VOORJAAR
De enige échte!
2017
Skûtsjekrant Uitgave van Uitgeverij PENN.nl
Jaargang 22
RADIO KLAAS
Redactie: Martsje de Jong en Klaas Jansma www.skutsje.nl
Voltastraat 5 8606 JW Sneek 0515-411211
DRACHTEN GORREDIJK JOURE
www.doumastaal.nl
www.kromhout.com
Skรปtsjekrant 2017
2
W W W. S K U T S J E . N L
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Alle hens aan dek Minstens veertig bemanningsleden van SKS-skût sjes zijn na de competitie van 2016 door hun commissie ontslagen. Voor sommigen is er misschien een nieuw perspectief als de schipper ze nodig heeft. Anderen stappen over naar een IFKS-skûtsje of stoppen, noodgedwongen of naar eigen keus. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor tientallen bemanningsleden op IFKS-skûtsjes waar de schipper er de brui aan geeft. Vaak worden bemanningsleden helemaal niet bij de besluitvorming over het vertrek van hun schipper betrokken. Alco Reijenga (Heerenveen), Siete Ezn. Meeter (Leeuwarden), Lodewijk Hzn. Meeter
(Huizum) en Johannes Hzn. Meeter (Langweer) hebben zelf een pijnlijke worsteling doorgemaakt voordat ze tot de conclusie kwamen dat ze niet verder konden. Dat was soms zelfs voor hun eigenarencommissies een verrassing. Maar bij Heerenveen en Leeuwarden, en ook het IFKS-skûtsje van Dokkum, kwam er zo snel een vervanger dat men nauwelijks kan geloven dat Jacobus de Vries, Marco Quak en Jaap Cuperus werkelijk overvallen zijn door het vertrek van hun schipper.
Ontslag normaal?
Is het normaal om een bemanning te ontslaan als de schipper vertrekt? Van oudsher behoorde het uitzoeken van een bemanning tot diens taken. De verantwoordelijkheid die hij tijdens de wedstrijd heeft, kan hij niet dragen als hem krachten worden opgedrongen met wie hij niet uit de voeten kan. Bij Heerenveen leidde dat in 1967 tot een breuk met kampioensschipper Siep van Terwisga, die commissielid Homme Wester niet weer aan boord wilde
Feestvierende skûtsjesilers in het centrum van Lemmer na afloop van de IFKS 2016.
hebben. Hij kon nog net zelf ontslag nemen, anders had hij het van Alex Brinksma gekregen. Maar anderzijds: veel bemanningsleden horen bij de inventaris van een skûtsje. Van hen wordt een volledig commitment verwacht, dat veel verder gaat dan trouw aan een schipper. Ze zijn er in het vroege voorjaar bij als donderdagavond of zondagmorgen
de eerste trainingsrondjes worden gemaakt. Vaak helpen ze ’s winters het skûtsje mee op te knappen. En ze leven mee, van de eerste tot de laatste wedstrijd. Zo is dat van Grou tot Woudsend, van Stavoren tot Earnewâld.
Gouden inzet
Die inzet is goud waard. Want daardoor zijn er meer dan duizend mensen
actief bij het skûtsjesilen betrokken. Hun trouwe inzet verdient dan ook erkenning en zorgvuldige omgangsvormen. Tenslotte heeft Cambuur ook niet alle spelers ontslagen toen de coach Rob Maas het veld moest ruimen. Dat hoort op skûtsjes ook niet te gebeuren. Skûtsjesilers met ervaring zijn veel te waardevol.
Klaas Jansma
Vaar op zeker U kunt pas écht zorgeloos van uw schip genieten als u daarvoor een goede verzekering heeft. Door onze ruim 65 jaar ervaring in het verzekeren van pleziervaartuigen zijn wij specialisten op dit vakgebied. Wilt u een
Postbus 116 8440 AC Heerenveen
Tel. (0513) 61 44 44 Fax (0513 ) 62 37 42
passende offerte? Bel ons, of bezoek onze website www.kuiperverzekeringen.nl.
Kuiper Verzekeringen adv skutsjekrant nov 2012.indd 1
www.kuiperverzekeringen.nl
3 20-11-2012 11:42:25
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
IFKS en SKS trekken scheiding door
Twee organisaties, twee formules De skûtsje-organisaties SKS en IFKS blijven de komende jaren gescheiden optrekken. Elk heeft zijn of haar eigen formule voor bepaling van het toegestane zeiloppervlak. Vanaf 2017 zeilen de skûtsjes in alle vier IFKS-klassen met een vastgelegd minimum-gewicht. De SKS heeft de oude Amels-formule opgepoetst met een correctie op basis van de windgradiënt en het silhouet. Bij het ‘Winterpalaver’ van de Stichting Foar de Neiteam op 10 februari jl. in de Driuwpôle te Woudsend gaven Jeroen de Vos en Heine Deelstra een toelichting op de nieuwe formules bij resp. IFKS en SKS. Zeilformules worden sinds jaar en dag bij beide organisaties gehanteerd om faire wedstrijden tussen enigszins gelijkwaardige schepen te bevorderen. Voor dat ‘enigszins gelijkwaardig’ zijn kunstgrepen nodig, want er zijn geen twee skûtsjes gelijk.
maakt van Velocity Progress Program (VPP). Dit is sinds 2011 bij de SKS gehanteerd op basis van sleepproeven met vier rompmodellen. De IFKS gebruikte het al nooit, al had Jeroen de Vos dat wel graag gewild. In principe kan daaruit de secuurste maat van rompweerstand worden afgeleid, maar er zijn te veel gegevens nodig om het zonder ingewikkelde computerberekeningen hanteerbaar en overzichtelijk te maken. Van belang is namelijk de weerstand bij dieper en ondiep water en bij meer of minder slagzij, tot de rechte ligging plat voor de wind. Daarbij maakt de rompvorm nogal uit. Een gepiekt schip heeft immers een relatief grotere
Uit de VPP kan in principe de secuurste maat van rompweerstand worden afgeleid, maar het is nauwelijks hanteerbaar En voorschriften, legde Jeroen de Vos uit, moeten correct, begrijpelijk, hanteerbaar, goed te controleren en te handhaven zijn. Anders heeft het geen zin om ze in te voeren. Heine Deelstra was dat met hem eens.
Geen VPP of stabiliteit
Vanwege de begrijpelijkheid en de hanteerbaarheid wordt door geen van beide organisaties nog gebruik ge-
diepgang en een langere natte waterlijn dan een gewoon geveegd schip. Bij de SKS is jaren gewerkt aan een uitgebreide dataverzameling, waarmee op basis van een beperkt aantal skûtsje-ontwerpen een soort VPP-norm werd ontwikkeld. De start hiermee was, mede dankzij toegekende subsidies, hoopgevend. Maar het resultaat bleek ietwat teleurstellend, zodat dit aspect nu is weggelaten.
De windgradiënt en het silhouet zijn nieuwe factoren in de formule van de SKS. De wind heeft niet overal in het zeil dezelfde macht. De aangrijping van de wind in het zeil wordt prachtig in beeld gebracht.
De stabiliteit was volgens Heine Deelstra bij de SKS al in de eerste formule van de Kommisje 2000 (de voorloper van de huidige Kommisje Amels) van veel minder belang dan vroeger. Toen zeilden de skûtsjes met zwaar katoen, zodat er geregeld een omsloeg en wedstrijden al bij windkracht 5 afgelast dreigden te worden. Na 1997 werd het veel lichtere kunststof gebruikt, voor het gemak algemeen aangeduid als dacron. Daardoor speelde deze factor een minder prominente rol. Bij de IFKS speelt dit verschil in gebruikt doek niet. Want bij deze organisatie is dacron al sinds de oprichting in 1981 toegestaan.
Gewicht versus diepgang
Jeroen de Vos uit Amsterdam is schipper van de Eelkje II. Als scheepsontwerper was hij nauw betrokken bij de ontwikkeling van een minimum-gewichtseis voor de IFKS. Hij had daarbij Sikke Heerschop, Kees Hermsen en Wietse Bandstra drie jaar lang als steun en sparringpartner. Sinds de schippersvergadering in het voorjaar van 2016 hun formule aannam, worden bij de scheepswerf van Piet ten Woude in IJlst alle IFKS-skûtsjes gewogen. De A-groot en A-klein zijn al voor aanvang van het seizoen 2016 geijkt, de rest van de vloot is voor de start van de competitie van komende zomer klaar. Zijn
ze te licht, dan moet er ballast in om mee te mogen doen aan de titelstrijd. Te zware schepen mogen in principe wel wat lichter worden gemaakt, als daarbij niet tegen andere reglementen van de IFKS wordt gezondigd. De regel legt het minimumgewicht vast, als je ‘te zwaar’ bent, mag dat dus. In 2016 zeilden de klassen a-klein en A-Groot al volgens de nieuwe minimum-gewichtsformule. Hoewel de initiatiefgroep van de schippersvergadering niet in alles haar zin kreeg, leverde dit in A-Groot wel een verrassende kampioen op, namelijk Klaas Kuperus van Makkum, die als één van de weinigen niks hoefde te veranderen aan het gewicht. Verrassend ook was de nummer twee: Jaap Hofstee. ‘’t Swarte Wief’ moest flink ballast innemen, maar leek daardoor juist beter te zijn geworden. In beide klassen was bovendien de spreiding in de resultaten groter dan voorheen. Dit jaar zeilen ook de B- en de C-klasse met de nieuwe gewichtsformule. Heine Deelstra van Scheepsbouwkundig Ontwerp- en Adviesbureau Gaastmeer BV is al jarenlang adviseur van de SKS en als vrijwilliger lid van de Kommisje Amels. Hij was betrokken bij de ontwikkeling van een nieuwe overzichtelijke en eenvoudige formule voor deze organisatie, die vooral gebaseerd is op lengte en breedte van de waterlijn, en vooral de diepgang. Deze werd tijdens de SKS-vergadering van oktober 2016 aanvaard, ondanks hardnekkig verzet van onder meer de commissies Joure en Langweer. Nieuwe elementen waarmee SKS-besturen rekening houden, zijn zoals geschreven de windgradiënt en het silhouet. De windgradiënt is bepaald door het verschil in windkracht boven bij de mast en onder bij het water. Hoe hoger, hoe meer wind. En het gewenste skûtsje-silhouet is bepalend voor de verhoudingen tussen voor-, achter-, onder- en bovenlijk in het zeil. Op die punten zijn er vooral met het Jouster skûtsje problemen, omdat daar het toegestane zeiloppervlak niet goed gerealiseerd kan worden.
Jeroen de Vos Elk schip is anders
Was de nieuwe formule bij de IFKS van invloed op de einduitslag? De ‘Zes Gebroeders’ won, ‘’t Swarte Wief’ werd bijna drie ton zwaarder en eindigde verrassend als tweede.
4
De jongste skûtsjes zijn meer dan tachtig jaar oud. Indertijd werden ze gebouwd om met veel lading redelijk snel te kunnen varen. Elke werfbaas legde zijn eigen accenten. Sommi-
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L ge schepen werden zeer solide, dus zwaar, geconstrueerd. Bij andere lag het accent op snelheid. In zijn inleiding vertelde Jeroen de Vos hoe in zijn groepje van vier (met Sikke Heerschop, Kees Hermsen en Wietse Bandstra) werd bestudeerd hoe de weerstand afhankelijk is van een aantal rompeigenschappen van skûtsjes. Zowel voor de lengte als voor de breedte geldt dat pas bij enige windkracht groter ook sneller betekent. Het gewicht is echter in alle opzichten de versterkende factor: hoe
Maar, zo toonde De Vos met verschillende grafieken aan, de nu verkozen gematigde oplossing draagt ook al flink bij tot meer gelijkwaardigheid. En als er in de toekomst nog eens aan de formule gesleuteld wordt, kan dat vrij gemakkelijk. Bij Ten Woude in IJlst zijn vervolgens de skûtsjes gewogen en eventueel geballast. Voor de controle zijn ijkmerken aan voor- en achtersteven aangebracht. Het nulpunt kan variëren, mede afhankelijk van de trim: de ene schipper wil misschien de kop
Het essentiële verschil tussen SKS en IFKS is dat bij de SKS een zwaarder skûtsje meer zeil krijgt zwaarder, hoe trager. En aan dat gewicht zit ook de diepgang gekoppeld. Exacte gegevens over gemeten gewicht hadden de vier aanvankelijk niet. Ze gingen uit van een ‘modelskûtsje’, met de originele plaat- en spantdikten, maar zonder ingebouwde motor, piekeschot, beton in stevens, berghouten en kimmen en inventaris. Daarvan is het gewicht 16.650kg, een kleine 17 ton dus. Dit modelskûtsje diende puur als basis voor het berekenen van het minimumgewicht voor ieder ander skûtsje. Echter, de Roorda’s in Drachten bouwden anders dan de Barkmeijers, en pas later zijn de motoren ingebouwd. De Vos wees erop hoe groot de spreiding tussen lichtere en zwaardere skûtsjes over de hele vloot bij de IFKS is, namelijk wel zeven ton (tussen 14,9 en 21,9). De invloed van het gewicht op de weerstand en de grote sprei-
wat dieper, de andere de kont. De schipper mag, binnen bepaalde grenzen, ‘spelen’ met gewicht en trim zonder dat het schip opnieuw geijkt hoeft de worden. Zolang de ijken gemiddeld boven water zijn, voldoet het schip. Komend seizoen kan voor alle klassen worden bekeken wat het effect van de toepassing van de gewichtsformule is. Omdat nu alle schepen gemeten zijn, geldt deze ook onverkort bij promotie en degradatie. Alleen als een nieuw schip tot de organisatie wordt toegelaten, zal weging nodig zijn. Dat kost dan een paar centen.
Heine Deelstra Eenvoudige formule voldoet wel
Het VPP bleek bij de SKS te ingewikkeld om daar verder mee te gaan. Er moesten wel 7, 8 nauwkeurig gemeten variabelen in de computer worden
Bij de IFKS wordt gelijkwaardigheid in zeilprestaties gezocht in een neutralisatie van de spreiding in gewicht ding binnen de vloot maken dat de invloed van het gewicht niet met een zeilformule te beschrijven is. Daarom lag het voor de hand om bij een streven naar meer gelijkwaardigheid die spreiding te verminderen.
De ijken
De schippersvergadering van de IFKS heeft niet voor de meest radicale oplossing gekozen. Dan zou het minimale gewicht nog een stukje hoger zijn opgetrokken, en hadden veel meer deelnemende skûtsjes moeten ballasten.
gestopt. Daarom is vorig jaar bij evaluatie van de nieuwe formule gekozen voor een eenvoudiger rekenmodel. Het was vrijdagavond al de derde keer dat Heine Deelstra een toelichting gaf op een nieuwe SKS-formule. Nieuwe elementen zijn, zoals elders beschreven, het gewenste silhouet, dat per schip is uitgewerkt op basis van de lengte bij een mastlengte van 16,30m bovendeks, en de windgradiënt. Wat dit laatste betreft: uit een eenvoudig proefje met de Sneker Pan
De IFKS-schipper mag ‘spelen’ met gewicht en trim, mits de ijken gemiddeld boven water zijn. Bij dit schip ligt de 0 onder de waterlijn. Teken dat er wat gewicht uit mag.
bleek dat bovenin de mast bijna twee keer zoveel wind druk op het zeil uitoefent dan onderin. Volgens Deelstra is de spreiding in gewicht bij de SKS veel geringer dan bij de IFKS, zodat neutralisering van het gewicht weinig oplevert. Het essentiële verschil is naar zijn zeggen dat bij de SKS een zwaarder skûtsje meer zeil krijgt. Dit zit middels de diepgang , lengte waterlijn en de breedte van de waterlijn in de formule ingebakken. Maak je het schip lichter, dan moet er zeil worden ingeleverd. Bij de IFKS is een dusdanig groot aantal schepen actief, dat een dergelijke aanpassing in de zeilformule voor veel te hoge kosten zou zorgen. Daarom wordt er niet ingezet op het aanpassen van de zeilen, maar het compenseren in het gewicht. De bepaling van de diepgang midden, voor en achter vergt een secure meting, en het aanbrengen van een kijkglaasje op een centraal punt om gesjoemel te voorkomen. Bij dat kijkglaasje kunnen controleurs elk gewenst moment vaststellen of de inzinking (deplacement) van het skûtsje is veranderd.
Geen problemen
Hoewel er tegen de nieuwe formule krachtig geprotesteerd is door Johannes Meeter en de commissie Joure, voorziet Heine Deelstra geen problemen bij de invoering. We moeten maar accepteren, stelde hij, dat het nu nog steeds net zo onmogelijk is als bij
Peter Johnson in 1850 om ongelijke schepen in hun prestatievermogen precies gelijk te krijgen. Maar een faire strijd, met geringe onderlinge uitgangsverschillen, is wel mogelijk. Komend seizoen zal blijken of dat met de nieuwe formule net zo goed lukt als met de vorige.
VERSCHIL IN LENGTE Eenheid tussen de beide organisaties SKS en IFKS is in principe al onmogelijk zo lang ze elk hun eigen maximale lengte- en breedte-eisen hanteren. Bij de IFKS geldt als maximum een ‘lengte over alles’ van 20,62m. De SKS hanteert een maximale lengte over dek van 19,50m. In de praktijk levert dit een maximale lengte over alles op van ongeveer 20,25m, maar de exacte lengtes over de stevens worden niet genoteerd. Om die reden moest de ‘Hoop op Welvaart’ met ongeveer 40cm worden ingekort toen dit skûtsje door de SWH-commissie voor de SKS-competitie werd verkozen. In wedstrijden waar schepen van beide organisaties uitkomen kan het verschil in prestatie niet worden teruggevoerd op het verschil in toegestane lengte. Zeilformule, materiaal, originaliteit en budget spelen namelijk ook een niet te onderschatten rol. Feit is wel dat bijvoorbeeld Lemmer Ahoy, dat op Hemelvaartsdag begint, geregeld gewonnen wordt een IFKS’er, hoewel de beter gesponsorde SKS-skûtsjes doorgaans als sneller worden beschouwd. Want ‘size matters’ wel degelijk bij het Skûtsjesilen.
IM
Snekerkade 2 • 8911 AA • Leeuwarden 06-404 742 58 info@salonbootgaasterland.nl
Douwe Visser en Piet ten Woude brengen een kijkglaasje aan in de Sneker Pan. Foto: Martin de Jong.
5
Skรปtsjekrant 2017
6
W W W. S K U T S J E . N L
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Jaap Jongsma waarschuwt voor gevolgen Zeilformule 2016
Puzzels voor de zeilmaker Met de invoering van de nieuwe Zeilformule 2016 worden schippers en commissies van de SKS mogelijk voor flinke financiële ingrepen gesteld. De nieuwe regels zijn volgens het SKS-bestuur ‘werkbaar en eenvoudig’, maar een eventuele aanpassing wordt een kostbare ingreep. Volgens Jaap Jongsma van Zeilmakerij Molenaar wordt elke minimale aanpassing van een zeil erg ingewikkeld doordat het verplichte zeilsilhouet exacte verhoudingen tussen de lijken voorschrijft. Bovendien moeten de banen even breed zijn, en is de mastlengte beperkt, dus even een een stukje eraf halen is niet aan de orde. ‘As der ek mar ien kante meter ynlevere wurde moat, kin dat wolris in djoer stikje doek wurde’, zegt Jongsma. Alleen door de diepgang iets te variëren kunnen commissies misschien aan
ingrijpende veranderingen ontkomen.
Slachtoffer
De 'Twee Gebroeders' van Langwar bleek het eerste slachtoffer van de nieuwe zeilformule. Tot nog toe mocht de 'Grutte Griene' extra zeil voeren omdat ze bepaald geen gunstig model heeft voor een wedstrijdskûtsje. Die dispensatie vervalt en zodoende moet er in 2017 12m2 ingeleverd worden. Johannes Meeter zag het met de nieuwe formule niet meer zitten om schipper te zijn op de 'Twee
Gebroeders'. De Stichting Skûtsje Doniawerstal zag zich zo voor 2017 in een lastig parket gebracht. Juist de VPP was voor de Stichting in 2015 reden om weer met de 'Twee Gebroeders' te gaan zeilen. Niels Moerke had berekend dat ze met dit schip meer zeil mochten voeren en dan in het voordeel zouden zijn ten opzichte van de 'Ut 'e Striid', waar ze tot op dat moment mee voeren. Het pakte al direct gunstig uit, want Johannes Meeter en zijn bemanning zeilden in het SKS-kampioenschap van 2015 naar een tweede plaats achter Joure. In 2016 liep het allemaal net even wat minder. De nieuwe schipper Jaap Zwaga beseft heel goed dat er nog wel een klus voor hem ligt om de ‘Twee Gebroeders’ mee vooraan te laten zeilen. Want het schip verandert niet van model, dus zullen zeil en trim flink moeten
worden aangepakt.
Dispensatie
Ook bij het Jouster skûtsje waren ze niet bepaald enthousiast over de nieuwe formule. De ‘Oeral Thús’ zeilde al sinds 2005 met dispensatie voor het silhouet. De Jousters voerden 176m2 doek, maar dat was eigenlijk te veel voor het model dat ze volgens het silhouet kunnen verstouwen. Om daaraan te voldoen zou de mast namelijk nog een stuk langer moeten, dachten ze in Joure, omdat anders de giek op de reeds verlaagde roef zou liggen. Voorzitter Klaas Plaatje reageerde als door een wesp gestoken toen de nieuwe formule bekend werd en volgens zijn inschatting Joure maar liefst 26m2 in zou moeten leveren. Daarmee hebben ze ineens niet meer het grootste, maar het kleinste tuig van de hele vloot en daarmee zou Dirk Jan
Reijenga bij voorbaat kansloos zijn. De Jouster commissie sprak zelfs van ‘terugtrekken’. Gelukkig wordt de soep niet zo heet gegeten als ze werd opgediend. Je kunt de schaar in je zeil zetten, maar er zijn meer wegen die naar Rome leiden. Begin april lag de ‘Oeral Thús’ na een fikse opknapbeurt weer op zijn vertrouwde plekje in Joure. Spannend was toen nog hoe zeilmaker De Vries Sails in Makkum de volle 176 vierkante meter doek aan de mast zou hangen. Dat was een hele puzzel, die volgens Plaatje alleen opgelost kon worden door de mast maximaal naar voren te trekken. Dan immers komt de giek een stukje hoger. Maar hoe de zeileigenschappen dan zullen zijn, wisten schipper Dirk Jan Reijenga en de Jouster commissie toen nog niet. Daarvoor moest nog proefgezeild en getrimd worden.
De commissies van Langwar en Joure kwamen voor flinke problemen te staan door de nieuwe zeilformule.
James Wattstraat 4 8912 AR LEEUWARDEN Tel 058 284 94 10 www.uitgeverijpenn.nl info@uitgeverijpenn.nl
Fotografie Tom Coehoorn Kees Klip Ontwerp/vormgeving Kees Klip
Redactie Martsje de Jong Klaas Jansma
Acquisitie Eddie Ferbeek Auke Prins Coördinatie Martsje de Jong
Websites www.skutsje.nl www.ifks.nl www.skutsjesilen.nl www.skutsjehistorie.nl www.facebook.com/skipperspraat
Druk JANSSEN/PERS ISSN 1874-0073 NB: Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van de uitgever worden overgenomen.
Colofon
De Skûtsjekrant is een uitgave van
7
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Inzet wordt beloond bij SKS
Vissers winnen, Pietersma’s scoren sie afgedankt, de openingswedstrijd glansrijk gewonnen. Zijn broer Gerhard op Earnewâld deed het echter nog beter. Die werd eerste bij Terherne, Elahuizen en Woudsend, onder zware omstandigheden. In het eindklassement bleef de vroegere pupil van Douwe Visser 13,1 punten achter op zijn oude leermeester en 4,1 voor op diens neef Douwe van Grou.
Terug aan de top
Albert Visser, broer van de kampioen en schipper op Lemmer, stapte net
stroke werd getroffen, moest hij zich een aantal wedstrijden laten vervangen door neef Klaas. Die deed het weliswaar wel aardig, maar een wedstrijdschipper ben je niet zomaar.
Teleurgesteld en opgestapt
De top is interessant, maar dit seizoen trok ook de achterhoede veel aandacht. Daar zeilde Siete Meeter op een ingrijpend opgeknapt Ljouwerter skûtsje, maar geplaagd door privé-zorgen. Dat de Huizumer com-
2016 niet het jaar van Dirk Jan Reijenga
Douwe Visser was al kampioen voor de finalewedstrijd in Sneek.
Douwe Visser van Sneek had een moeilijke voorbereiding. Toch werd hij kampioen. En Gerhard Pietersma van Earnewâld werd, dankzij tomeloze inzet van zijn bemanning, tweede. Zo werd een topsportbenadering bij de SKS beloond in het skûtsjeseizoen 2016. Bij de Veenhoop en Earnewâld was de Sneker schipper oppermachtig. Met een nieuwe tuigage van Molenaar
uit Grou en een op veel plaatsen vernieuwde bemanning won hij de tweede en de derde wedstrijd glansrijk.
Op de Veenhoop was zijn zegetocht spraakmakend. Door het lot was zijn startnummer 14 bepaald, maar binnen twee ronden zat hij de koplopers al op de kont. Bij Earnewâld liep de 'Sneker Pan' aanvankelijk ver uit. Maar vlak voor het einde kwam in de schiftende wind Jeroen Pietersma met Drachten akelig dicht in de buurt. Bij Grou had deze jonge schipper, in het verleden voortijdig door de Langweerder Commis-
Gerhard Pietersma van Earnewâld werd door zijn tomeloze inzet tweede in het eindklassement.
8
naast het podium. Na het teleurstellende seizoen 2015 had hij vijf bemanningsleden vervangen. Ze waren niet prestatiegericht genoeg. De nieuwe Lemster skûtsjecrew was feller en sportiever. Toch boekte Albert Jzn. in elf wedstrijden geen enkele overwinning. Zijn beste prestatie boekte hij in Grou, waar hij tweede werd na een verrassende windschifting op de Wide Ie. Die nekte Auke Mzn. de Groot (SWH), die in het klassement als achtste eindigde. Laatste werd wéér Lodewijk Meeter op Huizum. Die zag in zijn teleurstellende klassering aanleiding om met de skûtsjesilerij te stoppen. Ook met de ‘Sûn en Wol’, eerder van Siete Eildertszn., lukte het niet. Vlak daarvoor eindigde Teake Klaas van der Meulen van Woudsend op een bijna even teleurstellende dertiende plaats. Maar hij had een goed excuus. Doordat zijn moeder door een
missie zijn 'Sûn en Wol' niet op tijd kon betalen was daar net zo’n verstorend onderdeel van als de aanslagen op zijn humeur van de gebroeders Los van CMS. Zij bleven procederen in een kwestie rond de woonklipper van Siete en Sietske. De laatste werd trouwens in Lemmer na een aanvaring met de SWH gewond van boord gehaald. Siete kwam kort na de SKS-titelstrijd tot de conclusie dat hij beter als schipper kon stoppen dan op alle fronten half werk leveren. Met zoveel verwikkelingen aan het thuisfront kon hij geen topprestaties leveren, en dus stopte hij. Dezelfde trieste beslissing nam Alco Reijenga, zoon van de roemruchte Jelle, ooit schipper op Lemmer. De Heerenveenschipper eindigde als elfde, opnieuw beneden de stand van het mooie skûtsje ‘Gerben van Manen’. Toen hij in 2014 veertiende was geworden, werd hij door zijn com-
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L missie onder leiding van Jacobus de Vries nog hinderlijk ter verantwoording geroepen. Daar was nu, volgens De Vries, geen sprake van. Toch besloot Alco te stoppen omdat er volgens hem bij commissie en bemanning niet voldoende draagvlak meer bestond om door te vechten. De schipper die voor hem eindigde, Berend Mink, nam in december een vergelijkbare beslissing. Met 'd’Halve Maen' had hij wel leuk gezeild, maar tot de top kon hij ondanks alle inspanningen niet doordringen. Dan gaat uiteindelijk het eigen bedrijf voor.
Johannes Meeter werd met Langweer negende, ook veel slechter dan in 2015. Toen deed de schipper op de 'Twee Gebroeders' tot op het laatste moment nog mee in de strijd om de
Nu waren de beide toppers van toen vrij kansloos. Johannes bedankte voor de SKS-vergadering waarin een voor zijn schip vervelend besluit over een nieuwe zeilformule werd
Albert Visser komt net tekort voor het podium titel. Uiteindelijk werd die na een afgelaste wedstrijd op Sneek nog nipt gewonnen door Dirk Jan Reijenga op Joure.
genomen. Hij zag wel toekomst in het 'Doarp Huzum' waar zijn broer Lodewijk bedankte. Dirk Jan Reijenga nam knarsen-
Met een deels nieuwe bemanning zeilde Albert Visser van Lememr fel en scherp, maar haalde geen enkele dagoverwinning. Hij werd vierde in het eindklassement.
tandend genoegen met een zevende plek. Zijn Jouster skûtsje, waarschuwde commissievoorzitter Klaas Plaatje, kan na de invoering van de nieuwe zeilformule een redelijke klassering wel vergeten. Door de combinatie van maximale mastlengte, voorgeschreven profiel en toegestaan doekoppervlak kan op het Jouster skûtsje de gewenste 176 vierkante meter niet aan de mast worden gehangen. Gelukkig kan de mast naar voren.
Vroeg kampioen
Douwe Jzn. Visser was voor de fina-
lewedstrijd op de Snitsermar al kampioen na een tweede overwinning bij Lemmer. Zijn doorbraak kwam een week daarvoor bij Stavoren, toen hij na twee derde plaatsen slechts zesde werd. Maar in die wedstrijd werd een naar de overwinning zeilende Pieter Meeter (Akkrum) geramd door de Jouster Dirk Jan Reijenga, waardoor hij Johannes Meeter niet kon verslaan. Daar besloot Douwe Visser zijn oude tuigage van De Vries Sails weer op te zoeken, waarna hij met twee derde en twee eerste plaatsen weer heer en meester was in de vloot.
Berend Mink nam in de herfst van 2016 het besluit te stoppen bij de SKS.
SKS Eindklassement 2016 Schipper
Skûtsje
Plaats
Punten
1
Douwe Jzn. Visser
De Sneker Pan
Snits
27.6
2
Gerhard Pietersma
Twee Gebroeders
Earnewâld
38.7
3
Douwe Azn. Visser
Doarp Grou
Grou
44.8
4
Albert Jzn. Visser
Lemster Skûtsje
De Lemmer
46
5
Jeroen Pietersma
Twee Gebroeders
Drachten
58.9
6
Pieter Eldertszn. Meeter
Eildert Sietez
Akkrum
59.7
7
Dirk Jan Reijenga
Oeral Thús
De Jouwer
65
8
Auke de Groot
Súdwesthoek
Starum
71
9
Johannes Hzn. Meeter
Twee Gebroeders
Langwar
72.9
10
Berend Mink
d’Halve Maen
Drachten
87
11
Alco Reijenga
Gerben van Manen
It Hearrenfean
95
12
Siete Ezn. Meeter
Rienk Ulbesz
Ljouwert
95
13
Teake Klaas van der Meulen
Klaas van der Meulen
Wâldsein
102
14
Lodewijk Hzn. Meeter
It Doarp Huzum
Huzum
114
Klassering
Zeilteken
9
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Wiepie Oenema met ‘De Stiekeme Stoker’ in Bolsward
Kleinste distillateur zit in Bolsward Tuinhuisje
Drie troeven heeft distilleerderij ‘De Stiekeme Stoker’ in Bolsward. Dat zijn OENEMA FRYSKE BEARENBURCH, OENEMA FRYSKE GRAENJENEVER en AMARETSJE FAN MUOIKE TETSJE. Het bijzondere van de drie distilleerproducten is dat Wiepie Oenema ze van graan tot fles op ambachtelijke wijze zelf stookt, kruidt, bottelt en verkoopt. De fabrikant van mogelijk de kleinste distilleerderij, waar op authentieke, ambachtelijke wijze beerenburg wordt gemaakt, De Stoker zetelt in een gehuurd pand, Bolwerkplein 8, te Bolsward. Hier was sinds 1891 de eerste Zuivelschool van Bolsward gevestigd. Trijntje Hilarides, de latere zuiveldirecteur van Zurich, heeft er nog les gehad. Zodra je er binnenstapt, snuif je de heerlijke geuren van de jeneverstokerij op. Het moet een feest zijn om hier te werken. Oenema werkte tot
2009 op de afdeling Kwaliteitsdienst van Douwe Egberts in Joure. Hij kon er vervroegd uit. En omdat hij veel te vitaal was om in de rust te gaan, maakte hij zijn eigen keteltje voor de stiekeme alcoholstokerij. Dat begon met graan (gerst) en eindigde na ‘dubbele stook’ met schoon alcohol van 70%. Daar kun je door toevoeging van kruiden een heerlijke jenever of beerenburg van trekken zonder kleurstoffen of houdbaarheidsmiddelen, want daar wil Oenema niets van weten.
Een paar flesjes kwamen via Oenema’s zonen bij de slijterij van Jumbo/ Kooistra en een plaatselijk café terecht. Daar werden ze gewaardeerd en zodoende vlot verkocht, zodat Oenema ineens een nieuw perspectief zag. Maar hij moest wel een vergunning aanvragen. En om aan alle eisen te voldoen, moest hij over een aparte productieruimte beschikken. Dat werd zijn tuinhuisje aan de Drift 2 in Bolsward. Sindsdien is de vroegere hobby een compleet professionele business geworden. Maar nog wel steeds heel kleinschalig, waarbij ‘de baas’ vrijwel alles nog met de hand doet. Wel is veel van dat werk gemechaniseerd, zoals het vullen van de fles, het sluiten met een schroefdop en het kaarsrecht opplakken van de etiketten. Die etiketten laten aan duidelijkheid niks te wensen over. Bertina Tilma heeft mooie schilderijtjes gemaakt, die het karakter van ‘De Stiekeme Stoker’ versterken. Daar hoort ook de ‘amandel-likeur’ bij, of liever het ‘Amaretsje fan Muoike Tetsje’. De dame in kwestie is met blozende wangetjes getekend.
naam en etiket te voorzien. Dan begint de stokerij al bijna op een kleine industrie te lijken. Voor de omzet is dat mooi. Steeds meer producten van Oenema vinden zo hun weg naar klanten in geheel Nederland, maar toch vooral in Friesland. Maar zelf vindt hij het toch ook heel mooi om met zijn eigen geheime kruidenrecept echte Oenema-producten af te leveren. Vol trots toont Wiepie een cadeautje van een klant, de Brandweer van Echten. Die heeft een fles Oenema’s Fryske Beerenburg in een mooie brandblusser verwerkt. Bijna zou je naar een flinke brand verlangen, om die met deze edele drank te blussen.
Grotere bestellingen
Oenema is al lang niet meer uitsluitend afhankelijk van slijters en café’s om zijn klanten te bereiken. Sommigen bestellen meerdere flessen in één keer. Anderen wensen het ambachtelijke product uit Bolsward van een eigen
VOOR AAN DE MUUR Een prachtige skûtsjefoto in tijdloos zwart-wit aan de muur is een aanwinst voor het interieur van iedere skûtsjeliefhebber! Of je nu donateur, sponsor of gewoon liefhebber van deze fantastische sport bent. Op de website van ThomasVaer.frl vind je unieke wedstrijdbeelden van het SKS en IFKS skûtsjesilen in stijlvol zwart-wit. De skûtsjefoto kan op verschillende materialen in Fine-art printkwaliteit afgedrukt worden, passend bij je interieur thuis of op kantoor. Kies bijvoorbeeld voor de klassieke uitstraling van canvas of de moderne look van dibond.
Bestel je foto op www.thomasvaer.frl
www.thomasvaer.frl mail: tom@thomasvaer.frl telefoon: (06) 284 78 335 10
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Sneek kampioen én de snelste
Akkrumer skûtsje kan veel beter De Súdwesthoek was er de SprintDouwe Visser van de 'Sneker Pan' was niet alleen wedstrijden, de Friese Hoek en de SKS-kampioen in 2016, hij was ook over all de snel- Roekoepolle niet bij. Aan die laatste van de SKS. Al won hij niet alle wedstrijden. Als ste deden ook Akkrum, Langwar, tweede van de vloot van veertien eindigde, over d’Halve Maen, Heerenveen, Leeuwarden, Woudsend en Huzum niet mee. het hele jaar gerekend, het Akkrumer skûtsje van Die laatste vier lieten ook de Friese Pieter Meeter. In de SKS-titelstrijd werd hij echter Hoek Race aan zich voorbij gaan. slechts zesde. De doorslag in Lemmer Het SKS-seizoen begint voor de meeste deelnemers met Lemmer Ahoy, op Hemelvaartsdag en het weekend daarna. Daar doen de meeste SKS- en de snelste IFKS-skûtsjes aan mee. Niet iedereen is er echter bij. In 2016 waren Earnewâld en Langwar daar niet van de partij. Na Lemmer Ahoy waren in 2016 de
nog de Waterpoortrace op de Snitsermar en de Proloog, deze keer bij Grou. Na de elf wedstrijden tellende SKS-titelstrijd is er dan nog de Friese Hoek Race bij Lemmer en de Roekoepolle Race op de Snitser Mar. Wij doen net alsof alle wedstrijden even belangrijk en uitgebreid zijn. Dat is natuurlijk niet zo. Meer nog dan bij de
Als alle wedstrijden even zwaar meetellen, is Akkrum de nummer twee van 2016 Sprintwedstrijden: acht keer een start en een ultrakort wedstrijdje daarna. Vervolgens zijn er in het voorseizoen
IFKS overstijgt het kampioenschap de rest verre. En sommige schepen doen meerdere wedstrijden niet mee.
Grou was over het hele jaar gerekend iets beter dan Earnewâld. Douwe Azn. Visser was van de SKS derde bij Lemmer Ahoy, achtste in de Waterpoortrace, elfde op eigen water bij de Proloog, zesde in de Friese Hoek Race en eerste bij de Roekoepolle. Earnewâld won de Sprintwedstrijden, was veertiende in de Waterpoortrace en vierde in de Proloog. In Lemmer startte Gerhard Pietersma buiten het SKS-seizoen niet. Hij is er ooit met lelijke beschadigingen uit de strijd gekomen bij Lemmer Ahoy en doet ‘dus’ niet mee bij deze wedstrijden in het voor- en aan de Friese Hoek Race in het naseizoen. Maar bij de SKS werd Pietersma tweede en Douwe Azn. Visser derde. In Lemmer hadden ze allebei negen punten: 3 en 6 voor
Earnewâld, 7 en 2 voor Grou. De zegereeks begon voor de 'Sneker Pan' met een eerste plaats bij Lemmer Ahoy. De slechtste klassering voor Douwe Jzn. Visser was een vijfde plaats bij de Sprintwedstrijden, hoewel hij daar drie keer won. Het seizoen eindigde redelijk met twee vierde plaat-
Daarna ging het veel moeilijker. Tweede werd Pieter Ezn. Meeter bij De Veenhoop, Terherne en Langweer. Toen koesterden ze in Akkrum nog de illusie dat er makkelijk een podiumplaats en misschien zelfs wel een titel in zat. Maar de eerste dag van Lemmer werd een bittere teleurstelling.
Veel schippers laten einde van het seizoen lopen sen. De SKS-titel werd door Sneek in Lemmer veilig gesteld. Douwe Jzn. Visser won er beide wedstrijden, wat hij eerder op twee achtereenvolgende dagen al had gepresteerd bij De Veenhoop en bij Earnewâld.
Akkrum kreeg te weinig
Akkrum werd van de SKS’ers tweede bij Lemmer Ahoy, derde bij de Sprintwedstrijden, eerste in de Proloog en tweede bij de Friesehoek Race. In de Waterpoortrace werd Pieter Meeter zesde, wat ook zijn klassering bij de SKS was. Hij verloor in die titelstrijd vooral door een hevige aanvaring bij Stavoren veroorzaakt door Joure.
Ze werden, ver beneden hun stand, veertiende. Dat Huizum laatste werd in dit over all klassement en Woudsend dertiende, was geen verrassing. Woudsend zeilde eigenlijk alleen redelijk bij Terherne (vierde), Huizum bij Earnewâld (zesde). Voor beiden begon het seizoen al onheilspellend. De twee laatste wedstrijden deden Lodewijk Meeter, Teake Klaas van der Meulen, Siete Meeter (Leeuwarden) en Alco Reijenga (Heerenveen) niet mee. Drie van dezen, Lodewijk, Siete en Alco, stopten als schipper.
11
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Aannemingsbedrijf Weg- en Waterbouw
Stienstra & Van der Wal-IJlst IS
Ook kunt u bij ons terecht voor: • Remmings- en geleidewerken • Stalen damwanden • Haven aanleg en steigerwerk • Houtleverantie • Diverse typen walbeschoeiingen • Houten bruggen Voor informatie en/of een vrijblijvende offerte kunt u altijd contact met ons opnemen.
S&W
it kwalite & d i e h ilig Waar ve samengaan nauw
Aannemersbedrijf Zijsling en Zonen B.V. Als het gaat om de aanleg van havens, het uitdiepen van kanalen, het baggervrij maken van kanalen, walbeschoeiing, grond en zandvervoer (overslag) of andere aan het water gerelateerde werkzaamheden.
rd
rtificee
A gece O en VC
Aannemingsbedrijf Weg- en Waterbouw Stienstra & Van der Wal Rogmolewei 6, 8651 EP IJlst Tel. 0515-533243, Fax 0515-531362 info@stienstra-vanderwal.nl www.stienstra-vanderwal.nl
KING VAN HET WATER
In 20 jaar heeft het bedrijf een enorme groei doorgemaakt. Inmiddels beschikt Zijsling over 4 kraanschepen, 2 pontons, 3 sleepboten, 9 dekschuiten/elevatorbakken, 3 hydraulische kranen en sinds januari 2008 ook over een zelfzuigend beunschip. KING WENST JE EEN MOOIE ZOMER!
Riperwei 3 8623 XR Jutrijp 0515-424603
www.zijslingbv.nl 12
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Nieuwe generatie verslaat routiniers
IFKS-titelstrijd spannend tot laatste dag Makkumers en Tynsters spartelden zaterdag 20 augustus 2016 vrolijk in het water van de Lemster Kolk, sommigen met een ontdopt bierflesje in aanslag. Ze waren in de pas afgeronde IFKStitelstrijd met miniem verschil 1 en 2 geworden.Ton Brundel was onttroond, Froukje Osinga haalde opnieuw het eindpodium. Vertegenwoordigers van de nieuwe generatie versloegen vorig jaar bij de IFKS de routiniers. De nog maar 26-jarige Klaas Kuperus werd met de ‘Zes Gebroeders’ kampioen. De pas tot het hoogste niveau doorgedrongen Jaap Hofstee met ‘’t Swarte Wief’ was tweede met 1 punt achterstand. Beiden zeilden vrij stabiel in de voor-
Routiniers als achtervolgers
Achter Froukje Osinga hadden Sikke Heerschop met de ‘Wylde Wytse’ en Siebo Zysling met de ‘Striidber’ het nakijken. Froukje had een slechte slotfase met twee negende plaatsen en een zesde. Sikke, in 2015 nog bijna gedegradeerd, werd bij Echtenerbrug
Goed voor- en naseizoen blijkt geen garantie voor kampioenschap hoede, met voor Kuperus een nare uitschieter naar beneden op de eerste Lemster dag. Toen werd hij twaalfde. Net als de nummer 2 won hij dit jaar geen enkele wedstrijd – en dan toch kampioen! Hofstee werd op de tweede dag in Lemmer achtste, zijn slechtste resultaat tussen drie podiumplaatsen. Hij werd tweede in Echtenerbrug en op de eerste dag in Lemmer en derde bij de opening in Hindeloopen. Dat Froukje Osinga met de ‘Jonge Jasper’ op een derde plaats in het klassement eindigde, maakte de zegepraal voor de jonge generatie compleet. Immers, ook zij hanteert nog maar enkele jaren het helmhout en boekt daarbij fantastische resultaten. Afgelopen jaar werd ze tweede bij Hindeloopen en won de wedstrijd bij Stavoren. Dat beloofde veel, maar ze kon het niet volhouden.
en Lemmer 14, 10 en 5. Dat was ook al niet om vrolijk van te worden. Toch stond hij met een vierde eindklassering vlak bij het podium. Siebo Zysling, winnaar van de openingswedstrijd bij Hindeloopen, werd keurig tweede in de slotwedstrijd en bleef daardoor in de buurt van de toppers. Toch kwam ook hij drie keer in de achterhoede binnen, namelijk als twaalfde (Heeg), tiende (Sloten) en dertiende (Echtenerbrug). De tot dan toe regerend kampioen Ton Brundel met de ‘Lytse Lies’ werd slechts zesde in het klassement. Dit ondanks een overwinning op de eerste dag bij Lemmer. Hij maakte mee wat voor de meesten gold: een grote spreiding in de resultaten, met naast een eerste en een derde dagklassering ook een tiende en een elfde. Dan zitten we al in de middenmoot, waarin we namen tegenkomen als
Froukje Osinga-Meijer is bezig met een unieke carrière. In 2012 nam ze het helmhout over van haar vader Sieb Meijer, debuteerde met het kampioenschap van de C-klasse en werd in 2013 ook meteen kampioen in de B-klasse. Sindsdien zeilt ze in de A-groot en werd tweemaal tweede en in 2016 derde. Het wachten is op de titel.
Geale Tadema (zevende), Floriaan Zwart (negende), Lucas Bouma (elfde) en Michiel Kalsbeek (twaalfde). Zij
Merijn Olsthoorn had met de ‘Emanuel’ een fantastische eindfase met twee overwinningen en een derde
Jonge garde verdeelt de prijzen eindigden net als Jeroen de Vos van de Eelkje II vlak bij de degradanten Erik Jonker, Remy de Boer en Paul de Koe. Voor Michiel Kalsbeek was dit het laatste seizoen met de ‘Raerder Roek’. Zijn zoon Sijmen volgt hem op, en begint komend seizoen in de C-klasse.
plaats. Jammer dat hij zo stroef en onbeholpen begon, anders had er veel meer in gezeten. Arend Wisse de Boer won met de ‘Drie Gebroeders’ bij Heeg.
Spanning in de B-klasse
Voormalig kampioen Walter de Vries
Walter de Vries degradeerde in 2015 uit de A-klasse, maar heerste in 2016 als een vorst in de B-klasse en werd met vier dagoverwinningen kampioen.
('Goede Verwachting') heerste in de B-klasse als een vorst. Hij won vier wedstrijden, bij Hindeloopen, Heeg en twee keer Lemmer. Voor de spanning was het mooi dat ook de nummer twee, Arnold Veenema met de ‘Zeldenrust’, het fantastisch deed. Die werd eerste bij Sloten en Echtenerbrug. Doordat hij op de eerste dag bij Lemmer in een protestconflict verwikkeld raakte en daarbij 17 punten opliep, verloor de Sneker schipper de strijd om de titel. Hij eindigde met 2,2 punten achterstand op de tweede
Daan van der Meer haalde drie dagoverwinningen en werd kampioen in de C-klasse. Voor 2017 geldt hij ook als kanshebber bij de B’s.
ª
13
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
IFKS Eindklassement 2016 A-klasse
C-klasse
De Zes Gebroeders
Klaas Kuperus
Makkum
21
Singelier
Daan van der Meer
Stavoren
16.7
It Swarte Wief
Jaap Hofstee
De Tynje
22
De Jonge Jan
Fonger Talsma
Warten
21.8
Jonge Jasper
Froukj Osinga
Franeker
29.9
Grytsje Obes
Arjen de Jong
Koudum
25
Wylde Wytse
Sikke Heerschop
Rotterdam
32.9
Wâldwiif
Tim Roosgeurius
Kootstertille
28
Striidber
Siebo Zijsling
IJlst
33.9
Sinnekening
Jan van der Veen
Leeuwarden
28
Lytse Lies
Ton Brundel
Gaastmeer
34.9
Dageraad
Rein Wiebe Leenstra
Gaastmeer
29.9
It Doarp Eastermar
Geale Tadema
Eastermar
35
Ale
Ron Syperda
Heeg
42
Emanuel
Merijn Olsthoorn
Lemmer
35.8
Galamadammen
Simon van der Lingen Galamadammen 45
Ut en Thús
Floriaan Zwart
Sneek
41
Ut ‘e Striid
Gerrit Huisman
Galamadammen 46
Drie Gebroeders
Arend Wisse de Boer
Gorredijk
43.9
Goede Verwachting
Bouke van der Vaart
Lemmer
52
Grutte Pier
Lucas Bouma
Jorwert
44
Gerrit de Vries
Gerrit de Vries
Sneek
54.9
Raerder Roek
Michiel Kalsbeek
Raerd
56
Oant Moarn
Alisa Stekelenburg
Galamadammen 60
Eelkje II
Jeroen de Vos
Heeg
62
Harmonie
Floris Bottema
Bolsward
67
Jonge Rein
Erik Jonker
Wytgaard
79
Ulbe Zwaga
Kees Hermsen
Sloten
69
De Eenvoud
Remy de Boer
Harlingen
81
Stêd Dockum
Jelmer Bloembergen
Dokkum
78
Hoop op Zegen
Paul de Koe
Heerenveen
84
B-klasse
UZ
14
a-klein
Goede Verwachting
Walter de Vries
Sloten
11.6
Engelina Smeltekop Pieter Jilles Tjoelker
Earnewâld
16.9
Zeldenrust
Arnold Veenema
Sneek
13.8
Hoop op Welvaart
Sneek
18.9
Woeste Ånne
Wytse Heerschop
De Meern
21.9
Lytse Earnewâldster Sjoerd Kleinhuis
Earnewâld
21
Ora et Labora
Sietse Broersma
Heeg
28
Eemlander
Bernd de Cneudt
Eemnes
25.8
Lonneke
Jilles Bandstra
Stavoren
30
De Tiid Sil ’t Leare
Harm van der Weiden
Amsterdam
29.9
Verwisseling
Bas Krom
Yndyk
32
Stad Harlingen
Sikke Tichelaar
Harlingen
33.5
Opsjitter
Willem Ulbesz Zwaga
Langweer
38
It Abbegeaster SkûtsjeHenk Frankena
Abbega
36.39
De Lege Wâlden
Jehanne Prins
Terherne
48
Nieuwe Zorg
André Wiersma
Earnewâld
39
Redbad
Wietse Bandstra
Workum
56
Welvaart
Tjibbe van der Veer
Elahuizen
50
Nooit Volmaakt
Cees Riezebos
Hindeloopen
58
Twa Famkes
Pieter Jansma
Drachten
51
Gerrit Ynze
Ulbe Zwaga
Koufurderrige
59
Avontuur
Age Bandstra
Heeg
56
Oude Zeug
Koos Lamme
Sloten
59
Swanneblom
Johan Dankert
Earnewâld
57
Frisia
Robert de Jong
Lemmer
68
Nooit Volmaakt
Jochem van der Vaart Jr. Lemmer
69
Twee Gebroeders
Jan Overwijk
Top & Twel
70
Doeke van Martena
Riemer de Graaf
Drachten
72
De Verandering
Sint Bekkema
Boornbergum
73
Hoop op Zegen
Chris van den Berg
Leeuwarden
79
De Yde
Noortje Goedhart
Mantgum
73
Hoop Doet Leven
Koos van Drunen
Nij Beets
97
HA
Rutger Boonstra
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L plaats, maar dwong zo wel promotie af naar de A-klasse. Derde werd Wytse Heerschop met de ‘Woeste Ånne’, winnaar op Stavoren. Hij promoveert met de eerste twee en Sietse Broersma (‘Ora et Labora’) naar de A-Groot, waar hij zijn vader Sikke zal tegenkomen. Dat wordt een interessante strijd. Want Sikke heeft gezegd dat hij als schipper zal stoppen zodra zijn zoon sneller blijkt te zijn. Die krijgt dan ook het mooiste schip van het Heerschop-smaldeel, de ‘Wylde Wytse’, onder zijn beheer. Noortje Goedhart werd met 'De Yde’ laatste, zodat ze degradeert. Dat was een bittere pil voor de KNO-arts, voor wie het seizoen al dramatisch begon met een aanvaring bij Lemmer Ahoy met ‘De Jonge Jan’ van Fonger Talsma. Sint Bekkema werd met de ‘Verandering’ voorlaatste; de oude meester stopt ermee, heeft hij aangekondigd. Robert de Jong, met de ‘Frisia’ elfde, stopt er ook mee. De Lemster heeft er hard genoeg aan gesjord, nu is het welletjes. Misschien doet een Woudsender schipper met Dokkumer bemanningsleden het er beter mee. De teleurstellend als negende geklasseerde Ulbe Zwaga met de ‘Gerrit Ynze’ kwam in de aanloop naar het seizoen 2017 ineens zonder schip te zitten, toen eigenaar Jacob Huisman het verhuurde aan Alisa Stekelenburg. Dat zijn zoon Willem SKS-schipper op Leeuwarden wordt, is misschien een troost voor de matjedoor, die dit jaar zo veel te verstouwen kreeg.
Woedende Talsma’s
Met twee overwinningen was de door Harry Amsterdam gecoachte Fonger Talsma met ‘De Jonge Jan’ bijna kampioen geworden in de C-klasse. Maar in de laatste wedstrijd kwamen de door hem gekozen zeilen niet overeen met wat op papier stond, en dus werd hij door de commissie in Lemmer gediskwalificeerd. Woedend waren de mannen uit Warten, vader Jelle voorop.
Het volledige podium van de a-klein: Sjoerd Kleinhuis met de ‘Lytse Earnewâldster’ voorop, gevolgd door Rutger Boonstra met de ‘Hoop op Welvaart’ en kampioen Pieter-Jilles Tjoelker met de ‘Engelina Smeltekop’.
Fonger. Derde werd in deze klasse de 'Grytsje Obes', waarop de eerste wedstrijden Arjen de Jong en later omke Lieuwe stuurde. Tim Roosgeurius (‘Wâldwiif’) en Jan van der Veen (‘De Sinnekening’) bleven mooi in de buurt, maar konden net geen potten breken. Nummer laatst werd Jelmer Bloembergen met de ‘Stêd Dockum’. Het experiment om voor de stad Dokkum
Debutanten delen de lakens uit in de C-klasse Voor Amsterdammer Daan van der Meer betekende dat het kampioenschap. Hij zeilde uitstekend en won met de ‘Singelier’ drie keer, en bleef nu 5,1 punten voor op de ‘De Jonge Jan’. Dat betekent promotie naar de B-klasse, waar hij als kandidaat voor een van de topplaatsen begint, uiteraard samen met de onfortuinlijke
een wedstrijdskûtsje te laten varen was gelukt, maar hoewel er niet op een topklassering gerekend was, was deze laatste plaats toch wel een teleurstelling. Begin oktober namen bestuur, bemanning en schipper afscheid van elkaar. Kees van der Kooij uit Woudsend werd aangetrokken als nieuwe schipper en begin 2017 werd
ook het skûtsje zelf nog vervangen. De oude ‘Waaksdom’ zat geen perspectief in, aldus het bestuur, en zodoende werd de ‘Frisia’ van Robert de Jong gehaald. In de achterhoede van de C-klasse zeilden verder Kees Hermsen, de oude Floris Bottema en Alisa Stekelenburg (van het Vrouwenskûtsje ‘Oant Moarn’). De jonge Gerrit Huisman eindigde met zijn vaders ‘Ut ‘e Striid’, voorheen het Langwarder skûtsje, in de middenmoot. Dat was niet slecht, maar ook niet goed genoeg.
Bal der debutanten
Debutant Pieter Jilles Tjoelker streed met de ‘Engelina Smeltekop’ tot de laatste wedstrijd om de titel in de klasse a-klein met Rutger Boonstra. Deze jongeling is schipper op de ‘Hoop op Welvaart’, bekend geworden door de Veenema’s. Ze werden in Lemmer 4 en 3 en in het klassement 1 en 2. De laatste wedstrijd was loeispannend, mede ook door het verrassende optreden van de Groninger studenten
van Mayday op de ‘Swanneblom’ van Age Veldboom. Ze eindigden vooraan. Maar doordat er bij de start iets was misgegaan, kon Johan Dankert de overwinning niet op zijn palmares
kon daardoor ook in Earnewâld bij het Skûtsjemuseum worden gehuldigd. Vierde werd Berd de Cneudt met de ‘Eemlander’, voorheen '’t Swarte Wief' en ooit begonnen als de ‘Koop-
Toppers in de a-klein houden titelstrijd spannend tot op de laatste dag bijschrijven. In plaats daarvan kreeg hij 17 punten en eindigde hij niet als zesde in het klassement maar als twaalfde. Sjoerd Kleinhuis kwam weer eens met de ‘Lytse Earnewâldster’ op het podium, nu met een derde plaats. Hij
handel’. Gebouwd door Jan Bos uit Echtenerbrug deed dit schip weer mooi mee. Met vele anderen maakten deze vier toppers er in de klasse a-klein een prachtige titelstrijd van, spannend tot op de laatste dag.
IM
Altijd op zoek naar schonere brandstoffen, met betere prestaties
Veenema Olie, Chemie en Energie Druk, druk, druk? Waar haal je toch de energie vandaan? Bij Veenema in Sneek natuurlijk. Als 100% familiebedrijf weten we wat erbij komt kijken om de zaak draaiende te houden. Als leverancier van o.a. GTL Diesel (Gas To Liquid) doen we daarom net dat beetje meer. GTL zorgt voor minder uitstoot van schadelijke stoffen en is bovendien niet gevoelig voor bacterievorming. Dus ook voor uw ultra schone brandstof vaart u naar de jongens van Veenema. Raadpleeg onze website voor de verkooppunten.
Non-stop Veenema
Alisa Stekelenburg en haar ‘vrouwenskûtsje’ eindigden in de achterhoede van de C-klasse. De ‘Oant Moarn’ verhuisde naar Blauwhuis en de dames gaan in 2017 verder op de ‘Gerrit Ynze’, ook van Jacob Huisman.
T (0515) 42 01 51 |
veenemaolie.nl
15
Skรปtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
FOAR DE WYN MEI
HAAIMA & HYLKEMA
HAAIMA
BURGUM FRANEKER LEEUWARDEN WURDUM
MR. W.M. O. V. VEENWEG 34 JAMES WATTSTRAAT 4 CORONAWEG 2 WERPSTERDIJK 1
T. 0511 - 46 98 22 T. 0517 - 39 76 00 T. 058 - 288 20 18 T. 058 - 255 13 02
HYLKEMA
DRACHTEN EMMELOORD HEERENVEEN SNEEK
DE BOLDER 83 TRAKTIEWEG 20 BEURTSCHIP 35 KOLENBRANDERSTRAAT 9
T. 0512 - 54 56 00 T. 0527 - 61 36 35 T. 0513 - 62 27 44 T. 0515 - 54 81 11
www.hylkemahaaima.nl
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Froukje en Merijn zeilden sneller
IFKS-titel was geweldige uitschieter Over heel 2016 zeilden Froukje Osinga en Merijn Olsthoorn vaak snel bij de IFKS.Toch werden ze in de zevendaagse titelstrijd ‘maar’ 3 en 8. De winnaars Klaas Kuperus en Jaap Hofstee daarentegen presteerden over het hele jaar matig. Maar zij werden wel 1 en 2 in de kampioensstrijd klasse A-Groot. Froukje Osinga-Meijer had met haar ‘Jonge Jasper’ een eerste (Lemmer Ahoy), een tweede (Langwar) en een derde (Friesehoek) plaats in het vooren naseizoen. Derde werd ze in de IFKS-titelstrijd. Dat was een keurige prestatie, hoewel enigszins teleurstellend na een fantastisch begin van het seizoen. Merijn Olsthoorn eindigde als achtste bij de IFKS. Met de ‘Emanuel’ was hij echter tweede geworden bij Lemmer Ahoy. Omdat hij de Friesehoek Race en de Slotwedstrijd won, liet hij het in het kampioenschap wat zitten. Ook Arend Wisse de Boer werd met de ‘Drie Gebroeders’ twee keer eerste, namelijk bij de Slach om Heech en bij de Roekoepollerace. Hij had op de Snitsermar geen concurrentie van Merijn, die er niet startte. Zelf bleef Arend Wisse thuis toen Merijn Olsthoorn de Slotwedstrijd won. De Boer werd verder een keer derde en een keer vijfde. Maar hij werd slechts als tiende geklasseerd in de zomercompetitie tussen de A-groten in de IFKS. Dat was duidelijk beneden zijn stand.
Plas, waar in 2016 Jeroen de Vos won ten koste van Ton Brundel. Daardoor kon Sieb Meijer met de Jonge Jasper nogal naar voren komen. Maar we tellen dit, omdat de deelname op uitnodiging geschiedt, niet mee. Echt te vergelijken zijn de andere wedstrijden ook niet. Bij sommige wordt na één wedstrijd een nieuwe indeling gemaakt. Bij andere (Lemmer Ahoy, Friese Hoek Race en Roekoepolle) zeilen IFKS en SKS door elkaar heen. Op de Kralingse Plas was er dit jaar voor het eerst Matchracen tussen
vier toppers, die in tweetallen startten. De IFKS-competitie zou zwaarder mogen wegen dan de meeste andere toernooien. Er worden dan zeven wedstrijden gezeild, waarvan alleen de slechtste niet meetelt. Dat is nogal wat anders dan wedstrijden als de Slotdag, waarbij traditioneel een ander bemanningslid aan het helmhout zit. En de strakke klassenindeling, de umpire en de scherpe uitslagbepaling met sancties als degradatie en promotie geven extra cachet aan de titelstrijd. Globaal is dus vast te stellen dat de twee hoogste podiumplaatsen bij de IFKS vorig jaar uitschieters waren. Froukje Osinga kon nog wel redelijk tevreden zijn met haar derde plek, want stressbestendigheid mag ook meetellen. Merijn Olsthoorn, Arend Wisse de Boer en Jeroen de Vos (bijna gedegradeerd!) kregen echter duidelijk veel te weinig.
Bovenkant middenmoot
Floriaan Zwart werd met de ‘Ut en Thús’ eerste, tweede en vierde, maar ook achtste en veertiende. Dat laatste was wel ongeveer wat je van een achtste in het eindklassement mag verwachten. De eerste drie prestaties - bij Langwar, Heeg en Sneek - waren veel beter. Met hem streden Jeroen de Vos (dertiende bij de IFKS) en Sikke Heerschop (vierde) geregeld om de betere plaatsen. Die deden het allebei net een beetje beter dan de jonge schipper uit Sneek. Jeroen werd drie keer derde en een keer vierde. Sikke deed met zijn ‘Wylde Wytse’ alle wedstrijden mee en veroverde daarin twee keer een tweede en twee keer een vierde plek. Echt slecht zeilden deze twee nooit. Voor Jeroen de Vos komt daar nog als extra bij dat hij het met een handigheidje ook op de Kralingse Plas in Rotterdam won. Pas achter deze zes vinden we de kampioen Klaas Kuperus met de ‘Zes Gebroeders’ en Jaap Hofstee met ‘’t Swarte Wief’. Die hadden allebei een beroerd voorseizoen maar piekten voorbeeldig bij de IFKS. Klaas Kuperus startte in de Friesehoek Race en bij de Roekoepolle niet eens. Hij zat bij de Slotwedstrijd in de kleine finale (‘Zilver’). Jaap Hofstee deed het toen juist beter met een vierde en een vijfde plek. Maar voor beiden kan gezegd worden dat hun geweldige uitslagen van 2016 echte uitschieters waren, die nog geen enkel uitzicht op prolongatie bieden.
Jeroen de Vos presteerde het hele jaar uitstekend, behalve tijdens die ene week die er echt toe doet. In het eindklassement van het kampioenschap bleef hij met een dertiende plaats maar net boven de rode lijn van degradatie.
Froukje Meijer werd tijdens Lemmer Ahoy tweede achter Douwe Visser van Sneek. Over het hele jaar gezien waren dit de onbetwiste nummers één van het skûtsjesilen. Met dit verschil dat Douwe Visser dat ook omzette in een titel bij de SKS, terwijl Froukje Osinga weliswaar voor het derde jaar op rij op het podium eindigde bij de IFKS, maar net te kort kwam voor het kampioenschap.
Moeilijk vergelijken
Het IFKS-seizoen begint al vroeg in het voorjaar met Skûtsjesilen Langwar. Daarna hebben we Lemmer Ahoy, de Slach om Heech en na de IFKS de Friese Hoek Race, de Roekoepolle en de Slotwedstrijd. Sommigen gaan tussendoor ook nog naar de Kralingse
Een overzicht van de prestaties over het hele seizoen. Tijdens Lemmer Ahoy, Friese Hoek en Roekoepolle zeilen SKS- en IFKS-skûtsjes door elkaar. Het eerste cijfer geeft de klassering weer ten opzichte van de andere skûtsjes uit de eigen klasse. Tussen haakjes staat de plaats in het eindklassement.
17
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Makkum verbaast iedereen, behalve Pake Verbeek
‘Klaas hat it’
Het was een prestatie van formaat dat Klaas Kuperus met zijn ‘Zes Gebroeders’ in 2016 kampioen werd van de IFKS. Die ene week in augustus viel alles op zijn plaats en Makkum barstte uit zijn voegen. Maar Kuperus weet ook: een keer kampioen worden is mooi, dat kunstje herhalen is van een heel andere orde.
Vier mannen wachten mij op in de kantine van Bleeker Metaalbewerking. Het zijn de vier eigenaren van het skûtsje, schipper Klaas Kuperus, zijn vader Eeltsje, pake Gerrit Verbeek en vierde man Gerard Bleeker, zwager en schoonzoon van Klaas en Eeltsje. Buiten ligt het skûtsje te wachten op het nieuwe seizoen, binnen getuigt een vitrinekast vol prijzen van de daadkracht
van de jonge zeilers. Slechts zes jaar zat er tussen hun debuut in de C-klasse en het glorieuze kampioenschap van de IFKS. De beste van allemaal, daar hadden ze wel eens over gedroomd, maar dat deze droom zo snel werkelijkheid zou worden, nee, dat hadden ze niet gedacht. Ze hadden zichzelf ten doel gesteld om in 2016 bij de eerste vijf te eindigen. Dat was reëel want het jaar daarvoor waren ze al bijna als vijfde geëindigd, ware het niet dat ze
Zonder deze snelrechter op het water hadden de Makkumers wellicht een hele andere wedstrijd gezeild. Minder opportunistisch om niet in een welles-nietes spelletje terecht te komen in de protestkamer. ‘Witst no drekt wêr ‘st oan ta bist. Hast in straf, dan draaist in rûntsje en dan kinst noch de hiele wedstryd besykje dat wer goed te meitsjen. Wachtest de protestkeamer ôf en krijst 16 punten oan ‘e broek, dan kin it neat mear lije.’ Om in het vervolg nog sterker te
Het streven voor 2016 was een plaats bij de eerste vijf. Het werd de titel. Dat was twee jaar eerder dan gepland. in de laatste wedstrijd een aanvaring kregen met de ‘Raerder Roek’ van Michiel Kalsbeek. De Makkumers verloren het protest en daarmee hun topklassering.
Het voordeel van snelrecht
Kostte de protestkamer hen in het verleden nog kostbare punten, in 2016 liep dat wel anders. ‘Wy hienen foardiel fan de umpire,’ vertelt Kuperus. ‘Drekt by Hylpen hienen wy in protest oan ‘e broek fan Lucas Bouma (Grutte Pier, red.) doe ’t wy oer stjoerboard foar him del gongen. De umpire joech drekt oan dat wy yn ús rjocht stienen, dat wy koenen moai troch sile.’
18
staan in een eventuele protestsituatie krijgt de ‘Zes Gebroeders’ dit jaar een GoPro-camera op het helmhout. De beelden mogen eventueel in de protestkamer nog als bewijs opgevoerd worden. Maar als ze net zo soeverein zeilen als in 2016, dan is al die drukte niet nodig. ‘It skip rûn sa goed, dat wy koenen rûnom bûten bliuwe,’ aldus een tevreden Kuperus. Daar was ook wel wat geluk bij, want waar bijvoorbeeld een Ton Brundel als gevolg van de nieuwe zeilformule extra ballast moest innemen, was de ‘Zes Gebroeders’ mooi op gewicht.
De titel verkoopt
In de aanloop naar het nieuwe sei-
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
zoen mag zeilmaker De Vries uit Makkum een nieuwe fok leveren. Eigenlijk moet het vlak ook nog eens flink onderhanden genomen worden, maar
teurs is ferdûbele en mei it sykjen fan sponsoaren rint it krekt wat makliker. Sa ’n kampioenskip ferkeapet.’ En in Makkum wordt het skûtsje
‘Ûnder de wedstryd is der gjin diskusje. Wy binne gewoan in hiele hechte ploech.’ daar zijn de financiële middelen nog even niet voor. De tijd trouwens ook niet. Volgend jaar dan maar, grijnst de schipper. Ze stellen het immers al een paar jaar uit en vooralsnog loopt het skûtsje als een tierelier. Nu ze het kampioenschap binnen hebben gehaald wordt het financieel ook iets gemakkelijker, stelt Kuperus. ‘It tal dona-
toch al gedragen door de enthousiaste inwoners, waarvan een groot aantal trouw de wedstrijden bezoekt. Na de winst in de IFKS volgde er dan ook een grote huldiging in het vissersdorp. Geweldig, maar niks haalt het bij het volksfeest dat ontstond na het behalen van de tweede plaats in de C-klas-
se bij hun debuut in 2011. ‘No wisten wy dat der in huldiging wêze soe, doe dat earste jier waarden wy hjir ynhelle as wienen wy ek al kampioen, dat wie in alderferskuorrendst moai feest.’
‘Klaas hat it’
Nu ze hun naam definitief gevestigd hebben tussen de grote mannen, is het zaak dat de prestaties ook goed blijven. Daarom wordt er iedere week getraind bij Heeg en worden zo mogelijk alle wedstrijden gezeild. Soms vinden ze in de training nog kleine dingetjes die net wat beter kunnen. De vorm van de strijklatten, de sleuf van de zwaarden, Kuperus en zijn bemanning streven perfectie na. Daarbij laten ze zich niet leiden door wat anderen doen. Integendeel: ‘Wy sile faak krekt efkes oars as oaren. Wy sjogge dat de measten allegearre itselde dogge, de selde slach kieze. As wy tinke dat it oars moat, dan dogge wy dat.’ Daarbij is de start het moeilijkst, zegt Pake Verbeek. Maar Klaas heeft dat in de vingers, meldt hij er direct achteraan. ‘Ast goed starte kinst, hast de heale wedstryd yn hannen. Do moatst dus eins fiif menuten foarút tinke kinne en krekt witte wat it skip docht. En dêrby ek nochris fleksibel wêze, fansels, want as it tsjinsit, moatst al yn dy lêste menuten wat oars betinke. Klaas hat dat.’ Kuperus is sowieso een goede schipper, dat zijn Pake Verbeek, Eeltje Kuperus en Gerard Bleeker roerend met elkaar eens. Hij is rustig, heeft het spelletje zo jong als hij is al heel goed in de vingers en gaat plezierig met zijn bemanning om. Geschreeuwd wordt er niet aan boord van de ‘Zes Gebroeders’, tijdens de wedstrijd is het eerder stil te noemen. Klaas straalt te allen tijde rust uit, klinkt het bijna in koor. ‘Dat
kloppet wol,’ weet de jonge schipper van zichzelf. ‘Ik ha noait mouite hant mei de rol fan skipper. Ik sis wat en sa bart it ek. Ik twifelje net, dus de bemanning ek net. In misse slach of in ferkearde start, dêr kinne wy it neitiid
wol efkes oer ha, mar ûnder de wedstryd is der gjin diskusje. Wy binne gewoan in hiele hechte ploech mei syn allen.’
WIE DE DOOD VREEST IS EEN LAFAARD Pake Gerrit Verbeek maakte het financieel mede mogelijk dat Klaas Kuperus en zijn vrienden de oude ‘Nooit Volmaakt’ [L 814 N] in 2009 kochten en in anderhalf jaar tijd ombouwden tot een goedlopend wedstrijdschip. De voormalig huisarts van Woudsend wist van de wens van zijn kleinzoon en toen zich deze kans voordeed, was hij er als de kippen bij. ‘It is moai dat der in skûtsje yn ‘e famylje is. Dêr ha ik in soad wille fan.’ Zelf was hij jarenlang bemanningslid bij de oude Klaas van der Meulen, met een goed gevoel voor wedstrijdtactiek. ‘Dat sit der by Klaas ek yn, dat seach ik al yn him doe ’t er as lyts jonkje it silen learde. En hy hat him hiel fluch ûntwikkele ta in goede wedstrydskipper.’ Verbeek, die door de hele bemanning met Pake wordt aangesproken, zou het liefst overal bij zijn. Mee op het skûtsje met zijn schoonzoon Eeltje en kleinzoon Klaas, dat gaat helaas niet meer. ‘Ik fiel my net feilich mear oan board, ik wurd sa stuitelich. Mar wat hie ik noch graach meidwaan wollen. Sa mei elkoar sile is sa ferrekte moai en dan neitiid moai efkes sitte. Och, wat kamen der dan in sterke ferhalen. Mar ik stean as it in bytsje kin wol op ‘e wâl en dêr ha ik fansels moai sicht op ‘e wedstryd. Dan wol ik de mannen betiden wol ta raze wat se moatte. Mar op it skip? Nee, ik bin dea benaud dat ik oerboard kiperje en dan fersûp ik. Om mysels kin my dat neat skille, it is sa as Grutte Auke oan board by Klaas van der Meulen dan sei: ‘Wie de dood vreest is een lafaard’, mar och, dan soe ik de wedstryd al raar bedjerre.’
Evaporators & Dryers
Wa a rd we i 9 | 87 5 4 H B M a k k u m | Te l : 0 5 1 5 2 3 1 1 7 7
w w w. s a n c o p ro j e c t s . n l
19
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
w w w.t r ije hus.nl Café-restaurant Trije Hûs is te vinden ten noordoosten van Grou, aan het Prinses Magrietkanaal, en is met uw eigen boot te bereiken. Heeft u geen boot? De Trije Hûs taksi vervoert u graag naar het eiland vanaf de Hellingshaven in Grou.
• Verspaning (conventioneel en CNC) • Slijpen • Harden en ontlaten • Revisie seals / asafdichtingen • Onderhoud pompen en motoren • Reparatie, revisie en spuiten machines • Verhuizen machines • Veiligheidsinspectie machines • Technisch onderhoud, industrieel onderhoud • Verkoop nieuwe en gebruikte machines • Leasen machines • Aanmaken schroefassen • Reparatie onderdelen
20
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Prestatiedrang nekt ambities
Exodus bij de SKS
In 2017 moet de 'Twee Gebroeders' van Langweer maar liefst 12m2 doek inleveren. Johannes Meeter zag geen mogelijkheden om dan nog voor een goede klassering te zeilen en bedankte. Als schipper op 'It Doarp Huzum' dicht hij zichzelf meer kansen toe.
Siete Meeter was de eerste van die aangaf te stoppen. Met twee keer een dagprijs in drie jaar tijd en als beste klassering een tiende plaats in het eindklassement kon hij zijn eigen verwachtingen niet waarmaken.
Aan het einde van het seizoen 2016 kwam er een ware exodus op gang van vertrekkende schippers. Maar liefst vier van de veertien gaven de pijp aan Maarten. Drie van hen keren ook niet terug als schipper. Gelukkig behoorden hun vervangers/ opvolgers tot dezelfde skûtsjefamilies als waaruit al vele jaren de schippers afkomstig zijn. Dat geeft ondanks alle wisselingen toch enige continuïteit aan het geheel. Siete Meeter, Leeuwarden
De eerste die na de kampioenswedstrijden van 2016 afhaakte, was Siete Eildertszn. Meeter, sinds 1912 schipper op het Ljouwerter skûtsje. Onder zijn leiding is de bemanning verjongd en het skûtsje ingrijpend voor een recordbedrag opgeknapt. Dat was in 2014, toen Siete 46 jaar oud was. Helaas leidde de investering van 165.000 euro niet tot verbetering. Ondertussen kreeg Siete het samen met Sietske ook privé behoorlijk voor de kiezen. De stichting die ‘It Doarp Huzum’ exploiteert, bleek namelijk niet in staat een laatste termijn van 75.000 euro op tijd aan hem te voldoen. Tegelijkertijd hield het bedrijf CSM uit Leeuwarden, onder meer van de Gebroeders Los, vast aan betaling voor meerwerk aan hun grondig opgeknap-
te woonklipper. Een voor hen gunstige gerechtelijke uitspraak daarover werd in hoger beroep teruggedraaid. Al deze verwikkelingen sloopten Siete, zodat hij ermee stopte. Zijn opvolger werd Willem Zwaga, zoon van oud-SKS-kampioen Ulbe en voorheen schipper op het IFKS-skûtsje ‘Opsjitter’.
Alco Reijenga, Heerenveen
De ‘Gerben van Manen’, in 1915 bij de Gebroeders Roorda in Drachten gebouwd , behaalde als skûtsje van Heerenveen de meeste kampioenschappen bij de IFKS. Maar nadat Pieter Sietzeszn. Brouwer na invoering van een nieuwe zeilformule een paar vierkante meters doek van het grootzeil moest inleveren, ging het minder. Helemaal dramatisch was het nadat
de toen 33-jarige Alco Reijenga in oktober 2013 schipper was geworden. Deze zoon van de voormalige Lemster skûtsjeschipper Jelle, zelf eerder bemanningslid op Heerenveen en adviseur op Joure, kwam niet uit de achterhoede. In zijn eerste jaar werd hij veertiende en laatste in het eindklassement, slechter dan ooit een schipper op dit skûtsje was geëindigd. De Heerenveen-commissie drong hem min of meer een andere adviseur op en stelde nog een paar pittige eisen. Dat leidde wel tot verbetering, maar een negende plaats was ook niet om over naar huis te schrijven. En in 2016 viel Reijenga met Heerenveen weer terug. Ze werden elfde. Eind september besloot Alco dat hij te weinig vertrouwen genoot bij commissie en bemanning om er wederom een heel seizoen tegenaan te gaan. Hij stopte ermee. Zijn opvolger werd Sytze Pieterszoon Brouwer.
Johannes Meeter, Langweer
In 2015 was Langweer voor het eerst na de beginjaren tachtig bijna kampioen met ‘De Twee Gebroeders’ en schipper Johannes Hidzerszoon Meeter. Die eindigde met minieme achterstand (0,2 pnt) achter Dirk Jan Reijenga als tweede. Het was een geweldige prestatie voor de schipper die in Lemmer, waar hij woonde, het skûtsje
Lodewijk Meeter ontbrak het aan tijd om maximaal te trainen. Om als nieuwe 'Lodewijk XIV' de geschiedenis in te gaan zag hij ook niet zitten, daarom stopte hij als schipper van it Huzumer skûtsje.
niet meer naar voren kon krijgen. In Langweer begon hij in 2014 op 42-jarige leeftijd opnieuw, met een achtste klassering in zijn eerste eindklassement. De prachtige klassering in het volgende jaar gaf hoop op een mooie reeks. Die werd getemperd door de uitslag van 2016 (negende) en voor Meeter definitief de grond in geboord door de vaststelling van een nieuwe zeilformule door de SKS in oktober. Johannes, die het zwerk zag drijven, had zijn vertrek al aangekondigd voor de vergadering waarin het Langwarder skûtsje tot verkleining van de tuigage werd ‘veroordeeld’. In de dagen daarna werd het definitief. Later zou hij benoemd worden als schipper op Huizum, waar hij zijn twee jaar oudere broer Lodewijk opvolgde. De 45-jarige Jaap van Lammert Zwaga, in 2012 en 2013 schipper op Langweer, volgde hem op het skûtsje van zijn pake Ulbe op.
Lodewijk Meeter, Huizum
Alco Reijenga voelde zich niet langer gesteund als schipper van de Gerben van Manen.
Berend Mink kondigde onverwacht zijn vertrek aan in december 2016.
Veel vreugde heeft de 46-jarige Lodewijk Hzn. Meeter niet overgehouden aan zijn schipperschap op het Huzumer Skûtsje, vroeger de ‘Sûn en Wol’. Vier keer laatste in het eindklassement, één keer dertiende: daarvoor was de binnenschipper in 2012 niet schipper op het skûtsje van Pake Loadewyk geworden. Ook de aanschaf van een ander, sneller skût sje bood geen soelaas. De Huzumer commissie had geen financiële mogelijkheden voor grote aanpassingen en Lodewijk had niet de tijd om maximaal te trainen. Al met al zakte de motivatie weg, juist omdat hij zeker wist dat er meer in de 'Sûn en Wol' moest zitten
dan een klassering in de achterhoede. Daarom stopte Lodewijk ermee. Gelukkig konden de Huizumers wel de 'Sûn en Wol' behouden, met dank aan trouwe fans die obligaties kochten en een lening bij de SKS. Daarmee stond ook de opvolger van Lodewijk klaar: zijn van Langweer overgekomen broer Johannes Meeter.
Berend Mink, d’Halve Maen
Het schipperschap is, als je echt ambities hebt, niet te combineren met een eigen bedrijf. Tot die conclusie kwam de 58-jarige Berend Joops Mink uit Grou eind 2016. Zijn watersportbedrijf, waarbij zijn zonen Joop en Albert werken, vraagt de volle concentratie. Maar van een skûtsjeschipper bij de SKS wordt ook verwacht dat hij zich volledig geeft. Dat begint al in de winter, als er druk vergaderd wordt en er het nodige aan een schip wordt aangepast. ‘En dan ek noch gjin kampioen wurde’, zegt Berend, die de laatste jaren heen en weer scharrelde tussen een tiende en een twaalfde plek, met een zesde klassering als uitschieter. Aan zijn strijdlust lag het niet: het afgelopen jaar protesteerde Mink geregeld tegen medestrijders in de vloot die volgens hem over de schreef gingen. ‘Jo kinne gjin dingen heal dwaan’, aldus Mink, die jarenlang met de ‘Doarp Grou’ in de voorhoede meestreed en in 2000 en 2001 de SKS-titel veroverde. Vlak voor de kerstdagen had hij nog geen opvolger, maar al wel een goed gesprek gehad met de Philipscommissie.
21
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Bestel de unieke Friese Vlag Buff! Alleen verkrijgbaar via www.buffshop.nl, of bij diverse VVV’s en winkels in Fryslân. Informeer voor exacte locaties! Een buff is een soort doek voor om je hoofd die beschermt tegen verschillende weersomstandigheden. Het houdt je oren en hoofd warm als het koud is of als er harde wind staat, maar biedt ook comfort bij hitte. Een buff is dus uitermate geschikt voor allerlei outdooractiviteiten, als wandelen, klimmen, fietsen en snowboarden maar natuurlijk ook op het water. Behalve warme buffs van Merino wol, zijn ze er ook van Coolmax, of met speciale UV-berscherming en zelfs met een Insect Shield. Een buff is naadloos, stinkt niet en keert altijd terug naar zijn originele vorm. Ze zijn er voor iedereen: voor volwassenen, kinderen en zelfs voor honden. Showroom/afhaal punt Edisonstraat 29 8861NA Harlingen (alleen open op afspraak) email: debuffshop@gmail.com 06-44959481 De Buff Shop is een onderdeel van Jumbo visboten/hengelsport, visboten van 4 tot 7 meter
www.buffshop.nl
Als hoofdsponsor van het Heegemer Skûtsje “Ora et Labora” wenst Veenstra|Fritom de bemanning heel veel succes.
‘van beurtschipper naar logistiek dienstverlener’
De Zwaan 8 8551 RK WOUDSEND (Friesland) Telefoon +31 (0) 514 – 59 28 00 Mobiel +31 (0) 6 – 29 27 30 37
Vakantie vieren op de mooiste plekken !
Lemsteraken Zeeschouwen 22
www.wellekom-watersport.nl info@wellekom-watersport.nl
Platbodemverhuur
voor vakanties en dagtochten
Schokkers Grundels
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Frits Jansen: razend druk als webmaster
Er komt steeds meer bij
Frits Jansen spreekt geïnteresseerden toe bij de presentatie van het mede door hem geredigeerde boek ‘Van Schroot naar Vloot’, op 30 november 2016 in Eetcafé Rus’an in Sint Johannesga.
Van de 868 in Fryslân en Groningen gebouwde skûtsjes zijn nu 456, dat is 53%, gedocumenteerd. Vanuit de eerste, vaak globale gegevens zijn er de laatste jaren tal van nieuwe feiten bij gevonden. Webmaster Jansen besteedt elke dag minstens anderhalf uur aan het bijwerken van de website www.skutsjehistorie.nl. Frits Jansen uit Grou is vanaf 2017 bemanningslid op het SKS-skûtsje van Langweer. Daarvoor zeilde hij op It Doarp Huzum, de Jonge Rein en de Raerder Roek. Zeker zo belangrijk is dat hij een wereld werk verzet als documenterend en archiverend bestuurslid van Stichting Foar de Neiteam. Daarnaast is hij volop betrokken bij opleiding van een nieuwe generatie skûtsjesilers. Hij werkt samen met onder meer Eildert Meeter en Age Veldboom. Ook die laatste is bestuurslid van de organisatie ‘Foar de Neiteam/ voor het nageslacht’, waarvan Sippy Tigchelaar voorzitter is. Sinds deze Stichting in 2003 werd opgericht, zijn er met inbreng van bestuursleden of steun van de stichting zelf minstens tien skûtsjeboeken verschenen. Sommige zijn gewijd aan een specifiek skûtsje, zoals de Raerder Roek, de ‘Gerben van Manen’, het Lemster en het Ljouwerter skûtsje. Andere publicaties gaan in op nautische onderwerpen, zoals het Lexicon Skipperstaal. Veel van deze boeken zijn uitgegeven door Uitgeverij PENN.nl. Aan een aantal, zoals de imposante
‘skûtsjebijbel’ Troch de Wyn, werkte Jansen zelf mee. Hij beschreef 28 skûtsjewerven en maakte ook de enige complete bestekstekening van een skûtsje die ooit is gemaakt, namelijk van de ‘Jonge Rein’. Daarop is te zien wat er tot 2014 aan dit skûtsje is veranderd om het tot een snel en lenig vaartuig te maken. ‘Het is daardoor niet meer zo origineel,’ geeft Frits toe, ‘maar het is wel een mooi authentiek en goed wedstrijdschip.’ Dat vindt hij belangrijk omdat daarmee het voortbestaan van veel mooie skûtsjes gegarandeerd is.
Veel nieuwe foto’s
Een belangrijke troef van Foar de Neiteam is de website www.skutsjehistorie.nl, die wordt gehost door Tresoar. Jansen werkt daarin samen met Tresoar-medewerker Andrys Stienstra. Het is indrukwekkend hoeveel informatie er inmiddels is verwerkt. Zo staan alle uitslagen van SKS- en IFKS-wedstrijden op de site, en van meer dan 470 ‘overige wedstrijden’, bijvoorbeeld op de Kralingse Plas, de Roekoepôle Race en Lemmer Ahoy.
Soms komen zeer oude foto’s boven water uit oude archieven, zoals deze van Theunis van der Meer uit Terherne van vader en zoon De Vries met hun skûtsjes en gezinnen.
Veel van die wedstrijden zijn na 2003 gezeild, toen de inmiddels overleden historicus Gosse Blom zijn overzichten in het boek ‘Om priis en eare’ afsloot. Bijzonder is het beeldmateriaal, meer dan 2150 foto’s. Op een groot aantal daarvan staan oude skûtsjes en schippers, vaak in functie. Zo zie je skûtsjes met lading, met passagiers, als woon- of als recreatieschip, op plaatsen die sindsdien ingrijpend van aanzien zijn veranderd. Jansen heeft ze allemaal verwerkt voor zijn overzichten. ‘Toen we begonnen, hadden
we misschien een stuk of vijftig foto’s en ansichten van oude skûtsjes. Het zijn er nu dus meer dan veertig keer zo veel, en het houdt niet op.’ Van belang is de inbreng van enthousiaste skûtsjevolgers, zoals de gebroeders Nefkens met hun facebookaccount ‘(Vervallen) skûtsjes/ tjalken’. Doordat het belang van registratienummers bij steeds meer liefhebbers is doorgedrongen, is het vaak vrij eenvoudig om bij een foto nadere bijzonderheden te plaatsen.
Nieuwe uitgave
was er een externe financier in het spel als Jouke Osinga uit Kubaard of Durk Kuipers uit Buitenpost. Als die nieuwe of oude informatie is doorgegeven aan Jansen, of in de publiciteit gekomen, is deze door de webmaster verwerkt. Maar niet alleen dat. Frits heeft alle correcties en nieuwe gegevens in zijn bestanden opgenomen, zodat er komend jaar een compleet vernieuwde editie uitgebracht kan worden. Zo gaat de skûtsjesiler uit Grou samen met een aantal medestrijders onvermoeibaar door, omdat hij er aardigheid aan heeft en omdat het veel oplevert.
Ook het werken met die nummers heeft zich de laatste jaren spectaculair ontwikkeld, mede dankzij waardevolle archieven. George Snijder heeft monnikenarbeid verricht met het Een paar cijfertjes die Frits Jansen soms bij overschrijven van liggers. presentaties geeft, zijn indrukwekkend. Bij de stichting Foar de Meetnummers: 1150 Neiteam deden Jelmer KuiKadastrale brandmerken: 3350 pers en Koos Rademakers Skûtsjewerven: 28 hetzelfde met ‘roefscheSkûtsjes: 868 pen’. Dat leidde tot de Eigenaren: 3400 uitgave ‘Van Ambulant tot Getraceerde skûtsjes: 456 (53%) Zwaluw’. SKS: nu 14, door de jaren heen 49 Inmiddels is er ten aanIFKS: nu 63, door de jaren heen 105 zien van veel skûtsjes het In zowel SKS als IFKS: 24 nodige veranderd. Ze zijn Vrouwelijke schippers: 8 bijvoorbeeld verkocht aan een nieuwe eigenaar, of Afbeeldingen: 2150 hebben een andere schipFilms 1944-2011: 18 per gekregen. Van andere (vervallen) skûtsjes / tjalken is over het verleden inmidFacebookleden:1345 dels veel meer bekend geWedstrijden vanaf 2003: totaal 1008. SKS: worden. Soms was de op173, IFKS: 364 overig: 471 drachtgever tot meting niet Jeugdzeilers: 1700 de latere eigenaar, soms
Duizelingwekkend
Screenshot website skutsjehistorie.nl
23
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Willem Zwaga neemt Ulbe niet mee
‘Mar heit bliuwt myn held’
Schipper op zijn eigen ‘Opsjitter’ en schotenman op de Grutte Griene van Langwar, het was allemaal onderdeel van de weg naar het schipperschap op de ‘Rienk Ulbesz’.
Er is geen sprake van dat Ulbe Rienkszoon Zwaga weer aan boord van de ‘Rienk Ulbesz’ stapt. Willem Zwaga is wel de nieuwe schipper op ‘Ljouwert’, maar hij kiest voor éminence grise Durk Steneker. Zo komen oude namen terug in de vloot. De vraag wat de rol van Ulbe zou kunnen worden, kreeg zoon Willem toen de skûtsjecommissie van Leeuwarden hem vroeg. Ze zeilden eerder op Ljouwert. Ulbe werd er twee (of drie) keer kampioen. Willem vertrok in 2011 na onmin met schipper Jappie Meeter. Voor Ulbe is straks geen rol weggelegd, benadrukt Willem. ‘Ik sjoch geweldich by ús heit op. Mar as ik him oan board freegje soe, dan soe ik te
bot op him fertrouwe. Dan koe ik myn wedstryd sels net sile. Dat wol ik net.’
Ranjajongen-schipper
In 2017 is weer een Zwaga schipper op het Ljouwerter SKS-skûtsje ‘Rienk Ulbesz’. De nu 29-jarige Willem begon als ranjajongen op het schip waarmee zijn vader in 1998 en 1999 kampioen werd. Het was dus zijn werk om dorstige bemanningsleden van drinken te
voorzien. Geen beerenburg, zoals buitenstaanders soms denken, en ook geen koude thee meer, maar iets fris. Ranja bijvoorbeeld, uit een steelpan. Bijna twintig jaar later legt Willem Zwaga zijn IFKS-skûtsje ‘Opsjitter’ voor de wal, om zijn droom als SKS-schipper waar te maken. In zijn
oog onttrokken van het publiek. Op de werf Welgelegen in Leeuwarden wordt hard gewerkt aan de ‘Vrouwe Nieske’, volgschip van het Ljouwerter skûtsje. Willem Zwaga en twee van zijn bemanningsleden zorgen ervoor dat de klipperaak voldoet aan de eisen voor het nieuwe ‘Certificaat van
Bij de Leeuwarder fans is de nieuwe schipper enthousiast ontvangen laatste IFKS-jaar werd hij zevende in de B-klasse. Half februari is het als we hem interviewen, en gluipend koud. In deze tijd van het jaar is het skûtsje aan het
Onderzoek’ (CVO). De nieuwbakken schipper neemt het karwei graag op zich. Hij heeft zelf een olietanker van 85 meter en weet dus wel wat er komt kijken voordat je wordt goedgekeurd.
Stiekem in de roef
Twaalf jaar al was Willem bemanningslid op de Rienk Ulbesz. De eerste jaren onder zijn vader, nadat hij als kleine opdonder gewoon stiekem bij de roefmeester en muzikant Gerard Wiersma (de ‘Joets’) onder in het schip kroop. Het duurde niet lang of hij zat met Piet de Vreeze bij ‘it halske’. Hij maakte de kampioenschappen mee, maar ook het vertrek van vader Ulbe. Willem zelf bleef aan boord, drie jaar bij Epie van der Pol, daarna weer een jaar bij zijn vader en toen nog eens vijf jaar bij Jappie Meeter. Het klikte op ’t laatst niet helemaal tussen die twee en uiteindelijk stapte Willem op. Hij
blijven als hij ooit bij de SKS schipper kon worden. Nu is het zo ver. Willem heeft ‘zijn’ hele ploeg meegenomen, ze zijn perfect op elkaar ingespeeld. Twee van hen zaten ook bij Langwar op het schip. Een ander, Frank Oerlemans, zat al die tijd al op de ‘Rienk Ulbesz’. De oude bemanning van Leeuwarden is door de commissie bedankt voor de inspanningen, zodat Willem zijn club vrij kon samenstellen. Dat is altijd wat pijnlijk voor mensen die hun ziel en zaligheid in een schip hebben gestoken, maar het hoort bij het huidige skûtsjesilen. Als adviseur trok Willem Durk Steneker aan. Dit is een ervaren rot in een relatief jonge ploeg zeilers. Steneker zeilde al met de oude Ulbe, met pake Rienk, met omke Lammert en met heit Ulbe. Het is dus een man die al generaties lang ervaring heeft met het temperament van echte Zwaga’s. Zelf is Steneker volgens Willem fel genoeg om te winnen, maar kan hij met al zijn ervaring ook rust brengen. ‘Wedstrydtechnysk rêd ik my wol. Ik kin sels wol in boei ronde. Mar Steneker kin hiel goed de wyn sjen. En hy moat my wat rêstich hâlde, want ik bin wolris wat te roppich. Nim no Lemmer Ahoy foarich jier. Ik lei moai tredde, mar woe beslist noch twadde wurde. Doe krige ik in protest oan 'e broek. No, dan kinst it ferjitte. Steneker remmet my yn sokke dingen.’
‘Ik kin sels wol in boei ronde, mar Durk Steneker moat my wat rêstich hâlde’ kocht zijn eigen skûtsje om zich bij de IFKS te bekwamen als wedstrijdschipper, terwijl hij bij Johannes Meeter op het skûtsje van Langwar nog meezeilde bij de SKS. Dat juist hij nu schipper wordt, is voor hemzelf ook bijzonder. De ‘Rienk Ulbesz’ is een Zwaga-schip bij uitstek. Bij de Leeuwarder fans is het nieuws goed ontvangen. ‘Der ha my sa ’n soad minsken belle om my te lokwinskjen en te sizzen hoe moai se it fine. Ek in hiel soad dy’t ik hielendal net koe. Dan fielst dy wol hiel wolkom.’
Steneker als rem Met de ‘Opsjitter’ zeilde hij tijdens Lemmer Ahoy 2016 op een derde positie. Honger naar meer kostte hem uiteindelijk een protest en dus een podiumplaats in het eindklassement.
24
Met zijn bemanningsleden sprak hij vijf jaar geleden af dat ze samen zouden
Op eigen benen
Willem Zwaga debuteerde in 2012 als schipper in de IFKS. Hij zeilde de ‘Opsjitter’ naar een derde plaats in de C-klasse en promoveerde zo rechtstreeks naar de B’s. Ook daar ging het uitstekend. Zwaga werd vierde en promoveerde naar de A-klasse omdat Henk Regts het helmhout van de ‘Ut en Thús’ over gaf aan Floriaan Zwart. Daardoor kwam er een extra plaats beschikbaar bij de grote A’s. Die A-klasse bleek te hoog gegrepen. ‘De ‘Opsjitter’ kin net heech yn ‘e A-klasse sile. Dan moatst allegearre nij spul ha, dat is foar my te djoer,’ aldus Zwaga. ‘It wie myn doel ek net om yn ‘e top fan de IFKS mei te striden om
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L de haadpriis. Myn doel wie de SKS. Ik tink trouwens wol dat in part fan de skippen út ‘e grutte A hjir sa mei sile kin. Der sit moai spul by.’ De ‘Rienk Ulbesz’ is als skûtsje niet te vergelijken met de ranke ‘Opsjitter’. Veel lomper. Gaat niet zomaar even ree. Dat moet wennen voor schipper en bemanning. Al blijft ook de ‘Rienk Ulbesz’ voor Willem, die gewend is aan een olietanker van 85 meter, maar een boatsje. Er moet getraind worden, dat is wel duidelijk. Dat wil het bestuur van de Leeuwarders ook trouwens. Ze eisen professionaliteit. Het schip is onder de deskundige leiding van de vorige schipper Siete Meeter op en top in orde gemaakt. Er werd voor ruim €160.000 in geïnvesteerd om haar weer in de top van de SKS mee te laten zeilen. Aan een kampioenschap durven ze nog niet te denken. In de hele historie van de SKS lukte dat de Leeuwarders maar twee keer, in 1998 en 1999. Eigenlijk ook in 2002, maar toen kwam uit dat Ulbe met een met carbon versterkte mast had gezeild, zodat hij uitgesloten werd.
Aan de bak
Willem Zwaga moet dus aan de bak in Leeuwarden. Dat wil hij ook, hij komt niet om in de achterhoede mee te zeilen. Toch is hij realist genoeg om te weten dat hij tijd nodig heeft. ‘Ik kin wol Zwaga hjitte, mar ik moat wol earst myn draai fine. Snits sylt al tritich jier mei itselde systeem en De Jouwer hat der ek tsien jier oer dien om alles goed te krijen. Mar ik wol drekt mei dwaan, net fiif jier leare moatte.’ Daar komt dus training bij, geen liefhebberij van de jonge schipper. ‘It is by my sa dat ik in wike fuort bin en in wike thús. Wy sille dus minder trene as de oaren, mar dat witte se hjir by de kommisje ek. Der wienen sân sollisitanten, mar se ha my frege, dat it sil him wol rêde. Fan myn bemanning kin ik ek net freegje om der alle wiken mar wer te wêzen. Ik ha bining mei myn minsken, wy binne in mateploech. As se in kear net trene kinne, wol ik se net oan ‘e kant sette. Je ha ommers allegearre in libben bûten it skûtsje, mar op soks hat elk in oare fyzje. Dat oare skippers it wol as topsport benaderje dêrmei helje se suver de aardichheid fan ‘e sport ôf.’ Hij zal de IFKS wat dat betreft best missen, zegt hij. Als schipper van de SKS moest hij een contract ondertekenen waarin staat dat hij geen schipper of stuurman meer mag zijn binnen de IFKS en ook geen bestuursfunctie mag bekleden bij die organisatie. Dat het voor hem daarmee ook uitgesloten is om tijdens Skûtsjesilen Langwar mee te doen, doet hem pijn. Het was een uitgelezen mogelijkheid om de ‘Rienk Ulbesz’ te testen en om zich met schip en bemanning te presenteren aan zijn thuispubliek in Langweer. ‘Dêr kom ik wei en dêr wol ik dus ek hiel graach sile, mar it mei net fan de SKS.’ De SKS als organisatie bepaalt waar de skûtsjes mogen zeilen en alleen ‘De Twee Gebroeders’ van Lang-
De ‘Rienk Ulbesz’ kreeg onder leiding van Siete Meeter een totale refit en ligt er schitterend bij. Klaar om terug te keren aan de top van de SKS.
wienen alle jierren in fermogen kwyt troch dy silerij. Ik bin gjin amtner dy’t jûns en wykeins de hannen frij hat. Ik sil dus ek net nei de Lauwersmar gean te silen. Bist trije dagen ûnderweis en dan twa dagen sile. Dan is der wer omtrint in wike fuort. Nei de SKS syl ik de Friese Hoekrace noch op 7 en 8 oktober, mar dat is it dan ek.’
Tijdens Skûtsjesilen Langwar mag de ‘Rienk Ulbesz’ van de SKS niet meezeilen weer mag tijdens de ouverture op eigen water in actie komen. Daarentegen wachten hem nu zeilpartijen als de Rotary en Rabosilerij, het amateursilen en de wedstrijd in Oostmahorn. Dat zijn wedstrijden met een representatieve functie naar de sponsoren toe. Dat heeft niet de voorkeur van Willem Zwaga. Door zijn werk als schipper op een olietanker is hij er ook de helft van het jaar niet. Vervanging is duur en als schipper ben je vrijwilliger. ‘Loadewyk en Johannes
Intussen ligt de ‘Opsjitter’ nog te koop, of te huur. Jammer, vindt hij, maar geen ramp. Zijn vader heeft inmiddels de ‘Waaksdom’ opgehaald, dus die heeft er geen belang meer bij. Zijn broer Rienk? Misschien. En anders heeft hij ook nog opgroeiende kinderen, dus dat schip vindt op den duur zijn bestemming wel. Een hypotheek zit er niet op en het ligt hem ook niet in de weg. ‘Mar it is fansels moaier as der mei syld wurdt.’
Durk Steneker, hier aan de grootschoot bij Ulbe Zwaga, stapt nu bij de vierde generatie Zwaga aan boord. Hij moet Willem rustig houden als die te gretig wordt.
25
Skûtsjekrant 2017
058 2849412
W W W. S K U T S J E . N L
RADIO KLAAS
James Wattstraat 4 8912 AR LEEUWARDEN
Het vertrouwde geluid komt terug. Klaas Jansma en skûtsjesilen. In een weergaloos programma. Live verslag, van start tot finish. Inclusief voorspellingen en analyses. Op de nieuwe zender Frysk.FM: frequenties 97.3 en 101.8. Streaming via internet en facebook.
It wurdt wer spannend by de boppeste tonne! Onze vloot De Nieuwe Liefde Frans Huitema
Maurice Berend Mink
Vaaragenda Anna van Oranje Jacob Huisman
Onze crew Klaas Jansma SKS-wedstrijden
Age Veldboom IFKS-wedstrijden
Michiel Osinga, Oscom Techniek
Grou De Veenhoop Earnewâld Terherne Langweer Elahuizen Stavoren Woudsend Lemmer Lemmer Sneek
IFKS zat 19-aug ma 21-aug di 22-aug woe 23-aug do 24-aug vrij 25-aug zat 26-aug
Hindeloopen Stavoren Heeg Sloten Echtenerbrug Lemmer Lemmer
97.3 HEERENVEEN
101.8 LEEUWARDEN FM
FM
HARLINGEN FRANEKER
DRACHTEN SNEEK
ÓÓK OP
WWW.FRYSK.FM 26
SKS zat 05-aug ma 07-aug di 08-aug woe 09-aug do 10-aug vrij 11-aug zat 12-aug ma 14-aug woe 16-aug do 17-aug vrij 18-aug
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Sytze Brouwer is klaar voor ‘Heerenveen’
‘Ik ben een gevoelsmens’ IFKS, ‘om erfaring op te dwaan.’ Net als zijn vader kan Sytze flink nerveus zijn. ‘Ik bin in gefoelsmins’, zegt hij. Heel aardig en zorgzaam voor zijn mensen, maar als het moet ook kritisch en hard. Dat heeft al geleid tot enkele wisselingen in de Heerenveenster bemanning.
Nu wel opvolger
De ‘Gerben van Manen’ bleef de afgelopen jaren in de onderste regionen van de SK, maar veroverde in het verleden maar liefst zeventien titels, meer dan welk ander skûtsje ook.
Z’n eerste succesje had hij al binnen voordat er dit jaar een meter in wedstrijdverband gezeild was. De 34-jarige Sytze Pieterszoon Brouwer kreeg de meerderheid van de SKS-vergadering zaterdag 11 maart mee in zijn pleidooi voor een ‘antiklapperlijn’. Dat betekent een rustiger achterlijk en minder slijtage. Met verve verdedigde de jeugdige binnenschipper Brouwer, pas benoemd op de ‘Gerben van Manen’ van Heerenveen, op deze zaterdagmiddag zijn schriftelijk ingediende voorstel. Hij had een stuk skûtsjezeil meegenomen om
te demonstreren hoe de nieuwe lijn voor het verminderen van de spanning aan kousjes wordt bevestigd. Daarmee stond hij zelfs pontificaal op de foto in de Leeuwarder Courant van maandag.
‘As ’t wat dochst, moat it goed’, is zijn lijfspreuk. Die instelling zal nog van pas komen bij de komende wedstrijden bij de SKS. Want de tijd dat
sinds zijn vroege jeugd. Toen zeilde zijn vader Pieter bij diens broer Tjitte op Heerenveen. In 1997 was Pieter voor het eerst schipper op Earnewâld, om in
De lijfspreuk van Sytze: ‘Ast wat dochst, moat it goed’. het skûtsje van Heerenveen bij voorbaat favoriet is, ligt ver achter ons. Er moet hard gevochten worden voor een plekje bij de eerste vijf, ook door schipper en bemanning van een kampioensskûtsje. Want hard zeilen kunnen ze tegenwoordig allemaal. Sytze zeilt al in wedstrijden mee
2004 over te stappen op Heerenveen. Daar werd hij kampioen in 2006, 2008 en 2010. Sytze bleef aanvankelijk op Earnewâld, maar stapte in 2009 over naar Heerenveen, waar hij zich ontwikkelde tot een uitstekend fokkenist. Tussendoor stuurde hij twee jaar de ‘Nooit Volmaakt’ van Cees Riezebos bij de
De vorige schipper van Heerenveen, Alco Reijenga, vertrok na de evaluatie met de bemanning van een teleurstellend verlopen seizoen. Hij bedankte eind september 2016 als schipper toen bleek dat het vertrouwen na het behalen van een elfde plaats niet onbegrensd was. Het jaar daarvoor was het prachtige skûtsje, in 1915 op de Piipster werf van de gebroeders Roorda gebouwd, negende geworden. Het kon nog erger. In 2014 was het vroegere kampioensschip met de nieuwe Lemster schipper veertiende. Dat was de slechtste klassering sinds de beginjaren van ‘Heerenveen’, zestig jaar geleden. Aan de inzet lag het niet, want er is hard getraind. Maar het zat tegen en een paar keer werden foute keuzes gemaakt. Toenmalig fokkenist Sytze voelde zich daar mede verantwoordelijk voor. ‘Wy binne as bemanning meiinoar ferantwurdlik as it net wol. Mar ien hat it helmhout, en dy wurdt derop oansprutsen.’ Het voordeel van matige prestaties is dat je van fouten kunt leren. Veel wil Sytze niet over zijn voorganger zeggen, wel dat hij sommige dingen anders zal aanpakken. Hij weet dat het beter moet kunnen. Zijn vader Pieter Sytzeszoon Brouwer was in 2011 met Heerenveen nog derde geworden, na zijn kampioenschap in 2010. Dat was voordat er doek moest worden ingeleverd vanwege een nieuwe zeilformule. Deze formule geldt dit jaar niet meer. ‘Wy meie der in pear kante meters by ha’, zegt Sytze verheugd. En ja, er komt een nieuw tuig van Molenaar, nadat een aantal jaren met zeilen van De Vries is gezeild. Sytze behoorde vorig jaar bij het plotselinge vertrek van Alco Reijenga, broer van de Jouster schipper Dirk Jan, tot de voornaamste kandidaten voor de opvolging. Hij verkeerde in een luxe positie, want meerdere commissies hadden hun oog op hem laten vallen. Deze jonge Brouwer was immers telg uit een roemrijk schippersgeslacht, en had ervaring met de bedrijfsmatige zeilvaart op de ‘Zorg en Vlijt’, het vroegere schip van Sietse Hobma. Vier jaar geleden, toen hun vader Pieter Brouwer stopte, stonden Sytze en Harmen ook al in de belangstelling. Maar toen vonden beide broers zichzelf nog te jong. Even later werd Harmen in beslag genomen door een theaterproductie, waarin hij een mooie rol als jonge schipper speelde. Nu echter accepteerde Sytze wel de uitnodiging om schipper op de ‘Gerben van Manen’ te worden. Voorzitter Jacobus de Vries van de ‘Gerben van Manen’ meldde bij de bekendmaking dat het bestuur snel moest handelen.
Geregeld trainen
Pleidooi voor de ‘klapperlijn’ tijdens de SKS-vergadering van zaterdag 11 maart.
Vader Pieter Brouwer stapt voor de komende competitie net als zwager Eildert Meeter van het SWH-skûtsje om Sytze op Heerenveen te steunen. Schipper Auke de Groot verliest daardoor een formidabele adviseur. Eildert wordt bemanningslid op Heerenveen. Samen met nieuweling Marco Pol en Jens Jongsma maakt hij deel
ª
27
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L ��N, Z�E, ��A�T����D OF BE�G�N?
DE CAMPERS VAN OTTENHOME HEEG BRENGEN U OP UW BESTEMMING
�
Ottenhome Heeg Campers De Draei 3
8621 CZ Heeg
T: +31 (0) 515 - 442898
E: info@ottenhomeheeg.nl
2 - 6 persoonscampers Gezinscampers Luxe campers Vanaf € 875,- per week!
www.ottenhomeheegcampers.nl
�AR�N �N F�I�����D? Bij Ottenhome Heeg vindt u volop Vaarplezier!
Een briesje in de zeilen, heerlijk kanoën of zachtjes tuffen op de wateren. Volop waterplezier in Tytsjerksteradiel. Op meren en kanalen, grote en kleine plassen, smalle en brede wateren. Niet voor niets zeggen we ook hier: Tytsjerksteradiel, alles wat Fryslân moai makket.
Polyvalk Fox Sunhorse In de zomermaanden vinden tal van zeilevenementen plaats in onze mooie gemeente. Zo kunt u, uw hart ophalen bij onder andere SKS Skûtsjesilen in Earnewâld of bij skûtsjesilen op ‘e Burgumer Mar.
Beneteau RiverCruise Jachtverhuur Sailing Events NIEUW: Hotelschip ‘It Beaken’
www.ottenhomeheeg.nl
KING VAN HET WATER
KING WENST JE EEN MOOIE ZOMER!
28
Ottenhome Heeg B.V It Butlân 2
T: +31 (0) 515 - 442898
8621 DV Heeg E: info@ottenhomeheeg.nl
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Sytze Brouwer was al direct de voornaamste kandidaat voor opvolging van Alco Reijenga. Hij stond overigens bij meerdere commissies in de belangstelling.
Pieter Brouwer loodste Heerenveen drie maal naar het kampioenschap, later werd hij adviseur bij Auke de Groot op de Súdwesthoek. Die functie legt hij nu neer om zijn zoon bij te kunnen staan.
Er komt een nieuw tuig van Molenaar, nadat een aantal jaren met zeilen van De Vries is gezeild. uit van de bemanning. Pieter senior is Sytzes klankbord, iemand die als ‘beste stuurman op de wal’ weet wat na een teleurstellend verlopen wedstrijd anders kan en moet. Datzelfde kan ook Klaas Boersma wel vertellen, een van de skûtsjesilers met de meeste dienstjaren aller tijden, tacticus en deskundige in doek en hout. Aan boord gaat vader Pieter niet mee. ‘It is net heel handich om dyn eigen heit mei te hawwen’, weet Sytze. Want de combinatie van vader en zoon kan spanning geven, ook al zijn ze in het maatschappelijk leven compagnons in hun bedrijf met twee schepen, de 'Jolling' (1000 ton) en de 'Twirring' (900). Sytze wil zijn gevoel voor mensen tot uiting laten komen in zijn omgang met de bemanning. ‘Je meie mekoar bêst ris flink de wierheid sizze, as it letter mar goed is. Der mei
neat hingjen bliuwe.’ Broer Harmen vaart niet meer om den brode op een binnenschip. Die is leraar geworden aan het Maritiem College in Harlingen. Maar hij blijft wel bemanningslid op de ‘Gerben van Manen’. En ook hij is uiteraard trots op een familiegeschiedenis waar het hardzeilen generaties lang van vader op zoon is doorgegeven. Omdat Sytze een druk bestaan
alle sneinen’, zegt Sytze. ‘Moai betiid begjinne, en dan middeis wer.’ Voor trainingen op de woensdagavond zal de jonge Brouwer een beroep doen op omke Tjitte, die van 1985-1999 met veel succes schipper was op Heerenveen en in 2003 nog een jaartje als interim fungeerde. Tjitte is zelf binnenschipper in ruste en wil volgens Sytze best vanaf een uur of vier met de 'Jolling' varen.
Nog veel leren
Sytze kan, zegt hij, nog veel leren. Een schipper heeft heel wat meer aan zijn hoofd dan een ‘gewoon’ bemanningslid. Dat gaat van zeilen en donateurs tot bemanning en ligplaats. Bijna elke dag heeft de nieuwe schipper wel even contact met zijn naaste adviseurs. En uiteraard wil hij een goede verhouding met het bestuur. ‘Ik wit dat se hjir wol wat wend binne’, zegt Brouwer. ‘Mar se sette my net bot ûnder druk. Mar it doel is fansels wol om wer wat earder mei te
Aan boord gaat vader Pieter niet mee, de combinatie van vader en zoon kan spanning geven. heeft als binnenschipper op de 'Jolling,' is het een uitdaging om met de bemanning voldoende trainingsuren te maken. ‘Wy traine yn elk gefal
dwaan om de prizen.’ Goed scherp starten en uit het gewoel zien te blijven, dat zijn volgens Sytze Brouwer belangrijke succesfactoren.
ZEVENTIEN KEER KAMPIOEN De ‘Gerben van Manen’, het Heerenveenskûtsje, veroverde van alle deelnemers de meeste SKS-titels, namelijk zeventien. Het skûtsje is na aankoop door de Heerenveense commissie genoemd naar een van de oprichters van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen. Het fraai gevormde skûtsje, voor het eerst geregistreerd onder nummer [L 1418 N], gleed in 1915 van de helling bij de Gebroeders Roorda op de Piipster Werf aan de Drachtster Vaart. Zij hadden het in eerste instantie voor eigen risico gebouwd. Maar ze verkochten het vlot aan Pieter van der Veen, afkomstig uit Terherne. Die noemde het de ‘Jonge Rienk’, naar zijn oudste zoon. Van der Veen, die last had van longklachten, stierf jong. Heerenveen bezat aanvankelijk een minder snel skûtsje met als schipper brugwachter Marten Engelsma. Na het vroege overlijden van Jan van Terwisga trad Siep van Terwisga aan. Die doorbrak in de jaren 1963, ’64 en ’65 de hegemonie van Ulbe Zwaga op de ‘Doarp Grou’. Na diens vertrek won Tjitte Lammertsz. Brouwer in de jaren 1968, ’74, ’75, ’76, ’77 en ’81 de titel. Diens opvolger oomzegger Tjitte Sytzesz. Brouwer werd kampioen in de jaren 1990, ’92, ’93, ’94, en ’97. Bij al deze titels was KIaas Boersma uit Gorredijk als adviseur in brede zin nauw betrokken. De reeds overleden voormalige SKS-voorzitter Alex Brinksma heeft hem nog zien komen. Een ander prominent lid van de Heerenveenfamilie is voorzitter Jacobus de Vries, zelf zeer succesvol als zeiler in scherpe jachtjes en vroeger een uitstekend schaatser. Een ander bestuurslid is Jacco Kuiper, directeur van een bloeiend assurantiebedrijf. Die vertelt dat Sytze Brouwer rustig de tijd krijgt om zich het schip eigen te maken en naar een succes toe te werken. ‘Mei Alco hiene wy dat geduld ek wol, mar it is wol fan belang dat in skipper dan wat oannimme wol’, aldus Jacco Kuiper. Iedereen heeft sterke en minder sterke kantjes, en daar moet je aan willen werken. In Heerenveen heeft men het vertrouwen dat dit met Sytze wel zal lukken. Die komt tenslotte uit een ‘goed laach’, als kleinzoon van een van de redders van het moderne skûtsjesilen, schipper Sytze Tjittes Brouwer.
Fryske Boerepream en de Nije Sylpream strijden samen in proloog Een unicum in het praamzeilen: op zaterdag 6 mei 2017 gaan de Fryske Boerepream en de Nije Sylpream voor het eerst de strijd met elkaar aan. Dit doen ze tijdens de proloog, die georganiseerd wordt door de Fryske Boerepream. De wedstrijd telt overigens niet mee voor het kampioenschap van beide verenigingen. De beide kampioenen van 2016, Henk de Vries no 5 van de Nije Sylpream en Gerben Gerbrandy met de Sietse van de Fryske Boerepream gaan hun titel verdedigen in de drie ampioenschapswedstrijden, elk door de eigen vereniging georganiseerd. De pramen van beide verenigingen moeten aan de maten en voorschriften voldoen om tot de wedstrijd toegelaten te worden. Fryske Boerepream-
men zijn oude gerestaureerde zeilpramen, de pramen van de Nije Sylpream zijn nieuw gebouwde pramen. In de vloot van de Fryske Boerepream is dit jaar voor het eerst een vrouwelijke schipper. Jildou Tjoelker (32 jaar uit Leeuwarden) maakt haar debuut als schipper op de Jolanda 45. Zij neemt het roer over van Eelke van der Zwaag . Veel bedreven skûtsjesilers zeilen ook in een praam. Sietse Broersma en Arend Wisse de Boer zijn bedreven praamzeilers en ook Baint Kramer zeilt mee vooraan. Vroeger werden de pramen gebruikt om het vee te vervoeren van het ene weiland naar het andere en het hooi werd ermee binnengehaald. Men gebruikte de jaaglijn, de vaarboom of de
duwboom (trilker)om vooruit te komen, maar over meren en poelen had men meestal de beschikking over een zeil. De bouwboeren gebruikten de praam voor transport van groenten, fruit, aardappelen, bieten, enz. en er waren ook schippers die mest, turf of terpaarde vervoerden. De pramen werden gebouwd op plaatselijke hellingen, zoals Bijlsma in Warten , Westerdijk in Terherne of bij een plaatselijke smid. De opdrachtgever gaf daarbij de maten aan, die waren afgestemd op datgene wat vervoerd moest worden en het water dat moest worden bevaren. De pramen waren aanvankelijk van hout, maar werden al snel vervangen door ijzeren schepen. Dit was veel goedkoper, duurzamer en eenvoudi-
ger in onderhoud. Na de Tweede Wereldoorlog werden de pramen gemotoriseerd en toen de ruilverkaveling werd gestart, waardoor de landerijen dichter bij elkaar kwamen te liggen en er nieuwe wegen en bruggen werden aangelegd, was het gedaan met de praam als werktuig. Een tweede leven voor de praam is het zeilen in de wedstrijden en met gasten aan boord. De wedstrijd op 6 mei in Terherne begint om 11.30 uur, het palaver is om 10.15 uur in café de Zeven Wouden in Terherne.
29
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Een baan in de maritieme sector? Kies voor een mbo-opleiding bij ROC Friese Poort Friesland staat bekend als provincie van water en scheepsbouw (maritieme techniek). De oude traditie van scheepsbouw is tegenwoordig een vooruitstrevende maritieme branche, waarin bestaande techniek gecombineerd wordt met hightec elementen. Hier zijn technische professionals voor nodig. Ook de watersportindustrie voor de pleziervaart is constant in beweging. Voel jij je thuis in en op het water? Heb je daarnaast belangstelling voor techniek? Dan is een opleiding Maritiem van ROC Friese Poort iets voor jou.
Vries Scheepsbouw uit Makkum in de Bedrijfsschool en het nog in ontwikkeling Centrum voor Innova�ef Vakmanschap Yachtbuilders Academy.
Vakmanschap en persoonlijke groei staan centraal Samen met watersportbedrijven en scheeps- en jachtbouwers in onze regio leiden we studenten op voor vakmanschap en persoonlijke groei. Wij geloven dat leren en werken al�jd samengaan. Studenten leren op school om te werken en ze werken in de prak�jk om te leren. Op onze eigen opleidingswerf aam ’t Ges in Sneek worden deze twee werelden samengebracht. Studenten werken hier projectma�g samen aan diverse prak�jkopdrachten zoals het bouwen van een sloep en een elektrische zonnepont. We leren studenten het beste uit zichzelf te halen en hun talent te ontwikkelen. Hierdoor werken zij ook aan hun persoonlijke ontwikkeling. Dit komt onder andere tot ui�ng in de Brewery die ROC Friese Poort samen met ingenieursbureau Vripack hee� opgezet. Een mari�em innova�e lab waarin onderwijs, overheid en het bedrijfsleven samen werken aan projecten om betere schepen in minder �jd te kunnen ontwikkelen. ROC Friese Poort werkt ook nauw samen met Koninklijke De
• Waterspor�ndustrie • Mari�eme techniek • Metaalbewerken • Industriële lakverwerking • Meubel- en scheepsinterieurbouwer
www.rocfriesepoort.nl
30
Bij ROC Friese Poort in Sneek kun je terecht voor verschillende rich�ngen Mari�em:
Voor een doorlopende leerlijn kun je bij de Mari�eme Academie Harlingen terecht voor VMBO profiel scheeps- en jachtbouw. Ben je al werkzaam in de mari�eme sector? Check dan je scholingsmogelijkheden bij het mari�eme volwassenenonderwijs. In het waterrijke Noord-Nederland is er volop werkgelegenheid in de maritieme sector. Er is een tekort aan technisch geschoold personeel. Kies je voor een opleiding in deze richting, dan kun je direct aan het werk. Met een maritiem diploma op zak steven je af op een zekere toekomst.
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Vijf IFKS-schippers verdwijnen van de lijst
Tussen sneu en super de Jong met de zeilsport, die hij vanaf zijn zeventiende had beoefend. Heit Jelle Jan de Jong nam hem aanvankelijk mee. In de skûtsjehistorie blijft De Jong een markante plaats innemen door een wonderbaarlijke aanvaring met de ‘Hoop op Zegen’ van Peter de Koe, in 2010 op de Sleattemer Mar. Hij werd toen door De Koe’s opsteker van het helmhout geplukt en bleef aan de waterstang van zijn grote rivaal hangen voordat hij er aan boord gehesen kon worden. Dat leidde tot een voor beide partijen frustrerende beslissing door de jury. Met De Jong verdwijnt een van de vertrouwde gezichten van de IFKS, iemand die er al sinds de jaren tachtig bij is geweest. Zijn schip lag onlangs nog te koop.
Michiel Kalsbeek, ‘Raerder Roek’ Willem Zwaga maakt in 2017 zijn grote ambitie waar. Hij wordt schipper op de ‘Rienk Ulbesz’ van Leeuwarden en verlaat dus de IFKS. Zijn ‘Opsjitter’ ligt vooralsnog te koop.
Willem Zwaga promoveerde afgelopen najaar naar de SKS, waar het Ljouwerter skûtsje plotseling vacant werd. Dat glorieuze nieuws stond in schril contrast met de afgang van Jelmer Bloembergen als schipper op het Dockumer skûtsje. Hij mocht er slechts één jaar het helmhout hanteren. Zwaga en Bloembergen waren twee van de vijf IFKS-schippers die in 2016 van de deelnemerslijst verdwenen, hoewel er voor Bloembergen nog een klein kansje op voortzetting van de skûtsjesport gloort. Dat is niet het geval met de andere drie: Michiel Kalsbeek, André Wiersma en Robert de Jong. Zij vertrekken alle drie na een indrukwekkende loopbaan vol emotionerende momenten.
Willem Zwaga, de ‘Opsjitter’
In 2012 nam een jonge Willem Ulbe Rienkszoon Zwaga het schipperschap op de ‘Opsjitter’ over van Koos Lamme. Hij werd derde in de C-klasse, promoveerde naar de B’s en vervolgens, met een vierde plek, naar de A-klasse. Dat was, in 2014, te hoog gegrepen, zodat hij terugviel naar de B-klasse. Daar werd hij achtste en zevende. Niettemin was zijn achternaam én zijn faam als schipper voldoende voor de commissie van Leeuwarden om hem op 29-jarige leeftijd als opvolger en vervanger van Siete Meeter te
benoemen. Dat is super, voor hem en voor zijn familie. Het was toen wel duidelijk dat hij zijn vader Ulbe, de enige Leeuwarder schipper die het kampioenschap naar de Friese hoofdstad bracht én de man die voor veel reuring zorgde, niet mee aan boord zou vragen. Willem zelf, wonend in Langweer, heeft fans in Leeuwarden. Hij neemt zijn eigen bemanning mee, waaronder oude getrouwen uit de tijd van Ulbe, de Huismanbrothers. Zou Jelmer Bloembergen de ‘Opsjitter’ kopen? Daar was even sprake van, maar die ligt nog in Langweer.
Robert de Jong,‘Frisia’
In zijn laatste jaar bij de IFKS, 2016, eindigde Robert de Jong met de ‘Frisia’ als dertiende in de B-klasse. Dit was een teleurstellend resultaat voor de schipper van het ‘alternatieve’ Lemster skûtsje met de letters LE in het zeil, die in 2015 uit de A-klasse was gedegradeerd. Op 45-jarige leeftijd stopte Robert
In 1995 deed Michiel Kalsbeek uit Raerd (voorheen Rauwerd) voor het eerst aan de IFKS mee met de ‘Raer der Roek’, een skûtsje met een lange en bewogen geschiedenis. Jan de Boer is er nog IFKS-kampioen mee geweest. Berend Boom liet het schip op Buitenstvallaat bouwen en gaf er de naam ‘Zwaluw’ aan. Dat valt allemaal te lezen in het mooie boek ‘Van Zwaluw tot Roek’. Vele jaren was Michiel, die zijn vaartuigen (skûtsje en praam) onderbracht in een stichting, een vaste waarde in de kampioensklasse van de IFKS. Hij raakte ongewild betrokken bij een paar pijnlijke aanvaringen, waarvan één wel en een ander reglementair niet aan hem te wijten was. De laatste jaren hanteerde zijn zoon Sijmen al geregeld het helmhout, zodat hij, net als eerder Fonger op het skûtsje van Jelle Talsma, zich goed kon voorbereiden op het schippersschap bij de IFKS-titelstrijd. Dat betekent voor de Raerder Roek onvermijdelijk wel een degradatie naar de C-klasse, maar hopelijk is dat van tijdelijke aard. Michiel zal nog wel geruime tijd aan boord blijven om letterlijk een oogje in het zeil te houden.
André Wiersma, ‘Nieuwe Zorg’
Erg vrolijk was de stemming niet bij bemanningsleden van kleine a-klasser ‘Nieuwe Zorg’. Het was de laatste dag van de IFKS-kampioenschappen en ze waren met hun schipper André Wiersma uit Earnewâld in de middenmoot geëindigd. Een derde plaats in de openingswedstrijd was de beste prestatie dit jaar. De enigszins gedrukte stemming vond zijn oorzaak in het afscheid dat André had afgekondigd. Hij hield er na vele jaren mee op. Het werd te zwaar en te kostbaar. En, laten we wel wezen, op een gegeven moment houdt het enthousiasme op als je altijd maar in de middenmoot mee strijdt in een competitie die geen promotie en degradatie kent. Want dat is in de kleine a-klasse bij de IFKS het geval. Het schip, behorend bij de chartervloot van Annage, krijgt hopelijk wel een nieuw perspectief onder een andere schipper. Daar is het, in 1905 bij Draaisma in Franeker gebouwd, mooi genoeg voor.
De ‘Raerder Roek’ was lange tijd een vaste waarde in de A-klasse, maar omdat Michiel Kalsbeek het helmhout overdraagt aan zijn zoon Sijmen zeilt het schip in 2017 in de C-klasse.
Met André Wiersma verdwijnt er een oudgediende uit de a-klein. Het zou jammer zijn als met hem de ‘Nieuwe Zorg’ uit de vloot verdwijnt.
van de oude Admiraliteitsstad aan de Dokkumer Ie. Het werd door burgemeester Marga Waanders en Adje gedoopt. Met steun van Dokkumers en het gemeentebestuur zouden de zorgen van de eigenaar worden verlicht. Het schip was hetzelfde als de ‘Jonge Blom’, waarmee Ron Syperda eerder aan de IFKS deelnam, en de ‘Waaksdom’, waarop Gerhard Pietersma bij deze organisatie debuteerde voor Jan Heida. Het tjalkachtige scheepje was gerestaureerd door Lammert Zwaga en Cees Visser, maar een winnaar was het niet. Het was dan ook geen verrassing dat Bloembergen er in zijn eerste jaar voor Dok-
kum niet meteen mee naar het linker rijtje zeilde. Maar dat hij in 2016 laatste werd in de C-klasse, dus eigenlijk de allerslechtste van de IFKS, was wel teleurstellend. Dat werd de schipper, die alles op alles had gezet om goed met zijn schip aan de start te komen, ook te verstaan gegeven. Wat er verder precies is besproken tussen de Dokkumer commissie en de schipper, weten we niet. Maar het persbericht na Jelmers afscheid liet aan duidelijkheid niets te wensen over. Het maakte melding van een verschil in inzicht over prestaties en ambities, of zoiets. Sneu was het in ieder geval.
IM
Jelmer Bloembergen, ‘Dockumer skûtsje’ Niet alleen schipper Robert de Jong heeft besloten te stoppen, ook zijn schip lijkt niet terug te keren in 2017. De ‘Frisia’ is verkocht aan Dokkum.
Voorjaar 2016 presenteerde Jelmer Bloembergen met een brok in zijn keel zijn Dockumer Skûtsje in het centrum
31
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
WSV ‘De Zevenwolden’
Skûtsjesilen is ús nocht ‘Skûtsjesilen is myn nocht’. Dat gaat ook op voor de Watersportvereniging ‘De Zevenwolden’ in Lemmer. Daar hebben ze echt lol in de wedstrijden op het water, net als in de alom bekende tekst van het liedje. Een voorbeeld daarvan is het organiseren van diverse toonaangevende wedstrijden, zoals Lemmer Ahoy met Hemelvaart en de Friese Hoekrace als de slotwedstrijd in oktober. SKS-, IFKS-skûtsjes en andere rond- en platbodems doen hieraan mee. Achter de schermen is De Zevenwolden ook actief tijdens de SKS-wedstrijden. Hun kotter doet dan dienst als startschip. Hiernaast zorgt de vereniging voor wedstrijdmaterialen en begeleidingsboten. De organisatie van de twee wedstrijddagen in Lemmer gebeurt binnen de SKS-commissie van De Zevenwolden en de SKS-commissie Leeuwarden.
ningen aanvragen bij de overheden, sponsoren werven, wedstrijdbepalingen samenstellen, bemanningen regelen voor de kotter en begeleidingsboten, tijd- en plaatsschema’s opstellen, veiligheidsmaatregelen treffen, een ervaren protestcommissie optuigen, de zeilers informeren, stipte start- en finishprocedures uitvoeren. Daarin past ook het uitzetten van de wedstrijdbaan tijdens de wedstrijd en deze verleggen, als dat nodig is. Kortom, De Zevenwolden zorgt ervoor dat alles goed en eerlijk verloopt, vanaf de voorbereiding tot en met de finish.
Het draait bij het skûtsjesilen natuurlijk allemaal om het wedstrijdzeilen en een spannende, eerlijke strijd. Daar komen de toeschouwers graag naar kijken en de zeilers zetten zich daar met hart en ziel voor in. Dat geldt ook voor de mensen, die dit allemaal mogelijk maken.
Organisatie
Veelzijdige club
Bij de organisatie van dit soort wedstrijden komt veel kijken: Vergun-
De Sneker Pan op weg naar de overwinning tijdens de SKS-wedstrijd bij Lemmer in 2016. Op de voorgrond de kotter van ‘De Zevenwolden’, die dienst doet als startschip.
Vrijwilligers
Alles drijft op vrijwilligerswerk voor en door deskundige mensen! Dat zijn allen watersporters, die al dat geregel ook wel leuk vinden. Zij zien het samen klaren van de klus als uitdaging en steken daar veel vrije tijd in. Hun grote voldoening is dat de sporters én de toeschouwers ervan genieten. De Zevenwolden is best trots op de inzet van deze mensen.
Hart en ziel
zijn er onderlinge activiteiten en de daarbij behorende gezelligheid. Maar van nature is de vereniging ook begaan met de natuur en de mogelijkheden daarin voor de watersport. Dat is niet altijd even leuk en gemakkelijk. Denk maar eens aan het NOP-windmolenpark, de beroepsvaart door het Prinses Margrietkanaal, ontwikkeling van natuurgebieden of de geplande zandwinning in het IJsselmeer. Dat soort zaken gaan vaak ten koste van ‘ons’ water. Dan moet je er wel telkens weer bij zijn om je belangen te verdedigen. En dan regelt de vereniging nog kernzaken als opleiding van jeugdzeilers tot ondersteuning bij het halen van het Vaarbewijs. Kortom, het loont om lid te zijn van deze Lemster watersportvereniging. Kom eens op donderdagavond op bezoek in het clubgebouw, kijk op www.zevenwolden.nl of word lid.
Als watersportvereniging doet De Zevenwolden nog veel meer. Natuurlijk
www.kuiperslemmer.nl
32
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Sint Bekkema (73) maakt kwart eeuw vol
Te jong om te stoppen
Sint Bekkema knoopt er nog één seizoen aan vast. Dan is hij een kwart eeuw schipper geweest in de IFKS. Foto: Marten Sandburg.
De heup doet zeer door een slijmbeursontsteking. Dat komt van een akkefietje bij de zeilerij met het skûtsje, dat nog 34 jaar ouder is dan Sint Bekkema zelf. Toch wil de Boornbergumer C-klasser de komende competitie meedoen.‘De fiifentweintich jier folmeitsje’, is zijn motief. Sint Bekkema, als productieleider werkzaam bij Philips Drachten, was niet de jongste toen hij in 1992 met ‘De Verandering’ begon te zeilen bij de IFKS. Het toen 82 jaar oude skût sje, met als eerste registratienummer L 1204 N, vertoonde sporen van intensief gebruik, zoals dubbelingen om de kimmen. Auke en Hiltsje Boskma uit Burgum hadden er jaren op gevaren, nadat het in Leeuwarden gebouwd was in opdracht van Sije, Sale en Jabik Jeltema uit Oentsjerk. Pieter Boskma heeft daarover op Skûtsjehistorie geschre-
Bescheiden
Sint Bekkema begon in 1992 met een bescheiden klassering, elfde, in de B-klasse. Hij zal, nadat hij afgelopen jaar gedegradeerd is, naar de mens gesproken bij de IFKS in de C-klasse eindigen. Dat is niet erg, ook niet voor zijn 46-jarige zoon Jelle, die hem zal opvolgen. Die krijgt nu dit jaar rustig de tijd om zich geleidelijk op te werken. Het is volgens Bekkema moeilijk genoeg geweest de laatste jaren. Een paar bemanningsleden waren opgestapt, de tuigage liet te wensen over.
– en kwamen op hetzelfde resultaat uit. De ene Verandering had dus 20% meer weerstand dan de andere. Dezelfde Herke kwam geregeld met zijn Annie bij Sint en Annie Bekkema, ook toen hij al in Woudsend woonde. De Bekkema’s zouden bij Herkes zestigjarig trouwfeest nog een rondje met de kinderen gaan varen bij Grou, maar dat haalde Boskma net niet. Twee jaar geleden heeft Sint vlak na de IFKS zijn as uitgestrooid op de Burgumermar, vlakbij Klein Zwitserland. De kinderen hadden allemaal een grote zonnebloem mee, die ze na de verstrooiing voorzichtig op het water legden. Hopelijk zeilt ‘De Verandering’ in het laatste jaar van Sint als schipper sneller dan in de afgelopen jaren. Daartoe wordt een ander doek aan de mast
In 2013 zeilde ‘De Verandering’ bij Sloten naar een derde plaats. Foto: Marten Sandburg.
VAN DE ZUIVELFABRIEK Auke Boskma vervoerde kaas en boter van de coöperatieve zuivelfabriek ‘Bergumerdam’ in Burgum. Dat dreigde abrupt te eindigen bij de invoering van de Evenredige Vrachtverdeling in 1933. Want dan zou alle lading in principe over de beurs moeten. Daarom kocht de Zuivelcoöperatie Boskma’s schip met als bijzondere voorwaarde dat hij het voor dezelfde prijs terug kon kopen als hem dat paste. Dat gebeurde in 1943. Het unieke van deze handel is dat de contracten, sterk beïnvloed door de regelgeving, bewaard zijn gebleven. geslagen, afkomstig van het Philipsskûtsje. Dat heeft een wat kleiner oppervlak, maar het schip doet het er beter mee. Vindt hij het niet zonde dat zijn zoon na een eventuele promotie naar de B-klasse weer van onderaf
moet beginnen? ‘Nee’, zegt Sint resoluut. ‘It is better om it stadichoan wat op te bouwen as om alle jierren achterút te buorkjen. Dêr is neat oan as je fan sport hâlde.’
‘Jierren achterút buorkje is neat oan as je fan sport hâlde’ ven dat de naam ‘Drie Gebroeders’ door zijn vader en moeder na een verlenging in 1927 veranderd was omdat ze twee dochters hadden. Dat er nog drie jongens zouden volgen, konden ze toen niet weten.
In 2015 ontkwam Bekkema nog net aan degradatie na een gewonnen Zeilraad-procedure van Arnold Veenema. Niettemin heeft hij altijd van het skûtsjesilen genoten, zoals van elke sport. Nog steeds traint hij jeugdploegjes en de mannen van Blue Boys uit Nij Beets. Als die rotheup hem niet zo pijnigde, zou hij ook elke week zijn rondjes maken op Thialf. Tientallen marathons heeft hij geschaatst. Soms sprong hij voor honderd kilometer in de baan nadat hij een afmattende voetbalwedstrijd had afgewerkt. ‘Ik koe no ien kear net stilsitte’, zegt Bekkema.
Sneller
Met dochter Hielkje toch nog even op natuurijs in januari dit jaar.
Dat ‘De Verandering’ niet het snelste skûtsje van de vloot is, wisten zijn ouders al. Herke Aukes Boskma vertelde hoe zijn moeder Hiltsje met hun ouderlijk schip in een uur vier kilometer in de trekzeel aflegde en Auke Adema met de Buitenstvallaatster ‘De Verandering’ vijf kilometer. Toen de mannen dachten dat dit aan de kracht van hun vrouwen lag, wisselden die van schip
In 2014 bij Echtenerbrug, met de ‘Sinnekening’ in zijn kielzog.
33
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Bungalow - Watersportpark De Pharshoeke
Pharshoeke 61 8621 CW Heeg 0515 442314 www.pharshoeke.nl info@pharshoeke.nl
Geef uw schip de zorg en aandacht die u als trotse eigenaar weer doet stralen
Café restaurant Overwijk Heawei 9 8406 AV Tijnje 0513-571217
www.cafeoverwijk.nl ‘De Stripe’
Historische Scheepswerf / Skûtsjemuseum De Stripe 12 9264 TW Earnewâld www.aebelina.nl www.skutsjemuseum.nl e-mail: info@skutsjemuseum.nl Info: 06-16933805 Open van 29 april t/m 1 oktober 2017 op za. en zo. 13:00 - 17:00 uur. Juli en aug: alle dagen 13:00 - 17:00 uur behalve op maandag. Voor groepen (min. 10 personen) het gehele jaar geopend, 's morgens, 's middags en 's avonds, alleen op afspraak. Entree € 3,- Kinderen t/m 12 j. € 1,-. Op de bovenverdieping is nu een expositie van de Earnewâldster toppers uit de a-klein van de IFKS: Lytse Earnewâldster, Swanneblom, Engelina Smeltekop en Nieuwe Zorg.
34
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Investering van €60.000
‘It Doarp Grou’ met 17cm verlengd HEIDA LEVERT MAATWERK
Epie van der Pol brengt een deel van de verlenging op zijn plaats.
Iets langer, gestraald en geverfd en voorzien van een nieuw Molenaartuig. Het skûtsje ‘Doarp Grou’ is klaar voor de grote SKS-wedstrijden. Zestigduizend euro is erin geïnvesteerd. De helft daarvan was opgespaard, de rest moet bijeen worden gescharreld. Dat zal wel lukken, denkt Jan Feike Hoekstra van de Skûtsjekommisje Grou. Het begon met antifouling die vervangen moest worden. De ouderwetse koperhoudende coating mag vanwege het milieu in Nederland niet meer worden aangebracht. Het is hier zelfs niet te koop: dan moet je naar België of Duitsland. Om nieuwe coating aan te brengen moet je eerst het vlak stralen. Dan kan een compleet verfsysteem worden aangebracht met kostbaar plamuur. Ook de binnenkant vroeg een straal-
beurt. En omdat het Molenaartuig toch aangepast moest worden, kwam er een nieuw zeil. ‘Doe ha we sein: ast dan dochs oan ‘e gong bist, pak dan it leste stikje lingte der ek mar by’, aldus Jan Feike Hoekstra. Dat bleek 17cm te zijn tot de maximale lengte overdeks van 19,50m. Dat lijkt een verlenging van weinig belang, maar voor het evenwicht en het toegestane zeiloppervlak pakt het voordelig uit voor de Grousters. Om het verband in het skûtsje niet aan te tasten is bij Steel Products Heida in Lemmer een eerder aangebrachte verlenging met 2,50m vervangen door een nieuw inzetstuk van 2,67m. Jan Heida, die ook als bemanningslid op ‘It Doarp Grou’ vaart, heeft de mogelijkheid om staal al voor gebruik in de juiste vorm te Aan bakboordzijde zit de verlenging erin.
VERGANKELIJKE MONUMENTEN Op zondag 26 februari brandde het Theehuis in Grou tot de grond toe af. Een week later, op 5 maart 2017, overleed Feike Jan Hoekstra. De laatste was vele jaren een van de dragers van de Grouster skûtsjetraditie. Hij vooral maakte de financiering van skûtsje en vele tuigages mogelijk door zijn trouw volgehouden donateurscampagnes. Als bankman wist hij ook wel ongeveer waar het meeste geld te halen was. De laatste jaren wist Hoekstra zich weinig meer te herinneren van de roemruchte skûtsjehistorie, waarin hij zelf zo lang een bepalende rol had gespeeld. Hij stierf op 89-jarige leeftijd. Zijn familie eerde hem met een dankdienst in de Sint Piterkerk in Grou en ‘in leste rûntsje’ in hotel Oostergo. De dienst in de kerk werd zo druk bezocht dat de helft van de mensen direct maar weer vertrok. Zij konden later alsnog hun slokje halen. Net iets ouder dan Hoekstra was het Theehuis van Symen Osinga, geëxploiteerd door het echtpaar Timo Slump. Daarvan waren op de zondag dat Hoekstra overleed slechts rokende resten over. Jan Feike, de zoon van Hoekstra sr., gaat er vanuit dat het Rûtebesprek komend seizoen als vanouds op de historische plaats kan worden gehouden, desnoods in een nood-onderkomen.
persen, waardoor je bij het plaatsen geen extra kracht op de nieuwe verbindingen hoeft te zetten. Samen met Epie van der Pol, voormalig schipper van Leeuwarden, werd deze klus in nog geen drie weken tijd opgeknapt. Vroeger leek het scheepje, waarmee vooral Ulbe Zwaga jaren achtereen geweldige resultaten boekte, op een boeier. Het is nu gestrekter, maar nog altijd prachtig van vorm. Een echte ‘Piipster’, zoals kenners die graag zien, een van de mooiste skûtsjes die in Drachten zijn gebouwd. Thomas Mients Stienstra uit Grijpskerk was de eerste eigenaar van dit schip, dat als ‘Hoop op Zegen’ in 1909 onder nummer [G 1194 N] werd geregistreerd.
Sneek op scherp
Jan Heida, die met zijn bedrijf Steel Products Heida aan de Uitheiïng in Lemmer zit, ziet het verlengen van ‘It Doarp Grou’ als een ‘putsje foar tuskentroch’. De hoofdmoot voor hem is het bouwen van stalen en aluminum casco’s, of de restauratie van schepen en jachten. Maar uiteraard gebeurt ook de aanpassing aan ‘zijn’ Grouster skûtsje met uiterste precisie. Het vak leerde hij bij de bekende scheepsbouwer Sietse van der Werff uit Lemmer, van wie hij ook de loods en de machines overnam. Steel Products Heida heeft een eigen rol- en stempelpers, waarmee hij de platen in de gewenste vorm en hoek kan drukken. Er kunnen flinke platen door, van wel 12x3 meter en tot wel 30mm dik. In de hal liggen dan ook diverse puzzelstukken, die samen een nieuw casco moeten vormen, maar ook ‘losse onderdelen’. Zo bouwde Heida dit jaar ook al een nieuwe bulbsteven voor een klant. Dat zijn de klussen waar zijn hart ligt. Groot, ingewikkeld en tegelijk millimeterwerk. Heida geniet daarvan, maar net zo graag voorziet hij een luxe jacht van een nieuwe pet. Of vervangt hij op locatie een potdeksel, want schadeherstel is ook mooi werk. Vooral als je iemand ter plaatse kunt helpen, zodat de klant daarna weer verder kan met een schip De losse, voorgeperste platen, worden dat eruit ziet alsof er niets is samengevoegd tot een casco voor weer een nieuw jacht. gebeurd. Grou met het aangrenzende water tot de gemeente Leeuwarden. Een poging van de Grouster Skûtsjekommisje om de Leeuwarder dag van Lemmer naar Grou te verhuizen, is mislukt. Maar de opening in Grou blijft, ook nu het oude Theehuis na een brand tegen de vlakte ligt.
De ‘Doarp Grou’ is nu met Huizum en Leeuwarden een van de drie SKS-skûtsjes in de grote gemeente Leeuwarden. Ze varen en liggen geregeld bij Grou. ‘Hartstikke moai’, vindt Jan Feike Hoekstra. Van hem hoeft het niet anders.
Om de drie jaar krijgt de Grouster schipper Douwe Albertzoon Visser een nieuw zeil van Molenaar. Dat Grouster bedrijf is een soort ‘hofleverancier’ van het skûtsje. Dat Douwe Azn. Visser vrijwel elk jaar tot de favorieten behoort, komt niet alleen door zijn eigen tactisch inzicht, hij heeft ook een kundige, gedreven bemanning. Tammo Oosterhof is zijn adviseur. Het is een hecht team op de ‘Doarp Grou’. De voormalige schipper van het Jouster skûtsje ‘Oeral Thús’ Anne Tjerkstra heeft een vrije rol op het voordek. Schipperszoon Albert Douwes Visser zit komend seizoen niet bij de fok, omdat hij door een ‘rare beenbreuk’ geblesseerd raakte. Het is de bedoeling dat Albert één jaar de nieuwe schipper Klaas Westerdijk op d’Halve Maen als adviseur bijstaat. Daarna komt hij terug. Douwe is vanaf 2005 schipper op Grou. Hij volgde Berend Mink op, die zelf de plaats van zijn vader Joop had ingenomen. In zijn eerste jaar al werd Douwe kampioen, en in 2009 opnieuw. De Grouster skûtsjekommisje, actief sinds 1929, hoopt dat de strijd om de titel nu weer opener wordt. Dat zou vooral Sneek op scherp moeten zetten, de succesvolste deelnemer sinds het begin van deze eeuw.
Nieuwe gemeente
Het Grouster skûtsje was vele jaren hét symbool van de watersport in Boarnsterhim. Dat verwaterde wat met de opkomst van de IFKS, toen ook Wergea een skûtsje kreeg. Later kwam er bij de SKS een skûtsje in Akkrum bij, van Pieter Meeter. Na de jongste herindeling behoort
Na de verlenging mag Grou meer zeil voeren. Dat moet het gat met de concurrentie definitief dichten.
35
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Uw boot verkopen
Onderhoud en Reparatie
• Wij zijn op zoek naar werfgebouwde motorboten • Lage verkoopkosten • Geen ligplaatskosten • Geen advertentiekosten • Wij rekenen alleen bij verkoop provisiekosten(No cure = no pay)
• Schilderwerken • Inbouw bergschroef en motoren • Leveren en plaatsen van OMRU aluminium scheepsramen • Verhuur van motorkruisers • Winterberging
Adv Goliath A4 2014:Adv Goliath A4 2014
24-01-2014
• Aanwezig
09:36
Misdbuorren 24 9003 LB Warten Tel. 058-2551362 Mob. 06-22825112
Pagina 1
ACTIEF IN EUROPA
op diverse beurzen
Neem contact op met 1 van onze makelaars bij u in de buurt of neem contact op met ons hoofdkantoor 0031(0)515-560410.
• Dagelijks nieuw aanbod
Nr.
1
in verkoop en service
• Eigen verkoophavens
• Schepen in
vele maten en prijzen
el hebben Momente dan 1000 we meer s per dag bezoeker
Welkom in het theehuis!
Scan deze QR-code en u gaat direct naar onze site.
Reclame van méér dan 850 schepen op méér dan 20 botensites! Meer weten? Neem contact op met Sjoerd Kampen: 0031(0)6-54723943 of mail naar info@goliath.nu en/of sjoerd@scheepsmakelaardijgoliath.nl U kunt ook contact opnemen met ons hoofkantoor: 0031(0)515-560410 of mailen naar info@scheepsmakelaardijgoliath.nl | www.scheepsmakelaardijgoliath.nl
• @
.
•
.
. .
36
.
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Jelmer Bloembergen beleefde een machtig mooi avontuur
‘Ik wie wat te jong, tink ik’
Binnen een tijdsbestek van een half jaar debuteren als schipper en ook weer afscheid nemen. Jelmer Bloembergen wil het in de toekomst graag nog eens proberen, maar dan een en ander beter voorbereiden.
De grote ‘Stêd Dockum’ verscheen voor het eerst aan de start tijdens Lemmer Ahoy. Jelmer Bloembergen concludeert dat het schip lastig te trimmen was.
Amper een jaar geleden stortte Jelmer Bloember- goedkope start mogelijk. Iets wat in ook moest, want zo bekend gen zich vol overgave in het avontuur dat ‘Stêd Dokkum zijn ze daar niet met skûtsjesilen, dus Dockum’ heet. Met de voormalige ‘Jonge Blom’ de sponsoren staan niet bij voorbaat toog hij naar de noordelijkste stad van de provin- in rijen voor de deur. cie. Een half jaar later stond hij weer aan de kant. Te ambitieus Een ervaring rijker, maar toch ook wel een beetje ‘By in knappe wyn kinne wy wol wat nei foaren,’ sprak hij vorig jaar nog gedesillusioneerd. optimistisch. Het bleek een welhaast
riode hoorde hij de voorzichtige vraag uit Dokkum of het niet mogelijk was om daar een IFKS-skûtsje te krijgen. Bloembergen reageerde zoals alleen hij dat kan: hij wist een schip, haalde wat geld van z’n spaarbankboekje, vroeg z’n vader of die even mee kon en maakte de huur en de verzekering
‘Je dreame net bepaald fan it lêste plak yn de C-klasse,’ grinnikt Jelmer Bloembergen vlak voor de kerstdagen. Hij kan er nu nuchter op terug kijken, maar wat baalde hij als een stekker. ‘Ik hie net rekkene op in hege klassearing en bin ek beslist net te-
Bloembergen koos bepaald niet voor de gemakkelijkste weg. De 21 meter lange tjalk van Ruud Vos uit Nieuw Amsterdam is lomp, het grootzeil is enorm en de fok in vergelijking daarmee weer aan de kleine kant. Een lastig schip om te trimmen, zo con-
De ‘Jonge Blom’ was beschikbaar en goedkoop, dus mooi om voordelig mee te starten loarsteld yn de minsken mar ik koe net alles derút helje wat ik woe. It wie yn syn totaliteit wat in dreech projekt, mar dochs hie ik hope dat der krekt wat mear yn siet.’
cludeert ook Jelmer Bloembergen, zeker met het tamelijk uitgezeilde tuig. Maar ach, het schip was per direct beschikbaar, kon voor een zacht prijsje gehuurd worden en dat maakte een
onmogelijke opgave. ‘De lêste wedstryd by Lemmer wie wol knap. Wy rûnen moai mei, sylden net efterút, mar doe krigen wy dy oanfarring mei de ‘Galamadammen’ en moasten wy mei averij nei de kant.’ Het zat ook niet mee, wil Bloembergen aangeven. Het enthousiasme van schipper, bemanning en bestuur was tomeloos, maar het plan bleek te ambitieus. Het was ook allemaal als een donderslag bij heldere hemel op komen zetten. Bloembergen was bemanningslid bij Tim Roosgeurius op ‘It Wâldwiif’. Samen met Jan Marten Zeilstra, Douwe van der Spoel en Sjon Roosgeurius keek hij al eens rond naar voor een eigen schip. In diezelfde pe-
lijks leven is Bloembergen financieel adviseur in het sociaal domein bij een groot aantal Friese gemeenten. Hij werkt hard om het nieuwe zorgstelsel voor 2018 overal goed werkend te krijgen. In de tussentijd is hij bezig een zeilschool te starten aan ‘It Djippe Gat’ bij Burgum. Nu nog op een tijde-
Dat schipperschap komt later wel weer. Eerst de zeilschool van de grond rond. Toen was er een schip, maar sponsoren en bemanningsleden ontbraken nog. In allerijl werd één en ander geregeld en begin april werd de ‘Stêd Dockum’ officieel gedoopt.
Een pet te veel
Bloembergen werd schipper en was tegelijk ook bestuurslid. Dat waren te veel petten. ‘En ik wie foar it earst skipper. Dat is pittich. Der wurdt in soad fan dy frege, sawol organisatorysk en syltechnysk, as yn de omgong mei minsken. Ik wie, tink ik, noch wat jong foar sa’n drege managementfunksje.’ Een grotendeels onervaren bemanning, drie bestuursleden aan boord, een zwaar te zeilen schip, het maakte het moeilijk om samen een goed team te worden. De synergie ontbrak op de ‘Stêd Dockum’. ‘Mar it wie in machtich moai aventoer. Wy ha betiden moai syld en allegearre in hiel soad leard.’
Zeilschool
De 32-jarige zeilfanaat geeft zijn droom om zelf als schipper triomfen te beleven beslist niet op. Maar het werk gaat nu even voor. In het dage-
lijke locatie maar liefst wil hij zo gauw mogelijk een eigen stukje grond zien te bezetten. Op het voormalige terrein van de Fryske Olympiade ligt nog wel een kavel vrij, maar de grondprijs is te hoog. En die Olympiade, ja, ook daar heeft hij wel een idee bij. Leuk voor 2018. Maar eerst die zeilschool. Op 30 april begint hij met optimistzeilen voor kinderen. Op 17 en 18 september is er weer Skûtsjesilen yn ‘e Wâlden. Een prachtig evenement, al valt het niet mee om veel deelnemers te krijgen. Zeker de SKS’ers komen niet op de Burgumermar.
Goed gevoel
En dat schipperschap? Dat komt later wel weer. Eerst die zeilschool van de grond. En graag ook wat meer voorbereidingstijd, want dit in Dokkum ging zelfs voor Jelmer Bloembergen te snel. In de tussentijd kijkt hij toch met een goed gevoel terug op het seizoen 2016. Trots op dat hij mede mogelijk maakte dat Dokkum een eigen skûtsje kreeg, maar ook wel blij dat hij van de verantwoordelijkheid af is. ‘Mar ik fyn it skitterend dat se no trochgeane.’
SILE AS DOUWE ‘Myn ambysje is om sa goed te silen, datst de kick fielst fan in goeie start en in super boeirûning. Dat dyn team dat ek fielt. Datst as skipper en bemanning ien bist mei it skip en dan de emoasje fiele fan de finish. En dat gefoel fêsthâlde kinne en mei elkoar fiere. As ik sjoch nei Douwe fan Snits, dan wit ik: dit is it. Dy is obsedearre troch perfeksje en ast de top helje wolst, dan moat dat. Hûndert prosint konsintraasje by de bemanning en de folsleine rêst yn dysels en dat it hast liket as giet alles fansels. Ast dat berikke kinst, dat is it ultime. Dan kinst winne, al leist ek lêste.’
37
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
BLOKKEN: ONDERHOUDSVRIJ EN TOCH MOOI
Rondvaardij Princenhof voor elke gelegenheid hét juiste schip
Zomerprogramma 2017 Rondvaart door het Nationaal Park “De Alde Feanen”
Sinds 2012 zijn er "ouderwetse" blokken op de markt van een mengsel van vermalen hout en polypropyleen. Hoewel ze dus voor het grootste deel van hout zijn en authentiek ogen, vragen ze geen onderhoud ze kunnen het hele jaar door in de mast blijven hangen.
Inschepen vanaf 13.30 uur; afvaart 14.00 uur; ontschepen 16.00 uur. Vanaf 16 april tot juni op zon- en feestdagen en vanaf juni tot oktober op zondag en woensdag In voor- en naseizoen op aanvraag. Volw. € 10,00; Kind. (t/m 12 jaar) € 5,50. Voor extra ingeplande tochten, zie: www.rondvaardij-princenhof.nl
Dagtochten Sneek Giethoorn Dokkum Groningen Lemmer
Inschepen vanaf 09.30 uur; afvaart 10.00 uur; ontschepen 18.00 uur. Data: 27 juli en 24 augustus. Volw. € 27,50; Kind. (t/m 12 jaar) € 12,50. Boot-bustocht, tijden 09.00 - ca. 18.15 uur. Data: 17 en 18 juli. Volw. € 35,00; Kind. (t/m 12 jaar) € 17,50. Boot-bustocht, tijden 09.30 - ca. 18.00 uur. Data: 29, 30 mei en 28, 29 augustus. Volw. € 27,50; Kind. (t/m 12 jaar) € 12,50. Boot-bustocht, tijden 09.00 - ca. 18.00 uur. Data: 12 en 13 juni. Volw. € 32,50; Kind. (t/m 12 jaar) € 15,00. Boot-bustocht, tijden 09.30 - ca. 18.00 uur. Data: 03, 04 juli en 04, 05 september. Volw. € 35,00; Kind. (t/m 12 jaar) € 17,50.
Middagtocht Grou Inschepen vanaf 13.30 uur; afvaart 14.00 uur; ontschepen 18.00 uur. Data: 08, 15, 22 juni en 06, 13, 20 juli en 03, 15, 22, 31 augustus en 07 september. Volw. € 12,50; Kind. (t/m 12 jaar) € 6,00. Verzorgingsarrangement € 7,50 p.p.
Brunchcruise Inschepen vanaf 10.30 uur; afvaart 11.00 uur; ontschepen ca. 13.00 uur. Data: 14 mei, 04 juni, 18 juni en 30 juli. Volw. € 25,00; Kind. (t/m12 jaar) € 12,50.
Moonlight Cruise Inschepen vanaf 19.00 uur; afvaart 19.30 uur; ontschepen 23.00 uur. Data: 02 juni, 14 juli, 25 augustus en 15 september. Volw. € 37,50; Kind. (t/m 12 jaar) € 20,00.
Voor groe pe mogelijkh n eden van 10 tot 250 personen
Tochten naar de wedstrijden van het SKS-Skûtsjesilen De aanvang van de wedstrijden is 14.00 uur. (Terherne o.v.b.)
Vertrek vanuit Earnewâld Zaterdag 05 aug. - Grou (start) Maandag 07 aug. - De Veenhoop Dinsdag 08 aug. - Earnewâld Woensdag 09 aug. - Terherne Donderdag 10 aug. - Langweer Vrijdag 18 aug. - Sneek (finale) Vertrek vanuit Woudsend (Eewal) Vrijdag 11 aug. - Elahuizen Maandag 14 aug. - Woudsend
• • • • •
(tenzij anders aangegeven).
• Prijswijzigingen en drukfouten voorbehouden.
Tijden en prijzen op aanvraag!
LazyBlock® scheepsblokken info@lazyblock.nl www.lazyblock.nl Koos Oudhuis +31 6-51 244 870 Zuster Bloemstraat 24
P Steemar bv Nieuwe vissershaven 7-1 Harlingen P Dekker Watersport Pieter Ghijsenlaan 4 Zaandam
1141 TA Monnickendam
P De groot Kooijweg 30 Stavoren
Verkoop adressen:
Wie reserveert, vaart wel! Afvaart bij voldoende deelname. Wijzigingen voorbehouden. Keuken aan boord. Vertrekplaats steiger Rondvaardij Princenhof.
Piet Miedemaweg 19 9264 TJ Earnewâld T. 0511-539334 E. info@rondvaardij-princenhof.nl
Ook voor al uw feesten en partijen!
www.rondvaardij-princenhof.nl Uw erkende specialist in kunst- en klikgebit
Herkent u zich in één van de volgende problemen: • Slecht zittend kunstgebit, waardoor u: o zich ongemakkelijk voelt bij praten en lachen. o moeite heeft met eten, bv. bij het afbijten van een appel. • Wilt u een oplossing voor een ontbrekende tand of kies? • Wilt u dat uw gebit er mooier uit komt te zien? • Is er een reparatie aan uw kunstgebit nodig?
Maak dan eens een afspraak. Dan zoeken wij voor u de juiste oplossing. Leeuwarden
Dokkum
Havingastate 11 F Rondweg West 29 8925 AZ Leeuwarden 9101 BE Dokkum 058-2895549 0519-297585
w w w. t p p v d k o o i . n l 38
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Kees van der Kooij aast op promotie
Tomeloze ambitie in Dokkum Kees van der Kooij uit Woudsend werd in oktober 2016 benoemd als nieuwe schipper van de ‘Stêd Dockum’, dat in 2016 als laatste eindigde in de C-klasse. De online dorpskrant van Woudsend wees hem fijntjes op het lot van die andere ‘missionaris’, die lang geleden zijn komst naar het hoge noorden met de dood moest bekopen. Maar Bonifatius drong zich op, Van der Kooij werd gevraagd. Dat de ‘Stêd Dockum’ geen potten zou breken, was bij de start van het seizoen 2016 wel bekend. Dat werd ook niet verwacht van de nieuwbakken schipper Jelmer Bloembergen
Kees van der Kooij: ‘It entûsiasme fan de ploech hat foar my de trochslach jûn’.
en zijn al even nieuwe bemanning. Toch schrijnde die laatste plaats in de C-klasse.. Na de IFKS volgde een evaluatie met bestuur en volledige bemanning. Daarin werd besloten om op zoek te gaan naar meer ervaring aan boord De ambities ontliepen elkaar niet zoveel, maar wel de ideeën over de weg omhoog en zo ging het bestuur van het meest noordelijke wedstrijdskûtsje op zoek naar een nieuwe schipper. Een eis was vooraf helder: de toekomstige schipper moest ervaring hebben als schipper en over leiderskwaliteiten beschikken.. Het bestuur wilde vooruit
maar bovenal op een respectvolle en veilige manier meedoen en de sponsoren en Dokkum op een waardige manier vertegenwoordigen.
Ervaren schipper
De keuze voor de 52-jarige ondernemer Kees van der Kooij mag verrassend genoemd worden. Het bestuur van de ‘Stêd Dockum’ had al aangegeven dat ze in gesprek waren met een schipper die ook in de A-klasse gezeild had en die ook wist wat er nodig was om te winnen. Op so cial media circuleerde de naam van Siete Meeter, die kort daarvoor van het Leeuwarder SKS-skûtsje ‘Rienk Ulbesz’ was gestapt. Niemand dacht aan Van der Kooij, die in de vier jaar dat hij zelf schipper was (2010-2014) toch een respectabele staat van dienst had opgebouwd. Met de ‘Zeldenrust’, nu van Arnold Veenema, zeilde hij in een keer door van de C-klasse naar de A-klasse, ondertussen het kampioenschap bij de B’s in de loop meenemend. Als debutant in die A-klasse pakte hij een dagoverwinning bij Stavoren en eindigde als zesde in het klassement. Na het seizoen van 2013 stopte Van der Kooij. Het was een lastige tijd en hij moest al zijn aandacht vestigen op zijn watersportbedrijf. Maar toen dorpsgenoot Jelle van Netten, bestuurslid bij de Dokkumers, hem tussen neus en lippen door polste voor het schipperschap op de ‘Stêd Dockum’ voelde Van der Kooij
Tijdens de Slotdag van 2016 schipperde Kees van der Kooij voor het eerst. Ze werden laatste en de schipper realiseerde zich dat er nog een hoop werk aan de winkel is.
Nei ien sa ’n middei kinst der net folle fan sizze. It túch stie my lang net nei ’t sin, dat wit ik wol. Mar dy bemanning wie sá entûsiast, dat hat foar my de trochslach jûn.’
sis. As bestjoer ha wy de ambysje om in goeie fertsjintwurdiger te wêzen foar ús sponsoaren. Dêr heart weardich silen by, mar ek in stikje prestaasje. Dan moat it net oan it materiaal lizze.’
Bestuur en beoogd schipper gingen samen om de tafel en de verwachtingen over en weer werden uitgesproken, waarna de overeenkomst gesloten werd. Van der Kooij bracht
Kees van der Kooij schipperde al tijdens de slotwedstrijd op Heeg in oktober 2016. Een leerzame ervaring, waar. hem duidelijk werd dat de bemanning nog veel moest leren. De boathandling was absoluut onder de maat. ‘Dat stiet dus aanst op it earste plak. Trene, trene en nochris trene. Sy moatte witte wat dat skip docht. Dus wy starte aanst ek mei in pear teory jûnen. Dan komt bygelyks in Douwe fan Snits te praten. It is fansels super dat sa'n geweldige siler ús helpe wol.' De bemanning staat overal voor open en dat is geweldig, concluderen
Een schip met potentie
Kees van der Kooij is nog lang niet klaar met zeilen het toch weer kriebelen. ‘Earst miende ik dat er in grapke makke, dus ik sei gjin ja of nee. Doe ’t se ôfskied nommen hienen fan Jelmer Bloembergen bellen se my. Ik wist wol dat ik noch net klear wie mei de silerij en ha tasein ris in middei mei se te silen, efkes in slach oer de Burgumer Mar.
De ‘Frisia’, hier met Robert de Jong in actie tijdens Skûtsjesilen Langwar, wordt de nieuwe ‘Stêd Dockum’.
wel meteen het schip ter sprake. De ‘Stêd Dockum’ zat te weinig toekomst in zoals het erbij lag. De benodigde investeringen zouden teveel kosten met zich meebrengen en dan nog zou het skûtsje, dat ook nog eens met dispensatie voer vanwege de lengte, niet goed genoeg zijn voor de toekomst. En dus werd niet alleen de nieuwe schipper benoemd, maar werd en passant ook besloten naar een ander skûtsje om te zien. ‘Doe skeat my ek yn ’t sin dat Robert de Jong ophâlden wie,’ vertelt Van der Kooij. ‘Ik ha wol tsjin him syld en dy ‘Frisia’ lei my altyd yn ’t paad. In skipke dêr ’t wol wat ynsiet. Wy ha it skip besjoen en ik wie ferrast troch de moaie lijn.’ Het stichtingsbestuur huurt het schip het eerste jaar van Robert de Jong en gaat daarna in principe over op een huur-koopconstructie, zodat ze het schip over vijf jaar in bezit hebben. Tegen die tijd zal er ook geïnvesteerd moeten worden. ‘ It túch is wat útsyld, mar wy sile yn de C-klasse en om njoggen oere moarns stiet der meast net sa folle wyn,’ aldus de kersverse schipper. En anders heeft hij zelf nog wel een setje liggen van de ‘Zeldenrust’. Weliswaar iets kleiner, maar dat is niet erg. ‘As ploech ha wy no noch gjin ferlet fan in nij túch,’ verklaart hij. ‘Earst mar ris goed silen leare.’ Het Dokkumer stichtingsbestuur is echter klaar voor de toekomst, zegt bestuurslid Hylke Heidstra. ‘Op ‘e lange termyn rekkenje wy al op in ynvestearring en sadwaande binne wy no al dwaande mei in brede finansjele ba-
Promotie
ijkpunt worden voor de nieuwe ‘Stêd Dockum’. En daar vandaan moet de weg omhoog worden ingeslagen, want nogmaals laatste worden is uit den boze. ‘Dan koe ik der ek wolris drekt wer mei ophâlde,’ grinnikt Van der Kooij, maar de ondertoon is serieus. Met dit schip en deze schipper moet een goede klassering mogelijk zijn. ‘It soe my al foldwaning jaan as myn ploech mei wille sylt, mar eins wol ik graach promoveare. En dan bedoel ik streekrjocht, dus in plak by de earste trije.’ Na een korte stilte komt het hoge woord eruit: ‘Mar by de earste trije sit ek de kampioen.’ Veel hangt af van hoe de bemanning theorie en praktijk oppikt en het moet uiteraard een beetje meezitten. ‘Neffens my sit it der wol yn. Foar it bestjoer allinnich al soe soks geweldich wêze. Dizze minsken sette sa’n hûdfol wurk foar dit team,
‘By de earste trije sit ek de kampioen’ schipper en bestuur. In april worden de trainingen gestart. Minimaal één keer in de week, liefst nog vaker. De boathandling moet goed, er moeten uren gemaakt worden. Tijdens Skûtsjesilen Langwar zullen de Dokkumers niet starten. Dat komt nog te snel. Lemmer Ahoy zal het eerste
dat is net te leauwen. It is allegearre nij foar harren, ik nim myn pet djip foar harren ôf.’ En zo kwam de Woudsender Kees van der Kooij voor het eerst in zijn leven in Dokkum. Op een skûtsje. Om de noorderlingen voor eens en voor altijd te bekeren tot het skûtsjesilen.
39
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Piet ten Woude meet, weegt en verbouwt
Alle skûtsjes gaan naar IJlst als een schip op de Geau passeert. De moderne accommodatie wordt bij dit werk trouwens toch zeer gewaardeerd, zegt Piet. ‘Binnen kinst folle sekuerder wurkje.’ Dat is van belang als er op de centimeter nauwkeurig moet worden gewerkt. En dat moet tegenwoordig; niet alleen vanwege de nieuwe zeilformules bij de skûtsjeorganisaties, maar ook omdat de keuringen steeds strenger worden. ‘As der sa’n ûngelok as mei de Amicitia bart, wurde alle mêsten neisjoen. Piet Blaauw yn Starum hat it der drok mei.’ Ook verzekeraars worden voorzichtiger. Ze kunnen bij keuring besluiten een bepaald onderdeel buiten de verzekering te houden. Een te dun stuk vlak bijvoorbeeld, of een door rot aangetaste mast. Dan moet de schipper zelf beslissen wat hij doet. Als hij gewoon gaat varen zonder in herstel te investeren, moet hij de consequenties ook dragen. En dan hebben we het nog niet eens over het voorschrift om bij schepen van 20m en langer over een Certificaat van Onderzoek te beschikken – wat voor de meeste grotere wedstrijdskûtsjes geldt.
Lichter en sneller De SKS kwam met een nieuwe zeilformule. Daarom werden alle SKS-schepen opnieuw gewogen en gemeten bij scheepswerf Ten Woude. Foto: Martin de Jong.
Skûtsjeschippers kennen de Geau, de grote vaarweg naar IJlst. Daar zijn inmiddels alle schepen van IFKS en SKS gemeten en gewogen. Ondertussen gaat het werk aan die skûtsjes en vele andere schepen gewoon door. Verlengen, knikken, restaureren: alles om beter en sneller te worden. Heit Piet (57) en zoon Douwe (28) vormen de Vennootschap Onder Firma (VOF) Ten Woude, die al bijna twintig jaar gevestigd is op een bedrijventerrein aan de Rogmolewei in IJlst. Douwes 35-jarige broer Johan ten Woude werkt in het bedrijf mee als hij met zijn grote zeetjalk niet met gasten vaart. Bij houtzaagmolen De Rat aan de overkant van de Geau komt, is de bedoeling, een nieuw museum. Ten Woude bezit er een boerderij op een van de mooiste plekjes van IJlst. Aan de kade van zijn scheepswerf liggen alle soorten schepen, van Lemsteraak tot tjalk en van sleper tot skûtsje. De Herbayumer charterschipper Jacob Huisman is binnen in de loods
met zoon Gerrit en helper Yde van der Veen bezig met het verven van de ‘Anna van Oranje’. Deze klipper moet gekeurd worden. Met tape worden de patrijspoortjes afgeplakt. Een Duitse klant werkt aan een tjalk achtig binnenschip, waarvan de dikte van het vlak zal worden gemeten voordat het schip wordt verkocht. Hopelijk wordt het goedgekeurd, zegt Douwe, dan kan de verkoop doorgaan. En anders moet er een stuk staalijzer onder het te dunne vlakdeel worden gelast. In het dok ligt de ‘Stella’, een mooie Staverse kotter. Die is bevrijd van hinderlijke aangroei. Niet dat ze hier stralen, dat gebeurt veel bij Hooghiemstra
SNELLER DOOR TE KNIKKEN? Piet en Douwe ten Woude hebben ruime ervaring met wedstrijdskûtsjes. Douwe zelf zeilt als bemanningslid op de ‘Woeste Ånne’ van Wietse Heerschop. Dat skûtsje wordt onderhanden genomen nu de schipper is gepromoveerd naar de klasse A-groot. Het wordt daarbij geknikt. Is dat wenselijk om sneller te varen? Piet ten Woude vraagt het zich af, hoewel hij zelf in een ver verleden nog heeft meegewerkt aan verlenging met knik van de Sneker Pan. Het is een hele ingreep. Douwe denkt vooral na waar en hoe de knik aangebracht moet worden. Je zou in principe zeggen op de plek van het keerspant, op zo’n 20% van de lengte uit de voorsteven. Maar bij wedstrijdskûtsjes is de mast naar achteren verplaatst, zodat wellicht daar het diepste punt moet liggen. in Oppenhuizen. Soms is het in de loods een drukte van belang, zegt Piet ten Woude. Tijdens ons gesprek telefoneert hij even met de brugwachter van Sneek om Walter van Berkum met zijn Lemster aak door de brug te loodsen. Alle soorten werk doen ze hier. Er wordt ook ruimte verhuurd aan mensen die hier zelf aan hun schepen wer-
ken. Dat is een winwin-situatie, want ‘dêr komt geregeld wurk foar ús achterwei’, zegt Douwe.
Strenge eisen
De nieuwe IFKS-zeilformule is ontwikkeld op basis van een berekend basisgewicht. Daartoe moesten alle skûtsjes worden gewogen, en secuur gemeten. De IFKS heeft er zelf een unster voor aangeschaft. Meting van alle SKS-skûtsjes was nodig na aanname van de nieuwe vereenvoudigde zeilformule. Ten Woude heeft speciaal een sluisdeur geconstrueerd om een overdekt dok te kunnen afsluiten. Daarmee wordt voorkomen dat het waterpeil op en neer gaat
Professionals als Douwe en Piet ten Woude kunnen het bij een trekje aan het touw voelen of een skûtsje snel is of traag. Hetzelfde geldt bij het afremmen: grotere massa zet harder door. Dat lichte ‘aanpikken’ was de afgelopen jaren voor veel IFKS-schippers reden om hun schip lichter te maken. Bij ‘’t Swarte Wief’ van Jaap Hofstee uit Tijnje was dat wel heel rigoureus gebeurd. Daar was zelfs het potdeksel over de rand zo licht mogelijk uitgevoerd. Bij de ‘Lytse Lies’ van meervoudig kampioen Ton Brundel was de ingreep in het oorspronkelijke model nauwelijks minder. Door de nieuwe formule moeten die succesvolle schippers allebei veel ballast innemen. Aan dat verlichten met de snijbrander is nu wel paal en perk gesteld, het betekent niet dat er een einde is gekomen aan de zoektocht naar sneller en beter. ‘Elke skipper hat syn eigen ynsichten’, zegt Piet ten Woude. ‘Dat moatst ek moai sa litte. Ik ha hjir wol tusken fjirtjin fan dy manlju sitten, en se tinke allegear krekt even oars.’ Daar komt bij dat geen twee skût sjes gelijk zijn. Elke werfbaas had vroeger zijn eigen inzichten, elke schipper zijn wensen. Dat laatste is nog wel een beetje zo, vertelt Ten Woude senior. Met een paar collega’s hebben de IJlsters vrij geregeld contact, met anderen veel minder. ‘Elk moat syn eigen dingen mar dwaan.’
Scheepswerf ten Woude voor al uw o.a. scheepsrenovaties, nieuwbouw, motoreninbouw onder 1 dak...
De ‘Woeste Ånne’ wordt momenteel onderhanden genomen en geknikt.
40
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Blauwhuis komt met ‘Freonskip’
‘De wille moat heech yn ‘e mêst’ Steeds meer dorpen in Fryslân krijgen een eigen skûtsje. Zo ook Blauwhuis. In december 2016 werd bekend dat ze daar de ‘Oant Moarn’ van Jacob Huisman huren. Een spannend avontuur dat zich in sneltreinvaart ontvouwde. ‘Wy kinne yn Blauhûs toeterje, Frysk Damje en fuotbalje. No kinne wy aanst ek skût sjesile.’ Een Blauhúster skûtsje in de competitie, dat is nog nooit vertoond en om de inwoners van de katholieke enclave warm te stoken voor dit heuglijke feit lag het topstuk uit de Huisman-collectie, de ‘Ut ‘e Striid’, tijdens de feestdagen aan De Opslach in het dorp. Het was passen en meten, want dat is nog best een groot schip, zeker vergeleken met de ‘Dankbaarheid’ van de familie Hobma, die in het verleden daar ook wel lag. Grote voortrekkers van het project zijn Yme Overwijk, Jappie de Jong en Wypke Attema. Skûtsjeliefhebbers tot en met, maar zelf nooit actief aan skûtsjesilen gedaan. Wel ieder jaar samen met de vrouwen naar de IFKS-wedstrijden. En daar kwam het idee langzaam maar zeker bovendrijven. Enthousiast door de overwinning van Makkum en het succes van Jaap Hofstee, die ook geen achtergrond als skûtsjesiler had, maar nu wel een vaste waarde is in de top van de klasse A-Groot bij de IFKS. Voorzichtig werd het uitgesproken: ‘Wat soe it moai wêze as Blauhûs ek in skûtsje hie’. Een bierpraatje was het, hardop uitgesproken in de feesttent tijdens het dorpsfeest. Het borrelpraat kreeg echter een steeds serieuzere ondertoon en toen ineens was daar een groep enthousiastelingen met ervaring in open zeilbootjes, die zich wel wilden laten trainen als bemanning van een skûtsje. ‘Wy hienen samar tweintich man,’ zeggen de heren nu. Een schipper was daar ook bij. Praamzeiler Hartman Witteveen zit straks aan het helmhout en hij wordt bijgestaan door adviseur Sipke Westra, die van 2000 tot 2010 schipper was van de ‘Verwisseling’, nu van Bas Krom.
Op zaterdag 18 maart j.l. werd het Blauhúster skûtsje 'Freonskip' gedoopt. De bemanning kreeg de wereldberoemde Friese kielen van de Blauhúster Dakkapel overhandigd. Ze werden gemaakt door bewoners van It Teatskehûs.
nen. Huisman zorgde ook dat de ‘Ut ‘e Striid’ bij wijze van oudejaarsstunt in Blauwhuis kwam te liggen. Daarmee werden de eerste donateurs ook binnengehaald. ‘Wy ha oan Jacob echt in gouden man,’ beseffen de drie vrienden.
‘Freonskip’
Inmiddels zijn de voorbereidingen op het seizoen in volle gang. Er werd een oproep gedaan aan de fans om een naam te verzinnen die bij het dorp past. Sjoerd Hobma gaf als suggestie het skûtsje ‘Klaas Foekema’ te
noemen en daarmee de grote Blauwhuister wedstrijdschipper van voor de oorlog te eren. Uiteindelijk werd het ‘Freonskip’. Zo heet de roemruchte kroeg van Gerard de Wolff in het dorp, maar het staat ook symbool voor Overwijk, Attema en De Jong, de drie kameraden die samen dit avontuur aangaan. Op zaterdag 18 maart werd onder grote belangstelling het team gepresenteerd en het schip gedoopt. Er is een stichting opgericht om één en ander te bewerkstelligen, zoals ook bijvoorbeeld Dokkum en Abbega dat geregeld hebben. Dat helpt ook om
het dorp erbij te betrekken. De inwoners van Blauwhuis zijn altijd wel in voor wat nieuws, dus ook dit initiatief wordt van harte gedragen. Er zijn zelfs al ploegjes die de ‘Freonskip’ vastleggen voor een tochtje en zo voor wat financiële steun zorgen.
Plezier in top
De eerste trainingen zullen op de Aldegeaster Brekken plaatsvinden. Klein en rustig water, geschikt om samen de eerste slagen te maken en bekend te worden met het schip. Als dat goed loopt, verkassen ze naar de Heege-
mer Mar, waar meer skûtsjes trainen en waar je ook wat wedstrijdsituaties na kunt bootsen. ‘Yn Langwar dogge wy noch net mei, sa as it no liket ’ zegt Yme Overwijk. ‘Dat komt tink ik wat te gau, mar op Lemmer Ahoy wolle wy der wol by wêze en fansels by de Slach om Heech. Hoge verwachtingen hebben ze niet. ‘Wy wolle lekker meidraaie en dan sjogge wy wol hoe ’t it giet.’ ‘De wille…, dy moat al heech yn ’e mêst’, besluiten de Blauhústers.
BETONBOOR- EN ZAAGBEDRIJF
K. WIJMA www.wijmabv.nl
betonboor- en zaagbedrijf
Steun van de toppers
Ze staan er nog versteld van hoe snel een en ander ging. Er volgden gesprekken met de familie Leenstra in Gaastmeer, die de nieuwbakken zeilers meenam als invalkrachten tijdens het donateurszeilen en de Slotwedstrijd. De Blauhústers begonnen zich te oriënteren. Ze togen een avond naar Tony Brundel , die het enthousiasme alleen maar aanwakkerde. ‘Hy sei: altyd dwaan, gewoan oanmelde. Sy wolle ús mei alles wol helpe,’ zegt aankomend schipper Hartman Witteveen. ‘Sy wolle ús echt yn it sadel sette, dat is geweldich!’ Via Ton Brundel werd ook contact gelegd met Jacob Huisman, want de ‘Oant Moarn’ kwam vrij, wist Brundel, en dat zou wel eens een geschikt schip kunnen zijn om mee te begin
Jelle’s Boubedriuw Woning , stallenbouw, verbouw, prefab dakkapellen Keukens geheel naar uw wensen
www.Jelles.nl Greonterp 0515-579588
41
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Pier de Jager van Verf van der Feer
‘Vraag het de vakman’ Eén belangrijke factor voor snelheid en conser- (‘ossenbloed’) gebruikt om schepen te maken. Ze kregen er, vering is de coating op het onderwaterschip. waterdicht net als bij het gebruik van menie, een VC17m was daar vroeger ideaal voor, maar dat is roodbruin-achtig kleurtje van. Er zit vanwege de koperoxide verboden. Tegenwoordig namelijk ijzer in bloed, dat bij het opdrogen gaat roesten. gebruiken professionals bij voorkeur Micron Plus of Verbod op koolteer Intersleek Pro Foul.
Gangbaar op schepen die snel moesten varen, was het ‘potleadzjen’ van het vlak: het aanbrengen van een laag grafiet (met behulp van een jutezak) op een ondergrond van halfdroge teer. Dat leverde na een fikse poets- en borstelbeurt een fraai en glad vlak op, dat glom in een antracietachtige kleur. Ook dekken en luikenkappen werden geregeld geteerd. Er werden meerdere lagen aangebracht, met dun gestrooid cementpoeder ertussen. Dat hielp bij de afdichting en maakte bij de volgende laag ook zichtbaar wat wel en wat niet goed geteerd was. Men gebruikte daar de bokkenpoot voor, die trouwens nog wel te krijgen is. ‘Die primitieve behandelingen van onderwaterschepen zie je bijna niet meer,’ vertelt De Jager. Althans niet bij de professionele verfhandel waar hij voor werkt. Deels komt dat door het verbod op vroeger gebruikte coatings, zoals koolteer. Dat was een restproduct van fabrieksgas, dat tot de komst van aardgas in steden en dorpen veel werd gebruikt. Maar gasfabrieken zijn er niet meer en de vroeger op oude schepen veel gebruikte koolteer vind je alleen nog in musea. Vandaar ook het gebruik van de verleden tijd.
'KOOLTEER' IS WEER TE KRIJGEN Justin de Teerboer uit Zaandam en Ed Schuit uit Ede (of Maasland, Schipluiden) bieden per website koolteer en carboleum aan. Die is ook in een epoxy-uitvoering te leveren, die niet reageert op (zonne)hitte. Het gaat hier volgens Wikipedia niet om echte ouderwetse teer, maar een verwant product. Anders dan de in 1998 verboden steenkoolteer is dit nog verkrijgbare en toegestane, niet bijzonder giftige smeermiddel een restproduct van aardolie. Het is een soort bitumen, te vergelijken met tectyl op oude auto’s of de bitumeuze dakbedekking. De zwarte substantie, geproduceerd in België, wordt volgens Justin de laatste tijd geregeld gebruikt voor (houten) schepen en oude hokken. De websites pretenderen uitstekende bescherming en gemakkelijke verwerking.
Speciaal voor de onder- en bovenwaterlijn van schepen op zoet water en bij uitstek voor schepen op brak/zout water is er een kleurvaste koolteer die doet denken aan tectyl.
Minimaal 300 Mu
Verfspecialist Pier de Jager van de verfhandel Verf van der Feer uit Sneek kan uren boeiend praten over het verven en plamuren van boot en schip. Zelf groeide deze buitendienstmedewerker op met een houten BM’er, die hij met een papje van fijngestampte dakpannen waterdicht maakte. De afgelopen decennia begeleidden hij en zijn collega Lieuwe Meijer een kleine honderd skûtsjes die voorzien zijn van
een nieuw, modern verfsysteem. De Jager en Meijer herinneren zich nog goed hoe in de oude tijd schippers een licht lekkend ijzeren schip door een dreksloot boomden, zodat de gaatjes voltrokken met modder. Die bevorderde vervolgens de corrosie, waarmee de gaatjes werden afgedicht. Nog eerder, in de negentiende en begin twintigste eeuw, werd het goedkope bloed van de slager
LAKKEN OP HOUT Vroeger werd hout meestal geolied om het te conserveren. Tegenwoordig wordt het na meerdere schuurbeurten met steeds fijnere korrels gelakt. De lak dekt wel af, maar beschermt het hout van binnenuit niet tegen rot en schimmel. De verwering kan daar gewoon doorgaan, soms met rampzalige gevolgen, zoals in 2016 bij de mastbreuk op de klipper Amicitia is gebleken. Beitsen kan ook. Dan trekt de verf in de poriën. Maar het risico is na het aanbrengen van verschillende lagen dat het uiterlijk steeds lelijker wordt. Vroeger eindigde een bij de oplevering glanzend, bijna kanariegeel scheepje donkerbruin, alsof het helemaal geteerd was. Soms was dat ook zo. Dat gebeurt nu steeds minder. Wel wordt beits in combinatie met lak nog wel gebruikt om het ‘verbleken’ van eikenhout onder invloed van de zonnestralen tegen te gaan. Tegen Ultra Violette straling beschermen speciale buitenlakken wel, maar goedkopere lakken niet.
42
Een schip heeft een zeer hoge vochtbelasting. Het is minstens zeventig procent van de tijd in contact met water. Op de grens van wind en water, waar nat en droog elkaar tijdens het varen onophoudelijk afwisselen, slaat roest toe op de kleinste blote plekjes waar de verf is aangetast. Daar verbindt zuurstof zich met ijzer of hout, wat roest of rot (schimmel) tot gevolg heeft. Met een simpel laagje lakverf voorkom je dat niet, want daar zit doorgaans een rest water of zuurstof onder. Het onderwaterschip vooral moet krachtiger worden aangepakt, met meerdere lagen primer voor de hechting en de afdichting. Een uitstekende ondergrond voor verschillende antifoulings is Primocon, een teervrije ééncomponenten-primer. Voor een spiegelglad resultaat moet het verfsysteem correct worden aangebracht, met roller of spuit. Een goed verfsysteem bestaat uit minstens zes lagen, de plamuur niet meegerekend. Vakmensen met wie De Jager geregeld zaken doet, rekenen in bijna abstracte eenheden als Mu’s. Eén Mu (micrometer) is een miljoenste meter. De laagdikte voor het afdekken van blank metaal moet minimaal 300 Mu zijn, vertelt De Jager, anders werkt het niet.
‘Even bijhelpen’
Geregeld komt het voor dat de verflaag op mooi gelakte schepen na een aanvaring een deuk oploopt of een kleine beschadiging. De zuinige amateur loste dat meestal handig op met een kwastje verf. ‘Dat heeft weinig nut,’ oordeelt De Jager. Binnen twee jaar vormen zich blaasjes door de werking van vocht en zuurstof. En de roest is daarna niet te keren. Dit probleem doet zich voorname-
Lieuwe Meijer
Pier de Jager
lijk boven de waterlijn voor. Een betere oplossing bij beschadiging is om alles tot op de huid van het metaal te verwijderen. Daarna moet je van het begin af aan het hele verfsysteem weer opbouwen. De vakman, zegt De Jager, praat graag met een specialist over ontwikkelingen in de verfwereld. Die zijn nogal ingrijpend de laatste jaren, mede als gevolg van toenemende milieu- en gezondheidszorgen. Die hebben geleid tot sterk aangescherpte regelgeving. De voorschriften zijn zelfs binnen de
Europese Unie niet gelijk. In België kun je koperhoudende antifoulings kopen die je hier niet als coating mag aanbrengen. Dat geldt als een milieudelict, waar de bonafide verfhandel zeker niet aan zal meewerken. Want welke watersporter wil er nu een strafblad om zoiets lulligs? Alle reden dus om voorzichtig met deze materie om te gaan. Daarom is het raadzaam om de vakhandel in te schakelen voor het betere advies. De Jager van Verfhandel Van der Feer geeft het graag.
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Nykle Dijkstra: ‘De Huiselijke Schipper’
Tekst: Nykle Dijkstra, Foto’s: Tom Coehoorn Skûtsjemuseum Earnewâld
Een vetpot was het niet
De ‘smûke’ skûtsjeroef, waar mem een kopje koffie of thee inschenkt. De zoon zit op een Deventer stoel. Op de tafel een trommel met waarschijnlijk handwerkspullen, aan het plafond een petroleumlamp en op de achtergrond de haardstee met een ketel (water) op de kachel. Links en rechts staan gekuifde kasten. Dit is de inrichting van rond 1910. Tekening Peter Dorleijn.
In het midden van de negentiende eeuw werd in schippersgezinnen veel calorierijk voedsel gegeten. Echte (boeren)boter was door de toenemende vraag uit Engeland te duur voor de gewone kost. Groenten werden in de meeste seizoenen nauwelijks gegeten. Gelukkig was er brood en waren er aardappels. De dag begon meestal vroeg, rond drie uur, met een stuk roggebrood. Warm eten was er om een uur of elf met aardappelen of peulvruchten en pap. De natuur leverde een groot deel van het jaar proteïnen in de vorm van wild en vis en eieren. Vet (spek) was gewild,
maar in verhouding vrij duur. Meestal was het aan boord geen vetpot. Tussendoor werd nog brood genuttigd, vaak besmeerd met vet. Op het menu stond veel goedkoop roggenbrood. Wittebrood was luxe, bijna een soort cake, en met krenten en rozijnen
was het bijna een gebakje. Het koken gebeurde gewoonlijk op de kachel, die in de haardstee stond. ’s Zomers stond de kachel zelden aan en kookte de schippersvrouw of een dochter op petroleumstellen. Dat was de situatie vanaf 1870; daarvoor kookte men op open vuur. In de haardplaats bevond zich dan een haardplaat, of een wand met tegeltjes zoals we dat van de latere skûtsjes kennen. In plaats van deze tegeltjes werd de haardplaats eerder wel met plaatijzer (stoart) of zink afgewerkt. Een eerste vermelding van petroleum in huishoudelijk gebruik vinden we in de Leeuwarder Courant in maart
Een bronzen pendule met martiale bekroning in de vorm van een strijder te paard. Zo’n prijs won Wiebe Minderts Peekema een paar keer met zijn ‘Dorp Grouw’. De pendule staat in het Skûtsjemuseum te Earnewâld.
VOORPUBLICATIE VAN NYKLE DIJKSTRA
Voor zijn doctoraalstudie aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft maritiem historicus Nykle Dykstra uit Leeuwarden een eindscriptie gemaakt over het huiselijk leven aan boord. Hij putte hiervoor uit boedelinventarissen, onderzoek van scheepswrakken en literatuur. Zijn onderzoek wordt in verkorte vorm opgenomen in het tweede deel van Van Schroot naar Vloot. In bijgaand artikel hieruit een voorpublicatie. 1863. Het was in korte tijd een zeer populaire brandstof, waarvoor binnen enkele jaren speciale lampen en kooktoestellen werden gemaakt.
Eigen servies
Skûtsjeroef met scheepslamp aan het plafond, geblokt zeil op de tafel en aardewerken serviesgoed voor zes personen. Op de achtergrond een schippersspinnenwiel. Boven de haardstee als schoorsteenstuk een zeilend skûtsje. Dit was niet gangbaar, want zulke schepen zag men immers dagelijks. Liever had men een berglandschap als schoorsteenstuk. (Skûtsjemuseum Earnewâld).
Men at aanvankelijk met een lepel uit een grote pan voor gemeenschappelijk gebruik. Bij toenemende welvaart in de jaren 1850 nam het serviesgoed voor de consumptie van koffie, thee en chocolade sterk toe. Goedkoop aardwerk overheerste. Glas, laat staan porcelein, kwam in de negentiende eeuw weinig op schepen voor. Aardewerken potten, pannen, kopjes en borden vormden het zogenaamde diggelwurk of diggelguod. Het werd vanuit potskippen verkocht. Hardzeilers zeulden diggelwerk uit het schip voordat ze een wedstrijd zeilden. Men had vooral roodbakken aardewerk in de roef. Tafelkleedjes waren volgens boedelinventarissen en wrakvondsten zelden aanwezig, maar in overleveringen wordt veel gesproken
van tafelzeil (swilk). Drinkgerei werd wel gebruikt, kookgerei spaarzamer. Oud-schipper Rein Blom uit Hindeloopen: “’’t ging aan boord anders dan thuis, want in de ketel waarin je koffie kookte, werd ook thee gezet, natuurlijk nadat hij was omgespoeld met buitenboordwater.”
Slapen en werken
’s Maandags begon men vaak kort na twaalven aan een nieuwe werkweek. Als de wind gunstig stond en de maan scheen helder, ging men soms tot laat in de avond door. Kortere werkdagen waren er natuurlijk ook, vooral in de winter, als ingevroren schippers vanwege de kou lang in bed bleven. Maar veertien uren in touw en acht uren slapen was vrij normaal. Er bleef dan voor de mannen twee uren over voor andere activiteiten. Vrouwen met kinderen hadden het nog drukker. Slechts een deel van de slaapbehoefte werd bevredigd op een kooi, in een bed. Vermoeide mensen die
ª
43
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
T O O B W U R VOO N A V A R A C EN GRATIS
PVC
9 VANAF
2 m 0 4 ED v.a. E L K R E O L V TEN N I L P R E O L OP MAT O L G O O ONDERV R D REGIO E D N I N E G R O T LEGSET Z A A BE N I M A L ES I V D ME A A R N F U A E I E R R E E T T IN A L VOOR G A L S P O N INMETE
t a a n i m la
9,9
VANAF
9,9
5 COMPLEET
m2
m2
WWW.OUTLETCENTERLEEUWARDEN.NL
Tijnjedijk 81 Leeuwarden 058-2896800 - Turfschip 7 Heerenveen 0513-785347 April 22 en 23 Skûtsjesilen Langwar www.skutsjesilenlangwar.nl
SILERSAGENDA 2017
29 Sprintwedstrijden SKS www.skutsjesilen.nl 29 Mattenschippersrace, Blokzijl www.mattenschippersrace.nl Mei 6 Proloog Kampioenskip Nije Fryske Sylpream en Fryske Boerepream, Terherne www.defryskeboerepream.nl
16 Rotary, Snitsermar www.skutsjesilen.nl
7 tm 10 Admiraliteitsdagen, Dokkum www.admiraliteitsdagen.nl
17 en 18 Fryske Boerepream, Oudega (SWH) www.fryskeboerepream.nl
9 SKS-wedstrijd Admiraliteitsdagen, Oostmahorn
24 Bokkingrace www.zevenwolden.nl 24 Tûke Joeki Bokaal, Aldegea Juli 30 juni tm 2 Schuttevaerrace, Stavoren wwww.schuttevaerrace.nl
9 en 10 SKK, Skûtsje Kortebaan Kampioenschappen http://skk.histos.nl 9 en 10 Fryske Boerepream, Terherne www.defryskeboerepream.nl 15 tm 17 Small Sail Rottevalle www.derot.nl 16 en 17 Skûtsjesilen yn ‘e Wâlden, Burgumermar www.skutsjesilenynewalden.nl
6 en 7 Bokkingrace, Lemmer www.zevenwolden.nl
1 Drakenbootrace, Kollum www.drakenbootfestivalkollum.nl
13 en 14 Competitie Fryske Boerepream, Woudsend www.fryskeboerepream.nl
8 en 9 Competitie Nije Fryske Sylpream www.denijesylpream.nl
20 Brio zeilmarathon, Terherne www.briozeilmarathon.nl
15 SKS Proloog, Grou www.skutsjesilen.nl
23 en 24 Kampioenschap Nije Fryske Sylpream, Langwar www.denijesylpream.nl
22 Harlingen – Terschelling Zeilrace www.htrace.nl
22 Slach om Aldegea www.fryskeboerepream.nl
23 en 24 Kompetysje Fryske Boerepream www.fryskeboerepream.nl
26 Harlingen – Terschelling Sloepenrace www.htrace.nl 25 tm 27 Lemmer Ahoy www.zevenwolden.nl Juni 2 tm 5 Skûtsje Lange Afstand Kampioenschappen www.slak.orionis.nl
Augustus 4 tm 13 Sneekweek www.sneekweek.nl 5 tm 18 augustus SKS Kampioenschap www.skutsjesilen.nl 19 tm 26 IFKS Kampioenschap www.ifks.frl
3 en 4 Competitie Nije Fryske Sylpream, Koudum Fluessen-Holken www.denijesylpream.nl
September 30-08 tm 2 Harlinger Visserijdagen www.visserijdagenharlingen.nl
9 Rabo Hurdsilerij SKS, Snitsermar www.skutsjesilen.nl
2 Amateurzeilen, Sneek www.skutsjesilen.nl
10 Waterpoortrace, Snitsermar www.skutsjesilen.nl
2 en 3 Skegrace, Lemmer www.zevenwolden.nl
10 en 11 Slach om Heech www.wsheeg.nl
3 Merkesilen Terherne www.defryskeboerepream.nl
44
22 en 23 Jeugdzeilen, Pikmar, Grou www.skutsjehistorie.nl/jeugdzeilen
23 en 24 Slach om Starum, Stavoren 23 en 24 Hylper Hurdsilerij, Hindeloopen www.dirkblom.nl Oktober 7 en 8 Friese Hoek Race, Lemmer www.ifks.frl 14 IFKS Slotdag, Heeg www.ifks.frl 21 en 22 Roekoepôlle Race, Sneek www.sneekweek.nl 21 en 22 Brandarisrace, Harlingen www.kuiperbrandarisrace.nl 20 - 28 Strontrace, Beurtveer en Visserijdagen, Workum www.strontrace.nl
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
ZELF SPEELGOED MAKEN Speelgoed hadden de kinderen weinig. Schipperskind Hylke Wiersma maakte zelf een hengel van een tak met een stuk kurk als dobber, en zo maakten ze ook wel pijl en boog en houten dolken en zwaarden. Met een oude klomp konden ze zeilen als mem een stukje katoen over had en heit er een mastje op wilde spijkeren. Soms werd plaatselijk (Grouw bijvoorbeeld) dit ‘klompkesilen’ in groepsverband als sport beoefend. Een populair tijdverdrijf was knikkeren. In veel oude scheepswrakken zijn knikkers gevonden. Verder wordt in enkele boedelinventarissen een zilveren rinkelbel genoemd. IJzeren rinkelbellen, die wel zijn gevonden, waren kennelijk de vermelding niet waard. Schipperskind Geke van de Graaf-de Jonge had als kind een speelgoed-stoffer en blik. Pieter Brouwer beschrijft in ‘Hoop doet Leven’ dat hij en zijn broers met miniatuurscheepjes speelden, terwijl een andere De zusjes Van Vliet speelden met een broer (Evert) de voorkeur gaf aan serviesje naast de theehut van de autootjes. De meisjes hadden zeilklipper ‘Johanna Maria’. De foto werd gemaakt in 1937. poppen, soms door moeder of Bron: www.lvbhb.nl een oudere zus gebreid. lange dagen maakten, konden zittend tegen het ruim bij het wachten in de sluis of het terpgat gauw even een hazenslaapje (‘knipperke’) doen. Er zijn getuigenissen van schippersmensen die ‘in de lijn’ hun geest konden uitschakelen als het lichaam werk deed. De meeste skûtsjes hadden vier kooien. Helemaal achterin was een tweepersoonskooi met daarnaast een kleinere kooi. Overdwars bij de grote kooi was ruimte voor een bescheiden wieg voor de kleinsten (krebbe), die eventueel op een plank kon staan. Voorin, in de durk, zaten nog twee kooien, die ook voor de opslag van zeilen gebruikt konden worden. Kleinere schepen of grote gezinnen hadden soms een flapkoai; een bed dat overdag werd opgeklapt. Kleine kinderen sliepen soms aan het voeteneind van de ouders of in (een la in) de kast. Het zal voorgekomen zijn dat men de tafel omdraaide zodat die als ledikant kon dienen. Het beddengoed bestond meestal uit matras, peluw (een langwerpig onderkussen), bedkussen, dekens en lakens. Dekens waren meestal van katoen en wol, de lakens en slopen van linnen. Matrassen werden gevuld met stro, paardenhaar, zeegras (wier), veren (dons), haverdoppen en kaf. In de Friese binnenvaart werden matrassen vaak met boekweitdoppen gevuld. Boekweit werd op verbrande veenbodems verbouwd, de gedroogde doppen waren een afvalproduct. Deze boekweitdoppen werden destijds sterk met het varend beroep geassocieerd. Toen Berend Johannes Mink in het tweede kwart van de twintigste eeuw koos voor het schippersbestaan, zei zijn moeder meteen: “Op boekweitsdoppen sliepe, dat kin dy noch wolris sûr opbrekke.” En schipper Tjipke Postma beschreef het begin van de gemiddelde werkdag van een schipper met “net to let út ‘e boekweetdoppen”. Op scheepswrakken uit de achttiende eeuw zijn al sporen van dit product gevonden. Als het ‘s nachts erg koud was, sliep men soms met een voorverwarmde steen tussen de dekens of (het metalen binnenste van) een strijkijzer. Koperen beddenpannen en metalen kruiken waren voor eenvoudige mensen te duur. Uit bestekken blijkt dat scheepsbouwers vanaf het midden van de negentiende eeuw de woonruimte isoleerden met kurk. Men kon voor dit
doel ook harde turf gebruiken.
Weinig vrije tijd
Vrije tijd hadden schippers graag zo weinig mogelijk, want dan verdienden ze niks. De Armenwet van 1854 leidde tot een streng regime, met uitkeringen die tot een minimum werden beperkt. Diaconieën, die het al zwaar genoeg hadden met ‘eigen armen’, gaven het liefst weinig bijstand aan lek geraakte of vastgevroren schippers van elders. ’s Winters was schaatsen een populair tijdverdrijf, waar nog wel eens een extra centje, of spek en bonen, mee kon worden verdiend. ‘s Zomers werden hier en daar wel zeilwedstrijden gehouden, waaraan slechts enkele beurtschippers deelnamen. De prijzen hadden aanvankelijk voornamelijk symbolische waarde (‘eeretekenen’). Maar rond 1850 werden prijzen en premies met een aanzienlijke materiële waarde uitgeloofd, zoals zilveren trekpotten, zilveren azijn- en oliestellen, zilveren en koperen komfoortjes, bloemvazen, koeken beschuittrommels, bestek, serviezen, klokken en pendules, horloges en vaak spullen die met roken te maken hadden zoals zilveren en koperen tabaksdozen. Roken deden vrijwel alle schippers, als ze niet pruimden. Het nicotinegebruik in deze vorm was in vrijwel alle beroepsgroepen en in alle lagen van de bevolking wijd verbreid. Men kan het nauwelijks een vorm van vrijetijdsbesteding noemen, zo algemeen gangbaar was de verdovende consumptie. Aanvankelijk werd met pijpjes gerookt, waarvan de kop met een opengewerkte dop afgedekt kon worden. Rond 1850 deed de sigaar zijn intrede, en nog later de sigaret. Een alternatief was de pruimtabak die gekauwd werd. Bruin speeksel werd uitgespogen in de kwispedoar.
Kinderen werkten
Kinderen werkten vaak al op jonge leeftijd mee, want ze waren niet ‘foar beantsje lap’ op de wereld gekomen. Met tien of elf jaar werden ze als groot genoeg beschouwd om volwaardig mee te werken, al verdienden ze dan ook niks meer dan de kost, kleren, bewassing en een karig zakcentje. Maar veel eerder werden ze al bij de drukke werkzaamheden van heit en mem ingeschakeld. Ze legden bijvoorbeeld ‘op tal’ turven in de korf, stapelden die bij de klant netjes op, vulden kruiwagens met terpaarde, zochten daar
De kachel met een ‘gimmelearden’ pan, tegeltjes met koperen spijkertjes door het hart, een eenvoudig wandklokje (géén ‘hangpendule) en een schoorsteenmantel in accoladevorm. (Skûtsjemuseum Earnewâld).
beenderen en waardevolle spulletjes uit, pasten op de kleinsten, hielpen een vaak zwangere moeder en leverden hun bijdrage in het jagen bij stil weer of tegenwind. De beenderen van dieren of mensen (uit de terpaarde rond de kerk) brachten in de lijmindustrie geld op. Volgens een stille afspraak hadden de kinderen daar recht op. Het was een zelf verdiend zakcentje (Pieter Brouwer in ‘Hoop doet Leven’). Ze zongen veel; christelijke liedjes, in de mode komende Friese liederen (van de Gebroeders Halbertsma uit Grouw bijvoorbeeld). En ze vertelden, nieuws en verhalen, want kranten waren er voor hen nauwelijks en boeken konden de meesten niet lezen. Wel hadden veel schippers een bijbel aan boord en was het voor hen wenselijk om kennis te nemen van politiereglementen en ge- en verboden. Beurtschippers moesten vaak kunnen lezen en schrijven om een licentie te krijgen. Aan vrachtschippers werd die eis doorgaans niet gesteld. Zij mochten een vervoerscontract of connossement wel onderschrijven met een kruismerk, als ze het alfabet niet machtig waren. Het achterdek met een ‘kapke’ voor de lichtinval. Op de achtergrond een ‘wetterfetsje’ voor drinkwater. Spoel- en waswater was er buitenboord volop. (Skûtsjemuseum Earnewâld).
45
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Kleine a, grote roef en Grouwster Schouw
Skûtsjemuseum klaar voor nieuwe seizoen
Een aantal prijzen, gewonnen door André Wiersma met de ‘Nieuwe Zorg’. Hij is er in 2017 niet meer bij.
Sjoerd Kleinhuis met zijn ‘Lytse Earnewâldster’ was de directe aanleiding voor het Skûtsjemuseum om een expositie in te richten van de vier kleine Earnewâldster skûtsjes.
In het Skûtsjemuseum is dit seizoen een exposi- Originele roefinrichting het winterhalfjaar werd ook de tie te zien van het viertal Earnewâldster skûtsjes In originele inrichting van de roef van dat uitkomt in de a-klein van de IFKS. Ook kreeg de ‘Grutte Griene’ opgebouwd. het museum volkomen onverwacht een originele De commissie van het Langwarder SKS-skûtsje haalde de zware intimGrouwster Schouw aangeboden. Van eikenhout mering uit hun schip en plaatste er een vurenhouten imitatie voor terug. en ‘der mankeart suver neat oan’. Ieder jaar komt het Skûtsjemuseum met een nieuwe expositie om ook de vaste vrienden te blijven boeien. Toen tijdens de kampioensborren van de ‘Engelina Smeltekop’ vorig jaar, die gedronken werd in het museum, Sjoerd Kleinhuis van de ‘Lytse Earnewâldster’ aangaf te willen stoppen met skûtsjesilen, stond Harm de Vlas meteen op scherp. Afscheid van een topper als Kleinhuis, dat mocht niet onopgemerkt voorbijgaan. ‘Krijst in potsje bier fan my, mar dan moatst ja sizze op wat ik dy no freegje.’ De Vlas vroeg de schipper of hij dan een tentoonstelling mocht maken over hem en zijn skûtsje. Kleinhuis won namelijk nogal wat prijzen in zijn carrière. ‘Do dochst mar,’ luidde het antwoord van Kleinhuis. ‘De frou wol al dy rotsoai wol kwyt fan solder.’
Verandering van plan
Maar Kleinhuis kwam op zijn beslissing terug. Hij zeilt toch weer mee. Bloed kruipt waar het niet gaan kan en nu hij na een aantal wat magerder
jaren de boel weer flink op de rit heeft, zou het ook zonde zijn om te stoppen. Dat betekende roet in het eten van De Vlas, die echter meteen een alternatief verzon. Dan maar alle vier kleine Earnewâldster skûtsjes. Dus niet alleen de ‘Lytse Earnewâldster’, maar ook de ‘Engelina Smeltekop’, de ‘Swanneblom’ en de ‘Nieuwe Zorg’. Gewonnen prijzen, vaantjes, een honderd jaar oud helmhout, foto’s en historie: in een notendop bijeengebracht op de bovenste verdieping van het museum.
Eikenhouten schouw
Afgelopen winter kreeg het museum een originele Grouwster Schouw aangeboden. De eigenaar deed er niks mee en wilde het niet voor de handel verkopen. Het is een fraai eikenhouten scheepje, waar zelfs nog een tuigje bij zit, een mooi roerklikje en sterren op de zwaarden. De schouw wordt een mooie aanvulling voor de jonge gasten, want de kinderen kunnen er in spelen, maar eventueel ook een klein stukje mee zeilen.
Het skûtsjemuseum had er wel belang bij, al lag het daar in eerste instantie ook een jaar op zolder. Nu wordt er hard aan gewerkt om het oude roefje in oude luister te herstellen, zoals het in 1914 bij Wildschut in Gaastmeer werd gebouwd. Ontstane lelijke plekken worden onder leiding van Simon van der Meulen weer bijgewerkt. Ook werden de sierdrempeltjes en kuif op de kabinetten nagemaakt, want die wilden ze in Langweer wel graag in de roef houden.
Openingstijden
Het museum gaat 29 april weer open. Eerst alleen op zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00. En op dinsdagmorgen, als de vrijwilligers aan het werk zijn, bent u ook van harte welkom. In juli en augustus is het skûtsjemuseum iedere middag open, behalve op maandag. Groepen van minimaal tien personen, of schoolklassen, kunnen op afspraak het hele jaar door ontvangen worden.
Café Restaurant De Watersport RESERVEREN: 0514 – 591270
Iewal 14 | 8551 PS Woudsend | info@dewatersport.nl 46
Een originele, eikenhouten Grouwster Schouw werd dit jaar aan het museum geschonken. Het wordt een speel- en leerobject voor kinderen.
De oorspronkelijke roefbetimmering van de ‘Grutte Griene’ is opnieuw opgebouwd en wordt nog gerestaureerd.
Skûtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L
Nieuwsflitsen ‘Doeke van Martena’ nu echt van Drachten
Tjoelker in 2018 naar C-klasse Het team van skûtsje Engelina Smeltekop (ES) zal aankomende IFKS voor het laatst in de a-klein klasse starten. Pieter Jilles Tjoelker en zijn bemanning stappen in 2018 over naar de C-Klasse op skûtsje ‘Sterke Jerke’ van eigenaren Pieter Kooi en Margot Kooi-Norbart uit Drachten. Afgelopen 14 maart werd de koop van het nieuwe skûtsje officieel gesloten. Pieter Kooi, eigenaar van Kooi Security, schipper Pieter-Jilles Tjoelker en bemanningsleden Sander Hasper en Erik Beets liepen al langer met het idee om in de grote klasse te starten. De Buitenstvallaatster, in 1923 gebouwd als ‘Riekelina’ [L 1229 N], werd na een zoektocht door Tjoelker in Lemmer gevonden. Met behulp van het Fries Scheepvaart Museum, de IFKS en eigenaar Heiko Koop uit Groningen werden alle gegevens verzameld en kwam het bestek boven water. Het schip werd gekeurd door de Technische Commissie van de IFKS waarna de koop gesloten werd. Tijdens een informele vergadering werd de naam ‘Sterke Jerke’, naar de gelijknamige Fryske volksheld uit Drogeham, vastgelegd. De koop van het grote skûtsje komt niet helemaal uit de lucht vallen. ‘Wanneer de zaken bij Kooi Security het toelaten, dan kopen we een eigen skûtsje’ sprak Pieter Kooi al in 2013. Het overgaan op de koop bleek nog niet eenvoudig. Vlak na de zomer van 2016 werd ook al een skûtsje bekeken, maar die koop ging niet door omdat de partijen het niet eens konden worden. Andere skûtsjes waren niet mooi, te duur of net verkocht. Met de overstap van het team van Tjoelker komt het kampioensskûtsje Engelina Smeltekop te koop. Liefhebbers kunnen contact opnemen met Johan van der Meulen. Rond het skûtsje ‘Sterke Jerke’ zal een business-en sponsorclub worden opgezet.
Ulbe probeert het met de ‘Waaksdom’ Ulbe Zwaga heeft zich op de valreep nog ingeschreven voor de IFKS-kampioenschappen. Nadat hij de ‘Gerrit Ynze’ over zag gaan naar het vrouwenteam van Alisa Stekelenburg en de ‘Zorg en Vlijt’ bij Lisanne Thie en Iris Stins terecht kwam, probeert hij het nu met de voormalige ‘Stêd Dockum’. Er moet nog wel wat aan gebeuren. Een motor inbouwen, een beter tuig en de bemanning weer bij elkaar scharrelen. En dan ‘sile, bliksem!’ In 2016 werd de ‘Stêd Dockum’ kansloos laatste in de C-klasse. Dat helpt niet, als je een skûtsje wilt verkopen en daarom krijgt nu Ulbe Zwaga van eigenaar Ruud Vos om niet de kans om met het skûtsje in de B-klasse uit te komen en te kijken of hij zich daar kan handhaven. Ulbe Zwaga geeft haar de oude naam ‘Waaksdom’ weer terug. Dat is de naam die het schip had in de jaren dat het in eigendom was van zijn oom Lammert Ulbesz Zwaga. Samen met Cees Visser uit Grou had die het schip, dat als tjalk gebouwd was, overgenomen van Age Veldboom en er een wedstrijdskûtsje van gemaakt. De ‘Waaksdom’ is ondergebracht in een stichting en zeilt met de ‘Z’ als zeilteken 'voor' Joure.
Het kleine IFKS-skûtsje 'Doeke van Martena', dat met schipper Riemer de Graaf uit komt in de a-klein, is nu officieel een Drachtster skûtsje. Na de beide SKS-schepen 'Twee Gebroeders' en 'd'Halve Maen' is dit dus nummer drie. Het nieuwe bestuur van de stichting Doeke van Martena heeft het IFKS-skûtsje volledig in handen gekregen nadat een akkoord werd bereikt met mede-eigenaar Siep Bandstra. De stichting stelt zich ten doel om het skûtsje als nationaal erfgoed te behouden. De Doeke van Martena, met als zeilteken twee gekruiste degens die verwijzen naar de Friese zeeheld uit de Tachtigjarige oorlog naar wie het schip is vernoemd, heeft zich al flink laten zien in haar nieuwe thuishaven. Zo deed het schip twee jaar geleden mee aan de vlootschouw bij de opening van de Drachtsterfeart, zeilde het mee in de twee Turfraces en lag het al twee winters verlicht in de passantenhaven aan het Moleneind. Wat schipper Riemer de Graaf betreft gebeurt dit veel vaker en doen ook de andere Drachtster Skûtsjes op die manier aan klantenbinding. Tenslotte is Drachten de bakermat van
het skûtsjesilen. Het leeuwendeel van de wedstrijdvloot werd er, als Pypster of Vallaatster, gebouwd. De schipper hoopt dat hij Drachten meer kan betrekken bij het wel en wee van het schip, zodat het skûtsjesilen hier wat meer begint te leven. Daarom zou hij het liefst ook een volledig Drachtster bemanning hebben. De Graaf wijst op De Twee Gebroeders, waar schipper Jeroen Pietersma voor zijn bemanning vooral Snekers om zich heen verzamelde. De D liet zich de afgelopen Turfrace ook niet meer zien, omdat dat evenement niet paste in de voorbereiding van het skûtsje op het SKS-seizoen. De twee Drachtster SKS-skûtsjes zijn puur voor de topsport, laat de DvM dan maar wat meer voor de folklore en de historie zeilen, vindt De Graaf. Voor de 'Doeke van Martena' zijn ze niet alleen op zoek naar wedstrijdbemanning, maar ook naar enthousiaste zeilers die mee willen met groepen, om zoveel mogelijk mensen kennis te laten maken met het schip. Vorig jaar zeilde de DvM zelfs met jeugdleden van de watersportvereniging Drachten-Veenhoop.
‘Dageraad’ op Google Streetview Het Gaastmarder skûtsje ‘Dageraad’ is vereeuwigd in Streetview. Een primeur, want normaal gesproken staan er op deze kaartendienst alleen straten en gebouwen. Fotograaf Jan Dirk Stuurwold van Flitss Fotografie uit Gaastmeer bracht hier verandering in. Stuurwold maakt opnames voor Google Maps en legde het schip vast. Wie nu op Google Maps zoekt naar ‘It Gaastmarder Skûtsje’, ziet het skûtsje van de stichting 'It Gaastmarder Skûtsje' aan de kade liggen en je kunt zelfs binnenin kijken met een 360° rondleiding. De Leenstra's kennen dorpsgenoot Stuurwold natuurlijk en onder het genot van een pilsje was al eens besproken dat het toch wel heel uniek zou zijn om op deze manier een skûtsje zichtbaar te maken. Van het een kwam het ander en zodoende werd de 'Dageraad' voor de kade gelegd. De omstandigheden werkten perfect mee, er was geen kip op straat toen de foto's gemaakt werden. Alsof je honderd jaar terug gaat in de tijd, zegt schipper Rein Wiebe Leenstra. 'Sjochst dat âlde strjitsje mei sa 'n moai authentyk frachtskipke oan 'e kade, echt skitterend.'
47
Skรปtsjekrant 2017
W W W. S K U T S J E . N L