KLASSIEK • TWEETAKTEN
Smit’s Dreamland-collectie ‘We passen ons aan de gebreken van de motorfietsen aan’
Net buiten Den Burg op Texel runnen de broers Alfons en Hans Smit hun motorzaak Smitbros. Ze zijn gespecialiseerd in het restaureren van motoren, vooral de tweetakten van Kawasaki. In de loop der tijd hebben ze ook een indrukwekkende verzameling klassieke motorfietsen opgebouwd. De collectie heet Smit’s Dreamland, een naam die de lading volledig dekt. Tekst MARCUS ROGGEVEEN Fotografie TOM HAANSTRA/TARGET PRESS
motor magazine • 13 • 2014
49
TWEETAKTEN • KLASSIEK
T
egenwoordig leeft Texel vooral van het toerisme. Bezoekers laten zich op het eiland de zorgen van een jachtig bestaan uit het hoofd waaien. Vroeger waren voor Texel de veeteelt en akkerbouw de voornaamste inkomstenbron. Koeien en schapen kauwden er het ziltige gras en knoestige boerenhanden vertroetelden de aardappelen, suikerbieten en bloembollen. Met de teelt van bloembollen zijn ook Hans en Alfons Smit opgegroeid. Ze werkten mee in het bollenbedrijf van hun vader en toen die in 1981 overleed, zetten beiden het zware werk voort. Tot 1991, toen besloten ze er een punt achter te zetten door dalende inkomsten en steeds strenger wordende milieu-eisen. Beiden zochten een baan als monteur en kraanmachinist in het grondverzet, zoals de zandsuppletie op het eiland en daarbuiten. Hard werken, vertelt Alfons: ‘In de zomer zo’n tachtig uur in de week, maar ’s winters konden we ons wel uitleven in het opknappen van tractoren en motoren.’ Enkele jaren eerder al ontstond het idee om in Amerika te kijken wat er te koop is aan oude voertuigen. Eerst maakt Hans met enkele andere eilandbewoners een wekenlange trip. Met een camper gaan ze langs boerderijen en mechanisatie bedrijven. De oogst mag er zijn: met een container vol oude tractoren en stationaire motoren trekken ze huiswaarts. Dat smaakt naar meer en in de jaren negentig trekken Hans en Alfons zo’n zes keer naar de Verenigde Staten op zoek naar klassieke motoren. Als ware ‘American pickers’ struinen ze langs garages en adressen die ze uit de Yellow Pages – de Amerikaanse Gouden Gids – hebben gescheurd. Een deel van hun oogst is bestemd voor de ‘handel’, de rest houden ze voor hun eigen hobby: het restaureren en opbouwen van een verzameling. De voorkeur hebben de tweetakten van Kawasaki en daarvan gaan er heel wat richting Texel. Alfons: ‘Kawasaki is echt ons huismerk. We hebben uit die tijd nog altijd een voorraad liggen waaruit we kunnen putten.’ Als het in het grondverzet wat minder wordt, besluiten de broers in 2008 van hun hobby hun beroep te maken. Ze starten hun eigen zaak Smitbros. Sindsdien leven ze van de klassieke motoren.
TWEETAKT-TIC De start van de verzameling ligt al in de jaren tachtig. Ze willen dan van uiteenlopende motortypen aansprekende modellen verzamelen. Als startpunt nemen ze de jaren zeventig. Hans: ‘We stelden een lijstje op met modellen die we wilden bezitten en gingen daarnaar op zoek. In de loop der tijd zijn heel wat lijstjes opgesteld en aangepast.’ Het resultaat van de zoektochten staat in drie grote ruimten, die ooit deel uitmaakten van het bollenbedrijf. Direct na
Sneeuwpret Toeristen die op een sneeuwrijke dag Texel bezoeken, lopen de kans op een luidruchtige ontmoeting met een… brullende sneeuwscooter. Want valt de sneeuw gestaag, dan halen de gebroeders Smit graag hun Yamaha V-Max-4 uit de collectie voor een woest rondje. Woest ja, want de tweetakt-vier-in-lijn is goed voor 150 pk. Alfons: ‘Hij trekt de ski’s gemakkelijk een halve meter omhoog.’ Het is niet de enige sneeuwscooter die ze bezitten. Er staan er nog twee: een zeer klassiek ogende Arctic Cat – met Sachs-blok – uit 1971 en een drie jaar jongere Johnson Rotary Powered 35. Bijzonder aan beide: ze hebben een wankelkrachtbron. Hans: ‘Om die reden wilden we ze graag hebben.’
50
motor magazine • 13 • 2014
2
1
‘Die motor heeft meer slachtoffers gemaakt dan de Vietnam-oorlog’ de toegang is de oorsprong van hun hobby te zien: oude tractoren van merken als Fordson, Case, Rock Island en John Deere. Enthousiast geven de broers een uitleg, waarbij begrippen als ‘een- en tweecilindergloeikop’ geregeld vallen. Beiden hebben zoals ze zeggen een ‘tweetakt-tic’ en dat is aan de verzameling goed te zien. Het ‘huismerk’ Kawasaki is goed vertegenwoordigd. Van de H1 – de driecilinder-tweetakt – hebben ze de modellen van 1969 tot 1975. De naar nieuwstaat gerestaureerde rode uit 1969 is hun laatste aanwinst. Uiteraard is ook de 750cc-driecilinder aanwezig, de fiets die door z’n rauwe rijgedrag en woeste wheelies al snel de bijnaam ‘rodeobike’ kreeg toebedeeld. Hoe woest de H2 was, licht Alfons met een anekdote toe. Toen zij eens op zo’n Kawa door de VS toerden, kwam een Amerikaan op hen af. Hij wees naar de driecilinder en sprak, vrij vertaald: ‘Die motor heeft meer slachtoffers gemaakt dan de Vietnam-oorlog.’ In de driecilinderreeks maakte Kawasaki in de jaren zeventig ook een 350cc- en een 250cc-versie. Ook daarvan staat in Dreamland een exemplaar. Maar er staan nog meer Kawasaki-tweetakten. Bijvoorbeeld een jaren-zestig-Samurai en een KR250 Tandem Twin. Bij de laatste zit het bijzondere achter de plastic stroomlijn verscholen. Het blok is namelijk afgeleid van dat van de Grand Prix-racer van Kork Ballington. De twee watergekoelde cilinders liggen achter elkaar en de
1. Smit’s Dreamland is geen statisch museum. Het merendeel is rijdbaar, al is warm stoken na een tijdje stilstand wel aanbevolen. 2. Ook de DKW Wankel 2000 is bewust niet gerestaureerd, zie de roestende bouten. 3. Op de eigen Duitse markt werden ze verkocht als Hercules W2000, in Engeland onder de merknaam DKW. Het is in 1974 de eerste in serie gemaakte motorfiets met wankelblok.
5
4. De entree naar een bijzondere en veelzijdige verzameling, maar ook een levenswerk… 5. Drie BFG’s op een rij. Bijzonder is dat zij gebruikmaken van een autoblok, een 1300cc-Citroën GSA-vier cilinder-boxer. 6. Het prachtige blok van de Norton Interpol 2 Mark II. Wankelblokken worden erg heet, vandaar de vele koel ribben. 7. De Japanse tweetakten zijn heel goed vertegenwoordigd in Smit’s Dreamland. Trommelremmen blijven toch het mooist.
3
4
6
7
aanzuiging van het benzine-luchtmengsel geschiedt via roterende inlaten en membranen. Tussen de Kawasaki’s staat ook een onderdeel met een bijzondere geschiedenis. Je gelooft bijna je oren niet. Het is de tank van een H1B, met een kogelgat en de inslagen van een bijl. De tank is afkomstig van een motor waarmee een bankoverval is gepleegd. Daarbij is op de dader geschoten en toen die viel, is hij ook nog bewerkt met een bijl. Een verzonnen verhaal? Absoluut niet, bezweert Alfons: ‘Het is waar, want toen we de tank demonteerden, troffen we stapels dollarbiljetten aan…’
ZUURSTOKKLEUR Ook het andere grote Japanse tweetaktmerk – Suzuki – is rijk vertegenwoordigd. Uiteraard met de T500 SAIAD en de 750cc-driecilinder: het befaamde ‘waterorgel’, opvallend is zijn lila zuurstokkleur. Bijzonder door z’n brute rijgedrag is de RG500 Gamma. De machine uit de midjaren tachtig is direct afgeleid van de 500cc-racer. Het blok is een ‘square four’ met twee paar cilinders achter elkaar. Bij 9.500 omwentelingen per minuut loeit de vierpitter naar 95 pk, in die tijd een bijna onverantwoord vermogen.
Trilplaatje Een bijzondere motorfiets in de verzameling is de Matchless Enfield Diesel. Daarin hangt namelijk een Greaves-Lombardini-dieselblok. Met 1:80 is dat super zuinig, maar van 6,5 pk hoef je geen indrukwekkende prestaties te verwachten, volgens Alfons: ‘Maximaal 80 km/u. Hij klinkt dan net als het trilplaatje van een stratenmaker.’
Bridgestone kennen we anno nu als de grote bandenfabrikant, maar al bijna vergeten is dat het Japanse merk in de jaren zestig snel naam maakte als fabrikant van snelle op race techniek geënte straatmotoren. Amerika was de belangrijke afnemer. Dat is te zien aan de Scrambler-modellen, waarbij de uitlaten hoog boven het blok doorlopen. In Nederland is het merk maar mondjesmaat verkocht. De broers hebben een paar modellen, waaronder een 350GTR, een straatversie met gewone lage dempers en een 350GTO, een Scrambler. Apart is de plaatsing van het gereedschapkistje: diep verscholen naast de hoge uitlaten. Ook staan er tweetakten van diverse pluimage. Fraai is de Motobécane. Parmantig wijzen de beide carburateurs omhoog. Het ongerestaureerde twinnetje is uit 1974 en heeft slechts twee kilometer op de teller staan. Bijzonder, vindt ook Hans: ‘Een motorzaak had er zelfs drie van staan. Jarenlange winkeldochters. We konden het niet laten om er één te kopen.’ Fors oogt de Ossa-twin. Hans: ‘Gekocht op een beurs in het Duitse Mannheim, van een Fransman. Die had hem weer van een Spaanse vriend.’ Ja, het kan soms raar lopen… Bijna aandoenlijk zijn de ‘kleine’ tweetakten. Machientjes met een kleine cilinderinhoud. Aanvankelijk stonden ze helemaal niet op hun wensenlijstje, licht Alfons toe. ‘Maar toen we deze in de VS tegenkwamen, konden we ze niet laten staan. Ze zijn bijna allemaal nog nieuw, met hoogstens twee- tot vijfduizend gereden kilometers.’ De Suzuki TC200 Scrambler uit 1964 valt op door z’n afgeplatte onderkant van de koplamp. Nauwelijks groter dan een moderne bromfiets zijn de beide Yamaha’s: een RD125 en een 100cc-LS2. Apart door z’n motorconstructie is de Suzuki Stinger T125 uit 1970. Alfons: ‘Met liggende cilinders. Dat kom je eigenlijk nooit bij tweetakten tegen.’ Zo op het oog ontbreken de beide zijdeksels. Alles ligt open en bloot. Volgens Hans hoort motor magazine • 13 • 2014
51
KLASSIEK • TWEETAKTEN
1
4
dat echter zo: ‘Het is net of hij niet af is, maar zo is hij toch echt ooit gebouwd. Een eigenzinnige constructie.’ De meest bijzondere tweetakt is van Engelse komaf. Het betreft de Silk 700S Mark1. Een Silk? Ja, een vrijwel onbekend merk, dat in de jaren zeventig werd opgericht door George Silk. Hij was een groot fan van de Scott Flying Squirrel tweetakt-twin uit de jaren twintig en bouwde die in een moderne versie na, met vierversnellingsbak en een Spondon-raceframe. De Engelse pers reageerde enthousiast op het nieuwe Britse initiatief, maar een trage productie en de hoge prijs stonden een succes in de weg. Van de Mark 1 zijn maar 28 exemplaren gemaakt. De Smit-broers liepen de Silk tijdens een bezoek aan de TT van Man tegen het lijf, vertelt Alfons: ‘Na de aankoop is de motor rijdend naar huis gebracht. Al moesten we ter plekke wel eerst de carburateurs schoonmaken.’
FRANSE BOXERS Omdat ze van elk motortype één of meer interessante modellen willen hebben, viel hun oog ook op de categorie
Oscar’s Dreamland De verzameling heet Smit’s Dreamland. Die naam heeft z’n oorsprong in hun zoektochten door de VS. In de Rocky Mountains ontmoetten ze er ooit Oscar, een bebaarde negentiger die al z’n hele leven oude tractoren verzamelde. Hij noemde zijn collectie Oscar’s Dreamland en wilde de nieuwe generatie de kennis van en liefde voor de oude voertuigen overbrengen. De ontmoeting met deze bevlogen man was voor Hans en Alfons een ware inspiratiebron.
52
motor magazine • 13 • 2014
2
5
3
6
Geregeld pakken de broers een motor uit de verzameling voor een ritje ‘motorfietsen met een autoblok’. Het meest aansprekende voorbeeld daarvan is toch nog altijd de Münch Mammut, die het blok van een NSU-auto herbergt. Hans: ‘Maar die maakt geen deel uit van de verzameling. Er zijn er maar zo’n vijfhonderd van gebouwd. Af en toe wordt er één aangeboden, maar altijd tegen een absurd hoge prijs.’ Wat er wel staat, is een BFG, een Frans merk dat gebruikmaakte van een Citroën GSA-1300cc-blok, een viercilinderboxer. De naam BFG verwijst naar de eerste letters van de achternamen Boccardo, Favario en Grange. De drie heren zijn in 1977 de grondleggers van het bedrijf. Hun doel was een zware, betrouwbare motorfiets te bouwen voor overheids diensten, maar ook voor privérijders. In 1982 vindt de presentatie plaats. De verkoop verloopt echter maar mondjesmaat en al na twee jaar en vierhonderd gebouwde exemplaren belandt de onderneming in handen van MBK, het vroegere Motobécane. Maar ook daar komt de 1300 niet echt van de grond. Slechts 150 stuks vinden een weg naar een koper. Als MBK wordt gekocht door Yamaha, besluit de Japanse fabriek al snel te stoppen met de productie. De voorraad aan onderdelen gaat in 1988 naar L’Atelier Précision, een fabrikant van zijspannen. Die assembleert nog rond de tien exemplaren, maar dan is het echt gedaan met het Franse initiatief. Wonderlijk is dat de broers drie exemplaren in hun bezit hebben. Het zijn twee grijze uit de eerste
7
1. In vitrines liggen heel veel onderdelen, hebbedingetjes, reclamemateriaal en emblemen. 2. De Enfield Diesel is in originele staat, dus met gebruikssporen. Niks op tegen trouwens, want het geeft motoren juist karakter. 3. De broers verzamelen boeiende exemplaren van uiteenlopende motortypen. Een diesel motorfiets mag dus niet ontbreken. 4. Deze tank zat op een motor die werd gebruikt voor een bankoverval. Het kogelgat en de bijl inslagen zeggen genoeg.
5. Superzuinig is hij zeker, zo’n één op tachtig, en dan ook nog goedkope diesel. Maar met z’n 6,5 pk is de Matchless Enfield Diesel zeker geen ‘wheelietrekker’. 6. De over blijfselen van een vroegere hobby. De gebroeders Smit haalden de antieke tractoren zelfs uit Amerika. ‘Containers vol’, aldus Hans. 7. Waar kun je mooier rijden dan op Texel? Hans laat de Silk even wat olierestjes oproken, Alfons geeft met de DKW Wankel geen duimbreed toe.
BFG-periode en een witte, die door L’Atelier Précision is samengesteld. Een bijzonder motorconcept is de wankelmotor. De aller beroemdste toepassing daarvan is de Van Veen OCR1000, die in 1974 werd gepresenteerd. Van die ‘ultieme motorfiets’ zijn er echter maar 38 gemaakt. Alfons loopt naar één van de vele vitrines en wijst op twee tellers: ‘Die zijn van een Van Veen.’ Hans voegt daar lachend aan toe: ‘Het begin is er dus…’ Een complete Van Veen beschouwen ze echter – vanwege de astronomische vraagprijs – als onhaalbaar. Maar daarom niet getreurd, want de verzameling bevat wel degelijk enkele boeiende motorfietsen met wankelmotor. Van de Suzuki RE5 hebben ze zelfs twee exemplaren. Alfons: ‘Eén uit Nederland en één uit de VS. We rijden denk ik al 25 jaar op beide motoren.’ De Suzuki’s – gemaakt tussen 1974 en 1976 – ogen nog altijd groot. Apart is de forse broodtrommel op het stuur waarin de tellers zich bevinden. Net zo bijzonder is de DKW Wankel 2000 uit 1977. Het model is identiek aan de bekendere Hercules. Alleen de merknaam is vervangen. Hans: ‘Voor de eigen Duitse markt werd de naam Hercules gebruikt, voor de export kwam er het embleem van DKW op. Deze komt uit Engeland, vandaar de naam DKW.’ De twee meest bijzondere wankelmotoren die ze in huis hebben, dragen dezelfde merknaam. Het gaat om de Norton Interpol 2 Mark II, die als krachtbron een luchtgekoelde 588cc-tweeschijfs-wankelmotor heeft. Het model werd in de beginjaren tachtig in eerste instantie voor de Britse politie ontwikkeld. Later kwam er ook een beperkte oplage van een ‘burgerversie’ op de markt. Er staan er twee: een grijze en één in een aparte okergele kleur. De laatste is er één uit een serie van tien die Lotus-technicus Mick O’Neill in eigen beheer produceerde. Hij voorzag de Nortons van een zelf ontworpen tank en zit en gaf ze elk een eigen kleur.
Kijkend naar de motoren benadrukken beide broers dat Dreamland geen statisch museum is. Naar schatting zo’n driekwart van de motoren is rijdbaar en geregeld pakken ze een motor uit de verzameling voor een ritje. Dat kan een rokende Kawasaki-tweetakt zijn, een spinnende 125cc-Suzuki, maar net zo goed een wankelfiets of de ‘grofstoffelijke’ BFG. Hans: ‘Heel uiteenlopende motoren dus. Elk met zijn goede en slechte kwaliteiten. Je moet je aanpassen aan hun beperkingen, dat is het mooie van de klassiekers.’
ZOLDERPROJECTEN De beschikbare ruimten van Dreamland zijn behoorlijk gevuld, de motoren staan er in lange rijen. Maar… de kans is groot dat ze worden aangevuld met weer nieuwe exemplaren. Op de zolder staat namelijk nog wel een aantal ‘projecten’. Zo wachten nog een Ossa Yankee Z 500Z, Kawasaki W1 650, en een Suzuki Cobra – de eerste T500 – op een ingrijpende opknapbeurt. Ook de opbouw van een Moto Martin staat nog op de rol, legt Alfons uit: ‘Het verchroomde rijwielgedeelte is van de bekende Franse framebouwer Martin. Daarin moet nog een viercilinder Kawasaki-blok komen. Het liefst voorzien van een compressor.’ Ja, aan plannen ontbreekt het de beide broers niet…
Kijken en genieten? De Dreamland-verzameling houden de broers niet voor zichzelf. Wie belangstelling heeft, mag komen kijken. Dat kan echter alleen op afspraak. Bel voor contact 0222-31 21 32 of 06-38 89 43 04, of mail via de website www.smitbros.nl.
motor magazine • 13 • 2014
53