur vaak een treurig levenseinde wacht. Denk aan Roodkapje, die in de oerversie bij de als oma verkleedde wolf in bed moest kruipen, of de zeven geitjes die in een huis wonen en daar toch door de boze wolf uit het bos opgeslokt werden. De moraal is: luister, moeder weet waar het gevaar loert. In de fabels van Aesopos heeft de wolf, net als andere dieren, menselijke karaktertrekken en is eveneens slachtoffer van zijn eigen streken.

Driemaal een ode aan de wolf van beeldhouwer Anne Woudwijk. De eerste twee staan in het Ketliker Skar, de derde, gemaakt in 1996, staart roerloos achterom bij Terherne.

voor een bijna vergeten, historisch met Wolvega en Weststellingwerf verbonden, dier. De wolf leefde in 1998 alleen voort in de plaatsnaam, die in 1218 als streekdorpsnaam Wolwagham is vermeld in de Gesta Fresonum. In 1320 wordt het Wleugho, wat landstreek van Winiwald of Wimila zou betekenen. Daarna verandert de naam in Wolvegae, Wobego, Vuluega, Wuluego en Woluega en komt begin zeventiende eeuw voor als Wolwega waarna het definitief Wolvega wordt. Ga, bete-

WOLVEGA 1218 - 2018 Meer dan de wolf zelf bepalen verhalen ons beeld van de wolf. De geïdealiseerde wolf voor de Rabobank doorbreekt dit cliché. Hij staat symbool

Een aaibare wolf van brons, gemaakt door Bert Nijenhuis, kijkt uit over het Pastorieplein in Wolvega.


kent streek, Wolvega streek van wolven. In 2018 dook de wolf weer op in Boyl, ruim drie eeuwen nadat in Weststellingwerf voor het laatst een wolf gespot was. DNA-onderzoek wees uit dat de solitaire wolvin afkomstig was uit een roedel uit de buurt van Daubitz in de Duitse deelstaat Saksen.

RUIMTE VOOR WOLVEN? De wolvin richtte agrarisch al schade aan. Agrariërs vragen zich af hoe de wolf geweerd kan worden, terwijl veel natuurbeheerders de vestiging van wolven als een zegen zien. De natuurlijke vijand van edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen zorgt voor natuurlijke selectie van de sterkste dieren, zwakkere worden prooi. Maar er is in het Nederland van vandaag nog ruimte voor de wolf? De bevolking is in de afgelopen drie eeuwen verzesvoudigd en de bebouwing is navenant geëxplodeerd. Het menselijk vervoer veranderde van ongemotoriseerd met benenwagen, (trek)schip en koets naar een enorm wegennet, boordevol gemotoriseerd verkeer en kleine vaarten en sloten zijn brede kanalen geworden. Dit heeft veel natuurgebieden opgeslokt of versnipperd. Bossen, van oudsher het territorium van wolven, verdwenen om plaats te maken voor stedelijk gebied. Is er überhaupt plaats voor de wolf?

JACHTRECHT FORESTIER Vest in het woord ‘houtvester’ stamt af van een woord uit de Frankische tijd, ‘foreest’ of ‘forestis’. Een foreest hield het recht in van de landsheer op: alle wijzen van gebruik van bossen en woeste gronden. Jacoba van Beieren benoemde in de 13e eeuw al de eerste forestiers, vorsters of houtvesters. Als woudmeesters oefenden zij deze rechten uit, waaronder het jachtrecht. In 2012 berichtte Lenus van der Broek in ‘Laatste Friese wolf 300 jaar geleden geschoten’ dat de Staten op 20 maart 1615 een ‘Instructie voor den houtvester’ vaststelden om tegen een vergoeding wolven af te schieten. Tresoar digitaliseerde ‘geïndexeerde pensiën in de Registers van betalingsordonnanties op de ontvanger-generaal van de kloostergoederen’ en registers uit 1592-1646 (Gewestelijke Bestuursinstellingen van Friesland 1580-1795, 2654-2673) Naast uitbetalingsbewij-

Gustave Doré (1832-1883), Roodkapje verbaast zich erover hoe oma eruit ziet. Ingekleurde gravure, missionwolf.com.

Peter Paul Rubens (1577-1640),Wolven- en vossenjacht, 1615-16, olieverf op doek, 245,4 x 376,2 cm, collectie Metropolitan Museum of Art.

zen van traktementen, pensioenen, rentebetalingen, aalmoezen of armengeld bevatten ze extraordantis met betrekking tot wolvenjacht.

EXTRAORDINARIS, BELONING Een voorbeeld van extraordinaris in het laatste decennium van de zestiende eeuw betreft de bedragen die jagers in Friesland kregen uitbetaald voor het vangen van een wolf. In 1596 ontvingen Wijtze Meijns en Jan Janszn uit Eestrum (Tytsjerksteradiel) vijftien caroligulden van de Ontvanger-generaal van de kloostergoederen voor één gevangen wolf, voorts is voor ‘Melle Jochems, Grietman van Smallingerlant voort fangen van vijff jonge wolven 25 dalers geaccordeert’. Bij 1609 staat: ‘Teije Saeckeszn secretaris van de Grietenie van Opsterlandt ter saecke van vier jonge wolven bij hem overgesonden ordonnantie verleent van 20 dalers.’ In de archieven van het Grietenijhuis in Wolvega ligt documentatie over de wolvenplaag in de zeventiende eeuw. Begin achttiende eeuw kwamen

in Weststellingwerf nog wolven en wilde zwijnen voor.

OPLUCHTING Op 28 april 1712 schoot Albert Harms uit Wolvega de laatste wolf neer en ontving een premie van honderd(!) rijksdaalders. Wolven hebben een schofthoogte van circa 80 centimeter en kunnen anderhalve meter lang worden. Deze wolf woog volgens overlevering 88 pond. Zijn romp is buiten Wolvega op het galgenveld in een zandgat opgehangen. Ook in volkssprookjes komt dit voor. Een Duits Bilderbogenblad over Herr Isengrimm (wolf), waarop verschillende tafrelen een verhaal voorstellen, eindigt met de gehangen wolf. Inwoners van Weststellingwerf en naburige grietenijen reageerden opgelucht: ‘Also dat beest in eenige Jaren herwaerts in voorts contreien veel duijsenden schade hadden gedaan door het verscheuren en doodbijten van Beesten, Peerden en Schapen en is dit tot gedagtenisse der nakomelingen in dit Resulutie Boeck geannoteert’.

FM18 - 4

23


WIJNJETERPER SCHAR, KLEIN EEN BLIK OP HET ‘KLEINGOED’

Het Wijnjeterper Schar is een gebied van ongeveer 100 hectare. Het bestaat voor 30% uit heide met vennetjes, 20% bos en verder voor 50% uit schraal grasland met enkele (zeer kwetsbare) blauwgraslandjes. Er komen verschillende bijzondere planten en dieren voor.

Het parkeerterreintje is leeg. pulatie huist hier al jaren. Ik ben daarAls ik uitstap blaft in de verte voor te laat, de derde week van auguseen hond op het erf van een tus is meer de tijd van de heidelibellen dan van blauwtjes. aanpalende boerderij. De stilte valt op. Een Boomblauwtje/ LIBELLEN Sprakelbeamblaujurkje dartelt Vlak voor het toegangs-klaphekje naar boven de braamstruik bij de het heidegedeelte van het Schar vernauwt het pad zich over een twintigtal ingang. Ik loop naar de feite- meters. Rechts hoog opgaand hout, lijke toegang van het natuur- links lage struiken. Dit is de plek waar gebied. Wijnjeterper Schar de Paardenbijter/Hynstebiter zich vermeldt het bord, en, veel- graag ophoudt in de luwte van bomen. Vaak met meerdere bijeen, jagend belovend, Poëzieroute, waar- op kleine vliegende prooien, op een langs vijftien gedichten van hoogte die varieert van één meter tot bekende schrijvers te lezen vrij hoog, een meter of tien boven de grond. Het verhaal van de Paardenbijzijn. Een recht pad leidt naar een toegangshekje. Daarachter ligt een golvend begraasd heideterrein. Dan volgt bos, linksaf een strook grasland en dan it Alddjip, traag stromend. Ik heb me voorgenomen deze keer zoveel mogelijk op het kleingoed te letten, de insecten, dagvlinders, libellen, kevers. Op het stuk heide groeien Dophei, Struikhei en Kraaihei, ieder op zijn eigen standplaats. Dit is het gebiedje waar eerder in het jaar een tweede blauwtje, het Heideblauwtje/­ Heideblaujurkje zich vertoont. Een aardig stabiele po-

24

www.uitgeverijpenn.nl

ter, een libelle uit de groep van de grote glazenmakers, is bijzonder. In het voorjaar sluipen ze bij tienduizenden uit in het waterrijke, warme deltagebied van de Donau waar die uitstroomt in de Zwarte Zee in het grensgebied van Roemenië en Oekraïne. En in zomers met veel zuidoostenwinden worden grote groepen Paardenbijters naar West-Europa gedreven. Hier zien we ze veel in tuinen: vrijwel elke grote libelle die op zomeravonden in een tuin jaagt, vaak weer met meerdere bijeen, is een Paardenbijter. Er is geen sprake van terugtrek. Het merkwaardige is dat deze heel algemene soort zich

Het Heideblauwtje (Lycaena Argus) is een schaarse standvlinder die lokaal voorkomt op de hogere zandgronden in Noordoost-, Midden- en Zuid-Nederland. In de duinstreek vliegt het heideblauwtje vrijwel alleen nog op de ­Waddeneilanden Texel en Terschelling.

De Paardenbijter (Aeshna mixta) is een echte libel uit de familie van de glazenmakers (Aeshnidae). De paardenbijter is een zeer algemene en zwerflustige soort, die grote afstanden aflegt. De paardenbijter bijt geen paarden, maar dankt zijn naam aan het feit dat hij vaak jaagt op insecten die zich dicht bij het lijf van dieren of mensen ophouden, waardoor het lijkt of hij ze bijt.

in ons land eigenlijk nauwelijks voortplant. Toch worden wel paringen gezien.

VERDWENEN VLINDER Ik vind een breed en blauwgrijs vogelveertje met veel dons. Dansten hier Kraanvogels op de heide? Direct rechts na dit bosje groeit een ver-


EN CHARMANT Sake P. Roodbergen

www.staatsbosbeheer.nl

De zomerbloeier Blauwe Knoop (Succisa Pratensis) is een opvallende verschijning met zijn halfronde bloemhoofdje met blauwe bloemetjes. De plant was lang waardplant van de Moerasparelmoerblinder (Euphydryas aurinia), maar die soort is sinds 1982 helemaal uit ons land verdwenen als gevolg van de achteruitgang in kwaliteit en oppervlakte van blauwgraslanden. Op deze foto is het de Kleine Vuurvlinder (Lycaena phlaeas) die zich te goed doet aan het Blauwe Knoopje.

rassend grote populatie van Blauwe Knoop, een prachtige plantensoort uit de Kaardenbolfamilie. Een bijzondere bewoner van blauwgraslanden, het ­biotoop dat vroeger overal in onze provincie aanwezig was, maar nu beperkt tot enkele honderden hectaren in ons hele land. Veel Klein koolwitjes/­Lytse wite ­koalflinter spelen nu rond de bloemschermpjes van de blauwe nazomerbloeier. Een enkel Gamma-uiltje/­ Pistoaltsje, een nachtvlinder die ook al, net als de Paardenbijter, jaarlijks naar ons land trekt vanuit het zuiden, houdt de witjes gezelschap. Het zien van deze vlinders is mooi, maar bedacht mag worden dat deze Blauwe knoop de waardplant was van de legendarische en schitterende Moerasparelmoervlinder, die sinds 1982 helemaal uit ons land verdwenen is. De laatste plek waar de soort gezien werd, ligt vlakbij Woerden in Zuid-Holland. En dan te bedenken dat daar, bij Zegveld, in het jaar 1959 nog meer dan tweeduizend van deze markant getekende ­blauwgras-dagvlinder geteld werden.

UIT DE IJSTIJD Boven het bosgebied even verderop schroeft een Buizerd/Mûzebiter. Zo nu en dan laat hij zijn miauwende roep horen. Hij zal in het bosgedeelte jongen grootgebracht hebben. Links van het

smalle wandelpaadje loopt een niet meer gebruikt pad mee over het gebied. Het begint en eindigt in het niets, maar vertoont nog duidelijk oude sporen van gebruik. Kale plekken waar de banden liepen. Prachtige steentjes, soms van wat grotere formaat steken uit het zand omhoog. Het zijn de mooie relicten in allerlei kleur en vorm van de IJstijd, toen hier de zanden zijn neergelegd door de ijzige winden die in die tijden ons gebied teisterden. Een Groene Zandloopkever maakt dat hij wegkomt, eerst even vliegend, dan lopend. Op het kale zand van dit karrespoor vinden de heidelibellen hun rustplek. Het is de groep van nazomerlibellen die voor ons uit op een rustig fietspad opvliegt. Het betreft een duidelijk afgebakende groep van middelgrote libellen, groter dan de juffertjes, maar kleiner dan de glazenmakers. Het is aardig om met een goede veldkijker, liever nog een speciale die op korte afstand scherp kan stellen, beter naar vlinders en libellen te kunnen kijken, de soort proberen vast te stellen. Poten en kop zijn dan van belang, niet het achterlijf. Het rode achterlijf, dat vaak het meest opvalt, wijst er alleen maar op dat het om een mannetje gaat. Het meest komen voor de Steenrode, de Bruinrode en de Bloedrode heidelibel. De Friese naam voor de groep is

Op het door de zon verwarmde karrenspoor maakt een Groene Zandloopkever (Cicindela Campestris) zich hardlopend, en af en toe een stukje vliegend, uit de voeten. Een groep heidelibellen vindt er een plekje om even uit te rusten.

‘hopkes’, een wat oudere aanduiding voor (kleine) paarden. Het intieme natuurgebied is maar 100 hectare groot, maar de stukjes blauwgrasland en de heide met vennetjes verlenen het een grote charme. Bronnen: Info Staatsbosbeheer Deiflinters en Libellen (S.P. Roodbergen), Uitgeverij Wijdemeer, 2015

FM18 FM18- -44

25


SUCCES VOOR DE HORECAMAN LEKKER WILD TREKT VOLLE ZALEN

Een lekkere paté van herten- ke worst of een heel kalf van Menno lever. Een snel gebakken stuk- Hoekstra uit Anjum, wijnen uit Frankje eendenborst. Hammen en rijk, Argentinië en Zuid-Afrika en vlees van de plaatselijke wildbeheereenheid, bouten, gerookt en gebraden. poeliers en de groothandel. ‘Dan rikje Twee weekenden per jaar trekt wy ûnder oaren sels,’ zegt De Vries, en Hotel-Restaurant De Stripe geurt het hele gebouw naar wild. in Wijnjewoude er volle zalen OUDERWETS MODERN mee. De gastenkring van ‘De Stripe’ is zeer De 32-jarige Siep de Vries is niet een ‘gewone’ horecaman. Hij werd afgelopen jaar uitgeroepen tot Markantste Horecaman van Friesland Het restaurant in het oude Duurswoude is ook geen gewoon etablissement. Het is met een mooie rieten kap uitgebouwd tot een hotel-restaurant met tien kamers. En de zalenaccommodatie biedt ruimte aan 250 gasten. Daar kan dus nogal wat georganiseerd worden. Tot de hoogtijdagen behoort twee keer per jaar een tweedaags wild-buffet. Dan wordt alles uit de kast gehaald om een smakelijk en gevarieerd buffet samen te stellen. Met heerlij-

gevarieerd. Er zitten gasten onder die maandenlang in de omgeving werken, aan de weg bijvoorbeeld of een moeilijke klus in Drachten. Maar ook toeristen, die liever niet in een tentje slapen en hier voor 85 euro per nacht een van de tien kamers boeken. En vooral mensen uit de omgeving die een keer lekker uit eten willen gaan, zonder veel gedoe en met de smaak van de ouderwetse keuken. Siep de Vries, die zelf is opgeleid in Leeuwarden en veel leerde bij Tjaarda in Oranjewoud, geniet van die variatie. Zijn ervaring is dat in Fryslân een no-nonsensemenu van 22,50 tot 38,50 euro per couvert op prijs wordt gesteld. Wel lekker, niet te veel liflafjes, vakkundig bereid, maar zonder culinaire fratsen. Het probleem van de ouderwetse wildkeuken is dat ervaren genieters een smaak ontwikkelen die door nieuwkomers soms als extreem wordt ervaren – zo sterk. Wild heeft van zichzelf al een prominente smaak. Die kun je nog accentueren door het te laten rijpen, tot het de grens van zijn houdbaarheid nadert. Daar kiest De Vries niet voor. Want hij ziet met genoegen dat er naast de oude jagers en boeren steeds meer jongeren naar zijn buffetten komen. Mannen vooral, maar soms af en toe ook al een vrouw. Het ouderwetse wordt geherwaardeerd. En dan is het ineens modern voor een nieuwe groep consumenten.

DIERVRIENDELIJK Wie oude stillevens ziet, zou bijna vergeten dat wild tot z’n onaangekondigde dood een paradijselijk leven heeft gehad als je het vergelijkt met menig

26

www.uitgeverijpenn.nl


dier uit de bio-industrie. De Vries doet graag zaken met jagers van de Wildbeheereenheid in zijn eigen omgeving, Tsjonger-Alddjip. Die mannen vergaderen bij hem, en dan worden vaak al afspraken gemaakt voor het komende seizoen. Vroeger was het probleem bij het consumeren van wild nog wel eens dat je op een loden kogeltje kauwde. Dat wordt tegenwoordig voorkomen door het vlees te controleren met een hand-metaaldetectortje. Maar helemaal voorkomen dat er nog een rest van bijvoorbeeld een plastic kogeltje in het vlees zit, kun je natuurlijk nooit. Het voordeel van het zakendoen met een wildbeheereenheid is dat die mannen bekwaam zijn – omdat ze graag in de natuur verkeren en weten hoe het land erbij ligt. Weidelijk jagen hoef je ze niet te leren; wie ook volgend jaar wil oogsten, moet wel eens een haasje laten lopen. De Vries weet ook uit ervaring dat sommigen het vlees hebben afgezworen en bewust voor vegetarisch kiezen. Daar heeft hij geen moeite mee, want vegetarisch wordt ook steeds completer en smakelijker. Alleen is het wildbuffet niet het meest geschikte moment om als vegetariër aan te schuiven, want dan wordt toch vooral genoten van de smaak van gestold leven. ‘Een probleem is wel het aanbod’, stelt De Vries. ‘Je mag niet zomaar van alles schieten. Vrijwel overal heb je vergunningen voor nodig, dat zie je nu

GEGROEID IN DE CRISIS Tien jaar geleden kon de toen 55-jarige Pieter de Vries het wat uitgewoonde eetcafé-restaurant in Wijnjewoude kopen. Hij wilde dat wel, maar alleen als er een opvolger was. Want wat doe je er anders over een jaar of tien mee? Zoon Siep was, op 22-jarige leeftijd, bereid om de handen uit de mouwen te steken en de schouders eronder te zetten. Dat bleef niet zonder resultaat. In no time kwam ‘de loop’ erin. En helemaal een succes werd het nadat het wat onaanzienlijke restaurant met riet werd overkapt. Want toen leek het ineens een heel mooi hotel-restaurant. Zo groeide deze horecagelegenheid in tien jaar tijd tegen de verdrukking in. Met als klap op de vuurpijl afgelopen jaar de erkenning van de Markantste Horecaman. wel weer met de drukte die ze van de edelherten in de Oostvaardersplassen maken.’ Daarom verwacht hij ook niet dat de consument van de toekomst massaal zal afstappen van biefstuk of sudderlapje en zal kiezen voor een stuk wildbraad. Daar is er namelijk niet genoeg van als mensen echt massaal in de gaten zouden krijgen hoe diervriendelijk wild eigenlijk is. Want sterven na een goed gericht onverwacht schot is vele malen te verkiezen boven de ellendige dood in een vol slachthuis, of de dagenlange vergeefse strijd tegen de honger. Maar daar gaat het dus niet om tijdens de wildbuffetten in ‘De Stripe’ in Wijnjewoude. Even zo goed blijft het een bijzonder fenomeen dat de mensen daar twee keer per jaar in grote aantallen naar toe trekken. Dat geeft de jagende burger moed.

FM18 - 4

27


B&B ‘t Wijnjeterper Schar

B&B ’t Wijnjeterper Schar, een unieke plaats om tot rust te komen. De B&B grenst aan het schitterende natuurgebied ‘t Wijnjeterper Schar www.wijnjeterper-schar.nl Nije Heawei 4, Wijnjewoude 0516 481 925

Ontdek onze nieuwe smaken!

‘DRINK MINDER, DRINK BETER’

28

28

Van een drankje hoor je te genieten. Kies daarom voor iets wat je écht lekker vindt. Wij helpen je hier graag bij. Drankenspeciaalzaak Jelle is één van de weinige slijterijen waar je vrijwel alles eerst kunt proeven voordat je het eventueel koopt. Er staan ruim 600 soorten gedistilleerd open, en elke maand staan er 6 verschillende wijnen in onze dispenser die je kunt proeven. In ons proeflokaal heb je de mogelijkheid kennis te maken met een drank die je misschien niet kent, maar des te lekkerder kan zijn. Wij verkopen natuurlijk de bekende merken, maar juist ook de minder bekende dranken, die extra verrassend kunnen zijn. We openen je graag de ogen voor iets nieuws. Blijf je toch bij je favoriet? Geen probleem, want het gaat ons erom dat je met een tevreden gevoel naar huis gaat. Drankenspeciaalzaak Jelle heeft het grootste assortiment van leeuwarden. Rond de zeshonderd soorten bier, www.uitgeverijpenn.nl vijfhonder whiskies, en ontelbaar veel andere dranken.

www.uitgeverijpenn.nl

Drankenspeciaalzaak Jelle Voorstreek 63 8911 JK Leeuwarden T 058 213 8469 www.facebook.com/Jelledranken/


SCHIETEN MOET JE ONDERHOUDEN MARC JONK PLEIT VOOR OEFENING OP DE SCHIETBAAN

Marc Jonk, als eigenaar van Wapenhandel Kuiper uit Blijham verkoopt hij onder meer kogelbuksen en hagelgeweren en adviseert en begeleidt hij jagers. Daarnaast is hij gespecialiseerd in de montage van optische apparatuur en docent en examinator op de politieacademie voor de vakopleiding handel in wapens en munitie. Hij pleit voor verplichte schietproeven voor jagers. ‘Als kleine jongen was ik wel bekend met wild, als kerstmenu. Verder ben ik zelf niet opgegroeid met de jacht,’ vertelt Jonk. Toen hij 28 jaar geleden in de wapenhandel in Blijham kwam werken, was hij een fanatiek kleiduifschutter. In 2012 heeft hij de zaak overgenomen. Als wapenhandelaar heeft hij zich breed ontwikkeld in zowel de schietsport als de jacht, maar lange tijd was hij helemaal niet met de natuur bezig. Totdat een vertegenwoordiger in richtkijkers hem zei dat als hij zelf wist wat jagen was, hij de verkoop nog beter kon doen.

‘Daarom heb ik bij de Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging (KNJV) de jachtopleiding gedaan. Het was goed voor mijn bedrijf, maar ik vind jagen ook ontzettend mooi om te doen. Nu kan ik mijn werk combineren met mijn hobby.’ Jonk heeft een eigen jachtgebied in Bayern, waar een overschot is aan reewild en varkens. Met een groep bevriende jagers probeert hij er wat te doen aan de overpopulatie varkens die voor veel schade aan de gewassen zorgt. ‘Die jacht op varkens in Duitsland vind ik het mooist om te doen. Je zit er zomaar vijf uren in je eentje op een hoogzit te genieten van de natuur. Ik observeer veel. Tellen en kijken welke ‘stukken’ eruit kunnen. Let wel, kijken is veel belangrijker dan schieten.’ In Nederland wordt langzaam maar zeker anders gekeken naar het eten van vlees en dus ook van wild. Biologisch en lokaal wint aan populariteit en met name in de noordelijke provincies is een enorme weidsheid, waardoor het veld goed bejaagbaar is. Bij de KNJV zit de jachtopleiding ieder jaar opnieuw vol. Jonk is blij dat er een goede opleiding is, want een jager moet absoluut schiet bekwaam zijn om het veld in te mogen.

Marc Jonk begeleidt beginnende jagers ook met het ‘inschieten’ van hun wapen. Een kijker op een kogelbuks moet namelijk goed afgesteld worden, om optimaal trefzeker te zijn. ‘Mensen weten in de praktijk niet altijd hoe ze zo’n kijker zelf goed moeten monteren en afstellen. Ik help ze daarbij en eventueel schiet ik hun buks net zolang in totdat hij op een afstand van honderd meter zuiver schiet. Die nauwkeurigheid is erg belangrijk, omdat je in de spanning van het moment altijd licht beweegt.’ Wat hij wel graag zou zien is dat er meer geoefend wordt op de schietbaan door jagers. In Duitsland is het verplicht voor jagers op grof wild. In Nederland is er alleen een wettelijke oefenplicht voor sportschutters. Die moeten minimaal achttien schietbeurten per jaar op de baan maken en mede daarmee het redelijk belang van het bezit van een vuurwapen aantonen. Maar als je een jachtakte hebt en op dieren schiet, dan geldt die plicht niet. ‘Jonge en zeer ervaren jagers beseffen goed hoe belangrijk oefening is. Een dier mag niet onnodig lijden, een schot moet meteen fataal zijn. Daarvoor is een opleiding alleen niet genoeg, die vaardigheid moet je onderhouden en dat kan op de schietbaan.’

Wapenhandel Kuiper Hoofdweg 44 9697 NK Blijham 0597 - 561 324 info@wapenhandelkuiper.nl www.wapenhandelkuiper.nl

Foto gemaakt door Hilvert Huizing.

FM18 - 4

29


Nederland heeft onder haar bevolking nog zo’n 28.000 jagers, ieder jaar worden er zo’n 800 nieuwe aspirant-jagers opgeleid. Foto Bob van den Brink.

HOE WERKT DE JACHT IN NEDERLAND? EEN INTRODUCTIE

Berend te Hennepe, hoofdredacteur ‘De Jager’, Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging

Nederland is een dichtbevolkt We zijn voor onze voeding nog steeds WIE ZIJN DIE JAGERS? land. Dit is mede te danken afhankelijk van dieren en planten. We Binnen de jachtwereld vinden we alle aan haar ligging in een zeer hebben ons echter wel steeds meer rangen en standen van de samenlegespecialiseerd, het ‘verzamelen’ van ving. Aangezien het jachtrecht vervruchtbare rivierdelta. Wel- voedsel is de taak geworden van agra- bonden is aan grondbezit zien we dat vaart leidde in de loop van de rische ondernemers. Maar er zijn ook veel agrariërs een jachtakte halen, tijd tot uitdijende steden, een nog steeds jagers in Nederland. Zij vol- mede om direct in te kunnen grijpen wirwar van asfaltwegen en een gen tegenwoordig een jachtcursus van bij schade of overlast. Ook steeds een jaar om in aanmerking te komen meer vrouwen jagen en jagers zijn er in zeer intensieve landbouw. On- voor een jachtdiploma en om daarna alle leeftijden, regio’s en klassen. Met danks de vele mensen die in daadwerkelijk een stuk wild te kunnen recht een dwarsdoorsnede van de samenleving. Nederland wonen en werken bemachtigen. vinden we in ons land een rijk DE WEG NAAR DE JACHTAKTE HET JACHTSEIZOEN IS GEOPEND dieren- en plantenleven. Aan het mogen jagen in Nederland Na alle voorbereidingen in het jachtHoewel er een toenemende druk is op de schaarse ruimte in ons land is in grote delen van ons land nog altijd sprake van een goede wildstand. Dit is één van de redenen dat Nederland onder haar vele inwoners zo’n 28.000 jagers heeft. Maar wie zijn die jagers nou eigenlijk, wat is wild en hoe werkt die jacht in ons land? De jacht is al zo oud als de mensheid. Voordat de landbouw voor ons voedsel ging zorgen waren we voor de dagelijkse maaltijd afhankelijk van de jacht en het verzamelen van eetbare planten. Sindsdien is er veel veranderd in de manier waarop mensen leven, hoewel?

30

www.uitgeverijpenn.nl

gaat een jachtcursus vooraf. De jachtcursus is voor iedereen toegankelijk en wordt georganiseerd door de Stichting Jachtopleidingen Nederland (SJN). In de cursus wordt ingegaan op ecologie en de relevante diersoorten, kennis en veilig gebruik van wapens en munitie, jachthonden, landbouwgewassen en wet- en regelgeving. De interesse voor de jachtcursus is groot; ieder jaar is de cursus nagenoeg volgeboekt en worden zo’n 800 nieuwe aspirant-jagers opgeleid. Pas wanneer de cursist is geslaagd voor alle onderdelen van de jachtcursus én als hij of zij gelegenheid heeft om te jagen in een jachtveld kan een jachtakte worden aangevraagd.

veld begint op 15 oktober het traditionele jachtseizoen, dat duurt tot en met 31 januari. In dit seizoen (wanneer het wild geen jongen heeft) mag er in het hele land worden gejaagd op vijf wildsoorten: wilde eend, houtduif, konijn, haas en fazant. Het ligt aan het jachtveld welk wild de jager in zijn veld zal aantreffen en wat hij dus kan bejagen als er voldoende dieren van de wildsoort zijn. Op de veen-kleigebieden met veel water zal voornamelijk op haas en eend gejaagd worden, terwijl er op de zandgronden eerder konijnen en duiven te vinden zullen zijn. Jagers dragen vaak al generaties lang zorg voor hun jachtveld; jachtcontrac-


De jacht op grofwild, zoals herten, reeën en zwijnen, wordt gebaseerd op jaarlijkse tellingen. Foto Shutterstock.

ten met grondeigenaren hebben een minimale looptijd van zes jaar. Een jachtveld wordt vaak binnen de familie doorgegeven, met als gevolg dat veel jagers alle hoekjes en gaten van hun veld kennen. In nagenoeg het gehele landelijk gebied vindt jacht plaats, met uitzondering van gebieden waar de eigenaar ervoor kiest om geen jacht toe te staan. Beheer en schadebestrijding wordt daar vaak wel toegestaan. Dit is bijvoorbeeld van toepassing op de grotere natuurgebieden van Natuurmonumenten, die zich in hun terreinen doorgaans beperken tot het beheer van grofwild (grote dieren zoals reeën, wilde zwijnen en herten).

DE WILDBEHEEREENHEID (WBE) Om het jagen planmatig vorm te geven is ons land opgedeeld in 300 wildbeheereenheden (WBE’s), die allemaal 5.000-10.000 hectare van de ruim twee miljoen hectare buitengebied van Nederland beheren. Iedere WBE is een zelfstandige vereniging met een gekozen bestuur. De vereniging bestaat uit alle jachthouders in het werkgebied van de WBE. De WBE is als rechtspersoon binnen haar werkgebied onder meer verantwoordelijk voor het wildbeheerplan, educatie over de jacht en het organiseren van tellingen.

JAGERS ZIJN TELLERS Jagen is inventariseren en tellen. Alle wildbeheereenheden tellen jaarlijks, samen met andere natuurbeheerders en vogelbeschermers, de dieren in hun werkgebied op drie vastgestelde momenten (winter, voorjaar en zomer). Door deze tellingen jaarlijks in heel Nederland volgens dezelfde methodiek te herhalen kan de omvang van populaties worden geschat en worden trends inzichtelijk. De jacht op grofwild, zoals herten, reeën en zwijnen, wordt gebaseerd op jaarlijkse tellingen. Aan de

hand van de vastgestelde doelstand – die gebaseerd is op de draagkracht van een gebied - wordt het afschot bepaald.

AANRIJDINGEN MET WILD Een blik op een Nederlandse wegenkaart laat zien dat grofwild, zoals reeën, herten en zwijnen, regelmatig wegen moeten oversteken op zoek naar voedsel of rust. Om het aantal aanrijdingen, jaarlijks naar schatting 10.000, binnen de perken te houden wordt jaarlijks een deel van de grofwildpopulatie geschoten. Daarnaast zorgen jagers er in samenwerking met de politie voor dat dieren die zijn aangereden met speciaal getrainde jachthonden worden opgespoord.

SCHADEBESTRIJDING Jacht vindt ook plaats in de vorm van schadebestrijding ten behoeve van bijvoorbeeld de land- of bosbouw. Er mag in het kader van schadebestrijding gejaagd worden op dieren die zijn ‘vrijgesteld’ door de provincie of het ministerie van LNV. Landelijk zijn dit houtduif, konijn, zwarte kraai, kauw, vos en Canadese gans. Deze dieren mogen vanwege de schade die ze aanrichten het hele jaar in het gehele land worden geschoten. Onderzoek toont aan dat de inkomstenderving van particuliere, agrarische ondernemers rond de 100 miljoen euro bedraagt. Hiervan komt zo’n driekwart voor rekening van de diverse ganzensoorten in ons land. Daarnaast vormen de ganzen een reëel gevaar voor de vliegveiligheid. Om deze reden worden ganzen rond Schiphol via speciale ontheffingen intensief bejaagd.

BEHEER: VERANTWOORDELIJKHEID Een groot deel van het grofwild in Nederland leeft in relatief voedselarme gebieden, zoals de herten en zwijnen

op de hogere zandgronden van de Veluwe. Deze dieren zijn beperkt in hun leefgebied door rasters en andere hindernissen. Populatiebeheer is noodzakelijk om te voorkomen dat een groot deel van de populatie door voedselgebrek en ziekten sterft. In een dichtbevolkt land als Nederland, zonder intacte ecosystemen en zonder grote roofdieren, is de mens verantwoordelijk voor het welzijn van grofwild.

FATSOENLIJK JAGEN Jagers realiseren zich heel goed dat ‘fatsoenlijk jagen’ voor sommige mensen misschien wat vreemd klinkt. Als jagers hun verhaal aan niet-jagers vertellen – zij geven regelmatig les op scholen, ontmoeten mensen in hun jachtveld en staan op beurzen en fairs – dan horen zij vaak die reactie: ‘hoe kun je nou dieren doodschieten als je je daarmee zo verbonden voelt?’ Dan is het aan de jagers om uit te leggen dat verbondenheid met de natuur niet vrijblijvend is en dat zij zich verantwoordelijk voelen voor het in stand houden ervan. Jagers jagen altijd met het grootste respect voor het dier en uiterst zorgvuldig. Dat wil zeggen: alléén als het aantal van de soort het toelaat en op een manier waarop onnodig lijden absoluut wordt voorkomen. Vroeger diende het jagen de mens als voedselbron, verdediging en bescherming van gewassen. In onze moderne, verstedelijkte omgeving is het motief voor jagen om te eten nog steeds de basis. Bekijk de natuur ook eens met de ogen van een jager, de volgende keer als u van de natuur geniet.

Jagersvereniging www.jagersvereniging.nl info@jagersvereniging.nl 033-4619841

FM18 - 4

31


Kwaliteitsslagerij De Schrans

Natuurslagerij Bijlsma

Slagerij Bauke Talsma

Warmoesstraat 36

Grote Breedstraat 42

Schrans 80

9076 DN Sint Annaparochie

9101 KJ Dokkum

8932 NH Leeuwarden

0518 401 402

0519 – 292 530

058 213 9072

www.slagerijbijlsma.nl

www.slagerijbauketalsma.nl

www.slagerijdeschrans.nl

Slagerij Bauke Talsma

Murk’s Slagerij

Slagerij Walburg

Conradi-Veenlandstrjitte 16

Terp 5

Wommelserweg 7

9104 BN Damwoude

8731 AX Wommels

8804 NK Tzum

0511 – 425 656

0515 33 13 40

0517 45 24 04

www.slagerijbauketalsma.nl

www.murksslagerij.nl

www.slagerijwalburg.nl

32 www.uitgeverijpenn.nl 32 www.uitgeverijpenn.nl


WILD OP TAFEL KUN JE BEST ZELF! DUURZAMER WORDT HET NIET

Met een schot in het jachtveld buiten de kerstdagen om wild op het en afnemers van wild, zodat wild eten begint het echte werk en kan menu te zetten, ook al is echt wild, dus voor iedereen gemakkelijk bereikbaar men in de keuken aan de slag niet gekweekt, het meest duurzame wordt. Vind op https://www.jagersvereniging.nl/wildopdekaart/ een aanbievlees dat je kunt krijgen. met de mooiste ingrediënten, der bij jou in de buurt. want wild biedt eindeloze mo- LEKKER VOOR THUIS gelijkheden. Van complexe Verreweg het meeste wild dat in Ne- WILD EN WIJN smaakcombinaties tot een- derland geconsumeerd wordt, ligt op Zelden wordt aan tafel zo’n goed hueen chique opgemaakt bord in een welijk gesloten als dat tussen wild en voudige, smaakvolle gerech- duur restaurant. Want wild kampt met wijn. Naast een stukje wildbraad hoort ten die iedereen kan maken. een hardnekkig vooroordeel, namelijk een welgekozen glas wijn te flonkeren

Hertenbiefstuk op een bedje van koolraap- en knolselderijstamppot met rucola en een mix van paddenstoelen. Zetmeelarm, suikerarm en onbewerkt.

Wild is het hele jaar door verkrijgbaar, puur, eerlijk, lokaal en duurzaam met een goed verhaal. Je hoeft geen groot ziener te zijn om te weten dat Nederland in de ban is van duurzaam en lokaal. De streekproducten zijn niet aan te slepen. Houthakkersbloes en stoere baard domineren het beeld van de man-met-slagersmes in zijn buitenkeuken. Langzaam maar zeker komt daarbij ook het eten van wild in beeld. Bij de term ‘streekproduct’ werd lang gedacht aan lokale geteelde aardappelen, groente en fruit. Bij ‘eten uit de natuur’ kwam de gemiddelde Nederlander niet verder dan honing, kastanjes, paddestoelen, fruit en eventueel vis. Die tijd lijkt voorbij. Uit onderzoek van Motivaction bleek dat vijf jaar geleden nog slechts 36% van de respondenten vond dat het eten van wild ook in dat rijtje paste. Nog geen twee jaar later was dat maar liefst 56%. Wild wint dus aan bekendheid en populariteit. Toch moet de gemiddelde Nederlander nog flink wat reserves opzij zetten om ook

dat het ontzettend moeilijk is om klaar te maken en dat je dus op zijn minst een sterrenkok moet zijn om er een beetje mee overweg te kunnen. Daarnaast hikt het merendeel van de consumenten, als ze het idee van de reebruine ogen opzij gezet hebben, tegen de smaak aan. Van wild wordt vaak gezegd dat het een sterke smaak heeft, maar dat vooroordeel is gebaseerd op verouderde methoden van vleesrijping die tegenwoordig niet meer worden toegepast. Wild is mals, boterzacht, en ja, er zit over het algemeen meer smaak aan, dan aan ‘gekweekt vlees’. Alhoewel dat met het nodige kunsten vliegwerk ook op smaak gebracht wordt. Bij echt wild proef je de natuur. En nee, moeilijk is het niet. Vraag het maar aan je slager of een jager uit de buurt. Die zijn er genoeg en reken maar dat die weten hoe je een heerlijk stuk vlees op tafel tovert. Wild hoeft niet moeilijk te zijn. Dat kun je best zelf klaarmaken.

ZIN IN EEN STUKJE WILD? De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging faciliteert met ‘Wild op de kaart’ het contact tussen aanbieders Traditioneel in een winterse stoof: hazenpeper.

in het glas. Maar welke wijn schenken we bij welke wildbereiding? Deze vraag hoeft niet al te zwaar op gevat te worden. Kies de wijn die lekker lijkt. Tegenwoordig ‘mag’ alles: rode wijn bij vis, witte wijn bij rood vlees, zoete wijn bij hartige gerechten; veel culinaire goeroes zitten daar niet meer mee en schrijven dat vrolijk in hun artikelen. Toch is het de moeite waard om een wijn te zoeken die fraai harmonieert met het gerecht. Als wijn en wild op elkaar zijn afgestemd, gaan beide beter smaken. Daar komt bij dat we nu de eigen authentieke smaken van de diverse wildsoorten veel meer in hun waarde laten dan voorheen. We bedelven wild niet meer onder complexe, allesoverheersende sauzen of hevige marinades. Wat is er mooier om bij dat stukje wild een passende wijn te zoeken uit het almaar groter wordende aanbod? Want het hoeft al lang niet meer een hoge Bordeaux of Bourgogne te zijn, er is wereldwijd een enorm assortiment van wildwijnen verkrijgbaar. En een echte lekkere wildwijn hoeft niet kostbaar te zijn. Wijn heeft een ideale serveertemperatuur. Meestal staat deze op de


BENT U DE CHEF DEZE WINTER? Barbecueën in de winter? Natuurlijk kan dat! Want wat is er nu gezelliger dan met jouw eigen gemaakte glühwein buiten van de sneeuw genieten? Buiten bij de barbecue, knapperend vuur van de barbecue, een vuurkorf aan, warme kleding, gezelligheid én misschien zelfs sneeuw. Bij Mazzelshop Camping Totaal / Mazz Tuinmeubelen vindt u een uitgebreid assortiment BBQ’s, buitenkeukens en accessoirs van onder andere Weber en Big Green Egg. Van harte welkom in onze winkel .

Mazzelshop Camping Totaal MAZZ Tuinmeubelen Planetenlaan 2 8938 AL Leeuwarden Tel. 058-2882120 www.mazzelshop.nl / www.mazz.nl

34

www.uitgeverijpenn.nl


wijn op kamertemperatuur te serveren. Daar zit een kleine frictie: de ideale serveertemperatuur van de meeste rode wijnen is 18°C terwijl de thermostaat in de woonkamer vaak op 21°C of soms zelfs nog iets hoger staat. De wijn iets terugkoelen dus, voor een nog smakelijker resultaat. Als u de kans heeft: proef de wijn voordat u tot aanschaf overgaat. Aan het etiket kunt u niet zien of het uw smaak is. Wijnproeverijen worden veelvuldig en overal georganiseerd, doe er uw voordeel mee.

Naar aanleiding van dit soort misstanden komt er een keurmerk voor ‘echt wild’, dat zal worden uitgegeven door Stichting Keurmerk Echt Wild. Alleen wild dat in Nederland is geschoten en waarvan de herkomst te traceren is, komt in aanmerking voor dit keurmerk. ‘De konijnen uit fokkerijen, de herten uit farms in Nieuw-Zeeland en bijgevoerde fazanten krijgen het keurmerk niet,’ zegt Janneke Eigeman van de ­Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging in het AD.

KEURMERK ECHT WILD De Donia Grande Terts 2015 van de ­Heidepleats in Sint Nicolaasga is gemaakt van de Regentdruif. Met tonen van donkerrood fruit en een kruidige afdronk past de wijn goed bij rood vlees, stoofgerechten, wild en pittige kaas. Als aanvulling op wild past de wijn mooi bij eend en wildpatés. Ook gerechten met tijm passen goed bij deze wijn. www.deheidepleats.nl / www.retraitefriesland.nl

fles aangegeven. Op deze temperatuur smaakt hij op zijn best. Maar als de temperatuuraanduiding ontbreekt geldt doorgaans als vuistregel om rode

De Albert Heijn verloor in december 2018 een kort geding bij de Reclame Codecommissie. Het ging om de term ‘wild’, die de supermarktketen plakt op de vele producten van gans, eend, konijn en hert in de schappen. Hierbij gaat het echter bijna altijd om gekweekt ‘wild’ en dus niet om wild dat in de vrije natuur geleefd heeft en geschoten is. Terwijl dat wel is wat tweederde van de consument denkt. Dat is misleiding en mag niet, bij de grootgrutter moeten de etiketten worden aangepast.

Wild alleen in de winter lekker? Welnee. Probeer eens deze rucolasalade met dunne plakjes ganzenborst en een dressing van balsamico-azijn. Lekker met hazelnoten.

Voor al uw wildbestellingen mag u naar www.slagerijspijkerman.nl Kleef 9, 8491 BX Akkrum Tel. 0566-651353 • info@slagerijspijkerman.nl FM18 - 4

35


DUTCH FOOD SCHOOL EN In Luttelgeest (Noordoostpolder) op steenworp afstand van Friesland vindt u op een voormalig boerenerf van 6.000m² sinds 2017 Dutch Food School, de enige permanente BBQ school van Nederland. Hier geeft Marc Brunsmann regelmatig workshops op verschillende niveaus aan groepen vrienden, collega’s, families et cetera. Ook worden er wat meer specialistische workshops gehouden voor (semi) professionals en zijn er ook regelmatig gastdocenten die workshops geven. Na jarenlang met een grote bestelbus vol met spullen workshops te hebben gegeven door het hele land bij de cliënten thuis vormde zich de wens om dit vanaf een vaste eigen locatie te kunnen doen en zo onder andere het hele gesjouw niet meer te hebben. Deze zoektocht eindigde toen de mogelijkheid zich voordeed om een prachtig terrein in Luttelgeest te betrekken.

In augustus 2016 betrokken Marc en zijn vrouw Johanna de nog in vrijwel originele staat verkerende boerderij uit 1949. Naast workshops op de BBQ worden er ook workshops ‘Open Vuur’ gegeven en is er ook de mogelijkheid om een kookworkshop te volgen in de voormalige koeienstal, waar vier gasfornuizen en vijf ovens ter beschikking staan.

WILD OP DE BBQ Onder het motto ‘als je het hier kan maken, kan je het thuis ook’ is Dutch Food School eens niet de kookschool met steamers en andere luxe apparatuur die je vaak thuis niet hebt. Natuurlijk smikkelen de deelnemers zelf van wat ze allemaal maken tijdens alle workshops. Ook kunt u bij Dutch Food School terecht voor een BBQ diner. Met een

Entree van de Dutch Food School in Luttelgeest, de enige permanente BBQ-school van Nederland.

36

www.uitgeverijpenn.nl

groep van minimaal 6 tot maximaal 10 personen wordt u dan ontvangen in Piggy’s Home (een oude varkensstal) waar u aan een grote tafel met elkaar gezellig dineert en geniet van het eten dat grotendeels op de BBQ is bereid. Bij Dutch Food School draait het om de techniek van indirect BBQ-en waarbij het te garen product niet boven maar naast de hete kolen ligt en de BBQ wordt afgesloten met een deksel. De meeste bereidingen vinden plaats Low & Slow ofwel op lage temperatuur (110 – 120°C) en over een langere tijd. Op de BBQ wordt traditioneel vaak vlees bereid maar ook groenten en fruit komen aan bod met verrassende bereidingen. Traditioneel is in veel landen de bereiding van wild op de BBQ, terwijl in Nederland meestal de BBQ al in de winterstalling staat tegen de tijd

Heerlijk eten in Piggy’s Home.


KLEINE BEER GAAN WILD! Kijk voor meer informatie en tips over combinatie van bier en eten op de website van www.kleinebeerbrouwerij.nl. Dutch Food School bbq@dutchfoodschool.nl 06 – 158 696 20 www.dutchfoodschool.nl Kleine Beer Brouwerij 06 – 110 106 59 bernd@kleinebeerbrouwerij.nl

dat het wildseizoen begint. Volgens Marc is het twaalf maanden per jaar BBQ-seizoen en is er geen reden om dit geweldige kooktoestel alleen in de zomer te gebruiken. Maak er een happening van met een vuurkorf en glühwein of warme chocolademelk en goed gezelschap terwijl je wildzwijnbout of konijn of gans op je BBQ ligt te garen. Zo wordt BBQ in de winter ook leuk én smakelijk !

WORKSHOP WILD EN ZILT Elk jaar organiseert Dutch Food School in het laatste weekend van april (26, 27, 28 april 2019) een thema-workshop van vrijdagmiddag tot zondagmiddag met de mogelijkheid om op het terrein te overnachten. Deze weekenden staan in het teken van leren, plezier en nieuwe vrienden maken en zijn altijd een groot succes. Met een groep van maximaal 15 deelnemers gaan we ons in 2019 storten op het thema Wild & Zilt waar we uitgebreid aan de slag gaan met wildzwijn en ander wild maar ook met bijzondere vissoorten die je niet zo snel zelf koopt en bereidt maar die de moeite waard zijn om kennis mee te maken. Voor de vis krijgen we hulp van een visexpert uit Urk die op zaterdag uitleg komt geven over hoe om te gaan met deze prachtige producten. Ook het Wild komt uitgebreid aan bod. De deelnemers aan de workshop moeten zoveel mogelijk zelf doen onder begeleiding van de aanwezige docenten. Nu al enthousiast om dit weekend één van de deelnemers te zijn? Schrijf je dan nu in via onze Facebook pagina of www.dutchfoodschool.nl of bel even met Marc op 0615869620. Wacht niet te lang want het aantal plekken is beperkt!

KLEINE BEER Kleine Beer uit Lemmer is de microbrouwerij van bierbrouwer Bernd Beersma. Bernd, afkomstig uit Lemmer, is nu woonachtig in Spanga wat nog geen tien minuten verwijderd is van Dutch Food School. Met als gezamenlijke passie lekker eten en drinken en vooral de BBQ als kooktoestel, ontstond al gauw een vriendschap die zowel privé als zakelijk voor veel plezier zorgt. Als gevolg van de samenwerking is geregeld bier van Kleine Beer te proeven bij Dutch Food School en staat Dutch Food School op de ‘achterkant’ van de bierviltjes van Kleine Beer. Ook kunt u een bierproeverij boeken om

Heerlijk bij wild: de ‘dubbel’ LE-4 van de Kleine Beer Brouwerij.

meer te leren over en te genieten van verschillende bieren. Hét bier uit de collectie van Kleine Beer om te drinken bij uw wild maaltijd is het ‘Dubbel’ LE4 dat met zijn zoet donkere smaak prima samengaat met de krachtige smaak van uw maaltijd.

De verschillende bieren van Kleine Beer zijn verkrijgbaar bij geselecteerde horecazaken en slijterijen in de regio en ook is Kleine Beer regelmatig te treffen op één van de vele bierfestivals in het land.

FM18 - 4

37


EEUWENOUDE FANFARES OP VOOR BOS EN VELD ÉN IN DE CONCERTZAAL Jachthoorns zijn signaalhoorns om in een veld of bos afstanden te overbruggen voor jagers en honden. Oorspronkelijk gebruikten jagers jachthoorns om elkaar signalen te geven in het veld. Naderhand zijn korte composities ontstaan geïnspireerd op deze jachtsignalen. Deze composities worden internationaal gebruikt om de jacht – en ook de slipjacht – muzikaal te omlijsten. De oorspronkelijke hoorns van een rund of andere hoorndrager produceerden één toon. Jachthoorns lijken reguliere hoorns zonder ventielen. Er kunnen alleen natuurtonenreeksen van vijf, hooguit zeven tonen op geblazen worden door de stand van lippen, kaken, tong en luchtdruk. De buislengte bepaalt de toonhoogte en stemming van de hoorns. Ze zijn meestal van een messing legering van 72% koper en 2% zink, meer koper geeft ze een warmere klank. In de zeventiende eeuw koos Lodewijk XIV de tromp als jachtsignaalinstrument. De huidige Franse jachthoorn Trompe d’Orléans in D (re) heeft een 454 centimeter lange buis in drie en een halve winding van 37 centime-

Koehoorns, de allereerste hoorns die gebruikt werden bij voor de communicatie. Ze produceerden 1 toon.

MARKIES DE DAMPIERRE De jagermeester van Lodewijk XIV, markies Marc-Antoine de Dampierre (1676-1756), ontwikkelde de speeltechniek van Cadans de Vénerie blazen en bepaalde met de buislengte de toonaard van de jachthoorn. Deze ‘gentilhomme des Menus Plaisirs du Roi’ componeerde ‘Fanfares de Chasse à Courre of Vénerie’ voor de lange loopjacht met meutehonden, zoals die in Frankrijk nog plaatsvindt. Zijn ‘Fanfares de Circonstances et d’Animaux’ zijn jachthoornsignalen over het verloop van de jacht en over het bejaagde dier. De verplichte stof voor het Brevet du Sonneur Classé (BSC) bestaat uit ruim vijftig van deze fanfares en heet ‘Fanfares Obligatoires’. Zijn ‘Fanfares de Personnes et de Lieux’ eren met de jacht verbonden personen en gebeurtenissen.

Graaf Von Sporck (1662-1738) ontdekte voorjaar 1682 aan het hof van jachtslot Versailles de Franse Trompe (ook cor) de chasse en liet twee van

www.uitgeverijpenn.nl

Een keramieken pelgrimswaldhoorn uit de 16de eeuw, gevonden in 1958 in Middenmeer.

ter doorsnede en 15 natuurtonen. De d’Orléans ontstond in 1818 onder koning Louis Philippe en is afgeleid van de grote Trompe De Dampierre uit 1723. De laatste had maar één winding en kon moeilijk mee te paard. De Trompe d’Orléans werd de voorloper van de huidige concerthoorn.

PARFORCE

38

Gerhild van Rooij

De jagermeester van Lodewijk XIV, markies Marc-Antoine de Dampierre (1676-1756), werd op 29-jarige leeftijd tot markies benoemd.Tot op 73-­j­arige leeftijd blies hij tijdens jachten de jachthoorn. Hij woonde in Versailles aan de 9 rue Colbert, op Place d’armes.

zijn musici opleiden tot jachthoornist. Na hun terugkomst in Bohemen werd deze tromp al snel door Neurenberger instrumentenbouwers gekopieerd en verder ontwikkeld. Er kwam een stempijp bij, en later ventielen, zoals op de Franse hoorn. Hermann Neuhaus (1908-1980) vulde deze Parforcehoorn nog aan met een ventiel, waardoor de toonladders van Bes en Es en uitgebreide meerstemmige muziek gespeeld konden worden. De Parforcebuis is bij B-stemming 4,15 meter en in Es maar 2,04 meter lang.


DE JACHTHOORN www.nvjb.nl Nederlandse Vereniging van Jachthoornblazers voor Jachthoorngezelschappen vanaf drie personen. www.jagerskoorprinshendrik.nl Noord-Nederlands Jagerskoor Prins Hendrik, mannenkoor, Donkerbroek (natuurliederen rond boer, visser en jager) https://www.waddenklank.nl Jachthoornblaasgroep Wad’n Klank, Hantum, Houwerzijl PLESSHOORN De Duitse Fürst Pless-hoorn dankt zijn naam aan Hertog Hans Heinrich von Pleß (1833-1909), opperjachtmeester van de Duitse keizer Wilhelm I. De Plesshoorn ontstond rond 1880 uit de kleine cavaleriehoorn van het leger en heeft 5 tonen. In stemming B is de buis 1,31 meter, in C maar 1,15 meter. Deze hoorn wordt veel gebruikt door jagers te voet. Jachthoornblaasgroep Wad ’n Klank in het waddengebied en de Friese en Groninger polders heeft een Bes-groep met Fürst Plessblazers en ook Parforceblazers waarmee het een gemengde jachthoorngroep vormt. De Nederlandse Vereniging van Jachthoornblazers of NVJB, organiseert kampioenschappen voor de verschillende jachthoornblaasgezelschappen van tenminste drie blazers.

goed te laten gedijen. Met hun jachthoorn tonen ze respect voor het leven van het gestrekte (geschoten) wild. Dit heet ‘het doodblazen’. Diep in het bos, of op de vlakte, weerklinkt het bijbehorende signaal voor hoger wild als eland, hert, ree of zwijn, of lager wild zoals vos, haas, konijn, patrijs, gans of eend. Vroeger was die hoge jacht alleen voor de Koning en hoge adel en de lage jacht voor de lage adel.

JACHT

CONCERTMUZIEK

Heeft een groep succesvol gejaagd, dan wordt hoorn geblazen nadat de dieren op tableau zijn gelegd. Met de jachthoorn wordt tijdens een jachtdag gecommuniceerd vanaf aanvang drift (jacht), tot einde schieten, drijvers verzamelen en halali. Als er één groot hert is vrijgegeven, en dit is geschoten, worden jagers op de hoogte gebracht door het signaal ‘Hirsch Tot’ (hert dood). Grote herten mogen dan niet meer geschoten worden. Als tijdens een drift een stuk wild ‘ziek’ wordt geschoten, worden via het signaal ‘Roep om de hond’ (Hunderuf) de zweethonden aan het werk gezet. De hoorn wordt ook gebruikt om elkaar te begroeten, ‘zum Essen’ te blazen en afscheid te nemen.

In cassattio’s, composities als serenades en partita’s die ‘Caccia’ of ‘La chasse’ (jacht) heten, zijn soms jachtsignalen te herkennen. De jacht klinkt in (klassieke) muziek door, zoals ‘De jaargetijden’ van Haydn en Vivaldi, of Tchaikovski’s ballet ‘Het Zwanenmeer’. Hubert Obry schreef een bekende Hubertusmis, en er zijn jachtliederen en composities voor jachthoorn met orgel, piano, orkest of koor. Jachthoorngroepen met meestal acht tot twaalf sonneurs blazen de trompe driestemmig en staan dan in traditionele V-vorm, met hun rug en paviljoens (uiteinden) van de hoorn naar het publiek. Jachthoorns worden nog altijd veelzijdig ingezet voor de jacht, Hubertusmissen en muziek.

OOGST Het najaar is de tijd om te oogsten. Veldvruchten en zaaigoed zijn opgeslagen en vee en wild heeft zich voortgeplant. De jacht, het oogsten van wild om het aantal van diverse soorten te reguleren, is in de jachtwetgeving opgenomen. Daarin is nauwkeurig voorgeschreven hoe de jacht om wild te bemachtigen tot in detail dient te verlopen. Echte jagers respecteren de natuur en zijn dankbaar dat zij het beste scharrelvlees kunnen oogsten. Zij doen er alles aan om dier en plant

Jachthoornsgenootschap Wad’n Klank speelt met Parforceblazers en Plesshoornblazers en is de meest noordelijk gevestigde jachthoornblazersgroep van Nederland.

FM18 - 4

39


SINT HUBERTUS GEËERD IN HERTEN, MENSEN, HONDEN Jagers en jachtgezelschappen drinken na de jacht in het bos of het veld graag een traditioneel bittertje, gemaakt naar geheim recept. Jachtbitter van Janssen (uit 1797) voert een jager als logo. Het vignet van Jägermeister is een hertenkop met oplichtend kruis in het gewei, een verwijzing naar de legende van Hubertus. Hij is de bekendste patroonheilige van de jacht, naast Sint Eustachius van Rome, Sint Gilles of Egidius en Sint Bavo of Baaf. De legendes van Hubertus spelen zich af in uitgestrekte oerwouden. Op oude Friese dorps- en gemeentewapens van bijvoorbeeld Wons, Wonseradeel, Grote Veenpolder, Zwettegebied of Smallingerland staan herten en hinden afgebeeld en in Hindeloopen verwijzen de immense geweien van de LF2018fontein van Shen Yuan naar het wapen met hert, boom en hinde. Het zijn verwijzingen naar edelherten, damherten, hinden en reeën en de oude, uitgestrekte Friese jachtgebieden die vroeger meestal in bezit van de adel waren. De Friese bosgebieden worden nu vaak onderhouden door It Fryske Gea en de genoemde dieren staan soms langs bosranden bij de bebouwde kom, of springen bij schemer over wegen. In de jachtwetgeving is bepaald of en hoe gekwalificeerde jagers ze mogen bejagen. Vele eeuwen bezaten alleen koningen en hoge adel het jachtrecht. In hun uitgestrekte, sprookjesachtige wouden, met dicht struweel of struikgewas, konden zij dagenlang jagen. In een groep, maar ook alleen met een of meer honden en soms een enkele vertrouweling. Ze konden opgaan in het vinden van een spoor en het te paard of te voet najagen van wild. Buiten, in de beboste

40

www.uitgeverijpenn.nl

Gerhild van Rooij

GLOEIEND KRUIS Sint Eustachius leefde in de eerste en tweede eeuw na Christus. Hij heette Placidus en was generaal in het Romeinse leger van Trajanus. Tijdens een jachtpartij zag hij een gloeiend kruis in een gewei en bekeerde zich tot het christendom, waarna hij zichzelf Eustachius noemde. Toen bekend werd dat Eustachius christen was geworden, werd hem in navolging van Job have en goed ontHet visioen van Sint Eustachius (± 1438 – 1442), van de nomen en werden zijn vrouw Italiaanse kunstschilder Pisanello, uit de vroege Renaissance. en kinderen opgepakt. Als generaal roept keizer Trajanus hem evenwel terug om de stad te verdedigen tegen de barbaren. Wanneer Eustachius en zijn gezin weigeren om na de behaalde overwinning de goden te danken, ontsteekt Trajanus’ opvolger Hadrianus in woede, werpt hen voor de leeuwen en laat hij hen koken in een bronzen ketel. De Eustachius-legende vormde een onmiskenbare bron van inspiratie voor de biografie van de heilige Hubertus. bergen en dalen, weg van de druk van het hofprotocol en de voortdurend aanwezige hofhouding, kwamen ze tot zichzelf.

HUBERTUS Op een dag in de zevende eeuw kwam de bevoorrechte edelman Hubertus ter wereld, kortweg Hubert of Huibrecht genoemd. Hij was de zoon van Bertrandus en Hugberne, het hertogelijk paar van Aquitanië, en de achterkleinzoon van Clovis. Aan deze Sint Hubertus van Maastricht en Luik zijn zeven officiële beschrijvingen of legendes gewijd, van de Vita Prima Sancti Huberti uit 744 tot de hagiografie uit 1526. Volgens de ene legende is Hubertus in Toulouse geboren, volgens een andere in de Voerstreek in België en zijn neef, koning Dederik, zou de achttienjarige Hubertus tot ridder hebben geslagen. Hubertus diende aan het hof van Pepijn van Herstal. Na de geboorte van zijn zoon Floribertus, stierf Hubertus’ jonge vrouw Floribine in het kraambed.

In de leugenbank van Hindeloopen prijkt een gevelsteen uit 1619, met daarop de twee hinden. De hinde werd al in 1355 als symbool voor Hindeloopen gebruikt.

HET WONDER Hubertus stortte zich hierna op de jacht, zijn favoriete tijdverdrijf. Hij galoppeerde zelfs op Goede Vrijdag de bossen in, in plaats van de kerk te bezoeken. Plotseling stond in het woud


FRIESLAND Hubert ziet het hert met het lichtend kruis boven zijn gewei. Hij bekeert zich hierna tot het Christendom.

709) werd de uit een Merovingische adellijke familie afkomstige bisschop Lambertus vermoord. Paus Sergius I benoemde Hubertus tot - naar later bleek, laatste - bisschop van Maastricht. Hubertus vertrok en reisde terug naar Maastricht.

HUBKES

Hans Memling of Jan van Menninghen (Seligenstadt, ca. 1430-40 – Brugge, 11 augustus 1494) was een kunstschilder afkomstig uit het keurvorstendom Mainz. Hij wordt algemeen beschouwd als een van de prominenten van de Oudnederlandse schilderkunst beter bekend als de Vlaamse Primitieven. Deze Sint Aegidius of Gilles is deel van zijn Passie-altaarstuk (1491) in het St. Annen-Museum, Lübeck.

een prachtig groot hert. Hubert wilde schieten, maar het grote hert keerde zich naar hem. Tussen zijn gewei lichtte een kruis op en tegelijk weerklonk er een stem: ‘Hubertus, waarom verjaag je je tijd, als je je niet tot de Heer keert, zul je naar de hel gaan.’ Knielend vroeg Hubertus wat hij dan moest doen en hoorde: ‘Ga naar mijn dienaar Lambertus, doe wat hij u zegt.’ Hubertus ging naar Lambertus, bisschop van Maastricht, en werd zijn assistent. Nadat hij tot priester gewijd was, volgde zijn pelgrimstocht naar Rome. In 708 (of

Maastricht was onveilig en daarom verplaatste Hubertus in 718 de bisschopszetel naar Luik. Hij nam de beenderen van Sint Lambertus mee en richtte een Lambertuskathedraal op. Hubertus werd de ‘apostel van de Ardennen’ genoemd en bekeerde en genas velen. Op een prent van een venter met een buikmand vol pelgrimsgoed staat: ‘Koopt hier wat Sint Huybrechts-goed dat dolle honden vluchten doet.’ Hubertus genas mensen die gebeten waren door hondsdolle dieren mede met stukjes gouddraad uit zijn stola. Ook hondsdolle of gebeten dieren genas hij. Sint Hubertusdag valt op 3 november, die dag worden jaarlijks Hubertusmissen gehouden, in 2018 ook in Dokkum. De Het spel van Jachthoorngenootschap Wad’n Klank-jachthoornspel en de zang van het Noord-Nederlands Jagerskoor Prins Hendrik omlijstten de Hubertusmis, waarbij honden gezegend werden. Op Hubertusdag worden ook gezegende ‘hubkes’ of Hubertusbroodjes aangeboden (soort kadetjes waarin anijs is verwerkt), droog opgegeten zouden ze bescherming bieden tegen hondsdolheid.

tuskathedraal van Luik begraven. Zijn schrijn is in 825 in bijzijn van Lodewijk de Vrome naar de abdij van Andage overgebracht, het bedevaartsoord Saint Hubert. Tijdens de Franse revolutie is zijn lichaam verdwenen, maar de Benedictijnen bewaarden Hubertus’ zijden stola en sleutel als aparte relieken. Na Sebastiaan is Hubertus de populairste patroonheilige van schuttersgilden. Veel jachthoornblaasgroepen en jagersverenigingen heten Hubertus. Hubertus wordt in Friesland in ere gehouden met de Hubertusmis, de Hubertuskerk in Lollum en Lambertuskerken in Menaam, Tirns en Arum. Het rooms-katholieke rusthuis Sint Hubertus met Hubertuskapel aan de Zuidersingel 63-65 in Harlingen is nu wooncentrum Sint Hubertus, en heeft de gevelsteen ‘Anno 1961 Huize Hubertus’ bij de deur.

BEWAARD Op 30 mei 727, zes dagen na een visioen over zijn dood, stierf Hubertus. Hij werd volgens zijn wens in de Lamber-

Op een prent van een venter met een buikmand vol pelgrimsgoed staat: ‘Koopt hier wat Sint Huybrechts-goed dat dolle honden vluchten doet.’

FM18 - 4

41


VALENTINA TÓTH VOLGT HAAR HART TWEEDE HONGAARSE CD GROOT SUCCES Ze had kunnen kiezen voor de ‘gemakkelijke’ weg. Voor Liszt, voor Rachmaninov of Chopin. Muziek die talloze malen op cd is opgenomen. Dat past niet bij Valentina Tóth. Ze volgt liever haar Fries-Hongaarse hart dan haar bankrekening. Daarom verscheen in oktober van dit jaar bij Challenge Classics haar cd ‘Ruralia Hungarica’, met werken van de al bijna vergeten Hongaarse componist Ernő Dohnányi. ‘Ruralia Hungarica’ is de tweede cd van de pianiste Valentina Tóth (1994, Leeuwarden). Haar debuut-cd ‘Hungarian Horizon’ verscheen in 2013 ook bij Challenge Classics. De cd met werken van de grote kanonnen uit de Hongaarse muziek, Béla Bartók en Zoltán Kodály werd over de hele wereld lovend ontvangen en de toen pas 18-jarige Friezin mocht er in Frankrijk de prestigieuze Diapason d’Or voor in ontvangst nemen. Ook ‘Ruralia Hungarica’ wordt alom geprezen. De recensent van Opus Klassiek roemt de wijze waarop ze met haar spel onder de huid van de componist kruipt en Dagblad van het Noorden schrijft dat zij daarmee misschien het besef kan brengen dat Ernő Dohnányi (1877 – 1960) een veel grotere componist was dan in sommige kringen nog steeds gedacht wordt. Tijdens het officiële releaseconcert van haar nieuwe cd, in de Waalse Kerk in Amsterdam, sprak András Kocsis, ambassadeur van Hongarije, lovend over haar altijd meeslepende spel op de cd en bij concerten met ander repertoire. Bij optredens op de landelijke televisie en radio bracht ze werk van Dohnányi ten gehore, de kritieken waren zonder uitzondering lovend. Vier sterren. In haar handen sprankelt en bruist zijn romantische muziek en is tegelijk ook verstild en ingetogen, was de conclusie. Tijd voor een interview met Fryslâns grootste pianiste.

42

www.uitgeverijpenn.nl

Na je debuut-cd krijgt ook je tweede cd louter lovende recensies. Een geweldig succes, maar waarom koos je voor de relatief onbekende Dohnányi? Die ontvangst van de cd en van de tien cd-releaseconcerten op hedendaagse en historische instrumenten blijft spannend. Ik verwacht nooit iets, maar grijp de kansen. De Hongaarse componist, Ernő Dohnányi (18771960) was een uitmuntende pianist en piano-pedagoog. Dat zie je in zijn werk terug. Zijn mooie muziek wil ik graag overbrengen. Het verdient meer bekendheid. Dan word je heel blij als mensen het waarderen. In ‘Ruralia Hungarica’ (landelijk Hongarije), heeft Dohnányi volksliedjes vervlochten. Het ligt dicht bij me, ik ben in de landelijke Trynwâlden opgegroeid, mijn opa van vaderskant is een Hongaar en mijn oma is half Hongaars, dat bloed stroomt dus ook in mij. Het universele van de humoreske suite die Dohnányi schreef toen hij verliefd was, is ook

prachtig. Bij de intense pastorale over het kerstlied Mennnyből az angyal, Engel die neerdaalt, beleef ik het familiegevoel bij mijn grootouders. Diep in me verenig ik meerdere culturen, het is mooi om dat muzikaal uit te dragen. Je cd-releasetour ging langs plaatsen als Den Haag, Den Bosch, Winterswijk, Amerongen, Eelde, Zaltbommel en Drachten maar niet langs onze Culturele hoofdstad? In 2019 speel ik in Leeuwarden. LF2018 heeft Fryslân echt op de kaart gezet. Dat mocht ook wel eens. Dankzij Culturele Hoofdstad 2018 hoor ik in het land van veel mensen dat ze Fryslân en mijn geboortestad Leeuwarden ontdekt hebben. Ze hebben meer respect gekregen voor wat er allemaal is. Ik verwacht dat die upgrade blijft. Ik verheug me altijd extra op een optreden in mijn Fryslân. Het is hier supermooi en gezellig. Daarom koos ik voor een releaseconcert in het sfeervolle


Karmel Klooster. Ik heb daar al sinds 2007 voor volle zalen heb gespeeld, nu kwam de burgemeester van Smallingerland en sprak onze burgemeester van Tytsjerksteradiel me toe. Dat is een grote eer en erkenning. Hoe beleef jij, klassiek pianiste, LF2018? Ik heb weinig van LF2018 meegemaakt, maar wel musea, exposities en enkele fonteinen bekeken. De benoeming van Leeuwarden tot Culturele Hoofdstad vond ik meteen geweldig. Lucas van der Vegt, die ook pianist is, en ik speelden in Aldtsjerk een nieuwjaarsconcert in GBV-Kunst & Concertzaal en daar heb ik als toegift het alternatieve Friese volkslied gezongen voor LF2018. Historisch Beetsterzwaag en Cultbee vroegen ons om een theaterconcert te geven voor LF2018-Mienskipsproject Tinco Lycklama, een Friese ontdekkingsreiziger in de Oriënt. We speelden als echtpaar Lycklama werken uit die tijd, waaronder vierhandig gelegenheidswerk van jonker Tinco himself. Dat was heel leuk. (Rudolf Nammensma schreef in de LC dat het spel van dit tweetal uitblonk in pit en synchroniciteit, red.).

PIANISTE ÉN ACTRICE Valentina Tóth (1994, Leeuwarden) heeft in Brussel met grote onderscheiding twee studies afgesloten. Klassieke piano aan het Koninklijk Conservatorium en acteren aan Hogeschool het RITCS (Royal Institute of Theatre, Cinema and Sound). Ze won van jongs af prijzen met pianospel en kamermuziek, trad in vele landen waaronder de VS op, soleerde bij diverse orkesten, en is vaste pianiste in het tv-programma de Tiende van Tijl en speelde op onder meer het Storioni Festival. Als actrice was ze van jongs af in professioneel muziektheater te zien. Op achtjarige leeftijd debuteerde ze als Gretl in The Sound of Music (In De Harmonie in Leeuwarden), ze speelde in ‘11stêdetocht’ van Tryater en met Ferry Doedens in Alice in Smallingerland. Tot haar vijftiende speelde ze in Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer?, Annie, Joseph and The Amazing Technicolor Dreamcoat, Ciske de Rat en de opera Hänsel and Gretl. Als professional maakte en speelde ze in opdracht muziektheater en jeugdtheater, werkte ze recent met de Noorderlingen en vertolkte grote rollen in België en Nederland bij onder meer Theater Antigone, Het Houten Huis en ook op Oerol. In november verraste ze de luisteraars van het Radio 4 programma ‘De Muziekfabriek’ met een geheel eigen Disneyversie van ‘Der Erlkönig’, waarbij ze betoverde met haar vocale én theatrale kunsten. hebben, maar bij belangrijke tournees komen ze altijd. Ik ben in de mooiste provincie van Nederland opgegroeid. De ruimte hier gaat in je zitten. Frys-

lân is thuiskomen. Als ik onderweg de Friese taal hoor, iets lees over Fryslân, of ‘iets Fries’ zie, krijg ik onmiddellijk een thuisgevoel.

Wat bood Fryslân jou als aanstormend talent en professional? Als kind deed ik podiumervaring op bij diverse optredens, ook op tv. De toekenning van de Friese Herbert Duintjerbeurs was belangrijk. Als genomineerde voor de Eerste Friese Emmy Award speelde ik met Filharmonie Noord onder Tjalling Wijnstra Beethovens derde pianoconcert. Dat was echt heerlijk. Bij het Fries Jeugdorkest spelen onder Theo Brouwer ook. In 2016 mocht ik in het Provinciehuis spelen bij de Rede van Friesland door ZKH Prins Carlos de Bourbon de Parme, en voor het afscheid van Commissaris van de Koning John Jorritsma, middenin Thialf op het ijs. Dat waren bijzondere en eervolle optredens. Heeft Fryslân je spel beïnvloed? Alles wat je meemaakt heeft impact op hoe je bent en hoe je muziek speelt, of toneel. Friezen zijn lekker nuchter. Ik houd van die mentaliteit, ‘what you see, is what you get’. Ik heb nog vriendinnen van het Stedelijk gymnasium die niets met klassieke muziek

FM18 - 4

43


FRYSKE EDDA FAN WILLEM SCHOORSTRA OER GOADEN EN HELDEN ÚT DE NOARDSKE MYTOLOGY Yn 2019 krijt de Fryske taal lang om let in eigen oersetting fan de Edda. Skriuwer Willem Schoorstra fan Ternaard hat in goed jier dwaande west mei de úteinlike oersetting fan de lieten út dizze âldste literêre skat fan it noarden. Elk ken de Grykske Klassiken. De Homerus, Oedipus, Ilias, it binne klinkende nammen fan epos dat noch altyd fan ynfloed is op ús hjoeddeistige literatuer. Minstens sa moai, mar folle minder bekend is de Edda, in samling mytologyske en literaire wurken út it Yslân fan de midsiuwen. De Edda sa as wy dy kenne bestiet út twa dielen: in poëtyske Edda en in proaza-Edda. Yn dy earste stiet in ryk ferskaat oan goade- en heldelieten. De goadelieten binne inte op de Noardske mytology, de epyske heldelieten ha foar in part in histoaryske eftergrûn. Willem Schoorstra keas foar in oersetting fan dy poëzij-Edda. ‘De poëzij-Edda is de âldste fan de ‘beide’ Edda’s. It minst beynfloede troch lettere skriuwers en oersetters en dêrom de meast autentike,’ ferklearret de skriuwer syn kar ienfâldich. ‘It komt út in mûnlinge tradysje dy’t werom giet oant miskien wol de tredde-fjirde iuw.’

LEAFDE FOAR FOLKSFERHALEN Schoorstra wie as skoaljonge al in grutte lêzer. By syn suster wrotte er him as jonkje fan in jier as tsien troch de Grykske myten hinne. Dreech, suver hast net te begripen, mar it fassinearre him bot, lykas alle âlde folksferhalen him oanlutsen. Stadichwei kaam er ek yn oanrekking mei de Noardske mytology. ‘Dat wie oars wat. Ik fielde dat it tichtby kaam, fielde herkenning. It spruts my folle mear oan as de Grykske klassiken. Oant dy tiid hie ik, krekt as de measten, altyd oannommen dat alle wiisheid en de beskaving út it easten kaam. No learde ik dat der yn it noarden ek grutte dingen bard wienen, dy’t fan grutte ynfloed west hienen op it libben hjir.’ Nei de myten folgen de saga’s, de

44

www.uitgeverijpenn.nl

IT VÖLUSPÁ-PROJEKT Doe’t dúdlik waard dat Willem Schoorstra dwaande wie mei de oersetting fan de Edda kaam der fanút Lân fan Taal de fraach of’t er dêr, yn it ramt fan LF2018, ek in foarpriuwke fan hearre litte woe. Dat barde yn it talepaviljoen MeM yn in koarte foarstelling mei midsiuwske folkmuzyk en de foardracht fan de Völuspá, de foarsizzing fan de sjenneres. Der kamen in knoarre minsken op ôf en sy seagen aktrise Eke Born yn in glânsrol as Wolwa en hearden de yndrukwekkende lûdseffekten makke troch muzikant Rutger Dijkstra. Der kaam mear fraach nei foarstellings en dêrom is it programma no útwreide mei in proazafertelling út de Edda en geskikt foar doarpshuzen, kulturele sintra en sels kroegen. Op 21 desimber is it Völuspá-projekt te hearren yn Marktzicht yn Drachten en op 24 maart yn Holwert yn de Doopsgesinde tsjerke. Der binne mear oanfragen, mar noch gjin krekte datums. Folgje it Völuspá-projekt op Facebook, of skilje 06-31050343.


famyljekroaniken. Ierdske, minsklike ferhalen dêr’t Schoorstra, doe krekt de adolesinsje foarby, him in foarstelling by meitsje koe. Dy’t er relateare koe oan geografy, minsken en klimaat. Hy krige ynteresse yn it Noardske libben fan de iere midsiuwen, makke syn eigen runen, nifele thorhammerkes, mar wie dêr frijwat unyk yn, want der wie yn it Heitelân begjin jierren tachtich eins neat werom te finen fan it heidendom, fan hannel en seereizen fan it âlde Fryske folk.

EK ÚS SKIEDNIS De lêste jierren komt der mear omtinken foar it ferline fan de folken om de Noardsee hinne. De Kelten en de Vikingen komme ta libben yn muzyk en festivals dêr’t minsken har kleie neffens tradysjes fan doe. It feit dat Skandinavië hieltyd populêrder wurdt by toeristen bringt mei him mei dat ek mear minsken yn kontakt komme mei de histoarje fan it noarden. Want oars as yn de Fryslannen libbet de skiednis fan de Vikingen en harren Noardske goaden yn dy lannen folop. Yn it lânskip binne de tekens rûnom sichtber. Alde nedersettingen binne bewarre bleaun of neiboud, grêffjilden en runestiennen wurde ûnderhâlden en rûnom is yn (iepenloft)museums te belibjen hoe’t it der yn dy tiid om en ta gong. Schoorstra ferwiist nei it boek ‘Aan de rand van de wereld’ fan Michael Pye, dat yn

2015 ferskynde. ‘Hy liet yn syn boek de skiednis út it noarden wei begjinne en wiist op de grutte en wichtige kultuerskatten dêrwei. It besef dat net allinnich it easten en suden ferantwurdlik binne foar ús libben no, mar ek, en miskien noch wol mear, it noarden, wurdt stadichwei grutter.’ De Edda is net earder oerset yn it Frysk. Wol kaam Klaes Sierksma yn 1940(!) mei in oersetting fan it earste liet, de Völuspá: ‘De foarsizzinge fen de Wolwa’. Kamminga yn Dokkum joech it út, mei it doel om letter ek oare lieten noch oer te setten, mar it kaam der

net fan. Foar Schoorstra in ekstra reden om de folsleine poëzij-Edda oer te setten. Hy hat dat dien fanút it âld Noarsk, dat yn Yslân brûkt waard, om sa ticht mooglik by it orizjineel bliuwe te kinnen. Utjouwerij Het Nieuwe Kanaal wie drekt entûsjast. De tiid is der no neffens. De Friezen ûntdekke stadichwei harren bân mei de Noardske folken. In orale tradysje fan ferhalen fertelle hienen wy al, mar in ferheljend korpus, lykas de Edda, wie der net, of miskien net mear. Dat feroaret yn 2019.

IM

KOM EK SUTELJEN MEI JO FERIENING! 25% IS FOAR DE KLUB! sjoch: www.boekenfanfryslan.nl

FM18 - 4

45


IN GOED FERHAAL IS TIIDLEAS 2019 IT JIER FAN SKRIUWERS EN FERTELLERS Sa oan ’e ein fan it kulturele haadstêdjier wurdt de balâns opmakke. Der wurdt wakker praten oer Legacy. Wat gie goed, wat nimme wy mei de kommende jierren. Wêr moat mei trochsetten wurde en hokker inisjativen moatte perfoarst net wer út ’e kast helle wurde. Hoe sit dat mei de Fryske literatuer en yn it bysûnder it Frysk proaza? Lân fan Taal wie ien fan ’e grutste projekten ûnder de flagge fan LF2018. Foar de besiker begûn it yn it nije gebou op de Aldehoustertsjerkhôf mei de namme OBE. Gjin ôfkoarting, mar neamd nei de dichter Obe Postma. Minsken koenen dêrnei trochrinne nei Tresoar dêr’t fjouwer mânske poëzy-ynstallaasjes steane en in útstalling oer fisuële poëzy. Dêromhinne wienen út en troch optredens en lêzings. In Frysk boek koe ûnderwylst yn de Afûkwinkel kocht wurde om de Prinsetún yn te swalkjen nei it talepaviljoen MeM dêr’t it hiele jier troch gâns programmearre stie. Alderhanne minderheidstalen yn Nederlân en fier dêrbûten wienen alle wiken fertsjint­ wurdige mei harren eigen artysten, keunstners en wittenskippers. Fierders gie ek noch de Taalkaravaan troch de provinsje. Dy sleat oan by ferskate festivals yn Fryslân, lykas de Admiraliteitsdagen yn Dokkum en it Oranjewâld Festival.

TE MIN LITERATUER? Folle net genôch, soe men sizze. Lyk­ wols, foardat 2018 úteinsette soe, gienen der al stimmen op dat der fierstente min oan literatuer dien waard, fierstente min oan Fryske literatuer. Sa hie de Taalkaravaan in jûn yn Neushoorn dêr’t amper oant gjin Frysk klonk. Dat is nei myn idee aardich bydraaid trochdat yn benammen MeM, mar ek yn Tresoar, mannich Frysk dich-

46

www.uitgeverijpenn.nl

ter stien hat. Mar yndied binne dat dichters, en gjin proazaskriuwers. Binne dichters makliker te mobilisearjen, yn te setten op in kulturele/literêre jûn? In dichter kin yn in pear minuten in pear gedichten foarlêze, sadat men op ien jûn in nustje ferskillende lûden hearre kin. De spanningsbôge is koarter foar it publyk as bygelyks in kertier lang nei in ferhaal fan ien skriuwer hearre te moatten. Ik leau lykwols dat nettsjinsteande dizze flechtige tiid, dêr’t alles net langer duorje mei as it lêzen fan in Tweet, der noch altiten in soad animo is foar in goed ferhaal. Tink ek oan harkboeken en literêre podcasts dêr’t de populariteit fan tanimt. In goed foarbyld fan ’e kulturele haadstêd is 2018verhalen, dat goed besocht waard. Wêrom binne yn it fierdere programma fan LF2018 dan net mear ferhalefertellers/proazaskriuwers foarby kommen?

Geart Tigchelaar, skriuwer, dichter en oersetter

Geart Tigchelaar. (Foto Evita Bakker)

JOU LÛD Wat wol dúdlik is, is dat PR it kaaiwurd is. Der moat manmachtich op ’e tromme slein wurde om minsken earne nei ta te krijen. De sosjale media wurde al oerladen mei fan alles en noch wat oan setten en pretten, dan moat men mei soks as in literêre jûn der dûbeld boppe-op sitte. Op 19 juny wie der in jûn yn de Drachtster biblioteek nei oanlieding fan de Rink van der Veldepriis. De trije nominearren holden in praatsje oer harren roman. Der wie amper reklame foar makke, it sealtsje siet om dy reden lang net fol. In jûn yn Dokkum mei keunst en foardracht siet ridlik fol, mar dêr hawwe de skriuwers sels aardich reklame foar meitsje moatten. Dat jildt ek foar it Aksjeboek foar bern. De skriuwster en yllustratrise meitsje der sels in soad reklame foar en geane dermei nei de skoallen, soks docht dan ek perfoarst fertuten.Dêrút docht bliken dat it twa kanten útwurket. Wy libje net mear yn ’e tiid dat wannear’t de skriuwer in boek ôf hat en it tusken it grutte oanbod leit yn ’e winkels, it dan klear is. Ik soe hast sizze wolle, dat dan it wurk earst begjint. De skriuwer

Yttje Cnossen út namme fan dichterskollektyf Rixt yn aksje by de Pauperfontein yn ­Beetstersweach. (Foto Geart Tigchelaar)

moat tsjintwurdich sels de boer op mei it boek. Syn/har gesicht sjen litte by sutelaksjes en op merken. De útjouwerijen hawwe hjoed-de-dei net mear it budzjet en de mankrêft om presintaasjes of grutte kampanjes op te setten. Al hie ik der in leaf dinkje foar oer dat it net sa wie, it freget tsjintwurdich fan in skriuwer kultureel ûndernimmerskip, dêr’t ik sa’n wurd om sis.

TSJIN ’E STREAM YN Hawwe dichters soks dan mear, of is der gewoan mear gelegenheid foar harren? Iroanysk is dat krekt poëzy folle minder lêzen wurdt. In dichter moat


Talepaviljoen MeM waard nei LF2018 wer ôfbrutsen.

bliid wêze as der hûndert bondels fan him of har oer de toanbank geane. Hy/ sy kin dan ek noch in pear eksimplaren by in optreden ferkeapje. Dêrby komt ek nochris dat der hjoed-de-dei sprake is fan ûntlêzing. Dat fenomeen treft de Fryske literatuer as lytse literatuer namste hurder as it Nederlânske taalgebiet. Dat in skriuwer moat it net allinnich tsjin it grutte en wikseljende oanbod opnimme, mar ek tsjin alle oare (digitale) ferlokkingen dêr’t in modern minske him leaver mei dwaande hâldt. Dêr komt foar it Frysk noch by dat it ûnderwiis yn it Frysk te winskjen oerlit en sa de taalfeardigens by in soad minsken en bern de minne kant neist is.

OP PAAD Ferskate Fryske dichters hawwe nei poëzyfestivals yn it bûtenlân west. Soks kin o sa ynspirearjend wêze om te sjen hoe’t oare (lytse) talen en taalminderheden saken oanpakke. In goede set fan kultuerorganisaasjes soe wêze om takom jier (proaza)skriuwers op ’en paad te stjoeren. Soks bart lokkigernôch al mei it útwikselprojekt Oare wurden, mar ûnwis is oft dat projekt trochsetten wurde sil. Skriuwers moatte lykwols ek nei festivals ta d ­ êr’t hja mei goede oersettings foarlêze en ûnder bûtenlânske kollega’s komme. It Nederlands Letterenfonds kin nota bene ynstean foar in part fan ’e

kosten en fan de oersettings.It leit ’m der net oan dat der gjin goede boeken en gjin goede fertellers binne. Hja moatte allinnich noch de mooglikheid krije om dêroer te fertellen en om foar te lêzen út harren wurk. Dêr moatte mooglikheden foar kreëarre wurde. Mei oare wurden moatte beide partijen, skriuwer en organisaasje, soargje dat der publyk komt. Ik bin der hillich fan oertsjûge dat it publyk der noch altiten is, want in goed ferhaal is fan alle tiden, om net te sizzen fan tiidleas. As 2018 it jier fan ’e dichters wie, dan wurdt it no tiid dat 2019 it jier fan ’e skriuwers en fertellers wurdt.

MEI-INOAR Weromkommend op dat kultureel ûndernimmerskip. Binne skriuwers yn tsjinstelling ta dichters tefolle eilant­ sjes? Moatte Fryske romanskriuwers harren ek sa ferienigje lykas in grut tal dichters dien hat ûnder de flagge fan it dichterskollektyf RIXT? Der binne potsjes foar literêre aktiviteiten by de Provinsje. Ek Boeken fan Fryslân (stifting ta promoasje fan it Fryske boek, dêr’t ek de Sutelaksje ûnder falt) hat jild oer foar inisjativen fan skriuwers. Is it faaks in idee foar it Skriuwersboun (soarte fan fakbûn foar skriuwers en dichters yn Fryslân) om skriuwers by­ inoar te roppen ta in soarte fan Proazawurkgroep, sa’t hja earder ek in groep fan oersetters en no fan toaniel hawwe. It wurdt yn alle gefallen tiid dat wy skriuwers fan ús eilantsjes ôfkomme en sels oan ’e bak geane troch nije inisjativen oan te boarjen.

De Sutelaksje is in moaie wize om de boeken ûnder de minsken te bringen, mar is ek by útstek foar skriuwers in gelegenheid om har sjen te litten oan harren lêzers.

FM18 - 4

47


rp

DE FRYS KE MARREN

samen werken en samen vooruit In de gemeente De Fryske Marren houden we er met elkaar de vaart in. Ondernemers hebben in deze mooie gemeente alle ruimte en helpen elkaar waar dat maar kan. Moet de koers verlegd worden? Dan doen we dat samen. Want door krachten te bundelen, komen we verder. Meer weten? www.defryskemarren.nl

www.defryskemarren.nl 48

www.uitgeverijpenn.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.